16
>> Technologie en welzijn: een blik op de toekomst “Geneeskundige behandelingen moeten persoonlijker worden” en “een doorgedreven samen- werking op verschillende vlakken is een noodzakelijke vereiste om de technologie te ontwikke- len die dit kan waarmaken”. Twee belangrijke stellingen die naar voor kwamen tijdens IMEC’s Vlaamse Bedrijvendag (IVB). Een aantal gerenommeerde sprekers stelde hun technologieën en visie op de toekomst voor en toetsten als afsluiting van de dag elkaars meningen tijdens een paneldiscussie. lees meer op pagina 3 >> De mens van de toekomst eet functionele voeding lees meer op pagina 7 >> MINT-project goedgekeurd lees meer op pagina 10 >> IMEC verwelkomt innovatiebus lees meer op pagina 10 >> Twee werelden, een toekomst lees meer op pagina 11 >> Uniek kennisplatform rond multimedia lees meer op pagina 12 N° 18 - viermaandelijks / januari 2005 INTERCONNECT

imec InterConnect 18 (januari 2005)

  • Upload
    imec

  • View
    225

  • Download
    1

Embed Size (px)

DESCRIPTION

'InterConnect' is de communicatielink tussen imec en Vlaamse bedrijven. Het viermaandelijkse (gratis) magazine laat bedrijven en imec-onderzoekers aan het woord.

Citation preview

>> Technologie en welzijn: een blik op de toekomst“Geneeskundige behandelingen moeten persoonlijker worden” en “een doorgedreven samen-werking op verschillende vlakken is een noodzakelijke vereiste om de technologie te ontwikke-len die dit kan waarmaken”. Twee belangrijke stellingen die naar voor kwamen tijdens IMEC’sVlaamse Bedrijvendag (IVB). Een aantal gerenommeerde sprekers stelde hun technologieën envisie op de toekomst voor en toetsten als afsluiting van de dag elkaars meningen tijdens eenpaneldiscussie.

lees meer op pagina 3

>> De mens van de toekomst eet functionele voeding

lees meer op pagina 7

>> MINT-project goedgekeurdlees meer op pagina 10

>> IMEC verwelkomt innovatiebuslees meer op pagina 10

>> Twee werelden, een toekomstlees meer op pagina 11

>> Uniek kennisplatform rond multimedialees meer op pagina 12

N° 18 - viermaandelijks / januari 2005

INTERCONNECT

2.

Ongetwijfeld heb je bij de overgang van oud naar nieuw ook getoost op eengelukkig 2005 en heb je je vrienden en familie een oude volkswijsheidmeegegeven:“Een goede gezondheid en de rest volgt vanzelf ”. Een goedegezondheid is inderdaad de basis van alles en wordt zelfs een echte trend.Vijfjaar geleden werd reeds voorspeld dat healthcare een ware hype zou worden.Het is inderdaad zover. Kranten en magazines puilen uit van tips en initiatievenom gezonder te gaan leven. Scholen promoten gezonde voeding via hetafschaffen van snoep- en frisdrankautomaten en het invoeren van fruitdagen.Antirookcampagnes beginnen hun vruchten af te werpen. Maar ook politiekeinitiatieven om de kosten voor gezondheidszorg te doen dalen, hebben delaatste maanden de krantenkoppen meer dan eens gehaald. Eerst was er hetkiwimodel om de kosten van medicijnen te verminderen. Intussen is ook hetveteranenmodel op de proppen gekomen. Dit succesvolle model vanelektronische patiëntendossiers zou niet alleen de kosten doen dalen maar zouook tot een efficiëntere gezondheidszorg moeten leiden. Dit is maar eenaanloop naar wat technologie allemaal voor je gezondheid kan betekenen. Indeze InterConnect lichten we een tipje van de sluier van waar wetenschappers,technologen en elektronici aan werken om de gezondheid en uiteindelijk ookhet welzijn van mensen te verbeteren. Zo kan je lezen hoe je met functionelevoeding allerlei beschavingskwaaltjes kan voorkomen. Misschien denk je dat ditniets voor jou is, maar ongetwijfeld heb je al yoghurtjes, vruchtensappen ofkoekjes verorberd die de weerstand verhogen, cholesterol verlagen of meerenergie geven. Het zal ons in de toekomst aan niets ontbreken om via onzevoeding een optimale gezondheid te krijgen. Moest je toch nog ziek worden,zoals je deze winter misschien al ervaren hebt, dan zullen nieuwe doorbrakenin de medische en farmaceutische industrie je het leven aangenamer maken.Meer en meer slaan technologen, medici en elektronici de handen in elkaar.Door deze verschillende werelden samen te brengen zullen geneeskundigebehandelingen persoonlijker worden. Ook zullen diagnoses sneller kunnengebeuren en dikwijls in de aangename thuissfeer. Protheses, implantaten,nieuwe therapieën, … allerhande wegen worden geëxploreerd om kwaaltjes,ziektes en ongemakken op te lossen. In deze InterConnect laten we deverschillende werelden aan het woord. Ze werken allemaal naar hetzelfde doel:een langer leven, maar vooral een aangenaam en kwaliteitsvol lang leven.

Veel leesplezier in de wondere wereld van voeding, medicijnen, geneeskundeen … technologie.Wij maken er alvast een gezonde start van en wensen jullieeen gezond en heel gelukkig 2005!

Het InterConnect team

Katrien MarentCorporate Communication Manager

Woord voorafColofon

Verantwoordelijke uitgever:Prof. Gilbert Declerck

Redactie: Els PartonKoen Snoeckx

Werkten mee aan dit nummer:Benny GraindourzeLieven LagaeErwin LamotWim LaureynFreddy LibrechtNoel ParmentierSteven SandersPaul SixKamran VahediAlex ValckeStephan Van den BrouckeKris Van de VoordePeter Van GerwenTheo VerripsStaf Van ReetJan Wauters

Voor meer informatie:Katrien MarentCorporate CommunicationsIMEC vzwKapeldreef 75B-3001 LeuvenTel: 016/28 18 80Fax: 016/28 16 37E-mail: [email protected]

www.imec.be

Alle rechten voorbehouden. Niets uitdeze uitgave mag worden verveelvou-digd, opgeslagen in een geautomatiseerdgegevenbestand, of openbaar gemaakt,in enige vorm of op enige wijze, hetzijelektronisch, mechanisch, door fotoko-pieën, opnamen of enig andere manier,zonder schriftelijke toestemming van deuitgever. Contactpersoon: KatrienMarent (tel: 016/ 28 18 80).

3.

Technologie en welzijn: een blik op de toekomst

T E C H N O L O G I E I N D E K I J K E R

“Geneeskundige behandelingen moeten persoonlijker worden” en “een doorgedreven samenwerking op verschillende vlakken is

een noodzakelijke vereiste om de technologie te ontwikkelen die dit kan waarmaken”.Twee belangrijke stellingen die naar voor kwa-

men tijdens IMEC’s Vlaamse Bedrijvendag (IVB) in december 2004. Een aantal gerenommeerde sprekers stelde hun technologieën en

visie op de toekomst voor en toetsten als afsluiting van de dag elkaars meningen tijdens een paneldiscussie.

Evoluties in de medische sectorAlle sprekers waren het eens met de stelling van Johnson& Johnson topman Staf van Reet: “Er is de laatste jaren eenenorme vooruitgang geboekt op het gebied van kennisover het menselijk lichaam, maar het glas is halfvol. Er isnog een tiental jaar nodig voor we deze kennis kunnenverzilveren.” De vice-president van de Corporate Office ofScience and Technology gaf in zijn presentatie een overzichtvan de trends en technologische ontwikkelingen in degeneeskunde en welzijnssector. Andere sprekers pikten ermaar al te graag op in met een gedetailleerde uiteenzettingover hun vakgebied.

