76
BUSINESS WITH PLEASURE IN DE WESTELIJKE MIJNSTREEK... ZUIDLEASE GROEN, GROENER, GROENST! FAMILIEBEDRIJF COLLÉ IN TIJDEN VAN CRISIS DURVEN TE INVESTEREN ISOBIONICS SINAASSMAAK ZONDER SINAASAPPEL ALBERT GROOT DE KUNST VAN HET LOSLATEN SPECIAL INTEREST MAGAZINE VAN RABOBANK WESTELIJKE MIJNSTREEK | NUMMER 3 | JULI 2011

Impuls RWM Nr. 3

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Impuls RWM is het business- en lifestylemagazine gemaakt voor, door en over mensen uit onze regio. Naast aandacht voor trends en lifestyle geven we in het blad ook een podium aan de mens achter de ondernemer. Zij geven hun stimulerende visie op ondernemerschap en laten u delen in hun betrokkenheid, creativiteit en passie voor hun vak. Met de uitgave van ons eigen zakenmagazine brengen we mensen en middelen met elkaar in contact om op die manier nieuwe samenwerkingsverbanden te realiseren. Zo fungeren we als 'vliegwiel' voor de lokale economie. Samen impuls geven aan de lokale economie. Dat is ons idee voor de Westelijke Mijnstreek.

Citation preview

Page 1: Impuls RWM Nr. 3

bUSiNeSS With pLeaSURe IN DE WESTELIJKE MIJNSTREEK...

ZUIdleaSeGROEn, GROEnER,

GROEnsT!

FaMIlIeBedRIJF COllÉin TijdEn vAn cRisis duRvEn TE invEsTEREn

bUSiNeSS With pLeaSURe

ISOBIONICSsinAAssmAAk

zOndER sinAAsAppEL

alBeRt GROOtdE kunsT vAn HET

LOsLATEn

alBeRt GROOtdE kunsT vAn HET

LOsLATEn

SpeCiaL iNteReSt magaziNe VaN RabObaNk WeSteLijke mijNStReek | NUmmeR 3 | jULi 2011

Page 2: Impuls RWM Nr. 3

> Hoofdredactie Marcel Limbourg

> Redactie Tom Brennand

Jos Cortenraad

COLOFON

Johan Derrez

Peter Eberson

> Fotografie Fanny Driessen

> Uitgeverij

Amigo Creative Concepts

in opdracht van Rabobank Westelijke Mijnstreek

> Oplage 11.500 exemplaren

> Bladmanagement Cindy Deuss

> Verspreiding

Controlled Circulation naar zakelijke-,

private banking relaties en prospects

Rabobank Westelijke Mijnstreek

Inge Mostard

> Vormgeving Claudia Ritzen

Marcel Limbourg

Bassinkade 1-3, 6211 AL Maastricht

Henry Peters

> Auteursrechten

Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande

toestemming van Rabobank Westelijke Mijnstreek

en Amigo Creative Concepts worden gepubliceerd,

openbaar gemaakt of verveelvoudigd

Page 3: Impuls RWM Nr. 3

Categorie

3

Geachte relatie, beste lezer,

Voor u ligt het derde nummer van Impuls RWM, het special interest magazine dat

wij u wederom met gepaste trots aanbieden.

Zoals in de vorige edities komen ook nu interessante verhalen van ondernemers

voorbij. Ondernemers uit uiteenlopende branches. Op de cover een portret van

Frans Collé en zijn zoon Frits. Zij vertellen over de groei van hun familiebedrijf

dat al meer dan 100 jaar bestaat. U leest ook een interview met Albert Groot, arts,

ondernemer en kunstverzamelaar.

In de ‘4x3 estafette’ in deze editie komt het industrieterrein Holtum Noord aan

bod. Met de unieke combinatie van vervoer per weg, water en spoor is dit een

van Limburgs belangrijkste logistieke knooppunten.

Aan het woord is ook Jacques van der Linden, algemeen directeur van Rabobank

Westelijke Mijnstreek. Hij vertelt in een interview over zijn visie op het nieuwe

werken en over zijn voorliefde voor de wielrensport.

De Limburgse arbeidsmarkt voor hoger opgeleiden staat aan de vooravond van

veel veranderingen, althans volgens een hoogleraar en een aantal headhunters.

Zij geven elk hun visie.

Kortom: een magazine met uiteenlopende onderwerpen, vol interessante mensen.

Rabobank Westelijke Mijnstreek heeft zich tot doel gesteld als ‘vliegwiel’ voor de

lokale economie te fungeren. Mensen en middelen met elkaar in contact brengen

en op die manier nieuwe samenwerkingsverbanden te realiseren. Daar gaan we

voor. Met als resultaat dat daarmee de leefbaarheid in onze regio verbetert.

Samen op zoek naar mogelijkheden… Dat is de gedachte, dat is het idee.

Veel leesplezier!

VOORWOORD

Raymond Neilen | Directeur Particulieren Rabobank Westelijke Mijnstreek

Harry Lempens | Directeur Bedrijven Rabobank Westelijke Mijnstreek

Page 4: Impuls RWM Nr. 3

56

08

34

52

04

62

ALBERT GROOTDE KUNST VAN HET

LOSLATEN

68

42

ZuidleaseGrOEN, GrOENEr,

GrOENST!

12

18

04

4x3 EsTAfETTEBEDrijVENTErrEiN

HOLTUm NOOrD

22

48

Page 5: Impuls RWM Nr. 3

Categorie

5

04 | dE BEsTE ALBERT HEijn-

supERmARkT vAn 2010

ALBErT HEijN GrEVENBicHT

06 | up-TO-dATE

NicE TO KNOw

08 | REsTAuRAnT

dE LindEnBOOm nEw sTyLE

NiEUwE cULiNAirE iNSpirATiE

12 | zuidLEAsE

GrOEN, GrOENEr, GrOENST!

18 | wijnAnds

pROjEcTmAnAGEmEnT

ONDErNEmErSBLOED STrOOmT

wAAr HET NiET GAAN KAN

21 | EvEnEmEnTEnAGEndA

22 | 4x3 EsTAfETTE

BEDrijVENTErrEiN HOLTUm NOOrD

32 | TERuGBLik

INHoudjULi 2011

34 | cOTE d’OpALE

EEN mAGiScHE KUSTSTrEEK

42 | visiE Op dE

LimBuRGsE ARBEidsmARkT

wAArOm EEN KOrEAANSE rUS iN

LimBUrG wErKT

48 | isOBiOnics

SiNAASSmAAK zONDEr SiNAASAppEL

52 | dAnny kEssELs

zAKENDOEN mET cHiNA

56 | jAcquEs vAn dER LindEn

“iK ziE GrAAG ONDErNEmENDE mENSEN”

62 | fAmiLiEBEdRijf cOLLé

iN TijDEN VAN criSiS DUrVEN TE iNVESTErEN

68 | ALBERT GROOT

DE KUNST VAN HET LOSLATEN

71 | AmAcuRA

GOEDE éN BETAALBArE zOrG

05

Page 6: Impuls RWM Nr. 3

06

V.l.n.r. Kelly Penders, Melanie Coenen, Chris Scheepers, Frank Scheepers, Piet Scheepers

De beSte aLbeRt heijNVaN 2010 Ligt iN... grevenbicht

“eigenlijk is het gewoon een kwestie van de dingen goed doen, voortdurend…”

Page 7: Impuls RWM Nr. 3

Categorie

7

Tekst > Johan Derrez Beeld > Henry Peters

Hoe is het ooit begonnen? Piet: “De eerste inschrijving bij de

Kamer van Koophandel dateert van 1904. Mijn grootvader

opende toen een kruidenierswinkeltje in Hulsberg. Nadat mijn

ouders het daarna jarenlang hebben gerund, heb ik in 1972 de

winkel overgenomen. Vier jaar later heb ik een tweede vesti-

ging erbij genomen, hier in Grevenbicht, die sinds 2009 onder

de Albert Heijn-formule valt. Nu is de vierde generatie aan

zet. Onder begeleiding van de adviseurs van NBC/Lemaire &

Partners hebben Chris en Frank de zaak zo’n twee en een half

jaar geleden overgenomen.”

Maar u loopt nog steeds door de winkel rond? “Ja, een beetje

vervelend doen vanaf de zijkant, haha…“ zegt Piet gekscherend.

“Nee, flauwekul natuurlijk. Ik steun mijn zonen nog altijd, voor-

al bij de bancaire zaken. De winkel runnen, dat doen ze zelf.

Bovendien kan ik niet stil zitten.”

“En het oog van de meester ziet veel,” voegt Chris toe, “hij zorgt

ervoor dat we scherp en alert blijven.”

Jullie hebben de Gouden Beppie gewonnen. Chris: “Klopt, de

Gouden Beppie is dus de trofee voor de beste Albert Heijn-

supermarkt van Nederland. Via internet hebben klanten hun

mening gegeven over zaken als service, aantrekkelijkheid van

de winkel, klantgerichtheid en snelheid aan de kassa. De acht

best beoordeelde winkels werden in december ook nog eens

door de hoofddirectie beoordeeld.” Frank vervolgt: “Tijdens een

bijeenkomst in Breda hoorden we dat we hadden gewonnen.

Dat hebben we daarna uiteraard gevierd, met het hele perso-

neel. Van het hoofdkantoor kregen we als cadeau een week-

endje weg met zijn allen, geheel verzorgd.”

Wat is het geheim van dat succes? “Door onze open overleg-

structuur heeft iedereen invloed op hoe bepaalde zaken gere-

geld worden,” vertelt Frank, “dus de ideeën voor verbeteringen

komen vanaf de werkvloer. Daarmee creëren we draagvlak. Dat

pakt heel erg positief uit.” Chris: “Daarnaast onderscheiden we

ons ook met hele kleine dingen. Bijvoorbeeld het meelopen

met de klant als die iets niet kan vinden. Of een klant spontaan

vragen: ‘Kunt u het vinden?’ Aan de kassa geldt steevast: drie

in een rij, kassa erbij. We helpen zelfs klanten bij het inruimen

van de boodschappentas als er veel producten van de band

rollen. Soms lopen we zelfs even mee naar de auto. Voor ons

vanzelfsprekende dingen, maar het wordt door de klant heel

erg gewaardeerd.“ Piet: “Door de historie weten wij natuurlijk

niet anders. Vroeger stond service voorop bij de kruidenier.”

“Weet je,” vervolgt Frank, “eigenlijk is het gewoon een kwestie

van de dingen goed doen, voortdurend. Tot in de kleinste

details.”

Chris: “Klopt, en één ding is zeker: we gaan in 2011 weer voor

de eerste prijs.”

07

In februari maakte de hoofddirectie van de supermarktketen Albert Heijn bekend dat de vestiging van de familie

Scheepers zich over 2010 de beste (reguliere) Albert Heijn-supermarkt van Nederland mag noemen. De ‘goede

sfeer op de werkvloer’ bleek doorslaggevend te zijn voor de titel. Bij de in Grevenbicht gelegen winkel werken maar

liefst 80 mensen, die klantgerichtheid de gewoonste zaak van de wereld vinden. Aan tafel met Piet Scheepers (61)

en zijn beide zonen Chris (37) en Frank (29), over de succesfactoren van hun bedrijf.

Page 8: Impuls RWM Nr. 3

08

Up-tO-Datenice to know

De inzending van Rabobank tijdens Floriade 2012 heet ‘Earth-

walk’. Het paviljoen heeft de vorm van een halve aardbol en heeft

een doorsnee van ongeveer 20 meter. Earthwalk geeft ongeveer

7.000 bezoekers per dag de kans om over het dak van de wereld

te lopen. “Het wordt een niet eerder vertoonde ervaring, die uit-

stekend past bij onze ambitie als wereldwijd leidende food &

agribank”, aldus Paul Dirken, directeur Bedrijven van Rabobank

Nederland.

earthwalk op Floriade 2012

Het Nederlandse betalingsverkeer wordt steeds Europeser. Europese

landen en banken werken aan de invoering van één Europese betaal-

markt om het betalingsverkeer eenvoudiger en efficiënter te maken.

Die markt wordt ook wel Single Euro Payments Area genoemd, ofwel

SEPA. Alle landen die de euro hebben ingevoerd, werken concreet

naar deze betaalmarkt toe. Een internationaal bankrekeningnummer

(IBAN) neemt de plaats van het Nederlandse rekeningnummer in en

er is een nieuwe, Europese standaard voor alle betaalpassen (EMV).

SEPA : de voordelen van één Europese betaalmarkt | Het gemak

van betalen met de euro in de euro-landen wordt met SEPA uitgebreid

naar het girale betalingsverkeer, zoals overschrijvingen via internet-

bankieren en incasso’s. De voordelen van één Europese betaalmarkt

op een rij:

SEPA: vanaf wanneer? | De Europese landen en banken zijn al enkele

jaren bezig met de veranderingen die één betaalmarkt met zich mee-

brengt. Bij de Rabobank kunt u nu al snel en goedkoop betalingen in

het eurogebied doen. Het is nog niet bekend wat de uiterste datum

is waarop alle SEPA-landen uitsluitend nog Europese betaalvormen

mogen gebruiken.

sePa: één europese betaalmarkt

Sinds juni heeft De Lage Landen een vernieuwde website voor de

Nederlandse markt: www.delagelanden.com/nederland.

De Lage Landen biedt financieringsoplossingen op het gebied

van leasing, factoring en consumptief krediet. Op de nieuwe

website is het mogelijk om direct te berekenen of de financiering

geschikt is en voor welk bedrag de klant in aanmerking komt.

Nieuwe website De Lage Landen

• gemakkelijk betalen in Europa

• veiliger en efficiënter betalingsverkeer

• dezelfde spelregels voor onder meer

valutering en verwerkingstijden

• minder rekeningen nodig voor

betalingen en ontvangsten in Europa

Page 9: Impuls RWM Nr. 3

Categorie

9 09

Bestuursvoorzitter Piet Moerland bepleit op 16 mei in Het Financieele

Dagblad meer vrijheid voor banken om hypotheekleningen te ver-

strekken aan starters op de woningmarkt. Ook vindt hij dat banken

de aflossingsvrije hypotheek verder aan banden moeten leggen.

Vastgelopen woningmarkt | Moerland wil dat banken, toezichthou-

ders en overheid snel rond de tafel gaan om de vastgelopen wo-

ningmarkt te bespreken. Volgens economen van de Rabobank staan

er momenteel 180.000 woningen te koop in Nederland. Dat zijn er

meer dan er jaarlijks worden verkocht (vorig jaar 130.000).

Streng toezicht AFM | Toezichthouder AFM is bang dat consumenten

worden opgezadeld met te hoge schulden. Daarom durven banken

nauwelijks nog hypothecaire leningen te geven aan zelfstandigen of

starters. Moerland: “Ik wil niets ten nadele van de AFM zeggen, want

zij waken over overkreditering, maar deze toezichthouder heeft de

mogelijkheden van banken beperkt.”

Aflossingsvrije hypotheek | Tegelijk met een versoepeling van som-

mige voorwaarden wil Moerland dat banken strenger worden op de

aflossingsvrije hypotheek. Recent hebben banken, AFM en politiek

hierover een akkoord bereikt. Volgens de nieuwe regel moet min-

stens de helft van een hypotheek in dertig jaar tijd worden afgelost.

Weinig vanuit kabinet | Moerland zegt vanuit het kabinet te weinig

te horen over de problemen op de woningmarkt. Zijn voorstel tot

nationaal overleg doet hij niet namens andere banken, maar hij is

ervan overtuigd dat ze het een goed voorstel vinden.

Bestuursvoorzitter Rabobank pleit voor versoepeling hypotheek verstrekking starters.

