51
Levend Water – groep 3 1 Hoofdstuk 11 Dromen HOOFDSTUK 11 DROMEN Dag 1 De schenker en de bakker Genesis 40 Dag 2 De dromen van de farao Genesis 41 Dag 3 De eerste reis van de broers naar Egypte Genesis 42 Dag 4 Dromen Knieboek en werkboek Thema Dromen komen uit! Algemene informatie Deze week gaan de vertellingen over Jozef in Egypte. In de eerste vertelling horen de kinde- ren dat Jozef de dromen van de schenker en de bakker goed kan uitleggen. Wanneer de schenker vrijkomt, vergeet hij dat Jozef de droom goed heeft uitgelegd. Jozef blijft nog twee jaren in de gevangenis. In de tweede vertelling wordt er verteld dat de farao twee dezelfde soort dromen heeft. De schenker herinnert zich Jozef uit de gevange- nis die dromen uit kan leggen. Jozef komt bij de farao en legt de dromen uit. Ook geeft Jo- zelf advies hoe farao het beste met de bete- kenis van deze dromen om kan gaan. Jozef wordt beloond. Hij wordt de op één na belang- rijkste man in Egypte. In de derde vertelling komt de droom uit die Jozef lang geleden heeft gehad. Zijn broers komen vanwege de hongersnood naar Egypte en buigen diep voor hem! Doelstellingen Na afloop van dit hoofdstuk: kunnen de leerlingen vertellen wat de schenker en de bakker droomden en wat de dromen betekenen; weten de leerlingen dat God Jozef helpt bij het uitleggen van dromen; kunnen de leerlingen vertellen hoe Jozef bij de farao in het paleis terecht komt; weten de leerlingen wat de farao droomt en wat deze droom betekent; kunnen de leerlingen vertellen hoe Jozef zijn broers zwaar op de proef stelt. Liederen Psalm 116: 1 - God heb ik lief Psalm 130: 3 - Ik blijf de Heer verwachten Hanna Lam - Jozef zoekt zijn grote broers Nieuwe bijbelse liedjes - Jozef in de put Bijbelse liedjes - Jozef en zijn broers Bijbelse liedjes - De dromen van Farao Jan Visser - Wat zeg je van zo’n jas

HOOFDSTUK 11 DROMEN - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 11 Dromen HOOFDSTUK 11 - DAG 1 DE SCHENKER EN DE BAKKER Verteltekst Genesis 40 Achtergrondinformatie

  • Upload
    others

  • View
    1

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: HOOFDSTUK 11 DROMEN - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 11 Dromen HOOFDSTUK 11 - DAG 1 DE SCHENKER EN DE BAKKER Verteltekst Genesis 40 Achtergrondinformatie

Levend Water – groep 3 1 Hoofdstuk 11 Dromen

HOOFDSTUK 11 DROMEN Dag 1 De schenker en de bakker

Genesis 40 Dag 2 De dromen van de farao

Genesis 41 Dag 3 De eerste reis van de broers naar

Egypte Genesis 42

Dag 4 Dromen Knieboek en werkboek

Thema Dromen komen uit! Algemene informatie Deze week gaan de vertellingen over Jozef in Egypte. In de eerste vertelling horen de kinde-ren dat Jozef de dromen van de schenker en de bakker goed kan uitleggen. Wanneer de schenker vrijkomt, vergeet hij dat Jozef de droom goed heeft uitgelegd. Jozef blijft nog twee jaren in de gevangenis. In de tweede vertelling wordt er verteld dat de farao twee dezelfde soort dromen heeft. De schenker herinnert zich Jozef uit de gevange-nis die dromen uit kan leggen. Jozef komt bij de farao en legt de dromen uit. Ook geeft Jo-zelf advies hoe farao het beste met de bete-kenis van deze dromen om kan gaan. Jozef wordt beloond. Hij wordt de op één na belang-rijkste man in Egypte. In de derde vertelling komt de droom uit die Jozef lang geleden heeft gehad. Zijn broers komen vanwege de hongersnood naar Egypte en buigen diep voor hem! Doelstellingen Na afloop van dit hoofdstuk: � kunnen de leerlingen vertellen wat de

schenker en de bakker droomden en wat de dromen betekenen;

� weten de leerlingen dat God Jozef helpt bij het uitleggen van dromen;

� kunnen de leerlingen vertellen hoe Jozef bij de farao in het paleis terecht komt;

� weten de leerlingen wat de farao droomt en wat deze droom betekent;

� kunnen de leerlingen vertellen hoe Jozef zijn broers zwaar op de proef stelt.

Liederen � Psalm 116: 1 - God heb ik lief � Psalm 130: 3 - Ik blijf de Heer verwachten � Hanna Lam - Jozef zoekt zijn grote broers � Nieuwe bijbelse liedjes - Jozef in de put � Bijbelse liedjes - Jozef en zijn broers � Bijbelse liedjes - De dromen van Farao � Jan Visser - Wat zeg je van zo’n jas

Page 2: HOOFDSTUK 11 DROMEN - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 11 Dromen HOOFDSTUK 11 - DAG 1 DE SCHENKER EN DE BAKKER Verteltekst Genesis 40 Achtergrondinformatie

Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 11 Dromen

HOOFDSTUK 11 - DAG 1 DE SCHENKER EN DE BAKKER Verteltekst Genesis 40 Achtergrondinformatie Opperschenker en opperbakker: twee hoogge-plaatste posities in het paleis van de farao. Een schenker komt iedere dag in aanraking met de farao. Het is zijn taak om dranken te serveren, waarschijnlijk wijn. Er zijn veel ver-klaringen die aangeven dat de Egyptenaren geen wijn dronken, maar uitgeperste druiven. Een schenker heeft een belangrijke vertrou-wenspositie. Voordat hij een beker aan de fa-rao geeft, neemt hij eerst zelf een slok uit de beker om te bewijzen dat het niet vergiftigd is. Een hoge plaats geven: in ere hersteld wor-den. Bij de bakker dubbelzinnig: hoog ge-plaatst om opgehangen te worden. De beker weer aangeven als voorheen: de ou-de Egyptische bekers hebben geen oren, dus de schenker plaats de beker in de handpalm van de farao. Aandachtspunten � In deze vertelling staat het vertrouwen van

Jozef op God centraal. Jozef vertelt als eerste tegen de schenker en de bakker dat hun dromen een zaak van God zijn! In die tijd zijn er veel dromenuitleggers. Jozef is zelf niet zo knap dat hij dromen kan uit-leggen, maar God gebruikt Jozef voor de uitleg. God zorgt ervoor dat de dromen uitkomen.

� Vertel vanuit het perspectief van Jozef. Jozef heeft een erebaantje in de gevan-genis en mag na verloop van tijd verant-woordelijke werkzaamheden uitvoeren van de gevangenbewaarder. Hij heeft er zelfs een leidinggevende positie. Door deze po-sitie komt Jozef in aanraking met andere gevangenen en daardoor dus ook met de schenker en de bakker.

� Jozef vraagt aan de schenker en de bak-ker waarom ze zo somber kijken. Deze vraag van Jozef laat zien dat hij belang-stelling heeft voor de medegevangenen.

� In Egypte geloven de mensen dat de toe-komst door middel van dromen geopen-baard wordt. Omdat de schenker en de bakker in dezelfde nacht een soortgelijke droom hebben, voelen ze aan dat het een betekenis moet hebben. Er zijn zelfs be-roeps droomuitleggers, alleen niet in de gevangenis! Daarom zitten de schenker en de bakker er zo somber bij.

� In de tijd van Jozef is brood het hoofd-voedsel in Egypte. Het is populair, niet omdat het zo goed smaakt, maar omdat

de ingrediënten gemakkelijk verkrijgbaar zijn en brood bakken goedkoop is.

Introductie op de les Wat is een gevangenis? Welke mensen zitten er in de gevangenis en waarom? Afsluiting van de les Waarom zit Jozef in de gevangenis?

Page 3: HOOFDSTUK 11 DROMEN - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 11 Dromen HOOFDSTUK 11 - DAG 1 DE SCHENKER EN DE BAKKER Verteltekst Genesis 40 Achtergrondinformatie

Levend Water – groep 3 3 Hoofdstuk 11 Dromen

HOOFDSTUK 11 - DAG 2 DE DROMEN VAN DE FARAO Verteltekst Genesis 41 Achtergrondinformatie Koeien uit de Nijl komen: koeien staan vaak in de rivier met alleen hun koppen boven het wa-ter uit, om verlichting van de hitte en de vlie-gen te hebben. Oevergras: riet Magiër: een magiër is iemand die magie ge-bruikt. Het gaat dus over iemand die beweert te beschikken over bovennatuurlijke krachten en deze ook kan beheersen. Ook wel tove-naars genoemd. Hij werd geschoren: Egyptenaren laten hun hoofd kaal scheren. Je mag niet ongeschoren voor de farao verschijnen. Misschien geeft God een uitleg die gunstig is voor de Farao: dit antwoord van Jozef laat zien dat hij zonder angst getuigt van God. Ook is het een diplomatiek antwoord, want een even-tuele ongunstige uitleg kan een boodschapper duur te komen staan en zelfs de dood beteke-nen. Door de oostenwind verschroeit: deze gloeien-de hete, alles verschroeiende wind waait van-uit de woestijn, ook wel sirocco genoemd. Het kan de hele oogst in één keer enorm bescha-digen. Zeven jaren van hongersnood: dit is voor Egypte een lange tijd. Door de jaarlijkse over-stroming van de Nijl blijft het land vruchtbaar en duren over het algemeen de hongersnoden in Egypte korter. Een vijfde te vorderen: een soort belasting, opgelegd door Jozef aan de bevolking, die uit-betaald wordt in graan. Zegelring, kleding, gouden ketting: cadeaus die laten zien dat Jozef een koninklijke status krijgt. Het was zoveel dat men ophield met tellen: de Egyptenaren tellen altijd de voorraden en hou-den alles bij. Dat ze er nu mee stoppen laat zien dat er sprake is van een hele grote over-vloed. 30 jaar: Jozef is 30 jaar oud als hij voor Farao verschijnt. Met 17 jaar is hij verkocht door zijn broers. Als Jozef 39 jaar oud is, ziet hij zijn broers en vader weer terug. Voorraadschuren: graanschuren worden ge-bouwd met koepels in de vorm van een bijen-korf, die verdeeld zijn in een serie kamers. Graan wordt van boven in de kamers gestort en via een klein deurtje aan de onderkant er weer uitgehaald.

Aandachtspunten � Vertel vanuit het perspectief van een

Egyptische hofdienaar. � Jozef heeft zijn hoop op de schenker ge-

vestigd. De schenker moet een goed woordje bij de farao doen. Maar de schen-ker vergeet Jozef. Jozef leert dat hij op God moet vertrouwen, niet op mensen.

� De zonen van Jozef heten Manasse en Efraïm. Dit zijn Hebreeuwse namen. Manasse betekent ‘iemand die vergeet’. Dit betekent in de Bijbel ‘het een ander niet toerekenen’. Jozef heeft vast niet ver-geten wat zijn broers hebben gedaan, maar hij blijft het hun niet toerekenen. In plaats daarvan wil hij een vruchtbaar leven te leiden tot eer van God (Efraïm ‘dubbele vrucht’). Jozef laat zien dat hij in Egypte op God blijft vertrouwen. Hij leeft tot eer van God. Er komt veel goeds voort uit de handen van Jozef.

� Een hongersnood in Egypte en Israël te-gelijkertijd is zeer zeldzaam.

Introductie op de les Weet je nog welke droom Jozef heeft gehad? Afsluiting van de les Welke dromen had de farao?

Page 4: HOOFDSTUK 11 DROMEN - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 11 Dromen HOOFDSTUK 11 - DAG 1 DE SCHENKER EN DE BAKKER Verteltekst Genesis 40 Achtergrondinformatie

Levend Water – groep 3 4 Hoofdstuk 11 Dromen

HOOFDSTUK 11 - DAG 3 DE EERSTE REIS VAN DE BROERS NAAR EGYPTE Verteltekst Genesis 42 Achtergrondinformatie Samen met vele anderen: de broers gaan met een karavaan mee naar Egypte. Zij herkenden hem niet: Jozef ziet er uit als een Egyptenaar; kaalgeschoren, Egyptische kleren. En hij spreekt in de Egyptische taal. Jozef communiceert met zijn broers via een tolk. Aandachtspunten � In deze vertelling mag benadrukt worden

dat de dromen van Jozef uit zijn gekomen! De broers buigen voor hem!

� Vertel vanuit het perspectief van Jozef. � Jozef gebruikt een tolk, terwijl hij zijn

broers prima kan verstaan. � Jozef is de op één na machtigste man van

Egypte. Iedereen die graan wil kopen, moet zich melden bij hem. Farao vertrouwt Jozef volkomen. Benadruk dat de broers onder de indruk zijn van het paleis, van de voedselvoorraden en van de machtige on-derkoning. Ze zijn geïmponeerd door de pracht en praal. Ze zullen vast met diep respect gebogen hebben voor de onder-koning!

� Jozef zegt tegen zijn broers dat ze spion-nen zijn. Hij doet onaardig tegen hen om na te gaan hoe ze tegenover hun vader en tegenover elkaar staan (met name tegen-over Benjamin, zijn echte broer. De ande-ren zijn halfbroers). En Jozef wil weten of ze berouw hebben over wat ze met hem vroeger hebben gedaan. Jozef neemt geen wraak, maar stelt hen dus op de proef.

� De broers hebben nog steeds een schuld-gevoel over wat ze twintig jaar geleden met Jozef hebben gedaan. Ze zijn veran-derd en hebben nog steeds last van schuldgevoel.

� Jozef geeft het geld weer terug, omdat hij geen geld van zijn vader en broers wil aannemen.

� De keus voor Simeon is dat Simeon waar-schijnlijk de leider was geweest van het plan om Jozef te verkopen. Simeon volgt Ruben op als broer en heeft daarmee de verantwoording als oudste moeten nemen. Ruben was er niet bij toen ze Jozef ver-kochten aan de handelaren.

Introductie op de les Welke droom heeft Jozef vroeger aan zijn va-der en broers verteld?

Afsluiting van de les Waarom herkennen de broers Jozef niet?

Page 5: HOOFDSTUK 11 DROMEN - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 11 Dromen HOOFDSTUK 11 - DAG 1 DE SCHENKER EN DE BAKKER Verteltekst Genesis 40 Achtergrondinformatie

Levend Water – groep 3 5 Hoofdstuk 11 Dromen

HOOFDSTUK 11 - DAG 4 DROMEN KNIEBOEK Plaat Praat door over wat je ziet op de plaat: wie buigen er? Waarvoor buigen ze? Aan welke droom denk je als je deze plaat ziet? Waarom herkennen de broers hun broer Jozef niet? Hoeveel broers tel je op de plaat? Wie is er dus ook bij? Droom Wie kan dit woord al lezen? Wie kent een an-der verhaal dan dat van Jozef, uit de bijbel dat over droom gaat? In de gevangenis In de gevangenis…praat er maar over door: hoe zou je dat vinden om onschuldig in een gevangenis te zitten? Koets met paarden Wat zie je op de foto? Welk vervoersmiddel had Jozef? Welke vervoermiddelen hebben onze koningen/koninginnen? De zilveren beker Wijnbeker van de farao. Weet je waarom hij van zilver is? (Zilver was specialer dan goud in het oude Egypte.) WERKBOEK Wanneer de cijfers juist verbonden zijn, zie je de kelk van de schenker en de manden brood van de bakker. Daarna kunnen kinderen de te-kening inkleuren. Creatieve opdrachten: Tekenen over de droom van de farao Drama: toneelstuk van de laatste vertelling, dat de broers bij Jozef in het paleis aankomen en voor hem buigen.

Page 6: HOOFDSTUK 11 DROMEN - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 11 Dromen HOOFDSTUK 11 - DAG 1 DE SCHENKER EN DE BAKKER Verteltekst Genesis 40 Achtergrondinformatie

Levend Water – groep 3 6 Hoofdstuk 12 Onderkoning Jozef

HOOFDSTUK 12 ONDERKONING JOZEF Dag 1 Jozefs broers weer in Egypte

Genesis 43 Dag 2 Jozef maakt zich bekend

Genesis 44 – 45: 15 Dag 3 Goed nieuws voor Jakob

Genesis 45: 16 – 46: 7 Genesis 46: 28 – 47: 12

Dag 4 Onderkoning Jozef Knieboek Werkboek p. 13

Thema God leidt Jozef en Jakob. Algemene informatie In dit hoofdstuk gaat het over Gods leiding in het leven van Jozef en zijn familie. Jozef wordt herenigd met zijn vader en verzoent zich met zijn broers. In het eerste verhaal komen de broers opnieuw in Egypte. Ze kunnen alleen met Benjamin de onderkoning onder ogen komen. Door borg te staan, haalt Juda zijn vader over om Benjamin mee te laten gaan. Vol verbazing zijn de broers als ze door de onderkoning hartelijk worden ontvangen. In het tweede verhaal worden de broers voor de laatste keer op de proef gesteld. Uit het pleidooi van Juda begrijpt Jozef dat zijn broers echt zijn veranderd. Eindelijk is er verzoening mogelijk tussen hem en zijn broers. Jozef ziet God hoe God bezig is in deze gebeurtenissen. In het derde verhaal krijgt Jakob het prachtige bericht dat zijn zoon Jozef leeft. Hij moet de moeilijke beslissing nemen om het beloofde land te verlaten. God geeft Jakob met Zijn be-lofte de zekerheid dat hij kan gaan wonen in Egypte. Het verdriet van Jakob om Jozef is voorbij. God heeft de leiding. Doelstellingen Na afloop van dit hoofdstuk: � weten de leerlingen waarom Jakob Ben-

jamin niet mee wil sturen; � begrijpen de leerlingen hoe Juda voor

Benjamin zorgt en hem beschermt; � kunnen de leerlingen vertellen hoe Jozef

zijn broers op de proef stelt; � weten de leerlingen waarom Jozef zich

verzoent met zijn broers; � kunnen de leerlingen vertellen waarom

Jakob en zijn gezin in Gosen gaan wonen; � weten de leerlingen dat God bij Jozef is en

dat Jozef gelooft dat God zijn leven leidt. Liederen � Psalm 81:1,3 - Jubelt voor de Heer

� Opwekking 123 - Groot is uw trouw, o Heer

� Evangelische Liedbundel 30 - Looft de He-re

� E&R 293: 1, 2 - Wanneer zal komen � AWN dl I, 6 - De dromen � Aly Dijkhuizen - Jozef

Page 7: HOOFDSTUK 11 DROMEN - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 11 Dromen HOOFDSTUK 11 - DAG 1 DE SCHENKER EN DE BAKKER Verteltekst Genesis 40 Achtergrondinformatie

Levend Water – groep 3 7 Hoofdstuk 12 Onderkoning Jozef

HOOFDSTUK 12 – DAG 1 JOZEFS BROERS WEER IN EGYPTE Verteltekst Genesis 43 Achtergrondinformatie Borg staan: wanneer Benjamin ergens aan-sprakelijk voor wordt gesteld, zal Juda dit van hem overnemen. Juda zal Benjamin bescher-men. Reis naar Egypte: de reis duurt 5 á 6 dagen. Maaltijd in Egypte: de Egyptenaren eten ge-scheiden van vreemdelingen. De vreemdelin-gen kunnen een dier gegeten hebben wat voor hun heilig is. Ze willen zelfs niet aan het bestek van de vreemdelingen zitten. Aandachtspunten � Vertel het verhaal vanuit Juda. Hij ziet dat

Jakob er veel moeite mee heeft om Ben-jamin te laten gaan. Voor Jozef staat Juda borg voor Benjamin.

� Een jaar later gaan de broers opnieuw naar Egypte. Ze zijn bang om weer op be-zoek te gaan. Jakob verwijt zijn zonen dat ze informatie hebben gegeven over Ben-jamin. De broers reageren geërgerd. Zij konden toch niet weten dat de onderko-ning deze informatie zou misbruiken. Juda haalt zijn vader over door voor Benjamin borg te staan. Door het lange afwachten (vers 10) vertrekken ze ongeveer drie we-ken later.

