63
HOUTTECHNIEKEN TWEEDE GRAAD TSO LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS LICAP – BRUSSEL D/2007/0279/006 September 2007 (vervangt D/2005/0279/033 met ingang 1 september 2007) ISBN 978-90-6858-729-6 Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel

Huisstijlsjablonen VVKSOond.vvkso-ict.com/leerplannen/doc/word/Houttechnieken... · Web viewBij technisch tekenen maakt men veelal het onderscheid tussen schetsen, traditioneel tekenen

  • Upload
    others

  • View
    0

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Huisstijlsjablonen VVKSO

houttechnieken

tweede GRAAD tso

LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS

LICAP – BRUSSEL D/2007/0279/006

September 2007(vervangt D/2005/0279/033 met ingang 1 september 2007)

ISBN 978-90-6858-729-6

Inhoud

5Plaats van de leerplannen in deze brochure in de lessentabel

71Uitgangspunten

82Studierichtingsprofiel

82.1Instroom

82.2Profiel van de studierichting

82.3Uitstroom

93Verticale leerlijn

93.1Logisch curriculum tso studiegebied hout

93.2Beginsituatie

103.3Hoofddoelstellingen

114Horizontale samenhang

114.1Bij parallelle klassen in dezelfde studierichting

114.2Horizontale samenhang met aanverwante studierichtingen

114.3Horizontale verschillen ten opzichte van aanverwante studierichtingen

135Open en geïntegreerd

135.1Een open leerplan

135.2Een geïntegreerd leerplan

156Leerplandoelstellingen, leerinhouden en pedagogisch-didactische wenken

156.1Begrippenkader

166.2Organisatie

226.3Realisaties hout

256.4Mechanica (hoofddoelstellingen 3.3.7 en 3.3.8)

306.5Elektriciteit en lab (hoofddoelstellingen 3.3.9, 3.3.10 en 3.3.11)

357Algemene pedagogisch-didactische wenken

357.1Geïntegreerde aanpak

357.2Werkvormen

367.3Algemene pedagogische wenken Realisaties hout en Organisatie

367.4Algemene pedagogische wenken Mechanica

367.5Algemene pedagogische wenken Elektriciteit en lab

377.6CAD, VIA, ECDL …

377.7Welzijn op het werk en VCA

388Evaluatie

388.1Procesevaluatie

398.2Productevaluatie

398.3Evalueren van attitudes

409Minimale materiële vereisten

409.1Algemeen

419.2Specifiek voor de basisdoelstellingen Hout

449.3Specifiek voor de basisdoelstellingen Mechanica

459.4Specifiek voor de basisdoelstellingen Elektriciteit en lab

4610Nuttige adressen

4911Bibliografie

4911.1Handboeken

5011.2Syllabi

5011.3Vaktijdschriften

Plaats van de leerplannen in deze brochure in de lessentabel

Studierichting

Houttechnieken tweede graad tso

Pedagogische vakbenaming

Elektriciteit

Administratieve vakbenaming

TV Elektricitieit/Elektomechanica/Hout

Specifiek gedeelte

2 uur in eerste en tweede leerjaar samen

Pedagogische vakbenaming

Mechanica

Administratieve vakbenaming

TV Mechanica/Hout

Specifiek gedeelte

2 uur in eerste en tweede leerjaar samen

Pedagogische vakbenaming

Organisatie

Administratieve vakbenaming

TV Hout

Specifiek gedeelte

Minimum 5 uur in eerste en tweede leerjaar

Pedagogische vakbenaming

Realisaties hout

Administratieve vakbenaming

PV Hout

Specifiek gedeelte

Minimum 8 uur in eerste en tweede leerjaar

1 Uitgangspunten

Vernieuwde visie op tso en bso die moet leiden naar een duidelijke profilering van de studierichtingen Bouw- en houtkunde, Houttechnieken en Houtbewerking.

· Actualisering van technieken, technologieën, normen, voorschriften, werkvormen ...

· Door de wijze van formuleren dienen de leerplandoelstellingen, in combinatie met de leerinhouden, het ver-wachte beheersingsniveau zo duidelijk mogelijk aan te geven. Complexe en moeilijk hanteerbare taxono-mieën worden vermeden.

· De verticale samenhang met het leerplan van de derde graad bewaken.

· Integratie van theorie en praktijk in de leerplandoelstellingen en leerinhouden.

· De optie van het VVKSO om in de nieuwe leerplannen het minimum lestijdenpakket van de basisvorming en het fundamentele gedeelte op 32 uur te brengen, zodat de school een complementaire keuze kan maken voor maximum 4 uur. We adviseren om binnen het complementair gedeelte uren op te nemen voor de clusters ‘Realisaties hout’ en ‘Organisatie’. Dit maakt het mogelijk om te differentiëren en om bepaalde leerinhouden grondiger in te oefenen.

2 Studierichtingsprofiel

2.1 Instroom

De logische instroom komt uit de 1ste graad basisoptie Bouw- en houttechnieken. Deze leerlingen hebben in de context van een houtopleiding, een zekere competentie ontwikkeld op het vlak van technisch tekenen, van technisch-theoretische inhouden en van praktisch-inzichtelijke vaardigheden.

2.2 Profiel van de studierichting

Bij alle realisaties in hout, wordt de leerling geconfronteerd met basiseigenheden. Hij maakt kennis met de eigenschappen en de mogelijkheden van de materialen waaruit de constructies zijn gemaakt. Het technologische proces verklaart hoe hij houtconstructies kan realiseren. Aan de hand van diverse technieken wordt het werkstuk afgewerkt en soms geplaatst. De leerling leert begrijpen en inzien waarom houtconstructies, volgens welbepaalde methoden, ontwikkeld zijn. Hij leert toepassen wat er in alle deelfacetten van een productieproces precies gebeurt.

De leerling verwerft kennis en vaardigheden door beredeneerd en logisch te denken en procesmatig te handelen. Tijdens de voorbereidingen organiseert hij alle componenten planmatig. Aan de hand van eenvoudige proefondervindelijke tests, stelt hij vast welke mogelijkheden de materialen en de constructies te bieden hebben.

Niet alleen constructiegebonden elementen moet hij weten te plannen, maar ook het organiseren van de werkomgeving, is een belangrijk aspect.

In de praktijk maakt hij eenvoudig meubilair, kleine schrijnwerktoepassingen en andere creaties in hout, volgens de voorbereide methode, de gemaakte afspraken en de omschreven richtlijnen.

Tekenen is een belangrijk communicatie-instrument. Tekenvaardigheden kunnen allerlei vormen aannemen, zoals het maken van schetsen, het technisch tekenen van constructies, het ontwikkelen van vormen ... Het is evident dat er een beroep wordt gedaan op een CAD-pakket.

Zichzelf evalueren, bijsturen en rapporteren van de bevindingen, maken deel uit van het leerproces. Na het beëindigen van deze studierichting heeft de leerling de basiscompetentie om een 3de graad tso aan te vatten en mee te werken aan elementaire fasen van het productieproces.

Het profiel van de studierichting van de 2de graad houttechnieken, is gebaseerd op basiselementen van de binnen- en buitenschrijnwerker, de schrijnwerker-timmerman, de interieurbouwer, de meubelmaker en de machinaal houtbewerker uit de beroepenstructuur. Hiervoor verwijzen we naar de beroepsopleidingsprofielen. In de 3de graad Houttechnieken komen deze beroepen uitgebreid aan bod.

2.3 Uitstroom

Slagen in deze studierichting betekent het behalen van het attest van de 2de graad secundair onderwijs. De leerlingen kunnen overstappen naar een studierichting van de 3de graad. Het logische curriculum is de 3de graad Houttechnieken tso.

3 Verticale leerlijn

3.1 Logisch curriculum tso studiegebied hout

tso

3de graad

3de leerjaar

Hout constructie- en planningstechnieken

3de graad

1ste en

2de leerjaar

Houttechnieken

2de graad

1ste en

2de leerjaar

Houttechnieken

1ste graad

basisoptie

Bouw- en houttechnieken

3.2 Beginsituatie

In het 2de leerjaar van de 1ste graad basisoptie Bouw- en houttechnieken hebben de leerlingen al kennis gemaakt met:

· het leren werken in een veilige en krachtige leeromgeving,

· het technologisch denkproces,

· inzichtelijk en nadenkend handelen (realisatie) in de context van een beroep,

· leren sturen van het eigen leerproces en ontdekken van eigen mogelijkheden,

· basisbegrippen van bewegingen en krachten (mechanica), elektriciteit in het vak Technologische opvoeding.

3.3 Hoofddoelstellingen

Het studierichtingsprofiel werd vertaald in elf hoofddoelstellingen die verfijnd worden in leerplandoelstellingen en leerinhouden. Deze worden zelfstandig aangeleerd. (Zie hoofdstuk 6)

3.3.1 de werkomgeving veilig organiseren volgens een eenvoudig proces, (vanaf doelstelling 1)

3.3.2 de elementen van een eenvoudige uitvoering (opdracht, project …) analyseren, (vanaf doelstelling 2)

3.3.3 een eenvoudige uitvoering voorbereiden (tekenen, keuze maken, werkmethode…), (vanaf doelstelling 8)

3.3.4 een eenvoudige uitvoering (opdracht, project …) oordeelkundig realiseren, (vanaf doelstelling 19)

3.3.5 kwaliteitscontrole en zelfevaluatie toepassen, de vaststellingen bijsturen, (vanaf doelstelling 26)

3.3.6 een eenvoudige uitvoering (opdracht, project …) oordeelkundig afwerken, (vanaf doelstelling 30)

Het vak Mechanica heeft als hoofddoelstellingen: (vanaf doelstelling 32)

3.3.7 inzicht verwerven in de begrippen en wetmatigheden van de kinematica, de statica en de dynamica, gelinkt aan concrete situaties en toepassingen binnen de wereld van de houtverwerkende nijverheid,

3.3.8 inzicht verwerven in mechanische overbrengingen bij houtbewerkingsmachines

Het vak Elektriciteit heeft als hoofddoelstellingen: (vanaf doelstelling 47)

3.3.9 de basiswetten van de elektriciteit toelichten,

3.3.10 eenvoudige praktische toepassingen (schakelingen …) van de elektriciteit waarnemen en verklaren (via simulaties of proefondervindelijk) met als doel om de theoretisch opgebouwde wetmatigheden te bevestigen,

3.3.11 de veiligheidsmaatregelen kennen en er naar handelen.

4 Horizontale samenhang

4.1 Bij parallelle klassen in dezelfde studierichting

Het komt voor dat een grote klas gesplitst wordt in kleinere groepen voor onder andere Realisaties hout. Overleg binnen het lerarenteam is hier van primordiaal belang. Zorg dat de doelstellingen evenwichtig in de groepen worden aangeleerd. Gezamenlijk opstellen van een jaarplanning en een goede spreiding van de leerplandoelstellingen moeten ervoor zorgen dat de horizontale samenhang gegarandeerd blijft.

Het hanteren van een uniform evaluatie-instrument zorgt ervoor dat ongelijkheden worden weggewerkt. De leerlingen kunnen op een identieke manier permanent worden geëvalueerd en bijgestuurd.

4.2 Horizontale samenhang met aanverwante studierichtingen

Binnen de 2de graad tso-technieken zijn het vooral de attitudinale (gedrag, houding) en de evaluatiegerichte doelstellingen die de horizontale samenhang bepalen:

· zelfstandig leerfragmenten uitbouwen;

· probleemoplossend denken;

· verantwoordelijkheid dragen;

· kritisch zichzelf evalueren;

· situaties inschatten, evalueren, rapporteren, correct bijsturen;

· veiligheidsbewust handelen;

· …

4.3 Horizontale verschillen ten opzichte van aanverwante studierichtingen

Onderstaand schema tracht het onderscheid met aanverwante studierichtingen te duiden. Dit onderscheid slaat uitsluitend op het fundamentele gedeelte.

tso

Varianten van projecten of opdrachten als studieobject:

· via technisch tekenen en schetsen (drie- en) tweedimensionaal communiceren om het concept van basisconstructies uit de bouw- en houtsector te begrijpen en varianten te bestuderen;

· de conceptuele kenmerken van basisconstructies uit de bouw- en houtsector toelichten;

· optreden om de uitvoering van basisconstructies uit de bouw- en houtsector mogelijk te maken.

2de graad

Bouw- en houtkunde

tso

De uit te voeren projecten of opdrachten als studieobject:

· de werkomgeving veilig organiseren volgens een eenvoudig proces,

· de elementen van een eenvoudige uitvoering (opdracht, project …) analyseren,

· een eenvoudige uitvoering voorbereiden (tekenen, keuze maken, werkmethode …),

· een eenvoudige uitvoering (opdracht, project …) oordeelkundig realiseren,

· kwaliteitscontrole en zelfevaluatie toepassen, de vaststellingen bijsturen,

· een eenvoudige uitvoering (opdracht, project …) oordeelkundig afwerken.

2de graad

Houttechnieken

bso

Het uitvoeren van projecten:

· de veilig georganiseerde werkomgeving van een eenvoudig proces onder begeleiding ontleden,

· een eenvoudige uitvoering (opdracht, project …) onder begeleiding faseren,

· een eenvoudige uitvoering onder begeleiding voorbereiden (tekenen, keuzes maken, werkmethode …),

· elementair machinegebruik onder begeleiding voorbereiden en linken met enkele basismechanismen,

· een eenvoudige uitvoering (opdracht, project …) onder begeleiding vakkundig realiseren,

· onder begeleiding kwaliteitscontroles en zelfevaluaties toepassen, de vaststellingen bijsturen,

· een eenvoudige uitvoering (opdracht, project …) onder begeleiding oordeelkundig afwerken.

2de graad

Houtbewerking

5 Open en geïntegreerd

5.1 Een open leerplan

De scholen hebben een grote vrijheid voor wat betreft het implementeren en realiseren van de doelstellingen in samenhang met de leerinhouden. Geen enkele doelstelling is gebonden aan een uitvoering of voorgesteld project. Hier ligt de keuze volledig bij het lerarenteam dat het leerplan moet realiseren. De mogelijkheden om de doelstellingen en leerinhouden te combineren en te vertalen in projecten, zijn onbeperkt.

5.2 Een geïntegreerd leerplan

In de leerplannen van de 3de graad tso en bso van het studiegebied Hout, wordt de integratie van de technische vakken (TV) en praktijk (PV) vooropgesteld. Ook in de 2de graad vormt de integratie een fundamenteel uitgangspunt.

Een geïntegreerd leerplan houdt in dat er in de opbouw geen onderverdeling is volgens vakken. Dit betekent dus geen afzonderlijk leerplanonderdeel voor tekenen, technologie en praktijk. De leerplandoelstellingen en leerinhouden worden zodanig aangeboden dat de praktijk en de theorie als een geheel worden ervaren, waardoor de afstemming van de theorie op de praktijk optimaal wordt.

Het is vanuit pedagogisch-didactisch standpunt absoluut noodzakelijk om degelijke samenhang te brengen tussen praktijk en theorie. Een eerste stap om op dit vlak goede resultaten te bereiken is vertrekken vanuit een geïntegreerd leerplan. De samenhangende delen zijn geclusterd in ‘Organisatie’ en ‘Realisaties hout’. Het onderscheid tussen PV en TV is louter omwille van administratieve redenen behouden.

De versnippering in vakken van enkele uren is niet efficiënt, het is in veel gevallen interessanter om op bepaalde ogenblikken pakketten als geheel aan te bieden. Door versnippering gaat de samenhang verloren en ontstaan tal van overlappingen. Door de leerplandoelstellingen en leerinhouden te groeperen ontstaat er een duidelijker referentiekader om doelgericht en projectmatig te werken.

De leerplandoelstellingen en leerinhouden van ‘Realisaties hout’ en ‘Organisatie’ dienen door het lerarenteam, in overleg met de technisch adviseur(s), gepland en gespreid te worden. Permanent opvolgen via teamvergaderingen is noodzakelijk. Aangezien de clusters ‘Organisatie’ en ‘Realisaties hout’ steeds in relatie met elkaar staan zoals bij elk technologisch proces, zijn de leerplandoelstellingen en bijbehorende leerinhouden geïntegreerd uitgeschreven.

Organisatie

De leerplandoelstellingen en leerinhouden van de cluster ‘Organisatie’ hebben betrekking op alle aspecten in verband met het analyseren van het project en de voorbereiding van de uitvoering. Het zijn dus doelstellingen die een project of opdracht uitvoeringsgericht vertalen naar een eenvoudige realisatie.

Hieronder wordt verstaan:

· organisatie werkomgeving

· voorbereidende schetsen

· uitvoeringstekeningen (CAD en manueel)

· materialenkennis

· materialenstaat

· werkmethoden

· handgereedschappen

· basismachines

· welzijn op het werk

· evalueren en bijsturen

· …

Realisaties hout

Deze leerplandoelstellingen en leerinhouden hebben betrekking op de praktische uitvoering (realisatie, opdracht of project). Het hoofddoel is voldoende inzicht en vaardigheden verwerven om eenvoudige projecten te realiseren.

Hieronder wordt verstaan:

· instellen en bedienen van basismachines

· ontwikkelen van handvaardigheden

· gebruikmaken van gereedschappen

· verwerken van materialen

· werkmethoden

· verbindingen

· welzijn op het werk

· evalueren en bijsturen

· …

6 Leerplandoelstellingen, leerinhouden en pedagogisch-didactische wenken

6.1 Begrippenkader

Zelfstandig

Bij de hoofddoelstellingen wordt het woord ‘zelfstandig’ gebruikt. Dit is een duidelijke verwijzing naar het niveau waarbinnen de doelstellingen zich afspelen. Doorgaans kunnen de doelstellingen bij tso-leerlingen zelfstandig bereikt worden. Zelfstandig betekent dat de leerlingen “zelf” beredeneerde stappen zetten binnen de opdracht. Bij bepaalde doelstellingen is voor sommige leerlingen wat meer begeleiding nodig om tot dit resultaat te komen.

Geïntegreerde leerplandoelstellingen

De leerplandoelstellingen en de leerinhouden zijn gekaderd binnen de bovenstaande hoofddoelstelling. De leerinhouden staan in relatie met de leerplandoelstelling en de hoofddoelstelling. Ze zijn deels geïntegreerd.

Uitbreiding (U)

Dit leerplan heeft zich voornamelijk beperkt tot de basisdoelstellingen. De leerinhouden bakenen de doelstelling af. Hier en daar zijn uitbreidingsdoelstellingen en -leerinhouden (U) aangegeven. Met het oog op het grondig verwerven van bepaalde basisdoelstellingen bevelen we aan om via zelf gekozen leerinhouden (aangepast aan de eigenheid van de school) en alternatieve projecten of opdrachten (als uitbreiding) hieraan te werken. De opgesomde leerinhouden zijn dus niet beperkend. Indien nodig en mogelijk kunnen ze worden aangevuld.

Uitvoeringsgericht voorbereiden

Dit houdt alle voorbereidende technische werkzaamheden in om tot de praktische uitvoering over te kunnen gaan, zoals het kiezen van materialen, het bepalen van de uitvoeringstechniek, het maken van tekeningen en detailtekeningen.

Traditioneel tekenen

Hier worden gedetailleerde uitvoeringstekeningen gemaakt met behulp van het potlood, de tekentafel, de lat, de passer … Het traditioneel tekenen komt nog deels aan bod. Een aantal vaardigheden en inzichten bij het traditioneel tekenen kunnen nog transfereerbare toepassingen vinden in de praktijk. Denk onder meer aan het afschrijven van constructieonderdelen op ware grootte, het uitzetten van constructies en constructieonderdelen, het vervaardigen van mallen, ... Andere tekentoepassingen worden gemaakt met een CAD-pakket.

Schetsen

Is de tekentechnische vaardigheid om op een vlugge en eenvoudige manier waarnemingen en ideeën te concretiseren. Dit betekent een ruwe schets maken bij het geven van technische uitleg of bij het toelichten van een uitvoeringsdetail, een situatieschets maken, een schets ter verduidelijking van een werkingsprincipe, ...

Realisaties (projecten, opdrachten …)

Iedere leerling dient, zelfstandig of in team, eenvoudige realisaties uit te voeren zowel uit het domein van het meubel als het binnen- en buitenschrijnwerk. De klemtoon ligt op het praktisch ervaren van eenvoudige uitvoeringen. Bij een project wordt de volledige werkgang doorlopen. Een opdracht is een fragment van een project.

6.2 Organisatie

Zelfstandig de werkomgeving veilig organiseren

volgens een eenvoudig proces

(hoofddoelstelling 3.3.1)

LEERPLANDOELSTELLINGEN

LEERINHOUDEN

1 De eigen werkomgeving van de werkbank en de machines volgens de veiligheidsvoorschriften en de productie-eisen organiseren.

De veiligheidsvoorschriften bij hun werkomgevingen kennen en bij iedere fase toepassen.

1.1 Veiligheidsaspecten als rode draad

Veiligheidsbewust maken

Werkplaatsreglement

Evacuatieplan

Veiligheidsvoorschriften

1.2 Afspraken hiërarchische lijn

1.3 Persoonlijke gereedschappenlijst

1.4 Gemeenschappelijk gereedschap

1.5 Veilig opbergen van gereedschap

1.6 Orde en netheid

1.7 Structuur

Zelfstandig eenvoudige opdrachten analyseren

(hoofddoelstelling 3.3.2)

LEERPLANDOELSTELLINGEN

LEERINHOUDEN

2 Spontaan technische documentatie raadplegen, selecteren, interpreteren, en ordenen.

2.1 Zoekstrategieën: cursusmateriaal, boeken, tijdschriften, brochures, digitaal (cd-rom, internet …)

2.2 ICT en multimedia

2.3 Hoofdzaak - bijzaak

2.4 Algemeen – essentieel

3 Tekening lezen, de delen situeren en ontleden.

3.1 De tekenopdracht analyseren: opdrachtom- schrijving, gegeven, gevraagde, transparan- te evaluatiemethode

3.2 Tekennormen

3.3 Bladschikking en lay-out

3.4 Titelkader

3.5 Legende, tekst

3.6 Aanzichten

3.7 Doorsneden

3.8 Bemating

3.9 Materiaalgebruik

4 Eenvoudige elementen meten en schetsen om op basis hiervan de uitvoering voor te bereiden.

Correcte verhoudingen toepassen.

4.1 Schets als waarnemingstekenen

4.2 Schets als communicatiemiddel

4.3 Meet- en schetsgerei: tekenpapier, potlood, meter …

5 De uitvoeringstekening voor een opdracht of project opstellen.

De waarde van een ontwerp inschatten.

Het belang inzien van stijlelementen en toegepaste kunststromingen.

5.1 Tekenmiddelen: teken- en schetsgerei, soorten papier, computer, CAD-programma

5.2 Basiselementen van vormgeven aanreiken: verhoudingen, lay-out, indelingen, functiegerichtheid

5.3 Relatie ontwerp en stijlkenmerk

5.4 Relatie tekening en realisatie

5.5 Technisch tekenen: uitvoeringstekening of detailtekening

Delen: corpus, deuren, laden, blad, beslag

Constructies: °Verbindingen zonder hulpmiddelen: koud°Lengte-, breedte- en dikteverbindin-gen, T- en hoekverbindingen°Verbindingen met hulpmiddelen:

nagelen, schroeven, bouten, meta-len hulpstukken, lijmen°Verbindingen plaatmaterialen°Verbindingen andere materialen

Componenten: profielen, lijsten

Aanzichten volgens projectiemethode

Doorsneden met kleuraanduiding

Noodzakelijke bemating

Materiaalaanduiding

Tekennormen en interne tekenovereenkomsten

5.6 Projectietekenen: inzichtelijk tekenen

Projectiemethoden

Zichtbare, onzichtbare lijnen

Ruimtelijk inzicht

5.7 Perspectieftekenen: presentatietekening

6 De werkmethode uitvoeringsgericht voorbereiden en opstellen.

Op basis van uitvoeringstekeningen de materiaalstaat opstellen.

Mogelijkheden van ICT toepassen in de context van de voorbereiding van de bewerkingsvolgorde.

6.1 Opdrachtomschrijving

6.2 Opdracht analyseren

6.3 Gevraagde elementen

6.4 Beeldvorming van het eindresutaat

6.5 Stappenplan: uitvoeringsgericht en inzich- telijk ordenen van activiteiten

6.6 Veiligheidsaspecten: veilig organiseren

6.7 Milieugerichte aspecten: spaarzaam pro- duceren, recyclagegericht, gecertificeerde materialen

6.8 Omgaan met afspraken

6.9 Taakverdeling

6.10 Materiaalstaat

6.11 Materiaalkostprijs

6.12 ICT (Informatie en Communicatie-Techno- logieën): tekstverwerking, rekenblad, inter- net, CAD, specifieke programma's ...

7 Elke fase van de werkmethode toelichten, moti- veren en in relatie brengen met de uitvoering.

Aanleggen van een klein dossier bij een project.

7.1 Hanteren van de werkmethode (planning)

7.2 De structuur van de werkmethode (planning)

7.3 Opvolgen van de werkmethode (planning)

7.4 Klein dossier

Inhoudstabel

Tekeningen

Materialenstaat

Bewerkingsvolgorde

Registratie bevindingen

Bronnen

7.5 Varianten in uitvoeringen en methodes

7.6 Stukwerk, seriewerk

7.7 Individueel werk, groepswerk

Zelfstandig eenvoudige uitvoeringen voorbereiden

(hoofddoelstelling 3.3.3)

LEERPLANDOELSTELLINGEN

LEERINHOUDEN

8 Massief hout herkennen.

Inzicht in de houtanatomie.

Het intern functioneren van een boom beschrijven.

8.1 Onderdelen boomstam, sapstroom

8.2 De groei van de boom

8.3 Houtvaten, steunweefsels, houtstralen harsgangen …

8.4 Enkele inheemse bomen herkennen

9 De keuze van massief hout verantwoorden in functie van de opdracht of het project.

Natuurlijke eigenschappen herkennen

9.1 Loofhout en naaldhout: verschillen, soorten, kenmerken, eigenschappen, handelsafme- tingen, toepassingen

9.2 Natuurlijke eigenschappen: kleur, structuur, nerf, glans, duurzaamheid, bewerkbaarheid, volumemassa, houtgebreken

9.3 Handelsafmetingen massief hout

10 Massief hout selecteren in functie van de om- schreven opdracht of het project, volgens de werk methode.

De structuur van houtgroei verklaren.

Het verzagen en het werken van hout kennen.

10.1 Te gebruiken houtsoorten

10.2 Dos, kwartier, vals kwartier

10.3 Langshout, kopshout

10.4 Schors, cambium, bast, merg, groeizones, houtstralen, spinthout, kernhout, vezelrich- ting, draad

10.5 Vezelverzadigingspunt, vrij en gebonden water

10.6 Evenwichtsvochtgehalte

10.7 Werken van hout

10.8 Natuurlijk drogen, droogkamers

10.9 Stapelen van nat en droog hout

11 Oordeelkundig uitsmetten van massief hout.

11.1 Uitsmettingsprincipes

11.2 Structuurverschillen in hout

11.3 Gebreken opsporen: kleurverschillen, spint, aantasting, barsten, scheuren, andere fouten

12 De keuze van de plaatmaterialen verantwoorden in functie van de opdracht of het project.

12.1 Plaatmaterialen: soorten, fabricageproces, kenmerken, eigenschappen, handelsafme- tingen, toepassingen

12.2 Fineer: soorten, fabricageproces, kenmer- ken, eigenschappen, handelsafmetingen, toepassingen

13 Plaatmaterialen selecteren in functie van de omschreven opdracht of het project, volgens de werkmethode.

13.1 Te gebruiken plaatmaterialen

13.2 Zorgzaam opbergen van plaatmaterialen

14 Oordeelkundig (optimaal) verdelen van plaatmate rialen.

14.1 Verdeelwijzen plaatmaterialen

15 De keuze van de andere materialen verantwoorden in functie van de opdracht of het project.

Oordeelkundig aanwenden van andere materialen.

15.1 Te gebruiken andere materialen: glas, metalen, kunststoffen …

15.2 Zorgzaam opbergen van andere materialen

15.3 Bevestigingsmogelijkheden nagaan

16 Gereedschappen, houtbewerkingsmachines, veilig- heidsapparatuur en verspaningsmiddelen kennen, kiezen en toelichten in functie van de concrete opdracht.

16.1 Meet- en aftekeninstrumenten

16.2 Verspaningsmiddelen (snijgereedschappen): beitels, schaafmessen, boren, frezen, zagen, schuurpapier

16.3 Gereedschappen: zagen, hamers, tangen, drijvers, schroevendraaiers …

16.4 Schuurmiddelen

16.5 Machines

Elektrisch of pneumatisch aangedreven: wipzaagmachine, boormachines, schroevendraaiers

Lintzaagmachine

Paneelzaag

Afkortzaag

Vlakschaafmachine

Vandikteschaafmachine

Verticale en horizontale boormachine

Penmachine

Freesmachine met aanvoerapparaat

Band- en schijfschuurmachine

Vlakpers

Slijpmolen

Draaibank

Koppeling met afzuiginstallatie, perslucht

16.6 Communicatieve vaardigheden: bevindingen

17 Gereedschappen, houtbewerkingsmachines, veilig- heidsapparatuur en verspaningsmiddelen volgens de gebruiksaanwijzing en de veiligheidsvoor- schriften instellen, hanteren en bedienen in functie van de concrete opdracht.

17.1 Instellen gereedschappen, machines, aan- voerapparaten, specifieke veiligheidsappara- tuur

17.2 Hanteertechnieken

17.3 Verspaningstechnieken

17.4 Aanvoerprincipes

17.5 Efficiënte en kostenbesparende technieken

17.6 Welzijn op het werk

Werkplaatsenreglement

Evacuatieplan

Veiligheidsaspecten

Veiligheidsinstructiekaarten

Machinefiches

Gebruiksaanwijzingen

PBM (persoonlijke beschermingsmiddelen): veiligheidskledij, handschoenen, bril, gehoorbescherming, veiligheidsschoenen

Milieuzorg

Ergonomie

Goede verlichting, verluchting en verwarming

17.7 Mallen en hulpstukken

18 Gereedschappen, houtbewerkingsmachines, veilig- heidsapparatuur en verspaningsmiddelen onder- houden in functie van de concrete opdracht.

18.1 Slijpen en afwetten van de snijgereed- schappen

18.2 Smeren, oliën bewegende delen

18.3 Verwisselen onderdelen

18.4 Onderhoudskaart

18.5 Onderhoudsafspraken

PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN

· Het is onmogelijk om alle informatie op te nemen in één cursus. Het is belangrijk om relevante informatie op te zoeken en deze effectief en efficiënt te gebruiken. Een documentatiecentrum uitgerust met technische boeken, tijdschriften, brochures, ICT (cd-rom’s, internet …) is noodzakelijk, zodat men het gericht opzoeken en verwerken van informatie kan aanleren.

· Het tekenen gebeurt vooral met behulp van CAD. Tijdens het bijbrengen van kennis en vaardigheden moet steeds het principe worden gehanteerd dat het getekende object realiseerbaar is.

· Het aanleren van CAD-vaardigheden dient steeds gekaderd in de context van de te vervaardigen constructies, dus zoveel mogelijk met oefeningen die rechtstreeks bijdragen tot de opleiding. Het werken met projecten is hierbij aan te bevelen.

· Het geïntegreerd gebruik van de computer in Organisatie en Realisaties hout is een must. We adviseren minimum 4 uur per week in elk leerjaar.

· Inzichtelijk handelen is een heel belangrijke vertrekfase. Leerlingen moeten weten wat ze tekenen. Iedere lijn op een tekening moeten ze kunnen definiëren.

· Geef de leerlingen vaak schetsopdrachten om vormgeving en uitvoeringsmethoden toe te lichten.

· Begin de leerlingen prijsbewust te maken. Gebruik actuele prijzen, die je de leerlingen best zelf laat opzoeken, om de materiaalkostprijs van een project te berekenen.

· Een bezoek brengen aan bedrijven, meubelmakerijen, schrijnwerkerijen ... is aangeraden.

· Gebruik in de opdrachten of projecten verschillende soorten massief hout en verschillende plaatmaterialen.

· Hanteer een transparante (doorzichtige) evaluatiemethode. Dat betekent dat de geëvalueerde leerling alle informatie moet krijgen die hij nodig heeft om te zorgen voor een optimale voorbereiding en een adequate uitvoering van de evaluatieopdracht. Dat impliceert ook duidelijkheid omtrent de voorgestelde doelstellingen (wat geëvalueerd wordt), over de criteria en standaarden die zullen gehanteerd worden (hoe geëvalueerd wordt) en een zicht op de manier waarop een bepaald resultaat tot stand komt. Hetzelfde geldt voor de eventuele gevolgen van een evaluatie.

· Als kennismaking kan op het einde van het 2de leerjaar een onderdeel van een opdracht of project, via demonstratie gerealiseerd worden met een CNC-machine. (U)

· Als kennismaking kan een afwerking van een opdracht of project, via demonstratie gerealiseerd worden met een spuitpistool. (U)

6.3 Realisaties hout

Zelfstandig eenvoudige uitvoeringen oordeelkundig realiseren

(hoofddoelstelling 3.3.4)

LEERPLANDOELSTELLINGEN

LEERINHOUDEN

19 De opdracht of het project realiseren.

19.1 Volgens de werkplaatsorganisatie

19.2 Volgens de werkmethode

19.3 Volgens de uitvoeringstekening

19.4 Volgens de detailtekeningen

19.5 Volgens de taakverdeling: zelfstandig, team- gericht …

19.6 Volgens de evaluatiemethode: validiteit, betrouwbaarheid, efficiëntie, objectiviteit, transparantie en normering

19.7 Belang attituden

19.8 Belang veiligheidsaspecten

19.9 Belang veiligheidsinstructiekaarten

19.10 Belang machinefiches

19.11 Belang checklisten bij machines

20 Massieve houtconstructies kennen, kwalitatief- en inzichtsgericht verwerken in functie van de om- schreven opdracht of het project, volgens de werk- methode.

20.1 Werkmethode als leidraad

20.2 Evaluatie-instrument als kwaliteitsbewaker

20.3 Klein dossier als scenario

20.4 Uitvoerings- en verspaningstechnieken massief hout

Zagen, schaven

Paringstekens, afschrijven

Boren, pennen, frezen

Vergaren

Lijmen

Schuren, afwerken

20.5 Verbindingstechnieken massief hout

20.6 Bevestigingstechnieken massief hout

20.7 Monteren en demonteren van massief hout

20.8 Zorgzaam stapelen van massief hout

21 Plaatmateriaalconstructies kennen, kwalitatief en inzichtelijk verwerken in functie van de omschreven opdracht of het project, volgens de werkmethode.

21.1 Werkmethode als leidraad

21.2 Evaluatie-instrument als kwaliteitsbewaker

21.3 Klein dossier als scenario

21.4 Uitvoerings- en verspaningstechnieken plaatmaterialen:

Paringstekens, coderen, markeren

Zagen, opdelen

Boren, frezen

Lijmen

Beplakken

Vergaren

Schuren, afwerken

21.5 Verbindingstechnieken plaatmaterialen

21.6 Bevestigingstechnieken plaatmaterialen

21.7 Monteren en demonteren van plaatcon- structies

21.8 Kantafwerking

21.9 Zorgzaam stapelen van plaatconstructies

22 Fineerhout kennen, kwalitatief en inzichtelijk ver werken in functie van de omschreven opdracht of het project, volgens de werkmethode.

22.1 Werkmethode als leidraad

22.2 Evaluatie-instrument als kwaliteitsbewaker

22.3 Uitvoeringstechnieken fineer:

Paringstekens

Snijtechnieken

Vergaar- en lijmtechnieken

Schuren

Afwerken

22.4 Zorgzaam opbergen van fineer

23 Andere materialen, kwalitatief en inzichtelijk mon- teren in functie van de omschreven opdracht of het project, volgens de werkmethode.

23.1 Werkmethode en voorschriften van de fabrikant als leidraad

23.2 Andere materialen

Bevestigingstechniek

Monteren en demonteren

Zorgzaam opbergen

24 Vergaar- en verlijmingstechnieken kennen en toepassen in functie van de omschreven opdracht of het project, volgens de werkmethode.

24.1 Lijmen

Soorten

Eigenschappen

Terminologie: open tijd, gesloten tijd uithardingstijd, potlife …

Toepassingsgebieden

24.2 Vergaartechnieken

24.3 Lijmtechnieken, aanbrengmethoden

24.4 Opspantechnieken: apparatuur

24.5 Omstandigheden: temperatuur, lucht- en materiaalvochtigheid

25 Beslag voor houtconstructies kennen, oordeelkundig kiezen en aanbrengen in functie van de omschreven opdracht of het project, volgens de werkmethode.

25.1 Technische documentatie

25.2 Prijsverantwoord, basisprijzen vergelijken

25.3 Beslag voor vaste constructies

25.4 Beslag voor sluitingen: deur-, lade- en raam- sloten

25.5 Bewegingsbeslag: scharnieren, ladegelei- ders, schuifdeurgeleiders

Zelfstandig controlegericht en zelfevaluatie gestuurd handelen

(hoofddoelstelling 3.3.5)

LEERPLANDOELSTELLINGEN

LEERINHOUDEN

26 Op basis van kwaliteitsomschrijvingen en met behulp van een evaluatie-instrument, een fragment van de opdracht of het project evalueren.

Meet- en controlegereedschappen correct ge- bruiken.

26.1 Evaluatiemethode: validiteit, betrouwbaar- heid, efficiëntie, objectiviteit, transparantie en normering

26.2 Meetinstrumenten: vouwmeter, winkelhaak, meetlat, schuifmaat …

26.3 Afspraken en toleranties

26.4 Kwaliteitsbepalingen, rapportering

27 De evolutie van de werkmethode, de uitvoering, de opdracht- of projectelementen en de afwerking evalueren.

27.1 Permanente procesevaluatie

27.2 Checklisten

27.3 Productevaluatie

27.4 Zelfevaluatie

27.5 Steekkaarten nagaan

28 De keuzes binnen de werkmethode evalueren.

28.1 Eerder gemaakte keuzes evalueren: mate- riaalkeuze, uitvoeringsmiddelen, keuze van de systemen …

28.2 De planning evalueren

29 Zelfevaluatie toepassen, bespreken, conclusies trekken, bevindingen toelichten en de tekorten bijsturen.

29.1 Vaststellen en adviseren

29.2 Begeleiden

29.3 Zelfevaluatie-instrument, opvolgingssysteem

29.4 Communiceren (verbaal, via schets …) met leraar en medeleerlingen

29.5 Bijsturing en remediëring

Zelfstandig eenvoudige uitvoeringen oordeelkundig afwerken

(hoofddoelstelling 3.3.6)

LEERPLANDOELSTELLINGEN

LEERINHOUDEN

30 De afwerking uitvoeren zoals de werkvoorbereiding voorschrijft.

30.1 Al of niet schuren

30.2 Machinaal schuren

30.3 Manueel schuren

30.4 Schuurmiddelen

31 Leren manueel afwerken.

31.1 Borstel, rol, vod, spons

31.2 Afwerkingsproducten (en fiches)

31.3 Verduurzamingsproducten

31.4 Afwerkingstechnieken: kleuren, vernissen, beroken …

6.4 Mechanica (hoofddoelstellingen 3.3.7 en 3.3.8)

Overschrijdende doelen

LEERPLANDOELSTELLINGEN

LEERINHOUDEN

32 De symbolen van de basisgrootheden kennen en toepassen.

32.1 Basisgrootheden en afgeleide grootheden: definitie, symbool, eenheid, afgeleide eenheden

32.2 SI-eenhedenstelsel

32.3 Omzettingsmethode

33 Inzicht verwerven in het orthogonaal referentie- stelsel.

33.1 Orthogonaal (x, y, z) referentiestelsel bij:

CAD

assenstelsel van een CNC-machine

33.2 Kleurnormen van de assen

34 Positieve en negatieve draaizin verduidelijken.

Rechts- en linksdraaiende snijgereedschappen herkennen

Rechts- en linksdraaiend beslag herkennen

34.1 Draaizin

Positief, rechtsdraaiend, wijzerzin

Negatief, links draaiend, tegenwijzerzin

34.2 Rechts- en linksdraaiende assen bij houtbewerkingsmachines

34.3 Rechts- en linksdraaiende snijgereed- schappen

34.4 Rechts- en linksdraaiend beslag

Pedagogisch-didactische wenken (Zie 7.4)

· Leg linken tussen de ‘Overschrijdende doelen’ en andere leerplanonderdelen.

· Stel de tabel met symbolen en SI-eenheden ter beschikking.

· Illustreer met voorbeelden uit de praktijk van de houtbewerker.

· Leg het verband met het referentiestelsel van CAD en CNC.

· Wijs de leerlingen op de toegepaste kleuren van de assen in het orthgogonaal referentiestelsel: x-as rood, y-as groen en z-as blauw.

Kinematica

LEERPLANDOELSTELLINGEN

LEERINHOUDEN

35 De begrippen tijd, tijdstip en tijdsinterval verduide- lijken aan de hand van voorbeelden uit de houtbewerking.

De tijdsinterval van één basisbewerking meten.

De productietijd van één eenvoudige basisconstructie bepalen.

35.1 Tijd, tijdstip, tijdsinterval

Begrip

Eenheid

Symbool

35.2 Relatie aanvoersnelheid en tijd

35.3 Relatie planning, werkmethode en kostprijs

35.4 Tijden

Productietijd

Insteltijd apparaten en houtbewerkingsmachines

Transporttijd

Bewerkingstijden

Dode tijd

35.5 Productietijd van een houten basiscon–structie (pen- en gatverbinding …)

36 De begrippen rust, beweging, verplaatsing, baan, richting, zin, snelheid, tijd en afgelegde weg omschrijven aan de hand van voorbeelden uit de houtwerking.

36.1 Begrippen rust, beweging, verplaatsing, baan, richting, zin, snelheid, tijd en afgelegde weg

36.2 Voorbeelden: aanvoerapparaat, ladesyste- men, transportsystemen …

36.3 Voorbeelden uit de leefwereld van de leer- lingen.

36.4 Relatie met bewegende delen van houtbe- werkingsmachines.

37 De eenparige rechtlijnige beweging toelichten aan de hand van voorbeelden uit de houtwerking.

Van een praktisch voorbeeld het (t, s)-diagram op schaal tekenen en aflezen.

De formule voor de eenparige rechtlijnige beweging toepassen.

37.1 Eenparig rechtlijnige beweging: definitie, kenmerken, formules

Verband tussen afgelegde weg, snelheid en tijd

Afgeleide formules bewegingswet

37.2 Bewegingsdiagram: (t, s)-diagram

37.3 Voorbeelden: voedingsbeweging op een draaibank, montageband, loopbrug, aan–voer vandiktebank, aanvoerapparatuur bij freesmachines, aanvoeren van werkstuk–ken …

38 De eenparige cirkelbeweging toelichten aan de hand van voorbeelden uit de houtwerking.

Uit de rotatiefrequentie en de diameter de omtreksnelheid berekenen.

38.1 Eenparige cirkelbeweging

Definitie

Kenmerken

Formules

Begrippen: omtreksnelheid (snijsnelheid), hoeksnelheid, rotatiefrequentie

38.2 Berekenen van snijsnelheid

38.3 Grafiek snijsnelheid, aflezen van rotatiefrequenties

38.4 Rotatiefrequentie instellen in functie van het te gebruiken snijgereedschap.

38.5 Voorbeelden: kolomboormachine, rotatiefrequentie en snijsnelheid van een freesmachine of zaagmachine …

39 Bij houtbewerkingsmachines de mechanische overbrengingen herkennen.

De onderdelen bij een riem-, tandwiel- en kettingoverbrenging herkennen en benoemen.

De draaizin aangeven bij overbrengingen.

De overbrengingsverhouding berekenen.

Enkele eenvoudige en herkenbare toepassingen van mechanische overbrengingen uit het vakgebied kennen.

39.1 Overbrenging van cirkelvormig naar rechtlijnig

39.2 Overbrenging van rechtlijnig naar cirkelvormig

39.3 Overbrenging van cirkelvormig naar cirkel-vormig

39.4 Overbrengingsverhoudingen

39.5 Voorbeelden uit de werkplaats of uit de praktijk: de toepassingen van platte, getande en V-riemen, hoogteverplaatsing van de vandiktebank en bandschuur- machine, wielen van het aanvoerapparaat, overbrengingen bij onder andere de lang- gatboor- en freesmachines …

Pedagogisch-didactische wenken (Zie 7.4)

· Het doel is dat je bij de leerlingen inzichten bijbrengt in functie van statica en dynamica.

· Illustreer de begrippen met voorbeelden uit de praktijk van de houtbewerker.

· Hecht veel belang aan grafische voorstellingen. Het omgaan met schaalfactoren is transfereerbaar naar technisch tekenen. Maak gebruik van een CAD-pakket.

· Stel de basisformules ter beschikking.

Statica

LEERPLANDOELSTELLINGEN

LEERINHOUDEN

40 De wetten van Newton formuleren en met voorbeelden uit de houtwereld illustreren.

De traagheidswet formuleren

De tweede wet van Newton toepassen.

Aan de hand van voorbeelden de derde wet van Newton toelichten.

De massa en het gewicht van lichamen bepalen.

40.1 De wetten van Newton

Eerste wet: traagheidswet

Tweede wet: F=m.a

Derde wet: actie = reactie

40.2 Kracht en massa: definiëren

40.3 De relatie kracht, massa en versnelling

Wiskundige relatie

40.4 Massa, volume, massadichtheid (volume- massa)

Gewicht als bijzondere kracht (eigen gewicht)

Zwaartekracht, gewicht en volumegewicht

40.5 Voorbeelden: loskomende moer en flenzen bij een snelwerkende remmotor aan de paneelzaagmachine, terugslageffect, plots stoppen bij het transporteren van werk- stukken, verplaatsing van de inhoud bij het snel opentrekken van een lade, van een eenvoudige stoel de krachten op de vloer bepalen als gevolg van de massa,

40.6 Dynamometer

40.7 Balans

41 Het begrip resultante grafisch bepalen.

Van krachten in een plat vlak de resultante grafisch bepalen.

Van een gegeven resultante de samenstellende krachten grafisch bepalen.

41.1 Resultante: definitie

41.2 De resultante van twee krachten

41.3 De resultante van samenlopende krachten

41.4 Op schaal voorstellen van afstanden, krachten, momenten

Krachten op dezelfde werklijn

Samenlopende krachten

Ontbinden van krachten

Krachtenveelhoek

41.5 Voorbeeld: optredende krachten bepalen bij een deur met twee scharnieren, krachtverdeling bij verspanende bewerkin- gen,

42 Het begrip moment van een kracht toepassen en de fysische betekenis toelichten.

De stelling van Varignon toelichten en toepassen.

De reactiekrachten bepalen van evenwijdige krachten bij een eenvoudig voorbeeld uit de houtbewerking.

42.1 Stelling van Varignon (momentenstelling), moment van een kracht ten opzichte van een punt: definitie, formule, grootte, eenheid, voorstelling, draaizin

42.2 Toepassingen op de stelling van Varignon: samenstellen van evenwijdige krachten in één vlak, ontbinden van een kracht in twee evenwijdige krachten,

42.3 Voorbeelden: optillen van een deur met een koevoet, opspannen van werkstukken, opspannen met moersleutel, belaste balk op twee steunpunten …

43 Het begrip koppel van krachten toelichten.

43.1 Een krachtenkoppel

43.2 Effect op een lichaam

43.3 Eigenschappen: opheffing, gelijkwaardig- heid van koppels

43.4 Voorbeeld: indraaien van een schroef …

44 Het begrip evenwicht van een lichaam toelichten, de evenwichtsvoorwaarden afleiden en in formulevorm omzetten.

Het zwaartepunt grafisch bepalen van een geometrische figuur.

Het zwaartepunt berekenen van een eenvoudige samengestelde figuur. (U)

44.1 Evenwicht van een lichaam: definitie

44.2 Evenwichtsvergelijkingen

44.3 Bepalen van het zwaartepunt van vlakke figuren opgebouwd uit rechthoeken, driehoeken en cirkels.

44.4 Geometrische figuren: rechthoek, driehoek, parallellogram, trapezium, cirkel …

44.5 Link leggen met de stabiliteit van meubilair

PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN (Zie 7.4)

· Breng de begrippen en de oefeningen zoveel mogelijk proefondervindelijk aan, met onder andere de opgegeven realiteitsgebonden praktische voorbeelden.

· Stel tabellen ter beschikking.

Dynamica

LEERPLANDOELSTELLINGEN

LEERINHOUDEN

45 Het begrip arbeid van een constante kracht bij een rechtlijnige verplaatsing toelichten, de formu- le afleiden en toepassen.

45.1 Arbeid van een constante kracht: definitie, formules

45.2 Eenheid van arbeid

45.3 Voorbeelden: arbeid die een kraan levert bij het ophijsen van hout, arbeid bij het verplaatsen van voorwerpen …

46 Energie toelichten, de verschillende vormen herkennen en de formule afleiden.

46.1 Verband met doelstelling 55

46.2 Energie: definite, vormen, formules

46.3 Milieuproblemen

46.4 Energiebesparingen

46.5 De kilowattuur

46.6 Mechanische energie

46.7 Potentiële en kinetische energie

46.8 Voorbeelden: inslaan van een nagel, kilowattuur op de labels van machines toelichten, eventuele metingen …

6.5 Elektriciteit en lab (hoofddoelstellingen 3.3.9, 3.3.10 en 3.3.11)

De elektrische stroomkring

LEERPLANDOELSTELLINGEN

LEERINHOUDEN

47 De elementaire structuur van stoffen en materialen omschrijven.

De oorzaak van de positieve of negatieve toestand van een lichaam verklaren.

De elektrische stroom als een verplaatsing van vrije elektronen toelichten.

Het onderscheid tussen geleiders en isolatoren verklaren.

47.1 Molecule, atomen, elektronen

47.2 De toestand van een lichaam

47.3 Beweging van elektrische ladingen

47.4 Geleiders, isolatoren

48 De plaats, de functie en de symbolen van de onderdelen van een elektrische stroomkring herkennen.

De begrippen en grootheden in verband met een elektrische stroomkring toelichten.

48.1 Bron, leidingen, schakelaar, verbruiker

48.2 Spanning, polariteit, open en gesloten stroom-kring, stroomsterkte, elektronenstroomzin en conventionele stroomzin, energietransport, energieomzetting, weerstand

PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN (Zie 7.5)

· Een eenvoudig en correct model, bijvoorbeeld een waterkring, gebruiken om een elektrische stroomkring te simuleren.

· Via metingen en/of demonstraties het verband aantonen!

· De werking van een houtvochtigheidsmeter toelichten.

Het SI-stelsel in de elektriciteit

LEERPLANDOELSTELLINGEN

LEERINHOUDEN

49 De basisgrootheden met hun symbolen en grondeenheden opsommen.

49.1 Lengte, massa, tijd, elektrische stroomsterkte

49.2 Temperatuur, lichtsterkte, hoeveelheid stof (U)

50 De afgeleide grootheden en eenheden voor de elektriciteit opbouwen en hun onderling verband toelichten.

De begrippen gelijkstroom en wisselstroom onderscheiden.

Enkele courant gebruikte spanningswaarden opsommen. (U)

50.1 Snelheid, versnelling, kracht, arbeid, vermogen, stroomsterkte (basisgrootheid), spanning

50.2 Zin en waarde (constant, veranderlijk) van de stroom

50.3 Hoge en lage spanning, genereren (opwekken) van spanning

PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN (Zie 7.5)

· Het eenvoudig en correct model (doelstelling 47) met de waterkring hier opnieuw gebruiken.

· Wijzen op de overeenkomsten met de mechanica: kinematica, statica, dynamica.

· De eenheid voor de elektrische spanning afleiden uit de eenheden voor het vermogen en de stroomsterkte.

· Laat de leerlingen zelf het vermogen en de stroom in een eenvoudige kring met constante gelijkstroomweerstand meten om het verband tussen de eenheden te bevestigen.

Verbanden tussen elektrische grootheden

LEERPLANDOELSTELLINGEN

LEERINHOUDEN

51 Het begrip “hoeveelheid elektriciteit” toelichten.

51.1 Verband tussen stroomsterkte, tijd en hoeveelheid elektriciteit

51.2 De wet van Faraday

51.3 Coulomb, As en Ah (praktisch, batterijen)

52 De grootheid weerstand en het verband tussen de grootheden stroomsterkte, spanning en weerstand via zelfstandig uitgevoerde metingen met een digitale multimeter toelichten en in een formule uitdrukken.

52.1 Definitie, symbool, eenheid

52.2 Weerstand van materialen (geleiders, isola- toren)

52.3 Invloed van de spanning op de stroomsterkte

52.4 Invloed van de weerstand op de stroomsterkte

52.5 De wet van Ohm

52.6 Gebruik van een digitale multimeter (instellen, aansluiten en aflezen): bepalen van polariteit, spanning, stroom, onderbreking, kortsluiting

PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN (Zie 7.5)

· Het eenvoudig en correct model (doelstellingen 47 en 49) met de waterkring hier opnieuw gebruiken.

· De eenheid voor de weerstand afleiden uit de eenheden voor de spanning en de stroomsterkte.

· De leerlingen dienen hier zeker zelf metingen uit te voeren. Demonstraties volstaan in dit geval niet.

Schakelen van verbruikers

LEERPLANDOELSTELLINGEN

LEERINHOUDEN

53 De eigenschappen van de serieschakeling toelichten.

53.1 Serieschakeling, vervangingsweerstand

53.2 Spanningsverdeling in opeenvolgende ver- bruikers en spanningsverlies in leidingen

54 De eigenschappen van de parallelschakeling toelichten.

54.1 Parallelschakeling, vervangingsweerstand

PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN (Zie 7.5)

· Verwijzen naar praktische voorbeelden: verlichting in de werkplaats, aaneenschakeling van meerdere spots in een keuken …

· Met behulp van didactische hulpmiddelen (panelen, proefopstellingen, simulatiesoftware op pc), eenvoudige oefeningen demonstreren en de verbanden aantonen.

· Bij de parallelschakeling benadrukken dat de totale stroom verhoogt telkens wanneer men een verbruiker toevoegt.

Vermogen, arbeid, energie

LEERPLANDOELSTELLINGEN

LEERINHOUDEN

55 Het vermogen van een verbruiker verklaren als de elektrische energie die per tijdseenheid omgevormd wordt.

55.1 Vermogen in de elektriciteit

55.2 Verband tussen vermogen, tijd en arbeid

55.3 Arbeid en energie in de elektriciteit

55.4 Verband tussen toegevoerde energie en nuttig beschikbare energie, rendement

55.5 Berekening van het energieverbruik

PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN (Zie 7.5)

· Via metingen en/of demonstraties de verbanden aantonen!

· De formule voor het vermogen afleiden uit de afgeleide eenheid ‘volt’.

· Het energieverbruik van enkele courant gebruikte elektrische toestellen berekenen en demonstratief meten.

Warmtewerking van elektriciteit

LEERPLANDOELSTELLINGEN

LEERINHOUDEN

56 De warmtewerking van de elektriciteit en de gevolgen en toepassingen ervan omschrijven.

56.1 Omzetting van elektrische in warmte-energie

56.2 Warmteverliezen in leidingen en apparaten: voorzorgen

56.3 Het verband tussen de doorsnede van elektrische leidingen en warmteverliezen

56.4 Types van geleiders, toegelaten stroomsterkte

PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN (Zie 7.5)

· Voorbeelden: verwarming van de bladen van een vlakpers, kantenlijmlat, elektrisch kacheltje, gloeilamp, smeltdraad, bimetaalstrook, smeltveiligheid.

· Leermiddelen met verschillende draad- en kabelsoorten gebruiken.

· Tabellen ter beschikking stellen.

Wisselstroom en -spanning

LEERPLANDOELSTELLINGEN

LEERINHOUDEN

57 Het verloop van de sinusvormige wisselstroom en -spanning toelichten en grafisch voorstellen.

57.1 Verloop van sinusvormige wisselstroom en -spanning

57.2 Amplitude, periode, frequentie, effectieve waarde

57.3 Symbolen

57.4 Vermogen bij resistieve belasting

58 De aan- of afwezigheid van de netspanning vaststellen met een spanningstester, en meten met een digitale multimeter.

58.1 Wisselspanning meten

59 Het verloop van de driefasenwisselstroom en -spanning toelichten en het nut ervan omschrijven.

59.1 Verloop van de driefasenwisselstroom en-spanning

PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN (Zie 7.5)

· De vorm aantonen met generator en oscilloscoop (kan ook met een fietsgenerator en een draaispoelmeter).

· Toepassingen van driefasige netten: aansluitingen bij houtbewerkingsmachines.

Veiligheid in elektrische installaties

LEERPLANDOELSTELLINGEN

LEERINHOUDEN

60 De functie van de elementen van een elementair schakelbord en een verdeelkast toelichten.

60.1 Verdeling van elektrische energie

Lijndraad, fasedraad

Neutrale draad of nulleider

Aarding als veiligheidsmaatregel

Smeltveiligheden

Automaten

Verliesstroomschakelaar

60.2 Fysiologische uitwerking van elektriciteit

Veiligheidsmaatregelen

Gepaste interventie

Schokken

Elektrocutie door aanraking

Invloed van de vochtigheid

61 De schadelijke effecten van blikseminslag voor de mens en voor elektrische installaties en apparaten omschrijven en de gepaste beveili- gingsmaatregelen kennen.

61.1 Effecten bliksem

61.2 Beveiliging

62 Het begrip werkspanning (nominale spanning) toelichten.

62.1 Werkspanning, nominale spanning: vermelding op apparaten

63 De schadelijke effecten van een kortsluiting omschrijven.

63.1 Kortsluiting

64 De reglementeringen toepassen en kwaliteits- merken herkennen.

64.1 Gevaren en voorzorgen bij het werken aan elektrische installaties

64.2 Reglementering

64.3 Kwaliteitsmerken

64.4 Raadplegen AREI, CE …

PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN (Zie 7.5)

· Didactische opstellingen gebruiken, praktische voorbeelden en uitvoeringen tonen.

· Reglementering ter beschikking stellen.

Lichtschakelingen

LEERPLANDOELSTELLINGEN

LEERINHOUDEN

65 Het stroombaan-, eendraads- (U) en uitvoeringsschema (leidingsschema) lezen en toelichten. De schakeling zelfstandig uitvoeren.

65.1 Lichtschakelingen

Eenpolige schakeling

Tweepolige schakeling

Dubbele aansteking (U)

Wisselschakeling

Kruisschakeling (U)

65.2 Technologie van de gebruikte materialen

PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN (Zie 7.5)

· In de schema's de correcte symbolen gebruiken.

· De leerlingen de schakelingen zelf laten uitvoeren op didactische borden.

7 Algemene pedagogisch-didactische wenken

7.1 Geïntegreerde aanpak

Eén van de belangrijkste verwachtingen van dit leerplan is de verdere en betere integratie van de diverse vakken.

Het is echter aangewezen om zoveel mogelijk te vertrekken van opdrachten of projecten, waarbij de leer plandoelstellingen uit ‘Organisatie’ en ‘Realisaties hout’ door de leerlingen als één samenhangend geheel worden ervaren. Niet alle opdrachten worden ook praktisch gerealiseerd.

We hanteren hierbij het model van het technologische proces. (Zie figuur hieronder)

Opdrachtbeschrijving vanuit een reële behoefte en formuleren van de eisen

Opdoen van de relevante voorkennis en

verzamelen van de nodige gegevens

evaluatie

bijsturen

OK

evaluatie

Uitvoeren, realiseren

evaluatie

bijsturen

Voorbereiding, planning en organisatie

Einde project

OK

bijsturen

OK

bijsturen

7.2 Werkvormen

Het is uiteraard, zoals in elke vorm van onderwijs, aangewezen om een diversiteit van werkvormen te gebruiken.

Werkvormen die we in het bijzonder aanbevelen zijn: zelfstandig werken, zelfsturend leren, zelfevaluerend handelen, werken in kleine groep …

7.3 Algemene pedagogische wenken Realisaties hout en Organisatie

· Het realiseren van de doelstellingen is een opdracht van een klein lerarenteam. Probeer zo weinig mogelijk te versnipperen.

· Stel gezamenlijk de graadsplanning op.

· Hou geregeld teamvergaderingen en ga na of de doelen bereikt zijn.

· Het projectmatig werken bevordert de integratie.

· Probeer op een gestructureerde wijze cognitieve en psychomotorische tekentechnische vaardigheden aan te leren, om het ruimtelijke inzicht en voorstellingsvermogen te vergroten. Deze vaardigheden hebben als doel concepten uitvoeringsgericht te realiseren.

· Technisch tekenen is de taal van de technicus. Deze communicatievorm wordt gekenmerkt door getekende voorstellingen en/of genormaliseerde symbolen. Bij technisch tekenen maakt men veelal het onderscheid tussen schetsen, traditioneel tekenen en CAD.

7.4 Algemene pedagogische wenken Mechanica

· De korte theoretische beschouwingen worden ondersteund met realistische voorbeelden (toepassingen, proefopstellingen, videobeelden, computersimulaties, didactische programma’s) uit de praktijk, gericht naar concrete situaties in de hout- en bouwwereld. Bij de meeste doelstellingen zijn er tal van voorbeelden opgenomen uit de houtindustrie.

· Vertrek vanuit de houtsector gebonden probleemstellingen.

· Toets de inhouden met de praktijkomgeving van de leerlingen. Leer ze elementen van de mechanica linken aan de concrete situatie in de werkplaats.

· Een bezoek brengen aan Technopolis kan verrijkend zijn.

7.5 Algemene pedagogische wenken Elektriciteit en lab

· In het vak Elektriciteit dienen theorie en proeven geïntegreerd en waar mogelijk door de leerlingen zelf worden uitgevoerd, in een aangepast didactisch lokaal.

· Bepaalde leerinhouden dienen klassikaal didactisch te worden ondersteund. Ook simulatiesoftware kan daartoe worden aangewend.

· Waar nodig zal de leraar eenvoudige oefeningen inlassen als toepassing op de behandelde leerstof.

Maken van stroomkringen: leggen van een schakeling …

Het principe van de houtvochtigheidsmeter in relatie brengen met de geziene leerstof.

Metingen (die kaderen binnen de voorschriften van het AREI) uitvoeren met een digitale multimeter.

· Verwijzen naar praktische voorbeelden en naar concrete situaties in de houtsector:

Parallelschakeling van de verlichting in de werkplaats.

Aaneenschakeling van meerdere spots in een keuken.

Elektrisch verwarmen van de bladen bij de vlakpers en de kantenlijmlat.

Diverse elektrische aansluitingen van houtbewerkingsmachines.

Zorg dat de leerlingen tot inzichten komen door bijvoorbeeld situaties voor te leggen.

Wat stel je vast indien je een machine wilt opstarten als de elektrisch beveiligde deur openstaat?

Wat stel je vast bij het indrukken van de noodstop?

Elektrische identificatiegegevens van een motor bij een houtbewerkingsmachine aflezen en bespreken.

Een model van een bekabelde verdeelkast ter beschikking stellen als didactisch middel.

Er dient voortdurend aandacht te worden besteed aan de gevaren bij de omgang met elektriciteit.

· Een bezoek brengen aan Technopolis kan verrijkend zijn.

7.6 CAD, VIA, ECDL …

Integratie van de informatie- en communicatietechnologie (ict)

De leerlingen verwerven tijdens de vorming een aantal inzichten en vaardigheden, onder meer op het vlak van CAD. De mogelijkheden van ict kunnen voortdurend worden toegepast in de context van alle vakken en in het bijzonder de vakken van het fundamentele gedeelte. We verwijzen onder meer naar:

· Tekstverwerking: documentatie aanvragen, technische informatie verzamelen en verwerken …

· Rekenblad: berekenen van materiaalhoeveelheden, berekenen van materiaalkostprijs, plannen en opvolgen van de eigen werkzaamheden …

· Internet: opzoeken van informatie, verwerken van relevante bestanden, contacten leggen via e-mail …

· Gegevensbeheer (catalogi, producteigenschappen ...) opzoeken op informatiedragers

· Typische software binnen de houtsector gebruiken: CAD

· PowerPoint: presenteren en bespreken van projecten

In de derde graad wordt dit voortgezet zodat de leerlingen normaal gezien in staat zullen zijn om zonder bijkomende opleidingen een attest te behalen. Het afnemen van zo’n attest dient te gebeuren door erkende testcentra.

7.7 Welzijn op het werk en VCA

In de tweede graad maken de leerlingen verder kennis met basisveiligheid. Het aanleren van een veiligheidsbewuste attitude staat centraal in de opleiding.

In het kader van de certificatie (VCA2000/03) dat elke werknemer (in een bedrijf) een opleiding basisveiligheid moet volgen (Zie K.B. van 27 maart 1998, over het welzijnsbeleid tegenover werknemers), kunnen leerlingen in de derde graad deze VCA (Veiligheidschecklist voor Aannemers) behalen. Dit certificaat is 10 jaar geldig.

Leerplannen van het VVKSO zijn het werk van leerplancommissies, waarin begeleiders, leraren en eventueel externe deskundigen samenwerken.

Op het voorliggende leerplan kunt u als leraar ook reageren en uw opmerkingen, zowel positief als negatief, aan de leerplancommissie meedelen via e-mail ([email protected]) of per brief (Dienst Leerplannen VVKSO, Guimardstraat 1, 1040 Brussel).

Vergeet niet te vermelden over welk leerplan u schrijft: vak, studierichting, graad, licapnummer.

Langs dezelfde weg kunt u zich ook aanmelden om lid te worden van een leerplancommissie.

In beide gevallen zal de Dienst Leerplannen zo snel mogelijk op uw schrijven reageren.

8 Evaluatie

Evalueren is een permanente activiteit die zich gedurende het hele schooljaar afspeelt, op basis van concrete (objectiveerbare) waarnemingen, vaststellingen door de leraar, de lerarengroep en in groeiende mate door de leerling zelf (zelfevaluatie)

met als doel:

· aan de leerling en de ouders inzicht te geven vanuit een positieve bezorgdheid voor elk individu over zijn/haar mogelijkheden, beperkingen en vorderingen om zo het leerproces van de leerling te ondersteunen en te bevorderen met tegelijk waar nodig een concreet voorstel tot remediëring, bijsturing en/of verdieping indien nodig, een passende oriëntering voor te stellen;

· aan de leraar concrete suggesties te geven voor bijsturing van zijn didactisch handelen

ten opzichte van:

· de eigen mogelijkheden van de leerling

· vooraf bepaalde en aan de leerling expliciet vermelde doelstellingen.

De verschillende doelstellingen worden in het evaluatieproces betrokken. Het gaat om kennis, inzichten, vaardigheden en attitudes die zowel voor de verdere schoolloopbaan als voor de instap in de samenleving en in het arbeidscircuit belangrijk zijn. Hierbij komen cognitieve inhouden, algemene en specifieke vaardigheden, algemene en specifieke attitudes in aanmerking. Dit in overeenstemming met het profiel van de studierichting.

Bij de eindevaluatie worden zowel het samengaan van de algemeen vormende, de theoretisch-technische en de technisch-praktische componenten in rekening gebracht. Er dient op een evenwichtige wijze rekening gehouden te worden met zowel het proces als het product.

8.1 Procesevaluatie

Bij procesevaluatie brengt men de stappen in rekening die leiden tot het (juiste) resultaat en analyseert men het leerproces dat de leerling doormaakt.

In de scholen gebruikt men procesevaluatie in twee verwante betekenissen:

· enerzijds als ‘gespreide evaluatie’, d.w.z. de evolutie die blijkt uit geregelde toetsmomenten,

· anderzijds gaat de leraar na hoe de leerling zijn leren aanpakt, hoe hij te werk gaat om tot een bepaalde prestatie te komen. Dit is bijvoorbeeld het geval bij oefeningen of waar het technologisch proces een belangrijke rol speelt in het leren van de leerling.

Mogelijke vragen

· Doet hij inspanningen om tot betere prestaties te komen?

· Gaat de leerling gestructureerd en efficiënt te werk?

· Ontwikkelt de leerling zelfredzaamheid bij het gebruik van bijvoorbeeld CAD-software?

· Worden de mogelijkheden van het CAD-pakket efficiënt gebruikt?

· Gaat de leerling logisch en zorgvuldig te werk?

· Voert de leerling spontaan controles en zelfevaluaties uit, om de juiste conclusies te trekken?

· Welke evolutie maakt de leerling door?

· In welke mate maakt hij vooruitgang?

· Waar en waarom loopt het goed?

Fouten, tekorten, hiaten kunnen verband houden met de kennis van de leerling, met zijn inzicht maar ook met zijn inzet, interesse en aanpakgedrag. Ze kunnen ook tekorten in het didactisch handelen als oorzaak hebben. Het opsporen en lokaliseren van tekorten is dus niet alleen belangrijk als feedback naar de leerling. Het is ook interessant voor het bijsturen van het eigen didactisch handelen.

De evaluatie van het leerproces wil het leren op zichzelf optimaliseren. Op termijn moet dit resulteren in een positieve evolutie van het leerresultaat.

8.2 Productevaluatie

De vraag naar het leerrendement stelt men vooral bij productevaluatie: in welke mate zijn de onderwijsdoelstellingen bereikt? De leraar controleert in welke mate de leerling nieuwe competenties verworven heeft en of hij die op een adequate manier kan gebruiken. Ook gaat hij na of de leerling vooruitgang gemaakt heeft.

Mogelijke vragen

· In welke mate kent de leerling …? (Cognitie)

· In welke mate heeft de leerling inzicht in ...? (Cognitie, technische vaardigheden)

· In welke mate kan de leerling …? (Cognitie, communicatie en technische vaardigheden)

· In welke mate beantwoordt de realisatie of … aan …? (Technische vaardigheden)

· In welke mate gedraagt de leerling zich ... ? (Attitudes)

· …

Vormen

· Individuele gesprekken, groepsbesprekingen en overleg.

· Realisaties vergelijkingen met de norm.

· Realisaties vergelijkingen met de opdracht.

· …

8.3 Evalueren van attitudes

Attitudes hebben te maken met houding en gedrag en daar komen heel wat affectieve elementen bij kijken, maar attitude-evaluatie mag niet verward worden met het sanctioneren van gedragsproblemen. Attitudes worden vaak omschreven als ‘zin hebben voor’, ‘bereid zijn te ‘, ‘bewust zijn van ‘, enz. en zijn dus intentionele houdingen. Deze zijn niet duidelijk te beoordelen. Het gaat hier met andere woorden om complexe gedragsveranderingen die leerlingen op een eigen wijze, via een leerproces, integreren in hun persoon.

Vormen

· Algemene attitudes zoals zin voor sociale gerichtheid, zin voor discipline, zin voor samenwerking, kritische zin, respect, zelfstandigheid.

· Specifieke attitudes zoals werkmethodiek, kostenbewustzijn, aandacht voor veiligheid en milieu.

· Leerattitudes zoals bereidheid om te leren en te werken, zin voor efficiënt werken, voor doorzetting, resultaatgerichtheid.

Bij de leerattitudes kan men ook de attitudes rekenen die opgenomen zijn in de lijst van de vakoverschrijdende eindtermen. Het evalueren en bijsturen van attitudes is een permanente opdracht. Voor het evalueren verwijzen wij onder meer naar de SAM-schaal.

Bron: Diocesane Pedagogische Begeleiding. Evaluatie, een genuanceerd verhaal. Bisdom Gent, oktober 2004.

9 Minimale materiële vereisten

Met ’minimale materiële vereisten’ bedoelen we “een beschrijving van wat minimaal noodzakelijk wordt geacht om de doelstellingen van het leerplan op een verantwoorde wijze te kunnen realiseren.”

“Noodzakelijk” wil niet zeggen “verplicht op school aanwezig” maar wel “beschikbaar en voor alle leerlingen toegankelijk”, bv. in een nabijgelegen bedrijf, via een RTC. Welke uitrusting effectief op elke school aanwezig is, is een beslissing van de school zelf. Bij de beslissing spelen volgende elementen een rol:

· gebruiksfrequentie en -efficiëntie;

· kostprijs en levensduur;

· regelgeving: wat verplicht wordt door van kracht zijnde wetten en reglementen

· specificiteit van de leerlingen populatie.

De minimale materiële vereisten slaan uitsluitend op de verwezenlijking van de basisdoelstellingen en niet op eventuele uitbreidingsdoelstellingen.

Minimale materiële vereisten vallen uiteen in uitrusting en infrastructuur. Met uitrusting zijn bedoeld: leermiddelen, machines en gereedschappen, beschermingsmiddelen... Infrastructuur staat voor vaklokalen, werkplaatsen… De aantallen of het volume dienen uiteraard in relatie te staan met het aantal leerlingen.

Met persoonlijke uitrusting bedoelen we de uitrusting die elke leerling ter beschikking moet hebben. De persoonlijke uitrusting wordt bepaald door de noodwendigheid van het gebruik (bv. door de regelgeving). De school bepaalt welke persoonlijke uitrusting door haarzelf ofwel door de leerling wordt aangekocht.

We bevelen scholen aan om een groeipad voor minimale materiële vereisten uit te tekenen in het kader van een masterplan.

De uitrusting en de infrastructuur, inzonderheid de werkplaatsen, de vaklokalen en de laboratoria, dienen te voldoen aan de van kracht zijnde wetten en reglementen betreffende het Algemeen Reglement voor Arbeidsbescherming (ARAB), de Codex, het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties (AREI) en de Vlarem wetgeving. Alle machines en arbeidsmiddelen vanaf 1995 moeten voldoen aan de machinerichtlijn en CE-gekeurd zijn (KB. 5 mei 1995). Arbeidsmiddelen van vóór 1995 moeten voldoen aan de arbeidsmiddelenrichtlijn (KB.12 augustus 1993).

De stofafzuiginstallatie is aangepast aan de van kracht zijnde wetgeving. Bestaande stofafzuigingen dienen te voldoen aan het KB 26 maart 2003 gebaseerd op de Europese richtlijn 99/92/EG de zogenaamde ATEX 137 richtlijn.

Alle snijgereedschappen dienen te beantwoorden aan de van kracht zijnde wetgeving en de norm EN 758 (MAN gereedschap).

De spuitkabine (-lokaal) moet vanaf 2007 voldoen aan de vooropgestelde normen i.v.m. watergedragen lakken en vernissen.

9.1 Algemeen

9.1.1 Veiligheidsvoorzieningen

Gemeenschappelijke beschermingsmiddelen

· Brandblusapparaten

· EHBO kast

· Evacuatieplan

· Ontsmettingsmiddelen

· Pictogrammen

· Technische fiches van de producten

· Veiligheidsinstructiekaarten

· Werkplaatsenreglement

· Persoonlijke beschermingsmiddelen

· Gehoorbeschermers

· Stofmasker

· Veilige werkkledij

· Veiligheidsbril met zijbescherming

· Veiligheidsschoenen en -handschoenen

· Vaklokalen en vakmediatheek

· Catalogi van materialen, gereedschappen, machines

· Computers, randapparatuur, software, internet, …

· Didactische modellen

· Mogelijkheid tot multimediale projectie

· Relevante tijdschriften

· Schoolmeubilair

· Stalenboeken van materialen

· Technische voorlichtingen

· Wetenschappelijke boeken in verband met houttechnologie

9.1.2 Kleedruimte met wasgelegenheid

· Handdoeken

· Kleerkasten

· Wastafels

· Zeep

9.2 Specifiek voor de basisdoelstellingen Hout

9.2.1 Tekengerei en handgereedschappen

Gemeenschappelijk

· Aanzetstaal

· Bankschroef

· Bitsenset

· Boren: langgatboor, potscharnierboor, verzinkboor, …

· Fineerzaag

· Fineervoegband

· Handkitpistool

· Houtrasp

· Inbussleutels

· Kaderspanner

· Kapbeitel

· Kastspanners

· Kleefband

· Lijmkam, lijmrol

· Schuifmaat

· Spanschroeven en lijmknechten

· Steekpasser

· Steekringsleutels

· Toffelzaag

· Verlengsnoeren

· Verstekhaak

· Vijlborstel

· Vijlen: houtvijl, zaagvijl,

· Voeg- en kleefbandapparaat

· Waterpas

· Zaagvijlklem

· Zaagzettang

· Zwaaihaak

Individueel

· Afwetstenen

· Blokschaaf

· Centerpunt

· Gom

· Gradenboog

· Hamer

· Houten hamer

· Lat

· Lijmborstel

· Nageldrijver

· Passer

· Potlood

· Rugzaag

· Schraapstaal

· Schrijnwerkerspotlood

· Schroevendraaiers: ster en plat

· Schuurblokje

· Slis- en schuurpapier

· Steekbeitels

· Tekendriehoeken

· Trektang

· Vouwmeter

· WinkelhaakHoutmagazijn

9.2.2 Geïsoleerde en ingerichte werkplaats en machinezaal

· Aanvoerapparaat

· Afkortzaag

· Freesmachines

· Houtdraaibank

· Kolomboormachine

· Langbandschuurmachine

· Langgatboormachine

· Lintzaagmachine

· Onderhoudsmateriaal

· Paneelzaagmachine

· Penmachine

· Persluchtvoorziening

· Schragen

· Schuurmachines

· Slijpmolen

· Slistafel

· Transportmiddelen

· Vandikteschaafmachine

· Vlakpers

· Vlakschaafmachine

· Werkposten, werkbank

· Stofafzuigingsinstallatie

9.2.3 Persluchtinstallatie

· Haspel, persluchtdarm

· Aansluitingspunten

· Compressor

9.2.4 Ingericht gereedschappenmagazijn

· Boren: klokboren,…

· Bossingfrees

· Freesmallen

· Frezen: bossing-, groef-, sponning- …

· Groeffrezen

· Handboormachine

· Handbovenfreesmachine

· Handtrilschuurmachine of excentrische schuur machine

· Kantenfreesmachine

· Lamellen freesmachine

· Meet- en uitzetapparatuur

· Opspandoornen en spanhulzen

· Profiel- en tegenprofielfrezen

· Profielfrezenset

· Schaafkop

· Schroefmachine op accu

· Verbindingsfrezen

· Verstekzaagmachine

· Verstelbare hoekfrezen

· Wipzaagmachine

· Zaagbladen

9.2.5 Explosie-, brand-, vorst- en lekvrije opslagruimte voor afwerkingproducten

· Stapelrekken

· Lijst van de producten

· Veiligheidsvoorschriften

9.2.6 Afwerkingslokaal (spuitlokaal) met afzuiging

· Droog- en/of stapelrekken

9.3 Specifiek voor de basisdoelstellingen Mechanica

Gemeenschappelijk

· Balans

· Bewegingsdiagram

· CAD-tekenpakket

· Didactische borden en werkstukken

· Dynamometer

· Houtbewerkingsmachines (Zie 9.2.2)

· Koevoet

· Rechts- en linksdraaiend beslag

· SI-eenhedenstelsel

· Snijgereedschappen (Zie 9.2.4)

· Soorten sleutels (momentsleutel …)

· Tabellen en grafieken van rotatiefrequenties en snijsnelheden

9.4 Specifiek voor de basisdoelstellingen Elektriciteit en lab

Gemeenschappelijk

· AREI

· Automaten

· Didactisch lokaal

· Didactische borden met schakelingen, weerstanden

· Digitale multimeter

· Houtvochtigheidsmeter

· Isolatoren

· Schakelbord

· SI-eenhedenstelsel

· Smeltveiligheden

· Soorten aardingen

· Soorten geleiders

· Bekabelde verdeelkast

· Verliesstroomschakelaar

10 Nuttige adressen

BIN (Belgisch Instituut voor Normalisatie)

Brabançonnelaan 29

1040 BRUSSEL

Tel. 02 520 22 33

Website: http://www.bin.be

E-mail: [email protected]

Cobosystems nv

Excelsiorlaan 57

1930 ZAVENTEM

Tel. 02 725 31 61

Fax 02 725 44 01

E-mail: [email protected]

Website: www.cobosystems.be

KVIV (Koninklijke Vlaamse Ingenieurs Vereniging)

Desguinlei 214

2018 ANTWERPEN

Tel. 03 216 09 96

E-mail: [email protected]

Website: http://www.ti.kviv.be/critto

FVB (Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid)

Koningsstraat 45 bus 4

1000 BRUSSEL

Tel. 02 210 03 33

E-mail: [email protected]

Website: http://www.fvbffc.be/

NAVB (Nationaal Actiecomité voor Veiligheid en hygiëne in de bouwnijverheid)

Sint-Jansstraat 4

1000 BRUSSEL

Tel. 02 552 05 00

E-mail: [email protected]

Website: http://www.navb.be

Nationale federatie voor de houthandelaarsCentrum Galerij - blok 1 - 5de verdiepKleerkopersstraat 15/171000 BRUSSELTel. 02 229 3260Fax 02 229 32 64E-mail: [email protected]: http://www.nfh.be (bevat linken naar nagenoeg alle relevante organisaties)

Bouwunie

Spastraat 8

1000 BRUSSEL

Tel. 02 238 06 05

E-mail: [email protected]

Website: www.bouwunie.be

Opleidingscentrum Hout

Hof ter Vleest dreef 3

1070 BRUSSEL

Tel. 02 558 15 51

E-mail: [email protected]

Website: www.och-cfb.be

Verbond van Kristelijke Werkgevers en Kaderleden

Tervurenlaan 463

1160 BRUSSEL

Tel. 02 773 16 80

E-mail: [email protected]

Website: www.vkw.be

VCB (Vlaamse Confederatie Bouw)

Tweestationstraat 80

1070 BRUSSEL

Tel. 02 545 56 00

Fax 02 545 59 00

Website: http://www.vcb.be

VLOR (Vlaamse Onderwijsraad)

Leuvenseplein 4

1000 BRUSSEL

Tel. 02 219 42 99

Fax 02 219 81 18

E-mail: [email protected]

Website: http://www.vlor.be

VMM (Vlaamse Milieumaatschappij)

A. Van De Maelestraat 96

9320 EREMBODEGEM

Tel. 053 72 64 45

Website: http://www.vmm.be/

VVKSO (Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs)

Guimardstraat 1

1040 BRUSSEL

Tel. 02 507 07 30

Fax 02 511 33 57

E-mail: [email protected]

Website: http://www.vvkso.be

WTCB (Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf)

Maatschappelijke zetel

Violetstraat 21-23

1000 BRUSSEL

Tel. 02 502 66 90

E-mail: [email protected]

Website: http://www.bbri.be

Belgian Woodforum (vzw Hout)

Het Arsenaal, Gebouw Q

Vrijwilligerslaan 2

1040 ETTERBEEK

Tel. 02 219 28 32

Website: www.hout.be

Portaalsite voor de houtbewerker

E-mail: [email protected]

Website: www.wood-it.be

11 Bibliografie

11.1 Handboeken

Titel

Houtvademecum

Auteur

S.I. Wiselius

UitgeverKluwer

ISBN

90 901 2443 9

Titel

MDF het veelzijdig plaatmateriaal

Auteur

Ir. J.A.M. Kickken TNO-bouw-centrum houttechnologie

UitgeverKluwer

ISBN

90 557 6081 1

Titel

Verspaningstechnieken

Auteur

A. Van de Velde

UitgeverA. Van de Velde

ISBN

Titel

Het drogen van hout

Auteur

UitgeverTNO - Delft

ISBN

Titel

OSB oriented strand board

Auteur

Ir. J.A.M. Kickken

Uitgever

ISBN

90 7638 397 9

Titel

Zakboekje hout

Auteur

Ir. J.A.M. Kickken

UitgeverTer Hagen Stam

ISBN

90 440 0083 7

Titel

Tabellenboek voor Hout/bouwtechniek

Auteur

Jan De Wit – Jos Pelgroms – Marcel Vandeweyer

UitgeverPlantijn

ISBN

90-301-6160-4

Titel

Het houtboek

Auteur

UitgeverZomer en Keuning Boeken B.V. Ede / Antwerpen

ISBN

90-210-01411

Titel

ABC van de chemie – basisbegrippen

Auteur

P. Lambers - F. Smet – E. Van Hoye

Uitgever Uitgeverij Pelckmans

ISBN

90 289 0979 6

Titel

Rapporteren

Auteur

UitgeverVVKSO / Licap

ISBN

Titel

Evaluatie op de testbank. Over het ontwikkelen van alternatieve evaluatievormen.

Auteurs

Peter Van Peteghem, Jan Vanhoof

UitgeverWolters Plantyn

ISBN

11.2 Syllabi

Titel

MDF verwerking en afwerking

Auteur

UitgeverOpleidingscentrum hout

ISBN

Titel

Houtdocumentatie (mappen)

Auteur

UitgeverTer Hagen Stam

ISBN

Titel

Cursus houthandel

Auteur

UitgeverVZW - Hout

ISBN

Titel

Veiligheidsinstructiekaarten

Auteur

Uitgever OCH

ISBN

Titel

Evaluatie, een genuanceerd verhaal

Auteur

Diocesane Pedagogische Begeleiding (Bisdom Gent)

UitgeverDPB Gent

ISBN

11.3 Vaktijdschriften

Titel

Houtnieuws vzw Hout

Auteur

Uitgevervzw Hout

ISBN

Titel

Houthandel en nijverheid

Auteur

Uitgever

ISBN

(

Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs

Guimardstraat 1, 1040 Brussel

3