32
Inter Link naar de toekomst n°21 | viermaandelijks | juni 2006 Connect Televic: KMO met visie De kracht van optische verbindingen Vlaanderen - Nederland samen aan de aftrap Stuur dan bijgevoegd formulier terug of registreer u online: www.imec.be Wenst u InterConnect nog te ontvangen?

imec InterConnect 21 (juni 2006)

  • Upload
    imec

  • View
    218

  • Download
    3

Embed Size (px)

DESCRIPTION

'InterConnect' is de communicatielink tussen imec en Vlaamse bedrijven. Het viermaandelijkse (gratis) magazine laat bedrijven en imec-onderzoekers aan het woord.

Citation preview

Page 1: imec InterConnect 21 (juni 2006)

InterLink naar de toekomst

n°21 | v iermaandel i jks | jun i 2006

ConnectTelevic:

KMO met visie

De kracht van optische verbindingen

Vlaanderen -Nederland samen

aan de aftrap

Stuur dan bijgevoegd formulier terug of registreer u online:

www.imec.be

Wenst u InterConnect

nog te ontvangen?

Page 2: imec InterConnect 21 (juni 2006)

Voorwoord

Carolien Martens

Beste Lezer,

Innovatie is tegenwoordig een term die door iedereen te pas en te onpas gebruikt wordt…

Het management praat er graag over, aandeelhouders horen er graag over, de R&D-afdeling doet het graag en sommige boekhouders zouden het liefst afschaffen. Maar wat houdt innovatie nu eigenlijk juist in? Wil dit zeggen dat we steeds mee moeten zijn met de laatste technolo-gische ontwikkelingen (als bvb. mobiele TV (p.20) en optische verbindingen (p.14)) of vraagt innovatie om een vernieuwende bedrijfscultuur op het vlak van organisatie en netwerking?

Innoveren is trouwens geen privilege meer dat enkel de “Captains of Industry” gegeven is. Uit onze contacten met de Vlaamse industrie kan ik alleen maar bevestigen dat ook tal van kleinere ondernemingen continu bezig zijn met vernieuwing. Zo zijn er verschillende KMO’s, meestal klein in omvang maar groot in hun domein, die een duidelijke visie en roadmap hebben en die bereid zijn om samen met andere partners, uit de industrie en de academische wereld, onder-zoek te verrichten (als bvb. Televic (p.2)).

Innoverende ondernemers staan er trouwens niet alleen voor: er zijn tal van financieringsmoge-lijkheden en adviseurs beschikbaar bij het IWT en andere organisaties, en de onderzoekswereld staat meer en meer open om actief met Vlaamse spelers samen te werken. Maar kom… genoeg geschreven over innovatie, tijd voor actie!

Veel inspiratie bij het lezen van onze InterConnect.

Carolien MartensBusiness Program Manager Vlaanderen – IMEC

Page 3: imec InterConnect 21 (juni 2006)

Inhoud

ColofonAlle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevens-bestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopie-en, opnamen of enig andere manier, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever.

Verantwoordelijke uitgever: Prof. Gilbert Declerck, Algemeen directeur IMEC

Redactie: Els Parton, Koen Snoeckx, Mieke Van Bavel

Concept en vormgeving: Kunstmaan.be

Voor meer informatie: Katrien Marent, Corporate Communications, 016/28 18 80, [email protected]

D r a a g b a r e T e c h n o l o g i e

Plastic Bertrand krijgt hersens – stapje dichter bij flexibele elektronica en slimme kledij

Vlaanderen bouwt (proef)netwerk voor mobiele tv

I n n o v e r e n d o p g r o e i e n

Televic: “Onze innovatieaanpak vereiste een grondige mentaliteitswijziging.”

Innovatie door kinderen: technologisch sprookje

Arcabase: Recept van een groeiende KMO

S a m e n s t e r k

MINT: een Vlaams technologieplatform voor en door bedrijven

Oprichters Eindhovense Holst Centre op de roosterUniversiteit snelt bedrijven ter hulp

Het RoHS-zakwoordenboek: gratis handleiding voor problemen met loodvrij

D e k a b e l w o r d t k o r t e r

De overgang naar optische verbindingen: “Telecom is de grote drijfveer,

maar niet de enige…” Een industrievriendelijke technologie

....................................................11

................................................22

.....................................................2

..................................................12

...............................................28

....................................................6

....................................................8

..................................................14

...............................................20

................................................. 16

................................................. 19

Page 4: imec InterConnect 21 (juni 2006)

Televic viert dit jaar zijn 60ste verjaardag. Zeker nog geen leeftijd om aan pensioen te denken, want de zaken lopen uiterst goed. Sinds in ’98 bewust voor onderzoek en innovatie gekozen werd, groeide het Izegemse bedrijf bijna uit zijn KMO-voegen (meer dan 200 mensen). Luc Jonckheere en Piet Verhoeve vertellen enthousiast over de mentaliteitswijziging in hun bedrijf tegenover basisonderzoek, deelname aan gebruikerscommissies* en eindwerken.

Page 5: imec InterConnect 21 (juni 2006)

Onze innovatieaanpakvereiste een grondigementaliteitswijziging

Onderzoek per businessunit, maar wel gemakkelijk transfereerbaar

Televic ontwikkelde en produceerde oorspronkelijk radio-ontvangers. Al snel werd duidelijk dat het moeilijk

opboksen was tegen de grote leveranciers van deze serieproducten. Daarom schakelde de KMO over naar professionele audiosy-stemen. Eerst verpleegoproep- en communi-catiesystemen voor ziekenhuizen, later ook intercomsystemen, conferentiesystemen met simultaanvertaling (vanaf jaren ’70), taallabo’s (vanaf jaren ’80) en informatie- en entertain-mentsystemen voor treinen (vanaf jaren ’90). In 1998 kwam een nieuwe directie aan het hoofd van Televic en werd het startschot gegeven voor meer groei en innovatie. Op vijf jaar tijd verdubbelde de onderzoeksafdeling, van een twintigtal tot een veertigtal mensen. Geen centrale onderzoeksafdeling maar wel een eigen onderzoeksgroep voor elk van de vier businessunits (systemen voor de gezond-heidszorg, conferentiesystemen, multimedia-learningsystemen en systemen voor transport-rijtuigen). Piet Verhoeve: “Het merendeel van het onderzoek is geënt op een welbepaalde businessunit. We merken dat deze struc-tuur het beste werkt binnen onze KMO en essentieel is als je kort op de bal wil spelen. Het is wel zo dat onderzoek uit een bepaalde

businessunit gemakkelijk kan getransfereerd worden naar een andere businessunit.”

Creativiteit en vertrouwen

Naast Televic’s intern onderzoek, is er ook samenwerking met universiteiten, hogescholen en onderzoekscentra. Luc Jonckheere: “In de nichemarkten waar wij actief zijn, kan je heel snel marktaandeel verliezen met verou-

derde systemen. Vandaar dat onderzoek en innovatie voor ons zeer belangrijk zijn. Eind jaren ‘90 zijn we gestart met enkele KMO-innovatieprojecten en haalbaarheidsstudies. Geleidelijk aan hebben we dit gamma uitge-breid tot zelfs O&O-projecten waarin de nadruk ligt op langetermijnbasisonderzoek. Daarnaast nemen we ook deel aan gebrui-kerscommissies. Dit is zeker geen alledaagse keuze voor een KMO.” Piet Verhoeve: “Men

is vaak verwonderd te horen dat een KMO aan basisonderzoek doet. De meeste denken dat alleen grote bedrijven dat kunnen. Toen ik vorig jaar met een adviseur van het provinciaal innovatiecentrum sprak, was ook hij in eerste instantie verwonderd dat wij als KMO bezig zijn met meerdere O&O-projecten.”

Piet Verhoeve: “Je moet er als KMO ‘rijp’ voor zijn om aan basisonderzoek te durven

doen met onderzoekscentra of universiteiten. Je moet aanvaarden dat het je geen resul-taten zal opleveren die op korte termijn bruik-baar zijn voor je bedrijf.” Hoewel het soms wel mogelijk blijkt om er met wat creativiteit een kortetermijnresultaat uit te halen. Piet Verhoeve geeft een voorbeeld: ”Televic werkt mee in een IBBT-project dat de langetermijn-aspecten bekijkt van automatisering van de thuiszorg, en de communicatie tussen artsen,

“Voor veel KMO’s is onderzoek ‘het oplossen van problemen’.

Het vraagt een echte mentaliteitswijziging om in een project te

stappen waarvan je alleen zeker bent van de factuur die je zal

krijgen, maar niet van de resultaten die er zullen uitkomen.“

I n n o v e r e n d o p g r o e i e n

* Gebruikerscommissies worden samengesteld in het kader van TETRA-projecten van hogescholen om de industriële relevantie van de projecten te verzekeren. Meer info: http://www.iwt.be/steun/steunpro/tetra 3

Page 6: imec InterConnect 21 (juni 2006)

verpleegkundigen en patiënten. Concreet nemen wij de ontwikkeling van de interac-tieve patiëntenterminal voor onze rekening. Dit is een toetsel dat op een eenvoudige en veilige manier telemonitoring (bv. bloeddruk) en videocommunicatietoepassingen kan reali-seren voor de thuiszorg met respect voor de privacy van de gebruikers. Thuiszorg behoort niet direct tot onze nichemarkten, maar de technologieën die in dat project ontwikkeld worden, zijn mits relatief kleine aanpassingen direct overzetbaar naar een patiëntenterminal voor in het ziekenhuis, een markt waar we wel actief in zijn.” Het vraagt natuurlijk wel wat tijd om op deze manier creatief na te denken over een projectvoorstel dat je van buitenaf krijgt. Piet Verhoeve: “Zo’n project-voorstel is nooit op maat geschreven voor je bedrijf. Je hebt iemand nodig die op zoek gaat naar een win-win situatie en zo intern de juiste mensen weet te overtuigen om in het project te stappen.” Luc Jonckheere: “Televic heeft op dat vlak wel het voordeel dat wij iemand hebben (Piet Verhoeve) die zich full-time met dergelijke zaken kan bezighouden. Om dat te kunnen doen moet je als KMO al wel voldoende gegroeid zijn natuurlijk.”

Een belangrijke voorwaarde voor een KMO om deel te nemen in langetermijnprojecten met onderzoekscentra, universiteiten en hoge-

scholen is vertrouwen in deze eerder onbe-kende onderzoekswereld. Piet Verhoeve: “Bij Televic hebben we deze kloof weten te over-bruggen door een aantal mensen aan te nemen die uit deze onderzoekswereld kwamen. Zij kennen ook de proffen en de reputatie van bepaalde onderzoeksgroepen wat zeker van

pas komt bij de keuze om al of niet deel te nemen aan een bepaald project.”

Netwerking

Naast het opdoen van kennis, is netwerking binnen projecten en gebruikerscommissies ook van essentieel belang voor Televic. Piet Verhoeve: “Je komt in contact met experts in een bepaald vakdomein. Bijvoorbeeld in gebruikercommissies kan je met vrij geringe inspanning heel actief een bepaald onder-zoeksdomein volgen. Als je later een probleem hebt, weet je direct bij wie je terecht kan. Natuurlijk moet je bereid zijn de factuur te

betalen en iemand een aantal keer per jaar ter beschikking te stellen om naar de meetings te gaan, zonder de garantie dat je er rechtstreeks resultaat zal uithalen.”

