Upload
botanic-garden-meise
View
243
Download
0
Embed Size (px)
DESCRIPTION
Jaarverslag 2013 - Nationale Plantentuin van België
Citation preview
NationalePlantentuinvan België
Jaarverslag 2013
NationalePlantentuinvan België
Jaarverslag 2013
Met deze nieuwe missie vat de Plantentuin op een kernachtige manier de essentie van zijn op-dracht samen. De Plantentuin heeft een ruimere opdracht dan andere op planten gerichte instel-lingen en is veel meer dan een mooi kasteelpark. Plantentuinen wereldwijd combineren funda-menteel onderzoek zoals taxonomie en fylogenie, met ex situ en in situ conservatieprogramma’s. Ze delen deze plantenkennis om de publieke opinie te sensibiliseren over het belang van planten in ons dagelijks leven.
Onze gespecialiseerde equipe vakkundige me-dewerkers werkt dagelijks samen met heel uiteen-lopende personen en organisaties, zowel lokaal als internationaal, met als doel een echt verschil te maken in de samenleving en om een duurzame toekomst te behartigen. Ons netwerk van samen-werkingen omvat lagere en secundaire scholen, universiteiten, onderzoeksinstellingen en natuur-organisaties.
In het afgelopen jaar hebben onze medewerkers belangrijke bijdragen geleverd aan de inventarisa-tie van de biodiversiteit wereldwijd. Dit werd mo-gelijk door de combinatie van hun ruime expertise en hun toegang tot onze unieke wetenschappelijke collecties, vergaard doorheen de geschiedenis van ons instituut. De voorbeelden in het jaarverslag laten zien hoe traditionele onderzoeksmethoden worden gecombineerd met moderne wetenschap-pelijke methoden om de diversiteit aan planten te beschrijven en de evolutie ervan te ontrafelen.
In 2013 is de Plantentuin ingestapt in een groot EU-project om ecologisch een van de meest kwets-bare Belgische ecosystemen te herstellen. Het belang van het koppelen van in situ en ex situ con-servatie zal verder blijven toenemen aangezien een derde van al het plantenleven met uitsterven bedreigd wordt. Om beleidsmakers wereldwijd te overtuigen planten en de ecosystemen waarin ze leven beter te beschermen, is het essentieel om hun economisch potentieel te onderzoeken. Een uitdagend project van de Plantentuin schat de economische waarde van de Afrikaanse bossen in
voor wat betreft de eetbare paddenstoelen en gaat na hoe het behoud van de bossen kan bijdragen tot het verminderen van voedseltekorten en onder-voeding.
2013 was ook een spannend jaar voor onze medewerkers van de natuurhistorische collecties. Sommige ‘vergeten’ collecties kregen eindelijk de aandacht die ze verdienen en worden nu zorgvul-dig geïnventariseerd en onderzocht. De Planten-tuin versterkte ook zijn levende plantencollecties, zowel onder glas als buiten. Deze collecties wer-den uitgebreid met heel wat nieuwe en boeien-de planten. Vele collecties zijn belangrijk voor wetenschappelijk onderzoek en voor conservatie-programma’s, terwijl andere specifiek gericht zijn op het brede publiek. Het educatieprogramma van de Plantentuin werd verder uitgebreid met onder andere een speciale rondleiding voor blinden en slechtzienden. Er werd voorzien in hun noden, waardoor deze doelgroep nu op zijn geëigende ma-nier mee kan genieten van de Plantentuin.
Met dit jaarverslag sluiten we een episode in onze geschiedenis af. Op 1 januari 2014 werd de Plantentuin overgedragen naar de Vlaamse Gemeenschap en werd hij omgedoopt tot ‘Plan-tentuin Meise’. Het personeel werd toegewezen aan de Vlaamse en de Franse Gemeenschap, maar iedereen zal blijven samenwerken om onze missie te verwezenlijken. De voorbereiding voor deze overdracht vereiste veel inzet van alle betrokken administraties: in de eerste plaats van het perso-neel van de Plantentuin, maar ook van verscheide-ne personen van het federale niveau en de Vlaamse en Franse Gemeenschap. Dankzij de gezamenlijke inspanningen werd de overgang goed voorbereid en zien we uit naar een positieve toekomst.
Tot slot wil ik graag alle medewerkers, vrijwil-ligers, gidsen, de federale overheid, de overheden van de Vlaamse en Franse Gemeenschap en onze vele sympathisanten bedanken voor al het werk dat in 2013 werd gerealiseerd. Ik ben ervan over-tuigd dat we samen klaar zijn om de uitdagingen die voor ons liggen aan te pakken!
Het plantenrijk ontdekken, onderzoeken en beschermen en met deze kennis samen bouwen aan een duurzame toekomst.
Voorwoord
Steven DesseinAdministrateur-generaal
4 — 5
5 — 11
12 — 16
17 — 19
20 — 24
25 — 29
30 — 35
36 — 40
41 — 66
Biodiversiteit ontdekken en optekenen
Plantendiversiteit veiligstellen
Ecosystemen begrijpen
Planten en mensen (opnieuw) verbinden
Inspireren en informeren
Ons patrimonium valoriseren
Organisatie
De Plantentuin in cijfers
Tot op vandaag blijft het totale aantal soorten van onze planeet onbekend. Veel soorten moeten nog ontdekt worden, vooral in de tropen en in bepaalde groepen, zoals de schimmels en algen. Dit gebrek aan wetenschappelijke kennis draagt een groot risico in zich. Soorten zijn immers de fundamentele bouwstenen van ecosystemen en een grondige kennis van de soorten is essentieel om te kunnen begrijpen hoe onze levende planeet werkt.
Soorten ontdekken, beschrijven, benoemen en classificeren vormt de kern van ons wetenschap-pelijk onderzoek. Onze taxonomen combineren klassieke methodes zoals morfologie, histologie en anatomie met moderne technieken zoals raster-elektronenmicroscopie, digitale beeldvorming en DNA barcodering. Hun werk draagt bij tot een we-reldwijd aanvaarde, stabiele en wetenschappelijke indeling van alle levensvormen in een systeem dat de evolutionaire oorsprong weerspiegelt. De taxo-nomische gegevens en identificatiemiddelen zoals flora’s, ontwikkeld door onze specialisten, zijn cruciaal voor vele andere onderzoeksdomeinen en ook voor commerciële doeleinden.
Biodiversiteit ontdekken en optekenen
6 — 7
Afronding van de Flora van Midden-Afrika
Een Flora is een publicatie waarmee planten kunnen worden ge-identificeerd. Het is een essentieel stuk gereedschap, niet alleen voor gespecialiseerde taxonomen, maar ook voor ecologen, bosbouwers, natuurbeschermers, etnobotanici en zelfs zoölogen die bijvoorbeeld onderzoeken wat een bepaald dier eet.
In tropisch Afrika is een complete Flora beschikbaar voor het westelijk en oostelijk deel, maar de centrale regio is slechts gedeel-telijk gedekt. Dat is een serieuze belemmering voor wetenschappers en natuurbeschermers in die regio, die nu sterk afhankelijk zijn van een netwerk van specialisten om de soorten te identificeren en aan te duiden welke het minst algemeen en sterkst bedreigd zijn. Sinds 1948 coördineert de Plantentuin de productie van de Flore d’Afrique centrale, die alle planten omvat die voorkomen in de Democratische Republiek Congo, Rwanda en Burundi. Deze Flora is uitgegroeid tot een serie boeken met meer dan 6000 soorten die behoren tot 180 families. On-danks deze geweldige inspanning dekt dit werk slechts 60% van het totaal aantal soorten.
Gedurende de voorbije twee decennia was de vooruitgang be-perkt. Echter, in 2013 besloot de Plantentuin om zijn verantwoorde-lijkheid te nemen en nieuw leven in dit ambitieuze project te blazen. Vanaf 1 oktober 2013 werd een specialist aangesteld om de inspannin-gen te coördineren die moeten leiden tot de afronding van de res-terende 40% van de Flora. Zijn taak is om een gedegen netwerk van specialisten op te zetten, die bereid zijn om bij te dragen aan de serie Flore d’Afrique centrale. Deze specialisten moeten duizenden artikelen kritisch lezen, honderdduizenden herbariumcollecties nauwkeurig bestuderen en de productie van enkele duizenden tekeningen orga-niseren.
Naast de gedrukte versie wordt een slimme e-omgeving ontwor-pen om de verzamelde data in onder te brengen. Deze online versie faciliteert de toegang tot alle informatie, vereenvoudigt het proces van verbeteren en aanvullen ervan (zelfs met nieuwe soorten), en maakt de ontwikkeling van afgeleide producten, zoals een app voor mobiele telefoons, mogelijk. Voorts zal de Plantentuin proberen extra financiering te verwerven voor het trainen en opleiden van een vol-doende grote groep regionale botanici in Midden-Afrika, die kunnen assisteren bij de Flora-productie en het onderhouden en bijwerken van de e-versie. Het doel is om de Flore d’Afrique centrale en de e-versie in 15 jaar tijd af te ronden. Zeker een nobel streven!
Toen
ame
van
beha
ndel
de s
oort
en in
het
ver
lede
n (g
roen
) en
vo
orzi
ene
verd
ere
afw
erki
ng (
zwar
t) v
an d
e Fl
ore
d’Af
rique
cen
trale
.St
rept
ocar
pus
bind
seilii
bij
Rug
aram
a in
Rw
anda
, een
rec
ent
besc
hrev
en e
n ze
ldza
me
ende
mis
che
soor
t ui
t de
G
esne
riac
eae
fam
ilie,
die
nog
beh
ande
ld m
oet
wor
den
in d
e Fl
ore
d’Af
rique
cen
trale
. Fot
o Eb
erha
rd F
isch
er.
Biodiversiteit ontdekken en optekenen
Nieuw voorde wetenschap
Elk jaar organiseren onze onderzoekers overal ter wereld veld-werk en ontdekken daarbij nieuwe soorten planten en schimmels. Weer in het laboratorium, worden de zorgvuldig verzamelde mon-sters diepgaand bestudeerd met behulp van een reeks wetenschappe-lijke instrumenten, zoals licht- en scanningelektronenmicroscopen, chemische analyses en DNA-onderzoek. In 2013 beschreven onze wetenschappers 18 soorten diatomeeën, 13 soorten korstmossen, 1 schimmelsoort en 21 soorten bloemplanten als nieuw voor de weten-schap.
Door hun studies spelen onze taxonomen een belangrijke rol bij het inventariseren van de biodiversiteit in de wereld. Af en toe worden nieuwigheden zelfs dicht bij huis gevonden: bijvoorbeeld de hybride Magnolia ×nooteboomiana Geerinck. Deze niet eerder beschreven sier-boom werd ontdekt in een laan in Elsene, een voorstad van Brussel. En de ectoparasitaire schimmel Cantharomyces elongatus Haelewaters & De Kesel werd voor het eerst geregistreerd in een essenbos in Ne-derland.
Midden-Afrika, een bekende hotspot van diversiteit, trekt door onze historische connecties met de regio de bijzondere aandacht van onze onderzoekers. Onder de nieuwe diatomeeënsoorten beschre-ven in 2013, is Cavinula lilandae Cocquyt, M.de Haan & J.C.Taylor een vermelding waard als de eerste nieuw beschreven algensoort die re-sulteert uit de Belgische ‘Boyekoli Ebale Congo 2010 expeditie’ op de Congostroom. Er is vrijwel niets bekend over de diversiteit van algen in de Democratische Republiek Congo; er zullen dus in de komende jaren zeker nog nieuwe soorten beschreven worden uit die regio. Tij-dens de hiervoor genoemde expeditie werd ook een nieuw korstmos ontdekt: Piccollia congolensis Van den Broeck, Aptroot & Ertz.
Korstmossen worden zowel bestudeerd met morfologische stu-dies als met moleculaire analyses. In 2013 uitgevoerde studies in de Plantentuin resulteerden in de beschrijving van drie nieuwe geslach-ten van korstmossen uit Chili, Madagaskar en Brazilië (Austroroccella Tehler & Ertz , Savoronala Ertz, Eb.Fisch., Killmann, Razafin. & Sérus. en Sergipea M.Cáceres, Ertz & Aptroot).
Maar het is niet enkel tijdens expedities dat nieuwe soorten wor-den ontdekt. Het herbarium van de Plantentuin bevat veel ongeïden-tificeerde exemplaren van bloemplanten, die een aantal decennia ge-leden verzameld werden en nog steeds wachten op identificatie. Het onderzoek naar de Afrikaanse flora was in 2013 voornamelijk gericht op de geslachten Justicia (Acanthaceae) en Psychotria (Rubiaceae). Onze wetenschappers beschreven resp. 11 en 8 soorten uit deze ge-slachten als nieuw voor de wetenschap, de meeste ervan endemisch in Midden-Afrika en bedreigd in het wild. Veldwaarnemingen zijn belangrijk om taxonomische problemen op te lossen. Dit bleek het geval voor de nieuwe Afrikaanse soort Kalaharia schaijesii Bamps (La-miaceae), die voorheen werd verward met de enige andere vertegen-woordiger van dat genus. Opmerkingen van de verzamelaars over de groeiwijze en bloemkenmerken toonden aan dat dit een aparte soort is.
Picc
ollia
con
gole
nsis
Van
den
Broe
ck, A
ptro
ot &
Ert
z, ee
n ni
euw
kor
stm
os u
it he
t C
ongo
lese
reg
enw
oud.
Ca
vinul
a lila
ndae
Coc
quyt
, M.d
e H
aan
& J.
C.T
aylo
r, ee
n ni
euw
e di
atom
eeën
soor
t va
n he
t C
ongo
bekk
en.
Boom
stam
bed
ekt
met
kor
stvo
rmig
e
liche
nen
in h
et C
ongo
lese
reg
enw
oud.
0
1000
2000
3000
4000
5000
6000
7000
8000
9000
10000
Vooruitgang Flore d'Afrique centrale (Spermatophytae)
1948
1952
1956
1960
1964
1968
1972
1976
1980
1984
1988
1992
1996
2000
2004
2008
2012
2016
2020
2024
2028
8 — 9
Protosteloïde amoeben in de Democratische Republiek Congo
Protosteloïde amoeben zijn bacterivore protisten die kunnen voorkomen op plantaardig afval. Ze vertegenwoordigen een kleine groep van 33 soorten en worden traditioneel samen met twee andere groepen vruchtlichaamvormende amoeben, myxomyceten en dicty-osteliden, ondergebracht in de Eumycetozoa. De determinatie van de taxa gebeurt op basis van morfologische kenmerken van de microsco-pisch kleine vruchtlichamen die opgebouwd zijn uit een doorschij-nende steel waarop één of meerdere sporen rusten.
Het voorkomen van protosteloïde amoeben in de Democratische Republiek Congo werd bestudeerd in culturen van substraten die ver-zameld werden tijdens de ‘Boyekoli Ebale Congo 2010 expeditie’ tus-sen de steden Kisangani and Bumba. Dit is het eerste onderzoek naar protosteloïde amoeben in Midden-Afrika, voorheen waren enkel meldingen bekend uit Egypte, Kenia, Malawi, Tanzania en Uganda.
In de culturen van ingezamelde substraten (dode, nog bevestigde bladeren) kwamen 23 soorten of 70% van het totale aantal wereldwijd gekende soorten tot ontwikkeling. Twee van deze soorten, Schizoplasmodiopsis reticulata en Schizoplasmodium seychellarum, zijn nieuwe vondsten voor het Afrikaanse continent. Een nog onbeschreven soort LHI05 was voor de eerste maal geobserveerd buiten Hawaï. Daar-naast werden nog 5 onbekende taxa waargenomen en gedocumen-teerd. De hoge soortendiversiteit uit een eerder beperkt aantal stalen laat vermoeden dat de bezochte regio, samen met Hawaï, één van de tropische hotspots is voor protosteloïde amoeben.
Herziening van namen van blauwwieren (Cyanobacteria)
De wetenschappelijke namen van planten moet op een bepaalde manier gepubliceerd worden zoals vastgelegd is in de Internationa-le Code van Botanische Nomenclatuur (ICBN). Dit zorgt voor een duidelijk begrip van geldige namen in de hele wetenschappelijke we-reld en voorkomt onder andere dat twee taxa dezelfde naam krijgen. Soms worden namen niet geldig gepubliceerd. In dat geval moeten correcties worden aangebracht.
Gloeobacter violaceus Rippka et al. werd in 1974 als naam aan een primitief blauwwier (Cyanobacterie) gegeven. Fylogenetisch is dit een belangrijke soort binnen de blauwwieren omdat ze thylakoiden mist, de plek waar de licht-afhankelijke reacties van de fotosynthese plaatsvinden.
Hoewel Gloeobacter violaceus uitgebreid werd geciteerd in de ex-perimentele, taxonomische en fylogenetische literatuur, werd recent vastgesteld dat de naam van het geslacht Gloeobacter niet geldig gepu-bliceerd werd. En dus heeft deze soort geen waarde, noch binnen de Internationale Code van Botanische Nomenclatuur, noch binnen de Internationale Code van de Nomenclatuur van de Prokaryoten.
Als gevolg hiervan werden de namen Gloeobacter en G. violaceus gevalideerd door het toewijzen van een holotype volgens artikel 40 van de ICBN. Tijdens dit onderzoek bleek dat verschillende andere namen prioriteit hadden boven G. violaceus. Meer zelfs, één van deze namen was het type van een ander genus, Gloeothece. Om het toekom-stig gebruik van de namen Gloeobacter violaceus en Gloeothece mogelijk te maken, was het nodig om beide namen te bewaren. Daarvoor wer-den twee voorstellen ter bewaring ingediend in het wetenschapstijd-schrift Taxon. De voorstellen worden onderzocht door het Comité voor de Nomenclatuur van algen en door het Algemeen Comité voor de nomenclatuur. Zij beslissen of beide namen worden opgenomen op de lijst van ‘Nomina conservanda’ of bewaarde namen.
Het
ver
zam
elen
van
dod
e, n
og b
eves
tigde
bla
dere
n vo
or h
et o
pkw
eken
van
pro
tost
eloï
de a
moe
ben.
Diatomeeëndiversiteitin het Congobekken
Eén van de doelstellingen van de ‘Boyekoli Ebale Congo 2010 expeditie’ was het bestuderen van de diversiteit binnen de diato-meeën in het Congobekken. Op verschillende locaties langsheen de Congostroom werden waterstalen genomen: stroomafwaarts Kisan-gani (Democratische Republiek Congo) ter hoogte van een aantal be-langrijke zijrivieren, namelijk de Lomami-, de Itimbiri- en de Aruwi-mirivier, en in een aantal kleinere rivieren en beekjes zoals de Lubilu en de Lilanda in de omgeving van Yangambi. Voor de identificatie van de aanwezige soorten werden de stalen meegebracht naar de Planten-tuin.
Bij een eerste onderzoek van de monsters blijkt dat een zeer groot aantal diatomeeën nog niet gekend zijn. Dit in tegenstelling tot het geringe aantal waargenomen kosmopolitische soorten waaron-der Navicula rostellata, Staurosirella pinnata en Ulnaria ulna. Afrikaan-se en tropisch Afrikaanse soorten waren ook aanwezig waaronder Fragilariforma strangulata en Gomphonema zairensis. Interessant om mel-den is het feit dat een aantal van de waargenomen taxa voorheen ver-meld en beschreven werden uit Zuid-Amerika. Deze omvatten onder andere Encyonopsis frequentis Krammer en Gomphosphenia tenerrima.
Een aantal van de waargenomen taxa in het Congobekken zijn nauw verwant aan (maar verschillen van) soorten beschreven uit het Amazonebekken in Zuid-Amerika, terwijl andere meer ver-wantschap vertonen met soorten beschreven uit tropisch Azië. Een voorbeeld hiervan is een taxon dat verwant is aan Navicula fuerbornii, beschreven uit Java. Navicula fuerbornii werd ook gemeld uit Ghana, maar bij nadere studie blijkt dat de illustratie afwijkt van de originele typetekening van Java. Dit betekent dat de naam onterecht gegeven werd aan het taxon uit Ghana. Een nieuw taxon dient dus beschreven te worden te meer daar het waargenomen taxon in de Democratische Republiek Congo hetzelfde is als dit gevonden in Ghana.
Veel van de nieuw gevonden taxa behoren tot het genus Eunotia, een typische component van zure kleinere rivieren en beken met een pH-waarde vaak lager dan 5. Deze habitats, normaal met lage soor-tendiversiteit, bevatten ook een andere nieuwe soort die in 2013 werd beschreven en gepubliceerd: Cavinula lilandae Cocquyt, M.de Haan & J.C.Taylor. Deze soort werd genoemd naar de typelocatie, de rivier en het dorpje Lilanda.
De grote zijrivieren van de Congostroom, met een pH-waarde boven de 8, vertoonden een grotere diversiteit aan soorten. Vaak werden meer dan 50 taxa waargenomen in één staal. Er werd gestart met de beschrijving van verschillende andere nieuwe soorten, andere zijn in druk of ingediend bij peer-reviewed internationale tijdschrif-ten.
Deze diatomeeënstudies werden mogelijk gemaakt dankzij de betrokkenheid van de Plantentuin in de ‘Boyekoli Ebale Congo 2010 expeditie’ (http://www.congobiodiv.org/nl/expeditie2010) en dank-zij twee bijkomende projecten gefinancierd door het Federaal Weten-schapsbeleid, nl. COBAFISH (Congo basin: From carbon to fishes) en COZADIMA (Preliminary study of diatoms as potential water quali-ty indicators for the tropical Congo and Zambezi sister basins).
De
rivi
er L
iland
a, te
n no
ordw
este
n va
n Ya
ngam
bi, D
emoc
ratis
che
Rep
ublie
k C
ongo
.
Biodiversiteit ontdekken en optekenen
10 — 11
Onze bijdrage aande Catalogue of Life
De ‘Catalogue of Life’ is een ambitieus project dat een online register creëert van alle soorten organismen ter wereld en ook de verwantschappen tussen deze organismen verduidelijkt. Dit regis-ter vormt de taxonomische ruggengraat voor andere internationale projecten, zoals de ‘Global Biodiversity Information Facility’ en de ‘Encyclopedia of Life’. In 2013 werkten wetenschappers van de Plan-tentuin via het door de Europese Unie gefinancierde i4life project mee aan de Catalogue of Life. Dit project wil het aantal soorten in de Catalogue vergroten door wetenschappelijke instellingen te stimuleren om eraan bij te dragen. Gezien zijn expertise in de Afrikaanse flora koos de Plantentuin voor het aanleveren van checklists van endemische of bijna-endemische Afrikaanse families. Sommige van deze ende-mische families zijn taxonomisch slecht gekend. Dit is bijvoorbeeld het geval voor de Hydrostachyaceae, zeldzame zoetwaterplanten die voorkomen in watervallen en stroomversnellingen, de Grubbiaceae, een 90 miljoen jaar oude familie die enkel voorkomt in het Kaapse Schiereiland in Zuid-Afrika, en de Dioncophyllaceae. Tot deze laatste familie behoort Triphyophyllum peltatum, een ongewone klimmende vleesetende plant, samen met andere zeldzame planten uit tropisch West-Afrika.
Omdat deze plantenfamilies slecht gekend zijn, worden ze vaak over het hoofd gezien in taxonomische onderzoeksprojecten. Noch-thans zijn het belangrijke kandidaten voor conservatie omdat zij di-verse evolutionaire lijnen vertegenwoordigen.
Tot nu toe hebben wetenschappers van de Plantentuin ongeveer duizend geldige plantennamen en synoniemen bijgedragen aan de Catalogue of Life. Maar we werken verder aan de checklist en verwachten in de toekomst een extra 800 namen te kunnen leveren.
Dumortiera is voortaaneen gratis digitaal tijdschrift
In vergelijking met 2012 verdrievoudigde in 2013 het aantal abon-nees van Dumortiera, het veldbotanische tijdschrift van de Plantentuin. De reden hiervoor was de beslissing om het tijdschrift gratis online te publiceren.
Gelanceerd in 1975, groeide het tijdschrift uit tot een belangrijke schakel tussen professionele en amateurbotanici. In de voorbije jaren was het aantal abonnees echter gevoelig geslonken. Na het verschij-nen van nummer 100, in 2012, was het tijd voor verandering. Met het nummer 101 begon voor Dumortiera een nieuw, digitaal tijdperk.
De nieuwe formule heeft talrijke voordelen: — geïnteresseerden kunnen de artikels gratis als pdf-document
downloaden; — de auteurs kunnen extra materiaal inlassen, zoals omvangrijke
bijlagen of kleurenillustraties van hoge kwaliteit. Zo kan een in de pdf ingewerkte illustratie van een volledig herbariumvel op scherm uitvergroot worden, waardoor de etiketinformatie of sommige in het artikel beschreven details van de plant beter zichtbaar zijn;
— de auteurs waarderen het sterk verruimde lezerspubliek; — de abonnees ontvangen een e-mail zodra een nieuw nummer be-
schikbaar is.Behalve bijdragen in het Nederlands of het Frans (met een Engelse
samenvatting), publiceert het tijdschrift voortaan ook artikels in het Engels. Artikels uit vroegere nummers kunnen eveneens gedownload worden, wat de inhoud van Dumortiera beter toegankelijk maakt voor een ruimere groep gebruikers.
Sam
enge
stel
d bl
ad v
an d
e A
frik
aans
e pl
ante
nsoo
rt C
nest
is fe
rrug
inea
D
C. (
Con
nara
ceae
), ge
culti
veer
d in
de
serr
es v
an d
e Pl
ante
ntui
n.D
umor
tiera
103
.
Out of Africa: recente trans-oceanische dispersie van plantensoorten naar Madagaskar
Zo’n 160 miljoen jaar geleden brak Madagaskar af van het oude supercontinent Gondwana. Later braken ook Antarctica en Indië af van Madagaskar waardoor het eiland reeds 80 miljoen jaar geïsoleerd ligt in de Indische Oceaan. Deze lange scheiding maakt het volstrekt onmogelijk dat bloemplanten op Madagaskar aanwezig waren voor het zich losmaakte (bloemplanten ontstonden immers veel recenter). Ondanks deze lange isolatie is Madagaskar de thuisbasis van meer dan 12.000 plantensoorten, waardoor het één van de meest diverse flora’s op de planeet heeft. Daarenboven zijn de meeste soorten ende-misch, dat wil zeggen dat ze enkel op Madagaskar voorkomen. Deze studie stelt de vraag waar al die unieke Madagaskische plantensoor-ten vandaan komen.
We voerden een moleculaire studie uit van het pantropische ge-nus Ixora dat met zo’n 530 soorten één van de grootste genera is van de Rubiaceae of koffiefamilie. Er komen veertig Ixora-soorten voor in continentaal Afrika; veertig andere zijn endemisch in Madagaskar. Onze studie toonde aan dat de Madagaskische Ixora-soorten beho-ren tot twee lijnen van verschillende leeftijden. Er heeft minstens één lange afstandsverspreiding plaatsgevonden vanuit Oost-Afrika over het Kanaal van Mozambique naar Madagaskar. Dit gebeurde onge-veer acht miljoen jaar geleden. Eenmaal aangekomen in Madagas-kar, begon Ixora aan de kolonisatie van het grote eiland en paste zich aan aan verschillende ecologische omstandigheden. Dit resulteerde in een snelle radiatie van het genus. De Madagaskische Ixora-soor-ten zijn dus recente endemische soorten, die in situ evolueerden na trans-oceanische dispersie.
