32
INCRETUS HET MAGAZINE VAN QBDBD / OKTOBER 2012 / JAARGANG 17 / NUMMER 1 DE JURIDISCHE FACULTEITSVERENIGING AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT AMSTERDAM QBDBD » Reisverslag Londen » Nieuw! Op bezoek bij… Student Stefan Homringhausen Artikel » De perikelen der Staten-Generaal Interview » Mickey Ta: van het studentenleven naar het werkende leven Digitale oorlogsvoering binnen het Internationaal Publiekrecht » Vallen cyberoperaties onder het geweldsverbod?

Incretus editie oktober 2012

  • Upload
    qbdbd

  • View
    220

  • Download
    1

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Het magazine van QBDBD. De juridische Faculteitsvereniging aan de Vrije Universiteit Amsterdam.

Citation preview

Page 1: Incretus editie oktober 2012

INCRETUSHET MAGAZINE VAN QBDBD / OKTOBER 2012 / JAARGANG 17 / NUMMER 1DE JURIDISCHE FACULTEITSVERENIGING AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT AMSTERDAM

QBDBD» Reisverslag Londen» Nieuw! Op bezoek bij… Student Stefan Homringhausen

Artikel» De perikelen der Staten-Generaal

Interview» Mickey Ta: van het studentenleven naar het werkende leven

Digitale oorlogsvoering binnen het Internationaal Publiekrecht» Vallen cyberoperaties onder het geweldsverbod?

Page 2: Incretus editie oktober 2012

CO

LUM

N

2 | INCRETUS

Page 3: Incretus editie oktober 2012

Interview Mickey Ta: over de overgang van student naar advocaat stagiair

QBDBD: Londen

Artikel: De perikelen der Staten-Generaal

Artikel: De rechtmatigheid van digitale oorlogsvoering binnen het internation-aal Publiekrecht

QBDBD: Op bezoek bij… Stefan Homringhausen

Nick Meulman, Voorzitter QBDBD

Hoofdredactioneel

QBDBD in beeld: Reis Londen, Borrel-boot, Borrel IDEE-week, Kick-off Air.

Amsterdamse Juridische Bedrijvendag

Wapenbezit: Nederland versus de Verenigde Staten van Amerika

Als behoorlijk advocaat op het tableau: een kijkje in het tuchtrecht

Linklaters

INCRETUS | 3

10-11

12

18-19

27-29

30-31

5

4

13-17

21-22

6-9

23-25

2

COVER

COLUMN

RUBRIEKEN

ARTIKELEN

ADVERTENTIES

INH

OU

DSO

PGAVE

Page 4: Incretus editie oktober 2012

4 | INCRETUS

REDA

CTIO

NEEL

in beeld’ de gezellige momenten met je medestu-dent op feesten en borrels nog even te herbeleven; het lezen van artikelen die de ietwat droge stof die Rechten eigen is meer tot leven brengen; interviews met inspirerende personen die je een idee geven van hoe wij ons leven en onze carrière later vorm kunnen gaan geven; het naslagwerk zijn dat je net dat beetje verder helpt voor je paper en een podium om op de hoogte blijven van wat er op je faculteit speelt door de columns van leden van onder andere QBDBD en de Facultaire Studentenraad. Met het lezen van dit blad kun je je verheugen op alle leuke activiteiten die nog komen gaan via de agenda van QBDBD en terugkijken op mooie belevenissen door middel van de reisversla-gen. En, nu we het toch over nieuwe dingen hebben, sinds deze editie is de Incretus ook een middel om een kijkje te nemen in de huizen van andere Rechten-studenten via de rubriek: ‘QBDBD op bezoek bij…’ . Gemaakt door studenten die aldus precies weten wat er onder studenten leeft.

Kortom: alle reden wat mij betreft om de Incretus van kaft tot kaft door te spitten!

And last but not least: natuurlijk heeft de Incretus ook een splinternieuwe hoofdredactrice, een functie die ze met passie en toewijding voor dit mooie blad wil gaan invullen. En ik heb er zin in!

Charlotte de Kluiver, Hoofdredactrice Incretus

Een nieuw begin, dat is de geest waarin wij deze Incre-tus hebben geschreven; zo is te zien in het artikel ‘De perikelen der Staten-Generaal’, over het huidige poli-tieke klimaat in Nederland. Een nieuw begin is er voor Mark Rutte nu hij waarschijnlijk mag beginnen aan zijn tweede termijn als premier. De nationale hoop is groot dat een kabinet ditmaal snel gevormd wordt. Zo kan de nieuwe regering ervoor zorgen dat Nederland veerkrachtig de economische crisis doorstaat.

Een nieuw begin was er ook voor Mickey Ta, tot voor kort student Rechtsgeleerdheid aan de VU. Hij heeft dit jaar de omslag gemaakt van een vrij studenten-leven naar een full time baan als advocaatstagiair. Over deze overgang en zijn huidige baan bij een groot advocatenkantoor mochten wij hem voor deze editie interviewen.

Zoals ieder jaar is ook een aantal besturen vernieuwd. Het bestuur van Qui Bene Distinguit, Bene Docet (QBDBD) is nieuw. Om dit te vieren staat in deze Incretus een column van de voorzitter Nick Meulman en een bestuursfoto waarop alle evenzeer nieuwe leden te bewonderen zijn. Tevens is het bestuur van de stichting Amsterdamse Juridische Bedrijvendag gewisseld, ook deze bestuursleden worden in deze editie voorgesteld.

Wat echter al zo oud als de Incretus zelf is, is de stress die het ieder jaar oplevert om de eerste editie op tijd bij alle leden op de deur-mat te bezorgen. Gelukkig is dit goed gekomen dankzij de hulp van de, verras-send genoeg, nieuwe redactie-leden van de Incretus: Melinda Gayir, Midas Klijsen, Dylan Rood, Fred Dillmann en Pieter ten Broecke. Niet te vergeten onze kersverse vormgever: Jelle Jonker.Een nieuw begin voor de Incretus. Als het aan mij ligt is het vanaf nu afgelopen met de (mijns inziens ongegronde) kritiek, dat de aandacht vooral uitging naar hun eigen (meestal blije) gezichten op de foto’s tijdens borrels in ‘QBDBD in beeld’, en minder naar de inhoud. Want wat is de Incre-tus voor mij? Incretus vormt de perfecte balans tussen hart voor de studievereniging QBDBD en een inhoudelijke link met de studie Rechtsge-leerdheid. Ook zie dit juridisch studentenblad als dé manier om door onder andere ‘QBDBD

Een nieuw begin

Page 5: Incretus editie oktober 2012

INCRETUS | 5

Lang heb ik nagedacht over een onderwerp voor deze column. Uiteindelijk bleek het onderwerp eenvoudig en logisch. Ik heb veel aan QBDBD te danken, maar het meest dankbaar ben ik voor de vriendschappen die ik in mijn QBD tijd heb gesloten. Vriendschap, dat zal de rode draad in deze column zijn.

Het nieuwe collegejaar is inmiddels al aangevangen. Voor velen is dat een nieuw begin, zo ook voor mij. Mijn nieuwe avontuur begon al in april. Ik had het idee opgevat om een gooi te doen naar een bestuurs-functie binnen QBDBD. Na het insturen van mijn sollicitatiebrief was er geen weg meer terug. Ik had mijzelf beschikbaar gesteld voor een bestuursfunctie. Een sollicitatiegesprek volgde en een zenuwslopende periode was aangevangen. Zal ik in het nieuwe bestuur komen? En wie zouden dan mijn nieuwe bestuursgenoten zijn?

Mijn vrienden zijn allen bekenden van QBDBD. Via onze mooie vereniging heb ik mijn vrienden leren ken-nen. Het zijn fantastische mensen, maar ze hebben het mij niet makkelijk gemaakt de afgelopen periode. Het werd mij kwalijk genomen dat ik ze niet direct op de hoogte had gesteld van mijn impulsieve actie om te solliciteren voor een bestuursfunctie binnen QBDBD. Ik moest de vriendschap opnieuw bewijzen en dat is gelukt. Hoe? Dat is geheim, maar laten we het erop houden dat ze allemaal hetzelfde zwakke punt hebben.

Na een periode van lang wachten werd in juni het nieuwe kandidaat-bestuur bekend gemaakt. “Ik ga het zwaar krijgen”. Dat was mijn eerste reactie op de bekendmaking, vier dames en ik. “Als dat geen kip-penhok wordt weet ik het ook niet meer!”

De tijd gaat snel, het is al augustus. De traditie is om met het hele kandidaat-bestuur op beleidsweekend te gaan naar een afgelegen plaats in Nederland. Ons beleidsweekend vond plaats in Frieschepalen. Het bleek het begin te zijn van een nieuwe vriendschap.

Was het een kippenhok? Ja dat zeker, maar het zijn wel lieve kippen.

In de zomervakantie was ik één week onbereikbaar voor QBDBD. Binnen onze vriendengroep is het tradi-tie om in de laatste week voor het nieuwe collegejaar op vakantie te gaan. In ons Bulgaarse luxe resort is de vriendschap weer hechter geworden. Onder het genot van een lekker drankje hebben we uitvoerig over onze passies gesproken, elke filosoof is te sprake gekomen, de lekkerste culinaire gerechten hebben we gedeeld, de coalitie voor de tweede kamer is gevormd en door onze ideeën zou het Midden-Oosten conflict geen conflict meer zijn.

De vakantie is voorbij. Studenten beginnen aan de studie en anderen beginnen wellicht hun carrière als topadvocaat. QBDBD wil de nieuwe start voor studenten vergemakkelijken. Zo kunnen studenten ook dit jaar studieboeken kopen tegen 10% korting, deelnemen aan verschillende inhoudelijke juridische activiteiten, meegaan op de studiereizen en ver-schillende borrels bezoeken. Ook kunnen er nieuwe vriendschappen worden gesloten tijdens de QBDBD wintersportreis.

Lang heb ik het kunnen uitstellen, maar dit jaar is mijn laatste jaar als student. Nog even en ik ga weer een nieuwe start maken. De afgelopen jaren heeft QBD mijn studie makkelijker en zeker ook leuker ge-maakt. Ik kijk nu al met een goed gevoel terug op de afgelopen jaren die ik bij QBD heb doorgebracht. Mijn mede bestuursgenoten en ik hopen samen met jullie, de QBD leden, er een geslaagd jaar van te maken.

Graag wil ik nog van deze gelegenheid gebruik maken om het 120ste bestuur van QBDBD te bedanken voor hun grote inzet die ze dit jaar hebben geleverd. Het was een geslaagd jaar en wij, het nieuwe bestuur, zijn erg trots dat wij jullie mogen opvolgen.

Ik had nog veel meer in deze column willen schrijven. Helaas ben ik genoodzaakt om een einde aan dit schrijven te maken. De hoofdredactrice van dit blad maakt zich al zorgen dat ik mijn deadline niet haal. Ze blijft maar vragen waar mijn stuk blijft. Maar mijn deadline heb ik gehaald, en dat ga ik vieren! Met mijn vrienden uiteraard. Hoe? Dat is geheim, maar laten we het erop houden dat ik ook één zwak puntje met ze deel.

Nick Meulman, voorzitter QBDBD 2012-2013

CO

LUM

N

Page 6: Incretus editie oktober 2012

6 | INCRETUS

ARTIKEL

In 1989 is de Wet Wapens en Munitie in werking ge-treden. Deze wet bevat niet alleen bepalingen betref-fende het dragen van wapens maar ook betreffende het vervaardigen, verhandelen, vervoeren, voorhanden hebben enzovoorts van wapens en munitie. Door deze wet werd het onmogelijk om zonder vergunning een vuurwapen te bezitten.56

Door de jaren heen zijn er meer geavanceerde vuur-wapens ontwikkeld. In de tijd na WO I waren het nog handmatige wapens, daarna semiautomatisch en al snel kwamen er volautomatische vuurwapens op de markt. Omdat wapens steeds gevaarlijker werden, ontstond er een behoefte aan strengere wetgeving.Op het illegale bezit van een (vuur)wapen staat mo-menteel een gevangenisstraf van ten hoogste 4 jaar of een boete van 45.000 euro.7 Als men kijkt naar de enorm hoge straffen die staan op het bezit van een vuurwapen, moet men wel constateren dat de reden dat vuurwapens in Nederland verboden zijn, niet de-

De Nederlandse wapenwetgevingIn 1890 is er al wat wetgeving ontstaan op het gebied van wapenbezit, maar de eerste echte wet trad in 1919 in werking. De kern van deze Vuurwapenwet was niet een verbod op het voorhanden hebben van vuurwapens, maar een verbod om vuurwapens af te leveren aan niet gerechtigden. In veel landen was na de beëindiging van de WO I een revolutie ontstaan en de republiek uitgeroepen. Uit vrees dat dit ook in Nederland zou gebeuren werd deze wet uitgevaardigd die het bezit van vuurwapens zou bemoeilijken.

Wat opvalt is dat de eerste echte wetgeving betref-fende het bezit en het dragen van vuurwapens niet tot stand kwam om andere burgers te beschermen. Deze wet werd uitgevaardigd door de overheid, omdat men bang was dat het eigen volk zich met behulp van vuurwapens tegen hen zou keren. In eerste instantie is het dus niet het schadebeginsel toegepast als argu-ment om het bezit en gebruik van vuurwapens terug te dringen.

