2
4 BASIS 20 MEI 2017 S tructuren en geldstromen. Daarover ging het vooral in de eerste nota over het ondersteuningsmodel. Het COV zette alle zeilen bij en slaagde erin om de zorg voor de personeelsleden centraal te plaatsen. Want zij zijn het die van de uitrol van het M-decreet een succes moeten maken. vallen allemaal onder een zelfde prestatieregeling. Hun schoolop- dracht bedraagt 26 klokuren en de hoofdopdracht 22 lestijden. Tijd voor professionalisering, overleg en sa- menwerking en coördinatietaken zijn net zoals de dienstverplaatsingen vervat in de schoolopdracht. Die transparantie is voor het COV erg belangrijk. Ondersteuners staan voor een uitdagende taak. Ze moeten dui- delijk weten waar ze aan toe zijn zodat ze zich helemaal op hun inhoudelij- ke opdracht kunnen concentre- ren. 3. Leerling- en leer- krachtgericht werken De ondersteuning zal zo- wel leerling- als leer- krachtgericht gebeuren in scholen van het ge- woon basis- en secun- dair onderwijs. In de on- dersteuningsnetwerken worden hierover afspraken gemaakt zodat ondersteu- ners zo veel mogelijk in de klassen worden in- gezet. Dat is voor ons cruciaal. Om hun werk in de klassen te maxi- maliseren zal de reistijd voor onder- steuners beperkt worden en moeten versnipperde opdrachten vermeden worden. Een paritaire commissie per onderwijsnet kijkt hierop toe en bege- leidt samenwerkende scholen in het uitwerken van een werkbaar onder- steuningsplan. Ondersteuners krijgen de kans om zich te professionaliseren. Zo kunnen ze verder groeien in hun nieuwe func- tie. De overheid engageert zich om de middelen van de prioritaire nascho- ling vanaf 2018 hiervoor in te zetten. 4. Een project voor drie jaar De uitrol van het nieuwe ondersteu- ningsmodel start op 1 september 2017 als een project voor drie jaar. Dat heeft als voordeel dat perso- neelsleden uit het buitengewoon onderwijs (kleuteronderwijzer ASV, onderwijzer ASV, leermeester Braille, logopedist, kinesist, verple- ger, orthopedagoog, …) bewust voor de job van ondersteuner kunnen kiezen. Ze starten in een tijdelijke betrekking. Zowel vastbenoemde als tij- delijke personeelsleden uit het buitengewoon onderwijs krij- gen de kans om als onder- steuner te werken. De betrekkingen in dit pro- ject van drie jaar worden in- gericht in de scholen van het Onze inzet en acties hebben opge- bracht. Er is een duidelijk en transpa- rant statuut voor de ondersteuner. We bespreken kort de voornaamste as- pecten. 1. Ondersteuningsnetwerken Scholen voor gewoon onderwijs en voor buitengewoon onderwijs vormen samen een ondersteuningsnetwerk binnen een bepaalde regio. Zowel scholen van basis- als van secundair onderwijs maken deel uit van het net- werk. Het kunnen scholen zijn van hetzelfde net of van verschillende net- ten. De ondersteuningsnetwerken be- trekken bij hun werking de CLB’s en de pedagogische begeleidingsdien- sten. Ondersteuningsnetwerken kun- nen ook samenwerken. Paritaire net- gebonden commissies, waarin vak- bonden en schoolbestuurorganisaties vertegenwoordigd zijn kijken toe op de goede werking van de netwerken. 2. Iedereen “ondersteuner” Alle personeelsleden, ongeacht hun ambt in het buitengewoon onderwijs, die kiezen voor een job in de nieuwe ondersteuningsnetwerken, worden voortaan “ondersteuner” genoemd. Ze ACTUEEL HILDE LAVRYSEN Het ondersteuningsmodel Het COV trok de kaart van het personeel

HiLde LAvRysen Het ondersteuningsmodel · PDF fileeen grondige evaluatie en monitoring doen van de verdeling van de midde-len, de effecten op het personeel, de leerlingenstromen en

Embed Size (px)

Citation preview

4 BASIS 20 Mei 2017

Structuren en geldstromen. Daarover ging het vooral in de eerste nota over het ondersteuningsmodel. Het COV zette alle zeilen bij en slaagde erin om de zorg voor de personeelsleden centraal te

plaatsen. Want zij zijn het die van de uitrol van het M-decreet een succes moeten maken.

vallen allemaal onder een zelfde prestatieregeling. Hun schoolop-dracht bedraagt 26 klokuren en de hoofdopdracht 22 lestijden. Tijd voor professionalisering, overleg en sa-menwerking en coördinatietaken zijn net zoals de dienstverplaatsingen vervat in de schoolopdracht.Die transparantie is voor het COV erg belangrijk. Ondersteuners staan voor een uitdagende taak. Ze moeten dui-delijk weten waar ze aan toe zijn zodat ze zich helemaal op hun inhoudelij-ke opdracht kunnen concentre-ren.

