48
ALGEMEEN ONDERWIJSBELEID JAARRAPPORT 2013

Jaarrapport 2013

Embed Size (px)

DESCRIPTION

 

Citation preview

Page 1: Jaarrapport 2013

ALGEMEEN ONDERWIJSBELEID JAARRAPPORT 2013

Page 2: Jaarrapport 2013

VOORWOORDUiteindelijk werd 2013 een jaar van afronden en afscheid nemen. Vooral op het gebied van personeel hebben we dit gevoeld. Van Johan Huybrechts en Jean Van de Kerckhoven – allebei expert op hun domein- moesten we voorgoed afscheid nemen. Zij overleden totaal onverwacht. Martine De Borger slaagde er niet in om haar ziekte te overwinnen en terug aan de slag te gaan. Zij ging uit dienst bij de stad.En natuurlijk waren er collega’s die elders uitdagingen aangingen. Al deze competente mensen vervangen in tijden van optimalisaties was een hele klus. Toch zijn we er, ondanks deze tegenslagen, in geslaagd om onze opdracht uit te voeren. De details leest u in dit jaarrapport.

Ook op organisatieniveau was 2013 een jaar van deuren sluiten. Maar zoals steeds betekende dit dat er zich ook nieuwe deuren openden. Vzw Baobab kende zijn laatste actieve werkingsjaar. De Baobab-medewerkers kregen per 1 januari 2014 een contract bij de stad en zetten op die manier hun werk verder. De bestuursopdrachten van de vzw werden overgeheveld naar de Onderwijsraad.

Op inhoudelijk vlak finaliseerde het algemeen onderwijsbeleid de doelstellingen uit het vorige bestuursakkoord. Tegelijk startten we met de operationalisering van het nieuwe bestuursakkoord.

Het algemeen onderwijsbeleid bepaalde samen met het lokaal overlegplatform en de Antwerpse Onderwijsraad wat ze wil realiseren tijdens deze legislatuur. Er werden nieuwe doelstellingen benoemd, actieplannen en acties opgesteld. De operationele plannen geven schematisch weer hoe een doelstelling gerealiseerd wordt.

Lokaal onderwijsbeleid blijft een noodzaak voor een centrumstad als Antwerpen. Door met schoolbesturen, leerkrachten, begeleidingsdiensten, lerarenopleidingen maar ook met andere betrokkenen als VDAB, de jeugddienst en nog vele anderen samen te werken én dit gestaag vol te houden, kunnen we pas verandering te weeg brengen.

Samenwerking en netwerking heeft resultaat. We zien dit op het niveau van systemen en structuren: bij de toepassing van het aanmeldingssysteem of bij de zoektocht naar capaciteitsuitbreiding bijvoorbeeld. Maar we zien dit ook op het niveau van de scholen: bijvoorbeeld bij de spijbelaanpak of bij de opmaak van een schoolspecifiek STAM-beleid.

En gelukkig zien we af en toe al een kentering in de cijfers. Zo zagen we dat er het afgelopen jaar 20% minder Antwerpse kleuters leerplichtig waren. Scholen kiezen duidelijk voor een andere aanpak dan voor het zogenaamde herkleuteren. Net zoals we zien dat het aantal –18 jarige spijbelaars daalt. Als deze trends zich doorzetten, mogen we voorzichtig hopen op een daling van het aantal ongekwalificeerde schoolverlaters.

Dit jaarrapport geeft zicht op de acties en de medewerkers achter deze resultaten en legt hiaten bloot. Verder geeft het voor de laatste keer een beeld van de besteding van de middelen van vzw Baobab .

Emmy ProostDirecteur Onderwijs stad Antwerpen

Page 3: Jaarrapport 2013

3Inhoudstafel

INhOuDSTAfEL

Algemene tendensen en ontwikkelingen 4

Onderwijsraad Antwerpen 7

Capaciteit 10

Aanmelden voor het basisonderwijs 12

Lerarentekort 14

Onderwijsvernieuwing in het kader van Samen tot aan de meet 17

Brede leer- en leefomgeving 25

Schooluitstappen 34

Buitenschoolse kinderopvang 37

Uitval- en spijbelpreventie 39

Veilige schoolomgeving 42

Bijlage I Jaarrekening 2013

Bijlage II Personeelsoverzicht 2013

Page 4: Jaarrapport 2013

4 Algemene tendensen en ontwikkelingen

ALGEMENE TENDENSEN EN ONTWIkkELINGEN

Page 5: Jaarrapport 2013

5Algemene tendensen en ontwikkelingen

In 2013 werd door het Steunpunt Studie- en Schoolloopbanen de ongekwalificeerde schooluitval in Vlaanderen in kaart gebracht. Voor het eerst werd het mogelijk om inzicht te krijgen in de regionale spreiding van dit fenomeen. Met 28% ongekwalificeerde uitstroom uit het onderwijs is stad Antwerpen de trieste koploper van de Vlaamse steden en gemeenten. Het Vlaamse gemiddelde ligt, net zoals het Europese gemiddelde, op 14%. De studie vermeldt verder ook de volgende veralgemeende kenmerken: vroegtijdig schoolverlaten komt eerder bij jongens voor dan bij meisjes, eerder bij anderstaligen dan bij Nederlandstaligen (moedertaal), eerder bij kinderen van een laagopgeleide moeder dan bij een hoogopgeleide, en is voornamelijk een stedelijk fenomeen. De EU2020 stelt een verlaging van het aantal vroegtijdige schoolverlaters tot onder de 10% voorop. Vlaanderen is met Pact 2020 nog ambitieuzer en stelt het halveren van het percentage vroegtijdig schoolverlaters voorop.

Ook Antwerpen blijft in deze legislatuur inzetten op preventie, interventie en onderwijsvernieuwing om zoveel mogelijk jongeren te helpen een kwalificatie te behalen die hen toegang geeft tot het hoger onderwijs en/of de arbeidsmarkt en om hen zoveel mogelijk kansen te geven om hun talenten te ontwikkelen. Dit doet het algemeen onderwijsbeleid voornamelijk door beleid te voeren samen met, en ondersteuning te bieden aan, de onderwijsprofessionals die in de stad actief zijn.

Het feit dat in Antwerpen veel leerlingen met een kwetsbare sociale achtergrond op de schoolbanken zitten, maakt de Antwerpse schoolpopulatie vatbaarder voor de negatieve gevolgen van het watervaleffect. Mislukking, demotivatie en een negatieve studiekeuze zijn maar enkele van de effecten die zichtbaar worden in de cijfers over meervuldig zittenblijven of spijbelen, die bv. veel meer voorkomen in DBSO en BSO dan in de andere richtingen. Ook bepaalde buurten zijn erg gevoelig voor het zittenblijven: in Antwerpen-Noord, Borgerhout, het Kiel en in mindere mate ook Deurne-Noord heeft meer dan 40% van de leerlingen in het lager onderwijs al een jaar vertraging opgelopen, en is 60% van de leerlingen al één of meerdere keren blijven zitten.

Het percentage zittenblijvers, zowel voor basis- als voor secundair onderwijs, is in Antwerpen bijna dubbel zo hoog als het Vlaamse gemiddelde. Uit de analyses van het spijbelrapport blijkt ook een verband tussen het zittenblijven en het spijbelgedrag.Spijbelgedrag komt vaker voor bij de groep die blijven zitten is, dan bij de groep die niet schools vertraagd is.

Goed nieuws is dan weer dat het aantal leerplichtige kleuters dat start met een schoolse vertraging, met 20% gedaald is in 2013. De oorzaak hiervan is niet onderzocht, maar het algemeen onderwijsbeleid levert met de werking rond Samen tot aan de meet al enkele jaren inspanningen om scholen te ondersteunen in het uitwerken van duurzame initiatieven in het kader van onderwijsvernieuwing als alternatief voor het zittenblijven. In 2013 verscheen de derde en tegelijk laatste publicatie van Samen tot aan de meet, een inspiratieboek voor het secundair onderwijs.

IN DE MARGE: Over de doorstroom van Antwerpse leerlingen naar het hoger onderwijs of naar de arbeidsmarkt, hebben we nauwelijks gegevens. Nochtans is het als stad zeer belangrijk om zicht te krijgen op deze leerloopbanen en waartoe ze leiden, om de juiste beleidsbeslissingen te nemen. Sinds 2010 werkt algemeen onderwijsbeleid samen met de onderwijsraad en betrokkenen uit de verschillende onderwijsnetten om deze en andere kennisgedreven beleidsvragen aan te pakken.

Door hun sociaal-economische achtergrond beginnen veel Antwerpse leerlingen met een nadelige startpositie aan hun schoolloopbaan. Deze kwetsbaarheid kan uitgedrukt worden in de kansarmoede-index. Deze is in Antwerpen dubbel zo hoog als het Vlaamse gemiddelde. Ook op de individuele indicatoren scoort de Antwerpse leerlingenpopulatie erg hoog. De cijfers voor het kleuteronderwijs zijn het meest sprekend:

» In 2010-2011 had 42% van de Antwerpse kleuters een andere thuistaal dan het Nederlands. Intussen is dit tot boven de 50% gestegen.

» 43% had een moeder die ten hoogste het lager secundair had afgerond

» 80% woonde in een buurt met een hoge mate aan schoolse vertraging

» 38% van de leerlingen had recht op een schooltoelage en heeft deze aangevraagd

Antwerpen VlAAnderen

MINIMUM 1 JAAr SCHOOLS VErTrAAGD NA BASISONDErWIJS

26,8% 15,5%

Bron: Vlaanderen. Leerlinggegevens van 2011-2012

Alle scholen werken samen met de stad opdat kinderen, tieners en jongeren de kans krijgen

en grijpen om competenties te ontwikkelen en kwalificaties te behalen die leiden tot

brede persoonsvorming en toegang tot hoger onderwijs en/of de arbeidsmarkt

Page 6: Jaarrapport 2013

6 Algemene tendensen en ontwikkelingen

De startpositie van de leerlingen in Antwerpen is, op basis van hun achtergrondkenmerken, nadeliger dan elders. Maar we mogen niet vergeten dat een stad als Antwerpen ook veel meer mogelijkheden heeft dan een gemiddelde gemeente om als hefboom te dienen voor sociale emancipatie. Goed onderwijs is één van de instrumenten die kan ingezet worden om de volgende generatie een betere toekomst te bieden.

Het feit dat meer dan 50% van de kleuters een andere moedertaal heeft, betekent niet dat ze geen Nederlands kunnen. Net zoals de herkomstnationaliteiten erg divers zijn, zijn ook de migratievormen erg verscheiden: sommige mensen zijn de vierde generatie migranten, anderen zijn nieuwkomers. Sommigen zijn gekomen om hier te blijven, anderen zijn op doortocht. Sommige gezinnen bestaan uit een autochtone ouder en een allochtone. Enzovoort.

Voor een stad is het belangrijk om sterk te investeren in wat men ‘het sociaal kapitaal’ van haar inwoners noemt. Onderwijs is de hefboom bij uitstek tot emancipatie. Hoe dit in het onderwijs van de laatste decennia al dan niet tot uiting kwam, werd in 2013 door het algemeen onderwijsbeleid vastgelegd in een documentaire naar aanleiding van 50 jaar Marokkaanse migratie. Het algemeen onderwijsbeleid engageert zich om in te zetten op de ontwikkeling van álle Antwerpse leerlingen, ongeacht welke achtergrond of leerloopbaan zij hebben. De leerlingen die momenteel op de schoolbanken zitten, zijn immers de mensen die morgen de stad mee opbouwen. Daarom is het belangrijk om iedereen kansen te bieden tot brede persoonsontplooiing, door de talenten en competenties die ze bezitten, sterker te waarderen, ook als deze niet wiskunde of Latijn zouden zijn. En waar méér dan in een stad vind je een biotoop waar op wandel- of tramafstand van de school verschillende fietsklassen, bibliotheken, musea, sportcentra, theaters, academies, een haven en andere actoren te vinden zijn? Een kind dat in de klas niet uitblinkt in rekenen of taal, kan misschien wel schitteren in sport. Een museumbezoek of een andere culturele activiteit kan uitgelezen kansen bieden

om de kennis van het Nederlands te versterken. Onderzoek wijst uit dat het betrekken van ouders bij de schoolloopbaan van hun kinderen een positieve impact heeft op de leerprestaties, en bijgevolg in de strijd tegen de voortijdige schooluitval. Daarom ondertekende de schepen voor Onderwijs C. Marinower in 2013 ‘The Statement of Prevent’ binnen het kader van het Europees UrBACT-project PrEVENT, en werden tientallen ouders bevraagd in een studie naar een ‘oudervriendelijke school’. In het KAAPproject worden ouders bij het schoolleven betrokken via taalverwerving. De brede visie op onderwijs wint aan impact doordat de werking van het onderwijsbeleid in 2013 werd ondergebracht in de bedrijfseenheid Cultuur, Sport, Jeugd en (nu dus ook) Onderwijs. De nieuw opgestarte scholen in Antwerpen zijn een opportuniteit om deze kansen van/in de stad te implementeren in het schoolleven.

Het totaal aantal inwoners van de stad is op 13 jaar gestegen van iets meer dan 450.000 naar 512.000 inwoners. Dat zijn evenveel inwoners als in een stad als Oostende die erbij gekomen zijn. Intussen is Antwerpen ook naar de wereldwijde top drie gestegen wat betreft het aantal verschillende herkomstnationaliteiten van de inwoners. Met 172 nationaliteiten vergezelt het New York en Amsterdam als meest superdiverse steden.

Binnen die groei van de stad zien we een sterke vergroening: De bevolkingstoename is sterk op te merken in de scholen en het sterkst bij de jongste leerlingen: In 2006-07 zaten er 20.000 kleuters in het onderwijs in de stad, 5 jaar later waren dat er meer dan 24.000. Het aantal vestigingen basisonderwijs is gestegen tot 245. In 2010 heeft de stad voor het eerst de tekorten aan plaatsen in de basisschool in kaart kunnen brengen, naar aanleiding van de organisatie van het eerste centraal aanmeldregister. Sindsdien zijn jaarlijks enkele duizenden plekken bij gecreëerd in die buurten waar het tekort het grootst is. (Basisonderwijs is immers per definitie buurtonderwijs.)

Samen met de fysieke uitbreiding waren er ook meer leerkrachten nodig. Tegen 2020 heeft het Antwerps basisonderwijs nood aan bijna 3500 leerkrachten.

Om de beschikbare plaatsen eerlijk en transparant te verdelen hanteert Antwerpen een centraal aanmeldingsregister voor het basisonderwijs. In mei 2012 stemde het Vlaamse parlement enkele amendementen op het decreet Basisonderwijs die er voor zorgden dat het verplicht is om een Centraal Aanmeldingsregister te organiseren en dat scholen een inschrijfregister aanleggen op basis van 2 contingenten.

Page 7: Jaarrapport 2013

ONDERWIJSRAAD ANTWERPENDe Onderwijsraad Antwerpen (ORA) is het officiële overleg- en adviesorgaan voor onderwijs in de stad. Sleutelbegrippen zijn dialoog, consensus en vrijwillige deelname van alle partners. In de raad zetelen vertegenwoordigers van het onderwijs, ouderkoepels, vakbonden, OCMW Antwerpen, leerlingen… Het overleg in een vast bureau, plenaire raad, commissies en werkgroepen verbetert de samenwerking en lost problemen op.

Page 8: Jaarrapport 2013

8 onderwijsraad antwerpen

De OrA is een onmisbare schakel in het Antwerpse onderwijs. Het is dé plaats waar de Antwerpse onderwijswereld overlegt over gezamenlijke acties. De OrA coördineert en steunt netoverschrijdende projecten en beleidsvoorbereidend onderzoek. Het uitgangspunt voor deze samenwerking is dat alle scholen in Antwerpen voor gelijkaardige uitdagingen staan, ongeacht hun onderwijsnet. Door deze uitdagingen samen aan te gaan, kunnen scholen sneller en beter inspelen op de maatschappelijke evoluties in een grootstad

SAMENWERkINGEN

Vorig jaar werd samengewerkt met de dienst cultuur en sport naar aanleiding van wijzigingen in het sportretributieregelement. In 2013 was er eveneens overleg tussen scholen en de sportdienst over de invulling van de zwembaduren: het doel is om zwemwater zo goed mogelijk te benutten. Ook in de toekomst wordt verdere structurele samenwerking gepland.

