Upload
dejuncto
View
355
Download
10
Embed Size (px)
DESCRIPTION
Recht, Kunst en Cultuur, creativiteit als inspiratiebron
Citation preview
Recht Kunst en Cultuur Creativiteit als inspiratiebron
Onafhankelijk departementsblad van het departement Rechtsgeleerdheid Universiteit Utrecht, nr 24.2, winter 2013
Kunstmatige kinderpornoUitkomst of pervers?
Ewoud HondiusKunst en Recht: tien jaar in de aandacht
mr. A.G. MoszkowiczVan het tableau geschrapt!
CreativiteitEen nieuw jaar is aangebroken en dat betekent
ook weer een nieuwe Juncto in de schappen!
Ditmaal met het thema ‘Recht, Kunst en Cultuur’.
Een zeer breed thema dat ver van ons spreek-
woordelijk juridische bed af lijkt te staan. Je
kunt hierbij natuurlijk denken aan cabaret,
muziek, beeldende kunst, film, boeken, dans, een
bezoek aan een museum of het gaan naar een
concert. Iets wat we waarschijnlijk allemaal wel
eens gedaan hebben. Maar ligt het thema dan
inderdaad zo ver weg van de ‘juristenwereld’?
Bij de overheid rust tot nog toe een grote
verantwoordelijkheid om kunst en cultuur te
bevorderen. Zo worden er subsidies verleend
ten behoeve van kunstenaars of kunstinstellingen,
is de omstreden BTW-verhoging voor podium-
kunsten in 2011 van 6% naar 19% in 2012
weer teruggedraaid en konden kunstenaars
tot 1 januari 2012 zelfs een speciale uitkering
aan vragen (Wet werk en inkomen kunstenaars)
om hun carrière op gang te laten komen.
Ook privaatrechtelijk rijzen er veel vragen.
Wat als je een vals exemplaar koopt? En wat
als je daar later achter komt, nadat je er net
€1.000.000,- voor hebt betaald. Wie wordt
eigenaar van een gestolen kunstwerk en wan-
neer? Hoe worden deze werken beschermd
en heeft een kunstenaar een absoluut recht
van vrijheid van meningsuiting?
De redactie heeft hard haar best gedaan om
een kleurrijk palet aan artikels te schrijven
omtrent dit thema. Uiteraard komt de recente
kunstroof welke plaatsvond in oktober 2012 in
Rotterdam aan bod en kom je te weten wan-
neer je je paddle al dan niet in de lucht moet
steken bij een veilingkoop. Ewoud Hondius
neemt ons in vogelvlucht mee de literatuur in,
uit vijf verschillende stelsels over de afgelopen
tien jaren met betrekking tot (beeldende) kunst
en recht. Over de in opspraak geraakte Russische
feministische punkbank Pussy Riot wordt de
vraag gesteld of hun arrestatie tijdens de poli-
tieke protestactie tegen de herverkiezing van
president Poetin een gerechtvaardigde beper-
king van vrijheid van meningsuiting opleverde.
Rechten studeren betekent natuurlijk níet
alleen in de boeken zitten. Utrechtse rechten-
studenten zijn maar wát creatief. De ene danst
in zijn of haar vrije tijd, de ander staat op het
toneel, zingt, speelt in een band, is DJ, schil-
dert of schrijft gedichten. Om nog maar niet
te spreken van de vele thema-verkleedfeestjes.
Maar er is meer!
In de rubriek ‘Naast je studie’ vind je daarom
onder andere verslagen over activiteiten welke
afgelopen semester hebben plaatsgevonden.
Zo kun je lezen hoe het Juridisch Studenten
Congres 2012 met als thema ‘Crisis en Recht’
verlopen is (p.60) en hoe het UUMUN
(Utrecht University Model United Nations)
is vergaan in Cambridge. Tipje van de sluijer:
de Utrechtse studenten hebben maar liefst
12 prijzen in de wacht gesleept! Verder zal de
verjaardag van de JSVU, het negende lustrum,
vanaf eind februari weer gevierd worden.
Met als thema ‘Lawsome’ zal het dit jaar
groots aangepakt worden (p.56).
Verder in deze Juncto kantoorspecials over Van
Doorne en Simmons & Simmons (p.44), een
interview met voormalig Juncto hoofdredacteur
en politiek verslaggeefster bij Nu.nl, Lise Wit-
teman (p.10). Daarnaast kun je lezen hoe ons
oud-redactielid Tessa Schuitemaker het er van
af brengt op lawschool in Washington (p.53).
Creativiteit en originaliteit onderscheiden je
vaak van de massa en is niet alleen een voor-
recht in de kunst- en cultuurwereld maar kan
ook zeer handig zijn voor je toekomstige, al
dan niet juridische, loopbaan. Denk jij deze ei-
genschappen te bezitten? Blader dan snél door
naar pagina 64!
Namens de gehele redactie,
Lilach Zalait
Hoofdredacteur 2012/2013
Voorwoord 1
Voorwoord
2 Onrechtmatige publicaties Inhoudsopgave 3
CarrièreKantoorspecial Van Doorne – p.45Kantoorspecial Simmons & Simmons – p.48
Thema: Recht, Kunst en Cultuur
Waar gaat dat heen met die kunst? – p.21Column Inge van der Linden: Zesjescultuur – p.25Pussy Riot: ‘Virgin Mary, redeem us of Putin’ – p.27Eenmaal, andermaal, verkocht: – p.30Kunstmatige kinderporno: uitkomst of pervers? – p.35Kunst en Recht: tien jaar in de aandacht – p.30
Inhoud Editie 24.2/ Winter 2013
Colofon Juncto is het onafhankelijke blad van
het departement Rechtsgeleerdheid van
de Uni versiteit Utrecht. Juncto wordt uitge-
geven door Juridische Studenten Vereniging
te Utrecht en verschijnt vier maal per jaar in
een oplage van 2000 exemplaren. Het blad is
gratis verkrijgbaar in de onderwijs gebouwen
en instituten van de faculteit, alsmede in
de Onderwijswinkel Rechtsgeleerdheid.
HoofdredacteurLilach Zalait
Eindredactie Lilach Zalait
Redactie Marcel René Bamberg, Joukje Baur,
Christaan Bos, Mark Devilee, Emma Dirksen,
Tatjana Janssen, Lennart Jilesen, Yasemin Kara-
davut, Gwenn Korteweg, Inge van der Linden,
Leroy Pinas, Mark Posthumus, Chaya Sikken
Medewerkers aan dit nummerEva Bindels, Quirine Dechesne, Fenna
Douwenga, Petra van Driel, Ewoud Hondius,
Noortje Machiels en Maurits Rabbie
Website http://www.dejuncto.nl
Postadres JSVU B.V.
Jansveld 44, 3512 BH Utrecht
E-mail [email protected]
Voor inlichtingen over adverteren kunt
u contact opnemen met de Commissaris
Extern van de jsvu:
t (030) 240 08 11
f (030) 236 74 75
Raad van Advies L. Esser, L. Beerthuizen, M. Devilee
VormgevingStudio Maaike Klijn, Breda
Druk Koninklijke BDU Grafisch Bedrijf, Barneveld
Ingezonden stukken, alsmede bijdragen van
de faculteit en de JSVU, vallen niet onder
de verantwoordelijkheid van de redactie.
De redactie behoudt zich het recht voor inge-
zonden stukken in te korten en/of te weigeren.
AuteursrechtJuncto wordt mede mogelijk gemaakt door
inkomsten uit advertenties, advertorials
en kantorenspecials. Deze onderdelen vallen
buiten de onafhankelijkheid van de redactie.
Het copyright van de artikelen/foto’s ligt
bij de auteurs/fotografen. Niets uit deze
uitgave mag worden verveelvoudigd en/of
openbaar gemaakt, op welke wijze dan ook,
zonder toestemming van de auteurs.
Actualiteit
Redactiestelling – p.5Column Petra van Driel: Levenslust – p.9In de spotlight Lise Witteman – p.10De Flex-BV - p.13Van het tableau geschrapt! – p.16Nieuws, Tips en Tricks – p.18
Naast je studie
Study abroad Tessa Schuitemaker - Lawschool in de VS – p.53UUMUN in Cambridge: work hard, play hard – p.54´LAWSOME´, het 9e lustrum der JSVU komt er aan! – p.56Het Eggens Appèlconcours – p.58Juridisch Studenten Congres 2012 – Crisis & Recht – p.60Boek Sonja Ortmans – Recht uit het hart – p.62
Redactieleden 5
Marcel René BambergStrafpleiten is een toneelstuk opvoeren en
de regels kennen. Een ingewikkeld schouwspel
waarin waarheid onderhevig is aan bewijs-
stukken en handige trucs van de advocaat.
Moszckowicz is op dat toneel een uitblinker,
zo dacht ik, maar het tegendeel is waar. Het is
nooit een toneelstuk geweest. Moszkowicz
toont ook
buiten het
talentvol, bral-
lerig pleiten om
een toneelstuk
te willen spelen,
met de min-
ste vorm van
realiteitsbesef.
Financieel stinkt
het. “Dat ligt aan
het systeem, niet
aan mij,” vindt Mosz kowicz. Cliënten worden
niet door u maar door stagiairs verdedigd.
“Ik heb er 2000. Dan moeten ze maar niet
met zovelen zijn, dat ligt niet aan mij.” U laat
zich al jaren niet bijscholen, tegen beloften in.
“Dat ligt aan een ernstig ziek familielid, niet
aan mij”. Regels kennen is een eerste stap.
Regels naleven is iets heel anders. Het is
passend en redelijk om mr. Moszkowicz uit
zijn ambt te zetten.
Joukje BaurDe zaak Moszkowicz was voor iedereen een
schokkende zaak. Een bekende advocaat als
Redactieleden
Het zal niemand zijn ontgaan maar op 30 oktober j.l. heeft het onafhankelijk
tuchtcollege van de advocatuur, de Raad van Discipline, beslist dat mr. A.M.
Moszkowicz , indien de tuchtrechter in hoger beroep (Hof van Discipline) dit
bekrachtigt, geschrapt wordt van het tableau met als gevolg dat hij het advocaten-
beroep niet meer mag uitoefenen. De toezichthouder, de deken van de Amster-
damse Orde van Advocaten, klaagde over het op grote schaal overtreden van de
beroepsregels voor contante betalingen en die voor bijscholing en jaarstukken.1
Schrapping is de zwaarste maatregel, die in 2012 tot nu toe acht keer is opgelegd.
Ook in die gevallen ging het vaak om zaken als financiële wanorde, slechte rechts-
bijstand, niet verschijnen op zittingen, slechte communicatie, tegenwerken deken
en gebrek aan inzicht of spijt. Toch gaat het om een zeer ingrijpende maatregel.
Het is dan ook de vraag of deze maatregel wel proportioneel is ten opzichte van
de gevolgen. Wat denken onze redactieleden hier van? Zij gaven hun reactie op
de stelling: De maat regel van de Raad van Discipline om mr. Moszkowicz uit zijn ambt
te zetten is passend en redelijk.
Het is hem louter verboden om het advocatenberoep nog uit te oefenen, waardoor andere juridische beroepen nog altijd binnen handbereik liggen. Gecasht is er bovendien al... Hebt u vooral geen medelijden. – Mark Devilee
ActualiteitIn de eerste rubriek kun je kennis maken met onze redactie-leden. Ditmaal wordt besproken wat zij vinden van het feit dat mr. Moszkowicz uit zijn ambt is gezet. ‘In de spotlight’ staat volledig in het teken van Lise Witteman, voormalig hoofdredacteur van de Juncto en politiek journalist bij Nu.nI. Daarnaast heeft Juncto handige tips en opmerkelijk juridisch nieuws voor je op een rij gezet op de pagina ‘Nieuws, Tips en Tricks’ en uiteraard ook in deze Juncto de terugkerende column van Petra van Driel.
Redactiestelling – p.5
Column Levenslust – p.9
In de spotlight Lise Witteman – p.10
De Flex-BV – p.13
Van het tableau geschrapt! – p.16
Nieuws, Tips en Tricks – p.18
Redactieleden 76 Redactieleden
Mr. Moszkowicz die door heel Nederland
werd gezien als een gerespecteerde advocaat
is uit zijn ambt gezet. Vind ik de maatregel
passend? Mijns inziens was de maatregel van
de Raad van discipline een passende maat-
regel. Juist omdat hij zo bekend is, was het van
belang dat het tuchtcollege liet zien dat dit
soort gedrag niet wordt geaccepteerd binnen
de advocatuur. Mr. Moszkowicz vertoonde
uitermate onacceptabel gedrag en
moet zoals elkander
persoon daar nu
de consequenties
van inzien. Helaas
zal dit voor Mr.
Moszkowicz
betekenen dat hij
zijn beroep niet
meer zal kunnen
uitoefenen.
Christiaan BosEigenlijk heb ik mij ondanks alle nieuws-
berichten en commotie rond Moskowicz
onvoldoende verdiept in het hele gebeuren.
Uiteraard is het een bijzonder ingrijpende
maatregel,
toch moet in
het achter-
hoofd gehou-
den worden dat
de beste man al
over de vijftig
is en hoogstwaar-
schijnlijk verre van
krap bij kas zit. Ik
denk dat het tuchtcollege hiermee vooral
een statement heeft willen maken en wellicht
anders was besloten over het lot van een
jonge strafadvocaat met een bloeiende
carrière in het vooruitzicht.
Mark DevileeDat Moszkowicz kwaad bloed heeft gezet
bij de Raad van Discipline door niet te
verschij nen op zijn eigen zitting staat wat mij
betreft buiten kijf. Tegelijkertijd stelde hij in
RTL Boulevard dat veel advocaten de in 2010
ingevoerde beroepsregels voor contante
betalingen niet eens kennen, en vroeg hij zich
openlijk af waarom haast geen enkele advo-
caat, maar uitgerekend hij wel wordt gecon-
troleerd op die beroepsregels. De glamou-
radvocaat heeft de Raad daarmee tegen zich
in het harnas gejaagd. Hoewel ik denk dat de
Raad van Discipline met de zaak-Moszkowicz
een voorbeeld heeft willen stellen voor alle
andere advocaten, en het de zwaarst mogelijke
maatregel is, zijn er harde bewijzen gevonden
en werden alle klachten gegrond verklaard.
Afgaande op de uitspraak van de tuchtrechter
lapte de BN’er meerdere beroepsregels aan
zijn laars. Er valt dus wel degelijk wat te zeg-
gen voor deze zware straf. En is deze straf dan
ook proportioneel? Ik denk het wel, omdat
het net als ‘het einde van de Mayakalender’
ook een sprookje is dat deze uitspraak voor
Moszkowicz het einde van de wereld zal be-
tekenen. Het is hem louter verboden om het
advocatenberoep nog uit
te oefenen,
waardoor
andere
juridische
beroepen nog
altijd binnen
handbereik
liggen. Gecasht
is er boven-
dien al.. Hebt
u vooral geen
medelijden.
Emma DirksenMoszkowicz is weliswaar een bekende NL’er
en de bekendste Nederlandse advocaat, dit
betekent niet dat er voor hem andere (minder
strenge of strengere) maatstaven zouden
moeten gelden. Ik denk dat we
wat dat betreft ervan
uit mogen gaan
dat de Raad
van Discipline
Moszkowicz’
zaak heeft
behandeld als
ieder andere
zaak, en anders
is het aan het
Hof van Discipline
om dit recht te zetten. De klachten aan het
adres van Moszkowicz lijken mij ernstig en
kunnen inderdaad, na een zorgvuldige bestu-
dering van de zaak, grond zijn voor schrapping
van het tableau.
Lennart JilesenDe Raad van Discipline wil met deze daad
laten zien dat ze zelf in staat is om orde op
zaken te stellen. Dit staat namelijk ter discussie
in politiek
Den Haag. Op het moment dat het onaf-
hankelijk tuchtcollege van de advocatuur, de
Raad van Discipline, mr. A. M. Moszkowicz niet
zou hebben
geschrapt van
het tableau ,
dan zouden
er vanuit
politiek Den
Haag gega-
randeerd
geluiden
zijn geko-
men, over dat de ‘wanordelijkheden binnen
de advocatuur’ aan banden moeten worden
gelegd. Politiek Den Haag zou het toezicht
op de advocatuur met wetgeving aan banden
hebben gelegd en het toezicht op de advoca-
tuur naar de raad voor de rechtspraak hebben
overgeheveld. Hierdoor zou het niet meer
aan de beroepsgroep zelf zijn om te bepalen
wat de regels zijn en wie er geschorst wordt
maar zou het in de handen van de raad voor
de rechtspraak komen te liggen. Dit moest
voorkomen worden.
Yasemin KaradavutDe maatregel van de Raad van Discipline is
een ingrijpende maatregel maar naar mijn
mening wel terecht. In andere zaken waarbij
(voor ons onbekende) advocaten uit hun ambt
werden gezet waren de klachten vergelijk-
baar met die van Moszokowicz en naar mijn
mening mag dan hierin bij het bepalen van
een strafmaatregel geen onderscheid worden
gemaakt. Ja, de gevolgen zullen zeer ingrijpend
zijn voor een gepassioneerde pleiter zoals
Moszkowicz maar hij is een ervaren advocaat
die had moeten weten wat voor gevolgen
zijn daden kunnen hebben. Moszkowicz moet
zich als advocaat naar mijn mening net als
alle andere advocaten houden
aan de beroepsregels en
daarvoor mag
geen onder-
scheid worden
gemaakt nu hij
als bekende
strafpleiter
in Nederland
bekend
staat. Dat hij
niet verder
wil gaan als
jurist, zoals
hij aangaf
op televisie, dat had hij maar eerder moeten
bedenken.
Gwenn KortewegMoszkowicz is een advocaat, een advocaat
weet beter dan menig mens dat hij zich aan de
regels moet houden. Hij is natuurlijk naast ad-
vocaat ook een BN-er en staat bijna dagelijks
in de belangstelling van de media. Moszkowicz
heeft het vertrouwen in de advocatuur van
vooral zijn cliënten geschonden, toch heeft hij
in onze maatschappij een soort voorbeeld-
functie. Wanneer iemand zich niet aan de re-
gels houdt zullen hiervoor consequenties gel-
den. Ik acht het voorstel van de deken echter
passender, volledige schrapping van het tableau
is naar mijn mening een te zware maatregel.
Moszkowicz moet wel op zijn vingers getikt
worden. Mijns inziens is de uitspraak inzake
de beledigingen door Moszkowicz van de raad
van discipline passend. Kritiek op
een rechter mag, maar
beledigen
is voor
iedere
advocaat
uit den boze.
Waarom zou
Moszkowicz
een uitzonde-
ring zijn?
Inge van der LindenAdvocaten nemen een bijzondere positie in als
bemiddelaar tussen het publiek en de rechter-
lijke macht. Het is cruciaal dat er vertrouwd
kan worden op hun integriteit. Meneer Mosz-
kowicz heeft dit vertrouwen ernstig geschaad
en een sanctie lijkt passend. De tuchtrechter
is met de maatregel echter sterk afgeweken
van hetgeen de deken had geadviseerd. De
maatregel is zodanig ingrijpend dat het door
sommigen als onproportioneel wordt gezien.
Ik meen persoonlijk echter dat, ongeacht
de zeer ingrijpende gevolgen voor meneer
Moszkowicz, de integriteit van de advocatuur
boven alles gewaarborgd moet blijven. Gezien
zijn eigen woorden en eerdere bestraffingen
door de tuchtrechter lijkt het erop dat Bram
Moszkowicz zijn
fouten niet
inziet en zijn
voorbeeld-
functie als ad-
vocaat zijnde
compleet ver-
onachtzaamt.
Ik vind de
maatregel dan
ook passend en
redelijk.
Leroy PinasAllereerst vind ik het een ingrijpende maat-
regel om een advocaat van het tableau te
schrappen. De consequenties zijn enorm. Van-
uit welke hoek je het ook bekijkt, is het hoe
dan ook een persoonlijk drama. Daarnaast
moet er ook niet te licht worden gedacht
over de cliënten, die zich hebben beklaagd.
Wat betreft de straf kan ik mij niet aan de
indruk onttrekken dat de raad hiermee een
voorbeeld heeft willen stellen. Daarnaast heeft
ontegenzeggelijk de stugge proceshouding
van Moskowicz meegespeeld. Al met al lijkt
het me passender en redelijker om Bram
Moszkowicz heeft het vertrouwen in de advocatuur van vooral zijn cliënten geschonden, toch heeft hij in onze maatschappij een soort voorbeeldfunctie. Wanneer iemand zich niet aan de regels houdt zullen hiervoor consequenties gelden. – Gwenn Korteweg
Al met al lijkt het me passender en redelijker om Bram Moszkowicz een lichtere straf op te leggen. Zeker in relatie tot andere beroepstakken, waar je wel heel wat moet hebben misdaan om een “beroepsverbod” opgelegd te krijgen. – Leroy Pinas
8 Redactieleden
Column
Levenslust
Tekst door Petra van Driel
Zo nu en dan maak ik zulke gestoorde dingen
mee, dat ik na afloop even in bomen moet
klimmen of op een tafel moet dansen om
weer normaal te worden. Zie hier een wille-
keurige avond in de Poema. Anders dan anders,
was ik er meer dan op tijd en bovendien
volledig nuchter. Enerzijds was dat handig,
want voor mijn neus ging al gelijk iemand tegen
de vlakte op de dansvloer. Anderzijds had ik
liever minder helder gezien, want naast me
stond iemand zó hard uit de maat te dansen
dat ik bijna ging meedoen.
Het is al moeilijk genoeg. Omdat ik duidelijk
dreigde te verzanden in onzin, ging ik alleen
verder. Alleen verder gaan, kan ontzettend
gezellig zijn, vind ik zelf. Als aardige mensen een
gesprek aanknopen en niemand zijn best doet
om aardig gevonden te worden, maar gewoon
zichzelf is. Dan is daarmee alles goed voor
de tijd dat het gesprek duurt. Ik ging naast
een jong stel zitten. Zij studeert rechten,
hij ook zoiets.
Vergeten waar het echt om gaat, noemde
ik mijn boek en verwees naar de Juncto. Toen
ik zo oud was als die twee -gisteren ongeveer-
voelde ik me haast onsterfelijk. Voor altijd 21.
Op goed geluk op zoek naar alles en ja, geluk.
Recente gebeurtenissen echter, maken dat
mijn beleving nu wel anders is. Tegengesteld.
Zo kreeg mijn vader kanker, en nog een keer,
maar dat terzijde. Het relativeert dingen;
laat me realiseren.
Dat van mijn boek vinden mensen meestal
wel interessant, hoewel dat niet de reden is
van het bestaan ervan. Hoe fictie en soms
ook non-fictie als in elkaar gevlochten tot één
geworden zijn. Met als leidraad de avonturen
van één meisje in het bijzonder, waarbij ik
natuurlijk putte uit mijn eigen voorstellingen,
wensen en warrigheid.
De jongen had zo zijn eigen idee over het
verhaal. Het antwoord kwam in zijn vraag:
“Avonturen van een meisje dat denkt dat ze
alles kan en alles kan krijgen wat ze wil? En
dan erachter komt dat ze niet alles kan krijgen
wat ze wil?” Het klonk wel voor de hand
liggend, dus liet ik het maar voor wat het was.
Het was geen tijd voor moeilijke gesprekken.
De clou was daarentegen, dat het meisje in
het verhaal ontdekte dat ze alles al heeft.
En dat is ook een kunst.
Meer werk van Petra is te vinden op
petravandriel.nl
Column 9
Moszkowicz een lichtere straf op te leggen.
Zeker in relatie tot andere beroeps -
takken, waar je wel
heel wat
moet
hebben
misdaan
om een
“beroeps-
verbod”
opgelegd te
krijgen.
Chaya SikkenIk ben ervan overtuigd dat een advocaat - laat
staan een topadvocaat als Bram Moszkowicz -
altijd de belangen van de cliënt voorop moet
hebben staan. Als de ene na de andere klacht
binnenkomt, ben je naar mijn mening die
belangen allang uit het oog verloren. Daarbij
komt dat een advocaat een voorbeeldfunctie
vervult en ik ben van mening dat wanneer
iemand meerdere malen essentiële beroeps-
regels schendt, diegene het op een gegeven
moment niet meer verdient om het beroep
van advocaat uit te oefenen. Bovendien
vraag ik mij
af of Mosz-
kowicz er zelf
überhaupt nog
wel waarde aan
hecht en hij
niet veel liever
de bekende Ne-
derlander uit-
hangt. Helemaal
met de stelling
eens dus.
Ik ben ervan overtuigd dat een advo-caat - laat staan een topadvocaat als Bram Moszkowicz – altijd de belangen van de cliënt voorop moet hebben staan. Als de ene na de andere klacht binnenkomt, ben je naar mijn mening die belangen allang uit het oog ver-loren. – Chaya Sikken
In de Spotlight met Lise Witteman 1110 In de Spotlight met Lise Witteman
Toen wij (Lilach en ik) op vrijdag 26 oktober
jl. met haar afspraken in Grand Café Quignon
vreesden wij nog even dat Lise zou afzeggen.
Het was een periode waarin de inkomens-
afhankelijke zorgpremie nog niet op de kaart
stond, maar de code “radiostilte” rond de on-
derhandelingen stond op het punt te worden
doorbroken. Gelukkig bleek ons pessimisme
overbodig.
OpleidingVanaf 2005 tot 2008 studeerde Lise rechten
aan de Universiteit van Utrecht: “Ik had
eigenlijk altijd al de ambitie om de journalis-
tiek in te gaan. Maar zoals jullie waarschijnlijk
wel bekend is, staan de hogescholen voor
journalistiek niet al te best aangeschreven. Om
de beter bekend staande master Journalistiek
aan de Universiteit van Amsterdam te kunnen
volgen moest ik echter wel eerst een bachelor
halen in een ander vak. Geschiedenis had ik
bijvoorbeeld ook voor kunnen kiezen, maar
rechten ligt naar mijn mening redelijk in de lijn
met journalistiek; Met een kritische blik leer je
naar de maatschappij te kijken. Kijk, wij hebben
met z’n allen besloten dat we het zo regelen,
maar in hoeverre is dat legitiem? Het recht
beschrijft het fundament. Vanaf daar kun je ver-
der kijken. Daarnaast speelde ook mee dat er
veel juristen in mijn familie zijn. Mocht het niet
gelukt zijn met de journalistiek, dan was ik wel-
licht alsnog de kant van het recht opgegaan.”
