28
HUISWERKBEGELEIDING: HOE KINDEREN ONDERSTEUNEN BIJ HET MAKEN VAN HUN HUISWERK?

HUISWERKBEGELEIDING: HOE KINDEREN ......5 wordt gegeven aan het huiswerk en dat er daarnaast ook nog over andere dingen gepraat wordt. Kinderen willen ook eens gewoon over hun hobby’s

  • Upload
    others

  • View
    18

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

HUISWERKBEGELEIDING: HOE KINDEREN

ONDERSTEUNEN BIJ HET MAKEN VAN HUN HUISWERK?

2

Inleiding Huiswerk maken is voor kinderen niet altijd even prettig.

Daarnaast zorgt het dikwijls ook voor heel wat spanningen,

zowel tussen ouders en kinderen als tussen kinderen en

leerkrachten en soms zelfs tussen leerkrachten en ouders.

Zo zorgt huiswerk dikwijls voor een enorme strijd tussen

kinderen en ouders. Kinderen willen geen huiswerk maken of

ouders dreigen met huiswerk als straf. Tussen leerkrachten en

kinderen gaat het dan eerder om het in orde zijn met het

huiswerk of de hoeveelheid huiswerk. Zo durven kinderen nogal

eens klagen over het feit dat ze té veel huiswerk krijgen.

Verder zorgt huiswerk soms ook voor spanningen tussen

leerkrachten en ouders. Sommige ouders willen dat hun

kinderen veel huiswerk krijgen en vinden dat de leerkracht té

weinig huiswerk geeft, anderen vinden daarentegen dat

kinderen al voldoende tijd besteden aan schoolse zaken en

vinden dat hun kind juist té veel huiswerk krijgt.

Door al deze spanningen rijst soms de vraag naar het waarom

van het huiswerk, wat de verwachtingen zijn van leerkrachten

ten aanzien van huiswerk en hoe ouders hun kinderen hier

goed bij kunnen ondersteunen.

3

In deze brochure pogen we u hierbij enkele handvaten te

geven.

4

1. Waarom krijgen kinderen huiswerk? De voornaamste functies van huiswerk zijn vooral het

bevorderen of ondersteunen van het leren zelfstandig werken

en het vormen van een brug tussen school en thuis.

Huiswerk kan een middel zijn om het zelfstandig leren

werken te bevorderen. Het is daarbij belangrijk dat de

verantwoordelijkheid voor het huiswerk bij het kind ligt en het

kind zelfstandig zijn huiswerk maakt. Zo oefent een kind

verschillende vaardigheden, zoals een planning opmaken,

zichzelf aan het werk zetten en houden, een opdracht lezen en

interpreteren, nauwkeurig werken, zich concentreren, nakijken

of alles gemaakt is,… Dit zijn vaardigheden die het kind ook in

zijn latere leven van pas zullen komen.

Door het huiswerk worden de ouders daarnaast ook

betrokken bij het schoolgebeuren. Voor de motivatie van

kinderen is het erg belangrijk dat ouders hierbij betrokken zijn

en interesse tonen in het schoolse leven van hun kind.

Huiswerk biedt ook heel wat informatie voor ouders over waar

het kind mee bezig is op school en wat er aan bod komt in de

klas. Zorg er wel voor dat er op een gezellige manier aandacht

5

wordt gegeven aan het huiswerk en dat er daarnaast ook nog

over andere dingen gepraat wordt. Kinderen willen ook eens

gewoon over hun hobby’s of andere zaken praten.

Tot slot kunnen ouders ook op basis van het huiswerk een

gesprek aanknopen met de leerkracht over het schools

functioneren van hun kind of problemen hierbij doorgeven.

De manier waarop binnen een gezin met huiswerk wordt

omgegaan zal bepaalde gewoonten creëren die een invloed

zullen hebben op de manier waarop het kind op toekomstige

problemen reageert. Huiswerk goed ondersteunen is dus toch

wel belangrijk.

