INSTALLATIE SQL SERVER - Axians · 4 SQL Server 2016 installatiehandleiding 12 4.1 Pre installatie controles 12 4.2 SQL Server Installatie 12 4.3 Installatie SQL Server Management

Handleiding

Installatie SQL Server

INSTALLATIESQL SERVER

Axians2

HANDLEIDING SQL SERVER INSTALLATIE

Inhoudsopgave1 Inleiding 3

2 Lijst met gebruikte afkortingen 4

3 Fysieke server 6 3.1 Voeding 6 3.2 Redundante hardware en clustering 6 3.3 Performance 8 3.3.1 Disk 8 3.3.2 Geheugen 9 3.3.3 CPU 10 3.3.4 Netwerk 10 3.4 Windows setup 10

4 SQL Server 2016 installatiehandleiding 12 4.1 Pre installatie controles 12 4.2 SQL Server Installatie 12 4.3 Installatie SQL Server Management Studio 21 4.4 Configuratie van SQL Server 23 4.4.1 Geheugen 24 4.4.2 Processoren 24 4.4.3 Beveiliging 26 4.4.4 Behouden van toegang tot de server 26 4.4.5 Mail 27 4.4.6 Stel alerts in 28

5 Nieuwe databases 30

6 Onderhoud 31

7 Tot slot 32

8 Installatie checklist 33 8.1 Server 33 8.2 SQL Server 34

Axians 3

SQL SERVER INSTALLATIE HANDLEIDING

1 InleidingSQL Server is een databaseplatform dat wereldwijd in de top 3 van de meest gebruikte databases staat, samen met Oracle en MySQL. Ondanks dat de installatie eenvoudig lijkt is er toch een aantal zaken waar aandacht aan besteed mag worden. Om u hierin op weg te helpen hebben we deze whitepaper opgesteld.

Als eerste zullen we, kort, ingaan op de server zelf. We hebben het dan over de fysieke hardware. Voor de verschillende vormen van virtualisatie verwijzen we u graag door naar de betreffende leveranciers.Daarna nemen we u als lezer mee in de installatie van SQL Server. Als voorbeeld gebruiken we SQL Server 2016 SP1.

Waarom specifiek die versie? Op moment van schrijven is dit de versie waar niet alleen veel in ontwikkeld wordt, maar ook reeds in ontwikkeld is. De bugs die er nog in zitten zijn gedocumenteerd en online terug te vinden via de volgende link: https://feedback.azure.com/forums/908035-sql-server. Binnen SQL Server 2016 SP1 zijn een groot aantal features vanuit de Enterprise Edition verschoven naar de Standard Edition, een actie waarmee veel licentiekosten bespaard kunnen gaan worden. Voor een volledig overzicht kunt u kijken op https://docs.microsoft.com/en-us/sql/sql-server/editions-and-components-of-sql-server-2016?view=sql-server-2016.

Daarna gaan we een aantal zaken op de database en in Management Studio configureren die het werken vergemakkelijken en de performance kunnen verbeteren. Ook zullen we ingaan op een aantal beveiligingsinstellingen.

Achterin vindt u een checklist die u voor uw eigen administratie en beheer kunt gebruiken.

Mocht u meer informatie wensen of een advies over uw specifieke situatie, neem dan gerust contact met ons op via telefoonnummer 088 – 597 55 00 of via het e-mailadres [email protected]. We helpen u graag.

Reitse Eskens en Allan WilloughbyMei 2018

Axians4


2 Lijst met gebruikte afkortingen�� AI: Accent Insensitive. De taalinstelling van de database waarmee u aangeeft dat een ‘e’ gelijk

behandeld mag worden als bijvoorbeeld een ‘é’�� AS: Accent Sensitive. De taalinstelling van de database waarmee u aangeeft dat een ‘e’ niet gelijk

behandeld mag worden als bijvoorbeeld een ‘é’ �� BIOS: Basic Input/Output System, de software die de pure hardware van uw server aanstuurt�� CI: Case Insensitive: De taalinstelling van de database waarmee u aangeeft dat een ‘e’ gelijk

behandeld mag worden als een ‘E’�� CS: Case Sensitive: De taalinstelling van de database waarmee u aangeeft dat een ‘e’ niet gelijk

behandeld mag worden als een ‘E’�� CPU: Central Processing Unit: de processor van de server�� DAC: Dedicated Administrator Connection: een enkele verbinding naar uw SQL Server database

waarmee u in geval van nood nog toegang kan krijgen tot de database, ook als deze verder niet meer te bereiken valt�� DWH: Data WareHouse, een grote opslag van gegevens, specifiek bedoeld voor rapportages�� GB: Gigabyte, bevat 1024 megabytes�� IO: Input/Output, wordt gebruikt om aan te geven hoeveel belasting er is op de disken waarop de

data opgeslagen wordt�� ISCSI: Internet Small Computer Systems Interface: een op het internet protocol gebaseerde

opslagstandaard voor het verbinden van diverse opslagmiddelen�� ISO: Archiefbestand welke geladen kan worden binnen Windows of Linux en zich daarna gedraagt

als een CD-ROM/DVD�� LAN: Local Area Network: het netwerk waarmee u verbinding maakt�� MB: MegaByte, bevat 1024 KB (KiloBytes)�� NUMA: Non-Uniform Memory Access. Numa is een ontwerp dat samenwerkt met multiprocessor

systemen. Toegang tot het geheugen wordt hierbij bepaald op basis van de locatie van de processor.�� OLTP: OnLine Transaction Processing, het verwerken van (bijvoorbeeld verkoop)transacties in een

database.�� OS: Operating System, zoals Windows, Linux of Unix.�� RAID: Redundant Array of Independent Disks, een techniek om opslagruimte aan een eindgebruiker

ter beschikking te stellen�� RAM: Random Access Memory, het werkgeheugen van uw server�� RPO: Restoration Point Objective, oftewel, hoeveel data mag verloren gaan bij een storing. Deze

wordt vaak gemeten in uren�� RTO: Restoration Time Objective, oftewel hoelang mag het duren voordat de database weer

beschikbaar is�� SAN: Storage Area Network, een techniek om schijven aan te bieden aan een server�� SSD: Solid State Drive, harde schijven zonder draaiende delen die een hoge snelheid op gebied van

lezen en schrijven bieden�� UPS: Uninterruptable Power Supply, een stroombeveiliging voor uw server om uitval door

stroomstoringen te voorkomen.

