34
SCSS SCHOOLBROCHURE EN AFSPRAKENNOTA 2013-2014

Informatie aan de ouders · Web viewSCSS SCHOOLBROCHURE EN AFSPRAKENNOTA 2013-2014 Hoofdstuk 1 Situering van onze school 4 1.1 Naam en adres, telefoon 4 1.2 Schoolbestuur (juridische

  • Upload
    others

  • View
    0

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Informatie aan de ouders1.1 Naam en adres, telefoon
GEMEENTELIJKE BASISSCHOOL DE KIEM
Vestigingsplaats 1 en secretariaat
Vestigingsplaats 3
Stenebrugstraat 1
1741 Wambeek
1.2 Schoolbestuur (juridische aard en samenstelling)
GBS De Kiem is een gemengde basisschool die behoort tot het officieel gesubsidieerd onderwijs.
Schoolbestuur: Gemeentebestuur TERNAT
Schepencollege: Burgemeester Parys Ronald
Van Cauwelaert Guido
Van Malderen Armand
Faes Marc
Voor vragen i.v.m. het onderwijs in de gemeente kun je steeds terecht bij de schepen van onderwijs
1.3 Personeel
Leerkrachten LO: juf Leen en meester Maarten
Leerkracht katholieke godsdienst: meester Peter en juf Hilde
Leerkracht protestantse godsdienst: juf Anja
Leerkracht NC zedenleer: juf Marike en juf Kathleen
Administratie: Nora Verdoodt
Leerkrachten GBS De Kiem Wambeek
Onthaalklas : juf Deborah
Tweede kleuterklas : Juf Kim
Derde kleuterklas : juf Fien
3de leerjaar : juf Els en juf Elien
4de leerjaar A: juf Katleen en juf Elien
4de leerjaar B: juf Sarah
5de leerjaar: Juf Ariane
6de leerjaar: juf Sophie
Eerste kleuterklas : juf Els en juf Elien (op dinsdag)
Tweede kleuterklas : juf Jessica en juf Marieke (vervanging juf Lucia)
Derde kleuterklas : juf Barbara
3de leerjaar : juf Evelynn
5de leerjaar : Juf Geertrui
6de leerjaar: meester Bennie
1.4 Klassenraad
De klassenraad is een team van personeelsleden (eventueel aangevuld met externe deskundigen) dat onder leiding van de directeur of zijn afgevaardigde samen de verantwoordelijkheid draagt voor de begeleiding van en het onderwijs aan een bepaalde leerlingengroep of een individuele leerling.
1.5 Scholengemeenschap
De administratieve zetel en correspondentieadres van de scholengemeenschap:
Gemeentelijke Basisschool Triangel
1760 Roosdaal
Beheerscomité van de scholengemeenshap:
- Leden van de directie: Mvr. Elke Soen Dhr. Rudy Charot/Stefan De Kock Mevr. Izabel Van der Borght Mevr. Maria Geeroms Mevr. Els De Saeger
- Leden van de Inrichtende Macht: Dhr. Johan Limbourg
Dhr. Wim Goossens Dhr. Theo Kleynen Mevr. Kathleen Platteau
Dhr. Steven Van Linthout
De schoolraad heeft advies- en overlegbevoegdheid over een groot aantal onderwijsaangelegenheden. De schoolraad wordt om de vier jaar opnieuw samengesteld en vergadert minimaal driemaal per jaar.
Samenstelling schoolraad
Voor de vestigingsplaats Nieuwbaan: André De Nil
Voor de vestigingsplaats Langestraat: Jan Van De Gucht
Voor de vestigingsplaats Stenebrug: Liesbeth Switten
De vertegenwoordigers voor het personeel zijn An Van Cauter, Fabian Van Vaerenbergh en Nicole Van Antenhove.
Leden via coöptaties: Annelies Sergooris (gezinsbond) en Frans Holsters (oud-directeur CLB Dender en gemeenteraadslid)
voorzitter: Jan Van De Gucht
De directeur zetelt ambthalve met raadgevende stem in de schoolraad.
De voorzitter bepaalt de agendapunten. De leden kunnen uiterlijk 10 kalenderdagen voor de vergadering een schriftelijke vraag stellen om een onderwerp aan de agenda toe te voegen.
1.7 Oudervereniging (Ouderraad, Oudercomité)
- Oudervereniging Lombeek Voorziter: De Nil Andre
Meer informatie over ouderwerking kan u bekomen bij:
Koepel voor Ouderverenigingen van het Officieel Gesubsidieerd Onderwijs (KOOGO)
Ravensteingalerij 27 bus 8
1.8 De leerlingenraad
De leerlingenraad wordt jaarlijks samengesteld uit leerlingen van het vierde, vijfde en zesde leerjaar en door hen verkozen. De leerlingenraad overlegt maandelijks over aangelegenheden die hen aanbelangen.
1.9 Pedagogische begeleiding
Het schoolbestuur en het personeel laten zich begeleiden door het Onderwijssecretariaat van de Steden en Gemeenten van de Vlaamse Gemeenschap (OVSG vzw)
Walter Jong, pedagogisch adviseur, is de contactpersoon voor onze school.
1.10 Pedagogisch project
Het pedagogisch project is te vinden als bijlage bij het schoolreglement. Beide documenten zijn te vinden op onze website. Geïnteresseerden kunnen een kopie van het integraal pedagogisch project schriftelijk aanvragen bij de directeur.
1.11 Onderwijsaanbod (leergebieden) - Leerplannen
De doelen uit het pedagogisch project worden geconcretiseerd, via het gebruik van de OVSG-leerplannen, in de leergebieden:
· lichamelijke opvoeding;
· muzische vorming;
· leren leren;
· sociale vaardigheden;
· ICT – vaardigheden.
Daarnaast omvat het onderwijsaanbod voor het lager onderwijs twee lestijden onderwijs in één van de erkende godsdiensten of in de niet-confessionele zedenleer.
1.12 Schoolstructuur
Het schoolbestuur/directie bepaalt autonoom de indeling in groepen. De kleuters worden ingedeeld in groepen op basis van leeftijd. Bij een sterke aangroei van het aantal kleuters in de loop van het schooljaar kunnen de kleuters in een andere groep worden ingedeeld.
Nieuwe groepsindelingen in de loop van het schooljaar gaan steeds in na een vakantieperiode.
De lagere schoolkinderen worden ingedeeld in groepen op basis van leeftijd en leervorderingen. Het kind behoort tot een groep als het meer dan de helft van de activiteiten volgt in die groep. Voor bepaalde activiteiten kunnen de kinderen in één of meer andere groepen worden ingedeeld.
Het kind behoort tot een leerlingengroep als het meer dan de helft van de activiteiten volgt in die groep. Voor bepaalde activiteiten kunnen de kinderen in één of meer andere leerlingengroepen worden ingedeeld.
