25
Bureau Jeugdzorg Overijssel | Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling en het AMK januari 2014 1 Hoe te handelen bij (een vermoeden van) huiselijk geweld en kindermishandeling De meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling; protocol voor het basisonderwijs / peuterspeelzaal / kinderdagverblijf, stappenplan voor als u zich zorgen maakt over kinderen Wat is kindermishandeling, wat is huiselijk geweld? Kindermishandeling is: elke vorm van geweldpleging of verwaarlozing op lichamelijk, psychisch en seksueel gebied; door toedoen of nalaten van personen met wie het kind in een afhankelijkheidsrelatie staat; waardoor schade voor het kind ontstaat, of in de toekomst kan ontstaan. Huiselijk geweld is: Huiselijk geweld is geweld dat door iemand uit de huiselijke of familiekring van het slachtoffer wordt gepleegd. Hieronder vallen lichamelijke en seksuele geweldpleging, belaging en bedreiging (al dan niet door middel van, of gepaard gaand met, beschadiging van goederen in en om het huis). Vormen van kindermishandeling Lichamelijke mishandeling: Het kind wordt geslagen, geschopt, geknepen, gebrand, opgesloten, vastgebonden, enz. Psychische mishandeling: Hieronder valt de herhaaldelijk verbale agressie, het kleineren of het zich minderwaardig laten voelen van het kind. Het kind wordt afgewezen, gekleineerd, geterroriseerd, aangezet tot afwijkend en/of anti-sociaal gedrag; aan het kind worden extreem hoge eisen gesteld (cognitieve mishandeling). Seksuele mishandeling: Het kind wordt gedwongen seksuele handelingen te ondergaan en/of seksuele handelingen uit te voeren. Lichamelijke verwaarlozing: Het kind wordt (medische) verzorging en/of veiligheid onthouden; het kind krijgt onvoldoende voedsel, kleding, slaap, hygiëne, medische verzorging. Psychische (emotionele) verwaarlozing: Het kind krijgt bijna geen of geen liefde, warmte en aandacht. Er is geen belangstelling voor wat het kind meemaakt; er wordt niet gereageerd als het om aandacht vraagt. Of er wordt nauwelijks iets ondernomen met het kind. Getuige zijn van (huiselijk) geweld: Kinderen maken geregeld geweld tussen hun (stief)ouders mee. Belangrijk: de combinatie kinderen en huiselijk geweld betekent altijd kindermishandeling. Vaak komen verschillende vormen van mishandeling tegelijk voor. Geen ‘oorzaken’ , maar risico- en beschermende factoren Er zijn allerlei factoren van invloed op het welzijn en de gezondheid van kinderen. Als u zich zorgen maakt om een kind is het belangrijk dat u zo objectief mogelijk beschrijft wat u ziet of hoort. Kijk daarbij naar zowel de risico’s als de factoren die juist beschermend zijn. Al voldoet een gezin aan meerdere risicofactoren, dan hoeft dat nog niet te betekenen dat er werkelijk sprake is van kindermishandeling of huiselijk geweld. De beschermende factoren kunnen het risico juist weer verkleinen. Daar moet u dus ook op letten. In bijlage 1 vindt u een overzicht van de genoemde factoren. Signalen van kindermishandeling In het algemeen geldt bij signalen die op kindermishandeling duiden dat er sprake is van een spanningsveld: enerzijds willen kinderen die slachtoffer zijn van mishandeling dat het ophoudt; anderzijds zijn zij vaak heel angstig voor de reële gevolgen van het bekend worden van de mishandeling. Kenmerkend voor mishandelde kinderen zijn dan ook verwarrende gevoelens van angst, isolement, schuld, schaamte, woede, wantrouwen en een negatief zelfbeeld. Dergelijke gevoelens gaan vaak schuil achter de signalen die hier genoemd worden. Belangrijk: wees zorgvuldig Een signaal is geen bewijs, maar waarschuwing om oplettend te zijn. Meerdere signalen bij hetzelfde kind geven reden tot zorg. Het opmerken van signalen (zie signalenlijst - bijlage 2) hoeft geen grond te zijn voor een vermoeden van kindermishandeling of huiselijk geweld. Een andere oorzaak is ook mogelijk. Bovendien is deze lijst niet volledig. Ook andere signalen die niet in deze lijst staan, kunnen wijzen op kindermishandeling of huiselijk geweld. Met andere woorden: wees zorgvuldig.

Hoe te handelen bij (een vermoeden van) huiselijk geweld ... · Het woord kindermishandeling gebruikt u natuurlijk niet. (zie bijlage 6 en 7: Aandachtspunten bij een gesprek met ouders

  • Upload
    others

  • View
    5

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Hoe te handelen bij (een vermoeden van) huiselijk geweld ... · Het woord kindermishandeling gebruikt u natuurlijk niet. (zie bijlage 6 en 7: Aandachtspunten bij een gesprek met ouders

Bureau Jeugdzorg Overijssel | Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling en het AMK – januari 2014 1

Hoe te handelen bij (een vermoeden van) huiselijk geweld en kindermishandeling De meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling; protocol voor het basisonderwijs / peuterspeelzaal / kinderdagverblijf, stappenplan voor als u zich zorgen maakt over kinderen Wat is kindermishandeling, wat is huiselijk geweld? Kindermishandeling is:

elke vorm van geweldpleging of verwaarlozing op lichamelijk, psychisch en seksueel gebied; door toedoen of nalaten van personen met wie het kind in een afhankelijkheidsrelatie staat; waardoor schade voor het kind ontstaat, of in de toekomst kan ontstaan.

Huiselijk geweld is:

Huiselijk geweld is geweld dat door iemand uit de huiselijke of familiekring van het slachtoffer wordt gepleegd. Hieronder vallen lichamelijke en seksuele geweldpleging, belaging en bedreiging (al dan niet door middel van, of gepaard gaand met, beschadiging van goederen in en om het huis).

Vormen van kindermishandeling Lichamelijke mishandeling: Het kind wordt geslagen, geschopt, geknepen, gebrand, opgesloten,

vastgebonden, enz. Psychische mishandeling: Hieronder valt de herhaaldelijk verbale agressie, het kleineren of het zich

minderwaardig laten voelen van het kind. Het kind wordt afgewezen, gekleineerd, geterroriseerd, aangezet tot afwijkend en/of anti-sociaal gedrag; aan het kind worden extreem hoge eisen gesteld (cognitieve mishandeling).

Seksuele mishandeling: Het kind wordt gedwongen seksuele handelingen te ondergaan en/of seksuele handelingen uit te voeren.

Lichamelijke verwaarlozing: Het kind wordt (medische) verzorging en/of veiligheid onthouden; het kind krijgt onvoldoende voedsel, kleding, slaap, hygiëne, medische verzorging.

Psychische (emotionele) verwaarlozing: Het kind krijgt bijna geen of geen liefde, warmte en aandacht. Er is geen

belangstelling voor wat het kind meemaakt; er wordt niet gereageerd als het om aandacht vraagt. Of er wordt nauwelijks iets ondernomen met het kind.

Getuige zijn van (huiselijk) geweld: Kinderen maken geregeld geweld tussen hun (stief)ouders mee. Belangrijk: de combinatie kinderen en huiselijk geweld betekent altijd kindermishandeling. Vaak komen verschillende vormen van mishandeling tegelijk voor. Geen ‘oorzaken’ , maar risico- en beschermende factoren Er zijn allerlei factoren van invloed op het welzijn en de gezondheid van kinderen. Als u zich zorgen maakt om een kind is het belangrijk dat u zo objectief mogelijk beschrijft wat u ziet of hoort. Kijk daarbij naar zowel de risico’s als de factoren die juist beschermend zijn. Al voldoet een gezin aan meerdere risicofactoren, dan hoeft dat nog niet te betekenen dat er werkelijk sprake is van kindermishandeling of huiselijk geweld. De beschermende factoren kunnen het risico juist weer verkleinen. Daar moet u dus ook op letten. In bijlage 1 vindt u een overzicht van de genoemde factoren.

Signalen van kindermishandeling In het algemeen geldt bij signalen die op kindermishandeling duiden dat er sprake is van een spanningsveld: enerzijds willen kinderen die slachtoffer zijn van mishandeling dat het ophoudt; anderzijds zijn zij vaak heel angstig voor de reële gevolgen van het bekend worden van de mishandeling. Kenmerkend voor mishandelde kinderen zijn dan ook verwarrende gevoelens van angst, isolement, schuld, schaamte, woede, wantrouwen en een negatief zelfbeeld. Dergelijke gevoelens gaan vaak schuil achter de signalen die hier genoemd worden. Belangrijk: wees zorgvuldig Een signaal is geen bewijs, maar waarschuwing om oplettend te zijn. Meerdere signalen bij hetzelfde kind geven reden tot zorg. Het opmerken van signalen (zie signalenlijst - bijlage 2) hoeft geen grond te zijn voor een vermoeden van kindermishandeling of huiselijk geweld. Een andere oorzaak is ook mogelijk. Bovendien is deze lijst niet volledig. Ook andere signalen die niet in deze lijst staan, kunnen wijzen op kindermishandeling of huiselijk geweld. Met andere woorden: wees zorgvuldig.

Page 2: Hoe te handelen bij (een vermoeden van) huiselijk geweld ... · Het woord kindermishandeling gebruikt u natuurlijk niet. (zie bijlage 6 en 7: Aandachtspunten bij een gesprek met ouders

Bureau Jeugdzorg Overijssel | Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling en het AMK – januari 2014 2

Opvoedingsproblemen Zorgen over een kind hoeven niet op kindermishandeling of huiselijk geweld te duiden. Ze kunnen ook te maken hebben met de opvoeding. Als u denkt dat de problemen veroorzaakt worden door de opvoedingssituatie, neem dan contact op met het Centrum voor Jeugd en Gezin (‘het Loes-loket’).

Page 3: Hoe te handelen bij (een vermoeden van) huiselijk geweld ... · Het woord kindermishandeling gebruikt u natuurlijk niet. (zie bijlage 6 en 7: Aandachtspunten bij een gesprek met ouders

Bureau Jeugdzorg Overijssel | Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling en het AMK – januari 2014 3

De Meldcode De vijf stappen in het kort

1. Breng de signalen in kaart 2. Vraag advies aan een deskundige collega, aandachtsfunctionaris, bij Bureau jeugdzorg/Advies en

Meldpunt Kindermishandeling en/of Steunpunt Huiselijk Geweld 3. Praat met cliënt, ouders en/of kind 4. Weeg aard, ernst van en risico op kindermishandeling of huiselijk geweld 5. Beslis: zelf hulp organiseren of melding doen bij Bureau Jeugdzorg/Advies en Meldpunt

Kindermishandeling en/of Steunpunt Huiselijk Geweld Belangrijk: volg de stappen van het protocol. Dat hoeft niet noodzakelijkerwijs in deze volgorde. U kunt ook stappen herhalen als de situatie daarom vraagt.