Gentherapie is een eerste gebied waarvan in de toekomstveel verwacht wordt. Het doel van deze behandeling is hetneutraliseren van een defect gen of het vervangen dooreen intacte versie ervan. De nog jonge technologie bewijstal zijn nut bij bijvoorbeeld de behandeling van de immuun-ziekte adenosine deaminase (ADA) deficiëntie. Ten gevolgevan een genetisch defect produceren patiënten met dezeaandoening het ADA-enzyme niet meer, wat leidt tot eenernstig verzwakt immuunsysteem en dus een verhoogdegevoeligheid voor infecties. Door een intacte kopie van hetADA-gen in te brengen, kan de ziekte genezen worden.ADA-deficiëntie was de eerste aandoening waarvoor gen-therapie goedgekeurd werd, omdat ze veroorzaakt wordtdoor een defect in slechts een gen, dat bovendien altijd‘aan’ staat en dus geen complexe regulering heeft. Dit isdankbaar, maar jammer genoeg zeer uitzonderlijk. Demeeste andere genetische aandoeningen zijn afhankelijk vanmeerdere genen die vaak wel op een complexe maniergereguleerd zijn. En dan gaat het nog niet over de vele aan-doeningen die daarbovenop afhankelijk zijn van factoren uitde omgeving. Voor deze aandoeningen in aanmerkingkomen voor gentherapie, moet onze kennis over genfunc-ties aanzienlijk toenemen, alsook over de invloed van

omgevingsfactoren op genetische ziektes. En zelfs dan staatgentherapie nog voor een enorme uitdaging, want zelfs bijhet relatief eenvoudige ADA-geval ontwikkelden een aantalpatiënten tumoren doordat het gen zich op een verkeerdeplaats in het genoom nestelt. De huidige vectoren (stukjesDNA waarmee genen ingebracht worden) kunnen immersnog niet exact bepalen waar een gen terecht zal komen endus is er ook op dat vlak nog werk aan de winkel.

Een niveau hoger dan genen en DNA bevinden zich onzecellen. Stamcelonderzoek, en cel- en weefselengineering zijndomeinen die ook enorm in ontwikkeling zijn. Het komt er daarbij op aan om lichaamseigen cellen of weefsels tegebruiken voor medische doeleinden. Dit kan een antwoordbieden op het wereldwijd tekort aan donoren en geeftbovendien meer kans op een succesvolle ingreep doordater geen risico is op afstoting. Er zijn aantoonbare successen in het bestrijden van tumo-ren door celengineering. Zo is het mogelijk om witte bloed-cellen af te nemen en in het labo te selecteren of te pro-grammeren op tumorbestrijdende werking. Door ze ver-volgens te vermenigvuldigen, vormen ze een effectieve aan-valslinie die in het lichaam, of rechtsreeks in de tumor, kangeïnjecteerd worden. Ook op het vlak van weefsels zorgenhuid- en kraakbeentransplantaties voor dagelijkse voorbeel-den van succesvolle ingrepen.Maar ook hier blijven nog veel mogelijkheden open. Zo ishet opgroeien van meer complexe weefsels en organenmet behoud van hun functionaliteit een volgende horde diemoet genomen worden. Het gebruik van stamcellen kanhierbij een veelzijdige oplossing bieden. Dit zijn immerscellen die nog geen definitieve functie hebben en dus intheorie kunnen geprogrammeerd worden tot eenderwelke lichaamscel. Maar naast de ethische discussie overembryonale stamcellen, moeten ook op technologisch vlaknog een aantal drempels overwonnen worden om de ver-

4.

menigvuldiging en differentiatie van stamcellen onder con-trole te krijgen.

Alweer een trapje hoger dan cellen en weefsels, bevindenzich de organen en ledematen. Ook op het vlak van pro-thesen en implantaten is een enorme technologische voor-uitgang merkbaar. Waar nog niet zo lang geleden prothe-sen een zuiver passieve functie hadden (steunelementen,hartkleppen...), krijgen ze meer en meer een actieve rol.Zo hebben van elk miljoen Europeanen er ongeveer vier-honderd een pacemaker ingeplant. Daarenboven is eenduidelijke convergentie zichtbaar tussen de mechanische enbiologische eigenschappen van de prothesen en implanta-ten. De dualiteit die vroeger tussen deze twee terreinenbestond, is stilaan aan het verdwijnen, maar verbeteringenop het vlak van integratie en compatibiliteit zijn nog altijdmogelijk.Eens de technologie van implantaten en prothesen nogmeer volwassen is, zal ze ook complexe lichaamsfunctieszoals die van de lever en de nieren kunnen vervangen. Enals het eenmaal mogelijk is om op een gecontroleerdemanier signalen uit te wisselen met onze zenuwen, liggenongetwijfeld nog meer mogelijkheden open.

Geneeskunde op maatBoven op de specifieke uitdagingen en moeilijkhedenbinnen elk domein afzonderlijk, moeten al deze ontwikke-lingen nog gericht zijn op een ander doel: een meer geper-sonaliseerde behandeling van de patiënt. Prof. Dr. LievenLagae van het Universitair Ziekenhuis Gasthuisberg inLeuven opende de paneldiscussie met een belangrijke trendin de klassieke geneeskunde: “We proberen te veel - zoalswe in onze opleiding hebben geleerd - om klachten vaneen patiënt in een vakje te duwen. Afhankelijk van hetvakje stellen we dan een behandeling voor - meestal geba-seerd op medicatie - zonder ons op voorhand af te vragenof die voor de persoonlijke situatie van de patiënt demeest geschikte is. Het is natuurlijk een ongenuanceerdverhaal, want in de meeste gevallen werkt die aanpak zeergoed. Maar toch zie ik een verschuiving van groepsgerichtenaar meer patiëntgerichte diagnostiek en behandeling.”

Drie belangrijke technologieën om dit waar te maken, kwa-men aan bod op de IVB: medische beeldvorming, lichaams-netwerken en biosensoren. Technologieën die leiden naarverbeterde diagnoses en naar de patiëntendossiers dieweer heet van de naald zijn in de Vlaamse pers en politiek.

Dr. Freddy Librecht, directeur van het onderzoekscentrumvoor elektronische beeldvorming bij Agfa-Gevaert, gundeons een blik op de mogelijkheden binnen de diagnostischebeeldvorming. Naast de klassieke fotografische film enandere ‘hard-copy’ dragers schakelt de diagnostische beeld-vorming meer en meer over op digitale dragers. Dit zalalleen maar toenemen en zal ook nieuwe toepassingenmogelijk maken. Gebaseerd op digitale informatie maakt

geavanceerde software het mogelijk om beelden van ver-schillende bronnen en met verschillende informatie tecombineren om zo een vollediger zicht te krijgen op water eventueel misloopt bij de patiënt. Door voldoendeinformatie te combineren is het zelfs mogelijk om 3D-beel-den en videosimulaties samen te stellen, wat natuurlijk eenenorm voordeel oplevert tegenover de 2D-foto’s die maarvanuit een richting kunnen bekeken worden. Door allegegevens in een centrale databank te plaatsen, is het moge-lijk om een steeds vollediger beeld samen te stellen vaneen bepaalde patiënt.