Nederland internationaal koploper overnamesNederland is internationaal koploper op het gebied van grens-

overschrijdende fusies en overnames. Dit blijkt uit een dinsdag

gepubliceerd onderzoek van adviesbureau Corporate Finance In-

ternational (CFI). Het onderzoek bevat een analyse van 250.000

transacties uit de periode 2005 tot en met 2010. Daaruit valt af te

leiden dat Nederlandse bedrijven en investeerders meer dan de

helft van al hun overnames in het buitenland doen. Omgekeerd zijn

internationale kopers in Nederland juist goed voor bijna de helft

van alle fusies en overnames. Uit het onderzoek blijkt verder dat het

aantal transacties in 2010 met 6 procent is gestegen. Daarmee ligt

Nederland voor wat betreft het herstel in de fusie- en overnameac-

tiviteiten ook voor op de rest van de wereld. De investeringsbedra-

gen in Nederland zijn het afgelopen jaar met 16 procent toegeno-

men. In Europa was er in 2010 sprake van een daling van gemiddeld

27 procent. Wereldwijd namen de investeringsbedragen vorig jaar

gemiddeld met 4 procent af.

Rabobank Nr. 1 in fusies en overnames | Rabobank snapt als

geen ander wat samenwerking is en oplevert. Zij begeleidt toekom-

stige partners naar een levensvatbare en toekomstbestendige over-

name, zodat fusies en overnames ook op lange termijn succesvol

zijn. Volgens bronnen als www.overfusies.nl en Thomson Reuters

heeft Rabobank in Nederland in 2010 het grootste aantal fusies

begeleid voor Grootbedrijf en Large Corporates.

Voor het deel van uw vermogen dat vrij beschikbaar is, wilt u

natuurlijk de best passende spaarrekening. Rabobank introdu-

ceert nu Rabo VermogenSparen, een nieuwe spaarvorm voor

Private Banking klanten. De minimuminleg is ¤ 250.000 en u

ontvangt een variabele rente van actuele rente over uw spaar-

tegoed tot en met ¤ 10.000.000. Kijk op www.rabobank.nl voor

het actuele rentepercentage.

Rabo VermogenSparen

Page 10: Impuls RWM Nr. 3

De LiNDeNbOOmTekst > Johan Derrez Beeld > Henry Peters

new • style

010

restaurant

Altijd op zoek

naar nieuwe culinaire

inspiratie

Twee vakbroeders die samen een restaurant zijn begonnen, hoe is dat zo gekomen?

Erik Hoofs: “Voordat we dit restaurant openden, werkten we al zo’n twaalf jaar samen

bij Kasteel Elsloo. Jan-Willem komt oorspronkelijk uit Amersfoort. Hij was eerder chef bij

verschillende zaken, onder andere in Amsterdam.

Frappant is dat we heel veel van elkaar verschillen. Ik ben een rasechte Limburger, hij een

Amsterdammer. Hij de stille, ik meer de prater. Jan-Willem is ook nog eens veertien jaar

ouder. Ondanks die verschillen kunnen we heel goed samenwerken. We laten elkaar vrij.

We hadden het goed naar onze zin bij het kasteel, maar toen destijds dit pand vrij kwam,

hebben we toch besloten om samen die stap naar een eigen restaurant te zetten. Na een

verbouwing hebben we op 1 januari 2004 de deuren geopend.

We kregen al snel een aantal vermeldingen in de culinaire gidsen en ook een hele goede

recensie in de regionale krant. Hierdoor kwam alles in een stroomversnelling terecht en

kregen we een bepaalde positionering in de markt.”

Restaurant De Lindeboom New Style is niet alleen een begrip in de regio,

maar zeker ook daarbuiten. Het trendy restaurant is gevestigd in een mooi

historisch pand uit 1765, gelegen in het hartje van Beek, naast de Sint

Martinuskerk. De compagnons Erik Hoofs en Jan-Willem Punt runnen het

restaurant inmiddels al zo’n zeven jaar. Erik als gastheer, Jan-Willem als

patron-cuisinier.

Page 11: Impuls RWM Nr. 3

Categorie

11 011

Page 12: Impuls RWM Nr. 3

12

Jan-Willem Punt en Erik Hoofs

Page 13: Impuls RWM Nr. 3

Categorie

13

Hoe positioneren jullie het restaurant dan? “We doen dan wel

aan fine dining, maar met een bepaalde prijs/kwaliteitverhou-

ding die voor veel mensen acceptabel is. Een laag instapniveau

dus. Daarbij vinden we: gastvrijheid is keuze vrijheid. In de

menukaart staan naast de diverse menu’s de meest uiteenlo-

pende à la carte gerechten, zowel qua keuze als qua prijs. En bij

alle gerechten staat een wijnsuggestie vermeld.

Maar ook voor de wijn geldt dat principe van keuzevrijheid. Ik

ben zelf een gepassioneerd wijnliefhebber en wil mijn gasten

niet onthouden dat er veel lekkere wijnen zijn. We hebben

meer dan 500 verschillende wijnen in huis, waarvan zo’n 150

per glas geschonken kunnen worden. Weer die keuzevrijheid.

Dat vinden we belangrijk. Half glaasje wijn bij de lunch? Geen

probleem. En door de nieuwe methoden van conserveren is

het ook geen probleem meer dat wijn in de fles overblijft. Met

het stikstofpistool dat wij gebruiken, kunnen we de restanten

weken bewaren, zonder enig kwaliteitsverlies. Onze wijnarran-

gementen serveren we overigens ook als BOB-arrangement:

dezelfde wijnen, maar dan in kleine hoeveelheden.”

Wat voor een soort keuken hebben jullie? “Het is het beste

te omschrijven als een Frans–Mediterraanse keuken met een

mondiale inslag. Kijk, Jan-Willem is van de oude leerschool,

gebaseerd op de Franse keuken. Dat is de basis. Maar daarnaast

hebben we dus altijd wel wat wereldse tonen erin. Zoals Thais,

Japans, maar ook bijvoorbeeld Zuid-Afrikaans. Maar dan niet

bereid op een manier dat het een fusion-achtig gerecht wordt,

het blijft alleen bij de mooie verfijnde accenten. Zelf vertoef ik

overigens jaarlijks in Azië. Ik heb er ook een paar jaar gewoond.”

Waar doen jullie inspiratie op? “In Azië dus, maar ook in Amerika,

Hong Kong en steden als Tokyo, Bangkok, New York en niet te

vergeten Istanbul. Daar kun je hele leuke concepten vinden.

Concepten die je natuurlijk niet een-op-een vanuit zo’n wereld-

stad in het Beekse kunt neerleggen, maar we pikken er wel de

leuke dingen uit.

Een keer per jaar gaan Jan-Willem en ik op reis, ergens ter we-

reld, zonder gezin, alleen wij twee. Van ’s morgens tot ’s avonds

op zo veel mogelijk plaatsen een hapje eten en een glaasje

drinken, want de tijd is kort. Samen gaan we nieuwe culinaire

dingen ontdekken die ons inspireren. Zo zaten we jaren gele-

den een keer op het terras van het Peninsula Hotel in Bang-

kok, een vijf-sterrenzaak. We bestelden een hele mooie Thaise

beefsalade. Die wordt gemaakt met rode ui, biefstuk, mint,

noten en een vissaus. Mooi zuurtje en zoutje erin. Jan-Willem

prikt daar zijn vork in, proeft en zegt: ‘Wat lekker, daar moét

ik iets mee gaan doen als we terug thuis zijn.’ De door hem

geïnterpreteerde salade heeft lange tijd bij ons op de kaart

gestaan. Nu, jaren later zijn er wekelijks gasten die nog vragen

naar deze salade. Hoewel het al enige tijd niet meer op de kaart

staat, maken we het gewoon. Dat is gastvrijheid. En daar doen

we het voor.”

www.delindeboom.info

13

Page 14: Impuls RWM Nr. 3

Olaf Houben

14

Tekst > Marcel Limbourg Beeld > Henry Peters

Sinds wanneer bestaat Zuidlease? Olaf: “Zuidlease bestaat nu bijna twintig jaar en is

opgericht in 1993 door Miel en Wim Vencken, de toenmalige Volkswagen en Audi-dealer.

In 1995 ben ik erbij gekomen en hebben we er een universele leasemaatschappij van ge-

maakt. In 2000 is Vencken verkocht aan Wealer en in 2006 hebben we een joint-venture

opgericht met De Lage Landen. Dat is een onderdeel van de Rabobank en dat is voor ons

een goede deal. Het mes snijdt wat dat betreft aan twee kanten.”

Heeft dat voordelen die samenwerking met de Rabobank? “Jazeker, de Rabobank heeft

een goede positie hier in Limburg en hierdoor hebben wij toegang tot die, voor ons

belangrijke, zakelijke markt. Bovendien krijgen wij gunstige voorwaarden bij financiering.

Hierdoor kunnen wij als regionaal bedrijf goedkoper inkopen en daardoor zeer concur-

rerend aanbieden. Niet dat we de goedkoopste willen zijn. We willen concurrerend zijn.

Als er meerdere aanbieders zijn dan willen we op de tweede of de derde plaats komen.”

Als universele leasemaatschappij richt Zuidlease zich op de Limburgse markt

van autoleasing. Het in Sittard gelegen bedrijf mikt op de kleine tot middelgrote

wagenparken. In gesprek met directeur Olaf Houben, over de samenwerking met

de Rabobank en de ommezwaai naar groener rijden.

GROEn, GROEnER,

GROEnsT!Winsten komen te voet en

verliezen gaan te paard

Page 15: Impuls RWM Nr. 3

Categorie

15 15

Page 16: Impuls RWM Nr. 3

Als prijs niet het belangrijkste onderscheidende vermogen

is, wat is dat dan wel? “De toegevoegde waarde ligt meer in

het advies en het persoonlijke contact met onze klanten. De

grote maatschappijen hebben vaak maar één accountmana-

ger voor Limburg en Brabant, terwijl wij drie accountmanagers

hebben voor Midden- en Zuid-Limburg. Dit betekent dat de

MKB-ondernemer bij ons de aandacht krijgt die hij verdient.

Dat kost dan wel iets meer, maar we merken duidelijk dat de

Limburgse ondernemers dit erg op prijs stellen.”

Als je over advies praat, waar heb je het dan over? “Nou op

dit moment zijn wij behoorlijk op ‘groen’ in aan het zetten. We

hebben niet alleen intern een gedegen MVO-beleid doorge-

voerd waarin de drie ‘P’s’ (people, planet, profit) centraal staan.

We proberen ook onze klanten te stimuleren een ‘groener’ be-

leid te voeren als het om hun wagenpark gaat. Dat wordt echt

ontzettend goed opgepikt door de markt. Ons wagenpark is

hierdoor het laatste jaar drastisch veranderd. Als je kijkt naar

alle nieuwe ‘inzetten’ dan is meer dan zestig procent catego-

rie ‘A’ en ‘B’. Dat zijn de goedkopere BPM-vrije auto’s. Dat is

het ultieme bewijs dat de fiscale wetgeving op dit vlak werkt.

Je raakt de mensen in hun portemonnee. Én ze dragen hun

16

steentje bij aan een betere samenleving. De bijtelling is voor

zo’n auto maar 14% en dat scheelt echt. Voor een ‘groene’ auto

praat je over 65 à 75 euro per maand.”

Gaat dat ten koste van de grotere auto’s? “Toch wel. Maar

dat heeft meer te maken met het feit dat ondernemingsleiders

zich steeds meer bewust worden van hun maatschappelijke

verantwoordelijkheid en hierdoor vaker voor een compactere

auto kiezen. Kijk, iedereen maakt voor zichzelf de afweging of

het verantwoord is om in een X5, een Q7 of bijvoorbeeld een

Cayenne te rijden. Dat is niet aan ons. Maar je hebt als lease-

maatschappij toch ook met een restwaarde te maken. Het

risico dat we nemen is best groot. Daarom zijn we een paar

jaar geleden doelbewust gestopt met het inzetten van grotere

auto’s bij een kleiner wagenpark. Als zo’n auto namelijk vroeg-

tijdig terugkomt, maak je meteen twintig- à dertigduizend euro

verlies. Op één wagen! Ik zeg altijd: de winsten komen te voet

en de verliezen gaan te paard! We zetten nu liever tien kleinere

auto’s in dan één grote. Wanneer een grotere onderneming

echter een Q7 vraagt dan krijgen ze een Q7. Vanzelfsprekend...”

www.zuidlease.nl

Page 17: Impuls RWM Nr. 3

Categorie

17

Zuidlease hecht veel belang aan Maatschappelijk Verant-

woord Ondernemen. Met de lancering van het label

ZuidleaseGroen heeft Zuidlease al een belangrijke stap

gezet in het proactief benaderen van haar relaties op het

gebied van duurzame mobiliteit. De drie P’s vormen de drie-

hoek waar Zuidlease zich positioneert.

Profit | Het beleid van Zuidlease is er op gericht verant-

woord winst te maken. Wij voldoen ruimschoots aan de

actuele wetgeving, trends en richtlijnen.

Planet | Wij gaan voor groen. Aandacht voor het milieu komt

terug in het hele bedrijf. Enkele voorbeelden zijn: energie-

zuinige verlichting met bewegingdetectie, gescheiden af-

val verzamelen, recycled papier, digitaal archief, digitale

facturatie, etc, Het Maatschappelijk Verantwoord Onder-

nemen blijkt ook uit de volgende projecten:

MVo-projecten duurzame Mobiliteit:

Cleaner Car Contracts van Stichting Natuur & Milieu.

Zuidlease heeft in september 2010 het convenant Cleaner

Car Contracts getekend met Stichting Natuur & Milieu. Om-

dat 30% van het Europese nieuwe wagenpark bestaat uit

leasevoertuigen, hebben verschillende leasemaatschappij-

en de krachten gebundeld om te zorgen dat binnen twee tot

drie jaar de CO2-uitstoot gereduceerd wordt tot 120 of 130

gram per kilometer. Zuidlease heeft zich ten doel gesteld om

in 2012 een gemiddelde CO2-uitstoot van 130 gram CO2 per

kilometer te realiseren voor de personenauto’s binnen haar

wagenpark. In de afgelopen twee jaar is de CO2-uitstoot al

met meer dan 10% per jaar gedaald. In het convenant wordt

dit uitgedrukt als een Silver Fleet Contract. Naast het doel

om dit te behalen is dit initiatief een gebaar richting de sa-

menleving en autorijdend Europa. Het milieu is een steeds

belangrijkere factor in onze samen leving, en met dit project

wordt daar nogmaals aandacht voor gevraagd.

Maastricht Mobiel. Met mobiliteitsleasing bundelt organisa-

tor Ecorys de belangen van overheid, werkgevers en lease-

maatschappijen in de omgeving van Maastricht. Met het

oog op de bouw van de A2-tunnel onder Maastricht zal het

daar de komende jaren erg druk worden als de snelweg A2,

die dwars door de stad loopt, niet meer bereikbaar is voor

al het verkeer. Het aantal leaseauto’s dat deel zou kunnen

uitmaken van deze drukte zou door middel van dit project

beperkt kunnen worden. Voor Zuidlease biedt dit een kans

om vernieuwende dienstverlening te presenteren en duur-

zame alternatieven voor de leaseauto aan te bieden zoals

het Roll and Ride pakket.

People | Milieu en winstgevendheid zijn belangrijk echter het

draait om mensen. Zuidlease zorgt voor een optimale wer-

komgeving, persoonlijke ontwikkeling van de medewerkers

maatSChappeLijk VeRaNtWOORD ONDeRNemeN

17

Page 18: Impuls RWM Nr. 3

18

middels studie en opleidingen. Zuidlease ondersteunt

diverse sportieve, culturele en maatschappelijke initia-

tieven in de provincie Limburg middels giften en spon-

soring en toont zo de lokale betrokkenheid.

