32
IJ sselmeer winter 2016 BERICHTEN N ieu ws en informatie over de bescherming van IJsselm eer en M arkerm eer Algemene Ledenvergadering zaterdagmiddag 12 maart 2016 in het Mirror Paviljoen te Monnickendam Auteur Kester Freriks: ‘Lely kijkt met trots en triomf in oostelijke richting over de Afsluitdijk en het IJsselmeer.' Hoe groot wordt de wrakkenvloot? Landschapsarchitect Yttje Feddes: ‘Armzalige poli- tieke compromissen bepalen nu de locaties van windmolens.’ 1916 Waterwolf in Waterland

IJsselmeer · 2020-01-01 · IJsselmeer winter 2016 berichten n i e u w s en i n f o rmatie ov r de b sch e r mi ng van iJ s elm r n M a r k e m r Algemene Ledenvergadering zaterdagmiddag

  • Upload
    others

  • View
    0

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: IJsselmeer · 2020-01-01 · IJsselmeer winter 2016 berichten n i e u w s en i n f o rmatie ov r de b sch e r mi ng van iJ s elm r n M a r k e m r Algemene Ledenvergadering zaterdagmiddag

1I Jsse lmeerber ichten 2013/2

IJsselmeer winter 2016

b e r i c h t e nnieuws en informatie over de bescherming van iJsselmeer en Markermeer

Algemene Ledenvergadering zaterdagmiddag 12 maart 2016 in het Mirror Paviljoen te Monnickendam

Auteur Kester Freriks: ‘Lely kijkt met trots en triomf in oostelijke richting over de Afsluitdijk en het IJsselmeer.'

Hoe groot wordt de wrakkenvloot?

Landschapsarchitect Yttje Feddes: ‘Armzalige poli-tieke compromissen bepalen nu de locaties van windmolens.’

1916 Waterwolf in Waterland

Page 2: IJsselmeer · 2020-01-01 · IJsselmeer winter 2016 berichten n i e u w s en i n f o rmatie ov r de b sch e r mi ng van iJ s elm r n M a r k e m r Algemene Ledenvergadering zaterdagmiddag

Uiteraard allereerst de beste wensen voor het komend jaar met mooie luchten en een wijde horizon!Het eerste nummer van IJsselmeerberichten 2016 ligt voor u. Gezien de financiële om-standigheden zullen we het dit jaar bij twee nummers moeten houden. Lezers, kopij en schrijvers genoeg en dus zullen we u steeds meer digitaal benaderen, met nieuwsbrief en website. Uw emailadres is hiervoor onmis-baar, dus stuur een mailtje naar [email protected]. In dit nummer ook een interview met Kester Freriks, schrijver van De kleuren van het Wad, dat we u met korting – €19,95 i.p.v. €25,– mo-gen aanbieden. Gaat u daarvoor naar onze

Ingezonden berichten over de Markermeerdijk 4

De weidsheid van het IJsselmeer is bijna on-Nederlands: interview met Kester Freriks 6

Hoe groot wordt de wrakkenvloot? 9

De Waterwolf in Waterland: 1916 12

De cultuur-historische waarde van de Markermeerdijk 16

2016: jaar van de waarheid voor Windturbines in en langs het IJsselmeer 19

Invloed van open Houtribdijk op overstromingsrisico: Jorine Vink TU Delft 22

Van IJssel naar IJsselmeer: Joke Cuperus, directeur PWN 24

Armzalige compromissen bepalen plaatsing windturbines: Yttje Feddes 26

Column Marten Bierman 29

1916 en het “woifie van Sijbekarspel” 30

Uitslag ledenraadpleging financiële toekomst IJsselmeervereniging 32

Worldwide IJsselmeer 32

inhoud

Van de redactiewebsite en bestel. Daarmee steunt u ook onze collega’s van de Waddenvereniging! Als gastauteur komt ook Jorine Vink aan het woord en zij gaat in op haar afstudeer-project (Civiele Techniek/Waterbouwkunde TU Delft) over het Gat in de Houtribdijk. De komende zomer verwachten we haar belang-rijke rapport. We houden u op de hoogte.Gedurende de afgelopen zomer fietste René Korthof met zijn vrouw Hennie langs het IJsselmeer en maakte mooie foto’s die hij aan ons beschikbaar stelde. U vindt een aantal terug in deze editie. Dit soort bijdragen is altijd zeer welkom bij de redactie!

Kees Schouten

9

26

colofon

iJsselmeervereniging

Opgericht in maart 1972

Postadres, ledenadministratie en website:huizingastraat 4, 2313 PW Leiden

telefoon: 071-5144378email: [email protected]: www.ijsselmeervereniging.nl

Lidmaatschap:het lidmaatschap kost €25,- en gaat u aan voor 1 jaar en opzeggen kan alléén schriftelijk uiterlijk 1 maand voor het einde van het kalenderjaar.

Kamer van Koophandel: 40624019rekeningnummer bij de rabobank: ibAn: nL57rAbO0138365164De iJsselmeervereniging is door de belas-tingdienst erkend als Algemeen nut beogende instelling (Anbi-status)

nummer 2016/1iSSn: 1571-9448

redactie:Frans de nooy, Kees Kortekaas, Angèle Steentjes, barbara van beijma, Jeroen Determan, Sipke baarsma en Kees Schouten (hoofdredacteur)

eindredactie: Angèle Steentjes en Jan Verberne

Foto's van: Jeroen Determan, Angele Steentjes, Lex Wapenaar, rené Korthof. PWn en Kees Schouten

Productie:twin Media b.V., culemborg

6

Page 3: IJsselmeer · 2020-01-01 · IJsselmeer winter 2016 berichten n i e u w s en i n f o rmatie ov r de b sch e r mi ng van iJ s elm r n M a r k e m r Algemene Ledenvergadering zaterdagmiddag

VoorwoordVan de voorzitter…..

Ieder jaar in december publiceert Vroege Vogels de 'Vroege Vogel Parade'. Ook in december 2015 werd de totale lijst van betalende aanhangers (leden/donateurs) van de grote lande-lijke natuur- milieu- en dierenbeschermingsorganisaties weer bekendgemaakt in het zondagochtend radioprogramma Vroege Vogels.Van de 110 organisaties op de lijst staat de IJsselmeervereni-ging met 1122 leden op de 71ste plaats (in 2014 op 70). Tussen 2007 en 2014 nam het totaal aantal leden van de meeste groene organisaties af (oorzaken: economische crisis en minder belangstelling om als lid een organisatie te steunen) . De getallen voor 2015 laten voor de sector als geheel weer een bescheiden groei zien. Een snelle analyse van de gegevens leert dat de stevige groeiers te vinden zijn bij dierenbeschermers en/of organisaties die door de Postcodeloterij worden gesteund. De IJsselmeervereniging behoort tot geen van beide catego-rieën en bevindt zich helaas nog steeds tussen het grotere aantal ‘dalers’. Het bestuur van de IJsselmeervereniging is ervan overtuigd dat er voor onze vereniging nog altijd een belangrijke taak is wegge-legd. Dat komt omdat wij onafhankelijk zijn en behoud van de kwaliteiten van het gehele IJsselmeergebied als doelstelling hebben.Het realiseren van onze doelstelling komt echter in het geding nu onze begroting een kritische grens nadert. Voor 2016 konden wij onze begroting alleen sluitend krijgen door op alle belangrijke posten te bezuinigen. Gelukkig zijn onze meeste leden ook trouwe leden. Ik wil u als lid dan ook nadrukkelijk vragen om de organisatie ook in 2016 te blij-ven steunen. De inhoud van de brief die bij dit nummer van ons blad is gevoegd wil ik dan ook graag in uw aandacht aanbevelen.Daarnaast moeten we ook andere manieren vinden om extra inkomsten te verwerven. Klassieke ledenwerving blijkt voor een belangenorganisatie als de IJsselmeervereniging moeilijk te zijn. Toch hebben we een nieuwe wervende Powerpointpresentatie gemaakt die geschikt is om aan belangstellenden en belanghebbenden te tonen en die kan helpen bij ledenwerving. Als u deze presentatie een keer wilt gebruiken in uw netwerk dan is deze (en ander promotiemateriaal) daarvoor beschikbaar. Als u andere suggesties hebt die ons kunnen helpen om onze positie te versterken dan horen wij dat graag.

Jos Teeuwisse, voorzitter

3I Jsse lmeerber ichten 2016/1

Page 4: IJsselmeer · 2020-01-01 · IJsselmeer winter 2016 berichten n i e u w s en i n f o rmatie ov r de b sch e r mi ng van iJ s elm r n M a r k e m r Algemene Ledenvergadering zaterdagmiddag

Ingezonden berichtenSamen voor veilige én mooie Markermeerdijken

renie hylkema van hoogheemraadschap hollands noorderkwartier

De Markermeerdijken: unieke dijken met een unieke veiligheids-opgave. Hoe die op te lossen, is intensief onderzocht door Rijks-waterstaat, HHNK en bewoners. Dit onderzoek heeft inmiddels geleid tot een besluit van minister Melanie Schultz van Haegen van I&M: er komen geen pompen en er wordt gewerkt aan het toepasbaar maken van ‘bewezen sterkte’ van de dijk. Dit om ervoor te zorgen dat de nieuwste inzichten beschik-baar komen voor dijkversterkingen in Nederland en specifiek voor de Markermeerdijken.

Uit het recente onderzoek komt naar voren dat pompen in de Houtribdijk en Afsluitdijk het waterpeil weliswaar omlaag kunnen brengen, maar dat het effect op de benodigde dijkver-sterking gering is. Het heeft daarom geen maatschappelijk nut om pom-pen op de Houtribdijk te plaatsen. Omdat de dijk bij eerdere omstan-digheden met hoge waterstand niet is bezweken (‘bewezen sterkte’) heeft de minister besloten Rijkswaterstaat opdracht te geven om de metho-diek voor ‘bewezen sterkte’ verder te ontwikkelen voor het landelijke hoogwaterbeschermingsprogramma. De tussentijdse resultaten zullen ter beschikking worden gesteld aan het hoogheemraadschap voor toepassing bij de Markermeerdijken. Het besluit van de minister is een gevolg van een intensief onder-zoeks- en adviestraject dat het ministerie van Infrastructuur en Milieu, Rijkswaterstaat, hoogheem-

raadschap en drie vertegenwoor-digers uit de bewonersadviesgroep de afgelopen maanden doorliepen. Deze periode van zogenaamde ‘joint fact finding’ is door de be-trokkenen als positief ervaren.

bewezen sterkteDoor de dichte slib- en kleilaag op de bodem van het Markermeer en de aanwezigheid van klei in de dijk, dringt er nauwelijks water in de dijk en heeft het waterpeil weinig effect op de dijkstabiliteit. Tegelijk blijkt dat in het verleden de Markermeerdijken meer druk hebben weerstaan dan volgens de huidige waterstaatkundige mo-dellen zou kunnen. Meer inzicht hierin leidt tot vermindering van onzekerheden in de huidige model-len en tot een preciezer ontwerp. Dit concept van ‘bewezen sterkte’ zal de komende maanden, volgens de zogenaamde ‘grove methode’, verder worden ontwikkeld onder leiding van Rijkswaterstaat en kan op termijn leiden tot nieuwe landelijk geldende reken- en ontwerpmodellen. In de begelei-dingscommissie is met elkaar af-gesproken dat ‘alles eruit gehaald moet worden wat erin zit’. Om dit te waarborgen wordt de werkwijze van de afgelopen periode voortge-zet op basis van de principes van joint fact finding. De resultaten zullen de komende zes tot acht maanden worden meegenomen in het ontwerpproces.

handen ineenMedio december is officieel een alliantie gestart van het hoogheem-raadschap en een consortium onder leiding van Boskalis. Deze allian-tie zal nauw betrokken zijn bij de vervolgonderzoeken, meedenken

in oplossingen en op basis van de nieuwste inzichten (waaronder ‘bewezen sterkte’) en in combina-tie met de innovatiekracht van de markt het ontwerp en de uitvoering van de veiligheidsopgave op zich nemen. Hierdoor zal het ontwerp van de dijken de komende tijd nog wijzigen. In dit traject blijft de om-geving nauw betrokken om samen tot zowel een veilige dijkoplos-sing voor 1,2 miljoen inwoners te komen als recht te doen aan het unieke karakter van deze monu-mentale dijken.

Meer informatie over het project is te vinden op www.markermeerdijken.nl.

Falend beleid van een waterschap

Fons elders, dijkbewoner, initiator Zuiderzeedijk Alliantie

IJsselmeerberichten najaar 2015 bevat een gesprek met HHNK naar aanleiding van Het falend beleid van een waterschap 2006-2015. HHNK zegt geleerd te hebben van de aanpak van de Zuiderdijk (Enkhuizen en Hoorn), maar ik betwijfel het, tenzij anders blijkt na 15 december 2015.Het lijkt zinvol de gang van zaken tussen beide dijken te vergelijken. Geruchten over de Zuiderdijk waren de aanleiding voor een gesprek met Romert Boomsma. Hij bekritiseert

Onze berichtgeving over de dijkverzwaringsplannen voor de Markermeerdijk tussen hoorn en Durgerdam hebben de nodige reacties opgeroepen. We vroegen het hoogheemraadschap een update en we plaatsen enkele ingezonden brieven.

4 I Jsse lmeerber ichten 2016/1

Page 5: IJsselmeer · 2020-01-01 · IJsselmeer winter 2016 berichten n i e u w s en i n f o rmatie ov r de b sch e r mi ng van iJ s elm r n M a r k e m r Algemene Ledenvergadering zaterdagmiddag

het gebrek aan kennis en werk-wijze: de aannemer legt het werk neer; Arcadis wordt van het werk gehaald; er is sprake van falende communicatie en het overschrijden van de begroting: 35 miljoen wordt ruim 100 miljoen. In IJsland is eenzelfde bedrag belegd. Inmiddels staat op mijn site het verslag van Dirk de Waal: De Zui-derdijk van Drechterland – Niet zo maar een DIJK. Hij hoopt dat het ‘kan bijdragen aan inzicht en respect voor een van de oudste dijken van De Lage Landen’. Zijn belangrijkste grief: de verwaarlozing van de dijk als monument: ‘Men weet toch dat de Zuiderdijk deel uitmaakt van de Omringdijk, een cultuurhistorisch monument van 800 jaar!’HHNK mag zich gelukkig prij-zen met dit verslag dat aandacht besteedt aan de geschiedenis en bestuursvorm van Drechterland inclusief het eigen waterschap. Er spreekt liefde uit dit verslag, maar ook woede over het gebrek aan historische en technische kennis en de diverse wetsovertredingen. Het meest onthutsend: er is eerder sprake van een dijkverzwakking dan een dijkversterking.