“The Second Amendment as an individual right now becomes a real permanent part of American Constitutional law (…). Anti-gun politicians can no longer deny that the Second Amendment guarantees a fundamental right. All law-abiding Americans have a fundamental, God-given right to defend themselves in their homes. Washington, D.C. must now respect that right.” 1

Wapenbezit:

Nederland versus de Verenigde Staten van Amerika

Wapenbezit is een belangrijk onderwerp in het strafrecht. Bij veel misdaden is een wapen betrokken. In Nederland is het ongeveer een eeuw verboden een vuurwapen te bezitten of bij je te dragen.2 Het bezit van een vuurwapen is in Nederland aan veel eisen onderworpen. In de VS is het een ander ver-haal; in dit land zijn er net zoveel vuurwapens in gebruik als dat er huishoudens zijn.3 Het recht om zichzelf te bewapenen is zelfs neergelegd in de Amerikaanse Grondwet in het tweede amendement.4 Er is geen enkele andere staat waar men een wettelijke bevoegdheid heeft om een wapen bij zich te dragen. In Nederland en in de meeste andere landen worden de rechten van burgers op dit gebied dus ingeperkt. Is deze inperking gerechtvaardigd? En wat is de achtergrond van het wapenbezit in de VS?

Door: Carsten Oosting

1 Reactie van Charlton Heston, president van de NRA na de uitspraak “District of Columbia vs. Heller”.2 Artikel 26 Wet Wapens en Munitie.3 86 wapens op 100 mensen.4 Bill of Rights (1791) part of the The United States Consitution (1788)5 Om strafbaar te zijn volgens deze wet moet men het wapen “voorhanden hebben”. Twee vereisten zijn hier van belang. Er moet sprake zijn van bepaalde machtsuitoefening, hieraan is voldaan als de dader de bezitter is van het wapen. Ook moet de dader zich van de aanwezigheid van het wapen in meer of minder mate bewust zijn geweest. Als niet aan deze twee vereisten is voldaan heeft de persoon geen wapen “voor-handen” en is hij niet strafbaar op grond van deze wet.6 Prof.mr.D.H. de Jong & Mr.H.G.M.Krabbe, De wet wapens en munitie,een strafechtelijk commentaar, Alphen aan den Rijn: Samson H.D. Tjeenk Willink 1989, H 1.7 Artikel 55 lid 3, Wet Wapens en Munitie.

Page 7: Incretus editie oktober 2012

INCRETUS | 7

is het in al deze landen erg moeilijk om een wapen te bezitten, laat staan te dragen. Alle EU landen zien het hebben en dragen van een vuurwapen dus blijkbaar als bedreiging voor de samenleving. Deze wetgeving is noodzakelijk omdat door de open grenzen de rou-

latie van vuurwapens is vergemak-kelijkt.15

De wapenwetgeving in de Verenig-de StatenDe basis van het Amerikaanse rechtsstelsel is de grondwet. In deze grondwet zijn de bevoegdhe-den van de bondsregering vastge-steld. De eerste tien amendemen-ten worden gezamenlijk “The Bill of Rights” genoemd. Deze tien artike-len zijn de belangrijkste beginselen van de grondwet en daarmee van de bondsstaat. De grondwet kan

niet aangepast worden omdat deze de belangrijkste beginselen van de VS herbergt. Aantasting hiervan is niet geoorloofd. Wel kan de grondwet aangevuld wor-den met nieuwe amendementen. Het hooggerechts-hof is de hoogste rechtsinstantie in de VS, deze toetst nieuw aangenomen wetten aan de grondwet om zo na te gaan of zij hiermee niet in strijd zijn.16 Hieruit blijkt dat de Amerikaanse grondwet hoger in aanzien staat dan de Nederlandse. In Nederland zorgt het toet-singsverbond van art. 120 Gw ervoor dat nieuwe wet-ten niet getoetst mogen worden aan onze grondwet. Daarnaast mogen wetten in formele zin niet getoetst worden aan fundamentele rechtsbeginselen.17

Na het eerste amendement dat de vrijheid van me-ningsuiting herbergt komt een opmerkelijk tweede amendement: ’Waar een goed georganiseerde militia noodzakelijk is voor de veiligheid van een vrij land kan er geen inbreuk worden gemaakt op het recht van de bevol-king om wapens te hebben en te dragen.’

Dit tweede amendement geeft de Amerikaanse burger het recht om een wapen bij zich te dragen. Dus niet enkel te bezitten, of te verkopen, maar ten alle tijden bij zich te dragen.18

Het tiende amendement is een belangrijk artikel; deze stelt dat “de macht die niet aan de Verenigde Staten is gedelegeerd door de grondwet, noch erdoor verboden aan de staten, toekomt aan respectievelijk de staten of het volk”.

zelfde is als hier oorspronkelijk voor was gegeven. Het hedendaagse verbod is er omdat het gebruik hiervan andere burgers ernstige schade kan toebrengen. Daar-naast bemoeilijkt de illegaliteit van vuurwapens het voorhanden hebben ervan. Het schadebeginsel speelt inmiddels dus wel een grote rol.

Wapenwetgeving in EuropaDe belangrijkste richtlijn is de Richtlijn 91/477/EEG van de Raad van 18 juni 1991 inzake de controle op de verwerving en het voorhan-den hebben van wapens. Deze richtlijn is in het leven geroepen omdat alle binnengrenzen binnen de EU vervielen en er behoefte was aan controle wat betreft de in- en uitvoer van wapens hierbinnen.8 Deze richtlijn heeft alleen betrek-king op het bezit door particulieren zonder vergunning, dus niet op degenen die lid zijn van een recreatieve schiet- of jaagclub. De aanvulling van de Europese richtlijn ten opzichte van de be-staande nationale wetgeving ligt erin dat in de richtlijn wordt bepaald onder welke voorwaarden er een wapen overgebracht mag worden naar een andere lidstaat.9

In de richtlijn is bepaald dat men een Europese vuur-wapenpas dient te hebben, die 5 jaar geldig is en daar-na verlengd kan worden. Deze vuurwapenpas wordt uitgegeven door de autoriteiten van een lidstaat,10 waarbij een streng toezicht in acht genomen moet worden.11 Ook wordt het begrip wapen verbreed12 en de verplichting op controle van illegale wapenhandel aangescherpt.13

De Nederlandse wetgeving is volledig geharmoni-seerd met deze richtlijn. Wat betreft het verlenen van een wapenvergunning heeft Nederland strengere regels dan welke voorgeschreven zijn door de richtlijn. Een wapenvergunning kan worden aangevraagd bij de afdeling Bijzondere wetten of Bestuurlijke politiezorg van de politie. Men krijgt geen vergunning als men -afhankelijk van het gepleegde delict- over de laatste 8 of 4 jaar een strafblad heeft. Verleende vergunningen kunnen worden ingetrokken als men strafbare feiten pleegt, ook al is men daarvoor (nog) niet veroordeeld. Een wapenvergunning is maar 1 jaar geldig, en men moet zich aan strenge voorschriften houden. Zo moet men bijvoorbeeld het wapen opbergen in een speciale wapenkluis.14

Door de strenge regels die gecreëerd zijn door de EU

8 Gezien het voorstel van de Commissie, in samenwerking met het Europese Parlement, gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité, Richtlijn 91/477/EEG (gewijzigd op 21 mei 2008).9 Artikel 11, Richtlijn 91/477/EEG.10 Artikel 3 lid 4, Richtlijn 91/477/EEG.11 Artikel 4 bis, Richtlijn 91/477/EEG.12 Artikel 1 lid 1, Richtlijn 91/477/EEG.13 Artikel 2 bis, Richtlijn 91/477/EEG.14 http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/wapens-en-munitie#ref-justitie15 Art. 23 (9) al. 2 EG.16 Bruce Kucklik, A political history of the U.S.A., New York: Palgrave Macmillan 2009, p.104.17 Harmonisatiewetarrest (HR 14-04-1989, NJ 1989, 469).18 Bill of Rights (1791) part of the The United States Consitution (1788).

“Door de strenge regels die gecreëerd zijn door de EU is het in al deze landen erg moeilijk om een wapen te bezitten, laat staan te dragen. Alle EU landen zien het hebben en dragen van een vuurwapen dus blijkbaar als bedreiging voor de samenleving. Deze wetgeving is noodzakelijk omdat door de open grenzen de roulatie van vuurwapens is vergemakkelijkt.”

Page 8: Incretus editie oktober 2012

8 | INCRETUS

normaal om een wapen te bezitten of te dragen.De Amerikanen zien het dragen van een wapen als de ultieme vrijheid in hun “Land of the free, Home of the brave”. Amerika heeft een klassiek, liberale opvatting waarbij individuele vrijheid voorop staat en waar zo min mogelijk overheidsbemoeienis geduld wordt. Het dragen van een wapen wordt door hen dan ook gezien als een recht dat gewaarborgd dient te worden in een liberale maatschappij.

De vraag is waarom iedereen in de VS zo graag een wapen wil dragen en zich zo graag wil beroepen op dat tweede amendement. Een grote oorzaak zou de angstcultuur kunnen zijn. De media, de overheid en hun eigen gemeenschap zorgen ervoor dat de Amerikanen bang worden dat hun vrijheid hen wordt afgepakt. De ene keer zijn het de immigranten, de an-dere keer de moslims. De meeste Amerikanen stellen dat zij een wapen dragen om zichzelf te beschermen. Alles draait om het beschermen van zichzelf, hun dierbaren en hun medeburgers tegen diegenen die hun rechten willen aantasten.26

Amerika heeft een lobbycultuur. Als je iets goed aan de man brengt, kan het miljoenen opleveren. De manier waarop de presidentskandidaten campagne voeren is daar een voorbeeld van. De wapenlobby in de VS is groot. Zo zijn er vele organisaties die zich sterk maken voor het dragen van een wapen waarvan de grootste de “National Rifle Association” is. Deze belangenorganisatie gaat het hele land door om te propageren over de voordelen van wapenzit.27

Er is veel discussie in Amerika of de wapenwetgeving aangescherpt moet worden, want het tweede amen-dement schrappen is onmogelijk. Mensen legden een link tussen het vrije wapenbezit en de bloedbaden die werden aangericht door studenten op Columbine Highschool en een paar jaar later op Virginia Tech University, waar respectievelijk 13 en 32 studenten en leraren werden gedood. Het is moeilijk aan te tonen dat er meer misdaden worden begaan doordat vuur-wapens zo makkelijk verkrijgbaar zijn. Onderzoeken laten zien dat in steden waar de wetgeving is aan-gescherpt, juist meer misdaden worden begaan. Er komen meer vuurwapens in het illegale circuit terecht, waardoor ook de illegale handel groter wordt.28

Recentelijk laaide de hele controverse rondom het wapenbezit weer op in de VS. In Aurora, Colorado, doodde een man 12 mensen en verwondde er 58 bij

Dit betekent dat als wetgeving niet enkel is voorbe-houden aan de centrale regering, de staten zelf hun wetgeving mogen regelen op dat gebied.19

Staten kunnen volgens dit tiende amendement zelf bepalen wat voor eisen zij stellen aan het bezit van een vuurwapen. De leeftijd kan variëren van 12 jaar20 in de ene tot 21 jaar in de andere staat. Bezit en gebruik op schietbanen is altijd toegestaan, ongeacht de leeftijd. Er wordt wel altijd een “background check” gedaan. Burgers met een strafblad kunnen niet legaal

een wapen kopen.21

Een staat kan een burger niet verbieden om een wapen te dragen. Op 26 juni 2008 deed het Hooggerechtshof haar eerste uitspraak in dertig jaar over de draagwijdte van het tweede amendement in de zaak “District of Columbia vs. Heller”. Zes inwoners van Washington D.C. hadden het district Columbia aangeklaagd

omdat burgers in deze staat geen wapen mochten bezitten, laat staan dragen. Zij stelde dat deze wet in strijd was met het tweede amendement van de Amerikaanse constitutie. Het hooggerechtshof gaf hen gelijk en voegde hier aan toe dat het recht op vrij wapenbezit zich ook uitstrekt tot het recht op zelfver-dediging binnen het eigen huis.22 De Verenigde Staten kennen een precedentenstelsel, dat houdt in dat anterieure uitspraken van rechters bindend zijn voor latere zaken. Doordat Amerika een precedentenstel-sel heeft, zullen ook andere steden die een vorm van beperkende wapenwetgeving hebben uitgevaardigd, deze moeten intrekken.23

Wapencultuur in de VSDe cultuur van de VS wijkt af van de liberale westerse cultuur die wij kennen. De Amerikanen zijn dol op vuurwapens. Dit wordt niet alleen duidelijk door het grote aantal mensen dat een vuurwapen bezit, maar ook doordat men dol is op actiefilms en gewelddadige computerspellen. Sociologen verklaren dit vanuit het feit dat Amerika een historie heeft van oorlog.24 Zij hebben hun land steeds weer moeten heroveren.25 West Europa heeft ook een bloederig verleden met twee wereldoorlogen. Ook de burgers in West-Europa hebben zich moeten verdedigen tegen allerlei in-dringers en vijanden. Toch is het in onze cultuur niet

19 C. Æ Uniken Venema & Willem Jans Zwalve, Common law & Civil law, Deventer: Kluwer 2000, p. 87.20 http://www.vsp.state.va.us/Firearms_ResidentConcealed.shtm#ApplicationforaConcealedHandgunPermit.21 Philip J. Cook & James Blose, State Programs for screening handgun buyers, Philadelpia: The American Academy of political and social science 1981, p 80.22 District of Columbia, et al. v. Dick Anthony Heller, 554 U.S. 570 (2008).23 Mr. G.J. Wiarda, Drie typen van rechtsvinding, Deventer: W.E.J. Tweelink 1999, p 124.24 Jaap Kooijman, Fabricating the absolute fake, Amsterdam University Press: Amsterdam 2008 p. 88.25 J.L.G van Oudheusden, De Amerikaanse geschiedenis in een notendop, Amsterdam: Bert Bakker 2008, p.54.26 Michael Moore, Bowling for Columbine, United Artists 2002, 120 minuten (documentaire).27 http://home.nra.org/#/home28 Philip J. Cook, The effect of gun availability on violent crime patterns, Philadelpia: The American Academy of political and social science 1981, p 63.