VDAB stelde het WIJ-project voor. Dit is een project voor ongekwalificeerde schoolverlaters voor wie de afstand tot de arbeidsmarkt te groot is om vlot via bestaande acties in het normaal economisch circuit terecht te kunnen en die niet kampen met een problematiek waarvoor een gespecialiseerde begeleidingsmethodiek is aangewezen. Doelstelling van WIJ is dat jongeren uitstromen naar beter werk of beter technisch/praktisch gekwalificeerd zijn om op de arbeidsmarkt te komen. 600 jongeren in Antwerpen kunnen in dit traject stappen: 6 maanden individuele begeleiding, werken met een technisch pedagogisch rapport, 3 verschillende organisaties die dit opnemen (VDAB leidt de jongeren naar deze organisaties toe)

Dienst Samen Leven, diversiteitsmanagement lichtte het armoedeplan toe en zocht naar partners om dit plan in acties om te zetten. Onderwijs is één van die partners. 1/10 kinderen in België leeft onder de armoedegrens. Armoede heeft te maken met uitsluiting over verschillende gebieden van je individueel en collectief leven. Kinderarmoede bestrijden is prioritair.

Focus op:

» Verhogen van kleuterparticipatie vanaf 2,5 jaar » Ongekwalificeerde uitstroom (overgangen in

onderwijs, communicatie met ouders, actieve spijbelaanpak)

» Jeugdwerkloosheid

OCMW stelde een project voor waarbij AGSO en OCMW samenwerkten aan een oplossing voor onbetaalde schoolrekeningen.

De maximumfactuur dekt immers niet alle onderwijskosten: middagpauze, voor- en naschoolse opvang, studie,…

Maatschappelijk werkers konden de onbetaalde schoolrekening als ‘toegangsticket’ gebruiken om contact te leggen met gezinnen met financiële problemen en gingen op zoek naar de achterliggende sociale problemen. Men tracht niet enkel de onbetaalde rekening te betalen maar te zoeken naar een lange termijn oplossing. OCMW kan tussenkomen op vlak van sociale zekerheid (papieren in orde brengen), studietoelage, huisvesting, sociaal-culturele activatie, relatie ouders-school. OCMW wil hierop inzetten om dergelijke projecten uit te werken in alle onderwijsnetten.

DE ONDERWIJSRAAD IN cIJfERS

Op de vergaderingen van het vast bureau waren steeds alle netten aanwezig.

AANTAL VErGADErINGEN VAST BUrEAU

10

AANTAL VErGADErINGEN PLENAIrE rAAD

3

AANWEZIGHEIDSGrAAD STEMGErECHTIGDEN PLENAIrE rAAD:

53%

Page 9: Jaarrapport 2013

9Onderwijsraad antwerpen

PARTIcIPATIE

De voorgaande jaren werd duidelijk dat participatie van één of twee leerlingen aan de plenaire onderwijsraad niet zinvol was gezien de techniciteit van de besproken onderwerpen. Toch willen we de leerlingen een stem geven in de OrA. Op 5 februari 2013 ontmoette de OrA de Antwerpse leerlingenraad, ondersteund door de Vlaamse Scholierenkoepel.

Aan de hand van gesprekstafels kon een wederzijdse kennismaking plaats hebben. In de toekomst zullen we individuele leerlingen niet langer betrekken in de plenaire raad. We willen door reflectie bij elk agendapunt nagaan of dit punt bij de leerlingenraad moet bevraagd worden. VSK zal specifieke vragen van de OrA aan leerlingen laten beantwoorden door de Antwerpse leerlingenraad.

Zowel LOP (Lokaal Overlegplatform) secundair onderwijs als LOP basisonderwijs neemt als waarnemer deel aan de vergaderingen van het vast bureau. Hierdoor versterkt de wisselwerking OrA – LOP en kunnen we het beleid van beide organen beter laten samensporen.

In het kader van het decreet flankerend onderwijsbeleid en omdat we inspraak van de partners belangrijk vinden werd de ‘Denkdag bestuursakkoord’ georganiseerd. Deze denkdag op 27 maart 2013 verving de plenaire vergadering OrA van 28 maart 2013. Er waren 73 personen aanwezig

Bedoeling van deze denkdag was:

» doelstellingen herformuleren en/of aanpassen » feedback vergaren » doelstellingen bestuursakkoord aftoetsen

(bestuursakkoord als werkinstrument gebruiken, erna met de doelstellingen verder werken)

» verspreiding strategische doelstelling en nagestreefde en operationele doelstellingen

Er waren 3 thema’s tijdens de denkdag:

» Krachtige leer- en leefomgeving, “uitdagend onderwijs voor iedereen”

» Leerloopbanen (STAM) “onderwijs, met erkenning van de bereikte competenties”

» Onderwijskwaliteit “kwaliteitsvol onderwijs”

AOB bereidde van januari tot maart 2013 de strategische doelstelling van het onderwijsplan voor. Op de denkdag kregen we de mening van de partners uit de Onderwijsraad en het LOP. De Vlaamse Scholierenkoepel organiseerde in april een moment met de Antwerpse leerlingenraad om enkele thema’s van de denkdag te bespreken. In die maand werden de doelstellingen en indicatoren verfijnd. In mei was er een terugkoppeling van het onderwijsplan naar het vast bureau en de plenaire raad van de onderwijs en naar het LOP. In de zomermaanden kon het LOP advies geven.

De opmerkingen van de denkdag werden gekoppeld aan de resoluties en de operationele en nagestreefde doelstellingen.

Page 10: Jaarrapport 2013

10 aanmelden voor het basisonderwijs

MELD JE AAN: AANMELDEN VOOR hET BASISONDERWIJS

De stad ondersteunde het Lokaal Overlegplatform (LOP) bij de oudercommunicatie en technische werking van ‘Meld je Aan’. De doelstelling van Meld je Aan is om op een transparante en eerlijke manier vrije plaatsen in scholen te verdelen voor alle kinderen die naar een kleuter-, lagere of basisschool gaan.

De aanmeldingsperiode voor inschrijvingen in het basisonderwijs werd afgesloten op 22 maart 2013. In de eerste fase konden broers en zussen en kinderen van personeel aanmelden. 4.139 kinderen werden toen aangemeld. In de tweede fase werden 7.325 kinderen aangemeld. In totaal ging het om 11.200 aanmeldingen. 78,5 % kreeg een toewijzing in de eerste voorkeurschool.

In 2013 werdern er 6.244 instappers aangemeld. Ter vergelijking, in Antwerpen wonen er 7.729 kinderen van die leeftijd, 81% meldde zich dus aan.

Het was belangrijk dat ouders voldoende voorkeurscholen opgaven. Dit advies werd behoorlijk opgevolgd. Ouders kozen gemiddeld 4,14 voorkeurscholen in de tweede aanmeldperiode.

De stad en het LOP hebben dan ook extra inspanningen geleverd om zo veel mogelijk ouders er toe aan te zetten hun kind aan te melden voor zoveel mogelijk scholen. Zo vertrok er één week voor het afsluiten van de aanmeldperiode nog een brief naar de ouders van een kind geboren in 2011 die nog geen gebruik hadden gemaakt van het register. Ook ouders die hun kind hadden aangemeld voor minder dan 3 scholen kregen begin maart bericht met de boodschap dat het opgeven van meer scholen de kans op toewijzing vergroot.

Page 11: Jaarrapport 2013

11Studeiwijzer

DE STuDIEWIJzER

De Studiewijzer is een neutraal, netoverschrijdend infopunt voor iedereen die vragen heeft over leren in Antwerpen. Elke lerende heeft via de Studiewijzer gratis toegang tot informatie over opleidings-, vormings- en tewerkstellingsmogelijkheden, toelatingsvoorwaarden en de inhoud van opleidingen in alle onderwijsniveaus. Wie een vraag heeft over onderwijs kan terecht bij de Studiewijzer of informatie zoeken op www.antwerpen.be/studiewijzer. Er worden ook infosessies buitenshuis georganiseerd als de drempel naar het loket te hoog is.

LOkET EN WEBSITE

Vragen worden beantwoord per mail of per telefoon. Sinds januari 2013 is er geen loketpermanentie meer, maar kunnen klanten een afspraak maken als uit het telefoongesprek blijkt dat er nood is aan een intensief begeleidingsgesprek. Op die manier kunnen gesprekken beter voorbereid worden en kan de informatie nog beter afgestemd worden op de noden van de klant.

In 2013 beantwoordde de Studiewijzer 2.079 vragen. Anders dan de vorige jaren omvat dit cijfer geen vragen over het centraal aanmeldingsregister. Deze vragen werden opgenomen door de helpdesk aanmelden.

Dagelijks bezochten gemiddeld 494 unieke bezoekers www.antwerpen.be/studiewijzer. Dat zijn in totaal 180.331 unieke bezoekers in 2013.

INfOSESSIES OP LOcATIE

De Studiewijzer organiseert sessies op maat voor specifieke doelgroepen (of over specifieke thema’s (onderwijs voor diverse kansengroepen, studietoelagen). De Studiewijzer was ook aanwezig op verschillende beurzen (jobbeurzen, onthaalactiviteiten voor nieuwe inwoners…).

In 2013 bereikten we 280 klanten op activiteiten buitenshuis.

kLANTENcONTAcTEN STuDIEWIJzER 2013

AAntAl

PErSOONLIJK (NA AFSPrAAK) 289

TELEFOON 1428

E-MAIL 1253

BEZOEKErS WEBSITE 180 331

Page 12: Jaarrapport 2013

cAPAcITEIT

Page 13: Jaarrapport 2013

13capaciteit

cAPAcITEIT IN BASISONDERWIJS - MASTERPLAN 2013 & 2014

2013 was een uitzonderlijk jaar. De taskforce verdeelde enerzijds 31 miljoen extra capaciteitsmiddelen van de Vlaamse begroting 2013 over 52 projecten die op basis van een aantal criteria werden geselecteerd. Anderzijds voorzag Vlaanderen extra middelen voor capaciteit op de begroting van 2014. De Antwerpse taskforce diende op 19 december 2013 een selectie in van 28 projecten ter waarde van 25,5 miljoen. De taskforce zag toe op een correcte verdeling en gebruik van de middelen. Het algemeen onderwijsbeleid volgt de door het schoolbestuur beloofde capaciteit op.

De taskforce bestaat uit vertegenwoordigers van de verschillende onderwijsnetten, niet-onderwijspartners, het Lokaal Onderwijsplatform (LOP) en wordt voorgezeten door de schepen voor Onderwijs. Het algemeen onderwijsbeleid organiseert het secretariaat.

De inspanningen in 2013 leverden 1.526 extra plaatsen op.

ExTRA cAPAcITEIT DANkzIJ STEDELIJkE INfRASTRucTuuRDe extra inspanningen in 2012 leverden in 2013 een aantal modulaire kleuterscholen op. Stedelijke diensten werken gecoördineerd samen om projecten van GO!, Stedelijk Onderwijs en BAOBAB vzw vlot te laten verlopen en de uitvoeringstermijn tot een minimum te beperken. Het laatste schooltje van de reeks modulaire units, werd in april 2013 opgeleverd.

De samenwerking tussen de stedelijke diensten Patrimoniumonderhoud, Stadsontwikkeling, AG Stadsplanning en AG Vespa leverde bovendien de mogelijkheid op om het gesprek over stedelijke infrastructuur aan te gaan. Net als vorig jaar resulteerde dit in enkele terbeschikkingstellingen. In 2013 kregen 2 schoolbesturen tijdelijk stedelijk vastgoed ter beschikking.

Het algemeen onderwijsbeleid was er in 2013 niet alleen om de financiële en puur logistieke aspecten van de capaciteitsuitdaging op te nemen. Omdat 3 nieuwe schoolbesturen van start gingen, leverden we ook heel wat adviezen af en gidsten we deze nieuwkomers in het onderwijsoverlegmodel zoals dat in Antwerpen reeds lang werkt.

EEN kENNISGEDREVEN cAPAcITEITSBELEID

De capaciteitsuitdaging is echter nog niet bedwongen. Naast het feit dat we werken aan een goede monitoring van zowel de vraag (demografie) als het aanbod (inspanningen door de schoolbesturen) is een creatieve kijk op het geheel een extra meerwaarde. Door analyse en interpretatie van samengebrachte informatie, leveren we in samenwerking met de studiedienst stadsobservatie zeer lokale capaciteits-omgevingsanalyses op. Deze helpen om de noden ook lokaal in kaart te brengen en om de capaciteitsuitdaging op een kennis gedreven wijze te ondersteunen.

De Vlaamse regering leverde in oktober 2013 ook de uitvoeringsbesluiten af voor de beschikbaarheidsvergoeding in onderwijs. Deze vergoeding geeft de mogelijkheid aan basis- en secundair onderwijs in capaciteitsgebieden in Vlaanderen om door middel van huur, snelle oplossingen uit te werken in de capaciteitscreatie.

De capaciteitswerkgroep secundair kwam in 2013 enkele keren samen. Om een goed zicht te krijgen op de omvang van de uitdaging in het secundair onderwijs, zal in 2014, in de eerste plaats een analyse gemaakt worden van enerzijds de beschikbare capaciteit per graad en anderzijds van de mobiliteit van de leerlingen, over de jaren heen. De komende tijd zal deze informatieverwerking ons een zicht kunnen geven op het rekruteringsprofiel van scholen en op de mobiliteitsstromen doorheen de stad en de randgemeenten.

Page 14: Jaarrapport 2013

LERARENTEkORT

Page 15: Jaarrapport 2013

LERARENTEkORT IN ANTWERPEN: WAAR zIJN ONzE LEERkRAchTEN NAAR TOE?

In 2011 stelde het algemeen onderwijsbeleid een projectleider aan om het nakende lerarentekort in het basisonderwijs in kaart te brengen. In 2011 werkten er 5.377 unieke leraren in het basisonderwijs. Tegen 2020 heeft het Antwerpse basisonderwijs nood aan 3.490 leraren voor het basisonderwijs. Er werd ook een grote uitstroom vastgesteld van leraren in Antwerpen.

In 2011 werkten er in het secundair onderwijs 6.167 unieke leraren. In het secundair onderwijs is er ook nood aan een gelijkaardige analyse. Daarom werd in 2013 gestart met een analyse van het lerarentekort in het secundair onderwijs. De volledige resultaten worden verwacht in de loop van 2014.

SEcTORAAL NETWERk ONDERWIJS

In 2013 kwam het sectoraal netwerk onderwijs 7 keer bijeen. In dit informeel netoverschrijdend overleg zetelen Antwerpse schoolbesturen, lerarenopleidingen, Onderwijstalent en het Ministerie van Onderwijs en Vorming. Omdat alle stakeholders samen zitten worden krachten gebundeld. Het sectoraal netwerk onderwijs geeft advies aan het stadsbestuur over nieuwe initiatieven of doen zelf voorstellen. Vanaf 2014 maakt het sectoraal netwerk onderwijs deel uit van de Onderwijsraad Antwerpen (OrA) als een aparte commissie. Hierdoor vergroot de impact maar ook de verbondenheid met de rest van het Antwerps flankerend onderwijsbeleid. Het sectoraal netwerk onderwijs adviseerde o.a. het plan van aanpak van de stad Antwerpen en het nieuwe jaaractieplan van Onderwijstalent.