Hoofdstuk 2 Algemene bepalingen
2.1 Inschrijving van de leerling
Voor inschrijvingen van leerlingen die pas tijdens het schooljaar 2013-2014 naar school kunnen komen
Capaciteit
Het schoolbestuur heeft het maximum aantal leerlingen dat kan opgevangen worden, als volgt bepaald :
school: GBS De Kiem Ternat
o vestigingsplaats Stenebrugstraat 1
§1. Toelatingsvoorwaarden kleuteronderwijs
Alle kinderen geboren in 2011 die voor de eerste keer naar school mogen, kunnen vanaf het moment dat ze 2,5 jaar zijn, op één van de onderstaande instapdata starten. Is uw kleuter al drie jaar of ouder, dan moet u geen rekening houden met de instapdagen.
• 2 september 2013 (na de zomervakantie)
• 4 november 2013 (na de herfstvakantie)
• 6 januari 2014 (na de kerstvakantie)
• 3 februari 2014
• 2 juni 2014 (na Hemelvaart)
• 1 september 2014 (na de zomervakantie)
§2 Toelatingsvoorwaarden lager onderwijs
Principe Om toegelaten te worden in het lager onderwijs moet een leerling zes jaar zijn vóór 1 januari van het lopende schooljaar én ten minste aan één van de volgende voorwaarden voldoen:
· het voorgaande schooljaar ingeschreven zijn geweest in een door de Vlaamse Gemeenschap erkende Nederlandstalige school voor kleuteronderwijs en gedurende die periode tenminste 220 halve dagen aanwezig zijn geweest; Halve dagen aanwezigheid in de rijdende kleuterschool worden beschouwd als aanwezigheid in de erkende school waar de leerling ingeschreven is.
· voldoen aan een proef (taaltest) die de kennis van het Nederlands, nodig om het lager onderwijs aan te vatten, peilt. Het CLB waar de school een beleidscontract mee afgesloten heeft zal de proef afnemen en de resultaten aan de school meedelen;
· beschikken over een bewijs dat de leerling het voorafgaande schooljaar Nederlandstalig onderwijs heeft genoten in een onderwijsinstelling buiten België.
Afwijkingen op het principe:
een leerling die een jaar te vroeg (wordt 5 jaar ten laatste op 31 december van het lopende schooljaar) wordt ingeschreven, moet het voorafgaande schooljaar ingeschreven zijn geweest in een door de Vlaamse Gemeenschap erkende Nederlandstalige school voor kleuteronderwijs en gedurende die periode tenminste 185 halve dagen aanwezig zijn geweest; halve dagen aanwezigheid in de rijdende kleuterschool worden beschouwd als aanwezigheid in de erkende school waar de leerling ingeschreven is.
Voor zij-instromers van 7 jaar en ouder (leerlingen die komen uit het buitenland, uit huisonderwijs of uit het Franstalig onderwijs, leerlingen die al een extra jaar in het kleuteronderwijs zaten) geldt de voorwaarde om het voorgaande schooljaar in een erkende Nederlandstalige school ingeschreven te zijn geweest of het slagen in een taalproef niet.
Afwijkingen op de toelatingsvoorwaarden lager onderwijs
In het gewoon onderwijs kan een leerling die zes jaar wordt vóór 1 januari van het lopende schooljaar nog één schooljaar in het kleuteronderwijs ingeschreven worden. In dit geval is de leerling onderworpen aan de controle op de leerplicht. Na kennisneming van en toelichting bij het advies van de klassenraad en van het centrum voor leerlingenbegeleiding (CLB) nemen de ouders hierover een beslissing. Voor leerplichtige kinderen die nog geen kleuteronderwijs volgden, is enkel een advies van een CLB vereist. Een leerling die vijf jaar wordt vóór 1 januari van het lopende schooljaar, kan in het lager onderwijs ingeschreven worden. In dit geval is de leerling onderworpen aan de controle op de leerplicht. Na kennisneming van en toelichting bij de adviezen van de klassenraad en van het CLB nemen de ouders hierover een beslissing.
In het gewoon onderwijs volgt een leerling normaal zes jaar, maar minimaal vier jaar en maximaal acht jaar, les in het lager onderwijs. Een leerling die vijftien jaar wordt vóór 1 januari van het lopende schooljaar kan geen lager onderwijs meer volgen.
Voor toelating tot het achtste jaar is een gunstig advies van de klassenraad en een advies van het CLB vereist. Wanneer een leerling een deel van zijn schoolloopbaan in het gewoon onderwijs en een ander deel in het buitengewoon onderwijs heeft doorgebracht, dan is de mogelijke duur van het lager onderwijs maximaal 9 jaar.
§5 Schoolverandering
Elke schoolverandering tussen de eerste schooldag van september en de laatste schooldag van juni wordt door de directie van de nieuwe school schriftelijk meegedeeld aan de directie van de oorspronkelijke school. De mededeling gebeurt ofwel bij aangetekend schrijven of bij afgifte tegen ontvangstbewijs. Minstens één ouder en de directeur van de nieuwe school ondertekenen het document schoolverandering. De nieuwe inschrijving is rechtsgeldig de eerste schooldag na deze mededeling.
Bij schoolverandering deelt de school het aantal halve dagen ongewettigde afwezigheid van het lopende schooljaar mee aan de nieuwe school.
Inschrijven
Wanneer kan worden ingeschreven?
Er zijn drie mogelijkheden:
Voorrang voor kinderen met een broer of zus in het basisonderwijs
inschrijven tijdens voorrangsperiode van 10 tot en met 23 maart 2014
Voorrang voor kinderen van personeelsleden
inschrijven tijdens voorrangsperiode op 24 maart 2014
Iedereen kan inschrijven
tijdens schooldagen vanaf 25 maart 2014
Uw kind is welkom in alle scholen om in te schrijven vanaf 25 maart 2014. U hebt echter geen voorrangsrecht meer. Zolang de maximumcapaciteit niet bereikt is en er dus nog plaatsen vrij zijn, kan u uw kind inschrijven. Neem contact op met de school om een afspraak te maken.
Documenten die nodig zijn bij de inschrijving
De inschrijving gebeurt aan de hand van de SIS-kaart
Als het kind geen SIS-kaart heeft, volstaat ook één van volgende documenten:
· een uittreksel uit de geboorteakte;
· het trouwboekje van de ouders;
· de identiteitskaart van het kind;
· het bewijs van inschrijving in het vreemdelingenregister;
· de reispas voor vreemdelingen.
§1. Het schoolbestuur weigert de inschrijving in volgende gevallen:
· als de leerling niet voldoet / zal voldoen aan de toelatingsvoorwaarden op de dag dat hij op school instapt
· als de ouders van de leerlingen niet instemmen met het schoolreglement en/of pedagogisch project van de school
· als een inschrijving tot doel heeft dat de betrokken leerling in dat schooljaar afwisselend naar verschillende scholen zal gaan
· wanneer de capaciteit overschreden wordt
§2. Het schoolbestuur kan de inschrijving van een leerling weigeren
· Als een leerling het lopende, het vorige of het daaraan voorafgaande schooljaar omwille van een tuchtprocedure definitief werd uitgesloten, kan het schoolbestuur de inschrijving van een leerling weigeren.