Televic heeft zo’n 15 eindwerken per jaar in samenwerking met verschillende hogescholen

en universiteiten. Ook hier speelt netwerking een rol. Piet Verhoeve: “Door eindwerken kan je contacten met de onderzoekswereld opbouwen en onderhouden. Daarenboven kan je technologie laten uitwerken die typisch behoort tot de categorie ‘heel interessant maar daar hebben we nu geen tijd voor’. Je kan zelfs nog verder gaan en aan technologie-verkenning gaan doen. De begeleiding gebeurt in dat geval door de universiteit zelf. Opnieuw kan je door een beperkte inspanning beroep doen op hun expertise en een technologie verkennen voor een bepaalde toepassing binnen je bedrijf.” Het uitschrijven en bege-leiden van eindwerken vereist opnieuw veel

I n n o v e r e n d o p g r o e i e n

Televic wint ‘De Prijs van de Vlaamse Regering voor

de Beloftevolle Onderneming’

Televic ontving eind vorig jaar de prijs van de Vlaamse regering voor ‘de beloftevolle onder-neming’, die voor de eerste maal werd toegekend naast de beter bekende prijs voor ‘onder-neming van het jaar 2005’, die naar Option ging. De jury, die bestaat uit vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven en de academische wereld, moest voor deze nieuwe prijs op zoek gaan naar een eerste generatie bedrijf dat sterk groeit en uitmuntend scoort op één van de criteria (ondernemerschap, strategische visie, innovatie, internationalisatie, competitiviteit en verantwoord bestuur).

“Door deel te nemen aan gebruikerscommissies kom je in

contact met experts in een bepaald vakdomein. Als je later

een probleem hebt, weet je direct bij wie je terecht kan.”

4

Page 7: imec InterConnect 21 (juni 2006)

Luc Jonckheere – Director R&D Piet Verhoeve – Sr. Research Associate

werk. Piet Verhoeve: “Vaak komen derge-lijke vragen van hogescholen of universiteiten bij bedrijven binnen, wordt er eventjes vijf minuten over nagedacht en dat is het. Als je er echt iets wil uithalen mag je zeker geen korte-termijnproblemen laten behandelen, want de student begint pas zes maanden na het uitschrijven van het onderwerp. Je moet ook goede begeleiding kunnen voorzien. Daarnaast vragen wij ook van de studenten om eerst een korte stage te komen doen bij ons. Zo leren ze het bedrijf kennen. We merken ook dat, zeker als hun onderzoek niet op Televic zal doorgaan, deze kennismaking ervoor zorgt dat ze veel sneller iets zullen komen vragen.” Luc Jonckheere: “Los van de resultaten die uit het eindwerk komen, is deze vorm van onder-zoek ook belangrijk voor Televic omdat we op deze manier de studenten leren kennen als potentiële werknemers.”

De toekomst

Televic telt vandaag meer dan 200 werkne-mers, inclusief hun verkoops- en installatie-kantoren in Engeland en Frankrijk, en hun productieafdeling in Bulgarije. Wat zijn hun ambities voor de toekomst? Luc Jonckheere: “We willen internationaal verder groeien. We zijn van plan om in de meeste landen samen te werken met een dealer die vertrouwd is met

de markt, complementaire systemen verkoopt en de nodige service kan leveren. Zo krijg je gemakkelijker het vertrouwen van de klant. Anderzijds willen we ook meer producten gaan maken die via distributiekanalen kunnen verspreid worden. Nu werken we vooral met systemen die op maat van de klant gemaakt worden. Bijvoorbeeld op het vlak van confe-rentiesystemen hebben we naast ons groot systeem reeds een kleiner mobiel systeem ontwikkeld dat als product kan verkocht worden.”

Dat de overgang van voornamelijk intern onderzoek naar een combinatie met geza-menlijk basisonderzoek, deelname in gebrui-kerscommissies en eindwerken een succes is voor Televic, mag duidelijk zijn. Wat kan de toekomst op dit vlak nog meer brengen? Piet Verhoeve: “Het klinkt misschien vreemd, maar de grootste uitdaging op dat vlak zal zijn om de juiste keuzes te kunnen maken uit het grote aanbod. Nu we eenmaal gekend zijn bij veel onderzoeksgroepen en nu onze mensen ook openstaan voor dergelijke projecten, krijgen we veel voorstellen binnen. Onze capaciteit is echter niet groot genoeg om op al die vragen in te gaan.” Luc Jonckheere: “We zullen een duidelijke roadmap moeten opstellen om te bepalen in welke technologieën we op lange termijn zelf expertise willen opbouwen. Deze

keuze was vroeger vooral aan de orde op product- of marktniveau, maar door onze nieuwe onderzoeksaanpak, zullen we nu ook dergelijke keuzes moeten maken op onder-zoeksniveau.” Hoe een open en creatieve onderzoeksaanpak een luxeprobleem als ‘te veel interessante opportuniteiten’ kan ople-veren.

Televic en IMECDe samenwerking tussen Televic en IMEC gebeurt onder verschillende vormen en op verschillende domeinen (multimedia, wireless). Een mooi voorbeeld is de ontwikkeling van een realtime multimediacodec voor Televic’s multimediataallabo dat in 2002 werd gelan-ceerd. Dit geavanceerde taallabo is gebaseerd op Televic’s zero-delay audiokaart en IMEC’s realtime MPEG-4-videocodec. Hiermee kunnen analoge video- en audiosignalen in realtime worden gedigitaliseerd en met mini-male vertraging worden doorgestuurd via een standaard IP-netwerk. In 2005 deed Televic opnieuw beroep op IMEC om de MPEG-4-codec te updaten voor de volgende generatie van Televic’s multimediaproducten.

5

Page 8: imec InterConnect 21 (juni 2006)

Een Vlaams technologieplatform voor en door bedrijven

Het ‘Microsystems & Nanotechnology Network’:

Op zoek naar de juiste component voor je microsysteem? Wil je snel weten welk bedrijf of KMO het systeem voor je kan ontwerpen? MINT helpt je hierbij en heeft hiervoor een erg handige tool ontworpen: een matrix die de spelers op het terrein linkt met hun activiteiten (lees: kennisgebieden) of interesses. En dat is lang niet alles…

MINT staat voor Microsystems and Nanotechnology Network. Het werd op 1 oktober 2004 met steun van

het IWT opgestart als een Vlaams netwerk met als doel technologieontwikkelaars en technologiegebruikers van nanotechnologie en microsystemen te verenigen. Inmiddels is het netwerk uitgegroeid tot een techno-logieplatform dat (Vlaamse) universiteiten, onderzoeksinstellingen, competentiepolen en bedrijven uit de ganse waardeketen - van onderzoek en ontwikkeling tot verkoop en dienstverlening - samenbrengt. Vandaag telt het netwerk, naast de 3 initiatiefnemers IMEC, Agoria en WTCM, 10 leden: Cochlear, FMTC, LMS International, Melexis, Polyvision, Protonic, TYCO, Umicore, VITO en Alcatel.

Als technologieplatform heeft MINT een eigen strategische onderzoeksagenda waarin de prioriteiten op het gebied van onderzoek en ontwikkeling op middellange en lange termijn worden ingevuld. Ook communicatie vormt een steevast onderdeel van het takenpakket. Naast het informeren van zijn leden omvat dit ook het ontwikkelen van een gemeen-schappelijke terminologie. De definitie van de begrippen micro- en nanotechnologie laat alvast weinig ruimte voor interpretatie: ze duidt op de afmetingen van de kleinste componenten die worden gebruikt (micro-

meter (10-6 m) in het geval van microtechno-logie, nanometer (10-9 m) voor het luik nano-technologie).

Een nieuw en belangrijk instrument van het netwerk is de overzichtsmatrix die aangeeft in welke technologie(ën) de leden actief of geïn-teresseerd zijn. Hiervoor werd het domein van microtechnologie onderverdeeld in zoge-naamde kennisdomeinen (componenten, systeemintegratie, ontwerp, betrouwbaar-heid…). Deze mapping opent de mogelijk-heid om heel gericht projecten te definiëren, aan partnermatching te doen en nieuwe leden te zoeken. Een tweede deel van de matrix verbindt de verschillende kennisgebieden met de informatiebronnen (inhoud van projecten, conferenties, workshops, evenementen…) die de leden ter beschikking stellen. De matrix wordt een onmisbaar hulpmiddel om gerichte partnerships te creëren in Vlaanderen en om de informatie beter af te stemmen op de noden van de leden. Binnenkort volgt een zelfde oefening voor het luik nanotechnologie.

Meer informatie over MINT, over de voorwaarden voor lidmaatschap en de voor-delen ervan: Erik Watzeels, MINT Network Manager: [email protected] of 016/28 82 14, of op de website www.imec.be/mint.

Appo Van der Wiel, Melexis: “Melexis is als fabrikant van automotive elek-tronica lid van MINT omdat dit netwerk een compleet beeld geeft van het technisch kunnen van de regio op het vlak van micro-systemen. Het netwerk biedt de mogelijk-heid om partners te vinden voor technologi-sche innovatie die niet kan renderen als we die alleen zouden moeten ontwikkelen.”

Carl Van Himbeeck, Cochlear Technology Centre Europe:“De huidige hoorimplantaten werken nog altijd niet zo goed als het natuurlijk gehoor. Om ze te verbeteren zijn er bijvoorbeeld dunnere en complexere electrodes nodig, en moeten we meer kunnen implanteren in het menselijk lichaam. Maar dit vraagt effi-ciënte micro-elektronische circuits, oplaad-bare batterijen, implanteerbare micro-foontjes… Micro- en nanotechnologie zijn daarom essentieel als we hoorimplantaten even goed of zelfs beter willen laten werken dan ons natuurlijk gehoor.”

S a m e n s t e r k

6

Page 9: imec InterConnect 21 (juni 2006)

N i e u w t j e s

Loopfanaten hebben er weer een gadget bij: een T-shirt met ingebouwde hartslagmeter en schoenen met afstandsmeter. Bovendien communiceren beide draadloos met een computer die als een horloge gedragen wordt. Gegevens als hartslag, snelheid, afgelegde afstand en herstelsnelheid worden opgeslagen en doorgegeven aan de loper die hierdoor extra gemotiveerd verder loopt…

Meer info: www.adidas-polar.com

T-shirt en schoenen praten met hardloopcomputer

Multimediaplatform is een succes!Het multimediakennisplatform bestaat nu ruim een jaar en het resultaat mag er wezen: 27 enthousiaste leden (waarvan 13 partners uit de industrie), vier goedgevulde werk-vergaderingen en een gloednieuwe website om nog meer nieuwe leden aan te trekken en om nog beter bestaande leden te infor-meren.

Neem dus zeker een kijkje op www.mume-community.com.

Na de nieuwe man,

ook de nieuwe computerIedereen zal al wel ondervonden hebben dat werken met een computer heel wat stress kan veroorzaken. Het Duitse Fraunhofer Instituut werkt aan een (gedeel-

telijke) oplossing voor deze ‘Computer-related stress’. Ze ontwikkelen namelijk een computer die aanvoelt of de gebruiker blij is, of boos

en geïrriteerd. Met behulp van een camera wordt de lichaams-houding en bv. een gefronst voorhoofd gedetecteerd, en een speciale handschoen met sensoren meet hartslag en bloed-druk. Het toekennen van een bepaalde emotie op basis van deze gegevens is zeker niet eenvoudig. Daarom moet de gebruiker de computer eerst ‘opleiden’ in het interpreteren van zijn gemoedstoestand.

Nano onlineDe eerste online inventaris van nano-consumentenproducten is een feit. In de inventaris zijn meer dan 200 producten opgenomen waarvan de makers stellen dat ze met behulp van nanotechnologie tot stand zijn gebracht. De categorie gezond-heid en fitness bevat de meeste producten, van gezichtscrèmes en voedingswaren tot hockeysticks. Met de inventaris willen de initiatiefnemers vooral het brede publiek laten zien hoe nanotechnologie het dage-lijkse leven beïnvloedt. De lijst kan je raadplegen op www.nanotechproject.org/consumerproducts.