6

2. Verwachtingen van leerkrachten ten

aanzien van ouders? Uit onderzoek blijkt dat de verwachtingen die leerkrachten

hebben ten aanzien van huiswerkbegeleiding door ouders, niet

stroken met het beeld dat ouders hier zelf van hebben. Ouders

denken dikwijls dat leerkrachten van hen verwachten dat zij

uitleg geven als het kind iets niet begrepen heeft, extra

oefeningen opgeven en het huiswerk verbeteren. Leerkrachten

verwachten daarentegen echter vooral goede omstandigheden,

het aansporen van kinderen om aan het huiswerk te beginnen

en het controleren of het huiswerk gemaakt is. Ouders moeten

met andere woorden geen hulpleerkrachten worden.

Het is niet de bedoeling dat zij het kind gaan sturen, uitleg

gaan geven en het huiswerk gaan verbeteren. Dergelijke hulp

zorgt ervoor dat kinderen misschien wel een goed of foutloos

huiswerk meenemen naar school maar houdt het kind wel

afhankelijk en werkt het zelfstandig werken van het kind tegen.

Daarnaast zorgt het verbeteren van het huiswerk door de

ouders er ook voor dat de leerkracht geen zicht meer krijgt op

het leerproces van het kind. Door de fouten in het huiswerk

weet de leerkracht immers welke leerstof de leerling minder

7

goed beheerst. De leerkracht kan hier dan op inspelen door

extra uitleg te geven.

Ouders kunnen dus beter het proces ondersteunen door in

plaats van oplossingen te geven, vragen te gaan stellen zoals

“Wat wordt er gevraagd bij deze opdracht?”, “Wat moet je

eigenlijk doen?”, “Heb je al eens zo’n taak of oefening moeten

maken?”. Op deze manier stimuleer je het kind om verder na te

denken en blijft het huiswerk de verantwoordelijkheid van het

kind. Je kind heeft ook het gevoel de oplossing zelf gevonden

te hebben, wat goed is voor diens zelfvertrouwen.

Belangrijk is vooral dat de ouder de verantwoordelijkheid van

het kind niet overneemt. Hoe meer een ouder dit overneemt,

hoe meer een ouder hulp biedt en mislukking probeert te

voorkomen, hoe onverantwoordelijker, hulpelozer het kind

wordt en hoe groter diens gevoel van mislukking. Ouders

mogen m.a.w. niet overmatig betrokken zijn en als het ware

constant rond het kind heen gaan hangen. Dit geeft aan het

kind de boodschap dat de ouder er geen vertrouwen in heeft

dat hij of zij de taak tot een goed einde zal brengen.

De verantwoordelijkheid aan het kind laten betekent echter niet

dat we ons kind aan zijn lot moeten overlaten.

In wat volgt gaan we in op hoe ouders hun kind dan wel

kunnen ondersteunen.

8

3. Kinderen ondersteunen bij hun

huiswerk Bij het maken van huiswerk wordt de zelfstandigheid van het

kind sterk aangesproken. Leren zelfstandig werken komt niet

vanzelf door kinderen aan het werk te zetten en er niet meer

naar om te kijken. Zelfstandig leren werken is een leerproces,

dat zowel thuis als op school dient gestimuleerd te worden.

Thuis kan dit al vanaf de peutertijd gestimuleerd worden.

Gewoonten inzake verantwoordelijkheid en zelfstandigheid in de

vroege kindertijd houden het meest verband met het

zelfstandig kunnen werken bij het huiswerk.

Zo gebeurt het vaak dat ouders gaan voorkomen dat het kind

te maken heeft met mislukkingen of falen. Men wil het kind

hiervoor behoeden en beschermen. Op die manier ervaart het

kind echter nooit de gevolgen van zijn gedrag. Kinderen leren

dan geen verantwoordelijkheid dragen en zullen dit bijgevolg

ook niet dragen met betrekking tot hun huiswerk.

Voorbeeld 1: “Jan (6 jaar) geraakt nooit op tijd klaar voor

school. Mama Els moet hem de hele tijd opjagen, maakt dan

9

maar zelf zijn boekentas, neemt zelf zijn zwemtas mee en rijdt

extra snel om toch op tijd aan de schoolpoort te staan”.