De twee afzonderlijke lijnen van Madagaskische Ixora’s vertonen gelijkaardige morfologische innovaties, uniek binnen het genus. Dit suggereert dat de ontwikkeling van de twee groepen gebeurde onder druk van dezelfde factoren. In vergelijking met continentaal Afrika, heeft het genus in Madagaskar een zeldzame differentiatie onder-gaan. Er is een trend tot afname van het aantal bloemen per bloeiwijze van enkele honderden bloemen tot enkele of zelfs één enkele bloem. Bovendien is de bloemgrootte spectaculair variabel, met kroonbuizen die in lengte verschillen van 0,4 tot 23 cm.
Na aankomst in Madagaskar is Ixora gediversifieerd in veertig soorten met unieke morfologische kenmerken, en dit alles in een pe-riode van minder dan acht miljoen jaar. Hoe is deze snelle radiatie te verklaren? Klimatologische schommelingen zijn één van de belang-rijkste sturende krachten van snelle radiatie, en deze zijn aangetoond voor het Plio- en Pleistoceen. Als het klimaat droger wordt, verkleint de oppervlakte ingenomen door tropische bossen, die dan geïsoleerd worden in een droger landschap. Eenmaal geïsoleerd, kunnen popu-laties van eenzelfde soort verschillende kenmerken ontwikkelen en uitgroeien tot verschillende soorten. Bestuivers zijn ook een drijven-de kracht voor radiatie. Het lengteverschil in de bloemen van de Ma-dagaskische Ixora’s heeft ongetwijfeld geleid tot verhoogde bestui-verspecificiteit. Hierdoor werden opnieuw populaties geïsoleerd, zij het dan niet geografisch, waardoor ze evolueerden tot verschillende soorten.
Her
bari
umsp
ecim
en v
an Ix
ora
pecu
liaris
D
e Bl
ock,
een
soor
t m
et la
nge
bloe
men
.
Biodiversiteit ontdekken en optekenen
12 — 13
Bodemzaadbank van hetzeldzame kruipend moerasscherm
Helosciadium repens (kruipend moerasscherm) is een kleine plant die vroeger gekend was als Apium repens; ze behoort tot de scherm-bloemenfamilie of Apiaceae. Het is een zeldzame soort die voorkomt in moerassen en natte weilanden met een beperkte en in hoofdzaak Europese verspreiding, en wordt door de Europese Habitat Richtlijn vermeld als een prioritair te beschermen soort. Gedurende tien jaar werd in de Plantentuin een onderzoeksproject uitgevoerd over de biologie en ecologie van de soort in Belgische populaties. Hiervoor werden onder ander tellingen gedaan van individuele planten in per-manente proefvlakken. Deze metingen kunnen echter geen beeld geven van de zaden die in de bodemzaadbank aanwezig zijn, hoe-wel deze van cruciaal belang kunnen zijn voor de overleving van een soort. Vermits kruipend moerasscherm in sommige vroegere vind-plaatsen teruggevonden is na meer dan 50 jaar afwezigheid, vermoed-den we dat het een langlevende bodemzaadbank bezit. Dus werd een onderzoek gestart over de bodemzaadbank.
In de drie grootste populaties werden bodemstalen genomen, die vervolgens door zeven gespoeld en gedroogd werden. De beko-men grondfracties werden onder een binoculair bekeken, en toonden een glimp van een vaak verrassend mooie ondergrondse wereld. De aangetroffen zaden van H. repens werden gemeten en gingen voor lange termijnbewaring naar de zaadbank van de Plantentuin. De don-kerbruine zaden bleken moeilijk te onderscheiden van de grond, wat hun telling onbetrouwbaar maakte. Daarom werden de bodemstalen in een dunne laag aangebracht op teilen met potgrond en in serres geplaatst en gegoten. Dit resulteerde in de kieming van honderden zaailingen van H. repens. Van meer dan 500 hiervan werd materiaal in-gezameld en op silicagel bewaard, om later de genetische samenstel-ling van de bodemzaadbank te kunnen analyseren. Enkele zaailingen werden uitgeplant voor de versterking van een bestaande populatie, die sterk achteruitgegaan was door onder meer een onaangepast be-heer.
Zaa
iling
en g
ekie
md
uit
bode
mst
alen
van
pop
ulat
ies
van
krui
pend
moe
rass
cher
m (H
elos
ciadi
um re
pens
). D
e m
eest
e po
pula
ties
van
krui
pend
m
oera
ssch
erm
kom
en v
oor
in p
aard
enw
eide
n.
Naar schatting een derde van alle plantensoor-ten is bedreigd of staat op het punt uit te sterven in het wild, hoofdzakelijk als gevolg van de frag-mentatie en vernietiging van hun habitat, gecom-bineerd met klimaatveranderingen. Elke plant speelt nochtans een cruciale rol in een gezond functionerend ecosysteem. Sommige kunnen bovendien ongekende schatten bevatten zoals moleculen met nuttige medische eigenschappen. Daarom is het veiligstellen van plantensoorten essentieel.
Ons onderzoek draagt bij tot de ontwikke-ling van instrumenten voor in situ conservatie in waardevolle natuurgebieden, zowel nationaal als internationaal. Maar soorten kunnen ook buiten hun natuurlijk verspreidingsgebied, of ex situ, beschermd worden. We verzamelen plantenmate-riaal in het wild om het te bewaren en te vermeer-deren in onze eigen levende collecties of in deze van partnertuinen. Onze zadenbank bevat zaden van verschillende zeldzame en bedreigde soorten waardoor we kritieke genetische variatie van een soort vrijwaren. Door onze expertise en collecties te combineren zijn we in staat om te helpen bij het opnieuw introduceren van soorten in hun natuur-lijke habitat, vandaag al maar ook in de toekomst.
Plantendiversiteit veiligstellen
14 — 15
De Plantentuin doet mee aan ecologisch herstel
Voedselarme graslanden en een aantal van de hun kenmerkende soorten zijn sterk bedreigd in veel Europese landen, waaronder Bel-gië. De belangrijkste redenen hiervoor zijn habitatversnippering, het opgeven van de traditionele agro-pastorale activiteiten en de inten-sivering van de landbouw. Het is dus noodzakelijk om de overblij-vende graslandfragmenten te beschermen en ze door goed beheer te herstellen. Dit werk omvat o.a. het herstellen van populaties van met uitsterven bedreigde plantensoorten. Deze zouden immers zonder menselijke tussenkomst geen natuurlijke verjonging kennen door het beperkt verspreidingsvermogen van de soorten en doordat er geen zaadbank in de bodem aanwezig is.
Deze uitdagende taken worden uitgevoerd in het zuiden van België in het kader van het EU LIFE-Natuur-project (LIFE11 NAT/BE/001060). De partners in dit project zijn Natagora, de SPWallonie (DEMNA en DNF) en de Plantentuin. Dit zeven jaar durend project (2013-2019) is gericht op het behoud en herstel van 400 ha prioritaire graslanden. De aanpak is geïntegreerd, met zowel in situ als ex situ bewaringstechnieken. LIFE middelen worden gebruikt om 11 ver-schillende typen grasland te herstellen. Hierbij zitten zes prioritaire habitats, zoals droge kalkgraslanden op zand, droge half-natuurlijke graslanden en soortenrijke heischrale graslanden.
Als expertisecentrum voor ex situ conservatie is de Plantentuin verantwoordelijk voor de herintroductie en de versterking van zes doelsoorten: steenanjer (Dianthus deltoides), mantelanjer (Petrorhagia prolifera), strobloem (Helichrysum arenarium), kluwenklokje (Campanula glomerata), rozenkransje (Antennaria dioica) en valkruid (Arnica montana). De bedoeling is de effectieve grootte van de bestaande populaties te verhogen (versterking) en uitgestorven populaties te herstellen (herintroductie) teneinde verbindingen in het landschap te verbeteren. Van elk van deze soorten werden zaden geoogst in 3 tot 4 bronpopulaties dicht bij de te herstellen graslanden. Bladeren van elke bron- en doelpopulatie werden bemonsterd om de geneti-sche diversiteit binnen en tussen de populaties in te schatten. Om de zaadbank te kunnen bestuderen werden bodemstalen genomen. Na een paar maanden testen met verschillende substraattypes, werd voor elke doelsoort een vermeerderingsprotocol ontwikkeld. In 2013 wer-den al duizend planten van Dianthus deltoides geplant in twee herstelde sites. Voorafgaand aan het planten werd elk individu onderworpen aan morfometrische metingen (lengte en breedte van het grootste blad). Eenmaal op het terrein worden deze planten nauwkeurig ge-karteerd om langetermijnmonitoring (overleving, vegetatieve groei, bloei, vruchtzetting, kiemkracht, nakomelingen) te vergemakkelij-ken. Andere herintroducties worden gepland naarmate het herstel van de graslanden vordert.
Plantendiversiteit veiligstellen
Ont
wik
kelin
g va
n ve
rmee
rder
ings
prot
ocol
s in
de
kwee
kser
res
van
de P
lant
entu
in.
Tran
spla
ntat
ie v
an s
teen
anje
r (D
iant
hus
delto
ides
) in
een
her
stel
d gr
asla
nd in
het
zui
den
van
Belg
ië.
Zaa
doog
st v
an s
trob
loem
(H
elich
rysu
m a
rena
rium
) in
het
wild
doo
r he
t pe
rson
eel v
an d
e Pl
ante
ntui
n.
16 — 17
In een wereld waarin het milieu steeds meer on-der druk staat, moeten planten, ecosystemen en de diensten die zij leveren behouden worden om de planeet gezond te houden. Ze spelen bijvoorbeeld een belangrijke rol in de globale watercyclus, helpen woestijnvorming tegengaan en matigen de effecten van broeikasgassen.
Het werk van onze onderzoekers helpt ons begrijpen hoe ecosystemen functioneren en hoe ze beschreven en opgevolgd kunnen worden. Ook on-derzoeken ze de invloed van invasieve soorten op inheemse soorten. Over heel de wereld, in Afrika zowel als in België, is de mensheid volledig afhan-kelijk van gezonde ecosystemen.
Ecosystemen begrijpen
Heraanleg van het ERAIFT arboretum in de Democratische Republiek Congo
De directie van het ERAIFT (Ecole régionale post universitaire d’Aménagement et de Gestion intégrés des Forêts et Territoires tropicaux) wenste de groene zone rond hun gebouwen te verbeteren. Deze was in het verleden volledig aangeplant met Acacia en Eucalyptus om de effecten van ernstige erosie tegen te gaan.
Onze Plantentuin stelde voor om de beplantingswerkzaamheden te ondersteunen met een gemeenschappelijk project van de Planten-tuin, ERAIFT en UNESCO. De doelstelling van het project was de realisatie van een didactisch arboretum voor de vorming van de stu-denten (van ERAIFT en andere faculteiten) in het identificeren van de typische woudbomen van de Democratische Republiek Congo.
Een eenvoudig beplantingsschema werd ontworpen dat de op-pervlakte opsplitst in verschillende percelen die elk één plantensoort bevatten. Voor de praktische uitvoering van de aanleg van het nieu-we arboretum moest de Plantentuin op zoek naar lokale partners. Hiervoor werd een beroep gedaan op de lokale NGO ‘Vrienden van de Natuur en Tuinen’, die zich toespitst op concrete natuurbehoud-projecten. Zo werden lokale werkers aangeworven als dagloners, vooral vrouwen en jongvolwassenen (de zogenaamde ‘shegues’ die op de straat leven). De eerste aangeplante zone van 2,7 ha groot werd verrijkt met 280 bomen van 30 verschillende soorten die voorzien werden van een etiket (bv. Milicia excelsa, Milletia laurentii, Penthacletra macrophylla, Pericopsis elata en Terminalia superba). Er zijn ook plannen voor een natuurpad dat als educatief instrument moet dienen om het grote publiek te sensibiliseren rond thema’s zoals bescherming van het milieu, bedreigde soorten en het duurzaam beheer van brand-hout. Onze Plantentuin blijft de aanplantingen in 2014 opvolgen om de succesvolle afloop van dit project te verzekeren.
Geb
ruik
van
loka
le p
lant
en
in h
et a
rbor
etum
van
ER
AIF
T.
Plantendiversiteit veiligstellen
18 — 19
Verk
oop
van
hout
skoo
l en
eetb
are
padd
enst
oele
n in
Kat
anga
(D
emoc
ratis
che
Rep
ublie
k C
ongo
).
Tools voor het behoud en duurzaam gebruik van Afrikaanse bossen: eetbare paddenstoelen
Vanuit natuurbeschermingsorganisaties is er zeer veel aandacht voor de mega-diverse regenwouden van het Centraal-Afrikaan-se Congobekken en hun teloorgang door de houtindustrie. Dat een minstens even groot bosgebied rondom het gehele Congobekken op grote schaal ontbost wordt voor de productie van houtskool, is echter minder goed gekend. Deze bossen (miombo’s en ijle bossen) kennen een lang droog seizoen (minstens 4 maanden) en veel boomsoorten zijn er van nature bestand tegen bosbrand. Het zijn kwetsbare eco-systemen die na kaalkap zelden of niet herstellen tot nieuw bos. De druk op dit open en zeer uitgestrekte bosecosysteem is extreem hoog omdat bijna de helft van de Afrikaanse bevolking ervan afhangt voor voedsel, brandstof, constructiehout en dergelijke.
Onderzoekers van de Plantentuin hebben een methode ontwik-keld die naast taxonomische gegevens ook tools levert ten behoeve van het behoud en duurzaam gebruik van deze bossen. De techniek bestaat erin om de waarde van alle niet-houtige producten uit het woud, in dit geval de eetbare paddenstoelen, nauwkeurig te bepalen. Het is een essentiële stap in de ecosysteemevaluatie van een naar eco-nomische waarde volledig onderschat en bedreigd bosecosysteem.
De jaarlijkse natuurlijke productie van eetbare paddenstoelen werd bepaald in permanente proefvlakken, geïnstalleerd in verschil-lende bostypes. Dit onderzoek werd uitgevoerd in bossen in Bénin (Soedanees gebied) en in het zuidoosten van de Democratische Re-publiek Congo (Zambesisch gebied). In beide regio’s vormen padden-stoelen voor miljoenen inwoners een belangrijke bron van voedsel en inkomsten. De meeste soorten behoren tot de ectomycorrhiza pad-denstoelen. Deze soorten leven allemaal in symbiose met de wortels van levende bomen. De soortensamenstelling blijkt sterk af te hangen van het bostype. Onze studie toont aan dat de cantharellen domine-ren in het Zambesische gebied, terwijl de melkzwammen domineren in het Soedanees gebied.
De jaarlijkse opbrengst wilde paddenstoelen ligt zeer hoog en fluctueert tussen 100 en 300 kg per hectare, afhankelijk van de soort en het bostype. Indien slechts 10% hiervan verkocht kan worden aan de lokale marktprijs van € 1/kg, dan zou 1 hectare bos jaarlijks gemid-deld € 20 opleveren. De houtskoolproductie levert weliswaar € 300 per hectare, maar omwille van de moeizame bosregeneratie kan dit slechts één keer, of hooguit eens in de 30 jaar. Op termijn levert de bij-zonder destructieve productie van houtskool slechts de helft op van de meer duurzame paddenstoelenpluk!
De onderzoekers van de Plantentuin hebben met deze studie aan-getoond dat het behoud van rechtstreekse ecosysteemdiensten, zoals het leveren van niet-houtige producten uit het bos, zowel financieel als cultureel veel voordeliger is voor de lokale bevolking dan de pro-ductie van houtskool. Kortetermijnwinsten wegen niet op tegen de voordelen van duurzaam gebruik.
Cant
hare
llus
rube
r, ee
tbar
e pa
dden
stoe
l en
cou
rant
e so
ort
in Z
ambe
zisc
he b
osse
n.
Ecosystemen begrijpen
Eetb
are
padd
enst
oele
n: e
en b
elan
grijk
e br
on
van
voed
sel e
n in
kom
sten
in t
ropi
sch
Afr
ika.
20 — 21
Mossen en andere plantenresten uit opgravingen van Romeinse sites:een venster op de pre-industriële flora
Archeologen moeten een brede waaier resten onderzoeken om het leven in het verre verleden te kunnen reconstrueren. Die omvat-ten resten van gebouwen, spectaculaire zuilen, aardewerkfragmen-ten, maar ook dierlijke en plantaardige resten uit de sedimenten. In 2013 hielp de Plantentuin archeologen van het Agentschap Onroerend Erfgoed en vzw Agilas bij de determinatie en interpretatie van plan-tenresten uit verschillende opgravingen in Vlaanderen.
Wij werden met name gevraagd om zaden, vruchten en mossen te bestuderen uit de diepere delen van een Romeinse put in de Romeinse nederzetting van Asse (bij het centrum van het huidige Asse). De ma-croresten werden uit drie sedimentstalen gezeefd. De bewaringstoe-stand sinds de Romeinse tijd was redelijk slecht. Toch konden vijftig vaatplanten en negen mossen op naam gebracht worden, samen met verbrande graanresten.
Het is aannemelijk dat de meeste resten uit de onmiddellijke om-geving van de waterput in Asse kwamen en van natte graslanden in de omgeving. De mossen suggereren de aanwezigheid van bos in de om-geving. Ook een aantal door de Romeinen ingevoerde soorten werd gevonden, waaronder Apium graveolens, Anethum graveolens en Prunus avium. De bramenpitten in het sediment kwamen ongetwijfeld van bramen die in het wild verzameld waren. Op een andere plaats, het Romeinse fort van Oudenburg, leverden twee waterputten heel veel goed bewaarde mosresten op. Het mos werd waarschijnlijk gebruikt als waterfilter.
Plantenmateriaal van archeologische sites levert ons een goed zicht op de flora meer dan duizend jaar voor de enorme veranderin-gen in landgebruik en luchtkwaliteit door de industriële revolutie. Het grootste deel van het mossenmateriaal bestond uit slaapmossen die in grote matten verzameld werden op bomen en op boomvoeten, maar terrestrische soorten werden ook meegenomen. In totaal zijn 45 soorten geïdentificeerd en die geven ons een idee van de mosflora in die periode.
Meerdere soorten waren tot voor kort nooit in Vlaanderen waar-genomen. Verschillende hiervan waren frequent of zelfs dominant aanwezig in de stalen. Door de Europese wetgeving is zwaveldioxi-devervuiling in de lucht sterk afgenomen, waardoor de luchtkwali-teit verbeterd is en verschillende van die soorten zich recent opnieuw gevestigd hebben en zich nu verder uitbreiden. Mettertijd zullen zij weer die soortenrijke mosmatten vormen in onze bossen.
Overal ter wereld voorzien specifieke planten-soorten de lokale bevolking van voedsel, energie, gereedschap en werkinstrumenten, vezels voor kleding en natuurlijke geneesmiddelen. In vele delen van de wereld zijn planten cruciale elemen-ten in de strijd tegen honger, ziekte en extreme armoede. Planten spelen ook vaak een rol in cultuur en religie. Vandaag de dag gaat de cultuur-gebonden kennis van planten verloren en daarmee ook de vitale band die we hebben met planten en paddenstoelen.
Onze onderzoekers registreren hoe planten en paddenstoelen worden gebruikt, zodat deze ken-nis gedeeld en verspreid kan worden. Door het feit dat onze onderzoekers er in slagen planten exact te identificeren, zelfs op basis van minuscule of oeroude overblijfselen, dragen zij bij aan diverse onderzoeksdomeinen zoals forensisch onderzoek en archeologie, waarbij ze constant de banden tus-sen mensen en planten aan het licht brengen.
Planten en mensen (opnieuw) verbinden
Indi
vidu
eel b
lad
van
stru
ikm
os
(Tha
mno
bryu
m a
lope
curu
m).
Een
takf
ragm
ent
van
stru
ikm
os (T
ham
nobr
yum
alo
pecu
rum
) ui
t ee
n w
ater
put
in d
e R
omei
nse
nede
rzet
ting
van
Oud
enbu
rg (
eers
te h
elft
3e eeu
w).
22 — 23
Capaciteitsversterking rond milieu-educatie in de Democratische Republiek Congo
De resultaten van het partnership van de voorbije acht jaar tus-sen onze Plantentuin en de Democratische Republiek Congo zijn heel positief. De heropbloei van botanische tuinen en de hervatting van ex situ natuurbehoud kwam tegemoet aan de vraag van de nationale instituten.
De duurzaamheid van deze fraaie uitkomsten blijft echter fragiel omdat de technische vorming van het personeel zich nog in een eerste fase bevindt. Om het tekort aan technische vaardigheden te remedi-eren, heeft onze Plantentuin verscheidene sessies georganiseerd voor training in vernieuwende onderwerpen gelinkt aan ex situ natuurbe-houd, plantkunde en milieu-educatie.
Dankzij de samenwerking met de Ecole régionale post universitaire d’Aménagement et de Gestion intégrés des Forêts et Territoires tropicaux (ERAIFT) en UNESCO werd een succesvolle workshop rond mi-lieu-educatie georganiseerd op de site van het ERAIFT op 23 en 24 september 2013 in Kinshasa. Het hoofddoel hiervan was het promo-ten van milieu-educatie bij instituten die verantwoordelijkheid dra-gen voor natuurbehoud, scholen, verenigingen en de media. De meer specifieke doelstelling was het benadrukken en ondersteunen van het behoud van de biodiversiteit in de Democratische Republiek Congo en het Congobekken. De workshop telde ongeveer 60 deelnemers van verschillende instituten.
Op de eerste dag introduceerden acht nationale en internatio-nale experts de hoofdthema’s van milieu-educatie zoals: Wat is mili-eu-educatie?, natuur in de stad, in situ en ex situ behoud van biodiver-siteit en bedreigde planten. Er werd specifiek de nadruk gelegd op de realiteit van natuurbehoud in de stad Kinshasa.
De tweede dag was gewijd aan groepswerk waarvoor 2 thema’s werden voorgesteld: het belang van het beschermen van de biodi-versiteit en de rol van milieubewustzijn in formele educatie. Bij beide onderwerpen keek men naar de huidige situatie en de vooruitzichten voor de toekomst. De uitwisselingen waren interessant en dynamisch; de verschillende groepen deden sterke voorstellen om deze materie in hun eigen organisaties toe te passen.
De deelnemers toonden een grote interesse in de topics van de workshop en vroegen naar extra technische opleiding en materiaal zoals boeken, handleidingen, brochures en posters. Onze Plantentuin publiceerde het verslag van de workshop en verzorgde een herdruk van een poster met als titel ‘Het belang van planten voor het leven van de mens’ die verspreid wordt onder alle belanghebbenden.
Dee
lnem
ers
aan
de w
orks
hop
mili
eu-e
duca
tie
in K
insh
asa
in s
epte
mbe
r 20
13.
Planten en mensen (opnieuw) verbinden
Bladafdrukken op amforen te Sagalassos (Zuidwest-Turkije)
Amforen zijn een soort van containers met een specifieke vorm en grootte. Binnen het Romeinse Rijk waren ze courant in gebruik voor opslag en transport van vloeistoffen. Tijdens de opgravingen in de archeologische site van Sagalassos in Zuidwest-Turkije (een 100-tal km ten noorden van Antalya) werden bladafdrukken ontdekt op Laat-Romeinse amforen. De kwaliteit van sommige bladafdrukken was voldoende om ze tot op soortniveau te determineren. Bijzonder is dat nog niet eerder bladafdrukken op Romeinse amforen werden aangetroffen.
Tijdens de systematische archeologische opgravingen van deze site (o.l.v. prof. M. Waelkens en zijn medewerkers, KU Leuven) wer-den al vele duizenden potscherven verzameld. Enkele jaren geleden ontdekte Dr. Philip Bes afdrukken van bladeren op een gering aantal van deze scherven. Eerder al, tussen 1997 en 2004, werd binnen de grenzen van het historische Sagalassos herbariummateriaal ingeza-meld en dankzij die referentie-collectie was het mogelijk om twee plantensoorten te identificeren waarvan bladafdrukken te herkennen zijn, met name Styrax officinalis en Vitis vinifera. Beide soorten komen trouwens nog steeds voor in de omgeving van de opgravingssite. Styrax was in de Oudheid bekend om zijn welriekende hars.
De bladafdrukken waren steeds te vinden op vergelijkbare zones van de amforen, met name de hals en vooral de vaak wat verdikte bo-venrand ervan. Dit laat vermoeden dat hun aanwezigheid geen toeval is, maar veeleer een gevolg van een bewust productieproces.
Nog veel vragen betreffende de betekenis van de aanwezigheid van bladafdrukken blijven onbeantwoord. Waren ze puur ornamen-teel bedoeld of hadden ze een specifieke functie? En waarom werden ze tot nu toe slechts op één plaats gevonden? Misschien zullen meer opgravingen en vondsten helpen bij het oplossen van die vragen.
Een
deel
van
een
afd
ruk
van
twee
bla
dere
n va
n St
yrax
offi
cinal
is op
een
Laa
t-R
omei
nse
amfo
or (
© S
agal
asso
s Arc
haeo
logi
cal R
esea
rch
Proj
ect;
Brun
o Va
nder
meu
len)
.
24 — 25
De Plantentuin huisvest 18.000 verschillende soorten planten verspreid over een historisch domein van 92 hectaren. Het is een prachtige en gevarieerde groene zone en een bron van vreugde, bewondering en inspiratie die elk jaar ongeveer 100.000 bezoekers aantrekt.
Door het inzetten van een breed gamma aan plantenpresentaties, tentoonstellingen, webpa-gina’s, wetenschappelijke communicatie-instru-menten, evenementen, informele leeractiviteiten, sensibilisatie-instrumenten en ervaringsgerichte educatieve activiteiten heeft de Plantentuin het potentieel om de opvattingen van mensen over het belang van planten voor het menselijke welzijn te veranderen en het vitale belang van plantensoor-ten te benadrukken. Voortbouwend op dit inzicht kunnen burgers verder gestimuleerd worden om op een duurzame en verantwoorde wijze te hande-len.
Inspireren en informeren
De doder in de hooiberg
De Plantentuin vervult tal van uiteenlopende taken. Wat volgt is een voorbeeld uit vele. Een dierenarts van Dierengezondheidszorg Vlaanderen probeerde uit te zoeken waarom in een kudde schapen plots talrijke dieren stierven. Nadat hij bij meerdere instellingen vruchteloos had aangeklopt, belde hij het Belgische Antigifcentrum. Daar kreeg hij te horen dat ook zij hem niet direct konden helpen, maar ze verwezen hem door naar de Plantentuin.
Kort daarop belandde een grote zak met hooi in de Plantentuin. In de voorgaande dagen had een schapenkweker uit de omgeving van Antwerpen meer dan 30 dieren dood aangetroffen. De dierenarts zocht de vermoedelijke oorzaak in het hooi van een recent geopende baal. Daarom vroeg hij de Plantentuin uit te zoeken of dit hooi giftige planten bevatte.
Het hooi werd uitgespreid op een grote tafel. De kwaliteit ervan was niet erg goed en het rook onaangenaam. Op talrijke plantensten-gels groeide een witte schimmel. Omdat sporangiën ontbraken slaag-de onze mycoloog er niet in de soort te identificeren, maar hij dacht niet dat de schimmel iets te maken had met de sterfte van de schapen. Ondertussen ging de speurtocht naar een andere mogelijke ‘dader’ verder. Behalve diverse grassoorten en een paar stekelige stengel-fragmenten van bramen, bevatte het hooi ook talrijke stengels van iets wat op een wikke (Vicia) leek. Na enig zoeken was er voldoende materiaal voorhanden om de soort op naam te brengen en te verge-lijken met collecties uit het herbarium. Het resultaat was verrassend.
De droge stengels behoorden tot de niet-inheemse plantensoort galega (Galega officinalis). Deze niet onaantrekkelijke overblijvende plant wordt soms gekweekt als sierplant en is afkomstig uit Zuid-, Centraal- en Oost-Europa en Zuidwest-Azië. Galega is in België sinds de 19de eeuw gekend als een zeldzame exoot. Vandaag komen op meerdere plaatsen, verspreid over het hele land, goed standhoudende en zich geleidelijk uitbreidende populaties voor.
Enig bijkomend onderzoek bracht aan het licht dat het hooi van galega, meer dan vers materiaal, levensbedreigend is voor dieren, in het bijzonder schapen. Ook kwamen de door de dierenarts be-schreven symptomen precies overeen met informatie uit de dierge-neeskundige literatuur. Bij verdere navraag bleek tenslotte dat het graslandperceel waar het hooi vandaan kwam in de buurt lag van een enkele jaren geleden door botanici ontdekte groeiplaats van galega. Mogelijks was die wilde populatie ontstaan door het dumpen van af-val uit een nabije tuin.
Alles bijeen stierven op enkele dagen tijd 38 schapen en moest 30 ton hooi worden vernietigd. Het is een triest verhaal, maar het inci-dent bood de ‘verzamelaars van hooi’ – vanouds een pejoratieve om-schrijving voor met herbaria werkende taxonomen – een uitgelezen kans op enig eerherstel.
38 s
chap
en s
tierv
en in
de
buu
rt v
an A
ntw
erpe
n.G
aleg
a (G
aleg
a of
ficin
alis)
(©w
ikip
edia
, Epi
base
).
26 — 27
Planten die van zich af ‘bijten’: ontwikkeling van een waardevolle referentiecollectie van vleesetende planten in Meise
De Plantentuin ontwikkelde in 2012 en 2013 een levende referen-tiecollectie van vleesetende plantensoorten. Voorheen huisvestte de Plantentuin een eerder bescheiden collectie met planten van voorna-melijk tuinbouwkundige oorsprong.
Vleesetende planten hebben altijd tot de verbeelding gesproken van plantkundigen en plantenkwekers. Deze opmerkelijke planten vangen en verteren ongewervelde dieren en zelfs kleine kikkers en zoogdieren met hun ingenieuze tot vallen omgevormde bladeren.
De meest voorkomende natuurlijke habitat van deze planten zijn venen en moerassen met overvloedig water en weinig voedingsstof-fen. Deze gebieden verdwijnen in ijltempo door grootschalige drai-nagewerken en eutrofiëring. De destructie van hun leefomgeving en overmatige wildroof maken dat vele soorten nu met uitsterven be-dreigd zijn.
De Plantentuin breidde zijn collectie uit met 169 introducties (121 botanische soorten) waarvan 46,7% met een gekende wilde oor-sprong. Levende vertegenwoordigers van Cephalotaceae (Cephalotus), Droseraceae (Aldrovanda, Dionaea, Drosera), Drosophyllaceae (Drosophyllum), Lentibulariaceae (Genlisea, Pinguicula, Utricularia), Ne-penthaceae (Nepenthes) en Sarraceniaceae (Darlingtonia, Heliamphora, Sarracenia) vervullen een belangrijke taak als referentiecollectie.
Leren en ontdekken
Kinderen de kans geven om de wereld van de plantkunde te ont-dekken is één van de belangrijke doelstellingen van onze Plantentuin. Onze deelname aan INQUIRE – een Europees project rond onder-zoeksgerichte wetenschapseducatie (IBSE) – bood onze educatieve dienst een ideale gelegenheid om onze samenwerking met het Vlaam-se onderwijsveld te versterken.
Toen INQUIRE in november 2013 ten einde liep, konden we te-rugblikken op 3 jaar experimenteren met de methodologie van het onderzoekend leren, samen met zeer gemotiveerde leerkrachten, leerkrachten in opleiding en NME-educatoren.
Onderzoeksgerichte wetenschapseducatie maakt sinds enkele jaren deel uit van het Vlaamse onderwijscurriculum. Het werd ech-ter al gauw duidelijk dat veel leerkrachten en andere betrokkenen het moeilijk hadden met het toepassen van deze nieuwe methodologie. Daarom besloten we om de ervaringen die we opdeden tijdens het INQUIRE project te delen met pedagogische begeleiders van diverse netten, door hen een portfolio van het project aan te bieden.
Deze contacten leidden onder meer tot een samenwerking met het VVKSO (Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onder-wijs). Zij organiseerden een conferentie rond onderzoekend leren in de Plantentuin. Het programma omvatte onder meer handson on-derzoeksactiviteiten in onze serres. We boden een gelijkaardig pro-gramma aan aan de studenten van de lerarenopleiding van diverse hogescholen. Het is onze bedoeling om de contacten met deze instel-lingen in de toekomst te versterken.
Uitbreiding van onzemagnoliaverzameling
Magnolia is een zeer aantrekkelijk plantengeslacht van bloeiende struiken en bomen. We besloten in 2013 om onze bestaande collec-tie, die werd aangelegd in het begin van de jaren 1980, gevoelig uit te breiden omdat het aantal nieuwe cultivars sindsdien enorm is toege-nomen. De merkbare opwarming van ons klimaat biedt ook de kans om minder winterharde Chinese soorten te laten overleven in de Bel-gische winters.
In de loop van 2013 breidde de Plantentuin zijn verzameling uit met 32 nieuwe taxa, tot een totaal van 71 (85 accessies). Nieuwe aan-winsten zijn zeldzame Chinese soorten: Magnolia biondii, M. doltsopa, M. zenii, de schitterende M. sargentiana var. robusta en de vorstge-voelige M. campbellii en M. sprengeri var. sprengeri. Amerikaanse taxa zijn vertegenwoordigd door M. virginiana var. australis, een gevoelige wintergroene soort uit het zuidoosten van de Verenigde Staten van Amerika.
Het magnoliaseizoen lokt steeds heel wat bezoekers naar onze Plantentuin; daarom worden de botanische soorten aangevuld met sensationele nieuwe hybriden en cultivars. Deze omvatten de geel-bloeiende cultivars ‘Limelight’, ‘Sundance’ en ‘Yellow Lantern’, de donkerpurperen ‘Black Tulip, de roze ‘Flamingo’, de ongewone bloemvorm van M. ×loebneri ‘Mag’s Pirouette’, en selecties uit de VS en Nieuw-Zeeland, zoals ‘David Clulow’, ‘Daybreak’, ‘Atlas’, ‘Ga-laxy’, ‘Spectrum’ en ‘Star Wars’.
Al deze magnolia’s kan men bewonderen op de Magnoliawande-ling die de bezoeker doorheen de Plantentuin leidt: van de M. stellata-groep nabij het Herbarium, naar de winterharde hybriden rond het Plantenpaleis, de botanische soorten in het Fruticetum en de vorst-gevoelige hybriden in het Rhododendronbos en de omgeving van de Oranjerie.
Lentelicht in Meise met 40.000 bloembollen
De Plantentuin heeft in totaal honderden verschillende soorten bolgewassen in cultuur. Tot voor 2013 werden deze bloembollen en -knollen meestal in kleine groepen of individueel gepresenteerd. We besloten echter dat er nood was aan een grotere, meer indrukwek-kende presentatie als aanvulling op de massale aanwezigheid van de spontane voorjaarsflora van sneeuwklokjes (Galanthus nivalis), bosa-nemonen (Anemone nemorosa) en daslook (Allium ursinum).
In de herfst hebben vrijwilligers, tuiniers en assistent-curatoren op enkele weken tijd meer dan 40.000 bloembollen met de hand ge-plant. De focus lag op gazons die vanop de grote wandelwegen goed zichtbaar zijn en daarom druk bezocht worden door het publiek. Deze zones omvatten de hoofdingang, het kasteel en de gazons rond het Plantenpaleis. In de lente van 2014 verwachten we een kleurrijke zee van voorjaarsbloemen van Narcissus ‘Carlton’, Crocus chrysanthus ‘Cream Beauty’ en ‘Blue Pearl’, Crocus tommasinianus ‘Ruby Giant’ en ‘Whitewell Purple’, Crocus vernus ‘Flower Record’, ‘Jeanne d’Arc’, ‘Remembrance’, ‘Yellow Mammoth’ en ‘Striped Beauty’, Ornithogalum umbellatum en Fritillaria meleagris waar tal van bezoekers kunnen van genieten.
Inspireren en informeren
Man
uele
aan
plan
ting
van
Croc
us c
hrys
anth
us ‘B
lue
Pear
l’. M
agno
lia ‘L
imel
ight
’, ee
n sc
hitt
eren
d ge
elbl
oeie
nde
mag
nolia
.
Ping
uicu
la ro
tund
iflor
a in
de
Plan
tent
uin.
Foto
synt
hese
-exp
erim
ent
als
voor
beel
d va
n on
derz
oeks
geri
chte
wet
ensc
haps
educ
atie
.
28 — 29
Het Grundtvigproject ‘Botanische tuinen: nieuwe instrumenten voor milieu-educatie’
In 2013 werd het Grundtvigproject (2011-2013) waarin de Plan-tentuin partner was, succesvol afgerond. Grundtvig kadert in het EU-programma rond levenslang leren. Het project waarbij de Plan-tentuin betrokken was, richtte zich op gidsen en educatoren die een belangrijke educatieve rol spelen in plantentuinen en ‘vertrouwd [zijn] met de missie om enthousiast info over botanisch onderzoek en milieubewustzijn over te brengen op het grote publiek’.
De Plantentuin werkte samen met twee partners: de botanische tuinen van Madrid en Firenze. Via peer-to-peertraining en edu-catieve bezoeken groeide de samenwerking uit tot een vruchtbare kruisbestuiving. Een belangrijke realisatie van het project was de ont-wikkeling van een nieuwe rondleiding, ondersteund met interpreta-tiemateriaal in de tuinen zelf, een website en een toolkit. Deze rond-leiding loopt in de drie partnertuinen maar werd ook ter beschikking gesteld van de verschillende netwerken van botanische tuinen. De in-zet van de gidsen en educatoren werd zeer gewaardeerd. Sommigen legden nieuwe accenten op bestaande rondleidingen, leerden nieuwe vaardigheden of ontwikkelden totaal nieuwe activiteiten, zoals een rondleiding voor blinden en slechtzienden. Bij de afronding werd een VIP-dag georganiseerd voor leerkrachten, mensen uit de sector van natuur- en milieu-educatie, milieuopvoeders, toeristische gidsen en het grote publiek.
Het project werd als ‘excellent’ bestempeld door de beoordelaars van de Europese Unie.
Een nieuwe rondleiding voor blinde en slechtziende bezoekers
Tot op heden was er voor blinden en slechtzienden in de Planten-
tuin geen speciaal aanbod. Maar dankzij het enthousiasme van een van de plantentuingidsen en van de Educatieve Dienst, werd er in 2013 een begeleide wandeling uitgewerkt voor deze specifieke doelgroep. Bovendien kaderde deze ontwikkeling in het Grundtvigproject van de EU rond levenslang leren.
Bij de uitwerking werd via trainingssessies informatie ingewon-nen over de problematiek van personen met een visuele handicap en hoe deze doelgroep museumbezoeken ervaart. Ervaringsdeskundi-gen leren dat dure investeringen zoals een blindenpad, hoe goed ook bedoeld, weinig succes zal kennen omdat blinden zelden zonder be-geleiding instellingen als een plantentuin zullen verkennen. Daarom werd ingezet op een begeleid bezoek.
Tijdens de rondleiding staan voelen, ruiken en luisteren centraal. Er wordt onder meer gebruik gemaakt van een 3D-maquette van het Plantenpaleis, speciale reliëfkaarten met de klimaatzones van de we-reld en vooral goed gekozen voorbeelden van bijzondere planten om te betasten of om aan te ruiken. Try-out sessies met kleine groepjes blinden zorgden uiteindelijk voor de finishing touch.
Deze bijzondere rondleiding werd via de website en een perscam-pagne gecommuniceerd, vooral naar organisaties die specifiek wer-ken met blinden. Ook op de federale Dag van de Diversiteit rond het thema ‘handicap’, werd de rondleiding in de kijker gezet.
De rondleiding voor blinden en slechtzienden belooft alleszins – gelet op de boekingen tot nu toe – een succes te worden.
Een uitzonderlijk botanisch jaar in het Plantenpaleis
Elk jaar groeien en bloeien duizenden plantensoorten in de be-schutte omgeving van het Plantenpaleis. In 2013 werden we echter getrakteerd op drie eerder uitzonderlijke gebeurtenissen. Tijdens de lente ontwikkelde de jaderank (Strongylodon macrobotrys) vruch-ten, dit voor de eerst maal in de Belgische geschiedenis. Onze reu-zenaronskelk (Amorphophallus titanum) bloeide opnieuw in de zomer en op het einde van de herfst kwam ook de zwanenhalsagave (Agave attenuata) in bloei.
De jaderank is een weelderig groeiende liaan afkomstig van de tropische en vochtige Filipijnse dipterocarp-bossen. Door de massale ontbossing van zijn natuurlijk habitat resten er nog maar zeer wei-nig wilde populaties, wat de soort zeer kwetsbaar maakt. In het wild worden de spectaculaire appelblauwzeegroene bloemen bestoven door nectaretende vleermuizen. Deze bijzondere bestuivingswijze maakt zaadvorming bij planten in cultuur zeer uitzonderlijk. Gezien de afwezigheid van de bestuivers, bestoven wij verschillende bloemen met de hand door de bewegingen van de zich voedende vleermuizen zorgvuldig na te bootsen. De succesvolle bevruchting en ontwikke-ling van twee grote peulen met kiemkrachtige zaden is een unieke ge-beurtenis in België. Bij rijpheid werden de zaden onmiddellijk gezaaid omdat ze geen nood hebben aan kiemrust en daarom niet bewaard kunnen worden. De twintig planten die zich ontwikkelden, kunnen nu verdeeld worden naar andere tuinen en instituten.
De bloei van de reuzenaronskelk fascineerde onze bezoekers op-nieuw in 2013. Sinds de eerste bloei in augustus 2008, produceerde deze plant met een regelmaat van ongeveer 30 maanden een specta-culaire bloeiwijze. In juli lokte de enorme bloeiwijze van 2,42 m weer duizenden kijklustigen. Maar zowaar nog verbazingwekkender dan de bloeiwijze was de enorme grootte van de ondergrondse knol met zijn ongelooflijke gewicht van 130 kg in de zomer van 2013. Het lijkt erop dat dit de zwaarste knol ter wereld is die ooit werd geregis-treerd. Voorafgaand aan de eerste bloei in 2008 woog de knol 10 kg en in 2010 nam zijn gewicht toe tot 47 kg. De daaropvolgende enorme groeisnelheid had echter niemand durven vermoeden.
De elegante en eerder zeldzame bloei van onze 105-jarige zwa-nenhalsagave rondde tenslotte het jaar in schoonheid af. Anders dan bij de meeste agaves, bestaan de grote rozetten uit zachte bladeren zonder stekels en is de bloeistengel onvertakt. De plant dankt zijn naam aan de indrukwekkende bloeistengel die, bedekt met een massa geelgroene bloemen, doorbuigt tot een sierlijke boog.
Bloe
mtr
os v
an d
e ja
dera
nk (S
trong
ylodo
n m
acro
botr
ys)
in d
e M
abun
duka
s.Z
wan
enha
lsag
ave
(Aga
ve a
ttenu
ata)
in
blo
ei in
de
Moe
sson
kas.
VIP
-dag
voo
r de
le
raar
s in
Mei
se.
Ron
dlei
ding
van
een
gro
ep s
lech
tzie
nden
on
der
leid
ing
van
de g
ids
die
de t
our
beda
cht.
Inspireren en informeren
30 — 31
Botanische rariteiten uit de herbariumkelder vanonder het stof gehaald
Al meer dan een halve eeuw herbergt de kelder van het herbari-umgebouw van de Plantentuin een onaangeroerde, omvangrijke, his-torische schat aan botanische objecten en rariteiten. In 2013 werd het werk aangevat om deze verzameling, opgeborgen in glazen bokalen, te onderzoeken, te registreren en te verplaatsen. Elk van de bokalen wordt vanonder het stof gehaald, de inhoud wordt minutieus onder-zocht en de voorhanden zijnde gegevens worden gecontroleerd, ook met archiefgegevens. De informatie en de opmerkingen worden dan opgenomen in de gegevensbank.
Een hoog percentage van de collectie dateert uit de tweede helft van de 19de eeuw, ingezameld door bevlogen, geïnspireerde individu-en tijdens epische ontdekkingstochten zonder enige vorm van luxe voor wat betreft reizen en communicatie. De kern van de verzameling wordt gevormd door de ‘Verzameling van vruchten en zaden’ en de ‘Verzameling van producten en verdovende middelen’ van Carl von Martius, aangekocht door de Belgische Staat op het moment van de oprichting van onze Plantentuin in 1870. Apothekers, missionarissen en botanici (zoals Peckolt, Wullschlägel, Glaziou, Teijsmann en von Müller) bezorgden von Martius heel wat materiaal uit Brazilië, Suri-name, Azië en Australië. Het tot nu toe oudste materiaal gaat terug tot 1848 en maakt deel uit van een reeks van 52 goed gedocumenteer-de theevariëteiten van Carl von Martius’ broer Theodor.
Deze schatkamer aan plantenobjecten bevat ook specimens van de eerste drie wereldtentoonstellingen in Parijs (1855, 1867 en 1878), van het ‘Musée des Colonies françaises’ in Parijs, van Indiase econo-mische producten, en van Algerijnse geneeskrachtige en industriële items. Daarnaast zijn er ook belangrijke verzamelingen van opmer-kelijke individuen, zoals Bernardin en Delacre. Broeder Bernardin (ca. 1858-1878) was leraar aan de Hogeschool van Melle bij Gent. Hij verzamelde vooral plantaardige vezels, oliën en vetten. Door hun uit-muntende kwaliteit viel hij in de prijzen op internationale tentoon-stellingen en mocht zelfs een onderscheiding ontvangen van koning Leopold II. Ambroise Delacre was een apotheker die geneeskrachtige planten verzamelde. De vader van Ambroise, eveneens apotheker, stichtte de befaamde koekjesfabriek Delacre in Vilvoorde, nadat hij besliste om chocolade niet enkel aan te bieden als versterkend mid-del in zijn apotheek, maar ook te verwerken in lekkernijen die al vlug zeer gegeerd werden in de gegoede middens van die tijd.
Elk op zich zijn de objecten uit deze historische verzameling botanische rariteiten, en ze vertegenwoordigen een weelde aan ver-scheidenheid. Tropische vruchten hebben een plekje naast zaden, plantaardige oliën, vezels, cacaochips, annatto, indigo, theeblaadjes, koffiebonen, een met hout geïmpregneerde fakkel, een gombo-pa-ternoster, harsklompjes opium, wierook en myrrhe. In 2013 werd on-geveer 10% van de verzameling gerehabiliteerd. Wij kunnen nauwe-lijks wachten om te ontdekken welke bijzondere items de komende jaren aan het licht zullen komen.
Scho
rs v
an ‘G
alip
ea o
fficin
alis’
(An
gost
ura
trifo
liata
) ui
t de
von
Mar
tius-
verz
amel
ing.
Extr
act
van
‘Pilo
carp
us p
enna
tifol
ius
del P
arag
uay’
van
A. D
emar
chi,
apot
heke
r in
Bue
nos A
ires,
in d
e or
igin
ele
drie
hoek
ige
fles
(185
6-18
79).
Doorheen zijn lange geschiedenis heeft de Plantentuin constant gewerkt aan het bijeenbren-gen en ontwikkelen van een uitgebreid patrimo-nium van botanische collecties: levende planten, boeken, voorwerpen en instrumenten, maar ook gebouwen, serres en landschappen. Deze elemen-ten spelen tot op vandaag een rol in de werking van de Plantentuin. Boeken en archieven worden door wetenschappers gebruikt, historische serres beschermen plantenverzamelingen en de gebou-wen en het landschap van het Domein worden door onze bezoekers bezocht en gewaardeerd.
Dit unieke patrimonium vraagt een permanen-te gespecialiseerde zorg maar is ook een onver-vangbare bron van nieuwe inzichten om de missie van de Plantentuin uit te voeren in een constant veranderende wereld.
Ons patrimonium valoriseren
32 — 33
Julie
n H
ouba
, Les
chê
nes
de l’
Amér
ique
sep
tent
riona
le e
n Be
lgiq
ue,
leur
orig
ine,
leur
[sic
] qu
alité
s, le
ur a
veni
r (H
asse
lt, M
iche
l Cey
sens
, 188
7).
Cor
nelia
Pom
pe, a
quar
el o
p pa
pier
, met
sp
ecim
ens
van
dire
ct n
atuu
rged
rukt
e bl
ader
en.
Dit rijk aanbod van natuurdrukmateriaal bood ons de mogelijk-heid onze collecties te valoriseren door twee voordrachten te geven op symposia. Deze presentaties hebben in 2013 geleid tot de redactie van twee artikels over natuurdruk. Op deze manier vindt informatie over deze techniek zijn weg naar een breder publiek.
Het eerste artikel, voorgesteld op het symposium Traces du végétal aan de Universiteit van Angers, is het resultaat van de samenwerking tussen de bibliotheek en Sandrine de Borman, een ‘artist in residence’ van de Plantentuin. De bedoeling was meer inzicht te krijgen in de natuurdruktechniek en de evolutie van wetenschappelijke illustratie naar hedendaagse kunst.
De tweede voordracht vond plaats op het symposium Het geïllustreerde boek in België (18001865) in de Koninklijke Bibliotheek van Bel-gië. Naast een samenvatting van de verschillende gebruikte werkwij-zen door de tijden heen, was het hoofddoel van deze presentatie de grondige studie van een werk uit onze collectie, de enige Belgische vertegenwoordiger van deze techniek, Les Chênes de l’Amérique septentrionale, geschreven door Julien Houba.
Joha
nn H
iero
nym
us K
niph
of, B
otan
ica in
Orig
inal
i, se
u he
rbar
ium
vivu
m (
Hal
le, J
.G. T
ram
pe, 1
757-
1764
).H
enry
Bai
ldon
, Nat
ure-
prin
ted
fern
s. Pr
epar
ed a
ccor
ding
to
his
new
pat
ente
d pr
oces
s (L
ondo
n, L
. Ree
ve &
Co.
, 186
9).
Trouw aan de natuurNatuurdrukken: een verborgenschat in de bibliotheek
De term ‘natuurdruk’ staat voor een geheel aan technieken die een directe afdruk maken van natuurlijke voorwerpen zoals bladeren en bloemen. De bibliotheek van de Plantentuin bezit een buitengewone collectie natuurdrukken. De meeste ervan zijn al lang in ons beheer. Maar in 2013 is onze collectie aanzienlijk verrijkt met een manuscript van Cornelia Pompe (Den Haag 1901-1902). Deze verzameling van 137 originele botanische tekeningen combineert natuurdrukken van bla-deren (1 tot 3 per pagina) met aquarellen.
In het verleden waren natuurdrukken een alternatief voor herba-riumspecimens omdat het gedroogd materiaal te gevoelig was voor aanvallen door insecten. Het was ook een nauwkeurig en betaalbaar alternatief voor botanische illustraties.
Verschillende technieken zijn door de tijden heen gebruikt. De eerste gekende toepassing vinden we in een 13e-eeuws manuscript van Dioscorides, bewaard in het Topkapi Museum te Istanboel.
Leonardo Da Vinci beschreef de ‘eenvoudigste vorm’ van na-tuurdruk op het einde van de 15e eeuw. Bij dit proces bedekte hij een natuurlijk voorwerp met een koolstofrijke substantie vermengd met een olie gekend als lampzwart. Na het aanbrengen van deze laag, drukte hij het object voorzichtig op papier om een nauwkeurige af-druk achter te laten.
Verschillende voorbeelden van natuurdruk zijn gekend tussen de 15e en de 17e eeuw. Aan het einde van deze periode verving inkt het lampzwart en de drukpers deed zijn intrede om het bedekte object op het papier te drukken. In de 18e eeuw werd de techniek meer en meer toegepast op het gebied van botanische beeldvorming (alhoewel in beperkte uitgave). De Duitse naturalist Kniphof produceerde een breed gamma natuurdrukken en slaagde erin deze activiteit te com-mercialiseren.
In de 19e eeuw nam de complexiteit van de natuurdrukkunst der-mate toe dat specifieke apparatuur en een zeer bekwame uitvoerder absoluut noodzakelijk waren voor het graveerproces. Het ontwer-pen van een matrijs was een nieuw element in het gehele proces. Door deze vorm ontstond een exacte kopie van het beeld dat zo vaak als nodig afgedrukt kon worden. Deze methode resulteerde in de galvano plastiektechniek, ontwikkeld in Oostenrijk door Aloys Auer en in Groot-Brittannië door Henry Bradbury. De lithografische tech-niek daarentegen vond aanhangers in België bij Houba, in Frankrijk bij Ansberque en in Groot-Brittannië bij Baildon.
De indrukwekkende collectie natuurdrukken bewaard in de Plantentuin is van verschillende herkomst. Bepaalde stukken komen van de Société royale d’horticulture de Belgique, de voorganger van de Plantentuin. Sommige andere zijn aangekocht of geschonken door gulle weldoeners.
De laatste jaren heeft de bibliotheek vier belangrijke meesterwer-ken op het gebied van natuurdruk kunnen aanschaffen:
— Ectypa vegetabilium door Christiaan Gottlieb Ludwig, uitgegeven in Halle door Trampe tussen 1760 en 1764;
— Physiotypia plantarum Autriacarum door Constantin van Ettings-hausen, uitgegeven te Wenen in 1855;
— Natureprinted ferns door Henry Baildon, uitgegeven te London in 1869;
— Herbier de la flore française door Louis-Antoine Cusin en Edme Ans-berque, uitgegeven in Villeurbane tussen 1867 en 1876.
Ons patrimonium valoriseren
34 — 35
Wikipedia: een waardevolle maar onderbenutte encyclopedie
In juni 2013 nam de Plantentuin deel aan de workshop ‘Wikipedia, objet scientifique non identifié’ van het Parijse Institut des sciences de la communication (CNRS). In de aanloop naar die workshop wilden we de houding van het wetenschappelijk personeel van de Plantentuin tegenover Wikipedia in kaart brengen.
