47
1 Johannes 6 In dit hoofdstuk, wordt het 4e en het 5e wonder beschreven. Het 1e wonder: Joh.2 Water, in Wijn veranderd Het 2e wonder: Joh.4 De opwekking van de Zoon van de Hoveling Het 3e wonder: Joh.5 De genezing van de zieke in Bethesda Het 4e wonder: Joh.6 De wonderbare spijziging van 5000 mannen Het 5e wonder: Joh.6 De wandeling op de Zee Het 6e wonder: Joh.9 De genezing van de Blindgeborene Het 7e wonder: Joh.11 De opwekking van Lazarus uit de dood Het 8e wonder: Joh.21 De wonderbare visvangst van 153 vissen De wonderen die de HEERE Jezus Christus gedaan heeft, zijn tekenen. Ze hebben een typologische, profetische, overdrachtelijke betekenis, en zijn illustraties van het Werk, wat de HEERE na Zijn Opstanding zal doen. Joh.20:30,31 En deze wonderen, deze tekenen zijn geschreven, opdat gij gelooft, dat Deze Jezus, is de Christus. Opdat gij gelooft, dat Deze Mens Jezus, in Zijn Opstanding door God gesteld is tot Zoon van God, en tot Messias, en tot Hogepriester van het Nieuwe Verbond, naar de Ordening van Melchizedek. En opdat gij dit gelovende, het Leven hebt in Zijn Naam. En dus ook het wonder van deze lichamelijke spijziging, is een teken van de Geestelijke spijziging A: Want elk wonder van de HEERE, mag men zien als een bewijs van Gods Almacht. Maar dat God wonderen doet, is immers inherent aan Wie Hij is. Voor de mens, mogen deze wonderen dan wonderbaarlijk zijn, maar dit komt, omdat de mens nu eenmaal geen God is. En aan de andere kant is het zo, dat ook de duivel, wonderen kan doen. B: Men denkt, dat deze wonderen gedaan werden, ten behoeve van de omstanders. Nu, die 5000 mannen, hadden best een dag zonder eten gekund En anders hadden zij toch zelf, brood van thuis mee kunnen nemen. Want letterlijk was er geen hongersnood. Maar daar gaat het uiteraard wel over Want overdrachtelijk, was, en is er nog steeds in heel Israël, hongersnood Want de Schriftgeleerden, die verantwoordelijk waren voor de bediening van het Woord van God, kenden het Woord van God niet, omdat zij het Woord van God niet geloofden Hoewel zij Uitdelers en Rentmeesters behoorden te zijn, van al de Woorden Gods.

johannes 6

Embed Size (px)

DESCRIPTION

En op den derden dag was er een bruiloft te Kana in Galilea; en de moeder van Jezus was aldaar. 8 En Hij zeide tot hen: Schept nu, en draagt het tot den hofmeester; en zij droegen het. 9 Als nu de hofmeester het water, dat wijn geworden was, geproefd had (en hij wist niet, van waar de wijn was; maar de dienaren, die het water geschept hadden, wisten het), zo riep de hofmeester den bruidegom. 10 En zeide tot hem: Alle man zet eerst den goeden wijn op, en wanneer men wel gedronken heeft, alsdan den minderen; maar gij hebt den goeden wijn tot nu toe bewaard. 11 Dit beginsel der tekenen heeft Jezus gedaan te Kana in Galilea, en heeft Zijn heerlijkheid geopenbaard; en Zijn discipelen geloofden in Hem.

Citation preview

1

Johannes 6 In dit hoofdstuk, wordt het 4e en het 5e wonder beschreven. Het 1e wonder: Joh.2 Water, in Wijn veranderd Het 2e wonder: Joh.4 De opwekking van de Zoon van de Hoveling Het 3e wonder: Joh.5 De genezing van de zieke in Bethesda Het 4e wonder: Joh.6 De wonderbare spijziging van 5000 mannen Het 5e wonder: Joh.6 De wandeling op de Zee Het 6e wonder: Joh.9 De genezing van de Blindgeborene Het 7e wonder: Joh.11 De opwekking van Lazarus uit de dood Het 8e wonder: Joh.21 De wonderbare visvangst van 153 vissen De wonderen die de HEERE Jezus Christus gedaan heeft, zijn tekenen. Ze hebben een typologische, profetische, overdrachtelijke betekenis, en zijn illustraties van het Werk, wat de HEERE na Zijn Opstanding zal doen. Joh.20:30,31 En deze wonderen, deze tekenen zijn geschreven, opdat gij gelooft, dat Deze Jezus, is de Christus. Opdat gij gelooft, dat Deze Mens Jezus, in Zijn Opstanding door God gesteld is tot Zoon van God, en tot Messias, en tot Hogepriester van het Nieuwe Verbond, naar de Ordening van Melchizedek. En opdat gij dit gelovende, het Leven hebt in Zijn Naam. En dus ook het wonder van deze lichamelijke spijziging, is een teken van de Geestelijke spijziging A: Want elk wonder van de HEERE, mag men zien als een bewijs van Gods Almacht. Maar dat God wonderen doet, is immers inherent aan Wie Hij is. Voor de mens, mogen deze wonderen dan wonderbaarlijk zijn, maar dit komt, omdat de mens nu eenmaal geen God is. En aan de andere kant is het zo, dat ook de duivel, wonderen kan doen. B: Men denkt, dat deze wonderen gedaan werden, ten behoeve van de omstanders. Nu, die 5000 mannen, hadden best een dag zonder eten gekund En anders hadden zij toch zelf, brood van thuis mee kunnen nemen. Want letterlijk was er geen hongersnood. Maar daar gaat het uiteraard wel over Want overdrachtelijk, was, en is er nog steeds in heel Israël, hongersnood Want de Schriftgeleerden, die verantwoordelijk waren voor de bediening van het Woord van God, kenden het Woord van God niet, omdat zij het Woord van God niet geloofden Hoewel zij Uitdelers en Rentmeesters behoorden te zijn, van al de Woorden Gods.

2

:C Men denkt, dat als God een wonder doet, dat een ongelovige dan tot geloof komt. Maar dat is een illusie, want: Luk.11:29; Joh.6:30 Ongelovigen, en ook ongelovige gelovigen, verlangen altijd naar tekenen en wonderen; Niet om tot geloof te komen in de HEERE Jezus Christus, en ook niet om Hem beter te leren kennen; Maar opdat het hen goed zal gaan in dit leven Matth.12:38,39 En het enige wat men daarna zal vragen, is: Doe nog eens een wonder. Joh.6:5 De HEERE openbaart in de 1e plaats, Zijn geloof; En vervolgens, zien wij Zijn Liefde en Zorg over de kudde Israels; De HEERE acht Zichzelf verantwoordelijk voor de Schare; Want de HEERE mag dan vragen: Vanwaar zullen wij broden kopen? Maar dit was een retorische vraag, want de HEERE wist Zelf wat Hij doen zou. (:6) En nogmaals: Het gaat er niet om, of deze mannen wat te eten zouden hebben, want zij konden best een maaltijd overslaan. Maar het gaat erom, dat ook dit wonder, een teken is, en daarom een betekenis heeft. Elk wonder is feitelijk een profetie, en heeft dus een overdrachtelijke, en typologische betekenis. En de enige goede vraag is ook hier: Wat is de profetische, overdrachtelijke, en typologische betekenis van dit wonder. Het is u waarschijnlijk bekend, maar ik wil u er toch nog eens op wijzen, dat dezelfde Bijbelse Waarheden, zich steeds opnieuw herhalen. Alleen met andere namen, en met andere plaatsen, en onder andere omstandigheden, en met een geheel ander decor. Want als we uit het ene plaatje, de typologische betekenis van een geschiedenis niet begrijpen, dan begrijpen we misschien wel de profetische en typologische betekenis van het plaatje in de volgende geschiedenis.

3

Joh.5:1- De HEERE Jezus is dan nog in Jeruzalem; De HEERE is dan nog bij de Joden, in Judea De HEERE is dan nog bij de 2-Stammen van Israel. Joh.5:16 Maar het Godsdienstig systeem der Joden, zoeken de HEERE Jezus te doden. Joh.5:39,40 Zij weigeren de Schriften te onderzoeken en te geloven. Zij willen niet tot geloof komen in de HEERE Jezus Christus. Hoewel Mozes, namelijk de Wet, en de Psalmen, en de profeten, van Hem getuigen. Zij menen, dat zij door de Wet, en de werken der Wet, gerechtvaardigd kunnen worden. Zij menen door de werken der Wet, eeuwig leven te kunnen beërven. Joh.5:45- En daarom zullen zij door diezelfde Schriften eens worden aangeklaagd en veroordeeld. Want het Joodse Volk, maar ook elk mens, zal eens rekenschap moeten geven over hun ongeloof in het Woord van God, en over hun afwijzing van de HEERE Jezus Christus Matt.12:31,32 En niet eens met betrekking tot hun verwerping van de HEERE Jezus in het vlees, maar vanwege hun verwerping van de Opgestane en Verheerlijkte Christus, Die het Woord Gods is. En dat is zondigen tegen de Heilige Geest. Joh.6:1 Daarom wendt de HEERE Jezus Christus Zich tot Galilea, de 10-Stammen van Israel En om dit nogeens onder de aandacht te brengen: Dezelfde Bijbelse Waarheden, en in bijzonderheid de Nieuw Testamentische Waarheden, worden in de Bijbelse geschiedenissen steeds opnieuw herhaald. Alleen met andere namen, en met andere plaatsen, en onder andere omstandigheden, en in een geheel ander decor. God doet er alle moeite voor, het ons gemakkelijk te maken, om de Bijbel te verstaan. Want als we uit het ene plaatje, de typologische betekenis van een geschiedenis niet begrijpen, dan begrijpen we misschien wel de profetische en typologische betekenis in de plaatjes van de volgende geschiedenissen. Hebr.1:1- God, voortijds veelmaal en op velerlei wijze, tot de vaderen gesproken hebbende door de profeten, heeft in deze laatste dagen tot ons gesproken door den Zoon; Welken Hij gesteld heeft tot Erfgenaam van alles, door Welken Hij ook de wereld gemaakt heeft; Dewelke, alzo Hij is het Afschijnsel Zijner heerlijkheid, en het uitgedrukte Beeld Zijner zelfstandigheid, en alle dingen draagt door het woord Zijner kracht, nadat Hij de reinigmaking onzer zonden door Zichzelven te weeg gebracht heeft, is gezeten aan de Rechterhand der Majesteit in de hoogste Hemelen; Johannes 6

4

:1 Na dezen, vertrok Jezus over de zee van Galilea, welke is de zee van Tiberias. :1 Let op: Het wonder is profetisch, en in dat licht, zouden we heel deze gebeurtenis plaatsen. Na dezen: Nadat het Jodendom, de 2-Stammen van Israël, de Opgestane HEERE zullen afgewezen hebben, zal de HEERE Jezus Christus naar een ander Volk gaan. De HEERE verlaat Jeruzalem en het Jodendom, en Hij gaat naar het Galilea der Heidenen. In bijzonderheid, gaat Hij eerst naar 1 van de belangrijkste Volkeren onder de Heidenen Namelijk naar de 10-Stammen van Israël. Hoewel de 10-Stammen, hier in deze geschiedenis, niet letterlijke aanwezig zijn, want zij waren al ongeveer 700 jaar eerder, door de Assyriërs weggevoerd, en verstrooid geworden onder de Heidenen. Maar in overdrachtelijke zin, zijn zij in Galilea, en dus gaat de HEERE nu naar hen toe. Na de Opstanding, verliet de HEERE Jezus Christus ook letterlijk, Jeruzalem en het Jodendom, en ging Hij naar Galilea. Want: Matth.28:9,10; Jes.8:23-Jes.9:1; Jes.49:1-6 En als zij heengingen, om Zijn discipelen te boodschappen; Ziet, Jezus is haar ontmoet, zeggende: Weest gegroet. En zij, tot Hem komende, grepen Zijn voeten, en aanbaden Hem. Toen zeide Jezus tot haar: Vreest niet, maar gaat henen, en boodschapt Mijn broederen, dat zij heengaan naar Galilea, en aldaar zullen zij Mij zien. Dit gedeelte van het Land Israël, behoorde eens tot het 10-Stammen-Rijk van Israël En overdrachtelijk, gaat de HEERE Jezus Christus dus nu, naar het belangrijkste Volk onder de Heidenen, namelijk naar de 10-Stammen van Israel. Luk.2:29-33; Hand.15:14-16; Hos.6:2 Maar na hetzelfde na deze, zal de HEERE ook straks tot het Volk Israël wederkeren :1 En dat dit zal plaatsvinden op grond van de Opstanding van de HEERE Jezus Christus, wordt geïllustreerd in Galilea Galilea = 30.10.30.3 = Wentelen, rollen (van een wiel, of een steen) = 5.30.10.30.3 = Grens = Bijvoorbeeld de Schelfzee of de Jordaan oversteken

5

30.3.30.3 = Gilgal = Uitbeelding van wedergeboorte 30.3 = Gal = Vormwording (= type van de 1e geboorte)

30.3.30.3 = Galgal = 2x Vormwording (= type van de wedergeboorte) Zee = 40.10 = Jam = .Type van de Volkerenzee; Type van de Afgrond = Westen = Bij elkaar opgesteld = De Westerse Volkeren Het noemen van de Zee van Galilea, zou ons meer dan genoeg tot informatie geweest zijn En de toevoeging, Zee van Tiberias, zou dus eigenlijk niet nodig geweest zijn. Alleen onderstreept dit wel, de typologische betekenis van dit Schriftgedeelte. Zee = Volk (In het Hebreeuws, betekent het ook Westen) = Volk in het Westen Tiberias = Meer van Galilea = Stad aan de Westkant van het meer van Galilea, danwel de Zee van Tiberias, danwel het meer van Gennezareth = Romeinse Keizer (= Wereld Heerser) = Werd beschouwd als hoofdstad van Galilea = In het Grieks, heeft dit woord te maken met: Navolgen En heeft ook te make met Drankhuis, en dus met een Geestelijk Huis De HEERE openbaarde Zich eerst aan Jeruzalem, maar het eindigde in Rome (Zee Tiberias) Het begon in Jeruzalem (Hand.1,2), maar het zou eindigen in Rome (Hand.28) Het begon bij Juda, de 2-Stammen, maar het eindigde bij de Heidenen, de 10-Stammen. De HEERE Jezus verbergt Zich voor Juda (= 2-Stammen), maar zou Zichzelf openbaren aan het Galilea der Heidenen, namelijk aan: De Zee van Tiberias : Gelovigen uit de 10-Stammen, en uit de 2-Stammen : Een Volk in het Westen : Een Volk, wat Hem zal navolgen (= discipelen zijn) : Een Volk, als Drankhuis (= Geestelijk Woonstede) : Een Volk ( = het Lichaam van Christus) wat vervuld, en geleid zal worden door de Geest van Christus. Tiberias: Genoemd naar de 2e Romeins Keizer, die regeerde over al de Heidenen. = De 2e, definitieve Heerser over alle Volkeren, is Christus Tiberia : 5.10.200.2.10.9 = Want nu de Hebreeuwse betekenis: Tiber : 200.2.10.9 = Het Midden; Het Centrum; De Navel; De Levensader ia : 5.10. = Jehovah Dus: De God van de Tiber is Jehovah, de God van het Galilea der Heidenen. De Levende God, Die in het Midden woont, heeft woning gemaakt bij de Heidenen. Matth.28:18 En na de Opstanding, zegt de HEERE Jezus Christus ook: Aan Mij is gegeven alle macht in Hemelen en op Aarde