Een Vlaams technologieplatform voor en door bedrijven

Het ‘Microsystems & Nanotechnology Network’:

7

Page 10: imec InterConnect 21 (juni 2006)

S a m e n s t e r k

Vlaanderen-Nederland:samen aan de aftrapOprichters Eindhovense Holst Centre op de rooster

Wat is er een jaar na de officiële aankon-diging concreet gerealiseerd?

Jaap Lombaers: “Het onderzoek loopt. Er is een eerste groep van dertig mensen aan het werk. Tegen het eind van het jaar willen we

zeventig mensen op de loonlijst hebben. Begin april hadden we de eerste werkdag van onze eerste industriële resident.”

Jo De Boeck: “Als je kijkt wat het voorbije jaar nog is gebeurd, is dat vooral onze positie zoeken en aankondigen. Bij de universiteiten en kennisinstituten in Vlaanderen, Nederland en Duitsland hebben we een ronde gemaakt om te kijken naar het onderzoek op lange termijn dat aansluit bij wat in het Holst Centre gebeurt. De eerste doctoraatsstudenten hebben zich aangeboden om concrete onder-werpen uit te werken met een aantal univer-sitaire onderzoeksgroepen in Nederland en Vlaanderen. Deze zullen kaderen in een raam-overeenkomst voor langere termijn met die universiteiten.”

JL: “Met Alcatel, Bekaert en Philips hebben we een akkoord voor meerjarige samenwerking en een aantal andere partijen zijn dicht bij een overeenkomst.”

Gaat het enkel over grote bedrijven of heeft een KMO (*) met 20 werknemers ook baat bij een samenwerking?

JDB: “Ons samenwerkingsmodel slaat het snelst aan bij bedrijven met een eigen onder-zoeksafdeling. Maar als het gaat om imple-mentatie van generische technologie, komen KMO’s sneller in de picture. We hebben een KMO-beleid om de instapdrempel zo laag mogelijk te houden.”

JL: “Bovendien brengt een KMO een andere dynamiek in het programma. KMO-bedrijven werken heel gericht en hebben een wat kortere tijdsfocus. Het is goed om die mix te hebben in het programma. Een aantal KMO’ers erbij brengt extra leven in de brouwerij. Op dit moment kunnen we nog geen namen noemen, maar er zijn zeker al contacten.”

JDB: “Het is natuurlijk moeilijk voor hen om residenten te sturen in een generisch programma. Maar ze kunnen wel project-matig met het Holst Centre samenwerken om verder te bouwen op de generische techno-logieën.”

Jullie beogen ook duidelijk een brede waaier aan markten. Is dat, gezien hun eigenheid, geen onmogelijke opdracht?

JDB: “Ten eerste maken we geen producten, dus zijn we sowieso minder gericht op speci-fieke marktsegmenten. We proberen zo snel mogelijk te weten te komen wat de eisen zijn van de toekomstige gebruikers van de

Open Innovation by IMEC-NL and TNO

(*) KMO = Kleine en middelgrote onderneming; In Nederland: MKB: middelgroot en klein bedrijf.

Het Holst Centre is opgericht in 2005 op initiatief van IMEC en het Nederlandse onderzoekscentrum TNO, met steun van het Nederlands ministerie van Economische Zaken en de Vlaamse over-heid. Het Holst Centre moet uitgroeien tot een wereldwijd erkend onderzoeks-instituut voor toekomstige generaties draadloze autonome sensornetwerken en systemen-op-folie. Het onderzoeksinsti-tuut vormt een brug tussen kenniscentra en de industrie.

Meer info: www.holstcentre.com

8

Page 11: imec InterConnect 21 (juni 2006)

producten en processen waar onze tech-nologie ingaat. De technologieën achter de producten in die verschillende markten hebben gemeenschappelijke uitdagingen en het is precies daar waar we ons op richten.”

JL: “Bij de ontwikkeling kiezen we daaren-boven een zogenaamde ‘strategische driver’ in een of twee pilootgebieden. Zowel voor de systemen-op-folie als voor de draadloze sensornetwerken zijn dat de medische indu-strie en de voedsel- en agro-industrie. De

specifieke ‘strategische drivers’ voor de andere gebieden komen daarna.”

Is de ontwikkelingskost van jullie tech-nologie ook verantwoord voor kleinere productiehoeveelheden?

JDB: “Als we over draadloze sensornetwerken spreken, is het de bedoeling om die aan een vrij lage kost te bouwen. Bij siliciumtechno-logie is de productiekost sowieso al sterk onder druk gekomen en is er een trend naar grotere volumes. Bij systemen-op-folie heb je het voordeel van de lage productiekost, maar ook daar enkel als de hoeveelheden voldoende groot zijn.”

JL: “Het aardige is wel dat we met een aantal partnerorganisaties in kaart hebben gebracht wat je eigenlijk in die folie-industrie zou willen. Nu is het een verticaal geïntegreerde industrie waar materiaal in gaat en complete oplos-singen uitkomen. Wij voorzien een toekomst waarbij bijvoorbeeld een bedrijf lichtgevende folies op de markt brengt en een ander bedrijf een batterijfolie. Dit kan in grote aantallen en

Jo De Boeck staat aan het hoofd van IMEC- NL, opgericht door IMEC om de activiteiten op draadloze autonome sensornetwerken in het Holst Centre te beheren.

Jaap Lombaers is programmaleider van het onderzoek naar systemen-op-folie dat van TNO naar het Holst Centre is overgebracht.

Een jaar na de officiële aankondiging en een half jaar na de start van de activiteiten is het tijd om een inventaris op te maken in het Eindhovense Holst Centre. Jo de Boeck, naar het Holst Centre overgekomen van het Vlaamse IMEC, en Jaap Lombaers, getransfereerd van het Nederlandse TNO, staan aan het hoofd van de twee programmalijnen in het nieuwe onderzoeksinstituut. We zetten de kersverse ploegmaats aan tafel voor een gesprek over hun - weliswaar korte - gemeenschappelijke geschiedenis en een blik op hun ambities.

“Een aantal KMO’ers erbij

brengt extra leven in de

brouwerij.”

9

Page 12: imec InterConnect 21 (juni 2006)

S a m e n s t e r k

aan een lage kost. Vervolgens - en dan in het bijzonder door KMO-bedrijven - kunnen die functionele folies gecombineerd worden tot werkelijke toepassingen. Zo kan een bedrijf in verwarmingssystemen een thermostaat in folievorm ontwikkelen die je als een sticker op de wand kan kleven. Het KMO in kwestie koopt een RF-folie en een displayfolie en combineert ze tot de uiteindelijke toepassing. Je krijgt dan iets wat gaat lijken op de assem-

blage-industrie. Op dat moment worden klei-nere hoeveelheden natuurlijk wel denkbaar.”

Wat mag een bedrijf van het Holst Centre verwachten?

JDB: “Een prototype tonen is zowat het verste dat we gaan. Bestaande contacten leren ons dat bedrijven vooral wensen dat we ver genoeg vooruit denken. Dat we voldoende risico’s nemen en de onderwerpen bekijken die zij zelf niet in hun ontwikkeling opnemen. Bedrijven kunnen daarin dan keuzes maken voor hun eigen producten, waarbij ze zich sterker kunnen opstellen tegenover concur-renten.”

JL: “Wat ze ook mogen verwachten is dat Holst op een goede manier kennis en techno-logie combineert vanuit allerlei bronnen. We proberen diverse partijen bij elkaar te krijgen. De bedoeling is dat via de participaties in de programma’s op een ongedwongen manier de basis gelegd wordt voor de commerciële samenwerking tussen bedrijven. We hopen zulke mooie consortia te maken dat er van nature een verdere samenwerking tussen bedrijven uit voortkomt.”

Wat is de sterkte van TNO in dit pact?

JDB: “TNO is heel dynamisch en op alle markten thuis. TNO is ook heel knap in het maken van prototypes en het samenwerken met bedrijven, zowel grote als kleine. Er is een grote maatschappelijke verwevenheid tussen de verwezenlijkingen in de labo’s en wat wordt uitgetest in het veld. Zo wordt het ook toonbaar en begrijpbaar waarom die technologie werkt.”

Wat is de bijdrage van IMEC-NL in de samenwerking?

JL: “IMEC heeft een focus op een specifieker domein dan TNO. Dat laat toe om binnen dat domein echt excellent te zijn. Een ander aspect is het werken vanuit gedeelde program-ma’s. De aanpak van meer denken in generi-sche thema’s en daar partijen voor bij elkaar krijgen, is iets waar wij heel veel van kunnen leren.”

JDB: “Het leuke is dat we in het businessmodel van het Holst Centre die dingen zien samen-komen. Voor KMO’s wordt het geen TNO-model en ook geen IMEC-model, maar is het geënt op de sterktes van beide partijen.”

“Er is een grote

maatschappelijke

verwevenheid tussen

de verwezenlijkingen in

de labo’s en wat wordt

uitgetest in het veld.”

Project PSV“TNO is heel sterk in het bouwen van prototypes en het uittesten in het veld,” zegt Jo de Boeck over zijn nieuwe collega’s. Hij verwijst daarbij naar het project dat TNO opstartte met de Eindhovense voetbalclub PSV. Een meer letterlijk voorbeeld van ‘testen in het veld’ is moeilijk te vinden.

Jaap Lombaers: “Het systeem is bedoeld voor de training. Rondom het veld zijn bakens geplaatst en de spelers zijn uitgerust met sensoren. Met een computersysteem kan je hierdoor rechtstreekse metingen doen van hun positie, snelheid, versnelling en hartslag. Je krijgt dan een soort ondergrond waarop je allerlei slimme dingen met software kan doen. Denk maar aan trainingsconcepten die je wil toepassen en waarvan je wil meten in hoeverre spelers daar vooruitgang op boeken. Bijvoorbeeld de opdracht ‘het spel breed houden’ kan je kwantificeren en aan elke speler een score toekennen. Een ander aardig voorbeeld is dat PSV zijn spelers leert om nog meer te versnellen nadat ze hun tegenstander voorbij zijn. Dat is een beetje tegen de intuïtie. Je zou zeggen dat het passeren van je tegen-stander op zich het belangrijkste is. PSV kan spelers nu die opdracht geven en kijken hoe goed ze het doen. Achteraf kan je het hen ook laten zien en aan de hand van de score zeggen: ‘kijk, je gaat dat nog eens doen’.” ©TNO

10

Page 13: imec InterConnect 21 (juni 2006)

Plastic Bertrand krijgt hersens

Het bericht werd door zowat de hele internationale vakpers overgenomen: "de Universiteit Gent en IMEC ontwikkelen een nieuw concept voor buigzame verpakte ultradunne chips." INTEC, het geassocieerde laboratorium van IMEC, was erin geslaagd om een flexibel prototype te maken van een verpakte chip met een totale dikte van slechts vijftig micrometer. Het onderzoek kan zijn toepassing vinden in elektronica voor slimme kledij, flexibele displays, enz.

Ook wel eens geknoeid om de borst-band van je hartslagmeter comfor-tabel aan te passen? Al eens getwijfeld

of je een potje yoghurt nog wel zou eten net nadat de houdbaarheidsdatum is verstreken? Een wereld met buigzame elektronica zou het ons wel eens heel wat makkelijker kunnen maken. In plaats van een relatief stijve borst-band, zal de hartslagsensor ingewerkt zitten in je T-shirt. En in het potje van je yoghurt zal een sensor verwerkt zitten die verkleurt van zodra het een rottingsproces detecteert. Het zijn maar enkele denkbeeldige voorbeelden uit een waaier aan mogelijkheden.

Belangrijke voorwaarde is natuurlijk dat de elektronica in dergelijke systemen niet alleen buigzaam is, maar ook op een goedkope manier geproduceerd kan worden. Voor het zover is, moet er nog heel wat onderzoek

gebeuren, maar met de recente resultaten van INTEC zijn we alvast een stap dichterbij.