Axians 5


Axians6


3 Fysieke serverOndanks dat virtualisatie momenteel de boventoon voert is het nog steeds mogelijk om uw server fysiek te installeren. U maakt in dat geval geen gebruik van bijvoorbeeld VMWare of HyperV. In dit geval is er een aantal zaken waar u rekening mee moet houden. High Availability is gebaseerd op het idee dat de geboden services online zijn en blijven. Daarbij moeten geen consistentiefouten optreden. Op hardware gebied moet daarvoor rekening gehouden worden met voeding, redundante hardware en clustering.

3.1 Voeding

De server moet minimaal twee voedingsaansluitingen hebben die aangesloten zijn op een Uninterruptible Power Supply (UPS). Zeker voor schijven met een zogeheten write-behind cache is dit onontbeerlijk. Voor de extra beveiliging is het aan te raden de voeding via verschillende bronnen aan te sluiten. De BIOS van de server moet ingesteld worden op high performance.

3.2 Redundante hardware en clustering

De server moet uitgerust worden met dubbele voedingen. Voor wat betreft de schijven moet uitgegaan worden van een RAID configuratie. Afhankelijk van de situatie kan gekozen worden voor RAID 1, 5,6 1 + 0 (ook wel RAID 10 genoemd) of 0+1. De configuratie moet uitgerust worden met zogeheten ‘hot spares’ zodat bij een storing een disk beschikbaar is die voorkomt dat de server offline gaat.Een overzicht van de verschillende RAID configuraties en de uitwerking:

Met een RAID 0 configuratie wordt data gelijk verdeeld over twee schijven. Stel u heeft een teksbestand met twee regels van gelijke lengte, dan zou regel 1 op disk 1 terecht komen en regel 2 op disk 2. Met een RAID 1 configuratie vindt u het genoemde tekstbestand terug op beide schijven. Alles wat op disk 1 staat, staat ook op disk 2.

Axians 7


In deze RAID 5 configuratie ziet u dat gegevens gelijk verdeeld worden over drie schijven. De vierde schijf bevat de zogeheten parity. Deze techniek zorgt voor een controle op verwijderde of overschreven data als data verplaatst wordt of verzonden wordt tussen verschillende computers. Deze controle zorgt voor enige overhead.

Bij RAID 6 wordt hetzelfde uitgevoerd als bij RAID 5, met de toevoeging dat ook de parity over twee verschillende schijven verdeeld wordt. Een dubbele controle dus.

Bij RAID 10 worden twee RAID functionaliteiten samengevoegd. Er worden twee RAID 1 sets gebruikt (oftewel data wordt tegelijkertijd op twee schijven bewaard) en deze sets bevinden zich in een RAID 0 configuratie. Om terug te komen op het startvoorbeeld van het tekstdocument met twee regels, de eerste regel bevindt zich op disk 1 en disk 2, de tweede regel bevindt zich op disk 3 en disk 4.

Vanuit performance oogpunt raden we aan om RAID 1 of RAID 10 te kiezen. RAID 5 en RAID 6 raden we vanuit dat oogpunt af vanwege de overhead die gegenereerd wordt. Vindt u performance onderschikt aan

Axians8


de opslag, kies dan juist wel voor deze varianten. Uiteraard helpen we u graag als u meer detailinformatie wilt hebben of advies voor uw keuze.

Een scenario waarin performance en dataveiligheid samenkomen kan bereikt worden door de dataschijven in RAID 5 of RAID 6 te zetten en de TempDB en logbestanden op RAID 0, 1 of 10.

Wilt u in een geclusterde omgeving werken? Windows biedt daarvoor vele mooie mogelijkheden. Houd er rekening mee dat u in een cluster altijd een oneven aantal servers gebruikt. Dit om te zorgen dat het zogeheten ‘quorum’ blijft werken. Deze techniek voorkomt dat bij een netwerkstoring uw cluster in twee delen breekt waarbij beide delen onafhankelijk van elkaar gaan werken. Eventueel kunt u ook een disk instellen die ervoor zorgt dat het aantal servers binnen een cluster oneven blijft.Verder moeten de installaties identiek aan elkaar zijn, daarvoor kunt u zowel binnen de Windows Server installatie als bij SQL Server gebruik maken van installatie files. Binnen deze files worden de instellingen die u de eerste keer gebruikt opgeslagen, zodat ze hergebruikt kunnen worden bij opvolgende installaties.

Binnen een cluster wordt verwacht dat u met een centrale opslag werkt, data wordt niet op serverspecifieke schijven opgeslagen maar op schijven die door alle servers binnen het cluster benaderbaar zijn. Zo blijft in geval van een zogeheten fail-over (het uitvallen van een server wat opgevangen wordt door een andere binnen hetzelfde cluster) de data beschikbaar voor de database.