Mooie prentjes zijn natuurlijk niet altijd voldoende om eenjuiste diagnose te stellen. Ook biosensoren vormen eenbelangrijke schakel in het toekomstige medische rader-werk. Zij gaan nog een stapje dieper en maken diagnostiekop moleculair niveau mogelijk. En dan komen we op hetterrein van IMEC’s onderzoek. Een biosensor brengtnamelijk biologische herkenning en elektronische aflezingsamen in een verpakte chip. De biologische herkennings-laag maakt een uiterst specifieke detectie mogelijk. Deelektronische laag eronder zorgt voor een snelle en pre-cieze verwerking van de metingen. Tussen de twee zit nogeen functionele laag die ongewenste interacties tussen debiologische en elektronische componenten voorkomt.IMEC’s onderzoek situeert zich op de verschillende vlak-ken bij de ontwikkeling van biosensoren, gaande van deoptimalisering van de biologische herkenningslaag over deontwikkeling van functionele tussenlagen tot verschillendemanieren om gegevens op de biosensor af te lezen en teverwerken.Het onderzoek laat een waaier van toepassingen open. Zois er natuurlijk het gebruik van biosensoren voor diagnosti-sche toepassingen zoals de detectie van HIV, kanker enhartinfarcten, maar kunnen biosensoren evengoed gebruiktworden voor bijvoorbeeld de kwaliteitscontrole van voed-sel. Een van de verst gevorderde toepassingen waar IMECaan bijdraagt is een biosensor voor de detectie van pro-staatspecifiek antigen (PSA). Een verhoogd gehalte aan PSAkan een indicatie zijn voor prostaatkanker en een vroegtij-dige diagnose verhoogt de kans op een succesvolle behan-deling. De biosensor die IMEC ontwikkelt, kan momenteelPSA detecteren in bufferoplossingen en wordt geoptimali-seerd om het PSA-gehalte rechtstreeks te kunnen bepalenin een druppel bloed. Momenteel zijn de beschikbare biosensoren nog relatiefduur en worden ze hoofdzakelijk gebruikt in ziekenhuizen.Op termijn is het de bedoeling dat ze voor iedereen rela-tief goedkoop verkrijgbaar zullen zijn. Net zoals je nu bij-voorbeeld strips kan kopen voor een zwangerschaps- ofurinetest.

Een laatste bron van informatie om aan het toekomstigpatiëntendossier toe te voegen, zijn de minder tastbarefysiologische parameters die we kunnen meten. Gegevensover hartslag, ademhaling en bloeddruk zijn onontbeerlijk

5.

voor een nauwkeurige diagnose. Bovendien zijn het para-meters die ook bij de preventie van kwalen een indicatiekunnen geven dat er iets misloopt in het lichaam. Eendoorgedreven monitoring van deze parameters zonder de‘patiënt’ daarbij te belasten is dus meer dan welkom. Endan komen we onvermijdelijk bij IMEC’s Human++ pro-gramma dat alweer een stap dichter staat bij de ontwikke-ling van een compleet sensornetwerk voor op het lichaam.Het nieuws van een communicatiemodule van 1 cm3 voorEEG-toepassingen is ondertussen al de wereld rondgegaan,maar de evolutie staat niet stil. Waar het eerste modelreeds de microprocessor en het radiogedeelte bevatte,stelde IMEC’s Human++ team op de IVB haar eerste volledig autonome netwerk voor. Wetenschappers demon-streerden de mogelijkheid om gelijktijdig metingen te doenvan hartslag (elektrocardiogram, ECG), hersenactiviteit(elektro-encefalogram, EEG) en spiercontractie (elektro-myogram, EMG) en om de resultaten door te sturen naareen centrale computer voor verdere analyse. Door deomvang van de geïntegreerde analoge signaalverwerkings-elektronica steeg de grootte van de EEG/ECG-sensormo-dule voorlopig tot die van een gsm-toestel. Maar ook daaris ondertussen aan verholpen door de ontwikkeling vaneen chip die deze omvangrijke componenten zal vervangen.En aangezien die chip niet groter is dan een vingernagel, zal alles binnenkort netjes passen in een kubus ter groottevan 1 cm3.Eind 2004 kwam er ook op een ander vlak een doorbraakin het Human++ onderzoek. Toen stelde IMEC een eersteprototype voor van dezelfde sensortechnologie geïnte-greerd op een 2D-drager. De ontwikkeling verloopt paral-

lel aan die van de 3D-kubus en moet uiteindelijk leidennaar een zogenaamde ‘slimme pleister’. Eens die af is, kanje hem in de zomer bijvoorbeeld opkleven om aan de handvan de gemeten UV-straling te bepalen wanneer je best deschaduw opzoekt. Maar ook dit is enkel een voorbeeld terillustratie van de vele mogelijkheden die door deze techno-logie werkelijkheid kunnen worden.

Kort samengevat zal al deze technologie langzaam maarzeker onze leefwereld binnentreden en als we tien jaarverder zijn, zullen veel dingen die momenteel sciencefictionlijken, vanzelfsprekend zijn. In elk geval zal de technologieons op meer dan een gebied het leven aangenamer makenen vergemakkelijken. Door de toegenomen hoeveelheidaan medische informatie en de betere beschikbaarheidervan zullen artsen een snellere en preciezere diagnosekunnen stellen. Gebaseerd op deze diagnose zal de voor-uitgang in de biomedische sector een meer persoonlijkebehandeling toelaten. Medicijnen zullen op meer gerichteplaatsen en beter gedoseerd toegediend worden. En losvan reeds bestaande behandelingen zal een diepgaande ken-nis van onze genfuncties en onze stofwisseling nieuwebehandelingen mogelijk maken. Bovendien zal de genees-kunde en gezondheidszorg in een vroeger stadium ingrijpenen zal preventie steeds belangrijker worden. Ongetwijfeldis daarbij ook een belangrijke rol weggelegd voor functio-nele voeding en voedingssupplementen. En wie weet wor-den we dan binnenkort niet alleen honderd jaar, maar blij-ven we ook nog eens in goede conditie, zodat we van diehonderd jaar optimaal kunnen genieten.

IMEC verwerkte de omvangrijke analoge elektronica van

de EEG/ECG-module in een chip (inzet) die past in de

1cm3-kubus (rechtsonder op de printplaat).

Samenwerking sleutel tot succesDe IVB is natuurlijk ook een moment waarop Vlaamse bedrijven kunnen kijken wat ze voor elkaar kunnen bete-kenen en hoe ze op een efficiënte manier kunnen samenwerken. En binnen het domein van technologie en welzijnis dat misschien meer dan ooit aan de orde. Waar de twee werelden in het verleden naast elkaar leefden, bevin-den de recente ontwikkelingen zich meer en meer op het raakvlak tussen de biologische en technologische exper-tise. De conclusies van het panelgesprek waren dan ook niet helemaal onverwacht.Een voorwaarde voor een blijvende vooruitgang is een samenwerking tussen verschillende partijen op zowel aca-demisch als industrieel niveau. En daarenboven tussen zowel grote multinationals en onderzoeksinstellingen alsKMO’s en universitaire onderzoeksgroepen. Waarbij natuurlijk de nodige afspraken op papier moeten gezet wor-den in verband met intellectuele eigendomsrechten en commercialisering van de resultaten die uit een eventuele >>

6.

samenwerking voortvloeien. Afspraken waarbij IMEC als onafhankelijke onderzoeksinstelling een belangrijke rolals tussenpersoon kan spelen.Bovendien is er een aanzienlijke taalbarrière die moet overwonnen worden. Technologen spreken immers overRF-MEMS en CMOS, terwijl biologen het dan weer hebben over DNA, PCR en Arabidopsis Thaliana. Dit alleenmaar om te illustreren dat het niet eenvoudig is om beiden met elkaar te laten spreken, laat staan om ze sameneen product te laten ontwerpen. Een bedrijf dat die taalbarrière met succes heeft overwonnen is Vivactis, eenspin-off van IMEC. Het bedrijf startte in 2002 met de productie van een microcalorimetrietoestel voor de farma-ceutische sector. Het toestel kan op een korte tijd een groot aantal biologische stalen analyseren door het metenvan uiterst nauwkeurige temperatuursverschillen (tot een tienduizendste van een °C). Deze kleine hoeveelheidwarmte komt bijvoorbeeld vrij bij het binden van twee moleculen of bij de activiteit van een enzyme. Het toestelkan dan ook gebruikt worden om de werking van geneesmiddelen beter te begrijpen.

