7
Workshop Hoe intiem wil je het hebben Edward Kalisvaart Strookwiki Een strook is een eenheid van aandacht of erkenning, of deze nu + of – is. Een strook is een erkenning voor wat je doet of voor wie je bent. Door middel van een strook laat de ander je weten dat je er voor hem bent. Het woord strook is in het Nederlands moeilijk te vertalen. In het Engels betekent ‘stroke’ zowel ‘klap’ als ‘streling’. Mensen hebben liever negatieve strooks dan geen strooks. Dat verklaart waarom negatief of zelfs destructief gedrag hand in hand kunnen gaan. Strooks zijn noodzakelijk voor groei. Zonder strooks kwijnen mensen weg en stoppen ze ‘te leven’. Strooks bevorderen het leerproces op basis van operante conditionering. Positief of negatief reageren op gedrag maakt de kans op herhaling van dat gedrag groter. Het TA strookprincipe staat in verbinding met het hele TA bouwwerk: het is niet mogelijk om het over strooks te hebben, zonder daar een deel van de TA theorie bij te betrekken. Wanneer we het over ‘strooks’ hebben, komen daar direct al de volgende begrippen bij kijken: levensposities, script, tijdsstructurering, Spelen, kruistransacties, transacties met bijbedoelingen,… enz. Een los onderdeeltje uit een motorblok heeft ook geen betekenis, zonder samenhang met de overige onderdelen. In de TA is er een heel scala aan termen die verband houden met het ‘strookconcept’; een deel daarvan wordt in deze ‘strookwiki’ benoemd en toegelicht. De basics Een strook kan positief of negatief zijn: Positief: ‘Fijn dat je er bent.’ Negatief: ‘Zo, ben jij er ook weer en wanneer ga je weer weg?’ Strooks kunnen verbaal of non-verbaal worden gegeven: Verbaal: met tekst en woorden. Non-verbaal: positief in de vorm van een knipoog, een schouderklopje, negatief in de vorm van een klap, schop, hoofdschudden. Een strook kan voorwaardelijk (for doing) of onvoorwaardelijk (for being) zijn: Voorwaardelijk: ‘Dat heb je goed gedaan!’ Of: ‘Je bent vergeten jezelf af te melden.’ Onvoorwaardelijk: ‘Fijn dat je er bent.’ Of: ‘Ik hou van je.’ Combinaties:

Hoe intiem wil je het hebben?

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Workshop voor het congres

Citation preview

Page 1: Hoe intiem wil je het hebben?

Workshop Hoe intiem wil je het hebbenEdward Kalisvaart

StrookwikiEen strook is een eenheid van aandacht of erkenning, of deze nu + of – is. Een strook is een erkenning voor wat je doet of voor wie je bent. Door middel van een strook laat de ander je weten dat je er voor hem bent. Het woord strook is in het Nederlands moeilijk te vertalen.

In het Engels betekent ‘stroke’ zowel ‘klap’ als ‘streling’. Mensen hebben liever negatieve strooks dan geen strooks. Dat verklaart waarom negatief of zelfs destructief gedrag hand in hand kunnen gaan.

Strooks zijn noodzakelijk voor groei. Zonder strooks kwijnen mensen weg en stoppen ze ‘te leven’. Strooks bevorderen het leerproces op basis van operante conditionering. Positief of negatief reageren op gedrag maakt de kans op herhaling van dat gedrag groter. Het TA strookprincipe staat in verbinding met het hele TA bouwwerk: het is niet mogelijk om het over strooks te hebben, zonder daar een deel van de TA theorie bij te betrekken.

Wanneer we het over ‘strooks’ hebben, komen daar direct al de volgende begrippen bij kijken: levensposities, script, tijdsstructurering, Spelen, kruistransacties, transacties met bijbedoelingen,…enz. Een los onderdeeltje uit een motorblok heeft ook geen betekenis, zonder samenhang met de overige onderdelen.

In de TA is er een heel scala aan termen die verband houden met het ‘strookconcept’; een deel daarvan wordt in deze ‘strookwiki’ benoemd en toegelicht.

De basics

Een strook kan positief of negatief zijn:

Positief: ‘Fijn dat je er bent.’

Negatief: ‘Zo, ben jij er ook weer en wanneer ga je weer weg?’