Als u met clustering wilt gaan werken raden we u aan om daar eerst een testomgeving voor op te zetten. Daarmee kunt u op een veilige manier alle ins en outs leren kennen en bepalen welke specifieke instellingen voor uw organisatie het meest van toepassing zijn. Uiteraard denken we vanuit Axians hierover graag met u mee.

3.3 Performance

Op het gebied van performance zijn de primaire bottlenecks te vinden in de disken, het geheugen en de processor (CPU).

3.3.1 DiskDisk IO snelheid is kritiek op het gebied van performance. Indien mogelijk is het advies om minimaal vier schijven in een RAID 10 configuratie te gebruiken voor de dataschijven en een RAID 1 configuratie voor de logschijf.

Als performance geen issue is, kies dan voor een RAID 5 of RAID 6 configuratie. Deze instelling geeft meer capaciteit en een bescherming tegen uitval van disken.

Zorg ervoor dat Operating System (OS), Data, Log, TempDB en back-up op verschillende disken gezet worden voor de beste performance. Zorg ervoor dat de data en TempDB schijven geformatteerd zijn met een 64K blokgrootte.

De meeste servers zijn verbonden met een Storage Area Network (SAN) of ISCSI. Een SAN is specifiek ontworpen voor het verwerken van grote hoeveelheden data en is losgekoppeld van het Local Area Network (LAN) om netwerkissues te voorkomen.

Axians 9


Een SAN bestaat uit groepen van disken, technologie om deze te verbinden en high-end servers. Er zijn verschillende technieken om de verbindingen op te zetten; fiber channel, ISCSI of FCoE. VMWare of HyperV kan geconfigureerd worden voor het gebruik van de verschillende SAN types. Voordeel is dat lokale opslag niet meer noodzakelijk is. Met een SAN is de gehele opslag ook flexibeler en betrouwbaarder. Hoe meer schijven er in een SAN zitten, hoe meer de IO load verdeeld kan worden. In dit geval geldt dat meer disks tot een betere performance leiden.Indien mogelijk raden we aan om SSD disks te gebruiken, deze reduceren de performance bottlenecks nog meer. Daarnaast gebruiken deze disks minder stroom en genereren ze minder warmte.

Als uitgangspunt voor een Server1 adviseren we de volgende inrichting:�� C-schijf: OS, 60 tot 100 GB�� D-schijf: SQL Server applicatie bestanden�� E-schijf: DATA, minimaal 50 GB, uitbreiden indien nodig. Formatteren met 64K blokgrootte�� F-schijf: LOG: minimaal 50 GB, uitbreiden indien nodig. Formatteren met 64K blokgrootte�� G-schijf: TempDB: minimaal 50 GB, uitbreiden indien nodig. Als er gericht gekozen moet worden

dan deze drive op SSD zetten. In elk geval formatteren met 64K blokgrootte.�� H-schijf: Back-up: minimaal 100 GB, uitbreiden indien nodig. Denk daarbij ook aan retentieperiode

van de back-ups. Naast de full back-ups moet ook nagedacht worden over transactielog back-ups en incrementele back-ups. Bij het bepalen van de back-ups zijn RTO en RPO kernwoorden waarover een besluit genomen moet worden.

Als de server met bovenstaande disk configuratie opgeleverd is, voer dan een nulmeting uit op de diskperformance. Dit kunt u doen met Crystal Disk Mark. De resultaten hiervan kunt u opslaan. Als er later een performance-issue ontstaat kunt u teruggrijpen naar de eerdere meetwaarden en nagaan of de disk vertraagd is of dat de kern van het issue elders ligt.

3.3.2 GeheugenHoe meer RAM geheugen een server ter beschikking heeft hoe beter het is. SQL Server probeert om data zo lang mogelijk in het geheugen te houden om ze snel toegankelijk te maken en te houden. Als er onvoldoende geheugen beschikbaar is gaat de database de data in een zogeheten pagefile plaatsen

1 Met een server bedoelen we een machine die specifiek bedoeld is voor databases. Er wordt geen andere software op geïns-talleerd. Daarbij maakt het niet uit of het een datawarehouse of OLTP is.

Axians10


op disk. Dit proces is normaal gezien trager dan data in het geheugen houden. Hou bij het opzetten van een server rekening met 4 tot 6 GB geheugen voor het OS.

3.3.3 CPUDit is zelden een issue op een server. Wel raden we aan om minimaal vier CPU cores aan een server toe te kennen. Een server die veel transacties moet verwerken zal dat mogelijk nog beter doen met 8 cores. Bij CPU is het concept Non-Uniform Memory Access (NUMA) van groot belang. Numa is een ontwerp dat samenwerkt met multiprocessor systemen. Toegang tot het geheugen wordt hierbij bepaald op basis van de locatie van de processor. Geheugen dat dicht bij de processor ligt is sneller dan geheugen dat bij een andere processor ligt. Maar een processor is in staat om al het geheugen dat bij een andere processor hoort in gebruik te nemen. Of al het geheugen dat bij alle andere processoren hoort. Daarmee wordt er een bottleneck gecreëerd op het gebied van CPU performance. Het Numa design gaat dit effect tegen en wijst elke processor eigen geheugen toe en voorkomt dat één processor al het geheugen in beslag gaat nemen.Hou tot slot bij de CPU’s in de gaten dat de SQL Server licentie vaak op CPU core verkocht wordt. Die verkoop gaat per vier cores.

3.3.4 NetwerkZeker voor organisaties waarbij gebruik gemaakt wordt van tooling op andere servers die connectie maken met een database is het aan te raden om meerdere netwerkkaarten te koppelen tot een team. Als een netwerkkaart kapot gaat is er altijd nog een vervanger die het werk over kan nemen.

3.4 Windows Setup

Zorg voor een recente, bijgewerkte versie van de Windows server omgeving. De medewerkers van Axians helpen u hierbij desgewenst graag.

