116
Uitgebreide handleiding voor de installateur Daikin Altherma - Lage Temperatuur Split Nederlands + Uitgebreide handleiding voor de installateur Daikin Altherma - Lage Temperatuur Split ERLQ004-006-008CA EHBH/X04+08CA

installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

  • Upload
    others

  • View
    4

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

Uitgebreide handleiding voor de installateurDaikin Altherma - Lage Temperatuur Split Nederlands

+

Uitgebreide handleiding voor deinstallateur

Daikin Altherma - Lage Temperatuur Split

ERLQ004-006-008CAEHBH/X04+08CA

Page 2: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

Inhoudsopgave

Uitgebreide handleiding voor de installateur

2ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split

4P313774-1C – 2012.11

Inhoudsopgave

1 Over de documentatie ...................................... 31.1 Over dit document .................................................................... 3

2 Algemene veiligheidsmaatregelen .................. 42.1 Over de documentatie .............................................................. 4

2.1.1 Betekenis van waarschuwingen en symbolen ........... 42.2 Voor de installateur ................................................................... 4

2.2.1 Algemeenheden ......................................................... 42.2.2 Plaats van installatie .................................................. 42.2.3 Koelmiddel ................................................................. 52.2.4 Water ......................................................................... 52.2.5 Elektrisch ................................................................... 5

3 Over de doos ..................................................... 63.1 Buitenunit .................................................................................. 6

3.1.1 De buitenunit uitpakken ............................................. 63.1.2 Om de toebehoren van de buitenunit uit te nemen .... 6

3.2 Binnenunit ................................................................................. 63.2.1 De binnenunit uitpakken ............................................ 63.2.2 De toebehoren uit de binnenunit verwijderen ............ 7

4 Over de units en opties .................................... 74.1 Identificatie ................................................................................ 7

4.1.1 Identificatielabel: Buitenunit ....................................... 74.1.2 Identificatielabel: Binnenunit ...................................... 8

4.2 Mogelijke combinaties van units en opties ............................... 84.2.1 Opties voor buitenunit ................................................ 84.2.2 Opties voor binnenunit ............................................... 84.2.3 Mogelijke combinaties van binnenunit en buitenunit . 94.2.4 Mogelijke combinaties van binnenunit en tank voor

warm tapwater ........................................................... 9

5 Richtlijnen met betrekking tot mogelijketoepassingen ..................................................... 105.1 Overzicht: Richtlijnen met betrekking tot mogelijke

toepassingen ............................................................................ 105.2 Het ruimteverwarmings/koelingsysteem in/opstellen ................ 10

5.2.1 Een enkele kamer ...................................................... 105.2.2 Meerdere kamers – 1 AWT-zone ............................... 125.2.3 Meerdere kamers – Twee AWT-zones ...................... 14

5.3 Een extra warmtebron voor ruimteverwarming in/opstellen ...... 155.4 De tank voor warm tapwater in/opstellen .................................. 17

5.4.1 Systeemlayout – Ingebouwde warmtapwatertank ..... 175.4.2 Systeemlayout – Autonome warmtapwatertank ........ 175.4.3 Het volume en de gewenste temperatuur selecteren

voor de warmtapwatertank ........................................ 175.4.4 Instelling en configuratie – Warmtapwatertank .......... 185.4.5 Combinatie: Autonome warmtapwatertank +

Zonnepanelen ............................................................ 185.4.6 Warmtapwaterpomp voor ogenblikkelijk warm water 195.4.7 Warmtapwaterpomp voor desinfectie ........................ 19

5.5 De energiemeting instellen ....................................................... 195.5.1 Geproduceerde warmte ............................................. 195.5.2 Verbruikte energie ..................................................... 195.5.3 Elektrische voeding met normaal kWh-tarief ............. 205.5.4 Elektrische voeding met voorkeur kWh-tarief ............ 20

5.6 De regeling van het energieverbruik instellen ........................... 215.6.1 Continue vermogenbeperking .................................... 215.6.2 Vermogenbeperking door digitale inputs

ingeschakeld .............................................................. 215.6.3 Vermogenbeperking: werking .................................... 22

5.7 Een externe temperatuursensor opstellen ................................ 22

6 Voorbereiding .................................................... 236.1 De installatieplaats voorbereiden .............................................. 23

6.1.1 Vereisten inzake de plaats waar de buitenunitgeïnstalleerd wordt .................................................... 23

6.1.2 Bijkomende vereisten inzake de installatieplaats vande buitenunit in koude klimaten ................................. 24

6.1.3 Vereisten inzake de plaats waar de binnenunitgeïnstalleerd wordt .................................................... 24

6.2 De koelmiddelleidingen voorbereiden ....................................... 246.2.1 De koelleidingen isoleren ........................................... 246.2.2 Vereisten voor de koelmiddelleidingen ...................... 25

6.3 De waterleidingen voorbereiden ............................................... 25

6.3.1 Vereisten voor de watercircuits .................................. 256.3.2 Formule om de voordruk van het expansievat te

berekenen .................................................................. 266.3.3 Het watervolume controleren ..................................... 266.3.4 De voordruk van het expansievat wijzigen ................ 276.3.5 Het watervolume controleren: voorbeelden ............... 27

6.4 De elektrische bedrading voorbereiden .................................... 276.4.1 Over het voorbereiden van de elektrische bedrading 276.4.2 Over de elektrische voeding met voorkeur kWh-tarief

.................................................................................... 276.4.3 Overzicht van de elektrische verbindingen, behalve

de uitwendige stelmotoren ......................................... 286.4.4 Overzicht van de elektrische verbindingen voor de

uitwendige en inwendige stelmotoren ........................ 28

7 Installatie ........................................................... 297.1 De units openen ........................................................................ 29

7.1.1 De buitenunit openen ................................................. 297.1.2 De binnenunit openen ................................................ 297.1.3 Het deksel van de schakelkast van de binnenunit

openen ....................................................................... 307.2 De buitenunit monteren ............................................................ 30

7.2.1 De installatiestructuur voorbereiden .......................... 307.2.2 De buitenunit installeren ............................................ 317.2.3 De afvoer voorbereiden ............................................. 317.2.4 Ervoor zorgen dat de buitenunit niet kan omvallen .... 32

7.3 De binnenunit monteren ........................................................... 327.3.1 De binnenunit plaatsen .............................................. 327.3.2 De lekbakkit installeren .............................................. 33

7.4 De koelmiddelleiding aansluiten ............................................... 337.4.1 Richtlijnen voor het buigen van leidingen .................. 347.4.2 Het uiteinde van een buis verbreden ......................... 347.4.3 Het uiteinde van een buis solderen ........................... 347.4.4 Omgaan met de afsluiter ........................................... 347.4.5 De afsluiter openen/sluiten ........................................ 357.4.6 Omgaan met de steeldop .......................................... 357.4.7 Omgaan met de servicedop ....................................... 357.4.8 De koelmiddelleiding op buitenunit aansluiten ........... 357.4.9 De koelmiddelleidingen op binnenunit aansluiten ...... 357.4.10 Over het controleren van de koelmiddelleidingen ...... 357.4.11 Op lekkages controleren ............................................ 367.4.12 Vacuümdrogen .......................................................... 367.4.13 Bepalen hoeveel koelmiddel toegevoegd moet

worden ....................................................................... 367.4.14 De hoeveelheid berekenen om opnieuw volledig te

vullen ......................................................................... 367.4.15 Koelmiddel toevoegen ............................................... 367.4.16 De label voor fluorhoudende broeikasgassen

bevestigen ................................................................. 377.5 De waterleidingen aansluiten .................................................... 37

7.5.1 De waterleidingen aansluiten ..................................... 377.5.2 Het watercircuit vullen ................................................ 377.5.3 De tank voor warm tapwater vullen ........................... 387.5.4 De waterleidingen isoleren ........................................ 38

7.6 De elektrische bedrading aansluiten ......................................... 387.6.1 Over het voldoen aan de normen inzake elektriciteit . 387.6.2 De elektrische bekabeling op de buitenunit

aansluiten .................................................................. 387.6.3 De elektrische bekabeling op de binnenunit

aansluiten .................................................................. 397.6.4 De hoofdvoeding aansluiten ...................................... 407.6.5 De voeding van de back-upverwarming aansluiten ... 407.6.6 De gebruikersinterface aansluiten ............................. 417.6.7 De afsluiter aansluiten ............................................... 437.6.8 De elektrische meters aansluiten ............................... 437.6.9 De pomp van het warm tapwater aansluiten ............. 437.6.10 De alarm-output aansluiten ........................................ 437.6.11 De AAN/UIT-output van de ruimtekoeling/

verwarming aansluiten ............................................... 437.6.12 De omschakeling naar de externe warmtebron

aansluiten .................................................................. 437.6.13 De digitale inputs voor het energieverbruik

aansluiten .................................................................. 447.7 De installatie van de buitenunit voltooien ................................. 44

7.7.1 De installatie van de buitenunit voltooien .................. 447.7.2 De buitenunit sluiten .................................................. 44

7.8 De installatie van de binnenunit voltooien ................................ 447.8.1 Het deksel van de gebruikersinterface op de

binnenunit bevestigen ................................................ 447.8.2 De binnenunit sluiten ................................................. 44

Page 3: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

1 Over de documentatie

Uitgebreide handleiding voor de installateur

3ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split4P313774-1C – 2012.11

8 Configuratie ....................................................... 448.1 Overzicht: Configuratie ............................................................. 44

8.1.1 De PC-kabel aansluiten op de schakelkast ............... 458.1.2 De meest gebruikte commando's bereiken ............... 458.1.3 De systeeminstellingen kopiëren van de eerste

gebruikersinterface naar de tweede .......................... 458.1.4 Het stel talen kopiëren van de eerste

gebruikersinterface naar de tweede .......................... 468.1.5 Snelle wizard: Stel de systeemlayout in na het voor

de eerste maal onder spanning zetten ...................... 468.2 Basisconfiguratie ...................................................................... 46

8.2.1 Snelle wizard: Taal/tijd en datum ............................... 468.2.2 Snelle wizard: Standaard ........................................... 468.2.3 Snelle wizard: Opties ................................................. 488.2.4 Snelle wizard: Capaciteiten (energiemeting) ............. 518.2.5 De regeling van de ruimteverwarming/-koeling ......... 518.2.6 Het warm tapwater regelen ........................................ 548.2.7 Contact/helpdesknummer .......................................... 56

8.3 De geavanceerde configuratie/optimalisatie ............................. 568.3.1 De ruimteverwarming/koeling: geavanceerd ............. 568.3.2 Het warm tapwater regelen: geavanceerd ................. 598.3.3 De instellingen voor de warmtebronnen .................... 648.3.4 De systeeminstellingen .............................................. 65

8.4 De menustructuur: overzicht ..................................................... 708.5 Menustructuur: Overzicht installateurinstellingen ..................... 71

9 Inbedrijfstelling ................................................. 729.1 Overzicht: Inbedrijfstelling ......................................................... 729.2 Checklist vooraleer proef te draaien ......................................... 729.3 De ontluchtingsfunctie .............................................................. 72

9.3.1 Handmatig ontluchten ................................................ 729.3.2 Automatisch ontluchten ............................................. 739.3.3 Het ontluchten onderbreken ...................................... 73

9.4 Proefdraaien ............................................................................. 739.5 Stelmotoren proefdraaien ......................................................... 73

9.5.1 Mogelijke vormen van proefdraaien voor destelmotoren ................................................................ 73

9.6 De dekvloer van de vloerverwarming drogen ........................... 739.6.1 Een programma voor het drogen van de dekvloer

van de vloerverwarming programmeren .................... 749.6.2 Het drogen van de dekvloer van de vloerverwarming

starten ........................................................................ 749.6.3 De status raadplegen van het drogen van de

dekvloer van de vloerverwarming .............................. 749.6.4 Het drogen van de dekvloer van de vloerverwarming

onderbreken ............................................................... 74

10 Aan de gebruiker overhandigen ...................... 7511 Onderhoud en service ...................................... 75

11.1 Overzicht: Onderhoud ............................................................... 7511.2 Voorzorgsmaatregelen inzake onderhoud ................................ 75

11.2.1 De binnenunit openen ................................................ 7511.3 Checklist voor het jaarlijks onderhoud van de binnenunit ......... 75

12 Storingen opsporen en verhelpen ................... 7612.1 Overzicht: storingen opsporen en verhelpen ............................ 7612.2 Algemene richtlijnen ................................................................. 7612.3 Problemen op basis van symptomen oplossen ........................ 76

12.3.1 Symptoom: De unit verwarmt of koelt NIET zoalsverwacht .................................................................... 76

12.3.2 Symptoom: De compressor start NIET(ruimteverwarming of verwarming van het tapwater) . 77

12.3.3 Symptoom: De pomp maakt lawaai (cavitatie) .......... 7712.3.4 Symptoom: De drukveiligheidsklep gaat open ........... 7712.3.5 Symptoom: De waterdrukveiligheidsklep lekt ............ 7712.3.6 Symptoom: De ruimte wordt NIET voldoende

verwarmd bij lage buitentemperaturen ...................... 7712.3.7 Symptoom: De druk op het aftappunt is tijdelijk

abnormaal hoog ......................................................... 7812.3.8 Symptoom: Sierpanelen werden door een gezwollen

tank weggeduwd ........................................................ 7812.3.9 Symptoom: de tankdesinfectiefunctie wordt NIET

volledig uitgevoerd (storing AH) ................................. 7812.4 Problemen op basis van storingscodes oplossen ..................... 78

12.4.1 Storingscodes: Overzicht ........................................... 78

13 Als afval verwijderen ........................................ 7913.1 Het koelmiddel verwijderen ....................................................... 7913.2 Een gedwongen koeling starten en stoppen ............................. 80

14 Verklarende woordenlijst ................................. 8015 Technische gegevens ....................................... 81

15.1 Afmetingen en ruimte voor service ........................................... 8115.1.1 Afmetingen en ruimte voor service: Buitenunit .......... 8115.1.2 Afmetingen en ruimte voor service: Binnenunit ......... 82

15.2 Zwaartepunt .............................................................................. 8315.2.1 Zwaartepunt: Buitenunit ............................................. 83

15.3 Onderdelen ............................................................................... 8415.3.1 Onderdelen: Buitenunit .............................................. 8415.3.2 Onderdelen: Schakelkast (Buitenunit) ....................... 8415.3.3 Onderdelen: binnenunit ............................................. 8415.3.4 Onderdelen: Schakelkast (binnenunit) ....................... 85

15.4 Functionele schema's ............................................................... 8615.4.1 Functioneel schema: Buitenunit ................................. 8615.4.2 Functioneel schema: Binnenunit ................................ 86

15.5 Schema van de leidingen ......................................................... 8715.5.1 Schema van de leidingen: Buitenunit ........................ 8715.5.2 Schema van de leidingen: Binnenunit ....................... 88

15.6 Bedradingsschema ................................................................... 8915.6.1 Bedradingsschema – onderdelen: Buitenunit ............ 8915.6.2 Bedradingsschema – onderdelen: Binnenunit ........... 92

15.7 Technische specificaties ........................................................... 9815.7.1 Technische specificaties: Buitenunit .......................... 9815.7.2 Technische specificaties: Binnenunit ......................... 101

15.8 Werkingsgebied ........................................................................ 10315.8.1 Werkingsgebied: Verwarming en koeling .................. 10315.8.2 Werkingsgebied: Warm tapwater ............................... 10415.8.3 Noodzaak van de lekbak ........................................... 105

15.9 Capaciteitentabel ...................................................................... 10615.10 Geluidsspectrum ....................................................................... 107

15.10.1 Geluidsspectrum: Buitenunit ...................................... 10715.11 ESP-curve ................................................................................. 109

15.11.1 ESP-curve: Binnenunit ............................................... 10915.12 Prestaties .................................................................................. 11015.13 Certificeringprogramma's .......................................................... 11315.14 Tabel met combinaties .............................................................. 114

1 Over de documentatie

1.1 Over dit document

Bedoeld publiekErkende installateurs

DocumentatiesetDit document is een onderdeel van een documentatieset. Devolledige set omvat:

Document Inhoud… FormaatAlgemeneveiligheidsmaatregelen

Veiligheidsinstructies die umoet lezen vooraleer totde installatie over te gaan

Papier (in de doos van debinnenunit)

Installatiehandleidingvan debinnenunit

Installatie-instructies

Installatiehandleidingvan debuitenunit

Installatie-instructies Papier (in de doos van debuitenunit)

Uitgebreidehandleidingvoor deinstallateur

Voorbereiding van deinstallatie, technischekenmerken, goedepraktijken,referentiegegevens,…

CD/DVD (in de doos vande binnenunit)

Page 4: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

2 Algemene veiligheidsmaatregelen

Uitgebreide handleiding voor de installateur

4ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split

4P313774-1C – 2012.11

Document Inhoud… FormaatBijlageboekmetoptioneleuitrustingenenapparatuur

Additionele informatieover hoe optioneleuitrustingen en apparatuurte installeren

Papier (in de doos van debinnenunit)

CD/DVD (in de doos vande binnenunit)

Laatste herzieningen van de meegeleverde documentatie kunnen opde regionale Daikin-website of via uw dealer beschikbaar zijn.

2 Algemeneveiligheidsmaatregelen

2.1 Over de documentatie De documentatie is oorspronkelijk in het Engels geschreven. Alle

andere talen zijn vertalingen.

Alle in dit document vermelde voorzorgen betreffen zeerbelangrijke punten en dienen dus steeds nauwgezet te wordennageleefd.

Alle handelingen beschreven in de installatiehandleiding moetendoor een erkende installateur uitgevoerd worden.

2.1.1 Betekenis van waarschuwingen ensymbolen

GEVAAR

Duidt op een situatie die de dood of ernstige verwondingenals gevolg heeft.

GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE

Duidt op een situatie die elektrocutie kan veroorzaken.

GEVAAR: RISICO OM ZICH TE VERBRANDEN

Duidt op een situatie die brandwonden kan veroorzakenals gevolg van extreem hoge of lage temperaturen.

WAARSCHUWING

Duidt op een situatie die de dood of ernstige verwondingenals gevolg zou kunnen hebben.

VOORZICHTIG

Duidt op een situatie die kleine of matige verwondingen alsgevolg zou kunnen hebben.

OPMERKING

Duidt op een situatie die schade aan apparatuur ofeigendom zou kunnen berokkenen.

INFORMATIE

Duidt op nuttige tips of bijkomende informatie.

2.2 Voor de installateur

2.2.1 AlgemeenhedenIndien u twijfels heeft over de installatie of de bediening van de unit,contacteer uw dealer.

OPMERKING

Een foute installatie of bevestiging van apparatuur,uitrustingen of accessoires kan elektrische schokken, eenkortsluiting, lekken, brand of schade aan de apparatuur ofuitrustingen als gevolg hebben. Gebruik enkel accessoires,optionele apparatuur en uitrustingen en reserveonderdelendie door Daikin gemaakt of goedgekeurd werden.

WAARSCHUWING

Zorg ervoor dat de materialen die voor de installatie en detesten gebruikt worden, voldoen aan de geldendewetgeving (bovenop de instructies beschreven in deDaikin-documentatie).

VOORZICHTIG

Draag gepaste persoonlijke beschermingsuitrustingen(beschermende handschoenen, veiligheidsbril, enz.)wanneer u het systeem installeert of onderhoudt.

WAARSCHUWING

Scheur plastiekverpakkingen aan stukken en gooi dezeweg zodat niemand, kinderen in het bijzonder, ermee kanspelen. Mogelijk risico: verstikking.

GEVAAR: RISICO OM ZICH TE VERBRANDEN

Raak tijdens of net na bedrijf GEENkoelmiddelleidingen, waterleidingen of interneonderdelen aan. Deze kunnen te warm of te koud zijn.Geef ze de tijd om terug op een normale temperatuurte komen. Indien u deze toch moet aanraken, draagdan beschermende handschoenen.

Raak per ongeluk lekkend koelmiddel NIET aan.

OPMERKING

Neem gepaste maatregelen om te beletten dat de unit doorkleine dieren als schuilplaats gebruikt kan worden. Kleinedieren die in contact komen met elektrische onderdelenkunnen storingen, rook of brand veroorzaken.

VOORZICHTIG

Raak de luchtinlaat of de aluminiumlamellen van de unitNIET aan.

OPMERKING

Plaats GEEN voorwerpen, apparatuur of uitrustingenbovenop de unit.

Zit, klim of sta NIET op de unit.

Conform de geldende wetgeving kan een logboek bij het productvereist worden; in dit logboek dienen dan minstens de volgendezaken bijgehouden: informatie over het onderhoud, dereparatiewerkzaamheden, de resultaten van testen, destilstandperioden, enz.

Bovendien dienen minstens volgende informaties op eentoegankelijke plaats bij het product voorzien te worden:

Instructies om het systeem uit te schakelen in gevallen van nood

De naam en het adres van de brandweer, de politie en eenziekenhuis

De naam, het adres en de telefoonnummers overdag en 's nachtsom onderhoud te bekomen

In Europa bevat EN378 de nodige richtlijnen voor dit logboek.

2.2.2 Plaats van installatie Voorzie voldoende ruimte rond de unit voor onderhoud en

luchtcirculatie.

Page 5: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

2 Algemene veiligheidsmaatregelen

Uitgebreide handleiding voor de installateur

5ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split4P313774-1C – 2012.11

Controleer of de plaats waarop de unit moet komen, bestand istegen het gewicht en de trillingen van de unit.

Zorg ervoor dat de zone goed geventileerd wordt.

Controleer of de unit horizontaal staat.

Installeer de unit NIET in een van de volgende plaatsen:

In mogelijke explosieve omgevingen.

In plaatsen met toestellen of machines die elektromagnetischegolven uitzenden. Elektromagnetische golven kunnen hetbesturingssysteem storen, waardoor de apparatuur slecht kanwerken.

In plaatsen met brandgevaar omwille van lekkende ontvlambaregassen (zoals verdunners of benzine), koolstofvezels,ontvlambaar stof.

In plaatsen waar corroderend gas (zoals zwaveligzuurgas)geproduceerd wordt. Corrosie aan de koperleidingen ofgesoldeerde onderdelen kan de oorzaak zijn dat koelmiddel gaatlekken.

2.2.3 Koelmiddel

OPMERKING

Controleer of de installatie van de koelmiddelleidingenvoldoet aan de geldende wetgeving. In Europa geldtEN378 als de van toepassing zijnde norm.

OPMERKING

Controleer of de lokale leidingen en aansluitingen niet aanspanningen onderhevig (kunnen) zijn.

WAARSCHUWING

Zet, tijdens testen, het product NOOIT onder een drukhoger dan de maximaal toegestane druk (vermeld op hetnaamplaatje van de unit).

WAARSCHUWING

Neem voldoende maatregelen wanneer koelmiddel zoulekken. Ventileer onmiddellijk de zone wanneer koelgaslekt. Mogelijke risico's:

Te hoge koelmiddelconcentraties in een geslotenruimte kunnen leiden tot een gebrek aan zuurstof.

Als koelgas in contact komt met vuur, kan giftig gasontstaan.

WAARSCHUWING

Vang steeds de koelmiddelen op. Laat ze NIETrechtstreeks vrij in de omgeving. Gebruik eenvacuümpomp om de installatie leeg te pompen.

2.2.4 Water

OPMERKING

Controleer of de kwaliteit van het water voldoet aan de EU-richtlijn 98/83 EC.

2.2.5 Elektrisch

GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE

Schakel alle elektrische voedingen UIT vooraleer u hetdeksel van de schakelkast verwijdert, elektrischebedrading aansluit of elektrische onderdelen aanraakt.

Schakel de elektrische voeding langer dan 1 minuut uiten meet de spanning op de aansluitklemmen van decondensatoren of elektrische onderdelen van dehoofdkring vooraleer u een onderhoud uitvoert. Despanning moet onder de 50 V DC gevallen zijnvooraleer u elektrische onderdelen mag aanraken.Raadpleeg het bedradingsschema voor de plaats vande aansluitklemmen.

Raak elektrische onderdelen NIET aan met nattehanden.

Laat de unit NIET onbewaakt achter wanneer hetonderhoudsdeksel verwijderd is.

WAARSCHUWING

Indien deze niet standaard werd geplaatst, moet eenhoofdschakelaar (of een ander middel om uit te schakelen)tussen de vaste bedrading geplaatst worden; dezeschakelaar dient het contact van alle polen volledig teverbreken en te voldoen aan de vereisten van deoverspanning-categorie-III-specificatie wanneer hij openstaat.

WAARSCHUWING

Gebruikt enkel koperdraden.

Alle lokale bedradingen dienen conform het met hetproduct meegeleverd bedradingsschema uitgevoerd teworden.

Knijp NOOIT gebundelde kabels samen en controleerof ze niet met leidingen of scherpe randen in contact(kunnen) komen. Controleer of geen externe druk opde klemaansluitingen wordt uitgeoefend.

Vergeet niet aarddraden te leggen. Aard de unit NIETvia een nutsleiding, een piekspanningsbeveiliging of deaarding van de telefoon. Een onvolledige aarding kanelektrische schokken veroorzaken.

Gebruik hiervoor een aparte voedingskring. GebruikNOOIT een elektrische voeding die met een andertoestel gedeeld wordt.

Installeer zeker de vereiste zekeringen ofstroomonderbrekers.

Plaats zeker een aardlekschakelaar. Als u dit niet doet,kan dit een elektrische schok of brand veroorzaken.

Wanneer u de aardlekbeveiliging plaatst, controleer ofdeze met de inverter compatibel is (bestand tegenhoogfrequente elektrische ruis), zodat deaardlekbeveiliging zich niet onnodig opent.

Leg de stroomtoevoerkabels op minstens 1 meter afstand vantelevisietoestellen en radio's om geen interferenties te hebben.Afhankelijk van de radiogolven volstaat een afstand van 1 metersoms niet.

WAARSCHUWING

Controleer na het beëindigen van de elektriciteit of alleelektrische onderdelen en aansluitklemmen in deelektriciteitskast veilig zijn aangesloten.

Controleer of alle deksels dicht zijn vooraleer de unitaan te zetten.

Page 6: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

3 Over de doos

Uitgebreide handleiding voor de installateur

6ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split

4P313774-1C – 2012.11

3 Over de doos

De unit moet bij de levering gecontroleerd worden opbeschadigingen. Elke vorm van beschadiging moet onmiddellijkaan de schadeverantwoordelijke van de transporteur gemeldworden.

Breng de verpakte unit zo dicht mogelijk bij de uiteindelijkeinstallatieplaats om beschadiging tijdens het transport tevoorkomen.

3.1 Buitenunit

3.1.1 De buitenunit uitpakken

1

2

3.1.2 Om de toebehoren van de buitenunit uit tenemen

1 Hef de buitenunit op.

VOORZICHTIG

Hanteer de buitenunit enkel op de volgende manier:

57kg

2 Neem de toebehoren op de bodem van de verpakking.

a db c1x 1x 1x 2x

a Installatiehandleiding van de buitenunitb Label over de gefluoreerde broeikasgassenc Meertalig label over de gefluoreerde broeikasgassend Montageplaat van de unit

3.2 Binnenunit

3.2.1 De binnenunit uitpakken

Page 7: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

4 Over de units en opties

Uitgebreide handleiding voor de installateur

7ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split4P313774-1C – 2012.11

a

a

a Installatiehandleiding, gebruiksaanwijzing, cd/dvd

INFORMATIE

Gooi het bovenste kartonnen deksel NIET weg. Hetinstallatieschema staat afgedrukt op de binnenzijde van ditkartonnen deksel.

3.2.2 De toebehoren uit de binnenunitverwijderen

De installatiehandleiding, gebruiksaanwijzing en cd/dvd van debinnenunit bevinden zich in het bovenste gedeelte van de doos. Volgonderstaande procedure om de andere toebehoren te nemen.

1 Verwijder de tape.

2 Hef de onderkant van het frontpaneel op en verwijder het.

3 Neem de toebehoren eruit.

h

f

g

i

j

a1x

b1x

c1x

d1x

g2x

h1x

f1x

i1x

e1x

j2x

a Algemene veiligheidsmaatregelenb Bijlageboek met optionele uitrustingen en

apparatuurc Installatiehandleiding van de binnenunitd Gebruiksaanwijzinge CD/DVDf Gebruikersinterfacekit: gebruikersinterface, 4

bevestigingsschroeven, 2 pluggeng Afsluiterh Deksel van de gebruikersinterfacei Bovenste plaat van de binnenunitj Schroeven

4 Over de units en opties

4.1 Identificatie

OPMERKING

Wanneer meerdere units gelijktijdig geïnstalleerd ofonderhouden worden, let op de servicepanelen NIET teverwisselen tussen verschillende modellen.

4.1.1 Identificatielabel: Buitenunit

Plaats

Page 8: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

4 Over de units en opties

Uitgebreide handleiding voor de installateur

8ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split

4P313774-1C – 2012.11

ModelidentificatieVoorbeeld: ER L Q 006 CA V3

Code UitlegER Europese warmtepomp gescheiden buitenpaarL Lage watertemperatuur – omgevingszone:

L=−10~−20°CQ Koelmiddel R410A006 Capaciteitklasse:

004=4,5 kW

006=6 kW

008=7,5 kWCA SerieV3 V3=1~, 230 V, 50 Hz

4.1.2 Identificatielabel: Binnenunit

Plaats

ModelidentificatieVoorbeeld: E HB H 04 CA 3V

Code BeschrijvingE Europees modelHB HB=Op een wand gemonteerde binnenunitH H=Alleen verwarming

X=Verwarming/koeling04 Capaciteitklasse:

04=4 kW

08=8 kW

16=16 kWCA Serie3V Model van back-upverwarming

3V

9W

4.2 Mogelijke combinaties van units en opties

4.2.1 Opties voor buitenunit

Lekbak (EKDP008CA)De lekbak is nodig om de buitenunit af te laten. De lekbakkit bevat:

Lekbak

Installatiearmen

Voor de installatie-instructies, zie de installatiehandleiding van delekbak.

Lekbakverwarming (EKDPH008CA)De lekbakverwarming is nodig om te beletten dat de lekbak bevriest.

Er wordt geadviseerd deze optie te installeren in koudere strekenmet mogelijk lage omgevingstemperaturen of hevige sneeuwval.

Voor de installatie-instructies, zie de installatiehandleiding van delekbakverwarming.

INFORMATIE

Als de lekbakverwarming gebruikt wordt, MOET de jumperJP_DP op de service-printplaat op de buitenunitdoorgesneden worden.

Nadat u de jumper hebt doorgesneden, MOET u debuitenunit resetten om deze functie in te schakelen.

U-profielen (EKFT008CA)De U-profielen zijn installatiearmen waarop de buitenunit kanworden geplaatst.

Er wordt geadviseerd deze optie te installeren in koudere strekenmet mogelijk lage omgevingstemperaturen of hevige sneeuwval.

Voor de installatie-instructies, zie de installatiehandleiding van debuitenunit.

4.2.2 Opties voor binnenunit

Gebruikersinterface (EKRUCAL1, EKRUCAL2)De gebruikersinterface wordt als toebehoren met de unitmeegeleverd. Een secundaire gebruikersinterface is optioneelbeschikbaar.

De secundaire gebruikersinterface kan worden aangesloten:

Om beide te hebben:

om een bediening te hebben dicht bij de binnenunit

om de kamerthermostaatfunctie te hebben in de voornaamstete verwarmen ruimte

Om een interface met andere talen te hebben

De secundaire gebruikersinterface EKRUCAL1 bevat de 6 volgendetalen: Engels, Duits, Frans, Nederlands, Italiaans, Spaans.

De secundaire gebruikersinterface EKRUCAL2 bevat andere talen:Engels, Zweeds, Noors, Tsjechisch, Turks, Portugees.

Er kunnen via PC-software talen op de gebruikersinterface geüploadworden of talen kunnen ook van de ene gebruikersinterface naar deandere gekopieerd worden.

Voor de aanwijzingen met betrekking tot het installeren, zie"7.6.6 De gebruikersinterface aansluiten" op pagina 41.

Kamerthermostaat (EKRTWA, EKRTR1)U kunt een optionele kamerthermostaat op de binnenunit aansluiten.Deze thermostaat kan met draad zijn (EKRTWA) of draadloos(EKRTR1).

Voor installatie-instructies, zie de installatiehandleiding van dekamerthermostaat en het bijlageboek voor optionele uitrustingen.

Afstandsensor voor draadloze thermostaat (EKRTETS)U kunt een draadloze binnentemperatuursensor (EKRTETS) alleenin combinatie met de draadloze thermostaat (EKRTR1) gebruiken.

Voor installatie-instructies, zie de installatiehandleiding van dekamerthermostaat en het bijlageboek voor optionele uitrustingen.

Digitale I/O-printplaat (EKRP1HB)De digitale I/O-printplaat is nodig om de volgende signalen televeren:

Alarm-output

Uitgang ruimteverwarming/koeling AAN/UIT

Omschakeling naar externe warmtebron

Alleen voor EHVH/X16-modellen: regelsignaal voorbodemplaatverwarmingskit EKBPHTH16A.

Page 9: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

4 Over de units en opties

Uitgebreide handleiding voor de installateur

9ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split4P313774-1C – 2012.11

Voor installatie-instructies, zie de installatiehandleiding van dedigitale I/O-printplaat en het bijlageboek voor optionele uitrustingen.

Vraag-printplaat (EKRP1AHTA)Om gebruik te kunnen maken van de energiebesparende regelingvia digitale inputs moet u de vraag-printplaat installeren.

Voor installatie-instructies, zie de installatiehandleiding van devraag-printplaat en het bijlageboek voor optionele uitrustingen.

Afstandbinnensensor (KRCS01-1)Standaard wordt de inwendige gebruikersinterfacesensor alskamertemperatuursensor gebruikt.

Optioneel kan de afstandbinnensensor geplaatst worden om dekamertemperatuur vanuit een andere plaats te meten.

Voor installatie-instructies, zie de installatiehandleiding van deafstandbinnensensor en het bijlageboek voor optionele uitrustingen.

INFORMATIE

De afstandbinnensensor kan alleen gebruikt wordenwanneer de gebruikersinterface met dekamerthermostaatfunctie geconfigureerd is.

U kunt alleen hetzij de afstandbinnensensor, hetzij deafstandbuitensensor aansluiten.

Afstandbuitensensor (EKRSCA1)Standaard wordt de sensor in de buitenunit gebruikt om debuitentemperatuur te meten.

Optioneel kan de afstandbuitensensor geplaatst worden om debuitentemperatuur te meten vanuit een andere plaats (bijv. om geendirect zonlicht te hebben) om aldus een beter systeemgedrag tehebben.

Voor de installatie-instructies, zie de installatiehandleiding van deafstandbuitensensor.

INFORMATIE

U kunt alleen hetzij de afstandbinnensensor, hetzij deafstandbuitensensor aansluiten.

PC-configurator (EKPCCAB*)De PC-kabel maakt een verbinding tussen de schakelkast van debinnenunit en een PC. Hij biedt de mogelijkheid verschillendetaalbestanden te uploaden naar de gebruikersinterface enbinnenparameters naar de binnenunit. Voor de beschikbaretaalbestanden, neem contact op met uw lokale dealer.

De software en de overeenstemmende gebruiksaanwijzingen zijnbeschikbaar op het Daikin-extranet.

Voor de installatie-instructies, zie de installatiehandleiding van dePC-kabel.

Lekbakkit (EKHBDPCA2)De lekbak is nodig om het verzamelde condenswater van debinnenunit af te laten. Deze is nodig wanneer de binnenunit tot lagetemperaturen afkoelt en wanneer de aanvoerwatertemperatuur<18°C bedraagt.

Om deze optie in de binnenunit te plaatsen, raadpleeg deinstallatiehandleiding die met deze optiekit werd meegeleverd.

Solarkit (EKSOLHW)De solarkit is vereist om de zontoepassing op de warmtapwatertankaan te sluiten.

Voor de installatie ervan, zie de installatiehandleiding van de solarkiten het bijlageboek voor optionele uitrustingen.

Tank voor warm tapwaterDe tank voor warm tapwater kan op de binnenunit aangeslotenworden om warm tapwater te bekomen.

De tank voor warm tapwater kan in de volgende 2 versies geleverdworden:

Een tank in roestvrij staal (EKHWS en EKHWSU (alleen voor hetVK))

Er zijn 3 types beschikbaar: 150, 200 en 300 liter.

Een geëmailleerde tank (EKHWE en EKHWET (wandmodel)) Er zijn 3 types van EKHWE: 150, 200 en 300 liter. Er is 1 type van EKHWET: 150 liter.

Voor de installatie ervan, zie de installatiehandleiding van de tankvoor warm tapwater en het bijlageboek voor optionele uitrustingen.

4.2.3 Mogelijke combinaties van binnenunit en buitenunit

Binnenunit BuitenunitERLQ004CAV3 ERLQ006CAV3 ERLQ008CAV3

EHBH04CA3V O — —EHBX04CA3V O — —EHBH08CA3V — O OEHBX08CA3V — O OEHBH08CA9W — O OEHBX08CA9W — O O

4.2.4 Mogelijke combinaties van binnenunit en tank voor warm tapwater

Binnenunit Tank voor warm tapwaterEKHWS EKHWSU EKHWE EKHWET

EHBH04CA3V O O O OEHBX04CA3V O O O OEHBH08CA3V O O O O

Page 10: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

5 Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen

Uitgebreide handleiding voor de installateur

10ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split

4P313774-1C – 2012.11

Binnenunit Tank voor warm tapwaterEKHWS EKHWSU EKHWE EKHWET

EHBX08CA3V O O O OEHBH08CA9W O O O OEHBX08CA9W O O O O

5 Richtlijnen met betrekking totmogelijke toepassingen

5.1 Overzicht: Richtlijnen met betrekking totmogelijke toepassingen

Deze richtlijnen bieden een overzicht van de mogelijkheden van hetDaikin-warmtepompsysteem.

OPMERKING

De afbeeldingen in deze richtlijnen zijn alleen terinformatie bedoeld en mogen NIET als dusdanig alsgedetailleerde hydraulische schema's of grafiekengebruikt worden. De gedetailleerde hydraulischemaatvoeringen en het gedetailleerd hydraulisch inevenwicht brengen worden hier NIET getoond; dezemaken deel uit van de verantwoordelijkheden van deinstallateur.

Voor meer informatie over de configuratie-instellingenom de werking van de warmtepomp te optimaliseren,zie "8 Configuratie" op pagina 44.

Dit hoofdstuk bevat richtlijnen om de volgende zaken in of op testellen:

Het ruimteverwarmings-/koelingsysteem in/opstellen

Een extra warmtebron voor ruimteverwarming in/opstellen

De tank voor warm tapwater in/opstellen

De energiemeting instellen

Het energieverbruik instellen

Een externe temperatuursensor opstellen

5.2 Het ruimteverwarmings/koelingsysteemin/opstellen

Het Daikin-warmtepompsysteem levert aanvoerwater aanwarmteafgevers in een of meerdere kamers.

Omdat het systeem de mogelijkheid biedt om de temperatuur in elkekamer zeer soepel te regelen, is het nodig dat u eerst de volgendevragen beantwoordt:

Hoeveel kamers worden er verwarmd (of gekoeld) door hetDaikin-warmtepompsysteem?

Welke soorten warmteafgevers gebruikt u in elke kamer enhoeveel bedraagt hun aanvoertemperatuur waarvoor zijontworpen werden?

Eens de vereisten inzake ruimteverwarming/koeling duidelijk zijn,adviseert Daikin onderstaande in/opstellingsrichtlijnen te volgen.

5.2.1 Een enkele kamer

Vloerverwarming of radiatoren – Kamerthermostaat met draad

Opstelling

B

A

a

A Aanvoerwatertemperatuur primaire zoneB Een enkele kamera Gebruikersinterface die als kamerthermostaat

gebruikt wordt

De vloerverwarming of radiatoren zijn rechtstreeks op debinnenunit aangesloten.

De kamertemperatuur wordt geregeld door de gebruikersinterface,die als kamerthermostaat gebruikt wordt. Mogelijke installaties:

De gebruikersinterface (standaardapparatuur) is in de kamergeplaatst en wordt als kamerthermostaat gebruikt

De gebruikersinterface (standaardapparatuur) is bij debinnenunit geplaatst en wordt als regelaar gebruikt dicht bij debinnenunit + de gebruikersinterface (optionele apparatuurEKRUCAL) is in de kamer geplaatst en wordt alskamerthermostaat gebruikt

Configuratie

Instelling WaardeTemperatuurregeling van de unit:

#: [A.2.1.7]

Code: [C-07]

2 (Best. kmrthrmst): De unitwerkt op basis van deomgevingstemperatuur van degebruikersinterface.

Aantal watertemperatuurzones:

#: [A.2.1.8]

Code: [7-02]

0 (1 AWT-zone): Primair

Voordelen Economisch. U hebt GEEN additionele externe

kamerthermostaat nodig.

Grootste comfort en effectiviteit. De slimmekamerthermostaatfunctie kan de gewensteaanvoerwatertemperatuur verhogen of verlagen op basis van dewerkelijke kamertemperatuur (aanpassing). Dit resulteert involgende zaken:

Een stabiele kamertemperatuur die aan de gewenstetemperatuur voldoet (groter comfort)

Minder AAN/UIT-cycli (stiller, groter comfort en grotereeffectiviteit)

De laagst mogelijke aanvoerwatertemperatuur (grotereeffectiviteit)

Page 11: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

5 Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen

Uitgebreide handleiding voor de installateur

11ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split4P313774-1C – 2012.11

Gemakkelijk. U kunt de gewenste kamertemperatuur gemakkelijkvia de gebruikersinterface instellen:

Voor uw dagelijkse behoeften kunt u voorgeprogrammeerdewaarden en programma's gebruiken.

Om af te wijken van uw dagelijkse behoeften kunt u tijdelijkafwijken van de voorgeprogrammeerde waarden enprogramma's, de vakantiestand gebruiken...

Vloerverwarming of radiatoren – Draadlozekamerthermostaat

Opstelling

B

A

b

a

A Aanvoerwatertemperatuur primaire zoneB Een enkele kamera Ontvanger voor de draadloze externe

kamerthermostaatb Draadloze externe kamerthermostaat

De vloerverwarming of radiatoren zijn rechtstreeks op debinnenunit aangesloten.

De kamertemperatuur wordt geregeld door de draadloze externekamerthermostaat (optionele apparatuur EKRTR1).

Configuratie

Instelling WaardeTemperatuurregeling van de unit:

#: [A.2.1.7]

Code: [C-07]

1 (Bst xt kmrthrms): De unit werktop basis van de externethermostaat.

Aantal watertemperatuurzones:

#: [A.2.1.8]

Code: [7-02]

0 (1 AWT-zone): Primair

Externe kamerthermostaat voorde primaire zone:

#: [A.2.2.4]

Code: [C-05]

Configureer volgens deopstelling:

1 (Thermo AAN/UIT): Als degebruikte externekamerthermostaat ofwarmtepompconvector enkeleen thermo AAN/UIT-staat kansturen. Geen onderscheidtussen een vraag naarverwarming of een vraag naarkoeling.

2 (Verw/koel vraag): Als degebruikte externekamerthermostaat eengescheiden verwarm-/koelthermo AAN/UIT-staat kansturen.

Voordelen Draadloos. De Daikin externe kamerthermostaat is beschikbaar

in een draadloze versie.

Effectiviteit. Hoewel de externe kamerthermostaat alleen AAN/UIT-signalen doorstuurt, werd hij specifiek voor hetwarmtepompsysteem ontworpen.

Comfort . In het geval van vloerverwarming zorgt de draadlozeexterne kamerthermostaat ervoor dat er tijdens het koelen geencondensatie op de vloer optreedt door de vochtigheid in de kamerte meten.

Warmtepompconvectoren

Opstelling

B

A

a

A Aanvoerwatertemperatuur primaire zoneB Een enkele kamera Afstandsbediening van de warmtepompconvectoren

De warmtepompconvectoren zijn rechtstreeks op de binnenunitaangesloten.

De gewenste kamertemperatuur wordt ingesteld via deafstandsbediening van de warmtepompconvectoren.

Het signaal om ruimteverwarming/koeling te vragen wordt naareen digitale input op de binnenunit gestuurd (X2M/1 en X2M/4).

De bedrijfsmodus wordt naar de warmtepompconvectorengestuurd door een digitale output op de binnenunit (X2M/33 enX2M/34).

INFORMATIE

Wanneer meerdere warmtepompconvectoren gebruiktworden, controleer of elke warmtepompconvector weldegelijk het infraroodsignaal ontvangt van deafstandsbediening van de warmtepompconvectoren.

Configuratie

Instelling WaardeTemperatuurregeling van de unit:

#: [A.2.1.7]

Code: [C-07]

1 (Bst xt kmrthrms): De unit werktop basis van de externethermostaat.

Aantal watertemperatuurzones:

#: [A.2.1.8]

Code: [7-02]

0 (1 AWT-zone): Primair

Externe kamerthermostaat voorde primaire zone:

#: [A.2.2.4]

Code: [C-05]

1 (Thermo AAN/UIT): Als degebruikte externekamerthermostaat ofwarmtepompconvector enkel eenthermo AAN/UIT-staat kansturen. Geen onderscheid tusseneen vraag naar verwarming ofeen vraag naar koeling.

Voordelen Koeling. De warmtepompconvector biedt naast een

verwarmingscapaciteit ook een uitstekende koelcapaciteit.

Effectiviteit. Optimale energie-effectiviteit omwille van deonderlingeverbindingfunctie.

Stijlvol.

Page 12: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

5 Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen

Uitgebreide handleiding voor de installateur

12ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split

4P313774-1C – 2012.11

Combinatie: Vloerverwarming +Warmtepompconvectoren De ruimteverwarming wordt bezorgt door:

De vloerverwarming

De warmtepompconvectoren

De ruimtekoeling wordt alleen door de warmtepompconvectorengeleverd. De vloerverwarming wordt door de afsluiter afgesloten.

Opstelling

B

A

a

M1

A Aanvoerwatertemperatuur primaire zoneB Een enkele kamera Afstandsbediening van de warmtepompconvectoren

De warmtepompconvectoren zijn rechtstreeks op de binnenunitaangesloten.

Een afsluiter (ter plaatse te voorzien) wordt voor devloerverwarming geplaatst om condensatie op de vloer tevermijden tijdens het koelen.

De gewenste kamertemperatuur wordt ingesteld via deafstandsbediening van de warmtepompconvectoren.

Het signaal om ruimteverwarming/koeling te vragen wordt naareen digitale input op de binnenunit gestuurd (X2M/1 en X2M/4)

De bedrijfsmodus wordt naar de volgende toestellen door eendigitale output op de binnenunit gestuurd (X2M/33 en X2M/34):

De warmtepompconvectoren

De afsluiter

Configuratie

Instelling WaardeTemperatuurregeling van de unit:

#: [A.2.1.7]

Code: [C-07]

1 (Bst xt kmrthrms): De unit werktop basis van de externethermostaat.

Aantal watertemperatuurzones:

#: [A.2.1.8]

Code: [7-02]

0 (1 AWT-zone): Primair

Externe kamerthermostaat voorde primaire zone:

#: [A.2.2.4]

Code: [C-05]

1 (Thermo AAN/UIT): Als degebruikte externekamerthermostaat ofwarmtepompconvector enkel eenthermo AAN/UIT-staat kansturen. Geen onderscheid tusseneen vraag naar verwarming ofeen vraag naar koeling.

Voordelen Koeling. De warmtepompconvectoren bieden naast een

verwarmingscapaciteit ook een uitstekende koelcapaciteit.

Effectiviteit. Vloerverwarming levert de beste prestaties metAltherma LT.

Comfort. De combinatie van twee soorten warmteafgevers zorgtvoor:

Het uitstekend verwarmingscomfort van de vloerverwarming

Het uitstekend koelcomfort van de warmtepompconvectoren

5.2.2 Meerdere kamers – 1 AWT-zoneAls alleen 1 aanvoerwatertemperatuurzone nodig is, omdat degewenste aanvoerwatertemperatuur van alle warmteafgeversdezelfde is, hebt u GEEN mengklepstation nodig (economisch).

Voorbeeld: Als het warmtepompsysteem gebruikt wordt om 1 vloerte verwarmen, waarbij alle kamers dezelfde warmteafgevershebben.

Vloerverwarming of radiatoren – ThermostaatkranenAls u de kamers met vloerverwarming of radiatoren verwarmt, wordtde temperatuur van de primaire kamer meestal via een thermostaatgeregeld (dit kan de gebruikersinterface zijn of een externekamerthermostaat), terwijl de temperatuur in de andere kamers viathermostaatkranen geregeld wordt: deze openen of sluiten zich infunctie van de kamertemperatuur.

Opstelling

T

B C

A

a

A Aanvoerwatertemperatuur primaire zoneB Kamer 1C Kamer 2a Gebruikersinterface

De vloerverwarming van de primaire kamer is rechtstreeks op debinnenunit aangesloten.

De kamertemperatuur van de primaire kamer wordt geregeld doorde gebruikersinterface die als thermostaat gebruikt wordt.

Een thermostaatkraan is voor de vloerverwarming in elk van deandere kamers geplaatst.

INFORMATIE

Pas op met situaties waar de primaire kamer door eenandere verwarmingsbron verwarmd kan worden.Voorbeeld: open haarden.

Configuratie

Instelling WaardeTemperatuurregeling van de unit:

#: [A.2.1.7]

Code: [C-07]

2 (Best. kmrthrmst): De unitwerkt op basis van deomgevingstemperatuur van degebruikersinterface.

Aantal watertemperatuurzones:

#: [A.2.1.8]

Code: [7-02]

0 (1 AWT-zone): Primair

Voordelen Economisch.

Page 13: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

5 Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen

Uitgebreide handleiding voor de installateur

13ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split4P313774-1C – 2012.11

Gemakkelijk. Zelfde installatie als voor 1 kamer, maar metthermostaatkranen.

Vloerverwarming of radiatoren – Meerdere externekamerthermostaten

Opstelling

M2M1

B C

A

a a

b

A Aanvoerwatertemperatuur primaire zoneB Kamer 1C Kamer 2a Externe kamerthermostaatb Omloopklep

Voor elke kamer wordt een (ter plaatse te voorziene) afsluitergeplaatst om geen toevoer van aanvoerwater te hebben wanneerer geen verwarming of koeling gevraagd wordt.

Er moet een omloopklep geplaatst worden om het water opnieuwte laten circuleren wanneer alle afsluiters gesloten zijn.

De bedrijfsmodus wordt ingesteld door de gebruikersinterfaceaangesloten op de binnenunit. Let op: de bedrijfsmodus van elkekamerthermostaat moet ingesteld worden om overeen testemmen met de binnenunit.

De kamerthermostaten zijn op de afsluiters aangesloten, maarmoeten NIET op de binnenunit worden aangesloten. Debinnenunit zal constant aanvoerwater leveren, met demogelijkheid een aanvoerwaterprogramma te programmeren.

Configuratie

Instelling WaardeTemperatuurregeling van de unit:

#: [A.2.1.7]

Code: [C-07]

0 (Besturing AWT): De unit werktop basis van deaanvoerwatertemperatuur.

Aantal watertemperatuurzones:

#: [A.2.1.8]

Code: [7-02]

0 (1 AWT-zone): Primair

VoordelenVergeleken met vloerverwarming of radiatoren voor 1 kamer:

Comfort. U kunt de gewenste kamertemperatuur, inclusiefprogramma's, voor elke kamer via de kamerthermostateninstellen.

Warmtepompconvectoren

Opstelling

B

A

a a

C

A Aanvoerwatertemperatuur primaire zoneB Kamer 1C Kamer 2a Afstandsbediening van de warmtepompconvectoren

De gewenste kamertemperatuur wordt ingesteld via deafstandsbediening van de warmtepompconvectoren.

De bedrijfsmodus wordt ingesteld door de gebruikersinterfaceaangesloten op de binnenunit.

De signalen van elke warmtepompconvector om verwarming ofkoeling te vragen zijn in parallel op de digitale input van debinnenunit aangesloten (X2M/1 en X2M/4). De binnenunit zalalleen aanvoerwatertemperatuur leveren wanneer dit werkelijkgevraagd wordt.

INFORMATIE

Voor nog meer comfort en betere prestaties, adviseertDaikin de optie met afsluiterkit EKVKHPC op elkewarmtepompconvector te plaatsen.

Configuratie

Instelling WaardeTemperatuurregeling van de unit:

#: [A.2.1.7]

Code: [C-07]

1 (Bst xt kmrthrms): De unit werktop basis van de externethermostaat.

Aantal watertemperatuurzones:

#: [A.2.1.8]

Code: [7-02]

0 (1 AWT-zone): Primair

VoordelenVergeleken met de warmtepompconvectoren voor 1 kamer:

Comfort. U kunt de gewenste kamertemperatuur, inclusiefprogramma's, voor elke kamer via de afstandsbediening van dewarmtepompconvectoren instellen.

Page 14: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

5 Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen

Uitgebreide handleiding voor de installateur

14ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split

4P313774-1C – 2012.11

Combinatie: Vloerverwarming +Warmtepompconvectoren

Opstelling

b

B C

A

a

M1

M1

A Aanvoerwatertemperatuur primaire zoneB Kamer 1C Kamer 2a Externe kamerthermostaatb Afstandsbediening van de warmtepompconvectoren

Voor elke kamer met warmtepompconvectoren: dewarmtepompconvectoren zijn rechtstreeks op de binnenunitaangesloten.

Voor elke kamer met vloerverwarming: er zijn twee (ter plaatse tevoorziene) afsluiters voor de vloerverwarming:

Een afsluiter om te verhinderen dat warm water geleverd wordtwanneer de kamer niet vraagt om verwarmd te worden

Een afsluiter om geen condensatie op de vloer te hebbentijdens het koelen van de kamers met warmtepompconvectoren

Voor elke kamer met warmtepompconvectoren: de gewenstekamertemperatuur wordt via de afstandsbediening van dewarmtepompconvectoren ingesteld.

Voor elke kamer met vloerverwarming: de gewenstekamertemperatuur wordt via de externe (draadloze of bedrade)kamerthermostaat ingesteld.