6

Hij woont dan ook, in het Midden van Zijn Schepping, en te Midden van alle Volkeren. Hij is namelijk: HEERE der Heirscharen = Hij is HEERE van alle (Heidense) Volkeren; : Hij is Jehovah Tzebaoth. En hoewel de HEERE Jezus Christus, Zijn Almacht nog niet laat gelden in deze Wereld, is op juridische wijze, sinds Zijn Opstanding uit de dood, alles en iedereen aan Hem onderworpen. Natuurlijk wil de HEERE, dat iedereen zich vrijwillig aan Hem onderwerpt. Maar Juda, het 2 Stammen-Rijk, wilde dit niet, en wil dit nog steeds niet. Uitgezonderd een gelovig overblijfsel uit het Joodse Volk, uit de 2-Stammen van Israel. Joh.10:12-16 Alleen de schapen die naar Zijn Stem horen, leidt Hij uit de Joodse Stal = De 2-Stammen. En als Goede Herder zal Hij ook schapen uit de andere Stal (= 10-Stammen) toebrengen. En het gelovig overblijfsel uit de 10-Stammen, zullen naar Zijn Stem horen; En de HEERE is nu dus op weg gegaan naar Galilea, het grondgebied van de 10-Stammen Matth.14:13; Marc.6:30; Luk.9:10 Volgens deze Schriftgedeelten ging de HEERE Jezus nadat Hij gehoord had dat het Hoofd van Johannes Doper, in de Koningszaal gebracht was, en zijn lichaam begraven, danwel verborgen werd, ging de HEERE Jezus naar Galilea, naar de Stad Bethsaida (Luk.9:10) Bethsaida = Huis der vissen; Huis der visvangst :2 En Hem volgde een grote schare, omdat zij Zijn tekenen zagen, die Hij deed aan de kranken. :2 Uit wat hierna gebeurt, moeten wij opmaken, dat de meesten die de HEERE Jezus volgen, dit alleen doen omdat zij Zijn tekenen zien; Maar dat er ook bij zijn, die Hem volgen, omdat er geloof aanwezig is. Want zij zijn in iedergeval gehoorzaam, wanneer er iets tot hen gezegd wordt. Al is het alleen maar, omdat zij in gehoorzaamheid op het gras gaan zitten. En waarschijnlijk daar de consequenties nog niet van inzien, maar zij gaan wel zitten. Ezech.34:8-; Marc.6:34; Joh.10:10-16 Zij waren die schapen, die geen Herder hebben. Zij zouden daardoor tot roof, tot buit worden, van anderen. Zij zouden verloren zijn gegaan door gebrek aan Kennis.

7

Maar ze waren hongerig. Zij wilden nog wel meer van de HEERE Jezus zien, en horen. Joh.20:30,31 Zij zien Zijn tekenen, en trekken daar de conclusie uit, dat Hij inderdaad de Messias, de Zoon van God is. En zij zijn Hem daarom gevolgd in de wedergeboorte. En zij zijn Hem gevolgd naar Galilea. En omdat men gelooft, neemt men het Brood des Levens, uit de hand van de HEERE aan Maar eerst: :3 En Jezus ging op den Berg, en zat aldaar neder met Zijn discipelen. :3 Berg = Type van een Koninkrijk En in verband met de HEERE, gaat het om Zijn Verborgen Koninkrijk. En wijst naar de Hemelse Positie van Christus, sinds Zijn Opstanding Berg = Is de uitbeelding van de Hemel (Maar was letterlijk een berg bij Bethsaida?) Zat = Op grond van het Volbrachte Werk. Op de Berg, in het Koninkrijk der Hemelen, en op de troon der Genade. In de positie van Rust, worden de discipelen gevoed door het Woord Gods Efez.1:3 En allen die de HEERE gevolgd zijn in de wedergeboorte, zijn met Christus gezet in de Hemel En door de HEERE worden zij vanuit het Woord gevoed en onderwezen met betrekking tot de Hemelse dingen; Over het Hogepriesterlijk werk van Christus, en waarin zij, en dus ook wij, betrokken zouden zijn. 1Cor.2:9-12 Want voordat je maar iets aan anderen kunt uitdelen, zal je toch eerst moeten weten, welke dingen ons van God geschonken zijn. :4 En het pascha, het feest der Joden, was nabij. :4 Er staat niet Pascha, maar het feest van Pascha, dat was vanaf de 15e nisan Gerekend naar de instelling van het Pascha (bij de Uittocht uit Egypte was dit op de 14e Nisan, zegt Exo.12), en betekent dit dat het Paaslam dan al geslacht, en gegeten is. En was het Paaslam dus niet meer op de tafel (want er mocht van het Paaslam tot aan de volgende dag niets overblijven), maar er waren wel de ongezuurde broden

8

En het waren dan ook de dagen van het feest van de ongezuurde broden. Namelijk vanaf de 15e nisan, tot en met de 21 nisan 2Cor.5:16,17 Paulus zou zeggen: Al het oude is voorbij gegaan, ziet het is alles Nieuw geworden. 1Cor.5:8 Dus is er alle reden om feest te vieren. Dus laat ons dan feest houden, niet in den ouden zuurdesem, noch in den zuurdesem der kwaadheid en der boosheid, maar in de ongezuurde broden der Oprechtheid en der Waarheid. Het is nu de 3e keer Pascha, tijdens de officiële bediening van de HEERE Jezus Joh.2:13 Voor de 1e keer Joh.5:1 Voor de 2e keer Joh.6:1 Voor de 3e keer Joh.13:1- Voor de 4e keer :4 Johannes zegt: Het is een Pascha der Joden, hoewel het een Pascha des HEEREN behoort te zijn. (Exo.12:18; Lev.23:5,7; Num.28:16; Deut.16:1) Maar hoe dan ook: Wat er van de Paasmaaltijd zou overblijven, zijn ongezuurde broden en wijn Ook in deze vers valt de aandacht niet op het Geslachte Lam, maar op de Levende Deur. Dus ook dit vers wijst al naar het Opstandingsleven van Christus. En in dit Schriftgedeelte gaat het ook over de roeping en vorming van de Gemeente :5 Jezus dan, de ogen opheffende, en ziende, dat een grote schare tot Hem kwam, zeide tot Filippus: Van waar zullen wij broden kopen, opdat deze eten mogen? :6 Doch dit zeide Hij, hem beproevende; want Hij wist Zelf, wat Hij doen zou. :5 De HEERE zegt tot Filippus: Vanwaar komt dit Brood; Of van Wie komt dit Brood? : Zal dit Brood ook uit de Hemel nederdalen? :6 Doch dit zeide Hij, hem beproevende; want Hij wist Zelf, wat Hij doen zou. :6 De HEERE wist allang wat Hij doen zou, want Hij weet waar dit Brood vandaan komt En de ogen opheffende: Als de HEERE Zijn ogen opheft, wil dit niet alleen zeggen dat Hij een ondergeschikte

9

Positie heeft en inneemt ten opzichte van Zijn Hemelse Vader, maar dat Hij deze ondergeschikte, afhankelijke, en gehoorzame Positie aan de Vader, vrijwillig inneemt. Marc.6:34 In verband met de Schare, is de HEERE met innerlijke ontferming over hen bewogen. Want het zijn schapen die geen Herder hebben, om hen naar het Ware Voedsel te leiden. Hij is dan ook gekomen om hen te voeden, en te leiden in hun dienst aan God de Vader En daarmee dient de HEERE ons, als wij Hem aanvaarden als onze Overste Herder Luk.9:16 In het opheffen van Zijn ogen, staat ook hier in verband met Zijn afhankelijkheid aan Zijn Hemelse Vader. De HEERE Jezus Christus is ons ook hierin tot Voorbeeld. Namelijk: Een Leven, uit geloof alleen. : Een Leven, in aanbidding, en in afhankelijkheid aan de Hemelse Vader. : Het naar Boven kijken, om het altijd en alleen van onze Vader te verwachtten 1Tim.2:8 Paulus zou zeggen: Ik wil dat de mannen bidden in alle plaatsen, opheffende heilige handen, zonder toorn en twisting. (Een leven in afhankelijkheid aan de HEERE, zonder enige geldingsdrang) Wij als gelovigen, als heiligen in Christus, heffen ook onze ogen op naar het Gebergte; Opdat onze verwachting van God zou zijn, en dat Gods handelen, en Gods gedachten, ook ons handelen, en ook onze gedachten zouden zijn in de praktijk van ons leven. :5 Filippus = Liefhebber van paarden Als type van de Heilige Geest Als type van het actieve Leven van de Verborgen Christus Het lijkt mij dan ook, dat de HEERE Jezus op typologische wijze aan Zichzelf vraagt: Wat zegt de Geest, of wat zegt de Schrift, hoe Ik deze 5000 mannen te eten zal geven? En aan de andere kant weet de HEERE Jezus wat de Schrift zegt, en hoe Hij hen te eten zal geven, en door wie Hij hen te eten zal geven. Psa.78:19,20 En zij spraken tot God en zeiden: Zou God een tafel kunnen toerichten in de woestijn? Ziet, Hij heeft den Rotssteen geslagen, dat er wateren uitvloeiden, en beken overvloediglijk uitbraken, zou Hij ook Brood kunnen geven; zou Hij Zijn volle vlees toebereiden?

1

Exo.16:14-20 In de woestijn daalde elke dag, en meer dan genoeg, Manna uit de Hemel. 2Kon.4:42-44 En er kwam een man van Baal-Salisa, en bracht den man Gods broden der Eerstelingen, twintig gerstebroden, en groene aren in haar hulzen; en hij zeide: Geef aan het volk, dat zij eten. Doch zijn dienaar zeide: Wat zou ik dat aan honderd mannen voorzetten? En hij zeide: Geef aan het volk, dat zij eten; want alzo zegt de HEERE: Men zal eten en overhouden. Zo zette hij het hun voor, en zij aten, en zij hielden over, naar het woord des HEEREN. Joh.6:11,12 En ook hier blijft er zoveel over zodat anderen er straks ook mee gevoed zullen worden :6 Doch dit zeide Hij, hem beproevende; want Hij wist Zelf, wat Hij doen zou. :6 Beproevende = Geloof wordt beproefd (1Petr.1:6,7) Verzoekende = God verzoekt niemand (Jac.1:13) De HEERE is de Geest. En de Geest van de Verborgen Christus, geeft ons hetgeen Hij beloofd heeft. De HEERE geeft ons, zoveel Hij nodig acht. Opdat onze verwachting, alleen van de HEERE zou zijn. We kunnen elkander wel voorzien in stoffelijke dingen, zoals brood voor dit Aardse leven Maar de Geestelijke dingen, het Ware Brood en Leven, is alleen van de HEERE afkomstig. :7 Filippus antwoordde Hem: Voor tweehonderd penningen brood is voor dezen niet genoeg, opdat een iegelijk van hen een weinig neme. :7 Brood voor 200 penningen, is naar de mens gesproken veel te weinig voor 5000 mannen En 5 broden en 2 visjes, is naar de mens gesproken, is zeker veel te weinig. Ik bedoel hiermee te zeggen, dat van deze aantallen alleen melding gemaakt wordt, vanwege de overdrachtelijke, profetische, en typologische betekenis. En dan blijkt het volstrekt de juiste aantallen en hoeveelheden te zijn. Alleen is de volgorde anders Want men zou eerst Brood (Woord Gods) eten; En dan pas het dubbele deel ontvangen. Letterlijk, en Aards gezien, is hetgeen Filippus te bieden heeft, ruimschoots te kort. En Filippus zegt dan ook: HEERE, letterlijk zijn 200 penningen brood niet genoeg, om 5000 man te verzadigen

1

Maar ik geloof, dat U zal voorzien = hary hwhy = Jehovah Jireh = De HEERE zal Voorzien (Gen.22:14) Matth.20:2-12; Marc.12:42; Luk.10:35; 2Petr.3:8 1 penning = De totale leeftocht voor 1 dag 2 penningen = De Aardse leeftocht voor 2 dagen = Het Onderpand van onze toekomende erfenis, gedurende 2 dagen 200 penningen = 2 x 100

= Totale leeftocht van 2 dagen, in gemeenschap met het Koninkrijk (= 100) = Spreekt over het ontvangen van de dubbele erfenis Namelijk zowel het Hemelse, als het Aardse Koninkrijk van Christus Joh.21:8 Het scheepje bij de wonderbare visvangst, was 200 ellen vanaf het Land Of de afstand naar de Overzijde, naar het Hemelse Land, is 2000 :8 1 van Zijn discipelen, namelijk Andreas, de broeder van Simon Petrus, zeide tot Hem: :9 Hier is 1 Jongeling, Die 5 Gerstebroden heeft, en 2 visjes; maar wat is dit onder zovelen :8 Maar 1 van Zijn discipelen……. Het lijkt daarmee net, alsof Filippus (:7) dus niet 1 van Zijn discipelen zou zijn. Maar als Filippus hier een type is van de Geest van Christus, is deze formulering niet meer zo verwonderlijk. Andreas = Mannelijk Efez.4:13 Heel de Gemeente, het Lichaam van Christus wast op tot 1 Volkomen Man = Type van het gelovigen overblijfsel uit de 10-Stammen Terwijl zijn broeder naar het vlees, namelijk Petrus, een type is van het gelovig overblijfsel uit de 2-Stammen, het Joodse Volk Simon Petrus = De horende, gelovende, wordt op grond daarvan, Rots genoemd :9 Hier is 1 jongsken, dat 5 gerstebroden heeft, en 2 visjes; maar wat zijn deze onder zovelen? :9 Dat Jongsken, is uiteraard een type van de HEERE Jezus Christus. Hij is de Jongeling; Hij is de Eersteling van de Nieuwe Schepping; Hij stond als 1e op uit de dood. Joh.21:9,13 En als wij na de wonderbare visvangst, ook in ons Vaderland aankomen, dan zien wij dat Deze Jongeling op ons gewacht heeft; Opdat wij met Hem, Brood en Vis zouden eten