“Amerika heeft een klassiek, liberale opvatting waarbij indi-viduele vrijheid voorop staat en waar zo min mogelijk overheids-bemoeienis geduld wordt. Het dragen van een wapen wordt door hen dan ook gezien als een recht dat gewaarborgd dient te worden in een liberale maat-schappij.”

Page 9: Incretus editie oktober 2012

INCRETUS | 9

pen, en dan wordt er nog niet eens geschoten. De bedreiging met een vuurwapen “an sich” is al vol-doende.32

“The clash of cultures”Wij moeten ons goed realiseren dat de Amerikaanse cultuur sterk afwijkt van de onze. Amerika is ontstaan doordat het veroverd werd door een stel Europeanen, die daar een nieuw land hebben opgericht. Dit land konden zij zo inrichten zoals zij zelf wilden. En hier komt weer de liberale moraal sterk naar boven. De Amerikanen laten zich niet betuttelen door de over-heid, maar willen alles zelf bepalen. In Nederland en de rest van West- Europa ligt dit anders. Hier vinden burgers het normaal dat er door de overheid regels en wetten worden gemaakt waar iedereen zich aan moet houden. Wij begrijpen dat sommige wetten nodig zijn in een democratische en veilige samenleving zoals deze. Er heerst zeker een liberale sfeer, maar tot op zekere hoogte. Wij vinden dat niet alleen wij verantwoordelijkheid hebben, maar de overheid net zo goed. Wij laten alles waar wij geen verstand van hebben over aan de overheid en zijn instanties. Het is de mentaliteit die het verschil maakt tussen Nederland en Amerika. Nederland is blij dat de overheid het schadebeginsel zo heeft geïnterpreteerd dat vuurwapens illegaal werden gemaakt. Wij hebben er helemaal geen behoefte aan om een wapen te be-zitten, en vertrouwen er op dat de beslissing overheid wapens te verbieden goed overwogen is. Daarom denk ik dat schadebeginsel goed toepasbaar is in Nederland, maar niet in de VS. De overtuiging van hen dat vuurwapens veiligheid brengen, is groot. Zij zullen stellen dat ze niet handelen in strijd met dit beginsel. En wie zijn wij om hier over te oordelen? Er is geen enkele wetenschapper die kan aantonen dat er meer moorden worden gepleegd in de VS enkel en alleen doordat vuurwapens daar zo makkelijk verkrijg-baar zijn. Het feit dat er in de VS zoveel moorden wor-den gepleegd heeft met allerlei factoren te maken. En zolang de Amerikanen niet veranderen, zal het tweede amendement gewoon blijven staan in hun grondwet, want de Amerikaanse burger vindt al eeuwen lang dat hij zichzelf en anderen moet kunnen beschermen, en dit kan het beste met een vuurwapen.

een schietincident in een bioscoop. Bang voor kritiek van de grote “pro-gun” groep in de VS, liet Barack Obama zich niet uit over de relatie tussen het wapen-bezit en het incident.

“Een wapen doodt niet, het is de persoon die de trek-ker overhaalt”.29 In Nederland is strenge wetgeving op het gebied van wapenbezit, maar ook hier kan men een wapen in het bezit krijgen. Maar weinig hebben mensen hebben hier echter de behoefte om zichzelf te kunnen beschermen met een gevaarlijk vuurwapen.

Het verkrijgen van een vuurwapen is hier erg moeilijk, we hoeven onszelf ook niet te beschermen met vuur-wapens, omdat niemand anders een vuurwapen heeft. Ook is er bij ons een grote afweer tegen eigenrichting. Wij respecteren de wet en we hebben de politie die ons beschermt. Amerikanen zijn meer dan wij op zoek naar vergelding. De langdurige klopjacht op Osama Bin Laden is hier een voorbeeld van. Ze lossen het liever zelf op: “oog om oog, tand om tand”. Deze combinatie van angst en de behoefte om vergelding zorgt er voor dat het dragen van een vuurwapen erg belangrijk is voor Amerikanen.30

Het schadebeginsel van John Stuart MillMill zegt dat vrijheid pas echte vrijheid is, wanneer de overheid de vrijheid van iedereen beschermt tegen inbreuken daarop door anderen. Geredeneerd zou kunnen worden dat de overheid wapenbezit zou moeten toestaan, omdat zijn burgers zichzelf dan kunnen beschermen tegen inbreuk door anderen. De overheid beschermt zo indirect zijn burgers. Hij stelt dat de individuele vrijheid af en toe verder ingeperkt moet worden dan strikt en alleen op basis van het schadebeginsel te rechtvaardigen zou zijn. Hij geeft het voorbeeld van de verkoop van giftige stoffen en maakt hiermee duidelijk dat de samenleving het recht heeft om door voorzorgsmaatregelen misdaden te voorkomen. Als er aangetoond kan worden dat het bezitten of dragen van een vuurwapen er voor zorgt dat er meer moorden worden gepleegd is het volgens John Stuart Mill noodzakelijk dat de overheid zich mag bemoeien met het recht op wapenbezit omdat dit dan misdaden voorkomt. In dit geval zou dan het belang van de samenleving prevaleren boven dat van het individu.

Mill stelt ook dat vrijheid nut heeft voor mensen die hun vrijheid kunnen gebruiken om de kwaliteit van hun eigen leven en dat van anderen te verhogen.31 Aan de ene kant kan men redeneren dat er met vuurwa-pens moorden gepleegd kunnen worden. Maar aan de andere kant kan men stellen dat iedereen elkaar ook kan beschermen, waardoor de kwaliteit van zichzelf en anderen kan verhogen. In de VS worden er vele misdrijven voorkomen met behulp van een vuurwa-

29 De opvatting van veel “pro-gun” groepen in de VS.30 Howard Schuman & Stanley Presser, The attitude- action connection and the issue of gun control, Philadelpia: The American Academy of political and social science 1981, p 40.31 J.S.Mill, Over vrijheid, 1978, Amsterdam: Boom klassiek 2002.32 Wim Schepens, Guns Don’t Kill, HollandDoc 2000, 58 minuten (documentaire).

“Wij moeten ons goed realiseren dat de Amerikaanse cultuur sterk afwijkt van de onze.”

Page 10: Incretus editie oktober 2012

CO

LUM

N

10 | INCRETUS

Wat kan je vertellen over je huidige werkplek? ,,Kennedy Van der Laan is een groot kantoor met rond de honderd medewerkers, waar onder advocaten en notarissen. Ik vind dat het kantoor anders is dan andere kantoren van deze grootte, eigenzinniger ook. In vergelijking met andere kantoren die ik van binnen heb gezien vind ik dat het een open uitstraling heeft, deze open houding heb ik ook ervaren tijdens de sol-licitatiegesprekken die ze met mij gevoerd hebben. Ik was daarom ook erg blij dat ze mij na afloop van mijn sollicitatieprocedure een aanbod hebben gedaan.Ik heb eerder stage gelopen bij een kantoor aan de Zuidas en heb ook als werkstudent gewerkt bij een Law Firm School. Dit was heel erg leerzaam en leuk, maar ik voelde mij uiteindelijk toch niet thuis bij deze kantoren. Zo doende ben ik verder gaan kijken. Ik had al het een en ander gehoord van Kennedy Van der Laan en zag toen op hun internetsite dat je een oriën-terende lunch kon aanvragen dus dat heb ik toen ge-daan. Een week later zag ik dat ze een vacature open hadden staan voor ondernemingsrecht. Toen heb ik eigenlijk zonder dat ik het kantoor goed kende en op goed geluk mijn sollicitatiebrief opgestuurd; soms moet je maar een beetje flexibel zijn. Gaandeweg de sollicitatieprocedure heb ik het kantoor eigenlijk pas beter leren kennen.

Mickey, vertel eens wat over jezelf en je opleidingstraject.,,Ik ben in 2003 begonnen met mijn opleiding Be-drijfskunde aan de Rotterdam Business School en heb daarvoor mijn master aan de VU gedaan. Tegelijkertijd met mijn master Bedrijfskunde ben ik begonnen met een bachelor Rechtsgeleerdheid. Het idee was om één of twee vakken bij Rechtsgeleerdheid mee te pikken. Misschien leer ik iets handigs, misschien niets, was mijn insteek. Echter, in de eerste periode kwam ik er achter dat ik rechtsgeleerdheid erg interessant en leuk vond en heb toen dus besloten om de bachelor af te maken. Verleden jaar heb ik de master Financi-

eel recht afgerond en nu zit ik hier al vier weken bij Kennedy Van der Laan.Over mezelf zou ik zeggen dat ik een vernieuwend persoon ben; in de zin dat ik er van hou om nieuwe ideeën en concepten te bedenken en bestaande concepten te verbeteren. Ik vind het ook leuk om te reizen en om nieuwe dingen te proberen. Ik ben van mening dat je als mens ook niet bang moet zijn om fouten te

maken; durf stappen te nemen en als je faalt dan heb je in ieder geval iets geleerd. Never a failure, always a lesson is ook een quote die mij zeer aanspreekt.’’

Interview met Mickey Ta Beginnend advocaat bij Kennedy Van der Laan

Dinsdag 25 oktober zit ik, nat van de regen, in de wachtkamer van Kennedy Van der Laan, een groot onafhankelijk advocatenkantoor aan de Haarlemmerweg. Ik heb hier een interview met Mickey Ta, 27 jaar oud, oud-student rechten aan de VU, vroeger actief lid bij QBD en tegenwoordig beginnend advocaat bij dit kantoor. Al snel komt Mickey mij tegemoet. Hij ziet er uit zoals ik hem ken van de QBD borrels en reizen, vlot en vrolijk ogend, maar ditmaal in een strak advocatenpak gestoken en met een zekere professionele air om zich heen. We nemen elders plaats en ik begin het interview.

Door: Fred Dillmann

INTERVIEW

“Ik ben van mening dat je als mens ook niet bang moet zijn om fouten te ma-ken; durf stappen te nemen en als je faalt dan heb je in ieder geval iets geleerd. Never a failure, always a lesson is ook een quote die mij zeer aanspreekt.”

Page 11: Incretus editie oktober 2012

INCRETUS | 11

les wat je voor je krijgt is dus in principe nieuw, maar gelukkig ook weer niet zo nieuw dat je niet weet wat je er mee aan moet.”

Hoe ziet een normale dag er voor jou uit?,,Iedere dag is anders, in de vier weken dat ik hier zit heb ik nog geen één keer dezelfde opdracht gekregen. De ene dag help je met een overname, de andere dag voer je een statutenwijziging door of schrijf je een artikel voor de nieuwsbrief. Ik heb zelfs contact gehad met cliënten; in mijn eerste week al was er een cliënt met een vraag voor een advocaat die er helaas niet was, toen mocht ik die cliënt terugbellen en hem daarover te woord staan. Je krijgt in dat opzicht veel verantwoordelijkheid van de partners, dat voelt wel goed, ze geven je het gevoel dat ze vertrouwen in je hebben. Daarnaast geven ze je ook het gevoel dat je wel fouten mag maken, dat ze weten dat ik nog nieuw ben en dat ik eigenlijk nog alles moet leren. Dat doen ze door alles rustig uit te leggen en door fouten niet meteen af te straffen, maar uit te leggen hoe het wel moet.”

Heb je vanaf het begin van je rechten studie al de advocatuur in willen gaan?,,Ik heb gedurende mijn studie nog wel getwijfeld tussen een management traineeship of de advoca-tuur, wat me beiden heel erg leuk leek. Wat ik wel wist is dat ik graag tot de top wilde behoren en aan uitdagende zaken wilde werken, het liefst nog met een internationaal karakter. Uiteindelijk heb ik voor de advocatuur gekozen omdat ik de wisselwerking tussen de intellectuele uitdaging en het mensenwerk leuk vind.”