Een enquête wees uit dat: — de meeste onderzoekers geregeld Wikipedia raadplegen voor
hun eigen vakgebied en voor andere disciplines; — informatie als ‘betrouwbaar’ wordt bestempeld, maar toch via
aanvullende bronnen wordt gecontroleerd; — hoewel Wikipedia als waardevol gepercipieerd wordt, de weten-
schappers van de Plantentuin zelden zelf bijdragen, omdat ze het als ‘tijdverlies’ zien.Een opvallende houding! Wetenschappers van de Plantentuin
hebben niet alleen de expertise, maar ook een bevoorrechte toegang tot de botanische en wetenschappelijke literatuur. De terughoudend-heid om zelf bij te dragen aan Wikipedia betekent dat onze botanici op zoek zijn naar informatie (geschreven door wetenschappers), zon-der de bedenking te maken dat hun bijdragen ook de bredere weten-schappelijke gemeenschap ten goede zou komen. Door het delen van hun kennis op Wikipedia zouden ze niet alleen kunnen bijdragen aan dit ideaal, maar ook de kans benutten om hun eigen wetenschappelijk werk te presenteren aan een groter publiek en bij te dragen aan een van de missies van de Plantentuin, namelijk het populariseren van de wetenschap.
Voor meer informatie, zie de website van CNRS: http://www.iscc.cnrs.fr/spip.php?article1738
Historisch onderzoek brengt onze collecties tot leven
In 2013 publiceerden de historici van de Plantentuin diverse ar-tikels, gebaseerd op onderzoek in onze rijke archieven. De meeste wetenschappers besteden vooral aandacht aan het heden en de toe-komst, daarbij vaak vergetend dat hun activiteiten en hun werkom-geving diepe wortels hebben in het verleden en tradities. In herbaria opgeslagen gegevens kunnen ons, gecombineerd met andere archief-bronnen en historische publicaties, helpen bij het uitzetten van de krijtlijnen voor de toekomst van de Plantentuin. Geschiedenis staat echter niet alleen in dienst van de botanici. Ze kan ook zinvol aange-wend worden in dienst van de Plantentuinbezoekers en biedt kansen aan onderzoekers uit de menswetenschappen.
De onderwerpen waarover in 2013 gepubliceerd werd, omvatten de gecompliceerde verhouding tussen de Plantentuin en de Konink-lijke Belgische Botanische Vereniging (1862-1875), de weerslag van de democratisering in België op de activiteiten van de Plantentuin (1826-1914), de weerklank van het Darwinisme in België in de late 19de eeuw, het ontluiken van het natuurbehoudsdenken in diezelfde periode en bijdragen over Belgische wetenschappers en plantenverzamelaars voor een historisch woordenboek. Dat de veelzijdige activiteiten van de Plantentuinhistorici in binnen- en buitenland naar waarde worden geschat, blijkt uit vragen voor het beoordelen van manuscripten, ver-zoeken om mee te werken aan academische projecten en publicaties, en uit talrijke presentaties bestemd voor zowel academici als een bre-der publiek.
De
wie
g va
n he
t ec
olog
isch
bew
ustz
ijn in
Bel
gië?
De
jaar
lijks
e ex
curs
ie v
an d
e Ko
nink
lijke
Be
lgis
che
Bota
nisc
he V
eren
igin
g in
189
3, o
nder
leid
ing
van
Fr. C
répi
n (1
830-
1903
).D
irect
eur W
. Rob
yns
houd
t ee
n to
espr
aak
tijde
ns d
e in
huld
igin
g va
n he
t on
afge
wer
kte
Plan
tenp
alei
s (1
958)
.
Afgestofte archieven brengen een verrassende rijkdom aan het licht
De in de voorbije decennia vergaarde archieven hadden gaande-weg de vorm aangenomen van een nauwelijks handelbaar kluwen. Jarenlang bewaarde de instelling haar potentieel belangrijke archief-bestanden in diverse verspreid liggende en weinig geschikte ruimten. Vaak kwamen de documenten pas aan het licht op het moment dat een onderzoeker met pensioen ging en zijn werkruimte opruimde. Tal van archieven werden opgeslagen in totaal ongeschikte lokalen. Vaak wist nauwelijks iemand van hun bestaan af of waren de inven-tarislijsten – indien al aanwezig – gebrekkig samengesteld. Dit leidde tot een onderschatting van de waarde van de archieven en maakte het moeilijk en tijdrovend om ermee te werken. Omdat een dergelijke toestand een hypotheek legt op het toekomstige gebruik, besloot de Plantentuin in 2013 meer aandacht te besteden aan zijn archieven.
De historicus-archivaris van de Plantentuin ging aan de slag en grote volumes archiefbestanden verhuisden naar een opslagruimte met gunstige bewaaromstandigheden qua luchtvochtigheid en tem-peratuur. Veel informatie over de archief vormende personen en diensten was helaas verloren gegaan. De beginnende huisarchivaris stond voor de moeilijke opgave uit te maken wie wat had geprodu-ceerd, en ook hoe en waarom. Het oplossen van die vragen vereist het samenstellen van logische reeksen en categorieën van documenten. Op zijn beurt laat dit vervolgens toe een langverwachte en beter ge-structureerde inventaris tot stand te brengen.
Honderden archiefstukken zijn ondertussen voor langetermijn-bewaring op zuurvrij papier gemonteerd en in zuurvrije archiefdo-zen opgeborgen. Specifieke richtlijnen helpen de Plantentuin om de archieven met de grootste zorg te beheren en het afvoeren van documenten, onbelangrijk voor historici, botanici of derden, te or-ganiseren. Hiertoe beschikt de Plantentuin over een selectielijst, op-gemaakt door een archivaris van het Rijksarchief. Behoud en afvoer dienen met de grootste zorg afgewogen, want alle archieven ouder dan 30 jaar zijn officieel eigendom van het Rijksarchief. Wel is met het Rijksarchief overeengekomen dat de historische documenten in de Plantentuin mogen blijven voor historisch onderzoek.
We voorzien dat de nieuwe inventaris over een paar jaar afge-werkt zal zijn. Dan zullen tal van documenten voor het eerst consul-teerbaar zijn door botanici, historici, kunsthistorici en allerlei andere onderzoekers met belangstelling voor verleden, heden en toekomst van de Plantentuin.
Bringing our heritage to life
Ord
e ui
t ch
aos:
hond
erde
n do
zen
van
zuur
vrij
kart
on b
iede
n ee
n on
derk
omen
aan
doc
umen
ten
die
vroe
ger
stof
fig e
n ov
eral
ve
rspr
eid
opge
slag
en w
aren
. Dit
is e
en e
erst
e st
ap o
p w
eg n
aar
een
mod
ern
en p
rofe
ssio
neel
beh
eer
van
de P
lant
entu
inar
chie
ven.
36 — 37
In memoriamJean Léonard (1920-2013)
Op 23 april 2013 overleed professor Jean Léonard op 93-jarige leeftijd. Léonard werkte in de Plantentuin van 1968 tot lang na zijn officiële pensionering in 1985. Hij maakte voor het eerst kennis met het herbarium van de Plantentuin toen hij in 1942 werkte aan een licentie in de plantkunde aan de Vrije Universiteit van Brussel. Een jaar later werd hij medewerker van de cel Flore du Congo in het Institut national pour l’Etude agronomique du Congo (INEAC), maar hij werd ge-detacheerd naar de Plantentuin voor het verwerven van een doctoraat over de Afrikaanse flora.
Van 1945 tot en met 1948 werkte Léonard in de botanische tuin van Eala in Belgisch Congo. Later werd hij benoemd tot conservator van het Nationaal Herbarium van Congo in Yangambi. In 1950 keer-de hij terug naar België. Hij was mede-oprichter van het AETFAT (Association pour l’Etude taxonomique de la flore d’Afrique tropicale). Het doel van deze organisatie, waarvan hij later ook secretaris-generaal werd, is het promoten van uitwisseling van kennis tussen Europese en Afrikaanse plantkundigen. In de jaren ’60 werd Léonard aangewor-ven door het Institut royal des Sciences naturelles de Belgique (Brussel) en gedetacheerd naar de Plantentuin waar hij aan Afrikaanse floristiek en vegetatiestudie deed. Zijn interesse ging vooral uit naar de plan-tenfamilie Euphorbiaceae.
In 1964-1965 keerde Léonard, als lid van een Belgische militaire expeditie, terug naar Afrika. Hij stak de Sahara over en bestudeer-de de flora van Libië (in 1969 leidde hij zelf een Libië-expeditie). In Noord-Tsjaad merkte hij vreemde groene cakejes op in het dieet van de lokale bevolking. Microscopisch onderzoek leverde hem het hoofd ingrediënt op: Spirulina platensis (synoniem van Arthrospira platensis), een zeer eiwitrijke cyanobacterie. Door deze ontdekking wer-den zowel Léonard als Spirulina wereldberoemd en de cyanobacterie wordt nu wereldwijd gebruikt als voedingssupplement. Enkele jaren later keerde Léonard samen met het Franse Office de la recherche scientifique et technique d’outremer (ORSTOM) terug naar het Tsjaadmeer om verder onderzoek te doen op Spirulina. In 1968 werd de cel Flore du Congo, voorheen onderdeel van het Institut royal des Sciences naturelles de Belgique, officieel overgedragen aan de Plantentuin, en Léonard vond hier zijn nieuwe thuis.
Tussen 1953 en 1976 produceerde Léonard een jaarlijkse biblio-grafie van systematische plantkunde en een index van nieuwe soorten voor tropisch Afrika. Vanaf de vroege jaren tachtig bestudeerde hij de woestijnen van Iran, wat resulteerde in de Contributions à l’étude de la flore et de la végétation des déserts d’Iran (10 volumes: 1981-1992). Dit belangrijke werk vond zijn oorsprong in het door hem ingezamelde plantenmateriaal tijdens een interdisciplinaire expeditie in Iran in 1972. Léonard bleef tot op late leeftijd actief in de studie van de Afri-kaanse Euphorbiaceae en met de publicatie van zijn laatste meester-werk: Flore et végétation du Jebel Uweinat (Désert de Libye: Libye, Égypte, Sudan) (6 volumes: 1997-2001).
Tijdens zijn carrière schreef Jean Leonard meer dan 200 publica-ties. Hij beschreef een nieuwe familie voor de wetenschap (Lepidobo-tryaceae), een dozijn nieuwe geslachten en honderden nieuwe soor-ten. Op 80-jarige leeftijd nam Léonard afscheid van de Plantentuin met de opmerking dat hij wilde vertrekken voor zijn wetenschappe-lijke nauwkeurigheid ‘afgestompt’ geraakte. De Plantentuin koestert de herinnering aan deze bijzondere plantkundige.
Jean
Léo
nard
in
201
2.D
e op
rich
ters
van
het
AET
FAT
in 1
966:
Jean
Léo
nard
(19
20-2
013)
, A
rthu
r Wal
lis E
xcel
l (19
01-1
993)
en
Edga
r M
ilne-
Red
head
(19
06-1
996)
.
De Nationale Plantentuin van België is een steeds veranderende organisatie met ongeveer 180 personeelsleden, 70 vrijwilligers en 20 gidsen. Het Domein beslaat 92 hectaren en herbergt ongeveer 50 gebouwen waar mensen werken, elkaar ontmoe-ten en plantencollecties in stand houden.
Net als de rest van de maatschappij dient de Plantentuin minder afhankelijk te worden van fos-siele brandstoffen om zo zijn impact op het milieu te verkleinen. De Plantentuin doorheen die tran-sitieperiode loodsen is een van de grootste uitda-gingen voor de nabije toekomst en daaraan zal op verschillende niveaus gewerkt moeten worden.
Organisatie
38 — 39
Ecoteam: een jaar vol actie
Het Ecoteam zet zich verder in om positieve ecologische ver-anderingen in de Plantentuin te creëren. In 2013 hielpen acties rond waterconsumptie, afvalvermindering, compostering met wormen en duurzame mobiliteit het personeel bewust te maken van de ecologi-sche problemen.
Het personeel sorteert nu zijn afval. Naast de ecologische meer-waarde, brengt dit ook economisch voordeel voor de Plantentuin om-dat we minder geld uitgeven aan het afvoeren van ons afval. Nadat het Ecoteam alle opties besproken heeft met de verschillende diensten, is de Plantentuin nu klaar voor het plaatsen van selectieve vuilbakken voor het publiek over het hele domein.
Enkele van de prestaties van 2013: — de installatie van een waterfontein met gefilterd water in de cafe-
taria om het gebruik van petflessen te verminderen; — het testen en in gebruik nemen van groene schoonmaakproduc-
ten door het onderhoudsteam; — het gebruik van gerecycleerd papier voor onze printers en toi-
letten is getest en wacht op de administratieve overeenkomst om toegepast te worden;
— in samenwerking met de keukencommissie zijn de menu’s in de cafetaria gewijzigd om de aankoop van overbeviste soorten te stoppen en werd het aanbod van vegetarische schotels vergroot;
— het Ecoteam liet het personeel verscheidene bakfietsen testen om het aantal verplaatsingen met gemotoriseerde voertuigen te ver-minderen op de site en vroeg offertes aan voor de best scorende fietsen. Deze fietsen zouden weldra beschikbaar moeten zijn voor het personeel;
— er werd ook een online carpoolingplatform opgericht.Het Ecoteam is vooral opgetogen met de positieve respons en de
enthousiaste deelname van het personeel om de ecologische impact van de Plantentuin te verkleinen. We kijken dan ook uit naar meer acties in de toekomst.
De Tuinwinkelbij u thuis
Shoppen in de Plantentuin kon tot op heden enkel via een fysiek bezoek aan de Tuinwinkel, hoewel bestelling via de post ook al mo-gelijk was.
In een wereld die zich meer en meer opent door een simpele muis-klik, kon ook de Tuinwinkel niet langer achterwege blijven om ge-bruik te maken van de digitale snelweg. De online Tuinwinkel werd geboren.
Deze webshop biedt tal van voordelen eigen aan internetshops, zoals handige zoekfuncties, een volledig geautomatiseerd bestel- en betaalsysteem, een beveiligde betaalfaciliteit en korte levertermijn.
Het productengamma van de webwinkel reikt verder dan alleen wetenschappelijke publicaties zoals Scripta Botanica Belgica of de Flora van België. Ook mensen met een meer algemene belangstelling voor planten vinden er allerlei producten: veldgidsen, boeken over tuinie-ren, paddenstoelen, mossen en algen, posters, postkaarten en afbeel-dingen.
De Tuinwinkel is online te bezoeken op: http://shopbotanic garden.weezbe.com
Mob
ilite
itsw
eek:
het
test
en v
an e
en b
akfie
ts.
Euro
pese
Wee
k va
n de
Afv
alve
rmin
deri
ng:
dem
onst
ratie
van
wor
men
com
post
erin
g.D
e w
ebsh
op v
an d
e Pl
ante
ntui
n.
Een groeiend en dynamischnetwerk van vrijwilligers
In 2013 bereikte het aantal vrijwilligers bijna de kaap van 100. Daaruit mag blijken dat hun inspanningen quasi onmisbaar zijn in vrijwel alle geledingen van de Plantentuin.
De start van ons vrijwilligersprogramma dateert alweer van 2006. De eerste vrijwilligers werden ingezet als ondersteuning van de tuiniers en bij de montage van gedroogde planten. Vervolgens hebben we de inzet van het groeiend aantal vrijwilligers gestroomlijnd naar drie categorieën: plantenverzorging, ondersteuning van onderzoek en bezoekersonthaal.
Ter illustratie van hun prominente rol volgt hier een bloemlezing van de activiteiten waarbij de vrijwilligers waren betrokken in 2013.
De hoveniersvrijwilligers ondersteunden de medewerkers vooral in het dagelijkse onderhoud van de plantencollecties. Speciale ver-melding verdient hun inzet in de herfstmaanden bij het planten van liefst 40.000 bloembollen. Een andere groep – ‘de stewards’ – was werkzaam bij bezoekersonthaal; ze voorzagen bezoekers van actuele informatie over de botanische hoogtepunten in de Plantentuin. Vrij-willigers zijn eveneens ingezet bij de ondersteuning van onderzoek, zoals het scannen van herbariumspecimens, het fotograferen van planten en assistentie bij veldwerk. Sommige vrijwilligers assisteren bij laboratoriumproeven of bij de controle van referenties van plan-tensoorten in botanische literatuur.
In 2013 was een team vrijwilligers betrokken bij een omvangrijk inventarisatieproject dat was opgestart door een vrijwilliger die ge-specialiseerd is in informatiesystemen. Door GPS-coördinaten te linken aan de stamomtrek en andere gegevens van bomen, is een es-sentieel instrument ontwikkeld voor het beheer van onze belangrijke collecties in de tuin. Een andere vrijwilliger creëerde een artistieke en educatieve tentoonstelling over de wereld van zaden onder de titel ‘Als zaadjes spreken konden’. Ten slotte was er een groep vrijwilligers actief bij de vertaling van de informatie bij deze expositie en bij het toezicht op de interactieve modules voor de bezoekers.
Deze voorbeelden illustreren hoe de specifieke competenties en individuele belangstelling van de vrijwilligers uitstekend samengaan met de werking van de Plantentuin.
Elk van onze vrijwilligers werkt nauw samen met een medewer-ker van de Plantentuin, die ook optreedt als begeleider. In ruil voor hun inspanningen organiseren we voor hen ontdekkingsactiviteiten, zijn ze uitgenodigd bij botanische lezingen en verwelkomen we hen graag in sociale activiteiten.
Vrijwilligers leveren niet alleen excellent werk, hun enthousi-asme is even aanstekelijk als inspirerend. De Plantentuin is hen daar buitengewoon dankbaar voor.
Organisation
Vri
jwill
iger
en
tuin
ier
plan
ten
bode
mbe
dekk
ers
in h
et F
rutic
etum
.V
rijw
illig
er e
n pe
rson
eels
lid
mon
tere
n ee
n sp
ecim
en.
Vri
jwill
iger
en
tuin
ier
in h
et P
lant
enpa
leis
.
40 — 41
De Plantentuin in cijfers
Technisch en dienstbaar
Als de techniek niet mee wil, ligt het raderwerk stil. Zo kan, zon-der veel overdrijving, het belang van de technische dienst worden sa-mengevat. De in totaal 18 medewerkers functioneren nochtans vooral op de achtergrond, maar het belang van hun inspanningen kan moei-lijk overschat worden.
Net als voorgaande jaren was ook 2013 voor de technische dienst een druk jaar. Niet enkel voor de interne werking van de Plantentuin zijn verschillende projecten afgewerkt, ook ten dienste van de bezoe-kers van de Plantentuin zijn enkele projecten gerealiseerd.
In dat kader verdient zeker de renovatie van de circa 100 zitban-ken in het park een eervolle vermelding. Het aanzicht van de Planten-tuin is er ontegenzeggelijk door verbeterd. Ook de verfraaiing van de hoofdingang bleef voor geen enkele bezoeker onopgemerkt.
Voor de interne werking van de Plantentuin was vooral de ver-nieuwing van de automatisering (plc’s) van belang, onder meer voor de verwarming van de kassen, de gietwaterpomp, de beneveling en de verluchting van de serres. Om nieuwe medewerkers van de afdeling Museologie en Educatie te kunnen huisvesten, werd lokaal 201 boven-dien grondig gerenoveerd.
Niet alles heeft de technische dienst in eigen beheer uitgevoerd. Sommige projecten zijn gerealiseerd door derden, maar onder super-visie van de dienst. Zo is in dat kader een nieuwe poort geïnstalleerd in serre C – een van de tropische regenwoudkassen die in 2014 zal opengaan voor het publiek – en is de belommering in de kweekkassen vernieuwd, alsook het brandalarm van het oude herbarium.
Sommige projecten overschrijden een jaarwisseling en zullen daarom ook in 2014 nog actueel zijn. We kunnen hier onder meer vermelden: het weer op orde zetten van de elektrische schema’s, de automatisering van de wegenverlichting en de installatie van verwar-ming in de Oranjerie taverne.
Terugkijken is het begin van vooruitkijken. De planning voor 2014 belooft de technische dienst alvast projecten allerhande waarbij vooral herstellings- en opfrissingswerken aan follies in het park en aan het kasteel een belangrijke plaats innemen.
Vern
ieuw
de b
anke
n aa
n de
ho
ofdi
ngan
g va
n de
Pla
nten
tuin
.
Organisatie
42 — 43De Plantentuin in cijfers
Evol
utie
van
de
nett
oact
iva
van
de R
echt
sper
soon
lijk
heid
De
nett
oact
iva
van
de R
echt
sper
soon
lijkh
eid
blev
en m
in o
f mee
r op
peil.
Uit
spli
tsin
g va
n de
inko
mst
en v
an d
e R
echt
sper
soon
lijk
heid
vo
lgen
s br
on (K
€)
De
inko
mst
en v
an d
e R
echt
sper
soon
lijkh
eid
steg
en in
201
3 met
ong
evee
r 10%
, voo
ral d
oor d
e ho
gere
inko
mst
en u
it tic
ketv
erko
op.
0
100
200
300
400
500
600
700
800
900
1.00
0
2009
2010
2011
2012
2013
Net
toac
tiva
2009
2010
2011
2012
2013
Net
toac
tiva
01/0
1/+
1.03
0 86
9 68
9 28
3 26
9
Bala
ns v
an h
et ja
ar +
-161
-1
80
-406
-1
4 -1
6
Net
toac
tiva
31/1
2/+
869
689
283
269
253
0
100
200
300
400
500
600
700
800
900
1.00
0
2009
2010
2011
2012
2013
2009
2010
2011
2012
2013
Exte
rne
proj
ecte
n66
269
689
153
059
2
Tuin
win
kel
9599
114
8299
Verk
oop
publ
icat
ies
4024
5440
45
Verk
oop
ticke
ts23
822
326
820
227
1
Verh
uur
en v
erko
op34
5540
5657
Die
nste
n30
4147
3735
And
ere
inko
mst
en41
3334
5582
Tota
le in
kom
sten
1.14
01.
170
1.44
91.
002
1.18
1
Tot
aal b
udge
t (in
K€
)
Het
bud
get v
oor
de P
lant
entu
in d
aald
e aa
nzie
nlijk
in 2
013.
Dit
wor
dt g
edee
ltelij
k ve
rkla
ard
door
de
eenm
alig
e ve
rhog
ing
van
het p
erso
neel
sbud
get i
n 20
12 z
odat
de
beta
ling
van
de lo
nen
gebo
ekt k
on w
orde
n in
dec
embe
r va
n he
tzel
fde
jaar
in p
laat
s va
n ja
nuar
i van
het
vol
gend
e ja
ar. Z
elfs
indi
en w
e de
ze fa
ctor
in re
keni
ng n
emen
, daa
lde
de d
otat
ie v
oor d
e Pl
ante
ntui
n in
20
13. H
et b
udge
t voo
r inv
este
ring
en e
n op
erat
ione
le u
itgav
en d
aald
e m
et 15
%; h
et p
erso
neel
s-bu
dget
daa
lde
met
2%.
Uit
spli
tsin
g va
n de
uit
gave
n (i
n K
€)
Loon
kost
en v
orm
en d
e be
lang
rijk
ste
uitg
aven
post
voo
r de
Plan
tent
uin.
Ook
de
ener
giek
os-
ten
blev
en o
p ee
n ho
og n
ivea
u in
201
3. H
et g
ered
ucee
rde
inve
ster
ings
budg
et w
erd
in e
ssen
tie
gebr
uikt
om
een
gro
te d
iepv
ries
ruim
te te
inst
alle
ren
om d
e he
rbar
ium
colle
ctie
s te
beha
nde-
len
tege
n in
sect
en.
Fina
ncië
n
0
2.00
0
4.00
0
6.00
0
8.00
0
10.0
00
12.0
00
2009
2010
2011
2012
2013
Budg
et
Ope
ratio
nele
uitg
aven
Ener
gie
Uitr
ustin
g
Inve
ster
inge
n
Pers
onee
l en
soci
ale
dien
st
Ope
ratio
nele
ui
tgav
enEn
ergi
eU
itrus
ting
Inve
ster
inge
nPe
rson
eel e
n so
cial
e di
enst
€K
999
695
200
686.
821
2009
2010
2011
2012
2013
Budg
et8.
913
8.92
29.
008
9.63
18.
767
44 — 45De Plantentuin in cijfers
Ops
plit
sing
per
sone
el v
olge
ns ta
alro
l (s
itua
tie
op 1
janu
ari v
an e
lk ja
ar)
De
Plan
tent
uin,
gel
egen
in V
laan
dere
n, te
lt on
geve
er 8
0% N
eder
land
stal
igen
en
20%
Fra
nsta
-lig
en. D
eze
situ
atie
is b
ijna
onve
rand
erd
gebl
even
de
voor
bije
40
jaar
.
Lee
ftij
dspi
ram
ide
Bijn
a tw
ee d
erde
van
het
per
sone
el is
oud
er d
an 4
0 en
mee
r da
n éé
n de
rde
is o
uder
dan
50
jaar
. De
med
iane
leef
tijd
is 4
6 ja
ar. O
ngev
eer 4
0% v
an h
et p
erso
neel
is v
rouw
, maa
r de
verd
e-lin
g tu
ssen
de
vers
chill
ende
die
nste
n is
erg
ong
elijk
, zo
zijn
bijv
oorb
eeld
de
mee
ste
tuin
iers
m
anne
n.
2009
2010
2011
2012
2013
Fran
stal
ig33
3837
3638
Ned
erla
ndst
alig
142
145
139
145
139
And
erst
alig
25
34
4
Tota
al17
718
817
918
518
1
020406080100
120
140
160
2009
2010
2011
2012
2013
Fran
stal
ig
Ned
erla
ndst
alig
And
erst
alig
2015
105
05
1015
60-+
55-5
9
50-5
4
45-4
9
40-4
4
35-3
9
30-3
4
25-2
9
20-2
4
Vro
uwen
Man
nen
Vro
uwen
M
anne
nTo
taal
60-+
37
10
55-5
912
1628
50-5
413
1730
45-4
910
1828
40-4
49
918
35-3
912
1931
30-3
46
1218
25-2
94
812
20-2
40
66
Tota
al69
112
181
Uit
spli
tsin
g va
n de
uit
gave
n va
n de
Rec
htsp
erso
onli
jkhe
id
volg
ens
bron
(K€
)
In v
erge
lijki
ng m
et v
oorg
aand
e ja
ren
wer
den
in 2
013
mee
r pe
rson
eels
lede
n be
taal
d op
de
Rec
htsp
erso
onlij
khei
d va
n de
Pla
nten
tuin
. Nie
uwe
pers
onee
lsle
den
wer
den
vaak
bet
aald
op
exte
rn g
efina
ncie
rde
proj
ecte
n.
Ops
plit
sing
per
sone
el
(sit
uati
e op
1 ja
nuar
i van
elk
jaar
)
Het
aan
tal p
erso
neel
sled
en (i
nclu
sief
ver
vang
ings
cont
ract
en) d
aald
e lic
ht.
0
100
200
300
400
500
600
700
800
Pers
onee
l RP
Pers
onee
lex
tern
e pr
ojec
ten
Pers
onee
ltu
inw
inke
len
kas
sa’s
And
ere
kost
entu
inw
inke
lA
nder
eko
sten
RP
2009
2010
2011
2012
2013
2009
2010
2011
2012
2013
Pers
onee
l RP
475
412
545
206
283
Pers
onee
l ext
erne
pro
ject
en54
567
158
558
469
1
Pers
onee
l tui
nwin
kel e
n ka
ssa’s
151
161
215
238
273
And
ere
kost
en t
uinw
inke
l51
6258
4256
And
ere
kost
en R
P87
8613
170
153
Tota
al1.
310
1.39
21.
533
1.14
01.
