8
Expositie in slooppanden: 29 oktober t/m 14 november 2004 SLOOPHAMER SCHATKAMER VERHALEN UIT SCHATKIST VISSERSHOP WERELDKUNDIG GEMAAKT Havenstaking: stenen gooien naar de maffers, de slijmballen — Gevechten op de Zaan met vlotten van koekblikken — Luilak vieren, dat ging er ruig aan toe — Mijn moederkoek werd bij de grote plataan begraven — Wat ik op het Hop terugvond was het dorpsgevoel — Ons huis had nergens gebreken, behalve een scheve vloer en wat vocht PROGRAMMA Route beschrijving Met auto vanuit Amsterdam vanaf ring A10 Noord naar A8 richting: Zaanstad / Purmerend / Leeuwarden / Alkmaar; afslag Oostzaan / Zaandam-Zuid / Het Twis- ke. Onderaan afslag rechtsaf richting Kolkweg-Noord / Zaandam- Zuid, na circa 1800 m ziet u links een benzinestation, daar rechtsaf richting Zaandam. Bij de stoplichten Zuiddijk oversteken, Route beschrijving Met auto vanuit Amsterdam vanaf ring A10 Noord naar A8 richting: Zaanstad / Purmerend / Leeuwarden / Alkmaar; afslag Oostzaan / Zaandam-Zuid / Het Twis- ke. Onderaan afslag rechtsaf richting Kolkweg-Noord / Zaandam- Zuid, na circa 1800 m ziet u links een benzinestation, daar rechtsaf richting Zaandam. Bij de stoplichten linksaf de P.J. Troelstralaan in. Zuiddijk oversteken, de Conradstraat in, rechtsaf Plataanlaan in. Met auto vanuit het Noorden Neem de A8 richting Amsterdam, afslag Oostzaan / Zaandam / Het Twiske. Onderaan afslag rechtsaf, na circa 1800 m ziet u links een benzinestation, daar rechtsaf richting Zaandam. Bij de stop- lichten linksaf de P.J. Troelstralaan in. Zuiddijk oversteken, de Conradstraat in, rechtsaf Plataanlaan in. Openbaar vervoer Vanaf station Zaandam: bus 94 naar de Wibautstraat hoek Morgen- sterstraat. Loop Morgensterstraat uit, ga over bruggetje de Zuiddijk op, hier rechtsaf, na 150 meter linksaf Bleekerstraat in, na 100 meter rechtsaf Plataanlaan in. Van Amsterdam CS: bus 94, uitstappen Vijfhoek (Wibautstraat, Troelstralaan) Troelstralaan uitlopen naar Zuiddijk, deze oversteken, Conradstraat in, rechtsaf Plataanlaan in. Expositie Zaterdag 30 oktober tot en met 14 november 2004 Locatie Slooppanden Plataanlaan 13, 17, 19, 21, 23 (onder voorbehoud, eventuele wijzigingen zijn te lezen op het raam van Esdoornlaan 1), Vissershop, Zaandam Opening Vrijdag 29 oktober van 15.00 uur tot 18.00 uur, toespraak Jaap Smit en Ria Dirxks Openingstijden Donderdag tot en met zondag van 12.00 – 16.00 uur Bijzonderheden Nieuwe verhalen zijn nog steeds welkom. Bezoekers mogen de verhalen mede beoordelen. De verhalen die het Vissershop het beste typeren worden in het straatbeeld van het nieuwe Hop vereeuwigd. Bekendmaking Op zondag 14 november om 15.00 uur worden de meest spraakmakende verhalen bekendgemaakt Expositie Zaterdag 30 oktober tot en met 14 november 2004 Locatie Slooppanden Plataanlaan 13, 17, 19, 21, 23 (onder voorbehoud, eventuele wijzigingen zijn te lezen op het raam van Esdoornlaan 1), Vissershop, Zaandam Opening Vrijdag 29 oktober van 15.00 uur tot 18.00 uur, toespraak Jaap Smit en Ria Dirxks Openingstijden Donderdag tot en met zondag van 12.00 – 16.00 uur Bijzonderheden Nieuwe verhalen zijn nog steeds welkom. Bezoekers mogen de verhalen mede beoordelen. De verhalen die het Vissershop het beste typeren worden in het straatbeeld van het nieuwe Hop vereeuwigd. Bekendmaking Op zondag 14 november om 15.00 uur worden de meest spraakmakende verhalen bekendgemaakt

Ida van der Lee | - SLOOPHAMER SCHATKAMERidavanderlee.nl/wp-content/uploads/2016/09/Publicatie-Sloophamer... · Mijn vader werd om half vijf al door Bartje de klepperman gewekt omdat

  • Upload
    others

  • View
    0

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Ida van der Lee | - SLOOPHAMER SCHATKAMERidavanderlee.nl/wp-content/uploads/2016/09/Publicatie-Sloophamer... · Mijn vader werd om half vijf al door Bartje de klepperman gewekt omdat

Expositie in slooppanden: 29 oktober t/m 14 november 2004

SLOOPHAMER SCHATKAMERVERHALEN UIT SCHATKIST VISSERSHOP WERELDKUNDIG GEMAAKT

Havenstaking: stenen gooien naar de maffers, de slijmballen —Gevechten op de Zaan met vlotten van koekblikken — Luilak vieren,dat ging er ruig aan toe — Mijn moederkoek werd bij de groteplataan begraven — Wat ik op het Hop terugvond was hetdorpsgevoel — Ons huis had nergens gebreken, behalveeen scheve vloer en wat vocht

PROGRAMMA

Route beschrijvingMet auto vanuit Amsterdamvanaf ring A10 Noord naar A8 richting: Zaanstad / Purmerend /Leeuwarden / Alkmaar; afslag Oostzaan / Zaandam-Zuid / Het Twis-ke. Onderaan afslag rechtsaf richting Kolkweg-Noord / Zaandam-Zuid, na circa 1800 m ziet u links een benzinestation, daar rechtsafrichting Zaandam. Bij de stoplichten Zuiddijk oversteken,

Route beschrijvingMet auto vanuit Amsterdamvanaf ring A10 Noord naar A8 richting: Zaanstad / Purmerend /Leeuwarden / Alkmaar; afslag Oostzaan / Zaandam-Zuid / Het Twis-ke. Onderaan afslag rechtsaf richting Kolkweg-Noord / Zaandam-Zuid, na circa 1800 m ziet u links een benzinestation, daar rechtsafrichting Zaandam. Bij de stoplichten linksaf de P.J. Troelstralaan in.Zuiddijk oversteken, de Conradstraat in, rechtsaf Plataanlaan in.