� Jakob noemt God, de Ontzagwekkende. Zo wordt God genoemd vanaf de sluiting van het verbond met Abraham. Jakob geeft zich over aan God. Benjamin is zijn enige hoop (vers 14).

� Voor Jakob is het zwaar om Benjamin te laten gaan, omdat het nog de enige zoon van Rachel is. Hij weet dat alleen God kan werken in het hart van de onderkoning. Uit vers 23 blijkt dat hij het over zich heen laat komen als doffe berusting, niet uit ver-trouwen en overgave.

� De geschenken (vers 11), die Jakob mee-geeft aan zijn zonen, zijn typerend voor het land. Het is de bedoeling om de on-derkoning onder de indruk te laten komen van de exclusieve lekkernijen.

� Als Jozef Benjamin terugziet, is hij zo on-der de indruk dat hij zich terugtrekt om te huilen. Benjamin is zijn echte broer, niet een halfbroer zoals de anderen. Benjamin krijgt vijfmaal zoveel uit genegenheid en eerbewijs. Dit eerbewijs is in het oosten een gebruikelijk gebaar.

� Besef dat Simeon zijn broers na een jaar weer terugziet. Hij is een jaar alleen in Egypte geweest.

� De broers zijn erg onder de indruk van Jo-zef. In het bijbelgedeelte buigen ze heel veel voor hem (vers 26 – 28). De dromen van Jozef komen uit.

� Door het afwisselen van strengheid en vriendelijkheid brengt Jozef zijn broers in de war. Ze begrijpen er al helemaal niets meer van als ze aan tafel van oud naar jong worden neergezet. Breng de span-ning van deze verwarring in de vertelling naar voren.

Introductie op de les Waarom zien de broers op tegen het bezoek? Afsluiting van de les Waarom valt het de broers best mee om op bezoek te zijn bij Jozef?

Page 8: HOOFDSTUK 11 DROMEN - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 11 Dromen HOOFDSTUK 11 - DAG 1 DE SCHENKER EN DE BAKKER Verteltekst Genesis 40 Achtergrondinformatie

Levend Water – groep 3 8 Hoofdstuk 12 Onderkoning Jozef

HOOFDSTUK 12 – DAG 2 JOZEF MAAKT ZICH BEKEND Verteltekst Genesis 44-45:15 Achtergrondinformatie Zilveren kelk: uit deze beker wordt gedronken en de toekomst voorspelt. Er wordt dan olie op het water in de kelk gegoten en uit de vormen de toekomst voorspeld. Kleren scheuren: een teken van verdriet en rouw. Aandachtspunten � Jozef wil zijn broers op de proef stellen.

Zullen zij zich nog net zo als vroeger ge-dragen tegenover hem? Voordat hij zich bekend maakt, wil hij weten of ze voor Benjamin zullen opkomen. De broers wor-den hard aangepakt: ze worden voor spi-onnen uitgemaakt (Genesis 42:9), Simeon wordt achtergehouden (Genesis 42:19), Benjamins komst geëist (Genesis 42:15) en als laatste wordt Benjamin gevangen-genomen (Genesis 44:17).

� Ook hebben de broers jarenlang het ver-driet van Jakob gezien. Het verkopen van Jozef heeft grote gevolgen gehad voor het leven met hun vader Jakob.

� De broers zijn helemaal ontzet als de be-ker in de zakken van Benjamin wordt ge-vonden. Ze scheuren hun kleren! Ze willen allemaal wel slaaf worden. Als Jozef aan-geeft alleen Benjamin als slaaf te willen, komt Juda naar voren. Uit vers 27 blijkt dat Juda duidelijk weet dat Rachel en haar kinderen de voorliefde van zijn vader Ja-kob hebben.

� Juda komt naar voren als eerstgeborene onder zijn broers. Ruben, Simeon en Levi hebben door hun gedrag (Genesis 35:22, Genesis 34:30) hun positie verloren. In de lijn van Juda wordt Christus geboren. In de zegen van Jakob (Genesis 49:8-12) wordt Juda geprezen. Juda neemt de schuld op zich.

� Het pleidooi van Juda laat zien dat de broers zijn veranderd. Jozef wil zich nu bekend maken en laat al zijn gevoelens duidelijk zien en horen. Door de houding van zijn broers kan Jozef hen vergeven en met hen huilen om wat er is gebeurd.

� Als Jozef zich bekend maakt aan zijn broers wordt iedereen weggestuurd. Wat de broers hebben gedaan, hoeven ande-ren niet te weten. Dit is een intiem mo-ment tussen Jozef en zijn broers. Jozef houdt zo de eer van zijn familie hoog.

� Jozef ziet Gods leiding in zijn leven. Hij is vooruit gestuurd naar Egypte om zijn fami-

lie te redden van de hongersnood. Het is zelfs zo dat door Jozefs werk mensen uit andere landen zijn gered van de hongers-nood. De zegen die aan Abraham is be-loofd, is ook een zegen voor andere vol-ken (Genesis 17).

Introductie op de les Wat heeft Juda aan zijn vader Jakob beloofd? Afsluiting van de les Wat zouden de broers gevoeld hebben toen Jozef zich bekend maakte?

Page 9: HOOFDSTUK 11 DROMEN - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 11 Dromen HOOFDSTUK 11 - DAG 1 DE SCHENKER EN DE BAKKER Verteltekst Genesis 40 Achtergrondinformatie

Levend Water – groep 3 9 Hoofdstuk 12 Onderkoning Jozef

HOOFDSTUK 12 – DAG 3 GOED NIEUWS VOOR JAKOB Verteltekst Genesis 45:16 – 46:7 Genesis 46: 28 – 47:12 Achtergrondinformatie Gosen: een lange, smalle, vruchtbare land-strook langs het kanaal vanaf de landengte van Suez naar het Nijl-land. Dit gebied ligt dicht bij de hoofdstad van de farao. Zegenwens: dit is een gebruikelijke groet. Afschuw van schaapherders: Egyptenaren minachten herders. Deze antipathie wordt nog groter als men dieren fokt en slacht die in hun ogen heilig zijn. Groot volk: als Jakob naar Egypte gaat, zijn er 215 jaar voorbij gegaan sinds God aan Abra-ham Zijn belofte heeft gegeven. Nu bestaat zijn nageslacht uit 70 personen. Dat lijkt ge-ring, maar is al veel meer dan alleen Abraham Sarai. Aandachtspunten � Vertel dit verhaal vanuit Jakob. Hij ziet de

grote karavaan aankomen. Eerst gelooft hij niet dat Jozef nog leeft, maar door alles wat hij ziet en hoort van zijn zonen begrijpt hij de Jozef leeft. Hij mag zijn zoon terug-zien voordat hij sterft.

� De karavaan zal zeer indrukwekkend zijn geweest met al die wagens en geschen-ken.

� Laat in het verhaal naar voren komen dat de broers zijn veranderd. Jozef heeft hen dan ook op hun hart gedrukt niet met el-kaar in discussie te gaan over wat er is gebeurd (Gen. 45:24).

� Jakob trekt weg uit het beloofde land Kan-aän. Hij en zijn familie zullen als vreemde-ling gaan wonen in Egypte. In Gosen blijft het een apart volk, dat onder Gods zegen uitgroeit tot veel mensen.

� Voor Jakob is het moeilijk om het beloofde land weer te verlaten. God geeft hem in de grensplaats Berseba de belofte dat Hij meegaat. In Gosen zal zijn familie uit-groeien tot een groot volk.

� Jozef zorgt ervoor dat zijn familie apart kan wonen van de Egyptenaren. Gosen is vruchtbaar, want het ligt in de delta van de Nijl. De farao biedt het volk een baan als opzichters over zijn kudde. Het beroep van schaapherders staan in Egypte laag op de maatschappelijke ladder.

� Het weerzien tussen Jozef en Jakob is ontroerend. Jozef komt zo snel mogelijk naar Gosen om zijn vader te omhelzen. Hij huilt van geluk dat hij zijn vader eindelijk terugziet.

Introductie op de les Wat voor prachtig nieuws hebben de broers voor vader Jakob? Afsluiting van de les Waarom gaat vader Jakob met zijn hele gezin in Egypte wonen?

Page 10: HOOFDSTUK 11 DROMEN - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 11 Dromen HOOFDSTUK 11 - DAG 1 DE SCHENKER EN DE BAKKER Verteltekst Genesis 40 Achtergrondinformatie

Levend Water – groep 3 10 Hoofdstuk 12 Onderkoning Jozef

HOOFDSTUK 12 – DAG 4

ONDERKONING JOZEF KNIEBOEK Plaat Bespreek waarom de broers zo verschrikt naar de Egyptische soldaten kijken. Waarom is het zo erg voor de broers dat de zilveren kelk in de zak van Benjamin zit. Wat vinden de leerlingen van Juda's antwoord om straf te krijgen in plaats van Benjamin? Broer De broers ontmoeten hun broer Jozef. Welke kinderen hebben ook een broer of broertje. Wat spelen ze met elkaar? Hebben zij wel eens ruzie? En grote broer! De grote jongen zit beschermend naast zijn kleine broertje op de bank. Hebben de kinde-ren een grote broer/zus die wel eens voor hen opkomt? Of hebben zij zelf hun kleinere broer-tje/zusje geholpen? Egypte Vertel aan de hand van de foto hoe het land Egypte eruit ziet. Leg uit dat er verschillen zijn in klimaat en dat het land er anders uitziet. Vroeger maakten de mensen zulke prachtige grote beelden. Wat voor gebouwen kennen ze nog meer uit Egypte (piramides). Strijdwagen De Egyptenaren zijn heel snel achter de broers aangekomen. Vertel dat de kar door paarden wordt getrokken. Leg uit dat er twee mannen op de kar staan. Een man houdt de teugels van het paard vast, de andere man kan vech-ten met een zwaard, speer of met pijl en boog. WERKBOEK Puzzel Toen Jozef nog jong was, heeft hij gedroomd dat zijn broers voor hem gingen buigen. Laat de kinderen in de droomwolk de droom nate-kenen. De kinderen mogen kiezen of zij de droom met de korenschoven tekenen of de droom met de sterren.

Page 11: HOOFDSTUK 11 DROMEN - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 11 Dromen HOOFDSTUK 11 - DAG 1 DE SCHENKER EN DE BAKKER Verteltekst Genesis 40 Achtergrondinformatie

Levend Water – groep 3 11 Hoofdstuk 13 In Egypte

HOOFDSTUK 13 IN EGYPTE Dag 1 De familie van Jozef in Egypte

Genesis 47: 13 – 50: 26 Dag 2 Onderdrukking

Exodus 1 Dag 3 Mozes geboren

Exodus 2 : 1 – 10 Dag 4 In Egypte

Knieboek Werkboek p. 14

Thema God zorgt in Egypte voor zijn volk. Algemene informatie Deze week gaan de verhalen over het volk Is-raël in Egypte. In het eerste verhaal gaat het over de hon-gersnood die ook in Egypte erger wordt. Jozef neemt –als goed leider- een aantal maatrege-len hiervoor. God zegent zijn volk in Egypte. Ze zijn rijk: ze krijgen bezit, ze krijgen kinde-ren, het wordt een groot volk. Voordat Jakob sterft, zegent hij zijn kinderen. Jakob wordt begraven in Kanaän. Jozef wil la-ter ook niet begraven worden in Egypte. Zijn lichaam wordt gebalsemd en zal later meege-nomen worden naar Kanaän. Jakob en Jozef houden zich beiden vast aan Gods belofte: dat het land Kanaän voor hun nakomelingen zal zijn. In het tweede verhaal gaat het over het volk dat steeds groter wordt. Voor de farao is dit een bedreiging, op allerlei manieren probeert hij dit te voorkomen. God is trouw aan zijn be-lofte die Hij gedaan heeft aan Abraham, Isaak en Jakob. Hij zorgt ervoor dat het volk zich blijft uitbreiden, ondanks de tegenwerking van de farao. Het volk is nu een slavenvolk dat onderdrukt en uitgebuit wordt door de farao. In het laatste verhaal gaat het over een gezin in Gosen. Ze volgen het bevel van de farao niet op, maar verstoppen hun zoontje drie maanden lang. Ze hopen en vertrouwen op God. God redt dit jongetje op een wonderlijke manier. Hij komt onder bescherming van de prinses te staan. Ze neemt het kind aan als haar kind. De moeder wordt betaald om voor haar eigen kind te zorgen en krijgt het weer mee naar huis. God redt Mozes zo van de dood en heeft met hem een plan. Hij mag later leider zijn als God het volk gaat bevrijden. Doelstellingen Na afloop van dit hoofdstuk: � weten de leerlingen wat het betekent dat

Jakob zijn kinderen zegent; � weten de leerlingen waarom Jakob en Jo-

zef in Kanaän begraven willen worden;

� weten de leerlingen hoe de farao probeert te voorkomen dat het volk Israël groeit;

� begrijpen de leerlingen dat God trouw is aan zijn belofte gedaan aan Abraham, I-saak en Jakob;

� begrijpen de leerlingen waarom de ouders van Mozes niet gehoorzamen aan de fa-rao;

� weten de leerlingen hoe Mozes uit het wa-ter wordt gered.

Liederen � Psalm 81: 1 - Open maar uw mond � Evangelische Liedbundel 457 – Klein,

klein kindje je leven loopt gevaar � Opwekking 42 - ‘k Stel mijn vertrouwen � Evangelische Liedbundel 420 - Als je bidt � Liedjes rond de bijbel - Jochebed � OPW kids 185 - De Here zegent jou

Page 12: HOOFDSTUK 11 DROMEN - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 11 Dromen HOOFDSTUK 11 - DAG 1 DE SCHENKER EN DE BAKKER Verteltekst Genesis 40 Achtergrondinformatie

Levend Water – groep 3 12 Hoofdstuk 13 In Egypte

HOOFDSTUK 13 - DAG 1 DE FAMILIE VAN JOZEF IN EGYPTE Verteltekst Genesis 47: 13-50:26 Achtergrondinformatie Zweer dat je me niet in Egypte begraaft: Jakob wil begraven worden in het land dat God aan hem en aan zijn nakomelingen heeft beloofd. Hij houdt zich vast aan Gods beloften en weet dat het volk maar tijdelijk in Egypte zal zijn. Knielde Israël neer op het hoofdeinde van zijn bed: Jakob knielt niet voor Jozef, maar voor God. Hij aanbidt Hem, omdat God zijn leven heeft geleid en hij nu ook nog de zekerheid heeft, dat hij begraven zal worden in het land Kanaän. Maar Israël kruiste zijn handen: Jakob keert het bewust om: de jongste krijgt de zegen van de oudste. Efraïm is later de belangrijkste. Aandachtspunten � Het verhaal is te vertellen vanuit Jozef. Hij

is blij dat zijn hele familie in Egypte is ko-men wonen, de hongersnood in Kanaän is erg (Genesis 47:4). Tegelijk moet Jozef ook maatregelen nemen als de hongers-nood in Egypte steeds erger wordt. Als het geld op is, krijgen de mensen eten in ruil voor hun vee. Na een jaar is er geen vee meer te ruilen. Dan geeft Jozef de mensen geld voor hun akkers en voor henzelf. Daarbij geeft hij hun zaad om de akkers in te zaaien. Een vijfde deel daarvan moeten ze aan de farao afstaan. Door Jozef heen redt God de mensen van de hongerdood. God blijft voor de wereld zorgen. Zo gaat de belofte in vervulling dat in Abraham de volken gezegend zijn.

� God maakt de familie van Jozef rijk (Ge-nesis 47:27). God is een God van over-vloed. Hij is trouw van geslacht op ge-slacht! Hij geeft en doet wat Hij beloofd heeft aan Abraham, Isaak en Jakob (zie Genesis 17:1-8).

� Als Jakob sterft, zegent hij zijn kinderen. Hij is een profeet en kan zo woorden van God spreken over zijn zonen. In het zege-nen van zijn kinderen laat Jakob zien dat hij blijft geloven in Gods beloften. Juda is de belangrijkste, omdat hij zich borg stelde voor Benjamin (Genesis 43:9). Hij zal de leider zijn van de andere stammen. Juda is later de koningsstam geworden en uit zijn familie wordt Jezus later geboren.

� Een groot gezelschap gaat Jakob begra-ven in Kanaän. Jozef en zijn gezin, zijn broers en alle andere familieleden, maar ook dienaren van de farao, hovelingen en andere belangrijke mensen uit Egypte

(Genesis 50:7-9). Probeer beeldend te vertellen over deze opvallende stoet men-sen uit Egypte.

� De broers van Jozef zijn nog bang voor wraak van Jozef nu hun vader is gestor-ven. Jozef troost hen en stelt hen gerust: hij kan achteraf belijden dat God alles ten goede heeft gekeerd. Dat God op deze manier zijn volk redt van de hongersnood.

� Ook Jozef gelooft in Gods beloften. Als hij gaat sterven herinnert hij zijn broers aan de belofte van terugkeer naar het beloofde land. Hij laat zijn broers onder ede be-loven dat ze zijn lichaam mee nemen bij hun terugkeer naar het beloofde land (zie ook Hebr 11:22).

� Als onderkoning heeft Jozef recht op een piramide als graf. Toch kiest hij ervoor dat zijn lichaam gebalsemd wordt voor een eenvoudig graf in Kanaän. Daarmee laat hij aan zijn broers en anderen zijn geloof in Gods beloften zien.

Introductie op de les Waarom woont Jakob met zijn hele familie in Egypte? Afsluiting van de les Waarom willen Jakob en Jozef niet in Egypte begraven worden?

Page 13: HOOFDSTUK 11 DROMEN - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 11 Dromen HOOFDSTUK 11 - DAG 1 DE SCHENKER EN DE BAKKER Verteltekst Genesis 40 Achtergrondinformatie

Levend Water – groep 3 13 Hoofdstuk 13 In Egypte

HOOFDSTUK 13 - DAG 2 ONDERDRUKKING Verteltekst Exodus 1 Achtergrondinformatie Ze werden zo talrijk: er worden veel kinderen geboren, het volk groeit. Hier gaat de belofte in vervulling die God aan Abraham (Genesis 17:2) en aan Jakob (Genesis 48:4) heeft gege-ven. Dat ze het hele land bevolkten: ze verspreiden zich ook buiten Gosen (zie Ex 3:22). Die Jozef niet gekend had: er zit ruim 300 jaar tussen de komst van Jakob en zijn zonen in Egypte en dit verhaal. In die jaren is er veel gebeurd in Egypte: vreemdelingen hebben over Egypte geregeerd, inmiddels zijn ze ver-dreven. De huidige farao heeft hierdoor meer oog voor de dreigende gevaren van buitenaf dan voor de verdienste van Jozef in het verle-den. De voorraadsteden Pitom en Raämses: hier worden levensmiddelen opgeslagen voor de Egyptische troepen. Stenen maken van klei: modder uit de Nijl wordt vermengd met stro, het wordt in een houten vorm gedaan, aangestampt en in de zon gedroogd. Op het land werken: waarschijnlijk moeten ze met schepraderen water uit de Nijl over het land gieten. Dit kost veel krachtsinspanning. Hebreeuwse vroedvrouwen: door de vertaling lijkt het te gaan om vroedvrouwen van het ei-gen volk, maar dit zijn vrouwen uit Egypte die de vrouwen van het volk Israël bijstaan bij de bevalling. Aandachtspunten � In dit verhaal is God bezig zijn belofte aan

Abraham, Isaak en Jakob te vervullen (het volk wordt steeds talrijker). De farao pro-beert dit op allerlei manieren tegen te wer-ken. Hij doet er alles aan om uitbreiding van het volk te voorkomen. Toch gaat God door met het plan dat Hij met zijn volk heeft.

� Het volk Israël is een vreemd volk in het land Egypte. Voor de farao is het een steeds grotere dreiging. De farao is bang dat het volk Israël zich bij de vijanden aan zal sluiten en in opstand zal komen tegen Egypte. Daarom laat hij hen onder toezicht van slavendrijvers zwaar werk doen. Door de harde arbeid zullen ze minder oud worden. Ze zullen door de vermoeidheid ook niet snel in opstand komen.