Een ander voorbeeld van samenwerking met IMEC dat tijdens de IVB aan bod kwam, was het verhaal van Skil,Sabbe Konsulting Independent Living, een klein bedrijf in Gent met een wel heel specifieke doelgroep. Het vijfkop-pige bedrijf ontwikkelt en verkoopt hulpmiddelen voor mensen die hun spraakvermogen verloren zijn of hun han-den niet meer kunnen gebruiken. Een van de belangrijkste uitdagingen bij hun technologie is het uitwerken vaneen aangepaste schakelaar voor hun klanten. Vaak is het zo dat die met een enkele schakelaar meer dan honderdfuncties op verschillende elektronische toestellen moeten kunnen bedienen. Skil heeft daarvoor een aantal moge-lijke oplossingen, gaande van relatief eenvoudige technologie zoals een aangepaste muis tot meer geavanceerdehulpmiddelen zoals een zuig-blaasschakelaar, een laserpen die op een brilmontuur kan bevestigd worden of zelfseen camera die op basis van hoofdbewegingen commando’s registreert. Maar toch volstaat dit nog niet om ieder-een verder te helpen. Zo kwam een van Skil’s klanten aankloppen met een wel heel ernstig probleem. De vrouwin kwestie kon enkel haar ogen bewegen en dan nog op een ongecontroleerde manier. Ze had dus nood aan eenuiterst gespecialiseerde manier om apparaten te kunnen bedienen. Skil kwam met het probleem terecht bij IMECom samen naar een oplossing te zoeken. Ondertussen is de probleemstelling uitgegroeid tot een veel breder pro-ject voor de ontwikkeling van alternatieve schakelaars voor bijvoorbeeld mensen met een ernstige zenuwaandoe-ning. Afhankelijk van de projectaanvraag die ingediend is bij het IWT, worden de eerste concrete resultatenbinnen een tweetal jaar verwacht.

>>

In overleg met de toekomstige klanten uit de

farmaceutische industrie evolueerde de tech-

nologie van Vivactis van een relatief rudimen-

tair prototype tot een volwaardig zelfstandig

microcalorimetrietoestel. (bron: Vivactis NV,

www.vivactis.com)

7.

De mens van de toekomst eet functionele voeding

B L I K O P D E T O E K O M S T

Dit keer geen artikel over micro- of nano-elektronica, maar wel over de voeding van de toekomst.

Want wat is onze mens van de toekomst, met sensoren op/in het lichaam, zonder aangepaste voeding die

kan helpen wanneer bepaalde lichaamsparameters (cholesterol, bloeddruk) alarmerende waarden aannemen.

We legden ons oor te luisteren bij onze (verre) collega’s van de voedingsindustrie en vernamen alles over

functional foods of gezondheidsbevorderende voeding.

In InterConnect 12 stelden we hem al aan u voor: de mensvan de toekomst. Hij/zij draagt sensoren op en in het lichaamom bijvoorbeeld bloeddruk, cholesterol of suikergehalte tebepalen waarna de gegevens worden verzameld in een soort

van polshorloge.In een volgendestap worden deze gegevensverstuurd naar dokter, ambulanceof sporttrainer.Maar ook zelfkunnen we

gebruik maken van deze gegevens en onze levensstijl en voe-ding aanpassen waar nodig. Experts uit de voedingsindustriehebben het antwoord klaar: functionele voeding.

Hoewel functionele voeding reeds sterk ingeburgerd is inFinland, Azië en Canada, hebben wij Belgen er nog maar nau-welijks over gehoord. Nochtans drinken we elke morgentrouw een blits flesje drinkyoghurt ‘met actieve Bifidus’, etenwe cornflakes ‘met extra vitaminen’ en een felgekleurd ener-giedrankje ‘met Ginkgo Biloba’ om onze collega’s (of kinderen)te snel af te zijn. Ons lichaam heeft dus al kennis gemaakt metfunctionele voeding, nu onze hersenen nog.

Functionele voeding als antwoord op beschavingsziektenIedereen is er ondertussen van overtuigd dat voeding engezondheid onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. In onzedrukke maatschappij is het echter niet eenvoudig om aan deregels van de gezonde voeding te voldoen. Steeds meer men-sen worden geconfronteerd met de gevolgen van hun slechteeetgewoonten en/of levensstijl: hart- en vaatziekten, darmziek-

ten, diabetes type II, obesitas, osteoporosis. En het hoeft geenuitleg dat dit onbetaalbaar wordt voor onze gezondheidszorg. De voedingsindustrie anticipeert op deze problematiek doorde introductie van functionele voeding. Mensen kunnen zo opeen eenvoudige en smakelijke manier alle benodigde compo-nenten opnemen om hun gezondheid te verbeteren en dekans op ziekte te verminderen.

Functionele voeding, nutraceuticals en pharmaceuticalsFunctionele voeding bevindt zich op de grens tussen voedingen geneesmiddel, maar is toch sterk te onderscheiden van ditlaatste. Een voorbeeld ter verduidelijking: een functioneel voe-dingsmiddel is bijvoorbeeld een drankje waaraan de bacterieLactobacillus casei imunitass werd toegevoegd. Deze bacterie iseen ‘goede’ bacterie die deel uitmaakt van onze darmflora enonze natuurlijke weerstand verhoogt. Een zogenaamde nutra-ceutical bevat de ‘gezonde’ component in zuivere vorm en isin dit geval een pilletje dat de bacterie bevat. Functionele voe-ding en nutraceuticals werken preventief, ter voorkoming vanbijvoorbeeld een verstoorde darmflora. Een geneesmiddel isnodig wanneer de darmflora al verstoord is, in dit geval bij-voorbeeld Perenterol.

“Functional Foods zullen even belangrijk worden voorgezond ouder worden als de invoering van pasteurisatie

en hygiëne voor de gezondheid van de mensheid 100jaar geleden.” – Theo Verrips, Universiteit Utrecht en

oud hoofd van Unilever exploratieve research.

“Gezonde voeding staat wel in de top 3 van de meeste mensen,maar als ze dan daadwerkelijk voedingsproducten gaan kopenin de supermarkt overheersen factoren als smaak, presentatie

en vertrouwdheid hun koopgedrag.” – Stephan Van denBroucke, onderzoeksgroep voor stress, gezondheid en welzijn

van de K.U.Leuven, Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie.

8.

Functionele voeding bestaat in vele vormen. Het kan een voe-dingsmiddel zijn waarvan de hoeveelheid ‘gezonde’ componentverhoogd werd, waaraan een component werd toegevoegd ofwaaruit een schadelijke component werd verwijderd. Enkelevoorbeelden:

• Vezelrijke producten van Ceval Healthfood Voedingsvezels zijn moeilijk of niet verteer-bare plantenresten. Men vindt ze in fruit,groenten, noten en granen. De aanbevolenhoeveelheid vezels per dag is 30 g, maarvolgens de Belgische cardiologische ligahalen de meesten onder ons niet eens 20g. Vezelrijke koekjes zijn dan een gemak-kelijke manier om deze dagelijksetekorten aan vezels aan te vullen.

• Probiotische melkdrankjes zoals Actimel vanDanoneProbiotische producten bevatten probiotica. Dit zijnculturen van levende micro-organismen die degezondheid van hun ‘gastheer’ bevorderen. De meestgebruikte probiotische micro-organismen in functione-le voeding zijn stammen van Lactobacillus acidophilus,Lactobacillus casei en verscheidene Bifidobacteriumsoorten. Veel van deze bacteriën komen van natureook voor in het darmkanaal. Zij zorgen onder anderevoor een verhoogde immuunrespons.

• Prebiotische producten zoals Beneo‚ in deVondelmolen peperkoekPrebiotische producten bevatten prebiotica of niet-verteerbare voedingsbestanddelen die de groei en/ofactiviteit van ‘goede’ bacteriën in de dikke darmbevorderen. Voorbeelden zijn inuline en oligofructose.

Dit zijn ook de bestanddelen van Beneo®, een natuur-lijk product dat wordt onttrokken uit de cichoreiwor-tel door het Belgische bedrijf Orafti (dochteronderne-ming van de Tiense suikerraffinaderij). Het wordt ver-werkt in ongeveer 2500 voedingsproducten, waaron-der de peperkoek van Vondelmolen.