Met auto vanuit het NoordenNeem de A8 richting Amsterdam, afslag Oostzaan / Zaandam / Het Twiske. Onderaan afslag rechtsaf, na circa 1800 m ziet u links een benzinestation, daar rechtsaf richting Zaandam. Bij de stop-lichten linksaf de P.J. Troelstralaan in. Zuiddijk oversteken, de Conradstraat in, rechtsaf Plataanlaan in.

Openbaar vervoerVanaf station Zaandam: bus 94 naar de Wibautstraat hoek Morgen-sterstraat. Loop Morgensterstraat uit, ga over bruggetje de Zuiddijkop, hier rechtsaf, na 150 meter linksaf Bleekerstraat in, na 100 meterrechtsaf Plataanlaan in. Van Amsterdam CS: bus 94, uitstappen Vijfhoek (Wibautstraat, Troelstralaan) Troelstralaan uitlopen naar Zuiddijk, deze oversteken, Conradstraat in, rechtsaf Plataanlaan in.

ExpositieZaterdag 30 oktober tot en met 14 november 2004

Locatie Slooppanden Plataanlaan 13, 17, 19, 21, 23 (onder voorbehoud,eventuele wijzigingen zijn te lezen op het raam van Esdoornlaan 1), Vissershop, Zaandam

OpeningVrijdag 29 oktober van 15.00 uur tot 18.00 uur,toespraak Jaap Smit en Ria Dirxks

OpeningstijdenDonderdag tot en met zondag van 12.00 – 16.00 uur

BijzonderhedenNieuwe verhalen zijn nog steeds welkom. Bezoekers mogen deverhalen mede beoordelen. De verhalen die het Vissershop hetbeste typeren worden in het straatbeeld van het nieuwe Hopvereeuwigd.

BekendmakingOp zondag 14 november om 15.00 uur worden de meestspraakmakende verhalen bekendgemaakt

ExpositieZaterdag 30 oktober tot en met 14 november 2004

LocatieSlooppanden Plataanlaan 13, 17, 19, 21, 23 (onder voorbehoud, eventuele wijzigingen zijn te lezen op het raam van Esdoornlaan 1), Vissershop, Zaandam

OpeningVrijdag 29 oktober van 15.00 uur tot 18.00 uur,toespraak Jaap Smit en Ria Dirxks

OpeningstijdenDonderdag tot en met zondag van 12.00 – 16.00 uur

BijzonderhedenNieuwe verhalen zijn nog steeds welkom. Bezoekers mogen deverhalen mede beoordelen. De verhalen die het Vissershop hetbeste typeren worden in het straatbeeld van het nieuwe Hopvereeuwigd.

BekendmakingOp zondag 14 november om 15.00 uur worden de meestspraakmakende verhalen bekendgemaakt

Page 2: Ida van der Lee | - SLOOPHAMER SCHATKAMERidavanderlee.nl/wp-content/uploads/2016/09/Publicatie-Sloophamer... · Mijn vader werd om half vijf al door Bartje de klepperman gewekt omdat

Mijn man heb ik leren kennen bij Verkadewaar wij met vakantiewerk bezig waren.

Wij zijn getrouwd en zijn gaan wonen opEsdoornlaan 15. Na twee jaar moesten wij

verhuizen want wij woonden in, en de heerKalbfleisch, de hoofdbewoner, was over-

leden. Vervolgens gingen wij naar Kogerveld, waar we plus minus acht jaar

hebben gewoond. Daarna terug naar hetHop, op de Berkenlaan nr. 4. Na de reno-

vatie zijn wij wederom verhuisd, nu naar de Eikenlaan 1. En daar wonen we tot nu aan toe. Op de foto

zie je onze DAF staan, de eerste in de buurt. Er was nog een auto in de straat,

een Volkswagen Kever, die staat er niet op.

Oude huizen zijn verrassend. Onder in de ingebouwdekeukenkast zat een holle ruimte. Bij een razzia zat mijn

vader daar op een krukje. Mijn moeder deed het vloertjeop zijn plaats en zette er de borden en dergelijke weer op.

De schuilplaats werd nooit gevonden! Nog zo’n plaats wasde holle ruimte waar je in kon door de vloerplanken van deoverloop weg te halen. Buurman vertelde eens dat hij daar

zijn geld bewaarde. “Niet tegen te veel mensen vertellenhoor, buurman,” zei ik tegen hem. Hij vertrouwde ons.

De gevechten op vlotten op de Zaan tussen de Hoppers en de

Havenezen. De vlotten waren samengesteld uit aan elkaar ge-

bonden grote voedselblikken, afkomstig van voedseldroppings

of voedselverstrekkingen in en na de Tweede Wereldoorlog.

Ik kon niet meedoen,

want ik kon niet

zwemmen.

De sloop en de nieuwbouwvan het Vissershop is al weer

halverwege. Een jaar geledenverhuisden de mensen met

tegenzin naar hun wisselwo-ning. Nu rijzen de nieuwe huizen

als mooie rode paddestoelen uit de grond. De sfeer wordt weer

optimistisch, maar toch… Het blijftafwachten of dat bijzondere karakter

van het oude Hop een kans maakt inhet nieuwe Hop. De vraag die ik mij als

kunstenaar stel is “Kan de ziel van eenplek verhuizen of gerepareerd worden?”

Ik zie het als mijn taak om de ziel van hetoude Hop veilig naar het nieuwe Hop over

te zetten. Zo heb ik de opdracht van degemeente Zaanstad althans geïnterpreteerd.