� De onderdrukking heeft een ander effect: het volk wordt in plaats van kleiner juist groter.

� Vanaf nu wordt het volk voortdurend mis-handeld. Door zweepslagen en afranse-lingen worden er veel mensen gedood. Daarnaast neemt de farao nog een maat-regel. De vroedvrouwen moeten de jon-getjes die geboren worden doden. Jonge-tjes zijn een bedreiging, omdat ze later mee kunnen helpen aan een mogelijke opstand. Omdat de vroedvrouwen God hebben leren kennen, werken ze hier niet aan mee en bedenken tegenover de ko-ning een uitvlucht. Ze hebben de moed om tegen de farao in te gaan en zo Gods wil voorrang te geven. Ze riskeren zelf de doodstraf.

� God blijft zijn volk zegenen. Het volk wordt steeds groter.

� De plannen van de farao lukken niet. Hij zet door en bedenkt nu een vreselijk plan: de jongetjes die geboren worden, moeten in de Nijl worden gegooid.

Introductie op de les Wat is een vijand? Afsluiting van de les Wie is de vijand van het volk Israël? Waaraan merk je dat?

Page 14: HOOFDSTUK 11 DROMEN - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 11 Dromen HOOFDSTUK 11 - DAG 1 DE SCHENKER EN DE BAKKER Verteltekst Genesis 40 Achtergrondinformatie

Levend Water – groep 3 14 Hoofdstuk 13 In Egypte

HOOFDSTUK 13 - DAG 3 MOZES GEBOREN Verteltekst Exodus 2:1-10 Achtergrondinformatie Uit de stam Levi: ook al is over deze stam door Jakob een vloek uitgesproken (Genesis 49:5-7), toch gaat God uit deze stam een redder kiezen voor zijn volk. Papyrus: ook wel biezen genoemd. Dit is een holle rietsoort die overal langs de oevers van de Nijl groeit. Het is 3 tot 5 meter hoog en on-geveer 8 cm dik. Het wordt in de oudheid ge-bruikt om papier en boten van te maken. Bestreek die met pek en teer: hiermee wordt het waterdicht gemaakt. Nam het kind aan als haar eigen zoon: Mozes wordt officieel geadopteerd en krijgt een Egyp-tische opvoeding. Door deze opvoeding wordt Mozes voorbereid op zijn latere werk. Toch blijft hij herinneringen houden aan zijn eerste jaren bij zijn echte ouders en aan zijn volk. In die eerste jaren van zijn leven heeft Mozes van zijn ouders geleerd wie God is. Toen het groot genoeg was: kinderen krijgen tot een jaar of drie moedermelk. Aandachtspunten � Vertel dit verhaal vanuit Mirjam, de zus

van de pasgeboren baby. Ze heeft ook een broertje van drie jaar: Aäron. Zij zal zelf wat ouder zijn geweest (misschien 10-12 jaar). Ze maakt de spanning mee van de 3 maanden dat haar babybroertje ver-stopt is. “Als hij maar niet te hard gaat hui-len. Of als haar kleine broertje er maar niet over praat tegenover anderen.” Mir-jam kan het geheim goed bewaren. Als ze hem niet langer kunnen verstoppen, ziet ze hoe haar moeder een mandje gaat ma-ken en daarin haar broertje in de Nijl legt. Ze gaat mee en gaat een eind verderop staan om te zien wat er met hem gebeurt. Uiteindelijk haalt ze haar eigen moeder op als voedster en neemt ze samen met haar moeder haar broertje (die nu Mozes heet) weer mee naar huis.

� Ondanks de maatregel van de koning ver-bergen Amram en Jochebed hun zoon drie maanden. Ze hopen dat God voor een oplossing gaat zorgen. Ze doen dit uit ge-loof en zijn niet bang voor het bevel van de koning (Hebr 11:23).

� Door hun kind in een mandje in de rivier de Nijl te zetten, gehoorzamen ze aan de wet van de farao. Al is het op een andere manier dan de farao bedoelde.

� Jochebed weet waarschijnlijk de plek waar de prinses gaat baden in de rivier. Ze

hoopt dat haar kind gevonden wordt. De prinses neemt het kind aan en plaatst het onder haar bescherming. Zo redt God dit kind uit handen van de farao.

� God werkt aan zijn plan. Hij ziet hoe het volk wordt onderdrukt. Hij wil hen gaan bevrijden. Daarvoor wil Hij later Mozes gaan gebruiken. In dit verhaal wordt Mo-zes op een wonderlijke manier gered. Bij de prinses, aan het Egyptische hof, zal hij een goede voorbereiding krijgen op zijn la-tere taak; hij leert de taal, de cultuur, hij leert schrijven en hij wordt bekend aan het hof. Zie ook Handelingen 7:22.

Introductie op de les Wat heeft de farao gezegd over de baby-jongetjes van het volk Israël? Afsluiting van de les Waarom mag Mozes toch blijven leven?

Page 15: HOOFDSTUK 11 DROMEN - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 11 Dromen HOOFDSTUK 11 - DAG 1 DE SCHENKER EN DE BAKKER Verteltekst Genesis 40 Achtergrondinformatie

Levend Water – groep 3 15 Hoofdstuk 13 In Egypte

HOOFDSTUK 13 - DAG 4 IN EGYPTE KNIEBOEK Plaat Op de plaat is goed te zien hoe de stenen worden gemaakt: modder uit de Nijl scheppen, vermengen met stro, in een vorm doen en in de zon drogen. Waarom is dit zwaar werk? Dit is maar een stukje van het slavenwerk: het stro moet door de slaven zelf van het land worden gehaald, de steden moeten ook nog gebouwd. Slaaf Met de grote plaat is duidelijk wat een slaaf is. Wijs ook op de opzichter. Een metselaar Hoe worden nu steden gebouwd? Wat is het verschil met het slavenwerk van toen? Gemaaid stro Je ziet een stuk land waar het graan is ge-maaid en in mijten staat. De stoppels zijn goed zichtbaar. Biezen mandje Aan de buitenkant is niet te zien dat er een baby in ligt. De moeder kan er zo mee naar de rivier lopen, zonder dat de soldaten van de fa-rao zien dat er een jongensbaby in ligt. De prinses hoort het kindje, omdat ze het hoorde huilen. Het mandje is gemaakt van riet en in-gesmeerd met pek en teer: het is dus daardoor waterdicht. WERKBOEK Laat de leerlingen het woord ‘slaaf’ kleuren. Het komt 5 keer voor: 4 keer horizontaal en 1 keer verticaal. De 5 schrijven ze op in het vak-je.

Page 16: HOOFDSTUK 11 DROMEN - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 11 Dromen HOOFDSTUK 11 - DAG 1 DE SCHENKER EN DE BAKKER Verteltekst Genesis 40 Achtergrondinformatie

Levend Water – groep 3 16 Hoofdstuk 14 Mozes

HOOFDSTUK 14 MOZES Dag 1 Mozes vlucht

Exodus 2: 11 – 22 Dag 2 Mozes’ roeping

Exodus 2: 23–4: 17 en Exodus 7: 7 Dag 3 Mozes terug

Exodus 4 : 18 – 31 Dag 4 Mozes

Knieboek Werkboek p. 15

Thema God zal er zijn! Algemene informatie Deze week gaan de verhalen verder over Mo-zes. Mozes is aan het hof van de farao opge-groeid tot een volwassen man van 40 jaar. Hij heeft een Egyptische opvoeding gehad, die hij later goed gebruiken kan! Hij heeft de Egypti-sche taal vloeiend leren spreken, kent het ge-schreven schrift en kan als prins leidinggeven. Ondanks dit blijft hij trouw aan zijn eigen volk. Zonder aarzeling kiest hij hun kant en doodt een Egyptenaar. Mozes is gedwongen te vluchten, maar doet dit in de wetenschap dat hij op God kan vertrouwen. In het tweede verhaal roept God hem tot een bijzondere taak. Hij mag zijn volk wegleiden uit Egypte. God verschijnt aan Mozes in een brandende struik. Hij geeft Mozes de kracht om wonderen te doen, en noemt voor het eerst de naam die nog vele keren in de bijbel herhaald wordt: IK ZAL ER ZIJN. Deze naam geeft troost en houvast. God blijft dezelfde en op Hem kunnen we vertrouwen! Mozes heeft veel moeite met het aanvaarden van zijn roe-ping. Uiteindelijk wordt God boos, maar Hij stuurt ook Aäron op weg om Mozes bij te staan. Mozes en zijn vrouw Sippora nemen hun zo-nen mee en gaan op reis. Daar begint het laatste verhaal mee. Onderweg wordt Mozes ernstig ziek. Hij heeft nagelaten zijn jongste zoon te besnijden. Sippora ziet dat ze bijna Mozes verliest en besnijdt zelf haar zoon. Mo-zes wordt beter en hun reis gaat verder. Bij de berg Horeb ontmoeten de broers Mozes en Aäron elkaar, en gaan samen naar de oudsten van het volk Israël met de boodschap van God. God zal er voor hen zijn! Doelstellingen Na afloop van dit hoofdstuk: � weten de leerlingen waarom Mozes naar

Midjan moet vluchten; � kunnen de leerlingen vertellen wat Mozes

in het land Midjan voor werk doet;

� kunnen de leerlingen uitleggen wat er zo bijzonder is aan de brandende struik;

� kunnen de leerlingen vertellen waarom Mozes daar zijn schoenen moet uitdoen;

� weten de leerlingen dat God zichzelf IK ZAL ER ZIJN noemt en kunnen ze uitleg-gen wat dit betekent;

� weten de leerlingen hoe Mozes van alles probeert om onder de opdracht uit te ko-men;

� kunnen de leerlingen noemen welke won-deren God Mozes laat doen;

� kunnen de leerlingen vertellen dat Aäron de hulp wordt voor Mozes.

Liederen � Psalm 46: 4 - De Heer, de God der leger-

scharen � Psalm 101: 1 - Ik wil, Heer, in mijn lied � Jan Visser - Mozes ik roep je naam � Elly & Rikkert - Wees niet bang � Opwekking voor kids 45 - God is goed

Page 17: HOOFDSTUK 11 DROMEN - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 11 Dromen HOOFDSTUK 11 - DAG 1 DE SCHENKER EN DE BAKKER Verteltekst Genesis 40 Achtergrondinformatie

Levend Water – groep 3 17 Hoofdstuk 14 Mozes

HOOFDSTUK 14 - DAG 1 MOZES VLUCHT Verteltekst Exodus 2: 11 - 22 Achtergrondinformatie Toen Mozes volwassen geworden was: hij is hier waarschijnlijk 40 jaar. Hebreeër: deze naam wordt vaak voor een Is-raëliet gebruikt in het contact met niet-Israëlieten. Wilde hij Mozes laten doden: farao vat het op-treden van Mozes als zeer ernstig op. Het zou zomaar kunnen uitmonden in een revolutie on-der het volk Israël! Helemaal omdat Mozes een hoge positie heeft aan het hof van de Farao. Midjan: de mensen uit dit land stammen af van Abraham en zijn vrouw Ketura (Genesis 25:2). Het zijn woestijnnomaden en hun karavanen trekken overal rond. Mozes krijgt in Midjan een goede voorbereiding voor de latere reis door de woestijn. Door zijn werk als herder krijgt hij grote kennis over het leven in de woestijn, en bovendien leert hij eigenschappen die hem la-ter goed van pas komen: geduld, bescheiden-heid en vertrouwen. Reüel: deze naam betekent vriend van God. Hij is de priester van de groep mensen in Midjan waar Mozes bij gaat wonen. Aandachtspunten � Vertel dit verhaal vanuit Mozes. Bij de

start van dit verhaal is hij een volwassen man. Aan het hof wordt Mozes onderwe-zen in alle wijsheid, die hem tot een krach-tige man zou maken in woord en daad (Handelingen 7:22). Het blijkt dat Mozes, ondanks zijn Egyptische opvoeding, trouw is gebleven aan zijn eigen volk. Hij voelt zich nauw met hen verbonden. Zonder aarzeling kiest hij hun kant en komt voor zijn broeder op. Dit doet hij met gevaar voor eigen leven ( Hebr. 11:25 en 26). Uit dit verhaal blijkt moed, rechtvaardigheids-gevoel en doortastendheid van Mozes.

� Hoewel Mozes het goed bedoelt, toch is zijn optreden te overhaast. Hij kiest zijn eigen tijd en wacht niet op Gods tijd. Pas als die gekomen is, zal hij Israël kunnen helpen.

� De dag nadat hij de Egyptenaar heeft ge-dood, wil Mozes ingrijpen bij een ruzie tus-sen twee Israëlieten. Maar men wil hem niet als bemiddelaar (Handelingen 7: 25vv). Mozes voelt zich wel Israëliet, maar zijn volksgenoten zien hem niet zo. Hij is opgegroeid als Egyptische prins.

� Hij vlucht vol geloof (Hebr. 11:27), zonder angst voor de farao.

� De dochters van de priester zijn herderin-nen. Elke dag komen ze bij de put om de dieren drinken te geven. Geregeld worden ze lastig gevallen door een groep herders die hen eerst water laten putten, om hen vervolgens weg te jagen. Het geputte wa-ter geven de herders aan de eigen dieren. Later moeten de dochters terugkomen, en opnieuw water putten. Dit kost hen keer op keer veel tijd. Mozes ziet dit gebeuren, en opnieuw handelt hij naar zijn recht-vaardigheidsgevoel. Hij grijpt in en helpt ook bij het drinken geven aan de kudde.

� In hun blijdschap om de hulp van Mozes vergeten ze hem als gast uit te nodigen. Dit is een van de meest elementaire plich-ten in het oosten. Mozes wordt alsnog uit-genodigd, en blijft uiteindelijk bij Reüel en zijn familie wonen. Na verloop van tijd trouwt hij met Sippora. Zij krijgen een zoon. Door hem de naam Gersom (vreemdeling) te geven, laat Mozes zien dat hij niet in Midjan, maar bij zijn eigen volk Israël hoort.

Introductie op de les Waarvoor ben jij wel eens hard weggerend? Afsluiting van de les Waarom gaat Mozes in Midjan wonen?

Page 18: HOOFDSTUK 11 DROMEN - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 11 Dromen HOOFDSTUK 11 - DAG 1 DE SCHENKER EN DE BAKKER Verteltekst Genesis 40 Achtergrondinformatie

Levend Water – groep 3 18 Hoofdstuk 14 Mozes

HOOFDSTUK 14 - DAG 2 MOZES’ ROEPING Verteltekst Exodus 2:23-4:17 en Exodus 7:7 Achtergrondinformatie Horeb, de berg van God: de Horeb wordt hier al de berg van God genoemd, omdat God zich daar aan Mozes openbaart en Hij daar later ook zal verschijnen aan het hele volk Israël. Horeb en Sinai worden wel eens door elkaar gebruikt. Het is heel waarschijnlijk dat Horeb de naam van het hele gebergte is, en Sinai een van de toppen. De engel van de HEER: hier gaat het om God Zelf. Toch niet door het vuur werd verteerd: Het vuur brandt midden in de struik, maar deze raakt niet verbrandt. Vuur is een symbool van Gods heiligheid: door zijn genade brandt het vuur niet iets af, er blijft iets mooiers over! (Ezech. 1:27). IK ZAL ER ZIJN: Gods naam is moeilijk te ver-talen, maar het komt neer op Ik zal er altijd zijn. God legt de nadruk op het zijn, en niet op wat Hij in zijn almacht kan. Hij wil bij ons zijn, een relatie met ons aangaan. Aandachtspunten � Al 40 jaar lang is Mozes (80 jaar) herder.

Toen hij nog als prins in Egypte woonde, sloeg hij er direct op los als hij het nodig vond. Maar 40 jaar leven als herder bij de schapen brengt hem tot rust. Hij leert ge-duldig te wachten op Gods tijd. Hij leert los te laten, stelt zich bescheiden op. God leidt Mozes op tot een leider met kennis, maar ook met de juiste karaktereigen-schappen.

� Vertel dit verhaal vanuit Mozes. Hij kent de verschijnselen en het gebied erg goed. Een brandende struik ziet hij vaker. Een struik die brandt, maar zonder op te bran-den, heeft hij nog nooit gezien. Hij komt dichterbij, en dan verschijnt God zelf. Mo-zes moet zijn sandalen uitdoen. Sandalen zijn vuil. Die mogen niet op de plaats ko-men waar God is. Zo is het ook met het hart van mensen. Alleen wie schoon is van binnen, mag dichtbij God komen. God is heilig, daarom moet Mozes zijn sanda-len uitdoen.

� Mozes wierp zich eens op als redder en moest vluchten naar Midjan. In dit verhaal roept God hem om het volk uit Egypte te leiden, maar Mozes maakt allerlei bezwa-ren. God ontzenuwt deze tegenwerpingen stuk voor stuk.

� De eerste tegenwerping die Mozes maakt is zijn eigen kleinheid. Wat moet hij als

herder beginnen tegenover de machtige farao? God komt hem op twee manieren tegemoet. Hijzelf zal er zijn, en Hij geeft Mozes een teken: straks zal Mozes samen met het hele volk weer bij deze berg staan om God te aanbidden!

� Mozes vraagt naar de naam van God, en dan volgt een hoogtepunt uit Exodus. God antwoordt met IK ZAL ER ZIJN. Hij blijft steeds aan Zichzelf gelijk. Hij doet wat Hij belooft. Deze naam geeft troost!

� Samen met de oudsten moet Mozes naar de farao gaan om toestemming te vragen om met het hele volk een offer te gaan brengen. God voorzegt al dat de farao dat verzoek niet zal inwilligen. Als de farao het volk niet wil laten gaan, zullen er rampen komen die Egypte zullen treffen.

� Nòg heeft Mozes bezwaren. Het volk zal hem niet vertrouwen (4:1vv). De Here geeft hem drie tekenen: zijn staf die slang wordt, zijn hand die wit wordt van ziekte en weer geneest, water uit de Nijl veran-dert in bloed.

� Als nieuwe tegenwerping wijst Mozes op zijn moeite om uit zijn woorden te komen. Weer stelt God hem gerust: IK ZAL ER ZIJN. Maar het blijkt dat Mozes niet wìl: stuur toch iemand anders! Nu wordt God boos, maar toch geeft Hij Mozes een steun in de vorm van zijn broer Aäron. Die zal met hem meegaan en het woord voe-ren.

Introductie op de les Wat gebeurt er als er iets brandt? (laat een brandende lucifer zien) Afsluiting van de les Wat was er zo bijzonder aan de brandende struik?

Page 19: HOOFDSTUK 11 DROMEN - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 11 Dromen HOOFDSTUK 11 - DAG 1 DE SCHENKER EN DE BAKKER Verteltekst Genesis 40 Achtergrondinformatie

Levend Water – groep 3 19 Hoofdstuk 14 Mozes

HOOFDSTUK 14 - DAG 3 MOZES TERUG Verteltekst Exodus 4: 18 - 31 Achtergrondinformatie Schoonvader Jetro: de vader van Sippora wordt Reüel (vriend van God) genoemd in Exodus 3: 18. In dit tekstgedeelte wordt de naam Jetro gebruikt. Dit is een ambtsnaam in de betekenis van hoogheid. Ik zal er voor zorgen dat hij hardnekkig weigert het volk te laten gaan: de verhouding van men-selijke verantwoording en goddelijke voorbe-schikking is voor ons moeilijk te doorgronden (zie Romeinen 9: 6vv). God geeft aan dat Hij van te voren weet wat de houding van de farao zal zijn. En ook dat Hij in alles Zijn eigen voornemen tot uitvoering laat komen. God verhardt het hart van de farao ( 7:3; 9:12). Maar ook lezen we dat farao zelf zijn hart verhardt (8:15, 19, 32). Niets in dit verhaal wil iets af doen aan de eigen verant-woordelijkheid van de farao. Kwam de HEER op hem af en probeerde hem te doden: hoe God dit deed is niet duidelijk. Veel uitleggers gaan uit van een ziekte die Mozes krijgt. Bloedbruidegom: alleen door bloed te laten vloeien kan Sippora Mozes behouden. Door de besnijdenis is Mozes als het ware opnieuw haar bruidegom geworden. Aandachtspunten � Sippora vervult in dit verhaal een bijzonde-

re rol, doordat ze de besnijdenis aan haar jongste zoon voltrekt. Vertel het verhaal vanuit haar gezichtspunt. Zij moet haar land en familie verlaten, om met Mozes mee te gaan. Samen met hun beide zoons Gersom en Eliëzer vertrekken ze per ezel naar een voor haar onbekend land.