• Cholesterolverlagende producten zoals Benecolvan Raisio en Becel pro.activ van UnileverBenecol producten en Becel pro.activ bevatten stano-

lesters geëxtraheerd uit planten,die de ‘slechte’ cholesterol ver-

lagen door de opname vancholesterol vanuit hetmaagdarmkanaal te blok-keren.

• Bloeddrukverlagend drankje zoalsEvolus van ValioDe Evolustechnologie is gebaseerd op hetgebruik van de natuurlijke melkzuurbacterieLactobacillus helveticus die het melkproteïnecaseine omzet in welbepaalde tripeptides diede bloeddruk verlagen. De producten wor-den verkocht in Finland en Ijsland.

9.

Flanders’ Food, innovatiecentrum van de Vlaamse voedingsindustrieFlanders’ Food is een gezamenlijk initiatief van de Vlaamse regering, het IWT en FEVIA-Vlaanderen (Federatie van deVlaamse Voedingsindustrie). Het wil een noodzakelijke schakel zijn tussen de Vlaamse voedingsindustrie en de kenniscentra bij de ontwikkeling van devoeding van de toekomst die zowel evenwichtig, gezond als lekker moetzijn. Meer info op www.flandersfood.com

Dit artikel werd geschreven op basis van het visionair seminarie “Voeding en gezondheid: de rol van functionele voeding”,dat doorging op 8 december 2004 te IMEC, in samenwerking met Leuven.Inc.

Waarom (nog) geen grote doorbraak van functi-onele voeding?Na het lezen van deze voorbeelden zal je misschien wel den-ken dat functionele voeding het gouden ei is van de voedings-industrie. Niets is minder waar. Consumenten zijn blijkbaarniet onder de indruk van wetenschappelijke gezondheids-claims. Vandaag is het eerder een goede PR dan een correctegezondheidsclaim die het succes bepaalt.

De consument wordt overspoeld door wetenschappelijke ver-wijzingen in reclame over voedingsmiddelen, wasproducten enwelnessproducten. Onlangs nog werd in een studie (VUB) aan-getoond dat 70% van de onderzochte ‘wetenschappelijke’reclames misleidend waren en 20% zelfs foutief. De echtegezondheidsclaims verdwijnen in deze massa en worden doorde consument eerder als reclame beschouwd dan als objectie-ve informatie. Om het vertrouwen van de consument te win-nen moet er allereerst een wetgeving komen die alleen nogwetenschappelijke claims toelaat wanneer ze ook echt zijnaangetoond. Anderzijds is het ook belangrijk om de consu-ment via meer geloofwaardige kanalen dan reclameboodschap-pen te informeren: toen Becel pro.active in Australië gelan-ceerd werd, was het de Heart Foundation Organization die (gratis!) reclame maakte voor het product.

De rol van de overheid kan ook verder gaan dan een wetge-ving over gezondheidsclaims. Bijvoorbeeld door de burger tesensibiliseren over de invloed van voeding op gezondheid ente stimuleren iets aan zijn gezondheid te doen. Denk hierbijaan gelijkaardige sensibiliseringscampagnes over roken, rook-verbod in treinen enz. Dat zulke initiatieven op lange termijngrote gevolgen kunnen hebben, bewijst het North Karelia project dat in de jaren ’70 in Finland gelanceerd werd. Onder-werp van het project was het verband tussen hartziekten en

rookgedrag, hoge bloeddruk en cholesterol. In 1992 leidde dittot 55% minder doden door hartziekten in vergelijking met1972.

Een ander probleem dat de doorbraak van functionele voedingin de weg staat, is de onwetendheid van de consument overde toestand van zijn lichaam. Dit merkte de Nieuw-Zeelandsefabrikant van Anlene melk. Melk aangevuld met calcium vooreen beter beendergestel, luidde de slogan. De geslaagde pro-motiecampagne bestond erin gezondheidsexperts naar desupermarkten te sturen en ze daar gratis beenderscans telaten maken van geïnteresseerden. Na een privé-consultatie bijeen diëtiste vernamen supermarktbezoekers alles over hunbeendergestel en hoe het gezond te houden en natuurlijk ook:een gratis staaltje van de Anlene melk. Maar deze ‘onwetendheid van de consument over de toestandvan zijn lichaam’ zal natuurlijk verleden tijd zijn wanneer demens van de toekomst zijn intrede doet, met sensoren diehem allerlei nuttige informatie verschaffen over de toestandvan zijn lichaam.

“De farmaceutische industrie staat zeker positief tegenoverfunctional foods, op voorwaarde dat de gezondheidsclaims

wetenschappelijk onderbouwd zijn en de consument niet mislei-den. Daar waar geneesmiddelen nodig zijn om ziekten te bestrij-den, zullen functional foods ingezet worden voor ziektepreventie.

Perfect complementair dus!” – Alex Valcke, JanssenPharmaceutica

10.

N E T W E R K E N I N V L A A N D E R E N

IMEC verwelkomt innovatiebusDinsdagavond 7 december 2004 sloot de Koninklijke Vlaamse Ingenieursvereniging KVIV haar innovatietoer af met eenslothappening in de statige gebouwen van KBC in Brussel. Gedurende 2 dagen toerde de KVIV-innovatiebus doorheenVlaanderen en bezocht 11 bedrijven en organisaties die innovatie hoog in het vaandel dragen. Met dit initiatief wildeKVIV het innovatiebeleid in Vlaanderen een duwtje in de rug geven en helpen om onze toekomst veilig te stellen. En omdat IMEC dit schitterend initiatief sponsorde, maakte de bus ook halte aan onze gebouwen. De toerleden maak-ten kennis met IMEC’s nieuwe technologie en samenwerkingsmodellen en konden informeel van gedachten wisselenmet IMEC-medewerkers tijdens een wandelbuffet.Het geheel was blijkbaar in de smaak gevallen. Om teamleider Frank Vermeulen te citeren op de slothappening: "IMEC is een ware parel van kennis", alluderend op de recente studie (lees pagina 15). En ook: "Meer IMEC a.u.b.".We zouden er nog van gaan blozen.

Een verslag van de bezochte bedrijven en andere info kan je vinden op: www.kviv.be/innovatie2004

MINT-project goedgekeurdIn 2003 werd het MINT-initiatief opgestart doorhet WTCM, IMEC en Agoria Vlaanderen. MINTstaat voor ‘microsystemen- en nanotechnologie-netwerk’. Het is een platform dat de Vlaamse spe-lers in dit domein wil verenigen in een netwerk ende brug wil vormen tussen het technologische aan-bod en de verschillende toepassingen. (Lees meerin InterConnect 14, pagina 8).In het kader van MINT werd een TIS(thematischeinnovatiestimulering)-dossier ingediend bij hetIWT. Recent werd dit goedgekeurd door deVlaamse overheid voor een periode van 4 jaar.Ook werd een MINT-manager aangesteld, NoelParmentier.

Voor meer informatie: [email protected] Parmentier, MINT-manager.

De toerleden van de KVIV-innovatiebus hielden halt op IMEC.

11.

I N D U S T R I E D O O R G E L I C H T

Twee werelden, een toekomst?Wie had ooit gedacht dat de ‘halfgeleiderjongens’ (of chipfabrikanten) te maken zouden krijgenmet biochemie? Een goed decennium geleden was er nog helemaal geen sprake van ‘conver-gentie van technologie’ of van ‘bio-nano’. Ingenieurs micro-elektronica gingen volledig op in devraagstukken rond de steeds voortschrijdende miniaturisatie, waarbij de kleinste afmeting ineen transistor nog ongeveer een micrometer ‘groot’ was. Ondertussen begonnen biotechnolo-gen de kaart van ons genoom bloot te leggen, en kregen technieken op moleculair niveau meeropgang. Bijna onmerkbaar zijn beide disciplines, micro-elektronica en biotechnologie, naarelkaar toe gegroeid. Voornamelijk omdat de dimensies van de bouwstenen van zowel geïnte-greerde schakelingen als de moleculen waarmee biologische componenten, zoals onze genen,zijn opgebouwd van dezelfde grootteorde geworden zijn. Welkom in de nanowereld (zie ookde bijdragen in de nummers van 2004).