456
Pers
onee
l
0102030405060708090
Stat
utai
rew
eten
scha
pper
sSt
atut
aire
nie
tw
eten
scha
pper
sC
ontr
actu
ele
wet
ensc
happ
ers
Con
trac
tuel
e ni
etw
eten
scha
pper
s
2009
2010
2011
2012
2013
2009
2010
2011
2012
2013
Stat
utai
re w
eten
scha
pper
s18
1716
1413
Stat
utai
re n
iet
wet
ensc
happ
ers
7071
6685
81
Con
trac
tuel
e w
eten
scha
pper
s17
1518
1618
Con
trac
tuel
e ni
et w
eten
scha
pper
s72
8579
7069
Tota
al17
718
817
918
518
1
46 — 47De Plantentuin in cijfers
2009
2010
2011
2012
2013
Gra
tis23
.812
25.9
8836
.602
30.9
1331
.368
Met
kor
ting
50.6
3548
.973
46.8
2038
.215
38.9
92
Gew
one
prijs
21.5
8319
.257
27.4
8719
.484
20.8
11
0
10.0
00
20.0
00
30.0
00
40.0
00
50.0
00
60.0
00
2009
2010
2011
2012
2013
Gra
tis
Met
kor
ting
Gew
one
prijs
0
500
1.00
0
1.50
0
2.00
0
2.50
0
2009
2010
2011
2012
2013
Gol
d 1+
3
Gol
d
Indi
vidu
ele
2009
2010
2011
2012
2013
Indi
vidu
ele
1.22
21.
253
1.38
21.
113
1.44
3
Gol
d15
010
699
100
94
Gol
d 1+
363
332
935
338
441
1
Ver
deli
ng v
an h
et a
anta
l bez
oeke
n (g
rati
s / k
orti
ng /
gew
one
prij
s)Ja
ark
aart
en
Vri
jwil
lige
rs
Het
aan
tal v
rijw
illig
ers s
teeg
in 2
013 h
eel s
terk
tot b
ijna
100,
wat
ove
reen
kom
t met
8 v
oltij
dse
equi
vale
nten
(VT
E). Z
e w
erke
n ac
tief m
ee in
de
vers
chill
ende
die
nste
n va
n de
Pla
nten
tuin
.
2009
2010
2011
2012
2013
Aan
tal
6766
8070
98
VT
E 5
56
58
0123456789
020406080100
120
2009
2010
2011
2012
2013
Aan
tal
VT
E
Bez
oeke
rs
Tot
aal a
anta
l bez
oeke
rs
Ond
anks
het
slec
hte
wee
r tijd
ens d
e ee
rste
hel
ft v
an h
et ja
ar, s
teeg
het
aan
tal b
ezoe
ken
licht
-je
s. H
et a
anta
l Jaa
rkaa
rtho
uder
s ste
eg m
et m
eer d
an 2
0%.
0
20.0
00
40.0
00
60.0
00
80.0
00
100.
000
120.
000
2009
2010
2011
2012
2013
2009
2010
2011
2012
2013
Tota
al a
anta
l bez
oeke
n96
.030
94.2
1811
0.90
988
.612
91.1
71
48 — 49De Plantentuin in cijfers
De
Plan
tent
uin
in d
e m
edia
en
soci
ale
netw
erke
n
In 2
013
vers
prei
dde
de P
lant
entu
in 2
5 pe
rsbe
rich
ten
(13 in
het
Ned
erla
nds e
n 12
in h
et F
rans
). D
e re
spon
s was
bijn
a ge
lijk
aan
Ned
erla
ndst
alig
e en
aan
Fra
nsta
lige
zijd
e m
et re
spec
tieve
lijk
225
en 2
15 re
port
ages
. Het
blo
eien
van
de
reuz
enar
onsk
elk
op 7
juli
wer
d ve
rsla
gen
door
ver
-sc
hille
nde
pers
agen
tsch
appe
n en
wer
d ge
volg
d do
or m
eer d
an 5
.000
per
sone
n op
Fac
eboo
k.
De
activ
iteite
n va
n de
Pla
nten
tuin
wor
den
syst
emat
isch
opg
enom
en in
de
agen
da v
an d
e be
-la
ngri
jkst
e to
eris
tisch
e w
ebsi
tes.
Onz
e m
edew
erke
rs w
orde
n do
or d
e m
edia
gec
onsu
lteer
d om
will
e va
n hu
n ex
pert
ise
in e
rg v
ersc
hille
nde
dom
eine
n: d
e id
entifi
catie
van
pla
nten
, de
in-
vloe
d va
n he
t klim
aat o
p bl
oeiti
jden
, alg
emen
e pl
ante
nken
nis,
...
Op
de F
aceb
ook
pagi
na v
an d
e Pl
ante
ntui
n w
erde
n 78
ber
icht
en g
epos
t in
beid
e la
ndst
alen
.
In 2
013 w
erd
de si
te v
an d
e Pl
ante
ntui
n ge
cons
ulte
erd
door
640
.046
bez
oeke
rs v
anaf
280
.899
ve
rsch
illen
de c
ompu
ters
van
af 11
7 la
nden
. De
mee
ste
bezo
eker
s kom
en u
it Be
lgië
, Dui
tsla
nd,
Fran
krijk
en
Ned
erla
nd. I
n to
taal
wer
den
6.68
0.08
8 pa
gina
’s va
n on
ze si
te b
ekek
en e
n w
erd
ze 17
.679
.258
kee
r aan
gekl
ikt.
Het
aan
tal a
bonn
ees o
p D
umor
tiera
, een
doo
r de
Plan
tent
uin
gepu
blic
eerd
dig
itaal
tijd
schr
ift
over
flor
istie
k, st
eeg
tot b
ijna
1.000
.
Mom
ente
el z
ijn 2
.715
per
sone
n ge
abon
neer
d op
de
digi
tale
nie
uwsb
rief
Mus
a va
n de
Pla
nten
-tu
in d
ie d
riem
aand
elijk
s wor
dt v
erst
uurd
in h
et N
eder
land
s en
het F
rans
.
3%5% 71
%
21%
Rad
io
Tel
evis
ie
Ged
rukt
e m
edia
Inte
rnet
0
500
1.00
0
1.50
0
2.00
0
2.50
0
3.00
0
2009
2010
2011
2012
2013
2009
2010
2011
2012
2013
Mus
a in
schr
ijvin
gen
1.74
92.
108
2.51
52.
640
2.71
5
Dee
lnam
e aa
n ge
orga
nise
erde
edu
cati
eve
bezo
eken
Het
aan
tal b
ezoe
ken
door
scho
len
stee
g ve
rder
. Dit
is v
oora
l toe
te sc
hrijv
en a
an h
et g
este
gen
aant
al v
rije
scho
olbe
zoek
en e
n de
elne
mer
s aan
de
BAM
A-m
odul
e. H
et a
anta
l gew
one
scho
ol-
atel
iers
daa
lde
aanz
ienl
ijk n
a he
t uitz
onde
rlijk
e ja
ar 2
012.
Bez
oeke
rs T
uinw
inke
l
Ong
evee
r 5.2
00 b
ezoe
kers
koc
hten
pro
duct
en in
de
Tuin
win
kel.
De
gem
idde
lde
som
ges
pen-
deer
d pe
r kla
nt w
as ie
ts m
eer d
an €
15. T
ypis
che
Plan
tent
uinp
rodu
cten
, zoa
ls P
lant
entu
inho
-ni
ng e
n Pl
ante
ntui
nkof
fie b
leve
n er
g po
pula
ir.
0
500
1.00
0
1.50
0
2.00
0
2.50
0
3.00
0
3.50
0
4.00
0
Vri
j bez
oek
Gel
eid
bezo
ekBA
MA
-mod
ule
Scho
olat
elie
r
2009
2010
2011
2012
2013
0
1.00
0
2.00
0
3.00
0
4.00
0
5.00
0
6.00
0
7.00
0
2009
2010
2011
2012
2013
2009
2010
2011
2012
2013
Vri
j bez
oek
1.99
82.
034
3.06
02.
771
3.52
3
Gel
eid
bezo
ek66
31.
276
1.36
81.
091
989
BAM
A-m
odul
e46
218
720
155
171
3
Scho
olat
elie
r1.
882
913
584
1.76
31.
127
Tota
al5.
005
4.41
05.
213
6.17
66.
361
2009
2010
2011
2012
2013
Bezo
eker
s4.
673
5.95
86.
655
4.72
95.
189
50 — 51De Plantentuin in cijfers
Evol
utie
van
het
aan
tal z
oeko
pdra
chte
n in
LIV
CO
L
LIV
CO
L is
de
data
bank
die
geb
ruik
t wor
dt v
oor
het d
agel
ijks
behe
er v
an d
e Le
vend
e Pl
an-
tenv
erza
mel
ing
en d
e ge
lieer
de d
ocum
enta
tie. D
eze
data
bank
is o
ok g
edee
ltelij
k to
egan
kelij
k vo
or h
et b
rede
pub
liek
via
de si
te v
an d
e Pl
ante
ntui
n. In
201
3 ste
eg h
et a
anta
l zoe
kopd
rach
ten
op h
et to
egan
kelij
ke g
edee
lte v
an d
e da
taba
nk to
t 3.9
62.
2009
2010
2011
2012
2013
Zoe
kopd
rach
t LI
VC
OL
3.68
12.
664
3.63
33.
734
3.96
2
0
500
1.00
0
1.50
0
2.00
0
2.50
0
3.00
0
3.50
0
4.00
0
4.50
0
2009
2010
2011
2012
2013
Zoe
kopd
rach
t LI
VC
OL
Inbe
slag
nam
e va
n C
ITE
S pl
ante
n
Het
aan
tal C
ITES
pla
nten
aan
gesl
agen
doo
r de
Belg
isch
e do
uane
en
over
gebr
acht
naa
r de
Na-
tiona
le P
lant
entu
in v
an B
elgi
ë va
riee
rt v
an ja
ar to
t jaa
r. In
201
3 w
erde
n 12
2 in
trod
uctie
s, g
oed
voor
1.15
2 in
divi
duel
e pl
ante
n, b
inne
ngeb
rach
t. Z
e zi
jn h
et re
sulta
at v
an 10
inbe
slag
nam
es.
2010
2011
2012
2013
CIT
ES in
trod
uctie
s27
869
8612
2
020406080100
120
140
2011
2012
2013
CIT
ES in
trod
uctie
s
0
200
400
600
800
1.00
0
1.20
0
1.40
0
2011
2012
2013
Aan
tal a
ange
slag
en p
lant
en
02468101214161820
2011
2012
2013
Aan
tal C
ITES
inbe
slag
nam
es
Lev
ende
Pla
nten
verz
amel
ing
De
Leve
nde
Plan
tenv
erza
mel
ing
van
de P
lant
entu
in t
elt
mom
ente
el 2
5.18
5 in
trod
uctie
s. Z
e ve
rteg
enw
oord
igen
341
fam
ilies
, 3.0
08 g
esla
chte
n, 16
.833
taxa
en
12.5
62 so
orte
n. Z
e zi
jn v
er-
deel
d ov
er d
e se
rres
(57%
) en
de b
uite
ncol
lect
ies (
43%
).
De
best
ver
tege
nwoo
rdig
de p
lant
enfa
mili
es in
de
serr
es z
ijn d
e C
acta
ceae
(2.4
75 in
trod
uc-
ties)
, Orc
hida
ceae
(1.6
51),
Euph
orbi
acea
e (10
06),
Lilia
ceae
(910
), R
ubia
ceae
(578
), C
rass
ulac
eae
(509
), A
race
ae (4
84) e
n A
gava
ceae
(412
).
In d
e bu
itenc
olle
ctie
s zijn
de
best
ver
tege
nwoo
rdig
de fa
mili
es d
e R
osac
eae
(747
intr
oduc
ties)
, Er
icac
eae
(561
), Li
liace
ae (4
70),
Mal
acea
e (4
36) e
n A
ster
acea
e (4
33).
Col
lect
ies
Buite
n20
11Bu
iten
2012
Buite
n20
13Bi
nnen
2011
Binn
en20
12Bi
nnen
2013
Taxa
7.42
87.
551
7.52
68.
898
9.09
19.
307
Soor
ten
4.94
64.
967
4.88
77.
405
7.47
57.
675
Intr
oduc
ties
10.8
9011
.030
10.8
9412
.843
13.9
2914
.291
0
2.00
0
4.00
0
6.00
0
8.00
0
10.0
00
12.0
00
14.0
00
16.0
00
Tax
aSo
orte
nIn
trod
uctie
s
Buite
n 20
11
Buite
n 20
12
Buite
n 20
13
Binn
en 2
011
Binn
en 2
012
Binn
en 2
013
De
evol
utie
van
de
verw
ervi
ng v
an le
vend
pla
nten
mat
eria
al
De
voor
bije
jare
n is
de
leve
nde
colle
ctie
stee
ds v
erde
r aan
gegr
oeid
. In
2013
was
dez
e aa
ngro
ei
eerd
er b
eper
kt.
0
500
1.00
0
1.50
0
2.00
0
2.50
0
2010
2011
2012
2013
Wild
e oo
rspr
ong
Gek
wee
kt
Gek
wee
ktW
ilde
oors
pron
gTo
taal
2010
614
881
1.49
5
2011
1.02
186
31.
884
2012
1.63
152
82.
159
2013
710
404
1.11
4
52 — 53De Plantentuin in cijfers
Lan
gete
rmij
nbew
arin
g va
n za
den
De
zade
nban
k is
een
erg
bel
angr
ijk ex
situ
con
serv
atie
mid
del o
m in
situ
con
serv
atie
proj
ecte
n te
ond
erst
eune
n. H
et la
at to
e om
op
lang
e te
rmijn
(mee
r dan
100
jaar
) een
zee
r bre
de g
enet
i-sc
he d
iver
site
it te
bew
aren
in e
en z
eer b
eper
kte
ruim
te. D
e za
denb
ank
van
de P
lant
entu
in b
e-w
aart
mom
ente
el in
het
wild
inge
zam
elde
zad
en v
an 8
90 in
trod
uctie
s van
Bel
gisc
he so
orte
n en
626
kop
erpl
ante
n va
n K
atan
ga. D
e co
llect
ie v
an z
aden
van
wild
e bo
nen
en b
oona
chtig
en
blijf
t de
bela
ngri
jkst
e co
llect
ie m
et 2
.152 i
ntro
duct
ies.
24% 17
%59
%
Belg
isch
e flo
ra
Kop
erflo
ra
Wild
e bo
nen
0
500
1.00
0
1.50
0
2.00
0
2.50
0
Belg
isch
e flo
raK
oper
flora
Wild
e bo
nen
2011
2012
2013
24% 17
%59
%
Belg
isch
e flo
ra
Kop
erflo
ra
Wild
e bo
nen
0
500
1.00
0
1.50
0
2.00
0
2.50
0
Belg
isch
e flo
raK
oper
flora
Wild
e bo
nen
2011
2012
2013
Belg
isch
e flo
raKo
perfl
ora
Wild
e bo
nen
2011
772
411
2.14
4
2012
841
536
2.14
4
2013
890
626
2.15
2
Mon
tere
n va
n he
rbar
ium
spe
cim
ens
Het
mon
tere
n va
n sp
ecim
ens
is e
en b
elan
grijk
e en
tijd
rove
nde
stap
die
toel
aat o
m p
lant
en-
mat
eria
al te
bew
aren
op
lang
e te
rmijn
. Het
aan
tal g
emon
teer
de s
peci
men
s st
eeg
in 2
013
tot
mee
r dan
24.
000.
In te
gens
telli
ng to
t 201
0 en
201
1 kon
gee
n ex
tra
tijde
lijk
pers
onee
l wor
den
aang
ewor
ven
om d
e ac
hter
stan
d in
het
mon
tere
n in
te h
alen
.
2009
2010
2011
2012
2013
Gem
onte
erde
spe
cim
ens
BT7.
350
7.90
017
.000
6.50
06.
811
Gem
onte
erde
spe
cim
ens
SP9.
519
13.8
2820
.191
11.5
9617
.500
Tota
al16
.869
21.7
2837
.191
18.0
9624
.311
0
5.00
0
10.0
00
15.0
00
20.0
00
25.0
00
30.0
00
35.0
00
40.0
00
2009
2010
2011
2012
2013
Gem
onte
erde
spe
cim
ens
SP
Gem
onte
erde
spe
cim
ens
BT
2010
2011
2012
2013
Aan
tal a
ange
slag
en p
lant
en2.
205
105
240
1.15
2020406080100
120
140
2011
2012
2013
CIT
ES in
trod
uctie
s
0
200
400
600
800
1.00
0
1.20
0
1.40
0
2011
2012
2013
Aan
tal a
ange
slag
en p
lant
en
02468101214161820
2011
2012
2013
Aan
tal C
ITES
inbe
slag
nam
es
020406080100
120
140
2011
2012
2013
CIT
ES in
trod
uctie
s
0
200
400
600
800
1.00
0
1.20
0
1.40
0
2011
2012
2013
Aan
tal a
ange
slag
en p
lant
en
02468101214161820
2011
2012
2013
Aan
tal C
ITES
inbe
slag
nam
es
2010
2011
2012
2013
Aan
tal C
ITES
inbe
slag
nam
es30
1812
10
Ver
deli
ng v
an le
vend
mat
eria
al
Het
aan
tal v
erst
uurd
e pl
ante
nsta
len
vari
eert
ste
rk v
an ja
ar to
t jaa
r. In
201
3 w
erde
n in
tota
al
1.770
stal
en v
erst
uurd
, waa
rvan
ong
evee
r 75%
als
zad
en.
2009
2010
2011
2012
2013
Verd
elin
g va
n m
ater
iaal
2.15
81.
370
1.88
91.
664
1.77
0
0
500
1.00
0
1.50
0
2.00
0
2.50
0
2009
2010
2011
2012
2013
Ver
delin
g va
n m
ater
iaal
54 — 55De Plantentuin in cijfers
Geg
even
sban
k va
n de
bib
liot
heek
Het
aan
tal r
ecor
ds in
de
gege
vens
bank
van
onz
e bi
blio
thee
k gr
oeit
gest
adig
aan
. De
volle
dige
ca
talo
gus,
die
ook
onl
ine
besc
hikb
aar i
s, b
evat
mee
r dan
120.
000
reco
rds.
Aan
win
sten
bib
liot
heek
Het
aan
tal n
ieuw
e aa
nwin
sten
voo
r de
bibl
ioth
eek
daal
t ver
der.
Het
feit
dat m
eer e
n m
eer t
ijd-
schr
ifte
n en
kel n
og o
nlin
e w
orde
n aa
ngeb
oden
bie
dt h
ier
een
verk
lari
ng. H
et a
anta
l nie
uwe
boek
en is
teru
g op
een
nor
maa
l niv
eau;
in 2
010
en 2
011 o
ntvi
ng d
e bi
blio
thee
k va
n de
Pla
nten
-tu
in v
ersc
hille
nde
sche
nkin
gen
van
ande
re b
iblio
thek
en.
0
10.0
00
20.0
00
30.0
00
40.0
00
50.0
00
60.0
00
2009
2010
2011
2012
2013
2009
2010
2011
2012
2013
Art
ikel
s48
.011
48.5
1648
.834
49.0
3049
.150
Col
lect
ies
4.15
14.
475
4.59
64.
695
4.78
9
Cor
resp
onde
ntie
s5.
759
7.30
07.
443
7.44
47.
444
Mon
ogra
fieën
44.8
5447
.500
48.7
9649
.969
50.7
43
Waa
rdev
olle
wer
ken
3.37
63.
383
3.38
53.
386
3.42
1
Tijd
schr
iften
8.21
48.
352
8.74
28.
979
9.11
7
Tota
al11
4.36
511
9.52
612
1.79
612
3.50
312
4.66
4
2009
2010
2011
2012
2013
Mon
ogra
fieën
2.23
83.
124
1.24
41.
035
926
Tijd
schr
iftafl
ever
inge
n3.
018
3.00
03.
025
2.73
32.
500
0
500
1.00
0
1.50
0
2.00
0
2.50
0
3.00
0
3.50
0
2009
2010
2011
2012
2013
Mon
ogra
fieën
Tijd
schr
iftaf
leve
ring
en
0
10.0
00
20.0
00
30.0
00
40.0
00
50.0
00
60.0
00
70.0
00
80.0
00
2009
2010
2011
2012
2013
SP BT
Enco
dere
n va
n de
col
lect
ies
in g
egev
ensb
anke
n
Her
bari
um s
peci
men
s be
vatt
en w
aard
evol
le d
ata
over
de
vers
prei
ding
, eco
logi
e en
het
ge-
brui
k va
n pl
ante
n. D
oor
de d
igita
lisat
ie v
an c
olle
ctie
s en
doo
r ze
te
enco
dere
n in
een
ge-
geve
nsba
nk, w
ordt
dez
e in
form
atie
toe
gank
elijk
gem
aakt
voo
r ee
n gr
ote
groe
p po
tent
iële
ge
brui
kers
. In
2013
wer
den
75.0
00 n
ieuw
e sp
ecim
en re
cord
s gec
reëe
rd d
oor
de tw
ee d
epar
te-
men
ten.
Dit
grot
e aa
ntal
is h
et re
sulta
at v
an ra
pid
data
basin
g in
het
dep
arte
men
t BT
om
zo
een
volle
dige
inve
ntar
is te
heb
ben
voor
dez
e fe
dera
le c
olle
ctie
. Enk
el d
e ba
sisg
egev
ens
voor
elk
co
llect
iest
uk w
erde
n ge
regi
stre
erd.
2009
2010
2011
2012
2013
BT8.
030
21.9
3518
.159
17.4
8749
.341
SP17
.020
23.4
4721
.880
30.3
2426
.105
Tota
al25
.050
45.3
8240
.039
47.8
1175
.446
Len
en e
n ui
twis
seli
ngsp
rogr
amm
a
Het
ove
rbre
ngen
van
her
bari
umsp
ecim
ens t
usse
n he
rbar
ia is
ess
entie
el o
m b
otan
isch
ond
er-
zoek
mog
elijk
te m
aken
. Spe
cim
ens k
unne
n w
orde
n ov
erge
brac
ht n
aar e
en a
nder
her
bari
um
op b
asis
van
een
tijd
elijk
e ov
eree
nkom
st a
ls e
en le
en o
f op
een
perm
anen
te b
asis
als
een
gif
t of
als o
nder
deel
van
een
uitw
isse
lings
prog
ram
ma.
Voo
r 201
3 val
t voo
ral h
et g
rote
aan
tal i
nko-
men
de u
itwis
selin
gen
op.
2009
2010
2011
2012
2013
Inko
men
de u
itwis
selin
gen
2.79
93.
249
11.2
617.
892
15.5
36
Inko
men
de g
iften
2.44
19.
668
2.46
38.
591
3.91
8
Inko
men
de le
nen
535
595
539
2,39
167
8
Uitg
aand
e ui
twis
selin
gen
2.56
91.
426
2.89
71.
655
1.99
1
Uitg
aand
e gi
ften
164
177
221
175
128
Uitg
aand
e le
nen
2.14
92.
012
3.11
41.
701
2.36
6
0
2.00
0
4.00
0
6.00
0
8.00
0
10.0
00
12.0
00
14.0
00
16.0
00
18.0
00
Inko
men
deui
twis
selin
gen
Inko
men
degi
ften
Inko
men
dele
nen
Uitg
aand
eui
twis
selin
gen
Uitg
aand
egi
ften
Uitg
aand
ele
nen
2009
2010
2011
2012
2013
56 — 57De Plantentuin in cijfers
Gem
idde
lde
impa
ctfa
ctor
De
gem
idde
lde
impa
ctfa
ctor
van
de
man
uscr
ipte
n va
n de
per
sone
elsl
eden
van
de
Plan
tent
uin
daal
de li
chtje
s te
n op
zich
te v
an 2
012
tot 2
,33.
Dit
cijfe
r is
nog
ste
eds
veel
hog
er d
an in
200
9 en
201
0. D
it w
eers
pieg
elt h
et fe
it da
t onz
e w
eten
scha
pper
s bas
ista
xono
mis
ch w
erk,
dat
vaa
k ge
publ
icee
rd w
ordt
in ti
jdsc
hrif
ten
met
een
lage
re im
pact
fact
or, c
ombi
nere
n m
et m
eer t
oege
-pa
st o
nder
zoek
dat
gep
ublic
eerd
kan
wor
den
in to
ptijd
schr
ifte
n.
Det
ails
gep
lubl
icee
rde
man
uscr
ipte
n en
hoo
fdst
ukke
n va
n bo
eken
0102030405060
Inte
rnat
iona
lepu
blic
atie
s m
et IF
Inte
rnat
iona
le o
f na
tiona
le p
ublic
atie
s zo
nder
IF
Boek
en o
f ho
ofds
tukk
enva
n bo
eken
2009
2010
2011
2012
2013
Inte
rnat
iona
le
publ
icat
ies
met
IFIn
tern
atio
nale
of
natio
nale
pub
licat
ies
zond
er IF
Boek
en o
f ho
ofds
tukk
en
van
boek
en
Tota
al
2009
2820
250
2010
3425
564
2011
4736
3111
4
2012
3045
883
2013
4940
2711
6
2009
2010
2011
2012
2013
Gem
idde
lde
IF2,
021,
272,
212,
812,
33
0
0,51
1,52
2,53
2009
2010
2011
2012
2013
Gem
idde
lde
IF
Exte
rne
cons
ulta
ties
bib
liot
heek
De
bibl
ioth
eek
is to
egan
kelij
k vo
or h
et p
ublie
k en
ver
wel
kom
t jaa
rlijk
s 500
ext
erne
en
1.000
in
tern
e be
zoek
ers
per
jaar
. Dit
aant
al z
al in
de
toek
omst
ver
der
dale
n aa
ngez
ien
bota
nisc
he
liter
atuu
r st
eeds
vak
er o
nlin
e be
schi
kbaa
r w
ordt
. De
Plan
tent
uin
neem
t daa
rom
act
ief
deel
aa
n ve
rsch
illen
de d
igita
lisat
iepr
ojec
ten.
Het
aan
tal i
nter
bibl
ioth
ecai
re le
nen
blijf
t min
of m
eer
stab
iel.
0
100
200
300
400
500
600
2009
2010
2011
2012
2013
Inte
rbib
lioth
ecai
re le
nen
Exte
rne
bezo
eker
s
2009
2010
2011
2012
2013
Exte
rne
bezo
eker
s49
249
450
445
744
0
Inte
rbib
lioth
ecai
re le
nen
5458
4961
58
Aan
tal p
ubli
cati
es
Het
aan
tal w
eten
scha
ppel
ijke
publ
icat
ies d
oor p
erso
neel
sled
en n
am v
erde
r toe
. Het
aan
tal b
ij-dr
agen
in ti
jdsc
hrif
ten
met
een
impa
ctfa
ctor
ber
eikt
e zi
jn h
oogs
te n
ivea
u si
nds 2
009.