MVo-projecten factor Mens:

Actieve bijdrage leveren aan maatschappelijke werk-

plekken. Sinds zeven jaar worden mensen uit de so-

ciale werkvoorziening te werk gesteld bij Zuidlease

om werkzaamheden zoals auto’s transporteren, auto’s

poetsen en overige facilitaire taken uit te voeren.

Onderhoud aan het pand en de groenvoorziening

wordt uitgevoerd door mensen van de sociale werk-

voorziening en mensen van Stichting Schoon GMS,

een initiatief dat zich bezighoudt met de reïntegratie

van voormalig ex-dak- en thuislozen. Het drukwerk

voor Zuidlease wordt verzorgd door een drukkerij die

bijna uitsluitend werkt met medewerkers uit de soci-

ale werkvoorziening. Verspreiding van mailings vindt

plaats via Businesspost.

Verantwoord personeelsbeleid. Medewerkers worden

actief gestimuleerd om te sporten, via Zuidlease

kunnen alle medewerkers daarom gebruik maken van

een fitnessabonnement. Daarnaast wordt de mede-

werkers die daar behoefte aan hebben tweewekelijks

een stoelmassage (drukpuntmassage) aangeboden

met het oog op preventieve bestrijding van mogelijke

klachten die samenhangen met kantoorwerk. Periodiek

vinden persoonlijke gesprekken plaats tussen de me-

dewerkers van Zuidlease en een arboconsultant om

zodoende de balans tussen werk en privé in evenwicht

te houden en daar waar noodzakelijk preventief bij te

sturen.

Page 19: Impuls RWM Nr. 3

Categorie

19

EN

Page 20: Impuls RWM Nr. 3

20

Joep Wijnands

Page 21: Impuls RWM Nr. 3

Categorie

21

WijNaNDS pROjeCtmaNagemeNt

Tekst > Tom Brennand Beeld > Henry Peters

Vanaf jonge leeftijd weet hij het al. Ondernemer worden is zijn doel. Joep Wijnands, oprichter van Wijnands

Projectmanagement heeft zijn jeugddroom verwezenlijkt. Inspirerende bouwprojecten, transparante werkwijzen,

overzichtelijke bedrijfsprocessen en een vooruitziende blik hebben ertoe geleid dat zijn bedrijf op een solide basis

aan de toekomst kan bouwen.

Wat vooraf ging

“Al op mijn twaalfde wist ik het. Ik word ondernemer,” vertelt

Joep Wijnands. “Al wist ik niet in welke bedrijfstak. Mijn ouders

waren ambtenaren, dus daar vond ik geen leidraad. Slechts één

ding stond voor mij vast. Ik zou op mijn 20e gaan werken en op

mijn 30e zelfstandig ondernemer worden. Dan had ik tien jaar

om te leren en om naast goede dingen ook fouten voor reke-

ning van de baas te kunnen maken. Eerst heb ik de IVA door-

lopen en bij een autobedrijf gewerkt, maar daar lag mijn toe-

komst niet. Startende ondernemer worden in de autobranche

vraagt niet alleen hoge investeringen, maar kent ook frustraties.

Stel het lukt, dan bepalen de autofabrikant en de importeur nog

steeds wat je wel of niet mag doen. Niets voor mij. Op mijn 25e

leverde ik een auto af bij een schildersbedrijf dat flink groeide.

Groter is moeilijker, en dit bedrijf had een organisator nodig. Na

een goed gesprek was ik de nieuwe bedrijfsleider en had ik de

stap naar de bouwwereld gezet. Een schildersbedrijf blijkt een

uitstekende leerschool, omdat je als laatste in het bouwtraject

alle plussen en minnen van het proces te horen krijgt.”

de ondernemer staat op

Toen Joep voor het schildersbedrijf ging werken, dacht iede-

reen dat hij zijn ondernemersplannen wel aan de kant zou

zetten. Maar een echte ondernemer kenmerkt zich door het

stellen van doelen en die ook te verwezenlijken. Joep: “Ik werd

30 en nam ontslag. Met een investering van 1.652 gulden voor

een computer en een telefoon ben ik gaan ondernemen. Eerst

heb ik alles aangepakt wat brood opleverde. Zo heb ik naast

bouwbegeleiding bijvoorbeeld als evenementenorganisator

de opening van het Fortunastadion mogen doen. Na het eerste

jaar heb ik mij uitsluitend op de bouw gericht. Ondernemen is

organiseren en het organiseren van een bouwproject vertoont

in de basis grote overeenkomsten met het organiseren van een

evenement. In die tijd werkte ik onbevangen, niet gehinderd

door teveel kennis en ervaring in de branche. Er was meer

creativiteit nodig en door het ontbreken van vaste patronen

heb ik een geheel eigen werkwijze ontwikkeld die afwijkt van

wat standaard is in de bouw. Daar plukken wij en vooral onze

opdrachtgevers nu de vruchten van.”

ondernemersbloed stroomt

waar het niet gaan kan

21

Page 22: Impuls RWM Nr. 3

22

Wijnands Projectmanagement

In het bedrijf van Joep werken alleen projectleiders, geen

handenarbeiders. Joep: “Onze medewerkers komen niet uit

de aannemerij, maar hebben wel alle bouwkundige kennis.

Onze werkwijze is erop gericht dat we van tevoren duidelijk de

kosten en het tijdplan aangeven en het financiële plaatje gedu-

rende het gehele bouwproces blijven toetsen. We staan naast

de klant in het gehele proces en niet als de order eenmaal bin-

nengehaald is tegenover de klant. Wij doen veel aan afbouw,

renovatie en natuurlijk nieuwbouw. Ik ben overigens stellig van

mening dat men in Limburg moet ophouden met nieuwbouw

en afbreken. Laat bestaande gebouwen in hun waarde en geef

ze een nieuwe bestemming. Dat is niet per definitie goedkoper,

maar behoudt wel het karakter van een stad met zijn woon-

en leefklimaat. Onlangs hebben wij de oude bibliotheek in de

Prins de Lignestraat te Geleen gekocht en omgebouwd tot

kantoorpand. Een prima voorbeeld van hoe wij kunnen wer-

ken. Eerst het vergunningtraject en daarna realisatie binnen

zeven weken. Het gebouw is volledig gestript, alleen de be-

tonstructuur is blijven staan. Het gebouw heeft een tweede

leven gekregen en voldoet aan alle duurzame en energetisch

verantwoorde eisen van deze tijd. Nog geen twee maanden

na aanvang waren al kantoren in bedrijf. Wij verzorgen voor

onze klanten de volledige (ver)bouw van hun panden, inclu-

sief vergunningen, waarbij de kosten binnen de voorgestelde

begroting blijven en de snelheid vele malen hoger is dan bij

concurrenten. Doordat wij met vele kleine onderaannemers

werken, hanteren wij lagere tarieven waardoor wij vaak goed-

koper zijn dan andere bouwbedrijven. Dat betekent niet dat wij

die bedrijfjes uitknijpen. Door onze werkwijze, gebaseerd op

helderheid en snelheid door goed organiseren, kunnen zij veel

meters maken en verdienen we allemaal een goede boterham.”

organiseren is leven

“Door mijn bedrijf goed te organiseren, ben ik in staat om naast

de drukte van het ondernemerschap voldoende tijd te beste-

den aan mijn vrouw en twee dochters en kan ik volop actief zijn

in het sociale leven. Zo maak ik bij de gemeente deel uit van

het comité voor het jaar van de vrijwilliger en ben ik voorzitter

van de vereniging van oud-carnavalsprinsen. Ik heb samen met

enkele anderen van daaruit een sponsorsociëteit opgericht die

is uitgegroeid tot een businessclub van 160 bedrijven. Door

goed organiseren kun je altijd groeien, zowel zakelijk als privé,

in goede en in slechte tijden.”

www.ookhier.nl

Interieur Polyscope Polymers,Geleen

Exterieur Ulla Popken,Sittard

Page 23: Impuls RWM Nr. 3

Categorie

23 23

Categorie

23 23

THEATER | STADSSCHOUWBURG SITTARD- GELEEN

Zondag 25 september 1001 Nacht Limburgs Symphonie Orkest

Vrijdag 7 oktober Operettentheater Salzburg

Zaterdag 15 oktober Opera Carmina Burana/Orff

Zondag 16 oktober Melancholie & Verlangen

Zondag 11 december TOON, de musical

EVENEMENTEN

Zondag 3 juli Doedag Geleen

Zaterdag 9 juli Carnaval Mundial Elsloo

Zondag 7 augustus Oude Ambachten Einighausen

Zondag 14 augustus Finish Eneco Tour Sittard

Vrijdag 19 t/m maandag 22 augustus Oogstdankfeesten Berg aan de Maas

Vrijdag 26 t/m dinsdag 30 augustus Sint Rosa Festival Sittard

Vrijdag 21 t/m woensdag 26 oktober Oktoberfeest Sittard

RABOBANK WESTELIJKE MIJNSTREEK KALENDER

Maandag 4 juli Ledenraadsvergadering

Maandag 19 t/m zaterdag 24 september Week van de Coöperatie

Dinsdag 1 november Ledenraadsvergadering

eVeNemeNteNageNDa

CULTUURAGENDA

EN

Page 24: Impuls RWM Nr. 3

Tekst > Peter Eberson Beeld > Henry Peters

“Holtum Noord,

banenmotor van

de regio”

Pieter MeekelsWethouder & loco-burgemeester sittard-geleen

24

Page 25: Impuls RWM Nr. 3

Categorie

25

Wat is de relatie tussen de gemeente Sittard-Geleen en be-

drijventerrein Holtum Noord? “De gemeente heeft drie ver-

schillende rollen (gehad) in Holtum Noord. Bij Holtum Noord I

was de gemeente de ontwikkelaar. Bij Holtum Noord II was de

gemeente aandeelhouder in de Grondexploitatiemaatschappij

Holtum Noord II BV, samen met LIOF. En bij Holtum Noord III is

de gemeente samen met de provincie Limburg weer de ontwik-

kelaar. Hoe dan ook heeft de gemeente steeds het belang van

Holtum Noord onderkend en gestimuleerd dat het gebied zich

als een hoogwaardig logistiek knooppunt kan ontwikkelen.”

Waarom Holtum Noord? “Uniek aan Holtum Noord is het feit dat

hier de drie belangrijkste vervoersmogelijkheden (moda liteiten)

bij elkaar komen. Holtum Noord ligt aan het Julianakanaal en

heeft een eigen haven met een Barge Terminal waar de grootst

mogelijke binnenvaartschepen met containers gelost kunnen

worden. Niet voor niets zijn de bruggen in het kanaal tussen

Maasbracht en Born verhoogd om het mogelijk te maken

dat schepen met vier lagen containers er onderdoor kunnen

op weg naar of vertrekkend vanaf de Barge Terminal. Holtum

Noord is de grootste inlandterminal van Nederland. Daarnaast

heeft het een railterminal met de mogelijkheid om container-

treinen te laden en te lossen. Deze is nu nog via een enkel

spoor door de woonkernen Born en Limbricht verbonden met

het hoofdspoornet Roermond/Sittard/Maastricht. Er zijn plan-

nen om een nieuwe aftakking te maken tussen de rail terminal,

NedCar en het spoor Roermond/Sittard waardoor een nog be-

tere verbinding ontstaat. Dit wordt de ‘hevel’ of ook wel het OLS

(ongehinderd logistiek systeem) genoemd. En tenslotte ligt

Holtum Noord aan de belangrijkste vervoersas van Nederland,

de A2, vlakbij knooppunt Kerensheide waar de A2 de oost-west

snelweg A76 (Duitsland-België) kruist. Een idealere uitvals basis

voor logistieke bedrijvigheid is nauwelijks mogelijk. Temeer

daar het vliegveld Maastricht Aachen Airport ook vlakbij ligt en

volgend jaar vanuit Born een directe weg verbinding geopend

wordt naar Düsseldorf.”

Het is 2021. Als u dan kijkt naar Holtum Noord, wat ziet u

dan? “De ambitie van provincie en gemeente is om Holtum

Noord als logistiek knooppunt tot de top van Nederland te

laten behoren en het belangrijkste tri-modale logistieke punt

te laten zijn in Zuidoost Nederland. Uiteraard is elke vierkante

meter grond op Holtum Noord over tien jaar in gebruik en wor-

den voortdurend goederen omgeslagen. Maar wat wij vooral

belangrijk vinden, is dat tijdens het omslaan van goederen

toegevoegde waarde wordt gegeven. Value Added Services of

Value Added Logistics. Dat levert extra werkgelegenheid op.

Naar schatting enkele duizenden directe banen, maar ook in

de regio – zeker in een straal van vijftig kilometer om Holtum

Noord – profiteren inwoners en bedrijven van de terminal. De

indirecte werkgelegenheid bedraagt zeker enkele tienduizen-

den arbeidsplaatsen.”

www.sittard-geleen.nl

Een wethouder, twee directeuren en een logis-

tiek manager beantwoorden vanuit hun eigen

perspectief elk drie vragen over Holtum Noord.

De estafettestok gaat over van Pieter Meekels

naar Norman Verstoep naar Leo Voorpijl en tot

slot naar Klaus Schmits.

eStaFette

holtum noord

4x3

25

beDRijVeNteRReiN

Page 26: Impuls RWM Nr. 3

2626

Wat is de relatie tussen Barge Terminal Born en bedrijven-

terrein Holtum Noord? “Het was mijn vader Fred, die in 1990

in de toenmalige gemeente Born, startte met de binnenhaven

Barge Terminal Born. Hij voorzag dat het containervervoer we-

reldwijd enorm zou groeien. Met de vestiging in Holtum werd

de Rotterdamse haven verbonden met het Nederlandse achter-

land, België en Duitsland. Dat was een vooruitziende blik, want

het vervoer per container groeit nog steeds. Sinds de herinde-

ling valt Holtum Noord binnen de gemeente Sittard-Geleen.

Ik vertel iedere bezoeker ook altijd dat dit Sittard aan zee is.

Rechtstreeks verbonden met de havens van Rotterdam en

Antwerpen. Dat kunnen niet veel plaatsen zeggen.”

Barge Terminal Born ligt aan de autoweg A2. Daar rijden da-

gelijks duizenden vrachtwagens geladen met één container.

Verstoep: “Een vrachtwagen kan één zeecontainer laden, een

schip minimaal 250.” De directeur laat een miniatuurcontai-

nerschip zien. Op de zijkant de tekst: ‘hier vaart een file van

250 vrachtwagens’. Als je het zo bekijkt is de vraag waarom

containers nog steeds over de weg gaan. Norman Verstoep:

“Een deel zal altijd over de weg blijven gaan, omdat het logis-

tiek of vanwege de aard van de lading niet anders kan, maar ik

ben ervan overtuigd dat nog veel meer containers per schip

zouden kunnen worden vervoerd. Duurzamer en goedkoper.

Je moet bedrijven alleen weten te overtuigen en dat probe-

ren wij. Het is een beetje missiewerk. Bedrijven kijken vaak naar

de korte termijn. Maar als je verder kijkt naar hoe je goederen-

stromen binnen je bedrijf lopen dan zou containervervoer per

schip een betere optie zijn.”

Waarom Holtum Noord? “Holtum Noord is uniek, omdat wij

er zijn! Haha. Klinkt onbescheiden, maar klopt wel grotendeels.

In feite zijn we een soort luchthaven. We zijn de infrastructuur.

Ons bedrijf is de transporteur die kijkt hoe containers het beste

vervoerd kunnen worden voor de klant. Daarbij kijken we naar

de weg, het water en het spoor. De combinatie van die drie

modaliteiten op het bedrijventerrein Holtum Noord, in com-

binatie met de centrale ligging in Europa, geeft Holtum Noord

deze unieke positie.