Al is die ‘convergentie’, zoals we dit fenomeen noemen, technologisch zeer boeiend, ze is nietzonder gevolgen. Meer en meer bio-elektronische toepassingen zoals DNA-sensoren of chipsdie kunnen communiceren met ons zenuwstelsel zien het licht, en elke dag nog worden nieu-we producten gecreëerd die nano-elektronische aspecten met biotechnologie of farmacologiecombineren. Toch loert er gevaar om de hoek. De industrieën zijn namelijk zo verschillend alsdag en nacht.

De micro-elektronicaindustrie heeft met de duizelingwekkende snelheid van miniaturisatie enperformantie (zie o.m. de snelle evolutie van pc’s) geen andere weg gezien dan onderlingsamen te werken. Door de continu sterk stijgende kosten van onderzoek en ontwikkelingomwille van de steeds grotere uitdagingen om de volgende generatie chips te kunnen ontwer-pen en produceren, en de kortere levensduur van producten, heeft deze industrie haar les geleerd. Vandaag zijn heel wat produ-centen verdwenen uit de sector en hebben de overgebleven bedrijven vaak een of meerdere allianties. Die allianties doen zichvoor op alle vlakken: ontwerp, onderzoek, ontwikkeling en productie. Denk maar aan IMEC’s nano-elektronicalab waar topspe-lers zoals Intel, Philips en Samsung deel van uitmaken. Intellectuele eigendom van nieuw ontwikkelde technologie wordt gedeeldonder de partners, die het op hun beurt aanwenden voor hun productontwikkeling.

In schril contrast daarmee staat de bio- en farmawereld van weleer. Traditioneel ontwikkelden farmabedrijven meestal intellectu-ele eigendom in huis, en de technologie die ze van buitenaf binnen haalden, werd aangekocht in exclusieve eigendom, vaak viaacquisities. Dat zal waarschijnlijk niet zo blijven. Door de toenemende kennis op moleculair vlak zal de industrie ziektes nauwkeu-riger kunnen identificeren en op maat gemaakte behandelingen kunnen ontwikkelen, in plaats van de ‘one-size-fits-all’ medicijnenvan vandaag. De focus verschuift daarmee van geneesmiddel naar ziekte. Modellering, simulatie en krachtige computers spelenmeer en meer een belangrijke rol bij de ontwikkeling van medicijnen. Dankzij de vooruitgang in kleine, draadloze sensorsystemenkan de werking van een nieuw medicijn een tijdje opgevolgd worden door de monitoring van de patiënt in zijn dagelijkse leven.Omdat medicijnen meer op maat gemaakt zullen worden en er een snellere terugkoppeling zal zijn tussen patiënt en producent,zullen de grenzen tussen uitvinding, ontwikkeling en marktintroductie vervagen. Daarbij komt nog dat overheden, verzekeraars enpatiënten een groeiende invloed hebben op de ontwikkeling van medicijnen en wat ze mogen kosten (zie bijvoorbeeld het recen-te voorstel om offertes uit te schrijven voor geneesmiddelen). De druk op innovatie wordt daardoor steeds groter. En de drukom samen te werken neemt daardoor ook toe, niet alleen met de overheid of met de sociale zekerheid, maar ook met anderebedrijven. De voorbije jaren werden dan ook gekenmerkt door fusies en acquisities.

Maar de industrie moet verder gaan. Wil een farmabedrijf succesvol snel nieuwe en gerichte medicijnen op de markt brengen,dan moet het nauw samenwerken met alle actoren in het gezondheidsnetwerk: arts, mutualiteiten, patiënten en overheid. En mettechnologiebedrijven die dergelijke innovatieve oplossingen kunnen aanreiken, inclusief micro-elektronicabedrijven, zoals ontwik-kelaars van sensoren, chips voor draadloze communicatie en microcontrollers. Daarvoor is een nieuw businessmodel nodig, eninteractie, veel interactie. Met de Vlaamse Bedrijvendag editie 2004 hebben we alvast getracht hierop in te spelen.

Jan Wauters, Corporate Marketing

12.12.

E E N G R E E P U I T I M E C ’ S D I E N S T E N P A K K E T

Uniek kennisplatformrond multimedia

Op de workshop over multimediastandaarden die doorging op IMEC op 16 december 2004 werd het

startschot gegeven voor een multimediakennisplatform. Op dit on-line platform wordt door experts informa-

tie verzameld en uitgewisseld. Daarnaast worden drie maal per jaar werkvergaderingen georganiseerd over

actuele topics. Geïnteresseerden kunnen tot eind maart 2005 gratis een kijkje gaan nemen op de website:

www.mtc-online.be, domein multimedia.

Publieke info interpreteren en samenbrengenDe digitale revolutie heeft de multimediasector drastisch ver-anderd met onuitputtelijke mogelijkheden voor nieuwe toe-passingen en diensten. Dit ondervonden reeds vele Vlaamsebedrijven die op een of andere manier bezig zijn met de ver-werking en/of distributie van multimedia informatie. Denkmaar aan digitale televisie, videobewaking, medische beeldsys-temen, videogames, webtoepassingen, digitale bibliotheken ofkranten. Daarnaast zijn er ook een aantal onderzoeksgroepennauw betrokken bij het onderzoek naar de nieuwste technie-ken voor bijvoorbeeld beeldcompressie, aanmaak en beheervan digitaal materiaal, user interfaces alsook bij standaardisatieervan. Er is in Vlaanderen dus heel wat technische kennis rondmultimedia aanwezig die bedrijven en onderzoeksgroepen elkvanuit hun eigen invalshoek hebben opgebouwd.

Om dit potentieel maximaal te benutten, nam IMEC het initia-tief een multimediakennisplatform op te starten in samenwer-king met het Interdisciplinair instituut voor BreedBandTechno-logie (IBBT), onderzoeksgroepen van verschillende Vlaamseuniversiteiten, bedrijven en netwerkorganisaties. Maar het ini-tiatief heeft meer in zijn mars dan louter het samenbrengenvan publieke kennis. De informatie vergaard op bijvoorbeeldconferenties en standaardisatiecomités zal op begrijpbaremanier aangeboden worden op het platform, geïnterpreteerddoor specialisten in dat specifiek domein. Immers, gezien hetbrede toepassingsdomein van multimedia kan je onmogelijkalle technologische ontwikkelingen in de verschillende toepas-singsdomeinen op de voet volgen. Dankzij het platform kan jedeze toch wel nuttige informatie ter beschikking krijgen.

IMECdiensten voor Vlaanderen

Beleidsondersteuning/Netwerking

ProspectieProjecten

Studies

Transfert van licenties

Spin-offs

Evenementen

Dienstverlening

OPLEIDING

13.13.

WerkvergaderingenUniek voor dit initiatief is dat de leden van het platform elkaarook ‘in levende lijve’ kunnen ontmoeten en actief kunnendeelnemen aan werkvergaderingen, die drie maal per jaar zul-len worden georganiseerd. Op deze vergaderingen zullenrecente technische trends besproken worden, evolutie vanstandaarden, discussies die op het on-line platform werdenopgestart, en de werking en de eventuele bijsturing van hetplatform.

Interesse?Dat er veel interesse is voor dit soort initiatieven bleek op deworkshop over multimediastandaarden die doorging op 16december 2004. De 125 aanwezigen konden er alles verne-men over het nieuwe kennisplatform. Volgende organisatieslieten al weten dat ze sterk geïnteresseerd zijn om actief deelte nemen aan het platform:• Bedrijven: Agfa, Barco, Philips, Siemens, Larian Studios,

Televic, Zappware• Universiteiten: Expertisecentrum Digitale Media (EDM),

Universiteit Gent, Vrije Universiteit Brussel• Onderzoeksinstellingen: IBBT, IMEC• Netwerkorganisaties: DSP Valley, Flanders Multimedia

Valley, medianet Vlaanderen

Tot 31 maart 2005 kan iedereen die geïnteresseerd is in hetkennisplatform, een (gratis) kijkje gaan nemen op www.mtc-online.be. Na registratie ontvang je een paswoord via email,waarna je op het domein ‘multimedia’ een voorsmaakje krijgtvan hoe het platform er zal uitzien. Zo vind je er bijvoorbeeldde presentaties terug van de multimediaworkshop, verslagenvan MPEG-standaardisatiecomités en van conferenties, eenoverzicht van de onderwerpen die reeds gedefinieerd zijn enwordt er gepeild naar uw interesse in die onderwerpen.