Stap 1: Breng signalen van huiselijk geweld of kindermishandeling in kaart

Stap 1 A. Als u een vermoeden heeft, wat moet u dan doen? U observeert of het kind opvallend gedrag vertoont of onverklaarbare afwijkingen heeft De regel is: trek niet te snel conclusies en ga niet interpreteren. Met andere woorden: signaleer objectief en niet subjectief. Beschrijf dus concrete feitelijke signalen. Schrijf bijvoorbeeld: ‘Stefan ziet wit, heeft wallen onder de ogen en strakke trekken in zijn gezicht’, in plaats van: ’Stefan ziet er slecht uit’ (zie signalenlijst, bijlage 2 ). U noteert wat u aan (afwijkend) gedrag bij de leerling opmerkt (zie bijlage 3: Observatiepunten). U noteert wat u ziet, niet wat u denkt. U blijft aan de vertrouwensrelatie met het kind bouwen. U bepaalt een tijdslimiet voor deze fase (maximaal 1 maand) B. Als een kind u in vertrouwen neemt, wat kunt u dan doen? U luistert rustig naar wat het kind u te vertellen heeft. U reageert niet emotioneel of paniekerig. U neemt het kind serieus. U noteert wat het kind verteld heeft (zie bijlage 7: Aandachtspunten tijdens het gesprek met een kind)

Eigen deskundigheid staat voorop Ga altijd uit van uw eigen deskundigheid. U bent bij uitstek degene die (plotseling) afwijkend gedrag kan signaleren. Vertrouw op uw kennis, ervaring en intuïtie en neem uw gevoel over de situatie serieus. Accepteer kindermishandeling als één van de vele mogelijkheden van onverklaarbaar / opvallend gedrag van een kind. Probeer in deze fase het beeld completer te krijgen. Speel geen politieagent: het is niet de taak van de leerkracht om speurwerk naar de dader te doen. Ga uit van het signaal, uitgezonden door het kind of door een derde. Blijf het (gedrag van) het kind aandachtig volgen, maar voorkom een uitzonderingspositie van het kind.

Vertrouw op uw intuïtie en houd dat niet voor uzelf: praat er over. Probeer objectief te kijken naar de signalen; let goed op wat u ziet. U mag deze niet-pluis gevoelens noteren, met daarbij de uitdrukkelijke vermelding dat het ‘onderbuik-gevoelens’ zijn en dat u deze verder zult onderzoeken. Indien het kind u in vertrouwen neemt, beloof dan nooit absolute geheimhouding aan het kind. Beloof wel dat u geen volgende stap zult ondernemen zonder dit met het kind besproken te hebben. Steun het kind in het feit dat het zijn/haar geheim verteld heeft. Ga niet overhaast te werk. Wie iets wil bereiken moet langzaam en zorgvuldig handelen. Betrek anderen tijdig en niet pas als het voor u “zo niet langer kan”. Het vertrekpunt van uw inzet blijft de zorg die u voor het kind heeft.

Page 4: Hoe te handelen bij (een vermoeden van) huiselijk geweld ... · Het woord kindermishandeling gebruikt u natuurlijk niet. (zie bijlage 6 en 7: Aandachtspunten bij een gesprek met ouders

Bureau Jeugdzorg Overijssel | Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling en het AMK – januari 2014 4

Stap 2: Vraag advies aan deskundige collega, aandachtsfunctionaris, bij Bureau Jeugdzorg/AMK en/of SHG

Stap 2

Vraag advies aan deskundige collega, aandachtsfunctionaris, bij Bureau Jeugdzorg/AMK en/of SHG. Bij letsel moet altijd een letseldeskundige geconsulteerd worden, bijvoorbeeld de vertrouwensarts van het AMK. Is de situatie acuut onveilig? Ja: Neem dan direct contact op met politie! Nee: Overleg met deskundige collega of aandachtsfunctionaris en/of vraag advies bij BJZ/AMK en/of SHG.

Taak van school De taak van de school met betrekking tot kindermishandeling en huiselijk geweld is het signaleren ervan, het bespreekbaar maken met de ouders en eventueel het kind en het aankaarten ervan bij (of eventueel onderzoek laten doen door) de verantwoordelijke instanties (jeugdgezondheidszorg, schoolmaatschappelijk werk, schoolbegeleidingsdienst). Overleg U moet altijd overleggen met de aandachtsfunctionaris of deskundige collega. U kunt uw onderbouwde vermoeden en de verzamelde informatie ook bespreken in een overleggroep met daarin bijvoorbeeld de leerkracht, intern begeleider, aandachtsfunctionaris, schoolverpleegkundige, schoolarts, gedragsdeskundige en de directeur.

U kunt gebruik maken van het voorbeeldformulier ‘intern overleg bij signalen van kindermishandeling’ (zie bijlage 4).

De directeur of intern begeleider overlegt met het Advies en Meldpunt Kindermishandeling Eén persoon is verantwoordelijk voor de coördinatie en de voortgang. Bij voorkeur is dit niet de leerkracht. Spreek af wie coördinator wordt. Deze persoon let tevens op de tijd en stelt een tijdslimiet voor deze fase (maximaal een maand).

Advies vragen U kunt altijd advies vragen bij het Advies en Meldpunt Kindermishandeling. Dit kan anoniem, tel. 088 – 856 78 00 (Bureau Jeugdzorg Overijssel) of 0900 – 123 123 0 (AMK landelijk). Bij een advies hoeft u de naam van het kind niet te noemen; de casus blijft uw verantwoordelijkheid. Seksueel misbruik In geval van (een vermoeden van) seksueel misbruik: niet bespreken met de ouders, maar voorleggen aan het “Consultatieteam Kindermishandeling en seksueel misbruik”. Bel hiervoor het AMK. Beroepsgeheim en toestemming Ga zorgvuldig om met de privacy van het kind en van de ouders. Toestemming van cliënt, ouders en/of kind voor het verstrekken van gegevens is nodig bij extern overleg. De digitale wegwijzer op www.huiselijkgeweldenberoepsgeheim.nl geeft duidelijkheid over de regels.

Page 5: Hoe te handelen bij (een vermoeden van) huiselijk geweld ... · Het woord kindermishandeling gebruikt u natuurlijk niet. (zie bijlage 6 en 7: Aandachtspunten bij een gesprek met ouders

Bureau Jeugdzorg Overijssel | Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling en het AMK – januari 2014 5

Stap 3: Praat met de cliënt, ouders en/of kind Stap 3

Praat met de ouder(s) en/ of het kind om uw zorgen te delen, informatie te verzamelen of hen te motiveren voor hulp. Bereid u goed voor en geef ouder(s) en/of kind tijd en ruimte om te reageren.

Het gesprek Als het kind met u heeft gesproken, praat dan niet met de ouders zonder het kind hiervan in kennis te stellen. In een gesprek met ouders brengt u alleen naar voren datgene wat u hebt waargenomen. Dus niet uw interpretaties. Over hetgeen u waargenomen hebt, kunt u met ouders van gedachten wisselen. Vaak is zorgen delen de beste ingang bij ouders. Bijvoorbeeld:

- U vertelt ouders wat u is opgevallen aan het kind; - U vraagt of zij dat ook hebben gemerkt; - U zegt dat u zich daar zorgen over maakt; - U vraagt of zij daar ook zorgen over hebben; - Zo ja: hoe pakken ouders dat thuis aan?; - Helpt dat ook? - Zo nee: zijn zij bereid het op een andere manier te proberen?

Een dergelijk gesprek hoeft niet bedreigend te zijn, mits u ouders de ruimte geeft hun eigen ideeën te verwoorden. Het woord kindermishandeling gebruikt u natuurlijk niet. (zie bijlage 6 en 7: Aandachtspunten bij een gesprek met ouders en / of kind)

Als ouders zeggen ook bezorgd te zijn, dan kunt u samen kijken welke ondersteuning zij kunnen gebruiken. Bij ouders die open staan voor veranderingen kan de situatie veranderen door de ondersteuning die zij krijgen. U zult dat kunnen merken aan het gedrag en/of de schoolprestaties van het kind. Ziet u geen verbeteringen, merkt u dat ouders het contact uit de weg gaan, of de problemen die er duidelijk zijn ontkennen, dan kunt u dit beschouwen als een extra signaal.

Page 6: Hoe te handelen bij (een vermoeden van) huiselijk geweld ... · Het woord kindermishandeling gebruikt u natuurlijk niet. (zie bijlage 6 en 7: Aandachtspunten bij een gesprek met ouders

Bureau Jeugdzorg Overijssel | Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling en het AMK – januari 2014 6

Stap 4: Weeg aard, ernst van en risico op kindermishandeling of huiselijk geweld Stap 4

Weeg aard, ernst van en risico op kindermishandeling of huiselijk geweld. Doe dit op basis van informatie uit signalen, advies, resultaten van onderzoek (door bijv. jeugdgezondheidszorg, schoolmaatschappelijk werk, schoolbegeleidingsdienst)en gesprek met ouders en/of kind.

De weging Na de eerste drie stappen beschikt u als leerkracht al over redelijk veel informatie:

- de beschrijving van de signalen die hij heeft vastgelegd - resultaten van eventueel onderzoek - de uitkomsten van het gesprek met de cliënt - het advies van deskundigen

In stap 4 komt het erop aan dat u deze informatie weegt. Deze stap vraagt van u dat u het risico op huiselijk geweld of kindermishandeling inschat, evenals de aard en de ernst van het geweld. Vanzelfsprekend kan ook bij deze stap advies worden ingewonnen bij de aandachtsfunctionaris, het Zorg- en Adviesteam, Bureau Jeugdzorg / AMK of het Steunpunt Huiselijk Geweld.

Page 7: Hoe te handelen bij (een vermoeden van) huiselijk geweld ... · Het woord kindermishandeling gebruikt u natuurlijk niet. (zie bijlage 6 en 7: Aandachtspunten bij een gesprek met ouders

Bureau Jeugdzorg Overijssel | Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling en het AMK – januari 2014 7

Stap 5: Beslis: zelf hulp organiseren of melding doen bij BJz/AMK en/of SHG

Stap 5 Beslis: zelf hulp organiseren of melding doen bij BJz/AMK en/of SHG.