Een ander argument om rechten te doen, was
voor Lise dat zij veel ruimte had om dingen
naast haar studie te doen. Zoals het vicevoor-
zitterschap bij de Utrecht Debating Society.
“Tijdens mijn studie had ik qua vakken echt
een pretpakket. Je kon toen geloof ik 4 stro-
mingen kiezen. Ik volgde het algemene traject
met veel vakken in de hoek van internationaal
recht en rechtstheorie waarin de grondslagen
van het recht duidelijk zichtbaar worden. Na
het afronden van mijn bachelor heb ik een
tussenjaar genomen. In dat jaar heb ik een
zomer gewerkt bij De Vries Juristen, daar heb
ik een jurisprudentiedatabase aangelegd over
ontgrondingen. Het was verschrikkelijk saai,
maar ja ik had een zwager wonen in Amerika
en wilde graag de Amerikaanse verkiezingen
bijwonen. Dus moest er geld in het laatje
komen.”
Na het tussenjaar was ze één van de 15 geluk-
kigen die werden uitgekozen voor de master
Journalistiek & Media aan de UvA. Indien dit
niet was gelukt, was de master Rechtsfilosofie
in Leiden een alternatief geweest. “Op dat
rechtsgebied kun je veel gebruik maken van
je analytisch vermogen bij fundamentele
‘Mocht het niet gelukt zijn met de jour-nalistiek, dan was ik wellicht alsnog de kant van het recht opgegaan.’
Actualiteit
In de Spotlight– Lise Witteman
Tekst door Leroy Pinas
Toen wij (Lilach en ik) op vrijdag 26 oktober
jl. met haar afspraken in Grand Café Quignon
vreesden wij nog even dat Lise zou afzeggen.
Het was een periode waarin de inkomensaf-
hankelijke zorgpremie nog niet op de kaart
stond, maar de code “radiostilte” rond de
onderhandelingen stond op het punt te
worden doorbroken. Gelukkig bleek ons
pessimisme overbodig.
OpleidingVanaf 2005 tot 2008 studeerde Lise rechten
aan de Universiteit van Utrecht: “Ik had eigenlijk
altijd al de ambitie om de journalistiek in
te gaan. Maar zoals jullie waarschijnlijk wel
bekend is, staan de hogescholen voor journa-
listiek niet al te best aangeschreven. Om de be-
ter bekend staande master Journalistiek aan de
Universiteit van Amsterdam te kunnen volgen
moest ik echter wel eerst een bachelor halen
in een ander vak. Geschiedenis had ik bijvoor-
beeld ook voor kunnen kiezen, maar rechten
ligt naar mijn mening redelijk in de lijn met
journalistiek; Met een kritische blik leer je naar
de maatschappij te kijken. Kijk, wij hebben met
z’n allen besloten dat we het zo regelen, maar
in hoeverre is dat legitiem? Het recht beschrijft
het fundament. Vanaf daar kun je verder kijken.
Daarnaast speelde ook mee dat er veel juris-
ten in mijn familie zijn. Mocht het niet gelukt
zijn met de journalistiek, dan was ik wellicht
alsnog de kant van het recht opgegaan.”
Een ander argument om rechten te doen, was
voor Lise dat zij veel ruimte had om dingen
naast haar studie te doen. Zoals het vicevoor-
zitterschap bij de Utrecht Debating Society.
“Tijdens mijn studie had ik qua vakken echt
een pretpakket. Je kon toen geloof ik 4 stro-
mingen kiezen. Ik volgde het algemene traject
met veel vakken in de hoek van internationaal
recht en rechtstheorie waarin de grondslagen
van het recht duidelijk zichtbaar worden.
Na het afronden van mijn bachelor heb ik een
tussenjaar genomen. In dat jaar heb ik een
zomer gewerkt bij De Vries Juristen, daar heb
ik een jurisprudentiedatabase aangelegd over
ontgrondingen. Het was verschrikkelijk saai,
maar ja ik had een zwager wonen in Amerika
en wilde graag de Amerikaanse verkiezingen
bijwonen. Dus moest er geld in het laatje
komen.”
In deze rubriek “In de spotlight” laten wij je dit keer kennismaken met Lise
Witteman, politiek verslaggever van de website Nu.nl. En dat is niet zonder
reden. Zij is namelijk voormalig-hoofdredacteur van dit departementsbladblad
(collegejaar: 2006-2007) en studeerde rechten aan de Universiteit van Utrecht.
Voor ons genoeg redenen om haar te benaderen voor een interview.
12 In de Spotlight Hoe flex is de Flex BV? 13
vraagstukken als schuld en boete.” Uiteindelijk
is de journaliste afgestudeerd met de scriptie
‘Europa op papier’. Hierin heeft zij onderzoek
gedaan naar de berichtgeving over de Euro-
pese Unie, een logisch gevolg nadat ze bij
rechten had geleerd hoeveel de Europese Unie
in de melk te brokkelen heeft. Conclusie was
dat de journalistieke controle tekortschoot,
terwijl Brussel steeds meer zeggenschap kreeg
over het wel en wee van de burgers.
Juncto In het collegejaar 2006-2007 was Lise de hoofd-
redactrice van dit blad. “Het kwam eigenlijk
zomaar voorbij. De vacature was onderdeel
zo’n JSVU-mailinglist en ik dacht ‘ik probeer ’t
gewoon’, ook al was ik pas tweedejaars en vrij
jong. Gedurende mijn jaar als hoofdredactrice
hebben we de website gelanceerd. Hoewel het
toen vooral een soort archief was. Ook was
de onafhankelijkheid behouden een belangrijk
doel. We hebben in het blad meer aandacht be-
steed aan de faculteit en het departement met
een kritische blik gevolgd. Als voorbeeld kan
ik daarbij noemen de houding van docenten,
die uit zichzelf niet echt ondernemend zijn
de kwaliteit van de studie op te krikken.
Daarnaast hebben we ieder nummer inter-
views gedaan met politici, die rechten hadden
gestudeerd.” Naast deze studiegerelateerde
rubrieken was er ook ruimte voor andere
zaken: “We hebben iets ludieks in het blad ge-
bracht, zoals een doorlopende advocatensoap.
Het juristenleven gaat immers om meer dan
alleen wetten.”
NU.nlSinds 2012 is Lise als politiek verslaggever in
dienst van NU.nl, de nieuwswebsite die dage-
lijks zo’n 2,5 miljoen unieke bezoekers trekt,
waarvoor zij actief is op het binnenhof. “Bij
Nu.nl krijg ik de kans om zelf eigen verhalen
te maken, waar ik goed kan gedijen. Het is
geen verouderde, vastgeroeste redactie. Op
een moderne wijze brengen we nieuws.”
In politiek Den Haag had zij daarvoor al naam
gemaakt. Zo was er in augustus 2011 een
affaire rondom GroenLinks-kamerlid Ma-
riko Peters. Lise schreef in HP/de Tijd over
medeplichtigheid van de volksvertegenwoor-
diger aan ontvoering en een kwestie rond
belangenverstrengeling. “De zaak kreeg destijds
veel aandacht en de kwestie heeft nog een
vervolg gekregen bij de Raad voor de Journa-
listiek. Maar zelf vind ik verhalen die ik schreef
over bijvoorbeeld overheden die zich te veel
inlieten met lobby’s interessanter, terwijl die
natuurlijk minder aandacht hebben gekregen.”
Andere ervaring in Den Haag deed Lise op
als stagiaire bij de Eerste Kamerfractie van
D66. Daar kwam haar rechtenstudie goed van
pas: “De gedachte achter de Eerste Kamer
is dat alle wetsvoorstellen op zijn merites
worden beoordeeld. In praktijk stemmen de
fracties echter 9 van de 10 keer hetzelfde als
de Tweede Kamerfractie. Maar het was zeker
een hele veelzijdige periode. D66 had destijds
slechts twee senatoren waardoor ook voor
een stagiaire als ik allerlei uiteenlopende wets-
voorstellen voorbij kwamen: van de Crisis en
Herstelwet tot seks met dieren.”
Transparantie van het politieke beleid heeft
Lise hoog in het vaandel staan. De Wet
Openbaarheid van Bestuur vormt daarbij een
belangrijk instrument. Zo spande zij recentelijk
(tevergeefs) een kort geding aan tegen het
Ministerie van Financiën. “Een half jaar gelden
werd het Wandelgangen-akkoord afgesloten
tussen VVD, CDA, D66, GroenLinks en de
ChristenUnie. Het Ministerie wilde niet aan
mijn WOB-verzoek voldoen om voor de
verkiezingen inzage te geven in de opties en
cijfers die tijdens de onderhandelingen op tafel
hadden gelegen.”
Een recentelijk voorbeeld van een succesvol
beroep op de WOB is een verhaal over Shell
en de Nederlandse overheid. Uit stukken en
correspondentie opgevraagd bij de ministeries
van Buitenlandse Zaken en Economische zaken,
bleek dat de overheid de multinational voorna-
melijk beschermt, terwijl de oliemaatschappij
voorwerp is van discussie over milieuvervuiling
en corruptie in Nigeria.
Naast dat de bachelor Rechtsgeleerdheid de
opstap was voor haar master, was de opleiding
ook voor Lises huidige werk van toegevoegde
waarde: “Ik ben van mening dat mijn studie
een goede basis is geweest voor de politieke
verslaggeving.”
AmbitiesDe parlementair verslaggever heeft nog wel
een aantal to-do wensen op haar lijstje staan:
“In Amsterdam heb je bijvoorbeeld De Balie.
Zoiets proberen we nu met een paar mensen
ook in Utrecht te krijgen. Daarnaast wil ik me
misschien ook nog ontwikkelen op het gebied
van interviewen, al dan niet op tv.”
Je kunt Lise Witteman volgen op twitter via
@LiseWitteman
Column
Hoe flex is de Flex BV?
Tekst door Mark Devilee
In dit artikel wordt daarbij allereerst inge-
zoomd op de ratio van de Wet Flex BV. Vervol-
gens wordt stilgestaan bij de grootste gevolgen
van de wet, waarna de houdbaarheid van het
Besluit kwalificatie buitenlandse rechtsvormen
- uiteraard met inachtneming van de met de
invoering van de Wet Flex BV meegebrachte
ontwikkelingen - wordt getoetst.
Ratio Allereerst verdient het voor een goed begrip
van de ingevoerde wijzigingen de aandacht
waarom de Wet Flex BV is ingevoerd. Het
antwoord moet worden gezocht vanuit een
pragmatisch oogpunt. Er wordt met de vereen-
voudiging en flexibilisering van het BV-recht
namelijk tegemoet gekomen aan structurele
geluiden en klachten van ondernemers uit de
praktijk. De meest gehoorde klachten hadden
betrekking op de vele dwingende bepalingen
die het BV-Recht kende. Deze dwingende
bepalingen vormen belemmeringen voor de
startende ondernemer. De Wet Flex BV heeft
geprobeerd veel van deze dwingende bepalin-
gen te versoepelen of te schrappen, waardoor
de rechtspersoon BV aantrekkelijker en bereik-
baar moet worden voor meer ondernemers.
NB: Voor de goede orde merk ik op dat de term
‘Flex BV’ slechts verwijst naar de BV zoals we die
nu kennen onder het flexibelere BV-recht. De Flex
BV is geen nieuwe rechtsvorm; van een equivalent
of een geheel ander type BV is derhalve geen
sprake.
GevolgenEen voorbeeld van de in de vorige alinea ge-
noemde ‘dwingende bepalingen’ is de afschaf-
fing van het startkapitaal van €18.000.
De ratio achter het verplichte startkapitaal
was voorheen dat het zekerheid moest bieden
aan schuldeisers van de BV. Echter, het heeft
de ondernemer altijd vrij gestaan om handel
te drijven met het gehele startkapitaal. Wan-
neer gedane investeringen na verloop van tijd
waardeloos blijken, is het geld niet aanwezig
in het bedrijf, en is de geboden zekerheid een
illusie. De wetgever heeft gekozen tot afschaf-
fing van het startkapitaal. Een bankaccount met
daarop één eurocent is sinds 1 oktober 2012
voldoende. De reden tot deze afschaffing is
overigens mijns inziens niet te verantwoorden
door de materiele zekerheid voor de crediteu-
ren te betwisten. Immers, een enkele wijziging
in de destijds geldende regelgeving, waarmee
de ondernemer zou worden verplicht om een
gedeelte van het startkapitaal fysiek aanwezig
te houden in zijn onderneming, zou de credi -
Op 1 oktober 2012, net na de deadline van Juncto 24.1, was de invoering van
de door ondernemend Nederland luid toegejuichte ‘Wet vereenvoudiging en
flexibilisering BV-Recht’ (hierna: Wet Flex BV) een feit. Uit recent onderzoek1
blijkt dat één op de vijf studenten tijdens of na de studie wil gaan ondernemen
en dat UU-studenten de besloten vennootschap daarbij als meest ingezette
juridische vorm kennen. Nu ons departement bij uitgave van deze Juncto ook
nog eens om en nabij de duizend studenten telt die de Master ‘Recht en onder-
neming’ volgen, werd het tijd dat Juncto eens polshoogte ging nemen.
‘Bij Nu.nl krijg ik de kans om zelf eigen verhalen te maken, waar ik goed kan gedijen. Het is geen verouderde, vast-geroeste redactie. Op een moderne wijze brengen we nieuws.’
Hoe flex is de Flex BV? 1514 Hoe flex is de Flex BV?
teuren in één klap de gewenste zekerheid bie-
den. Er dient voor een begrip van de afschaf-
fing van het startkapitaal daarom in mijn ogen
veel meer aansluiting te worden gezocht bij de
ratio van de invoering van de gehele Wet Flex
BV: het voor meer ondernemers beter bereik-
baar maken van de rechtspersoon BV.
Deze breed uitgedragen gedachte van de over -
heid lijkt op het eerste gezicht logisch, voor-
uitstrevend, en dus ook gewenst. Maar is dit
wel zo? Uit cijfers van de Global Entrepreneur-
ship Monitor blijkt namelijk dat Nederland
ook voor invoering van de wet al structureel
behoorde tot de meest ondernemende landen
van de wereld. In 2010 was bijvoorbeeld ruim
7% van alle Nederlanders actief binnen het
ondernemerschap. Hiermee stond Nederland
op de eerste plaats van Europa, en de vijfde
plaats van de wereld. Toch wordt het onder-
nemerschap door de versoepeling van het
BV-Recht alsmaar verder gestimuleerd. Wordt
het starten van een onderneming daarmee niet
te laagdrempelig? Wat voor ondernemers be-
treden allemaal de markt wanneer de hulp van
externen bij het opzetten van een B.V. tot een
minimum wordt teruggebracht? Ook omdat
gedurende de behandeling van het wetsvoor-
stel te weinig inzicht is gegeven in de mogelijke
risico’s die de versoepeling van het BV-recht
met zich mee brengt, zijn dit zeer relevante
vragen, waar in mijn ogen serieus aandacht
aan zou moeten worden geschonken.
Een inmiddels evidente vraag voor het voort-
borduren op dit onderwerp is: op welke vlak-
ken wordt het BV-recht nu eigenlijk versoe-
peld? Hier volgt een, overigens niet uitputtend
bedoelde, opsomming van de meest relevante
gevolgen2:
• De oprichting van de BV wordt eenvoudiger.
De bankverklaring bij oprichting van een BV
vervalt, evenals de accountantscontrole bij
inbreng in natura. Ook het minimumkapitaal
van €18.000 vervalt.
• De ondernemer krijgt meer inrichtingsvrij-
heid. Die vrijheid ziet zowel op de organen
(bestuur, aandeelhoudersvergadering) als de
statuten van de vennootschap. In de statuten
(of aandeelhoudersovereenkomsten) kan er
worden afgeweken van de wet, door bijvoor-
beeld te bepalen dat er stemrechtloze of
winstrechtloze aandelen worden uitgegeven.
• De blokkeringsregeling bestaat niet meer.
Hierdoor ontstaat er onbeperkt ruimte om
overdracht van aandelen aan derden
(in plaats van aan de overige al aanwezige
vennoten) al dan niet statutair te beperken.
• De mogelijkheden tot besluitvorming wor-
den verruimd. Het wordt daarbij eenvoudi-
ger om buiten de algemene vergadering van
aandeelhouders om besluiten te nemen.
• Er ontstaat een veel sterkere crediteurenbe-
scherming. Er volgen duidelijke aansprakelijk-
heidssancties tegen onzorgvuldige bestuur-
ders, wanneer zij de insolvabiliteit van de
vennootschap hebben veroorzaakt.
Kortom, naast dat er minder hordes hoeven
te worden genomen om een BV op te richten,
krijgen de oprichters en aandeelhouders meer
vrijheid in het vormgeven van hun BV. Deze
inrichtingsvrijheid zal daarbij gepaard gaan met
striktere verantwoordelijkheid jegens crediteu-
ren en minderheidsaandeelhouders. In het licht
van de verlaging van de opstartdrempels en de
verhoging van de aansprakelijkheid is het van
belang te zien dat de versoepeling van het BV-
recht ook valkuilen met zich mee kan brengen.
Houdbaarheid besluitMet de hiervoor opgesomde gevolgen komt
de vraag op of de BV onder het nieuwe recht
nu als transparant, dan wel als non-transparant
dient te worden bestempeld. Dit is fiscaal van
groot belang, onder meer omdat de belasting-
heffing of wel de ondernemer persoonlijk
raakt (transparant), dan wel de vennootschap
raakt (non-transparant). De minister heeft
reeds in een vroeg stadium duidelijk gemaakt
dat de Flex BV fiscaal als non-transparant dient
te worden gezien, zodat het blijft onderwor-
pen aan de vennootschapsbelasting.
Een tweede vraag is dan direct of dit wel
logisch en terecht is.
Volgens het Besluit kwalificatie buitenlandse
rechtsvormen3, waarin toetsingscriteria zijn
geformuleerd ter kwalificatie van de (non-)
transparantie van een buitenlandse rechtsvorm,
zijn er aanknopingspunten voor fiscale non-
transparantie aanwezig indien de participanten
van de rechtsvorm niet-aansprakelijk zijn voor
de schulden van die rechtsvorm, wanneer
verder de aandelen van de BV niet vrijelijk
overdraagbaar zijn en indien er aandelen (met
winst- en met stemrecht) zijn verdeeld.
Echter, onder de nieuwe wetgeving zijn er
situaties denkbaar waarbij aan al deze voor-
waarden niet wordt voldaan. Zo kan nu door
aanpassing van de statuten worden bepaald
dat een of meer aandeelhouders naast de BV
persoonlijk aansprakelijk zijn voor schulden
van de BV, de zogenoemde inrichtingsvrijheid.
Verder is de blokkeringsregel opgeheven,
waardoor ook het tweede aanknopingspunt
geen soelaas biedt. Ten slotte is het nu mogelijk
om winstrechtloze of stemrechtloze aandelen
uit te geven. Winstrechtloze aandelen komen
voornamelijk voor in situaties van de familie-
vennootschap, waarbij (één van) de ouders
een (doorslaggevend) juridisch belang willen
hebben, zonder verder enig economisch belang
te ambiëren4. Stemrechtloze aandelen komen
bijvoorbeeld voor in werknemersparticipaties,
waarbij in de winst wordt gedeeld, zonder dat
directe invloed op de besluitvorming in de ven-
nootschap nodig of wenselijk wordt geacht5.
Door de nieuwe wetgeving komt de houd-
baarheid van de kwalificatie van buitenlandse
rechtsvormen flink op de tocht te staan. Im-
mers, de aanknopingspunten van weleer zijn
door de Flex BV onderuit gehaald. De minister
heeft vermoedelijk om praktische redenen de
non-transparantie uitgesproken over de Flex
BV. Echter, na toetsing aan het voornoemde
besluit moet worden geconcludeerd dat het
enige wat volledig non-transparant is, het oor-
deel van de minister is.
ConclusieMet de invoering van de Wet Flex BV is
het voor de startende ondernemer een stuk
laagdrempeliger om een BV op te zetten.
Er is, ten tijde van de behandeling van de Wet
Flex BV, te weinig aandacht besteed aan de
vragen of de laagdrempeligheid invloed heeft
op de voorbereiding van de ondernemers en
welke risico’s dit verder met zich meebrengt.
Het valt op dat de versoepelde wetgeving ook
potentiële valkuilen voor de ondernemer kent,
zoals de sterkere crediteurenbescherming.
Het Besluit kwalificatie buitenlandse rechts-
vormen, ten slotte, lijkt niet meer te voldoen,
nu de Wet Flex BV het onderscheid tussen
fiscale transparantie en non-transparantie
aanzienlijk heeft vervaagd.
noten1 Onderzoek verricht door UniPartners Tilburg en Frisse Blikken, septem-ber 20122 Eerste Kamer, vergader-jaar 2011–2012, 31 058, C3 Besluit Staatssecretaris van Financiën, 18-12-2004, nr. CPP2004/2730M, BNB 2005/88
4 J. Litjens, ‘Aandelen zonder stem- of winstrecht: fiscale gevolgen?, Accoun-tant Praktijk: fiscaal, juli/augustus 2012, p.42-445 Memorie van toelichting bij het wetsvoorstel, nr. 7
De Wet Flex BV heeft geprobeerd veel van deze dwingende bepalingen te versoepelen of te schrappen, waardoor de rechtspersoon BV aantrekkelijker en bereikbaar moet worden voor meer ondernemers.
Toch wordt het ondernemerschap door de versoepeling van het BV-Recht alsmaar verder gestimuleerd. Wordt het starten van een onderneming daarmee niet te laagdrempelig?
Van het tableau geschrapt 1716 Van het tableau geschrapt
Op 30 oktober jl. werd Moszkowicz van het
tableau geschrapt door de Raad van Discipline.
De verwijten van de deken van de Amster-
damse Orde van Advocaten aan het adres
van Moszkowicz hielden in dat hij stelselmatig
grote hoeveelheden contant geld zou aanne-
men van clienten, zonder hiervan melding te
maken bij de deken, dat hij niet zou voldoen
aan de vereisten van onder andere bijscholing
en jaarstukken en dat hij niet voldoende mee-
gewerkt zou hebben aan het onderzoek naar
de verschillende klachten tegen hem. Boven-
dien behandelde de Raad van Discipline ook
klachten van een aantal clienten van Moszko-
wicz. Alle klachten tegen hem werden gegrond
bevonden door de Raad.1
Deze uitspraak heeft als gevolg dat Moszkowicz
het beroep van advocaat voor de rest van zijn
leven niet meer mag uitoefenen; hoger beroep
bij het Hof van Discipline staat evenwel nog
open en Moszkowicz heeft aangekondigd dat
hij inderdaad van deze voorziening gebruik zal
gaan maken.
Dat ’s lands bekendste advocaat uit zijn ambt
werd gezet, was groot en landelijk nieuws.
De gang van zaken roept tegelijkertijd ook vra -
gen op. Hoe vaak komt het voor dat een advo-
caat door de tuchtrechtspraak voor advocaten
van het tableau geschrapt wordt? Aan andere
vergelijkbare zaken wordt door de media immers
weinig ruchtbaarheid gegeven. En wat zijn de
normen die de Raad van Discipline hanteert,
waaraan toetst zij? Wat is bovendien de rol
van het Hof van Discipline in deze?
Allereerst is de Advocatenwet en in het bijzon-
der artikel 46 van deze wet van belang; aan dit
artikel toetst de Raad van Discipline. Het luidt
als volgt:
“De advocaten zijn aan tuchtrechtspraak onder-
worpen ter zake van enig handelen of nalaten
in strijd met de zorg die zij als advocaat beho-
ren te betrachten ten opzichte van degenen
wier belangen zij als zodanig behartigen of
behoren te behartigen, ter zake van inbreuken
op de verordeningen van de Nederlandse orde
en ter zake van enig handelen of nalaten dat
een behoorlijk advocaat niet betaamt. Deze
tuchtrechtspraak wordt uitgeoefend in eerste
aanleg door de raden van discipline en in
hoger beroep, tevens in hoogste ressort,
door het hof van discipline.”
Artikel 46 voorziet ten eerste in een belangen-
behartiging voor de client; met hem of haar
moet immers zorgvuldig worden omgespron-
gen. Ten tweede gaat het om de naleving van
de verordeningen van de Orde van Advoca-
ten. Tot slot is er plaats voor de vraag of het
handelen van de advocaat onbetamelijk is. Om
te bepalen wat onbetamelijk is, wordt rekening
gehouden met de algemene gedragsregels die
gelden voor advocaten.
De Raad van Discipline (waarvan er vijf zijn;
gevestigd in de plaatsen met een gerechtshof)
behandelt een zaak wanneer een belang-
hebbende een klacht heeft ingediend bij de
deken, en de deken deze klacht niet terzijde
heeft gelegd. Het begrip “belanghebbende” is
niet nader gedefinieerd in de wet; echter kan
enkel de deken zelf klagen over zaken met
een algemeen belang.