1

Als de Jongeling en Eersteling van de Oogst, heeft Hij Brood (= Woord/Leven) bij Zich. Deze Jongeling, brengt gelijk het de Hogepriester betaamd, Brood en Wijn voort. Deze Jongeling, heeft in Zichzelf, het Leven van het Nieuwe Verbond voortgebracht. En nu wil Hij Zijn Brood en Leven uitdelen, aan een ieder die wil; En die in Hem gelooft Lev.23:9- Voor de Gersteoogst uit, werd er eerst de Eerstelingengarf aan God geofferd. De Priester hief dit Offer op, en bewoog dit Offer voor het aangezicht Gods. Dit Bewegend, en dus Levend Offer, werd gebracht op de 1e dag na de Sabbath van Pascha 1Cor.15:20- Als type van de Eersteling, Christus. Als type van de Opstanding van Christus, en Zijn Hemelse Positie als Hogepriester Als wij aan Gerstebroden denken, dan denken wij eerder aan 2, dan aan 5 Gerstebroden. Lev.23:15- Want na de Eerstelingengarf, werden opnieuw eerstelingen van de Gersteoogst genomen, waarvan 2 Gerstebroden moesten worden gebakken, met zuurdesem daarin. En zij werden (net zoals 50 dagen daarvoor met de Eerstelingengarf) ook door de Priester, tot 1 offer samengevoegd, en opgeheven; En ook zij werden bewogen, en ook zij zijn dus in de handen van de Hogepriester, levend gemaakt voor het aangezicht van God. Dit was bij het zogenoemde wekenfeest = Pinksterfeest En als we nog even bij het beeld van 2 gerstebroden blijven, dan is dit: Een type van de Hemelse positie van de Gemeente, het Lichaam van Christus. Door te zijn in de handen van Deze Bewegende (= Levende) Priester, spreekt dit van een gewijd leven aan God, in onze dienst aan God, ondanks ons zondig, en verderfelijk vlees. En de HEERE wil ons gebruiken, ondanks wie wij gerekend naar de oude mens ook zijn De HEERE zit hier niet mee, maar wij zouden in de handen van de Hogepriester blijven Maar dit houdt wel in, dat al het Goede Werk Gods, wat door ons zondig lichaam wordt gedaan, geen eigen verdienste kan zijn; En alle eigen roem, is dan ook uitgesloten. Want wie nu nog roemt, kan alleen roemen in de HEERE. :9 Hier gaat het niet om 2 gedesemde Gerstebroden, maar om 5 ongezuurde Gerstebroden. Maar hoe weten wij dat het hier gaat om ongezuurd gerstebrood? Nu, het feest van Pascha was toch nabij? Vanaf de 10e van de 1e maand, de 10e Nisan, mocht er geen zuurdesem meer in huis zijn. Op de 14e Nisan, was het slachten van het Pascha En vanaf de15e Nisan, tot en met de 21e Nisan, was er het feest van Pascha; En was er dus tevens het feest van ongezuurde broden.

1

En de betekenis van de 5 broden en de 2 visjes, is: Dat zowel de Eersteling Christus, als de Eerstelingen in Christus, hier in dienst van de Hemelse Vader worden gesteld. Het Brood, het Leven, wat dit Jongske, als type van Christus bij Zich heeft, is ongezuurd Dit Brood spreekt niet zozeer over de Gemeente, maar in bijzonderheid over Christus Hij geeft Zijn Levend Brood aan de discipelen, en via de discipelen, en later via de apostelen, wordt Zijn Brood (= Woord; Leven) gegeven aan al de Zijnen. En deze 2 visjes, zijn een type van de Gemeente, het Lichaam van Christus. Deze 2 visjes komen volgens het Johannes Evangelie, overeen met de 2 gezuurde broden. De HEERE reinigt ons, en wij worden door de HEERE, aan elkander gegeven, opdat wij zouden leren elkander te vergeven zoals Christus ons vergeven heeft; En we zouden leren, elkander te verdragen ondanks al onze onhebbelijkheden Maar daar kom ik zo op. 1Cor.5:7 Maar vanuit God gezien, zijn ook wij, ongezuurd. En de Zijnen geven Zijn Brood, en geven ook zichzelf over, ten behoeve van anderen. Zowel Hoofd, als Lichaam, geven zich over ten behoeve van de andere kinderen Gods. Zij geven zich over, ten behoeve van het Lichaam van Christus. Jongske = Paidarion (Pais = dienstknecht) = Kind = Jong geboren = Deze Jong Geborene, heeft Zich na Zijn Opstanding opnieuw gesteld tot Dienstknecht, namelijk tot Hogepriester = Type van de Opgestane Christus Jongeling = Neaniskos; Neanias = Maar dit woord staat hier nu niet 5 broden = Spreekt over Geestelijk, Hemels, Onzienlijk, Verborgen Woord en Leven = Spreekt over het Leven der Genade Gods = Getalswaarde van de 5e Hebreeuwse letter (h) is bijna een volmaakte (j= 8) = Spreekt over de Bedeling der Verborgenheid; De Bedeling der Genade Gods = Spreekt over de interventie van God, en spreekt dus over een onderbreking in het normale handelen van God in deze Wereld = De Verborgen 5e Steen, van David Broden = Gerstebroden = Shorah = Haar; Poort, en spreekt over Heerschappij Maar er gaat heel wat lijden aan vooraf, voordat koren, brood geworden is

1

2 Visjes = Opsarion = roosteren = Dat wat geroosterd wordt; Dat wat door Vuur (= Gods Geest) gereinigd wordt = Spreekt over het dubbele deel; Het Eerstgeboorterecht; Jood en Heiden tot 1 = Spreekt over de onderlinge gemeenschap die men in de HEERE Christus heeft = Uit de Volkerenzee, uit de duisternis getrokken zijn tot Zijn wonderbaar Licht = Sterrenbeeld, als type van de Gemeente, het Lichaam van Christus. Deze gelovigen in Christus, hebben een Hemelse roeping, maar zolang zij nog in het vlees zijn, hebben zij ook nog een Aardse kant Maar zij zullen straks in, en met Christus, heersen over Hemelen en Aarde = Spreken gezamenlijk over het ingaan in het Koninkrijk, en dus over 100 Want als wij hier een naam bij zetten, dan is dat Jozua, uit de Stam van Efraim. Efraim met zijn Eerstgeboorterecht, en zijn dubbele erfenis (= dubbele vrucht) Jozua, de Zoon, en dus de Erfgenaam van Nun. Jozua, de Zoon, en dus de Erfgenaam van de 50 Jozua, de Zoon en Erfgenaam van de Geest = van de Nieuwe Schepping (= 50) Jozua, de Zoon van de 100 (= Totale getalswaarde van Nun = nn = 50.50 = 100 Jozua, de Zoon en Erfgenaam van de Vis = nn = Nun Jozua de Zoon en Erfgenaam van de 2 vissen, want n = 1 vis; En nn = 2 vissen Gerst = Shorah = Seir/Sarah Heeft met macht, kracht, haar, en heerschappij te maken Tarwe wordt eerst gezaaid, maar gerst komt eerst op, en is zo de Eersteling Het woord Shorah, vinden we ook in de naam Israël (I sh o rah el) De 2 visjes, zijn een type van de Gemeente, het Lichaam van Christus. En worden in het Johannes Evangelie, ongeveer gelijk gesteld aan de 2 gezuurde broden, in de ten Hemel opgeheven handen van de bewegende en dus levende Hogepriester. Hoewel zuurdesem (zonde, bederf, geveinsdheid, valse leer/Wet, oude mens) nog in ons is Johannes weet steeds opnieuw, het Werk van de HEERE Jezus Christus als Hogepriester van het Nieuwe Verbond, en dus naar de Ordening van Melchizedek, al of niet op verborgen wijze, aan ons te illustreren, en daarmee te benadrukken. Want door onze verbondenheid met de HEERE Jezus Christus, geeft Hij Zich aan ons over en reinigt Hij ons van alle zonden, en worden wij door Zijn Werk in ons, en aan ons, naar het Beeld van Gods Geliefde Zoon, Gelijkvormig gemaakt. Of wij worden door Zijn reinigende Werk in ons, en aan ons, tot een Volmaakte Ichthus. En wij worden verondersteld het voorbeeld van onze Hogepriester na te volgen; Ook wij worden geacht elkander niet meer te kennen naar de oude mens, maar als nieuwe kinderkens in Christus; We zouden elkander de zonden niet toerekenen, maar we zouden elkander Genade geven, en zouden elkander ongevraagd vergeven, zoals Christus ons vergeven heeft; We zouden leren elkander te dragen, en te verdragen; En indien nodig, heel ver te dragen; Verneder je eigen gras maar (:10), opdat je anderen zou kunnen dragen en troosten, nadat je eerst zelf gegeten hebt van het Brood des Levens, en vertroost geworden bent.

1

En hoe ik bij deze gedachte kom, komt door het feit, dat Johannes een ander woord voor visjes gebruikt, dan in de andere Evangeliën, namelijk het woord: Opsarion Matth.14:17-; Marc.6:41-; Luk.9:13 = vissen = Ichtussen Joh.21:1- Dit Schriftgedeelte gaan wij nu nog niet behandelen, maar wat ik probeer te zeggen, is dat het woord Opsarion, alleen vanuit het Schriftgedeelte van Joh.21 te verklaren is. Via de Zee van Tiberias, wordt de wonderbare spijziging, en de wonderbare visvangst, door Johannes met elkaar in verband gebracht. De HEERE Jezus Christus, is De Ichthus En als uiteindelijk het Net (= als type van het Koninkrijk van Christus, maar wat nu nog verborgen is te midden van de Volkerenzee, Matth.13:47)) ten Hemel opgeheven wordt (= De Opname van de Gemeente), dan zijn het allemaal Ichtussen, Die het Beeld van Gods Geliefde Zoon Gelijkvormig zijn geworden. Maar dit is het resultaat van het Werk wat de HEERE Jezus Christus als de Hogepriester van het Nieuwe Verbond, tijdens Zijn Verberging, aan de Overzijde, en dus in Zijn Hemels Land, aan ons verricht heeft. Want er mag dan gezegd worden, dat allen die in het Net zijn, Ichtussen zijn. Maar dit zijn wij geworden, door Zijn Woord/Brood te eten, en daarbij af te zien van het eigen ik (= gras), en ons over te geven aan het verzoenende en reinigende Werk van Christus in ons, en aan ons, en eventueel door ons. Joh.6:9; Joh.21:9-13 Vissen = Opsarion = Geroosterde, en dus door de HEERE gereinigde vissen En pas daarna, in de Openbaring van Jezus Christus, en dus bij de Opname van de Gemeente, en bij onze verschijning voor de Rechterstoel van Christus, blijken deze vissen, door het Werk van Christus, ook tot Ichthussen geworden zijn. :10 En Jezus zeide: Doet de mensen nederzitten. En er was veel gras in die plaats. Zo zaten dan de mannen neder, omtrent 5000 in getal. :10 Nederzitten, is ook hier de uitbeelding van onderwijs ontvangen, in het Woord Gods. Geestelijk Voedsel tot je nemen, vanuit de Rust. En men ontvangt het Brood des Levens, het Woord Gods, uit de hand van de Jongeling. Nederzitten Heeft ook de betekenis van onderwerping, en vernedering Als men zich wil onderwerpen aan het Woord van God, gaat dat ten koste van het gras.

1

Als wij het Woord van God tot ons nemen, gaat dit ten koste van ons eigen ik . Joh.3:30: Ook Johannes de Doper zegt: Hij (= Christus) moet wassen, maar ik moet minder worden. 1Petr.5:6 Vernedert u dan onder de Krachtige Hand Gods, opdat Hij u verhoge te Zijner tijd. Gal.2:20 Ik ben met Christus gekruist; en ik leef, doch niet meer ik, maar Christus leeft in mij; en hetgeen ik nu in het vlees leef, dat leef ik door het geloof des Zoons van God, Die mij liefgehad heeft, en Zichzelven voor mij overgegeven heeft. Psa.37:2; 102:12,13; Jes.40:6-8; 1Petr.1:24 Veel gras. Jes.40:7 Het Volk is gras Als uitbeelding van het kortstondige leven van de oude, natuurlijke mens in Adam; In tegenstelling tot het Onvergankelijke, Levende, en Eeuwig Blijvende Woord van God. 5000 mannen Matth.14:21 Vrouwen en kinderen niet meegerekend Werden vrouwen en kinderen dan niet gevoed? Natuurlijk wel. Maar 5000, spreekt over het Geestelijke, en dus over het Mannelijke aspect. Marc.6:40 (5000 = 50 x 100, en heeft weer met Jozua de Zoon van Nun te maken) Gal.3:28 In de Gemeente is immers man noch vrouw, want wij zijn allen, 1 in Christus. Efez.4:13 Gezamenlijk zal de Gemeente opwassen tot 1 Volkomen Man. En de Gemeente, het Lichaam van Christus, is Mannelijk, ten opzichte van het Volk Israel En daarom wordt eerst de Man, namelijk de Gemeente, het Lichaam van Christus gevoed En pas daarna, wordt in ditzelfde Schriftgedeelte, ook de Vrouw = Het Volk Israel gevoed. De Vrouw, namelijk de 12-Stammen van Israel, zal straks gevoed worden door haar Man; Namelijk door Christus en Zijn Lichaam. Want hoeveel blijft er in dit Schriftgedeelte voor de 12-Stammen van Israel over, nadat de Gemeente (uitgebeeld in deze 5000 man), eerst gevoed is geworden? Ja, 12 korven.