� Mozes moet zijn schoonvader Jetro toe-stemming vragen om naar Egypte te gaan. De opdracht die de HEER hem gegeven heeft vertelt Mozes niet.

� Omdat Mozes de besnijdenis heeft nage-laten bij zijn tweede zoon, wordt hij ziek. Hij dreigt te sterven, terwijl hij onderweg is naar Egypte om Gods volk te bevrijden! God heeft de besnijdenis bevolen als blij-vende instelling (Genesis 17: 9 - 14). Nu moet Mozes zijn zoon alsnog gaan besnij-den, voordat Mozes zijn taak mag gaan vervullen. Want hoe moet Mozes het volk Israël tot gehoorzaamheid en het dienen van de Here oproepen, als hij zelf niet na-komt wat God vraagt?

� Omdat Mozes ziek wordt, besnijdt moeder Sippora haar zoon. Dit is ongebruikelijk,

want het gebeurt meestal door de vader. Hun eerste zoon Gersom is blijkbaar wel besneden. De term bloedbruidegom hoeft hier niet genoemd te worden. Dat Eliëzer besneden wordt en dat daardoor Mozes weer beter wordt, is voldoende.

� Bij de berg Horeb ontmoeten Mozes en Aäron elkaar. Ze hebben elkaar 40 jaar niet gezien! Beiden zijn ontzettend blij! Eindelijk zien ze elkaar weer terug! Wat zullen ze gehuild hebben en wat zullen ze elkaar veel te vertellen hebben gehad. Aäron is door God op pad gestuurd. Mo-zes vertelt hem wat de opdracht van de HEER is en welke wonderen hij moet doen. Aäron zal de spreekbuis van Mozes zijn. Samen roepen ze de belangrijke mannen, de leiders van het volk bij elkaar. Aäron is de brug naar het volk toe. Door de wonderen die Aäron doet, wordt het volk overtuigd. God ziet hun ellende en uit dank buigen ze voor Hem neer.

Introductie op de les Heb jij iemand van je familie wel eens heel lang niet gezien? Afsluiting van de les Wie ziet Mozes na lange tijd weer terug?

Page 20: HOOFDSTUK 11 DROMEN - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 11 Dromen HOOFDSTUK 11 - DAG 1 DE SCHENKER EN DE BAKKER Verteltekst Genesis 40 Achtergrondinformatie

Levend Water – groep 3 20 Hoofdstuk 14 Mozes

HOOFDSTUK 14 - DAG 4 MOZES KNIEBOEK Plaat Bespreek met de leerlingen de plaat van Mo-zes bij de brandende struik. De 10 vragen kunnen hier in betrokken worden. Achter Mo-zes liggen zijn sandalen. Staf Vraag de leerlingen wie het woord kan lezen. Kan iemand de staf aanwijzen op de plaat? Rode kaart Wie geeft een rode kaart? Krijgen wij ook wel eens een keer zo’n kaart? Wat wordt er mee bedoeld? In welk verhaal gebruikt God als het ware ook een rode kaart? Bramen Op de foto een beschuitje met bramenjam (bramenstruik). Heb je wel eens bramenjam geproefd? Of misschien wel bramen geplukt? Wat gebeurde er met een bramenstruik in het verhaal van Mozes? Sandalen Leg de koppeling met vraag 4 en met de blote voeten van Mozes op de grote plaat. WERKBOEK Wat is de goede volgorde? Zet het goede cijfer (of aantal stippen) in het vakje. 5. Mozes bij de braamstruik 3. Mozes op de vlucht 6. hereniging met Aaron 4. Mozes als schaapherder 2. Mozes als rijke Egyptenaar kijkt bij slaven die werken 1. biezenmandje; . Daarna kun je ze mooi laten kleuren.

Page 21: HOOFDSTUK 11 DROMEN - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 11 Dromen HOOFDSTUK 11 - DAG 1 DE SCHENKER EN DE BAKKER Verteltekst Genesis 40 Achtergrondinformatie

Levend Water – groep 3 21 Hoofdstuk 15 Plagen in Egypte

HOOFDSTUK 15 PLAGEN IN EGYPTE Dag 1 Mozes voor de eerste keer naar fa-

rao Exodus 5 – 6: 1

Dag 2 Weer naar de farao Exodus 7: 8 – 25

Dag 3 Plaag twee tot en met negen Exodus 7 : 26 – 10 : 29

Dag 4 Plagen in Egypte Knieboek Werkboek p. 16

Thema God is sterker dan de farao. Algemene informatie Deze week gaan de vertellingen over het op-treden van Mozes en Aäron bij de farao in Egypte. Mozes vraagt zeer vaak of de farao het volk Israël wilt laten gaan. Het volk wil of-fers in de woestijn brengen aan God. In de eerste vertelling gaan Mozes en Aäron voor het eerst naar de farao. Maar de farao willigt hun verzoek niet in. Integendeel, hij laat de Is-raëlieten nog harder werken. In de tweede vertelling gaan Mozes en Aäron weer naar de farao. De farao is een beetje on-der de indruk, omdat de staf van Aäron de staf van de magiërs verslaat. De farao laat het volk echter niet gaan. Ook niet als de Nijl in een bloedrivier verandert. In de derde vertelling komen acht plagen aan de orde. De plagen worden steeds erger en treffen vooral de Egyptenaren. Tijdens elke plaag zegt de farao dat hij het volk zal laten gaan. Maar als de plaag opgehouden is, komt hij zijn woorden niet na. De farao is hardnek-kig. Doelstellingen Na afloop van dit hoofdstuk: � kunnen de leerlingen vertellen hoe Mozes

en Aäron keer op keer naar de farao gaan; � weten de leerlingen dat God de plagen

stuurt, op de plek waar Hij wil en ze op Zijn tijd beëindigt;

� kunnen de leerlingen vertellen welke pla-gen er zijn;

� weten de leerlingen dat de farao koppig is. Liederen � Psalm 9:1 - Ik zal met heel mijn hart, O

Heer � Psalm 105:12 - God deed zijn woord door

Mozes horen � Alles wordt nieuw 108 - Met Mozes zijn wij

meegegaan � Opwekking 277 - Machtig God, sterke

Rots

� CD God kent jou - Mijn God is zo groot, zo sterk en zo machtig

God is goed voor mij

Page 22: HOOFDSTUK 11 DROMEN - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 11 Dromen HOOFDSTUK 11 - DAG 1 DE SCHENKER EN DE BAKKER Verteltekst Genesis 40 Achtergrondinformatie

Levend Water – groep 3 22 Hoofdstuk 15 Plagen in Egypte

HOOFDSTUK 15 - DAG 1 MOZES VOOR DE EERSTE KEER NAAR FARAO Verteltekst Exodus 5-6:1 Achtergrondinformatie Laat mijn volk gaan, om in de woestijn ter ere van mij een feest te vieren: dit is een verzoek om een tijdelijk verlof. Het is niet de bedoeling om vervolgens Egypte voorgoed te verlaten. Dat is het pas als farao het recht van God op zijn volk definitief afwijst (Exodus 10:27ev). Anders treft hij ons met de pest of met het zwaard: Mozes voegt deze zin erbij, om de fa-rao over te halen om het volk voor drie dagen te laten gaan om feest te vieren. Stoppels: stoppels zijn resten van de aren die op het land na de oogst blijven liggen. Deze moeten dan verbrijzeld worden en kan dan als stro gebruikt worden. Het werk wordt dubbel zo zwaar, omdat ze nu zelf stro na de oogsttijd, dus in de warmste tijd van het jaar, moeten zoeken. Aandachtspunten � In dit verhaal mag duidelijk naar voren

komen dat Mozes met twee grote proble-men krijgt te maken. De eerste is dat de farao hem weigert om het volk te laten gaan en het werk van de Israëlieten zwaarder maakt. Het tweede probleem is dat de eigen volksgenoten van Mozes hem de schuld geven van de gehele situa-tie in Egypte.

� Laat in dit verhaal goed de spanning naar voren komen: het is voor Mozes heel spannend om het paleis van de farao weer binnen te moeten gaan. God zegt tegen Mozes dat Hij hem beschermt en de farao zegt dat hij God niet kent. Het botst tussen God en de goden. God laat zien dat Hij de machtigste is en wint van alle andere go-den.

� Een van de belangrijkste taken van de Hebreeuwse slaven is het maken van ste-nen voor de constructie van gebouwen, voorraadschuren en monumenten. Deze stenen worden gemaakt van klei, ge-mengd met water en soms met stro. Egyp-tische stenen zijn ongeveer zo groot als een schoenendoos. Vaak dragen ze het stempel van de regerende farao.

� Het eerste verzoek van Mozes aan de fa-rao verergert de situatie alleen maar. De mensen van het volk Israël keren zich te-gen Mozes. Mozes wendt zich in frustratie tot God. En God, op Zijn beurt, vertelt nog een keer Zijn plan. Mozes is voorbereid op een tegenslag, maar als het dan ook uit

komt en de farao weigert het volk te laten gaan, is Mozes erg teleurgesteld.

� De farao laat het volk niet gaan. Maar God geeft antwoord en laat zijn macht zien. God zal Zijn naam eer aan doen! Hij zal aan de Egyptenaren en aan de Israëlieten laten zien dat Hij bestaat.

� Mozes vraagt aan de farao of ze Egypte mogen verlaten om te kunnen offeren. De Egyptenaren vinden de offers van de Isra-elieten een gruwel, omdat Israëlieten die-ren offeren die de Egyptenaren heilig vin-den. De reactie van de farao laat zien dat hij onverzoenlijk de strijd aangaat. Dit had God al voorzegd.

� Uit vers 22 e.v. blijkt de vertrouwelijke omgang tussen Mozes en God. Ze heb-ben nauw contact met elkaar.

Introductie op de les Wat zijn slaven? Afsluiting van de les Waarom moeten de Israëlieten zelf stro gaan zoeken?

Page 23: HOOFDSTUK 11 DROMEN - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 11 Dromen HOOFDSTUK 11 - DAG 1 DE SCHENKER EN DE BAKKER Verteltekst Genesis 40 Achtergrondinformatie

Levend Water – groep 3 23 Hoofdstuk 15 Plagen in Egypte

HOOFDSTUK 15 - DAG 2 WEER NAAR DE FARAO Verteltekst Exodus 7:8-25 Achtergrondinformatie Wanneer hij naar de rivier gaat: de farao heeft de gewoonte om elke morgen naar de Nijl te gaan. Waarschijnlijk voor zijn morgengebed. De rivier de Nijl wordt door de Egyptenaren als een god vereerd. Vissen gaan dood: een belangrijke voedsel-bron. Het enige vlees dat de Egyptenaren eten. Houten en stenen waterbakken: omdat Egypte een regenarm land is, bewaart men zoveel mogelijk water in houten of stenen bakken. Naar drinkwater graven: de Egyptenaren gra-ven putten op zoek naar drinkwater. Dit water is blijkbaar niet in bloed veranderd. Zeven dagen duurde de plaag: zeven is het getal van de volheid. Aandachtspunten bij de vertelling � Vertel vanuit het perspectief van Mozes. � In dit verhaal moeten een aantal punten

naar voren komen: � Mozes weet dat God achter hen staat:

God doet wat Hij belooft. Mozes weet ook dat God het hard speelt.

� Daarnaast is het zo dat de farao niets doet met Mozes en Aäron. Hij stopt ze niet in de kerker en doodt ze niet.

� Het laatste punt is de boosheid van het volk Israël, omdat ze harder moeten werken.

� Egypte is een hoogstaande, ontwikkelde cultuur op het gebied van bouwkunst en religie. De Egyptische magiërs laten een knap stuk toverkunsten zien, maar de staf van Aäron verslindt de andere staven. De farao heeft op zijn kroon een slang, een cobra, als symbool van zijn macht. Occul-te machten kunnen sterk zijn, maar de He-re God is altijd sterker!

� Aäron werpt op het bevel van God zijn staf neer en deze verandert in een slang. Dit-zelfde teken had hij ook eerder al voor de Israëlieten gedaan.

� De eerste plaag treft de Nijl. De Egyptena-ren vereren de Nijl als een god. Hun leven hangt af van deze rivier. De Nijl is namelijk de voornaamste bron van water voor Egypte. ‘s Zomers valt er geen regen in Egypte en in de wintermaanden regent het maar drie of vier keer. Bijna elke inwoner in Egypte leeft langs de oevers van deze rivier. Want verder bestaat het land uit dorre woestijn. Elk jaar treedt de Nijl bui-ten zijn oevers en laat een vruchtbaar laag

slib achter wanneer het water weer terug-loopt.

� Het volk Egypte aanbidt vele goden en godinnen. Elke god wordt afgebeeld als een dier, ding of iets uit de natuur. God stuurt Zijn plagen om de Egyptenaren te laten zien dat Hij machtiger is dan hun go-den. Farao wordt ook als een god gezien. Ook hij valt als god in het niets bij de God van Israël!

Introductie op de les Waarom zijn Mozes en Aäron naar de farao gegaan? Afsluiting van de les Waarom wil de farao niet naar Mozes en Aäron luisteren?

Page 24: HOOFDSTUK 11 DROMEN - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 11 Dromen HOOFDSTUK 11 - DAG 1 DE SCHENKER EN DE BAKKER Verteltekst Genesis 40 Achtergrondinformatie

Levend Water – groep 3 24 Hoofdstuk 15 Plagen in Egypte

HOOFDSTUK 15 - DAG 3 PLAAG TWEE TOT EN MET NEGEN Verteltekst Exodus 7:26-10:29 Achtergrondinformatie Vlas: essentieel voor de linnenindustrie in Egypte. Tarwe: een belangrijk exportartikel voor Egyp-tenaren. Spelt: grove tarwe, waarvan brood wordt ge-maakt. Aandachtspunten � In dit verhaal gaat het om de strijd tussen

God en de farao en de overwinning van God op de Egyptenaren! God laat zijn ab-solute macht zien. God is de baas over de omvang, lengte en locatie van de plagen. God kondigt van te voren de aanvangstijd aan en kan op elk moment een plaag stoppen als antwoord op een gebed.

� De plagen hebben steeds hetzelfde ver-loop: aankondiging, het gebeuren zelf, de verharding van de farao. De Here God is zo goed om de plagen steeds aan te kon-digen, behalve de 3de, 6de en 9de plaag. De mensen weten wat hun te wachten staat en kunnen zich voorbereiden.

� Verschil in opbouw bij de plagen: de kik-kerplaag kunnen de Egyptische magiërs ook nog nadoen. De andere plagen niet. De eerste plagen (water in de Nijl, de kik-kers en de muggen) treffen ook de Israë-lieten, de andere plagen treffen alleen de Egyptenaren.

� Tot de zesde plaag is het de farao zelf die ervoor kiest om steeds op zijn belofte te-rug te komen om het volk te laten gaan. De farao denkt dat hij de toon zet. Maar God zet zijn plan door en zorgt ervoor dat de farao hardnekkig zich blijft verzetten.

� De tien plagen vinden in een tijdsbestek van zes maanden tot een jaar plaats.

� De plagen op een rij: � Kikkers: veroorzaken last en schade.

Maar erger dan de 1ste

plaag; het komt nu de huizen en het paleis binnen.

� Muggen: de Egyptische magiërs kun-nen vanaf nu de plagen niet meer na-doen en erkennen dat hier in een hand van god moet zijn (8:15). Benadruk dit! De eerste plagen kunnen de Egypti-sche magiërs ook, maar nu niet meer. Dit zien ze zelf ook en gaan de hand van God zien! Dit gaat het mensen-werk te boven! Zolang de Egyptische magiërs het ook nog kunnen, is het voor de farao niet zo bijzonder, maar dat wordt het vanaf nu wel!

� Steekvliegen: treft de mensen zelf; ontstekingen, ziekten. Vanaf nu wor-den alleen de Egyptenaren en hun die-ren getroffen met de plaag. God wil zijn volk gezond houden.

� Pest onder het vee: zwaardere plaag, treft de dieren die buiten staan.

� Zweren: nu worden ook de mensen di-rect getroffen en kunnen hieraan ster-ven.

� Hagel: alles wat buiten is, mens en dier, wordt getroffen door deze plaag.

� Sprinkhanen: ook wel kaalvreters ge-noemd. Oorzaak van hongersnoden.

� Duisternis: mensen tasten volledig in het donker.

Introductie Wat is de eerste plaag? Afsluiting Kun jij de negen plagen noemen? Tip: Pictogrammen van de plagen op het bord han-gen

Page 25: HOOFDSTUK 11 DROMEN - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 11 Dromen HOOFDSTUK 11 - DAG 1 DE SCHENKER EN DE BAKKER Verteltekst Genesis 40 Achtergrondinformatie

Levend Water – groep 3 25 Hoofdstuk 15 Plagen in Egypte

HOOFDSTUK 15 - DAG 4 PLAGEN IN EGYPTE KNIEBOEK Plaat Bespreek de plagen aan de hand van de teke-ningen. Vervolgens kun je de vragen bespreken. Plaag Wie kan het lezen? Wat betekent plaag als het gaat over de Bij-belverhalen? Wanneer gebruiken wij het woord plaag? Een kikker op je tafel Wie kan vertellen wat er gebeurt op de teke-ning? Hoe zou je het vinden als er ’s avonds een kikker uit je bord eten springt? Of ze lig-gen in je bed… Donkere wolken Wat heeft deze foto te maken met de plagen in Egypte? (drie dagen dikke duisternis). In die tijd zijn er geen lampen, kaarsen of iets derge-lijks. Het is echt donker. Hoe zou dat zijn ge-weest voor de mensen en de dieren? Hoe kun je dan werken en eten koken? Waneer wordt het bij ons heel donker? Een waaier Wat doet het meisje? Waar heeft deze teke-ning mee te maken? Heb je zelf wel eens last van een mug op je kamer of in de tent als je kampeert? En nu zijn ze overal… WERKBOEK De kinderen kunnen de woorden naschrijven of nastempelen. Vervolgens kunnen ze kleuren. Creatieve opdrachten Kleien naar aan leiding van de tien plagen Of verven over één plaag

Page 26: HOOFDSTUK 11 DROMEN - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 11 Dromen HOOFDSTUK 11 - DAG 1 DE SCHENKER EN DE BAKKER Verteltekst Genesis 40 Achtergrondinformatie