3. Leerling- en leer-krachtgericht werken

De ondersteuning zal zo-wel leerling- als leer-krachtgericht gebeuren in scholen van het ge-woon basis- en secun-dair onderwijs. In de on-dersteuningsnetwerken worden hierover afspraken gemaakt zodat ondersteu-ners zo veel mogelijk in de klassen worden in-gezet.

Dat is voor ons cruciaal.Om hun werk in de klassen te maxi-maliseren zal de reistijd voor onder-steuners beperkt worden en moeten versnipperde opdrachten vermeden worden. Een paritaire commissie per onderwijsnet kijkt hierop toe en bege-leidt samenwerkende scholen in het uitwerken van een werkbaar onder-steuningsplan.Ondersteuners krijgen de kans om zich te professionaliseren. Zo kunnen ze verder groeien in hun nieuwe func-tie. De overheid engageert zich om de middelen van de prioritaire nascho-ling vanaf 2018 hiervoor in te zetten.

4. Een project voor drie jaarDe uitrol van het nieuwe ondersteu-ningsmodel start op 1 september 2017

als een project voor drie jaar. Dat heeft als voordeel dat perso-neelsleden uit het buitengewoon

onderwijs (kleuteronderwijzer ASV, onderwijzer ASV, leermeester Braille, logopedist, kinesist, verple-

ger, orthopedagoog, …) bewust voor de job van ondersteuner

kunnen kiezen. Ze starten in een tijdelijke betrekking.

Zowel vastbenoemde als tij-delijke personeelsleden uit het buitengewoon onderwijs krij-

gen de kans om als onder-steuner te werken.De betrekkingen in dit pro-ject van drie jaar worden in-gericht in de scholen van het

Onze inzet en acties hebben opge-bracht. Er is een duidelijk en transpa-rant statuut voor de ondersteuner. We bespreken kort de voornaamste as-pecten.

1. OndersteuningsnetwerkenScholen voor gewoon onderwijs en voor buitengewoon onderwijs vormen samen een ondersteuningsnetwerk binnen een bepaalde regio. Zowel scholen van basis- als van secundair onderwijs maken deel uit van het net-werk. Het kunnen scholen zijn van hetzelfde net of van verschillende net-ten. De ondersteuningsnetwerken be-trekken bij hun werking de CLB’s en de pedagogische begeleidingsdien-sten. Ondersteuningsnetwerken kun-nen ook samenwerken. Paritaire net-gebonden commissies, waarin vak-bonden en schoolbestuurorganisaties vertegenwoordigd zijn kijken toe op de goede werking van de netwerken.

2. Iedereen “ondersteuner” Alle personeelsleden, ongeacht hun ambt in het buitengewoon onderwijs, die kiezen voor een job in de nieuwe ondersteuningsnetwerken, worden voortaan “ondersteuner” genoemd. Ze

AcTuEEL HiLde LAvRysen

Het ondersteuningsmodelHet COV trok de kaart van het personeel buitengewoon onderwijs

6. Wat als je een tijdelijk personeelslid bent?

Tijdelijke personeelsleden kunnen als ondersteuner aangesteld worden voor bepaalde duur: tot het einde van het schooljaar. Uiteraard kunnen deze aanstellingen het volgende schooljaar hernieuwd worden. Een tijdelijk per-soneelslid kan zijn voorrangsrecht als tijdelijke van doorlopende duur niet laten gelden op de betrekkingen van ondersteuner. Maar, als aangesteld ondersteuner bouw je verder wel je rechten op in het ambt waarin de be-trekking is ingericht. We hebben het hier over dienstanciënniteit, geldelijke en sociale anciënniteit, … Uiteraard krijg je ook het salaris dat bij je oor-spronkelijke ambt hoort.Kies je als tijdelijk personeelslid niet voor een aanstelling als ondersteuner dan kan je steeds je voorrang voor tij-delijke aanstelling van doorlopende duur laten gelden in de overige be-trekkingen, zowel bij het schoolbe-stuur als in de scholengemeenschap.

