96
- 330 / 1 - 95 / 96 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers GEWONE ZITTING 1995-1996 (*) 18 DECEMBER 1995 ONTWERP van faillissementswet MEMORIE VAN TOELICHTING DAMES ENHEREN, Dit ontwerp van wet herneemt de bepalingen van het ontwerp van wet goedgekeurd door de de Kamer van Volksvertegenwoordigers en overgezonden aan de Senaat op 3 april 1995 (Stuk Senaat n" 1389/1- 94/95). i Een nieuw artikel1 werd hieraan toegevoegd, lui- dend als volgt : « De artikelen 4 en 115 van deze wet regelen aangelegenheden bedoeld in artikel 77, eer- ste lid, 3°, van de Grondwet in zoverre wordt verwe- zen naar artikel146 van de Grondwet; de overige artikelen regelen aangelegenheden bedoeld in arti- kel 78 van de Grondwet. », Het artikel 49 (met betrekking tot de kamers van opschorting dat het artikel 84 van het Gerechtelijk wetboek wijzigt) werd uit het oorspronkelijke ont- werp gelicht amin de vorm van een afzonderlijk ontwerp aan de Raad vanState te worden voorge- legd. Overeenkomstig de aanbeveling van de Raad van State werddeze bepaling opnieuw geïntegreerd in het ontwerp (artikel50) teneinde de samenhang van de wettekst te behouden. Het voorgelegde voor- ontwerp van wet tot wijziging van artikel 84 van het Gerechtelijk wetboek komt hiermee te vervallen. (*) Tweede zitting van de 4g e zittingsperiode. - 330 / 1 - 95 / 96 Chambre des Representants de Belgique SESSION ORDINAIRE 1995-1996 (*) 18 DÉCEMBRE 1995 PROJET DE LOI sur les faillites EXPOSE DES MOTIFS MESDAMES, MESSIEURS, Le présent projet de loi reprend les dispositions du projet de loi approuvé par la Chambre des Représen- tants et transmis au Sénat le 3 avril 1995 (Doc.Sénat n° 1389/1-94/95). Un article 1 er nouveau y a été ajouté, libellé comme suit: « La présente loi, en ses articles 4 et 115, règle des matières visées à l'article 77, alinéa I", 3°, de la Constitution en tant qu'il se réfère à l'article 146 de la Constitution; les autres articles règlent des matiè- res visées à l'article 78 de la Constitution. », L'article 49 (relatif aux chambres du sursis et mo- difiant l'article 84 du Code judiciaire) avait été ex- trait du projet originaire pour être soumis au Conseil d'Etat sous forme d'un projet de loi distinct. Confor- mément à la recommandation du Conseil d'Etat, cet- te disposition a été réintégrée au projet (article 50) afin de sauvegarder la cohérence du texte légal. L'avant-projet de loi modifiant l'article 84 du Code judiciaire est dès lors retiré. (*) Deuxième session de la 49' législature. s. -502

K. 49-330/1

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: K. 49-330/1

- 330 / 1 - 95 / 96

Belgische Kamervan Volksvertegenwoordigers

GEWONE ZITTING 1995-1996 (*)

18 DECEMBER1995

ONTWERP

van faillissementswet

MEMORIE VAN TOELICHTING

DAMESENHEREN,

Dit ontwerp van wet herneemt de bepalingen vanhet ontwerp van wet goedgekeurd door de de Kamervan Volksvertegenwoordigers en overgezonden aande Senaat op 3 april 1995 (Stuk Senaat n" 1389/1-94/95). i

Een nieuw artikel1 werd hieraan toegevoegd, lui-dend als volgt : « De artikelen 4 en 115 van deze wetregelen aangelegenheden bedoeld in artikel 77, eer-ste lid, 3°, van de Grondwet in zoverre wordt verwe-zen naar artikel146 van de Grondwet; de overigeartikelen regelen aangelegenheden bedoeld in arti-kel 78 van de Grondwet. »,

Het artikel 49 (met betrekking tot de kamers vanopschorting dat het artikel 84 van het Gerechtelijkwetboek wijzigt) werd uit het oorspronkelijke ont-werp gelicht amin de vorm van een afzonderlijkontwerp aan de Raad vanState te worden voorge-legd. Overeenkomstig de aanbeveling van de Raadvan State werddeze bepaling opnieuw geïntegreerdin het ontwerp (artikel50) teneinde de samenhangvan de wettekst te behouden. Het voorgelegde voor-ontwerp van wet tot wijziging van artikel 84 van hetGerechtelijk wetboek komt hiermee te vervallen.

(*) Tweede zitting van de 4ge zittingsperiode.

- 330 / 1 - 95 / 96

Chambre des Representantsde Belgique

SESSION ORDINAIRE 1995-1996 (*)

18 DÉCEMBRE1995

PROJET DE LOI

sur les faillites

EXPOSE DES MOTIFS

MESDAMES,MESSIEURS,

Le présent projet de loi reprend les dispositions duprojet de loi approuvé par la Chambre des Représen-tants et transmis au Sénat le 3 avril 1995 (Doc.Sénatn° 1389/1-94/95).

Un article 1er nouveau y a été ajouté, libellé commesuit: « La présente loi, en ses articles 4 et 115, règledes matières visées à l'article 77, alinéa I", 3°, de laConstitution en tant qu'il se réfère à l'article 146 dela Constitution; les autres articles règlent des matiè-res visées à l'article 78 de la Constitution. »,

L'article 49 (relatif aux chambres du sursis et mo-difiant l'article 84 du Code judiciaire) avait été ex-trait du projet originaire pour être soumis au Conseild'Etat sous forme d'un projet de loi distinct. Confor-mément à la recommandation du Conseil d'Etat, cet-te disposition a été réintégrée au projet (article 50)afin de sauvegarder la cohérence du texte légal.L'avant-projet de loi modifiant l'article 84 du Codejudiciaire est dès lors retiré.

(*) Deuxième session de la 49' législature.

s. -502

Page 2: K. 49-330/1

- 330 / 1-95 / 96

Hiermee wordt het standpunt aangenomen datdoor de Raad van State werd aanbevolen in zijnadviezen L.24.6l5/A.G.-A.V./2. (met betrekking tothet voorontwerp betreffende het gerechtelijk ak-koord) en L.24.6ü5/A.G.-A.V./2.(met betrekking tothet voorontwerp tot wijziging van artikel 84 van hetGerechtelijk Wetboek) van 23 november 1995.

De nummering van het ontwerp werd aangepastaan de invoeging van het nieuwartikel 1.

De Minister van Justitie,

S. DE CLERCK

[2]

La recommandation précomsee par le Conseild'Etat dans son avis L.24.6l5/A.G.-A.V./2. (avant-projet de loi relative au concordat judiciaire) ainsique dans son avis L.24.6ü5/A.G.-A.V./2.(avant-projetde loi modifiant l'article 84 du Code judiciaire) est. . ..aInSI survie.

Suite à l'insertion de l'article 1er (nouveau), le pro-jet a été renuméroté.

Le Ministre de la Justice,

S. DE CLERCK

Page 3: K. 49-330/1

VOORONTWERPVAN WET

onderworpen aan het advies van de Raad van State

Voorontwerp van faillissementswet

TITEL I

Algemene bepalingeii

Artikell

Deze wet regelt een aangelegenheid bedoeld in arti-kel 78 van de Grondwet.

Art.2

De koopman die op duurzame wijze heeft opgehouden tebetalen bevindt zich in staat van faillissement.

Degene die geen handel meer drijft kan failliet wordenverklaard indien hij heeft opgehouden te betalen toen hijnog koopman was.

De koopman kan na zijn overlijden failliet worden ver-klaard, indien hij overleden is nadat hij had opgehouden tebetalen.

Art.3

De bepalingen van artikel50, tweede lid, 55 en 56 vanhet Gerechtelijk Wetboek zijn niet toepasselijk op de vorde-ringen en betekeningen bedoeld in deze wet.

TITEL II

Faillissement

HOOFDSTUKI

Aangifte, faillietverklaring enstaking van betaling

Art.4

De faillietverklaring geschiedt bij vonnis van de recht-bank van koophandel waarbij de zaak aanhangig is ge-maakt, hetzij door aangifte van de gefailleerde, hetzij opdagvaarding of bij wege van een verzoekschrift van een ofmeer schuldeisers of van het openbaar ministerie.

De rechtbank van koophandel bevoegd om de faillietver-klaring uit te spreken, is die welke gelegen is in het rechts-gebiedwaarbinnen de koopman op de dag van aangifte vanhet faillissement of van het instellen van de rechtsvorde-ring zijn woonplaats of, indien het een handelsvennoot-schap betreft, zijn zetel heeft. Indien de gefailleerde geenbekende woonplaats heeft in België afin het buitenland is

[3 ] - 330 / 1-95 / 96

AVANT-PROJET DE LOI

soumis à l'avis du Conseil d'Etat

Avant-projet de loi sur les faiÏlites

TITRE r-

Dispositions générales

Article 1er

La présente loi règle une matière visée à l'article 78 de laConstitution.

Art.2

Tout commerçant qui a cessé ses paiements de manièredurable est en état de faillite.

Celui qui n'exerce plus le commerce peut être déclaré enfaillite, si la cessation de ses paiements remonte à uneépoque où il était encore commerçant.

La faillite d'un commerçant peut être déclarée après sondécès, lorsqu'il est mort en état de cessation de paiement.

Art.3

Les articles 50, alinéa 2, 55 et 56 du Code judiciaire nesont pas applicables aux demandes et significations viséesdans la présente loi.

TITRE II

De la faillite

CHAPITRE 1er

De l'aveu, de la déclaration de faillite et de lacessation de paiement

Art.4

La faillite est déclarée par jugement du tribunal decommerce saisi soit sur l'aveu du failli, soit sur citation oupar voie de requête d'un ou plusieurs créanciers ou duministère public.

Le tribunal de commerce compétent pour déclarer lafaillite est celui dans le ressort duquel le commerçant a sondomicile ou, s'il s'agit d'une société commerciale son siègesocial, au jour de l'aveu de la faillite ou de la demande enjustice. Lorsque le failli n'a pas de domicile connu enBelgique ni à l'étranger, le tribunal compétent est celuidans le ressort duquel le commerçant a son principal éta-

Page 4: K. 49-330/1

- 330 / 1- 95 / 96

de bevoegde rechtbank die van het rechtsgebied waarbin-nen de koopman zijn hoofdverblijfplaats heeft of de han-delsvennootschap haar bedrijfszetel heeft.

Art.5

Zowel in geval van aangifte als in geval van vorderingtot faillietverklaring kan de rechtbank haar beslissing op-schorten voor een termijn van vijftien dagen tijdens welkede schuldenaar of het openbaar ministerie een akkoordkunnen aanvragen.

Art.6

Wanneer het volstrekt noodzakelijk blijkt en met namewanneer bepaalde, gewichtige en met elkaar overeenstem-mende aanwijzingen bestaan dat de voorwaarden voor hetfaillissement vervuld zijn, kan de rechtbank van koophan-del van het rechtsgebied waarbinnen de schuldenaar zijnwoonplaats heeft of waar zijn maatschappelijke zetel isgevestigd, de schuldenaar het beheer van zijn goederengeheel of ten dele ontnemen.

De rechtbank beslist zoals in kort geding, ofwel op een-zijdig verzoekschrift van elke belanghebbende, ofwelambtshalve.

De rechtbank wijst een of meer voorlopige bestuurdersaan en bepaalt nauwkeurig hun bevoegdheid. De aangiftevan het faillissement van de koopman of zijn vertegen-woordiging in de faillissementsprocedure behoren niet totdie bevoegdheid.

De beschikking tot ontneming van het beheer blijftslechts gevolg hebben indien, binnen drie dagen na debeschikking, door de eisende partij of, wanneer de recht-bank van ambtswege heeft beschikt, door de voorlopigebestuurderseen vordering tot faillietverklaring wordt in-gediend.

De beslissing vervalt van rechtswege indien het faillis-sement niet wordt uitgesproken binnen vier maanden nabetekening van de vordering tot faillietverklaring. Dezetermijn wordt opgeschort voor de duur van het uitstel aande schuldenaar toegekend ofvereist na een heropening vande debatten.

Onverminderd de toepassing van artikel 25 van de wet-ten betreffende het handelsregister, gecoördineerd op20 juli 1964,wordt de beslissing niet bekendgemaakt.

De rechtbank kan te allen tijde, opverzoekschrift van devoorlopige bestuurders, dier bevoegdheden wijzigen. Dekrachtens dit artikel genomen beslissingen zijn uitvoer-baar bij voorraad. De rechtsmiddelen voorgeschreven in deartikelen 1031 tot 1034van het Gerechtelijk Wetboek kun-nen tegen die beslissingen worden aangewend.

Indien de schuldenaar, in strijd met de ontneming vanhet beheer, over de goederen die tot de boedel behorenheeft beschikt, dan is deze beschikking niet tegenwerpbaaraan de boedel, De curator is nochtans niet gehouden totteruggave van de goederen waarover de gefailleerde heeftbeschikt in zoverre dit leidde tot verrijking van de boedel.

Indien de schuldenaar over zijn goederen heeft beschiktop de dag van de neerlegging van de beslissing tot ontne-ming van het beheer, wordt de schuldenaar vermoed overzijn goederen te hebben beschikt na deze beslissing.

Indien een betaling aan de schuldenaar werd gedaan nade beslissing tot ontneming van het beheer en deze verrich-ting niet aan de voorlopige bestuurder, belast met het

[4]

blissement ou la société commerciale son siège d'exploita-tion.

Art.5

Tant en cas d'aveu qu'en cas de demande en faillite, letribunal de commerce peut suspendre sa décision pour undélai- de quinze jours pendant lequel le débiteur ou leministère public peut introduire une demande en concor-dat.

Art.6

En cas d'absolue nécessité, et notamment lorsqu'il exis-te des indices précis, graves et concordants que les condi-tions de la faillite sont réunies, le tribunal de commercepeut dessaisir le débiteur dont le domicile ou le siège socialest établi dans son ressort, de la gestion de tout ou partie deses biens.

Le tribunal statue comme en référé, soit sur requêteunilatérale de tout intéressé, soit d'office.

Le tribunal désigne un ou plusieurs administrateursprovisoires et précise leurs pouvoirs. Ceux-ci ne compren-nent pas celui de faire l'aveu de la faillite ni celui dereprésenter le commerçant dans une procédure en faillite.

L'ordonnance de dessaisissement ne conserve d'effetque dans la mesure où une demande en faillite est introdui-te par la partie demanderesse ou, si le tribunal a statuéd'office,par les administrateurs provisoires dans les troisjours de l'ordonnance.

La décision cesse de plein droit de produire des effets siun jugement de faillite n'est pas prononcé dans les quatremois de la signification de la demande. Ce délai est suspen-du pendant le temps de la remise accordée au débiteur, oupendant le temps nécessaire à la suite d'une réouverturedes débats.

La décision ne fait l'objet d'aucune publication, hormiscelle prévue à l'article 25 des lois relatives au registre ducommerce, coordonnées le 20 juillet 1964.

Le tribunal peut à tout moment, sur requête des admi-nistrateurs provisoires, modifier leurs pouvoirs. Les déci-sions rendues en vertu du présent article sont exécutoirespar provision. Elles peuvent faire l'objet des recours prévusaux articles 1031 à 1034 du Codejudiciaire.

Si le débiteur a, en violation du dessaisissement, disposéde biens appartenant à la masse, cette disposition n'est pasopposable à la masse. Le curateur ne doit néanmoinsresti-tuer les biens dont le failli a disposé dans la mesure où lamasse a été enrichie.

Si le débiteur a disposé de ses biens lejour du dépôt de ladécision ordonnant le dessaisissement, il est présumé quele débiteur a disposé de ses biens postérieurement à cettedécision.

Si un paiement a été fait au débiteur après la décisionordonnant son dessaisissement et que cette prestation n'apas été faite à l'administrateur provisoire chargé de perce-

Page 5: K. 49-330/1

ontvangen van betalingen, werd gedaan, wordt diegene dieheeft betaald geacht te zijn bevrijd als hij geen kennis hadvan de bedoelde beslissing.

Art.7

De gefailleerde is verplicht, binnen de maand nadat hijheeft opgehouden te betalen, daarvan aangifte te doen tergriffie van de bevoegde rechtbank.

Bij faillissement van een vennootschap onder firmamoet de aangifte de naam en de woonplaats van elk derhoofdelijk verbonden vennoten vermelden; zij wordt ge-daan ter griffie van de rechtbank van het rechtsgebiedwaarbinnen de hoofdvestiging van de vennootschap zichbevindt.

Van deze aangifte wordt door degriffier akte opge-maakt. Zij bevat een summiere opsomming van alle be-standdelen van het actief en het passief. Bij deze verkla-ring wordt de laatste jaarrekening gevoegd opgemaaktzoals voorgeschreven door de wet van 17 juli 1975 op deboekhouding en de jaarrekening van de ondernemingen,alsook een afschrift van het verslag van het bevoegdevennootschapsorgaan houdende de beslissing omdeze aan-gifte te doen.

De aangifte alsmede de gegevens tot staving van destaat van faillissement moeten worden meegedeeld aan enbesproken met de ondernemingsraad of, indien er geen is,het comité voor veiligheid en gezondheid of, indien er geenis, de vakbondsafvaardiging daar waar deze is opgericht of,

, indien er geen is, een werknemersafvaardiging.

Art.8

De gefailleerde voegt bij zijn aangifte:1° de balans van zijn zaken of een nota waarin de

redenen worden opgegeven, die hem beletten de balansneer te leggen;

2° de boeken voorgeschreven in hoofdstuk I van de wetvan 17juli 1975 op de boekhouding en dejaarrekening vande ondernemingen; die registers worden afgesloten door degriffier, die vaststelt in welke staat zij zich bevinden.

De balans bevat een staat van activa en passiva zoalsbepaald door de wet van 17juli 1975op de boekhouding ende jaarrekening van de ondernemingen alsmede een opga-ve en een schatting van alle roerende en onroerende goede-ren van de schuldenaar, de staat van schuldvorderingen enschùlden, een tabel van de winsten en verliezen, de laatstebehoorlijk afgesloten resultatenrekening en een tabel vande uitgaven; zij moet door de schuldenaar echt verklaard,gedagtekend en ondertekend zijn.

De griffier bevestigt onderaan op de aangifte van degefailleerde en onderaan op de bijgevoegde stukken dedatum waarop zij ter griffie zijn neergelegd, en geeft desge-vraagd een ontvangstbewijs af.

De afgifte ter griffie van alle andere stukken betreffendehet faillissement wordt op dezelfde wijze vastgesteld, zon-der dat daarvan een andere akte van neerlegging behoeftte worden opgemaakt.

Art.9

Bij het vonnis van faillietverklaring benoemt de recht-bank van koophandelonder haar leden, de voorzitter uitge-zonderd, een rechter-commissaris. De rechtbank van koop-

[ 5 ] - 330 /1 - 95 / 96

voir des paiements, celui qui a payé est censé libéré s'ilignorait la décision.

Art.7

Tout failli est tenu, dans le mois de la cessation de sespaiements, d'en faire l'aveu au greffe du tribunal compé-tent.

En cas de faillite d'une société en nom collectif, l'aveucontient le nom et l'indication du domicile de chacun desassociés solidaires; il est fait au greffe du tribunal dans leressort duquel se trouve le siège du principal établissementde la société.

Cet aveu est acté par le greffier et contient une énumé-ration sommaire de tous les éléments constitutifs de l'actifet du passif'. A cette déclaration sont joints le derniercompte annuel établi dans la forme prescrite par la loi du17 juillet 1975 relative à la comptabilité et aux comptesannuels des entreprises ainsi qu'une copie du rapport del'organe compétent de la société contenant la décision defaire ledit aveu.

L'aveu et les données étayant l'état de faillite doiventêtre communiquées au conseil d'entreprise ou, à défaut, aucomité de sécurité et d'hygiène ou, à défaut, à la délégationsyndicale si celle-ci a été constituée ou, à défaut, à unedélégation du personnel, et y être discutées.

Art.8

Le failli joint à son aveu:1° le bilan de ses affaires ou une note indiquant les

motifs qui l'empêchent de le déposer;

2° les livres exigés par le chapitre I'" de la loi du17juillet 1975 relative à la comptabilité et aux comptesannuels des entreprises; ces registres sont arrêtés par legreffier, qui constate l'état où ils se trouvent.

Le bilan contient l'état des actifs et des passifs visé parla loi du 17 juillet 1975relative à la comptabilité et auxcomptes annuels des entreprises ainsi que l'énumérationet l'évaluation de tous les biens mobiliers et immobiliers dudébiteur; l'état des créances et des dettes, le tableau desprofits et pertes, le dernier compte de résultats dûmentclôturé et le tableau des dépenses; il doit être certifiévéritable, daté et signé par le débiteur.

Le greffier certifie au bas de l'aveu du failli et des piècesy annexées la date de leur remise au greffe, et en délivrerécépissé, s'il en est requis.

La remise au greffe de toutes autres pièces concernantla faillite est constatée de la même manière, sans qu'il soitnécessaire d'en dresser aucun autre acte de dépôt.

Art.9

Par le jugement qui déclare la faillite, le tribunal decommerce nomme, parmi ses membres, le président excep-té, un juge-commissaire. Le tribunal de commerce désigne

Page 6: K. 49-330/1

- 330 / 1 - 9S / 96

handel stelt eEilnof meer curators aan, al naar de belang-rijkheid van het faillissement. Zij beveelt in voorkomendgeval een plaatsopneming door de rechter-commissaris, decurators en de griffier. Zij beveelt dat de schuldeisers vande gefailleerde ter griffie aangifte van hun vordering zullendoen binnen een termijn van ten hoogste dertig dagen, terekenen van het vonnis van faillietverklaring, en zij be-veelt de bekendmaking bedoeld in artikel37.

Hetzelfde vonnis wijst dag en uur aan waarop in hetgerechtsgebouw het proces-verbaal van verificatie van deschuldvorderingen zal worden afgesloten.

Art. ID

De gefailleerde wordt geacht op te houden te betalenvanafhet vonnis van faillietverklaring ofvanaf de dag vanzijn overlijden wanneer de faillietverklaring nadien is uit-gesproken.

Dit tijdstip mag door de rechtbank alleen worden ver-vroegd wanneer ernstige en objectieve omstandighedenondubbelzinnig aangeven dat de betalingen voor het von-nis hebben opgehouden; deze omstandigheden moeten inhet vonnis worden vermeld.

Op dagvaarding van de curators betekend aan de gefail-leerde of van iedere belanghebbende, betekend aan degefailleerde en aan de curators, kan de rechtbank, bij eenlater vonnis, beslissen die datum te wijzigen.

Het vonnis vermeldt de gegevens op basis waarvan derechtbank het tijdstip bepaalt waarop de betalingen heb-ben opgehouden.

Een vordering om te doen vaststellen dat de gefailleerdeheeft opgehouden te betalen op een ander tijdstip danblijkt uit het vonnis van faillietverklaring of uit een latervonnis, is niet meer ontvankelijk meer dan zes maandenna de datum van het vonnis van faillietverklaring, onver-minderd evenwel de rechtsmiddelen die openstaan tegenhet vonnis van faillietverklaring zelf.

Het vonnis mag het tijdstip van staking van betalingniet vaststellen op meer dan zes maanden voor het vonnisvan faillietverklaring.

Art. Il

Het vonnis van faillietverklaring wordt in opdracht vande curators aan de gefailleerde betekend.

Het exploot van betekening bevat, op straffe van nietig-heid, benevens de tekst van de artikelen 12 en 13, aanma-ning om aanwezig te zijn bij de sluiting van het proces-verbaal van verificatie van de schuldvorderingen en er invoorkomend geval, te vernemen op welke dag of dagen derechter-commissaris de debatten over de betwiste schuld-vorderingen vaststelt.

Art.12

Ieder vonnis van faillietverklaring ofieder vonnis waar-bij het tijdstip van staking van betaling wordt vastgesteld,is bij voorraad en op de minuut vanaf de uitspraak uitvoer-baar.

Tegen de vonnissen bedoeld in het eerste lid kan verzetworden gedaan door de verstekdoende partijen en derden-verzet door de belanghebbenden die daarbij geen partij zijngeweest.

[ 6 ]

un ou plusieurs curateurs, selon l'importance de la faillite.Il ordonne le cas échéant une descente sur les lieux, dujuge-commissaire, des curateurs et du greffier. Il ordonneaux créanciers du failli de faire au greffe la déclaration deleurs créances dans un délai qui ne peut excéder trentejours à compter du jugement déclaratif de faillite, et ilordonne la publication visée à l'article 37.

Le même jugement désigne les jour et heure auxquels ilsera procédé, au palais de justice, à la clôture du procès-verbal de la vérification des créances.

Art. ID

La cessation de paiement est réputée avoir lieu à partirdu jugement déclaratif de faillite, ou à partir du décès,quand la faillite est déclarée après le décès du failli.

Le tribunal ne peut fixer à une date antérieure la cessa-tion de paiement, sauf si des éléments sérieux et objectifsindiquent clairement que la cessation de paiement a eulieu avant le jugement; ces éléments doivent être mention-nés dans le jugement.

Le tribunal peut, sur citation des curateurs dirigée con-tre le failli ou sur citation de tout intéressé dirigée contre lefailli et les curateurs, modifier ultérieurement la date decessation de paiement.

Le jugement mentionne les données sur lesquelles letribunal s'est fondé pour déterminer la date de la cessationde paiement.

Aucune demande tendant à faire fixer la cessation depaiement à une époque, autre que celle qui résulte dujugement déclaratif ou d'un jugement ultérieur, n'est rece-vable plus de six mois après le jugement déclaratif defaillite, sans préjudice toutefois de l'exercice des voies derecours contre le jugement déclaratif de faillite.

Le jugement ne peut fixer la date de la cessation depaiement à une date précédant de plus de six mois lejugement déclaratif de faillite.

Art. II

Lejugement déclaratif de faillite est signifié au failli à ladiligence des curateurs,

L'exploit de signification contient, à peine de nullité,outre les textes des articles 12 et 13, sommation à compa-raître à la clôture du procès-verbal de vérification descréances et d'y apprendre, le cas échéant, à quelle(s) dateou dates le juge-commissaire fixe les débats concernant lescréances contestées.

Art.12

Tout jugement déclaratif de faillite ou fixant la date decessation de paiement est exécutoire par provision et surminute dès la prononciation.

Les jugements prévus à l'alinéa 1er sont susceptiblesd'opposition par les parties défaillantes et de tierce opposi-tion de.la part des intéressés qui n'y ont pas été parties.

Page 7: K. 49-330/1

Het verzet is slechts ontvankelijk indien het wordt ge-daan binnen de vijftien dagen na betekening van het von-nis. Het derdenverzet is slechts ontvankelijk indien hetwordt gedaan binnen de vijftien dagen na de opneming vanhet uittreksel van het vonnis in het Belgisch Staatsblad.

De termijn om hoger beroep in te stellen tegen de von-nissen bedoeld in het eerste lid, is vijftien dagen, te reke-nen vanaf de opneming in het Belgisch Staatsblad van hetuittreksel bedoeld in artikel37 of,vanaf de betekening vanhet vonnis, indien het hoger beroep door de gefailleerde isingesteld.

Art.13

Hoger beroep, verzet of derdenverzet tegen het vonnisvan faillietverklaring oftegen het vonnis dat de faillietver-klaring afwijst, worden zonder verwijl in staat gesteld. Derechter stelt, op aanvraag van de meest geréde partij, dezaak vast om binnen de maand van de aanvraag vanrechtsdag gepleit te worden.

HOOFDSTUK II

Gevolgen van het faillissement

Art.14

Te rekenen van de dag van het vonnis van faillietverkla-ring verliest de gefailleerde van rechtswege het beheerover al zijn goederen, zelfs over de goederen die hij mochtverkrijgen terwijl hij zich in staat van faillissement be-vindt. Alle betalingen, verrichtingen en handelingen vande gefailleerde en alle betalingen aan de gefailleerde ge-daan vanaf de dag van het vonnis, zijn rechtens nietig.

De goederen bedoeld in artikel1408 van het Gerechte-lijk Wetboek, met uitzondering van de goederen die debeslagene volstrekt nodig heeft voor zijn beroep, bedoeld inhet 3° van dat artikel, worden uit het actiefvan het faillis-sement gesloten en blijven onder het beheer en ter beschik-king van de gefailleerde.

Worden eveneens uitgesloten uit het actiefvan het fail-lissement, de bedragen, sommen en uitkeringen die degefailleerde ontvangt sinds de faillietverklaring voor zoverzij krachtens de artikelen 1409 en 1412 van het Gerechte-lijk Wetboek of krachtens bijzondere wetten niet voor be-slag vatbaar zijn.

Worden eveneens uitgesloten uit het actiefvan het fail-lissement, de vergoeding voor schade die aan de persoon isverbonden en die aan de gefailleerde toekomt uit onrecht-matige daad.

Art.15

Zijn niet tegenwerpbaar aan de boedel, wanneer zij doorde schuldenaar zijn verricht sinds het door de rechtbankbepaalde tijdstip van staking van betaling:

1° alle handelingen waardoor de eigendom van roeren-de of onroerende goederen om niet wordt afgestaan, alsme-de handelingen, verrichtingen of overeenkomsten, vergel-dend of onder bezwarende titel, indien de waarde vanhetgeen de gefailleerde heeft gegeven, de waarde van het-geen hij daarvoor heeft ontvangen, aanmerkelijk overtreft;

[ 7 ] - 330 / 1- 95 / 96

L'opposition à ces décisions n'est rec~vable que si elle estformée dans les quinze jours de la signification du juge-ment. La tierce opposition n'est recevable que si elle estformée dans les quinze jours de l'insertion des extraits dujugement au Moniteur belge.

Le délai pour interjeter appel des jugements visés àl'alinéa 1er est de quinze jours à compter de la publicationau Moniteur belge visée à l'article 37 ou, si l'appel émane dufailli, de quinze jours à compter de la signification dujugement.

Art.13

L'appel, l'opposition ou la tierce opposition dirigés con-tre le jugement déclarant la faillite ou refusant de la décla-rer, sont instruits avec célérité. A la demande de la partiela plus diligente, le juge fixe l'affaire pour être plaidée dansle mois de la demande de fixation.

CHAPITRE II

Des effets de la faillite

Art.14

Le failli, à compter du jour du jugement déclaratif de lafaillite, est dessaisi de plein droit de l'administration detous ses biens, même de ceux qui peuvent lui échoir tantqu'il est en état de faillite. Tous paiements, opérations etactes faits par le failli, et tous paiements faits au faillidepuis ce jour sont nuls de droit.

Les biens visés à l'article 1408, du Code judiciaire, àl'exception· des biens indispensables à la profession dusaisi, visés au 30 de cet article, sont exclus de l'actif de lafaillite; le failli en conserve l'administration ainsi que ladisposition.

Sont également exclus de l'actif de la faillite les mon"tants, sommes et paiements que le failli recueille à partirde la déclaration de la faillite, pour autant qu'ils soientinsaisissables en vertu des articles 1409 à 1412 du Codejudiciaire ou en vertu de lois particulières.

Sont également exclues de l'actif de la faillite, les indem-nités accordées au failli pour la réparation d'un préjudicelié à la personne et causé par un acte illicite.

Art.15

Sont inopposables à la masse, lorsqu'ils ont été faits parle débiteur depuis l'époque déterminée par le tribunalcomme étant celle de la cessation de ses paiements:

10 tous actes translatifs de propriété mobilière ou im-mobilière à titre gratuit, ainsi que les actes, opérations oucontrats commutatifs ou à titre onéreux, si la valeur de cequi a été donné par le failli dépasse notablement celle de cequ'il a reçu en retour;

Page 8: K. 49-330/1

- 330 / 1-95 / 96

2° alle betalingen, hetzij in geld, hetzij bij overdracht,verkoop, schuldvergelijking ofanderszins, wegens niet ver-vallen schulden, en alle betalingen anders dan in geld ofinhandelspapier, wegens vervallen schulden;

3° alle bedongen hypotheken en alle rechten van ge-bruikspand of van pand, op de goederen van de schulde-naar gevestigd wegens voordien aangegane schulden.

Art.16

Alle andere betalingen door de schuldenaar wegens ver-vallen schulden gedaan, en alle handelingen onder bezwa-rende titel doorhem aangegaan na de staking van betalingen voor het vonnis van faillietverklaring, kunnen niet-tegenwerpbaar verklaard worden, indien zij die van deschuldenaar iets hebben ontvangen of met hem hebbengehandeld, kennis hadden van de staking van betaling.

Art.17

De rechten van hypotheek en van voorrecht die opgeldi-ge wijze verkregen zijn, kunnen ingeschreven worden totde dag van het vonnis van faillietverklaring.

De inschrijvingen die binnen de tien dagen voor hettijdstip van de staking van betaling of later zijn genomen,kunnen niet-tegenwerpbaar verklaard worden, wanneermeer dan vijftien dagen verlopen zijn tussen de datum vande akte waaruit de hypotheek of het voorrecht volgt, en dedatum van de inschrijving.

Art.18

Alle handelingen of betalingen, verricht met bedrieglij-ke benadeling van de rechten van de schuldeisers zijn niet-tegenwerpbaar onverschillig op welke datum zij hebbenplaatsgehad.

Art.19

Ingeval een wisselbriefbetaald is na het tijdstip bepaaldals het tijdstip van de staking van betaling en voor hetvonnis van faillietverklaring, kan de vordering tot terugga-ve slechts ingesteld worden tegen hem voorwiens rekeningde wisselbrief is uitgegeven; betreft het een orderbriefje,dan kan de vordering slechts ingesteld worden tegen deeerste endossant.

In beide gevallen moet het bewijs worden geleverd dathij tegen wie de teruggave wordt gevorderd, ten tijde vande uitgifte van het stuk kennis had van de staking vanbetaling.

Art.20

Het vonnis van faillietverklaring heeft ten gevolge datde niet vervallen schulden opeisbaar worden ten aanzienvan de gefailleerde. Is gefailleerde ondertekenaar van eenorderbriefje, acceptant van een wisselbrief, of trekkerbijgebrek van acceptatie, dan zijn de andere schuldenaarsgehouden borg te stellen voor de betaling op de vervaldag,tenzij zij verkiezen dadelijk tebetalen.

Niet vervallen schulden die geen rente geven enwaar-van de vervaldag meer dan een jaar na het vonnis ligt,worden in het passief echter niet opgenomen dan onder

[ 8 ]

2° tous paiements, soit en espèces, soit par transport,vente, compensation ou autrement, pour dettes non échueset pour dettes échues, tous paiements faits autrementqu'en espèces ou effets de commerce;

3° toutes hypothèques conventionnelles et tous droitsd'antichrèse ou de gage constitués sur les biens du débiteurpour dettes antérieurement contractées.

Art.16

Tous autres paiements faits par le débiteur pour detteséchues, et tous autres actes à titre onéreux par lui passésaprès la cessation de ses paiements et avant le jugementdéclaratif, peuvent être déclarés inopposables à la masse,si, de la part de ceux qui ont reçu du débiteur ou qui onttraité avec lui, ils ont eu lieu avec connaissance de lacessation de paiement.

Art. 17

Les droits d'hypothèque et de privilège valablementacquis peuvent être inscrits jusqu'au jour du jugementdéclaratif de la faillite.

Néanmoins, les inscriptions prises dans les dixjours quiont précédé l'époque de la cessation de paiement ou posté-rieurement, peuvent être déclarées inopposables s'il s'estécouléplus de quinze jours entre la date de l'acte constitu-tif de l'hypothèque ou du privilège et celle de l'inscription.

Art.18

Tous actes ou paiements faits en fraude des créancierssont inopposables, quelle que soit la date à laquelle ils onteu lieu.

Art.19

Dans le cas où des lettres de change auraient été payéesaprès l'époque fixée comme étant celle de la cessation depaiement et avant le jugement déclaratif de la faillite,l'action en rapport ne peut être intentée que contre celuipour le compte duquel la lettre de change a été fournie; s'ils'agit d'un billet à ordre, l'action ne peut être exercée quecontre le premier endosseur.

Dans l'un et l'autre cas, la preuve que celui à qui ondemande le rapport avait connaissance de la cessation depaiement à l'époque de l'émission du titre, doit être fournie.

Art.20

Le jugement déclaratif de la faillite rend exigibles, àl'égard du failli, les dettes non échues. Si le failli est lesouscripteur d'un billet à ordre, l'accepteur d'une lettre dechange, ou le tireur à défaut d'acceptation, les autres obli-gés sont tenus de donner caution pour le paiement àl'échéance, s'ils ne choisissent pas de payer immédiate-ment.

Toutefois, les dettes non échues et ne portant pas inté-rêt, dont le terme serait éloignéde plus d'une année à daterdu jugement déclaratif, ne sont admises au passif que sous

Page 9: K. 49-330/1

aftrek van de wettelijke rente voor de tijd die nog moetverlopen sedert het vonnis van faillietverklaring en tot devervaldag.

Ingeval een van de medeschuldenaars een niet verval-len en niet rentegevend orderbriefje ofzodanige wisselbriefonmiddellijk betaalt, geschiedt zulks onder aftrek van dewettelijke rente voor de tijd die nog moet verlopen tot devervaldag.

Art.21

De rente van schuldvorderingen die niet gewaarborgdzijn door een bijzonder voorrecht, pand ofhypotheek, houdtop te lopen vanaf het vonnis van faillietverklaring, dochalleen ten aanzien van de boedel.

De rente van de gewaarborgde schuldvorderingen kanniet worden gevorderd dan van de opbrengst van de goede-ren die verbonden zijn voor het voorrecht, het pand of dehypotheek.

Art.22

Na hetzelfde vonnis kan een roerende of onroerenderechtsvordering of een middel van tenuitvoerlegging op deroerende of onroerende goederen niet voortgezet, ingesteldof aangewend worden dan tegen de curators. De rechtbankkan de gefailleerde niettemin als tussenkomende partijtoelaten.

De beslissingen die worden gewezen omtrent de rechts-vorderingen voortgezet of ingesteld tegen de gefailleerdepersoonlijk, kunnen niet aan de boedel worden tegenge-worpen.

Art.23

Wanneer de gefailleerde vennootschap geen vennoot-schap onder firma is, worden de door de curators tegen degefailleerde ingestelde rechtsplegingen gevoerd tegen dezaakvoerders ofbestuurders van die vennootschap.

Art.24

Het vonnis van faillietverklaring stuit elk beslag.Indien de dag van de gedwongen verkoop van de in

beslag genomen roerende of onroerende goederen reedsvoor dat vonnis was bepaald en door aanplakking bekend-gemaakt, geschiedt die verkoop voor rekening van de boe-del.

Wanneer echter het belang van de boedel het vereist,kan de rechter-commissaris op verzoek van de curatorsuitstel of afstel van de verkoop toestaan.

Art.25

Alle middelen van tenuitvoerlegging, strekkende tot be-taling van de schuldvorderingen die bevoorrecht zijn op deroerende goederen die tot de failliete boedel behoren, wor-den geschorst: tot aan de sluiting van het proces-verbaalvan verificatie der schuldvorderingen, behoudens allemaatregelen tot bewaring van recht en het door de eige-naar verkregen recht omverhuurde goederen weer in bezitte nemen.

[ 9 ] - 330 Il - 95 / 96

déduction de l'intérêt légal calculé depuis le jugement dé-claratifjusqu'à l'échéance.

En cas de paiement immédiat par l'un des coobligésd'unbillet à ordre ou d'une lettre de change non échue et neportant pas intérêt, il est fait sous déduction de l'intérêtlégal pour le temps qui reste à courir jusqu'à l'expiration duterme.

Art.21

A compter du jugement déclaratif de la faillite, le coursdes intérêts de toute créance non garantie par un privilègespécial, par un nantissement ou par une hypothèque, estarrêté à l'égard de la masse seulement.

Les intérêts des créances garanties ne peuvent êtreréclamés que sur les sommes provenant des biens affectésau privilège, au nantissement ou à l'hypothèque.

Art.22

A partir du même jugement, toute action mobilière ouimmobilière, toute voie d'exécution sur les meubles ouimmeubles, ne peut être suivie, intentée ou exercée quecontre les curateurs. Le tribunal peut néanmoins recevoirle failli partie intervenante.

Les décisions rendues sur les actions suivies ou inten-tées contre le failli personnellement ne sont pas opposablesà la masse.

Art.23

Lorsqu'une société autre qu'une société en nom collectifest déclarée en faillite, les procédures menées par les cura-teurs contre le failli sont poursuivies contre les gérants ouadministrateurs.

Art.24

Le jugement déclaratif de la faillite arrête toute saisie.Si, antérieurement à ce jugement, le jour de la vente

forcée des meubles ou immeubles saisis a déjà été fixé etpublié par les affiches, cette vente a lieu pour le compte dela masse.

Néanmoins, si l'intérêt de la masse l'exige, le juge-commissaire peut, sur la demande des curateurs, autoriserla remise ou l'abandon de la vente.

Art.25

Toutes voies d'exécution, pour parvenir au paiement descréances privilégiées sur le mobilier dépendant de la failli-te, seront suspendues jusqu'à la clôture du procès-verbalde vérification des créances, sans préjudice de toute mesu-re conservatoire et du droit qui serait acquis au propriétai-re des lieux loués d'en reprendre possession.

Page 10: K. 49-330/1

- 330 / 1 - 95 / 96

In dit laatste geval houdt de bij dit artikel bepaaldeschorsing van de middelen van tenuitvoerlegging vanrechtswege op ten voordele van de eigenaar.

Wanneer echter het belang van de boedel het vereist,kan de rechtbank op verzoekschrift vande curator, na debetrokken bijzonder bevoorrechte schuldeiser bij gerechts-brief te hebben opgeroepen, het uitstel van de verdereuitvoering bevelen en dit voor een maximum termijn vaneen jaar te rekenen vanaf de faillietverklaring.

HOOFDSTUK III

Beheer en vereffening van de failliete boedel

Eerste afdeling

Algemene bepalingen

Art.26

De curators worden gekozen uit de personen ingeschre-ven op een lijst opgesteld door de algemene vergaderingvan de rechtbank van koophandel.

Alleen advocaten ingeschreven op het tableau van deorde van een Belgische balie kunnen op de in het eerste lidbedoelde lijst worden geplaatst. Zij moeten ten minstedertig jaar en ten hoogste vijfenzestig jaar oud zijn, aanto-nen dat ze een opleid:ing hebben genoten en garantiesinzake bekwaamheid en betrouwbaarheid bieden op hetgebied van vereffeningsprocedures.

Wanneer de aard en de omvang van een faillissementzulks vereisen kan elke andere persoon die voldoet aan devoorwaarden inzake leeftijd en opleiding en de garantiesbiedt bedoeld in het tweede lid, als curator worden toege-voegd om reden van bijzondere bekwaamheden.

De Koning bepaalt de procedure van voordracht van degegadigden bij de rechtbank alsook de termijnen die moe-ten worden nageleefd bij het onderzoek van de sollicitaties.

Art. 27

Tegen elke beslissing waarbij inschrijving op een lijstvan curators wordt geweigerd, kan hoger beroep wordeningesteld voor het hof van beroep. De termijn van hogerberoep is een maand, te rekenen van de dag van de kennis-geving van de beslissing. In voorkomend geval beveelt hethof de inschrijving op de lijst.

Art.28

Een persoon die op de lijst staat kan worden geschraptter uitvoering van een vonnis dat wordt gewezen op dag-vaarding door het openbaar ministerie. De debatten heb-ben plaats met gesloten deuren als de belanghebbendeerom verzoekt.

Art.29

Bij het aanvaarden van hun ambt leggen de aangesteldecurators, ten overstaan van de rechter-commissaris, de eedaf dat zij zich goed en getrouw van hun opdracht zullenkwijten.

[ 10]

Dans ce dernier cas, la suspension des voies d'exécutionétablie au présent article cesse de plein droit en faveur dupropriétaire.

Néanmoins, si l'intérêt de la masse l'exige, lé tribunalpeut, sur requête du curateur et après avoir convoqué parpli judiciaire le créancier concerné bénéficiant d'un privilè-ge spécial, ordonner la suspension d'exécution pour unepériode maximum d'un an à compter de la déclaration defaillite.

CHAPITRE III

De l'administration et de la liquidation de la faillite

Section 1re

Dispositions générales

Art.26

Les curateurs sont choisis parmi les personnes inscritessur une liste établie par l'assemblée générale du tribunalde commerce.

Peuvent seuls être admis sur la liste visée à l'alinéa pr,les avocats inscrits au tableau de l'ordre d'un barreaubelge, âgés de trente ans au moins et de soixante-cinq ansau plus, justifiant d'une formation et présentant des ga-ranties de compétence et de confia.nceen matière de procé-dures deliquidation.