Kunstproject Sloophamer schatkamer heb ikontworpen als een proces dat ik deel met de

bewoners en anderen die zijn betrokken bij desloop en nieuwbouw van het Vissershop. In deze

onrustige periode van ‘worden’, waarin elk ogen-blik het volgende als het ware opvreet, reis ik

samen met de bewoners mee met al die veranderin-gen. Ondertussen probeer ik vat te krijgen op wat het

Hop is en maak gebruik van de kennis, de verhalen ende herinneringen die in de Hoppers zitten. Ik ga uit vanhet principe dat je door de juiste vormgeving, de juistevragen en door de juiste activiteiten de ander tot ant-woorden en herinneren kan brengen. De schatkist was, als eerste stap, zo’n welbewust geko-zen vorm, gemaakt van sloopmateriaal dat bij de eerstesloopfase vrijkwam. De zuiltjes van de Notenlaan, een kappersraam, vogelhuisjes, molenwieken vormensamen een poëtische samenvatting van het Vissershop.Een object dat gekoesterd wil worden. Aan de Hoppersvroeg ik een verhaal voor de schatkist te schrijven.Eigenhandig brachten zij op zaterdag 8 november 2003de schatkist met verhalen naar het Zaans Museum. Een processie door de wijk, gevolgd door een boottochtover de Zaan, mondde uit in een reünie waar lang over nagepraat werd. Door het enthousiasme van deze dag en, daarna, doorhet lezen van de verhalen begon ik te snappen wat deHoppers drijft: saamhorigheid en opkomen voor je rech-ten. En alles wat daar weer uit voortvloeit: rebelsheid,eigenzinnigheid en trots op datgene wat ze ermee berei-

ken. Trots die 90 jaar lang een van de peilers voor ditarbeiderswijkje is geweest.Het ‘rode’ karakter van deZaanstreek vindt in het Vissers-hop wel een hevig geconcen-treerde vorm. Als schatbewaarder heb ik nu deverhalen onder mijn hoede. Verha-len die een prachtig beeld vormenvan wat het Hop is, verteld door demensen zelf. De verhalen, die deessentie van het Hop uitdrukken, krijgenuiteindelijk een plek in de bestrating vanhet nieuwe Hop. Maar eerst worden zeallemaal op een treffende en aanstekelijkemanier in een zevental sloopwoningenwereldkundig gemaakt. De verhalen dolen er als het ware nog een tijdje rond, zijn nog niet weggepoetst. In samenwerking met de bewoners, de woning-corporatie, de bouwonderneming en vrijwilligersworden de panden omgetoverd tot een verhalen-doolhof waarin je uren kunt lezen en wegdromen.De lezers mogen de verhalen aanvullen, bestokenof bekritiseren, want het moet duidelijk wordenwelke verhalen het meest geschikt zijn om het nieuweHop mee te plaveien. Door de verhalen in het nieuweHop te plaatsen, worden oud en nieuw verbonden endaarmee hopelijk ook het karakter of de ziel behouden.

De overgang van een oude naar een nieuwe situatie is hetmoment om herinneringen te laten opdoemen en uit te ver-groten. In Nederland zou structureel aandacht moeten zijnvoor de kwaliteiten die schuilgaan in een overgangsfase. Veelwordt overhoop gehaald: sommige mensen gaan voorgoedweg, anderen keren terug, maar krijgen nieuwe buren. Deangst dat het nooit meer wordt als vroeger is groot. Het is eencruciaal moment, alles staat op scherp. Door de hete energie van emoties en conflicten wordt ineens duidelijk wat waarde heeft.Wat de essentie is. Een overgangsfase is dus ook een kans om gripte krijgen op het karakter van een plek.De kortdurende periode van chaos en onbestemdheid moet benuten zelfs opgeëist worden. Net als bij grote bouwplannen waar tijden geld wordt vrijgemaakt voor archeologisch onderzoek, zo moetde recentere geschiedenis ook gewaardeerd worden. De ziel vaneen plek, de kracht van het leven op die plek, moeten we koesteren.Kunst is een krachtig en mooi instrument, want buiten de geëffende

paden is er nog ruimte om te ex-perimenteren. Binnen Sloophamerschatkamer is er vrijheid om testoeien, te beuken en te aarzelenom dit doel, het behoud van de ziel van een plek, te berei-ken. Het is een lang proces,van 2003 tot 2005, maarhet resultaat is de moeitewaard. Wees hiervangetuige, kom kijken 0of kom doen!

Ida van der Lee

Sloop en nieuwbouw?Laat de ziel niet ontsnappen

Page 3: Ida van der Lee | - SLOOPHAMER SCHATKAMERidavanderlee.nl/wp-content/uploads/2016/09/Publicatie-Sloophamer... · Mijn vader werd om half vijf al door Bartje de klepperman gewekt omdat

In1928ging hetgerucht ophet Hop dat ereen inbreker ope-reerde. Er was een fietsgestolen uit de schuur aande Esdoornlaan en er was eenvrouw lastig gevallen door eenman met een bivakmuts en lange jas.Arie Lastdrager, mijn vader, Henk Schreu-der en Jan van Delden waren de drie sterkstemannen van het Hop. Zij besloten dat ze om beur-ten ’s avonds de ronde zouden doen om zo een oftwee zware jongens te pakken. Na een paar wekenavondcontrole zwakte dit af. Ze konden niets ontdekken.Op een avond midden winter waren mijn vader en moe-der zoals altijd vroeg naar bed gegaan. Mijn vader werdom half vijf al door Bartje de klepperman gewekt omdathij om 5 uur de bootwerkers moest overzetten van het Hop naar de Haven. Mijn moeder werd wakker en hoorde gerommel aan de voordeur. Ze maakt haarman Arie wakker. Vader hoorde het nu ook. Ze dach-ten: “Dit moet de inbreker zijn”. Mijn vader sloop opzijn tenen de trap af. Hij hoorde gerommel aan hetslot van de voordeur. Hij wachtte nog even, gooidede deur open, greep de kerel bij zijn keel en sleurdehem de gang in. Toen grote schrik, want de manwas mijnheer Laatsma, een leraar van de HBS. Hijkwam thuis van de avondlessen. Hij woonde eenpaar deuren verder, maar had zich in de deur ver-gist. Het Vissershop was toen schaars verlicht metgaslantaarns. De man moest bijgebracht wordenmet vlugzout. Voor mij, een meisje van 7 jaar,een onvergetelijke gebeurtenis. Ik ben nu82 jaar, maar ik zie het nog steedsvoor me. De echte inbreker enaanrander zijn overigensnooit achterhaald.