ONDERWIJSTALENT

Het basisonderwijs in Antwerpen moet de komende tien jaar zo’n 3.500 vacatures ingevuld zien te krijgen. De afdeling algemeen onderwijsbeleid wil in samenwerking met de Antwerpse onderwijspartners, het departement onderwijs en de VDAB de instroom in het onderwijs faciliteren en de uitstroom proberen verminderen vanuit het job- en opleidingspunt Onderwijstalent. Leerkrachten, leerkrachten in spe én iedereen die geïnteresseerd is om in het onderwijs te stappen krijgen bij Onderwijstalent alle nodige informatie over werken in het onderwijs.

Enkele cijfers op een rij. Onderwijstalent behandelde in 2013 2.400 vacatures voor alle Antwerpse schoolbesturen, ze bereikte 133 scholen met specifieke vragen.

TENDENzEN zONDER GRENzEN

De afdeling algemeen onderwijsbeleid keek ook over de landsgrenzen. Vanuit Nederland kwam de vraag tot nauwere samenwerking om werkzoekende leraren in Nederland te informeren over werken in het Antwerps onderwijs. In Nederland kent men een algemene krimp van leerlingen in het basisonderwijs waardoor minder leraren aan het werk zijn. In het Europese project ‘Tendenzen zonder Grenzen’ nemen het algemeen onderwijsbeleid, Onderwijstalent en schoolbesturen actief deel om leraren uit Nederland te rekruteren. Er werd contact gelegd met het project “De Zoete Inval” te Amsterdam. Dit innovatief concept zet mensen vanuit diverse kunstdisciplines in als invaller voor een klas waarvan de leerkracht ziek is of een bijscholing wil volgen. Het sectoraal netwerk onderwijs wil in de toekomst een gelijkaardig project proefdraaien.

BLIJf BIJ DE LES

Het algemeen onderwijsbeleid organiseerde op 20 februari in samenwerking met Onderwijstalent voor de tweede keer “Blijf bij de les”. Dit is het Antwerps afstudeerevenement voor aspirant-leraren. Met dit evenement wil het meer leraren warm maken voor het Antwerps onderwijs. Aspirant-leraren kregen informatie over lesgeven in Antwerpen en konden contacten leggen met Antwerpse schoolbesturen. In totaal namen 220 studenten deel aan het afstudeerevenement.

Page 16: Jaarrapport 2013

16 lerarentekort

“WORD LEERkRAchT IN ANTWERPEN EN BRENG EEN STAD MEE GROOT.”

Van maart tot juni liep er een tweede stadsbrede campagne voor het beroep van leraar onder het motto “Word leerkracht in Antwerpen en breng een stad mee groot.”. In totaal kregen 500 aspirant-leraren en 3.500 leerlingen van het secundair onderwijs campagnemateriaal met de boodschap om leraar te worden of te komen werken in het Antwerps onderwijs. Op de Sid-In beurs stond ook Onderwijstalent met een stand ‘op maat’ van de doelgroep. Onder het motto “Bezorg leerlingen een écht mooie herinnering aan hun schooltijd.” kregen leerlingen de kans om van zichzelf een ouderwetse schoolfoto te laten nemen. Aansluitend kregen ze informatie over het beroep van leraar.

STAGES VOOR LEERkRAchTEN IN DE STAD

Op voorstel van het Expertisenetwerk voor Lerarenopleidingen Antwerpen (ELAnt) ging op 17 april 2013 het lokaal platform stages van start met vertegenwoordigers van scholen en lerarenopleidingen. Doelstelling is samenwerking stimuleren tussen scholen, scholengemeenschappen en lerarenopleidingen zodat stage-innovatie impulsen krijgt met het oog op een rijke stage-ervaring die een meerwaarde heeft voor leerlingen, aspirant-leraren, de stagementor en de stagebegeleider. De afdeling algemeen onderwijsbeleid ondersteunt dit platform want een stage in de stad verhoogt de intentie om te komen werken in de stad maar werkt ook verrijkend in het leren omgaan met een grootstedelijke context.

Page 17: Jaarrapport 2013

ONDERWIJSVERNIEuWINGIN hET kADER VANsAmen tot AAn de meetHet ALgeMeeN ONDeRWIjSBeLeID StIMuLeeRt eN ONDeRSteuNt SCHOLeN BIj Het ReALISeReN VAN INNOVeReNDe INItIAtIeVeN OM Het INDIVIDueLe LeeRpROCeS VAN De LeeRLINgeN te VeRRIjkeN eN VeRSNeLLeN. LeIDRAAD IN Deze VeRNIeuWINgeN IS Het pROjeCt SAMeN tOt AAN De Meet.

Page 18: Jaarrapport 2013

18 onderwijsvernieuwing

Aan scholen worden via verschillende wegen mogelijkheden aangeboden om deze vernieuwing te realiseren: schoolprojecten, leertrajecten, netwerken. Door het organiseren van inspiratiedagen, uitwisselingsdagen en boeiende lezingen worden scholen aangezet om hun onderwijspraktijk te verbeteren.

Met het traject samen tot aan de meet wil de stad Antwerpen zittenblijven terugdringen en scholen stimuleren om het leerproces van hun leerlingen te verrijken en versnellen. Het aantal zittenblijvers in Vlaanderen is in vergelijking met andere landen erg hoog. Op het einde van het basisonderwijs is bijna één op vijf van de leerlingen al minstens een keer blijven zitten. In grootsteden zoals Antwerpen loopt dat zelfs op tot 27% en in kansarme buurten ligt dit percentage nog hoger, namelijk soms meer dan 40%. Op het einde van het secundair onderwijs loopt de schoolse vertraging in Vlaanderen op tot 29% en in Antwerpen tot bijna 48%. De vanzelfsprekendheid waarmee Vlaamse scholen deze remediërende interventie gebruiken, illustreert dat Vlaamse leerkrachten en hun directies er van overtuigd zijn dat deze interventie de beoogde doelstelling bereikt. Belangrijkste verklaringen voor het hoge aantal zittenblijvers in Vlaanderen zijn volgens Europees onderzoek enerzijds de overtuigingen pro zittenblijven bij leerkrachten en bij de maatschappij, en anderzijds het ontbreken van objectieve criteria, zoals nationale toetsen, die bepalen of leerlingen moeten blijven zitten.

Onderzoek naar de effecten van zittenblijven bevestigen deze goed bedoelde overtuigingen van leerkrachten over het algemeen echter niet. Volgens deze studies zou zittenblijven doorgaans niet tot betere leerprestaties leiden en ook niet voor een hogere motivatie bij zwak presterende leerlingen zorgen. Sterker nog, zwak presterende leerlingen die ooit bleven zitten, lopen meer risico om zonder diploma het secundair onderwijs te verlaten dan gelijkaardige zwak presterende leerlingen die wel altijd normaal zijn doorgestroomd.

Omdat de overtuigingen van leerkrachten zo diepgeworteld zijn, stelt Samen tot aan de meet een planmatige aanpak voor. Op verschillende fronten proberen we in te spelen op de overtuigingen van leerkrachten en directies, en worden er alternatieven voor zittenblijven naar voor geschoven.

SAMEN TOT AAN DE MEET: INSPIRATIEBOEk 2

In september 2013 werd het derde boek van Samen tot aan de meet aan het grote publiek voorgesteld. Heel wat leerkrachten en directies blijven immers overtuigd dat zittenblijven een doeltreffende maatregel is om leerachterstand aan te pakken. Daarom was er een nood aan een derde boek, een tweede inspiratieboek, om enkele lacunes

in de theorie en praktijk aan te vullen en nog meer scholen, leerkrachten, directies en andere onderwijsprofessionals te stimuleren met Samen tot aan de meet aan de slag te gaan. Dit derde boek biedt nieuwe praktijkverhalen met de focus op het secundair onderwijs. Ook interpreteert het de visie en filosofie van Samen tot aan de meet binnen dit het secundair onderwijs en de overgang tussen basis en secundair onderwijs. Daarnaast zijn er nog nieuwe methodieken opgenomen om het traject van Samen tot aan de meet te versterken. Het boek blijft dus relevant voor iedereen die zittenblijven problematisch vindt, het onderwijs mee wil vernieuwen en wil streven naar maximale leerkansen voor alle leerlingen.

Het derde boek bouwt verder op de twee vorige boeken van Samen tot aan de meet. In 2011 verscheen het eerste boek ‘Samen tot aan de meet, alternatieven voor zittenblijven’. Dat boek is bovenal een academische publicatie, waarin alle literatuur omtrent zittenblijven samengevat wordt en waarin het kader van het project Samen tot aan de meet toegelicht wordt. Aangezien het eerste boek eerder theoretisch van aard is en scholen er moeilijk concreet mee aan de slag konden, werd in 2012 het tweede boek uitgegeven: ‘Samen tot aan de meet, alternatieven voor zittenblijven. Inspiratieboek’. De inspiratieboeken moeten scholen bovenal inspireren en praktische tools aanreiken om het proces van Samen tot aan de meet in hun eigen school vorm te geven.

Het derde boek werd verspreid onder alle Antwerpse basisscholen via een vergadering van het LOP op woensdag 23 oktober 2013. De scholen die niet aanwezig waren op deze vergadering en alle secundaire scholen in Antwerpen kregen het boek via de post toegezonden met een begeleidende brief. Ook de deelnemers van het leertraject (zie verder) en van de inspiratiedagen (zie verder) kregen beide boeken gratis ter beschikking. Het eerste boek is

Page 19: Jaarrapport 2013

19onderwijsvernieuwing

ondertussen in 1500 exemplaren verspreid, en werd reeds enige tijd geleden herdrukt. Het tweede boek is reeds verspreid in meer dan 1000 exemplaren en werd ook opnieuw gedrukt voor een nieuwe oplage.

VOORTREkkERSTRAJEcT

Via een enquête in mei 2012 bij alle basisscholen op het grondgebied van Antwerpen, werd aangegeven dat meer dan 60% van hen ondersteuning van het algemeen onderwijsbeleid wenst om Samen tot aan de meet in hun school vorm te geven. Aangezien dit de draagkracht van de medewerkers van Samen tot aan de meet overschrijdt, werd de beslissing genomen om een leertraject in te richten. Scholen konden dus vanaf het schooljaar 2012-2013 instappen in een leertraject, een kennisnetwerk van onderwijsprofessionals waarbij deelnemers in vier sessies vertrouwd worden gemaakt met de visie en alle methodieken.

Tijdens het eerste schooljaar (2012-2013) werd het traject gespreid over vier tijdstippen doorheen het schooljaar. Wegens het grote succes werden drie parallelsessies ingericht. In het schooljaar 2012-2013 namen een 50-tal deelnemers uit meer dan 30 basisscholen deel, een 20-tal deelnemers uit ongeveer 12 secundaire scholen en nog een 20-tal deelnemers uit andere organisaties (CLB’s, pedagogische begeleidingsdiensten, lerarenopleidingen en studenten aan de lerarenopleiding in het kader van een leeronderzoek). Sommige van deze laatsten begeleiden op hun beurt scholen uit hun eigen netwerk. De meeste scholen waren gelegen op het grondgebied van de stad Antwerpen, maar er namen ook scholen deel uit Gent, Sint-Jans-Molenbeek, Mortsel, Wommelgem,…

Het leertraject werd herhaald in het schooljaar 2013-2014, maar er werd beslist om de vier sessies te bundelen rond de herfstvakantie. Twee parallelsessies (dinsdag- en donderdagnamiddag) werden er wekelijks gehouden: de eerste sessie de week vóór de herfstvakantie (oktober 2013) en de drie daaropvolgende sessies de drie weken na

de herfstvakantie (november 2013) met in totaal 30 deelnemers (13 leerkrachten en 17 andere onderwijsprofessionals zoals pedagogische begeleiding, CLB’s, docenten en studenten uit de lerarenopleidingen en andere onderwijsprofessionals en geïnteresseerden).

LEERBEzOEk GOTENBuRG IN hET kADER VAN SAMEN TOT AAN DE MEET

Van 17 tot 23 maart 2013  gingen een  twintigtal leerkrachten en middenkader van scholen op leerbezoek naar Göteborg, onder begeleiding van rTC Antwerpen en de afdeling algemeen onderwijsbeleid van de stad Antwerpen. Zij kregen de kans om in de praktijk enkele alternatieven voor zittenblijven te onderzoeken. Zweden heeft een traditie om de praktijk van zittenblijven tot het minimum te beperken, waardoor scholen allerlei mechanismen hebben ontwikkeld om met de diversiteit onder hun leerlingen om te gaan. Een leerbezoek is bijzonder interessant om de eigen werking aan te spiegelen, erover te reflecteren en eventueel enkele praktijken in vraag te stellen. Er werden bezoeken gebracht aan verschillende lagere scholen (tot de leeftijd van 15 jaar in zweden), verschillende secundaire scholen (16-18 jaar) en enkele plekken voor deeltijds werken en leren. We werden hierin begeleid door werknemers van de stad Göteborg die de deelnemers aan het leerbezoek inzage hebben gegeven in het Zweedse onderwijssysteem (rond inclusie, ICT in onderwijs en onderwijsorganisatie,…)

INSPIRATIEDAGEN EN ANDERE ONTMOETINGSMOMENTENOok in 2013 organiseerden we ontmoetingsmomenten waarop leerkrachten, directeurs, pedagogisch begeleiders en andere geïnteresseerden inspiratie konden opdoen over Samen tot aan de meet. We organiseerden 3 thematische inspiratiedagen en een terugkomdag voor 4 verschillende netwerken uit het schooljaar 2012-2013.

We merken dat er enerzijds scholen zijn die op bijna elk inspiratiemoment aanwezig zijn. Daarnaast bereiken we ook elke keer nieuwe scholen, leerkrachten en andere onderwijsprofessionals. Voor deze nieuwe deelnemers zorgden we dat ze konden kennismaking met de basisprincipes van Samen

Page 20: Jaarrapport 2013

20 onderwijsvernieuwing

tot aan de meet. De inspiratiedagen zijn steeds populairder: er zijn steeds meer inschrijvingen en de dagen (inclusief de workshops) zijn steeds sneller volgeboekt.

In totaal bereikten we op deze dagen heel wat mensen uit het Antwerps onderwijsveld.

INSPIRATIEBEuRS

Op 20 maart 2013 organiseerde algemeen onderwijsbeleid een Baobab-projectenbeurs in de Zoo van Antwerpen.

De beurs ontwikkelde zich tot een ‘beleefbeurs’ , the place-to-be voor geëngageerde leerkrachten en mensen uit het onderwijsveld (leerkrachten, directeurs, pedagogisch begeleiders, leraren in opleiding...) die geloven in de kracht van onderwijsvernieuwing.

De inpiratiebeurs in een notendop:

» De deelnemers werden onthaald door de Freerunners van de Spectrum school Deurne

» In één van de 9 workshops werd gereflecteerd over talentontwikkeling

» De zalen van de zoo werden omgetoverd tot het Samen tot aan de meet-huis, in de keuken werd gewogen en gemeten , je vond er de projecten die sterk inzetten op evalueren.

» De Baobab-projecten brachten hun projecten in beeld

» De beurs biedt reflectie, inspiratie, en is een uniek netwerkmoment

» De 279 deelnemers hadden veel geleerd, ze verzamelden hun leerervaringen. Op het einde verzamelden we méér dan 100 leerervaringen van de deelnemers!

INSPIRATIEDAG ‘BREDE SchOOL’

Brede school is een samenwerkingsverband tussen verschillende sectoren waaronder een of meerdere scholen die samen werken aan een brede leer- en leefomgeving in de vrije tijd en op school met als doel maximale ontwikkelingskansen voor álle kinderen en jongeren.

In een samenleving waar sociale ongelijkheid speelt, kunnen brede scholen een belangrijke hefboom vormen in het realiseren van gelijke ontwikkelingskansen. Het verkleinen (van mechanismen) van achterstand en achterstelling kan niet aan één enkele maatschappelijke actor worden toegeschreven. De complexiteit van sociale ongelijkheid vraagt een integrale aanpak. De samenwerkingsverbanden die een brede school stimuleert, hebben daar een cruciale rol in te spelen.

Echter elk kind en elke buurt heeft baat bij de brede school. De meest prominente effecten die brede scholen in Vlaanderen aangeven zijn de positieve leerling- leerkracht relatie, verhoogd welbevinden bij team en leerlingen …

23 mei stond in de agenda als hét moment voor leerkrachten en andere onderwijspartners om zich te verdiepen in het onderwerp ‘brede school’. Er waren 67 deelnemers (excl. deelnemers van partners). De inspiratiedag startte in bibliotheek Permeke.

De dag werd ingeleid door Liesbeth Damen van de bibliotheek. Na een algemene inleiding, gaf Piet Van Avermaet (Steunpunt Diversiteit & Leren, Gent) een uiteenzetting over het concept ‘brede school’. Verder werd aandacht geschonken aan het brede school netwerk rond jongeren en vrije tijd, werd een realisatie getoond van een ondersteuningstraject voor jongeren uit het buitengewoon onderwijs en werd de G-sport werking toegelicht. Deelnemers bezochten daarna in groepjes diverse locaties waarop telkens een deel van de samenwerking werd getoond en besproken.

Deelnemende scholen en organisaties: Bibliotheek Permeke, Steunpunt Diversiteit & Leren, Stedelijk Buitengewoon Onderwijs (SIBSO 3 en 5), MS De Beeldekens, JESvzw, Marco Polo, De8 vzw, de Schoolbrug, Kras Borgerhout, Leonardo Lyceum SITO 5, De Schoolbrug, Sint-Jozef Buitengewoon Secundair, Spectrumschool Deurne, Marco Polo, Ell circo d’ell fuego, Cultureel Centrum Deurne, Jeugddienst stad Antwerpen, Antwerpen Sportstad en algemeen onderwijsbeleid.

INSPIRATIEBEuRS 20 MAART 2013

INSPIRATIEDAG‘BREDE SchOOL ‘23 MEI 2013

INSPIRATIEDAG ‘DE PARABEL VAN BABEL:uITDAGING ROND TAAL’24 SEPTEMBER 2013

TERuGkOMDAG VOOR NETWERkEN9 OkTOBER 2013

279 67 150 39

“we hadden vanmorgen pedagogische studiedag, maar op de projectenbeurs hebben we nóg meer geleerd. We zouden volgend jaar

met heel ons team moeten komen!”Kim & Ann van sint-Jozef merksem

Page 21: Jaarrapport 2013

21onderwijsvernieuwing

INSPIRATIEDAG ‘DE PARABEL VAN BABEL: uITDAGINGEN ROND TAAL IN ONDERWIJS’

Op 24 september 2013 werden leerkrachten en andere onderwijsprofessionals geïnspireerd over het thema taal en meertaligheid in onderwijs onder de noemer ‘de Parabel van Babel. Uitdagingen rond (meer)taligheid in onderwijs’. Na een inspirerende plenaire presentatie van prof. Dr. Kris Van Den Branden, directeur van het CTO, over het belang van taal en taalontwikkeling in het onderwijs verdiepten de deelnemers zich in dit thema via inspiratiesessies.

» Taalbeleid in bao en so » Praktijkvoorbeeld spectrumschool Sinte-Lutgart » Taalontwikkeling van het meertalige kind » Verborgen taaldoelen » Onderwijs aan nieuwkomers, uitdagingen van

NT2-onderwijs » Vervolgschoolcoaching aan ex-OKAN leerlingen » Onderwijs in eigen taal » Taalactivering bij kleuters » Leesontmoetingen » Letter-lezers in Plantin Moretus museum » Kaap

Daarnaast hadden we de eer om een delegatie uit Zweden te mogen verwelkomen, onze partners in het Comenius regioproject rond taal en de opvang van anderstalige nieuwkomers in onderwijs. De Zweden inspireerden de deelnemers door het project uit de doeken te doen en door het Zweedse onderwijssysteem toe te lichten. Ook Loes Vandenbroucke gaf plenair een lezing over het onderzoek ‘Oprit 14 – naar een schooltraject zonder snelheidsbeperkingen’. Ze focuste op het spanningsveld tussen monocultureel onderwijs enerzijds en diversiteit en meertaligheid anderzijds. Tot slot werd het nieuwe (derde) boek rond Samen tot aan de meet (STAM) voorgesteld door Eva Franck.

TERuGkOMDAG EN NETWERkEVENT

Op 9 oktober 2013 werd er een terugkom- en netwerknamiddag georganiseerd voor verschillende groepen en netwerken van de voorgaande schooljaren. Vier netwerken werden uitgenodigd, namelijk het netwerk brede school, het platform leerlingenparticipatie, de deelnemers van het leerbezoek aan Göteborg in het kader van STAM en de deelnemers van het leertraject van STAM uit het schooljaar 2012-2013. Voor de vier verschillende groepen werd eerst twee uur individuele tijd voorzien om te polsen naar de bekommernissen, nieuwe initiatieven en mogelijkheden. Om het STAM-café af te sluiten werd nog een receptie aangeboden zodat de deelnemers van de verschillende netwerken elkaar konden ontmoeten, ervaringen konden uitwisselen en eventueel nieuwe contacten en samenwerking konden ontstaan.

- 17 van de 24 deelnemers van het leerbezoek aan Göteborg in maart 2013 namen deel aan dit -voor hen- tweede terugkom- en reflectiemoment. Eerst werd er stilgestaan bij wat de opgedane kennis en inzichten betekenen voor hun dagelijkse praktijk: wat is bruikbaar geweest en hoe heeft men geprobeerd om de opgedane kennis en inzichten breder in de eigen organisatie te verspreiden? Verder werd er een brainstorm georganiseerd om binnen deze groep nog meer van elkaar te kunnen leren. In Göteborg ontstonden enkeel samenwerkingsverbanden tussen deelnemende scholen. Het gevoel heerst dat we ook van elkaar nog veel kunnen bijleren. Er werd bekeken wie welke leerbehoeften heeft en wie binnen het netwerk hierover kan uitwisselen.

- Van de 90 deelnemers van het leertraject van STAM van het schooljaar 2012-2013 namen 23 mensen deel aan het stam-café. Het derde boek van Samen tot aan de meet werd aan hen voorgesteld en uitgedeeld. Verdere mogelijkheden tot ondersteuning werden voorgesteld: procesondersteuning en financiële ondersteuning via een schoolproject in het kader van het STAM-traject, diepgaande uitwisseling en reflectie op de eigen onderwijspraktijken en die van naaste scholen via de methodiek van de collegiale visitatie (beschreven in het 3de STAM-boek en deel van de verkennende fase van het waarderend onderzoek). Verder werd er ook gereflecteerd op de ondersteuningbehoeften die er nog liggen bij de scholen en werden succesmomenten uitgewisseld, maar tevens moeilijke fasen in het traject besproken. De opvolging van deze scholen gebeurt nu meer op individueel niveau en vraag gestuurd.

- Voor het netwerk brede school waren twee scholen ingeschreven. Zij hebben het verdere verloop van

Page 22: Jaarrapport 2013

22 Uitval- en sPijbelPreventie

TAALBELEID STIMuLERENLEERTRAJEcT TAAL

Algemeen onderwijsbeleid organiseerde netwerkmomenten voor het basisonderwijs en het secundair onderwijs rond de opvang voor anderstalige nieuwkomers met koppeling aan de inzichten van Samen tot aan de meet. Deelname door 47 deelnemers basisonderwijs en 18 deelnemers voor het secundair onderwijs. Begeleiding door medewerkers CTO. Onderzoek toonde aan dat heel wat (ex--)anderstalige nieuwkomers schoolse vertraging oplopen of al van bij aanvang bij jongere leerlingen worden gegroepeerd. Vandaar het belang om dit netwerk op te zetten.

Met het CTO werd daarna een planning opgesteld voor het basisonderwijs die loopt van 10 december 2012 tot juni 2015. Het doel is om scholen langdurig te ondersteunen in het opstellen van een gedragen taalbeleid. Op die manier versterken we het beleidsvoerend vermogen van deze scholen en worden leerprocessen van kinderen en jongeren versterkt. Concreet bestaat dit leertraject uit drie groepen:

» Taalbeleidsexperten – directies/zorg- sesleerkrachten/taalankers die zich specialiseren in het opstellen van een gedragen taalbeleid op hun school.

» Klasleerkrachten – klasleerkrachten van diezelfde scholen die zich specialiseren in het omgaan en lesgeven aan anderstaligen in hun klascontext.

» Onthaalleerkrachten - onthaalleerkrachten van diezelfde scholen die zich specialiseren in het omgaan en lesgeven aan anderstaligen in hun klascontext waar alleen maar anderstalige kinderen zitten.

In 2013 werden er sessies ingericht rond het opbouwen van een sterk taalbeleid (taalbeleidsexperten). 6 basisscholen uit Antwerpen tekenden hierop in en zullen tot 2015 gecoacht

BASISONDErWIJS 17

SECUNDAIr ONDErWIJS 9

HOGEr ONDErWIJS 2

BUITENGEWOON ONDErWIJS 3

ANDErE 2

totAAl 33

hun netwerk besproken. Gezien de lage opkomst werd besloten dat de scholen uit dit netwerk op dit moment met nieuwe uitdagingen bezig zijn, maar de opgedane kennis van het netwerk brede school wel in hun werking geïmplementeerd blijft. Er werden geen nieuwe data vastgelegd voor toekomstige vergaderingen. Moest dit nodig zijn, kan dit alsnog gedaan worden. Goede praktijkvoorbeelden uit dit netwerk staan beschreven in de STAM-boeken.

- Het platform leerlingenparticipatie besliste tijdens het STAM-café niet samen te komen. Deze scholen hadden op dat moment ook andere behoeften en hebben de inzichten uit het netwerk geïmplementeerd in hun werken, elk op hun eigen manier. Goede praktijkvoorbeelden uit dit netwerk staan ook beschreven in de STAM-boeken.

BAOBAB-SchOOLPROJEcTENVanuit de overtuiging dat sterke projecten sterke scholen maken, ondersteunt het algemeen onderwijsbeleid projecten op scholen die inzetten op onderwijsvernieuwing. Onderwijsvernieuwing met als doelstelling de leerprocessen van kinderen en jongeren te verrijken en te versnellen.

Om dit te realiseren focussen de schoolprojecten zich op de inzichten en methodieken verworven in de visie Samen tot aan de meet. Dit betekent dat projectscholen een bewuste keuze maken uit volgende bouwstenen:

» een positieve en stimulerende relatie tussen school, leerlingen, ouders en buurt uitbouwen;

» een school- en klasorganisatie in functie van diversiteit uitbouwen;

» didactische werkvormen in functie van differentiatie toepassen;

» de evaluatie optimaliseren.Scholen krijgen ondersteuning, zowel bij het opmaken van het projectplan, als bij de uitvoering en bijsturing ervan.

overzicht van het aantal lopende projecten in 2013

Enkele veelvoorkomende thema’s in de projectwerking: sociaal-emotionele ontwikkeling, een taalbeleid versterken of ontwikkelen, aantrekkelijke leeromgevingen creëren, experimenteren met nieuwe werkvormen, jongeren en vrije tijd, cultuurinitiatieven om muzische vorming te optimaliseren en een cultuurbeleid te ontwikkelen.

12 scholen hebben zich doorheen 2013 aangemeld.

Page 23: Jaarrapport 2013

23onderwijsvernieuwing

worden bij het uitwerken van een sterk taalbeleid. Vanaf januari 2014 wordt de groep uitgebreid naar klasleerkrachten en onthaalleerkrachten van diezelfde scholen. Deze personen worden geprofessionaliseerd en gecoacht in het omgaan met anderstaligheid in hun klas-/schoolgebeuren.

cOMENIuS REGIO

Het Comenius regioproject dat Antwerpen met de Noord-Zweedse regio Skelleftea heeft, is opgestart aan het begin van het schooljaar 2012-2013. Beide regio’s zijn niet erg succesvol in onderwijs voor leerlingen met een andere moedertaal (anderstalige nieuwkomers en leerlingen met een andere thuistaal). Deze leerlingen hebben in Antwerpen meer kans om achterstand op te lopen op school en om ongekwalificeerd uit te stromen. Binnen dit strategisch partnerschap kunnen beide regio’s hun praktijken rond onderwijs aan anderstalige nieuwkomers spiegelen, erover reflecteren en inspiratie opdoen om dit onderwijs te verbeteren. Epos subsidieert dit project. Voor Antwerpen zijn er 6 partners betrokken: naast het algemeen onderwijsbeleid is ook ELAnt partner (Expertisenetwerk Lerarenopleidingen Antwerpen) en 4 Antwerpse scholen met een OKAN-afdeling. In de loop van het jaar 2013 verschoof de focus van het project van onderwijs binnen OKAN naar onderwijs na

OKAN. De slagzin is ‘elke leerkracht is een taalontwikkelaar’ als garantie om gedegen onderwijs te kunnen bieden voor leerlingen met een andere moedertaal.

In januari zijn twee medewerkers van het algemeen onderwijsbeleid en twee OKAN-leerkrachten naar Skelleftea afgereisd. De focus lag op (vervolg)coaching in eigen taal en het curriculum ‘Zweeds als 2de taal’. In maart 2013 was de Zweedse delegatie in Antwerpen op bezoek en maakte men kennis met onze OKAN-werking, met het inburgeringstraject en vervolgcoaching. In mei 2013 gingen opnieuw 4 partners uit Antwerpen naar Zweden (twee personen van het algemeen onderwijsbeleid en twee van Elant). Daar werd de universiteit in Umea bezocht om de lerarenopleiding onder de loep te nemen en te ontdekken hoe ze daar omgaan met anderstaligheid en taalbeleid. In september 2013 ontmoetten we elkaar opnieuw allelmaal in Antwerpen en namen de Zweden actief deel aan de inspiratiedag ‘de parabel van babel’ over taal in onderwijs.

VOORuITBLIk: OkAN-PLATfORM

Vanuit het Comenius regioproject met Zweden groeiden tal van Antwerpse initiatieven en samenwerkingsverbanden. In de toekomst zullen het algemeen onderwijsbeleid en ELAnt een platform oprichten waarin we lerarenopleiders, OKAN-coördinatoren, vervolgscholen en docAtlas samenbrengen om na te denken over hoe we (toekomstige) leerkrachten kunnen ondersteunen en competenter maken in omgaan met (ex-)OKAN leerlingen. De kracht zit in expertise delen en samen acties ondernemen.

Page 24: Jaarrapport 2013

24 onderwijsvernieuwing

SPEcIA(A)L - IWINcOnder de naam Specia(a)l werd een eerste verkennende studie gestart naar het Antwerpse buitengewoon onderwijs. Vanuit het Comenius regioproject ontstond er op beleidsniveau interesse in internationale uitwisseling omtrent inclusie. In september 2013 werden de eerste stappen ondernomen om een Antwerps netwerk rond het buitengewoon onderwijs uit te bouwen. Er werd gezocht naar een dekkende vertegenwoordiging van alle netten en belanghebbenden. De eerste doelen en urgenties werden afgetoetst en opgelijst voor dit netoverschrijdend Antwerps overleg. Concrete acties voor samenwerking werden gedefinieerd en men wil verder werken rond inclusie en de impact van het M-decreet samen aanpakken.

EERDER VERWORVEN cOMPETENTIES: cOMPAS

Na een succesvol startschot in 2012 genoot ComPas van een tweede jaargang. ComPas is een certificaat om de competenties die jongeren verwerven in een informele context te waarderen en te valideren. Tijdens de tweede jaargang lag het accent op verdere kwaliteitsverdieping.

Dit uitte zich enerzijds in een uitbreiding en enkele verschuivingen binnen de beoordelingscommissie. We verwelkomden een afgevaardigde van het VVJ (Vereniging Vlaamse Jeugddiensten), In Petto fusioneerde tot Jong & Van Zn en de Plantijn hogeschool werd ArtesisPlantijn (AP). Dit maakt dat de commissie is samengesteld uit vertegenwoordigers vanuit: Unizo, resoc, Vivo, PM Stad Antwerpen, Jeugddienst Antwerpen, het Vredescentrum, AP, VVJ, het Stedelijk Onderwijs en Jong & Van Zin. Zij spraken zich in mei uit over 7 ingediende jeugddossiers. 4 trajecten mochten een accreditatie om het certificaat uit te reiken ontvangen. De drie overige dossiers ontvingen een pre accreditatie. Deze pre accreditatie is een bekrachtiging voor trajecten die nog in voege moeten treden (waardoor de volledige accreditatieprocedure nog niet kan doorlopen worden) en waarbij het dossier en de toelichting getuigen van een groot potentieel.

We startten verder met een ontmoetingstraject voor de geaccrediteerde trajecten. Dit traject als antwoord op de vraag naar samenwerkingsverbanden en domeinoverschrijdende expertise uitwisselen. Het traject kende zijn begin in november 2013 met 15 deelnemers en 10 geïnteresseerden. In 2014 krijgt dit traject zijn verder vervolg.

In mei 2013 werd overigens voor de tweede keer een uitreiking georganiseerd waarop de jongeren hun certificaat in handen kregen van de schepen. 75 jongeren mochten een certificaat ontvangen.

Ondertussen werd ComPas opgenomen in JongerenAanbod, een samenwerkingsovereenkomst tussen de Stad, de VDAB en het OCMW in het kader van jongeren werkloosheid.

HET COMPETENTIEPASPOORT

ComPasCertifi caat COMPETENTIEPASPOORT Naam

25-08-54

WERD POSITIEF BEOORDEELD OP VOLGENDE COMPETENTIES:

5 KERNCOMPETENTIES

• Kunnen samenwerken Je werkt samen met anderen en probeert samen resultaten te bereiken, ook als je er geen direct voordeel bij hebt, bijvoorbeeld in een team of in een organisatie.

• Contactvaardig zijnJe kan goed luisteren en je kan je verstaanbaar maken. Je legt vlot contact en onderhoudt goede relaties met anderen, ook in moeilijke situaties.

• Inlevingsvermogen/empathie bezittenJe houdt rekening met anderen hun gevoelens of situatie en gaat hier op een voorzichtige en goede manier mee om.

• Zelfrefl ectieJe kan/durft jezelf in vraag te stellen en na te denken over je goede en minder goede kanten.

• Omgaan met feedbackJe laat je gedrag door de positieve en negatieve bedenkingen van anderen inspireren en probeert dit op basis van complimenten en/of kritiek ook te doen voor anderen.

COMPETENTIEPOOL

competentiepool1

competentiepool2

competentiepool3

competentiepool4

competentiepool5

competentiepool6

competentiepool7

competentiepool8

5299037_certificaat_leerlingen-1.indd 1 10/04/14 14:31

Page 25: Jaarrapport 2013

BREDE LEER- EN LEEfOMGEVING

Page 26: Jaarrapport 2013

26 brede leer- en leefomgeving

kANSENGROEPENBELEID

Door hun sociaal economische achtergrond beginnen veel Antwerpse leerlingen met een nadelige startpositie aan hun onderwijsloopbaan. Samen met de Antwerpse onderwijspartners willen we ook hen alle kansen bieden om de eindmeet te bereiken met een diploma dat toegang geeft tot de arbeidsmarkt of verdere studies.

Verschillende acties en projecten van AOB richten zich op de participatie van leerlingen en ouders aan het onderwijs. Aandacht voor kansengroepen die moeilijker hun plaats vinden in ons onderwijs is een rode draad.

50 JAAR MAROkkAANSE MIGRATIE EN ONDERWIJS

In 2013 werd een film naar aanleiding van 50 jaar Marokkaanse migratie (2014) gemaakt. De interviews met jongeren en hun ouders en het perspectief dat het onderwijs al dan niet bood stonden centraal op de studiedag die in januari 2014 werd georganiseerd.

OuDERBETROkkENhEID: PREVENT

Onderzoek wijst uit dat kinderen van ouders die betrokken zijn op de schoolloopbaan van hun kinderen meer halen uit het leren op school. Daarom engageerde de stad zich in 2012 in het UrBACT-project PrEVENT. Dit Europees project zet in op ouderbetrokkenheid om vroegtijdige schooluitval te voorkomen. Behalve uitwisseling over dit thema met andere Europese steden zet UrBACT sterk in op de ontwikkeling van een lokaal actieplan. Daarom werd een stuurgroep opgericht met alle Antwerpse stakeholders. Doelstelling is om bestaande en nieuwe initiatieven op het vlak van ouderparticipatie in een lokaal actieplan te verankeren en door middel van samenwerking tot sterke resultaten te komen.

Schepen voor onderwijs Claude Marinower tekende in Den Haag ‘The Statement of Prevent’ waarin het engagement van de stad in het nemen van initiatieven ter bevordering van ouderbetrokkenheid i.f.v. het terugdringen van vroegtijdig schoolverlaten wordt bevestigd.

In 2013 organiseerde de stuurgroep een tweedaagse vorming over de methodiek ‘7 dimensies van ouderbetrokkenheid’ voor medewerkers van De Schoolbrug en het algemeen onderwijsbeleid. Ze contacteerden eveneens een vijftigtal ouders en bevroegen hen in verschillende focusgroepen over wat ze van een ‘oudervriendelijke’ school verwachten.

Ze bereidden eveneens de Kijkdagen (opendeurdagen gekoppeld aan de aanmeldingsperiode) en de inspiratiedag ‘Betrokken ouders, sterke scholen’ voor. Beide activiteiten zijn in 2014 geprogrammeerd.

kAAP BETREkT OuDERS BIJ hET SchOOLLEVEN VIA TAALVERWERVING

Het Antwerpse netwerk Kaap organiseert taallessen Nederlands voor anderstalige ouders in de school van hun kinderen. Anderstalige ouders die nog geen Nederlands gevolgd hebben, worden aangemoedigd om deel te nemen aan taalprojecten op de school van hun kinderen. De lessen vergroten naast de taalvaardigheid ook de betrokkenheid van de ouders bij de school.

Leraren uit de Antwerpse Centra voor

Page 27: Jaarrapport 2013

27brede leer- en leefomgeving

Volwassenenonderwijs en het Centrum voor Basiseducatie geven de lessen. Zo motiveren we ouders om ook de Nederlandse taallessen in het volwassenenonderwijs te volgen.

Omdat de Kaap-scholen in een volwaardig leslokaal en een lokaal voor kinderopvang moeten voorzien, voelt Kaap de druk van het capaciteitstekort.

KAAp in cijfers

kAAP IN hET SEcuNDAIR ONDERWIJS

Nog steeds loopt een proefproject Kaap in twee secundaire scholen. Het aanbod is gericht op de eerste graad van het secundair onderwijs. Uit het experiment leren we tot op heden dat ook deze ouders met kinderen in het secundair onderwijs enorm veel vragen hebben over onderwijs en dat het programma daar perfect op kan inspelen.

Na grondige evaluatie van het project in het secundair onderwijs werd besloten vanaf schooljaar 2014-2015 het aanbod te verruimen naar secundaire Antwerpse scholen.

SAMEN SchOOL MAkEN

Voor kleinere scholen is het Kaap-aanbod niet haalbaar wegens een te beperkte oudergroep. Daarom werken we samen met de Schoolbrug en Vormingplus een cyclus van 15 ouderbijeenkomsten uit. In 2013 namen drie basisscholen alle beschikbare plaatsen in. Evaluaties wijzen uit dat het engagement

van de school voor Samen School Maken heel belangrijk is om de ouderparticipatie na het project verder uit te werken.

VORMING VOOR SchOOLTEAMS OVER kANSARMOEDE

In 2013 gaven we op 12 plaatsen de vorming Hoge ladders. Deze vorming bestaat uit twee delen:

» Onbetaalde schoolrekeningen » De binnenkant van armoede

Doel van de vorming is om leerkrachten door de bril van een (kans-)arm gezin naar de school te leren kijken. Door dit inzicht kunnen leerkrachten en directies beter inspelen op de noden van deze groep kinderen.

SOcIAAL fONDS

Kinderen en jongeren uit gezinnen die leven van een leefloon of het slachtoffer zijn van zware tegenslag (brand, zwaar ongeval, familiale gebeurtenissen ...) kunnen een beroep doen op het sociaal fonds. Dit fonds is voor leerlingen van het secundair en basisonderwijs in Antwerpen.

Sociaal fonds in cijfers

Het aantal scholen dat via het instapdossier gebruik wil maken van het sociaal fonds stijgt.

Het aantal individuele aanvragen voor financiële tussenkomsten stijgt ook elk jaar.

Sinds september 2013 gebeuren de aanvragen voor tussenkomst van het sociaal fonds digitaal. Dit is de eerste opstap naar een hervormd systeem voor tussenkomsten voor schooluitstappen.

AANVRAGEN DEELNEMENDE SchOLEN

LESGROEPEN DEELNEMENDE OuDERS

2010-11 23 14 14 223

2011-12 27 11 13 192

2012-13 25 14 14 205

2013-14 23 10 11 177

08-09 09-10 10-11 11-12 12-13 13-14

138 169 185 201 195 204

2009 2010 2011 2012 2013

15.159 18.153 20.381 23.117 27.352

2009 2010 2011 2012 2013

€132.321 €145.863 €147.198 €127.132 €156.613

Page 28: Jaarrapport 2013

28 brede leer- en leefomgeving

SchOOLOPBOuWWERk DE SchOOLBRuG

De Schoolbrug is een belangrijke partner van AOB om sociaal onderwijsbeleid te realiseren. In een 50-tal scholen in Antwerpen Stad werken we samen met schoolteams om de drempels in scholen voor kwetsbare ouders en leerlingen te verkleinen. Medewerkers van De Schoolbrug werken volgende thema’s uit: organisatie van ouderbijeenkomsten rond schoolse thema’s,  leerondersteuning in gezinnen thuis door studenten lerarenopleiding, ouderbijeenkomsten rond de ontwikkeling van de kleuter en de overstap naar en doorstroom in het secundair en hoger onderwijs, remediëring van anderstalige nieuwkomers in het secundair onderwijs door studenten lerarenopleiding en schoolinterne begeleidingstrajecten voor jongeren met gedragsmoeilijkheden.

Daarnaast heeft elke Kaap-school een medewerker van De Schoolbrug. Die medewerker:

» vormt de brug tussen de school, de NT2-lesgever en de ouders;

» organiseert kinderopvang indien nodig; » organiseert met het Huis van het Nederlands de

intakes van de ouders.

De Schoolbrug is een onmisbare partner voor het algemeen onderwijsbeleid om d.m.v. het aanmoedigen van ouderbetrokkenheid het vroegtijdig schoolverlaten terug te dringen.

JOODSE GEMEENSchAP

Vanuit de Joodse gemeenschap kwam in 2011 de vraag om initiatieven te nemen voor kinderen en jongeren en om ouders beter te informeren over studie-mogelijkheden in Antwerpen na het secundair onderwijs. AOB heeft aan de hand van gesprekken met ouders, jongeren en de secundaire scholen binnen de Joodse gemeenschap de onderwijsvragen van deze gemeenschap in beeld gebracht. Hierrond werd een werkgroep samengesteld met verte€genwoordigers uit de gemeenschap

De onbekendheid van ouders en scholen met het veranderende onderwijslandschap valt sterk op. Zeer veel mogelijkheden die het volwassenen- en hoger onderwijs biedt zijn onbekend. Het zeer beperkte aanbod van studierichtingen in het secundair onderwijs brengt met zich mee dat heel wat jongeren niet in een geschikte studierichting zitten.

Bij Joodse ouders en hun kinderen en schooldirecteurs bestaat een grote bezorgdheid over

de opleidingskansen en de toekomstperspectieven.

In 2013 stonden verschillende initiatieven op het programma.

Oprichting van vzw StudJa : deze vzw heeft tot doel de jongeren te voorzien van correcte informatie inzake “verder studeren in Antwerpen”. In samenwerking met algemeen onderwijsbeleid worden nieuwe infosessies geprogrammeerd. Een sessie voor jongeren met kwalificatie en een voor jongeren zonder kwalificatie.

ONDERWIJS EN cuLTuuR

Antwerpen heeft een rijk cultuuraanbod voor kinderen en jongeren. Toch blijft dit aanbod vaak onbekend, waardoor scholen en kansengroepen minder deelnemen. Via een structurele samenwerking tussen cultuur, onderwijs en jeugdwerk kunnen meer kinderen en jongeren genieten van kunst en cultuur, ongeacht hun sociale of economische status.

Het algemeen onderwijsbeleid:

» ondersteunt en informeert scholen bij de uitwerking van een cultuurbeleid;

» werkt drempels weg die cultuurparticipatie voor kinderen en jongeren in de weg staan;

» biedt de culturele sector gerichte informatie en advies over onderwijs en onderwijsbeleid;

» bouwt samen met het bedrijf cultuur, jeugd en sport een structureel en gecoördineerd kunst- en cultuureducatief beleid in de stad uit.

In 2013 organiseerden en ondersteunden de medewerkers van het team onderwijs en cultuur verschillende samenwerkingsinitiatieven tussen cultuur en onderwijs. Aan de basis hiervan lagen vijf focuspunten: kleuters, leesplezier, leerkrachten, informatiedeling en beleid.

Page 29: Jaarrapport 2013

29brede leer- en leefomgeving

fOcuS OP kLEuTERSkLEuTERMENu – OP AVONTuuR MET SPORT EN cuLTuuR

Niet elk kind heeft van thuis uit de kans om met cultuur en/of sport in aanraking te komen. Het onderwijs kan één van de mogelijke poorten zijn om kinderen van jongs af aan toch de kans te geven van het ruime aanbod in de stad te proeven. Het algemeen onderwijsbeleid treedt als facilitator op door een uniek kleutermenu met sport en cultuur op maat samen te stellen en netoverschrijdend aan de scholen in Antwerpen aan te bieden.

Het Kleutermenu bestaat uit twee sport- en twee cultuuractiviteiten voor kleuters van de derde kleuterklas, of vergelijkbare groepen van het buitengewoon onderwijs. Elke activiteit is afgestemd op de mogelijkheden en interesses van de deelnemers. Scholen kunnen dit menu bestellen tegen een sociaal tarief.

Het algemeen onderwijsbeleid stelt het menu samen op maat van elke klas rekening houdend met het aanbod in de onmiddellijke omgeving van de school, de schoolplanning en het cultuur- of sportaanbod dat de kinderen reeds krijgen aangeboden.

In schooljaar 2013-2014 vond de derde editie van het Kleutermenu plaats. Er namen 73 scholen deel. In totaal werden er 3.314 kinderen bereikt.

fOcuS OP LEESPLEzIER

Najaar 2012 bracht het algemeen onderwijsbeleid een werkbezoek aan The reader Organisation in Liverpool. Deze organisatie werkt aan leesplezier naar verschilende doelgroepen toe aan de hand van een samenlezen-methodiek.

In navolging van dit werkbezoek volgden enkele medewerkers van het algemeen onderwijsbeleid een opleiding tot leesbegeleider volgens ‘the read to lead-methodiek’.

Om de methodiek ook naar het onderwijs bekend te maken, werden gedurende zes avonden twee leesgroepen georganiseerd met leerkrachten.

Eén leesgroep richtte zich op OKAN-leerkrachten, de andere leesgroep op lager onderwijs en buitengewoon onderwijs.

fOcuS OP ELkE LEERkRAchT

cuLTuRELE EN SPORTIEVE VERWENWEkEN VOOR LEERkRAchTEN

Ter gelegenheid van de Internationale Dag van de Leerkracht op 5 oktober, verwende de stad Antwerpen een maand lang alle leerkrachten die lesgeven in de stad met een gratis aanbod. Ook dit jaar werd het aanbod uitgebreid naar extra aanbod vanuit de eigen extra-muros werking.

Ook vanuit cultuur werden er weer verschillende verwenmomenten aangeboden. 24 Antwerpse cultuurhuizen zetten hun deuren open voor in totaal 54 activiteiten zoals exclusieve voorstellingen, rondleidingen, concerten, workshops, lezingen of zelfs een blik achter de schermen.

www.antwerpen.be/onderwijs

03 338 33 40

Bedankt om Antwerpenmee groot te brengen.

Wie in Antwerpen lesgeeft, brengt een stad mee groot. Laat je een maand lang verwennen.

Kijk op www.antwerpen.be/onderwijs voor het aanbod.

V.U

. Ils

Neu

ts, G

rote

Mar

kt 1

, 200

0 A

ntw

erpe

n.

3145056_verwenweken_leerkrachten_A3affiche.indd 1 2/08/13 11:01

Page 30: Jaarrapport 2013

30 Brede leer- en leefomgeving

Speciaal om de leerkrachten in de bloemetjes te zetten ontwikkelden de leerlingen en leerkrachten van sint-Jozef OV4 in samenwerking met het museum Mayer Van den Bergh een pop-uptentoonstelling met als thema ‘leerkrachten’. Het algemeen onderwijsbeleid voorzag een externe begeleider en tekende een traject uit, met onder andere een plaatsbezoek in het MuHKA, waarbij de leerlingen ondergedompeld werden in de museumwereld en wat er allemaal nodig is om een tentoonstelling te doen slagen.

Na een intensief proces van 4 werken was het mooie resultaat op 4 november te bewonderen in het museum Mayer Vandenbergh en was een weekend lang toegankelijk. Het was een boeiende samenwerking voor zowel leerlingen, leerkrachten als het museum.

Behalve een bedankje voor alle leerkrachten die zich dagelijks inzetten voor de jongeren in onze stad waren deze verwenweken ook een laagdrempelige manier om leerkrachten in contact te brengen met cultuur en sport.

fOcuS OP INfORMATIEDELING

In 2013 organiseerde het team onderwijs en cultuur geen eigen studiedagen maar verzorgden ze een culturele insteek in de inspiratiedagen van STAM.

Zo werd er tijdens de inspiratiedag ‘taal’ een culturele lunch voorzien. Verschillende culturele partners dompelden de aanwezige leerkrachten in ‘hun taal’. Leerkrachten leerden een muziekverhaal scheppen, stonden stil bij de geluiden waar we ons niet meer van bewust zijn of hoe geluiden een sfeer kunnen oproepen, leerden hun eigen lichaam terug voelen …

cuLTuuRkuuR EN kLASOPSTAP

Vaak is het moelijk voor leerkrachten om hun weg te vinden in het culturele aanbod. Cultuurnet en Canon Cultuurcel ontwikkelden hiervoor het platform Cultuurkuur. Het doel is enerzijds om hier het volledige cultuuraanbod van Vlaanderen op terug te vinden, anderzijds als uitwisselingsplatform tussen scholen onderling en tussen scholen en cultuur organisaties.

Algemeen onderwijsbeleid ijverde ervoor dat stad Antwerpen mee werd opgenomen in de pilootfase van dit platform. Zo verzorgden zij samen met Cultuurnet en Canon Cultuurcel verschillende infosessies voor de cultuurpartners op het grondgebied van de stad Antwerpen om hen te stimuleren hun aanbod in te voeren.

Ook werd een een focusgroep met leerkrachten georganiseerd om de website uit te testen.

Ondertussen heeft algemeen onderwijsbeleid ook haar eigen website met aanbod van klasactiviteiten. Er wordt gewerkt aan een link tusen cultuurkuur en Klas op Stap zodat cultuurpartners op beide websites tegelijkertijd hun aanbod kunnen publiceren.

fOcuS OP BELEID

In 2012 werkte het team onderwijs en cultuur voor de eerste keer met een focusgroep leerkrachten. Leerkrachten brainstormden toen mee voor een nieuw doelpubliekbeleid van de bibliotheken van Antwerpen.

Dit schooljaar werden de acties rond de jeugdboekenweek mee uitgedacht door enthousiaste leerkrachten.

Geïnspireerd door deze methodiek om leerkrachten een stem te geven, werd ook aan de musea de vraag gesteld of zij hun aanbod wilden laten screenen door leerkrachten. 14 musea beantwoordden deze oproep positief. De musea kozen zelf op welk aanbod ze feedback wilden.

Het team onderwijs en cultuur lanceerde daarop een oproep voor enthousiaste leerkrachten om het aanbod van de musea te screenen. Is het aanbod op maat? Wat vind ik goed? Wat mis ik? Of een brainstorm voor aanbod in de toekomst. Dit en andere vragen kregen de leerkrachten voorgeschoteld tijdens de focusgroepen. Een moderator stuurde de discussies in goede banen.

Per museum werden de resultaten gebundeld waarmee de musea aan de slag gaan.

Page 31: Jaarrapport 2013

31brede leer- en leefomgeving

SPORT EN ONDERWIJS: PLOEGGEEST, DAAR DRAAIT hET OMAfgelopen jaar liep het actieplan sport en onderwijs 2011-2013 op zijn eind. Een aantal projecten liepen in het kader van Antwerpen Europese Sporthoofdstad 2013.

STIMuLuS

Samen met vzw Stimulus organiseerden we een motorisch ontwikkelingstraject voor kleuters, met specifieke aandacht voor kinderen met een motorische achterstand. Er werden twee sessies georganiseerd van tien bewegingslessen, in maart en oktober. In totaal namen meer dan zestig kinderen deel. Voor het eerst werd er een wachtlijst aangelegd. Het aanbod zal worden geïntegreerd in het algemeen bewegingsprogramma voor het lager onderwijs.

kLEuTERMENu

Het Kleutermenu is een initiatief van de bedrijfseenheid cultuur, sport, jeugd en onderwijs en werd voor het derde schooljaar op rij georganiseerd. Het project, met een netoverschrijdend aanbod voor de derde kleuterklas en voor vergelijkbare groepen uit het buitengewoon onderwijs, bestaat uit twee sport- en twee cultuuractiviteiten per klasgroep. Er wordt samengewerkt met 23 sportpartners, waarvan zeventien sportverenigingen. Tijdens het schooljaar 2013-2014 schreven 73 scholen zich in voor het project, goed voor 151 klassen met in totaal 3 448 leerlingen. Dit is een stijging van 21% ten opzichte van het tweede jaar. Het initiatief is uniek in België. We streven ernaar om activiteiten binnen een straal van achthonderd meter van de school te voorzien, zodat de klas de verplaatsing te voet kan maken. Is dat niet het geval, dan is de bereikbaarheid met het openbaar vervoer prioritair. Bovendien vindt één van de vier initiatieven altijd plaats op de school zelf. Ook financieel krijgen scholen ondersteuning: een school betaalt 200 euro per klas van maximum dertig leerlingen voor het menu. De rest van de kosten wordt bijgepast door de stad.

SPORT EN GEzONDhEID OP SchOOL

In het schooljaar 2013-2014 werden de overlegmomenten sport en gezondheid op school in de verschillende districten en wijken opnieuw georganiseerd. 137 scholen participeerden aan dit overleg waarbij zoveel mogelijk activiteiten voor sport en gezonde voeding werden uitgewerkt. Omdat de behoeften per school en per district verschillen, trachten we zoveel mogelijk op maat te werken. Hiervoor wordt samengewerkt met de Stichting Vlaamse Schoolsport (SVS), het Lokaal GezondheidsOverleg (LOGO) Antwerpen en de districten

SchOLENVELDLOPEN

We organiseerden opnieuw scholenveldlopen met de Stichting Vlaamse Schoolsport, de districten en de lokale atletiekverenigingen. Deze vlotte samenwerking leidde tot veldlopen in Berendrecht, Wilrijk, Borgerhout, Ekeren en Antwerpen. Het deelnamecijfer steeg aanzienlijk tegenover 2012. Afgelopen jaar werd in Antwerpen de apotheose van de Vlaamse veldloopweek voor scholen georganiseerd in Park Spoor Noord. De deelnemers komen hoofdzakelijk uit het lager onderwijs. Het blijkt moeilijk om secundaire scholen en hun leerlingen warm te maken voor de veldlopen.

De massadans laten voorafgaan aan de scholenveldlopen heeft de bekendheid van de dans en het clublied van Sporting A in een stroomversnelling gebracht. De massadans van Sporting A is intussen ingeburgerd bij de Antwerpse scholen.

2010 2011 2012 2013

21 27 77 63

2011-2012 2012-2013 2013-2014

1.372 2.998 3.4482008 2009 2010 2011 2012 2013

2.415 2.075 2.128 2.491 2.805 3.515

Page 32: Jaarrapport 2013

32 brede leer- en leefomgeving

methodes en spelletjes aangeleerd om sportieve bewegingstussendoortjes in de klas te kunnen geven.

De scholen konden een begeleidingsmoment aanvragen waarbij een professionele choreograaf de dans voor de danswedstrijd kwam coachen, vijftien scholen maakten hiervan gebruik.

Op zeventien scholen werd, omdat ze deelnamen aan het volledige danstraject, een dansdag georganiseerd voor in totaal 1 045 leerlingen.

Just Dance XL was een succes van formaat en wordt verdergezet in 2014. In oktober werd de voorbereiding voor de editie van 2014 opgestart. Daarin zullen er twee luiken zijn, één voor meer gevorderde dansers en één voor recreatieve dansers. Zo wordt de succesbeleving van de kinderen elk op hun niveau vergroot.

Wk TuRNEN

Tijdens de periode van het WK Gymnastiek werden de leerlingen van het derde en vierde leerjaar lager onderwijs uitgedaagd. Er werd een wedstrijd ‘Pimp je turnpantoffel’ gelanceerd waarbij de leerlingen hun turnpantoffels moesten pimpen. De drie mooiste turnpantoffels (van drie verschillende scholen) werden uitgekozen en kregen een prijs: een waardebon van Janssen-Fritsen ter waarde van 300 EUr. De pantoffels werden tijdens het WK tentoongesteld in het Sportpaleis. van 300 EUr. De Voor het vijfde en zesde leerjaar werden 3150 gratis tickets aangeboden om naar het WK te gaan kijken. Ter plaatse konden zij een doeparcours afleggen. Dankzij de tickets konden de kinderen gratis met het openbaar vervoer naar het Sportpaleis.

uRBAN ONTMOETINGSDAGEN

Sportopia was gedurende de eerste twee weken van september exclusief voor scholen geopend. De secundaire scholen (eerste graad) konden zich inschrijven voor een halve dag. Dit omvatte een actieve rondreis door Sportopia met allerlei sportieve proeven. In totaal schreven zeventien scholen zich in, goed voor 1 300 leerlingen. De twee weken waren volledig volgeboekt en Sportopia werd heel erg gesmaakt.

INTERScOLAIR zAALVOETBALTORNOOI

Het interscolair zaalvoetbaltornooi startte in september voor het secundair onderwijs (tweede

zOEf!

ZOEF! is een naschools project voor 60 leerlingen van het buitengewoon onderwijs, die om eender welke reden baat hebben bij beweging. Tijdens het schooljaar 2013-2014 werd opnieuw de samenwerking aangegaan met basisschool SIBLO 8 De Wissel uit Antwerpen (Luchtbal), waar leerlingen van type één (licht mentale handicap) en type acht (ernstige leerstoornissen) worden onderwezen. Verder zijn ook SIBLO de Bijenkorf en de campus van SIBSO Ertbrugge, SIBLO Venneborg en SIBLO Morckhoven mee in het project gestapt. Het programma bestaat uit vijf blokken van vier lessen rond één sport, waarbij er één keer per week een beweegsessie plaatsvindt. Het sportaanbod vindt in de omgeving van de school plaats in samenwerking met de provincie. Met de steun van het Lokaal GezondheidsOverleg Antwerpen vinden er ook twee gezondheidssessies plaats waarbij de ouders worden betrokken.

JuST DANcE xL

Just Dance is een danswedstrijd voor leerlingen uit de derde graad van het lager onderwijs. Deze wedstrijd is in 2010 opgestart door Jespo vzw. Door de ondersteuning van Sporting A kon de danswedstrijd worden uitgebreid en werd daarnaast ook een zijtraject voor de deelnemende scholen opgestart.

Voor de danswedstrijd schreven 24 scholen zich in. Door het toenemende aantal scholen werden er voor het eerst halve finales georganiseerd. Aan de halve finales, die plaatsvonden op 24 april in de Ekerse Theaterzaal, cc De Kern en AMUZ, namen 373 leerlingen deel. Met daarnaast nog 850 supporters waren deze halve finales zeer succesvol. De finale vond op 15 mei in de Zuiderkroon plaats. De beste negen scholen kwamen hier in actie, goed voor 134 leerlingen en negenhonderd toeschouwers. De presentatie was in handen van Charlotte Leysen, Ketnet-presentatrice en Sporting A-ambassadrice. De winnende school, de Apenstaartjes uit Linkeroever, mocht deelnemen in de videoclip van het Sporting A-clublied.

In samenwerking met de Murga vzw werd, als zijtraject van de danswedstrijd, een dansprogramma in de deelnemende scholen opgestart. Deze was gericht op zowel motorische als sociale vaardigheden.

Negentien leerkrachten uit vijftien deelnemende scholen kregen workshops waarin hen werd aangeleerd om een choreografie op te bouwen.

41 leerkrachten kregen een workshop ‘dansant bewegen in de klas’. Hierin werden didactische

Page 33: Jaarrapport 2013

33brede leer- en leefomgeving

graad) kende kinderziekten maar kan toch succesvol worden genoemd. Dit tornooi, in samenwerking met SVS, Kras vzw en JES vzw, werd georganiseerd in het kader van het EK Futsal eind januari 2014. Vooral het project peer coaching (derde graad) waar per ploeg een leerling wordt aangeduid die instaat voor zijn ploeg en als aanspreekpunt dient voor de organisatie, is een absolute meerwaarde voor dit project. Hiervoor werd, om het verantwoordelijkheidsgevoel en de sociale vaardigheden van de leerlingen te bevorderen, een opleiding tot coach georganiseerd. In totaal schreven veertien scholen zich in voor deze competitie, goed voor twintig teams. Elk team ontving een set van genummerde T-shirts en een T-shirt voor de coach

SPORTkOT VAN ’T STAD

Kotstudenten en hun vrienden werden in februari uitgedaagd om deel te nemen aan een wedstrijd met als doel Sportkot van ’t Stad te worden. De wedstrijd, georganiseerd in samenwerking met vzw Antwerpen Studentenstad, Sportsticker en de AP Hogeschool, bestond uit drie proeven. De eerste twee proeven (Bumperball en Kinect Dans) vonden plaats in de

stadscampus van de Universiteit Antwerpen. De derde proef, een inflatable competitie vond plaats in het Centraal Station. Dertien ploegen van tien studenten namen deel aan de wedstrijd. De winnende ploeg van tien studenten mocht deelnemen aan de International Sports Meeting in Tavira (Portugal).

SPORTING A-STuDIEcLuB

Gedurende de blokperiode in juni konden studenten in openlucht studeren in het Middelheimpark. Hiervoor werden speciale, gemakkelijke en vervoerbare bureautjes ontwikkeld. Drie keer per dag werd een sportieve pauze aangeboden door Healthcity Middelheim. Er was ook de mogelijkheid om sportmateriaal te ontlenen zoals petanqueballen, badmintonracketjes of frisbees. In totaal kwamen er slechts 63 unieke bezoekers, waarvan er 37 meerdere keren terugkeerden.