De bedrijfsmodus wordt ingesteld door de gebruikersinterfaceaangesloten op de binnenunit. Let op: de bedrijfsmodus van elkeexterne kamerthermostaat en afstandsbediening van dewarmtepompconvectoren moet ingesteld worden om met debinnenunit overeen te stemmen.

INFORMATIE

Voor nog meer comfort en betere prestaties, adviseertDaikin de optie met afsluiterkit EKVKHPC op elkewarmtepompconvector te plaatsen.

Configuratie

Instelling WaardeTemperatuurregeling van de unit:

#: [A.2.1.7]

Code: [C-07]

0 (Besturing AWT): De unit werktop basis van deaanvoerwatertemperatuur.

Aantal watertemperatuurzones:

#: [A.2.1.8]

Code: [7-02]

0 (1 AWT-zone): Primair

5.2.3 Meerdere kamers – Twee AWT-zonesAls de warmteafgevers die voor elke kamer gekozen werden, voorverschillende aanvoerwatertemperaturen ontworpen zijn, kunt uverschillende aanvoerwatertemperatuurzones gebruiken (maximum2).

In dit document:

Primaire zone = de zone met de laagste ontwerptemperatuur inverwarming en de hoogste ontwerptemperatuur in koeling

Secundaire zone = de andere zone

VOORZICHTIG

Als er meer dan een aanvoerwaterzone is, moet u steedseen mengklepstation in de primaire zone plaatsen om deaanvoerwatertemperatuur te verlagen (in verwarming)/teverhogen (in koeling) als de secundaire zone verwarming/koeling vraagt.

Typisch voorbeeld:

Kamer (zone) Warmteafgevers:ontwerptemperatuur

Woonkamer (primaire zone) Vloerverwarming:

In verwarming: 35°C

In koeling: 20°C (alleenverfrissen, geen echte koelingtoegestaan)

Slaapkamers (secundaire zone) Warmtepompconvectoren:

In verwarming: 45°C

In koeling: 12°C

Opstelling

B

A

a a

C

E

D

b

cd

A Aanvoerwatertemperatuur secundaire zoneB Kamer 1C Kamer 2D Aanvoerwatertemperatuur primaire zoneE Kamer 3a Afstandsbediening van de warmtepompconvectorenb Gebruikersinterfacec Mengklepstationd Drukregelklep

INFORMATIE

Monteer een drukregelklap voor het mengklepstation. Dereden hiervoor is om een evenwichtige waterdebiet tehebben tussen de aanvoerwatertemperatuur voor deprimaire zone en de aanvoerwatertemperatuur voor desecundaire zone in functie van de nodige capaciteit voorbeide watertemperatuurzones.

Page 15: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

5 Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen

Uitgebreide handleiding voor de installateur

15ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split4P313774-1C – 2012.11

Voor de primaire zone:

Een mengklepstation is voor de vloerverwarming geplaatst.

De pomp van het mengklepstation wordt gestuurd door hetAAN/UIT-signaal van de binnenunit (X2M/5 en X2M/7; normaal-dicht-output voor de afsluiters).

De kamertemperatuur wordt geregeld door degebruikersinterface, die als kamerthermostaat gebruikt wordt.

Voor de secundaire zone:

De warmtepompconvectoren zijn rechtstreeks op de binnenunitaangesloten.

De gewenste kamertemperatuur wordt voor elke kameringesteld via de afstandsbediening van dewarmtepompconvectoren.

De signalen van elke warmtepompconvector om verwarming ofkoeling te vragen zijn in parallel op de digitale input van debinnenunit aangesloten (X2M/1 en X2M/4). De binnenunit zalalleen de gewenste secundaire aanvoerwatertemperatuurleveren wanneer dit werkelijk gevraagd wordt.

De bedrijfsmodus wordt ingesteld door de gebruikersinterfaceaangesloten op de binnenunit. Let op: de bedrijfsmodus van elkeexterne afstandsbediening van de warmtepompconvectoren moetingesteld worden om met de binnenunit overeen te stemmen.

Configuratie

Instelling WaardeTemperatuurregeling van de unit:

#: [A.2.1.7]

Code: [C-07]

2 (Best. kmrthrmst): De unitwerkt op basis van deomgevingstemperatuur van degebruikersinterface.

Opmerking:

Primaire kamer =gebruikersinterface gebruiktals kamerthermostaatfunctie

Andere kamers = externekamerthermostaatfunctie

Aantal watertemperatuurzones:

#: [A.2.1.8]

Code: [7-02]

1 (2 AWT-zones): Primair +secundair

In geval vanwarmtepompconvectoren:

Externe kamerthermostaat voorde secundaire zone:

#: [A.2.2.5]

Code: [C-06]

1 (Thermo AAN/UIT): Als degebruikte externekamerthermostaat ofwarmtepompconvector enkel eenthermo AAN/UIT-staat kansturen. Geen onderscheid tusseneen vraag naar verwarming ofeen vraag naar koeling.

Output afsluiter Ingesteld om de thermovraagvan de primaire zone te volgen.

Afsluiter Als de primaire zone tijdens dekoelstand afgesloten moetworden om geen condensatie opde vloer te hebben, stel dit dandienovereenkomstig in.

Op het mengklepstation Stel de gewenste primaireaanvoerwatertemperatuur voorverwarming en/of koeling in.

Voordelen Comfort.

De slimme kamerthermostaatfunctie kan de gewensteaanvoerwatertemperatuur verhogen of verlagen op basis vande werkelijke kamertemperatuur (aanpassing).

De combinatie van de twee warmteafgiftesystemen biedt hetexcellent verwarmingscomfort voor de vloerverwarming entevens het excellent koelcomfort van dewarmtepompconvectoren.

Effectiviteit. Afhankelijk van de vraag zal de binnenunit verschillende

aanvoerwatertemperaturen leveren om aan de gewenstetemperatuur van de verschillende warmteafgevers te voldoen.

Vloerverwarming levert de beste prestaties met Altherma LT.

5.3 Een extra warmtebron voorruimteverwarming in/opstellen

Ruimteverwarming kan worden geleverd door:

De binnenunit

Een op het systeem aangesloten extra (ter plaatse tevoorziene) ketel

Als de kamerthermostaat om verwarming vraagt, zal de binnenunitof de extra ketel beginnen te werken in functie van debuitentemperatuur (status van de omschakeling naar een externewarmtebron). Als de extra ketel de toelating krijgt, wordt deruimteverwarming door de binnenunit UITgeschakeld.

Een bivalente werking is alleen mogelijk voor ruimteverwarming,NIET om warm tapwater te produceren. Het warm tapwater wordtaltijd door de op de binnenunit aangesloten warmtapwatertankgeproduceerd.

INFORMATIE

Tijdens het verwarmen via de warmtepomp zal dewarmtepomp werken om de gewenste temperatuur tebereiken die via de gebruikersinterface werd ingesteld.Wanneer de weersafhankelijke werking geactiveerd is,wordt de watertemperatuur automatisch bepaald opbasis van de buitentemperatuur.

Tijdens het verwarmen via de extra ketel zal de extraketel werken om de gewenste watertemperatuur tebereiken die via de bediening van de extra ketel werdingesteld.

Page 16: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

5 Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen

Uitgebreide handleiding voor de installateur

16ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split

4P313774-1C – 2012.11

Opstelling Integreer de extra ketel als volgt: Alleen voor EHBH/X

a b c d e f g h j

FHL1

FHL2

FHL3

M

h

i

il

kf

m

n

Alleen voor EHVH/X

a b c de f

f

g h j

FHL1

FHL2

FHL3

M

h

i

il

k

m

n

a Buitenunitb Binnenunitc Warmtewisselaard Back-upverwarminge Pompf Afsluiterg Gemotoriseerde 3-wegklep (geleverd bij de

warmtapwatertank)h Terugslagklep (ter plaatse te voorzien)i Afsluiter (ter plaatse te voorzien)j Verdeelstuk (ter plaatse te voorzien)

k Extra ketel (ter plaatse te voorzien)l Aquastat-klep (ter plaatse te voorzien)

m Warmtapwatertank (EHBH/X: optie)n Warmtewisselaarspoel

FHL1...3 Vloerverwarming

OPMERKING

Controleer of de extra ketel en zijn integratie in hetsysteem voldoen aan de geldende wetgeving.

Daikin is NIET verantwoordelijk voor foute of onveiligesituaties in het systeem van de extra ketel.

Zorg ervoor dat het retourwater naar de warmtepomp NIET hogeris dan 55°C. Om dit te bereiken:

Stel de gewenste watertemperatuur via bediening van de extraketel in op maximum 55°C.

Plaats een aquastatklep in het retourwaterdebiet van dewarmtepomp.

Stel de aquastatklep in om dicht te gaan boven de 55°C enopen te gaan onder de 55°C.

Plaats terugslagkleppen.

Zorg ervoor dat er maar 1 expansievat in het watercircuitaanwezig zijn. De binnenunit is al uitgerust met een expansievat.

Plaats de digitale I/O-printplaat (optie EKRP1HB).

Sluit X1 en X2 (omschakeling naar externe warmtebron) op deprintplaat aan op de thermostaat van de extra ketel.

Om de warmteafgevers in/op te stellen, zie "5.2 Hetruimteverwarmings-/koelingsysteem in/opstellen" op pagina 10.

ConfiguratieVia de gebruikersinterface (snelle wizard):

Stel het gebruik van een bivalent systeem in als externewarmtebron.

Stel de bivalente temperatuur en de hysteresis in.

OPMERKING

Zorg ervoor dat de bivalent hysteresis voldoendedifferentiaal heeft, zodat er niet veelvuldig tussen debinnenunit en de extra ketel omgeschakeld wordt.

Aangezien de buitentemperatuur door deluchtthermistor van de buitenunit gemeten wordt, plaatsde buitenunit in de schaduw, zodat deze NIET doorrechtstreeks zonlicht beïnvloed wordt of erdoorAAN/UIT wordt gezet.

Veelvuldig omschakelen kan corrosie van de extraketel veroorzaken. Voor meer informatie, neem contactop met de fabrikant van de extra ketel.

Door een hulpcontact besliste omschakeling naar externewarmtebron Alleen mogelijk voor een regeling via een externe

kamerthermostaat EN één aanvoerwatertemperatuurzone (zie"5.2 Het ruimteverwarmings-/koelingsysteem in/opstellen" oppagina 10).

Het hulpcontact kan zijn:

Een buitentemperatuurthermostaat

Een stroomtarievencontact

Een handmatig bediend contact

Opstelling: verbind de volgende ter plaatse te voorzienebedrading:

L

N

H Com

A

K2AK1A

X2M BTI

K2AK1A

Indoor/Auto/Boiler

1 2 3 4 X Y

Indoor

Page 17: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

5 Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen

Uitgebreide handleiding voor de installateur

17ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split4P313774-1C – 2012.11

BTI Input ketelthermostaatA Hulpcontact (normaal dicht)H Vraag om verwarming kamerthermostaat (optioneel)

K1A Hulprelais voor inschakelen van binnenunit (terplaatse te voorzien)

K2A Hulprelais voor inschakelen van ketel (ter plaatse tevoorzien)

Indoor BinnenunitAuto Automatisch

Boiler Ketel

OPMERKING

Zorg ervoor dat het hulpcontact voldoende differentiaalof tijdsvertraging heeft, zodat er niet veelvuldig tussende binnenunit en de extra ketel omgeschakeld wordt.

Als het hulpcontact een buitentemperatuurthermostaatis, moet de thermostaat in de schaduw geplaatstworden, zodat hij niet door de zon beïnvloed of AAN/UITgeschakeld wordt.

Veelvuldig omschakelen kan corrosie van de extraketel veroorzaken. Voor meer informatie, neem contactop met de fabrikant van de extra ketel.

5.4 De tank voor warm tapwater in/opstellenDe warmtapwatertank kan:

In de binnenunit zitten

In optie autonoom geplaatst worden

5.4.1 Systeemlayout – Ingebouwdewarmtapwatertank

Alleen voor EHVH/X.

FHL1

FHL2

FHL3

M

UIa b c d hh if

e

g

a Buitenunitb Binnenunitc Warmtewisselaard Back-upverwarminge Pompf Gemotoriseerde 3-wegklepg Warmtapwatertankh Afsluiteri Verdeelstuk (ter plaatse te voorzien)

FHL1...3 VloerverwarmingUI Gebruikersinterface

5.4.2 Systeemlayout – Autonomewarmtapwatertank

Alleen voor EHBH/X.

FHL1

FHL2

FHL3

M

a b c d e hf g

f

i j

a Buitenunitb Binnenunitc Warmtewisselaard Back-upverwarminge Pompf Afsluiterg Gemotoriseerde 3-wegkleph Verdeelstuk (ter plaatse te voorzien)i Warmtapwatertankj Warmtewisselaarspoel

FHL1...3 Vloerverwarming

5.4.3 Het volume en de gewenste temperatuurselecteren voor de warmtapwatertank

Mensen ervaren water als warm als het water een temperatuur van40°C heeft. Om deze reden wordt het warmtapwaterverbruik steedsuitgedrukt in equivalent warmwatervolume aan 40°C. U kuntevenwel de temperatuur van de warmtapwatertank hoger instellen(op 53°C, bijv.) en dit water dan met koud water (op 15°C, bijv.)vermengen.

Het volume en de gewenste temperatuur selecteren voor dewarmtapwatertank omvat:1 Het warmtapwaterverbruik bepalen (equivalent

warmwatervolume op 40°C).2 Het volume en de gewenste temperatuur voor de

warmtapwatertank bepalen.

Mogelijke warmtapwatertankvolumes

Type Mogelijke volumesIngebouwde warmtapwatertank 180 l

260 lAutonome warmtapwatertank 150 l

200 l

300 l

Tips om energie te besparen Als het warmtapwaterverbruik van dag tot dag verschilt, kunt u

een weekprogramma programmeren met verschillende gewenstewarmtapwatertanktemperaturen voor elke dag.

Hoe lager de gewenste warmtapwatertanktemperatuur, hoeeconomischer. Door een grotere warmtapwatertank te selecteren,kunt u de gewenste warmtapwatertanktemperatuur verlagen.

De warmtepomp zelf kan warm tapwater van maximum 55°Cproduceren (50°C als de buitentemperatuur laag is). Deelektrische weerstand in de warmtepomp kan deze temperatuurverhogen. Hierdoor verbruikt deze echter meer energie. Daikin

Page 18: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

5 Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen

Uitgebreide handleiding voor de installateur

18ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split

4P313774-1C – 2012.11

adviseert de gewenste warmtapwatertanktemperatuur lager dan55°C in te stellen om de elektrische weerstand niet te moetengebruiken.

Hoe hoger de buitentemperatuur, hoe beter de warmtepomppresteert.

Als de energieprijzen dezelfde zijn overdag als 's nachts,adviseert Daikin de warmtapwatertank overdag op te warmen.

Als de energieprijzen 's nachts lager zijn, adviseert Daikin dewarmtapwatertank 's nacht op te warmen.

Als de warmtepomp warm tapwater produceert, kan deze geenruimte verwarmen. Als u gelijktijdig warm tapwater enruimteverwarming nodig hebt, adviseert Daikin het warm tapwater's nachts te produceren wanneer er minder ruimteverwarminggevraagd wordt.

Het warmtapwaterverbruik bepalenAntwoord de volgende vragen en bereken het warmtapwaterverbruik(equivalent warmwatervolume op 40°C) met de typischewatervolumes:

Vraag Typisch watervolumeHoeveel douches zijn er per dagnodig?

1 douche = 10 min x 10 l/min =100 l

Hoeveel baden zijn er per dagnodig?

1 bad = 150 l

Hoeveel water is er per dagnodig voor de gootsteen?

1 gootsteen = 2 min x 5 l/min =10 l

Zijn er andere behoeften aanwarm tapwater?

Voorbeeld: als het warmtapwaterverbruik van een gezin(4 personen) per dag als volgt verdeeld is:

3 douches

1 bad

3 gootsteenvolumes

Dan bedraagt het warmtapwaterverbruik = (3x100 l) + (1x150 l) +(3x10 l) = 480 l

Het volume en de gewenste temperatuur voor dewarmtapwatertank bepalen

Formule VoorbeeldV1 = V2 + V2 x (T2−40) / (40−T1) Als:

V2 = 180 l

T2 = 54°C

T1 = 15°C

Dan is V1 = 280 lV2 = V1 x (40−T1) / (T2−T1) Als:

V1 = 480 l

T2 = 54°C

T1 = 15°C

Dan is V2 = 307 l

V1: Warmtapwaterverbruik (equivalent warmwatervolume op 40°C)V2: Nodig warmtapwatertankvolume als slechts 1 maal opgewarmdT2: Temperatuur warmtapwatertankT1: Temperatuur koud water

5.4.4 Instelling en configuratie – Warmtapwatertank

Voor grote warmtapwaterverbruiken kunt u de warmtapwatertankmeerdere malen overdag opwarmen.

Op de warmtapwatertank op te warmen tot de gewenstewarmtapwatertanktemperatuur kunt u de volgendeenergiebronnen gebruiken:

De thermodynamische cyclus van de warmtepomp

De elektrische back-upverwarming (voor een ingebouwdewarmtapwatertank)

De elektrische boosterverwarming (voor een autonomewarmtapwatertank)

Zonnepanelen

Voor meer informatie over de volgende onderwerpen:

Het energieverbruik optimaliseren om warm tapwater teproduceren: zie "8 Configuratie" op pagina 44.

De elektrische bedrading van de autonome warmtapwatertankop de binnenunit aansluiten: zie de installatiehandleiding van dewarmtapwatertank.

De waterleidingen van de autonome warmtapwatertank op debinnenunit aansluiten: zie de installatiehandleiding van dewarmtapwatertank.

5.4.5 Combinatie: Autonome warmtapwatertank+ Zonnepanelen

Door de warmtapwatertank op zonnepanelen aan te sluiten, kan dewarmtapwatertank met zonne-energie opgewarmd worden.

Voor installatie-instructies, zie de installatiehandleiding van desolarkit en het bijlageboek voor optionele uitrustingen.

M

a

c

db

c.1c.2

c.3 e

c.4

f≥0.5 m

a Zonnepanelenb Zonnepompstationc Zonnepompstationbediening met

temperatuursensorenc1 Tanktemperatuursensorc2 Temperatuursensor retour naar zonnepanelenc3 Toevoertemperatuur met debietmeter vanuit

zonnepanelenc4 Temperatuursensor zonnepanelend Solarkite Warmtapwatertemperatuursensor van de unitf Elektromagnetische 2-wegklep (alleen voor Ver.

Kon.) Verplichting te voldoen aan de G3-bouwvoorschriften van het Verenigd Koninkrijk.

Verwarmingsinstallatie Voorbeeld van unit

Page 19: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

5 Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen

Uitgebreide handleiding voor de installateur

19ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split4P313774-1C – 2012.11

5.4.6 Warmtapwaterpomp voor ogenblikkelijkwarm water

Opstelling

c

fa

bg

h

i

a Binnenunitb Warmtapwatertankc Warmtapwaterpompf Doucheg Koud waterh UITGANG warm tapwateri Hercirculatieverbinding

Door een warmtapwaterpomp aan te sluiten stroomt ogenblikkelijkwarm water uit de kraan.

De warmtapwaterpomp en de plaatsing ervan zijn ter plaatse tevoorzien en vallen onder de verantwoordelijkheid van deinstallateur.

Voor meer informatie over het aansluiten van dehercirculatieverbinding:

voor een ingebouwde warmtapwatertank: zie "7 Installatie" oppagina 29,

voor een autonome warmtapwatertank: zie deinstallatiehandleiding van de warmtapwatertank.

Configuratie Voor meer informatie, zie "8 Configuratie" op pagina 44.

U kunt een programma programmeren om de warmtapwaterpompvia de gebruikersinterface te bedienen. Voor meer informatie, ziede uitgebreide handleiding voor de gebruiker.

5.4.7 Warmtapwaterpomp voor desinfectie

Opstelling

c

a

bd f

e g

h

i

a Binnenunitb Warmtapwatertankc Warmtapwaterpompd Verwarmingselemente Terugslagklepf Doucheg Koud waterh UITGANG warm tapwateri Hercirculatieverbinding

De warmtapwaterpomp en de plaatsing ervan zijn ter plaatse tevoorzien en vallen onder de verantwoordelijkheid van deinstallateur.

Voor een ingebouwde warmtapwatertank kan de temperatuur vande warmtapwatertank tot maximum 60°C ingesteld worden. Indiende geldende wetgeving een hogere desinfectietemperatuurvoorschrijft, kunt u (zoals hoger getoond) een warmtapwaterpompen een verwarmingselement aansluiten.

Indien de geldende wetgeving vereist dat de waterleidingen tot hetaftappunt gedesinfecteerd worden, kunt u een warmtapwaterpompen een verwarmingselement (indien nodig) zoals hoger getoondaansluiten.

ConfiguratieDe binnenunit kan de werking van de warmtapwaterpomp regelen.Voor meer informatie, zie "8 Configuratie" op pagina 44.

5.5 De energiemeting instellen Via de gebruikersinterface kunt u de volgende energiegegevens

aflezen:

Geproduceerde warmte

Verbruikte energie

U kunt de energiegegevens aflezen:

Voor de ruimteverwarming

Voor de ruimtekoeling

Om warm tapwater te produceren

U kunt de energiegegevens aflezen:

Per maand

Per jaar

INFORMATIE

De berekende geproduceerde warmte en energieverbruikzijn bij benadering, daar de nauwkeurigheid nietgegarandeerd kan worden.

5.5.1 Geproduceerde warmte Toepasbaar op alle modellen.

De geproduceerde warmte wordt intern berekend op basis van:

De aanvoerwatertemperatuur en de retourwatertemperatuur

Het debiet

Het energieverbruik van de boosterverwarming (indien vantoepassing) in de warmtapwatertank

Op/instelling en configuratie:

Geen bijkomend apparatuur nodig.

Alleen wanneer een boosterverwarming in het systeemaanwezig is, meet dan zijn capaciteit (door de weerstand temeten) en stel de capaciteit via de gebruikersinterface in.Voorbeeld: Als u een boosterverwarmingsweerstand van 17,1 Ωmeet, bedraagt de capaciteit van de boosterverwarming op230 V 3100 W.

5.5.2 Verbruikte energieU kunt de verbruikte energie op de volgende manieren bepalen:

Door het te berekenen

Via metingen

INFORMATIE

U kunt deze manieren niet combineren: de verbruikteenergie berekenen (voor de back-upverwarming, bijv.) ende verbruikte energie meten (voor de buitenunit, bijv.) gaatdus niet. Als u dat toch zou doen, zullen deenergiegegevens fout zijn.

De verbruikte energie berekenen Alleen van toepassing voor EHBH/X04+08 en EHVH/X04+08.

De verbruikte energie wordt intern berekend op basis van:

Het werkelijk opgenomen vermogen van de buitenunit

De ingestelde capaciteit van de back-upverwarming en deboosterverwarming

De spanning

Page 20: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

5 Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen

Uitgebreide handleiding voor de installateur

20ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split

4P313774-1C – 2012.11

In/opstelling en configuratie: om juiste energiegegevens tebekomen, meet de capaciteit (door de weerstand te meten) en stelde capaciteit via de gebruikersinterface in voor:

De back-upverwarming (stap 1 en stap 2)

De boosterverwarming

De verbruikte energie meten Toepasbaar op alle modellen.

Deze manier heeft de voorkeur omdat ze nauwkeuriger is.

Ze vereist wel externe energiemeters.

Op/instelling en configuratie:

Voor de kenmerken van elk type van meter, zie "15 Technischegegevens" op pagina 81.

Wanneer elektrische-energiemeters gebruikt worden, stel hetaantal pulsen/kWh voor elke energiemeter in via degebruikersinterface. De gegevens over de verbruikte energievoor EHVH/X16- en EHBH/X16-modellen zullen alleenbeschikbaar zijn indien deze instelling geconfigureerd is.

INFORMATIE

Wanneer u het elektrische-energieverbruik meet, zorgervoor dat de elektrische-energiemeters de VOLLEDIGEenergietoevoer naar het systeem meten.

5.5.3 Elektrische voeding met normaal kWh-tarief

Algemene regel1 energiemeter die het volledige systeem dekt, is voldoende.

OpstellingSluit de energiemeter aan op X5M/7 en X5M/8.

Energiemetertype

Indien… Gebruik een… energiemeter Enkelfasige buitenunit

Back-upverwarming gevoedvia een enkelfasig raster(d.w.z. dat het model van deback-upverwarming *3V of*9W is en dat deze op eenenkelfasig raster isaangesloten)

Enkelfasig

In andere gevallen (d.w.z. eendriefasige buitenunit en/of een*9W-model van back-upverwarming aangesloten opeen driefasig raster)

Driefasig

Voorbeeld

Enkelfasige energiemeter Driefasige energiemeter

b

5801 50

00

c c

fed g

A B C

a

A Buitenunit

B Binnenunit

C Warmtapwatertank

a Elektriciteitskast (L1/N)

b Energiemeter (L1/N)

c Zekering (L1/N)

d Buitenunit (L1/N)

e Binnenunit (L1/N)

f Back-upverwarming (L1/N)

g Boosterverwarming (L1/N)

b

5801 50

00

gfe h

A B C

c c d

a

A Buitenunit

B Binnenunit

C Warmtapwatertank

a Elektriciteitskast (L1/L2/L3/N)

b Energiemeter (L1/L2/L3/N)

c Zekering (L1/L2/L3/N)

d Zekering (L1/N)

e Buitenunit (L1/L2/L3/N)

f Binnenunit (L1/L2/L3/N)

g Back-upverwarming(L1/L2/L3/N)

h Boosterverwarming (L1/N)

Uitzondering U kunt in de volgende gevallen een tweede energiemeter

gebruiken:

Het energiebereik van de eerst meter is onvoldoende.

De elektriciteitsmeter kan niet gemakkelijk in deelektriciteitskast geplaatst worden.

Een combinatie van driefasige rasters van 230 V en 400 V(zeer ongebruikelijk) omwille van technische beperkingen vanenergiemeters.

Aansluiting en instelling:

Sluit de tweede energiemeter aan op X5M/9 en X5M/10.

In de software worden de gegevens van het energieverbruikvan beide meters opgeteld, zodat u NIET hoeft in te stellenwelke meter welk energieverbruik meet. U hoeft alleen hetaantal pulsen van elke energiemeter in te geven.

Zie "5.5.4 Elektrische voeding met voorkeur kWh-tarief" oppagina 20 voor een voorbeeld met twee energiemeters.

5.5.4 Elektrische voeding met voorkeur kWh-tarief

Algemene regel Energiemeter 1: meet de buitenunit.

Energiemeter 2: meet de rest (d.w.z. de binnenunit, de back-upverwarming en de optionele boosterverwarming).

Opstelling Sluit energiemeter 1 aan op X5M/7 en X5M/8.

Sluit energiemeter 2 aan op X5M/9 en X5M/10.

Page 21: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

5 Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen

Uitgebreide handleiding voor de installateur

21ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split4P313774-1C – 2012.11

Energiemetertypes Energiemeter 1: enkelfasige of driefasige energiemeter volgens

de elektrische voeding van de buitenunit.

Energiemeter 2:

In het geval van een enkelfasige configuratie voor de back-upverwarming, gebruik een enkelfasige energiemeter.

Voor alle andere configuraties, gebruik een driefasigeenergiemeter.

VoorbeeldEnkelfasige buitenunit met een driefasige back-upverwarming:

5801 50

00

e ef

ihg j

A B C

ba

d

5801 50

00

c

A BuitenunitB BinnenunitC Warmtapwatertanka Elektriciteitskast (L1/N): elektrische voeding met

voorkeur kWh-tariefb Elektriciteitskast (L1/L2/L3/N): elektrische voeding met

normaal kWh-tariefc Energiemeter (L1/N)d Energiemeter (L1/L2/L3/N)e Zekering (L1/N)f Zekering (L1/L2/L3/N)g Buitenunit (L1/N)h Binnenunit (L1/L2/L3/N)i Back-upverwarming (L1/L2/L3/N)j Boosterverwarming (L1/N)

5.6 De regeling van het energieverbruikinstellen

De besturing van het energieverbruik:

is alleen van toepassing voor EHBH/X04+08 en EHVH/X04+08.

Laat u toe het energieverbruik van het hele systeem tebeperken (de som van de buitenunit, de binnenunit, de back-upverwarming en de optionele boosterverwarming).

Configuratie: geef via de gebruikersinterface de volgende zakenin: het niveau van vermogenbeperking en de manier waarop ditgedaan moet worden.

Het niveau van vermogenbeperking kan als volgt uitgedruktworden:

Maximum opgenomen amperage (in A)

Maximum opgenomen vermogen (in kW)

Het niveau van vermogenbeperking kan als volgt ingeschakeldworden:

Continu

Door digitale inputs

INFORMATIE

De besturing van het energieverbruik KAN NIET intoepassingen met boosterverwarming gebruikt worden.

5.6.1 Continue vermogenbeperkingEen continue vermogenbeperking is nuttig om ervoor te zorgen dathet systeem steeds over een maximale energie- of stroomtoevoerbeschikt. In sommige landen beperkt de wetgeving het maximaleenergieverbruik voor ruimteverwarming en het produceren van warmtapwater. Voorbeeld: De maximum toegevoerde energie hangt vande streek af waarin het huis zich bevindt en van de prijs die per jaarin functie van de grootte van geplaatste hoofdzekering aan deelektriciteitsmaatschappij betaald moet worden. Door hetmaximumvermogen of de maximumstroom van het systeem continute beperken kunt u kleinere hoofdzekeringen plaatsen.

OPMERKING

Als de regeling van de stroom bedoeld is om minder grotezekeringen te plaatsen, zal de hoofdzekering uitschakelenom de lokale draden te beschermen wanneer de unitoverstromen genereert. Zorg ervoor dat de gekozenhoofdzekering voldoet aan de geldende wetgeving.

Pi

t

DIa

b

Pi Opgenomen vermogent Tijd

DI Digitale input (niveau vermogenbeperking)a Vermogenbeperking ingeschakeldb Werkelijke opgenomen vermogen

Op/instelling en configuratie Geen bijkomend apparatuur nodig.

Stel via de gebruikersinterface de instellingen voor de besturingvan het energieverbruik in [A.6.3.1] in (voor de beschrijving vanalle instellingen, zie "8 Configuratie" op pagina 44):

Selecteer de stand met voltijdse beperking

Selecteer het type van beperking (energievermogen in kW ofstroom in A)

Geef het gewenste niveau van vermogenbeperking in

OPMERKING

Houd rekening met de volgende richtlijnen wanneer u hetgewenste niveau van vermogenbeperking selecteert:

Stel het minimum energieverbruik in op ±3,6 kW om tekunnen ontdooien. Anders zal de warmtewisselaarbevriezen als het ontdooien meerdere malenonderbroken wordt.

Stel een minimum energieverbruik van ±3 kW in om deruimteverwarming te laten werken en warm tapwaterdoor minstens 1 elektrische verwarming te latenproduceren (boosterverwarming of stap 1 van de back-upverwarming).

5.6.2 Vermogenbeperking door digitale inputsingeschakeld

Een vermogenbeperking is tevens nuttig in combinatie met eenenergiebeheersysteem.

Het vermogen of de stroom van het volledige Daikin-systeem wordtdynamisch door digitale inputs beperkt (maximum vier stappen). Elkniveau van vermogenbeperking kan via de gebruikersinterfaceingesteld worden door een van de volgende elementen te beperken:

Stroom (in A)

Opgenomen vermogen (in kW)

Page 22: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

5 Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen

Uitgebreide handleiding voor de installateur

22ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split

4P313774-1C – 2012.11

Het energiebeheersysteem (ter plaatse te voorzien) bepaalt wanneereen bepaald niveau van vermogenbeperking ingeschakeld moetworden. Voorbeeld: Om het maximumvermogen van het volledigehuis te beperken (verlichting, huishoudtoestellen,ruimteverwarming…).

a

b c

A B C

D

12345

A8P

A BuitenunitB BinnenunitC WarmtapwatertankD Energiebeheersysteema Inschakeling vermogenbeperking (4 digitale inputs)b Back-upverwarmingc Boosterverwarming

Pi

t

DI1

DI3

DI4a

b

Pi Opgenomen vermogent Tijd

DI Digitale inputs (niveaus vermogenbeperking)a Vermogenbeperking ingeschakeldb Werkelijke opgenomen vermogen

Opstelling Vraag-printplaat (optie EKRP1AHTA) nodig.

Er worden maximum vier digitale inputs gebruikt om hetovereenstemmend niveau van vermogenbeperking in teschakelen:

DI1 = zwakste beperking (hoogst energieverbruik)

DI4 = strengste beperking (laagst energieverbruik)

Voor de specificaties en de aansluiting van de digitale inputs, zie"15.6 Bedradingsschema – onderdelen: Binnenunit" oppagina 89.

ConfiguratieStel via de gebruikersinterface de instellingen voor de besturing vanhet energieverbruik in [A.6.3.1] in (voor de beschrijving van alleinstellingen, zie "8 Configuratie" op pagina 44):

Selecteer inschakelen door digitale inputs.

Selecteer het type van beperking (energievermogen in kW ofstroom in A).

Stel het gewenste niveau van vermogenbeperking in dat met elkedigitale input overeenstemt.

INFORMATIE

Indien meer dan 1 digitale input (gelijktijdig) gesloten is, isde voorrang van digitale input vast: DI4 voorrang>…>DI1.

5.6.3 Vermogenbeperking: werkingDe buitenunit heeft een betere effectiviteit dan de elektrischeverwarmingen. Om deze reden worden de elektrische verwarmingenbeperkt en eerst AFgezet. Het systeem beperkt het energieverbruikin de volgende orde:1 Het beperkt bepaalde elektrische verwarmingen.

Als… voorrang heeft Stel dan deverwarmingsvoorrang via degebruikersinterface in op…

Productie van warm tapwater Boosterverwarming.

Resultaat: De back-upverwarming zal als eersteworden UITgezet.

Ruimteverwarming Back-upverwarming.

Resultaat: Deboosterverwarming zal alseerste worden UITgezet.

2 Zet alle elektrische verwarmingen UIT.3 Beperkt de buitenunit.4 Zet de buitenunit UIT.

VoorbeeldAls de configuratie als volgt is:

Het niveau van vermogenbeperking staat NIET toe dat zowel deboosterverwarming als de back-upverwarming samen werken(stap 1 en stap 2).

Verwarmingsvoorrang = Boosterverwarming.

Dan wordt het energieverbruik als volgt beperkt:

Ph

Cea

b

c

d

e

A B C

Ph Geproduceerde warmteCe Verbruikte energieA BuitenunitB BoosterverwarmingC Back-upverwarminga Beperkte werking van de buitenunitb Volle werking van de buitenunitc Boosterverwarming AANgezetd Stap 1 back-upverwarming AANgezete Stap 2 back-upverwarming AANgezet

5.7 Een externe temperatuursensor opstellenU kunt 1 externe temperatuursensor aansluiten. Deze kan dan debinnen- of buitenomgevingstemperatuur meten. Daikin adviseert eenexterne temperatuursensor in de volgende gevallen te gebruiken:

Page 23: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

6 Voorbereiding

Uitgebreide handleiding voor de installateur

23ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split4P313774-1C – 2012.11

Binnenomgevingstemperatuur Wanneer een kamerthermostaat de temperatuur regelt, wordt de

gebruikersinterface als kamerthermostaat gebruikt en meet dezede binnenomgevingstemperatuur. Daarom moet degebruikersinterface op een plaats geplaatst worden:

Waar de gemiddelde temperatuur in de kamer gedetecteerdkan worden

Dit betekent: NIET aan rechtstreeks zonlicht blootgesteld

Dit betekent: NIET in de nabijheid van een warmtebron

Dit betekent: NIET door buitenlucht of tocht door bijv. hetopenen/sluiten van deuren

Indien dit NIET mogelijk is, adviseert Daikin eenafstandsbinnensensor aan te sluiten (optie KRCS01-1).

Opstelling: voor de installatie-instructies, zie deinstallatiehandleiding van de afstandsbinnensensor.

Configuratie: selecteer kamersensor [A.2.2.B].

Buitenomgevingstemperatuur De buitenomgevingstemperatuur wordt in de buitenunit gemeten.

Daarom moet de buitenunit op een plaats geplaatst worden:

Langs de noordkant van het huis of langs de kant van het huiswaar zich de meeste warmteafgevers bevinden

Dit betekent: NIET aan rechtstreeks zonlicht blootgesteld

Indien dit NIET mogelijk is, adviseert Daikin eenafstandsbuitensensor aan te sluiten (optie EKRSCA1).

Opstelling: voor de installatie-instructies, zie deinstallatiehandleiding van de afstandsbinnensensor.

Configuratie: selecteer buitensensor [A.2.2.B].

Tijdens een onderbreking (zie "8 Configuratie" op pagina 44)wordt de buitenunit lager gezet om de stand-by-energieverliezente beperken. Hierdoor wordt de buitenomgevingstemperatuurNIET gelezen.

Als de gewenste aanvoerwatertemperatuur weersafhankelijk is, ishet belangrijk de buitentemperatuur continu te meten. Dit is eenandere reden om de optionele buitensensor voor deomgevingstemperatuur te plaatsen.

INFORMATIE

De gegevens (waarvan het gemiddelde genomen wordt ofde ogenblikkelijke gegevens) van de externe buitensensorvoor de omgevingstemperatuur worden gebruikt in deweersafhankelijke regelgrafieken en in de logica gebruiktom automatisch over te schakelen tussen verwarming enkoeling. Om de buitenunit te beschermen wordt steeds deinterne sensor van de buitenunit gebruikt.

6 Voorbereiding

6.1 De installatieplaats voorbereidenInstalleer de unit NIET op een plaats die vaak als werkplaats wordtgebruikt. Wanneer bouwwerken (bijv. slijpwerk) worden uitgevoerdwaarbij veel stof wordt geproduceerd, moet de unit worden afgedekt.

Kies een installatieplaats met voldoende ruimte om de unit in en uitde site te kunnen dragen.

6.1.1 Vereisten inzake de plaats waar debuitenunit geïnstalleerd wordt

Houd rekening met de volgende richtlijnen inzake de benodigderuimte:

≥1200

>250

>250

>250

>350

>350

(mm)(mm)

a

b

b

a

a Luchtuitlaatb Luchtinlaat

Zie "15.1 Afmetingen en ruimte voor service" op pagina 81 voormeer gedetailleerde informatie over de richtlijnen inzake debenodigde ruimte.

OPMERKING

Stapel de units NIET op elkaar op.

Hang de unit NIET aan een plafond.

Indien de buitenunit aan veel wind en/of lageomgevingstemperaturen blootgesteld kan zijn, houd rekening met devolgende richtlijnen:

Grote windstoten en hevige wind (≥18 km/u) die tegen de luchtuitlaatvan de buitenunit blazen, veroorzaken kortsluitingen(luchtaanzuiging of -uitblaas). Dit kan de volgende gevolgen metzich meebrengen:

een vermindering van de capaciteit in bedrijf;

een snellere en meer regelmatige ijsvorming tijdens hetverwarmen;

stilvallen door een te lage druk;

een gebroken ventilator (als hevige wind constant tegen deventilator blaast, kan deze beginnen zeer snel te draaien en naeen tijdje breken).

Er wordt geadviseerd een stootplaat te monteren wanneer deluchtuitlaat aan wind blootgesteld is.

Installeer bij voorkeur de buitenunit met de luchtuitlaat naar de muurgericht en NIET rechtstreeks aan wind blootgesteld.

b

a

b

c

a Stootplaatb Belangrijkste windrichtingc Luchtuitlaat

Kies een plaats waar de warme/koude lucht uit de unit of hetlawaai ervan NIEMAND stoort.

De lamellen van de warmtewisselaar zijn scherp en kunneniemand verwonden. Kies een installatieplaats waar er geen risicois dat iemand zich kan verwonden (in het bijzonder in omgevingenwaar kinderen spelen).

Page 24: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

6 Voorbereiding

Uitgebreide handleiding voor de installateur

24ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split

4P313774-1C – 2012.11

Installeer de unit NIET op plaatsen waar lawaai kritiek is (bijv. inde buurt van slaapkamers en dergelijke), zodat het lawaai dat hijmaakt wanneer hij werkt geen overlast veroorzaakt.

Opmerking: Als het lawaai wordt gemeten in reële installatie-omstandigheden, zal de gemeten waarde groter zijn dan hetgeluidsdrukniveau vermeld in "15.10 Geluidsspectrum" oppagina 107 en dit omwille van het omgevingslawaai engeluidsreflecties.

Het is NIET aangewezen de unit op de volgende plaatsen teinstalleren, omdat deze plaatsen de levensduur van de unit kunnenverkorten:

in kuststreken of plaatsen waar de lucht veel zout bevat. Corrosiekan optreden,

wanneer de spanning veel schommelt,

In voertuigen of schepen,

in de aanwezigheid van zuur- of alkalinedampen.

6.1.2 Bijkomende vereisten inzake deinstallatieplaats van de buitenunit inkoude klimaten

Bescherm de buitenunit tegen directe sneeuwval en zorg ervoor datde buitenunit NOOIT ingesneeuwd raakt.

a

b

c

c

d

a Afdakje tegen de sneeuwb Voetstukc Belangrijkste windrichtingd Luchtuitlaat

De unit moet zodanig geplaatst worden dat er onder debodemplaat van de unit steeds een vrije ruimte van minimum15 cm aanwezig is, ongeacht de weersomstandigheden (bijv.zware sneeuwval). Het is raadzaam de unit op een hoogte vanminimum 30 cm te plaatsen. Zie "7.2 De buitenunit monteren" oppagina 30 voor meer informatie.

In streken met heftige sneeuwval is het belangrijk om eeninstallatieplaats te kiezen waar de sneeuw GEEN invloed heeft opde unit. Wanneer de sneeuw zijwaarts kan vallen, zorg ervoor datde spoel van de warmtewisselaar NIET door de sneeuwgehinderd kan worden. Indien nodig, monteer een afdakje tegende sneeuw en een voetstukje.

6.1.3 Vereisten inzake de plaats waar debinnenunit geïnstalleerd wordt

Houd rekening met de volgende richtlijnen:

Maximum toegestane lengte voor dekoelmiddelleidingen tussen de binnenunit en debuitenunit

30 m(a)

Minimum toegestane lengte voor dekoelmiddelleidingen tussen de binnenunit en debuitenunit

3 m

Maximum toegestaan hoogteverschil tussen debinnenunit en de buitenunit

20 m

Maximumafstand tussen de 3-wegklep en debinnenunit (alleen voor installaties met tank voorwarm tapwater)

3 m

Maximumafstand tussen de tank voor warmtapwater en de binnenunit (alleen voor installatiesmet tank voor warm tapwater)

10 m

(a) Raadpleeg de installatiehandleiding van de buitenunit.

Houd rekening met de volgende richtlijnen inzake de benodigderuimte:

≥1150

200

200

10 10 500

(mm)

Installeer de unit NIET in een van de volgende plaatsen:

In de aanwezigheid van dampen van minerale olie, oliespray of -dampen.

De kwaliteit van de onderdelen in kunststof kan verminderen enze kunnen van het toestel vallen of waterlekken veroorzaken.

Installeer de unit NIET op plaatsen waar lawaai kritiek is (bijv. inde buurt van slaapkamers en dergelijke), zodat het lawaai dat hijmaakt wanneer hij werkt geen overlast veroorzaakt.

Opmerking: Als het lawaai wordt gemeten in reële installatie-omstandigheden, zal de gemeten waarde groter zijn dan hetgeluidsdrukniveau vermeld in "15.10 Geluidsspectrum" oppagina 107 en dit omwille van het omgevingslawaai engeluidsreflecties.

De ondergrond moet sterk genoeg zijn om het gewicht van de unitte dragen. Neem als gewicht het gewicht van de unit met een volletank voor warm tapwater.

Zorg ervoor dat in het geval van een waterlek, het water geenschade kan berokkenen aan de installatieruimte en de omgeving.

Op zeer vochtige plaatsen (rel. vochtigheid=max. 85%), bijv. eenbadkamer.

Op plaatsen onderhevig aan vorst. De omgevingstemperatuurrond de binnenunit moet >5°C bedragen.

De binnenunit is ontworpen om alleen binnen geïnstalleerd teworden bij omgevingstemperaturen van 5~35°C in de koelstanden van 5~30°C in de verwarmingstand.

6.2 De koelmiddelleidingen voorbereiden

6.2.1 De koelleidingen isoleren Neem polyethyleenschuim als isolatiemateriaal:

met een warmteoverdrachtsfactor begrepen tussen 0,041 en0,052 W/mK (0,035 en 0,045 kcal/mh°C)

bestand tegen minstens 110°C

Dikte van de isolatie

Page 25: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

6 Voorbereiding

Uitgebreide handleiding voor de installateur

25ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split4P313774-1C – 2012.11

Buitendiameter vande buizen (Øp)

Binnendiameter vande isolatie (Øi)

Isolatiedikte (t)

6,4 mm (1/4") 8~10 mm 10 mm15,9 mm (5/8") 16~20 mm 13 mm

ØiØi

tØpØp

6.2.2 Vereisten voor de koelmiddelleidingen Gebruik uitgegloeide buizen, in functie van de buisdiameter.

De minimumbuisdikte dient te voldoen aan de geldendewetgeving. De minimumbuisdikte voor R410A-leidingen moetvoldoen aan de waarden in de volgende tabel.

Leiding voor… Buitendiameter(Ø)

Buisdikte (t)

Vloeistof 6,4 mm (1/4") ≥0,8 mmt

Ø

Gas 15,9 mm (5/8") ≥1,0 mm

6.3 De waterleidingen voorbereiden

6.3.1 Vereisten voor de watercircuits Gebruik de binnenunit alleen in een gesloten waterinstallatie.

Het systeem in een open waterinstallatie gebruiken zouovermatige corrosie als gevolg hebben.

De maximum waterdruk bedraagt 4 bar.Voorzie gepaste veiligheden in het watercircuit om ervoor tezorgen dat de maximumdruk NIET overschreden wordt.

Alle geplaatste leidingen en toebehoren (kleppen, kranen,verbindingsstukken, enz.) dienen bestand te zijn tegen devolgende temperaturen:

INFORMATIE

De volgende afbeelding is een voorbeeld en stemt mogelijkNIET overeen met de lay-out van uw installatie.

M

HPC1

HPC2

HPC3

i

M

FHL1

FHL2

FHL3

j

l k

fd ecba

f

g h

i

i

i

T

65°C

89°C

a Buitenunitb Binnenunitc Warmtewisselaard Back-upverwarming

e Pompf Afsluiterg Gemotoriseerde 3-wegklep (geleverd bij de tank

voor warm tapwater)h Gemotoriseerde 2-wegklep (ter plaatse te voorzien)i Verdeelstukj Tank voor warm tapwaterk Warmtewisselaarspoell Boosterverwarming

HPC1...3 Warmtepompconvector (optioneel)FHL1...3 Vloerverwarmingslus

T Kamerthermostaat (optioneel)

Maak alle waterleidingverbindingen en -aansluitingen inovereenstemming met de geldende wetgeving en het schema datbij de unit werd meegeleverd en houd hierbij rekening met dewaterin- en -uitlaat.

Oefen GEEN overdreven kracht uit wanneer u de leidingenaansluit. Vervormde leidingen kunnen storingen in de unitveroorzaken.

Voorzie aftappunten op alle lage punten van de installatie om hetwatercircuit volledig te kunnen aflaten.

Zorg voor een geschikte afvoer voor de veiligheidsklep om tevermijden dat water in contact komt met elektrische onderdelen.

Voorzie ontluchtingspunten op alle hoge punten van de installatie;deze punten moeten voor onderhoud gemakkelijk bereikbaar zijn.De binnenunit is voorzien van een automatische ontluchting.Controleer of deze ontluchtingsklep NIET te hard is vastgedraaid,zodat het watercircuit automatisch ontlucht kan worden.

Gebruik alleen materialen die compatibel zijn met water dat in deinstallatie gebruikt wordt en met de materialen van de binnenunit.

Controleer of alle componenten in de lokale leidingen bestand zijntegen de waterdruk en watertemperatuur.

Wanneer ook niet koperen metalen leidingen gebruikt worden,isoleer dan het koper goed van het niet koper, zodat ze NIET metelkaar in contact kunnen komen. Dit, om galvanische corrosie tevermijden.

Gebruik nooit onderdelen met een zinkbekleding in hetwatercircuit. Aangezien het watercircuit in de unit uit koperenbuizen bestaat, kan anders overmatige corrosie optreden.

Gebruik alleen gereedschap dat voor koper geschikt is, aangezienkoper een zacht materiaal is. Anders kunnen buizen beschadigdworden.

Selecteer de diameter voor de waterleidingen op basis van hetvereiste waterdebiet en de beschikbare externe statische druk vande pomp. Zie "15 Technische gegevens" op pagina 81 voor degrafieken voor de externe statische drukken voor de binnenunit.

U kunt het vereiste minimumwaterdebiet voor de werking van debinnenunit in de volgende vinden. Als het waterdebiet kleiner is,zullen debietfout 7H verschijnen en de binnenunit stoppen metwerken.

Model Minimumwaterdebiet (l/min)04 508+16 11

Wanneer een 3-wegklep in het watercircuit gebruikt wordt, zorgervoor dat het warmtapwatercircuit en het circuit van devloerverwarming volledig gescheiden zijn.

Wanneer een 2-wegklep of 3-wegklep in het watercircuit gebruiktwordt, moet de maximale omschakeltijd van de klep minder dan60 seconden bedragen.

Het is ten zeerste aangewezen een additionele filter in hetwatercircuit van de verwarming te monteren. Om vooral stukjesmetaal afkomstig uit de lokale verwarmingsleidingen teverwijderen, wordt geadviseerd een magneet- of cycloonfilter tegebruiken om dergelijke stukjes te verwijderen. Kleine deeltjeskunnen de unit beschadigen en worden NIET door destandaardfilter van de warmtepompinstallatie verwijderd.

Page 26: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

6 Voorbereiding

Uitgebreide handleiding voor de installateur

26ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split

4P313774-1C – 2012.11

Als lucht, vocht of stof in het watercircuit terechtkomt, kunnenstoringen ontstaan. Om dit te voorkomen:

gebruik alleen schone buizen

houd de uiteinden van de leidingen omlaag tijdens hetverwijderen van bramen.

dek de uiteinden van de leiding af wanneer u de leiding dooreen muur steekt, zodat stof noch vuil in de leiding kanindringen.

gebruik een goed draadafdichtmiddel om verbindingenwaterdicht te maken.

Om veiligheidsredenen is het NIET toegestaan glycol in hetwatercircuit toe te voegen.

Om geen watergebrek te hebben, is het belangrijk dat deopslagcapaciteit van de tank voor warm tapwater groot genoeg isom aan de dagelijkse behoefte aan warm tapwater te voldoen.Als er gedurende langere periodes geen warm water wordtverbruikt, moet de apparatuur voor gebruik gespoeld worden metkoud water.De desinfecteringsfunctie waarmee de apparatuur is uitgerust,wordt uitgelegd in de gebruiksaanwijzing van de binnenunit.

Wij adviseren de leidingen tussen de tank voor warm tapwater enhet afnamepunt van het warme water (douche, bad, enz.) zo kortmogelijk te maken en doodlopende stukken te vermijden.

De installatie moet voldoen aan de geldende wetgeving en vereistmogelijk bijkomende hygiënische installatiemaatregelen.

Conform de geldende wetgeving moeten er mogelijkthermostatische mengkranen worden geïnstalleerd.

Onmiddellijk na de installatie moet de tank voor warm tapwatergespoeld worden met koud water. Deze procedure moet de eerste5 opeenvolgende dagen na de installatie minstens eenmaal perdag herhaald worden.

Conform de geldende wetgeving kan het mogelijk zijn dat eenhercirculatiepomp geplaatst moet worden tussen hetwarmwaterafnamepunt en de hercirculatieverbinding van de tankvoor warm tapwater.

c

da b

a Hercirculatieverbindingb Warmwateraansluitingc Douched Hercirculatiepomp

6.3.2 Formule om de voordruk van hetexpansievat te berekenen

De voordruk (Pg) van het expansievat hangt af van hethoogteverschil (H) van de installatie:

Pg=0,3+(H/10) (bar)

6.3.3 Het watervolume controlerenDe binnenunit heeft een expansievat van 10 liter met een voorafingestelde voordruk van 1 bar.

Om zeker te zijn dat de unit naar behoren werkt:

controleer het minimum en het maximum watervolume.

U moet mogelijk de voordruk van het expansievat aanpassen.

Minimum watervolumeControleer of het totale watervolume in de installatie minimum10 liter bedraagt, waarbij het watervolume in de binnenunit NIETinbegrepen is.

INFORMATIE

Voor kritieke processen of in kamers met een grotewarmtebelasting kan extra watervolume vereist zijn.

OPMERKING

Wanneer de circulatie in elke ruimteverwarmingslusgeregeld wordt door op afstand bediende kleppen, is hetbelangrijk dat dit minimum watervolume behouden blijft,zelfs wanneer alle kleppen dicht zijn.

FHL1

FHL2

FHL3

M1

T1

M2

T2

M3

T3

fdcba

f

g h

e

a Buitenunitb Binnenunitc Warmtewisselaard Back-upverwarminge Pompf Afsluiterg Verdeelstuk (ter plaatse te voorzien)h Omloopklep (ter plaatse te voorzien)

FHL1...3 Vloerverwarmingslus (ter plaatse te voorzien)T1...3 Individuele kamerthermostaat (optioneel)M1...3 Individuele gemotoriseerde klep voor het regelen

van lus FHL1...3 (ter plaatse te voorzien)

Maximum watervolumeGebruik de volgende grafiek om het maximum watervolume voor deberekende voordruk te bepalen.