De haven waar mijn vader werkte als voorman. Hij ging niet met het pontje. Hij fietste

om. Dat was zuinigheid. Het pontje kostte geld. De Zaan is altijd weer anders.

De grote kustvaarders uit Siberië en Scandinavië. Het zwembad met de springplank van

9 meter. Mijn vader is twee keer van de Hembrug gesprongen. Hij dacht dat hij nooit meer

bovenkwam. Vroeger was het water brak in het Voorzaan, en regelmatig “lichtte” het water net

als de zee. Als er dan gezwommen werd, zagen de zwemmers er fluorescerend uit. De buurvrouw

vertelde dat bij haar schoonmoeder met mooi weer de gang vol lag met korsetten van alle zwemmers.

Die ochtend was ik niet weggebracht naar de bewaarschool. Ik zwierfwat in de buurt rond toen mijn aandacht werd getrokken door hetlawaai van klepperende klompen van groepen mannen en vrouwendie naar de Zaan renden. Daar moest ik bij zijn, maar er leek niet veelte beleven,behalve dat verschillende mannen straatstenen loswriktenen opstapelden. Maar langzaam aan ontstond er beroering, hetgeluid kwam eerst van de overkant, van de Havenstraat. Daar ston-den ook veel mensen en die schreeuwden Maffers, Onderkruipers enSlijmballen. Dat zijn de woorden die mij altijd zijn bijgebleven. Dankomt bij ons aan de Notenlaan ook beweging. Eerst schreeuwen endaarna stenen gooien. Maar ik weet niet waarheen en ook nietwaarom. Als ik me langs broekspijpen en rokken wring en de Zaankan zien, vaart daar een sleepboot met twee dekschuiten hele-maal vol met stijf tegen elkaar gedrukte mannen in het zwart enmet even zwarte petten op. Ik wil niet onderdoen: ik wring, vechten kruip terug naar de weg, want in de tuin van Schaap, de manvan het pontje, is het tuinpad net voorzien van nieuw grind. Mijnzakken vul ik met de grootste stenen. Maar als ik de waterkantweer bereik, is de afstand te groot om de Onderkruipers,Maffers en Slijmballen te raken.

Page 4: Ida van der Lee | - SLOOPHAMER SCHATKAMERidavanderlee.nl/wp-content/uploads/2016/09/Publicatie-Sloophamer... · Mijn vader werd om half vijf al door Bartje de klepperman gewekt omdat

Het Vissershop. Een naam die door veelmensen meteen met menselijkheid en soli-dariteit wordt geassocieerd. De zeer per-soonlijke verhalen en herinneringen die deHoppers op zaterdag 8 november in deschatkist hebben gedaan, schetsen daareen uniek beeld van. Ik proef liefde en trotsbij de bewoners, heimwee en spijt bij de ex-bewoners. Wat bezielt die Hoppers, hoe verhouden zijzich tot hun plek en hun geschiedenis?Eigenlijk is het ondoenlijk om een ziel te dui-den. Het is zo raadselachtig en ongrijpbaar.Toch doe ik een poging en definieer ‘de ziel’voor het gemak, als de bewegende kracht inalle dingen. De ziel heeft te maken met eendieper weten. Het is dat wat zich herinnert.Het komt tevoorschijn als er een onvermij-delijke noodzaak is. Het is als een natuurlij-ke drang. Over natuurlijk gesproken…

Hop; o (bijna) droge inham, aanslibbing:een hop is niet hetzelfde als inham, maarwordt door aanslibbing steeds ondieper enkleiner. Hoppen vormen zich echter meestalin bochten van het water. Soms ontstaan erin het hop zelf wijkjes (inhammen). — TeZaandam vindt men zulk een hop bewestende Zuiddijk aan de ingang van het Ooster-kattegat: het Vissershop. Het ontstond dooraanslibbing, doch is bij de droogmaking vanhet IJ en het graven van het kanaal naarAmsterdam geheel drooggelegd en van eendijk omgeven.

Een woordenboekomschrijving van hetnatuurlijke ontstaansproces van het Vissers-hop, toegevoegd door Pieter Groot, gebo-ren op het Hop. Dit deed mij in gedachtenteruggaan naar een tijd toen de Zaanstreeknog landelijk van karakter was: een zompigveengebied met daarin de eerste industriëlebouwwerken, de molens van de ZaanseSchans. In de negentiende eeuw liepen ergeen toeristen rond. Wel arbeiders, die erkeihard werkten en de Zaanse fabrieken alsVerkade, Honig, Duyvis en Bruynzeel grootmaakten. In de haven aan de Voorzaanlosten zeeschepen uit Rusland, Panama ofScandinavië hun hout. Aan de overkant vandie houthavens lag het Vissershop, dat er

tot 1914 uitzag zoals net beschreven: alseen droge inham, een aanslibbing in debocht van een rivier.

De mensen van de Zaanse Volkshuisvesting(ZVH), toen vooral een idealistische instel-ling ijverend voor het verwezenlijken vanbeter wonen voor arbeiders, lieten hun oogvallen op ‘dat hop in die bocht van deZaan’. Na een mislukte poging ging anno1914 de eerste paal de grond in. Een tekorte paal: de houtaanvoer tijdens de eerstewereldoorlog was schaars. Maar de bouwvan het Vissershop, een idyllisch tuindorpnaar Engels model, ging door. De kortepalen hebben de huizen 90 jaar met moeiteovereind gehouden. Als de schepen draai-den, met de boeg hoog boven de huizen uit,werd de bodem van de Zaan soms flinkgeraakt. Volgens sommigen is dit gedreunde oorzaak van de vele verzakkingen in hetHop. Ik denk dat de hechtheid van de bewo-ners onderling, de echte steunpilaar van demooie, maar broze bouw is geweest.