7. Bewust kunnen kiezenVoor het COV is het belangrijk dat elk personeelslid bewust kan kiezen of hij al dan niet als ondersteuner aan de slag gaat. Een ondersteuner moet ge-motiveerd en overtuigd de nieuwe uit-daging aangaan. Ook schoolbesturen kunnen zo weloverwogen de expertise in hun school inzetten in de onder-steuningsteams.

8. TewerkstellingsgarantiesNaast de afspraken over de werk-voorwaarden staan in het akkoord ook garanties over de globale tewerkstel-ling in het buitengewoon onderwijs. We weten vandaag al dat het Gemeenschapsonderwijs jobs zal ver-liezen. Daarvoor wordt een compen-satieregeling voorzien.Er zullen ook scholen zijn die door het dalend leerlingenaantal personeelsle-den verliezen. Deze verliezen worden maximaal opgevangen. De paritaire commissies zullen bij het toewijzen van de lestijden en uren die perso-

BASIS 20 Mei 2017 520 Mei 2017 BASIS

buitengewoon onderwijs. Zo blijft er een sterke band tussen de ondersteu-ners en het buitengewoon onderwijs. De expertise die ondersteuners heb-ben opgebouwd in hun school, als GON- of ION-begeleider, of in een waarborgproject kan op deze manier maximaal benut worden.

5. Wat als je vastbenoemd bent?

Vastbenoemde personeelsleden kun-nen als ondersteuner aangesteld wor-den via een ‘tijdelijk andere opdracht’ (TAO) en behouden hun rechten als vastbenoemden. Als ze ter beschik-king gesteld zijn wegens ontstentenis van betrekking zal hun aanstelling als ondersteuner gelden als een reaffec-tatie of een wedertewerkstelling. Voor vastbenoemde personeelsleden die in hun school geen betrekking meer hebben en niet als ondersteu-ners gaan werken, gelden de gebrui-kelijke regels van reaffectatie en we-dertewerkstelling bij het schoolbe-stuur of in de scholengemeenschap.Het schoolbestuur kan niet verplicht worden om een betrekking als onder-steuner toe te wijzen aan een perso-neelslid dat door de leerlingendaling in de school dreigt ter beschikking ge-steld te worden wegens ontstentenis van betrekking. Dit personeelslid kan ook niet verplicht worden om de be-trekking als ondersteuner op te ne-men.

neelsverschuivingen zoveel mogelijk opvangen.

9. Een aparte regeling voor types 2, 4, 6 en 7

De begeleidingseenheden voor leer-linggebonden ondersteuning aan leer-lingen die een inschrijvingsverslag, verslag of gemotiveerd verslag heb-ben voor een van de types 2 (kinderen met een diep mentale beperking), 4 (kinderen met motorische beper-king), 6 (kinderen met visuele beper-king) en type 7 (kinderen met auditie-ve beperking) worden niet toegewezen aan de ondersteuningsnetwerken. Voor deze leerlingen, die een individu-ele begeleiding nodig hebben, werd een aparte ondersteuningsregeling uitgewerkt waarbij netoverschrijdend de ondersteuningsvragen worden be-antwoord. De begeleidingseenheden gaan rechtstreeks naar de scholen buitengewoon onderwijs die onder-steuning bieden in deze types.

10. De stuurgroep volgt opIn een stuurgroep zullen de overheid, de onderwijsvakbonden en de verte-genwoordigers van de schoolbesturen een grondige evaluatie en monitoring doen van de verdeling van de midde-len, de effecten op het personeel, de leerlingenstromen en de ondersteu-ning in de klas.De resultaten hiervan zullen mee be-palen hoe het ondersteuningsmodel er na de overgangsperiode van drie jaar zal uitzien.

11. Nog veel werk tegen 1 september

Het model is er. Nu moet elk perso-neelslid volgens de afspraken die we maakten een werkplek krijgen. Dit zal nog veel werk vragen in scholen, op netniveau en bij de Vlaamse overheid. Daarom moet in de stuurgroep zeer snel een planning en timing vastge-legd worden. Het COV zal er op toe-zien dat binnen de planning de regels van de inspraak gerespecteerd wor-den. Daar engageren wij ons voor. n

Het ondersteuningsmodelHet COV trok de kaart van het personeel buitengewoon onderwijs