Born ontwikkelt zich ook steeds meer als verlengstuk van de

zeehavens. Barge Terminal Born fungeert als ‘extended gate’

voor de Rotterdamse haven. Dit houdt in dat containers zonder

douanedocument verder getransporteerd mogen worden naar

Born. Voor de klanten van Born betekent dit een besparing in

kosten en minder oponthoud in de zeehaven.

Barge Terminal werkt voor grote klanten in de regio. In de nabij-

heid zijn bedrijven als DSM, Papierfabriek Sappi in Maastricht

en bandenfabrikant Continental in Aken gevestigd. Een Duitse

klant is echter eerder uitzondering. We liggen pal aan de

Duitse grens, maar in de praktijk kijken Duitse bedrijven eerst

naar hun eigen binnenhavens zoals bijvoorbeeld Duisburg en

Keulen. Eigenlijk vreemd als je bedenkt dat ze een paar kilome-

ter verderop terecht kunnen. Ik denk dat wij als Barge Terminal

Born daar nog actiever moeten zijn.”

Het is 2021. Als u dan naar Holtum Noord kijkt, wat ziet u dan?

“Dan is Holtum Noord verder uitgebreid. Ons bedrijf maakt dan

gebruik van een nieuwe kade van 150 meter lang, gelegen aan

een diepere haven op een 40.000 vierkante meter groot terrein.

Zo kunnen we de verwachte groei van intermodale container-

stromen over het water opvangen. Voor wat Barge Terminal

betreft zijn we dan in omvang verdubbeld. We spreken dan

over een capaciteit van 300.000 TEU (TEU is de aanduiding voor

de afmetingen van containers. 1 TEU is een container van 20

voet lang red.). De vraag naar containervervoer zal ook over

tien jaar nog steeds groeien. Milieueisen zijn tegen die tijd ook

strenger en overheden zullen aansturen op duurzaam vervoer.

Barge Terminal is op al deze ontwikkelingen voorbereid.”

www.waalhaven-group.nl/bargeborn

Page 27: Impuls RWM Nr. 3

Categorie

27 27

“Dit is Sittard

aan zee”

Tekst > Peter Eberson Beeld > Henry Peters

Norman Verstoepdirecteur barge terminal born

Page 28: Impuls RWM Nr. 3

28

beDRijVeNteRReiN hOLtUm NOORD

iN VOgeLVLUCht

Page 29: Impuls RWM Nr. 3

Categorie

29 29

Page 30: Impuls RWM Nr. 3

30

“Holtum Noord

ligt er goed bij”

Tekst > Peter Eberson Beeld > Henry Peters

leo Voorpijldirecteur public logistic center (plc)

30

FlyingEye.nl

Page 31: Impuls RWM Nr. 3

Categorie

31

Wat is de relatie tussen PLC en bedrijventerrein Holtum Noord?

“Wij ontwik kelen warehouses. We bouwen ze, beheren ze, zoe-

ken hoogwaardige huurders en uiteindelijk worden de ware-

houses verkocht aan (inter)nationale beleggers,” legt directeur

Voorpijl uit. Voor een leek mogen de warehouses uitzien als

enorme loodsen of magazijnen, maar dat is vloeken in de kerk.

“Dit zijn de meest moderne warehouses,” zegt Voorpijl. “Met

alle voorzieningen op het gebied van brand veiligheid, met

speciale vloeren, optimale beveiliging en in een mooie omge-

ving. Aan de aankleding wordt veel aandacht en geld besteed.

Alles moet kwaliteit uitstralen. In totaal beschikken we nu nog

over meer dan 36.000 vierkante meter, waarvan een groot deel

inmiddels is verhuurd. Daarnaast verhuren wij kantoorruimte

bij de warehouses of in een apart gebouw. Aandeelhouders

van PLC zijn LIOF, Seacon en Maasvast BV.”

Waarom Holtum Noord? “Kijk zelf maar. Holtum Noord ligt aan

de belangrijkste autoweg van Nederland, de A2. Het terrein ligt

aan het Julianakanaal waarover containers uit de hele wereld

rechtstreeks met grote schepen worden aangevoerd. Het ter rein

heeft een eigen railterminal. De combinatie van haven, railter-

minal en autosnelweg geven Holtum Noord een sterke positie.

Binnen een straal van 200 kilometer wonen 50 miljoen mensen

en zijn 150.000 bedrijven gevestigd. De afgelopen jaren kreeg

het terrein een rechtstreekse aansluiting op de A2 en daarmee

is de ontsluiting perfect. Geen wonder dat veel bedrijven kiezen

voor Holtum Noord. Niet voor niets is Holtum Noord de vesti-

gingsplaats van bedrijven zoals Kühne en Nagel, Seacon, Helly

Hansen, Geka, Acco, Saint Gobain en Waalhaven BV.

Onze huurders zijn vaak grote internationale bedrijven die lang-

jarige contracten met ons aangaan. Je ziet de ontwikkeling dat

containervervoer enorm groeit met name uit landen als China

en India. Holtum Noord heeft een directe verbinding over

water met de wereldhavens van Rotterdam en Antwerpen. Dat

maakt Holtum Noord bijzonder interessant. Voor bedrijven is

het belangrijk dat goederen zo goedkoop en efficiënt moge-

lijk worden vervoerd en overgeslagen. Soms maakt een paar

kilometer het verschil. Een voorbeeld? Binnenkort vestigt zich

een bedrijf uit Geleen op Holtum Noord. Hun goederen worden

op dit moment per container naar Geleen gebracht. Containers

die in de haven van Holtum aankomen en dan per vrachtwagen

naar Geleen gaan. Door zich bij de haven te vestigen wordt die

laatste transporthandeling overbodig. De containers staan bij

wijze van spreken meteen vanaf het schip bij hun op de stoep.”

Het is 2021. Als u dan naar Holtum Noord kijkt, wat ziet u

dan? “Dan zie ik een mooi bedrijventerrein, waar nog meer

warehouses staan, volop bedrijvigheid in een mooie omgeving.

Holtum Noord is in vergelijking met Venlo een kleine speler,

maar wel een kwalitatief hoogwaardige speler. De uitbreiding

die de gemeente nu realiseert, speelt een belangrijke rol in een

succesvolle uitbreiding. In 2012 worden nog meer containers

vervoerd over het water van en naar Holtum Noord.”

www.plc-born.com

31

Page 32: Impuls RWM Nr. 3

32

Wat is de relatie tussen Helly Hansen en bedrijventerrein

Holtum Noord? “Holtum Noord is uitgekozen als de plek waar

wij het Europees distributiecentrum van Helly Hansen openen.

Vanaf juli huren we 13.000 vierkante meter ruimte en in de toe-

komst zelfs 20.000 om de kleding van Helly Hansen naar klanten

in heel Europa en een deel van Zuid-Amerika te transporte-

ren. Helly Hansen begon in 1877 met het maken van kleding

voornamelijk voor de watersport. Nu is het een wereldmerk in

sport kleding en verwachten we in Europa hard te groeien. Er

is gekozen voor één Europees distributiecentrum. Het kleding-

merk heeft al bijna twaalf jaar het centraal magazijn in Echt,

maar daar konden we niet verder groeien. We zijn op zoek ge-

gaan naar een nieuwe plek voor het centraal magazijn en daar-

bij hebben we gekeken naar Nederland, België en Duitsland. In

Nederland waren Tilburg en Venlo nog opties, maar uiteindelijk

is de keuze gevallen op Holtum Noord.”

Waarom Holtum Noord? “Duitsland en België vielen snel af

als vestigingsplaats. De salarissen in Duitsland liggen een stuk

hoger en ze kennen daar nauwelijks flexwerk waar Helly Hansen

net behoefte aan heeft. In België was geen geschikte bedrijfs-

ruimte te vinden. Bleven Venlo, Holtum Noord en Tilburg over.

Venlo is het niet geworden omdat Venlo een groot logistiek

knooppunt is en dat betekent dat als de economie aantrekt

deze regio veel personeel nodig heeft en dan is personeel las-

tig te vinden. Tilburg is uiteindelijk afgevallen omdat de plaats

geen luchthaven in de buurt heeft voor vrachtvervoer. Holtum

Noord is een logistieke hotspot. Alle modaliteiten bij elkaar.

Water, een railterminal, de autoweg en een luchthaven in de

buurt.

De kleding van Helly Hansen, bestemd voor Europa, komt naar

Holtum Noord en wordt van daaruit verdeeld naar de klanten

van Helly Hansen. Het voordeel van Holtum Noord is ook dat

ik geen personeelsprobleem heb. De 35 medewerkers uit Echt

verhuizen mee. We denken volgend jaar 55 mensen in dienst

te hebben en het derde jaar 85. Voor iemand uit Zuid-Limburg

is de afstand geen probleem om in Holtum Noord te werken.”

Het is 2021. Als u dan kijkt naar Holtum Noord, wat ziet u

dan? “We hebben een contract van vijf jaar getekend en er is

sprake van een groeimodel. We huren eerst 13.000 vierkante

meter en hebben een optie om in totaal 20.000 vierkante

meter af te nemen. Als het nu 2021 zou zijn en ik kijk dan naar

deze plek dan hoop ik dat we weer uit ons jasje zijn gegroeid.

Ik hoop ook dat we slimmer zijn. Met slimmer bedoel ik, nog

slimmere logistiek. Dat de kleding rechtstreeks van fabrikant

naar klant gaat en dat we daarbij vanuit Holtum Noord een rol

kunnen spelen.”

www.hellyhansen.com

Page 33: Impuls RWM Nr. 3

Categorie

33

“Holtum Noord

is logistieke

hotspot”

Tekst > Peter Eberson Beeld > Henry Peters

Klaus schmitslogistiek manager bij helly hansen

33

Page 34: Impuls RWM Nr. 3

343434

Page 35: Impuls RWM Nr. 3

Categorie

35

teR

Ug

bLi

kHoe presenteer ik mezelf met een pakkende Elevator Pitch?

Welke kansen bieden Social Media mij als starter? Waar moet

ik op letten bij een financiering of het schrijven van een onder-

nemingsplan? Ruim 100 starters kregen antwoord op deze en

andere vragen tijdens het Rabo Starters Event op 16 mei in

Fortunato Sittard.

Stefanie Voncken, gastvrouw én zelf ook starter, nam de aan-

wezigen mee door een afwisselend programma van workshops.

Na afloop was er volop de gelegenheid om met collega-starters

na te praten en te netwerken. De reacties achteraf waren zeer

goed. Al met al een geslaagd evenement.

Speciaal voor starters heeft de Rabobank een platform

gerealiseerd: www.ikgastarten.nl

RabO StaRteRS eVeNt

16 mei 2011 FORtUNatO SittaRD

Page 36: Impuls RWM Nr. 3

Côte d’OpaleTekst > Johan Derrez Beeld > Fanny Driessen

Hoe lang moet je vanuit Maastricht rijden om in een echte Franse sfeer een

overheerlijke fruits de mer te eten? Antwoord: slechts drie uur. Een reportage

over de Côte d’Opale (Nederlands: Opaalkust), de meest noordelijke kustlijn

van Frankrijk. Vanaf de Belgische grens tot aan de monding van de Authie.

Een 120 kilometer lange kust vol woeste kliffen, glooiend landschap met ak-

kers, adembenemende stranden en pittoreske vissersdorpen. Geheel gelegen

in Nord-Pas-de-Calais, een van de 22 Franse bestuurlijke regio’s.

een magische kuststreek

36

Kustweg met mooie vergezichten

Verken een van Frankrijks meest magische kuststreken, de Côte d’Opale. Opgetogen over

deze uitdaging vertrekken we oostwaarts, richting zee. Via de Belgische kust passeren

we de grens met Frankrijk. We rijden door Dunkerque (Duinkerken), de meest noorde-

lijke plaats van de Côte d’Opale en vervolgen onze weg naar Calais. Vanuit deze plaats is

Engeland via de 50 kilometer lange Kanaaltunnel in slechts een uurtje te bereiken. Vanaf

hier nemen we de kustweg in zuidelijke richting. Het eerste wat ons opvalt, is het geklots

van de golven en de harde wind. Landinwaarts zien we een glooiend landschap met een

kleurschakering van akkers en prachtige vergezichten. Wat ook in het oog springt, zijn

de brokkelige bunkers uit de Tweede Wereldoorlog waar een groot deel van de kustlijn

mee bezaaid is.

“Genieten van de

Franse sfeer op ‘slechts’

enkele uren rijden

vanuit Limburg”

Page 37: Impuls RWM Nr. 3

Categorie

37 3737

Page 38: Impuls RWM Nr. 3

“De imposante witte krijtrotsen zijn karakteristiek voor de

Côte d’Opale...”

38

Page 39: Impuls RWM Nr. 3

Categorie

39 39

Page 40: Impuls RWM Nr. 3

40

Rotsen en bunkers

Al snel bereiken we Cap Blanc-Nez, een van de twee kapen van

de kustlijn. Nu weten we waar de naam Opaalkust vandaan

komt. De prachtige witte krijtrotsen met lange stranden en

een woeste zee die zijn naam eer aan doet, maken veel indruk.

Bovenop de 134 meter hoge rotsen genieten we van het uit-

zicht. De lucht is helder en in de verte zien we de Engelse White

Cliffs of Dover liggen. Omdat het nog eb is kunnen we de lange

trap naar beneden nemen en komen we uit op het strand. We

voelen ons net kabouters aan de voet van de reusachtige witte

krijtrotsen.

We rijden verder en bezoeken Wissant. We zijn meteen verliefd

op dit plaatsje met haar pittoreske restaurantjes en winkeltjes.

Tegen de duinen liggen hier prachtige huizen die vaak alleen

via smalle weggetjes bereikbaar zijn.

Cap Gris-Nez, onze volgende stopplaats, is een rots die min-

der hoog is dan Cap Blanc-Nez, maar zeker zo imposant. Een

strandwandeling langs de indrukwekkende rots is een must.

Wel oppassen voor hoogtij. Als je te laat bent, is er geen weg

meer terug. De vele waarschuwingsborden maken je daar wel

attent op. In de buurt van Cap Gris-Nez is een grote bunker

omgebouwd tot legermuseum.

Visserdorpjes afgewisseld met historische steden

We vervolgen onze weg naar Audresselles, een authentiek

vissersdorpje. Net als het iets zuidelijker gelegen plaatsje

Ambleteuse, waar op traditionele manier vis gevangen wordt

met flobarts, grote roeiboten die door een tractor worden

getrokken. We brengen een bezoek aan Marie Galante, een

gezellig restaurant waar je allerlei geliefde lokale specialiteiten

van de zee kunt eten.

Aanbeland in Wimereux lopen we over de 1.500 meter lange

dijkpromenade, die zijn oude charmes heeft weten te bewa-

ren. Dit deel van de kust is zeer geliefd bij strandzeilers en

windsurfers.

40

Tegen zonsondergang...

Page 41: Impuls RWM Nr. 3

Categorie

41 De flobart 41

Page 42: Impuls RWM Nr. 3

42 De vissersbootjes van Boulogne-sur-Mer

Page 43: Impuls RWM Nr. 3

Categorie

43

Slechts vijf minuten rijden in zuidelijke richting ligt Boulogne-

sur-Mer. Een plaats met een historische bovenstad en een mo-

derne benedenstad. Beneden vind je de haven en boven de

basiliek Notre-Dame en het kasteel.

De laatste, maar verreweg de meest moderne stad die we

bezoeken is Le Touqeut, een zeer bekende en mondaine bad-

plaats. Het wordt ook wel eens Paris-Plage genoemd, omdat

veel Parisiens in het weekend naar deze kustplaats komen. In

de villawijk vind je de mooiste vakantiehuizen. Elk huis heeft

een naambord in de tuin. De toeristische troeven moet je

vooral zoeken in de uitstekende strandvoorzieningen, de vele

shoppingmogelijkheden en een ruim en gevarieerd aanbod

aan hotels en restaurants.