0.3

0.5

1

1.5

2

2.5

10050010 150 200 250 300 350 400 450

a

b

a Voordruk (bar)b Maximum watervolume (l)

Voorbeeld: het maximum watervolume en de voordruk in hetexpansievat

Hoogteverschil

installatie(a)

Watervolume≤280 l >280 l

≤7 m De voordruk moet nietbijgeregeld worden.

Doe het volgende:

Verlaag de voordruk.

Controleer of hetwatervolume NIETgroter is dan hetmaximum toegestaanwatervolume.

Page 27: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

6 Voorbereiding

Uitgebreide handleiding voor de installateur

27ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split4P313774-1C – 2012.11

Hoogteverschil

installatie(a)

Watervolume≤280 l >280 l

>7 m Doe het volgende:

Verhoog de voordruk.

Controleer of hetwatervolume NIETgroter is dan hetmaximum toegestaanwatervolume.

Het expansievat van debinnenunit is te klein voorde installatie.

(a) Er is een hoogteverschil (m) tussen het hoogste punt van hetwatercircuit en de binnenunit. Als de binnenunit zich op het hoogstepunt van de installatie bevindt, bedraagt de installatiehoogte 0 m.

6.3.4 De voordruk van het expansievat wijzigen

OPMERKING

Alleen een erkende installateur mag de voordruk in hetexpansievat aanpassen.

Indien de standaard ingestelde voordruk in het expansievat (1 bar)bijgeregeld moet worden, houd dan rekening met de volgenderichtlijnen:

Gebruik alleen droge stikstof om de voordruk in het expansievatbij te regelen.

Een verkeerde instelling van de voordruk in het expansievat leidttot storingen in de installatie.

Om de voordruk in het expansievat te wijzigen, verlaag of verhoogde druk van het stikstof via de schräderklep van het expansievat.

a

a Schräderklep

6.3.5 Het watervolume controleren:voorbeelden

Voorbeeld 1

De binnenunit is 5 m onder het hoogste punt in het watercircuitgeïnstalleerd. Het totale watervolume in het watercircuit bedraagt100 l.

Er zijn bijregelingen of acties nodig.

Voorbeeld 2

De binnenunit is op het hoogste punt in het watercircuitgeïnstalleerd. Het totale watervolume in het watercircuit bedraagt350 l.

Acties:

Omdat het totale watervolume (350 l) meer bedraagt dat hetstandaard watervolume (280 l), moet de voordruk verlaagdworden.

De vereiste voordruk bedraagt: Pg = (0,3+(H/10)) bar = (0,3+(0/10)) bar=0,3 bar.

Het overeenstemmend maximum watervolume voor 0,3 barbedraagt 410 l (zie de grafiek in voorgaand hoofdstuk).

Omdat 350 l kleiner is dan 410 l, is het expansievat geschikt voorde installatie.

6.4 De elektrische bedrading voorbereiden

6.4.1 Over het voorbereiden van de elektrischebedrading

WAARSCHUWING

Als de voeding een ontbrekende of een verkeerdenulfase heeft, zal de apparatuur defect raken.

Sluit correct op de aarde aan. Aard de unit NIET viaeen nutsleiding, een piekspanningsbeveiliging of deaarding van de telefoon. Een onvolledige aarding kanelektrische schokken veroorzaken.

Plaats de vereiste zekeringen of stroomonderbrekers.

Bevestig de elektrische bedrading met kabelbinders,zodat deze niet in contact kan komen met de buizen ofscherpe randen, vooral langs de hogedrukzijde.

Gebruik GEEN draden met tape, geen gevlochtengeleiders, geen verlengkabels en geen aansluitingenvan een sterinstallatie. Deze kunnen zorgen vooroververhitting of elektrische schokken of brandveroorzaken.

Installeer GEEN fasecompensatiecondensator, omdatdeze unit een inverter bevat. Eenfasecompensatiecondensator vermindert de prestatiesen kan ongevallen veroorzaken.

WAARSCHUWING

Al de bedrading moet door een erkende elektricienuitgevoerd worden en voldoen aan de geldendewetgeving.

Maak elektrische verbindingen op de bevestigdebedrading.

Alle op de site geleverde componenten en alleelektrische constructies dienen te voldoen aan degeldende wetgeving.

WAARSCHUWING

De back-upverwarming moet een eigen elektrischevoeding hebben.

WAARSCHUWING

Gebruik altijd een meeraderige kabel alsstroomtoevoerkabel.

6.4.2 Over de elektrische voeding met voorkeurkWh-tarief

Elektriciteitsmaatschappijen overal ter wereld doen hard hun bestom een stabiele elektriciteitsdienst te leveren tegen eenconcurrentiële prijs en zijn vaak gemachtigd om klanten eenvoordeeltarief aan te bieden, zoals bijvoorbeeld dag/nachttarieven,seizoenstarieven, Wärmepumpentarif in Duitsland en Oostenrijk,enz.

Deze apparatuur kan worden aangesloten op dergelijke systemenmet een voeding met voorkeur kWh-tarief.

Neem contact op met de elektriciteitsmaatschappij die optreedt alsleverancier op de plaats waar deze apparatuur zal wordengeïnstalleerd om te vragen of de apparatuur kan wordenaangesloten op een systeem met een voeding met voorkeur kWh-tarief.

Wanneer de apparatuur op een dergelijke voeding met voorkeurkWh-tarief is aangesloten, mag de elektriciteitsmaatschappij:

Page 28: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

6 Voorbereiding

Uitgebreide handleiding voor de installateur

28ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split

4P313774-1C – 2012.11

de voeding van de apparatuur voor bepaalde tijd onderbreken;

eisen dat de apparatuur gedurende een bepaalde periode slechtseen beperkte hoeveelheid stroom verbruikt.

De binnenunit is ontworpen om een inputsignaal te ontvangen dat deunit in de stand gedwongen uit zet. Op dat ogenblik zal decompressor van de buitenunit niet werken.

De bedrading naar de unit is verschillend naargelang de elektrischevoeding al dan niet onderbroken wordt.

6.4.3 Overzicht van de elektrische verbindingen, behalve de uitwendige stelmotoren

Normale elektrische voeding Elektrische voeding met voorkeur kWh-tariefDe elektrische voeding wordt NIET

onderbrokenDe elektrische voeding wordt onderbroken

1

5801 50

00

2

a

3 14

5801 50

00

2

b

3

Wanneer de elektrische voeding met voorkeurkWh-tarief werkt, wordt de elektrische voedingNIET onderbroken. De buitenunit wordtuitgezet door de bediening.Opmerking: De elektriciteitsmaatschappijmoet altijd zorgen dat de binnenunit elektriciteitkan verbruiken.

5 3

a b

14

5801 50

00 5801 50

00

2

Wanneer de elektrische voeding met voorkeurkWh-tarief werkt, wordt de elektrische voedingonmiddellijk of na een tijdje door deelektriciteitmaatschappij onderbroken. In datgeval moet de binnenunit door eenafzonderlijke normale elektrische voedinggevoed worden.

a Normale elektrische voedingb Elektrische voeding met voorkeur kWh-tarief1 Elektrische voeding voor buitenunit2 Elektrische voeding en doorverbindingskabel naar

binnenunit3 Elektrische voeding voor back-upverwarming4 Elektrische voeding met voorkeur kWh-tarief

(spanningsvrij contact)5 Elektrische voeding met normaal kWh-tarief (om de

printplaat van de binnenunit te voeden in geval vanstroomonderbreking van de elektrische voeding metvoorkeur kWh-tarief)

6.4.4 Overzicht van de elektrische verbindingenvoor de uitwendige en inwendigestelmotoren

De volgende afbeelding illustreert de nodige ter plaatse te voorzienebedrading.

INFORMATIE

De volgende afbeelding is een voorbeeld en stemt mogelijkNIET overeen met de lay-out van uw installatie.

M

M

67

c

16

21

d

e8 10

a

9 19

12

14

b

20

15

13

14

17

18

a Enkele voeding voor buitenunit, back-upverwarmingen boosterverwarming

b Back-upverwarmingc Binnenunitd Tank voor warm tapwatere Boosterverwarming

Onderdeel

Beschrijving Draden Maximumopgenomen

stroomElektrische voeding van buitenunit en binnenunit1 Elektrische voeding

voor buitenunit2+GND of3+GND

(a)

2 Elektrische voeding endoorverbindingskabelnaar binnenunit

3 (c)

3 Elektrische voedingvoor back-upverwarming

Zie onderstaandetabel.

Page 29: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

7 Installatie

Uitgebreide handleiding voor de installateur

29ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split4P313774-1C – 2012.11

Onderdeel

Beschrijving Draden Maximumopgenomen

stroom4 Elektrische voeding

met voorkeur kWh-tarief (spanningsvrijcontact)

2 (e)

5 Elektrische voedingmet normaal kWh-tarief

2 6,3 A

Gebruikersinterface6 Gebruikersinterface 2 (f)

Optionele apparatuur en uitrustingen7 3-wegklep 3 100 mA(b)

8 Elektrische voedingvoorboosterverwarming enthermische beveiliging(vanuit binnenunit)

4+GND (c)

9 Elektrische voedingvoorboosterverwarming(naar binnenunit)

2+GND 13 A

10 Thermistor tank voorwarm tapwater

2 (d)

11 Elektrische voedingvoorbodemplaatverwarming

2 (b)

12 Kamerthermostaat 3 of 4 100 mA(b)

13 Buitenomgevingstemperatuursensor

2 (b)

14 Binnenomgevingstemperatuursensor

2 (b)

15 Warmtepompconvector 4 100 mA(b)

Ter plaatse te voorziene onderdelen16 Afsluiter 2 100 mA(b)

17 Elektriciteitsmeter 2 (per meter) (b)

18 Pomp voor warmtapwater

2 (b)

19 Alarm-output 2 (b)

20 Omschakeling naarexternewarmtebronregeling

2 (b)

21 Bedieningruimtekoeling/verwarming

2 (b)

22 Digitale ingangenenergieverbruik

2 (peringangssignaal)

(b)

(a) Zie naamplaatje op buitenunit.(b) Minimum kabeldoorsnede 0,75 mm².(c) Kabeldoorsnede 2,5 mm².(d) De thermistor en aansluitdraad (12 m) worden bij de tank voor warm

tapwater geleverd.(e) Kabeldoorsnede 0,75 mm² tot 1,25 mm², maximumlengte: 50 m. Een

spanningsvrij contact zorgt voor de minimale belasting van 15 V DC,10 mA.

(f) kabeldoorsnede 0,75 mm² tot 1,25 mm²; maximumlengte: 500 m.Geschikt om zowel de enkele gebruikersinterface als de dubbelegebruikersinterface aan te sluiten.

OPMERKING

U vindt meer technische specificaties over de verschillendeaansluitingen op:

het bedradingsschema in de schakelkast van de unit.

"15.6 Bedradingsschema" op pagina 89

Type back-upverwarming

Elektrischevoeding

Vereist aantal geleiders

*3V 1x 230 V 2+GND*9W 1x 230 V 2+GND + 2 overbruggingen

Type back-upverwarming

Elektrischevoeding

Vereist aantal geleiders

3x 230 V 3+GND + 1 overbrugging3x 400 V 4+GND

7 Installatie

7.1 De units openen

7.1.1 De buitenunit openen1 Verwijder 1 schroef van het servicedeksel.

1x

1

2

2

2 Verwijder het servicedeksel.

7.1.2 De binnenunit openen1 Schroef de 2 schroeven los die het frontpaneel bevestigen en

verwijder ze.

2x

2 Hef het frontpaneel naar u toe op en verwijder het frontpaneel.

Page 30: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

7 Installatie

Uitgebreide handleiding voor de installateur

30ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split

4P313774-1C – 2012.11

7.1.3 Het deksel van de schakelkast van debinnenunit openen

4x

7.2 De buitenunit monteren

7.2.1 De installatiestructuur voorbereidenControleer de stevigheid en het vlak zijn van de grond waarop deunit geïnstalleerd zal worden, zodat deze niet gaat trillen of lawaaimaken wanneer ze in bedrijf is.

Maak de unit stevig vast met ankerbouten zoals aangegeven op hetschema van de fundering.

Indien de unit rechtstreeks op de vloer wordt geïnstalleerd, maakdan als volgt 4 sets klaar van M8 of M10 ankerbouten, moeren ensluitringen (ter plaatse te voorzien):

INFORMATIE

De maximumhoogte van het bovenste uitstekend deel vande bouten bedraagt 15 mm.

283

580

<100

(mm)

<100

>300

Om zeker te zijn dat de unit goed blijft werken in gebieden waarsneeuw kan vallen, moet een afstand van minimum 10 cm onder debodemplaat van de unit voorzien worden. Een voetstuk bouwen diedezelfde hoogte heeft als de maximale sneeuwhoogte is zeker aante bevelen. Eveneens is het wenselijk de EKFT008CA-optie op ditvoetstuk te installeren om ervoor te zorgen dat er steeds minimum10 cm onder de bodemplaat van de unit aanwezig is.

283

580

<150

<150

(mm)

>300

100

a

b

a Maximale sneeuwhoogteb EKFT008CA-optie

Indien de unit op draagarmen tegen de muur geïnstalleerd wordt, ishet aangewezen de EKFT008CA-optie te gebruiken en de unit op devolgende manier te installeren:

>250

>300

>250

(mm)

a

b

a Maximale sneeuwhoogteb EKFT008CA-optie

Page 31: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

7 Installatie

Uitgebreide handleiding voor de installateur

31ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split4P313774-1C – 2012.11

7.2.2 De buitenunit installeren

VOORZICHTIG

Verwijder het beschermend stuk karton NIET vooraleer deunit goed geïnstalleerd is.

1 Hef de buitenunit op zoals beschreven in "3.1.2 Om detoebehoren van de buitenunit uit te nemen" op pagina 6.

2 Installeer de buitenunit op de volgende manier:

2x

2

a a

1

a Luchtuitlaat

OPMERKING

Het voetstuk MOET gelijk komen met de achterkant vanhet U‑profiel.

3 Verwijder het beschermend stuk karton en het blad met demontage-instructies.

b

a

a Beschermend stuk kartonb Montage-instructies

7.2.3 De afvoer voorbereiden Vermijd installatieplaatsen waar water dat uit de unit lekt door een

verstopte lekbak, de plaats van beschadigen.

Controleer of het condenswater goed kan worden afgevoerd.

Plaats de unit op een sokkel om een goede afvoer te hebben,zodat ijs zich niet kan ophopen.

Voorzie een waterafvoerkanaal rond de fundering om hetovertollig water rond de unit af te voeren.

Vermijd dat het afgevoerd water over het voetpad vloeit om ervoorte zorgen dan het voetpad niet glad wordt bij vriestemperaturen.

Indien u de unit op een frame installeert, plaats dan eenwaterdichte plaat op maximum 150 mm van de onderkant van deunit om te verhinderen dat water in de unit kan binnendringen enafgevoerd water zou druppelen (zie volgende afbeelding).

OPMERKING

Indien de afvoergaten van de buitenunit geblokkeerdworden, voorzie dan een ruimte van minstens 300 mmonder de buitenunit.

Door een additionele lekbakkit (EKDP008CA) te gebruiken, kan hetafgevoerd water opgevangen worden. De lekbakkit bevat:

a

b

a Lekbakb U-profielen

Page 32: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

7 Installatie

Uitgebreide handleiding voor de installateur

32ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split

4P313774-1C – 2012.11

283 mm

580 mm

7.2.4 Ervoor zorgen dat de buitenunit niet kanomvallen

Wanneer de unit staat waar hevige windstoten de unit kunnen doenoverhellen, neem dan de volgende maatregelen:

1 Maak 2 kabels klaar zoals getoond op de volgende afbeelding(ter plaatse te voorzien).

2 Leg de 2 kabels over de buitenunit.

3 Stop een stuk rubber tussen de kabels en de buitenunit zodatde kabels de verf niet kunnen beschadigen (ter plaatse tevoorzien).

4 Maak de uiteinden van de kabels vast. Span deze uiteindenaan.

7.3 De binnenunit monteren

7.3.1 De binnenunit plaatsen

VOORZICHTIG

Grijp de leidingen NIET vast om de binnenunit op teheffen.

1 Til de unit uit de verpakking.

60kg1

2 Neem de 4 schroeven op de bodem van de unit. Loshaken ende zijpanelen verwijderen.

4x1

2

3

3

3 Plaats de installatiemal (zie verpakking) tegen de muur en volgonderstaande stappen zoals geïllustreerd.

2x

21 3 4

4 Hef de unit op.

1

2

5 Kantel het bovenste gedeelte van de unit tegen de muur op deplaats van de 2 ingestoken schroeven.

6 Haak de unit aan de muur.

Page 33: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

7 Installatie

Uitgebreide handleiding voor de installateur

33ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split4P313774-1C – 2012.11

21

2x

3

2x

7 Zet de unit in elkaar.

1

2

1 2

2

2

3

4x

7.3.2 De lekbakkit installerenIndien een lekbakkit (EKHBDPCA2) nodig is, installeer deze danvooraleer de koelmiddelleidingen, de waterleidingen en deelektrische bedrading aan te sluiten.

Om deze lekbakkit te installeren, zie de installatiehandleiding van delekbakkit.

7.4 De koelmiddelleiding aansluiten

GEVAAR: RISICO OM ZICH TE VERBRANDEN

VOORZICHTIG

Gebruik GEEN minerale olie op het verbreed uiteindevan de koelmiddelleiding.

Gebruik NIET opnieuw een leiding afkomstig van vorigeinstallaties.

Installeer NOOIT een droger op deze R410A-unit opdatzijn levensduur gewaarborgd kan blijven. Hetdroogmateriaal kan oplossen en het systeembeschadigen.

OPMERKING

Houd rekening met de volgende voorzorgen metbetrekking tot de koelmiddelleiding:

Zorg ervoor dat nooit ander koelmiddel dan hetaangewezen koelmiddel in de koelmiddelcyclusvermengd wordt (bijv. lucht).

Gebruik enkel R410A wanneer u koelmiddel moetbijvullen.

Gebruik uitsluitend installatiegereedschap (bijv.manometers voor het verdeelstuk) dat enkel en alleenvoor R410A-installaties bedoeld is, zodat het de drukkan weerstaan en er geen vreemde stoffen (zoalsminerale oliën en vocht) in het systeem terecht kunnenkomen.

De leiding dient zo gemonteerd te worden dat haarverbreed uiteinde NIET aan mechanische spanningenonderhevig is.

Wees voorzichtig wanneer u koperbuizen doorheenmuren steekt.

Bescherm de leiding zoals beschreven in de volgendetabel om te vermijden dat vuil, vloeistof of stof in deleiding terecht zou komen.

Unit Installatieperiode Beschermingsmethode

Buitenunit >1 maand De leidingdichtknijpen

<1 maand De leidingdichtknijpen of metkleefband afdichten

Binnenunit Ongeacht de periode

INFORMATIE

Open de afsluiter van het koelmiddel NIET vooraleer dekoelmiddelleiding gecontroleerd te hebben. Wanneer ukoelmiddel moet bijvullen, wordt geadviseerd de afsluitervan het koelmiddel te openen vooraleer bij te vullen.

Houd rekening met de volgende richtlijnen wanneer u buizenaansluit:

Bestrijk de binnenkant van de verbreding met etherolie of esteroliewanneer u een voor verbrede uiteinden bedoelde moer aanhaalt.Draai eerst 3 of 4 toeren met de hand vast vooraleer stevig vast tedraaien.

Gebruik altijd twee sleutels tezamen om een voor verbredeuiteinden bedoelde moer los te draaien.

Page 34: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

7 Installatie

Uitgebreide handleiding voor de installateur

34ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split

4P313774-1C – 2012.11

Gebruik altijd samen een moersleutel en een momentsleutel omdeze moer aan te halen wanneer u de leiding aansluit. Op diemanier zal de moer niet scheuren en lekken.

a b

c

d

a Momentsleutelb Moersleutelc Verbinding van de 2 leidingend Voor verbrede uiteinden bedoelde moer

Leidingmaat(mm)

Aanhaalmoment (N•m)

Afmetingen(mm) van deverbreding

Vorm van deverbreding

(mm)Ø6,4 15~17 8,7~9,1

R=0.4~0.8

45° ±2

90°±2

AØ15,9 63~75 19,3~19,7

7.4.1 Richtlijnen voor het buigen van leidingenGebruik een buisbuiger om bochten te maken. Alle buisbochtenmoeten zo zacht mogelijk zijn (de bochtstraal moet 30~40 mmbedragen of meer zelfs).

7.4.2 Het uiteinde van een buis verbreden

VOORZICHTIG

Een onvolledige verbreding kan lekken van koelgasveroorzaken.

Gebruik getrompte buizen NIET opnieuw. Gebruiknieuwe getrompte buizen om ervoor te zorgen dat geenkoelgas kan lekken.

Gebruik de getrompte moeren die bij de unit werdenmeegeleverd. Andere getrompte moeren gebruikenkunnen koelgaslekken veroorzaken.

1 Snijd de uiteinden van de buizen af met een buissnijder.

2 Verwijder de bramen en houd daarbij het afgesneden uiteindenaar beneden, zodat er geen bramen in de buis terecht kunnenkomen.

a b

a Snijd exact af in rechte hoeken.b Verwijder de bramen.

3 Verwijder de getrompte moer van de afsluiter en zet degetrompte moer op de buis.

4 Verbreed de buis. Verbreed exact op de plaats zoals getoondop de volgende afbeelding.

A

Normaal verbredingsgereedschap Verbredingsgeree

dschap voorR410A

(koppelingstype)

Koppelingstype(geribd type)

Vleugelmoertype (Engels type)

A 0~0,5 mm 1,0~1,5 mm 1,5~2,0 mm

5 Controleer of de verbreding goed werd uitgevoerd.

a b

c

a De binnenkant van de verbreding mag geen barstenof gebreken vertonen.

b Het uiteinde van de buis moet gelijkmatig en volgenseen perfecte cirkel verbreed zijn.

c Zorg ervoor dat de flaremoer past en erop zit.

7.4.3 Het uiteinde van een buis solderenDe binnenunit en de buitenunit hebben getrompte verbindingen.Verbind beide uiteinden zonder te solderen. Indien solderen nodigzou zijn, houd dan rekening met het volgende:

Tijdens het solderen, blaas stikstof erdoorheen om te beletten dater zich een grote geoxideerde film zouden vormen langs debinnenzijde van de buizen. Deze film heeft een negatief effect opde kleppen en compressoren in het koelsysteem en zorgt dat deinstallatie slecht gaat werken.

Stel met de drukregelaar de stikstofdruk in op 20 kPa (juistgenoeg opdat dit op de huid voelbaar is).

a b c d e

ff

a Koelmiddelleidingb Te solderen deelc Kleefbandd Handmatige klepe Drukregelaarf Stikstof

Gebruik GEEN antioxidanten om de buizen samen te solderen.

Gebruik GEEN vloeimiddel wanneer u koelmiddelleidingen koperop koper soldeert. Gebruik fosfor-kopersoldeervulstof (BCuP),zodat er geen vloeimiddel nodig is.

7.4.4 Omgaan met de afsluiterHoud rekening met de volgende richtlijnen:

De afsluiters zijn standaard gesloten.

De volgende afbeelding illustreert elk onderdeel nodig voor deafsluiter.

c

d

a

b

a Servicepoort en dop van de servicepoortb Klepsteelc Aansluiting voor buis te plaatsed Steeldop

Houd beide afsluiters open tijdens de bewerking.

Oefen NIET teveel kracht uit op de klepsteel. Anders kan debehuizing van de afsluiter breken.

Open of sluit altijd de afsluiter eerste met een moersleutel en losschroef dan de getrompte moer los of span deze aan met eenmomentsleutel. Zet de moersleutel NIET op de steeldop, omdat ditanders voor koelmiddellekken kan zorgen.

Page 35: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

7 Installatie

Uitgebreide handleiding voor de installateur

35ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split4P313774-1C – 2012.11

a

b

a Moersleutelb Momentsleutel

Wanneer verwacht wordt dat de werkdruk laag zal zijn (tijdens hetkoelen bij lage buitenluchttemperaturen, bijv.), sluit dan degetrompte moer in de afsluiter op de gasleiding voldoende af meteen siliconendichting als maatregel tegen het bevriezen.

Siliconendichting, zorg ervoor dat er geenopeningen zijn.

7.4.5 De afsluiter openen/sluiten1 Verwijder het deksel van de afsluiter.

2 Steek een zeskantsleutel (vloeistofzijde: 4 mm, gaszijde: 6 mm)in de klepsteel en draai de klepsteel:

Linksom om te openen. Rechtsom om te sluiten.

3 Als de klepsteel niet verder kan worden gedraaid, stop dan metdraaien. De afsluiter is nu open/gesloten.

7.4.6 Omgaan met de steeldopHoud rekening met de volgende richtlijnen:

De steeldop is afgedicht op de plaatsen die met een pijl zijnaangeduid. Beschadig dit NIET.

Zorg dat u na het werken met de afsluiter de steeldop goedvastdraait.

Zie de onderstaande tabel voor aanhaalmomenten.

Controleer na het vastspannen van de steeldop of er geenkoelmiddel lekt.

Item Aanhaalmoment (N∙m)Steeldop, vloeistofzijde 13,5~16,5Steeldop, gaszijde 22,5~27,5Dop van de servicepoort 11,5~13,9

7.4.7 Omgaan met de servicedopHoud rekening met de volgende richtlijnen:

Gebruik altijd een vulslang met een klepdepressorpin, omdat deservicepoort een Schrader-klep is.

Als u met de servicepoort gedaan hebt, draai dan de dop van deservicepoort goed vast. Zie de tabel in hoofdstuk "7.4.6 Omgaanmet de steeldop" op pagina 35 voor aanhaalmomenten.

Controleer na het vastdraaien van de dop van de servicepoort ofer koelmiddel lekt.

7.4.8 De koelmiddelleiding op buitenunitaansluiten

1 Sluit het aansluitstuk van het koelmiddel in vloeistoffasekomende van de binnenunit aan op de vloeistofafsluiter van debuitenunit.

a

bc

a Vloeistofafsluiterb Gasafsluiterc Servicepoort

2 Sluit het aansluitstuk van het koelmiddel in gasfase komendevan de binnenunit aan op de koelmiddelafsluiter van debuitenunit.

7.4.9 De koelmiddelleidingen op binnenunitaansluiten

1 Sluit de vloeistofafsluiter komende van de buitenunit aan op dekoelvloeistofaansluiting van de binnenunit.

ba

a Aansluiting voor de koelvloeistofb Aansluiting voor het koelgas

2 Sluit het de gasafsluiter komende van de buitenunit aan op dekoelgasaansluiting van de binnenunit.

OPMERKING

Er wordt geadviseerd de koelmiddelleidingen tussen debinnen- en de buitenunit in een buis te leggen ofafwerkingstape rond deze leidingen te wikkelen.

7.4.10 Over het controleren van dekoelmiddelleidingen

Controleer de koelmiddelleidingen op de volgende manier:

1 Controleer of er lekken zijn.

2 Voer een vacuümdrogen uit.

OPMERKING

Gebruik een 2-trapsvacuümpomp met een terugslagklepdie tot een meterdruk van −100,7 kPa (5 Torr absoluut)kan evacueren.

Page 36: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

7 Installatie

Uitgebreide handleiding voor de installateur

36ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split

4P313774-1C – 2012.11

OPMERKING

Gebruik deze vacuümpomp enkel en alleen voor R410A.De zelfde pomp voor andere koelmiddelen gebruiken kande pomp en de unit beschadigen.

OPMERKING

Sluit de vacuümpomp aan op de servicepoort van degasafsluiter.

Controleer of de gasafsluiter en de vloeistofafsluitergoed gesloten zijn vooraleer met de lektest of hetvacuümdrogen te beginnen.

Houd rekening met de volgende richtlijnen:

De leidingen in de unit werden in de fabriek getest op lekkages.

Indien extra koelmiddel gebruikt wordt, ontlucht dan dekoelmiddelleidingen en de binnenunit met een vacuümpomp. Vuldaarna extra koelmiddel bij.

7.4.11 Op lekkages controleren

OPMERKING

De maximum bedrijfsdruk van 4000 kPa (40 bar) NIEToverschrijden.

Gebruik enkel de aanbevolen bubbeltestoplossing.

1 Vul het systeem met stikstofgas tot op een manometerdruk vanminstens 200 kPa (2 bar).

2 Test op lekkages door de bubbeltestoplossing op alleverbindingen aan te brengen.

3 Loos al het stikstofgas.

INFORMATIE

Na het openen van de afsluiter is het mogelijk dat de drukin de koelmiddelleidingen NIET toeneemt. De redenhiervan kan bijv. zijn dat de expansieklep in het circuit vande buitenunit gesloten is, maar dit vormt GEEN enkelprobleem voor de goede werking van de unit.

7.4.12 VacuümdrogenVerbind de vacuümpomp en het verdeelstuk op de volgende manier:

a d

j

b

f

e

c

g h i

h

a Manometerb Meetverdeelstukc Lagedrukklep (Lo)d Hogedrukklep (Hi)e Vulslangenf Vacuümpompg Servicepoorth Klepdekselsi Gasafsluiterj Vloeistofafsluiter

1 Vacumeer het systeem tot de druk op het verdeelstuk −0,1 MPa(−1 bar) aangeeft.

2 Wacht 4-5 minuten en controleer de druk:

Indien de druk… Dan…Niet verandert Er zit geen vocht in het

systeem. Deze procedure isvoltooid.

Stijgt Er zit vocht in het systeem. Gaverder met de volgende stap.

3 Loos gedurende minstens 2 uur tot een druk in het verdeelstukvan −0,1 MPa (−1 bar).

4 Schakel de pomp UIT en controleer de druk gedurendeminstens 1 uur.

5 Indien u het beoogd vacuüm NIET kunt bereiken of het vacuümNIET gedurende 1 uur kunt bewaren, doe dan het volgende: Controleer opnieuw op lekkages. Vacuümdroog opnieuw.

OPMERKING

Vergeet niet de gasafsluiter te openen na de leidingen tehebben geplaatst en gevacumeerd te hebben. Hetsysteem laten werken met een gesloten afsluiter kan decompressor ernstig beschadigen.

7.4.13 Bepalen hoeveel koelmiddel toegevoegdmoet worden

Indien de totale lengte van deleiding...

Dan...

≤10 m Voeg GEEN koelmiddel bij.>10 m Voeg 20 g koelmiddel bij per

extra meter (boven de 10 m).

7.4.14 De hoeveelheid berekenen om opnieuwvolledig te vullen

INFORMATIE

Indien het systeem opnieuw volledig gevuld moet worden,bedraagt de totale hoeveelheid koelmiddel hiervoor: de inde fabriek gevulde hoeveelheid koelmiddel (zienaamplaatje unit) + de aldus vastgestelde bijkomendehoeveelheid.

7.4.15 Koelmiddel toevoegen

WAARSCHUWING

Gebruik uitsluitend R410A als koelmiddel. Anderestoffen kunnen ontploffingen en ongelukkenveroorzaken.

R410A bevat gefluoreerde broeikasgassen die onderhet Kyoto-protocol vallen. De waarde van zijn globaalopwarmingspotentieel bedraagt 1975. Laat dezegassen NIET vrij in de atmosfeer.

Wanneer u koelmiddel bijvult, gebruik altijdbeschermhandschoenen en een veiligheidsbril.

VOORZICHTIG

Vul NIET meer koelmiddel bij dan de vermeldehoeveelheid om te voorkomen dat de compressorstukgaat.

Overige richtlijnen:

Gebruik uitsluitend gereedschap dat enkel en alleen voor R410Abedoeld is om de vereiste drukweerstand te kunnen garanderenen om te beletten dat vreemde stoffen in het systeemterechtkomen.

Controleer of de koelmiddelfles een sifonbuis heeft (op de fles zou“Met vloeistofvulsifon” (of “Liquid filling siphon attached”) moetenstaan).

Page 37: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

7 Installatie

Uitgebreide handleiding voor de installateur

37ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split4P313774-1C – 2012.11

Vul vloeibaar koelmiddelbij met de fles in eenrechtopstaande positie.

Vul vloeibaar koelmiddel bijmet de fles ondersteboven.

Open koelmiddelflessen steeds traag.

Vul bij met koelmiddel in vloeibare vorm. Het koelmiddel ingasvormige fase toevoegen kan de normale werking verstoren.

1 Sluit de koelmiddelfles aan op de servicepoort.

2 Vul de nodige hoeveelheid koelmiddel bij.

3 Open de gasafsluiter.

Indien het koelmiddel verwijderd moet worden (wanneer het systeemgedemonteerd of verplaatst moet worden), zie "13.1 Het koelmiddelverwijderen" op pagina 79 voor meer informatie.

7.4.16 De label voor fluorhoudendebroeikasgassen bevestigen

OPMERKING

De nationale uitvoering van EU-reglementeringen inzakebepaalde gefluoreerde broeikasgassen kan vereisen datde desbetreffende officiële taal op de unit gehanteerd moetworden. Om deze reden wordt bij de unit een extrameertalige label voor gefluoreerde broeikasgassengeleverd.

1 Vul de label als volgt in:

d

c

b

a

a Neem de toepasselijke taal uit het meertalig labelvoor fluorhoudende broeikasgassen en kleef dezeop a.

b Koelmiddelvulling af fabriek: zie naamplaatje van deunit

c Bijgevulde hoeveelheid koelmiddeld Totale hoeveelheid koelmiddelvulling

2 Bevestig het label op de binnenkant van de buitenunit naast degas- en vloeistofafsluiters.

7.5 De waterleidingen aansluiten

7.5.1 De waterleidingen aansluiten

OPMERKING

Oefen GEEN overdreven kracht uit wanneer u de leidingenaansluit. Vervormde leidingen kunnen de reden zijn vanstoringen in de unit.

Er zijn 2 afsluiters voorzien voor service en onderhoud. Monteerdeze afsluiters: een op de wateringang en een op de wateruitgang.Let op in welke richting u ze monteert. De richting van deingebouwde aftapkranen is belangrijk voor servicewerkzaamheden.

1 Monteer de afsluiters op de waterleidingen.

ab

a Waterinlaatb Wateruitlaat

OPMERKING

Om geen beschadigen te brengen aan de omgeving indienwater zou lekken, wordt tijdens afwezigheden geadviseerdde afsluiters op de ingang van het koud water te sluiten.

2 Schroef de moeren van de binnenunit op de afsluiters.

3 Sluit de lokale leidingen aan op de afsluiters

4 Indien de optionele tank voor warm tapwater aangesloten moetworden, zie de installatiehandleiding van de tank voor warmtapwater.

OPMERKING

Monteer een aftapgereedschap en eendrukafvoerapparaat op de aansluiting van de inlaat vankoud water van de warm tapwatertank.

Om te voorkomen dat er water zou terugstromen, is hetraadzaam om conform de geldende wetgeving eenterugslagklep te monteren op de waterinlaat van dewarm tapwatertank.

Er wordt best een drukregelaar geïnstalleerd op dekoud-waterinlaat, conform de geldende wetgeving.

Op de koud-waterinlaat dient bovendien eenexpansievat conform de geldende wetgeving te wordengeïnstalleerd.

Er wordt geadviseerd een drukveiligheidsklep temonteren op een plaats hoger dan de bovenkant vande tank voor warm tapwater.Door de tank voor warm tapwater te verwarmen, zethet water uit, waardoor de waterdruk in de tank totboven de maximumdruk van de tank kan stijgen indiengeen drukveiligheidsklep werd gemonteerd. Deinstallatie ter plaatse (leidingen, aftappunten, enz.)aangesloten op de tank zal deze hoge druk ookondervinden. Om dit te voorkomen moet eendrukveiligheidsklep geplaatst worden.De beveiliging tegen overdrukken hangt af van dejuiste werking van de ter plaatse gemonteerdedrukveiligheidsklep. Indien deze NIET correct werkt, zaloverdruk de tank vervormen en waterlekkagesveroorzaken. Om de goede werking ervan tecontroleren is regelmatig onderhoud vereist.

7.5.2 Het watercircuit vullen1 Sluit de watertoevoerslang aan op de aftap- en vulkraan.

Page 38: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

7 Installatie

Uitgebreide handleiding voor de installateur

38ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split

4P313774-1C – 2012.11

2 Open de aftap- en vulkraan.

3 Zorg ervoor dat het automatisch ontluchtingsventiel open staat(minstens 2 draaien).

INFORMATIE

Om het ontluchtingsventiel te situeren, zie"15.3.3 Onderdelen: Binnenunit" op pagina 84.

4 Vul met watercircuit tot de manometer een druk aangeeft van±2,0 bar.

5 Ontlucht het watercircuit zoveel als mogelijk.

OPMERKING

De aanwezigheid van lucht in het watercircuit kan deback-upverwarming slecht doen werken. Tijdens hetvullen kan wellicht niet alle lucht uit het circuit wordenverwijderd. De resterende lucht zal tijdens de eersteuren in bedrijf van het systeem via de automatischeontluchtingsventielen verwijderd worden. Achteraf kanhet nodig zijn extra water te moeten bijvullen.

Om het systeem te ontluchten, gebruik de specialefunctie zoals beschreven in hoofdstuk"9 Inbedrijfstelling" op pagina 72. Deze functie moetin principe gebruikt worden om de warmtewisselaar vande tank voor warm tapwater te ontluchten.

6 Sluit de aftap- en vulkraan.

7 Koppel de watertoevoerslang los van de aftap- en vulkraan.

OPMERKING

De waterdruk op de manometer varieert volgens dewatertemperatuur (hogere druk bij hogerewatertemperatuur).

De waterdruk moet echter steeds groter dan 1 bar zijn omte voorkomen dat lucht in het circuit zou binnendringen.

7.5.3 De tank voor warm tapwater vullenVoor de installatie-instructies, zie de installatiehandleiding van detank voor warm tapwater.

7.5.4 De waterleidingen isolerenDe leidingen van het volledige watercircuit moeten wordengeïsoleerd om geen condensatie te hebben tijdens het koelen en omervoor te zorgen dat de verwarmings- en koelcapaciteit nietvermindert.

Als de temperatuur hoger is dan 30°C en de vochtigheid meer dan80% bedraagt, moet het afdichtingsmateriaal minstens 20 mm dikzijn om condensatie aan de oppervlakte van de afdichting tevoorkomen.

7.6 De elektrische bedrading aansluiten

GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE

INFORMATIE

Zie "15.6 Bedradingsschema" op pagina 89 voor meerinformatie over de legende en de plaats waar hetbedradingsschema in de unit gevonden kan worden.

WAARSCHUWING

Gebruik altijd een meeraderige kabel alsstroomtoevoerkabel.

7.6.1 Over het voldoen aan de normen inzakeelektriciteit

Alleen voor ERLQ006CAV3+ERLQ008CAV3De apparatuur voldoet een de norm EN/IEC 61000-3-12 (Europese/internationale technische norm die de grenzen vastlegt inzakeharmonische stromen geproduceerd door apparatuur aangeslotenop openbare laagspanningssystemen met een ingangsstroom >16 Aen ≤75 A per fase).

Alleen voor binnenunits

Zie "7.6.5 De voeding van de back-upverwarming aansluiten" oppagina 40.

7.6.2 De elektrische bekabeling op debuitenunit aansluiten

1 Verwijder de 2 schroeven van het deksel van de schakelkast.

2 Verwijder het deksel van de schakelkast.

2x

11

2

3 Strip de isolatie (20 mm) van de draden af.a b

a Strip de draad tot aan dit punt Als te veel draad wordt gestript, kan dit tot

elektrische schokken of lekkages leiden.

4 Open de draadklem.

5 Sluit de doorverbindingskabel en de elektrische voeding alsvolgt aan:

3x

1 2 3

6 Plaats het deksel op de schakelkast.

Page 39: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

7 Installatie

Uitgebreide handleiding voor de installateur

39ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split4P313774-1C – 2012.11

Indien gevlochten geleiders worden gebruikt, plaats een rond oogop het uiteinde. Glijd het rond oog over de draad tot aan hetbekleed gedeelte en maak het oog vast met een geschiktwerktuig.

b a

a Gevlochten geleiderb Rond oog

Gebruik de volgende methodes om de draden te verbinden:

Draadtype MethodeEenaderige draad cb

c

aa

A

AA´

a Eenaderige draad met open lus

b Schroef

c Platte sluitringGevlochten geleidermet rond oog

c b ba c

a

B

B

a Klem

b Schroef

c Platte sluitring

7.6.3 De elektrische bekabeling op debinnenunit aansluiten

1 Om de binnenunit te openen, zie "7.1.2 De binnenunit openen"op pagina 29.

2 De bedrading moet langs onder in de unit binnenkomen.

3 De bedrading moet in de unit de volgende tracés volgen:

a bca bc

INFORMATIE

Indien optionele of ter plaatse te voorziene kabelsgeplaatst moeten worden, voorzie voldoende lengte voordeze kabels. Door hiervoor te zorgen zal de schakelkastverwijderd en verplaatst kunnen worden en zal tevens detoegang tot andere onderdelen tijdensonderhoudswerkzaamheden mogelijk zijn.

Tracés Mogelijke kabels (afhankelijk van het type unit en de geïnstalleerde opties)a

Lage spanning

Gebruikersinterface

Thermistor van de tank voor warm tapwater (optie)

Digitale ingangen voor het energieverbruik (ter plaatse te voorzien)

Buitenomgevingstemperatuursensor (optie)

Binnenomgevingstemperatuursensor (optie)

Elektrische meters (ter plaatse te voorzien)b

Elektrische voeding voorhoge spanning

Doorverbindingskabel

Elektrische voeding met normaal kWh-tarief

Elektrische voeding met voorkeur kWh-tarief

Elektrische voeding voor back-upverwarming

Elektrische voeding voor de bodemplaatverwarming (optie)

Elektrische voeding voor boosterverwarming (naar binnenunit)

Elektrische voeding voor boosterverwarming en thermische beveiliging (vanuit binnenunit)c

Controlesignaal voor hogespanning

Contact voorkeurvoeding

Warmtepompconvector (optie)

Kamerthermostaat (optie)

3-wegklep

Afsluiter (ter plaatse te voorzien)

Pomp voor warm tapwater (ter plaatse te voorzien)

Alarm-output

Omschakeling naar externe warmtebronregeling

Bediening ruimteverwarming/koeling

Page 40: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

7 Installatie

Uitgebreide handleiding voor de installateur

40ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split

4P313774-1C – 2012.11

4 Bevestig de kabel met kabelbinders op dekabelbinderbevestigingen, zodat de kabels gespannen liggenen NIET in contact komen met de leidingen of scherpe randen.

VOORZICHTIG

Duw of leg GEEN overtollige kabellengte in de unit.

7.6.4 De hoofdvoeding aansluiten1 Sluit de hoofdvoeding aan.

Voor een voeding met normaal kWh-tarief

X1M

1 2 3

1 2 3

X2M

X5M

X6YB

X6YAX6Y

X1A X19A

30 31

a

Legende: zie de afbeelding hieronder.

Voor een voeding met voorkeur kWh-tarief

X1M

1 2 3

1 2

L N

L N 3

X2M

X5M

X6YB

X6YA

X6Y

X1A X19A

S1S

30 31

3 4

abc

a Doorverbindingskabel (= hoofdvoeding)b Elektrische voeding met normaal kWh-tariefc Contact voorkeurvoeding

2 Bevestig de kabel met kabelbinders op dekabelbinderbevestigingen.

INFORMATIE

Wanneer een elektrische voeding met kWh-voorkeurtariefgebruikt wordt, hangt de noodzaak van een afzonderlijkeelektrische voeding met normaal kWh-tarief voor debinnenunit (b) X2M30/31 af van het type van elektrischevoeding met kWh-voorkeurtarief.

Een afzonderlijke aansluiting voor de binnenunit is nodig:

als de elektrische voeding met kWh-voorkeurtariefonderbroken wordt wanneer deze in werking is, OF

als de binnenunit geen energie mag verbruiken wanneerde elektrische voeding met kWh-voorkeurtarief inwerking is.

7.6.5 De voeding van de back-upverwarmingaansluiten

VOORZICHTIG

Indien de binnenunit een tank met ingebouwde elektrischeboosterverwarming (EKHW*) heeft, gebruik eenafzonderlijk stroomcircuit voor de back-upverwarming ende boosterverwarming. Gebruik NOOIT een stroomcircuitdat met een ander apparaat gedeeld wordt. Ditstroomcircuit moet worden beveiligd met de vereisteveiligheidsvoorzieningen conform de toepasselijkewetgeving.

De capaciteit van de back-upverwarming kan verschillen volgens hetmodel van binnenunit. Controleer met de tabel hieronder of deelektrische voeding overeenstemt met de capaciteit van de back-upverwarming.

Type back-upverwarmin

g

Capaciteitback-

upverwarming

Elektrischevoeding

Maximumopgenomen

stroom

Zmax(Ω)

*3V 3 kW 1~ 230 V 13 A —*9W 3 kW 1~ 230 V 13 A —

6 kW 1~ 230 V 26 A(a)(b) 0,296 kW 3~ 230 V 15 A(b) —6 kW 3N~ 400 V 8,6 A —9 kW 3N~ 400 V 13 A —

(a) De apparatuur voldoet een de norm EN/IEC 61000-3-12 (Europese/internationale technische norm die de grenzen vastlegt inzakeharmonische stromen geproduceerd door apparatuur aangesloten opopenbare laagspanningssystemen met een ingangsstroom >16 A en≤75 A per fase).

(b) Deze apparatuur voldoet aan de norm EN.IEC 61000-3-11 (Europese/internationale technische norm die de grenzen vastlegt inzakespanningsveranderingen, spanningsschommelingen en flikkeringen inopenbare laagspanningssystemen voor apparatuur met een nominalestroom ≤75 A), op voorwaarde dat de systeemimpedantie Zsys kleinerdan of gelijk is aan Zmax op het interfacepunt tussen de voeding van degebruiker en het openbare systeem. Het behoort tot deverantwoordelijkheid van de installateur of gebruiker van deapparatuur om ervoor te zorgen, indien nodig in overleg met dedistributienetwerkbeheerder, dat de apparatuur alleen wordtaangesloten op een voeding met een systeemimpedantie Zsys kleinerdan of gelijk aan Zmax.

1 Sluit de voeding van de back-upverwarming aan. Voor *3V-modellen, gebruik een eenpolige zekering voor F1B.Voor *9W-modellen, gebruik een tweepolige zekering voor F1B.

Type back-upverwarming(a

)

Aansluitingen op devoeding van de back-

upverwarming

Aansluitingen op deaansluitklemmen

3 kW 1~ 230 V(*3V)

F1B

L NL N

3 kW 1~ 230 V(*9W)

F1B

L NL N

1 2 3 4 6 7 85

X6M X7M

6 kW 1~ 230 V(*9W) 1 2 3 4 6 7 85

X6M X7M

Page 41: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

7 Installatie

Uitgebreide handleiding voor de installateur

41ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split4P313774-1C – 2012.11

Type back-upverwarming(a

)

Aansluitingen op devoeding van de back-

upverwarming

Aansluitingen op deaansluitklemmen

6 kW 3~ 230 V(*9W)

F1B

L1 L2 L3L1 L2 L3

1 2 3 4 6 7 85

X6M X7M

6 kW 3N~ 400 V(*9W)

9 kW 3N~ 400 V(*9W)

F1B

L1 L2 L3L1 L2 L3

1 2 3 4 6 7 85

X6M X7M

(a) Om de back-upverwarming te configureren, zie "8.2.2 Snelle wizard:Standaard" op pagina 46.

Bijzondere opmerking omtrent zekeringen:

Bijzondere opmerking omtrent aansluitklemmen:

Zoals vermeld in de tabel hierboven moeten de aansluitingen op deaansluitklemmen X6M en X7M veranderd worden om een back-upverwarming te configureren. Zie onderstaande afbeelding dieillustreert hoe om te gaan met het aansluiten op deaansluitklemmen.

2 Bevestig de kabel met kabelbinders op dekabelbinderbevestigingen.

3 Configureer de gebruikersinterface voor de desbetreffendeelektrische voeding. Zie "8.2.2 Snelle wizard: Standaard" oppagina 46.

Wanneer de back-upverwarming wordt aangesloten, bestaat dekans dat fout wordt bekabeld. Om mogelijke foute bedradingen op tesporen wordt geadviseerd de weerstand van deverwarmingselementen te meten. Afhankelijk van de verschillendetypes van back-upverwarming moeten de volgendeweerstandwaarden gemeten worden (zie onderstaande tabel). Meetde weerstand ALTIJD op de schakelcontactklemmen K1M, K2M enK5M.

3 kW1~230 V

6 kW1~230 V

6 kW3~230 V

6 kW3N~400 V

9 kW3N~400 V

K1M/1 K5M/13 52,9Ω 52,9Ω 52,9Ω ∞ ∞K1M/3 ∞ ∞ ∞ 105,8Ω 105,8ΩK1M/5 ∞ ∞ ∞ 105,8Ω 105,8Ω

K1M/3 K1M/5 26,5Ω 26,5Ω 26,5Ω 105,8Ω 105,8ΩK2M/1 K5M/13 ∞ 26,5Ω 26,5Ω ∞ ∞

K2M/3 ∞ ∞ ∞ 52,9Ω 52,9ΩK2M/5 ∞ ∞ ∞ 52,9Ω 52,9Ω

K2M/3 K2M/5 52,9Ω 52,9Ω 52,9Ω 52,9Ω 52,9ΩK1M/5 K2M/1 ∞ ∞ ∞ ∞ ∞

Voorbeeld van de meting van de weerstand tussen K1M/1 enK5M/13:

K1M K2MK2M

1 3 5 13

2 4 6 14

K5M

1 3 5 13

2 4 6 14

1 3 5 13

2 4 6 14

ΩΩ

7.6.6 De gebruikersinterface aansluiten1 Sluit de kabel van de gebruikersinterface aan op de binnenunit.

X2M

X5M

A2P A2P

21

a b

a Met de unit geleverde gebruikersinterfaceb Optionele gebruikersinterface

2 Bevestig de kabel met kabelbinders op dekabelbinderbevestigingen.

Page 42: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

7 Installatie

Uitgebreide handleiding voor de installateur

42ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split

4P313774-1C – 2012.11

De gebruikersinterface op de unit bevestigen1 Steek een schroevendraaier in de openingen onderaan de

gebruikersinterface en maak voorzichtig de voorplaat los van dewandplaat.

OPMERKING

De printplaat bevindt zich in de voorplaat van degebruikersinterface. Wees voorzichtig om deze NIET tebeschadigen.

2 Bevestig de wandplaat van de gebruikersinterface op defrontplaat van de unit.

OPMERKING

Let op dat u de vorm van de achterzijde van degebruikersinterface niet vervormt door demontageschroeven te stevig vast te draaien.

3 Snijd een 2-draadsgeleider af.

4 Verbind de draden op de gebruikersinterface zoals hieronderafgebeeld.

Langs de achterkant

ba

PCB

1x

a Snijd of verwijder dit deel met een tang enz. uit omde draden erdoor te leiden.

b Maak de draden goed vast op het frontstuk van dekast met behulp van een draadhouder en een klem.

5 Zet de voorplaat terug op de wandplaat.

OPMERKING

Wees voorzichtig de bedrading NIET te knijpen wanneer ude frontplaat op de unit vastmaakt.

De gebruikersinterface op de muur bevestigen inhet geval van een installatie als kamerthermostaat1 Steek een schroevendraaier in de openingen onderaan de

gebruikersinterface en maak voorzichtig de voorplaat los van dewandplaat.

OPMERKING

De printplaat bevindt zich in de voorplaat van degebruikersinterface. Wees voorzichtig om deze NIET tebeschadigen.

2 Bevestig de wandplaat van de gebruikersinterface op de muur.

3 Verbind de draden op de gebruikersinterface zoals hieronderafgebeeld.

Langs de achterkant

ba

PCB

1x

Langs links

a

PCB

b

1x

Langs boven

a

b

PCB

b

1x

Langs midden boven

a

PCB

b

b

1x

Page 43: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

7 Installatie

Uitgebreide handleiding voor de installateur

43ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split4P313774-1C – 2012.11

a Snijd of verwijder dit deel met een tang enz. uit omde draden erdoor te leiden.

b Maak de draden goed vast op het frontstuk van dekast met behulp van een draadhouder en een klem.

4 Zet de voorplaat terug op de wandplaat.

OPMERKING

Wees voorzichtig de bedrading NIET te knijpen wanneer ude frontplaat op de unit vastmaakt.

7.6.7 De afsluiter aansluiten1 Sluit de kabel van de bediening van afsluiter aan op de juiste

aansluitklemmen zoals hieronder afgebeeld.

OPMERKING

De bedrading voor een NC afsluiter (normaal dicht)verschilt van deze voor een NO afsluiter(normaal open).

X1M

X2M

5 6 7

M2S

X1M

X2M

5 6 7

M2S

NO NC

2 Bevestig de kabel met kabelbinders op dekabelbinderbevestigingen.

7.6.8 De elektrische meters aansluiten

INFORMATIE

In geval van een elektrische meter met transistoruitgang,controleer de polariteit. De positieve polariteit MOETaangesloten worden op X5M/7 en X5M/9; de negatievepolariteit op X5M/8 en X5M/10.

1 Sluit de kabel van de elektrische meters aan op de juisteaansluitklemmen zoals hieronder afgebeeld.

X2M

X5M

7 8 910

S2S S3S

2 Bevestig de kabel met kabelbinders op dekabelbinderbevestigingen.

7.6.9 De pomp van het warm tapwateraansluiten

1 Sluit de kabel van de pomp voor het warm tapwater aan op dejuiste aansluitklemmen zoals hieronder afgebeeld.

X2M

3534

1~M

M2P

2 Bevestig de kabel met kabelbinders op dekabelbinderbevestigingen.

7.6.10 De alarm-output aansluiten1 Sluit de kabel van de alarm-output aan op de juiste

aansluitklemmen zoals hieronder afgebeeld.

X1M

X2M

29

X1M

YCY1Y2Y3Y4

A4P

X2M

a

a De EKRP1HB dient verplicht geplaatst te worden.