De meest voorkomende maatregelen die
de Raad oplegt zijn waarschuwing, berisping,
(voorwaardelijke of onvoorwaardelijke) schor-
sing en schrapping. Per 31 december 2011
waren in Nederland 16808 advocaten werk-
zaam. In 2011 werden in totaal 1121 klachten
afgedaan door de Raad van Discipline, waarvan
er 384 (deels) gegrond werden verklaard. De
meesten van deze gegrond verklaarde klachten
betroffen kleinere klachten. In tien gevallen be-
sloot de Raad tot schrapping van de advocaat
van het tableau; in 2010 was dit aantal zes.2
Met enige regelmaat wordt dus wel degelijk
gebruik gemaakt van de mogelijkheid om een
advocaat uit zijn ambt te zetten. Kennelijk is
er dan, naar het oordeel van de Raad, sprake
van een zodanig onbetamelijk gedrag van de
betreffende advocaat, dat een dergelijk besluit
gerechtvaardigd kan worden. Voorbeelden van
zulk gedrag die geleid hebben tot schrapping
van tableau zijn het verspreiden van ver-
trouwelijke informatie en grof bedrog jegens
de cliënt (in die laatste zaak had de betref-
fende advocaat in vreemdelingenzaken bij zijn
cliënten de indruk gewekt dat hij door middel
van een door hemzelf vervaardigd pasje hun
rechtspositie had versterkt; hij ondernam
verder echter niets voor deze cliënten, maar
verkreeg hiervoor wel inkomsten op zijn
privérekening).3
Overigens beslist de Raad van Discipline geheel
zelfstandig over de op te leggen sanctie; zo kon
het dat de deken in de zaak van Moszkowicz
slechts een schorsing eiste, maar de Raad tot
een schrapping kwam.
Het enige wat Moszkowicz nu nog rest is het
Hof van Discipline, tevens de laatste instantie,
die opnieuw de klachten zal bestuderen. Hoe zal
het Hof de betrekkelijk open norm van artikel
46 Advocatenwet interpreteren in deze zaak?
Wordt ongetwijfeld vervolgd…
Onlangs werd mr. Bram Moszkowicz uit zijn ambt gezet. Hoe is men tot dit
besluit gekomen? Welke normen hanteert de Raad van Discipline, het tucht-
college voor advocaten in Nederland?
Van het tableau geschrapt!
Tekst door Emma Dirksen
ActualiteitHet enige wat Moszkowicz nu nog rest is het Hof van Discipline, tevens de laatste instantie, die opnieuw de klachten zal bestuderen. Hoe zal het Hof de betrekkelijk open norm van artikel 46 Advocatenwet interpreteren in deze zaak?
Hoe vaak komt het voor dat een advocaat door de tuchtrechtspraak voor advocaten van het tableau geschrapt wordt?
noten1 Zie http://www.raadvan-discipline.nl/site/16-Pers.phpp. 10-12.2 Zie http://www.raadvan-discipline.nl/site/15-Jaarver-slagen.php3 Zie http://www.raadvan-discipline.nl/site/15-Jaarver-slagen.php
Nieuws Tips & Tricks 1918 Nieuws Tips & Tricks
iPad: computer of communicatie-middel?RTL heeft in 2010 al haar werknemers in vaste
dienst een iPad cadeau gegeven. Althans, er waren
geen nadere afspraken gemaakt tussen werkgever
en werknemer over het gebruik van de iPad. Zo
was er bijvoorbeeld geen verbod op privégebruik.
In geschil was of de aanschafprijs van de iPad
tot het loon van de werknemers moest worden
gerekend.
Aan de rechter werd de vraag voorgelegd wat
een iPad nou precies is:
a) Een computer, de verstrekking is dan alleen
belastingvrij als de werknemer de iPad 90% of
meer zakelijk gebruikt, of
b) Een communicatiemiddel, niet zijnde een com-
puter, de verstrekking is dan belastingvrij als het
communicatiemiddel ten minste 10% zakelijk
wordt gebruikt.
Volgens de Rechtbank Haarlem is niet in geschil of
de iPad geschikt is voor communicatie. Je kunt er
namelijk mee bellen, e-mailen, twitteren etc., maar
de iPad blijft een computer. ‘Gelet op het formaat van
de iPad en de vele andere gebruiksmogelijkheden die
deze heeft, dient volgens de rechtbank de mondelinge
communicatie dan ook niet te worden gezien als de
centrale functie van de iPad.’Tot nu toe dus nog pech
voor RTL.
Lees de gehele zaak : Rechtbank Haarlem 30 novem-
ber 2012, LJN: BY4908
Nieuws Tips & Tricks
Actualiteit
Gespot: UB UU: anoniem flirten in de biebWeg met alle commerciële datingbureaus voor
hogeropgeleiden want wij hebben UB Gespot. Het
nieuwe blind-datingfenomeen bij de Nederlandse
universiteiten.
Voor wie er onder een steen gelegen heeft de afgelo-
pen maanden: ‘UB Gespot’ is een facebookpagina waar
personen die zich aangemeld hebben voor deze pagina
anonieme berichtjes kunnen achterlaten voor of over
studenten die zich in de bibliotheek bevinden. Het
begon een aantal maanden geleden in Utrecht maar
vrijwel alle universiteiten in Nederland en zelfs een
aantal over de grens, hebben hun eigen ‘UB Gespot’-
pagina. Dus heb je die vlam schuin tegenover je nooit
aan durven spreken, dan is dit je kans! Daarnaast is
het alleen al hilarisch om de berichten voorbij te zien
komen in je timeline. Als zijn het er soms wel erg veel.
Wie het brein/de breinen achter deze pagina zijn is
vooralsnog onbekend. Althans, als je even goed googled
komen er wat Utrechtse namen voorbij, maar dat
nemen we voor lief. Het blijft leuk om te gissen wie
er achter de ‘wintertrui’ zit.
Meld je aan voor de facebookpagina via: UB UU
GESPOT
Nieuwe wetgeving per 1 januari 2013Sinds 1 januari 2010 gelden er twee vaste verandermomenten voor alle
wetten en algemene maatregelen van bestuur: 1 januari en 1 juli. Welke
nieuwe regels zijn er per 1 januari 2013 van kracht geworden? Juncto heeft
een aantal wijzigingen voor je op een rij gezet. Voor het volledige overzicht
ga je naar: overheid.nl of rijksoverheid.nl en als je altijd op de hoogte wilt
blijven van wetswijzigingen en nieuwe regels kun je de ‘NieuweWetten-app’
downloaden (voor Iphone en Android)
• Het aantal rechtbanken is verminderd van 19 naar 10.
• Accijnzen op alcohol en tabak zijn gestegen.
• AOW-leeftijd is omhoog gegaan naar 65 jaar + 1 maand. Tot 2018
wordt de ingangsdatum van de AOW-uitkering steeds met 1 of meerdere
maanden verhoogd.
• Het bestuursprocesrecht is vereenvoudigd. Dit om zaken sneller en
definitief af te doen.
• Eigen risico van de zorgverzekering is gestegen van €220,- naar €350,-
• Er geldt een maximum voor topinkomens. Personen werkzaam in de
(semi)publieke sector mogen niet meer verdienen dan 130 procent van
het salaris van een minister. Dit ligt op € 187.340 salaris plus onkosten
en pensioenbijdrage, samen € 228.599.
• Kinderen onder de 16 jaar met alcohol in hun bezit zijn strafbaar.
• De maximumontslagvergoeding van € 75.000,- is ingevoerd.
• Toezicht op het notariaat is versterkt. Kandidaten voor benoeming
tot notaris worden getoetst door de Commissie toegang notariaat en
de notaris dient diensten te weigeren bij een vermoeden van dubieuze
praktijken.
• Het minimumloon is iets gestegen.
• 25 regionale politiekorpsen hebben plaatsgemaakt voor één landelijk
korps, de nationale politie.
• De rechter-commissaris heeft een grotere, meer controlerende, rol in
het onderzoek in strafzaken.
• Vrije toegang tot internet is wettelijk vastgelegd. Het begrijp ‘netneutra-
liteit’ is hiervoor opgenomen in de Telecommunicatiewet. Dit heeft als
gevolg dat concurrerende internetdiensten en applicaties op je mobiele
telefoon (Skype, WhatApp, Viber) niet door providers mogen worden
vertraagd of geblokkeerd.
• De Wet Bestuur en Toezicht is in werking getreden. Naast het dualistische
model (two-tier board) is het nu ook mogelijk om een one-tier board als
bestuursmodel in te voeren.
Gratis kortingskaart NS voor langstudeer-ders: niet vergeten!In juni 2012 is de nieuwe regeling omtrent studenten
OV’s ingevoerd. Voorheen mocht je je OV gedurende 7 jaar
lang gebruiken mits je nog studeerde. Sinds juni 2012
geldt dat je nog maar 5 jaar recht hebt op een studenten
OV-kaart.
Wat veel studenten vergeten is dat zij na deze termijn
wél recht hebben op een gratis NS-kortingskaart voor
een jaar en dat scheelt tóch weer 40% per treinreis.
Let wel: vraag deze zo snel mogelijk maar in ieder geval
binnen 3 maanden nadat je je studentenreisproduct van je
OV-kaart hebt afgehaald aan.
Wat mag je met de gratis kortingskaart?
- 1 jaar lang;
- 40% korting op al je treinreizen doordeweeks na 09.00u;
- in het weekend en in de zomermaanden juli en augustus
geldt de korting de hele dag;
- je kunt gewoon blijven reizen op saldo want je krijgt bin-
nen 3 weken na aanvraag een nieuwe kaart
opgestuurd.
Hoe vraag je de kaart aan? Zorg voordat je de kaart aanvraagt dat je studentenreispro-
duct is stopgezet (hoe bekijk je via studentenreisproduct.nl)
maar gooi je OV-kaart nog niet weg. Doe dit op tijd maar
uiterlijk 5 werkdagen nadat je geen recht meer hebt op je
studenten OV, anders bouw je bij DUO een schuld op van
€97,- per halve kalendermaand. Maak een account aan op NS.nl
(Mijn NS) en vraag je kortingskaart aan. Binnen 3 weken krijg
je een nieuwe kaart thuisgestuurd waar je kortings op staat.
Eén of twee vinkjes? Het nieuwe ziekmelden via WhatsAppEen intercedente van het bedrijf Flexjob krijgt op 17 april
2012 onenigheid met haar werkgever en vertrekt een half uur
vóór het einde van haar werkdag naar huis. Ze laat aan haar
werkgever weten dat ze het ‘al een tijdje heeft gehad met
deze baan’ en dat ze ‘het hier gezien heeft en weggaat’.
De dag daarna meldt ze zich via een WhatApp-bericht ziek.
Twee dagen laten ontvangt ze van haar werkgever: ‘Hierbij be-
vestig ik het door u zelf genomen ontslag per 17 april 2012.’
Heeft de werkneemster nou onstslag genomen of niet?
En heeft zij zich rechtsgeldig ziekgemeld via het WhatsApp-
bericht?
De kantonrechter in Groningen vond in dit kort geding
dat de ziekmelding inderdaad rechtsgeldig was. ‘Uit de
producties blijkt dat er naast het bericht twee vinkjes zijn
geplaatst. Op grond hiervan kan zonder meer worden aange-
nomen dat het bericht succesvol is afgeleverd op het apparaat
van de werkgever.’ Aldus de kantonrechter. ‘Los van de vraag
of deze wijze van communicatie de geëigende weg is voor
een ziekmelding, had de werkgever hieruit kunnen en ook
moeten afleiden dat de werkneemster geen ontslag beoogde.’
Dus nee, de werkneemster heeft nooit ontslag beoogd
ondanks haar uitlatingen. De rechter wees de werkgever op
zijn onderzoeksplicht. En ja, de ziekmelding via WhatsApp
was juridisch geldig.
Lees de gehele zaak: Kantonrechter Groningen,
11 juni 2012, LJN: BY2140
Waar gaat dat heen met die kunst? 21
Virtuele wereldIn de nacht van maandag 15 op dinsdag 16
oktober zijn uit de Kunsthal in Rotterdam ze-
ven schilderijen gestolen. Éen van de grootste
kunstroven van de afgelopen twee decennia.
Onder de gestolen kunstwerken bevinden zich
onder andere schilderijen van Picasso, Matisse
en Monet, alle drie kunstwerken met een
aanzienlijke waarde. De schilderijen zouden
op een veiling tussen de 50 en 100 miljoen
euro moeten opleveren. De inbraak was goed
voorbereid, tot nog toe heeft de politie de
dieven niet kunnen oppakken. Het bleek voor
de dieven gemakkelijk om bij de Kunsthal in
te breken, volgens sommigen té makkelijk.
Mogelijk houdt de kunstroof ook verband met
de recente drugsdeal van Antwerpen.
Voor dieven is het uiterst moeilijk om ge stolen
kunstwerken weer te verkopen, de schilderijen
zijn vaak te bekend om op de markt op te
duiken. Gestolen kunst, en vooral een schilderij
van de kunstroof Rotterdam, is vrijwel onver-
koopbaar. Het kan natuurlijk zijn dat de kunst
in opdracht is gestolen, in dat geval komen de
schilderijen ergens aan de muur te hangen en
komen deze niet snel meer boven water.
Strafrechtelijk lijkt het eenvoudig om vast te
stellen dat de kunstdieven strafbaar zijn voor
diefstal onder verzwarende omstandigheden
van artikel 311 van het wetboek van Strafrecht.
Dit misdrijf kent een verjaringstermijn van
12 jaar. Deze termijn kan echter gestuit worden,
waardoor de totale strafrechtelijke verjarings-
termijn zelfs op kan lopen tot 24 jaar.1 De kans
bestaat natuurlijk dat de dieven nooit gepakt
worden. Hoe zit het in zo’n geval privaatrech-
telijk? Wie is eigenaar van een gestolen kunst-
werk wanneer het verhandeld wordt?
Diefstal van kunst lijkt vaak voor te komen.
Zo worden steeds vaker bronzen kunstwerken
gestolen van gemeenten en is bijvoorbeeld niet
lang geleden in het Griekse Olympia voor een
fortuin aan kunst gestolen uit het Museum van
de Geschiedenis van de Olympische Spelen in
de Oudheid. Deze roof is inmiddels opgelost.
In de Tweede Kamer zijn vragen gesteld naar
aanleiding van de Rotterdamse Kunstroof.
Gevreesd werd dat de dieven de kunst zouden
verstoppen tot dat de roof zowel strafrechte-
lijk als civielrechtelijk verjaard zou zijn. Minister
Ivo Opstelten van Veiligheid en Justitie stelt
dat het zo niet werkt.2 Bij de diefstal van de
schilderijen van kunsthandel Noortman heeft
de rechtbank beslist dat in die zaak van eigen-
domsverkrijging door verjaring geen sprake
kan zijn, daarvoor zouden de dieven het bezit
van de schilderijen verkregen moeten hebben.3
In het burgerlijk recht is verjaring opgenomen
in een flink aantal artikelen. Als uitgangspunt
geldt dat de bezitter van een roerende zaak
na twintig jaren eigenaar wordt, ook als hij de
zaak niet te goeder trouw verkreeg.4
Dit betekent echter niet dat de dief auto-
matisch eigenaar wordt van een gestolen
schilderij na dit 20 jaar in zijn bezit te hebben
gehad. Volgens artikel 3:321 lid 1 onder f BW
lopen de twintig jaren namelijk niet ten gunste
van degene die het bestaan van zijn schuld
opzettelijk verborgen houdt, zoals de ‘kunstro-
ver’. Dit geldt zolang de dief voor de eigenaar
zowel zijn identiteit als zijn buit verborgen
houdt. Is de identiteit van de dief wel bij de
eigenaar bekend, kan deze de verjaring stuiten.5
Bij Wet van 27 september 2012 is vastgesteld
dat als de strafrechtelijke verjaring nog niet is
Waar gaat dat heen met die kunst?De kunstroof van Rotterdam: Wie is eigenaar van
een gestolen kunstwerk?
Tekst door Gwenn Korteweg
Thema
Het thema van deze Juncto lijkt misschien wat ver van het spreekwoordelijke juridische bed te staan maar niets is minder waar. De redactie heeft haar best gedaan om een kleurrijk palet aan artikels omtrent dit thema te schrijven. Zo zal onder andere de recente kunstroof in Rotterdam besproken worden, het spraakmakende Pussy Riot en wordt de vraag gesteld of er nog steeds een zesjescultuur heerst onder de Utrechtse rechtenstudenten. In hoeverre is kunst-matige kinderporno een uitkomst voor pedofielen? Wil je meer weten over kunst en recht? In het artikel ‘Kunst en Recht: tien jaar in de aandacht’ heeft Ewoud Hondius een uiteenzetting gegeven over een deel uit de omvangrijke literatuur dat dit onderwerp aangaat.
Waar gaat dat heen met die kunst? – p.21
Column Inge van der Linden: Zesjescultuur – p.25
Pussy Riot ‘Virgin Mary, redeem us of Putin’ – p.27
Eenmaal, andermaal, verkocht: het (on)recht
rondom de veiling- en kunstkoop – p.30
Kunstmatige kinderporno: uitkomst of pervers? – p.35
Kunst en Recht: tien jaar in de aandacht – p.30
Recht Kunst & Cultuur
ingetreden, ook de civielrechtelijke verjaring
nog niet intreedt.6
Het aftellen van de verjaringstermijn begint pas
wanneer het gestolen waar wordt opgemerkt.
Een dief heeft dus altijd een probleem als hij
zijn gestolen Monet op de kunstmarkt brengt.
Maar voor de meeste gevallen geldt een
speciale verjaringstermijn. In het geval van de
Rotterdamse kunstroof is sprake van cultuur-
goederen, de verjaring duurt dan, afhankelijk
van het geval, 30 tot 75 jaar.
Naar aanleiding van de kunstroof uit het West-
fries Museum in Hoorn is discussie geweest
over de verjaring van diefstal van kunst die
geen beschermd cultuurbezit is. De dief kan
tegenwoordig pas na 30, in plaats van 20, jaar
eigenaar van het geroofde goed worden.7
Sommige Kamerleden zijn van mening dat
de verjaring van diefstal van niet beschermde
kunst nog verder opgerekt zou moeten wor-
den, bijvoorbeeld tot 50 jaar. ‘Eens gestolen
blijft gestolen, het uitgangspunt moet zijn dat
gestolen kunst teruggegeven wordt,’ stelde
VVD’er Jan Rijpstra.
Normaal gesproken geldt artikel 3:86 BW
voor bescherming tegen beschikkingsonbe-
voegdheid bij overdracht van roerende zaken.8
Wanneer de dief de gestolen zaak aan een
verkrijger te goeder trouw verkoopt, kan de
eigenaar de zaak gedurende 3 jaren van de
verkrijger terugvorderen, tenzij de verkrijger
de zaak in een winkel heeft gekocht.9 Van de
uitzondering op de uitzondering op de uitzon-
dering van artikel 3:86, lid 1 jo. artikel 3:86, lid
3, sub a BW zal in het geval van de kunstroof
niet snel sprake zijn. Naast dit alles bestaat
natuurlijk de onderzoeksplicht van de koper.
Als jij ergens een Monet koopt, is het wel zo
verstandig om na te gaan of het hier niet om
een gestolen werk gaat. Een koper van een
gestolen kunstwerk zal naar mijn idee dus niet
snel te goeder trouw zijn. Er kan niet zomaar
worden volstaan met het wettelijk vermoe-
den van art. 3:109 BW dat de bezitter wordt
vermoed rechthebbende te zijn.10
Echter wanneer het om een cultuurgoed gaat
moet de verkrijger te goeder trouw volgens
artikel 3:86a lid 2 BW, ook na het verstrijken
van deze 3 jaar, de zaak aan de eigenaar terug-
geven. Is de verkrijger niet te goeder trouw,
dan zal de verjaring in beginsel 20 jaar zijn.11
Maar wanneer de verkrijger de kunst opzet-
telijk voor de eigenaar verborgen houdt, geldt
ook voor deze persoon artikel 3:321 lid 1
onder f BW. Er is dan in de meeste gevallen
sprake van heling, waarvoor strafrechtelijk kan
worden aangesproken.
Museumkunst is beschermd cultuurbezit,
de rechtsvordering tot opeising verjaart door
verloop van vijf jaren na de aanvang van de
dag waarop de plaats waar het cultuurgoed
zich bevindt en de identiteit van de bezitter of
houder bekend zijn geworden, en in elk geval
door verloop van dertig jaren na de aanvang
van de dag waarop een niet-rechthebbende
bezitter van de zaak is geworden ex artikel
3:310b lid 1 BW.12 Dit geldt dus ook voor
de kunstroof van Rotterdam. Duiken de
gestolen kunstwerken later ergens in de EU
op, dan is de verjaringstermijn zelfs 75 jaar. Als
de Picasso dus in Spanje boven water komt
duurt het wel even voordat de koper eigenaar
wordt. In zo’n geval kan de Nederlandse Staat
die Picasso terugvorderen, artikel 3:310b lid 2
BW. Hiervoor is ook een Europese Richtlijn
gesteld.13 Deze langere termijnen gelden ook
voor kunst in privé-bezit welke is aangemerkt
als nationaal erfgoed. De Verenigde Staten heb-
ben sinds 2007 ruim 2500 gestolen kunstvoor-
werpen teruggegeven aan meer dan 23 landen
en individuen.
De verjaringstermijnen in de verschillende
lidstaten van de Europese Unie lopen sterk
uiteen, zowel de strafrechtelijke als de civiel-
rechtelijke. In Duitsland, België en Oostenrijk
verjaart de vordering tot opeising in geval van
gestolen zaken in dertig jaren. Weliswaar wordt
de dief dan geen eigenaar, maar de zaak kan
niet meer van hem of degene die de zaak van
22 Waar gaat dat heen met die kunst?
Het aftellen van de verjaringstermijn begint pas wanneer het gestolen waar wordt opgemerkt. Een dief heeft dus altijd een probleem als hij zijn gestolen Monet op de kunstmarkt brengt.
hem heeft verkregen, worden teruggevorderd.
In Italië verkrijgt de bezitter te kwader trouw
van een roerende zaak door een bezit van
twintig jaren de eigendom. Is het bezit door
geweld of in het geheim verkregen, zoals in
geval van diefstal, dan gaat de termijn pas na
afloop van het geweld of de geheimhouding
lopen.
In Frankrijk is zowel de verkrijgende verjaring
van roerende zaken als de verjaring van
de revindicatie van dergelijke zaken geheel
uitgesloten. Echter de verkrijger te goeder
trouw wordt al na drie jaren vanaf de diefstal
beschermd. In Engeland geldt iets soortgelijks.
In Amerika is het nog lastiger, iedere staat
heeft een andere regeling. Afgelopen juli
zijn twee helers in Florida gearresteerd, zij
probeerden een 10 jaar verloren Matisse te
verkopen aan undercover FBI agenten.
Al met al kan gezegd worden dat zowel in de
Europese Unie als in de Verenigde Staten grote
verschillen bestaan in de verjaring ten gunste
De verjaringstermijnen in de ver-schillende lidstaten van de Europese Unie lopen sterk uiteen, zowel de straf rechtelijke als de civielrechtelijke. In Duitsland, België en Oostenrijk ver-jaart de vordering tot opeising in geval van gestolen zaken in dertig jaren. Welis-waar wordt de dief dan geen eigenaar, maar de zaak kan niet meer van hem of degene die de zaak van hem heeft verkregen, worden teruggevorderd.
Waar gaat dat heen met die kunst? 23
24 Waar gaat dat heen met die kunst? Column 25
van een dief. Vaak wordt een dergelijke ver-
jaring op zichzelf niet onaanvaardbaar geacht.
De oplossing wordt gezocht in een bepaling
die meebrengt dat de termijn niet gaat lopen,
zolang de dief zijn identiteit en de verblijfplaats
van de zaak verborgen houdt, zoals ook in
Nederland.
Voormalig FBI agent Robert Wittman zegt
dat ‘dankzij internet de hele wereld in een
mum van tijd op de hoogte van een diefstal is,
dat maakt het moeilijker om dergelijke werken
via de illegale handel snel te verkopen.’ Vrijwel
iedereen is bekend met de kunstwerken van
de Rotterdamse Kunstroof.
Het probleem van de verjaring en goede trouw
in deze zaak lijkt hierdoor niet heel groot. Ook
na afloop van de verjaringstermijn loopt zowel
de dief als de koper van de kunst risico op een
strafvervolging wegens heling van de gestolen
kunst.
Zowel de dief als de verkrijger zijn naast dit
alles aansprakelijk voor een onrechtmatige
daad wegens het verborgen houden van de
gestolen zaak, de schadevergoeding kan daarbij
bestaan in de teruggave van de gestolen kunst
aan de oorspronkelijke eigenaar14. De besto-
lene heeft vijf jaar de tijd om zijn eigendom
via de rechter op te eisen, te rekenen vanaf
het moment dat hij weet waar en tegen wie
hij moet procederen - bijvoorbeeld wanneer
een schilderij weer opduikt, omdat de dief het
kunstwerk probeert te verkopen, ook al is de
dief inmiddels al jaren eigenaar. Minister Ivo
Opstelten stelt in zijn brief dat de dief noch
de heler eigenaar wordt van de gestolen zaak,
hij heeft daarom geen voornemens de regels
met betrekking tot verjaring te wijzigen.15 Naar
mijn idee zijn de slachtoffers van de kunstroof
hiermee voldoende beschermd. Wel denk ik
dat voor kunstwerken die geen beschermd
cultuurbezit zijn, zowel een langere termijn
als strengere eisen voor onderzoeksplicht van
de koper gesteld kunnen worden.
Al jaren wordt er gesproken van een zoge-
naamde zesjescultuur. Men zegt dat de scho-
lieren en studenten van tegenwoordig minder
gedreven zijn dan vroeger en zich tevreden
stellen met matige cijfers. Een zes is voldoende,
er wordt niet meer gestreefd naar het hoogst
haalbare. Maar klopt dit beeld wel? Hoe zit dat
voor rechtenstudenten? Heerst er een zesjes-
cultuur binnen onze studie of valt het allemaal
wel mee?
Rechtsgeleerdheid heeft, vergeleken met andere
studies, erg weinig contacturen. Hoewel er per
week een groot aantal uren aan zelfstudie van
je verwacht wordt, heeft lang niet iedereen dit
nodig. Met een minimum aan inspanning kun-
nen de meeste studenten makkelijk een zesje
halen. En een zes is prima toch? Zolang de studie-
punten maar binnen komen. Naast studeren zijn
er namelijk veel leukere dingen te bedenken om te
doen. In je eerste jaar kom je aan in onze mooie
Domstad waar elke avond wel ergens een feestje
is, je woont voor het eerst op kamers en hebt geen
ouders meer die zeuren dat je meer voor je studie
moet doen. Je leert veel nieuwe mensen kennen,
wordt misschien lid bij een studentenvereniging,
de kroegen hebben geen sluitingstijd, borrels met
gratis bier zijn van de orde van de dag, gala’s,
festivals, huisweekends… Genoeg excuses te
bedenken om die boeken nog even een dagje dicht
te laten. Dit is de instelling van de gemiddelde
beginnend rechtenstudent. Al tijdens het eerste
jaar van de studie valt echter een aanzienlijk
gedeelte van de studenten af, een gemotiveer-
dere en ambitieuzere groep achterlatend. Na
anderhalf jaar hebben de meeste mensen wel
hun draai gevonden in de nieuwe stad, waarop
de nadruk meer op de studie komt te liggen.
