Upload
others
View
3
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
Jaarverslagbestuursverslag en Jaarrekening vOva
VO
VA j
AA
rV
er
slA
g 2
015
2 3
VO
VA j
AA
rV
er
slA
g 2
015
Colofonredactie: joris Vermeulen, john de Boer (Beleid VOvA), Cees Keijzer (Financiën VOvA)eindredactie: sabine Udo - van Klaveren (Communicatie & Pr VOvA)Vormgeving: Harald slaterusFotografie: Martijn Buskermolen en schoolarchieven
leeswijzerDit jaarverslag 2015 bestaat uit het bestuursverslag en de jaarrekening en is een uitgave van de stichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam. Het VOvA maakt geen aparte publieksversie. Ons jaarverslag is te vinden op www.vova.nl.
inho
udso
pg
ave
Voor u ligt het Bestuursverslag van 2015, met de belangrijkste
informatie over identiteit, strategie, beleid, werkzaamheden en
resultaten van de stichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam.
We hebben het afgelopen jaar ons nieuwe gebouw aan de
Betuwestraat geopend, waarin zowel onze culinaire vakschool
Hubertus & Berkhoff huist als de directie en het bedrijfsbureau.
er waren meer belangrijke gebeurtenissen, zoals de oplevering
van de nieuwbouw voor de Tobiasschool en die van het (tijdelijke)
nieuwe onderkomen van het Hyperion lyceum in het dynamische
Amsterdam-Noord, de start van de nieuwbouw voor het stelle
College op het Zeeburgereiland, de VOvA scholenmarkt in de
Centrale OBA en de actie ‘Amsterdam verwelkomt vluchtelingen’
van de Tobiasschool. Op het vlak van ICT is veel vooruitgang
geboekt, met onder meer een uitbreiding van leerlingvolgsystemen,
elektronische leeromgevingen en het aantal beamers en tablets.
Ook verheugt het ons dat de Onderwijsinspectie de kwaliteit van al
onze scholen heeft beoordeeld als voldoende of meer dan dat. Onze
financiële situatie is goed.
Kortom: alle seinen staan op groen voor de toekomst, waar ons
uiteraard diverse uitdagingen staan te wachten. Want we leven in een
tijd waarin technologische, onderwijskundige en maatschappelijke
ontwikkelingen sneller gaan dan ooit, een tijd waarin overheden,
ouders, en leerlingen, steeds meer van elkaar vragen, terwijl de
beschikbare budgetten voortdurend onder druk staan. Het VOvA
gaat de uitdagingen met veel vertrouwen, inzet en veel plezier aan.
Namens bestuur en directie van stichting VOvA,
met vriendelijke groet,lotte Neuhausvoorzitter centrale directie stichting VOvA
Voorwoord 3
Bestuur en organisatie van het VOvA 42.1 Visie en missie 42.2 Organisatie 62.3 Bestuur en directie 62.4 Taakverdeling 72.5 Raad van advies VOvA 72.6 Raad van Toezicht 82.7 Goed bestuur 92.8 Continuïteitsparagraaf 122.9 Verslag Raad van Toezicht 16
Strategie & beleid 183.1 Kwaliteit 183.2 Professionalisering 193.3 Markt 203.4 Innovatie 203.5 Medezeggenschap en maatschappelijke betrokkenheid 213.6 Samenwerking 213.7 Aandachtspunten 21
Resultaten en kerngegevens VOvA-scholen 2015 254.1 Onderwijs 264.2 Personeel 294.3 ICT 304.4 Duurzaamheid 304.5 Klachtenafhandeling 30
Financiële gegevens 345.1 Kerncijfers VOvA 345.2 Fiscale eenheid 355.3 Resultaat 355.4 Eigen vermogen, solvabiliteit en weerstandsvermogen 385.5 Liquiditeit, investeringen en kasstroom 385.6 Treasury en financiering 385.7 Financiële indicatoren 385.8 Risico analyse 40
Jaarrekening 2015 416.1 Jaarrekening 416.2 Toelichting op de balans 486.3 Toelichting op de Staat van Baten en Lasten 556.4 Overige gegevens 59
voorwoord
VO
VA j
AA
rV
er
slA
g 2
015
VO
VA j
AA
rV
er
slA
g 2
015
4
2.1 visie en missie stichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam (VOvA) is een groep samenwerkende kleinschalige scholen voor voortgezet onderwijs met een uiteenlopend aanbod: zorgonderwijs, beroepsgericht VMBO, MAVO, HAVO en VWO inclusief gymnasium. elke school bedient een eigen doelgroep die bestaat uit jongeren van elf jaar en ouder. Het VOvA richt zich op alle jongeren in Amsterdam en omgeving. elke school heeft een sterke eigen identiteit. De scholen van het VOvA hebben stevige wortels in het openbaar onderwijs. stichting VOvA beheert tien scholen voor voortgezet onderwijs, onder de volgende BrIN-nummers: 21as Bredero Beroepscollege Bredero Mavo De nieuwe Havo Hyperion lyceum 14rl stelle College lUCA Praktijkschool Tobiasschool rOC Op Maat West rOC Op Maat Zuidoost00eF Hubertus & Berkhoff1
54
bestuur en organisatie van het vOva
Onze visieWij geloven, dat de mens in hoge mate zijn eigen toekomst kan bepalen en daar in vrijheid vorm aan moet kunnen geven, met een goed ontwikkeld verantwoordelijkheidsgevoel. elke schoolloopbaan is uniek, iedere leerling volgt een eigen route. Onze opleidingen dienen daarom niet alleen goede onderwijsproducten aan te bieden, maar leerlingen ook optimaal te begeleiden tijdens hun leerroute. Ook de ontwikkeling van docenten en de organisatie krijgt veel aandacht.
Onze missieOp de scholen van het VOvA krijgen jongeren uit Amsterdam en omgeving onderwijs en alles wat daarmee samenhangt. Dit gebeurt aan de hand van onze vijf kernwaarden: aandacht, ambitieus, betrouwbaar, prettig en vakkundig. We bieden onze leerlingen de beste kans op de beste toekomst. We doen dat door hen kundig, sterk, zelfstandig en verantwoordelijk te maken (empowerment) en diplomagericht op te leiden in een leuke en veilige omgeving, met als resultaat het voor hen hoogst haalbare diploma en een goede doorstroom naar het vervolgonderwijs (MBO, HBO of WO), dan wel de arbeidsmarkt.
1 Tot de zomer van 2015 waren dit twee scholen: De Berkhoff (09VK VMBO rOCvA) en de Hubertus Vakschool (00eF VMBO rOCvA). sinds 1 augustus 2015 vormen ze één school op één locatie: de Hubertus & Berkhoff.
VO
VA j
AA
rV
er
slA
g 2
015
6 7
VO
VA j
AA
rV
er
slA
g 2
015
2.2 OrganisatieHet VOvA richt zich op de continuïteit en de verdere ontwikkeling van breed openbaar en algemeen bijzonder voortgezet onderwijs in Amsterdam. De stichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam heeft een bestuur dat wordt gevormd door leden van stichting regionaal Opleidingencentrum van Amsterdam en Omstreken (hierna: rOCvA). Het bestuur van het VOvA oefent de functies uit die zijn toegekend aan het bevoegd gezag als bedoeld in artikel 1 onder c van de Wet op het voortgezet onderwijs, en bestuurt de stichting. stichting VOvA kent een directie en een raad van advies.2 Het bestuur is belast met alle uit de wet en de statuten voortvloeiende verplichtingen, voor zover deze niet gemandateerd zijn aan de directie.
Voor bevoegdheden die het bestuur niet aan de directie heeft gemandateerd, geldt dat de directie belast is met de voorbereiding en de uitvoering van de besluitvorming, en dat het bestuur deze besluiten vaststelt.
2.3 bestuur en directieHet rOCvA is de statutaire bestuurder van de stichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam (VOvA). Het VOvA kent tien vo-scholen3, waaronder één school voor speciaal onderwijs. De scholen zijn gesitueerd in Amsterdam.Het bestuur van stichting VOvA bestaat uit edo de jaeger, gerrit Vreugdenhil en ronald Wilcke, zij zijn ook lid van de raad van bestuur van het rOCvA. lotte Neuhaus is voorzitter van de centrale directie van het VOvA en sandra Newalsing is directielid. Dit is de situatie sinds 1 juni 2015; tot en met 31 mei 2015 was ricardo Winter gedelegeerd bestuurder vanuit het rOCvA voor het VOvA en fungeerde hij tevens als voorzitter van de directie.
De leden van de raad van bestuur zijn:De heer drs. edo C. M. de Jaeger (1958) Voorzitter raad van Bestuur Koepelstichting rOC van Amsterdam - rOC van FlevolandVoorzitter College van Bestuur rOC van Amsterdam Portefeuillehouder strategie & beleid, governance, veiligheid, Pr, marketing & communicatie
Nevenfuncties• VoorzitterSamenwerkingsverbandROCvanNederland(merknaamROC4NL.EU)
• LidPolitieonderwijsraadenVoorzitterCommissieHorizontale Afstemming en Verantwoording
• LidDagelijksenAlgemeenBestuurStichtingSamenwerkingBeroepsonderwijsBedrijfsleven(SBB)
• LidBestuurLuchtvaartCollegeSchiphol• LidAlgemeenBestuurAmsterdamNetwerkCouncil• LidRaadvanAdviesTopsportAmsterdam• AmbassadeurOlympischStadion
• AdjudantvanHMdeKoningininbuitengewonedienst,honorair lid van de hofhouding
• Reserveofficier(luitenant-kolonel)GarderegimentJagers
De heer ronald C.a. Wilcke (1953)Vicevoorzitter raad van Bestuur Koepelstichting rOC van Amsterdam - rOC van Flevoland Voorzitter College van Bestuur rOC van FlevolandPortefeuillehouder onderwijs, kwaliteitszorg, personeel
Nevenfuncties • VoorzitterBedrijfstakgroepMobiliteit,Transport&
Logistiek, Maritiem, MBO Raad • DuovoorzittersectorkamerMobiliteit,Transport&
Logistiek, Maritiem, SBB • VoorzitterBenoemingsadviescommissieMBORaad• VoorzitterbestuurVerenigingOnderwijsbestuurdersMBO(vanafnovember)
• LidRaadvanToezichtenVoorzittercommissieonderwijs,onderzoekencontractactiviteitenNoordelijkeHogeschool Leeuwarden
• LidbestuurdeNieuweMeso• LidStuurgroepHumanCapitalvandeAmsterdam
economic Board • LidAmsterdamLogisticBoard• LidbestuurJINC• LidAdviesraadstudentenroeiverenigingAgonteAlmere
De heer gerrit vreugdenhil (1955)lid raad van Bestuur Koepelstichting rOC van Amsterdam – rOC van Flevoland Portefeuillehouder financiën, huisvesting, onderwijsinformatie, ICT
Nevenfuncties • Voorzitter van de Raad van Toezicht van Amaris
Zorggroep in de Gooi en Vechtstreek en Eemland • VoorzitterBedrijfstakgroepZakelijkeDienstverlening&
Veiligheid, MBO Raad• VoorzitterSectorkamerZakelijkeDienstverlening&
Veiligheid, SBB• LidRaadvanToezichtStichtingPrismateAlmere• LidRaadvanToezichtvanStichtingeX:plain(tot1augustus2015)
• LidbestuurStichtingECABO(tot1augustus2015)• LidledenraadSURF• LidRaadvanCommissarissenwoningcorporatieStadgenoot(sinds1september2015)
• Penningmeestervaneenkleinpensioenfonds
De heer ricardo J.W. Winter (1951) heeft per 1 juni 2015 een betrekking aanvaard als voorzitter van het College van Bestuur van rOC leiden.
2.4 taakverdelingHet bestuur van het VOvA wordt gevormd door de bestuursleden van het rOCvA (zie de paragraaf hiervoor). De taken en bevoegdheden van de centrale directie van het VOvA staan beschreven in het managementstatuut. De
directie is belast met de dagelijkse leiding en met de voorbereiding en uitvoering van de besluiten van de statutair bestuurder. laatstgenoemde is belast met taken die niet zijn toebedeeld aan de centrale directie. Verder houdt de statutair bestuurder toezicht op de werkzaam-heden van de centrale directie.elke school heeft één schoolleider en één of meer teamleiders die verantwoordelijk zijn voor de dagelijkse gang van zaken op de school in kwestie. De centrale directie van het VOvA en de leiders van de scholen overleggen regelmatig met elkaar.Het bedrijfsbureau van het VOvA ondersteunt de scholen. Het kent de volgende afdelingen: Personeel & Organisatie, Planning & Control/Financiële administratie, leerling-administratie, Facilitaire Zaken, Communicatie & Pr en Onderwijskwaliteit/ Algemene beleidsondersteuning. Het VOvA koopt bepaalde diensten in bij het rOCvA, zoals HrM, salarisadministratie, facilitaire ondersteuning, nieuwbouw en ICT-diensten.
Het Voortgezet Onderwijs van Amsterdam heeft op basis van de Wet medezeggenschap op scholen een medezeggenschapsraad die zowel fungeert op gemeenschappelijk niveau als op het niveau van de verschillende scholen.
enkele belangrijke onderwerpen wat betreft instemming en advies waren in 2015:• jaarplan VOvA, kaderbrief 2015 en de
schooljaarplannen;• bijgesteld managementstatuut en een concept voor
medezeggenschapsstatuut;• begroting;• functiemix;• taakbeleid.
2.5 raad van advies vOvastichting VOvA heeft een raad van advies met vijf leden: Margo Andriessen, Mohamed Baba, gerard gruppen, Koen Kool en lieke Thesingh. Zij adviseren de directie over het algemene beleid en de onderwijskwaliteit en kunnen daarnaast ongevraagd advies uitbrengen aan de directie. De raad heeft in 2015 drie keer vergaderd en heeft zich onder andere met de volgende onderwerpen beziggehouden: • afstemming met de bestuurscommissie van stadsdeel
Noord;• de stand van zaken op de diverse scholen;• het programma lerarenbeurs van de gemeente
Amsterdam;• diverse ontwikkelingen op het vlak van het onderwijs in
de stad;• de diversiteit van onze leerlingpopulatie;• een nieuwe portefeuilleverdeling binnen de directie na
het vertrek van directievoorzitter ricardo Winter naar het MBO in leiden;
• de medezeggenschap op de VOvA-scholen.
2.6 raad van toezicht
2 De raad van advies is een adviesorgaan van het VOvA in het kader van het voortgezet (openbaar) onderwijs. Dit is vastgelegd in de stichtingsakte van het VOvA.3 Het bestuur van het rOCvA en de raad van toezicht werken volgens de governancecode zoals die door de onderwijssectoren vo en bve (beroepsonderwijs en
volwasseneneducatie) is opgesteld. Ze maken gebruik van de checklist van de MBO-raad die elementen bevat uit de code ‘goed bestuur in de bve-sector’ en overige governance-elementen uit de regelgeving voor (jaar)verslaglegging in het onderwijs. Het bestuur heeft geconstateerd dat aan alle genoemde punten uit de checklist wordt voldaan.
VO
VA j
AA
rV
er
slA
g 2
015
8 9
VO
VA j
AA
rV
er
slA
g 2
015
De taak van de raad van Toezicht is die van werkgever, toezichthouder en adviseur. Daarbij volgt de raad van Toezicht de ontwikkelingen binnen de organisatie. Zo is de focus de laatste jaren verschoven van financiën naar onderwijs. Onderwijs is het eerste en belangrijkste agendapunt. Meer aandacht voor onderwijs van de raad van Toezicht sluit aan bij een landelijke ontwikkeling. Het is ook mogelijk, omdat het rOCvA, rOCvF en VOvA de financiën goed op orde hebben. De raad van Toezicht kent vier commissies die elk een aspect van het toezicht bestrijken: onderwijscommissie, auditcommissie, remuneratiecommissie en governance-commissie. De commissies volgen de voortgang; de hoofdlijnen worden besproken in de voltallige raad van Toezicht. In 2015 heeft de raad van Toezicht het functioneren van de commissies geëvalueerd en de samenstelling aangepast.De raad van Toezicht borgt de kwaliteit van het toezicht door het werven van leden met de juiste expertise. Hiervoor wordt een extern bureau ingeschakeld. Dit zorgt er tevens voor dat de leden van de raad van Toezicht uit verschillende netwerken komen. In lijn met de toegenomen focus op onderwijs, heeft de raad van Toezicht zich in 2015 verder verdiept in toezicht houden op het primair proces. Voor het verslag van de raad van Toezicht, zie paragraaf 2.9.
2.7 goed bestuur Het VOvA volgt ook de landelijke code van de VO-raad voor goed bestuur en goed onderwijs. Het gaat hierbij om thema’s als horizontale verantwoording, professionaliteit, integriteit, de verhouding tussen bestuur en toezicht, conform wettelijke bepalingen. Volgens deze code worden betaalde nevenfuncties van het bestuur gemeld. Het bestuur wordt jaarlijks aan de hand van intern toezicht geëvalueerd.
De beleidscyclus zien we terug binnen het VOvA terug in alle organisatieonderdelen: directie en schoolleiding, schoolleiding en teams, individuele medewerkers (m.b.t. functionerings- en beoordelingsgesprekken), maar ook bij de medezeggenschapsraden en ouders en leerlingen. De beleidscyclus is ingericht als een jaarlijks cyclisch proces, wat rust brengt in de koers en leidt tot een systematische verbetering van kwaliteit. Dit cyclische proces zien we in alle organisatieonderdelen terug. Ook individuele medewerkers volgen een jaarcyclus van functionerings- en beoordelingsgesprekken. De beleidscyclus op het niveau VOvA en rOcvA start met het opmaken van de staat van de instelling. Op alle niveaus (centrale diensten en VOvA ) worden de resultaten van het afgelopen jaar geëvalueerd. Tezamen met de meerjarenstrategie, de kaderbrief en het overheidsbeleid, leiden deze evaluaties tot de jaarplannen. Zo wordt de verbinding gelegd tussen ‘waar willen wij heen’ (meerjarenstrategie), ‘waar staan wij’ (staat van de instelling) en ‘wat gaan wij doen’ (jaarplannen). Drie maal per jaar worden de tussentijdse resultaten besproken in de q-gesprekken. De q staat voor
quadrimester, een periode van vier maanden. Tijdens de q-gesprekken wordt aan de hand van actuele gegevens gerapporteerd over de voortgang en worden vraagstukken en oplossingen besproken. De q-gesprekken zorgen daarmee voor de verbinding tussen de verschillende niveaus en voor het in beweging houden van het proces.