Vanaf 1 april 2005 zullen enkel leden toegang krijgen tot hetplatform en de werkvergaderingen. Dit zijn de tarieven:• Bedrijven: 2000 euro per jaar• KMO’s: 500 euro per jaar• Leden van deelnemende netwerkorganisaties: 20% korting• Universiteiten, hogescholen, onderzoekscentra, netwerkor-

ganisaties: gratis

Contact: [email protected]

Onderwerpen die op het multimediakennisplatform aan bod zullen komen:• Aanmaken en beheren van digitaal materiaal: MPEG-21, MXF, SMPTE, MHP, …• Compatibiliteit van systemen: UPNP, DLNA, …• Geavanceerde beeld- en videocoderingstechnieken: MPEG-4, SVC, H.264, JPEG2000, …• Grafiek: SIGGRAPH, EUROGRAPHICS, …• Audio: AES, …• Webgerelateerde onderwerpen: W3C, IETF, WEB3D, …• Netwerkgerelateerde onderwerpen: USB2 usb-on-the-go, …• Onderwerpen gerelateerd met draadloze communicatie: WIFI, DVB-H, …• Onderwerpen gerelateerd met user interfaces: UIML, HCI-international, … • Algemeen over multimedia: IEEE conferences, …• Andere: SPIE conferenties, color imaging conferentie, …Per onderwerp zal er onder andere technische informatie gegeven worden, trends, rapporten over standaardisatiever-gaderingen en conferenties.

Op 16 december 2004 werd een workshop over multimediastan-

daarden georganiseerd op IMEC. De 125 aanwezigen konden er

alles vernemen over het nieuwe kennisplatform.

Lees meer over IMEC’s dienstenpakket op www.imec.be, klik op de Nederlandsepagina door naar business

14.

E E N G R E E P U I T I M E C - N I E U W S

IMEC promotor van winnend eindwerk

Op 13 januari deelde beeldschermgigant Barco zijn jaarlijkseprijzen uit in samenwerking met de Vlaamse Ingenieurskamer(VIK) en het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek (FWO).Onder de laureaten van de Barco/VIK prijzen bevonden zichtwee laatstejaarsstudenten industrieel ingenieur elektronica vanwie het eindwerk begeleid en uitgevoerd werd in het IMEC-labo in Ieper. Mathieu Van den Berghe en Niko Vinken, studen-ten van de KHBO-campus Oostende, ontwierpen een interac-tieve demo die de werking van een cochleair gehoorimplantaatverduidelijkt voor het grote publiek. Het educatief systeemkomt als vaste opstelling in de bezoekersruimte van IMEC.Daarnaast zal een draagbare versie door de stichting Roger VanOverstraeten (RVO) als leskit verspreid worden in de secundairescholen. Met deze bekroning wil Barco jonge onderzoekers aanmoedigen en steunen in hun bijdrage aan de wetenschap.Tevens wordt het technologisch onderzoek in zijn geheel onderde schijnwerpers geplaatst.Aan een overwinning hangt eenprijskaartje van 2.500 per eindwerk.

Meer info over cochleaire gehoorimplantaten in InterConnect 14

Photovoltech verhoogt productiecapaciteit voor fotovoltaïsche cellen

Photovoltech werd eind 2001 opgericht in Tienen als initiatief van Total (42,5%), Electrabel (42,5%, inclusief de participatie vanhaar dochteronderneming Soltech) en IMEC (15%). Photovoltech implementeert door IMEC ontwikkelde technologieën die toelaten zonnecellen te maken met hoog rendement (multikristallijn silicium zonnecellen met een rendement tot boven 16 %) en hoge esthetische waarde (contacten aan achterzijde).

Op 16 december 2004 besliste de Raadvan Bestuur van Photovoltech te investe-ren in het opvoeren van de productieca-paciteit voor fotovoltaïsche cellen, waar-mee de jaarcapaciteit van 13 MWp totnagenoeg 80 MWp wordt opgedreven.Deze uitbreiding is goed voor 80 nieuwearbeidsplaatsen.

Met deze investering verstevigtPhotovoltech bovendien haar positie alshoofdrolspeler in de Europese sector vande fotovoltaïsche zonne-energie. Met hetvolume aan geproduceerde cellen van éénjaar, kunnen de daken van ongeveer40.000 gezinnen worden bekleed.Photovoltech wil hiermee ook optimaalinspelen op een snel groeiende Europesemarkt die met name in Duitsland sterkaantrekt.

Nieuwe webstek

Met de kerstaankopen in het achterhoofd, staken we ook een deel van onze website in een nieuw kleedje. Zo kreeg de Nederlandstalige ‘business’-pagina een vernieuwde inhoud om beter in te spelen op de vragen van de Vlaamse industrieen KMO's. U vindt er de verschillende mogelijkheden van samenwerking terug, geïllustreerd aan de hand van getuigenissen.

Ook de ‘news’-pagina veranderde van uitzicht. Op de hoofd-pagina krijg je een overzicht van de belangrijkste items en een navigatiemenu naar vijf andere nieuwscategorieën: front,tech, industrie, regio, events, en pers. De aandachtige bezoekerzal merken dat de Nederlandse en Engelse versie niet identiekzijn. Op de Nederlandse versie zullen vaak meer regionaleboodschappen en algemene artikels staan.Voor meer gedetail-leerde technologische informatie kan je op de Engelse paginaterecht. De belangrijkste berichten zullen vanzelfsprekend opbeide plaatsen terug te vinden zijn.

We hopen natuurlijk dat de vernieuwingen in de smaak vallenen dat we je weldra mogen begroeten als een van onze regel-matige bezoekers.

Meer info op www.imec.be, klik op de Nederlandse paginadoor naar business en news.

Meer info over de Barco-prijzen en het winnend eindwerk opwww.imec.be, klik op de Nederlandse pagina door naar news.

15.

Leuven kennisparel

De denktank Charter Leuven 2010 promoot Leuven als Europesekennisregio door de uitgave van een website, boek en brochure metals titel ‘Leuven, parel van kennis’.Als lid van Charter 2010 was IMECnauw betrokken bij de ontwikkeling ervan.

De Leuvense regio heeft de ambitie om in deEuropese kenniseconomie van de 21ste eeuween vooraanstaande rol te spelen. Net zoalsCambridge, Sofia Antipolis en andere succes-volle hightech regio’s, beschikt Leuven overalle noodzakelijke elementen, waarvan IMECer natuurlijk een is.

Nieuwe spin-off Gemidis klaar voor verovering beeldschermmarkt

Op initiatief van de Universiteit Gent en het Leuvense nano-elektro-nica onderzoekscentrum IMEC kwam Jan Lambrecht op 5 augustus2004 aan het hoofd van een nieuwe spin-off, Gemidis. Deze is actiefop de beeldschermmarkt en belichaamt de verregaande samenwerkingtussen de Thin Film Components Group van Prof. Dr.André Van Calsteren de experts van IMEC.

In een eerste fase richt Gemidis zich op de home-entertainment marktmet betaalbare breedbeeldschermen van superieure kwaliteit. Dezeschermen zullen via tv-producenten op de markt gebracht worden.

