4
Korte omschrijving: Doelstellingen: IK BEN ·DE BAAS Een leuk liedje met een pakkend melodietje daar start je mee. De tekst sluit naadloos aan op het thema dat aan de orde is en gedurende het verdere verloop van de les speel je daarop in. Met allerlei eenvoudig materiaal en klein slagwerk maak je van de klas een heus orkest. De leerlingen spelen om de beurt de rol van dirigent. Leiden en zich laten leiden: een hele ervaring waarover nadien beslist veel te vertellen valt. • Ontwikkelingsdoelen - Eindtermen: ET 2.4.: De leerlingen kunnen genieten van zingen en musiceren en dit gebruiken als impuls voor nieuwe muzikale spel ideeën of andere aanverwante expressiewijzen. • Leerplandoelen: De leerlingen kupnen actief deelnemen aan het groepsmusiceren en zich aanpassen aan de eisen van het samenspel. VVKBaO OVSG GO 5.7./13.2.: De kinderen 111-23./ 4.: De kinderen 2.4.e.: 2de graad: kunnen actief kunnen een lied inwendig voorstellings- deelnemen aan het inwendig zingen vermogen aanspreken groepsmusiceren en (op aangeven met bij het laten dirigeren zich aanpassen aan de afgesproken tekens). door de leerlingen. eisen van het samenspel. 5.1./ 4.2.: De kinderen kunnen bij het musiceren verschillende rolverdelingen herkennen en toepassen. • Aandachtspunten: Tijdens het aanleren van het lied geef je al voldoende ritmische impulsen om het 'or- kestspel' nadien vlot op gang te kunnen trekken. Een geleidelijke opbouw is ruim- schoots te verkiezen boven een plotse instructie. De tekst kan als partituur dienen als je hem downloadt in de versie van het boek. • Suggesties voor alternatieve doelstellingen: SV1.5.: De leerlingen kunnen bij groepstaken leiding geven en onder leiding van een medeleerling werken. 13611 THEMA 10: ACTIVITEIT 1- IK BEN DE BAAS

IK BEN ·DE BAAS - mariebogaert.com · Voldoende klein slagwerk en eenvoudige materialen om iedereen aan het orkest te laten deelnemen, een dirigeerstokje (een Chi-nees eetstokje

  • Upload
    lemien

  • View
    215

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Korte omschrijving:

Doelstellingen:

IK BEN ·DE BAAS

Een leuk liedje met een pakkend melodietje daar start je mee. De tekst sluit naadloosaan op het thema dat aan de orde is en gedurende het verdere verloop van de les speelje daarop in. Met allerlei eenvoudig materiaal en klein slagwerk maak je van de klaseen heus orkest. De leerlingen spelen om de beurt de rol van dirigent. Leiden en zichlaten leiden: een hele ervaring waarover nadien beslist veel te vertellen valt.

• Ontwikkelingsdoelen - Eindtermen:ET 2.4.: De leerlingen kunnen genieten van zingen en musiceren en dit gebruiken alsimpuls voor nieuwe muzikale spel ideeën of andere aanverwante expressiewijzen.

• Leerplandoelen:De leerlingen kupnen actief deelnemen aan het groepsmusiceren en zich aanpassenaan de eisen van het samenspel.

VVKBaO OVSG GO5.7./13.2.: De kinderen 111-23./4.: De kinderen 2.4.e.: 2de graad:kunnen actief kunnen een lied inwendig voorstellings-deelnemen aan het inwendig zingen vermogen aansprekengroepsmusiceren en (op aangeven met bij het laten dirigerenzich aanpassen aan de afgesproken tekens). door de leerlingen.eisen van het samenspel.5.1./ 4.2.: De kinderenkunnen bij hetmusiceren verschillenderolverdelingenherkennen en toepassen.

• Aandachtspunten:Tijdens het aanleren van het lied geef je al voldoende ritmische impulsen om het 'or-kestspel' nadien vlot op gang te kunnen trekken. Een geleidelijke opbouw is ruim-schoots te verkiezen boven een plotse instructie. De tekst kan als partituur dienenals je hem downloadt in de versie van het boek.

• Suggesties voor alternatieve doelstellingen:SV1.5.: De leerlingen kunnen bij groepstaken leiding geven en onder leiding vaneen medeleerling werken.