§3. Inschrijving onder ontbindende voorwaarde
Een leerling met een attest buitengewoon onderwijs , uitgezonderd het attest type 8, kan ingeschreven worden onder de ontbindende voorwaarde van onvoldoende draagkracht binnen het schoolteam. In voorkomend geval zal het schoolteam de onvoldoende draagkracht aantonen na horen van de ouders en CLB. Het schoolteam motiveert de beslissing binnen de vier werkdagen na het beëindigen van de periode nodig voor overleg. De leerling heeft tot de dag van de beslissing het statuut van ingeschreven leerling.
§4. Procedure bij weigeren
Bij een geweigerde inschrijving worden ouders schriftelijk op de hoogte gebracht door de directeur. Deze brief wordt binnen de vier kalenderdagen aangetekend aan de ouders bezorgd en deelt mee dat:
1. De ouders aan de directeur uitleg kunnen vragen over de aangetekende brief.
2. De ouders binnen de 30 kalenderdagen, een schriftelijke klacht bij de ‘Commissie Leerlingenrechten’ kunnen indienen. Commissie Leerlingenrechten : H. Consciencegebouw 4M04
Koning Albert II-laan
Schoolverandering
De verantwoordelijkheid voor het veranderen van school in de loop van een schooljaar ligt bij de ouders. Minstens één ouder en de directeur van de nieuwe school ondertekenen het document schoolverandering. De nieuwe inschrijving is rechtsgeldig de eerste schooldag na deze mededeling.
Schoolverandering van het gewoon naar het buitengewoon basisonderwijs kan onmiddellijk zodra de ouders over een inschrijvingsverslag beschikken.
Onthaalonderwijs
In Lombeek en Wambeek worden opnieuw opendeurdagen gehouden in de onthaalklas, u kan van 9 tot 10 uur een kijkje nemen in onze school en bij onze kleuterwerking, en u kan uw kind aansluitend inschrijven in onze school (zie voorwaarden inschrijvingen elders in deze brochure)
U wordt via brief of via de website op de hoogte gebracht van de data.
2.2 Godsdienstkeuze - zedenleer - vrijstelling
De regering legt het model van ondertekende verklaring en de procedure tot het bekomen van een vrijstelling vast en bepaalt op welke wijze de lestijden waarvoor men is vrijgesteld, moeten worden ingevuld.
In de kleuterschool wordt geen godsdienst - zedenleer keuze gemaakt
Bij elke inschrijving van hun leerplichtig kind in het lager onderwijs en voor sommige leerplichtige kleuters(cf. schoolreglement) beslissen de ouders, bij ondertekende verklaring:
1. dat hun kind een cursus in één der erkende godsdiensten volgt;
2. dat hun kind een cursus niet-confessionele zedenleer volgt.
Bij het begin van elk nieuw schooljaar kan deze keuze wijzigen. Indien de ouders deze keuze willen wijzigen vragen ze een formulier bij de directeur en bezorgen hem dit binnen de eerste acht werkdagen van september.
Ouders die op basis van hun religieuze of morele overtuiging bezwaren hebben tegen het volgen van één van de aangeboden cursussen godsdienst of niet-confessionele zedenleer kunnen op aanvraag bij de directeur een vrijstelling bekomen .
De regering legt het model van de ondertekende verklaring en de procedure tot het bekomen van de vrijstelling vast. De klassenraad waakt erover dat de vrijgestelde leerlingen, de vrijgekomen lestijden gebruiken voor de studie van hun eigen religie, filosofie of moraal.
2.3. Het centrum voor leerlingenbegeleiding (CLB)
Het schoolbestuur heeft een beleidscontract afgesloten met CLB Dender Zonnestraat 25
9300 Aalst.
Telefoonnummer: 053 60 32 80
Mevrouw Adel Coulommier is de contactpersoon met onze school. Het CLB behoort tot het gemeenschapsonderwijs.
Het CLB heeft als opdracht bij te dragen tot het welbevinden van leerlingen nu en in de toekomst. Hierdoor wordt bij de leerlingen de basis gelegd van alle leren zodat zij door hun schoolloopbaan heen de competenties kunnen verwerven en versterken die de grondslag vormen voor een actuele en voortdurende ontwikkeling en maatschappelijke participatie.
De begeleiding van de leerlingen door het CLB situeert zich op volgende domeinen:
Het leren en studeren
Het psychisch en sociaal functioneren
Het CLB maakt zijn werking bekend aan de leerlingen en hun ouders. Het CLB werkt vraaggestuurd vanuit de leerlingen, de ouders en de scholen, behalve voor de verplichte begeleiding.
2.3.1 De psychosociale begeleiding
Begeleiding door het CLB gebeurt met instemming van de ouders en kan niet verder gezet worden zonder deze toestemming.
De instemming van de ouders is niet vereist als de begeleiding betrekking heeft op leerplichtproblemen van een leerplichtige jongere in het kader van de wettelijke opdracht van de overheid inzake leerplichtcontrole.
De CLB-contactpersoon is op de school te bereiken op volgende dagen en uren:
Elke dinsdag om de 14 dagen.
De CLB - contactpersoon is te bereiken op volgend telefoonnummer: 053 60 32 80.
2.5.2 De medische begeleiding
De medische begeleiding bestaat uit algemene, gerichte consulten en profylactische maatregelen. Het medisch consult gebeurt door Dr. Patrick DE WEERT / Dr. Kristel BOELAERT.
Ouders kunnen m.b.t. de algemene en gerichte consulten verzet aantekenen tegen de keuze van de CLB-arts. In dit geval melden zij dit per aangetekende brief of tegen ontvangstbewijs aan de directeur van het CLB. Binnen de 90 dagen moeten zij een andere arts van hetzelfde CLB, een arts van een ander CLB of een arts die over hetzelfde bekwaamheidsbewijs beschikt als de CLB - arts kiezen.
Algemene consulten
De leerlingen van het 2dejaar kleuteronderwijs en het 5de jaar lager onderwijs ondergaan een algemeen consult. Een algemeen consult is een moment waarop de algemene gezondheidstoestand, vaccinatietoestand, groei en ontwikkeling en sensoriële toestand worden nagekeken en adviezen geformuleerd naar de leerling en zijn ouders. De algemene consulten gebeuren in het CLB.
Gerichte consulten
Bij leerlingen van het 1ste en het 3de jaar lager onderwijs worden gerichte consulten georganiseerd. Dit zijn onderzoeken waarin vooral groei, ontwikkeling, vaccinaties en opvolging van de gezondheid worden nagekeken. De onderzoeken worden bij voorkeur in de school uitgevoerd, in een infrastructuur die voldoende kwaliteit biedt. Zoniet zorgt het CLB zelf voor een locatie.