Het gaat om de bescherming van ouder(s) en/of kind. U maakt de keuze: zelf hulp regelen/bieden of melding doen. Ga uit van uw competenties, verantwoordelijkheden en professionele grenzen. De beslissing: hulp organiseren of melden

Organiseer de hulp die nodig is en volg de effecten ervan. - Bied of organiseer de hulp die nodig is. - Volg de effecten van deze hulp - Doe alsnog melding bij nieuwe of blijvende signalen van of kindermishandeling of huiselijk geweld

Bespreek de melding eerst met ouder(s) en/of kind. Meld daarna bij BJz/AMK en/of SHG - Meld vermoeden bij BJz/AMK en/of SHG - Sluit aan bij feiten/gebeurtenissen en geef duidelijk aan of de informatie die u meldt (ook) van

anderen afkomstig is - Maak afspraken met BJz/AMK en/of SHG over eigen inzet na melding

Wanneer een geval van kindermishandeling gemeld wordt bij het AMK, moet men rekening houden met de tijd die het AMK nodig heeft om informatie te verzamelen en mensen te mobiliseren. Soms moet je bij een zaak wachten op een gunstig moment om in te kunnen grijpen of iets in beweging te kunnen zetten. Melden bij het AMK maakt de kans dat dit lukt groter. Als vrijwillige hulpverlening niet lukt, terwijl de situatie ernstig blijft, zal het AMK de Raad voor de Kinderbescherming inschakelen.

Ouders informeren over de melding Een melding bij BJz/AMK van een vermoeden van kindermishandeling is tamelijk ingrijpend voor ouders. Ook al is er vaak al een heel proces aan voorafgegaan en blijken ouders uw bezorgdheid niet te delen. Ouders horen liever van te voren dat u van plan bent melding te doen, dan achteraf van het BJz/het AMK. Zo hebben ze niet het gevoel dat ze achter uw rug om te werk bent gegaan. De ouder(s) op de hoogte stellen van de melding kan lastig zijn. In bijlage 8 “Hoe vertelt u ouders dat u uw vermoeden van kindermishandeling bij het AMK meldt?” vindt u enkele tips voor de voorbereiding en het gesprek zelf. Van contact met ouders over de melding kunt u afzien:

als de veiligheid van de ouder(s), het kind, die van uzelf of die van een ander in het geding is als u goede redenen hebt te veronderstellen dat de ouder(s), het kind, daardoor het contact met u zullen

verbreken.

De nazorg Los van de gekozen weg, blijft de leerkracht het gedrag van het kind nauwlettend volgen. Blijf alert op het welzijn van het kind! Indien er aanleiding toe is, roept de leerkracht de overleggroep/multidisciplinair team weer bij elkaar. Bij blijvende twijfel wordt het AMK gebeld voor nieuw overleg. Als gebleken is dat het vermoeden niet terecht was, dienen de werkaantekeningen vernietigd te worden en kan het protocol met betrekking tot dit kind afgesloten worden. Wees voorbereid op gevoelens van machteloosheid of teleurstelling, wanneer de hulpverlening niet loopt zoals u dat verwacht of gehoopt had. Kindermishandeling is een probleem dat vaak in jaren gegroeid is. Verandering van de situatie kan heel weerbarstig zijn. Blijf echter aandacht houden voor de situatie van het kind en blijf het kind vertrouwen en aandacht geven.

Page 8: Hoe te handelen bij (een vermoeden van) huiselijk geweld ... · Het woord kindermishandeling gebruikt u natuurlijk niet. (zie bijlage 6 en 7: Aandachtspunten bij een gesprek met ouders

Bureau Jeugdzorg Overijssel | Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling en het AMK – januari 2014 8

Werkwijze Advies en Meldpunt Kindermishandeling Wat doet het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) precies?

Het AMK geeft (meestal telefonisch) advies aan iedereen, die zich zorgen maakt over een bepaald kind. De beller probeert met behulp van dit advies de situatie van het kind te verbeteren.

Het AMK ontvangt meldingen van (vermoedens van) kindermishandeling. Deze worden onderzocht. Het AMK zoekt contact met de ouders voor een gesprek. Doel van dit gesprek of meerdere gesprekken is, om de ouders te horen over de gezinssituatie en te motiveren hulp te accepteren.

Het is de taak van het AMK is om ouders te wijzen op de schade voor hun kind en om te zorgen dat er hulp komt.

Iedereen kan gebruik maken van het AMK: beroepskrachten, die in hun werk met kinderen of gezinnen te maken hebben, maar ook particulieren (bijvoorbeeld buren of familie). Anoniem melden Als u een mishandelingssituatie meldt en u wilt liever niet dat de betrokkenen weten wie er gemeld heeft, dan kunt u dat aan ons doorgeven. U moet ons wel uw naam geven, maar wij houden deze voor de betrokkenen (het gezin waarover u meldt) geheim. Voor verwijzers geldt dat openheid naar betrokken ouders over een melding een belangrijk uitgangspunt is, maar dat zij het recht hebben om anoniem te melden wanneer bekendmaking van hun identiteit een bedreiging vormt of kan vormen voor het betrokken minderjarige kind (of kinderen); een bedreiging vormt of kan vormen voor die persoon of medewerkers van die persoon; leidt of kan leiden tot een verstoring van de vertrouwensrelatie met gezin van de minderjarige. Overleg is in deze situaties van groot belang. (U kunt niet anoniem blijven als u een hulpverleningsrelatie met de betrokken ouders/opvoeders of jongere heeft.) Melding/onderzoek Doet u een melding van vermoedens van kindermishandeling, dan start het AMK een onderzoek naar de vermoedelijke mishandelingsituatie. In het onderzoek spreken we bij voorkeur eerst met de ouders en afhankelijk van de leeftijd zien of spreken we ook de kinderen. Verder kunnen verwijzers die te maken hebben met de kind(eren) / ouders benaderd worden als informant. Denk hierbij aan school, huisarts, hulpverlenende instanties, politie e.d. Daarbij verzamelen we gegevens over het kind en het gezin die duidelijk moeten maken of er sprake is van mishandeling en de problemen die spelen (zie bijlage 5: Schoolobservatie basisonderwijs of Observatielijst kinderdagverblijf /

peuterspeelzaal). Als de vermoedens van kindermishandeling door het onderzoek bevestigd worden, dan stellen wij alles in het werk om op vrijwillige basis, middels een ‘Ronde-tafel-bijeenkomst’, passende hulpverlening voor de betrokkenen op gang te brengen. Als dit niet lukt, dan schakelen wij de Raad voor de Kinderbescherming in. De Raad voor de Kinderbescherming kan aan de kinderrechter vragen om zo, met een rechterlijk bevel, de betrokkenen te dwingen om hulp te accepteren. Daarbij zijn er twee mogelijkheden:

a) De kinderen worden onder toezicht gesteld (OTS). Er komt een gezinsvoogd. De ouders moeten zijn/haar aanwijzingen opvolgen.

b) Bij ernstige gevallen kan de rechter beslissen de ouders uit de ouderlijke macht te ontheffen of te ontzetten. Ze hebben dan geen zeggenschap meer over hun kind.

Hoe ziet hulpverlening aan het kind en gezin eruit? Dat hangt af van de problemen van het gezin. De hulp kan bestaan uit praktische zaken zoals het verkleinen van het isolement waarin het gezin verkeert, bemiddeling bij het vinden van werk, zorgen voor redelijke behuizing, voeding en kleding. Daarnaast kan er hulp komen of in de vorm van therapie (met het doel persoonlijke problemen op te lossen) of in de vorm van opvoedingsondersteuning. Centraal staat steeds de vraag: Hoe veilig is dit thuis voor het kind?

Staan er regels in de wet met betrekking tot kindermishandeling? Kindermishandeling is strafbaar volgens het Wetboek van Strafrecht. Om verschillende redenen gaat men meestal niet tot vervolging van de dader over. Het Burgerlijk Wetboek kent een aantal mogelijkheden (maatregelen van Kinderbescherming) om het gezag van de ouders over het kind (tijdelijk) te beperken of hen ervan te ontheffen. Kun je kindermishandeling helpen voorkomen? Kindermishandeling kan op verschillende wijzen voorkomen worden: - ouders moeten op de voor- en nadelen van hun ouderschap en mogelijke opvoedingsproblemen

voorbereid worden. - werkers met ouders en/of kinderen dienen te weten waar ze op moeten letten om in een vroeg

stadium het risico op kindermishandeling te onderkennen, zodat tijdig kan worden ingegrepen.

Page 9: Hoe te handelen bij (een vermoeden van) huiselijk geweld ... · Het woord kindermishandeling gebruikt u natuurlijk niet. (zie bijlage 6 en 7: Aandachtspunten bij een gesprek met ouders

Bureau Jeugdzorg Overijssel | Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling en het AMK – januari 2014 9

- kinderen en jongeren kunnen, als ze goed geïnformeerd zijn over wat kindermishandeling is, zelf misschien sneller iemand in vertrouwen nemen. - de samenleving kan bepaalde voorzieningen creëren waardoor de kans op kindermishandeling

verkleind wordt. Bijvoorbeeld betere opvangmogelijkheden voor kinderen van werkende én niet- werkende ouders, meer parttime banen. Hierdoor kunnen spanningen in het gezin verminderen. Duidelijk is in elk geval, dat een kind zelf de mishandeling of het misbruik niet kan stoppen. Het kind heeft hiervoor andere volwassenen nodig; volwassenen, die in de bres springen voor het kind, die opkomen voor het belang van het kind. Tot slot: Geweld tussen (stief)ouders is heel schadelijk voor kinderen. Het betekent grote onveiligheid voor een kind. Daarom is het van belang dat iedereen wakker is voor alle vormen van geweld in huis. Bij vragen kunt u altijd telefonisch contact opnemen met het Steunpunt Huiselijk Geweld: www.s-hg.nl

Page 10: Hoe te handelen bij (een vermoeden van) huiselijk geweld ... · Het woord kindermishandeling gebruikt u natuurlijk niet. (zie bijlage 6 en 7: Aandachtspunten bij een gesprek met ouders

Bureau Jeugdzorg Overijssel | Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling en het AMK – januari 2014 10