Voorbeeld 2: “Loes (2,5 jaar) is net zindelijk. Haar ouders

hangen de hele tijd rond haar om er zeker van te zijn dat er

geen ongelukjes komen. Loes krijgt met andere woorden niet

de verantwoordelijkheid voor dit leerproces.“

Voorbeeld 3: “Mehdi (9 jaar) ruimt nooit zijn kamer op. Mama

sakkert de hele week op Mehdi dat hij zijn kamer moet

opruimen. Mehdi vindt op zijn kamer ook nooit wat hij nodig

heeft voor school. Mama gaat dan op zoek en zorgt ervoor dat

Mehdi toch alles mee heeft naar school. Op het einde van de

week is mama het beu en ruimt ze zelf de kamer van Mehdi

op.”

Voorbeeld 4: “Rosa (11 jaar) moet een werkstuk voor school

maken. Zoals steeds wacht ze tot de laatste dag om hieraan te

beginnen. Dan moet mama alles laten vallen en in allerijl met

haar naar de bibliotheek rijden zodat ze de nodige informatie

kan opzoeken. Op die manier geraakt haar werkstuk nog net op

tijd af.”

In bovenstaande gevallen zorgen de ouders er steeds voor dat

er geen fouten of mislukkingen gebeuren met betrekking tot

hun kind. Zij nemen de verantwoordelijkheid over zodat het

10

kind niet te maken krijgt met fouten en mislukkingen. Op die

manier leert het kind echter nooit zelf verantwoordelijkheid te

dragen. De ouders lossen immers alles op voor het kind dus

moet het kind zijn gedrag niet veranderen en geen

verantwoordelijkheid voor zichzelf opnemen.

Ouders doen er dus beter aan om hun kind te laten zien wat de

gevolgen van zijn/haar gedrag zijn. Als de mama van Rosa

tegen haar dochter zegt dat het niet mogelijk is om direct naar

de bibliotheek te rijden met haar maar dat zij dit vroeger dient

te zeggen, zal Rosa weliswaar dit werkstuk niet tijdig afkrijgen

maar zal zij de volgende keer misschien vroeger beginnen aan

haar werk.

Veel ouders willen echter niet dat hun kind te maken krijgt met

mislukkingen en falen, en voelen zichzelf soms ook gefaald als

hun kind met bepaalde zaken niet in orde is op school. Als

ouders willen we natuurlijk het beste voor de kinderen en willen

we deze behoeden voor negatieve ervaringen. Aan de andere

kant leren de kinderen echter niets bij als wij telkens voor hen

in de bres springen en de zaken voor hen gaan oplossen.

Om kinderen verantwoordelijkheidsgevoel bij te brengen

is het belangrijk om hen een dagelijkse routine te leren van

taken in en om huis. Kinderen kan je al van in de kleutertijd

11

taakjes geven. Kleine kinderen leren eerst verantwoordelijkheid

inzake het opruimen van hun eigen speelgoed, het op orde

houden van hun kamer en het afruimen van de eettafel.

Naarmate kinderen ouder worden moet hun

verantwoordelijkheid worden uitgebreid. Zo kunnen kinderen in

de basisschool best de tafel dekken en afruimen, helpen bij de

afwas, hun eigen bed opmaken, stofzuigen,…

In het dagelijks leven is het belangrijk om kinderen kansen te

geven om dingen zelf te doen. Neem het dus niet te snel over

van je kind. (Voor meer informatie hierover: zie onze brochure

“Zelfstandigheid en zelfredzaamheid stimuleren”)

Voorbeeld 1: Als Lena (6 jaar) haar schriftje niet meer vindt

gaat mama niet zelf op zoek maar vraagt ze wanneer Lena dit

het laatst gebruikt heeft en laat haar eerst zelf op zoek gaan.

Voorbeeld 2: Wanneer Marino (10 jaar) niet verder geraakt bij

het maken van zijn modelvliegtuigje, vraagt papa hem eens op

de doos te kijken en laat hem zelf op zoek gaan naar wat er is

misgelopen aan de hand van de instructies op de doos. Papa

stuurt hem door middel van gerichte vragen maar geeft hem

niet de oplossing.