Een groot verschil in mentaliteit is bovendien
te zien tussen bachelor- en masterstuden-
ten. Waar tijdens de bachelor velen zich nog
tevreden stellen met een cijfergemiddelde van
een 6,5, uitzonderingen daargelaten, spelen
cijfers tijdens de master een veel grotere rol.
Het moment van afstuderen en solliciteren
komt steeds dichterbij, wat ertoe leidt dat de
meeste studenten de studie een stuk serieuzer
nemen.
De studielast bij rechtsgeleerdheid mag dan
wel laag zijn, dit wil niet zeggen dat rechten-
studenten alleen maar zuipen en feest vieren.
Juist bij een zo populaire en relatief gemak-
kelijke studie, is het zaak om jezelf te onder-
scheiden van anderen. Bijna iedereen doet
tegenwoordig wel een commissie bij een ver-
eniging, een bijbaantje of vrijwilligerswerk is de
normaalste zaak van de wereld, een halfjaar in
het buitenland studeren is ontzettend populair,
veel studenten doen bestuurservaring op bij
een vereniging, tijdens de studie worden stages
bij advocatenkantoren of andere bedrijven
gelopen, etc. Studeren is niet de enige manier
om jezelf te ontwikkelen. Dat dit er soms toe
leidt dat er wat minder tijd overblijft om met
je neus in de boeken te zitten, so be it.
Het lijkt erop dat het halen van hoge cijfers
voor veel studenten niet meer de prioriteit is,
maar is dit echt een probleem? Natuurlijk zou
iedereen wel eens wat meer tijd in zijn studie
kunnen stoppen, maar om nou te zeggen dat
er sprake is van een zesjescultuur binnen de
studie rechtsgeleerdheid, vind ik persoonlijk
overdreven. Het negatieve beeld van de ‘luie,
ongemotiveerde student’ wordt door slechts
een kleine groep naar buiten gedragen. Er zijn
genoeg studenten die goede cijfers halen en
ook nog veel andere dingen naast hun studie
doen. Bovendien zou je je af kunnen vragen of
er niet teveel nadruk gelegd wordt op cijfers.
Sommige dingen leer je nu eenmaal niet uit
een boek.
Zesjescultuur of niet? De mentaliteit van rechtenstudenten
Tekst door Inge van der Linden
ColumnMinister Ivo Opstelten stelt in zijn brief dat de dief noch de heler eigenaar wordt van de gestolen zaak, hij heeft daarom geen voornemens de regels met betrekking tot verjaring te wijzigen.
noten1 Artikel 72 Sr2 Minister van Veiligheid en Justitie, I. Opstelten, Antwoorden Kamervragen over de straf- en civielrech-telijke verjaringstermijnen bij diefstal in het algemeen en kunstroof in het bijzonder, 12 november 2012 3 Rechtbank Rotterdam 25 oktober 2012, LJN: BY13094 Artikel 3:105 jo. artikel 3:306 BW5 Artikel 3:316 – 318 BW6 Artikel 3:310 lid 4 BW, Wet van 27 september 2012, Stb. 2012, 4547 J. Ramaer, Verjaring kunstroof naar 30 jaar, 30 april 2005, Volkskrant8 Artikel 3:84 BW9 Hoge Raad 14 november 1997, NJ 1998, 147, Uitslag/Wolterink
10 Pitlo, Goederrecht, Hoofdstuk 5.1 11 Artikel 3:314 lid 2 jo. artikel 3:306 BW12 Artikel 14a lid 2 van de “Wet tot behoud van cultuurbezit” 13 Richtlijn 93/7/EEG, arti-kel 7 betreffende de terug-gave van cultuurgoederen die op onrechtmatige wijze buiten het grondgebied van een EG-lidstaat zijn gebracht14 Artikel 6:103 BW15 Minister van Veiligheid en Justitie, I. Opstelten, Antwoorden Kamervragen over de straf- en civielrech-telijke verjaringstermijnen bij diefstal in het algemeen en kunstroof in het bijzon-der, 12 november 2012
Virgin Mary, redeem us of Putin’ 27
AanleidingOp 21 februari 2012 traden drie leden van
de band Pussy Riot, gekleed met gekleurde
bivakmutsen, tijdens een kerkdienst op in het
Christus de Verlosser Kathedraal in Moskou.
In hun punkgebed ‘Holy Shit’ bekritiseren de
leden van Pussy Riot de nauwe banden die be-
staan tussen president Poetin en de Russische-
orthodoxe kerk1. Het was een protestactie
tegen de herverkiezing van President Poetin.
Het optreden duurde nog geen minuut. De
leden werden al gauw door de bewaking naar
buiten gebracht. Het beeldmateriaal van het
optreden in de kathedraal werd later gebruikt
in een videoclip. Op 3 maart werden twee leden
van Pussy Riot gearresteerd en beschuldigd
van hooliganisme. Op 16 maart werd nog een
derde lid gearresteerd, die eerder als getuige
in de zaak was gehoord. De leden van Pussy
Riot zelf betoogden dat hun lied een politieke
aanklacht was en geen aanval op de godsdienst2.
UitspraakDrie leden van de punkband kregen in eerste
instantie twee jaar werkstraf. Opvallend is
dat de Russische orthodoxe Kerk om genade
vroeg3. Toch werd in hoger beroep de werk-
straf voor 2 jaar bevestigd voor twee leden
van de punkband. Het derde lid heeft een
voorwaardelijke straf gekregen. Zij werd door
bewakers verwijderd uit de kathedraal in
Moskou nog voor de band begon aan het anti-
poetinlied. De andere twee vrouwen moeten
hun straf helemaal uitzitten4. Zij overwegen
dan ook om hun zaak aan het Europees Hof
voor de Mensenrechten voor te leggen. Ook
oordeelde de rechtbank dat alle internetsites
waarop de filmpjes van Pussy Riot zijn te zien
worden geblokkeerd5. Reden voor de blok-
kering van deze internetsites is dat in de clips
uitspraken te horen en handelingen te zien
zijn die gelovigen kunnen kwetsen, zo meent
de rechter. Ook bevatten de clips volgens de
rechter oproepen tot oproer en ongehoor-
zaamheid.
ReactiesOver de hele wereld kwamen reacties op
de uitspraak van de rechter. Premier Medvedev
en kerkelijke autoriteiten lieten weten dat
de drie vrouwen wat betreft hen konden
worden vrijgelaten6.
Ook EU-Buitenlandchef Catherine Ashton
zette ernstige vraagtekens bij de rechtsgang
in Rusland. Zij vindt niet alleen het vonnis
van 2 jaar cel buitensporig maar ook zijn er
berichten over mishandeling van de vrouwen
tijdens het voorarrest. Ashton is van mening
dat de uitspraak in strijd met Ruslands
plicht is om de vrijheid van meningsuiting te
waarborgen en had verwacht dat het von-
nis in hoger beroep werd herzien7. Voormalig
minister Uri Rosenthal van Buitenlandse zaken
is teleurgesteld over de veroordeling van
Pussy Riot en noemt de straf veel te hoog8.
Wat zegt het EHRM?Rusland is een verdragsstaat bij het Europees
Verdrag voor de Rechten van de Mens. Dit
betekent dat Russische onderdanen zich kun-
Thema
‘Virgin Mary, redeem us of Putin’
Tekst door Yasemin Karadavut
De leden van Pussy Riot zelf betoogden dat hun lied een politieke aanklacht was en geen aanval op de godsdienst
28 Virgin Mary, redeem us of Putin’
nen beroepen op dit bedrag. Het EVRM is in
deze casus van belang omdat het de vrijheid
van meningsuiting betreft. Het EVRM bepaalt
dat een ieder recht heeft op een vrije menings-
uiting9. Volgens het EHRM is de vrijheid van
meningsuiting van onmisbaar belang bij het
voeren van een volwaardig publiek debat over
kwesties van algemeen belang, zonder welke
een democratische, pluriforme en open samen-
leving niet goed denkbaar is. Vanwege deze
rol biedt dit recht niet alleen bescherming
wanneer denkbeelden instemmend worden
ontvangen, maar ook als ze ‘ shock, offend, or
disturb’10. Dit geldt ook voor het publiceren
van culturele en artistieke uitingen. Dit wil
niet zeggen dat de vrijheid van meningsuiting
onbeperkt is. De vrijheid van meningsuiting
mag alleen worden beperkt indien de uiting
aanzet tot haat of het gebruik van geweld
propageert. In de context van religie behelst
dit onder andere de plicht om zich te onthou-
den van uitingen die voor anderen nodeloos
beledigend zijn11. Nodeloos houdt onder meer
in dat de uiting geen bijdrage beoogt te leveren
aan het publieke debat.
Gerechtvaardigde beperking van vrijheid van meningsuiting?Op grond van artikel 10 lid 2 EVRM kan de
vrijheid van meningsuiting worden beperkt.
Alle beperkingen aan de vrijheid van menings-
uiting moeten beantwoorden aan de voor-
waarden in lid 2. Ten eerste moet sprake
zijn van een rechtsgrond in de nationale
rechtsorde. Ten tweede moet een wettig doel
bestaan en ten derde moet er een noodzaak
zijn in de democratische samenleving om dit
recht te beperken.
De protesten van Pussy Riot waren over het
algemeen gezegd vreedzaam. Hun boodschap
kan voor sommige mensen als beledigd wor-
den ervaren maar dit is geen gegronde reden
om het recht op vrije meningsuiting te beper-
ken12. Het recht op vrijheid van religie strekt
zich namelijk niet zo ver uit dat religieuzen
worden beschermd tegen belediging, kritiek
of spot. Ook Amnesty International betoogt
dat het optreden van de drie bandleden van
Pussy Riot in de kathedraal geen criminele
daad was volgens het internationaal recht
noch volgens het Russische strafrecht13.
Het enige wat de vrouwen van Pussy Riot
deden was het bekritseren van president
Poetin en de Russische orthodoxe kerk. Zij
hebben niet opgeroepen tot geweld, haat of
discriminatie tegen aanhangers van de kerk,
tegen Poetin of Poetins politieke aanhangers.
De verstoring door het optreden van Pussy
Riot was minimaal. Het optreden kan provo-
cerend worden genoemd maar er was zeker
geen sprake van ernstige bedreiging voor het
uitoefenen van het geloof voor de aanwezigen
in de kerk14.
Het Europese Hof van de Rechten van de
Mens heeft herhaaldelijk gesteld dat de vrije
meningsuiting ook geldt voor ideeën die bele-
digend of aanstootgevend zijn. De beperking
van de vrijheid van meningsuiting is dan ook
niet rechtvaardig.
Uitgaande van de feiten en de uitspraken van
het Europees Hof van de Rechten van de Mens
kan worden betoogd dat de leden van Pussy
Riot ten onrechte zijn veroordeeld tot 2 jaar
werkstraf door de Russische rechter. Ook het
blokkeren van internetsites waarop de filmpjes
van het optreden van Pussy Riot op te zien
zijn valt hier onder.
Hoe nu verder?Het gewraakte optreden van Pussy Riot
zorgde niet alleen voor veel opspraak in de
media maar zorgde ook voor dat de Russische
regering het kwetsen van religieuze gevoelens
zwaarder wil bestraffen door het voortaan als
misdrijf te bestempelen15. Volgens het bij het
parlement ingediende wetsvoorstel kan een
godslasteraar dan maximaal 3 jaar gevangenis-
straf krijgen. Op het beschadigen van heilig-
dommen staat maximaal 5 jaar cel. Dit wets-
voorstel is betreurend. Ondanks dat de vrij-
heid van godsdienst een belangrijk grondrecht
is mag aan het belang van de vrijheid van
meningsuiting niet worden voorbijgegaan.
De leden van Pussy Riot overwegen om naar
het Europees Hof van de Rechten van de Mens
te gaan. Gezien de feiten en omstandigheden
zou deze stap gunstig voor de twee bandleden
uit kunnen pakken. Het zou zonde zijn wanneer
zij deze kans niet benutten. Tot die tijd kunnen
wij niets anders doen dan toekijken en de
uitspraak van de Russische rechter betreuren.
noten1 http://www.nu.nl/muziek/2930437/rechter-handhaaft-straf-twee-leden-pussy-riot.html2 http://www.nu.nl/mu-ziek/2870660/pussy-riot-wilde-niemand-beledigen.html3 http://www.nu.nl/buiten-land/2887446/orthodoxe-kerk-vergeeft-pussy-riot.html4 http://www.nu.nl/muziek/2930437/rechter-handhaaft-straf-twee-leden-pussy-riot.html5 http://www.nu.nl/muziek/2969889/sites-met-videoclips-pussy-riot-ge-blokkeerd-in-rusland.html6 http://www.nu.nl/mu-ziek/2907875/medvedev-vrijlating-pussy-riot.html7 http://www.europa-nu.nl/id/vj24nis38qz2/nieuws/eu_twij-
felt_aan_eerlijk_proces_pussy?ctx=vh6ukzb3nnt08 http://www.europa-nu.nl/id/vj24niryr9z1/nieuws/rosenthal_veel_te_hoge_straf_voor_pussy9 Zie artikel 10 EVRM10 Zie uitspraak EHRM, 7 december 1976, Handyside – VK (appl. no. 5493/72), § 4911 Zie uitspraak EHRM, 20 september 1994, Otto-Pre-minger-Institut – Oostenrijk (appl.no. 13470/87, NJ 1995, 366, m.nt. EJD) § 4912 http://www.amnesty.nl/pussyriot13 http://www.amnesty.nl/pussyriot14 http://www.amnesty.nl/pussyriot15 http://www.nu.nl/buiten-land/2919097/rusland-wil-godslasteraars-zwaarder-straffen.html
Virgin Mary, redeem us of Putin’ 29
Uitgaande van de feiten en de uitspraken van het Europees Hof van de Rechten van de Mens kan worden betoogd dat de leden van Pussy Riot ten onrechte zijn veroordeeld tot 2 jaar werkstraf door de Russische rechter.
De protesten van Pussy Riot waren over het algemeen gezegd vreedzaam. Hun boodschap kan voor sommige mensen als beledigd worden ervaren maar dit is geen gegronde reden om het recht op vrije meningsuiting te beperken.
Eenmaal, andermaal, verkocht 31
VertegenwoordigingBij een veilingkoop zullen doorgaans drie
partijen betrokken zijn: de inbrenger die het
tot zijn eigendom behorende kunstwerk te
koop aanbiedt, het veilinghuis dat het kunst-
werk voor de inbrenger verkoopt en tot slot
de koper.
De koper is degene die door middel van
het uitbrengen van het hoogste bod op de
veiling het kunstwerk heeft gekocht. Maar met
wie heeft deze koper nu eigenlijk een koop-
overeenkomst gesloten?
Om deze vraag te beantwoorden is het van
belang erachter te komen in welke hoedanig-
heid het veilinghuis de kunstwerken te koop
aanbiedt. Het gaat hier om de vraag of de
veiling in naam van de inbrenger of in eigen
naam handelt. In het eerstgenoemde geval is er
sprake van onmiddellijke vertegenwoordiging
waarbij het veilinghuis als vertegenwoordiger
of tussenpersoon in naam van de principaal,
de inbrenger, het kunstwerk verkoopt.2 Een
vorm van onmiddellijke vertegenwoordiging
is volmacht, artikel 3:60 van het Burgerlijk
Wetboek (hierna: BW). Bij volmacht is niet
vereist dat de gevolmachtigde bij elke hande-
ling de naam van zijn volmachtgever noemt.
Of een rechtshandeling wordt verricht in
de hoedanigheid van vertegenwoordiger is
afhankelijk van hetgeen partijen ‘over en weer
uit elkaars verklaringen en gedragingen hebben
afgeleid.’3 Het is echter wel essentieel dat de
vertegenwoordiger uiteindelijk laat weten voor
wie hij handelt. Veilinghuizen zullen veelal de
identiteit van de inbrenger uit privacyoverwe-
gingen niet willen onthullen. Bovendien hebben
zij doorgaans in hun algemene voorwaarden
opgenomen dat zij geenszins verplicht zijn om
de naam van de inbrenger openbaar te maken.4
Nu het hier geen ‘traditionele’ volmacht in de
zin van artikel 3:60 BW betreft, zou het moge-
lijk wel onder artikel 3:67 BW kunnen worden
geschaard. Dit artikel bepaalt dat degene die
een overeenkomst aangaat in naam van een
nader te noemen volmachtgever, de naam van
Thema
Eenmaal, ander-maal, verkochtHet (on)recht rondom de veiling- en kunstkoop
Tekst door Chaya Sikken
Stel je voor: je zit in de veilingzaal van een vooraanstaand veilinghuis en brengt
door middel van het opsteken van een paddle een bod uit op het kunstwerk
dat is gemaakt door een gerenommeerd kunstenaar.1 Voor je het weet hoor je
de veilingmeester ‘Eenmaal, andermaal, verkocht’ uitroepen, waarna hij met
zijn hamer slaat en het aan jou toebehorende nummer uitspreekt: jij blijkt de
hoogste bieder, dus het kunstwerk is van jou! Maar stel nu dat het kunstwerk
achteraf toch niet helemaal aan de verwachtingen blijkt te voldoen, wie kun je
hierop aanspreken en op welke grond?
30 Eenmaal, andermaal, verkocht
deze volmachtgever dient te noemen binnen
een redelijke termijn. Aan de hand van het
tweede lid van ditzelfde artikel – waarin is be-
paald dat indien de naam van de volmachtgever
niet binnen een redelijke termijn bekend wordt
gemaakt, de gevolmachtigde geacht wordt de
overeenkomst voor zichzelf te zijn aangegaan-
kan worden betoogd dat een veilinghuis dat
weigert de identiteit van de inbrenger te ver-
klappen in eigen naam de koopovereenkomst
heeft gesloten en dus zelf door de koper kan
worden aangesproken indien zich problemen
voordoen.5 In dit geval spreken we van middel-
lijke vertegenwoordiging.6
WanprestatieDe koper die naderhand niet tevreden is met
zijn aankoop en hier gegronde redenen toe
heeft zal hier hoe dan ook iemand op willen
aanspreken. Een gegronde reden kan zijn dat
de omschrijving in de catalogus niet overeen-
komt met hetgeen werkelijk is aangeschaft.
Bijvoorbeeld: de koper denkt een kostbaar
schilderij van een wereldberoemde kunstenaar
te hebben bemachtigt, terwijl later blijkt dat
het niet afkomstig is van deze wereldberoemde
schilder, maar van één van zijn leerlingen.
In dat geval zijn er voor de koper enkele
gronden waarop hij zijn verhaal kan baseren.7
De teleurgestelde koper kan stellen dat er
sprake is van wanprestatie en zich beroepen
op de non- conformiteit. Het schilderij dat
hij heeft gekocht beantwoordt immers niet
aan de overeenkomst nu het, ‘mede gelet op
de aard van de zaak en de mededelingen die
de verkoper over de zaak heeft gedaan, niet
de eigenschappen bezit die hij op grond van de
overeenkomst mocht verwachten.’8 Hierbij kan
de omschrijving in de catalogus van het veiling-
huis worden opgevat als een mededeling van
de verkoper , ongeacht of dit nu het veilinghuis
of de inbrenger is. Een beroep op non-con-
formiteit blijkt in de praktijk nauwelijks kans
van slagen te hebben, aangezien uit de jurispru-
Veilinghuizen zullen veelal de identiteit van de inbrenger uit privacyoverwegingen niet willen onthullen. Bovendien hebben zij doorgaans in hun algemene voor-waarden opgenomen dat zij geenszins verplicht zijn om de naam van de inbrenger openbaar te maken.
dentie naar voren komt dat de omschrijving
in de catalogus als een garantie moet kunnen
worden beschouwd. 9 In een uitspraak van
het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch bijvoor-
beeld, had een vordering tot ontbinding van
de overeenkomst op grond van wanprestatie
geen succes nu er geen garantie was gegeven
voor de aanwezige eigenschappen, maar het
slechts een beschrijving van de eigenschappen
betrof.10 Een ander voorbeeld is de uitspraak
van de rechtbank Arnhem, waarin de rechter
overwoog dat een beroep op non-conformiteit
eventueel zou kunnen slagen in het geval de
authenticiteit van het kunst onvoorwaardelijk
was gegarandeerd. Daar voegt de rechtbank
nog aan toe dat een dergelijke onvoorwaar-
delijke garantie omtrent de authenticiteit in
principe niet kan worden gegeven indien het
gaat om een kunstwerk uit de vorige eeuw en
dat dit tevens ‘in de kunsthandel een feit van
algemene bekendheid is’.11
DwalingNu een beroep op wanprestatie gedoemd is
te mislukken, kan dan wellicht een vordering
op grond van dwaling uitkomst bieden? Bij het
zien van de woorden dwaling en koop van een
kunstobject gaat er misschien bij de meeste
rechtenstudenten een belletje rinkelen en
doet hen dit denken aan het arrest Kantharos
van Stevensweert.12 Deze zaak komt op het
volgende neer. In 1943 wordt bij de Maas in
Stevensweert een, naar het lijkt, doodgewone
beker opgegraven. De beker wordt doorver-
kocht en gelegateerd waarna de eigenaars hem
laten onderzoeken door enkele deskundigen
die verondersteld worden verstand van zaken
te hebben. Deskundige Van Baaren schakelt de
hulp in van goede bekende, edelsmid Brom.
Brom heeft altijd volgehouden niets van de
werkelijke waarde van de beker te hebben
vermoed op het moment dat hij hem in
handen kreeg. Van Baaren blijkt zeer geïnteres-
seerd in de beker en koopt hem voor 125
gulden, waarbij hij opvallend genoeg op naam
van Brom komt te staan. Enige tijd nadat de
koopovereenkomst is gesloten besluit Brom
toch nog eens goed naar de beker te kijken
en ontdekt hierbij tot zijn verbazing dat de
beker afstamt uit de Grieks-Romeinse tijd.
De beker blijkt zeer kostbaar en heel wat
meer waard dan het schamele bedrag waar-
voor het is verkocht. De verkopers voelen zich,
zacht uitgedrukt, in de maling genomen en vor-
deren vernietiging van de koopovereenkomst
op grond van bedrog dan wel dwaling. De
rechtbank gaat mee met de dwaling. Het hof
oordeelt daarentegen dat hoewel er sprake is
van wederzijdse dwaling, het afkomstig zijn uit
de Grieks-Romeinse tijd een zodanig bijzon-
dere eigenschap is dat niet kan worden gezegd
dat het de zelfstandigheid van de zaak raakt
oftewel dat deze eigenschap geen betrekking
heeft op hetgeen partijen bij het sluiten van de
overeenkomst voor ogen hadden.13 De Hoge
Raad verwerpt het cassatieberoep van de
verkopers met de overweging dat iemand die
zijn zaak verkoopt daarmee het risico loopt
dat die zaak naderhand eigenschappen blijkt
te bezitten waarvan hij zich ten tijde van de
verkoop geen voorstelling had kunnen maken
en dat daarom de dwaling naar verkeersopvat-
ting voor zijn eigen rekening komt.14
Hoewel het in de Kantharos-zaak ging om
verkopersdwaling, geldt voor kopersdwaling
eveneens dat een beroep op dwaling niet snel
door de rechter wordt gehonoreerd. Zo kreeg
een koper die in 1944 voor een aanzienlijk
bedrag een schilderij had gekocht en op basis
van twee deskundigenverklaringen ervan
uitging dat het schilderij was geschilderd door
kunstenaar Hercules Seghers, wat naar latere
deskundigenverklaringen niet het geval bleek
te zijn, van zowel het hof als de Hoge Raad te
horen dat hij er niet op had mogen vertrou-
wen dat een deskundigenoordeel door de
jaren heen niet zou wijzigen.15
Algemene voorwaardenUit bovengenoemde arresten kan worden
opgemaakt dat een beroep op dwaling niet
snel zal slagen indien er is gedwaald omtrent
32 Eenmaal, andermaal, verkocht
de waarde van een zaak, ongeacht of die zaak
heel veel of juist helemaal niets waard blijkt
te zijn. In het Kantharos-arrest heeft de Hoge
Raad ook duidelijk gemaakt dat vernietiging
wegens dwaling wel tot de mogelijkheden
behoort, indien er omstandigheden zijn waarin
de koper op de hoogte was van een bepaalde
eigenschap en hier op grond van de eisen van
de goede trouw verplicht was aan de verkoper
mede deling van te doen.16
Hier ligt voor de rechtzoekende (ver)koper
dus een kleine kans om zijn gelijk te halen.
Toch zijn er ook onder dergelijke omstandig-
heden situaties denkbaar waarin de koper met
lege handen achterblijft. Bijvoorbeeld in het
geval het kunstobject is gekocht op een veiling
en het veilinghuis elke vorm van aansprakelijk-
heid en schadevergoedingsverplichting of de
mogelijkheid tot ontbinding bij wanprestatie
heeft uitgesloten in de algemene voorwaarden.
Eventueel kan de koper, mits dit een natuurlijk
persoon is die niet handelt in de uitoefening
van een beroep of bedrijf, proberen zodanige
bedingen te vernietigen op de grond dat zij
onredelijk bezwarend zijn ex artikel 6:236
BW en 6:237 BW.17 Een professionele koper
heeft vooralsnog pech, hoewel deze natuurlijk
altijd de hoop mag houden dat hij zal worden
beschermd door de derogerende werking van
de redelijkheid en billijkheid.