Zuyderzeedijk 2006-2015Als u dit leest, is het 2016. HHNK herdenkt de stormvloed van 1916, met onder meer het nabootsen van een ramp. Is dit pr, volksvermaak en angstmakerij in één geldverslin-dend pakket? De opdracht tot versterking in [HWBP2] 2006 is nuchter: so-ber, robuust, doelmatig. Het is de taal van Rijkswaterstaat oude stijl [RWS]. In 2006 geen meekoppel-projecten. Tien jaar later lijkt alles anders. De rendementslogica volgt het spoor van het neoliberale den-ken waarin algemeen belang eerder een economisch dan een politiek begrip is. Anything goes. Alles wordt vloei-baar. Dit geldt niet alleen voor

relaties, maar ook voor ruimtelijke ordening, polderlandschappen en dijken, en daarmee voor onze re-latie tot toekomst en verleden. Het besef dat cultuur even sterk is als zijn wortels diep en lang zijn; dat zonder medewerking van burgers, ‘onderdanen’ bij Confucius, geen enkel bestuur bestaan kan, laat zien dat de crisis van HHNK deel uitmaakt van een diepe bestuurlijke

en politieke malaise. Ik herhaal niet de argumenten op mijn site of film. Na tien jaar weten dijkbewoners nog steeds niet of de versterking recht zal doen aan de Zuyderzeedijk als monument.Maar het is niet te laat! Er is tijd, want de Zuyderzeedijk is een oude zeedijk die na 1916 verhoogd en versterkt is, en die van een verras-sende vitaliteit getuigt.

Joint Fact Finding rond de Markermeerdijk

Wouter den hollander, dijkbewoner

Ook ik ben als dijkbewoner en lid van de begeleidingscommissie blij met het besluit van de minister dat er onderzoek komt naar de bewezen sterkte van de huidige dijk. Rijkswaterstaat stelt met het ‘bewezen sterkte’-onderzoek een wetenschappelijke doorbraak bereikt te hebben die kan leiden tot nieuwe landelijk geldende reken- en ontwerpmodellen voor de dijken. Deze nieuw te ont-wikkelen rekenmodellen zullen waarschijnlijk een aanzienlijke kostenbesparing opleveren en voor ons dus een belastingbesparing. Als bijkomend voordeel kan het historisch cultuurlandschap met de monumentale dijk hopelijk groten-deels behouden blijven.Dat zou toch een prachtig resultaat zijn van de gesprekken tussen be-woners, RWS, I&M en het HHNK? Dit is mede tot stand gekomen door het toepassen van Joint Fact Finding. Wij zijn de minister dank-baar dat zij daartoe besloten had en de uitvoering van het project voor een halfjaar stil had gelegd. Als dat niet was gebeurd, was het voor de onderzoekers veel moei-lijker geweest om een pilotproject te vinden. Er is een grote kans dat wij nu de meest innovatieve dijk van Nederland krijgen, die zijn

historisch karakter kan blijven behouden.Tijdens het Joint Fact Finding-pro-ces kwam op een gegeven moment door onderzoek naar voren dat de bodem van het Markermeer zo dicht is door de aanwezigheid van slib en klei dat daardoor de dijk vrijwel ongevoelig is voor de waterstand. Doordat de waterstand geen invloed heeft op de stabiliteit van de dijk, heeft het ook geen zin om pompen te plaatsen om het peil te kunnen reguleren. Wij zijn het daarom met de minister eens om voor dit project geen pompen te gaan plaatsen.Daarmee is het voor mij absoluut geen uitgemaakte zaak dat het niet zinvol zou zijn om pompen op de Houtribdijk te plaatsen. De Mar-kermeerdijk kan dan wel vrijwel ongevoelig zijn voor de hoogte van het waterpeil, maar door extreme weersomstandigheden en het niet kunnen spuien van water van het IJsselmeer naar de Waddenzee kan het in de toekomst toch noodzake-lijk worden. In het Deltaprogramma wordt hierover al gesproken.Het is daarom toch raadzaam om bijvoorbeeld als afstudeerproject bij RWS de pompenoplossing van Frank Spaargaren en Cees Vroege verder te onderzoeken. Het zou zonde zijn als een dergelijke innovatieve oplossing in een lade belandt en dat men op het moment dat men inziet dat ze er toch moeten komen weer opnieuw het wiel moet uitvinden.

5I Jsse lmeerber ichten 2016/1

Page 6: IJsselmeer · 2020-01-01 · IJsselmeer winter 2016 berichten n i e u w s en i n f o rmatie ov r de b sch e r mi ng van iJ s elm r n M a r k e m r Algemene Ledenvergadering zaterdagmiddag

In De kleuren van het Wad zwerft Kester Freriks over het wad, de Waddeneilanden en door de vijftigjarige geschiedenis van de Waddenvereniging en haar inspan-ningen om dit gebied te behouden. Zijn stijl is poë-tisch, beeldend met boeiende observaties (in de vorige IJsselmeerberichten staat een uitgebreide recensie). Een interessante observatie voor de IJsselmeervereniging is die van het standbeeld van ingenieur Cornelis Lely op de Afsluitdijk. Freriks merkt op dat Lely met zijn rug naar het noordwesten staat, waar de gevaarlijke stormen vandaan komen. ‘Het is alsof hij zich afwendt van de Waddenzee en met trots en triomf uitkijkt in oostelijke richting over de Afsluitdijk en het IJsselmeer in zijn blikveld vangt.’

On-nederlandse ervaringFreriks is een veelzijdig auteur. Hij is journalist bij het NRC, schreef diverse romans zoals Madelon en Dahlia’s en sneeuw, de biografie van schrijfster Maria Dermoût, en boeken over vogels en landschappen. Naast het boek over de Wadden en de Waddenvereniging is van zijn hand ook de kloeke uitgave Verborgen wildernis.

In dit boek gaat Freriks aan de hand van oude kaarten op zoek naar wildernis in Nederland. Freriks: ‘Door het werk voor Verborgen wildernis heb ik prachtige stukken van het IJsselmeer leren kennen, zoals de Roode Klif, Laaksum en de Mirdumer Klif.’ Nu is Freriks sowieso een liefhebber van het IJsselmeer. Hij houdt van de weidse watervlakte, de stadjes en de historische beteke-nis van het gebied. ‘Kijk je op oude kaarten, dan zie je dat gigantische hart van water midden in Nederland. Amsterdam heeft veel van zijn vroegere rijkdom te danken aan dit water. Voordat het Noordzeekanaal werd gegraven, gingen alle schepen over de Zuiderzee naar bestemmingen over heel de wereld.’ Als kind maakte hij al kennis met het IJsselmeer. Hij woonde in Groningen en zijn grootouders in ‘het wes-ten’. Verschillende keren per jaar ging de familie Freriks bij hen op bezoek. ‘Wij reden dan over de Afsluitdijk en ik herinner mij dat ik iedere keer weer onder de indruk was van het IJsselmeer, dat daar lag als een enorme blinkende spiegel. De Wadden kun je vanaf de Afsluitdijk niet zien, alleen het IJsselmeer.’ Later zeilde Freriks regelmatig op het IJsselmeer. ‘De

‘ De weidsheid van het iJsselmeer is bijna on-Nederlands’

Kester Freriks, schrijver en journalist, schreef het boek De kleuren van het Wad. Ook het iJsselmeergebied, door Freriks de ‘hollandse hofvijver’ genoemd, is vertrouwd terrein voor hem. hij heeft het water zeilend verkend en vanuit de auto. Als kind kwam hij over de Afsluitdijk als hij vanuit Groningen naar zijn grootouders ging. ‘Je zag dan het iJsselmeer liggen als een enorme blinkende spiegel.’ het iJsselmeer is ook van historisch belang, vindt Freriks. ‘De rijkdom van Amsterdam is daar begonnen. handelsschepen vertrokken over de Zuiderzee naar bestemmingen over heel de wereld.’

Kester Freriks:

Angèle Steentjes en Kees Schouten

foto's Jeroen Determan en Angèle Steentjes

6 I Jsse lmeerber ichten 2016/1

Page 7: IJsselmeer · 2020-01-01 · IJsselmeer winter 2016 berichten n i e u w s en i n f o rmatie ov r de b sch e r mi ng van iJ s elm r n M a r k e m r Algemene Ledenvergadering zaterdagmiddag

‘ De weidsheid van het iJsselmeer is bijna on-Nederlands’

weidsheid is prachtig, evenals havenstadjes zoals Monnickendam en Muiden.’ Eén zeiltocht is hem in het bijzonder bijgebleven. ‘Met een groep gingen wij in een Franse jeanneau ’s nachts vanuit Friesland het IJs-selmeer op. Ik stond aan het roer, midden in de nacht, terwijl de boot zich voortbewoog op die ongelooflijk langzame golfslag. Die sfeer op dat moment vergeet ik nooit, het was een on-Nederlandse ervaring.’

AdviesbureausIn De kleuren van het Wad spelen de plannen voor inpoldering van de Wadden een belangrijke rol. Om deze te verhinderen is de Waddenvereniging opge-richt. Ook de IJsselmeervereniging werd opgericht om inpoldering te voorkomen en wel van de Markerwaard. Gelukkig zijn beide verenigingen succesvol geweest in het tegenhouden van de inpolderingsplannen. Tijdens het samenstellen van het boek verbaasde Freriks zich er wel over hoe oud deze inpolderingsplannen al zijn. ‘Je-rome Wenmaekers kwam in 1876 al met een uitgebreid inpolderingsplan voor de Zuiderzee en de Friesche Wadden (zie illustratie).’Opvallend vindt Freriks nu het grote aantal par-tijen dat bij de Wadden betrokken is, zoals lokale en provinciale besturen, vissers, milieuorganisaties, waddenvaarders en de NAM (Nederlandse Aardolie Maatschappij). ‘Ook sta ik verbaasd over de tientallen adviesbureaus op planologisch gebied of (duurzame) landschapsontwikkeling die over zo’n gebied meeden-ken. Aan allerlei beleidsplannen wordt een goudge-rande boterham verdiend door veel mensen. Het is ook steeds mogelijk nieuwe plannen te maken. Om de Hoge Veluwe kun je een hek zetten, maar dat kan niet om de Wadden. Er is altijd wel een partij die iets van het gebied wil.’ Freriks is verrast te horen dat rond het IJsselmeerge-bied deze situatie hetzelfde is volgens Kees Schouten, hoofdredacteur van IJsselmeerberichten. Schouten: ‘De omliggende gemeenten en provincies hebben allemaal hun eigen plannen voor jachthavens, windmolenpar-ken of vakantieparken. Veel van deze partijen zien het IJsselmeer in de eerste plaats als ondergelopen bouw-grond.’

WindmolensFreriks is bekend met de twee belangrijke discussie rond het IJsselmeer: de Marker Wadden en de windmo-lens. Vooral over de windmolens maakt hij zich zorgen. Deze 200 meter hoge molens tasten de weidsheid van het IJsselmeerlandschap zonder meer aan. ‘In Flevoland is dat al gebeurd, de windmolens ontsieren daar het landschap.’Zeker zo veel zorgen maakt Freriks zich over de gevol-

gen voor de vogels van de grootschalige plaatsing van windmolens. Sinds zijn dertiende is hij al een verwoed vogelaar en hij schreef onder meer het boek De valk over de valk en de valkenjacht. ‘Met Ben Koks, van de werkgroep Kiekendief, bezocht ik onlangs het noord-oostelijke deel van Groningen. Hier komt de vogeltrek van verschillende richtingen bij elkaar en op dat punt staat nu een windmolenpark. Toen ik daar was zag ik al twintig roerdompen die omgekomen waren door de windmolens.’ Als vogelaar weet Freriks dat vogels bij de trek naar het noorden en het zuiden de kustlijn vol-gen. ‘Juist langs de kustlijn worden de windmolens ge-plaatst, omdat daar veel wind is. Ik vrees de gevolgen van deze windmolenparken voor zowel het landschap als de vogelstand.’

LandschapsverdelingDe Marker Wadden is een ander omstreden onderwerp, zeker in de kringen van de IJsselmeervereniging. Fre-

Het inpolderings-plan van Jerome Wenmaekers uit 1876.

Mirdummer Klif.

7I Jsse lmeerber ichten 2016/1

Page 8: IJsselmeer · 2020-01-01 · IJsselmeer winter 2016 berichten n i e u w s en i n f o rmatie ov r de b sch e r mi ng van iJ s elm r n M a r k e m r Algemene Ledenvergadering zaterdagmiddag

riks: ‘Wij hadden in het NRC een artikel over de Marker Wadden, dat redelijk posi-tief was. Bij de krant kwam toen een heel boze brief binnen, die ook is geplaatst. Het zet je dan weer aan het denken of het wel zo’n goed idee is, deze Marker Wad-den. Ik vraag mij echt af of het wel zo verstandig is van Natuurmonumenten om zich steeds meer als projectontwikkelaar op te stellen. Ook op Tiengemeten is de nodige kritiek.’

De Marker Wadden en Tiengemeten, (een eiland in het Haringvliet waar boeren moesten plaatsmaken voor ‘ongerepte’ wildernis) passen in een trend van recente natuurontwikkeling, aldus Freriks. ‘Het Nederlandse landschap verandert razendsnel. Ik heb nog de gevol-gen van de ruilverkaveling gezien, waarbij in korte tijd kleinschalige boerenbedrijven plaatsmaakten voor grote efficiënte landbouwoppervlakten. Nu zie je dat nieuwe natuur ons landschap in hoog tempo aan het veranderen is, zoals Tiengemeten, Marker Wadden en de ontpoldering van de Hedwigepolder. Willen wij dat eigenlijk wel?’Langzaam maar zeker ziet Freriks ook een verdeling in het landschap ontstaan. Aan de ene kant zijn er de vele bedrijventerreinen die door lokale overheden aangelegd zijn of nog worden, waardoor boerenland verdwijnt. Ter compensatie worden dan natuurgebieden aangelegd, waardoor vaak weer boeren moeten ver-trekken. ‘Natuur wordt een steeds enger begrip. Alleen plas en dras is “goede” natuur, het boerenland niet. De boerenzwaluw, die nestelt in een oude boerenschuur, vind ik zeker zo mooi als een zeearend, die een nieuwe wildernis wellicht voorbrengt. Ik zie dat groepen die

traditioneel sterk met de natuur verbonden waren, zoals boeren en vissers, steeds meer in de knel komen door de nieuwe zogenaamd wilde natuur.’

