14

Hoofdstuk 5

  • Upload
    -

  • View
    156

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Hoofdstuk 5
Page 2: Hoofdstuk 5

Marco en Ben lopen over het plein in het midden van Verona. ‘Toe Marco, laten we naar huis gaan, bij deze hitte barst er een gevecht uit om niets, en als er nog een keer iets gebeurt, laat de kolonel ons allemaal neerschieten,’ probeert hij nog maar een keer. Marco negeert het. ‘Weet je wat jij bent? Jij bent echt zo’n opgeblazen rotzak,’ moppert hij. Ben kijkt beledigd opzij. ‘Sorry?’

Page 3: Hoofdstuk 5

‘Ja, echt zo’n opgeblazen rotzak, die de beste dingen wil hebben en dan daar iedereen de ogen mee uitsteekt. Echt een mongool. Een vieze, seksverslaafde, pedofiel, een gore manhoer. Jij bent echt zo’n opgefokt type die een hoop biertjes achteroverslaat, en dan de barkeeper te lijf gaat.’ Ben trekt zijn wenkbrauwen hoog op. ‘Zo? Anders nog wat?’ ‘Ja,’ begint Marco, blij dat hij het vraagt. ‘Jij bent-’ Ben heft zijn hand op. ‘Capulets.’ Hij knikt naar de gedaanten die in de verte opdoemen.

Page 4: Hoofdstuk 5

‘We moeten maken dat we wegkomen, met dit weer moeten we hun zeker niet tegenkomen.’ Marco blijft stevig staan en steekt zijn borst naar voren. ‘Ik ga niet weg, zeker niet voor hen.’ Tybalt, met twee vrienden als een soort bodyguards achter hem komen het plein op lopen. ‘Zo Tybalt, kom je vechten?’ begint Marco uitdagend. ‘Ik kom alleen maar even met Romeo praten,’ Marco trekt zijn rechterwenkbrauw op. ‘Maak daar praten en slaan van.’ Tybalt heft zijn kin op. ‘Als je zo begint word het dat zeker. –Waar is hij?’

Page 5: Hoofdstuk 5

Romeo komt het plein op lopen. ‘Hij daar, hij is mijn man,’ laat Tybalt weten. ‘Oh, val je tegenwoordig op mannen, Tybalt?’ vraagt Marco met zijn scherpe, uitdagende stem. Tybalt negeert hem. ‘Wat is er, Tybalt?’ vraagt hij, op een toon die de hele situatie vrij vredig doet lijken. Tybalt komt dichterbij. ‘Jij was op ons bal. Je kwam ons belachelijk maken op ons eigen feest, ons uitlachen van achter je masker.’ Hij spuugt op de grond. ‘Ik daag je uit voor een duel op leven en dood.’

Page 6: Hoofdstuk 5

Marco recht sierlijk zijn rug. ‘Zo, gaan we middeleeuws doen?’ Romeo schud zijn hoofd. ‘Tybalt, ik ben meer je vriend dan jij kunt weten. Ik vecht niet met jou.’ Marco fronst uitdagend zijn wenkbrauwen. ‘Ik wel.’ Tybalt zucht. ‘Ik heb jouw dolk niet nodig, opgeblazen kwal. Ik vecht met Romeo, en ik zal winnen, al is het het laatste wat ik doe.’ Marco, blij dat hij een eindelijk een excuus heeft om te vechten, trekt zijn dolk. ‘Dan zorg ik dat het het laatste is wat je doet.’ sist hij.

Page 7: Hoofdstuk 5

Met een luide strijdkreet stort hij zich op Tybalt, die in een flits ook zijn dolk trekt. Het zilver schiet heen en weer, tot de hele warboel niet meer te onderscheiden is. ‘Marco, Tybalt, stop,’ roept Ben in paniek. ‘De kolonel heeft het toch verboden, ik wil niet dood.’ Romeo bijt op zijn lip. ‘Stop, stop met vechten,’ smeekt hij. Als hij ziet dat de twee niet naar hem luisteren, en waarschijnlijk niet eens horen, springt hij ertussen. ‘Verdomme, luister naar me, jullie moeten stoppen!’ roept hij paniekerig uit.