‘De poorten’ — vaste elementen van tuin-dorpen uit die tijd — huisvestten het eerstekantoor van de ZVH. De laatste bewonervan die bijzondere plek aan de Zaan, wasAns Pieper. Zij schrijft: ‘Als ik vertelde dat ikboven de poorten woonde, kwamen de ver-halen los. Ouderen moesten hun huur ophet kantoor betalen. En er was een put voorwitkalk. Dat kon je gratis ophalen om je huismee te witten.’De huizen waren bijna te mooi om waar tezijn: glas-in-loodramen, siermetselwerk inde Amsterdamse Schoolstijl en tuintjes. Endat voor arbeiders! “De woningen teklein?” Het huis van een Hopper houdt nietop bij de voordeur. ‘Thuis’ is zo groot als deplek waar je invloed op uitoefent. Het heleHop dus. Van de matige kwaliteit van dehuizen — verzakking — maakten ze nietzo’n punt. Ze leerden ermee leven, er stondzoveel gezelligheid tegenover. “Het huismankeerde niets, behalve een scheve vloeren wat vocht,” wordt er geschreven, of: “Inde winter was het koud, maar zo beleefde jewel de seizoenen.”

Ook de import-Hoppers zwichtten als zedaar iets aangeboden kregen. De lage huurof het feit dat het om een benedenwoningging, waren pluspunten. Ook het dorpsge-voel wist menigeen over de streep te trek-ken. Aan de eisen van de moderne tijd had-den ze geen boodschap. Ze vertimmerdennet zolang totdat de woning voldeed aan‘hun’ eisen.Op de achterplaatsjes, niet groter dan eenpaar vierkante meter, kon je werkelijk vanalles aantreffen: schuurtjes, moestuintjes,kippen, een miniwijngaard of een uit de kluiten gewassen vijgenboom. Deze minus-cule lapjes grond stonden vol met molen-tjes of andere handgemaakte snuisterijen.De Hoppers prutsten graag. Een oud-bewoner schrijft: “Je moest altijd bezig zijn,al was het figuurzagen.”Iedereen hoopte op een volgende stap inzijn Hopse wooncarrière. Aan de Noten-laan, direct aan de Zaan gelegen, stondende mooiste huizen en daar wilde iedereenwel wonen. Mevrouw Charmant, Noten-laan 22, doopte haar woning: Villa Voor-zaan.

Linda Boelhouwer beschrijft de migratie-stroom van haar familie: “In 1940 kwamenmijn grootouders te wonen op de Plataan-laan 45. Daar werden mijn vader en zijnbroer geboren. Toen mijn vader mijn moe-der leerde kennen, raakte ze snel zwanger.Ze hadden geen huis en gingen daarominwonen bij mijn grootouders. Toen ben ookik daar geboren. Mijn moederkoek werdonder de grote plataan begraven. Toen ikzelf ging trouwen, wilde ik een woning ophet Hop. Mijn grootouders verhuisden in1988 naar een seniorenwoning. Ik heb toengeprobeerd om aan hun huis te komen.Maar tevergeefs. Na een jaar kregen wijwel een huis op de Lindelaan. Toen dat werdgesloopt kregen we een wisselwoning…Plataanlaan 45!” Dat bepaalde plekkeneen mens aan zijn eigen persoonlijkegeschiedenis helpen herinneren en hoediep dat kan zitten, komt ook in het verhaalvan Metje Prins naar voren: “Wanneer iklangs het slaapkamerraam van mijn ge-

boortehuis loop, herinner ik mij de poppen-wagen die grootvader voor me timmerde.”En over haar vader, geboren en getogen ophet Hop, vertelt ze: “Hij werd op latere leef-tijd dement. Op een nacht was hij zoek. Wevonden hem bij zijn geboortehuis aan deEsdoornlaan. Hij wilde naar zijn moeder.“

Tussen 1914 en 2004 heeft zich veel afge-speeld op het Hop. De beginjaren van hetHop vielen samen met de crisisjaren, zon-der twijfel de meest onstuimige periode uitde arbeidersbeweging. De Zaanstreek wasrood, het Hop vuurrood. Zo ook het gezinwaar Pieter Groot opgroeide: “Ik ben ge-boren in 1924. Mijn vader werkte toen nogbij coöperatie De Eenheid. Eerst als bakker,later als venter. Thuis lazen we de Geheel-onthouders, De Wapens Neder, Militia Chris-tie, De Blauwe Vaan, De Fakkel. Als kleinejongen was ik getuige van de havenstaking.Ik probeerde net als iedereen stenen tegooien naar de voorbijvarende ‘onderkrui-pers, maffers en slijmballen’, de Tukkers diehier naar toe kwamen om ons werk over tenemen” De autoriteiten een loer draaien was in dietijd een grimmige noodzaak. Deze houdingvond jaarlijks zijn weerklank tijdens Luilak,de zaterdag voor Pinksteren. Het ging er zoruig aan toe dat het mythische proportiesaannam. Alles wat brandbaar was, werdverzameld. De dag voor Luilak borg ieder-een zijn tuinhekje en tuinbank maar veiligop, anders ging het in de fik. Er was echter meer. Om de strijd te winnen,moesten de arbeiders zich verenigen. Vandit solidariteitsprincipe is het Hop door-drenkt, burenhulp is er geen loos begrip.Veel bewoners schrijven daarover. Zatiemand in geldnood, dan werd op maan-dag geld ingezameld. Was je moeder nietthuis, dan ging je naar de buurvrouw. Datwas vanzelfsprekend. Tot op de dag vanvandaag doen Hoppers graag alles samen.Tijdens de wereldkampioenschappen voet-bal heerst buiten op straat een zuidelijkegezelligheid. En ondanks hun trots op dezesaamhorigheid lijden ze niet aan een ‘Stap-horst-mentaliteit’. Nieuwkomers wordenweliswaar gewogen, maar omarmd zodraze oké zijn bevonden: “Zelfs een drugsge-bruiker voelde zich hier geaccepteerd”.Woorden van Lies van Rein. De man woon-de een aantal jaren op het Hop totdat zijnhuis in rook opging. Later verhing hij zichop het schoolplein. Het was een bewustekeuze. Ook al hadden de bewoners hemvreemd en zelfs eng gevonden, toch voeldehij zich thuis.