Projectleider Jan Vanfleteren van INTEC verklaart de details: “Om tot de nieuwe door-braak te komen, vertrokken we van silicium-chips die we verdunden tot twintig à dertig micrometer, ongeveer de dikte van een menselijk haar. Ter vergelijking: een standaard computerchip is tien tot twintig keer dikker. Door deze ultradunne chips te verpakken in een flexibele polymeerlaag van twintig micro-meter, bleef de dikte van het prototype beperkt tot vijftig micrometer. Het circuit was voorzien van geïntegreerde metaallagen voor de interconnectie met de buitenwereld.” Het onderzoek maakt deel uit van het Europees project SHIFT (Smart High Integration of Flex Technologies) van het zesde kaderprogramma.

Buig en strek en buig en strek…Elektronische schakelingen doen buigen door ze dunner te maken is een ding, maar er ook voor zorgen dat je ze kan uitrekken, maakt het helemaal interes-sant. Binnen het IWT project Bioflex, Biocompatible flexible electronic circuits, werken IMEC en de universiteiten van Gent en Leuven samen om dit te verwe-zenlijken. De specifieke focus van het project ligt daarenboven op systemen die compatibel zijn met biologisch mate-riaal. Verschillende bedrijven hebben al hun interesse getoond in de technologie die uit het project zou voortvloeien. Zo zijn er een aantal gegadigden uit de medi-sche sector. Daar kunnen ze rekbare elektronica gebruiken in implanteerbare systemen die zich moeten aanpassen aan het inwendige van het menselijk lichaam. Ook andere toepassingen, zoals slimme pleisters, zijn denkbaar.

Stapje dichter bij flexibele elektronica en slimme kledij

Wie meer wil weten over het gebruikte proces, kan dit nalezen op pagina 24 van Bits&Chips van 27 april 2006. www.bits-chips.nl

D r a a g b a r e t e c h n o l o g i e

11

Page 14: imec InterConnect 21 (juni 2006)

I n n o v e r e n d o p g r o e i e n

En ze leefden nog lang en technologisch…

Dat kinderen veel fantasie hebben, weten we allemaal. Maar combineer die fantasie met de juiste technologische bagage en… je krijgt verrassend innoverende ideeën!

InterConnect deed inspiratie op uit de vele inzendingen die binnenkwamen naar aanleiding van de wedstrijd die IMEC en RVO-Society uitschreven in Zonneland, het educatieve tijdschrift voor leerlingen van 10 tot 12 jaar. De opdracht: schrijf met de klas een verhaal en gebruik de technologie van vandaag en morgen… Uit de internetfeeën, gekloonde zeven geitjes en Sneeuwwitjes met gps selecteerde InterConnect het verhaal geschreven door de vierde klas van school GVB Scheut in Anderlecht. Het gaat over twee batterijen die… nu ja, lees zelf maar…

12

Page 15: imec InterConnect 21 (juni 2006)

Nog niet zo lang geleden leefden er eens 2 batterijen in een mooie groene gameboy. De ene heette plus

en de andere heette min. De batterijen waren heel gelukkig want de jongen speelde elke dag op zijn gameboy. En als de gameboy werkte, konden de batterijen spelen met de ladingen. Maar op een dag waren de batterijen bijna leeg en de jongen legde de gameboy weg. Hij wou niet meer met zijn gameboy spelen want hij had nu een playstation2.

De batterijen waren heel verdrietig. Ze wisten dat ze bijna dood waren en dan gingen ze naar de batterijenhemel.

Plots ging het dekseltje van de gameboy open. De batterijen wisten dat het met hun bijna gedaan was nu. Maar ze merkten ineens dat ze kleine vleugeltjes hadden gekregen. Ze vlogen uit de gameboy en door het raam naar buiten. Ze waren nog niet dood. Ze konden vliegen. De 2 batterijen beslisten om een reis rond de wereld te maken.

De eerste plaats waar ze naartoe gingen was het technobos. In dat bos woonden allemaal dvd-spelers, tv’s en andere technologiedingen waaraan er iets scheelde. Aan de grote tv ontbrak er een knopje, de dvd-speler spuwde de dvd’s weer uit... Maar de batterijen vonden het een beetje saai in het technobos en ze gingen verder met hun reis.

De volgende plaats waar ze stopten was wonderland. Hier woonden alle toestellen die nog moesten uitgevonden worden. Ze zagen er een robot met 1000 handen die alle klusjes in huis kon opknappen. Ze zagen ook een vliegende auto. Maar wie bestuurt die auto?

De batterijen vlogen naar de auto. Er zat geen bestuurder in. Ze deden de deur open en keken hoe die auto werkte. Plus vond onder een van de zetels een koffertje. Hij nam het koffertje en samen probeerden ze het open te maken. Maar het lukte niet. Toen hoorden ze een stem: “He, je doet me pijn!” De batterijen keken rond, maar ze zagen niemand. Wie had dat gezegd? “Ik ben het. Ik ben de witte doos van de auto. Ik ben een soort computer die ervoor zorgt dat de auto alleen kan vliegen.” “Waw, mogen we met jou eens een vlucht maken?” vroegen de batterijen. “Natuurlijk”, zei de witte doos. “Waar willen jullie naartoe?” “We zouden graag naar Blablaland gaan want we willen al die verschillende soorten gsm’s wel eens zien.”

“OK,” zei de witte doos. Dan moet ik even mijn gps instellen.”

En weg waren ze, ze vlogen tegen 200km per uur naar Blablaland. Toen ze in Blablaland aankwamen bedankten ze de auto voor de vlucht en gingen wat wandelen. Daar wisten ze niet wat ze zagen. Ze zagen wel duizenden soorten gsm’s. Er waren er met kleuren-schermen, er waren er met moderne liedjes, er waren er met blauwe knopjes... Ze gingen bij een van de gsm’s en babbelden er even mee. “Dag meneer, hoe is het om een gsm te zijn?” “ O, dat is best leuk. Ik vind het tof om al de roddels te horen van mijn bazin. En ik lees de sms’jes van haar vriendinnen ook heel graag. Maar wat ik niet zo leuk vind is dat ik in haar handtas van hier naar daar wordt geslingerd tussen al die rommel. Af en toe heb ik vakantie nodig want ze praat de hele dag. Dan kom ik naar hier om even te rusten. En dan denkt mijn bazin dat ze me weer ergens

verkeerd gelegd heeft.” “Ik ben toch liever een batterij. Dan moet je niet heel de dag naar dat gepraat luisteren”, zei min.

Toen ze alle soorten goed hadden kunnen zien, gingen ze weer op pad. Het volgende land waar ze stopten was pensioenland. In dat land woonden al de toestellen die al oud waren en die mochten genieten van hun verdiend pensioen. Er waren platenspelers, zwart-wit tv’s, cassettespelers, video’s… De meeste toestellen kraakten al een beetje van ouderdom en bij sommigen zat er al een vijsje los. De batterijen vonden het heel leerrijk en ze maakten met verschillende toestellen een praatje. “Spijtig dat ons baasje hier niet bij is, die zou al die informatie wel kunnen gebruiken in de lessen geschiedenis.” “Maar nee, onze baas zou het liever op internet allemaal opzoeken. Dat vindt hij veel gemakkelijker en sneller. De kinderen van tegenwoordig kennen niks anders meer. Ze vergeten dat het vroeger anders was.”

“He, weet je welke dag het vandaag is?” vroeg plus. “Nee”, zei min. “Het is vandaag 12 maart 2006. Onze baas is jarig vandaag.” “O ja, dat is waar. En met zijn verjaardag nodigt hij meestal zijn vrienden uit om samen op de gameboy te spelen. We moeten dus vlug terug.”

De batterijen vlogen vlug terug naar het huis van de jongen. Ze vlogen door het raam naar binnen en sprongen net op tijd weer in de gameboy. De jongen nam de gameboy uit de kast en zette hem aan. De batterijen schrokken wakker en ze beseften dat hun reis slechts een mooie droom was. En ze speelden nog lang en gelukkig!

De vliegende batterijen

13

Page 16: imec InterConnect 21 (juni 2006)

I n n o v e r e n d o p g r o e i e n

IMOMEC, het geassocieerde laboratorium van IMEC aan de Universiteit Hasselt, doet niet alleen fundamenteel onderzoek, maar heeft ook een lange lijst van bedrijven die beroep doen op hun diensten. Al meer dan 25 jaar stelt IMOMEC vanuit zijn uitvalsbasis in Diepenbeek allerlei betrouwbaarheidstesten, materiaalanalyses en kwaliteitsmetingen ter beschikking van de industrie. We verzamelden een selectie getuigenissen van enkele opmerkelijke klanten die bij IMOMEC aanklopten.

Meer informatie: www.imo.uhasselt.be/business/services.htmContact IMOMEC: Jan D’Haen Tel: 011 268 883

Spuiten op spuiten

Ludo Schrijvers is Sales Manager bij Melotte: “We werden een tweetal jaar geleden bij een klant geroepen uit de farmaceutische industrie die een probleem had met een machine.

De spuitkoppen die de plastic verpakking moeten aanbrengen rond injectienaalden en dergelijke, waren beschadigd en dringend aan vervanging toe. Nu had die klant die machine destijds van Amerika laten overkomen en had hij geen tekeningen van de onderdelen. Het was voor ons geen enkel probleem om die tekeningen te maken op basis van de bestaande onderdelen, maar we moesten natuurlijk wel weten uit

welk materiaal ze gemaakt waren. Zeker in de farmaceutische industrie is dat van groot belang. Het was niet de eerste keer dat we voor dergelijke problemen een beroep deden op de groep van Jan D’Haen bij IMOMEC. Dankzij een chemi-sche analyse konden ze ons de exacte materiaalgegevens bezorgen. Het bleek te gaan om een materiaal dat we in stock hadden en we hebben die klant dan

ook vrij snel kunnen verder helpen.”

Melotte NV positioneert zich als een mondiale partner zowel op het vlak van innovatieve ontwerpen als de productie van hoogtechnolo-

gische componenten. Het bedrijf uit Zonhoven staat bekend voor het uitvoeren van complexe opdrachten in alle hightech segmenten van de industrie.

Universiteit bewijst diensten aan bedrijfswereld

14

Page 17: imec InterConnect 21 (juni 2006)

Universiteit bewijst diensten aan bedrijfswereldBelgacom weerbericht

Dirk Stroobant is Development Engineer bij Belgacom: “Sinds enkele jaren loopt een project waarbij we delen van onze telecommunicatie-infrastructuur dichter bij de klant willen brengen. Dit is nodig om voldoende capaciteit te garanderen bij toepassingen voor breedband-internet (xDSL). Voor het eerst moesten we actieve elektronica ‘op de straat’ plaatsen, als aanvulling op de passieve verdeelkasten die er al stonden. In bedrijfsomstandigheden staat deze elektronica in een gecontroleerde omgeving met airconditioning en dergelijke, maar dat

is op straat natuurlijk onmogelijk. We moesten dus weten wat het effect is van temperatuursschommelingen op de levensduur van deze apparatuur. Omdat we zeker wilden zijn over de gegevens die de leveranciers hierover bezorgden, zijn we bij IMOMEC terechtgekomen. Aan de hand van de temperatuursprofielen die we hadden opgesteld en gedetailleerde stukkenlijsten van de gebuikte apparatuur, hebben ze een uitgebreide studie verricht en prognoses gedaan over het effect van temperatuurschommelingen op de elektronica. Dankzij deze studie hebben we een goed inzicht in de betrouwbaarheid van onze systemen die onderhevig zijn aan wisselende klimatologische omstandigheden.”

De Belgacom Groep (Belgacom S.A. en haar filialen) is het grootste telecom-municatiebedrijf in België en marktleider in veel domeinen, met name de vaste telefonie, de mobiele telefonie, het internet en breedbanddatatransmissie.