Hoe is de overgang van het studentenleven naar een full time baan je bevallen?,,Het is natuurlijk een beetje wennen. Je hebt nu minder tijd en meer verplichtingen. Het is heerlijk om iedere dag op niveau werk af te leveren; je moet iedere dag scherp zijn. Als ik iets leuks wil doen met vrien-den moet ik dat nu van te voren plannen. Ik ga iedere dag rond 18:30u richting huis. Vaak heb ik daarna nog met vrienden afgesproken om te gaan sporten of om een hapje te eten. Ik heb hierdoor doordeweeks wel een vol programma, maar ik krijg hier gelukkig wel veel energie van.’’

Heb je nog tips voor studenten die zich volgend jaar op de arbeidsmarkt zullen storten?,,Ik denk dat het belangrijk is om je van tevoren goed te oriënteren, bedenk alvast wat je graag zou willen gaan doen en focus je daar dan op. Probeer tijdens een sollicitatiegesprek ook uit te stralen dat je graag bij dat kantoor of bedrijf wilt werken en dat je het werk ook leuk vindt. Qua opbouw van je CV raad ik aan om vooral dingen te doen die je leuk vindt anders kost het je alleen maar energie en dat is zonde. “

Iedereen op het kantoor is ook zeer betrokken bij alles wat er gebeurt, zo wist bijvoorbeeld iedereen op mijn eerste dag al dat ik eraan kwam en wie ik was. Er is ook altijd tijd om vragen te stellen aan de meer ervaren advocaten; als je iets niet weet kan je altijd binnen stappen bij iemand die daar meer verstand van heeft. Ik zit ook op de kamer bij een partner en die vertelt mij geregeld waar hij mee bezig is zodat ik daar ook kennis over kan opdoen. Verder wordt er als ik een opdracht krijg altijd goed uitgelegd wat er van mij wordt verwacht en hoe ik die opdracht zou kun-nen aanpakken.”

Hoe zou je jouw functie omschrijven?,,Ik ben nu advocaatstagiair op de sectie onderne-mingrecht. Mijn focus ligt voornamelijk op de trans-actiepraktijk; ik ga mijzelf specialiseren in fusies en overnames. Ik heb de afgelopen vier weken echter ook werk gekregen van andere praktijkgroepen. Zo heb ik een opdracht gekregen van een partner van mede-dingingsrecht en een partner van banking & finance. Verder heb ik ook een dagvaarding opgesteld en heb ik opdrachten gekregen van het notariaat. Mijn taken zijn dus vrij divers en breed verspreid maar wel met het ondernemingsrecht als uitgangspunt. Ik heb hier in mijn tweede week al mee kunnen helpen aan het sluiten van een zaak rond een overname. Toen werden er hier op kantoor contracten getekend en ik zat er bij en hielp de advocaten daarbij.”

Hoe voelt dat om in je tweede week al met zo’n zaak bezig te zijn?,,Dat is natuurlijk erg spannend en daarnaast hartstik-ke leuk en leerzaam. Onze client tekende in Brussel en de tegenpartij bij ons op kantoor. Per email werden de stukken naar ons gestuurd, daar leer je weer van hoe dat in z’n werk gaat. In theorie gaat alles van het leien dakje, maar in praktijk moet je flexibel zijn om dingen voor elkaar te krijgen. Alles is nieuw, je weet niet precies hoe het gaat of hoe je moet handelen, maar je probeert dan gewoon zoveel mogelijk op te steken en iedereen zo goed mogelijk te helpen. Met een open houding kom je ver heb ik gemerkt.”

Heb je het gevoel dat je studie je voldoende heeft voorbereid op de praktijk?,,De theoretische kennis over het recht die ik bezit heb ik natuurlijk dankzij mijn studie, nu moet ik deze kennis toe proberen te passen in de praktijk. Ik zit hier nu vier weken en merk dat ik bijvoorbeeld goed weet waar in het wetboek ik de bepalingen die ik nodig heb kan vinden en kennis over de Flex BV die binnenkort ingaat bezit ik bijvoorbeeld ook al. Dus in zekere zin heeft de studie mij wel goed voorbereid op het werk in de praktijk. Het is echter niet zo als in de werk-groepen op de VU dat je een bepaalde casus voor je krijgt waarbij dan een standaard regel hoort, alles is wel degelijk nieuw. Zo heb ik bijvoorbeeld laatst een akte opgesteld. Ik weet natuurlijk wel wat een akte is en wat je er mee moet doen, want dat wordt bespro-ken tijdens studie, maar ik had er nog nooit één voor mijn neus gehad. Ook het opstellen van contracten is anders bij elke zaak, omdat verschillende partijen bij elke zaak onderhandelen over verschillende zaken. Al-

“Alles is nieuw, je weet niet precies hoe het gaat of hoe je moet handelen, maar je probeert dan gewoon zoveel mogelijk op te steken en iedereen zo goed mogelijk te helpen.”

Page 12: Incretus editie oktober 2012

CO

LUM

N

12 | INCRETUS

Deelnemer Mila BeenMet heel veel zin en een beetje kriebels in mijn buik, ging ik met QBDBD mee naar Londen! De groep was leuk en divers: de een rende met blote billen door het hostel heen, terwijl de ander een filosofisch boek aan het lezen was. De mix van juridische activiteiten en vrije tijd beviel prima. Zo hebben we een belasting-fraude zaak bijgewoond. Het leek net op een speel-film, want in Engeland dragen rechters en advocaten nog pruiken en rode toga’s. Anno 2012 erg renais-sance proof!

Ook het Counter Terrorism van de politie is van het lijstje afgevinkt. Het bezoek was erg interessant. Er werden filmpjes vertoond over hoe terroristen aan-slagen in werking zetten. En de sheriff gaf uitleg over de bestrijding van terrorisme in Londen, zoals welke maatregelen er zijn genomen na de aanslag in 2005.

Ik vind Londen best een grauwe stad. Het Saint James park is hierop een uitzondering. Het stond vol met mooie bloemen en bomen. Er waren verschillende soorten dieren zoals eenden en eekhoorntjes. En strandstoeltjes waarin we lekker hebben gerelaxt. Tot-dat een medewerker met ons kwam afrekenen, omdat de stoeltjes geld kosten. Snel wegrennen, later dude!

Dat Londen een mode stad is, is niemand ontgaan. Iedereen was wel geslaagd op Oxford street om een mooie outfit te scoren voor in de avond. Party time! We hebben iedere avond in een andere club of pub gedanst.

Om de het tripje af te sluiten zijn we de laatste avond gezellig met z’n allen uit eten geweest en hebben we overheerlijke cocktails gedronken, jammie. Rollend gingen we de gay bar in om het Londen avontuur af te sluiten tot diep in de nacht.

Of er spannende dingen zijn gebeurd? Ja, geheimhou-dingsplicht. Dus maakt het volgende reisje zelf mee. En slapen? Nee, dat doen ze bij QBDBD niet.

REISVERSLAG

Reisverslag Londen 2012Lid van Activiteitencommissie Tom van RheenenHet kandidaatbestuur, en op het moment van lezen waarschijnlijk het nieuwe bestuur van QBDBD, vroeg mij of ik een stukje over het bezoek aan Londen wilde schrijven. De enkeling die reeds is afgestudeerd, althans zo hoop ik, en nog de Incretus krijgt, zal wel-licht afdwalen naar memorabele momenten van zijn of haar studiereis naar Londen. Studiereis? Jazeker, waar het dit jaar een bezoek vanuit de activiteiten-commissie was, was Londen voorheen een befaamde studiereislocatie. Noem het vooruitgang, noem het devaluatie, wij gingen naar Londen.

Wanneer jij dezelfde gedachtenkronkels kent als de redactie van de Incretus, heb je als ik mij niet vergis voorgaande de hymne van Mila gelezen over het bezoek aan Londen. Althans, ik hoop dat zij dusda-nig heeft genoten van de reis dat haar boverstaande beleving tot hymne is verheven. Enfin, omdat Mila haar woord op papier heeft gezet om je een indruk te geven van de dagen aan de andere kant van het ka-naal, is mij verzocht iets te schrijven over the making off. Mijn eerste reactie was dat ik meer zielen diende binnen te graaien voor de activiteitencommissie.

Terecht riposteerde Lineesa mij dat de sollicitaties dan al afgelopen zijn. Vandaar dat ik in dit stukje een klein advies aan de toekomstige herders zou willen geven. Ik gebruik het woord herders, omdat het daar op neer komt. Jij bent degene die de makke schaapjes op de goede plek moet krijgen. Waar wij rechtenstudenten doordeweeks zo kritisch behoren te zijn, vervalt dit zodra we buiten de grenzen van de VU treden. Makke schapen zijn prettig, maar pas op dat ze niet te mak worden. Zo liepen kort na vertrek uit het hostel twee deelnemers zonder het door te hebben opeens achter een familie Amerikanen aan. Een beetje oplettende ziel was toch wel opgevallen dat de BMI niet strekte met die van onze groep.

Aan de aanstaande herders zou ik willen meegeven de balans te zoeken tussen de uitstoot van testosteron en feromonen om duidelijk te maken dat jij degene bent die de weg wijst en anderzijds op te passen dat ze niet te afhankelijk worden. Want als ze dan kwijt zijn, is het einde pas echt zoek. Voor mij zit het her-derschap erop en ik ga weer lekker de rol van schaap vervullen, heerlijk. Hopelijk mag ik dit jaar mee met een commissie waar ik gedachtenloos achteraan kan.

Page 13: Incretus editie oktober 2012

INCRETUS | 13

QB

DB

D IN

BEELD

Page 14: Incretus editie oktober 2012

14 | INCRETUS

Page 15: Incretus editie oktober 2012

INCRETUS | 15

QB

D IN

BEELD

Page 16: Incretus editie oktober 2012

16 | INCRETUS

Page 17: Incretus editie oktober 2012

INCRETUS | 17

Page 18: Incretus editie oktober 2012

18 | INCRETUS

ARTIKEL

voorbeeld is de arme Gerd Leers, minister van Im-migratie, die in Europa twee jaar lang een vruchteloze lobby heeft gevoerd voor verscherpte regels rondom immigratie. Deze zinloze exercitie tegen het verdra-genrecht dat de rechten van immigranten beschermt, evenals de symboolpolitieke strijd voor het verbod op gelaatsbedekkende kleding door de minister Spies van Binnenlandse Zaken, moeten menig jurist een doorn in het oog geweest zijn. Niettemin waren deze on-

derwerpen functioneel op de agenda van het kabinet: Rutte I is er ook voor de kiezers die PVV hebben gestemd, aldus de ondertitel.

In tegenstelling tot de bovenge-noemde onderwerpen maakte Rutte I wel voort met de snelheidsverhoging op de snelweg naar 130 k/m per uur en de bezuinigingen op bijvoorbeeld kunst en cultuur, psychische gezond-heidszorg en de sociale werkplaats. In ruil voor een meerderheid verkre-

gen dankzij de PVV heeft minister-president Rutte een opruiend discriminatoir initiatief als het Polen-meld-punt en schofferende opmerkingen over de koningin op staatsbezoek in Oman met de mantel der liefde bedekt. Een liberaal veroordelend geluid over deze

Een terugblikDe Tweede Kamerverkiezingen van 2010 resulteerden in een versnipperd politiek landschap met een win-naar op basis van het kleinst mogelijke verschil (de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie die met één zetel verschil de Partij van de Arbeid verslaat). Een ex-tra moeilijkheid was de grote verkiezingszege van 24 zetels die de rechts-populistische Geert Wilders met zijn Partij voor de Vrijheid heeft geboekt. De uitslag leek die van een eilandengroep waarin geen politicus in staat is – om met de woorden van de wijselijk vertrokken Job Cohen te spreken – de boel bij elkaar te houden en een groot deel van de kiezers achter zich te scharen. De VVD verkoos na een mislukte verken-ning van Paars Plus (VVD + PvdA + Groen Links + D66) een coalitie te vor-men met het Christen Democratisch Appèl die gedoogd werd door de PVV.

De VVD is als grote winnaar van deze constructie uit de bus gekomen. Door op basis van het gedoogakkoord beleid te voeren met nadruk op veiligheid, immigratie en bezuinigingen op ‘linkse hobby’s’ werd de PVV als schreeuwende antipartij ingedamd door de uitvoerende macht. Een sprekend

Zelden is de idee van de democratische rechtsstaat zo invoelbaar als wanneer nieuwe verkiezingen zijn uitge-schreven. Wekenlang overladen partijen de kiezer met denkbeelden en doembeelden over de samenleving die hem vooral richting een rood hokje in die ene lijst moeten bewegen. Nadat kabinet Rutte I stuitte op de onwil van Wilders, heeft, na een onderbreking vanwege het zomerreces, de stem van het volk weer gesproken. De kiesgerechtigde bevolking verdeelt dan op basis van haar voorkeur of afkeur, idealen of strategie de macht onder de partijen.

Door: Midas Klijsen

De perikelen der Staten-Generaal

“De Tweede Kamerverkie-zingen van 2010 resulteer-den in een versnipperd politiek landschap met een winnaar op basis van het kleinst mogelijke verschil (de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie die met één zetel verschil de Partij van de Arbeid verslaat).”