Op het Hop woonden vooral mensen diemet hun handen werkten. Had je gestu-deerd dan was dat bijzonder. Jo Liebothwas er zo een. “Hij had gestudeerd en wasvertaler bij de Hembrug omdat daar alle-maal buitenlandse schepen kwamen. Hijhad een aktetas. De directeur werd pilner-veus als Lieboth weer eens te laat op zijnwerk kwam.” Maar er waren meer intellec-tuele activiteiten. Oma van Duren woondevan 1918 tot 1985 in hetzelfde huis op hetHop. “Ze was een intelligente vrouw die totop hoge leeftijd Mulisch en Dostojevski las,”schrijft haar kleinzoon. Bij de moeder vanAntje Lastdrager spraken ze over operetteen toneel en samen luisterden ze naar deboekbesprekingen op de radio.

De Zaan was de levensader die zorgdevoor werk, transport en plezier. De jeugdzwom er graag. “De gang van mijn schoon-moeder lag bij mooi weer vol met korsettenvan de meiden die gingen zwemmen,”schrijft een bewoner. “Het zwembad op depunt van het houteiland was niet meer daneen door een hek afgescheiden stukje Zaan.Wilde je geld uitsparen dan zwom je van hetHop naar het zwembad en dook je onderwater door ‘het luik’. Het enige wat je opliepwas een oliesnor, want de zeeschepen lagenvlakbij.”En dan de pont, vroeg in de ochtend washet een drukte van jewelste, want de prik-klok van Bruynzeel was onverbiddelijk. Alsje het pontje miste, dan sprong je op defiets en kon je het via een omweg nog netredden. Antje Lastdrager over de jaren ‘20:“Mijn vader beheerde het pontje. Hij werdom half vijf al door Bartje de kleppermangewekt omdat hij om vijf uur de bootwerkersmoest overzetten van het Hop naar dehaven. Als er veel boten lagen, zoals in dezomer, moest ik naar Bartje om te vragen ofhij onze vader een half uurtje eerder wildewekken.”De Zaan blijft de Hoppers eraan herinne-ren dat hun bestaan aan dit water te dan-ken is. De Zaan wordt nu heel anders beke-ken. Stond het stond ooit symbool voorzwaar werk en arbeidsheroïek, tegenwoor-dig wordt aan datzelfde water spirituelekrachten en een reinigende werking toege-dicht. Het werkt als een magneet op denieuwe rijken. Dat is ook de angst van deHoppers. Dat de nieuwbouw met hogerehuren voor hen niet meer is op te brengen.Dat ‘de lui met de centen’ de mooiste plek-jes aan de Zaan krijgen. Maar dat laten zeniet zomaar gebeuren. Jaap Smit, beroemden berucht op het Hop, had een keer geen

tijd voor mij. Hij was te druk met de bewe-ging. “Welke beweging?” vroeg ik. “Nou,we moeten er tegenaan om in het nieuweHop een knap plekje terug te krijgen. Voorje het weet, kijken er allemaal vreemdennaar dat kunstwerk van jou.” Zijn jargonsprak boekdelen. Door de sloopnieuw-bouwplannen werden de Hoppers dehavenstakers van weleer: samen met demensen van de beweging knokken om jevooral geen oor aan te laten naaien. Dezenatuurlijke vechtdrang is onvermijdelijk alsje niet de beste maatschappelijke positiebekleedt. De trots, de bevrediging, hetgevoel voor eigenwaarde dat hieraan vast-zit, is een grote kracht, een vitaliteit dienodig is om dezelfde vuist te maken als 90jaar geleden. De vuist die 90 jaar lang jaarhet voortbestaan verzekerde. In dezegedrevenheid, in deze houding zie ik debezieling van het Hop. De hamvraag: hoe deze ziel te bewaren enmee te laten verhuizen naar het nieuweHop? Een zorgvuldig traject is van belang.Partijen die over de sloopnieuwbouw gaan,zoals de ZVH, hebben dit goed aange-voeld. De ZVH heeft natuurlijk een zwakvoor het Hop; het is ook hún geschiedenis.Maar er was ook geen ontkomen aan, deHoppers kennende. Het een sluit het anderniet uit. De keus voor de architect was nietalleen gebaseerd op het ontwerp: ook decommunicatie met de bewoners telde mee.Dat zij invloed uitoefenen op hun nieuwethuis is en blijft een feit.

De vraag blijft hoe de oude en de nieuwebewoners zich tot elkaar gaan verhouden.Alles is door elkaar gehusseld. Mensen zijnweggetrokken, anderen keren terug maartreffen nieuwkomers aan. Er leeft angstvoor deze onbekenden. Komen die nieuwebewoners niet puur en alleen voor eenmooi nieuw huis aan de Zaan? Hebben zewel tijd en aandacht voor de verhalen opde gevelbankjes? Zijn ze niet alleen maardruk met het betalen van hun huis? “Voor je het weet, kijken er allemaal vreem-den naar dat kunstwerk van jou.” Het waseven slikken, maar deze woorden leerdenmij ongezouten de mores van het Hop. Hijhad gelijk. Sloophamer schatkamer is eenproject dat samen met de Hoppers tot standkomt en dat hun verhaal aan die vreemdenzal vertellen. Straks, als de verhalen uit deschatkist in de straten van het Hop geklon-ken liggen, blijft de oude ziel van het Hopvoorlopig tastbaar. De toekomst ligt inhanden van de nieuwe gemeenschap.