Anders kijkenIn De kleuren van het Wad gaat Freriks uitgebreid in op de toegenomen populariteit van het Wad en de Waddeneilanden in de laatste vijftig jaar. Graag zou de IJsselmeervereniging zien dat het IJsselmeer net zo populair wordt onder de Nederlandse bevolking. Cultuur zou volgens Freriks een interessant middel zijn om deze grote watervlakte weer een plaats in de Nederlandse harten te geven. ‘Oerol, het theaterfestival op Terschelling, heeft een aanpak die wellicht interes-sant is voor het IJsselmeer. De voorstellingen die daar gegeven worden, zijn alleen op Terschelling te zien en maken gebruik van de landschap van het eiland. Het IJsselmeer leent zich volgens mij ook goed voor allerlei vormen van buitentheater.’ Nog een voordeel van kunst is dat mensen daardoor anders leren kijken, vindt Freriks. Gewone objecten krijgen een tweede betekenis. Als voorbeeld noemt hij de meeuw. Deze is overal te zien in Nederland, zowel in de stad als langs autowegen of op het platteland. ‘Maar zodra er een meeuw door een theatervoorstelling vliegt op Oerol, stoten mensen elkaar aan en wijzen ze elkaar op die witte vogel. Of strandpalen die een rol spelen in een voorstelling: dan zijn ze niet langer meer uitslui-tend functioneel. Ze worden beelden die gemaakt hadden kunnen zijn door een beeldhouwer als Alberto Giacometti. Kun je voor het IJsselmeer ook een cultuur-festival organiseren met een belangrijke rol voor het landschap, dan denk ik dat meer mensen de bijzondere schoonheid van het IJsselmeer zullen gaan zien.’

Kester Freriks: 'Het IJsselmeer vind ik de Hol-landse Hofvijver'

Standbeeld Lely op de Afsluitdijk.

8 I Jsse lmeerber ichten 2016/1

Page 9: IJsselmeer · 2020-01-01 · IJsselmeer winter 2016 berichten n i e u w s en i n f o rmatie ov r de b sch e r mi ng van iJ s elm r n M a r k e m r Algemene Ledenvergadering zaterdagmiddag

Bootjessloperij Het Harpje in Enkhuizen en de Ne-derlandse Jachtbouw Industrie (NJI) hebben van het ministerie van Economische Zaken geld gekregen om deze problematiek te onderzoeken. Op zoek naar cijfers werd contact gelegd met Waterrecreatie Advies, dat een rapport had uitgebracht over de Nederlandse recreatievloot. Het contact resulteerde in een onder-zoek, waar de Hiswa en het Watersportverbond zich ook bij aansloten.

Potentiële wrakkenvlootUit het Waterrecreatie Advies komen interessante cijfers naar voren. Er liggen ruwweg 200.000 schepen

in het water. Daarbij komen nog 200.000, die op de wal liggen maar nog regelmatig varen. Dan liggen er nog 100.000 scheepjes op de wal, zonder gebruikt te worden. Samen een half millioen boten. Bij dertig jachthavens is onderzoek gedaan: hier moeten de komende vijf jaar circa 3.000 boten worden gesloopt. In de sloten en kanalen en bij vakantiewoningen liggen nog eens 3.000 boten, die richting verwerker moeten. Deze aantallen zijn exclusief de boten die al op de wal staan. Het IJsselmeergebied herbergt onge-veer 20 procent van het totale aantal schepen – daar ligt nu dus al een potentiële wrakkenvloot van 1.100 schepen.

hoe groot wordt de wrakkenvloot ?

tijdens de crisis moest menigeen zijn boot verkopen. hierdoor ontstond een over-aanbod van schepen en de prijzen kelderden. Onze recreatievloot bestaat uit 500.000 schepen - en liefst 44% van de schippers is ouder dan 60 jaar. Dus: binnenkort komt 44% van de schepen te koop. Dat zijn 220.000 vaartuigen. Daar zijn nauwelijks kopers voor. Jongeren varen nauwelijks: slechts 7 procent van de schippers is onder de veertig. Waar moeten we met 220.000 schepen heen? er bestaat geen sloopinfrastructuur zoals in de autobranche. een wrakkenvloot dreigt.

9I Jsse lmeerber ichten 2016/1

Foto’s en tekst: Jeroen Determan

Charterschip, op de dijk gezet bij Lemmer.

Page 10: IJsselmeer · 2020-01-01 · IJsselmeer winter 2016 berichten n i e u w s en i n f o rmatie ov r de b sch e r mi ng van iJ s elm r n M a r k e m r Algemene Ledenvergadering zaterdagmiddag

Geen sloopinfrastructuurDe verlaten wrakkenbootjes vormen een gevaar van chemische vervuiling – vanwege de boot zelf, maar ook omdat elk schip chemische troep aan boord heeft: een paar potten verf, dieselolie, accu’s, motorolie, terpentine en cleaners. Bijna elke jachthaven kent ze: de verwaarloosde scheepjes – ergens in een hoekje. De eigenaar is ‘verhuisd’. Ook in vaarten en sloten liggen schepen weg te rotten. Of het schip wordt gewoon op

de dijk gezet, zoals de tweemaster op de foto. Er is binnen het onderzoek een scenario gemaakt voor de komende vijftien jaar. Berekend is dat het aantal te demonteren boten toeneemt van 2,5 procent in de komende vijf jaar naar 7,5 procent tussen 2025 en 2030. Conclusie: van de 500.000 boten moeten er 12.500 worden gesloopt in de komende vijf jaar! Groot probleem daarbij: er is geen infrastructuur voor het slopen van boten.

Sloperij het harpje

het harpje bij enkhuizen is een van de twee scheepsslopers in nederland. De capaciteit is ongeveer één schip per dag: de motor eruit en chemische troep verwijderen. De romp vervoersklaar maken en bruikbare onderdelen in de recycling brengen. De rompen, meestal van polyester, worden in stukken gezaagd en gaan naar de verbranding. er drijft zo’n 290.000 ton polyester in het water! Maar duurzame verwerking van polyester ontbreekt. het gaat de verbrandingsoven in, met anti-fouling en al.

Eigenaar Bram van der Pijl leidt me rond door de lood-sen. Kringloop. Overal ijzeren kratten met onderdelen. Het chemisch afval ligt gesorteerd: bakken met half doorgelekte blikken. Jerrycans met onbekende troep. Hier en daar scharrelen wat mensen rond, op zoek naar een onderdeel. Er ligt van alles! Stuurwielen, lampen, ankers, blokken, beslag, wc’s, onderdelen. Oorspronke-lijk was recycling de opzet van de sloperij. Tijdens de ontwikkeling van de chartervaart was er een grote vraag naar authentieke onderdelen. Bram redde dit soort din-gen voor de sloop en verkocht ze aan de schippers.

WrakkenwetHij neemt mij mee naar een wrakke achterafsteiger bij de Krabbersgatsluis en wijst mij op een woonschip/slepertje (zie foto). Van der Pijl: ‘Dat ligt hier al jarenlang weg te rotten – tot het op een gegeven dag wegzakt.’ De eigenaar is niet te achterhalen. Maar niemand mag er aanzitten, al-dus Van der Pijl. Er is een ‘wrakkenwet’. Je mag een wrak pas weghalen drie dagen nadat het gezonken is. En een weesboot zomaar weg laten halen door de waterbeheerder kan ook niet. Eerst moet er een plakbiljet komen – met een termijnstelling. Dan moet er nog een publicatie in de krant komen. Pas na een degelijke onteigeningsprocedure mag de beheerder een boot laten verwijderen. ‘Zo kan hier midden in Enkhuizen een scheepje meer dan tien (!) jaar lang ongemoeid liggen te verrotten. Bij Almere heeft een

10 I Jsse lmeerber ichten 2016/1

Bram van der Pijl

Aangetroffen op sloopschepen. Aangetroffen op sloopschepen.

Page 11: IJsselmeer · 2020-01-01 · IJsselmeer winter 2016 berichten n i e u w s en i n f o rmatie ov r de b sch e r mi ng van iJ s elm r n M a r k e m r Algemene Ledenvergadering zaterdagmiddag

tijdlang een voormalig charterschip op de dijk gelegen. De eigenaar is onvindbaar in het buitenland. Eigenaars zijn moeilijk te achterhalen doordat er geen verplichte registratie bestaat, zoals voor voertuigen. In Amsterdam moeten jaarlijks vierhonderd boten worden afgevoerd en vernietigd.’

bedrijfsafvalIs de gebruikswaarde en de economische waarde van een boot nul of negatief en opknappen loont niet meer, dan zal deze uiteindelijk bij een verwerker terechtko-men. Als voor het verwerken moet worden betaald, be-staat het risico dat boten ergens als ‘weesboot’ worden achtergelaten. Een kwart van de jachthavens blijkt al te maken te hebben met weesboten, boten waarvan de eigenaar onbekend is. Een schip netjes naar een afvalverwerker brengen gaat ook niet zomaar. HVC is bijvoorbeeld een grote afval-verwerker in Almere. Het bleek dat zij daar geen boten van particulieren mogen aannemen, omdat een boot geen huishoudelijk afval is. Boten worden beschouwd als bedrijfsafval en dienen te worden aangeleverd bij de daartoe gespecialiseerde bedrijven. Het Harpje krijgt jaarlijks zo’n tweehonderd schepen aangeboden. Per schip is het bedrijf al gauw 3.500 euro kwijt aan vervoer op een dieplader, bewaar- en sloop-kosten. Afhankelijk van wat de boot aan onderdelen opbrengt, wordt een prijs met de eigenaar afgesproken.

KortomD66 heeft vragen aan de minister gesteld over de nijpende situatie. De minister veegde de problematiek onder het tapijt: ‘Het is geen rijksprobleem, maar een probleem van de plaatselijke waterbeheerder.’ Maar waterbeheerders en gemeenten zitten niet te wachten op sloopkosten. ‘Laten liggen zolang het drijft’ lijkt de opvatting.Bovendien ontbreekt voor een duurzame demontage een infrastructuur van botensloperijen. Ook adequate regelgeving ontbreekt. Als je boot dan nog minder gaat opbrengen dan de sloopkosten is de basis voor een wrakkenvloot gelegd. De IJsselmeervereniging vindt dat er een tijdige oplossing gezocht moet worden voor deze nijpende problematiek.

Bron van gegevens en getallen: www.waterrecreatiead-vies.nl, waar u ook de pdf kunt dowloaden. Cijfers zijn afgerond.

in Amsterdam moeten jaarlijks vierhonderd boten worden

afgevoerd en vernietigd

Linsk: Dit schatje wacht op haar einde.

Rechts: In het haventje bij de Nes liggen deze "opknappers" al lang te wachten.

Linsk: Deze milieubom ligt al meer dan tien jaar te rotten aan een (RWS?) steiger in Enkhuizen.

Rechts: Bootjessloperij Het Harpje - 06 53 420 693.

11I Jsse lmeerber ichten 2016/1

Page 12: IJsselmeer · 2020-01-01 · IJsselmeer winter 2016 berichten n i e u w s en i n f o rmatie ov r de b sch e r mi ng van iJ s elm r n M a r k e m r Algemene Ledenvergadering zaterdagmiddag

12 I Jsse lmeerber ichten 2016/1

De Waterwolf in Waterland

het boek volgt de gebeurtenissen op de voet: van de eerste paniektelegrammen van de burgemeester van edam tot de herstelwerkzaamheden, de kritiek op de waterschappen en de politieke gevolgen. We lezen fascinerende details over de gebeurtenissen zelf. Over het vee, de schuldvraag, de schadevergoedingen, de opvang in den lande. het boek leest als een spannende reportage. er is een verrukkelijke bijlage van 34 pagina’s – een facsimile van een soort Verkade-album met kleurplaatjes, maar dan van de theehandel ter Wee.

Schitterend gedenkboek over de overstroming van 1916

boekbesprekingJeroen Determan

Opgenomen in het boek als heruitgave.

Page 13: IJsselmeer · 2020-01-01 · IJsselmeer winter 2016 berichten n i e u w s en i n f o rmatie ov r de b sch e r mi ng van iJ s elm r n M a r k e m r Algemene Ledenvergadering zaterdagmiddag

13I Jsse lmeerber ichten 2016/1

De overstroming van 1916 is nu een eeuw oud. Ie-dereen weet: Marken, Zaandam en Purmerend liepen onder. Maar de ramp was groter: bij Rotterdam liepen polders onder, de omgeving van Kampen stond blank, de ravage bij Spakenburg was groot – het water kwam tot Amersfoort. De Biesbosch liep grotendeels onder. Zelfs Amsterdam liep gevaar, omdat de toenmalige sluizen te laag waren of niet ‘waterkerend’.De Afsluitdijk bestond nog niet toen het water van de Zuiderzee hoog werd opgestuwd door een langdurige storm. Daar kwam een paar dagen later nog een zware noordwester overheen: in Den Helder werd zestien uur lang 9 à 10 Bft gemeten! Het water rees bijna 3 meter. Daarbij kwam dat de dijken al doorweekt waren door langdurige regenval. Het water liep over de dijk en de landzijde van de dijk (gras) werd hier en daar volledig weggespoeld. Door de heftige stroom landinwaarts ontstonden geulen bij de dijkdoorbraken – tot soms wel 9 meter diep.In het bijlagealbum schreef een ooggetuige: ‘Rustig, kalm maar met de zekerheid van zijn overwinning kwam het water opzetten. De slooten werden breeder, de greppels vulden zich, eerst smalle waterstroken vormende en langzaam zich uitdijende tot kleine slootjes. Nog blijven de dorre grassprietjes zichtbaar uit het water steken. De slooten verbreedden zich al meer en meer, de greppels werden slooten gelijk – en spoedig had een waterkleed zich over de landerijen uitgespreid. De groenige waas van het gras verbleekte meer en meer. Eindelijk was ze geheel verdwenen; het land was overstroomd. (...) Alles ging zoo geleidelijk, alsof een reusachtig waterkleed over de landerijen was getrokken. Zoo naderde het water, als een zegevierende vijand, zonder veel vertoon.’