Lekker uitwaaien in Franse sfeer

Een paar dagen aan de Côte d’Opale is heerlijk en ontspannend.

Een uitwaaiplek bij uitstek. Je beleeft de zee van binnenuit. De

zeewind ‘smaakt’ naar zout. De restaurantjes serveren pure

43

smaken van vers bereide vis. Ook voor golfliefhebbers is deze

streek zeker het bezoeken waard, hoewel de harde wind wel

een hele uitdaging is op een van de 14 banen die de Côte

d’Opale rijk is.

De Côte d’Opale per fiets verkennen kan ook. Wel alleen maar

aan te bevelen voor de geoefende fietser, want je zal heel

wat kuitenbijtertjes omhoog moeten trappen. Côte d’Opale,

genieten van de Franse sfeer op ‘slechts’ enkele uren rijden

vanuit Limburg.

www.calais-cotedopale.com

Restaurant Marie Galante Golf de WimereuxPasta met fruits de mer

Page 44: Impuls RWM Nr. 3

Prof. Dr. Andries de GripUniversiteit Maastricht

44

Harry Kikken en Jacco KempenLimbourg & Partners

Marcel Dols en Michael HamersApproba Executives

visie op de limburgse arbeidsmarkt

Page 45: Impuls RWM Nr. 3

Categorie

45 45

Tekst > Peter Eberson Beeld > Henry Peters

De Limburgse arbeidsmarkt staat aan de vooravond van veel veranderingen. De economie trekt aan, er dreigt

krapte en Limburgse bedrijven hebben veel oudere werknemers die de komende jaren uit het arbeidsproces stap-

pen. Arbeidsmarktdeskundigen Prof. Dr. Andries de Grip, Jacco Kempen, Harry Kikken, Marcel Dols en Michael

Hamers geven hun visie.

wAAROm EEn kOREAAnsE Rus in LimBuRG wERkT

Er is sprake van een opleving in de economie. Is er inder-

daad sprake van een herstel op de arbeidsmarkt en wat

betekent dat? | Hoogleraar scholing en arbeidsmarkt Andries

de Grip van de Universiteit Maastricht: “We zien nu duidelijk de

tekenen dat het beter gaat op de arbeidsmarkt, maar er doe-

men wel problemen op waarmee we geconfronteerd worden

en die op langere termijn tot grote krapte op de arbeidsmarkt

gaan leiden. In de eerste plaats is in Limburg sprake van vergrij-

zing, de leeftijd van werknemers stijgt en op de tweede plaats

gaan de babyboomers nu met pensioen. Zij verdwijnen van

de arbeidsmarkt waardoor de beroepsbevolking fors krimpt

en daardoor ontstaat krapte. Dat is het meest voelbaar in de

techniek, de zorg en het onderwijs. Tegenover elke 65-plusser

stonden in 1950 nog acht werkenden. In 2040 staan tegenover

iedere oudere slechts twee mensen in de werkzame leeftijd.”

de 55-plusser. Nogal wat bedrijven in Limburg hebben oude-

re werknemers. Wat betekent dat voor een bedrijf? | Michael

Hamers van het werving- en selectiebureau Approba Executives

in Geleen: “Dit betekent nogal wat. Het vraagt een ander

HR-beleid. In de Westelijke Mijnstreek zijn veel bedrijven waar

een grote groep 55-plussers werkt. Op het moment dat deze

werknemers stoppen, verdwijnt veel ervaring en kennis uit een

bedrijf. Dat kan rampzalig zijn, maar een goed bedrijf past haar

HR-strategie nu al aan. Vooruitstrevende bedrijven maken als

het ware een foto van het bedrijf. Kijken hoe de leeftijdsop-

bouw van het personeel is en wat dat betekent in de komende

jaren. Als je weet dat binnen tien jaar de helft van je personeel

uit dienst gaat, dan kun je beter van te voren maat regelen tref-

fen om verrassingen voor te zijn,” zegt Michael.

Hoogleraar Andries de Grip van de Universiteit Maastricht, denkt

zelfs dat een cultuuromslag nodig is. “Het vergt een cultuur-

omslag in het hoofd. Als er geen jongeren meer zijn die de

banen kunnen invullen, moet je als bedrijf werken aan een

langetermijnstrategie. Op dit moment is sprake van achter-

stallig onderhoud bij de 55-plussers in het bedrijfsleven. Een

55-plusser hoeft vaak geen cursus meer te doen, omdat ge-

dacht wordt dat dat, een paar jaar voor het uittreden, toch

weggegooid geld is. De situatie is nu echter compleet anders.

Tien, vijftien jaar geleden dacht iedereen hooguit tot zijn 60ste

te hoeven werken. De jaren daarvoor gingen mensen al met

55 de VUT in. Dat is niet meer. Iedereen realiseert zich dat we

zullen moeten doorwerken tot minimaal 65 jaar. Dat wetende

moet je als bedrijf maatregelen nemen. Iemand met een fysiek

zwaar beroep als bouwvakker of brandweerman kan dat werk

Page 46: Impuls RWM Nr. 3

46

niet tot zijn 65ste doen, maar door tijdig om te scholen kan

iemand bijvoorbeeld zijn loopbaan afsluiten in de beveiliging.

Dat werk is goed te doen op latere leeftijd. Een metselaar zou

het technisch onderwijs in kunnen om jongeren het vak te

leren.”

op je 45ste ben je op dit moment op de arbeidsmarkt toch

afgeschreven? | De Grip: “In veel sectoren geldt dat, maar in

sommige functies is een hogere leeftijd weer een voordeel. Kijk

naar onze regering of de politiek in het algemeen. Daar zitten

heel wat ouderen tussen. De nieuwe Limburgse gedeputeerde

is een gepensioneerd huisarts. De topmannen van Shell, Philips

en KPN nemen na hun pensioen zitting in de raad van commis-

sarissen. Een hogere leeftijd is dan een teken van veel ervaring.

In de advieswereld wordt een senior consultant hoger aange-

slagen dan iemand die net komt kijken.”

Wat moet of kan een bedrijf doen? | Marcel Dols van Approba

Executives: “Ik ben het niet helemaal met hoogleraar De Grip

eens dat we allemaal veel langer gaan doorwerken. Dat is het

algemeen gevoel. Ik denk dat dat wel meevalt. Er zijn maar heel

weinig mensen die echt tot 65 blijven werken. Dat zal in de

toekomst ook zo zijn. Mensen sparen verlof of zorgen dat ze

financieel voldoende hebben om eerder te kunnen stoppen.

In deze regio stapt een grote groep uit het arbeidsproces. Dat

zijn mensen die vanwege hun leeftijd een schat aan ervaring

hebben. Mensen die door hun lange historie bij een bedrijf

veel kennis hebben. Proactieve bedrijven beseffen dat ze deze

mensen anders moeten inzetten. Zij kunnen hun kennis over-

dragen op anderen, zodat een bedrijf niet in een zwart gat valt

als de oudere generatie vertrekt. Als je het zo bekijkt, wordt

de 55-plusser opeens heel waardevol voor een bedrijf. Vaak

een totaal andere benadering dan nu, waar niet of nauwelijks

meer geïnvesteerd wordt in de 55-plusser, omdat hij of zij toch

binnen een paar jaar vertrekt.”

Bij Limbourg & Partners, met kantoren op Maastricht Aachen

Airport, Eindhoven en Düsseldorf weten ze dat de groep

ouderen steeds belangrijker wordt. Harry Kikken van Limbourg

& Partners: “Het klopt dat iemand van 45 ‘oud’ is op de ar-

beidsmarkt. Bedrijven zijn voorzichtig met het aannemen van

‘Waarom zetten We in limburg niet fors in op een educational valley?’

Page 47: Impuls RWM Nr. 3

Categorie

47 47

ouderen. Durven in deze tijd geen risico te nemen. Wij probe-

ren de ouderen niet te vergeten, omdat deze groep groeit en

het een groep is met veel ervaring. Ik denk dat het nodig is het

probleem zichtbaar te maken.”

de banen voor hoger opgeleiden liggen niet voor het

oprapen in deze regio. | Jacco Kempen van Limbourg &

Partners: “Dat klopt ten dele. Er wordt vanzelfsprekend veel

gekeken naar de multinationals. Maar ook in het MKB gebeurt

ontzettend veel. Ook daar richten wij ons op. Van het MKB hoor

je echter weinig. De grote spelers profileren zich beter. Toch

zou het goed zijn als het MKB zich meer liet horen. Er is vol-

doende potentieel in Limburg om vacatures daar in te vullen.

Helaas kiezen grote bedrijven vaak om te werven in de Rand-

stad. Hoe dat komt weet ik niet, misschien is het idee dat wat

van ver komt goed is, maar daar geloven we niet in. Het blijft

moeilijk om iemand voor langere tijd naar Limburg te krijgen.

Dat heeft te maken met ons imago.”

Wat is met ons imago? | Harry: “Buiten de provincie heeft

Limburg het imago van Bourgondische streek, vakantieland,

glooiende heuvels en vakwerkboerderijtjes. Dat imago wordt

er voortdurend ingepompt. In de nieuwste tv-commercial

van een bierbrouwer uit Wijlre, zie je dat beeld extra versterkt.

Je ziet een paard en wagen geladen met houten biervaten

door een beekje rijden. Dat is nou niet bepaald een beeld

van een bruisende regio met veel topfuncties. Je mag dat

Bourgondische imago best koesteren, maar tegelijkertijd moet

je je als provincie ook op een andere manier op de kaart zetten.”

Michael Hamers van Approba denkt dat bedrijven er in sommige

gevallen niet aan ontkomen om over de grenzen te kijken voor

bepaalde functies. “Stel je zoekt als bedrijf een plasmafysicus.

Dan kun je natuurlijk vasthouden aan de eis dat de persoon die

je zoekt Limburgs moet spreken, maar de kans dat de vacature

dan wordt ingevuld, is nagenoeg nihil. Veel plasmafysici met

een zachte g zijn er namelijk niet. Vind je het als bedrijf be-

langrijk dat in een internationale regio als Limburg de fysicus

Engels spreekt dan is de markt opeens een stuk groter. Maakt

het dan nog iets uit waar de plasmafysicus vandaan komt? Voor

ons bedrijf niet.”

Jullie hebben die plasmafysicus kunnen vinden? | Marcel: “Ja,

uiteindelijk zijn we uitgekomen bij een Rus die in Korea woont.

Deze plasmafysicus werkt nu in Nederland. Hij kon kiezen waar

hij zich wilde vestigen, want voor zo iemand maakt het niet uit

of dat Aken, Sittard of Luik is. Internationaal talent kijkt niet naar

grenzen.” Het is maar een voorbeeld ter illustratie, maar Marcel

en zijn collega Michael willen maar zeggen dat Limburg mondi-

aler moet denken. Michael: “Think global, act local. Het zal zelfs

bittere noodzaak zijn in een regio waar de beroepsbevolking

afneemt en kennis dreigt te verdwijnen als de 55-plusser van

nu over een paar jaar stopt met werken. Beperk je niet tot de

regio en stel je internationaal op. Deze regio kan zich perfect

positioneren op de internationale arbeidsmarkt. Limburg is

vanwege de ligging en het industrieverleden altijd al een mul-

ticulturele samenleving geweest. Zoek in Europa en zelfs daar-

buiten. Kennis is overal voorhanden. Het gaat erom die kennis

naar Limburg te halen. Neem het voorbeeld van Sillicon Valley.

Daar wilde iedere IT-er werken. Waarom zorgen we er niet voor

dat Limburg als centrum van de regio Eindhoven, Leuven en

Aken ook een plek wordt waar mensen uit de hele wereld wil-

len werken? Dan moet je als bedrijf niet verlangen dat iemand

Limburgs spreekt of Nederlands, maar accepteren dat Engels

de taal is.”

Welke rol speelt het onderwijs in deze discussie? | Andries de

Grip: “Limburg heeft van oudsher een traditie gehad dat er veel

werk was in de mijnen en later de chemische en auto- industrie.

Dat werk is eigenlijk altijd voornamelijk gedaan door mensen

van buiten de provincie. Nu de maakindustrie sterk is gekrom-

pen, is de ligging van Limburg een nadeel, veroorzaakt door

de grensligging. Wie in Den Bosch woont en in een straal van

vijftig kilometer kijkt, kan werken van Eindhoven tot Utrecht

en daar is volop aanbod. In Limburg loop je letterlijk tegen

de grenzen aan. Waarom zetten we in Limburg niet fors in op

een Educational Valley? We hebben de bijzondere Universiteit

Maastricht (UM), de Hogeschool Zuyd, de Open Universiteit.

Ook onderwijs is werkgelegenheid en big business. Buitenland-

se studenten betalen meer dan 10.000 euro om hier te stude-

ren. Waarom maakt de Open Universiteit geen programma’s

voor buitenlandse studenten? Ik denk dat er een grote markt

is. Daarbij zouden wij onze ligging juist als een uniek voordeel

Page 48: Impuls RWM Nr. 3

48

moeten gebruiken. De grootste groep buitenlandse studenten

aan de UM komt uit Duitsland. Educational Valley zou voor veel

werkgelegenheid kunnen zorgen. Vergeet niet dat onderwijs

de Hoogovens is van de samenleving. Daar worden de grond-

stoffen gemaakt!”

Als er krapte op de arbeidsmarkt is, gaan bedrijven per-

soneel wegkopen met bonussen en mooie leaseauto’s. |

Marcel Dols: “Het is te hopen dat we die kant niet meer op gaan.

Limburg kampt met vergrijzing. De werkeloosheid neemt af.

Een hele generatie gaat met pensioen en verdwijnt van de ar-

beidsmarkt. Als bedrijven dan weer vervallen in het wegkopen

van personeel met een mooiere leaseauto, dan zijn we verkeerd

bezig. Bedrijven zouden gezamenlijk naar buiten moeten tre-

den op zoek naar geschikte kandidaten. Kijk bijvoorbeeld naar

Chemelot in Geleen. Daar zijn tientallen bedrijven gevestigd

die iets met chemie hebben. Het zou niet goed zijn als die on-

derling gaan concurreren op de personeelsmarkt. Ze zouden

beter samen kunnen zoeken naar talent en die mensen laten

rouleren tussen de bedrijven. Dat is niet alleen leuk voor de

kandidaat, maar ook goed voor de bedrijven. Door buiten de

kaders te denken, liggen de oplossingen voor het grijpen.”

Wat moet veranderen? | Jacco Kempen: “Het onderwijs sluit

onvoldoende aan op de vraag vanuit de markt. Partijen zouden

veel meer moeten samenwerken om ervoor te zorgen dat

studenten na hun opleiding hier een passende baan vinden.

Limbourg & Partners gaat dat nu zelf initiëren. We maken een

soort masterclass van topstudenten die we recruiteren vanaf

het derde jaar hbo. Samen met Hogeschool Zuyd en een

dertigtal andere organisaties zetten we dat op, zodat talent-

volle studenten hier aan de slag gaan na hun studie. We slaan

‘buiten de provincie heeft limburg het imago van bourgondische streek’

Page 49: Impuls RWM Nr. 3

Categorie

49

zo een brug tussen het MKB en de student. We moeten minder

praten, maar meer doen.”

Hoogleraar De Grip: “De aansluiting van het onderwijs op

bedrijfsleven kan inderdaad veel beter. Studenten zijn starters

op de arbeidsmarkt. We zouden moeten proberen die hier in de

regio te houden. Met banen die perspectief bieden. Bedrijven

zouden gezamenlijk moeten optreden door traineeships aan

te bieden. Zo kan een student bij verschillende bedrijven snuf-

felen en zo weet de student wat bedrijven in de regio te bieden

hebben. Dit soort sociale innovaties moeten meer ontwikkeld

worden.”