Lorsque la nature et l'importance d'une faillite le com-mandent, toute autre personne remplissant les conditionsd'âge et de formation et présentant les garanties prévues àl'alinéa 2 peut être adjointe en qualité de curateur, enraison de compétences particulières.

Le Roi fixe la procédure de présentation des candidatsau tribunal ainsi que les délais à respecter pour l'examendes candidatures.

Art.27

Toute décision de refus d'inscription sur la liste descurateurs peut faire l'objet d'un recours devant la courd'appel. Le délai pour introduire le recours est d'un mois àpartir du jour de la notification de la décision. La courordonne, le cas échéant, l'inscription sur la liste.

Art.28

Une personne figurant sur la liste peut en être omise enexécution d'un jugement rendu sur citation du ministèrepublic. Les débats se déroulent à huis clos si l'intéressé ledemande.

Art.29

Les curateurs désignés prêtent, au moment de leurentrée en fonction et devant le juge-commissaire, le ser-ment de bien et fidèlement s'acquitter de leur mission.

Page 11: K. 49-330/1

De curator beëindigt zijn opdracht en vraagt om teworden vervangen indien in om het even welke stand vande procedure blijkt dat hij dan wel een van zijn vennotentijdens het jaar voor het faillissement als raadsman vaneen bevoorrecht schuldeiser is opgetreden.

Art.30

De rechtbank van koophandel kan te allen tijde derechter-commissaris vervangen door een van haar andereleden en de curators of een van hen vervangen of hunaantal vermeerderen ofverminderen.

De curators van wie de vervanging wordt overwogen,worden vooraf opgeroepen en, na verslag van de rechter-commissaris, gehoord in raadkamer. Het vonnis wordtuitgesproken in openbare terechtzitting.

Het vonniswaarbij de vervanging van de curator wordtgelast, wordt doorde griffier te zijner kennis gebracht. Eenafschrift wordt eveneens ter kennisgeving aan het open-baar ministerie gezonden.

Art.31

Telkens wanneer een curator wordt geconfronteerd meteen tegenstrijdig belang, dat het hem niet mogelijk maaktop te treden, zal hij bij verzoekschrift gericht aan de recht-bank van koophandel, vragen dat een curator ad hoc wordtaangesteld. De rechtbank zal hierover beslissen na verslagvan de rechter-commissaris.

Wanneer een curator ad hoc wordt aangesteld ter ver-vanging van de curator-titularis, zal de curator ad hoc deaanvaarding van zijn opdracht schriftelijk dienen te beves-tigen. Hij zal bij het beëindigen van zijn opdracht eenverslag opmaken van zijn activiteiten en zijn staat vankosten en ereloon laten begroten door de rechtbank, dieerover zal beslissen na verslag van de rechter-commissarisen na de titularis-curator te hebben gehoord.

De staat van kosten en ereloon van de curator ad hoczullen door de curator-titularis als kosten van het faillisse-ment worden opgenomen in zijn eindafrekening.

Art.32

Het ereloon van de curators wordt bepaald met inacht-neming van het openbaar karakter van hun ambt en degraad van complexiteit van hun opdracht. Het mag nietworden uitgedrukt in een procentuele vergoeding op basisvan de gerealiseerde activa. De regels en barema's totvaststelling van het ereloon worden door de Koning naderbepaald.

Bij elk verzoek tot toekenning van ereloon wordt eengedetailleerd overzicht van de te vergoeden prestaties ge-voegd.

Derechter kan, opverzoek van de curator en opeenslui-dend advies van de rechter-commissaris provisionele kos-ten en ereloon vaststellen. Behoudens bijzondere omstan-digheden mag het geheel van de provisionele kosten enereloon niet hoger zijn dan drie vierden van de sommenvastgesteld volgens de door de Koning bepaalde vergoe-dingsregels. In geen geval kan het provisioneel ereloonworden begroot wanneer de curators de in artikel 33 be-doelde verslagen niet overhandigen.

[Il ] - 330 / 1- 95 / 96

Le curateur met fin à son intervention et sollicite sonremplacement s'il apparaît, à quelque stade de la procédu-re, qu'il est intervenu, ou que l'un de ses associés estintervenu commeconseil d'un créancier privilégié pendantl'année précédant la faillite.

Art.30

Le tribunal de commerce peut, à tout moment, rempla-cer le juge-commissaire par un autre de ses membres ainsique remplacer les curateurs ou l'un d'eux, en augmenterou en diminuer le nombre.

Les curateurs dont le remplacement est envisagé, sontpréalablement appelés et après rapport du juge-commis-saire, entendus en chambre du conseil. Le jugement estprononcé en audience publique.

Le jugement ordonnant le remplacement d'un curateurlui est notifié à la diligence du greffier. Une copie dujugement est également transmise pour information auministère public.

Art.31.

Lorsqu'un curateur est empêché, en raison d'un conflitd'intérêts, d'intervenir, il demande, par voie de requêteadressée au tribunal de commerce, la désignation d'uncurateur ad hoc. Le tribunal statue sur la requête aprèsavoir pris connaissance du rapport du juge-commissaire.

Lorsqu'un curateur ad hoc est désigné en remplacementdu curateur titulaire, ce curateur ad hoc doit confirmer parécrit l'acceptation de sa mission. Au terme de sa mission, ilrédige un rapport de ses activités et fait chiffrer son état defrais et ses honoraires par le tribunal de commerce, quistatue après avoir entendu le juge-commissaire et le cura-teur titulaire.

Le curateur titulaire fait figurer l'état de frais et hono-raires du curateur ad hoc dans son décompte final au titrede frais de la faillite.

Art.32

Les honoraires des curateurs sont fixés compte tenu ducaractère public de leur fonction et du degré de complexitéde leur mission. Ils ne peuvent s'exprimer sous la formed'une indemnité proportionnelle aux actifs réalisés. Lesrègles et barèmes relatifs à la fixation des honoraires sontétablis par le Roi.

Un relevé détaillé des prestations à rémunérer est jointà toute demande d'honoraires.

Lejuge peut fixer des frais et honoraires provisionnels àla demande du curateur et de l'avis conforme du juge-commissaire. Sauf circonstances particulières, le total desfrais et honoraires provisionnels ne peut excéder 75 % dumontant fixé selon les règles d'indemnisation établies parle Roi. En aucun cas, des honoraires provisionnels ne peu-vent être arbitrés lorsque les curateurs ne remettent pasles états prévus à l'article 33.

Page 12: K. 49-330/1

- 330 / 1-95 / 96

Art.33

Tijdens de zesde, negende en twaalfde maand van heteerste jaar van de vereffening van een faillissement, over-handigen de curators aan de rechter-commissaris een om-standig verslag betreffende de toestand van het faillisse-ment.

Dit verslag vermeldt de ontvangsten, de uitgaven en deuitkeringen en geeft aan wat nog moet worden vereffend.Het wordt neergelegd in het faillissementsdossier.

Vanaf het tweede jaar van de vereffening moet gemeldverslag slechts omde zes maanden aan de rechter-commis-saris worden overhandigd en in het faillissementsdossierneergelegd.

Art.34

De rechter-commissaris is er in het bijzonder mee belasttoezicht te houden op het beheer en op de vereffening vanhet faillissement en de verrichtingen ervan te bespoedigen;hij brengt op de terechtzitting verslag uit over alle geschil-len waartoe het faillissement aanleiding geeft, behoudensde uitzondering waarin het zesde lid voorziet; hij beveelt dedringende maatregelen die noodzakelijk zijn voor het be-veiligen en het bewaren van de goederen van de boedel enhij zit de vergaderingen voor van de schuldeisers van degefailleerde.

In geval van verhindering van de rechter-commissarisvoorziet de voorzitter van de rechtbank in diens vervan-ging.

Wanneer de rechter-commissaris verslag uitbrengt overde geschillen waartoe het faillissement aanleiding geeft,kan hij geen deel uitmaken van de zetel.

De rechter-commissaris kan buiten zijn arrondissementalle tot zijn opdracht behorende handelingen verrichten,wanneer hij van oordeel is dat ernstige of dringende om-standigheden zulks vereisen.

De beschikkingen van de rechter-commissaris zijn uit-voerbaar bij voorraad. Tegen die beschikkingen staat be-roep open bij de rechtbank.

De rechter-commissaris moet geen verslag uitbreng.enbetreffende de betwistingen van schuldvorderingen tot op-name in het passief.

Art.35

De procureur des Konings kan bij alle verriehtingen vanhet faillissement aanwezig zijn, het dossier van het faillis-sement raadplegen, inzage nemen van de boeken en be-scheiden van de gefailleerde, de staat van zijn zaken onder-zoeken en zich door de curators alle inlichtingen doenverstrekken die hij dienstig acht.

Art.36

Tegen de vonnissen in faillissementszaken, die niet hetvonnis van faillietverklaring en het vonnis tot vaststellingvan de datum van ophouding van betaling zijn,staat be-roep open overeenkomstig het Gerechtelijk Wetboek. Dievonnissen zijn uitvoerbaar bij voorraad.

Geen verzet ofhoger beroep staat open tegen:1. de vonnissen waarbij rechter-commissarissen of cu-

rators worden benoemd of vervangen;

[ 12 ]

Art.33

Les curateurs remettent au juge-commissaire, au coursdes sixième, neuvième et douzième mois de la premièreannée de liquidation de la faillite, un état détaillé de lasituation de la faillite.

Cet état, qui comporte l'indication des recettes, des dé-penses, des répartitions ainsi que de ce qu'il reste à liqui-der, est déposé au dossier de la faillite.

A partir de la deuxième année de la liquidation, l'étatdétaillé ne doit plus être remis au juge-commissaire etdéposé au dossier de la faillite que tous les six mois.

Art.34

Le juge-commissaire est chargé spécialement d'accélé-rer et de surveiller les opérations, la gestion et la liquida-tion de la faillite; il fait rapport à l'audience de toutes lescontestations nées de la faillite, sauf l'exception prévue àl'alinéa 6; il ordonne les mesures urgentes qui sont néces-saires pour la sûreté et la conservation des biens de lamasse, et il.,préside les réunions des créanciers du failli.

En cas d'ernpêchement du juge-commissaire, le prési-dent du tribunal ordonne son remplacement.

Lorsque le juge-commissaire fait rapport sur les contes-tations nées de la faillite, il ne peut faire partie du siège.

Le juge-commissaire peut procéder hors de son arron-dissement à tous actes relevant de ses attributions, s'ilestime que des circonstances graves ou urgentes le requiè-rent.

Les ordonnances du juge-commissaire sont exécutoirespar provision. Les recours contre ces ordonnances sontportés devant le tribunal.

Le juge-commissaire ne fait pas rapport sur les contes-tations de créances à admettre au passif.

Art.35

Le procureur du Roi peut assister à toutes les opérationsde la faillite, consulter à tout moment le dossier de lafaillite, prendre connaissance des livres et papiers du failli,vérifier sa situation et se faire donner par les curateurstous les renseignements qu'il juge utiles. ~

Art.36

Les jugements prononcés en matière de faillite, autresque le jugement déclaratif de la faillite et le jugementfixant la date de cessation de paiement sont susceptibles derecours conformément au Code judiciaire. Ces jugementssont exécutoires par provision.

Ne sont susceptibles ni d'opposition, ni d'appel:1. les jugements relatifs à la nomination ou au rempla-

cement de juge-commissaires ou de curateurs;

Page 13: K. 49-330/1

2. de vonnissen waarbij een uitspraak wordt gedaanover de verzoeken tot hulp voor de gefailleerde en zijngezin;

3. de vonnissen waarbij de verkoop van goederen enkoopwaren die tot het faillissement behoren,wordt toege-staan ofwaarbij overeenkomstig artikel 24, uitstel ofafstelwordt verleend voorde verkoop van inbeslàggenomen voor-werpen;

4. de vonnissen waarbij uitspraak wordt gedaan op hetberoep tegen de beschikkingen die de rechter-commissarisheeft gegeven bij de vervulling van zijn opdracht.

Mdeling2

Formaliteiten en beheer van het faillissement

Art.37

Het vonnis van faillietverklaring en het latere vonnisdat de staking van betaling vaststelt, worden door toedoenvan de griffier van de rechtbank van koophandel binnen devijf dagen na hun dagtekening bij uittreksel bekendge-maakt in het Belgisch Staatsblad en in dagbladen of inperiodieke uitgaven met regionale spreiding.

Het uittreksel vermeldt:1. de naam, de voornàmen, de plaats en datum van

geboorte, de aard van de voornaamste handelsactiviteitalsmede de benaming waaronder die activiteit wordt uitge-oefend alsmede het adres en het inschrijvingsnummer inhet handelsregister van de gefailleerde; betreft het eenhandelsvennootschap, de naam, de rechtsvorm, de aardvan de voornaamste handelsactiviteit alsmede de bena-ming waaronder die activiteit wordt uitgeoefend, het in-schrijvingsnummer in het handelsregister en de zetel;

2. de datum van het vonnis van faillietverklaring en derechtbank die het heeft gewezen;

3. in voorkomend geval de datum van hët vonnis waar-bij de staking van betaling is vastgesteld, en de datum vandie staking;

4. de naam, de voornamen en het adres van de curators;5. de termijn orn aangifte van de schuldvorderingen te

doen;6. datum en plaats van de zitting voor de afsluiting van

het proces-verbaal van verificatie van de schuldvorderin-gen.

De opneming wordt bewezen door middel van het Bel-gisch Staatsblad waarin de genoemde uittreksels zijn ver-schenen.

Indien de curator vaststelt dat het faillissement moge-lijk zal moeten gesloten worden bij gebrek aan actief, ver- .zoekt hij de rechter-commissaris ontlast te worden vandeze publikatieplicht. De kosten van 'publikatie die nietworden gedekt door het actief, zullen ten laste blijven vande curator.

Art.38

Voor elk faillissement wordtter griffie een dossier ge-houden waarin voorkomen:

10 een voor eensluidend verklaard afschrift van hetvonnis van faillietverklaring, van het vonnis dat het tijd-stip van de staking van betaling bepaalt en van de beslis-singen gewezen na uitoefening van de rechtsmiddelen te-gen deze vonnissen;

[ 13 ] . 330 / 1. 95 / 96

2. les jugements qui statuent sur les demandes de se-cours pour le failli et sa famille;

3. les jugements qui autorisent la vente des effets oumarchandises appartenant à la faillite, ou autorisent con-formément à l'article 24, la remise ou l'abandon de la vented'objets saisis;

4. les jugements statuant sur les recours formés contreles ordonnances du juge-commissaire rendues dans leslimites de ses attributions.

Section 2

Des formalités et de la gestion de la faillite

Art.37

Le jugement déclaratif de la faillite et celui qui a fixéultérieurement la cessation de paiement, sont, àla diligen-ce du greffier du tribunal de commerce et dans les cinqjours de leur date, insérés par extraits au Moniteur belge etdans des journaux ou des périodiques ayant une diffusionrégionale.

Ces extraits contiennent:1. les nom, prénoms, lieu et date de naissance, la nature

de l'activité commerciale principale ainsi que la dénomina-tion sous laquelle cette activité est exercée ainsi quel'adresse et le numéro d'immatriculation au registre decommerce du failli; s'il s'agit d'une société commerciale, ladénomination, la forme, la nature de l'activité commercialeprincipale ainsi que la dénomination sous laquelle cetteactivité est exercée, le numéro d'immatriculation au regis-tre de commerce et le siège;

2. la date du jugement déclaratif et le tribunal qui l'aprononcé;

3. le cas échéant, la date du jugement fixant la date decessation de paiement et l'indication de celle-ci;

4. les nom, prénoms et adresse des curateurs;5. le délai dans lequel les créances doivent être décla-

rées;6. la date et le lieu de la séance de clôture du procès-

verbal de vérification des créances.

Il est justifié de cette insertion par le Moniteur belgecontenant lesdits extraits.

S'il constate qu'il est possible que la faillite doive êtreclôturée pour insuffisance d'actif, le curateur demande aujuge-commissaire à être exonéré de l'obligation de publica-tion dans des journaux. Les frais de publication qui ne sontpas couverts par l'actif resteront à charge du curateur.

Art.38

Il est tenu au greffe, pour chaque faillite, un dossiercontenant:

10 une copieconformedu jugement déclaratif de faillite,du jugement fixant la date de cessation de paiement et desdécisions rendues sur recours contre ces jugements;

Page 14: K. 49-330/1

- 330 / 1- 95 / 96

2° het uittreksel van de bekendmakingen bedoeld inartikel37;

3° in voorkomend geval een voor eensluidend verklaardafschrift van de beschikkingen genomen krachtens de arti-kelen 40, § 2, en 42, derde lid;

4° het proces-verbaal van plaatsopneming en de in arti-kel 42 bedoelde boedelbeschrijving;

5° het proces-verbaal van nazicht van de schuldvorde-ringen;

6° de tabel bedoeld in artikel 70;7° de door de curators opgemaakte verslagen en uitde-

lingslijsten, bedoeld in de artikelen 33 en 51.Elke belanghebbende kan kosteloos inzage nemen van

het dossier en kan er een kopie van krijgen mits hij degriffierechten betaalt.

Art.39

De curators nemen dadelijk na het vonnis van failliet-verklaring hun taak op nadat zij ten overstaan van derechter-commissaris de eed hebben afgelegd bedoeld inartikel29.

Zij beheren het faillissement als een goed huisvaderonder toezicht van de rechter-commissaris.

Art.40

§ 1. Indien daartoe grond bestaat, vorderen de curatorsdadelijk de verzegeling, op de wijze bepaald in paragraaf2.

De zegels kunnen worden aangebracht op de magazij-nen, de kantoren, de kassen, de portefeuilles, de boeken, demagneetdragers, inzonderheid de informaticadragers, deroerende goederen en de voorwerpen van de gefailleerde.

Bij faillissement van een vennootschap onder firma ofeen gewone commanditaire vennootschap geschiedt de ver-zegeling, in voorkomendgeval, niet alleenin de zetel vande vennootschap, maar ook in de woonplaats van ieder derhoofdelijk verbonden vennoten.

§ 2. De curators kunnen aan de rechter-commissarisvragen de verzegeling te bevelen, hetzij bij verzoekschrift,hetzij bij een mondelinge verklaring waarvan de griffierakte opmaakt.

Art.41

De artikelen 1010, eerste lid, 1011, 1013 en 1015, eerstezin, van het Gerechtelijk Wetboek zijn van overeenkom-stige toepassing op de plaatsopneming.

Art.42

Vanafhun ambtsaanvaarding maken de curators onver-wijld en onder toezicht van de rechter-commissaris debeschrijving op van de goederen van de gefailleerde, in zijntegenwoordigheid ofnadat hij behoorlijk is opgeroepen. Derechter-commissaris ondertekent de beschrijving. De on-dertekende beschrijving wordt ter griffie van de rechtbankneergelegd om te worden gevoegd bij het faillissementsdos-sier.

In de beschrijving worden elk van de in artikel 14,tweede lid, bedoelde goederen afzonderlijk beschreven.

[ 14 ]

2° les extraits des publications prévues à l'article 37;

3° le cas échéant une copie conforme des ordonnancesprises en vertu des articles 40, § 2, et 42, alinéa 3;

4° le procès-verbal de descente sur les lieux et l'inven-taire prévu à l'article 42;

5° le procès-verbal de vérification des créances;

6° le tableau prévu à l'article 70;7° les rapports et états de répartition établis par les

curateurs, prévus aux articles 33 et 51.Tout intéressé peut prendre gratuitement connaissance

du dossier et en obtenir copie moyennant paiement desdroits de greffe.

Art.39

Les curateurs entrent en fonctions immédiatementaprès le jugement déclaratif et après avoir prêté devant lejuge-commissaire le serment prévu à l'article 29. .

Ils gèrent la faillite en bon père de famille, sous lasurveillance du juge-commissaire.

Art.40

§ i-. S'il y a lieu, les curateurs requièrent sur le champl'apposition des scellés de la manière prévue dans le para-graphe 2.

Les scellés peuvent être apposés sur les magasins, lescomptoirs, les caisses, les portefeuilles, les livres, les sup-ports magnétiques, notamment les supports informati-ques, les meubles et effets du failli.

En. cas de faillite d'une société en nom collectif, ou encommandite simple, les scellés sont, le cas échéant, appo-sés non seulement au siège principal de la société, maisencore au domicile de chacun des associés solidaires.

§ 2. Les curateurs peuvent demander au juge-commis-saire d'ordonner l'apposition des scellés, soit par requête,soit par une déclaration verbale actée par le greffier.

Art.41

La descente sur les lieux s'effectue par analogie selon lesrègles prévues aux articles 1010, alinéa premier, 1011,1013 et 1015, première phrase du codejudiciaire.

Art. 42

Dès leur entrée en fonctions, les curateurs procèdent,sans désemparer et sous la surveillance du juge-commis-saire, à l'inventaire des biens du failli, lequel est présent oudûment appelé. Le juge-commissaire signe l'inventaire.L'inventaire signé est déposé au greffe du tribunal pourêtre joint au dossier de la faillite.

L'inventaire décrit séparément chacun des biens prévusà l'article 14, alinéa 2.

Page 15: K. 49-330/1

De curators kunnen zich, met machtiging van de rech-ter-commissaris, voor het opmaken van de boedelbeschrij-ving, alsmede voor het schatten van de voorwerpen, demateriële bewaring van de activa en de verkoop ervan,onder hun verantwoordelijkheid, laten bijstaan door dege-ne die zij daartoe geschikt achten.

Art.43

Wanneer de faillietverklaring heeft plaatsgehad naoverlijden en vooraleer de boedelbeschrijving is opge-maakt, ofwanneer de gefailleerde overlijdt vooraleer metde beschrijving is begonnen, wordt deze dadelijk opge-maakt met inachtneming van de in artikel42 voorgeschre-ven vormen, in tegenwoordigheid ofalthans na behoorlijkeoproeping van de erfgenamen.

Art.44

Nahet opmaken van de boedelbeschrijving worden dekoopwaren, het geld, de bescheiden, de titels van schuld-vorderingen, de roerende goederen en voorwerpen van deschuldenaar toevertrouwd aan de zorgvan de curators, dieonderaan op het stuk verklaren ze over te nemen,

De curators mogen aan de gefailleerde ofaan een van debestuurders van de gefailleerde de archieven toevertrou-wen. Indien nodig worden dearchieven hun op eenvoudigverzoek en tegen ontvangstbewijs terugbezorgd.

Indien de curators de archieven niet kunnen teruggevenzijn ze ertoe gehouden deze tien jaar na de opening van hetfaillissement te bewaren, behoudens indien het faillisse-ment dan niet gesloten is, in welk geval zij ze dan zullendienen te bewaren tot zes maanden na de sluiting van hetfaillissement.

De dossiers welke de curator na het faillissement heeftaangelegd dient hij te bewaren volgens debepalingen eigenaan de balie.

Art. 45

Het komt de curators toe te beslissen of zij de overeen-komsten die gesloten zijn voor de datum van het vonnisvan faillietverklaring en waaraan door dat vonnis geeneinde wordt gemaakt, al dan niet verder uitvoeren.

De partij die de overeenkomst heeft gesloten met degefailleerde kan de curators aanmanen om die beslissingbinnen vijftien dagen te nemen. Indien de curators geenbeslissing nemen, wordt de overeenkomst ontbonden; deschuldvordering van de schade die eventueel verschuldigdzou zijn aan de medecontractant wegens de niet-uitvoe-ring, wordt opgenomen in de boedel.

Indien de curators beslissen de overeenkomst uit tevoeren, heeft de medecontractant recht, ten laste van deboedel, op de uitvoering van de verbintenis in zoverre zijbetrekking heeft op prestaties geleverd na het faillisse-ment.

Art.46

Indien het belang van de schuldeisers daaraan niet in deweg staat, kan de rechtbank, op verzoek van de curator ofvan iedere belanghebbende, op verslag van de rechter-commissaris en na de curators en de vertegenwoordigers

[ 15 ] - 330 Il . 95 / 96

Les curateurs peuvent, avec l'autorisation du juge-corn-missaire, se faire aider, sous leur responsabilité, pour larédaction de l'inventaire comme pour l'estimation des ob-jets, pour la conservation des actifs et pour leur réalisation,par qui ils jugent convenable.

Art.43·

En cas de déclaration de faillite après décès, lorsqu'il n'apoint été fait d'inventaire antérieurement à cette déclara-tion, ou en cas de décès du failli avant l'ouverture del'inventaire, il y est procédé immédiatement dans les for-mes de l'article42, en présence des héritiers ou ceux-cidûment appelés. .

Art.44

L'inventaire terminé, les marchandises, l'argent, les pa-piers, les titres actifs, les meubles et effets du débiteur,sont remis aux curateurs qui, au pied dudit inventaire,déclarent s'en charger.

Les curateurs peuvent confier les archives au failli ou àl'un des dirigeants de la société faillie. S'il y a lieu, ellesleur sont restituées à leur demande et sur leur reçu.

Si les curateurs ne sont pas en mesure de restituer lesarchives, ils sont tenus de conserver celles-ci pendant unepériode de dix ans suivant l'ouverture de la faillite, sauf sielle n'est pas clôturée à ce moment, auquel cas ils devrontles conserver jusqu'à l'expiration d'un délai de six moissuivant la clôture de la faillite.

Le curateur doit conserver les dossiers qu'il a constituésaprès la faillite conformément aux dispositions propres aubarreau.

Art.45

Il appartient aux curateurs de décider s'ils poursuiventou non l'exécution des contrats conclus avant la date dujugement déclaratif de la faillite et auxquels ce jugementne met pas fin.

La partie qui a contracté avec le failli peut mettre lescurateurs en demeure de prendre cette décision dans lesquinze jours'. Si les curateurs ne la prennent pas, le contratest résolu; la créance de dommages et intérêts éventuelle-ment dus au cocontractant du fait de l'inexécution entredans la masse.

Lorsque les curateurs décident d'exécuter le contrat, lecocontractant a droit, à charge de la masse, à l'exécution decet engagement dans la mesure où celui-ci a trait à desprestations effectuées après la faillite.

Art.46

Si l'intérêt des créanciers le permet, le tribunal, sta-tuant à la demande du curateur ou de tout intéressé, sur lerapport du juge-commissaire, et après avoir entendu lescurateurs et les représentants du personnel au sein du

Page 16: K. 49-330/1

- 330 / 1- 95 / 96

van hetpersoneel in de ondernerningsraad te hebben ge-hoord of, indien er geen is, het comité voorveiligheid engezondheid, of indien er geen is, van de vakbondsafvaardi-ging daar waar er een is opgericht, of indien er geen is, vande werknemersafvaardiging, machtiging verlenen opdatde handelsverrichtingen van de gefailleerde voorlopig, ge-heel of gedeeltelijk worden voortgezet door de curators of,onder hun toezicht, door de gefailleerde of door een derde.Op verzoek van de curators of van iedere belanghebbendeen op verslag van de rechter-commissaris, kan de recht-bank die maatregel te allen tijde wijzigen ofherroepen.

De curator kan, dadelijk na het faillissementsvonnis, naoverleg met de representatieve vakbonden en bij gebrekehiervan met het aanwezige personeel, in het belang van deboedel en in afwachting van de uitspraak van de rechtbankmet toepassing van het eerste lid, onmiddellijk toestaandat de handelsverrichtingen worden voortgezet.

Art.47

De curators kunnen, met toestemming van de rechter-commissaris, aan de gefailleerde natuurlijke persoon enzijn gezin het huisraad en de voorwerpen nodig voor eigengebruik afgeven. De curators maken van die zaken eenstaat op. De gefailleerde kan bovendien voor hem en zijngezin levensonderhoud verkrijgen voor het bedrag dat doorde rechtbank bepaald wordt op voorstel van de curators enop verslag van de rechter-commissaris.

Art.48

De curators kunnen, zelfs indien het faillietverklarendvonniswordt bestreden en met machtiging van de rechter-commissaris, dadelijk overgaan tot de verkoop van de acti-va die onderhevig zijn aan spoedig bederf of snelle waarde-vermindering.

Art.49

Tot aan de sluiting van het proces-verbaal van verifica-tie van de schuldvorderingen worden de aan de gefailleer-de gerichte brieven of'berichten afgegeven aan de curatorsen door hen geopend; indien de gefailleerde aanwezig is,woont hij de opening bij. De brieven en bsrichten die nietuitsluitend betrekking hebben op de handelsactiviteit vande gefailleerde worden door de curators aan de gefailleerdebezorgd of medegedeeld op het adres door de gefailleerdeaangewezen.

Na de sluiting van het proces-verbaal van verificatievan de schuldvorderingen kan de rechtbank, op eenzijdigverzoekschrift van de curator en wanneer uitzonderlijkeomstandigheden het rechtvaardigen, bevelen dat de aan degefailleerde gerichte brievenen berichten worden afgege-ven aan de curator, die ze opent op een door de rechtbankvastgestelde datum en uur; indien de gefailleerde aanwe-zig is, woont hij de opening bij en neemt hij bezit van diebrieven en berichten welke niet van belang zijn voor devereffening.

Art. 50

Alle schuldvorderingen ofgeldsommen die aan de gefail-leerde verschuldigd zijn, worden door de curators opge-spoord en tegen kwijting geïnd.

[ 16 ]

conseil d'entreprise ou, à défaut, du comité de sécurité etd'hygiène ou, à défaut, la délégation syndicale là où elle estconstituée ou, à défaut, la délégation du personnel, peutautoriser que les opérations commerciales du failli soientprovisoirement, en tout ou en partie, continuées par lescurateurs ou sous la surveillance des curateurs par le failliou par un tiers. A la requête des curateurs ou de toutintéressé et sur le rapport du juge-commissaire, le tribunalpeut à tout moment modifier ou révoquer cette mesure.

Le curateur peut, immédiatement après le jugement defaillite et après s'être concerté avec les syndicats représen-tatifs ou, à défaut, avec le personnel présent, dans l'intérêtde la masse et en attendant la décision du tribunal prise enapplication de l'alinéa t-, autoriser immédiatement lapoursuite des opérations commerciales.

Art.47

Les curateurs peuvent, avec l'autorisation du juge-com-missaire, délivrer au failli, personne physique, et à safamille des meubles et effets nécessaires à leur propreusage. Les curateurs rédigent un état de ces objets. Le faillipeut, en outre, obtenir pour lui et sa famille des secoursalimentaires, qui sont fixés par le tribunal, sur la proposi-tion des curateurs et le rapport du juge-commissaire.

Art.48

Les curateurs peuvent, nonobstant tout recours contrele jugement déclaratif de faillite et sur l'autorisation dujuge-commissaire, vendre immédiatement les actifs sujetsà dépérissement prochain ou à dépréciation imminente.

Art.49

Jusqu'à la clôture du procès-verbal de vérification descréances, les lettres et messages adressés au failli sontremis aux curateurs qui les ouvrent; si le failli est présent,il assiste à leur ouverture. Les lettres et messages qui neconcernent pas exclusivement l'activité commerciale dufailli sont transmis ou communiqués par le curateur àl'adresse indiquée par le failli.

Après la clôture du procès-verbal de vérification descréances le tribunal peut, sur requête unilatérale du cura-teur et lorsque des circonstances exceptionnelles le justi-fient, ordonner que les lettres et messages adressés aufailli seront remis au curateur, qui les ouvrira aux date etheure fixées par le tribunal; lorsque le failli est présent, ilassiste à leur"ouverture et prend possession de celles quin'intéressent pas la liquidation.

Art. 50

Les curateurs recherchent et recouvrent sur leurs quit-tances, toutes les créances ou sommes dues au failli.

Page 17: K. 49-330/1

De gelden afkomstig van verkopingen en invorderingendoor de curators gedaan, worden binnen acht dagen naontvangst in de Deposito- en Consignatiekas gestort. Derechter-commissaris kan evenwel op verzoekschrift de cu-rator machtigen een beperkt bedrag op een bankrekeningte houden, dienstig voor de lopende verrichtingen. In debeschikking bepaalt de rechter-commissaris welk bedragde curator maximum mag houden op deze rekening.

Bij nalatigheid zijn de curators interest zoals in han-delszaken verschuldigd voor de sommen die zij niet hebbengestort, onverminderd de toepassing van artikel 30.

Art. 51

De betaling van de bedragen toegekend aan de schuld-eisers wordt door de curators gedaan op vertoon van eenuitdelingslijst door de rechter-commissaris ondertekenden neergelegd in het dossier van het faillissement.

De aan de curators bij wijze van ereloon ofbij wijze vanprovisioneel ereloon verschuldigde bedragen, bedoeld inartikel 32, alsmede hun onkosten en voorschotten, wordenhun betaald op basis van een door de rechter-commissarisgeviseerde lijst.

De sommen die bij het afsluiten van het faillissementniet konden betaald worden moeten bij de Deposito- enConsignatiekas gestort worden ten voordele van de recht-hebbende schuldeisers.

Art. 52

.De gefailleerde of de bestuurders en zaakvoerders vande gefailleerde vennootschap zijn gehouden gevolgte gevenaan alle oproepingen die zij ontvangen van de rechter-commissaris of van de curators en verstrekken hun allevereiste inlichtingen.

De gefailleerde of de bestuurders en zaakvoerders vande gefailleerde vennootschap zijn verplicht de curatorselke adreswijziging mede te delen. Als dit niet gedaanwordt zijn de oproepingen geacht geldig te zijn verricht ophet laatste adres aan de curators medegedeeld.

Art. 53

De curators ontbiedende gefailleerde om in zijn tegen-woordigheid de boeken en bescheiden vast te stellen en afte sluiten.

Art. 54

De rechter-commissaris kan de gefailleerde, diens werk-nemers en wie dan ook horen, zowel aangaande het onder-zoek van de boeken en de boekhoudkundige bescheiden alsaangaande de oorzaken en de omstandigheden van hetfaillissement.

Art. 55

Wanneer een koopman failliet is verklaard na zijn over-lijden, ofwanneer de gefailleerde overlijdt na zijn faillisse-ment, kunnenzijn erfgenamen zich aanmelden of latenvervangen bij alle faillissementsverrichtingen.

[ 17 ] - 330 / 1-95 / 96

Les deniers provenant des ventes et recouvrements faitspar les curateurs sont versés à la Caisse des dépôts etconsignations dans les huit jours de la recette. Le juge-commissaire peut toutefois, sur requête, autoriser le cura-teur à conserver sur un compte bancaire un montant limi-té, destiné à financer les opérations courantes. Dans sonordonnance, le juge-commissaire fixe le montant maxi-mum que le curateur est autorisé à conserver sur le comp-te.

Les curateurs doivent les intérêts commerciaux dessommes qu'ils n'ont pas versés, sans préjudice de l'applica-tion de l'article 30.

Art. 51

Le paiement des sommes attribuées aux créanciers esteffectué par les curateurs au vu d'un état de répartitionvisé par le juge-commissaire et déposé au dossier de lafaillite.

Les sommes dues aux curateurs à titre d'honoraires oud'honoraires provisionnels prévus à l'article 32, ainsi queleurs frais et débours, leur sont versées sur la base d'unétat visé par le juge-commissaire.

Les ssmmes qui à la clôture de la faillite n'ont pas puêtre réparties, sont versées à la Caisse des dépôts et consi-gnations au profit des créanciers concernés.

Art. 52

Le failli ou les gérants et administrateurs de la sociétéfaillie, se rendent à toutes les convocations qui leur sontfaites, soit par le juge-commissaire, soit par les curateurset fournissent au juge-commissaire et aux curateurs tousles renseignements requis.

Le failli ou les gérants et administrateurs de la sociétéfaillie sont tenus d'aviser les curateurs de tout changementd'adresse. A défaut, les convocations sont censées valable-ment faites à la dernière adresse que l'intéressé a commu-niquée aux curateurs.

Art. 53

Les curateurs appellent le failli auprès d'eux pour cloreet arrêter les livres et écritures en sa présence.

Art. 54

Le juge-commissaire est autorisé à entendre le failli, lestravailleurs qu'il occupe et toute autre personne tant sur cequi concerne la vérification des livres et écritures compta-bles, que sur les causes et circonstances de la faillite.

Art. 55

Lorsqu'un commerçant a été déclaré en faillite après sondécès ou lorsque le failli décède après la déclaration de safaillite, ses héritiers peuvent se présenter ou se faire repré-senter dans toutes les opérations de faillite.

Page 18: K. 49-330/1

- 330 Il - 95 196

Art. 56

Te rekenen van hun ambtsaanvaarding zijn decuratorsop hun persoonlijke verantwoordelijkheid gehouden allehandelingen te verrichten tot bewaring van de rechten vande gefailleerde tegen zijn schuldenaars.

Zij zijn eveneens gehouden inschrijving te vorderen vande hypotheken op de onroerende goederen van de schulde-naars van de gefailleerde, indien deze het niet heeft gevor-derd; de inschrijving wordt ten name van de boedel geno-men door de curators, die bij hun borderel een getuigschriftvan de griffier voegen als bewijs van hun benoeming.

Art. 57

De curators kunnen, met machtiging van de rechter-commissaris en na behoorlijke oproeping van de gefailleer-de, dadingen aangaan over alle geschillen waarbij de boedelbetrokken is, zelfs wanneer het onroerende rechtsvorderin-gen en rechten betreft.

Wanneer de dading onroerende rechten betreft ofwan-neer de waarde van haar voorwerp onbepaald is of500 000 frank te boven gaat, wordt zij eerst verbindendnadat ze door de rechtbank gehomologeerd is op verslagvan de rechter-commissaris. De gefailleerde wordt voor dehomologatie opgeroepen.

De curators kunnen ook met machtiging van de recht-bank van koophandel en na behoorlijke oproeping van degefailleerde aan de tegenpartij de beslissende eed opdra-gen in de geschillen waarin het faillissement betrokken is.

Art. 58

De curators kunnen een beroep doen op de gefailleerdeom hen in hun beheer te helpen en voor te lichten. Derechter-commissaris bepaalt de voorwaarden waaronderhij zijn arbeid zal verrichten.

Art. 59

In elk faillissement zijn de curators gehouden, binnentwee maanden na hun ambtsaanvaarding, aan de rechter-commissaris een memorie of kort verslag te overhandigenbetreffende de vermoedelijke toestand van het faillisse-ment, de voornaamste oorzaken en omstandigheden ervanen de kenmerken die het vertoont.

De rechter-commissaris doet de memorie, met zijn aan-merkingen, dadelijk toekomen aan de procureur des Ko-nings. Indien zij hem niet is afgegeven binnen de voorge-schreven termijn, geeft hij daarvan kennis aan deprocureur des Konings en deelt hem de oorzaken van devertraging mee.

Art.60

Indien de gefailleerde of de bestuurders en zaakvoer-ders van de gefailleerde vennootschap vervolgd wordenwegens een strafbaarfeit bepaald in de artikelen 489,489bis of 489ter van het Strafwetboek, of indien er tegenhen een bevel tot medebrenging of tot aanhouding werdverleend, geeft de procureur des Konings daarvan dadelijkkennis aan de rechter-commissaris en aan de curators.

[ 18 ]

Art. 56

A compter de leur entrée en fonctions, les curateurs sonttenus, sous leur responsabilité personnelle, de faire tousles actes pour la conservation des droits du failli contre sesdébiteurs.

Ils sont aussi tenus de requérir l'inscription des hypo-thèques sur les immeubles des débiteurs du failli, si elle n'apas été requise par lui; l'inscription est prise au nom de lamasse par les curateurs, qui joignent à leur bordereau uncertificat du greffier constatant leur nomination.

Art. 57

Les curateurs peuvent, avec l'autorisation du juge-com-missaire, et le failli dûment appelé, transiger sur toutes lescontestations qui intéressent la masse, même sur celles quisont relatives à des actions et droits immobiliers.

Lorsque la transaction porte sur des droits immobiliers,ou quand son objet est d'une valeur indéterminée ou quiexcède 500 000 francs, la transaction n'est obligatoirequ'après avoir été homologuée par le tribunal, sur le rap-port du juge-commissaire. Le failli est appelé à l'homologa-tion.

Les curateurs peuvent aussi, avec l'autorisation du tri-bunal de commerce, le failli dûment appelé, déférer leserment litisdécisoire à la partie adverse, dans les contes-tations dans lesquelles la faillite sera engagée.

Art. 58

Les curateurs peuvent employer le failli pour faciliter etéclairer leur gestion. Le juge-commissaire fixera les condi-tions de son travail.

Art. 59

En toute faillite, les curateurs, dans les deux mois deleur entrée en fonctions, sont tenus de remettre au juge-commissaire un mémoire ou compte sommaire de l'étatapparent de la faillite, de ses principales causes et circons-tances, et des caractères qu'elle paraît avoir.

Le juge-commissaire transmet immédiatement le mé-moire avec ses observations au procureur du Roi. S'il ne luia pas été remis dans le délai prescrit, il en prévient leprocureur du Roi, et lui indique les causes du retard.

Art.60

Si le failli ou les gérants et administrateurs de la sociétéfaillie sont poursuivis du chef d'une infraction prévue auxarticles 489, 489bis ou 489ter du Code pénal ou si unmandat d'amener ou d'arrêt a été décerné contre eux, leprocureur du Roi en donne connaissance sans délai aujuge-commissaire et aux curateurs.

Page 19: K. 49-330/1

HOOFDSTUK IV

Aangifte en verificatie van de schuldvorderingen

Art.61

Om in aanmerking te komen vooreen uitdeling alsmedeom enig recht van voorrang te kunnen uitoefenen, zijn deschuldeisers gehouden aangifte van hun schuldvorderin-gen, samen met hun titels, ter griffie van de rechtbank vankoophandel neer te leggen uiterlijk op de door het vonnisvan faillietverklaring bepaalde dag. Op verzoek levert degriffier een ontvangstbewijs af.

De schuldeisers worden daartoe verwittigd door de be-kendmaking in het Belgisch Staatsblad en door een rond-schrijven dat hun door de curators wordt toegezondenzodra die schuldeisers bekend zijn.

Dit rondschrijven vermeldt dag en uur, bepaald voor hetsluiten van het proces-verbaal van verificatie van deschuldvorderingen.

Art.62

Elke aangifte vermeldt de naam, de voornamen, hetberoep en de woonplaats van de schuldeiser, het bedrag ende oorzaken van zijn schuldvordering, de eraan verbondenvoorrechten, hypotheek- ofpandrechten, en de titel waaropzij berust.

De aangifte eindigt met een verklaring gesteld in devolgende bewoordingen:

« Ik verklaar in eer en geweten dat deze schuldvorde-ring.waar en oprecht is »; of

«J'affirme en honneur et conscience que ma créance est.sincère et véritable »; of

« Ich erkläre hiermit aufEhre und Gewissen dass meineForderung aufrichtig und wahrheitsgetreu ist »,

Zij wordt getekend door de schuldeiser, of in zijn naamdoor een gemachtigde; in het laatste geval moet de vol-macht aan de aangifte worden gehecht, zijmoet het bedragvan de schuldvordering vermelden en de bij dit artikelvoorgeschreven verklaring inhouden.

Art.63

Onder voorbehoud van de toepassing van internationaleverdragen, bevat de aangifte van de schuldeiser die zijnwoonplaats niet heeft in een lidstaat van de EuropeseUnie, keuze van woonplaats in het rechtsgebied van derechtbank die het faillissement heeft uitgesproken.

Bij gebrek aan keuze van woonplaats kunnen hem allebetekeningen en mededelingen gedaan worden ter griffievan de rechtbank.

Art.64

De verificatie van de schuldvorderingen wordt door decurators verricht in tegenwoordigheid of althans na be-hoorlijke oproeping van de gefailleerde met een gerechts-brief die de tekst bevat van dit artikel. De titels van deschuldvorderingen worden getoetst aan de boeken en be-scheiden van de gefailleerde.

De gefailleerde wordt eveneens gehoord over de vereffe-ning van het faillissement.

[ 19 ] - 330 Il - 95 196

CHAPITRE IV

De la déclaration et de la vérification des créances

Art.61

Pour participer à une répartition ou pour exercer per-sonnellement un droit de préférence quelconque, les créan-ciers sont tenus de déposer au greffe du tribunal de com-merce la déclaration de leurs créances avec leurs titres, auplus tard le jour indiqué par le jugement déclaratif defaillite. Sur demande, le greffier délivre un récépissé.

A cette fin, les créanciers sont avertis par la publicationau Moniteur belge et par une circulaire que les curateursleur adressent aussitôt que ces créanciers sont connus.

Cette circulaire indique les jour et heure fixés pour laclôture du procès-verbal de vérification des créances.

Art.62

La déclaration de chaque créancier énonce ses nom,prénoms, profession et domicile, le montant et les causes desa créance, les privilèges, hypothèques ou gages qui y sontaffectés et le titre d'où elle résulte.