2 Bevestig de kabel met kabelbinders op dekabelbinderbevestigingen.

7.6.11 De AAN/UIT-output van de ruimtekoeling/verwarming aansluiten

1 Sluit de kabel van de AAN/UIT-output van de ruimtekoeling/verwarming aan op de juiste aansluitklemmen zoals hieronderafgebeeld.

X1M

X2M

29

X1M

YCY1Y2Y3Y4

A4P

X2M

a

a De EKRP1HB dient verplicht geplaatst te worden.

2 Bevestig de kabel met kabelbinders op dekabelbinderbevestigingen.

7.6.12 De omschakeling naar de externewarmtebron aansluiten

1 Sluit de kabel van de omschakeling naar de externewarmtebron aan op de juiste aansluitklemmen zoals hieronderafgebeeld.

Page 44: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

8 Configuratie

Uitgebreide handleiding voor de installateur

44ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split

4P313774-1C – 2012.11

X1M

X1M

X3 X4

A4P

L N

X2MX1 X2

a

a De EKRP1HB dient verplicht geplaatst te worden.

2 Bevestig de kabel met kabelbinders op dekabelbinderbevestigingen.

7.6.13 De digitale inputs voor hetenergieverbruik aansluiten

1 Sluit de kabel van de digitale inputs voor het energieverbruikaan op de juiste aansluitklemmen zoals hieronder afgebeeld.

X1M

X2M

12345

A8P

X801M

S6S

S7S

S8S

S9S

a

a De EKRP1AHTA dient verplicht geplaatst te worden.

2 Bevestig de kabel met kabelbinders op dekabelbinderbevestigingen.

7.7 De installatie van de buitenunit voltooien

7.7.1 De installatie van de buitenunit voltooien1 Isoleer en bevestig als volgt de koelmiddelleiding en de

doorverbindingskabel:

f

b

a

e

d

c

a Gasleidingb Isolatie gasleidingc Doorverbindingskabeld Vloeistofleidinge Isolatie vloeistofleidingf Afwerkkleefband

2 Plaats het servicedeksel terug.

7.7.2 De buitenunit sluiten1 Sluit het deksel van de schakelkast.

2 Sluit het servicedeksel.

OPMERKING

Wanneer u het deksel van de buitenunit sluit, let op dat uhet aanhaalkoppel van 4,1 N•m NIET overtreft.

7.8 De installatie van de binnenunit voltooien

7.8.1 Het deksel van de gebruikersinterface opde binnenunit bevestigen

1 Controleer of het frontpaneel van de binnenunit verwijderdwerd. Zie "7.1.2 De binnenunit openen" op pagina 29.

2 Duw het deksel van de gebruikersinterface in de scharnieren.

3 Monteer het frontpaneel op de binnenunit.

7.8.2 De binnenunit sluiten1 Sluit het deksel van de schakelkast.

2 Plaats het frontpaneel terug.

OPMERKING

Wanneer u het deksel van de binnenunit sluit, let op dat uhet aanhaalkoppel 4,1 N•m NIET overtreft.

8 Configuratie

8.1 Overzicht: ConfiguratieIndien u het systeem NIET correct configureert, kan het zijn dat hetNIET als verwacht werkt. U kunt het systeem configureren met degebruikersinterface.

Wanneer u de gebruikersinterface (via de binnenunit) voor de eerstemaal AANzet, start een snelle wizard om u te helpen het systeem teconfigureren. Indien nodig kunt u later ook nog zaken van deconfiguratie wijzigen.

De installateur kan de configuratie op een PC voorbereiden zonderdaarom ter plaatse te moeten zijn en de configuratie nadien met dePC-configurator op het systeem uploaden. Zie "8.1.1 De PC-kabelaansluiten op de schakelkast" op pagina 45 voor meer informatieover het aansluiten.

De configuratie heeft invloed op de volgende zaken:

De berekeningen van de software

Wat u op de gebruikersinterface kunt zien en doen

Legende voor de tabellen met de instellingen:

Page 45: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

8 Configuratie

Uitgebreide handleiding voor de installateur

45ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split4P313774-1C – 2012.11

#: Referentie in de menustructuur

Code: Code in de overzichtinstellingen

Wanneer de installateurinstellingen gewijzigd worden, zal hetsysteem een bevestiging vragen. Na deze bevestiging zal hetscherm zich kort UITzetten en zal "Bezig" gedurende enkeleseconden verschijnen.

De meest gebruikte installatie-instellingen zijn via de menustructuurbereikbaar. Hun plaats wordt met een verwijzing (#) aangegeven.Alle installateurinstellingen worden tevens beschreven in"8.5 Menustructuur: Overzicht installateurinstellingen" oppagina 71.

Om de instellingcodes te bereiken, zie "De installateurinstellingenweergeven" op pagina 45.

Niet alle instellingen kunnen via de menustructuur bereikt worden.Sommige zijn alleen via hun code bereikbaar. Zoals in de tabelhierna aangegeven, staat de verwijzing ingesteld op Nvt (Niet vantoepassing).

8.1.1 De PC-kabel aansluiten op de schakelkast1 Sluit de kabel met USB-verbinding aan op uw PC.

2 Steek de stekker van de kabel in X10A op A1P van deschakelkast van de binnenunit.

A1PX10A

3 Let hierbij goed op de stand van de stekker!

23

45

H J

ST

8.1.2 De meest gebruikte commando's bereiken

De installateurinstellingen weergeven1 Stel het gebruikertoegangsniveau in op Installateur.

2 Ga naar [A]: > Installateurinstellingen.

De overzichtinstellingen weergeven1 Stel het gebruikertoegangsniveau in op Installateur.

2 Ga naar [A.8]: > Installateurinstellingen > Overzichtinstellingen.

Het gebruikertoegangsniveau instellen opInstallateur1 Ga naar [6.4]: > Informatie > Gebruikertoegangsniveau.

2 Druk langer dan 4 seconden op .

Gevolg: verschijnt op de startpagina's.

3 Als u gedurende meer dan 1 uur NIET op een knop drukt ofopnieuw langer dan 4 seconden op drukt, schakelt hetinstallateurtoegangsniveau terug over naar Eindgebruiker.

Van gebruikertoegangsniveau veranderen(Eindgebruiker en Gevorderde eindgebruiker)1 Ga naar [6] of naar een van zijn submenu's: > Informatie.

2 Druk langer dan 4 seconden op .

Gevolg: Het gebruikertoegangsniveau verandert in Gev.eindgebrkr. Er verschijnt bijkomende informatie en “+” istoegevoegd op de menutitel.

3 Als u gedurende meer dan 1 uur NIET op een knop drukt ofopnieuw langer dan 4 seconden op drukt, schakelt hetgebruikertoegangsniveau terug over naar Eindgebruiker.

8.1.3 De systeeminstellingen kopiëren van deeerste gebruikersinterface naar de tweede

Als een optionele gebruikersinterface aangesloten is, moet deinstallateur eerst de volgende instructies uitvoeren om de tweegebruikersinterfaces goed te configureren.

Deze procedure biedt u tevens de mogelijkheid het stel talen van deeerste gebruikersinterface naar de andere te kopiëren: bijv. vanEKRUCAL2 naar EKRUCAL1.

1 Wanneer de stroom voor de eerste maal wordt aangezet,verschijnt op beide gebruikersinterfaces:

15:10DiU5: auto adres

Druk 4 sec. voor verder

2 Druk 4 sec. op op de gebruikersinterface waarop u de snellewizard wenst uit te voeren.

INFORMATIE

Tijdens de snelle wizard verschijnt Bezig op de tweedegebruikersinterface en kan deze niet gebruikt worden.

3 De snelle wizard zal u begeleiden.

4 Voor de goede werking van het systeem moeten de lokalegegevens op de twee gebruikersinterfaces dezelfde zijn. Indiendit niet het geval is, verschijnt op beide gebruikersinterfaces:

Synchronisatie

Bevestigen

Gegevensafwijk. gedetect. Selecteer een actie:

Aanpassen

Gegevens zenden

5 Selecteer de nodige actie: Gegevens zenden: de gebruikersinterface waarmee u werkt,

bevat de juiste gegevens en de gegevens op de anderegebruikersinterface zullen overschreven worden.

Gegev ontvangen: de gebruikersinterface waarmee u werkt,bevat niet de juiste gegevens en de gegevens op de anderegebruikersinterface zullen gebruikt worden om teoverschrijven.

6 De gebruikersinterface vraagt te bevestigen dat u verder wiltgaan.

Page 46: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

8 Configuratie

Uitgebreide handleiding voor de installateur

46ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split

4P313774-1C – 2012.11

Kopiëren starten

Bevestigen

Weet u zeker dat u dekopieerfunctie wilt starten?

Aanpassen

OK Annul.

7 Bevestig de selectie op het scherm door op te drukken enalle gegevens (talen, programma's, enz.) zullen van degeselecteerde brongebruikersinterface met deze van de anderegebruikersinterface gesynchroniseerd worden.

INFORMATIE

Tijdens het kopiëren verschijnt Bezig op beidegebruikersinterfaces en geen van beide kunnenondertussen gebruikt worden. Zet degebruikersinterface niet uit en koppel deze niet af.

Het kopiëren kan tot 90 minuten duren.

8 Uw systeem is nu ingesteld om met de tweegebruikersinterfaces bediend te worden.

8.1.4 Het stel talen kopiëren van de eerstegebruikersinterface naar de tweede

Zie "8.1.3 De systeeminstellingen kopiëren van de eerstegebruikersinterface naar de tweede" op pagina 45.

8.1.5 Snelle wizard: Stel de systeemlayout in nahet voor de eerste maal onder spanningzetten

Als u het systeem voor de eerste maal onder spanning zet, zal u opde gebruikersinterface begeleid worden om de eerste instellingen tedoen:

taal,

datum,

tijd,

systeemlayout.

Door de systeemlayout te bevestigen kunt u verder gaan met deinstallatie en de inbedrijfstelling van het systeem.

1 Telkens wanneer u de spanning AANzet, zal de snelle wizardstarten zolang u de systeemlayout NIET bevestigd hebt, doorde taal in te stellen.

Taal

Bevestigen

Gewenste taal selecteren

Aanpassen

2 Stel de huidige datum en tijd in.

Datum

Bevestigen

Welke datum is vandaag?

Aanpassen Scroll

Zo Jan1 2012

TijdHoe laat is het nu?

00 : 00Bevestigen Aanpassen Scroll

3 Stel de instellingen van de systeemlayout in: Standaard, Opties,Capaciteiten. Voor meer details, zie "8.2 Basisconfiguratie" oppagina 46.

Systeemlayout

Selecteren

Opties

Scroll

Capaciteiten

A 1

Layout bevestigen

Standaard

4 Bevestig met een druk op .

Layout bevestigenBevestig de systeem- layout. Het systeem wordt

OK

opnieuw gestart en is gereed

Annul.voor eerste opstartprocedure.

Bevestigen Aanpassen

5 De gebruikersinterface herinitialiseert zich en u kunt deinstallatie voortzetten door de andere van toepassing zijndeinstellingen in te stellen en het systeem verder in bedrijf testellen.

Wanneer de installateurinstellingen gewijzigd worden, zal hetsysteem een bevestiging vragen. Na deze bevestiging zal hetscherm zich kort UITzetten en zal “Bezig” gedurende enkeleseconden verschijnen.

8.2 Basisconfiguratie

8.2.1 Snelle wizard: Taal/tijd en datum

# Code Beschrijving[A.1] Nvt Taal[1] Nvt Tijd en datum

8.2.2 Snelle wizard: Standaard

De back-upverwarming configureren (alleen voor het *9W-model)De back-upverwarming in een *9W-model is aangepast om op demeeste Europese elektriciteitsdistributienetten aangesloten teworden. Naast het configureren van het materiaal, moet het type vande back-upverwarming op de gebruikersinterface ingesteld worden.

# Code Beschrijving[A.2.1.5] [5-0D] Type BUH:

1 (1P,(1/1+2)): 6 kW 1~ 230 V (*9W)

3 (3P,(1/1+2)): 6 kW 3~ 230 V (*9W)

4 (3PN,(1/2)): 6 kW 3N~ 400 V (*9W)

5 (3PN,(1/1+2)): 9 kW 3N~ 400 V(*9W)

De instellingen voor de ruimteverwarming/-koelingHet systeem kan een ruimte verwarmen of afkoelen. De instellingenvoor de ruimteverwarming/-koeling moeten in functie van het typevan toepassing ingesteld worden.

Page 47: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

8 Configuratie

Uitgebreide handleiding voor de installateur

47ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split4P313774-1C – 2012.11

# Code Beschrijving[A.2.1.7] [C-07] Unitbestur.methd:

0 (Besturing AWT): De unit werkt opbasis van deaanvoerwatertemperatuur, ongeachtde werkelijke kamertemperatuur en/ofde vraag om de kamer te verwarmenof af te koelen.

1 (Bst xt kmrthrms): De unit werkt opbasis van de externe thermostaat ofsoortgelijk (bijv.warmtepompconvector).

2 (Best. kmrthrmst): De unit werkt opbasis van de omgevingstemperatuurvan de gebruikersinterface.

[A.2.1.B] Nvt Alleen als er 2 gebruikersinterfaces zijn(1 in de kamer, 1 bij de binnenunit):

ab

a: Aan de unit

b: In kamer als kamerthermostaat

Loc. gebruik.interface:

Op unit: de andere gebruikersinterfacewordt automatisch op In de kamergezet en werkt als kamerthermostaatals Best. kmrthrmst werdgeselecteerd.

In de kamer (standaard): de anderegebruikersinterface wordt automatischop Op unit gezet en werkt alskamerthermostaat als Best. kmrthrmstwerd geselecteerd.

# Code Beschrijving[A.2.1.8] [7-02] Het systeem kan aanvoerwater leveren

aan maximum 2 watertemperatuurzones.Het aantal waterzones moet tijdens hetconfigureren ingesteld worden.

Aantal zones AWT:

0 (1 AWT-zone) (standaard): Slechts1 aanvoerwatertemperatuurzone.Deze zone wordt de primaireaanvoerwatertemperatuurzonegenoemd.

a

a: Primaire AWT-zone

1 (2 AWT-zones):2 aanvoerwatertemperatuurzones. Dezone met de laagsteaanvoerwatertemperatuur (inverwarming) wordt de primaireaanvoerwatertemperatuurzonegenoemd. De zone met de hoogsteaanvoerwatertemperatuur (inverwarming) wordt de secundaireaanvoerwatertemperatuurzonegenoemd. In praktijk bestaat deprimaireaanvoerwatertemperatuurzone uit dewarmteafgevers met grotere belastingen moet een mengstation geplaatstworden om de gewensteaanvoerwatertemperatuur te bereiken.

a

b

a: Secundaire AWT-zone

b: Primaire AWT-zone

Page 48: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

8 Configuratie

Uitgebreide handleiding voor de installateur

48ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split

4P313774-1C – 2012.11

# Code Beschrijving[A.2.1.9] [F-0D] Wanneer de bediening van de

ruimteverwarming/-koeling via degebruikersinterface UIT is, is de pompaltijd UIT. Wanneer de regeling van deruimteverwarming/-koeling AAN is, kuntu de gewenste pompbedrijfsmodusselecteren (alleen geldig tijdensruimteverwarming/-koeling)

Pompbedrijfsmodus:

0 (Continu): Continue werking van depomp, ongeacht de thermo-AAN- of -UIT-staat. Opmerking: de continuewerking van de pomp vraagt meerenergie dan wanneer de pomp alleenwerkt als dit gevraagd wordt ofwanneer ze bemonstert.

a

b c

d

b c

a: Regeling ruimteverwarming/-koeling (gebruikersinterface)

b: UIT

c: AAN

d: Werking van de pomp

1 (Monster) (standaard): De pomp isAAN. Als verwarming of koelinggevraagd wordt wanneer deaanvoerwatertemperatuur nog niet degewenste temperatuur bereikt heeft.Als er een thermo-UIT-staat is, werktde pomp om de 5 minuten om dewatertemperatuur te controleren en tekijken of er een vraag naarverwarming of koeling nodig is.Opmerking: Bemonsteren is NIETbeschikbaar in de uitgebreidekamerthermostaatregeling ofkamerthermostaatregeling.a

b

d ef

c

g

b c

a: Regeling ruimteverwarming/-koeling (gebruikersinterface)

b: UIT

c: AAN

d: AWT-temperatuur

e: Huidige

f: Gewenste

g: Werking van de pomp

2 (Verzoek): De pomp werkt opverzoek. Voorbeeld: Door eenkamerthermostaat te gebruiken,ontstaat een thermo AAN/UIT-staat.Als deze vraag er niet is, is de pompUIT. Opmerking: Verzoek is NIET

# Code Beschrijvingbeschikbaar in deaanvoerwatertemperatuurregeling.a

d

e

b

b

c

b c

c

a: Regeling ruimteverwarming/-koeling (gebruikersinterface)

b: UIT

c: AAN

d: Vraag voor verwarming (doorexterne afstandsthermostaat ofkamerthermostaat)

e: Werking van de pomp

8.2.3 Snelle wizard: Opties

De instellingen voor het warm tapwaterDit hoofdstuk geldt alleen voor systemen met een geplaatste tankvoor warm tapwater:

EHBH/X: een optionele tank voor warm tapwater is beschikbaar,

EHVH/X: een tank voor warm tapwater is standaard in debinnenunit voorzien.

De volgende instellingen moeten dienovereenkomstig ingesteldworden.

# Code Beschrijving[A.2.2.1] [E-05] Warmtapwaterbedrijf:

0 (Nee): NIET geïnstalleerd.Standaard voor EHBH/X.

1 (Ja): Geïnstalleerd. Standaard voorEHVH/X. Opmerking: Voor EHVH/X,de tank voor warm tapwater isstandaard geïnstalleerd. Wijzig dezeinstelling NIET.

[A.2.2.3] [E-07] Tijdens het bereiden van warm tapwaterkan de warmtepomp door eenelektrische verwarming bijgestaanworden om ervoor te zorgen dat warmtapwater zelfs voor hoge gewenstetanktemperaturen bereid wordt.

Tankverwarmer:

0 (Horzontale BSH): Geïnstalleerdnaast de tank. Standaard voorEHBH/X.

1 (Backupverwarmer): Standaard voorEHVH/X. De back-upverwarming zalook gebruikt worden om warmtapwater op te warmen.

Page 49: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

8 Configuratie

Uitgebreide handleiding voor de installateur

49ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split4P313774-1C – 2012.11

# Code Beschrijving[A.2.2.A] [D-02] De binnenunit geeft de mogelijkheid om

een ter plaatse te voorzienewarmtapwaterpomp (AAN/UIT-type) aante sluiten. We onderscheiden zijn functiein functie van de installatie en deconfiguratie op de gebruikersinterface.

warmtapwaterpomp:

0 (Nee) (standaard): NIETgeïnstalleerd.

1 (Secund retour): Geïnstalleerd voorogenblikkelijk warm water wanneerwarm water genomen wordt. Deeindgebruiker geeft in wanneer dezewarmtapwaterpomp moet werken(wekelijks programma). Deze pompkan via de binnenunit bediend worden.

2 (Disinf. shunt): Geïnstalleerd voordesinfectie. Ze werkt wanneer dedesinfectiefunctie van de tank voorwarm tapwater werkt. Er hoeven geenverdere instellingen ingesteld teworden.

Zie tevens de afbeeldingen hieronder.

Pomp voor warm tapwater geïnstalleerd voor…Ogenblikkelijk warm water Desinfectie

c

fb

a

g

c

b

ad f

e g

a Binnenunitb Tankc Pomp voor warm tapwaterd Verwarmingselemente Terugslagklepf Doucheg Koud water

Thermostaten en externe sensoren

Zie "5 Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen" oppagina 10.

# Code Beschrijving[A.2.2.4] [C-05] Primair contact

In de regeling via een externekamerthermostaat moet het contacttypevan de optionele kamerthermostaat ofwarmtepompconvector voor de primaireaanvoerwatertemperatuurzone ingesteldworden. Zie "5 Richtlijnen met betrekkingtot mogelijke toepassingen" oppagina 10.

1 (Thermo AAN/UIT): De aangeslotenexterne kamerthermostaat ofwarmtepompconvector stuurt de vraagnaar verwarming of koeling door viahet zelfde signaal, omdat het slechtsop 1 digitale input (voorbehouden voorde primaireaanvoerwatertemperatuurzone) op debinnenunit (X2M/1) is aangesloten.Selecteer deze waarde in het gevalvan een aansluiting op dewarmtepompconvector (FWXV).

2 (Verw/koel vraag) (standaard): Deaangesloten externekamerthermostaat stuurt eenafzonderlijke vraag naar verwarmingof koeling door en is daaromaangesloten op de 2 digitale inputs(voorbehouden voor de primaireaanvoerwatertemperatuurzone) op debinnenunit (X2M/1 en 2) aangesloten.Selecteer deze waarde in het gevalvan een aansluiting met een bedrade(EKRTWA) of draadloze (EKRTR1)kamerthermostaat.

[A.2.2.5] [C-06] Sec. contact

Voor de regeling via externekamerthermostaten met2 aanvoerwatertemperatuurzones moethet type van de optionelekamerthermostaat voor de secundaireaanvoerwatertemperatuurzone ingesteldworden. Zie "5 Richtlijnen met betrekkingtot mogelijke toepassingen" oppagina 10.

1 (Thermo AAN/UIT): Zie Primaircontact. Aangesloten op de binnenunit(X2M/1a).

2 (Verw/koel vraag) (standaard): ZiePrimair contact. Aangesloten op debinnenunit (X2M/1a en 2a).

Page 50: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

8 Configuratie

Uitgebreide handleiding voor de installateur

50ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split

4P313774-1C – 2012.11

# Code Beschrijving[A.2.2.B] [C-08] Extrn sensor

Als een optionele externeomgevingssensor is aangesloten, moethet type van de sensor ingesteld worden.Zie "5 Richtlijnen met betrekking totmogelijke toepassingen" op pagina 10.

0 (Nee) (standaard): NIETgeïnstalleerd. De thermistor in degebruikersinterface en deze in debuitenunit worden gebruikt ommetingen uit te voeren.

1 (Buitensensor): Geïnstalleerd. Debuitensensor zal gebruikt worden omde buitenomgevingstemperatuur temeten. Opmerking: Voor sommigefuncties wordt nog steeds detemperatuursensor in de buitenunitgebruikt.

2 (Kamersensor): Geïnstalleerd. Detemperatuursensor in degebruikersinterface wordt NIET meergebruikt. Opmerking: Deze waardeheeft alleen een betekenis in dekamerthermostaatregeling.

Digitale I/O-printplaatDeze instellingen moeten alleen gewijzigd worden als de optioneledigitale I/O-printplaat geplaatst wordt. De digitale I/O-printplaat heeftveel functies die geconfigureerd moeten worden. Zie "5 Richtlijnenmet betrekking tot mogelijke toepassingen" op pagina 10.

# Code Beschrijving[A.2.2.6.1] [C-02] Ext BUH bron

Geef aan dat de ruimteverwarming ookvia een andere warmtebron dan hetsysteem uitgevoerd wordt.

0 (Nee) (standaard): NIETgeïnstalleerd.

1 (Bivalent): Geïnstalleerd. De extraketel (gasketel, oliebrander) zalwerken wanneer debuitenomgevingstemperatuur laag is.Tijdens de bivalente werking is dewarmtepomp UIT. Stel deze waarde inwanneer een extra ketel gebruiktwordt. Zie "5 Richtlijnen metbetrekking tot mogelijke toepassingen"op pagina 10.

[A.2.2.6.2] [D-07] Solarkit

Alleen van toepassing voor EHBH/X.Geeft aan dat de tank voor warmtapwater ook via thermischezonnepanelen opgewarmd wordt.

0 (Nee) (standaard): NIETgeïnstalleerd.

1 (Ja): Geïnstalleerd. De tank voorwarm tapwater kan – naast dewarmtepomp – ook via thermischezonnepanelen opgewarmd worden.Stel deze waarde in wanneerthermische zonnepanelen geplaatstworden. Zie "5 Richtlijnen metbetrekking tot mogelijke toepassingen"op pagina 10.

# Code Beschrijving[A.2.2.6.3] [C-09] Alarm-output

Geef de logica aan van de alarm-outputop de digitale I/O-printplaat tijdens eenstoring.

0 (Normaal open) (standaard): Dealarm-output wordt geactiveerdwanneer zich een alarm voordoet.Door deze waarde in te stellen wordteen verschil gemaakt tussen eenstoring en het detecteren van eenstroomonderbreking van de unit.

1 (Norm. gesloten): De alarm-outputwordt NIET geactiveerd wanneer zicheen alarm voordoet.

[A.2.2.6.4] [F-04] Bodemplaatverwarm

Alleen van toepassing voor EHBH/X16en EHVH/X16. Geef aan dat eenoptionele bodemplaatverwarming op debuitenunit is geplaatst. Debodemplaatverwarming wordt in dit gevalgevoed door de binnenunit.

0 (Nee) (standaard): NIETgeïnstalleerd.

1 (Ja): Geïnstalleerd. Opmerking: Alsdeze waarde wordt ingesteld, kan deoutput van de digitale I/O-printplaatniet als output voorruimteverwarming/-koeling gebruiktworden. Zie "5 Richtlijnen metbetrekking tot mogelijke toepassingen"op pagina 10.

Vraag-printplaatDe vraag-printplaat wordt gebruikt om het besturing energieverbruikvia digitale inputs te regelen. Zie "5 Richtlijnen met betrekking totmogelijke toepassingen" op pagina 10.

# Code Beschrijving[A.2.2.7] [D-04] Vraag-printplaat

Alleen van toepassing voor EHBH/X04+08 en EHVH/X04+08. Geef aan datde optionele vraag-printplaat geplaatstwerd.

0 (Nee) (standaard): NIETgeïnstalleerd.

1 (Ja): Geïnstalleerd. De besturingenergieverbruik via digitale inputs kanin [A.6.2.1] geselecteerd worden.

De energiemetingAls de energiemeting via externe energiemeters gebeurt, configureerde instellingen dan zoals hierna beschreven. Selecteer depulsfrequentieoutput van elke energiemeter conform de specificatiesvan de energiemeters. Er kunnen (tot 2) energiemeters metverschillende pulsfrequenties aangesloten worden. Als slechts1 energiemeter of zelfs geen energiemeter wordt gebruikt, selecteerdan Nee om aan te geven dat de overeenstemmende pulsinputNIET gebruikt wordt.

Page 51: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

8 Configuratie

Uitgebreide handleiding voor de installateur

51ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split4P313774-1C – 2012.11

# Code Beschrijving[A.2.2.8] [D-08] Optionele externe kWh-meter 1:

0 (Nee): NIET geïnstalleerd

1: Geïnstalleerd (0,1 impuls/kWh)

2: Geïnstalleerd (1 impuls/kWh)

3: Geïnstalleerd (10 impuls/kWh)

4: Geïnstalleerd (100 impuls/kWh)

5: Geïnstalleerd (1000 impuls/kWh)[A.2.2.9] [D-09] Optionele externe kWh-meter 2:

0 (Nee): NIET geïnstalleerd

1: Geïnstalleerd (0,1 impuls/kWh)

2: Geïnstalleerd (1 impuls/kWh)

3: Geïnstalleerd (10 impuls/kWh)

4: Geïnstalleerd (100 impuls/kWh)

5: Geïnstalleerd (1000 impuls/kWh)

8.2.4 Snelle wizard: Capaciteiten(energiemeting)

De capaciteiten van alle elektrische verwarmingen moeten voor deenergiemeting en/of de regeling van het besturing energieverbruikingesteld worden om goed te werken. Door de weerstand van elkverwarmingstoestel te meten, kunt u de exacte capaciteit van elkverwarmingstoestel instellen en zodoende meer nauwkeurigeenergiegegevens hebben.

# Code Beschrijving[A.2.3.1] [6-02] Boosterverwarming: Geldt alleen voor

warmtapwatertanken met inwendigeboosterverwarming (EKHW*). Decapaciteit van de boosterverwarming opnominale spanning. De nominale waardebedraagt 3 kW. Standaard: 0.

0~10 kW (in stappen van 0,2 kW)[A.2.3.2] [6-03] BUH: stap 1: De capaciteit van de eerste

stap van de back-upverwarming aannominale spanning. Nominale waarde:3 kW. Standaard: 3 kW.

0~10 kW (in stappen van 0,2 kW)[A.2.3.3] [6-04] BUH: stap 2: Geldt alleen voor een back-

upverwarming met twee stappen (*9W).Het verschil in capaciteit tussen detweede en de eerste stap van de back-upverwarming op nominale spanning. Denominale waarde hangt af van deconfiguratie van de back-upverwarming:

3 kW, 1N~ 230 V: 0 kW

6 kW, 1N~ 230 V: 3 kW (6 kW-3 kW)

6 kW, 3~ 230 V: 3 kW (6 kW-3 kW)

6 kW, 3N~ 400 V: 3 kW (6 kW-3 kW)

9 kW, 3N~ 400 V: 6 kW (9 kW-3 kW)

0~10 kW (in stappen van 0,2 kW):

*3V: standaard 0 kW

*9W: standaard 6 kW[A.2.3.6] [6-07] Bodemplaatverwarm: Geldt alleen voor

een optionele bodemplaatverwarming(EKBPHTH16A). De capaciteit van deoptionele bodemplaatverwarming opnominale spanning. Standaard: 0 W.

0~200 W (in stappen van 10 W)

8.2.5 De regeling van de ruimteverwarming/-koeling

De vereiste instellingen om de ruimteverwarming/-koeling van uwsysteem te configureren worden in dit hoofdstuk beschreven. Deweersafhankelijke installateurinstellingen bepalen de parametersvoor de weersafhankelijke werking van de unit. Wanneer deweersafhankelijke werking geactiveerd is, wordt dewatertemperatuur automatisch bepaald op basis van debuitentemperatuur. Lage buitentemperaturen zorgen voor warmerwater en omgekeerd. In de weersafhankelijke werking kan degebruiker de doeltemperatuur van het water met maximum 5°Cverhogen of verlagen.

Zie de uitgebreide handleiding voor de gebruiker en/of degebruiksaanwijzing voor meer details over deze functie.

De aanvoerwatertemperatuur: Primaire zone

# Code Beschrijving[A.3.1.1.1] Nvt AWT inst modus:

Absoluut (standaard)De gewensteaanvoerwatertemperatuur is:

NIET weersafhankelijk (watbetekent: niet afhankelijk van debuitenomgevingstemperatuur)

vast over de tijd (wat betekent: nietgepland)

Weersafh: De gewensteaanvoerwatertemperatuur is:

weersafhankelijk (wat betekent:afhankelijk van debuitenomgevingstemperatuur)

vast over de tijd (wat betekent: nietgepland)

Abs+geprog: De gewensteaanvoerwatertemperatuur is:

NIET weersafhankelijk (watbetekent: NIET afhankelijk van debuitenomgevingstemperatuur)

volgens een programma. Degeplande acties bestaan uitgewensteaanvoerwatertemperaturen die ofvoorgeprogrammeerd, ofaangepast zijnOpmerking: Deze waarde kanalleen in deaanvoerwatertemperatuurregelingingesteld worden.

Weersafh+geprog: De gewensteaanvoerwatertemperatuur is:

weersafhankelijk (wat betekent:afhankelijk van debuitenomgevingstemperatuur)

volgens een programma. Degeplande acties bestaan uitgewensteaanvoerwatertemperaturen die ofvoorgeprogrammeerd, ofaangepast zijnOpmerking: Deze waarde kanalleen in deaanvoerwatertemperatuurregelingingesteld worden.

Page 52: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

8 Configuratie

Uitgebreide handleiding voor de installateur

52ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split

4P313774-1C – 2012.11

# Code Beschrijving[A.3.1.1.3] [1-00]

[1-01]

[1-02]

[1-03]

Weersafhank verwarm instellen:

[1-03]

[1-02]

Ta

Tt

[1-00] [1-01]

Tt: Eindtemperatuur aanvoerwater(primair)

Ta: Buitentemperatuur

[1-00]: Lagebuitenomgevingstemperatuur.−20°C~5°C (standaard: −10°C)

[1-01]: Hogebuitenomgevingstemperatuur.10°C~20°C (standaard: 15°C)

[1-02]: Gewensteaanvoerwatertemperatuur als debuitentemperatuur gelijk is aan delage omgevingstemperatuur oferonder valt.Tussen de minimum en de maximumaanvoerwatertemperatuur(standaard: 35°C).Opmerking: Deze waarde moethoger zijn dan [1-03], omdat bij lagebuitentemperaturen warmer waternodig is.

[1-03]: Gewensteaanvoerwatertemperatuur als debuitentemperatuur gelijk is aan delage omgevingstemperatuur of eroverkomt.Tussen de minimum en de maximumaanvoerwatertemperatuur(standaard: 25°C).Opmerking: Deze waarde moet lagerzijn dan [1-02], omdat bij hogebuitentemperaturen minder warmwater nodig is.

# Code Beschrijving[A.3.1.1.4] [1-06]

[1-07]

[1‑08]

[1-09]

Weersafhank koelen instellen:

[1-09]

[1-08]

Ta

Tt

[1-06] [1-07]

Tt: Eindtemperatuur aanvoerwater(primair)

Ta: Buitentemperatuur

[1-06]: Lagebuitenomgevingstemperatuur.10°C~25°C (standaard: 20°C)

[1-07]: Hogebuitenomgevingstemperatuur.25°C~43°C (standaard: 35°C)

[1-08]: Gewensteaanvoerwatertemperatuur als debuitentemperatuur gelijk is aan delage omgevingstemperatuur oferonder valt.Tussen de minimum en de maximumaanvoerwatertemperatuur 5°C~22°C(standaard: 22°C).Opmerking: Deze waarde moethoger zijn dan [1-09], omdat bij lagebuitentemperaturen minder koudwater voldoende is.

[1-09]: Gewensteaanvoerwatertemperatuur als debuitentemperatuur gelijk is aan delage omgevingstemperatuur of eroverkomt.Tussen de minimum en de maximumaanvoerwatertemperatuur 5°C~22°C(standaard: 18°C).Opmerking: Deze waarde moet lagerzijn dan [1-08], omdat bij hogebuitentemperaturen kouder waternodig is.

Page 53: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

8 Configuratie

Uitgebreide handleiding voor de installateur

53ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split4P313774-1C – 2012.11

De aanvoerwatertemperatuur: Secundaire zoneAlleen van toepassing als er 2 aanvoerwatertemperatuurzones zijn.

# Code Beschrijving[A.3.1.2.1] Nvt AWT inst modus:

Absoluut (standaard)De gewensteaanvoerwatertemperatuur is:

NIET weersafhankelijk (watbetekent: niet afhankelijk van debuitenomgevingstemperatuur)

vast over de tijd (wat betekent: nietgepland)

Weersafh: De gewensteaanvoerwatertemperatuur is:

weersafhankelijk (wat betekent:afhankelijk van debuitenomgevingstemperatuur)

vast over de tijd (wat betekent: nietgepland)

Abs+geprog: De gewensteaanvoerwatertemperatuur is:

NIET weersafhankelijk (watbetekent: NIET afhankelijk van debuitenomgevingstemperatuur)

volgens een programma. Degeplande acties zijn AAN of UIT.Opmerking: Deze waarde kanalleen in deaanvoerwatertemperatuurregelingingesteld worden.

Weersafh+geprog: De gewensteaanvoerwatertemperatuur is:

weersafhankelijk (wat betekent:afhankelijk van debuitenomgevingstemperatuur)

volgens een programma. Degeplande acties zijn AAN of UIT Opmerking: Deze waarde kanalleen in deaanvoerwatertemperatuurregelingingesteld worden.

# Code Beschrijving[A.3.1.2.3] [0-00]

[0-01]

[0-02]

[0-03]

Weersafhank verwarm instellen:

[0-00]

[0-01]

Ta

Tt

[0-03] [0-02]

Tt: Eindtemperatuur aanvoerwater(primair)

Ta: Buitentemperatuur

[0-03]: Lagebuitenomgevingstemperatuur.−20°C~5°C (standaard: −10°C)

[0-02]: Hogebuitenomgevingstemperatuur.10°C~20°C (standaard: 15°C)

[0-01]: Gewensteaanvoerwatertemperatuur als debuitentemperatuur gelijk is aan delage omgevingstemperatuur oferonder valt.Tussen de minimum en de maximumaanvoerwatertemperatuur25°C~afhankelijk van de buitenunit(standaard: 45°C).Opmerking: Deze waarde moethoger zijn dan [0-00], omdat bij lagebuitentemperaturen warmer waternodig is.

[0-00]: Gewensteaanvoerwatertemperatuur als debuitentemperatuur gelijk is aan delage omgevingstemperatuur of eroverkomt.Tussen de minimum en de maximumaanvoerwatertemperatuur25°C~afhankelijk van de buitenunit(standaard: 35°C).Opmerking: Deze waarde moet lagerzijn dan [0-01], omdat bij hogebuitentemperaturen minder warmwater nodig is.

Page 54: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

8 Configuratie

Uitgebreide handleiding voor de installateur

54ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split

4P313774-1C – 2012.11

# Code Beschrijving[A.3.1.2.4] [0-04]

[0-05]

[0-06]

[0-07]

Weersafhank koelen instellen:

[0-04]

[0-05]

Ta

Tt

[0-07] [0-06]

Tt: Eindtemperatuur aanvoerwater(primair)

Ta: Buitentemperatuur

[0-07]: Lagebuitenomgevingstemperatuur.10°C~25°C (standaard: 20°C)

[0-06]: Hogebuitenomgevingstemperatuur.25°C~43°C (standaard: 35°C)

[0-05]: Gewensteaanvoerwatertemperatuur als debuitentemperatuur gelijk is aan delage omgevingstemperatuur oferonder valt.Tussen de minimum en de maximumaanvoerwatertemperatuur 5°C~22°C(standaard: 12°C).Opmerking: Deze waarde moethoger zijn dan [1-09], omdat bij lagebuitentemperaturen minder koudwater voldoende is.

[0-04]: Gewensteaanvoerwatertemperatuur als debuitentemperatuur gelijk is aan delage omgevingstemperatuur of eroverkomt.Tussen de minimum en de maximumaanvoerwatertemperatuur 5°C~22°C(standaard: 8°C).Opmerking: Deze waarde moet lagerzijn dan [1-08], omdat bij hogebuitentemperaturen kouder waternodig is.

De aanvoerwatertemperatuur: Delta T generatorHet temperatuurverschil voor het retourwater en het aanvoerwater.De unit is ontworpen om vloerverwarming te ondersteunen. Deaanbevolen aanvoerwatertemperatuur (ingesteld via degebruikersinterface) voor vloerverwarmingslussen bedraagt 35°C. Indat geval wordt de unit aangestuurd om een temperatuurverschil van5°C te bekomen, wat betekent dat de temperatuur van hetretourwater naar de unit ongeveer 30°C bedraagt. Afhankelijk vande geplaatste toepassing (radiatoren, warmtepompconvectoren,vloerverwarmingslussen) of de situatie kan het temperatuurverschiltussen het retourwater en het aanvoerwater gewijzigd worden. Merkop dat de pomp haar debiet zal regelen om de Δt constant tebehouden.

# Code Beschrijving[A.3.1.3.1] [9-09] Verwarming: vereist

temperatuurverschil tussen retour- enaanvoerwater. Bereik: 3~10°C (instappen van 1°C; standaardwaarde:5°C).

[A.3.1.3.2] [9-0A] Koeling: vereist temperatuurverschiltussen retour- en aanvoerwater. Bereik:3~10°C (in stappen van 1°C;standaardwaarde: 5°C).

De aanvoerwatertemperatuur: AanpassenAlleen van toepassing in het geval van een regeling viakamerthermostaat. Wanneer de kamerthermostaatfunctie gebruiktwordt, moet de gebruiker de gewenste kamertemperatuur instellen.De unit zal warm water aan de warmteafgevers leveren en de kamerzal verwarmd worden. Daarbij moet ook de gewensteaanvoerwatertemperatuur geconfigureerd worden: wanneer deaanpassing aangezet wordt, zal de unit de gewensteaanvoerwatertemperatuur automatisch berekenen (op basis vanvoorgeprogrammeerde temperaturen, als weersafhankelijk werdgeselecteerd, zal de aanpassing gebeuren op basis van degewenste weersafhankelijke temperaturen); wanneer de aanpassinguitgezet wordt, kunt u de gewenste aanvoerwatertemperatuur op degebruikersinterface instellen. Bovendien wordt, met ingeschakeldeaanpassing, de gewenste aanvoerwatertemperatuur verlaagd ofverhoogd in functie van de gewenste kamertemperatuur en hetverschil tussen de werkelijke en de gewenste kamertemperatuur. Ditresulteert in volgende zaken:

stabiele kamertemperaturen die exact overeenkomen met degewenste temperatuur (hoger niveau van comfort)

minder AAN/UIT-cycli (stiller, groter comfort en grotereeffectiviteit)

zo laag mogelijke watertemperaturen om met de gewenstetemperatuur overeen te stemmen (grotere effectiviteit)

# Code Beschrijving[A.3.1.1.5] [8-05] Aangepaste AWT:

Nee (standaard): uitgeschakeld.Opmerking: De gewensteaanvoerwatertemperatuur moet opde gebruikersinterface ingesteldworden.

Ja: geactiveerd Opmerking: De gewensteaanvoerwatertemperatuur kan alleenop de gebruikersinterface gelezenworden

De aanvoerwatertemperatuur: AfgiftesysteemAlleen van toepassing in het geval van een regeling viakamerthermostaat. Afhankelijk van het systeemwatervolume en hettype van warmteafgiftesystemen kan het langer duren om een ruimtete verwarmen of af te koelen. Deze instelling kan een langzaam ofeen snel verwarmings-/koelsysteem compenseren tijdens deverwarm/afkoelcyclus.

Opmerking: De instelling van het afgiftesysteem zal invloed hebbenop de maximumaanpassing van de gewensteaanvoerwatertemperatuur en de mogelijkheid om op basis van debinnenomgevingstemperatuur automatische tussen koeling/verwarming om te schakelen.

Het is daarom belangrijk deze waarde correct in te stellen.

# Code Beschrijving[A.3.1.1.7] [9-0B] Afgiftesysteem:

Reactietijd van het systeem:

Snel Voorbeeld: Klein watervolumeen kleine ventilatorconvectoren.

Langzaam Voorbeeld: Grootwatervolume, grotevloerverwarminglussen.

8.2.6 Het warm tapwater regelenAlleen van toepassing wanneer een optionele tank voor warmtapwater geplaatst werd.

Page 55: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

8 Configuratie

Uitgebreide handleiding voor de installateur

55ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split4P313774-1C – 2012.11

De gewenste tanktemperatuur configurerenHet warm tapwater kan op 3 verschillende manieren bereid worden.Deze manieren verschillen onderling door de manier waarop degewenste tanktemperatuur ingesteld wordt en hoe de unit hieropreageert.

# Code Beschrijving[A.4.1] [6-0D] Warm tapwater Instelpuntstand:

0 (Uitsl warmhoudn): Enkelwarmhouden is toegestaan.

1 (Warmh + gprog): De tank voorwarm tapwater wordt opgewarmdvolgens een programma en tussen degeplande opwarmcycli, hetwarmhouden is toegestaan.

2 (Uitsl geprog): De tank voor warmtapwater kan ALLEEN volgens eenprogramma opgewarmd worden.

Zie "8.3.2 Het warm tapwater regelen: geavanceerd voor meerdetails" op pagina 59.

INFORMATIE

Er wordt geadviseerd de selectie ([6-0D]=0, [A.4.1] Warmtapwater Instelpuntstand=Uitsl warmhoudn) NIET tegebruiken voor een warmtapwatertank zonder inwendigeboosterverwarming.

De kans dat te weinig verwarmings- (koel-)capaciteit is endus comfortproblemen voorkomen, is groot (wanneerregelmatig warm tapwater bereid wordt of regelmatiglangdurige ruimteverwarming/-koelingonderbrekingen zichvoordoen).

De gewenste tanktemperatuur aflezenDe gewenste tanktemperatuur verschijnt op de gebruikersinterface.Met de volgende instellingen kunt u de manier configureren waaropde tanktemperatuur op het scherm verschijnt:

met zijn numerieke waarde

met een equivalent.

Gebruik de numerieke waarde wanneer de klant de betekenis vande tanktemperatuur goed begrijpt. De klant kan de gewenstetanktemperatuur per 1°C op de gebruikersinterface instellen. Voorklanten met minder gevoel voor de betekenis van detanktemperatuur, kies de equivalente weergave van het aantalpersonen. Deze laatste zullen de gewenste tanktemperatuurinstellen door hun warmtapwaterverbruik in te stellen volgens eenaantal personen.

Als installateur configureert u de omzetting tussen het equivalentwarmtapwaterverbruik per persoon voor 1 opwarmcyclus en dewerkelijk gewenste tanktemperatuur. Houd hierbij rekening met degrootte van de geplaatste tank. Daarbij maak het grafisch display deklant bewust over de hoeveelheid verbruikt warm tapwater.

# Code Beschrijving[A.4.3.1] Nvt Hoe moet de tanktemperatuur op de

gebruikersinterface weergegevenworden?

Als een temperatuur.

Als een grafiek: de temperatuur wordtweergegeven als beschikbaar warmwater voor x personen. Indien u ditkiest, moet u tevens configureren welkcijfer met welke temperatuurovereenstemt in [A.4.3.2.1]~[A.4.3.2.6]:

[A.4.3.2.1] Nvt 1 persoon

De absoluut gewenste tanktemperatuurvoor 1 persoon. 30~80°C (standaard:42°C)

[A.4.3.2.2] Nvt 2 personen

De verhoging van de gewenstetanktemperatuur voor 2 personenvergeleken met 1 persoon. 0~20°C(standaard: 6°C)

[A.4.3.2.3] Nvt 3 personen

De verhoging van de gewenstetanktemperatuur voor 3 personenvergeleken met 2 personen. 0~20°C(standaard: 15°C)

[A.4.3.2.4] Nvt 4 personen

De verhoging van de gewenstetanktemperatuur voor 4 personenvergeleken met 3 personen. 0~20°C(standaard: 17°C)

[A.4.3.2.5] Nvt 5 personen

De verhoging van de gewenstetanktemperatuur voor 5 personenvergeleken met 4 personen. 0~20°C(standaard: 1°C)

[A.4.3.2.6] Nvt 6 personen

De verhoging van de gewenstetanktemperatuur voor 6 personenvergeleken met 5 personen. 0~20°C(standaard: 1°C)

INFORMATIE

De werkelijk gewenste tanktemperatuur wordt bepaalddoor de absoluut gewenste tanktemperatuur en het aantalpersonen + geselecteerde verhoging(en).

Voorbeeld: 3 personen (standaardinstellingen)

Werkelijk gewenste tanktemperatuur=[A.4.3.2.1]+[A.4.3.2.2]+[A.4.3.2.3]

Werkelijk gewenste tanktemperatuur=42+6+15=63°C.

De maximumtanktemperatuurDe maximumtemperatuur die gebruikers kunnen selecteren voor hetwarm tapwater. U kunt deze instelling gebruiken om detemperaturen uit de warmwaterkranen te beperken.

INFORMATIE

Tijdens de desinfectie van de tank voor warm tapwater kande tanktemperatuur deze maximumtemperatuurovertreffen.

Page 56: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

8 Configuratie

Uitgebreide handleiding voor de installateur

56ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split

4P313774-1C – 2012.11

INFORMATIE

Beperk de maximumtemperatuur van het warm watervolgens de geldende wetgeving.

# Code Beschrijving[A.4.5] [6-0E] Maximaal instelpunt

De maximumtemperatuur die gebruikerskunnen selecteren voor het warmtapwater. U kunt deze instellinggebruiken om de temperatuur uit dewarmwaterkranen te beperken.

Als

[E-07]=0: 40~80°C (standaard: 60°C)(voor EHBH/X in combinatie metEKHW*)

[E-07]=1: 40~60°C (standaard: 60°C)(alleen voor EHVH/X)

De maximumtemperatuur wordt NIETtoegepast tijdens de desinfectiefunctie.Zie desinfectiefunctie.

8.2.7 Contact/helpdesknummer

# Code Beschrijving[6.3.2] Nvt Nummer waarnaar gebruikers kunnen

bellen wanneer problemen zich voordoen.

8.3 De geavanceerde configuratie/optimalisatie

8.3.1 De ruimteverwarming/koeling:geavanceerd

De voorgeprogrammeerde aanvoerwatertemperatuurU kunt voorgeprogrammeerde temperaturen voor deaanvoerwatertemperatuur bepalen:

economisch (de gehanteerde gewenste aanvoerwatertemperatuurzorgt ervoor dat het energieverbruik het laagst is)

comfort (de gehanteerde gewenste aanvoerwatertemperatuurzorgt ervoor dat het energieverbruik het hoogst is).

Voorgeprogrammeerde waarden zorgen ervoor dat de zelfde waardegemakkelijk in het programma gebruikt kan worden of dat degewenste aanvoerwatertemperatuur gemakkelijk aan dekamertemperatuur aangepast kan worden (zie aanpassing). Indien ulater de waarde wilt wijzigen, hoeft u dit maar op één plaats te doen.Afhankelijk van het feit of de gewenste aanvoerwatertemperatuur aldan niet weersafhankelijk is, moet de absolute gewensteaanvoerwatertemperatuur ingesteld worden of de gewensteomschakelwaarden.

OPMERKING

De voorgeprogrammeerde temperaturen voor deaanvoerwatertemperatuur kunnen alleen voor de primairezone gebruikt worden, omdat het programma voor desecundaire zone uit AAN/UIT-acties bestaat.

OPMERKING

Selecteer voorgeprogrammeerdeaanvoerwatertemperaturen die overeenstemmen met dekenmerken van de geselecteerde warmteafgevers om hetevenwicht tussen de gewenste kamertemperatuur enaanvoerwatertemperatuur te bewaren.

# Code BeschrijvingVoorgeprogrammeerde aanvoerwatertemperatuur voor de primaireaanvoerwatertemperatuurzone wanneer NIET weersafhankelijk

# Code Beschrijving[7.4.2.1] [8-09] Comfort (verwarming)

[9-01]~[9-00] (standaard: 35°C)[7.4.2.2] [8-0A] Eco (verwarming)

[9-01]~[9-00] (standaard: 33°C)[7.4.2.3] [8-07] Comfort (koeling)

[9-03]~[9-02] (standaard: 18°C)[7.4.2.4] [8-08] Eco (koeling)

[9-03]~[9-02] (standaard: 20°C)Voorgeprogrammeerde aanvoerwatertemperatuur(omschakelwaarde) voor de primaireaanvoerwatertemperatuurzone wanneer weersafhankelijk[7.4.2.5] Nvt Comfort (verwarming)

−10~+10°C (standaard: 0°C)[7.4.2.6] Nvt Eco (verwarming)

−10~+10°C (standaard: −3°C)[7.4.2.7] Nvt Comfort (koeling)

−10~+10°C (standaard: 0°C)[7.4.2.8] Nvt Eco (koeling)

−10~+10°C (standaard: +3°C)

De temperatuurbereiken (aanvoerwatertemperaturen)Deze instelling dient om te voorkomen dat een verkeerdeaanvoerwatertemperatuur (nl. te warm of te koud) geselecteerd zouworden. Hiervoor kunnen de beschikbare bereiken voor degewenste verwarmingstemperaturen en gewenste koeltemperaturengeconfigureerd worden.

OPMERKING

Voor de vloerverwarming is het belangrijk de volgendetemperaturen te beperken:

de maximumaanvoerwatertemperatuur tijdensverwarming volgens de specificaties van devloerverwarmingsinstallatie.

de minimumaanvoerwatertemperatuur tijdens koelingtot 18~20°C om geen condensatie op de vloer tehebben.

OPMERKING

Wanneer de bereiken voor deaanvoerwatertemperaturen aangepast worden, moetenook alle gewenste aanvoerwatertemperaturenaangepast worden, zodat ze binnen de grenswaardenblijven.

Zorg steeds voor een evenwicht tussen de gewensteaanvoerwatertemperatuur met de gewenstekamertemperatuur en/of de capaciteit (in functie van dekenmerken van de geselecteerde warmteafgevers). Degewenste aanvoerwatertemperatuur is het resultaatvan verschillende instellingen (voorgeprogrammeerdewaarden, omschakelwaarden, weersafhankelijkecurven, aanpassing). Bijgevolg kunnen te hoge of telage aanvoerwatertemperaturen overtemperaturen ofgebrek aan capaciteit veroorzaken. Door het bereik vande aanvoerwatertemperaturen te beperken totgeschikte waarden (afhankelijk van de warmteafgever)kunnen dergelijke situaties vermeden worden.

Voorbeeld: Stel de minimumaanvoerwatertemperatuur in op 28°Com te beletten dat de kamer NIET voldoende verwarmd kan worden:de aanvoerwatertemperaturen moeten voldoende hoger zijn dan dekamertemperaturen (in verwarming).

Page 57: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

8 Configuratie

Uitgebreide handleiding voor de installateur

57ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split4P313774-1C – 2012.11

# Code BeschrijvingHet bereik van de aanvoerwatertemperaturen van de primaireaanvoerwatertemperatuurzone (= deaanvoerwatertemperatuurzone met de laagsteaanvoerwatertemperatuur voor verwarming en de hoogsteaanvoerwatertemperatuur voor koeling)[A.3.1.1.2.2] [9-00] Maximumtemp (verwarm)

37~afhankelijk van de buitenunit(standaard: 55°C)

[A.3.1.1.2.1] [9-01] Minimumtemp (verwarm)

15~37°C (standaard: 25°C)[A.3.1.1.2.4] [9-02] Maximumtemp (koelen)

18~22°C (standaard: 22°C)[A.3.1.1.2.3] [9-03] Minimumtemp (koelen)

5~18°C (standaard: 5°C)Het bereik van de aanvoerwatertemperaturen van de secundaireaanvoerwatertemperatuurzone (= deaanvoerwatertemperatuurzone met de hoogsteaanvoerwatertemperatuur voor verwarming en de laagsteaanvoerwatertemperatuur voor koeling)[A.3.1.2.2.2] [9-06] Maximumtemp (verwarm)

37~afhankelijk van de buitenunit(standaard: 55°C)

[A.3.1.2.2.1] [9-05] Minimumtemp (verwarm)

15~37°C (standaard: 25°C)[A.3.1.2.2.4] [9-08] Maximumtemp (koelen)

18~22°C (standaard: 22°C)[A.3.1.2.2.3] [9-07] Minimumtemp (koelen)

5~18°C (standaard: 5°C)

De temperatuuroverregeling voor de aanvoerwatertemperatuurDeze functie bepaalt hoeveel de watertemperatuur boven degewenste aanvoerwatertemperatuur mag stijgen vooraleer decompressor stopt. De compressor zal opnieuw starten wanneer deaanvoerwatertemperatuur tot onder de gewensteaanvoerwatertemperatuur zakt. Deze functie is alleen vantoepassing in de verwarmingsstand.