12

Als iets niet lukt, moedig je kind aan om het nog eens te

proberen in plaats van het over te nemen. Leer kinderen in het

algemeen zoveel mogelijk zichzelf uit de slag te trekken.

Verder kan je je kind ook al vroeg leren systematisch zaken aan

te pakken. Zo kan je je kind leren om systematisch op te

ruimen in plaats van in het wilde weg: de poppen bij de

poppen, de auto’s bij de auto’s,… Als kinderen dit van kleins af

aan al spelend leren is de kans dat ze hun schoolwerk ook op

die manier gaan aanpakken groter.

Naast het in het dagelijkse leven reeds stimuleren van

zelfstandigheid en verantwoordelijkheidsgevoel bij kinderen kan

je ook een aantal concrete zaken doen voor, tijdens en na het

huiswerkmoment.

3.1. Voor het huiswerk

In de eerste plaats is het vooral belangrijk om goede

omstandigheden en gewoonten te creëren die het kind in staat

stellen om zijn huiswerk tot een goed einde te brengen.

Een vaste structuur en regelmaat is hierbij belangrijk. Zo weet

het kind waar het aan toe is en wat het mag verwachten.

13

Een vast tijdstip en een vaste plaats is tevens belangrijk. Kies

hierbij een plaats waar de nodige rust is, (Geen televisie die

aanstaat of luidruchtig spelende jongere broers of zussen)

zodat het kind zich kan concentreren.

Om deze reden is het dikwijls te verkiezen om het huiswerk te

maken op een afgezonderde eigen plek zoals een bureau op de

kamer van het kind in plaats van bvb. in de keuken of living

waar het hele gezin zit. Daarnaast zorgt dit er ook voor dat je

als ouder niet overmatig betrokken bent bij het huiswerk (er

niet gaat gaan naast zitten) maar dat er wat zelfstandigheid

van het kind verlangd wordt.

Indien het huiswerk in een gemeenschappelijke ruimte in huis

gemaakt wordt krijgt het huiswerk een centrale plaats in het

gezin en krijgt het kind sneller de kans om macht uit te oefenen

over het gezin. Het kind kan heel wat doen bewegen door zich

onbekwaam te gaan gedragen.

Voorbeeld: Bij Manuel thuis is het huiswerkmoment telkens een

strijd. Om vijf uur roept mama dat het huiswerktijd is. Manuel

zet zich dan aan de keukentafel en begint de clown uit te

hangen. Hij hangt op zijn stoel, speelt met zijn materiaal en

moeit zich met alles wat in het gezin gebeurt vanop zijn

plaatsje aan de keukentafel. Mama zet zich dan uiteindelijk

14

naast Manuel om hem in actie te krijgen en maakt samen met

hem zijn huiswerk.

In het voorbeeld wordt duidelijk dat Manuel zijn huiswerk niet

zelfstandig hoeft te maken. Manuel weet immers dat wanneer

hij voldoende de clown uithangt, mama uiteindelijk hem wel zal

komen helpen.

Mama zou Manuel misschien beter zijn huiswerk in zijn kamer

of een apart bureau laten maken (evenwel zonder afleiders

zoals tv of computer in de betreffende kamer). Sommige ouders

durven dit niet aan omdat ze denken dat het huiswerk dan niet

zal afgeraken en het kind op zijn kamer wel andere dingen zal

doen. Als men de verantwoordelijkheid voor het huiswerk

echter echt bij het kind laat, dan is het ook zijn

verantwoordelijkheid als hij de volgende dag met een

onafgewerkt huiswerk naar de klas moet. Zo leert het kind wat

de gevolgen zijn van zijn gedrag, namelijk een onafgewerkte

taak met alle gevolgen van dien in de klas. Indien wij als

ouders echter toch als reddende engel het kind na een tijd op

zijn kamer of aan de keukentafel gaan helpen door ernaast te

gaan zitten en het toch samen te gaan doen, leert het kind niet

wat de gevolgen van zijn gedrag zijn en zal het dit bijgevolg

ook niet veranderen.

15

Naast het kiezen van een goede werkplek zonder afleiders, is

het ook belangrijk dat er op de werkplek alles te vinden is wat

het kind nodig heeft. Verder moet er ook voldoende plaats en

orde zijn in de werkplek van het kind. Op een overvolle bureau

kan een kind niet werken. Ook moet de plek prettig zijn qua

stoel, bureau, verlichting,…

Qua tijdstip is het belangrijk dat het huiswerk elke dag op

hetzelfde moment gemaakt wordt. Op deze manier wordt dit

een routine en bevorder je de zelfdiscipline van het kind.

Belangrijk is om dit moment niet té lang na de thuiskomst te

leggen, anders is het moeilijker voor het kind om weer op gang

te komen. Dit wil echter niet zeggen dat een kind direct bij zijn

binnenkomen al moet geconfronteerd worden met huiswerk

maken. Een klein beetje ontspanning kan deugd doen. Aan de

andere kant moet er ook geen uren gewacht worden om aan

het huiswerk te beginnen.

Soms kan het wel zijn dat kinderen te moe zijn om nog

huiswerk te maken. Dan kan het helpen om hen eerst even wat

te laten eten of spelen. Het kan zijn dat kinderen daarna wel

weer heel wat energie hebben.

Probeer samen met je kind het tijdstip voor het huiswerk vast

te leggen. Je kan dit koppelen aan het ritme binnen je gezin,

16

bvb. voor het eten of na het eten, een half uur of uur voor een

bepaald TV programma.

Belangrijk is dat hier ook regels rond bestaan. Als kinderen niet

aan hun huiswerk willen beginnen op het afgesproken tijdstip,

dienen er consequenties te volgen. Het heeft geen zin om de

hele tijd achter het kind aan te zitten en hem of haar te

proberen aansporen toch te beginnen. Op die manier wordt het

huiswerk maken soms een enorme strijd die uiteindelijk niets

oplevert.

Voorbeeld: In het gezin van Evy is het elke dag strijd rond het

huiswerkmoment. Als vader zegt dat het huiswerktijd is blijft

Evy gewoon zitten in de zetel en luistert ze niet. Dit moment

gaat dan gepaard met een trekken en sleuren van vader om

Evy toch op haar plaats te krijgen. Daarna loopt Evy constant

weg en maakt zij er op die manier een spelletje van. Vader kan

haar telkens opnieuw gaan zoeken. Op die manier is het voor

niemand in het gezin een leuke avond.

In het voorbeeld doet vader er beter aan om gewoon

consequenties te stellen, zoals bijvoorbeeld geen televisie,

computer of buiten spelen met vriendinnetjes vooraleer het

huiswerk gemaakt is. Men kan dit ook aan het kind uitleggen.

17

De ouder dient ook eerst de hele dag te gaan werken, daarna

de maaltijd te bereiden en andere huishoudelijke taken uit te

voeren, vooraleer men aan een avondje ontspanning kan

beginnen. Als vader dit gewoon als consequentie stelt en verder

de verantwoordelijkheid voor het huiswerk maken aan Evy laat,

heeft hij meer kans dat Evy aan haar huiswerk zal beginnen.

Vader ontneemt haar dan immers de kans om het hele gezin te

domineren met haar gedrag.

Daarnaast is het belangrijk dat kinderen elke dag ongeveer

evenveel tijd aan het huiswerk besteden. Dit wil zeggen dat

ze bij weinig huiswerk op een bepaalde dag al even iets kunnen

doen tegen een later tijdstip. Grotere kinderen kan je eventueel

aansporen om een weekplanning op te maken.

Qua volgorde is het belangrijk dat kinderen werk met grote

inspanningen afwisselen met werk waarvoor minder grote

concentratie vereist is. Het is hierbij beter dat kinderen eerst

met de voor hun “moeilijke” vakken beginnen dan met de

eerder “gemakkelijke” vakken. In het begin is de concentratie

immers het grootst. Bij veel huiswerk is het afwisselen van

moeilijke met gemakkelijke vakken en een pauze tussendoor

aangewezen. Ook het afwisselen van huiswerk dat je moet

18

maken met het leren van lessen is een goede methode om

geconcentreerd te blijven tijdens het huiswerk.

Uit deze opmerkingen blijkt duidelijk dat een goede planning

belangrijk is. Ouders kunnen het kind ondersteunen door

samen met het kind de agenda en het huiswerk door te nemen.

Zo kan men samen plannen wat men eerst zal doen en wat

erna en hoeveel tijd dit alles zal vergen. Op die manier leert het

kind geleidelijk aan hoe het tijd moet indelen. Plak ook een

eindtijd op het huiswerk zodat het kind leert omgaan met zijn

tijd.

Voorbeeld: In het gezin Pieters geldt de volgende structuur. Om

kwart over vijf begint de inspanning en maken de kinderen het

huiswerk terwijl mama het eten klaarmaakt. Om zes uur wordt

er gegeten en om half acht is het tijd voor ontspanning voor

het slapen gaan.

Verder is het ook belangrijk dat je bij de leerkracht van je kind

nagaat hoeveel tijd er normaal gezien nodig is om het

huiswerk af te krijgen. Deze tijd evolueert met de leeftijd.

Op die manier kan je ook aan de leerkracht doorgeven hoeveel

tijd je kind in werkelijkheid spendeert aan het huiswerk.

19

Een goede nachtrust is ook van wezenlijk belang voor een

kind. Gedurende de slaap wordt de concentratie van een kind

opgeladen. Er bestaat een duidelijke relatie tussen de duur van

de nachtrust en de sterkte van de concentratie.

Tot slot is het ook belangrijk dat kinderen nog voldoende tijd

over hebben voor ontspanning. Op die manier kunnen kinderen

tot rust komen en zullen zij ook een betere nachtrust hebben.

Verder is het belangrijk dat er voor kinderen toch ook nog iets

leuks volgt na een ganse dag school en het maken van taken.

3.2. Tijdens het huiswerk

Tijdens het huiswerk kan je je kind ook ondersteunen. Dit wil

niet zeggen dat je je kind moet uitleg geven en bijgevolg zelf

van alles goed op de hoogte moet zijn. Kinderen hebben al heel

veel aan betrokkenheid en aanmoediging van de ouders.

Het is tevens belangrijk om geen eigen strategieën of trucjes uit

je eigen schooltijd te leren aan kinderen. Kinderen hebben het

dan dikwijls op school anders geleerd en geraken enkel maar in

verwarring door onze inbreng.

Tijdens het huiswerk help je het kind best niet, tenzij het erom

vraagt. Anders loop je het risico dat kinderen continu je hulp

nodig hebben. Veel kinderen klagen erover dat ze het zelf niet

20

kunnen of niet snappen en dat de ouder bijgevolg moet helpen.

Als dit gebeurt is het beter om je kind door te verwijzen naar

de leerkracht. Hij of zij moet dan aan de leerkracht vragen om

het opnieuw uit te leggen. Als ouder leg je het toch anders uit

dan de leerkracht en ook dit zal je kind niet appreciëren. Hierbij

is het ook belangrijk om aan te geven dat jij als ouder dan niet

de aangewezen persoon bent om je kind hierbij te helpen.

In plaats van de oplossing te geven of uitleg te geven als je

kind niet direct weet wat het moet doen, kan je wel door

gerichte vragen te stellen je kind sturen. Zo kan je

bijvoorbeeld vragen hoe de leerkracht het heeft uitgelegd.

Je kan je kind tijdens het huiswerkmoment op verschillende

manieren ondersteunen: door samen de schoolagenda te

overlopen, na te gaan of het kind zelf weet wat het moet doen,

soms eens mee te luisteren als het kind hardop leest, het kind

te overhoren als het daar zelf om vraagt en het kind te

stimuleren om zelf na te denken.

Bij dit laatste is het belangrijk om hierbij enkele denkstappen

te gebruiken, namelijk:

Wat wordt er precies gevraagd? Wat moet je kennen en

kunnen? Wat niet? Hoeveel tijd heb je voor de taak? Heb je in

21

de klas soortgelijke oefeningen gemaakt? Sluiten deze

oefeningen aan op iets dat je in de klas hebt geleerd?