Dat de positie van de kunstkoper verre van
sterk is, is wel gebleken. Mocht er überhaupt
al duidelijkheid bestaan over wie de koper bij
problemen kan aanspreken, dan nog is aller-
minst zeker of zijn rechtsvordering zal slagen.
En zelfs als er een kans op succes is, is het
goed mogelijk dat de algemene voorwaarden
die veilinghuizen hanteren alsnog roet in het
eten gooien. De enthousiaste koper kan dus
beter maar twee keer nadenken voordat hij
zijn paddle in de lucht steekt.
Bij het zien van de woorden dwaling en koop van een kunstobject gaat er misschien bij de meeste rechtenstudenten een belletje rinkelen en doet hen dit denken aan het arrest Kantharos van Stevensweert
Eenmaal, andermaal, verkocht 33
Een beroep op non-conformiteit blijkt in de praktijk nauwelijks kans van slagen te hebben, aangezien uit de jurisprudentie naar voren komt dat de omschrijving in de catalogus als een garantie moet kunnen worden beschouwd
noten1 Een paddle is een bordje met een nummer erop, waarmee kan worden geboden. 2 Jac. Hijma e.a, Rechts-handeling en overeenkomst (Studiereeks Burgerlijk Recht), Deventer: Kluwer 2010, p. 79.3 HR 11 maart 1977, NJ 1977, 521 (Kribbebijter). 4 S.Y.Th. Meijer, ‘Vertegen-woordiging voor nader te noemen meester?’, WPNR 1999/6371, p. 693. 5 S.Y.Th. Meijer, ‘Vertegen-woordiging voor nader te noemen meester?’, WPNR 1999/6371, p. 695.6 Jac. Hijma e.a, Rechts-handeling en overeenkomst (Studiereeks Burgerlijk Recht), Deventer: Kluwer 2010, p. 79.7 R.W Polak, ‘Veilinghuizen tussen recht en reputatie: aansprakelijkheid van het veilinghuis voor onjuiste omschrijvingen in de cata-logus’, in: R.J. Klomp & T.A. Schiphof (red.), Kunst onder de hamer. Juridische aspecten van de veilingkoop, Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2009, p. 76. 8 Aldus artikel 7:17 lid 2 BW. 9 R.W Polak, ‘Veilinghuizen tussen recht en reputatie: aansprakelijkheid van het veilinghuis voor onjuiste omschrijvingen in de cata-logus’, in: R.J. Klomp & T.A. Schiphof (red.), Kunst onder de hamer. Juridische aspecten van de veilingkoop, Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2009, p. 77.
10 Hof ’s-Hertogenbosch 18 mei 1982, NJ 1983, 133, r.o. 9.11 Rb. Arnhem 17 juli 1997, NJkort 1997, 79, r.o. 11. 12 HR 19 juni 1959, NJ 1960, 59.13 M.M. van Rossum, ‘Enige beschouwingen over kunstkoop’, RMTh 1997, p. 356. Zie ook A.A.H.M. Gommers & M. Hiemstra, ‘Het Kantharosproces’, in: W.M.J. Bekkers & A.A.H.M. Gommers (red.) De Kantha-ros. Over recht en onrecht in de rechtspleging, Deventer: Kluwer 1998, p. 38. 14 M.M. van Rossum, ‘Enige beschouwingen over kunst-koop’, RMTh 1997, p. 357.15 R.W Polak, ‘Veiling-huizen tussen recht en reputatie: aansprakelijkheid van het veilinghuis voor onjuiste omschrijvingen in de catalogus’, in: R.J. Klomp & T.A. Schiphof (red.), Kunst onder de hamer. Juridische aspecten van de veilingkoop, Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2009, p. 81.16 A.A.H.M. Gommers & M. Hiemstra, ‘Het Kantharosproces’, in: W.M.J. Bekkers & A.A.H.M. Gom-mers (red.) De Kantharos. Over recht en onrecht in de rechtspleging, Deventer: Kluwer 1998, p. 44. 17 P.L. Loeb, ‘Algemene voorwaarden bij veilingen van kunst’, in: R.J. Klomp & T.A. Schiphof (red.), Kunst onder de hamer. Juridische aspecten van de veilingkoop, Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2009, p. 104.
Kunstmatige kinderporno 35
“Kielhalen en ogen uitsteken!”. “Zonder proces
levend verbranden!”. Het is de gemiddelde
reactie onder een nieuwsbericht over pedo-
seksuelen en pedofilie. De opwinding is, vaak
terecht, heftig. Het was daarom geen gemakke-
lijke boodschap die seksuoloog Erik van Beek
kwam verkondigen in oktober van dit jaar.
”Geef pedofielen het recht om te kijken naar
kunst-kinderporno,” zo luidde zijn controver-
siële oproep in onder andere Trouw1 en
DWDD2. Beelden die levensecht zijn, maar
waarvoor geen kinderen worden misbruikt.
Het gevoelsmatig uiterst smakeloze plan stond
direct garant voor discussie. Bedreigingen,
steunbetuigingen en woede gingen richting alles
en iedereen die iets over pedofilie te zeggen
had. Met computers geproduceerde beelden
zouden de drang om naar echte kinderporno
te kijken moeten kunnen indammen, zo bedacht
Van Beek. Sterker nog: het voorkomt kinder-
misbruik. Kunstmatige kinderporno: verwerpelijk
en pervers, of een oplossing voor de onrusten
van pedofielen?
Huidige wetgevingKinderporno is strafbaar. De huidige wetgeving
die kinderporno in Nederland verbiedt,
bestaat sinds de jaren ’80. Art. 240b Sr. ziet op
het verbod van (onder andere) het bezit van
afbeeldingen van seksuele gedragingen door
minderjarigen.
In het huidige Wetboek van Strafrecht wordt
dit verbod geregeld in art. 240b:
1. Met gevangenisstraf van ten hoogste vier
jaren of geldboete van de vijfde categorie
wordt gestraft degene die een afbeelding -
of een gegevensdrager, bevattende een
afbeelding - van een seksuele gedraging,
waarbij iemand die kennelijk de leeftijd
van achttien jaar nog niet heeft bereikt,
is betrokken of schijnbaar is betrokken,
verspreidt, aanbiedt, openlijk tentoonstelt,
vervaardigt, invoert, doorvoert, uitvoert,
verwerft, in bezit heeft of zich door middel
van een geautomatiseerd werk of met
gebruikmaking van een communicatiedienst
de toegang daartoe verschaft.
2. Met gevangenisstraf van ten hoogste acht
jaren of geldboete van de vijfde categorie
wordt gestraft degene die van het plegen
van een van de misdrijven, omschreven in
het eerste lid, een beroep of een gewoonte
maakt.
Bij de invoering van het Nederlands verbod
op kinderporno stond een gevangenisstraf
van hooguit drie maanden op het bezit, het
verspreiden, enz. enz. enz., van kinderporno.
Inmiddels is de straf die hierop staat verhoogd
naar een maximum van vier of acht jaren
gevangenisstraf.
Veel pornografisch materiaal wordt tegen-
woordig niet meer van het internet wordt
gedownload en wordt opgeslagen op een
computer, maar direct van een website wordt
afgespeeld. Daarom werd in 2007 bij een
Europees verdrag naast het bezit, ook het
herhaaldelijk en doelbewust bezoeken van
websites waarop dergelijk materiaal te vinden
is strafbaar gesteld3.
Kunstmatige kinderporno: uitkomst of pervers?
Tekst door Marcel René Bamberg
Thema
Link up.
Delicious
Slash Dot
Newsvine
Yahoo
Microsoft
App Store
Qik
Tumblr
Behance
Friendster
RSS
Flickr
MySpace
Mixx
FriendFeed
SlideShare
Yahoo Buzz
MSN
Amazon
Vimeo
WordPerss
Design Float
Bebo
StumbleUpon
Skype
YouTube
Netvibes
Apple
Last.fm
Viddler
Blogger
Deviant Art
Squidoo
Retweet
Digg
Technorati
Google Talk
AOL
MobileMe
Mister Wong
Virb
Posterous
Design Bump
Share This
Update #1
Update #2
Google Buzz
Ebay
Gowalla
Podcast
Button Red
Picasa
Feedburner
ICQ
Paypal
Button Blue
Button White
Bing
WordPress (blue)
Metacafe
Heart
Button Orange
Button Light Blue Button Yellow
Meetup
Drupal
Yelp
Star
Green
IconDock Foursquare
Identi.ca
Ember App
Hyves
Vind je het een spannende uitdaging om hechte relaties op te bouwen met gerenommeerde, internationale cliënten? Wil je de grenzen van je praktijkgebied verleggen naar een breed spectrum van sectoren? Heb je het talent, inzicht én de energie om de meest complexe transacties succesvol af te ronden? Link dan met Linklaters! Wij zijn een wereldwijd, toonaangevend kantoor met advocaten, notarissen en fiscalisten. We zijn altijd op zoek naar jong toptalent. Dus als jij carrière wilt maken in een open en toegankelijke omgeving, waarin pragmatisme en vernieuwend denken centraal staan, bekijk dan onze stagemogelijkheden en vacatures op www.linklatersgraduates.nl
Winnaar Gouden Zandloper: snelste groeier 2008 – 2012
315174_holland_297x210 [+3].indd 1 19/06/2012 09:38
36 Kunstmatige kinderporno
Het voorstel van Van BeekHet legaliseren van niet van echt te onder-
scheiden nepbeelden van misbruik van
kinderen. Het klinkt op het eerste gezicht als
een misselijkmakend voorstel. Kinderporno,
iets wat terecht verboden is, verwerpelijk en
obsceen, zo goed mogelijk door kustenaars
na laten maken en beschikbaar stellen voor
pedofielen die worstelen met hun seksuele
behoeften, gebeurt echter al jaren. Zoals
echte kinderporno een markt heeft, zo heeft
kunstporno dat ook. Zo levensecht, dat de
kunstmatige variant van echt niet meer te
onderscheiden is.
Al sinds het begin van deze eeuw bestaat
de mogelijkheid om computerbeelden zo goed
te laten lijken, dat kinderporno kan worden
gemaakt zonder dat daarvoor kinderen wor-
den misbruikt. Technologie staat steeds minder
in de weg. We zijn nog net niet zo ver dat een
PS3-game van echt niet te onderscheiden is,
maar hoe lang duurt dat nog? Virtuele kinder-
porno is al tien jaar in opkomst en zou volgens
de betogers een uitkomst kunnen bieden. Het
biedt pedofielen een legale uitkomst. Het voor-
komt excessen van pedofielen. Het voorkomt
dat misbruik van kinderen noodzakelijk is voor
de productie van kinderporno. Het verkrimpt
de markt voor kinderporno door een groeiend
aanbod van ‘schoon’ materiaal.
Pedofiele neigingen en kunstpornoJaarlijks behandelt het OM ongeveer 2050
tot 2350 zaken die draaien om seksueel
misbruik van minderjarigen4. Hierbij gaat het
echter enkel om pedoseksuelen, die zich dus
daadwerkelijk schuldig maken aan seks met
minderjarigen. Het aantal Nederlanders met
pedofiele gevoelens is veel groter, maar lastig
vast te stellen. Naar schatting kent onze
bevolking een percentage van 1% aan pedofie-
len5. Dat zou in Nederland betekenen dat het
gaat om 160.000 personen. Daarvan is slechts
een heel klein deel uitgesproken over zijn of
haar geaardheid. Het grootste gedeelte van
de mannen en vrouwen die op kinderen vallen
zien hun eigen geaardheid daarmee dus als
probleem en verzwijgt deze.
Pedofilie is taboe, wordt niet door de samen -
leving getolereerd en daarom massaal opge-
kropt. Omdat we pedoseksualiteit zien als
iets verwerpelijk is dat niet vreemd, maar het
opkroppen van deze gevoelens is iets wat op
den duur tot excessen leiden kan. Dat stelt
oud misdaadverslaggever Peter R. de Vries,
die daarom voor het legaliseren van kunst-
porno pleit: “Er is sprake van een probleem.
Ik heb in mijn vak meegemaakt dat dit enorm
uit de hand liep. Mensen lopen met opge-
kropte gevoelens rond en moeten alles in het
geniep, stiekem doen. En als het dan een keer
gebeurde, nadat het lange tijd was weggedrukt,
dan ging het ook goed fout. Dat heeft letterlijk
de levens van kinderen gekost.6” De Vries
en anderen betuigen in verschillende media
steun aan Van Beeks voorstel tot legaliseren
van kunstporno, waarin dus geen kinderen
worden misbruikt. Volgens De Vries is het van
belang dat het niet vrij verkrijgbaar is en dus
aan streng toezicht onderhevig is of iemand
wel of niet mag worden ‘behandeld’ met de
kunstporno.
Illegaal of legaal?Met de opkomst van kunstporno, is de inter-
pretatie van het woord “afbeelding” in art.
240b Sr. is door de jaren heen flink opge-
rekt. Al in 2002 namen verschillende landen,
waaronder Nederland en de Verenigde Staten7,
maatregelen om ook virtuele kinderporno te
verbieden. Waar het in origine enkel ging om
echte foto’s en films waarin minderjarigen
voorkomen, worden met “afbeelding” inmid-
dels ook bedoeld beelden die echt lijken te
zijn, maar dat feitelijk niet zijn. Het gaat hier
om virtuele beelden, die door de computer
van echt niet van echt te onderscheiden zijn.
Omdat ook voor opsporingsambtenaren en
uiteindelijk de rechter in de toekomst de
virtuele kinderpornografie niet meer te onder-
scheiden zal zijn, ligt het voor de hand dat aan
deze interpretatie zonder wetswijziging niets
verandert en virtuele kinderporno illegaal blijft.
Enige kans van slagen van het voorstel van
seksuoloog Van Beek en anderen is dus een
wetswijziging.
Zelfs met het legaliseren van bepaalde vormen
van kunstporno wordt echter nog niet duide-
lijk of hiermee een probleem wordt opgelost.
Virtuele kinderporno bestaat uit pornografisch
materiaal dat wordt geproduceerd zonder
de directe deelname van kinderen in het pro-
ductieproces. Het gaat dan bijvoorbeeld om
professioneel bewerkte foto’s van echte kinde-
ren, om pornografisch materiaal van volwasse-
nen wat professioneel bewerkt wordt om
er uit te zien als kinderporno of volledig met
een computer ontworpen beeldmateriaal.
In het voorstel van gaat het met name om
materiaal uit de laatste categorie, waarbij het
product dus volledig van de computer komt.
Er is echter een grote behoefte aan echte
voorbeeldporno bij de makers van de kunst-
porno. Voor opsporingsambtenaren is het
niet te zien of virtuele porno is gebaseerd op
echte porno.
De Nederlandse en Amerikaanse waardering
van legaal vs. illegaal is overigens nog mild,
in vergelijking met die in het buitenland.
We stellen enkel niet van echt te onderschei-
den gemanipuleerd materiaal gelijk aan daad-
werkelijke kinderporno. Iets wat significant
anders is in de nog veel strengere wetgeving
van bijvoorbeeld Duitsland en Australië, waar
ieder beeld dat doet denken aan een seksuele
handeling door een minderjarige strafbaar is.
Het verschil wordt duidelijk zichtbaar wan-
neer het gaat om reality gaming. Toen in 2007
bekend werd dat minderjarige spelers van de
game Second Life hun characters in de virtuele
wereld Second Life lieten gebruiken door
characters van volwassen spelers, riep de
Tweede Kamer massaal om een verbod8. In
Nederland is zoiets bij wet echter nog altijd
toegestaan, omdat de afbeeldingen van echt
te onderscheiden zouden zijn.
SlotWetenschappers zijn er niet over uit wat het
legaliseren van door kunstenaars nagemaakte
kinderporno zal zijn. Er zijn weinig onderzoe-
ken die uitkomst bieden, maar de argumenten
voor en tegen worden wel gebaseerd op
mogelijke effecten. Zo zou volgens sommigen
de behoefte aan het betasten van minder-
jarigen juist kunnen worden gestimuleerd
door het zien van voorbeelden in afbeeldingen.
Uit verschillende onderzoeken over reguliere
porno blijkt dat mannen zich daadwerkelijk
anders gedragen door het regelmatig bekijken
van porno9. Het gaat dan zowel om de omgang
met de vrouw in bed, alsook daarbuiten
(seksuele intimidatie op het werk). Waarom
zou dat effect niet ook gelden na het bekijken
van kinderporno, al is het ‘kunst’?
Behandeling van pedofielen die aanvoelen
problemen te krijgen zichzelf in bedwang
te houden, zou volgens de in oktober aan-
gezwengelde discussie het beste gebeuren
door gericht ingezet kunstmatig pornografisch
materiaal. Door de huidige interpretatie van
artikel 240b uit het Wetboek van Strafrecht is
dit zonder wetswijziging onmogelijk. Voor het
legaliseren van virtuele kinderporno, om als
behandeling te gebruiken voor een selectie van
bij specialisten aan te laten kloppen pedofielen,
is een wetswijziging nodig die uitzonderingen
stelt op het verbod op bezit, verspreiden,
etc. etc. etc., van kinderporno of materiaal
wat daar sterk op lijkt.
Wetenschappers zijn er niet over uit wat
het effect ervan zal zijn op kindermisbruik.
De samenleving lijkt nog niet de erkenning op
te kunnen brengen voor pedofilie als geaard-
heid die nodig is om dergelijk virtueel porno-
grafisch materiaal voor een selectieve groep
te legaliseren. Politiek Den Haag lijkt eerder
te pleiten voor een verdergaand verbod op
met computers gemanipuleerd materiaal…
Kunstmatige kinderporno? Of het pervers
is laat ik aan u als lezer. Een uitkomst is het
voorlopig zeker niet.
noten1 ‘Virtuele kinderporno als remedie,’ Trouw, 29 oktober 2012 http://www.trouw.nl/tr/nl/4516/Gezondheid/article/de-tail/3339011/2012/10/29/Virtuele-pedoporno-als-remedie.dhtml 2 ‘Erik van Beek en Peter R. de Vries: virtuele kinder-porno’, DWDD, 31 oktober 2012 http://dewerelddraait-door.vara.nl/media/188641 3 Verdrag (CETS nr. 197) van de Raad van Europa (16 mei 2005) tegen mensenhandel, http://conventions.coe.int/Treaty/ Commun/QueVoulezVous.asp?NT=197&CM=-1&DF=&CL=ENG
4 Cijfers Seksueel-geweld.nl, 20085 Cijfers StopKinderSex, 20086 ‘Erik van Beek en Peter R. de Vries: virtuele kinder-porno’, DWDD, 31 oktober 2012 http://dewerelddraait-door.vara.nl/media/1886417 PROTECT Act of 20038 ‘Kamer wil verbod op kinderporno in Second Life,’ NRC, 21 februari 2007 http://vorige.nrc.nl/thema_archief_oud/nieuws_im/article1772100.ece 9 ‘Morality’, Riverside Drive NY, http://mentalhealth-library.info/library/porn/pornlds/pornldsauthor/links/victorcline/porneffect.htm#Acting
Kunstmatige kinderporno 37
Met computers geproduceerde beelden zouden de drang om naar echte kinder-porno te kijken moeten kunnen indam-men, zo bedacht Van Beek. Sterker nog: het voorkomt kindermisbruik.
38 Tien jaar in de aandacht Tien jaar in de aandacht 39
oproep: ‘Kunst spreekt de emoties aan, en
doet dat krachtiger dan magistraten of gevan-
genispersoneel. Kunstzinnige projecten, sociaal-
artistieke initiatieven... ze zijn nodig als brood!’.
3. Frankrijk: de affaire PoussinWie ‘kunst en recht’noemt, zal daarbij vaak
in eerste instantie aan dwaling bij de aan- en
verkoop denken. Een bekend arrest betreft
een schilderij van de Fransman Nicolas Pous-
sin. Het betreft hier net als bij onze Kantharos
een geval van verkopersdwaling. De familie
Saint-Arroman had al generaties een schilde-
rij in de familie, waarvan beweerd werd dat
het een Poussin was. Totdat een gewiekste
galeriehouder de Saint-Arromans ervan wist
te overtuigen dat dit niet het geval was. De
familie verkocht het schilderij voor nog geen
€ 400. Toen de nieuwe eigenaar het wilde
verkopen, maakte het nationaal museum het
Louvre gebruik van het wettelijk voorkoop-
recht en de familie kwam achter haar vergis-
sing. Na veel juridisch getouwtrek kregen de
Saint-Arromans het schilderij uiteindelijk weer
terug, waarna ze het verkochten voor ruim
€ 1.200 0006.
Het Poussin-arrest is zo beroemd, dat Walter
Van Gerven het opnam in zijn reeks standaard-
arresten op het gebied van het Europees
contractenrecht7.
4. Nederland: dat kan mijn kleine broertje ookDe Amsterdamse emeritus hoogleraar Eltjo
Schrage heeft iets met kunst: hij afficheert
zich zelfs als ‘oud-hoogleraar kunstrecht’ (aan
de KU Leuven). Het Amsterdamse advocaten-
kantoor Russell is hierin gespecialiseerd. De
twee hebben elkaar gevonden en dat heeft in
2007 geresulteerd in een bundel: De regelen
der kunst III8. Vier onderwerpen komen in dit
boek aan de orde. In de eerste plaats - het
fungeerde op 4 mei 2006 als zijn inaugurele
rede op een TPR-leerstoel aan de KU Leuven
- werpt Schrage de vraag op wat ‘kunst’ is.
Hij doet een poging tot beantwoording aan
de hand van enige vermakelijke casusposities.
Zoals die van de Weense kunstenaarsgroep
Gelitin, die tot afgrijzen van de plaatselijke
notabelen voor de opening van de Salzburger
Festspiele een Arc de Triomphe had ontwor-
pen, welke bestond uit twee zuilen met als
afsluiting een vleeskleurige man van zes meter
uit wiens onderbuik een stevig gevormde
zuil stak, waaruit een forse waterstraal spoot
welke werd opgevangen in de mond van het
beeld. Of van de Zwitsers-Roemeense kun-
stenaar Daniel Spoerri, die een tableau-piège
in het verkeer bracht, dat het werk bleek van
een elfjarige jongen en dat door de kunstenaar
slechts van zijn handtekening was voorzien.
Slaagt Schrage in zijn poging om het wezen
van kunst bloot te leggen? Nee, dat is niet het
geval. Wel kan de door hem bijeengebrachte
casuïstiek bijdragen tot het vinden van een
oplossing voor concrete gevallen .
Op 27 november 2010 werd het prachtig
gerenoveerde Dordrechts Museum weer
opengesteld voor het publiek. Pronkstuk
van de collectie is Jan van Goyen’s Gezicht
op Dordrecht. Enige tijd leek het museum
het zonder dit schilderij te moeten stellen,
want het maakte deel uit van de Goudstikker
collectie. Die werd aan de rechtmatige erfge-
namen gerestitueerd. Dankzij enige gulle geld-
schieters kon het schilderij gelukkig worden
teruggekocht en hangt het weer in volle glorie
in het museum. De teruggave van roofkunst
is in ons land een hot item. Goudstikker, de
Koenigs collectie9 - door de nazi’s geroofde
kunst is de eerste casuspositie die ons hierbij
te binnen schiet. Maar wie even verder denkt,
zal zich ook de teruggave van cultuurgoederen
die in de koloniale periode naar het westen
zijn gehaald (Elgin Marbles) herinneren. Iets
minder bekend in ons land zijn de acties tot
restitutie van cultuurgoederen van Indianen
en andere oorspronkelijke bewoners. De
bundel voor de Amsterdamse IE-expert Egbert
Dommering bevat een opstel over kunst: Frank
1. InleidingSoms hangt een onderwerp ‘in de lucht’.
Overal springen auteurs er op in. Zo’n onder-
werp is al enige jaren kunst en recht. Uit vele
landen bereikten ons de afgelopen jaren publi-
caties over dit onderwerp. Vijf stelsels wil ik in
deze bijdrage belichten: (2) België, (3) Frankrijk,
(4) Nederland, (5) Duitsland en (6) Zwitser-
land1. Ik beperk mij tot beeldende kunst. Dans,
film, muziek en andere kunstuitingen zijn goed
voor een afzonderlijke bijdrage en blijven
daarom in dit overzicht buiten beschouwing.
Doel van deze bijdrage is een idee te geven
van een – klein – deel van de omvangrijke
literatuur over kunst en recht. Een deelthema
hierbinnen dat nog weinig aandacht heeft
gekregen2 – maar daar komt binnenkort onge-
twijfeld verandering in – is dat van subsidiëring
van kunst. Een ander deelthema staat daaren-
tegen juist centraal in de belangstelling en dat
is het auteursrecht. Daaraan is zoveel aandacht
gegeven, dat ik het hier eveneens niet zal be-
handelen. Hetzelfde geldt voor kunstveilingen3.
2. België: kunst bij reïntegratie van gedetineerdenAntwerpen is een van de eerste universitei-
ten, waar het onderwerp ‘kunst en recht’ met
het boek van Karel Rimanque (1985) tot een
publicatie heeft geleid. Tweeëntwintig jaar
nadien verscheen onder redactie van Frederik
Swennen – die dit jaar op een TPR-leerstoel
aan onze faculteit verbonden is - een gelijk-
namige bundel waarin de actuele beeldende
kunst centraal staat4. Het boek opent met een
verhandeling van Jan Velaers over ‘De kunst-
vrijheid als vrijheid van meningsuiting en de
grenzen ervan’ (p. 1-25). Het eindigt met een
verhandeling van Karel Rimanque over het
wezen der kunst (p. 375-388). De auteur ziet
wel iets in de oplossing van het UNESCO-
verdrag van 1970, waarin kunst als cultuurgoed
wordt bestempeld. Tussen deze twee bijdragen
vinden we opstellen van Vincent Sagaert over
de handel in kunstvoorwerpen (p. 55-72, met
aandacht voor de veroordeling door het Hof
te Straatsburg van de uitoefening van een
voorkooprecht door de Itali¬aanse staat op
het schilderij ‘Portret van een jonge boer’ van
Vincent van Gogh), Renate Barbaix over de
schenking en vererving van kunstverzamelingen
(p. 73-94), Aloïs Van Oevelen over de rechts-
verhouding tussen beeldend kunstenaar en
galeriehouder (p. 115-135: meer aandacht voor
de juridische aspecten is gewenst) en Hendrik
Vanhees over de Europese volgrecht-richtlijn5
(p. 349-373). Voorts is er ruimschoots aandacht
voor het sociaal en het fiscaal statuut van de
beeldend kunstenaar.
