14
Cil M.Wigmans Je kan me nog meer vertellen Tegenspraak als opdracht van christelijk geïnspireerd onderwijs

Je kan me nog meer vertellen (0512)

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Tegenspraak als opdracht van christelijk geïnspireerd onderwijs is de ondertitel van dit boek. De auteur roept schoolbestuurders op om de eisen die aan het huidige onderwijs worden gesteld langs de meetlat van hun eigen uitgangspunten te leggen…

Citation preview

Page 1: Je kan me nog meer vertellen (0512)

Cil M.Wigmans

Je kan me nog meer vertellenTegenspraak als opdracht van christelijk geïnspireerd onderwijs

Page 2: Je kan me nog meer vertellen (0512)

ColofonDit boek is ontwikkeld en geschreven in opdracht van de Besturenraad, centrum voor christelijk onderwijs.

© 2012 Besturenraad, Woerden© 2012 Kwintessens, Amersfoortwww.kwintessens.nl

AuteurDr. Cil M. Wigmans

Foto omslagThinkstock

RedactieLiesbeth van ‘t Hof

ProjectbegeleiderNel Stoffelsen

UitgeverCora Vlaming

VormgevingRichard Feld, Kwintessens

ISBN 978 90 5788 385 9Bestelnummer 0512NUR 840, 746

Bestelnummer 0512

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvou-digd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

www.kwintessens.nl

Page 3: Je kan me nog meer vertellen (0512)

1.1 Een strijd van betekenis 14 1.2 Het verhaal van de hebzucht 181.3 Een ander verhaal 24

2.1 De school, producent van human capital 30 2.2 Een inspirerend voorbeeld: Het Wereldspel 36 2.3 Over creativiteit van kinderen: Ken Robinson 40

3.1 Over talenten 483.2 Het verloren paradijs 533.3 Natuur of schepping? 60

4.1 Wat is een school? 664.2 Een leergemeenschap 694.3 Leren van betekenis, de betekenis van leren 72 4.4 Mores leren 774.5 Uittocht 80

85

6.1 Wat valt er nog meer te vertellen? 98 6.2 Bij de bron 104

107

Stem en tegenstem

1

Race to nowhere?

2

Het kind en het badwater

3

Om een leefbare wereld

4

Zone van de naaste ontwikkeling van een school 5

Een open schooldeur, een frisse wind

6

Uit overtuiging!

7

InhoudVoorwoord 7Inleiding 9

Noten 111Literatuur 115

Page 4: Je kan me nog meer vertellen (0512)

6 Je kan me nog meer vertellen

Page 5: Je kan me nog meer vertellen (0512)

Tegenspraak als opdracht van christelijk geïnspireerd onderwijs 77

Voorwoord ‘Leer kinderen nóóit te zeggen, dat iets nu eenmaal zo is!’

Deze morele oproep van Cil Wigmans vormt wellicht de kern van de opdracht voor het

christelijk geïnspireerd onderwijs, zoals hij die ziet. Dat betekent dat christelijk onderwijs

veel kritischer zal moeten zijn op wat zich als vanzelfsprekend aandient in het leven en

in de maatschappij. Het betekent ook, dat christelijk onderwijs de Bijbelverhalen veel

serieuzer zal dienen te nemen. En vanuit die Bijbelse inspiratie komen tot een eigen visie

op het pedagogisch handelen, op het geven van onderwijs, op het kind. Niet gericht op

economisch nut, excellentie en een hoge plaats in internationale rankings.

Wat dat betreft moet er méér verteld worden opdat je niet meedoet met wat iedereen doet.

Wie kent nog het Bijbelse verhaal van Sadrach, Mesach en Abednego? Deze vrienden

van Daniël doen niet wat iedereen doet, namelijk buigen voor een beeld. Zij krijgen de

knieën niet krom om het te aanbidden. En wat blijkt: niet de meerderheid die zich er wel

voor buigt, moet zich verantwoorden. Maar degene die vanuit een diepe overtuiging doet,

wat hij meent te moeten doen: niet buigen. Met als dreiging een vurige oven, waarin je

geworpen wordt.

Cil Wigmans is in staat over zijn visie een meeslepend verhaal te verhalen en dat doet hij

dan ook volop in dit boek. Het levert een oncomfortabele onrust op, waarbij het gevoel

zich opdringt hoe dat christelijk geïnspireerd onderwijs er dan wel uit zou moeten zien. Als

aanzet tot antwoord vertaalt Wigmans zijn tegendraadse betoog in tien punten waarmee

een school inhoud kan geven aan het eigen karakter om niet mee te buigen met de

meerderheid.