Vee in de kerkIn Marken kwam meer dan 2,5 meter water te staan. Daar was men echter wel wat gewend. Bijna ieder jaar liep daar een gedeelte onder… De Markers hadden een ‘amfibisch’ bestaan: de huizen stonden op palen, iedereen had wel een bootje en in de haven konden veel families terecht in de vissersschepen. Het water stroomde echter met zo’n geweld naar binnen dat veel huizen kapseisden. De steigers in de haven waren beschadigd, doordat de botters erbovenop klapten. En dat alles bij eb!De waterschappen kenden wel dijkbewaking, maar slechts twee (!) hadden een systeem om de bewoners te waarschuwen. In Zuiderwoude werd de bevolking ’s nachts door het water verrast; pas tegen zonsopgang verscheen de noodvlag op de kerktoren. Landinwaarts was de ramp daardoor ook nog niet duidelijk. In de omringende dorpen was men ’s ochtends niet op de

hoogte: men haalde daar verlicht adem, omdat de storm geluwd was en er zelfs een zonnetje scheen. De ‘melkboot’ uit Broek in Waterland vertrok ’s morgens nog gewoon naar Amsterdam, hoewel het wel opviel dat het water in de Broekervaart ‘wel wat hoog stond’. Dit stijgende water in de vaarten was het eerste teken. De illusie werd verstoord door een telefoontje met het advies ‘wegwezen en redden wat er te redden valt’. Sommige polders, dieper het land in, stroomden pas sx’s middags vol.Door die langzame stijging hadden de mensen vaak de tijd om zichzelf en het vee in veiligheid te brengen. Dat was nog een heel gedoe, omdat de koeien al maanden in een warme stal stonden en geen trek hadden om de kou in te gaan. Er gaan verhalen over boeren die hun onwillige koeien niet uit de stal kregen en de kadavers na de ramp hadden moeten loszagen. Rond de hoger gelegen kerken leek het een veemarkt. Tussen de kerk-banken stonden honderden stuks vee.

eerste WereldoorlogIn 1916 was de Eerste Wereldoorlog in volle gang. Nederland was gemobiliseerd. Hierdoor waren dui-zenden soldaten paraat, die meteen konden worden ingeschakeld bij redding en herstelwerkzaamheden. We waren ook ingesteld op het opnemen van vluchte-lingen uit België, dus het geven van tijdelijk onderdak gaf geen onmogelijke problemen. We waren weliswaar niet in oorlog, maar er was grote voedselschaarste. Veel mensen leefden op het randje van de hongersnood.

Afsluiting- en inpolderplannen uit 1894.

Page 14: IJsselmeer · 2020-01-01 · IJsselmeer winter 2016 berichten n i e u w s en i n f o rmatie ov r de b sch e r mi ng van iJ s elm r n M a r k e m r Algemene Ledenvergadering zaterdagmiddag

14 I Jsse lmeerber ichten 2016/1

Als neutraal land konden we geen voedsel uit Duits-land importeren en ook de zee was niet veilig. Duitse onderzeeërs vielen alle schepen aan. We verloren 147 koopvaardijschepen en een groot aantal vissersschepen. Van Duitsland kregen we alleen steenkool als we voed-sel leverden, want ook Duitsland had honger. Dus werd al het dode vee van de overstroming voor hoge prijzen aan Duitsland verkocht; een gouden meevaller… die neutrale Hollanders toch! Ondanks heftige kritiek van de geallieerden verkochten we bijna 13.000 koeien en duizend schapen aan Duitsland voor een gouden prijs. Dit werd gevierd met een intiem diner in Scheveningen, waar ook de minister aan deelnam plus de drie vlees-exporteurs die ons dat meevallertje hadden gebracht, waaronder de firma Zwanenburg.

Wilhelmina peetmoederEr gebeurden dingen die je nooit zou bedenken. Aan-vankelijk had men de eenden maar laten zwemmen, maar de rondzwemmende eenden vertegenwoordigden toch een enorm bedrag. De pluimveehouderij was be-langrijk en Waterland leverde eieren aan Verkade voor beslag. Dus werd in Amersfoort een enorm opvangcen-trum opgericht voor 100.000 eenden... waar 100 ton (!) eendenvoer heen ging.Op een zolder aan de voet van de zeedijk bij Spa-kenburg lag een vrouw in haar kraambed. Zij had hulp nodig; de zolder kwam nog net boven het water uit. Het bootje met een vroedvrouw was al een keer omgeslagen. Toch kwam de baby levend ter wereld: Aartje Vedder. De volgende dag bezocht koningin Wilhelmina de jonge moeder. Deze kreeg kort daarop een telegram: Hare Majesteit Koningin Wilhelmina verzocht om peetmoeder te mogen zijn van de baby. Aartje Vedder werd Wilhelmina Aartje Vedder. Veertig jaar lang had Wilhelmina contact met haar petekind. Soms kwam ze samen met Juliana op de fiets op be-

zoek en bracht ze cadeautjes mee. Toen Aartje Vedder trouwde, bracht een koninklijke bode een theemeubel.

ZuiderzeewetSchuldvraag: het waterpeil in de rampnacht was uit-zonderlijk hoog. Het water bij Marken had 32 centimer hoger gestaan dan ooit tevoren. Maar was dat de enige oorzaak van de ramp? Met een beschuldigende vin-ger wees men meteen naar de waterschappen. Er was geen alarmsysteem. Er was geen goede afspraak over dijkhoogten. Er waren rondom de Zuiderzee liefst 55 instanties die zich met de dijken bezighielden. Provinci-ale Waterstaat beschikte in 1916 over nog geen tien (!) medewerkers. Die konden nooit voldoende toezicht hou-den op 193 kilometer zeedijk en 250 kilometer inlandige waterkering. Al een paar maanden na de ramp gingen er stemmen op om de totale dijkbewaking in handen te leggen van Rijkwaterstaat. Maar Den Haag had geen trek om de kosten daarvan op zich te nemen. Dus ging het systeem van al die verschillende waterschapjes op de schop en er werd besloten tot een concentratie van modern georganiseerde waterschappen. Nog steeds valt de ver-antwoordelijkheid van de dijken rond Noord-Holland onder het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwar-tier – van het Noorzeekanaal tot Texel. Uitzondering hierop vormt Marken, waar Rijkswaterstaat nog steeds verantwoordelijk voor is.

Page 15: IJsselmeer · 2020-01-01 · IJsselmeer winter 2016 berichten n i e u w s en i n f o rmatie ov r de b sch e r mi ng van iJ s elm r n M a r k e m r Algemene Ledenvergadering zaterdagmiddag

15I Jsse lmeerber ichten 2016/1

De overstroming en de hongersnood van 1918 leid-den tot de totstandkoming van de Zuiderzeewet. De dijkversterkingen die naar aanleiding van de ramp werden uitgevoerd, waren in 1926 voltooid. In 1932 werd de Zuiderzee ‘getemd’ met de aanleg van de Afsluitdijk.

Plan-LelyDe Zuiderzee Vereeniging (1886-1949) was een (lobby)vereniging die de inpoldering van de Zuiderzee tot doel had. In de vereniging zaten een aantal projectontwik-kelaars; de voorzitter van de Zuiderzee Vereeniging was tevens president van De Nederlandsche Bank! Hij schreef in het Algemeen Handelsblad dat Nederland het plan-Lely moest uitvoeren om de Zuiderzee af te sluiten. De Zuiderzeevereniging organiseerde in Am-sterdam een tentoonstelling hierover. Cornelis Lely was toen voor de derde maal minister van Waterstaat en diende in 1916 zijn definitieve ontwerp in.Honderden jaren vóór Cornelis Lely werd al gesproken over de inpoldering van de Zuiderzee. Lely was de eerste die met een technisch uitvoerbaar plan kwam. Er bestond echter grote weerstand tegen zijn plannen. De drooglegging van de Zuiderzee werd gezien als een wild avontuur. Er is nog lang gediscussieerd over de voor- en nadelen, zoals de economische gevolgen voor de vissersdorpen, de prijs van het project en de afwate-ring van de IJssel.Twee dingen hebben Lely geholpen. De Eerste We-reldoorlog veroorzaakte voedselschaarste, waardoor het ontstaan van nieuwe landbouwgronden van groot belang werd. Lely kreeg de publieke opinie pas echt mee door de watersnood van 1916, toen men besefte hoe naïef het is om de gevaren van de zee te negeren. Twee jaar later, in 1918, loodste Lely de Zuiderzeewet door het parlement.De visie van Lely was: verkorting van de kustlijn. Hij redeneerde dat de verdediging tegen de zee zo sterk was als de zwakste schakel en dat het met de honder-den kilometers kustlijn van de Zuiderzee erg moeilijk zou zijn om een effectieve waterkering te onderhou-

den. De Afsluitdijk heeft dit allemaal vervangen door een enkele dam. Deze visie van Lely is later nogmaals toegepast in de Deltawerken, waarbij de kustlijn van Zeeland een groot stuk verkort is.

rijkswaterstaatWaterschappen zijn de oudste bestuurlijke lichamen van Nederland en beheren momenteel alle dijken rond het IJsselmeergebied. Het eerste officiële waterschap was het Hoogheemraadschap van Rijnland, dat in 1255 (!) werd ingesteld. Al eerder werkten dorpen en buurtschappen samen om de waterhuishouding van de omgeving te regelen. De oudste samenwerking vond plaats in Utrecht omstreeks 1122, toen twintig buurt-schappen samenwerkten voor een afdamming van de Kromme Rijn. In de loop der eeuwen ontstond een lappendeken van gebiedjes met eigen regelingen, die elkaar ook weer deels overlapten. Omdat de water-huishouding van ons land de plaatselijke belangetjes oversteeg, werd Rijkswaterstaat opgericht ten tijde van het Franse bewind van de Bataafse Republiek. Doel: centralisatie. De versnipperde civieltechnische werken moesten worden verbeterd. Wegen, dijken, gemalen en sluizen waren verwaarloosd. In de nieuwe republiek was er één centrale regering die alles besliste, wat voor veel meer duidelijkheid zorgde. De hiërarchische structuur van Rijkswaterstaat leek veel op die van de militaire evenknie, de genietroe-pen. Binnen de dienst is het gebruik van uniformen altijd minder geweest dan in het leger, maar ook van de huidige medewerkers dragen nog ruim duizend personen het donkerblauwe uniform van Rijkswater-staat. De militaire achtergrond van RWS blijkt ook uit het feit dat veel sluiswachters en dergelijke nog in de Koude Oorlog automatisch onderofficier van de Genie met oorlogstaak waren. Rijkwaterstaat beheert nu alleen nog de dijk rond Marken, de Afsluitdijk en de Houtribdijk.

Ter gelegenheid van de watersnood van 1916 zijn allerlei activiteiten gepland. Google naar: activiteiten watersnood 1916.Links: www.youtube.com/watch?v=WF9yiDDKWtI.

De Waterwolf in WaterlandDe overstroming van 1916 in Waterland en de ZaanstreekDiederik Aten en Frouke Wieringa208 pagina’s, met tientallen illustratiesUitgeverij PirolaISBN 978 90 6455 767 5 € 27,50; te bestellen via www.pirola.nl

Page 16: IJsselmeer · 2020-01-01 · IJsselmeer winter 2016 berichten n i e u w s en i n f o rmatie ov r de b sch e r mi ng van iJ s elm r n M a r k e m r Algemene Ledenvergadering zaterdagmiddag

De cultuurhistorische waarde van de Markermeerdijkenbij hun bezoeken aan nederland wilde mijn indonesische familie steevast het verschil zien in waterpeil tussen de polder en het omringende water. Met geleende winterjassen en mutsen togen wij in de gure ijskou naar Marken of de beemster om met eigen ogen het wonder van holland te aanschouwen. het aan de zee ontworstelde land onder de zeespiegel! De dijken speelden ook een belangrijke rol in de sociale geschiedenis van nederland. Volgens historicus Simon Schama staat de sociale organisatie van de dijkenbouw en de waterschappen in de nederlanden zelfs aan de basis van het idee van democratie.2

De dijkversterking van de Markermeerdijken leed echter aanvankelijk, alle goede bedoelingen ten spijt, aan gebrek aan democratie. Zo is het eerste stuk van Enkhuizen tot Hoorn – de vroegere Zuiderdijk – al op de schop genomen en die versterking verliep op een rampzalige wijze.3 Het stuk van Hoorn tot Amsterdam wachtte eenzelfde lot. Het afgelopen jaar is daarin een kentering gekomen door de acties van dijkbewoners verenigd in de Zuyderzeedijk Alliantie. De vroegere Zuyderzeedijk, zoals de actievoerders de Markermeer-dijk van Hoorn tot Amsterdam consequent noemen om zijn landschappelijke en cultuurhistorische waarde te

benadrukken, moet om zijn schoonheid als een monu-ment beter beschermd worden.

Ministerieel besluit Op 14 december 2015 nam minister Melanie Schultz Ver Haegen het langverwachte besluit over de rol van pompen in relatie in relatie tot de dijkversterking van de Markermeerdijken, zoals in de vorige IJsselmeerbe-richten door het Hoogheemraadschap was aangekon-digd. Er zullen geen pompen geplaatst worden, omdat uit het onderzoek blijkt ‘dat pompen in de Houtribdijk en Afsluitdijk het waterpeil weliswaar omlaag kunnen

Soemini Kasanmoentalib (bestuurslid IJsselmeer-vereniging)

Denkend aan holland zie ik breede rivieren traag door het oneindig landschap gaan …… 1

16 I Jsse lmeerber ichten 2016/1

Page 17: IJsselmeer · 2020-01-01 · IJsselmeer winter 2016 berichten n i e u w s en i n f o rmatie ov r de b sch e r mi ng van iJ s elm r n M a r k e m r Algemene Ledenvergadering zaterdagmiddag

brengen, maar dat het effect op de benodigde dijkver-sterking gering is’. 4

De minister had deze zomer meer tijd gegeven voor het onderzoek naar de alternatieven voor de dijkverster-king van de Markermeerdijk als antwoord op de kritiek vanuit de dijkbewoners. Het besluit van de minister dat pompen en peilverlaging in het Markermeer niet nodig zijn, is overigens ook in overeenstemming met onze visie. De IJsselmeervereniging staat immers voor een natuurlijker (eco)systeem door een doorlaatbare Houtribdijk.