Deze vaste beleidscyclus was ook in 2015 de leidraad voor organisatie, beheer en toezicht. In de jaarlijkse kaderbrief geeft het VOvA-bestuur aan welke doelen uit de meerjarenstrategie tijdens dat kalenderjaar centraal staan en binnen welke kaders er wordt gewerkt. Alle afdelingen van de organisatie formuleren aan de hand van een jaarplan hun doelen dan wel de beoogde resultaten en de manier waarop ze die denken te bereiken. Driemaal per jaar vinden hierover verantwoordingsgesprekken plaats tussen het bestuur en de directie van het VOvA en de directie en de schoolleiders. De belangrijkste uitkomsten hiervan worden vastgelegd in het zogeheten managementcontract. Centrale thema’s tijdens deze verantwoordingsgesprekken zijn: de financiën, de kwaliteit van het onderwijs en personele aspecten als professionalisering, ziekteverzuim en de verhouding tussen onderwijzend personeel en medewerkers van de ondersteunende diensten.Maandelijks brengt de afdeling Financiën van het VOvA een rapportage uit, zodat de actuele financiële situatie voortdurend goed in beeld is.
Belangrijke aandachtspunten zijn ook de medezeggen-schap, participatie en maatschappelijke betrokkenheid, deze behoren onlosmakelijk tot goed bestuur. Voor een uitwerking hiervan wordt verwezen naar paragraaf 3.5. Daarnaast wordt conform de code voor goed bestuur werk gemaakt van horizontale verantwoording.
Het bestuur rOCvA, rOCvF en VOvA werkt volgens de branchecode goed bestuur in het mbo en het VO. De manier waarop dit is vormgegeven, is te lezen in de docu menten die op de website van het rOCvA gepubli-ceerd zijn, zoals de statuten, het bestuursreglement, de integriteitscode, de klachtenregelingen en de klokken-
luidersregeling. In 2015 maakte het bestuur rOCvA deel uit van het onderzoek Behoorlijk Bestuur van Onderwijsinstellingen van de erasmus Universiteit rotterdam en de Hogeschool van Amsterdam. Het doel van het onderzoek was om aan de hand van een aantal concrete gebeurtenissen te laten zien dat ‘behoorlijk bestuur’ doorwerkt in het gedrag van verschillende belanghebbende partijen die in en rondom onderwijsinstellingen werkzaam zijn. De onderzoekers constateren bij het rOCvA een open cultuur. De afstand van het bestuur tot de werkvloer heeft expliciete aandacht. Medewerkers zijn zich bewust van de maatschappelijke opdracht van de organisatie; zij onderkennen dat fraude de waarde van het diploma (en dus de waarde van het onderwijs) bedreigt. Het lijkt erop, volgens de onderzoekers, dat de codes weliswaar niet expliciet op het netvlies van betrokkenen staan, maar dat belangrijke onderdelen ervan in de mindset van betrokken stakeholders zijn geïnternaliseerd. Voor de raad van Bestuur was 2015 een oogstjaar. Met tevredenheid kijkt de raad van Bestuur terug op de resultaten die de afgelopen vijf jaar zijn bereikt en op de in gang gezette beweging naar de toekomst. In deze paragraaf reflecteert de raad van Bestuur op haar eigen bijdrage aan het succes.
in gesprekDe leden van de raad van Bestuur spreken ieder jaarlijks met een viertal onderwijsteams, waaronder ook het Voortgezet Onderwijs van Amsterdam. Deze gesprekken, alsook de gesprekken met leerlingen en studenten, zijn bijzonder leerzaam. De raad van Bestuur realiseert zich dat de kwaliteit van het onderwijs zich niet uitsluitend laat uitdrukken in cijfers. Interesse in de ander en het aangaan van de dialoog zijn van wezenlijk belang om belangrijke thema’s boven tafel te krijgen. De raad van Bestuur heeft het gesprek met de medezeggenschapsraad en ook de directie van het Voortgezet een nieuwe impuls weten te geven. Meer dan voorheen wordt gezamenlijk gezocht naar oplossingen voor sturingsvraagstukken. Meer duidelijkheid is nog gewenst over wat het betekent om een gemeenschap te zijn: wat doen we met elkaar en wat doen we zelf?
VO
VA j
AA
rV
er
slA
g 2
015
10 11
VO
VA j
AA
rV
er
slA
g 2
015
gezellig en er worden veel herinneringen opgehaald.De eerste paal van de tijdelijke nieuwe locatie van het Hyperion lyceum aan de Docklandsweg wordt op 27 mei geslagen.
rOC Op Maat organiseert in mei weer een stagediner. Dit jaarlijkse evenement is bedoeld om alle stagebedrijven te bedanken voor hun bijdrage aan het onderwijs van onze leerlingen. In dezelfde maand komt er een groep Deense schooldirecteuren op werkbezoek bij rOC Op Maat Zuidoost. ja
nuar
i–m
ei
nieu
ws
2015
JanuariDe laatste maanden van de afzonderlijke scholen Hubertus vakschool en De berkhoff gaan in. De scholen bundelen hun krachten en starten in augustus als Hubertus & Berkhoff, De Culinaire Vakschool in een nieuw schoolgebouw.
Op 31 januari ontvangt het bredero beroepscollege een schenking van woning corporatie Ymere in de vorm van gereedschap. Door kenniscentrum Kenteq is Ymere uitgeroepen tot het beste leerbedrijf in de Randstad van 2014. Het prijzengeld is deels beschikbaar gesteld aan onze school vanwege de goede samenwerking op het gebied van techniekonderwijs.
Allereerste vOva scholenmarkt, in de Centrale OBA. Hiermee wordt ingespeeld op de nieuwe matchingsprocedure van Amsterdam: maak kennis met onze scholen vóór de open dagen.
Er is een nieuwe school geboren!
ansicht_A6_Hubertus & Berkhoff.indd 1 18-01-15 10:47
FebruariluCa-leerling amine wint de derde plaats bij de Amsterdam Cross Challenge, een veldloop voor scholieren, dwars door het Sloterpark en het Ruige Riet, met modder, hagel en kou.
Begin 2015 is het stelle College gestart met beroepspleinen. Daar kunnen leerlingen kennismaken met verschillende beroepen en ontdekken waar hun krachten liggen. In februari gaat een informatieve film over de beroepspleinen in première. Leerlingen van De nieuwe Havo mogen staatssecretaris Sander Dekker interviewen na diens TED Talk. Dit tijdens de vijfde editie van TEDYouth; het interview is te danken aan de goede relatie tussen De nieuwe Havo en TED.Leerlingen van de tobiasschool gaan op 18 februari in theater Frascati naar de Javaanse voorstelling Poppin’ Java van dansgroep Don’t Hit Mama. Een pittige voorstelling, dus het was een voordeel dat de kinderen niet helemaal onwetend de voorstelling in gingen. Die dinsdag ervoor hadden ze op school namelijk al van een paar professionals een leuke workshop gehad over Javaanse dans.
MaartFilm Eigentijds onderwijs, gemaakt voor de opening van de VOvA Onderwijsmiddag in maart: https://www.youtube.com/watch?v=Hob5byY6Q-YTechniekleerlingen van het bredero beroepscollege starten met het aanbrengen van duurzame verlichting op de Buiksloterweg (locatie van De nieuwe Havo). Dit maakt deel uit van De Groene Leerweg: een uniek programma voor duurzaamheid in het onderwijs. In 2013 zijn leerlingen van de techniekopleiding van het Bredero Beroepscollege
met extra lessen over de nieuwste duurzame verlichting. Na een positieve evaluatie van deze pilot is besloten De Groene Leerweg uit te breiden naar externe locaties. Dit
project sluit goed aan op de motie die de Tweede Kamer in 2014 heeft aangenomen. Doel van de motie is: onderzoeken hoe het onderwijs op integrale wijze kan worden verduurzaamd.De start van een mooi project in samenwerking met Foam Amsterdam waarbij leerlingen van De nieuwe Havo (derde leerjaar Cultuurplus) via het medium fotografie leeftijds genoten uit Brooklyn leren kennen.Leerlingen uit klas 2D van het Hyperion Lyceum organiseren hun eigen uitwisseling met een school in Boedapest en gaan daar in maart een week naar toe. In april volgt nog een uitwisselingsproject van derdeklassers met een school in het Italiaanse Bari.
aprilHet bedrijfsbureau en de centrale directie van het vOva nemen hun intrek in het nieuwste schoolgebouw aan de Zuidas.
Zeven tweedejaarsleerlingen van het Hyperion lyceum ronden met succes een collegereeks wereldgeschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam af. De leerlingen kregen deze colleges ter verdieping van hun reguliere lessen geschiedenis op het vwo.
MeiHet bredero lyceum en De nieuwe Havo krijgen het zogeheten basisarrangement van de Inspectie van OCW, het hoogst haalbare niveau.Voor het tweede jaar op rij wint het luCa de Kunst Koppelt Techniek Wisselbeker. Kunst Koppelt Techniek is een initiatief van het Amsterdamse Karel Appelhuis.Het stelle College organiseert een reünie voor leerlingen die tussen 2003 en 2014 de opleiding Sport, Dienstverlening en Veiligheid hebben gedaan. De opkomst is hoog (65 tot 70 oudleerlingen). Het is heel
VO
VA j
AA
rV
er
slA
g 2
015
12 13
VO
VA j
AA
rV
er
slA
g 2
015
Meerjarenbegroting
toelichting: het Voortgezet Onderwijs van Amsterdam hanteert voor dit onderwerp het model zoals verstrekt door het ministerie van OCW. De gegevens over de meerjarige continuïteit zijn gebaseerd op en rechtstreeks gekoppeld aan de leerlingprognoses. Voor 2016 verwachten we een kleine daling i.v.m. de overgang van de rOC Op Maat scholen naar het MBO van het rOCvA, in verband met de start van de entreeopleidingen met ingang van augustus 2016. Het kleine verlies aan leerlingen zal grotendeels gecompenseerd worden door de groei van de andere scholen.
toelichting: het bestuur van het VOvA heeft bepaald dat jaarlijks minimaal 1 procent van de baten wordt toegevoegd aan de reserves. Als gevolg van de wettelijk geregelde bekostiging vanuit OCW heeft de financieringsstructuur in 2014 geen wijzigingen te zien gegeven. Het huisvestingsbeleid, niet zijnde het gemeentelijke huisvestingsbeleid, is gericht op het actualiseren van de leeromgevingen binnen de
verschillende scholen. Op grond hiervan worden uit eigen middelen investeringen gedaan waarvan de afschrijvingskosten ten laste van het exploitatieresultaat worden gebracht. In 2015 is het meerjarenonderhoudsplan (MjOP) geactualiseerd. Aan de hand daarvan is de meerjaarlijkse afschrijvingslast bepaald en in de begrotingen meegenomen.
In de nabije toekomst (2017 en 2018) verwachten we een groei van 6,4 respectievelijk 2,3 procent. Hierover zijn de volgende opmerkingen te maken:• de inzet van middelen is rechtstreeks gekoppeld aan
leerlingaantallen en inkomsten;• de leerlingprognoses zijn gekoppeld aan de verwachte
ontwikkelingen wat betreft groei dan wel krimp.
2.8 Continuïteitsparagraaf
kengetallen en toelichtingen
Kengetal
Personele bezetting in FTE:- Management / Directie- Onderwijzend Personeel (OP, OOPd)- Overige medewerkers (OOPi)
tOtaal aantal fte’s:
leerlingaantallen:
2015
(per31/12)
21,3250,759,8
331,8
3.064
2016
(per31/12)
21,3261,454,1
336,8
3.033
2017
(per31/12)
21,3269,254,1
344,6
3.227
2018
(per31/12)
21,3277,354,1
352,7
3.301
balans
aCtiva:1. Vaste Activa:- Materiële Vaste Activa- Financiële Vaste ActivatOtaal vaste aCtiva:2. Vlottende Activa:- Voorraden- Vorderingen- liquide middelentOtaal vlOttenDe aCtiva:tOtaal aCtiva:Passiva:1. eigen Vermogen:- Algemene reserve- Bestemmingsreserve - PersoneelsvoorzieningtOtaal algemene reserve + voorzieningen:2. langlopende schulden:3. Kortlopende schulden:tOtaal Passiva:
2015 (=conform
jaarrekening)
1.748 5.881 7.629
- 1.079 5.786 6.865
14.494
5.300 189 373
5.862 -
8.632 14.494
2016
(=schatting)
2.010 5.881 7.891
-
1.100 2.765 3.865
11.756
5.862 -
373 6.235
- 5.521
11.756
2017
(=schatting)
1.910 5.881 7.791
-
1.100 2.756 3.856
11.647
6.212 -
373 6.585
- 5.062
11.647
2018
(=schatting)
1.814 5.881 7.695
-
1.100 2.788 3.888
11.583
6.574 -
373 6.947
- 4.636
11.583
( bedragen x €1.000)
VO
VA j
AA
rV
er
slA
g 2
015
14 15
VO
VA j
AA
rV
er
slA
g 2
015
raming van baten en lasten
toelichting: 1 exploitatieresultaat: in de begroting voor 2016 is
rekening gehouden met een budgettering en een kostenraming die ervoor moeten zorgen dat het exploitatieresultaat 2016 ontstaat vanuit de normale bedrijfsvoering. Het is geraamd op 1 procent van de baten.
2 risico’s en oplossingen: de bekostiging wordt beïnvloed door onzekerheden wat betreft de ontwikkeling van de leerlingaantallen als gevolg van concurrentie tussen scholen, de verminderde populariteit van het VMBO-onderwijs en de grotere populariteit van avo-onderwijs. De wijziging van de lwoo-bekostiging4 naar een type leerling dat normaal bekostigd wordt, heeft mogelijk negatieve gevolgen voor toekomstige baten. Die mogelijke gevolgen kunnen worden opgevangen door de formatie te verkleinen middels de flexibele schil en waar nodig tijdelijk personeel in te zetten.
3 risico’s en onzekerheden: hiervoor wordt verwezen naar onze jaarrekening.
4 risicobeheersing en controlesystemen: met behulp van een strikte planning- & control-cyclus en de AO/IC5 wordt maandelijks de exploitatieontwikkeling op zowel financieel als personeelsgebied nauwkeurig geanalyseerd en beoordeeld. Periodiek wordt gekeken of er zich in dezen nieuwe risico’s voordoen en of die om bijsturing vragen.
5 goedkeuring door toezichthoudend orgaan: de meerjarenbegroting zoals opgenomen in deze continuïteitsparagraaf maakt deel uit van de geconsolideerde meerjarenbegroting van stichting rOCvA. De in dit hoofdstuk genoemde meerjarencijfers zijn – op indirecte wijze – goedgekeurd door de raad van Toezicht.
4 lwoo: leerwegondersteunend onderwijs.5 AO/IC: Administratieve organisatie en interne controle.
Opmerkingen m.b.t. risicobeheerBinnen het VOvA wordt gewerkt volgens een vaste planning- en controlcyclus. jaarlijks wordt de begrotingscyclus gestart met de kader- en begrotingsbrief, waarin het kader en de aandachtspunten voor het opstellen van de (school)jaarplannen en bijbehorende deelbegrotingen zijn beschreven. De kader- en begrotingsbrief wordt afgestemd op die van het rOCvA en met name op die punten waar dat wenselijk wordt geacht.
De begroting wordt door de raad van Bestuur en de raad van Toezicht van het rOCvA vastgesteld en goedgekeurd.
Per quadrimester (viermaandelijks) wordt op basis van analyse en verantwoording door de afdeling Financiën van het VOvA in samenspraak met de afdeling Financiën van het rOCvA een uitgebreide managementrapportage opgesteld. Deze geeft de directie en het bestuur adequate sturingsinformatie op het gebied van onderwijs, personeel en financiën (in brede zin). Zo wordt bijvoorbeeld gerapporteerd over de ingezette personele formatie ten opzichte van de begroting, het ziekteverzuim en de financiële realisatie versus de begroting met een prognose van het exploitatieresultaat in het budgetjaar.
Binnen het VOvA wordt maandelijks een set managementinformatie vervaardigd en verspreid onder directie en schoolleiders op het gebied van personeel en financiën. Naast de planning- en controlcyclus is dit een aanvullend instrument om de belangrijkste risico’s te beheersen.
Deze maandelijkse rapportage geeft actuele inzage in belangrijke kengetallen op het niveau van zowel de stichting als de scholen. De managementinformatie bevat actuele informatie over ontwikkeling leerlingaantallen, over financiën (realisatie versus begroting) en over personeel (ziekteverzuim, verhouding PP/sP, fte-realisatie versus begroting).
Maandelijks wordt deze rapportage in het directieteam besproken en de mogelijk optredende risico’s geanalyseerd en indien nodig worden hierop maatregelen genomen ter voorkoming van ongewenste ontwikkelingen.
Het is binnen het VOvA gebruikelijk om, in overleg met de Dienst HrM van het rOCvA, boventallige medewerkers en uitkeringsgerechtigden te begeleiden van werk naar werk. Door de afwezigheid van reorganisaties betrof dit in 2015 vooral uitkeringsgerechtigden. De begeleiding naar een andere functie, binnen of buiten de organisatie, bestond uit een combinatie van verschillende activiteiten, zoals individuele- en groepsbegeleiding, workshops en job search.