SQL Server staat bij voorkeur alleen op een server zonder andere applicaties. In dat geval is een pagefile van 2GB ook voldoende. Staan er meer applicaties op de server, pas de pagefile dan naar behoefte of noodzaak aan.

Zorg ervoor dat de juiste bestanden en processen uitgesloten worden van scans. Volg daarvoor de volgende link van Microsoft: https://support.microsoft.com/nl-nl/help/309422/how-to-choose-antivirus-software-to-run-on-computers-that-are-running

Zorg daarnaast voor specifieke accounts voor SQL Server. Geef de accounts herkenbare namen, zodat voor nieuwe beheerders direct duidelijk is waar een account voor dient. U heeft accounts nodig voor de SQL Server service zelf en voor de SQL Server Agent. De SQL Browser (die zorgt dat uw database in het netwerk gevonden kan worden) draait standaard als lokale service. Eventueel moet u nog accounts aanmaken voor SQL Server Reporting Services (SSRS), SQL Server Analysis Services (SSAS) en SQL Server Integration Services (SSIS).

Axians 11


Axians12


4 SQL Server 2016 installatiehandleidingWe gaan u begeleiden door de installatie van SQL Server 2016. Daarbij tonen we zo gedetailleerd mogelijk welke instellingen wij aanraden en welke stappen u moet nemen. De demoserver die we hiervoor gebruikt hebben is een HyperV virtuele server met 8GB geheugen en twee cores.

4.1 Pre installatie controles

Voordat we beginnen met de installatie is het handig om te checken of de server compleet is opgeleverd volgens de specificaties. Een check van de rechten, accounts en schijven voert u daarbij uiteraard ook uit. Daarnaast raden we aan om de server een reboot te geven. Naast een extra check op het goed functioneren zorgt het er ook voor dat eventuele vereiste herstarts uitgevoerd zijn voordat de installatie van SQL Server start. Dit is namelijk een punt waarop de installatie van SQL Server afbreekt.Kijk tot slot na of de anti-virus oplossing tijdens de installatie uitgeschakeld kan worden. De installatie heeft niet enorm veel tijd nodig, maar een scan op elke bit die gelezen of geschreven wordt kan toch voor forse vertragingen zorgen.

4.2 SQL Server installatie

Vanuit Microsoft of uw leverancier heeft u een ISO bestand gekregen. Deze installatieschijf moet u toevoegen aan uw server om de installatie te kunnen starten. Dit doet u door het bestand te selecteren, met de rechtermuisknop het context-menu op te roepen en daarna te kiezen voor ‘Mount ISO’.

De installatie is nu beschikbaar als ware het een DVD in uw DVD speler. Dubbelklik nu op setup.exe om de installatie te starten.

Windows vraagt standaard om toestemming om een programma uit te voeren. Dit kunt u veilig toestaan.

Axians 13


Voer dit proces wel uit als Administrator om zeker te zijn dat alle wijzigingen goed verwerkt worden door het OS.

In het volgende menu kunt u een aantal keuzes maken. We beginnen met de installatie van een nieuwe, stand-alone, variant van SQL Server. We kiezen dan ook de bovenste optie: “New SQL Server stand-alone installation”

De installatie gaat nu de eerste voorbereidingen treffen.

Als de voorbereidingen uitgevoerd zijn, krijgt u het volgende scherm. Daarin worden de licentievoorwaarden getoond. U heeft uiteraard een licentie gekocht en kan daarom akkoord gaan met deze voorwaarden. Zet het vinkje bij “I accept the License terms” dan klik op “Next”.

Axians14


De installatie voert nu een aantal systeemcontroles uit. Als hier een fout ontstaat, dan wordt deze getoond. U kunt dan niet verder met de installatie totdat het issue is opgelost. Onze ervaring is dat 80% van de foutmeldingen bestaat uit een server die nog een herstart nodig heeft. Krijgt u andere fouten te zien, neem dan contact met ons op. We helpen u graag verder.

Als de checks klaar zijn en er zijn geen errors klik dan op “Next”

Vervolgens krijgt u de vraag of SQL Server zelf mag controleren op updates. We adviseren om deze optie te activeren. Daarmee wordt u tijdig op de hoogte gebracht door Microsoft als er updates klaar zijn. We adviseren niet om de updates ook direct toe te passen. Het is natuurlijk mogelijk dat er een vervelende bug in de software zit. Ons advies hierin is om de nieuwsberichten bij updates te volgen om na te gaan of er echt storende bugs ontdekt zijn. Komen die na drie weken nog steeds niet naar voren, dan kunt u de update installeren op uw testomgeving. De nieuwe versie kan dan tegen uw specifieke omgeving gevalideerd worden.

Axians 15


Als u het vinkje gezet heeft en op “Next” geklikt hebt, dan worden de installatiebestanden op uw systeem klaargezet. Afhankelijk van uw hardware specificaties kan dit een paar minuten of iets langer duren. Daarbij wordt ook gecontroleerd of u de meest recente versie van SQL Server hebt. Zo niet, dan worden de meest recente aanvullingen gedownload. Indien u dit tegen wilt houden zal u de internetverbinding, tijdelijk, moeten verbreken.

Als de check voor updates klaar is klik dan op “Next” .

Op het volgende scherm gaat u kiezen welke zogeheten features u wilt installeren. Uiteraard kiezen we voor de installatie van de database, daarnaast kiezen we nog een aantal andere opties. In deze whitepaper installeren we een simpele versie van SQL Server, we slaan de Reporting Services, Analysis Services, Replication Services, Integration Services etcetera over. Wel kiezen we voor de Client Tools Connectivity en Client Tools Backwards Compatibility. Daarmee kunnen externe tools connectie maken met de database, ook als ze al wat ouder zijn.