Cette déclaration est terminée par une affirmation con-çue dans les termes suivants:

«J'affirme en honneur et conscience que ma créance estsincère et véritable »; ou

«Ik verklaar in eer en geweten clat deze schuldvorde-ring waar en oprecht is »; ou

«Ich erkläre hiermit aufEhre und Gewissen dass meineForderung aufrichtig und wahrheitsgetreu ist »,

Elle est signée par le créancier, ou en son nom par sonfondé de pouvoir; dans ce cas, la procuration est annexée àla déclaration, et elle doit énoncer le montant de la créanceet contenir l'affirmation prescrite par le présent article.

Art.63

-Sans préjudice de l'application des conventions interna-tionales, la déclaration contient, de la part du créanciernon domicilié dans un Etat de l'Union Européenne, élec-tion de domicile dans le ressort où siège le tribunal qui aprononcé la faillite.

A défaut d'avoir élu domicile, toutes significations ettoutes informations peuvent lui être faites ou données augreffe du tribunal.

Art.64

La vérification des créances est opérée par les curateursen présence du failli ou celui-ci dûment appelé par plijudiciaire, contenant le texte du présent article. Les titresdescréances sont approchés des livres et écritures du failli.

Le failli est également entendu sur la liquidation de lafaillite.

Page 20: K. 49-330/1

- 330 Il - 95 196

Art.65

Na de aangifte van elke schuldvordering en tot de daggesteld voorde behandeling van de betwistingen waartoezij aanleiding geeft, kan de rechter-commissaris, zelfsambtshalve, bevelen dat de schuldeiser ofzijn gemachtigdeof iedere persoon die inlichtingen kan verstrekken, per-soonlijk zal verschijnen. Hij maakt proces-verbaal op vanhun verklaringen. Hij kan ook bevelen dat de schuldeiserzijn boeken zaloverleggen, of, krachtens een bevel totonderzoek daarvan, vorderen dat hem daarvan een uit-treksel zal worden bezorgd opgemaakt door de rechter vande plaats.

Art.66

Een proces-verbaal van verificatie van de schuldvorde-ringen wordt, na de beëindiging ervan, door de curatorsopgesteld en door hen, alsmede door de rechter-commissa-ris en de griffier ondertekend.

Art.67

Op de zitting bepaald voor het sluiten van het proces-verbaal van verificatie, geven de curators, op verzoek vanelke belanghebbende, kennis van elke aangegeven schuld-vordering en van haar gebeurlijke betwisting.

De rechter-commissaris verwijst de betwistingen betref-fende de niet aangenomen schuldvorderingen naar derechtbank en bepaalt de datum en het uur van de debatten.

Indien de curators het bedrag van een aangenomenschuldvordering of van een ingeroepen recht van voorrangbetwisten, brengen zij de betrokken schuldeisers daarvanonmiddellijk op de hoogte bij ter post aangetekende brief;deze brief houdt oproeping in om voor de rechtbank teverschijnen op dag en uur of, in voorkomend geval,: op dedagenen uren door de rechter-commissaris bepaaldvoorde debatten.

Art.68

De gefailleerde en de schuldeisers kunnen tegen deverrichte en te verrichten verificaties bezwaren inbrengenhetzij op de zitting bepaald voor de sluiting van het proces-verbaal van verificatie van de schuldvorderingen, hetzijlater.

Later ingebrachte bezwaren moeten aan de curators enaan de schuldeiser wiens vordering wordt tegengesprokenbetekend worden bij een gerechtsdeurwaardersexplootbinnen demaand na de datum van de sluiting van hetproces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen ofbinnen de maand na een latere aanvaarding van schuld-vordering indien. de schuldvordering slechts aanvaardwerd na sluiting van het proces-verbaal van verificatie.

Bij gemeld exploot worden de curators en de schuld-eiser, alsmede de gefailleerde voor de rechtbank gedaagdteneinde uitspraak te horen doen over de schuldvorderingwaartegen bezwaar is ingebracht.

Art.69

Op de dag bepaald voor de behandeling van de betwis-tingen, beslist de rechtbank, zonder voorafgaande dag-

[20 ]

Art.65

Après la déclaration de chaque créance et jusqu'au jourfixé pour les débats sur les contestations qu'elle soulève, lejuge-commissaire peut, même d'office, ordonner la compa-rution personnelle du créancier ou de son fondé de pouvoirou de toutes personnes qui peuvent fournir des renseigne-ments. Il dresse procès-verbal de leurs dires. Il peut aussi.ordonner la représentation des livres du créancier ou de-mander, en vertu d'un compulsoire, qu'il en soit rapportéun extrait fait par le juge du lieu.

Art.66

Les curateurs, à l'expiration de la vérification des créan-ces, en dressent procès-verbal, qui est signé par eux-mê-mes, par le juge-commissaire et par le greffier.

Art.67

A la séance fixée pour la clôture du procès-verbal devérification, les curateurs donnent, à la demande de toutintéressé, connaissance de toute créance déclarée et de sonéventuelle contestation.

Le juge-commissaire renvoit au tribunal les contesta-tions relatives aux créances non admises et fixe la date etl'heure des débats.

Si les curateurs contestent le montant d'une créancedéclarée ou une cause de préférence invoquée, ils en avi-sent aussitôt les créanciers concernés par lettre recom-mandée à la poste; celle-ci contient convocation à compa-raître devant le tribunal pour entendre statuer sur le débatà la date et à l'heure, ou le cas échéant, aux dates et heuresfixées par le juge-commissaire.

Art.68

Lefailli et les créanciers peuvent fournir des contreditsaux vérifications faites et à faire, soit lors de la séance declôture du procès-verbal de vérification des créances, soitultérieurement.

Les contredits doivent être, dans cette dernière hypo-thèse, formés par exploit d'huissier de justice signifié auxcurateurs et au créancier dont la créance est contredite,dans un délai d'un mois après la date de clôture du procès-verbal de vérification de créances, ou dans un délai d'unmois après l'admission d'une créance si celle-ci n'a étéadmise qu'après la clôture du procès-verbal de vérification.

Ledit exploit contiendra citation des curateurs et ducréancier, ainsi que du failli devant le tribunal aux fins destatuer sur la liquidation de la créance faisant l'objet ducontredit.

Art.69

Au jour fixé pour les débats sur les contestations, letribunal statue, sans citation préalable, s'il est possible par

Page 21: K. 49-330/1

vaarding, zomogelijk bij een enkel vonnis, over alle betwis-tingen. Dit vonnis wordt gewezen, nadat de curators, degefailleerde en de schuldeisers die bezwaar inbrachten enzij die aangifte indienden, indien zij verschijnen, zijn ge-hoord. Tegen het vonnis staat geen verzet open.

Betwistingen die niet onmiddellijk in beraad wordengenomen worden afzonderlijk en verder behandeld volgensde gewone rechtspleging met voorrang boven alle anderezaken.

Art.70

Ter griffie wordt, onder verantwoordelijkheid van degriffier, voor elk faillissement een in kolommen verdeeldetabelopgemaakt die voor elke aangegeven schuldvorderingde volgende vermeldingen bevat:

1° het volgnummer;2° de naam, de voornaam, het beroep en de verblijf-

plaats van de schuldeiser die zijn schuldvordering en zijntitels heeft neergelegd;

3° het bedrag van de aangegeven schuldvordering;4° de door de schuldeiser ingeroepen voorrechten en

hypotheken;5° de aanvaarding of de betwisting;6° de korte inhoud en de datum van de beslissing over

de betwisting;7° de andere inlichtingen waarvan de mededeling aan

de belanghebbenden nuttig kan zijn.

Art.n

De bekende of onbekende schuldeisers die in gebrekeblijven hun schuldvorderingen aan te geven of te bevesti-gen binnen de termijn bij het vonnis van faillietverklaringbepaald, komen niet in aanmerking voor de uitdelingen.

Tot de vergadering bedoeld in artikel 78, hebben deschuldeisers, die in gebreke bleven, het recht opname tevorderen zonder dat hun vordering reeds bevolen uitkerin-gen kan opschorten. Zij hebben slechts recht op een divi-dend berekend op het nog niet verdeeld actief en dragenzelf de kosten enuitgaven waartoe de verificatie en deopname van hun schuldvorderingen aanleiding geven.

Ret recht opname te vorderen verjaart na verloop vandrie jaar te rekenen vanaf het faillietverklarend vonnis,behalve voor de schuldvordering dievastgesteld wordt ineen procedure tot tussenkomst of vrijwaring, vervolgd ofingesteld tijdens de vereffening.

Ret recht opname te vorderen van een schuldvorderingtijdens de vereffening vastgesteld door een andere recht-bank dan de rechtbank die het faillissement heeft uitge-sproken verjaart na verloop van zes maanden te rekenenvanaf de dag waarop het eindvonnis kracht van rechterlijkgewijsde heeft verkregen.

ROOFDSTUKV

Summiere rechtspleging tot sluitingvan het faillissement

Art.72

Wanneer op welk tijdstip ook, bevonden wordt dat hetactief ontoereikend is om de vermoedelijke kosten vanbeheer en van vereffening van het faillissement te dekken,

[ 21 ] .- 330 / 1- 95 / 96

un même jugement, quant à toutes les contestations. Lejugement est rendu après avoir entendu, s'ils se présen-tent, les curateurs, le failli, les créanciers opposants etdéclarants. Son jugement n'est pas susceptible. d'opposi-tion.

Les contestations qui ne sont pas prises immédiatementen délibéré sont disjointes et ensuite traitées selon la pro-cédure ordinaire, toutes affaires cessantes.

Art.70

Il est tenu au greffe, sous la responsabilité du greffier,pour chaque faillite, un tableau divisé en colonnes et conte-nant, pour chaque créance déclarée, les énonciations sui-vantes:

1° le numéro d'ordre;2° les nom, prénom, profession et résidence du créan-

cier qui a déposé sa créance et ses titres;

3° le montant de la créance déclarée;4° les privilèges et hypothèques auxquels le créancier

prétend;5° l'admission ou la contestation;6° le sommaire et la date de la décision relative à la

contestation;7° les autres renseignements qu'il peut être utile de

porter à la connaissance des intéressés.

Art.71

A défaut de déclaration et d'affirmation de leurs créan-ces dans le délai fixé par le jugement déclaratif de lafaillite, les défaillants connus ou inconnus ne sont pascompris dans les répartitions.

Jusqu'à rassemblée visée à l'article 78, les défaillantsont le droit d'agir en admission sans que leur demande nepuisse suspendre les répartitions ordonnées. Ils ne peu-vent prétendre à un dividende que sur l'actif non encoreréparti. Les frais et dépens auxquels la vérification etl'admission de leurs créances donnent lieu restent à leurcharge.

Le droit d'agir en admission se prescrit par trois ans àdater du jugement déclaratif, sauf pour la créance consta-tée dans le cadre d'une action en intervention ou garantie,poursuivie ou intentée en cours de liquidation.

Le droit d'agir en admission d'une créance constatéependant la liquidation par un autre tribunal que celui de lafaillite se prescrit par six mois à dater du jugement défini-tif passé en force de chose jugée.

CRAPITREV

Procédure sommaire de clôture

Art. 72

Si, à quelque époque que ce soit, il est reconnu que l'actifne suffit pas pour couvrir les frais présumés d'administra-tion et de liquidation de la faillite, le tribunal peut, à la

Page 22: K. 49-330/1

- 330 Il - 95 196

kan de rechtbank, op verzoek van de curators en nadat degefailleerde behoorlijk is opgeroepen met een gerechtsbriefdie de tekst van dit artikel inhoudt, de sluiting van deverrichtingen van het faillissement uitspreken. In dit ge-val treden de schuldeisers terug in de uitoefening van hunafzonderlijke rechtsvorderingen tegen de persoon en degoederen van de gefailleerde.

De beslissing tot sluiting van het faillissement, wanneervastgesteld wordt dat de activa niet zullen volstaan om devermoedelijke kosten van beheer en van vereffening vanhet faillissement te dekken, maakt onmiddellijk een eindeaan het bestaan van de gefailleerdevennootschap. De ont-binding heeft geen gevolgen voor de rechtsvorderingen vande schuldeisers.

De sluiting van het faillissement wegens ontoereikendactief kan slechts worden uitgesproken nadat de curatoraan alle werknemers de wettelijk bepaalde sociale beschei-den heeft uitgereikt.

Het vonnis da:tde sluiting van het faillissement wegensontoereikend actief uitspreekt, wordt, door toedoen van decurators, bij uittreksel gepubliceerd in het Belgisch Staats-blad.

Het vonnis beveelt, in voorkomend geval, dat rekeningen verantwoording zal worden gedaan door de curators. Derechtbank van koophandel neemt kennis van de geschillendesbetreffende.

De Koning kan de procedure tot het in consignatie gevenvan later opgedoken activa vaststellen, alsmede de bestem-ming van deze activa bij nieuwopgedoken passiva.

HOOFDSTUK VI

Vereffening van het faillissement

Art.73

§ 1. Zodra alle schuldvorderingen definitief werdenaanvaard of verworpen door een, zelfs bestreden, uitvoer-bare beslissing, gaan de curators over tot de vereffeningvan het faillissement. De rechter-commissaris roept degefailleerde op om hem te horen, in aanwezigheid van decurators, nopens de vereffeningswijze van de activa. Erwordt hiervan een proces-verbaalopgesteld. De curatorsdoen onder meer de onroerende goederen, koopwaren enroerende goederen verkopen; een en ander onder het toe-zicht van de rechter-commissaris en met naleving van debepalingen van de artikelen 50 en 51, zonder dat het nodigis de gefailleerde op te roepen.

Zij kunnen op de bij artikel 57 voorgeschreven wijzedadingen aangaan over om het even welke aan de gefail-leerde toekomende rechten, niettegenstaande elk verzetzijnerzijds. '

§ '2. De curators kunnen de rechtbank verzoeken, na degefailleerde behoorlijk te hebben laten oproepen met eengerechtsbrief die de tekst bevat van dit artikel, te mogenvereffenen zoals hiervoor bepaald in dit artikel vanaf desluiting van het proces-verbaal van verificatie van deschuldvorderingen of elke latere datum. De rechtbank be-slist op verslag van de rechter-commissaris.

§ 3. De schuldeisers of de gefailleerde die menen dathun rechten benadeeld worden door een voorgenomen ver-koop van activa, kunnen in kort geding de aanstellingvragen van een curator ad hoc. De aldus aangestelde cura-tor kan aan de rechtbank van koophandel vragen de ver-koop te verbieden, in zoverre die verkoop kennelijk in-druist tegen de belangen van de betrokkenen.

[22 ]

requête des curateurs, le failli dûment appelé par pli judi-ciaire contenant le texte du présent article, prononcer laclôture des opérations de la faillite. Dans ce cas, les créan- .ciers rentrent dans l'exercice de leurs actions individuellescontre la personne et les biens du failli.

La décision de clôture des opérations de faillite lorsqu'ilest reconnu que l'actif ne suffit pas pour couvrir les fraisprésumés d'administration et de liquidation de la faillitemet une fin immédiate àl'existence de la société faillie. Ladissolution est sans effet sur l'action des créanciers.

La clôture de la faillite pour insuffisance d'actif ne peutêtre prononcée qu'après que le curateur a remis à tous lestravailleurs les documents sociaux prévus par la loi.

Le jugement prononçant la clôture de la faillite pourinsuffisance d'actif est publié par extraits au Moniteurbelge, à la diligence des curateurs.

Lejugement ordonne, s'il échet, la reddition des comptespar les curateurs. Le tribunal de commerce connaît deslitiges y relatifs.

LeRoi peut déterminer la procédure de consignation desactifs qui apparaîtraient ultérieurement et le sort de cesactifs en cas d'apparition de nouveaux passifs.

CHAPITRE VI

De la liquidation de la faillite

Art.73

§ L", Lorsque toutes les créances sont définitivementadmises ou rejetées par un jugement exécutoire, mêmefrappé d'un recours, les curateurs procèdent à la liquida-tion de la faillite. Le juge-commissaire convoque le faillipour, en présence des curateurs, recueillir ses observationssur la meilleure réalisation possible de l'actif. Il en estdressé procès-verbal. Les curateurs font. notamment ven-dre les immeubles, marchandises et effets mobiliers, letout sous la surveillance du juge-commissaire en se confor-mant aux dispositions des articles 50 et 51, et sans qu'il soitbesoin d'appeler le failli.

Ils peuvent transiger de la manière prescrite par l'arti-cle 57 sur toutes espèces de droits appartenant au failli,nonobstant toute opposition de sa part.

§ 2. Les curateurs peuvent, le failli dûment appelé parpli judiciaire, contenant le texte du présent article, deman-der au tribunal de commerce l'autorisation de liquider lafaillite selon les modalités indiquées ci-dessus, dès la clôtu-re du procès-verbal de vérification des créances ou à daterde quelque date ultérieure que ce soit. Le tribunal statuesur le rapport du juge-commissaire.

§ 3. Lorsque les créanciers ou le failli estiment qu'uneréalisation envisagée risque de leur porter préjudice, ilspeuvent demander en référé la désignation d'un curateurad hoc. Celui-ci peut demander au tribunal de commerced'interdire la vente qui risque manifestement de léser lesdroits des dits intéressés.

Page 23: K. 49-330/1

§ 4. Indien de curators zulks vorderen, kan de recht-bank in het kader van de vereffening van het faillissementde overdracht van een onderneming in werking bekrachti-gen onder voorwaarden die partijen hebben bedongen enwaarvan de naleving door de curators, of na sluiting vanhet faillissement, door elke belanghebbende kan wordenvervolgd.

Art.74

Zodra de vereffening is ingetreden, mogen de curatorsmet inachtneming van de vormen en toelatingen voorzienin artikel 46, de handelsactiviteiten van de gefailleerdevoortzetten of laten voortzetten onder hun toezicht. Zijzullen daarenboven aan de rechtbank de toelating mogenvragen aan de gefailleerde en zijn gezin levensonderhoudte mogen toekennen, onverminderd de toepassing van arti-ke147.

Art. 75

De rechter-commissaris kan een vergadering vanschuldeisers of van sommigen onder hen bijeenroepen.

Daarenboven wordt, vanaf het derde jaar na de failliet-verklaring, jaarlijks, telkens ten vroegste een maand enten laatste drie maanden na de verjaardag van het failliet-verklarend vonnis, een vergadering van de schuldeisersgehouden onder voorzitterschap van de rechter-commissa-ris, waarop nopens de vereffening verslag wordt uitge-bracht door de curators.

De rechter-commissaris beveelt de in het faillissementingeschreven schuldeisers te verwittigen en bepaaltplaats, dag en uur van de vergadering. Die beschikkingwordt ten minste een maand voor de datum van de verga-dering in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt doortoedoen van de griffier. De publikatie kan evenwel, mettoelating van de rechter-commissaris, vervangen wordendoor een rondschrijven aan de ingeschreven schuldeisers.

De gefailleerde wordt op die vergadering behoorlijk op-geroepen en kan er gehoord worden nopens de vereffeningvan de boedel.

De vergaderde schuldeisers kunnen, bij eenvoudigemeerderheid, de curators ermede belasten een vast ak-koord te maken betreffende het geheel of een gedeelte vande rechten of de rechtsvorderingen waarvan geen uitvoe-ring zou zijn geschied, en ze te vervreemden.

Art.76

De rechter-commissaris beveelt, indien daartoe aanlei-ding is, een uitdeling aan de schuldeisers en bepaalt totwelk bedrag. Elke betaling die wordt verricht op bevel ofmet de toestemming van de rechter-commissaris heeft voorde curators kwijting tot gevolg.

Art.77

Indien er schuldeisers zijn van wie de vorderingen bin-nen de voorgeschreven termijn aangegeven en bevestigdzijn, doch die aanleiding hebben gegeven tot geschillen dienog niet definitief zijn beslecht, heeft geen uitdeling plaats

[23 ] - 330 Il - 95 I 96

§ 4. A la demande des curateurs, le tribunal peut dansle cadre de la liquidation de la faillite homologuer le trans-fert d'une entreprise en activité selon des modalités con-ventionnelles dont l'exécution peut être poursuivie par lescurateurs ou après la clôture de la faillite, par tout tiersintéressé.

Art.74

Les curateurs peuvent, dès le moment de la liquidation,poursuivre ou laisser poursuivre sous leurs surveillancesles activités commerciales du failli selon les formes etmodalités visées à l'article 46. Ils peuvent en outre deman-der au tribunal l'autorisation d'accorder un secours ali-mentaire au failli et sa famille, sans préjudice de l'applica-tion de l'article 47.

Art.75

Le juge-commissaire peut en toutes circonstances con-voquer une assemblée des créanciers ou de certains d'entreeux.

Au surplus, trois ans après le jugement déclaratif defaillite, au plus tôt un mois, au plus tard trois mois après ladate anniversaire de ce jugement, une assemblée descréanciers se tient chaque année sous la présidence dujuge-commissaire pour entendre le rapport des curateurssur l'évolution de la liquidation.

Le juge-commissaire ordonne la convocation des créan-ciers inscrits dans la faillite et fixe le lieu, le jour et l'heurede l'assemblée. Cette ordonnance est publiée au Moniteurbelge, à la diligence du greffier, un mois au moins avant ladate de la réunion. Le juge-commissaire peut toutefoisautoriser la convocation des créanciers par lettre circulai-re.

Le failli est dûment appelé à cette assemblée. Il peut yêtre entendu sur l'évolution de la liquidation. -

Les créanciers assemblés peuvent, à la majorité simple,charger les curateurs de traiter à forfait de tout ou partiedes droits ou actions dont l'exécution n'aurait pas eu lieu,et de les aliéner.

Art.76

Le juge-commissaire ordonne, s'il y a lieu, une réparti-tion entre les créanciers et en fixe la quotité. Tout paie-ment effectué sur ordre du juge-commissaire ou avec sonautorisation entraîne décharge pour les curateurs.

Art.77

S'il Y a des créanciers dont les créances déclarées etaffirmées dans le délai prescrit ont donné lieu à des contes-tations non encore définitivement jugées, il n'est procédé àaucune répartition qu'après la mise en réserve de la part

Page 24: K. 49-330/1

- 330 Il - 95 196

dan na reservering van het gedeelte dat overeenstemt methun schuldvorderingen, zoals zij zijn aangegeven en heves-tigd.

Art.78

Wanneer de vereffening van de failliete boedel beëin-digd is, worden de schuldeisers en de gefailleerde bijeenge-roepen door de curators, op bevel van de rechter-commissa-ris gewezen na inzage van de rekeningen van de curators.De vereenvoudigde rekening van de curators, die het totalebedrag van het actief, de kosten en het ereloon van decurators, de boedelschulden en de verdeling tussen deverschillende categorieën van schuldeisers vermeldt,wordt bij deze oproeping gevoegd.

Op die vergadering wordt de rekening besproken enafgesloten. De schuldeisers geven hun advies over de ver-schoonbaarheid van de gefailleerde.

Het saldo van de rekening dient voor de laatste uitde-ling. Indien er een overschot is, komt dit rechtens toe aande gefailleerde.

Art.79

Nadat de rechtbank in voorkomend geval de betwistin-gen betreffende de rekening heeft opgelost en de rekeningdesgevallend heeft verbeterd, beveelt zij, op verslag van derechter-commissaris, de sluiting van het faillissement.

De rechter-commissaris doet aan de rechtbank in raad-kamer mededeling van de beraadslaging van de schuld-eisers over de verschoonbaarheid van de gefailleerde enbrengt verslag uit over de omstandigheden van het faillis-sement. De rechtbank beslist of de gefailleerde al dan nietverschoonbaar is. Tegen die laatste beslissing over de ver-schoonbaarheid kan binnen een maand te rekenen vanafde bekendmaking derdenverzet worden gedaan door degefailleerde en door de individuele schuldeisers.

De rechtbank kan beslissen dat het vonnis waarbij desluiting van het faillissement wordt bevolen, wordt be-kendgemaakt op de wijze bepaald in artike137. Het vonnismoet bekendgemaakt worden wanneer de rechtbank degefailleerde verschoonbaar verklaart.

De sluiting van het faillissement stelt een einde aan deopdracht van de curators, behalve wat de uitvoering van desluiting betreft, en houdt een algemene kwijting in.

Art.80

Verschoonbaar kan niet worden verklaard de gefailleer-de of de gefailleerde vennootschap van wie de bestuurdersveroordeeld werden wegens inbreuk op artikel 489ter vanhet Strafwetboek, wegens diefstal, valsheid, knevelarij,oplichting of misbruik van vertrouwen, noch zij die alsbewaarnemer, voogd, beheerd.~r of andere rekenplichtigete gepasten tijde geen rekening en verantwoording hebbengedaan en niet hebben afgerekend.

Art.81

Wanneer de gefailleerde verschoonbaar is verklaard,kan hij niet meer vervolgd worden door de schuldeisers diehun schuldvordering hebben aangegeven in het faillisse-ment.

[24 ]

correspondant à leurs créances telles qu'elles ont été décla-rées ou affirmées.

Art. 78

Lorsque la liquidation de la faillite est terminée, le failliet les créanciers sont convoqués par les curateurs, surordonnance du juge-commissaire, rendue au vu des comp-tes des curateurs. Le compte simplifié des curateurs repre-nant le montant de l'actif, les frais et honoraires des cura-teurs, les dettes de la masse et la répartition auxdifférentes catégories de créanciers, est joint à cette convo-cation.

Dans cette assemblée, le compte est débattu et arrêté.Les créanciers donnent leur avis sur l'excusabilité dufailli.

Le reliquat du compte fait l'objet de dernière réparti-tion. Lorsque le compte définitif présente un solde positif,celui-ci revient de droit au failli.

Art.79

Sur le rapport du juge-commissaire, le tribunal ordonnela clôture de la faillite, après avoir tranché le cas échéantles contestations relatives au compte et redressé celui-cis'il y a lieu.

Le juge-commissaire présente au tribunal, en chambredu conseil, la délibération des créanciers relative à l'excu-sabilité du failli, et un rapport sur les circonstances de lafaillite. Le tribunal décide si le failli est ou non excusable.La décision sur l'excusabilité est susceptible de tierce-opposition de la part du failli et des créanciers individuelle"ment, dans le mois à compter de la publication.

Le tribunal peut décider que le jugement ordonnant laclôture de la faillite sera publié dans les formes prévues àl'article 37. Cejugement doit être publié lorsque le tribunaldéclare le failli excusable. .

Sauf pour ce qui concerne son exécution, la clôture de lafaillite met fin aux fonctions des curateurs; elle emportedécharge générale.

Art.80

Ne peuvent être déclarés excusables les faillis ou lasociété faillie dont les administrateurs ont été condamnéspour infraction à l'article 489ter du Code pénal, pour vol,faux, concussion, escroquerie ou abus de confiance, ni lesdépositaires, tuteurs, administrateurs ou autres compta-bles, qui n'ont pas rendu et soldé leur compte en tempsutile.

Art.81

Si le failli est déclaré excusable, il ne peut plus êtrepoursuivi par les créanciers qui ont produit leur créance àla faillite.

Page 25: K. 49-330/1

Tot tien jaar na de datum van het vonnis waarbij eenhandelaar verschoonbaar is verklaard kan elke schuld-eiser aan de rechtbank de herroeping van deze verschoon-baarheid vragen opgrond van billijkheid.

Wanneer de gefailleerde niet verschoonbaar is ver-klaard, krijgen de schuldeisers het recht terug om hunvordering tegen zijn goederen individueel in te stellen.

Dit artikel is niet van toepassing ten aanzien van debelastingen.

Art.82

De overeenkomstig artikel 79 uitgesproken beslissingtot. niet-verschoonbaarheid van een gefailleerde vennoot-schap, maakt onmiddellijk een einde aan haar bestaan. Deontbinding heeft geen gevolgen voor de rechtsvorderingenvan de schuldeisers.

De Koning kan de procedure tot het in consignatie gevenvan later opgedoken activa vaststellen, alsmede de bestem-ming van deze activa bij nieuwopgedoken passiva.

HOOFDSTUK VII

Soorten schuldeisersen hun rechten

MdelingI

Medeschuldenaars en borgen

Art.83

De houder van schuldverbintenissen die door de gefail-leerde en insgelijks gefailleerde medeschuldenaars hoofde-lijk aangegaan, geëndosseerd ofgewaarborgd zijn, komt inaanmerking voor de uitdelingen in elke boedel en komtdaarin op voor de nominale waarde van zijn schuldvorde-ring, totdat hij volledig is betaald.

Art.84

Voor de faillissementen van medeschuldenaars bestaatgeen onderling verhaal uit hoofde van betaalde percenten,behalve wanneer de percenten uit die boedels meer bedra-gen dan de schuldvordering in hoofdsom en toebehoren; indat geval komt het meerdere, naar de orde der verbintenis-sen, toe aan die schuldenaars voor wie de andere borgstaan.

Art.85

Wanneer de houder van schuldverbintenissen die doorde gefailleerde met andere medeschuldenaars hoofdelijkzijn aangegaan of waarvoor een borg is gesteld, voor hetfaillissement een voorschot op zijn schuldvordering ont-vangen heeft, wordt deze in de boedel slechts opgenomenonder aftrek van dit voorschot en behoudt hij voor het nogverschuldigde bedrag zijn rechten tegen de medeschulde-naars of de borg.

[25 ] - 330 Il - 95 I 96

Pendant une période de dix ans à dater du jugement parlequel un commerçant est déclaré excusable, tout créancierpeut demander au tribunal la révocation de cette excusabi-lité pour motifs d'équité.

Si le failli n'est pas déclaré excusable, les créanciersrecouvrent le droit d'exercer individuellement leur actionsur ses biens.

Le présent article ne s'applique pas à l'égard des impôts.

Art.82

La décision d'inexcusabilité d'une société faillie pronon-cée conformément à l'article 79 met une fin immédiate àson existence. La dissolution est sans effet sur l'action descréanciers.

Le Roi peut déterminer la procédure de consignation desactifs qui apparaîtraient ultérieurement et le sort de cesactifs en cas d'apparition de nouveaux passifs.

CHAPITRE VII

Des différentes espèces de créancierset de leurs droits

Section Ire

Des coobligés et des cautions

Art.83

Le créancier porteur d'engagements souscrits, endossésou garantis solidairement par le failli et d'autres coobligésqui sont en faillite, participe aux distributions dans toutesles masses, et y figure pour la valeur nominale de son titrejusqu'à entier paiement. .

Art.84

Aucun recours, pour raison des dividendes payés, n'estouvert aux faillites des coobligés les unes contre les autres,si ce n'est lorsque la réunion des dividendes que donne-raient ces faillites excéderait le montant de la créance enprincipal et accessoires, auquel cas cet excédent est dévolu,suivant l'ordre des engagements, à ceux des obligés quiauraient les autres pour garants.

Art.85

Si le créancier porteur d'engagements solidaires entrele failli et d'autres coobligés, ou garantis par une caution, areçu, avant la faillite, un acompte sur sa créance, il n'estcompris dans la masse que sous la déduction de cet acomp-te, et conserve, pour ce qui reste dû, ses droits contre lescoobligés ou la caution.

Page 26: K. 49-330/1

- 330 / 1 - 95 / 96

Art.86

De medeschuldenaar of de borg die gedeeltelijke beta-ling gedaan heeft, komt in het faillissement op voor alleswat hij tot ontlasting van de gefailleerde betaald heeft.

AfdelingIl

Pandhoudende schuldeisers en schuldeisersop roerende goederen bevoorrecht

Art.87

De curators kunnen, met machtiging van de rechter-commissaris, te allen tijde het pand ten bate van de faillie-te boedel inlossen door betaling van de schuld.

Art.88

Ingeval de curators het pand niet inlossen en de schuld-eiser het verkoopt voor een prijs die de schuldvordering teboven gaat, wordt het meerdere door hen geïnd. Bedraagtde prijs minder dan de schuldvordering, dan treedt depandhoudende schuldeiser voor het ontbrekende op alsgewone schuldeiser in de boedel.

Art.89

Voor de werknemers bedoeld in artikel1 van de wet van12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon derwerknemers, worden het loon, zoals bepaald in artikel 2,eerste lid, van die wet, en de in het loon begrepen vergoe-dingen die aan dezelfde personen verschuldigd zijn wegensbeëindiging van hun dienstbetrekking, ongeacht of diebeëindiging voor of na de faillietverklaring plaats heeft,onder de bevoorrechte schuldvorderingen opgenomen metdezelfde rang en ten belope van dezelfde bedragen als hetvoorrecht dat aan dezelfde personen wordt toegekend bijartikel 19, 3°bis, van de wet van 16 december 1851 op devoorrechten en hypotheken.

Art.90

Het voorrecht en het recht van terugvordering bij arti-ke120, 5°,Vande wet van 16 december 1851 toegekend aande verkoper van roerende goederen, alsmede het recht vanontbinding, gelden niet in geval van faillissement.

Niettemin blijft dit voorrecht, gedurende vijf jaren terekenen van de levering, bestaan ten voordele van deverkoper van machines, toestellen, gereedschappen en an-der bedrijfsuitrustingsmaterieel, gebruikt in nijverheids-,handels- of ambachtsondernemingen.

Indien het voertuigen betreft dan blijft het bedoelde. voorrecht gedurende vijf jaar enkel bestaan voor zover deleasihggever de leasingovereenkomst, wanneer zij werdaangegaan, heeft neergelegd ter griffie van de rechtbankvan koophandel van het rechtsgebied waarbinnen de han-delaar zijn woonplaats ofde vennootschap haar zetel heeft.Een ieder kan ter griffie deze neergelegde overeenkomstenraadplegen.

Dit voorrecht heeft evenwel slechts gevolg voor zoverbinnen vijftien dagen na de levering een door de verkoper

[26 ]

Art.86

Le coobligé ou la caution qui a fait le paiement partielest compris dans la masse pour tout ce qu'il a payé à ladécharge du failli.

Section II

Des créanciers nantis de gage et des créanciersprivilégiés sur les biens meubles

Art.87

Les curateurs peuvent, à toute époque, avec l'autorisa-tion du juge-commissaire, retirer les gages, au profit de lafaillite en remboursant la dette.

Art.88

Si le gage n'est pas retiré par les curateurs, et s'il estvendu par le créancier pour un prix qui excède la créance,le surplus est recouvré par lesdits curateurs. Si le prix estmoindre que la créance, le créancier nanti vient à contribu-tion pour le surplus dans la masse comme créancier ordi-naire.

Art.89

Pour les travailleurs visés à l'article L'" de la loi du12 avril 1965 concernant la protection de la rémunérationdes travailleurs, la rémunération, telle qu'elle est définie àl'article 2, alinéa r-, de ladite loi et les indemnités compri-ses dans la rémunération et qui sont dues aux mêmespersonnes pour cause de rupture de leur engagement, sont,sans égard au fait que la rupture ait eu lieu avant ou aprèsla déclaration de faillite, admises au nombre des créancesprivilégiées au même rang et jusqu'à concurrence des mê-mes montants que le privilège établi en faveur des mêmespersonnes par l'article 19, 3°bis, de la loi du 16 décembre1851 sur les privilèges et hypothèques.

Art.90

Le privilège et le droit de revendication établis parl'article 20, 5°, de la loi du 16 décembre 1851 au profit duvendeur d'effets mobiliers ainsi que le droit de résolutionne sont pas admis en cas de faillite.

Néanmoins, ce privilège continue à exister pendant cinqans à partir de la livraison en faveur des fournisseurs demachines, appareils, outillage et autre matériel d'équipe-.ment professionnel, employés dans les entreprises indus-trielles, commerciales ou artisanales.

S'il s'agit de véhicules, ce privilège ne continue à existerpendant cinq ans que si celui qui donne le véhicule enleasing a déposé le contrat de leasing, au moment de saconclusion, au greffe du tribunal de commerce du ressortdans lequel le commerçant a son domicile ou la société sonsiège. Les contrats déposés peuvent être consultés au gref-fe.

Il n'a d'effet que pour autant que dans la quinzaine decette livraison, une copie, certifiée conforme par le ven-

Page 27: K. 49-330/1

eensluidend verklaard afschrift van de al dan niet aan-vaarde factuur ofvan elke andere akte waaruit de verkoopblijkt, neergelegd wordt op de griffie van de rechtbank vankoophandel van het rechtsgebied waarin de schuldenaarzijn woonplaats of; bij gebreke hiervan, zijn verblijfplaatsheeft. De griffier stelt op dat afschrift een akte van neerleg-ging op. De afschriften worden in een boekdeel verzamelden hiervan wordt een dagelijks bij te houden index opsteekkaarten aangelegd, volgens de namen van de kopers.De griffier is gehouden aan allen die erom verzoeken envooraf de identiteit van de koper opgeven, inzage te verle-nen van het afschrift.

Dit voorrecht kan zelfs worden uitgeoefend wanneer demachines, toestellen, gereedschappen en ander bedrijfsuit-rustingsmaterieel onroerend zijn geworden door bestem-ming ofincorporatie.

De levering wordt bewezen door de boeken van de verko-per, behoudens tegenbewijs.

Ingeval de schuldenaar failliet verklaard wordt voordatde bedoelde vijf jaren zijn verstreken, blijft het voorrechtbestaan tot na de vereffening vanhet faillissement.

Art.91

De curators leggen aan de rechter-commissariseen lijstvoor van de schuldeisers die een voorrecht beweren tehebben op de roerende goederen, en, indien daartoe grondbestaat, verleent de rechter-commissaris machtiging omdie schuldeisers te betalen uit de eerst inkomende gelden.

Indien het voorrecht betwist wordt, beslist de recht-bank.

MdelinglII

Rechten van hypothecaire schuldeisers en van oponroerende goederen bevoorrechte schuldeisers

Art.92

Wanneer de prijs van de onroerende goederen vroegerdan of tegelijk met die van de roerende goederen verdeeldwordt, treden de bevoorrechte of de hypothecaire schuld-eisers die niet geheeLvoldaan zijn uit de prijs van deonroerende goederen, naar evenredigheid van hetgeen hunnog verschuldigd is, samen met de gewone schuldeisers opten aanzien van de gelden die aan de chirografaire boedeltoekomen, mits hun schuldvorderingen bevestigd en geve-rifieerd zijn met inachtneming van de hierboven voorge-schreven vormen.

Art.93

Wanneer tot een of meer uitdelingen van gelden wordtovergegaan voordat de prijs van de onroerende goederenverdeeld is, nemen de op de onroerende goederen bevoor-rechte en de hypothecaire schuldeisers daaraan deel naarevenredigheid van het volle bedrag van hun schuldvorde-ringen, onverminderd de afscheiding die hierna wordt om-schreven.

[27 ] - 330 / 1- 95 / 96

deur, de la facture, même non acceptée, ou de tout autreacte constatant la vente, soit déposée au greffe du tribunalde commerce du ressort dans lequel le débiteur a sondomicile ou, à défaut de celui-ci, sa résidence. Le greffierdresse sur la copieacte de dépôt. Les copies sont réunies enun volume et il en est dressé, au jour le jour, une table surfiches, par noms d'acheteurs. Sur indication préalable del'identité de l'acheteur, le greffier est tenu de donner com-munication dé cette copie à toutes personnes qui en fe-raient la demande.

Ce privilège peut être exercé, même dans le cas où lesmachines, appareils, outillage et autre matériel d' équipe-ment seraient devenus immeubles par destination ou parincorporation.

La livraison est établie, saufla preuve contraire, par leslivres du vendeur.

En cas de faillite du débiteur, déclarée avant l'expira-tion des cinq années de la durée du privilège, celui-cicontinue à subsister jusqu'après la liquidation de laditefaillite.

Art.91

Les curateurs présentent au juge-commissaire l'état descréanciers se prétendant privilégiés sur les biens meubles,et le juge-commissaire autorise s'il y a lieu, le paiement deces créanciers sur les premiers deniers rentrés.

Si le privilège est contesté, le tribunal statue.

Section III

Des droits des créanciers hypothécaireset privilégiés sur les immeubles

Art.92

Lorsque la distribution du prix des immeubles est faiteantérieurement à celle du prix des biens meubles, ou si-multanément, les créanciers privilégiés ou hypothécairesnon remplis sur le prix des immeubles concourent à propor-tion de ce qui leur reste dû avec les créanciers chirogra-phaires, sur les deniers dévolus à la masse chirographaire,pourvu toutefois que leurs créances aient été affirmées etvérifiées suivant les formes ci-dessus établies.

Art.93

Si, avant la distribution du prix des immeubles, onprocède à une ou plusieurs répartitions de deniers, lescréanciers privilégiés sur les immeubles et les créanciershypothécaires concourent à ces répartitions dans la propor-tion du montant total de leur créance, la distraction ainsiqu'il est dit ci-après.

Page 28: K. 49-330/1

- 330 / 1 - 95 / 96

Art.94

Na de verkoop van de onroerende goederen en de slui-ting van de rangregeling onder de hypothecaire en debevoorrechte schuldeisers, zullen degenen onder hen dieten aanzien van de prijs der onroerende goederen batiggerangschikt zijn voor het volle bedrag van hun schuldvor-dering, het bedrag dat hun als hypothecaire schuldeiserstoegewezen is, slechts ontvangen onder aftrek van hetgeenzij uit de chirografaire boedel hebben verkregen.

De aldus afgetrokken bedragen blijven niet in de hypo-thecaire boedel, maar worden daarvan afgescheiden enkeren terug naar de chirographaire boedel.

Art.95

Ten aanzien van de hypothecaire schuldeisers dieslechts voor een gedeelte batig gerangschikt zijn bij deverdeling van de prijs der onroerende goederen, wordtgehandeld zoals hierna is bepaald. Hun rechten in dechirografaire boedel worden definitief vastgesteld met in-achtneming van het bedrag dat hun nog verschuldigd is nadie rangschikking met betrekking tot de onroerende goede-ren, en wat zij bij de vroegere uitdeling meer ontvangenhebben, wordt afgetrokken van het bedrag dat hun alshypothecaire schuldeisers toegewezen is, en in de chiro-grafaire boedel teruggestort.

Art.96

De hypothecaire schuldeisers die niet batig gerang-schikt zijn, worden als gewone schuldeisers beschouwd enals zodanig behandeld met betrekking tot de gevolgen vanalle verrichtingen in verband met de chirografaire boedel.

AfdelinglV

Gevolgen van het faillissement van de eneechtgenoot ten opzichte van de andere

Art.97

De curators kunnen de roerende en onroerende goede-ren uit het eigen vermogen van een gefailleerde echtgenootzowel als uit hun gemeenschappelijk vermogen verkopenzonder de voorafgaande toestemming van de andere echt-genoot of de rechterlijke machtiging, voorgeschreven bij deartikelen 215, § 1, 1418 en 1420 van het Burgerlijk Wet-boek.

Art.98

Indien het huwelijksvermogensstelsel van de echtgeno-ten wordt ontbonden na de faillietverklaring en voor debeëindiging van het faillissement, kunnen noch de echtge-noot van de gefailleerde, noch de curators aanspraak ma-ken op de voordelen die in het huwelijkscontract zijn be-paald.

[28 ]

Art.94

Après la vente des immeubles et le règlement de l'ordreentre les créanciers hypothécaires et privilégiés, ceux d'en-tre eux qui viennent en ordre utile sur le prix des immeu-bles, pour la totalité de leur créance, ne touchent le mon-tant de leur collocation hypothécaire que sous la déductiondes sommes par eux reçues dans la masse chirographaire.

Les sommes ainsi déduites ne restent point dans lamasse hypothécaire, mais retournent à la masse chirogra-phaire au profit de laquelle il en est fait distraction.

Art.95

A l'égard des créanciers hypothécaires qui ne sont collo-qués que partiellement dans la distribution du prix desimmeubles, il est procédé comme suit. Leurs droits sur lamasse chirographaire sont définitivement réglés d'aprèsles sommes dont ils restent créanciers après cette colloca-tion immobilière, et les deniers qu'ils ont touchés au-delàde cette proportion, dans la distribution antérieure, leursont retenus sur le montant de leur collocation hypothécai-re, et réservés dans la masse chirographaire.

Art.96

Les créanciers hypothécaires qui ne viennent pas enordre utile sont considérés comme chirographaires et sou-mis comme tels aux effets de toutes les opérations de lamasse chirographaire.

Section IV

Des effets de la faillite d'un des épouxà l'égard de son conjoint

Art.97

Le consentement préalable du conjoint d'un époux failliou l'autorisation de justice prévus par les articles 215, § 1er,

1418 et 1420 du Code civil, ne doivent pas être obtenus parles curateurs pour la vente des biens meubles et immeublesdépendant tant du patrimoine propre de l'époux failli quedu patrimoine commun.

Art.98

Si, après déclaration de faillite et avant clôture de celle-ci, intervient la dissolution du régime matrimonial desépoux, ni le conjoint du failli, ni les curateurs ne peuvent seprévaloir des avantages déterminés dans le contrat demariage.