Er is natuurlijk nog veel meer te vertellen en dit boek roept op om dat dan ook volop

te doen. Als Besturenraad geven we dit boek – samen met Kwintessens – graag uit als

bijdrage aan het denken over christelijk geïnspireerd onderwijs. We hopen dat het boek

de lezer aanzet tot een eigen creatieve vormgeving, hetzij in lijn met de gedachten van

Wigmans hetzij omdat diens gedachten aanzetten tot een andere gedachtelijn, zodat we

elkaar nog meer kunnen vertellen!

Dick den Bakker

Directeur Besturenraad Academie

Page 6: Je kan me nog meer vertellen (0512)

8 Je kan me nog meer vertellenJe kan me nog meer vertellen

Page 7: Je kan me nog meer vertellen (0512)

Tegenspraak als opdracht van christelijk geïnspireerd onderwijs 9

Inleiding De afdeling ‘Onderwijs’ in mijn boekenkast is rijk gevuld. Om bij de tijd te blijven gooi

ik nooit oude boeken weg. Het collectieve geheugen zit steeds minder in de hoofden en

harten van mensen, maar oude boeken zijn er vol van. Toegegeven, over actuele thema’s

als rendementen en opbrengsten, toezichtkader van de Inspectie, de score van het

Nederlandse onderwijs op de Pisa-ranking, de ondoordringbare ‘kleilaag’ van geldbeluste

schoolleiders en bestuurders, misbruik van de onderwijsvrijheid door confessionele

scholen, vind je niets in al die oude boeken.

Ze gaan wel vaak over de vraag of scholen bijdragen aan het vergroten of aan het

bestrijden van maatschappelijke ongelijkheid. Ze gaan ook over de vraag of de

pedagogische verantwoordelijkheid van de school niet op gespannen voet staat met

de eisen van het bedrijfsleven. De school is er toch niet om aan de ondernemers

gezagsgetrouwe en goed geschoolde werknemers af te leveren? Ach ja, de meeste boeken

uit mijn bibliotheek stammen uit de vorige eeuw, met een oververtegenwoordiging uit de

jaren zeventig en tachtig.

Begrijp me goed. Ik zwelg niet in nostalgisch verlangen. Toen en nu sprak en spreekt

niet het verleden tot mijn verbeelding, maar de toekomst. Tussen 1976 en 1987 gaf ik

als universitair docent onderwijs aan doctoraalstudenten Onderwijspedagogiek. In al die

jaren heeft niemand mij ooit gevraagd welke criteria ik hanteerde voor de beoordeling van

tentamens en examens. Van kwaliteitszorg was geen sprake en mijn studenten hadden

weinig zicht op hun studielast en vertoonden in ieder geval geen calculerend gedrag.

Natuurlijk sleepte je er weleens iemand doorheen door intensieve begeleiding en hulp bij

de scriptie. Daar heb ik geleerd dat het niet slechts de zorgleerlingen zijn die voor hun

leren op hulp zijn aangewezen. Ook zijn ze niet de enigen die hun motivatie en inspiratie

niet in de eerste plaats aan hun innerlijke drijfveren ontlenen maar vooral aan de relatie

met hun leraar. Dat gaat op voor elk niveau van onderwijs.

In die zin is ‘zelfstandig leren’ zo niet een contra dictio in terminis dan toch wel een

bedenkelijke term. Dat geldt ook voor zoiets als ‘zelfstandig onderwijzen’ of een ‘autonome

leerkracht’. Juist over de vraag naar de doelen van leren en onderwijzen, naar de betekenis

ervan voor de gemeenschap, naar de kwaliteit en effectiviteit van het vormings proces,

is intensief beraad en zijn heldere keuzes nodig. Een optelsom van zelfstandig werkende

leraren maakt nog geen school.

Wat mij toen en nu bewoog is de vraag hoe leren en onderwijzen binnen de context van

een school als leergemeenschap een bijdrage kunnen leveren aan het goede leven, aan

waarden die slechts waar kunnen worden als mensenkinderen daartoe hun van God

gegeven talenten ontwikkelen en gebruiken.

Page 8: Je kan me nog meer vertellen (0512)

10 Je kan me nog meer vertellen

In een nieuwjaarstoespraak die ik mocht houden voor personeel en geno digden van

het voortgezet onderwijs van de SCOPE scholengroep, heb ik verteld dat ik tijdens de

kerstviering in een dorpskerkje in Drenthe ontroerd raakte door een kerstspel dat door

de kinderen werd opgevoerd. Ze waren verkleed als kaarsen met op hun hoofd een

vlammetje. Op hun buik stond wie ze waren: GELOOF, LIEFDE, BARMHARTIGHEID,

GASTVRIJHEID en HOOP.

Ze vertelden dat in deze tijd hun licht dreigt te doven. Het gebrek aan geloof, de

toenemende liefdeloosheid, de onbarmhartigheid in de wijze waarop mensen elkaar

veroordelen, de groeiende vreemdelingenhaat, het wan trouwen en egoïsme, doen één voor

één de lichtjes doven. Maar in dat alles, flakkerend en vechtend tegen weer en wind, blijft

één kaars branden. Het is de HOOP. Door zijn volharding lukt het om licht te blijven geven

en uiteindelijk de liefde, het geloof, de barmhartigheid en de gastvrijheid opnieuw te laten

ontbranden onder de mensen.

Kinderen vertegenwoordigen onder ons de hoop op een betere toekomst. Maar ook hun

hoop moet gevoed worden. Kinderen passen zich probleem loos aan. Nieuwe technologie,

muziek, media, het is voor hen dagelijks brood. Dat geldt ook voor veranderingen in taal,

in omgangsvormen, in waarden en normen. Maar als we hun het onderscheid willen leren

tussen wat deugt en wat niet deugt, tussen waarachtigheid en leugenachtigheid, tussen

wat opbouwt en wat afbreekt, dan zullen we hun een oriëntatie op het leven moeten

meegeven die niet zomaar valt af te lezen uit wat ze om zich heen zien en ervaren. Dan

moeten ze bij ons, ouders en leerkrachten verhaal kunnen halen.

In het huidige politieke en maatschappelijke klimaat dreigt de taak van de school

gereduceerd te worden tot datgene wat economisch nut heeft en onze concur rentie positie

in de wereld versterkt. Ik heb de leraren opgeroepen tot onge hoorzaamheid tegen die

tijdgeest. Laten ze vooral ook met de kinderen blijven spreken over wat hen beweegt, wat

ze geloven, hopen en liefhebben. Laat onze gezamenlijke hoop de lampen ontsteken van

al die krachten die de kern vormen van waarachtig mens-zijn. Kinderen mogen op school

leren hopen op een toekomst die meer is dan welvaart voor de winnaars. Die ongehoor-

zaamheid tegen de tijdgeest, dat verhaal halen bij leraren die andere doelen nastreven dan

ons van overheidswege worden opgelegd, vormt de basis voor de titel van dit boek.

Dit boek gaat over christelijk geïnspireerd onderwijs en waarom dat alleen bestaansrecht

kan hebben als het van een andere orde is dan het gangbare.

Christelijke scholen gaan niet zelden prat op het feit dat er nog ‘degelijk’ onderwijs

wordt gegeven, dat er aandacht is voor normen en waarden, maar dat je je als ouder

niet ongerust hoeft te maken, je merkt van die christelijke identiteit eigenlijk alleen iets

bij de dagopening of bij vieringen en dan is er natuurlijk wel de verplichte deelname aan

Page 9: Je kan me nog meer vertellen (0512)

Tegenspraak als opdracht van christelijk geïnspireerd onderwijs 11

godsdienstonderwijs, maar daar leren ze vooral ook veel over andere godsdiensten.

Dat type christelijk onderwijs heeft wat mij betreft geen toekomst. Het is in feite niet

veel meer dan een uitvoeringsinstantie van de overheid, een instrument in dienst van de

economische doelen waaraan ook de door de staat nage streefde burgerschapsvorming

dienstbaar is.

De enige rechtvaardiging voor christelijk geïnspireerd onderwijs en in feite voor het behoud

van artikel 23, waarin de vrijheid van onderwijs is geregeld, is erin gelegen dat scholen

zich ontwikkelen tot een levend teken van tegenspraak tegen de toenemende overheids-

bemoeie nis met de vorming van jonge mensen. Tegenspraak ten diepste tegen de missie

van het huidige onderwijssysteem.