Hoe kan je deze opdrachten oplossen of deze lessen leren? Hoe

pak je het aan? Wat heb je daarvoor nodig? Wat doe je het

best eerst? Wat erna?

Volg je het plan? Lukt het om je huiswerk op deze manier te

maken/je lessen op deze manier te leren?

Heb ik mijn doel bereikt? Heb ik een antwoord gevonden op

hetgeen gevraagd werd? Zelf kijken of het goed is en nakijken

op fouten.

Door deze denkstappen te volgen kan je het kind helpen

zelfstandig zijn huiswerk te maken of zijn lessen te leren. In het

begin kan je je kind op deze manier sturen, na verloop van tijd

is het dan de bedoeling dat je kind zelf in deze stappen leert

denken.

Het is hierbij belangrijk om het denken in deze stappen vroeg

te introduceren bij andere taakjes zoals een puzzel maken,

samen een taart bakken, iets bouwen (een speelgoedauto of

vliegtuig), de kamer opruimen,… Als jijzelf bij bepaalde taken

ook luidop nadenkt, sta je hiervoor tevens model (Zie onze

brochure: ‘Zelfstandigheid en zelfredzaamheid stimuleren’ voor

22

meer informatie over het integreren van deze denkstappen in

het dagelijks leven).

Voorbeeld: Bart (10 jaar) moet een grote toets leren over het

menselijk lichaam, een onderwerp dat hij niet leuk vindt. Bart

weet niet hoe hij eraan moet beginnen? Papa vraagt hem wat

hij precies moet kunnen. Bart antwoordt: die paar pagina’s.

Papa ziet dat het tekeningen zijn en vraagt wat hij daar precies

van moet kennen, moet hij de bloedvaten en organen kunnen

aanduiden op de tekening, zelf kunnen tekenen of gewoon

alles kunnen opsommen. Bart geeft aan dat hij ze op de

tekening moet kunnen aanduiden. Papa vraagt hoe hij dat nu

het beste zou kunnen leren? ….

In het voorbeeld laat papa Bart niet aan zijn lot over maar geeft

hij ook niet direct de oplossing. Hij leert Bart zelf na te denken

over een geschikte aanpak bij het leren van zijn les. Soms

vragen kinderen om de les op te vragen. Je kan dit wel doen

voor je kind maar zorg ervoor dat je kind hier niet volledig van

afhankelijk wordt. Laat hem ook eens zelf vragen verzinnen,

een dictee bijvoorbeeld eerst zelf inspreken op cassette en

daarna laten horen,…. Als je de les opvraagt zorg er dan voor

dat je een andere volgorde toepast of het op een onverwachte

manier vraagt. Zoek ook naar nieuwe toepassingen.

23

3.3. Na het huiswerk

Als je kind klaar is met zijn huiswerk, kan je controleren of hij

inderdaad alles gemaakt heeft. Wat je echter beter niet doet is

het huiswerk verbeteren. Indien je het huiswerk van je kind

verbetert, weet de leerkracht immers niet of je kind het wel

begrepen heeft en wel mee is met de oefeningen en leerstof.

De leerkracht zal er zo misschien ten onrechte vanuit gaan dat

je kind geen behoefte heeft aan extra uitleg.

Je kan kinderen na het huiswerk ook aanmoedigen om

zichzelf te controleren en te evalueren. Je kan aan het kind

vragen of hij zijn huiswerk heeft nagekeken? Zo kan je vragen

of hij alles heeft ingevuld, niets vergeten is, de juiste bewerking

heeft uitgevoerd en of er geen oplossingen bijzitten waarvan je

op het eerste zicht kan inschatten dat ze onmogelijk zijn.

Als het moeilijk lukte of je kind het niet begrijpt kan je hem of

haar aanmoedigen om extra uitleg te vragen of in de agenda

van je kind noteren dat het erg moeilijk was voor hem of haar.