Page 29: K. 49-330/1

Art.99

De gemeenschappelijke schulden die de gefailleerde bijde uitoefening van zijn beroep heeft gemaakt en die nietvoldaan zijn door de vereffening van het faillissement,kunnen niet worden verhaald op het eigen vermogen vande echtgenoot van de gefailleerde.

HOOFDSTUK VIII

Uitdeling aan schuldeisers

Art.100

Het bedrag van het actief van de gefailleerde wordtonder de schuldeisers verdeeld naar evenredigheid vanhun vorderingen en na aftrek van de kosten en uitgavenvoor het beheer van de failliete boedel, van de uitkeringentot levensonderhoud aan de gefailleerde en zijn gezin envanhetgeen aan de bevoorrechte schuldeisers betaald is;

HOOFDSTUK IX

Verkoop van de onroerende goederenvan de gefailleerde

Art.101

Indien er geen vervolgingen tot uitwinning van de on-roerende goederen zijn begonnen voor de uitspraak van hetfaillietverklarend vonnis, kunnen alleen de curators tot deverkoop overgaan. De rechter-commissaris beveelt de ver-koop op verzoek van de curators of van een hypothecaireschuldeiser. De vormen voorgeschreven in de artike-len 1190 en volgende van het Gerechtelijk Wetboek wor-den in acht genomen.

Indien onroerende goederen toebehoren aan de van goe-deren gescheiden gefailleerde en zijn echtgenote of echtge-noot, kan de rechtbank van de verkoop van deze onverdeel-de goederen bevelen, met inachtneming van de rechten vande andere van de beide echtgenoten, en nadat deze behoor-lijk werd opgeroepen. De verkoping kan in dat geval door-gaan op verzoek van de curators alleen.

Indien het onroerend beslag ten kantore van de hypo-theekbewaarder is overgeschreven, dan kunnen de cura-tors dat te allen tijde stuiten door, met machtiging van derechtbank vankoophandel, na oproeping van de gefailleer-de, de inbeslaggenomen onroerende goederen, met inacht-neming van dezelfde vormen, tedoen verkopen. In datgeval doen zij tenminste acht dagen vooraf, plaats, dag enuur van de verkopingbetekenen aan de vervolgende-schuldeiser en aan de gefailleerde. Zodanige betekeningwordt binnen dezelfde termijn aan alle ingeschrevenschuldeisers gedaan aan de woonplaats die zij in het in-schrijvingsborderel hebben gekozen.

Indien de bezwaarde goederen niet verkocht zijn binnenhet jaar van de faillietverklaring, kunnen de ingeschrevenhypothecaire schuldeisers ze doen verkopen overeenkom-stig de artikelen 1560 tot 1626 van het Gerechtelijk Wet-boek. Deze termijn van een jaar kan echter verlengd wor-den door de rechtbank op verzoek van de curators of vanelke belanghebbende, met akkoord van de eerst ingeschre-ven hypothecaire schuldeiser.

[29 ] - 330 / 1-95 / 96

Art.99

Le paiement des dettes communes contractées par Jefailli dans l'exercice de sa profession et qui ne sont pointréglées par la liquidation de la faillite, ne peut être pour-suivi sur le patrimoine propre du conjoint du failli.

CHAPITRE VIII

Répartitions aux créanciers

Art.100

Le montant de l'actif du failli, déduction faite des frais etdépenses de l'administration de la faillite, des secours quiauraient été accordés au failli et à sa famille.et des sommespayées aux créanciers privilégiés, est réparti entre tous les-créanciers, au marc le franc de leurs créances.

CHAPITRE IX

De la ventedes immeubles

Art.101

S'il n'y a pas de poursuites en expropriation des immeu-bles, commencées avant le prononcé du jugement déclara-tif de faillite, les curateurs seuls sont admis à réaliser lavente. Le juge-commissaire ordonne la vente à la requêtedes curateurs ou d'un créancier hypothécaire. Les formesprescrites par les articles 1190 et suivants du Code judi-ciaire sont suivies.

Si des immeubles appartiennent au failli séparé desbiens et à son conjoint, le tribunal de commerce peutordonner la vente de ces biens indivis, dans le respect desdroits de l'autre époux, dûment appelé. La vente peut dansce cas se faire à la requête des curateurs seuls.

Si la transcription hypothécaire de la saisie immobilièrea eu lieu, les curateurs peuvent toujours en arrêter leseffets, en procédant dans les mêmes formes, avec l'autori-sation du tribunal de commerce, le failli appelé, à la ventedes immeubles saisis. Ils font dans ce cas notifier au créan-cier poursuivant et au failli, huit jours au moins avant lavente, les lieu, jour et heure auxquels il y sera procédé.Semblable signification est faite dans le même délai à tousles créanciers inscrits en leur domicile élu dans le borde-reau d'inscription.

Si les immeubles grevés ne sont pas vendus dans l'annéede la déclaration de faillite, les créanciers hypothécairesinscrits peuvent faire vendre le bien hypothéqué, confor-mément aux dispositions des articles 1560 à 1626 du Codejudiciaire. Le délai d'un an peut néanmoins être prorogépar le tribunal à la demande des curateurs ou de toutintéressé, avec l'accord du créancier premier inscrit.

Page 30: K. 49-330/1

- 330 / 1-9S / 96

HOOFDSTUKX

Terugvorderingen

Art.102

In geval van faillissement kan de eigenaar van nog nietbetaald handels- en ander papier dat zich in natura in deportefeuille van de gefailleerde bevindt op de dag van hetvonnis van faillietverklaring, dat papier terugvorderenwanneer hij het afgegeven heeft alleen met last om het teinnen en het bedrag ervan te zijner beschikking te houden,of het speciaal bestemd heeft voor bepaalde betalingen.

Art.103

De koopwaren aan de gefailleerde in bewaring gegevenof in consignatie gegeven om te worden verkocht voorrekening van de afzender, kunnen eveneens worden terug-gevorderd, zolangzij geheel of gedeeltelijk in natura aan-wezig zijn.

Zelfs de prijs van die koopwaren kan worden terugge-vorderd in zover hij niet is betaald, noch in waardepapiervoldaan, noch in rekening-courant tussen de gefailleerdeen de koper verrekend.

Art.104

De aan de gefailleerde gezonden koopwaren kunnen ookworden teruggevorderd, zolang de overgave niet is ge-schied in zijn magazijnen of in die van de commissionairdie gelast is ze te verkopen voor rekening van de gefailleer-de.

De terugvordering is nochtans niet ontvankelijk wan-neer de koopwaren, voor hun aankomst, zonder bedrogverkocht zijn op cognossementen of op door de afzendergetekende facturen en vrachtbrieven.

De terugvordering geschiedt met inachtneming van derechten van de pandhoudende schuldeiser die in het bezitvan de koopwaren is gesteld door een cognossement of eenvrachtbrief.

Art.105

Hij die een zaak terugvordert, is verplicht aan de boedelde door hem in mindering ontvangen bedragen, alsmedealle voorschotten gedaan voor vracht of vervoer, commis-sie, verzekering of andere kosten terug te geven, en dewegens dezelfde oorzaken verschuldigde bedragen te beta-len,

Art. 106

Verkochte koopwaren die nog niet zijn geleverd aan degefailleerde of nog niet zijn verzonden aan de gefailleerdeof voor diens rekening aan een derde, kunnen door deverkoper worden teruggehouden.

[ 30]

CHAPITRE X

De la revendication

Art.102

Peuvent être revendiquées en cas de faillite, les remisesen effets de commerce-ou autres titres non encore payés, etqui se trouvent en nature dans le portefeuille du failli à ladate du jugement déclaratif de la faillite, lorsque ces remi-ses ont été faites par le propriétaire avec simple mandatd'en faire le recouvrement et d'en garder la valeur à sadisposition, ou lorsqu'elles ont été de sa part spécialementaffectées à des paiements déterminés.

Art. 103

Peuvent être également revendiquées, aussi longtempsqu'elles existent en nature, en tout ou en partie, les mar-chandises consignées au failli à titre de dépôt ou pour êtrevendues pour le compte de l'envoyeur.

Peut même être revendiqué le prix ou la partie du prixdesdites marchandises, qui n'a été ni payé ni réglé envaleur, ni compensé en compte courant entre le failli etl'acheteur.

Art.104

Peuvent aussi être revendiquées les marchandises expé-diées au failli, tant que la tradition n'en a point été effec-tuée dans ses magasins, ou dans ceux du commissionnairechargé de les vendre pour le compte du failli.

Néanmoins, la revendication n'est pas recevable si,avant leur arrivée, les marchandises ont été vendues sansfraude, sur connaissements, ou sur factures et lettres devoituresignées par l'expéditeur.

Le revendiquant doit respecter les droits du créanciergagiste saisi par un connaissement ou une lettre de voitu-re.

Art.105

Le revendiquant est tenu de rembourser à la masse lesacomptes par lui reçus, ainsi que toutes avances faites pourfret ou voiture, commission, assurance ou autres frais, etde payer les sommes qui seraient dues pour mêmes causes.

Art.106

Peuvent être retenues par le vendeur les marchandisespar lui vendues qui ne sont pas délivrées au failli, ou quin'ont pas encore été expédiées, soit à lui, soit à un tierspour son compte.

Page 31: K. 49-330/1

Art.107

In het geval van de artikelen 104 en 106 kunnen decurators, met machtiging van de rechter-commissaris, le-vering van de koopwaren eisen tegen betaling van de prijsdie tussen verkoper en gefailleerde bedongen is.

Art.108

De curators kunnen met goedkeuring van de rechter-commissaris de verzoeken tot terugvordering van koopwa-ren, handels- en andere papieren of andere goederen inwil-ligen; indien er een geschilontstaat, doet de rechtbankuitspraak op verslag van de rechter-commissaris.

TITEL III

Rehabilitatie

Art.109

De niet verschoonbaar verklaarde gefailleerde die alledoor hem verschuldigde bedragen, hoofdsom, interest enkosten, geheel heeft voldaan, kan rehabilitatie verkrijgen.

Indien hij vennoot is van een vennootschap onder firma,kan hij geen rehabilitatie verkrijgen dan na te hebbenbewezen dat alle schulden van de vennootschap, hoofdsom,interesten en kosten, geheel zijn voldaan.

De gefailleerde kan na zijn overlijden worden gerehabi-liteerd.

Art. lIa

De verschoonbaar verklaarde gefailleerde wordt geachtgerehabiliteerd te zijn.

Art. III

Elk verzoek tot rehabilitatie wordt gericht aan het hofvan beroep van het rechtsgebied waarbinnen de gefailleer-de zijn woonplaats heeft. De verzoeker voegt bij zijn ver-zoekschrift de kwijtingen en andere bewijsstukken.

Nadat het verzoekschrift aan de procureur-generaal bijhet hofvan beroep is meegedeeld, zendt deze daarvan doorhem voor eensluidendverklaarde expedities aan de procu-reur des Konings en aan de voorzitter van de rechtbankvan koophandel van dewoonplaats van de verzoeker, en,indien deze sedert het faillissement van woonplaats veran-derd is, aan de procureur des Konings en aan de voorzittervan de rechtbank van koophandel van het rechtsgebiedwaarbinnen het faillissement zich heeft voorgedaan, en hijgelast henalle mogelijke inlichtingen in te winnen omtrentde echtheid van de uiteengezette feiten.

Te dien einde draagt de procureur des Konings er zorgvoor dat een afschrift van bedoeld verzoek bij uittreksel inhet Belgisch Staatsblad wordt opgenomen.

Art.112

Elke schuldeiser wiens schuldvordering, hoofdsom, in-teresten en kosten, niet geheel is voldaan, en elke andere

[ 31 ] - 3~O Il - 95 196

Art. 107

Dans le cas prévu par les articles 104 et 106, et sousl'autorisation du juge-commissaire, les curateurs ont lafaculté d'exiger la livraison des marchandises, en payant leprix convenu entre le vendeur et le failli.

Art. 108

Les curateurs peuvent, avec l'approbation du juge-com-missaire, admettre les demandes en revendication de mar-chandises, effets de commerce et autres biens et, s'il y acontestation, le tribunal statue sur le rapport du juge-commissaire.

TITRE III

De la réhabilitation

Art. 109

Le failli déclaré non excusable qui a intégralement ac-quitté en principal, intérêts et frais, toutes les sommes parlui dues, peut obtenir sa réhabilitation.

S'il est l'associé d'une société en nom collectif, il ne peutl'obtenir, qu'après avoir justifié que toutes les dettes de lasociété ont été intégralement acquittées en principal, inté-rêts et frais.

Le failli peut être réhabilité après sa mort.

Art. no

Le failli déclaré excusable est réputé réhabilité.

Art. III

Toute demande en réhabilitation est adressée à la courd'appel dans le ressort de laquelle le failli est domicilié. Ledemandeur joint à sa requête les quittances et autrespièces justificatives.

Le procureur général près la cour d'appel, sur la commu-nication qui lui a été faite de la requête, en adresse desexpéditions certifiées de lui au procureur du Roi et auprésident du tribunal de commerce du domicile du deman-deur, et s'il a changé de domicile depuis la faillite, auprocureur du Roi et au président du tribunal de commercedu ressort où elle a eu lieu, en les chargeant de recueillirtous les renseignements qui sont à leur portée sur la véritédes faits qui ont été exposés.

A cet effet, à la diligence du procureur du Roi, copie deladite requête est insérée par extrait, au Moniteur belge.

Art.112

Tout créancier qui n'a pas été payé intégralement de sacréance en principal, intérêts et frais, et toute autre partie

Page 32: K. 49-330/1

- 330 Il - 95 196

belanghebbende kan binnen de maand van de publikatie inhet Belgisch Staatsblad, tegen de rehabilitatie bij eenvou-dige akte ter griffie verzet doen onder overlegging vanbewijsstukken. De schuldeiser die verzet doet, kan nooitals partij optreden in de procedure tot rehabilitatie.

Art.113

Na verloop van de termijn bepaald in artikel112 zendende procureur des Konings en de voorzitter van de recht-bank van koophandel, ieder afzonderlijk, de door hen inge-wonnen inlichtingen en de ingediende akten van verzetaan de procureur-generaal bij het hof van beroep; zij voe-gen er hun advies over het verzoek aan toe.

De procureur-generaal bij het hof van beroep vordertdat op dit alles een arrest wordt gewezen waarbij hetrehabilitatieverzoek wordt toegestaan ofgeweigerd. Wordthet verzoek geweigerd, dan kan het niet opnieuw wordeningediend dan na verloop van eenjaar.

Art.114

Het arrest waarbij de rehabilitatie wordt toegestaan,wordt toegezonden aan de procureur des Konings en aan devoorzitter van de rechtbanken aan wie hetverzoek gezon-den is. Deze rechtbanken bevelen dat het arrest in hunregisters zal worden overgeschreven.

TITELIV

Diverse bepalingen

HOOFDSTUKI

Wijzigingen in het Gerechtelijk Wetboek

Art.115

In artikel 631 van het Gerechtelijk Wetboek worden heteerste en het tweede lid vervangen als volgt :

«De faillietverklaring geschiedt door de r.echtbank be-voegd krachtens artikel 4, tweede lid, van de faillisse-mentswet van ...

Geschiedt de faillietverklaring in België, dan behorende desbetreffende geschillen uitsluitend tot de bevoegdheid.van de rechtbank bedoeld in het eerste lid. »

Art. 116

In artikel 1193 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij dewet van 18 februari 1981, wordt het derde lid vervangenals volgt:

« In alle gevallen kunnen de verzoekers, om reden vanbijzondere omstandigheden en met instemming van devrederechter, hetzij in de verkoopsvoorwaarden vermel-den, hetzij ter zitting beslissen dat de formaliteit van hethoger bod niet zal worden toegepast. »

[ 32 ]

intéressée, peuvent, dans le mois de la publication auMoniteur belge, former opposition à la réhabilitation parsimple acte au greffe, appuyé de pièces justificatives. Lecréancier opposant ne peut jamais être partie dans laprocédure relative à la réhabilitation.

Art.113

Après l'expiration du délai prévu à l'article 112, le pro-cureur du Roi et le président du tribunal de commercetransmettent, chacun séparément, au procureur généralprès la cour d'appel, les renseignements qu'ils ont recueilliset les oppositions qui ont pu être formées; ils y joignent leuravis sur la demande.

Le procureur général près la cour d'appel fait rendre,sur le tout, arrêt portant admission ou rejet de la demandeen réhabilitation. Si la demande est rejetée, elle ne peutêtre reproduite qu'après une année d'intervalle.

Art.114

L'arrêt portant réhabilitation est adressé tant au procu-reur du Roi qu'au président des tribunaux auxquels lademande a été adressée. Ces tribunaux en font faire latranscription sur leurs registres.

TITRE IV

Dispositions diverses

CHAPITRE 1er

Modifications au Code judiciaire

Art. 115

Dans l'article 631 du Code judiciaire, les alinéas 1er et 2sont remplacés par les alinéas suivants :

«La faillite est déclarée par le tribunal compétent envertu de l'article 4, alinéa 2, de la loi du ... sur les faillites.

Lorsque la faillite est déclarée en Belgique, les contesta-tions qui y ont trait sont de la compétence exclusive dutribunal visé à l'alinéa 1er• »

Art.116

Dans l'article 1193 du même Code, modifié par la loi du18 février 1981, l'alinéa 3 est remplacé par l'alinéa sui-vant:

«Dans tous les cas le requérant peut, en raison decirconstances particulières et avec l'accord du juge de paix,soit prévoir dans le cahier des charges et conditions de lavente, soit décider séance tenante que la formalité de su-renchère n'est pas d'application. »

Page 33: K. 49-330/1

Art.117

Artikel 1193ter van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij dewet van 18 februari 1981 en gewijzigd bij de wet van10 maart 1983, wordt vervangen als volgt :

«Art. 1193ter. - In het geval van artikel Ll.êû kunnende curators aan de rechtbank van koophandel de machti-ging vragen om uit de hand te verkopen. De curatorsleggen aan de rechtbank het door een notaris, aangewezendoor de rechter-commissaris, opgemaakt ontwerp van ver-koopakte voor, onder opgave van de redenen waarom deverkoop uit de hand geboden is.

Hierbij voegen zij een schattingsverslag, opgemaaktdoor de door hen .aangewezen deskundige en een getuig-schrift van de hypotheekbewaarder, na de faillietverkla-ring opgesteld, met vermelding van de bestaande inschrij-vingen en alle overschrijvingen van een bevel of een beslagbetreffende de te verkopen onroerende goederen. Alle per-sonen die hetzij een inschrijving, hetzij een kantmeldinghebben op het betrokken onroerend goed en de gefailleerdemoeten worden gehoord ofbij gerechtsbriefbehoorlijk wor-den opgeroepen. Zijkunnen van de rechtbank vorderen datde machtiging om uit de hand te verkopen afhankelijkwordt gesteld van bepaalde voorwaarden zoals eenmini-mumverkoopprijs.

De machtiging wordt verleend indien het belang van degefailleerde boedel zulks vereist en op advies van de rech-ter-commissaris. De beschikking bepaalt uitdrukkelijkwaarom de verkoop uit de hand het belang van de faillieteboedel dient.Deze vorm van verkoop kan van een mini-mumverkoopprijs afhankelijk worden gesteld.

De verkoping moet overeenkomstig de door de recht-bank aangenomen ontwerpakte geschieden, door de amb-telijke tussenkomst van de notaris die deze heeft opge-steld. Hij verdeelt de prijs overeenkomstig deartikelen 1639 en volgende. Hoger beroep tegen de be-schikking van de rechtbank kan ingesteld worden door deverzoeker of door de tussenkomende schuldeisers op dewijze, zoals bepaald in artikel1031. »

Art.118

In artikel 1621, van hetzelfde Wetboek wordt het eer-ste lid vervangen als volgt :

«Wanneer er voor de overschrijving van het beslag eenvonnis bestaat, dat de verkoop van de in beslag genomenonroerende goederen beveelt, hetzij krachtens de artike-len 1186 tot 1191of 1211,hetzij in enig ander geval waarinde verkoop van de onroerende goederen bij opbod ge-schiedt, krachtens rechterlijke beslissingen, kan de besla-gene, na de overschrijving, de beslaglegger voor de rechtervan de plaats waar de goederen gelegen zijn, oproepen omde vervolging van het uitvoerend beslag op onroerend goedgedurende een door deze rechter te bepalen termijn teschorsen, terwijl alles in dezelfde staat blijft. De termijnmag ten hoogste twee maanden bedragen. »

[ 33 ] - 330 / 1-95 / 96

Art.117

L'article 1193ter du même Code, y inséré par la loi du18 février 1981 et modifié par la loi du 10 mars 1983, estremplacé par la disposition suivante:

«Art. 1193ter. - Dans le cas prévu à l'article 1190, lescurateurs peuvent demander au tribunal de commercel'autorisation de vendre de gré à gré. Les curateurs sou-mettent au tribunal un projet d'acte de vente établi par unnotaire, désigné par le juge-commissaire, et lui exposentles motifs pour lesquels la vente de gré à gré s'impose.

Ils y joignent un rapport d'expertise établi par l'expertqu'ils ont désigné et un certificat du conservateur deshypothèques, postérieur à la déclaration de faillite relatantles inscriptions existantes et toute transcription de cam"mandement ou de saisie portant sur les immeubles quidoivent être vendus. Toutes les personnes possédant uneinscription ou une mention marginale sur l'immeuble con-cerné de même que le failli doivent être entendus ou dû-ment appelés par pli judiciaire. Ils peuvent demander autribunal que l'autorisation de vendre de gré à gré soitsubordonnée à certaines conditions, telles que la fixationd'Un prix de vente minimum.

L'autorisation est accordée si l'intérêt de la masse failliel'exige et de l'avis du juge-commissaire. L'ordonnance doitindiquer expressément la raison pour laquelle la vente degré à gré sert l'intérêt de la masse faillie. Le recours à cetteforme de vente peut être subordonné à la fixation d'un prixminimum.

La vente doit avoir lieu conformément au projet d'acteadmis par le tribunal et par le ministère du notaire, qui l'arédigé. Celui-ci répartit le prix conformément aux arti-

. cles 1639 et suivants. Le demandeur ou les créanciers in-tervenants peuvent appeler de l'ordonnance du tribunalconformément à l'article 1031. »

Art.118

Dans l'article 1621 du même Code, l'alinéa pr est rem-placé par l'alinéa suivant:

«Lorsqu'il existe, antérieurement à la transcription dela saisie, un jugement ordonnant la vente des immeublessaisis, soit en vertu des articles 1186 à 1191 ou 1211, soitdans tout autre cas où la vente des immeubles a lieu auxenchères, en vertu de décisions judiciaires, le saisis peutaprès cette transcription, appeler le saisissant devant lejuge de la situation des biens, pour faire surseoir auxpoursuites de saisie-exécution immobilière, pendant unterme qui est fixé par-cejuge, toutes choses restant en état.Ce terme ne peut excéder deux mois. »

Page 34: K. 49-330/1

- 330 / 1-9S / 96

HOOFDSTUK II

Wijzigingen in de strafwetten

Art.119

Het opschrift van afdeling I van boek II, titel IX, hoofd-stuk II, van het Strafwetboek, gewijzigd bij de wet van10 oktober 1967, wordt vervangen door het volgende op-schrift:

« MdelingI

Misdrijven die verband houdenmet de staat van faillissement »

Art.120

Artikel 489 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen alsvolgt :

«Art. 489. - Met gevangenisstraf van één maand totéén jaar en een geldboete van 100 frank tot 100 000 frankof met één van die straffen alleen worden gestraft dekooplieden die zich in staat van faillissement bevinden inde zin van artike12 van de faillissementswet van ... , of debestuurders, in rechte of in feite, van handelsvennoot-schappen die zich in staat van faillissement bevinden, die:

1° zonder voldoende tegenprestatie, ten behoeve vanderden met inachtneming van de financiële toestand vande onderneming te aanzienlijke verbintenissen hebbenaangegaan;

2° zonder wettig verhinderd te zijn, verzuimd hebbende verplichtingen gesteld bij artikel 52 van de faillisse-mentswet van ... na te leven. »

Art. 121

In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 489bis inge-voegd, luidende:

«Art. 489bis. - Met gevangenisstraf van één maandtot twee jaar en met geldboete van 100 frank tot500 000 frank of met één van die straffen alleen wordengestraft de personen bedoeld in artikel 489 die:

1° met het oogmerk om de faillietverklaring uit te stel-len, aankopen hebben gedaan tot wederverkoop benedende koers oftoegestemd hebben in leningen, effectencircula-.ties en andere al te kostelijke middelen om zich geld teverschaffen;

2° verdichte uitgaven of verliezen hebben opgegeven ofgeen verantwoording hebben verschaft van het bestaan ofvan de aanwending van de activa of een deel ervan, zoalszij uit de boekhoudkundige stukken blijken op de datumvan staking van betaling, en van alle goederen van welkeaard ook, die zij naderhand zouden verkregen hebben;

3° met het oogmerk om de faillietverklaring uit te stel-len, een schuldeiser ten nadele van de boedel betaald ofbevoordeeld hebben;

4° met hetzelfde oogmerk, verzuimd hebben binnen debij artikel 7 van de faillissementswet van ... gestelde ter-mijn aangifte te doen van het faillissement; wetens ver-zuimd hebben naar aanleiding van de aangifte van hetfaillissement de inlichtingen vereist bij artikel 8 van de-zelfde wet te verstrekken; wetens naar aanleiding van de

[34 ]

CHAPITRE II

Modifications aux lois pénales

Art.119

L'intitulé de la section première du chapitre II dutitre IX du livre II du Code pénal, modifié par la loi du10 octobre 1967, est remplacé par l'intitulé suivant:

« Section Ire

Des infractions liéesà l'état de faillite»

Art.120

L'article 489 dumême Code est remplacé par la disposi-tion suivante:

«Art. 489. - Sont punis d'un emprisonnement d'unmois à un an et d'une amende de 100 francs à100 000 francs ou d'une de ces peines seulement, les com-merçants en état de faillite au sens de l'article 2 de la loi du... sur les faillites ou les dirigeants, de droit ou de fait, dessociétés commerciales en état de faillite, qui auront:

P contracté, au profit de tiers, sans contrepartie suffi-sante, des engagements trop considérables eu égard à lasituation financière de l'entreprise;

2° sans empêchement légitime, omis d'exécuter les obli-gations prescrites par l'article 52 de la loi du ... sur lesfaillites. »

Art.121

Un article 489bis, rédigé comme suit, est inséré dans lemême Code:

«Art. 489bis . .:..-Sont punies d'un emprisonnementd'un mois à deux ans et d'une amende de 100 francs à500 000 francs ou d'une de ces peines seulement, les per-sonnes visées à l'article 489, qui auront:

1° dans l'intention de retarder la déclaration de faillite,fait des achats pour revendre au-dessous du cours ou qui seseront livrées à des emprunts, circulations d'effets etautres moyens ruineux de se procurer des fonds;

2° supposé des dépenses ou des pertes ou n'ont pu justi-fier de l'existence ou de l'emploi de tout ou partie de l'actiftel qu'il apparaît des documents et livres comptables à ladate de cessation de paiement et de tous biens de quelquenature que ce soit obtenus postérieurement;

3° dans l'intention de retarder la déclaration de faillite,payé ou favorisé un créancier au préjudice de la masse;

4° dans la même intention, omis de faire l'aveu de lafaillite dans le délai prescrit par l'article 7 de la loidu ... sur les faillites; sciemment omis de fournir, à l'occa-sion de l'aveu de la faillite, les renseignements exigés parl'article 8 de la même loi; sciemment fourni des renseigne-ments inexacts à l'occasion de l'aveu de la faillite ou ulté-

Page 35: K. 49-330/1

aangifte van het faillissement ofnaderhand, op de aanvra-gen van de rechter-commissaris ofvan de curators, onjuis-te inlichtingen hebben verstrekt. »

Art.122

In hetzelfde Wetboek wordteen artikel 489ter inge-voegd, luidende:

«Art. 489ter. - Met gevangenisstraf van één maandtot vijf jaar en een geldboete van 100 frank tot500 000 frank worden gestraft de in artikel 489 bedoeldepersonen die met bedrieglijk opzet ofmet het oogmerk omte schaden:

1° een gedeelte van de activa hebben verduisterd ofverborgen;

2° de boeken of bescheiden bedoeld in hoofdstuk I vande wet van 17juli 1975 op de boekhouding en de jaarreke-ning van de ondernemingen, geheel of gedeeltelijk hebbendoen verdwijnen; poging tot die wanbedrijven wordt ge-straft met een gevangenisstrafvan één maand tot driejaaren een geldboete van 100frank tot 500 000 frank.

Zij die zich aan die wanbedrijven of poging schuldighebben gemaakt, kunnen bovendien worden veroordeeldtot ontzetting van rechten overeenkomstig artikel 33. »

Art.123

In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 489quater inge-voegd, luidende:

«Art. 489quater. ~ De strafvordering terzake van destrafbare feiten omschreven in de artikelen 489, 489bis en489ter wordt vervolgd los van enige vordering die bij derechtbank van koophandel mocht zijn ingesteld. Nochtanskan de staat van faillissement voor de strafrechter nietworden betwist wanneer hij vastgesteld is bij een in krachtvan gewijsde gegane beslissing van de rechtbank van koop-handel of van hethofvan beroep.»

Art.124

In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 489quinquiesingevoegd, luidende: '

«Art. 489quinquies. - Met gevangenisstraf van éénmaand tot twee jaar en eengeldboete van 100 frank tot500 000 frank of met één van die straffen alleen wordengestraft zijdie bedrieglijk:

1° in het belang van de failliet verklaarde koopman ofhandelsvennootschap, zelfs zonder de medewerking van dekoopman ofvan de bestuurders, in rechte ofin feite, van devennootschap, de activa geheel of ten dele wegnemen, ver-bergen of helen;

2° verdichte of overdreven schuldvorderingen bij hetfaillissement indienen en bevestigen in eigen naam ofdoortussenpersonen. »

Art.125

In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 489sexies inge-voegd, luidende:

« Art. 489sexies. - Met een gevangenisstraf van éénmaand tot vijf jaar en een geldboete van 100 frank tot500 000 frank wordt gestraft de curator die zich schuldigmaakt aan ontrouw in zijn beheer. Hij wordt daarenboven

[ 35 ] - 330 Il - 9S 196

rieurement aux demandes adressées par le juge-commis-saire ou par les curateurs. »

Art.122

Un article 489ter, rédigé comme suit, est inséré dans lemême Code:

«Art. 489ter. - Sont punies d'un emprisonnementd'un mois à cinq ans et d'une amende de 100 francs à500 000 francs, les personnes visées à l'article 489 qui, avecune intention frauduleuse ou à dessein de nuire, auront:

ra détourné ou dissimulé une partie de l'actif;

2° soustrait, en tout ou en partie, des livres ou docu-ments comptables visés au chapitre 1erde la loi du 17juillet1975 relative à la comptabilité et aux comptes annuels desentreprises; la tentative de ces délits est punie d'un empri-sonnement d'un mois à trois ans et d'un'e amende de100 francs à 500 000 francs.

Les coupables dé ces délits ou de leur tentative peuvent,de plus, être condamnés à l'interdiction conformément àl'article 33. »

Art.123

Un article 489quater, rédigé comme suit, est inséré dansle même Code:

«Art. 489quater. - L'action publique relative aux in-fractions visées aux articles 489, 489bis et 489ter est pour-suivie indépendamment de toute action qui pourrait êtrepoursuivie devant le tribunal de commerce. L'état de failli-te ne pourra néanmoins pas être contesté devant le jugepénal, si cet état a fait l'objet d'une décision du tribunal decommerce ou de la cour d'appel, passée en force de chosejugée. »

Art.124

Un article 489quinquies, rédigé comme suit, est insérédans le même Code:

«Art. 489quinquies. - Sont punis d'un emprisonne-ment d'un mois à deux ans et d'une amende de 100 francs à500 000 francs ou d'une ces peines seulement, ceux qui,frauduleusement, auront:

1° dans l'intérêt du commerçant ou d'une société com-merciale déclarés faillis même en l'absence d'interventionde ce commerçant ou des dirigeants, de droit ou de fait, decette société, soustrait, dissimulé ou recelé tout ou partiede l'actif;

2° présenté dans la faillite et affirmé, soit en leur nom,soit par interposition de personnes, des créances supposéesou exagérées. »

Art.125

Un article 489sexies rédigé comme suit, est inséré dansle même Code:

«Art. 489sexies. - Est puni d'un emprisonnementd'un mois à cinq ans et d'une amende de 100francs à500000 francs, le curateur qui s'est rendu coupable demalversation dans sa gestion. Il est, en outre, condamné

Page 36: K. 49-330/1

- 330 / 1-95 / 96

veroordeeld tot teruggave en schadeloosstelling die aan deboedel is verschuldigd. De schuldige kan bovendien veroor-deeld worden tot ontzetting van rechten overeenkomstigartikel 33. »

Art.126

Artikel 490 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen alsvolgt:

« Art. 490. - Alle arresten ofvonnissen van veroorde-ling tot een gevangenisstraf, uitgesproken krachtens deartikelen 489, 489bis en 489ter, bevelen dat de beslissingop kosten van de veroordeelde bij uittreksel zal wordenbekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Het uittreksel bevat:1° de naam, de voornamen, de plaats en datum van

geboorte, alsmede het adres en het inschrijvingsnummerin het handelsregister, van de veroordeelden en, in voorko-mend geval, de handelsnaam of de benaming en de zetelvan de faillietverklaarde handelsvennootschappen waar-van zij in rechte of in feite bestuurder zijn;

2° de datum van het arrest of van het vonnis van ver-oordeling en het gerecht dat het heeft uitgesproken;

3° de strafbare feiten die tot de veroordelingen aanlei-ding hebben gegeven en de uitgesproken straffen; wan-neer, wegens eenheid van opzet, een enkele strafis uitge-sproken uit hoofde van een van voornoemde strafbarefeiten en uit hoofdevan andere strafbarefeiten, vermeldende uittreksels alle strafbare feiten die met deze enige strafworden gestraft. »

Art. 127

Artikel 490bis van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij dewet van 10 oktober 1967,wordt vervangen als volgt :

« Art. 490bis. ~ Met gevangenisstraf van een maandtot twee jaar en met geldboete van honderd frank totvijfhonderdduizend frank of met een van die straffen al-leen wordt gestraft hij die bedrieglijk zijn onvermogenheeft bewerkt en aan de op hem rustende verplichtingenniet heeft voldaan.

Dat de schuldenaar zijn onvermogen heeft bewerkt, kanworden afgeleid uit enige omstandigheidwaaruit blijkt dathij zich onvermogend heeft willen maken.

Ten aanzien van de derde die mededader of medeplich-tig is, vervalt de strafvordering wanneer hij de hem over-handigde goederen teruggeeft. »

Art.128

In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 492bis inge-voegd, luidende :-.

«Art. 492bis. - Met gevangenisstraf van een maandtot vijfjaar en met geldboete van honderd frank tot vijfhon-derdduizend frank worden gestraft de bestuurders, in feiteof in rechte, van handelsvennootschappen en burgerlijkevennootschappen, alsook van verenigingen zonder winst-oogmerk, die van de goederen of van het krediet van derechtspersoon bedrieglijk een gebruik maken waarvan zijwisten dat het strijdig was met diens belangen, en wel vooreigen doeleinden of om een ander rechtspersoon of een

[ 36 ]

aux restitutions et dommages et intérêts dus à la massedes créanciers. Le coupable peut, de plus, être condamné àl'interdiction conformément à l'article 33. »

Art.126

L'article 490 du même Code est remplacé par la disposi--tion suivante: .

«Art. 490. - Les juridictions prononçant une condam-nation à une peine d'emprisonnement en vertu des articles489, 489bis et 489ter ordonneront que leurs décisionssoient publiées, par extrait, aux frais du condamné, auMoniteur belge.

Cet extrait contient:1° les nom, prénoms, lieu et date de naissance ainsi que

l'adresse et le numéro d'immatriculation au registre decommerce des condamnés et éventuellement la raison so-ciale ou la dénomination et le siège social des sociétéscommerciales déclarées en faillite dont ils sont les diri-geants de droit ou de fait;

2° la date du jugement ou de l'arrêt de condamnation etla juridiction qui l'a prononcé;

3D les infractions qui ont donné lieu aux condamna-tionset les peines prononcées; lorsque, en raison de l'unitéd'intention, une peine unique a été prononcée du chef d'unedes infractions susvisées et d'autres infractions, toutes lesinfractions réprimées par cette peine unique seront men-tionnées. »

Art.127

L'article 490bis du même Code, y inséré par la loi du10 octobre 1967, est remplacé par la disposition suivante:

« Art. 490bis. - Est puni d'un emprisonnement d'unmois à deux ans et d'une amende de 100 francs à500 000 francs ou d'une de ces peines seulement, celui quifrauduleusement a organisé son insolvabilité et n'a pasexécuté les obligations dont il est tenu.

L'organisation de son insolvabilité par le débiteur peutêtre déduite de toute circonstance de nature à révéler savolonté de se rendre insolvable.

A l'égard du tiers coauteur ou complice du délit, l'actionpublique est éteinte s'il restitue les biens qui lui avaient étéremis. »

Art.128

Un article 492bis, rédigé comme suit, est inséré dans lemême code:

«Art. 492bis. - Sont punis d'un emprisonnement d'unmois à cinq ans et d'une amende de 100 francs à500'000 francs, les dirigeants de droit ou de fait des socié-tés commerciales et civiles ainsi que des associations sansbut lucratif qui, frauduleusement, ont fait des biens ou ducrédit de la personne morale, un usage qu'ils savaientcontraire à l'intérêt de celle-ci, à des fins personnelles oupour favoriser une autre personne morale ou entreprisedans laquelle ils étaient intéressés directement ou indirec-

Page 37: K. 49-330/1

andere onderneming te bevoordelen waarin zij recht-streeks of onrechtstreeks belang hebben. De schuldigenkunnen daarenboven veroordeeld worden tot ontzettingvan hun rechten overeenkomstig artikel 33. »

Art.129

In artikel 623, eerste lid, van het Wetboek van Strafvor-dering, gewijzigd bij de wet van 7 april 1964, worden dewoorden < in geval van bedrieglijke bankbreuk » vervangendoor de woorden « indien hij veroordeeld is wegens overtre-ding van artikel 489ter van het Strafwetboek »,

HOOFDSTUK III

Wijzigingen in de fiscale wetten

Art. 130

In artikel 184bis van het koninklijk besluit nr 64 van30 november 1939 houdende het Wetboek der registratie-,hypotheek- en griffierechten, ingevoegd bij de wet van19 juni 1986 en gewijzigd bij de wet van 22 décember 1989,wordt tussen het eerste en het tweede lid een nieuw lidingevoegd, .luidende als volgt :

« Het eerste lid is slechts van toepassing op de vereffen-aars en de curators in het geval dat de veroordeling, devereffening ofrangregeling die de betaling, overschrijving,of teruggave tot gevolg heeft, hem ter kennis wordt ge-bracht. »

Art.131

In artikel427, derde lid, van het Wetboek van de inkom-stenbelasting 1992, worden de woorden « artikel 447 vande wet van 18 april1851 betreffende het faillissement, debankbreuk en het uitstel van betaling. » vervangen door dewoorden « artikel 17 van de faillissem'entswet van ... »,

Art.132

In artikel88, § 3, van de wet van 3juli 1969 tot invoeringvan het Wetboek van de belasting over de toegevoegdewaarde, gewijzigd bij de wet van 8 augustus 1980, wordende woorden < artikel 447, tweede lid van boek III van hetWetboek van Koophandel met betrekking tot het faillisse-ment, de bankbreuk en het uitstel van betaling » vervan-gen door de woorden « artikel 17, tweede lid, van de faillis-sementswet van ... »,

[ 37 ] - 330 /1 - 9S / 96

tement. Les coupables peuvent, de plus, être condamnés àl'interdiction conformément à l'article 33. »

Art.129

A l'article 623, alinéa t-, du Code d'instruction crimi-nelle, modifié par la loi du 7 avril 1964, les mots « s'il estbanqueroutier frauduleux» sont remplacés par les mots «

s'il a été condamné pour infraction à l'article 489ter duCode pénal".

CHAPITRE III

Modifications aux lois fiscales

Art.130

Dans l'article 184bis de l'arrêté royal n064 du 30 novem-bre 1939 contenant le Code des droits d'enregistrement,d'hypothèque et de greffe, y inséré par la loi du 19juin 1986et modifié par la loi du 22 décembre 1989, un nouvel alinéaest inséré entre les alinéas 1er et 2, libellé comme suit:

« L'alinéa lerne s'applique aux liquidateurs et aux cura-teurs que dans les cas où la condamnation, liquidation oucollocation dont résulte le paiement, le transfert ou larestitution de sommes ou de valeurs est portée à leurconnaissance. »

Art.131

A l'article 427, alinéa 3, du Code des Impôts sur lesrevenus 1992, les mots : « L'article 447 de la loi du18 avril 1851 sur les faillites, banqueroutes et sursis" sontremplacés par les mots « L'article 17 de la loi du '" sur lesfaillites ».

Art.132

A l'article 88, § 3, de la loi du 3 juillet 1969 portantexécution du Code de la taxe sur la valeur ajoutée, modifiépar la loi du 8 août 1980, les mots « L'article 447, alinéa 2,du livre III du Code de commerce concernant les faillites,banqueroutes et sursis» sont remplacés par les mots « L'ar-ticle 17, alinéa 2, de la loi du ... sur les faillites »,

Page 38: K. 49-330/1

- 330 /1 - 95 / 96

HOOFDSTUK IV

Wijzigingen van verschillende aard

Art.133

Artikel16 van de wetvan 18 november 1862 houdendeinvoering van het warrantstelseI wordt aangevuld alsvolgt :

« § 3. De middelen van tenuitvoerlegging, strekkendetot betaling van de schuldvorderingen die bevoorrecht zijnop de roerende goederen die tot failliete boedel behoren,worden evenwel geschorst tot aan de sluiting van hetproces-verbaal van verificatie der schuldvorderingen, be-houdens alle maatregelen tot bewaring van recht. »

Art. 134

Artikel 9,· paragraaf 1, van de wet van 5 mei 1872houdende herziening van de bepalingen van het Wetboekvan koophandel betreffende het pand en de commissiewordt aangevuld met een tweede lid, luidende:

«De middelen van tenuitvoerlegging, strekkende totbetaling van de schuldvorderingen die bevoorrecht zijn opde roerende goederen die tot de failliete boedel behoren,worden evenwel geschorst totaan de sluiting van hetproces-verbaal van verificatie der schuldvorderingen, be-houdens alle maatregelen tot bewaring van recht. »

Art.135

In artikel 12, vierde lid, van de wet van 23 juni 1894houdende herziening van de wet van3 april 1851 op demaatschappijen van onderlinge bijstand, worden de woor-den «zij die in staat van verklaarde failliet of van rechter-lijke ontzegging verkeren of die afstand van goederen heb-ben gedaan, zolang zij hun schulden niet ten vollebetaalden » vervangen door de woorden « zij die van hunrechten zijn ontzet; zij die faillietverklaard zijn, zolangzijhun schuldeisers niet volledig hebben betaald »,

Art.136

In artikell van het koninklijk besluit n' 22 van 24 okto-ber 1934 waarbij aan bepaalde veroordeelden en aan degefailleerden verbod wordt opgelegd bepaalde ambten, be-roepen ofwerkzaamheden uit te oefenen en waarbij aan derechtbanken van koophandel de bevoegdheid wordt toege-kend dergelijk verbod uit te spreken, gewijzigd bij de wet-ten van 4 augustus 1978, 9 maart 1989 en 22 december1990,worden in het eerste lid, g, de woorden «enkelvoudi-ge of bedrieglijke bankbreuk » vervangen door de woorden« een van de strafbare feiten omschreven in de artike-len 489, 489bis en 489ter van het Strafwetboek »,

Art.137

In artikel Ibis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij dewet van 4 augustus 1978,worden de woorden «enkelvoudi-ge ofbedrieglijke bankbreuk » vervangen door de woorden« een van de strafbare feiten omschreven in de artike-len 489, 489bis en 489ter van het Strafwetboek »,

[38 ]

CHAPITRE IV

Modifications diverses

Art. 133

L'article 16 de la loi du 18 novembre 1862 portantinstitution des warrants, est complété par la dispositionsuivante:

« § 3. Les voies d'exécution pour parvenir au payementdes créances privilégiées sur le mobilier dépendant de lafaillite sont toutefois suspendues jusqu'à la clôture duprocès-verbal de vérification des créances, sans préjudicede toutes .mesures conservatoires. »

Art.134

L'article 9, paragraphe L", de la loi du 5 mai 1872portant révision des dispositions du Code de commercerelatives au gage et à la commission est complété par undeuxième alinéa, rédigé comme suit:

«Les voies d'exécution pour parvenir au payement descréances privilégiées sur le mobilier dépendant de la failli-te sont toutefois suspendues jusqu'à la clôture du procès-verbal de vérification des créances, sans préjudice de tou-tes mesures conservatoires. »

Art.135

Dans l'article 12, alinéa 4, de la loi du 23 juin 1894portant révision de la loi du 3 avril 1851 sur les sociétésmutualistes, les mots « ceux qui sont en état de faillitedéclarée ou d'interdiction judiciaire, ou qui ont fait cessionde biens, aussi longtemps qu'ils n'ont pas payé intégrale-ment leurs créanciers» sont remplacés par les mots «ceuxqui sont interdits; ceux qui ont été déclarés en faillite, aussilongtemps qu'ils n'ont pas payé intégralement leurs créan-CIers».