‘Kunst en strafrecht’ is de titel van het ver-
rassende opstel van Joëlle Rozie (p. 27-54).
Verrassend omdat het opstel niet - alleen -
over vervalsers en oplichters gaat, maar ook
een taak voor de kunst ziet bij de reïntegratie
van de gedetineerde in de samenleving. Met
instemming citeert de auteur de volgende
Tien jaar in de aandacht
Tekst door Ewoud Hondius
Thema
Of van de Zwitsers-Roemeense kun-stenaar Daniel Spoerri, die een tableau-piège in het verkeer bracht, dat het werk bleek van een elfjarige jongen en dat door de kunstenaar slechts van zijn handtekening was voorzien.
‘Kunst en strafrecht’ is de titel van het verrassende opstel van Joëlle Rozie. Verrassend omdat het opstel niet – alleen – over vervalsers en oplichters gaat, maar ook een taak voor de kunst ziet bij de reïntegratie van de gedeti-neerde in de samenleving.
Kuitenbrouwer schreef over ‘Oorlogskunst:
de moreel-beleidsmatige aanpak’, waarin hij
de Goudstikker-zaak en de opmaat daartoe -
de zaak-Gutmann - analyseert10. In ons land is
het enerzijds de restitutiecommissie, vooraf-
gegaan door de Commissie herkomst gezocht
(commissie-Ekkart), die zich met adviezen
aan de minister van cultuur over het al dan
niet teruggeven bezighoudt. Anderzijds zijn
er processen voor de rechter, getuige de
recente publicaties hierover van Wouter
Veraart en Laurens Winkel, alsmede van
Herman Schoordijk .
Rechtsherstel is ook het thema van het
tweede deel van het boek van Schrage. Deze
schetst de lotgevallen van Goudstik¬kers
schilderijen die gedurende de oorlog in
Duitse handen waren gevallen en vervolgens
voor een deel in het Bonnefanten museum
te Maas¬tricht waren beland. Uiteindelijk
bepaalde de Nederlandse regering dat vrijwel
alle schilderijen aan de erfgenamen moesten
worden gerestitueerd. Ook de vijf schilderijen
van Gustav Klimt moesten volgens een beslis-
sing van het Oostenrijkse Oberste Gericht
aan de erfgenaam worden teruggegeven.
In hoofdstuk 3 komt het in veler ogen centrale
thema - echt of vals - aan bod11. Iemand koopt
een beeld van Rodin dat met behulp van de
originele mal, maar vele jaren na diens over-
lijden, is gegoten. Echt of vals? De naam Han
van Meegeren kan in mijn familie nog tot grote
woede leiden: voor een van zijn Vermeer-ver-
valsingen gebruikte hij een doek van de schil-
der Abraham Hondius. Echt of vals? Anders
dan men zou menen, zijn het de Duitsers die
in deze zaken een afwijkende lijn hebben ont-
wikkeld. Bij de verkopersdwaling komt onze
kantharos van Stevensweert12 nog altijd een
ereplaats toe, samen met de Duitse Ming-zaak
en de in nr. 3 genoemde Poussin-affaire.
Het vierde hoofdstuk gaat over de rechtspo-
sitie van de restaurateur. In ons land kwam
deze in het bijzonder aan het licht in de zaak
Goldreyer/gemeente Amsterdam. Het ging
daar om de restauratie van Barnett New-
man’s Who’s afraid of Red, Yellow and Blue
III. Dat doek was in 1986 door een vandaal
aan stukken gesneden en voor herstel aan de
Newyorkse restaurateur Goldreyer (1927-
2009) toevertrouwd. Bij terugkeer leek het
er verdacht veel op dat de restaurateur het
doek met een verfroller had overgeschilderd.
Dat leidde tot een flinke rel. Tegenover de
vordering van het Stedelijk Museum stond de
eis van Goldreyer tot vergoeding van EURO
100 miljoen vanwege beschadiging van zijn
reputatie. Dat leidde tot een schikking waaraan
Goldreyer zijn fee van ruim € 350 000 plus
$ 170 000 aan schikkingskosten overhield13.
Twee thema’s blijven bij Schrage on(der)belicht:
de eigendom van kunstwerken en de straf-
rechtelijke kant. Goederenrechtelijke aspecten
komen aan de orde in de door Ars Aequi
bekroonde Utrechtse master-scriptie van Pia
Lokin14 en in een bijdrage van Tessa Leese in de
Groninger opmerkingen en mededelingen van
2006. Daarin analyseert deze laatste ‘Romeinse
schilderkunst op andermans paneel: Wie wordt
eigenaar van de tabula picta?’ (p. 113-130).
Volgens de ene school was dat de schilder,
volgens de andere de eigenaar van het paneel.
Het is verleidelijk om deze strijd te herleiden
naar die tussen Proculiani en Sabiniani, maar
daar is in dit geval geen reden toe. Die strijd
is overigens wel het thema, waar de auteur
haar proefschrift aan wil wijden. Zij komt tot
de conclusie dat het hier geschetste vraagstuk
geen theoretisch, maar een praktijkprobleem
was. Gaius deed nog niet veel meer dan het
probleem signaleren; Paulus liet beide kanten
zien en Justinianus tenslotte kwam met een
oplossing: de schilder wordt eigenaar, immers
ridiculum est (...) picturam (...) in accessionem
vilissimae tabulae cedere (p. 120)15. Dat is ge-
ruststellend voor de erven van Karel Appel, die
immers in zijn jonge jaren vanwege chronisch
geldgebrek ook verf stal om zijn kunstwerken
mee te schilderen.
Strafrechtelijke aspecten van kunst komen -
in het licht van zijn kunstzinnige gaven niet
onverwacht - aan de orde in twee bijdragen in
de bundel Constante waarden die bij gelegen-
heid van zijn afscheid werd aangeboden aan
de Utrechtse hoogleraar Constantijn Kelk16.
Frans Koenraadt vergelijkt de kunstvervalsing
door de eerder vermelde Han van Meegeren
(‘de Emmaüsgangers’) met de moedwillige
vernieling van vijftig kunstwerken (waaronder
drie Rembrandts) in Duitsland door Hans-
Joachim B. Hoewel de zaken sterk verschillen,
zijn er ook overeenkomsten: beider optreden
heeft zowel nationaal als internationaal veel
aandacht gekregen, terwijl de daders in een
relatief isolement leefden en zich miskend
voelden (p. 615-625). Tom Schalken bespreekt
de EHRM-zaak Vereinigung Bildender Künstler
c. Oosten¬rijk. Hierin zegevier¬de de vrijheid
van artistieke expressie. Schalken wijst er op
dat dit kantje boord was: de stemverhouding
in het Hof was vier tegen drie17.
5. Duitsland: intermuseaal leenverkeer Fiscaal recht maakt meer dan de helft uit van
een Duitse bundel over kunst en recht onder
redactie van Klaus Ebling en Marcel Schulze18.
Na een algemene inleiding en een beschouwing
over de internationale aspecten van de hand
van de tweede redacteur, volgt een onderdeel
over de kunstenaar en zijn werk, onderver-
deeld in opstellen over eigendom en bezit
van Kurt Siehr (p. 47-54), auteursrecht van
Wilhelm Nordemann (p. 54-94) en de sociale
verzekering van Marcel Schulze (p. 94-103).
Een goed geschreven onderdeel is dat over
Kulturgüterschutz van Kurt Siehr (p. 104-
150). Dit wordt gevolgd door het onderdeel
‘Kunstvermarktung’ met beschouwingen over
de auteursrechtelijke visie van Gernot Schulze
(p. 151-197) en over leenverkeer (p. 198-241)
en expertise (p. 242-245) van Kirchmaier.
Het boek wordt afgesloten met een heel dik
hoofdstuk van de eerste redacteur (p. 247-
500) en een aanzienlijk dunner hoofdstuk van
Rüsken, beide over belastingrecht (p. 501-519).
Dit boek heeft een geheel andere benade-
ring dan dat van Schrage. Het is vooral op de
uitvoerend kunstenaar gericht en lijkt daarmee
meer op de Belgische bundel. Vandaar dat
een Kantharos-zaak weinig aandacht krijgt.
Het is evenmin de eerste Duitse bundel over
kunst en recht. Enkele jaren geleden (2004)
verscheen van Haimo Schack Kunst und Recht
terwijl Erik Jayme er bijna een heel oeuvre aan
heeft gewijd.20
Isabel Kühl schreef een monografie over inter-
museaal leenverkeer21, wat tevens het thema is
van een bijdrage in de feestbundel voor Peter
Badura22. Bernard Kempen schrijft hierin over
‘Internationaler Kulturgüteraustausch: Die
Bedeutung der “Rechtsverbindlichen Rück-
gabezusage”’ (p. 1079-1097). De uitwisseling
van kunstschatten is van onschatbare waarde
voor het opzetten van tentoonstellingen. Toch
zijn daar ook gevaren aan verbonden. In 1991
toonde het Wallraff-Richartz museum te
Keulen een uit Tsjechië geleend schilderij van
de Nederlandse schilder Pieter van Laer. De
vorst van Liechtenstein begint vervolgens een
proces tot teruggave van dit beweerdelijk
tegen het einde van de tweede wereldoorlog
van zijn familie geroofde bezit. Het Landgericht
Köln wijst de vordering af (IPRax 1996, 419),
evenals nadien het Bundesverfassungsgericht
(IPRax 1998, 482) en het Europese Hof voor
de rechten van de mens (42527/9¬8). Om
aan verwikkelingen als deze - de auteur geeft
nog meer voorbeelden - te ontkomen, heeft
de Duitse wetgever in § 20 van het Gesetz
zum Schutz des deutschen Kulturgutes gegen
Abwanderung aan de overheid de bevoegdheid
gegeven een teruggaafgarantie van geleende
kunstvoorwerpen te geven. Deze wet betreft
de omzetting van een Europese richtlijn, maar
het genoemde wetsartikel is eigen Duitse vin-
ding. De bepaling is in de ogen van de auteur
geldig, ook tegenover aanspraken van buiten-
landse overheden.
Tien jaar in de aandacht 4140 Tien jaar in de aandacht
De naam Han van Meegeren kan in mijn familie nog tot grote woede leiden: voor een van zijn Vermeer-vervalsingen gebruikte hij een doek van de schilder Abraham Hondius. Echt of vals?
Slaagt Schrage in zijn poging om het wezen van kunst bloot te leggen? Nee, dat is niet het geval. Wel kan de door hem bijeengebrachte casuïstiek bijdragen tot het vinden van een oplossing voor concrete gevallen
42 Tien jaar in de aandacht
6. Zwitserland: restitutie van cultuurgoederenNiet alleen in ons land, maar ook elders leeft
het thema van geroofde kunst, getuige het
Baseler Habilitationsschrift van Beat Schö-
nenberger23. Toen deze als griffier verbonden
was aan het gerecht van Basel-Stadt, kreeg
hij te maken met het dossier van Kandinsky’s
Improvisation X. Dat inspireerde hem tot het
schrijven van dit boek en het vormt ook het
begin van de beschrijving van een aantal groe-
pen gevallen. Kandinky’s schilderij was in 1926
door de moeder van eiser uitgeleend aan het
provinciale museum te Hannover. De moeder
emigreerde naar de Sowjet-Unie en het schil-
derij kwam als entartete Kunst in handen van
een kunsthandelaar te Basel. Deze verkocht
het aan een andere kunsthandelaar die het
schilderij schonk aan het door hem opgerichte
Beyeler museum, waar de Kandinsky het
pronkstuk van de collectie is. De zaak eindigde
met een schikking die ertoe leidde dat het
schilderij in het museum bleef hangen.
Na een schets van een aantal andere zaken
en een analyse van de kenmerken hiervan
geeft de auteur een overzicht van mogelijke
rechtsvorderingen. Vervolgens bespreekt hij
verweermiddelen tegen vorderingen tot terug-
gave, zoals ontbreken of verlies van eigen-
dom, verjaring, publiekrecht, bescherming van
bezitters te goeder trouw, exportverboden
en immuniteiten. Hij besluit zijn studie met
een overzicht van nieuwe ontwikkelingen en
internationale instrumenten zoals de Haagse
Conventie van 1954, de Europese richtlijn van
1993 en de UNESCO Conventie van 1970.
Hij voorziet nog geen einde aan de beweging
tot versterking van het recht op teruggave.
noten1 Ik maak hierbij gebruik van eerdere boekaankondi-gingen in NTBR.2 Zie evenwel Inge van der Vlies, Jan Kabel, Nathalie Idsenga, Kunst, recht en beleid, Den Haag: Boom, 2009, 231 p.3 Zie R. Klomp en T.A. Schiphof, Kunst onder de hamer/Juridische aspecten van veilingkoop, Den Haag: Boom, 2009.4 Frederik Swennen (red.), Kunst en recht, Antwerpen: Intersentia, 2007, 388 p.5 Richtlijn 2001/84/EG, waarover R.J.Q. Klomp, Volgrecht/Het recht van de kunstenaar bij doorverkoop van zijn werk, Amstelveen: De Lex, 2008.6 Zie voor de diverse vindplaatsen Muriel Fabre-Magnan, Les obligations, Paris: Presses Universitaires de France, 2004, p. 273 e.v.7 Hugh Beale et al. (red.), Cases, materials and text on contract law, tweede druk, Oxford: Hart, 2010, p. 476.8 E.J.H. Schrage, De regelen der kunst III, Amster¬dam: Russell Advo-caten, 2007, 152 p.9 Wie geen toegang heeft tot de Russell-bundel kan dit onderdeel ook raadple-gen in E.J.H. Schrage, Dat kan mijn kleine broertje ook! Over het onderschei-dend vermogen van het begrip ‘kunst’ in het recht, TPR 2005, p. 1147-117910 Nico van Eijk en Bernd Hugenholtz (red.), Dommering-bundel/Opstel-len over informatierecht aangeboden aan prof. mr E.J. Dommering, Amsterdam: Cram¬winckel, 2008, p. 211-220.11 Zie daarover ook René Klomp, Valse kunst en het privaatrecht, en Constantijn Kelk, Valse kunst en het strafrecht, Nijmegen, 2011.12 Zie daarover de mooie Wijn & Stael-bundel van W.M.J. Bekkers en A.A.H.M.
Gommers (red.), De kantharos/Over recht en onecht in de rechtspleging, Deventer: Kluwer, 1998, 142 p.13 Google: Goldreyer Ste-delijk Museum (5 november 2012).14 Pia Lokin, De huwelijks-nacht van Tobias en Sarah, een Salomonsoordeel?, Ars Aequi 2008, p. 187-195.15 In: J.H.A. Lokin en anderen (red.), Magazijn voor leerstellige rechts-vergelijking op historische grondslag/Groninger op-merkingen en mededelingen 2006, Groningen: Chimaira, 2006, p. 113-130 p. 16 A.A. Franken, M. de Langen, M. Moerings (red.), Constante waarden/Liber amicorum prof. mr. Constantijn Kelk, Den Haag: Boom, 2008, 683 p.17 P. 635-647.18 Klaus Ebling, Marcel Schulze (red.), Kunstrecht, München: Beck, 2007, 536 p.19 Haimo Schack, Kunst und Recht, Köln: Heymann, 2004, 381 p.20 Erik Jayme, Gesam-melte Schriften, Heidel-berg: C.F. Müller, Band I: Nationales Kunstwerk und Internationales Privatrecht, 1999.21 Isabel Kühl, Der inter-nationale Leihverkehr der Museen, Köln: Heymann, 2004, 163 p.22 Michael Brenner, Peter M. Huber, Markus Möstl (red.), Der Staat des Grund-gesetzes - Kontinuität und Wandel/Festschrift für Pe-ter Badura zum siebzigsten Geburtstag, Tübingen: Mohr, 2004, 1283 p.23 Beat Schönenberger, The restitution of cultural assets/Causes of action – obstacles to restitution – developments, Habilitations-schrift Basel 2008, Bern : Stämpfli, 2009, 270 p.
Wij dachten: we laten studenten zelf een business course samenstellen. Scheelt ons een hoop werk en jullie
hebben een ideale business course. Wekenlang hebben we gezocht naar een landhuis in het buitenland met
een club in de buurt. Hadden we er eindelijk één gevonden, bleek dat je in de buurt niet kan zeilen. Wel bowlen,
maar ja, dat willen jullie niet. Ook bleek de partner bij wie jullie zo graag willen dineren zo’n 582 kilometer
verderop te wonen. Je begrijpt: we zijn er nog niet helemaal uit. Het enige wat we nu weten is dat we naar het
buitenland gaan en dat we overnachten in een landhuis. Meer details maken we binnenkort via de site bekend.
Je kunt je overigens wel al inschrijven. Dat raden we sowieso aan, want het wordt hoe dan ook een business
course die je niet wilt missen. brauwjeeigenbusinesscourse.nl
persoonlijke ontwikkeling
Het BUitenlAnD
60% inHoUD...
trAnsActieprAktijk
Dineren Bij een pArtner tHUis
Zeilen
...en 40% FUn
BrauW Je eigen BuSineSS cOurSe: de uitslag
Jullie worden bedankt!
21 t/m 24 februari 2013
een spreker van De BrauwlAnDHUis
BUsiness cAsUAl
10 - 20 studenten
Dit nummer is Juncto op bezoek geweest bij Van Doorne en Simmons & Simmons. Wil je binnenkort stage lopen of ben je op zoek naar een baan? Misschien zijn deze kantoren dan wat voor jou!
Kantoorspecial Van Doorne – p.45
Kantoorspecial Simmons & Simmons – p.48
Carrière
Van Doorne 45
‘Het Amsterdamse kantoor telt circa 270 mede -
werkers. Naast een grote en hoogwaardige trans-
actiepraktijk heeft ons kantoor een toonaange-
vende procespraktijk en een notariaat. Tevens tre-
den wij op als rijksadvocaat voor het Ministerie
van Financiën en de Belastingdienst.’
Onder het genot van een kop koffie te midden
van een moderne vergaderzaal beginnen wij
het interview met Anneloes van Uhm, advocaat-
stagiaire bij Van Doorne.
Anneloes van Uhm heeft haar studententijd
doorgebracht in Utrecht en zowel haar Bachelor
als ook de Master Privaatrecht aan de Universi-
teit van Utrecht afgerond. Momenteel is zij ruim
een jaar werkzaam als advocaat-stagiaire op
de sectie Banking and Finance bij Van Doorne.
Een gemiddelde werkdag bij Van Doorne ‘Mijn gemiddelde werkdag is moeilijk te omschrij-
ven. Rond 9 uur begin ik de dag met een kop
koffie en neem ik mijn e-mail door. Mede aan de
hand hiervan stel ik een lijstje met prioriteiten
op. Echter, een dag bij Van Doorne loopt nooit
zoals ik het gepland had. Dit maakt het werk
afwisselend en uitdagend. Iedere dag is weer
anders.’ Op haar afdeling Banking and Finance
houdt zij zich met name bezig met financierings-
transacties en financiële herstructureringen.
Zij heeft het hier erg naar haar zin en komt veel
in aanraking met het goederenrecht en dan meer
specifiek het zekerheidsrecht. Daarnaast houdt zij
zich ook bezig met financiële toezichtwetgeving.
‘Europese regelgeving passeert hierbij onontko-
melijk ook de revue.’
De sfeer is volgens Anneloes erg belangrijk en
kan veelal doorslaggevend zijn bij de keuze voor
een bepaald kantoor. Ze beschrijft Van Doorne
niet als formeel. ‘Er bestaat geen enorme afstand
tussen partners en junioren, al wordt er wel
van je verwacht eerst zelf te hebben nagedacht
voordat je met een vraag komt aankloppen.’
Jezelf ontwikkelenBinnen Van Doorne zijn er verscheidene oplei-
dingsmogelijkheden. Zo is het kantoor aangeslo-
ten bij de Law Firm School.‘Dit is niet alleen erg
leerzaam maar het is ook leuk om ervaringen uit
te wisselen met advocaat-stagiaires van andere
kantoren en goed voor je (juridische) netwerk.’
Anneloes vult aan: ‘als je net begint, dan geeft
het echt een kick om te zien hoeveel je kan leren
in zo’n korte tijd – zowel bij de Law Firm School
als in de praktijk. Er komen ambitieuze advo-
caat-stagiaires van meerdere kantoren en men
krijgt onderwijs van toonaangevende sprekers,
waaronder hoogleraren en ervaren advocaten.’
Daarnaast biedt Van Doorne ook inhoudelijke
cursussen aan, zoals Legal English of trainingen
op het gebied van onderhandelen. Los van deze
specifieke opleidingen en cursussen moet in het
achterhoofd worden gehouden dat een kantoor
als Van Doorne een enorme hoeveelheid kennis
en knowhow in dienst heeft, waardoor je in feite
nooit uitgeleerd bent. Bovendien worden iedere
dinsdag de nieuwste zaken besproken tijdens
de jurisprudentie-lunches.
Mogelijkheden voor studentenDe praktijk verschilt heel erg van de theorie en
ze raadt daarom iedere student aan stage te gaan
lopen. ‘Een stage is de beste manier om praktijk-
ervaring op te doen en er achter te komen of
de advocatuur echt iets voor je is.’ Bovendien
kun je jouw eventuele keuze voor een bepaald
kantoor en rechtsgebied hierna beter onderbou-
wen bij toekomstige sollicitaties.
Van Doorne biedt je als WO student de gelegen-
heid om een stage van twee maanden te lopen
‘Om een optimaal beeld te geven van onze
werkwijze, word je bij een medewerker op
de kamer geplaatst. Je houdt je bezig met het
voorbereiden van onder meer rechtszittingen
en processtukken. Je woont besprekingen en
zittingen zoveel mogelijk bij en je ‘loopt mee’ in
Van Doorne
Tekst door Christiaan Bos en Lennart Jilesen
Carrière
46 Van Doorne
kort gedingen.’ Als stagiaire draai je dus volledig
mee en ben je uiteraard ook welkom op de
jurisprudentie lunches, vrijdagmiddagborrels en
andere kantooractiviteiten die gedurende deze
twee maanden plaatsvinden.
Ook is het mogelijk te solliciteren naar een
juridisch assistentschap. Als juridisch assistent
werk je 1 of 2 dagen per week voor een periode
van minimaal 3 maanden bij een praktijkgroep
en verricht je verschillende juridische ondersteu-
nende werkzaamheden. Het betreft hier veelal
studenten die al een stage hebben gelopen, al is
dit geen vereiste om te solliciteren.
Het beste van beideVan Doorne biedt het beste van twee werelden.
Het is een kantoor met zowel nationale als
inter nationale cliënten in het bedrijfsleven, de
non-profitsector en de overheid. Naast juridisch
uitdagende zaken weet het kantoor het overzicht
te bewaren om zo een prettige en persoonlijke
werksfeer te creëren.
Binnen het kantoor zelf worden dan ook regel-
matig in teamverband activiteiten georganiseerd.
Zo doen er altijd verschillende advocaten en
notarissen mee met de zuid-as run en de dam
tot dam loop. Er vindt ieder jaar een zomerfeest,
kerstfeest en skivakantie plaats. Daarnaast is het
mogelijk om deel te nemen aan kantoorhockey
of voetbal. Ook wordt er voor alle stagiaires en
medewerkers jaarlijkse een weekend georgani-
seerd. Voor ultieme ontspanning kan men zijn of
haar toevlucht vinden op de eerste etage, waar
zich een uiterst authentiek bruin café huisvest
te midden van Van Doorne’s moderne interieur.
Mocht je verdere vragen hebben?
Dan kunnen jullie altijd een email sturen:
[email protected]. Kijk voor meer
informatie over Van Doorne op
www.werkenbijvandoorne.nl.
Van Doorne biedt het beste van twee werelden. Het is een kantoor met zowel nationale als internationale cliënten in het bedrijfsleven, de non-profitsector en de overheid.
Simmons & Simmons is een internationaal
kantoor. In Londen werken 450 advocaten,
op het Nederlandse kantoor 80 advocaten,
(kanididaat-)notarissen en fiscalisten. Hiernaast
zijn er vestigingen in Azië, het Midden Oosten
en de rest van Europa. Hoewel de omvang van
het kantoor op de Zuidas relatief klein is, doet
Simmons & Simmons wel grote internationale
zaken, waar onder de Samsung zaak. Van oor-
sprong is Simmons & Simmons een Neder-
lands kantoor dat in 2002 is gefuseerd met het
Engelse kantoor. “De sfeer die er hangt is een
lekker Hollandse nuchterheid. Maar we zijn
natuurlijk een internationaal kantoor en we
proberen dan ook veel van onze medewerkers
de kans te geven om in het buitenland ervaring
op te doen,” aldus Willemijn.
De praktijk van Simmons & Simmons bestaat
voor 50 procent uit litigation en 50 procent uit
transacties. Ook is er een samenwerking met
een rechtsbijstandsverzekeraar voor advocaat-
stagiaires om proceservaring op te doen.
“Doordat de belangen in die zaken kleiner zijn,
heb je binnen een paar dagen dat je hier werkt
al je eigen zaak met je eigen verantwoordelijk-
heid. Dit natuurlijk wel onder supervisie van
een ervaren advocaat” De praktijkgroepen
zijn heel divers. Naast Dispute Resolution,
is Simmons & Simmons sterk in Financial
Markets en Corporate M&A.
De sfeer op het kantoor is informeel, dat komt
voort uit de Nederlandse roots. Bijna alle
partners zitten met een advocaat-stagaire of
medewerker op de kamer. “We hebben elke
vrijdag een informele borrel op kantoor en
iedere laatste donderdag van de maand een ge-
organiseerde borrel waarbij iedereen aanhaakt.
Dat is altijd heel gezellig, iedereen kent elkaar
doordat je met circa 80 personen bent.”
Willemijn licht toe dat een student-stage bij
Simmons & Simmons duurt in beginsel twee
maanden. “De mogelijkheid om als werkstu-
dent aan de slag te gaan is beperkt en hangt af
van de praktijkgroep. Dit bieden we bijvoor-
Do you see the world like we do?Simmons & Simmons
Tekst door Gwenn Korteweg en Yasemin Karadavut
Carrière
De sfeer op het kantoor is informeel, dat komt voort uit de Nederlandse roots. Bijna alle partners zitten met een advocaat-stagaire of medewerker op de kamer
Op een sneeuwachtige maandag begin december reisden wij af naar de Zuidas. Op het kantoor van Simmons & Simmons werden we gastvrij ontvangen door recruiter Willemijn van Bekkum. Zij gaf ons de nodige informatie.
Simmons & Simmons 47
48 Simmons & Simmons Simmons & Simmons 49
Voorafgaand aan het interview
deelde Bas Berghuis van Woortman
mede dat Samsung zelf geen uitspra-
ken doet over lopende zaken, dus dat
hij als advocaat van Samsung daar
ook geen uitspraken over kan doen.
Wie zijn de advocaten die Samsung vertegenwoordigen in Nederland?Laurens is medewerker en werkzaam bij Sim-
mons & Simmons op de afdeling Intellectual
Property. Binnen de Samsung-zaak richt hij zich
op de vormgeving. Hierbij kun je denken aan
het uiterlijk van telefoons en tablets. Laurens
heeft in Maastricht gestudeerd en is afgestu-
deerd op Internationaal en Europees recht.
Bas is partner en richt zich voornamelijk op de
technologie. Bas heeft gestudeerd in Nijmegen
en is afgestudeerd op Europees recht.
Waarom hebben jullie gekozen voor Simmons en Simmons?Laurens: Ik was voordat ik bij Simmons &
Simmons werkte student-stagiair bij Simmons
& Simmons. Dit kantoor trekt mij aan omdat
het een vrij jong kantoor is en een erg goede
sfeer hangt.
Bas: Simmons & Simmons bood mij de moge-
lijkheid om de afdeling Intellectuel Property op
te zetten en uit te breiden op de manier zoals
ik dat voor me zag. Alle medewerkers op deze
afdeling die zich bezig houden met octrooi-
recht hebben een technische achtergrond. Dit
vind je bij geen enkel ander kantoor, en dat is
wat onze afdeling uniek maakt in de kwaliteit
van dienstverlening. Binnen dit kantoor is naast
aandacht voor je werk als advocaat veel aan-
dacht voor jezelf als persoon en je opleiding.
Simmons & Simmons is heel internationaal. In
de Samsung-zaak heeft Laurens bijvoorbeeld
ook in Engeland meegeholpen. Hij heeft een
tijdje in Londen gewoond en was onderdeel
van het IP team daar. Het is leuk om in andere
jurisdicties te kijken en werk te verrichten
waar dat gedaan moet worden.
Laurens: Ja, het scheelt de cliënt enorm in tijd
en kosten en inhoudelijk is de zaak niet anders.
De uitleg van de rechter kan soms iets anders
zijn maar daar heb je je Engelse collega’s voor.
Wat kunnen jullie ons vertellen over de Samsung en Apple zaak?Bas: De Samsung/Apple-zaak is niet de
grootste zaak die Simmons & Simmons heeft
gehad, maar qua media aandacht is het wel de
grootste zaak die het meest nadrukkelijk het
profiel van de afdeling heeft vormgegeven. Met
name one-liners worden breed uitgemeten op
internet. Veel van onze zaken hebben betrek-
king op farmacie. Toch een minder ‘hip’ onder-
werp. De media geeft in de nieuwsberichten
de uitspraken van de rechtbank vaak volledig
verkeerd weer. De procedure is begonnen in
juni 2011 met een dagvaarding van Apple. Uit-
eindelijk werd alles afgewezen door de rechter
op 1 oudere variant van Android na. Gelijk
de dag na het vonnis stond er in de krant:
“Samsung is Apple kopie”. Op deze manier
wordt Samsung door het grote publiek toch
gezien als een Koreaanse copycat. In het begin
van de zaak ging het voor Apple redelijk goed.
beeld soms aan na een goede student-stage.
Als een stage van twee maanden je niet goed
uit komt, kan er gekeken worden naar een
stage op maat. Alles is te overleggen, maar er
moet natuurlijk wel plek zijn binnen de prak-
tijkgroep van jouw keuze.”
Bij Simmons & Simmons wordt proactiviteit
verwacht, je moet zelfstandig zijn en overal
binnen durven lopen. Laat zien wie je bent,
vraag dus ook aan partners om werk, ook al
is die drempel wellicht wat hoger! Tip: Wees
voorbereid voor een sollicitatie, je moet weten
waarom je ergens wilt werken.
“Op het CV kijk ik onder andere naar buiten-
landervaring, juridische interesse tijdens je
studie en of je actief bent geweest in je stu -
dententijd. Daarnaast zijn Master cijfers en
het cijfer voor je scriptie belangrijk. In de
bachelor moet een stijgende lijn te zien zijn.
Het gaat er vooral om dat je laat zien welke
vakken je interessant vindt. Je hoeft heus niet
alles te hebben, we kijken ook naar de student
achter de papieren. We kijken naar wie jij bent,
het totaalpakket, dus wees jezelf.” Tip: Als je
wilt solliciteren, bel dan van te voren met de
recruiter of kom een keertje langs zodat ze je
al eens gezien hebben!
“We vinden jouw ontwikkeling en opleiding
heel belangrijk.” Als advocaat-stagiaire bij
Simmons & Simmons neem je deel aan de
Law Firm School, een opleiding voor advocaat-
stagiaires die verdieping biedt naast de regu-
liere opleiding van de Nederlandse Orde van
Advocaten. Het eerste half jaar ga je al voor
een paar dagen naar Londen om kennis
te maken met je internationale collega’s.
“Ook bij een student-stage proberen we
studenten zo goed mogelijk te begeleiden.
Je krijgt een evaluatie, tips en aan het eind van
de stageperiode uiteraard een beoordeling.
Daarnaast mag je natuurlijk mee met uitjes.”
The Arbitration ChallengeOp 3 en 11 april 2013 organiseert Simmons &
Simmons ‘The Arbitration Challenge’. Je kunt
kiezen tussen de twee verschillende dagen. Van
te voren krijg je een aantal stukken die je dient
voor te bereiden. Aan het einde van de dag
pleit in het Nederlands voor echte arbiters.
Van beide dagen worden de drie beste deel-
nemers geselecteerd. Deze zes studenten
mogen terug komen om deel te nemen aan
een training Engels pleiten en schrijven. Daarna
zul je met z’n zessen én een aantal advocaten
een dag naar Londen gaan, waar je voor Engelse
partners een arbitrage zal gaan doen. Dit
allemaal binnen twee maanden!
De Apple vs. Samsung-zaakIn de vorige editie van de Juncto
(red: 24.1) werd al aandacht geschon-
ken aan de Apple vs. Samsung-zaak.
Simmons & Simmons vertegenwoor-
digt Samsung in Nederland. Wij inter-
viewden advocaten Mr. Bas Berghuis
van Woortman en Mr. Laurens Kamp.
Binnen dit kantoor is naast aandacht voor je werk als advocaat veel aandacht voor jezelf als persoon en je opleiding. Simmons & Simmons is heel inter-nationaal.
Bas Berghuis
Laurens Kamp
Bas: De Samsung/Apple-zaak is niet de grootste zaak die Simmons & Simmons heeft gehad, maar qua media aandacht is het wel de grootste zaak die het meest nadrukkelijk het profiel van de afdeling heeft vormgegeven.
50 Simmons & Simmons
Over het algemeen biedt de wetgeving van
vele landen, ook in Nederland, de mogelijkheid
om als IP-houder je rechten vrij hardhandig te
handhaven. Naar mate de tijd vordert komen
de uitspraken meer in het voordeel
van Samsung. Bijvoorbeeld in het vonnis van de
Engelse rechter van juni 2012 zei de rechter
dat de vormgeving van de Apple producten
niet zo uniek is, maar dat het een al langer
bestaande familie van producten is. Je moet als
advocaat duidelijk maken waar het over gaat.
Apple is bekend en heeft een waanzinnig
marktaandeel. Maar dit wil niet zeggen dat
ze het alleenrecht hebben. Natuurlijk lijken
verschillende producten op elkaar, en het is
onze taak om te schetsen wat de achtergrond
is, dan pas kan je de dingen in de juiste
context plaatsen.
Wat valt er op aan de uitspraak in de Verenigde Staten op 24 augustus 2012?Bas: De uitspraak komt niet als een verras-
sing. De Nederlandse rechter doet over een
uitspraak over 1 octrooirecht twee maanden.
De jury in de Verenigde Staten doet daar
drie dagen over voor ongeveer 20 octrooien.
Gelukkig wordt deze ‘interessante manier’ van
rechtspreken niet gevolgd in Europa. De zaak
tussen Apple en Samsung loopt in ongeveer
15 landen en overal is een genuanceerder
beeld te zien.
Hoelang denken jullie dat Apple en Samsung elkaar nog met rechts-zaken zullen bestoken?Bas: Ik had aanvankelijk het idee dat het best
snel zou kunnen aflopen. Tot 5 jaar geleden
werden binnen octrooiland eigenlijk hoofdza-
kelijk rechtszaken over de farmacie gevoerd.
Binnen de farmacie worden namelijk zelden of
nooit licenties gegeven aan concurrenten. In de
elektronica zit dat anders. Vroeger kon je niet
met je Nederlandse telefoon bellen in Japan.
Tegenwoordig is er 1 wereldwijd systeem
voor mobiel bellen. Daarvoor moet dus overal
dezelfde technologie worden gebruikt. Het is
nieuw dat ze in de elektronicasector proce-
deren tot een uitspraak van de rechter.
Laurens: Misschien komt dat ook doordat in
de elektronicasector producten zich minder
onderscheiden op technisch gebied, en er
meer geconcurreerd wordt op vormgeving.
Bas: Dat is deels waar, maar je moet niet verge-
ten dat er altijd speciale technische features
blijven die fabrikant eigen zijn – ook die zijn
belangrijk in de concurrentiestrijd.
Tot slot, willen jullie nog iets kwijt? Bas: Er zijn bijna geen zaken over Nederlandse
octrooien. Het is een wereldwijde markt en
bijna niemand wil zijn producten alleen in
Nederland verkopen. Als partij moet je in alle
landen hetzelfde verhaal vertellen. Wanneer dit
niet gebeurt, komt dat de geloofwaardigheid
van je argumenten niet ten goede. Je moet
zorgen dat het goed gecoördineerd wordt.
Rechters willen weten hoe het zit, er moet
een consistent verhaal zijn. Ons rechtssysteem
is gebaseerd op dat de advocaat alle informatie
naar waarheid en volledigheid moet geven en
daar houden wij ons graag aan
Study abroad 53
Absolute stilte dankzij oordopjes uitgereikt
door de universiteit. Mensen die in pyjama’s
of sloffen door de rechtenbibliotheek ijsberen.
De geur van kantinevoedsel en koffie welke
achter laptops en boeken worden geconsu-
meerd en een gespannen sfeer waar een enke-
ling die ligt te slapen in zijn cubicle geen last
van schijnt te hebben. Welkom bij examen-
week aan de American University Washington
College of Law waar ik een Master Internatio-
nal Law aan het volgen ben.
Het concept van examens maken wordt hier
duidelijk naar een heel ander niveau getild dan
wij in Nederland gewend zijn. Reparatietoet-
sen zijn niet aan de orde dus moet er geknald
worden. Verwacht daarbij overigens niet met
een uur of twee à drie verlost te zijn van
de examenterreur. Examens komen net als de
Amerikanen in alle soorten en maten. Zo heb
je in-class exams van een uur of drie tot zes
waarbij al dan niet notities mogen worden
gebruikt. Daarentegen kun je ook één van de
ongelukkige zielen zijn die een 24-uurs of zelfs
een 72-uurs tentamen voor zijn kiezen krijgt.
Slapen is tijdens laatstgenoemde examens over
het algemeen zeer gering aan de orde, wat
de merkwaardige taferelen in de bibliotheek
verklaart.
Terugkijkend op mijn afgelopen semester hier
zijn mij meerdere verschillen tussen het stu-
deren van rechten in Nederland en in de Ver-
enigde Staten opgevallen. Waar in Nederland
vrijwel elke rechtenstudent de opmerking “je
wist zeker niet wat je anders moest studeren?”
naar zijn hoofd geslingerd heeft gekregen wan-
neer de studiekeuze onderwerp van gesprek is,
in de VS dwingt de status van rechtenstudent
status en respect af. Daarbij is een rechten-
studie hier ook een zeer weloverwogen keuze
gelet op het torenhoge collegegeld waarmee
je per semester over de brug dient te komen.
Wanneer je beseft hoeveel geld je per vak
betaalt dan zorg je sowieso dat je goed
voorbereid in de les zit en dat je een dikke
A haalt voor je vakken. Maar voor datzelfde
collegegeld wordt dan ook wel zeer goed
gezorgd voor de studenten. Een uitstekende
sportschool, regelmatig gratis lunches ter
gelegenheid van lezingen of andere bijeenkom-
sten en daarbij wordt niets ongemoeid gelaten
om studenten van stress te ontdoen. Zo zijn er
bijvoorbeeld al eens masseurs naar de school
gehaald om pijnlijke schouders te ontlasten of
hebben puppys menigeen doen smelten en al
hun deadline-zorgen (tijdelijk) doen vergeten.
Niet alleen het collegegeld speelt een rol
bij de motivatie van studenten om te nerden
alsof hun leven ervan af hangt, ook de onder-
linge concurrentie is hierbij van belang. Ieder
werkt hier voor zich en hoe slechter jij je
examen maakt hoe voordeliger dit is voor
een ander om hoger in de ranking te komen
van de respectievelijke klas, hoe hoger de
GPA en hoe groter de kans van slagen op de
arbeidsmarkt. Want daar zijn studenten hier
ook al uitgebreid mee bezig tijdens de studie.
Zou je in Nederland worden uitgelachen als
je met een visitekaartje aan komt zetten waar
je status als aankomend afgestudeerde staat
verkondigd, hier is het de normaalste zaak om
te ‘netwerken’ en met dat oogmerk altijd een
paar visitekaartjes bij je te hebben, ook als je
je diploma nog niet op zak hebt. Wat opzich
niet gek is in een stad als Washington D.C.:
de metropool van de internationale politiek en
diplomatiek waar gemiddeld 1 op de 10 mensen
een beroep in de juridische sector beoefend.
Voor nu kijk ik met weemoed terug op het af-
gelopen semester en tevens op mijn studietijd
in Nederland. Ik heb zojuist mijn 24-uurs ten-
tamen afgerond en heb zowaar mijn bed nog
gezien binnen dat tijdspan, al met al niet slecht.
Ondanks alles kijk ik uit naar het aankomende
semester, want uiteraard valt er zoveel meer
te halen uit dit verblijf in Washington D.C. dan
academische verrijking. Halloween, Thanksgiving,
de verkiezingen, trips naar nabijgelegen steden
(New York!), het ontmoeten van mensen
van over heel de wereld en het leren kennen
van een andere cultuur opzich. Nu eerst een
welverdiende vakantie om mij vol goede moed
te gaan storten op mijn laatste semester in
de stad van mijn American dream.
Study abroad Lawschool in de VS
Tekst door Tessa Schuitemaker
Naast je studie
Naast je studieStuderen is belangrijk maar daarnaast bestaan er een hoop leuke nevenactiviteiten die je naast je studie kunt uitoefenen. In deze rubriek vertelt Tessa Schuitemaker hoe het studeren in de VS er aan toe gaat, kun je zien hoe het UUMUN in Cambridge is vergaan en zal duidelijk worden waarom pleiten écht wel leuk is.
Study abroad Tessa Schuitemaker - Lawschool in de VS – p.53
UUMUN in Cambridge: work hard, play hard – p.54
´LAWSOME´, het 9e lustrum der JSVU komt er aan! – p.56
Het Eggens Appèlconcours – p.58
Juridisch Studenten Congres 2012 – Crisis & Recht – p.60
Boek Sonja Ortmans – Recht uit het hart – p.62
UUMUN in Cambridge 5554 UUMUN in Cambridge
Naast je studie
Na maandenlange intensieve voorbereidingen
konden de ambitieuze studenten van UUMUN
hun opgedane vaardigheden in de praktijk
brengen tijdens de MUN-conferentie op de
befaamde Britse universiteit. Wereldwijd wordt
er een aantal van deze conferenties georgani-
seerd, die bestaan uit een simulatie van de
Verenigde Naties. Tijdens een intensief debat
dat een aantal dagen duurt, wordt elke lidstaat
vertegenwoordigd door studenten vanuit alle
delen van de wereld. In Cambridge toonden
bijvoorbeeld delegaties uit zowel Oxford,
New York als Tokyo zich present.
Gedurende de conferentie buigen de deel-
nemers zich over internationale vraagstukken
binnen verschillende comités zoals de Veilig-
heidsraad, het Internationaal Monetair Fonds
en het Internationaal Gerechtshof. Binnen
de comités wordt een aantal actuele onder-
werpen behandeld, zoals de huidige situatie in
Syrië, de vermeende dreiging van nucleaire wa-
pens in Iran, en immigratie binnen de Europese
Unie. Doel hierbij is om de positie van het land
dat je vertegenwoordigt zo realistisch mogelijk
te representeren. Zoals één van de debatleiders
in Cambridge verkondigde: ‘As of this moment,
you are no longer an individual, but will speak
on behalf of your country.‘ Zeker bij politiek
gevoelige kwesties leidt dit geregeld tot ver-
hitte discussies, waarbij de grootste uitdaging
blijkt om tot een consensus te komen in de
vorm van een ‘resolutie’, een oplossing voor
het desbetreffende probleem.
Na te zijn aangekomen in de historische uni-
versiteitsstad Cambridge, was de Utrechtse
delegatie voornamelijk te vinden in de gewel-
ven van de University Library. Hier werd hard
gewerkt aan inhoudelijke voorbereidingen en
wervelende speeches, om goed beslagen ten
ijs te komen tijdens de conferentie. Na een
paar dagen de sfeer van het studentenleven
in Cambridge geproefd te hebben, kon het
echte werk beginnen. Enkele dagen lang werd
er in verschillende ‘colleges’ zoals het Churchill
en Magdalene College, intensief gedebatteerd
binnen de verschillende comités. Dit gebeurde
niet alleen tijdens formele sessies, maar ook
tijdens informeel debat, waarbij de deelnemers
onderling konden lobbyen en onderhandelen.
De studenten van UUMUN onderscheidden
zich door hun karakteristieke rode outfits;
een gegeven dat hen bij andere deelnemers
van de conferentie de bijnaam ‘the red delega-
tion’ opleverde.
Dat er naast serieuze debatsessies ook nog
ruimte was voor wat minder formele activitei-
ten, werd duidelijk tijdens de MUN Club Night.
Het motto ‘work hard, play hard’ werd hier ten
volle nageleefd door zowel de deelnemers als
de debatleiders en andere leden van de orga-
nisatie, die bestond uit Cambridge studenten.
Maar zelfs tijdens de Club Night bleek er geen
einde te komen aan het lobby-en; met name
op het dakterras van de club werd er gretig
verder onderhandeld.
Op dag twee van de conferentie werden
de deelnemers uitgenodigd voor een formeel
diner, dat plaatsvond in de monumentale grote
zalen van de universiteit. De vergelijking met
de Harry Potter ‘dining hall’ bleek hier niet te
misstaan: aan lange tafels zaten de studenten
per comité bij elkaar en werd het vijfgangen-
diner geserveerd.
Na drie dagen speechen, onderhandelen
en debatteren kwam er een einde aan
Cambridge University International Model
United Nations XXVIII. De conferentie werd
in stijl afgesloten met een ‘Closing Ceremony’,
waarbij de UUMUN-delegatie maar liefst
twaalf prijzen wist te behalen. De ‘red delega-
tion’ was hiermee van alle delegaties de meest
succesvolle; de maandenlange trainingen bleken
hun vruchten te hebben afgeworpen.
Na het avontuur in Cambridge, gaat de huidige
delegatie van UUMUN hard aan de slag om
zich voor te bereiden op de volgende uitdaging:
de Harvard National Model United Nations.
In februari 2013 zullen de UUMUN-studenten
richting Boston vertrekken om daar wederom
de Universiteit Utrecht te vertegenwoordigen.
Op naar Harvard! Voor het laatste nieuws zie
www.uumun.nl.
Hartelijke felicitaties aan de prijswinnaars:Joske Graat (Strafrecht, REBO) - Best delegate
in ICJ
Pieter van Slobbe (ULC) - Best delegate in
European Union
Sophie Reddering (Rechtsgeleerdheid, REBO)-
Best delegate in WIPO
Albert Faber (Geschiedenis, GW) - Beste
delegate in Crisis
Nikki Dekker (ULC)- Best delegate in UNDP
Rens Geerse (B&O, REBO) - Distinguished
delegate in European Union
Machiel van Stralen (University College) -
Honourable Mention in Historical
Quirine Dechesne (NWI, Geo) - Honourable
Mention in IMF
Jens van Straalen (ULC) - Honourable Mention
in Crisis
Victor van Campen (ULC) - Honourable
Mention in WIPO
Lotte Lijnzaad (Gender Studies, GW)-
Honourable Mention in Security Council
Remy Middelhoff (Liberal Arts & Sciences,
GW)- Honourable Mention in WHO
Eind november 2012 toog de delegatie van UUMUN (Utrecht University
Model United Nations) naar Cambridge, om daar deel te nemen aan
de prestigieuze Cambridge University International Model United Nations.
Hierbij sleepten de Utrechtse studenten maar liefst twaalf prijzen in
de wacht; een recordaantal voor UUMUN in Cambridge.
UUMUN in CambridgeWork hard, play hard
Tekst door Petra van Driel
‘Lawsome’ 5756 ‘Lawsome’
Naast je studie
Beste Rechtenstudent,
‘Je studententijd, dat is de mooiste tijd van je
leven!’ Voor een groot deel van de Utrechtse
rechtenstudenten vormt de JSVU een bijzon-
dere bijdrage aan deze uitzinnige tijd. Met ruim
3000 leden is de JSVU één van de grootste stu-
dieverenigingen in Nederland. Deze vereniging
is gevestigd op Jansveld 44 in hartje Utrecht.
Wie op een doordeweekse dag het pand van
de JSVU binnen loopt, treft daar een gezellige
bedrijvigheid aan. Het bestuur loopt rond of zit
in de bestuurskamer, commissies vergaderen en
werken in de commissiekamers en studenten
staan in de rij voor boeken en samenvattingen
in de studiewinkel. Zowel studiegerelateerde
als sociale activiteiten zijn aan de orde van de
dag. Meer dan 100 commissieleden zetten zich
actief in voor het bestaan en voortbestaan van
de vereniging. De activiteiten zitten bijna altijd
vol en de borrels en feesten zijn drukbezocht.
Al sinds 1968 weet de JSVU een gevoel van
saamhorigheid onder de rechtenstudenten te
creëren. Door de jaren heen heeft de JSVU zich
ontwikkeld tot een grote vereniging met talloze
herinneringen.
Met ingang van 2013 is een extra bijzonder jaar
aangebroken, namelijk het 9e lustrumjaar van de
JSVU! Dat moet natuurlijk gevierd worden. Van
25 februari t/m 7 maart vindt het lustrum plaats
in de vorm van verschillende activiteiten.
Als groep van zes studenten werden wij in
februari 2012 bij elkaar gezet met de opdracht
om het lustrum van de JSVU te organiseren.
Het was voor ons een waar genoegen dat
wij hiervoor waren uitgekozen, maar tegelijk
een enorme uitdaging! Diezelfde maand nog
stond onze eerste vergadering gepland. Samen
met de lustrumbegeleiders uit het bestuur
Guus Nieuwenhuijzen Kruseman en
Ilja Völkers begonnen we de vergadering in
commissiekamer 1. De lustrumcommissie was
geboren. Een beetje zenuwachtig lachend keek
iedereen elkaar aan. Voorzichtig bespraken we
wat we gingen doen het komende jaar en wat
ons allemaal te wachten zou staan. De visie
voor 2013 bleek voor iedereen hetzelfde te
zijn: een ‘awesome’ 9e lustrum neerzetten voor
de Utrechtse rechtenstudenten. Slechts een
paar vergaderingen en borrels later zaten we
bij elkaar in diezelfde commissiekamer als een
hechte groep die bereid was de handen uit
de mouwen te steken.
Even voorstellen: de lustrum-commissieAls voorzitter Eva Bindels, een tikkeltje cha-
otisch maar erop gebrand dat het een prachtig
lustrum wordt. Ze is de jongste van het stel
maar nooit bang om streng te zijn. Secretaris
Tess van der Linden lijkt onschuldig, maar
neemt nooit een blad voor haar mond. Ze staat
bekend om haar sterke input en de perfect
uitgewerkte notulen van iedere vergadering.
Anne Fleur Krijthe hoor je al van verre
aankomen door haar schaterende lach. Als
Penningmeester is bewaakt zij onze schatkist
en moet ze af en toe lastige beslissingen nemen.
Dan onze Commissaris Sponsoring Max
Verbaken, onze enige echte man. Een beetje
een dromer tijdens de vergaderingen, maar
altijd bereid om zich in te zetten! Stan ‘one of
the girls’ van Andel is Commisaris Promotie
en altijd in voor gezelligheid. Hij staat sterk in
zijn schoenen en denkt graag ‘out of the box’.
Niet te vergeten is Inge van der Linden,
Commissaris Locaties & Activiteiten. Deze
drukbezette dame neemt haar taken altijd
serieus. Ook houdt zij wel van een drankje en
mist ze daarom geen enkel feestje! Omdat een
lustrum natuurlijk maar één keer in de vijf jaar
plaatsvindt, willen wij niets liever dan dat dit
een geweldige ervaring wordt in een combinatie
van studiegerelateerde en feestelijke activiteiten.