Profylactische maatregelen
Het CLB houdt toezicht op de vaccinatietoestand van de leerlingen en biedt vaccinaties aan die in het vaccinatieschema zijn opgenomen. Ouders en leerlingen worden hierover geïnformeerd en geven hiervoor hun toestemming.
De ouders hebben de plicht om onmiddellijk de directeur en het CLB te verwittigen bij volgende ziekten:
· kroep (difterie),
· buiktyfus, bacillaire, dysenterie,
· kinderverlamming (poliomyelitis),
· besmettelijke longtuberculose,
· tinea van de gladde huid (herpes circinata, St.-Katarina-wiel, kérion van Celsus),
· pediculosis,
· varicella,
· luizen
· windpokken.
· Parelwratten
· HIV-infectie
Het CLB treft de nodige profylactische maatregelen. De maatregelen zijn bindend voor leerlingen, ouders en personeel.
2.4 Ouderlijk gezag in onderwijsaangelegenheden
2.4.1. Bepalingen uit de regelgeving
Bij de inschrijving van het kind melden de ouders aan de directeur of zij al dan niet het ouderlijk gezag over het kind gezamenlijk uitoefenen. Indien de directeur een vermoeden heeft dat de ouders het ouderlijk gezag niet gezamenlijk uitoefenen of dat één van de ouders handelt zonder de toestemming van de andere ouder kan hij nadere informatie en eventueel een ondertekende verklaring vragen waarin de ouders de juiste informatie inzake uitoefening van het ouderlijk gezag verschaffen.
De directeur geeft in dergelijke gevallen een overzicht van de respectievelijke bevoegdheden aan beide ouders.
Het ouderlijk gezag geldt enkel ten aanzien van minderjarigen die de Belgische nationaliteit hebben. Ontvoogde minderjarigen zijn niet aan het ouderlijk gezag onderworpen. Voor minderjarigen leerlingen van vreemde nationaliteit geldt het eigen nationaal stelsel van personen en familierecht.
- Samenlevende ouders
Elke ouder die alleen een handeling stelt die verband houdt met het ouderlijk gezag wordt geacht te handelen met instemming van de andere ouder.
Dit geldt zowel voor gehuwde samenlevende ouders als voor niet gehuwde samenlevende ouders.
Heeft de directeur of een personeelslid van de school het vermoeden dat die stilzwijgende toestemming ontbreekt dan zal hij zijn medewerking weigeren tot er toestemming is van de tweede ouder.
- Niet-samenlevende ouders
Wanneer de ouders niet samenleven, blijven zij het ouderlijk gezag gezamenlijk uitoefenen (co-ouderschapsregeling). Ook hier geldt het vermoeden van instemming van de afwezige ouder, wanneer de andere ouder alleen een rechtshandeling betreffende het kind stelt. Heeft de directeur of een personeelslid van de school het vermoeden dat die stilzwijgende toestemming ontbreekt dan zal hij zijn medewerking weigeren tot er toestemming is van de tweede ouder..
- In afwijking van de co-ouderschapsregeling kan de bevoegde rechter het ouderlijk gezag uitsluitend opdragen aan één van beide ouders. Hij kan ook een tussenoplossing uitwerken waarbij voor bepaalde beslissingen met betrekking tot de opvoeding van het kind de instemming van beide ouders vereist is terwijl voor het overige één ouder alleen verantwoordelijk is. De school zal op voorlegging van een dubbel van de rechter de regeling volgen.
Binnen een exclusief ouderlijk gezag, behoudt de ouder die niet het ouderlijk gezag uitoefent het recht om toezicht uit te oefenen op de opvoeding. Dit houdt in dat hij op de hoogte wordt gehouden van de schoolresultaten en schoolverrichtingen. Het geeft evenwel geen beslissingsrecht in verband met de opvoeding.
De regeling voor niet-samenlevende ouders is van toepassing op:
- feitelijk gescheiden (echt)paren;
- ouders die vroeger samenleefden;
- ouders die nooit hebben samengeleefd.
Ontzetting uit het ouderlijk gezag
Door een rechterlijke beslissing kan een ouder worden ontzet uit het ouderlijk gezag. Deze ouder heeft geen beslissingsrecht in verband met de opvoeding en evenmin een recht op informatie. De school zal de regeling volgen na voorlegging van een dubbel van het vonnis waaruit de ontzetting blijkt.
2.4.2. Concrete afspraken
De directeur moet de regelgeving inzake ouderlijk gezag bij alle beslissingen in verband met de opvoeding van de leerlingen naleven o.m.
- bij de inschrijving van de leerlingen;
- bij de keuze van een levensbeschouwelijk vak of de vrijstelling daarvan;
- bij orde- en tuchtmaatregelen;
- keuzes i.v.m. de schoolloopbaan van het kind (bv. zittenblijven of niet).
- bij de schoolverrichtingen in het algemeen (bv. bij informatie via nieuwsbrief , bij uitnodiging oudercontacten, bij bezorgen van rapporten, …)
Bij inschrijving van een kind van niet- samenlevende ouders of bij melding van niet meer samenwonen van de ouders wordt afgesproken welke ouder de informatie meekrijgt via het kind en welke ouder de informatie ontvangt via de post. Alleen ouders die ontzet zijn uit de ouderlijke macht ontvangen geen informatie.
Hoofdstuk 3 Organisatorische afspraken
Lesurenregeling lagere school
· Maandag, dinsdag, donderdag
· Er is toezicht op school
· ’s ochtends: van 8.15 u tot 08.40 u
· ’s middags: van 11.50u tot 13 u
· ’s avonds: van 15.45 u tot 16 u
· Vrijdag
· Er is toezicht op school
· ’s ochtends: van 8.15 u tot 08.40 u
· ’s middags: van 11.50u tot 13 u
· ’s avonds: van 15.20 u tot 15.30 u
· Woensdag
· middag: vrij
· ’s ochtends: van 8.15 u tot 08.40 u
· ’s middags: van 11.50 u tot 12 u
Lesurenregeling kleuterschool
· donderdag
· Er is toezicht op school op maandag, dinsdag en donderdag
· ’s ochtends: van 8.15 u tot 08.40 u
· ’s middags: van 11.35u (donderdag 11.40 u) tot 13 u
· ’s avonds: van 15.45 u tot 16 u
· vrijdag
· Er is toezicht op school
· ’s ochtends: van 8.15 u tot 08.40 u
· ’s middags: van 11.40 u tot 13 u
· ’s avonds: van 15.20 u tot 15.30 u
· Woensdag
· middag: vrij
· ’s ochtends: van 8.15 u tot 08.40 u
· ’s middags: van 11.50 u tot 12 u
vakanties en vrije dagen van de gemeentelijke basisschool voor het schooljaar 2013-2014 worden vastgelegd als volgt:
Hervatting van de lessen
· Maandag 2 september 2013
· Van maandag 28 oktober t.e.m. zondag 3 november 2013 (herfstvakantie)
· Woensdag 20 november 2013 (pedagogische studiedag)
· Van maandag 23 december 2013 tot en met zondag 5 januari 2014 (kerstvakantie)
Vrije dagen van het tweede trimester
· Vrijdag 21 februari 2014 (pedagogische studiedag)
· Van maandag 3 maart tot en met zondag 9 maart 2014 (krokusvakantie)
· Van maandag 7 april tot en met maandag 21 april 2014 (paasvakantie)
Vrije dagen van het derde trimester
· Donderdag 1 mei 2014 (feest van de arbeid)
· Vrijdag 2 mei 2014 (lokale verlofdag)
· Donderdag 29 mei 2014 (hemelvaartdag)
· Vrijdag 30 mei 2014 (brugdag)
· Maandag 9 juni 2014 (pinkstermaandag)
De lessen worden beëindigd op vrijdag 27 juni 2014
3.2 Toezichten en kinderopvang
Op school- en vrije dagen is er kinderopvang van 7 u tot 19 u in het IBO van Ternat, locatie St.-Kath.-Lombeek en Wambeek (telkens naast de school)
vzw ’t Breughelkind
3.3 Leerlingenvervoer
Kinderen kunnen met de bus van en naar school worden gebracht. De bus rijdt ‘s morgens, ‘s avonds en op woensdagmiddag. Informatie over de route is te verkrijgen op het secretariaat.