In een lezing voor het Nationaal Instituut voor Opvoedings- en Onderwijs Zaken (NIVOZ)

beschrijft Tex Gunning, lid van de Raad van Bestuur van AkzoNobel, het als volgt:

‘De missie van het huidige onderwijs systeem is niet gericht op het tot ontwikkeling

brengen van mensen maar op het klaarstomen van beroepsbevolking in een wereld

die gericht was op productiviteit en efficiency en gebaat was bij standaardisering en

controlemechanismen. We leiden onze kinderen op om succesvol te worden in de wereld

van gisteren.’1

Christelijk geïnspireerd onderwijs zal kinderen de tegenspraak leren met het oog op de

toekomst. Het zijn scholen waar bekentenis wordt afgelegd van de hoop en waar kinderen

meegenomen worden in verhalen vol verwachting. Maar het zijn ook scholen waar vooral

geluisterd wordt naar wat leerlingen hebben te vertellen, waar hun onge breidelde fantasie

alle ruimte krijgt, waar hun vraagstukken en problemen het voertuig worden waardoor

ze zich kennis, inzichten en vaardigheden eigen maken. Kortom het zijn scholen waar de

verhalen van toen en daar ver bonden worden met verhalen van hier en nu, opdat er iets

zichtbaar wordt van de stad van de toekomst. Is dat exclusief christelijk? Eerlijk gezegd,

zal me dat een zorg zijn! Veel belangrijker is de vraag: Waar vinden we mensen die zo’n

school kunnen inrichten? Waar is de opleiding die docenten in deze geest voorbereidt?

Waar zijn de schoolleiders die hiervoor gaan? Waar zijn de ouders die dit hun kinderen

gunnen? Maar het begint, zoals alle goede werk in deze wereld, met een droom. Stel je

toch eens voor...

Om duidelijk te maken waarom die droom de moeite waard is, begin ik dit boek met een

kritische analyse van de maatschappelijke, politieke en economische situatie waarin we

met al onze pedagogische idealen uit de vorige eeuw terecht zijn gekomen. Ik hoorde

onlangs Gerrit Komrij in een radio-uitzending van Kunststof. Hij klaagde dat zijn vrienden

uit de jaren zestig, met wie hij samen te hoop liep tegen de regenten, de zakkenvullers,

de pluchebekleders uit die tijd, hem niet gewaarschuwd hadden toen ze zelf de kans

Page 10: Je kan me nog meer vertellen (0512)

12 Je kan me nog meer vertellen

hadden zich in die posities te manoeuvreren. Hij heeft even niet opgelet en kijkt nu met

de naïviteit van de oude idealen om zich heen. Hij ziet tot zijn verbazing dat zijn oude

vrienden inmiddels miljonair, machtspoliticus of bankier zijn geworden en zich bij een

goed glas wijn vrolijk maken over hun wilde jaren. Hij constateert dat dat kennelijk de

natuurlijke loop der dingen is. Wie de kans krijgt zich ten koste van anderen te verrijken

of macht uit te oefenen, zal dat ook doen. Wie het niet doet is een loser. Maar wel een

sympathieke natuurlijk.

Ik ben belast met een ongeneeslijk ongeloof in de overmacht van de natuurlijke orde der

dingen. Ik heb geleerd dat de machtige goden van bloed en bodem, van macht en geweld,

van vrije markt en recht van de sterkste uiteindelijk niet het laatste woord hebben. Maar

ik zie tot mijn schrik dat er, juist ook door schoolleiders en bestuurders van scholen die

de claim van een andere orde op hun gevel hebben staan, bar weinig weerstand wordt

gebo den aan de druk die uitgaat van ‘de utopie van de vrije markt’. Ik hoop in dit boek

duidelijk te maken dat de pedagogische opdracht die eigen zou moeten zijn aan christelijk

geïnspireerd onderwijs zich niet verdraagt met gehoor zaamheid aan marktmechanismen

en horigheid aan een overheid die de vorming van jonge mensen nog slechts beschouwt

als een machtig middel om onze economische concurrentiepositie te versterken. Kennis

en vaardigheden zijn voor onze jongeren van levensbelang, zo zal ik betogen, maar

dan vooral om kritisch te leren staan tegenover illusies van welzijn en geluk die hun

worden voorgespiegeld, zodat ze op goede gronden kunnen zeggen: ‘Je kan me nog meer

vertellen!’