Thema en activiteiten:Het thema voor het 9e lustrum luidt dan ook:
‘LAWSOME’! Dit woord drukt voor ons uit
wat wij willen bereiken met dit lustrum. In
samenwerking met het bestuur en een aantal
commissies staat de JSVU anderhalve week lang
volledig op zijn kop! Op maandag 25 februari
trappen we het lustrum af met een evenement.
Ongeveer vier keer per jaar organiseert de
Evenementencommissie een activiteit voor
alle leden en zo ook een evenement voor
het lustrum. Op diezelfde dag zal in de avond
een lustrumreceptie als feestelijke start van
het lustrum plaatsvinden. Tevens zal er een
avontuurlijke activiteit voor commissieleden
zijn en in de avond aansluitend een spetterend
feest voor alle studenten! Daarna organiseert
de Praktijkdagcommissie een praktijkdag in lus-
trumeditie bij een advocatenkantoor. Ook een
alumnidag mag aan dit lustrum niet ontbreken,
waar oude bekenden elkaar ontmoeten om
herinneringen op te halen en te genieten van
het lustrum. Later zal er een symposium voor
de Utrechtse rechtenstudenten plaatsvinden
georganiseerd door de Symposiumcommissie.
Deze commissie organiseert een aantal keer
per jaar een symposium, uiteenlopend van een
groot traditioneel symposium tot een kleinscha-
lig interactief symposium. Daarnaast vindt er
tot vreugde van de sportievelingen onder ons
ook een sportactiviteit voor alle leden plaats.
Als afsluiter van het lustrum is er een com-
missiediner en natuurlijk een groots gala voor
alle studenten! Wil jij de details weten van alle
activiteiten? Houd ons in de gaten op www.
jsvu.nl/lustrum en de lustrumfacebook. Hier
zullen we jullie op de hoogte houden van alle
activiteiten, thema’s en inschrijfdeadlines. We
hopen jullie allemaal mogen te verwelkomen op
het om er samen een onvergetelijk 9e lustrum
van te maken. Zorg dat je er bij bent!
Programma van het IXe Lustrum der JSVU – 25 februari t/m 7 maart 201325/2 – Evenement & Lustrumreceptie
27/2 – Activiteit commissieleden & Feest
1/3 – Praktijkdag
2/3 – Alumnidag
4/3 – Symposium
6/3 – Sportactiviteit voor alle leden
7/3 – Commissiediner & Gala
Met het vieren van het 9e lustrum zullen we
stilstaan bij het feit dat de JSVU al sinds 1968
wijsheid en gezelligheid voor de Utrechtse
rechtenstudent brengt. Wij willen het 45e
bestuur van harte feliciteren met het aanbreken
van dit bijzondere jaar. 45 jaar aan herinnerin-
gen die de JSVU hebben gevormd tot wat zij nu
is: LAWSOME!
Namens de Lustrumcommissie
der JSVU, Eva Bindels‘LAWSOME’Het 9e lustrum der JSVU komt er aan!
Tekst door Eva Bindels
Het thema voor het 9e lustrum luidt dan ook: ‘LAWSOME’! Dit woord drukt voor ons uit wat wij willen bereiken met dit lustrum. In samenwerking met het bestuur en een aantal commissies staat de JSVU anderhalve week lang vol-ledig op zijn kop!
Eggens Appèlconcours 5958 Eggens Appèlconcours
Naast je studie
Op 9 november 2012 vond in het Gerechtshof
’s-Gravenhage de eerste Nederlandse pleitwed-
strijd plaats die zich richt op de procedure in
hoger beroep: het Eggens Nationaal Appèlcon-
cours (hierna: Appèlconcours). Het Gerechtshof
trad op als gastheer als onderdeel van hun
nieuwe beleid, om de werkzaamheden van de
rechterlijke macht zo veel mogelijk inzichtelijk
te maken voor studenten. Voor de deelne-
mers aan de wedstrijd was het pleiten in een
appèlprocedure een mooie kans om kennis te
maken met deze kant van de praktijk, die tijdens
de opleiding weinig aan bod komt. In dit artikel
wordt aan de hand van de wedstrijd een korte
introductie gegeven over pleitwedstrijden in
het algemeen, gevolgd door een overzicht van
enkele verschillen tussen de procedure in hoger
beroep met die in eerste aanleg.
Alle pleitwedstrijden zijn er op gericht om de
deelnemers de kans te bieden hun juridische
overtuigingskracht te vergroten. De deelnemers
worden door een jury beoordeeld op hun
juridische kennis en de wijze waarop zij hun
pleidooien houden. Natuurlijk heeft elke pleit-
wedstrijd een competitie-element, maar de kans
om te oefenen met pleiten is minstens even
belangrijk. Het belang van het goed kunnen plei-
ten werd nogmaals benadrukt door mr. André
Zander, bestuurslid en sectorvoorzitter Civiel
van het Gerechtshof ’s-Gravenhage: “Het is
een belangrijk onderdeel binnen het juridische
proces. Het maken van een goed onderbouwd
en beargumenteerd, en bij voorkeur boeiend,
betoog is eveneens een belangrijke academische
vaardigheid. De oude Grieken zagen het belang
van een goede redevoering al in. Sindsdien is
dit niet veranderd. Binnen de huidige, door de
media gedomineerde, maatschappij lijkt het zelfs
steeds voornamer te worden om je bood-
schap goed voor het voetlicht te brengen.” In
het universitair onderwijs neemt het pleiten
sinds enkele jaren een bescheiden plaats in. Zo
wordt er gepleit binnen het kader van sommige
vakken en worden door veel rechtenfaculteiten
‘oefenrechtbanken’ gehouden. Ook heeft iedere
universiteit tegenwoordig een eigen pleitge-
nootschap. Hun leden oefenen met pleiten aan
de hand van casus en doen mee aan onderlinge
pleitwedstrijden.
Normaliter wordt bij alle pleitwedstrijden een
rechtszaak in eerste aanleg nagespeeld. Door
een procedure in hoger beroep na te spelen,
brengt het Appèlconcours hier verandering in.
Hiernaast probeert de wedstrijd dicht bij de
rechtspraktijk te blijven. In plaats van een casus
van 1 á 2 A4, krijgen de deelnemende teams
van tevoren een heel procesdossier. Daarin
is het vonnis van de rechtbank opgenomen
waartegen beroep wordt ingesteld en de door
de advocaten uitgewisselde stukken. Hieruit
halen de deelnemers de relevante feiten om de
zaak van hun cliënt te bepleiten. In casu gaat het
over twee bedrijven, die geen overeenstemming
kunnen bereiken over het al dan niet tot stand
komen van een overeenkomst. Daarop heeft
het ene bedrijf het andere aangesproken om de
kosten te vergoeden die hij in het kader van de
onderhandelingen had gemaakt. Tegen dit vonnis
van de rechtbank kwamen beide partijen in
hoger beroep. Het ene bedrijf omdat de recht-
bank een kostenvergoeding heeft toegewezen,
het andere omdat de kostenvergoeding niet
kostendekkend was.
In de verschillende processtukken zaten ook
procesrechtelijke ‘valkuilen’ verstopt. Immers is
het toepassen van procesrechtelijke vragen een
goede manier om de stof tot leven te brengen,
omdat procesrecht niet altijd tot de verbeelding
spreekt wanneer je er over leest in een boek.
Zo werd één van de deelnemers door een
jurylid gevraagd wat de gevolgen waren van
het feit dat de geïntimeerde in de memorie van
antwoord geen petitum had opgenomen. Het
antwoord op een vraag niet weten als deze ge-
steld wordt door een werkgroepdocent is één
ding, maar als het een bekende partner van een
groot advocatenkantoor is, wordt het toch een
ander verhaal. De studenten in de zaal zullen
het goede antwoord nooit meer vergeten.
Mocht het goede antwoord op bovenstaande
vraag je niet gelijk te binnen schieten: geen
probleem. Het hoger beroep kent namelijk
geheel eigen ‘spelregels’. De eiser in een zaak
wordt bijvoorbeeld ‘appellant’ genoemd en de
gedaagde ‘geïntimeerde’. Hoewel dat laatste
onder invloed van de wedstrijdstress enkele ke-
ren getransformeerd werd tot ‘geïntimideerde’.
Deze partijen wisselen de processtukken uit
waarin zij hun bezwaren tegen het vonnis van
de rechtbank uiteenzetten; de memories van
grieven en antwoord en eventueel een memorie
van grieven en antwoord in incidenteel appèl.
Hoe deze processtukken worden geformu-
leerd luistert heel nauw. Het is in beginsel niet
toegestaan om tijdens het pleidooi punten aan
te voeren die niet in de memories genoemd
zijn. Dit is de zogenaamde ‘twee conclusie-regel’
van de Hoge Raad, die het ‘grievenstelsel’ tot
een gevaarlijk leerstuk maakt voor advocaten.
Zo werden de teams die tijdens het pleidooi
nieuwe gronden aanvoerden voor het vorderen
van schadevergoeding op de vingers getikt. Het
vergeten van een petitum, de laatste conclusie
van een processtuk, is meestal geen probleem
zolang uit de rest van het processtuk maar blijkt
wat je wilt bereiken. Wederom: als je het leest
niet zo spannend, maar wel als je er midden in
je pleidooi naar gevraagd wordt door één van
de juryleden.
Met het stellen van vragen, dagen de juryle-
den bij een pleitwedstrijd de deelnemers uit.
Daarom worden voor iedere wedstrijd bekende
praktijkjuristen benaderd die ‘feeling’ hebben
met het onderwerp van de casus. Zo waren
bij het Appèlconcours juryleden aanwezig die
veel inzicht hebben in de procedure in hoger
beroep; vier raadsheren van het Hof den Haag
en Alfred Hammerstein, raadsheer bij de Hoge
Raad en bewerker van het Asser-deel over
hoger beroep. Ook waren er advocaten die veel
procederen in hoger beroep, zoals landsadvo-
caat Bert-Jan Houtzagers, en hoogleraren, zoals
professor Ivo Giesen. Omdat de casus over
afgebroken onderhandelingen ging, waren ook
enkele experts op dit leerstuk aanwezig; Marcel
Ruygvoorn, die op het onderwerp gepromo-
veerd is, en Bart Groen, de cassatieadvocaat die
dertig jaar geleden met het arrest Plas/Valburg
voor baanbrekende jurisprudentie zorgde. Een
leuk onderdeel van de dag was een spontane
discussie die tussen de juryleden ontstond
over de vraag hoe rechters nu precies met dit
leerstuk dienen om te gaan.
De gezamenlijke jury benoemde de pleiters van
vereniging Diephuis uit Groningen tot winnaars
van het Appèlconcours. Op www.pleitwedstrijd.
nl is een verslag te vinden en kunnen de foto’s
worden bekeken. Ook is het mogelijk om daar
de casus te downloaden.
Het Eggens Nationaal Appèl-concours“Geïntimeerde, waarom heeft u geen petitum bij uw Memorie van Antwoord gevoegd?”
Tekst door Fenna Douwenga
Crisis & Recht 6160 Crisis & Recht
Naast je studie
De Franse president Francois Hollande heeft
aangekondigd dat het einde van financiële crisis
dan nu eindelijk in zicht is, dit zou het gevolg
zijn van de juiste beslissingen genomen door
de Europese Unie. Veel vertrouwen dus in
deze gemeenschap, mits bepaalde ‘actiepunten’
worden vervult. Maar wat zijn precies deze ac-
tiepunten? Hoe is deze financiële crisis ontstaan
en hoe komen we er weer uit? Dit zijn voor de
econoom misschien makkelijkere vragen dan
voor de gemiddelde jurist maar het blijft voor
vele van ons nog een abstract begrip. Verder
bevat de financiële crisis ook veel juridische
aspecten in de vorm van nieuwe wetten en
regelgeving die gemaakt worden om deze crisis
tegen te gaan en een nieuwe crisis te voor-
komen. Dit is natuurlijk voor de aankomende
jurist erg interessant. Hoog tijd dus om hier een
congres aan te wijden, tijd voor het jaarlijkse
Juridische Studenten Congres georganiseerd
door de JSVU met dit jaar het thema: ‘Crisis &
Recht’.
Na maandenlange voorbereiding was het dan
eindelijk zover: vrijdag 23 november vond het
congres plaats in het oude stadspand Silverijn in
het centrum van Utrecht. De dag werd geopend
door twee inspirerende sprekers: Hoogleraar
Economische Wetenschappen aan de Univer-
siteit Utrecht Hans Schenk en Paul Kuipers,
partner bij Linklaters. Prof. Schenk betoogde in
zijn inleiding dat economische theorieën ook
de basis vormen van twee belangrijke juridische
pijlers van het overheidsbeleid; namelijk het
Concentratietoezicht en de Dertiende Richtlijn
(Overnamerichtlijn). Deze hebben beide direct
dan wel indirect bijgedragen aan het ontstaan
van de grote financiële crisis van 2007-2008.
Prof. Schenk liet zien dat nieuwe economische
inzichten leiden tot de conclusie dat het huidige
concentratietoezicht drastisch moet worden
herzien en dat bescherming tegen over-
names onder voorwaarden moet worden
toegestaan. Prof. Schenk eindigde zijn presenta-
tie met een open eind wat betreft de vraag hoe
positief onze economische toekomst eruit ziet.
Na de introductie van het thema werden er
gedurende de dag verschillende workshops
gegeven met betrekking tot dit thema. Deze
werden verzorgd door verschillende advocaten-
kantoren, de Rabobank en andere sprekers met
expertise op dit gebied. Hier een kleine greep
uit het brede aanbod workshops: Kienhuis
Hoving Advocaten en Notarissen belichtten
de rol van de curator in crisis tijd. De Rabo-
bank was ook aanwezig en liet de crisis zien
vanuit het perspectief van de bedrijfsjurist en
hoe deze verschilt van die van een advocaat.
Hier kwam ook de Griekse schuldencrisis aan
bod. Een workshop die hier mooi op aansloot
was de workshop ‘Crisis & EU’ verzorgd door
Europarlementariër Wim van de Camp. Verder
verzorgde hoogleraar Bedrijfsfinancieel recht
aan de Universiteit Utrecht Wilco Oostwouder
een workshop met als onderwerp ‘de zin en
onzin van bonussen in de financiële sector’, een
zeer omstreden onderwerp in tijden van de
financiële crisis.
Het congres werd afgesloten met een debat
geleid door Wim van de Camp. Hierbij werden
verschillende stellingen met betrekking tot de
crisis voorgelegd aan de studenten en deze
konden aangeven of ze het met de stelling
eens of oneens waren. Je moest echter wel
kunnen aangeven waarom je dit standpunt had
ingenomen want Wim van de Camp pakte er
genadeloos studenten uit het publiek tussen
uit om hun standpunt te verdedigen. Er werd
dus wel een actieve inzet van de studenten
vereist tijdens dit debat. Na het debat werd er
afgesloten met een borrel waarin je nog even
met iedereen kon spreken en nog je dringende
vragen kon stellen aan de sprekers van het con-
gres waar je eerder niet aan toe was gekomen.
Al met al een zeer geslaagde en leerzame dag!
Juridisch Studenten Congres 2012: Crisis & Recht
Tekst door Noortje Machiels en Maurits Rabbie
Hoe is deze financiële crisis ontstaan en hoe komen we er weer uit? Dit zijn voor de econoom misschien makkelijke-re vragen dan voor de gemiddelde jurist maar het blijft voor vele van ons nog een abstract begrip.
Recht uit het hart 6362 Recht uit het hart
Naast je studie
Het moet een kleine twintig jaar geleden
geweest zijn. Ik was scheidsrechter in een juni-
orenwedstrijd bij hockeyclub de Kraaien. Mijn
ervaring als scheidsrechter was non-existent en
bestond uit wat theoretische kennis. Jemig, wat
ging alles snel, daar was geen slow-motion bij.
Ja, bal tegen voet, shoot, in de strafcirkel. Prr-
rrrt, ik floot. Maar, shit, van wie was die voet?
Een, twee, drie in godsnaam dan maar. Mijn
twee armen gingen naar voren, strafcorner. Een
zwaar gepikeerd meisjesteam als gevolg. Oeps,
verkeerd gegokt. ‘Mond houden’, zei de coach
van het gepikeerde team tegen zijn meiden. Hij
zag mij en zag dat ik eehm, niet zo veel ervaring
had. Ik hoorde geen woord meer van de mei-
den en de strafcorner werd genomen. Gelukkig
geen doelpunt. Er waren geen boze ouders,
geen boze spelers, geen boze wie dan ook. Er
werd gewoon verder gespeeld. Een spelletje,
toch??? Ben die coach met tegenwoordigheid
van geest wel dankbaar!
Als coach wil je natuurlijk winnen, maar wat
is winnen? En ga je voor de korte termijn, of
voor de lange termijn winst? Deze coach had
zich bij mij kunnen beklagen en deze wedstrijd
naar zijn hand kunnen zetten, vol voor de korte
termijn winst. In mijn ogen deed hij iets veel
waardevollers voor zijn spelers. Hij leerde ze
om een tegenslag te incasseren, boven hun
emotionele reactie uit te stijgen en waardig
verder te knokken voor de winst. Hij werkte
aan de vaardigheden van zijn spelers, waar zij
op de lange termijn profijt van zouden hebben.
Ook in het leven, dat vaak geen spelletje is. Er
ís onrechtvaardigheid en er zíjn conflicten. In
de toekomst zullen jullie, de studenten van nu,
mensen bijstaan bij deze conflicten, of dit nu als
advocaat, rechter, mediator of in het bedrijfsle-
ven is. Hoe je dit doet, daarin heb je een keuze.
Ga je voor de korte termijn winst of ga je dit
doen met behulp van menselijke vaardigheden?
Communicatie, empathie, rust, wijsheid etc..
In het bedrijfsleven wordt er veel aandacht
besteed aan het aanleren van deze vaardighe-
den aan medewerkers, met alle voor de hand
liggende voordelen van dien.
Tijdens mijn rechtenstudie van 1994 tot 2000
op de Universiteit van Amsterdam, heb ik veel
geleerd. Over erfdienstbaarheid, eenvoudige
vrijwaring in burgerlijke zaken, conversie en
goeder trouw. Over akte van splitsing, depot
van merken, heling, hoger beroep en natuurlijk
constitutum possesorium! En nog zo veel meer.
Maar vaardigheden? Na mijn studie en diverse
banen, waaronder advocaat, pakte ik mijn knap-
zak en toog naar de Verenigde Staten. En wel
naar de advocaat Bill van Zyverden, grondlegger
van de holistische advocatuur en oprichter van
de International Alliance of Holistic Lawyers.
Op zoek naar een nieuwe manier van geschil-
lenbeslechting. Ik vond van alles! Van eekhoorn-
tjes die op mijn raam tikten, tot advocaten die
spraken over ‘restorative justice’ (herstelrecht).
Een echte bruine beer op de weg en het inzicht
dat ik geen denkbeeldige beren meer op de weg
wilde zien. Een labyrint, Eckhart Tolle, piraten
en zelfs Hugh Grant had er iets mee te maken.
Hoe zal ik het uitleggen….niet te doen in één
artikeltje, maar heus je kunt er alles over lezen
in mijn boek ‘Recht uit het hart. Een zoektocht
naar holisme en compassie in het recht.’
Kort gezegd vond ik magie, die ik een beetje
was kwijtgeraakt tijdens mijn studie en in mijn
juridische banen. Een magie die je in kabouters
en de goede fee doet geloven. Als sterrenstof
op een donkere nacht. Of een hofnar die je lid
wilt maken van ‘the twinkling eyes club’. Iets waar
je zo’n onmiskenbaar Joepie-gevoel van krijgt.
Ik neem even pauze en klik facebook open. Ik
zie een foto van twee jongens die naast elkaar
zitten en elkaars hand vasthouden. Hun gezicht
verbergen ze in hun andere hand / arm. Huilen
ze? Schamen ze zich? Er staan allemaal jonge
mensen omheen. Dit staat erbij: ‘these guys were
found fighting inside the school. As a punishment
for fighting, they were given a choice. The options?
Suspension or holding hands for an hour.’ Ja,
precies, dat bedoel ik!!! Ik krijg er kippenvel van.
Het gebeurde deze week op een high school
in Arizona en op het nieuws wordt er kenne-
lijk nog steeds over gepraat. Blijkbaar was de
directeur van de school door het bestuur van
de school op deze gang van zaken aangespro-
ken. Als reactie daarop zijn alle leerlingen, in hun
vrije tijd, hand in hand om de school heen gaan
staan om de directeur te ondersteunen.
Deze directeur was als die hockeycoach. En het
heeft een naam. Het heet creatieve geschillen-
beslechting en wordt zelfs onderwezen op de
universiteit. En wel op de California Western
School of Law. Deze universiteit heeft een
centrum voor creatieve geschillenbeslechting
(Center for Creative Problem Solving). Dit
centrum ontwikkelt een curriculum, onderzoek
en projecten om studenten en advocaten op
te leiden in methodes om conflicten, waar mo-
gelijk, te voorkomen en creatief de conflicten
op te lossen waar deze zijn ontstaan. Er wordt
aandacht besteed aan mogelijke oorzaken van
conflicten en studenten worden geschoold in
vaardigheden zoals: empathisch luisteren, com-
municatie, creativiteit en het ontwerpen van
systemen om conflicten te voorkomen.
Mooi toch? En zo zijn er nog veel meer initia-
tieven en vernieuwingen, die samen een frisse
wind vormen door het juridische landschap.
Start je eigen magische zoektocht en laat deze
wind ook jouw zeilen opbollen. Come aboard!
Mr. Sonja Ortmans
Boek: Recht uit het hart. Een zoektocht naar
holisme en compassie in het recht. Te bestellen
bij elke boekhandel en o.a. www.bol.com. ISBN:
9789077770702
Sneak Preview:
Mission possible
I’m on a secret mission
Don’t want them to know
To follow my intuition
Please, I need to grow
I’m in my office cubical
Figuring out a way
I sense, I’m getting ludical
But they want me to stay
My heart is almost bursting
Don’t want them to know
I need to quench my thirsting
Oh please, let me go
The angels are yet coming
I see them everywhere
In my ears they’re humming
Know you’re free, so dare
But I’m afraid they’ll stop me
In every way they can
The angels sing, now don’t flee
They are your fellow man
So then, take them with you
Someone needs to start
You can guide them threw
How to follow the heart
So in this secret mission
I want you all to know
I have this joyous vision
All ‘f our eyes will glow
Imagination has arrived
People share their land
This is why we all have strived
So please now take my hand
Sonja Ortmans
Recht uit het hart
Tekst door Sonja Ortmans
‘Kort gezegd vond ik magie, die ik een beetje was kwijtgeraakt tijdens mijn studie en in mijn juridische banen.’
64 Juncto zoekt nieuwe (web)redactieleden!
Juncto is al 24 jaar het onafhankelijke blad van het departement Rechts-
geleerdheid van de Universiteit Utrecht. Juncto verschijnt 4 keer per jaar
in een oplage van 2000 exemplaren. Het blad is gratis verkrijgbaar in alle
onderwijsgebouwen en instituten van de faculteit, alsmede de Onderwijs-
winkel Rechtsgeleerdheid. Via onze website www.juncto.nl zijn oudere
nummers van de Juncto te raadplegen.
Rechten studeren is meer dan alleen met je neus in de boeken zitten.
De wereld buiten het wetboek is ontzettend groot en juist in die wereld
leer je het belang van de wetten kennen. Juncto probeert een beeld
te schetsen van die wereld waarin studenten hun kwaliteiten kunnen
ontplooien en probeert tevens een blik te werpen op de toekomst van
deze studenten. Carrièremogelijkheden worden nader belicht, maar
ook ontwikkelingen binnen de universiteit worden niet vergeten. Achter-
gronden van juridisch relevante nieuwsfeiten worden onderzocht en
meningen worden verkondigd. Kortom, Juncto is een veelzijdig blad
waarbij de kritische rechtenstudent zijn hart kan ophalen.
RedactieDe redactie bestaat uit enthousiaste en nieuwsgierige rechtenstudenten
die beschikken over een gezonde dosis zelfvertrouwen en creativiteit en
zijn niet bang om zich ergens in vast te bijten. Daarnaast beheerst je de
Nederlandse taal uitstekend en heb je bij voorkeur enige ervaring met
het schrijven van teksten. Het behaald hebben van je kernvakken is een pré.
We verwachten dat je vier keer per jaar een bijdrage aan Juncto levert
door middel van één of meerdere kwalitatief goede artikelen. In principe
ben je geheel vrij in de keuze en inhoud van de artikelen, zolang het past
binnen de doelstellingen van Juncto. Verder zal je zo nu en dan op pad
gaan voor een interview, denk je actief mee over de inhoud en vorm-
geving van Juncto en werk je mee aan het promoten van Juncto.
WebredactieWij zijn hard bezig om de nieuwe website te verwezenlijken en hiervoor
zijn wij op zoek naar mensen die zich hier inhoudelijk mee bezig willen
houden. We zoeken hiervoor onder andere bloggers, columnisten, foto-
grafen etc. etc.
Ben jij dat creatieve talent dat in de toekomst een leuke bijdrage aan
de website gaat leveren? Als webredactielid ben je geheel vrij in de keuze
wat je doet. Eigen inbreng wordt zeer gewaardeerd. Verder denk je actief
mee over de verdere ontwikkelingen en inhoud van de website.
Wij bieden jou een leuke ervaring naast je studie en een manier om
je kennis nog verder te verbreden en te verdiepen. Verder worden er
workshops en borrels georganiseerd dus leer je ook je mede-redactie-
leden kennen!
Ben jij die enthousiaste en nieuwsgierige rechtenstudent die wij zoeken?
Lijkt het jou leuk om een bijdrage te leveren aan één van de grootste
juridische faculteitsbladen van Nederland? Stuur dan een e-mail naar
[email protected] met daarin je motivatie en je CV. Indien je verder nog
vragen hebt kun je altijd contact opnemen met hoofdredacteur Lilach
Zalait via bovenstaand e-mailadres.
Juncto zoekt nieuwe (web)-redactieleden!