Bijlage 1 Risico- en beschermende factoren Risicofactoren voor kindermishandeling Ouders

mishandeling of verwaarlozing in eigen verleden persoonlijkheidsstoornis: impulsiviteit, instabiliteit, agressie, suïcideneiging, moord verslaving: alcohol, drugs, gokken (lichte) verstandelijke handicap ontkenning ernst mishandeling verbaal of lichamelijk relationeel geweld vader of moeder is jonger dan 20 jaar alleenstaand ouderschap mishandeling van een eerder kind afhoudend jegens gezondheidszorg en hulpverlening (no-show’s)

Omgeving

financiële problemen (armoede) werkloosheid, lage opleiding, gebrek aan perspectief weinig steun van familie en omgeving (isolement) nieuwe migranten, illegalen

Kind

ongewenst of tegenvallend kind huilbaby kind met (meervoudige) handicap kind met ontwikkelings- en gedragsproblemen (ADHD, autisme, ODD) prematuur of dysmatuur geboren kind adoptiekind, pleegkind of stiefkind groot gezin van drie of meer kinderen kind dat eerder mishandeld is

Gezin, interactie tussen ouder en kind

gebrek aan kennis over opvoeding, vreemde verwachtingen of opvattingen negatieve ouder-kind interactie ongewenste zwangerschap negatief ervaren zwangerschap (medische complicaties, geweld, relatieproblemen) stressfactoren in gezin (verhuizing, scheiding)

Beschermende factoren Ouders

competentie en draagkracht: ouders kunnen opvoeding qua tijd en energie aan positief zelfbeeld partner ondersteunt en deelt in zorg en opvoeding ouders hebben vervelende jeugdervaringen goed verwerkt ouders kunnen steun putten uit eigen liefdevolle opvoeding ouders zijn in staat steun uit omgeving te vragen en deze goed te gebruiken ouders zijn aanwezig en emotioneel beschikbaar voor het kind ouders zijn flexibel en kunnen omgaan met veranderingen

Kind

kind is sociaal vaardig, kan gevoelens goed verwoorden, heeft probleemoplossend vermogen positief zelfbeeld bovengemiddelde intelligentie aantrekkelijk uiterlijk, kind ziet er leuk uit kind heeft goede relatie met andere volwassene(n) naast ouders egoveerkracht, kind kan staande blijven in allerlei sociale situaties, toont veerkracht kind is bereid en in staat te veranderen, kan naar eigen aandeel kijken en nieuwe dingen aanleren

Gezin en omgeving

steun uit informeel netwerk: er is ten minste één betrouwbare persoon die het kind kan opvangen of de ouders praktisch, materieel of emotioneel bijstaan

steun uit formeel netwerk: instanties helpen ouders en/of kind (bijvoorbeeld: jeugdgezondheidszorg, huisarts, kerk)

Page 11: Hoe te handelen bij (een vermoeden van) huiselijk geweld ... · Het woord kindermishandeling gebruikt u natuurlijk niet. (zie bijlage 6 en 7: Aandachtspunten bij een gesprek met ouders

Bureau Jeugdzorg Overijssel | Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling en het AMK – januari 2014 11

Bijlage 2 Lichaams- en gedragssignalen bij kinderen van 0 tot 4 jaar Psychosociale signalen

Ontwikkelingsstoornissen achterblijven in taal -, spraak -, motorische, emotionele en/of cognitieve ontwikkeling schijnbare achterstand in verstandelijke ontwikkeling regressief gedrag niet zindelijk

n.b.: De sociaal-maatschappelijke positie van allochtone kinderen is vaak lager dan van Nederlandse kinderen

Relationele problemen ten opzichte van ouders totale onderwerping aan de wensen van de ouders sterk afhankelijk gedrag tov de ouders onverschilligheid tov de ouders kind is bang voor ouder kind vertoont heel ander gedrag als ouders in de buurt zijn

n.b.: Opvoeding van allochtone kinderen meer op basis van gehoorzaamheid in plaats van gelijkheid

Relationele problemen ten opzichte van andere volwassenen bij het oppakken houdt het kind zich opvallend stijf bevriezing bij lichamelijk contact lege blik in de ogen en vermijden van oogcontact allemansvriend waakzaam, wantrouwend

Relationele problemen ten opzichte van andere kinderen speelt niet met andere kinderen is niet geliefd bij andere kinderen wantrouwend terugtrekken in eigen fantasiewereld

Gedragsproblemen plotselinge gedragsverandering labiel, nerveus, gespannen depressief angstig agressief hyperactief niet lachen, niet huilen vermoeidheid, lusteloosheid geen of nauwelijks spontaan spel, geen interesse in spel passief, in zichzelf gekeerd, meegaand, apathisch, lusteloos niet tonen van gevoelens, zelfs niet bij lichamelijke pijn eetproblemen slaapstoornissen vermoeidheid, lusteloosheid

Medische signalen Lichamelijke kenmerken (specifiek voor lichamelijke mishandeling)

blauwe plekken krab -, bijt -, of brandwonden botbreuken littekens

Verzorgingsproblemen (specifiek voor verwaarlozing) slechte hygiëne ernstige luieruitslag onvoldoende kleding veel ongevallen door onvoldoende toezicht herhaalde ziekenhuisopnamen onvoldoende geneeskundige en tandheelkundige zorg recidiverende ziekten door onvoldoende zorg traag herstel door onvoldoende zorg

Voedingsproblemen voedingsproblemen bij baby’s

Page 12: Hoe te handelen bij (een vermoeden van) huiselijk geweld ... · Het woord kindermishandeling gebruikt u natuurlijk niet. (zie bijlage 6 en 7: Aandachtspunten bij een gesprek met ouders

Bureau Jeugdzorg Overijssel | Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling en het AMK – januari 2014 12

steeds wisselen van voeding ondervoeding veel spugen weigeren van voeding matig groeien, ondanks voldoende voeding achterblijven in lengtegroei

Kenmerken ouders / gezin Ouder - kind relatiestoornis

ouder draagt kind als ‘postpakketje’ ouder troost kind niet bij huilen ouder klaagt overmatig over het kind ouder heeft irreële verwachtingen ten aanzien van het kind ouder toont weinig belangstelling voor het kind

Signalen ouder geweld in eigen verleden apathisch en (schijnbaar) onverschillig onzeker, nerveus, gespannen onderkoeld brengen van eigen emoties negatief zelfbeeld afspraken niet nakomen* steeds naar andere artsen/ziekenhuizen gaan (“shoppen”) kind opeens van kinderdagverblijf/peuterspeelzaal halen aangeven het bijna niet meer aan te kunnen ouder met psychiatrische problemen verslaafde ouder

*n.b. Voor allochtone ouders geldt mogelijk: het belang is niet duidelijk of heeft een lagere prioriteit Gezinskenmerken

multi-problem gezin ouder die er alleen voor staat regelmatig wisselende samenstelling van het gezin isolement vaak verhuizen sociaal economische problemen; werkloosheid, slechte behuizing, migratie, etc. veel ziekte in het gezin draaglast gezin gaat draagkracht te boven geweld wordt gezien als middel om problemen op te lossen

Specifieke signalen bij seksueel misbruik Lichamelijke kenmerken

verwondingen aan genitaliën vaginale infecties en afscheiding jeuk bij vagina en/of anus problemen bij het plassen recidiverende urineweginfecties pijn in de bovenbenen pijn bij lopen en/of zitten seksueel overdraagbare aandoeningen (soa)

Relationele problemen angst voor mannen of vrouwen in het algemeen of voor een man/vrouw in het bijzonder

Gedragsproblemen afwijkend seksueel gedrag excessief en/of dwangmatig masturberen angst voor lichamelijk contact of juist zoeken van seksueel getint lichamelijk contact niet leeftijdsadequaat seksueel spel niet leeftijdsadequate kennis van seksualiteit angst om zich uit te kleden angst om op de rug te liggen negatief lichaamsbeeld: ontevreden over, boosheid op of schaamte voor eigen lichaam schrikken bij aangeraakt worden houterige motoriek (onderlichaam ‘op slot’) geen plezier in bewegingsspel

Page 13: Hoe te handelen bij (een vermoeden van) huiselijk geweld ... · Het woord kindermishandeling gebruikt u natuurlijk niet. (zie bijlage 6 en 7: Aandachtspunten bij een gesprek met ouders

Bureau Jeugdzorg Overijssel | Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling en het AMK – januari 2014 13

Bijlage 2 Lichaams- en gedragssignalen 4 tot 12 jaar Psychosociale signalen

Ontwikkelingsstoornissen achterblijven in taal -, spraak -, motorische, emotionele en/of cognitieve ontwikkeling schijnbare achterstand in verstandelijke ontwikkeling regressief gedrag

Relationele problemen ten opzichte van ouders totale onderwerping aan de wensen van de ouders sterk afhankelijk gedrag tov de ouders onverschilligheid tov de ouders kind is bang voor ouder kind vertoont heel ander gedrag als ouders in de buurt zijn

n.b.: Opvoeding van allochtone kinderen meer op basis van gehoorzaamheid in plaats van gelijkheid

Relationele problemen ten opzichte van andere volwassenen bevriezing bij lichamelijk contact lege blik in de ogen en vermijden van oogcontact allemansvriend waakzaam, wantrouwend

Relationele problemen ten opzichte van andere kinderen speelt niet met andere kinderen is niet geliefd bij andere kinderen wantrouwend terugtrekken in eigen fantasiewereld

Gedragsproblemen plotselinge gedragsverandering labiel, nerveus, gespannen depressief, timide angstig agressief hyperactief niet lachen, niet huilen vermoeidheid, lusteloosheid geen of nauwelijks spontaan spel, geen interesse in spel passief, in zichzelf gekeerd, meegaand, apathisch, lusteloos niet tonen van gevoelens, zelfs niet bij lichamelijke pijn negatief zelfbeeld, weinig zelfvertrouwen, faalangst negatief lichaamsbeeld eetproblemen slaapstoornissen vermoeidheid, lusteloosheid

Medische signalen Lichamelijke kenmerken (specifiek voor lichamelijke mishandeling)

blauwe plekken krab -, bijt -, of brandwonden botbreuken littekens

Verzorgingsproblemen (specifiek voor verwaarlozing) slechte hygiëne onvoldoende kleding veel ongevallen door onvoldoende toezicht herhaalde ziekenhuisopnamen onvoldoende geneeskundige en tandheelkundige zorg recidiverende ziekten door onvoldoende zorg traag herstel door onvoldoende zorg

Page 14: Hoe te handelen bij (een vermoeden van) huiselijk geweld ... · Het woord kindermishandeling gebruikt u natuurlijk niet. (zie bijlage 6 en 7: Aandachtspunten bij een gesprek met ouders