13611 THEMA 10: ACTIVITEIT 1 - IK BEN DE BAAS

Materiaal en ruimte:

Sluit aan bij:

Lesverloop:

Eenvoudig: cd-speler, cd 5A, track 46 en 47. Voldoende klein slagwerk en eenvoudigematerialen om iedereen aan het orkest te laten deelnemen, een dirigeerstokje (een Chi-nees eetstokje is prima), indien mogelijk: een muziekstandaard, de tekst van het lied metaanwijzingen (zie boek)Avontuurlijk: idemRuimte: klaslokaal of een andere geschikte ruimte

De taallessen van dit thema.De les bewegingsexpressie bij dit thema: activiteit 3: Doe maar mee.

eenvoudigDeel 1: het lied aanlerenLeer het lied aan op de klassieke manier. De kern van de les is immers deel 2.• Luisterfase: Zing het lied voor met de begeleidingstrack of met het koor. Doe dat

een aantal keren totdat de melodie en het ritme in het oor van de leerlingen zitten. Geefondertussen opdrachten om de aandacht erbij te houden. Bijvoorbeeld:- Na zangbeurt 1: Wat heb je van de tekst onthouden? Waarover gaat dit lied?- Na zangbeurt 2: Let erop hoe dikwijls IK in de tekst voorkomt.- Bij zangbeurt 3: Steek je hand op telkens wanneer IK in de tekst voorkomt. Dat is bij

het begin van elk muzikaal zinnetje.- Begeleiding 1: *: de leerlingen tikken de IK mee op de bank om het begin van de ver-

schillende zinnetjes aan te geven.• Zingfase: De leerlingen zingen het lied gedeeltelijk mee, terwijl jij de moeilijkste stuk-

jes voor je rekening blijft nemen. Zing desnoods mee met de cd.- Delegeer eerst: "Ik sta hier en jij staat daar, en dat is maar goed."- Delegeer vervolgens: "Ik ben het opperhoofd, ikke, ik alleen ... rr

- Zing het lied met de leerlingen helemaal door.• Oefenfase: Oefen het lied verder in tot de leerlingen het helemaal onder de knie

hebben.- Wisselzang per muzikaal zinnetje: leerkracht / klas / leerkracht ... enz.- Merk op dat je nu een andere indeling volgt, namelijk die van de slash: / per muzi-

kale zin dus.- Herhaal dit tot de structuur van het lied goed gekend is.- Begeleiding 2: Laat een tik geven na elke zin:

Structuur:voorspelA/A/BC/BD/tussenspelA/A/BC/BD/naspel.

• Verwerkingsfase: Als voorbereiding op deel 2 las je enige begeleiding in.- De leerlingen zingen het lied. Ondertussen tikken ze op de bank of klappen ze in

de handen een ostinato (steeds hetzelfde ritme), namelijk elke tel (het ritme) terwijlze zingen.

- Idem, maar nu klappen ze alleen de sterke tellen (het metrum) mee.

THEMA 10: ACTIVITEIT 1 -IK BEN DE BAAS 11137

- Begeleiding 3: Duid een zanggroep en een begeleidingsgroep aan. De zanggroepzingt en klapt het metrum; de begeleidingsgroep tikt een nieuw ostinato, namelijk"IK BEN HET OPPERHOOFD", gedurende het hele lied.

- De groepen wisselen.- Begeleiding 4: Je gaat op dezelfde manier te werk, maar nu slechts om het zinnet-

je een nieuw ritme: "IK BEN DE BAAS".- Als alles goed gaat, kun je nu met lichaamsinstrumenten de verschillende soorten

begeleiding samen laten uitvoeren. Gebruik verschillende geluiden: in de handenklappen / op de dijen kletsen / met de voeten stampen / op de bank tikken enz.Hoe verschillender de geluiden, hoe mooier de begeleiding.

Tip: Laat de leerlingen in de mate van het mogelijke altijd meezingen. Hoe beter datlukt, hoe muzikaler de leerlingen worden (zijn).

• Voorbereiding van deel 2:- Deel de instrumenten uit aan de vier groepen en probeer de soorten begeleiding uit.

Neem ze eerst een voor een, dan twee samen, dan vier samen.- Na een speelbeurt van het volledige lied laat je de leerlingen van instrument wisse-

len, zodat ze uiteindelijk allemaal alle soorten begeleiding gespeeld hebben

Deel 2: spelen met het liedUiteraard moeten de leerlingen het lied goed kennen alvorens je met de verwerkings-fase kunt starten. De instrumentale begeleiding cd 5A track 46 kan een hulp zijn indiennodig.• Organisatie: Een dirigent (een leerling), een orkest (de rest van de klas), iemand die de

cd-speler bedient (jij).• Materiaal: Om het 'echt' te maken zou je vooraan in de klas een muziekstandaard kun-

nen zetten met daarop de tekst en de begeleiding. Een geïmproviseerd dirigeerstok-je maakt het plaatje compleet. Iedereen in de klas krijgt een instrument dat behoort toteen van de begeleidingsgroepen.

• Opdracht van de dirigent: De begeleidingsgroep(en) met een duidelijk teken te ken-nen geven dat z~ kunnen beginnen en de begeleiding met een duidelijk teken ook weerdoen stoppen.

• Doel: leiding durven en kunnen nemen versus leiding willen en kunnen ondergaan.~Meestal is deze oefening voor de leerlingen een hele ontdekking. Ze zullen behoor-lijk wat aflachen, want het is niet zo evident als het lijkt.Tip: Zie je wat aarzeling bij een' dirigent' of weet je dat het een schuchtere leerling is,ga dan naast hem staan om hem te steunen. Grijp zo weinig mogelijk in, maar laat nie-mand 'verdrinken'. Het moet een aangename ervaring blijven.

• Belangrijk: Gebruik geen nieuwe vormen van begeleiding in dit deel. Het is al moei-lijk genoeg. Als je de voorbereiding in deel 1 grondig hebt aangepakt, dan wordt hetbeslist een geslaagde oefening, waaraan de leerlingen veel plezier zullen beleven.

Groep 1: ritmische begeleiding: het sterretje*: een tik op een triangel; iets wat op eenbelletje lijkt en een fijne klank geeft; in het beste geval cinellen. Deze groep heeft be-lachtige instrumenten.Groep 2: ritmische begeleiding: de slash /: een mooie slag op de cimbaal (niet te luid) oftwee cimbalen tegen elkaar (zachtjes) . Deze groep heeft potdeksels, metalen voor-werpen die lang en fijn klinken.Groep 3: ritmische begeleiding 3: ostinato (steeds weer herhalen, het hele liedje door)tik het zinnetje IK BEN HET OPPERHOOFD

Ik ben het op - per - hootd...,

Gebruik ritmestokjes. Chinese eetstokjes ...; in het beste geval trommelstokken.1ik in-dien nodig op de bank of de rugleuning van een stoel. Een houtblokje is ideaal. Dezegroep heeft stokjes of iets anders om mee te tikken

13811 THEMA 10: ACTIVITEIT 1 - IK BEN DE BAAS

1!J

I

Groep 4: ritmische begeleiding: wisselend een zinnetje meespelen, een zinnetje niet spelentik het zinnetje IK BEN DE BAAS

Ik ben de baas. __

Gebruik een donkere klank: met de vlakke hand op de bank of op een grote doos slaan...; in het beste geval met een zachte klopper op een grote trom. Deze groep heeftdonker klinkende slaginstrumenten of dozen.

Deel 3: ervaringen uitwisselen• In dit deel van de les geef je de leerlingen de kans om te verwoorden hoe ze zowel

hun rol als orkestlid als hun rol als dirigent hebben ervaren. Elke rol heeft zijn moeilijk-heden: samen beginnen met een hele groep kan pas als de 'inzet' goed wordt gege-ven, maar dat is helemaal niet eenvoudig.

• Vonden de leerlingen het leuk? Wat hebben ze ervan geleerd?

Lesverloop: avontuurlijkWat hierboven netjes en duidelijk is uitgeschreven, kun je ook overlaten aan de inventi-viteit van de leerlingen. In dat geval geef je hen de verschillende vormen van begeleidingniet, maar laat je hen zoeken, met vallen en opstaan. Let er wel op dat de leerlingen nietmet 'onmogelijke' ritmische patronen komen aanzetten. Als ze gedurende een hele stro-fe een ritme goed kunnen volhouden, zit het wel snor.• Verdeel de klas in groepjes van drie à vier als het lied goed gekend is.• Laat in elke groep minstens één leerling de steuntijd (het metrum) meetikken.• Speel het lied in de instrumentale versie en laat de leerlingen in de groepjes zachtjes

meezingen.• Geef als hint dat de woorden dikwijls al een mooi, bruikbaar ritme bezitten. Dat moe-

ten ze niet zelf uitvinden.Tip: Om dat duidelijk te maken, geef je even een voorbeeld en laat je dat door dehele klas uitproberen, bijvoorbeeld: Baas, Baas, IK ben de baas (muzikale transcriptie).

• Uitproberen met de hele groep.• Uitvoeren met de diverse mogelijkheden.• Laten dirigeren door de 'componisten' van de begeleiding.

Variatie / Verdieping / Tips / Suggesties:Dirigenten heb je in alle soorten en maten. Sommigen zijn echte wereldsterren (ZubinMehta, Von Karajan, Georg Solti, Bruno Walter); anderen werken met de dorpsharmo-nie in stille onbekendheid, maar zijn voor de muziektraditie wellicht van een nog groterbelang.• Een militaire muziekkapel wordt (werd) geleid door een tamboer-majoor, de man

met de grote blinkende stok.• Een orkest wordt geleid door een dirigent. Die heeft een dirigeerstokje.• Een koorleider dirigeert het koor met zijn handen.• In kleine ensembles speelt de dirigent mee. Hij dirigeert met hoofd, handen en al

wat hij toevallig vrij heeft om mee te bewegen. Dat is trouwens erg mooi om te vol-gen.

TH E M A 1 0: ACT I V I TEl T 1 - I K BEN D EBA A S 11139