Page 19: Incretus editie oktober 2012

INCRETUS | 19

VooruitblikNu de informatietijd is begonnen, wordt de transpa-rante houding van politici die in verkiezingstijd naar de macht streefden ingewisseld voor een strategische discretie. Als ik deze dagen het journaal kijk, bekruipt me een medelijden met de journalisten die samen-drommen voor het Binnenhof en tevergeefs Rutte en Samsom een vernieuwende verklaring proberen te

ontlokken. Zo wil men de kiezer – zonder noemenswaardig resul-taat - inzicht geven in de status quo van de onderhandelingen en de daarbij horende uitruil van onderwerpen en compromissen die de informerende partijen voor ogen hebben.

In de commentaren vliegen be-grippen als ‘elkaar iets gunnen’ versus ‘een waterige soep’ ons

om de oren. Zolang de politici beroepshalve zwijgen (en dit zwijgen kan – getuige het Catshuis overleg – lang duren) zijn de kiezers veroordeeld tot kant-tekeningen en allerhande speculaties vanaf de zijlijn. Enkele dagen geleden werd echter een opmerkelijke rol in het doorbreken van de mediastilte rondom de informatie opgeëist door senator Han Noten van de PvdA. Deze plaatste in het NRC enkele kanttekenin-gen die niet alleen voor het informatieproces relevant zijn maar die ook een interessant gezichtspunt omvat-ten over de Nederlandse staatkundige organisatie. Noten is namelijk van mening dat de PvdA en VVD meer partijen zouden moeten betrekken bij het infor-matieproces.

Achtergrond van deze stelling is dat de Eerste Kamer evenals de Tweede Kamer volgens hem als politiek orgaan fungeert. Het aantal zetels van PvdA en VVD samen bedraagt in de Eerste Kamer 30, waardoor nog 9 zetels nodig zijn voor een meerder-heid. CDA en PVV zijn hiermee de enige partijen die door hun steun alléén de even-tuele coalitie aan een meerderheid kunnen helpen in de Senaat.

Zonder het betoog van Noten geweld aan te willen doen, vat ik het samen in de volgende uitspraak:

“Een fractie in de Eerste Kamer zal een regering nooit aan een meerderheid helpen als haar partijgenoten in de Tweede Kamer tegen het betreffende wetsvoorstel hebben gestemd.”

Al gedurende de laatste Provinciale Staten-verkiezingen in 2011 was merkbaar hoezeer ook de Eerste Kamer en daarmee de gehele Staten Generaal gepolitiseerd wordt. Waar vroeger de Senaat een onafhankelijk opere-rende kamer van revisie was, zijn geluiden als die van Noten heden ten dage geen bijzonderheid.

praktijken was noch in het kabinet noch in de Tweede Kamerfractie te horen. Welke overwegingen zullen in fractievergaderingen de doorslag hebben gegeven voor een dergelijke opstelling? Met enige verbeelding zou ik de strategische gedachte achter dit doen en vooral laten van de VVD zo formuleren:Als het establishment zich niet meer tegen de PVV keert, hoe kan de PVV zich dan als anti-establishment partij profileren?

EvaluatieKenmerkend aan de recente verkiezings-uitslag is dat voor het eerst in tijden twee partijen – VVD en PvdA - een meerderheid aan zetels in de Tweede Kamer heeft. Waar peilingen een bijna even versnipperde verdeling als in 2010 voorspelden, heeft de kiezer drastisch anders besloten. De over-belichting van de verschuivingen tussen PvdA en SP is vanuit het perspectief van de peilingen begrijpelijk. Het zetelaantal van de Socialis-tische Partij is echter gelijk gebleven. De groei van de PvdA met 8 zetels is daarom beter te verklaren vanuit de afname van zowel het CDA als Groen Links en het gebrek aan enige visie of kleur bij de laatste twee par-tijen. Politiek interessanter vind ik de forse winst van de VVD en het bijna zo forse verlies van de PVV.

De campagne van de liberalen, die doorspekt was van populistische tegeltjeswijsheden zoals ‘Minder begrip voor criminelen en meer begrip voor slachtoffers. VVD.’, heeft in samenhang met de koers van de afge-lopen twee jaar vruchten afgeworpen. Het electoraat van de volkspartij heeft zich uitgebreid van rechts-libe-raal naar rechts-populistisch en rechts-nationalistisch. Voor het eerst in de historie zullen de VVD en PvdA nu zonder tussenkomst van het staatshoofd aan de informatie beginnen.

Van het begin af aan sprak zowel Samsom als Rutte zijn optimisme uit over een eventuele samenwerking. Uit de samenstelling van de groep kiezers van beide partijen is echter nauwelijks hoop op een spoedige uitkomst te putten. Welke winst heeft een PvdA bij een middenkabinet dat door oppositiepartij SP ter linkerzijde wordt bestookt? En anderzijds: welke winst heeft de VVD bij een middenkabinet dat ter rechter-zijde door oppositiepartij PVV wordt bestookt? Het zij duidelijk dat de voorlopige meerderheid waarmee wordt geïnformeerd overtuigender is dan die van twee jaar geleden, maar hoe zal Rutte als minister-president de uitkomsten aan de kiezer verkopen? Het idioom waarvan het kabinet Rutte I zich bediend heeft (‘bestuursobesitas’, ‘rechts Nederland zou zijn vingers aflikken (…)’, ‘een kleine, krachtige overheid’) zal in ieder geval over boord gegooid moeten worden om tot een goede samenwerking met de sociaaldemo-craten van de PvdA te komen.

Zonder te zeer op de zaken vooruit te lopen, zal ik nu een korte beschouwing wijden aan het informatiepro-ces en de context waarin dit zich afspeelt.

“Het zij duidelijk dat de voorlopige meerderheid waarmee wordt geïnfor-meerd overtuigender is dan die van twee jaar gele-den, maar hoe zal Rutte als minister-president de uitkomsten aan de kiezer verkopen?”

Page 20: Incretus editie oktober 2012

20 | INCRETUS

om de begroting af te keuren. Maar ligt een dergelijke reactie op het kabinetsbeleid van twee partijen zonder meerderheid in de Eerste Kamer voor handen?Als we terugblikken op de afgelopen twee jaar, is mij toch duidelijk gebleken dat partijen als Groen Links en D66 (die tezamen het kabinet in de Eerste Kamer al

aan een meerderheid helpen) – on-danks dat zij fel gekant waren tegen de gedoogconstructie waarop Rutte I gebaseerd was – rondom het thema Europa (om maar ’s wat te noe-men) in de Tweede Kamer altijd zijn bijgesprongen waar Wilders het liet afweten. Nu vormen in het verleden behaalde rendementen geen garantie voor de toekomst, maar als het in een politiek orgaan als het parlement al geen onoverkomelijk bezwaar is voor bovengenoemde partijen om op grond

van inhoudelijke redenen steun te verlenen, waarom zou het verlenen van steun in een meer juridisch ge-oriënteerd orgaan zoals de Senaat dat wel zijn?

Kort na de verkiezingsuitslag was uit de mond van fractievoorzitter van D66 Pechtold dan ook te verne-men dat hij liever zag dat het vooralsnog bij twee in-formerende partijen blijft, omdat voor een extra partij die niet nodig is voor de meerderheid in een kabinet geen politieke winst valt te behalen. Zo’n partij zou een derde wiel aan de wagen zijn.

De oproep van Noten aan PvdA en VVD om meer par-tijen bij de onderhandeling te betrekken zie ik als een oproep tot meer monisme. Monisme is de zekerheid dat de uitvoerende macht in haar politieke agenda gesteund wordt door de Staten-Generaal. De meer-derheid van 79 zetels die de informerende partijen tezamen hebben is er mijns inziens meer bij gebaat om pas bij het ten uitvoer leggen van het kabinetsbe-leid rekening te houden met de samenstelling van de Eerste Kamer. Senator Noten beweert dat betrokken-heid van andere partijen bij de onderhandelingen nu al wenselijk is. Hiermee suggereert hij dat de samen-stelling van de Senaat invloed zou moeten hebben op de politieke agenda van het kabinet. Deze gang van zaken is volgens mij tegengesteld aan de volgorde van inmenging in wetgeving van de Senaat die het staats-recht voorschrijft en gezien het politieke primaat van de Tweede Kamer onwenselijk.

De beweringen vanaf de zijlijn en die van de infor-merende partijen zelf die nu weer een context van vertrouwen, dan weer een context van gepaste scepsis scheppen laten onverlet dat men bij het informatie-proces niet op de zaken vooruit moet lopen.

De kiezer kan hopen op meer kennis dan de karige verklaringen waar hij het nu mee moet doen, maar meer verwachten dan de huidige gemeenplaatsen waarnaar wordt verwezen is als een vliegtuig willen zien opstijgen waarvan het model nog niet eens van de tekentafel is.

Niet voor niets schoven tijdens de verkiezingen in 2011 meerdere partijen hun nationale lijsttrekker van 2010 naar voren om de campagne te leiden. Zo was er de memorabele polonaise van Job Cohen in Koffie-MAX en de gênante ondervraging over de islam van PVV’er Machiel de Graaf aan het adres van fractie-voorzitter in de Eerste Kamer van de Christen Unie, Roel Kuiper. Alsof de hardnekkige campagne van de PVV tevens vanuit de Eerste Kamer gevoerd zou gaan worden, confron-teerde De Graaf fractievoorzitter Kuiper met zijn uitspraak dat het christendom boven de islam staat. Dat een klein deel van het electoraat zijn belangen vertegenwoordigd ziet door – om in PVV-termen te blijven - roeptoeterpolitici als De Graaf is onmiskenbaar. Mij is echter niet dui-delijk geworden hoe dergelijke discussies richtingge-vend zijn voor keuzes van de burger over de bezetting van de Eerste Kamer. Het is immers op grond van het gelijkheidsbeginsel uit te sluiten dat de opvatting dat het christendom boven de islam staat ooit in wetge-ving tot uitdrukking komt, laat staan dat deze opvat-ting relevant zal zijn voor de agenda van de Senaat!

De polonaise en het quasi-theologische debat verder buiten beschouwing latend kom ik nu terug op de uitspraak van Noten. De primaire taak van de Eerste Kamer bestaat eruit voor de kwaliteit van wetgeving te waken via het al dan niet terugzenden van wet-geving aan de Tweede Kamer. In een periode dat de ideologische fundamenten van partijen voornamelijk tot uitdrukking komen in de aanpak van het begro-tingstekort en de staatsschuld meen ik dat de senator de politieke functie van de Eerste Kamer overschat. Inderdaad beschikt de Senaat over het machtsmiddel

“In een periode dat de ideologische fundamenten van partijen voornamelijk tot uitdrukking komen in de aanpak van het begro-tingstekort en de staats-schuld meen ik dat de senator de politieke functie van de Eerste Kamer over-schat.”

Page 21: Incretus editie oktober 2012

INCRETUS | 21

kennen allemaal de grote kantoren die de horizon van Amsterdam-Zuid sieren. Maar is nog veel meer. En laten we realistisch zijn, de meeste van ons gaan niet aan de slag op de Zuidas. Voor wie de Zuidas niet ambieert, is er keuze genoeg. Tijdens de PI-AJB zullen kantoren en instanties aanwezig zijn om te voeldoen aan deze behoefte. Je zult dan kennis maken met strafrechtkantoren, de Raad van State, Raad van Kinderbescherming, DAS rechtsbijstand, ARAG, straf-recht, bouwrecht. You name it, we got it. En al deze kantoren komen niet alleen maar langs. Nee, ze geven ook een workshop om je thuis te maken op andere leuke, interessante en uitdagende rechtsgebieden. Tussen de workshoprondes door zullen wij voor een heerlijke lunch zorgen. Uiteraard is hier aan het einde ook een borrel waar je dan al je vragen kan stellen. Vrijdag 9 november is de PI-AJB in de rechtbank, en als jij ook wilt weten wat je allemaal nog meer kan doen met je studie moet hier zeker aanwezig zijn.

Wil jij weten hoe je bij de crème de la crème advoca-tenkantoren terecht kan komen? Dan moet je zeker een bezoek brengen aan de Recruitment AJB. Op deze dag zullen de kantoren aanwezig zijn die de top domi-neren. En om deze dag in te luiden beginnen we met een symposium. Het onderwerp is een onderwerp dat ons allemaal raakt, namelijk de financiële crisis. We kijken dan niet zo zeer hoe het ons in onze portemon-nee raak maar vanuit een juridisch perspectief. Spre-kers met verschillende achtergronden zullen onder begeleiding van een debatleider op interactieve wijze met de gehele zaal discussiëren over dit onderwerp. Uiteraard mag je van deze dag ook verwachten dat de dag gevuld gaat worden met verschillende workshop- en businesscase rondes waarbij je het kantoor leert kennen en je er ook nog eens wat van opsteekt. Een

Nee nee, dit is niet de afkorting voor alsjeblieft. AJB staat voor de Amsterdamse Juridische Bedrijvendag. Als praeses van de stichting Amsterdamse Juridische Bedrijvendag wil ik je graag bekend maken met de AJB 2012, because it is going to rock your professional world!! En dat gaan wij doen door middel van niet één, niet twee maar drie dagen te organiseren waar jij als rechtenstudent het middelpunt bent.

