Upload
dennis-aerts
View
214
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
het doorstroomrelevant beoordelen van het profielwerkstuk
Frans Resink
EM-conferentieEconomie en Maatschappijprofiel: van meest gekozen profiel naar meest geprofileerde keuze
Leeuwarden, donderdag 18 oktober 2012
intro
intro
leerlingschoolverlaterVO HO
intro
dipl
oma
?
schoolverlaterVO HO
intro
dipl
oma
? ?
schoolverlaterVO HO
intro
schoolverlater
dipl
oma
!
VO HO
?
intro
schoolverlater
dipl
oma
! ?
VO HO
intro
?!
schoolverlater
dipl
oma
VO HO
?
intro
?!
schoolverlater
dipl
oma
VO HO
?
intro
schoolverlater
?
VO HO
?
dipl
oma
intro
?
VO HO
?di
plom
a
intro
?
VO HO
dipl
oma
intro
!
VO HO
dipl
oma
intro
!
VO HO
!di
plom
a
intro
VO HO
!
dipl
oma
intro
VO HO
dipl
oma
intro
onde
rzoe
k-va
ardi
ghei
d
VO HOprofielwerkstuk
competen-
ties
intro
onde
rzoe
k-va
ardi
ghei
d
VO HOprofielwerkstuk
competen-
ties
leidraad
intro
een profielwerkstuk op het eerste gezicht
en bij nader inzien
een aanzet om doorstroomrelevant(er) te beoordelen
• het idee
• de uitwerking ervan
• een praktische kennismaking ermee
uw reacties, feedback en mogelijk verdere bijdrage
afsluiting van de workshop
zo maar een profielwerkstuk...
“Winkelen in de periferie” samenvatting
“Winkelen in de periferie “ analyse van kerntaak en werkprocessen
“Winkelen in de periferie “ analyse van mogelijk onderliggende competenties
herkenbaar?
aanvaardbaar?
herkenbaar?
doorstroomrelevante competenties?
leiden en beslissen
ondersteunen en samenwerken
interacteren, beïnvloeden, presenteren
analyseren en interpreteren
creëren en leren
organiseren en uitvoeren
aanpassen en aankunnen
ondernemen en presteren
beslissen en activiteiten initiëren
aandacht en begrip tonen
relaties bouwen en netwerken
formuleren en rapporteren
onderzoeken
kwaliteit leveren
omgaan met verandering en aanpassen
gedrevenheid en ambitie tonen
aansturen
begeleiden
samenwerken en overleggen
ethisch en integer handelen
overtuigen en beïnvloeden
presenteren
vakdeskundigheid toepassen
materialen en middelen inzetten
analyseren
creëren en innoveren
leren
plannen en organiseren
op de behoeften en verwachtingen van de "klant" richten
instructies en procedures opvolgen
met druk en tegenslag omgaan
ondernemend en commercieel handelen
bedrijfsmatig handelen
doorstroomrelevant beoordelen
aan de hand van tussentijdse producten als blijk van competentie
op basis van links tussen beoordelingsaspecten en competenties
uit de productbeoordeling een competentiebeoordeling afleiden
onderzoek doen
probleemstelling plan van aanpak (klad)verslag presentatie
logboek
samenwerking
tussentijdse producten
links tussen beoordelingsaspecten en competenties
kerntaak: onderzoek doen I II III V VI VII VIIItussenproduct: probleemstelling A B E F H O P Q R S U W X Y
beoordelingsaspecten: 1 2 3 5 7 1 2 3 2 1 1 2 2 3 1 2 4 4 1 4 1 4 5 1 11 De probleemkeuze getuigt van initiatief van de leerling. X 2 De probleemkeuze getuigt van durf en flair. X X X 3 De probleemkeuze getuigt van passie. X X X 4 Het probleem is interessant en/of origineel. X 5 Het probleem is uitdagend voor de leerling. X X 6 Het probleem is relevant voor de leerling. X X 7 Het probleem is relevant voor de opleiding, c.q. het vak. X X 8 Het probleem is relevant in het licht van een mogelijk te kiezen vervolgstudie. X X X 9 Het probleem is relevant voor externe belanghebbenden, zoals een externe
opdrachtgever. X X
10 De probleemkeuze is gemotiveerd vanuit persoonlijke leerdoelen. X X X 11 Het probleem is verwoord in een heldere en eenduidig geformuleerde
probleemstelling. X
12 De probleemstelling bevat een onderzoeks- of ontwerpvraag. X 13 Uit de probleemstelling is een passende probleemaanpak afgeleid. X De probleemaanpak omvat: 14 een voorstel voor een onderzoeksmethodiek, c.q. -techniek(en) X 15 een tijdpad X X X 16 een taakverdeling, in geval van groepswerk of samenwerking met anderen. X X X X X X 17 De probleemaanpak is uitvoerbaar, gegeven de beschikbare:
kennis en kunde tijd middelen en/of faciliteiten begeleiding.