Op de bus is er begeleiding voorzien. De begeleider staat in voor de veiligheid van de kinderen van bij het instappen tot bij het uitstappen. De begeleider blijft op de bus. De ouders dragen de volledige verantwoordelijkheid tot het kind ‘s morgens is opgestapt en zodra het kind is uitgestapt.
Wanneer een leerling door omstandigheden (ziekte, persoonlijke redenen, …) niet kan meerijden met de bus, wordt de chauffeur of de directie verwittigd, liefst de avond voordien indien mogelijk of voor 7u30. De busrit zal in elk geval worden aangerekend wanneer de leerling niet klaarstond aan de stopplaats, de chauffeur of directie niet werden verwittigd en er geen geldige reden is.
’s Avonds wordt elke leerling opgewacht door iemand aan de stopplaats van de bus. Als er niemand is die de leerling opwacht, dan wordt hij of zij naar het Maantje (kinderopvang) gebracht. Indien het echt niet anders kan, kan een uitzondering worden aangevraagd in overleg met de directie.
Tarieven
Een jaarabonnement voor een eerste kind kost voortaan 80 euro, voor een tweede kind 40 euro, en een derde kind 20 euro. Vanaf een vierde kind is het jaarabonnement gratis.-         
Kinderen die eerder zeldzaam met de bus worden opgehaald of thuisgebracht, kunnen opteren voor een tienrittenkaart van 5 euro. Deze tienrittenkaart wordt aan de agenda of het heen- en weerschriftje vastgemaakt.
De mogelijkheid wordt voorzien om het abonnement in schijven te betalen via de tweemaandelijkse factuur.
3.4 Kosten op school
3.4.1. Schooltoelage
De schooltoelage voor kleuters en kinderen van de lagere school varieert van 90 tot 135 euro (uitzonderlijk180 euro) per jaar. De toekenning gebeurt op basis van een gezinsdossier. Het inkomen van het gezin bepaalt wie in aanmerking komt. Verder moet het kind in voldoende mate op school geweest zijn:
KLEUTERS
Minder dan drie jaar: 100 halve dagen;
3 jaar op 31/12: 150 halve dagen;
4 jaar op 31/12: 185 halve dagen;
5 jaar op 31/12: 220 halve dagen;
6 jaar op 31/12: max. 29 halve dagen ongewettigd afwezig
LAGER
Maximum 29 halve dagen ongewettigd afwezig, twee jaar op rij heeft verlies van de schooltoelage tot gevolg (tot de leerlingen twee jaar na elkaar voldoende aanwezig is.
AANVRAGEN
De school zal u op volgende manier ondersteunen bij het aanvragen van de schooltoelage:
(Beschrijf hier hoe de school de ouders zal helpen in deze materie)
3.4.2. Verbruiken op school - Inzameling van gelden
De kinderen krijgen maandelijks een formulier mee waar de ouders kunnen aanduiden wanneer hun kind een warme maaltijd wenst te consumeren.
Annuleren van warme maaltijden kan vanaf 1 dag afwezigheid en het verwittigen van de school voor 9 uur op de eerste dag van afwezigheid.
Dit kan telefonisch: 053 66 04 73 of via e- mail (met vermelding naam kind en klas): [email protected]
Te verkrijgen op school:
Melk (voor de kleuters)
Pro rato
Warme maaltijd
Toneelvoorstelling
€ 2,50
Filmvoorstelling
€ 2
Turnkledij
Turnshort
€ 10
van € 7 tot € 60
€ 1,50
Andere sportactiviteiten en extra – muros activiteiten worden in de loop van het schooljaar vastgesteld.
De leerling krijgt 2 maandelijks een schoolfactuur mee.
3.5 Revalidatie tijdens de lesuren
De regering bepaalt in welke gevallen revalidatie tijdens de lesuren mogelijk is, alsook het maximaal aantal uren.
Met revalidatie wordt bedoeld: de therapeutische behandelingen die tijdens de lestijden verstrekt worden aan leerlingen en worden uitgevoerd door hulpverleners die niet aan de school verbonden zijn en die hiertoe door de wet gemachtigd zijn.
Revalidatietussenkomsten tijdens de lesuren kunnen onder bepaalde voorwaarden .Inhoudelijk onderscheiden we in het gewoon basisonderwijs twee situaties waarin de directeur van de school een beslissing kan nemen over het toestaan van een afwezigheid van een leerling omwille van revalidatie tijdens de lestijden uitgevoerd door schoolexterne hulpverleners die hiertoe bij de wet gemachtigd zijn. “Bij de wet gemachtigd zijn" is een algemene omschrijving om aan te geven dat de schoolexterne hulpverleners hun therapeutische taak uitvoeren binnen een door de wet geregelde context; dit kan een hulpverleningsinstantie zijn (zoals een revalidatiecentrum bijvoorbeeld) of op basis van het statuut van zelfstandig therapeut (logopedist, kinesitherapeut ...). De schoolexterne hulpverleners moeten kunnen legitimeren dat zij hun beroep uitoefenen op een reglementaire basis. Omdat de beroepscontexten sterk kunnen verschillen zullen ook diverse reglementaire kaders in het geding zijn.
Het schoolbestuur moet volledig onafhankelijk zijn van de behandelende persoon of van zijn bestuur.
a) de afwezigheid in het gewoon onderwijs omwille van revalidatie na ziekte of ongeval, die niet behoren tot situaties die vallen onder b) , en dit gedurende maximaal 150 minuten per week, verplaatsing inbegrepen.