Levend Water – groep 4 26 Hoofdstuk 16 Wonderen

HOOFDSTUK 16 BEVRIJDING Dag 1 Plaag tien en Pesach

Exodus 11 – 13: 16 Dag 2 Doortocht door de zee

Exodus 13: 17 – 15: 21 Dag 3 Woestijnreis en eten

Exodus 15 : 22 – 17 : 7 Dag 4 Bevrijding

Knieboek Werkboek p. 17

Thema God bevrijdt zijn volk uit Egypte. Algemene informatie In dit hoofdstuk laat God zijn majesteit aan zijn volk en de omringende volken zien. Hij bevrijdt zijn volk uit Egypte van slavernij en laat in de woestijn zien dat Hij zijn beloften waar maakt. In het eerste verhaal gaat de farao eindelijk overstag na de verschrikkelijke tiende plaag: alle eerstgeborenen worden gedood. Het volk Israël wordt ontzien, omdat ze een lam hebben geslacht en het bloed op de deurposten heb-ben gestreken. De doodsengel gaat hun deur voorbij. In het tweede verhaal maakt God de bevrijding van Egypte definitief door farao met zijn leger te verdrinken in de Rietzee. Het volk viert deze bevrijding, na een angstige achtervolging en doortocht door de Rietzee. In het derde verhaal laat God zien dat Hij voor zijn volk in de woestijn zorgt. Door een wonder krijgen de mensen genoeg te eten: manna en kwartels. Maar ondanks de wonderen verwacht het volk niet dat God voor hen blijft zorgen. Ze mopperen om eten en sommigen pakken meer dan nodig is. Het vertrouwen van het volk schiet tekort. Het verhaal van de exodus (=uittocht) is als het ware het evangelie van het Oude Testament! Doelstellingen Aan het einde van het hoofdstuk: � kunnen de leerlingen vertellen wat er ge-

beurt op het Pesach; � weten de leerlingen waarom de farao het

volk laat gaan; � kunnen de leerlingen vertellen wat er ge-

beurt bij de Rietzee; � weten de leerlingen hoe God het volk door

de woestijn de weg wijst; � weten de leerlingen hoe God voor het volk

zorgt in de woestijn. Liederen � Psalm 136: 14 - Die zijn volk met sterke

hand

� Liederen van Hanna Lam, bundel 1, lied 108 - Met Mozes zijn wij meegegaan

� Liederen van Hanna Lam, bundel 1, lied 109 - De koning van Egypteland

� Opwekking voor kinderen 31 Door de kracht

� Liedjes rond de bijbel 7 - Zing wat je kan � Liedjes rond de bijbel 12 - Mozes, ik roep

je naam! � Ook uit de mond dl 1, 6 - God heeft ons

niet vergeten � Ook uit de mond dl 2, 14 - Engel, ga voor-

bij � Ook uit de mond dl 2, 15 - Manna uit de

hoge � Timotheus 206 - Hoe kwam Mozes door

de Rode Zee � Aly Dijkhuizen - Manna

Page 27: HOOFDSTUK 11 DROMEN - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 11 Dromen HOOFDSTUK 11 - DAG 1 DE SCHENKER EN DE BAKKER Verteltekst Genesis 40 Achtergrondinformatie

Levend Water – groep 4 27 Hoofdstuk 16 Wonderen

HOOFDSTUK 16 - DAG 1 PLAAG TIEN EN PESACH Verteltekst Exodus 11-13:16 Achtergrondinformatie Pesach: het feest van het voorbijgaan. Aan de deurposten waar bloed is gestreken, gaat de doodsengel voorbij. Zuurdesem: gist dat ontstaat door gisting en rotting. Het brood kan tijdens de uittocht niet gisten, want ze moeten snel weg. Het gist is onzuiver, moet van de heilige God weggehou-den worden en het gist verwijst naar de zonde. Bundel hysop: door de donzige bladeren en lange takken geschikt als kwast. Bittere kruiden: kan een herinnering zijn aan de bittere verdrukking in Egypte. Eerstgeborene: de eerstgeborenen zijn eigen-dom van God. Het zijn de plaatsvervangers en vertegenwoordigers van het hele volk. De oud-ste jongens moeten worden vrijgekocht voor de losprijs van vijf zilverstukken. De jongens uit de stam van Levi doen dienst in de tempel. Baktroggen: in deze aardewerken bakken wordt het deeg gekneed. 430 jaar: sinds de komst van Jakob in Egypte hebben ze in Gosen gewoond. Aandachtspunten � Vertel het verhaal vanuit een jongen die

toekijkt hoe zijn vader en moeder het Pesach voorbereiden, het binnenzitten als de engel des doods rondgaat, het haasti-ge en geordende vertrek, de wolkkolom die voor de mensen uitgaat richting de Rietzee. Voor de jongen zal het een span-nende gebeurtenis zijn geweest.

� In dit bijbelgedeelte wordt twee keer pre-cies uitgelegd hoe de mensen het Pesach moeten vieren, zodat ze de uittocht blijven herinneren. Herhaling! Herhaling is zo be-langrijk! Na een lange tijd van verdrukking in Gosen gaat God aan zijn volk, aan de Egyptenaren en de omringende volken la-ten zien hoe groot zijn majesteit is. Later zal Rachab aan de verspieders vertellen dat de bevolking van Kanaän bang is voor het volk en God door de uittocht uit Egypte (Jozua 2:9).

� Elk jaar viert het volk de uittocht. Als tij-dens het feest een van de zonen (meestal de jongste) vraagt: “Waarom is deze avond zo heel anders dan de andere avonden”, vertelt de vader over de ver-drukking en uittocht uit Egypte.

� God voert de laatste zware plaag uit bij elk Egyptisch gezin. In elk huis is verdriet en luid gejammer. Zelfs de oudste zoon van de farao is gestorven. De farao is geen

god, ook al zien de Egyptenaren hem zo. De farao moet erkennen dat de God van het volk in Gosen sterker en machtiger is dan alle afgoden.

� De Egyptenaren dringen er op aan om snel te vertrekken. Ze mogen alles mee-nemen en krijgen zelfs geschenken. De Egyptenaren geven de Israëlieten siera-den en kleding. Ze willen heel graag dat het volk vertrekt.

� God laat zich als een Bevrijder zien. Hij toont zijn volk dat de belofte die Hij aan Abraham, Isaak en Jakob heeft gegeven, uitvoert. De bevrijding voor Israël betekent vernietiging van Egypte. God demon-streert zijn macht, zodat iedereen op aar-de weet wie Hij is. Hij is genadig en barm-hartig voor degene die Hem vrezen, maar Hij is ook een jaloers God die geen andere goden duldt. Hij bepaalt wat er gebeurt.

Introductie op de les Zet voor in de klas een tafeltje neer. Leg op het tafeltje matzes en bittere kruiden (witlof of mierikswortel). Laat de kinderen proeven. Afsluiting van de les Waarom laat de farao het volk gaan?

Page 28: HOOFDSTUK 11 DROMEN - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 11 Dromen HOOFDSTUK 11 - DAG 1 DE SCHENKER EN DE BAKKER Verteltekst Genesis 40 Achtergrondinformatie

Levend Water – groep 4 28 Hoofdstuk 16 Wonderen

HOOFDSTUK 16 - DAG 2 DOORTOCHT DOOR DE ZEE Verteltekst Exodus 13:17 – 15:21 Achtergrondinformatie Kortste route: loopt langs de kust door het Fi-listijnse gebied. De route wordt gebruikt voor de handel en het leger. Als het volk deze route neemt, zal het worden aangevallen. Bovendien is de route versterkt door Egyptische grensfor-ten. Het volk heeft nog geen leger om te vech-ten. Er bestaat een grote kans dat het volk dan spijt krijgt en de moed verliest. Lichaam Jozef: er is aan Jozef belooft dat hij in Kanaän wordt begraven (Genesis 50:25). Slaven: in korte tijd hebben de Egyptenaren veel arbeidskracht verloren. De Israëlieten kunnen huizen bouwen, stenen bakken, textiel weven, muziek maken, metaal bewerken, leer maken en glazen blazen. Rietzee: de Israëlieten zijn door één van de meren ten noorden van de Rode zee getrok-ken. Rond de meren is veel riet. Volbemande wagens: drie mannen, de wa-genmenner, de boogschutter en de schilddra-ger. Aandachtspunten � Vertel het verhaal over de doortocht door

de ogen van de jongen uit het vorige ver-haal. Maak via hem het verhaal spannend over de achtervolging en de wonderlijke doortocht door de Rietzee. Laat hem daarna de opluchting en de vreugde bele-ven van Gods overwinning op Egypte.

� De HEER gaat het volk zelf voor. Overdag is Hij in een wolkkolom en 's nachts is Hij in de vuurzuil. Op deze manier wijst God de weg en kunnen ze 's nachts doorreizen om Egypte snel te verlaten. God laat het volk eerst een dwaalroute lopen om de fa-rao uit te dagen hen te achtervolgen. Het lijkt voor buitenstaanders alsof het volk is vastgelopen aan de Rietzee. Het Egypti-sche leger loopt op het volk in. Voor het volk zal het vreselijk beangstigend zijn geweest. Ze raken dan ook in paniek en roepen dat ze niet willen sterven in de woestijn.

� -De engel van God gaat Zelf tussen het volk en de Egyptenaren in staan. De wolk-kolom laat het licht aan de kant van de Is-raëlieten en de Egyptenaren zitten in het donker.

� Op Gods opdracht strekt Mozes zijn staf over de Rietzee uit en er ontstaat een pad door de zee door een oostenwind. Tussen de Egyptenaren en het volk staat de wolk-kolom. Alleen aan de kant van de Israëlie-

ten is het licht. De Egyptenaren proberen hen te achtervolgen in het donker. Als het ongeveer 2 uur 's nachts is, zorgt God voor paniek bij de Egyptenaren. Het wordt steeds moeilijker om de Israëlieten te ach-tervolgen. Als de zon opkomt, stroomt de zee, op het teken van Mozes, weer terug naar zijn oorspronkelijke plaats. Alle Egyp-tenaren worden overspoeld.

� Het volk is nu helemaal verlost van de Egyptenaren. Het volk viert de bevrijding met dansen en liederen. Het is een beslis-send moment voor Israël en een voorte-ken voor de volken in Kanaän.

Introductie op de les Neem een lange, stevige stok mee. Hebben de kinderen wel eens een stok gebruikt tijdens een bergwandeling? Afsluiting Welk wonder doet Mozes met zijn stok?

Page 29: HOOFDSTUK 11 DROMEN - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 11 Dromen HOOFDSTUK 11 - DAG 1 DE SCHENKER EN DE BAKKER Verteltekst Genesis 40 Achtergrondinformatie

Levend Water – groep 4 29 Hoofdstuk 16 Wonderen

HOOFDSTUK 16 - DAG 3 WOESTIJNREIS EN ETEN Verteltekst Exodus 15: 22 – 17: 7 Achtergrondinformatie Elim: grote bomen. Het is een zeer grote oase (vanwege het aanwezige water) in de woestijn. Massa en Meriba: verzoeking en twist. Deze plaats wordt later als plek van ongeloof in de Psalmen aangehaald (Psalm 95:8). Refidim: dit moet een grote oase zijn geweest, want het volk is hier een lange tijd geweest: water uit de rots, strijd met Amalek en raad van Jetro Dagreis: per dag legt het volk en het vee on-geveer 25 km af. Manna: lijkt op korianderzaad. Dit zijn kleine, ronde, doorzichtige korreltjes. Manna betekent: 'wat is dat'. Het manna kan gebruikt worden om te bakken en te koken. Het volk heeft dit voedsel 40 jaar gegeten. Korianderzaad groeit vooral rondom de Mid-dellandse zee. De zaadjes ruiken naar anijs en smaakt naar honingkoeken. Kwartels: zijn trekvogels die uit Afrika over de Sinai naar het noorden vliegen. Het zijn een soort patrijzen. Ze vliegen in grote zwermen laag over de grond. Het vliegen is vermoeiend voor de vogels. Als ze tegenwind hebben ge-had, kunnen ze als bedwelmd op de grond lig-gen. Ze vliegen dan een paar dagen niet. Het vlees van de kwartel wordt in de zon gelegd om te drogen. Kruik manna: God geeft opdracht om een kruik met manna te bewaren als herinnering (Exo-dus 16:34). De kruik wordt later in de ark ge-legd (Hebreeën 9:4). Omer: inhoudsmaat voor droge stoffen van ongeveer 3½ liter Aandachtspunten � Vertel het verhaal vanuit de jongen die in

de vorige twee verhalen naar voren kwam. Vertel hoe de jongen het beleeft: de reis, de honger, het gemopper en de oplossin-gen die God geeft.

� In Egypte heeft het volk als slaaf gewerkt, maar wel altijd genoeg en lekker eten (groente, vis, vlees, fruit) gekregen. Het is een hele grote omslag om nu in de woes-tijn te leven.

� Uit hun geklaag en gemopper blijkt dat het volk niet uitgaat van Gods zorg. Ze ver-wachten niet dat God genoeg eten en drinken geeft. Terwijl God toch machtige wonderen heeft gedaan in Egypte en tij-dens de doortocht door de Rietzee. Maar de mensen blijven mopperen. God laat nu

Zijn barmhartige kant zien. Hij straft hun gemopper niet, maar zorgt voor zijn volk.

� God stelt zich mild op tegenover het volk. Hij gaat na of ze naar Hem willen luiste-ren. Zal het volk het manna goed verza-melen en respect hebben voor de sabbat? Zal het volk onbezorgd leven en onder de indruk zijn van Zijn Majesteit? Het volk is blij als Mozes uitkomst geeft, maar ver-trouwen niet op Gods zorg als ze het niet zien.

� God geeft het manna 's morgens en de kwartels 's avonds. Maar een aantal men-sen pakt meer dan ze nodig hebben. Ze doen niet wat God zegt. Wat deze mensen teveel hebben gepakt, zit vol met maden.

Introductie op de les Hoe ziet de woestijn eruit? Wat is er moeilijk te vinden? Afsluiting van de les Hoe zorgt God ervoor dat de mensen genoeg te eten en drinken hebben?

Page 30: HOOFDSTUK 11 DROMEN - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 11 Dromen HOOFDSTUK 11 - DAG 1 DE SCHENKER EN DE BAKKER Verteltekst Genesis 40 Achtergrondinformatie

Levend Water – groep 4 30 Hoofdstuk 16 Wonderen

HOOFDSTUK 16 - DAG 4 WONDEREN KNIEBOEK Plaat Op de laatste avond in Egypte viert Gods volk het Pesach. Bespreek met de leerlingen hoe je kan zien dat ze het Pesach vieren: de rode deurpost en de matses in hun handen. Waar-om staan de mensen te eten? Zien de leerlin-gen de tassen al buiten liggen voor vertrek? Feest Gods volk viert feest. Egypte is niet meer de baas. Ze gaan op reis naar het beloofde land. Polonaise Wat doen de kinderen op het plaatje? Hebben de leerlingen dit wel eens gedaan op een feest? Hoe zullen de kinderen zich voelen? Oase Laat de leerlingen uitleggen wat ze zien. Wan-neer speel je in een badje? Leg de link naar de hete woestijn. Gods volk moet een lange reis maken door de woestijn. Ze verlangen naar water om te drinken en zich te kunnen wassen. Tamboerijn Weten de leerlingen de naam van dit instru-ment? Gods volk heeft het gebruikt om feest te vieren. Eindelijk zijn ze vrij van Egypte, op weg naar het beloofde land. Laat een echte tam-boerijn zien. Zing er eventueel een lied bij, bv. 'De koning van Egypteland'.

WERKBOEK Puzzel Trek een lijn van een puzzelstukje naar het goede plaatje. Laat de leerlingen de plaatjes inkleuren. Extra verwerking

TAMBOERIJNENRAMMELAAR Nodig: slingers, linten, 2 kar-tonnen borden, bonen / kra-len / kiezelsteentjes, belle-tjes en plakkertjes. Plak enkele slingers op de rand van één van de karton-nen borden. Leg de bo-nen/kralen/kiezelsteentjes/b

elletjes op hetzelfde bord. Plak het andere bord met de binnenkant naar onder op het eerste bord. Laat de lijm drogen. Versier beide zijden met stiften, gekleurd pa-pier en plakkertjes.

Page 31: HOOFDSTUK 11 DROMEN - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 11 Dromen HOOFDSTUK 11 - DAG 1 DE SCHENKER EN DE BAKKER Verteltekst Genesis 40 Achtergrondinformatie

Levend Water – groep 4 31 Hoofdstuk 16 Wonderen

Bewegingsspel 'De koning van Egypteland' Met de leerlingen kunnen er bewegingen worden bedacht. De volgende bewegingen zijn aan te leren: 1. De koning van Egypteland twee handen boven hoofd kroon maken) trok al zijn leger saam. Ons lot was echter in Gods hand (een hand als kom omhoog) Geprezen zij zijn Naam (beide armen in de lucht) Refrein Zingt de Heer, want Hij is hoog verheven (langzaam handen omhoog naar lucht) het paard en zijn ruiter stortte Hij in zee (met handen een klap omlaag maken) 2. Hun ruiters zaten hoog te paard (in handen tuigels, net doen of je op een paard zit) hun wagens reden snel.

Maar hoger nog verheven is (hoofden omhoog, kijken naar boven) die streed voor Israël.

3. De aarde dreunde van geweld (stampen met voeten)

de lucht zag zwart van stof (met handen op ogen, hoofd naar boven) Maar met ons was de sterke held ( kijken naar boven, met hand vuist maken) Zing, Israël, zijn lof.

4. Zijn adem baande ons een pad (handen bijelkaar en vooruit en zwaaien) de wind werd bondgenoot De vijand echter vond zijn graf (in elkaar duiken met handen boven hoofd) in 't water van de dood. 5. Voor altijd worden man en paard

verzwegen in de vloed (met rechterwijsvinger tegen de lippen) Maar rondom is de naam vermaard (enthousiast 'praten' tegen anderen) van Hem die wond'ren doet.

6. Looft nu de Heer met snarenspel ( vingers spelen harp) en heft de tamboerijn (met één hand tamboerijn bewegen) want Hij verloste Israël Geprezen moet Hij zijn. Charoset Dit recept wordt door de joden gemaakt bij het Pesach. Het is het beeld van de metselspecie die het joodse volk voor het bouwen gebruikte. Het mengsel kan op matzes gesmeerd worden

� 450 g zoete handappels � 150 g blanke amandelen � 2 volle theelepels kaneel � 100 g suiker � 150 g rozijnen � 5 eetl. zoete rode wijn �

De appels schillen en de klokhuizen verwijderen. Voor een echte specie kunt u alles, behalve de wijn, in de keukenmachine fijnmaken. Voeg de wijn beetje bij beetje toe, zodat het mengsel niet te nat wordt.

Page 32: HOOFDSTUK 11 DROMEN - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 11 Dromen HOOFDSTUK 11 - DAG 1 DE SCHENKER EN DE BAKKER Verteltekst Genesis 40 Achtergrondinformatie

Levend Water – groep 3 32 Hoofdstuk 17 Luister naar God

HOOFDSTUK 17 LUISTER NAAR GOD Dag 1 Amalek en Jetro

Exodus 17: 8 0 18: 27 Dag 2 Bij de berg Sinai

Exodus 19: 1 – 20: 21 Dag 3 Mozes op de berg

Exodus 24 : 1 – 18 Exodus 25 – 31 : 18

Dag 4 Luisteren naar God Knieboek Werkboek p. 18

Thema Luister naar God! Algemene informatie In het eerste verhaal gaat het over de strijd van het volk Israël tegen Amalek. Ze vallen het volk Israël aan in de achterhoede. De vol-gende dag vindt de strijd plaats. Mozes laat zien dat Hij het alleen van God verwacht: hij heft tijdens de strijd zijn handen -met daarin de stok- op naar de hemel. Ze halen de over-winning, omdat God voor hen strijdt. Ook gaat het de eerste dag over het bezoek van Jetro aan Mozes. Jetro geeft Mozes een wijze raad die Mozes dankbaar aanneemt. De tweede dag gaat het over Gods verschij-ning bij de Sinai: God geeft de Tien Geboden. Het volk moet zich voorbereiden op de ont-moeting met God. De mensen zijn diep onder de indruk van Gods majesteit en heiligheid bij Zijn verschijning. Mozes staat tussen God en het volk in en is zo een middelaar. De derde dag gaat het over de eigenlijke ver-bondssluiting. Mozes leest alle wetten en re-gels nog eens voor en het volk belooft zich hieraan te houden. Hierbij worden offers ge-bracht, er vloeit bloed als teken van de ver-zoening. Bijzonder is de maaltijd op de berg: God eet en drinkt met een afvaardiging van het volk. Hij bevestigt zo de verbondsluiting. De heilige God wil omgaan met het volk Israël! Doelstellingen Na afloop van dit hoofdstuk: � begrijpen de leerlingen waarom het volk

Israël wint van de Amalekieten; � weten de leerlingen welke goede raad Jet-

ro aan Mozes geeft; � weten de leerlingen hoe en waarom het

volk zich moet voorbereiden op de ont-moeting met God;

� weten de leerlingen welke tekenen er zijn bij Gods verschijning;

� begrijpen de leerlingen iets van Gods hei-ligheid en majesteit;

� weten de leerlingen wat de samenvatting van de Tien Geboden is;

� kunnen de leerlingen vertellen wat er ge-beurt bij de verbondssluiting;

� begrijpen de leerlingen hoe bijzonder het is dat een afvaardiging van het volk God mag zien op de berg.