X X X
links tussen beoordelingsaspecten en competenties
kerntaak: onderzoek doen I II III V VI VII VIIItussenproduct: probleemstelling A B E F H O P Q R S U W X Y
beoordelingsaspecten: 1 2 3 5 7 1 2 3 2 1 1 2 2 3 1 2 4 4 1 4 1 4 5 1 11 De probleemkeuze getuigt van initiatief van de leerling. X 2 De probleemkeuze getuigt van durf en flair. X X X 3 De probleemkeuze getuigt van passie. X X X 4 Het probleem is interessant en/of origineel. X 5 Het probleem is uitdagend voor de leerling. X X 6 Het probleem is relevant voor de leerling. X X 7 Het probleem is relevant voor de opleiding, c.q. het vak. X X 8 Het probleem is relevant in het licht van een mogelijk te kiezen vervolgstudie. X X X 9 Het probleem is relevant voor externe belanghebbenden, zoals een externe
opdrachtgever. X X
10 De probleemkeuze is gemotiveerd vanuit persoonlijke leerdoelen. X X X 11 Het probleem is verwoord in een heldere en eenduidig geformuleerde
probleemstelling. X
12 De probleemstelling bevat een onderzoeks- of ontwerpvraag. X 13 Uit de probleemstelling is een passende probleemaanpak afgeleid. X De probleemaanpak omvat: 14 een voorstel voor een onderzoeksmethodiek, c.q. -techniek(en) X 15 een tijdpad X X X 16 een taakverdeling, in geval van groepswerk of samenwerking met anderen. X X X X X X 17 De probleemaanpak is uitvoerbaar, gegeven de beschikbare:
kennis en kunde tijd middelen en/of faciliteiten begeleiding.
X X X
uit de productbeoordeling een competentiebeoordeling afleiden
leiden en beslissen
ondersteunen en samenwerken
interacteren, beïnvloeden, presenteren
analyseren en interpreteren
creëren en leren
organiseren en uitvoeren
aanpassen en aankunnen
ondernemen en presteren
8,3
7,8
10
n.v.t.
8,2
7
7,8
5,5
Herkent u de beoordelingsaspecten?
een productbeoordeling kritisch doornemen
productbeoordeling resultatenverslag / bronnenonderzoek doen
aspect: deelaspect: indicator: beoordeling:
taalgebruik (in relatie tot het beoogde beheersingsniveau)
publieksgerichtheid 1 Het taalgebruik is afgestemd op de beoogde doelgroep.
doelgerichtheid 2 Het taalgebruik is to the point en past bij het beoogde doel.
oorspronkelijkheid 3 Het taalgebruik is persoonlijk en getuigt van eigengemaakte kennis van zaken.
spelfouten 4 Het verslag bevat geen storende spelfouten.
interpunctie 5 De interpunctie draagt bij tot vlot tekstbegrip.
grammatica 6 De zinsbouw is grammaticaal correct.
vocabulaire 7 Vaktaal is correct gebruikt.
8 De woordkeus is rijk en gevarieerd.
leesbaarheid 9 De tekst is prettig leesbaar.
transparantie 10 Complexe gedachtegangen zijn logisch en begrijpelijk weergegeven.
vormgeving omvang 11 Het verslag heeft een passende omvang; het is niet te kort of te lang.
dosering 12 De informatie is, gegeven de toegestane omvang van het verslag, juist gedoseerd.
consistentie 13 De onderdelen van de tekst zijn consistent en in onderlinge samenhang geschreven.
lay-out 14 De lay-out is verzorgd, doelmatig en aantrekkelijk.
lettertype 15 Het lettertype is aantrekkelijk en prettig leesbaar.