Sommige ouders denken dat het goed is om kinderen extra

huiswerk te geven als ze iets niet goed kunnen. Dit is voor een

kind echter een extra confrontatie met zijn eigen falen. Zo kan

het kind zijn motivatie verliezen.

24

Na het nakijken van het huiswerk, kan je je kind ondersteunen

in het maken en klaarstellen van zijn boekentas voor de

volgende dag. Zorg ervoor dat ook hier niet jij al het werk doet

maar dat je je kind stuurt door gerichte vragen te stellen. Als je

merkt dat je kind dit reeds zelfstandig kan, laat hem dan ook

die verantwoordelijkheid.

Tot slot is het belangrijk dat je waardering uitspreekt voor je

kind, dat je hem zegt dat je tevreden bent als hij goed heeft

gewerkt. Zorg ervoor dat je complimentjes hierbij wel oprecht

zijn, een kind voelt het als het niet gemeend is.

Spreek niet alleen waardering uit over het resultaat maar ook

over het proces - hoe het kind zijn taken heeft aangepakt - en

de inspanningen van het kind.

Een goede motivatie, een gezond zelfvertrouwen en een geloof

in eigen kunnen is erg belangrijk om tot leren te komen.

25

4. Besluit Huiswerkmomenten zorgen in vele gezinnen voor conflicten.

Deze conflicten kunnen uitmonden in een echte strijd tussen

ouders en kinderen, die voor beide partijen enorm vermoeiend

is. Zo zijn er ouders die – doordat ze enorm betrokken zijn en

willen dat hun kind op school slaagt- uren en uren bij hun kind

aan de keukentafel zitten om het kind aan het werken te

krijgen. In deze brochure toonden we aan dat dit, hoe

goedbedoeld ook, eigenlijk een averechts effect heeft. Als we

kinderen aan het werken willen krijgen, dienen we de

verantwoordelijkheid voor het huiswerk bij hen te laten en hen

op die manier de gevolgen van hun gedrag te laten ervaren. Dit

vraagt echter tijd. Als ouders beslissen om niet meer de hele

tijd achter het kind te zitten maar hem of haar de

verantwoordelijkheid te laten, zal het eerst zelf nog slechter

gaan, vooraleer er verbetering mogelijk is. Het kind zal immers

eerst alles proberen om de ouder toch terug te laten handelen

zoals ervoor.

Doorzetten is dus de boodschap.

26

Er zijn evenwel goede manieren om onze kinderen toch te

ondersteunen zonder de verantwoordelijkheid voor het

huiswerk over te nemen, en dit zowel voor, tijdens als na het

huiswerk. Op die manier wordt het kind gecoacht in zijn weg

naar meer zelfstandigheid.

27

Hulp of informatie nodig? Solidariteit voor het Gezin – Afdeling Hopon

A.&M. Hellinckxstraat 45 – 1083 Ganshoren

Tel.: 02/421.79.91 - E-mail: [email protected] -

www.solidariteit.be

Meer lezen?

Boeken voor ouders en

leerkrachten:

Huiswerk in de basisschool?: sleutelen aan het

huiswerkbeleid. Yvan Ameye en Patrick

Vanspauwen, Uitgeverij Garant.

Helpen met huiswerk: tips voor leraren en ouders.

Leo Sanders, Uitgeverij Nijkerk.

Stop het huiswerkprobleem: begrijpen – voorkomen

– oplossen. John Rosemons, Uitgeverij Omega

Boek.

Het OK-gevoel: willen studeren kan je (ook) leren!

Een boek voor ouders. Paul maes (jr. en sr.), Die

Keure Educatief.

28

Leren leren, thuis en op school. Ivo Engelen,

Uitgeverij Garant.

Websites:

www.klasse.be/ouders (klasse voor ouders)

www.caleidscoop.be (tijdschrift van de Vrije Centra voor

LeerlingenBegeleiding)

http://www.lereniseenmakkie.nl/ (site met leertips voor

kinderen/jongeren)

Bovenstaande boeken en websites werden gebruikt bij het

opmaken van deze brochure.

Deze boeken zijn bij ons uitleenbaar in onze bibliotheek.

Deze brochure is een realisatie van Solidariteit voor het Gezin.