Upload
joost-dingemans
View
232
Download
2
Embed Size (px)
DESCRIPTION
Â
Citation preview
JOOST DINGEMANS
MATERIALIZATION MAGIC
FANTASY AND DREAM TRANSLATIONS
MOVING OBJECTS
VIDEO MESSAGES
CONNECTIONS
Joost Willem Dingemans
FOR ALL YOUR
begin
ik zweet als een smeerworst. ik eet om te leven niet om te eten, ik ben wat ik eet maar
leven doe ik wel.
Een bekende man uit de krant komt vertellen, of eigenlijk beantwoord hij alleen onze
vragen. Die zijn er genoeg, de vragen. Het klinkt ook zo geweldig, elke dag ergens an-
ders uit eten, vertellen of het lekker was of niet. Hij zegt ons dat het nieuwe ruig het is.
Verf van de muur, snufje roest en een keer op een neer rijden naar een uitdragerij staat
garant voor geluk. Op de kaart staan streek eigen vondsten en vergeten groen.
een man begint te praten over brood. broodkruimels broodnodig brooddeeg broodzaak
broodje broodkorst broodrand broodig broodzak broodrommel broodje broodkaas
broodbakkerij en broodbanket broodlul broodgeld. het is de vraag wat ik hier doe, maar
dan; de man verschuift het probleem als een tuindeur op honduras. de man is op geld uit,
wat ik begrijp maar toegeven doet hij het niet.
bij de kok op schoot, samen een asperge schillen en het vlees masseren. dichtbij voedsel
is wat we willen, hoe dichterbij hoe heerlijker, hoe dieper hoe harder hoe beter. waarom
willen mensen zo graag weten wat ze eten? hoe heerlijk is het om niet te weten wat
je eet maar het gulzig op te vreten, zonder dat boer hendrik hijgend in je nek staat om
samen met jou zijn aardappels te gaan schillen?
ik zou willen eten in een schip. ik wil een diner op de achterbank. ik verzamel mijn afval
als een tijgerbrood zonder korst, het gebeurt me. Ik laat het los.
où le voulait?
i like to drink coffee when it is cold
i like to eat andijviestampot
and to drink more coffee
i like to collect my waste
monday
tuesday
wednesday
thursday
friday
volgende week
aan de uiterwaarden van mijn afval staan twee broccoli scheu-
ten. Gevolgd door een dozijn afbakstokbroodverpakkingen,
tweeëntwintig blikken champignonschijven. ik zie niet veel ver-
rassingen, dit eet ik al jaren, dit gooi ik al jaren weg. Uitgeknepen
leverpateplastics. ik kijk om mij heen en zie bergen afval. Ik heb
bijna niets als ik zo om mijn heen kijk. ik word bang dat ik te
weinig eet, ben ik onderweg een vuilniszak verloren of moet ik
toch proberen meer afval te produceren. ik word aangeschreven
als nomaad. ik kan mij hierbij neerleggen. Ik verzamel en ik reis
rond, dat is hoe ik graag werk. Reizen en verzamelen.
Waarom zou ik waarom zou ik waarom zou ik iets anders doen?
In het restaurant van de toekomst moet er iets anders, het is
immers de toekomst. Ontbijtkoek met handige draaiopening.
Haring met schenktuit. Het restaurant moet tenminste de mensen
afvragen waar zij in hemelsnaam mee bezig zijn. Niet wat ze
doen maar waarom. De anderen zijn met lege handen naar de les
gekomen. Ik deel mijn afval met de anderen.
Ik begin het afval te omarmen, ik neem alles weer mee naar
huis. Het is mijn afval, ik bewaar het op kleur. Tijdens de week merk ik dat ik in de supermarkt niet
let op wat ik wil eten, maar hoe ik wil dat mijn afval eruit ziet. Ik kook met wat ik weggooi. Ik gooi
de sinaasappels weg en spijker het netje aan de muur. Sommige verpakkingen zijn mooier dan waar
het omheen zit, soms blijkt de inhoud de hoge verwachtigen van de verpakking niet te kunnen dragen.
Makreel in tomatensaus is een uitzondering.
People waste up to 50 kg of food per
year.