Ten aanzien van het beleid op het gebied van risicobeheer m.b.t. het gebruik van financiële instrumenten wordt verwezen naar het onderdeel jaarrekening en de toelichting onder 5.7. M.b.t. het gevoerde (financieel) beleid) ten aanzien van uitkering en ontslag wordt verwezen naar de toelichting onder 6.1.
leerlingaantallen: 1. baten:- rijksbijdrage- Overige Overheidsbijdrage en subsidies- Overige BatentOtaal baten: 2. lasten:- Personeelslasten- Afschrijvingen- Huisvestingslasten- Overige lasten tOtaal lasten: salDO baten en lasten: sAlDO FINANCIËle BeDrIjFsVOerINg: FINANCIËle BATeN: buDget-resultaat: Dekking uit voorgaande jaren:Netto resultaat:
2015 (=conform
jaarrekening2015)
3.064
28.379 3.239 1.020
32.638
23.534 472
3.802 4.503
32.311
327
327
189
516
-
516
2016
(=conformMJB)
3.033
29.719 3.102 2.129
34.950
25.282 324
4.029 4.991
34.626
324
324
25
349
990
-641
2017
(=conformMJB)
3.227
30.790 2.922 2.193
35.905
26.040 330
4.070 5.134
35.574
331
331
25
356
-
356
2018
(=conformMJB)
3.301
31.713 2.922 2.259
36.894
26.821 337
4.110 5.288
36.556
338
338
25
363
-
363
( bedragen x €1.000)
VO
VA j
AA
rV
er
slA
g 2
015
16 17
VO
VA j
AA
rV
er
slA
g 2
015
toezicht houden De taak van de raad van Toezicht is die van werkgever, toezichthouder en adviseur. Daarbij volgt de raad van Toezicht de ontwikkelingen binnen de organisatie. Zo is de focus de laatste jaren verschoven van financiën naar onderwijs. Onderwijs is het eerste en belangrijkste agendapunt. Meer aandacht voor onderwijs van de raad van Toezicht sluit aan bij een landelijke ontwikkeling. Het is ook mogelijk, omdat het rOCvA en rOCvF de financiën goed op orde hebben. Het effect is zichtbaar: zeer zwakke opleidingen zijn er niet meer.De raad van Toezicht kent vier commissies die elk een aspect van het toezicht bestrijken: onderwijscommissie, auditcommissie, remuneratiecommissie en governance-commissie. De commissies volgen de voortgang; de hoofdlijnen worden besproken in de voltallige raad van Toezicht. In 2015 heeft de raad van Toezicht het functioneren van de commissies geëvalueerd en de samenstelling aangepast.De raad van Toezicht borgt de kwaliteit van het toezicht door zijn eigen functioneren jaarlijks te evalueren en door zorgvuldig te zijn in het werven van leden met de juiste expertise. Voor de verdieping van dit proces heeft de raad van Toezicht zich laten begeleiden door een deskundig bureau, dat meerdere raden van Toezicht in het mbo heeft begeleid. In lijn met de toegenomen focus op onderwijs, heeft de raad van Toezicht zich in 2015 verder verdiept in toezicht houden op het primair proces.
bijeenkomstenDe raad van Toezicht kwam in 2015 zes keer bij elkaar en besprak de volgende onderwerpen:•gemeenschap van mbo-colleges;•Toezicht op primair proces;•Meerjarenstrategie;•Macrodoelmatigheid;•Kwaliteitsplannen;•strategische kwalitatieve personeelsplanning;•Medewerkertevredenheidsonderzoek;•Nieuwbouw Almere Poort;•Q-rapportages;•jaarrekening;•remuneratiezaken;•evaluatie eigen functioneren.
schoolbezoekDe raad van Toezicht maakte in 2015 tweemaal een rondgang langs mbo-colleges en vo-scholen. De eerste keer was het thema passend onderwijs en het terugdringen van voortijdig schoolverlaten, waarbij de begeleiding van de student centraal stond. Hierover sprak de raad van Toezicht met studenten en medewerkers van het loopbaan expertise Centrum. De tweede keer maakte de raad van Toezicht kennis met de opleidingen Techniek, Mobiliteit en Handel & Ondernemen. Ook bezocht hij het nieuwe gebouw van de VOvA-school Hubertus & Berkhoff.De voorzitter van de onderwijscommissie had in 2015 regelmatig contact met de centrale studentenraad en de ondernemingsraden. Ook bezocht hij de management-conferentie in februari en de studentenraadconferentie in mei. De voltallige raad van Toezicht had in 2015 eenmaal een overleg met de ondernemingsraad van het rOCvF.
MeerjarenstrategieIn november 2015 vond de reis naar 2020 plaats, een bijeenkomst met 547 deelnemers, onder wie 130 studenten, waarin de toekomst werd verkend: hoe ziet onze school eruit in 2020 en hoe komen we daar? De voorzitter van de onderwijscommissie was daarbij aanwezig. De raad van Toezicht vindt het positief te zien dat studenten van het rOCvA en rOCvF de ruimte krijgen hun zegje te doen en dat zij die ruimte volop benutten .een van de uitkomsten van de dag was dat de school voor studenten een ontmoetingsplek is. Dat betekent dat veel gevraagd wordt van de begeleiding door docenten. Zeker nu in de komende jaren veel docenten met pensioen zullen gaan, zal de raad van Toezicht extra aandacht schenken aan de manier waarop de kwalitatieve personeelsplanning door het rOCvA en rOCvF vormgegeven wordt.
nieuwbouw almere Poorteen van de onderwerpen van gesprek met de ondernemingsraad van het rOCvF was de nieuwbouw in Almere Poort. Twee jaar geleden was het plan on hold gezet, met het idee de demografische ontwikkelingen af te wachten en nog eens te kijken of er geen alternatieven waren, zoals het opknappen van de huidige locatie of het gebruiken van een bestaand kantoor. De ondernemingsraad wilde graag dat het project weer opgepakt zou worden, terwijl de raad van Toezicht daar voorzichtig in was. Op advies van de raad van Bestuur en de auditcommissie besloot de raad van Toezicht in 2015 in te stemmen met de nieuwbouw.
kwaliteitsplanDe onderwijscommissie houdt toezicht op de kwaliteit van het onderwijs door inspectierapporten en resultaten van tevredenheidsonderzoeken te bespreken. Onderwerpen die zij belangrijk vindt, brengt zij herhaaldelijk onder de aandacht. een voorbeeld daarvan is het kwaliteitsplan: dit is inhoudelijk besproken in de onderwijscommissie. Naar aanleiding hiervan heeft de onderwijscommissie de raad van Bestuur geadviseerd het onderwijskundig leiderschap en de implementatiekracht van de directies van de mbo-colleges in beeld te brengen. Dit is van cruciaal belang voor het slagen van het plan. De implementatie zal door de onderwijscommissie gevolgd worden en worden geagendeerd in de raad van Toezicht.
Organisatie in mbo-collegesHet rOCvA en rOCvF zijn grote organisaties met krachtige mbo-colleges. De raad van Toezicht is met de minister van OCW van mening dat de kracht van het onderwijs zit in sterke mbo-colleges. De raad van Toezicht is van mening dat het rOCvA en rOCvF er verstandig aan doen de krachten te blijven bundelen en gezamenlijk te sturen op kwalitatief goed onderwijs, goede gebouwen en directies die ook echt de verantwoordelijkheid kunnen nemen.
goedkeuring Jaarverslag 2015Na kennisneming van het accountantsverslag heeft de raad van Toezicht in zijn vergadering van 23 mei 2016 het jaarverslag 2015, inclusief de jaarrekening 2015, goedgekeurd.
De raad van toezicht van koepelstichting rOC van amsterdam en rOC van FlevolandMevrouw mr. g.H. Fabervoorzitter
2.9 verslag raad van toezicht
VO
VA j
AA
rV
er
slA
g 2
015
18 19
VO
VA j
AA
rV
er
slA
g 2
015
Ook in 2015 hanteert het VOvA de algemeen bekende vier P’s als leidraad voor zijn strategie en beleid: presteren, professionaliseren, profileren en positioneren. Deze vier P’s doen zich bij diverse beleidsthema’s voor. ‘Presteren’ gaat over kwaliteit, kwaliteit van het onderwijs en alles wat daarmee samenhangt. ‘Professionaliseren’ spreekt voor zich: hoe worden docenten en andere betrokkenen nog beter in hun vak, hoe kunnen ze zich aanpassen aan, dan wel inspelen op veranderingen in het onderwijs? ‘Profileren’ en ‘positioneren’ voegen we hier samen onder de noemer markt. We stellen dat tal van beleidslijnen en resultaten betrekking hebben op meerdere P’s, dan wel op kwaliteit, markt en/of professionalisering, zoals het thema samenwerking. In het hiernavolgende worden diverse onderdelen van onze strategie en ons beleid onder de noemer kwaliteit, professionalisering of markt geschaard. Vervolgens schenken we aandacht aan enkele andere, aanverwante onderwerpen.
strategie & beleid
3.1 kwaliteitDe kwaliteit van ons onderwijs is over de hele linie op orde, aldus de Onderwijsinspectie. Alle scholen werken volgens de PDCA cyclus.6 De VOvA-scholen hebben ‘groen’ gekregen van de Onderwijsinspectie en laten een goed onderwijsrendement zien. Het VOvA wil leerlingen, docenten en onderwijsondersteunend personeel een goede leeromgeving bieden, scholen waar uitstekend onderwijs wordt gegeven, zowel op individueel niveau als in groepen.Het VOvA streeft naar eigentijdse, vreedzame scholen waar een persoonlijke benadering en socialiseren centraal
staan. Alle VOvA-scholen maken bijvoorbeeld gebruik van plusdocumenten, waarin de brede vorming van de leerlingen naar voren komt, wat onder meer blijkt uit de extra onderdelen van hun curriculum die erin zijn vastgelegd. Opbrengstgericht werken wordt net als excellentie overal in het Nederlandse onderwijs aangemoedigd, en ook bij het VOvA. Daar komt bij dat zowel de centrale overheid als de gemeente Amsterdam (denk aan ‘Amsterdam smart City’) veel waarde hecht aan moderne techniek, en dat beide overheden scholen stimuleren om beurzen voor medewerkers en leerlingen aan te vragen.
Bovendien spant de gemeente Amsterdam zich in, om de scholen in de verschillende delen van de stad verder te versterken. Het VOvA heeft hier veel baat bij en wil hier een voorhoederol in innemen.
3.2 ProfessionaliseringVoortdurend werkt het VOvA aan de nadere professio-nalisering van docenten en ander personeel. Prettige en betrouwbare empowering-didactiek, aansluitende leerculturen: bij ons staan ze centraal.We maken intensief gebruik van de lerarenbeurs, van loopbaancoaches en bieden trainingen aan. schoolleiders
6 PDCA-cyclus: Plan, Do, Check, Act, ofwel de kwaliteitscirkel van Deming, zeer geschikt voor kwaliteitsmanagement en het oplossen van problemen.
VO
VA j
AA
rV
er
slA
g 2
015
20 21
VO
VA j
AA
rV
er
slA
g 2
015
worden nauw betrokken bij de beleidsvorming. leerlingen en medewerkers krijgen zo veel mogelijk ruimte voor het uitwisselen van kennis en ervaring en voor interne mobiliteit. Zo vond in maart 2015 weer een onderwijsmiddag voor alle VOvA-docenten plaats, en nemen alle scholen deel aan het leernetwerk school aan Zet.elke school heeft een eigen, op maat gemaakt programma van scholing opgesteld. leidend daarbij zijn de kwaliteits-doelstellingen uit het jaarplan van de school in kwestie en de ontwikkelbehoefte van het team. er vinden scholingen voor hele teams of delen daarvan plaats op het gebied van bijvoorbeeld klassenmanagement, differentiëren, rekenen. De nieuwe beroepsgerichte programma’s in het VMBO en loopbaancoaching. ruim veertig docenten hebben een lerarenbeurs aangevraagd bij de gemeente Amsterdam, voor diverse doelen: cursussen voor tweetalig onderwijs, maatwerk in de klas, klassenmanagement en vakinhoudelijke bijscholing.VOvA breed is gestart met een derde lichting lC scholing. Ook zijn een aantal docenten en schoolleiders samen met een lid van de bovenschoolse directie op bezoek geweest op de High-Tech-High scholen in san Diego (Vs), om inspiratie op te doen en te leren voor onderwerpen als: making education; Project Based learning en het mixen van leerlingen met verschillende onderwijsniveaus. Deze deskundigheidsbevordering is terug te zien in de vorming van het eigentijdsonderwijs initiatief: leergemeenschap020 en in de VOvA scholen op bepaalde vernieuwingen in de afdelingen Techniek ICT en in de ZonneAcademie.
3.3 MarktHet VOvA biedt een breed scala aan opleidingen aan, van praktijkonderwijs tot vwo, op veilige, kleine tot middelgrote scholen verspreid over heel Amsterdam. Alle scholen hebben een duidelijk profiel, deels dankzij meerjarige marketingplannen. De diverse profielen worden ondersteund door één fundament van dezelfde kernwaarden: aandacht, ambitieus, betrouwbaar, prettig en vakkundig.De ZonneAcademie is een onderwijsprogramma waarin leerlingen van het Bredero Beroepscollege, de Bredero Mavo, De nieuwe Havo en het Hyperion lyceum samen een technologieproject tot stand brengen. Waar dat zinvol en mogelijk is, bundelen de scholen en hun leerlingen dus de krachten. In januari 2015 organiseerden alle vestigingen van het VOvA een gezamenlijke scholenmarkt op de zevende etage van de Centrale OBA. Basisscholieren konden langs deze weg een indruk krijgen van ons complete aanbod.De VOvA-scholen in Noord profiteren volop van de algehele groei van dat stadsdeel. Ze waren in 2015 een speerpunt van ons beleid, en dat heeft vruchten afgeworpen.Het was ook het jaar van de nieuwbouw en verhuizingen. De Berkhoff en de Hubertus Vakschool betrokken samen een nieuw gebouw, waarbij de teams en onderwijsprogramma’s van beide scholen werden samengevoegd. Verder werd de Tobiasschool grondig
gerenoveerd, is het Hyperion lyceum verplaatst en uitgebreid ter voorbereiding op de definitieve huisvesting, en is het startsein gegeven voor een nieuw pand van het stelle College op het Zeeburgereiland in Amsterdam-Oost.recente en huidige ontwikkelingen in de onderwijssector bieden genoeg kansen voor verdere progressie. Zo maakt de nieuwe Vakmanschapsroute het leerlingen mogelijk langer in het VMBO te verblijven en diploma’s te stapelen. Ook zal het VOvA inspelen op de invoering van een eigentijds, nieuwe brede, beroepsgerichte programma’s, die deel uitmaken van de ontwikkeling naar VMBO-onderwijs waar het leren maken van keuzes door de leerlingen heel belangrijk is.
3.4 innovatieHet VOvA maakt dankbaar gebruik van de ver dooront-wikkel de ICT van tegenwoordig, die, mits goed toegepast, krachtige, boeiende leeromgevingen oplevert, mede dankzij het uitstekende didactische gereedschap dat hiermee beschikbaar is. Inmiddels hebben alle vestigingen wifi, hebben 48 lokalen extra een beamer en is er digitaal werken ingevoerd. Voorbeelden van dat laatste zijn leerlingvolgsystemen (zoals Presentis op onder andere de lUCA Praktijkschool), elektronische leeromgevingen (elO, zoals Peppels.net op onder meer de Bredero Mavo) en sharepoint. Ook hebben al onze docenten inmiddels een tablet. De scholen van het VOvA móeten en willen zich ook wel blijven vernieuwen, versterken, want de onderwijskwaliteit moet op peil worden gehouden en waar nodig of mogelijk verhoogd, dit vaak ook als gevolg van vragen vanuit de markt (ouders en leerlingen). De Hubertus&Berkhoff zijn sinds augustus 2015 gestart met de Vakmanschapsroute in leerjaar 3 van het Vmbo. leerlingen kunnen in een verkort traject in een doorgaande route het niveau 2 behalen van het MBO voor gastvrouw en gastheer en bakkerij.
Aantrekkelijk, goed onderwijs vraagt om sterke, ver-nieuwende plannen en bijbehorende investeringen. Het VOvA wil dan ook consequent, structureel innoveren. De investeringen zijn benoemd in de financieringsagenda en de plannen in de innovatieagenda.
Innovatie in relatie onderwijskwaliteit, vindt plaats over meerdere jaren en zal het belangrijkste onderwerp zijn voor de komende jaren voor de scholen van het Voortgezet Onderwijs van Amsterdam. De investeringen die hiermee gemoeid zijn, zijn tot uitdrukking gebracht in begroting 2016.
Voor wat betreft de voorgenomen innovatieprojecten is een aparte (project)begroting, de zogenoemde Financieringsagenda 2016, opgesteld waarin de projecten afzonderlijk zijn begroot. In de financiële gegevens is de begroting voor 2016 opgenomen waarin de financiering van de innovatieprojecten zijn verwerkt.
3.5 Medezeggenschap en maatschappelijke betrokkenheid
Wat de inspraak van ouders betreft, de meeste van onze scholen hebben inmiddels een ouderraad. We hebben het schoolkompas vo voor ouders en basisscholen ingevoerd.In 2015 is het onderwerp medezeggenschap actief uitgediept. Tevens zijn we gestart met de invoering van een nieuwe medezeggenschapsstructuur, die in 2016 wordt voortgezet.De lUCA Praktijkschool heeft in 2015 een leerlingenraad gekregen, en die van het stelle College en het Hyperion lyceum zijn officieel van start gegaan.
Het VOvA heeft maatschappelijke betrokkenheid hoog in het vaandel staan. In dit jaarverslag treft u nieuwsberichtjes over onze scholen aan waaruit dit blijkt, zoals dat over de actie ‘Amsterdam verwelkomt vluchtelingen’ van de Tobiasschool en de bijdrage van leerlingen van het Bredero Beroepscollege aan de organisatie van de expositie ‘Het andere verhaal’.
3.6 samenwerkingHet VOvA streeft naar optimale doorstroommogelijkheden van alle vormen van voortgezet onderwijs naar MBO, HBO en WO, en heeft dan ook uitstekende contacten met het vervolgonderwijs, om te beginnen met het rOC van Amsterdam (onze scholengroep valt onder hetzelfde bestuur), een onderwijsinstelling met vooral veel MBO-opleidingen. De overstap van ons VMBO naar het MBO is daardoor eenvoudig. De VOvA-scholen rOC Op Maat West en Zuid-Oost werken met het rOC van Amsterdam samen voor het opleiden van niveau 2-leerlingen en voor hun entreeopleidingen op het gebied van zorg en welzijn.7
leerlingen van het VOvA hebben goede doorstroom-mogelijkheden, van het voortgezet onderwijs naar MBO, HBO en WO. Vanuit de Bredero Mavo, De nieuwe Havo en het Hyperion lyceum werken bijvoorbeeld nauw samen met het HBO en de universiteiten van Amsterdam. Verder hebben onze scholen goed contact met de scholen in het basisonderwijs. Het VOvA neemt deel aan diverse schooloverstijgende overlegstructuren:- Overleg schoolbesturen Voortgezet Onderwijs (OsVO);- VO regiobestuur Amsterdam;- samenwerkingsverband Amsterdam en de regio
overleggen van het samenwerkingsverband Praktijkonderwijs Amsterdam sPA en het stedelijk overleg nevenvestiging zorg;
- Directeurenoverleg Amsterdam-Noord (DOVAN);- Overleg Hyperion lyceum met de categorale gymnasia
en Amsterdams lyceum (het Barlaeus gymnasium, Vossius gymnasium, 4e gymnasium,
st. Ignatiusgymnasium); - Platform Masterplan Techniek Amsterdam;- Overleg voor de afstemming met en doorstroom naar
vervolgonderwijs MBO, HBO en WO in Amsterdam;- In het kader van de ZonneAcademie met vertegen-
woordigers van het Technisch bedrijfsleven; HBO opleidingen; actieve industrie; ICT.