# Code BeschrijvingNvt [9-04] 1~4°C (standaard: 1°C)

De aanvoerwatertemperatuur rond 0°C compenserenWanneer de buitentemperatuur ongeveer 0°C bedraagt, wordtplaatselijk de gewenste aanvoerwatertemperatuur hoger tijdens hetverwarmen. Deze compensatie kan geselecteerd worden wanneereen absolute of weersafhankelijke gewenste temperatuur gebruiktwordt (zie de afbeelding hieronder). Gebruik deze instelling ommogelijke warmteverliezen van het gebouw te compenserenwanneer de buitentemperatuur rond de 0°C draait (bijv. in koudestreken).

Tt

TA

R

L

0°C

Tt

TA

R

L

0°C

a b

a Absoluut gewenste aanvoerwatertemperatuurb Weersafhankelijke gewenste

aanvoerwatertemperatuur

# Code BeschrijvingNvt [D-03] 0 (uitgeschakeld) (standaard)

1 (geactiveerd) L=2°C,

R=4°C (−2°C<TA<2°C)

2 (geactiveerd) L=4°C,

R=4°C (−2°C<TA<2°C)

3 (geactiveerd) L=2°C,

R=8°C (−4°C<TA<4°C)

4 (geactiveerd) L=4°C,

R=8°C (−4°C<TA<4°C)

De aanvoerwatertemperatuur maximaal aanpassenAlleen van toepassing in kamerthermostaatregeling en wanneeraanpassing geactiveerd werd. De maximumaanpassing (= afwijking)van bijv. 3°C voor de gewenste aanvoerwatertemperatuur bepaaldop basis van het verschil tussen de werkelijke kamertemperatuur ende gewenste kamertemperatuur betekent dat de gewensteaanvoerwatertemperatuur met 3°C verhoogd of verlaagd kanworden. Deze aanpassing vergroten zorgt voor betere prestaties(minder AAN/UIT, sneller verwarmen), maar er moet steeds enafhankelijk van de warmteafgever een evenwicht zijn (raadpleeg dekenmerken van de geselecteerde warmteafgevers) tussen degewenste aanvoerwatertemperatuur en de gewenstekamertemperatuur.

# Code BeschrijvingNvt [8-06] 1~5°C (standaard: 3°C)

De weersafhankelijke koeling beperkenAlleen van toepassing voor EHBX en EHVX. De weersafhankelijkekoeling kan uitgeschakeld worden, wat betekent dat de gewensteaanvoerwatertemperatuur tijdens koeling niet van debuitenomgevingstemperatuur afhangt, ongeacht of weersafhankelijkal dan NIET geselecteerd werd. Dit kan zowel voor de primaireaanvoerwatertemperatuurzone als voor de secundaireaanvoerwatertemperatuurzone afzonderlijk ingesteld worden.

# Code BeschrijvingNvt [1-04] De weersafhankelijke koeling van de

primaire aanvoerwatertemperatuurzoneis…

0 (uitgeschakeld) (standaard)

1 (geactiveerd)Nvt [1-05] De weersafhankelijke koeling van de

secundaireaanvoerwatertemperatuurzone is…

0 (uitgeschakeld) (standaard)

1 (geactiveerd)

De temperatuurbereiken (kamertemperatuur)Alleen van toepassing in kamerthermostaatregeling. Om energie tebesparen door te beletten dat de kamer teveel verwarmd ofafgekoeld wordt, kunt u het bereik van de kamertemperatuurbeperken zowel tijdens de verwarming als tijdens de koeling van dekamer.

Page 58: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

8 Configuratie

Uitgebreide handleiding voor de installateur

58ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split

4P313774-1C – 2012.11

OPMERKING

Wanneer de bereiken voor de kamertemperaturenaangepast worden, moeten ook alle gewenstekamertemperaturen aangepast worden, zodat ze binnende grenswaarden blijven.

# Code BeschrijvingKamertemp.bereik[A.3.2.1.2] [3-06] Maximumtemp (verwarm)

18~30°C (standaard: 30°C)[A.3.2.1.1] [3-07] Minimumtemp (verwarm)

12~18°C (standaard: 12°C)[A.3.2.1.4] [3-08] Maximumtemp (koelen)

25~35°C (standaard: 35°C)[A.3.2.1.3] [3-09] Minimumtemp (koelen)

15~25°C (standaard: 15°C)

De kamertemperatuurstapAlleen van toepassing in kamerthermostaatregeling en als detemperatuur in °C wordt weergegeven.

# Code Beschrijving[A.3.2.4] Nvt Kamertemp. stap

1°C (standaard). De gewenstekamertemperatuur op degebruikersinterface kan in stappen van1°C ingesteld worden.

0,5°C De gewenste kamertemperatuurop de gebruikersinterface kan instappen van 0,5°C ingesteld worden.De werkelijke kamertemperatuur wordtmet een nauwkeurigheid van 0,1°Cweergegeven.

De kamertemperatuurhysteresisAlleen van toepassing in het geval van een regeling viakamerthermostaat. De hysteresisstrook rond de gewenstekamertemperatuur kan ingesteld worden. Daikin adviseert dekamertemperatuurhysteresis NIET te wijzigen, omdat deze ingesteldis om het systeem optimaal te kunnen gebruiken.

[9-0C]

a

b

c

d

a Ruimtetemperatuurb Werkelijke kamertemperatuurc Gewenste kamertemperatuurd Tijd

# Code BeschrijvingNvt [9-0C] 1~6°C (standaard: 1°C)

De kamertemperatuurafwijkingAlleen van toepassing in het geval van een regeling viakamerthermostaat. U kunt de (externe) kamertemperatuursensorijken. U kunt een afwijking instellen op de waarde van dekamerthermistor gemeten door de gebruikersinterface of door eenexterne kamersensor. De instellingen kunnen gebruikt worden omsituaties te compenseren waarin de gebruikersinterface of externekamersensor niet op de ideale plaats geplaatst kan worden (zie deinstallatiehandleiding en/of de uitgebreide handleiding voor deinstallateur).

# Code BeschrijvingKamertemp.afwijking: Afwijking op de werkelijke kamertemperatuurgemeten op de sensor van de gebruikersinterface.[A.3.2.2] [2-0A] −5~5°C, stap 0,5°C (standaard: 0°C)Afwijk. ext. kamersensor: Alleen van toepassing als de optie metexterne kamersensor geplaatst en geconfigureerd werd (zie [C-08])[A.3.2.3] [2-09] −5~5°C, stap 0,5°C (standaard: 0°C)

Vorstbescherming kamerAlleen van toepassing in het geval van een regeling viakamerthermostaat. Wanneer de werkelijke kamertemperatuur onderde kamervriestemperatuur zou vallen, zal de unit aanvoerwater (inde verwarmingsstand) naar de warmteafgevers leiden om de kameropnieuw op te warmen.

OPMERKING

Zelfs als de kamerthermostaatregeling op degebruikersinterface UIT is, blijft de bescherming tegenvorst in de kamer actief.

# Code BeschrijvingNvt [2-06] Vorstbescherming kamer

0: uitgeschakeld

1 geactiveerd (standaard)Nvt [2-05] Vorstbeschermende kamertemperatuur

4~16°C (standaard: 12°C)

AfsluiterAlleen van toepassing in het geval van2 aanvoerwatertemperatuurzones.

De output van de afsluiter (deze in de primaireaanvoerwatertemperatuurzone) kan geconfigureerd worden.

INFORMATIE

De afsluiter staat tijdens het ontdooien altijd open.

Thermo AAN/UIT: de afsluiter sluit, afhankelijk van [F0B] wanneer ergeen vraag is om de kamer te verwarmen en/of te koelen in deprimaire zone. Activeer deze instelling om:

te vermijden dat aanvoerwater naar de warmteafgevers in deprimaire AWT-zone zou geleid worden (via het mengklepstation)wanneer er een verzoek van de secundaire AWT-zone is.

de AAN/UIT-pomp van het mengklepstation alleen te activerenwanneer er een vraag is. Zie "5 Richtlijnen met betrekking totmogelijke toepassingen" op pagina 10.

# Code Beschrijving[A.3.1.1.6.1] [F-0B] De afsluiter:

0 (Nee) (standaard): wordt NIETbeïnvloed door een vraag naarverwarming of koeling.

1 (Ja): sluit wanneer er een GEEN vraagnaar verwarming of koeling is.

INFORMATIE

De instelling [F-0B] is alleen geldig als er een vraag-instelling van een thermostaat of externekamerthermostaat is (NIET als instelling vooraanvoerwatertemperatuur).

Koeling: Alleen van toepassing voor EHBX en EHVX. De afsluitergaat dicht, afhankelijk van [F-0C] wanneer de unit aan het koelen is.Activeer deze instelling om geen koud aanvoerwater door dewarmteafgever te sturen en condensatie te hebben (bijv.vloerverwarmingslussen of radiatoren).

Page 59: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

8 Configuratie

Uitgebreide handleiding voor de installateur

59ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split4P313774-1C – 2012.11

# Code Beschrijving[A.3.1.1.6.2] [F-0C] De afsluiter:

0 (Nee): wordt NIET beïnvloed wanneerde bedrijfsmodus naar koelingomgeschakeld wordt.

1 (Ja) (standaard): gaat dicht wanneerde bedrijfsmodus koeling is.

WerkingsgebiedDe bediening van de unit in ruimteverwarming of ruimtekoeling wordtverboden naargelang de gemiddelde buitentemperatuur.

UIT-tmp verwrm kamer: Wanneer de gemiddelde buitentemperatuurhoger wordt dan deze waarde, wordt de ruimteverwarming UITgezetom oververwarming te vermijden.

# Code Beschrijving[A.3.3.1] [4-02] EHBH/X04+08 en EHVH/X04+08:

14~25°C (standaard: 25°C)

EHBH/X16 en EHVH/X16: 14~35°C(standaard: 35°C)

De zelfde instelling wordt ook gebruikt inde automatische omschakelingverwarming/koeling.

AAN-tmp kamerkoeling: Alleen van toepassing voor EHBX enEHVX. Wanneer de gemiddelde buitentemperatuur onder dezewaarde valt, wordt de ruimtekoeling UITgezet.

# Code Beschrijving[A.3.3.2] [F-01] 10~35°C (standaard: 20°C)

De zelfde instelling wordt ook gebruikt inde automatische omschakelingverwarming/koeling.

De automatische omschakeling tussen verwarming en koelingAlleen van toepassing voor EHBX en EHVX. De eindgebruiker stelt

de gewenste bedrijfsmodus in op de gebruikersinterface:Verwarming, Koeling of Automatisch (zie tevens degebruiksaanwijzing/uitgebreide handleiding voor de gebruiker).Wanneer Automatisch geselecteerd wordt, gebeurt de veranderingvan bedrijfsmodus als volgt:

Maandelijkse toelating voor verwarming en/of koeling: deeindgebruiker geeft op een maandelijkse basis aan welke werkingtoegestaan is (# [7:5]): zowel verwarmen als koelen of alleenverwarmen of alleen koelen. Als de toegestane bedrijfsmodus inalleen koelen verandert, zal de bedrijfsmodus in koelingveranderen. Als de toegestane bedrijfsmodus in alleen verwarmenverandert, zal de bedrijfsmodus in verwarming veranderen.

De gemiddelde buitentemperatuur: de bedrijfsmodus zalveranderen om altijd binnen het grenzen te blijven bepaald doorde UIT-temperatuur van de ruimteverwarming voor verwarming ende AAN-temperatuur van de ruimtekoeling voor koeling. Als debuitentemperatuur zakt, zal de bedrijfsmodus naar verwarmingoverschakelen en omgekeerd. Merk op dat de buitentemperatuureen gemiddelde temperatuur is (zie "8 Configuratie" oppagina 44).

Wanneer de buitentemperatuur zich tussen de ruimtekoeling-AAN-temperatuur en de ruimteverwarming-UIT-temperatuur bevindt, zalde bedrijfsmodus niet veranderen, tenzij het systeem inkamerthermostaatregeling geconfigureerd is met 1aanvoerwatertemperatuurzone en snelle warmteafgevers. In datgeval zal de bedrijfsmodus veranderen op basis van:

De gemeten binnentemperatuur: naast de gewenstekamertemperatuur voor verwarming en voor koeling stelt deinstallateur ook een hysteresiswaarde in (bijv. tijdens verwarmingheeft deze waarde betrekking tot de gewenste koeltemperatuur)en een afwijkingswaarde (bijv. tijdens verwarming heeft dezewaarde betrekking tot de gewenste verwarmingstemperatuur).Voorbeeld: de gewenste kamertemperatuur voor verwarming

bedraagt 22°C en voor koeling 24°C, met een hysteresiswaardevan 1°C en een afwijking van 4°C. De omschakeling vanverwarming naar koeling zal gebeuren wanneer dekamertemperatuur stijgt tot over het maximum van de gewenstekoeltemperatuur + de hysteresiswaarde (dus 25°C) en degewenste verwarmingstemperatuur + de afwijkingswaarde (dus26°C). Omgekeerd zal de omschakeling van koeling naarverwarming gebeuren wanneer de kamertemperatuur onder hetminimum valt van de gewenste verwarmingstemperatuur – dehysteresiswaarde (dus 21°C) en de gewenste koeltemperatuur – de afwijkingswaarde (dus 20°C).

Een veiligheidsinterval om niet te regelmatig van verwarming naarkoeling, en omgekeerd, om te schakelen.

De omschakelinstellingen met betrekking tot de buitentemperatuur(alleen wanneer automatisch werd geselecteerd):

# Code Beschrijving[A.3.3.1] [4-02] UIT-tmp verwrm kamer. Als de

buitentemperatuur boven deze waardestijgt, zal de bedrijfsmodus veranderennaar koeling:

EHBH/X04+08 en EHVH/X04+08:14~25°C (standaard: 25°C)

EHBH/X16 en EHVH/X16: 14~35°C(standaard: 35°C)

[A.3.3.2] [F-01] AAN-tmp kamerkoeling. Als debuitentemperatuur onder deze waardevalt, zal de bedrijfsmodus veranderennaar verwarming:

10~35°C (standaard: 20°C)De omschakelinstellingen met betrekking tot de binnentemperatuur.Alleen van toepassing als Automatisch werd geselecteerd en hetsysteem in kamerthermostaatregeling geconfigureerd werd met1 aanvoerwatertemperatuurzone en snelle warmteafgevers.Nvt [4-0B] Hysteresis: Zorgt dat er alleen wanneer

nodig omgeschakeld wordt. Voorbeeld:de bedrijfsmodus verandert alleen vankoeling naar verwarming wanneer dekamertemperatuur onder de gewensteverwarmingstemperatuur minus dehysteresis zakt.

1~10°C, stap 0,5°C (standaard: 1°C)Nvt [4-0D] Afwijking: Zorgt dat de actieve gewenste

kamertemperatuur bereikt kan worden.Voorbeeld: indien een omschakeling vanverwarming naar koeling onder degewenste kamertemperatuur inverwarming zou gebeuren, zou dezegewenste kamertemperatuur nooitbereikt worden.

1~10°C, stap 0,5°C (standaard: 1°C)

8.3.2 Het warm tapwater regelen: geavanceerd

Voorgeprogrammeerde tanktemperaturenAlleen van toepassing als de bereiding van warm tapwater geplandis of gepland + warmhouden.

U kunt voorgeprogrammeerde tanktemperaturen bepalen:

opslag economisch

opslag comfort

warmhouden

Voorgeprogrammeerde waarden maken het gebruik van de zelfdewaarde in het programma gemakkelijk. Als u later de waarde wiltveranderen, hoeft u dit slechts op 1 plaats te doen (zie tevens degebruiksaanwijzing en/of de uitgebreide handleiding voor degebruiker).

Page 60: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

8 Configuratie

Uitgebreide handleiding voor de installateur

60ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split

4P313774-1C – 2012.11

Opslag comfort: Alleen van toepassing als de gewenstetanktemperatuur NIET weersafhankelijk is. Deopslagcomforttemperatuur duidt op de hogere gewenstetanktemperatuur, waarbij de tankopwarmcyclus voorrang krijgt tothet instelpunt van het warmhouden. Dit is de gewenste temperatuurwanneer een opslagcomfortactie gepland werd (liefst tijdens denacht).

# Code Beschrijving[7.4.3.1] [6-0A] 30~80°C (standaard: 60°C)

Opslag economisch?: De opslageconomischtemperatuur duidt op delagere gewenste tanktemperatuur. Dit is de gewenste temperatuurwanneer een opslageconomischactie gepland werd (liefst tijdens dedag).

# Code Beschrijving[7.4.3.2] [6-0B] 30~50°C (standaard: 45°C)

Warmhouden: De gewenste warmhoudentanktemperatuur wordtgebruikt:

in gepland + warmhoudenstand, als gewaarborgdeminimumtanktemperatuur: als de tanktemperatuur onder dezewaarde zakt, wordt de tank opgewarmd.

tijdens opslag comfort, om voorrang te geven aan de bereidingvan warm tapwater. Wanneer de tanktemperatuur boven dezewaarde stijgt, worden de bereiding van warm tapwater enruimteverwarming/koeling na elkaar uitgevoerd.

# Code Beschrijving[7.4.3.3] [6-0C] 30~50°C (standaard: 45°C)

WeersafhankelijkDe weersafhankelijke installateurinstellingen bepalen de parametersvoor de weersafhankelijke werking van de unit. Wanneer deweersafhankelijke werking actief is, wordt de gewenstetanktemperatuur automatisch bepaald in functie van de gemiddeldebuitentemperatuur: lage buitentemperaturen zorgen voor hogeregewenste tanktemperaturen, omdat dan het water uit dekoudwaterkranen kouder is, en omgekeerd. In het geval vangeplande of geplande + warmhouden bereiding van warm tapwateris de opslagcomforttemperatuur weersafhankelijk (volgens deweersafhankelijke curve), de opslageconomisch- enwarmhoudentemperaturen zijn NIET weersafhankelijk. In het gevalvan een uitsluitend-warmhouden-bereiding van warm tapwater is degewenste tanktemperatuur weersafhankelijk (volgens deweersafhankelijke curve). Tijdens de weersafhankelijk werking kande eindgebruiker de gewenste tanktemperatuur niet op degebruikersinterface aanpassen.

# Code Beschrijving[A.4.2.2] Nvt De weersafhankelijke gewenste

tanktemperatuur is:

Absoluut (standaard): uitgeschakeld.Alle gewenste tanktemperaturen zijnNIET weersafhankelijk.

Weersafh: geactiveerd. In de geplandestand of de geplande +warmhoudenstand is deopslagcomforttemperatuurweersafhankelijk. Deopslageconomisch- enwarmhoudentemperaturen zijn NIETweersafhankelijk. In dewarmhoudenstand is de gewenstetanktemperatuur weersafhankelijk.Opmerking: Wanneer de weergegeventanktemperatuur weersafhankelijk is,kan deze niet op degebruikersinterface aangepastworden.

# Code Beschrijving[A.4.2.3] [0-0E]

[0-0D]

[0-0C]

[0-0B]

Weersafhankelijke curve

TDHW

Ta

[0-0C]

[0-0B]

[0-0E] [0-0D]

TDHW: De gewenste tanktemperatuur.

Ta: De (gemiddelde)buitenomgevingstemperatuur

[0-0E]: lagebuitenomgevingstemperatuur.−20~5°C (standaard: −10°C)

[0-0D]: hogebuitenomgevingstemperatuur:10~20°C (standaard: 15°C)

[0-0C]: gewenste tanktemperatuurwanneer de buitentemperatuur gelijk isaan de lage omgevingstemperatuur oferonder valt: 55~70°C (standaard:70°C)

[0-0B]: gewenste tanktemperatuurwanneer de buitentemperatuur gelijk isaan de hoge omgevingstemperatuur oferover stijgt: 35~55°C (standaard:55°C)

[A.4.2.1] Nvt Prog. temp.

De mogelijke acties van detanktemperatuur zijn:

Voorinstellingn (standaard): devoorgeprogrammeerde temperaturenopslag comfort, opslageconomisch enopslagstop. De voorgeprogrammeerdetemperaturen worden in demenustructuur ingesteld.

Aangepast: aangepaste temperaturenbinnen de toegestane grenswaardenen opslagstop.Opmerking: Wanneer deze waardegeselecteerd wordt, is het NIETmogelijk weersafhankelijketanktemperaturen te selecteren.

Page 61: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

8 Configuratie

Uitgebreide handleiding voor de installateur

61ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split4P313774-1C – 2012.11

De boosterverwarming en de werking van de warmtepompVoor systemen met afzonderlijke warmtapwatertank (alleenvoor EHBH/X)

# Code BeschrijvingNvt [4-03] Bepaalt wanneer de boosterverwarming

mag werken in functie van deomgevingstemperatuur, dewarmtapwatertemperatuur of debedrijfsmodus van de warmtepomp.Deze instelling is alleen van toepassingin de warmhoudenstand voortoepassingen met afzonderlijke tank voorwarm tapwater.

0: De boosterverwarming mag NIETwerken, behalve voor de"Desinfectiefunctie" en het "Krachtigverwarmen van het tapwater".Gebruik deze instelling alleen wanneerde capaciteit van de warmtepompgedurende het volledigeverwarmingsseizoen volstaat om debehoeften te dekken inzakeverwarming van de woning enopwarmen van warm tapwater. Als de buitentemperatuur lager is daninstelling [5-03] en [5-02]=1, zal hetwarm tapwater niet verwarmd worden.De warmtapwatertemperatuur kanmaximum deze van de UIT-temperatuur van de warmtepompbedragen.

1: De werking van deboosterverwarming is toegestaanwanneer nodig.

2: De boosterverwarming istoegestaan buiten het werkingsgebiedvan de warmtepomp om warmtapwater te bereiden.

De werking van de boosterverwarmingis alleen toegestaan als:

De omgevingstemperatuur buitenhet werkingsgebied ligt: Ta<[5-03] ofTa>35°C

De temperatuur van het warmtapwater is 2°C lager dan de UIT-temperatuur van de warmtepomp.

De boosterverwarming zal mogenwerken wanneer Ta<[5-03] van de statusvan [5-02] afhangt.

Als bivalente werking is geactiveerd is enhet toestemmingssignaal voor de extraketel AAN is, zal de werking van deboosterverwarming beperkt worden, zelfswanneer Ta<[5-03]. Zie [C-02].

3 (standaard): De boosterverwarmingmag werken wanneer de warmtepompNIET warm tapwater aan het bereidenis.

Idem als instelling 1, maar degelijktijdige werking van deboosterverwarming en van dewarmtepomp om warm tapwater tebereiden is niet toegestaan.

Wanneer instelling [4-03]=1/2/3 kan dewerking van de boosterverwarming nogsteeds beperkt worden door hetprogramma van de toelating voorboosterverwarming.

# Code BeschrijvingNvt [7-00] Temperatuuroverregeling. Het

temperatuurverschil boven het instelpuntvan de temperatuur van het warmtapwater vooraleer deboosterverwarming UITgezet wordt. Detemperatuur van de warmtapwatertankzal toenemen met [7-00] boven hetgeselecteerde instelpunt van detemperatuur.

Gebied: 0~4°C (standaard: 0)Nvt [7-01] Hysteresis. Het temperatuurverschil

tussen de AAN-temperatuur en de UIT-temperatuur van de boosterverwarming.De minimumhysteresistemperatuurbedraagt 2°C.

Gebied: 2~40°C (standaard: 2)Nvt [6-00] Het temperatuurverschil dat de AAN-

temperatuur van de warmtepompbepaalt.

Gebied: 2~20°C (standaard: 2)Nvt [6-01] Het temperatuurverschil dat de UIT-

temperatuur van de warmtepompbepaalt.

Gebied: 0~10°C (standaard: 2)

t

TBH ON

TDHW

THP ON

THP OFF

THP MAX

TU

TBH OFF

[6-01]

[6-00]

[7-00] [7-01]

TU = 70°C

[7-00] = 3°C

[6-01] = 2°C

[6-00] = 7°C

HP BH HP

5

10

20

30

40

41

4850

60

71

70

73

BH BoosterverwarmingHP Warmtepomp. Als de verwarming met de

warmtepomp te lang duurt, kan deboosterverwarming extra bijverwarmen

TBH OFF UIT-temperatuur boosterverwarming (TU+[7-00])TBH ON AAN-temperatuur boosterverwarming (TBH OFF

−[7-01])THP MAX Maximale warmtepomptemperatuur aan sensor in

tank voor warm tapwater voor huishoudelijk gebruikTHP OFF UIT-temperatuur warmtepomp (THP MAX−[6-01])THP ON AAN-temperatuur warmtepomp (THP OFF−[6-00])TDHW Warmtapwatertemperatuur

TU Temperatuur van gebruikersinstelpunt (ingesteld opde gebruikersinterface)

t Tijd

Page 62: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

8 Configuratie

Uitgebreide handleiding voor de installateur

62ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split

4P313774-1C – 2012.11

Timers

# Code BeschrijvingNvt [8-00] Minimale bedrijfstijd voor het bereiden

van warm tapwater. Tijdens deze tijdwordt ruimteverwarming/koeling NIETtoegestaan, zelfs wanneer deeindtemperatuur van het warm tapwaterwerd bereikt.

Gebied: 0~20 minuten (standaard: 5)Nvt [8-01] Maximale bedrijfstijd voor het bereiden

van warm tapwater. Het verwarmen vanwarm tapwater stopt, zelfs als deeindtemperatuur van het warm tapwaterNIET werd bereikt. De werkelijkemaximale bedrijfstijd hangt ook af vaninstelling [8-04].

Als systeemlay-out =Kamerthermostaatregeling: Er wordtalleen met dezevoorgeprogrammeerde waarderekening gehouden als er een verzoekvoor ruimteverwarming of -koeling is.Als er GEEN verzoek is voorruimteverwarming/-koeling, wordt detank tot de UIT-temperatuur van dewarmtepomp verwarmd.

Als systeemlay-out ≠Kamerthermostaatregeling: Er wordtsteeds rekening gehouden met dezevoorgeprogrammeerde waarde.

Gebied: 5~95 minuten (standaard: 30)Nvt [8-02] Antipendeltijd.

Minimumtijd tussen twee cycli voor warmtapwater. De werkelijke antipendeltijdhangt ook af van instelling [8-04].

Gebied: 0~10 uren (standaard: 3) (stap:1/2 uur) (alleen voor EHBH/X).

Gebied: 0~10 uren (standaard: 0,5)(stap: 1/2 uur) (alleen voor EHVH/X).

# Code BeschrijvingNvt [8-03] Vertragingstimer van de

boosterverwarming.

Alleen voor EKHW*

Wachttijd vooraleer deboosterverwarming begint te werkenwanneer de warmtapwaterstand actief is.

Als de warmtapwaterstand NIET actiefis, bedraagt de wachttijd 20 minuten.

De wachttijd begint te lopen vanaf deAAN-temperatuur van deboosterverwarming.

Door de wachttijd van deboosterverwarming ten opzichte vande maximale bedrijfstijd aan tepassen, kunt u een optimaal evenwichtvinden tussen de energie-effectiviteiten de opwarmingstijd.

Als de wachttijd van deboosterverwarming te hoog wordtingesteld, kan het lang durenvooraleer het warm tapwater deingestelde temperatuur bereikt.

De instelling [8-03] is alleen vanbelang als instelling [4-03]=1. Instelling[4-03]=0/2/3 beperkt deboosterverwarming automatisch voorwat betreft de bedrijfstijd van dewarmtepomp in de stand verwarmenvan het tapwater.

Zorg ervoor dat [8-03] altijd in verbandstaat met de maximale bedrijfstijd[8-01].

Gebied: 20~95 minuten (standaard: 50).Nvt [8-04] Extra bedrijfstijd voor de maximale

bedrijfstijd afhankelijk van debuitentemperatuur [4-02] of [F-01].

Gebied: 0~95 minuten (standaard: 95).

[8-02]: Antipendeltijd

t

1

0

1

0

[8-01] [8-02]

[8-00]

1 Warmtepomp in stand verwarmen water voorhuishoudelijk gebruik (1=actief, 0=niet actief)

2 Vraag warm water voor warmtepomp (1=vraag,0=geen vraag)

t Tijd

[8-03]: Vertragingstimer boosterverwarming

Page 63: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

8 Configuratie

Uitgebreide handleiding voor de installateur

63ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split4P313774-1C – 2012.11

t

1

0

1

0

1

0

[8-03]

3

4

1

0

1 Werking van de boosterverwarming (1=actief, 0=nietactief)

2 Warmtepomp in stand verwarmen water voorhuishoudelijk gebruik (1=actief, 0=niet actief)

3 Vraag warm water voor boosterverwarming(1=vraag, 0=geen vraag)

4 Vraag warm water voor warmtepomp (1=vraag,0=geen vraag)

t Tijd

[8-04]: Extra bedrijfstijd bij [4-02]/[F-01]t

TA

t

TA

0

[8-01]

[5-03] [4-02]

[8-02]

[8-01]+

[8-04]

0

[8-01]

[F-01] 35C

[8-02]

[8-01]+

[8-04]

TA Omgevings(buiten)temperatuurt Tijd

AntipendeltijdMaximum opgenomen stroom

DesinfectieAlleen van toepassing op installaties met een tank voor warmtapwater.

De desinfectiefunctie desinfecteert de tank voor warm tapwater doorhet tapwater regelmatig tot op een bepaalde temperatuur op tewarmen.

VOORZICHTIG

De instellingen van de desinfectiefunctie moeten wordengeconfigureerd door de installateur in overeenstemmingmet de geldende wetgeving.

# Code Beschrijving[A.4.4.2] [2-00] Bedrijfsdag:

Elke dag

Maandag

Dinsdag

Woensdag

Donderdag

Vrijdag

Zaterdag

Zondag

# Code Beschrijving[A.4.4.2] [2-01] Desinfectie

Nee

Ja[A.4.4.3] [2-02] Starttijd: 00~23:00, stap: 1:00.[A.4.4.4] [2-03] Eindtemperatuur :

Met boosterverwarming: 55~80°C,standaard: 70°C.

Zonder boosterverwarming: 60°C(vast).

[A.4.4.5] [2-04] Tijdsduur:

Met boosterverwarming: 5~60minuten, standaard: 10 minuten.

Zonder boosterverwarming: 40~60minuten, standaard: 60 minuten.

00.00 22.00 24.0001.00 23.00 t

TDHW

TH

TU

[2-02]

[2-03] [2-04]

TDHW WarmtapwatertemperatuurTU Temperatuurinstelpunt van de gebruikerTH Instelpunt hoge temperatuur [2-03]

t Tijd

WAARSCHUWING

Let op: de temperatuur van het warm tapwater uit dewarmwaterkraan zal gelijk zijn aan de waarde van lokaleinstelling [2-03] na desinfectering.

Wanneer deze hoge temperatuur van het warm tapwatereen potentieel risico op letsels kan inhouden, moet eenmengkraan (lokaal te voorzien) worden geïnstalleerd aande warmwateruitlaataansluiting van de tank voor warmtapwater. Deze mengkraan zorgt ervoor dat detemperatuur van het warm water uit de warmwaterkraannooit boven de ingestelde maximumwaarde komt. Dezemaximum toelaatbare temperatuur van het warm waterwordt bepaald volgens de toepasbare wetgeving.

VOORZICHTIG

Zorg ervoor dat de starttijd [A.4.4.3] van dedesinfectiefunctie met ingestelde duurtijd [A.4.4.5] NIETwordt onderbroken door een mogelijke vraag naar warmtapwater.

VOORZICHTIG

Het programma om de boosterverwarming te laten werkenwordt gebruikt om de werking van de boosterverwarmingop basis van een weekprogramma te beperken of toe testaan. Advies: om de desinfectiefunctie goed haar werk telaten doen, laat de boosterverwarming (via hetweekprogramma) minimum 4 uur werken vanaf degeplande start van het desinfecteren. Indien deboosterverwarming tijdens het desinfecteren beperktwordt, zal deze functie NIET goed uitgevoerd worden enzal de betreffende waarschuwing AH zal dan gegenereerdworden.

Page 64: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

8 Configuratie

Uitgebreide handleiding voor de installateur

64ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split

4P313774-1C – 2012.11

INFORMATIE

Indien de storingscode AH verschijnt en dedesinfectiefunctie niet onderbroken wordt omdat er warmtapwater genomen wordt, wordt geadviseerd het volgendete doen:

Wanneer de Warmtapwater > Instelpuntstand >Warmhouden of Warmh + gprog geselecteerd wordt,wordt geadviseerd de start van de desinfectiefunctie teprogrammeren minstens 4 uur na een voorzien verbruikvan veel warm tapwater. Deze start kan via deinstallateurinstellingen (desinfectiefunctie) ingesteldworden.

Wanneer de Warmtapwater > Instelpuntstand > Uitslgeprog geselecteerd wordt, wordt geadviseerd eenOpslag economisch? te programmeren 3 uur vóór degeplande start van de desinfectiefunctie om de tank alvoor te verwarmen.

INFORMATIE

De desinfectiefunctie start opnieuw wanneer detemperatuur van het warm tapwater binnen de duurtijd 5°Conder de desinfectie-eindtemperatuur valt.

8.3.3 De instellingen voor de warmtebronnen

Back-upverwarmingVoor systemen zonder warmtapwatertank of afzonderlijkewarmtapwatertank (alleen voor EHBH/X)

Bedrijfsmodus van de back-upverwarming: bepaalt of de werkingvan de back-upverwarming geactiveerd of uitgeschakeld is. Dezeinstelling wordt alleen genegeerd als back-upverwarming tijdens hetontdooien nodig is of wanneer een storing in de buitenunit voorkomt(als [A.5.1.2] [4-06] geactiveerd is)

Voor systemen met een ingebouwde warmtapwatertank (alleenvoor EHVH/X)

Bedrijfsmodus van de back-upverwarming: bepaalt of de werkingvan de back-upverwarming uitgeschakeld is of alleen toegestaantijdens het opwarmen van warm tapwater. Deze instelling wordtalleen genegeerd als back-upverwarming tijdens het ontdooiennodig is of wanneer een storing in de buitenunit voorkomt (als [A.5.1.2] [4-06] geactiveerd is)

# Code Beschrijving[A.5.1.1] [4-00] Werking van de back-upverwarming:

0: Uitgeschakeld

1: Geactiveerd

2: Beperkt, alleen geactiveerd tijdenshet opwarmen van warm tapwater ofvoor systemen met ingebouwdewarmtapwatertank.

[A.5.1.2] [4-06] Bepaalt of de back-upverwarming tijdensnoodbedrijf is:

1: Toegestaan

0: NIET toegestaan

Het noodbedrijf zal de back-upverwarming starten wanneer bepaaldestoringen in de buitenunit voorkomen.

[A.5.1.3] [4-07] Bepaalt of de tweede stap van de back-upverwarming is:

1: Toegestaan

0: NIET toegestaan

Hiermee kan de capaciteit van de back-upverwarming worden beperkt.

# Code BeschrijvingNvt [5-00] Mag de back-upverwarming boven de

evenwichtstemperatuur werken tijdensruimteverwarming?

1: NIET toegestaan

0: Toegestaan[A.5.1.4] [5-01] Evenwichtstemperatuur.

De buitentemperatuur waaronder deback-upverwarming mag werken.

INFORMATIE

Alleen voor systemen met ingebouwde warmtapwatertank:als het instelpunt van de opslagtemperatuur hoger is dan50°C, adviseert Daikin de tweede stap van de back-upverwarming NIET uit te schakelen, aangezien dit eengrote invloed heeft op de tijd die de unit nodig heeft om dewarmtapwatertank op te warmen.

BivalentAlleen van toepassing voor installaties met een extra ketel(alternerende werking, in parallel aangesloten). Deze functie isbedoelt om te bepalen — op basis van de buitentemperatuur— welke verwarmingsbron voor ruimteverwarming kan/zal zorgen:de Daikin-binnenunit of een extra ketel.

De lokale instelling "bivalente werking" geldt alleen voor de werkingvan de ruimteverwarming van de binnenunit en hettoestemmingssignaal voor de extra ketel.

Wanneer de functie "bivalente werking" geactiveerd is, stopt debinnenunit automatisch de ruimteverwarming zodra debuitentemperatuur onder de "bivalente AAN-temperatuur" valt en hettoestemmingssignaal voor de extra ketel actief wordt.

Wanneer de functie bivalente werking gedeactiveerd is, isverwarmen van ruimten door de binnenunit mogelijk bij allebuitentemperaturen (zie bedrijfsbereiken) en is het toelatingssignaalvoor de extra ketel altijd gedeactiveerd.

[C-03] Bivalente AAN-temperatuur: bepaalt de buitentemperatuurwaaronder het toestemmingssignaal voor de extra ketel actiefwordt (dicht, KCR op EKRP1HB) en de ruimteverwarming door debinnenunit wordt stilgelegd.

[C-04] Bivalente hysteresis: bepaalt het temperatuurverschiltussen de bivalente AAN-temperatuur en de bivalente UIT-temperatuur.

Toestemmingssignaal X1–X2 (EKRP1HB)

TA[C-03]

[C-04]

a

b

TA Buitentemperatuura dichtb open

VOORZICHTIG

Zorg ervoor dat alle voorschriften nageleefd worden die inrichtlijn 5 over mogelijke toepassingen vermeld staanwanneer de functie bivalente werking geactiveerd is.

Daikin is niet aansprakelijk voor schade als gevolg van hetniet naleven van deze voorschriften.

Page 65: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

8 Configuratie

Uitgebreide handleiding voor de installateur

65ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split4P313774-1C – 2012.11

INFORMATIE

De combinatie van instelling [4-03]=0/2 met bivalentewerking kan bij een lage buitentemperatuur leiden toteen tekort aan warm tapwater.

De functie bivalente werking heeft geen invloed op destand verwarmen van tapwater. Het warm tapwaterwordt nog altijd en alleen opgewarmd door debinnenunit.

Het toestemmingssignaal voor de extra ketel zit op deEKRP1HB (digitale I/O-printplaat). Wanneer hetgeactiveerd is, is het contact X1, X2 dicht, en openwanneer het gedeactiveerd is. Zie de afbeeldinghieronder voor de schematische locatie van dit contact.

YC Y1 Y2 Y3 Y4

X1X2X3X4

OFF ON

X2M

SS1

X1M

# Code BeschrijvingNvt [C-03] AAN-temperatuur.

Als de buitentemperatuur onder dezetemperatuur komt, zal hettoestemmingssignaal voor bivalentewarmtebron actief zijn.

Nvt [C-04] Hysteresis.

Temperatuurverschil tussen bivalentewarmtebron AAN en UIT om niet teveelom te schakelen.

BodemplaatverwarmingAlleen van toepassing voor installaties met een buitenunit ERHQ ende optie kit met bodemplaatverwarming geïnstalleerd is.

[F-02] AAN-temperatuur bodemplaatverwarming: bepaalt debuitentemperatuur waaronder de binnenunit debodemplaatverwarming activeert om bij een lagebuitentemperatuur ijsvorming in de bodemplaat van de buitenunitte voorkomen.

[F-03] Hysteresis bodemplaatverwarming: bepaalt hettemperatuurverschil tussen de AAN-temperatuur en de UIT-temperatuur van de bodemplaatverwarming.

Bodemplaatverwarming

TA[F-02]

[F-03]

a

b

TA Buitentemperatuura AANb UIT

VOORZICHTIG

De bodemplaatverwarming wordt via EKRP1HB bediend.

# Code BeschrijvingNvt [F-02] AAN-temperatuur

bodemplaatverwarming:3~10°C

Standaard: 3°C

# Code BeschrijvingNvt [F-03] Hysteresis: 2~5°C

Standaard: 5°C

INFORMATIE

Afhankelijk van instelling [F-04], contact Y2 op de digitaleI/O-printplaat (EKRP1HB) bedient de optionelebodemplaatverwarming. Zie de afbeelding hieronder voorde schematische locatie van dit contact. Voor de volledigebedrading, zie "15.6 Bedradingsschema" op pagina 89.

YC Y1 Y2 Y3 Y4

X1X2X3X4

OFF ON

X2M

SS1

X1M

8.3.4 De systeeminstellingen

VoorrangenVoor systemen met afzonderlijke warmtapwatertank (alleenvoor EHBH/X )

# Code BeschrijvingNvt [5-02] Voorrang aan ruimteverwarming.

Bepaalt of warm tapwater alleen doorde boosterverwarming wordt bereidwanneer de buitentemperatuur lager isdan de temperatuur voor voorrang aanruimteverwarming. Er wordtgeadviseerd deze functie in teschakelen om de tank minder langs opte warmen en toch een comfort inzakewarm tapwater te garanderen.

0: uitgeschakeld

1: geactiveerd

[5‑01] Evenwichtstemperatuur en [5‑03]Temperatuur voorrangruimteverwarming hebben betrekkingop de back-upverwarming. U moet dus[5‑03] gelijk aan of een paar gradenhoger dan [5‑01] instellen.

[5-03] Temperatuur voorrangruimteverwarming.

Bepaalt de buitentemperatuurwaaronder het warm tapwater alleendoor de boosterverwarmingopgewarmd zal worden.

Gebied: 15~35°C (standaard: 0).

Page 66: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

8 Configuratie

Uitgebreide handleiding voor de installateur

66ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split

4P313774-1C – 2012.11

# Code BeschrijvingNvt [5-04] Instelpuntcorrectie voor temperatuur

warm tapwater: instelpuntcorrectie voorde gewenste temperatuur van hetwarm tapwater, te gebruiken bij lagebuitentemperaturen wanneer devoorrang aan ruimteverwarminggeactiveerd is. Het gecorrigeerde(hogere) instelpunt zorgt ervoor dat detotale verwarmingscapaciteit van hetwater in de tank zo goed alsongewijzigd blijft door het kouderewater op de bodem in de tank (omdatde warmtewisselaarspiraal niet werkt)te compenseren met warmer waterbovenaan.

Gebied: 0~20°C (standaard: 10).[A.6.1.2] [C-00] Indien een Solarkit geplaatst werd, wat

heeft dan voorrang om de tank op tewarmen?

0: Solarkit

1: Warmtepomp[A.6.1.1] [C-01] Indien gelijktijdig ruimteverwarming/

koeling en opwarmen van warmtapwater (door de warmtepomp)gevraagd worden, welke bedrijfsmodusheeft dan voorrang?

0: De bedrijfsmodus met het hoogsteverzoek heeft voorrang.

1: De ruimteverwarming/koelingheeft altijd voorrang.

Voor systemen met een ingebouwde warmtapwatertank (alleenvoor EHVH/X )

# Code BeschrijvingNvt [5-02] Voorrang aan ruimteverwarming.

Bepaalt of de back-upverwarming dewarmtepomp bijstaat tijdens hetopwarmen van warm tapwater.

Gevolg: De tank warmt sneller op en deruimteverwarming wordt minder langonderbroken.

Deze instelling MOET steeds op 1staan.

[5‑01] Evenwichtstemperatuur en [5‑03]Temperatuur voorrangruimteverwarming hebben betrekkingop de back-upverwarming. U moet dus[5‑03] gelijk aan of een paar gradenhoger dan [5‑01] instellen.

Indien de werking van de back-upverwarming beperkt is ([4-00]=0) ende buitentemperatuur lager is daninstelling [5-03], zal het warm tapwaterniet door de back-upverwarmingopgewarmd worden.

Nvt [5-03] Temperatuur voorrangruimteverwarming.

Bepaalt de buitentemperatuurwaaronder de back-upverwarming zalbijstaan tijdens het opwarmen vanwarm tapwater.

[A.6.1.2] [C-00] Indien een Solarkit geplaatst werd, watheeft dan voorrang om de tank op tewarmen?

0: Solarkit

1: Warmtepomp

# Code Beschrijving[A.6.1.1.1] [C-01] Indien gelijktijdig ruimteverwarming/

koeling en opwarmen van warmtapwater (door de warmtepomp)gevraagd worden, welke bedrijfsmodusheeft dan voorrang?

0: De bedrijfsmodus met het hoogsteverzoek heeft voorrang.

1: De ruimteverwarming/koelingheeft altijd voorrang.

Het automatische herstartenBij herstelling van de stroomvoorziening na een stroomonderbrekingzal de automatische herstartfunctie de instellingen van deafstandsbediening van voor de stroomonderbreking herstellen.Daarom adviseert Daikin deze functie te activeren.

Als de elektrische voeding met voorkeur kWh-tarief van het type iswaarbij de elektrische voeding wordt onderbroken, moet deautomatische herstartfunctie altijd worden geactiveerd. Debinnenunit kan, onafhankelijk van de status van de elektrischevoeding met voorkeur kWh-tarief, continu geregeld worden door debinnenunit op een elektrische voeding met normaal kWh-tarief aante sluiten.

# Code Beschrijving[A.6.1] [3-00] Automatische herstartfunctie:

0: Geactiveerd

1: Uitgeschakeld

Elektrische voeding met voorkeur kWh-tarief

# Code BeschrijvingA.2.6.1 [d‑01] Aansluiting op een elektrische voeding

met kWh-voorkeurtarief:

0 (standaard): De buitenunit isaangesloten op een normaleelektrische voeding.

1: De buitenunit is aangesloten op eenelektrische voeding met kWh-voorkeurtarief. Wanneer het signaalvan het kWh-voorkeurtarief naar deenergieleverancier wordt gestuurd,opent het contact en gaat de unit overin gedwongen uit-stand. Wanneer hetsignaal opnieuw stopt, sluit hetspanningsloos contact en begint deunit weer te werken. Activeer daaromaltijd de automatische herstartfunctie.

2: De buitenunit is aangesloten op eenelektrische voeding met kWh-voorkeurtarief. Wanneer het signaalvan het kWh-voorkeurtarief naar deenergieleverancier wordt gestuurd,sluit het contact en gaat de unit over ingedwongen uit-stand. Wanneer hetsignaal opnieuw stopt, sluit hetspanningsloos contact en begint deunit weer te werken. Activeer daaromaltijd de automatische herstartfunctie.

Page 67: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

8 Configuratie

Uitgebreide handleiding voor de installateur

67ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split4P313774-1C – 2012.11

# Code Beschrijving[A.6.2.1] [d-00] Welke verwarmingen worden toegestaan

te werken tijdens de elektrische voedingmet voorkeur kWh-tarief?

0 (standaard): Geen

1: Alleen de boosterverwarming

2: Alleen de back-upverwarming

3: Alle heaters

Alleen voor EHBH/X + EKHW*: Zie tabelhieronder.

Alleen voor EHVH/X: Zie tabel hieronder.

Instellingen 1, 2 en 3 hebben enkel zinals de elektrische voeding met voorkeurkWh-tarief van het type 1 is of als debinnenunit op een elektrische voedingmet normaal kWh-tarief (via 30-31 X2M)aangesloten is en de back-upverwarming en de boosterverwarmingNIET op de elektrische voeding metvoorkeur kWh-tarief aangesloten zijn.

Alleen voor EHBH/X + EKHW*:

[d-00] Boosterverwarming

Back-upverwarming

Compressor

0(standaard)

Gedwongen UIT Gedwongen UIT GedwongenUIT

1 Toegestaan2 Gedwongen UIT Toegestaan3 Toegestaan

Alleen voor EHVH/X: Gebruik NIET 1 of 3.

[d-00] Back-upverwarming Compressor0 (standaard) Gedwongen UIT Gedwongen UIT2 Toegestaan

De energiespaarfunctie

INFORMATIE

Alleen van toepassing voor ERLQ004~008CAV3.

Bepaalt of de elektrische voeding van de buitenunit tijdens stilstand(inwendig door de bediening van de binnenunit) onderbroken magworden (geen vraag naar ruimteverwarming/koeling of warmtapwater). De eindbeslissing om een stroomonderbreking van debuitenunit toe te staan wanneer deze stilstaat hangt af van deomgevingstemperatuur, compressoromstandigheden enminimumintervaltimers.

Om de instelling van de energiespaarfunctie te activeren, moet[E-08] op de gebruikersinterface geactiveerd en deenergiespaarstekker op de buitenunit verwijderd worden.

OPMERKING

De energiespaarstekker op de buitenunit mag alleenverwijderd worden nadat de hoofdvoeding naar detoepassing UITgeschakeld werd.

Indien… ERLQ004~008CAV3

3x

1 2 3

# Code BeschrijvingNvt [E-08] Energiespaarfunctie voor buitenunit:

0: Uitgeschakeld

1 (standaard): Ingeschakeld

Indien ERHQ011~016BAV3 , ERHQ011~016BAW1 ,ERLQ011~016CAV3 en ERLQ011~016CAW1

Verander de standaardinstelling NIET.

# Code BeschrijvingNvt [E-08] Energiespaarfunctie voor buitenunit:

0 (standaard): Uitgeschakeld

1: Geactiveerd

De besturing energieverbruikAlleen van toepassing voor EHBH/X04+08 + EHVH/X04+08. Zie"5 Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen" oppagina 10 voor meer informatie over deze functie.

Besturing energieverbruik

# Code Beschrijving[A.6.3.1] [4-08] Modus:

0 (Geen beperking) (standaard):Uitgeschakeld.

1 (Continu): Geactiveerd: U kunt 1vermogengrenswaarde (in A of kW)instellen om aan te gegeven dat hetenergieverbruik van het systeemaltijd tot deze waarde beperkt zalworden.

2 (Digitale input): Geactiveerd: Ukunt tot vier verschillendevermogengrenswaarden (in A of kW)instellen om aan te gegeven dat hetenergieverbruik van het systeem totdeze waarden beperkt zal wordenwanneer de overeenstemmendedigitale input vraagt.

Page 68: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

8 Configuratie

Uitgebreide handleiding voor de installateur

68ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split

4P313774-1C – 2012.11

# Code Beschrijving[A.6.3.2] [4-09] Type:

0 (Stroom): De grenswaardenworden in A ingesteld.

1 (Vermogen) (standaard): Degrenswaarden worden in kWingesteld.

[A.6.3.3] [5-05] Waarde: Alleen van toepassing in hetgeval van een voltijdsevermogenbeperkingsmodus.

0~50 A, stap 1 A (standaard: 50 A)[A.6.3.4] [5-09] Waarde: Alleen van toepassing in het

geval van een voltijdsevermogenbeperkingsmodus.

0~20 kW, stap 0,5 kW (standaard:20 kW)

Amp.grensw v DI: Alleen van toepassing in het geval van eenvermogenbeperkingsmodus op basis van digitale inputs en op basisvan stroomwaarden.[A.6.3.5.1] [5-05] Grenswaarde DI1

0~50 A, stap 1 A (standaard: 50 A)[A.6.3.5.2] [5-06] Grenswaarde DI2

0~50 A, stap 1 A (standaard: 50 A)[A.6.3.5.3] [5-07] Grenswaarde DI3

0~50 A, stap 1 A (standaard: 50 A)[A.6.3.5.4] [5-08] Grenswaarde DI4

0~50 A, stap 1 A (standaard: 50 A)kW-grenswaarde v DI: Alleen van toepassing in het geval van eenvermogenbeperkingsmodus op basis van digitale inputs en op basisvan vermogenwaarden.[A.6.3.6.1] [5-09] Grenswaarde DI1

0~20 kW, stap 0,5 kW (standaard:20 kW)

[A.6.3.6.2] [5-0A] Grenswaarde DI2

0~20 kW, stap 0,5 kW (standaard:20 kW)

[A.6.3.6.3] [5-0B] Grenswaarde DI3

0~20 kW, stap 0,5 kW (standaard:20 kW)

[A.6.3.6.4] [5-0C] Grenswaarde DI4

0~20 kW, stap 0,5 kW (standaard:20 kW)

Voorrang: Alleen van toepassing in het geval van een optioneleEKHW*.

# Code Beschrijving[A.6.3.7] [4-01] Besturing energieverbruik

UITGESCHAKELD [4-08]=0 0 (Geen) (standaard): de back-

upverwarming en deboosterverwarming kunnengelijktijdig werken.

1 (BSH): De boosterverwarmingheeft voorrang.

2 (BUH): De back-upverwarmingheeft voorrang.

Besturing energieverbruikINGESCHAKELD [4-08]=1 of 2 0 (Geen) (standaard): afhankelijk van

het niveau van devermogenbeperking zal deboosterverwarming eerst beperktworden vooraleer de back-upverwarming beperkt wordt.

1 (BSH): afhankelijk van het niveauvan de vermogenbeperking zal deback-upverwarming eerst beperktworden vooraleer deboosterverwarming beperkt wordt.

2 (BUH): afhankelijk van het niveauvan de vermogenbeperking zal deboosterverwarming eerst beperktworden vooraleer de back-upverwarming beperkt wordt.

Opmerking: Als de besturing van het energieverbruikUITGESCHAKELD is (voor alle modellen), bepaalt instelling [4-01] ofde back-upverwarming en de boosterverwarming gelijktijdig kunnenwerken, of als de booster-/back-upverwarming voorrang heeft op deback-upverwarming/boosterverwarming.

Als de besturing van het energieverbruik INGESCHAKELD is (alleenvoor EHBH/X04+08 en EHVH/X04+08), bepaalt instelling [4-01] devoorrang van de elektrische verwarmingen in functie van detoepasselijke beperking.

# Code Beschrijving[A.6.3.7] [4-01] 0 (Geen) (standaard): Geen enkele

verwarming heeft voorrang. Indiende besturing energieverbruikgeactiveerd is, zal deboosterverwarming als eerstebeperkt worden.