Art.136

Dans l'article 1er de l'arrêté royal n° 22 du 24 octobre1934 portant interdiction à certains condamnés et auxfaillis d'exercer certaines fonctions, professions ou activitéset conférant aux tribunaux de commerce la faculté deprononcer de telles interdictions, modifié par les lois du4 août 1978, 9 mars 1989 et 22 décembre 1990, à l'ali-néa t-, g, les mots «banqueroute simple ou frauduleuse»sont remplacés par les mots « une des infractions prévuesaux articles 489, 489bis et 489ter du Code pénal ».

Art. 137

A l'article lerbis du même arrêté, y inséré par la loi du4 août 1978, les mots « de banqueroute simple ou fraudu-leuse » sont remplacés par les mots « de l'une des infrac-tions visées aux articles 489, 489bis et 489terdu Codepénal ».

Page 39: K. 49-330/1

Art. 138

In artikel 3bis, § 5, van hetzelfde besluit, ingevoegd bijde wet van 4 augustus 1978, worden de volgende wijzigin-gen aangebracht:

l°het eerste lid wordt vervangen als volgt : «De gefail-leerde of een van de personen krachtens § 1 gelijkgesteldmet de gefailleerde, worden gedagvaard voor de rechtbankvan koophandel op vordering van het openbaar ministerieofvan een schuldeiser die niet werd betaald in het faillisse-ment. »;

20 het vierde lid wordt vervangen als volgt: «In voorko-mend geval wordt het openbaar ministerie gehoord in zijnadvies. ».

Art.139

In artikel1 0 van de wet van 15juni 1935 op het gebruikder talen in gerechtszaken, vervangen bij de wet van23 september 1985, worden de woorden « Ter zake vangerechtelijk akkoord, van faillissement of van verzoek totuitstel van betaling » vervangen door dewoorden « Terzake van gerechtelijk akkoord en faillissement ».

Art.140

In artikel 13 van het koninklijk besluit n' 72 van 30 no-vember 1939 tot regeling van de beurzen voor de termijn-handel in goederen en waren, van het beroep van de make-laars en tussenpersonen die zich met deze termijnhandelinlatenen van het regime van de exceptie van het spelwordt het tweede lid, 10

, vervangen als volgt :« 10 de gefailleerden en de personen die veroordeeld zijn

wegens overtreding van de artikelen 489, 489bis en 489tervan het Strafwetboek, behalve indien zij gerehabiliteerdzijn; »,

Art.141

In artikel 25 van de wetten betreffende het handelsre-gister, gecoördineerd op 20 juli 1964, gewijzigd bij de wet-ten van 10 oktober 1967, 14 juli 1976, 12 juli 1989 en19januari 1990; worden de volgende wijzigingen aange-bracht:

lOonderdeel 80 wordt vervangen als volgt : « 80 totfaillietverklaring oftot uitspraak van de opheffing van hetfaillissernent, tot uitspraak van de sluiting van de faillisse-mentsverrichting, tot vaststelling van de verschoonbaar-heid of niet verschoonbaarheid van de gefailleerde, totverklaring van rehabilitatie ten aanzien van de gefailleer-de »;

.20 onderdeel 90 wordt vervangen als volgt : « 90 totveroordeling wegens de strafbare feiten bedoeld bij deartikelen 489, 489bis en 489ter van het Strafwetboek »;

30 onderdeel Ll" wordt opgeheven.

Art.142

In artikel 310 van de algemene wet inzake douane enaccijnzen worden de woorden « of zijn betalingen moetschorsen » geschrapt.

[ 39 ] - 330 / 1- 95 / 96

Art.138

A l'article 3bis, § 5, du même arrêté, inséré par la loi du4 août 1978, sont apportées les modifications suivantes:

1° l'alinéa 1er est remplacé par l'alinéa suivant: « Lefailli ou l'une des personnes assimilées au failli en vertu du§ 1er sont citées devant le tribunal de commerce à la deman-de du ministère public ou de tout créancier resté impayédans la faillite. »;

20 l'alinéa 4 est remplacé par l'alinéa suivant: «Le caséchéant, le ministère public est entendu en son avis. ».

Art.139

A l'article 10 de la loi du 15 juin 1935 concernant l'em-ploi des langues en matière judiciaire, remplacé par la loidu 23 septembre 1985, les mots «En matière de concordatjudiciaire, de faillite ou de demande de sursis de paie-ment» sont remplacés par les mots «En matière de concor-dat judiciaire et de faillite »,

Art.140

Dans l'article 13 de l'arrêté royal n° 72 du 30 novembre1939 réglementant les bourses et les marchés à terme sur'marchandises et denrées, la profession de courtiers et in-termédiaires s'occupant de ces marchés et le régime del'exception de jeu, à l'alinéa 2, le 10 est remplacé par ladisposition suivante:

« 1° les faillis et les personnes condamnées pour infrac-tion aux articles 489, 489bis et 489ter du Code pénal, saufs'ils ont été réhabilités; »,

Art.141

A l'article 25 des lois relatives au registre de commerce,coordonnées le 20 juillet 1964, modifié par les lois du10 octobre 1967, du 14juillet 1976, du 12juillet 1989 et du19 janvier 1990, sont apportées les modifications suivan-tes:

1° la division 80 est remplacée par le texte suivant :«80 déclarant ou rapportant la faillite, prononçant la clô-ture des opérations de la faillite",statuant sur l'excusabilitéou l'inexcusabilité du failli, déclarant le failli réhabilité »;

20 la division 90 est remplacée par le texte suivant :« 90condamnation du chef des articles 489, 489bis et489ter du Code pénal »;

30 la division 11o. est abrogée.

Art.142

A l'article 310 de la loi générale relative aux douanes etaccises, les mots «ou qu'il devra surseoir à ses paiements»sont supprimés.

Page 40: K. 49-330/1

- 330 Il - 95 / 96 [ 40 ]

HOOFDSTUK V CHAPITRE V

Opheffingsbepalingenen inwerkingtreding Dispositionabrogatoireet entrée en vigueur

Aut. 143 Art. 143

De wet van 18 april1851 op het faillissement, de bank-breuk en de opschorting van betaling, gewijzigd bij dewetten van 31 mei 1890, 27juli 1934,het koninklijk besluitn"150van 18maart 1935, de wetten van 10 augustus 1946,18 mei 1956, 29 juli 1957, 24 juli 1962, 12 april 1965,10 oktober 1967, 2 juli 1969, 27 mei 1974, 17 juli 1975,14juli 1976,24 maart 1978,19 apri11983, 28 maart 1985,11 apri11989, 14januari 1993 en 24 december 1993, wordtopgeheven.

Art.144

De bepalingen van deze wet treden in werking op dedata die de Koning bepaalt.

De verplichting, voorgeschrevenbij artikel 75, omjaar-lijks een vergadering bijeen te roepen, geldt alleen voor defaillissementen die na de inwerkingtreding van dit artikelworden uitgesproken.

La loi du 18 avril 1851 sur les faillites, banqueroutes etsursis, modifiée par les lois du 31 mai 1890, du 27 juillet1934, par l'arrêté royal n° 150 du 18mars 1935, par les loisdu 10 août 1946, du 18 mai 1956, du 29 juillet 1957, du24 juillet 1962, du 12 avril 1965, du 10 octobre 1967, du2 juillet 1969, du 27 mai 1974, du 17 juillet 1975, du14juillet 1976, du 24 mars 1978, du 19 avril 1983, du28 mars 1985, du 11 avril 1989, du 14 janvier 1993 et du24 décembre 1993, est abrogée.

Art.144

Les dispositions de la présente loi entrent en vigueuraux dates fixées par le Roi.

L'obligation prescrite par l'article 75 de convoquer uneassemblée annuelle ne s'applique qu'aux faillites déclaréesaprès l'entrée en vigueur de cet article.

Page 41: K. 49-330/1

ADVIES VAN DE RAAD VAN STATE

De RAADVAN STATE, afdeling wetgeving, tweede ka-mer, op 8 augustus door de Minister van Justitie verzochthem van advies te dienen over «een ontwerp van faillisse-mentswet », heeft op 23 oktober 1995 het volgend adviesgegeven:

ALGEMENE OPMERKINGEN BETREFFENDE DEWETGEVENDEPROCEDUREVAN

GOEDKEURING VAN HET ONTWERP(Artikelen 77 en 78 van de Grondwet)

«A. Werkingssfeer van artikel 77 van de Grond-wet (1)

1. Artikel 77 van de Grondwet voorziet in de gelijkebevoegdheid van de Kamer van Volksvertegenwoordigersen de Senaat voor tien soorten van « aangelegenheden .(eerste lid) en bepaalt verder dat een bijzondere-meerder-heidswet deze «aangelegenheden » tot andere wetten kanuitbreiden (tweede lid).

Grosso modo kunnen de in het eerste lid bepaalde «aan-gelegenheden » teruggebracht worden tot vier grote domei-nen:

- het institutionele domein, waartoe kunnen wordengerekend: de verklaring tot herziening van de Grondweten de herziening van de Grondwet (1°); de bijzondere-meerderheidswetten (4°); de aangelegenheden die krach-tens de Grondwet door beide Wetgevende Kamers dienente worden geregeld, inzonderheid in verband met de mo-narchie (2°); sommige aspecten van de wetgeving met be-trekking tot de werking van de Wetgevende Kamers (3°),onder meer de indeling van de parlementsleden in taal-groepen (artikel 43 van de Grondwet), de vervanging vaneen parlementslid dat tot regeringslid wordt benoemd (ar-tikel 50 van de Grondwet), de verkiezing en de aanwijzingvan de senatoren (artikel 68 van de Grondwet), de parle-mentaire overlegcommissie (artikel 82 van de Grondwet);de wetgeving met betrekking tot de gemeenschappen en degewesten, inzonderheid hun organen, hun bevoegdhedenen hun financiering (3°); de wetgevende bepalingen inzakede voorkoming (artikel 141 van de Grondwet) en de rege-ling (artikel 142 van de Grondwet) van bevoegdheidscon-flicten, en inzake de voorkoming en de regelingvan belan-genconflicten (artikel143 van de Grondwet) (3°);de wettentot goedkeuring en samenwerkingsakkoorden (10°);wetge-ving inzake de plaatselijke besturen (3°);

- het internationale domein (3°, 5°, 6° en 7°);- het financiële domein (3°);- het domein van de jurisdictie (3°, 8° en 9").2. Voor elk van de voornoemde domeinen was voor de

Grondwetgever - en is er inderdaad - een· ratio legisaanwezig om tot de gelijke bevoegdheid van Kamer enSenaat te besluiten, inzonderheid het participatiekenmerkin een federale Staat, hetgeen de participatie van de deel-staten in de federale besluitvorming minstens voor wat

(I) De punten A en B zijn overgenomen uit het advies dat dealgemene vergadering van de Raad van State, afdeling wetgeving,op 10 oktober 1995 onder de nummers L. 24.111/AV. - L. 24.594/AV. heeft gegeven.

[ 41 ] - 330 / 1-95 / 96

AVIS DU CONSEIL D'ETAT

Le CONSEIL D'ETAT, section de législation, deuxièmechambre, saisi par le Ministre de la Justice, le 8 août 1995,d'une demande d'avis sur «un projet de loi sur les failli-tes », a donné le 23 octobre 1995 l'avis suivant:

OBSERVATIONS GENERALES QUANT A LAPROCEDURE LEGISLATIVE D'ADOPTION

DU PROJET(Articles 77 et 78 de la Constitution)

«A. Champ d'application de l'article 77 de laConstitution (1)

1. L'article 77 de la Constitution prévoit la compétencesur un pied d'égalité de la Chambre des représentants etdu Sénat pour dix catégories de «matières» (alinéa 1er) etdispose en outre qu'une loi à majorité spéciale peut étendreces «matières" à d'autres lois (alinéa 2).

Grosso modo, les «matières» prévues à l'alinéa 1er peu-vent être groupées en quatre grands domaines:

- le domaine institutionnel, dont relèvent: la déclara-tion de révision de la Constitution et la révision de laConstitution (1°);les lois à majorité spéciale (4°);les matiè-res qui doivent être réglées par les deux Chambres législa-tives en vertu de la Constitution, notamment en ce quiconcerne la monarchie (2°); certains aspects de la législa-tion relative au fonctionnement des Chambres législatives(3°), entre autres, la répartition des membres du Parle-ment en groupes linguistiques (article 43 de la Constitu-tion), le remplacement d'un membre du Parlement nommémembre du Gouvernement (article 50 de la Constitution),l'élection et la désignation des sénateurs (article 68 de laConstitution), la commission parlementaire de concerta-tion (article 82 de la Constitution); la législation relativeaux communautés et aux régions, notamment leurs orga-nes, leurs compétences et leur financement (3°); les dispo-sitions législatives en matière de prévention (article 141 dela Constitution) et de règlement (article 142 de la Constitu-tion) des conflits de compétence, ainsi qu'en matière deprévention et de règlement des conflits d'intérêts (arti-cle 143 de la Constitution) (3°);les lois portant approbationd'accords de coopération (10°);certaines législations relati-ves aux administrations locales (3°);

- le domaine international (3°,5°,6° et 7°);- le domaine financier (3°);- le domaine juridictionnel (3°, s- et 9°).2. Pour chacun des domaines précités, le Constituant a

considéré qu'il existait - et il existe effectivement - uneratio legis pour conclure à la compétence de la Chambre etdu Sénat sur pied d'égalité, notamment le principe de laparticipation dans un Etat fédéral, ce qui implique laparticipation des entités fédérées au processus fédéral de

(I) Les points A et B sont extraits de l'avis de l'assembléegénérale du Conseil d'Etat, section de législation donné le 10 octo-bre 1995, sous les n" L. 24.111/AG. - 24.594/AG.

Page 42: K. 49-330/1

- 330 / 1-95 / 96

hun statuut betreft, inhoudt (1). De Grondwetgever heeftaldus voorzeker een zekere coherentie betracht, ook inzakehet domein van de jurisdictie, waarop hieronder naderwordt ingegaan.

3. Dat voornoemde coherentie nochtans niet volledig is,moge blijken uit de volgende voorbeelden:

~ in de in artike177, eerste lid, van de Grondwet ver-melde «aangelegenheden» komen vaak overlappingenvoor: zo worden in 3° bijvoorbeeld de artikelen 39, 77, 117,127, 128, 129, 135, 136, 137, 163, 166, 167, §4 en § 5, 175en 177 van de Grondwet vermeld, terwijl de in deze artike-len bedoelde wetten met een bijzondere meerderheid die-nen te worden aangenomen en om die reden reeds vallenonder de in artike177, eerste lid, 4°, van de Grondwetvermelde wetten; zo vallen de in 7° bedoelde wetten ookreeds onder, de inartikel 77, eerste lid, 3° en 4°, van deGrondwet'vermelde wetten;

- in de in artike177, eerste lid, 3°, van de Grondwetvermelde «aangelegenheden » zijn de wetten bedoeld in deartikelen 145 en 146 van de Grondwet vermeld, terwijl eenverwijzing naar de in artikel161 van de Grondwet bedoel-de wetten ontbreekt;

- in artikel 77, eerste lid, 1°, van de Grondwet is spra-ke van «de verklaring tot herziening van de Grondwet » envan «de herziening van de Grondwet » zelf, aangelegenhe-den waarnaar wordt verwezen in artikel 195 van deGrondwet, doch die geenszins gepaard gaan met de tot-standkoming van een wet, in tegenstelling tot de aangele-genheden waarvan sprake is in de overige bepalingen vanartikel 77, eerste en tweede lid.

4. Artikel 77 van de Grondwet behoort nader te wordentoegelicht ten einde de verdeling van de bevoegdheden vande wetgevende instanties op het gebied van de jurisdictie tepreciseren. Inzonderheid drie bepalingen verdienen nade-re aandacht: artikel 77, eerste lid, 3°, artikel 77, eerste lid,8°, en artikel 77, eerste lid, 9°, van de Grondwet.

5. In de eerste plaats moet artikel 77, eerste lid, 3°, vande Grondwet worden genoemd. Het is immers die bepalingwaarop de Regering zich beroept met het oog op de tot-standkoming van de twee onderscheiden ontwerpen. Ditartikel vertoont de bijzonderheid dat het een geheel vangrondwetsbepalingen opsomt waarvoor, met het oog op deuitvoering ervan, uitdrukkelijk een wet vereist is. Formeelwordt verwezen naar teksten waarvoor de Grondwet voor-schrijft dat een aangelegenheid «door de wet » wordt gere-geld, «krachtens een wet » of op initiatief van c de wetge-ver". Zo wordt op het gebied van de jurisdictie verwezennaar artikel 142, naar de artikelen . 145, 146... evenals(naar) de wetten ter uitvoering van de voormelde wetten enartikelen », De belangrijkheid van de verwijzing naar arti-kel 146 van de Grondwet, dat bepaalt dat «Geen recht-bank, geen met eigenlijke rechtspraak belast orgaan kanworden ingesteld dan krachtens een wet ... », behoeft niette worden beklemtoond.

Het zou evenwel onjuist zijn daaruit af te leiden dat dewetgevende initiatieven, die vereist zijn voor de tenuit-voerlegging van de bepalingen van de Grondwet en die nietworden genoemd in artikel 77, eerste lid, 3°, van deGrond-wet, automatisch binnen de werkingssfeer van artikel 78en van het virtuele bicamerisme vallen. Veeleer rijst devraag of de grondwetsbepalingen vervat in artikel 77, eer-

(Il A. Alen, Handboek van het Belgisch Staatsrecht, Antwer-pen, Kluwer Rechtswetenschappen, 1995, nn 348 en 452b;F. Delperée, Droit constitutionnel Bruxelles, Larcier , 1980,p.439.

[42 ]

décision, au moins pour ce qui est .de leur statut (1). LeConstituant a donc assurément recherché une certainecohérence, également en ce qui concerne le domaine juri-dictionnel, point qui sera analysé plus en détail ci-après.

3. Cette cohérence n'est toutefois pas parfaite, ainsiqu'il ressort des exemples ci-dessous:

- les . matières" mentionnées à l'article 77, alinéa r-,de la Constitution se recouvrent souvent: ainsi, par exem-ple, le 3° mentionne-t-illes articles 39, 77, 117, 127, 128,129,135,136,137,163,166,167, § 4 et § 5, 175 et 177 de laConstitution, alors que les lois visées par ces articles doi-vent être adoptées à la majorité spéciale et sont à compter,pour ce motif déjà, au nombre des lois mentionnées àl'article 77, alinéa i-, 4°, de la Constitution; ainsi, les loisvisées au 7° relèvent-elles également des lois mentionnéesà l'article 77, alinéa t-, 3° et 4°, de la Constitution;

- les- matières" mentionnées à l'article 77, alinéa t-,3°, de la Constitution sont les lois visées aux articles 145 et146 de la Constitution, alors qu'une référence aux loisvisées à l'article 161 de la Constitution fait défaut;

- dans l'article 77, alinéa t-, 1°, la Constitution, il estfait référence à c la déclaration de révision de la Constitu-tion" et à « la révision de la Constitution" elle-même quisont visées à l'article 195de la Constitution mais qui ne setraduisent nullement dans la confection de lois, au mêmetitre que celles que prévoient les autres dispositions del'article 77, alinéas 1er et 2.

4. L'article 77 de la Constitution appelle des commen-taires plus circonstanciés aux fins de préciser le partage deresponsabilités des autorités législatives dans le domainejuridictionnel. Trois dispositions, en particulier, retien-nent l'attention: l'article 77, alinéa L", 3°, l'article 77,alinéa i-, 8°, et l'article 77, alinéa i-, 9°, de la Constitu-tion.

5. L'article 77, alinéa L", 3° de la Constitution doit êtrecité en premier. C'est lui qu'invoque le Gouvernement auxfins d'établir deux projets distincts. Cet article présente laparticularité d'énumérer un ensemble de dispositions cons-titutionnelles qui requièrent expressément pour leur miseen œuvre l'élaboration d'une loi. De manière formaliste, ilrenvoie à des textes où la Constitution demande qu'unematière soit réglée «par la loi", «en vertu d'une loi "ou àl'initiative de «la loi ". Ainsi, dans le domaine juridiction-nel, il est fait référence à l'article 142, aux articles « 145,146... ainsi 'que les lois prises en exécution des lois etarticles susvisés », Il n'est pas besoin de souligner l'impor-tance de la référence à l'article 146 de la Constitution quiprécise que c Nul tribunal, nulle juridiction contentieusene peut être établi qu'en vertu d'une loi... »,

L'on ne saurait, cependant, considérer que les interven-tions législatives requises par la mise en œuvre des dispo-sitions de la Constitution et qui ne sont pas répertoriéesdans l'article 77, alinéa L", 3°, de la Constitution tombentautomatiquement dans le champ de l'article 78 et celui dubicaméralisme virtuel. Il faut plutôt se demander si lesdispositions constitutionnelles qui sont recensées dans

(Il A. Alen, «Handboek van het Belgisch Staatsrecht », An-vers, Kluwer Rechtswetenschappen, 1995, n" 348 et 452b;F. Delperée, Droit constitutionnel, Bruxelles, Larcier, 1980,p.439.

Page 43: K. 49-330/1

ste lid, 30, van de Grondwet niet behoren te worden gelezen

in samenhang met andere, die er nauw verband mee hou-den en die een coherente uitlegging ervan mogelijk maken.

Zo schrijft artikel 145 van de Grondwet voor dat derechtbanken die kennis nemen van geschillen betreffendepolitieke rechten, ingesteld moeten worden door middelvan een wet die tot stand gekomen is volgens de werkwijzevan het volledige tweekamerstelsel. Artikel 144 echterkomt niet voor in de lijst vervat in artikel 77, eerste lid, 30

,

van de Grondwet. In het onderhavige geval vereist deGrondwet weliswaar geen bijzonder initiatief van de wet-gever, doch daaruit mag niet worden afgeleid dat de wet,het Gerechtelijk Wetboek bijvoorbeeld, die de justitiëlegerechten instelt en ze inzonderheid bevoegd verklaart omkennis te nemen van geschillen die betrekking hebben,hetzij op burgerlijke rechten, hetzij op politieke rechten,niet volgens dezelfde werkwijze tot stand hoeft te komen.

6. Artikel 77, eerste lid, 80, van de Grondwet schrijft

zijnerzijds voor dat de wetgevende macht de wetten op deRaad van State moet aannemen volgens de werkwijze vanhet volledige bicamerisme. Er zij nogmaals op gewezen datde tekst, zoals hij geformuleerd is, schijnbaar restrictiefbehoort te worden uitgelegd. Gelet op het opschrift vantitel III, hoofdstuk VII, van de Grondwet, lijkt artikel 77,eerste lid, 80

, aldus uitte sluiten dat voor de . administra-tieve rechtscolleges . op dezelfde wijze moet worden tewerk gegaan. Deze zienswijze lijkt te worden bevestigddoor het feit dat niet wordt verwezen naar artikel161 vande Grondwet.

In werkelijkheid volstaat de gezamenlijke lezing van deonderdelen 30 en 80 van artikel 77, eerste lid, van deGrondwet om te besluiten dat de organisatie, de bevoegd-heid en de taak van de administratieve rechtscolleges weldegelijk moeten worden geregeld volgens de werkwijze vanhet volledige bicamerisme.

7. De derde grondwetsbepaling die nader moet wordenbesproken, te weten artikel 77, eerste Iid.D", betreft speci-fiek de «organisatie van de hoven en rechtbanken ». Ookhier zou men geneigd kunnen zijn de bepaling restrictiefuit te leggen. Er is hier uitsluitend sprake van de «organi-satie », in de strikte zin van het woord, van de hoven enrechtbanken. Alleen de «rechterlijke organisatie » in dezin van titel II van het Gerechtelijk Wetboek is hier aan deorde. Wat alle overige maatregelen daarentegen betreft,bijvoorbeeld die welke betrekking hebben op de taak èn debevoegdheid van of de rechtspleging voor de rechterlijkeinstanties, zou het wetgevend initiatief volgens de werk-wijze van het volledige bicamerisme daarentegen niet vantoepassing zijn.

Deze uitleggingen moeten evenwel worden afgewezenom de hierboven reeds aangehaalde redenen. De gezamen-lijke lezing van de onderdelen 30 en go van artikel 77,eerste lid, en van de bepalingen die nauw verband houdenmet de artikelen < 145, 146, ... » van de Grondwet brengtimmers mee dat moet worden beschouwd dat de wetgeven-de macht de organisatie van de rechterlijke macht, net alsdie van het Arbitragehof (artikelen 77, eerste lid, 30

, en143), van de Raad van State (artikelen 77, eerste lid, 80

,

145 en 146),van de administratieverechtscolleges (artike-len 77, eerste lid, 30

, en 145) en van de voor tuchtzakenbevoegde rechtscolleges (artikelen 77, eerste lid, 30

, en 146)volgens de werkwijze van het volledige bicamerisme moetregelen. Voorts mag niet uit het oogworden verloren datartikel 77, eerste lid, 30

, van de Grondwet eveneens ver-wijst naar alle wetten ter uitvoering van de artikelen 145en 146 van de Grondwet.

[ 43 ] - 330 / 1- 95 / 96

l'article 77, alinéa 1er, 30, de la Constitution ne doivent pas

être lues en combinaison avec d'autres -qui leur sontintimement liées et qui en permettent une interprétationcohérente.

Ainsi, l'article 145de la Constitution requiert qu'une loi,élaborée selon la technique du bicaméralisme égalitaire,organise les juridictions qui connaîtront des contestationsqui ont pour objet des droits politiques. L'article 144, lui,n'est pas répertorié dans la liste qu'énonce l'article 77,alinéa t-, 30

, de la Constitution. Il est vrai que la Constitu-tion ne prévoit pas, en l'espèce, une intervention particuliè-re du législateur. On ne saurait, cependant, en déduire quela loi, le Codejudiciaire, par exemple, qui aménagerait lestribunaux de l'Ordre judiciaire et qui leur conférerait no-tamment l'examen de contestations ayant trait, soit auxdroits civils, soit aux droits politiques, ne devrait pas êtreélaborée sous le même régime.

6. L'article 77, alinéa L", 80, de la Constitution inscrit,

pour sa part, les lois relatives au Conseil d'Etat dans lechamp d'intervention du pouvoir législatif, selon la techni-que du bicaméralisme égalitaire. Une fois encore, la formu-lation de texte peut sembler appeler une interprétationrestrictive. Ainsi, pour tenir compte de l'intitulé du chapi-tre VII du titre III de la Constitution, l'article 77, alinéa 1er,

80, paraît exclure une intervention comparable pour les

«juridictions administratives". L'absence de référence àl'article 161 de la Constitution semble confirmer cette fa-çon de voir.

En réalité, une interprétation combinée des 30 et 80 del'article 77, alinéa 1er, de là Constitution suffit à indiquerque l'organisation, la compétence et les attributions desjuridictions administratives relèvent bien du bicaméralis-me égalitaire.

7. Troisième disposition constitutionnelle, celle de l'ar-ticle 77, alinéa i-, go. Elle vise de manière spécifique1«'organisation des cours et tribunaux". Ici encore, l'onpeut être tenté de donner à la disposition une significationrestreinte. Seule «l'organisation", au sens strict de l'ex-pression, des cours et tribunaux devrait être prise en consi-dération. Seule «l'organisation judiciaire », au sens du ti-tre II du Codejudiciaire, devrait retenir l'attention. Toutesautres mesures, touchant par exemple, aux attributions, àla compétence ou à la procédure des autorités judiciaireséchapperaient, en revanche, aux interventions du pouvoirlégislatif statuant selon les modalités du bicaméralismeégalitaire.

Ces interprétations ne sauraient, cependant, être rete-nues pour les raisons qui ont déjà été relevées ci-dessus.Un commentaire conjoint des 30 et go de l'article 77,alinéa 1er, ainsi que des dispositions qui se rattachentétroitement aux articles < 145, 146, ... »<dela Constitutionconduit, en effet, à considérer que l'aménagement du pou-voir judiciaire, au même titre que celui de la Cour d'arbi-trage (articles 77, alinéa pr, 30

, et 143), du Conseil d'Etat(articles 77, alinéa t-, 80

; 145 et 146), des juridictionsadministratives (articles 77, alinéa i-, 30

, et 145), et desjuridictions disciplinaires (articles 77, alinéa pr, 30

, et 146)relèvent de la compétence du pouvoir législatif selon lesprocédures du bicaméralisme égalitaire. On ne saurait, parailleurs, oublier que l'article 77, alinéa t-, 30

, de la Consti-tution vise également toutes les lois portées en exécutiondes articles 145 et 146 de la Constitution.

Page 44: K. 49-330/1

- 330 / 1-95 / 96

Zoals aangegeven wordt in het verslag Tant, opgemaaktnamens de commissie voor de herziening van de Grondwet,voor de institutionele hervormingen en voor de regelingvan conflicten (Gedr. St. Kamer, 1992-1993, n" 894/3,blz. 5), wordt het gehele domein van de jurisdictie aldusgeregeld door wetten die zijn aangenomen volgens dewerkwijze van het volledige bicamerisme, « want deze (dehoven en rechtbanken) dienen zoals de Raad van State dedecreten, ordonnanties en besluiten van de gemeenschap-pen en de gewesten toe te passen en, indien zij hiertoebevoegd zijn, op hun grondwettigheid en wettigheid tetoetsen »,

Uit de parlementaire voorbereiding van de herzieningvan de Grondwet van 5 mei 1993 blijkt weliswaar ook datde woorden «de organisatie van de hoven en rechtbanken »

welke voorkomen in artikel41, § 2, 9°, - dat artikel77,eerste lid, 9°, van de gecoördineerde Grondwet is gewor-den - aldus kunnen worden opgevat dat de rechterlijkeorganisatie bedoeld wordt «zoals vermeld in deel II vanhet Gerechtelijk Wetboek, evenals de algemene beginselendie zijn vervat in deel I, voorzover ze betrekking hebben opde rechterlijke organisatie» (Verslag namens de commis-sie voor de herziening van de Grondwet en de hervormingder instellingen, gedr. st. Senaat, BZ, 1991-1992, n' 100-19/2°, blz. 18) (1).

Artikel 77, eerste lid, 9°, van de Grondwet kan evenwelniet los van andere bepalingen worden gelezen. Het moetinzonderheid worden begrepen in het lichtvan de bepalin-gendie uitdrukkelijk vervat zijn in artikel 77, eerste lid,3°, van de Grondwet, alsook van de bepalingen waarnaardit artikel impliciet verwijst. Ter wille vande strekkingvan de tekst van deGrondwet: alsook van de bevattelijk-heid en de samenhang ervan moeten de procedures van hetvolledige bicamerisme zowel toepasselijk zijn op de organi-satie van de hoven en rechtbanken als op de vaststellingvan hun bevoegdheden.

Indien anderszins wordt geoordeeld, zou zulks aanlei-ding geven tot merkwaardige anomalieën. Citeren we alsvoorbeeld de vaststelling van de bevoegdheden van derechtbanken die kennis nemen van geschillen over burger-lijke rechten, wat onder artikel 78 van de Grondwet zouvallen, terwijl de vaststelling van de bevoegdheden van derechtbanken die kennis nemen van geschillen over politie-ke rechten binnen de werkingssfeer van artikel 77 van deGrondwet zou vallen. Gelet op de moeilijkheden die rechts-leer en rechtspraak soms ondervinden om die twee soortengeschillen van elkaar te onderscheiden, rijst de vraag of deGrondwetgever de wijze van totstandkoming van de wet-ten met opzet nog ingewikkelder heeft willen maken, danwel ofhij niet gepoogdheeft op het stuk van de rechtsbede-ling een zelfde wetgevende regeling op te zetten.

Met andere woorden, artikel77, eerste lid, 9°, van deGrondwet beperkt niet de draagwijdte die moet worden

(') De bedoelingen van de stellers van de Grondwet zijn echtergeenszins eensluidend. In datzelfde verslag staat te lezen dat«wanneer men artikelen 93,94, 100, 102en 103van de Grondwetin de lijst opneemt in plaats van de vermelding « organisatie vande hoven en rechtbanken », C .. ) men C .. ) op die manier C .. ) allewetten betreffende de inrichting van de rechterlijke macht alsdusdanig aan het bicameraal stelsel (kan) onderwerpen, zodatgeen twijfel kan bestaan dat de toekomstige wetten op de admini-stratieve rechtbanken van eerste aanleg onder bicameraal stelselvallen ». Wellicht moet «rechtsprekende macht » worden gelezenin plaats van" rechterlijke macht », wat ookgenoegzaam de broos-heid aantoont van tekstverwijzingen op het stuk van de verdelingvan de bevoegdheden tussen het volledige bicamerisme en hetvirtuele bicamerisme.

[44 ]

Comme l'indique le rapport Tant fait au nom de laCommission de la révision de la Constitution, des réformesinstitutionnelles et du règlement des conflits (Doc. parl.,Chambre, 1992-1993, n° 894/3, p. 7),l'ensemble du domai-ne juridictionnel est gouverné ainsi par des lois adoptéesselon la technique du bicaméralisme égalitaire, «car cesderniers (les cours et les tribunaux) doivent, comme leConseil d'Etat, appliquer les décrets, les ordonnances etarrêtés des Communautés et des Régions et, s'ils sontcompétents, à cet égard, en vérifier la constitutionnalité etla légalité ».

Certes, il ressort aussi des travaux préparatoires de larévision de la Constitution du 5 mai 1993 que les mots«l'organisation des cours et tribunaux» qu'utilise l'arti-cle 41, § 2, 9°, - devenu l'article 77, alinéa 1"r,9°, de laConstitution coordonnée - peuvent servir à désigner 1'01'-ganisationjudiciaire« telle qu'elle est mentionnée dans ladeuxième partie du Codejudiciaire, ainsi que les principesgénéraux figurant dans sa première partie, pour autantqu'ils portent sur l'organisation judiciaire» (Rapport faitau nom de la Commission de révision de la Constitution etdes réformes des institutions (Doc.parl., Sénat, SE, 1991-1992, n° 100c19/2°,p. 18) (1).

L'article 77, alinéa t-, go, de la Constitution ne peut,cependant, être lu de manière isolée. Il doit, en particulier,être compris à la lumière des dispositions inscrites expres-sément dans l'article 77, alinéa 1"r,3°, de la Constitutionainsi que de celles auxquelles cet article fait implicitementréférence. L'économie du texte constitutionnel autant que ~son intelligence et sa cohérence veulent alors que les procé-dures du bicaméralisme égalitaire valent tant pour l'orga-nisation des cours et tribunaux que pour la déterminationde leurs attributions.

Raisonner autrement conduirait à de singulières ano-malies. Pour ne prendre qu'un exemple, la définition desattributions des tribunaux qui connaissent des contesta-tions ayant pour objet des droits civils relèverait de l'arti-cle 78 de la Constitution, mais celle des tribunaux quiconnaissent des contestations ayant pour objet des droitspolitiques tomberait dans le champ de l'article 77 de laConstitution. Si l'on connaît les difficultés que la doctrineet la jurisprudence éprouvent parfois à distinguer ces deuxtypes de contestations, il est permis de se demander si leConstituant a voulu délibérément intioduire une complica-tion supplémentaire dans le processus de confection deslois ou s'il n'a pas cherché à concevoir, en matière dejustice, un même régime législatif.

En d'autres termes, l'article 77, alinéa I.", 9°, de laConstitution ne vient pas limiter la portée qu'il convient de

(I) La volonté des auteurs de la Constitution est, cependant,loin d'être univoque. Le même rapport indique qu'« en incluantdans la liste les articles 145, 146, 100, 102 et 109 de la Constitu-tion, plutôt qu'en mentionnant l'organisation des cours et tribu-naux ... , on peut soumettre au système bicaméral toutes les loisrelatives à l'organisation du pouvoir judiciaire, en tant que tel, sibien qu'il ne peut y avoir aucun doute que les lois futures sur lestribunaux administratifs de première instance relèveront du bica-méralisme ». Sans doute, faut-il lire" pouvoir juridictionnel" enlieu et place de «pouvoir judiciaire ", ce qui suffit aussi à démon-trer la fragilité des références textuelles dans le domaine de larépartition des compétences entre bicaméralisme égalitaire etbicaméralisme virtue!.

Page 45: K. 49-330/1

gegeven aan artikel 77, eerste lid, 30, van diezelfde Grond-

wet, integendeel, het voegt er iets aan toe. Voorzover zulksnodig is (1), preciseert die bepaling dat de organisatie vande hoven en rechtbanken voorzeker deel uitmaakt van deordening van de rechterlijke instellingen. Deze preciseringkon dienstig blijken in zoverre artikel 77, eerste lid, 30

, dieaanwijzing niet uitdrukkelijk bevatte en in zoverre alleenbij wege van een uitlegging van artikel 146 en van debepalingen die ermee verband houden, tot diezelfde conclu-sie kan worden gekomen.

Immers leest men in de rechtspraak van het Arbitrage-hof, weliswaar met betrekking tot de bevoegdheidsverde-ling tussen de Staat, de gemeenschappen en de gewesten,over de bepaling in het vroegere artikel Sd van de Grond-wet dat « geen rechtbank, geen met eigenlijke rechtspraakbelast orgaan kan worden ingesteld dan krachtens eenwet » het volgende «Krachtens die grondwetsregel bepaaltde wetgever de bevoegdheden van de administratieve ofgemeenrechtelijke rechtscolleges » (2). Volgens die recht-spraak vinden de bevoegdheden van de hoven en rechtban-ken hun grondslag in het vroegere artikel 94van de Grond-wet, thans artikel146 van de Grondwet (3). Deze laatstegrondwetsbepaling komt voor in artikel 77, eerste lid, 30

,

van de Grondwet, teneinde de in artikel146 van de Grond-wet bedoelde wetten onder de gelijke bevoegdheid vanKamer en Senaat te doen ressorteren. Aldus zijn nietalleen de « organisatie » maar ook de «bevoegdheid » vande hoven en rechtbanken integraal bicamerale aangele-genheden.

8. Tenslotte dient te worden benadrukt dat een verwij-zing naar een gedeelte van het Gereéhtelijk Wetboek, zoalstijdens de parlementaire voorbereiding werd gedaan (zien" 7) nogal zeer vormelijk lijkt te zijn (4). Zoals hiervorenreeds betoogd,moet het begrip « organisatie » in artikel 77,eerste lid, 9°,van de Grondwet eerder in de totale samen-hang van de regeling met betrekking tot het contentieuxvan de jurisdictie worden betrokken.

Dat een vormelijke verwijzing overigens tot ongerijmd-heden aanleiding kan geven, moge nog blijken uit artikel58 van het Gerechtelijk Wetboek, waarmee het tweede deelvan dat Wetboek aanvangt en volgens hetwelk- de organi-satie en de bevoegdheden van de militaire rechtbankendoor bijzondere wetten worden geregeld », Bij hanteringvanhet vormelijke criterium, zouden de militaire recht-banken aan de gelijke bevoegdheid van Kamer en Senaatontsnappen, ondanks het feit dat deze rechtscolleges, tezamen met de rechtbanken van koophandel en de arbeids-gerechten,in artikel 157 van de Grondwet onder de rech-terlijke macht zijn vermeld.

(I) De gemachtigde van de minister heeft in advies L. 24.603/2gesteld: «Door de extensieve interpretatie van artikel77, 3°,juncto 146 G.W.wordt artikel 77, 9° G.W.immerseen overbodigebepaling » Indien die redenering echter gevolgd wordt, moetenook de bepalingen betreffende de Raad van State en de admini-stratieve rechtscolleges vervallen. Men moet ervan uitgaan dat destellers van deGrondwet iedere dubbelzinnigheid ter zake hebbenwillen voorkomen.

(2) Arbitragehof, n' 40/92, 13 mei 1992, B.3. Vergelijk even-eens Arbitragehof, n"41190, 21 december 1990, B.3.

(3) Anders is het met de rechtspleging of de procedureregels,waarvoor de wetgever alleen op grond van zijn residuaire be-voegdheid bevoegd is gebleven: Arbitragehof, n"49/93, 24 juni1993, B.4.

(4) Tijdens de parlementaire voorbereiding werd dit eveneensopgemerkt door een lid, dat betoogde dat de verwijzing naar DeelII van het Gerechtelijk Wetboek enkel een indicatieve waardeheeft: Gedr. Stuk, Senaat, B.Z. 1991-1992,nr 100-19/2°,blz. 18.

[45 ] - 330 / 1-95 / 96

donner à l'article 77, 30, de la même Constitution. Au

contraire, il la complète. Pour autant que de besoin (1), ilprécise que, dans le domaine de l'aménagement des insti-tutions dejustice, il y a lieu, de toute évidence, de compren-dre l'organisation des cours et tribunaux. Cette précisionpouvait paraître utile dans la mesure où l'article 77, 30

, necontenait pas expressis verbis cette indication et où seuleune interprétation de l'article 146 et des dispositions quis'y agrègent permet d'arriver à la même conclusion.

En effet, concernant, il est vrai, la répartition des com-pétences entre l'Etat, les communautés et les régions, onpeut lire dans la jurisprudence de la Cour d'arbitrage, surla disposition de l'ancien article 94 de la Constitution selonlequel «Nul tribunal, nulle juridiction contentieuse nepeut être établi qu'en vertu d'une loi", que «c'est en vertude cette disposition constitutionnelle que le législateurdétermine les compétences des juridictions de l'Ordrejudi-ciaire et des juridictions administratives" (2). Selon cettejurisprudence, les compétences des cours et tribunauxtrouvent leur fondement dans l'ancien article 94 de laConstitution, actuellement l'article 146 de la Constitu-tion (3). Cette dernière disposition constitutionnelle figureà l'article 77, alinéa i-, 30

, afin que les lois visées à l'arti-cle 146 de la Constitution soient de la compétence sur unpied d'égalité dela Chambre et du Sénat. Ainsi, c'est nonseulement 1'« organisation", mais aussi la «compétence"des cours et tribunaux qui sont des matières intégralementbicamérales.

8. Il Ya lieu de souligner, enfin, qu'une référence à unepartie du Codejudiciaire, comme cela fut fait au cours destravaux préparatoires (voirna 7), paraît plutôt être de pureforme (4). Ainsi qu'il a déjà été indiqué plus haut, la notiond'«organisation », à l'article 77, alinéa i-, 90

, de la Consti-tution doit plutôt s'entendre dans le contexte global de lalégislation relative au contentieux juridictionnel.

La preuve qu'une référence de pure forme peut, audemeurant, engendrer l'incohérence, nous est encore don-née par l'article 58 du Codejudiciaire qui ouvre la deuxiè-me partie de ce code et selon lequel" l'organisation et lesattributions des tribunaux militaires sont régies par deslois spéciales », Si on appliquait le critère formel, les tribu-naux militaires échapperaient à la compétence de laChambre et du Sénat sur pied d'égalité, en dépit du fait queces juridictions sont mentionnées, en même temps que lestribunaux de commerce et les juridictions du travail, dansl'article 157 de la Constitution, comme faisant partie dupouvoir judiciaire.

(I) Selon le délégué du ministre dans l'affaire L. 24.603/2«Door de extensieve interpretatie van artikel77, 30

, june-to 146G.W. wordt artikel 77, 90 G.W. immers een overbodigebepaling », Mais, à suivre ce raisonnement, il y aurait lieu aussid'omettre les dispositions relatives au Conseil d'Etat et aux juri-dictions administratives. Il est permis de considérer que lesauteurs de la Constitution ont voulu éviter toute équivoque à cesujet.

(2) Cour d'arbitrage, n° 40/92, 13 mai 1992, B.3. Comparezégalement Cour d'arbitrage, n? 41/90,21 décembre 1990,B.3.

(3) Il en va autrement de la procédure ou des règles de procédu-re qui continuent de relever du législateur uniquement en vertu desa compétence résiduelle: Cour d'arbitrage, n° 49/93, 24 juin1993,B.4.