Strooks kunnen verbaal of non-verbaal worden gegeven:

Verbaal: met tekst en woorden.

Non-verbaal: positief in de vorm van een knipoog, een schouderklopje, negatief in de vorm van een klap, schop, hoofdschudden.

Een strook kan voorwaardelijk (for doing) of onvoorwaardelijk (for being) zijn:

Voorwaardelijk: ‘Dat heb je goed gedaan!’ Of: ‘Je bent vergeten jezelf af te melden.’

Onvoorwaardelijk: ‘Fijn dat je er bent.’ Of: ‘Ik hou van je.’

Combinaties:

Page 2: Hoe intiem wil je het hebben?

Een voorwaardelijk positieve strook: ‘Wat goed van je dat je twee werkvragen hebt weten te bundelen; zo besparen we onszelf een boel tijd.’

Een onvoorwaardelijk negatieve strook: ‘Ik haat je.’

Soorten strooks

Interne strook: jezelf strooks kunnen geven. Deze capaciteit houdt de ‘strookbank’ op peil, ook wanneer je het een tijdje zonder externe strooks moet stellen. Voorbeelden: cadeautje voor jezelf kopen, jezelf credit geven voor je prestatie, blij zijn met je uiterlijk.

Externe strook: strooks, in alle soorten en maten, gegeven door anderen.

Strookprofiel: een handig (staaf)diagram waarmee je je eigen (of andermans) strookpatronen kunt analyseren.

Strookfilter: als iemand een strook krijgt die niet past bij het strookquotiënt van zijn voorkeur, dan bestaat de kans dat hij die strook negeert of onderwaardeert. De strook wordt miskend of gefilterd. Wanneer dat gebeurd zal de gever waarschijnlijk een niet-erbij-passende manier van ontvangen van de strook waarnemen. Soms plaatsen we als het ware een strookfilter tussen onszelf en de binnenkomende strooks. We filteren de strooks selectief: strooks die bij onze voorkeur passen, laten we toe. Wanneer we als kind besloten hebben dat positieve strooks zeldzaam en onbetrouwbaar zijn, kan deze situatie ontstaan:

A: ‘Ik vind dat je haar leuk zit.’

B: ‘O, eh…ik moet er aan denken dat ik het binnenkort eens was.’

Of: C: “Goed gedaan hoor!”

D: “Zie je wel, het had beter gekund.”

Strookklimaat/thermostaat: de thermostaat kan (te) hoog of (te) laag staan; de extremen beschadigen mensen en veroorzaakt negatief gedrag.

CV hoog = aandacht voor de ‘7&8’ Koelkast (laag) = aandacht voor de ‘4’

Echte strook: een welgemeende en congruente strook, van welke aard dan ook.

Valse strook: een valse strook lijkt iets positiefs te geven, maar neemt dat vervolgens weer weg. Bijvoorbeeld: ‘Ik kan zien dat je dit begrijpt, min of meer.’ Of: ‘Wat een prachtige jas – heb je hem in een 2e hands winkel gekocht?’

Plastic strook: …zijn onechte strooks die we elkaar geven, bijvoorbeeld uit beleefdheid of omdat we bang zijn om negatieve strooks te geven. Iemand zegt bijvoorbeeld gapend: ‘Natuurlijk vind ik het leuk dat je komt.’ Of iemand vraagt: ‘Hoe maakt u het?’ en kijkt naar een ander die hem meer interesseert. En deze: ‘Tjonge, het doet me goed dat je er ook bent!

Page 3: Hoe intiem wil je het hebben?

De kamer werd veel lichter toen je binnenkwam.’ Plastic strooks herken je vaan terug bij oppervlakkige rituelen en verzieken de relatie (echte strooks niet).

Strookroof: is het op oneigenlijke wijze afdwingen van strooks (in essentie een ‘transactie met bijbedoelingen’), bijvoorbeeld: “Goh, wat ben jij aardig!” Met als doel zelf een strook terug te krijgen (‘lokaas’). Of: “Ik heb helaas weinig tijd gehad om het voor te bereiden…”

Strookquotiënt: ‘Different strokes for different folks.’ Iedereen heft het strookquotiënt van zijn eigen voorkeur: een strook die voor de een veel waarde heeft, is voor de ander van weinig waarde. Een gezond strookquotiënt zal dus zowel positieve als ook negatieve; voorwaardelijke als onvoorwaardelijke strooks bevatten.