Axians16


Klik op “Next”.

Het volgende scherm stelt u de vraag of SQL Server als een “Default Instance” of een “Named Instance” geïnstalleerd moet worden. Het heeft onze sterke voorkeur om een installatie als “Named Instance” uit te voeren. Daarmee is de installatie duidelijk te herkennen in uw landschap. Het is overigens niet fout om een “Default Instance” te installeren. Er zijn scenario’s waarin dit de voorkeur geniet.

Vul in de naam van de instance en klik op “Next”.

In het volgende scherm moet u een aantal essentiële keuzes maken. Zoals u eerder in deze whitepaper hebt kunnen lezen hebben we geadviseerd om specifieke accounts aan te maken voor de SQL Server Agent en de SQL Server Database Engine. Deze accounts moet u nu gaan koppelen aan de installatie. De database krijgt hiermee de rechten van deze specifieke accounts waarbij het beheer via de Active Directory afgehandeld wordt.

Axians 17


Zorg ervoor dat “Startup Type” op “Automatic” staat, zowel voor de Agent als voor de Database Engine.

Onder het vak met de accounts voor de Agent en de Database Engine kunt u een vinkje zetten voor “Grant perform volume maintenance task “. We raden heel sterk aan om deze keuze te activeren. Wat hiermee gebeurt is dat SQL Server zelf bestanden aan mag maken en mag laten groeien op de schijven. Doet u dit niet, dan wordt deze taak aan Windows overgelaten. Wat Windows doet is het bestand aanmaken of laten groeien en daarna vullen met waarde ‘0’. Dit proces, wat ook wel “zeroing out” wordt genoemd, kost (veel) tijd. SQL Server maakt alleen het bestand aan maar slaat het “zeroing out” deel over. Daarmee verloopt het proces veel sneller. Een potentieel risico is dat schijven die opnieuw gebruikt worden en niet goed opgeschoond zijn mogelijk oude data kunnen gaan tonen. Mocht u dit bij de installatie overgeslagen hebben, dan kunt u dit alsnog doen via de Windows Security Policy. Daar kiest u voor de local policies en dan User Rights Assignment:

Zorg ervoor dat bij het ‘Perform volume maintenance tasks’ de servicenaam van uw SQL Server instance staat.

Op het tweede tabblad kiest u de zogeheten collation van de database. Dat houdt in dat u de karakterset kiest waarmee de database werkt. Daarbij zijn twee afkortingen van belang: AS of AI en CS of CI. Respectievelijk staan deze voor Accent Sensitive of Accent Insensitive en Case Sensitive of Case Insensitive. Vertaald naar het Nederlands gaat het erom of de database gevoelig is voor accenten op leestekens en de gevoeligheid van de database voor hoofd- en kleine letters. Op database niveau kunt u dit aanpassen, op instance niveau niet.

Axians18


Het volgende scherm bevat vier tabbladen met elk eigen instellingen. Het eerste tabblad bevat de keuzes voor de inlog. Deze optie is later aan te passen maar bij de installatie moet ook gekozen worden. De keuze is dat alleen gebruikers met een Windows inlog in mogen loggen op de database of dat er ook specifieke accounts op de database aangemaakt mogen worden. Het voordeel van de Windows accounts is dat rechten centraal via de Active Directory geregeld kunnen worden. En belangrijker, een account uitschakelen houdt automatisch in dat toegang tot de database uitgeschakeld is voor die gebruiker. Bij een SQL account, dus op de database zelf, moet het in- en uitschakelen apart gebeuren. Advies is om alleen gebruik te maken van Windows accounts, tenzij er een applicatie is die niet om kan gaan met een Windows account. Dan kan er een specifiek SQL account aangemaakt worden. Daarbij moet uitgegaan worden van het principe van minimale rechten. Als een externe applicatie alleen lees- en schrijfrechten nodig heeft op een specifieke database, dan zijn dat ook de enige rechten die toegekend moeten worden. Schakel de rest uit zodat er geen misbruik van het account gemaakt kan worden.

Lager in hetzelfde scherm moeten de accounts van de beheerders toegevoegd worden. Zorg in ieder geval dat er één account is toegevoegd om later problemen met inloggen te voorkomen. Binnen Axians gebruiken we hiervoor een aparte Security Group. Voeg de gebruikers die SQL administrator (SG_Global_DB_Administrators) zijn toe aan de lijst.

Klik op het tabblad “Data directories” .

Op dit tabblad geef je aan waar de database files terecht moeten komen, zowel de systeemdatabases (TEMPDB, Master, Model en MSDB) als de gebruikerdatabases. Zoals eerder aangegeven is het advies om de files over meerdere logische schijven te verspreiden. In ons geval hebben de systeemdata op de D-schijf staan, de gebruikersdata op E, de logs op F en de back-ups op G. Herhalend, performance advies is om in ieder geval de TempDB schijf op SSD neer te zetten aangezien dit een boost geeft aan de performance. Andere schijven op SSD helpt uiteraard nog meer, maar als kosten een overweging zijn, dan het advies om de TempDB op SSD te zetten.

Axians 19


Het volgende tabblad geeft de informatie weer over de TempDB. Daarin worden de mappen gezet waarin TempDB mag werken en, zeer belangrijk, het aantal files, het beginformaat en de wijze waarop ze mogen groeien.