Wat bezielt de Hoppers?Door Ida van der Lee

Page 5: Ida van der Lee | - SLOOPHAMER SCHATKAMERidavanderlee.nl/wp-content/uploads/2016/09/Publicatie-Sloophamer... · Mijn vader werd om half vijf al door Bartje de klepperman gewekt omdat

De groenteboer, Jan de Heer, had een vrachtauto,

ik meen een T-Ford met open laadbak. Deze stond

in een loods aan de Bleekerstraat. Jantje Hopman

volgde een opleiding als automonteur op de

ambachtsschool. Hij kon, volgens eigen zeggen, ook

al autorijden. Om dat te bewijzen werd door enkele

jongens op een avond de deur van de loods geopend.

Jan nam achter het stuur plaats, wist de motor aan

de praat te krijgen en reed vervolgens met een laad-

bak vol jongens een rondje Vissershop. Bij terugkomst

probeerde Jan, om geen argwaan te wekken, de auto

achterwaarts de stalling in te rijden. Dit was helaas te

veel van zijn stuurkunsten gevraagd. De auto kwam

tegen een stijl van de deuren aan waardoor de loods

enigszins was ontzet. Hoe de schade precies verrekend is

weet ik niet meer, maar gezien het solidariteitsbeginsel

van de Hoppers, zal dit wel gezamenlijk zijn opgelost.

Bij de familie

Smit stond een

molentje in de

tuin. Mijn man

pikte dit molentje.

Om hem onherkenbaar

te maken smeerde hij

de molen in met teer!

Later maakte hij zelf een

molen en plaatste deze op

het achtererf. Hij was bang

voor vandalisme omdat hij zich

zijn eigen daad van vroeger nog

heel goed wist te herinneren!

Er was eens een brandje in

de Esdoornlaan, watnatuurlijk eigenlijk wel

erg was. Maar voor onswas het ook aanleiding voor

gezelligheid. Met een bakjekoffie in de hand stonden we

gezellig te kletsen. We bedach-ten toen dat als we de gemeente-

tuintjes eens weghaalden, we er privé-tuintjes van konden gaan maken.

En dan een bankje voor de ramen. Dat moest te doen zijn. Dus zo gezegd,

zo gedaan. Mijn zoon zorgde voor oudeplanken van bouwafval. En toen met zijn allen

planten en struiken ruimen. Samen het hekwerktimmeren en schilderen. Allemaal zelf plantjes

en bloemen gekocht. Het was knotsgezellig. Nou,toen kwamen de bankjes, en bij mooi weer met

z’n allen bij elkaar koffie drinken en een wijntje erbij. Tot ’s avonds laat. Super.

Page 6: Ida van der Lee | - SLOOPHAMER SCHATKAMERidavanderlee.nl/wp-content/uploads/2016/09/Publicatie-Sloophamer... · Mijn vader werd om half vijf al door Bartje de klepperman gewekt omdat

Luilak werd altijd gevierd met grote vuren op de hoeken van destraat. Eerst werd in de elektriciteitskast op de Troelstralaan de ver-lichting uitgeschakeld. Dan was er alleen nog noodverlichting op dehoeken van de straten. Dat was op zich al spannend. Van tevorenwerd alles wat maar kon branden verzameld en verstopt voor depolitie. De bootsteiger was zo’n schuilplaats. Het liep ook wel eensuit de hand. Op de hoek Lindelaan / Beukenlaan was het vuur zogroot dat de brandweer de muur van het dichtstbijzijnde huis natmoest houden. Het was zo erg dat het behang aan de binnenkantvan de muur losliet.

In 1968 was er een strenge winter. De buurt had een ijsbaan op het Teerplein gemaakt. Met emmers

water en slangen liep het plein onder water. Twee nachten strenge vorst en het was bevroren. We hadden

een ijsbaan. Er werd geschaatst door kinderen en buren. Moeder Schaaphok gooide er een brokkie

muziek tegenaan. De ene na de ander plaat werd er gedraaid. De oudste zoon draaide ook nog films.

Er was warme chocolademelk. De kinderen uit de buurt hadden veel plezier.

Negen uur, half tien, nog is luilak niet gezien… Al weken voor Pinksteren

verzamelden en pikten wij van alles wat kon branden en als sleep, herrie

kon maken. Sloophout en aangespoeld hout uit de Zaan was altijd de

basis voor onze fikken. Oude teerpapieren dakbedekking was een

belangrijk element. Wij verzamelden en verborgen onze buit en probeer-

den als Hoppers de Dijkers te beroven en dat gebeurde ook andersom.

Wakker worden in de Luilaknacht was nooit een probleem. Je maakte

een afspraak met een vriendje, bond een touwtje om je grote teen dat

lang genoeg was om dat vriendje er aan te laten trekken.

Page 7: Ida van der Lee | - SLOOPHAMER SCHATKAMERidavanderlee.nl/wp-content/uploads/2016/09/Publicatie-Sloophamer... · Mijn vader werd om half vijf al door Bartje de klepperman gewekt omdat

Knikkeren met eelt op je vingers. Sintmaarten lopen tot-dat je nek pijn ging doen van de kilo’s snoep die daar aanhingen. Op de glasbak hangen. Muggenlarven uit de Zaanvissen. Ouwel pikken, o, nu staat het zwart op wit! Bood-schapjes doen bij Bertus. Verwonderd bij de kapper naarbinnen gluren wanneer hij een klant had. Ravotten in hethalfgesloopte schoolgebouw. Ravotten in de bouw van denieuwe school. In de klimboom hangen. Spoorzoekertjemet stoepkrijt. Buitenspelen tot het echt niet meer mocht.In de zomer tot tien uur. Yeah. Sinterklaas opwachten ophet schoolplein. Hutten bouwen met kinderen uit debuurt. Rondhangen in de bibliobus. Snoep kopen bij Okéof Smikkel. Eén meter kauwgom in één keer in je mondproppen. Ik heb van 1982 tot 1992 op de Plataanlaan 85gewoond. Met een gevoel van heimwee denk ik terug aandeze magische tijd.