hoofdstukindeling / lettergrootte
16 Hoofdstukken, paragrafen, koppen en tussenkoppen zijn met een eigen lettertype herkenbaar aangegeven.
hoofdstukindeling / titels
17 Hoofdstukken, paragrafen, koppen en tussenkoppen hebben een relevante, vlot te begrijpen, titel.
hoofdstukindeling / inleiding
18 Hoofdstukken en paragrafen openen met een inleiding over de opbouw ervan.
alinea-indeling 19 De tekst is logisch en overzichtelijk in alinea's ingedeeld.
paginanummering 20 De pagina’s zijn genummerd.
citaten 21 Citaten zijn als zodanig herkenbaar: tussen aanhalingstekens geplaatst.
opbouw geleding 22 De tekst is helder geleed in een inleiding, een middenstuk en een afronding.
inleiding De inleiding informeert het publiek over:
23 de aanleiding tot het onderzoek
24 het onderzoeksprobleem
25 het doel van het onderzoek
26 het belang van het onderzoek
27 de onderzoeksvra(a)gen
28 het verwachte onderzoeksresultaat / de hypothese
29 de onderzoeksaanpak
30 de opbouw van het verslag.
middenstuk Het middenstuk informeert het publiek over:
31 het verloop van het onderzoek
32 de bij het onderzoek gerezen problemen, en hoe deze zijn opgelost of afgehandeld.
33 de in de loop van het onderzoek gemaakte keuzes, e n de onderbouwing daarvan.
afronding 34 De afronding omvat: een samenvatting, de conclusie(s) een evaluatie
van het onderzoek.
bronvermelding 35 Het verslag bevat een volledige bronvermelding.
36 De bronvermelding is conform de (APA-)eisen.
inhoudsopgave 37 Het verslag bevat een correcte inhoudsopgave.
inhoud theorie 38 Het verslag vermeldt de theorie achter het onderzoek.
39 De gebruikte theorie achter het onderzoek is van belang voor het vak en/of de vervolgkeuze van de leerling.
40 Het verslag evalueert de theorie achter het onderzoek.
methode 41 Het verslag vermeldt de onderzoeksmethode.
42 De gevolgde onderzoeksmethode is van belang voor het vak en/of de vervolgkeuze van de leerling.
bronnen 43 Het verslag evalueert de onderzoeksmethode.
44 Het verslag vermeldt de bronnen die voor het onderzoek zijn geraadpleegd.
bruikbaarheid van ~ 45 Het verslag gaat in op de bruikbaarheid van de geraadpleegde bronnen.
betrouwbaarheid van ~ 46 Het verslag gaat in op de betrouwbaarheid van de van de geraadpleegde bronnen.
bevindingen 49 Het verslag vat de onderzoeksgegevens overzichtelijk samen.
50 Het verslag evalueert het onderzoek en de onderzoeksgegevens.
tabellen en grafieken 51 Onderzoeksgegevens zijn functioneel in grafieken en tabellen verwerkt.
beeldmateriaal 52 Het verslag bevat functionele illustraties.
53 Illustraties zijn voorzien van een toelichtend onderschrift.
54 De tekst verwijst, waar nodig, naar opgenomen illustraties.
conclusies 55 De conclusies van het verslag geven een passend antwoord op de onderzoeksvragen en hypothese van het onderzoek.
56 De conclusies van het verslag zijn deugdelijk onderbouwd.
evaluaties 57 Het verslag bevat een deugdelijk onderbouwde evaluatie van het onderzoeksproces.
58 Het verslag bevat een deugdelijk onderbouwde evaluatie van de onderzoeksopbrengsten.
noten 59 Voet- of eindnoten doen ter zake en bevatten correcte verwijzingen.
Welke mist u?
Welke vindt u overbodig?
Is beoordeling aan de hand van
louter doorstroomrelevante aspecten
voor u compleet genoeg?
uw feedback
Wat waardeert u? Wat kan beter?
uw hulp gevraagd
de beoordelingsinstrumenten inhoudelijk valideren
de beoordelingsinstrumenten testen in praktijk
welke competenties zijn ècht doorstroomrelevant
> het beoordelen waard?
welke aspecten van onderzoeken & ontwerpen tellen bij de beoordeling?
hoe bevallen ze?
klopt de beoordeling die ze opleveren?
motiveren ze leerlingen / studenten tot vervolgleerdoelen?
iets voor u?
voor meer informatie of nader contact: