Embed Size (px)
Citation preview
werkboek taal BISBN 978 90 345 6845 8
5141219 789034 568458
514121_OM.indd 100-101514121_OM.indd 100-101 29-4-11 14:4129-4-11 14:41
thema 6
22
1 Verkennena Luister naar Anne. Ze vertelt over haar droom.
Welke gevoelens hoor je?a Eerst onrustig, dan verbaasd en daarna heel blij.a Eerst bang, dan blij en daarna boos.a Eerst blij, dan boos en daarna heel blij.
b Luister nog eens naar de droom.Let goed op de inleiding, de kern en het slot.Hoor je het? Zet dan een kruisje.
a De inleiding Over wie gaat de droom? Waar is het?
a De kern Wat gebeurt er? Wat voelt Anne daarbij?
a Het slot Hoe loopt het af? Hoe werd Anne wakker?
2 Voorbereidena Bedenk over wat voor
droom je wilt vertellen.Mijn droom gaat over:
b a Ik vul de praathulp niet in. Tip: kijk er wel goed naar!a Ik vul de praathulp wel in.
3 Spreken en luisterenVertel om de beurt je droom.
4 NapratenVul de luisterhulp in.
les 3
week 1
de nachtmerrieEen heel nare, enge droom.
p wel in.
room.
spreken en luisteren
Dit ga je lerenJe leert hoe je een gesprek over een droom voert. Je leert gevoelens te herkennen.
Dit moet je wetenJe vertelt wat je gedroomd hebt.Je vertelt over je gevoelens bij de droom.
514121_T6_V4.indd 22514121_T6_V4.indd 22 01-05-12 09:1401-05-12 09:14
luisterhulp
praathulppidee!
23
De inleidingOver wie gaat het? Waar is het? Wie zijn er nog meer bij?
De kernWat gebeurt er allemaal? Wat voel je daarbij?
Het slotHoe loopt het af? Hoe werd je wakker?
Wat vond je van de droom van jouw buur?
a spannend a saai a
Welke gevoelens heb je herkend in de droom?
Heeft je buur jou goed aangekeken?a ja a nee
Heeft je buur het verhaal serieus verteld?a ja a nee
een spannende droom
een nachtmerrie
een leuke droom
Hoe is je droom geworden?
a grappig
a spannend
a
514121_T6_V4.indd 23514121_T6_V4.indd 23 2-9-11 9:192-9-11 9:19
thema 6
28
1 VerkennenDenk terug aan het verhaal Speurtocht uit het taalboek.
a Welke zin hoort bij de inleiding, de kern en het slot?Trek een lijn.
inleiding Ben is bang voor giftige slangen.
kern Mo zegt dat Ben de slang heeft weggejaagd.
slot Ben en Mo doen een speurtocht in het bos.
b Teken een symbool uit het verhaal.
2 Voorbereidena Ik ga een fantasieverhaal schrijven over:
b a Ik vul de schrijfhulp niet in. Tip: kijk er wel goed naar!a Ik vul de schrijfhulp wel in.
3 Schrijven• Pak je schrijfblad. Schrijf je naam en de datum op.• Schrijf nu het fantasieverhaal.
Tip: sla een regel over na elke alinea.Bedenk een goede titel. Zet die boven het verhaal.
4 NakijkenLees je verhaal na.Gebruik de nakijkhulp.
5 PresenterenLees je verhaal voor aan je buur.
les 8
week 2
het fantasieverhaalEen verhaal dat niet echt gebeurd is.
8
schrijven
Dit ga je lerenJe leert hoe je een fantasieverhaal schrijft.
Dit moet je wetenBij een fantasieverhaal mag je veel verzinnen.Bijvoorbeeld dingen die niet waar of echt zijn.
514121_T6_V4.indd 28514121_T6_V4.indd 28 2-9-11 9:202-9-11 9:20
schrijfhulp
nakijkhulp n
29
De titel
Tip: bedenk de titel pas op het eind. Dan weet je waar je verhaal over gaat.
De inleidingOver wie gaat het? Waar is het?
De kernWat gebeurt er allemaal?