BLAckLIGhTSPORTLOODS

In november werd een derde van de evenementenhal in Park Spoor Noord omgetoverd tot een volledig verduisterde sporthal met oplichtende sportmaterialen, bar en dj. Gedurende acht dagen konden de studentenclubs de hal afhuren. Van de acht beschikbare avonden werden er slechts twee gebruikt door studentenclubs. Om de investering

in dit project te laten renderen werd de hal, in samenwerking met Healthcity en Yogadiscovery, opengesteld voor een breder publiek door de organisatie van yoga-, zumba- en bootcampsessies voor al wie geïnteresseerd was.

De wedstrijd van Sportkot van ’t Stad, de Sporting A-studieclub in park Middelheim en de blacklightsportloods kenden een wisselend succes. De samenwerking met de studentenverenigingen en sportsticker verliep zeer moeizaam. Enerzijds waren het hoofdzakelijk nieuwe concepten die nog niet gekend zijn en tijd nodig hebben om te groeien. Anderzijds verliep de communicatie naar en met de verschillende studenten(clubs) moeizaam: wisselende contactpersonen, reacties en feedback lieten dikwijls (te lang) op zich wachten. De respons was dan ook niet altijd in verhouding tot de investering. De evaluatie heeft uitgewezen dat de studenten hun eigen programma’s hebben en geen nood hebben aan extra programma’s. Het bleek niet eenvoudig nieuwe initiatieven toe te voegen aan de meestal al volle studentenkalender.

SAMENWERkING MET LERARENOPLEIDINGEN LIchAMELIJkE OPVOEDING

Studenten vanuit de lerarenopleidingen lichamelijke opvoeding van de AP Hogeschool en KdG kregen opnieuw de kans om stage te lopen bij vzw Antwerpen Sportstad. Ook studenten vanuit andere instellingen vonden hun weg naar onze organisatie.

Page 34: Jaarrapport 2013

SchOOLuITSTAPPEN

Page 35: Jaarrapport 2013

35schooluitstappen

Klas op Stap zorgde ook in 2013 voor een kwalitatief, betaalbaar en complementair aanbod van extra muros activiteiten binnen en buiten de stad. Scholen op het grondgebied van Antwerpen konden in 2013 deelnemen aan verschillende één- of meerdaagse schooluitstappen in of buiten Antwerpen.

In augustus 2013 werd Diesterweg in Kalmthout gesloten. Om een meerdaags aanbod te blijven voorzien voor de scholen in Antwerpen werden er nieuwe projecten opgestart. Zo werden er boerderijklassen georganiseerd in Hulgenrode in Wommelgem en in Den Appeldijk in Weert. Dit gaat om een driedaags verblijf zodat wekelijks twee derde derde leerjaren gebruik kunnen maken van deze locatie. Voor 2014 werden ook reeds 5-daagse fiets- en natuurklassen gepland in Den Horst in Schoten voor leerlingen uit het 4e leerjaar..

WEBSITE WWW.kLASOPSTAP.BE

Sinds september 2013 staat de website www.klasopstap.be online. Met deze website willen we zorgen voor een portaalsite voor uitstappen en activiteiten voor scholen. De website bundelt alle initatieven van stedelijke diensten of hun partners. Van een bezoek aan de brandweer, een toneelstuk, een ecologische workshop, een geleide fietstocht,...tot een bezoek aan de haven. Op deze manier vindt de school het aanbod gemakkelijk terug op 1 website.

IVA kLAS OP STAP

Vanaf januari 2013 ging het intern verzelfstandigd bedrijf van start waardoor men korter op de bal kon spelen en de openluchtwerking verder gereorganiseerd kon worden met het oog op een rendabelere en flexibelere werking.

BESLISSING TOEkOMST MEERDAAGS AANBOD

In het najaar van 2013 werd beslist dat de stad Antwerpen het aanbod van meerdaagse uitstappen in eigen beheer en stedelijk patrimonium zou stopzetten. Deze beslissing zorgt voor grote veranderingen in de werking van Klas op Stap.

In de toekomst zal er dan ook gefocust worden op de twee onderdelen die ook op de website beschreven worden.

AANBOD VAN AcTIVITEITEN

Klas op Stap zal via de website alle interessante activiteiten voor kleuter-, lagere en secundaire scholen en het hoger onderwijs in de stad Antwerpen blijven verzamelen.

Daarnaast willen we ook eigen activiteiten aanbieden waar het nodig is. Zo zullen we extra inzetten op de fietslessen waarbij er veel aandacht wordt gegeven aan het aanleren van stuurvaardigheid in een veilige parkomgeving.

We zorgen bovendien ook voor de promotie van bepaalde activiteiten door het aanbieden van dagvignetten zoals de zoo- en havenvignetten. Deze werking blijkt te werken en willen we dus naar de toekomst zeker behouden en mogelijks ook verder uitbreiden.

BIEDEN VAN ONDERSTEuNING

Klas op Stap wil ook zorgen voor diverse vormen van ondersteuning voor een klasuitstap of activiteit.

Zo bieden we reeds financiële ondersteuning via de zoo- en havenvignetten en het sociaal fonds. Bovendien zal er vanaf schooljaar 2014-2015 gestart worden met een nieuwe vorm van subsidiëring voor de meerdaagse uitstappen van scholen op het grondgebied van de stad Antwerpen. In de praktijk betekent dit dat elk kind van de 2de en 3de graad lager onderwijs dat les volgt in een Antwerpse school recht heeft op een vignet ter waarde van 18 euro per nacht en dit met een maximum van 12 nachten per lagere schoolloopbaan. Het principe van het vignettensysteem voor meerdaagse uitstappen

Page 36: Jaarrapport 2013

36 schooluitstappen

werd op 13 december 2013 goedgekeurd door het schepencollege. Dit nadat er op de Gemeenteraad van 18 november 2013 in het kader van de meerjarenbegroting hiervoor jaarlijks een bedrag van 1,2 miljoen euro werd vastgelegd voor de legislatuur 2014-2019.

MeerdAAgSe uitStAppen 2013 2010 2011 2012 2013

SPOrTKLASSEN IN HET VEEN (BrECHT) 1608 1558 1719 1743

FIETS- EN NATUUrKLASSEN IN DIESTErWEG (KALMTHOUT) 1212 1314 1199 822

ZEEKLASSEN IN HOME MATHILDE SCHrOYENS 2228 2643 2738 2854

NATUUrKLASSEN IN TEN HAAGDOOrN (HOUTHALEN) 1274 1356 768 NVT

BOErDErIJKLASSEN IN HULGENrODE (WOMMELGEM) NVT NVT NVT 662

BOErDErIJKLASSEN IN DEN APPELDIJK (WEErT) NVT NVT NVT 241

FIETS- EN NATUUrKLASSEN IN DEN HOrST (SCHOTEN) NVT NVT NVT NVT

dAguitStAppen 2013 2010 2011 2012 2013

TOrENHOF (MALLE) 8671 8564 5371 NVT

PEErDSBOS (BrASSCHAAT) 17645 18351 20193 19980

DIESTErWEG (KALMTHOUT) 10168 10765 10573 6379

SCHELDELAND (WEErT) 4051 3982 4352 NVT

ZOO / PLANCKENDAEL 12455 11233 12060 12711

KUNSTLOFT à KUNSTMIX 2788 1675 1764

SCHOOLTJALK 1644 1377 1228 872

HAVEN (3DE GrAAD BASIS) NVT 1075 903 2365

FIETSKLASSEN ‘VILLA ASTrID’ NVT NVT 190 1564

WATErONDErZOEK EN NATUUr IN HET FOrT VAN MErSKEM NVT NVT NVT 1502

Daarnaast willen we scholen ook op andere manieren ondersteunen, onder andere door het ontleenbaar maken van sport- en spelmateriaal en door het ter beschikking stellen van informatie zoals lijsten met jeugverblijven, pedagogische fiches, handige tips of invuldocumenten.

Page 37: Jaarrapport 2013

BuITENSchOOLSE kINDEROPVANG (BkO)iBo locAtie plAAtSen geBruiKerS opVAngMoMentenDE CrOCSKES ANTWErPEN

LINKErOEVEr70 194 4.423

DE JArrEBEES ANTWErPEN BOrGErHOUT

70 281 13.467

DE SPINNENKOPKES WILrIJK 70 348 16.634

DIEDELDOEDEL DEUrNE 56 265 10.056

DOBBELIDO ANTWErPEN ZUID

46 138 9.071

HOKE-BOKE HOBOKEN 70 301 14.486

T STASJON ANTWErPEN NOOrD

63 233 10.622

TIBOOKE MErKSEM 70 279 8.148

DE VILLA MErKSEM 42 89 304

Page 38: Jaarrapport 2013

38 buitenschoolse kinderopvang

In 2013 hebben we 87.211 opvangmomenten gerealiseerd in onze IBO’s, wat een stijging van 13,50% betekend ten opzicht van 2012. Er werden 2.059 verschillende kinderen opgevangen waarvan er 556 kinderen sociaal tarief genoten.

In 2013 hebben we 30.742 opvangdagen gerealiseerd tijdens vakanties wat een stijging van 14,1% betekend ten opzichte van 2012. Er werden 2319 verschillende kinderen opgevangen tijdens de vakanties, van deze 2319 genoten 625 kinderen sociaal tarief.

EffEcT cAPAcITEITSTEkORT BASISONDERWIJS

Sinds 2010 is BKO samen met andere stedelijke partners, op zoek naar een alternatief voor enkele locaties zodat de werking van de IBO’s kan gecontinueerd worden. De zoektocht werd in 2013 zeer intensief verder gezet, maar helaas nog zonder permanent resultaat voor de toekomst. Het nijpende capaciteitstekort in het basisonderwijs heeft rechstreekse gevolgen voor de huistvesting van IBO’s.

Zo werden voor IBO De Crockskes eind 2013 de schooldirecties van Linkeroever bij elkaar gebracht om het huisvestingsprobleem van het IBO te bespreken en samen te zoeken naar een oplossing vanaf 1 september 2014.

VERSTERkING INhOuDELIJk AANBOD

In het kader van Antwerpen Europese Sporthoofdstad 2013 werden een aantal extra sportieve impulsen gegeven aan de inhoud van de werking bovenop de reguliere sportieve insteken. Zo hebben we deelgenomen aan het doeparcours ifv het kampioenschap turnen, zijn we met kinderen naar de sportactiviteiten op verschillende pleintjes geweest, hebben de kinderen initiaties in verscheidene sportdisciplines gekregen en werd bvb voor het eerst een samenwerking met een boksclub opgezet voor kleuters waaruit de club 8 leden heeft kunnen werven en dus ook met een kleuterwerking binnen de club is opgestart. Een samenwerking met een aantal sportverenigingen werd opgezet om kinderen vanuit het IBO tijdens het schooljaar te stimuleren en de mogelijkheid te bieden om structureel deel te nemen aan de activiteiten van de sportvereniging.

OPSTART WERkING IBO DE VILLA

Vanaf krokusvakantie 2013 werd IBO De Villa te Merksem in gebruik genomen om overcapaciteit (vooral op woensdagnamiddagen) in IBO Tibooke weg te werken. Deze locatie werd structureel als volwaardig IBO in gebruik genomen vanaf september 2013.

Page 39: Jaarrapport 2013

uITVAL- EN SPIJBELPREVENTIE

Page 40: Jaarrapport 2013

40 uitval- en spijbelpreventie

Antwerpse scholen zien meer en meer jongeren met een problematische schoolloopbaan. De belangrijkste oorzaken zijn een kwetsbare sociale achtergrond, maatschappelijke uitsluiting en kansarmoede. De jongeren zijn schoolmoe, spijbelen, hangen rond op pleinen en in winkelcentra en krijgen al gauw het etiket overlastjongeren. Samen met onze partners wil de stad voorkomen dat deze jongeren de schoolbanken verlaten voor ze een diploma behalen. Daarom is het belangrijk om spijbelgedrag snel op te sporen en spijbelaars op te volgen.

cENTRAAL MELDPuNT VOOR RISIcOJONGEREN (cMP) EN SPIJBELAMBTENAAR

Het CMP is een netoverkoepelend CLB-project dat een centrale rol speelt in de aanpak van Antwerpse risicojongeren. Acht CLB-medewerkers werken halftijds voor het CMP. De spijbelambtenaar werkt nauw samen met het CMP. Het CMP is ingebed in AOB en werkt samen met een netwerk van partners in onderwijs, welzijn en justitie.

Het aantal meldingen steeg aanzienlijk sinds de oprichting van het CMP. Dat komt door een grotere bekendheid en door een uitbreiding van het aantal samenwerkingsovereenkomsten.

.Consulten zijn contactmomenten van instanties die hulp zoeken om een jongere met problemen op onderwijsgebied te begeleiden. Het CMP kan informatie of advies geven, doorverwijzen naar coachings- en opvangprojecten. Preventieve meldingen zijn het resultaat van een intensieve samenwerking met andere instanties die zich inspannen voor risicojongeren. Op vaste tijdstippen brengen deze organisaties het CMP op de hoogte van de jongeren die bij hen worden opgevolgd.

Dit biedt de mogelijkheid om trajectgegevens van jongeren met elkaar te kruisen, en na aanmelding deze informatie mee te gebruiken om tot een ideaal hulpverleningsvoorstel te komen voor de jongere.

Scholen, CLB’s of hulpverleners melden de jongeren aan. Het CMP zoekt voor deze jongeren hulp op maat: oa een doorverwijzing naar jongerencoaching, een time-outproject of het opvangproject Samen Werken Aan Toekomst (SWAT). In 2012 meldde het CMP 32 jongeren aan voor vraaggestuurde coaching en 102 jongeren voor schoolexterne opvangprojecten.

De stad Antwerpen registreert sinds 2003 spijbelcijfers voor alle onderwijsniveaus. Het Centraal Meldpunt en de spijbelambtenaar werken nauw samen met

scholen en zijn vooral actief op het vlak van analyse, begeleiding en vorming van scholen. Spijbelen is symptoomgedrag en moet zo snel en vroeg mogelijk worden aangepakt. Daarom gebruikt Antwerpen een zeer strenge spijbelnorm: kinderen en jongeren worden geregistreerd vanaf 10 halve dagen ongewettigde afwezigheid. De spijbelambtenaar pakt samen met de schoolteams het spijbelgedrag aan.

Voor het basisonderwijs werden vorig schooljaar 1.428 spijbelende leerlingen geregistreerd. Dat is 4,1% van de 34.895 leerplichtigen. Ongeveer 38% van de spijbelaars zit in de derde kleuterklas en het eerste leerjaar. 47,5% van de spijbelaars heeft al te kampen met schoolse vertraging. Het zogenaamde verlengde kleuterschooleffect, waarbij ouders leerplichtige kinderen gemakkelijker thuishouden, is vaak een oorzaak. Anderzijds gaan veel kansarme gezinnen minder vaak naar de dokter. Hierdoor beschikken de kinderen niet over een attest als ze ziek zijn. Verder beschikken ouders uit sociaaleconomische zwakkere bevolkingsgroepen over onvoldoende kennis over de complexe onderwijsregelgeving. Tot slot is de aard van het gezin, bijvoorbeeld eenoudergezin, een factor. Als er binnen dat gezin één kind of de ouder ziek valt, dan kunnen de andere kindjes niet naar school gaan, ook al zijn ze niet ziek.

Op een totaal van 36.745 leerlingen in het secundair onderwijs werden vorig schooljaar 6.329 spijbelende jongeren geregistreerd, of 17,2%. Het merendeel van deze spijbelaars zijn niet-leerplichtige meerderjarigen. In absolute aantallen is dat 3.557 van 6.329 jongeren. Toch blijven we ook op deze jongeren inzetten om

ongekwalificeerde uitstroom zo veel mogelijk te vermijden.

In het voltijds secundair onderwijs wordt het meest gespijbeld in het beroepsonderwijs (BSO) maar zien we een afname van de stijging van de vorige jaren. Er is wel een stijging in het ASO naar het niveau van 2009-2010: van 3,0 naar 4,3%). 71,3% van de leerlingen DBSO spijbelt.