Om dit te verwezenlijken, integreert het bedrijf vertically aligned nematic(VAN) vloeibare kristallen in bestaande liquid-crystal-on-silicon (LCOS)technologie. Deze laatste integreert vloeibare kristallen op silicium-schijven en wordt beschouwd als een goedkoop en kwalitatief alterna-tief voor de bestaande technologieën in grote schermen (meer daneen meter). Slechts enkele bedrijven ter wereld beheersen de techniekvoor het integreren van VAN-kristallen in de LCOS-technologie.

Meer info: www.leuvenparelvankennis.be

Meer info in het persbericht op onze nieuwssite.

Jarige IMEC deelt cadeautjes uit

Naar aanleiding van een wedstrijd tijdens de Vlaamsewetenschapsweek, mochten drie winnaars op 1december 2004 op IMEC hun prijs komen afhalen.Dorien Schrauwen van Salus Nostra in Mol, DennisVan der Veen van het St-Jozefslyceum in Knokke-Heist en Lies Vandervelpen van het HeiligHartinstituut in Heverlee kregen elk een mp3-speleruit de handen van Jo De Wachter, de coördinator vanIMEC’s bezoekerscentrum. Dorien nam de prijs inontvangst uit naam van haar medeleerling TimDamen. Zoals elk jaar ontving IMEC leerlingen van-uit heel Vlaanderen in het kader van de Vlaamsewetenschapsweek. Door een wedstrijd te verbindenaan een van de opdrachten, konden de jonge bezoe-kers delen in de feestvreugde van IMEC’s 20-jarigbestaan. Heel de week mochten de leerlingen hunantwoorden op de vragen van onze ‘virtuele clean-roomtoer’ in een urne deponeren en uiteindelijk trokeen onschuldige hand de drie winnaars. De virtuelecleanroomtoer is een interactieve wandeling door-heen de 200mm cleanroom aan de hand van panora-mische beelden en verborgen filmpjes.

Er was eens...Elfnet

IMEC vertegenwoordigt Elfnet, het Europees net-werk voor loodvrij solderen, in België. Elfnet is opge-richt als centraal baken in de wettelijke overgang naarloodvrije elektronische toepassingen.Vanaf juli 2006mogen zo goed als geen loodhoudende elektronischeapparaten meer op de markt verschijnen. EenEuropese richtlijn die op het eerste zicht best haal-baar is, maar bij menig betrokkene voor slapelozenachten zorgt.Vooral in het domein van elektronischeassemblage, waar loodhoudende soldeerlegeringen almeer dan vijftig jaar gemeengoed zijn, duiken her ender vraagtekens op. De eerste taak van Elfnet, hetbewustmaken van het probleem, is ondertussengeslaagd en ook de aanwezigheid van Elfnet-ver-tegenwoordigers op belangrijke evenementen zorgtvoor de nodige aanspreekpunten. Maar de belangrijk-ste opdracht is het centraliseren van informatie en deuitvalsbasis daarvoor is de Elfnet-website. Daar kun-nen betrokken partijen registreren en via een openforum informatie met elkaar uitwisselen. Naast de rolvan vertegenwoordiger, draagt IMEC ook met ver-schillende onderzoeken bij tot een vlotte overgangnaar het loodvrije tijdperk.

Meer info: www.europeanleadfree.net,[email protected] of [email protected]

Microdisplay op basis van

VAN/LCOS technologie

ontwikkeld bij Gemidis.

16.

A G E N D A

Visionair Seminarie ‘Smart Packaging’De cyclus visionaire seminaries, een organisatie van IMEC insamenwerking met Leuven.Inc, sensibiliseert een breed publiekover nieuwe technologieën die onze leefwereld de komendejaren meer en meer zullen bepalen. U bent van harte welkomop het volgende seminarie:21 februari 2005 – Smart packaging:Vandaag fungeert een verpakking hoofdzakelijk als middel om deverpakte goederen te beschermen en om informatie en reclameop weer te geven. In de toekomst zal een verpakking meer enmeer evolueren naar een intelligent product op zich.Het zal de versheid van zijn inhoud kunnen controleren en opeen interactieve manier rapporteren aan de consument. Naast deklassieke informatie zoals ingrediënten, zal het ook gegevens

opslaan over de productie- en transportgeschiedenis. Het zal eenactieve rol spelen bij de bestrijding van diefstal en vervalsing enzal een belangrijke plaats innemen in de logistieke molen.De technologie die deze slimme verpakkingen moet mogelijkmaken tegen een aanvaardbare kost vloeien voort uit zowel demomenteel gebruikte kleurenprints als uit vooruitstrevende tech-nologieën en verpakkingstechnieken uit de micro-elektronica.Vier experts met internationale bekendheid geven hun visie opde toekomst van de verpakkingsindustrie. Ze benaderen hetonderwerp vanuit de technologieontwikkeling alsook vanuithet oogpunt van de consument.De thema’s van de volgende visionaire seminaries zijn ‘Security’ en‘Pharma-industry at the crossroads of the future.’

Europractice seminarie23-25 februari 2005 - Europractice user meetinggevolgd door een tweedaagse trainingscursus.Het FP5 IST-project ‘Europractice IC-service’, een initiatief vande Europese Commissie, gecoördineerd door IMEC, geeft opeen eenvoudige en goedkope toegang tot ASIC (applicationspecific integrated circuit)-technologie voor lage-productie-

volumes. Via de multi-project-waferservice (MPW) worden de ontwerpen van meerdere klanten samengebracht op eensiliciumschijf en gezamenlijk gefabriceerd. Er wordt samen-gewerkt met verschillende assemblage- en testhuizen om een totaaloplossing aan te bieden.

Meer info op onze website www.imec.be, klik op onze nieuwspagina door naar events.

Meer info over de TechWatch seminaries op www.imec.be/TechWatch

Het seminarie gaat door in het Fraunhofer Instituut in Erlangen, Duitsland. Meer info op onze website www.imec.be of op www.europractice.imec.be

Als aanvulling op de Visionaire Seminaries, die de technologi-sche trends op lange termijn behandelen, organiseert IMECsinds begin 2004 ook TechWatch Seminaries, met de nadrukop technologieën die zeer dicht staan bij markttoepassingen.

13 mei 2005 –Loodvrij solderenDe Europese RoHSdirectieve stelt deelektronische industrievoor de enorme uitda-ging om zo goed als alletoestellen loodvrij temaken die vanaf juli2006 op de marktkomen.Het TechWatchSeminarie zal een huidi-ge stand van zakengeven over onderstaan-de onderwerpen;

• De overgang naar loodvrije soldeermaterialen;• De overgang van een technologie die reeds vele jaren bestaat

(SnPb om elektrische contacten te maken) naar een nieuwetechnologie (Pb-vrij) is een zeer uitdagende en veeleisendetaak voor de Vlaamse bedrijven en vooral voor de KMO's;

• De implementatie van nieuwe technologieën, materialen encomponenten:- De omschakeling naar loodvrij solderen vraagt een funda-

mentele omschakeling van alle soldeerprocessen, maarheeft ook een impact op niet-soldeerprocessen zoals hetprinten van soldeerpasta;

- De introductie van steeds nieuwe component types bv.leadless QFN-type verpakkingen, passieve componentevan het type 0201 en kleiner,...;

- Het gebruik van lijmen in plaats van loodvrij soldeer-materiaal.

• Kwaliteitscontrole van de productieprocessen;• De implementatie van nieuwe milieumaatregelen en richt-

lijnen vanuit de EU.Het seminarie richt zich naar alle bedrijven actief in elektroni-sche assemblage:• Leveranciers van materialen, uitrusting en tooling aan de

elektronische industrie;• Producenten van printed circuit boards;• Bedrijven met focus op elektronisch ontwerp en ontwerp

systemen (CAD/CAM/CAE);• Producenten van elektronische componenten;• Assemblagebedrijven van elektronische componenten op

PCB;• OEM's die elektronische systemen ontwerpen/integreren.

TechWatch Seminarie ‘Loodvrij solderen’

Loodvrij Testbord met

loodvrije componenten

geassembleerd bij

Alcatel Bell in Geel in het

kader van het Europees

IMECAT-project.