Wat bedoelt u met sociale innovaties? | “Sociale innovaties

hebben betrekking op het vernieuwen van de interne of exter-

ne organisatie. Een eenvoudig voorbeeld? Het uitzendbureau

bestond veertig jaar geleden niet. Totdat iemand op het idee

kwam om in te spelen op de behoefte van bedrijven om per-

soneel flexibel in te zetten. Nog zo’n voorbeeld. Het callcenter.

Mercedes Benz had twintig jaar geleden nooit kunnen den-

ken dat ze in Maastricht honderden mensen in dienst zouden

hebben in een callcenter. Het fenomeen bestond niet. De ICT

maakt het allemaal mogelijk. Ook Facebook is zo’n sociale in-

novatie met een gigantische impact. Maar wat is Facebook

als je het goed bekijkt? Iets waarvan iedereen achteraf denkt:

dat had ik ook kunnen bedenken. Ik geloof dat we met ICT pas

halverwege zijn als je kijkt naar de mogelijkheden om nieuwe

diensten te ontwikkelen en de organisatie van bedrijven te ver-

nieuwen. Waarom ligt de oorsprong van bedrijven als Google,

Microsoft, Apple en Facebook zelden in Europa, laat staan

Nederland of Limburg? Daar zouden we eens over moeten

nadenken.”

49

‘kennis is overal voorhanden.

het gaat erom die kennis naar

limburg te halen’

Page 50: Impuls RWM Nr. 3

50

Toine Janssen

Page 51: Impuls RWM Nr. 3

Categorie

51 51

SiNaaSSmaak zONDeR SiNaaSappeL

Tekst > Jos Cortenraad Beeld > Henry Peters

Eind vorig jaar won Isobionics de Innovation Award van Frost & Sullivan. Een prestigieuze prijs waarmee het jonge

Geleense bedrijf meteen op de wereldkaart stond. Isobionics produceert op een revolutionaire manier natuurlijke

geur- en smaakstoffen. Oprichter en directeur Toine Janssen geeft tekst en uitleg.

Met de nodige voorzichtigheid schroeft Toine Janssen de dop

van een klein flesje met daarin een olieachtige vloeistof. “Wat

ruik je? Precies, sinaasappel. Dit is nu wat wij bij Isobionics

maken: Valencene. De geur- en smaakstof die bijvoorbeeld

frisdranken zijn specifieke smaak geeft.”

duur spul

Behoedzaam plaatst de algemeen directeur van Isobionics de

flacon weer terug in de kast. “Duur spul,” legt hij uit. “Voor een

litertje Valencene betalen de frisdrankproducenten tussen de

800 en 1.200 dollar. Dat valt best mee als je weet dat je aan één

liter genoeg hebt voor ruim 140.000 flessen limonade. Maar in

zijn puurheid is het een kostbaar product.”

Dat zal allemaal best, maar Valencene wordt toch al tientallen

jaren geproduceerd en toegevoegd aan drank en voeding?

“Natuurlijk. Wij zijn echter het eerste en voorlopig enige bedrijf

ter wereld dat voor de productie geen sinaasappels gebruikt.

Wij hebben een uitvinding van DSM uitgewerkt waarmee we

op een volledig natuurlijke manier een smaak- en geurstof

maken.”

Exact uitleggen hoe uit een mengsel van water, suiker en enkele

plantaardige cellen een specifieke smaakstof ontstaat, dat is

lastig. “Een biologisch proces, laten we het daarop houden. We

laten het mengsel fermenteren. Net zoals bier wordt gemaakt.

Uiteindelijk levert dat grote hoeveelheden, in dit geval, zeer

zuivere citrus op.”

Voordelen

De voordelen zijn groot? “Dat kun je stellen. Voor de productie

van één liter ‘gewone’ Valencene zijn zo’n 500 kilo sinaasappels

nodig. Een kostbare grondstof, want de sinaasappelteelt vergt

grote hoeveelheden water, energie en bestrijdingsmiddelen.

En dan later nog eens de oogst, het persen en het vervoer

van de pulp. Onze methode is veel goedkoper en duurzamer.

En het citrusfruit dat overschiet kan gewoon in de voedsel-

keten afgezet worden.” Voor de afnemers van Valencene is de

methode van Isobionics om nog meer redenen interessant.

“ Frisdrankfabrikanten willen het liefst een geur- en smaakstof

van een constante kwaliteit die gegarandeerd geleverd wordt.

Dat is moeilijk met de traditionele methode. Oogsten kunnen

mislukken waardoor Valencene fors duurder wordt.

de revolutionaire en natuurlijke

methode van isobionics

Page 52: Impuls RWM Nr. 3

52

Wij hanteren een vaste prijs. Bovendien zijn er elk jaar smaak-

verschillen. Daar zorgt moeder natuur voor. Wij kunnen wel

die garanties geven. Suiker en water zijn altijd te koop en het

fermentatieproces is constant. De specificaties blijven gelijk.”

Startkapitaal

De fermentatiemethode is een vinding van DSM die al een

aantal jaren op de plank lag toen Toine Janssen er in 2007

tegenaan liep. Hij klopte met succes aan bij LIOF en Limburg

Ventures voor het benodigde startkapitaal. “Het was duidelijk

dat er een grote markt is voor natuurlijke geur- en smaakstoffen

die op deze duurzame en goedkope wijze gemaakt worden.

Het valt nog niet mee om een goede uitvinding om te zetten

in een heus commercieel product. Daar heb je kapitaal voor

nodig. Eerst hebben we samen met de specialisten van DSM

een proeffabricage gedaan. Het zou nog een kleine twee jaar

duren voordat Isobionics zijn eerste product in de markt kon

zetten. “Dat was medio 2010,” kijkt Toine Janssen terug. “De

reacties van de eerste klanten waren zeer positief. We hebben

enorm veel aandacht in de pers gehad. En enkele mooie prijzen

gewonnen waarmee je natuurlijk goed reclame kunt maken.

Door de vele publiciteit en natuurlijk ook de eigen marketing

schiet het aantal bestellingen omhoog. Dit jaar gaan we eigen-

lijk pas écht productie draaien.”

Populaire smaken

In principe is het mogelijk om ongeveer 3.000 verschillende

smaak- en geurstoffen te produceren met behulp van fer-

mentatie. Inmiddels heeft Isobionics al een tweede en derde

geur- en smaakstof klaar: BioValencene en Nootkatone oftewel

grapefruit. Een vierde volgt deze zomer. Nog 2.997 te gaan.

Toine Janssen lacht. “Nou, we richten ons vooralsnog op de

populaire smaken en geuren die je terugvindt in frisdrank en

ijsjes. Het is ook niet zo dat je heel snel een geur- en smaak-

stof kunt maken. Elk fermentatieproces is weer anders. Het kost

ongeveer twee jaar om een stof te ontwikkelen.” Bij Isobionics

werken nu zeven mensen. Relatief weinig en dat zal voorlopig

niet veranderen. “Nee, althans niet waar het vaste mede werkers

betreft. We maken gebruik van de proeffabriek en de labs van

DSM en hun mensen zodat we alle mogelijke tests kunnen

doen. De bulkproductie is uitbesteed aan een Italiaans bedrijf.

Dat model geeft ons voldoende ruimte om te groeien.”

Groeien

En die groeiplannen zijn er zeker. “Absoluut. Er liggen zo veel

kansen en mogelijkheden. Dit is toch een revolutionaire vin-

ding, pure hi-tech met maatschappelijke impact. De wereld is

ons speelveld. Gelukkig zijn onze investeerders en partners be-

reid om te investeren. En we hebben in de Rabobank een bank

die met ons meedenkt. Rabo is thuis in voeding en agricultuur,

wereldwijd. Ook niet onbelangrijk.”

www.isobionics.com

Page 53: Impuls RWM Nr. 3

Categorie

53

Private Banking echt private maken.

Dat is het idee.

Rabobank. Een bank met ideeën.

Elk vermogen heeft zijn eigen verhaal...

“Vaak ben ik al in een vroeg stadium betrokken bij de opbouw van het vermogen van mijn klanten. Ik weet hoe

het tot stand is gekomen en realiseer me hoe hard u ervoor heeft gewerkt. Het is juist door die betrokkenheid

dat ik de ervaring en expertise van Rabobank Private Banking heel gericht voor uw persoonlijke financiële

situatie kan inzetten. En u kan helpen met het verwezenlijken van de doelen die u met uw vermogen heeft. En

als dat dan gelukt is dan ben ik best wel trots. Op mijn klanten, mijn bank, maar ook een beetje op mijzelf…

Zo maak ik Private Banking ook echt private.”

www.rabobank.nl/wm

Yvo

nn

e H

end

riks

Acc

ount

man

ager

Pri

vate

Ban

king

Page 54: Impuls RWM Nr. 3

54

Page 55: Impuls RWM Nr. 3

Categorie

55 55

Danny KesselsTekst > Johan Derrez Beeld > Henry Peters

Hoe ben je er toe gekomen om naar China te gaan? “In 2001 nam ik een bedrijf over dat

een niche-product maakte binnen de ventilatiebranche. Vanuit dat product en vanuit de

klanten die ik had, ben ik al vrij snel daarna op zoek gegaan naar nieuwe mogelijkheden

voor productie. Mijn schoonvader Frans Collé, ook ondernemer, zei tegen me: ‘Dan moet

je naar China gaan.’ Samen zijn we naar China afgereisd op zoek naar partijen die produc-

ten zouden kunnen maken die aansloten op de markt hier.”

Vijf tot zes keer per jaar reist hij door China. Om nieuwe ideeën op te doen, om

de klokken weer gelijk te zetten met leveranciers en om te onderhandelen over

prijzen. Danny Kessels nam tien jaar geleden een eenpersoonsbedrijfje over en

verplaatste de productie naar China. Inmiddels is zijn bedrijf, dat gevestigd is in

Sittard, uitgegroeid tot marktleider van de Benelux op het gebied van ventila-

tieroosters. De laatste jaren richtte hij nog meer bedrijven op in uiteenlopende

branches en markten, maar wel met één gemene deler: zakendoen met China.

Aan het woord is de directeur-grootaandeelhouder van PLS International B.V.

over Chinezen als handelspartners.

dAnny kEssELs:“simpelWeg een inkoper naar

china sturen, dat Werkt niet…”

Page 56: Impuls RWM Nr. 3

Waarom China? “Het was, en is nog steeds, op de eerste plaats

een stuk goedkoper daar. Kostprijstechnisch gezien dus. Daar-

naast wilde ik niet in productiemiddelen investeren en ook

niet de aansturing voor mijn eigen rekening nemen. Inmid-

dels werken we samen met zo’n vijftien producenten. Ik kan

nu heel flexibel opereren, ik kan de fluctuaties makkelijk op-

vangen en ik hoef me niet inhoudelijk met het productieproces

te bemoeien. Die zorgen zijn voor onze Chinese leveranciers.”

Tienduizend kilometer verderop dus. Hoe controleer je dat

het goed gaat? “Weet je, het eerste wat me opviel, en dat er-

vaar ik nu nog dagelijks, is dat Chinezen een andere perceptie

van kwaliteit hebben. Als een product voor ons niet voldoet

aan de gewenste kwaliteit, zal een Chinees snel geneigd zijn

te zeggen: ‘Dat is toch goed, dat is toch prima zo.’ Dus moet

je goed uitleggen hoe een product er uit moet komen te zien.

Daar begint het mee. En dat moet je goed vastleggen. Daar-

naast moet je de kwaliteitscontrole zélf, ín China uitvoeren.

Je moet de slager niet zijn eigen vlees laten keuren. Daarom

hebben wij daar een kantoor opgezet met vijf medewerkers

die dagelijks de producten toetsen voordat ze naar Nederland

komen. Die controle werkt ook nog eens preventief naar onze

producenten.”

Dus zaken doen met China is nog niet zo eenvoudig. “Klopt.

Simpelweg een inkoper naar China sturen om daar produc-

ten te kopen, dat werkt niet. De focus hier in Nederland moet

helemaal gericht zijn op het zakendoen in het buitenland.

Organisatiebreed. Je moet weten waar je tegenaan loopt, wat

je te wachten staat. Heb je die totaalfocus niet, dan is de kans

groot dat je je een hoop ellende ‘importeert’. Je moet je ook

verdiepen in de cultuur daar. Met eigen ogen zien hoe het in de

fabrieken toegaat. Kijken wat ze zelf doen aan kwaliteitsbeheer-

sing. Dat is belangrijk. En, zoals al gezegd, de kwaliteitscontrole

zelf uitvoeren, al dan niet met een partij van daar die dat voor

je kan verzorgen. Ook werken aan relaties, handelsrespect op-

bouwen, het hoort er allemaal bij. Doe je dat goed, dan is China

een prima land om zaken mee te doen. De arbeidsmentaliteit

is goed. Ze zijn vlijtig. Ze staan ervoor open om relaties op te

bouwen. Overigens komt die andere kwaliteitsperceptie niet

door onwil, het is vaak onwetendheid. Ze zijn daar echt bereid

om te leren.”

Hoe ontwikkelt China zich de komende jaren denk je? “Het

land heeft één groot probleem: er wonen 1,3 miljard men-

sen. 500 miljoen daarvan werken in de industrie, de rest nog

steeds op het platteland. De welvaart is de laatste jaren vooral

56

Page 57: Impuls RWM Nr. 3

Categorie

57

“Chinezen hebben

een andere perceptie

van kwaliteit”

gegroeid in de middenklasse, bij de ‘geïndustrialiseerden’ dus.

Er is inflatie ontstaan. De voedselprijzen en de energieprijzen

stijgen. Die 800 miljoen mensen op het platteland hebben daar

uiteraard last van en moeten worden gesubsidieerd door de

overheid om ze tevreden te houden. Die prijsstijgingen zorgen

er ook voor dat in de kuststroken, waar de industrie gevestigd

is, alles duurder is geworden. Ook daardoor wordt het moeilij-

ker om mensen vanuit het platteland daar naar toe te krijgen.

Hierdoor is loondruk ontstaan.

Daar komt nog eens bij dat de binnenlandse vraag is toegeno-

men door de welvaart. Wat je de laatste tijd ziet, is dat fabrieken

dus meer vraag krijgen, maar niet aan voldoende mensen kun-

nen komen. Ze draaien soms noodgedwongen op halve kracht.

Dit alles vertaalt zich in een ander prijsbeleid waardoor de con-

currentiepositie van China langzaamaan onder druk komt te

staan. Er zal zeker een ander land komen dat goedkoper is. Maar

aan de andere kant heeft China natuurlijk met die 800 miljoen

plattelandsmensen nog steeds een groot potentieel om in te

zetten in haar industrie.”

www.plsinternational.nl

57

Page 58: Impuls RWM Nr. 3

“Je moet altijd een

interne motivator

hebben”

Sinds het begin van Rabobank Westelijke Mijnstreek leidt de in 1952 geboren

Jacques van der Linden als algemeen directeur deze fusiebank. Een interview

met deze in het Brabantse dorp Leende geboren bankier. Over zijn drie zonen,

het nieuwe werken, ondernemende mensen, wielersport en genealogie.

Hoe is de samenstelling van het gezin van der Linden? “Ik ben dit jaar 35 jaar getrouwd

met Mien. We wonen in Nederweert. Samen hebben we drie zonen. De oudste zoon,

Dorus, is dertig jaar oud en woont deels in Budapest. Hij heeft internationale bedrijfs-

kunde gestudeerd in Maastricht en heeft daarna gekozen voor een internationale carrière.

Peter, de middelste van het stel, is drie jaar jonger en werkt als advocaat in Amsterdam.

De jongste zoon heet Rob, hij is 23 en woont in Tilburg. Hij studeert organisatieweten-

schappen aan de universiteit van Tilburg. Wij zijn heel trots op ze.”