Thats the weight of a small horse
TOP 10 SPILLING
1. Zuivel
2. Brood
3. Voorbewerkt voedsel
(kant-en-klaar, zoals pizza en
Chinees eten)
4. Groenten
5. (Vers) fruit
6. Aardappelen
7. Vlees en vleeswaren
8. Koek en gebak
9. Oliën en vetten
10. Vis (Milieu Centraal,
2007)
die week daarop
vier ons knieschijven en een kilo rib. vier schapenribbenkasten als het u blieft. drie koeienkniege-
wrichten graag. eindelijk stap ik uit mijn eigen vuilcontainer, en verstop mij in de vuilnisbak van de
slager. de mensen in de winkel slaan me in elkaar en vermalen mij in de gehaktmolen, de volgende
dag lig ikzelf in het schap. Ze kijken me aan als ik vraag om botten, ze denken vast dat ik twaalf
vierentwintig duitse herders te voeden heb.
Ik schraap de botten kaal met een aardappelmes. Maar het mes breekt en ik koop twee bakken meel-
wormen. De meelwormen eten de koe-kniegewrichten kaal alsof ze hier hun hele leven op hebben
gewacht. Eerst het vlees dan het vet, ze klinken, ze drinken.
Ik lig in mijn bed terwijl de wormen knagen, ik druk mijn hand tegen mijn oren maar het geknaag
gaat door merg en been. ik droom over de meelwormen die ‘s nacht verpoppen tot twaalfhonderd
zwart glimmende kevers die via een klein gat in mijn deur mijn kamer binnenkomen en die al het
vlees van mijn botten afknagen.
Toch hou ik van de wormen, die zich alleen laten leiden door de lust van het meurend vlees. En dat
is niet verkeerd. Het is prachtig om naar te kijken, alleen het geluid van de knagende wormen zal
mij nog dagen achtervolgen. Ik begin het naar mijn zin te krijgen tussen mijn afval, maar vooral tus-
sen het zijne. Het afval van iets anders of iemand anders biedt eigenlijk veel, alleen al omdat zij iets
zien als afval wat voor mij iets niet kan betekenen.
Ons restaurant zal ook knagen, het zal nog dagenlang pijn doen. Sommige komen er zelfs helemaal
nooit meer overheen. Pijn om een fijne manier, op een geile manier. Pijn waarvan je niet hoort te
houden. Als het niet pijn doet heeft het niet bestaan.
A 100 KG pig contains 15 KG of
bones.
Cyclic thinking is inescapable because
start and end is just a matter of supersti-
tion and near-sightedness
waste is about perception and terms, for a butcher or for us, a bone is waste, but we can also
perceive it as a new material.
porcelain from bones
or future prediction bones
or glue
or cutlery
een week later
een oma is nog geen restaurant, mijn oma kende maar een paar gerechten. wat ik me kan herinneren eigenlijk
alleen macaroni met ham uit een blik en oude kaas. En groot beschuit, mijn oma had beschuit zo groot als snij-
planken, ook met oude kaas. Het schaven van de kaas koste haar meestal de hele zondagochtend.
in een restaurant eet je wat jezelf niet kan koken, wat je oma niet kan koken of wat je niet wil koken. Of je
maak iets mee dat je zelf niet kan mee maken. in een restaurant maak je iets mee waarover je later tegen je
buurman zegt; wat ik nou toch heb meegemaakt.
ik begin zin te krijgen in mijn eigen restaurant, in mijn eigen cordon blues. ik zie op tegen het werk in groepen,
ik ben bang voor de anderen. ik drink graag koffie, en ook graag koffie van anderen, maar van de stampot
andijvie van mijn moeder blijven ze af.
mensen nemen hun eigen voedsel mee naar mijn restaurant, er zijn geen koks, maar ze gooien het in een ma-
chine. het komt er weer uit in een vorm waar ze nog lang met hun buurman over zullen napraten. dat lijkt mij
wel wat.
De lessen zijn veel zitten en luisteren. Er zijn veel nieuwe mensen, dus er is veel om naar te kijken, er is veel
dat nog onbekend is dus dat is spannend om je eigen verhaal bij te verzinnen. Die jongen met die bril, ik weet
zeker dat hij thuis elke dag een stuk van een kalf afsnijdt dat hij op de vliering in leven houdt. Dat bakt hij
zeker vier uur, tot spek dat hijzelf cowboy spek noemt. Hij eet het samen met pudding.
Ik besef steeds meer dat dit ook de mensen zijn met wie ik de rest van dit schooljaar samen ga zijn. Ik kijk
om me heen en probeer te ontdekken met wie ik het zou kunnen vinden. Of moet ik iemand kiezen waarvan
ik walg, zou dat dan werken? Ze zeggen het soms. Van een paar mensen denk ik we elkaar zouden kunnen
vertrouwen in wie we zijn.
a restaurant is to eat and feel something you can not see or eat at home or at your
grandma
sustainbillty is not about how
but why do we make it
a restaurant should not only be aware of what and how it is cooking, but also why.
a restaurant is a place to make you temporary better, to make you aware of to change your behav-
iour.
To upgrade the things we see, feel and eat at home. We want to see the things were in every day in
different light. We want to chase, hunt and cook ourselves. We are not interested anymore in the
whole story behind a product from the company, but we are looking for these stories ourselves.
in future, resources will be rare, people will have to live
with less rich foods and ingredients.Ingredients which
doesnt need much extra energy to grow.
which can grow in every climate. They are looking for a way to give more value to the very
last bits they have. To scrape the last pieces of meat from the bone. To experience the last
black beans in a different way. Ofcourse all powered by hand, by manpower.
de week erna
in de trein naar amsterdam legt iedereen zijn voedsel op tafel. vreselijk naakt ligt het daar tussen de kranten en koffiebekers.
Gatverdamme hou je voedsel bij je. Ik maak nog een tekening van een makreel, mensen oefenen hun presentatie hardop in de
trein. Ik houd van makreel, op een andere manier dan dat ik van knagende wormen houd. Een makreel zwemt naar je toe, hij
wil mij. zijn huid is zo verschrikkelijk mooi dat ik die altijd afstroop en om mijn bedpoot schuif. Na de bedpoten ben ik aan de
deurklinken begonnen en ben nu aanbeland bij mijn eigen enkels. Later wil ik makreel worden.
We praten nog steeds veel, over wat we eten, wat we aten en ons afval. Sommige van ons hebben een duidelijk afvalpatroon
met wie ze zijn. Ik vermoed dat ik dat niet heb. We praten over welk gerecht we benijden. De andijvie van mijn moeder is wat
ik vertel. In mijn hoofd heb ik nog veel meer, mijn vader die elke ochtend een boterham met kaas en een met hagelslag eet, al
zo lang hij eet. Mijn oma’s macaroni. Mijn buurman die elke dinsdag haring uit een glazen pot haalt. Ik at vroeger op maandag
tosti van mijn oma, dinsdag gebakken ei van mijn buurvrouw, woensdag hamburger van mijn vader, donderdag knakworsten
van mijn buurvrouw, vrijdag iets anders van mijn moeder. Als ik mijn ogen sluit hoor ik mijn buurman de haring naar binnen
glijden. Ik besef mij pas hoeveel sterke herinneringen uit mijn jeugd verbonden zijn met wat ik toen at. Of wat ik toen zag dat
zij aten.
Ik herinner mij een warme zomermiddag waarop een vriend niets fatsoenlijks te eten in huis had, maar zo een honger had opge-
bouwd, dat hij zich genoodzaakt zag een pot nutella met een vork leeg te eten. Nog steeds als ik hem nu tegenkom, zie ik dat
smerige beeld van hem met nuttellavork voor me. Dat is geen pretje.
Na het verzamelen moet er een tijd zijn van teweegbrengen. Ik wil aan de slag, de deuren open gooien en drie weken lang
koken.
die
daar
op
We hebben onze denkwijze,
afval en moeders gerechten ten dele
gespreid, dan rest ons nu ons op te delen in
een drietal restaurants. Het is lastig voor te stellen hoe
ik met welke mensen samen zou werken. Er rest niets anders dan voor
mensen te kiezen waarvan je denk dat je dezelfde smaak hebt.
Langzaam maar zeker begin ik steeds meer honger te krijgen. Het lijkt me eigenlijk geweldig een eigen restaurant te bestieren,
met koeien aan elke tafel die je zelf moet melken. Een machine waarin mensen zelf meegebrachte blikken makreel in tomaten-
saus gooien. Een driekoppige balkanband schuilt onder elke tafel en speelt op de maat van het bestek.
Ik besef me nu pas dat we echt een restaurant gaan maken, dat wij het zijn die voor mensen gaan koken. Mensen die we niet
kennen gaan voedsel eten dat wij hebben vastgehouden, vastgekookt en opgeschept. Vreugde overvalt me.
De al veel beschreven en lang verwachte groepsvorming vindt plaats. Mensen schreeuwen worst worst en op een vreemde
manier komen er drie verschillende restaurants van de grond. Ik hoop dat er flink veel strijd zal zijn tussen de verschillende
restaurants. Ons restaurant is eigenlijk een compleet vreemde mengelmoes met mensen uit alle uithoeken. Waar ik eerst bang
was om samen te werken begin ik een soort van onbekende interesse te krijgen in onze eigen restaurant.
De energie dat het kost om een of twee keer in de week samen te geraken is iets wat me opbreekt. Wachten, tellen, bellen en
uien snijden.
Dan
We draaien, we persen we snijden worsten. Het heeft iets ongemakkelijks en opwindend een worst uit de machine te zien vormen. Hoe de
darm zich vult, zich langzaam uitrekt. Het valt me op hoe een machine te midden van verse ingrediënten met mensen doet. Ze worden er
door aan getrokken, door een stuk gietijzer mechaniek tussen de vers geoogste wortelen. Het ontroert ons een varken terug gedrongen zien
te worden tot straaltjes vlees. De combinatie en de werking tussen deze twee trekt me enorm aan.
Het voelt goed om samen worsten te draaien, onze groep begint te werken. Iedereen werkt aan zijn eigen worst, maar ook samen. Worsten-
maken zou een therapie kunnen zijn. Wat zeg ik, een verplicht vak op de basisschool zou het moeten zijn. Rekenen, begrijpend lezen en
worsten.
Ons restaurant gaat steeds beter, in mijn hoofd bestaat het al. Onze groep bestaat uit mensen met een uiteenlopende opvatting over zaken
als ambiance, worst en filosofie. Toch gaat het wonderbaarlijk goed samen, mensen zijn eerlijk en bereid concessies te doen.
Alles kan een worst zijn, alles moet een worst zijn. Niets zal me een worst wezen, maar alles moet een worst zijn.
de week die volgt
doorweekt van de worst, hoewel gezwicht voor de worst, is nog niet iedereen om met worst. Veelal brengt worst verlichting, afleiding maar
bovenal kan iedereen zich herkennen in een worst, iedereen kan werken met worst.
Het gaat om de inhoud van de worst, maar binnen onze groep heeft iedereen een onderdeel van de worst. Ik ben benoemd tot productie,
verdoemd tot productie. Iedereen heeft zijn plak en eet die snel thuis op.
Het is fijn om een eigen plak te hebben, om er in te peuren en prikken met je vinger thuis. Straks zullen we alle plakken samenleggen en
dan zullen de plakken nog steeds uit dezelfde worst gesneden zijn. Iedereen is gretig op zijn eigen plak. Andere restaurants kijken naar ons,
hoe we onze worst snijden en ieder onze eigen weg gaan. We hebben al veel dingen die indruk maken. Ik maak een model van hout, terwijl
ik knip en lijm fantaseer ik over worsten en snijplanken. Over de worst die van de plank zelf in de draaiende messen van de gehaktmolen
springt, maar de molen stopt voor niemand, ook niet voor zijn eigen kinderen.
Het gaat tergend langzaam, ik knip en ik lijm en er is niemand die iets zegt, ik had dit net zo goed thuis kunnen doen.
De week die volgt op de vorige week
Het is te laat, toen we al onze plakken worst weer tegen elkaar aan duwden bleken ze niet meer te passen. Iedereen had op zijn eigen
manier een week lang op de worst geduwd en nu leek het naast elkaar meer op ontbijtkoek. We waren zelf niet degene die het opmerkte, zo
een lelijke worst knijp je het liefst je ogen voor dicht.
Ik druip als een darm. We praten, we kletsen, daarna draaien we een nieuwe worst. Een nieuwe prachtige ronde worst, een eenheidsworst.
Een worst voor het vaderland. We wisten allemaal dat we met een andere vorm bezig waren, maar we deden net alsof het bij elkaar nog
steeds hetzelfde zou zijn. Het probleem met een groep werken is dat het met een groep werken meer tijd kost dan het onderdeel dat je
zelf in handen hebt. Dus dan moet de plak worst tussen je vingers wel genoeg voldoening kunnen geven. Ik wil niet meer met een groep
werken, het is wachten, wachten snijden en smeren. Praten over taken en meer wachten. Er gebeurt niets.
Dan gaan we koken, eindelijk uit die smerige school. In de keuken staan er tekeningen van gehandicapten op de muur, de afzuigkappen
hangen midden in de keuken aan vier stalen balken. De plakken zijn gesneden en wederom brengt het draaien van worst vrede. Vaker
samenkomen schijnt de oplossing te zijn voor een uit elkaar gevallen groep, dus dan doen we. Samen koken werkt, anderen werken op
de computer dat werkt ook. We presenteren onze worsten, mensen knijpen er met hun vingers in en stoppen het in onze mond. Sommige
worden zelfs opgewonden. Het geeft voldoening eten te bereiden voor anderen.