Page 11: Je kan me nog meer vertellen (0512)

Tegenspraak als opdracht van christelijk geïnspireerd onderwijs 13

Stem en tegenstem

1

Page 12: Je kan me nog meer vertellen (0512)

14 Je kan me nog meer vertellen

1.1 Een strijd van betekenis Zodra je het plan opvat om te gaan schrijven, zie je overal aanknopings pun ten. Ik ben

geen verzamelaar van krantenartikelen en leg ook geen archief aan van citaten uit boeken

en tijdschriften die ik ooit nog eens zou kunnen gebruiken. Ik ben geen consciëntieus

en minutieus onderzoeker. Soms raken beelden of teksten me echter zo diep dat ik niet

anders kan dan ze met me meedragen. Ze worden me eigen.

Dat geldt tegenwoordig naast bepaalde boe ken, ook voor een aantal video’s op Youtube,

die eindeloze schatkamer van beeldmateriaal. Je vindt daar nogal wat inspirerende

bijdragen van gedreven onderwijsmensen. Vooral de TED-lezingen2 bevatten veel

waardevol materiaal. Een aantal daarvan bekijk ik met enige regel maat. Het helpt me om

zelf gedreven te blijven, om de moed erin te blijven houden.

Fi ducie, vertrouwen, moet gevoed worden om het cynisme, de lethargie, berusting te be-

strijden. Die voordrachten en filmbeelden zijn voor mij tekenen van tegen spraak, zoals ook

het grote arsenaal aan Bijbelverhalen dat in mijn geheugen gegrift staat, helpt om telkens

weer te blijven geloven dat wat vanzelfsprekend lijkt te zijn in onze samen leving, niet echt

‘waar’ kan zijn.

In De oude wortels van het nieuwe leren beschreef ik hoe machtig woorden zijn. Ze hebben

scheppingskracht. Woorden scheppen betekenis en beteke nissen sturen de waarneming. In

mijn dissertatie3 (1984) schreef ik: ‘De heersende beteke nissen zijn de betekenissen van

heersers.’ Dat marxistisch taalgebruik was geheel in lijn met de tijdgeest, wat op zich al een

illustratie is van wat ik bedoelde te zeggen. Bij Hans Achterhuis4 kwam ik het citaat tegen

van Lewis Carroll uit Through the looking glass. Alice verwondert zich in Wonderland niet

alleen over wat ze ziet, maar kan soms ook haar oren niet geloven:

‘”Ik weet niet wat u met ‘gloria’ bedoelt,” zei Alice.

Humpty Dumpty glimlachte verachtelijk. “Natuurlijk niet - tot ik het je vertel. Ik bedoelde:

‘Daar heb je een mooi dodelijk argument.’”

“Maar ‘gloria’ betekent niet ‘mooi dodelijk argument’,” wierp Alice tegen.

“Als ik een woord gebruik,” zei Humpty Dumpty op nogal honende toon, “be tekent het

gewoon wat ik verkies dat het betekent – niet meer en niet minder.”

“De vraag is,” zei Alice,”of je woorden zoveel verschillende dingen kunt laten betekenen.”

“De vraag is,” zei Humpty Dumpty, “wie de baas is. Punt uit.”’

Dagelijks ervaar je hoe betekenissen verschuiven, hoe woorden verdwijnen en andere

opkomen. En met dat komen en gaan is ook ons kijken naar de wereld aan verandering

onderhevig. Het al dan niet subtiele veranderen van betekenis is niet altijd een wel-

overwogen strategie. Nieuwe betekenissen ontstaan vooral ook spontaan en zeker in

Page 13: Je kan me nog meer vertellen (0512)

Tegenspraak als opdracht van christelijk geïnspireerd onderwijs 15

onze tijd spelen massamedia daar bij een cruciale rol. We zijn ons van die veranderingen

lang niet altijd be wust en kunnen ook vrijwel nooit aangeven wanneer en op welke wijze

zich de veranderingen hebben voltrokken. Wanneer is het woord ‘respect’ veran derd van

‘ontzag voor gezag’ in ‘ruimte geven aan ieders eigen keuzes’ tot ‘als je mij met rust laat,

zal ik me ook niet met jou bemoeien’?

Wanneer is het woord ‘talent’ ontdaan van zijn Bijbelse betekenis (zie hoofdstuk 3.1)

en iets geworden waar door televisieprogramma’s jacht op wordt gemaakt? Wie bepaalt

dat het begrip ‘kwaliteit’ uitsluitend nog gebruikt kan worden wanneer er meetbare

‘waarden’ mee worden aangeduid? Wie heeft verordineerd dat elke vergelijking van huidige

maatschappelijke verschijnselen met historische ge beurtenissen uit de periode 1925-

1945, een zogenaamde Godwin5, volstrekt taboe is?