De eerste dag heet de Pré-AJB. De Pré-AJB staat geheel in het teken van zelfontwikkeling en een must als je een goede start wilt maken en we weten het allemaal, goed ‘gereedschap’ is het halve werk. . En op de Pré-AJB gaan wij je de middelen geven voor een voortreffelijke start. Tijdens de Pré-AJB zullen verschillende workshop gegeven worden om je voor te bereiden op een juridische baan. Denk aan CV checks, sollicitatie trainingen, kleding tips en juri-disch netwerken, kortom alles wat je nodig hebt om concurrentie een stap voor te zijn. En alles wat je leert en opdoet tijdens de Pré-AJB is nuttig en bruikbaar voor je gehele aanloop tot een professionele cariere, ook voor je volgende bijbaantje, een stage of als je na je rechtenstudie niet werkzaam zal zijn binnen de juridische wereld de baan die je dan wel wilt. Als af-sluiting zal er een borrel zijn waar je dan op informele wijze nog in contact kan komen met de bedrijven en instanties die de workshops hebben gegeven en om lekker te kletsen over wat je allemaal geleerd hebt met je medestudenten. Zet 2 november in je agenda want dan is de Pré-AJB op de Vrije Universiteit.

Nu dat je helemaal prepped and ready to go bent is het tijd om je horizon te verbreden tijdens de Pros-pectu Iuridici AJB, beter bekent als de PI-AJB. Tijdens de PI-AJB staat oriëntatie in het middelpunt. Wij

AJB!

CO

LUM

N

Page 22: Incretus editie oktober 2012

22 | INCRETUS

leukere manier om de arbeidsmarkt te verkennen kan ik me niet bedenken. En als je opzoek bent naar een baan, stage of plekje om je scriptie te schrijven is dit bij uitstek het moment om laagdrempelig in con-tact te komen met het kantoor dat aan jouw wensen voldoet. Ook hier zullen wij zorgen voor een heerlijke lunch zodat lichaam en geest gevoed en geprikkeld zullen zijn. Om de dag goed af te sluiten zal er een recruitment borrel plaatsvinden. Het moment om nog even in contact te komen met de recruiter of advocaat van het kantoor waar je nog niet zo veel van weet of juist het moment om te laten zien dat je een student bent die ze echt moeten binnenhalen. Blink je al tijdens het symposium of workshopronde uit, dan is de kans groot dat een kantoor je uitnodigt voor het recruitment diner. Je zal dan met een selecte groep mogen genieten van een luxe diner en de gelegenheid om in besloten kring elkaar beter te leren kennen.Lijkt je wat om bij een van de Zuidas kantoren aan de slag te gaan of wil je weten of het je wat lijkt om bij de top van de advocatuur te behoren? Dan heten wij je op 16 november welkom in het oude stadsarchief, De Bazel Amsterdam!

Wil jij de concurrentie voor zijn, je horizon verbreden of de top van de advocatuur bedienen en op een leuke en informatieve manier je netwerk uitbreiden? Hou dan onze website, ajbonline.nl in de gaten en Like onze Facebook pagina.

Tot op de AJB,

Yaseer Choudhry, Praeses Amsterdamse Juridische Bedrijvendag

Page 23: Incretus editie oktober 2012

INCRETUS | 23

De tuchtrechtspraak wordt volgens art 46 Adv.w. uitgeoefend door de raden van discipline en in hoger beroep door het hof van discipline. In het jaarverslag van 2011 is te lezen dat de raden van discipline in dat jaar 1221 klachten hebben afgedaan. 384 daarvan werden gegrond verklaard, waarvan 51 advocaten een onvoorwaardelijke schorsing kregen opgelegd en 10 advocaten werden geschrapt. 10 van de ruim 16800 advocaten kregen dus een streep door hun naam. Ge-lukkig voor het imago van de advocatuur en voor het vooruitzicht van de meeste rechtenstudenten is dit een laag percentage. Het merendeel van de advocaten zal zijn of haar beroep uitoefenen zoals een behoorlijk advocaat betaamt. Deze bewoordingen zijn uiteraard niet zomaar uit de lucht gegrepen. Art. 46 Adv.w. geeft dit als norm: ‘de advocaten zijn aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk advocaat niet betaamt’. Wanneer gedraagt een advocaat zich dan niet behoorlijk? Een duidelijke grens is daarin niet aan te geven. Ik geef ter verduidelijking een voorbeeld waarbij een advocaat zich volgens de raad van discipline niet behoorlijk gedroeg:

Mr. X twijfelt aan de onpartijdigheid van de rechter gedurende een zaak in 2009, hij dient dan ook een wrakingsverzoek in. In de akte tot wraking noemt mr. X deze rechter een wetsverkrachter. Vervolgens vraagt de president van de rechtbank de deken of deze uitlatingen wel gepast zijn. De deken vindt dit niet getuigen van gedrag zoals een behoorlijk advocaat betaamt en dient een klacht in bij de raad van discipli-ne. In zijn verweer stelt mr. X dat zijn bewoordingen overeenstemmen met soortgelijke bewoordingen in de Franse en Engelse taal, namelijk violation du droit, violeur du droit, violation of the law, violater of the law enz. en daarom niet ongebruikelijk zijn. De Raad is het daar niet mee eens en is van oordeel dat verweer-der zich op een zakelijke en functionele wijze over de gewraakte rechter had kunnen en moeten uitlaten, meer in het bijzonder waar de term “wetsverkrachter” wordt gebezigd. De Raad acht de door verweerder gebezigde bewoordingen in het verkeer met een ge-wraakte rechter onbehoorlijk.2

Uiteraard was de opgelegde sanctie in dit geval geen

In 2011 stonden er in Neder-land ruim 16800 advocaten ingeschreven, in datzelfde jaar zijn 1224 advocaten beëdigd. 1224 keer werd de volgende ambtseed afgelegd: ‘Ik zweer(beloof ) getrouw-heid aan de Koning, gehoor-zaamheid aan de Grondwet, eerbied voor de rechterlijke au-toriteiten, en dat ik geen zaak zal aanraden of verdedigen, die ik in gemoede niet gelove rechtvaardig te zijn.’ De eed mag dan wel wat verouderd zijn, een nieuwe formulering wordt bijvoorbeeld verdedigd door mr. N. Christopoulos1, het is nog altijd een voor-waarde om ingeschreven te worden op het tableau. Het tableau van de Nederlandse Orde van Advocaten, menig rechtenstudent kijkt al uit naar de dag dat hij of zij daar ingeschreven staat. Echter, een tuchtrechter kan beslissen om een advocaat te schrappen of schorsen, een streep door je naam en van de een op de andere dag sta je er niet meer bij. Uiteraard gebeurt dit niet zomaar en zal daar zeker wat aan voorafgegaan zijn. Hoe dan ook, tijd voor een kijkje in het tuchtrecht.

Als een behoorlijk advocaat op het tableau: een kijkje in het tuchtrecht

ARTIKEL

Door: Dylan Rood

1 N. Christopoulos, ‘Advocateneed verdient nadere beschouwing’, Advocatenblad 1999-9, p. 481-483.2 Zie Raad van Discipline ’s-Gravenhage 16 januari 2012, R. 3305/09.137, LJN YA2411.

Page 24: Incretus editie oktober 2012

24 | INCRETUS

cliënt vertrouwen. Hij heeft daarnaast beroepsgeheim en verschoningsrecht. De cliënt moet alles kunnen bespreken met de advocaat, daarom zal de advocaat daar vertrouwelijk mee omgaan. Verder moet de advo-caat over voldoende kennis en vaardigheden beschik-ken. Hij is de rechtsgeleerde, de juridische kennis van de cliënt daartegenover is over het algemeen van een

minder hoog gehalte. Vandaar dat de cliënt recht heeft op een deskundige raadsman. De advocaat is verplicht om elk jaar 20 opleidingspunten te behalen, om zo zijn vakbekwaamheid te onderhouden en te actualiseren. De laatste kernwaarde is integriteit. Prof. Bannier vindt dit de belangrijkste kernwaarde.7 Een integer advocaat voldoet immers ook aan de andere

waarden, hij staat boven de zaak en is betrouwbaar.

ToezichtVanzelfsprekend zal niet elke advocaat zich altijd even netjes gedragen en daarmee aan alle waarden voldoen. Met ruim 16800 advocaten kan dat ook niet anders, dit valt ook af te leiden uit de eerder gegeven cijfers. Vandaar dat er toezicht en tuchtrecht is. Het toezicht op de advocatuur staat echter op het punt veranderd te worden.8 Op dit moment staan de de-kens in het middelpunt, een klacht moet bij de deken ingediend worden, waarna deze het aanbrengt bij de tuchtrechter. Het onderzoek vindt plaats naar aanlei-ding van de klacht die de deken krijgt. Bij het nieuwe toezicht is het de bedoeling dat er meer preventief toezicht komt. Dus zonder dat er sprake is van een

voorafgaande klacht. Daar-naast kunnen klachten di-rect, dus niet via de deken, worden ingediend bij de tuchtrechter. Verder wordt

binnen de Nederlandse Orde van Advocaten een nieuw toezichtcollege voorgesteld. Een onafhankelijk college, die niet bestaat uit door advocaten gekozen advocaten. De dekens zijn immers zelf ook advocaten. Dit college zal de eindverantwoordelijkheid dragen voor het toezicht op alle advocaten.

Niet alleen de Tweede Kamer is druk bezig met het toezicht op de advocatuur. De Orde komt zelf met het nieuws om het financieel toezicht op de advocatuur te verscherpen. Financiële deskundigen zullen de dekens ondersteunen en proactief kantoren met een hoog ri-sicoprofiel onderzoeken. Bovendien zal het maximale bedrag dat advocaten in contanten uitbetaald mogen krijgen verlaagd worden van € 15.000 naar € 2.000. Dat laatste komt kort nadat Nederlands bekendste strafrechtadvocaat is verwikkeld in een procedure bij

schrapping van het tableau, de Raad vond het genoeg om een enkele waarschuwing geven. Bij het grootste gedeelte van de gegrond verklaarde klachten gaat het om eenmalige of kleinere vergrijpen. Zo werd in 2011 bij 212 van de 384 klachten geen maatregel of een waarschuwing opgelegd. Voor schrapping van het tableau moet er sprake zijn van een ernstig disfuncti-onerende advocaat die niet in staat is praktijk te voeren zoals een behoor-lijk advocaat betaamt.3 Hiervan was in het hiervoor gegeven voorbeeld natuurlijk geen sprake. Prof. mr. F.A.W. Bannier ziet de vereisten voor behoorlijk advocatengedrag gedefi-nieerd worden door kernwaarden.4 Door een of meer kernwaarden niet in acht te nemen gedraagt de advo-caat zich niet als zodanig. Dit wordt vastgesteld door toepassing van art. 46 Adv.w. Door de eis zich als een behoorlijk advocaat te gedragen, wordt de advocaat verplicht de kernwaarden in acht te nemen. Uit de kernwaarden vloeien weer gedragsregels voort die meer inhoud geven aan het begrip ‘behoorlijk’.

De kernwaarden van een behoorlijk advocaat?Advocaten zijn partijdig, onafhankelijk, deskundig, integer en ze moeten vertrouwelijk met informatie om kunnen gaan. Daarmee heb je de 5 kernwaarden samen. In 2010 is een wetsvoorstel ingediend om de kernwaarden een plaats te geven in de advocatenwet.5 De waarden zijn niet nieuw, ze gelden al heel lang, ze worden zelfs van oudsher geacht in het bewustzijn van de advocaat aanwezig te zijn.6 Door de kernwaar-

den vast te leggen worden ze extra benadrukt

en wordt een toetsingskader gevormd. De waarden vormen de

standaard waaraan elke advocaat moet voldoen. Een korte bespreking:

De advocaat is onafhankelijk, zowel van de overheid, de rechter als van de cliënt. Het belang van de cliënt staat voorop, maar de advocaat is zelf verantwoorde-lijk voor zijn keuzes en daden. Hij moet vrij kunnen zijn om de cliënt bijvoorbeeld kritisch advies te geven of te stoppen met het behartigen van zijn of haar be-langen. De advocaat zit immers niet in het wagonne-tje van de cliënt, hij blijft zelf aan het stuur. De advo-caat is daarentegen natuurlijk wél partijdig. Hij staat de cliënt bij en niet de tegenpartij, daarop mag de

“Advocaten zijn partijdig, onafhankelijk, deskundig, integer en ze moeten ver-trouwelijk met informatie om kunnen gaan. Daarmee heb je de 5 kernwaarden samen.”

3 Zie Hof van Discipline ’s-Hertogenbosch 14 januari 2011, 5795, LJN YA1470. 4 F.A.W. Bannier, Zoals een behoorlijk advocaat betaamt, Apeldoorn: Maklu 2010, p. 33.5 Kamerstukken II, 2009-2010, 32382, nr. 2.6 Kamerstukken II 2009-2010, 32382, nr. 3, p. 7.7 F.A.W. Bannier. ‘Eindelijk een maatschappelijke orde? De voorstellen tot wijziging van de Advocatenwet’, Ars Aequi 2011-1, p.29.8 Kamerstukken II, 2011–2012, 32 382, nr. 10.