Liederen � Gereformeerd Kerkboek, Gezang 176 -

Gedenk o volk met heilig beven � Opwekking 59 - Mogen de woorden � Evangelische Liedbundel 262 - Uw Woord

is een lamp � Opwekking 51 - Dit is mijn gebod � Elly & Rikkert, CD Samen - Ik zal de Here

God liefhebben � Elly & Rikkert, CD Bewaar het in je hart -

Kinderen van de Vader � Elly en Rikkert, CD Spiksplinternieuw -

Mozes ging de berg op � Elly en Rikkert, CD Kom en zie - Al waren

je zonden als scharlaken � OPW kids - Hou je aan de regels � Elly en de wiebelwagen - Regels zijn re-

gels � Zitten of opstaan - 10 woorden � Timotheüs 206 - Hoe kwam Mozes door

de Rode zee?

Page 33: HOOFDSTUK 11 DROMEN - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 11 Dromen HOOFDSTUK 11 - DAG 1 DE SCHENKER EN DE BAKKER Verteltekst Genesis 40 Achtergrondinformatie

Levend Water – groep 3 33 Hoofdstuk 17 Luister naar God

HOOFDSTUK 17 - DAG 1 AMALEK EN JETRO Verteltekst Exodus 17:8-18:27 Achtergrondinformatie Amalekieten: een oud volk (Genesis 14:7). Ze wonen in Zuid-Kanaän. De staf van God: Mozes verwacht dat God de staf opnieuw zal gebruiken om uitkomst te ge-ven. Dat is al meerdere keren gebeurd. (Bij-voorbeeld: bij de Rode zee, water uit de rots.) De Here is mijn banier: een banier (vaandel) is een verzamelpunt waar iedereen zijn blik op richt. Zo moeten Mozes en het volk zich alleen tot God richten om hulp (Jes 11:10). De Heer zal strijd voeren tegen Amalek: door-dat Amalek Gods volk aanvalt, valt het eigenlijk God Zelf aan. Daarom strijdt God ook Zelf en geeft Hij de overwinning. Israël zal nog vaak tegen Amalek moeten strijden, maar God zal steeds de overwinning geven. De strijd tussen Amalek en Israël vindt zijn hoogtepunt in het conflict tussen Mordechai en Haman. Hoorde wat God allemaal voor Mozes en voor Israël had gedaan: in de omgeving bij de om-wonenden worden Gods grote daden bekend (zie ook Exodus 15:14). Er wordt over gespro-ken. Bij de berg van God: dat is de berg Horeb, ook wel Sinai genoemd. Aandachtspunten � Het volk Israël loopt door de woestijn, ze

zijn uitgehongerd en uitgeput. Dan vallen de Amalekieten de achterhoede aan, waar de zwaksten zijn (Deut. 25:17). Waar-schijnlijk trekken ze zich daarna weer te-rug. De volgende dag gaat het volk Israël tot de aanval over.

� Mozes gaat op een plaats staan waar hij uitzicht heeft op de strijd. Doordat Mozes zijn hand met de staf omhoog doet (rich-ting de hemel), laat hij zien dat hij hulp van de Here verwacht. Israël is aan de win-nende hand als Mozes zijn armen omhoog houdt. Laat de leerlingen eventueel maar merken hoe het voelt, als je armen lang omhoog zijn. God laat zien dat de strijd al-leen gewonnen kan worden als er geloof en gebed is. God geeft kracht en zegent de inzet en de wapens van het volk Israël.

� Leg de nadruk erop dat dit niet vergeten mag worden. Gods grote daden moeten in herinnering blijven!

� Beschrijf de ontmoeting van Mozes met zijn schoonvader, vrouw en kinderen. Jet-ro is onder de indruk van Gods grote da-den en verheugt zich er over! Jetro aan-bidt de God van Israël. Hij bekeert zich

niet zozeer tot God, maar erkent Hem als een machtige God

� De volgende dag gaat Mozes rechtspre-ken. Jetro is verbaasd dat Mozes hier he-lemaal alleen voor staat. De mensen staan lang in de rij en kunnen maar kort met Mozes spreken. Mozes is diegene die Gods wil aan hen bekend maakt en daar-om vragen ze hem om raad in veel ver-schillende zaken.

� Jetro geeft Mozes een wijze raad. Mozes moet zorgen dat de regels van God bij het volk goed bekend zijn. Daarnaast moet hij betrouwbare mensen zoeken die recht kunnen spreken over eenvoudige zaken. Voor de belangrijke zaken kunnen de mensen bij Mozes komen en die kan Mo-zes aan God voorleggen en daarna uit-spraak doen. Mozes neemt de raad dank-baar aan en kan zo beter zijn werk vol-houden.

Introductie op de les Wat is een goede raad? Afsluiting van de les Welke goede raad geeft Jetro aan Mozes?

Page 34: HOOFDSTUK 11 DROMEN - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 11 Dromen HOOFDSTUK 11 - DAG 1 DE SCHENKER EN DE BAKKER Verteltekst Genesis 40 Achtergrondinformatie

Levend Water – groep 3 34 Hoofdstuk 17 Luister naar God

HOOFDSTUK 17 - DAG 2 BIJ DE BERG SINAI

Verteltekst Exodus 19 - 20: 21 Achtergrondinformatie De berg: de Sinai (ook wel Horeb genoemd) is een berg met twee toppen: één van 1900 me-ter en één van 2200 meter. Op adelaarsvleugels gedragen heb: een dich-terlijke uitdrukking over Gods zorg voor Zijn volk. Als adelaars jong zijn en nog niet kunnen vliegen, worden ze door de ouders op de ster-ke vleugels gedragen. Een koninkrijk van priesters: het hele volk moet God dienen. In een donkere wolk: daardoor blijft God Zelf verborgen. Het geluid van een ramshoorn: het geluid van een hoorn dat bij Gods verschijning hoort (zie ook 1 Tes 4:16). Iedereen in het kamp beefde: ze zijn diep on-der de indruk van Gods majesteit. God is gekomen om u op de proef te stellen: God wil weten of het volk in staat is helemaal op Hem te vertrouwen. God stelt het volk meerdere keren op de proef (Deut 8:2). Aandachtspunten � Op de plaats waar het volk nu aankomt, is

God aan Mozes verschenen (Exodus 3). God heeft Mozes beloofd dat hij met het volk bij deze berg God zou vereren (Exo-dus 3:12). Dat gebeurt nu, voor Mozes een bijzonder moment! Het volk blijft on-geveer een jaar bij de Sinai (Num 10:11).

� Het verhaal van de voorbereiding en de ontmoeting met God kan verteld worden vanuit een kind uit het volk Israël.

� Mozes gaat een aantal keren de berg op. Mozes staat tussen het volk en God in. Hij is zo een (be)middelaar.

� Het volk moet zich klaar maken om God te ontmoeten. Ze moeten beseffen dat ze het eigenlijk niet waard zijn de heilige God te ontmoeten. De gewassen kleding is een symbool van hun innerlijke reiniging. De berg moet worden afgezet. Ze moeten er de tijd voor nemen om zich goed bewust te zijn van het bijzondere moment.

� Als God neerdaalt op de berg zijn er teke-nen van bliksem, donderslagen en het ge-luid van een ramshoorn. Zeer indrukwek-kend. Ze laten Gods heiligheid en majes-teit zien. Mozes leidt het volk naar de voet van de berg, de Here tegemoet. God spreekt met een menselijke stem en het volk kan het horen.

� Mozes gaat met Aäron de berg op en daar geeft God de Tien Geboden die kunnen

worden samengevat in ‘God en de naaste liefhebben’ (Mat 22:37-39). God wil een volk dat Hem liefheeft en voor Hem leeft! Hij geeft Zijn wet als richtingwijzer voor het leven.

� God spreekt de Tien Geboden recht-streeks tot het volk aan de voet van de Si-nai. Het volk is bang. Ze vragen of God al-leen tot Mozes kan spreken, dan zullen zij naar Mozes luisteren. Ze vragen dus zelf of Mozes tussen God en het volk wil in gaan staan. (Zie ook Deut 5:23-27.)

� Het doel van deze verschijning is dat God zijn volk wil beproeven (zie achtergrondin-formatie) en daarnaast wil Hij dat ze eer-bied voor Hem hebben.

Introductie op de les Ben je wel eens bij een hoge berg geweest? Vertel erover. Afsluiting van de les Wat gebeurt er bij de berg Sinai? Hoe zou je het vinden als je erbij was?

Page 35: HOOFDSTUK 11 DROMEN - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 11 Dromen HOOFDSTUK 11 - DAG 1 DE SCHENKER EN DE BAKKER Verteltekst Genesis 40 Achtergrondinformatie

Levend Water – groep 3 35 Hoofdstuk 17 Luister naar God

HOOFDSTUK 17 - DAG 3 MOZES OP DE BERG Verteltekst Exodus 24: 1 - 18 Exodus 25 - 31: 18 Achtergrondinformatie Nadab en Abihu: de oudste zonen van Aäron die met hun vader en hun beide broers later priester zullen worden. Bouwde hij een altaar: er moeten offers ge-bracht worden voor de zonden van het volk. Er moet verzoening zijn vóór de verbondssluiting kan plaatsvinden. Richtte hij twaalf gedenkstenen op: als een monument, een herinnering aan de verbonds-sluiting. De twaalf stenen drukken uit, dat alle stammen samen één volk van God vormen. Brandoffer: een dier dat op het altaar helemaal in vlammen opgaat. Dit betekent de complete overgave van de mens aan God; de mens legt heel zijn leven in Gods hand. Vredeoffer: een heel dier wordt aan de Here gewijd. Een deel ervan wordt op het altaar ver-brand Het overige deel wordt gegeten door degene die het offer brengt. De maaltijd is een teken van vrede en omgang met God. Het boek van het verbond: de Tien Geboden en alle wetten en regels die God gegeven heeft in Exodus 20:22-23:33. Toen nam Mozes het bloed en besprenkelde daarmee het volk: het bloed is een teken van verzoening van de zonden. De gemeenschap met God wordt hersteld en daarom kan nu het verbond gesloten worden (Hebr 9:19-22). Plaveisel van saffier: een weg van kostbare steen met een hemelsblauwe kleur. Aandachtspunten � Som de geboden in de vertelling niet op,

maar kom er later op terug. In de verwer-king op dag 4 komt dit verder aan de orde.

� Mozes ontvangt na de Tien Geboden nog verschillende wetten die inhoudelijk niet in de vertelling aan bod komen (Exodus 21, 22, 23). Het volk wacht aan de voet van de berg.

� God heeft in Egypte het volk al als Zijn volk aangenomen (Exodus 6:6). Nu God alle regels heeft bekend gemaakt, volgt de eigenlijke verbondssluiting.

� Mozes, Aäron, Nadab, Abihu en zeventig oudsten gaan de berg op. Zij mogen God zien. Dat is heel bijzonder, het is ook niet te beschrijven. (Zie ook Jesaja 6 en Eze-chiel 1:26.) Het gaat hier over de majesteit en de glorie van God die moeilijk in woor-den is uit te drukken. Eigenlijk kunnen mensen niet blijven leven als ze God zien, maar God maakt dit mogelijk. Ze eten en

drinken zelfs met Hem. Een maaltijd die past bij het vredeoffer. God laat zien dat Hij met het volk wil omgaan, Hij bevestigt zo de verbondssluiting.

� Mozes gaat later nog een keer alleen de berg op om de stenen platen te ontvangen die God belooft. Mozes wordt niet verteerd door het laaiende vuur op de top van de berg. Benadruk hoe bijzonder het is dat God steeds zo vertrouwelijk met Mozes spreekt (Deut 34:10).

� Benadruk dat God een heilige God is. Een zondig mens kan niet zomaar met de hei-lige God omgaan. Daarom geeft Hij re-gels. God wil tijdens de woestijnreis in de tabernakel vereerd worden. Hiervoor geeft Hij precieze voorschriften. Vertel dit kort, in het volgende hoofdstuk komt dit uitge-breider aan bod.

Introductie op de les Waarom gaat Mozes steeds de berg op? Afsluiting van de les Wat betekent het dat God heilig is?

Page 36: HOOFDSTUK 11 DROMEN - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 11 Dromen HOOFDSTUK 11 - DAG 1 DE SCHENKER EN DE BAKKER Verteltekst Genesis 40 Achtergrondinformatie

Levend Water – groep 3 36 Hoofdstuk 17 Luister naar God

HOOFDSTUK 17 - DAG 4 LUISTER NAAR GOD KNIEBOEK Plaat Waarom is de berg afgezet? Kom je ook wel eens iets tegen dat afgezet is? (Met rood wit lint bijvoorbeeld.) Berg God maakt Zich bekend aan Zijn volk. Hij daalt neer op de berg. Hij is niet te zien zijn voor het volk. Hij is alleen te horen: Hij spreekt. Het is overweldigend en indrukwekkend. De berg rookt als een oven en schudt op zijn grondves-ten. God sluit zo Zijn verbond met dit volk. Het volk Israël is Zijn volk. Deur met lint ervoor Grappig plaatje over iets dat afgezet is. Wat staat er op de deur? Wie mag er niet in en waarom niet? Heb je dat zelf wel eens ge-daan? De juf leest voor Wie zou die mevrouw zijn en wat zou ze aan het doen zijn? Een meester of juf vertelt aan de kinderen op school over de Here God. Komt dit in het verhaal ook voor? De twee stenen platen met daarop de wet Wat staat er op deze stenen? Hoe komt Mozes daaraan? God heeft Zelf daarop de geboden geschreven. Op beide platen staan de tien ge-boden. Een exempaar wat bij God hoort en een exemplaar wat bij het volk hoort. Twee partijen, dus twee identieke platen! WERKBOEK De leerlingen tekenen in de lege steen een voorstelling die past bij een van de tien gebo-den.

Page 37: HOOFDSTUK 11 DROMEN - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 11 Dromen HOOFDSTUK 11 - DAG 1 DE SCHENKER EN DE BAKKER Verteltekst Genesis 40 Achtergrondinformatie

Levend Water – groep 3 37 Hoofdstuk 18 God is heilig

HOOFDSTUK 18 GOD IS HEILIG Dag 1 Het gouden kalf

Exodus 32 Dag 2 Nieuwe stenen platen

Exodus 33 – 35: 3 Dag 3 Inwijding van de Tabernakel

Leviticus 8 Numeri 9 en 10

Dag 4 God is heilig Knieboek Werkboek p. 19

Thema God is heilig. Algemene informatie Vorige week is er verteld over de verbonds-sluiting. God geeft Zijn wet aan het volk. In het eerste verhaal van deze week wordt verteld dat het volk iets doet wat van God niet mag. Terwijl Mozes op de berg is, maakt Aäron on-der druk van het volk een zichtbare god: een gouden beeld van een stier. God wil Zijn volk vernietigen en Zijn beloften vervullen in Mo-zes. Mozes pleit voor het volk, en God blijft Zijn beloften trouw. Het volk wordt niet door Hem vernietigd. Wel is Zijn woede groot. Door het zwaard worden 3000 mannen gedood. God Zelf wil niet meer mee met Zijn volk. Mo-zes wil niet met een engel en zonder God ver-der. Het tweede verhaal gaat over het verbond dat hersteld wordt. Dit is zichtbaar in de nieuwe stenen platen met de 10 geboden. Als Mozes van de berg komt, straalt zijn gezicht. Hij is in de nabijheid van God geweest. Nu het weer goed is tussen God en het volk, kan er een begin worden gemaakt met het maken van de tabernakel. Het laatste verhaal deze week gaat over het inwijden van de ta-bernakel en van de priesters. Alles wat voor de Here wordt afgezonderd, moet eerst goed worden gereinigd en aan Gods regels vol-doen. Doelstellingen Na afloop van dit hoofdstuk: � kunnen de leerlingen uitleggen wat het be-

tekent dat God heilig is; � weten de leerlingen waarom God heel

boos is om het gouden kalf; � kunnen de leerlingen vertellen dat Mozes

in zijn woede de stenen platen kapot gooit; � kunnen de leerlingen in eigen woorden

vertellen wat Mozes doet om het volk te redden van de straf van God;

� weten de leerlingen dat God het verbond weer herstelt en dat er nieuwe platen ko-men;

� kunnen de leerlingen vertellen hoe het komt dat Mozes gezicht straalt;

� weten de leerlingen wat de tabernakel is, en wat de (hoge)priester doet.

Liederen � Psalm 133: 3 - Op Sions berg � Psalm 176 - Gedenk o volk met heilig be-

ven � Evangelische Liedbundel 262 - Uw woord

is een lamp � Elly en Rikkert, CD Op reis, op reis - Nooit

alleen � Elly en Rikkert, CD Samen, Een boomvol

liedjes 2 - Heilig is Uw Naam � Elly en Rikkert, CD Witte zwanen, zwarte

zwanen - Als U mij aankijkt � Elly en Rikkert, CD Kom en zie - Al waren

je zonden als scharlaken � Zitten of opstaan - Een lamp voor je voe-

ten

Page 38: HOOFDSTUK 11 DROMEN - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 11 Dromen HOOFDSTUK 11 - DAG 1 DE SCHENKER EN DE BAKKER Verteltekst Genesis 40 Achtergrondinformatie

Levend Water – groep 3 38 Hoofdstuk 18 God is heilig

HOOFDSTUK 18 - DAG 1 HET GOUDEN KALF Verteltekst Exodus 32 Achtergrondinformatie: Want wat er gebeurd is met die Mozes: het volk gaat er van uit dat Mozes niet meer bij hen terugkomt. Maak een god voor ons: de bedoeling van het volk is een afbeelding van God. Dit is een zon-de tegen het tweede gebod. Ze willen Hem wel blijven dienen, maar dan op een manier die het volk prettig vindt: een god die zichtbaar en tastbaar is. Na lange tijd in Egypte te hebben gewoond, blijkt Israël nog onder de invloed te zijn van de heidense gedachten van de afgo-dendienst. Alle nakomelingen van Levi: zij hadden niet meegedaan met de verering van het gouden kalf. Schrap mij dan maar uit het boek dat u ge-schreven hebt: het boek waarin alle namen staan van mensen die deel hebben aan Gods beloften. Mozes kan niet dienen als plaatsver-vanger. Dat kan alleen Christus, die Zelf zon-der zonde is. Aandachtspunten � Vertel vanuit wisselend perspectief. Het

eerste gedeelte (32:1-6) vanuit Aäron. Het laatste stuk vanuit Mozes.

� Dit verhaal is het toppunt van ongehoor-zaamheid van het volk Israel. Nog maar pas geleden hebben ze Gods geboden gehoord: geen andere goden, geen beel-den dienen (Deut 5:22; 9:16). Het geloof van het volk is nog erg wankel. Men is on-zeker en bang: ze zijn nog maar net uit Egypte, op reis naar een onbekend land en hun leider Mozes is weg.

� In Egypte werd de stier vereerd als god. De Israëlieten leefden meer dan 400 jaar temidden van deze stierenverering. Zij voelen zich bang en onzeker in de onbe-kende woestijn, terwijl Mozes zo lang ( 40 dagen en nachten) wegblijft. Ze zijn zoe-kend naar iets tastbaars, een god die ze kunnen zien en aanraken!

� Bij de uittocht geven de Egyptenaren sie-raden en andere gouden voorwerpen mee. Het volk kan Aäron dus veel goud geven wanneer hij erom vraagt.

� In Egypte had een groep slaven als taak metaalbewerking. Deze mensen hebben dus kennis van zaken en kunnen Aäron helpen bij het maken van het beeld.

� Aäron is de plaatsvervanger van Mozes tijdens zijn afwezigheid (24:14). Juist op dit moment heeft het volk een krachtige

leider nodig, maar Aäron laat weinig weer-stand zien. Hij bouwt zelfs een altaar voor het beeld en vereenzelvigt het met God. Gods woede op Aäron is bijzonder groot. Door het gebed van Mozes, blijft Aäron le-ven (Deut.9:20).

� Bovenop de berg vertelt God al aan Mo-zes wat er beneden aan de gang is. De reactie van God is duidelijk; het volk blijft zich misdragen, Hij is woedend! Het ver-bond is verbroken! God wil het volk vernie-tigen en vraagt Mozes Hem niet tegen te houden. Met Mozes zal Hij verder gaan en hem tot een groot volk maken.