Het slotHoe loopt het af?
ja neeHeeft je verhaal een titel? a a
Heb je een regel overgeslagen na de inleiding en de kern? a a
Heb je een mooi slot bedacht? a a
idee!
Hoe vond je het om een
fantasieverhaal te bedenken?
a Moeilijk, ik kon niets bedenken.
a Ik vond het niet moeilijk,
want ik heb veel fantasie.
Mijn reis naar de maan.
Op een nacht werd ik wakker
en naast mijn bed stond …
Verdwaald in het bos.
De dag dat ik onzichtbaar was.
514121_T6_V4.indd 29514121_T6_V4.indd 29 2-9-11 9:202-9-11 9:20
thema 6
34
1 Verkennena Lees de brief van Arzu aan Kim.
Vul in. Kies uit Kim of Arzu.
De afzender is .
De ontvanger is .
b Pak je kleurpotloden.Zet een rode kring om de inleiding.Zet een gele kring om de kern.Zet een blauwe kring om het slot.
2 Voorbereidena Je gaat een brief schrijven aan je buur.
Waar ga jij over schrijven?
b a Ik vul de schrijfhulp niet in.a Ik vul de schrijfhulp wel in.
3 Schrijven• Pak je schrijfblad. Schrijf je naam en de datum op.• Schrijf nu de brief.Tip: schrijf met potlood en sla na elke alinea een regel over.
Klaar?Gum een paar woorden uit.Maak daar pictogrammen van.
4 NakijkenLees je brief na.Gebruik de nakijkhulp.
5 Presenteren• Geef elkaar de brief.• Lees de brief om de beurt zachtjes voor.• Je mag elkaar helpen met de pictogrammen.
les 13
week 3
de afzenderDe persoon die de brief schrijft.
de ontvangerDe persoon die de brief krijgt.
Ha Kim,
Ik moet je wat vertellen!
Ik heb heel erg gehad met die jongen van de hoek.Hij heeft mij een stomp op mijngegeven.Hij duwde mij in de .Nu zit er een scheur in mijn
..
Toen kwam er een lieve mijnjjjjjjjjjjjjjj
.Zij pakte die jongen bij zijn en bracht hem naar
jjjjjjjjjjjjjj.
Wat was ikhem nn
! Maar ik was ook wel .
Zie ik je morgen nog?
Groetjes, Arzu
schrijven
Dit ga je lerenJe leert hoe je een persoonlijke brief aan een vriend of vriendin schrijft.
Dit moet je wetenIn een brief kun je behalve woorden ook tekens gebruiken.Bijvoorbeeld een pictogram of een symbool.
514121_T6_V4.indd 34514121_T6_V4.indd 34 01-05-12 09:1401-05-12 09:14
nakijkhulp
schrijfhulp
35
De inleidingAan wie schrijf je? Bedenk een goede eerste zin.
Hoi/Ha/Hallo/Beste
De kernWat wil je vertellen? Schrijf vier regels of meer.
Het slotSlotzin, groet en je eigen naam.
ja neeStaan er pictogrammen in de brief? a a
Staat erboven wie de ontvanger is? a a
Staat eronder wie de afzender is? a a
idee!
Je bent ergens blij (of boos, of
verdrietig) over.
Je bent ergens bang voor.
Je was in de dierentuin (of
speeltuin, of bioscoop).
Je huisdier heeft iets ergs gedaan.
Je vertelt over je verjaardag.
of ff bibbbbbbbbbbbbbbbbbbbbbbbbbbbbbbbbbbbbbbbbbbbbbbbbbbbbbbb oscoop).n, eltuin
er.
s
j d
r. voor
Aan wie heb jij wel eens
een brief geschreven?
Van wie heb jij wel eens
een brief ontvangen?
514121_T6_V4.indd 35514121_T6_V4.indd 35 01-05-12 09:1401-05-12 09:14
werkboek taal BISBN 978 90 345 6845 8
5141219 789034 568458
514121_OM.indd 100-101514121_OM.indd 100-101 29-4-11 14:4129-4-11 14:41