Targetstrook: een strook die precies in de roos is en aansluit bij het eigen strookquotiënt.

Strookhuishouding/economie: de unieke wijze waarop ieder mens strooks geeft, neemt en behandelt om in zijn strookbehoefte te voorzien, met name in tijden van (vermeende) strookschaarste.

Strooksprookjes: als kinderen worden we door onze ouders geïndoctrineerd met vijf restrictieve regels aangaande strooks. Door kinderen bij te brengen dat er maar weinig strooks in voorraad zijn, krijgt de ouder een strookmonopolie. Omdat het kind weet dat strooks essentieel voor hem zijn, leert het al gauw ze te krijgen door zich zo te gedragen als zijn vader of moeder dat wil. Als volwassenen volgen we deze regels vaak nog steeds. Dientengevolge leven we onze levens in een staat van gedeeltelijke strookdeprivatie: we geloven dat er maar een beperkte voorraad van is en dat deze moeilijk binnen te halen zijn.

- Geef geen strooks als je ze te geven hebt. “al te goed is buurmans gek”

- Vraag niet om strooks als je ze nodig hebt. “kinderen die vragen, worden…”

- Accepteer geen strooks die je graag zou krijgen. “bescheidenheid siert de mens”

- Weiger geen strooks die je niet wilt. “een gegeven paard…”

- Geef geen strooks aan jezelf. “eigen roem stinkt”

Nice to know:

• In een kennisintensieve cultuur zijn vooral professionele strooks voor kennis en expertise van essentieel belang.

• Een gebrek aan positieve strooks kan leiden tot burn-outverschijnselen.

• Voor een gezonde organisatiecultuur zouden er een dubbel aantal positieve strooks tegenover de negatieve strooks moeten staan.

• We kunnen een strook geven wanneer we maar willen; strooks ‘raken niet op’; het is geen zero sum game

Page 4: Hoe intiem wil je het hebben?

• ‘Waar aandacht voor elkaar is, is nooit een tekort’ = groeibevorderend

• `What you stroke is what you get’…

• Strooks die je krijgt door erom te vragen zijn evenveel waard als die je zonder vragen krijgt.

• De ‘ontvanger’ van een strook bepaalt of een strook + of – is door het ‘strookfilter’.

Strooks en tijdsstructurering

Tijdstructurering is de wijze waarop mensen, vanuit hun basisbehoefte aan structuur, hun tijd doorbrengen, allen of met anderen. Naarmate je op een lager niveau komt, neemt het investeringsrisico toe (kwetsbaarheid), maar ook de kans op strookwinst. No guts, no glory?

Vormen van tijdstructurering

1) Terugtrekken

Het fysiek en/of geestelijk terugtrekken uit het interne en/of externe contact.

2) Rituelen

De transacties volgen een bekend en voorspelbaar patroon. Weinig risico, geringe kwantiteit of intensiteit van de strooks.

3) Tijdverdrijven

De transacties betreffen een of meer onderwerpen zonder dat daaraan enige actie wordt verbonden. Tijdverdrijven wordt vaak gebruikt om de ander te checken alvorens te besluiten tot intiemer contact. Iets meer risico, iets meer strooks.

4) Activiteiten

De transacties zijn gericht op het bereiken van zekere doelen in het hier en nu, waarbij de Volwassen egotoestand (meestal) dominant is. Strooks: hevig en hoog.

5) Plezier maken

De transacties zijn gericht op het plezierig doorbrengen van de tijd bijvoorbeeld in de vorm van sport, hobby, enz. Hoe meer energie erin wordt gestoken, hoe intenser de strooks.

6) Spelen

De transacties hebben bijbedoelingen en leiden tot een voorspelbaar, meestal negatief resultaat. Het investeringsrisico lijkt hoog, maar is daadwerkelijk gering; qua strooks is er sprake van kortetermijnwinst maar ook een groter en scriptbevestigend langetermijnverlies.

7) Intimiteit

De transacties betreffen authentieke gevoelens en behoeften en worden vanuit bewustzijn, spontaniteit en openheid uitgewisseld. Het investeringsrisico is groot (maximale kwetsbaarheid) en ook de mogelijke strookwinst is maximaal.