Een bronzen fopspeen

Jo Stappers is chef atelier bij Vleminckx NV: “Ik werk nogal veel met voorwerpen uit glas en kunststof om er metalen beeldjes van te maken. Dat kan gaan van schoenen en petjes tot maskers en fopspenen. Om op deze materialen een metaal neer te slaan, heb je een geleidende onderlaag nodig. We merkten dat het rubber dat we in dit proces gebruiken te mals bleef en konden hier maar geen oplossing voor vinden. De onder-zoekers van de Universiteit Hasselt hadden zich een tijd ervoor komen voorstellen in het kader van het EFRO-project, het Europees fonds voor regionale ontwikkeling. Dankzij hen hebben we ons voorbehandelingproces aangepast, waardoor het probleem van het malse rubber zich niet meer voordoet. Het hele dossier was eigenlijk vrij snel afgerond, omdat zij blijkbaar al ervaring hadden met een gelijksoortig materiaal.”

De firma NV Vleminckx SA herstelt en vernieuwt radiatoren van vrachtwagens, auto’s, heftrucks, locomotieven, tractoren, bulldozers, enz. Sinds enkele jaren heeft de firma zich gespecialiseerd in het metalliseren, waaronder het verbronzen, verkoperen, vergulden, vertinnen en verzilveren van alle voorwerpen en materialen zoals kinderschoentjes, speelgoed, trofeeën, enz.

15

Page 18: imec InterConnect 21 (juni 2006)

D e k a b e l w o r d t k o r t e r

De overgang naar verbindingenoptische

©BM

W A

G

Optische verbindingen worden ook meer en meer in auto’s gebruikt als verbinding tussen de elektronische componenten. Zo bijvoorbeeld in de BMW 7 serie en Mercedes-Benz E-klasse.

Page 19: imec InterConnect 21 (juni 2006)

De kracht van de optische verbinding

In een optische verbinding, zoals bijvoorbeeld glasvezelkabel, worden lichtdeeltjes (of fotonen) gebruikt in plaats van elektronen om data te versturen. Lichtdeeltjes kunnen elkaar niet beïnvloeden. Daarom kunnen verschillende lichtbundels met elk hun eigen informatie via eenzelfde transmissiekanaal verstuurd worden. Dat verklaart de grote brand-beedte van een optische verbinding. Tegenwoordig kunnen gelijktijdig tientallen kanalen aan 10 tot 40 gigabit per seconde worden doorgestuurd, wat een totale bandbreedte oplevert in de grootteorde van terabit per seconde.

“Telecom is de grote drijfveer, maar niet de enige...”In elk elektrisch apparaat dat je vandaag openschroeft, kom je een gedrukte schakeling tegen. We bedoelen dan de groene printplaat waarop de verschillende elektrische componenten staan en met elkaar verbonden zijn. Lees: elektrisch verbonden, maar misschien niet meer voor lang. Voor bepaalde toepassingen wordt de verleiding groot om ze optisch te verbinden. Waarom, en over welke toepassingen gaat het? Hoe worden die optische verbindingen of ‘interconnecties’ gemaakt? En zal dan alles optisch worden? Peter Van Daele en Johan De Baets, twee experten van de universiteit Gent, werpen licht op al deze vragen.

Telecom: de overstap naar optische verbindingen

De processen die gebruikt worden om gedrukte schakelingen te realiseren worden voortdurend bijgestuurd.

Johan De Baets: “Denk maar aan de gevolgen van de Europese richtlijn die zegt dat er vanaf 1 juli 2006 geen lood meer mag gebruikt worden in dergelijke schakelingen.” Een andere trend, maar dan hebben we het vooral over tele- en datacommunicatiesystemen, is dat er alsmaar meer en meer data sneller en sneller worden doorgestuurd en verwerkt. Peter Van Daele:

“De verwachting is dat de elektrische verbin-dingen op een gedrukte schakeling er op een bepaald moment de brui aan zullen geven omdat ze de gevraagde snelheid of dichtheid niet meer aankunnen. Dan kunnen optische verbindingen (zoals glasvezels) een oplossing brengen.” Precies zoals in andere domeinen van telecom langzaam de stap is gezet naar optische verbindingen. “Vroeger werden tele-foongesprekken over lange afstand gevoerd via koperdraad. Maar omdat er steeds meer gesprekken over moesten gaan, heeft men die elektrische verbindingen vervangen door optische. Sindsdien worden optische vezels

gebruikt om alsmaar kortere afstanden te overbruggen. Tegenwoordig zijn communi-catiesystemen binnen nieuwe gebouwen al allemaal optisch verbonden. En hetzelfde zal gebeuren met de elektrische verbindingen op gedrukte schakelingen.”

Grote capaciteit

Johan De Baets: ”Een typisch voorbeeld van een toepassing die een heel grote capaciteit vraagt, is een ‘backpanel’. Backpanels zijn de busstructuren van grote telecomsystemen waar alle data op komen van een aantal doch-

17

Page 20: imec InterConnect 21 (juni 2006)

D e k a b e l w o r d t k o r t e r

terkaarten (bijvoorbeeld de switchkaarten van een telecomcentrale). Al die verbindingen gaan dus over eenzelfde backpanel. Dat vraagt een gigantische capaciteit, momenteel van de grootteorde van 10 gigabit per seconde, per verbinding. Dat is nog maar net haalbaar met gewone koperverbindingen. Hier is momen-teel een verwoede strijd aan de gang tussen optische en elektrische technologieën.” Groot nadeel van het gebruik van optische intercon-necties is de prijs. Het is een nieuwe techno-logie, die ook nog eens gevoelig is aan alig-natiefouten die bijvoorbeeld ontstaan bij een slechte uitlijning van de connector en de glas-vezel. Peter Van Daele: “Als je spreekt over optische verbindingen, dan spreek je over alig-

natienauwkeurigheden van de verschillende componenten in de grootteorde van 1 micro-meter of zelfs kleiner.”

Vliegtuig- en automobielindustrie

De telecomindustrie mag dan wel de drij-vende kracht zijn om technologieën voor optische verbindingen te ontwikkelen, waar-schijnlijk zullen er andere toepassingen zijn waar optische interconnecties al sneller zullen gebruikt worden. En dan niet zozeer omwille van hun grote capaciteit. Peter Van Daele: “We verwachten dat binnen de vliegtuigin-dustrie en de automobielindustrie meer en meer gebruik wordt gemaakt van optische

signalen. In de nieuwste types vliegtuigen en in enkele exclusieve autotypes worden al opti-sche verbindingen gebruikt. In de eerste plaats voor de verdeling van entertainment naar de passagiers, maar ook om signalen afkomstig van optische sensoren op een netwerk te brengen. De twee grote argumenten hier zijn het gewicht - een optische vezel weegt een pak minder dan een elektrische kabel - en de storingsongevoeligheid van optische verbin-dingen. Er moet dan wel aan een goedkope oplossing gewerkt worden. Daarnaast zien we ook dat er in verschillende sectoren meer en meer gebruik wordt gemaakt van optische sensoren. Bijvoorbeeld voor het meten van vervormingen in grote civiele constructies of

voor draaddiktemetingen in de textielnijver-heid. Met optische sensoren kan de meting contactloos verlopen. Maar die sensoren zullen een optisch signaal genereren dat op de gedrukte schakeling moet worden gebracht. Ook hier zal je dus optische verbindingen nodig hebben.”

Alles optisch?

Peter Van Daele: “Ik wil wel benadrukken dat optische verbindingen op gedrukte scha-kelingen de elektrische nooit volledig zullen vervangen. De elektrische verbinding is immers een standaardtechnologie die zeer goedkoop is. En in heel wat toepassingen worden die hoge

capaciteiten en snelheden ook helemaal niet gevraagd. Er zal bijvoorbeeld nooit een opti-sche verbinding in je wasmachine komen. We hebben het wel degelijk over de high-endtoe-passingen van de gedrukte schakelingen, zoals in telecom, waar er nood is aan hoge capa-citeiten en hoge snelheden. Of over andere toepassingen waar optische interconnecties totaal andere voordelen bieden, zoals gewicht of storingsongevoeligheid.” Johan De Baets: “Ook de verwerking van het optische signaal dat binnenkomt op een gedrukte schakeling zal altijd elektrisch blijven gebeuren. Met dit signaal ga je bijvoorbeeld actuatoren aansturen om bepaalde regelingen uit te voeren, zoals het zuiniger laten draaien van een motor. Om dat te kunnen doen, beschikken we vandaag over zeer goede processoren. Die zullen we blijven behouden. Je moet niet per se alles in een bepaalde technologie willen realiseren. De kostprijs is een belangrijke factor. Alles optisch doen is wellicht een utopie.”

Vlaamse spelers

In Vlaanderen zijn er een aantal domeinen waar er heel wat expertise is. Een aantal bedrijven en KMO’s werken rond optische sensoren en spelen daarin zelfs een zeer voor-aanstaande rol. FOS&S is er daar een van. Barco (Poperinge) en ACB (Dendermonde) zijn voorbeelden van bedrijven die gedrukte schakelingen produceren, Layers (Leuven) ontwerpt printplaten. Een belangrijke speler op het gebied van optische connectoren is TYCO Electronics. Vlaanderen heeft ook heel wat kennis over automotive, bijvoorbeeld binnen het kennisnetwerk Flanders’ DRIVE. In de telecomwereld is er bijvoorbeeld Alcatel die als systeemhuis de ontwikkeling rond opti-sche interconnecties nauwgezet volgt.

“Optische verbindingen zullen de elektrische

nooit volledig vervangen.”

Flexibele substraten

De wereld van gedrukte schakelingen is duidelijk in beweging. Enerzijds is er de trend om optische interconnecties op gedrukte schakelingen te brengen. Anderzijds wordt er bij die gedrukte schakelingen meer en meer gewerkt met flexibele substraten. Johan De Baets: “Je kan dan ook verwachten dat in de toekomst optische interconnecties samen met elektrische interconnecties ook op flexibele dragers worden aangebracht. Dat is technologisch gezien een grote uitdaging. Maar we slagen er nu al in om optische golfgeleiders te maken op flexibele substraatjes… “

18

Page 21: imec InterConnect 21 (juni 2006)

Johan De Baets is binnen de onderzoeksgroep TFCG Microsystems van de UGent verant-woordelijk voor het onderzoek naar elektrische interconnecties.

Professor Peter Van Daele voert het onderzoek naar optische interconnecties. Hun gemeenschappelijk onderzoek rond interconnecties en displays maakt deel uit van de activi-teiten van IMEC’s geassocieerd labo INTEC.

Een industrievriendelijke

technologie

Aan de universiteit van Gent worden verschillende technologieën ontwikkeld om optische interconnecties op gedrukte schakelingen te integreren. Peter Van Daele: “Cruciaal hierbij is een technologie te introduceren die compatibel is met de huidige technologie van gedrukte schake-lingen. Dit argument zal doorwegen bij de keuze die moet gemaakt worden tussen de verschillende mogelijkheden. De meest evidente manier is optische vezels aan te brengen op de gedrukte schake-ling. Maar een van de grote nadelen is de moeilijkheid om connectors en derge-lijke aan die optische vezel te bevestigen. Een alternatief is te werken met golfgelei-derstructuren: een van de lagen waaruit de gedrukte schakeling is opgebouwd, wordt vervangen door een optische laag. Hierin worden dan structuren gedefi-nieerd (lensjes, spiegels…) die het licht geleiden: de golfgeleiderstructuren. Deze optische laag kan een 100 micrometer dunne glaslaag zijn, of, zoals wij verkiezen, een polymeermateriaal dat commercieel verkrijgbaar is. Om de golfgeleiderstruc-turen te maken, werken wij met lase-rablatie. Dat is misschien niet de meest perfecte technologie om al die verschil-lende componentjes te maken, maar je kan ze wel allemaal in een processtap realiseren. Bovendien is laserablatie een standaardtechniek die al gebruikt wordt bij gedrukte schakelingen.”