We merken dat bij spijbelende leerlingen zittenblijven een belangrijke factor is. Spijbelgedrag komt alleszins vaker voor in de groep die blijven zitten is, dan bij de groep die niet schools vertraagd is. 15.497 leerlingen bleven al minstens één jaar zitten. Dat is bijna evenveel als het aantal leerlingen zonder schoolse vertraging. Het aantal leerplichtige kleuters dat start met een schoolse vertraging is wel met een vijfde gedaald.

In 2012 -2013 werden er door het CmP 1.074

consulten gegeven en registreerde het 1.911 preventieve

meldingen

Page 41: Jaarrapport 2013

41uitval- en spijbelpreventie

SWAT (SAMEN WERkEN AAN TOEkOMST)

In september 2005 startte de opvangstructuur SWAT, het Antwerpse opvangproject voor tijdelijk niet-schoolbare jongeren. Dit netoverschrijdend project wil de aansluitingskansen verhogen van jongeren uit het secundair onderwijs die een tijdelijk maar ernstig gedragsprobleem hebben. In 2013 werden 34 nieuwe jongeren opgevangen in de opgedeelde werking (Elegast en Arktos vzw).

Voor de scholen blijft het aanmeldingssysteem via het centraal meldpunt en de co-financiering met lerarenuren ongewijzigd. AOB blijft instaan voor de regie.

NETWERkcOAchING

In 2013 zorgde de netwerkcoach opnieuw voor een voorbereidende vorming van de nieuwe preventiemedewerkers of JOJO’s: scholen voor jongeren/jongeren voor scholen. Dankzij de intensieve samenwerking met de coördinatiecel van AgODi van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming, worden nu veel meer vormingen op maat georganiseerd. Deze samenwerking resulteerde in expertisedeling op vormingen en intervisiemomenten voor de mentors/coaches van deze jojo’s.

Schooldirecties vragen meer advies of steun bij het zoeken naar de juiste kandidaat voor hun school via de netwerkcoach. De scholen die nieuw in het project stappen worden van bij aanvang nu intensief begeleid.

Vanuit de nauwe samenwerking met de territoriale jongerencoaches (JOCO’s) en Arbeidscompetentiebegeleiders (ACB-ers) van JES, werd werk gemaakt van de nood aan intervisie via het platform van het Territoriaal Overleg Jongerencoaching dat vanaf 2014 4 maal per jaar zal doorgaan in 4 territoria, parallel aan het Scholenoverleg.

cONGRES uITVALPREVENTIE

Op 7 november organiseerden we voor een vierde keer op vraag van de Karel De Grote-Hogeschool een kennismaking met ons netwerk Zo kregen meer dan 160 studenten de kans om de partnerorgansiaties op locatie te bezoeken. Het jaarlijkse congres uitvalpreventie werd uitgesteld naar 2014 en geïntegreerd in één van de inspiratiedagen.

Page 42: Jaarrapport 2013

VEILIGE SchOOLOMGEVING

Page 43: Jaarrapport 2013

VERkEER EN MOBILITEIT

Antwerpen deed heel wat investeringen om de directe schoolomgevingen verkeersveiliger te maken, en dit zowel naar infrastructurele maatregelen als naar signalisatie toe. De herinrichting van de schoolomgeving gaat soms gepaard met hinder in de omgeving van de school. Het is een noodzaak om te blijven afstemmen met de verschillende netwerkpartners en de school om de bereikbaarheid voor en de veiligheid van de schoolgaande jeugd te blijven waarborgen .

De STOP-principe toets richt de aandacht in de eerste plaats op de verkeersvaardigheid van de zwakke weggebruiker en de verkeersveiligheid in de directe schoolomgeving. Met alle partners blijven we zoeken naar alternatieven voor de wagen voor het woon-schooltraject. De focus ligt niet enkel op de schoolomgeving zelf maar ook op de bereikbaarheid, het traject woon-school-woonverplaatsing en de educatie. Samen met de verkeerspolitie, de dienst mobiliteit van de stad Antwerpen, en de Provincie steunen we schoolprojecten verkeer en mobiliteit.

Bijzondere aandacht gaat uiteraard ook naar nieuwe schoolsites om ze verkeersveilig te maken.

VERkEERSVEILIGhEID, STuuRGROEP EN INfOPuNT VERkEERSVEILIGE SchOOLOMGEVINGEN

De stuurgroep verkeersveiligheid en scholen optimaliseert de verkeersveiligheid in de schoolomgeving in een gecoördineerde aanpak en bespreekt en coördineert alle verkeerseducatieve acties in de Antwerpse scholen.

Om vragen te behandelen, gaf de stuurgroep eind 2010 de aanzet voor een uniek infopunt verkeersveilige schoolomgeving. Elke Antwerpse school kan op het AOB terecht met vragen over een verkeersveilige schoolomgeving en duurzame mobiliteit. Het infopunt heeft ook een meldfunctie: alle gemelde onveilige verkeerssituaties in de schoolomgeving gaan naar de bevoegde (stads)diensten. In 2013 behandelde het infopunt 7.121 vragen.

VERkEERSMEDEWERkERS EN SchOOLSPOTTERS

Antwerpen doet al sinds april 2002 beroep op vijf Verkeersmedewerkers (VeVe’s) en sinds februari 2007 op vijf Schoolspotters (SPOT’ers). In 2013 werkten

vijf VeVe’s en vijf SPOT’ers bij AOB in het kader van verkeersveiligheid en mobiliteit. Hun tewerkstelling past in het startbanenproject Verkeersveiligheid van de Vlaamse Overheid. Ze helpen scholen om hun omgeving verkeersveiliger te maken. VeVe’s en SPOT’ers krijgen ondersteuning in hun werk- en opleidingstraject met veel aandacht voor hun persoonlijke ontwikkeling. Tot nog toe werkten 66 jongeren in het startbaanproject. Ondertussen werd er heel wat expertise opgebouwd en ontwikkelen deze jongeren extra competenties.

De VeVe’s worden ingezet voor het lager onderwijs, de schoolspotters voor het secundair.

De SPOT’ers hebben hun specifieke opdracht met de preventieve observatie in de directe schoolomgeving in functie van de sociale veiligheid op weg van, naar en aan tram- en bushaltes. De Lijntoezichters nemen de opdracht over aan de haltes en op het openbaar vervoer. Er is ondertussen en heel netwerk van partners uitgebouwd waarop beroep kan worden gedaan wanneer er nood is aan rust in de schoolomgeving.

De schoolspotters werden 1.308 keer ingezet. Hun inbedding in een netwerk verbeterde de aanpak van overlast en verkeersonveilig gedrag in de omgeving van scholen en tram- en bushaltes. De vraag naar inzet van spotters blijft toenemen. Jaarlijks is er een evaluatie per site naar inzet en nood en wordt ook bekeken of er andere schoolsites moeten worden uitgebouwd om schoolspotters in te zetten. De samenwerking met De Lijn (vanuit de veiligheidsmonitor) met School Aan de Beurt en scholen zelf speelt ook hier een rol.

Indien er een vraag is in navolging van of bij concrete dreiging van overlast kan dit team flexibel worden ingezet. De kracht van het uitgebreide netwerk is dat er ook op ondersteuning van de Lijntoezichters, de wijkteams van de lokale politie, de buurttoezichter, buurtregie, enz. beroep kan worden gedaan.

Terugkoppeling in het netwerk en indien nodig aan het Centraal Meldpunt, Jeugdinterventie of andere bevoegde diensten zorgt er voor dat jongeren die regelmatig voor overlast zorgen de nodige opvolging krijgen.

VERkEERSEDucATIE

AOB blijft investeren in het uitbouwen en verfijnen van het uitgebreid aanbod verkeerseducatie. Antwerpse scholen kunnen bij ons terecht voor educatieve spellen of materiaal, lessen dode hoek,

Page 44: Jaarrapport 2013

44 veilige schoolomgeving

verkeers- en mobiliteitspellen en ondersteuning op het terrein. De inzet en deskundigheid van onze werking wordt sterk gewaardeerd en scholen doen graag een beroep op ons aanbod.

De werking van de verkeerstuin werd door de lokale politie stopgezet in juli 2013. Er werd nog 69 keer ondersteuning gegeven door VeVe’s. Ook de verkeers-doe-dagen “Veilig in het verkeer met Pol de Beer” werd na de editie van maart 2013 gestopt. Op deze laatste editie werden 55 klassen bereikt, 1.187 leerlingen van het 4de leerjaar kregen les rond verschillende verkeersthema’s.

In de extra muros- werking konden leerkrachten met hun leerlingen via het menu verkeer op ons verkeerseducatief aanbod intekenen. In de fietsklassen (Park Villa Astrid – Park Spoor Noord) werd stuurvaardigheid en verkeersvaardigheid aangeleerd.

VERkEERSEDucATIE IN cIJfERS:

» Meer dan 300 keer werd er beroep gedaan op de verkeerseducatieve uitleendienst

» 155 klassen (een 3104 leerlingen) genoten de lessen dodehoek

» 69 dagen ondersteuning in de verkeerstuin rivierenhof

» 755 keer is beroep gedaan op het verkeerseducatief materiaal

» 54 klassen (een 993 leerlingen) kregen begeleiding voor fietsvaardigheid en fietscontroles

» 52 klassen genoten via een externe partner fietsvaardigheidstraining op de openbare weg

» 1.616 keer verkeerseducatieve ondersteuning » 2.821 brevetten (654 stapper en 2167 trapper)

werden uitgereikt

GEMAchTIGD OPzIchTERS

De lokale politie zorgt voor de opleiding van gemachtigd opzichters. AOB staat in voor de administratieve opvolging van de dossiers. In 2013 werden er 149 dossiers behandeld om mensen toe te laten als GO op te treden. De lokale politie voert de controle op het terrein uit en neemt onze info mee naar de scholen om die af te toetsen aan de situatie in de praktijk. Het materiaalbeheer en dispatching wordt door onze dienst ook opgevolgd, alsook het administratief in orde brengen van de Gemachtigd Opzichter, via het kabinet burgemeester (machtigingsbesluit), zodat de GO door de school kan worden ingezet.

(GEEN) WAPENS OP SchOOL

In 2008-2009 namen alle Antwerpse secundaire scholen een clausule over wapenbezit op in hun schoolreglement. Hiermee engageerden ze zich om scholen en schoolomgevingen vrij van wapens te houden.

In 2008-2009 en 2009-2010 werden voor het secundair onderwijs telkens 32 feiten geregistreerd. In 2010-2011 daalde dit naar 24 en 2011-2012 verder naar 22 meldingen. Vorig schooljaar werden er 16 feiten gemeld.

SchOOL AAN DE BEuRT

School aan de Beurt wordt uitgevoerd door de bedrijfseenheden Samen Leven en Cultuur, Sport, Jeugd en Onderwijs.

Scholen geven zuurstof aan een stad, maar scholen en hun ‘gebruikers’ hebben ook impact op het leven in de stad. Zo kan de leerlingenstroom overlast op het openbaar vervoer veroorzaken, worden openbare plaatsen plots lunchplekken waar zwerfvuil het decor vormt en ontstaan er soms wrijvingen tussen de buurtbewoners en schoolgangers. Omgekeerd heeft de grootstedelijke context ook impact op de werking van scholen. Zo is bijvoorbeeld de diversiteit in de stad groter geworden en de populaties van naburige scholen kunnen al eens botsen.

School aan de Beurt ondersteunt scholen om hierop te anticiperen en vormt de schakel tussen de scholen en stedelijke en niet-stedelijke partners.

We proberen de school te verankeren in het sociaal-culturele weefsel rond de school en te laten participeren in bestaande initiatieven, zoals Opsinjoren.

Page 45: Jaarrapport 2013

45veilige schoolomgeving

Scholen komen op 4 manieren in aanmerking voor het project: op vraag van de school (oproep), op basis van (overlast)signalen, gemeld door stedelijke en niet stedelijke partners, naar aanleiding van een incident in een school of schoolomgeving of op basis van geografische ligging.

De selectie van scholen is netoverschrijdend en er zijn scholen uit het basis- en het secundair onderwijs. Deze schoolselectie wordt gerapporteerd aan de Antwerpse Onderwijsraad.

WAT cIJfERS uIT WERkJAAR 2013

In 2013 werkte het project School aan de Beurt samen met 84 scholen. Met 18 scholen werd de samenwerking afgerond. Enkele van deze scholen kregen het aanbod van School aan de Beurt maar gingen hier niet op in. In andere scholen werden acties opgestart en werden vooropgestelde doelstellingen bereikt.

29 scholen werden bereikt in een site- aanpak. In deze aanpak wordt in een geografisch afgebakend gebied (schoolomgeving) een netwerk opgezet tussen verschillende scholen, stedelijke en niet stedelijke partners met als doel samen schooloverstijgende en veel voorkomende problemen op te lossen.

In 2013 hebben we de veiligheidsspiegel (digitale bevraging voor leerlingen en leerkrachten) onder de loep genomen en herwerkt. De ‘nieuwe’ bevraging werd getest in 2 Antwerpse basisscholen en 2 secundaire scholen. Leerlingen en leerkrachten konden het instrument, de vragen en de vraagstelling evalueren. De resultaten werden verwerkt in de ‘nieuwe’ veiligheidsspiegel. In 2014 is de bevraging gebruiksklaar. School aan de Beurt wordt uitgevoerd door de bedrijfseenheden Samen Leven en Cultuur, Sport, Jeugd en Onderwijs.

STAPPENPLAN EN TRAINING cRISISONDERSTEuNING

Op vraag van de school of de inrichtende macht kan een crisisteam een school steunen bij:

» de communicatie naar leerlingen, ouders, leerkrachten, buurt en pers;

» de zorg voor leerkrachten, leerlingen, slachtoffers, getuigen en omstanders.

Er vonden twee crisisondersteuningsoefeningen plaats waaraan 2 directieteams en hun medewerkers deelnamen. Iets meer dan 30 directies observeerden de oefeningen. In 2012 werd 10 keer beroep gedaan op ondersteuning bij crisissituaties in scholen, in 2013 liep dit op tot 18 keer.

PROTOcOLSchOLEN

Het project protocolscholen is een samenwerkingsverband tussen 60 Antwerpse scholen, de stad Antwerpen en het parket van Antwerpen met als doel een efficiënte en doortastende afhandeling van misdrijven binnen een schoolse context. Hoewel de meest voorkomende feiten die jaarlijks worden

gemeld redelijk constant blijven doorheen de jaren, zien we in het jaarrapport 2013 een opvallende stijging van het aantal drugsgerelateerde meldingen, gepleegd in en rond scholen in 2012.

Het scholenproject wil samen met de verschillende partners rond dit thema aan de slag gaan. Enerzijds door een efficiënt beleid te voeren vanuit politie en parket en anderzijds de scholen te vragen aandachtig te zijn voor dit fenomeen. Scholen zullen in samenwerking met

VAGGA vzw ondersteund worden d.m.v. opleidingen, sensibiliseringscampagnes, …

Het komt het erop aan samen

leefkwaliteit binnen en buiten

de school te optimaliseren

Page 46: Jaarrapport 2013
Page 47: Jaarrapport 2013

cOLOfON

VERANTWOORDELIJkE uITGEVEREmmy Proost

fINANcIëLE EN PERSONEELSGEGEVENSDiane Stevens

cONcEPT, VORMGEVING, cOPyWRITING, EINDREDAcTIE EN cOöRDINATIEInge Vanstiphout & Yannick Peers

Alle teksten werden samengesteld door de medewerkers van de afdeling algemeen onderwijsbeleid.

Page 48: Jaarrapport 2013

algemeen onderwijsbeleid

Postadres:Grote Markt 1, 2000 Antwerpen

Kantooradres:Den Bell, Francis Wellesplein 1, 2018 Antwerpen

03 338 33 [email protected]

www.antwerpen.be/onderwijs