1 (BSH): De boosterverwarmingheeft voorrang. Indien de besturingenergieverbruik geactiveerd is, zalde back-upverwarming (stap 1 en/ofstap 2) eerst beperkt wordenvooraleer de boosterverwarming tebeperken.

2 (BUH): De back-upverwarmingheeft voorrang. Indien de besturingenergieverbruik geactiveerd is, zalde boosterverwarming als eerstebeperkt worden vooraleer de back-upverwarming te beperken.

De gemiddeldentimerDe gemiddeldentimer corrigeert de invloed van de schommelingenvan de omgevingstemperatuur. De berekening van hetweersafhankelijk instelpunt gebeurt op basis van de gemiddeldebuitentemperatuur.

Er wordt over een geselecteerde tijdsinterval een gemiddeldegenomen van de buitentemperatuur.

Page 69: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

8 Configuratie

Uitgebreide handleiding voor de installateur

69ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split4P313774-1C – 2012.11

# Code Beschrijving[A.6.4] [1-0A] Gemiddeldentimer buitentemperaturen:

Geen gemiddelde (standaard)

12 uren

24 uren

48 uren

72 uren

INFORMATIE

Als de energiespaarfunctie ingeschakeld is (zie [E-08]),kan de gemiddelde buitentemperatuur alleen berekendworden als de externe buitentemperatuursensor gebruiktwordt. Zie "5.7 Een externe temperatuursensor opstellen"op pagina 22.

De temperatuurafwijking via de externebuitenomgevingstemperatuursensorAlleen van toepassing wanneer een externebuitenomgevingstemperatuursensor werd geplaatst engeconfigureerd.

U kunt de externe buitenomgevingstemperatuursensor ijken. Er kaneen afwijking op de thermistorwaarde ingegeven worden. Deinstelling kan gebruikt worden om situatie te compenseren waarin deexterne buitenomgevingstemperatuursensor niet op de ideale plaats(zie afbeelding) kan worden geplaatst.

# Code Beschrijving[A.6.5] [2-0B] −5~5°C, stap 0,5°C (standaard: 0°C)

Het gedwongen ontdooienU kunt handmatig een ontdooien starten.

De beslissing om handmatig te ontdooien wordt genomen door debuitenunit en hangt af van de omgevings- enwarmtewisselaaromstandigheden. Wanneer de buitenunit hetgedwongen ontdooien aanvaard heeft, zal op degebruikersinterface verschijnen. Indien NIET binnen de 6 minutenverschijnt nadat het gedwongen ontdooien geactiveerd werd, heeftde buitenunit het verzoek voor gedwongen ontdooien verworpen.

# Code Beschrijving[A.6.6] Nvt Wilt u een ontdooiproces starten?

OK

Annuleren

PompwerkingDe lokale instelling om de pomp te doen werken heeft alleen als[F-0D]=1 betrekking op de logica van de werking van pomp.

Wanneer de functie pompwerking gedeactiveerd is, wordt de pompstilgelegd als de buitentemperatuur hoger is dan de in [4-02]ingestelde waarde of als de buitentemperatuur onder de in [F-01]ingestelde waarde daalt. Wanneer de pompwerking geactiveerd is,kan de pomp bij alle buitentemperaturen werken.

# Code BeschrijvingNvt [F-00] Pompwerking:

0: Uitgeschakeld als debuitentemperatuur hoger is dan [4-02]of lager is dan [F-01] afhankelijk vande bedrijfsmodus van de verwarming/koeling.

1: Mogelijk voor allebuitentemperaturen.

Pompwerking tijdens abnormale debieten [F-09] bepaalt of de pompmoet stoppen of verder mag werken wanneer het debiet abnormaalis. Deze functie is alleen geldig in specifieke omstandigheden waarinde pomp best blijft werken wanneer Ta<4°C (de pomp zal10 minuten werken en 10 minuten stilstaan). Daikin is NIETverantwoordelijk voor schade als gevolg van deze functie.

# Code BeschrijvingNvt [F-09] Pomp werkt verder als abnormaal

debiet:

0: Pomp wordt stilgelegd.

1: Pomp zal werken als Ta<4°C(10 minuten AAN – 10 minuten UIT)

Page 70: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

8 Configuratie

Uitgebreide handleiding voor de installateur

70ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split

4P313774-1C – 2012.11

8.4 De menustructuur: overzicht

< >

DatumTijdZomertijdKloktype

Tijd/datum instellen[1]

VakantieVakantiestandVanTot

Vakantie[2]

Dagprogramma gebruiken

Thuis

KamertemperatuurAWT primairAWT secundairTanktemperatuur

Programma selecteren[5]

SensorinformatieEnergiemetingStoringsbehandelingGebruikertoegangsniveau

Informatie[6]

StelmotorenBedrijfsmodiBedrijfsurenVersie

DisplayTemp.vergrendelingIngesteld programmaVoorgeprogrammeerde waarden

Gebruikerinstellingen[7]

Toegst bedrijfsmodMeeteenheid

VakantieVakantiestandVanTot

Vakantie[2]

Bedrijfmodus

Elders

VerwarmingKoeling

Verbrkte elektr.Geprod. energie

Energiemeting[6.2]

StoringsgeschiedenisContact/helpdesknummer

Storingsinformatie[6.3]

GebruikersinterfaceBinnenunitBuitenunit

Versie[6.8]

ContrastVerlichting LCD tijdGebruikerprof.Beschikbare homepages

Display[7.1]

KamertemperatuurAWT primairTanktemperatuurGeluidsarm niveau

Voorgeprogrammeerde waarden[7.4]

Kamertemp.AWT primairAWT secundairTanktemp.

Ingestelde progrmma's[7.3]

Toelating boosterverwarmingGeluidsarme standwarmtapwaterpomp

[3]

Bedrijfmodus[4]

Geluidsarme stand

Page 71: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

8 Configuratie

Uitgebreide handleiding voor de installateur

71ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split4P313774-1C – 2012.11

8.5 Menustructuur: Overzicht installateurinstellingen

TaalSysteemlayoutBedrijfWarmtapwater

Installateurinstellingen[A]

WarmtebronnenSysteemwerkingInbedrijfstellingOverzicht instellingen

StandaardOptiesCapaciteiten

Systeemlayout[A.2]

Unittype

Standaard[A.2.1]

WarmtapwaterbedrijfTankverwarmerPrimair contactSec. contact

Opties[A.2.2]

Digitale I/O-printplaat

Ext BUH bronSolarkitAlarm-outputBodemplaatverwarm

Digitale I/O-printplaat[A.2.2.6]

Instellingen AWTKamerthermostaatWerkingsgebied

Bedrijf[A.3]

PrimairSecundair

Instellingen AWT[A.3.1]

AWT inst modusTemperatuurbereikWeersafhank verwarm instellenWeersafhank koelen instellen

Primair[A.3.1.1]

Aangepaste AWTAfsluiter

AWT inst modusTemperatuurbereikWeersafhank verwarm instellenWeersafhank koelen instellen

Secundair[A.3.1.2]

Kamertemp.bereikKamertemp.afwijking

Kamerthermostaat[A.3.2]

UIT-tmp verwrm kamerAAN-tmp kamerkoeling

[A.3.3]

InstelpuntstandGeprog. warmtapwater

Warmtapwater[A.4]

Prog. temp.SP comf modusWeersafhankelijke curve

Geprog. warmtapwater[A.4.2]

Type instelpnt uitlznOmzetting personen

Instelpunt uitlezen[A.4.3]

Extrn sensor

Vraag-printplaat

DesinfectieBedrijfsdagStarttijdEindtemperatuur

[A.4.4]

Tijdsduur

BackupverwarmingWarmtebronnen[A.5]

BedrijfmodusAuto noodwerkingBUH stap 2 activeren

Backupverwarming[A.5.1]

TestbedrijfDekvlr vloerverw drogenOntluchtingTestbedrijf stelmotoren

Inbedrijfstelling[A.7]

Instelpunt uitlezenDesinfectieMaximaal instelpunt

Automatische herstartVoorkeur kWh-tariefBesturing energieverbruik

Systeemwerking[A.6]

Gemid. v tijd bepalenAfwijk. buitenvoeler

ModusTypeAmp.waardekW-waarde

Besturing energieverbruik[A.6.3]

Amp.grensw v DIkW-grenswaarde v DI

Gedwongen ontdooien

Heater toegestGedwongen pomp UIT

Voorkeur kWh-tarief[A.6.2]

Voorrang

Werkingsgebied

Desinfectie

Layout bevestigen CompressortypeSoftwaretype binnenStappen backupverwarmingType BUHVoorkeur kWh-tarief

Afgiftesysteem

Unitbestur.methdAantal zones AWTPompbedrijfsmodusEnergie besparen mogelijkLoc. gebruik.interface

Evenwichtstemp.

Kamertemp. stap

Delta T generator

Extrn kWh-meter 1Extrn kWh-meter 2warmtapwaterpomp

Page 72: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

9 Inbedrijfstelling

Uitgebreide handleiding voor de installateur

72ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split

4P313774-1C – 2012.11

9 Inbedrijfstelling

INFORMATIE

Gedurende de eerste bedrijfsperiode van de unit kanhet nodige opgenomen vermogen hoger zijn dan datvermeld op het typeplaatje van deze unit. Ditverschijnsel komt doordat de compressor eerst 50 uurgewerkt moet hebben eer hij gelijkmatig werkt en eenstabiel elektriciteitsverbruik heeft.

Vooraleer op te starten moet de installatie gedurendeminstens 2 uur onder spanning staan om decarterverwarming te laten werken.

9.1 Overzicht: InbedrijfstellingHet in bedrijf stellen houdt typisch volgende stappen in:1 De “Checklist vooraleer proef te draaien” controleren.2 Ontluchten.3 Het systeem proefdraaien.4 Indien nodig, een of meerdere stelmotoren proefdraaien.5 Indien nodig, de dekvloer van de vloerverwarming drogen.

9.2 Checklist vooraleer proef te draaienLaat het systeem NIET werken vooraleer de volgende controles OKzijn:

De binnenunit moet juist gemonteerd zijn.

De buitenunit moet juist gemonteerd zijn.

De volgende ter plaatse te voorziene bedradingenwerden gelegd conform dit document en de geldendewetgeving:

Tussen het ter plaatse te voorzien paneel en debinnenunit

Tussen de binnenunit en de kranen en kleppen (indienvan toepassing)

Tussen de binnenunit en de kamerthermostaat (indienvan toepassing)

Tussen de binnenunit en de tank voor warm tapwater(indien van toepassing)

Het systeem is goed en op de juiste manier geaard en deaardingsklemmen zijn goed aangehaald.De zekeringen of de lokaal geplaatsteveiligheidsapparaten voldoen aan dit document enwerden niet overbrugd.De spanning van de elektrische voeding op het lokaalelektrisch bord komt overeen met de spanning vermeld ophet identificatieplaatje van de unit.Er zijn GEEN losse aansluitingen of verbindingen ofbeschadigde elektrische onderdelen in de schakelkast.Er zijn GEEN beschadigde onderdelen of buizen dietegen de binnenkant van de binnen- of buitenunit gedruktworden.Afhankelijk van het type back-upverwarming is destroomonderbreker F1B of F3B van de back-upverwarming op de schakelkast ingeschakeld.Alleen voor tanks met ingebouwde boosterverwarming:

De stroomonderbreker F2B van deboosterverwarming op de schakelkast is ingeschakeld.Er zijn GEEN koelmiddellekkages.

De koelmiddelleidingen (gas en vloeistof) zijn thermischgeïsoleerd.De juiste buismaten werden geplaatst en de leidingenzijn goed en op de juiste manier geïsoleerd.Er zijn GEEN waterlekkages in de binnenunit.

De afsluiters zijn op de juiste manier gemonteerd enstaan volledig open.De afsluiters (gas en vloeistof) op de buitenunit staanvolledig open.Het ontluchtingsventiel staat open (minstens 2 draaien).

De drukveiligheidsklep sproeit water als hij geopendwordt.

OPMERKING

Vooraleer het systeem te starten moet de unit minstens2 uur onder spanning staan. De carterverwarming moet deolie van de compressor opwarmen om niet te weinig olie tehebben en de compressor te beschadigen tijdens hetopstarten.

OPMERKING

Laat de unit NOOIT werken zonder de thermistoren,anders kan de compressor verbranden.

OPMERKING

Laat de unit NIET werken als niet alle koelmiddelleidingenaangesloten werden (anders zal de compressorbeschadigd worden en zelfs breken).

9.3 De ontluchtingsfunctieHet is heel belangrijk dat bij de inbedrijfstelling en de installatie vande unit alle lucht uit het watercircuit wordt verwijderd. Als deontluchtingsfunctie aan het werken is, werkt de pomp zonder dat deunit eigenlijk werkt en zal het ontluchten van het watercircuitbeginnen.

Er zijn 2 modi om te ontluchten:

Handmatig: de unit zal werken met een vaste pomp en in eenvaste of een aangepaste stand van de 3-wegklep. De aangepastestand van de 3-wegklep is handig om alle lucht uit het watercircuitte verwijderen in de stand ruimteverwarming of verwarmen vanhet tapwater. De werksnelheid van de pomp (traag of snel) kanook ingesteld worden.

Automatisch: de unit wijzigt automatisch de snelheid van de pompen de stand van de 3-wegklep tussen de stand ruimteverwarmingof de stand verwarmen van het tapwater.

De ontluchtingsfunctie stopt automatisch na 30 minuten.

INFORMATIE

Er wordt geadviseerd de ontluchtingsfunctie in dehandmatige stand te starten. Wanneer haast alle luchtverwijderd is, wordt geadviseerd in de automatische standte starten. Indien nodig, herhaal de automatisch stand totwanneer u zeker bent dat alle lucht uit het systeem werdverwijderd.

9.3.1 Handmatig ontluchten1 Stel het gebruikertoegangsniveau in op Installateur. Zie "Het

gebruikertoegangsniveau instellen op Installateur" oppagina 45.

2 Stel de ontluchtingsstand in: ga naar [A.7.3.1] >Installateurinstellingen > Inbedrijfstelling > Ontluchting > Type.

3 Selecteer Handm en druk op .

Page 73: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

9 Inbedrijfstelling

Uitgebreide handleiding voor de installateur

73ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split4P313774-1C – 2012.11

4 Stel de gewenste pompsnelheid in: ga naar [A.7.3.2] >Installateurinstellingen > Inbedrijfstelling > Snelheid.

5 Selecteer de gewenste pompsnelheid en druk op .

Gevolg: Laag

Gevolg: Hoog

6 Indien van toepassing, selecteer de gewenste stand van de 3-wegklep. Indien niet van toepassing, ga naar [A.7.3.4].

7 Stel de gewenste stand in van de 3-wegklep: ga naar [A.7.3.3] > Installateurinstellingen > Inbedrijfstelling > Ontluchting >

Circuit.

8 Selecteer het gewenste circuit en druk op .

Gevolg: SHC

Gevolg: Tank

9 Ga naar [A.7.3.4] > Installateurinstellingen > Inbedrijfstelling> Ontluchting > Ontluchting starten en druk op om deontluchtingsfunctie te starten.

Gevolg: De ontluchting is gestart en het volgende scherm zalverschijnen.

OntluchtingDi 15:10

Stop

9.3.2 Automatisch ontluchten1 Stel het gebruikertoegangsniveau in op Installateur. Zie "Het

gebruikertoegangsniveau instellen op Installateur" oppagina 45.

2 Stel de ontluchtingsstand in: ga naar [A.7.3.1] >Installateurinstellingen > Inbedrijfstelling > Ontluchting > Type.

3 Selecteer Automat en druk op .

4 Ga naar [A.7.3.4] > Installateurinstellingen > Inbedrijfstelling> Ontluchting > Ontluchting starten en druk op om deontluchtingsfunctie te starten.

Gevolg: De ontluchting gaat starten en het volgende scherm zalverschijnen.

OntluchtingDi 15:10

Stop

9.3.3 Het ontluchten onderbreken1 Ga naar [A.7.3].

2 Druk op en druk op om de ontluchtingsfunctie tebevestigen.

9.4 Proefdraaien1 Ga naar [A.7.1]: > Installateurinstellingen > Inbedrijfstelling >

Testbedrijf.

2 Selecteer een test en druk op .Voorbeeld: Verwarming.

3 Selecteer OK en druk op .

Gevolg: Het proefdraaien start. Het proefdraaien stopt automatischwanneer voltooid (±30 min.). Om het handmatig te stoppen, druk op

, selecteer OK en druk op .

INFORMATIE

Indien er twee gebruikersinterfaces zijn, kunt uproefdraaien vanaf beide gebruikersinterfaces.

Op de gebruikersinterface die u gebruikte om proef tedraaien, verschijnt een statusscherm.

Op de andere gebruikersinterface verschijnt een schermin gebruik. Zolang een scherm in gebruik verschijnt,kunt u het proefdraaien niet stoppen.

Indien de installatie van de unit correct werd uitgevoerd, zal de unittijdens het proefdraaien opstarten in de geselecteerdebedrijfsmodus. Tijdens het proefdraaien kan de correcte werking vande unit gecontroleerd worden door de aanvoerwatertemperatuur(verwarm-/koelstand) en de tanktemperatuur (stand warm tapwater)op te volgen.

Om de temperatuur op te volgen, ga naar [A.6] en selecteer deinformatie die u wilt controleren.

9.5 Stelmotoren proefdraaienHet proefdraaien van de stelmotoren dient om de werking van deverschillende stelmotoren te controleren (wanneer u bijv. selecteertdat de pomp moet werken, zal het proefdraaien van de pompstarten).

1 Controleer of de regeling van de kamertemperatuur, de regelingvan de aanvoerwatertemperatuur en de regeling van het warmtapwater via de gebruikersinterface uitgeschakeld werden.

2 Ga naar [A.7.4]: > Installateurinstellingen > Inbedrijfstelling >Testbedrijf stelmotoren.

3 Selecteer een stelmotor en druk op . Voorbeeld: Pomptest.

4 Selecteer OK en druk op .

Gevolg: Het proefdraaien van de stelmotor start. Het stoptautomatisch wanneer voltooid. Om het handmatig te stoppen, drukop , selecteer OK en druk op .

9.5.1 Mogelijke vormen van proefdraaien voorde stelmotoren

De boosterverwarming proefdraaien

De back-upverwarming (stap 1) proefdraaien

De back-upverwarming (stap 2) proefdraaien

De pomp proefdraaien

De pomp van het zonnesysteem testen

De 2-wegklep proefdraaien

De 3-wegklep proefdraaien

De bodemplaatverwarming proefdraaien

Het bivalent signaal testen

De alarm-output testen

Het signaal voor koeling/verwarming testen

Het snel opwarmen testen

De circulatiepomp proefdraaien

9.6 De dekvloer van de vloerverwarmingdrogen

Deze functie zal gebruikt worden om de dekvloer van eenvloerverwarming tijdens de bouw van een huis zeer traag te drogen.Met deze functie kan de installateur dit programma programmerenen uitvoeren.

Deze functie kan uitgevoerd worden zonder de buiteninstallatie eerstte moeten afwerken. In dat geval zal de back-upverwarming dedekvloer drogen en aanvoerwater leveren zonder dat dewarmtepomp werkt.

Page 74: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

9 Inbedrijfstelling

Uitgebreide handleiding voor de installateur

74ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split

4P313774-1C – 2012.11

OPMERKING

De installateur is verantwoordelijk voor:

het contact opnemen met de fabrikant van de dekvloerom de instructies te bekomen om de dekvloer voor deeerste maal te verwarmen zodat deze niet zoubeginnen te barsten,

het programma voor het drogen van de dekvloerprogrammeren volgens de instructies (zie hierboven)van de fabrikant van de dekvloer,

het op regelmatige tijdstippen controleren van degoede werking van de instelling,

het selecteren van het juiste programma dat voldoetaan het type van gebruikte dekvloer voor de vloer.

De installateur kan tot 20 stappen programmeren, waarbij hij voorelke stap de volgende zaken moet invoeren:

1 de tijdsduur in aantal uren tot 72 uur,

2 de gewenste aanvoerwatertemperatuur.

Voorbeeld:

t

T

A125°C (1) 35°C (2)

24h (1) 36h (2)

T Gewenste aanvoerwatertemperatuur (15~55°C)t Tijdsduur (1~72u)

(1) Actie stap 1(2) Actie stap 2

9.6.1 Een programma voor het drogen van dedekvloer van de vloerverwarmingprogrammeren

1 Ga naar [A.7.2]: > Installateurinstellingen > Inbedrijfstelling >Dekvlr vloerverw drogen > Droogprog instellen.

2 Gebruik de knoppen , , en om een programma teprogrammeren.

Gebruik de knoppen en om door het programma tescrollen.

Gebruik en om de selectie aan te passen.

Gevolg: Als een tijd wordt geselecteerd, kunt u de duurtijdinstellen van 1 tot 72 uren.

Gevolg: Als een temperatuur wordt geselecteerd, kunt u degewenste aanvoerwatertemperatuur instellen tussen 15°C en55°C.

3 Om een nieuwe stap toe te voegen, selecteer “–h” of “–” op eenlege lijn en druk op .

4 Om een stap te verwijderen, stel de duurtijd in op “–” door tedrukken op .

5 Druk op om het programma op te slaan.

INFORMATIE

Het is belangrijk dat het programma geen lege stap bevat.Het programma zal uitgevoerd worden tot wanneer eenlege stap geprogrammeerd werd OF na 20 opeenvolgendestappen.

9.6.2 Het drogen van de dekvloer van devloerverwarming starten

INFORMATIE

De elektrische voeding met voorkeur kWh-tarief kan nietworden gebruikt in combinatie met het drogen van dedekvloer van de vloerverwarming.

1 Ga naar [A.7.2]: > Installateurinstellingen > Inbedrijfstelling >Dekvlr vloerverw drogen.

2 Selecteer een droogprogramma.

3 Selecteer Drogen starten en druk op .

4 Selecteer OK en druk op .

Gevolg: Het drogen van de dekvloer van de vloerverwarming starten het volgende scherm zal verschijnen. Het stopt automatischwanneer voltooid. Om het handmatig te stoppen, druk op ,selecteer OK en druk op .

Dekvloer drogenDi 15:10

Stop

Huidige stap 114d 12h25°C

ResterendAWT Gewenst

9.6.3 De status raadplegen van het drogen vande dekvloer van de vloerverwarming

1 Druk op .

2 De huidige stap van het programma, de totale resterende tijd ende huidige gewenste aanvoerwatertemperatuur zullen op hetscherm verschijnen.

INFORMATIE

Er is een beperking op de toegang tot de menustructuur.Alleen de volgende menu's kunnen bereikt worden:

Informatie.

Installateurinstellingen > Inbedrijfstelling > Dekvlrvloerverw drogen

9.6.4 Het drogen van de dekvloer van devloerverwarming onderbreken

Wanneer het programma wordt gestopt door een storing, eenuitschakeling of een stroomonderbreking, verschijnt storing U3 ophet scherm van de gebruikersinterface. Om de storingscodes op telossen, zie "12.4 Problemen op basis van storingscodes oplossen"op pagina 78. Om de storing U3 te resetten moet uwGebruikertoegangsniveau Installateur zijn.

1 Ga naar het scherm van het drogen van de dekvloer van devloerverwarming.

2 Druk op .

3 Druk op om het programma te onderbreken.

4 Selecteer OK en druk op .

Gevolg: Het programma voor het drogen van de dekvloer van devloerverwarming stopt.

Als het programma stopt omwille van een storing, een uitschakelingof een stroomonderbreking, kunt u de status van het drogen van dedekvloer van de vloerverwarming op het scherm lezen.

5 Ga naar [A.7.2]: > Installateurinstellingen > Inbedrijfstelling >Dekvlr vloerverw drogen > Droogstatus > Gestopt op engevolgd door de laatste uitgevoerde stap.

6 Wijzig en herstart de uitvoering van het programma.

Page 75: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

10 Aan de gebruiker overhandigen

Uitgebreide handleiding voor de installateur

75ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split4P313774-1C – 2012.11

10 Aan de gebruikeroverhandigen

Als het proefdraaien voltooid is en de unit goed en op de juistemanier werkt, zorg ervoor dat de gebruiker de volgende zaken goedbegrijpt:

Vul de tabel met de installateurinstellingen in (in degebruiksaanwijzing) met de werkelijke instellingen.

Controleer of de gebruiker de cd/dvd en de papierendocumentatie heeft en vraag hem/haar deze bij te houden omdeze later te kunnen raadplegen.

Leg aan de gebruiker uit hoe hij/zij het systeem op de juistemanier moet bedienen en wat hij/zij moet doen wanneer zich eenprobleem zou voordoen.

Toon aan de gebruiker welke onderhoudstaken hij/zij moetuitvoeren om de unit te onderhouden.

Leg aan de gebruiker uit hoe hij/zij energie kan besparen (dezetips staan beschreven in de gebruiksaanwijzing).

11 Onderhoud en service

OPMERKING

Onderhoud dient best jaarlijks uitgevoerd te worden dooreen installateur of een serviceagent.

11.1 Overzicht: Onderhoud

11.2 Voorzorgsmaatregelen inzake onderhoud

GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE

GEVAAR: RISICO OM ZICH TE VERBRANDEN

OPMERKING: Risico van elektrostatische ontlading

Vooraleer met onderhouds- of servicewerkzaamheden tebeginnen, raak een metalen onderdeel van de unit aan omstatische elektriciteit af te voeren en de printplaat tebeschermen.

11.2.1 De binnenunit openenZie "7.1.3 Het deksel van de schakelkast van de binnenunit openen"op pagina 30.

11.3 Checklist voor het jaarlijks onderhoudvan de binnenunit

Controleer minstens eens per jaar de volgende punten:

Waterdruk

Waterfilter

Waterdrukveiligheidsklep

Drukveiligheidsklep van de tank voor warm tapwater

Schakelkast

Boosterverwarming van de tank voor warm tapwater

WaterdrukControleer of de waterdruk meer dan 1 bar bedraagt. Indien lager,voeg water toe.

WaterfilterMaak het waterfilter schoon.

OPMERKING

Hanteer de waterfilter met de nodige voorzichtigheid.Oefen NIET teveel kracht uit wanneer u de waterfilterinsteekt om de mazen van de waterfilter NIET tebeschadigen.

1 3

2

5

4

WaterdrukveiligheidsklepOpen de klep en controleer of ze goed werkt. Het water kan zeerwarm zijn!

Te controleren punten:

Het waterdebiet uit de veiligheidsklep is groot genoeg, de klep isniet verstopt, niets hindert de werking van de klep of er liggengeen leidingen tussenin.

Het water dat uit de veiligheidsklep komt, bevat vuil ofbrokstukken:

open de klep tot het afgevoerd water geen vuil meer bevat

spoel het systeem en plaats een bijkomende waterfilter (besteen magnetische cycloonfilter).

Controleer of dit water echt van de tank afkomstig is, controleer naeen opwarmcyclus van de tank.

Er wordt geadviseerd dit onderhoud regelmatiger te doen.

Veiligheidsklep van tank voor warm tapwater (ter plaatse tevoorzien)Open de klep en controleer of ze goed werkt. Het water kan zeerwarm zijn!

Te controleren punten:

Het waterdebiet uit de veiligheidsklep is groot genoeg, de klep isniet verstopt, niets hindert de werking van de klep of er liggengeen leidingen tussenin.

Het water dat uit de veiligheidsklep komt, bevat vuil ofbrokstukken:

open de klep tot het afgevoerd water geen vuil meer bevat

spoel en reinig de volledige tank, inclusief de leidingen tussende veiligheidsklep en de inlaat van het koud water.

Controleer of dit water echt van de tank afkomstig is, controleer naeen opwarmcyclus van de tank.

Er wordt geadviseerd dit onderhoud regelmatiger te doen.

Schakelkast Voer een grondige visuele controle uit van de schakelkast en zoek

naar voor de hand liggende defecten, zoals losse aansluitingen offoute bedrading.

Page 76: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

12 Storingen opsporen en verhelpen

Uitgebreide handleiding voor de installateur

76ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split

4P313774-1C – 2012.11

Controleer met een ohmmeter of de schakelcontacten K1M, K2M,K3M en K5M (afhankelijk van uw installatie) juist werken. Allecontacten van deze schakelcontacten moeten open zijn wanneerde spanning UITgeschakeld is.

WAARSCHUWING

Als de interne bedrading beschadigd is, moet deze door defabrikant, zijn serviceagent of gelijkaardige bevoegdepersonen vervangen worden.

Boosterverwarming van de tank voor warm tapwater

INFORMATIE

Alleen voor wandunits met een tank voor warm tapwatermet een ingebouwde elektrische boosterverwarming(EKHW*).

Het wordt aanbevolen kalkaanslag op de boosterverwarming teverwijderen om zo de levensduur van de verwarming te verlengen,en dit vooral in streken met hard water. Laat hiervoor de tank voorwarm tapwater leeglopen, verwijder de boosterverwarming uit detank voor warm tapwater en dompel deze 24 uur onder in eenemmer (of dergelijk) met een ontkalkproduct.

12 Storingen opsporen enverhelpen

12.1 Overzicht: storingen opsporen enverhelpen

12.2 Algemene richtlijnenVooraleer met de procedure voor het oplossen van problemen tebeginnen, moet de unit grondig visueel gecontroleerd worden,waarbij gekeken wordt naar zichtbare defecten, zoals losseaansluitingen of kapotte bedrading.

WAARSCHUWING

Controleer steeds of de spanning op de unit isafgesloten vooraleer de schakelkast van de unit tecontroleren. Schakel de respectievelijkstroomonderbreker uit.

Als een veiligheidstoestel geactiveerd werd, moet u deunit uitschakelen en controleren waarom hetveiligheidstoestel werd geactiveerd vooraleer deze teresetten. Overbrug NOOIT een veiligheidstoestel ofwijzig zijn waarde niet in een waarde verschillend vande standaardinstelling. Indien u de oorzaak van hetprobleem niet kunt vinden, neem dan contact op metuw dealer.

GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE

WAARSCHUWING

Om gevaar als gevolg van het per ongeluk resetten van dethermische beveiliging te voorkomen, mag dit toestel NIETworden gevoed via een externe schakelinrichting zoals eentimer of zijn aangesloten op een circuit dat regelmatig IN-en UITgeschakeld wordt door de voorziening.

GEVAAR: RISICO OM ZICH TE VERBRANDEN

12.3 Problemen op basis van symptomenoplossen

12.3.1 Symptoom: De unit verwarmt of koeltNIET zoals verwacht

Mogelijke oorzaken Wat te doenDe temperatuurinstelling is NIETjuist

Controleer detemperatuurinstelling op deafstandsbediening. Raadpleegde gebruiksaanwijzing.

Het waterdebiet is te laag Controleer de volgende zaken:

Alle afsluiters van hetwatercircuit staan volledigopen.

De waterfilter is schoon. Reinigdeze indien nodig.

Er zit geen lucht in hetsysteem. Ontlucht indiennodig. U kunt handmatigontluchten (zie"9.3.1 Handmatig ontluchten"op pagina 72) of de functievoor automatisch ontluchtengebruiken (zie"9.3.2 Automatisch ontluchten"op pagina 73).

De waterdruk is >1 bar.

Het expansievat is NIETgebarsten of defect.

De weerstand in hetwatercircuit is NIET te hoog isvoor de pomp (zie "15.11 ESP-curve" op pagina 109).

Indien het probleem nog steedsaanwezig is nadat u allehierboven beschreven puntenhebt gecontroleerd, neem dancontact op met uw dealer. Insommige gevallen is het normaaldat de unit beslist om een laagwaterdebiet te gebruiken.

Het watervolume in de installatieis te laag

Controleer of het watervolume inde installatie boven de vereisteminimumwaarde is (zie"6.3.3 Het watervolumecontroleren" op pagina 26).

Page 77: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

12 Storingen opsporen en verhelpen

Uitgebreide handleiding voor de installateur

77ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split4P313774-1C – 2012.11

12.3.2 Symptoom: De compressor start NIET(ruimteverwarming of verwarming van hettapwater)

Mogelijke oorzaken Wat te doenDe unit moet buiten zijnwerkingsgebied opstarten (dewatertemperatuur is te laag)

Als de watertemperatuur te laagis, gebruikt de unit eerst de back-upverwarming om deminimumwatertemperatuur(15°C) te bereiken.

Controleer de volgende zaken:

De elektrische voeding van deback-upverwarming is juistbedraad.

De thermische veiligheid vande back-upverwarming wordtNIET geactiveerd.

De schakelcontacten van deback-upverwarming zijn NIETgebroken of defect.

Indien het probleem nog steedsaanwezig is nadat u allehierboven beschreven puntenhebt gecontroleerd, neem dancontact op met uw dealer.

De instellingen van deelektrische voeding met voorkeurkWh-tarief en de elektrischeaansluitingen stemmen NIETovereen

Dit moet overeenstemmen metde verbindingen zoalsbeschreven in "6.4.1 Over hetvoorbereiden van de elektrischebedrading" op pagina 27 en"7.6.4 De hoofdvoedingaansluiten" op pagina 40.

Het signaal voor kWh-voorkeurtarief werd gestuurddoor de elektriciteitsmaatschappij

Wacht tot er weer stroom is(max. 2 uur).

12.3.3 Symptoom: De pomp maakt lawaai(cavitatie)

Mogelijke oorzaken Wat te doenEr zit lucht in het systeem Ontlucht handmatig (zie

"9.3.1 Handmatig ontluchten" oppagina 72) of gebruik de functievoor automatisch ontluchten (zie"9.3.2 Automatisch ontluchten"op pagina 73).

De waterdruk aan de pompinlaatis te laag

Controleer de volgende zaken:

De waterdruk is >1 bar.

De manometer is nietgebroken of defect.

Het expansievat is nietgebarsten of defect.

De instelling van de voordrukvan het expansievat is juist(zie "6.3.4 De voordruk van hetexpansievat wijzigen" oppagina 27).

12.3.4 Symptoom: De drukveiligheidsklep gaatopen

Mogelijke oorzaken Wat te doenHet expansievat is gebarsten ofdefect

Vervang het expansievat.

Mogelijke oorzaken Wat te doenHet watervolume in de installatieis te hoog

Controleer of het watervolume inde installatie onder de vereistemaximumwaarde is (zie"6.3.3 Het watervolumecontroleren" op pagina 26 en"6.3.4 De voordruk van hetexpansievat wijzigen" oppagina 27).

De opvoerhoogte van hetwatercircuit is te hoog

De opvoerhoogte van hetwatercircuit is het hoogteverschiltussen de binnenunit en hethoogste punt van hetwatercircuit. Als de binnenunitzich op het hoogste punt van deinstallatie bevindt, wordt deinstallatiehoogte beschouwd alszijnde 0 m. De maximaleopvoerhoogte van hetwatercircuit bedraagt 10 m.

Controleer de installatievereisten.

12.3.5 Symptoom: De waterdrukveiligheidskleplekt

Mogelijke oorzaken Wat te doenDe uitlaat van dewaterdrukveiligheidsklep isverstopt door vuil

Controleer of dedrukveiligheidsklep naar behorenwerkt door de rode knop op deklep naar links te draaien:

Als u GEEN klepperend geluidhoort, neem dan contact opmet uw dealer.

Als het water uit de unit blijftstromen, sluit dan eerst deafsluiters van zowel dewaterinlaat als van dewateruitlaat en neemvervolgens contact op met uwdealer.

12.3.6 Symptoom: De ruimte wordt NIETvoldoende verwarmd bij lagebuitentemperaturen

Mogelijke oorzaken Wat te doenDe werking van de back-upverwarming wordt nietgeactiveerd

Controleer de volgende zaken:

De bedrijfsmodus van de back-upverwarming wordtgeactiveerd. Ga naar:

[A.5.1.1] >Installateurinstellingen >Warmtebronnen >Backupverwarming >Bedrijfmodus OF

[A.8] >Installateurinstellingen >Overzicht instellingen [5-01]

De thermische veiligheid vande back-upverwarming werdniet geactiveerd. Indien dezewerd geactiveerd, controleer:

De waterdruk

Of er lucht in het systeem zit

De ontluchting

Druk op de resetknop in deschakelkast. Zie"15.3 Onderdelen" oppagina 84 om de resetknop tesitueren.

Page 78: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

12 Storingen opsporen en verhelpen

Uitgebreide handleiding voor de installateur

78ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split

4P313774-1C – 2012.11

Mogelijke oorzaken Wat te doenDe evenwichtstemperatuur vande back-upverwarming werd nietgoed geconfigureerd

Verhoog de“evenwichtstemperatuur” om dewerking van de back-upverwarming bij een hogerebuitentemperatuur te activeren.Ga naar:

[A.5.1.4] >Installateurinstellingen >Warmtebronnen >Backupverwarming >Evenwichtstemp. OF

[A.8] > Installateurinstellingen> Overzicht instellingen [4-00]

Er wordt teveelwarmtepompcapaciteit gebruiktom het warm tapwater op tewarmen (dit geldt alleen voorinstallaties met een tank voorwarm tapwater)

Controleer of de instellingen vande “ruimteverwarmingsvoorrang”juist werden geconfigureerd:

Controleer of de “status van deruimteverwarmingsvoorrang”werd geactiveerd. Ga naar [A.8] > Installateurinstellingen >Overzicht instellingen [5-02]

Verhoog de “temperatuurruimteverwarmingsvoorrang”om de werking van de back-upverwarming bij een hogerebuitentemperatuur teactiveren. Ga naar [A.8] >Installateurinstellingen >Overzicht instellingen [5-03]

12.3.7 Symptoom: De druk op het aftappunt istijdelijk abnormaal hoog

Mogelijke oorzaken Wat te doenDefecte of verstoptedrukveiligheidsklep.

Spoel en reinig de volledigetank, inclusief de leidingentussen de drukveiligheidsklepen de inlaat van het koudwater.

Vervang dedrukveiligheidsklep.

12.3.8 Symptoom: Sierpanelen werden door eengezwollen tank weggeduwd

Mogelijke oorzaken Wat te doenDefecte of verstoptedrukveiligheidsklep.

Neem contact op met uw dealer.

12.3.9 Symptoom: de tankdesinfectiefunctiewordt NIET volledig uitgevoerd (storingAH)

Mogelijke oorzaken Wat te doenDe desinfectiefunctie werdonderbroken omdat er warmtapwater genomen werd.

Programmeer dedesinfectiefunctie zodanig datdeze pas start wanneer verwachtwordt dat de volgende 4 uurGEEN warm tapwater genomenwordt.

Mogelijke oorzaken Wat te doenEr werd veel warm tapwatergenomen juist voordat dedesinfectiefunctiegeprogrammeerd startte.

Wanneer de Warmtapwater >Instelpuntstand > Warmhoudenof Warmh + gprog geselecteerdwordt, wordt geadviseerd de startvan de desinfectiefunctie teprogrammeren minstens 4 uur naeen voorzien verbruik van veelwarm tapwater. Deze start kanvia de installateurinstellingen(desinfectiefunctie) ingesteldworden.

Wanneer de Warmtapwater >Instelpuntstand > Uitsl geproggeselecteerd wordt, wordtgeadviseerd een Opslageconomisch? te programmeren3 uur vóór de geplande start vande desinfectiefunctie om de tankal voor te verwarmen.

12.4 Problemen op basis van storingscodesoplossen

Wanneer een probleem voorkomt, verschijnt een storingscode op degebruikersinterface. Het is belangrijk het probleem te begrijpen ende nodige acties te ondernemen vooraleer de storingscode teresetten. Dit zou best door een erkende installateur of door dedealer in uw regio moeten uitgevoerd worden.

Dit hoofdstuk geeft een overzicht van alle storingscodes en deinhoud van de storingscode zoals deze op de gebruikersinterfaceverschijnt.

Voor een meer gedetailleerde richtlijn om elke storing op te lossen,zie de onderhouds- en reparatiehandleiding.

12.4.1 Storingscodes: Overzicht

Storingscodes van de binnenunit

Storingscode Gedetailleerdestoringscode

Beschrijving

A1 00 Detectieprobleem nulkruis.

Reset voeding vereist.

Neem contact op met uw dealer.AA 01 BUH oververhit

Reset voeding vereist.

Neem contact op met uw dealer.UA 00 Binnenunit, buitenunit

matchingprobleem.

Neem contact op met uw dealer.7H 01 Debiet probleem.

89 01 Bevriezing warmtewisselaar.

8H 00 Abnormale verhoging BUH

AWT.

8F 00 Abnormale verhoging BUH

AWT (warmtapwater).

Page 79: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

13 Als afval verwijderen

Uitgebreide handleiding voor de installateur

79ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split4P313774-1C – 2012.11

Storingscode Gedetailleerdestoringscode

Beschrijving

C0 00 Flowsensor/schakelaar storing

Neem contact op met uw dealer.

U3 00 Droogfunctie dekvloer vloer-

verwarming niet correct

uitgevoerd.81 00 Probleem sensor temperatuur

aanvoerwater.

Neem contact op met uw dealer.C4 00 Probleem sensor temperatuur

warmtewisselaar.

Neem contact op met uw dealer.80 00 Probleem retourwater-

temperatuur.

Neem contact op met uw dealer.U5 00 Gebruikersinterface-

communicatieprobleem.

U4 00 Binnen/buitenunit

communicatieprobleem.

AC 00 BSH oververhit

Neem contact op met uw dealer.

EC 00 Abnorm verhoging warmtapwater

tanktemperatuur

HC 00 Probleem sensor temperatuur

warmtapwatertank

Neem contact op met uw dealer.CJ 02 Probleem sensor kamer-

temperatuur.

Neem contact op met uw dealer.H1 00 Probleem buitenvoeler

Neem contact op met uw dealer.AA 02 Externe backupverwarming

oververhit.

Neem contact op met uw dealer.HJ 08 Watercircuitdruk

is te hoog.

HJ 09 Druk in het watercircuit

is te laag

HJ 10 Probleem sensor waterdruk.

Neem contact op met uw dealer.

89 02 Bevriezing warmtewisselaar.

Storingscode Gedetailleerdestoringscode

Beschrijving

A1 00 EEPROM leesfout.

AH 00 WW tank desinfectiefunctie

niet juist uitgevoerd.

89 03 Bevriezing warmtewisselaar.

INFORMATIE

Indien de storingscode AH verschijnt en dedesinfectiefunctie niet onderbroken wordt omdat er warmtapwater genomen wordt, wordt geadviseerd het volgendete doen:

Wanneer de Warmtapwater > Instelpuntstand >Warmhouden of Warmh + gprog geselecteerd wordt,wordt geadviseerd de start van de desinfectiefunctie teprogrammeren minstens 4 uur na een voorzien verbruikvan veel warm tapwater. Deze start kan via deinstallateurinstellingen (desinfectiefunctie) ingesteldworden.

Wanneer de Warmtapwater > Instelpuntstand > Uitslgeprog geselecteerd wordt, wordt geadviseerd eenOpslag economisch? te programmeren 3 uur vóór degeplande start van de desinfectiefunctie om de tank alvoor te verwarmen.

13 Als afval verwijderen

13.1 Het koelmiddel verwijderenOm het milieu te beschermen, verwijder het koelmiddel enkel in devolgende gevallen:

wanneer de unit verplaatst of weggegooid moet worden,

na onderhouds- of servicewerkzaamheden op de koelmiddelkantvan het systeem.

OPMERKING

Om het koelmiddel te verwijderen (door leeg te pompen),stop de compressor vooraleer de koelmiddelleidingen teverwijderen. Indien de compressor nog steeds werkt en deafsluiter open staat tijdens het verwijderen van hetkoelmiddel, zal lucht in het systeem gezogen worden.Hierdoor zal de compressor beschadigd worden en kunnenmensen verwondingen oplopen als gevolg van deabnormale druk in de koelmiddelcyclus.

Het leegpompen verwijdert al het koelmiddel uit het systeem en zelfsuit de buitenunit.

1 Verwijder de deksels van de vloeistofafsluiter en degasafsluiter.

2 Voer een gedrongen koeling uit.

3 Wacht 5 tot 10 minuten (of slechts 1 of 2 minuten bij zeer lageomgevingstemperaturen (<−10°C)) en sluit daarna devloeistofafsluiter met een zeskantsleutel.

4 Controleer met het verdeelstuk of vacuüm werd bereikt.

5 Wacht 2 tot 3 minuten en sluit daarna de gasafsluiter en stop degedwongen koeling.

Page 80: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

14 Verklarende woordenlijst

Uitgebreide handleiding voor de installateur

80ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split

4P313774-1C – 2012.11

a

c

b

d

d

e

a Gasafsluiterb Richting om te sluitenc Zeskantsleuteld Afsluiterdeksele Vloeistofafsluiter

13.2 Een gedwongen koeling starten enstoppen

Controleer of dip-schakelaar SW2 in de KOEL-stand staat.

1 Druk op de schakelaar SW1 om de gedwongen koeling testarten.

2 Druk op de schakelaar SW1 om de gedwongen koeling testoppen.

SW1

H

E

A

T

C

O

O

L

SW2

OPMERKING

Zorg ervoor dat de watertemperatuur tijdens hetgedwongen koelen hoger dan 5°C blijft (zie detemperatuuraflezing van de binnenunit). U kunt ditbereiken door bijvoorbeeld alle ventilatoren van deventilatorconvectoren aan te zetten.

14 Verklarende woordenlijst

DealerVerdeler die het product verkoopt.

Erkende installateurTechnisch bekwame persoon met een erkenning om hetproduct te installeren.

GebruikerPersoon die de eigenaar is van het product en/of die hetproduct gebruikt.

Geldende wetgevingAlle geldende internationale, Europese, nationale enplaatselijke richtlijnen, wetten, reglementen en/ofvoorschriften betreffende een bepaald product of domein.

OnderhoudsbedrijfBedrijf dat bevoegd is om de vereisteonderhoudswerkzaamheden aan het product uit te voeren ofte coördineren.

InstallatiehandleidingHandleiding met instructies betreffende het installeren, hetconfigureren en het onderhouden van een bepaald productof een bepaalde toepassing.

GebruiksaanwijzingInstructiehandleiding voor een bepaald product of eenbepaalde toepassing waarin wordt uitgelegd hoe het productof de toepassing moet worden gebruikt.

AccessoiresLabels, handleidingen, informatiefiches, apparatuur enuitrustingen die met het product worden meegeleverd en dievolgens de instructies in de meegeleverde documentatiegeïnstalleerd moeten worden.

Optionele apparatuur en uitrustingenDoor Daikin gemaakte of goedgekeurde apparatuur enuitrustingen die met het product volgens de instructies in demeegeleverde documentatie gecombineerd mogen worden.

Ter plaatse te voorzienNiet door Daikin gemaakte apparatuur en uitrustingen diemet het product volgens de instructies in de meegeleverdedocumentatie gecombineerd mogen worden.

Page 81: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

15 Technische gegevens

Uitgebreide handleiding voor de installateur

81ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split4P313774-1C – 2012.11

15 Technische gegevens

15.1 Afmetingen en ruimte voor service

15.1.1 Afmetingen en ruimte voor service: Buitenunit

3TW60814-1B

250250 250

300

333

283

10

250

350

250

350

350

250

73

5

64

91

160

155

23

18

580

832

121

78

(Ø15,9 CuT)

(Ø6,4 CuT)

MUURHOOGTE LANGS DE KANT VAN DE LUCHTUITLAAT = MINDER DAN 1200

MINIMUMRUIMTE OM LUCHT DOOR TE LATEN

INDIEN DE DOP VAN DE AFSLUITER VERWIJDERD WORDT

GASAFSLUITERSERVICEPOORT

VLOEISTOFAFSLUITER

THERMISTOR BUITENLUCHT-TEMPERATUUR

AANSLUITKLEMMENSTROOK MET AANSLUITKLEM VOOR AARDINGINGANG BEDRADING

NAAMPLAATJE

AFLAATUITLAAT

LABEL MET MERKNAAM

(M8 OF M10)

4 GATEN VOOR ANKERBOUTEN

Page 82: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

15 Technische gegevens

Uitgebreide handleiding voor de installateur

82ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split

4P313774-1C – 2012.11

15.1.2 Afmetingen en ruimte voor service: Binnenunit

3D078463

VEREISTE RUIMTE VOOR SERVICE EN VENTILATIE

AANSLUITKLEMMEN SCHAKELKAST VOOR WARMTAPWATERTANK (OPTIE)

AANSLUITKLEMMEN SCHAKELKAST

SERVICEDEUR

INGANG DRAAD ELEKTRISCHE VOEDING/COMMUNICATIE

WATERFILTER

AFSLUITER MET AFTAP/VULKLEP (1-1/4” V DRAAD) (INCLUSIEF TOEBEHOREN)

WARMTEWISSELAAR (KOELMIDDEL/WATER)

MANOMETER

EXPANSIEVAT

ONTLUCHTING

VEILIGHEIDSKLEP (DRUK)

GEBRUIKERSINTERFACE

POMP

KOELMIDDEL AANZUIGVERBINDING Ø15,9 (GETROMPT)

KOELMIDDEL VLOEISTOFVERBINDING Ø6,35 (GETROMPT)

WATER IN-VERBINDING (1-1/4” V DRAAD)

WATER UIT-VERBINDING (1-1/4” V DRAAD)

GATEN (Ø12) VOOR BEVESTIGING TEGEN DE WAND

Page 83: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

15 Technische gegevens

Uitgebreide handleiding voor de installateur

83ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split4P313774-1C – 2012.11

15.2 Zwaartepunt

15.2.1 Zwaartepunt: Buitenunit

4TW60819-1

UNIT

Page 84: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

15 Technische gegevens

Uitgebreide handleiding voor de installateur

84ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split

4P313774-1C – 2012.11

15.3 Onderdelen

15.3.1 Onderdelen: Buitenunit

bc

d

e

f

j

h

i

g

alk

a Schakelkast hoofdprintplaat (printplaat voor inverteren regeling)

b Aansluitklemmen voor communicatie en elektrischevoeding

c Serviceprintplaatd 4-wegklepe Elektronische expansieklep (primair)f Accumulatorg Compressorh Vloeistofafsluiteri Gasafsluiterj Servicepoortk Ventilatormotorl Warmtewisselaar

15.3.2 Onderdelen: Schakelkast (Buitenunit)a c

d

e

b

a Serviceprintplaatb Aansluitklem communicatiekabelc Aansluitklem stroomtoevoerkabeld Aardinge Draadbinder

15.3.3 Onderdelen: binnenunit

d

q

r

s

e

q

p

o

g

j

q

q

i

kl

n

no

m

f

u

h

ta

b

c

a SchakelkastBevat de voornaamste elektronische en elektrische onderdelenvan de binnenunit.

b Gebruikersinterface (toebehoren)c Manometer

Geeft de waterdruk in het watercircuit aan.d Ontluchter

De resterende lucht in het watercircuit wordt automatischverwijderd via de ontluchtingsklep.

e Expansievat (10 l)f Flowsensor

Geeft feedback naar de interface over het werkelijk debiet. Opbasis van deze (en andere) informatie past de interface desnelheid van de pomp aan.

g Warmtewisselaarh Waterpomp

Circuleert het water in het watercircuit.i Waterfilter

Verwijdert vuil uit het water om schade aan de pomp ofverstopping van de warmtewisselaar te voorkomen.

j DrukveiligheidsklepVoorkomt overdreven waterdruk in het watercircuit door teopenen aan 3 bar.

k Aansluiting van koelmiddelgas R410Al Aansluiting van koelmiddelvloeistof R410A

m Aansluiting van waterinlaatn Aftap- en vulkraneno Afsluiters (toebehoren)

Om de kant van het watercircuit van binnenunit af te scheidenvan de kant van het circuit van het achterblijvend water.

p Aansluiting van wateruitlaatq Thermistoren

Bepalen de water- en koelmiddeltemperatuur op verschillendepunten in het circuit.

r Thermische zekering back-upverwarmingDe zekering springt wanneer de temperatuur hoger wordt dande temperatuur van de thermische beveiliging van de back-upverwarming.

s Thermische beveiliging back-upverwarmingDe beveiliging treedt in werking wanneer de temperatuur vande back-upverwarming te hoog wordt.