(4) Cette observation fut également faite au cours des travauxpréparatoires par un membre qui releva que la référence à ladeuxième partie du Code judiciaire n'a qu'une valeur indicative(Doc.parl., Sénat, S.E. 1991-1992,n° 100-19/2°,p. 18).

Page 46: K. 49-330/1

- 330 / 1 - 95 / 96 [ 46 l

B. Toepassing van artikel 83 van de Grondwet B. Application de l'article 83 de la Constitution

1. Naar luid van artikel83 van de Grondwet moet eenontwerp ofvoorstel van wet bepalen ofhet een aangelegen-heid als bedoeld in de artikelen 74, 77 en 78 beoogt teregelen.

Zulks kan gemakkelijk worden vermeld indien het inge-diende ontwerp ofvoorstel uitsluitend een aangelegenheidals bedoeld in één van die artikelen betreft. De Raad vanState heeft in zijn advies van 28 juni 1995 over een voor-ontwerp van wet tot wijziging van de wet van 31 mei 1961betreffende het gebruik der talen in wetgevingszaken, hetopmaken, bekendmaken en inwerkingtreden van wettenen verordeningen het volgende opgemerkt: « Die vermel-ding behoort ... overeenkomstig die grondwetsbepaling (ar-tikel 83) te worden opgenomen in de tekst zelfdie aan dekoninklijke bekrachtiging wordt voorgelegd en in de wetzoalszij in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendge-maakt (1) ». Naargelang van het geval wordt zij erin opge-nomen in een inleidende bepaling of in een slotbepaling.

Moeilijker liggen de zaken echter indien het ontwerp ofvoorstel van wet (eenzogenaamd «gemengde" wet) bepa-lingen bevat die behoren tot verschillende domeinen welkeworden behandeld door de voornoemde grondwettelijketeksten (2). Is het nodig de ontworpen tekst opzettelijk tesplitsen, onderscheiden teksten op te stellen en aldus eenhandelwijze te volgen die de Raad van State steeds heeftvoorgestaan wanneer in twee verschillende teksten bepa-lingen moesten worden opgenomen waarvoor, met het oogop de goedkeuring ervan, al dan niet een gekwalificeerdemeerderheid vereist was? Of moet veeleer worden aange-nomen dat bepalingen waarbij een verschillende werkwij-ze moet'worden gevolgd met het oogop de totstandkomingvan de wet, in een zelfde tekst mogen voorkomen, waarbijde stellers ervan in voorkomend geval duidelijk moetenaangeven welke bepalingen zich in het verlengde bevindenvan de ene of de andere grondwetsbepaling?

2. Om die vragen te kunnen beantwoorden is het nuttigeen onderscheid te maken naargelang van de verschillendesoorten ontwerpen of voorstellen van wet.

2.1. Op bijzondere wijze moet worden te werk gegaanmet de ontwerpen of voorstellen die een aangelegenheidals bedoeld in artikel 74 van de Grondwet regelen. Zulketeksten behoren in afwijking van artikel 36 van de Grond-wet uitsluitend tot de bevoegdheid van de Kamer vanVolksvertegenwoordigers, met uitsluiting van de bevoegd-heid van de Senaat, zodat ze steeds in een onderscheidenstuk moeten worden opgenomen.

In het voornoemde advies van 28 juni 1995 heeft deafdeling wetgeving van de Raad van State de formules vanvoordracht, van bekrachtiging en van afkondiging aange-geven die bij de opmaak van die wetgevende stukken moe-ten.worden gebruikt.

2.2. Voor de ontwerpen of voorstellen van wet die aan-gelegenheden beogen te regelen die zowel in artikel 77 alsin artikel 78 van de Grondwet worden bedoeld, dienen zichvier oplossingen aan.

2.2.1. Een eerste oplossing bestaat erin dat de tekstverdeeld wordt in twee onderscheiden wetgevende instru-menten, waarbij voor elk een eigen'goedkeuringsproceduremoet worden gevolgd.

e) Advies L. 24.224/2, Gedr. St. Kamer, B.Z. 1995, n' 38/1,blz. 14-15.

(2) Artikel 83 van de Grondwet bepaalt niet wat er met die« gemengde » teksten moet gebeuren.

1. Un projet ou une proposition de loi doit, aux termesde l'article 83 de la Constitution, préciser s'il entend réglerune matière qui est visée aux articles 74, 77 et 78.

Une telle mention sera aisément rapportée si le projetou la proposition déposé concerne exclusivement une ma-tière visée à l'un de ces articles. Comme l'a relevé le Conseild'Etat, dans son avis du 28juin 1995 sur un avant-projet deloi modifiant la loi du 31 mai 1961 relative à l'emploi deslangues en matière législative, à la présentation, à la publi-cation et à l'entrée en vigueur des textes légaux et régle-mentaires, « cette précision figurera ... , conformément àcette disposition constitutionnelle (celle de l'article 83),dans le corps même du texte soumis à la sanction royale etdans la loi, telle qu'elle sera publiée au Moniteur belge (1) »,

Elle y sera, par exemple, inscrite dans une dispositionliminaire ou finale selon le cas.

L'opération risque cependant de s'avérer plus délicate sile projet ou la proposition de loi - dite < mixte »» - con-tient des dispositions qui ressortissent à plusieurs domai-nes visés par les textes constitutionnels précités (2). Faut-ildélibérément diviser le texte en projet, rédiger des textesdistincts et respecter ainsi une pratique que le Conseild'Etat n'a pas manqué de préconiser lorsqu'il s'agissaitd'inscrire dans deux textes différents des dispositions quirequièrent, pour leur adoption, la réunion ou non de majo-rités qualifiées? Faut-il plutôt admettre que les disposi-tions ressortissant à des modes distincts d'élaboration dela loi peuvent être inscrites dans un même texte, à chargeéventuellement, pour ses auteurs, d'identifier, de manièreclaire, celles qui s'inscrivent dans le prolongement de l'uneou l'autre disposition constitutionnelle? .

2. Pour répondre à ces questions, il est utile de distin-guer plusieurs catégories de projets ou de propositions deloi.

2.1. Uri sort particulier doit être réservé aux projets oupropositions qui règlent une matière visée à l'article 74 dela Constitution. Etant, par dérogation à l'article 36 de laConstitution, de la seule compétence de la Chambre desreprésentants, à l'exclusion de celle du Sénat, ces textesdoivent toujours s'inscrire dans un document distinct.

Dans son avis précité du 28 juin 1995, la section delégislation du Conseil d'Etat a indiqué les formules deprésentation, de sanction et de promulgation qui doiventassortir la confection de ces documents législatifs.

2.2. En ce qui concerne les projets ou propositions de loiqui tendent à régler aussi bien des matières visées à l'arti-cle 77 de la Constitution que des matières visées par sonarticle 78, quatre solutions peuvent être présentées.

2.2.1. Selon une première solution, le texte serait diviseen deux instruments législatifs distincts, soumis chacun àla procédure d'adoption qui lui est propre.

e) Avis L. 24.224/2, Doc. parI. Chambre, S.E. 1995, n° 38/1,pp. 14-15.

(2) L'article 83 de la Constitution ne détermine pas le sortréservé à ces textes «mixtes »,

Page 47: K. 49-330/1

Die oplossing, welke is ingegeven door artikel 62 vanhet reglement van de Kamer, dreigt in de meeste gevallenafbreuk te doen aan de formele samenhang van de orde-ning van de wet, aan die van de behandeling ervan door dewetgevende Kamers en aan die van de bevattelijkheid voordegenen tot wie de wet zich richt.

Indien een samenhangend geheel in twee teksten wordtverdeeld waarop voor elk van-beide vervolgens een eigenwetgevende procedure wordt toegepast, kan zulks immersernstige problemen doen rijzen en kan de rechtszekerheidalzo in het gedrang komen: de kans bestaat dat één van deteksten niet meer in harmonie is met de andere, ofzelfs datde ene tekst wordt aangenomen en de andere niet.

Algemeen beschouwd moet er dus beslist de voorkeuraan worden gegeven dat een tekst die intrinsiek een geheelvormt, verder als één enkele tekst behandeld wordt. Eenvoorstelof ontwerp zou dan alleen worden verdeeld indiende tekst uit uiteenlopende onderdelen bestaat, zoals eenprogrammawet bijvoorbeeld (1), of indien de tekst tweefundamenteel verschillende aangelegenheden betreftwaarvoor de verdeling rechtens vanzelfsprekend lijkt.

Bijgevolg moet in ieder geval worden nagegaan of devoorgelegde tekst op grond van de hierboven uiteengezettecriteria kan worden verdeeld, dan wel of het voor hetonderzoek ende goedkeuring ervan niet geboden is ééngeheel te behouden.

2.2.2. Een tweede oplossing bestaat erin dat de tekstenin één enkeL stuk opgenomen blijven waarvan voor alleartikelen met het oogop de goedkeuring ervan de werkwij-ze van het volledige bicamerisme zou worden gevolgd. Deartikelen die moeten worden .goedgekeurd volgens dewerkwijze toepasselijk op de aangelegenheden bedoeld inartikel 77 van de Grondwet, zouden dan de overige bepa-lingen < assimileren » die op dezelfde wijze behoren te wor-den aangenomen.

Deze oplossing, welke steunt op de parlementaire voor-bereiding van artikel 77 van de Grondwet (2), lijkt niet inaanmerking te kunnen worden genomen.

De Raad van State beschouwt immers dat de toepassingvan dat beginsel ertoe zou leiden dat de werkingssfeer vanartikel 77 van de Grondwet aanzienlijk wordt uitgebreidten koste van artikel78, wat enerzijds niet in overeen-stemming zou zijn met de bedoeling van de Grondwetgevervan 1993, en anderzijds de regelmatigheid van de procedu-re van goedkeuring van elk van de bepalingen van de bij deKamers ingediende tekst niet kan waarborgen.

2.2.3. Een derde oplossing zou erin bestaan dat de tek-sten in één enkel stuk behouden blijven waarvoor de goed-keuringsprocedure wordt gevolgd die toepasselijk is op debepalingen die in het ontwerp als essentieel worden be-

(I) In dat verband is het belangwekkend vast te stellen dattoen de Eerste Minister tijdens de parlementaire voorbereidingvan de herziening van de Grondwet de verdeling van ontwerpenheeft aangehaald, de discussie bepaaldelijk ging over ontwerpenvan programmawet (verslag van de commissie van de Kamer voorde herziening van artikel 26 van de Grondwet, Gedr. St. Kamer,1992-93,n" 894/3, blz. 19).Zie eveneens de verklaring van de heerErdman, rapporteur, die hoopte dat de nieuwe regeling het ver-schijnsel van de allegaartjeswetten « lois fourre-tout» zou kunnenvoorkomen (Parl, hand., Senaat, 28 januari 1993, blz. 1466).

(2) Zie de verklaring van één van de indieners van het « basis-amendement »: «Wanneer een wet wordt behandeld .waarvansommige bepalingen volgens het bicameraal stelsel moeten wor-den behandeld, wordt de gehele wet volgens deze procedure be-handeld » (verslag van de commissie van de Senaat voor de herzie-ning van artikel41 van de Grondwet, Gedr. St. Senaat, B.Z.1991-1992, n" 100-19/2°,blz. 20).

[47 ] - 330 / 1-95 / 96

Cette solution, inspirée de l'article 62 du règlement dela Chambre, risque, dans la plupart des cas, de nuire à lacohérence formelle de la présentation de la loi, à celle deson examen par les chambres législatives et à celle de sacompréhension par les destinataires de la loi.

En effet, la division d'un ensemble cohérent en deuxtextes, qui sont ensuite soumis chacun à une procédurelégislative propre, peut donner lieu à d'importantes diffi-cultés et compromettre ainsi la sécurité juridique: le ris-que existe qu'un des textes ne soit plus en harmonie avecl'autre, ou même qu'un des textes soit adopté et l'autre non.

D'une manière générale, il faut donc assurément préfé-rer de continuer de traiter comme un seul texte, le textequi, intrinsèquement, constitue un ensemble. La divisiond'une proposition ou d'un projet ne pourrait s'appliquer quepour un texte composé d'éléments disparates, comme parexemple un projet de loi-programme (1), ou pour un textequi traite de deux matières fondamentalement distincteset pour lesquelles la division paraît évidente en droit.

En conséquence, il y aura lieu, dans chaque cas, devérifier si le texte présenté peut, en vertu des critères quiviennent d'être énoncés, être dissocié ou si son examen etson adoption ne postulent pas le maintien d'un documentunique.

2.2.2. Une deuxième solution préconiserait le maintiendes textes dans un instrument unique dont tous les articlesseraient soumis à la procédure d'adoption législative bica-mérale parfaite. Les articles devant être adoptés selon laprocédure applicable aux matières visées à l'article 77 de laConstitution auraient donc pour effet d'" absorber» lesautres dispositions qui devraient être adoptées selon lamême procédure.

Cette solution qui trouve un appui dans les travauxpréparatoires de l'article 77 de la Constitution (2), ne sem-ble pas pouvoir être retenue.

En effet, le Conseil d'Etat considère que l'applicationd'un tel principe conduirait à élargir considérablement lechamp d'application de l'article 77 de la Constitution audétriment de son article 78, ce qui, d'une part, ne serait pasen harmonie avec la volonté du Constituant de 1993 et,d'autre part, ne serait pasde nature à garantir la régulari-té de la procédure d'adoption pour chacune des dispositionsdu texte soumis aux Chambres.

2.2.3. Selon une troisième solution, les textes seraientmaintenus dans un instrument unique qui serait soumis àla procédure d'adoption applicable aux dispositions consi-dérées comme essentielles dans le projet. Les dispositions

(I) A cet égard, il est intéressant de constater que, lorsque lePremier Ministre, au cours des travaux préparatoires de la révi-sion de la Constitution, évoquait la division de projets, la discus-sion portait précisément sur des projets de loi-programme (rap-port de la commission de la Chambre sur la révision de l'article 26de la Constitution, Doc. parl. Chambre, 1992-93, n" 894/3, p. 19).Voir également la déclaration de M. Erdman, rapporteur, quiespérait que le nouveau système permettrait d'éviter des lois« fourre-tout» (Ann. Parl., Sénat, 28 janvier 1993, p. 1466).

(2) Voir la déclaration d'un des auteurs de 1'«amendement debase» : « Si l'on examine une loi dont certaines dispositions ressor-tissent au système bicaméral, c'est toute la loi qui sera examinéeselon cette procédure» (rapport de la:commission du Sénat sur larévision de l'article 41 de la Constitution, Doc. parl. Sénat, S.E.1991-1992, n? 100-19/2°,p. 20)~

Page 48: K. 49-330/1

- 330 / 1-95 / 96

schouwd. Voorde aanvullende bepalingen zou dan dezelfdewerkwijze worden toegepast als voor de teksten die alsfundamenteel worden beschouwd.

Deze oplossing, die gebaseerd is op de beoordeling, voorieder geval afzonderlijk, van de hoofdstrekking van eentekst, vertoont ernstige nadelen vanwege de onzekerheiddie voortvloeit uit de omstandigheid dat het soms moeilijkis te bepalen of sommige teksten fundamenteel dan welaanvullend zijn. Deze oplossing doet bijgevolg rechtsonze-kerheid ontstaan met betrekking tot de regelmatigheidvan de te volgen procedure.

De Raad van State oordeelt net als de stellers van hetverslag van de Senaatscommissie (I) dat die werkwijze nietbehoort te worden gevolgd.

2.2.4. Tot slot is het mogelijk de teksten in één enkelinstrument te behouden waarvan voor sommige artikelende goedkeuringsprocedure toepasselijk op de aangelegen-heden bedoeld in artikel 77 van de Grondwet wordt ge-volgd, terwijl voor de overige artikelen de goedkeurings-procedure toepasselijk op de aangelegenheden bedoeld inartikel 78 van de Grondwet wordt gevolgd. In een inleiden-de bepaling of in een slotbepaling zouden dan naargelangvan het geval de artikelen van het ontwerp of van hetvoorstel worden aangegeven die enerzijds een aangelegen-heid als bedoeld in artikel 77 regelen, en anderzijds diewelke een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 rege-len.

De Raad van State is er zich bewust van dat praktischeproblemen kunnen rijzen bij het uitstippelen van zulk eenprocedure. Hij is evenwel van oordeel dat deze vierde oplos-sing de meeste voordelen biedt: de regelmatigheid van degevolgde procedure wordt gewaarborgd, de bevattelijkheidvan het ontwerp wordt vergemakkelijkt voor diegenen dieerover moeten beraadslagen en stemmen, en ten slotteblijft de samenhang van de wettekst behouden »;

Besluit

Artikel 1 moet als volgt worden geredigeerd :« Artikel 1. - De artikelen 4 en 115 van deze wet

regelen aangelegenheden bedoeld in artikel 77, 3°, van deGrondwet in zoverre wordt verwezen naar artikel146 vande Grondwet; de overige artikelen regelen aangelegenhe-den bedoeld in artikel 78 van de Grondwet »,

BIJZONDERE OPMERKINGEN

Indieningsbesluit

Het indieningsbesluit moet als volgt worden geredi-geerd:

«Onze Minister van Justitie is gelast het ontwerp vanwet, waarvan de tekst hierna volgt, in Onze naam aan deWetgevende Kamers voor te leggen en bij de Kamer vanVolksvertegenwoordigers in te dienen: »,

(I) Voornoemd verslag van de Senaatscommissie omtrent deherziening van artikel 41 van de Grondwet, blz. 12. Deze oplos-sing verdient niet de voorkeur, daar ze de regelmatigheid van deprocedure voor alle bepalingen niet waarborgt. Bovendien zal hetniet steeds eenvoudig zijn te bepalen wat het « hoofddoel » van eentekst is.

[48 ]

accessoires suivraient, dès lors, le sort réservé aux textesjugés plus fondamentaux.

Cette solution qui repose sur l'appréciation, au cas parcas, de l'objet principal d'un texte présente de graves incon-vénients liés à l'incertitude, née de la difficulté d'évaluer lecaractère principal ou accessoire de certains textes. Cettesolution conduit, dès lors, à une insécurité juridique quantà la régularité de la procédure à suivre.

Comme les auteurs du rapport de la commission duSénat (I), le Conseil d'Etat estime que cette manière deprocéder ne doit pas être suivie.

2.2.4. Enfin, on peut envisager le maintien des textesdans un instrument unique dont certains articles serontsoumis à la procédure d'adoption applicable aux matièresvisées à l'article 77 de la Constitution et les autres articles,à celle applicable aux matières visées à l'articleZê de laConstitution. Une disposition liminaire ou finale, selon lecas, indiquerait les articles du projet ou de la propositionqui règlent une matière visée à l'article 77 d'une part, et,d'autre part, les articles qui règlent une matière visée àl'article 78.

Le Conseil d'Etat est conscient des quelques difficultéspratiques qui se poseront pour organiser une telle procédu-re. Il lui apparaît néanmoins que cette quatrième solutionprésente le plus d'avantages: la régularité de la procéduresuivie est garantie, la compréhension du projet est facilitéepour ceux qui doivent en discuter et le voter, enfin, lacohérence du texte légal est sauvegardée ».

Conclusion

L'article 1er doit être rédigé de la manière suivante:«Article L", - La présente loi, en ses articles 4 et 115,

règle des matières visées à l'article 77, 3°, de la Constitu-tion en tant qu'il se réfère à l'article 146 de la Constitution;les autres articles règlent des matières visées à l'article 78de la Constitution ».

OBSERVATIONS PARTICULIERES

Arrêté de présentation

L'arrêté de présentation doit être rédigé comme suit:

«Notre Ministre de la Justice est chargé de présenter,en Notre Nom, aux Chambres législatives et de déposer àla Chambre des représentants le projet de loi dont lateneur suit: ».

(I) Rapport de la commission du Sénat sur la révision de l'arti-cle 41 de la Constitution, cité supra, p. 12. Cette solution ne doitpas être privilégiée, dès lors qu'elle ne garantit pas la régularité dela procédure pour toutes les dispositions. En outre, il ne sera pastoujours aisé de déterminer quel est" l'objet principal » d'un texte.

Page 49: K. 49-330/1

Bepalend gedeelte

De ontworpen wet moet worden aangevuld met eenbepaling volgens welke de wet eerst in werking treedt op dedatum van inwerkingtreding van het ontwerp van wet totwijziging van artikel84 van het Gerechtelijk Wetboek.

De kamer was samengesteld uit

HH.:

J.-J. STRYCKMANS, kamervoorzitter;

y. BOUCQUEY,y. KREINS, staatsraden;

J. DE GAVRE,P. GOTHOT, assessoren van de afdeling wetgeving;

Mevr. :

J. GIELISSEN, griffier.

De overeenstemming tussen de Franse en de Neder-landse tekst werd nagezienonder toezicht van de heer J.~J.STRYCKMANS.

Het verslag werd uitgebracht door de heer J. REGNIER,eerste auditeur. De nota van het Coördinatiebureau werdopgesteld en toegelicht door de H. X. DELGRANGE, ad-junct- referendaris.

De Griffier, De Voorzitter,

J. GIELISSEN J.-J. STRYCKMANS

[ 49] - 330 /1 - 95 196

Dispositif

La loi en projet doit être complétée par une dispositionselon laquelle la loi n'entre en vigueur qu'à la date d'entréeen vigueur du projet de loi modifiant l'article 84 du Codejudiciaire.

La chambre était composée de

MM.:

J.-J. STRYCKMANS,président de chambre;

y. BOUCQUEY,y. KREINS, conseillers d'Etat;

J.DE GAVRE,P. GOTHOT, assesseurs de la section de législation;

Mme:

J. GIELISSEN, greffier.

La concordance entre la version française et la versionnéerlandaise a été vérifiée sous le contrôle de M. J.-J.STRYCKMANS.

Le rapport a été présenté par M. J. REGNIER, premierauditeur. La note du bureau de coordination a été rédigéeet exposée par M. X. DELGRANGE, référendaire adjoint.

Le Greffier, Le Président,

J. GIELISSEN J.-J. STRYCKMANS

Page 50: K. 49-330/1

- 330 Il -95 / 96

WETSONTWERP

ALBERT II, KONING DER BELGEN

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen,ONZE GROET.

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie,

HEBBEN WIJ BESLOTEN EN BESLUITEN WIJ:

Onze Minister van Justitie is gelast het ontwerpvan wet, waarvan de tekst hierna volgt, in Onze naamaan de Wetgevende Kamers voor te leggen en bij deKamer van volksvertegenwoordigers in te dienen:

TITEL I

Algemene bepalingen

Artikel1

De artikelen 4 en 115van deze wet regelen aange-legenheden bedoeld in artikel 77, eerste lid, 30, vande Grondwet in zoverre wordt verwezen naar arti-kel146 van de Grondwet; de overige artikelen rege-len aangelegenheden bedoeld in artikel 78 van deGrondwet.

Art.2

De koopman die op duurzame wijze heeft opgehou-den te betalen bevindt zich in staat van faillisse-ment.

Degene die geen handel meer drijft kan faillietworden verklaard indien hij heeft opgehouden tebetalen toen hij nog koopman was.

De koopman kan na zijn overlijden failliet wordenverklaard, indien hij overleden is nadat hij had opge-houden te betalen.

Art.3

De bepalingen van artikel50, tweede lid, 55 en 56van het Gerechtelijk Wetboek zijn niet toepasselijkop de vorderingen en betekeningen bedoeld in dezewet.

[50]

PROJET DE LOI

ALBERT II, ROI DES BELGES

A tous, présents et à venir,SALUT.

Sur la proposition de Notre Ministre de la Justice,

Nous AVONS ARRÊTÉ ET ARRÊTONS:

Notre Ministre de la Justice est chargé de présen-ter, en Notre nom, aux Chambres législatives, et dedéposer à la Chambre des représentants le projet deloi dont la teneur suit:

TITRE r-

Dispositions générales

Article 1er

La présente loi, en ses articles 4 et 115, règle desmatières visées à l'article 77, alinéa t-, 30, de laConstitution en tant qu'il se réfère à l'article 146 dela Constitution; les autres articles règlent des matiè-res visées à l'article 78 de la Constitution. -

Art.2

Tout commerçant qui a cessé ses paiements demanière durable est en état de faillite.

Celui qui n'exerce plus le commerce peut être dé-claré en faillite, si la cessation de ses paiementsremonte à une époque où il était encore commerçant.

La faillite d'un commerçant peut être déclaréeaprès son décès, lorsqu'il est mort en état de cessa-tion de paiement.

Art.3

Les articles 50, alinéa 2, 55 et 56 du Codejudiciai-re ne sont pas applicables aux demandes et significa-tions visées dans la présente loi.

Page 51: K. 49-330/1

TITEL II

Faillissement

HOOFDSTUKI

Aangifte, faillietverklaringen staking van betaling

Art.4

De faillietverklaring geschiedt bij vonnis van derechtbank van koophandel waarbijde zaak aanhan-gig is gemaakt, hetzij door aangifte van de gefailleer-de, hetzij op dagvaarding ofbij wege van een verzoek-schrift van een of meer schuldeisers of van hetopenbaar ministerie.

De rechtbank van koophandel bevoegd om de fail-lietverklaring uit te spreken, is .diewelke gelegen isin het rechtsgebied waarbinnen de koopman op dedag van aangifte van het faillissement of van hetinstellen van de rechtsvordering zijn woonplaats of,indien het een handelsvennootschap betreft, zijn ze-tel heeft. Indien de gefailleerde geen bekende woon-plaats heeft in België of in het buitenland is debevoegde rechtbank die van het rechtsgebied waar-binnen de koopman zijn hoofdverblijfplaats heeft ofde handelsvennootschap haar bedrijfszetel heeft.

Art.5

Zowel in geval van aangifte als in geval van vorde-ring tot faillietverklaring kan de rechtbank haarbeslissing opschorten voor een termijn van vijftiendagen tijdens welke de schuldenaar of het openbaarministerie een akkoord kunnen aanvragen.

Art.6

Wanneer het volstrekt noodzakelijk blijkt en metname wanneer bepaalde, gewichtige en met elkaarovereenstemmende aanwijzingen bestaan dat devoorwaarden voor het faillissement vervuld zijn, kande rechtbank van koophandel van het rechtsgebiedwaarbinnen de schuldenaar zijn woonplaats heeft ofwaar zijn maatschappelijke zetelis gevestigd, deschuldenaar het beheer van zijn goederen geheel often dele ontnemen.

De rechtbank beslist zoals in kort geding, ofwel opeenzijdig verzoekschrift van elke belanghebbende,ofwel ambtshalve.

De rechtbank wijst een of meer voorlopige be-stuurders aan en bepaalt nauwkeurig hun bevoegd-heid. De aangifte van het faillissement van de koop-man of zijn vertegenwoordiging in de faillissements-procedure behoren niet tot die bevoegdheid.

[ 51 ] - 330 / 1-95 / 96

TITRE II

De la faillite

CHAPITRE t-

De l'aveu, de la déclaration de failliteet de la cessation de paiement

Art.4

La faillite est déclarée par jugement du-tribunal decommerce saisi soit sur l'aveu du failli, soit sur cita-tion ou par voie de requête d'un ou plusieurs créan-ciers ou du ministère public.

Le tribunal de commerce compétent pour déclarerla faillite est celui dansle ressort duquel le commer-çant a son domicile ou, s'il s'agit d'une société com-merciale son siège social, au jour de l'aveu de lafaillite ou de la demande en justice. Lorsque le faillin'a pas de domicile connu en Belgique ni à l'étranger,le tribunal compétent est celui dans le ressort duquelle commerçant a son principal établissement ou lasociété commerciale son siège d'exploitation.

Art.5

Tant en cas d'aveu qu'en cas de demande en failli-te, le tribunal de commerce peut suspendre sa déci-sion pour un délai de quinze jours pendant lequel ledébiteur ou le ministère public peut introduire unedemande en concordat,

Art.6

En cas d'absolue nécessité, et notamment lorsqu'ilexiste des indices précis, graves et concordants queles conditions de la faillite sont réunies, le tribunalde commerce peut dessaisir le débiteur dont le domi-cile ou le siège social est établi dans son ressort, de lagestion de tout ou partie de ses biens.

Le tribunal statue comme en référé, soit sur requê-te unilatérale de tout intéressé, soit d'office.

Le tribunal désigne un ou plusieurs administra-teurs provisoires et précise leurs pouvoirs. Ceux-cinecomprennent pas celui de faire l'aveu de la faillite nicelui de représenter le commerçant dans uneprocé-dure en faillite.

Page 52: K. 49-330/1

- 330 / 1-95 / 96

Debeschikking tot ontneming van het beheer blijftslechts gevolg hebben indien, binnen drie dagen nade beschikking, door de eisende partij of,wanneer derechtbank van ambtswege heeft beschikt, door devoorlopige bestuurders een vordering tot faillietver-klaring wordt ingediend.

De beslissing vervalt van rechtswege indien hetfaillissement niet wordt uitgesproken binnen viermaanden na betekening van de vordering tot failliet-verklaring. Deze termijn wordt opgeschort voor deduur van het uitstel aan de schuldenaar toegekend ofvereist na een heropening van de debatten.

Onverminderd de toepassing van artikel 25 van dewetten. betreffende het 'handelsregister, gecoördi-neerd op 20 juli 1964, wordt de beslissing niet be-kendgemaakt.

De rechtbank kan te allen tijde, opverzoekschriftvan de voorlopige bestuurders, dier bevoegdhedenwijzigen. De krachtens dit artikel genomen beslissin-gen zijn uitvoerbaar bij voorraad. De rechtsmiddelenvoorgeschreven in de artikelën 1031 tot 1034van hetGerechtelijk Wetboek kunnen tegen die beslissingenworden aangewend.

Indien de schuldenaar, in strijd met de ontnerningvan het .beheer, over de goederen die tot de boedelbehoren heeft beschikt, dan is deze beschikking niettegenwerpbaar aan de boedel. De curator is nochtansniet gehouden tot teruggave van de goederen waar-over de gefailleerde heeft beschikt in zoverre ditleidde tot verrijking van de boedel.

Indien de schuldenaar over zijn goederen heeftbeschikt op de dag van de neerlegging van de beslis-sing tot ontneming van het beheer, wordt de schulde-naar vermoed over zijn goederen te hebben beschiktna deze beslissing.

Indien een betaling aan de sqhuldenaar werd ge-daan na de beslissing tot ontneming van het beheeren deze verrichting niet aan de voorlopige bestuur-der, belast met het ontvangen van betalingen, werdgedaan, wordt diegene die heeft betaald geacht tezijn bevrijd als hij geen kennis had van de bedoeldebeslissing.

Art.7

De gefailleerde is verplicht, binnen de maand na-dat hij heeft opgehouden te betalen, daarvan aangif-te te doen ter griffie van de bevoegde rechtbank.

Bij faillissement van een vennootschap onder fir-ma moet de aangifte de naam en de woonplaats vanelk der hoofdelijk verbonden vennoten vermelden; zijwordt gedaan ter griffie van de rechtbank van hetrechtsgebied waarbinnen de hoofdvestiging van devennootschap zich bevindt.

Van deze aangifte wordt door de griffier akte opge-maakt. Zij bevat een summiere opsomming van allebestanddelen van het actief en het passief. Bij dezeverklaring wordt de laatste jaarrekening gevoegdopgemaakt zoals voorgeschreven door de wet van17juli 1975 op de boekhouding en de jaarrekening

[ 52 ]

L'ordonnance de dessaisissement ne conserve d'ef-fet que dans la mesure où une demande en faillite estintroduite par la partie demanderesse ou, si le tribu-nal a statué d'office, par les administrateurs provi-soires dans les trois jours de l'ordonnance.

La décision cesse de plein droit de produire deseffets si un jugement de faillite n'est pas prononcédans les quatre mois de la signification de la deman-de. Ce délai est suspendu pendant le temps de laremise accordée au débiteur, ou pendant le tempsnécessaire à la suite d'une réouverture des débats.

La décision ne fait l'objet d'aucune publication,hormis celle prévue à l'article 25 des lois relatives auregistre du commerce, coordonnées le 20 juillet 1964.

Le tribunal peut à tout moment, sur requête desadministrateurs provisoires, modifier leurs pouvoirs.Les décisions rendues en vertu du présent articlesont exécutoires par provision. Elles peuvent fairel'objet des recours prévus aux articles 1031à 1034duCodejudiciaire.

Si le débiteur a, en violation du dessaisissement,disposé de biens appartenant à la masse, cette dispo-sition n'est pas opposable à la masse. Le curateur nedoit néanmoins restituer les biens dont le failli adisposé dans la mesure où la masse a été enrichie.

8i le débiteur a disposé de ses biens le jour dudépôt de la décision ordonnant le dessaisissement, ilest présumé que le débiteur a disposé de ses bienspostérieurement à cette décision.

Si un paiement a été fait au débiteur après ladécision ordonnant son dessaisissement et que cetteprestation n'a pas été faite à l'administrateur provi-soire chargé de percevoir des paiements, celui qui apayé est censé libéré s'il ignorait la décision.

- Art.7

Tout failli est tenu, dans le mois de la cessation deses paiements, d'en faire l'aveu au greffe du tribunalcompétent.

En cas de faillite d'une société en nom collectif,l'aveu contient le nom et l'indication du domicile dechacun des associés solidaires; il est fait au greffe dutribunal dans le ressort duquel se trouve le siège duprincipal établissement de la société.

Cet aveu est acté par le greffier et contient uneénumération sommaire de tous-les éléments consti-tutifs de l'actif et du passif. A cette déclaration sontjoints le dernier compte annuel établi dans la formeprescrite par la loi du 17juillet 1975 relative à lacomptabilité et aux comptes annuels des entreprises

Page 53: K. 49-330/1

van de ondernemingen, alsook een afschrift van hetverslag van het bevoegde vennootschapsorgaan hou-dende de beslissing om deze aangifte te doen.

De aangifte alsmede de gegevens tot staving vande staat van faillissement moeten worden meege-deeld aan en besproken met de ondernemingsraad of,indien er geen is, het comité voor veiligheid en ge-zondheid of, indien er geen is, de vakbondsafvaardi-ging daar waar deze is opgericht of, indien er geen is,een werknemersafvaardiging.

Art. 8

De gefailleerde voegt bij zijn aangifte :1° de balans van zijn zaken of een nota waarin de

redenen worden opgegeven, die hem beletten de ba-lans neer te leggen;

2° de boeken voorgeschreven in hoofdstuk I vande wet van 17juli 1975 op de boekhouding en dejaarrekening van de ondernemingen; die registersworden afgeslotendoor de griffier, die vaststelt inwelke staat zij zich bevinden.

De balans bevat een staat van activa en passivazoals bepaald door de wet van 17juli 1975 op deboekhouding en de jaarrekening van de ondernemin-gen alsmede een opgave en een schatting van alleroerende en onroerende goederen van de schulde-naar, de staat van schuldvorderingen en schulden,een tabel van de winsten en verliezen, de laatstebehoorlijk afgesloten resultatenrekening en een ta-bel van de uitgaven; zij moet door de schuldenaarecht verklaard, gedagtekend en ondertekend zijn.

De griffier bevestigt onderaan op de aangifte vande gefailleerde en onderaan op de bijgevoegde stuk-ken de datum waarop zij ter griffie zijn neergelegd,en geeft desgevraagd een ontvangstbewijs af.

De afgifte ter griffie van alle anders stukken be-treffende het faillissement wordt op dezelfde wijzevastgesteld, zonder dat daarvan een andere akte vanneerlegging behoeft te worden opgemaakt.

Art.9

Bij het vonnis van faillietverklaring benoemt derechtbank van koophandelonder haar leden, de voor-zitter uitgezonderd, een rechter-commissaris. Derechtbank van koophandel stelt een ofmeercuratorsaan, al naar de belangrijkheid van het faillissement.Zij beveelt in voorkomend geval een plaatsopnemingdoor de rechter-commissaris, de curators en de grif-fier. Zij beveelt dat de schuldeisers van de gefailleer-de ter griffie aangifte van hun vordering zullen doenbinnen een termijn van ten hoogste dertig dagen, terekenen van het vonnis van faillietverklaring, en zijbeveelt de bekendmaking bedoeld in artikel 37.

Hetzelfde vonnis wijst dag en uur aan waarop inhet gerechtsgebouw het proces-verbaal van verifica-tie van de schuldvorderingen zal worden afgesloten.

[ 53 ] - 330 Il - 95 I 96

ainsi qu'une copie du rapport de l'organe compétentde la société contenant la décision de faire ledit aveu.

L'aveu et les données étayant l'état de faillite doi-vent être communiquées au conseil d'entreprise ou, àdéfaut, au comité de sécurité et d'hygiène ou, à dé-faut, à la délégation syndicale si celle-ci a été consti-tuée ou, à défaut, à une délégation du personnel, et yêtre discutées.

Art.8

Le failli joint à son aveu:1° le bilan de ses affaires ou une note indiquant

les motifs qui l'empêchent de le déposer;

2° les livres exigés par le chapitre 1er de la loi du17juillet 1975relative à la comptabilité et aux comp-tes annuels des entreprises; ces registres sont arrê-tés par le greffier, qui constate l'étatoù ils se trou-vent.

Le bilan contient l'état des actifs et des passifs visépar la loi du 17juillet 1975 relative à la comptabilitéet aux comptes annuels des entreprises ainsi quel'énumération et l'évaluation de tous les biens mobi-liers et immobiliers du débiteur, l'état des créances etdes dettes, le tableau des profits et pertes, le derniercompte de résultats dûment clôturé et le tableau desdépenses; il doit être certifié véritable, daté et signépar le débiteur.

Le greffier certifie au bas de l'aveu du failli et despièces y annexées la date de leur remise au greffe, eten délivre récépissé, s'il en est requis.

La remise au greffe de toutes autres pièces concer-nant la faillite est constatée de la même manière,sans qu'il soit nécessaire d'en dresser aucun autreacte de dépôt.

Art.9

Par le jugement qui déclare la faillite, le tribunalde commerce nomme, parmi ses membres, le prési-dent excepté, un juge-commissaire. Le tribunal decommerce désigne un ou plusieurs curateurs, selonl'importance de la faillite. Il ordonne le cas échéantune descente sur les lieux, du juge-commissaire, descurateurs et du greffier. Il ordonne aux créanciers dufailli de faire au greffe la déclaration de leurs créan-ces dans un délai qui ne peut excéder trente jours àcompter du jugement déclaratif de faillite, et il or-donne la publication visée à l'article 37.

Le même jugement désigne les jour et heure aux-quels il sera procédé, au palais de justice, à la clôturedu procès-verbal de la vérification des créances.

Page 54: K. 49-330/1

~330/ 1~95 / 96

Art.10

De gefail1eerdewordt geacht op te houden te beta-len vanaf het vonnis van faillietverklaring of vanafde dag van zijn overlijden wanneer de faillietverkla-ring nadien is uitgesproken.

Dit tijdstip mag door de rechtbank alleen wordenvervroegd wanneer ernstige en objectieve omstan-digheden ondubbelzinnig aangeven dat de betalin-gen voor het vonnis hebben opgehouden; deze om-standigheden moeten in het vonnis worden vermeld.

Op dagvaarding van de curators betekend aan degefailleerde of van iedere belanghebbende, betekendaan de gefailleerde en aan de curators, kan de recht-bank, bij een later vonnis, beslissen die datum tewijzigen.

Het vonnis vermeldt de gegevens op basis waar-van de rechtbank het tijdstip bepaalt waarop debetalingen hebben opgehouden.

Een vordering om te doen vaststellen dat de gefail-leerde heeft opgehouden te betalen op een andertijdstip dan blijkt uit het vonnis van faillietverkla-ring ofuit een later vonnis, is niet meer ontvankelijkmeer dan zes maanden na de datum van het vonnisvan faillietverklaring, onverminderd evenwel derechtsmiddelen die openstaan tegen het vonnis vanfaillietverklaring zelf.

Het vonnis mag het tijdstip van staking van beta-ling niet vaststellen op meer dan zes maanden voorhet vonnis van faillietverklaring.

Art.11

Het vonnis van faillietverklaring wordt in op-dracht van de curators aan de gefailleerde betekend.

Het exploot van betekening bevat, op straffe vannietigheid, benevens de tekst van de artikelen 12 en13, aanmaning om aanwezig te zijn bij de sluitingvan het proces-verbaal van verificatie van de schuld-vorderingen en er in voorkomend geval, te vernemenop welke dag of dagen de rechter-commissaris dedebatten over de betwiste schuldvorderingen vast-stelt.

Art.12

Ieder vonnis van faillietverklaring of ieder vonniswaarbij het tijdstip van staking van betaling wordtvastgesteld, is bij voorraad en op de minuut vanaf deuitspraak uitvoerbaar.

Tegen de vonnissen bedoeld in het eerste lid kanverzet worden gedaan door de verstekdoende par-tijen en derdenverzet door de belanghebbenden diedaarbij geen partij zijn geweest.

Het verzet is slechts ontvankelijk indienhet wordtgedaan binnen de vijftien dagen na betekening vanhet vonnis. Het derdenverzet is slechts ontvankelijk

[54 ]

Art.10

La cessation de paiement est réputée avoir lieu àpartir du jugement déclaratif de faillite, ou à partirdu décès, quand la faillite est déclarée après le décèsdu failli.

Le tribunal ne peut fixer à une date antérieure lacessation de paiement, sauf si des éléments sérieuxet objectifs indiquent clairement que la cessation depaiement a,eu lieu avant le jugement; ces élémentsdoivent être mentionnés dans le jugement.

Le tribunal peut, sur citation des curateurs dirigéecontre le failli ou sur citation de tout intéressé dirigéecontre le failli et les curateurs, modifier ultérieure-ment la date de cessation de paiement.

Le jugement mentionne les données sur lesquellesle tribunal s'est fondé pour déterminer la date de lacessation de paiement.

Aucune demande tendant à faire fixer la cessationde paiement à une époque, autre que celle qui résultedu jugement déclaratif ou d'un jugement ultérieur,n'est recevable plus de six mois après le jugementdéclaratif de faillite, sans préjudice toutefois del'exercice des voies de recours contre le jugementdéclaratif de faillite.

Lejugement ne peut fixer la date de la cessation depaiement a une date précédant de plus de six mois lejugement déclaratif de faillite.

Art. 11

Le jugement déclaratif de faillite est signifié aufailli à la diligence des curateurs.

L'exploit de signification contient, à peine de nulli-té, outre les textes des articles 12 et 13, sommation àcomparaître à la clôture du procès-verbal de vérifica-tion des créances et d'y apprendre, le cas échéant, àquelle date ou dates le juge-commissaire fixe lesdébats concernant les créances contestées.

Art.12

Tout jugement déclaratif de faillite ou fixant ladate de cessation de paiement est exécutoire parprovision et sur minute dès la prononciation.

Les jugements prévus à l'alinéa 1er sont suscepti-bles d'opposition par les parties défaillantes et detierce opposition de la part des intéressés qui n'y ontpas été parties.

L'opposition à ces décisions n'est recevable que sielle est formée dansles quinze jours de la significa-tion du jugement. La tierce opposition n'est recevable

Page 55: K. 49-330/1

indien het wordt gedaan binnen de vijftien dagen nade opneming van het uittreksel van het vonnis in hetBelgisch Staatsblad.

De termijn om hoger beroep in te stellen tegen devonnissen bedoeld in het eerste lid, is vijftien dagen,terekenen vanaf de opneming in het Belgisch Staats-blad van hetuittreksel bedoeld in artikel37 of,vanafde betekening van het vonnis, indien het hoger be-roep door de gefailleerde is ingesteld.

Art. 13

Hoger beroep, verzet of derdenverzet tegen hetvonnis van faillietverklaring of tegen het vonnis datde faillietverklaring afwijst, worden zonder verwijlin staat gesteld. De rechter stelt, op aanvraag van demeest gerede partij, de zaak vast om binnen demaand van de aanvraag van rechtsdag gepleit teworden.

HOOFDSTUK II

Gevolgen van het faillissement

Art.14

Te rekenen van de dag van het vonnis van failliet-verklaring verliest de gefailleerde van rechtswegehet beheer over al zijn goederen, zelfs over de goede-ren die hij mocht verkrijgen terwijl hij zich in staatvan faillissement bevindt. Alle betalingen, verrich-tingen en handelingen van de gefailleerde en allebetalingen aan de gefailleerde gedaan vanaf de dagvan het vonnis, zijn rechtens nietig.

De goederen bedoeld in artikel 1408 van het Ge-rechtelijk Wetboek, met uitzondering van de goede-ren die de beslagene volstrekt nodig heeft voor zijnberoep, bedoeld in het 3° van dat artikel, worden uithet actief van het faillissement gesloten en blijvenonder het beheer en ter beschikking van de gefail-leerde.

Worden eveneens uitgesloten uit het actiefvan hetfaillissement, de bedragen, sommen en uitkeringendie de gefailleerde ontvangt sinds de faillietverkla-ring voor zover zij krachtens de artikelen 1409 tot enmet 1412 van het Gerechtelijk Wetboek ofkrachtensbijzondere wetten niet voor beslag vatbaar zijn.

Worden eveneens uitgesloten uit het actiefvanhetfaillissement, de vergoeding voor schade die aan depersoon is verbonden en die aan de gefailleerde toe-komt uit onrechtmatige daad.

Art.15

Zijn niet tegenwerpbaar aan de boedel, wanneerzij door de schuldenaar zijn verricht sinds het door de

[55 ] - 330 Il - 9S / 96

que si elle est formée dans les quinze jours de l'inser-tion des extraits du jugement au Moniteur belge.

Le délai pour interjeter appel des jugements visésà l'alinéa 1er est de quinze jours à compter de lapublication au Moniteur belge visée à l'article 37 ou,si l'appel émane du failli, de quinze jours à compterde la signification du jugement.

Art.13

L'appel, l'opposition ou la tierce opposition dirigéscontre le jugement déclarant la faillite ou refusant dela déclarer, sont instruits avec célérité. A la demandede la partie la plus diligente, le juge fixe l'affaire pourêtre plaidée dans le mois de la demande de fixation.

CHAPITRE II

Des effets de la faillite

Art. 14

Le failli, à compter du jour du jugement déclaratifde la faillite, est dessaisi de plein droit de l'adminis-tration de tous ses biens, même de ceux qui peuventlui échoir tant qu'il est en état de faillite. Tous paie-ments, opérations et actes faits par le failli, et touspaiements faits au failli depuis ce jour sont nuls dedroit.

Les biens visés à l'article 1408, du Codejudiciaire,à l'exception des biens indispensables à la professiondu saisi, visés au 3° de cet article, sont exclus del'actif de la faillite; le failli en conserve l'administra-tion ainsi que la disposition.

Sont également exclus de l'actif de la faillite lesmontants, sommes et paiements que le failli recueilleà partir de la déclaration de la faillite, pour autantqu'ils soient insaisissables en vertu des articles 1409à 1412 du Codejudiciaire ou en vertu de lois particu-lières.

Sont également exclues de l'actif de la faillite, lesindemnités accordées au failli pour la réparationd'un préjudice lié à la personne et causé par un acteillicite.

Art.15

Sont inopposables à la masse, lorsqu'ils ont étéfaits par le débiteur depuis l'époque déterminée par

Page 56: K. 49-330/1

- 330 / 1-95 / 96

rechtbank bepaalde tijdstip van staking van beta-ling:

1D alle handelingen waardoor de eigendom vanroerende of onroerende goederen om niet wordt afge-staan, alsmede handelingen, verrichtingen of over-eenkomsten, vergeldend of onder bezwarende titel,indien de waarde van hetgeen de gefailleerde heeftgegeven, de waarde van hetgeen hij daarvoor heeftontvangen, aanmerkelijk overtreft;

2D alle betalingen, hetzij in geld, hetzij bij over-dracht, verkoop, schuldvergelijking of anderszins,wegens niet vervallen schulden, en alle betalingenanders dan in geld of in handelspapier, wegens ver-vallen schulden;

3D alle bedongen hypotheken en alle rechten vangebruikspand of van pand, op de goederen van deschuldenaar gevestigd wegens voordien aangeganeschulden.

Art.16

Alle andere betalingen door de schuldenaar we-gens vervallen schulden gedaan, en alle handelingenonder bezwarende titel door hem aangegaan na destaking van betaling en voor het vonnis van failliet-verklaring, kunnen niet-tegenwerpbaar verklaardworden, indien zij die van de schuldenaar iets heb-ben ontvangen ofmet hem hebben gehandeld, kennishadden van de staking van betaling.

Art.17

De rechten van hypotheek en van voorrecht die opgeldige wijze verkregen zijn, kunnen ingeschrevenworden tot de dag van het vonnis van faillietverkla-ring.

De inschrijvingen die binnen de tien dagen voorhet tijdstip van de staking van betaling of later zijngenomen, kunnen niet-tegenwerpbaar verklaardworden, wanneer meer dan vijftien dagen verlopenzijn tussen de datum van de akte waaruit de hypo-theek of het voorrecht volgt, en de datum van deinschrijving.

Art.18

Alle handelingen of betalingen, verricht met be-drieglijke benadeling van de rechten van de schuld-eisers zijn niet-tegenwerpbaar onverschillig op wel-ke datum zij hebben plaatsgehad.

Art.19

Ingeval een wisselbrief betaald is na het tijdstipbepaald als het tijdstip van de staking van betalingen voor het vonnis van faillietverklaring, kan devordering tot teruggave slechts ingesteld worden te-

[ 56]

le tribunal comme étant celle de la cessation de sespaiements:

1D tous actes translatifs de propriété mobilière ouimmobilière à titre gratuit, ainsi que les actes, opéra-tions ou contrats commutatifs ou à titre onéreux, si lavaleur de ce qui a été donné par le failli dépassenotablement celle de ce qu'il a reçu en retour;

2D tous paiements, soit en espèces, soit par trans-port, vente, compensation ou autrement, pour dettesnon échues et pour dettes échues, tous paiementsfaits autrement qu'en espèces ou effets de commerce;

3D toutes hypothèques conventionnelles et tousdroits d'antichrèse ou de gage constitués sur les biensdu débiteur pour dettes antérieurement contractées.

Art.16

Tous autres paiements faits par le débiteur pourdettes échues, et tous autres actes à titre onéreux parlui passés après la cessation de ses paiements etavant le jugement déclaratif, peuvent être déclarésinopposables à la masse, si, de la part de ceux qui ontreçu du débiteur ou qui ont traité avec lui, ils ont eulieu avec connaissance de la cessation de paiement.

Art.17

Les droits d'hypothèque et de privilège valable-ment acquis peuvent être inscrits jusqu'au jour dujugement déclaratif de la faillite.

Néanmoins, les inscriptions prises dans lesdix jours qui ont précédé l'époque de la cessation depaiement ou postérieurement, peuvent être décla-rées inopposables s'il s'est écouléplus de quinze joursentre la date de l'acte constitutif de l'hypothèque oudu privilège et celle de l'inscription.

Art.18

Tous actes ou paiements faits en fraude des créan-ciers sont inopposables, quelle que soit la date àlaquelle ils ont eu lieu.

Art.19

Dans le cas où des lettres de change auraient étépayées après l'époque fixée comme étant celle de làcessation de paiement et avant le jugement déclara-tif de la faillite, l'action en rapport ne peut être

Page 57: K. 49-330/1

gen hem voorwiens rekening de wisselbrief is uitge-geven; betreft heteen orderbriefje, dan kan de vorde-ring slechts ingesteld worden tegen de eerste endos-sant.

In beide gevallen moet het bewijs worden geleverddat hij tegen wie de teruggave wordt gevorderd, tentijde van de uitgifte van het stuk kennis had van destaking van betaling.

Art.20

Het vonnis van faillietverklaring heeft ten gevolgedat de niet vervallen schulden opeisbaar worden tenaanzien van de gefailleerde. Is gefailleerde onderte-kenaar van een orderbriefje, acceptant van een wis-selbrief, oftrekker bij gebrek van acceptatie, dan zijnde andere schuldenaars gehouden borg te stellenvoor de betaling op de vervaldag, tenzij zij verkiezendadelijk te betalen.

Niet vervallen schulden die geen rente geven enwaarvan de vervaldag meer dan een jaar na hetvonnis ligt, worden in het passief echter niet opgeno-men dan onder aftrek van de wettelijke rente voor detijd die nog moet verlopen sedert het vonnis vanfaillietverklaring en tot de vervaldag.

Ingeval een van de medeschuldenaars een nietvervallen en niet rentegevend orderbriefje of zodani-ge wisselbrief onmiddellijk betaalt, geschiedt zulksonder aftrek van de wettelijke rente voor de tijd dienog moet verlopen tot de vervaldag.

Art.21

De rente van schuldvorderingen die niet gewaar-borgd zijn door een bijzonder voorrecht, pand of hy-potheek, houdt op te lopen vanaf het vonnis vanfaillietverklaring, doch alleen ten aanzien van deboedel.

De rente van de gewaarborgde schuldvorderingenkan niet worden gevorderd dan van de opbrengst vande goederen die verbonden zijn voor het voorrecht,het pand of de hypotheek.

Art.22

Na hetzelfde vonnis kan een roerende ofonroeren-de rechtsvordering of een middel van tenuitvoerleg-ging op de roerende of onroerende goederen nietvoortgezet, ingesteld of aangewend worden dan te-gen de curators. De rechtbank kan de gefailleerdeniettemin als tussenkomende partij toelaten.

De beslissingen die worden gewezen omtrent derechtsvorderingen voortgezet of ingesteld tegen degefailleerde persoonlijk, kunnen niet aan de boedelworden tegengeworpen.

[ 57 ] - 330 / 1- 95 / 96

intentée que contre celui pour le compte duquel lalettre de change a été fournie; s'il s'agit d'un billet àordre, l'action ne peut être exercée que contre lepremier endosseur.

Dans l'un et l'autre cas, la preuve que celui à quion demande le rapport avait connaissance de la ces-sation de paiement à l'époque de l'émission du titre,doit être fournie.

Art.20

Lejugement déclaratif de la faillite rend exigibles,à l'égard du failli, les dettes non échues. Si le failli estle souscripteur d'un billet à ordre, l'accepteur d'unelettre de change, ou le tireur à défaut d'acceptation,les autres obligés sont tenus de donner caution pourle paiement à l'échéance, s'ils ne choisissent pas depayer immédiatement.

Toutefois, les dettes non échues et ne portant pasintérêt, dont le terme serait éloigné de plus d'uneannée à dater du jugement déclaratif, ne sont admi-ses au passif que sous déduction de l'intérêt légalcalculé depuis le jugement déclaratif jusqu'àl'échéance.

En cas de paiement immédiat par l'un des coobli-gés d'un billet à ordre ou d'une lettre de change nonéchue et ne portant pas intérêt, il est fait sous déduc-tion de l'intérêt légal pour le temps qui reste à courirjusqu'à l'expiration du terme.

Art.21

A compter du jugement déclaratif de la faillite, lecours des intérêts de toute créance non garantie parun privilège spécial, par un nantissement ou par unehypothèque, est arrêté à l'égard de la masse seule-ment.

Les intérêts des créances garanties ne peuventêtre réclamés que sut les sommes provenant desbiens affectés au privilège, au nantissement ou àl'hypothèque.

Art.22

Apartir du même jugement, toute action mobilièreou immobilière, toute voie d'exécution sur lès meu-bles ou immeubles, ne peut être suivie, intentée ouexercée que contre les curateurs. Le tribunal peutnéanmoins recevoir le failli partie intervenante.

Les décisions rendues sur les actions suivies ouintentées contre le failli personnellement ne sont pasopposables à la masse.

Page 58: K. 49-330/1

- 330 / 1 - 95 / 96

Art.23

Wanneer de gefailleerde vennootschap geen ven-nootschap onder firma is, worden de door de curatorstegen de gefailleerde ingestelde rechtsplegingen ge-voerd tegen de zaakvoerders of bestuurders van dievennootschap.

Art.24

Het vonnis van faillietverklaring stuit elk beslag.

Indien de dag van de gedwongen verkoop van de inbeslag genomen roerende of onroerende goederenreeds voor dat vonnis was bepaald en door aanplak-king bekendgemaakt, geschiedt die verkoop voor re-kening van de boedel.

Wanneer echter het belang van de boedel het ver-eist, kan de rechter-commissaris op verzoek van decurators uitstel of afstel van de verkoop toestaan.

Art.25

Alle middelen van tenuitvoerlegging, strekkendetot betaling van de schuldvorderingen die bevoor-recht zijn op de roerende goederen die tot de faillieteboedel behoren, worden geschorst tot aan de sluitingvan het proces-verbaal van verificatie der schuldvor-deringen, behoudens alle maatregelen tot bewaringvan recht en het door de eigenaar verkregen recht omverhuurde goederen weer in bezit te nemen.

In dit laatste geval houdt de bij dit artikel bepaal-de schorsing van demiddelen van tenuitvoerleggingvan rechtswege op ten voordele van de eigenaar.

Wanneer echter het belang van de boedelhet ver-eist, kan de rechtbank op verzoekschrift van de cura-tor, na de betrokken bijzonder bevoorrechte schuld-eiser bij gerechtsbrief .te hebben opgeroepen, hetuitstel van de verdere uitvoering bevelen en dit vooreen maximum termijn van eenjaar te rekenen vanafde faillietverklaring.

HOOFDSTUK III

Beheer en vereffening vande failliete boedel

Eerste afdeling

Algemene bepalingen

Art.26

De curators worden gekozen uit de personen inge-schreven op een lijst opgesteld door de algemenevergadering van de rechtbank van koophandel.

[58 ]

Art. 23

Lorsqu'une société autre qu'une société en nomcollectif est déclarée en faillite, les procédures me- .nées par les curateurs contre le failli sont poursuiviescontre les gérants ou administrateurs.

Art. 24

Le jugement' déclaratif de la faillite arrête toutesaisie.

Si, antérieurement à ce jugement, le jour de lavente forcée des meubles ou immeubles saisis a déjàété fixé et publié par les affiches, cette vente a lieupour Ie compte de la masse.

Néanmoins, si l'intérêt de la masse l'exige, le juge-commissaire peut, sur la demande des curateurs,autoriser la remise ou l'abandon de la vente.

Art.25

Toutes voies d'exécution, pour parvenir au paie-ment des créances privilégiées sur le mobilier dépen-dant de la faillite, seront suspendues jusqu'à la clôtu-re du procès-verbal de vérification des créances, sanspréjudice de toute mesure conservatoire et du droitqui serait acquis au propriétaire des lieux loués d'enreprendre possession.

Dans ce dernier cas, la suspension des voies d'exé-cution établie au présent article cesse de plein droiten faveur du propriétaire.

Néanmoins, si l'intérêt de la masse l'exige, le tri-bunal peut, sur requête du curateur et après avoirconvoqué par pli judiciaire le créancier concerné bé-néficiant d'un privilège spécial, ordonner la suspen-sion d'exécution pour une période maximum d'un anà compter de la déclaration de faillite.

CHAPITRE III

De l'administration et de laliquidation de la faillite

Section 1re

Dispositions générales

Art.26

Les. curateurs sont choisis parmi les personnesinscrites sur une liste établie par l'assemblée généra-le du tribunal de commerce.

Page 59: K. 49-330/1

Alleen advocaten ingeschreven op het tableau vande orde van een Belgische balie kunnen op de in heteerste lid bedoelde lijst worden geplaatst. Zijmoetenten minste dert.ig jaar en ten hoogste vijfen-zestig jaar oud zijn, aantonen dat ze een opleidinghebben genoten en garanties inzake bekwaamheiden betrouwbaarheid bieden op het gebied van veref-feningsprocedures.

Wanneer de aard en de omvang van een faillisse-ment zulks vereisen kan elke andere persoon dievoldoet aan de voorwaarden inzake leeftijd en oplei-ding en de garanties biedt bedoeld in het tweede lid,als curator worden toegevoegd om reden van bijzon-dere bekwaamheden.

De Koning bepaalt de procedure van voordrachtvan de gegadigden bij de rechtbank alsook de termij-nen die moeten worden nageleefd bij het onderzoekvan de sollicitaties.

Art.27

Tegen elke beslissing waarbij inschrijving op eenlijst van curators wordt geweigerd, kan hoger beroepworden ingesteld voor het hofvan beroep. De termijnvan hoger beroep is een maand, te rekenen van dedag van de kennisgeving van de beslissing. In voor-komend geval beveelt het hof de inschrijving op delijst.

Art.28

Een persoon die op de lijst staat kan worden ge-schrapt ter uitvoering van een vonnis dat wordt ge-wezen op dagvaarding door het openbaar ministerie.De debatten hebben plaats met gesloten deuren alsde belanghebbende erom verzoekt.

Art.29

Bij het aanvaarden van hun ambt leggen de aan-gestelde curators, ten overstaan van de rechter-com-missaris, de eed af dat zij zich goed en getrouw vanhun opdracht zullen kwijten.

De curator beëindigt zijn opdracht en vraagt om teworden vervangen indien in omhet even welke standvan de procedure blijkt dat hij dan wel een van zijnvennoten tijdens het jaar voor het faillissement alsraadsman van een bevoorrecht schuldeiser is opge-treden.

Art.30

De rechtbank van koophandel kan te allen tijde derechter-commissaris vervangen door een van haarandere leden en de curators of een van hen vervan-gen of hun aantal vermeerderen of verminderen.

[ 59 ] - 330 / 1- 95 / 96

Peuvent seuls être admis sur la liste visée à l'ali-néa 1er, les avocats inscrits au tableau de l'ordre d'unbarreau belge, âgés de trente ans au moins et desoixante-cinq ans au plus, justifiant d'une formationet présentant des garanties de compétence et deconfiance en matière de procédures de liquidation.

Lorsque la nature et l'importance d'une faillite lecommandent, toute autre personne remplissant lesconditions d'âge et de formation et présentant lesgaranties prévues à l'alinéa 2 peut être adjointe enqualité de curateur, en raison de compétences parti-culières.

Le Roi fixe la procédure de présentation des candi-dats au tribunal ainsi que les délais à respecter pourl'examen des candidatures.

Art.27

Toute décision de refus d'inscription sur la listedes curateurs peut faire l'objet d'un recours devant lacour d'appel. Le délai pour introduire le recours estd'un mois à partir du jour de la notification de ladécision. La cour ordonne, le cas échéant, l'inscrip-tion sur la liste.

Art.28

Une personne figurant sur la liste peut en êtreomise en exécution d'un jugement rendu sur citationdu ministère public. Les débats se déroulent à huisclos si l'intéressé le demande.

Art.29

Les curateurs désignés prêtent, au moment deleur entrée en fonction et devant le juge-commissai-re, le serment de bien et fidèlement s'acquitter deleur mission.

Le curateur met fin à son intervention et solliciteson remplacement s'il apparaît, à quelque stade de laprocédure, qu'il est intervenu, ou que l'un de sesassociés est intervenu comme conseil d'un créancierprivilégié pendant l'année précédant la faillite.

Art.30

Le tribunal de commerce peut, à tout moment,remplacer le juge-commissaire par un autre de sesmembres ainsi que remplacer les curateurs ou l'und'eux, en augmenter ou en diminuer le nombre.

Page 60: K. 49-330/1

- 330 /1 - 95 / 96

De curators van wie de vervanging wordt overwo-gen, worden vooraf opgeroepen en, na verslag van derechter-commissaris, gehoord in raadkamer. Hetvonnis wordt uitgesproken in openbare terechtzit-ting.

Het vonnis waarbij de vervanging van de curatorwordt gelast, wordt door de griffier te zijner kennisgebracht. Een afschrift wordt eveneens ter kennisge-ving aan het openbaar ministerie gezonden.

Art. 31

Telkens wanneer een curator wordt geconfron-teerd met een tegenstrijdig belang, dat het hem nietmogelijk maakt op te treden, zal hij bij verzoekschriftgericht aan de rechtbank van koophandel, vragendat een curator ad hoc wordt aangesteld. De recht-bank zal hierover beslissen na verslag van de rech-ter-commissaris.

Wanneer een curator ad hoc wordt aangesteld tervervanging van de curator-titularis, zal de curatorad hoc de aanvaarding van zijn opdracht schriftelijkdienen te bevestigen. Hij zal bij het beëindigen vanzijn opdracht een verslag opmaken van zijn activitei-ten en zijn staat van kosten en ereloon Iaten begrotendoor de rechtbank, die erover zal beslissen na verslagvan de rechter-commissaris en na de titularis-cura-tor te hebben gehoord.

De staat van kosten en ereloon van de curator adhoc zullen door de curator-titularis als kosten vanhet faillissement worden opgenomen in zijn eindafre-kening.

Art.32

Het ereloon van de curators wordt bepaald metinachtneming van het openbaar karakter van hunambt en de graad van complexiteit van hun opdracht.Het mag niet worden uitgedrukt in een procentuelevergoeding op basis van de gerealiseerde activa. Deregels en barema's tot vaststelling van het ereloonworden door de Koning nader bepaald.

Bij elk verzoek tot toekenning van ereloon wordteen gedetailleerd overzicht van de te vergoeden pres-taties gevoegd.

De rechter kan, op verzoek van de curator en opeensluidend advies van de rechter-commissaris pro-visionele kosten en ereloon vaststellen. Behoudensbijzondere omstandigheden mag het geheel van deprovisionele kosten en ereloon niet hoger zijn dandrie vierden van de sommen vastgesteld volgens dedoor de Koning bepaalde vergoedingsregels. In geengeval kan het provisioneel ereloon worden begrootwanneer de curators de in artikel33 bedoelde versla-gen niet overhandigen.

[60 ]

Les curateurs dont le remplacement est envisagé,sont préalablement appelés et après rapport dujuge-commissaire, entendus en chambre du conseil. Lejugement est prononcé en audience publique.

Le jugement ordonnant le remplacement d'un cu-rateur lui est notifié à la diligence du greffier. Unecopie du jugement est également transmise pour in-formation au ministère public.

Art.31

Lorsqu'un curateur est empêché, en raison d'unconflit d'intérêts, d'intervenir, il demande, par voiede requête adressée au tribunal de commerce, ladésignation d'un curateur ad hoc. Le tribunal statuesur la requête après avoir pris connaissance du rap-port du juge-commissaire.

Lorsqu'un curateur ad hoc est désigné en rempla-cement du curateur titulaire, ce curateur ad hoc doitconfirmer par écrit l'acceptation de sa mission. Au"terme de sa mission, il rédige un rapport de sesactivités et fait chiffrer son état de frais et ses hono-raires par le tribunal de commerce, qui statue aprèsavoir entendu le juge-commissaire et le curateur ti-tulaire.

Le curateur titulaire fait figurer l'état de frais ethonoraires du curateur ad hoc dans son décomptefinal au titre de frais de la faillite.

Art.32

Les honoraires des curateurs sont fixés comptetenu du caractère public de leur fonction et du degréde complexité de leur mission. Ils ne peuvent s'expri-mer sous la forme d'une indemnité proportionnelleaux actifs réalisés. Les règles et barèmes relatifs à lafixation des honoraires sont établis par le Roi.

Un relevé détaillé des prestations à rémunérer estjoint à toute demande d'honoraires.

Lejuge peut fixer des frais et honoraires provision-nels à la demande du curateur et de l'avis conformedu juge-commissaire. Sauf circonstances particuliè-res, le total des frais et honoraires provisionnels nepeut excéder 75 % du montant fixé selon les règlesd'indemnisation établies par le Roi. En aucun cas,des honoraires provisionnels ne peuvent être arbi-trés lorsque les curateurs ne remettent pas les étatsprévus à l'article 33.

Page 61: K. 49-330/1

Art.33

Tijdens de zesde, negende en twaalfde maand vanhet eerste jaar van de vereffening van een faillisse-ment, overhandigen de curators aan de rechter-com-missaris een omstandig verslag betreffende de toe-stand van het faillissement.

Dit verslag vermeldt de ontvangsten, de uitgavenen de uitkeringen en geeft aan wat nog moet wordenvereffend. Het wordt neergelegd in het faillisse-mentsdossier.

Vanaf het tweede jaar van de vereffening moetgemeld verslag slechts om de zes maanden aan derechter-commissaris worden overhandigd en in hetfaillissementsdossier neergelegd.

Art.34

De rechter-commissaris is er in het bijzonder meebelast toezicht te houden op het beheer en op devereffening van het faillissement en de verrichtingenervan te bespoedigen; hij brengt op de terechtzittingverslag uit over alle geschillen waartoe het faillisse-ment aanleiding geeft, behoudens de uitzonderingwaarin het zesde lid voorziet; hij beveelt de dringen-de maatregelen die noodzakelijk zijn voor het beveili-gen en het bewaren van de goederen vin dé boedel enhij zit de vergaderingen voor van de schuldeisers vande gefailleerde.

In geval van verhindering van de rechter-commis-saris voorziet de voorzitter van de rechtbank in diensvervanging.

Wanneer de rechter-commissaris verslag uit-brengt over de geschillen waartoe het faillissement'aanleiding geeft, kan hij geen deel uitmakenvan dezetel.

De rechter-commissaris kan buiten zijn arrondis-sement alle tot zijn opdracht behorende handelingenverrichten, wanneer hij van oordeel is dat ernstige ofdringende omstandigheden zulks vereisen.

De beschikkingen van de rechter-commissaris zijnuitvoerbaar bij voorraad. Tegen die beschikkingenstaat beroep open bij de rechtbank.

De rechter-commissaris moet geen verslag uit-brengen betreffende de betwistingen van schuldvor-deringen tot opname in het passief.

Art ..35

De procureur des Konings kan bij alle verrichtin-gen van het faillissement aanwezig zijn, het dossiervan het faillissement raadplegen, inzage nemen vande boeken en bescheiden van de gefailleerde, de staatvan zijn zaken onderzoeken en zich door de curatorsalle inlichtingen doen verstrekken die hij dienstigacht.

[ 61 ] - 330 / 1- 95 / 96

Art.33

Les curateurs remettent au juge-commissaire, aucours des sixième, neuvième et douzième mois de lapremière année de liquidation de la faillite, un étatdétaillé de la situation de la faillite.

Cet état, qui comporte l'indication des recettes, desdépenses, des répartitions ainsi que de ce qu'il reste àliquider, est déposé au dossier de la faillite.

A partir de la deuxième. année de la liquidation,l'état détaillé ne doit plus être remis aujuge-commis-saire et déposé au dossier de la faillite que tous les sixmois.

Art.34

Le juge-commissaire est chargé spécialement d'ac-célérer et de surveiller les opérations, la gestion et laliquidation de la faillite; il fait rapport à l'audience detoutes les contestations nées de la faillite, sauf l'ex-ception prévue à l'alinéa 6; il ordonne les mesuresurgentes qui sont nécessaires pour la sûreté et laconservation des biens de la masse, et il préside lesréunions des créanciers du failli.

En cas d'empêchement du juge-commissaire, leprésident du tribunal ordonne son remplacement.

Lorsque le juge-commissaire fait rapport sur lescontestations nées de la faillite, il ne peut faire partiedu siège.

Le juge-commissaire peut procéder hors de sonarrondissement à tous actes relevant de ses attribu-tions, s'il estime que des circonstances graves ouurgentes le requièrent.

Les ordonnances du juge-commissaire sont exécu-toires par provision. Les recours contre ces ordon-nances sont portés devant le tribunal.

Le juge-commissaire ne fait pas rapport sur lescontestations de créances à admettre au passif.

Art.35

Le procureur du Roi peut assister à toutes lesopérations de la faillite, consulter à tout moment ledossier de la faillite, prendre connaissance des livreset papiers du failli, vérifier sa situation et se fairedonner par les curateurs tous les renseignementsqu'il juge utiles.

Page 62: K. 49-330/1

- 330 /1 - 95 / 96

Art.36

Tegen de vonnissen in faillissementszaken, dieniet het vonnis van faillietverklaring en het vonnistot vaststelling van de datum van ophouding vanbetaling zijn, staat beroep open overeenkomstig hetGerechtelijk Wetboek. Die vonnissen zijn uitvoer-baar bijvoorraad.

Geen verzet of hoger beroep staat open tegen :1. de vonnissen waarbij rechter-commissarissen

of curators worden benoemd of vervangen;2. de vonnissen waarbij een uitspraak wordt ge-

daan over de verzoeken tot hulp voor de gefailleerdeen zijn gezin;

3. de vonnissen waarbij de verkoop van goederenen koopwaren die tot het faillissement behoren,wordt toegestaan of waarbij overeenkomstig arti-kel 24, uitstel of afstel wordt verleend voor de ver-koop van inbeslaggenomen voorwerpen;

4. de vonnissen waarbij uitspraak wordt gedaanop hetberoep tegen de beschikkingen die de rechter-commissaris heeft gegeven bij de vervulling van zijnopdracht.

Mdeling2

Formaliteiten en beheer van het faillissement

Art.37

Het vonnis van faillietverklaring en het laterevonnis dat de staking van betaling vaststelt, wordendoor toedoen van de griffier van de rechtbank vankoophandel binnen de vijf dagen na hun dagtekeningbij uittreksel bekendgemaakt in het Belgisch Staats-blad en in dagbladen of in periodieke uitgaven metregionale spreiding.

Het uittreksel vermeldt:1. de naam, de voornamen, de plaats en datum

van geboorte, de aard van de voornaamste handels-activiteit alsmede de benaming waaronder die activi-teit wordt uitgeoefend alsmede het adres en het in-schrijvingsnummer in het handelsregister van degefailleerde; betreft het een handelsvennootschap,de naam, de rechtsvorm, de aard van de voornaamstehandelsactiviteit alsmede de benaming waaronderdie activiteit wordt uitgeoefend, het inschrijvings-nummer in het handelsregister en de zetel;

2. de datum van het vonnis van faillietverklaringen de rechtbank die het heeft gewezen;

3. in voorkomend geval de datum van het vonniswaarbij de staking van betaling is vastgesteld, en dedatum van die staking;

4. de naam, de voornamen en het adres van decurators;

5. de termijn om aangifte van de schuldvorderin-gen te doen;

[62 ]

Art.36

Les jugements prononcés en matière de faillite,autres que le jugement déclaratif de la faillite et lejugement fixant la date de cessation de paiementsont susceptibles de recours conformément au Codejudiciaire. Ces jugements sont exécutoires par provi-sion.

Ne sont susceptibles ni d'opposition, ni d'appel:1. les jugements relatifs à la nomination ou au

remplacement dejuge-commissaires ou de curateurs;2. les jugements qui statuent sur les demandes de

secours pour le failli et sa famille;

3. les jugements qui autorisent la vente des effetsou marchandises appartenant à la faillite, ou autori-sent conformément à l'article 24, la remise ou l'aban-don de la vente d'objets saisis;

4. les jugements statuant sur les recours forméscontre les ordonnances du juge-commissaire renduesdans les limites de ses attributions.

Section 2

Des formalités et de la gestion de la faillite

Art.37

Le jugement déclaratif de la faillite et celui qui afixé ultérieurement la cessation de paiement, sont, àla diligence du greffier du tribunal de commerce et .dans les cinq jours de leur date, insérés par extraitsau Moniteur belge et dans des journaux ou des pério-diques ayant une diffusion régionale.

Ces extraits contiennent:1. les nom, prénoms, lieu et date de-naissance, la

nature de l'activité commerciale principale ainsi quela dénomination sous laquelle cette activité est exer-cée ainsi que l'adresse et le numéro d'immatricula-tion au registre de commerce du failli; s'il s'agit d'unesociété commerciale, la dénomination, la forme, lanature de l'activité commerciale principale ainsi quela dénomination sous laquelle cette activité est exer-cée, le numéro d'immatriculation au registre de com-merce et le siège;

2. la date du jugement déclaratif et le tribunal quil'a prononcé;

3. le cas échéant, la date du jugement fixant ladate de cessation de paiement et l'indication de celle-ci;

4. les nom, prénoms et adresse des curateurs;

5. le délai dans lequel les créances doivent êtredéclarées;

Page 63: K. 49-330/1

6. datum en plaats van de zitting voor de afslui-ting van het proces-verbaal van verificatie van deschuldvorderingen.

De opneming wordt bewezen door middel van hetStaatsblad waarin de genoemde uittreksels zijn ver-schenen.

Indien de curator vaststelt dat het faillissementmogelijk zal moeten gesloten worden bij gebrek aanactief, verzoekt hij de rechter-commissaris ontlast teworden' van deze publikatieplicht. De kosten vanpublikatie die niet worden gedekt door het actief,zullen ten laste blijven van de curator.

Art.38

Voor elk faillissement wordt ter griffie een dossiergehouden waarin voorkomen :

1° een voor eensluidend verklaard afschrift vanhet vonnis van faillietverklaring, van het vonnis dathet tijdstip van de staking van betaling bepaalt envan de beslissingen gewezen na uitoefening van derechtsmiddelen tegen deze vonnissen;

2° het uittreksel van de bekendmakingen bedoeldin artikel 37;

3° in voorkomend geval een voor eensluidend ver-klaard afschrift van de beschikkingen genomenkrachtens de artikelen 40, § 2, en 42, derde lid;

4° het proces-verbaal van plaatsopneming en dein artikel 42 bedoelde boedelbeschrijving;

5° het proces-verbaal van nazicht van de schuld-vorderingen;

6° de tabel bedoeldin artikel 70;7° de door de curators opgemaakte verslagen en

uitdelingslijsten, bedoeld in de artikelen 33 en 51.Elke belanghebbende kan kosteloos inzage nemen

van het dossier en kan er een kopie van krijgen mitshij de griffierechten betaalt.

Art.39

De curators nemen dadelijk na het vonnis vanfaillietverklaring hun taak op nadat zij ten overstaanvan de rechter-commissaris de eed hebben afgelegdbedoeld in artikel29.

Zij beheren het faillissement als een goed huisva-der onder toezicht van de rechter-commissaris.

Art.40

§ 1. Indien daartoe grond bestaat, vorderen decurators dadelijk de verzegeling, op de wijze bepaaldin paragraaf 2.

De zegels kunnen worden aangebracht op de ma-gazijnen, de kantoren, de kassen, de portefeuilles, deboeken, de magneetdragers, inzonderheid de infor-maticadragers, de roerende goederen en de voorwer-pen van de gefailleerde.

[63 ] - 330 / 1-95 / 96

6. la date et le lieu de la séance de clôture duprocès-verbal de vérification des créances.

Il est justifié de cette insertion par le Moniteurcontenant lesdits extraits.

S'il constate qu'il est possible que la faillite doiveêtre clôturée pour insuffisance d'actif, le curateurdemande au juge-commissaire à être exonéré del'obligation de publication dans des journaux. Lesfrais de publication qui ne sont pas couverts parl'actif resteront à charge du curateur.

Art.38

Il est tenu au greffe, pour chaque faillite, un dos-sier contenant:

1° une copie conforme du jugement déclaratif defaillite, du jugement fixant la date de cessation depaiement et des décisions rendues sur recours contreces jugements;

2° les extraits des publications prévues à l'arti-cle 37;

3° le cas échéant une copie conforme des ordon-nances prises en vertu des articles 40, § 2, et 42,alinéa 3;

4° le procès-verbal de descente sur les lieux etl'inventaire prévu à l'article 42;

5° le procès-verbal de vérification des créances;

6° le tableau prévu à l'article 70;7° les rapports et états de répartition établis par

les curateurs, prévus aux articles 33 et 51.Tout intéressé peut prendre gratuitement con-

naissance du dossier et en obtenir copie moyennantpaiement des droits de greffe.

Art. 39 .

Les curateurs entrent en fonctions immédiate-ment après le jugement déclaratif et après avoirprêté devant le juge-commissaire le serment prévu àl'article 29.

Ils gèrent la faillite en bon père de famille, sous lasurveillance du juge-commissaire.

Art.40

§ r-. S'il y a lieu, les curateurs requièrent sur lechamp l'apposition des scellés de la manière prévuedans le paragraphe 2.

Les scellés peuvent être apposés sur les magasins,les comptoirs, les caisses, les portefeuilles, les livres,les supports magnétiques, notamment les supportsinformatiques, les meubles et effets du failli.

Page 64: K. 49-330/1

- 330 / 1-95 / 96

Bij faillissement van een vennootschap onder fir-ma of een gewone commanditaire vennootschap ge-schiedt de verzegeling, in voorkomend geval, nietalleen in de zetel van de vennootschap, maar ook inde woonplaats van ieder der hoofdelijk verbondenvennoten.

§ 2. De curators kunnen aan de rechter-commis-saris vragende verzegeling te bevelen, hetzij bijverzoekschrift, hetzij bij een mondelinge verklaringwaarvan de griffier akte opmaakt.

Art.41

De artikelen 1010, eerste lid, 1011, 1013 en 1015,eerste zin, van het Gerechtelijk Wetboek zijn vanovereenkomstige toepassing op de plaatsopneming.

Art.42

Vanaf hun ambtsaanvaarding maken de curatorsonverwijld en onder toezicht van de rechter-commis-saris de beschrijving op van de goederen van degefailleerde, in zijn tegenwoordigheid of nadat hijbehoorlijk is opgeroepen. De rechter-commissarisondertekent de beschrijving. De ondertekende be-schrijving wordt ter griffie van de rechtbank neerge-legd om te worden gevoegdbij het faillissementsdos-sier.

In de beschrijving worden elk van de in artikel14,tweede lid, bedoelde goederen afzonderlijk beschre-ven.

De curators kunnen zich, met machtiging van derechter-commissaris, voor het opmaken van de boe-delbeschrijving, alsmede voor het schatten van devoorwerpen, de materiële bewaring vande activa ende verkoop ervan, onder hun verantwoordelijkheid,laten bijstaan door degene die zij daartoe geschiktachten.

Art.43

Wanneer de faillietverklaring heeft plaatsgehadna overlijden en vooraleer de boedelbeschrijving isopgemaakt, ofwanneer de gefailleerde overlijdt voor-aleer met de beschrijving is begonnen, wordt dezedadelijk opgemaakt met inachtneming van de in arti-kel 42 voorgeschreven vormen, in tegenwoordigheidof althans na behoorlijke oproeping van de erfgena-men.

Art.44

Na het opmaken van de boedelbeschrijving wor-den de koopwaren, het geld, de bescheiden, de titels

[64 ]

En cas de faillite d'une société en nom collectif, ouen commandite simple, les scellés sont, le caséchéant, apposés non seulement au siège principal dela société, mais encore au domicile de chacun desassociés solidaires.

§ 2. Les curateurs peuvent demander au juge-commissaire d'ordonner l'apposition des scellés, soitpar requête, soit par une déclaration verbale actéepar le greffier. '

Art.41

La descente sur les lieux s'effectue par analogieselon les règles prévues aux articles 1010, alinéapremier, 1011, 1013 et 1015, première phrase duCodejudiciaire.

Art.42

Dès leur entrée en fonctions, les curateurs procè-dent, sans désemparer et sous la surveillance dujuge-commissaire, à l'inventaire des biens du failli,lequel est présent ou dûment appelé. Le juge-com-missaire signe l'inventaire. L'inventaire signé estdéposé au greffe du tribunal pour être joint au dos-sier de la faillite.

L'inventaire décrit séparément chacun des biensprévus à l'article 14, alinéa 2.

Les curateurs peuvent, avec l'autorisation du juge-commissaire, se faire aider, sous leur responsabilité,pour la rédaction de l'inventaire comme pour l'esti-mation des objets, pour la conservation des actifs etpour leur réalisation, par qui ils jugent convenable.

Art.43

En cas de déclaration de faillite après décès, lors-qu'il n'a point été fait d'inventaire antérieurement àcette déclaration, ou en cas de décès du failli avantl'ouverture de l'inventaire, il y est procédé immédia-tement dans les formes de l'article 42, en présencedes héritiers ou ceux-ci dûment appelés.

Art.44

L'inventaire terminé, les marchandises, l'argent,les papiers, les titres actifs, les meubles et effets du

Page 65: K. 49-330/1

van schuldvorderingen, de roerende goederen envoorwerpen van de schuldenaar toevertrouwd aan dezorg van de curators, die onderaan op het stuk ver-klaren ze over te nemen.

De curators mogen aan de gefailleerde of aan eenvan de bestuurders van de gefailleerde de archieventoevertrouwen. Indien nodig worden de archievenhun op eenvoudig verzoek en tegen ontvangstbewijsterugbezorgd.

Indien de curators de archieven niet kunnen te-ruggeven zijn ze ertoe gehouden deze tien jaar na deopening van het faillissement te bewaren, behoudensindien het faillissement dan niet gesloten is, in welkgeval zij ze dan zullen dienen te bewaren tot zesmaanden na de sluiting van het faillissement.

De dossiers welke de curator na het faillissementheeft aangelegd dient hij te bewaren volgens de bepa-lingen eigen aan de balie.

Art.45

Het komt de curators toe te beslissen of zij deovereenkomsten die gesloten zijn voor de datum vanhet vonnis van faillietverklaring en waaraan doordat vonnis geen einde wordt gemaakt, al dan nietverder uitvoeren.

De partij die de overeenkomst heeft gesloten metde gefailleerde kan de curators aanmanen om diebeslissing binnen vijftien dagen te nemen. Indien decurators geen beslissing nemen, wordtde overeen-komst ontbonden; de schuldvordering van de schadedie eventueel verschuldigd zou zijn aan de medecon-tractant wegens de niet-uitvoering, wordt opgeno-men in de boedel.

Indien de curators beslissen de overeenkomst uitte voeren, heeft de medecontractant recht, ten lastevan de boedel, op de uitvoering van de verbintenis inzoverre zij betrekking heeft op prestaties geleverd nahet faillissement.

Art.46

Indien het belang van de schuldeisers daaraanniet in de weg staat, kan de rechtbank, op verzoekvan de curator of van iedere belanghebbende, opverslag vande rechter-commissaris en na de curatorsen de vertegenwoordigers van het personeel in deondernemingsraad te hebben gehoord of, indien ergeen is, het comité voor veiligheid en gezondheid, ofindien er geen is, van de vakbondsafvaardiging daarwaar er een is opgericht, of indien er geen is, van dewerknemersafvaardiging, machtiging verlenen op-dat de handelsverrichtingen van de gefailleerdevoorlopig, geheel of gedeeltelijk worden voortgezetdoor de curators of, onder hun toezicht, door de ge-

[ 65 ] - 330 / 1- 95 / 96

débiteur, sont remis aux curateurs qui, au pied duditinventaire, déclarent s'en charger.

Les curateurs peuvent confier les archives au failliou à l'un des dirigeants de la société faillie. S'il y alieu, elles leur sont restituées à leur demande et surleur reçu.

Si les curateurs ne sont pas en mesure de restituerles archiyes, ils sont tenus de conserver celles-ci pen-dant une période de dix ans suivant l'ouverture de lafaillite, sauf si elle n'est pas clôturée à ce moment,auquel cas ils devront les conserver jusqu'à l'expira-tion d'un délai de six mois suivant la clôture de lafaillite.

Le curateur doit conserver les dossiers qu'il a cons-titués après la faillite conformément aux dispositionspropres au barreau.

Art. 45

Il appartient aux curateurs de décider s'ils pour-suivent ou non l'exécution des contrats conclus avantla date du jugement déclaratif de la faillite et aux-quels ce jugement ne met pas fin.

La partie qui a contracté avec le failli peut mettreles curateurs en demeure de prendre cette décisiondans les quinze jours. Si les curateurs ne la prennentpas, le contrat est résolu; la créance de dommages etintérêts éventuellement dus au cocontractant du faitde l'inexécution entre dans la masse.

Lorsque les curateurs décident d'exécuter le con-trat, le cocontractant a droit, à charge de la masse, àl'exécution de cet engagement dans la mesure oùcelui-ci a trait à des prestations effectuées après lafaillite.

Art.46

Si l'intérêt des créanciers le permet, le tribunal,statuant à la demande du curateur ou de tout inté-ressé, sur le rapport du juge-commissaire, et aprèsavoir entendu les curateurs et les représentants dupersonnel au sein du conseil d'entreprise ou, à dé-faut, du comité de sécurité et d'hygiène ou, à défaut,la délégation syndicale là où elle est constituée ou, àdéfaut, la délégation du personnel, peut autoriserque les opérations commerciales du failli soient pro-visoirement, en tout ou en partie, continuées par lescurateurs ou sous la surveillance des curateurs par lefailli ou par un tiers. A la requête des curateurs ou detout intéressé et sur le rapport du juge-commissaire, .

Page 66: K. 49-330/1

- 330 / 1-95 / 96

failleerde of door een derde. Op verzoek van de cura-tors of van iedere belanghebbende en op verslag vande rechter-cornmissaris, kan de rechtbank die maat-regel te allen tijde wijzigen ofherroepen.

De curator kan, dadelijk na het faillissementsvon-nis, na overleg met de representatieve vakbonden enbij gebreke hiervan met het aanwezige personeel, inhet belang van de boedel en in afwachting van deuitspraak van de rechtbank met toepassing van heteerste lid, onmiddellijk toestaan-dat de handelsver-richtingen worden voortgezet.

Art.47

De curators kunnen, met toestemming van derechter-commissaris, aan de gefailleerde natuurlijkepersoon en zijn gezin het huisraad en de voorwerpennodig voor eigen gebruik afgeven. De curators makenvan die zaken een staat op. De gefailleerde kan bo-vendien voor hem en zijn gezin levensonderhoud ver-krijgen voor het bedrag dat door de rechtbank be-paald wordt opvoorstel van de curators en op verslagvan de rechter-commissaris.