Soms ontdek ik tot mijn eigen schrik dat ik een bepaald woordgebruik en de daarbij

behorende denkwijze die ik enkele decennia geleden als ordinaire, rechtse borrel praat

kwalificeerde, nu als een redelijk gematigde opvatting be schouw. Kennelijk ontkom

ook ik niet aan de gewenning die met verschui vende betekenissen gepaard gaat. De

ironisch bedoelde voor beelden van het verwarren van feiten en meningen, die ik ooit mijn

studenten in de zeventiger en tachtiger jaren voorhield, zouden nu slechts verbaasde

reacties oproepen, want ze zijn inmiddels vanzelfsprekend geworden. Iemand kan in

gezelschap informatie geven over een verschijnsel waarvan hij of zij een leven lang studie

heeft ge maakt. Een ander uit het gezelschap meldt dat hij het er, nu hij er eens over

nadenkt, niet mee eens is. Ach ja, tien seconden ‘nadenken’ wegen makkelijk op tegen

een studie van jaren. Er staan immers simpelweg twee gelijk waardige meningen naast en

tegenover elkaar. Wie ergens een mening over wil heb ben kan er met een avondje televisie

kijken of een middagje Stand.nl luisteren al gauw uit een stuk of tien kiezen.

Alles lijkt gepolitiseerd en de heftigheid van de debatten doet soms niet onder voor de

theologische twisten die ik mij uit mijn jeugd herinner. Het grote ver schil is dat in die

debatten de argumenten over het algemeen zorgvuldig werden gewogen en de emoties

meestal uitdrukking waren van betrok kenheid bij het onderwerp van gesprek. ‘Dat voel ik

nou eenmaal zo’ was als bijdrage aan de gedachtewisseling letterlijk uit den boze. Maar al

schieten standpunten heen en weer en is de feitenvrije mening de meest populaire, toch

speelt er op de achtergrond een heftige ideeënstrijd, waarvan veranderingen in betekenis

de symptomen zijn. Voor onze tijd met zijn snelle halveringswaarde van het collectieve

geheugen, is een referentie aan de Tweede Wereldoorlog een soort sjibbolet voor goed en

fout, of zelfs goed en kwaad.

Alleen al door het gebruik van het woord ‘fascisme’ komen grote tegen stel lingen in onze

samenleving aan het licht, waarbij beide polen de term ge bruiken om elkaar zwart, of in

dit geval bruin te maken. Rob Riemen hekelt in zijn essay De eeuwige terugkeer van het

Page 14: Je kan me nog meer vertellen (0512)

9 7 8 9 0 5 7 8 8 3 8 5 9

Cil Wigmans, auteur van het smaakmakende boek, De oude (joodse en christelijke) wortels van het nieuwe leren, heeft een nieuw boek geschreven. Wigmans is thuis in het joodse leerhuis, dat hij waardeert, omdat jongeren daar actief worden betrokken bij de vraag naar de be-tekenis van de traditie en ze al lerend (‘lernend’) worden opgenomen in het verhaal van bevrijding.

Je kan me nog meer vertellen is een actualisering van het eerste boek. In het afgelopen decennium heeft Wigmans de werkelijkheid zien ver-harden. Individualisering en nadruk op persoonlijk geluk hebben geleid tot economische druk, controlerende macht, miskenning van mense-lijke waardigheid. En het nieuwe leren waar hij veel van verwachtte, is verworden tot een werken aan individuele competenties. Wigmans wil tegenspraak bieden.

Daarvoor analyseert hij - tegen de achtergrond van het huidige maat-schappelijke klimaat - de grote onderwijsdoelen: maatschappelijke participatie, kennisverwerving, en persoonlijke ontplooiing. Uitvoerig staat hij stil bij de opkomst van het populisme en de crisis van het kapitalisme. Wigmans is vooral strijder met als wapen het verhaal. Hij plaatst tegenover de heerschappij van de hebzucht een ander tegen-draads (Bijbels) verhaal.

Zo is zijn boek vooral een inspirerend tegendraads boek voor scholen waar de Bijbel een gebruiksboek is. Ook zijn boek zal gelezen worden en mensen in beweging zetten: een vorm van reizen, trekken, nieuw leren.

www.kwintessens.nl

ISBN 978 90 5788 385 9Bestelnummer 0512