Page 85: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

15 Technische gegevens

Uitgebreide handleiding voor de installateur

85ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split4P313774-1C – 2012.11

t Back-upverwarmingBiedt bijkomende verwarming bij koude buitentemperaturen.Werkt tevens als back-up in geval van storing in de buitenunit.

u Luchtklep

15.3.4 Onderdelen: Schakelkast (binnenunit)

A7P

A1P

Q1L

TR1

X6M X7MX7M

K1M K2M

K5M K3M

K2M

F1B F2B

X2M

X1M

X4M

X5M

X6YX6YA

X6YB

X9A

X13A

FU1

a

r

p

o

n

m

ddb

e

e

g

h

j

l

f

s

t

e

k

i

c

q

a Printplaat A7B van de pomp (printplaat van de inverter)b Thermische beveiliging Q1L back-upverwarmingc Transformator TR1d Aansluitklemmen voor back-upverwarming X6M/X7M (alleen

*9W-modellen)e Schakelcontacten K1M, K2M en K5M voor back-upverwarmingf Schakelcontact K3M boosterverwarmingg Connectoren X6YA/X6YB/X6Yh Stroomonderbreker F1B back-upverwarmingi Stroomonderbreker F2B boosterverwarming. (Alleen voor

installaties met tank voor warm tapwater)j Aansluitklemmenstrook X2M (hoge spanning)k Aansluitklemmenstrook X3M. (Alleen voor installaties met tank

voor warm tapwater)l Aansluitklemmenstrook X1M (naar buitenunit)

m Bevestigingen voor kabelbindersn Digitale I/O-printplaat A4P (alleen voor installaties met solarkit

of kit met digitale I/O-printplaat)o Vraag-printplaat voor vermogenbeperkingp Aansluitklemmenstrook X5M (laagspanning)q Contactvoetje X13A, ontvangt de K3M-connector. (Alleen voor

installaties met tank voor warm tapwater)r Hoofdprintplaat A1Ps Contactvoetje X9A, ontvangt de thermistorconnector. (Alleen

voor installaties met tank voor warm tapwater)t Printplaatzekering FU1

Page 86: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

15 Technische gegevens

Uitgebreide handleiding voor de installateur

86ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split

4P313774-1C – 2012.11

15.4 Functionele schema's

15.4.1 Functioneel schema: Buitenunit

M

a c b d e f e g

n l k i hm j

a Warmtewisselaarthermistorb Ventilatormotorc Warmtewisselaard Luchtthermistore Filterf Elektronische expansieklepg Vloeistofafsluiterh Gasafsluiter met servicepoorti Accumulatorj Druksensork Compressorl Persthermistor

m Hogedrukschakelaarn 4-wegklep (AAN=verwarming)

VerwarmingKoeling

15.4.2 Functioneel schema: Binnenunit

R4TR3T

R2TR1T

m h c klf

eia b jg

d

a Buitenunitb Binnenunitc Expansievatd Manometere Ontluchterf Drukveiligheidsklepg Back-upverwarmingh Pompi Flowsensorj Afsluiter wateruitlaat met aftap- en vulkraan (ter

plaatse te monteren)k Afsluiter waterinlaat met aftapkraan (ter plaatse te

monteren)l Filter

m WarmtewisselaarR1T Thermistor warmtewisselaar uitlaat waterR2T Thermistor back-upverwarming uitlaat water

R3T Thermistor koelmiddel vloeistofzijdeR4T Thermistor inlaat water

VerwarmingKoeling

Page 87: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

15 Technische gegevens

Uitgebreide handleiding voor de installateur

87ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split4P313774-1C – 2012.11

15.5 Schema van de leidingen

15.5.1 Schema van de leidingen: Buitenunit

(6,4 CuT)

(15,9 CuT)

7,9 CuT

7,9 CuT

7,9 CuT

7,9 CuT

7,9 CuT

7,9 CuT

7,9 CuT

7,9 CuT

12,7 CuT

12,7 CuT

7,9 CuT

6,4 CuT

12,7 CuT

12,7 CuT

12,7 CuT

12,7 CuT

6,4 CuT

7,9 CuT

7,9 CuT

4,0 CuT

4,0 CuT

4,0 CuT

4,0 CuT

7,9

Cu

T

7,9

Cu

T7

,9 C

uT

6,4

Cu

T6

,4 C

uT

M

P

P >

6,4

Cu

T

3TW60815-1

ACCUMULATOR

COMPRESSOR

AFVOERLEIDING-

THERMISTOR

GELUIDSDEMPER

GELUIDSDEMPER

HOGE

DRUK

SCHAKELAAR

DRUK

SENSOR

SCHROEFVENTILATOR

GELUIDSDEMPER

MET

FILTER

GEMOTORISEERDE

KRAAN

FILTER

FILTER

GASAFSLUITER MET

SERVICEPOORT

VLOEISTOFAFSLUITER

LOKALE

LEIDINGEN

LOKALE

LEIDINGEN

VER-

WARMING

KOELING

KOELMIDDELSTROMING

CAPILLAIRE BUIS 4

CAPILLAIRE BUIS 3

CAPILLAIRE BUIS 2

CAPILLAIRE BUIS 1

WARMTEWISSE-

LAARTHERMISTOR

WARMTEWISSELAAR THERMISTOR

BUITENLUCHTTEMPERATUUR

BUITENUNIT

GE

LU

IDS

DE

M-

PE

R M

ET

FIL

TE

R

Page 88: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

15 Technische gegevens

Uitgebreide handleiding voor de installateur

88ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split

4P313774-1C – 2012.11

15.5.2 Schema van de leidingen: Binnenunit

R4T

R2T

R3T

R1T

LEGENDA:

3D078212

R4T

R3T

R2T

R1T Thermistor warmtewisselaar uitlaat water

Thermistor back-upverwarming uitlaat water

Thermistor koelmiddel vloeistofzijde

Thermistor inlaat water

SNELKOPPELING

HARDGESOL.

VERB.

VERWRONGEN

BUIS

GENEPEN BUIS

FLENSVERB.

SCHROEFVERB.

GETROMPTE

VERB.

TERUGSLAGKLEP

BESCHRIJVINGTHERMISTOR

afsluiter

met aftap/

vulkraan

TER PLAATSE

GEPLAATST

TER PLAATSE

GEPLAATST

afsluiter

met aftap/

vulkraan

WATERKANT KOELMIDDELKANT

CONDENSORVERDAMPER

KOELM. UIT

KOELM. IN

KOELM. IN

KOELM. UIT

water-

uitlaat

water-

inlaat

pomp

Filter

Manometer

Veiligheidsklep

Ontluchting

Back-up-

verwarming

Expansievat

Platenwarmte-

wisselaar

Flowsensor

Page 89: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

15 Technische gegevens

Uitgebreide handleiding voor de installateur

89ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split4P313774-1C – 2012.11

15.6 Bedradingsschema

15.6.1 Bedradingsschema – onderdelen: Buitenunit

Zie het intern bedradingsschema dat met de unit is meegeleverd (op de binnenkant van het deksel van de schakelkast van de binnenunit). Degebruikte afkortingen hebben de volgende betekenis.Alleen voor ERLQ004CAV3

3TW60816-1A

RAADPLEEG AANKOOPSPECIFICATIE AS303002, TENZIJ ANDERS VERMELDDIT SCHEMA WERD MET EEN CAD-SYSTEEM GETEKENDAFMETINGEN: LENGTE 140 x BREEDTE 230.

NOTEN:

GELIJKRICHTER

AANSLUITKLEMMENSTROOK VASTE PLAATOMKEERBARE ELEKTROMAGNETISCHE KLEP PENBUNDEL

AARDLEKSCHAKELAAROVERBELASTINGSVEILIGHEIDINDICATIELAMPJESVENTILATORMOTORCOMPRESSORMOTOR

PRINTPLAAT (HOOFD)

PRINTPLAAT (SERVICE)PRINTPLAAT (INVERTER)

CONDENSATORDIP-SCHAKELAARSDRUKKNOPPENNEUTRAALONDER SPANNING

INTERIGENT VOEDINGSMODULECONTROLELAMPJECONNECTORTHERMISTOR (LUCHT)THERMISTOR (WARMTEWISSELAAR)THERMISTOR (UITVOER)MAGNETISCH RELAIS

DRUKSCHAKELAAR (HOOG)DRUKSENSORLEKBAKVERWARMERCONNECTOR

ZEKERINGSPANNINGSBEVEILIGINGVARISTORELEKTRONISCHE EXPANSIEKLEP PENBUNDELAANSLUITKLEMMENSTROOKFERRIETKERN

(AFVOER)(LUCHT)

(WARMTEWISSELAAR)OPTIE LEKBAKKIT VERWARMER

DRUKSENSOR

buiten

binnen

BEDRADING TER PLAATSE

NAAR BINNENUNIT

ELEKTRISCHE VOEDING

BEDRADINGSSCHEMA

Page 90: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

15 Technische gegevens

Uitgebreide handleiding voor de installateur

90ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split

4P313774-1C – 2012.11

Alleen voor ERLQ006CAV3+ERLQ008CAV3

3TW60816-2

RAADPLEEG AANKOOPSPECIFICATIE AS303002, TENZIJ ANDERS VERMELDDIT SCHEMA WERD MET EEN CAD-SYSTEEM GETEKENDAFMETINGEN: LENGTE 140 x BREEDTE 230.

NOTEN:

GELIJKRICHTER

AANSLUITKLEMMENSTROOK VASTE PLAATOMKEERBARE ELEKTROMAGNETISCHE KLEP PENBUNDEL

AARDLEKSCHAKELAAROVERBELASTINGSVEILIGHEIDINDICATIELAMPJESVENTILATORMOTORCOMPRESSORMOTOR

PRINTPLAAT (HOOFD)

PRINTPLAAT (SERVICE)PRINTPLAAT (INVERTER)

CONDENSATORDIP-SCHAKELAARSDRUKKNOPPENNEUTRAALONDER SPANNING

INTERIGENT VOEDINGSMODULECONTROLELAMPJECONNECTORTHERMISTOR (LUCHT)THERMISTOR (WARMTEWISSELAAR)THERMISTOR (UITVOER)MAGNETISCH RELAIS

DRUKSCHAKELAAR (HOOG)DRUKSENSORLEKBAKVERWARMERCONNECTOR

ZEKERINGSPANNINGSBEVEILIGINGVARISTORELEKTRONISCHE EXPANSIEKLEP PENBUNDELAANSLUITKLEMMENSTROOKFERRIETKERN

(AFVOER)(LUCHT)

(WARMTEWISSELAAR)OPTIE LEKBAKKIT VERWARMER

DRUKSENSOR

binnen

BEDRADING TER PLAATSE

NAAR BINNENUNIT

ELEKTRISCHE VOEDING

buiten

BEDRADINGSSCHEMA

C110~C112 CondensatorDB1, DB2, DB401 GelijkrichterDC_N1, DC_N2 ConnectorDC_P1, DC_P2 ConnectorDC_P1, DC_P2 ConnectorDP1, DP2 ConnectorE1, E2 ConnectorE1H LekbakverwarmingFU1~FU5 ZekeringHL1, HL2, HL402 ConnectorHN1, HN2, HN402 ConnectorIPM1 Interigent voedingsmoduleL Onder spanningLED 1~LED 4 IndicatielampjesLED A, LED B ControlelampM1C CompressormotorM1F CompressorventilatorMR30, MRM306,MRM307, MR4

Magnetisch relais

MRM10, MRM20 Magnetisch relaisMR30_A~MR30_B ConnectorN NeutraalPCB1 Printplaat (primair)PCB2 Printplaat (inverter)PCB3 Printplaat (service)Q1DI AardlekschakelaarQ1L OverbelastingsveiligheidR1T Thermistor (uitblaas)R2T Thermistor (warmtewisselaar)

R3T Thermistor (lucht)S1NPH DruksensorS1PH Drukschakelaar (hoog)S2~S503 ConnectorSA1 SpanningsbeveiligingSHEET METAL BladmetaalSW1, SW3 DrukknoppenSW2, SW5 DIP-schakelaarU ConnectorV ConnectorV2, V3, V401 VaristorW ConnectorX11A, X12A ConnectorX1M, X2M AansluitklemmenstrookY1E Elektronische expansieklepY1R Omkerende elektromagnetische klep spoelZ1C~Z4C Ferrietkern

Ter plaatse te voorziene bedradingAansluitklemmenstrookConnectorAansluitklemAardsluitingsbeveiliging

BLK ZwartBLU BlauwBRN BruinGRN GroenORG OranjePPL PaarsRED Rood

Page 91: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

15 Technische gegevens

Uitgebreide handleiding voor de installateur

91ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split4P313774-1C – 2012.11

WHT WitYLW Geel

Page 92: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

15 Technische gegevens

Uitgebreide handleiding voor de installateur

92ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split

4P313774-1C – 2012.11

15.6.2 Bedradingsschema – onderdelen: Binnenunit

Zie het intern bedradingsschema dat met de unit is meegeleverd (op de binnenkant van het deksel van de schakelkast van de binnenunit). Degebruikte afkortingen hebben de volgende betekenis.

X6Y

A4P

A8P

X1M X4M

F2BF1B

X2M

X5M

Q1L

TR1

K3MK5M

K2MK1M

A1P

A7P X7MX6M

X4M

X6M, X7M

1

15

X5M

X2M

X1M

4D077028 pagina 1

T1R (A7P)

M1P

B1L

*R1H (A3P)

FU1

F1T

E4H

E3H

E2H

*

E1H

R1T (A2P)

R4T

R3T

R2T

R1T

*PHC1

#M2P

*F2B

F1B

K5M

TR1

Q1L

K1M, K2M

*

#

#

#

#

*

(*)

*

*

*

X*Y

X*M

SS1 (A4P)

S6S-S9S

S3S

S2S

S1S

R6T

R5T

R2T

R1T (A3P)

Q2L

A7P

#

#

Q1DI, Q2DI

K*R

M3S (*)

M2S

K3M *

F1U, F2U *

DS1 (A8P) *

*BSK

*A8P

A4P *

*A4P

*

*

*

A3P

A3P

A3P

A2P

A1P

Tank voor warm tapwater

met zonneaansluiting

gelijkrichter (alleen voor *16*)

hoofdvoeding pomp

flowsensor

vochtigheidssensor

zekering T 6,3 A 250 V voor printplaat

thermische zekering back-upverwarming

boosterverwarming (3 kW)

element back-upverwarming (3 kW)

element back-upverwarming (2 kW)

element back-upverwarming (1 kW)

omgevingssensor gebruikersinterface

thermistor inlaat water

thermistor koelmiddel vloeistofzijde

thermistor uitlaat back-upverwarming

thermistor warmtewisselaar uitlaat water

optische koppeling inputcircuit

warmtapwaterpomp

overstroomzekering boosterverwarming

overstroomzekering back-upverwarming

veiligheidsschakelcontact BUH (alleen *9W)

transformator elektrische voeding

thermische beveiliging back-upverwarming

schakelcontact back-upverwarming

#: ter plaatse te voorzien

connector

aansluitklemmenstrook

keuzeschakelaar

digitale inputs vermogenbeperking

impulsinput 2 elektrische meter

impulsinput 1 elektrische meter

PS-contact voorkeur kWh-tarief

externe binnen- of

buitenomgevingsthermistor

thermistor warm tapwater

externe sensor (vloer of omgeving)

Aan/UIT-thermostaat omgevingssensor

thermische beveiliging boosterverwarming

6T1 (3~, 230 V, 6 kW)

9WN (3N~, 400 V, 9 kW)

6WN (3N~, 400 V, 6 kW)

6V3 (1N~, 230 V, 6 kW)

3V3 (1N~, 230 V, 3 kW)Configuratie

back-upverwarming

(enkel voor *9W)

Ext. thermistor

Warmtepompconvector

Aan/UIT-thermostaat (draadloos)

Secund. AWT:

Aan/UIT-thermostaat (met draad)

Warmtepompconvector

Pomp zonnesysteem en regelstation

Vraag-printplaat

Digitale I/O-printplaat

Ext. buitenthermistor

Ext. binnenthermistor

Afstandsgebruikersinterface

Ext. thermistor

Aan/UIT-thermostaat (draadloos)

Primaire AWT:

Aan/UIT-thermostaat (met draad)

Tank voor warm tapwater

(*) : standaard voor *HV*, optioneel voor *HB*

printplaat aandrijving pomp (alleen voor *16*)

PLAATS IN SCHAKELKAST

: Aansluitklem boosterverwarming

: Aansluitklem back-upverwarming

aardlekschakelaar

relais op printplaat

3-wegsklep voor

vloerverwarming/warm tapwater

2-wegsklep voor koelstand

schakelcontact boosterverwarming

zekering 5 A 250 V voor digitale I/O-printplaat

dip-schakelaar

relais zonnepompstation

Vraag-printplaat

printplaat ontvanger (draadloze

Aan/UIT-thermostaat)

digitale I/O-printplaat

warmtepompconvector

Aan/UIT-thermostaat (PC = stroomcircuit)

Printplaat zonnepompstation

printplaat gebruikersinterface

Bodemplaatverwarming

*: optioneel

Te doorlopen NOTEN vooraleer de unit te starten

De vertaling kan in de installatiehandleiding gevonden worden.

LEGENDA

Door de gebruiker

geïnstalleerde opties:

: Bedrading afhankelijk van

het model

: Verschillende bedradingmogelijkheden

: Aansluiting ** gaat verder op pagina 12 kolom 2

: Printplaat

: Niet gemonteerd in schakelkast: Optie

: Ter plaatse te voorzien

: Draad nummer 15

: Aarding

: Aansluitklem voor bedrading ter plaatse voor gelijkstroom

: Aansluitklem voor bedrading ter plaatse voor wisselstroom

: Primaire aansluitklem

Stuknr. Beschrijving

Hoofdprintplaat**/12.2

Page 93: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

15 Technische gegevens

Uitgebreide handleiding voor de installateur

93ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split4P313774-1C – 2012.11

II

F2B

42

E2HE2HE2HE1HE1HE1HE2HE2HE2HE1HE1HE1H

F1TF1TF1TF1TF1TF1T

K2M2

1

6

5

4

3K1M

2

1

6

5

4

3

F1TF1TF1TF1TF1TF1T

K2M2

1

6

5

4

3K1M

2

1

6

5

4

3

X7M4 8765321X6M X7M4 8765321X6M X7M4 8765321X6M X7M4 8765321X6M

E2HE2HE2HE1HE1HE1HE2HE2HE2HE1HE1H

Q1DI

III IF1B

8

7

6

5

4

3

2

1

E1H

F1TF1TF1TF1TF1TF1T

14

13K5M

2

1

6

5

4

3

K2M2

1

6

5

4

3K1M

2

1

6

5

4

3

III IF1B

8

7

6

5

4

3

2

1

Q1DI

14

13K5M

2

1

6

5

4

3

IIF1B

8

7

6

5

4

3

2

1

Q1DI

14

13K5M

2

1

6

5

4

3

Q1DI

F1TF1TF1TF1TF1TF1T

III IF1B

8

7

6

5

4

3

2

1

14

13K5M

2

1

6

5

4

3

K2M2

1

6

5

4

3K1M

2

1

6

5

4

3

NL2 L3L1 L2 L3L1

Q2L1

2

31

K3M2

1

4

3

E4H

X6M 21

X4M 1 2

Q2L1

2

4

3

Q2L1

2

4

3

Q2L1

2

E4H E4H E4H

X9M 21 X6M 21 X9M 21

2222

7

21

22

Q1L11

12

F2B

31

E3H

Q1DI

F1T

K1M2

1

4

3

11

L2L1

11

NL

4D077028 pagina 2

II

42

Q1DI

NL

7 7 7

NLNL

II

BRUINROODGRIJSZWART BRUINROODGRIJSZWART BRUINROOD

GRIJS

ZWART BRUINROODGRIJSZWART

1N~, 50 Hz

230 V AC

1N~, 50 Hz

230 V AC

1N~, 50 Hz

230 V AC

3N~, 50 Hz

400 V AC3~, 50 Hz

230 V AC

2~, 50 Hz

400 V AC

1N~, 50 Hz

230 V AC

alleen voor *KHW*Z2

alleen voor *KHW*V3

alleen voor *KHWS*Z2alleen voor *KHWE*Z2

tank voor warm tapwater tank voor warm tapwater

alleen voor *KHWE*V3

tank voor warm tapwater

voor 6T1 (3~, 230 V, 6 kW)voor 6WN (3N~, 400 V, 6 kW) en 9WN (3N~, 400 V, 9 kW)voor 6V3 (1N~, 230 V, 6 kW)voor 3V3 (1N~, 230 V, 3 kW)

alleen voor *9W alleen voor *3V

alleen voor *KHWS*V3

tank voor warm tapwater

Page 94: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

15 Technische gegevens

Uitgebreide handleiding voor de installateur

94ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split

4P313774-1C – 2012.11

4D077028 pagina 3

A4

P.Y

C

A4

P.Y

2

A4

P.Y

2

X2

M.2

9

S6

SS

7S

S8

SS

9S

S3

S

BS

K

S1

S

S2

S B1

LX2M.14

X2M.9

X2M.14

X2M.9

X2M.13

-t°

R5T

-t°

R6T

2

KHR KHUR

KCR KFR

-t°

R1T-t°

R1T

2X18A:1 2X22A:1X85A:1 2 3 4 5 6

-t°

R1T

F1UF2U

3CN1:1

6

5

4

3

2

CN2:1

X80A:1 2

7

8

4

X4A:1

2

3

X33A:1

3

4

6

5

3 4 5 6 7 8 9 121110

X40A:1

2

3

4

6

5

-t°

R5T

2

X9A:1

-t°

R4T

X7A:1

X8A:1

-t°

R2T

2

X5A:1

2

-t°

R3T

2

2

X6A:1

10

10

A1P

PHC1

Y1 Y2YC Y4Y3X4X3X2X1

X2M

29

28

21

4

X1Y1 2

4

29

28

21

X2M13a

A3P

21NL

A2P

P2P1

X5M21

A2P

21

109874 X5M3

4321

DS1

543 X801M21

A8P

X5M65

SS1

A4P

P2P1

Schakelkast

Digitale inputs

vermogenbeperking: 12 V

DC / 12 mA detectie

(spanning geleverd door

printplaat)

alleen voor

warmtapwateroptie

Alleen voor vraag-printplaatoptie

Vraag-printplaat

UITAAN

ext.

omgevingssensoroptie

(binnen of buiten)

alleen voor

vloermodel

Schakelkast

Schakel-

kast

Contact elektrische

voeding met voorkeur

kWh-tarief:

16 V DC detectie

(spanning geleverd

door printplaat)

Inputs elektrische

pulsmeter: 5 V DC

pulsdetectie (spanning

geleverd door printplaat)

Digitale I/O-printplaat

Alarm-output

Max. belast.

0,3 A - 250 V AC

Min. belast.

20 mA - 5 V DC

ZonnepompaansluitingVoor *KSOLHWAV1, raadpleeg de gebruiksaanwijzing

Min. belast. 20 mA - 5 V DC

Max. belast. 0,3 A - 250 V AC

Ext. warmtebron

Afstands-

gebruikers-

interface

Gebruikers-

interface

UIT

AAN

Alleen voor digitale-I/O-printplaatoptie

Opties: bodemplaatverwarming OF Aan/UIT-uitgang

Opties: uitgang ketel, aansluiting zonnepomp, alarm-output

alleen als geen EKBPHT*

Min. belast. 20 mA - 5 V DC

Max. belast. 0,3 A - 250 V AC

Aan/UIT-uitgang

Ruimteverw/koel

naar bodemplaat-verwarming

alleen voor EKBPHT*

alleen voor zonnepompstation

BUITENUNIT

4D077028 pagina 4

BLAU

W

BR

UIN

RO

OD

ZWAR

T

WIT

KC

R

KV

R

X2

M.8

X2

M.7

PE

NL

MA

SS

A

PW

M

A4P

X2

M.2

8

X2

M.1

4

X2

M.1

X2

M.2

X2

M.3

X2

M.2

X2

M.4

X2

M.1

X2

M.4

X2

M.1

a

X2

M.2

a

X2

M.3

X2

M.2

a

X2

M.4

X2

M.1

a

X2

M.4

X2

M.3

2

X2

M.3

3

X2

M.4

X2

M.3

2

X2

M.3

3

X2

M.1

a

X2

M.4

X2

M.5

X2

M.7

X2

M.8

X2

M.9

X2

M.1

0

X2

5A

.1

X2

5A

.2

X1

6A

.5

X1

6A

.3

X2

M.1

T1R

A7P

9

3

3

5

6543

A3P

X11M

N

L

Norm gesltn

N

6

65

A3P

X11M

9

8

8

3 4

Norm open

3X3A:1 4 8

M1P

M1PMS3~

2

M2PM

1~

M3S

M3SM2S

M2S

13

X9M 14 13

14

109X2M5 6 7X2M 8 8a 34 X2M353X2A:4

65432X25A:1

1

MS3~

2

X16A:5 13

5X1A:1 3

A1

A2

K1M

A1

A2

K2M

A1

A2

K3M

X17A:1

3

5

7

X24A:1

3

5

7

1X1A:3 X19A:1 3 5

FU1

X26A:1 2 X31A:1 3

3/21/31

4/22/32Q2L

3X3A:1

X20A:13 5X2A:1

X21A:1

3

X15A:1 3

E

X14A:1

3

K4RKPR

FU2

X11A:3 1 X12A:3 1 X13A:3 1

K1R K2R K3RK6R

3 5

X2M.4X2M.3

X2M.28

X2M.13a

X2M.21

A1P

X2M3130

1

21 3

1 2 3 X1M

X1M

X6YA

X6Y

X6YB

NL

X1M21 3

1 2 3 X1M

X2M30 31

COM HC

5

A3P

COM HC

6

A3P

3432

33

2a

1a

21

X2M

Q2DI

X6YA

X6YX6YB

TR1

R1T-t°

R1T-t°

H COMC L

PC

N

5

X1M

A3P

H COMC L

PC

N

6

X1M

A4P

A3P

%H20R1HR1HR1T

-t°R2T

-t°

R1T-t°

R2T-t°%H20

2129 X2M

A1

A2

K5M

31

32Q1L

11

12

1

alleen voor draadloze

Aan/UIT-thermostaat

Norm gesltn-klep

Schakel-

kastSchakelkast

BUITENUNITBUITENUNIT

Uitgang warmtapwaterpomp

Max. belast.:

2 A (inschakelstroomstoot) - 230 V AC

1 A (continu)

Afsluiter

Alleen voor elektrische voeding met voorkeur kWh-tarief (buiten)

Gebruik elektrische voeding met normaal kWh-tarief voor binnenunit

Alleen voor normale elektrische voeding (standaard)

Binnenunit van spanning voorzien door buiten

alleen voor

vloermodel

Secund. AWT-zone

Warmtepompconvector

alleen voor draadloze

Aan/UIT-thermostaat

alleen voor Aan/UIT-thermostaat met draad

alleen voor *9W

Primaire AWT-zone

Warmtepompconvector

alleen voor

ext. sensor

(vloer of

omgevings)

alleen voor

ext. sensor

(vloer of

omgevings)

alleen voor Aan/UIT-thermostaat met draad

alleen voor *04* en *08*

alleen voor *16* Warmtapwaterpomp

3-draadstype

(SPST)

Norm open-klep

alleen voor

warmtapwateroptie

3-draadstype

(SPDT)

tank voor

warm

tapwater

alleen voor

geëmail-

leerde

tankoptiealleen voor

warmtap-

wateroptie

1N~, 50 Hz

230 V AC

Elektrische

voeding met

normaal

kWh-tarief

alleen voor

warmtapwatertankoptie

Page 95: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

15 Technische gegevens

Uitgebreide handleiding voor de installateur

95ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split4P313774-1C – 2012.11

A1P HoofdprintplaatA2P Printplaat gebruikersinterfaceA3P * Printplaat zonnepompstationA3P * AAN/UIT-thermostaat (PC = stroomcircuit)A3P * WarmtepompconvectorA4P * Digitale I/O-printplaatA4P * Printplaat ontvanger (draadloze AAN/UIT-

thermostaat)A7P Printplaat aansturing pomp (enkel voor

EHBH/X04+08 en EHVH/X04+08)A8P * Vraag-printplaatB1L FlowsensorBSK * Relais zonnepompstationDS1(A8P) * DIP-schakelaarE1H Element back-upverwarming (1 kW)E2H Element back-upverwarming (2 kW)E3H Element back-upverwarming (3 kW)E4H * Boosterverwarming (3 kW)F1B Overstroomzekering back-upverwarmingF2B * Overstroomzekering boosterverwarmingF1T Thermische zekering back-upverwarmingF1U, F2U * Zekering 5 A 250 V voor digitale I/O-

printplaatFU1 Zekering T 6,3 A 250 V voor printplaatPHC1 * Optische koppeling ingang circuitK1M, K2M Schakelcontact back-upverwarmingK3M * Schakelcontact boosterverwarmingK5M Veiligheidsschakelcontact back-

upverwarming (enkel voor *9W)K*R Relais op printplaatM1P Hoofdvoeding pompM2P # Pomp voor warm tapwaterM2S # 2-wegklep voor koelstandM3S (*) 3-wegklep voor vloerverwarming/warm

tapwaterQ1DI, Q2DI # AardlekschakelaarQ1L Thermische beveiliging back-upverwarmingQ2L * Thermische beveiliging boosterverwarmingR1T Thermistor warmtewisselaar uitlaat waterR1T (A2P) Gebruikersinterface omgevingssensorR1T (A3P) * AAN/UIT-thermostaat omgevingssensorR2T Thermistor back-upverwarming

aanvoerwaterR2T * Externe sensor (vloer of omgeving)R3T Thermistor koelmiddel vloeistofzijdeR4T Thermistor inlaat waterR5T (*) Thermistor warm tapwaterR6T * Externe binnen- of

buitenomgevingsthermistorR1H (A3P) * VochtigheidssensorS1S # Contact elektrische voeding met voorkeur

kWh-tariefS2S # Impulsingang 1 elektrische meterS3S # Impulsingang 2 elektrische meterS6S~S9S # Digitale ingangen vermogenbeperkingSS1 (A4P) * KeuzeschakelaarT1R (A7P) Gelijkrichter (enkel voor EHBH/X04+08 en

EHVH/X04+08)TR1 Transformator elektrische voedingX*M Aansluitklemmenstrook

X*Y Connector* = Optioneel

(*) = Standaard voor EHVH/X, optioneel voorEHBH/X

# = Ter plaatse te voorzienBLK ZwartBRN BruinGRY GrijsRED Rood

Te doorlopen zaken vooraleer de unit te starten

Engels VertalingX1M Primaire aansluitklemX2M Aansluitklem voor bedrading ter

plaatse voor wisselstroomX5M Aansluitklem voor bedrading ter

plaatse voor gelijkstroomX6M, X7M Aansluitklem back-upverwarmingX4M Aansluitklem boosterverwarming

Aarding15 Draad nummer 15

Ter plaatse te voorzien

**/12.2 Aansluiting ** gaat verder oppagina 12 kolom 2

1 VerschillendebedradingsmogelijkhedenOptie

Niet gemonteerd in schakelkast

Bedrading afhankelijk van hetmodelPrintplaat

Backup heater configuration(only for *9W)

Configuratie back-upverwarming(enkel voor *9W)

User installed options Door de gebruiker geïnstalleerdeopties

Bottom plate heater BodemplaatverwarmingDomestic hot water tank Tank voor warm tapwaterDomestic hot water tank withsolar connection

Tank voor warm tapwater metzonneaansluiting

Remote user interface AfstandsgebruikersinterfaceExt. indoor thermistor Uitgebreide binnenthermistorExt outdoor thermistor Uitgebreide buitenthermistorDigital I/O PCB Digitale I/O-printplaatDemand PCB Vraag-printplaatSolar pump and control station Pomp zonnesysteem en

regelstationMain LWT Primaire

aanvoerwatertemperatuurOn/OFF thermostat (wired) AAN/UIT-thermostaat (met

draad)On/OFF thermostat (wireless) AAN/UIT-thermostaat

(draadloos)Ext. thermistor Uitgebreide thermistorHeat pump convector WarmtepompconvectorAdd LWT Secundaire

aanvoerwatertemperatuur

Page 96: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

15 Technische gegevens

Uitgebreide handleiding voor de installateur

96ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split

4P313774-1C – 2012.11

X1Y: 1-2

X1M: 1-2-3

X1M: 1-2-3A4P: Y2

X2M: 29

2x0,75

2x0,75

X2M: 30-31

X5M: 3-4

1

1

F1B: L1-L2-L3

X6M

X8M

5Gx2,5

230 VX2M: 13-14

X9A (printplaat A1P)

230 V

A4P: X4

X2M: 28

2

230 VSPST:

X2M: 8-9-10

A4P: Y1

X2M: 28230 V

230 V

A4P: Y3

X2M: 29

A4P: X1-X2

230 V

230 VA3P: X1M: K-com-V

230 V

A4P: X1M: V-K-com

X2M: L-NA3P: X1M: 1-3

R2T

230 VX2M: 32-33

X11M: 3-4-5-6

X5M: 1-22x0,75

2x0,75

X2M: 34-35

230 V

X5M: 5-6

230 V

X5M: 7-8

X5M: 9-10

230 VA8P: X801M: 1-5

230 VA8P: X801M: 2-5

230 VA8P: X801M: 3-5

230 VA8P: X801M: 4-5

230 V

A4P: Y2

X2M: 29

X5M230 V

F2BX7M

2

2

2

4D078494

2 aders

Raadpleeg bedrading unit voor meer informatieSchema elektrische aansluitingen Daikin Altherma

Wanneer gebruikersinterface verplaatst wordt

Alleen voor *KRCAL*

A2P: P1-P2-gebruikersinterface

A2P: P1-P2-gebruikersinterface

Alleen voor

*KRTETS

Externe sensor

(vloer of omgeving)

(3m inbegrepen)

2 aders

signaal

4 aders voor V-alleen-bedrijf

5 aders voor K/V-bedrijf

alarmindicatie

M3S (als *KHW werd geplaatst)

selectie warm tapwater - vloerverwarming

3 aders

X1M: L1-L2-L3-N-aarding

of L-N-aarding

Vermogenbeperking

vraagingang 4

Vermogenbeperking

vraagingang 3

Alleen voor

*KHWSU*V3

2-wegsklep

2 aders

Q*L clixon

Q*L clixon

Koeling/verwarming

Aan/UIT-uitgang

2 adersKoeling/verwarming

Aan/UIT-uitgang

OPTIONEEL STUK

OPTIONEEL STUK

Alleen voor

*KRP1AHTA

(primaire en/of secundaire zone)

EXTERNE KAMERTHERMOSTAAT / WARMTEPOMPCONVECTOR

TER PLAATSE TE VOORZIEN

2 aders

2 aders

2 adersVermogenbeperking

vraagingang 2

Vermogenbeperking

vraagingang 1

2 aders

2 aders

signaal

Elektriciteitsmeter

pulsingang 2

2 adersElektriciteitsmeter

pulsingang 1signaal

Alleen voor *KSR3PA-optie

TER PLAATSE TE VOORZIEN

Alleen voor KRCS01-1 of EKRSCA1

externe thermistor

(binnen of buiten)

2 aders

Circulatiepomp

voor warm tapwater

2 aders

Noten:

- Voor signaalkabel: houd minimumafstand tot stroomtoevoerkabels > 5 cm

- beschikbare verwarmingen afhankelijk volgens model: zie combinatietabel

communicatie

2 aders

communicatie

2 aders

(warmtepompconvector)

Alleen voor FWXV*

(draadloze kamerthermostaat)

Alleen voor *KRTR

(kamerthermostaat met draad)

Alleen voor *KRTW

4 aderssecund.: X2M: 1a-4

primair: X2M: 1-4

secund.: X2M: 1a-2a-3-4

primair: X2M: 1-2-3-4

2 aders voor V-alleen-bedrijf

3 aders voor K/V-bedrijf

secund.: X2M: 1a-2a-4

primair: X2M: 1-2-4

M2S (*KHBX units)

voor koelstand

2-WEGSKLEP2 aders

Norm gesltn-klep: X2M: 5-7

Norm open-klep: X2M: 6-7

Alleen voor *KRP1HB* & *KSOLHWAV1

Ext. warmtebron (bijv. ketel)Omschakeling naar uitgang

ext. warmtebron signaal

2 aders

Input zonnesysteem

2 aders

2 aders

Alarm-output

BSK: 1-2 zonvergrendeling

Standaardstukken

Optionele stukken (*KHW*)

3-WEGSKLEP

Alleen voor

*KSOLHWAV1

pomp zonnesysteem

2 aders

signaal

X4M: 1-2-aarding5 aders

TANK VOOR

WARM

TAPWATER

R5T - thermistor

watertemperatuur

Q2L - clixon

boosterverwarming

Boosterverwarming

F2B: L-N + aarding

3 aders

elektrische voeding boosterverwarming (3 kW): 230 V + aarding

4 of 3 aders

elektrische voeding back-upverwarming (3/6/9 kW): 400 V of 230 V + aarding

of L-N + aarding

Alleen voor installatie met normale elektrische voeding5 of 3 aderselektrische voeding unit: 400 V of 230 V + aarding

2 aders

elektrische voeding met normaal kWh-tarief voor

binnenunit: 230 V 3 aders

5 of 3 aders

BINNENUNIT

Contact elektrische voeding met voorkeur kWh-tarief

unit elektrische voeding met voorkeur kWh-tarief:

400 V of 230 V + aarding

Alleen voor installatie met elektrische voeding met voorkeur kWh-tarief

Alleen voor *KBPHT* en

afhankelijk van model

Bodemplaatverwarming

BUITENUNIT

Elektrische voeding

Page 97: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

15 Technische gegevens

Uitgebreide handleiding voor de installateur

97ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split4P313774-1C – 2012.11

*RLQ(04/06/08)* *R*Q(011/014/016)*V3 *R*Q(011/014/016)*W1

*HB(H/X)(04/08)CA# *HB(H/X)16CA# *HB(H/X)16CA#

1~230V

3~400V

3~230V

1~230V

3~400V

3~230V

1~230V

3~400V

3~230V

3 / 6kW

6 / 9kW

6kW

3 / 6kW

6 / 9kW

6kW

3 / 6kW

6 / 9kW

6kW

1 - - 1

1 - - 1

- 1 1 -

1 1 - -

- 1 1 1

1 - 1 1

4D078288

3V / 9W 9W 9W

3V / 9W 9W 9W 3V / 9W 9W 9W

1~ 1 1 - - 1 - 1 - -

- 1 - -

1 - 1 1

1~ 2 1 1 2 1

- 1 - - -

- - 1 1 -

- - - - -

- 1 1 - 1 3~ niet gebalanceerd

3~ gebalanceerd

Voeding met vast kWh-tarief

Voeding met kWh-voordeeltarief

3~ niet gebalanceerd

3~ gebalanceerd

Type elektrici-teitsmeter

Type elektrici-teitsmeter

Configuratie

back-upverwarming

Elektrische voeding back-upverwarming

Type back-upverwarming (#)

Type binnenunit

Type buitenunit

- Vereist aantal elektriciteitsmeters:

- Algemeen: het is de verantwoordelijkheid van de installateur het volledig energieverbruik met elektriciteitsmeters te

dekken (de combinatie van schatting en metingen is niet toegestaan)

installatierichtlijn* elektriciteitsmeter

driefasige wisselstroommeter (niet gebalanceerde belastingen)

driefasige wisselstroommeter (gebalanceerde belastingen)

enkelfasige wisselstroommeter

- type van meting (afhankelijk van de installatie):

minimum UIT-tijd 100ms

minimum Aan-tijd 40ms

- tijdsduur puls:

1000 puls/kWh

100 puls/kWh

10 puls/kWh

1 puls/kWh

0,1 puls/kWh

- mogelijk aantal pulsen:

- pulsmetertype/contact zonder spanning voor 5 VDC-detectie door printplaat

* specificatie elektriciteitsmeter

Page 98: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

15 Technische gegevens

Uitgebreide handleiding voor de installateur

98ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split

4P313774-1C – 2012.11

15.7 Technische specificaties

15.7.1 Technische specificaties: Buitenunit

----------

-

---------kW

kW

------------------kW

---------kW

---------kW

kW

kW

kW

----------

-

kW

kW

------------------kW

---------kW

---------kW

kW

kW

kW

EHVX08*EHVX08*EHVX04*EHVH08*EHVH08*EHVH04*

EHBX08*EHBX08*EHBX04*EHBH08*EHBH08*EHBH04*

ERLQ008*ERLQ006*ERLQ004*ERLQ008*ERLQ006*ERLQ004*

---------

3TW60811-1 B pagina 1

* Toestand 1

- koeling Tomg 35°C - AWV 18°C (DT=5°C)

- verwarming Tomg DB/WB 7°C/6°C - AWC 35°C ( DT = 5°C )

* Toestand 2

- koeling Tomg 35°C - AWV 7°C ( DT = 5°C )

- verwarming Tomg DB/WB 7°C/6°C - AWC 45°C ( DT = 5°C )

OMKEERBAAR TYPEALLEEN VERWARM. TYPE

Voor combinatie

binnenunits +

buitenunits

NOMINALE CAPACITEIT EN NOMINALE OPG. VERM.

Noten2,292,342,32NominaalEER3,423,563,583,423,563,58NominaalCOP2,342,071,80NominaalOpg. verm. koeling2,011,591,132,011,591,13NominaalOpg. verm. verwarming

Maximum5,364,844,17Nominaal2,502,502,00MinimumKoelcapaciteit9,537,954,909,537,954,90Maximum6,895,674,036,895,674,03Nominaal1,801,801,801,801,801,80MinimumVerwarmings-

capaciteit

Toestand 23,423,453,37NominaalEER4,454,745,044,454,745,04NominaalCOP2,011,961,48NominaalOpg. verm. koeling1,661,270,871,661,270,87NominaalOpg. verm. verwarming

Maximum6,866,765,00Nominaal2,502,502,00MinimumKoelcapaciteit

10,028,355,1210,028,355,12Maximum7,406,004,407,406,004,40Nominaal1,801,801,801,801,801,80MinimumVerwarmings-

capaciteit

Toestand 1

Vloerstaand type

Type op muur gemonteerdBinnenunits

Buitenunits

Page 99: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

15 Technische gegevens

Uitgebreide handleiding voor de installateur

99ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split4P313774-1C – 2012.11

2

845

3

<Hi-Xa(8)>

32

832

735

390

990

797

1

<WF-lamel>

-

-

-

-

1

53

1

EPS, KARTON

57 / 59

54 / 56

307

-

-

-

I (*)

-25

-

2YC36BXD#C (ERLQ004*) / 2YC45DXD#C (ERLQ006*+ERLQ008*)

-25

43

10

25

63 / 63 / 63

48 / 48 / 49

61 / 61 / 62

35

<R-410A>

-

48 / 49 / 50

<FVC50K>

1

3

1xØ15 + 1xØ20

2

0,02 ALS > 10 m

-

-

30

20

1

-

-

dBA

dBA

dBA

dBA

dBA

°CDB

°CDB

°CWB

°CWB

°CDB

°CDB

/

/

W

W

3TW60811-1 B pagina 2

1,8

Koeling

Verwarming

Werkingsgebied (1)

TECHNISCHE SPECIFICATIES

<Polyestergelakt gegalvaniseerd staal>

Ivoorwit

<Schroef>

<Anticorrosiebehandeling (PE)>

<Horizontaal>

<Hermetisch gesloten swingcompressor>

1,45 / 1,60

0,75

<Expansievat (elektronisch type)>

<15,9>

<Getrompte verbinding>

<6,35>

<Getrompte verbinding>

gat

<Inverter-gestuurd>

<Sensor voor buitentemperatuur warmtewisselaar>

<Omkeercyclus>

Max

Min

Max

Geluidsdruk

Min

Max

Min

Motorvermogen

(*) niet in kader van PED omwille van artikel 1, punt 3.6 van 97/23/EC

Aant. trappen

Aant. doorgangen

Aant. rijen

Voorzijde

Lamelafstand

Lengte

Geluidsniveau (4/6/8)

Noten

<Installatiehandleiding>

Ontdooiregeling

Ontdooimethode

Capaciteitsregelmethode

Geluidsniveau (nachtstil)

(1) Zie schema werkingsgebieden. (*) uitbreiding bereik met hulpback-upverwarming. (*) uitbreiding bereik met hulpboosterverwarming of -back-upverwarming.

(2) Het geluidsdrukniveau gemeten via een microfoon op een bepaalde afstand van de unit. Dit is een relatieve waarde die afhangt van de afstand en de akoestiek van de omgeving.

Voor meer informatie, raadpleeg het schema met de geluidsspectra.

Geluidsdruk (4/6/8) (2)

Geluidsniveau

Geluidsdruk (4/6/8) (2)

Hoeveelheid

OnderdeelStandaardtoebehoren

mMaximumHoogteverschil tussen buiten- en binnenunit

kg/mExtra bij te vullen hoeveelheid koelmiddel

mZonder vulling

mEquivalent

mMaximum

mMinimumBuislengte

mmDiameter (buitend.)

Type

HoeveelheidAftap

mmDiameter (buitend.)

TypeGas

mmDiameter (buitend.)

TypeVloeistofBuisverbindingen

lGevuld volume

TypeKoelmiddelolie

Aantal circuits

Regeling

kgVulling ERLQ004* / ERLQ006* & ERLQ008*

TypeKoelmiddel

Koeling

(nominaal)

VerwarmingGeluidsniveau

(buitenunit)**

Warm tapwater

Koeling

(buitenunit)*

Verwarming

barPs*DN

bar*lPs*V

meest kritisch stuk =

Categorie van unitPED

Type

ModelMotor

HoeveelheidCompressor

Uitgang

HoeveelheidMotor

Afvoerrichting

m³/minlaag

m³/minhoog

m³/minlaag

m³/minhoogLuchtdebiet (nominaal op 230V)

Hoeveelheid

TypeVentilat.

Behandeling

TypeLamel

Buistype

mm

mmSpecificatiesWarmtewisselaar

kgGewicht

MateriaalVerpakking

kgBrutogewicht: ERLQ004* / ERLQ006* & ERLQ008*

kgMachinegewicht: ERLQ004* / ERLQ006* & ERLQ008*Gewicht

mmDiepte

mmBreedte

mmHoogteUnit

mmDiepte

mmBreedte

mmHoogteVerpakkingAfmetingen

Materiaal

KleurKast

Page 100: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

15 Technische gegevens

Uitgebreide handleiding voor de installateur

100ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split

4P313774-1C – 2012.11

A

kVA

Ω

A

A

A

A

A

A

V

V

V

Hz

18

18

-

-

4

-

20

<V3>

<230>

50

1

-

3

3TW60811-1 B pagina 3

Voorbeeld 1

Voorbeeld 1

Voorbeeld 2

Voorbeeld 2

Aanloopstroom inverter gestuurde compressor

Daikin Altherma altijd ≤ max. opgenomen stroom

Standaard aan/uit-aanloopstroom compressor >>

max. opgenomen stroom

Tijd

Tijd

Opgenomen

stroom (A)

Opgenomen

stroom (A)Verwarming

Koeling

Verwarming

Koeling

Verwarming

Koeling

Maximum

Minimum

Inclusief aarding

Zmax

Minimum Ssc waarde

Aanloopstroom

Noten

<+10%>

(1): Europese/Internationale technische norm die de beperkingen vastlegt voor harmonische stromen geproduceerd door apparatuur die is aangesloten op openbare

laagspanningssystemen met een ingangsstroom >16A en ≤ 75A per fase.

(2): Zie afbeelding A

ELEKTRISCHE SPECIFICATIES

<-10%>

Apparatuur conform met EN/IEC 61000-3-12 (1)

Opmerking

HoeveelheidVoor verbinding met binnen

Opmerking

HoeveelheidVoor elektrische voedingAansluitingen

bedradingen

Aanbevolen zekeringen

Maximum opgenomen stroom

Nominaal opgenomen stroomStroom

Spanningsbereik

Spanning

Frequentie

Fase

NaamElektrische voeding

Afbeelding A - Aanloopstroom

Max.

Max.

18 (zie noot (2))

18 (zie noot (2))

Page 101: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

15 Technische gegevens

Uitgebreide handleiding voor de installateur

101ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split4P313774-1C – 2012.11

15.7.2 Technische specificaties: Binnenunit

*R(H

/L)Q

004*

V3

*R(H

/L)Q

004*

V3

*R(H

/L)Q

006*

V3

*R(H

/L)Q

008*

V3

*R(H

/L)Q

006*

V3

*R(H

/L)Q

008*

V3

*R(H

/L)Q

011*

V3

*R(H

/L)Q

011*

W1

*R(H

/L)Q

014*

V3

*R(H

/L)Q

014*

W1

*R(H

/L)Q

016*

V3

*R(H

/L)Q

016*

W1

*R(H

/L)Q

011*

V3

*R(H

/L)Q

011*

W1

*R(H

/L)Q

014*

V3

*R(H

/L)Q

014*

W1

*R(H

/L)Q

016*

V3

*R(H

/L)Q

016*

W1

/ /

/

/

°C

°C

°C

°C

°C

°C

dBA

dBA

mm

mm

l

l

kPa

kPa

l

mm

W

kPa

kPa

mm

mm

mm

mm

mm

mm

kPa

kPa

kPa

W

l

1 1

3V

9W

3V

9W

Ps*DN

Ps*V

52- 51

5047 49

48- 48

4744 46

344

480

890

650

415

Art3§3* Art3§3*

*HBH04CA* *HBX04CA* *HBH08CA* *HBX08CA* *HBH16CA* *HBX16CA*

25

25- 51

34

34- -

10

1

1

3

75 180

-

/

/

/

1016

3D078754_D pagina 1

- - -

- - -

9W

33 3

25 ~ 80

15 ~ 55

-20 ~ 35

33

47

5- 5

43 4

4

3V

10 ~ 43

5 ~ 22

-25 ~ 35

-25 ~ 25

25 ~ 80

15 ~ 55

10 ~ 43

5 ~ 22

10 ~ 46

5 ~ 22

-25 ~ 35

-25 ~ 25 -25 ~ 25 (12)

25 ~ 80

15 ~ 55

26 26

40 0

12,6 12,6 17,2 21,2 17,2 21,2 32,1 41,6 45,9 32,1 41,6 45,9

- 14,3 - - 19,4 19,7 - - - 43,1 46,0 48,0

- 12,0 - - 13,9 15,4 - - - 33,6 36,0 37,6

29,5 31,5 37,6 38,9 43,6 43,3 29,5 31,5 37,6 38,9 43,6 43,3

32,1 32,5 40,1 41,6 45,9 46,0 32,1 32,5 40,1 41,6 45,9 46,0

- - - - - - 39,8 43,1 49,6 46,0 51,0 48,0

- - - - - - 28,7 33,6 35,8 36,0 37,6 37,6

11,6 11,6 16,3 19,8 16,3 19,8 31,5 39 43,6 31,5 39,0 43,6

59 59 51 41 51 41 88 59 38 88 59 38

- 47 - - 42 41 - - - 40 26 16

- 57 - - 58 54 - - - 80 71 65

45 45 45 45 45 45 150 150 150 150 150 150 150 150 150 150 150 150

55 55 48 37 48 37 86 47 26 86 47 26

94 88 65 59 38 39 94 88 65 59 38 39

86 84 54 47 26 26 86 84 54 47 26 26

- - - - - - 55 40 7 26 0 16

- - - - - - 97 80 72 71 65 65

ALLEEN VERWARM. TYPE OMKEERBAAR TYPEALLEEN VERWARM. TYPE OMKEERBAAR TYPE ALLEEN VERWARM. TYPE OMKEERBAAR TYPE

Nettogewicht machine

Unit

Diepte

Hoogte (1)

Breedte

Diepte

Breedte

HoogteAfmetingen

Materiaal

KleurKast

Nominale invoer (alleen binnen zonder elektrische verwarming)

Buitenunits

categorie van unit

MateriaalInpakmateriaal

Gewicht

meest kritisch stuk =

* niet in kader van PED omwille van artikel 1, punt 3.6 van 97/23/EC

PompHoofdcomponenten Type

aant. snelheden

Verwarming (13)

Verwarming (13)

Waterdebiet Min. (11)

Watervolume

Waterdebiet

Nom.

(*RH/LQ*B*)

Waterdebiet

Nom.

(*RLQ*C*)

Waterdebiet Max.

l/min

l/min

l/min

l/min

bar

inchbar

bar

l/min

l/min

l/min

l/min

l/min

bar*l

bar

kg

kg

kg

kg

kg

nominale ESP unit

(*RLQ*C*)

nominale ESP unit

(*RH/LQ*B*)

11,0

1,0

1

Hardgesoldeerde plaat

Koeling (2)

Koeling (8)

Verwarming (3)

Verwarming (13)

Koeling (2)

Koeling (8)

Verwarming (3)

Verwarming (13)

Koeling (2)

Koeling (8)

Verwarming (3)

Koeling (2)

Koeling (8)

Verwarming (3)

Koeling

Verwarming

hoev.

Type

Opgenomen vermogen

Waterkant Warmtewisselaar

Waterfilter

Expansievat

5,0 11,0

0,9 1,3

Hardgesoldeerde plaat Hardgesoldeerde plaat

Inverter-gestuurd

Gelijkstroommotor

51,0

Platenwarmtewisselaar

cat.I

2,8

karton / EPS / PP (riemen)

PED

Gewicht unit

Gewicht unit

Verpakking

Gewicht verpakte machine

Materiaal

Diameter perforaties

Voordruk

Max. waterdruk

Volume

Isolatiemateriaal

Totaal watervolume (6)

OntluchterAfsluiters

Aftapkraan / Vulkraan

Manometer

Veiligheidsklep

Buisverbindingen ø (7)Watercircuit

Koelmiddelcircuit

(13) DB/WB 7°C/6°C - AWC 45°C ( DT=5°C)

(12) Voor de verschillen tussen *RHQ*- en *RLQ*-units, raadpleeg de werkingsgebieden

(11) BUH 3V/9W kan alleen werken bij debieten > 12/15 l/min

(10) > 50°C alleen BSH, warmtepomp niet in bedrijf

(9) details, zie schema werkingsgebieden

(8) Tomg 35°C - AWV 18°C ( DT=5°C )

(7) Vermelde waarde is verbinding na kogelkranen.Verbinding op unit is G1-1/4 VROUWELIJK.

(6) Inclusief leidingen + pltnwis + back-upverwarming / zonder expansievat

(5) 15°C ~ 25°C: alleen BUH, geen warmtepomp aan het werk = tijdens inbedrijfstelling

Het vermeld geluidsdrukniveau stelt de maximum mogelijke waarde voor binnen het werkingsgebied van de unit

(4) Het geluidsdrukniveau gemeten via een microfoon op 1 m afstand van de unit.Dit is een relatieve waarde die afhangt van de afstand en de akoestiek van de omgeving.

(3) DB/WB 7°C/6°C - AWC 35°C ( DT=5°C)

(2) Tomg 35°C - AWV 7°C ( DT=5°C )

(1) Met geplaatste optiekit *KHBDP: Hoogte = XXX mmNoten:

Warm tapwater (10)

Ruimteverwarming (5)

Watertemperatuur Ruimtekoeling

Warm tapwater

Ruimteverwarming

Ruimtekoeling

verwarming

verwarming

Werkingsgebied (9)

Geluidsniveau (4)

Geluidsniveau (3)Geluidsniveau

Vloeistofkant ø

Gaskant ø

Buitentemperatuur

groene vilt groene viltgroene viltelastomeerschuim elastomeerschuim elastomeerschuim

9,526,35

15,915,9

6,35

15,9

Ja

Ja

Ja

Ja

Ja

Ja

Ja

Ja

Ja

Ja

Ja

Ja

G 1-1/4 (VROUWELIJK) G 1-1/4 (VROUWELIJK) G 1-1/4 (VROUWELIJK)

lichaam: koper + messing / filterelement: roestvrij staal

elastomeerschuim

-

Inverter-gestuurd

Gelijkstroommotor

Voorgelakt bladmetaal

Wit

TECHNISCHE SPECIFICATIES

Page 102: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

15 Technische gegevens

Uitgebreide handleiding voor de installateur

102ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split

4P313774-1C – 2012.11

3G 3G 3G4G 4G4G

V 253 253 253 253 440 440

V 207 207 207 207 360 360

+ EK*Z2 kVA - - - - (9) (9)

+ EK*V3 kVA (9) (9) (9) (9) (9) (9)

+ EK*Z2 A - - - -

26 (13+13)

Ω

Ω

V

Hz

+ EK*V3 A

A

230 230 230 230 400 400

5050

1~ 3~ 1~ 3~1~ 3~

3 6 3 6 6 9

1 2 1 2 2 2

3 3 3 3 3 3

3 3 3 3 3 3

1 1 1 1 1 1

- 6 6 6 6 9

3V 9W

2

3

2

4

3

2

2

5G

3G

2

-- -

---

---

-

-

---- --

--

(9)

2

3D078754_D pagina 2

13 13

kW

kW

kW

kW

kVA

(kW)1 min. 10 min.