Bureau Jeugdzorg Overijssel | Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling en het AMK – januari 2014 14

Kenmerken ouders / gezin Ouder - kind relatiestoornis

ouder troost kind niet bij huilen ouder klaagt overmatig over het kind ouder heeft irreële verwachtingen ten aanzien van het kind ouder toont weinig belangstelling voor het kind

Signalen ouder geweld in eigen verleden apathisch, (schijnbaar) onverschillig over het welzijn van het kind onzeker, nerveus, gespannen onderkoeld brengen van eigen emoties negatief zelfbeeld afspraken niet nakomen* steeds naar andere artsen/ziekenhuizen gaan (“shoppen”) kind opeens van kinderdagverblijf/peuterspeelzaal halen aangeven het bijna niet meer aan te kunnen ouder met psychiatrische problemen verslaafde ouder

*n.b. Voor allochtone ouders geldt mogelijk: het belang is niet duidelijk of heeft een lagere prioriteit Gezinskenmerken

multi-problem gezin (bijv. slechte huisvesting met financiële problemen en relatieproblemen) ouder die er alleen voor staat regelmatig wisselende samenstelling van het gezin sociaal isolement vaak verhuizen sociaal economische problemen; werkloosheid, slechte behuizing, migratie, etc. veel ziekte in het gezin draaglast gezin gaat draagkracht te boven geweld wordt gezien als middel om problemen op te lossen

Specifieke signalen bij seksueel misbruik Lichamelijke kenmerken

verwondingen aan geslachtsorganen vaginale infecties en afscheiding jeuk bij vagina en/of anus problemen bij het plassen recidiverende urineweginfecties pijn in de bovenbenen pijn bij lopen en/of zitten seksueel overdraagbare aandoeningen (soa)

Relationele problemen angst voor mannen of vrouwen in het algemeen of voor een man/vrouw in het bijzonder

Gedragsproblemen afwijkend seksueel gedrag excessief en/of dwangmatig masturberen angst voor lichamelijk contact of juist zoeken van seksueel getint lichamelijk contact niet leeftijdsadequaat seksueel spel niet leeftijdsadequate kennis van seksualiteit angst om zich uit te kleden angst om op de rug te liggen negatief lichaamsbeeld: ontevreden over, boosheid op of schaamte voor eigen lichaam schrikken bij aangeraakt worden houterige motoriek (onderlichaam ‘op slot’) geen plezier in bewegingsspel

Page 15: Hoe te handelen bij (een vermoeden van) huiselijk geweld ... · Het woord kindermishandeling gebruikt u natuurlijk niet. (zie bijlage 6 en 7: Aandachtspunten bij een gesprek met ouders

Bureau Jeugdzorg Overijssel | Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling en het AMK – januari 2014 15

Bijlage 3 Formulier Observatiepunten Volgens de Wet bescherming persoonsgegevens hebben ouders recht op inzage in het dossier van hun kind. Daarom dienen de gegevens in het dossier zorgvuldig en zo objectief mogelijk te worden beschreven. Persoonlijke werkaantekeningen zijn geen onderdeel van het dossier en niet ter inzage voor ouders. Het is belangrijk zeer zorgvuldig om te gaan met deze werkaantekeningen. Zet deze niet op naam. Zodra het mogelijk is, vernietigt u deze aantekeningen. Vragen over opvallend gedrag van een leerling Code kind: jongen/meisje Leeftijd: Groep: Leerkracht:

1. Sinds wanneer vertoont het kind opvallend gedrag? 2. Het opvallende gedrag bestaat uit (zie signalenlijst): 3. Hoe is de verhouding tot de medeleerling? 4. Hoe is de uiterlijke verzorging van het kind, zoals kleding e.d.? 5. Hoe is de verhouding tot vrouwelijke leerkrachten? 6. Hoe is de verhouding tot mannelijke leerkrachten? 7. Hoe is het contact tussen de school en de ouders? 8. Zijn er bijzonderheden over het gezin te melden? Indien mogelijk ook de bron vermelden. 9. Wat zijn volgens u de problemen? 10. Is er de laatste tijd iets in het gedrag of in de situatie van het kind veranderd? 11. Wat is er bij u bekend over eventuele broertjes en zusjes? 12. Schoolresultaten:

Page 16: Hoe te handelen bij (een vermoeden van) huiselijk geweld ... · Het woord kindermishandeling gebruikt u natuurlijk niet. (zie bijlage 6 en 7: Aandachtspunten bij een gesprek met ouders

Bureau Jeugdzorg Overijssel | Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling en het AMK – januari 2014 16

Bijlage 4 Voorbeeldformulier ‘intern overleg bij signalen van kindermishandeling’. Voorbeeldformulier ‘intern overleg bij signalen van kindermishandeling’ Beschrijf de gegevens zo zorgvuldig en objectief mogelijk. Kinderen vanaf 12 jaar en ouders van kinderen tot 16 jaar hebben recht op inzage en correctie van de gegevens. Naam kind: Geboortedatum: jongen / meisje Burgerservicenummer: Deelnemers overleg:

A. Analyse van de situatie Wat zijn de concrete signalen (van kind, ouder(s), omgeving) en wie signaleert dit? Sinds wanneer worden de signalen opgemerkt? Door wie? Waardoor is de zorg over deze situatie of het vermoeden van kindermishandeling ontstaan? Bij wie? Delen anderen deze zorg over deze situatie of dit vermoeden? Zie ja: wie en waardoor? Zijn er ook signalen van broers of zussen? Bij wie? Welke vragen moeten beantwoord worden? Hoe vaak en wanneer komen de signalen voor? Nemen de signalen toe in intensiteit of in aantal?

B. Eerdere acties Welke acties zijn al ondernomen? Door wie? Wat is er al met de ouder(s)/het kind besproken? Door wie?

C. Actieplan Welke acties zijn er nodig? Beschrijf ook hoe, wanneer, door wie en met welk doelde acties worden ingezet.

D. Terugkoppeling Hoe, door wie, aan wie en wanneer worden bevindingen teruggekoppeld en vastgelegd?

E. Resultaten acties Beschrijf per actie of deze is uitgevoerd is, hoe het is gegaan en wat de uitkomsten zijn. Volg het stappenplan.

F. Verdere beschrijving gevolgde stappen Dit formulier is ingevuld door (naam en functie): Datum:

Page 17: Hoe te handelen bij (een vermoeden van) huiselijk geweld ... · Het woord kindermishandeling gebruikt u natuurlijk niet. (zie bijlage 6 en 7: Aandachtspunten bij een gesprek met ouders

Bureau Jeugdzorg Overijssel | Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling en het AMK – januari 2014 17

Bijlage 5 Schoolobservatielijst basisonderwijs

Onderstaande vragen kunnen aan de orde komen in het kader van een AMK-onderzoek. De lijst biedt een houvast voor de te bespreken onderwerpen het kind aangaande. Aanwezigheid: Is X altijd op tijd op school? Is er sprake van schoolverzuim? Zo ja, welke reden wordt hiervoor aangevoerd? Wordt X gebracht en gehaald? Zo ja, door wie en eventueel waarom (afhankelijk van de leeftijd). Zo nee, waarom niet, is dat verantwoord? Verzorging: Heeft X altijd voldoende te eten en te drinken bij zich? Ziet X er altijd verzorgd uit, hygiëne, ruikt het kind fris? Is de verzorging ooit aanleiding geweest tot een gesprek met de ouders? Wordt het kind gepest om uiterlijkheden? Maakt X een uitgeslapen indruk, is hij/zij fit? Ontwikkeling: Hoe zou u X willen typeren? Waar is hij/zij goed in en waarin minder goed ? Hoe is de sociaal-emotionele ontwikkeling van X verlopen? Hoe is dat in vergelijking met zijn/haar klasgenoten? Hoe zou u de sociaal-emotionele ontwikkeling momenteel willen typeren? Is X vaak vrolijk of juist boos of verdrietig? Wisselt zijn/haar stemming veel of is het stabiel? Heeft X vriendjes, wat vinden de kinderen in de klas van X? Wat voor relatie heeft X met de leerkracht (aanhankelijk, grensverkennend gedrag, vraagt om structuur, om aandacht vragend of etc.)? Is hij/zij in staat een relatie aan te gaan met de leerkracht? Voelt X zich competent of juist onzeker? Is X taakgericht? Hoe is de cognitieve ontwikkeling van X verlopen? Hoe is het op dit moment (loopt X achter of voor in vergelijking met leeftijdsgenoten)? Op welke gebieden loopt X achter of voor? Hoe is de motorische ontwikkeling van X verlopen? Hoe is het op dit moment (kan X bepaalde motorische vaardigheden nog niet, springt hij/zij ergens in naar voren?) Kan X zich concentreren? Zijn er bijzonderheden t.a.v. de seksuele ontwikkeling? Zo ja, wat valt u op? Contact: Hoe is het contact met vader en/of moeder door de jaren heen verlopen? - Hoe is dit contact momenteel? - Zijn ouders aanwezig op 10-minuten gesprekken Zijn ouders betrokken bij wat hun kind doet op school? Wat vertelt X in de groep over thuis, in kringgesprekken bijvoorbeeld? Vertelt hij/zij uit zichzelf of heeft hij/zij een opstapje nodig? Zorgsignalen: Is er ooit aanleiding geweest tot bezorgdheid over X? - Zo ja, is dit met de ouders besproken? Is er gedrag dat u opvalt? Wilt u nog iets anders vertellen?

Page 18: Hoe te handelen bij (een vermoeden van) huiselijk geweld ... · Het woord kindermishandeling gebruikt u natuurlijk niet. (zie bijlage 6 en 7: Aandachtspunten bij een gesprek met ouders

Bureau Jeugdzorg Overijssel | Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling en het AMK – januari 2014 18

Bijlage 5 Observatielijst voor kinderdagverblijf / peuterspeelzaal Onderstaande vragen kunnen aan de orde komen in het kader van een AMK-onderzoek. De lijst biedt een houvast voor de te bespreken onderwerpen het kind aangaande. Aanwezigheid:

Is X op de afgesproken dagen aanwezig. Zo niet, wordt dit doorgegeven? Wordt X op de afgesproken tijden gebracht en gehaald?

Verzorging:

Heeft X altijd voldoende te eten, te drinken en luiers bij zich? Zijn er zorgen met betrekking tot de hygiëne van X Ziet X er verzorgd uit? Zo nee, wordt X daarom ook gepest? Zo nee, heeft school dit met moeder en/of vader besproken? Hoe is dit in het verleden geweest? Zijn er veranderingen waar te nemen? Maakt X een uitgeslapen indruk, is X fit?