Page 25: Incretus editie oktober 2012

INCRETUS | 25

het tuchtrecht blijft is er niets aan de hand. Het idee een schorsing of zelfs een schrapping van het tableau op te lopen moet al voldoende zijn om binnen die grenzen te blijven. Het uitoefenen van het beroep is

immers waarvoor je al die tijd gestu-deerd hebt. Die ambtseed heb je niet voor niets afgelegd. Bovendien zal een gegrond verklaarde klacht altijd een smet op je carrière zijn. Los van de advocatuur is het ook handig om je behoorlijk te gedragen, al is het om het jaar na je beëdiging niet verrast te worden. De Raad van Toezicht kan immers gedurende een jaar na de beëdiging besluiten de advocaat te schrappen als de advocaat vóór zijn beëdiging zaken voor de Raad heeft

verzwegen, die zo ernstig zijn dat de Raad verzet had aangetekend, of die als de feiten van na de beëdiging waren, tot schrapping van het tableau hadden kun-nen leiden.9 Om te weten wat er van een advocaat ver-wacht wordt is het belangrijk dat al tijdens de studie aandacht wordt besteed aan het advocatengedrags-recht. Hiervan goed op de hoogte zijn is beter voor de advocaat zelf, zijn cliënt en de advocatuur in zijn geheel. Bestuderen van het eerder aangegeven boek ‘zoals een behoorlijk advocaat betaamt’ van prof. F.A.W. Bannier kan daarom nooit kwaad. Mocht de advocaat bij een conflict toch niet weten wat te doen, dan kan hij altijd advies vragen bij de deken.

De oude wijsheid is immers: voorkomen is beter dan genezen.

de tuchtrechter. Uiteraard heb ik het over mr. A.M. Moszkowicz, hem wordt o.a. verweten contante betalingen boven de € 15.000 aan te hebben genomen zonder dit aan de deken door te geven. Een zaak die het beeld van de advocatuur niet echt ten goede komt. De beruchte term ‘maffiamaatje’ is mij bijvoorbeeld alweer ter ore gekomen. Het idee dat er massaal grote tassen contant geld richting de advocatenkantoren gaan wordt hiermee versterkt. Advocaten worden al sinds jaar en dag in ver-band gebracht met geld. Met tarieven die op kunnen lopen tot bedragen van € 650 per uur is dat ook geen raar idee. Dat beeld zal niet zomaar verdwijnen, maar daar tegenover staat wel dat advocaten professionals zijn. De advo-caat heeft een belangrijke positie in het rechtstelsel en zet zich volledig in voor de belangen van de cliënt. Om de kwaliteit van de advocaat te waarborgen is er het tuchtrecht. Gaat een advocaat over de schreef dan zullen er sancties volgen. Daarvoor moet er veelal wel een klacht ingediend zijn. Zonder klacht gebeurt er op dit moment weinig. Een systeem waarbij het toezicht meer loskomt van het tuchtrecht en er vaker preven-tief toezicht komt is daarom geen slecht idee. Hoe het toezicht op de advocatuur er in de toekomst precies uit gaat zien is nog niet duidelijk, dat er veranderin-gen aan zitten te komen is in ieder geval zeker.

Op het tableau blijven staanIndien je als advocaat netjes binnen de grenzen van

“Om te weten wat er van een advocaat verwacht wordt is het belangrijk dat al tijdens de studie aan-dacht wordt besteed aan het advocatengedragsrecht. Hiervan goed op de hoogte zijn is beter voor de advo-caat zelf, zijn cliënt en de advocatuur in zijn geheel.”

9 Art. 9 Advocatenwet.

Page 26: Incretus editie oktober 2012
Page 27: Incretus editie oktober 2012

CO

LUM

N

INCRETUS | 27

in Iran (deels) onbruikbaar te maken.5 Stuxnet is een kwaadaardige worm die ultracentrifuges aanstuurt die uranium verrijken.6 Iran kon hierdoor, na ontdek-king van de worm, een deel van haar centrifuges niet meer gebruiken. Het negeren van deze worm zou het controlesysteem van de kernreactoren dusdanig kunnen ontregelen dat het vergelijkbare gevolgen zou hebben met de Tsjernobyl-ramp in 1986.7 Interessant is de vraag of een dergelijke cyberaanval gericht op het Iraanse nucleaire programma als een gewapende aanval kan worden opgevat?

Een cyberoperatie onderscheidt zich van andere fysieke operaties mede door het feit dat deze zich

Wanneer is er sprake van een cyberaanval?Het Amerikaanse Minister van Defensie gaf in 2009 te kennen dat de computers van het Pentagon wel hon-derden keren per dag worden belaagd door meer dan 140 buitenlandse spionageorganisaties.1 Hoewel de strijdmethoden niet kinetisch zijn kunnen cyberopera-ties – net als andere soorten operaties – wel degelijk fysieke schade aanrichten. Zo kan de cyberverstoring van een energiecentrale dezelfde fysieke (indirecte) gevolgen hebben als een kinetische bomaanval op een transformatorstation.2 In september 2010 ondervond Iran een dergelijke cyberaanval via de computerworm ‘Stuxnet’.3 In samenwerking met Israël poogden de Verenigde Staten4 hiermee de nucleaire centrifuges

Mijn laptop is tijdens het schrijven van dit artikel wel meer dan tien keer gecrasht. Is dit toevallig? Het ant-woord op deze vraag zal ik de lezer schuldig blijven. Echter nemen bedreigingen vanuit de cyberspace steeds serieuzere vormen aan. Het cyberspace wordt in toenemende mate gebruikt als virtueel slagveld. Dit leidt tot politieke, economische en militaire inbreuken op de nationale en internationale veiligheid van de betrokken staten. Recente incidenten zijn onder andere de door de Verenigde Staten en Israël opgezette cyberaanval via de computerworm ‘Stuxnet’, op het nucleaire programma van Iran, alsook de Russische cyberaanvallen op Estland en Georgië. Het feit dat binnen de moderne oorlogsvoering steeds vaker gebruik wordt gemaakt van cyberspace roept verschillende vragen op. In hoeverre zijn cyberaanvallen binnen het internationaal publiekrecht toege-staan? Beschikt de internationale rechtsorde over voldoende middelen om het cyberdomein te kunnen regu-leren? En zo ja, kan een staat dat de gevolgen van een cyberaanval ondervindt zich beroepen op het recht op zelfverdediging?

Door: Melinda Gayir

Digitale Oorlogsvoering binnen het Internationaal PubliekrechtVallen cyberoperaties onder het geweldverbod?

ARTIKEL

1 G. Conti & C. John Surdu, ‘Army, Navy, Air Force, and Cyber - Is it Time for a Cyberwarfare Branch of Military?’, LAnewsletter, Vol 12 No 1, Spring 2009.2 P.A.L. Ducheine & J.E.D. Voetelink, ‘Juridisch Raamwerk Cyberoperaties’, Militaire Spectator 180 (2011) 6, p. 275-276.3 ‘How a Secret Cyberwar Program Worked’, New York Times, 1 June 2012.4 David E. Sanger Congront and Conceal: Obama’s Secret Wars and Surprising Use of American Power.5 ‘Israeli Test on Worm Called Crucial in Iran Nuclear Dealy’, New York Times, 15 January 2011.6 ‘Worm was Perfect for Sabotaging Centrifuges’, New York Times, 18 November 2010.7 Press-Conference by Dmitry Rogozin on January 26th following the fist Ambassadorial NATO-Russia Council in 2011.

Page 28: Incretus editie oktober 2012

28 | INCRETUS

buitenland. Dit echter zonder expliciete toestemming van de betrokken staten. In casu is Rusland veel ver-der gegaan dan een cyberaanval, maar hypothetisch is de vraag interessant – mocht Rusland zich enkel hebben beperkt tot de cyberaanvallen – in hoeverre zouden deze cyberaanvallen (waarbij nagenoeg alle informatieverkeer en daarmee ook een deel van de Georgische infrastructuur werd platgelegd) als een gewapende aanval aangemerkt kunnen worden? En misschien nog wel meer omstreden, mag Georgië zich, in deze hypothetische casus, beroepen op haar recht op zelfverdediging?

VN-HandvestOm antwoord te kunnen geven op de vorenstaande vragen zal ik mij in dit artikel beperken tot de moge-lijkheden die het VN-Handvest biedt. Artikel 2 lid 4 van het VN-Handvest verbiedt het gebruik of dreigen met het gebruik van geweld binnen de internationale betrekkingen. De hamvraag is dan ook of cyberope-raties als ‘gewapend geweld’ aangemerkt kunnen worden.

De Adviesraad voor Internationale Vraagstukken (AIV) en de Commissie van Advies inzake Volkenrechtelijke Vraagstukken (CAVV) stellen zich in hun rapport d.d. 31 augustus 2011 op het standpunt dat het gewelds-verbod niet beperkt is tot het kinetisch effect van conventionele wapensystemen.9 Enkel de vraag of het geweld heeft geleid of had kunnen leiden tot materiële schade, doden of gewonden doet ter zake. Een aanval wordt dus beoordeeld op haar resultaten of effecten.10 Met andere woorden; een cyberaanval kan dus onder het geweldsverbod van artikel 2 lid 4 van het VN-Handvest vallen.

Tevens is de vraag interessant of staten met geweld mogen optreden tegen dergelijke cyberaanvallen, op basis van het recht op zelfverdediging zoals bedoeld in artikel 51 van het VN-Handvest. Het gebruik van geweld bij gewapende digitale aanvallen kan slechts gerechtvaardigd worden in situaties die de drempel van digitale criminaliteit of spionage overschrijden, aldus de Adviesraad.11 Voordat een digitale aanval het recht op zelfverdediging rechtvaardigt, moet deze ge-volgen hebben die vergelijkbaar zijn met die van een conventionele gewapende aanval.

Echter, niet enkel een digitale aanval die vergelijkbaar is met een gewapende aanval rechtvaardigt het recht op zelfverdediging. In de gevallen waarbij sprake is van een georganiseerde digitale aanval, ligt de drem-pel lager. Een staat kan zich al beroepen op het recht op zelfverdediging indien een dergelijke aanval leidt tot ernstige verstoring van haar functioneren of bij ernstige en langdurige gevolgen voor de stabiliteit van de desbetreffende staat. Hierbij moet dan wel sprake

nauwelijks door fysieke of soevereine grenzen laat te-genhouden. Binnen deze niet-fysieke dimensie spelen staatsgrenzen amper een rol. Wanneer het internet-verkeer territoriaal afgebakend zou worden, zou dit de toegankelijkheid van het internet – juist waar het internet om wordt geroemd – remmen.

Daarnaast wordt een cyberoperatie ‘meestal’ in strikt geheime sferen gelanceerd. Door het gebruik van robot netwerken en computers zonder eigenaar is het veelal moeilijk, haast onmogelijk, de aanvaller – dat kan zowel een individu zijn als een staat – te traceren. In 2007 besloot Estland een oorlogsmonument uit het Sovjettijdperk te verwijderen. De Estse regerings-websites werden als gevolg van deze actie bestookt met een onverwerkbaar legio aan foutmeldingen, waardoor deze zijn gecrasht. Deze aanval is een zogenaamde Distributed Denial of Service (DDos) Attack. Men verdenkt Rusland van deze aanval, echter was de oorsprong van de aanvallers niet te herleiden. Ook Wikileaks.org is het doelwit geweest van derge-lijke cyberaanvallen. Wikileaks had deze aanvallen te danken aan haar publicaties van (geheime) diploma-tieke documenten, die door de Verenigde Staten als ‘een aanval op de internationale gemeenschap’ werd opgevat.8

Ook de oorlog tussen Georgië en Rusland in 2008, ging gepaard met cyberaanvallen. Georgië zocht tijdens de cyberaanval in deze oorlog haar toevlucht in het buitenland. Op deze wijze kon Georgië haar internetactiviteiten alsnog voortzetten. Om dit te kunnen doen heeft Georgië gebruik moeten maken van de lokale faciliteiten van civiele bedrijven in het

8 Remarks to the Press on the Release of Confidential Documents, 28 November 2010.9 AIV/CAVV-advies nummer 22, Digitale Oorlogvoering, December 2011.10 D. Brown, ‘A proposal for an International Convention to Regulate the Use of Information Systems in Armed Conflict’, Harvard International Law Journal, 2006, p.187.11 AIV/CAVV-advies nummer 22, Digitale Oorlogvoering, December 2011, p.38.