(kW)1 min. 50 min.(*)

(kW)10 s 1 min. 6 min. (*) 1 min. 0 s 10 min.

(1) Hogervermelde elektrische voeding van de hydrobox is voor de back-upverwarming alleen.De schakelkast & pomp van de hydrobox worden via de buitenunit gevoed.De optionele warmtapwatertank heeft een

aparte elektrische voeding.

(3) Selecteer diameter en type volgens de nationale en lokale voorschriften.

(4) Voor meer informatie over het spanningsbereik en de stroom, raadpleeg de installatiehandleiding

(5) Spanning: 230V / Maximumstroom: 100mA / Minimum 0,75mm²

(6) Hangt af van het type thermostaat, raadpleeg de installatiehandleiding

(7) Draad inbegrepen in optie *KHW*

(8) Conform EN/IEC 61000-3-11(µ) kan het nodig zijn de distributienetwerkbeheerder te raadplegen om zeker te zijn dat de apparatuur alleen op een elektrische voeding met Zsys(***) ≤ Zmax aangesloten is

(9) Apparatuur conform EN/IEC 61000-3-12 (**)

(*): Europese/Internationale technische norm die de beperkingen vastlegt voor spanningsveranderingen, spanningsschommelingen en flikkeren in openbare laagspanningssystemen voor apparatuur met een nominale stroom ≤ 75 A.

(**) : Europese/Internationale technische norm die de beperkingen vastlegt voor harmonische stromen geproduceerd door apparatuur die is aangesloten op openbare laagspanningssystemen met een ingangsstroom >16A en ≤ 75A per fase.

(***) : Systeemimpedantie

Noten

voor verbinding met

bodemplaatverwarming

voor verbinding met optionele FWXV*

(vraaginput en outputsignaal)

voor verbinding met M3S

voor verbinding met M2S

voor verbinding met A3P

voor verbinding met R6T

voor verbinding met R5T

voor aansluiting op optioneel

*KHW*-model + Q2L

Elektrische voeding voor

optionele *KHW*

warmtapwaterpomp

Elektriciteitsmeter

draadtype

draadtype

aantal draden

draadtype

aantal draden

draadtype

aantal draden

draadtype

aantal draden

draadtype

aantal draden

draadtype

aantal draden

draadtype

aantal draden

draadtype

aantal draden

draadtype

aantal draden

draadtype

aantal draden

draadtype

aantal draden

draadtype

aantal draden

draadtype

aantal draden

draadtype

aantal draden

aantal dradenElektrische voeding met

voorkeur kWh-tarief

Gebruikersinterface

Communicatiekabel

Draadaansluitingen voor elektrische voeding

back-upverwarming

Maximum

MinimumSpanningsbereik

vermogen: 6,3 A noot (3)

vermogen: 2

0,75 mm² tot 1,25 mm² (max lengte 500 m)

2,5 mm²

Noot (3)Noot (3) Noot (3) Noot (3) Noot (3) Noot (3)

39 (26+13) 21,7 (8,7+13) 26 (13+13)Opgenomen stroom (back-upverwarming + boosterverwarming (*KHW*-modellen))

Zmax (back-upverwarming + boosterverwarming

(*KHW*-modellen)) Noot (8)

Minimum Ssc-waarde

Minimum

Ssc-waarde (8)

Zmax (back-upverwarming) Noot (8)

Opgenomen stroom (back-upverwarming)Stroom

Spanning

Frequentie

FaseElektrische voeding (1)

Capaciteitsinstelling

Capaciteitstrappen

Minimum tijdsvertraging tussen trappen

Capaciteitsinstelling

Stroom

Capaciteitstrappen

Minimum tijdsvertraging tussen trappen

Capaciteit trap 1

Capaciteit trap 2

TypeElektrische verwarming

(optioneel)

Boosterverwarming

(optie)

(*KHW*-modellen)

Noot (3)

100 mA, minimum 0,75 mm²

Noot (3) en (5)

Noot (3) en (5)

Noot (3) en (5)

Noot (6)

Minimum 0,75 mm²

Noot (7)

Noot (7)

Noot (3) en (4)

13A, noot (3)

Minimum 0,75 mm² (2A inschakelstroomstoot, 1A continu)

Minimum 0,75 mm² (5V DC pulsdetectie)

20,5 (13+7,5)16,2 (8,7+7,5)

26 (13+13) 28,1 (15,1+13)

15,1

ELEKTRISCHE SPECIFICATIES

0,29

0,29 0,17

26 8,713

Noot (10) Noot (11)

0,25 + j0,15

-- --complex 0,25 + j0,150,25 + j0,15

Noot (12)

Tijd

Tijd

Capaciteit

Trap 1

Noot 10 - Back-upverwarming (3V) - min. wachttijd tussen trappen

Tijd

Capaciteit

Trap 1

Noot 12 - Boosterverwarming (*KHW*-modellen) - min. wachttijd tussen trappen

(*): tenzij handmatig ingeschakeld

Noot 11 - Back-upverwarming (9W) - min. wachttijd tussen trappen

(*): 3 min. wanneer opwarmen van warm tapwater

Capaciteit

Trap 2

Trap 1

complex

Page 103: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

15 Technische gegevens

Uitgebreide handleiding voor de installateur

103ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split4P313774-1C – 2012.11

15.8 Werkingsgebied

15.8.1 Werkingsgebied: Verwarming en koeling

3TW60813-1A

46

10

35

–20–25

0

35

–20

0

46

10

18

25

–15–20–25

10

0

5 22

15 18 25 55

15 18 25 5540

15 18 25 30 5550

5 13 22 50

45

:

:

:

:

(*)

(*)

(*)

1 FA

SIG

E B

-RE

EK

S11

~16k

W -

KLA

SS

E

1 FA

SIG

E +

3 F

AS

IGE

C-R

EE

KS

3 FA

SIG

E B

-RE

EK

S11

~16k

W -

KLA

SS

E1

FAS

IG +

3 F

AS

IG11

~16k

W -

KLA

SS

E

buitentemp. (°CDB)

buitentemp. (°CDB)

buitentemp. (°CDB)

buitentemp. (°CDB)

buitentemp. (°CDB)

Temperatuur water dat condensor verlaat (°C)

Temperatuur water dat condensor verlaat (°C)

Temperatuur water dat condensor verlaat (°C)

Temperatuur water dat condensor verlaat (°C)

Temperatuur water dat condensor verlaat (°C)

BINNEN:

AA-REEKS

AB-REEKS

BA-REEKS

BB-REEKS

CA-REEKS

CA-REEKS

BINNEN:

1 FA

SIG

E C

-RE

EK

S4~

8kW

- K

LAS

SE

1 FA

SIG

E C

-RE

EK

S4~

8kW

- K

LAS

SE

KOELSTAND

VERWARMINGSSTAND

KOELSTAND

VERWARMINGSSTAND

VERWARMINGSSTAND

*RLQ-units bevatten speciale uitrustingen (isolatie, verwarmingsmantel,...) om ze goed te laten werken in gebieden waar de omgevingstemperaturen laag kunnen worden, terwijl gelijktijdig de luchtvochtigheid hoog kan zijn.In dergelijke omstandigheden kunnen de *RHQ-modellen problemen hebbenmet overmatige ijsvorming op de luchtgekoelde penbundel.Indien dergelijke omstandigheden te voorzien zijn, moeten in plaats hiervan *RLQ's geplaatst worden.Deze modellen zijn voorzien (isolatie, verwarmingsmantel, enz.) om niet te bevriezen.

OPMERKING: VOOR STAND BEPERKTE ELEKTRISCHE VOEDING BUITENUNIT, BOOSTERVERWARMING EN BACK-UPVERWARMING KUNNEN ALLEEN AFZONDERLIJK WERKEN.

GEBIED TEMP.VERLAGING

BUITENUNIT KAN WERKEN, MAAR GEENWAARBORG VAN CAPACITEIT.(ALS BUITENTEMPERATUUR < –20°C of < –25°C ZAL BUITENUNIT STOPPEN)(BINNENUNIT EN BACK-UPVERWARMING BLIJVEN VERDER WERKEN)

BUITENUNIT IN BEDRIJF ALS INSTELPUNT ≥25°C

ALLEEN BACK-UPVERWARMING IN BEDRIJF(BUITENUNIT NIET IN BEDRIJF)

LEGENDA:

Page 104: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

15 Technische gegevens

Uitgebreide handleiding voor de installateur

104ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split

4P313774-1C – 2012.11

15.8.2 Werkingsgebied: Warm tapwater

25 40 45 55 6050 80

25 35 48 6050 80

25 48 6050 8025 5553 6050

25 48 8050

25 5540 45 60 805048

35

25

–20–15

–25

35

25

0

–20

35

25

–20

35

25

–20

–10

35

25

–20

35

25

5

–20–25

–15

3TW60813-2B

:

:

:

:

1 FA

SIG

E B

-RE

EK

S11

~16k

W -

KLA

SS

E3

FAS

IGE

B-R

EE

KS

11~1

6kW

- K

LAS

SE

1 FA

SIG

E C

-RE

EK

S4k

W -

KLA

SS

E

1 FA

SIG

E +

3 F

AS

IGE

C-R

EE

KS

11~1

6kW

- K

LAS

SE

1 FA

SIG

E +

3 F

AS

IGE

C-R

EE

KS

11~1

6kW

- K

LAS

SE

1 FA

SIG

E C

-RE

EK

S6~

8kW

- K

LAS

SE

STA

ND

VE

RW

AR

ME

N V

AN

TA

PW

AT

ER

STA

ND

VE

RW

AR

ME

N V

AN

TA

PW

AT

ER

STA

ND

VE

RW

AR

ME

N V

AN

TA

PW

AT

ER

STA

ND

VE

RW

AR

ME

N V

AN

TA

PW

AT

ER

STA

ND

VE

RW

AR

ME

N V

AN

TA

PW

AT

ER

STA

ND

VE

RW

AR

ME

N V

AN

TA

PW

AT

ER

temperatuur tank voor warm tapwater (°C)

temperatuur tank voor warm tapwater (°C)

temperatuur tank voor warm tapwater (°C)

temperatuur tank voor warm tapwater (°C)

temperatuur tank voor warm tapwater (°C)

temperatuur tank voor warm tapwater (°C)

BINNENUNIT:

CA-REEKS

buitentemp. (°CDB)

buitentemp. (°CDB)

buitentemp. (°CDB)

buitentemp. (°CDB)

buitentemp. (°CDB)

buitentemp. (°CDB)

BB-REEKS

CA-REEKS

BINNENUNIT:

OPMERKING: VOOR STAND BEPERKTE ELEKTRISCHE VOEDING (ALLEEN EKHW*) BUITENUNIT, BOOSTERVERWARM-ING EN BACK-UPVERWARMING KUNNEN ALLEEN AFZONDERLIJK WERKEN.

BUITENUNIT KAN WERKEN, MAAR GEEN WAARBORG VAN CAPACITEIT.(ALS BUITENTEMPERATUUR < –25°C ZAL BUITENUNIT STOPPEN)(BINNENUNIT EN BOOSTER/BACK-UPVERWARMING BLIJVEN VERDER WERKEN)

ALLEEN BACK-UPVERWARMING IN BEDRIJF (ALLEEN EKHV*BB + EKHTS*, EHV*CA*)

ALLEEN BACK-UPVERWARMING IN BEDRIJF (ALLEEN EKHV*BB + EKHTS*, EHV*CA*)

ALLEEN BOOSTERVERWARMING IN BEDRIJF (ALLEEN EKHW*)

ALLEEN BOOSTERVERWARMING IN BEDRIJF (ALLEEN EKHW*)

LEGENDA:

Page 105: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

15 Technische gegevens

Uitgebreide handleiding voor de installateur

105ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split4P313774-1C – 2012.11

15.8.3 Noodzaak van de lekbak

4D078990

Ret

ourw

ater

tem

pera

tuur

[°C

]

Ret

ourw

ater

tem

pera

tuur

[°C

]

Voorbeeld:Met een omgevingstemperatuur van 25°C en een relatieve vochtigheid van 40%.Als de retourwatertemperatuur lager dan 12°C is, zal er op de waterleidingen condensatie optreden.

Relatieve vochtigheid 80%

Relatieve vochtigheid 60%

Relatieve vochtigheid 40%

Temperatuur [°C] droge bol

Retourwatertemperatuurbeperking om geen condensatie te hebben

1. Raadpleeg de psychometrische grafiek voor meer informatie.

2. Indien condensatie verwacht wordt, moet overwogen worden de EKHBDPCA2-lekbakkit te plaatsen.

Page 106: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

15 Technische gegevens

Uitgebreide handleiding voor de installateur

106ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split

4P313774-1C – 2012.11

15.9 Capaciteitentabel

Tomg [°C] 20 25 30 35 40 43

AWV [°C] CC [kW] OV [kW] CC [kW] OV [kW] CC [kW] OV [kW] CC [kW] OV [kW] CC [kW] OV [kW] CC [kW] OV [kW]

*RLQ

004*

7

10

13

15

18

22

*RLQ

006*

7

10

13

15

18

22

*RLQ

008*

7

10

13

15

18

22

AWC [°C] 30 35 40 45 50 55

Tomg [°C] HC [kW] OV [kW] HC [kW] OV [kW] HC [kW] OV [kW] HC [kW] OV [kW] HC [kW] OV [kW] HC [kW] OV [kW]

*RLQ

004*

-20

-15

-7

-2

2

7

12

15

20

*RLQ

006*

-20

-15

-7

-2

2

7

12

15

20

*RLQ

008*

-20

-15

-7

-2

2

7

12

15

20

CCHC

OV

AWV

AWC

Tomg

*RLQ

004*

-20

-15

-7

-2

2

7

12

15

20

*RLQ

006*

-20

-15

-7

-2

2

7

12

15

20

*RLQ

008*

-20

-15

-7

-2

2

7

12

15

20

AWC [°C] 30 35 40 45 50 55

Tomg [°C] HC [kW] OV [kW] HC [kW] OV [kW] HC [kW] OV [kW] HC [kW] OV [kW] HC [kW] OV [kW] HC [kW] OV [kW]

1,955,832,267,142,779,322,7010,522,6511,772,6412,80

1,984,832,326,182,898,432,819,522,7610,592,7311,59

2,004,182,375,552,987,832,908,842,839,862,8010,76

2,023,792,405,163,047,442,958,412,889,382,8510,24

2,043,242,444,613,126,893,037,792,968,682,919,50

2,052,752,484,103,206,353,117,193,038,012,988,79

1,955,832,036,652,178,022,129,062,0810,132,0711,02

1,984,832,095,742,277,262,218,202,169,112,149,98

2,004,182,135,142,346,742,277,612,228,492,209,27

2,023,792,164,772,386,412,327,242,268,072,238,82

2,043,242,194,252,455,932,386,712,327,482,298,18

2,052,752,233,772,515,462,446,192,386,902,347,56

1,494,471,605,231,786,491,646,991,497,521,347,98

1,563,981,674,691,865,871,706,371,556,871,407,36

1,603,671,724,361,915,501,756,011,596,521,447,01

1,633,481,754,151,955,271,785,781,626,291,466,79

1,683,191,803,832,004,911,835,421,665,941,506,45

1,712,891,843,502,044,531,875,041,705,561,546,07

3TW60812-1A

Symbolen:

MAXIMUM VERWARMINGSCAPACITEIT - GEÏNTEGREERDE WAARDEMAXIMUM VERWARMINGSCAPACITEIT - PIEKWAARDEN

MAXIMUM KOELCAPACITEIT

- De capaciteit en het opgenomen vermogen gelden voor V3-modellen op 230V.- De capaciteit en het opgenomen vermogen gelden voor maximumbedrijf

Noten:

1.Koelcapaciteit Capaciteit volgens norm EN 14511 en geldig voor gekoeldwater-ΔT = 3~8°C De waarden van de capaciteiten mogen niet geëxtrapoleerd worden onder 7°C aanvoerwatertemperatuur2.Verwarmingscapaciteit Capaciteit volgens norm EN 14511 en geldig voor verwarmdwater-ΔT = 3~8°C3.Opgenomen vermogen Het opgenomen vermogen is het totaal opgenomen vermogen van de binnenunit en de buitenunit, inclusief de circulatiepomp; volgens norm EN 14511

Toestanden:

Omgevingstemperatuur, RV (verwarming) = 85%

Temperatuur water dat condensor verlaat

Temperatuur water dat verdamper verlaat

Opgenomen vermogen, gemeten volgens EN 14511

Verwarmingscapaciteit bij maximum werkfrequentie, gemeten volgens norm EN 14511Koelcapaciteit bij maximum werkfrequentie, gemeten volgens norm EN 14511

13,81 2,25 13,46 2,38 13,01 2,62 12,52 2,85 11,87 3,01 11,17 3,15

12,04 2,28 11,72 2,44 11,35 2,66 10,92 2,89 10,38 3,03 9,76 3,15

11,04 2,32 10,76 2,49 10,48 2,70 10,05 2,92 9,61 3,05 9,03 3,15

10,17 2,35 10,02 2,54 9,81 2,74 9,53 2,96 9,04 3,07 8,50 3,16

8,97 2,42 8,71 2,61 8,35 2,81 8,12 2,97 7,89 3,08 7,16 3,20

8,38 2,48 8,17 2,68 7,82 2,89 7,60 3,04 7,19 3,14 6,57 3,24

7,47 2,54 7,21 2,76 6,96 2,97 6,82 3,11 6,48 3,21 5,97 3,29

5,06 2,61 4,95 2,83 4,87 3,04 4,72 3,18 4,45 3,28 4,10 3,33

3,91 2,68 3,83 2,90 3,79 3,11 3,62 3,25 3,40 3,35

11,51 1,76 11,21 1,87 10,85 2,05 10,44 2,24 9,89 2,36 9,31 2,47

10,03 1,79 9,77 1,91 9,46 2,08 9,10 2,26 8,65 2,37 8,14 2,47

9,20 1,82 8,97 1,95 8,73 2,11 8,37 2,29 8,01 2,39 7,52 2,47

8,48 1,84 8,35 1,99 8,17 2,15 7,95 2,32 7,53 2,40 7,08 2,48

7,48 1,90 7,26 2,04 6,96 2,20 6,76 2,33 6,57 2,41 5,96 2,50

6,99 1,94 6,81 2,10 6,52 2,26 6,33 2,39 5,99 2,46 5,48 2,54

6,22 1,99 6,01 2,16 5,80 2,33 5,69 2,44 5,40 2,51 4,97 2,58

4,21 2,05 4,13 2,22 4,06 2,38 3,93 2,50 3,71 2,57 3,42 2,61

3,26 2,10 3,19 2,27 3,16 2,44 3,02 2,55 2,84 2,63

6,02 0,74 5,85 0,81 5,73 0,96 5,51 1,13 5,18 1,32 4,89 1,45

5,47 0,76 5,29 0,81 5,16 0,98 5,06 1,20 4,76 1,37 4,63 1,48

5,29 0,77 5,20 0,86 5,05 1,01 4,91 1,21 4,73 1,47 4,57 1,52

5,25 0,99 5,12 1,12 5,00 1,31 4,90 1,44 4,70 1,66 4,54 1,76

5,20 1,22 5,10 1,37 4,98 1,58 4,88 1,74 4,69 1,98 4,54 2,08

5,16 1,39 5,07 1,56 4,92 1,75 4,82 1,93 4,55 2,17 4,34 2,29

5,02 1,57 4,91 1,75 4,81 1,93 4,64 2,13 4,34 2,36 4,04 2,49

3,53 1,57 3,32 1,79 3,38 1,96 3,13 2,21 3,04 2,41 2,80 2,52

2,42 1,58 2,40 1,79 2,35 1,97 2,30 2,19 2,21 2,41

13,81 2,25 13,46 2,38 13,01 2,62 12,52 2,85 11,87 3,01 11,17 3,15

12,04 2,28 11,72 2,44 11,35 2,66 10,92 2,89 10,38 3,03 9,76 3,15

11,04 2,32 10,76 2,49 10,48 2,70 10,05 2,92 9,61 3,05 9,03 3,15

10,17 2,35 10,02 2,54 9,81 2,74 9,53 2,96 9,04 3,07 8,50 3,16

7,90 2,25 7,68 2,42 7,43 2,63 7,28 2,79 7,16 2,92 6,59 3,06

7,38 2,28 7,29 2,50 7,25 2,73 6,82 2,91 6,70 3,02 6,16 3,14

6,57 2,31 6,41 2,58 6,35 2,83 6,25 3,03 5,99 3,13 5,50 3,21

4,96 2,38 4,81 2,64 4,52 2,93 4,33 3,12 4,24 3,21 3,92 3,26

3,79 2,41 3,73 2,71 3,51 3,03 3,29 3,19 3,25 3,30

11,51 1,76 11,21 1,87 10,85 2,05 10,44 2,24 9,89 2,36 9,31 2,47

10,03 1,79 9,77 1,91 9,46 2,08 9,10 2,26 8,65 2,37 8,14 2,47

9,20 1,82 8,97 1,95 8,73 2,11 8,37 2,29 8,01 2,39 7,52 2,47

8,48 1,84 8,35 1,99 8,17 2,15 7,95 2,32 7,53 2,40 7,08 2,48

6,58 1,76 6,40 1,90 6,19 2,06 6,07 2,19 5,97 2,29 5,49 2,40

6,15 1,79 6,08 1,96 6,04 2,14 5,69 2,28 5,58 2,37 5,14 2,46

5,48 1,81 5,34 2,02 5,29 2,22 5,21 2,38 4,99 2,45 4,58 2,52

4,13 1,86 4,01 2,07 3,77 2,30 3,60 2,45 3,54 2,52 3,26 2,55

3,16 1,89 3,11 2,12 2,93 2,37 2,75 2,50 2,71 2,59

6,02 0,74 5,85 0,81 5,73 0,96 5,51 1,13 5,18 1,32 4,89 1,45

5,47 0,76 5,29 0,81 5,16 0,98 5,06 1,20 4,76 1,37 4,63 1,48

5,29 0,77 5,20 0,86 5,05 1,01 4,91 1,21 4,73 1,47 4,57 1,52

5,25 0,99 5,12 1,12 5,00 1,31 4,90 1,44 4,70 1,66 4,54 1,76

4,90 1,19 4,81 1,34 4,69 1,54 4,60 1,70 4,42 1,93 4,27 2,02

4,84 1,36 4,76 1,52 4,63 1,71 4,53 1,88 4,28 2,11 4,10 2,22

4,70 1,53 4,60 1,70 4,51 1,88 4,34 2,07 4,08 2,29 3,81 2,41

3,30 1,53 3,11 1,73 3,17 1,90 2,93 2,15 2,86 2,34 2,64 2,44

2,26 1,53 2,24 1,74 2,20 1,91 2,16 2,13 2,08 2,34

Page 107: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

15 Technische gegevens

Uitgebreide handleiding voor de installateur

107ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split4P313774-1C – 2012.11

15.10 Geluidsspectrum

15.10.1 Geluidsspectrum: Buitenunit

NR0 NR5 NR10 NR15NR20

NR25

NR30

NR35

NR40

NR45

NR50

NR55

NR60

NR65

NR70

NR75

10

20

30

40

50

60

70

10

15

20

25

30

35

40

45

50

55

60

65

70ERLQ004CA*

NR0 NR5 NR10 NR15NR20

NR25

NR30

NR35NR40

NR45

NR50

NR55

NR60

NR65

NR70

NR75

10

20

30

40

50

60

70

10

15

20

25

30

35

40

45

50

55

60

65

70ERLQ006CA*

NR0 NR5 NR10 NR15NR20

NR25

NR30

NR35NR40

NR45

NR50

NR55

NR60

NR65

NR70

NR75

10

20

30

40

50

60

70

10

15

20

25

30

35

40

45

50

55

60

65

70ERLQ008CA*

3TW60817-1

Ge

luid

sd

rukn

ive

au

[d

B]

Ge

luid

sd

rukn

ive

au

[d

B]

Ge

luid

sd

rukn

ive

au

[d

B]

PLAATS METINGEN

(KANT AFVOER)

KOELING

MIDDENFREQUENTIE OCTAAFBAND (Hz)MIDDENFREQUENTIE OCTAAFBAND (Hz)MIDDENFREQUENTIE OCTAAFBAND (Hz)

NOTEN:

- GEGEVENS GELDIG IN VRIJ VELD

- GEGEVENS GELDIG VOOR NOMINAAL BEDRIJF

- dBA = A-GEWOGEN GELUIDSDRUKNIVEAU.(A-SCHAAL VOLGENS IEC)

- REFERENTIEGELUIDSDRUK 0dB = 20µPa

MIDDENFREQUENTIE OCTAAFBAND [dB]

63 125 250 500 1000 2000 4000 8000 dBA63 125 250 500 1000 2000 4000 8000 dBA63 125 250 500 1000 2000 4000 8000 dBA

Page 108: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

15 Technische gegevens

Uitgebreide handleiding voor de installateur

108ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split

4P313774-1C – 2012.11

NR0 NR5 NR10 NR15NR20

NR25

NR30

NR35

NR40

NR45

NR50

NR55

NR60

NR65

NR70

NR75

10

20

30

40

50

60

70

10

15

20

25

30

35

40

45

50

55

60

65

70ERLQ004CA*

NR0 NR5 NR10 NR15NR20

NR25

NR30

NR35

NR40

NR45

NR50

NR55

NR60

NR65

NR70

NR75

10

20

30

40

50

60

70

10

15

20

25

30

35

40

45

50

55

60

65

70ERLQ006CA*

NR0 NR5 NR10 NR15NR20

NR25

NR30

NR35

NR40

NR45

NR50

NR55

NR60

NR65

NR70

NR75

10

20

30

40

50

60

70

10

15

20

25

30

35

40

45

50

55

60

65

70ERLQ008CA*

3TW60817-2

Ge

luid

sd

rukn

ive

au

[d

B]

Ge

luid

sd

rukn

ive

au

[d

B]

Ge

luid

sd

rukn

ive

au

[d

B]

63 125 250 500 1000 2000 4000 8000 dBA63 125 250 500 1000 2000 4000 8000 dBA63 125 250 500 1000 2000 4000 8000 dBA

VERWARMING

PLAATS METINGEN

(KANT AFVOER)

MIDDENFREQUENTIE OCTAAFBAND (Hz)MIDDENFREQUENTIE OCTAAFBAND (Hz)MIDDENFREQUENTIE OCTAAFBAND (Hz)

NOTEN:

- GEGEVENS GELDIG IN VRIJ VELD

- GEGEVENS GELDIG VOOR NOMINAAL BEDRIJF

- dBA = A-GEWOGEN GELUIDSDRUKNIVEAU.(A-SCHAAL VOLGENS IEC)

- REFERENTIEGELUIDSDRUK 0dB = 20µPa

MIDDENFREQUENTIE OCTAAFBAND [dB]

Page 109: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

15 Technische gegevens

Uitgebreide handleiding voor de installateur

109ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split4P313774-1C – 2012.11

15.11 ESP-curve

15.11.1 ESP-curve: Binnenunit

EHB(H/X)04CA3V

EHB(H/X)08CA3V

EHB(H/X)08CA9W

0

5

10

15

20

25

30

35

40

45

50

55

60

65

70

75

0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 22 24 26 28 30 32 34

ES

P (

kP

a)

0

5

10

15

20

25

30

35

40

45

50

55

60

65

70

75

0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 22 24 26 28 30 32 34

ES

P (

kP

a)

4D078649_A

Waterdebiet (l/min)

2) De waterkwaliteit moet voldoen aan de EN-richtlijn EC 98/83 EC.

1) Een debiet selecteren buiten het werkingsgebied kan de unit beschadigen of storingen erin veroorzaken.

Zie tevens de minimum en maximum toegestane waterdebieten in de technische specificaties.

Noten:

mininumdebiet voor 3V BUH

mininumdebiet voor 9W BUH

mininumdebiet voor 3V BUH

Waterdebiet (l/min)

Debiet: waterdebiet doorheen de unit

ESP : Externe statische druk

Page 110: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

15 Technische gegevens

Uitgebreide handleiding voor de installateur

110ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split

4P313774-1C – 2012.11

15.12 Prestaties

4D

07

90

38

pa

gin

a 1

EH

V*0

4S

18

CA

EH

V*0

8S

18

CA

EH

V*0

8S

26

CA

EK

HW

S*1

50

*

EK

HW

S*2

00

*

EK

HW

S*3

00

*

ER

LQ

00

4C

A*

&

EH

B*0

4C

A*

ER

LQ

00

(6/8

)CA

* &

EH

B*0

8C

A*

73

Nvt

Nvt

Nvt

55

77

81

84

12

2

73

68

99

ER

LQ

00

4C

A*

& E

HV

*04

S1

8C

A*

ER

LQ

00

4C

A*

& E

HB

*04

CA

* &

EK

HW

S*3

00

*

ER

LQ

00

4C

A*

& E

HB

*04

CA

* &

EK

HW

S*2

00

*

ER

LQ

00

4C

A*

& E

HB

*04

CA

* &

EK

HW

S*1

50

*

ER

LQ

00

(6/8

)CA

* &

EH

V*0

8S

18

CA

*

ER

LQ

00

(6/8

)CA

* &

EH

B*0

8C

A*

& E

KH

WS

*15

0*

ER

LQ

00

(6/8

)CA

* &

EH

B*0

8C

A*

& E

KH

WS

*20

0*

ER

LQ

00

(6/8

)CA

* &

EH

V*0

8S

26

CA

*

ER

LQ

00

(6/8

)CA

* &

EH

B*0

8C

A*

& E

KH

WS

*30

0*

13

0

12

0

11

0

10

0

90

80

70

60

50

40

13

0

12

0

11

0

10

0

90

80

70

60

50

40

ER

LQ

00

(6/8

)CA

*E

RL

Q0

04

CA

*

40

45

50

40

45

50

40

45

50

16

0

14

0

12

0

10

0

80

60

40

Op

wa

rmti

jde

n G

BS

(1

):

No

ten

:

(1)

De

tijd

no

dig

om

de

ta

nk v

an

ee

n te

mp

. va

n 1

0°C

op

te

wa

rme

n to

t d

e a

an

ge

ge

ve

n te

mp

. m

et a

lle

en

de

wa

rmte

po

mp

.

R

aa

dp

lee

g h

et w

erk

ing

sg

eb

ied

vo

or

de

ma

xim

um

ta

nkte

mp

era

tuu

r m

et a

llee

n d

e w

arm

tep

om

p.

Ta

nk

tem

pe

ratu

ur

(°C

)Ta

nk

tem

pe

ratu

ur

(°C

)

Ta

nk

tem

pe

ratu

ur

(°C

)

Opwarmtijd (min)

Opwarmtijd (min)Opwarmtijd (min)

Op

wa

rmtijd

ta

nk to

t 4

5°C

Page 111: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

15 Technische gegevens

Uitgebreide handleiding voor de installateur

111ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split4P313774-1C – 2012.11

ER

HQ

011

B*

& E

HV

*16

S1

8C

A*

ER

HQ

01

4B

* &

EH

V*1

6S

18

CA

*

ER

HQ

01

6B

* &

EH

V*1

6S

18

CA

*

ER

HQ

011

B*

& E

HB

*16

CA

* &

EK

HW

S*2

00

*

ER

HQ

01

4B

* &

EH

B*1

6C

A*

& E

KH

WS

*20

0*

ER

HQ

01

6B

* &

EH

B*1

6C

A*

& E

KH

WS

*20

0*

ER

LQ

011

C*

& E

HV

*16

S1

8C

A*

ER

LQ

01

4C

* &

EH

V*1

6S

18

CA

*

ER

LQ

01

6C

* &

EH

V*1

6S

18

CA

*

ER

LQ

011

C*

& E

HB

*16

CA

* &

EK

HW

S*2

00

*

ER

LQ

01

4C

* &

EH

B*1

6C

A*

& E

KH

WS

*20

0*

ER

LQ

01

6C

* &

EH

B*1

6C

A*

& E

KH

WS

*20

0*

ER

HQ

011

B*

& E

HV

*16

S1

8C

A*

ER

HQ

01

4B

* &

EH

V*1

6S

18

CA

*

ER

HQ

01

6B

* &

EH

V*1

6S

18

CA

*

ER

HQ

011

B*

& E

HB

*16

CA

* &

EK

HW

S*2

00

*

ER

HQ

01

4B

* &

EH

B*1

6C

A*

& E

KH

WS

*20

0*

ER

HQ

01

6B

* &

EH

B*1

6C

A*

& E

KH

WS

*20

0*

ER

LQ

011

C*

& E

HV

*16

S1

8C

A*

ER

LQ

01

4C

* &

EH

V*1

6S

18

CA

*

ER

LQ

01

6C

* &

EH

V*1

6S

18

CA

*

ER

LQ

011

C*

& E

HB

*16

CA

* &

EK

HW

S*2

00

*

ER

LQ

01

4C

* &

EH

B*1

6C

A*

& E

KH

WS

*20

0*

ER

LQ

01

6C

* &

EH

B*1

6C

A*

& E

KH

WS

*20

0*

EH

V*1

6S

18

CA

EH

V*1

6S

26

CA

38

52

69

55

80

EK

HW

S*1

50

*

EK

HW

S*2

00

*

EK

HW

S*3

00

*

ER

LQ

01

6C

* &

EH

B*1

6C

A*

40

45

50

40

45

50

40

45

50

40

45

50

14

0

13

0

12

0

11

0

10

0

90

80

70

60

50

40

10

0

90

80

70

60

50

40

30

10

0

90

80

70

60

50

40

30

14

0

13

0

12

0

11

0

10

0

90

80

70

60

50

40

4D

07

90

38

pa

gin

a 2

Op

wa

rmti

jde

n G

QI (1

): Ta

nk

tem

pe

ratu

ur

(°C

)

Op

wa

rmtijd

ta

nk to

t 4

5°C

No

ten

:

(1)

De

tijd

no

dig

om

de

ta

nk v

an

ee

n te

mp

. va

n 1

0°C

op

te

wa

rme

n to

t d

e a

an

ge

ge

ve

n te

mp

. m

et a

lle

en

de

wa

rmte

po

mp

.

R

aa

dp

lee

g h

et w

erk

ing

sg

eb

ied

vo

or

de

ma

xim

um

ta

nkte

mp

era

tuu

r m

et a

llee

n d

e w

arm

tep

om

p.

Ta

nk

tem

pe

ratu

ur

(°C

)

Ta

nk

tem

pe

ratu

ur

(°C

)Ta

nk

tem

pe

ratu

ur

(°C

)

Opwarmtijd (min)

Opwarmtijd (min)

Opwarmtijd (min)

Opwarmtijd (min)

Page 112: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

15 Technische gegevens

Uitgebreide handleiding voor de installateur

112ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split

4P313774-1C – 2012.11

4D

07

90

38

pa

gin

a 3

45

0

40

0

35

0

30

0

25

0

20

0

15

0

Veq 40°C [l]

EK

HW

S*

EH

V*

40

42

44

46

48

50

52

54

56

58

60

EH

V*S

18

CA

*

EH

V*S

26

CA

*

Mid

delm

ati

g v

erb

ruik

sp

atr

oo

n E

N16147 (

= 2

pers

on

en

)

Gro

ot

verb

ruik

sp

atr

oo

n E

N16147 (

= 3

~4 p

ers

on

en

)

Wa

rmte

ve

rlie

s v

an

de

wa

rmta

pw

ate

rta

nk

(4

)

Hu

lp o

m h

et

vo

lum

e v

an

de

wa

rmta

pw

ate

rta

nk

te

se

lec

tere

n (

3)

Ta

nk

tem

pe

ratu

ur

(°C

)

Wa

rmte

ve

rlie

s [kW

h/2

4u

]

No

ten

:

(2)

De

tijd

no

dig

om

de

ta

nk v

an

ee

n te

mp

. va

n 1

0°C

op

te

wa

rme

n to

t d

e a

an

ge

ge

ve

n te

mp

. m

et a

lle

en

de

wa

rmte

po

mp

.

(3)

Vo

lge

ns E

N1

61

47

(4)

Vo

lge

ns E

N1

28

97

Ind

ien

ee

n h

og

ere

da

ge

lijkse

Ve

q 4

0°C

no

dig

is, m

oe

ten

er

bijk

om

en

de

op

wa

rmcycli

in d

e c

yclu

s v

an

24

ure

n z

ijn.R

aa

dp

lee

g d

e g

eb

ruik

sa

an

wijz

ing

vo

or

me

er

info

rma

tie

.

Ta

nk

Wa

rmte

ve

rlie

s [kW

h/2

4u

]Ta

nk

Ve

q 4

0°C

= h

oe

ve

elh

eid

wa

ter

da

t a

an

ee

n te

mp

era

tuu

r va

n 4

0°C

afg

eta

pt ka

n w

ord

en

als

de

wa

rmw

ate

rta

nk to

t e

en

be

pa

ald

e te

mp

era

tuu

r o

pg

ew

arm

d w

ord

t w

an

ne

er

ko

ud

w

ate

r a

an

10

°C e

rin

ko

mt.

Wa

rm ta

pw

ate

r a

an

40

°C w

ord

t b

esch

ou

wd

als

zijn

de

ee

n c

om

fort

ab

ele

wa

rmta

pw

ate

rte

mp

era

tuu

r.

1,5

5

1,7

7

2,1

9

1,3

8

1,9

1

15

0l

20

0l

30

0l

18

0l

26

0l

Page 113: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

15 Technische gegevens

Uitgebreide handleiding voor de installateur

113ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split4P313774-1C – 2012.11

15.13 Certificeringprogramma's

EHPA

NF PAC

NF PAC

NF PAC

EHPA

NF PAC

NF PAC

NF PAC

EHPA

NF PAC

NF PAC

NF PAC

*RLQ004*

*RLQ006*

*RLQ008*

Tomg [°C] RWC [°C] AWC [°C] HC [kW] COP

3TW60819-3C pagina 1

EHPA, SEI, Ecolabel

Vloer

Vloer

Vloer

Ventilator-

convector

Ecolabel

EHPA, SEI, Ecolabel

Crédit d'impôt, NF PAC,

Microgeneration

Ecolabel

EHPA, SEI, Ecolabel

Crédit d'impôt, NF PAC,

Microgeneration

Ecolabel

Crédit d'impôt, NF PAC,

Microgeneration

Certificeringprogramma

NOMINALE GEGEVENS VOOR CERTIFICERINGPROGRAMMA'S - VERWARMINGSSTAND

Min

. ver

eist

e C

OP

Viv

rele

c

Min

. ver

eist

e C

OP

NF

PA

C

Min

. ver

eist

e C

OP

EH

PA

Min

. ver

eist

e C

OP

Eco

labe

l

Min

. ver

eist

e C

OP

SE

I

Min

. ver

eist

e C

OP

mic

roge

nera

tie

Ventilator-

convector

Ventilator-

convector

3,40 - - - 3,20

-7/-8 45 6,13 2,12 1,50 1,60 - - - -

2,60 - - 2/1 45 6,08 2,63 - -

7/6 40 45 6,89 3,42 2,50 2,70 - - - -

-7/-8 35 5,46 2,71 2,00 2,10 - - - -

3,10 3,10 3,00 - 2/1 35 5,80 3,53 - -

7/6 30 35 7,40 4,45 4,00

10/8 30 35 7,39 4,75 4,00 - - - - -

-7/-8 45 5,12 2,22 1,50 1,60 - - - -

2,60 2/1 45 5,69 2,81 1,50 -

7/6 40 45 5,67 3,56 2,50 2,70 - - - -

-7/-8 35 5,31 2,84 2,00 2,10 - - - -

3,10 3,10 3,00 - 2/1 35 4,58 3,66 - -

3,40 - - - 3,20 7/6 30 35 6,00 4,74 4,00

10/8 30 35 6,25 5,07 4,00 - - - - -

-7/-8 45 4,20 2,27 1,50 1,60 - - - -

2,60 - - 2/1 45 3,97 2,77 1,50 - -

7/6 40 45 4,03 3,58 2,50 2,70 - - - -

-7/-8 35 4,37 2,81 2,00 2,10 - - - -

3,10 3,10 3,00 - 2/1 35 3,27 4,02 - -

3,40 - - - 3,20 7/6 30 35 4,40 5,04 4,00

10/8 30 35 4,47 5,12 4,00 - - - - -

Page 114: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

15 Technische gegevens

Uitgebreide handleiding voor de installateur

114ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CADaikin Altherma - Lage Temperatuur Split

4P313774-1C – 2012.11

15.14 Tabel met combinaties

---

01

4B

*(V

3/W

1)

*RH

Q

01

1B

*(V

3/W

1)

*RH

Q

00

8C

A*V

3*

*RL

Q

---

---

o

oo

oo

oo

o

o

---

(8)

---

oo

oo

o

---

---

---

o

---

---

---

o

---

o

---

(8)

---

01

1C

*(V

3/W

1)

*RL

Q

---

01

6B

*(V

3/W

1)

*RH

Q

---

01

6C

*(V

3/W

1)

*RL

Q

---

---

---

01

4C

*(V

3/W

1)

*RL

Q

01

1C

*(V

3/W

1)

*RL

Q

01

6B

*(V

3/W

1)

*RH

Q

---

---

---

---

---

---

---

---

---

---

---

---

--- o

o--

-

---

---

---

---

01

6C

*(V

3/W

1)

*RL

Q

---

oo

*HB

H0

4C

A*

*HB

X0

4C

A*

*HB

H0

8C

A*

*HB

X0

8C

A*

*HB

H1

6C

A*

*HB

X1

6C

A*

01

4C

*(V

3/W

1)

*RL

Q

---

---

---

---

---

---

---

---

---

---

---

00

6C

A*V

3*

*RL

Q

00

4C

A*V

3*

*RL

Q

o

01

4B

*(V

3/W

1)

*RH

Q

01

1B

*(V

3/W

1)

*RH

Q

---

00

8C

A*V

3*

*RL

Q

---

---

---

---oo---

o ---

---

---

00

6C

A*V

3*

*RL

Q

oo

00

4C

A*V

3*

*RL

Q

oo

---

(8)

o

---

oo

oo

oo

oo

oo

oo

oo

oo

oo

oo

o-

o-

o (

5)

oo (

5)

o

o (

5)

oo (

5)

o

o (

5)

oo (

5)

o

*KH

WS

150*3

V3

*KH

WS

200*3

V3

*KH

WS

300*3

V3

*KH

WS

200*3

Z2

*KH

WS

300*3

Z2

*KH

WS

U150*3

V3

*KH

WS

U200*3

V3

*KH

WS

U300*3

V3

*KH

WE

150*3

V3

*KH

WE

T150*3

V3

*KH

WE

200*3

V3

*KH

WE

300*3

V3

*KH

WE

200*3

Z2

*KH

WE

300*3

Z2

*KR

SC

A1

KR

CS

01-1

*KR

UC

AL1

*KR

UC

AL2

*KH

BD

PC

A2

*KR

P1H

BA

A

*KR

P1A

HT

A

*KR

TW

A

*KR

TR

1

*KR

TE

TS

FW

XV

15A

VE

B

FW

XV

20A

VE

B

*KV

KH

PC

*KP

CC

AB

1

oo

oo

oo

oo

oo

oo

oo

oo

oo

oo

oo

oo

o (

*)o (

*)o

o

o (

*)o (

*)o

o

o (

*)o (

*)o

o

o (

*)o (

*)o

o

o (

*)o (

*)o

o

o (

*)o (

*)o

o

o (

*)o (

*)o

o

oo

oo

oo

oo

o (

*)o (

*)o

o

o (

*)o (

*)o

o

o (

*)o (

*)o

o

#

9W

N3

V3

9W

N3

V3

oo

--

--

oo

--

--

oo

--

--

oo

--

--

oo

oo

oo

(9)

9W

-3

V-

3V

-

-9

W (

9)

-3

V-

3V

*HB

(H/X

)04

CA

*HB

(H/X

)08

/16

CA

*K0

16S

NC

*KB

PH

TH

16

A

*KD

K0

4

EK

DP

00

8C

A

-o

-o

-o

--

oo

oo

oo

oo

(12

)o

(12

)o

(11

)o

(11

)o

--

--

oo

(11

)o

(11

)o

--

--

oo

oo

--

--

20

0/3

00

B1

50

B200/3

00A

15

0A

20

0/3

00

(A/B

)150(A

/B)

200/3

00A

15

0A

EK

SR

3P

A

EK

SR

DS

1A

*KW

BS

WW

15

0

*KS

OL

HW

AV

1

*KU

HW

2W

B

*KU

HW

B

*KU

HW

A

*KH

WS

U#3

V3

*KH

WS

#3(V

3/Z

2)

*KH

WE

(T)#

3(V

3/Z

2)

#

#

3D

07

82

26

Op

me

rkin

g:

an

de

re c

om

bin

ati

es

da

n d

eze

in

de

ze

co

mb

ina

tie

tab

el zijn

ve

rbo

de

n

(*)

als

neutr

ale

lijn

beschik

baar

is

(1)

Verw

arm

ingsta

pe d

ie o

p d

e b

odem

pla

at bevestigd k

an w

ord

en o

m g

een o

verm

atige ijs

vorm

ing te h

ebben.

(2)

Printp

laat die

bijk

om

ende u

itgangverb

indin

gen b

iedt:

(a

) R

egelin

g e

xte

rne w

arm

tebro

n (

biv

ale

nte

werk

ing)

(b

) U

itgang a

fsta

nds-A

AN

/UIT

-sig

naal R

uim

teverw

arm

ing/k

oelin

g O

F r

egelin

g b

odem

pla

atv

erw

arm

ing *

KB

PH

TH

16*

(c

) A

fsta

ndsala

rm-o

utp

ut

(d

) Z

onnepom

paanslu

itin

g.In *

KS

OLH

WA

V1 is d

e o

ptiekit *

KR

P1H

B a

l in

begre

pen.

(3)

Het is

nie

t to

egesta

an d

e b

odem

pla

atv

erw

arm

ing te c

om

bin

ere

n m

et de a

flaatd

op/s

topkit

(4)

*KR

TE

TS

kan a

lleen in c

om

bin

atie m

et *K

RT

R1 g

ebru

ikt w

ord

en

(5)

Kra

ankit v

erp

licht als

warm

tepom

pconvecto

r op o

mkeerb

aar

model gepla

ats

t is

(nie

t verp

licht voor

alle

en v

erw

arm

. m

odel)

(6)

Printp

laat om

tot 4 d

igitale

inputs

te o

ntv

angen v

oor

verm

ogenbeperk

ing, alle

en v

oor

*HB

(H/X

)04/0

8C

A

(7)

Com

bin

atiem

ogelij

kheid

afh

ankelij

k v

an h

et beschik

baar

type v

an e

lektr

ische v

oedin

g

(8)

Bodem

pla

atv

erw

arm

ing is s

tandaard

gem

onte

erd

en w

ord

t bestu

urd

door

de b

uitenunit.

(9)

Eén m

odel, d

e w

erk

elij

ke B

UH

-capaciteit h

angt af van d

e w

erk

elij

ke inte

rne b

edra

din

g

(10)

Kit te m

onte

ren o

p w

arm

tapw

ate

rtank m

et een a

anslu

itin

g v

oor

zonnepanele

n o

m w

ate

r secundair o

p te w

arm

en.

(11)

Indie

n p

laats

ing o

p tank A

-vers

ie z

ijn b

eid

e k

its v

ere

ist

(12)

Kit a

lleen n

odig

wanneer

*KS

OLH

WA

V1 o

p e

en U

K-t

ank g

epla

ats

t w

ord

t

B

-reeks (

*KH

WS

U(1

50/2

00/3

00)B

3V

3)

(13)

*KU

HW

B =

*K

UH

WA

- (

2-w

egskle

p e

n toebehore

n v

oor

2-w

egskle

p)

*K

UH

W2W

B =

2-w

egskle

p e

n toebehore

n v

oor

2-w

egskle

p

(14)

Vere

ist dig

itale

I/O

-printp

laat *K

RP

1H

BA

A

(15)

Sle

chts

1 s

ensor

kan w

ord

en a

angeslo

ten: bin

nen-

OF

buitensensor

(16)

Data

kabel voor

aanslu

itin

g o

p P

C

Zo

nn

esta

tio

nb

ed

ien

ing

Zo

nn

ep

om

psta

tio

n

Be

sc

hik

ba

re k

its

vo

or

*KS

OL

HW

AV

1

Mu

urb

eu

ge

l vo

or

*KH

WS

(U)1

50

*) 3

V3

of

*KS

WW

15

0V

3*

So

lark

it (

10

)

Optiekit 2

voor

UK

*K

HW

SU

150~

300*3

V3 (

13)

Optiekit 1

voor

UK

*K

HW

SU

150~

300*3

V3 (

13)

Optiekit v

oor

UK

*K

HW

SU

150~

300*3

V3

Besch

rijv

ing

Re

fere

nti

e

Be

sc

hik

ba

re k

its

vo

or

*KH

W*

Warm

tapw

ate

rtank

150 l

1~

230 V

Warm

tapw

ate

rtank

200 l

1~

230 V

Warm

tapw

ate

rtank

300 l

1~

230 V

Warm

tapw

ate

rtank

200 l

2~

400 V

(7)

Warm

tapw

ate

rtank

300 l

2~

400 V

(7)

Warm

tapw

ate

rtank

150 l

1~

230 V

(alle

en v

oor

UK

)

Warm

tapw

ate

rtank

200 l

1~

230 V

(alle

en v

oor

UK

)

Warm

tapw

ate

rtank

300 l

1~

230 V

(alle

en v

oor

UK

)

Geëm

aill

eerd

e w

arm

tapw

ate

rtank

150 l

1~

230 V

Wandm

odel g

eëm

aill

eerd

e w

arm

tapw

ate

rtank

150 l

1~

230 V

Geëm

aill

eerd

e w

arm

tapw

ate

rtank

200 l

1~

230 V

Geëm

aill

eerd

e w

arm

tapw

ate

rtank

300 l

1~

230 V

Geëm

aill

eerd

e w

arm

tapw

ate

rtank

200 l

2~

400 V

(7)

Geëm

aill

eerd

e w

arm

tapw

ate

rtank

300 l

2~

400 V

(7)

Afs

tandssensor

voor

buiten (

15)

Afs

tandssensor

voor

bin

nen (

15)

Taalg

roep 1

voor

gebru

ikers

inte

rface

Taalg

roep 2

voor

gebru

ikers

inte

rface

Be

sch

ikb

aa

rhe

id

Be

sch

ikb

aa

rhe

id

Be

sch

ikb

aa

rhe

id

Om

keerb

aar

model *H

BX

*

Alle

en

ve

rwa

rm.

mo

de

l *H

BH

*

Afv

oerd

opkit (

3)

Bodem

pla

atv

erw

arm

ing (

1)

(3)

(14)

Sn

ee

uw

afd

akje

Lekbakkit

Be

sc

hik

ba

re k

its

vo

or

bu

ite

nu

nit

s

Besch

rijv

ing

Sta

nd

aa

rdg

em

on

tee

rde

op

tio

ne

le a

pp

ara

tuu

r v

oo

r *H

B(H

/X)0

4/0

8/1

6C

A#

Alle

en

ve

rwa

rm.

mo

de

l *H

BH

*

Om

keerb

aar

model *H

BX

*

Back

-upve

rwarm

ing 3

kW 1

N~

230 V

Back

-upve

rwarm

ing 6

kW 1

N~

230 V

Back

-upve

rwarm

ing 6

kW 3

N~

400 V

Back

-upve

rwarm

ing 6

kW 3

~230 V

Back

-upve

rwarm

ing 9

kW 3

N~

400 V

Om

keerb

aar

Alle

en v

erw

arm

ing

Om

keerb

aar

Alle

en v

erw

arm

ing

Om

keerb

aar

Alle

en v

erw

arm

ing

Bu

iten

co

mb

inati

eta

bel vo

or

*HB

(H/X

)04/0

8/1

6C

A#

Kit P

C-k

ab

el (1

6)

Warm

tepom

pconvecto

r

Warm

tepom

pconvecto

r

Kra

ankit w

arm

tepom

pconvecto

r (5

)

Optie

kit v

oor

geen c

ondensa

tie ti

jdens

het k

oele

n

Dig

itale

I/O

-prin

tpla

at (

2)

Vra

ag-p

rintp

laat (

6)

Kit

optie

kam

ert

herm

ost

aat m

et d

raad

Kit

optie

dra

adlo

ze k

am

ert

herm

ost

aat (

incl

. ontv

anger)

Kit

optie

ext

ern

e te

mpera

tuurs

enso

r (4

)

Besch

rijv

ing

Re

fere

nti

e

Be

sc

hik

ba

re k

its

Page 115: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

Notes_1.fm Page 1 Tuesday, December 4, 2012 2:51 PM

Page 116: installateur Uitgebreide handleiding voor de...2 Algemene veiligheidsmaatregelen Uitgebreide handleiding voor de installateur 4 ERLQ004~008CAV3 + EHBH/X04+08CA Daikin Altherma - Lage

4P313774-1C 2012.11

Cop

yrig

ht 2

012

Dai

kin