3.7 aandachtspuntenUiteraard waren en zijn er punten die in 2015, nu en in de toekomst, nadere aandacht behoeven. De landelijke gemiddelde personeelslast (gPl) stijgt, waardoor begrotingen onder druk komen te staan. Het ministerie van OCW hecht terecht grote waarde aan verdere professionalisering, aan steeds deskundiger personeel. Dit houdt de organisatie scherp en maakt die beter, maar het kost ook veel tijd, energie en geld. Wat de financiën betreft, de langdurige cao-onderhandelingen van de VO-raad en werknemersorganisaties maken begroten er niet eenvoudiger op.
Ook heeft het huidige regeringsbeleid negatieve gevolgen voor de bekostiging van het vo, en kan de decentralisatie van taken van rijk naar gemeenten tot onzekerheid en tegenvallende financiële resultaten leiden. Dit laatst geldt ook voor de invoering van het nieuwe stelsel voor passend onderwijs, en voor het feit dat sommige onderwijssoorten last hebben van teruglopende leerlingaantallen dat andere Amsterdamse schoolbesturen van plan zijn nieuwe scholen in de stad te beginnen. Dit kan eveneens gevolgen hebben.
een aantal onderwerpen vergen blijvende aandacht uit de voorgaande jaren en zijn daarom ook belangrijk voor de langere termijn. Deze zijn: stabilisatie van de marktpositie, verdergaande intensivering van de professionalisering van medewerkers, en het verstevigen van de samenwerking met het MBO, HBO en WO. Tot slot worden nog genoemd: de versteviging van de PDCA cyclus en de participatie van ouders en leerlingen.
7 Niveau 2 en entree: dit zijn kwalificatieniveaus. entree is het laagste niveau, een leerling die niveau 2 heeft gedaan kan aan de slag als uitvoerend beroepsbeoefenaar. Vroeger heette dit ‘kort MBO’.
VO
VA j
AA
rV
er
slA
g 2
015
22 23
VO
VA j
AA
rV
er
slA
g 2
015
Maatschappelijke betrokkenheid • ‘Amsterdamverwelkomtvluchtelingen’,eenburgerinitiatiefwaardeTobiasschoolinseptembereen
bijdrage aan levert;• LeerlingenvanhetBrederoBeroepscollegeontvangenop1aprilvanCobyvanBerkum,voorzittervan
de bestuurscommissie van stadsdeel Noord, een certificaat voor hun bijdrage aan de organisatie van deexpositie‘Hetandereverhaal’.DitiseeninitiatiefvanrabbijnLodyvandeKampenjongerenwerkerSaidBensellam;
• LeerlingenvanHavo5BrederoLyceumhebbenmeegewerktaanReadmyWorld2015(oktober)• Januari2015:benefietavondmeteenveilingvoorstichtingGeredGereedschap,zodateenkistmetopgeknaptgereedschapkanwordenverstuurdnaareenvakschoolindeBabunoValleiinKameroen.Het is de eindopdracht van het project ‘Student helpt Student’ van vijf leerlingen 6 vwo van het BrederoLyceum.
• DenieuweHavo:ondernemersweekvoorbrugklassersdietraditiegetrouwwordtafgeslotenmeteenkerstmarkt.Deopbrengstisvoorhetgoededoel‘DayforChange’
• HyperionLyceum:NachtvandeVluchteling(mei),sponsoractieMuziekvoorKinderenmetalsafsluitingeenbenefietconcert(september),inzamelenvoordeVoedselbank(december,voordederdekeer),Dance4Life(tweedeklassers).
• 2november:leerlingenvanhetHyperionLyceumenHubertus&BerkhoffgaaninderaadzaalvanhetstadhuisingesprekmetraadslidReiniervanDantzig(D66),alsdeelvaneengroepleerlingenvanelfAmsterdamse middelbare scholen die hun ideeën over het thema onderwijs mochten delen. Dit alles gebeurde in het kader van de Week van de Stad 2015.
• ROCOpMaatWestorganiseertdiversedinersvoorcliëntenvandeVoedselbank,waarondertweekerstdiners.
Markt en innovatie• InoktoberwerddepilotvandeZonneAcademiefeestelijkafgesloten,enmeteengingeentweedejaarvanstart.DeZonneAcademieiseenonderwijsprogrammawaarinleerlingenvanhetBrederoBeroepscollege,deBrederoMavo,DenieuweHavoenhetHyperionLyceumnaschooltijdlerenensamenwerkenaaneentechnologieproject.Hunproduct: een duurzame dj-booth
• StartvaneenwerkgroepvoornieuwbouwophetZeeburgereilandinAmsterdam-Oost• AftrapLeergemeenschap020,eenvernieuwendsamenwerkingsprogrammavoorleerlingenvanhetVMBOtotenmethetgymnasium
• EennieuwsamenwerkingsprojectvanBrederoMavoenDenieuweHavomethetHBOenhetMBO.
Hig
hlig
hts
Hig
hlig
hts
VO
VA j
AA
rV
er
slA
g 2
015
24 25
VO
VA j
AA
rV
er
slA
g 2
015
resultaten en kerngegevens vOva-scholen 2015
VO
VA j
AA
rV
er
slA
g 2
015
26 27
VO
VA j
AA
rV
er
slA
g 2
015
4.1 Onderwijs
tabel 1.1 aantal leerlingen
tabel 1.2 examenresultaten 2015
tabel 1.3 tevredenheid leerlingen en ouders
Tobiasschool
LUCA Praktijkschool
ROC Op Maat Zuidoost
ROC Op Maat West
Bredero Beroepscollege
Stelle College
Hubertus & Berkhoff
Bredero Mavo
De nieuwe Havo
Hyperion Lyceum
Totaal
Tobiasschool
Bredero Beroepscollege
Stelle College
Hubertus Vakschool
De Berkhoff
Bredero Mavo
De nieuwe Havo
Bredero Lyceum/De nieuwe havo
Bredero Mavo
Bredero Beroepscollege
Hyperion Lyceum
Hubertus Vakschool
De Berkhoff
Stelle College
Tobiasschool
LUCA Praktijkschool
Aantal leerlingen
183
144
91
123
345
229
517
323
473
636
3.064
Basis Kader
BasisKader
BasisKader
BasisKader
BasisKader
leerlingen
6,7
6,9
5,8
8,3
8,2
7,0
6,6
7,5
8,3
leerlingen
6,7
6,4
6,0
7,2
9
7,3
6,4
7,9
7,4
Waarvan mbo-leerlingen
26 Aka/entree 14 Niveau 2VO-leerlingen:51
26 Aka/entree20 Niveau VO-leerlingen:77
% school
86,4100,0
73,879,2
100,083,3
95,596,0
95,297,6
100,0
83,7
ouders
6,6
7,8
6,8
8,4
8,1
7,6
7,0
7,5
7,7
ouders
6,9
7,8
7,9
8
8,8
8,2
7,5
7,8
7,7
Aanbod
Vmbo-basis en -kader: dienstverlening en commercie
Praktijkonderwijs
Vmbo-basis en -kader: economie en zorg welzijn
Vmbo-basis en -kader:economie, horeca, zorg en welzijn (sport) en techniek
Vmbo-basis en -kader:dienstverlening en commercie, economie, horeca en techniek
Dienstverlening en commercie
Horeca, bakkerij en toerisme
Vmbo-T en ICT-profiel
Havo / Vwo
Vwo
% landelijk
97,695,2
97,695,2
97,695,2
97,695,2
97,695,2
94,4
87,6
Ten opzichte van 2014 is het leerlingaantal licht gestegen, met 4 procent. De groei vond vooral plaats bij de avo-scholen. De scholen van rOC Op Maat telden in 2015 52 entree-/Aka-leerlingen en 34 Niveau 2-leerlingen. Het percentage voor leerwegondersteunend onderwijs (lwoo) bleef ongeveer gelijk voor alle scholen. Samen verzorgen de ROC Op Maat opleidingen voor de VO leerlingen (60% van het aantal leerlingen) aka/entree programma’s.
De meeste scholen hebben een examenresultaat dat dicht bij of zelfs boven het landelijk gemiddelde ligt.
Tevredenheid van zowel ouders als leerlingen is een belangrijk aandachtspunt voor het VOvA. Het doel is een 7 of meer. Dit wordt door steeds meer scholen bereikt.
enquête 2013 enquête 2015
VO
VA j
AA
rV
er
slA
g 2
015
28 29
VO
VA j
AA
rV
er
slA
g 2
015
Doorstroom naar het mbo (rOC van amsterdam)De VMBO-scholen van het Voortgezet Onderwijs van Amsterdam zijn belangrijke partners voor het MBO van het rOC van Amsterdam; ze staan in de top-10 van toeleveranciers voor het rOCvA. er zijn in diverse geledingen afspraken gemaakt om de samenwerking tussen de VOvA-scholen en de MBO-colleges te
intensiveren. een belangrijk meetinstrument voor de doorstroom is het bindingspercentage. Dit is het aantal geslaagden van een vo-school dat ook daadwerkelijk doorstroomt naar het rOCvA. Als bijvoorbeeld 90 van de 100 geslaagden doorstromen naar het rOCvA is het bindingspercentage 90 procent.
tabel 1.4 bindingspercentage scholen geslaagden en doorstromers8 tabel 2.1
tabel 2.2
tabel 2.3
Tobiasschool
Bredero Beroepscollege
Stelle College
Hubertus Vakschool
De Berkhoff
Bredero Mavo
54%
96%
81%
81%
100%
62%
Vmbo-scholen Kengetal
Verhouding man/vrouw (in fte’s)
Verhouding vast/tijdelijk (in fte’s)
Kerngetal
Kerngetal
Kerngetal
Bindingspercentage
4.2 Personeel
Het aantal fte’s is in 2015 licht toegenomen. De verhouding man/vrouw is vrijwel hetzelfde gebleven. Het ziekteverzuim is in 2015 gedaald ten opzichte van 2014, zowel wat betreft de langdurig als de niet-langdurig zieken. Ook de leeftijdsopbouw is veranderd: de scholen hebben meer jonge docenten in dienst genomen.
2014
fte
22,1 245,759,1
327,5
2014
fte
160,5167
327,5
2014
fte
275,252,3
327,5
2015
21,3 250,759,8
331,8
2015
161,5170,3
331,8
2015
(per 31/12)
277,354,4
331,8
2014
%
7%75%18%
100%
2014
%
49%51%
100%
2014
%
84%16%
100%
2015
%
6,4%75,6%18%
100%
2015
%
48,7%51,3%
100%
2015
%
83,6%16,4%
100%
Personele bezetting in FTE- Management / directie- Onderwijzend personeel (OP, OOPd)- Overige medewerkers (OOPi)
Totaal
Man Vrouw
Totaal
VastTijdelijk
Totaal
tabel 2.4
Gemiddeld ziekteverzuim
Kerngetal
2014
6,20%5,00%
2015
(per 31/12)
5,9%4,6%
Inclusief langdurig ziekenexclusief langdurig zieken
8 Bron: interne cijfers VOvA en rOCvA.
VO
VA j
AA
rV
er
slA
g 2
015
30 31
VO
VA j
AA
rV
er
slA
g 2
015
tabel 2.5
Leeftijdsopbouw verdeling in %
Kerngetal
18-24
0,82.1
25-34
16,017,8
35-44
20,818,6
45-54
25,325,5
55+
37,036,1
fte totaal
327,5331,8
20142015
4.3 iCtHet VOvA heeft niet alleen op het vlak van onderwijs en personeel positieve resultaten geboekt, maar ook op andere gebieden die noodzakelijk zijn voor een goede organisatie en dito onderwijs, bijvoorbeeld ICT. Inmiddels hebben bijna alle docenten de beschikking over een tablet en is het aantal beamers, smartboards en wifi-punten in onze gebouwen fors uitgebreid.
4.4 Duurzaamheideen belangrijk punt van aandacht is het bewuster gebruik van energie in de verschillende gebouwen. In nauw overleg met de beheerders van de scholen is hiervoor een actieplan opgesteld en ingevoerd met als doel het energieverbruik te verminderen.
4.5 klachtenafhandelingTot slot kunnen we hier melden dat alle klachten van zowel ouders als leerlingen naar tevredenheid zijn afgehandeld.
VO
VA j
AA
rV
er
slA
g 2
015
32 33
VO
VA j
AA
rV
er
slA
g 2
015
JuniLeerlingen van de bredero Mavo brengen AmsterdamNoord in kaart: project Metropolis Amsterdam onder begeleiding van stichting Bekijk ’t. Metropolis Amsterdam is een concreet voorbeeld van hoe de Bredero Mavo de verbinding aangaat met omwonenden, de buurt. Een project waarbij leerlingen in aanraking komen met wat er in de wijk te doen is, wat er speelt en wie er woont. En andersom, de wijk komt in aanraking met onze leerlingen en hun talenten. Buurtbewoners, leerlingen en de verschillende bedrijven en instellingen zijn het erover eens: het is belangrijk om op een goede manier met elkaar in contact te komen, je samen verantwoordelijk te voelen voor de wijk en je daar thuis te voelen.De kennismakingsdag voor de eerstejaars leerlingen in het nieuwe schoolgebouw Hubertus & berkhoff. Een bijzonder moment.
Op maandag 29 juni vindt in het Ketelhuis (Westerpark) het vMbO Filmschool Festival plaats. Twee jaar heeft stichting Bekijk ‘t samen met docenten van de bredero Mavo een groep leerlingen van de school kennis laten maken met alle facetten van het filmvak. Het evenement van 29 juni is een feestelijke afsluiting met de premières van de gemaakte producties: een echt filmfestival in een echt filmhuis.Derdejaarsleerlingen van het Hyperion lyceum winnen de Bronzen Walvis van Tube Your Future 2015. Tijdens deze video wedstrijd schetsen leerlingen letterlijk hun eigen beeld van de bètaberoepen.
nieu
ws
2015
Juli/augustusSchooljaar 20152016 gaat van start. De nieuwste vmboschool van Amsterdam de Hubertus & berkhoff opent de deuren. elly loman treedt aan als nieuwe rector van het Hyperion lyceum en rob van bever begint als nieuwe schooldirecteur bij het luCa. Voor het bredero lyceum betekent dit de start van hun allerlaatste schooljaar, met 100 examenleerlingen. De school heeft aan de basis van de start van het Hyperion lyceum en De nieuwe Havo gestaan. De nieuwe Havo richt zich volledig op Havoleerlingen, het Hyperion Lyceum op vwo’ers.
septemberEnkele leerlingen van het bredero beroepscollege zijn op 22 september als eregast aanwezig bij de heropening van museum Ons’ Lieve Heer op Solder, waar ze koningin Máxima ontmoeten en met haar in gesprek gaan over het onderwerp tolerantie. Rapper Akwasi zingt het lied dat hij speciaal voor deze middag heeft gemaakt. Voor de tekst heeft hij zich laten inspireren door leerlingen van drie scholen, waaronder het Bredero Beroepscollege. Onderbouwleerlingen van het stelle College zijn onder de indruk van de voorstelling Klappen voor Bart bij wijze van inleiding op de landelijke Week tegen Pesten.
OktoberEen fantastisch moment voor de tobiasschool. Op 18 februari lopen medewerkers en leerlingen van de tijdelijke huisvesting met elkaar naar het nieuwe schoolgebouw. Niet om les te krijgen of om lokalen te inspecteren, maar om iets bijzonders met elkaar te doen: de grondsteen in het hart van de school leggen.
novemberOp 2 november, om 08.45 uur, is dan echt het moment daar. De opening van de nieuwe school voor leerlingen en personeel van de tobiasschool.
Schrijfster anna van Praag komt op bezoek bij derdejaarsleerlingen van De nieuwe Havo om te vertellen over haar boek Een heel bijzonder meisje.Op 26 november vindt de officiële opening plaats van het nieuwe schoolgebouw van Hubertus & berkhoff, De Culinaire Vakschool. Eerder die maand wordt ook het boek van Laura Jonkhoff gelanceerd over de historie van beide scholen: De Berkhoff & Hubertus Vakschool. Herinneringen aan culinair onderwijs in Amsterdam.
December: Op 1 december vindt de feestelijke opening van het vernieuwde schoolgebouw van het Hyperion plaats. De verplaatsing en uitbreiding aan de Docklandsweg heeft in ju
ni-d
ecem
ber
slechts 6 weken op innovatieve wijze plaatsgevonden. Vierdejaarsleerlingen van het luCa nemen samen met bewoners van het Flevohuis in AmsterdamOost deel aan het fotografieproject ‘Twee keer kijken’ van fotografiemuseum Foam. Bij ‘Twee keer kijken’ worden twee generaties met elkaar in contact gebracht. Door vijf weken lang week samen te fotograferen, leren jongeren en ouderen elkaar beter kennen en komen ze allemaal meer te weten over straat en portretfotografie. Verder schrijft leerlinge Melanie Hol haar eerste roman, Big Mistakes.De Hubertus & berkhoff ontvangt als nieuwe school de schoolkantine schaal 2015 van het Voedingscentrum. Een maand eerder nam het Hyperion deze schaal voor het 3e jaar op rij ook in ontvangst.
VO
VA j
AA
rV
er
slA
g 2
015
34 35
VO
VA j
AA
rV
er
slA
g 2
015
Financiële gegevens
5.1 kerncijfers vOvaDe belangrijkste cijfers en kengetallen over 2015 en 2014: 5.2 Fiscale eenheid
Voor de Omzetbelasting vormen stichting rOC van Amsterdam, stichting rOC Flevoland en de stichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam een fiscale eenheid. Hoofd van de fiscale eenheid is de koepelstichting.
5.3 resultaatDe stichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam heeft een positief resultaat behaald van € 516.698. Het begrote exploitatieresultaat voor 2015 was € 337.000. De belangrijkste oorzaken van het verschil van € 179.698 ten opzichte van de begroting zijn de volgende:
Voor de jaarrekening 2015 zijn de leerlingentellingen van 2014 van belang omdat de rijksbekostiging wordt gebaseerd op de aantallen leerlingen van de voorafgaande oktobertelling.