Hoe lang bent u inmiddels werkzaam bij de Rabobank? “In 1978 ben ik gaan werken

bij de Rabobank. Vanaf 1980 als eindverantwoordelijk directeur bij lokale banken. Dat

was achtereenvolgens in Nederweert, Peel en Maas, Maashorst en nu dus bij Rabobank

Westelijke Mijnstreek. Met een hbo-opleiding op zak ben ik bij de bank begonnen. Ik

ben me blijven ontwikkelen met studies, zowel op het vlak van management als op

macro-economie. Van 1994 tot 1996 heb ik in deeltijd mijn MBA-titel behaald aan de

universiteit van Nyenrode.”

ik zie gRaag ONDeRNemeNDe meNSeN”Tekst > Johan Derrez Beeld > Henry Peters

58

Page 59: Impuls RWM Nr. 3

Categorie

59 59

Jacques van der Linden

Page 60: Impuls RWM Nr. 3

Is er door de jaren heen veel veranderd bij het leiden van een

bank? “Wat je ziet is dat de globalisering en internationalise-

ring sterk heeft toegeslagen. Ik kan me nog goed herinneren

dat de grenzen open gingen en er vrij verkeer ontstond van

goederen, en van mensen. Het was een hele uitdaging hoe

we daar als bank mee om moesten gaan. Het heeft inmiddels

een enorme vlucht genomen, van Europa naar de hele wereld.

Een ander punt is de schaalvergroting. Toen ik begon in 1980

waren er iets meer dan 1.200 lokale Rabobanken. Dat is inmid-

dels fors terug gebracht. Banken zijn nu vele malen groter. Het

aansturen en organiseren is daarom ook heel anders geworden.

Als derde zie je dat mensen mondiger zijn geworden, gelukkig

maar. Men is duidelijker in wat men wil en wat men kan.

Mensen zijn ondernemender geworden. Je ziet nu mensen in

deeltijd werken. Man én vrouw werken. Er zijn kinderen. Daar

moet van alles voor geregeld worden. Een gezin wordt daar-

door ook een onderneminkje, een economie op zich. Ik denk

dat dit een grote verandering is ten opzichte van het verleden.

Op dit moment staan we voor een nieuw groot veranderings-

proces wat heel stilletjes ontstaat, maar wel veel impact heeft:

het nieuwe werken.”

Wat bedoelt u precies met ‘het nieuwe werken’? “Mensen

werken nu bijvoorbeeld thuis of internationaal. Zoals ik al

zei, mijn oudste zoon zit veel in het buitenland. Hij komt

nog maar één keer per week op kantoor. Voor de rest zwerft

hij door Europa met een laptop en een BlackBerry. Dat is dus

een hele verandering en als je het dan hebt over de impact

op management, dan kom je dus bij vraagstukken uit als: hoe

beoordeel je dan de prestaties van zo iemand? Dan kijk je dus

niet meer naar aanwezigheid – de prikklok kunnen we dus

gerust afschaffen – maar dan kijk je naar de prestaties van de

persoon.”

60

‘hoe meer tegenWind, hoe hoger je de vlieger kunt oplaten’

Page 61: Impuls RWM Nr. 3

Categorie

61

Waarom heeft u de overstap naar Rabobank Westelijke

Mijnstreek gemaakt? “Voor mij waren er twee belangrijke

drijf veren. Op de eerste plaats moet je altijd een interne

motivator hebben, vind ik. Ik zag hier een uitdaging liggen

om drie banken die tot dat moment zelfstandig waren, tot een

nieuwe eenheid te smeden. Dat is een hele uitdaging die mij

aantrekt. Daarnaast was er de uitdaging om in een industriële

omgeving, zoals hier met bijvoorbeeld de chemie, te kunnen

werken. Als bank iets te kunnen betekenen. Vanuit de nieu-

we fusiebank daar een eigen nieuwe plek te verwerven. Wat

hierbij voor mij meespeelt is dat ik nog vóór mijn Rabotijd bij

een andere bank werkzaam was en daar geselecteerd was op

de vaardigheden om te werken met industriële ondernemin-

gen. Dus het was ook een beetje terug gaan naar die basis.

Westelijke Mijnstreek biedt dit alles.”

Hoe vindt die invulling dan plaats? “Kijk, ik zie graag onder-

nemende mensen. Ik hou van mensen die ergens mee bezig

zijn, die ergens passie voor hebben, die ergens écht iets in

betekenen. Je hebt altijd mensen nodig die boven het maai-

veld durven uit te steken en die dan een hele samenleving of

een heel gebied kunnen meetrekken. Dat was vroeger zo en

dat is nog steeds zo. Ook in deze regio speelt dat natuurlijk

een belangrijke rol. Als we kijken naar bijvoorbeeld DSM en

Chemelot. Zij hebben in deze regio kennis opgedaan, die ken-

nis zit in de mensen. Dat is een uitermate belangrijk bezit. Dat

moeten we koesteren en uitbouwen. Dat is belangrijk voor de

economie, voor de streek en dus ook voor de gezinnen die

hier wonen en werken. We hebben natuurlijk te maken met

vergrijzing en met krimp. Als je kijkt naar de kenmerken daar-

van – en dat heeft te maken met het ouder worden – dan zie

je dat er minder risico wordt genomen, dat er conservatiever

gedacht wordt. Eigenlijk moeten we dat, zeker in dit gebied,

niet doen. Je moet dus ruimte scheppen voor uitdagingen. En

dan is het heel belangrijk dat een initiatief als Chemelot, waar

nieuwe bedrijven zorgen voor nieuwe bedrijvigheid, zorgt

dat jonge mensen daar een uitdagende baan vinden. En dat

zorgt er vervolgens voor dat die negatieve spiraal kan worden

doorbroken. Het belang daarvan mogen we niet onderschat-

ten. Maar, er mag ook weerstand zijn. Want dan pas gebeurt er

ook iets. Churchill zei het al: ‘Hoe meer tegenwind, hoe hoger

je de vlieger kunt oplaten.’ Zo’n omgeving waar dat allemaal

gebeurt, vind ik buitengewoon boeiend. Daar voel ik me ook

door aangetrokken. Daar wil ik iets in betekenen.”

Is dit de laatste stap in uw carrière? “Daar ben ik eerlijk gezegd

niet mee bezig. Ik ben 59 en voorlopig kan ik hier heel veel

van mijn energie en van mijn initiatieven kwijt. Er liggen veel

uitdagingen hier en dat betekent dat ik ook echt niet bezig ben

met iets anders. Ik concentreer me dus helemaal op dit gebied.

Wel besteed ik één dag per maand in Utrecht bij Rabobank

Nederland aan beleidsmatige zaken op organisatieniveau van

de Rabobank. En ook dat interesseert me heel erg.”

U bent een groot liefhebber van de wielersport, vanwaar die

passie? “Ik vind wielrennen een fascinerende sport. Het is aan

de ene kant een individuele sport. Het begint natuurlijk bij de

sporter zelf. Die moet over de juiste kwaliteiten beschikken. Ik

denk dat daar ook een parallel zit met de maatschappij. We zijn

allemaal individuen met onze eigen vaardigheden en talen-

ten. En de kunst is in een team te functioneren en om als team

gezamenlijke resultaten te behalen en daarbij als individu ook

weer niet onder te sneeuwen. Zelf fiets ik zo’n 3.000 kilometer

per jaar. Dat valt mee. Ik ben al blij als ik in het seizoen twee

of drie keer per week op de fiets kan stappen. Vroeger heb ik

wedstrijden gefietst, maar nu is het een goede ontspanning.

61

Page 62: Impuls RWM Nr. 3

Fietsen helpt me ook om te kunnen afreageren en uiteraard om

in conditie te blijven. In het najaar fietsen we met zes vrienden

van Nederland naar Polen. Binnen veertien dagen leggen we

dan zo’n 1.100 kilometer af.”

Heeft u verder nog hobby’s? “Waar ik best wel veel tijd aan be-

steed is familiegeschiedenis, genealogie. Dat doe ik samen met

een neef. Ik ben niet zo zeer geïnteresseerd in de stamboom

op zich. Dat is een geraamte, dat heb je natuurlijk wel nodig.

Maar ik ben vooral geïnteresseerd in de verhalen daaromheen

en om eens te kijken in een bepaald tijdperk. Pak bijvoorbeeld

de Napoleontische tijd. Wat is er toen in de familie gebeurd?

Hoe zijn ze met bepaalde uitdagingen om gegaan? Dat soort

vragen boeien me. Daarbij probeer ik de parallellen te vinden

naar de huidige tijd. We hebben vanuit mijn moederskant een

grote familie. Daar bereiken ze allemaal een hoge leeftijd en zij

hebben veel interessante verhalen. Ik vind het dan heel leuk

om die op te tekenen en daar dan mee aan de slag te gaan.

Verder luister ik graag naar klassieke muziek. Ik hou van de

levendige, Italiaanse klassieke muziek, bijvoorbeeld van Vivaldi.

Kunst vind ik ook zeer boeiend. Ik ben geen echte verzamelaar.

Ik ga wel graag naar musea. Al met al heb ik dus geen tijd om

me te vervelen.”

Tot slot: wie wint volgens u deze zomer de Tour de France? “Ik

weet niet of het dit jaar is, maar ik hoop in een van de komende

jaren Robert Gesink. Dit jaar moet hij laten zien dat hij weer

verder is dan vorig jaar en dat hij het in zich heeft.”

“Ik vind wielrennen een

fascinerende sport”

62

Page 63: Impuls RWM Nr. 3

Categorie

63 63

Page 64: Impuls RWM Nr. 3

Frits en Frans Collé

in TijdEn vAn cRisis duRvEn TE invEsTEREnTekst > Peter Eberson Beeld > Henry Peters

Als je meer dan honderd jaar bestaat, dan lig je niet wakker van een econo-

mische crisis meer of minder. Het Sittardse familiebedrijf Collé investeert juist

in crisistijd, “want dan kun je goed onderhandelen”, zeggen vader Frans en

zoon Frits Collé.

In lange rijen staan ze opgesteld op het bedrijfsterrein aan de Nusterweg. Honderden

hoogwerkers, heftrucks en verreikers in de typerende blauwe bedrijfskleur. De hoogwer-

kers lijken een wedstrijdje ‘kijk eens hoe hoog ik kan’ te doen. Frans Collé vermeldt het

met trots: “2.500 machines in alle soorten en maten zijn in het bezit van het bedrijf.” Ma-

chines die verkocht en verhuurd worden. Niet alleen in Nederland, maar in heel Europa.

Frans Collé heeft het roer inmiddels overgedragen aan zoon Frits, de vierde generatie

van het familiebedrijf dat meer dan een eeuw geleden begon met de verkoop en het

onderhoud van landbouwmachines. Dat gebeurde in de beginjaren vanuit het Duitse

Isenbruch en vanuit Sittard.

De landbouwachtergrond is nog steeds terug te vinden in het bedrijfslogo van Collé

waarin een tarwe-aar te zien is en een tandwiel dat verwijst naar de oorsprong van het

bedrijf. De landbouwtak is eind jaren negentig verkocht. Frits: “We zagen dat die markt

sterk terugliep. Minder boeren, minder machines.” De beslissing om afscheid te nemen

64

Page 65: Impuls RWM Nr. 3

Categorie

65 65

Page 66: Impuls RWM Nr. 3

66

“Als de markt om iets anders vraagt, moet je

daar in meegaan...”

Page 67: Impuls RWM Nr. 3

Categorie

67 67

Page 68: Impuls RWM Nr. 3

68

van dat, waar het ooit allemaal mee begon, viel niet zwaar. Geen

emotioneel gedoe bij vader en zoon Collé. Frans: “Als de markt

om iets anders vraagt, moet je daar in meegaan.” Wellicht is dat

de reden waarom het bedrijf al meer dan een eeuw bestaat.

Weinig ondernemingen die dat kunnen zeggen. Slechts vijf van

de honderd bedrijven in Limburg vieren ooit een eeuwfeest.

Zakelijke beslissingen nemen. Dat is waar Collé sterk in is. Zo

ontstond naast de verkoop van machines ook veel vraag naar

verhuur van diezelfde machines. “Die vraag kregen we steeds

vaker,” zegt Frits. “De verhuurtak werd meteen serieus aange-

pakt. Het werd een specialisme en die aanpak zorgde voor een

forse groei van het bedrijf.” Om het in perspectief te plaatsen:

twaalf jaar geleden werkten bij het familiebedrijf 28 mensen.

Na de start van de verhuurafdeling is het aantal personeels-

leden gegroeid naar 180 en heeft Collé vestigingen in Bremen,

Hamburg, Charleroi en Utrecht en houdt Frits Collé zich speci-

fiek met de verhuur bezig. Frits is overigens de enige aandeel-

houder in het bedrijf. Dat heeft vader Frans in goed overleg

met zijn twee kinderen, dochter Esther en zoon Frits geregeld.

“Voor een dergelijk groot bedrijf is dat uniek,” vertelt Frans. “Zo

blijven de lijnen kort en kunnen we snel beslissen. Er gaat geen

tijd verloren met overleg tussen aandeelhouders, want dat is

er maar één!”

Familiebedrijf Collé doorstond in ruim een eeuw tijd vaak een

economische crisis. Opvallend is dat het bedrijf juist in crisistijd

investeert. Frans: “We zaten in de jaren zeventig en tachtig met

ons bedrijf in Limbricht, maar daar groeiden we uit ons jasje.

We besloten naar een bedrijfspand aan de Nusterweg te ver-

huizen. Dat was begin jaren tachtig. Nederland beleefde een

diepe crisis, maar wij investeerden in nieuwbouw.” Het heeft

het bedrijf geen windeieren gelegd. Ruim een jaar geleden,

wederom een diepe crisis, besloot Collé opnieuw te verhuizen

naar een groter pand en een ruimer bedrijfsterrein. Het werd

een plek in dezelfde straat. “In crisistijd kun je het beste met

leveranciers onderhandelen, verklaart Frits Collé. “Scheelt een

hoop geld.”

Page 69: Impuls RWM Nr. 3

Categorie

69 69

De beslissing om te verhuizen in crisistijd was snel genomen.

Weer die korte lijnen. Frits en zijn vader houden graag de regie

over alles wat in het bedrijf gebeurt. Weten ook wat speelt

en tonen interesse in de medewerkers. Er is een persoonlijk,

warme band met het personeel.

Zelf de touwtjes in handen houden, dat is wat het familie-

bedrijf het liefste wil. Collé wil het liefst niet afhankelijk zijn

van anderen. En dus heeft het bedrijf 22 eigen opleggers om

materiaal naar klanten in heel Europa te brengen. En om die

reden wordt ook het onderhoud in eigen hand gehouden.

Monteurs uit verschillende landen werken bij Collé. Frits: ”Door

het zo te doen, kunnen we de beste kwaliteit leveren en kun-

nen we snel werken. Dat waarderen onze klanten.”

Wat klanten ook waarderen, is de manier waarop Collé klanten

in de watten legt. De autosport is daar bij uitstek voor geschikt,

bedacht Frans Collé jaren geleden. Hij stond aan de wieg van

de populaire BRL-races op internationale circuits. Frans: “Met

ons raceteam hebben we tot vorig jaar grote successen ge-

boekt. Helaas is dit jaar geen BRL-competitie, maar het begint al

weer te kriebelen, dus ik sluit niet uit dat het komend jaar weer

iets gaat gebeuren,” vertelt Frans. De ondernemer gebruikte de

races om relaties met elkaar in contact te brengen. “We staan

voor kwaliteit, dus dat was bij het racen ook zo. Topcoureurs,

perfecte hospitality, een eigen VIP-bus, vervoer op de circuits.