Om een beslissing te kunnen nemen, moet de school beschikken over een dossier dat minstens de volgende elementen bevat:
1) een verklaring van de ouders waarom de revalidatie tijdens de lestijden moet plaatsvinden;
2) een medisch attest waaruit de noodzakelijkheid, de frequentie en de duur van de revalidatie blijkt;
3) een advies, geformuleerd door het centrum voor leerlingenbegeleiding, na overleg met de klassenraad en de ouders. Dat advies moet motiveren waarom revalidatie tijdens de lestijden vereist is;
4) een toestemming van de directeur voor een periode die de duur van de behandeling, vermeld in het medisch attest, niet kan overschrijden;
Uitzonderlijk kunnen de 150 minuten overschreden worden, mits gunstig advies van de arts van het Centrum voor Leerlingenbegeleiding, in overleg met de klassenraad en de ouders. Het advies moet motiveren waarom de behandeling tijdens de lestijden noodzakelijk blijft en moet aantonen dat door die afwezigheid het leerproces van de leerling niet ernstig wordt benadeeld.
b) de afwezigheid in het gewoon onderwijs gedurende maximaal 150 minuten per week, verplaatsing inbegrepen voor de behandeling van een stoornis die is vastgelegd in een officiële diagnose.
Met een officiële diagnose bedoelen we een op systematische wijze opgebouwd, geobjectiveerd en gedetailleerd beeld van de problematiek en de onderwijsnoden van een leerling met gebruik van wetenschappelijk verantwoorde methoden en, waar die voorhanden zijn, van vastgelegde standaarden.
Om een beslissing te kunnen nemen, moet de school beschikken over een dossier dat ten minste de volgende elementen bevat:
1) een verklaring van de ouders waarom de revalidatie tijdens de lestijden moet plaatsvinden;
2) een advies, geformuleerd door het centrum voor leerlingenbegeleiding in overleg met de klassenraad en de ouders. Dat advies moet motiveren waarom de problematiek van de leerling van die aard is dat het wettelijk voorziene zorgbeleid van een school daarop geen antwoord kan geven en dat de revalidatietussenkomsten niet beschouwd kunnen worden als schoolgebonden aanbod. Onder schoolgebonden aanbod wordt verstaan: het reguliere pedagogisch-didactische aanbod voor alle leerlingen, de aanvullende zorgmaatregelen op niveau van de school of scholengemeenschap, en de schoolexterne dienstverlening door personeel of diensten, gefinancierd of gesubsidieerd door het Beleidsdomein Onderwijs en Vorming. Deze omschrijving is conform de adviezen van de Commissie Zorgvuldig Bestuur;
3) een samenwerkingsovereenkomst tussen de school en de revalidatieverstrekker over de manier waarop de revalidatie het onderwijs voor de leerling in kwestie zal aanvullen en de manier waarop de informatie-uitwisseling zal verlopen. De revalidatieverstrekker bezorgt op het einde van elk schooljaar een evaluatieverslag aan de directie van de school en van het centrum voor leerlingenbegeleiding, met inachtneming van de privacywetgeving waaraan hij onderworpen is;
4) een toestemming van de directeur, die jaarlijks vernieuwd en gemotiveerd moet worden, rekening houdend met het evaluatieverslag waarvan sprake in punt 3);
In uitzonderlijke omstandigheden en mits gunstig advies van het CLB in overleg met de klassenraad en de ouders, kan de maximumduur van 150 minuten voor leerplichtige kleuters uitgebreid worden tot 200 minuten, verplaatsing inbegrepen. Het advies moet motiveren waarom de behandeling tijdens de lestijden noodzakelijk blijft en moet aantonen dat door die afwezigheid het leerproces van de leerling niet ernstig wordt benadeeld.
Voor leerlingen die vallen onder de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2003 betreffende de integratie van leerlingen met een matige of ernstige verstandelijke handicap in het gewoon lager en secundair onderwijs kan de afwezigheid maximaal 250 minuten per week bedragen, verplaatsing inbegrepen.
3.6 Afwezigheden – leerplichtcontrole
Zie schoolreglement
Het is niet prettig dat kinderen te laat komen. Het klasgebeuren is dan volop bezig en het is voor hen dan ook moeilijk aan te sluiten bij de les. De ouders zorgen ervoor dat de kinderen op tijd op school zijn.
Ook voor de kleuters vragen wij u de begin- en einduren te respecteren. Kleuters vinden het niet leuk in het klasje te komen als de activiteiten reeds begonnen zijn.
Indien kinderen toch te laat komen begeven ze zich zo spoedig mogelijk naar de klas. Bij herhaaldelijk te laat komen neemt de school hierover contact op met de ouders en maken ze afspraken.
3.8 Afhalen en brengen van de kinderen
Ouders die hun kinderen zelf naar school brengen, begeleiden de kinderen tot aan de schoolpoort. Ouders kunnen enkel in uitzonderlijke gevallen en met toestemming van de directeur, hun kind begeleiden tot in het klaslokaal.
Ouders die hun kinderen op school afhalen, komen tot aan de schoolpoort.
De kinderen die worden afgehaald, kunnen nooit zonder begeleiding van de ouders de speelplaats verlaten (en bv. alleen naar de parkeerplaats gaan).
Ouders die hun kinderen door andere personen aan school laten afhalen, delen op voorhand schriftelijk aan de directeur/ administratief medewerker mee wie het kind mag afhalen.
De schoolingang moet steeds worden vrijgehouden.
Wanneer ouders hun kind(eren) voor de aanvang van het toezicht naar school brengen of na het beëindigen van de het toezicht op school laten, valt dit volledig onder hun eigen verantwoordelijkheid, hierbij verwijzen we naar de mogelijkheden van buitenschoolse kinderopvang.
3.9 Onderwijs aan huis
3.11 Huiswerk
3.12 Rapport
Zie schoolreglement
19 december 2013: rapport
15 mei 2014: rapport
26 juni 2014: proclamatie zesdejaars
3.13 Getuigschrift basisonderwijs
3.14 Problemen op school
Leerlingen, ouders en leerkrachten houden zich aan de leefregels en afspraken die in het schoolreglement en de afsprakennota opgesomd zijn en aanvaarden de consequenties bij het niet naleven ervan.
3.14.1 Onenigheid tussen leerkrachten en ouders
Bij onenigheid tussen leerkrachten en ouders nemen de ouders in de eerste plaats contact op met de betrokken leerkracht om, in gemeenschappelijk overleg, te trachten tot een vergelijk te komen.
Wanneer dit overleg geen resultaat oplevert, kan men een afspraak maken met de directeur zodat deze kan trachten een overeenkomst tussen beide partijen tot stand te brengen.
Indien deze beide vormen van overleg mislukken, kunnen de ouders zich wenden tot het schoolbestuur, via de schepen van onderwijs.
3.14.2 Onenigheid met leerlingen
Soms worden gemaakte leefregels en afspraken niet nageleefd en/of kunnen zowel de leerkracht als het kind zich eens vergissen.