� Essentieel is de reactie van Mozes! Hij vraagt God van Zijn plan af te stappen. Mozes gebruikt twee argumenten: Aller-eerst, wat zouden de Egyptenaren zeggen over de Here? Het volk bevrijden en het dan in de woestijn te laten omkomen! En ten tweede, wat komt er dan terecht van de beloften die gedaan zijn aan Abraham, Isaak en Jakob?

� Na de vernietiging van het beeld en de straf gaat Mozes opnieuw 40 dagen en 40 nachten de berg op (Deut.9:18). Dat is net zo lang als de hele zomervakantie! Heel bijzonder is Mozes’ rol als bemiddelaar. Door zijn rol mag ook het volk blijven le-ven. God blijft trouw aan wat Hij beloofd heeft!

Introductie op de les Wat is een gebod? Welke 10 geboden geeft de Here God zijn volk? Afsluiting van de les Wat is er zo verkeerd dat het volk een beeld gaat maken?

Page 39: HOOFDSTUK 11 DROMEN - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 11 Dromen HOOFDSTUK 11 - DAG 1 DE SCHENKER EN DE BAKKER Verteltekst Genesis 40 Achtergrondinformatie

Levend Water – groep 3 39 Hoofdstuk 18 God is heilig

HOOFDSTUK 18 - DAG 2 NIEUWE STENEN PLATEN Verteltekst Exodus 33 Exodus 34 - 35: 3 Achtergrondinformatie Ging het in de rouw: de gevolgen van de zon-de worden duidelijk. God Zelf wil niet meer met hen verder. Het volk krijgt berouw en toont dit door het afdoen van alle sieraden. Dit wordt een lange tijd volgehouden, zo diep is men onder de indruk. Ontmoetingstent: de tent die aan de tabernakel vooraf gaat. Deze staat buiten het legerkamp. Iedereen die de Heer wil ontmoeten, merkt op deze manier de verwijdering die tussen God en het volk is ontstaan. De wolkkolom is teken van Gods aanwezigheid. Laat mij toch uw majesteit zien: Mozes wil het aangezicht van God zien. Dit is voor een mens onmogelijk. Mozes zal daarom de luister van God zien. Dat is Zijn schoonheid, goedheid. Dit gebeurt bovenop de berg, op dezelfde plaats waar later ook Elia een openbaring van God krijgt ( 2 Kon. 19:9 evv). In jouw bijzijn de naam HEER uitroepen: God zal Zelf in woorden uitdrukken wie Hij is. Zijn naam is Zijn wezen. Aandachtspunten � In de ontmoetingstent doet Mozes een

dringend beroep op God. Mozes wil geen engel, hij wil dat God zelf meegaat. Hij heeft God nodig bij het leidinggeven. En alleen de aanwezigheid van de HEER on-derscheidt hen van de andere volken.

� God belooft met het volk mee te gaan. Mozes mag Gods majesteit zien. Hij krijgt de opdracht twee nieuwe platen te hakken en moet de volgende dag opnieuw de berg op klimmen. God gaat vlak langs Mozes heen en roept Zijn naam: IK ZAL ER ZIJN. Deze naam heeft Mozes voor het eerst bij de brandende struik gehoord. De naam drukt Gods wezen uit: liefdevol, genadig, geduldig, trouw, vergevend, maar ook rechtvaardig, jaloers, straffend (20: 5; 34: 7).

� Deze openbaring van God Zelf doet Mo-zes op de knieën vallen. Toch wordt Mo-zes niet bang. Het is voor hem reden om met nog meer klem te pleiten voor het volk. Hierbij spreekt Mozes over ‘ons’ (34:9). Hij plaatst zich naast de Israëlieten, ondanks dat het volk het hem niet makke-lijk maakt.

� God wil het verbond opnieuw sluiten. God herhaalt de geboden waar het volk zich aan houden moet en Mozes schrijft ze op

(vers 27). Behalve de 10 geboden, de woorden van het verbond. Deze schrijft God Zelf op de twee stenen platen (vers 1en 28). De beide stenen platen worden bewaard in de ark. De wetten die Mozes opschrijft krijgen een plek naast de ark (Deut. 31:25).

� Na 40 dagen en nachten daalt Mozes weer de berg af, met de nieuwe stenen platen. Zijn gezicht straalt doordat hij in aanwezigheid van God is geweest (verge-lijk Mat. 17:2). Iets van Gods heerlijkheid is op hem afgestraald! Dit roept angst en ontzag op bij het volk. Om die reden be-dekt Mozes zijn gezicht met een doek na-dat hij met God gesproken heeft. (2 Kor. 3:7 evv).

� Nu het weer goed is tussen God en het volk, kan er een begin worden gemaakt met de tabernakel en wat verder al eerder opgedragen is ( Ex. 25-31). Ook geeft Mo-zes opnieuw het bevel van de sabbatsrust.

Introductie op de les Waarom wil God niet meer met Zijn volk mee? Afsluiting van de les Waarom gaat God weer met het volk mee?

Page 40: HOOFDSTUK 11 DROMEN - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 11 Dromen HOOFDSTUK 11 - DAG 1 DE SCHENKER EN DE BAKKER Verteltekst Genesis 40 Achtergrondinformatie

Levend Water – groep 3 40 Hoofdstuk 18 God is heilig

HOOFDSTUK 18 - DAG 3 INWIJDING VAN DE TABERNAKEL Verteltekst Leviticus 8 Numeri 9 en 10 Achtergrondinformatie En heiligde dat: eerst worden de voorwerpen geheiligd die nodig zijn voor de priesterdienst voordat de priesters ze kunnen gebruiken. Daarna worden de priesters zelf geheiligd. Reinigingsoffer: doordat de priesters hun han-den op het hoofd van een stier leggen, gaan als het ware hun onopzettelijke zonden over op de stier, die vervolgens geofferd en ver-brand wordt. De verhouding tussen de priester en God is dan hersteld en kunnen ze hun taak als plaatsvervanger voor Israël uitvoeren (Lev. 4:1-5). Rechteroorlel, rechterduim, rechtervoet: deze lichaamsdelen worden genoemd om aan te duiden dat horen, handelen en bewegen in dienst van de Here worden gesteld. Aandachtspunten � Vertel dit verhaal vanuit een priester. Loop

tijdens de vertelling mee met de priester en beschrijf wat hij ziet en meemaakt.

� De ontmoetingstent is klaar! De wolk be-dekt de hele tent. De Here God wil graag bij zijn volk zijn! De tabernakel is helemaal gemaakt volgens de voorschriften van God Zelf.

� In deze vertelling wordt de tabernakel in-gewijd voor gebruik: Mozes zalft de tent en de voorwerpen. Het altaar wordt be-sprenkeld, 7 keer. Ook Aäron wordt ge-zalfd. In totaal duurt de wijding 7 dagen. Opvallend is de nadruk waarmee telkens gezegd wordt, dat alles gebeurt in op-dracht van de Here.

� De kern in dit verhaal is de heiligheid van God. Leg dit begrip goed uit! Heilig is dat-gene wat afgezonderd wordt voor God.

� Omdat Hij heilig is, wil Hij dat Zijn volk ook heilig is: zich anders gedraagt, anders spreekt, anders denkt dan mensen die niet in Hem geloven. Daarom geeft God zijn wetten, regels en voorschriften. Mensen kunnen niet zomaar dicht bij Hem komen, daarvoor stelt Hij priesters in.

� De tabernakel is een mooie tent, met twee kamers voor God: het Heilige en het Aller-heiligste. In het Heilige mag elke dag een priester komen. Hier staat:de tafel met de toonbroden, de gouden kandelaar, en het reukofferaltaar. In het Allerheiligste mag de hogepriester maar één keer per jaar komen. Hier staat de ark van het verbond, waarin de stenen platen met de wet be-

waard worden. Tussen de beide vertrek-ken hangt het voorhangsel/ gordijn. Vertel over deze vertrekken en voorwerpen door de ogen van de priester en maak duidelijk waar ze voor dienen. Ondersteun het met plaatmateriaal ( zie dag 4).

� De tent wordt opgezet op een grote, om-sloten plek. De omheining zorgt ervoor dat alles wat er gebeurt op het voorhof, aan het zicht onttrokken wordt. Alleen bij het brengen van een offer kan iemand het voorhof betreden (Lev. 1). Ook de Levie-ten mogen niet in het heilige en allerheilig-ste komen. Dit mogen alleen Aäron en zijn nageslacht als priesters. Vertel waar het hele volk mag komen, en waar alleen de priesters komen mogen.

� Rond de tabernakel staan eerst de tenten van de Levieten.

� Voor de bouw en aankleding van de ta-bernakel heeft het volk de beste en duur-ste materialen gegeven. Hoe dichter bij het Allerheiligste, hoe kostbaarder de ma-terialen die gebruikt zijn. In het Allerheilig-ste is alles van goud, in het Heilige is ook veel met goud bedekt. In het voorhof wordt koper gebruikt.

� De trompetten hebben enerzijds een prak-tische functie voor het organiseren van het volk tijdens de woestijnreis. De andere functie is meer symbolisch en werkt als een soort gebed om Gods aanwezigheid en hulp.

Introductie op de les Wat moet Mozes maken van de Here? Afsluiting Wat betekent het dat God heilig is?

Page 41: HOOFDSTUK 11 DROMEN - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 11 Dromen HOOFDSTUK 11 - DAG 1 DE SCHENKER EN DE BAKKER Verteltekst Genesis 40 Achtergrondinformatie

Levend Water – groep 3 41 Hoofdstuk 18 God is heilig

HOOFDSTUK 18 - DAG 4 GOD IS HEILIG KNIEBOEK Plaat Op de plaat staan mensen die feest vieren. Op de achtergrond de tent. Praat er met de leer-lingen over deze gebeurtenis door aan de hand van de vragen. Goud Het woord goud heeft betrekking op het kalf dat Aäron maakt en op het vele goud dat ge-bruikt wordt in de tabernakel. Vraag de leerlin-gen wie weet waarom het woord deze week goud is. In een tent Een tentje zoals de leerlingen het kennen: om te kamperen! Ga kort in op ervaringen. Be-spreek ook waarom het volk in de woestijn in tenten woonde: snel op te zetten en af te bre-ken, niet zwaar om mee te nemen. Wat zou-den de leerlingen ervan vinden om zo lang in een tent te moeten wonen? Kerk De tabernakel is er niet meer. Tegenwoordig noemen we een kerk het huis van God. De hogepriester Mooi komt de de prachtige kleding van de ho-gepriester hier uit. WERKBOEK De leerlingen vullen het themawoord in. Extra leuk is het als er deze week gouden kleurpot-loden zijn om te gebruiken. Deze tekening van de tabernakel geeft het bo-ven neer. Benoem de verschillende voorwer-pen. Aan de zijkanten zie de gordijnen van de tabernakel. Ook die hadden zeker bij de in-gang prachtige kleuren. Hulpmiddelen � Internetsites :

1. www.wereldorientatie.net/PPP/De%20tabernakel.ppt

2. www.gkv-hg.nl/tabernakel.html 3. typ tabernakel in bij Google, afbeeldin-

gen � Plaatmateriaal lesboek groep 5 � Boekje ‘Het huis van goud’, WELKOM,

van de Stichting Evangelie-Lektuur. (C) P.F. Kiene Voor meer informatie: Uitg.: Stichting EVANGELIE-LEKTUUR, Molen-straat 8, Kinderdijk. De tabernakel op

schaal. Er wordt op uitnodiging een pre-sentatie gegeven.

Page 42: HOOFDSTUK 11 DROMEN - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 11 Dromen HOOFDSTUK 11 - DAG 1 DE SCHENKER EN DE BAKKER Verteltekst Genesis 40 Achtergrondinformatie

Levend Water – groep 3 42 Hoofdstuk 19 Opstand

HOOFDSTUK 19 OPSTAND Dag 1 De kwartels

Numeri 11 Dag 2 De twaalf verspieders

Numeri 13 Numeri 14

Dag 3 Korach, Datan en Abiram Numeri 16 Numeri 17

Dag 4 Opstand Knieboek Werkboek p. 20

Thema Gemopper omdat de mensen niet op God ver-trouwen! Algemene informatie Deze week gaan de vertellingen over de ge-beurtenissen van het volk Israël in de woestijn. De eerste vertelling gaat over het gemopper van de mensen tegen Mozes. Ze mopperen erover dat ze elke dag hetzelfde eten; manna. Ze verlangen naar de vis en het lekkere eten in Egypte. Mozes bidt tot God en God stuurt kwartels naar het volk. Daarnaast laat God ook zien dat Hij boos is op het gemopper en straft Hij het volk met een ziekte. Het tweede verhaal gaat over de twaalf ver-spieders die het land gaan verkennen. Ze ko-men terug met prachtige verhalen van het land: overvloeiend van melk en honing! Maar hun conclusie is dat ze het land toch niet kun-nen bewonen, want er wonen reuzen. Het land is niet te veroveren. Het volk luistert naar de tien verspieders en wordt bang. De Israëlieten vertrouwen niet op God. Als straf moet het volk veertig jaar in de woestijn rondzwerven. In de derde vertelling gaat het over de opstand van Korach, Datan en Abiram. God laat hier aan het hele volk zien dat Hij Mozes en Aäron als leiders heeft uitgekozen. God straft de op-standelingen. De bloeiende staf is het zichtba-re bewijs dat God Aäron heeft uitgekozen voor de priesterdienst. Doelstellingen Na afloop van dit hoofdstuk:

• kunnen de leerlingen vertellen wat een op-stand is;

• weten de leerlingen hoe God het volk vlees geeft in de woestijn;

• kunnen de leerlingen vertellen waarom God mopperen van het volk Israël een zonde vindt;

• weten de leerlingen waarom het volk voor straf veertig jaar in de woestijn moet blijven;

• kunnen de leerlingen vertellen over de op-stand van Korach, Datan en Abiram;

• weten de leerlingen dat God Mozes en Aär-on als leiders heeft uitgekozen.

Liederen � Psalm 78:7,8 - Zij hebben uit de hemel

brood gekregen � Evangelische Liedbundel 477 - Zo maar te

gaan met een stok in je hand � Evangelische Liedbundel 5 - Wie is God

behalve onze Heer? � E&R 214 - God leidt zijn volk � Evangelische Liedbundel 428 - Dit is mijn

hand � Liedjes rond de bijbel - Verspieders � Bijbelliederen voor jonge kinderen - Veer-

tig jaren lopen � Timotheüs - Mopperlied � Jan Visser - 12 verspieders

Page 43: HOOFDSTUK 11 DROMEN - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 11 Dromen HOOFDSTUK 11 - DAG 1 DE SCHENKER EN DE BAKKER Verteltekst Genesis 40 Achtergrondinformatie

Levend Water – groep 3 43 Hoofdstuk 19 Opstand

HOOFDSTUK 19 - DAG 1 DE KWARTELS Verteltekst Numeri 11 Achtergrondinformatie Het vuur van de HEER laaide op: het volk klaagt aan één stuk door en daarom zendt God een alles verterend vuur. Door dit vuur komt het volk tot bezinning en vragen ze of Mozes wil bemiddelen bij God. De HEER laat zich verbidden. Samenraapsel van vreemdelingen: de meelo-pers die met de Israëlieten Egypte verlaten hadden. Zij eisen ander, beter en lekkerder voedsel. Zij beïnvloeden het volk negatief. Een deel van de geest die op jou rust zal ik op hen overdragen: God geeft de mannen wijs-heid en maakt ze bekwaam. Als ze profeteren loven de mannen God en prijzen ze hem. Twee el: betekent dat de vogels één meter hoog vliegen of ze vormen een laag van één meter. Tien ezelslasten: ongeveer 3000 liter. En dat is het minimum. Kibrot-Hattaawa: de graven van begeerte Aandachtspunten � In dit verhaal mag duidelijk naar voren

komen dat het volk Israël steen en been klaagt. Ze verwijten Mozes dat hij het volk uit Egypte heeft laten gaan en dat ze de vis en het andere eten missen. Mozes is helemaal zat van het gezeur en spreekt zijn frustratie uit tegen God. De Here God luistert naar Mozes en geeft hem wijze raad. Mozes mag taken overdragen aan 70 oudsten.

� Het volk klaagt over het eten, omdat ze genoeg hebben van de eentonigheid om elke dag manna te eten. De Here God straft het volk, omdat ze met minachting spreken over het eten. Het eten dat God uit de hemel aan hen geeft. Ze mopperen dus tegen God.

� De 70 oudsten hebben een godsdienstige en rechterlijke functie. Met Mozes erbij samen 71 man. Daarom bestaat de latere Hoge Raad of Sanhedrin uit 71 mannen.

� In vers 28 komt duidelijk naar voren dat Jozua zich steeds in de buurt van Mozes begeeft. Hij is al van jongs af aan de rech-terhand van Mozes.

� Kwartels vliegen in de winter naar het zui-den en twee keer per jaar vliegen ze over het gebied waar de Israëlieten doorheen trekken. Uitgeput van de lange vlucht kun-nen de vogels neerstrijken om uit te rus-ten. Ze zijn met de hand te grijpen of met stokken te slaan. Het is dus niet ongebrui-

kelijk dat er kwartels in de woestijn zijn. Dat de vogels op dit moment hier zijn, is het wonder van God. In Egypte is de jaar-lijkse vangst van kwartels vaak 2 tot 3 mil-joen.

� Tijdens het eten van de kwartels is God boos om het vraatzuchtigheid van hen. In psalm 78:29-31 staat dat God de mensen doodt die vraatzuchtig zijn.

Introductie op de les Waar mopper jij wel eens over? Afsluiting op de les Hoe reageert God op het gemopper van de Is-raëlieten?

Page 44: HOOFDSTUK 11 DROMEN - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 11 Dromen HOOFDSTUK 11 - DAG 1 DE SCHENKER EN DE BAKKER Verteltekst Genesis 40 Achtergrondinformatie

Levend Water – groep 3 44 Hoofdstuk 19 Opstand

HOOFDSTUK 19 - DAG 2 DE TWAALF VERSPIEDERS Verteltekst Numeri 13 en 14 Achtergrondinformatie Negev: dorre woestijn Enakieten: langnekken, reuzen Een tros druiven: trossen van ongeveer 12-16 pond met bessen als pruimen. Eskol betekent ook druif of tros. Melk en honing: dit betekent dat het land heel geschikt is voor veeteelt en landbouw en dat het veel opbrengt. Een land van overvloed dus. Verslindt zijn inwoners: vanwege de grote vruchtbaarheid is er voortdurend strijd om al het voedsel. Zij hebben niemand die hun beschermt: de in-woners van Kanaän hebben God de Heer niet als beschermer. Met uitzondering van Kaleb…zij zullen het land dat jullie versmaad hebben leren kennen (Nu-meri 14:30): Kaleb krijgt later op 85-jarige leef-tijd het gebergte bij Hebron, de woonplaats van de reuzen. Aandachtspunten � Het volk Israël staat bij de grens van het

beloofde land, eindelijk….Nadat de twaalf verspieders verslag uitbrengen is het volk bang om het land binnen te gaan. De woorden van Kaleb en Jozua, dat zij een God hebben die hen beschermt, slaan ze in de wind. God wil het volk straffen, maar Mozes bemiddelt en herinnert God aan Zijn eigen woorden. God vergeeft en is rechtvaardigt. Hij ziet de zonde niet door de vingers. Hij vergeeft, maar de conse-quenties zijn voor het volk. De tien ver-spreiders doodt Hij en als straf wordt het volk terug gestuurd de woestijn in, voor veertig jaar. Het volk heeft dit aan zichzelf te danken, want opnieuw vertrouwen ze niet op God.

� Dit verhaal kan verteld worden vanuit Ka-leb.

� Mozes stuurt 12 verspieders het land in, op verzoek van het volk (Deut. 1:22). Dit voorstel komt van het volk en niet van God! God had hun al verteld hoe het land eruit zag, de verspieders beamen bij te-rugkomst wat God al beloofd had.