Joint fact findingSterker en echt baanbrekend is het besluit van de mi-nister voor verder onderzoek naar bewezen sterkte van de dijken. ‘Het concept bewezen sterkte lijkt kansen te bieden voor een minder ingrijpende dijkverster-king’, maar, zo voegt de minister er in haar brief aan toe: ‘Ik hecht eraan te benadrukken dat […] het nog geen zekerheid is.’ Nieuw is ook dat bewoners betrok-ken waren bij het onderzoek naar dit alternatief. De minister schrijft: ‘Gebleken is dat transparantie en

tijdige informatie-uitwisseling bijdraagt aan onderling vertrouwen. Vanwege de positieve ervaringen heb ik […] besloten de principes van joint fact finding voort te zetten bij het vervolg van bewezen sterkte voor de Markermeerdijken.’De drie vertegenwoordigers namens de dijkbewoners in de begeleidingscommissie van het onderzoek zijn daar zeer positief over. Meer dan in het verleden geeft dat de mogelijkheid dat alternatieven vanuit de bevolking serieus genomen worden. De Zuyderzee Alliantie is blij, het Hoogheemraadschap is opgelucht en vol goede voornemens om ‘de handen ineen te slaan’. ‘In de begeleidingscommissie is met elkaar afgesproken dat alles eruit gehaald moet worden wat erin zit. […] Om dit te waarborgen wordt de werkwijze van de afgelopen periode voortgezet […] Hierdoor zal het ontwerp van de dijken de komende tijd nog wijzigen.[…] En blijft de omgeving nauw betrokken om samen tot zowel een veilige dijkoplossing voor 1,2 miljoen inwoners te ko-men, als recht te doen aan het unieke karakter van deze monumentale dijken’, aldus het Hoogheemraadschap.5

Veilige én mooie Markermeerdijken?Maar hoe is in die belangenafweging gewaarborgd dat ‘het historisch cultuurlandschap met de monumen-tale dijk grotendeels behouden blijft’, wat Wouter de Hollander, een van de drie vertegenwoordigers van de dijkbewoners. hoopt. Het blijft moeilijk om op te komen voor de verdwijnende schoonheid van het land-schap. Want wat is dat nou, een cultuurlandschap? Over de namaaknatuur die ervoor in de plaats wordt aangeboden is overigens ook het laatste woord nog niet gezegd. Discussie en grondige kritiek op dijkversterkingen zijn niet nieuw. In de negentiende eeuw voerde de water-staatsingenieur Jan Blanken dezelfde polemiek met zijn

Minister Melanie Schultz van Haegen.

17I Jsse lmeerber ichten 2016/1

Page 18: IJsselmeer · 2020-01-01 · IJsselmeer winter 2016 berichten n i e u w s en i n f o rmatie ov r de b sch e r mi ng van iJ s elm r n M a r k e m r Algemene Ledenvergadering zaterdagmiddag

superieuren. Hij kreeg bijval van schrijvers als Bil-derdijk. Bij de rivierdijkverzwaringen in de twintigste eeuw maakten schrijvers en kunstenaars zich sterk voor het behoud van het unieke rivierlandschap en werden bijgevallen door wetenschappers en deskundigen. De discussie over het belang van behoud van landschap en cultuur werd toen niet opgepakt. Men had er wel oren naar, maar de begrippen landschapswaarden en cultuurwaarden zijn zo abstract dat men er geen harde strijd mee kon voeren tegen de belangen van veilig-heid, economische schade en werkgelegenheid.7 Delta Programma 2015 hecht echter wel waarde aan die landschappelijke schoonheid.

Juridische basisStaan we er nu beter voor? Is het Hoogheemraad-schap met het consortium onder leiding van Boskalis hiertoe in staat? Door Fons Elders wordt dit in twijfel getrokken, al is ook hij positief over het besluit van de

minister. Gezien de vernietigende kaalslag en jaren-lange onverschilligheid voor de bewonersbelangen bij de inmiddels uitgevoerde dijkversterking van de Zui-derdijk van Enkhuizen tot Hoorn blijft de vraag of dit keer de cultuurhistorische en landschappelijke waarden voldoende gewicht in de schaal leggen. Vreemd genoeg lijken ‘milieu’ en ‘natuur’ (in die volgorde) makkelijker te beschermen dan het landschap. De nieuwe Waterwet geeft iets meer ruimte voor bewonersbelangen en inspraak, al zijn alleen direct belanghebbenden ontvankelijk. In die wet is ook vastgelegd dat de provincies en de waterschappen verantwoordelijk zijn voor de uitvoering, inclusief de inspraak.8 Het blijft dan ook voor kritische bewoners nodig op het vinkentouw te zitten en waakzaam te zijn. Het zal nog vele vrijwilligersuren kosten om te zorgen dat de dijkverzwaring ook dijkverbetering wordt. Schoonheid heeft zo zijn prijs.

18 I Jsse lmeerber ichten 2016/1

1 Herinnering aan Holland, het bekende gedicht van Hendrik Marsman waarin de aard van het historische cultuurland-schap in zijn eenheid en samenhang van elementen zo tref-fend wordt verwoord.

2 Simon Schama, Overvloed en Onbehagen. De Nederlandse cultuur in de Gouden eeuw, 4e druk februari 2005.

3 Fons Elders, een van de instigatoren van de Zuyderzee Al-liantie, in zijn ingezonden brief.

4 Verwijzing naar de brief van de minister op de website van het ministerie of de provincie.

5 Zie de website van HHNK www.markermeerdijken.nl, Samen voor veilige én mooie Markermeerdijken.

7 Landschap als geheugen, opstellen tegen de dijkverzwaring, uitgeverij Cadans, Amsterdam 1993.

8 Iedereen kan een zienswijze indienen naar aanleiding van het dijkversterkingsplan. Dat plan behoeft de goedkeuring van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland. Het water-schap HHNK is verantwoordelijk voor de uitvoering. Beroep tegen het vastgestelde definitieve plan is alleen mogelijk voor belanghebbenden.

Links: Markermeerdijk bij Waterland.

Rechts: Plan voor Vooroeverdijken.

Page 19: IJsselmeer · 2020-01-01 · IJsselmeer winter 2016 berichten n i e u w s en i n f o rmatie ov r de b sch e r mi ng van iJ s elm r n M a r k e m r Algemene Ledenvergadering zaterdagmiddag

2016: jaar van de waarheid voor windturbines in en langs het IJsselmeer

Waarschijnlijk vallen in 2016 de grote beslissingen over het plaatsen van grote aantallen windturbines in en rond het iJsselmeer en het Markermeer. De provinciale plannen van noord-holland en Flevoland voorzien in plaatsing van turbines op de wal. Friesland ‘exporteert’ de opgave grotendeels door ruim negentig grote molens in het iJsselmeer te situeren. Vooral dit laatste baart de iJsselmeervereniging en veel kustbewoners grote zorgen. Duurzame energie is belangrijk. Maar betekent dit ook dat de megagrote windturbines overal moeten worden getolereerd, ook op zeer kwetsbare plekken? Of zijn er alternatieven?

In het zogenaamde ‘energieakkoord’ liggen een aantal afspraken vast die Nederland bij de les moeten brengen als een moderne natie die zo verantwoord mogelijk moet omgaan met de (fossiele) hulpbronnen. Op dit moment is dat zeker niet het geval: wij staan helemaal onder aan de lijst van duurzame landen in Europa. Zeker is dat windenergie essentieel is om effectief grote vooruitgang te boeken in de komende twintig tot dertig jaar. Andere vormen van duurzame energiewinning, wellicht uitgezonderd zonne-energie, en energiebespa-ring hebben veel meer tijd nodig om een substantiële bijdrage te kunnen leveren. Het klimaatakkoord dat onlangs in Parijs gesloten is, versterkt de noodzaak om meer tempo te maken nog eens.

AlternatievenEen veelbelovend alternatief lijken de plannen van veel gemeenten en regio’s om in de nabije toekomst – lees 2030 – energieneutraal te zijn. Voor kleine gemeenten, zoals Texel of Goeree, lijkt dit daadwerkelijk binnen handbereik, omdat de combinatie van zonne-energie, windmolens en besparingen bij het beperkte aantal inwoners al snel tot resultaat lijkt te leiden. Maar ook voor grote gemeenten is de ambitie vaak hoog, zeker als ze in regionaal verband samenwerken. Mijn eigen gemeente Utrecht streeft ernaar om in 2030 energie-neutraal te zijn. Ook gemeenten als Nijmegen, Arnhem (> routekaart Groene Kracht), Breda en Tilburg hebben ambitieuze voornemens uitgesproken. De tijdshorizon >

Frans de nooijFoto's: Jeroen Determan

19I Jsse lmeerber ichten 2016/1

Page 20: IJsselmeer · 2020-01-01 · IJsselmeer winter 2016 berichten n i e u w s en i n f o rmatie ov r de b sch e r mi ng van iJ s elm r n M a r k e m r Algemene Ledenvergadering zaterdagmiddag

wat de consequenties van een vijfde park op zee zijn, ter ‘vervanging’ van het voorgenomen park bij Mak-kum. Het zal duurder zijn. Geschat wordt dat de netto stroomprijs van zeven naar twaalf cent per kW gaat, maar de consumentenprijs van stroom hierdoor van 23 naar 28 cent per kW. Maar wie zegt dat de Nederlander dit er niet voor over heeft?

WisselIn de tijd gaat deze mogelijke ‘wissel’ echter wel veel schelen. Alle procedures zijn er nu op gericht om rond 2020 flink met windenergie op zee en land te gaan scoren. Een uitruil van de cluster windmolens bij Mak-kum/Kornwerd met een nieuw cluster op de Noordzee, die er wellicht toch gaat komen, geeft enkele jaren vertraging. Maar hoe erg is dat als je er een waardevol landschap mee redt? Ook hier geldt dat bestuurlijke spoed vaak het gevolg is van bestuurlijke traagheid. Maar dat is onvoldoende motief voor het nemen van in onze ogen zeer foute beslissingen. De Nationale Energieverkenning geeft een overzicht van alle lopende activiteiten. Er wordt daarin ook ge-monitord op het geheel en op de prognoses. Het hande-lingsperspectief van de energieke samenleving is echter nog volop in ontwikkeling. Te verwachten is dat nog veel nieuwe concepten zullen worden ontwikkeld en in de markt gezet. Maar daar hebben we nu nog weinig aan. Bovendien zitten we volop in een veranderings-proces waarbij sturing van boven wordt vervangen door geleiding van processen van onderop. Dat maakt beïnvloeding door groene organisaties veel moeilijker.

Openheid als intrinsieke waardeAls we ons teweerstellen tegen aantasting van de openheid van het IJsselmeergebied door windmolens op of langs de wal en zeker in het water, waar kun-nen we dan juridisch gezien een beroep op doen? In feite op niets! Openheid is een begrip zonder wettelijke bescherming. Behalve wellicht voor Nationale Parken/landschappen. Maar dat is het IJsselmeergebied nooit geworden. Wel zijn er de laatste dertig jaar een aantal

om ‘energieneutraal’ te worden is daar meestal 2030-2040 (zie www.lokaleenergieetalage.nl).

energiezuinig Soms zijn er ook ernstige tegenvallers, zoals bij het energieneutraal maken van bestaande woningen. Daar-voor zijn boeiende businesscases ontwikkeld, waarbij het binnen tien tot twintig jaar haalbaar leek om voor 50.000 euro per woning de 2,5 miljoen naoorlogse woningen energieneutraal te maken. Met de gedachte: meer huur, maar minder energielasten. Hier is echter de bodem onderuit geslagen door de fenomenale daling van de olieprijs. Voorlopig zitten de woningbouwver-enigingen hier met de handen in het haar.Grote voortgang is al geboekt en is nog mogelijk bij het energiezuinig maken van bedrijven. Hier vinden gelukkig veel bedrijven, zoals Unilever, het tot hun ‘corporate image’ behoren om een groene uitstraling te hebben. Die overigens veel verder gaat dan energiebe-sparing alleen.

Windmolens op zeeDe tijd is hier echter de grote factor: de voorgenomen plaatsing van grote aantallen windmolens op land en zee sorteert rond 2020 effect, terwijl veel andere mogelijkheden in 2030 of 2040 volop besparingen en duurzame energie lijken te gaan opleveren. Maar dan is het waarschijnlijk ook zo dat we in het ‘Duitse model’ belanden: regelmatig te veel zonne- en windenergie die voor een prik op de markten wordt gegooid. Terwijl het landschap van Noord-Duitsland intussen totaal is verwoest door de enorme aantallen windmolens.Ten slotte is er nog het alternatief van windmolenpar-ken op zee. Enkele functioneren al en vier grote parken worden binnenkort aangelegd. Dan krijgen 4 miljoen huishoudens daarvan stroom. Als tenminste het politieke probleem wordt opgelost dat de rege-ring zelf heeft geschapen door aan koppelverkoop te willen doen bij de opzet van de Wet Stroom (splitsing energiebedrijven en bouw windmolens in zee zaten in deze wet). Het is de moeite waard goed te onderzoeken

Links: Windpark N.O.P. in aanbouw.

Rechts: Platforms voor turbines bij Urk in het IJsselmeer.

20 I Jsse lmeerber ichten 2016/1

Page 21: IJsselmeer · 2020-01-01 · IJsselmeer winter 2016 berichten n i e u w s en i n f o rmatie ov r de b sch e r mi ng van iJ s elm r n M a r k e m r Algemene Ledenvergadering zaterdagmiddag

concept beleidsnota’s gemaakt waarin bescherming van de landschappelijke waarden centraal stond, maar deze nota’s hebben nooit goedkeuring door de Tweede Kamer weten te bereiken. De Waddennieuwsbrief meldde onlangs het volgende: ‘Natuurorganisaties hadden graag gezien dat de bescherming van cultuurhistorie en landschappelijke waarden, zoals rust, ruimte, weidsheid en duisternis, zou worden geregeld in de nieuw Natuurbescher-mingswet (die medio 2016 ingaat), maar dat is niet gebeurd.’ In 2018 gaat volgens de planning de nieuwe Omgevingswet gelden. Onduidelijk is nog of deze belangen daarbij wel aan de orde komen. Voorlopig is het zo dat de provincies verantwoordelijk zijn ge-worden voor beleid voor het landschap, dus ook voor bescherming van het “landschap” van het IJsselmeer. Zij hebben daarvoor echter nog niet de pen op papier weten te krijgen. Het noodzakelijke bestuurlijke tegen-wicht dat nodig is voor bescherming van de openheid ontbreekt dus!

PuntopstellingWel is in 2010 de notitie Een choreografie voor 1000 mo-lens verschenen, waarin door Yttje Feddes getracht is de ruimtelijke inpassing van windmolens van ontwerpcrite-ria te voorzien. (zie elders in dit blad een interview met haar). Kort gezegd komen die erop neer dat ‘punt opstel-lingen’ op goed gekozen plaatsen kunnen bijdragen aan oriëntatie en identiteitsbeleving, maar dat lijnopstellin-gen – die de hele horizon monopoliseren – ongewenst zijn. Maar het Rijk en de provincies die daar nu voor verantwoordelijk zijn, hebben dit soort ontwerpcriteria nooit tot beleid weten te maken. Overigens is over de landschappelijke betekenis van grote groepen windmo-lens best discussie mogelijk. Ik ben steeds verbaasd over het grote aantal, ook weldenkende, mensen die dat wel stoer vinden en die bijvoorbeeld positief denken over een Afsluitdijk of een Houtribdijk met eindeloze rijen windmolens. ‘Kinderdijk vinden we (nu) toch ook mooi’, wordt daaraan vaak toegevoegd. Het verbaast dan ook niet dat zowel vanuit Friesland als vanuit de Wieringer-

waard wordt voorgesteld de molens op de Afsluitdijk te zetten in plaats van voor de deur. Tot nu toe hebben Rijk en provincies daar geen oren naar. Maar dit gevaar is zeker nog niet geweken.

natuurwaardenDe laatste verdedigingslinie lijkt te zijn dat het IJssel-meergebied een internationaal erkend rust- en broedge-bied is voor trekvogels – een algemeen erkend Natura 2000-gebied van Europese betekenis! Vogels trekken van Noord-Europa en Siberië via het IJsselmeergebied naar vooral Afrika en omgekeerd. IJsselmeer en Mar-kermeer worden vooral gebruikt als rust- en foerageer-gebied. De broedkamerfunctie is nog beperkt, maar zal waarschijnlijk toenemen door de Marker Wadden en de vele (voorgenomen) projecten om dijklandschappen natuurlijker te maken.De verwachting is dat het grote aantal molens bij Mak-kum grote schade zal toebrengen aan de vogeltrek. Vooral ook doordat dagelijks veel vogels van het IJs-selmeer naar de Waddenzee trekken om te foerageren. Ook de (nachtelijke) schade bij langeafstandvliegers kan aanzienlijk zijn.Formeel moet het bevoegd gezag bij de vergunning-aanvraag een grondig onderzoek overleggen naar het effect van de voorgenomen plaatsing van windturbines op de natuurwaarden. Zowel het Rijk als de provincies denken echter nog al eens te licht over natuurwaarden als het gaat om vergunningverlening voor vitaal geachte bedrijven of installaties. Daarom bereiden de groene organisaties in en rond het gebied een proce-dure voor waarin wordt voorzien in een contra-exper-tise door een onafhankelijk bureau. De uitspraak van de Raad van State over de windmolens langs de dijk van de Noordoostpolder – ‘het draagvermogen van het IJsselmeergebied is hiermee wel bereikt’ – voedt de verwachting dat het serieus nemen van de onaanvaard-bare cumulatie van aanwezige en geplande windturbi-nes een belangrijk rol zal spelen in de uiteindelijke afweging. Als dit toch zou worden doorgezet, is royale compensatie voor de natuur noodzakelijk.

Links: Opbouw van zeer grote turbines bij Urk.

21I Jsse lmeerber ichten 2016/1

Page 22: IJsselmeer · 2020-01-01 · IJsselmeer winter 2016 berichten n i e u w s en i n f o rmatie ov r de b sch e r mi ng van iJ s elm r n M a r k e m r Algemene Ledenvergadering zaterdagmiddag

invloed van open Houtribdijk op overstromingsrisico

Het IJsselmeer en het Markermeer, ooit deel van dezelfde Zuiderzee, staan in sterk contrast. Het IJssel-meer is dieper en heeft een zandige bodem, terwijl die van het Marker-meer veel slib bevat. Daardoor is het water van het IJsselmeer erg helder en dat van het Markermeer juist troebel. Deze uitersten bieden voor sommige planten en dieren ideale habitats. Andere zijn echter sterk in aantal afgenomen sinds de aanleg

van de Houtribdijk, die de meren van elkaar scheidt. Om die soorten meer kans te geven en de biodiversi-teit van het gebied te vergroten, zou een geleidelijke overgang van troebel naar helder water gecreëerd moeten worden. Landschapsarchitecten van de Van Eesteren leerstoel aan de TU Delft zoeken in overleg met onder andere Deltares naar de mogelijkhe-den tot ontwikkeling van de ecologie en natuurbeleving door het maken

van een grootschalige opening in de Houtribdijk. Slib vanuit het Marker-meer kan dan uitspoelen naar het IJsselmeer, waardoor een geleidelijke overgang, een gradiënt, van troebel naar helder ontstaat.

Functie houtribdijkKan die dijk dan niet gewoon helemaal weg? De Markerwaard is nooit aangelegd en hij ligt daar nu voor niks, toch? Niet helemaal...

Jorine Vink (student Civiele Techniek, opleiding Waterbouwkunde TU Delft)

tijdens mijn studie civiele techniek raakte ik geïnteresseerd in de vele interacties tussen water en de omgeving. naast de constructieve en veiligheidsaspecten kan ik geboeid worden door zaken als ecologie en morfologie (de ontwikkeling van bodem en oevers). extra leuk dat deze allemaal naar voren komen bij het vraagstuk dat mijn afstudeerwerk vormt voor de opleiding Waterbouwkunde: ‘Als er omwille van de biodiversiteit een opening wordt gemaakt in de houtribdijk, wat is dan de invloed op de overstromingsrisico’s in het iJsselmeergebied?’ Vanuit de tU Delft en hKV Lijn in Water (ingenieursbureau op het gebied van Overstromingsrisico) word ik in het onderzoek begeleid door Matthijs Kok, Frits Palmboom, Ad van der toorn en Fred havinga. De resultaten verwacht ik in het voorjaar van 2016 te kunnen publiceren.

22 I Jsse lmeerber ichten 2016/1

Page 23: IJsselmeer · 2020-01-01 · IJsselmeer winter 2016 berichten n i e u w s en i n f o rmatie ov r de b sch e r mi ng van iJ s elm r n M a r k e m r Algemene Ledenvergadering zaterdagmiddag

Naast de verbindende functie (de N302) is er ook die van watervei-ligheid. De Houtribdijk verdeelt, bij wijze van spreken, één bak water in twee bakken. Bij sterke wind, die langdurig vanuit dezelfde rich-ting waait, wordt het water mee geblazen. Het staat dan aan de ene zijde hoger dan aan de andere. Hoe groter (langer) een waterli-chaam is, des te groter het water-standsverschil tussen beide zijden. Ook golven zijn hoger bij een langere strijklengte. De aanwezig-heid van de Houtribdijk beperkt de scheefstand en golfontwikkeling in het Markermeer en het IJssel-meer. Bij het bepalen en toetsen van de benodigde hoogte van de omringende polderdijken wordt steeds rekening gehouden met die beperkte waarden. Zou de Hout-ribdijk verwijderd worden, dan moeten de polderdijken met enkele decimeters worden opgehoogd om dezelfde bescherming te kunnen blijven bieden.

Wanneer een opening gemaakt wordt in de 26 kilometer lange Houtribdijk, kan deze in zekere mate blijven functioneren in het beper-ken van scheefstand en golfhoog-ten. Hoeveel precies, zal afhangen van de breedte van de opening en of deze afgesloten kan worden of beschermd wordt door golfbrekers of eilanden (de Marker Wadden). Het is aannemelijk dat de polderdijken toch te maken zullen krijgen met hogere waterstanden dan waar ze in de normering op berekend zijn. Dat vergroot de faalkans.

AfstudeeronderzoekHet afstudeeronderzoek is gericht op de invloed van het maken van een opening op de overstromingsrisi-co’s in de regio. Het doel is een band-breedte te bepalen van de verandering (vergroting) van faalkansen wanneer er een kleine of grote opening in de Houtribdijk gemaakt wordt. Dit zal bij latere ontwikkelingen van het plan als vertrekpunt dienen.

Om tot die bandbreedte te komen, wordt het watersysteem gemodel-leerd, waarbij de landsgrenzen en bodem van beide meren worden geschematiseerd. Met behulp van het programma Delft3D wordt dan de waterbeweging in stormcondi-ties gesimuleerd. Dit gebeurt voor een aantal verschillende scena-rio’s: zonder Houtribdijk, met Houtribdijk en met openingen in enkele verschillende afmetingen – variërend van enkele honderden tot enkele duizenden meters. Door ieder scenario meermaals te simuleren worden eigenschappen zoals een verwachtingswaarde en standaardafwijking gevonden voor de waterstand en golfhoogte. Met behulp daarvan wordt vervolgens voor een aantal polderdijken een berekening gemaakt van de faalkans. Zo wordt de relatie gelegd tussen aanpassingen aan de Houtribdijk en de overstromingsrisico’s in het IJsselmeergebied.

Visualisatie van een 'gat' in de Houtribdijk uit een TU Delft stu-die, met stroom vertragende elementen.

23I Jsse lmeerber ichten 2016/1

Page 24: IJsselmeer · 2020-01-01 · IJsselmeer winter 2016 berichten n i e u w s en i n f o rmatie ov r de b sch e r mi ng van iJ s elm r n M a r k e m r Algemene Ledenvergadering zaterdagmiddag

Van iJssel naar IJsselmeerhet drinkwaterbedrijf van noord-holland PWn is sinds 1 januari 2016 toegetreden tot Stichting het blauwe hart. ‘een logische stap’ noemt Joke cuperus, de nieuwe directeur van PWn, deze deelname aan het samenwerkingsverband rond het iJsselmeer. ‘een belangrijk deel van het drinkwater van PWn komt uit het iJsselmeer. Schoon water in het iJsselmeer is voor ons van groot belang. Via het blauwe hart willen wij daaraan een bijdrage leveren.’

Angèle Steentjes en Kees SchoutenFoto's: PWn en Angèle Steentjes

24 I Jsse lmeerber ichten 2016/1

Joke Cuperus

Page 25: IJsselmeer · 2020-01-01 · IJsselmeer winter 2016 berichten n i e u w s en i n f o rmatie ov r de b sch e r mi ng van iJ s elm r n M a r k e m r Algemene Ledenvergadering zaterdagmiddag

Joke Cuperus is sinds 1 november 2015 directeur van drinkwaterbe-drijf PWN. Het bedrijf voorziet van Zandvoort tot Texel circa 1,7 miljoen mensen van water via bijna 800.000 aansluitingen. Amsterdam valt erbuiten; deze stad heeft een eigen waterleidingbedrijf. Cupe-rus was bij haar vorige werkgever Rijkswaterstaat hoofdingenieur en betrokken bij onder meer het programma Ruimte voor de Rivier in de regio tussen Arnhem en de Duitse grens. Een van de onderde-len van haar werk was het verde-len van het Rijnwater. Twee derde daarvan gaat naar de Waal en een derde naar de IJssel. ‘Van de IJssel ben ik overgestapt naar het IJssel-meer. Eerst stond ik aan het begin van de drinkwaterketen – de IJssel, een van de bronnen van het IJssel-meer – en nu aan het einde ervan.’

natuurbeheerderCuperus was in haar vorige werk gewend met verschillende groepen te overleggen, samen te werken en compromissen te sluiten. Ook nu lijkt zij contact met de omgeving van PWN te zoeken door toe te treden tot Het Blauwe Hart. In dit samen-werkingsverband, opgericht door de IJsselmeervereniging, werken diverse groepen rond het IJsselmeer samen, zoals de landschapsorganisaties van Noord-Holland, Friesland en Flevo-land, Waddenvereniging, Natuurmo-numenten, Sportvisserij Nederland en nu dus ook PWN. Wat doet een drinkwaterbedrijf in een club met natuurorganisaties? Cuperus: ‘Vergeet niet dat wij ook natuurbeheerder zijn. Wij beheren zelfs een van de grootste natuur-gebieden van Nederland en wel het duingebied rond Castricum, het Noordhollands Duinreservaat, en de Kennemerduinen. Veel natuurorga-nisaties kampen met het vraagstuk: moeten wij meer of minder ingrij-pen in de natuur? Ook wij. In onze duinen is tegenwoordig veel meer

begroeiing, waardoor ze niet meer verstuiven. Laat je dat zo of herstel je iets van de oude verstuiving? Deze dilemma’s spelen ook rond het IJsselmeer en dat is voor ons geen onbekend terrein. Wij voelen ons daarom prima op onze plek tussen natuurorganisaties.’

estuariumVoor PWN is schoon IJsselmeerwa-ter van groot belang. ‘Alles wat in het water komt, moeten wij er weer uit zuiveren. Schoon water bespaart ons veel kosten. Voor schoon IJssel-meerwater is natuurlijk een schone toevoer van water van belang. In mijn vorige baan heb ik mij er voor ingezet dat er schoon IJsselwater het IJsselmeer in stroomde.’ Bepalend voor schoon water is ook wat er langs de oevers gebeurt, benadrukt Cuperus. Het zijn vraagstukken waar de landschappen en andere partners binnen Het Blauwe Hart zich mee bezighouden. ‘Dat gaat hand in hand met ons streven naar schoon water. Dit is lastiger te realiseren als er veel industrie en bebouwing aan de randen is of andere vervuilende activiteiten plaatsvinden.’Wat vindt Cuperus ervan dat de IJsselmeervereniging graag het estuarium enigszins hersteld wil zien, vraagt Kees Schouten: ‘Voor PWN is een zouter IJsselmeer niet aantrekkelijk.’ Zouter water kan een probleem zijn voor PWN, beaamt Cuperus. ‘Voorlopig is het heel duur om van zout water zoet drinkwater te maken. Als zoet-zoutovergangen geen ernstige bedreiging vormen voor de drinkwatervoorziening, is daarover te praten met ons. Ik vind het belangrijk je in de wensen en ideeën van andere groepen te verplaatsen en dan begrijp ik wel waarom de IJsselmeervereniging daarvan een voorstander is.’

WindmolensHet is niet zo dat Cuperus het IJs-selmeer alleen als een productie-

meer ziet. ‘Het is ook een prachtig gebied, waar terecht heel veel mensen van genieten. Dat moet zeker zo blijven. Wat ik wil aange-ven is dat in een gebied verschil-lende manieren van gebruik, zoals recreatie en waterwinning, prima te combineren zijn. Dat is de opstel-ling van PWN.’Dan dient zich meteen al de kwestie van de grootschalige windmolen-parken aan die gepland zijn in het IJsselmeer. Door deze windmolens verdwijnt de weidsheid van het gebied en valt er veel minder te genieten. Over windmolens wil Cuperus geen uitspraak doen. ‘Onze grootste aandeelhouder is de Pro-vincie Noord-Holland en die heeft een eigen beleid wat windmolens betreft. Als PWN mengen wij ons daar niet in, dat kan ook niet.’Een van de voordelen van Het Blauwe Hart vindt Cuperus dat er binnen het samenwerkingsverband ruimte is voor de eigen doelstellin-gen van de deelnemers. ‘Per vraagstuk rond het IJsselmeer kunnen er dan wisselende coalities ontstaan, dat is prima. Belangrijk is dat je begrip hebt voor elkaars standpunten en beleidsruimte.’

25I Jsse lmeerber ichten 2016/1

Boven: Installaties uit de waterfabriek bij Andijk.

Page 26: IJsselmeer · 2020-01-01 · IJsselmeer winter 2016 berichten n i e u w s en i n f o rmatie ov r de b sch e r mi ng van iJ s elm r n M a r k e m r Algemene Ledenvergadering zaterdagmiddag

‘ Armzalige politieke compromis sen bepalen de plaatsing van windmolens’Yttje Feddes leidt samen met berdie Olthof het ontwerpbureau Feddes/Olthof Landschapsarchitecten. in haar werk spelen de specifieke thema’s van het nederlandse landschap een centrale rol: vormgeven aan waterbouwkundige werken, aan locaties voor windenergie, aan agrarische landschappen en aan het samenspel van verstedelijking en landschapsontwikkeling. tussen 2008 en 2012 was zij rijksadviseur voor het Landschap en schreef zij een ‘ontwerpende verkenning’ over de inpassing in het nederlandse landschap van 1000 nieuwe windturbines, getiteld ‘een choreografie voor 1000 molens’.

Waarom bent u landschapsarchi-tect geworden? Wat is daar zo leuk aan?‘Ik hield van tekenen en was als kind al erg bezig met de natuur. Ik was een “paardenmeisje” en lid van de Nederlandse Jeugdbond voor de Natuur. Later op de middelbare school verdiepte ik me in het Rap-port van de Club van Rome en bij de keuze voor een studie overwoog ik de kunstacademie, een studie bio-logie of landschapsarchitectuur in Wageningen. Het werd Wageningen. De Nederlandse waterrijke land-schappen boeien me enorm. Het rivierengebied met uiterwaarden en dijken zijn mijn favoriet. Natuurlijk ook de kust en het IJsselmeergebied. De waterrijke landschappen van Nederland vind ik interessanter dan

bijvoorbeeld de Veluwe. Als land-schapsarchitect bedenk je iets dat, als het wordt uitgevoerd, ook lang blijft. Dat aspect is heel bijzonder.’

U bent betrokken bij de vormge-ving van de nieuwe Afsluitdijk en u adviseerde het kabinet over inpassing van windturbines in het landschap zoals voor het IJssel-meergebied. Heeft u iets met het gebied of dit soort landschap met een groot open water?‘Ik woon in Amsterdam en als je vandaaruit naar het IJsselmeerge-bied kijkt, zie je een steeds afwisse-lend landschap dat zich ontwikkelt naar een steeds grotere schaal, met steeds grotere wateroppervlakten – met de oude fragiele Waterlandse kust en ertegenover de strakke

Flevopolders, met daarachter weer het oude land met zijn bossen en zandgronden tot vlak aan het water van de huidige Randmeren. Ik heb dus wel wat met dat gebied. Er zijn allerlei bijzondere details in de vormgeving van het landschap. Je ziet bijvoorbeeld in historische Zuiderzeestadjes vaak een “hoge en lage kade”: de hoge voor de water-veiligheid en de lage om gemak-kelijk van en aan boord te kunnen lossen of laden. Bij de ontwerpen voor de kades van IJburg hebben we daarover veel nagedacht.Bij de ontwikkeling van het IJs-selmeergebied is het belangrijk om juist de bestaande verschillen accen-ten te behouden. Bij onze ontwerpen voor de sanering van de Afsluitdijk kiezen wij voor het behoud van

Yttje Feddes, landschapsarchitect:

barbara van beijma en Kees Schouten

Foto: Jeroen Determan

26 I Jsse lmeerber ichten 2016/1

Page 27: IJsselmeer · 2020-01-01 · IJsselmeer winter 2016 berichten n i e u w s en i n f o rmatie ov r de b sch e r mi ng van iJ s elm r n M a r k e m r Algemene Ledenvergadering zaterdagmiddag

‘ Armzalige politieke compromis sen bepalen de plaatsing van windmolens’

een strakke, eenvoudige, maar zeer ruimtelijke dijk, met op de al drukke locaties van bruggen en sluizen meer activiteiten en gebouwen.De identiteit van het IJsselmeerge-bied is dat het deel uitmaakt van de delta waarin Nederland ligt. Waddenzee, IJsselmeergebied, het rivierengebied en de zuidelijke delta vormen een eenheid. Vooral het IJsselmeergebied heeft een sterke identiteit met de belangrijke historie van de Zuiderzee, met zijn kustplaatsen en verschillende kust-landschappen.Het is goed dat er met de Marker-wadden nu ook echt wat gedaan wordt aan de natuur van het Markermeer. De unieke ruimtelijk-heid van het grote water is welis-waar belangrijk, maar het maken van eilanden met veel land-water gradiënten, verrijkt het gebied eco-logisch en ruimtelijk.’

Momenteel bestaan er veel plannen voor windturbines in het IJssel-meergebied: langs het water, in het water, in oude en nieuwe polders, in rijen en in heel grote parken. Gaat dat wel goed op dit moment?

‘De huidige generatie windturbi-nes is van zo’n formaat dat ze een nieuw fenomeen vormen in het landschap. Inpassing van deze grote molens met een vleugeltiphoogte van tegen de 200 meter zie je op grote afstand en ze domineren hun omgeving dusdanig dat een zorgvul-dige compositie in het ontwerp voor de inpassing noodzakelijk is. Als het gaat om ongeveer 1000 nieuwe mo-lens, kun je dat alleen op rijksniveau goed doen. Ik heb, in samenwerking met een aantal provinciale ruimte-lijke adviseurs, een poging gedaan om ontwerpprincipes te ontwikkelen en toe te passen. De uitkomst: het is mogelijk om tot een verantwoorde inpassing te komen. Met een slimme opstelling wordt het een logisch en herkenbaar patroon, zoals rijopstel-lingen op de Flevolandse dijken, inpassing in haven en kustgebieden waar ook industrie is gevestigd. Belangrijk is dat ze niet overal verspreid komen te staan, maar in grotere aaneengesloten gebieden. Ik ben wel somber over hoe slecht het nu beleidsmatig afloopt met de plannen voor de plaatsing van windmolens. Friesland is wel het

voorbeeld van bestuurlijke wispel-turigheid als het gaat om plaatsing van windturbines. Groningen heeft altijd een veel duidelijker beleid gehad: een paar grote windparken op daarvoor geschikte plekken en daarbuiten niet. Henk Kamp, de minister van Economische Zaken, was enthousiast over ons ontwerp voor plaatsing van 1000 windmo-lens. Hij zei: “Ik ben in Duitsland geweest en daar staan overal windmolens, zo lelijk wil ik het hier niet.” Kamp stelde mijn opvolger als Rijksadviseur voor om een ont-werpatelier op te zetten die de pro-vinciebesturen kon adviseren. Deze

27I Jsse lmeerber ichten 2016/1

`Friesland is wel het voorbeeld van bestuurlijke wispelturig-

heid als het gaat om plaatsing van windturbines.’

Foto: Kees Schouten

Page 28: IJsselmeer · 2020-01-01 · IJsselmeer winter 2016 berichten n i e u w s en i n f o rmatie ov r de b sch e r mi ng van iJ s elm r n M a r k e m r Algemene Ledenvergadering zaterdagmiddag

besturen hebben als gevolg van de huidige decentralisatie, de opdracht om plannen te maken voor wind-molens. Van het ontwerpatelier is niets terechtgekomen. De markt en armzalige politieke compromis-sen bepalen nu het beleid voor de plaatsing van windmolens.’

Wij vinden een groot park in het IJsselmeer zoals nu gepland een ramp. Wat vindt u?‘In mijn “Choreografie voor 1000 windmolens” komt ook bij Korn-werderzand een windmolenparkje voor. Je ziet het op afstand, je rijdt er doorheen en dan heb je het ook gehad. In het nu voorliggende plan, waarbij een grote ruit ten zuiden van de Afsluitdijk met molens wordt bebouwd, wordt de ruimte-lijkheid daar ernstig aangetast. Ik heb nog een alternatief voorstel ontwikkeld in het kader van onze plannen voor de Afsluitdijk. Daarin is een kleiner park met driehoek opstellingen bedacht, dat als een compact eiland in het water ligt. Maar daar wil men niet aan.’

Wij vinden een hek van turbines op de Houtribdijk en eventueel op de Afsluitdijk - zoals een aantal tweede kamer fracties wil- ook een heel slecht idee. En u?

Daarmee wordt het landschap van het IJsselmeer echt kapotgemaakt, omdat er dan een soort visuele hekken worden gemaakt tussen de verschillende watervlakten. Het idee om molens en dijkversterking te combineren is ook technisch niet goed uitvoerbaar, want de voet van de turbines waarover het gaat past niet op een dijk en dus moeten ze in het water erlangs en daarmee ontstaan weer een aantal andere problemen. Als je zorgvuldig kijkt en nadenkt over zichtlijnen en behoud van ruimtelijke opbouw van het landschap, begrijp je dat zulke opstellingen echt de slechtst denkbare oplossing zijn.’

Het beheer van het IJsselmeerge-bied is in handen van veel over-heden en organisaties. Is zoiets als ‘ruimtelijke ordening’ nog wel mogelijk met zo veel beheerders? Nu maakt iedere provincie aparte plannen, die niet met elkaar

afgestemd worden. Zou het niet beter zijn als toch de rijksoverheid hiervoor verantwoordelijkheid neemt, in ieder geval voor zover de plannen invloed hebben op het IJsselmeergebied?‘Het lijkt wel of er niemand gaat over het IJsselmeergebied. Dat is wel aan het veranderen. Mede door het Deltaprogramma zijn partijen met elkaar in gesprek geraakt over het IJsselmeer en wordt het als gebied met een eigen identiteit weer ontdekt. Het initiatief van het ministerie van Infrastructuur en Milieu om een “integrale beleidsagenda 2050” te ontwikkelen is daar een goed voorbeeld van. Afstemming van beleid en verantwoordelijkheid voor het IJsselmeer op rijksniveau komen zo weer tot stand en dat is erg belangrijk voor de kwaliteit van het beheer van dit gebied. Tot die tijd moet ik als landschapsarchitect erin geloven dat een goed idee nog wel eens terugkomt.’

28 I Jsse lmeerber ichten 2016/1

LoopbaanYttje Feddes studeerde in 1980 af in de landschapsarchi-tectuur aan de Wageningen Universiteit. Zij werkte als landschapsarchitect en projectleider achtereenvolgens bij Stedenbouwkundig Bureau Zandvoort, Staatsbosbeheer, Ingenieursbureau Amsterdam en H+N+S Landschapsarchi-tecten. Sinds 2006 leidt zij samen met Berdie Olthof het ontwerpbureau Feddes/Olthof Landschapsarchitecten. Van 2008 tot 2012 was zij Rijksadviseur voor het Landschap. Naast haar werk als landschapsarchitect is Feddes gastdo-cent aan de Academie van Bouwkunst, lid van de Com-missie voor de Milieueffectrapportage en lid van diverse kwaliteitteams, adviesraden en vakjury’s. Feddes werkte mee aan de plannen voor IJburg, de natuurcompensatiepro-jecten hierbij en de sanering van de Diemerzeedijk.

‘Minister Kamp was enthousiast over ons verhaal over de 1000 windmolens.

hij zei: “Zo lelijk als het in Duitsland is, wil ik het hier niet”.’

Foto: Kees Schouten

Page 29: IJsselmeer · 2020-01-01 · IJsselmeer winter 2016 berichten n i e u w s en i n f o rmatie ov r de b sch e r mi ng van iJ s elm r n M a r k e m r Algemene Ledenvergadering zaterdagmiddag

Het tijdperk waarin alles draait op kolen, olie en gas loopt veel sneller op zijn eind dan gedacht. Nog in de bodem aanwezige voorraden zijn nu ineens de maatstaf niet meer. Wat daarvan nog ongestraft kan wor-den opgestookt zonder (veel) verdere op-warming van de aarde wordt bepalend. De in Parijs gemaakte wereldwijde klimaataf-spraken reiken dus ver. Ook naar ons. Wil-len we worden beloond met minder opwar-ming en dus een lagere zeespiegelstijging, dan zal er naar duurzame energiebronnen

moeten worden overgeschakeld en snel ook. Maar hoe doen we dat? De weg van de minste weerstand lonkt: nog meer grootschalige windmolenparken in onder andere het IJsselmeergebied liggen op de loer. Hier kan nu toch niemand meer tegen zijn? Het wordt immers malen of verzuipen! Natuur en landschap moeten maar even wachten, want nood breekt wet. En zo lelijk hoeft het ook niet te zijn als we er vindingrijke landschapsar-chitecten op zetten, niet waar? Toegegeven: de land-schappelijk wijde blik wordt gewist, maar we houden het tenminste droog en het licht blijft branden.