Als ik zei dat ik in de Hopstraat

woonde, wist bijna niemand

waar dat was. Maar als ik zei:

“ik woon op het Hop boven de

poorten,” dan wisten ze het wel.

Dan kwamen de verhalen. Bijna

elke Zaandammer had wel in

het Hop gewoond of ze hadden

familie die er woonde. Als kind

speelden ze onder de poorten,

deden koppeltje duiken aan de

metalen beugels in de hoeken

of ze hadden er hun afspraakjes.

Ook werd mij verteld dat je vroe-

ger als je autorijles had, je onder

de poorten door moest rijden.

Dat was een moeilijke oefening.

Ouderen vertelden dat ze hun

huur op het kantoor moesten

betalen en dat er een put was

geweest voor witkalk. Dat kon

je ophalen om je huis te witten.

Bijzonder is het verhaal dat ik een keerde voordeur niet goed had dichtgetrok-ken. Een buurvrouw kwam langs en zaghet. Later kwam ze terug en toen stondde deur nog open. Ze belde aan, maar er werd niet gereageerd. Toen heeft ze een buurman gewaarschuwd. Die is boven gaan kijken of het wel in ordewas. Toen ik ’s avonds thuis kwam vanmijn werk en zij het licht zagen branden,kwam eerst de buurvrouw aanbellen omhet te vertellen. Later kwam ook de buur-man nog om het te zeggen. Dat is wat jenoemt sociale controle, maar het voeldegoed.

We moesten wel eerst even goednadenken voor we de woningnamen, want hij was nog echt inde oude staat: geen douche, dekamer in twee delen, twee slaap-kamers, weinig kastruimte. Wehadden best een geriefelijke flatdus we gingen er wel op achter-uit. Maar voor de kinderen waseen benedenwoning toch welprettig. Het buurtje zelf stond onsaan: gemoedelijk en rustig. Delage huur trok ook wel. We heb-ben de woning toch wat opge-knapt, ook al was er sprake vanrenovatie of nieuwbouw. We heb-ben afgewacht wat er zou gaangebeuren. Ons huis had behalveeen scheve vloer en wat vochtnergens gebreken. We haddendus niet zo’n behoefte aan nieuw-bouw en stemden tegen. Het werdeen renovatie en daarna hebbenwe zelf de boel verder opgeknapt.De slaapkamers hebben we opge-deeld, want de kinderen werdenouder. Het werd een gezelligwoninkje.

Page 8: Ida van der Lee | - SLOOPHAMER SCHATKAMERidavanderlee.nl/wp-content/uploads/2016/09/Publicatie-Sloophamer... · Mijn vader werd om half vijf al door Bartje de klepperman gewekt omdat

Met ontzettend veel pijn in ons hart

hebben we de knoop door moeten hak-

ken. Sinds november 2000 wonen we

op een flat. Ik kom nog geregeld op het

Hop. We gaan nog heel gezellig met wat

mensen om en we volgen alles wat er

gebeurt. Er gaat wel wat door je heen

als je ziet dat je lekkere huisje, waar je

twintig jaar met heel veel plezier hebt

gewoond, er niet meer staat. Ook al

wonen we er niet meer, ik hoop er toch

nog vaak te blijven komen. Ik denk

wel dat je de oude sfeer niet meer

terugkrijgt. Wij kijken

terug op twintig jaar

woonplezier.Ik woonde 22 lang jaar lang met

plezier op de Berkenlaan. Maar

soms, vooral de laatste jaren, ook

twijfel of ik zou blijven. Maar nu

ik verhuisd ben naar de tijdelijke

woning, ben ik blij dat ik gebleven

ben en straks een nieuwe woning

kan betrekken. Een nieuwe start in

mijn nieuwe leven.

Concept en realisatieIda van der Lee, beeldend kunstenaar

In opdracht van Gemeente Zaanstad

Financiering Gemeente Zaanstad, GrootSteden Beleid, Provincie Noord-Holland: Actieplan Cultuur-bereik en Beeldende Kunst

Accomodatie (atelier en slooppanden) Woningcorporatie ZVH

Techniek Jaap Velserboer, Natasja van Eijk

Met veel dank aanWoningcorporatie ZVH; Dura Vermeer; Kristal; AdviesCommissie Beeldende Kunst(Jacqueline Kostermans);Bewonerscommissie Vissershop(M. Schuit, J. Smit, J. v. Santen,E. Groot, H. Keijser, H. Kleiman,B. Bleich, A. Hoogmoed, J. Huygens, T. Blij); allebewoners Vissershop en allevrijwilligers zonder wie ditproject nooit tot stand zou zijn gekomen

Verhalen schatkistJ.R. Beerntsen, Bertel Blaich,Fred en Nel Bleeker, P. Bodde,Fam. Boelhouwer, Jan Boonstra,J.K. Bonte, Tiny Bouterse,Grietje Breugel-Vis,

Fam. Bultstra, Mw. F. Charmant,Ria Driesten, M.C. van Duuren,Jan Enthoven, L.M.Erol-Brehm,Pieter Groot, Tine de Haan-Koops, Anneke Hoogmoed-de Jongh, N.J. de Jonge,J.M.A.Kriek, J.Koops, Antje Lastdrager, MarjoleinMannaart, Fam. Moone, Henk Neijman, Vanja Nicolov,Ans Pieper, Mw. Prins–Krook, L.van Rein, Mw. de Ridder,Yvonne van Santen, G.W.H. van Santen, J.W. Schermer, Rob Schoen, Marianne Schuit,Jaap Smit, Annie Stam–van derWilden, Metje Steding-Prins,Mw. G. Tel, J. Tel, mevr. D.A.Verbunt, J. Volger, AnnemiekeWoudt

FotografieMax LinsenRedactieEmily KockenGrafisch ontwerp Philip StroombergMarja HoekstraDrukDrukkerij Mart Spruijt BVOplage1000

InformatieIda van der LeeVrolikstraat 281 III

1091 VC Amsterdam 020 668 33 78 [email protected]