Page 29: Incretus editie oktober 2012

INCRETUS | 29

en Estland, lijkt het te gaan om een georganiseerde aanval. In de Stuxnet-zaak, waar de cyberaanval gericht was op het Iraanse nucleaire programma, voldoen de mogelijke gevolgen – indien Iran de worm te laat had ontdekt – van deze aanval aan de eisen van artikel 2 lid 4 VN-Handvest. Men zou dus kunnen stellen dat de Stuxnet-aanval Iran voldoende gronden biedt om op te treden. Ook in de Georgische kwes-tie, waar de Russische cyberaanval er toe strekte de infrastrutuur, het functioneren en de stabiliteit van

Georgië te ontregelen, zouden we kunnen stellen dat hier evenzeer sprake is van een gewapende aanval. Bij de Estse kwestie speelt echter een ander dilemma een rol. Hoewel Rusland beschuldigd wordt van de cyberaanvallen, is het tot op heden niet zeker of deze aanvallen gedirigeerd zijn door de Russische staat, of door activistische hackers. Het grootste probleem met cyberaanvallen is dat daders moeilijk traceerbaar zijn. Dit terwijl het nemen van maatregelen enkel ge-rechtvaardigd kunnen worden bij voldoende zekerheid omtrent de bron.

Ondanks alle vraagstukken mogen we voorzichtig concluderen dat ook cyberspace niet rechteloos is. Het VN-Handvest biedt voldoende mogelijkheden om cyberaanvallen te definiëren en te classificeren. De vraag blijft in hoeverre cyberspace strikt gereguleerd ‘moet’ worden. De Verenigde Staten bijvoorbeeld zijn felle tegenstanders van rigide mondiale regulering van het internet. Naast het ondermijnen van belangen van grote Amerikaanse internetfirma’s zou een dergelijke regulering ook de vrijheid en de openheid van het internet beperken. Deze belangenafweging is in het politieke strijdtoneel niet beslecht.15

zijn van een (aanhoudende poging tot) ontwrichting van de staat en/of de samenleving en niet slechts een belemmering of vertraging bij het normaal uitvoeren van taken.

Zouden de belaagde staten maatregelen willen treffen tegen digitale agressie, is dat uitsluitend rechtmatig indien er voldoende mate van zekerheid bestaat om-trent de herkomst en bron van de aanval.

Tenslotte dient de belaagde staat reke-ning te houden met de vereisten van noodzakelijkheid en proportionaliteit. Indien een staat haar recht op zelfver-dediging inroept moeten de door haar getroffen maatregelen gericht zijn op het beëindigen van de aanval en het voorkomen van herhaling ervan. De maatregelen dienen als ultimum reme-dium te zijn. Voorts vereist het principe van proportionaliteit12 niet dat een respons op een aanval van dezelfde aard is als de aanval zelf. Een digitale aanval die voldoet aan de voorwaarden van een gewapende aanval kan een respons met conventionele gewapende middelen rechtvaardigen.

ConclusieGelet op de vorenstaande voorbeelden moet cyber-space als een militair strijdveld worden behandeld. Inmiddels wordt er zelfs gesproken wordt over de vijfde dimensie van de krijgsmacht.13 Het veroveren en handhaven van superioriteit in cyberspace is voor steeds meer landen een belangrijk militair doel.14 Omdat het werkingsgebied van cyberspace niet in ter-ritoriale entiteiten kan worden verdeeld, heeft een der-gelijke oorlogsvoering meer nodig dan enkel nationale rechtsbases. Bij gebrek aan een ‘Cyber War Treaty’ die de grenzen van toegestane cyberaanvallen reguleert, is er in dit stuk gezocht naar de mogelijkheden die het VN-handvest biedt om dit thema in kaart te brengen. Binnen cyberspace zorgt het non-kinetische karakter van cyberoperaties voor twee belangrijke vraagstuk-ken. Vallen cyberoperaties onder het geweldverbod? En gelden ze als gewapende aanval, waardoor staten in zelfverdediging kunnen reageren? Een belangrijke vraag daarbij is of het in dat specifieke geval om een georganiseerde of niet-georganiseerde cyberaan-val gaat. Hierna dient er respectievelijk rekening te worden gehouden met de vraag of de aanval het functioneren en de stabiliteit van de staat ernstig en langdurig heeft verstoord, dan wel of de (mogelijke) gevolgen en resultaten van de aanval tot materiële schade, doden of gewonden heeft geleid. Zowel in de Stuxnet-zaak als in de kwesties Georgië

12 AIV/CAVV-advies nummer 22, Digitale Oorlogvoering, December 2011, p.38.13 Vijfde dimensie naast land, water, lucht en ruimte (space). M.A.D.Tettero & P. de Graaf, ‘Het vijfde domein voor de krijgsmacht’, Militaire Spectator 179 (2010) 5, p. 240-248.14 ‘Chinese army to target cyber war threat’, The Guardian, 22 July 2010 en M.E. Dempsey, ‘Joint Operational Acces Concept, Department of Defense, 17 February 2012.15 K. Homan ‘Het onzichtbare slagveld’, De Republikein, April 2011, p. 31.

Page 30: Incretus editie oktober 2012

CO

LUM

N

30 | INCRETUS

ik heb in totaal twee dagen ingeschreven gestaan en toen besloot ik om op dit appartement te reageren. Er waren gek genoeg nog heel veel plaatsen, dus ik kon hier meteen wonen.

Hoeveel betaal je ongeveer per maand?Ik betaal ongeveer €550,- per maand en dat is alles bij elkaar (ook gas, water, etc.). Ik heb een kamer van dertig vierkante meter met eigen keuken en badkamer, dus ik ben wel tevreden. Bovendien krijg ik huursubsi-die en werk ik onder andere bij de rechtbank, dus het is allemaal goed te doen.

Wat maakt je kamer bijzonder en waarom heb je het zo ingericht?Nou, ik heb hier onder andere een goede stereo-set staan, dus daar ben ik heel blij mee. Verder is het ont-zettend fijn dat ik een balkon heb. Mijn kamer is op deze manier ingericht omdat dit het meest praktisch was: alles paste er op deze manier precies in.

Zijn er dingen die je nog in je kamer wil veranderen?Ik mag hier nog maar een jaar wonen, met uitloop van zes maanden om iets anders te vinden. Ik heb name-lijk een campuscontract wat betekent dat ik hier alleen

Hoe reis je normaal gesproken naar de VU?,,Ik ga meestal met de fiets naar de VU. Als het slecht weer is liever niet, dan ga ik met de tram. Maar de VU is natuurlijk ontzettend dichtbij, ik doe er ongeveer tien minuten over om er te komen.’’

Je zit wel ver van het centrum af.Ja dat klopt, het is ongeveer dertig minuten fietsen naar het centrum. Wat dat betreft is deze locatie ook niet echt geweldig. Ik woonde hiervoor op de Hoofd-weg, vlakbij het Vondelpark. Daar woonde ik met twee vrienden, maar we moesten weg omdat het contract af liep. Qua locatie ben ik er dus niet op vooruit gegaan, maar qua woonruimte wel; dit is ook allemaal nieuwbouw.

Waarom heb je ervoor gekozen om hier te gaan wo-nen?Het is allemaal een beetje toevallig dat ik hier terecht ben gekomen. Een van mijn vorige huisgenoten keek vaak op studentenwoningweb en toen zag hij dat deze nieuwbouwappartementen afgelopen februari opge-leverd zouden worden. Dat was toevallig precies het moment dat wij ons huis uit moesten. Hiervoor had ik nooit ingeschreven gestaan op studentenwoningweb;

Vanaf nu zal de Incretus iedere editie op bezoek gaan bij een QBDBD-lid om zijn of haar kamer te bekijken. Voor deze eerste editie van het jaar 2012-2013 ben ik op bezoek gegaan bij Stefan Homringhausen, een drieënt-wintigjarige student die bezig is met zijn laatste jaar. Stefan woont in Uilenstede Oost, een studentenflat die in februari 2012 is opgeleverd.

Door: Pieter ten Broecke

OP B

EZO

EK BIJ...

QBDBD op bezoek bij… Stefan Homringhausen

Page 31: Incretus editie oktober 2012

mag wonen als ik studeer. Het heeft dus niet zoveel zin om dingen nog te veranderen, ik ben zo ook wel tevreden.

Wat vind je het leukste aan op jezelf wonen?Vroeger vond ik vooral de gezelligheid van mijn huisgenoten erg leuk, maar nu ik alleen woon merk ik dat ik dat ook erg fijn vind. Ik hoef helemaal geen rekening te houden met anderen en kan rustig mijn gangetje gaan, dat is vooral prettig.

En wat valt je het meest tegen?Niet zoveel eigenlijk, de wasmachines zijn hier een beetje duur (dit appartementencomplex heeft een ei-gen wasserette), ik woon hier onder de aanvliegroute van Schiphol en omdat ze hiernaast een nieuwe flat gaan neerzetten heb ik een beetje last van bouwgelui-den, maar verder heb ik het hier prima.

Waar zie je jezelf over tien jaar wonen?Het liefst weer in de buurt van het Vondelpark, want dat was echt heel prettig wonen. Het is ook lekker om dicht bij het centrum te wonen. Ik hoop dat ik dan een huis heb met drie kamers, ongeveer op dezelfde manier ingericht, met een vriendin en een kat.

Heb jij een mooie kamer of ken je iemand met een mooie kamer? Dan komt QBDBD voor de volgende Incretus graag langs! Mail naar [email protected]

CO

LOFO

NIncretus is het verenigingsblad van QBDBD, de Juridische Faculteitsvereniging van de Vrije Universiteit en verschijnt vijf keer per jaar in een oplage van 2.500.

EditieJaargang 17, nummer 1oktober 2012

ISSN1875-4783

DrukkerijDrukkerij Stolwerk grafax Jonroo Costra

VormgevingJelle Jonker

HoofdredacteurCharlotte de Kluiver

RedactieMidas Klijsen Melinda Gayir Pieter ten BroeckeDylan RoodFred Dillmann

Telefoon(020) 5986244

[email protected]

Websitewww.QBDBD.nl/incretus

RedactieadresInitiumDe Boelelaan 1105t.a.v. Lineesa Groen1081 HV Amsterdam

AdvertentieverkoopVoor inlichtingen over adverteren kunt u contact opnemen met Lineesa Groen, (020) 5986244.

DisclaimerHoewel dit magazine zorgvuldig naar beste weten wordt samengesteld, kan de uitgever niet instaan voor de juistheid of de volledigheid van de informatie. Uitgever en auteurs aanvaarden geen enkele aansprakelijkheid voor schade, van welke aard ook, die het gevolg is van handelingen en/of beslissingen die gebaseerd zijn op de in dit magazine gegeven informatie.

De redactie aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor de gepubliceerde advertenties; evenmin houdt het opnemen van advertenties en industriële informatie een aanbeveling in.

De inhoud van de artikelen vertegenwoordigt niet noodzakelijkerwijs de mening van de redactie.

De redactie behoudt zich het recht voor ingezonden stukken niet te plaatsen of te wijzigen.

AbonnementenEen abonnement is onderdeel van het lidmaatschap van QBDBD. Het QBDBD-lidmaatschap kan op elk gewenst moment ingaan door een ingevuld inschrijffor-mulier met pasfoto in te leveren bij QBDBD. Online inschrijven kan ook: www.qbdbd.nl/lidmaatschap/online-inschrijven.Een adreswijziging dienst tenminste 3 weken van te voren worden doorgegeven.Opzegging van het lidmaatschap dienst, minimaal 1 maand voor aanvang van het nieuwe collegejaar, te gebeuren door uw QBDBD-pas met begeleidende brief waarin u uw lidmaatschap opzegt sturen naar QBDBD. Bij niet-tijdige opzegging wordt het lidmaatschap stilzwijgend voor ene jaar verlengd.Heeft u vragen en/of opmerkingen omtrent uw abonnement en/of lidmaatschap neemt u dan contact op met Sarah van Andel (020) 5986244.

PersoonsgegevensQBDBD legt van haar leden in het kader van haar dienstverlening gegevens vast.Deze gegevens kunnen worden gebruikt om leden te informeren over relevante producten en diensten van QBDBD en derden.

©2012 QBDBD/IncretusHet is niet toegestaan om, zonder voorafgaande toestemming van de redactie, door de redactie gepubliceerde artikelen, onderzoeken of gedeelten daarvan over te nemen, te (doen) publiceren of anderszins openbaar te maken of te verveelvoudigen.

RedactielidRedactielid zijn van Incretus houdt in dat u onder andere artikelen schrijft, interviews afneemt, schrijvers benadert, stukken verzamelt en contacten met de drukker onderhoudt. Als redactielid draagt u zorg voor uw eigen artikel, of werkt u samen met de redactie aan een artikel. Als redactielid krijgt u een grote mate van vrijheid en zelfstandigheid. De redactie komt regelmatig bijeen voor overleg teneinde de inhoud van de Incretus te bepalen.

Interesse?Incretus is voortdurend op zoek naar nieuw talent. Heeft u interesse in een func-tie binnen de redactie, neem dan contact op met Lineesa Groen, (020) 5986244 of mail naar [email protected].

Page 32: Incretus editie oktober 2012

AG

END

A

After Tentamenborrel Eerstejaars @ The Basket

Almanak 2011-2012 kan worden opgehaald in de QBD-boekenwinkel of QBD-bestuurskamer!

Pré-AJB @ Vrije Universiteit

Constitutieborrel @ Little Buddha

Prospectu Iuridici AJB @ De Rechtbank Amsterdam

Recruitment AJB @ Het oude stadsarchief: De Bazel Amsterdam

Sinterklaasborrel, locatie volgt nog

26

30

2

7

9

16

6

OKTOBER

NOVEMBER

DECEMBER