19

Page 22: imec InterConnect 21 (juni 2006)

Beide recente wetgevingen bevatten een groot aantal grijze zones, wat maakt dat nogal wat betrokken bedrijven met de

handen in het haar zitten. Een aanspreekpunt vinden bij de gemachtigde overheden is geen sinecure. Nationale wetgevers verwijzen naar de Europese macht en omgekeerd. De indu-strie besloot dan maar om het heft in eigen handen te nemen en vanuit zijn expertise zelf de nodige voorstellen naar voor te schuiven.

Het resultaat is een praktische handleiding die op een overzichtelijke manier het toepas-singsgebied van beide wetgevingen verduide-lijkt. Centraal staan zogenaamde “beslissings-bomen” die stapsgewijs een aantal knelpunten in de wetgeving aanpakken. Helemaal sluitend is de manier van werken nog niet, maar voor de radeloze ondernemer is het een schitte-rend vertrekpunt. Bovendien staat bij elke stap een woordje uitleg om de eventuele nuances te verduidelijken.

Bert D’Hooghe, attaché bij de ICT-tak van Agoria, de federatie van de Belgische tech-nologische industrie en betrokken bij de

realisatie van de handleiding: “Het document heeft weliswaar geen wettelijke bewijskracht, maar wat mij betreft is het op dit moment de best beschikbare referentie om snel aan antwoorden te geraken.”

De RoHS/WEEE handleiding kan na gratis registratie gedownload worden op publications.orgalime.org.

Orgalima heeft nog een tweede gids uitge-werkt die bedrijven bijstaat bij de voor-bereiding op RoHS. De “Orgalime RoHS guide - A practical Guide to understanding the specific obligations” legt duidelijk uit waar RoHS precies over gaat en kan gratis worden gedownload op de Orgalime website.

De RoHS-gids is beschikbaar op www.orgalime.org/pdf/RoHS_guide.pdf

S a m e n s t e r k

Het RoHS- zakwoordenboek

Gratis handleiding voor wie in de knoop zit met de RoHS-wetgeving en loodvrij solderen

Orgalime, de Europese koepel voor mechanische, elektronische en metaalindustrie, stelt op zijn website een handleiding ter beschikking die je wegwijs maakt in het toepassingsgebied van de Europese WEEE-* en RoHS-**richtlijnen.

(*) WEEE = Directive 2002/96/EC on Waste Electrical and Electronic Equipment (WEEE). / (**) RoHS = Directive 2002/95/EC on the Restriction of the Use of Certain Hazardous Substances in EEE.

Is it explicitly included in the scope (filament bulbs or

luminaires in the households)?

Is it included in category 8 or 9 of Annex I of WEEE directive

Is it covered by other specific Community waste management legislation, in particular Council

Directive 91/157/EEC on batteries

Is it a spare part, etc... for repairing or upgrading products put on the market before 1st

July 2006

IN RoHS SCOPE

Out

of R

oHS

scop

e

Y

Y

Y

Y

N

N

N

NN

20

Page 23: imec InterConnect 21 (juni 2006)

Experten begeleiden KMO’s in

Europese O&O-projectenMinister Moerman lanceerde onlangs een nieuw initiatief, Europese InnovatieStimulering (EIS), om de deelname van Vlaamse KMO’s aan Europees onderzoek te bevorderen. Met de financiële steun van de overheid worden experten aangesteld die proactief op zoek zullen gaan naar inno-vatieve KMO’s met potentieel om samen te werken in Europese projecten. De experten zullen de KMO’s informeren over de verschillende samenwerkingsmogelijkheden en over bestaande projectvoorstellen, en begeleiden bij eventuele projectaanvragen. Ook IMEC neemt deel aan dit initiatief.

IMEC-contactpersoon: [email protected]

N i e u w t j e s

Schotse studenten

krijgen snel

Internet via

straatverlichtingDe Schotse universiteit Abertay start samen met het bedrijf Compliance Technology een pilootproject om straatverlichting te plaatsen die werkt op basis van zonne-energie. Bovendien zijn deze geavanceerde verlichtings-palen ook uitgerust met WiFi en WiMAX-technologie waardoor ze supersnel Internet mogelijk maken. Deze verlichting zal allereerst gebruikt worden op het dak van de universiteit en later ook in een nieuw gebouwd studen-tendorp. Verschillende gemeenten zouden al laten weten hebben ook geïnteresseerd te zijn in deze straatverlichting.

Wekker tegen ochtendhumeurMet de slogan “Wake up happy” en “Power up your day” prijst een Oostenrijks bedrijf zijn aXbo wekker aan. Het is een slimme wekker die zijn eigenaar enkel wakker maakt in de juiste slaapfase, de REM-fase. Worden we wakker tijdens de REM-slaap, dan stappen (lees springen) we vol energie en met goed humeur uit bed. De wekker bepaalt het slaap-stadium aan de hand van lichaamsbewegingen die gedetecteerd worden door de pols-band met ingebouwde sensor. Gegevens worden draadloos doorgestuurd. Er kunnen 2 polsbanden meegeleverd worden zodat ook je wederhelft op het juiste moment wakker wordt. Want wat ben jij met een goed humeur als de ander als een slaapwandelende donderwolk aan het ontbijt zit?

Meer info: www.axbo.com

“Afscheid van lood” Op de vooravond van de historische RoHS datum van 1 juli 2006 organi-seren Agoria, WTCM en IMEC een netwerkevenement met als thema “Afscheid van lood”. Datum en plaats: 29 juni, Diamant Building Agoria (moge-lijk nog onderhevig aan wijziging). Aan de precieze agenda wordt actueel hard gewerkt.

Geert Willems ([email protected]) is aanspreekpunt in Vlaanderen voor vragen over de omschakeling naar RoHS-compliant productie.

21

Page 24: imec InterConnect 21 (juni 2006)

Vlaanderen bouwt (proef-) netwerk voor mobiele tv

D r a a g b a r e t e c h n o l o g i e©

Siem

ens

Page 25: imec InterConnect 21 (juni 2006)

Vlaanderen bouwt (proef-) netwerk voor mobiele tv

Sinds september biedt Proximus mobiele tv aan via het 3G-netwerk. Een echte mobiele-tv hype kunnen deze geavanceerde 3G-netwerken echter niet aan vanwege de grote bandbreedte die deze toepassing vereist. Daarom sloegen de betrokken partijen in Vlaanderen de handen in elkaar om een oplossing te vinden voor de toekomst. We hebben heel wat tijd in te halen, want onze buurlanden hebben hun eerste testen al achter de rug. Als dit voorjaar de frequenties verdeeld worden op de radiocommunicatieconferentie in Genève, moeten de Belgische broadcastspecialisten hun deel van de taart (lees frequenties) kunnen opeisen en o.a. een duidelijk plan kunnen voorleggen voor mobiele tv in Vlaanderen.

Dirk Steel, CTO bij Siemens, vertelt over de mogelijkheden en beperkingen van 3G, multicasting en broadcasting, technieken die mobiele tv op de Belgische markt moeten brengen.

Gsm-operatoren hebben zwaar geïn-vesteerd in geavanceerde draad-loze netwerken van de derde gene-

ratie (3G). Dankzij deze nieuwe netwerken worden gsm-diensten mogelijk zoals email, downloaden van muziek, video on demand en bekijken van live streaming beelden (beelden rechtstreeks van camera naar gebruiker, bv. Big Brother). Dirk Steel: “3G is niet

ontworpen voor mobiele tv. Door mobiele tv aan hun aanbod toe te voegen, vragen gsm-operatoren om problemen.” Een rapport van het Engelse onderzoeksbureau Analysys voor-spelt dat wanneer 40% van de gsm-eigenaars 8 à 10 minuten per dag naar streaming video-beelden kijkt, het netwerk overbelast zal zijn. Streaming video neemt immers 10 keer zoveel bandbreedte in beslag als gewone telefoonge-

sprekken. In Zuid-Korea, dat veel verder staat dan Europa op het vlak van mobiele tv, konden ze dit al aan den lijve ondervinden: 9 maanden na het lanceren van streaming videodiensten via 3G, werd het videoverkeer onmogelijk wegens overbelasting van het netwerk.

Om de beperkingen van 3G te omzeilen is er MBMS (Mobile Broadcast/Multicast Service).

23

Page 26: imec InterConnect 21 (juni 2006)

D r a a g b a r e t e c h n o l o g i e

Deze techniek maakt gebruik van dezelfde basisinfrastructuur als 3G, maar is efficiënter voor mobiele tv doordat videostromen tegelijk naar meerdere gebruikers gestuurd worden. Dirk Steel: “Met multicasttechnieken kan je per antenne andere informatie doorsturen. Zo zou je bijvoorbeeld naar alle bezoekers van Rock Werchter (die in het bezit zijn van een 3G-toestel) backstagebeelden kunnen door-sturen of beelden van het podium. Deze vorm van personalisatie zal mobiele tv aantrekkelijk maken.”

Als mobiele tv echt doorbreekt, en veel gebruikers hoogkwalitatieve beelden willen bekijken, zijn echte broadcasttechnieken nodig. DVB-H is zo’n techniek. Het is een techno-logie om digitale tv-beelden te broadcasten vanaf zendmasten en via de ether te versturen naar draagbare toestellen zoals gsm’s. Deze techniek is verwant aan DVB-T voor digi-tale tv, met extra voordelen voor draagbare terminals, namelijk een laag stroomverbruik en goede robuustheid ( = ook goede beelden bij slechte ontvangst). Dirk Steel: “Voor echte

interactieve mobiele tv met hoogkwalitatieve beelden hebben we DVB-H nodig, weliswaar in combinatie met 3G om de interactiviteit te verzekeren. Mobiele tv via DVB-H maakt gebruik van de UHF-frequenties. Deze worden in België ingenomen door analoge tv-signalen van de openbare omroep. Zij hebben immers de verplichting om overal en voor iedereen hun tv-uitzendingen beschikbaar te maken. Landen die beslist hebben om in de nabije toekomst geen analoge radio- en tv-signalen meer uit te zenden, hebben het voordeel dat

er sneller voldoende ruimte vrij komt voor digitale tv, digitale radio en mobiele tv.”

Een DVB-H-netwerk bestaat uit vele, kleine antennes. In een klein land als België is het ondenkbaar dat elke operator zijn eigen DVB-H-netwerk zou uitbouwen. Samenwerking is essentieel. In april startte het MADUF-project in samenwerking met het Interdisciplinair instituut voor BreedBand Technologie (IBBT). Dirk Steel: “In het project werken verschil-lende partijen samen om een DVB-H-netwerk

uit te werken voor Vlaanderen. Het wordt een gemeenschappelijk netwerk dat door alle operatoren zal gebruikt worden. Ook Siemens is van de partij voor de ontwikkeling van het serverplatform en een terminalproto-type voor mobiele tv.” Naast Siemens nemen de operatoren Belgacom/Proximus en Telenet deel, VRT als beheerder van het zender-park, Option en Scientific Atlanta die net als Siemens communicatieoplossingen aanbieden en onderzoeksgroepen van K.U.Leuven, UGent, VUBrussel en IMEC. Dirk Steel: “De eerste gesprekken tussen al deze partijen zijn uiterst belangrijk als voorbereiding op de conferentie in Genève waar frequentiebanden zullen verdeeld worden over de verschillende Europese landen. Het is belangrijk dat België daar een duidelijk standpunt inneemt rond het uitwerken van mobiele tv in eigen land.”