Man
uscr
ipte
n en
ho
ofds
tukk
en
van
boek
en
Abs
trac
ts v
an
post
ers
of
pres
enta
ties
And
ere
publ
icat
ies
(rap
port
en,
boek
rece
nsie
s,…
)
Tota
al
2009
5063
611
9
2010
6461
513
0
2011
114
2618
158
2012
8372
1416
9
2013
116
5026
192
050100
150
200
250
Man
uscr
ipte
n en
hoof
dstu
kken
van
boek
en
Abs
trac
ts v
an
post
ers
ofpr
esen
tatie
s
And
ere
publ
icat
ies
(rap
port
en,
boek
rece
nsie
s,…
)
Tot
aal
2009
2010
2011
2012
2013
Ond
erzo
ek
58 — 59De Plantentuin in cijfers
Mol
ecul
ar d
ata
plac
e th
e hy
phom
ycet
ous
liche
nico
lous
gen
us S
clero
cocc
um
clos
e to
Dac
tylo
spor
a (E
urot
iom
ycet
es)
and
S. p
arm
eliae
in C
lado
phia
loph
ora
(Cha
etot
hyria
les).
Fung
al D
iver
sity
58:
61
-72.
(IF:
5,3
19)
• Er
tz D
., Fi
sche
r E.,
Kill
man
n D
., R
azafi
ndra
haja
T. &
Sér
usia
ux E
. (20
13)
Savo
rona
la, a
new
gen
us o
f Mal
mid
eace
ae
(Lec
anor
ales
) fro
m M
adag
asca
r with
stip
es
prod
ucin
g sp
orod
ochi
a. M
ycol
ogic
al
Prog
ress
12: 6
45-6
56. (
IF: 1
,606
)•
Ewal
d J.,
Hen
neke
ns S
., C
onra
d S.
, W
ohlg
emut
h T.
, Jan
sen
F., J
enss
en M
., C
orne
lis J.
, Mic
hiel
s H.G
., K
ayse
r J.,
Chy
trý
M.,
Gég
out J
.C.,
Breu
er M
., A
bs C
., W
alen
tow
ski H
., St
arlin
ger F
. &
God
efro
id S
. (20
13) S
patia
l and
te
mpo
ral p
atte
rns o
f Elle
nber
g nu
trie
nt
valu
es in
fore
sts o
f Ger
man
y an
d ad
jace
nt re
gion
s - a
surv
ey b
ased
on
phyt
osoc
iolo
gica
l dat
abas
es. T
uexe
nia
33: 9
3-10
9.•
Frai
ture
A. &
Di G
iang
rego
rio
M.
(201
3) A
man
ita in
opin
ata,
its e
colo
gy a
nd
expa
nsio
n in
Eur
ope.
Cry
ptog
amie
, M
ycol
ogie
34,
3: 21
2-22
2. (I
F: 1,
044)
• G
odef
roid
S.,
Van
de
Vyv
er
A.,
Lebr
un J.
, Mas
engo
Kal
enga
W.,
Han
djila
Min
engo
G.,
Ros
e C
., N
gong
o Lu
hem
bwe
M.,
Van
derb
orgh
t T. &
M
ahy
G. (
2013
) Ger
min
atio
n ca
paci
ty
and
seed
stor
age
beha
viou
r of t
hrea
tene
d pl
ant s
peci
es fr
om th
e K
atan
ga c
oppe
r be
lt: im
plic
atio
ns fo
r ex
situ
cons
erva
tion.
Pl
ant E
colo
gy a
nd E
volu
tion
146,
2:
183-
192.
htt
p://
dx.d
oi.o
rg/1
0.50
91/
plec
evo.
2013
.745 (
IF: 1
,192)
• G
room
Q.J
. (20
13) E
stim
atio
n of
va
scul
ar p
lant
occ
upan
cy a
nd it
s cha
nge
usin
g kr
igin
g. N
ew Jo
urna
l of B
otan
y 3,
1: 33
-46.
• G
room
Q.J
. (20
13) S
ome
pole
war
d
mov
emen
t of B
ritis
h na
tive
vasc
ular
pl
ants
is o
ccur
ring
, but
the
finge
rpri
nt
of c
limat
e ch
ange
is n
ot e
vide
nt. P
eerJ
, 1,
e77.
doi:1
0.77
17/p
eerj
.77
• H
aele
wat
ers D
. & D
e K
esel
A.
(201
3) A
new
spec
ies o
f Can
thar
omyc
es
(Lab
oulb
enia
les,
Asc
omyc
ota)
from
the
Net
herl
ands
. Myc
otax
on 12
3: 46
7-47
2 (I
F: 0
,709
)•
Heg
er T
., Pa
hl A
.T.,
Bott
a-D
ukát
Z.,
Ghe
rard
i F.,
Hop
pe C
., H
oste
I., J
ax
K.,
Lind
strö
m L
., Bo
ets P
., H
aide
r S.,
Kol
lman
n J.
Witt
man
n M
.J. &
Jesc
hke
J. (2
013)
Con
cept
ual F
ram
ewor
ks a
nd
Met
hods
for A
dvan
cing
Inva
sion
Ecol
ogy.
Am
bio
42,5
: 527
-540
. htt
p://
dx.d
oi.o
rg/1
0.10
07/s
1328
0-01
2-03
79-x
(I
F: 2
,295
)•
Iam
onic
o D
. & V
erlo
ove
F. (2
013)
Pt
ilotu
s spi
catu
s. In
: von
Raa
b-St
raub
e E.
& R
aus T
. (ed
s) N
otul
ae a
d flo
ram
eu
ro-m
edite
rran
eam
per
tinen
tes N
o. 3
0.
Will
deno
wia
43:
152-
153.
(IF:
0,3
28)
• Jü
ttne
r I.,
Ecto
r L.,
Rei
char
dt E
., V
an
de V
ijve
r B
., Ja
rlm
an A
., K
roko
wsk
i J.
& C
ox E
.J. (2
013)
Gom
phon
ema
vari
ored
uncu
m a
new
spec
ies f
rom
no
rthe
rn a
nd w
este
rn E
urop
e an
d re
-exa
min
atio
n of
Gom
phon
ema
exili
ssim
um (G
runo
w) L
ange
-Ber
talo
t &
Rei
char
dt. D
iato
m R
esea
rch
28: 3
03-
316.
htt
p://
dx.d
oi.o
rg/1
0.10
80/0
2692
49X
.201
3.79
7924
(IF:
0,7
50)
• K
opal
ová
K.,
Ned
balo
vá L
., N
ývlt
D., E
lste
r J. &
Van
de
Vij
ver
B. (
2013
) Ec
olog
ical
ass
essm
ent o
f the
fres
hwat
er
diat
om c
omm
uniti
es fr
om U
lu P
enin
sula
(Ja
mes
Ros
s Isl
and,
NE
Ant
arct
ic
Peni
nsul
a). P
olar
Bio
logy
36:
933
-948
. ht
tp://
dx.d
oi.o
rg/1
0.10
07/s
0030
0-01
3-13
17-5
(IF:
2,0
06)
• K
opal
ová
K. &
Van
de
Vij
ver
B. (
2013
) Str
uctu
re a
nd e
colo
gy o
f
fres
hwat
er d
iato
m c
omm
uniti
es o
f Bye
rs
Peni
nsul
a (L
ivin
gsto
n Is
land
, Sou
th
Shet
land
Isla
nds)
. Ant
arct
ic S
cien
ce
25: 2
39-2
53. h
ttp:
//dx
.doi
.org
/10.
1017
/S0
9541
0201
2000
764
(IF:
1,63
0)•
Lac
hen
aud
O.,
Dro
issa
rt V
., D
esse
in
S., S
téva
rt T
., Si
mo
M.,
Lem
aire
B.,
Taed
oum
g H
. & S
onké
B. (
2013
) New
re
cord
s for
the
flora
of C
amer
oon,
in
clud
ing
a ne
w sp
ecie
s of P
sych
otria
(R
ubia
ceae
) and
rang
e ex
tens
ions
for
som
e ra
re sp
ecie
s. Pl
ant E
colo
gy a
nd
Evol
utio
n 14
6,1:
121-
133.
htt
p://
dx.d
oi.
org/
10.5
091/
plec
evo.
2013
.632
(IF:
1,19
2)•
Lahi
ani E
., D
ufaÿ
M.,
Cas
tric
V.,
Le
Cad
re S
., C
harle
swor
th D
., V
an
Ros
sum
F. &
Tou
zet P
. (20
13)
Dis
enta
nglin
g th
e ef
fect
s of m
atin
g sy
stem
s and
mut
atio
n ra
tes o
n cy
topl
asm
ic d
iver
sity
in g
ynod
ioec
ious
Si
lene n
utan
s and
dio
ecio
us S
ilene
otite
s. H
ered
ity 11
1: 15
7-16
4. h
ttp:
//dx
.doi
.or
g/10
.1038
/hdy
.201
3.32
(IF:
4,11
0)•
Lee
S.S.
, Tob
ias F
.A.C
. & V
an d
e V
ijve
r B
. (20
13) E
nvek
adea
met
zelti
nii
sp. n
ov.,
a ne
w d
iato
m (B
acill
ario
phyt
a)
spec
ies f
rom
the
subt
ropi
cal k
arst
ic
wet
land
s of t
he F
lori
da E
verg
lade
s,
U.S
.A. P
hyto
taxa
115:
15-2
4. h
ttp:
//dx
.doi
.org
/10.
1164
6/ph
ytot
axa.
115.
1.2 (I
F:
1,295
)•
Low
e R
.L.,
Koc
iole
k J.P
. & V
an d
e V
ijve
r B
. (20
13) T
wo
new
Ort
hose
ira
spec
ies (
Bacil
lario
phyt
a) fr
om la
va tu
bes.
Phyt
otax
a 11
1: 39
-52.
htt
p://
dx.d
oi.
org/
10.11
646/
phyt
otax
a.11
1.1.3
(IF:
1,29
5)•
Man
gam
bu M
.J-D
., M
uhas
hy H
.F,
Jans
sen
T., D
igge
len
R., R
obbr
echt
E
. & N
taho
bavu
ka H
. (20
13) D
iver
sité
de
s Fou
gère
s et l
eurs
alli
ées l
e lo
ng
du g
radi
ent a
ltitu
dina
l au
sein
de
l’éco
syst
ème
fore
stie
r des
mon
tagn
es
du P
arc
Nat
iona
l de
Kah
uzi-
Bieg
a
(RD
Con
go).
Inte
rnat
iona
l Jou
rnal
of
Envi
ronm
enta
l Stu
dies
70,2
: 259
-283
.•
Man
gam
bu M
.J.-D
., V
an D
igge
len
R.,
Mw
anga
mw
anga
J.-C
., N
taho
bavu
ka
H. &
Rob
brec
ht E
. (20
13) E
spèc
es
nouv
elle
men
t sig
nalé
es p
our l
a flo
re
ptér
idol
ogiq
ue d
e la
Rép
ubliq
ue
Dém
ocra
tique
du
Con
go. I
nter
natio
nal
Jour
nal o
f Bio
logi
cal a
nd C
hem
ical
Sc
ienc
es 7,
1: 10
7-12
4.•
Mar
eš J.
, Kom
árek
J., C
ompè
re P
. &
Ore
n A
. (20
13) V
alid
atio
n of
the
gene
ric
nam
e G
loeo
bact
er R
ippk
a et
al.
1974
, C
yano
phyc
eae.
Cry
ptog
amie
, Alg
olog
ie
34: 2
55-2
62. (
IF: 1
,170)
• M
areš
J., K
omár
ek J.
, Com
père
P. &
O
ren
A. (
2013
) Pro
posa
l to
cons
erve
th
e na
me
Glo
eoba
cter
viol
aceu
s aga
inst
A
phan
othe
ce ca
ldar
ioru
m, G
loeo
thec
e co
erul
ea a
nd G
loeo
thec
e lin
earis
(C
yano
phyc
eae)
. Tax
on 6
2,5:
1055
. (IF
: 2,
782)
• M
areš
J., H
auer
T.,
Kom
árek
J.
& C
ompè
re P
. (20
13) P
ropo
sal
to c
onse
rve
the
nam
e G
loeo
thec
e (C
yano
phyc
eae)
with
a c
onse
rved
type
. Ta
xon
62,5
: 105
6. (I
F: 2
,782
)•
Mer
ckx
V.S
.F.T
., K
issl
ing
J., H
entr
ich
H.,
Jans
sens
S.B
., M
enne
s C.B
., Sp
echt
C
.B. &
Sm
ets E
.F. (
2013
) Phy
loge
netic
re
latio
nshi
ps o
f the
myc
ohet
erot
roph
ic
genu
s Voy
ria a
nd th
e im
plic
atio
ns fo
r the
bi
ogeo
grap
hic
hist
ory
of G
entia
nace
ae.
Am
eric
an Jo
urna
l of B
otan
y 10
0: 7
12-7
21.
(IF:
2,5
86)
• de
Mor
aes P
.L.R
., D
e Sm
edt S
., Es
ser
H.J.
, Gal
lagh
er C
. & G
uglie
lmon
e L.
(201
3) O
n so
me
Braz
ilian
pla
nts
dist
ribu
ted
by M
artiu
s in
1827
and
pu
blis
hed
by C
olla
in 18
33. H
arva
rd
Pape
rs in
Bot
any
18,1:
23-
36.
• de
Mor
aes P
.L.R
., D
e Sm
edt S
., Es
ser
H.J.
, Gal
lagh
er C
. & G
uglie
lmon
e
Plan
t Eco
logy
and
Evo
luti
on
De
Plan
tent
uin
publ
icee
rt sa
men
met
de
Kon
inkl
ijke
Belg
isch
e Bo
tani
sche
Ver
enig
ing
(sin
ds
2010
) het
pee
r-re
view
ed ti
jdsc
hrif
t Pla
nt E
colo
gy a
nd E
volu
tion.
In to
taal
ont
ving
het
tijd
schr
ift
bijn
a 45
0 in
zend
inge
n. I
n 20
13 w
erde
n 12
2 m
anus
crip
ten
ontv
ange
n; 5
5 w
erde
n ve
rwor
pen
zond
er r
evie
w o
m u
iteen
lope
nd e
dito
rial
e re
dene
n; 2
2 w
erde
n ve
rwor
pen;
18 w
erde
n aa
n-va
ard
voor
pub
licat
ie e
n 27
zijn
nog
ond
er re
view
. De
toen
ame
van
kwal
iteits
volle
inze
ndin
-ge
n la
at d
e re
dact
ie to
e en
kel d
e be
ste
man
uscr
ipte
n te
aan
vaar
den
die
pass
en in
de
scop
e va
n he
t tijd
schr
ift.
De
impa
ctfa
ctor
van
het
tijd
schr
ift s
teeg
lich
tjes t
ot 1,
192.
55
22
18
27
Ter
ugge
stuu
rd
Ver
wor
pen
Gea
ccep
teer
d
In r
evie
w
Teru
gges
tuur
dVe
rwor
pen
Gea
ccep
teer
dIn
rev
iew
Tota
al
2013
5522
1827
122
%45
,118
,014
,822
,1
Publ
icat
ies
Peer
-rev
iew
pub
lica
ties
20
13, m
et m
edew
erke
rs v
an
de P
lant
entu
in a
ls a
uteu
r of
co
aute
ur
• A
guia
r B.,
Vie
ira
J., C
unha
A.E
., Fo
nsec
a N
.A.,
Reb
oiro
-Jat
o D
., R
eboi
ro-J
ato
M.,
dez-
Riv
erol
a F.
F., R
aspé
O. &
Vie
ira
C.P
. (20
13) P
atte
rns o
f evo
lutio
n at
the
gam
etop
hytic
self-
inco
mpa
tibili
ty S
orbu
s au
cupa
ria (P
yrin
ae) S
pol
len
gene
s sup
port
th
e no
n-se
lf re
cogn
ition
by
mul
tiple
fa
ctor
s mod
el. J
ourn
al o
f Exp
erim
enta
l Bo
tany
64,
8: 2
423-
2434
. (IF
: 5,2
42)
• A
ptro
ot A
., Er
tz D
., Li
ma
E.L.
, Jes
us
K.A
., M
aia
L.C
. & C
ácer
es M
.E.S
. (2
013)
Tw
o ne
w sp
ecie
s of R
occe
llace
ae
(Asc
omyc
ota:
Art
honi
ales
) fro
m B
razi
l, w
ith th
e de
scri
ptio
n of
the
new
gen
us
Serg
ipea
. Lic
heno
logi
st 4
5,5:
627-
634.
(IF:
1,1
35)
• Bo
khor
st S
., H
uisk
es A
., A
erts
R.,
Con
vey
P., C
oope
r E.J.
, Dal
en L
., Er
schb
amer
B.,
Gud
mun
dsso
n J.,
H
ofga
ard
A.,
Hol
liste
r R.D
., Jo
hnst
one
J., Jó
nsdó
ttir
I.S.
, Leb
ouvi
er M
., V
an d
e V
ijve
r B
., W
ahre
n C
.H. &
Dor
repa
al
E. (2
013)
Var
iabl
e te
mpe
ratu
re e
ffec
ts o
f O
pen
Top
Cha
mbe
rs a
t pol
ar a
nd a
lpin
e si
tes e
xpla
ined
by
irra
dian
ce a
nd sn
ow
dept
h. G
loba
l Cha
nge
Biol
ogy
19: 6
4-74
. (I
F: 6
,910
) •
Car
valh
eiro
L.G
., K
unin
W.E
., K
eil P
., A
guir
re-G
utié
rrez
J., E
lli, W
.N.,
Fox
R.,
Gro
om Q
., H
enne
kens
S.,
Van
La
nduy
t, W
., M
aes D
., V
an d
e M
eutt
er
F., M
iche
z D
., R
asm
on, P
., O
de B
., Po
tts S
.G.,
Ree
me,
M.,
Rob
erts
S.P
.M.,
Scha
min
é, J.
, Wal
lis d
e V
ries
M.F
. &
Bies
mei
jer J
.C. (
2013
) Spe
cies
rich
ness
decl
ines
and
bio
tic h
omog
enis
atio
n ha
ve sl
owed
dow
n fo
r NW
-Eur
opea
n po
llina
tors
and
pla
nts.
Ecol
ogy
Lett
ers
16,11
: 141
6–14
17. (
IF: 1
7,94
9)•
Ch
ampl
uvie
r D
. (20
13) N
ew a
nd
over
look
ed A
cant
hace
ae ta
xa fr
om
the
Dem
ocra
tic R
epub
lic o
f Con
go (2
): th
e ge
nus J
ustic
ia. P
lant
Eco
logy
and
Ev
olut
ion
146,
1: 95
-120
. htt
p://
dx.d
oi.
org/
10.5
091/
plec
evo.
2013
.715
(IF:
1,19
2)•
Coc
quyt
C.,
Jütt
ner I
. & K
usbe
r W.-H
. (2
013)
Rei
nves
tigat
ion
of W
est A
fric
an
Suri
rella
ceae
(Bac
illar
ioph
yta)
des
crib
ed
by W
oodh
ead
& T
wee
d fr
om S
ierr
a Le
one.
Dia
tom
Res
earc
h 28
,2: 1
21-1
29.
http
://dx
.doi
.org
/10.
1080
/026
924
9X.2
012.
7524
11 (I
F: 0
,750
)•
Coc
quyt
C.,
de H
aan
M. &
Tay
lor J
. (2
013)
Cav
inul
a lil
anda
e (Ba
cilla
riop
hyta
), a
new
dia
tom
spec
ies f
rom
the
Con
go
Basi
n D
iato
m R
esea
rch
28,2
: 157
-163
. ht
tp://
dx.d
oi.o
rg/1
0.10
80/0
2692
49X
.201
2.75
3952
(IF:
0,7
50)
• D
e B
lock
P. &
Vri
jdag
hs A
. (20
13)
Dev
elop
men
t of r
epro
duct
ive
orga
ns in
Can
epho
ra m
adag
asca
riens
is (O
ctot
ropi
deae
- R
ubia
ceae
). Pl
ant
Ecol
ogy
and
Evol
utio
n 14
6,3:
310-
327.
http
://dx
.doi
.org
/10.
5091
/pl
ecev
o.20
13.8
44 (I
F: 1,
192)
• D
egre
ef J.
, Am
alfi
M.,
Dec
ock
C. &
D
emou
lin V
. (20
13).
Two
rare
Pha
llales
re
cord
ed fr
om S
ãoTo
mé.
Cry
ptog
amie
, M
ycol
ogie
34,
1: 3-
13. (
IF: 1
,044
)•
Dia
gre
D. (
2013
) Pur
e sc
ienc
e or
pr
actic
al sc
ienc
e: T
he d
ifficu
lt ch
oice
of
the
Brus
sels
Bot
anic
Gar
den
(1826
-191
4).
Stud
ies i
n th
e H
isto
ry o
f Bio
logy
5,4
: 7-
22.
• D
iede
rich
P.,
Ertz
D.,
Law
rey
J.D.,
Sika
rood
i M. &
Unt
erei
ner W
.A. (
2013
)
60 — 61De Plantentuin in cijfers
Web
bia
68,1:
67-
71.
• V
erlo
ove
F. (2
013)
New
xen
ophy
tes
from
Gra
n C
anar
ia (C
anar
y is
land
s,
Spai
n), w
ith e
mph
asis
on
natu
raliz
ed
and
(pot
entia
lly) i
nvas
ive
spec
ies.
Col
lect
anea
Bot
anic
a 33
: 59-
82.
• V
erlo
ove
F. (2
013)
Non
-nat
ive
vasc
ular
pla
nts f
rom
Can
ary
Isla
nds
(Spa
in):
Nom
encl
atur
al a
nd ta
xono
mic
al
adju
stm
ents
. Lag
asca
lia 3
3: 19
-35.
• V
erst
raet
e B.
, Jan
ssen
s S.
, Lem
aire
B,
Sm
ets E
. & D
esse
in S
. (20
13)
Phyl
ogen
etic
line
ages
in V
angu
eriea
e (R
ubia
ceae
) ass
ocia
ted
with
Bur
khol
deria
ba
cter
ia in
sub-
Saha
ran
Afr
ica.
A
mer
ican
Jour
nal o
f Bot
any
100,
12: 2
380-
2387
. (IF
: 2,5
86)
• V
erst
raet
e B.
, Jan
ssen
s S.
, Sm
ets
E. &
Des
sein
S. (
2013
) Sym
biot
ic
b-pr
oteo
bact
eria
bey
ond
Legu
mes
: Bu
rkho
lder
ia in
Rub
iace
ae. P
LoS
ON
E 8:
e5
5260
. (IF
: 3,7
30)
• W
etze
l C.E
., V
an d
e V
ijve
r B
., H
offm
ann
L. &
Ect
or L
. (20
13) A
ne
w w
idel
y di
stri
bute
d fr
eshw
ater
Pl
anot
hidi
um sp
ecie
s (Ba
cilla
rioph
yta)
. Ph
ytot
axa
138:
43-
57. h
ttp:
//dx
.doi
.or
g/10
.1164
6/ph
ytot
axa.
138.
1.6 (I
F: 1,
295)
Pub
lica
ties
201
3, in
nat
ion
ale
tijd
schr
ifte
n of
zon
der
peer
-re
view
, met
med
ewer
kers
van
de
Pla
nten
tuin
als
aut
eur
of
coau
teur
• C
ocqu
yt C
. & P
lisni
er P
.-D. (
2013
) Fy
topl
ankt
on u
it he
t tan
gany
ika-
mee
r en
Cho
lera
. Dia
tom
eded
elin
gen
37: 2
7-33
.•
De
Beer
D.,
Rey
nier
s J. &
Sti
eper
aere
H
. (20
13) N
ieuw
e en
inte
ress
ante
mos
sen
in V
laan
dere
n. 2
. Mus
cilla
nea
33: 5
5-62
.
• D
e Be
er D
. & S
tiep
erae
re H
. (2
013)
Pol
ytric
hum
com
mun
e: ee
n no
men
clat
oris
ch k
luw
en. M
usci
llane
a 33
: 32-
36.
• D
e Be
er D
. & V
an d
en B
roec
k D
. (20
13) K
ustv
eget
atie
s in
de
Waa
slan
dhav
en: b
ezoe
k aa
n H
aaso
p te
Be
vere
n (2
5 mei
201
3). M
usci
llane
a 33
: 37
-45.
• D
e M
eyer
e D
. (20
13) D
agtr
ip n
aar
Zw
eden
: Aln
arp,
Tro
llsko
gsvä
gen
&
Vra
ms G
unna
rsto
p. In
: Jaa
rboe
k va
n de
Be
lgis
che
Den
drol
ogis
che
Ver
enig
ing
/ Ann
ales
de
la S
ocié
té B
elge
de
Den
drol
ogie
201
2: 14
9-15
7.•
Frai
ture
A. (
2013
) Myc
enas
trum
coriu
m
(Lyc
oper
dales
) ret
rouv
é en
Bel
giqu
e ap
rès 8
0 an
s d’a
bsen
ce. D
ocum
ents
M
ycol
ogiq
ues.
N.S
. 35:
289-
302.
• Fr
aitu
re A
. & V
ande
rwey
en A
. (2
013)
Les
Puc
cinia
des
Pela
rgon
ium
et
leur
pré
senc
e en
Bel
giqu
e. B
ulle
tin d
e la
So
ciét
é de
s Nat
ural
iste
s lux
embo
urge
ois
114:
27-
34.
• G
eeri
nck
D. (
2013
) Que
lque
s con
sidé-
ratio
ns ta
xono
miq
ues e
t nom
encl
atur
ales
au
suje
t de
végé
taux
pla
ntés
ou
natu
rali-
sés e
n Be
lgiq
ue. T
axon
oman
ia 3
4: 2
-7.
• G
eeri
nck
D. (
2013
) Cat
alog
ue ra
ison
né
des O
rchi
dace
ae d
u C
ongo
-Kin
shas
a: C
lé
dich
otom
ique
des
esp
èces
de
la R
égio
n So
udan
o-Z
ambé
sienn
e, D
omai
nes
Soud
anie
n et
Zam
bésie
n. T
axon
oman
ia
34: 8
-39.
• G
eeri
nck
D. (
2013
) Pol
émiq
ue
conc
erna
nt la
taxo
nom
ie d
ans l
e ge
nre
afri
cain
Mor
aea
Mill
er (I
ridac
eae)
et s
es
cons
éque
nces
. Tax
onom
ania
34:
40-
41.
• H
oste
I. &
Dia
gre-
Van
derp
elen
D.
(201
3) O
mga
an m
et fl
orav
erva
lsin
g en
ex
oten
in d
e 19
de e
euw
. Van
nat
uurs
tudi
e na
ar n
atuu
rbeh
oud.
Nat
uur.F
ocus
12,3
: 10
3-10
8.
• H
oste
I. (2
013)
Olij
fbom
en, p
alm
en
en tu
ince
ntra
: een
inle
idin
g to
t de
cont
aine
rflor
istie
k. D
umor
tiera
102:
10-1
6.
[htt
p://
ww
w.b
r.fgo
v.be
/DU
MO
RT
IER
A/
DU
M_1
02/D
um_1
02_1
0-16
_con
tain
ers_
Hos
te.p
df]
• H
oste
I. (2
013)
Not
es b
iblio
grap
hiqu
es
sur l
e M
anue
l de
la F
lore
de
Belg
ique
de
F.
Cré
pin
et le
Nou
veau
Man
uel d
e la
Flo
re
de B
elgi
que
et d
es R
égio
ns li
mitr
ophe
s de
J. G
offa
rt. D
umor
tiera
102:
49-
53.
[htt
p://
ww
w.b
r.fgo
v.be
/DU
MO
RT
IER
A/
DU
M_1
02/D
um_1
02_4
9-53
_Cre
pin%
20et
%20
Gof
fart
_Hos
te.p
df]
• L
anat
a F.