Als een leerling de goede werking van de school hindert of het klasgebeuren stoort, kunnen volgende maatregelen worden getroffen:
- een ordemaatregel (Het is aan te bevelen om alle genomen ordemaatregelen bij te houden in een leerlingdossier);
- een individueel begeleidingsplan met meer bindende gedragsregels wordt uitgeschreven;
- een tuchtmaatregel.
Deze maatregelen en bijhorende procedures zijn verder gespecifieerd in het schoolreglement hoofdstuk 8.
3.15 Ouders en leefregels
We vragen de ouders hun kind te stimuleren om de leefregels van de school na te leven.
Van de ouders wordt verwacht dat zij de volgende afspraken naleven.
3.15.1 Taalgebruik
Ouders moedigen hun kind(eren) aan om Nederlands te leren. Op het schooldomein wordt steeds Nederlands gesproken. Begrijp je niet goed Nederlands? Breng dan iemand mee om te vertalen. Deze persoon moet ouder zijn dan 18 jaar.
3.15.2 Uiterlijk voorkomen
Kledij, schoeisel en haartooi van de leerlingen zijn verzorgd, eenvoudig en hygiënisch. De kledij eigen aan een bepaalde cultuur en/of levensbeschouwing of modetrends zijn toegestaan. Als deze kledij oorzaak is van conflicten kan men overwegen om deze te verbieden.
3.16 Verloren voorwerpen
De school is niet aansprakelijk voor diefstal of het verlies van persoonlijk materiaal van de kinderen (kledij, schoolgerei, fiets, juwelen,...).
Indien een kind iets verloren heeft, kunnen de ouders of het kind zelf gaan kijken bij de verloren voorwerpen(gang – secretariaat contacteren of klasleerkracht).
3.17 Verkeer en veiligheid
De ouders bespreken met hun kinderen de veiligste schoolroute van thuis naar school en van school naar thuis. De ouders zorgen ervoor dat kinderen, die met de fiets naar school komen, over een fiets beschikken die verkeerstechnisch in orde en veilig uitgerust is. Vermeld hier ook wat uw school zoal doet in dit verband (fietsbrevetten, schoolvervoersplannen, fietsvaardig-heidslessen, maar ook het stimuleren tot het dragen van fluovestjes en/of fietshelmen, ,…)
Het is belangrijk dat ouders het goede voorbeeld geven en hun kinderen ondersteunen om de verkeersregels na te leven.
3.18 Verjaardagen
Indien de uitnodiging voor een verjaardagsfeestje via de leerkracht wordt meegegeven in de boekentas, dan worden alle leerlingen van de klas uitgenodigd. Liever geen snoep per kind meegeven, wel een cake, taart en/of een geschenkje voor de klas (boek, puzzel, …).
3.19 Medicatie op school, EHBO
Zie schoolreglement. U krijgt van de school 2 stickervellen om op de medicatie die moet toegediend worden, te kleven. Medicatie wordt steeds in een zakje met het stickervel meegegeven. Indien het stickervel niet werd ingevuld of ontbreekt, kan de medicatie niet worden toegediend.
Hoofdstuk 4 Ouders en school
4.1 Oudercontact
Het eerste contact tussen school en ouders is het heen – en - weerschrift (kleuteronderwijs) en de schoolagenda (lagere onderwijs).
Geplande oudercontacten:
· Specifieke informatie - avonden (-namiddagen) (bv. overgang 3de kleuter - eerste leerjaar)
· individuele oudercontacten (al dan niet n.a.v. rapportbesprekingen);
· huisbezoeken;
4.2 Zorg op school
4.2.2 Voorzieningen op schoolniveau
Samenstelling MDO: directeur, groepsleraar, externe deskundigen, taakleerkracht / zorg- coördinator (vb. begeleiding, CLB,...)
Betrokkenheid van ouders bij en informatie aan ouders over MDO
4.2.2.1 Zorginitiatieven op niveau van de school
We opteren om met heel de school te werken aan het zorgbeleid op school.
We streven naar een doelgerichte, planmatige aanpak.
De klasleerkracht wordt hier begeleidt door de taakleerkracht; de zorgcoördinator, het CLB en gespecialiseerde leerkrachten.
De kleuters worden 3 maal per jaar gescreend op het gebied van zelfredzaamheid, taal, gedrag en motoriek.
De observaties worden nauwkeurig bijgehouden en bij problemen wordt dit samen met mensen van het CLB besproken. Samen met CLB, ouders, leerkachten, directie en zorgcoördinator wordt er dan een handelingsplan opgestart.
In de lagere school worden de leerlingen 2 of 3 maal per jaar gescreend voor:
(Lezen: leerlingen van het eerste, tweede en derde leerjaar VCLB – testen leerlingen van het vierde leerjaar: bepalen AVI – niveau (tot wanneer niveau 9 is bereikt, kan ook nog in het vijfde en zesde leerjaar gebeuren.
(Spelling: de VCLB – testen worden drie maal per jaar afgenomen. Voor het eerste leerjaar gebeurt dit tweemaal.
(Wiskunde: de methode gebonden testen worden tweemaal per jaar afgenomen (midden en einde schooljaar). Momenteel gebeuren deze testen tot in het vierde leerjaar.
De testkalender wordt door de taakleerkracht en zorgcoördinator opgesteld en de testen worden door de klasleerkracht afgenomen. (Het eerste leerjaar wordt in drie groepjes gesplitst.)
Deze testen worden geanalyseerd en de taakleerkracht en zorgcoördinator zorgen dat er materiaal aanwezig is voor de opgemerkte tekortkomingen. Deze kunnen klassikaal, groepsgewijs of individueel aangeboden worden.
Resultaten van kinderen die zich in de scorezone E bevinden, worden met het CLB besproken. Er wordt een handelingsplan opgemaakt en eventueel externe hulp gezocht.
4.2.2.2 Ondersteunen van het handelen van leraren
De zorgcoördinator gaat op zoek naar diverse hulpmiddelen en differentiatiemateriaal door het opstarten van een orthteek. De klasleerkracht vindt hier een brede waaier aan oefenmateriaal die hij voor individueel of klassikaal gebruik kan aanwenden. De orthotheek biedt ook materiaal aan waarin de leerkracht zijn deskundigheid over bepaalde problemen (ADHD, DCC, dyslexie,…) kan bijschaven.
Samen met het CLB, directie, zorgcoördinator en taakjuf(meester) wordt er met de klasleerkracht een handelingsplan opgesteld om problemen bij kinderen weg te werken. De handelingsplannen worden geregeld in overleg besproken en aangevuld of bijgestuurd.
4.2.2.3 Begeleiden van leerlingen
De leerlingen worden klasintern begeleid door de klasleerkracht. Hij/Zij probeert aan de noden van het kind te voldoen door differentiatie en remediëring. De zorgcoördinator en de taakjuf(meester) wordt in de klas ingeschakeld bij niveaulezen. Voor de organisatie van hoekenwerk kan er ook een beroep gedaan worden op de beide zorgkrachten. Wanneer de problematiek te specifiek is voor een leerling kan hij geholpen worden bij de klas (taakklas). Wanneer de logopediste is ingeschakeld gebeurt dit ook buiten de klas. De taakleerkracht spitst zich vooral toe op de eerste en tweede graad, de zorgbegeleider richt zich naar de derde graad. De klasleerkracht waarschuwt zelf de taakleerkracht of zorgcoördinator.