Ontwikkeling:

Hoe zou u X willen typeren? Waar is X goed in, waar minder goed in? Hoe is de sociaal-emotionele ontwikkeling van X verlopen? Hoe is dat in vergelijking met leeftijdsgenootjes? Hoe zou u de sociaal-emotionele ontwikkeling momenteel willen typeren? Wat voor indruk maakt X (rustig, beweeglijk, tevreden, huilen, angstig)? Wisselt dit veel of is de stemming van X stabiel? Heeft X wel eens driftbuien wat zich resulteert in gillen, schreeuwen? Is hier verandering in (geweest)? Luistert X goed? Heeft X vriendjes, wat vinden de kinderen in de groep van X? Hoe ligt X in de groep? Voelt X zich competent of juist onzeker? Hoe is de cognitieve ontwikkeling op het gebied van spel, spraak en taal van X verlopen? Hoe is het op dit moment (loopt X achter / voor; (op welke gebieden kan X meekomen met alles) ? Hoe is de motorische ontwikkeling van X verlopen? Hoe is het op dit moment (kan X bepaalde motorische vaardigheden nog niet, springt X ergens in naar voren? Kan X zich concentreren? Zijn er bijzonderheden t.a.v. de seksuele ontwikkeling? Wat voor relatie heeft X met de (groeps-)leiding (aanhankelijk, grens-verkennend gedrag) ? Vraagt X om structuur? Vraagt X veel aandacht? Is X in staat een relatie aan te gaan met de (groeps-)leiding?

Contact:

Hoe verloopt het contact tussen moeder en / of vader en X tijdens het brengen en halen? Toont de moeder en / of de vader betrokkenheid met X? Komt de moeder en / of de vader met vragen over X? Komt de moeder en / of de vader gemaakte afspraken na? Hoe is het contact tussen vader en / of moeder en de (groeps-)leiding? Zijn de moeder en / of de vader aanwezig op 10-minuten gesprekken (indien die plaatsvinden)? Wat vertelt X in de groep over thuis, bijvoorbeeld in kringgesprekken? Vertelt X uit zichzelf of heeft X een opstapje nodig? Zorgsignalen:

Hebt u ooit reden gehad tot bezorgdheid over X? Is er gedrag dat u opvalt? Wilt u nog iets anders vertellen?

Page 19: Hoe te handelen bij (een vermoeden van) huiselijk geweld ... · Het woord kindermishandeling gebruikt u natuurlijk niet. (zie bijlage 6 en 7: Aandachtspunten bij een gesprek met ouders

Bureau Jeugdzorg Overijssel | Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling en het AMK – januari 2014 19

Bijlage 6 Aandachtspunten bij de gespreksvoering met ouders

Een goede ingang voor een gesprek met de ouders is de zorg die u heeft om hun kind. De ouders beschuldigen van mishandeling heeft nooit zin. Er is slechts zelden sprake van opzet; vaker is er sprake van machteloosheid onwetendheid of onmacht bij de ouders. Het contact of een gesprek met ouders is altijd gekoppeld aan een doel. Bijvoorbeeld informatie verzamelen, delen van zorg over het kind, of ouders motiveren voor hulp. Bepaal altijd voor aanvang van het contact wat het doel is. Belangstellende vragen Bij zorg over een kind, kunt u een aantal zaken in het gewone contact met ouders navragen. Bijvoorbeeld: Hoe gaat het thuis? Hoe beleeft het kind de geboorte van het broertje? Wat is er gebeurd? Is het kind al naar de dokter geweest? Etc. Dit zijn gewone belangstellende vragen, maar ze kunnen wel extra informatie geven waardoor uw zorg blijft, groter wordt of verdwijnt. Let ook op de andere gezinsleden. Welk beeld hebt u van de andere kinderen in het gezin, de andere ouder? Zorgen delen Als u zorg hebt over een kind, bespreekt u dat dan zo snel mogelijk met ouders. Hebt u direct contact met ouders, benoem dan wat u ziet. Voorkom dat er een lijst ‘onbesproken zorgen’ ligt, waardoor ouders zich afvragen waarom zij niet eerder op de hoogte zijn gesteld. Ouders zijn immers de belangrijkste gesprekspartners en informatiebron. Wanneer u een vermoeden hebt van kindermishandeling kan het heel lastig lijken om met ouders in gesprek te gaan. Toch zal een dergelijk gesprek nodig zijn voor een juiste beeldvorming. In zo’n gesprek kan bijvoorbeeld blijken dat er iets anders aan de hand is. Het kan ook net het duwtje zijn dat ouders nodig hebben om hulp te gaan zoeken. En in situaties waarin ouders terughoudend, defensief of agressief reageren, hebt u een reden te meer om u ernstige zorgen te maken. Daarnaast is het goed om uzelf de vraag te stellen: welke ouder vindt het nu vervelend dat iemand oog heeft voor zijn of haar kind? En houd rekening met het feit dat het kind ook door iemand anders dan de ouders mishandeld kan worden. Probeer in het gesprek met ouders de zorgen die u hebt te delen door (figuurlijk) naast de ouder te gaan staan in plaats van tegenover de ouder. Wanneer niet gelijk in gesprek gaan met ouders Wanneer de veiligheid van het kind in het geding is, wanneer u een ernstige vorm van mishandeling vermoedt, bij dreiging of agressie van ouders, wanneer ouders eerder een gesprek geweigerd hebben, wanneer ouders weigeren de nodige hulp te zoeken of dreigen hun kind van school weg te halen of dreigen het contact te beëindigen, overleg dan de situatie eerst met het AMK. Afhankelijk van de gegeven informatie of omstandigheden kan met het AMK nagegaan worden of gespecialiseerde hulpverlening of de politie benaderd dient te worden om een veilige situatie voor een gesprek te creëren. Voorbereiding van gesprek met ouders De zorg over het kind kan van dien aard zijn dat een apart oudergesprek nodig is. Bedenk samen met de aandachtsfunctionaris kindermishandeling, voordat u hierover een afspraak maakt, wat het doel is van het gesprek, wie het gesprek met de ouders gaat voeren en wat u aan ouders vertelt als reden voor het gesprek. Bedenk ook of u het wenselijk of noodzakelijk vindt het gesprek samen met een collega te voeren en of het voor uw eigen veiligheid nodig is dat een collega op de hoogte is van het gesprek en in de buurt is. Overweeg van te voren waar u het gesprek wilt houden, hoe laat, en of er opvang is voor het kind en eventuele andere kinderen. En beslis of u met beide ouders afspreekt of met één ouder. Het kan ( afhankelijk van uw professionele verantwoordelijkheid) wenselijk of (afhankelijk van de leeftijd) noodzakelijk zijn om ook het kind voor (een gedeelte van) het gesprek uit te nodigen. Wanneer het om ernstige zorgen gaat, die met ouders besproken moeten worden, is het van belang dat de persoon die het gesprek aangaat daarvoor opgeleid is. Bijvoorbeeld een maatschappelijk werker of een beroepskracht die aanvullende training op het gebied van gespreksvaardigheden heeft gevolgd. Voor vragen of meedenken over de voorbereiding of uitvoering van het gesprek, kunt u een ervaren collega raadplegen of advies of consult vragen bij het AMK. In gesprek met ouders Bespreek in het gesprek met ouders in ieder geval de zorg die u hebt over het kind. Vertel feitelijk wat de zorgen zijn en vraag na of ouders deze zorg herkennen. Vertel ook wat goed gaat met het kind. Houd bij het delen van de zorg rekening met mogelijke reacties van schrik, boosheid of verdriet en wees u ervan bewust dat dit doorgaans normale reacties zijn op een vervelende boodschap. Het is niet makkelijk voor ouders om te horen dat het op sommige gebieden niet goed gaat met hun kind. Voor sommige ouders is het gesprek een opluchting, omdat ze zich erkend voelen in de eigen zorg over hun kind. Kijk tijdens het gesprek wat het verhaal bij ouders losmaakt, hoe ze reageren, of ouders al hulp krijgen en wat er kan gebeuren om de zorg te verminderen. Ga na wat de eigen mogelijkheden voor hulp zijn binnen het sociale netwerk van het gezin, bijvoorbeeld om het gezin te ontlasten. Ouders hebben vaak tijd nodig om over de geuite zorgen na te denken. Het kan zijn dat één gesprek niet voldoende is en dat het belangrijk is

Page 20: Hoe te handelen bij (een vermoeden van) huiselijk geweld ... · Het woord kindermishandeling gebruikt u natuurlijk niet. (zie bijlage 6 en 7: Aandachtspunten bij een gesprek met ouders

Bureau Jeugdzorg Overijssel | Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling en het AMK – januari 2014 20