Page 5: Hoe intiem wil je het hebben?

‘Spel’, nice to know:

• Spel bestaat uit transacties met bijbedoelingen

• Bevestigt de gekozen levenspositie (veelal IK-)

• Volgt een vast patroon en eindigt met een pay off

• Vermijdt de kwetsbaarheid van intimiteit

• Is een bron van (korte-termijn) strooks

• Gradaties van Spel:

- 1e graads Spel: galgenhumor, cynisme, lachen om de pijn van de ander of zichzelf. De pijn, het verdriet of de angst worden niet serieus genomen.

- 2e graads Spel: brengt blijvende schade aan bij één of meerdere partijen of aan de relatie. Een contact heeft een pijnlijke en frustrerende afloop.

- 3e graads Spel: geestelijk of lichamelijke beschadiging aan een of beide spelers. Eindigt op het kerkhof, met moord, een rechtzaak, gevangenis of een gesticht.

Voorbeelden van Spel• Waarom doe je dit niet… (antwoord: ‘ja maar’) • Houten been… (passief gedrag; slachtofferspel)• De mijne is groter dan de jouwe… (telkens strijd aangaan; aanklagerspel) • Als jij er niet geweest was, dan had ik.. (aanklager 3e gr, telkens zeiken op alles)• Wat ben je toch geweldig… (projectie, redder slachtoffer) • Kijk eens wat ik allemaal voor je doe… (redder is slachtoffer geworden)• Nu heb ik je, ellendeling… (lokken afmaken spel, slachtoffer-

aanklager spel)• Is het niet vreselijk… (passief gedrag tussen twee aanklagers,

roddelen)• Wat me vandaag toch gebeurd is.. (passief gedrag, raden maar)

Werkvormen en reflectie rond strooks

• Werkvraag (10 minuten, 2-tallen):

1) Hoe was het vroeger, thuis: werden daar strooks uitgewisseld?

2) Wat is de rol geweest van de strooks die je als kind hebt gehad? Welk type strooks waren vooral voor handen?

• Werkvraag (15 minuten, 2-tallen):

Page 6: Hoe intiem wil je het hebben?

1) Wat is de meest voedzame strook die je ooit van je ouders hebt gekregen?

2) Wat is de meest pijnlijke strook die je ooit hebt gekregen?

3) Naar welke strook heb je als kind zo verlangd en hunker je nog steeds naar?

• Werkvorm (15 minuten, 3-tallen): onderzoek het strookverkeer met iemand in je directe omgeving.

- Echt of plastic?

- Voorwaardelijk of onvoorwaardelijk?

- Negatieve of positieve strooks?

- Effect op (de kwaliteit van) je relatie met deze persoon…

• Werkvorm: maak je eigen strookprofiel (zie bijlage)

• Werkvorm: strookklimaat eigen werkomgeving

Maak je eigen strookprofiel

Geeft u Accepteert u Vraagt u om Weigert u pos.

HOE VAAK pos. strooks pos. strooks pos. strooks strooks te geven

Altijd

Dikwijls

Soms

Nooit

geven accepteren Vragen om weigeren

Nooit

Soms

Dikwijls

Altijd

HOE VAAK Geeft u Accepteert u Vraagt u om Weigert u neg.

neg. strooks neg. strooks neg. strooks strooks te geven

Page 7: Hoe intiem wil je het hebben?

Bespreek:

Wat valt je op? Herken je het beeld?

Wat levert jouw manier van omgaan met strooks je op?

Op welke dimensie wil je eventueel ‘in beweging komen’?

Wat kun je doen om deze beweging in te zetten? (meer/minder)

Maak het teamprofiel

Geven jullie Accepteren jullie Vragen jullie om Weigeren jullie pos.

HOE VAAK pos. strooks pos. strooks om pos. strooks strooks te geven

Altijd

Dikwijls

Soms

Nooit

geven accepteren Vragen om weigeren

Nooit

Soms

Dikwijls

Altijd

HOE VAAK Geven jullie Accepteren jullie Vragen jullie om Weigeren jullie neg.

neg. strooks neg. strooks neg. strooks strooks te geven