Financiële gegevens en kengetallen
1 Totale baten2 Totale lasten3 resultaat boekjaar4 eigen Vermogen (eV)5 Totaal Activa
6 Weerstandsvermogen * 7 solvabiliteitsratio8 Kapitalisatiefactor9 liquiditeit (factor)10 rentabiliteit * definities van de ratio’s zijn opgenomen onder paragraaf 5.711 rijksbijdrage / totale baten (excl. rente)12 Personele lasten / totale lasten13 Totale lasten / aantal leerlingen (per 1/10) aantal deelnemers/leerlingen 1 VO2 MBO totaal
1 en 2 VMBO+AVO (zonder lWOO) 3 en 4 VMBO b+k (zonder lWOO) 3 en hoger VMBO-t + AVO (zonder lWOO) 1 en 2 lWOO b+k+t 3 en 4 lWOO b+k 4 en 4 lWOO t PrO MBO 1 (AKA/rOC Op Maat) totaal
Personeel in dienst per 31 december
1 OOP en OOP-direct2 OOP Indirect3 Management en directie
totaal 1 Totaal aantal mannen2 Totaal aantal vrouwen
2015
32.638 32.311
516 5.489
14.494
16,8%37,9%42,2%
0,80 3,56%
86,9%72,8%
10.545
2015
2.978 86
3.064
845 441 581 451 499 30 131 86
3.064
2015
250,7
59,8 21,3
331,8
161,5 170,3
2014
32.72932.508
4314.973
11.005
15,2%45,2%30.8%
1,66 3,91%
88,1%71,6%
11.065
2014
2.84098
2.938
2014
245,7 59,7 22,1
327,5
160,4 167,0
( bedragen x €1.000)
(infte)
(excl.stagiaires)
917 33 34 65
-199 -128 -17 -851 248
-
739 304 230
-
-701 -100 -10 -206 -66 -11
328
1.049
-947
102
337
1.273
-1.094
179
( bedragen x €1.000)verklaring verschil in resultaat
resultaat volgens begroting:a. meer baten/minder lasten1 Personeelslasten2 Huisvestingslasten3 Overige lasten4 Financiële baten
totaal:
b. minder baten/meer lasten1 rijksbijdragen2 Overige Overheidsbijdragen 3 Ouderbijdragen4 Overige baten5 Afschrijvingen6 Financiële baten
totaal:
verschil resultaat boekjaar:
2015 2014
VO
VA j
AA
rV
er
slA
g 2
015
36 37
VO
VA j
AA
rV
er
slA
g 2
015
batenDe baten van de stichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam bestaan voor een groot gedeelte uit de overheidsbijdragen van het rijk en de gemeenten. Dit aandeel bedroeg in 2015 97%. De totale baten (exclusief financiële baten) zijn ten opzichte van de begroting met 3% afgenomen tot € 32.638.000. Als gevolg van de samenvoeging van de Hubertus en Berkhoff is sprake van een onvoorziene bekostigings-correctie van circa € 0,9 miljoen. Maatregelen worden genomen om deze correctie terug te draaien. Vooralsnog is deze subsidie-correctie voorzien in 2015.De rijksbijdragen zijn licht afgenomen t.o.v. de begroting door o.a. de verrekening van de DUO-uitkeringskosten via de ontvangen subsidie.
lastenDe lasten van de stichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam bestaan voor een groot gedeelte uit personele lasten. Dit aandeel bedroeg in 2015 € 23.534.000 of 72,8% van het totaal.
De totale lasten 2015 zijn ten opzichte van de begroting met 3,6% afgenomen tot € 32.311.000. De personele lasten zijn met € 739.000 (3,0%) lager dan de begroting. Dit wordt onder andere verklaard door de volgende factoren:
- loonkosten zijn € 1.279.000 (5,5%) lager. De gPl is lager dan begroot en de inzet in fte is lager.
- Overige personeelskosten zijn € 380.000 hoger dan begroot o.a. door afvloeiingskosten van enkele medewerkers en de opgenomen reservering voor levensfase Bewust Personeelsbeleid.
De Overige overheidsbijdragen nemen in totaal met 3% licht af. De Ouderbijdragen (verzamelnaam voor vrijwillige ouderbijdrage, bijdragen excursies etc.) liggen 3,3% lager dan in de begroting is geraamd en dat is vooral veroorzaakt doordat de Oudervereniging van het Hyperion lyceum de administratie van de VOB in eigen beheer heeft genomen. De overige baten zijn ten opzichte van de begroting gedaald met € 206.000 of 22,2% o.a. doordat een begrote post voor subsidie aanleg WIFI doorgeschoven is naar 2016.
In onderstaande tabel wordt de ontwikkeling van de baten ten opzichte van de begroting weergegeven:
- Op de post extern personeel is € 507.000 meer uitgegeven dan begroot a.g.v. de vervanging wegens ziekte en het extern inhuren van moeilijk invulbare functies van docenten en een schoolleider a.i.
De afschrijvingen zijn € 66.000 lager dan begroot.De huisvestingslasten zijn € 304.000 lager dan de begroting a.g.v. een te hoog opgenomen begrotings-bedrag voor bepaalde posten i.v.m. verwachte extra kosten a.g.v. de ingebruikname van enkele nieuwe panden c.q. huisvestingsuitbreiding.De overige lasten zijn met een bedrag van € 230.000 lager ten opzichte van de begroting.
Financiële baten en lastenIn 2010 is er afgesproken dat 3% rente door stichting regionaal Opleiding Centrum van Amsterdam over het maandelijks gemiddelde saldo in rekening-courant wordt vergoed. Datzelfde percentage is ook in 2015 gehanteerd.
( bedragen x €1.000) ( bedragen x €1.000)Ontwikkeling baten 2015 (excl. financiële baten) t.o.v. de begroting 2015
1 rijksbijdragen2 Overige Overheidsbijdragen en -subsidies3 Ouderbijdragen4 Overige baten
totaal:
Ontwikkeling lasten 2015 t.o.v. de begroting 2015
1 Personeelslasten2 Afschrijvingen3 Huisvestingslasten4 Overige lasten5 Inkoop Centrale Diensten
totaal:
begroot
29.080
3.339 307 929
33.655
begroot
24.273 406 4.106 3.185 1.548
33.518
verschil
-701
-100 -10 -206
-1.016
verschil
-738
66 -304 -228 -2
-1.205
%
-2,4%-3,0%-3,3%
-22,2%
-3,0%
%
-3,0%16,3%-7,4%-7,2%-0,1%
-3,6%
realisatie
28.379
3.239 297 723
32.638
realisatie
23.534
472 3.802 2.958 1.546
32.311
VO
VA j
AA
rV
er
slA
g 2
015
38 39
VO
VA j
AA
rV
er
slA
g 2
015
5.4 eigen vermogen, solvabiliteit en weerstandsvermogen
Het eigen vermogen ultimo 2015 bedraagt € 5.488.929. Het eigen vermogen is toegenomen met € 516.698 zijnde het positieve resultaat van 2015. Het eigen vermogen staat geheel ter besteding van de organisatie; binnen het eV is een bedrag van € 189.038 gereserveerd voor besteding in 2016. De solvabiliteit (eigen vermogen gedeeld door balanstotaal) bedraagt ultimo 2015: 37,9%. Het weerstandsvermogen (eigen vermogen gedeeld door totale baten inclusief rentebaten) van de stichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam bedraagt ultimo 2015: 16,8%; en dat is een stijging t.o.v. ultimo 2014 (10,5% stijging).
5.5 liquiditeit, investeringen en kasstroomDe liquiditeitspositie (current ratio), uitgedrukt in de verhouding tussen de vlottende activa en de kortlopende schulden, is ultimo 2015: 0,8. Dit is een verlaging van de current ratio t.o.v 2014 ten gevolge van het omzetten van een rekening courant krediet met rOCvA van € 5,8 miljoen naar een lening. In 2015 is een investering gedaan t.b.v. het (intern) gefaciliteerd Boekenfonds (gBF) voor de verhuur van boeken aan leerlingen voor twee Bredero-scholen en het Hyperion lyceum voor een bedrag van € 161.900. Deze investering is geactiveerd als Boeken & leermiddelen waarop in 2015 € 142.061 is afgeschreven. De netto kasstroom bedraagt in 2015: € 3.746.000.
5.6 treasury en financieringDe treasury en financiering van de stichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam zijn ingekocht bij de stichting rOCvA. er is geen sprake van eigen externe financiering en er is een gezamenlijk bank-arrangement met de stichting rOC van Amsterdam die ook de afhandeling van het betalingsverkeer verzorgt van de door het VOvA beheerde eigen bankrekeningen. De instelling heeft een treasury statuut samen met de stichting rOC van Amsterdam. De instelling kent geen beleggingen. liquide middelen worden aangehouden bij grote Nederlandse banken.De instelling voldoet aan de bepaling uit de regeling Belenen en Beleggen.
5.7 Financiële indicatorenFinanciële instrumenten en risicobeheer:Algemeen: De instelling maakt in de normale bedrijfsuitoefening gebruik van uiteenlopende financiële instrumenten die de instelling blootstellen aan markt- en/of kredietrisico’s. Het betreft financiële instrumenten die in de balans zijn opgenomen.renterisico: de instelling heeft geen variabel rentende financieringsschulden.Valutarisico: de instelling heeft geen transacties in vreemde valuta.Marktwaarde: de marktwaarde van de in de balans verantwoorde financiële instrumenten, waaronder vorderingen, liquide middelen en schulden, benadert de boekwaarde ervan.Kredietrisico: de vorderingen van de instelling betreffen vooral een vordering op stichting rOC van Amsterdam. Deze vordering wordt door het bestuur inbaar geacht. Verder worden de kredietrisico’s beperkt geacht.liquiditeitsrisico: liquiditeitsrisico’s worden bewaakt via onderstaande financiële indicatoren. In de volgende tabellen zijn de financiële indicatoren opgenomen die worden gebruikt.
Verder hanteert de stichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam richtgetallen voor de verhouding kosten onderwijzend personeel, direct onderwijs ondersteunend personeel, indirect onderwijs ondersteunend personeel, directie en management en materiële lasten.
beoordeling vermogensbeheer
1 solvabiliteit Kunnen verplichtingen op lange
termijn voldaan worden?2 kapitalisatiefactor Wordt het kapitaal benut voor de
vervulling van de taken?3 Financieringsfunctie Zijn er voldoende middelen aanwezig
om te zijner tijd de materiële vaste activa te kunnen vervangen?
4 transactiefunctie Zijn er voldoende middelen om de
kortlopende schulden te voldoen?5 Financiële buffer Zijn er voldoende middelen aanwezig
om risico’s op te vangen?6 Weerstandsvermogen Zijn er voldoende middelen aanwezig
om risico’s op te vangen?
beoordeling budgetbeheer
1 liquiditeit
2 rentabiliteit
boven grens
geen
35,0%
n.v.t.
n.v.t.
5,0%
40,0%
boven grens
1,5
5,0%
waarde 2015
37,9%
42,2%
5,0%
26,3%
10,9%
16,8%
waarde 2015
0,8
3,56%
waarde 2014
45,2%
30.8%
8,2%
17,5%
5,6%
15,2%
waarde 2014
1,7
3,91%
ondergrens
30,0%
geen
n.v.t.
n.v.t.
geen
10,0%
ondergrens
0,5
0,0%
berekening
eigen Vermogen / Balanstotaal
Balanstotaal -/- boekwaarde gebouwen en terreinen / totale baten
50% van de aanschafwaarde mat. VA -/- niet zijnde gebouwen en terr. / totale baten (incl. rentebaten)
Kortlopende schulden / Totale baten (incl. rentebaten)
Kapitalisatiefactor -/- transactiefunctie -/- financieringsfunctie
eigen Vermogen / Totale Baten (incl. rentebaten)
berekening
Current ratio: Vlottende Activa / Vlottende Passiva
exploitatieresultaat / Totale Vermogen
VO
VA j
AA
rV
er
slA
g 2
015
40 41
VO
VA j
AA
rV
er
slA
g 2
015
5.8 risico analyseIn de komende jaren zullen de volgende veranderingen zijn beslag krijgen: - een (lichte) stijging van het aantal VMBO leerlingen
in Amsterdam, voornamelijk in Amsterdam-West en Amsterdam-Noord. er wordt een stijging verwacht van leerlingaantallen voor het Hyperion lyceum en
De nieuwe Havo. een sterkere profilering is noodzakelijk om de concurrentie voor te blijven.
- Onduidelijkheid toekomst rOC Op Maat (rOM) voor wat de mogelijke toevoeging aan MBO betreft.
- Onzekere ontwikkeling voor het Passend Onderwijs. De komende jaren zal dit waarschijnlijk gevolgen
hebben voor de omvang van de rugzakmiddelen.- De handhaving van de nullijn door de rijksoverheid,
mogelijkerwijs zelfs bezuinigingen als gevolg van de verdergaande bezuinigingen van het Kabinet in 2016 en 2017.
- Druk op additionele middelen zoals de Plusvoor-zieningen (die meestal tijdelijk beschikbaar worden gesteld).
De volgende maatregelen zijn getroffen:- Versterking van techniek op het Bredero Beroepscollege
door het inhuizen van het Vakmanschapscollege MBO techniek. Verder ontwikkeling van Hyperion in Amsterdam-Noord. Deze ontwikkeling vergroot de druk op het Bredero lyceum, waaraan tegengas wordt gegeven door de ontwikkeling van een Havo+ profiel dat ook in 2016 meer vaste vorm zal krijgen.
- Versterking van de profilering van de scholen en werken aan kwaliteitsverhoging.
Het aantal leerlingen per 1 oktober 2015 is met 4,3% toegenomen t.o.v. 2014. een hoger groeipercentage moet komen uit een verdere versterking van de profilering van scholen en door een verhoging van het scholingsbudget voor de opleiding van goede docenten.
- De financiële armslag van de stichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam wordt vergroot door de goede financiële exploitatieresultaten in de afgelopen jaren. Het streven naar een positief financieel resultaat zal ook in 2016 worden gecontinueerd.
Amsterdam, 6 juni 2016Bevoegd gezag stichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam
e.C.M. de jaeger, bestuurder namens stichting rOC van Amsterdam
Jaarrekening 2015
( bedragen x €1.000)
aCtivaa. Vaste ActivaI. Materiële Vaste Activa1 gebouwen en Terreinen2 Inventaris en Apparatuur3 Boeken en leermiddelensub-totaal:II. Financiële Vaste Activa4 lening aan rOCvA totaal vaste activa:b. Vlottende ActivaIII. Vorderingen5 Debiteuren6 Vorderingen op groepsmaatschappijen7 Overige Vorderingen en Overlopende activasub-totaal:Liquide Middelentotaal vlottende activa:totaal activa: Passivaa. eigen Vermogen1 Algemene reserve2 Bestemmingsreservesub-totaal:b. Voorzieningen3 Personeelsvoorzieningensub-totaal:c. Kortlopende schulden4 Crediteuren5 Ministerie OCW6 Overige Overheden/subsidiënten7 Belastingen en premies soc. Verzek.8 Pensioenen9 Overige schulden en overlopende passivasub-totaal:totaal Passiva:
balans per 31 december 2015 (na resultaatbestemming) 2015 2014
937 412 139
-
119 7.053 305
4.973 -
306
497 1.446 431 1.023 311 2.018
1.488
- 1.488
7.477 2.040 9.517
11.005
4.973
306
5.726 11.005
735 855 158
5.881
88 804 187
5.300 189
373
384 1.131 3.595 1.093 269 2.160
nr.toel.
1.
1.
1.
2.
3.
3.
3.
4.
5.
5.
6.
7.
7.
7.
7.
7.
7.
1.748
5.881 7.629
1.079
5.786 6.865
14.494
5.489
373
8.632 14.494
6.1 Jaarrekening
VO
VA j
AA
rV
er
slA
g 2
015
42 43
VO
VA j
AA
rV
er
slA
g 2
015
toelichting:Het bovenstaande kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode.
algemeen
Juridische vorm en voornaamste activiteiten De stichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam is statutair gevestigd aan de Buiksloterweg 85 te Amsterdam. De voornaamste activiteiten bestaan uit het bevorderen van voortgezet onderwijs. De bestuursnummers van de stichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam zijn 41854 en 41855 en de hierin meegenomen BrIN nummers zijn 00eF, 14rl en 21As. De school met het brinnummer 09VK is per 1 augustus 2015 samengevoegd met het brinnummer 00eF. toegepaste standaarden De jaarrekening is opgesteld volgens de regeling jaarverslaggeving onderwijs (rjO). In deze regeling is bepaald dat de bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de richtlijnen voor de jaarverslaggeving (in het bijzonder rj 660 Onderwijsinstellingen) van toepassing zijn en met inachtneming van de in de rjO aangeduide uitzonderingen. De grondslagen die worden toegepast voor de waardering van activa en passiva en de resultaat-bepaling zijn gebaseerd op historische kosten. De grondslagen zijn ongewijzigd ten opzichte van voorgaand jaar.
verslaggevingsperiodeHet boekjaar 2015 loopt van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015.
vergelijkende cijfersDe vergelijkende cijfers zijn waar nodig aangepast ten opzichte van de jaarrekening van voorgaand jaar. Dit betreft de balans en het verloopoverzicht eigen vermogen, aangezien deze in de jaarrekening 2015 zijn opgesteld na voorstel resultaatbestemming en in de jaarrekening 2014 nog vóór voorstel resultaatbestemming. De reden voor de wijziging is het feit dat door het bestuur besloten is om per 31 december 2015 bestemmingsreserves te vormen, die anders in de jaarrekening 2015 nog niet zichtbaar zouden zijn.
ContinuïteitDe jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling.
grondslagen voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling
algemeenVoor zover niet anders vermeld, worden activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde. een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar de organisatie zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld.
een in de balans opgenomen actief of verplichting blijft op de balans als een transactie (met betrekking tot het actief of de verplichting) niet leidt tot een belangrijke verandering in de economische realiteit met betrekking tot het actief of de verplichting.
een actief of verplichting wordt niet langer in de balans opgenomen indien een transactie ertoe leidt dat alle of nagenoeg alle rechten op economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s met betrekking tot het actief of de verplichting aan een derde zijn overgedragen. Verder wordt een actief of een verplichting niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip dat niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en/of betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde.
Baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. Baten worden in de staat van baten en lasten opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld.De jaarrekening wordt gepresenteerd in euro’s, de functionele valuta van de organisatie. Alle financiële informatie in euro’s is afgerond op het dichtstbijzijnde duizendtal.
toelichting behorende tot de jaarrekening 2015
( bedragen x €1.000)
baten 1 rijksbijdrage OCW2 Overige Overheidsbijdragen3 Ouderbijdragen4 Overige Batentotaal baten: lasten 5 Personeelslasten6 Afschrijvingen7 Huisvestingslasten8 Overige instellingslastentotaal lasten:saldo baten en lasten: 10 Financiële BatennettO resultaat:
staat van baten en lasten over 20152015 begroting 2015 2014
28.976 3.239 297 723
23.534 472 3.802 4.503
28.976 3.339 307 929
24.170 406 4.106 4.733
28.835 2.965 340 589
23.277 406 3.527 5.297
nr.toel.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
32.638
32.311 327
189 516
33.551
33.414 137
200 337
32.729
32.507 222
209 431
( bedragen x €1.000)
bedrijfsresultaat:aanpassingen voor:- Afschrijvingen- Mutaties Voorzieningen- Mutaties leningen U/g- Mutatie Vorderingen- Mutaties Kortlopende schulden
sub-totaal:kasstroom uit bedrijfsoperaties:Ontvangen interest
1 kasstroom uit operationele activiteiten:- Investeringen in Materiële Vaste Activa
2 kasstroom uit investerings activiteiten:
3 nettO kasstrOOM - toe-/afname geldmiddelen -:
beginstand liquide middelen:
Mutatie liquide middelen:
4 eindstand liquide middelen:
kasstroomoverzicht 20152015 2014
406 -40 -
490 -1.444
-
-446
222
-588 -366 209
-157
-446
-603
2.643
-603
2.040
472
67 -5.881 6.398 2.906
-732
13.
6.
2.
3.
7.
16.
1.
4,
327
3.962 4.289 189
4.478
-732
3.746
2.040
3.746
5.786
VO
VA j
AA
rV
er
slA
g 2
015
44 45
VO
VA j
AA
rV
er
slA
g 2
015
gebruik van schattingen De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa, verplichtingen, baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft.
De volgende waarderingsgrondslagen zijn naar de mening van het management het meest kritisch voor het weergeven van de financiële positie en vereisen schattingen en veronderstellingen:• Waarderingvan(materiëlevaste)activanietdienstbaar
aan het bedrijfsproces;• Voorzieningherstructureringenoverigepersonele
voorzieningen.
schattingswijzigingDoor het toenemende tempo waarmee ICT-devices worden vervangen, is besloten de economische levensduur te verlagen van 4 naar 2 jaar. Het betreft met name de volgende devices: laptops, desktops en tablets. De wijziging is prospectief toegepast. Als gevolg daarvan zijn de afschrijvingen in 2015 € 23.000 hoger uitgevallen dan in de situatie waarin geen wijzigingen hadden plaatsgevonden.
Financiële instrumentenFinanciële instrumenten omvatten bij VOvA overige financiële vaste activa, vorderingen, geldmiddelen, leningen en overige financieringsverplichtingen, en overige schulden. Binnen de groep wordt alleen gebruik gemaakt van primaire financiële instrumenten en niet van afgeleide financiële instrumenten (derivaten). In de jaarrekening zijn de volgende categorieën financiële instrumenten opgenomen: verstrekte leningen en overige vorderingen, geldmiddelen en overige (financiële) verplichtingen. Voorts hebben VOvA en/of haar groepsmaatschappijen geen handelsportefeuille van financiële instrumenten verworven of zijn deze aangegaan met het doel de instrumenten op korte termijn te verkopen. Financiële instrumenten worden bij de eerste opname verwerkt tegen reële waarde, waarbij (dis)agio en direct toerekenbare transactiekosten in de eerste opname worden meegenomen. Na de eerste opname worden financiële instrumenten gewaardeerd op de hierna beschreven manier bij vorderingen en schulden. liquide middelen worden gewaardeerd op nominale waarde.
bijzondere waardeverminderingen financiële activaeen financieel actief dat niet wordt gewaardeerd tegen: 1. reële waarde met waarde-wijzigingen in de staat van
baten en lasten; of2. geamortiseerde kostprijs of lagere marktwaarde, wordt
op iedere verslagdatum beoordeeld om te bepalen of er objectieve aanwijzingen bestaan dat het actief een bijzondere waardevermindering heeft ondergaan. een financieel actief wordt geacht onderhevig te zijn aan een bijzondere waardevermindering indien objectieve aanwijzingen bestaan dat na de eerste opname van het actief zich een gebeurtenis heeft voorgedaan die een negatief effect heeft gehad op de verwachte toekomstige kasstromen van dat actief en waarvan een betrouwbare schatting kan worden gemaakt.
Objectieve aanwijzingen dat financiële activa onderhevig zijn aan een bijzondere waardevermindering omvatten het niet nakomen van betalingsverplichtingen en achterstallige betaling door een debiteur, herstructurering van een aan de organisatie toekomend bedrag onder voorwaarden die de organisatie anders niet zou hebben overwogen, aanwijzingen dat een debiteur of emittent failliet zal gaan.
Aanwijzingen voor bijzondere waardeverminderingen van vorderingen die door de organisatie worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs worden op het niveau van specifieke activa in aanmerking genomen. een bijzonder waardeverminderingsverlies met betrekking tot een tegen geamortiseerde kostprijs gewaardeerd financieel actief wordt berekend als het verschil tussen de boekwaarde en de contante waarde van de verwachte toekomstige kasstromen, gedisconteerd tegen de oorspronkelijke effectieve rente van het actief. Verliezen worden opgenomen in de staat van baten en lasten.
Als in een latere periode het actief, onderhevig aan een bijzondere waardevermindering, stijgt en het herstel objectief in verband kan worden gebracht met een gebeurtenis die plaatsvond na de opname van het bijzondere waardeverminderingsverlies, wordt het bedrag uit hoofde van het herstel (tot maximaal de oorspronkelijke kostprijs) opgenomen in de staat van baten en lasten.
Materiële vaste activaDe gebouwen en terreinen, inventaris en apparatuur, andere vaste bedrijfsmiddelen in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen hun kostprijs, verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen.De kostprijs bestaat uit de verkrijgings- of vervaardigings-prijs van de activa en overige kosten om de activa op hun plaats en in de staat te krijgen noodzakelijk voor het beoogde gebruik. Vaste activa met een lange levensduur dienen te worden beoordeeld op bijzondere waardeverminderingen wanneer wijzigingen of omstandigheden zich voordoen die doen vermoeden dat de boekwaarde van een actief niet terugverdiend zal worden.
De terugverdienmogelijkheid van activa die in gebruik zijn, wordt bepaald door de boekwaarde van een actief te vergelijken met de hoogste van de directe opbrengstwaarde en de geschatte contante waarde van de toekomstige netto kasstromen die het actief naar verwachting zal genereren. Investeringssubsidies worden zichtbaar in mindering gebracht op de materiële vaste activa. De afschrijvingen worden berekend als een percentage over de aanschafprijs volgens de lineaire methode op basis van de geschatte economische levensduur. Op terreinen, materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa wordt niet afgeschreven.
Hierbij worden de volgende afschrijvingspercentages gehanteerd:
afschrijvingspercentages: percentage
Terreinen 0%gebouwen en verbouwingen 10%Inventaris en apparatuur 10%Infrastructuur 20%Boeken 20%Hardware en software ICT 25%/50%ICT-devices 50%*
* (in 2015 gewijzigd van 25% naar 50%)
Financiële vaste activa Na de eerste waardering tegen reële waarde worden langlopende vorderingen gewaardeerd op de geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode, verminderd met bijzondere waarde-verminderingsverliezen bepaald op individuele basis.
bijzondere waardeverminderingen van vaste activa Voor materiële vaste activa wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat deze activa onder-hevig zijn aan bijzondere waardeverminderingen. Als dergelijke indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief geschat. De realiseerbare waarde is de hoogste van de bedrijfswaarde en de opbrengstwaarde. Als het niet mogelijk is de realiseerbare waarde te bepalen voor een individueel actief, wordt de realiseerbare waarde bepaald van de kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief behoort. Wanneer de boekwaarde van een actief (of een kasstroom-genererende eenheid) hoger is dan de realiseerbare waarde, wordt een bijzonder waardeverminderingsverlies verantwoord voor het verschil tussen de boekwaarde en de realiseerbare waarde. Indien sprake is van een bijzonder waardeverminderingsverlies van een kasstroom-genererende eenheid, wordt het verlies allereerst toegerekend aan goodwill die is toegerekend aan de kasstroomgenererende eenheid. een eventueel restant verlies wordt toegerekend aan de andere activa van de eenheid naar rato van hun boekwaarden. Verder wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er
enige indicatie is dat een in eerdere jaren verantwoord bijzonder waardeverminderingsverlies is verminderd. Als een dergelijke indicatie aanwezig is, wordt de realiseerbare waarde van het betreffende actief (of kasstroomgenererende eenheid) geschat. Terugneming van een eerder verantwoord bijzonder waardeverminderingsverlies vindt alleen plaats als sprake is van een wijziging van de gehanteerde schattingen bij het bepalen van de realiseerbare waarde sinds de verantwoording van het laatste bijzonder waardeverminderingsverlies.In dat geval wordt de boekwaarde van het actief (of kasstroomgenererende eenheid) opgehoogd tot de geschatte realiseerbare waarde, maar niet hoger dan de boekwaarde die bepaald zou zijn (na afschrijvingen) als in voorgaande jaren geen bijzonder waardeverminderingsverlies voor het actief (of kasstroomgenererende eenheid) zou zijn verantwoord.
vorderingen Voor onderwijsinstellingen vallende onder de WVO is het op basis van artikel 5 van de (gewijzigde) regeling “Onvoorziene gevallen bij invoering vereenvoudiging bekostiging voortgezet onderwijs” (kenmerk: WjZ-2005/54063802 en kenmerk VO/F-2006/1769) toegestaan een vordering op te nemen op de Ministerie van OCW. De vorderingen op OCW zijn opgenomen onder de Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen.Na de eerste waardering tegen reële waarde worden vorderingen gewaardeerd op de geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode, verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen bepaald op individuele basis. Dit is zowel van toepassing op overige financiële vaste activa (langlopende vorderingen) als op vlottende vorderingen.
eigen vermogenHet eigen vermogen (eV) bestaat uit een algemene reserve, die ter vrije beschikking staat van het Bestuur. In 2015 is binnen het eV een bestemmingsreserve opgenomen ter besteding in 2016.
voorzieningen Tenzij anders aangegeven worden de voorzieningen opgenomen tegen de nominale waarde (de waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zullen zijn voor de afwikkeling van de voorzieningen). Toevoegingen aan voorzieningen vinden plaats ten laste van de staat van baten en lasten. Uitgaven vinden rechtstreeks plaats ten laste van de voorzieningen.
een voorziening wordt uitsluitend opgenomen indien op de balansdatum aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: a. de rechtspersoon heeft een verplichting (in rechte
afdwingbaar of feitelijk); b. het is waarschijnlijk dat voor de afwikkeling van die
verplichting een uitstroom van middelen noodzakelijk is;c. er kan een betrouwbare schatting worden gemaakt van
de omvang van de verplichting.
VO
VA j
AA
rV
er
slA
g 2
015
46 47
VO
VA j
AA
rV
er
slA
g 2
015
De personeelsvoorzieningen bestaan uit de voor-ziening voor levensfase Bewust Personeelsbeleid, jubileumuitkeringen, de voorziening ter dekking van WgA-uitkeringen als gevolg van het eigen risicodragerschap van arbeidsongeschikte medewerkers en de voorziening voor duurzame inzetbaarheid. Bij de bepaling van de WgA-voorziening is rekening gehouden met kanspercentages voor de maximale hoogte en de maximale duur van de arbeidsongeschiktheid. De voorziening voor jubileum-uitkeringen is bepaald via een berekeningsmodel, waarin rekening gehouden is met de blijfkans van medewerkers, de verwachte toekomstige indexatie van salarissen/jubileumvergoedingen van 2% per jaar. Deze voorziening is gezien de lange looptijd gewaardeerd tegen contante waarde, gebaseerd op een disconteringsvoet van 2,0%.De voorziening levensfase Bewust Personeelsbeleid is gevormd n.a.v. de cao bepaling dat medewerkers 50 uur per jaar mogen sparen t.b.v. het opnemen van verlof in een latere fase van hun loopbaan. De voorziening spaarverlof heeft betrekking op de opgebouwde aanspraken van medewerkers.
Non-activiteitsregelingen (Duurzame Inzetbaarheid)In de cao voor de VO-sector zijn afspraken gemaakt over regelingen in het kader van Duurzame Inzetbaarheid. Indien medewerkers deelnemen aan deze regelingen bouwen zij rechten op om in de toekomst minder te werken waarbij de kosten daarvan deels voor rekening van de medewerker en deels voor rekening van de werkgever zijn. Voor het deel dat voor rekening van de werkgever komt wordt een voorziening opgenomen. De verplichtingen uit hoofde van deze regelingen omvatten verplichtingen jegens personeelsleden die reeds hebben geopteerd voor gebruikmaking van de regeling, de personeelsleden die onder de bestaande regeling kunnen opteren voor gebruikmaking van de regeling maar dat nog niet hebben gedaan, en personeelsleden die nog niet kunnen opteren, maar dat tijdens de looptijd van de bestaande regeling in de toekomst wel kunnen doen. De elementen voor de berekening van de verplichting zijn de personeelsleden op wie de regeling van toepassing is, de geschatte kans dat voor gebruikmaking van de regeling wordt geopteerd, de leeftijden, de salarissen en het aandeel van de kosten dat voor rekening van de werkgever komt.
Voor VOvA is een voorziening bepaald voor de nog niet bestede uren van medewerkers uit hoofde van het persoonlijk budget van 50 uur per jaar, en voor gespaarde uren uit hoofde van seniorenverlof van medewerkers van 57 jaar en ouder die aan deze regeling meedoen.
kortlopende schuldenschulden met een op balansdatum resterende looptijd van ten hoogste één jaar worden aangeduid als kortlopend. schulden worden niet gesaldeerd met activa. Na de eerste waardering tegen reële waarde worden schulden gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode.
Overlopende passiva betreffen vooruitontvangen bedragen (waaronder (meerjarige) OCW-subsidies met bestedingsverplichtingen) en nog te betalen bedragen ter zake van lasten die aan een verstreken periode zijn toegekend. Van (meerjarige) OCW-subsidies met bestedings-verplichtingen wordt het nog-niet-bestede gedeelte op deze post aangehouden op de balans. Vrijval ten gunste van de staat van baten en lasten geschiedt naar rato van de besteding. (Meerjarige) OCW-subsidies zonder bestedingsverplichting worden direct ten gunste van het resultaat gebracht in het jaar waarop de subsidie betrekking heeft, met uitzondering van subsidies voor een schooljaar die naar rato van het schooljaar worden besteed, dan wel waarvoor een concreet bestedingsplan bestaat.
Overlopende passiva Overlopende passiva betreffen vooruit ontvangen bedragen (waaronder geoormerkte bijdragen) en nog te betalen bedragen ter zake van lasten die aan een verstreken periode zijn toegekend. Van bedragen die voor meerdere jaren beschikbaar zijn gesteld, wordt het nog niet bestede gedeelte op deze post aangehouden. Vrijval ten gunste van de staat van baten en lasten geschiedt naar rato van de besteding.(Meerjarige) subsidies zonder bestedingsverplichtingen worden direct ten gunste van het resultaat gebracht in het jaar waarop de subsidie betrekking heeft, met uitzondering van subsidie voor een schooljaar die naar rato van het schooljaar worden besteed, dan wel waarvoor een bestedingsplan bestaat.
Personeelsbeloningen/pensioenenDe beloningen van het personeel worden als last in de staat van baten en lasten verantwoord in de periode waarin de arbeidsprestatie wordt verricht en, voor zover nog niet uitbetaald, als verplichting op de balans opgenomen. Als de reeds betaalde bedragen de verschuldigde beloningen overtreffen, wordt het meerdere opgenomen als een overlopend actief voor zover er sprake zal zijn van terugbetaling door het personeel of van verrekening met toekomstige betalingen door de stichting.Voor de beloningen met opbouw van rechten worden de verwachte lasten gedurende het dienstverband in aanmerking genomen. Ontvangen bijdragen voortvloeiend uit levensloopregelingen worden in aanmerking genomen in de periode waarover deze bijdragen zijn verschuldigd. Toevoegingen aan en vrijval van verplichtingen worden ten laste respectievelijk ten gunste van de staat van baten en lasten gebracht.Indien een beloning wordt betaald, waarbij geen rechten worden opgebouwd (bijvoorbeeld doorbetaling in geval van ziekte of arbeidsongeschiktheid) worden de verwachte lasten verantwoord in de periode waarover deze beloning is verschuldigd. Voor op balansdatum bestaande verplichtingen tot het in de toekomst doorbetalen van beloningen aan personeelsleden die op balansdatum naar verwachting blijvend geheel of gedeeltelijk niet in staat zijn om werkzaamheden te verrichten door ziekte of
arbeidsongeschiktheid wordt een voorziening opgenomen.De verantwoorde verplichting betreft de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de desbetreffende verplichting op balansdatum af te wikkelen. De beste schatting is gebaseerd op contractuele afspraken met personeelsleden (CAO en individuele arbeidsovereenkomst). Toevoegingen aan en vrijval van verplichtingen worden ten laste respectievelijk ten gunste van de staat van baten en lasten gebracht.
PensioenenVoor de medewerkers van de organisatie is een pensioenregeling getroffen die kwalificeert als een toegezegde pensioenregeling. Deze pensioenregeling is ondergebracht bij een (ABP) bedrijfstakpensioenfonds. Uitgangspunt is dat de in de verslagperiode te verwerken pensioenlast gelijk is aan de over die periode aan het pensioenfonds verschuldigde pensioenpremies. Voor zover de verschuldigde premies op balansdatum nog niet zijn voldaan, wordt hiervoor een verplichting opgenomen. Als de op balansdatum reeds betaalde premies de verschuldigde premies overtreffen, wordt een overlopende actiefpost opgenomen voor zover sprake zal zijn van terugbetaling door het fonds of van verrekening met in de toekomst verschuldigde premies.