Gelukkig is dat offer niet nodig. Wat zouden land-schapsarchitecten dan wel moeten zeggen? Het Interna-tionale Energie Agentschap (IEA) wijst ons de weg. De rendementsverbetering van zonne-energie-installaties zal windmolens uiteindelijk overbodig maken. De kosten per opgewekte eenheid zonne-energie zijn in zeven jaar acht keer zo laag geworden. Tot 2020 stijgt het rende-ment met 25 procent en na 2030 wordt een rendement verwacht van 40 procent of hoger. En dan laten zon-nepanelen zich ook nog onopvallend in het landschap verwerken, dus zonder maatschappelijke weerstand. Windturbines worden gewoon weggeconcurreerd. Zo bezien wordt het toch nog prettig dat de Eerste Kamer de nieuwe energiewet heeft laten sneuvelen. Kan minis-ter Kamp zijn verouderde plannen voor gesubsidieerde windmolenparken herzien ten gunste van zonne-energie en voldoet hij ook beter aan de klimaatafspraken. Zo zal de wet van de remmende voorsprong zijn werk doen en wordt ons land van achterblijver een voorloper. Een mooi vooruitzicht voor 2016!

Natuurlijk zal daar tegenin worden gebracht dat die panelen er nog niet liggen, dat het leggen op al die daken een hels karwei wordt met te weinig tempo om het enorme energieverbruik van nu op te vangen. Dat geldt voor windmolenparken met hun mindere ren-dement eens te meer. Bovendien wil niemand ze in zijn buurt. Toch heeft de Sociaal Economische Raad het aangedurfd om een Nationaal Energieakkoord te sluiten dat voor 2050 voorziet in een energieneutrale gebouwde omgeving. Als zo de enorme ruimtelijke energieverspilling wordt vermeden, hoeft daarvoor im-mers ook niet meer te worden geproduceerd. Vanwege de kleinschaligheid laat de installatie van zonnepa-nelen zich prachtig meenemen in de grootscheepse renovatie en isolatieopgave van bestaande gebouwen waartoe we gedwongen worden. En die kan voor nog meer rendement ook nog gecombineerd worden met aanleg van groene daken. Door zonnepanelen en groen te laten meeliften zijn het tempo en het resultaat van die operatie dus alleen maar gunstiger. En daar kan echt niemand tegen zijn.

Is het niet al te laat? Moeteen we niet toch terugvallen op windmolens en, in het ergste geval, gas? Dat is een kwestie van het proces versnellen. Tijd winnen kan door uitgekiende maatregelen, zoals herintroductie van het lage btw-tarief, het renovatiesubsidiefonds, zachte leningen als voorfinanciering, milieu-investeringsaf-trek, een solide teruglevertarief enzovoort. We worden er zo nog sneller beter van. Het schrikbeeld van nog meer windmolenparken als terugvaloptie kan zelfs een extra prikkel zijn om er nog een schepje bovenop te doen. Misschien wel zoveel dat aftandse bestaande turbines al kunnen worden opgeruimd. In het water gaan ze maar een jaar of twintig mee. We krijgen er immers het oude landschap voor terug. Wordt land-schapsarchitectuur toch weer een mooi vak. En ons perspectief op een estuarium wordt niet door een verdere zeespiegelstijging verstoord. Niet realistisch? Men moet wel. De bouwwereld staat in ieder geval klaar om deze megaklus met nieuwe renovatieconcep-ten te klaren, zo laat Bouwend Nederland weten. Zo kaatsen we nu eens energieaanspraken naar het oude land terug. Waar wachten we nog op?

Weer terugkaatsen!

29I Jsse lmeerber ichten 2016/1

Column Marten Bierman

Page 30: IJsselmeer · 2020-01-01 · IJsselmeer winter 2016 berichten n i e u w s en i n f o rmatie ov r de b sch e r mi ng van iJ s elm r n M a r k e m r Algemene Ledenvergadering zaterdagmiddag

Begin jaren vijftig bladerde ik regelmatig in zware, bruine boek-banden met afleveringen van De Prins der geïllustreerde bladen uit het tweede decennium van de twintigste eeuw. Het tijdvak zal altijd getekend blijven door de Eer-ste Wereldoorlog, die uiteraard pas veel later zo werd genoemd. In De Prins stonden dan ook regelmatig reportages over La Grande Guerre, inclusief foto’s. Een daarvan zal ik nooit vergeten. De opname, gemaakt aan het westelijk front, toont een brede, onverharde bos-weg met aan beide zijden gewon-den in de berm. De laatste zin van het bijschrift blijft me altijd bij: ‘Let op het fraaie doorzicht.’ Andere geïllustreerde berichtgeving, met destijds in Nederland onge-twijfeld nog meer lading, betrof de situatie op de zuidwestkust van de Zuiderzee gedurende de eerste maanden van 1916. Ik herinner me daarvan geen herkenbare personen,

wel de talloze ganzen en eenden die in Wa-terland blijkbaar wer-den gehouden voor de voedselleverantie aan Amsterdam. Ook zijn veel dienst-plichtige militairen zichtbaar. Dankzij de mobilisatie konden zij snel worden ingezet voor hulp.Met Waterland raakte ik rond 1950 bekend

door autoritten vanuit Heemstede met mijn vader. Er waren nog geen tunnels, dus namen wij via Spaarn-dam de pont vanuit Buitenhuizen naar Assendelft en reden van daar-uit naar Volendam. Met mijn eigen auto maakte ik in de jaren zestig kennis met plaatsjes als Durgerdam en Ransdorp, waarvan ik me nu – vanuit West-Friesland – de relatief lage dijken herinner.In 1971 betrokken mijn vrouw en ik aan de Gouwe in Hoogwoud een voormalige kaasfabriek, die stamt uit 1899. De Gouwe is de naam voor dat deel van een weg en de daarnaast gelegen veenstroom die binnen de vroegere gemeente Hoog-woud liggen. Naar het westen loopt de weg in Aartswoud naadloos over in de Zuiderzeestraat. Aartswoud lag in de Middeleeuwen eerst aan het Ouderlandentocht en daarna aan het Wieringermeer, dat wil zeggen aan de Zuiderzee. Aan De Gouwe staat nog een dubbele stolp-

boerderij met op een gevelsteen een tweemaster. De eigenaar was zowel agrariër als handelaar. Op de plaats waar ons pand staat heeft tot in de dertiende eeuw een kerkje gestaan. In 1282 werd het met een deel van de omgeving afgebrand door Floris V uit wraak voor de moord op zijn vader graaf Willem II. Deze was in 1256 gesneuveld in de nabijgelegen Berkmeer, waarna de West-Friese boeren zijn lijk verstopten. Floris trof het stoffelijk overschot aan in een stolp in Hoogwoud achter de haardplaat. Op anderhalve kilometer van ons huis werd op ongeveer 100 meter van de weg in 1989 door het ROB het skelet gevonden van een vrouw – het woifie van Sijbekarspel – die daar 4500 jaar geleden aan haar eind was gekomen.In het boek In de ban van de dijk met als ondertitel De Westfriese Omringdijk (Hoorn 1974) van J.J. Schilstra lezen we: ‘De onderwer-ping van de West-Friezen kwam waterstaatkundig juist op tijd. Zonder die onderwerping en de aanhechting van het eiland West-Friesland aan Holland d.m.v. de Rekerdam en de Schardam (1315), zonder het nieuwe gezag met meer macht en grote steun van het ach-terland – tot Delfland toe – zou het waddengebied zich tot Amsterdam toe verder hebben uitgebreid.’ In dit boek hoopte ik antwoord te krijgen op de vraag waarom West-Friesland in 1916 gespaard bleef, maar ik

Van ‘het woifie’ van Sijbekarspel, die 4500 jaar geleden aan haar eind was gekomen, graaf Willem ii en waarom West-Friesland in 1916 gespaard bleef.

column en foto van Lex Wapenaar

1916

Schilderij Johan van Mastenbroek: overstroming Waterland 1916.

30 I Jsse lmeerber ichten 2016/1

Page 31: IJsselmeer · 2020-01-01 · IJsselmeer winter 2016 berichten n i e u w s en i n f o rmatie ov r de b sch e r mi ng van iJ s elm r n M a r k e m r Algemene Ledenvergadering zaterdagmiddag

kwam niet verder dan de omstan-digheid dat West-Friesland hoger ligt dan Waterland en de volgende gebeurtenis: ‘Op 5 november 1675 brak tijdens de Allerheiligenvloed de Westfriese Omringdijk door bij Schardam (ten zuiden van Hoorn). Aan de buitenkant van het gat werd met mankracht een dubbele ring van palen geslagen. De tus-senruimte werd opgevuld met wier, stro, hooi en rijshout. Op de dag van de dankdienst, drie weken later,

werd de reparatie geslecht door een nieuwe storm. Daarop plaatste men een driedubbele rij palen die gelukkig afdoende bleek. Vanaf het monument heeft men landinwaarts een mooi uitzicht op het meertje (De Weel).’Naar het oosten loopt de weg en vroeger de veenstroom door in de richting van Hoorn, waarvan de oudste restanten van bewoning uit circa 1200 stammen. Volgens de Hoornse geschiedschrijver Velius is

Hoorn ontstaan in de veertiende eeuw bij de monding van De Gouw, die via een sluis en overtoom bij het huidige Rode Steen uitmondde in de Zuiderzee. Inderdaad duikt in Hoorn een vrij brede gelijknamige winkelstraat op. In Het Statenloge-ment in Hoorn (Hoorn 2001) schrijft C. Boschma-Aarnoudse: ‘Al snel was men genoodzaakt de Gouw, waarop de huizen hun secreten loosden, te overwelven.’ Ik vind het een prachtig woord!

Het 4500 oude 'woifie Sijbkarspel' wordt ingepakt in vers-houdfolie (foto Lex Wapenaar).

31I Jsse lmeerber ichten 2016/1

Page 32: IJsselmeer · 2020-01-01 · IJsselmeer winter 2016 berichten n i e u w s en i n f o rmatie ov r de b sch e r mi ng van iJ s elm r n M a r k e m r Algemene Ledenvergadering zaterdagmiddag

Financiële toekomst van de iJsselmeerverenigingeen grote meerderheid koos voor optie drie: ga overleggen over een lagere bijdrage aan Stichting het blauwe hart en blijf actief in het samenwerkingsverband.

Uitslag ledenraadpleging

Naar aanleiding van deze uitspraak en een verwacht negatief exploitatiesaldo voor het jaar 2015 besloot het bestuur om in de concept begroting 2016 vooralsnog de Blauwe Hart-bijdrage van 15.000 euro te verlagen naar 10.000 euro en om ook in de budgetten voor communicatie en be-stuurskosten 3000 euro te bezuinigen. Op een begroting van 25.000 euro vond het bestuur een bijdrage van 15.000 euro aan

Stichting Het Blauwe Hart echt te hoog. Meegewogen werd dat de IJsselmeerver-eniging als het gaat om vrijwilligerswerk al een grote bijdrage levert. Gezien het enorme verschil in financiële omvang met de overige Blauwe Hart-partners pleit de IJsselmeervereniging voor een bijzondere positie bij de contributies. Met de genoem-de bezuinigingen zou de vereniging weer een enigszins gezonde exploitatie moeten krijgen. Als er sprake is van meevallende contributie-inkomsten bij de IJsselmeerver-eniging, zou de bijdrage aan Het Blauwe Hart heroverwogen kunnen worden.Daarnaast start het bestuur een actie onder de leden om ‘slim schenken’ (schenken met belastingvoordeel) mogelijk te maken. Ook wordt een crowdfunding georganiseerd om

de extra kosten van het juridisch verweer tegen de komst van windmolenparken in het IJsselmeer mogelijk te maken. Een schenking van de Stichting Muider Hardzeildagen voor een onderwijsproject blijft op de balans beschikbaar voor dit inmiddels in uitvoering gebrachte project. Over al deze zaken zullen de leden en Stichting Het Blauwe Hart binnenkort nader worden geïnformeerd. Een nieuwe begroting wordt op de ledenvergadering op 12 maart 2016 besproken en aldaar vastgesteld door de leden.

Kees Schouten

Het afgelopen jaar is de omvang van de website van de IJsselmeervereniging behoorlijk toegenomen. Voor menigeen is het inmiddels een bibliotheek en kan men via de optie Zoeken enorm veel historie terugvinden in het archief. Zo is er bij de optie Het IJsselmeergebied het onderdeel Beleidsdocumenten toegevoegd, waarin de kenners behoorlijk kunnen ‘grasduinen’ (zich in de materie kunnen verdiepen).

Worldwide IJsselmeer: website van de iJsselmeerverenigingVerenigingen als de iJsselmeervereniging kunnen niet meer zonder website. toch is dat gemakkelijker gezegd dan gedaan, want alles moet voor weinig geld en geheel en al door vrijwilligers worden gedaan. Zoals menigeen weet is het dagelijks onderhouden van een website iets wat kennis en discipline vergt en ook veel tijd kost. Onze man achter de knoppen (die liever op de achtergrond blijft) is rini Kikkert, webmaster.

De website wordt ook door steeds meer mensen bezocht. Daaronder bijvoorbeeld scholieren die voor hun profielwerkstuk informatie zoeken over het IJsselmeer-gebied, maar ook veel lezers van onze nieuwsbrief die meer willen weten. Leden/lezers kunnen ook reageren via de website. Zo vindt er regelmatig een leden- of achterbanraadpleging plaats die het bestuur heel veel informatie geeft

over de vraag wat er leeft. U kunt van ons aannemen dat wij deze reacties zeer ter harte nemen. Maar ook de mailbox [email protected] weten velen steeds vaker te vinden voor een willekeurig be-richt aan het bestuur van de vereniging.We willen leden/lezers de kans geven hun enthousiaste ervaring en belevenis op en rond het IJsselmeer, Markermeer en Randmeren met ons en andere lezers te delen. De beste verhalen zullen we daarom opnemen op de website. We zijn benieuwd!In 2015 zijn we ook begonnen met korte en informele berichten via Facebook, dus houd dit in de gaten: facebook.com/ijsselmeervereniging. Zit u op Facebook, klik dan even bij IJsselmeervereniging op de link rechts bovenaan.

Bezoekers van de ledenvergadering van de IJsselmeervereniging tijdens de pauze. (foto Jeroen Determan)

Rini Kikkert

(foto: Sipke Baarsma)

32 I Jsse lmeerber ichten 2016/1