met ouders een vervolgafspraak te maken, om te bespreken of de zorgelijke situatie inderdaad verandert. Bepaal van tevoren welke hulp u als school aan ouders kunt bieden en voor welke hulp andere instanties zijn. Ga na of de andere instantie een wachtlijst heeft voor de gewenste hulp in deze specifieke situatie. Bereid zonodig ouders voor op de mogelijkheid van een wachtlijst en overleg hoe deze periode te overbruggen. Wanneer ouders weigeren de nodige hulp te zoeken voor hun kind of wanneer ze dreigen hun kind van school te halen, overleg dan de situatie met het AMK. (Zie bijlage 6: over hoe u ouders vertelt dat u uw vermoeden van kindermishandeling bij het AMK meldt.) In sommige situaties zijn ouders wel bereid tot hulp, maar kan toch in overleg met het AMK gekozen worden voor een melding bij het AMK, omdat de aard van de problematiek daarnaar vraagt. Bijvoorbeeld bij duidelijke vormen van kindermishandeling, of, omdat onderzoek naar de oorzaken en risicofactoren nodig is. Tips voor het gesprek met ouders ● Maak het doel van het gesprek duidelijk ● Omschrijf bij het delen van zorgen concreet wat uw zorg is zonder het woord kindermishandeling te gebruiken. ● Vertel de ouders wat er feitelijk is opgevallen aan het kind ● Geef ook aan wat wel goed gaat met het kind ● Vraag of ouders de genoemde concrete waarnemingen herkennen en hoe ze deze verklaren ● Vraag hoe ouders het kind thuis beleven ● Respecteer de (ervarings-)deskundigheid van ouders m.b.t. hun kind ● Spreek de ouders aan op hun verantwoordelijkheid als opvoeder ● Nodig de ouders uit om te praten door open vragen te stellen (wie, wat, waar, hoe, wanneer..) ● Praat vanuit uzelf (ik zie dat..) ● Wees eerlijk en open, pas op voor vrijblijvendheid ● Vraag hoe ouders de geuite zorgen beleven ● Leg afspraken en besluiten na afloop van het gesprek kort en zakelijk vast en geef de ouders een kopie ● Kies in het gesprek die invalshoek die aansluit bij de specifieke cultuur en gewoonten van een gezin ● Laat een kind niet tolken voor zijn ouders ● Doe geen toezeggingen die u niet waar kunt maken ● Ga na of er al hulp in het gezin is ● Als ouders zich dreigend uitlaten (wat uitzonderlijk is), benoem dan dat de ouder dreigt en stop het gesprek ● Wanneer de ouders helemaal opgaan in hun eigen emoties, haal de ouder dan terug naar het hier en nu, bijvoorbeeld door te vragen of er nog geld in de parkeermeter moet, of suiker of melk in de koffie. Wanneer u met ouders uw zorg over hun kind wilt bespreken, kun u gebruik maken van “hulpzinnen”. Hieronder volgen enkele voorbeelden. Inleidende zinnen: ● Uw kind gedraagt zich anders de laatste tijd en daar wil ik met u over praten ● Ik maak me zorgen over uw kind, omdat..... ● Er is een verandering ontstaan in de groep; sindsdien is uw kind..... De werkelijke boodschap: Benoem de feiten, bijvoorbeeld als volgt: ● Mij valt op dat uw kind.... , het lijkt of uw kind..... ● Ik merk, ik hoor, ik zie, ik denk......., ● Uw kind is de laatste tijd wat stil (ongeconcentreerd, rumoerig, druk, afwezig, verdrietig, boos, geheimzinnig, gesloten) en daar maak ik me zorgen over ● Uw kind heeft de laatste tijd wat moeite met andere kinderen, mij valt op... ● Uw kind is de laatste tijd zo aanhankelijk en vraagt veel aandacht (heeft moeite met de regels) Is dat ook uw ervaring? Weet u hoe dit komt? ● Hoe gaat het bij u thuis? ● Is er iets gaande in de omgeving van uw kind (vriendjes, op straat, familie) of in uw omgeving? Ik merk dat… ● Het lijkt of uw kind gepest wordt (of uitgescholden/ bang/ straf krijgt/ klem zit/ gedwongen wordt/ niet gelukkig is) en daar last van heeft. Wat merkt u daarvan? Bij een tweede gesprek: ● Ik wil graag nog eens met u praten om te kijken of er iets veranderd is bij uw kind. Tot slot ● Vraag het AMK of andere betrokken instellingen om advies of ondersteuning voor gespreksvoering met ouders ● Kijk of een collega met u het gesprek wil oefenen

Page 21: Hoe te handelen bij (een vermoeden van) huiselijk geweld ... · Het woord kindermishandeling gebruikt u natuurlijk niet. (zie bijlage 6 en 7: Aandachtspunten bij een gesprek met ouders

Bureau Jeugdzorg Overijssel | Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling en het AMK – januari 2014 21

Bijlage 7 Aandachtspunten voor het contact met het kind of de jongere Beroepskrachten die met kinderen werken behoren voor het kind een veilige omgeving te creëren. Voor kinderen die mishandeling hebben meegemaakt is een veilige, gestructureerde omgeving zeer waardevol. Kinderen zullen in een vertrouwde omgeving eerder signalen afgeven. Bij jonge kinderen en kinderen met een (verstandelijke) handicap, die zich verbaal nog moeilijk kunnen uiten, zijn vooral lichamelijke en gedragssignalen belangrijk. Vanaf de peuterleeftijd gaan kinderen zinnen maken en kunnen ze zich mogelijk verbaal uitdrukken over hun situatie. Leeftijd Een gesprek met het kind kan mogelijk extra informatie bieden over de situatie waarin het kind zich bevindt. Vanaf ongeveer twee jaar is het mogelijk een gesprek(je) te voeren met het jonge kind. Dan kan het voorkomen dat kinderen een uitspraak doen waar u zorg over hebt, bijvoorbeeld “mama is stout, mama slaat”. Het is mogelijk dat een peuter dit spontaan zegt. De kans is echter groter dat een peuter tijdens spel signalen afgeeft. Dit kan zowel hoofdzakelijk non-verbaal zijn, bijvoorbeeld herhalend agressief of seksueel spel, als verbaal, zoals een meisje van drie jaar dat boos op haar pop toeloopt en roept: “Stom kreng, naar je kamer, rot op!” of een kind dat niet bij de leeftijd passende seksueel getinte opmerkingen maakt. Kinderen in de basisschoolleeftijd en jongeren kunnen ook signalen uitzenden. Dit kunnen lichamelijke, gedrags- en verbale signalen zijn. De verbale signalen hoeven geen directe uitspraken te zijn waarin het kind vertelt dat het mishandeld wordt. Het kunnen ook indirecte verwijzingen zijn die kunnen duiden op een vermoedelijke situatie van kindermishandeling, bijvoorbeeld een kind dat zegt: “ik doe nooit iets goed”. Belangstellende vragen Vanaf het moment dat een kind een gesprek kan voeren, kunt u in het gewone contact met het kind belangstellende vragen stellen die u mogelijk extra informatie verschaffen. Denk aan vragen als: Hoe gaat het met ....? Wat heb je gisteren gedaan? Wat is er gebeurd? Wat heb je getekend? Waar heb je pijn? Ook kunt u meegaan in het spel van het kind en vragen welk speelgoed wat voorstelt en wat er gebeurt. Beperk u tot de vragen die passen binnen uw beroepsverantwoordelijkheid. In het contact met het kind is het geenszins de bedoeling dat u het kind belast met uw zorg. U hebt hoofdzakelijk een observerende, steunende taak. Wees bij (een vermoeden) van seksueel misbruik, ernstige mishandeling of ernstige verwaarlozing terughoudend in het gesprek met het kind in verband met mogelijke toekomstige bewijslast. U kunt hierover altijd advies vragen bij het AMK, het Consultatieteam kindermishandeling en seksueel misbruik (via het AMK) of de Zedenpolitie. Naast het contact met het kind is het zeer belangrijk om met een open houding het contact met ouders aan te gaan. Algemene tips voor het gesprek met kinderen en jongeren ● Bepaal van tevoren het doel van het gesprek ● Voer het gesprek met een open houding: oordeel niet, maar stel vragen. ● Sluit aan bij waar het kind/de jongere op dat moment mee bezig is, bijvoorbeeld spel, een tekening, interessegebied ● Bied steun en stel het kind op zijn/haar gemak ● Raak het kind niet onnodig aan ● Maak geen langdurig oogcontact, dat kan bedreigend zijn ● Dring niet aan om het alleen over uw zorgen te hebben ● Houd het tempo van het kind/de jongere aan, niet alles hoeft in één gesprek besproken te worden ● Laat het kind/de jongere niet merken dat u van het verhaal schrikt ● Val de ouder(s) (of andere belangrijke personen voor het kind)niet af, houdt rekening met loyaliteitsgevoelens ● Let tijdens het gesprek goed op de non-verbale signalen ● Gebruik de woorden van het kind of de jongere in jouw vragen of samenvatting ● Vertel het kind/ de jongere dat hij of zij niet de enige is die zoiets meemaakt ● Stel geen waarom-vragen Aandachtspunten tijdens een gesprekje met een peuter Een gesprekje met een peuter kan mogelijk extra informatie bieden over de situatie waarin een peuter zich bevindt. Houd er rekening mee dat niet elke peuter rijp genoeg is om een dergelijk gesprekje aan te kunnen. Ook is het niet de bedoeling dat een peuter ondervraagt wordt. Een gesprekje met een peuter heeft aanvullende informatie dan wel steunend contact tot doel, en mag niet in de plaats van het contact met de ouders komen. Evenals bij 0 tot 2 jarigen is het bij peuters zeer belangrijk om met een open houding het contact met ouders aan te gaan. Toch kan het voorkomen dat de situatie zich er voor leent een gesprekje met een peuter aan te gaan, bijvoorbeeld door wat een kind tekent of speelt, of omdat het kind een opvallende blauwe plek heeft. Vandaar enkele tips:

Page 22: Hoe te handelen bij (een vermoeden van) huiselijk geweld ... · Het woord kindermishandeling gebruikt u natuurlijk niet. (zie bijlage 6 en 7: Aandachtspunten bij een gesprek met ouders

Bureau Jeugdzorg Overijssel | Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling en het AMK – januari 2014 22

Ga er van uit dat het gesprekje niet langer duurt dan 5 minuten bij een jonge peuter; Stem het gesprekje af op het ontwikkelingsniveau van het kind; Voer het gesprekje met een open houding; Houd het gesprekje tijdens een (bewegings-)spel, tekenen of knutselen en probeer eerst aan te sluiten bij

waar het kind op dat moment mee bezig is; Ga op ooghoogte met het kind zitten; Gebruik korte zinnen; Vraag belangstellend en betrokken, maar vul het verhaal niet in voor het kind; Begin met open vragen (bijvoorbeeld: Wat is er gebeurd? Wanneer is het gebeurd? Waar heb je pijn? Wie

heeft dat gedaan?) en wissel deze af met gesloten vragen ( bijvoorbeeld: Ben je gevallen? Heb je pijn? Ging je huilen? Vond je dat lief?);

Vraag niet verder wanneer het kind niets kan of wil vertellen; Leef met het kind mee; Laat het kind niet merken dat je eventueel van het verhaal schrikt; Val de ouders van het kind niet af, in verband met de loyaliteitsgevoelens van het kind naar de ouders; Geef bij de oudere, verbaal sterke peuter aan dat je niet geheim kan houden wat het kind vertelt. Leg uit dat

je met anderen gaat kijken hoe je het kind het beste kan helpen. Het kind moet nooit zelf de verantwoordelijkheid krijgen in de keuze van de te nemen stappen;

Vertel het kind dat het heel knap is dat hij/zij dit allemaal zo goed kan vertellen Let tijdens het gesprekje goed op de non-verbale signalen van het kind; Stop het gesprekje wanneer de aandacht bij het kind weg is.