Page 8: Hoofdstuk 5

En dan gebeurt het. Tybalt’s dolk schiet onder Romeo’s arm door in Marco’s zij. Marco kreunt en grijpt met zijn hand naar de wond. Tybalt rent met zijn vrienden weg, op de vlucht voor wat ze te wachten staat, als de kolonel hier achter komt. Marco krimpt ineen, zijn gezicht vertrokken van de pijn. Zijn shirt kleurt langzaam donkerrood op de plek waar hij zijn hand tegenaan drukt. ‘Marco, sta op,’ commandeert Romeo, met een ietwat trillende stem. ‘Het is toch niet zo’n grote wond?’ fluistert Ben onzeker.

Page 9: Hoofdstuk 5

Marco kreunt nogmaals. ‘Niet groot– of diep, maar zeker– dodelijk.’ Hijgt hij. Romeo schud zijn hoofd ongelovig. ‘Als je morgen naar me vraagt, zul je horen dat ik dood ben,’ vervolgt Marco. Romeo balt zijn handen tot vuisten. ‘Toe Marco, overdrijf niet.’ Marco knijpt zijn ogen samen. ‘Dat moet jij nodig zeggen. Ik kreeg die stoot nota bene onder jouw arm door. Ik hoop dat de ene na de andere ramp jullie vervloekte families treft,’ gromt hij. ‘Ben, help me naar binnen, dan kan ik waardig sterven, niet op straat.’ Met een bleek gezicht helpt Ben hem omhoog, en sleept hem wat onhandig mee naar binnen.

Page 10: Hoofdstuk 5

Romeo grijpt naar zijn hoofd. ‘Oh Julia, jouw schoonheid heeft een zwakkeling van me gemaakt. Mijn eigen vriend ligt op sterven, puur omdat ik jou wilde sparen voor het leed dat de dood van jouw neef meegebracht zou hebben.’ Hij slaat zijn armen over elkaar en knijpt in zijn armen. ‘Maar het is afgelopen met het aardig zijn. Hij heeft mijn vriend vermoord, en voor moord is maar één straf.’ Ben komt met een bleek gezicht naar buiten. ‘Is hij…’ aarzelt Romeo. Marco knikt langzaam. Marco was neergestoken door Tybalt.

Page 11: Hoofdstuk 5

Romeo knijpt zijn ogen samen. Een intense woede laait in hem op. Nog nooit had hij zich zo beledigd gevoeld, zo aangetast, en vooral zo woedend. Even lijkt het alsof de wereld in een rode waas verkeert, als hij met grote, furieuze passen de straat in loopt waar Tybalt net in verdwenen is. Moord moet boeten met moord. Het beeld van de stervende Marco. Niets kan hem meer stoppen.

Page 12: Hoofdstuk 5

Als hij Tybalt in het oog krijgt, klopt zijn hard sneller, en knijpt zijn hand zo hard in zijn zakmes, dat zijn knokkels wit worden. Ruw draait hij hem aan zijn schouder om. Tybalt kijkt verrast op, maar er trekt meteen een geschrokken blik voorbij als hij de vreselijke, snijdende woede in Romeo’s ogen ziet. De dolk schittert in het zonlicht, en Romeo steekt hem met de kracht die woede met zich meebrengt, in Tybalt’s ribbenkast. ‘Dat is voor Marco,’ sist hij. Tybalt krimpt ineen. ‘De mooie Julia hoort niet te treuren om jou,’ mompelt Romeo bijna onverstaanbaar.

Page 13: Hoofdstuk 5

Tybalt sterft op straat. Pas als Romeo de schade ziet, trekt de rode waas voor zijn ogen weg. Julia. Wat heeft hij gedaan. Hij heeft de neef van zijn geliefde vermoord. Zou ze hem ooit kunnen vergeven, zou haar liefde niet verbitteren. Een bleke ben knijpt hem in zijn schouder. ‘Romeo, je moet vluchten. Ik hoor mensen aankomen.’

Page 14: Hoofdstuk 5

Romeo kreunt. ‘Wat heeft het nog voor zin. Ze zullen me vermoorden, en er is niemand die erom zal treuren.’ Zelfs zijn Julia kan het hem vast niet vergeven. Ben zucht. ‘Romeo, toe, doe het voor mij, doe het voor Marco, red jezelf.’ Romeo bijt op zijn lip, knikt en rent zo hard hij kan weg. Maar hij doet het voor Ben noch Marco. Hij doet het voor zijn lieve Julia.