Hoofdstuk 5 Leerling en school (Leefregels voor leerlingen)
5.1 Leefregels voor leerlingen
5.1.1 Ik en mijn houding
Ik heb respect voor anderen.
Ik vecht niet en maak geen ruzie.
Ik scheld niemand uit en gebruik geen bijnamen.
Ik heb eerbied voor het bezit van anderen.
Ik pest niemand en zet ook anderen niet aan tot pesten.
Ik schrijf netjes en verzorg mijn schriften.
Ik geef thuis onmiddellijk alle brieven en nota's van de school af.
In de eetzaal ben ik rustig en heb ik goede tafelmanieren.
Ik luister steeds naar de aanwijzingen van de leerkracht of de toezichter.
5.1.2 Ik, gezondheid en hygiëne
Mijn kledij, schoeisel en haartooi zijn verzorgd en hygiënisch.
Na bezoek aan het toilet spoel ik door en was ik mijn handen.
Ik hou de toiletten netjes.
In de turnles draag ik de voorgeschreven turnkledij.
Ik neem mijn turnkledij regelmatig mee naar huis om te wassen.
Ik breng alleen gezonde versnaperingen mee
evt. fruitdag vermelden en afspraken (zoals bijv. vaste dag,al dan niet geleide activiteit in het kleuteronderwijs, maar ook afspraken over het al dan niet gratis ter beschikking stellen)
Als ik dorst heb, vraag ik water aan de groepsleerkracht.
5.1.3 Ik en zorg voor het milieu
Ik zorg mee voor een nette school.
Ik sorteer het afval en gooi het in de juiste container.
Ik draag zorg voor het groen op de speelplaats.
5.1.4 Ik en mijn taalgebruik
Op school spreek ik steeds Algemeen Nederlands.
Volwassenen spreek ik aan met meneer of mevrouw.
De leerkrachten noem ik "meester" of "juffrouw" en de directeur spreek ik aan met "meneer/mevrouw de directeur".
5.1.5 Ik en huiswerk
Ik maak mijn huiswerk en leer mijn lessen
Wanneer ik dat niet heb kunnen doen, verwittig ik de leerkracht. Dit kan op volgende wijze:
- door een nota van mijn ouders in mijn agenda;
- door een briefje van mijn ouders.
Ik vul elke dag mijn agenda in en laat hem wekelijks (dagelijks) tekenen door één van mijn ouders.
Wanneer ik om gezondheidsredenen niet mag zwemmen of turnen breng ik een attest mee naar school.
5.1.6 Ik en mijn materiaal
Ik draag zorg voor mijn kledij en mijn schoolgerei.
Ik kaft mijn schriften en boeken.
In mijn boekentas zit alles netjes bij elkaar en steekt enkel het nodige.
Ik zorg ervoor dat ik altijd het nodige schoolgerei mee heb, ook voor het zwemmen en de turnles.
Mijn boekentas staat op de aangeduide plaats.
Mijn fiets staat netjes in de fietsenstalling.
Ik bezorg verloren voorwerpen aan de groepsleerkracht.
5.1.7 Ik en spelen
Ik speel sportief en sluit niemand uit.
Ik breng geen speelgoed mee naar school dat gevaarlijk is en/of geweld uitlokt.
In de klassen, gangen en toiletruimtes speel ik niet.
Bij mijn aankomst op school ga ik onmiddellijk op de speelplaats en blijf er tot het belsignaal gaat.
Bij het belsignaal stop ik het spel en ga rustig in de rij staan.
5.2 Veiligheid en verkeer
5.2.1 Ik en toezicht
Ik kom 's morgens niet vroeger dan 8.15u op de speelplaats.
Ik verlaat de eetzaal, de klas of de speelplaats niet zonder de toestemming van de toezichter.
's Middags of 's avonds ga ik in de passende rij staan of wacht ik op de speelplaats tot mijn ouders me komen afhalen. Ben ik 15 minuten na de laatste lestijd nog op de speelplaats dan ga ik naar de opvang.
5.2.2 Ik en het verkeer
Ik neem steeds de veiligste schoolroute
Ik respecteer de verkeersreglementen.
Ik ben uiterst voorzichtig op de openbare weg.
Ik zorg ervoor dat mijn fiets technisch in orde is.
Wanneer ik de schoolbus gebruik:
- ga ik direct na het opstappen zitten;
- pas nadat de bus stilstaat, sta ik op om af te stappen;
- bij het uitstappen, wacht ik tot de bus weg is om de straat over te steken.
5.2.3 Ik en veiligheid
Ik plaats niets voor nooduitgangen en versper geen gangen, trappen en in- of uitgangen.Ik ga rustig en ordelijk van en naar de klassen en op de trappen.
Ik ga niet naar plaatsen (bv. kelder, zolder, keuken,...) waarvan aangeduid is dat ik er niet mag zijn.
Ik raak geen elektrische toestellen aan zonder toestemming.
Ik raak geen onderhoudsproducten aan.
Als ik geneesmiddelen moet innemen, geef ik die 's morgens aan de leerkracht.
5.2.4 Wat te doen bij ongeval waarbij een kind van onze school betrokken is?
Ik verwittig onmiddellijk een volwassene.
Ik vertel:
- wat er gebeurd is;
- wie erbij betrokken is.
Bij brand zorg ik onmiddellijk voor een melding.
Bij brandalarm verlaat ik onmiddellijk het lokaal via de uitgangen die we bij de oefening gebruikten, zonder lopen. Ik volg de instructies van de leerkrachten:
- ik verlaat de lokalen via de uitgangen die we bij de oefening gebruikten;
- ik laat al mijn materiaal achter;
- ik verzamel op de aangeduide en ingeoefende plaatsen.
5.3 Ik en het schoolreglement
5.3.1 Wat als ik de afspraken niet naleef?
Ik krijg een mondelinge opmerking.
Ik krijg een schriftelijke opmerking in mijn agenda en mijn ouders ondertekenen.
Ik krijg een extra taak en mijn ouders ondertekenen.
Ik word naar de directeur gestuurd.
De leerkracht en/of de directeur neemt contact op met mijn ouders en bespreken mijn gedrag.
Ik word een tijdje afgezonderd (onder toezicht en minder dan één dag).
Indien ik de afspraken meermaals niet naleef, kan de directeur een tuchtprocedure starten.
5.3.2 Wat als de leerkracht zich vergist?/grenzen overschrijden
Ik vraag beleefd aan de leerkracht of het mogelijk is dat hij zich vergist heeft. Ik bespreek het voorval met de leerkracht, liefst onmiddellijk of tijdens de daaropvolgende speeltijd.