1

Gemakkelijk is zo’n Schriftgedeelte eigenlijk te verklaren, wanneer we de Bijbelse symboliek leren verstaan. Maar we zijn nog niet bij de 12 korven, want eerst wordt de Gemeente gevoed. :10 En de HEERE zegt: Laat de mensen nederzitten. We zouden altijd de HEERE gehoorzamen, zonder dat wij de bedoeling hier direct van begrijpen. En zo wordt ook ons geloof, door de HEERE, op de proef gesteld :11 Jezus nam de broden en gedankt hebbende, deelde Hij ze de discipelen, en de discipelen aan dengenen die nedergezeten waren; desgelijks ook van de visjes, zoveel zij wilden. :11 Het weinige, blijkt zeer overvloedig te zijn, als het uit de hand van de HEERE komt De staf van Mozes, verbrak heel de macht van Egypte Het kleine, maar 5e Steentje van David, verpletterde de reus Goliath Het kruikje met olie van de weduwe van Zarfath, vulde alle vaten in haar huis, met olie Ook in Zijn danken vanuit Zijn geloof, is de HEERE ons tot Voorbeeld. Door Zijn dankzegging aan God de Vader, wordt de maaltijd tot zegen Hij dankt al, zonder dat het 2Broden en de 5 vissen al vermenigvuldigd is geworden 1Tim.4:1-4 Er is geen ding, onrein in zichzelf Dus danken wij de HEERE, voor elke spijze, welke God geschapen heeft tot nuttiging :11 De HEERE geeft Zichzelf als het Brood des Levens, aan de Zijnen. En dit altijd vanuit de positie van Rust = Nederzitten. Met als doel: Opdat zij allen, 1 zijn. (Joh.17:9-) : Opdat zij allen, 1 Brood deelachtig zijn. (1Cor.10:17) : Opdat wij Hem zouden kennen, en de Kracht van Zijn opstanding, Zijn dood gelijkvormig wordende (= Dit gaat ten koste van onze oude mens Fil.3:10) En de Zijnen, namelijk de discipelen, apostelen, evangelisten, herders en leraars (ook uitgebeeld in deze broden en visjes), worden door de HEERE gegeven aan hen, die zich willen laten voeden door het Woord Gods; Ook al gaat het gras, namelijk hun oude mens, hieraan onderdoor. Gods dienstknechten, kunnen alleen datgene uitdelen, wat zij van de HEERE, eerst zelf ontvangen hebben Maar Gods dienstknechten, moeten telkens weer naar de HEERE terug, om hun handen opnieuw door Hem te laten vullen. En hoeveel Gods dienstknechten ook aan anderen uitdelen, blijken zij na hun dienstwerk niet minder te hebben, maar overvloedig veel meer te hebben dan voor het uitdelen.

1

:11 Zoveel zij wilden Alleen de Maat/Gomer is voor iedereen anders Want dit was ook zo, in verband met het Manna Exo.16:17- Die vrijheid heeft elke gelovige, en daar wordt de gelovige ook toe opgeroepen; Maar daarmee, draagt elke gelovige, ook zijn eigen verantwoordelijkheid. Want God dringt en dwingt ons Zijn Brood, en dus Zijn Woord des Levens, niet op. Maar als het goed is, zal het de begeerte van ons hart worden om van Hem te eten; Om in gemeenschap met de HEERE Jezus Christus te leven;. Om Hem te kennen en de Kracht van Zijn Opstanding, en al wat dood is, achter ons te laten Om opgewekt te zijn tot Heerlijkheid des Vaders, en te wandelen in nieuwheid des Levens Om het Beeld van Gods Geliefde Zoon, gelijkvormig te worden Je hoeft er eigenlijk maar weinig, of niets, voor te doen Alleen jezelf te willen vernederen, door je te onderwerpen aan het Woord van God. Het Woord van God te geloven, te aanvaarden, tot je te nemen, en je eigen te maken. Dit Woord te kauwen, en te herkauwen, zodat je door dit Woord, 1 wordt in denken; En 1 wordt in gevoelen, en 1 wordt in gezindheid, en 1 wordt in handel en wandel. Dus een Leven in geloof, en uit de Overvloedige Rijkdom van Gods Genade. :12 En als zij verzadigd waren, zeide Hij tot Zijn discipelen: Vergadert de overgeschoten brokken, opdat er niets verloren ga. :12 Wanneer deze 5.000 verzadigd zijn (= De Gemeente Vervuld, danwel tot Volheid gekomen zal zijn), dan zegt de HEERE tot de discipelen, dat zij de overgebleven brokken bijeen vergaderen, opdat er niets verloren ga. Matth.5:18 Want voorwaar zeg Ik u: Totdat de Hemel en de Aarde voorbijgaan, zal er niet een jota noch een tittel van Gods Onderwijzing voorbijgaan, totdat het alles zal zijn geschied. Hand.15:14-16 Nadat de HEERE Zich eerst een Volk verzameld heeft voor Zijn Naam; Als deze Verzameling; Ecclesia; Gemeente; Lichaam van Christus, verzadigd is geworden Of wanneer wij allen, tot de Volmaaktheid gekomen zijn. Of wanneer de Gemeente, tot 1 Volkomen Man; Tot Mannelijke rijpheid gekomen is. Want pas daarna, zal de vervallen hut van David weder worden opgericht Pas daarna moet er een ander Volk verzadigd worden met het Brood des Levens.

1

En dat zegt het volgende vers: Marc.8:1-21 Maar eerst even, naar de 2e wonderbare Spijziging Marc.8:14 De HEERE Jezus zegt eigenlijk, dat dit Ene Brood, wat bij de discipelen in het Schip is, genoeg is om alle Volkeren, van Brood, en dus van Eeuwig Leven te voorzien. En op typologische wijze, wordt ons dit door de HEERE Jezus Christus, in deze beide wonderbare spijzigingen geïllustreerd. Marc.8:19- Als wij (uitgebeeld in deze 5000 man), als eerstelingen in Christus, verzadigd en tot Volheid (Ef.1:23) gekomen zijn, en de verandering van ons lichaam heeft plaatsgevonden; Dan is er nog genoeg Brood over, om eerst het Volk Israel, en vervolgens de rest van de gehele Wereldbevolking, van Brood des Levens = Woord van God, te voorzien. Je kunt nu eenmaal Geestelijke dingen uitdelen, zonder dat het ooit maar minder wordt. :13 Zij vergaderden ze dan, en vulden twaalf korven met brokken van de vijf gerstebroden, welke overgeschoten waren dengenen, die gegeten hadden. :13 Het 1e Volk, wat na de Opname van de Gemeente gevoed wordt, is het Volk Israel. Uitgebeeld in deze 12 korven. Ook zij zullen het Brood des Levens op dezelfde manier ontvangen. Ook zij zullen het Woord van God, danwel de Beloften Gods, alleen uit Genade, en alleen op grond van geloof ontvangen. Ook zij zullen moeten gaan zitten, om daarmee aan te geven, dat zij de Rust zijn ingegaan, en zich wensen te onderwerpen aan het Brood des Levens = Het Woord Gods Ook het Volk Israël, zal dan van de Gerstebroden eten; Omdat het Volk Israel, het 1e Volk op Aarde is, wat gesteld is boven de andere Volkeren; Maar uiteraard in een lagere positie, dan de Christus en de Gemeente. Want de Man ( = Christus en Zijn Lichaam) staat boven de Vrouw = Boven het Volk Israel En het Volk Israel, zal vervolgens boven de andere Volkeren staan. Marc.8:9- (Marc.8:19) Als het gaat om zienlijke, tijdelijke, stoffelijke dingen, wordt er gesproken over 4, of 4.000 En het Werk van God, met betrekking tot de Wereld van de 7 dagen, bestaat dus uit 7. En vandaar dat er hier gesproken wordt over 7 Broden. En waarbij het Israel Volk, eerst gevoed en verzadigd wordt. Het Volk Israel, als 1 van de 70 overige Volkeren. Waarna er nog 7 manden met Brood en vis overblijven, voor de andere 69 Volkeren.

2

Dus: De 1e wonderbare spijziging De roeping van de Gemeente: 5 broden; en 2 visjes 5000 man worden gespijzigd En 12 korven brood, die tot spijziging zal zijn van de 12-Stammen van het Volk Israel En de 2e wonderbare spijziging De roeping van Israel: 7 broden, en enkele visjes 4000 man worden gespijzigd En 7 korven over, die tot spijziging zal zijn van de overige 69 Volkeren :14 De mensen dan, gezien hebbende het teken, dat Jezus gedaan had, zeiden: Deze is waarlijk de Profeet, Die in de wereld komen zou. :14 Deut.18:15,18; Hand.3:22; Hand.7:37 Gij zijt Waarlijk de Profeet Die komen zou; Gij zijt het Geopenbaarde Woord Gods Maar niet alleen de wonderen, bevestigen dat de HEERE Jezus Christus, de Messias is. Want in bijzonderheid het Brood, danwel het Woord van God, bevestigt dat Hij is de Christus, de Messias, Die komen zou. Exo.16:14- Hij is het Brood dat uit de Hemel is nedergedaald; Hij is het Woord, dat God gesproken heeft Joh.5:39; Luk.24:19 Onderzoekt de Schriften; Want gij meent in dezelve het Eeuwige Leven te hebben; Maar die zijn het, die van Mij getuigen. :15 Jezus dan, wetende, dat zij zouden komen, en Hem met geweld nemen, opdat zij Hem Koning maakten, ontweek wederom op den Berg, Hij Zelf alleen. :15 Men wilde de HEERE Jezus met geweld Koning maken. Opdat Hij in de Wereld, orde op zaken zou stellen, en hen zou bevrijden van de Romeinen. De Joden aanvaarden de HEERE met hun mond, maar niet met hun hart; Dus niet in geloof En ook na Zijn Opstanding werd de HEERE Jezus Christus door hen verworpen; En sindsdien, heeft de Koning Zich met Zijn Koninkrijk Verborgen op de Berg, alleen. En is er tot op heden, alleen sprake van Zijn Verborgen Koninkrijk in de Hemel Joh.18:36 Jezus antwoordde: Mijn Koninkrijk is niet van deze Wereld.

2

Indien Mijn Koninkrijk van deze Wereld ware, zo zouden Mijn dienaren gestreden hebben, opdat Ik den Joden niet ware overgeleverd; Maar nu is Mijn Koninkrijk niet van hier. Maar waar is Zijn Koninkrijk dan wel? Nu, als de HEERE nu nog geen Geopenbaard Koninkrijk heeft op Aarde, dan heeft Hij dus een Verborgen Koninkrijk in de Hemel. En nog niet in de Functie van Koning, maar in de functie van Hogepriester. En doet de HEERE verzoening voor de zonden van Zijn Eigen Volk, die Zijn Lichaam is Rom.8:26,27; Rom.8:34; Efez.5:25-27; Hebreenbrief. En desgelijks komt ook de Geest onze zwakheden mede te hulp; want wij weten niet, wat wij bidden zullen, gelijk het behoort, maar de Geest Zelf bidt voor ons met onuitsprekelijke zuchtingen; En Die de harten doorzoekt, weet, welke de mening des Geestes zij, dewijl Hij naar God voor de heiligen bidt. Het is de HEERE Jezus Christus Die voor ons bidt Exo.17:10- In dit Schriftgedeelte zien wij daar een illustratie van 1Cor.15:19 En indien wij alleenlijk in dit Aardse leven, op Christus zijn hopende, zo zijn wij de ellendigste van alle mensen. Want de HEERE bemoeit Zich nog steeds niet met de gang van zaken in de Wereld. Hij doet sinds Zijn Opstanding, een werk aan ons, verborgen in de Hemel. En als we onszelf aan Zijn werk in ons, en aan ons, overgeven; En onszelf aan Zijn plannen conformeren, dan zal het lijden in deze Wereld, niet opwegen tegen de Heerlijkheid, die straks aan ons zal geopenbaard worden. En daarom voeden wij ons dagelijks met Zijn Brood, namelijk met Zijn Woord. En wat ons in het Woord beloofd wordt, is: Dat Zijn Woord ons Leven geeft, en Zijn Woord ons Leven is (:33) Dat als men tot Hem komt, dan zal men geenszins hongeren (:35) Dat als men in Hem gelooft, dan zal men nimmermeer dorsten (:35) Dat als men tot Hem komt, zal men geenszins uitgeworpen worden (:37) Dat een ieder die uit God geboren is, en die door de Vader, aan Christus (:38-) gegeven wordt, zal Hij verliezen, want niemand kan ze uit Zijn hand rukken, Hij zal hen opwekken ten uiterste dagen. En wie de Zoon aanschouwt, en in Hem gelooft, zal het eeuwige leven hebben (:40) Want Christus is het Brood des Levens. (:48)

2

------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Joh.15:19; Joh.17:14-26; Gal.1:4; Col.1:13; 1Petr.2:19; Rom.8:34 Hij trekt ons uit de Wereld, en zet ons in Zijn Verborgen Koninkrijk in de Hemel Daar reinigt, en heiligt, en voedt Hij ons, en maakt ons bekwaam in onze dienst aan God. En als onze Hogepriester bidt Hij voor ons, en geeft Hij ons Zijn Brood, en dus Zijn Leven En hoewel wij in de Hemel gezet zijn, en vrije toegang hebben tot de Troon der Genade, zijn wij lichamelijk nog op Aarde, en hebben wij zo nu dan zwaar weer te verwachten. De Volkerenzee gaat tekeer, onder invloed van boze geestelijke leringen; Wind van leer. ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------- :16 En als het avond geworden was, gingen Zijn discipelen af naar de Zee :16 Matth.14:23- Marc.6:47- Het is avond geworden; Het Licht der Wereld, heeft deze Wereld in duisternis achtergelaten De HEERE heeft Zich teruggetrokken op de Berg, in Zijn Verborgen Koninkrijk, alleen Maar hoewel de Wereld nu in duisternis ligt, wandelen gelovigen in Zijn Licht; Want gelovigen in Christus, zijn kinderen des daags, en zijn kinderen des Lichts En zij gaan naar de Zee = Naar het Westen De discipelen verkondigen aan de Zee, en dus aan de Heidense Volkeren, de HEERE Jezus Christus, Die het Brood des Levens is, maar Die Zich verborgen heeft in de Hemel, in het Binnenst Heiligdom, en daar gezeten is aan de Rechterhand Gods, op de Troon der Genade En de discipelen zijn vertrokken vanuit Bethsaida, en zijn op weg naar Kapernaum Als vissers van mensen, willen zij hun visvangst brengen naar Kapernaum. En deze reis op Zee, is de uitbeelding van heel de periode van onze Bedeling. :17 En in het schip gegaan zijnde, kwamen zij over de zee naar Kapernaum. En het was alrede duister geworden, en Jezus was tot hen niet gekomen. :17 Schip = Ploion = Zeilschip, en wordt dus voortbewogen door de Wind = Ani = Ik (In het Hebreeuws) = Type van de individuele Mens = Ik alleen, boven de wateren = Hoge Positie van Christus, als Jehovah Tzebaoth = Type van heel de Gemeente nu = Positie boven de Volkeren Wordt geleid door de Wind/Geest Maar er zijn ook andere geestelijke leringen werkzaam, die het werk van Christus willen verstoren De Zaligheid wordt gezonden naar de Heidenen, en zij zullen horen. Kapernaum = Stad van Verzoening en Vertroosting