In het kader van het MADUF-project zullen twee testen uitgevoerd worden. Dirk Steel: “De eerste test gaat reeds in mei van start, in Gent. De nadruk zal vooral liggen op het broadcasten van de signalen en het meesturen van de elektronische programmagids (ESG, electronic service guide). We werken aan een oplossing om verschillende programmagidsen door te sturen, want elke operator heeft natuurlijk zijn specifieke programmagids. Bij de tweede test zal veel meer nadruk liggen op interactiviteit, personalisatie en het aanleveren van locatiegebonden programmering.”

©Si

emen

s

3G of UMTS3G-draadloze netwerken zijn opgedeeld in cellen. Gebruikers die zich in dezelfde cel bevinden, delen de beschikbare bandbreedte. Het gaat om ‘unicast’ netwerken: signalen worden verzonden van één zender naar één ontvanger. Wanneer 500 mensen in een bepaalde cel beslissen naar dezelfde nieuwsflits te kijken op hun gsm, moet het netwerk 500 keer een kopie van deze nieuwsflits sturen. Bij telefoneren of sms’en is dat geen probleem omdat deze diensten niet veel bandbreedte vereisen.

Prime timeVoor mobiele tv gelden andere piekmo-menten dan voor klassieke tv. Uit testen bleek dat mensen vooral heel vroeg ’s morgens kijken, tijdens de lunchpauze en in de vroege avond op weg naar huis. Goed nieuws dus voor reclamemakers, deze extra prime time. Minder goed nieuws voor de reclamemakers is dat mensen gemiddeld slechts 20 minuten per dag op deze manier tv zullen kijken.

24

Page 27: imec InterConnect 21 (juni 2006)

©Si

emen

s

Eerst tanken voor je op de trein springtHet gebruik van interactieve mobiele tv op de trein is technologisch niet vanzelfsprekend. Voor de interactiviteit heb je een terugkeerkanaal nodig, geleverd door het 3G-netwerk. Dit nieuw uitgebouwde netwerk bestrijkt niet alle treintrajecten.

Experten verwachten wel een andere vorm van ‘mobiel’ tv-kijken op de trein. Zo is het denkbaar dat je met je terminal naar een hotspot in het station gaat, en daar eventjes een film downloadt voor op de trein. Of in het tankstation het ochtendjournaal ‘tankt’ voor onderweg in de file.

Pas overtuigd na gebruik Mensen zijn pas overtuigd van de zin van mobiele tv nadat ze (prototype)toestellen hebben kunnen gebruiken. Een onderzoek van Siemens toonde inderdaad dat vóór het gebruik van mobiele tv slechts 19% geïnteresseerd was, tegenover 78% na gebruik. Bij concepttesten in Finland, de UK, Spanje en Frankrijk waren 75 tot 85% van de testpersonen zeer positief over het gebruik van mobiele tv.

InteractiefMobiele tv zal interactief zijn. Zo zal je naar het nieuws kunnen kijken en selecteren welk item je wil bekijken. Ook al wordt DVB-H gebruikt voor het broadcasten van de beelden, een 3G-netwerk zal nog steeds nodig blijven om de interactiviteit te verzekeren.

Nieuws en voetbalMen verwacht dat mobiele tv vooral zal gebruikt worden voor het bekijken van nieuwsuitzendingen, sport, soaps en docu-mentaires. Exact dezelfde beelden als voor klassieke tv zullen echter niet gebruikt kunnen worden. Denk bijvoorbeeld aan een voetbal-wedstrijd: een subset van het volledige beeld zal gebruikt worden, anders is de bal onher-kenbaar. De uitslag en het aantal te spelen minuten dat normaal ergens in de bovenhoek wordt weergegeven, zal ook niet herkenbaar zijn. Deze gegevens zullen dus moeten ‘uitge-knipt’ worden en als metadata meegestuurd worden, om op een manier, geschikt voor terminals, getoond te kunnen worden.

Frans-Belgische samenwerking levert doorbraak 3D-beelden op gsmVoor het eerst zijn onderzoekers erin geslaagd om op een mobiele telefoon driedimensionale beelden af te spelen in een gangbaar bestands-formaat. Het is een belangrijke doorbraak in de wereld van de computerspelletjes.

IMEC en het Franse Institut National des Télécommunications (INT) zijn er in geslaagd om een 3D-videospeler te ontwikkelen op basis van het MPEG-4-bestandsformaat. Dat is de meest gangbare multimediastandaard op het internet, die ondermeer gebruikt wordt voor het versturen van films op aanvraag. Dankzij het resultaat kunnen 3D-beelden uitgewisseld worden tussen toestellen van verschillende merken en types.

Technische details: De MPEG-4 3D-videospeler is voor de demonstratie geïmplementeerd op een Nokia 6630 toestel. De codering van de contouren en het raster van de objecten is gebaseerd op een gereduceerd aantal MPEG-4-BIFS (Binary format for scenes). De textuur van de oppervlakken is gecodeerd in het JPEG2000 bestandsformaat om een goede schaalbaarheid te verzekeren. De speler ondersteunt zowel statische als bewegende 3D beelden.

25

Page 28: imec InterConnect 21 (juni 2006)

IMEC voorbeeld van groeibedrijfOp 26 april keurde de Algemene Vergadering de IMEC-jaarcijfers van 2005 goed. Het totaal-budget van IMEC nam met 23% toe ten opzichte van 2004 en de inkomsten uit contracton-derzoek zelfs met bijna 30%. Daarnaast heeft IMEC momenteel meer dan veertig openstaande vacatures voor alle opleidingsniveaus.

In 2005 werkten 139 Vlaamse bedrijven, waarvan 77 KMO’s, samen met IMEC. Een belangrijke trend daarbij is dat steeds meer part-nerbedrijven (ondertussen 45%) niet uit de ICT-sector komen. IMEC werkte ook mee aan 57 projecten van het IWT, het Instituut voor de aanmoediging van inno-vatie door Wetenschap en Technologie in Vlaanderen.

© P

ower

Ball

De ‘Manual Power’, het nieuwste broertje van de PowerBall, zet draaibewegingen om in energie die kan gebruikt worden om een gsm op te laden of de ingebouwde lamp. Ideaal dus om mee te nemen op survivaltocht.

De PowerBall werd oorspronkelijk ontwikkeld in opdracht van NASA als ‘minifitnessappa-raat’ voor astronauten. Door de PowerBall in je hand te nemen en er draaiende bewegingen mee te maken, ondervind je een naar buiten gerichte kracht. Door deze beweging met de kracht van je hand tegen te gaan, versterk je de hand-, arm-, en schouderspieren. Hierdoor is dit trainingsapparaat interessant voor musici, voor mensen met polspeesontstekingen of met RSI-klachten.

Meer info: www.manualpower-belgium.com

Gsm leeg?

Sporten maar!

N i e u w t j e s

RechtzettingEen van onze aandachtige lezers liet ons weten dat er een foutje sloop in het artikel over digi-tale tv in InterConnect20. Ook in België zijn al geruime tijd tv’s op de markt met ingebouwde digitale tuner om de vrije digitale zenders via de ether en via de kabel te ontvangen.

Gemidis wordt

volwassenGemidis, een spin-off van IMEC en de Universiteit Gent, zette in maart met een kapitaalsverhoging van 4,1 miljoen euro de belangrijke stap van ontwikkeling naar productie. Zaakvoerder Jan Lambrecht: “De eerste orders van enkele Aziatische tv-fabrikanten zijn binnen. Ook enkele Europese bedrijven in de professionele markt hebben al interesse getoond.”

Het 20-koppige bedrijf ontwikkelt micro-displays van vloeibare kristallen (VAN LCOS) voor hoge resolutie projectoren en breedbeeldschermen (waar het een concurrent is voor LCD en plasma). “Normaal doe je twee jaar over de ontwikkeling van een chip. Dankzij de ruime ervaring en toegewijde inzet van onze medewerkers hebben wij er drie ontwikkeld in anderhalf jaar,” zegt Jan Lambrecht.Naast GIMV, als grootste investeerder in de nieuwe kapitaalsinjectie, participeren ook de andere bestaande aandeelhou-ders, zoals IMEC, Fortis Private Equity, Baekelandfonds en enkele business angels. Met het geld kan Gemidis de oplevering verzekeren aan zijn eerste klanten en de ontwikkeling verder zetten voor onder andere microdisplays met een resolutie van 8,8 miljoen pixels.

Meer info: www.gemidis.com

WWW.M2MCONGRES.NL

KORTINGSKAART

KORTINGSKAART15% KORTING

kortings-kenmerk

MM 0371www.m2mcongres.nl

�aangeboden door:

Congres & ExpoXL Machine-to-Machine/Telemetrie

“Connecting things and letting them act”

29 JUNI 2006, EVENTRON ROSMALEN

Wat is M2M?M2M is een paraplubegrip voor onder andere: Vendor managed Inventory, Embeddedsystems, Remote Service Management, Automatic Meter Reading, RemoteMaintenance, Telemetrie.

Congres & ExpoXL komt eraan! De ontwikkelingen in Machine to Machine toepassingen zetten in een rap tempo dooren gelukkig ontdekken steeds meer organisaties eigen mogelijkheden met deze tech-nologie. Deze ontwikkelingen worden natuurlijk enorm gestimuleerd door steedsdalende prijzen van o.a. (mobiele) datacommunicatie. Steeds meer M2M toepassingenduiken in nieuwe markten op.

M2M Award Voor het eerst zal in 2006 een M2Maward worden uitgereikt aan het voor de marktmeest aansprekende, innovatieve M2M project. Het project dient vooral aan te tonendat M2M business voordelen biedt, nieuwe revenustromen kan genereren, uitvoerbaaris binnen een tijdbestek van 1 jaar en een positieve bijdrage levert aan het imago vanhet bedrijf.

ExpoXL: wie zijn de aanbieders van innovatieve M2M toepassingen, wat hebben ze inhuis en hoe kunnen ze uw bedrijf helpen. Maak kennis met hun producten en dienstenin het M2M Theater.

Open Innovation by IMEC-NL and TNO

KORTINGSKAART15% KORTING

kortings-kenmerk

MC 0372www.mechatronica2006.nl

Open Innovation by IMEC-NL and TNO

KORTINGSKAART

WWW.MECHATRONICA2006.NL

Wat kunt u verwachten tijdens Mechatronica2006?• Levendig debat met de belangrijkste kennisinstituten.• Duo presentaties van OEMers en hun toeleverancier. Wat levert die samenwerking op?• Workshop over Intellectual Property (IP). Wat zijn de valkuilen m.b.t. IP in samenwer-

kingsverbanden tussen bedrijven.• Mechatronica Award 2006. De OEMer en Toeleverancier met het meeste onderne-

merslef worden in 2006 beloond met de Mechatronica Award. Uw stem telt mee!• Ronde tafelgesprekken: OEMers en Toeleveranciers bespreken innovatieve ideeën. • Uit onderzoek is gebleken dat in Human Health grote kansen liggen voor de

Mechatronica industrie. Iedere congresbezoeker ontvangt het casebook“Challenges for Human Health” dat speciaal voor dit congres is vervaardigd.

• Netwerkreceptie met dinerbuffet op de Expo++, daar worden handen geschud enzaken gedaan.

Geld verdienen met Mechatronica projecten

Op 8 juni aanstaande vindt het Mechatronica2006Congres & Expo++ plaats in het Nationaal AutomobielMuseum Louwman Collection te Raamsdonksveer. Ditcongres is een logisch vervolg op Mechatronica2005waar de focus lag op het belang van samenwerkingtussen OEM bedrijven en toeleveranciers.