, Des
sein
S. &
Nsi
mun
dele
L.
(201
3) T
he ro
le o
f Kis
antu
Bot
anic
al
Gar
den
in b
iodi
vers
ity c
onse
rvat
ion:
a
first
eff
ort t
o su
stai
nabl
y m
anag
e us
eful
pl
ants
of B
as C
ongo
. BG
Jour
nal 1
0,2:
8-1
1.•
Man
gam
bu M
.J.-
D.,
Van
Dig
gele
n R
., M
wan
gam
wan
ga J.
-C.,
Nta
hoba
vuka
H.
& R
obbr
echt
E. (
2012
) Che
ck-l
ist d
es
Ptér
idop
hyte
s de
l’éco
syst
ème
fore
stie
r de
s mon
tagn
es d
u Pa
rc N
atio
nal d
e K
ahuz
i-Bi
ega
à l’E
st d
e la
R.D
Con
go.
Cah
iers
du
Cen
tre
de R
eche
rche
s U
nive
rsita
ires
du
Kiv
u 42
,2: 3
63-3
74.
• Sá
nche
z G
ulló
n E.
& V
erlo
ove
F.
(201
3) N
ew re
cord
s of i
nter
estin
g va
scul
ar p
lant
s (m
ainl
y xe
noph
ytes
) in
the
Iber
ian
Peni
nsul
a. IV
. Fol
ia B
otan
ica
Extr
emad
uren
sis 7
: 29-
34.
• St
iepe
raer
e H
. (20
13) D
e m
osse
n va
n he
t Kem
pisc
h ge
deel
te v
an V
laan
dere
n,
het a
rmst
e en
zuu
rste
ged
eelte
van
het
V
laam
s dis
tric
t 3. D
e m
osse
n va
n ee
n fr
agm
ent v
an h
et o
ude
Buls
kam
pvel
d, d
e G
ulke
Put
ten
(Win
gene
). M
usci
llane
a 33
: 12
-28.
• V
an d
en B
roec
k D
. (20
13) E
en
liche
nolo
gisc
he e
xcur
sie
naar
De
Mos
t te
Bale
n. M
usci
llane
a 33
: 4-7
.•
Van
den
Bro
eck
D. &
Hel
lem
ans
K. (
2013
) Een
lich
enen
excu
rsie
naa
r ee
n st
ukje
van
de
Kal
mth
outs
e H
eide
. M
usci
llane
a 33
: 8-1
1.•
Van
den
Bro
eck
D. (
2013
) Oxn
eria
hu
culic
a, n
ieuw
voo
r de
Belg
isch
e lic
heen
flora
. Dum
ortie
ra 10
3: 49
-50.
• V
an d
en B
roec
k D
., D
iede
rich
P.
& E
rtz
D. (
2013
) Rep
ort o
n tw
o
liche
nolo
gica
l fiel
d m
eetin
gs in
Lu
xem
bour
g in
201
1 and
201
2.
Bulle
tin d
e la
Soc
iété
des
nat
ural
iste
s lu
xem
bour
geoi
s. 11
4: 6
5-76
.•
Ver
loov
e F.
& G
uigg
i A. (
2013
) Som
e ne
w x
enop
hyte
s fro
m F
uert
even
tura
(C
anar
y Is
land
s, S
pain
). Bo
utel
oua
13:
38-4
2.•
Ver
loov
e F.
(201
3) V
erde
r ond
erzo
ek
binn
en h
et g
enus
Rum
ex (P
olyg
onac
eae)
in
Belg
ië. D
umor
tiera
102:
3-9.
• V
erlo
ove
F. (2
013)
Vici
a te
nuifo
lia
subs
p. d
alm
atica
(Fab
acea
e) o
ngem
erkt
in
gebu
rger
d in
Bel
gië
en o
mlig
gend
e ge
bied
en. D
umor
tiera
102:
40-
44.
• V
erlo
ove
F. (2
013)
Het
gen
us C
oton
east
er
(Ros
acea
e) in
het
wild
in B
elgi
ë: e
en v
oor-
lopi
g ov
erzi
cht.
Dum
ortie
ra 10
3: 3-
29.
• V
an d
e V
ijve
r B
. (20
13) W
anne
er e
en
naam
een
wet
ensc
happ
elijk
feit
wor
dt:
een
pers
oonl
ijke
men
ing.
Lip
aris
19:
93-1
00.
Sele
ctie
van
pub
lica
ties
201
3 va
n ho
ofds
tukk
en e
n bo
eken
, m
et m
edew
erke
rs v
an d
e Pl
ante
ntui
n al
s au
teur
of
coau
teur
• B
eau
N.,
Des
sein
S. &
Rob
brec
ht
E. (
eds)
(201
3) A
fric
an P
lant
Div
ersi
ty,
Syst
emat
ics a
nd S
usta
inab
le
Dev
elop
men
t – P
roce
edin
gs o
f the
L. (2
013)
On
som
e Br
azili
an p
lant
s di
stri
bute
d by
Mar
tius i
n 18
27 a
nd
publ
ishe
d by
Col
la in
Her
bari
um
pede
mon
tanu
m -
II. H
arva
rd P
aper
s in
Bota
ny 18
,2: 1
97–2
10.
• de
Mor
aes P
.L.R
., D
e Sm
edt S
., Es
ser
H.J.
, Gal
lagh
er C
. & G
uglie
lmon
e L.
(201
3) O
n so
me
Braz
ilian
pla
nts
dist
ribu
ted
by M
artiu
s in
1827
and
pu
blis
hed
by C
olla
in H
erba
rium
pe
dem
onta
num
- II
I. H
arva
rd P
aper
s in
Bota
ny 18
,2: 2
11-2
23.
• M
uluw
a J.K
., Ey
i Ndo
ng H
., D
egre
ef
J. &
Bos
toen
K. (
2013
) Cha
mpi
gnon
s co
nsom
més
par
les P
ygm
ées d
u G
abon
: an
alys
e lin
guis
tique
des
myc
onym
es
baka
et k
óya.
Afr
ican
a Li
ngui
stic
a 19
: 10
5-13
1.•
Njo
uonk
ou A
.-L.,
Wat
ling
R. &
D
egre
ef J.
(201
3) L
entin
us cy
stid
iatu
s sp.
no
v. (P
olyp
orac
eae)
: an
Afr
ican
lent
inoi
d fu
ngus
with
an
unus
ual c
ombi
natio
n of
bot
h sk
elet
on-l
igat
ive
hyph
ae a
nd
pleu
rocy
stid
ia. P
lant
Eco
logy
and
Ev
olut
ion
146,
2: 2
40-2
45. h
ttp:
//dx
.doi
.or
g/10
.509
1/pl
ecev
o.20
13.79
2 (IF
: 2,5
86)
• N
ovai
s M.H
., W
etze
l C.E
., V
an d
e V
ijve
r B
., M
orai
s M.M
., H
offm
ann
L.
& E
ctor
L. (
2013
) New
spec
ies a
nd n
ew
com
bina
tions
in th
e ge
nus G
eissle
ria
(Bac
illar
ioph
ycea
e). C
rypt
ogam
ie,
Alg
olog
ie 3
4: 11
7-14
8. (I
F: 1,
170)
• Pl
a-R
abes
S.,
Toro
M.,
Van
de
Vij
ver
B.,
Roc
hera
C.,
Cam
acho
A. &
Que
sada
A
. (20
13) S
tabi
lity
and
ende
mic
ity
of b
enth
ic d
iato
m a
ssem
blag
es fr
om
diff
eren
t sub
stra
tes i
n a
mar
itim
e st
ream
in B
yers
Pen
insu
la (L
ivin
gsto
n Is
land
, Ant
arct
ica)
: the
role
of c
limat
e va
riab
ility
. Ant
arct
ic S
cien
ce 2
5: 25
4-26
9. h
ttp:
//dx
.doi
.org
/10.
1017
/S0
9541
0201
2000
922 (
IF: 1
,630
)•
Prik
rylo
vá I.
, Van
hove
M.P
.M.,
Jans
sens
S.B
., Bi
llete
r P.A
. & H
uyse
T.
(201
3) T
iny
wor
ms f
rom
a m
ight
y co
ntin
ent:
Hig
h di
vers
ity a
nd n
ew
phyl
ogen
etic
line
ages
of A
fric
an
mon
ogen
eans
. Mol
ecul
ar P
hylo
gene
tics
and
Evol
utio
n 67
: 43-
52. (
IF: 4
,066
)•
Rob
brec
ht E
. & B
eau
N. (
2013
) Som
e fe
atur
es o
f the
edi
tori
al p
olic
y of
Pla
nt
Ecol
ogy
and
Evol
utio
n, a
nd w
elco
min
g ne
w
mem
bers
of t
he e
dito
rial
team
. Pla
nt
Ecol
ogy
and
Evol
utio
n 14
6,1:
3-4.
htt
p://
dx.d
oi.o
rg/1
0.50
91/p
lece
vo.2
013.
840
(IF:
1,1
92)
• R
oche
ra C
., Fe
rnán
dez-
Val
ient
e E.
, V
an d
e V
ijve
r B
., R
ico
E., T
oro
M.,
Vin
cent
W.F
., Q
uesa
da A
. & C
amac
ho
A. (
2013
) Com
mun
ity st
ruct
ure
and
phot
osyn
thet
ic a
ctiv
ity o
f ben
thic
bi
ofilm
s fro
m a
wat
erfa
ll in
the
mar
itim
e A
ntar
ctic
a. P
olar
Bio
logy
36:
1709
-172
2.
http
://dx
.doi
.org
/10.
1007
/s00
300-
013-
1388
-3 (I
F: 2
,006
)•
Souf
frea
u C
., V
anor
mel
inge
n P.
, Van
de
Vij
ver
B.,
Ishe
va T
., V
erle
yen
E., S
abbe
K
. & V
yver
man
W. (
2013
) Mol
ecul
ar
evid
ence
for d
istin
ct A
ntar
ctic
line
ages
in
the
cosm
opol
itan
terr
estr
ial d
iato
ms
Pinn
ular
ia b
orea
lis a
nd H
antz
schi
a am
phio
xys.
Prot
ist 1
64: 1
01-1
15. h
ttp:
//dx
.doi
.org
/10.
1016
/j.p
rotis
.201
2.04
.001
(I
F: 4
,140)
• Te
hler
A.,
Die
deri
ch P
. & E
rtz
D.
(201
3) P
ropo
sal t
o re
ject
the
nam
e Li
chen
co
nspu
rcat
us (R
occe
llace
ae).
Taxo
n 62
,6:
1334
-133
5. (I
F: 2
,782
)•
Tehl
er A
., Er
tz D
. & Ir
este
dt M
. (2
013)
The
gen
us D
irina
(Roc
cella
ceae
, A
rtho
nial
es) r
evis
ited.
Lic
heno
logi
st 4
5(4)
: 42
7-47
6. (I
F: 1,
135)
• Te
hler
A.,
Ires
tedt
M. &
Ert
z D
. (20
13)
Aus
troro
ccell
a, a
new
frut
icos
e ge
nus i
n th
e fa
mily
Roc
cella
ceae
. The
Bry
olog
ist
116,
2: 16
2-16
8. (I
F: 0
,977
)
• To
sh J.
, Des
sein
S.,
Buer
ki S
., G
roen
inck
x I.,
Mou
ly A
., Br
emer
B.
, Sm
ets E
.F. &
De
Blo
ck P
. (20
13)
Evol
utio
nary
his
tory
of t
he A
fro-
Mad
agas
can
Ixor
a sp
ecie
s (R
ubia
ceae
): sp
ecie
s div
ersi
ficat
ion
and
dist
ribu
tion
of k
ey m
orph
olog
ical
trai
ts in
ferr
ed
from
dat
ed m
olec
ular
phy
loge
netic
tr
ees.
Ann
als o
f Bot
any
112,
9: 17
23-1
742.
ht
tp://
dx.d
oi.o
rg/1
0.10
93/a
ob/m
ct22
2 (I
F: 3
,449
)•
Van
den
Bro
eck
D.,
Apt
root
A. &
Er
tz D
. (20
13) T
hree
new
spec
ies i
n th
e lic
hen
genu
s Picc
olia
(Bia
tore
llace
ae,
liche
nize
d A
scom
ycot
a) fr
om th
e Pa
laeo
trop
ics.
Plan
t Eco
logy
and
Ev
olut
ion
146,
3: 38
4-38
8. h
ttp:
//dx
.doi
.or
g/10
.509
1/pl
ecev
o.20
13.9
06 (I
F: 1,
192)
• V
an d
er P
utte
n N
., V
erbr
ugge
n C
., A
lexa
nder
son
H.,
Björ
ck S
. & V
an d
e V
ijve
r B
. (20
13) P
ostg
laci
al se
dim
enta
ry
and
geom
orph
olog
ical
evo
lutio
n of
a
smal
l sub
-Ant
arct
ic fj
ord
land
scap
e,
Stro
mne
ss B
ay, S
outh
Geo
rgia
. Ant
arct
ic
Scie
nce
25,3
: 409
-419
. htt
p://
dx.d
oi.
org/
10.10
17/S
0954
1020
1200
0880
(IF:
1,6
30)
• V
an d
e V
ijve
r B
., C
ocqu
yt C
., de
H
aan
M.,
Kop
alov
á K
. & Z
idar
ova
R.
(201
3) T
he g
enus
Sur
irella
(Bac
illar
ioph
yta)
in
the
sub-
Ant
artic
and
mar
itim
e A
ntar
tic re
gion
. Dia
tom
Res
earc
h 28
,1:
93-1
08. h
ttp:
//dx
.doi
.org
/10.
1080
/026
9249
X.2
012.
7399
75 (I
F: 0
,750
)•
Van
de
Vij
ver
B. &
Cox
E.J.
(201
3)
New
and
inte
rest
ing
smal
l-ce
lled
navi
culo
id d
iato
ms (
Bacil
lario
phyc
eae)
fr
om a
lava
tube
cav
e on
Ile
Am
ster
dam
(T
AA
F, S
outh
ern
Indi
an O
cean
). C
rypt
ogam
ie, A
lgol
ogie
34,
1: 37
-47.
http
://dx
.doi
.org
/10.
7872
/cry
a.v3
4.is
s1.2
013.
37 (I
F: 1,
170)
• V
an d
e V
ijve
r B
., Ja
rlm
an A
., de
Haa
n M
. & C
ompè
re P
. (20
13) T
he
ultr
astr
uctu
re o
f Gom
phon
ema
augu
r and
G
omph
onem
a ga
utier
i (Ba
cilla
rioph
yta)
. C
rypt
ogam
ie, A
lgol
ogie
34,
2: 10
3-11
6.
http
://dx
.doi
.org
/10.
782/
crya
.v34
.is
s2.2
013.
103 (
IF: 1
,170)
• V
an d
e V
ijve
r B
., K
opal
ová
K.,
Zid
arov
a R
. & C
ox E
.J. (2
013)
New
and
in
tere
stin
g sm
all-
celle
d na
vicu
loid
di
atom
s (Ba
cilla
rioph
yta)
from
the
Mar
itim
e A
ntar
ctic
Reg
ion.
Nov
a H
edw
igia
97,
1-2:
189-
208.
htt
p://
dx.d
oi.
org/
10.11
27/0
029-
5035
/201
3/01
01 (I
F:
0,80
9)•
Van
de
Vij
ver
B.,
Mor
avco
vá A
., K
usbe
r W.-H
. & N
eust
upa
J. (2
013)
A
naly
sis o
f the
type
mat
eria
l of
Pinn
ular
ia d
iver
gent
issim
a (G
runo
w in
Van
H
eurc
k) C
leve
(Bac
illar
ioph
ycea
e). F
otte
a 13
,1: 1-
14. h
ttp:
//fo
ttea
.cze
chph
ycol
ogy.
cz/_
cont
ents
/F13
-1-2
013-
01.p
df (I
F: 1,
372)
• V
an d
e V
ijve
r B
., W
etze
l C.,
Kop
alov
á K
., Z
idar
ova
R. &
Ect
or L
. (2
013)
Ana
lysi
s of t
he ty
pe m
ater
ial o
f A
chna
nthi
dium
lanc
eola
tum
(Bac
illar
ioph
yta)
Br
ébis
son
ex. K
ützi
ng w
ith th
e de
scri
ptio
n of
two
new
Pla
noth
idiu
m
spec
ies f
rom
the
Ant
arct
ic R
egio
n.
Fott
ea 13
,2: 1
05-1
17. h
ttp:
//fo
ttea
.cz
echp
hyco
logy
.cz/
_con
tent
s/F1
3-2-
2013
-02.
pdf (
IF: 1
,372
)•
Van
Ros
sum
F.,
Ver
eeck
en N
.J.,
Bréd
at E
. & M
iche
z D
. (20
13) P
olle
n di
sper
sal a
nd fr
uit p
rodu
ctio
n in
Va
ccin
ium
oxyc
occo
s, an
d co
mpa
riso
n w
ith
its sy
mpa
tric
con
gene
r V. u
ligin
osum
. Pl
ant B
iolo
gy 15
: 344
-352
. (IF
: 2,3
20)
• V
erlo
ove
F. (2
013)
A n
ew c
ombi
natio
n in
Oxy
basis
(Am
aran
thac
eae)
. New
Jour
nal
of B
otan
y 3,
1: 59
-60.
• V
erlo
ove
F. &
Mes
terh
ázy
A. (
2013
) C
yper
us g
labe
r L. (
Cyp
erac
eae)
, an
enig
mat
ic sp
ecie
s “ne
w” t
o Sp
ain.
62 — 63De Plantentuin in cijfers
ww
w.p
ro-i
bios
pher
e.eu
/new
s/43
95_
reco
mm
enda
tions
%20
on%
20ho
w%
20to
%20
mov
e%20
the%
20na
min
g%20
of%
20or
gani
sms%
20fr
om%
20pa
per%
20an
d%20
on%
20to
%20
the%
20in
tern
et/
• K
lebe
r J.
& E
s K
. (20
13)
Ond
erzo
eken
d le
ren,
Nee
rsla
g va
n 3 j
aar
INQ
UIR
E-pr
ojec
t voo
r lee
rkra
chte
n en
ed
ucat
oren
in d
e N
atio
nale
Pla
nten
tuin
van
Belg
ië, M
eise
38
p.
• V
ande
rbor
ght T
. (20
13) –
Nat
iona
l Bo
tani
c G
arde
n of
Bel
gium
, Lis
t of S
eeds
- 2
013:
vers
ion
PDF.
• V
an d
e V
ijve
r B
. (20
13) 4
th N
VK
D
Taxo
nom
ic W
orks
hop.
Fra
gila
rioi
d di
atom
s – a
dditi
onal
not
es. C
ours
eboo
k.
71 p
.
Het
Pla
nten
tuin
team
• A
bdou
l Kad
er F
ofan
a C
heik
h•
Abi
d K
enza
• A
llem
eers
ch L
uc•
Am
alfi
Mar
io•
Ass
elm
an S
abri
na•
Aus
loos
Ger
t•
Baer
t Wim
• Ba
lling
s Pet
ra•
Beau
Nat
acha
• Be
bwa
Bagu
ma
Nes
tor
• Be
llang
er S
ven
• Be
llefr
oid
Elke
• Bo
ckst
ael P
atri
ck•
Boga
erts
Ann
• Bo
rrem
ans P
aul
• Br
ouw
ers E
rwin
• C
aluw
aert
s Hild
a•
Cam
mae
rts T
hom
as•
Cas
saer
Ron
ny•
Cha
rave
l Val
érie
• C
lary
sse
Kat
rien
• C
laus
Lili
ane
• C
nop
Ron
y•
Coc
quyt
Chr
istin
e•
Cre
mer
s Stij
n
• D
’Hon
dt F
rank
• D
arde
nne
Chr
iste
l•
De
Back
er R
ita•
De
Bloc
k Pe
tra
• D
e Bo
ndt H
endr
ik•
De
Bond
t Lee
n•
De
Buys
er W
illia
m•
De
Cos
ter A
n•
De
Gro
ote
Ann
e•
de H
aan
Myr
iam
• D
e Jo
nge
Ger
rit
• D
e K
esel
And
ré•
De
Med
ts S
teve
• D
e M
eete
r Ivo
• D
e M
eete
r Nik
o•
De
Mey
er F
rank
• D
e M
eyer
e D
irk•
De
Pauw
Kev
in•
De
Smed
t Sofi
e•
De
Wit
Mar
ie-H
élèn
e•
Dec
ock
Mar
leen
• D
egre
ef Jé
rôm
e•
Deh
erto
gh D
avy
• D
elco
igne
Dap
hne
• D
enis
Ala
in
Pers
onee
l en
jobs
tude
nten
• D
erae
t Nan
cy•
Der
amm
elae
re S
tijn
• D
eryc
ke M
arle
en•
Des
sein
Ste
ven
• D
iagr
e D
enis
• D
ubro
ca Y
ael
• En
gled
ow H
enry
• Er
tz D
amie
n•
Es K
oen
• Es
sele
ns H
ans
• Et
ienn
e C
hris
toph
e•
Fabr
i Rég
ine
• Fa
ict S
amue
l•
Fern
ande
z A
nton
io•
Four
man
ois F
rédé
ric
• Fr
aitu
re A
ndré
• Fr
anck
Pie
ter
• G
allu
ccio
Mic
hele
• G
erst
man
s Cyr
ille
• G
heys
Rud
y•
Ghi
js D
imitr
i•
God
efro
id S
andr
ine
• G
room
Que
ntin
• H
anqu
art N
icol
e•
Han
ssen
s Fra
ncis
• H
eche
lski
Mar
ie•
Hey
vaer
t Kar
in•
Hey
vaer
t Lou
isa
Mar
ia•
Hid
vegi
Fra
nck
• H
onor
é Ja
cque
line
• H
oste
Ivan
• H
oudm
ont K
arel
• H
uybe
rech
ts S
onja
• In
chev
a D
iana
• Ja
nsse
ns M
arin
a•
Jans
sens
Ste
ven
• Jo
spin
Xav
ier
• K
aïss
oum
i Abd
enna
bi•
Kin
t Ott
o•
Kle
ber J
utta
• K
opal
ová
Kat
erin
a•
Kos
olos
ky C
hris
tine
• La
chen
aud
Oliv
ier
• La
enen
Luc
• La
haye
Cha
ntal
• La
nata
Fra
nces
ca•
Lanc
kman
s Pet
er•
Lani
n Li
eve
• La
nin
Myr
iam
• La
nin
Pete
r•
Le P
ajol
ec S
arah
• Le
keux
Hub
ert
• Le
yman
Viv
iane
• Li
ps A
xel
• Li
ps Ji
mm
y•
Loec
kx Y
entl
• Lo
over
ie M
arle
en•
Mae
rten
Chr
isto
phe
• M
agot
teau
x D
enis
• M
amdy
Gui
llaum
e•
Man
gam
bu-M
okos
o Je
an d
e D
ieu
• M
ato
Kel
enda
Bib
iche
• M
erte
ns M
iche
line
• M
omba
erts
Mar
ijke
• M
oort
gat N
iels
• M
oyso
n Jo
zef
• N
diri
tu G
eorg
e•
Nto
re S
alva
tor
• O
hani
an A
ren
• O
rban
Phi
lippe
• Pe
eter
s Kat
arin
a•
Peet
ers M
arc
• Po
stm
a Su
san
• Pu
tten
aers
Myr
iam
• R
aspé
Oliv
ier
• R
eubr
echt
Guy
• R
euse
ns D
irk•
Rey
nder
s Mar
c•
Rob
bere
chts
Jean
• R
ombo
ut P
atri
ck•
Ron
se A
nne
• R
yken
Els
• Sa
eys W
im•
Salm
on G
érau
d•
Scha
illée
Dav
id•
Sche
ers E
lke
XIX
th A
ETFA
T C
ongr
ess,
hel
d at
A
ntan
anar
ivo,
Mad
agas
car,
26–3
0 A
pril
2010
. Scr
ipta
Bot
anic
a Be
lgic
a 50
. Mei
se,
Nat
iona
l Bot
anic
Gar
den
of B
elgi
um.
• D
e M
eyer
e D
. (ed
.) (2
013)
Bel
gisc
he
Den
drol
ogie
Bel
ge 2
012.
Jaar
boek
van
de
Belg
isch
e D
endr
olog
isch
e V
eren
igin
g / A
nnal
es d
e la
Soc
iété
Bel
ge d
e D
endr
olog
ie. 1
74 p
.•
De
Mey
ere
D. (
2013
) Den
drol
ogis
che
notit
ies:
Nat
iona
le P
lant
entu
in,
Mei
se. I
n: Ja
arbo
ek v
an d
e Be
lgis
che
Den
drol
ogis
che
Ver
enig
ing
/ Ann
ales
de
la S
ocié
té B
elge
de
Den
drol
ogie
201
2:
88-9
2.•
Dia
gre-
Van
derp
elen
D. (
2013
) Bo
mm
er C
harle
s (Br
uxel
les,
1814
[sic
, i.e
. 186
6] -
Brux
elle
s, 18
38 [s
ic, i
.e. 1
938]
). In
: Ser
ge Ja
umai
n (d
ir.) D
ictio
nnai
re
d’hi
stoi
re d
e Br
uxel
les:
104.
Bru
xelle
s,
Éditi
ons P
roso
pon.
• D
iagr
e-V
ande
rpel
en D
. (20
13)
Bom
mer
Jean
Édo
uard
(Bru
xelle
s, 18
29 -
Brux
elle
s, 18
95).
In: S
erge
Jaum
ain
(dir.
) D
ictio
nnai
re d
’his
toir
e de
Bru
xelle
s: 10
4.•
Dia
gre-
Van
derp
elen
D. (
2013
) Bo
tani
que
de B
ruxe
lles,
Jard
in. I
n: S
erge
Ja
umai
n (d
ir.) D
ictio
nnai
re d
’his
toir
e de
Br
uxel
les:
110.
• D
iagr
e-V
ande
rpel
en D
. (20
13)
Brés
iers
Fra
nçoi
s (H
obok
en, 1
777
- Sc
haer
beek
, 184
4). I
n: S
erge
Jaum
ain
(dir.
) Dic
tionn
aire
d’h
isto
ire
de
Brux
elle
s: 12
1.•
Dia
gre-
Van
derp
elen
D. (
2013
) C
répi
n Fr
anço
is (R
oche
fort
, 183
1 -
Brux
elle
s, 19
03).
In: S
erge
Jaum
ain
(dir.
) D
ictio
nnai
re d
’his
toir
e de
Bru
xelle
s: 20
3.•
Dia
gre-
Van
derp
elen
D. (
2013
) D
e W
ildem
an É
mile
(Sai
nt-J
osse
-ten
-N
oode
, 186
6 - B
ruxe
lles,
1947
). In
: Ser
ge
Jaum
ain
(dir.
) Dic
tionn
aire
d’h
isto
ire
de
Brux
elle
s: 27
0.
• D
iagr
e-V
ande
rpel
en D
. (20
13)
Dra
piez
Pie
rre-
Aug
uste
(Lill
e, 17
78 -
Brux
elle
s, 18
56).
In: S
erge
Jaum
ain
(dir.
) D
ictio
nnai
re d
’his
toir
e de
Bru
xelle
s: 28
0-28
1.•
Dia
gre-
Van
derp
elen
D. (
2013
) D
upon
t Édo
uard
(Din
ant,
1841
- C
anne
s,
Fran
ce, 1
911).