Het aantal files van TempDB moet gelijk zijn aan het aantal cores van de server. Mocht dit niet voldoende zijn, dan kun je er meer aanmaken, maar doe dat in setjes van vier stuks. Is acht files niet genoeg, ga dan naar twaalf. Is dat onvoldoende, zorg dan dat er zestien zijn enzovoort. Het formaat van de files is enigszins afhankelijk van het formaat van de disk, we adviseren om de beschikbare ruimte voor de TempDB files in één keer toe te wijzen. Daarmee hoeven de files niet te groeien maar kan SQL Server binnen de files gewoon zijn gang gaan. Hoeveel ruimte nodig is, is vooraf lastig in te schatten. Het is volledig afhankelijk van de belasting van het systeem. Om daar een beeld van te krijgen kunt u op een testomgeving een volledige load plus wat extra’s laten draaien om de gekozen configuratie te testen. Het herstarten van een testomgeving is normaal gezien minder ingrijpend dan een vastlopende productie omgeving.

Wilt u toch kiezen voor bestanden die kunnen groeien? Zorg er dan voor dat het initiële formaat deelbaar is door acht en dat de groeifactor in MB’s eveneens deelbaar is door 64. Hierover meer bij het aanmaken van een database.

Voor het logbestand is het voldoende om te zorgen dat initieel formaat en groeifactor in MB’s deelbaar zijn door 64.

Axians20


Klik op “Next”.

Controleer de installation summary en klik op “Next”.

De installatie wordt nu uitgevoerd.

Axians 21


Als de installatie klaar is klik op “Close”.

4.3 Installatie SQL Server Management Studio

Als u de setup.exe opnieuw uitvoert kunt u kiezen voor de installatie van SQL Server Management Tools. Daarmee installeert u de Management Studio.

Best practice is om de Management Studio niet op de database server te installeren maar op een aparte machine. In het ideale geval is de server waarop SQL Server geïnstalleerd is alleen een database server en verder niks. Een gebruiker die toegang moet hebben tot de database zou dat vanaf een aanwezen werkstation moeten doen, niet direct op de server zelf. De Management Studio heeft resources nodig (geheugen, disk en processor) en dat gaat ten koste van de database.

Daar waar in eerdere versies de Management Studio onderdeel uitmaakte van de installatie wordt u nu doorverwezen naar de site van Microsoft waar u de laatste versie van Management Studio kunt downloaden en installeren. Deze versies zijn compatible met eerdere versies van SQL Server, in ieder geval tot en met versie 2005. Maar leest u vooral de releasenotes door die op de site staan om zeker te zijn dat uw versie ondersteund wordt.

Axians22


U kunt ook direct de volgende link volgen:

https://docs.microsoft.com/en-us/sql/ssms/download-sql-server-management-studio-ssms

Klik op de Download link. Zodra de download voltooid is kunt u het bestand uitvoeren.

Klik op “Install”.

Klik op “Yes”.

Axians 23


Herstart de server om de installatie te af te ronden.

4.4 Configuratie van SQL Server

Nadat u bent ingelogd op de nieuw geïnstalleerde instance kan een groot aantal parameters aangepast worden die aansluiten bij uw omgeving. Om daar verder mee te gaan, gaan we naar de “properties” van de instance.

Axians24


4.4.1 GeheugenSQL server heeft geheugen nodig. Hoe meer hoe beter, maar er moet ook geheugen beschikbaar blijven voor het operating system. Zorg daarom dat er in ieder geval 4 gigabyte geheugen beschikbaar blijft voor het operating system. De rest mag toegekend worden aan SQL Server. In ons geval hebben we een server met 8 gigabyte geheugen, we passen de instelling aan naar 4096 megabyte (4 gigabyte).

4.4.2 ProcessorenOm te weten te komen hoeveel processoren er zijn gaan we naar het volgende item, “Processors”. Hierin vinden we het aantal NUMA Nodes en de onderliggende kernen terug. Afhankelijk van uw server configuratie ziet u één of meerdere nodes met daaronder processoren. Deze informatie is van belang voor de volgende stap.

In de onderstaande screenshots vindt u een aantal varianten die u tegen kunt komen:Één node, twee processorkernen:

Axians 25


Één node, vier processorkernen:

Twee nodes, meerdere processorkernen:

SQL Server werkt beter als u de default waarden aanpast bij het kopje Advanced. Met name de waarden van de Cost Threshold for Parallelism en de Max Degree of Parallelism. We beginnen met de laatste. Deze waarde stuurt de uitvoering van queries. En dan specifiek de parallellisatie van queries, oftewel over hoeveel processoren mag een query maximaal gaan. Als u één NumaNode hebt, dan kunt u de waarde overnemen van het aantal processoren, met een maximum van 8. Heeft u meerdere, dan adviseren wij om het aantal processoren te nemen wat binnen één node valt. Daarbij zit nog één aantekening. Stel u heeft twee nodes van elk zes cores, stel de max degree of parallelism dan in op waardes twee, drie of zes. Stel u gebruikt waarde vier, dan worden bij het eerste proces vier cores gebruikt. Bij een tweede proces worden twee cores gebruikt van de eerste node, en twee van de tweede node. Om de processen die over de twee nodes lopen te controleren en coördineren is extra geheugen en rekenkracht nodig wat leidt tot vertragingen.

De tweede waarde die we gaan aanpassen is de Cost Threshold for Parallelism. Deze waarde geeft aan bij welk kostbedrag van een query-onderdeel een query parallel gaat. De kosten worden intern bepaald op basis van een aantal variabelen en resulteert in een CPU belastingwaarde. Standaard wordt hier waarde 5 opgegeven, een waarde die ergens in de jaren ’90 bepaald is op een computer. Daar werd een query op afgevuurd en deze moest parallel uitgevoerd worden als de doorlooptijd meer dan 5 minuten was. Tegenwoordig zijn de processoren behoorlijk veel sterker geworden en mag de waarde dan ook verhoogd worden. Als uitgangspunt mag u nemen dat een OLTP systeem een waarde 30 mag hebben, een DWH systeem mag naar waarde 50. Dit zijn uitgangswaarden, soms moeten ze wat omhoog, soms wat naar beneden. De specialisten van Axians zijn u graag van dienst om hier verdere aanpassingen

Axians26


op te doen.