Verder wordt op balansdatum een voorziening opgenomen voor bestaande additionele verplichtingen ten opzichte van het fonds en de werknemers, indien het waarschijnlijk is dat voor de afwikkeling van die verplichtingen een uitstroom van middelen zal plaatsvinden en de omvang van de verplichtingen betrouwbaar kan worden geschat. Het al dan niet bestaan van additionele verplichtingen wordt beoordeeld aan de hand van de uitvoeringsovereenkomst met het fonds, de pensioenovereenkomst met de werknemers en andere (expliciete of impliciete) toezeggingen aan de werknemers. De voorziening wordt gewaardeerd tegen de beste schatting van de contante waarde van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen op balansdatum af te wikkelen.
De risico’s van loonontwikkeling, prijsindexatie en beleggingsrendement op het fondsvermogen zullen mogelijk leiden tot toekomstige aanpassingen in de jaarlijkse bijdragen aan het pensioenfonds. Deze risico’s komen niet tot uitdrukking in een in de balans opgenomen voorziening. Informatie over eventuele tekorten en de gevolgen hiervan voor VOvA voor de pensioenpremies in de toekomstige jaren is niet beschikbaar.
De dekkingsgraad van het ABP Pensioenfonds bedraagt per 31 december 2015 97,2%. Door diverse ontwikkelingen zoals de aanpassing van de rekenrente, de lage rentestand en de negatieve rendementen in het tweede en derde kwartaal, staat de financiële positie van ABP onder druk. Volgens de Pensioenwet moet een pensioenfonds buffers aanhouden om de pensioenen in de toekomst te betalen. Omdat de beleidsdekkingsgraad op 31 december 2015 niet aan de eisen (dekkingsgraad van 126,7%) voldeed,
moest ABP voor 1 april bij De Nederlandsche Bank (DNB) een nieuw herstelplan indienen. VOvA kan niet worden verplicht tot het doen van aanvullende stortingen aan het pensioenfonds, anders dan door eventuele toekomstige premiestijgingen.
OntslagvergoedingenIn verband met de bestaande uitkeringsregelingen voor medewerkers in de onderwijssector heeft VOvA beleid om betaling van ontslagvergoedingen zoveel mogelijk te beperken. een uitkering als gevolg van ontslag wordt als verplichting en als last verwerkt als de instelling zich aantoonbaar heeft verbonden tot beëindiging van het dienstverband van een of meer personeelsleden vóór de gebruikelijke pensioendatum of tot een uitkering ter stimulering van vrijwillig ontslag. De organisatie heeft zich aantoonbaar verbonden tot het doen van ontslaguitkeringen als formeel een gedetailleerd plan (of regeling) is opgesteld en intrekking daarvan door de instelling redelijkerwijs niet meer kan plaatsvinden. In het plan / de regeling zijn de betrokken locaties, alsmede de functie en het geschatte aantal van de werknemers die zullen worden ontslagen, de ontslaguitkering voor iedere functie(groep) en de periode die gemoeid is met de uitvoering van het plan benoemd. Ten aanzien van de ontslaguitkeringen bij vrijwillig ontslag worden de verplichtingen en de last berekend op basis van het aantal personeelsleden dat naar verwachting op het aanbod zal ingaan.
Opbrengstverantwoording rijksbijdragen, overige overheidsbijdragen en -subsidies uit hoofde van de basisbekostiging worden in het jaar waarop de toekenning betrekking heeft, volledig verwerkt als baten in de staat van baten en lasten. Indien deze gelden betrekking hebben op een specifiek doel, en er is sprake van bestedingsverplichtingen dan worden deze naar rato van de verrichte werkzaamheden als baten verantwoord. Indien toegekende gelden betrekking hebben op een specifiek doel, maar er geen sprake is van bestedingsverplichtingen, worden de ontvangen gelden als bate verantwoord in het jaar waarop de gelden betrekking hebben, tenzij toerekening naar schooljaar plaatsvindt (i.p.v. kalenderjaar) of tenzij sprake is van een concreet bestedingsplan voor de periode na balansdatum.
OuderbijdragenDe vrijwillige ouderbijdragen worden toegerekend aan het jaar waarin zij worden ontvangen. rentebaten en soortgelijke opbrengsten en rentelasten en soortgelijke kostenrentebaten worden verantwoord in de periode waartoe zij behoren, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de desbetreffende actiefpost. rentelasten en soortgelijke lasten worden verantwoord in de periode waartoe zij behoren.
VO
VA j
AA
rV
er
slA
g 2
015
48
VO
VA j
AA
rV
er
slA
g 2
015
belastingen Voor de omzetbelasting vormen rOC van Amsterdam, rOC Flevoland en de stichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam een fiscale eenheid. De stichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam is vrijgesteld van aangiften voor de omzetbelasting. Analyse bij de stichting levert op dat er in 2015 géén belaste prestaties van betekenis zijn verricht.
6.2 toelichting op de balans
1. Materiële vaste activaHet verloop van de materiële vaste activa in 2015 is als volgt:
De stichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam heeft géén gebouwen in juridisch eigendom. De gebouwen worden gehuurd. De waarde op de balans onder gebouwen en terreinen betreft hoofdzakelijk verbouwingen die voor rekening van het VOvA zijn uitgevoerd.
Met ingang van schooljaar 2012-2013 heeft de stichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam een (intern) gefaciliteerd Boekenfonds (gBF) t.b.v. het beschikbaar stellen van boeken voor een 3-tal scholen; te weten: Bredero Mavo, De nieuwe Havo en Hyperion lyceum. De aanschaf van de boeken wordt geactiveerd en de afschrijvingstermijn bedraagt 5 jaar.
3. vorderingen
2. Financiële vaste activaDe lening u/g, ten bedrage van € 5.881.437 met een looptijd van 3 jaar tegen een rentepercentage van 0,5% per jaar welke ultimo 2015 is verstrekt aan het rOCvA is in relatie tot het belang van het onderwijs en ten behoeve van de uitvoering van de wettelijke taak van de instelling(en) en past binnen het doel van het VOvA en het rOCvA. Om die redenen valt de lening niet onder de reikwijdte van de vigerende regeling Beleggen en Belenen.
4. liquide middelen
De vordering op de groepsmaatschappijen is het resultaat van de rekening-courant verhouding met de verschillende werkmaatschappijen en diensten van de stichting rOC van Amsterdam. Over het uitstaande saldo betaalt het rOCvA een rentevergoeding van 3% op jaarbasis.
In de overige vorderingen en overlopende activa zijn geen bedragen begrepen met een resterende looptijd langer dan 1 jaar
De liquide middelen zijn terstond opeisbaar en staan ter beschikking aan de organisatie.
kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld op basis van de indirecte methode. De geldmiddelen bestaan uit de liquide middelen zoals opgenomen in de balans. eventuele ‘non-cash’-transacties zijn geëlimineerd uit het kasstroomoverzicht.
( bedragen x €1.000)Materiële vaste activa
1 Aanschafwaarde2 Cumulatieve afschrijvingen
balanswaarde per 01-01-2015: 3 Investeringen 20154 Desinvesteringen5 Afschrijvingen 2015 6 Afschrijving desinvesteringen
balanswaarde per 31-12-2015: 7 Aanschafwaarde per 31-12-2015:8 Cumulatieve Afschrijvingen t/m 2015:
balanswaarde per 31-12-2015:
inventaris en apparatuur
2.105
-1.693 412
571 -
-128 -
855
2.676 -1.821
855
tOtaal
4.237
-2.749
1.488
732 -
-472 -
1.748
4.969 -3.221
1.748
boeken en leermiddelen
400 -261
139
161 -
-142 -
158
561 -403
158
gebouwen en terreinen
1.732
-795
937
- -
-202 -
735
1.732 -997
735
( bedragen x €1.000)
( bedragen x €1.000)
( bedragen x €1.000)
( bedragen x €1.000)
Debiteuren
1 Overige debiteuren2 AF: Voorziening voor oninbaarheid
balanswaarde:
Overige vorderingen en overlopende activa
1 Overige nog te ontvangen bedragen2 Vooruitbetaalde bedragen3 Ns-abonnementen4 Overige voorschotten
balanswaarde:
liquide middelen
1 Tegoeden op bankrekeningen2 Kasmiddelen3 Kruisposten
balanswaarde:
vordering op groepsmaatschappijen
balanswaarde:
2015
89
-1
88
2015
74
98 3 12
187
2015
5.765
21 -
5.786
2015
804
2014
1190
119
2014
90 203 3 9
305
2014
2.012 23 5
2.040
2014
7.053
49
51
VO
VA j
AA
rV
er
slA
g 2
015
VO
VA j
AA
rV
er
slA
g 2
015
50
6. voorzieningenPersoneelsvoorzieningenHet verloop van de personeelsvoorziening is als volgt:
7. kortlopende schulden
De voorziening levensfase Bewust Personeelsbeleid is gevormd n.a.v. de cao bepaling dat medewerkers 50 uur per jaar mogen sparen t.b.v. het opnemen van verlof in een latere fase van hun loopbaan en voor gespaarde uren uit hoofde van seniorenverlof van medewerkers van 57 jaar en ouder die aan deze regeling meedoen.De voorziening spaarverlof heeft betrekking op de opgebouwde aanspraken van medewerkers.De jubileumvoorziening heeft betrekking op uitkeringen aan medewerkers die op basis van de duur van het dienstverband een gratificatie ontvangen.De WgA-voorziening is ter dekking van de WgA-uitkeringen als gevolg van het eigen risicodragerschap van arbeidsongeschikte medewerkers.
Onder de Vooruit-ontvangen bedragen van het Ministerie van OCW (3) is een nog te besteden bedrag van € 832.730 opgenomen voor het project: “Terug Met Dat Tekort”, dat in Amsterdam wordt uitgevoerd door het OsVO en waarvoor het VOvA penvoerder is. Het project is gestart in 2013 en loopt over meerdere jaren tot en met 2016.De stijging in 2015 t.o.v. 2014 van de Vooruit Ontvangen bedragen van de Overige Overheden is een gevolg van het feit dat de gemeente Amsterdam (DMO) in 2014 gelden ter beschikking stelde t.b.v. de uitvoering van projecten waarvan het projectmanagement bij het rOCvA is ondergebracht. Deze gelden worden dan ook overgedragen en de tijdstippen waarop deze transacties plaatsvinden verschillen jaarlijks waardoor per jaar verschillen op balansdatum ontstaan.
5. eigen vermogenHet verloop van het eigen vermogen is als volgt:
Het eigen vermogen is geheel publiek eigen vermogen. Binnen het eigen vermogen is een bestemmingsreserve gevormd dat in 2016 wordt ingezet t.b.v. onderwijsinnovatie binnen de scholen.
( bedragen x €1.000)eigen vermogen
1 stand per 01.012 Voorstel bestemming resultaat 20153 stand per 31.12
stand per 1.01.151 Dotatie2 Onttrekking3 Vrijvalstand per 31.12.15
Kortlopend deel < 1 jaarlanglopend deel > 1 jaar
bestemmings- reserve
-
189189
leeftijdsfase bewust Pb
- 173
- -
173
173
Jubilea uitkering
142
- -53
- 89
2 87
spaarverlof
44 - - -
44
10 34
Wga
120
- -53 -
67
21 46
tOtaal
306 173 -106
- 373
33 340
algemene reserve
4.973 327
5.300
totaal
4.973 516
5.489
( bedragen x €1.000)
( bedragen x €1.000)
Crediteuren
1 Crediteuren2 Betalingen onderweg
balanswaarde:
vooruit Ontvangen bedragen
Ministerie OCW: 3 Vooruitontvangen bedragen Min. OCW
balanswaarde:
Overige Overheden: 4 Vooruitontvangen bedragen Overige Overheden
balanswaarde:
2015
384
-
384
2015
1.131
1.131
3.595
3.595
2014
497 -
497
2014
1.446
1.446
431
31
VO
VA j
AA
rV
er
slA
g 2
015
52 53
VO
VA j
AA
rV
er
slA
g 2
015
De nog te betalen bedragen ad 1. hebben grotendeels te maken met rijksinkomsten voor regionaal zorgbudget en reboundvoorziening die nog moeten doorbetaald aan de stichting VO Zorg. De kortlopende schulden hebben een looptijd van korter dan één jaar.
( bedragen x €1.000)belastingen en Premies sociale verzekeringen
1 loonheffing & sociale Premies
balanswaarde:
2015
1.093
1.093
2014
1.023
1.023
( bedragen x €1.000)
( bedragen x €1.000)
Pensioenen
1 Pensioenen2 Ipap
balanswaarde:
Overige schulden en overlopende Passiva
1 Nog te betalen bedragen2 Nog te betalen vakantie-uitkering3 Nog te betalen eindejaarsuitkering4 Nog te betalen vakantiedagen5 Vooruit ontvangen bedragen6 Nog te betalen bedragen diversen
balanswaarde:
2015
267
2
269
2015
713
776 59 103 113 396
2.160
2014
309 2
311
2014
675 727
- 102 120 394
2.018
niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingenMinisterie van OCWVoor onderwijsinstellingen vallende onder de WVO is het op basis van artikel 5 van de (gewijzigde) regeling “Onvoorziene gevallen bij invoering vereenvoudiging bekostiging voortgezet onderwijs” (kenmerk WjZ-2005/54063802 en kenmerk VO/F -2006/1769) toegestaan een vordering op te nemen op het Ministerie van OCW. Hiervan is geen gebruik gemaakt. De vordering op het Ministerie van OCW is ter hoogte van de op dat moment bestaande schuld aan het personeel in verband met: • detotenmetdecemberopgebouwdebrutovakantie-aanspraken;• deoverdemaanddecemberdoorhetbevoegdgezagverschuldigdeafdrachtpensioenpremiesenloonheffing
verbonden salarisbetalingen op grond van de van toepassing zijnde wet- en regelgeving.
De vordering bedraagt op 31 december 2015 € 1.545.607. nieuwbouwprojectenVoor de nieuwbouwpanden van de stichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam is de stichting rOCvA in 2015 investeringsverplichtingen met aannemer aangegaan voor een bedrag van € 525.721. Dit betreft de nieuwbouw t.b.v. de aanpak van de nieuwbouw Hyperion lyceum en de nieuwbouw voor het stelle College op het Zeeburgereiland voor resp. € 403.743 en € 121.978.
voorziening WWWerkgevers in het voortgezet onderwijs betalen mee aan uitkeringen in het kader van werkloosheid aan ex-medewerkers. Hiertoe verrekent het ministerie van OCW jaarlijks achteraf in de rijksbijdrage een kwart van de uitkeringen van voormalige medewerkers van VOvA. Voor 2015 was dit circa € 0,3 miljoen. Voor de toekomstige jaren zijn geen betrouwbare prognoses beschikbaar.
Fiscale eenheidDe VOvA maakt deel uit van de fiscale eenheid voor de omzetbelasting met als hoofd van de fiscale eenheid de koepelstichting rOC van Amsterdam - rOC Flevoland Cs en is uit dien hoofde aansprakelijk voor de omzetbelastingschulden van de gehele fiscale eenheid.
HuurverplichtingenDe stichting VOvA is langlopende huurverplichtingen aangegaan en voor het jaar 2016 bedragen de huurkosten € 1.636.080 a.g.v. deze verplichting aan de verhuurders.
VO
VA j
AA
rV
er
slA
g 2
015
54 55
VO
VA j
AA
rV
er
slA
g 2
015
6.3 toelichting op de staat van baten en lasten
8. rijksbijdragenDit betreft de genormeerde rijksbijdrage van het Ministerie van OCW.
9. Overige Overheidsbijdragen
10. Ouderbijdragen
De daling van de gemeentelijke bijdragen en subsidies t.o.v. de begroting heeft te maken met lagere huisvestingskosten en daarmee samenhangende vergoedingen van de dienst DMO van de gemeente Amsterdam.
De in 2015 ontvangen Vrijwillige Ouderbijdragen blijven met € 10.000 onder de begroting. Ten opzichte van 2014 is de ontvangen bijdrage gedaald met € 43.000. Deze daling is een direct gevolg van de beslissing van het Hyperion lyceum de inning van de VOB 2015-2016 over te dragen aan de Oudervereniging.
Model g
G 1 Verantwoording van subsidies zonder verrekeningsclausuleDe prestatie is ultimo verslagjaar conform de subsidiebeschikking
Omschrijving Kenmerk datum
Bedrag van de toewijzing
Ontvangen t/m verslagjaar
EURO EURO21AS rebound swv 2014 637012-2 20-11-2014 56.964,00 56.964,00 X14RL rebound swv 2014 636992-2 20-11-2014 331.279,50 331.279,50 X21AS regio zorgbudget 2014 637033-2 20-11-2014 138.168,00 138.168,00 X14RL regio zorgbudget 2014 637090-2 20-11-2014 803.529,00 803.529,00 X14RL Passend onderwijs 13-14 574380-1 20-11-2013 385.400,00 385.400,00 X21AS Personeelskosten 2015 664434-2 20-11-2015 10.298.277,57 10.298.277,57 X00EF Personeelskosten 2015 664055-2 20-11-2015 2.387.353,27 2.387.353,27 X09VK Personeelskosten 2015 664375-2 20-11-2015 1.539.501,64 1.539.501,64 X14RL Personeelskosten 2015 664285-2 20-11-2015 6.382.967,11 6.382.967,11 X21AS Exploitatie 2015 663780-2 20-11-2015 1.468.214,94 1.468.214,94 X00EF Exploitatie 2015 663483-2 20-11-2015 488.717,62 488.717,62 X09VK Exploitatie 2015 663985-2 20-11-2015 242.592,76 242.592,76 X14RL Exploitatie 2015 663842-2 20-11-2015 1.146.697,69 1.146.697,69 X21AS Vermindering uitkeringskosten 2015 665428-2 20-11-2015 -123.174,35 -123.174,35 X00EF Vermindering uitkeringskosten 2015 665053-3 20-11-2015 -28.545,55 -28.545,55 X09VK Vermindering uitkeringskosten 2015 665306-3 20-11-2015 -10.738,10 -10.738,10 X14RL Vermindering uitkeringskosten 2015 665238-3 20-11-2015 -77.519,22 -77.519,22 X14RL Leerplus 2014 636181-1 19-3-2014 585.750,00 126.750,00 X21AS Leerplus 2015 700583-2 20-11-2015 670.500,00 670.500,00 X00EF Leerplus 2015 700296-1 15-4-2015 141.750,00 141.750,00 X09VK Leerplus 2015 700156-1 15-4-2015 89.250,00 89.250,00 X14RL Leerplus 2015 700028-1 20-11-2015 442.500,00 442.500,00 X21AS 2015 Lesmateriaal 704159-2 20-11-2015 480.811,19 480.811,19 X14RL 2015 Lesmateriaal 703819-2 20-11-2015 223.905,66 223.905,66 X00EF 2015 Lesmateriaal 703572-2 20-11-2015 89.438,90 89.438,90 X21AS maatschap.stage 14/15 652897-1 20-11-2014 80.190,00 80.190,00 X00EF maatschap.stage 14/15 652536-1 20-11-2014 16.560,00 16.560,00 X09VK maatschap.stage 14/15 652635-1 20-11-2014 15.000,00 15.000,00 X14RL maatschap.stage 14/15 652669-1 20-11-2014 46.020,00 46.020,00 X21AS Nieuwkomers 2015 664818-2 20-11-2015 3.086,04 3.086,04 X14RL NK 2015 664719-2 20-11-2015 100.176,83 100.176,83 X14RL NK 2016 721232-1 18-12-2015 77.570,66 0,00 X21AS Functiemix 2015 682014-1 20-2-2015 267.823,70 267.823,70 X00EF Functiemix 2015 681838-1 20-2-2015 64.715,66 64.715,66 X09VK Functiemix 2015 681759-1 20-2-2015 61.922,55 61.922,55 X14RL Functiemix 2015 681766-1 20-2-2015 176.352,98 176.352,98 X21AS PrestatieBox 2015 682842-1 20-3-2015 289.155,00 289.155,00 X00EF PrestatieBox 2015 682736-1 20-3-2015 53.650,00 53.650,00 X09VK PrestatieBox 2015 682979-1 20-3-2015 46.435,00 46.435,00 X14RL PrestatieBox 2015 683117-1 20-3-2015 136.160,00 136.160,00 X21AS studieverlof 2013 550015-1 20-8-2013 60.007,62 60.007,62 X14RL studieverlof 2013 549273-1 20-8-2013 31.014,40 31.014,40 X21AS studieverlof 2014 655388-1 20-11-2014 37.506,00 37.506,00 X14RL studieverlof 2014 655203-1 20-11-2014 9.830,52 9.830,52 X21AS studieverlof 2015 708438-1 20-11-2014 49.872,60 49.872,60 X00EF studieverlof 2015 706790-1 21-9-2015 12.912,00 12.912,00 X14RL studieverlof 2015 708142-1 21-9-2015 16.462,80 16.462,80 X
Geheel uitgevoerd en
afgerond
Nog niet geheel afgerond
21AS Verrek.uitkeringskosten 2014 ODS-14/41364M 13-1-2015 4.435,19 4.435,19 X21AS Verrek.uitkeringskosten 2014 ODS-15/16518M 30-9-2015 -113.256,78 -113.256,78 X21AS Verrek.uitkeringskosten 2015 Diverse 18-12-2015 -29.411,35 -29.411,35 X21AS Afrek.uitkeringskosten 2015 ODS-15/20229M 18-12-2015 20.238,75 20.238,75 X00EF Verrek.uitkeringskosten 2015 ODS-15/16518M 30-9-2015 -1.309,61 -1.309,61 X00EF Verrek.uitkeringskosten 2015 ODS-15/20229M 17-12-2015 4.690,35 4.690,35 X00EF Afrek.uitkeringskosten 2015 Diverse 18-12-2015 -594,05 -594,05 X09VK Verrek.uitkeringskosten 2015 ODS-15/20229M 17-12-2015 3.024,61 3.024,61 X14RL Verrek.uitkeringskosten 2015 ODS-15/16518M 30-9-2015 -3.210,77 -3.210,77 X14RL Verrek.uitkeringskosten 2015 710427-1 18-12-2015 -908,89 -908,89 X14RL Verrek.uitkeringskosten 2015 ODS-15/20229M 17-12-2015 12.737,22 12.737,22 X14RL 1e opvang vreemdelingen 2014 652195-1 20-11-2014 40.500,00 31.500,00 X14RL 1e opvang vreemdelingen 2015 720053-1 20-11-2015 22.500,00 22.500,00 X21AS VSV vast 2015 649684-1 20-10-2014 20.000,00 20.000,00 X21AS VSV vast 2016 711758-1 20-10-2015 19.950,54 19.950,54 X00EF VSV vast 2015 649699-1 20-10-2014 10.000,00 10.000,00 X00EF VSV vast 2016 711312-1 20-10-2015 9.975,27 9.975,27 X09VK VSV vast 2015 650070-1 20-10-2014 10.000,00 10.000,00 X14RL VSV vast 2015 649907-1 20-10-2014 10.000,00 10.000,00 X14RL VSV vast 2016 711623-1 20-10-2015 9.975,27 9.975,27 X21AS vsv 2015 variabel 650921-2 20-11-2015 6.000,00 6.000,00 X00EF vsv 2015 variabel 719887-2 20-11-2015 4.000,00 4.000,00 X09VK vsv 2015 variabel 650525-2 21-11-2015 2.333,33 2.333,33 X14RL vsv 2015 variabel 650696-2 20-11-2015 2.000,00 2.000,00 X21AS Zomerschool 702247-1 20-05-215 21.450,00 21.450,00 X21AS Na- en bijscholing leraren 721639-1 18-12-2015 5.000,00 5.000,00 X00EF Na- en bijscholing leraren 721419-1 18-12-2015 5.000,00 5.000,00 X14RL Na- en bijscholing leraren 721534-1 18-12-2015 20.000,00 20.000,00 X21AS zijinstroom 2014 645545-1 20-8-2014 40.000,00 40.000,00 X21AS zijinstroom 2015 705880-1 20-8-2015 60.000,00 60.000,00 X14RL zijinstroom 2015 719960-1 20-11-2015 20.000,00 20.000,00 X
28.325.795 27.780.224
G 2 Verantwoording van subsidies met verrekeningsclausuleG 2-A Aflopend per ultimo verslagjaar
Omschrijving Kenmerk datum
Bedrag van de toewijzing
Ontvangen t/m verslagjaar Totale kosten
Te verrekenen ultimo
verslagjaarEURO EURO EURO EURO
21AS zijinstroom 2013 563569-1 20-9-2013 40.000,00 40.000,00 40.000,00 0,00
40.000 40.000 40.000 -
G 2-B Doorlopend tot in een volgend verslagjaar
Omschrijving Kenmerk datumBedrag van de
toewijzingSaldo 1-1-2015 Ontvangen t/m
verslagjaarLasten in
verslagjaarTotale kosten 31-
12-2015Saldo nog te besteden
ultimo verslagjaarEURO EURO EURO EURO EURO EURO
n.v.t 0 0 0 0 0 0- - - - - -
rijksbijdragen (bedragen x € 1.000)
2015 begroting 2015 2014
1 Basisbekostiging input 478 595 4602 Basisbekostiging output 183 217 2173 Basisbekostiging VOA 236 208 208 4 Basisbekostiging VMBO 23.611 24.225 24.120 5 Vergoeding huisvesting MBO 70 - 75 sub-totaal: 24.578 25.245 25.080 additionele middelen 1 Additionele middelen VMBO 3.801 3.835 3.755 totaal: 28.379 29.080 28.835
Overige Overheidsbijdragen (bedragen x € 1.000)
2015 begroting 2015 2014
1 gemeentelijke bijdragen en subsidies 2.630 3.257 2.577 2 Overige Overheidsbijdragen 609 82 388 totaal: 3.239 3.339 2.965
Ouderbijdragen (bedragen x € 1.000)
2015 begroting 2015 2014
Ouderbijdragen 297 307 340 totaal: 297 307 340
57
VO
VA j
AA
rV
er
slA
g 2
015
VO
VA j
AA
rV
er
slA
g 2
015
56
11. Overige baten
12. Personeelslasten
De post: Overige Baten (4) bestaat vooral uit de vergoeding die van andere scholen wordt ontvangen voor leerlingen die van school wisselen.
PersoneelsbestandUltimo boekjaar 2015 bedroeg het aantal werknemers bij de organisatie, omgerekend naar volledige mensjaren 331,8 fte; in 2014 waren dat 327,5 fte. Hiervan waren geen personen werkzaam in het buitenland. De totale uitgaven aan personeel liggen € 739.000 onder de begroting. Dit wordt vooral veroorzaakt door de lagere kosten voor extern personeel tbv de inzet wegens ziekteverzuim. Daarnaast is er een voordelig verschil a.g.v. een hoger bedrag aan ontvangen uitkeringen. bezoldiging raad van bestuurDe raad van Bestuur van de Koepelstichting rOC van Amsterdam – rOC van Flevoland vormt het bestuur van de drie stichtingen rOC van Amsterdam, rOC van Flevoland en Voorgezet Onderwijs van Amsterdam, aangezien de Koepelstichting de statutaire bestuurder is van rOCvA en rOCvF en aangezien rOCvA de statutaire bestuurder is van VOvA. De salariskosten van e.C.M de jaeger, g. Vreugdenhil en r.j.W. Winter zijn opgenomen in de jaarrekening van rOCvA. De salariskosten van r.C.A. Wilcke zijn opgenomen in de jaarrekening van rOCvF. rOCvA is als statutaire bestuurder van VOvA gedurende 2015 vertegenwoordigd door r.j.W. Winter (1 januari 2015-31 mei 2015) en e.C.M. de jaeger (1 juni 2015-31 december 2015). Alle genoemde bestuursleden zijn niet in dienst van stichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam. Over de periode 1 januari 2015-31 mei 2015 is door rOCvA € 55.000 doorbelast aan de stichting VOvA voor de salariskosten van de bestuursleden voor verrichte bestuurswerkzaamheden, daarna zijn geen salariskosten meer doorbelast. De bezoldiging van de leden van de raad van Bestuur wordt bepaald door de raad van Toezicht.
bezoldiging raad van toezichtDe drie stichtingen hebben een gezamenlijke raad van Toezicht. De kosten van de bezoldiging van de leden van de raad van Toezicht worden voor 2/3 gedragen door rOCvA en voor 1/3 door rOCvF.
rijksbijdragen (bedragen x € 1.000)
2015 begroting 2015 2014
1 Opbrengst huur 45 50 44 2 Detachering Personeel 109 50 126 3 Opbrengst Beroeps Praktijk Vorming 161 145 144 4 Overige Baten 408 684 275 totaal: 723 929 589
Personeelslasten (bedragen x € 1.000)
2015 begroting 2015 2014
1 loonkosten: - salarissen: 17.706 18.347 17.715
- sociale lasten: 2.169 2.309 2.230
- Pensioenlasten: 2.267 2.765 2.670
sub-totaal: 22.142 23.421 22.615 2 Overige Personele lasten 1.091 711 292 3 extern Personeel 763 256 430 4 Doorberekening Personele kosten -216 - 104 5 Voorzieningen -153 - -9 6 AF: Uitkeringen -93 -115 -155 totaal: 23.534 24.273 23.277
Wet normering topinkomens (Wnt)De Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) is in werking getreden met ingang van 1 januari 2013. De WNT regelt niet alleen de openbaarmaking van topinkomens in de publieke en semipublieke sector, zoals voorheen de WOPT, maar stelt ook maxima aan de hoogte van de bezoldiging van topfunctionarissen en tevens aan de ontslagvergoedingen.
Per 1 januari 2015 is de Wet verlaging bezoldigings-maximum (‘WNT-2’) ingevoerd. Deze schrijft een maximum bezoldiging voor van € 178.000. Voor onderwijsinstellingen is bovendien een specifieke regeling opgesteld door de minister van OCW d.d. 8 december 2012, nr. WjZ/353186 (10126) houdende verlaagde bezoldigingsmaxima voor topfunctionarissen in het onderwijs (regeling bezoldiging topfunctionarissen OCW-sectoren). Deze schreef voor 2014 een bezoldigings-maximum voor de VO-sector voor van € 184.448, en voor 2015 van € 178.000.
Zoals vermeld in het voorgaande is rOCvA de statutaire bestuurder van VOvA, en zijn de bestuurders niet in dienst van VOvA. De leden van de raad van Bestuur en de raad van Toezicht worden als topfunctionarissen voor de WNT aangemerkt. De toelichting van de WNT-bezoldiging van de deze topfunctionarissen is opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening 2015 van rOCvA.
VO
VA j
AA
rV
er
slA
g 2
015
58 59
VO
VA j
AA
rV
er
slA
g 2
015
13. afschrijvingen op materiële vaste activa
14. Huisvestingslasten
15. Overige instellingslasten
De ingebrachte activa bij de oprichting van de stichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam wordt geclusterd per activasoort afgeschreven over de nog resterende looptijd. De hogere kosten van afschrijving voor inventaris en apparatuur ten opzichte van de begroting wordt o.a. veroorzaakt door een verhoging van de activeringsgrens eind 2013, die niet in de begroting 2015 was verwerkt.
De energielasten zijn lager a.g.v. een betere “warmtebeheersing” en een efficiëntere afstemming. De schoonmaakkosten zijn licht hoger a.g.v. extra inzet ten behoeve van ingebruikname nieuwe locaties. De post Heffingen is licht lager dan begroot.
De post: Overige instellingslasten is met een bedrag van € 230.000 lager dan begroot en dat wordt mede veroorzaakt door de onderdelen leermiddelen. Deze zijn in 2015 € 252.000 lager dan begroot. In de Advieskosten zijn de kosten van de externe ICT-coördinator meegenomen. De Administratie- en beheerslasten wordt onderschreden met een bedrag van € 101.000 o.a. als gevolg van te hoog opgenomen begrotingsposten voor drukwerk en telefonie. Voor Inventaris, apparatuur en leermiddelen is € 55.000 meer uitgegeven dan begroot als gevolg van aanschaf van zaken welke niet waren voorzien voor de scholen in nieuwe gebouwen.De Inkoop van centrale diensten bij stichting rOCvA is conform de begroting 2015 verlopen.
afschrijvingen op materiële vaste activa (bedragen x € 1.000)
2015 begroting 2015 2014
1 gebouwen en Terreinen 202 210 177 2 Inventaris en apparatuur 128 196 104 3 Boeken en leermiddelen 142 - 125 totaal: 472 406 406
accountantshonorarium (bedragen x € 1.000)
2015 begroting 2015 2014
kPMg accountants n.v. 1 Controle van de jaarrekening 25 30 34 2 Overige assurance opdrachten 15 25 31 totaal: 40 55 65
Financiële baten (bedragen x € 1.000)
2015 begroting 2015 2014
1 rentebaten 189 200 209 totaal: 189 200 209
Huisvestingslasten (bedragen x € 1.000)
2015 begroting 2015 2014
1 Huurkosten 1.501 1.710 1.364 2 Onderhoud 523 370 503 3 energie en Water 682 850 765 4 schoonmaakkosten 794 763 621 5 Heffingen 124 150 95 6 Overige Huisvestingslasten 178 263 179 totaal: 3.802 4.106 3.527
Overige instellingslasten (bedragen x € 1.000)
2015 begroting 2015 2014
1 Administratie- en beheerslasten 329 430 354 2 Inventaris, apparatuur en leermiddelen 271 216 371 3 leermiddelen 887 1.139 957 4 Overige Opleidingskosten en BPV 188 206 206 5 Advieskosten 140 155 441 6 Opleidingskosten 772 523 1.033 7 Pr en Communicatie 240 320 256 8 Inkoop Centrale Diensten 1.546 1.546 1.546 9 Overige Instellingslasten 130 197 133 totaal: 4.503 4.732 5.297
16. Financiële baten en lasten
stichting rOCvA en stichting VOvA zijn overeengekomen dat 3% over het gemiddelde maandsaldo van uitstaande middelen in rekening-courant wordt vergoed. In 2015 is er € 11.000 minder rente ontvangen dan is begroot.
accountantshonorarium
transacties met verbonden partijener hebben zich geen transacties met verbonden partijen voorgedaan op niet-zakelijke grondslag.
Amsterdam, 6 juni 2016namens bevoegd gezag stichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdame.C.M. de jaeger, bestuurder namens stichting rOC van Amsterdam
De Accountantskosten zijn in totaal € 15.000 lager dan begroot waarbij de kosten van de jaarrekeningcontrole € 5.000 lager zijn uitgevallen en de kosten voor overige opdrachten €10.000 lager. De controlekosten voor 2015 worden geschat op € 25.000.
6.4 Overige gegevens
Controleverklaring van de onafhankelijke accountantDoor KPMg Accountants N.V. is op 6 juni 2016 een goedkeurende verklaring bij de jaarrekening verstrekt.
statutaire bepalingen inzake resultaatbestemming Voorgesteld wordt het positieve resultaat van het verslagjaar ad € 516.000 voor één deel, zijnde een bedrag van € 327.000 toe te voegen aan de algemene reserve en één deel zijnde € 189.000 te bestemmen voor toevoeging aan de begroting 2016. De reden is hiervan het bestuursbesluit waarin is vastgelegd dat het exploitatieresultaat 2015 tot 1% van de totale baten toegevoegd wordt aan de algemene reserve. Het overige deel wordt binnen het eigen Vermogen bestemd t.b.v. de besteding binnen de begroting van het exploitatiejaar 2016. gebeurtenissen na balansdatumer hebben zich géén vermeldingswaardige gebeurtenissen na de balansdatum van 31 december 2015 binnen de stichting voorgedaan.
DE niEUWE HAVO / BREDERO LyCEUM
STELLE COLLEGE
BREDERO MAVO
HUBERTUS & BERKHOFF
HyPERiOn LyCEUM
LUCA PRAKTiJKSCHOOL
TOBiASSCHOOL
BREDERO BEROEPSCOLLEGE
Meeuwenlaan 1321022 AM Amsterdamwww.brederoberoepscollege.nl
ROC OP MAAT WEST
Erik de Roodestraat 181056 AM Amsterdamwww.rocopmaat.nl
GareduNord51022 LD Amsterdam
www.brederomavo.nl
Buiksloterweg 851031 CG Amsterdam
www.denieuwehavo.nlwww.brederolyceum.nl
ROC OP MAAT ZUiDOOST
Bijlmerdreef 12891103 TV Amsterdamwww.rocopmaat.nl
Docklandsweg 21031KNAmsterdam
www.hyperionlyceum.nl
Mr.Treublaan1-31097 DP Amsterdamwww.stellecollege.nl
Rietwijkerstraat 551059VXAmsterdamwww.tobiasschool.nl
Betuwestraat 291079 PR Amsterdam
www.hubertusberkhoff.nl
Javaplantsoen 241095 CS Amsterdam
www.LUCApraktijkschool.nl
OVERZiCHT SCHOOLLOCATiES