� De tien verspieders benadrukken de hin-dernissen in plaats van de gunstige din-gen uit het land: mensen zijn reuzen, stadsmuren hoog en de verspieders voe-len zich als sprinkhanen. De tien verspie-ders spreken dus wel de waarheid, maar

er is méér dan de dingen die ze opnoe-men.

� Jozua en Kaleb kijken anders. Zij merken dat de gedachten van het volk de verkeer-de kant op gaan bij het luisteren naar het verhaal van de tien verspieders. Jozua en Kaleb vragen niet of ze het land kunnen overwinnen, maar zij stellen de vraag: hoe groot is onze God? De conclusie van Jo-zua en Kaleb is dat het land inderdaad sterk en onoverwinnelijk lijkt, maar zij hebben een God die met hun vecht en de inwoners van Kanaän niet!

Introductie op de les Wat is een verspieder? Afsluiting van de les Wat vertellen de twaalf verspieders als ze na veertig dagen terugkomen?

Page 45: HOOFDSTUK 11 DROMEN - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 11 Dromen HOOFDSTUK 11 - DAG 1 DE SCHENKER EN DE BAKKER Verteltekst Genesis 40 Achtergrondinformatie

Levend Water – groep 3 45 Hoofdstuk 19 Opstand

HOOFDSTUK 19 - DAG 3 KORACH, DATAN EN ABIRAM Verteltekst Numeri 16 en 17 Achtergrondinformatie Wierp Mozes zich ter aarde: hij bidt Morgen zal de HEER bekendmaken: God geeft tijd, zodat de opstandelingen zich kunnen bekeren. Vuurbak: een vuurpan waar wierookoffers aan de HEER worden gebracht. Alle mensen van Korach: aanhangers van hem, niet zijn kinderen. Uit Numeri 26:11 blijkt dat zijn kinderen gespaard blijven. Waarschijn-lijk zijn zij de ouderlijke tent ontvlucht na de waarschuwing van Mozes. Afstammelingen van Korach: onder andere Samuël en zijn oom Heman (Psalm 88) De plaag: waarschijnlijk een pestziekte Aandachtspunten � In de vertelling staat centraal dat er enkele

mannen in opstand komen tegen Mozes en Aäron. Ze hebben een groep van 250 mensen om zich heen. Koran, Datan en Abiram doen een greep naar de macht. Ze stellen dat iedereen wel kan zeggen dat Mozes de HEER hoort spreken, maar is Mozes wel aangesteld als leider? Daar-naast wil Korach dezelfde rechten hebben als Aäron en de priesters.

� Het gaat dus om twee dingen: is Mozes wel de leider door God gekozen? En: hebben de levieten dezelfde rechten als de priester?

� Een priester komt uit de stam van de Le-vieten, maar niet alle levieten zijn pries-ters. Korach en zijn familie behoren tot de Levieten. Ze hebben als taak van de HEER gekregen om de priesters te hel-pen. Het lijkt erop alsof ze deze positie niet belangrijk genoeg vinden. Ze willen ook de rechten van het priesterschap.

� Alleen de priesters mogen een wierookof-fer in een vuurbak brengen aan de HEER. Dit doen dus niet alle Levieten, alleen de priesters.

� Dit voorschrift van God willen Koran, Da-tan en Abiram betwisten. Ze verdedigen dit met een godsdienstig argument: alle leden van de gemeenschap zijn toch even heilig.

� De HEER zal Zelf laten zien wie diegenen zijn die de priestertaken mogen vervullen.

� God vindt het niet goed als het volk mop-pert. Mopperen is een zonde, omdat het ongeloof laat zien en een gebrek aan dankbaarheid aan God (Filippenzen 2:14).

� Het bloeien van de staf laat het wonder zien dat er in één nacht iets gebeurt wat gewoonlijk vele weken duurt; de staf bot uit, brengt bloesems voort, krijgt volle bloemen en er groeien amandelen.

� De bloeiende staf van Aäron laat zien dat de keuze van God valt op Aäron. Er is geen ruimte meer voor ruzie. De staf wordt als een permanente waarschuwing in de ark, in de tabernakel bewaard.

� God heeft het leiderschap bevestigd. Er verandert niets.

Introductie op de les Waarom is Mozes de leider van het volk? Afsluiting Hoe laat God zien dat Mozes en Aäron de lei-ders van het volk zijn?

Page 46: HOOFDSTUK 11 DROMEN - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 11 Dromen HOOFDSTUK 11 - DAG 1 DE SCHENKER EN DE BAKKER Verteltekst Genesis 40 Achtergrondinformatie

Levend Water – groep 3 46 Hoofdstuk 19 Opstand

HOOFDSTUK 19 - DAG 4 OPSTAND KNIEBOEK Plaat Wat zie je op de plaat? Waar praten ze over? Bespreek de vragen. Volk Over welk volk gaat het? Wie hoort bij het volk? Hier heeft het volk ruzie met elkaar: hoe vind je dat? Hoe zou God dit vinden? Hoe reageer ik? Een kind staat bij de directeur. Waar zou het kind boos over kunnen zijn? hoe zal de direc-teur dit gedrag van het kind vinden? Is het handig om boos te reageren tegen belangrijke mensen? Wat is handiger? Welke rechten? Wat betekent de woorden: rechten van de mens of van dieren? Hebben jullie rechten? Wat zijn jullie rechten? Hoe kun je ervoor zorgen dat er naar je rech-ten geluisterd wordt? Kwartel Een tekening van een kwartel. Wat gebeurt er met de kwartels in de woestijn? Hoe zorgt God voor zijn volk? WERKBOEK De kinderen schrijven de eerste letter van de afbeelding op. Goede letters zijn van de volgende woorden: maan appel neus neushoorn ark kroon wolk aardbei roos tent emmer lamp

Dan staat er manna en kwartel.

Page 47: HOOFDSTUK 11 DROMEN - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 11 Dromen HOOFDSTUK 11 - DAG 1 DE SCHENKER EN DE BAKKER Verteltekst Genesis 40 Achtergrondinformatie

Levend Water – groep 3 47 Hoofdstuk 20 De woestijn

HOOFDSTUK 20 DE WOESTIJN Dag 1 Water van Meriba

Numeri 20 Dag 2 Koperen slang

Numeri 21: 4 – 9 Dag 3 Bileam

Numeri 22 – 24 Dag 4 De woestijn

Knieboek Werkboek p. 21

Thema 40 jaar in de woestijn Algemene informatie In deze week gaan de verhalen over Gods volk in de woestijn. Het volk mag het beloofde land niet intrekken. In het eerste verhaal laten Mozes en Aäron zich leiden door het gemopper van het volk. Ze worden boos en dan doen ze net of zijn voor water en eten zorgen. God krijgt nu niet de eer voor Zijn zorg. Als straf mogen Mozes en Aär-on niet het beloofde land in. In het tweede verhaal keert het volk zich tegen God en Mozes. God reageert door giftige slan-gen te sturen. Alleen de mensen die naar de koperen slang kijken, die Mozes omhoog houdt, blijven in leven. In het derde verhaal wordt de magiër Bileam opgeroepen om Israël te vervloeken. God zorgt dat alle spreuken van Bileam zegeningen voor het volk zijn. God is heilig en zet ook zijn eigen volk apart. Doelstellingen Aan het einde van het hoofdstuk: � weten de leerlingen waarom Mozes en

Aäron niet het beloofde land in mogen gaan;

� kunnen de leerlingen vertellen waarom het volk blijft mopperen;

� kunnen de leerlingen uitleggen waarom God vurige slangen stuurt;

� weten de leerlingen waarom Mozes een koperen slang maakt;

� begrijpen de leerlingen waarom Bileam het volk niet kan vervloeken;

� weten de leerlingen wat het betekent dat God heilig is.

Liederen � Psalm 99:4 - Maakt Hem altezaam � Psalm 121:1 - Ik sla mijn ogen op � Gereformeerd Kerkboek, Gezang 71 - De

lof en de heerlijkheid � Opwekking 248 - God is getrouw � Opwekking 39 - Heilig, heilig, heilig

� Ook uit mond I, 6 - God heeft ons niet ver-geten

� AWN II, 6 - Zo maar te gaan... � Beestenboel - Bileam � Timotheüs 177 - De ezelin heeft het gewe-

ten

Page 48: HOOFDSTUK 11 DROMEN - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 11 Dromen HOOFDSTUK 11 - DAG 1 DE SCHENKER EN DE BAKKER Verteltekst Genesis 40 Achtergrondinformatie

Levend Water – groep 3 48 Hoofdstuk 20 De woestijn

HOOFDSTUK 20 - DAG 1 WATER VAN MERIBA Verteltekst Numeri 20 Achtergrondinformatie Mozes nam de staf uit het heiligdom: dit is een teken van het gezag van Mozes dat hij krijgt van God. Daarom wordt de staf in het heilig-dom bewaard. Edom: is nog geen geordende staat. Het zijn halfnomadische volken. Edom stamt af van Esau. Koninklijke hoofdweg: dit is een brede landweg waarlangs legers en karavanen trekken. Berg Hor: ligt ongeveer 17 km verder vanaf Edom. Rouw: de rouw om een gewone Israëliet duurt zeven dagen. Om Aäron wordt 30 dagen ge-rouwd. Overdracht priester: op de berg vindt een klei-ne overdracht plaats in vergelijking met Leviti-cus 8 en 9. Aandachtspunten � Het volk trekt de woestijn Sin in na de fou-

te reactie op de verspieders. Alleen Jozua en Kaleb zullen met het nageslacht van het huidige volk het beloofde land binnen-gaan. Een groot deel van het volk zal ster-ven in de woestijn. Zelfs de voornaamste leiders (Mirjam, Aäron en Mozes) zullen niet het land Kanaän in gaan. Vertel het verhaal vanuit Mozes.

� Het volk is hardleers. Ze mopperen, kla-gen en hebben medelijden met zichzelf. Het leven in Egypte wordt geromantiseerd. De mensen gaan zelfs zover dat ze wel net als Korach hadden willen sterven (vers 3). Ze geven Mozes alle schuld van hun ellende. Hij moet maar met een oplossing komen.

� Mozes en Aäron zoeken hun troost, moed en kracht bij God. De HEER laat hen niet alleen.

� De vorige keer moest Mozes tegen de rots slaan (Exodus 17:6), maar nu moet Mozes tegen de rots spreken. Alleen woorden zijn nodig om water uit de rots te laten komen.

� Mozes is woedend op het volk. Hij rea-geert te kwaad en voert Gods opdracht niet goed uit. Hij stelt zichzelf in het mid-delpunt. Mozes en Aäron vertrouwen niet op God (vers 12). In hun optreden zijn ze geen voorbeeld van vertrouwen in Gods almacht en barmhartigheid.

� Mozes wordt zwaar gestraft. Hij mag het beloofde land niet binnengaan. Mozes voert een bijzondere taak uit en heeft daarom bijzondere verantwoordelijkheid,

daarom wordt zijn zonde bestraft. Hij hoort Gods heiligheid te erkennen en uit te dra-gen.

� De kortste weg naar Kanaän is door het gebied van Edom. Maar Edom wil niet dat het volk door hun grondgebied trekt. Het volk neemt een omweg, omdat het wordt tegengehouden door het grote leger van Edom.

� Bij de berg Hor moet Mozes afscheid ne-men van zijn broer Aäron. Aäron draagt het priesterschap over aan zijn zoon Elea-zar. Aäron sterft. Voor Mozes is het ver-driet groot. In dit verhaal heeft hij zijn broer en zus verloren. Het volk rouwt der-tig dagen om Aäron. Dit is even lang als er om Mozes gerouwd zal worden (Deut. 34:8).

Introductie op de les Waarom is water in de woestijn belangrijk? Afsluiting van de les Wat doet Mozes wat niet mag?

Page 49: HOOFDSTUK 11 DROMEN - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 11 Dromen HOOFDSTUK 11 - DAG 1 DE SCHENKER EN DE BAKKER Verteltekst Genesis 40 Achtergrondinformatie

Levend Water – groep 3 49 Hoofdstuk 20 De woestijn

HOOFDSTUK 20 - DAG 2 DE KOPEREN SLANG Verteltekst Numeri 21:4 - 9 Achtergrondinformatie Gifitige slangen: in het gebied tussen Egypte en Palestina leven verschillende soorten slan-gen. De meeste zijn ongevaarlijk. Waarschijn-lijk zijn de Israëlieten aangevallen door zand-adders. Sommigen worden 60 cm lang. Ze lig-gen verborgen onder het zand en vallen zon-der waarschuwing mensen aan. Koperen slang: de koperen slang is zeven eeuwen bewaard. Op het laatst gaat men haar vereren als afgod. Koning Hizkia maakt aan de verering een einde door de slang te verpulve-ren (2 Koningen 18:4). Aandachtspunten � Vertel het verhaal vanuit Mozes. Het volk

heeft zware kritiek, maar Mozes blijft voor hen opkomen bij God.

� Het volk is terneergeslagen. Weer moeten ze een omweg maken, om Edom heen. Wanneer zullen ze nu eindelijk in Kanaän aankomen? Er ontstaan verwijten richting Mozes en God.

� God grijpt nu hard in. De mensen moeten nu weten dat Hij voor hen zorgt. Hij stuurt slangen die de mensen bijten. De pijn gaat als een vuur door hen heen. Een groot aantal mensen sterft snel.

� In Egypte is de slang het teken van de macht van de farao. Hij is het symbool van zijn vernietigende kracht. De roep van de mensen om terug te gaan naar Egypte beantwoordt God met giftige slangen.

� Nu gaan de mensen naar Mozes toe om hem te laten bidden tot God. Ze belijden samen hun schuld voor God. Mozes treedt op als middelaar tussen het volk en God. Ik Zal Er Zijn woont in hun midden, maar het volk kan Hem niet benaderen in Zijn heiligheid. Mozes vertegenwoordigt God bij de Israëlieten, prent Gods wetten en voorschriften in.

� Als de mensen in leven willen blijven, moeten ze kijken naar een koperbronzen slang. De schuld van het volk wordt boven het volk uitgetild. Wie gelovig kijkt, blijft in leven en wordt genezen.

� In Johannes 3:14 wordt dit verhaal gekop-peld aan het prachtige werk van Jezus Christus. Aan het kruis heeft Jezus de vloek van de zonden gedragen en in het graf heeft Hij de dood overwonnen en is opgestaan. Jezus is hoog verheven en zit aan Gods rechterhand. Door geloof in

Hem, maakt Hij het goed tussen ons en God.

Introductie op de les Wie heeft wel eens een slang gezien? Waar-om zijn veel mensen bang voor slangen? Afsluiting Waarom stuurt God slangen?

Page 50: HOOFDSTUK 11 DROMEN - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 11 Dromen HOOFDSTUK 11 - DAG 1 DE SCHENKER EN DE BAKKER Verteltekst Genesis 40 Achtergrondinformatie

Levend Water – groep 3 50 Hoofdstuk 20 De woestijn

HOOFDSTUK 20 - DAG 3 BILEAM Verteltekst Numeri 22 - 24 Achtergrondinformatie Amorieten: de Israëlieten hebben de Amorie-ten uit hun steden en dorpen verdreven en hun koning Sichon verslagen (Numeri 21). Het volk voor mij vervloeken: middel om een tegenstander te verzwakken. Men verwacht dat de vloek uitkomt, maar God bepaalt of de vloek werkt of niet. Er zijn ook vloeken die niet uitkomen (2 Samuel 16:5-14). Magiër: Bileam is een bekend magiër die door Balak wordt ingeschakeld. Petrus en Judas gebruiken hem als voorbeeld van een valse le-raar (2 Petrus 2:15 en Judas 11). Hij wordt door God gedwongen Zijn woorden te spreken. Gezanten met meer aanzien: het gezelschap is voornamer en Bileam kan alles krijgen wat hij vraagt van Balak. Engel van de HEER: zichtbare verschijning van God. Aandachtspunten � Vertel het verhaal vanuit de verteller. Op

deze manier kan u zowel over Bileam als over koning Balak vertellen.

� Koning Balak is bang als Israël zich legert ten noorden van de Dode Zee, langs de Jordaan, tegenover Jericho. Hij heeft ge-hoord wat het volk heeft gedaan met de Amorieten. Om het volk te verzwakken, laat hij de magiër Bileam komen.

� God maakt aan Bileam uit Aram zijn plan bekend door aan hem te verschijnen. Bi-leam wil zich niet verzetten tegen God, maar hij laat ruimte voor een verandering van Gods plan. Aan zijn optreden zitten twee kanten: geen verzet tegen God en aan de andere kant hopen op een belo-ning van koning Balak (2 Petrus 2:15 en Judas 11).

� God waarschuwt Bileam via de ezelin. De ezelin ziet wat de ziener niet ziet. Ze kan geen kant op. Bileam kan God niet tegen-werken. Dit moet hem duidelijk gemaakt worden door een dier, terwijl juist hij de ziener is.

� Als Bileam de engel van de HEER ziet, begrijpt hij zijn schuld en hebzucht. Voor Bileam is het nu duidelijk dat hij alleen de woorden van God mag spreken. Israël heeft een grote Beschermer.

� Aan de spreuken gaat een heel ritueel van offeren vooraf. Hieruit blijkt dat het niet vanzelfsprekend is dat Bileam een ant-woord van God verwacht. Bij de derde

spreuk heeft hij wel direct contact met God.

� Zevenmaal spreekt Bileam een spreuk uit over het volk, over koning Balak en de omringende volken. In de spreuken wordt Israël juist gezegend. God doet wat Hij zegt. Hij zal het volk Israël talrijk maken en zegenen. Wie Israël zegent, zal gezegend zijn. En wie het volk vervloekt, zal ver-vloekt worden.

� Natuurlijk is koning Balak woest. Hij wil dat het volk vervloekt wordt. En als het niet vervloekt mag worden, zeg dan helemaal niets. Maar Bileam heeft alleen maar slecht nieuws voor Moab en de omringen-de volken. Uiteindelijk wordt Bileam het land uitgejaagd.

� Bileam is tijdens de verovering van Kana-an door de Israëlieten gedood (Jozua 13:22). In de bijbel wordt zijn optreden veroordeeld, omdat je niet zowel God als afgoden kan dienen (Openbaring 2:14).

Introductie op de les Wat zullen de koningen van Kanaän van Israël vinden? Afsluiting van de les Waarom vraagt koning Balak Bileam om te komen?

Page 51: HOOFDSTUK 11 DROMEN - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 11 Dromen HOOFDSTUK 11 - DAG 1 DE SCHENKER EN DE BAKKER Verteltekst Genesis 40 Achtergrondinformatie

Levend Water – groep 3 51 Hoofdstuk 20 De woestijn

HOOFDSTUK 20 - DAG 4 DE WOESTIJN KNIEBOEK Plaat Mozes slaat met zijn staf tegen de rots om voor water te zorgen. Bespreek met de leerlin-gen waarom Mozes zo kwaad kijkt. Wat gaat er mis? Voor het volk is het erg moeilijk om in de woes-tijn te leven. Peil bij de leerlingen wat voor beeld zij hebben van de woestijn. Er is niet al-leen zand, maar ook rotsen en stenen. Geef aan dat de God elke dag voor het volk zorgt door manna te geven. Daarnaast wijst Hij hen de weg. God blijft ook voor het volk zorgen als ze voor straf in de woestijn moeten blijven: schoenen verslijten niet. Woestijn Gods volk is al lang onderweg in de woestijn naar het beloofde land. Ongeduldige jongen Bekijk met de leerlingen de cartoon. Zijn de leerlingen ook wel eens zo ongeduldig dat ze het wel willen weggooien of gaan stampvoe-ten? Kraan Voor Nederlanders is het vanzelfsprekend dat er water uit de kraan komt. Laat de leerlingen vertellen wanneer ze dorst hebben gehad. Wat voel je dan? Bileam en ezel Laat de leerlingen het verhaal van Bileam te-rug vertellen. Waarom wil de ezel stoppen en echt niet verder gaan? WERKBOEK Op de kleurplaat is de woestijn te zien. Tussen alle spullen en tenten zitten slangen verstopt. Laat de leerlingen de slangen tellen. De leer-lingen moeten het juiste antwoord inkleuren: 10.