In: S
erge
Jaum
ain
(dir.
) D
ictio
nnai
re d
’his
toir
e de
Bru
xelle
s: 28
7.•
Dia
gre-
Van
derp
elen
D. (
2013
) D
uran
d T
héop
hile
(Sai
nt-J
osse
-te
n-N
oode
, 185
5 - S
aint
-Jos
se-t
en-
Noo
de, 1
912)
. In:
Ser
ge Ja
umai
n (d
ir.)
Dic
tionn
aire
d’h
isto
ire
de B
ruxe
lles:
288.
• D
iagr
e-V
ande
rpel
en D
. (20
13)
Erre
ra L
éo-A
bram
(Lae
ken,
1858
- U
ccle
, 190
5). I
n: S
erge
Jaum
ain
(dir.
) D
ictio
nnai
re d
’his
toir
e de
Bru
xelle
s: 30
5.•
Dia
gre-
Van
derp
elen
D. (
2013
) Fu
nck
Nic
olas
(Lux
embo
urg,
G
rand
-Duc
hé d
e Lu
xem
bour
g, 18
16
- Lux
embo
urg,
Gra
nd-D
uché
de
Luxe
mbo
urg,
1896
). In
: Ser
ge Ja
umai
n (d
ir.) D
ictio
nnai
re d
’his
toir
e de
Br
uxel
les:
350.
• D
iagr
e-V
ande
rpel
en D
. (20
13)
Gal
eott
i Hen
ri (V
ersa
illes
, Fra
nce,
1814
- Br
uxel
les,
1858
). In
: Ser
ge Ja
umai
n (d
ir.)
Dic
tionn
aire
d’h
isto
ire
de B
ruxe
lles:
354.
• D
iagr
e-V
ande
rpel
en D
. (20
13) K
ick
Jean
(Bru
xelle
s, 17
75 -
Brux
elle
s, 18
31).
In: S
erge
Jaum
ain
(dir.
) Dic
tionn
aire
d’
hist
oire
de
Brux
elle
s: 46
7.•
Dia
gre-
Van
derp
elen
D. (
2013
) Li
nden
Jean
-Jul
es (L
uxem
bour
g,
Gra
nd-D
uché
de
Luxe
mbo
urg,
1817
-B
ruxe
lles,
1898
). In
: Ser
ge Ja
umai
n (d
ir.)
Dic
tionn
aire
d’h
isto
ire
de B
ruxe
lles:
502.
• D
iagr
e-V
ande
rpel
en D
. (20
13)
Mus
eum
et I
nstit
ut ro
yal d
es sc
ienc
es
natu
relle
s. In
: Ser
ge Ja
umai
n (d
ir.)
Dic
tionn
aire
d’h
isto
ire
de B
ruxe
lles:
573.
• D
iagr
e-V
ande
rpel
en D
. (20
13) P
iré
Loui
s (Br
uxel
les,
1827
- Ix
elle
s, 18
87).
In: S
erge
Jaum
ain
(dir.
) Dic
tionn
aire
d’
hist
oire
de
Brux
elle
s: 62
6.•
Dia
gre-
Van
derp
elen
D. (
2013
) Zoo
de
Bru
xelle
s. In
: Ser
ge Ja
umai
n (d
ir.)
Dic
tionn
aire
d’h
isto
ire
de B
ruxe
lles:
895.
• Fa
bri R
. (20
13) J
ean
Léon
ard
(1920
-20
13),
cofo
ndat
eur e
t che
ville
ouv
rièr
e de
l’AET
FAT.
Scr
ipta
Bot
anic
a Be
lgic
a 50
: 417
.•
Frai
ture
A. &
Alp
ago
Nov
ello
L.
(201
3) À
pro
pos d
e l’o
bser
vatio
n de
St
epha
nosp
ora
chile
nsis
en It
alie
. Scr
ipta
Bo
tani
ca B
elgi
ca 5
1: 13
-16.
• Fr
aitu
re A
. (20
13) S
ynop
sis d
u ge
nre
Lind
tner
ia. S
crip
ta b
otan
ica
Belg
ica
51:
17-3
8.•
Frai
ture
A. (
ed.)
(201
3)
Rus
sula
les-
2010
– P
roce
edin
gs o
f the
co
ngre
ss h
eld
in M
asse
mbr
e (B
elgi
um)
7-12
Sep
tem
bre
2010
. Act
es d
u co
ngrè
s or
gani
sé à
Mas
sem
bre
(Bel
giqu
e) le
s 7-1
2 Se
ptem
bre
2010
. Scr
ipta
Bot
anic
a Be
lgic
a 51
. Mei
se, N
atio
nal B
otan
ic G
arde
n of
Be
lgiu
m. 2
07 p
.•
Gee
rinc
k D
. & L
ecle
rcq
C. (
2013
) A
perç
u de
s arb
res r
emar
quab
les d
e la
ré
gion
bru
xello
ise
– Pr
ésen
t pas
sé e
t av
enir.
In: L
e Pa
trim
oine
écr
it no
tre
hist
oire
. Bru
xelle
s Pat
rim
oine
s, H
ors S
ér.,
2013
: 231
-235
.•
Gee
rinc
k D
. & L
ecle
rcq
C. (
2013
) O
pmer
kelij
ke b
omen
in h
et B
russ
els
Gew
est –
Ver
lede
n, h
eden
toek
omst
. In:
H
et E
rfgo
ed sc
hrijf
t onz
e ge
schi
eden
is.
Erfg
oed
Brus
sel,
extr
a nr
., 20
13: 2
31-2
35.
• L
ache
nau
d O
., D
rois
sart
V.,
Des
sein
S.
, Sté
vart
T.,
Sim
o M
., Le
mai
re B
., Ta
edou
mg
H. &
Son
ké B
. (20
13) N
ew
reco
rds f
or th
e flo
ra o
f Cam
eroo
n,
incl
udin
g a
new
spec
ies o
f Psy
chot
ria
(Rub
iace
ae) a
nd ra
nge
exte
nsio
ns fo
r som
e ra
re sp
ecie
s. Sc
ript
a Bo
tani
ca B
elgi
ca
50: 3
04-3
16. [
Rep
ublis
hed
from
: Pla
nt
Ecol
ogy
and
Evol
utio
n 14
6,1:
121-
133.
]
Sele
ctie
van
rap
port
en
2013
, met
med
ewer
kers
van
de
Pla
nten
tuin
als
aut
eur
of
coau
teur
• A
gost
i D.,
Cat
apan
o T.
, Cor
a J.,
Gün
tsch
A
., G
room
Q.,
Hag
edor
n G
., K
irkup
D
., M
ackl
in J.
, Mie
tche
n D
., M
iller
J.,
Rob
M.,
Pato
n A
., Pe
nev
L., D
avid
P. &
Si
erra
S. (
2013
) Rep
ort o
n th
e st
ate
and
qual
ity o
f bio
syst
emat
ics d
ocum
ents
an
d su
rvey
repo
rts.
Figs
hare
. EU
Se
vent
h Fr
amew
ork
prog
ram
me
Pro-
iBio
sphe
re, h
ttp:
//dx
.doi
.org
/10.
6084
/m
9.fig
shar
e.79
0726
• Br
omle
y G
., R
egan
E.,
Kap
elar
i S.,
Dill
on
J., V
ergo
u A
., W
illis
on J.
, Bon
omi C
., E
s K
. & K
lebe
r J.
(201
3) T
he IN
QU
IRE
Cou
rse
Man
ual,
Nat
iona
l Bot
anic
Gar
den
of B
elgi
um, T
he IN
QU
IRE
proj
ect,
Mei
se, B
elgi
um 6
9 p.
•
Gro
om Q
., A
gost
i D.,
Gün
tsch
A.,
Hov
enka
mp
P., K
ralt
E., M
ietc
hen
D.,
Pato
n A
. & S
ierr
a S.
(201
3) T
he
Use
of e
-Too
ls a
mon
g Pr
oduc
ers o
f Ta
xono
mic
Kno
wle
dge.
Fig
shar
e. E
U
Seve
nth
Fram
ewor
k pr
ogra
mm
e Pr
o-iB
iosp
here
, htt
p://
dx.d
oi.o
rg/1
0.60
84/
m9.
figsh
are.
7857
38•
Gro
om Q
. & A
gost
i D. (
2013
) Tak
ing
the
data
out
of p
aper
. EU
-BO
N
New
slet
ter O
nlin
e pu
blic
atio
n: h
ttp:
//w
ww
.eub
on.e
u/ne
ws/
1051
6_ta
king
-the
-da
ta-o
ut-o
f-pa
per/
• G
room
Q. (
2013
) Rec
omm
enda
tions
on
how
to m
ove
the
nam
ing
of o
rgan
ism
s fr
om p
aper
and
on
to th
e In
tern
et.
pro-
iBio
sphe
re N
ewsl
ette
r htt
p://
64 — 65De Plantentuin in cijfers
• K
eres
dedj
ian
And
rée
• K
ozlo
ski E
lisab
eth
• Le
com
te Jo
• Li
pper
t Maï
a•
Loka
di L
a K
embe
Hya
ngo
Val
ère
• M
aes B
art
• M
ager
Ger
trud
e•
Mar
ivoe
t Jos
• M
igno
let V
inci
ane
• M
igue
l Gám
iz B
eatr
iz•
Min
ost C
lair
e•
Moe
sen
Piet
• Pe
eter
s Hen
rica
• Pu
tman
Did
ier
• Pu
ttem
ans B
arba
ra•
Ray
Ann
e•
Ros
e N
atha
lie•
Sala
zar R
enal
do•
Sani
n R
obay
o D
avid
• Sa
sson
Dia
ne•
Sche
ers P
atri
cia
• Sc
heib
a R
ia•
Scho
tte
Mar
leen
• Se
mer
ia C
laud
ia•
Shut
t Ric
hard
• Sp
eeck
aert
Cla
udin
e
• St
erck
x M
arie
-Lou
ise
• St
rack
Van
Sch
ijnde
l Maa
rten
• Su
tter
man
Mar
ina
• Sw
ynco
p M
urië
l•
Tack
Flo
rent
• Ta
nase
Ionu
t•
Thi
elem
ans L
ea•
Thi
elem
ans M
arc
• V
alle
s Mar
ia•
Van
Asc
h So
lang
e•
Van
Ass
che
Hild
e•
Van
Bue
ren
Ger
d•
Van
Cap
elle
n G
isèl
e•
Van
De
Cas
teel
e G
eert
rui
• V
an d
er S
trae
ten
Els
• V
an R
osse
m M
ieke
• V
ande
loo
Rita
• V
erlin
den
Hug
o•
Ver
swyv
el M
yria
m•
Viv
ek R
ao•
Viv
igni
s Pat
rick
• W
agem
ans M
iel
• W
agem
ans P
hilip
• W
ens M
oniq
ue•
Wür
sten
Bar
t
Onb
ezol
dig
de w
eten
sch
appe
lijk
e m
edew
erke
rs
• Bi
lliet
Fri
eda
• C
ham
pluv
ier D
omin
ique
• C
ompè
re P
ierr
e•
Gee
rinc
k D
anie
l•
Jans
sens
Tho
mas
• Jo
ngki
nd C
arel
• M
alai
sse
Fran
çois
• Pa
uwel
s Luc
• R
amm
eloo
Jan
• R
obbr
echt
Elm
ar
• Sa
nín
Dav
id•
Shar
p C
athy
• So
nké
Bona
vent
ure
• So
tiaux
And
ré•
Tari
q St
évar
t•
Stie
pera
ere
Her
man
• V
ande
rwey
en A
rthu
r•
Van
heck
e Le
o•
Ver
stra
ete
Brec
ht•
Vri
jdag
hs A
lexa
nder
Plan
tent
uin
Mei
se
in ee
n no
tend
op
• Sc
hoem
aker
Eri
ka•
Scho
evae
rts J
ohan
• Sc
huer
man
Rie
t•
Serg
eant
Rol
and
• So
sef M
arc
• Sp
elie
rs W
im•
Step
pe E
ric
• St
offe
len
Piet
• St
uer B
enoî
t•
Swae
rts D
anie
l•
Tave
rnie
r Will
y•
Telk
a Br
ando
n•
Telk
a D
omin
ique
• T
hiel
eman
s Tom
• T
illey
Maa
rten
• Ty
tens
Lili
ane
• V
an B
elle
Fer
nand
• V
an C
aeke
nber
ghe
Fran
k•
Van
Cam
penh
out G
eert
• V
an D
e K
erck
hove
Om
er•
Van
de
Vijv
er B
art
• V
an d
e V
yver
Ann
• V
an d
en B
orre
Jero
en•
Van
Den
Bro
eck
Dri
es•
Van
den
Bro
eck
Mar
ia•
Van
Den
Moo
rtel
Jean
• V
an d
en T
roos
t Ger
y•
Van
der
Bee
ten
Iris
• V
an d
er Je
ugd
Cel
ien
• V
an d
er Je
ugd
Mic
hael
• V
an d
er P
lass
che
Thi
erry
• V
an E
eckh
oudt
Joze
f•
Van
Eec
khou
dt K
evin
• V
an E
eckh
oudt
Luc
ienn
e•
Van
Eec
khou
dt R
ita•
Van
Gijs
eghe
m Je
anni
ne•
Van
Gom
pel J
ulie
• V
an G
rim
berg
en D
iete
r•
Van
Ham
me
Luci
enne
• V
an H
erp
Ani
ta•
Van
Her
p M
arc
• V
an H
erp
Mic
hiel
• V
an H
ove
Siem
en•
Van
Hoy
e M
anon
• V
an H
umbe
eck
Joze
f•
Van
Hum
beec
k Li
nda
• V
an L
aeth
em S
teve
n•
Van
Ona
cker
Jean
• V
an O
psta
l Jan
• V
an O
ssel
Anj
a•
Van
Pae
sche
n Bé
nédi
cte
• V
an R
ente
rghe
m K
oen
• V
an R
iet L
aure
ns•
Van
Ros
sum
Fab
ienn
e•
Van
wal
Rita
• V
an W
ambe
ke P
aul
• V
ande
look
Fili
p•
Van
derb
orgh
t Thi
erry
• V
ande
rstr
aete
n D
irk•
Van
win
ghe
Petr
a•
Vek
ens O
dett
e•
Ver
dick
t Joz
ef•
Ver
dick
t Nat
halie
• V
erdo
nck
Car
ina
• V
eris
sim
o Pe
reir
a N
uno
• V
erlin
den
Kev
in•
Ver
linde
n W
illy
• V
erlo
ove
Filip
• V
erm
eerb
erge
n Jo
chen
• V
erm
eers
ch B
art
• V
ersa
en F
ranç
ois
• V
ersa
en Il
se•
Ver
schu
eren
Alic
e•
Vle
min
ckx
Kev
in•
Vle
min
ckx
Sabi
ne•
Vlo
eber
ghen
Jose
ph•
Wet
s Rut
ger
• W
illem
s Ste
faan
• W
ürst
en B
art
• Ya
man
i Kam
al•
Zem
agho
Lis
e•
Zer
ard
Car
ine
• Z
ucka
Ser
ge
Gid
sen
• Ba
illy
Fran
cine
• Be
nit D
anie
lle•
De
Coc
k M
aria
nne
• D
e C
uype
r Jef
• D
e V
rien
dt F
ranc
is•
Gee
rnae
rt In
ge•
Koz
losk
i Elis
abet
h •
Proo
st A
lida
• Si
lver
ans M
iche
l•
Tallo
en P
aul
• Ta
vern
ier P
atri
ck
• T
hiel
eman
s Kat
inka
• V
an A
cole
yen
Rog
er•
Van
Con
kelb
erge
Luc
• V
an d
en B
roec
k M
artin
e•
Van
derh
erte
n Fr
ank
• V
an d
e V
ijver
Mar
tine
• va
n Li
dth
Béné
dict
e•
Ver
schu
eren
Fra
ns
• W
ayem
berg
h Li
sian
e•
Wym
eers
ch M
iet
Vri
jwil
lige
rs
• A
dam
s An
• A
pari
cio
Teje
rina
Osc
ar•
Baill
y Fr
anci
ne•
Bas O
sman
• Ba
stin
Dom
iniq
ue•
Belm
ans L
ucie
• Be
rckx
Mie
ke•
Bock
stae
l Ann
ie•
Bout
et D
idie
r•
Boyk
er V
icto
r•
Buel
ens L
uc•
Cam
mae
rts L
iset
te•
Cap
pelle
man
Ingr
id•
Cha
shan
ovsk
i Zvi
• C
laes
Phi
lippe
• C
laes
sens
Alfo
ns•
Coe
n M
arie
-Lau
re•
Con
nrot
Cla
ire
• C
uvry
Bru
no•
De
Beer
Dirk
• de
Bor
man
San
drin
e•
De
Coc
k M
aria
nne
• de
Con
inck
Han
s•
De
Cuy
per J
osep
hus
• D
e M
eute
r Pas
cale
• D
e Pr
aete
re C
laud
e•
De
Smet
Fra
nçoi
se•
De
Wit
Dan
iël
• D
ehae
s Mim
i•
Del
eu A
nn•
Del
ière
San
dra
• D
evol
der C
hris
• D
outr
elep
ont H
ugue
s•
Dub
ois T
inne
• D
umon
t Ann
e-M
arie
• D
uran
t Dan
iël
• Ex
stee
n W
alte
r•
Eyke
ns Jo
s•
Fabr
é Li
sett
e•
Ghe
ysen
s Lie
ve•
Goo
ssen
s Flo
rent
• H
ardi
ng S
teve
n•
Hor
ions
Chr
is•
Hou
ben
Gui
do•
Hue
t Dim
itri
• H
uria
ux T
hier
ry•
Jaco
bs L
udo
• Je
ssen
Geo
rget
te
Een
Plan
tent
uin
met
een
rijk
e ges
chie
deni
s…D
e ge
schi
eden
is v
an P
lant
entu
in M
eise
gaa
t ter
ug to
t 179
6. D
aarm
ee is
de
inst
ellin
g ou
der d
an
het k
onin
krijk
Bel
gië
en h
ebbe
n w
e du
s al
mee
r da
n tw
ee e
euw
en e
rvar
ing
met
pla
nten
. De
Plan
tent
uin
omva
t 92
hec
tare
n m
et h
eel w
at h
isto
risc
he g
ebou
wen
, waa
rond
er e
en k
aste
el
met
een
tore
n ui
t de
12de
eeu
w.
Met
uni
eke c
olle
ctie
s…D
e Pl
ante
ntui
n he
eft e
en g
root
her
bari
um m
et o
ngev
eer
vier
milj
oen
spec
imen
s w
aaro
nder
he
t gro
otst
e ro
zenh
erba
rium
ter
wer
eld
en b
elan
grijk
e hi
stor
isch
e co
llect
ies
uit B
razi
lië e
n M
idde
n-A
frik
a. D
e Pl
ante
ntui
n he
eft o
ok e
en b
otan
isch
e bi
blio
thee
k m
et m
eer d
an 2
00.0
00
wer
ken,
met
pub
licat
ies v
an d
e 15
de e
euw
tot v
anda
ag.
Met
de m
issi
e om
pla
nten
te b
ewar
en v
oor d
e toe
kom
st…
De
Plan
tent
uin
bew
aart
mee
r da
n 18
.000
ver
schi
llend
e so
orte
n le
vend
e pl
ante
n, w
aaro
n-de
r ve
rsch
illen
de b
edre
igde
soo
rten
, zoa
ls d
e La
uren
tpal
mva
ren
(Enc
epha
lart
os la
uren
tianu
s).
Daa
rnaa
st is
er
een
inte
rnat
iona
al e
rken
de z
aden
bank
met
ond
er a
nder
e za
den
van
talr
ijke
wild
e bo
onso
orte
n.
Om
pla
nten
en fu
ngi t
e bes
tude
ren.
..D
e ac
tivite
iten
van
onze
wet
ensc
happ
ers
om d
e di
vers
iteit
van
plan
ten,
pad
dens
toel
en e
n w
iere
n in
kaa
rt te
bre
ngen
en
te b
estu
dere
n, b
estr
ijken
de
hele
wer
eld,
van
Ant
arct
ica
tot d
e re
genw
oude
n va
n C
ongo
. Het
wet
ensc
happ
elijk
wer
k sp
itst z
ich
toe
op e
en c
orre
cte
en w
e-te
nsch
appe
lijke
iden
tifica
tie v
an p
lant
enso
orte
n. W
at z
ijn d
e ke
nmer
ken
van
een
soor
t? H
oe-
veel
soor
ten
zijn
er?
Hoe
kun
nen
we
soor
ten
van
elka
ar o
nder
sche
iden
? Zon
der a
ntw
oord
en
op d
eze
fund
amen
tele
vra
gen
kan
geen
enk
ele
econ
omis
che
activ
iteit
geba
seer
d op
pla
nten
of
van
pla
nten
afg
elei
de p
rodu
cten
pla
atsv
inde
n. H
et k
enne
n va
n de
wet
ensc
happ
elijk
e na
am
van
een
soor
t is d
e sl
eute
l om
alle
info
rmat
ie o
ver d
ie so
ort t
e on
tslu
iten.
Ee
n co
rrec
te id
entifi
catie
hel
pt b
ijvoo
rbee
ld o
m g
iftig
e so
orte
n te
ond
ersc
heid
en v
an a
an-
verw
ante
med
icin
ale
plan
ten
of o
m b
edre
igde
soo
rten
te id
entifi
cere
n di
e no
od h
ebbe
n aa
n be
sche
rmin
gsm
aatr
egel
en.
Om
ken
nis o
ver p
lant
en te
ver
spre
iden
...Ja
arlij
ks b
ezoe
ken
onge
veer
100.
000
men
sen
de P
lant
entu
in. D
e m
eest
e be
zoek
ers
kenn
en
voor
al d
e pl
ante
nver
zam
elin
gen
en d
e se
rres
, maa
r er
is n
atuu
rlijk
vee
l mee
r. O
nze
wet
en-
scha
pper
s de
len
met
pas
sie
en e
ntho
usia
sme
hun
kenn
is m
et h
et p
ublie
k. D
e Pl
ante
ntui
n on
twik
keld
e ee
n he
le re
eks i
nstr
umen
ten
om d
e ke
nnis
ove
r pla
nten
zo
effic
iënt
mog
elijk
te
vers
prei
den
en o
m h
et p
ublie
k be
wus
t te
mak
en v
an d
e no
odza
ak v
an p
lant
enco
nser
vatie
. O
nze
web
site
ww
w.p
lant
entu
inm
eise
.be
geef
t een
ove
rzic
ht v
an d
e hu
idig
e ac
tivite
iten
van
de P
lant
entu
in.
66 — 67De Plantentuin in cijfers
De
zes w
aard
en v
an d
e Pl
ante
ntui
n zi
jn a
ls z
uurs
tof n
odig
voo
r onz
e gr
oei e
n bl
oei.
Het
pla
nten
rijk
ont
dekk
en, o
nder
zoek
en en
bes
cher
men
en
met
dez
e ken
nis s
amen
bou
wen
aan
een
duur
zam
e toe
kom
st.
Onz
e mis
sie
Org
anig
ram
Onz
e waa
rden
DIR
ECT
IE
DEP
T.
Bryo
fyte
n en
T
hallo
fyte
n
AFD
ELIN
G
Alg
en e
n M
osse
n
AFD
ELIN
G
Vare
ns,
Gym
nosp
erm
en
en M
onoc
otyl
en
AFD
ELIN
G
Plan
ten-
verz
amel
inge
n en
Par
k
AFD
ELIN
G
Bibl
ioth
eek
en A
rchi
even
AFD
ELIN
G
Mus
eolo
gie
en E
duca
tie
AFD
ELIN
G
Fung
i en
Lich
enen
AFD
ELIN
G
Dic
otyl
en
Adm
inis
trat
ie
Boek
houd
ing
Pers
onee
lsdi
enst
Info
rmat
ica
Veili
ghei
d en
H
ygië
ne
Tech
nisc
hedi
enst
Ont
haal
Wac
hter
s
Ond
erho
ud
DEP
T.
Sper
mat
ofyt
en e
n Pt
erid
ofyt
en
Alg
emee
nbe
heer
Eén
team
, één
mis
sie
Als
med
ewer
kers
van
de
Plan
tent
uin
zijn
we
team
spel
ers
die
onze
tal
ente
n sa
-m
enbr
enge
n om
onz
e m
issie
te v
erw
ezen
lijke
n. W
e be
pale
n in
ove
rleg
de d
oel-
stel
linge
n en
we
zijn
sam
en v
eran
twoo
rdel
ijk o
m z
e te
real
iser
en.
Res
pect
voo
r div
ersi
teit
We
hebb
en a
anda
cht e
n re
spec
t voo
r alle
men
sen
waa
rmee
we
in c
onta
ct k
omen
. W
e w
aard
eren
hun
eig
enhe
id e
n di
vers
iteit.
Onz
e co
llega
’s zi
jn p
rofe
ssio
nele
pa
rtne
rs w
aarm
ee w
e re
spec
tvol
om
gaan
.
Cor
rect
e die
nstv
erle
ning
Bij h
et u
itvoe
ren
van
onze
take
n en
het
ont
wik
kele
n va
n ni
euw
e id
eeën
heb
ben
we s
teed
s de n
oden
en v
erw
acht
inge
n va
n on
ze k
lant
, int
ern
of ex
tern
, voo
r oge
n.
Oog
voo
r duu
rzaa
mhe
idA
ls p
rofe
ssio
nele
n in
het
vak
dra
gen
we
alle
maa
l een
ver
antw
oord
elijk
heid
voo
r ee
n ge
zond
leef
mili
eu v
oor m
ense
n en
pla
nten
. We
oefe
nen
een
voor
beel
dfun
c-tie
uit
en z
ijn e
en re
fere
ntie
bin
nen
en b
uite
n on
ze se
ctor
.
Ope
n co
mm
unic
atie
Zow
el in
ons
dag
elijk
se w
erk
als
bij h
et n
emen
van
bes
lissi
ngen
com
mun
icer
en
we
open
en o
prec
ht. D
e in
form
atie
waa
rove
r we
besc
hikk
en is
een
gem
eens
chap
-pe
lijk
goed
dat
we
dele
n m
et w
ie e
r nut
tig g
ebru
ik v
an k
an m
aken
. We
besp
reke
n on
ze p
robl
emen
en
zoek
en sa
men
naa
r opl
ossi
ngen
; we
zijn
dis
cree
t waa
r nod
ig.
Stre
ven
naar
uitm
unte
ndhe
idW
e re
alis
eren
onz
e do
elst
ellin
gen
op e
en e
ffici
ënte
, int
eger
e en
kw
alite
itsvo
l-le
man
ier.
We
eval
uere
n da
arto
e kr
itisc
h on
s fu
nctio
nere
n en
dur
ven
bijs
ture
n w
aar
nodi
g. W
e st
aan
open
voo
r op
bouw
ende
kri
tiek,
zow
el v
an b
inne
nuit
als
van
buite
naf.
Tekst:Plantentuin MeiseBotanical Values
Dit verslag is ook beschikbaar in het Engels en het Frans en kan worden gedownload van onze website www.plantentuinmeise.be
Gedrukt op gerecycleerd FSC gelabeld papier
© Plantentuin Meise, 2014