Tijdens Mechatronica2006 worden de resultaten van verschillende samenwerkingspro-jecten onder de loep gelegd. Samenwerken is belangrijk, maar wat zijn de resultaten,wat is de commerciële output?!

aangeboden door:

Ad M2M interconnect 1/2 08-05-2006 19:54 Pagina 1

Meer details in de persberichten op: www.imec.be/nieuws

26

Page 29: imec InterConnect 21 (juni 2006)

E v e n t s

Seminarie

Digital Rights

Management

(DRM)De Multimedia Community en L-SEC organiseren samen een seminarie over technologieën en standaarden voor multi-media DRM op 13 september 2006 (datum onder voorbehoud).

Later zullen meer details bekendgemaakt worden op www.mume-community.com en www.l-sec.be

WWW.M2MCONGRES.NL

KORTINGSKAART

KORTINGSKAART15% KORTING

kortings-kenmerk

MM 0371www.m2mcongres.nl

�aangeboden door:

Congres & ExpoXL Machine-to-Machine/Telemetrie

“Connecting things and letting them act”

29 JUNI 2006, EVENTRON ROSMALEN

Wat is M2M?M2M is een paraplubegrip voor onder andere: Vendor managed Inventory, Embeddedsystems, Remote Service Management, Automatic Meter Reading, RemoteMaintenance, Telemetrie.

Congres & ExpoXL komt eraan! De ontwikkelingen in Machine to Machine toepassingen zetten in een rap tempo dooren gelukkig ontdekken steeds meer organisaties eigen mogelijkheden met deze tech-nologie. Deze ontwikkelingen worden natuurlijk enorm gestimuleerd door steedsdalende prijzen van o.a. (mobiele) datacommunicatie. Steeds meer M2M toepassingenduiken in nieuwe markten op.

M2M Award Voor het eerst zal in 2006 een M2Maward worden uitgereikt aan het voor de marktmeest aansprekende, innovatieve M2M project. Het project dient vooral aan te tonendat M2M business voordelen biedt, nieuwe revenustromen kan genereren, uitvoerbaaris binnen een tijdbestek van 1 jaar en een positieve bijdrage levert aan het imago vanhet bedrijf.

ExpoXL: wie zijn de aanbieders van innovatieve M2M toepassingen, wat hebben ze inhuis en hoe kunnen ze uw bedrijf helpen. Maak kennis met hun producten en dienstenin het M2M Theater.

Open Innovation by IMEC-NL and TNO

KORTINGSKAART15% KORTING

kortings-kenmerk

MC 0372www.mechatronica2006.nl

Open Innovation by IMEC-NL and TNO

KORTINGSKAART

WWW.MECHATRONICA2006.NL

Wat kunt u verwachten tijdens Mechatronica2006?• Levendig debat met de belangrijkste kennisinstituten.• Duo presentaties van OEMers en hun toeleverancier. Wat levert die samenwerking op?• Workshop over Intellectual Property (IP). Wat zijn de valkuilen m.b.t. IP in samenwer-

kingsverbanden tussen bedrijven.• Mechatronica Award 2006. De OEMer en Toeleverancier met het meeste onderne-

merslef worden in 2006 beloond met de Mechatronica Award. Uw stem telt mee!• Ronde tafelgesprekken: OEMers en Toeleveranciers bespreken innovatieve ideeën. • Uit onderzoek is gebleken dat in Human Health grote kansen liggen voor de

Mechatronica industrie. Iedere congresbezoeker ontvangt het casebook“Challenges for Human Health” dat speciaal voor dit congres is vervaardigd.

• Netwerkreceptie met dinerbuffet op de Expo++, daar worden handen geschud enzaken gedaan.

Geld verdienen met Mechatronica projecten

Op 8 juni aanstaande vindt het Mechatronica2006Congres & Expo++ plaats in het Nationaal AutomobielMuseum Louwman Collection te Raamsdonksveer. Ditcongres is een logisch vervolg op Mechatronica2005waar de focus lag op het belang van samenwerkingtussen OEM bedrijven en toeleveranciers.

Tijdens Mechatronica2006 worden de resultaten van verschillende samenwerkingspro-jecten onder de loep gelegd. Samenwerken is belangrijk, maar wat zijn de resultaten,wat is de commerciële output?!

aangeboden door:

Ad M2M interconnect 1/2 08-05-2006 19:54 Pagina 1

Vlaamse

RuimtevaartdagenVan 17 tot 19 november 2006 gaan voor de vierde

maal de Vlaamse Ruimtevaartdagen door, in het mediacenter te Oostende. Ook

IMEC zal van de partij zijn met onderzoeksresultaten onder andere op het vlak van telecom en navigatie.

Page 30: imec InterConnect 21 (juni 2006)

I n n o v e r e n d o p g r o e i e n

Recept van een groeiende KMO

In een sector waar velen probeerden en slechts weinigen slaagden, kent het Kempense internetbedrijf Arcabase de laatste vijf jaar een continue groei van meer dan 20%. Op het moment van het interview bestaat Arcabase uit vier personen met als uitvalsbasis de zolderkamer van zaakvoerder Herman Van Looveren (*). Voor ons gesprek zaten we letterlijk in zijn ‘interne keuken’. Op de tafel waar hij net nog had ontbeten met zijn gezin, serveerde hij ons het recept van zijn succesvolle KMO.

Enkel de beste ingrediëntenDe ondernemerscarrière van Herman Van Looveren begon zonder specifieke studies vanuit zijn achtergrond bij een KMO magazine. Vanaf 1998 ontwikkelde hij een eigen klanten-portefeuille en startte een eenmanszaak.“Het was de periode van de snelle opkomst van het internet en ik was verre van thuis in de techno-logie. De eerste klanten die een website vroegen, bediende ik met FrontPage. Maar nog hetzelfde jaar heb ik me verdiept in dynamische websites op basis van databanken. Sindsdien werken we enkel nog met de meest geavanceerde software en hardware. Klanten zijn al lang niet meer tevreden met een amateuristische website. Je bedrijf online zetten zuiver voor de marketing werkt niet. Een website moet een meerwaarde creëren. Als een klant sneller bediend is aan de telefoon, heeft een bestelformulier op je website geen enkele zin.”

Professioneel materiaalEen professionele omgeving is noodzakelijk om goede ingrediënten tot hun recht te laten komen.

“Het lijkt me gezond om

open te staan voor kapitaal

en knowhow van buitenaf.”

28

Page 31: imec InterConnect 21 (juni 2006)

Recept van een groeiende KMO

(*) Bij het ter perse gaan zou de firma moeten verhuisd zijn naar een tijdelijk kantoor waar ze ondertussen met z’n zessen werken. De zolderkamer werd te klein en in afwachting van een gloednieuw gebouw verhuizen de bureaus van Arcabase voor een jaartje naar een huurpand. Meer info en contactgegevens: www.arcabase.net

Arcabase beheert sinds 2001 de online inschrijvingen en betalingen voor de jaarlijkse ARRM-conferentie van IMEC (www.arrm.be) en ontwikkelde de website voor IMECEXPO (www.imecexpo.be).

“Toen de ingenieurs van Telenet in 2000 een glasvezelkabel kwamen leggen, zijn ze zes keer voorbij mijn huis gereden, omdat ze niet konden geloven dat ze op het juiste adres waren (lacht). Ik was het enige eenmansbedrijf met dergelijke voorzieningen. Ondertussen heeft Arcabase een eigen datacenter. Het waren enorme investe-ringen, maar je eigen ‘hosting’-infrastructuur is nodig als je de service naar je klanten volledig in de hand wil hebben.”

Doorgaan als alles aanbrandtAlsof de dotcom-hype en 11 september nog niet genoeg waren, kreeg Herman Van Looveren in dezelfde periode ook nog een persoonlijk verlies te verwerken. Toen hij vroegtijdig zijn echtgenote verloor, ging het ook met de zaken niet zo goed. Arcabase was in de beginperiode verlieslatend.“Ondanks alles heb ik in 2002 mijn eerste werk-nemer in dienst genomen. Sindsdien zijn we elk jaar gegroeid met minstens 20%. Tijdens de begin-fase werd me wel eens gesuggereerd om ermee te stoppen. Maar uiteindelijk sta ik toch ongeveer waar ik wilde staan. Ik las onlangs een top-50 van Belgische internetaanbieders en hoewel ze ons over het hoofd hadden gezien, moesten we op basis van de cijfers op de 47ste plaats staan.”

Tevreden klanten en personeelGroeien kan je enkel dankzij je klanten. Verlies ze in je euforie niet uit het oog.

“Om een kwaliteitscertificaat te behalen hebben we in 2005 een tevredenheidonderzoek laten doen. Arcabase scoorde daarbij 94%. Zowat alle klanten van in 1998 doen nog altijd beroep op ons. Maar tussen al die positieve berichten moet je waakzaam blijven. Arcabase is momenteel sterk aan het groeien - dit jaar met 60-80% - en dat heeft zijn gevolgen voor de levertermijn. Vandaar ook dat we zo snel mogelijk willen uitbreiden, zodat onze klanten de service kunnen krijgen die ze van ons gewoon zijn. Een van de belangrijkste punten om dit te bekomen, zijn natuurlijk je werk-nemers. Mijn mensen kan ik 100% vertrouwen, zowel qua mentaliteit als qua technische achter-grond.”

Gevarieerd menu met specialiteitenEen gevarieerd menu is goed, maar het zijn de specialiteiten die een keuken uniek maken.“In het begin dacht ik dat we alles moesten doen. Zo hebben we twee jaar geprobeerd om een online computerwinkel op te starten. Maar zonder publiciteit krijg je onvoldoende orders binnen. Als je een webwinkel wil starten, moet je daar een fulltime bezigheid van maken. Nu verkopen we geen hardware meer. We ontwikkelen klantspe-cifieke oplossingen gaande van een eenvoudige website tot volledig data- en klantbeheer. De rode draad is internettoegang tot de achterliggende databanken. Met de opkomst van breedband- internet, binnenkort ook mobiel, merk ik dat alle professionele toepassingen in die richting evolu-

eren. Het laat toe om je werknemers continu op de meest recente bestanden te laten werken van op eender welke pc, zonder dat ze ooit moeten synchroniseren.”

Uit eten gaanEen goede kok moet af en toe eens uit eten gaan. Ook Herman Van Looveren is niet te beroerd om zijn keuken open te stellen voor anderen.“In november 2005 keurde het IWT ons project goed waarin we ons eigen platform koppelen aan de elektronische identiteitskaart. De aanvraag indienen was een boel werk, maar de steun van de IWT-adviseur heeft goed geholpen. Het IWT zijn geen boemannen hé. Als je een goed idee hebt, willen ze je graag helpen. Ik sluit ook niet uit dat we in de toekomst een beroep zullen doen op durfkapitaal. Met binnenkort vijf werknemers lijkt het me een gezonde houding om open te staan voor kapitaal en knowhow van buitenaf.”

“Het IWT zijn geen

boemannen, hé. Als je een

goed idee hebt, willen ze je

graag steunen.”

29

Page 32: imec InterConnect 21 (juni 2006)

30

Bent u een KMO met een idee?

Loopt u als KMO al een tijdje op een idee te broeden? Heeft u een innovatieplan waarvan u denkt dat het een grote impact zal hebben? Vraagt u zich af of uw innovatie uitvoerbaar is? Wil u uw dromen graag omzetten in daden?

De KMO-Innovatiecel van IMEC werd speciaal opgericht om KMO’s verder te helpen met hun innovatieplannen. Onze medewerkers beantwoorden uw vragen, buigen zich over uw idee en gaan samen met u op zoek naar de juiste aanpak.

Voor meer informatie hierover kan u terecht bij: [email protected]

IMEC vzw RPR Leuven BTW BE 0425.260.668 Kapeldreef 75 B-3001 Leuven België www.imec.be

IMEC doet mee aan de OpenBedrijvenDag op zondag 1 oktober. Jij komt toch ook?

Meer info: www.openbedrijvendag.be