2

Dus een Plaats, waar Verzoening en Vertroosting te vinden is = Is de woonplaats van de HEERE Jezus Christus En zij/wij wachten op Zijn wederkomst, want Lichamelijk is Hij nog niet tot de Zijnen wedergekomen :18 En de zee verhief zich, overmits er een grote wind waaide. :18 Heel de Volkerenzee is in beroering, en is in opstand tegen God en Zijn Gezalfde, en dit onder inspiratie van de geest van antichristussen Men weet ook, dat de wederkomst van de Messias, zeer nabij is. (Openb.12:12) Rom.8:19-22 Heel de Schepping is in barensnood, verwachtende de openbaring van de zonen Gods 1Petr.5:7,8 Werpt al uw bekommernis op Hem, want Hij zorgt voor u. Zijt nuchteren, en waakt; want uw tegenpartij, de duivel, gaat om als een briesende leeuw, zoekende, wien hij zou mogen verslinden; De middeleeuwen, is wel de meest duistere periode geweest in de Kerkgeschiedenis. Maar in onze tijd, lijkt de periode van de duistere middeleeuwen zich te herhalen. Het Woord van God wordt uitgehold en de new-age gedachte, neemt hand over hand toe De geest van de antichrist waait stevig De HEERE heeft Zich teruggetrokken in de Hemel, en Hij is gezeten op de Troon der Genade, en Hij bidt voor ons, en Hij reinigt ons Hij kent onze omstandigheden, en Hij geeft ons daarom vertroosting en moed. Maar nu wandelt de HEERE over de golven, want Hij staat ver boven alle Wereld- machten, en omstanders, en omstandigheden, want Hij komt ons nu halen En de HEERE zal zeggen: Ik Ben, vreest niet, want Ik Ben bij je :19 En als zij omtrent vijf en twintig of dertig stadiën gevaren waren, zagen zij Jezus, wandelende op de Zee, en komende bij het schip (= ploion); en zij werden bevreesd. :19 Naar welke plaats waren zij, en zijn ook wij, op weg gegaan? Ja, naar de Plaats waar altijd Verzoening en Vertroosting is. De Woonplaats van de HEERE Jezus Christus, als type van de Hemel, en Genadetroon En hoe ver zijn zij, en wij daar vandaan? Omtrent 25, of 30 stadiën Stadiën, een afstand van een hardloopwedstrijd, die men liep in een stadion. (1Cor.9:24-) Het is de loopbaan die wij lopen, gedurende 2 dagen, danwel deze periode van 2000 jaar Omtrent 2 of 3 Na 2, en op de 3e dag, zal de HEERE lichamelijk aan ons verschijnen, want Hij komt

2

ons hier halen. Na 2000, zullen wij de HEERE Jezus Christus zien De HEERE komt dan tot Zijn Schip, namelijk de Gemeente, en neem Hij ons tot Zich :20 Maar Hij zeide tot hen: Ik Ben Jehovah, zijt niet bevreesd. :20 De HEERE richt eerst de aandacht op Zichzelf, want alleen dan, verdwijnt alle vrees Als mijn oog op de HEERE Jezus ziet, dan wankel en versaag ik niet. :21 Zij hebben dan Hem gewilliglijk in het schip (= ploion) genomen; en terstond kwam het schip (= ploion) aan het Land, daar zij naar toe voeren. :21 Als de HEERE tot Zijn Lichaam komt (uitgebeeld in dit zeilschip, wat geleidt is geworden door de Wind; Door de Geest van Christus; Door Wolkkolom en Vuurkolom; Dan komen wij terstond aan, in ons Hemels Vaderland; Naar dat Vaderland zijn wij immers op weg, hoewel wij daar al wonen :22 Des anderen daags de schare, die aan de andere zijde (= Oostzijde) der zee stond, ziende, dat aldaar geen ander scheepje (ploiarion = dinghy) was dan dat ene, daar Zijn discipelen ingegaan waren, en dat Jezus met Zijn discipelen in dat scheepje (= dinghy) niet was gegaan, maar Zijn discipelen alleen (= ieder persoonlijk) weggevaren waren; :22 Het Joodse Volk zal na de Opname van de Gemeente, weten dat het scheepje met de discipelen, als type van de Gemeente, het Lichaam van Christus, de Overzijde (= de Hemel) bereikt heeft, zonder dat de HEERE Jezus Christus, gedurende 2000 jaar, lichamelijk bij hen aanwezig is geweest, maar toch zijn zij behouden aangekomen. :23 Doch er kwamen andere scheepjes (= ploiarion) van Tiberias, nabij de plaats, waar zij het brood gegeten hadden, als de HEERE gedankt had. :24 Toen dan de schare zag, dat Jezus aldaar niet was, noch Zijn discipelen, zo gingen zij ook in de schepen (= ploion), en kwamen te Kapernaum, zoekende Jezus. :23- Andere scheepjes = Gelovigen uit Israël Tiberias = Uit de Volkerenzee Zij vertrekken vanuit de Oostzijde, en gaan naar de Westzijde. De HEERE was niet in het Land Isrel, maar bij de Heidenen. Kapernaum = Eindelijk zoeken zij Verzoening en Vertroosting, en Vergeving = De Plaats, waar Verzoening en Vertroosting te ontvangen is Namelijk de Plaats waar de HEERE Jezus Christus woont Typologisch zal de storm niet beeindigd zijn, want het is dan Grote Verdrukking

2

:25 En als zij Hem gevonden hadden over de zee, zeiden zij tot Hem: Rabbi, wanneer zijt Gij hier gekomen? :25 Rabbi = Mijn Meester Over de zee = De HEERE was de afgrond al 2000 jaar geleden overgestoken; Hij is opgestaan uit de dood; En zij zullen straks (na de 70e jaarweek) aan de HEERE vragen: Hoe bent U de dood overgegaan, en weder Levend geworden? En wat zijn deze wonden in Uw handen? (Zach.13:6) Dus nadat de Gemeente, gevoed is geworden, en door de HEERE thuis gebracht is; En wanneer de schare (= Het Volk Israël) straks ook overgestoken zal zijn (namelijk in geloof, de weg van dood en Opstanding is gegaan), dan zullen ook zij gevoed worden, met de overgeschoten brokken uit de 12 korven. Buiten het gezicht van de slang zal zij door de Gemeente gevoed worden Maar dat staat hier niet, want nu wordt de typologie, in verband met deze logische volgorde van spijzigingen weer losgelaten. (Openb.12:14) Maar de HEERE gaat nu verklaren, Wie het Brood is, Hetwelk zij/wij gegeten hebben. :26 Jezus antwoordde hun en zeide: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: gij zoekt Mij niet omdat gij tekenen gezien hebt, maar omdat gij van de broden gegeten hebt, en verzadigd zijt. :26 Toen jullie deze tekenen gezien hadden, zeiden jullie dat Ik de Profeet was, Die in de Wereld komen zou. (Joh.6:14) Maar niet omdat jullie naar Mij, als Profeet van God, wilden luisteren. Want jullie wilden van de betekenis van deze tekenen niets weten Jullie hadden geen enkele interesse voor het Brood naar de Geest Maar jullie hadden wel interesse voor het Brood naar het vlees. Het ging jullie alleen om de verzadiging van: De buik; Het vlees; De oude mens. :26 Jullie zoeken Mij niet om de betekenis en de verklaring van de tekenen, die jullie gezien hebben. Maar omdat Ik jullie op zeer voordelige wijze, gespijzigd heb. En nu verwachten jullie weer, door Mij, op voordelige wijze verzadigd te worden. En het is ook zo, dat jullie voor de Spijze die Ik jullie wil geven, niet hoeft te werken Maar daarbij gaat het wel om een Andere Spijze; Een Spijze, die niet gericht is op het Aardse, tijdelijke, vergankelijke leven; Maar een Spijze die ten Eeuwige Leven is, en Die gericht is op het Eeuwige Leven :27 Werkt niet om de spijs, die vergaat; Maar om de spijs, die blijft tot in het eeuwige leven, welke de Zoon des mensen ulieden geven zal; want Dezen heeft God de Vader

2

verzegeld. :27 Werken = Zware arbeid verrichten, voor dingen die niet blijvend zijn, maar vergaan De HEERE Jezus zegt tot Joden: Werkt niet om de spijs, want die vergaat. Je kunt wel zware arbeid verrichten, omdat je de begeerte hebt, je Aardse leven zolang mogelijk in stand te houden; Maar zowel de spijze (waar je zo hard voor gewerkt hebt om het Aardse leven in stand te houden), als het Aardse leven zelf, zal vergaan. Maar de Zoon des mensen, wil u een Spijze geven, die Eeuwig is; Een Spijze die nooit vergaat Een Spijze, die u uit Genade gegeven wordt; Een Spijze, die u op grond van geloof, behouden doet worden, en behouden doet leven. Want de Zoon des mensen (= De Erfgenaam van Adam, Die de Koning en Messias is over de gehele Mensheid), is door God de Vader, verzegeld tot Hogepriester van het Nieuwe Verbond, naar de Ordening van Melchizedek. Verzegeld = Aangesteld; Bevestigd = Sphragizo Rom.1:4 Die krachtelijk bewezen (= horizo) is te zijn de Zoon van God, naar den Geest der heiligmaking door de Uit-opstanding der doden, namelijk Jezus Christus onzen HEERE Hebr.3:1,2 Hierom, heilige broeders, die der Hemelse roeping deelachtig zijt, aanmerkt den Apostel en Hogepriester onzer belijdenis, Christus Jezus; Die Getrouw is aan Dengene, Die Hem gesteld (= poieo = heeft, gelijk ook Mozes in geheel zijn huis was. :28 Zij zeiden dan tot Hem: Wat zullen wij doen, opdat wij de werken Gods mogen werken? :28 Zeg ons welk werk wij voor God moeten doen, om behouden te kunnen worden Maar behoudenis kan men niet verdienen door werken, maar ontvangt men alleen op grond van geloof in de HEERE Jezus Christus. Luk.10:25 En ziet, een zeker Wetgeleerde stond op, Hem verzoekende, en zeggende: Meester, wat doende zal ik het Eeuwige Leven beerven? Rom.4:5 Doch dengene, die niet werkt, maar gelooft in Hem, Die den goddeloze rechtvaardigt, wordt zijn geloof gerekend tot rechtvaardigheid. Rom.6:23 Want de bezoldiging der zonde is de dood, maar de Genadegift Gods is het Eeuwige Leven, door Jezus Christus onzen HEERE.

2

Efez.2:8 Want uit Genade zijt gij zalig geworden door het geloof; En dat niet uit uzelf, het is Gods gave (= zalig geworden); En niet uit uw werken, opdat niemand roeme :29 Jezus antwoordde en zeide tot hen: Dit is het Werk Gods, dat gij gelooft in Hem, Dien Hij gezonden heeft. :29 De HEERE Jezus Christus zegt dat Hij Degene is, door Wie God werkt; En dat Hij Degene is, in Wie God Zich openbaart :30 Zij zeiden dan tot Hem: Wat teken doet Gij dan, opdat wij het mogen zien, en U geloven? Wat werkt Gij? :30 Waaruit kunnen wij bemerken, dat U de Messias, en de Profeet gelijk Mozes bent? Laat nog eens een teken zien Joh.5:40 Gij wilt tot Mij niet komen, opdat gij het Leven moogt hebben. Matth.12:38; Matth.16:1; Mar.8:11; Luk.11:29; 1Cor.1:22 De Joden zoeken een voorwendsel om niet in de HEERE Jezus Christus te geloven De vragen die zij stellen, bewijzen hun onwil en ongeloof Want zodra de HEERE spreekt over een Spijze die blijft tot in het Eeuwige leven, spreken zij over dingen, die zij willen zien :30 In welk teken laat U zien, dat Gij het door God gezonden Woord van God bent? Want U geeft maar 5000 mannen te eten :31 Onze vaders hebben het Manna gegeten in de woestijn; gelijk geschreven is: Hij gaf hun het Brood uit den Hemel te eten. :31 Zij zeggen: Mozes deed tenminste nog eens een wonder, want hij gaf 600.000 mannen te eten. En daar zijn de vrouwen en de kinderen niet eens meegerekend Want onze vaders hebben het Manna gegeten in de woestijn, gelijk geschreven staat: Hij (= volgens de Joden is dit Mozes) gaf hun het Brood uit de Hemel te eten. Manna = nm = Wat is dit? = Het is Hemels Voedsel tijdens de 40, en dit Brood brengt je in de 50

2

Men gaat een wandel door de 40, maar men zou op weg gaan naar de 50 Exo.16:14-16,32; Num.11:4-10 Nu, jullie vaders mogen dan het Manna gegeten hebben in de woestijn Num.11:6; Num.21:5 Maar jullie vergeten erbij te zeggen, dat jullie vaders van deze Hemelse Spijze, walgden Walgen = Er zeer verdrietig over zijn; Vermoeid; Verveeld; Geringschattend Licht = Minachting; Verontachtzaming; Versmading :32 Jezus dan zeide tot hen: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Mozes heeft u niet gegeven het Brood uit den Hemel; maar Mijn Vader geeft u dat Ware Brood uit den Hemel. :32 Joh.1:17 Het mag dan zijn, dat de Wet door (via) Mozes gegeven is; Maar de Genade en de Waarheid is door Jezus Christus geworden. Zij doen alsof Mozes hen dit Manna gegeven had. En zo wordt Mozes, door hen hoger geacht dan de HEERE Jezus Christus En daarom zegt de HEERE Jezus: Wacht even, Mozes heeft u niet het Manna uit de Hemel gegeven, maar Mijn Vader. En dat Manna, was slechts een schaduw, danwel een voorbeeld van het Ware Manna wat Mijn Vader , inmiddels uit de Hemel tot u gezonden heeft. Dat Ware Manna, is ver verheven boven Mozes. Ware Brood = Geestelijk, Hemels Brood = Het Woord Gods Ben Ik, zegt de HEERE Jezus = Het Brood des Levens, namelijk de HEERE Jezus Christus. :33 Want het Brood Gods is Hij, Die uit den Hemel nederdaalt; En Die der Wereld het Leven geeft. :33 Het Ware Manna is het Brood Gods; En is Degene Die uit de Hemel is nedergedaald En dat Ware Brood des Levens, is het Leven der Wereld. Brood Gods = Hetgeen God de mens geeft, en wat leidt tot Eeuwig Leven Hij Die = De Zoon van God, Die nedergedaald is En de Vader, Die Hem in Zijn Opstanding tot Christus, tot Middelaar en Hogepriester gesteld heeft, heeft Hem vervolgens ook tot ons gezonden Of wij (gelovigen in Christus) zijn door de Vader, aan de Zoon gegeven Der Wereld = Aan de uitverkorenen, namelijk aan gelovigen (Fil.2:6,7; 1Tim.3:16) De gelovigen uit Joden en Heidenen (Joh.11;52) Aan Levenden (= Christenen), die nog in deze Wereld zijn Het Manna in de woestijn, was alleen voor het uit Egypte, verloste Volk Israël.

2

Maar dit Manna, gaf aan het Volk Israël geen Eeuwig Leven, hoewel het uit de Hemel, en dus bij God vandaan kwam. Zoals dit over de Wet gezegd kan worden, want de Wet kwam ook bij God vandaan. Maar het Ware Brood des Levens is de HEERE Jezus Christus, Die uit de Hemel gekomen was, om het Leven te geven aan de gehele Wereld; Namelijk aan allen die Hem gehoorzaam zijn. En jullie vragen om een teken; Nu de komst van het Manna uit de Hemel, is het teken van Mijn komst uit de Hemel. :34 Zij zeiden dan tot Hem: HEERE, geef ons altijd dit Brood. :34 Geef ons altijd = Alle dagen van ons leven Maar uit vers 36 blijkt, dat zij net als hun vaders, alleen denken aan Brood, wat tot verzadiging is van hun Aardse, natuurlijke leven. :35 En Jezus zeide tot hen: Ik ben het Brood des Levens; die tot Mij komt, zal geenszins hongeren, en die in Mij gelooft, zal nimmermeer dorsten. :35 Brood des Levens = Eeuwig, en dus Geestelijk Leven Water des Levens = Jes.55:1-; Joh.4:14; Joh.7:37 Die tot Mij = Degene die in Mijn gelooft als de Christus Die zal geenszins hongeren, want die zal met Geestelijke Spijze verzadigd worden Dat is tot Ware vertroosting, en tot Eeuwige Vreugde Brood = Het noodzakelijke dagelijkse Voedsel = En is voor iedereen geschikt, en is voor iedereen beschikbaar = Schenkt voldoening, en verveeld nooit, en is elke dag nieuw De HEERE Jezus Christus is het Ware Brood des Levens; Maar zonder Hem, gaat men verloren De ongelovige in absolute zin; En de ongelovige gelovige, in praktische zin. Zijn Brood, en dus Zijn Woord, is om gegeten en herkauwd te worden; En alleen Zijn Woord, voedt en versterkt, en verblijdt ons. Eten = Uitbeelding van Gemeenschap met het Woord Gods, en daardoor Leven Gemeenschap hebben met dat, wat eigenlijk eerst buiten je leven stond = Uitbeelding van 1-wording, met dit Voedsel En dit is inherent aan, geloven = Datgene wat door God aangereikt wordt, dit persoonlijk toe-eigenen = Bevredigd bepaalde behoeften; Maar in Geestelijke zin: Alle behoeften = lka = akal lk a = a kal = Ik alles = Volkomen 1-worden met dit Voedsel = Alles wat via de mond, het oor, het oog, de neus, en de tast tot je komt Alle zintuigen gebruiken om het Woord van God tot je te nemen

3

Maar je hebt er niets aan, door te filosoferen over dit Voedsel; Of door dit Voedsel alleen maar in de hand te nemen om het te bewonderen; Of in de hand te nemen, door het te wegen, en de waarde ervan te schatten Neen, het Ware Brood des Levens behoort gegeten te worden, ook al ga je naar de oude mens gerekend, eraan dood. Dit Brood is niet een Christelijke leer, of een Christelijke levensbeschouwing; Want dit Ware Brood des Levens, is de HEERE Jezus Christus Zelf; En tot Christus komen, is dan ook in Hem geloven, en Hem van harte aannemen. Maar de HEERE Jezus Christus kent hun hart :36 Maar Ik heb u gezegd, dat gij Mij ook gezien hebt, en gij gelooft niet. :36 Jullie vaders hebben het Manna gezien, en keerden zich vol walging daar vanaf. Ook jullie moeder Egypte, keerde zich vol walging af van Mij. (zie blz.46) En nu zien jullie Mij, het Ware Manna, maar jullie doen gelijk jullie vaders, toen. Want jullie kijken naar Mij, en jullie nemen Mij eventueel ter hand om Mij te wegen, en om Mij te bewonderen, vanwege de wonderen die Ik doe; Maar wanneer jullie (gelijk jullie vaders), doorzien welke gevolgen dit voor jullie Aardse leven zal hebben wanneer jullie van Mij zullen eten, verwerpen jullie ook Mij vol walging van jullie af. Jullie willen deze Wereld niet uitgaan, zoals jullie vaders naar Egypte terug verlangden Jullie willen je leven niet verliezen om Mijnentwil. Maar weet, dat al wat de Vader, niet aan Mij gegeven heeft, uitgeworpen zal worden. Want: :37 Al wat Mij de Vader geeft, zal tot Mij komen; En die tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen. :37 De Vader, heeft niet alle mensen aan Mij gegeven. De Vader geeft toch geen doden mensen, aan de Levende; De Vader geeft alleen gelovigen, namelijk alleen levenden, aan Mij Alleen degenen die uit God de Vader geboren zijn, omdat zij in Mij geloven, als hun Verlosser en Zaligmaker, worden door de Vader, aan Mij gegeven; Omdat zij van het Ware Brood des Levens eten, namelijk van Mij, eten. Al wat = Uitverkorenen, namelijk de gelovigen in Christus. Joh.10:28; Joh.17:2,4,6,7,8,9,11,12,22,24 Alleen wedergeborenen worden door God de Vader, aan Zijn Zoon gegeven Zij die zalig zijn naar Geest, worden vervolgens gegeven aan de Hogepriester van het Nieuwe Verbond der Genade, om hen zalig te maken naar de ziel Dat hun leven doordrengt zal worden van het Leven van de Zaligmaker. Dat zij het Beeld van Gods Geliefde Zoon Gelijkvormig zouden worden

3

Efez.1:4 God heeft alleen de HEERE Jezus Christus Uitverkoren. En als men in Christus is, is men in Christus uitverkoren 1Petr.1:4- Er is maar 1 Kostbare, Dierbare, en Levende Steen, namelijk Christus. En alleen Deze Kostbare, Dierbare, en Levende Steen heeft God Uitverkoren En alleen in Hem, zijn wij op grond van geloof in Hem, ook uitverkoren :37 Niet uitwerpen = Niet buiten werpen; Niet verstoten; Niet wegzenden; Niet voor eeuwig verloren gaan Maar Eeuwig behouden zijn (Joh.17:12) Uitwerpen = ek ballo = Iets met kracht (of krachtig) wegwerpen., of nederwerpen Zolang iemand (vanwege zijn ongeloof) niet door God de Vader, aan de Zoon gegeven is, staat die iemand buiten; Als die iemand niet uit God de Vader geboren is, wordt die iemand niet door de Zoon ontvangen, en wordt uitgeworpen. De mens wordt dus opgeroepen om tot geloof te komen in de HEERE Jezus Christus, om daarmee de wil van God te doen. Want dat doe Ik ook. :38 Want Ik ben uit den Hemel nedergedaald, niet opdat Ik Mijn wil zou doen, maar den wil Desgenen, Die Mij gezonden heeft. :38 Matth.26:39 En een weinig voortgegaan zijnde, viel Hij op Zijn aangezicht, biddende en zeggende: Mijn Vader, indien het mogelijk is, laat dezen drinkbeker van Mij voorbijgaan; Doch niet, gelijk Ik wil, maar gelijk Gij wilt. Joh.5:30 Ik kan (en Ik wil) van Mijzelven niets doen. Gelijk Ik hoor, oordeel Ik, en Mijn oordeel is rechtvaardig; want Ik zoek niet Mijn wil; Maar Ik zoek, en Ik doe den wil des Vaders, Die Mij gezonden heeft. Ik ben niet uit de Hemel nedergedaald, om Mijzelf te behagen, en om te doen wat Ik wil En ditzelfde is ook op ons van toepassing; Want wij komen nu ook vanuit de Hemel; Wij zijn immers van Boven geboren En hier Beneden, zouden wij alleen de wil van onze God en Vader volbrengen, om zo te wandelen naar Gods welbehagen En dan zal starks ons vernederd lichaam, gelijvormig zijn aan Zijn Heerlijk Lichaam :39 En dit is de wil des Vaders, Die Mij gezonden heeft, dat al wat Hij Mij gegeven heeft,

3

Ik daaruit niet verlieze, maar hetzelve opwekke ten uitersten dage. :39 Joh.6:39,40,44,54 We vinden de uitdrukking ten uiterste dage, vier keer in dit hoofdstuk genoemd; En steeds in verband met dezelfde Waarheid; Namelijk alles wat God de Vader, Mij gegeven heeft, zal Ik geenszins verliezen Gods Uitverkiezing, begint uiteraard in Zijn Zoon Joh.6:37 En alles wat de Vader Mij geeft (= zij die uit God geboren zijn) zal tot Mij komen; En wie tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen De gelovigen, zijn door de Vader, aan de Zoon gegeven. En het is de wil van de Vader, dat zij tot Christus, Gods Uitverkorene, komen. Dat spreekt over hun eeuwige verkiezing, omdat zij uitverkoren zijn in Christus. Niet verliezen = Niet verloren zullen gaan, maar Eeuwig Leven hebben Opwekke ten uiterste dage = Joh.6:39,40,44,54; Joh.11:24; Joh.12:48 = Normaal gesproken is dit op de Jongste Dag Maar de Gemeente, verwacht een andere uiterste Dag Namelijk wanneer de Gemeente voltallig is. (Efez.4:13) En degenen die in Christus ontslapen zijn, zullen dan eerst opstaan, enz.... 1Thess.4:13- En onze openbaring voor de Rechterstoel van Christus (Rom.14:10; 2Cor.5:10) Maar in verband met de uiterste dag, namelijk de Jongste Dag: Joh.5:29 En zullen uitgaan, die het goede gedaan hebben, tot de Opstanding des Levens; En die het kwade gedaan hebben, tot de Opstanding der Verdoemenis. Openb.20:11-15 En ik zag een groten witten troon, en Dengene, Die daarop zat, van Wiens aangezicht de Aarde en de Hemel wegvloden, en geen plaats is voor die gevonden. En ik zag de doden, klein en groot, staande voor God; en de Bijbelboeken werden geopend; En een ander Boek werd geopend, dat des Levens is; en de doden werden geoordeeld uit hetgeen in de boeken geschreven was, naar hun werken. En de zee gaf de doden, die in haar waren; en de dood en de hel gaven de doden, die in hen waren; en zij werden geoordeeld, een iegelijk naar hun werken. En de dood en de hel werden geworpen in den poel des vuurs; dit is de tweede dood. En zo iemand niet gevonden werd geschreven in het Boek des Levens, die werd geworpen in den poel des vuurs. (Exo.32:32; Psa.69:29; Fil.4:3; Openb.3:5; 13:8; 17:8; 20:15; 21:27; 22:19)

3

:40 En dit is de wil Desgenen Die Mij gezonden heeft, dat een iegelijk die den Zoon aanschouwt, en in Hem gelooft, het Eeuwige Leven hebbe; en Ik zal hem opwekken ten uitersten dage. :40 Joh.3:16; Joh.4:14 Het Eeuwige Leven wordt ons alleen geschonken, wanneer wij in geloof opzien naar de Opgewekte, Verhoogde, en Verheerlijkte Zoon. Want God heeft alleen Christus, uitverkoren. En alleen door geloof in Hem, ben je daarmee, ook door God uitverkoren geworden En dat men alleen in Christus uitverkoren kan zijn, was al van voor de nederwerping der Wereld, door God bepaald geworden. (Efez.1:4) God heeft ons alleen in Zijn Zoon, uitverkoren En als je niet in Zijn Zoon gelooft, dan heb je jezelf uitverkoren, om voor eeuwig verloren te gaan We worden alleen gerechtvaardigd, en vervolgens uitverkoren, en vervolgens geroepen, en vervolgens verheerlijkt, wanneer wij in de HEERE Jezus Christus geloven Abraham riep in geloof de HEERE aan En dat werd Abraham tot Rechtvaardigheid gerekend; en daarom werd Abraham uitverkoren, en werd Abraham geroepen om heel zijn familie te verlaten, en op weg te gaan naar zijn door de HEERE beloofde, heerlijke erfenis Abraham, en ook wij, werden dus niet geroepen, omdat Gods ons uitverkoren heeft. Maar Abraham, en ook wij, zijn slecht geroepen, omdat wij geloven in het Woord van God Het mag duidelijk zijn, dat je alleen iemand roept, wanneer je weet dat die iemand ook bereidt is om jouw roepstem te gehoorzamen. Het Evangelie wordt verkondigt aan verloren zondaren. En als wij de roepstem van het Evangelie van Christus geloven, dan worden wij geroepen om met Christus uit te gaan, buiten de legerplaats. En zijn wij uitverkoren in Christus, omdat Christus de Eerste Uitverkorene is; Dus verkiezing, is pas nadat we op grond van geloof in Christus, behouden zijn geworden. :41 De Joden dan murmureerden over Hem, omdat Hij gezegd had: Ik ben het Brood, Dat uit den Hemel nedergedaald is. :41 De Joden hebben goed begrepen dat de HEERE Jezus zegt, dat Zijn Oorsprong, net zoals het Manna, uit de Hemel is. Maar daarmee zullen zij Hem moeten erkennen als hun Meerdere. En dus murmureren zij = Tegenspreken; Ergeren.

3

:42 En zij zeiden: Is deze niet Jezus, de Zoon van Jozef, Wiens vader en moeder wij kennen? Hoe zegt Deze dan: Ik ben uit den Hemel nedergedaald? :42 Zij weten dat de HEERE Jezus, de Zoon was van Jozef, de Timmerman. En dat Hij de Zoon van Maria is, de vrouw van Jozef, de Timmerman En dat Hij dan de Zone Davids moet zijn; En dat Hij dan ook de Zoon des mensen is. Matth.13:55; Mar.6:3 En zij kennen Zijn broeders en zusters: Jacobus, Joses, Simon, Judas, en Salomé Zij kennen dus Zijn Aardse afkomst, maar hoe kan Hij nu zeggen dat Hij uit de Hemel is nedergedaald? Volgens buiten Bijbelse bronnen, was de HEERE Jezus vele jaren in het Buitenland geweest. In iedergeval weten wij vanuit de Bijbel niet, wat de HEERE Jezus tijdens die 17 jaar (vanaf Zijn 13e levensjaar, tot aan Zijn 30e levensjaar) gedaan heeft . De HEERE heeft andere schapen bezocht, die niet van de Joodse Stal zijn. (Joh.10:16) Men ziet de HEERE Jezus als Vreemdeling, Die belasting moest betalen (Matth.17:25) :43 Jezus antwoordde dan, en zeide tot hen: Murmureert niet onder elkander. :43 De HEERE zegt: Vanwaar is deze vijandschap en tegenspraak? :44 Niemand kan tot Mij komen, tenzij dat de Vader, Die Mij gezonden heeft, hem trekke; En Ik zal hem opwekken ten uitersten dage. :44 Niemand kan tot Mij komen = Van nature, is er niemand die God zoekt Het is de Geest van God, Die een zondaar overtuigt van zijn zonden en verlorenheid; En de droefheid van de mens over zijn zonden, wordt door de Heilige Geest bewerkt; . Zodat het geweten van de mens geraakt wordt, en de mens zichzelf ontdekt als zondaar; En de mens vervolgens God aanroept, tot vergeving en verlossing van zijn zonden. Gal.1:4; Col.1:13 En door de Krachtige Werking van Gods Geest, worden wij dan ook tot Hem getrokken En worden wij door de Vader, aan de Zoon gegeven En worden wij door Hem, op welke dag dan ook, opgewekt ten Eeuwige Leven Vanaf het begin tot het einde, komt de actieviteit bij God vandaan;

3

Het kloppen op ons hart Het toebereiden van ons hart Het zenden van Zijn Zoon Het ontvangen van Zijn Geest Het ontvangen van Heerlijkheid, door de Werking van Zijn Geest in ons :45 Er is geschreven in de profeten: En zij zullen allen van God geleerd zijn. Een iegelijk dan, die het van den Vader gehoord en geleerd heeft, die komt tot Mij. :45 Allen die van God geleerd zijn = Allen die in geloof tot God de Vader komen; Allen die het van God gehoord, en verstaan, en aangenomen, en dus geloofd hebben En dit stond al geschreven in de Oud Testamentische profetieën van de Bijbel Jes.54:10-13 Want Bergen (= koninkrijken) zullen wijken, en heuvelen wankelen; Maar Mijn goedertierenheid zal van u niet wijken, namelijk het Verbond Mijns Vredes zal niet wankelen, zegt de HEERE, uw Ontfermer. Gij verdrukte, door onweder voortgedrevene, ongetrooste! Zie, Ik zal uw stenen gans sierlijk leggen, en Ik zal u op saffieren grondvesten. En uw glasvensters zal Ik kristallijnen maken, en uw poorten van robijnstenen, en uw ganse landpale van aangename stenen. En al uw kinderen zullen van den HEERE geleerd zijn, en de Vrede uwer kinderen zal groot zijn. Jer.31:31-34 Ziet, de dagen komen, spreekt de HEERE, dat Ik met het huis van Israel en met het huis van Juda een Nieuw Verbond zal maken; Niet naar het Verbond, dat Ik met hun vaderen gemaakt heb, ten dage als Ik hun hand aangreep, om hen uit Egypteland uit te voeren, welk Mijn verbond zij vernietigd hebben, hoewel Ik hen getrouwd had, spreekt de HEERE; Maar dit is het Verbond, dat Ik na die dagen met het huis van Israel maken zal, spreekt de HEERE: Ik zal Mijn wet in hun binnenste geven, en zal die in hun hart schrijven; en Ik zal hun tot God zijn, en zij zullen Mij tot volk zijn. En zij zullen niet meer, een iegelijk zijn naaste, en een iegelijk zijn broeder, leren, zeggende: Kent den HEERE! want zij zullen Mij allen kennen, van hun kleinste af tot hun grootste toe, spreekt de HEERE; want Ik zal hun ongerechtigheid vergeven, en hunner zonden niet meer gedenken. Hebr.8:10-13; Hebr.10:15-17- Want dit is het Verbond, dat Ik met het huis Israels maken zal na die dagen, zegt de Heere: Ik zal Mijn wetten in hun verstand geven, en in hun harten zal Ik die inschrijven; en Ik zal hun tot God zijn, en zij zullen Mij tot volk zijn. En zij zullen niet leren, een iegelijk zijn naaste, en een iegelijk zijn broeder, zeggende: Ken de Heere; want zij zullen Mij allen kennen van den kleine onder hen tot den grote onder hen. Want Ik zal hun ongerechtigheden genadig zijn, en hun zonden en hun overtredingen

3

zal Ik geenszins meer gedenken. Als Hij zegt: Een Nieuw Verbond, zo heeft Hij het eerste oud gemaakt; dat nu oud gemaakt is en verouderd, is nabij de verdwijning. :46 Niet dat iemand den Vader gezien heeft, dan Die van God is; Deze heeft den Vader gezien. :46 1Tim.6:14-16 Dat gij dit gebod houdt, onbevlekt en onberispelijk, tot op de verschijning van onzen

HEERE Jezus Christus; Welke te Zijner tijd vertonen zal de zalige en alleen machtige HEERE, de Koning der koningen, en HEERE der heren; Die alleen onsterfelijkheid heeft, en een ontoegankelijk licht bewoont; Denwelken geen

mens gezien heeft, noch zien kan; Welken zij eer en eeuwige Lracht. Amen (= Zo is het) Gen.32:30 En Jakob noemde den naam dier plaats Pniel: Want, zeide hij, ik heb God gezien van aangezicht tot aangezicht, en mijn ziel is gered geweest. Exo.24:11 Doch Hij strekte Zijn hand niet tot de afgezonderden van de kinderen Israels; maar zij aten en dronken, nadat zij God gezien hadden. Richt.13:22 En Manoach zeide tot zijn huisvrouw: Wij zullen zekerlijk sterven, omdat wij God gezien hebben. Joh.1:18 (1Tim.1:17) Niemand heeft ooit God gezien; de Eniggeboren Zoon, Die in den schoot des Vaders is, Die heeft Hem ons verklaard Col.1:15 Dewelke het Beeld is des Onzienlijken Gods, de Eerstgeborene aller creaturen. Hebr.1:3 Dewelke, alzo Hij is het Afschijnsel Zijner heerlijkheid, en het uitgedrukte Beeld Zijner zelfstandigheid, en alle dingen draagt door het woord Zijner kracht, nadat Hij de reinigmaking onzer zonden door Zichzelven te weeg gebracht heeft, is gezeten aan de Rechterhand der Majesteit in de hoogste hemelen. :46 Niet dat iemand den Vader gezien heeft, dan Die van God is; Deze heeft den Vader gezien.

3

Joh.7:28,29 Jezus dan riep in den tempel, lerende en zeggende: En gij kent Mij, en gij weet, van waar Ik ben; en Ik ben van Mijzelven niet gekomen, maar Hij is waarachtig, Die Mij gezonden heeft, Welken gijlieden niet kent. Maar Ik ken Hem; want Ik ben van Hem, en Hij heeft Mij gezonden. Joh.8:19 Zij dan zeiden tot Hem: Waar is Uw Vader? Jezus antwoordde: Gij kent noch Mij, noch Mijn Vader; indien gij Mij kendet, zo zoudt gij ook Mijn Vader kennen. :47 Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Die in Mij gelooft, heeft het Eeuwige Leven. :48 Ik ben het Brood des Levens. :47- Ik Ben het geopenbaarde Woord van God Ik ben het Woord van God, geopenbaard in het vlees Ik ben het Woord des Levens :49 Uw vaders hebben het Manna gegeten in de woestijn, maar zij zijn gestorven. :49 Exo.16:4,14,15,16; Num.11:7; Psa.78:24; 1Cor.10:3 Uw vaders, namelijk degenen die door Mozes, uit Egypte verlost werden; En die tijdens hun woestijnreis, en op weg naar het Beloofde Land Kanaan, het Manna uit de Hemel ontvangen hadden. : En hoewel uw vaders, het Manna gegeten hebben, zijn zij toch gestorven Maar zij zijn niet allen, een tijdelijke dood gestorven; Want sommigen zullen door hun ongeloof, deel krijgen aan de 2e dood :50 Dit is het Brood, dat uit den Hemel nederdaalt, opdat de mens daarvan ete, en niet sterve. :50 Dit is het Brood = Het Ware Brood, namelijk het Leven van de Zoon des mensen En dit Brood zal na Zijn Opstanding, op Aarde nederdalen. En wanneer men dit Brood zal eten, zal men in der eeuwigheid niet meer hongeren en dorsten = Niet meer sterven. :51 Ik ben dat Levende Brood, dat uit den Hemel nedergedaald is; zo iemand van dit Brood

3

eet, die zal in der Eeuwigheid Leven. Want het Brood dat Ik geven zal, is Mijn vlees, hetwelk Ik geven zal voor het Leven der Wereld. :51 Levende Brood = Levend makend Brood = Levend makende Geest = Leven brengend Woord Joh.11:24-27 Martha zeide tot Hem: Ik weet, dat hij opstaan zal in de Opstanding ten laatsten dage. Jezus zeide tot haar: Ik ben de Opstanding en het Leven; die in Mij gelooft zal leven, al ware hij ook gestorven; En een iegelijk, die leeft, en in Mij gelooft, zal niet sterven in der eeuwigheid. Gelooft gij dat? Zij zeide tot Hem: Ja, HEERE, ik heb geloofd, dat Gij zijt de Christus (= de Opgestane), de Zone Gods, Die in de Wereld komen zou. (Maar in bijzonderheid na Zijn Opstanding uit de dood) Vlees = rcb = Basar = Blijde Boodschap = Het Evangelie van God, van Zijn Zoon (de Opgestane en Verheerlijkte) Jezus Christus onze HEERE (Rom.1:1-4) :52 De Joden dan streden onder elkander, zeggende: Hoe kan ons deze Zijn vlees te eten geven? :53 Jezus dan zeide tot hen: Voorwaar, voorwaar zeg Ik ulieden: Tenzij dat gij het vlees des Zoons des mensen eet, en Zijn bloed drinkt, zo hebt gij geen leven in uzelven. :53 Matth.26:26-28 En als zij aten, nam Jezus het brood, en gezegend hebbende, brak Hij het, en gaf het den

discipelen, en zeide: Neemt, eet, dat is Mijn lichaam. En Hij nam den drinkbeker, en gedankt hebbende, gaf hun dien, zeggende: Drinkt allen

daaruit; Want dat is Mijn bloed, het bloed (= Leven) des Nieuwen Testaments, hetwelk voor

velen vergoten wordt, tot vergeving der zonden. 1Cor.10:16 De drinkbeker der dankzegging, dien wij dankzeggende zegenen, is die niet een

gemeenschap des bloeds van Christus? Het brood, dat wij breken, is dat niet een gemeenschap des lichaams van Christus?

Als uitbeelding van het Opstandingsleven van Christus onder het Nieuwe Verbond :54 Die Mijn vlees eet, en Mijn bloed drinkt, die heeft het Eeuwige Leven; en Ik zal hem opwekken ten uitersten dage.

3

:54 Die Mijn vlees eet en drinkt = Wie in Mij gelooft; Wie deel heeft aan Mijn Opstanding Want toen de HEERE Jezus Christus nog in het vlees op Aarde was; Toen kon de HEERE aan niemand het Eeuwige Leven geven; Want dat zou er pas zijn in Zijn Opstanding. Hij zou alleen gebleven zijn, en de HEERE zou met niemand Zijn Leven gedeeld hebben, wanneer Hij als het Ware Tarwegraan, niet eerst in de Aarde gevallen zou zijn, en niet zou zijn gestorven. (Joh.12) Om het Eeuwige Leven deelachtig te kunnen zijn, moet men geloven in het verzoenend sterven, van de inmiddels uit de dood Opgestane HEERE Jezus Christus Joh.6:37-39 De HEERE Christus, is de Grondslag van Gods verkiezing tot Eeuwige Zaligheid Joh.6:40 De HEERE Jezus Christus, is de Weg tot Eeuwige Zaligheid Joh.6:44 De HEERE Jezus Christus, is de Kracht van Eeuwige Zaligheid Joh.6:54 De Opgestane HEERE Jezus Christus, is het Zoenmiddel tot Eeuwige Zaligheid :55 Want Mijn vlees is waarlijk Spijs, en Mijn bloed is waarlijk Drank. :56 Die Mijn vlees eet, en Mijn bloed drinkt, die blijft in Mij, en Ik in hem. :55 Het gaat over het Opstandingsleven van de HEERE Jezus Christus Eet en drink Mij, namelijk geloof in Mij Blijf in Mij, leef dagelijks in gemeenschap met de HEERE Jezus Christus Eet dagelijks Mijn Manna = Mijn Woord, en geef je over aan Mijn Woord, en aan Mijn Geest, en aan Mijn Leven in je. :57 Gelijkerwijs Mij de Levende Vader gezonden heeft, en Ik leve door den Vader; alzo die Mij eet, dezelve zal leven door Mij. :58 Dit is het Brood, dat uit den Hemel nedergedaald is; niet gelijk uw vaders het Manna gegeten hebben, en zijn gestorven. Die dit Brood eet, zal in der Eeuwigheid Leven. :57- Het Brood, en dus het Woord van het Oude Testament, was niet toereikend genoeg; Maar het Ware Manna, namelijk de HEERE Jezus Christus, heeft in Zijn Opstanding, en dus onder het Nieuwe Verbond, Eeuwig Leven aan het Licht gebracht. En een ieder die in Hem gelooft, en dus van Hem eet, zal leven in der Eeuwigheid. :59 Deze dingen zeide Hij in de synagoge, lerende te Kapernaum.

4

:59 Synagoge = Leerhuis Kapernaum = Vertroosting; Verzoening; Bedekking (van zonden) De HEERE leert hen aangaande het Leven onder het Nieuwe Verbond Lerende, als Gezaghebbende Maar niet als Koning, maar als Hogepriester Een Leven wat Zich volkomen overgeeft ten behoeve van andere gelovigen, in de dienst van Zijn Hemelse Vader. Deze zelfde Gezindheid van Christus, wordt ook ons voorgehouden Een leven van dienstbaarheid, en van zelfverloochening om Christus wil Elkander de zonden niet toerekenen, en elkander dus vergeven zoals Christus ons eerst vergeven heeft; En Hij vergeeft ons nog steeds; We zouden elkander vertroosten, en elkander diezelfde Genade bewijzen, waaruit wij zelf, zo graag wensen te leven Kapernaum: mjnrpk mjn = Nachem = Vertroosting jn = Noach = Troost; Rust nj = Chan = Genade rpk = Kaphar = Verzoening; Bedekking Joh.6:3 Daar zit de HEERE Jezus met Zijn discipelen op de Berg, en geeft Hij hen onderwijs. Neder zitten = Om van Hem onderwijs te ontvangen, en gevoed worden door Zijn Woord. En als zij op de Berg nederzitten, gaat het dus over het ontvangen van onderwijs, met betrekking tot de Hemelse dingen; Met de Rust, en met de Positie die wij in Christus, en in de Hemel hebben. Het is onderwijs met betrekking tot het Hogepriesterlijk werk van de HEERE Jezus Christus, en waarin wij betrokken zouden zijn. In deze Bedeling, is de HEERE Jezus Christus, gezeten op de Troon der Genade; En wij zouden aan Zijn voeten zitten, om te komen tot Kennis van Christus Om tot kennis te komen van Hem, danwel gemeenschap te hebben aan de Kracht van Zijn Opstandingsleven in ons. En opdat wij zouden weten, de dingen die ons van God geschonken zijn. En wij ons er bewust van worden, in welke Positie wij gebracht zijn, en waar wij wonen. En dat wij kennis zouden krijgen van het Werk wat de HEERE Jezus Christus nu doet, ten behoeve van ons, in onze dienst aan God de Vader. 1Petr.4:10 Opdat ook wij, bekwaam zouden zijn als uitdelers der menigerlei Genade Gods Dit hoofdstuk begint met nederzitten (:3), en eindigd met nederzitten (:59) :60 Maar velen dan van Zijn discipelen, het onderwijs van de HEERE, horende, zeiden:

4

Deze rede is hard; wie kan dezelve horen? :61 Jezus nu, wetende bij Zichzelven, dat Zijn discipelen daarover murmureerden, zeide tot hen: Ergert ulieden dit? :60- Zij zeggen: Moeten wij dan zo maar over ons heen laten lopen? Als wij Uw Brood eten, danwel Uw Woord geloven, en dit ons eigen maken, dan is ons vlees, namelijk onze oude mens (= Het gras; Joh.6:10), daar wel de dupe van. Wij zijn gewend, om voor het woord horen, het synoniem in te vullen, nl: geloven En daar is niets mee mis, als we het maar wel blijven gebruiken, zoals de context dit aangeeft. Want dit vers zegt, dat zij horen, maar dat zij het gehoorde, niet wensen te geloven Horen = Akouo = Horen, in technisch opzicht (Voorbeeld: Matth.2:3,9) = Er mankeert niets aan Woord en Geluid, en ook niets aan hun oor; Technisch is alles prima in orde Men kan zich straks ook niet verontschuldigen door te zeggen, dat men het niet gehoord heeft; Maar er is wel iets mis met hun hart; Want horen, en vervolgens geloven doe je met je hart; Maar zij hebben hun hart toegesloten, om dit te geloven :62 Wat zou het dan zijn, zo gij de Zoon des mensen zaagt opvaren, daar Hij te voren was? :62 Alle ergernis, bestaat hoofdzakelijk uit het niet willen opgeven van het eigen ik Maar dat is wat de HEERE Jezus Christus juist wel gedaan heeft; En zie eens welk een vergelding des loons, Hij daarvoor ontvangen heeft 1Petr.5:6 Dus vernedert u ook onder de Krachtige hand Gods, opdat Hij u verhoge te Zijner tijd. En de HEERE zegt: Zo'n slechte ruil is het niet, want dit Aardse leven is echt maar van korte duur. En je krijgt er Eeuwige Heerlijkheid, en een zinvol en overvloedig Leven, voor terug; Zie maar naar Mij, hoe Ik in geloof en in gehoorzaamheid aan Mijn Hemelse Vader, Mijn Leven gegeven hebt tot Heerlijkheid des Vaders, en tot redding der Wereld En omdat Ik als de Zoon des mensen, Mijn Werk Volbracht hebt, zal Ik opvaren naar de Hemel, daar waar Ik tevoren was. De Zoon des mensen is gesteld tot Zoon van God, en tot Erfgenaam, en tot Eerstgeborene van de nieuwe schepping, en van de nieuwe Mensheid in Christus :62 Want wat betekent het anders, dat het Ware Brood (Dat eerst uit de Hemel nederdaalde, en de weg van vernedering gegaan is, nu tot Leven der Wereld is. En dat Hij, Die uit de Hemel is nedergedaald, en als Dienstknecht van God, in gehoorzaamheid de weg van lijden en dood gegaan is, sinds Zijn opstanding gesteld is tot Zoon van God, en heeft Hij grotere Eer en Heerlijkheid ontvangen dan ooit daarvoor. (Joh.17:5)

4

:63 De Geest is het, Die levend maakt; het vlees is niet nut. De woorden, die Ik tot u spreek, zijn Geest en zijn Leven. :63 De Geest is het, Die Levend maakt. En het vlees (= het natuurlijke leven van de oude mens in Adam), is hooguit tot opbouw van de natuurlijke mens Maar de Woorden die Ik tot u spreek, zijn Geest en Leven Net zoals de Woorden van Mijn Vader, want die zijn Mij, tot Geest en Leven. 2Cor.3:6 En door het ontvangen van Mijn Geest, zal je de Geestelijk dingen leren verstaan; :64 Maar er zijn sommigen van ulieden, die niet geloven. Want Jezus wist van den beginne, wie zij waren, die niet geloofden, en wie hij was, die Hem verraden zou. :64 Er waren sommigen, die niet in de HEERE Jezus Christus wensten te geloven Ook onder het Nieuwe Verbond zijn er, die vijanden zijn van het kruis van Christus. Fil.3:18,19 :65 En Hij zeide: Daarom heb Ik u gezegd, dat niemand tot Mij komen kan, tenzij dat het hem gegeven is van Mijn Vader. :65 En niemand kan (= dunamai = niemand heeft kracht) om tot Mij komen (= want Ik zal opvaren naar de Hemel), tenzij dat iemand (Mijn opstandingskracht zal ontvangen) van Mijn Hemelse Vader. Niemand kan tot Mij komen, tenzij dat iemand uit God de Vader geboren wordt, en door de Vader, aan Mij gegeven wordt, en niemand zal hem dan uit Mijn hand rukken, en Ik zal hem opwekken ten uitersten dage. (= De Jongste Dag) Dit is namelijk het universele principe. Alleen de Gemeente, het Lichaam van Christus is daarin de uitzondering. Wij maken deel uit het Verborgen Koninkrijk, en zijn reeds gezet in de Hemel Want wij zijn nu al met Christus opgewekt, in Nieuw Leven en Licht :66 Van toen af gingen velen Zijner discipelen terug, en wandelden niet meer met Hem. :66 Het is hevig slikken, dat de HEERE zou opvaren naar de Hemel;

4

En dat de HEERE Zijn Koninkrijk dus nog niet zal openbaren op Aarde; (Joh.6:15) Maar dat de Koning en Zijn Koninkrijk Zich zal verbergen in de Hemel En dat de HEERE geen belangstelling heeft voor onze eigen werken, en prestaties. En velen gelovigen, die de HEERE gevolgd zijn (= discipelen), verslikken zich hier ook in; En zij wandelen dan ook niet meer (in geloof), met de HEERE Jezus Christus; In de praktijk, zijn zij vijanden van het kruis van Christus, omdat zij hun Aardse leven hoger stellen dan het Leven, en de Gezindheid, en het Gevoelen van de nog steeds Verborgen HEERE Jezus Christus. En niet betrokken willen zijn in het werk wat de HEERE als Hogepriester nu doet, en waarin Hij Zijn Lichaam, betrokken heeft :67 Jezus dan zeide tot de twaalven: Wilt gijlieden ook niet weggaan? :67 Niet omdat dit een vraag was, maar om een belijdenis uit hun mond te horen Psa.69:26; Psa.109:8; Hand.1:20 De HEERE wist uit de Psalmen, dat er maar 1 discipel was (Juda(s), die zou afhaken. :68 Simon Petrus dan antwoordde Hem: HEERE, tot Wien zullen wij heengaan? Gij hebt de Woorden des Eeuwigen Levens. :69 En wij hebben geloofd en bekend, dat Gij zijt de Christus, de Zoon des Levenden Gods. :68- Simon Petrus had al eens eerder zijn getuigenis gegeven, op de vraag: Wie zeggen de mensen dat Ik, de Zoon des mensen (Koning over Jood en Heiden), ben? Dit was in Filippi-Ceserea (= Het Gebied van de Stam van Dan) (Lesem; Lais; Dan) Matth.16:16,17 En Simon Petrus, antwoordende, zeide: Gij zijt de Christus, de Zoon des levenden Gods. En Jezus, antwoordende, zeide tot hem: Zalig zijt gij, Simon, Bar-Jona! want vlees en bloed (= het leven van de oude mens), heeft u dat niet geopenbaard, maar Mijn Vader, Die in de Hemelen is Niet de natuurlijke mens, en ook niet jouw Aardse vader, maar Mijn Hemelse Vader, heeft dit aan jou geopenbaard Petrus. En de Geest, zal dit aan al de Mijnen openbaren. Deze vraag kun je alleen op de juiste wijze beantwoorden, als je uit de Geest van God geboren bent; Als je een bar Jona bent; Als je bent: Een zoon van de duif (= type van de Geest) : Wedergeboren uit de Heilige Geest Marc.8:29 Gij zijt de Christus, de Zoon des mensen Luk.9:20 De Christus Gods, is de Zoon des mensen

4

Joh.11:27 Gij zijt de Christus, de Zone Gods :70 Jezus antwoordde hun: Heb Ik niet u twaalf uitverkoren? En 1 uit u is een demon. :70 De HEERE, had de 12, uitverkoren, maar Juda (= de 2-Stammen) wilde Hem niet. Het Jodendom heeft tot op heden, nog steeds de duivel als hun vader. (Joh.8:44) Zo bleven er dus 10, of 11, over. De Gemeente, het Lichaam van Christus, wordt vaak voorgesteld, door 10, of 11 Want 10, wijst naar de Gemeente (de gelovigen uit de 10-Stammen), aan wie nu het Woord van God (= 10) is toevertrouwd; En die nu de verantwoordelijkheid (= 10) hebben aangaande het Woord van God En 11, spreekt over het Verborgen Leven van de Zoon van Jozef Jozef, de Eerstgeborene van Israël, de Erfgenaam en Drager van de Belofte Gods. In iedergeval, is er tot op heden, nog geen sprake van 12 (= Heerschappij) En als er dan toch gesproken wordt over Heerschappij van de Gemeente, dan zijn het er geen 12, maar 24 :71 En Hij zeide dit van Judas, Simons zoon, Iskariot; want deze zou Hem verraden, zijnde een van de twaalven. :71 Het gaat over 12 discipelen, maar overdrachtelijk gaat het over de 12 Stammen En in het bijzonder, zou de Stam van Juda (= Joodse Volk), de HEERE verraden Zij die onder de Wet leven, en die rijk en verzadigd willen worden in het Aardse leven, zijn vijanden van de HEERE Jezus, maar zijn ook vijanden van het kruis van Christus Judas = De vertegenwoordiging, van heel het ongelovige Joodse Volk = Vertegenwoordigt, het ongelovige 2-Stammenrijk van Israel Judas = hdwhy = Godlover udy = Jada = Kennen; Kennis; Bekennen (= gemeenschap hebben met) = Want het Volk Israel, werd verondersteld, God te geloven, en te loven = Het Volk Israël werd verondersteld God te kennen, en in gemeenschap met de HEERE te leven, en werd dus verondersteld een gelovige te zijn; Want: Zoon van Simon, betekent namelijk dat hij is een horende, en dus een gehoorzame

4

Iskariot = twyrq vya = Huurling Yrq = Mij, in tegenheid wandelend Karioth = Heuvelachtig gebied, in het Zuiden van Juda Judas, Simons zoon Iskariot = Hij is wel godsdienstig, maar hij is een vijand van God Matth.15:8,9 Dit Volk genaakt Mij met hun mond, en eert Mij met de lippen, maar hun hart houdt zich verre van Mij; Doch tevergeefs eren zij Mij, lerende leringen, die geboden van mensen zijn. Judas, en dus het Joodse Volk, denkt te horen, dat de Wet zegt dat zij iets moet doen; En daardoor is het Joodse Volk, danwel Judas, geen herder maar een huurling Een huurling heeft ook geen liefde voor de kudde, maar heeft alleen liefde voor zichzelf Als het te gevaarlijk wordt, dan laat de huurling, het werk waarover hij door zijn HEERE aangesteld is, en verantwoordelijk voor is, gewoon in de steek En zo wandelt hij niet meer in de weg des HEEREN, maar in tegenheid en vijandschap aan de HEERE En als er 2-Stammen afhaken, dan blijven de 10-Stammen over, onder de naam Israel Amen.

4

Gen.43:32 Het Brood van de Hebreeërs, is voor de Egyptenaars een gruwel. Het Brood en dus het Woord van God, is voor de natuurlijke mens een gruwel Gen.46:34 De Herder der schapen, is voor de Egyptenaars een gruwel. De natuurlijke mens drijft liever mensen op tot slavernij, dan dat zij anderen willen voorgaan, en zorg willen dragen voor anderen. Exo.8:26 Aan de Levende God offeren, is de Egyptenaars een gruwel. Want er wordt daarmee korte metten gemaakt met hun zelf uitgedachte goden De natuurlijke mens wil zichzelf helemaal niet offereren aan de Levende God Nazareth = De Gekroonde; de Opgestane, plengt (Zijn Leven), Spruit, Wachter (vrl) Nazireeër = Iemand die op vrijwillige basis, een gelofte doet aan God, en die gelofte ook inlost. Jona 2:9 Maar Ik zal U offeren met de stem der dankzegging; wat Ik beloofd heb zal Ik betalen. Het heil is des HEEREN. Heb.10:7- Toen sprak Ik, zie Ik kom (in het begin des Boeks is van Mij geschreven), om Uw wil te doen, O God. Nazier = Afzonderen (in verband met een bepaald doel) Naz = Sprengen van bloed, olie, water

4

Zar = Kroon, de Gekroonde Zera = Zaaien, zaad Zeraq = Plengen, sprengen, opstaan Zerah = Strooien Nazireeër = De Gekroonde, Die Zijn Leven sprengt Efez.5:25,26 Zoals de HEERE Jezus Christus, Zichzelf nu overgeeft, ten behoeve van Zijn Lichaam om haar te reinigen, te heiligen, en onberispelijk voor Zich te stellen De HEERE wijdt Zich (sinds Zijn Opstanding) als zijnde onze Hogepriester van het Nieuwe Verbond, aan de opbouw van Zijn Lichaam, de Gemeente.