4.4.3 BeveiligingBij de installatie hebben we aangegeven dat er alleen met Windows logins gewerkt mag worden. Dat zien we ook terug bij het item “Security”. Maar daar kunnen we nog meer instellen. Belangrijkste item wat we hier aanraden is het loggen van zowel de succesvolle als de niet-succesvolle logins. Dit zorgt zeker voor meer logging maar kan helpen bij vragen wie op welk moment ingelogd was op de database.

De registratie hiervan vindt u terug in de logs van SQL Server, hieronder een voorbeeld.

Als u hierop dubbelklikt ziet u het volgende:

In het screenshot ziet u een logon actie van gebruiker mgt.reskens. Deze is succesvol geweest.

4.4.4 Behouden van toegang tot de serverHoe goed de configuatie ook is uitgevoerd, het is en blijft altijd mogelijk dat een server het niet meer goed doet. Dan kunt u vele stappen proberen uit te voeren, maar soms lukt zelfs het inloggen niet meer. Om te zorgen dat er toch nog een deur openstaat om naar binnen te komen kunt u de zogeheten Dedicated Admin Connection openzetten. Deze DAC opent u als volgt:Rechtermuisknop op de naam van de instance, kies dan Facets uit het menu:

Axians 27


In het vervolgscherm kies u voor Surface Area Configuration. Daar ziet u in de lijst de optie “RemoteDacEnabled” staan. Zet deze op ‘True’.

Klik daarna op OK.Om deze connectie te testen doet u het volgende. Start SQL Server Management Studio maar log niet in; klik het inlogscherm weg. Als u de DAC echt nodig hebt kunt u waarschijnlijk ook niet meer inloggen op de database.Klik op New Query:

Voor de naam van de Server\instance typt u ADMIN:

Maak nu gebruik van een account dat SysAdmin rechten heeft op SQL Server. Dat kan een Windows AD account zijn, maar ook een SQL Server account.

U krijgt na het succesvol inloggen een queryscherm. Het scherm links, de object explorer blijft leeg. Vanaf dit punt kunt u wel queries gaan uitvoeren om controles uit te voeren op de staat van de databases, hangende processen afbreken en andere werkzaamheden uitvoeren om problemen op te lossen.

4.4.5 MailStel databasemail in om een waarschuwing te krijgen als er problemen optreden. Volg de volgende link om dit in te stellen:https://docs.microsoft.com/en-us/sql/relational-databases/database-mail/configure-database-mail?view=sql-server-2017

Axians28


Denk bij het testen van de mail aan spamfilters voor in- en uitgaande mails, die er voor kunnen zorgen dat mails niet afgeleverd worden. Verder moet .NET 3.5 geïnstalleerd zijn op de server om de mailapplicatie binnen SQL Server te kunnen laten werken. De exacte instellingen om contact te maken met de mailserver kunt u bij uw systeembeheerder opvragen.

4.4.6 Stel alerts inOm gebruik te maken van alerts heeft u eerst een operator nodig.

Als u een operator heeft aangemaakt moet u de databasemail configureren in de SQL Server Agent eigenschappen:

Ga naar Alert System en selecteer het aangemaakte mailprofiel:

Nu moet er nog een serie alerts aangemaakt worden waarop gecontroleerd wordt. We raden de volgende set aan:

Deze foutnummers hebben te maken met het niet meer kunnen lezen op disk door het OS (823), door SQL Server (824) en het niet meer kunnen lezen vanuit het geheugen (825).

Axians 29


De foutniveaus die hierboven staan weergegeven hebben de volgende toelichting:

Door deze alerts te koppelen aan de operator en daarmee aan de databasemail krijgt de operator een mail als deze fouten optreden. Op deze manier bent u snel geïnformeerd als er grote problemen ontstaan.Om de instellingen te testen kunt u vanuit de databasemail een testmail versturen:

Ook kunt u de verschillende fouten testen met, als voorbeeld voor foutniveau 18, het volgende script:

In uw mail zou u dan het volgende moeten ontvangen:

Axians30


5 Nieuwe databasesEen onderdeel van het DBA werk is het aanmaken van nieuwe databases. Elke keer opnieuw instellen wat de eigenschappen zijn van de database is een methode die kan leiden tot fouten. Daarom raden we aan om de gewenste basiseigenschappen vast te leggen in de model database.

Deze database wordt als startpunt genomen bij het uitrollen van nieuwe databases. Helaas kan (nog) niet alles aangepast worden, zoals het aantal files en de filegroups. Maar het initiële bestandsformaat en de groeifactoren kunnen wel ingesteld worden, net als de mappen waarin de bestanden geplaatst moeten worden. Zorg ervoor dat de Autogrowth een waarde is die deelbaar is door 64. Dit heeft als reden dat SQL Server 2016 werkt met zogeheten uniforme extents. Dat zijn verzamelingen van datapages, het laagste niveau waarop de data fysiek opgeslagen wordt. Één extent bestaat uit 8 datapages, 1 datapage is 8kb groot. Door te zorgen dat uw database een groeifactor heeft die deelbaar is door 64 zorgt u ervoor dat de extents altijd intact blijven waardoor de performance daardoor niet gehinderd wordt.