Tips voor een gesprek met kinderen tot 12 jaar: ● Kies een rustig moment uit; ga op dezelfde ooghoogte zitten als het kind ● Gebruik korte zinnen. ● Vraag belangstellend en betrokken, maar vul het verhaal niet in voor het kind. ● Begin met open vragen (Wat is er gebeurd? Wanneer is het gebeurd? Waar heb je pijn? Wie heeft dat gedaan?) ● Wissel deze af met gesloten vragen (Ben je gevallen? Heb je pijn? Ging je huilen? Vond je dat leuk of niet leuk?). ● Vraag niet verder, wanneer het kind niets wil of kan vertellen. ● Geef aan dat u niet geheim kan houden wat het kind vertelt. Leg uit dat u met anderen gaat kijken hoe u het kind het beste kan helpen. Leg het kind uit dat u het op de hoogte houdt van elke stap die jij neemt. Het kind moet nooit zelf de verantwoordelijkheid krijgen in de keuze van de te nemen stappen. ● Informeer zo nodig het kind wat u gaat doen. ● Vertel het kind dat het heel knap is dat hij/zij het allemaal zo goed kan vertellen. ● Stop het gesprek wanneer de aandacht bij het kind weg is.

Page 23: Hoe te handelen bij (een vermoeden van) huiselijk geweld ... · Het woord kindermishandeling gebruikt u natuurlijk niet. (zie bijlage 6 en 7: Aandachtspunten bij een gesprek met ouders

Bureau Jeugdzorg Overijssel | Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling en het AMK – januari 2014 23

Bijlage 8 Hoe vertelt u ouders dat u uw vermoeden van kindermishandeling bij het AMK meldt?

In sommige situaties is een melding bij het AMK nodig. Bij een open melding, waarin ouders op de hoogte worden gesteld dat u de melder bent, horen de meeste ouders dat liever van u dan van het AMK. Hierdoor komt het contact vanuit het AMK minder onverwachts, en hebben ouders niet het gevoel dat u achter hun rug om te werk bent gegaan. De mededeling aan ouders, dat u gaat melden, kan moeilijk zijn. Vaak gaat hier al een proces aan vooraf, zijn er één of meerdere gesprekken geweest en blijken ouders niet of onvoldoende ontvankelijk voor jouw bezorgdheid. Hieronder volgen enkele tips. Ter voorbereiding ● Overleg met het AMK of uw zorg over het kind over (vermoedelijke) kindermishandeling als melding kan worden aangenomen. ● Overleg met het AMK of het in die specifieke situatie verstandig en veilig is om ouders zelf te informeren over de melding. ● Overleg met het AMK hoe u ouders kunt informeren over de melding, wie dat gaat doen, wie daarvan binnen de instelling op de hoogte moeten zijn en maak indien gewenst een vervolgafspraak met het AMK. Het gesprek met de ouder(s) over de melding bij het AMK ● Neem de tijd voor het gesprek, wees serieus en laat merken dat u bezorgd bent over hun kind ● Vat uw zorg zo concreet mogelijk samen voor de ouders. Vertel daarbij ook dat u denkt dat er sprake is van kindermishandeling. Dit, in tegenstelling tot eerdere gesprekken waarin u het woord kindermishandeling juist niet moet noemen. ● Noem ook, indien van toepassing, kort de gesprekken en stappen die er al geweest zijn ● Deel de ouders mee dat u uw vermoeden gaat melden bij BJz/AMK; vraag geen toestemming ● Leg duidelijk uit dat u merkt dat ouders niet dezelfde zorg of oplossing delen als u. Of leg uit dat u het nodig vindt dat gespecialiseerde mensen de zorgwekkende situatie onderzoeken ● Vertel ouders dat het zowel uw verantwoordelijkheid is om bij deze ernstige zorgen BJz/AMK in te schakelen ● Omschrijf het BJz/AMK als een instelling waar iedereen, ook de ouders zelf, terecht kan die zich zorgen maakt over kinderen en iedereen die denkt dat er misschien sprake is van kindermishandeling ● Vertel dat u het aan BJz/AMK overlaat om verder in gesprek te gaan over de zorgen ● Voer het gesprek samen met een andere collega In het gesprek over de melding bij het AMK kunt u gebruik maken van één van de volgende hulpzinnen. Kies een zin die past bij de situatie. Let op, het zijn voorbeeldzinnen. Elke situatie is anders. Vraag advies aan het AMK voor de specifieke situatie die u meldt bij het AMK. Hulpzinnen ● Ik denk dat het goed is dat u met het AMK verder gaat praten over de zorg die u en ik hebben over uw kind. Het AMK is gespecialiseerd in het onderzoeken van (vermoedelijke) situaties van kindermishandeling. ● In mijn werk als .... (vul uw beroep in) is het mijn taak te letten op het welzijn van de kinderen. Ik (of wij) maak me zodanig zorgen om uw kind, dat ik dit ga melden bij het AMK. Omdat ik me kan voorstellen dat dit geen prettige boodschap voor u is, vertel ik het zelf aan u, in plaats van dat u het van een medewerker van het AMK hoort. ● Ik (of wij) maak me zorgen over uw kind. Ik denk aan … (vul in: mishandeling, verwaarlozing, seksueel misbruik). Daarom ga ik mijn zorg melden aan het Advies en Meldpunt Kindermishandeling. Dat is hierin gespecialiseerd en de medewerkers daar kunnen onderzoeken of mijn vermoeden klopt. ● Ik begrijp dat deze mededeling naar voor u is, maar het is mijn verantwoordelijkheid om deze (ernstige) zorgen met u te delen. En als (vul in ...u er anders over denkt; …er geen goede hulp komt; …er meer onderzoek nodig is), moet ik het Advies en Meldpunt Kindermishandeling schakelen. Dat zijn de afspraken (of regels) die hier (of : naam school) gelden. ● We hebben met u gesproken over de dingen die we bij uw kind zien en waar we ons zorgen over maken. Helaas zijn dit signalen die we vaak zien bij kinderen die mishandeld worden. Omdat de signalen er nog steeds zijn, melden we dit bij het Advies en Meldpunt Kindermishandeling.

BRON Protocol kindermishandeling versie 2010, www.protocolkindermishandeling.nl

Page 24: Hoe te handelen bij (een vermoeden van) huiselijk geweld ... · Het woord kindermishandeling gebruikt u natuurlijk niet. (zie bijlage 6 en 7: Aandachtspunten bij een gesprek met ouders

Bureau Jeugdzorg Overijssel | Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling en het AMK – januari 2014 24

Website-informatie Huiselijk geweld

www.huiselijkgeweld.nl: website voor professionals met beleid, onderzoek, methodieken, nieuws en sociale kaart www.movisie.nl/huiselijkgeweld: publicaties en folders www.rijksoverheid.nl: website ministeries, regering, documenten en publicaties. www.justitie.nl: website Ministerie van Justitie. www.shginfo.nl: website Steunpunt Huiselijk Geweld www.mishandeling.nl www.meldcode.nl

Tijdelijk huisverbod

www.tijdelijkhuisverbod.nl Kindermishandeling

www.protocolkindermishandeling.nl www.nji.nl/kindermishandeling: website van het Nederlands Jeugdinstituut www.no-kidding.nu : website van het netwerk tegen kindermishandeling www.defenceforchildren.nl: website van het wereldwijde netwerk voor de rechten van het kind www.knokkers.nl: vereniging voor volwassenen met een achtergrond van kindermishandeling www.kinderrechten.nl www.jeugdengezin.nl: programmaministerie Jeugd en Gezin www.kinderpostzegels.nl www.watkanikdoen.nl www.kindermishandeling.startpagina.nl www.kopopouders.nl www.en-nu-ik.nl www.wegwijzerjeugdenveiligheid.nl

Voor kinderen en jongeren

www.stukyoutoo.com www.kindertelefoon.nl www.kindermishandeling.nl www.kinderrechtswinkel.nl www.onderzoekjegrens.nl www.sense.nl

RAAK-aanpak

www.samenwerkenvoordejeugd.nl www.raak.org: website over de RAAK-aanpak www.samenopvoeden.nl: website over de RAAK-aanpak www.stopkindermishandeling.nl: over de RAAK-aanpak www.nji.nl/kindermishandeling: website van het Nederlands Jeugdinstituut www.aanpakkindermishandeling.nl: website over de regionale aanpak kindermishandeling

Centra voor Jeugd en Gezin

www.cjg.nl: voor alle centra voor jeugd en gezin in Nederland Overig

www.meldcriteria.nl www.positiefopvoeden.nl www.verwijsindex.nl www.knmg.nl www.artsennet.nl www.politie.nl www.rvdk.nl

Hulpverlening algemeen

www.amk-nederland.nl www.maatschappelijkwerk.com www.eigen-kracht.nl www.bureaujeugdzorg.info www.drankjewel.nl www.drankjewelpro.nl www.fiom.nl www.korrelatie.nl www.labyrint-in-perspectief.nl www.slachtofferhulp.nl

Page 25: Hoe te handelen bij (een vermoeden van) huiselijk geweld ... · Het woord kindermishandeling gebruikt u natuurlijk niet. (zie bijlage 6 en 7: Aandachtspunten bij een gesprek met ouders

Bureau Jeugdzorg Overijssel | Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling en het AMK – januari 2014 25

www.wss.nl : website William Schrikker Groep www.zorgwijzer.nl www.hulpgids.nl www.jeugdhulpverlening.nl www.afkm.nl : website Nederlandse Vakgroep Aandachtsfunctionarissen Kindermishandeling

Regionale sociale kaart

www.socialekaarttwente.nl www.ggdregiotwente.nl www.verwijsindex.nl www.meldcriteria.nl www.amk.nl

Eergerelateerd geweld

www. rijksoverheid/eergerelateerd-geweld www.eervol.com www.eerwraak.info: website voor professionals met beleid, onderzoek, methodieken, nieuws en sociale kaart www.watiseer.nl: website voor jongeren uit eerculturen

Loverboys

www.bewareofloverboys.nl www.lover-boy.nl

Vrouwelijke genitale verminking

www.commissie-fgm.nl: info over de commissie bestrijding VGV (RVZ-cie) www.meisjesbesnijdenis.nl www.tvcn.nl : informatie over tolk- en vertaalcentrum Nederland www.pharos.nl

Seksueel geweld

www.nvsh.nl: website over seksualiteit www.ecpat.nl: website van het wereldwijde netwerk tegen de seksuele uitbuiting van kinderen www.seksueelmisdrijf.nl: uitgebreide website met onder andere richtlijnen en wetgeving www.rutgersnisso.nl www.seksueelgeweld.nl

Ouderenmishandeling

www.s-hg.nl www.protocolouderenmishandeling.nl

Geweld tegen homoseksuelen

www.homo-emancipatie.nl: website voor professionals over homo-emancipatie