Onze klanten waarderen dat. Je biedt ze een mooie middag op

een circuit en brengt ze in contact met andere bedrijven. Dat is

toch een prettige manier van zaken doen,” zegt Frans.

www.colle-sittard.nl

Page 70: Impuls RWM Nr. 3

70

Albert Groot

Page 71: Impuls RWM Nr. 3

Categorie

71

Tekst > Marcel Limbourg en Jos Cortenraad Beeld > Henry Peters

Op een zonnige dag stap ik binnen bij Albert Groot, neuropsychiater, ondernemer en kunstverzamelaar. Het

onder architectuur gebouwde woonhuis is zorgvuldig gedecoreerd met hedendaagse kunst. In eerst instantie

weet ik niet waar ik mijn aandacht op moet richten. Overal waar ik kijk, staan en hangen boeiende en geestprik-

kelende objecten. Hedendaagse kunst! Aan elke wand hangen machtig mooie schilderijen. Eén ding is vrijwel

meteen duidelijk: dit is het woonhuis van een bevlogen mens. Een creator, een inspirator!

Albert Groot is geboren in 1953 en opgegroeid in Alkmaar.

Hij is opgeleid als neuroloog/psychiater en psychotherapeut.

Hij werkte twintig jaar lang in diverse institutionele gezond-

heidsinstellingen. Zoals het academisch ziekenhuis in Utrecht,

de ‘Goddelijke voorzienigheid’ in Sittard en Welterhof. Later

vestigde Groot zich zeven en een half jaar lang als zelfstandig

neuropsychiater in Geleen. In maart 2004 richtte hij AmaCura

op. Een snel groeiende geestelijke gezondheidszorginstelling.

Naast zijn werk als psychiater is Albert een groot kunstliefheb-

ber en verzamelaar. Zijn voorliefde voor kunst is ontstaan in zijn

jeugd in Alkmaar. Elke ochtend zat hij (zo ging dat in die tijd) in

de rijk versierde Cuyperskerk in zijn geboorteplaats. Als kind van

twaalf raakte hij gefascineerd van wat hij daar zag. Het houtsnij-

werk, de architectuur, het gebrande glas, de schilderingen…

Hij praat duidelijk en met een zachte, vriendelijke stem. Dat zal

wel door zijn beroep als psychiater komen, denk ik nog. Ik praat

hier met een charismatische persoonlijkheid. Breed ontwikkeld,

erudiet, sociaal bewogen en politiek geëngageerd. Albert heeft

een mening. En komt daar graag voor uit. Hij steekt van wal.

U bent zowel arts als ondernemer. Gaat dat samen, uw werk

als psychiater en uw taken als ondernemer? “Dat gaat prima

samen. Maar dat gaat alleen als je ook je beperking daarin durft

te erkennen. Ik concentreer mij bij voorkeur op de zorg voor

mijn patiënten. Die verdienen mijn volledige aandacht. Daar fo-

cus ik mij op. Dat wil niet zeggen dat ik geen inzicht heb in be-

paalde aspecten van bedrijfsvoering en management, maar ik

laat mij wat dat betreft graag bijstaan door Pieterjan Schmeits,

sinds januari 2010 directeur van AmaCura. Ieder zijn specialis-

me, nietwaar? Ik vind het sowieso wel belangrijk dat een arts

ook iets meer weet van bedrijfsvoering. Dat zou wat mij betreft

al bij de opleiding mogen beginnen. Er zou meer aandacht

mogen zijn voor bepaalde basisprincipes van het ondernemer-

schap. Als arts ben je namelijk ook al snel de manager van je

eigen praktijk of heb je met zaken te maken als bijvoorbeeld

een maatschap en de boekhoudkundige en managementtaken

die daarbij komen kijken.

Er is wat mij betreft een te grote discrepantie tussen inhouds-

deskundigen en de managers van zorginstellingen. Een mana-

De kUNSt van het loslaten…

71

Page 72: Impuls RWM Nr. 3

72

ger snapt op dit moment onvoldoende van de inhoud van het

vak terwijl een arts vaak niet weet waar hij de bedrijfsmatige

accenten moet leggen. Je moet meer samenwerken op dat vlak.

Daar ligt een uitdaging. Het is nu zoiets van: je hebt je diploma,

je bent inhoudelijk goed en ga er maar op los. Dat is jammer. De

inhoudelijke ontwikkelingen op je vakgebied gaan weliswaar

razendsnel en eisen een groot deel van je aandacht op, maar je

zou je toch ook iets meer moeten kunnen inleven in die andere

kant van de medaille: de managementkant.”

Heeft u daar bij het oprichten van AmaCura rekening mee

gehouden? “Ja, in mijn geval heb ik dat bij het opzetten van

AmaCura wel gedaan. Onder andere door het opstellen van

een gedegen bedrijfsplan waarbij een specialist zich ook ‘vrij’

kan vestigen binnen AmaCura. Daar zijn we uniek in binnen

Nederland. Voor mij bleek in de loop van de tijd echter dat ik

tegen beperkingen aanliep voor wat betreft mijn interesse op

managementvlak. Kijk, ik heb best wel een idee over een finan-

ciële planning, welke targets gehaald moeten worden, welke

producten we moeten ontwikkelen, etcetra. Maar als je mij nu

vraagt: doe je dat graag? Dan zeg ik: ik wil gewoon dokter zijn!

Dat was voor mij de reden om op een bepaald moment te zeg-

gen: AmaCura staat, we hebben wat centjes over, dan is het

nu tijd om een directeur aan te stellen! En Pieterjan is een erg

goeie directeur.

Ik kan het nu loslaten. Dat geeft bevrediging. Alles heeft in het

leven trouwens te maken met durven loslaten. Mensen hebben

nu eenmaal de behoefte om controle uit te oefenen op hun

leven om op een bepaald moment tot de conclusie te komen

dat dit een utopie is. Het leven valt niet te controleren. Los-

laten is een kunst. Zodra je dit inziet, krijg je het als individu een

stuk gemakkelijker. Ik heb nu meer tijd om mij inhoudelijk met

mijn werk bezig te houden. Ik hoef niet meer na te denken over

de dagelijkse beslommeringen die bij het ondernemen om de

hoek komen kijken. Zaken als strategie en het ontwikkelen van

een visie blijven natuurlijk boeien. Maar ik moet meer naden-

ken over zaken als die dwangneurose van mijn patiënt die maar

niet over lijkt te gaan.”

AmaCura, hoe kan ik dat het best omschrijven? “AmaCura is

een tweedelijns geneeskundige, geestelijke gezondheidsin-

stelling. De eerste lijn is de huisarts en de psycholoog op de

hoek. De tweede lijn, dat zijn psychiaters en bijvoorbeeld de

gespecialiseerde GGZ instellingen. Dit wil in de praktijk zeggen

dat wij kinderen en volwassenen zien die niet door de huisarts

geholpen kunnen worden met hun geestelijke problemen. Je

zou kunnen zeggen dat dit met name mensen zijn die ernstige

en vaak ook recidiverende problemen hebben. Zoals manische

depressie, schizofrenie, psychose, ernstige depressies en dat

soort ziektebeelden. Wij stellen ons als doel de kwaliteit van

het leven van deze patiënten en hun familie te verbeteren. Dat

is ons streven. En daar doen we het voor.

We werken nu met zo’n vijfenzestig aangesloten professionals.

Dat is dan wel inclusief onze dochter AmaLexis. De backoffice

en het management bestaat uit zo’n zes mensen. Dat is dan

inclusief de directeur. We zijn best wel snel gegroeid. Dat bete-

kent dat we voorzien in een behoefte. Dat we er op het juiste

moment waren.”

Is uw werk niet belastend? Ik bedoel, neemt u uw werk mee

naar huis? “Nee mijn werk is niet belastend. Natuurlijk neem je

het werk wel eens mee naar huis, maar het heeft alles te maken

met je training, je vooropleiding en je instelling. Als dat niet

deugt dan kom je klem te zitten. Je hoeft niet de ander te wor-

den. Ik hoef alleen die ander te leren om met zichzelf om te

gaan. Om naar zichzelf te kijken. Ik moet mijn patiënten helpen.

Page 73: Impuls RWM Nr. 3

Categorie

73 73

Dat klinkt als een dooddoener, de zorg efficiënter

organiseren. “Maar dat is het niet,” reageert Pieterjan

Schmeits die in 2010 door oprichter Albert Groot is

binnengehaald om AmaCura als een bedrijf te leiden.

“Albert houdt zich met name bezig met de inhoudelijke

aspecten van de zaak. Het mentale gedeelte, zeg maar.

Zelf bestier ik de meer bedrijfsmatige kant. Die samen-

werking verloopt erg voorspoedig.” Pieterjan vervolgt

zijn verhaal, ”We hebben inmiddels de indirecte kos-

ten tot een minimum teruggebracht. Weinig mensen

in het management, zelfsturende teams die samen

een behandelplan opstellen, zodat een cliënt meteen

gerichte hulp krijgt. Daarnaast werken we ook maar

vanuit één locatie, hier in Geleen. Hierdoor verloopt

de communicatie sneller en gemakkelijker. We hadden

kunnen kiezen voor meer vestigingen in Limburg en

Brabant, maar elk pand kost geld en vergt extra perso-

neel. Onze cliënten hebben er geen probleem mee om

naar Geleen te komen.”

Mensen komen voor sympathie en empathie. Ze hebben er

niets aan als ik er zelf aan onder door zou gaan. Mensen ko-

men voor hun verhaal. Ze willen beter worden. Ik kan ze daar

vanuit mijn ervaring als dokter wel mee op weg helpen maar

ze moeten het zelf doen. Het is in ieder geval heel boeiend

om deze mensen op weg te helpen. Dat maakt het voor mij

zinvol.”

Heeft uw werk als psychiater ook iets met creativiteit te

maken? “Jazeker, zoals ik graag naar kunst kijk, luister ik

graag naar mensen. Je moet je willen inleven in je patiënten.

Actief luisteren en creatief durven zijn in het stellen van een

diagnose. We weten als arts heel veel, maar tegelijkertijd ook

weer heel weinig. Het is belangrijk om niet in conclusies te

‘springen’. Om vooral niet in gebaande paden te denken. Je-

zelf af te vragen waar komt dit vandaan. Af en toe de stof te

ontstijgen. Dat red je alleen als je daadwerkelijk geïnteres-

seerd bent in je patiënt.

Ook andere medische vakgebieden hebben je interesse

nodig. En dat is soms best wel een probleem. De maatschap-

pij raakt namelijk steeds verder gefragmenteerd. Dat vergt

de nodige creativiteit van een hulpverlener. Veel lichamelijke

klachten zijn namelijk psychosomatisch. Samenwerken met

andere artsen is noodzakelijk. Maar ook bij geestelijke klach-

ten moet je verder kijken dan je neus lang is. Ook bij depres-

sieve klachten moet je ontzettend goed op je voeding letten.

De samenwerking met een diëtist is dan gewenst. Bij anti-

psychotica moet je bijvoorbeeld echt opletten dat je niet te

zwaar wordt en dat je voldoende beweegt. Daar zitten meer

risico’s aan verbonden. Zoals hart- en vaatziekten, een me-

tabool syndroom, suikerziekte of hypercholesterolemie. Er

zitten veel meer kanten aan. Het is niet zoiets als een klets-

praatje houden met de patiënt en een gekleurd pilletje mee

naar huis geven.”

www.amacura.nl

amaCURa: goede én betaalbare zorg

Het beroep op de geestelijke gezondheidszorg

neemt toe, nog het meest in Limburg. Tegelijk

bezuinigen de verzekeraars op de vergoedingen

voor de zorgtrajecten. “En dus moeten wij de zorg

nóg beter organiseren,” zegt directeur Pieterjan

Schmeits van AmaCura.

Page 74: Impuls RWM Nr. 3

74

Wachtlijsten

Verder is het AmaCura gelukt het aantal mensen dat niet

komt opdagen voor een behandeling sterk terug te drin-

gen, in zorgland een hoge kostenfactor. “Daarnaast probe-

ren wij onze specialisten niet te belasten met randzaken.

Die dan ook op mijn bord liggen zodat zij zich volledig

kunnen bezighouden met hun vak. Mede daardoor zijn

de wachtlijsten korter geworden waardoor we weer meer

mensen kunnen inplannen voor een therapie. Het blijkt dus

wel degelijk mogelijk meer zorg te bieden tegen minder

kosten zonder in te leveren op kwaliteit.” Want de dokter

mag dan, tengevolge van de bezuinigingen bij de zorgver-

zekeraars, steeds bedrijfsmatiger moeten denken en han-

delen, de kwaliteit van zorg staat voorop bij AmaCura.

De in 2004 opgerichte organisatie is in snel tempo

gegroeid tot een tweedelijns hulporganisatie met vijf-

enzestig specialisten. Variërend van psychologen en

psychiaters tot en met orthopedagogen, speltherapeu-

ten en psychotherapeuten. “Deze specialisten werken

hier niet allemaal fulltime, maar ze brengen wel hun

eigen kennis en ervaring mee zodat we een heel breed

scala aan behandelingen kunnen aanbieden. Mensen

mogen bij ons rekenen op maatwerk. Daarmee on-

derscheiden we ons. Huisartsen en andere verwijzers

weten dat en daardoor blijft het aantal patiënten toe-

nemen. En niet alleen uit de directe omgeving, ook

cliënten uit Noord- en Midden-Limburg en zelfs uit

Brabant komen naar Geleen.”

Samenwerking

AmaCura biedt enkel ambulante hulp. “We hebben

geen bedden en ook geen crisisopvang buiten kan-

tooruren. Is opname nodig, dan werken we samen

met de grote instellingen als Orbis en Mondriaan.

Die sturen ook weer mensen naar ons voor bepaalde

therapieën. We zijn geen concurrenten van elkaar, in

de zorg draait het om samenwerking en ketenzorg. We

zien een toenemend aantal mensen met psychische

klachten. Volwassenen en kinderen. Het gaat erom die

zo goed mogelijk te helpen.”

AmaCura stelt diagnoses en biedt vervolgens alle

gangbare therapieën zowel individueel als in groeps-

verband. Van de klassieke psychotherapie tot en met

de gezinstherapie. Met of zonder medicatie. Aan vol-

wassenen en kinderen. “Omdat er zo veel psychiaters

aan AmaCura verbonden zijn, kunnen we alles aanbie-

den op een hoog niveau. De behandeling van dyslexie,

ADHD, autisme, stemmingsstoornissen, enzovoort. Dat

is onze kracht. En dat is meteen de verklaring waarom

we de komende jaren via gelijkmatige groei ons blijven

concentreren op kwalitatief hoge en betaalbare zorg.”

Pieterjan Schmeits

Page 75: Impuls RWM Nr. 3
Page 76: Impuls RWM Nr. 3

Een wereldspeler die zichzelf blijft. Dat is het idee.

Rabobank. Een bank met ideeën.

Wereldwijd gevestigd.Lokaal geworteld.Rabobank. Geen Nederlandse bank heeft een groter internationaal netwerk.

“Waar grote fi nanciële transacties worden gesloten, is de Rabobank ter plaatse. Bijvoorbeeld in Brazilië, India

en China, de snelst groeiende economieën van de wereld. Daarnaast zitten we met 600 eigen kantoren in 47

landen ook in de rest van de wereld. Kantoren die stuk voor stuk lokaal geworteld zijn, en dus de lokale markt

door en door kennen. Ook hier in de Westelijke Mijnstreek. Als u internationale ambities heeft of internationaal

zaken doet is Rabobank Westelijke Mijnstreek uw poort naar de rest van de wereld. Want we mogen dan ook

al enige tijd wereldspeler zijn, we blijven vooral onszelf. Dat maakt mij best wel trots. Op mijn klanten, mijn

bank, maar ook een beetje op mijzelf…”

www.rabobank.nl/wm

Tim

Neu

Acc

ount

man

ager

Mid

den-

en G

root

bedr

ijf