In dit geval is gekozen voor een uitgangswaarde van 1 GB en een groei van 2 GB. Dit zou gebaseerd kunnen zijn op de maandelijkse groei aan data. Op deze manier wordt gezorgd dat de database eens per maand groeit en de rest van de maand alleen maar bezig is met het vullen van de beschikbare ruimte. Daarbij moet uiteraard wel monitoring zijn op de disken. Zodra deze onder de drempelwaarde vallen van, in ons geval 4 GB, dan moet er ruimte bij komen om problemen te voorkomen. Als een disk vol is of onvoldoende ruimte heeft, dan kunnen de databasefiles niet meer groeien en zal deze stoppen met werken.

Zorg ervoor dat bij de options Auto Shrink op ‘False’ staat en Auto Update Statistics op ‘True’.

Dit is een vorm van preventie tegen performance verlies. Bij de shrink van een database raakt de data extreem gefragmenteerd. Zonder het updaten van statistieken weet de database niet meer welke data er in de tabellen zit en kunnen er onjuiste plannen opgesteld worden om de data op te halen. Allemaal factoren die tegenwerken bij het snel ophalen of wegschrijven van data.

Axians 31


6 OnderhoudUw database valt en staat met onderhoud. Dat hoeft niet allemaal handmatig, een groot deel kunt u automatiseren.

We adviseren om in ieder geval de volgende taken in te stellen.�� Back-ups. Bepaal op basis van de RTO en RPO welke back-up strategie passend is. Vergeet hierbij

de systeemdatabases niet!�� DBCC CheckDB procedure. Voer deze minimaal elke week uit, bijvoorbeeld op zaterdagavond.

Combineer dit niet met andere onderhoudsprocessen om issues te voorkomen. Vergeet hierbij de systeemdatabases niet!�� Verversen van de statistieken. Bij voorkeur dagelijks uitvoeren nadat eventuele ETL processen

gelopen hebben. In het weekend met een zogeheten full scan, door de week via een steekproef.�� Onderhoud van de indexen. Dit maandelijks uitvoeren zou voldoende moeten zijn, zeker als de

statistieken goed bijgehouden worden. Mochten er toch grote performanceproblemen optreden dan kan de frequentie opgevoerd worden.

Axians32


7 Tot slotIn deze whitepaper hebben we een overzicht gegeven van de best practices rondom de installatie van SQL Server in uw eigen omgeving. Een trend die zichtbaar is, is om meer cloud-based te gaan werken. Niet alleen Amazon (S3) en Microsoft (Azure) maar ook Axians bieden services aan om uw database online aan te bieden.

Om de kosten hiervoor te bepalen kunt u gebruik maken van online calculators:https://azure.microsoft.com/en-us/pricing/calculator/http://calculator.s3.amazonaws.com/index.html

Wilt u tarieven die zijn toegespitst op uw specifieke situatie? Neem dan contact op met Axians.Ook als u naar aanleiding van dit document vragen of opmerkingen heeft kunt u altijd contact met ons opnemen via telefoonnummer 088 – 597 55 00 of via e-mailadres [email protected]. We helpen u graag.

Axians 33


8 Installatie checklist8.1 Server

Uitgevoerd Installatie item Opmerking

Server naam

Server IP adres

Opleverdatum

Back-up frequentie

Format block size 64kb

Grootte C-schijf

Grootte D-schijf

Grootte E-schijf

Grootte F-schijf

Grootte H-schijf

Beschikbaar geheugen

Beschikbare processoren

Aantal Numa nodes

Gekoppeld aan welk SAN

Windows Versie

Windows uitvoering

Windows Servicepack

Axians34


8.2 SQL ServerUitgevoerd Installatie item Opmerking

SQL Server versie

SQL Server Editie

SQL Server Service Pack of CU

Automatische updates

SSRS geïnstalleerd

SSIS geïnstalleerd

SSAS geïnstalleerd

Data Client geïnstalleerd

R Server geïnstalleerd

Client tools geïnstalleerd

Instance naam

Perform Volume Maintenance

SQL Server Account naam

SQL Server Agent Account naam

SQL Server Browser Account naam

SQL Server Reporting Services Account naam

SQL Server Integration Services Account naam

SQL Server Analyses Services Account naam

Authenticatie mode

SQL Server Root directory

User Database Directory

User Log Directory

Back-up Directory

Aantal TempDB Files

Initieel formaat files

Autogrowth setting

TempDB Data Direcotry

TempDB log file formaat

TempDB autogrowth setting

TempDB log file directory

Filestream enabled

Filestream directory

Versie Management Studio

Toegewezen geheugen aan SQL Server

Aantal processoren

Aantal Numa Nodes

Max degree of Parallellism

Cost Threshold for Parallellism

Login Auditing niveau

Dedicated Admin Connection geactiveerd

Axians 35


Uitgevoerd Installatie item Opmerking

Database mail geactiveerd

Operators ingesteld

Foutcodes waarvoor mails verstuurd worden

Model database aangepast

Back-up strategie

DBCC CheckDB geplanned

Bijwerken statistieken geplanned

Bijwerken indexen geplanned

DisclaimerHoewel bij de totstandkoming van deze handleiding de grootst mogelijke zorgvuldigheid is betracht, bestaat de mogelijkheid dat sommige informatie na verloop van tijd verouderd of niet meer juist is. Axians kan geen aansprakelijkheid aanvaarden voor de gevolgen van activiteiten die worden ondernomen op basis van informatie uit deze handleiding.

Axians36


INSTALLATIESQL SERVER

Tel: +31 (0)88 597 55 00 - www.axians.nl

Documents

INSTALLATIE SQL SERVER - Axians · 4 SQL Server 2016 installatiehandleiding 12 4.1 Pre installatie controles 12 4.2 SQL Server Installatie 12 4.3 Installatie SQL Server Management