Art.48

De curators kunnen, zelfs indien het faillietverkla-rend vonnis wordt bestreden en met machtiging vande rechter-commissaris, dadelijk overgaan tot de ver-koop van de activa die onderhevig zijn aan spoedigbederf of snelle waardevermindering.

Art.49

Tot aan de sluiting van het proces-verbaal vanverificatie van de schuldvorderingen worden de aande gefailleerde gerichte brieven of berichten afgege-ven aan de curators en door hen geopend; indien degefailleerde aanwezig is, woont hij de opening bij. Debrieven en berichten die niet uitsluitend betrekkinghebben op de handelsactiviteit van de gefailleerdeworden door de curators aan de gefailleerde bezorgdof medegedeeld op het adres door de gefailleerdeaangewezen.

Na de sluiting van het proces-verbaal van verifica-tie van de schuldvorderingen kan de rechtbank, opeenzijdig verzoekschrift van de curator en wanneeruitzonderlijke omstandigheden het rechtvaardigen,bevelen dat de aan de gefailleerde gerichte brievenen berichten worden afgegeven aan de curator, die zeopent op een door de rechtbank vastgestelde datumen uur; indien de gefailleerde aanwezig is, woont hijde opening bij en neemt hij bezit van die brieven enberichten welke niet van belang zijn voor de vereffe-ning.

[ 66 ]

le tribunal peut à tout moment modifier ou révoquercette mesure.

Le curateur peut, immédiatement après le juge-ment de faillite et après s'être concerté avec les syn-dicats représentatifs ou, à défaut, avec le personnelprésent, dans l'intérêt de la masse et en attendant ladécision du tribunal prise en application del'alinéa t-, autoriser immédiatement la poursuitedes opérations commerciales.

Art.47

Les curateurs peuvent, avec l'autorisation du juge-commissaire, délivrer au failli, personne physique, età sa famille des meubles et effets nécessaires à leurpropre usage. Les curateurs rédigent un état de cesobjets. Le failli peut, en outre, obtenir pour lui et safamille des secours alimentaires, qui sont fixés par letribunal, sur la proposition des curateurs et le rap-port du juge-commissaire.

Art.48

Les curateurs peuvent, nonobstant tout recourscontre le jugement déclaratif de faillite et sur l'auto-risation du juge-commissaire, vendre immédiate-ment les actifs sujets à dépérissement prochain ou àdépréciation imminente.

Art.49

Jusqu'à la clôture du procès-verbal de vérificationdes créances, les lettres et messages adressés aufailli sont remis aux curateurs qui les ouvrent; si lefailli est présent, il assiste à leur ouverture. Leslettres et messages qui ne concernent pas exclusive-ment l'activité commerciale du failli sont transmis oucommuniqués par le curateur à l'adresse indiquéepar le failli.

Après la clôture du procès-verbal de vérificationdes créances le tribunal peut, sur requête unilatéraledu curateur et lorsque des circonstances exception-nelles le justifient, ordonner que les lettres et messa-ges adressés au failli seront remis au curateur, quiles ouvrira aux date et heure fixées par le tribunal;lorsque le failli est présent, il assiste à leur ouvertureet prend possession de celles qui n'intéressent pas laliquidation.

Page 67: K. 49-330/1

Art. 50

Alle schuldvorderingen of geldsommen die aan degefailleerde verschuldigd zijn, worden door de cura-tors opgespoord en tegen kwijting geïnd.

De gelden afkomstig van verkopingen en invorde-ringen door de curators gedaan, worden binnen achtdagen na ontvangst in de Deposito- en Consignatie-kas gestort. De rechter-commissaris kan evenwel opverzoekschrift de curator machtigen een beperkt be-drag op een bankrekening te houden, dienstig voorde lopende verrichtingen. In de beschikking bepaaltde rechter-commissaris welk bedrag de curatormaxi-mum mag houden op deze rekening.

Bij nalatigheid zijn de curators interest zoals inhandelszaken verschuldigd voor de sommen die zijniet hebben gestort, onverminderd de toepassing vanartikel30.

Art. 51

De betaling van de bedragen toegekend aan deschuldeisers wordt door de curators gedaan op ver-toon van een uitdelingslijst door de rechter-commis-saris ondertekend en neergelegd in het dossier vanhet faillissement.

De aan de curators bij wijze van ereloon ofbij wijzevan provisioneel ereloon verschuldigde bedragen, be-doeld in artikel 32, alsmede hun onkosten en voor-schotten, worden hun betaald op basis van een doorde rechter-commissaris geviseerde lijst.

De sommen die bij het afsluiten van het faillisse-ment niet konden betaald worden moeten bij de De-posito- en Consignatiekas gestort worden ten voorde-le van de rechthebbende schuldeisers.

Art. 52

De gefailleerde ofde bestuurders en zaakvoerdersvan de gefailleerde vennootschap zijn gehouden ge-volg te geven aan alle oproepingen die zij ontvangenvan de rechter-cornmissaris of van de curators enverstrekken hun alle vereiste inlichtingen.

De gefailleerde of de bestuurders en zaakvoerdersvan de gefailleerde vennootschap zijn verplicht decurators elke adreswijziging mede te delen. Als ditniet gedaan wordt zijn de oproepingen geacht geldigte zijn verricht op het laatste adres aan de curatorsmedegedeeld.

Art. 53

De curators ontbieden de gefailleerde om in zijntegenwoordigheid de boeken en bescheiden vast testellen en af te sluiten.

[67 ] - 330 / 1-95 / 96

Art. 50

Les curateurs recherchent et recouvrent sur leursquittances, toutes les créances ou sommes dues aufailli.

Les deniers provenant des ventes et recouvre-ments faits par les curateurs sont versés à la Caisse.des dépôts et consignations dans les huit jours de larecette. Le juge-commissaire peut toutefois, sur re-quête, autoriser le curateur à conserver sur un comp-te bancaire un montant limité, destiné à financer lesopérations courantes. Dans son ordonnance, le juge-commissaire fixe le montant maximum que le cura-teur est autorisé à conserver sur le compte.

Les curateurs doivent les intérêts commerciauxdes sommes qu'ils n'ont pas versés, sans préjudice del'application de l'article 30.

Art. 51

Le paiement des sommes attribuées aux créan-ciers est effectué par les curateurs au vu d'un état derépartition visé par le juge-commissaire et déposé audossier de la faillite.

Les sommes dues aux curateurs à titre d'honorai-res ou d'honoraires provisionnels prévus à l'arti-cle 32, ainsi que leurs frais et débours, leur sontversées sur la base d'un état visé par le juge-commis-saire.

Les sommes qui à la clôture de la faillite n'ont paspu être réparties, sont versées à la Caisse des dépôtset consignations au profit des créanciers concernés.

Art. 52

Le failli ou les gérants et administrateurs de lasociété faillie, se rendent à toutes les convocationsqui leur sont faites, soit par le juge-commissaire, soitpar les curateurs et fournissent au juge-commissaireet aux curateurs tous les renseignements requis.

Le failli ou les gérants et administrateurs de lasociété faillie sont tenus d'aviser les curateurs detout changement d'adresse. A défaut, lesconvoca-tions sont censées valablement faites à la dernièreadresse que l'intéressé a communiquée aux cura-teurs.

Art. 53

Les curateurs appellent le failli auprès d'eux pourclore et arrêter les livres et écritures en sa présence.

Page 68: K. 49-330/1

- 330 / 1-95 / 96

Art. 54

De rechter-commissaris kan de gefailleerde, dienswerknemers en wie dan ook horen, zowel aangaandehet onderzoek van de boeken en de boekhoudkundigebescheiden als aangaande de oorzaken en de omstan-digheden van het faillissement. .

Art. 55

Wanneer een koopman failliet is verklaard na zijnoverlijden, of wanneer de gefailleerde overlijdt nazijn faillissement, kunnen zijn erfgenamen zich aan-melden of laten vervangen bij alle faillissementsver-richtingen.

Art; 56

Te rekenen van hun ambtsaanvaarding zijn decurators op hun persoonlijke verantwoordelijkheidgehouden alle handelingen te verrichten tot bewa-ring van de rechten van de gefailleerde tegen zijnschuldenaars.

Zij zijn eveneens gehouden inschrijving te vorde-ren van de hypotheken op de onroerende goederenvan de schuldenaars van de gefailleerde, indien dezehet niet heeft gevorderd; de inschrijving wordt tenname van de boedel genomen door de curators, die bijhun borderel een getuigschrift van de griffier voegenals bewijs van hun benoeming.

Art. 57

De curators kunnen, met machtiging van de rech-ter-commissaris en na behoorlijke oproeping van degefailleerde, dadingen aangaan over alle geschillenwaarbij de boedel betrokken is, zelfs wanneer hetonroerende rechtsvorderingen en rechten betreft.

Wanneer de dading onroerende rechten betreft ofwanneer de waarde van haar voorwerp onbepaald isof 500 000 frank te boven gaat, wordt zij eerst ver-bindend nadat ze door de rechtbank gehomologeerdis op verslag van de rechter-commissaris. Degefail-leerde wordt voor de homologatie opgeroepen.

De curators kunnen ook met machtiging van derechtbank van koophandel en na behoorlijke oproe-ping van de gefailleerde aan de tegenpartij de beslis-sende eed opdragen in de geschillen waarin het fail-lissement betrokken is.

Art. 58

De curators kunnen een beroep doen op de gefail-leerde om hen in hun beheer te helpen en voor telichten. De rechter-commissaris bepaalt de voor-waarden waaronder hij zijn arbeid zal verrichten.

[68 ]

Art. 54

Le juge-commissaire est autorisé à entendre lefailli, les travailleurs qu'il occupe et toute autre per-sonne tant sur ce qui concerne la vérification deslivres et écritures comptables, que sur les causes etcirconstances de la faillite.

Art. 55

Lorsqu'un commerçant a été déclaré en failliteaprès son décès ou lorsque le failli décède après ladéclaration de sa faillite, ses héritiers peuvent seprésenter ou se faire représenter dans toutes lesopérations de faillite.

Art. 56

A compter de leur entrée en fonctions, les cura-teurs sont tenus, sous leur responsabilité personnel-le, de faire tous les actes pour la conservation desdroits du failli contre ses débiteurs.

Ils sont aussi tenus de requérir l'inscription deshypothèques sur les immeubles des débiteurs dufailli, si elle n'a pas été requise par lui; l'inscriptionest prise au nom de la masse par les curateurs, quijoignent à leur bordereau un certificat du greffierconstatant leur nomination.

Art. 57

Les curateurs peuvent, avec l'autorisation dujuge-commissaire, et le failli dûment appelé, transiger surtoutes les contestations qui intéressent la masse,même sur celles qui sont relatives à des actions etdroits immobiliers.

Lorsque la transaction porte sur des droits immo-biliers, ou quand son objet est d'une valeur indéter-minée ou qui excède 500 000 francs, la transactionn'est obligatoire qu'après avoir été homologuée par letribunal, sur le rapport du juge-commissaire. Le failliest appelé à l'homologation.

Les curateurs peuvent aussi, avec l'autorisationdu tribunal de commerce, le failli dûment appelé,déférer le serment litisdécisoire à la partie adverse,dans les contestations dans lesquelles la faillite seraengagée.

Art. 58

Les curateurs peuvent employer le failli pour faci-liter et éclairer leur gestion. Le juge-commissairefixera les conditions de son travail.

Page 69: K. 49-330/1

Art. 59

In elk faillissement zijn de curators gehouden,binnen twee maanden na hun ambtsaanvaarding,aan de rechter-commissaris een memorie ofkort ver-slag te overhandigen betreffende de vermoedelijketoestand van het faillissement, de voornaamste oor-zaken en omstandigheden ervan en de kenmerkendie het vertoont.

De rechter-commissaris doet de memorie, met zijnaanmerkingen, dadelijk toekomen aan de procureurdes Konings. Indien zij hem niet is afgegeven binnende voorgeschreven termijn, geeft hij daarvan kennisaan de procureur des Konings en deelt hem de oorza-ken van de vertraging mee.

Art.60

Indien de gefailleerde of de bestuurders en zaak-voerders van de gefailleerde vennootschap vervolgdworden wegens een strafbaar feit bepaald in de arti-kelen 489, 489bis of 489ter van het Strafwetboek, ofindien er tegen hen een bevel tot medebrenging of totaanhouding werd verleend, geeft de procureur desKonings daarvan dadelijk kennis aan de rechter-commissaris en aan de curators.

HOOFDSTUKIV

Aangifte en verificatie vande schuldvorderingen

Art.61

Om in aanmerking te komen voor een uitdelingalsmede om enig recht van voorrang te kunnen uitoe-fenen, zijn de schuldeisers gehouden aangifte vanhun schuldvorderingen, samen met hun titels, tergriffie van de rechtbank van koophandel neer teleggen uiterlijk op de door het vonnis van faillietver-klaring bepaalde dag. Op verzoek levert de griffiereen ontvangstbewijs af.

De schuldeisers worden daartoe verwittigd door debekendmaking in het Belgisch Staatsblad en dooreen rondschrijven dat hun door de curators wordttoegezonden zodra die schuldeisers bekend zijn.

Dit rondschrijven vermeldt dag en uur, bepaaldvoor het sluiten van het proces-verbaal van verifica-tie van de schuldvorderingen.

Art.62

Elke aangifte vermeldt de naam, de voornamen,het beroep en de woonplaats van de schuldeiser, hetbedrag en de oorzaken van zijn schuldvordering, deeraan verbonden voorrechten, hypotheek- of pand-rechten, en de titel waarop zij berust.

[69 ] - 330 / 1- 9S / 96

Art. 59

En toute faillite, les curateurs, dans les deux moisde leur entrée en fonctions, sont tenus de remettre aujuge-commissaire un mémoire ou compte sommairede l'état apparent de la faillite, de ses principalescauses et circonstances, et des caractères qu'elle pa-raît avoir.

Le juge-commissaire transmet immédiatement lemémoire avec ses observations au procureur du Roi.S'il ne lui a pas été remis dans le délai prescrit, il enprévient le procureur du Roi, et lui indique les causesdu retard.

Art. 60

Si le failli ou les gérants et administrateurs de lasociété faillie sont poursuivis du chef d'une infractionprévue aux articles 489, 489bis ou 489ter du Codepénal ou si un mandat d'amener ou d'arrêt a étédécerné contre eux, le procureur du Roi en donneconnaissance sans délai au juge-commissaire et auxcurateurs.

CHAPITRE IV

De la déclaration et dela vérification des créances

Art.61

Pour participer à une répartition ou pour exercerpersonnellement un droit de préférence quelconque,les créanciers sont tenus de déposer au greffe dutribunal de commerce la déclaration de leurs créan-ces avec leurs titres, au plus tard le jour indiqué parle jugement déclaratif de faillite. Sur demande, legreffier délivre un récépissé.

A cette fin, les créanciers sont avertis par la publi-cation au Moniteur belge et par une circulaire que lescurateurs leur adressent aussitôt que ces créancierssont connus.

Cette circulaire indique les jour et heure fixés pourla clôture du procès-verbal de vérification des créan-ces.

Art.62

La déclaration de chaque créancier énonce sesnom, prénoms, profession et domicile, le montant etles causes de sa créance, les privilèges, hypothèquesou gages qui y sont affectés et le titre d'où elle résul-te.

Page 70: K. 49-330/1

- 330 / 1- 95 / 96

De aangifte eindigt met een verklaring gesteld inde volgendè bewoordingen :

« Ik verklaar in eer en geweten dat deze schuldvor-dering waar en oprecht is »; of

«J'affirme en honneur et conscience que ma créan-ce est sincère et véritable »; ou

« Ich erkläre hiermit auf Ehre und Gewissen dassmeine Forderung aufrichtig und wahrheitsgetreu ist»,

Zij wordt getekend door de schuldeiser, of in zijnnaam door een gemachtigde; in het laatste gevalmoet de volmacht aan de aangifte worden gehecht,zij moet het bedrag van de schuldvordering vermel-den en de bij dit artikelvoorgeschreven verklaringinhouden.

Art.63

Onder voorbehoud van de toepassing van interna-tionale verdragen, bevat de aangifte van de schuld-eiser die zijn woonplaats niet heeft in een lidstaatvan de Europese Unie, keuze van woonplaats in hetrechtsgebied van de rechtbank die het faillissementheeft uitgesproken.

Bij gebrek aan keuze van woonplaats kunnen hemalle betekeningen en mededelingen gedaan worden

- ter griffie van de rechtbank.

Art.64

De verificatie van de schuldvorderingen wordtdoor de curators verricht in tegenwoordigheid of al-thans na behoorlijke oproeping van de gefailleerdemet een gerechtsbrief die de tekst bevat van ditartikel. De titels van de schuldvorderingen wordengetoetst aan de boeken en bescheiden van de gefail-leerde.

De gefailleerde wordt eveneens gehoord over devereffening van het faillissement.

Art.65

Na de aangifte van elke schuldvordering en tot dedag gesteld voor de behandeling van de betwistingenwaartoe zij aanleiding geeft, kan de rechter-commis-saris, zelfs ambtshalve, bevelen dat de schuldeiser ofzijn gemachtigde of iedere persoon die inlichtingenkan verstrekken, persoonlijk zal verschijnen. Hijmaakt proces-verbaal op van hun verklaringen. Hijkan ook bevelen dat de schuldeiser zijn boeken zaloverleggen, of, krachtens een bevel tot onderzoekdaarvan, vorderen dat hem daarvan een uittrekselzal worden bezorgd opgemaakt door de rechter vande plaats.

[70 ]

Cette déclaration est terminée par une affirmationconçue dans les termes suivants:

«J'affirme en honneur et conscience que ma créan-ce est sincère et véritable »; ou

«Ik verklaar in eer en geweten dat deze schuldvor-dering waar en oprecht is »; ou

« Ich erkläre hiermit auf Ehre und Gewissen dassmeine Forderung aufrichtig und wahrheitsgetreuist »,

Elle est signée par le créancier, ou en son nom parson fondé de pouvoir; dans ce cas, la procuration estannexée à la déclaration, et elle doit énoncer le mon-tant de la créance et contenir l'affirmation prescritepar le présent article.

Art.63

Sans préjudice de l'application des conventionsinternationales, la déclaration contient, de la part ducréancier non domicilié dans un Etat de l'Union euro-péenne, élection de domicile dans le ressort où siègele tribunal qui a prononcé la faillite.

A défaut d'avoir élu domicile, toutes significationset toutes informations peuvent lui être faites ou don-nées au greffe du tribunal.

Art.64

La vérification des créances est operee par lescurateurs en présence du failli ou celui-ci dûmentappelé par pli judiciaire, contenant le texte du pré-sent article. Les titres des créances sont approchésdes livres et écritures du failli.

Le failli est également entendu sur la liquidationde la faillite.

Art.65

Après la déclaration de chaque créance et jusqu'aujour fixé pour les débats sur les contestations qu'ellesoulève, le juge-commissaire peut, même d'office, or-donner la comparution personnelle du créancier oude son fondé de pouvoir ou de toutes personnes quipeuvent fournir des renseignements. Il dresse pro-cès-verbal de leurs dires. Il peut aussi ordonner lareprésentation des livres du créancier ou demander,en vertu d'un compulsoire, qu'il en soit rapporté unextrait fait par le juge du lieu.

Page 71: K. 49-330/1

Art.66

Een proces-verbaal van verificatie van de schuld-vorderingen wordt, na de beëindiging ervan, door decurators opgesteld en door hen, alsmede door derechter-commissaris en de griffier ondertekend.

Art.67

Op de zitting bepaald voor het sluiten van hetproces-verbaal van verificatie, geven de curators, opverzoek van elke belanghebbende, kennis van elkeaangegeven schuldvordering en van haar gebeurlîjkebetwisting,

De rechter-commissaris verwijst de betwîstîngenbetreffende de niet aangenomen schuldvorderingennaar de rechtbank en bepaalt de datum en het uurvan de debatten.

Indien de curators het bedrag van een aangeno-men schuldvordering of van een îngeroepen rechtvan voorrang betwisten, brengen zij de betrokkenschuldeisers daarvan onmiddellijk op de hoogte bijter post aangetekende brîef; deze brief houdt oproe-ping in om voor de rechtbank te verschijnen op dagen uur of, in voorkomend geval, op de dagen en urendoor de rechter-commissaris bepaald voor de debat-ten.

Art.68

De gefaîlleerde en de schuldeisers kunnen tegende verrîchte en te verrichten verificaties bezwarenînbrengen hetzij op de zitting bepaald voor de slui-ting van het proces-verbaal van verificatie van deschuldvorderingen, hetzij later.

Later ingebrachte bezwaren moeten aan de cura-tors en aan de schuldeiser wiens vordering wordttegengesproken betekend worden bij een gerechts-deurwaardersexploot binnen de maand na de datumvan de sluiting van het proces-verbaal van verificatievan schuldvorderingen of binnen de maand na eenlatere aanvaarding van schuldvorderîng indien deschuldvorderîng slechts aanvaard werd na sluitingvan het proces-verbaal van verificatie.

Bij gemeld exploot worden de curators en deschuldeiser, alsmede de gefaîlleerde voor de recht-bank gedaagd teneinde uitspraak te horen doen overde schuldvordering waartegen bezwaar îs inge-bracht.

Art.69

Op de dag bepaald voor de behandelîng van debetwistingen, beslist de rechtbank, zonder vooraf-gaande dagvaardîng, zo mogelîjk bij een enkel von-nis, over alle betwistingen, Dît vonnis wordt gewe-zen, nadat de curators, de gefaîlleerde en de

[ 71 ] - 330 / 1- 95 / 96

Art.66

Les curateurs, à l'expiration de la vérification descréances, en dressent procès-verbal, quî est signé pareux-mêmes, par le juge-commissaire et par le gref-fier.

Art.67

A la séance fixée pour la clôture du procès-verbalde vérification, les curateurs donnent, à la demandede tout intéressé, connaissance de toute créance dé-clarée et de son éventuelle contestation,

Le juge-commissaire renvoit au tribunal Ies con-testations relatives aux créances non admises et fixela date et l'heure des débats.

Si les curateurs contestent le montant d'unecréance déclarée ou une cause de préférence invo-quée, ils en avisent aussitôt les créanciers concernéspar lettre recommandée à la poste; celle-ci contientconvocation à comparaître devant le tribunal pourentendre statuer sur le débat à la date et à l'heure, oule cas échéant, aux dates et heures fixées par le juge-commissaire.

Art.68

Le failli et les créancîers peuvent fournir des con-tredîts aux vérifications faîtes et à faire, soit lors dela séance de clôture du procès-verbal de vérificationdes créances, soit ultérieurement.

Les contredîts doivent être, dans cette dernièrehypothèse, formés par exploit d'huissier de justicesignifié aux curateurs et au créancîer dont la créanceest contredite, dans un délai d'un mois après la datede clôture du procès-verbal de vérification de créan-ces, ou dans un délai d'un mois après l'admissiond'une créance si celle-ci n'a été admise qu'après laclôture du procès-verbal de vérification.

Ledit exploit contiendra citation des curateurs etdu créancier, ainsi que du failli devant le tribunalaux fins de statuer sur la liquidation de la créancefaisant l'objet du contredît.

Art.69

Au jour fixé pour les débats sur les contestations,le tribunal statue, sans citation préalable, s'il estpossible par un même jugement, quant à toutes lescontestations, Le jugement est rendu après avoirentendu, s'ils se présentent, les curateurs, le failh,

Page 72: K. 49-330/1

- 330 / 1-9S / 96

schuldeisers die bezwaar inbrachten en zij die aan-gifte indienden, indien zij verschijnen, zijn gehoord.Tegen het vonnis staat geen verzet open.

Betwistingen die niet onmiddellijk in beraad wor-den genomen worden afzonderlijk en verder behan-deld volgens de gewone rechtspleging met voorrangboven alle andere zaken.

Art.70

Ter griffie wordt, onder verantwoordelijkheid vande griffier, voor elk faillissement een in kolommenverdeelde tabelopgemaakt die voor elke aangegevenschuldvordering de volgende vermeldingen bevat:

1° het volgnummer;2° de naam, de voornaam, het beroep en de ver-

blijfplaats van de schuldeiser die zijn schuldvorde-ring en zijn titels heeft neergelegd;

3° het bedrag van de aangegeven schuldvorde-ring;

4° de door de schuldeiser ingeroepen voorrechtenen hypotheken;

5° de aanvaarding of de betwisting;6° de korte inhoud en de datum van de beslissing

over de betwisting;7° de andere inlichtingen waarvan de mededeling

aan de belanghebbenden nuttig kan zijn.

Art.71

De bekende of onbekende schuldeisers die in ge-breke blijven hun schuldvorderingen aan te gevenofte bevestigen binnen de termijn bij het vonnis vanfaillietverklaring bepaald, komen niet in aanmer-king voor de uitdelingen.

Tot de vergadering bedoeld in artikel 78,·hebbende schuldeisers, die in gebreke bleven, het recht op-name tevorderen zonder dat hun vordering reedsbevolen uitkeringen kan opschorten. Zij hebbenslechts recht op een dividend berekend op het nogniet verdeeld actief en dragen zelf de kosten en uitga-ven waartoe de verificatie en de opname van hunschuldvorderingen aanleiding geven.

Het recht opname te vorderen verjaart na verloopvan drie j aar te rekenen vanaf het faillietverklarendvonnis, behalve voor de schuldvordering die vastge-steld wordt in een procedure tot tussenkomst ofvrij-waring, vervolgd of ingesteld tijdens de vereffening.

Het recht opname te vorderen van een schuldvor-dering .tijdens de vereffening vastgesteld door eenandere rechtbank dan de rechtbank die het faillisse-ment heeft uitgesproken verjaart na verloop van zesmaanden te rekenen vanaf de dag waarop het eind-vonnis kracht van rechterlijk gewijsde heeft verkre-gen.

[72 ]

les créanciers opposants et déclarants. Son jugementn'est pas susceptible d'opposition.

Les contestations qui ne sont pas prises immédia-tement en délibéré sont disjointes et ensuite traitéesselon la procédure ordinaire, toutes affaires cessan-tes.

Art.70

Il est tenu au greffe, sous la responsabilité dugreffier, pour chaque faillite, un tableau divisé encolonnes et contenant, pour chaque créance déclarée,les énonciations suivantes:

1° le numéro d'ordre;2° les nom, prénom, profession et résidence du

créancier qui a déposé sa créance et ses titres;

3° le montant de la créance déclarée;

4° les privilèges et hypothèques auxquels lecréancier prétend;

5° l'admission ou la contestation;6° le sommaire et la date de la décision relative à

la contestation;7° les autres renseignements qu'il peut être utile

de porter à la connaissance des intéressés.

Art.71

A défaut de déclaration et d'affirmation de leurscréances dans le délai fixé par le jugement déclaratifde la faillite, les défaillants connus ou inconnus nesont pas compris dans les répartitions.

Jusqu'à l'assemblée visée à l'article 78, les dé-faillants ont le droit d'agir en admission sans queleur demande ne puisse suspendre les répartitionsordonnées. Ils ne peuvent prétendre à un dividendeque sur l'actif non encore réparti. Les frais et dépen-ses auxquels la vérification et l'admission de leurscréances donnent lieu restent à leur charge.

Le droit d'agir en admission se prescrit par troisans à dater du jugement déclaratif, sauf pour lacréance constatée dans le cadre d'une action en inter-vention ou garantie, poursuivie ou intentée en coursde liquidation.

Le droit d'agir en admission d'une créance consta-tée pendant la liquidation par un autre tribunal quecelui de la faillite se prescrit par six mois à dater dujugement définitif passé en force de chose jugée.

Page 73: K. 49-330/1

HOOFDSTUKV

Summiere rechtspleging tot sluitingvan het faillissement

Art.72

Wanneer op welk tijdstip ook, bevonden wordt dathet actiefontoereikend is om de vermoedelijke kos-ten van beheer en van vereffening van het faillisse-ment te dekken, kan de rechtbank, op verzoek van decurators en nadat de gefailleerde behoorlijk is opge-roepen met een gerechtsbrief die de tekst van ditartikel inhoudt, de sluiting van de verrichtingen vanhet faillissement uitspreken. In dit geval treden deschuldeisers terug in de uitoefening van hun afzon-derlijke rechtsvorderingen tegen de persoon en degoederen van de gefailleerde.

De beslissing tot sluiting van het faillissement,wanneer vastgesteld wordt dat de activa niet zullenvolstaan om de vermoedelijke kosten van beheer envan vereffening van het faillissement te dekken,maakt onmiddellijk een einde aan het bestaan van degefailleerde vennootschap. De ontbinding heeft geengevolgen voor de rechtsvorderingen van de schuld-eisers.

De sluiting van het faillissement wegens ontoerei-kend actief kan slechts worden uitgesproken nadatde curator aan alle werknemers de wettelijk bepaal-de sociale bescheiden heeft uitgereikt.

Het vonnis dat de sluiting van het faillissementwegens ontoereikend actief uitspreekt, wordt, doortoedoen van de curators, bij uittreksel gepubliceerdin het Belgisch Staatsblad.

Het vonnis beveelt, in voorkomend geval, dat reke-ning en verantwoording zal worden gedaan door decurators. De rechtbank van koophandel neemt ken-nis van de geschillen desbetreffende.

De Koning kan de procedure tot het in consignatiegeven van later opgedoken activa vaststellen, alsme-de de bestemming van deze activa bij nieuw opgedo-ken passiva.

HOOFDSTUK VI

Vereffening van het faillissement

Art.73

§ 1. Zodra alle schuldvorderingen definitief wer-den aanvaard of verworpen door een, zelfs bestreden,uitvoerbare beslissing, gaan de curators over tot devereffening van het faillissement. De rechter-com-missaris roept de gefailleerde op om hem te horen, inaanwezigheid van de curators, nopens de vereffe-ningswijze van de activa. Er wordt hiervan een pro-ces-verbaal opgesteld. Decurators doen onder meerde onroerende goederen, koopwaren en roerende goe-

[73 ] - 330 Il - 95 / 96

CHAPITRE V

Procédure sommairede clôture

Art.72

Si, à quelque époque que ce soit, il est reconnu quel'actif ne suffit pas pour couvrir les frais présumésd'administration et de liquidation de la faillite, letribunal peut, à la requête des curateurs, le faillidûment appelé par pli judiciaire contenant le textedu présent article, prononcer la clôture des opéra-tions de la faillite. Dans ce cas, les créanciers ren-trent dans l'exercice de leurs actions individuellescontre la personne et les biens du failli.

La décision de clôture des opérations de faillitelorsqu'il est reconnu que l'actif ne suffit pas pourcouvrir les frais présumés d'administration et deliquidation de la faillite met une fin immédiate àl'existence de la société faillie. La dissolution est sanseffet sur l'action des créanciers.

La clôture de la faillite pour insuffisance d'actif nepeut être prononcée qu'après que le curateur a remisà tous les travailleurs les documents sociaux prévuspar la loi.

Le jugement prononçant la clôture de la faillitepour insuffisance d'actif est publié par extraits auMoniteur belge, à la diligence des curateurs.

Le jugement ordonne, s'il échet, la reddition descomptes par les curateurs. Le tribunal de commerceconnaît des litiges y relatifs.

Le Roi peut déterminer la procédure de consigna-tion des actifs qui apparaîtraient ultérieurement etle sort de ces actifs en cas d'apparition de nouveauxpassifs.

CHAPITRE VI

De la liquidation de la faillite

Art.73

§ L'". Lorsque toutes les créances sont définitive-ment admises ou rejetées par un jugement exécutoi-re, même frappé d'un recours, les curateurs procè-dent à la liquidation de la faillite. Le juge-commissaireconvoque le failli pour, en présence des curateurs,recueillir ses observations sur la meilleure réalisa-tion possible de l'actif. Il en est dressé procès-verbal.Les curateurs font notamment vendre les immeu-bles, marchandises et effets mobiliers, le tout sous la

Page 74: K. 49-330/1

- 330 / 1-95 / 96

deren verkopen; een en ander onder het toezicht vande rechter-commissaris en met naleving van de bepa-lingen van de artikelen 50 en 51, zonder dat hetnodig is de gefailleerde op te roepen.

Zij kunnen ûp de bij artikel 57 voorgeschrevenwijze dadingen aangaan over om het even welke aande gefailleerde toekomende rechten, niettegenstaan-de elk verzet zijnerzijds.

§ 2. De curators kunnen de rechtbank verzoeken,na de gefailleerde behoorlijk te hebben laten oproe-pen met een gerechtsbrief die de tekst bevat van ditartikel, te mogen vereffenen zoals hiervoor bepaaldin dit artikel vanaf de sluiting van het proces-verbaalvan verificatie van de schuldvorderingen of elke late-re datum. De rechtbank beslist op verslag van derechter-commissaris.

§ 3. De schuldeisers of de gefailleerde die menendat hun rechten benadeeld worden door een voorge-nomen verkoop van activa, kunnen in kort geding deaanstelling vragen van een curator ad hoc. De aldusaangestelde curator kan aan de rechtbank van koop-handel vragen de verkoop te verbieden, in zoverre dieverkoop kennelijk indruist tegen de belangen van debetrokkenen.

§ 4. Indien de curators zulks vorderen, kan derechtbank in het kader van de vereffening van hetfaillissement de overdracht van een onderneming inwerking bekrachtigen onder voorwaarden die par-tijen hebben bedongen en waarvan de naleving doorde curators, ofna sluiting van het faillissement, doorelke belanghebbende kan worden vervolgd.

Art.74

Zodra de vereffening is ingetreden, mogen de cura-tors met inachtneming van de vormen en toelatingenvoorzien in artikel46, de handelsactiviteiten van degefailleerde voortzetten of laten voortzetten onderhun toezicht. Zij zullen daarenboven aan de recht-bank de toelating mogen vragen aan de gefailleerdeen zijn gezin levensonderhoud te mogen toekennen,onverminderd de toepassing van artikel 47.

Art.75

De rechter-commissaris kan een vergadering vanschuldeisers of van sommigen onder hen bijeenroe-pen.

Daarenboven wordt, vanaf het derde jaar na defaillietverklaring, jaarlijks, telkens ten vroegste eenmaand en ten laatste drie maanden na de verjaardagvan het. faillietverklarend vonnis, een vergaderingvan de schuldeisers gehouden onder voorzitterschapvan derechter-commissaris, waarop nopens de veref-fening verslag wordt uitgebracht door de curators.

De rechter-commissaris beveelt de in het faillisse-ment ingeschreven schuldeisers te verwittigen enbepaalt plaats, dag en uur van de vergadering. Diebeschikking wordt ten minste een maand voor de

[74 ]

surveillance du juge-commissaire en se conformantaux dispositions des articles 50 et 51, et sans qu'ilsoit besoin d'appeler le failli.

Ils peuvent transiger de la manière prescrite parl'article 57 sur toutes espèces de droits appartenantau failli, nonobstant toute opposition de sa part.

§2. Les curateurs peuvent, le failli dûment appelépar pli judiciaire, contenant le texte du présent arti-cle, demander au tribunal de commerce l'autorisa-tion de liquider la faillite selon les modalités indi-quées ci-dessus, dès la clôture du procès-verbal devérification des créances ou à dater de quelque dateultérieure que ce soit. Le tribunal statue sur le rap-port du juge-commissaire.

§ 3. Lorsque les créanciers ou le failli estimentqu'une réalisation envisagée risque de leur porterpréjudice, ils peuvent demander en référé la désigna-tion d'un curateur ad hoc. Celui-ci peut demander autribunal de commerce d'interdire la vente qui risquemanifestement de léser les droits des dits intéressés.

§ 4. A la demande des curateurs, le tribunal peutdans le cadre de la liquidation de la faillite homolo-guer le transfert d'une entreprise en activité selondes modalités conventionnelles dont l'exécution peutêtre poursuivie par les curateurs ou après la clôturede la faillite, par tout tiers intéressé.

Art.74

Les curateurs peuvent, dès le moment de la liqui-dation, poursuivre ou laisser poursuivre sous leurssurveillances les activités commerciales du failli se-lon les formes et modalités visées à l'article 46. Ilspeuvent en outre demander au tribunal l'autorisa-tion d'accorder un secours alimentaire au failli et safamille, sans préjudice de l'application de l'article 47.

Art.75

Le juge-commissaire peut en toutes circonstancesconvoquer une assemblée des créanciers ou de cer-tains d'entre eux.

Au surplus, trois ans après le jugement déclaratifde faillite, au plus tôt un mois, au plus tard trois moisaprès la date anniversaire de ce jugement, une as-semblée des créanciers se tient chaque année sous laprésidence du juge-commissaire pour entendre lerapport des curateurs sur l'évolution de la liquida-tion.

Le juge-commissaire ordonne la convocation descréanciers inscrits dans la faillite et fixe le lieu, lejour et l'heure de l'assemblée. Cette ordonnance estpubliée au Moniteur belge, à la diligence du greffier,

Page 75: K. 49-330/1

datum van de vergadering in het Belgisch Staatsbladbekendgemaakt door toedoen van de griffier. De pu-blikatie kan evenwel, met toelating van de rechter-commissaris, vervangen worden door een rondschrij-ven aan de ingeschreven schuldeisers.

De gefailleerde wordt op die vergadering behoor-lijk opgeroepen en kan er gehoord worden nopens devereffening van de boedel.

De vergaderde schuldeisers kunnen, bij eenvoudi-ge meerderheid, de curators ermede belasten eenvast akkoord te maken betreffende het geheel of eengedeelte van de rechten of de rechtsvorderingenwaarvan geen uitvoering zou zijn geschied, en ze tevervreemden.

Art.76

De rechter-commissaris beveelt, indien daartoeaanleiding is, een uitdeling aan de schuldeisers enbepaalt tot welk bedrag. Elke betaling die wordtverricht op bevel ofmet de toestemming van de rech-ter-commissaris heeft voor de curators kwijting totgevolg.

Art.77

Indien er schuldeisers zijn van wie de vorderingenbinnen de voorgeschreven termijn aangegeven enbevestigd zijn, doch die aanleiding hèbben gegeventot geschillen die nog niet definitief zijn beslecht,heeft geen uitdeling plaats dan na reservering vanhet gedeelte dat overeenstemt met hun schuldvorde-ringen, zoals zij zijn aangegeven en bevestigd.

Art.78

Wanneer de vereffening van de failliete boedelbeëindigd is, worden de schuldeisers en de gefailleer-de bijeengeroepen door de curators, op bevel van derechter-cornmissaris gewezen na inzage van de reke-ningen van de curators. De vereenvoudigde rekeningvan de curators, die het totale bedrag van het actief,de kosten en het ereloon van de curators, de boedel-schulden en de verdeling tussen de verschillendecategorieën van schuldeisers vermeldt, wordt bijdeze oproeping gevoegd.

Op die vergadering wordt de rekening besprokenen afgesloten. De schuldeisers geven hun advies overde verschoonbaarheid van de gefailleerde.

Het saldo van de rekening dient voor de laatsteuitdeling. Indien er een overschot is, komt dit rech-tens toe aan de gefailleerde.

Art.79

Nadat de rechtbank in voorkoniend geval de be-twistingen betreffende de rekening heeft opgelost en

[75 ] - 330 / 1-95 / 96

un mois au moins avant la date de la réunion. Lejuge-commissaire peut toutefois autoriser la convo-cation des créanciers par lettre circulaire.

Le failli est dûment appelé à cette assemblée. Ilpeut y être entendu sur l'évolution de la liquidation.

Les créanciers assemblés peuvent, à la majoritésimple, charger les curateurs de traiter à forfait detout ou partie des droits ou actions dont l'exécutionn'aurait pas eu lieu, et de les aliéner.

Art.76

Le juge-commissaire ordonne, s'il y a lieu, unerépartition entre les créanciers et en fixe la quotité.Tout paiement effectué sur ordre dujuge-commissai-re ou avec son autorisation entraîne décharge pourles curateurs.

Art.77

S'il y a des créanciers dont les créances déclaréeset affirmées dans le délai prescrit ont donné lieu àdes contestations non encore définitivement jugées,il n'est procédé à aucune répartition qu'après la miseen réserve de la part correspondant à leurs créancestelles qu'elles ont été déclarées ou affirmées.

Art.78

Lorsque la liquidation de la faillite est terminée, lefailli et les créanciers sont convoqués par les cura-teurs, sur ordonnance du juge-commissaire, rendueau vu des comptes des curateurs. Le compte simplifiédes curateurs reprenant le montant de l'actif, lesfrais et honoraires des curateurs, les dettes de lamasse et la répartition aux différentes catégories decréanciers, est joint à cette convocation.

Dans cette assemblée, le compte est débattu etarrêté. Les créanciers donnent leur avis sur l'excusa-bilité du failli.

Le reliquat du compte fait l'objet de dernière ré-partition. Lorsque le compte définitif présente unsolde positif, celui-ci revient de droit au failli.

Art.79

Sur le rapport du juge-commissaire, le tribunalordonne la clôture de la faillite, après avoir tranché

Page 76: K. 49-330/1

- 330 / 1-95 / 96

de rekening desgevallend heeft verbeterd, beveelt zij,op verslag van de rechter-commissaris, de sluitingvan het faillissement.

De rechter-commissaris doet aan de rechtbank inraadkamer mededeling van de beraadslaging van deschuldeisers over de verschoonbaarheid van de ge-failleerde en brengt verslag uit over de omstandighe-den van het faillissement. De rechtbank beslist of degefailleerde al dan niet verschoonbaar is. Tegen dielaatste beslissing over de verschoonbaarheid kanbinnen een maand te rekenen vanaf de bekendma-king derdenverzet worden gedaan door de gefailleer-de en door de individuele schuldeisers.

De rechtbank kan beslissen dat het vonnis waarbijde sluiting van het faillissement wordt bevolen,wordt bekendgemaakt op de wijze bepaald in arti-ke137. Het vonnis moet bekendgemaakt wordenwanneer de rechtbank de gefailleerde verschoonbaarverklaart.

De sluiting van het faillissement stelt een eindeaan de opdracht van de curators, behalve wat deuitvoering van de sluiting betreft, en houdt een alge-mene kwijting in.

Art.80

Verschoonbaar kan niet worden verklaard de ge-failleerde of dé gefailleerde vennootschap van wie debestuurders veroordeeld werden wegens inbreuk opartikel 489ter van het Strafwetboek, wegens diefstal,valsheid, knevelarij, oplichting of misbruik van ver-trouwen, noch zij die als bewaarnemer, voogd, be-heerder of andere rekenplichtige te gepasten tijdegeen rekening en verantwoording hebben gedaan enniet hebben afgerekend,

Art.81

Wanneerde gefailleerde verschoonbaar is ver-klaard, kan hij niet meer vervolgd worden door deschuldeisers die hun schuldvordering hebben aange-geven in het faillissement.

Tot tien jaar na de datum van het vonnis waarbijeen handelaar verschoonbaar is verklaard kan elkeschuldeiser aan de rechtbank de herroeping van dezeverschoonbaarheid vragen op grond van billijkheid.

Wanneer de gefailleerde niet verschoonbaar is ver-klaard, krijgen de schuldeisers het recht terug omhun vordering tegen zijn goederen individueel in testellen.

Dit artikel is niet van toepassing ten aanzien vande belastingen.

Art.82

De overeenkomstig artikel 79 uitgesproken beslis-sing tot niet-verschoonbaarheid van een gefailleerde

[76 ]

le cas échéant les contestations relatives au compteet redressé celui-ci s'il y a lieu.

Le juge-commissaire présente au tribunal, enchambre du conseil, la délibération des créanciersrelative à l'excusabilité du failli, et un rapport sur lescirconstances de la faillite. Le tribunal décide si lefailli est ou non excusable. La décision sur l'excusabi-lité est susceptible de tierce-opposition de la part dufailli et des créanciers individuellement, dans le moisà compter de la publication.

Le tribunal peut décider que le jugement ordon-nant la clôture de la faillite sera publié dans lesformes prévues à l'article 37. Ce jugement doit êtrepublié lorsque le tribunal déclare le failli excusable.

Sauf pour ce qui concerne son exécution, la clôturede la faillite met fin aux fonctions des curateurs; elleemporte décharge générale.

Art.80

Ne peuvent être déclarés excusables les faillis oula société faillie dont les administrateurs ont étécondamnés pour infraction à l'article 489ter du Codepénal, pour vol, faux, concussion, escroquerie ou abusde confiance, niles dépositaires, tuteurs, administra-teurs ou autres comptables, qui n'ont pas rendu etsoldé leur compte en temps utile.

Art.81

Si le failli est déclaré excusable, il ne peut plus êtrepoursuivi par les créanciers qui ont produit leurcréance à la faillite.

Pendant une période de dix ans à dater du juge-ment par lequel un commerçant est déclaré excusa-ble, tout créancier peut demander au tribunal larévocation de cette excusabilité pour motifs d'équité.

Si le failli n'est pas déclaré excusable, lescréan-ciers recouvrent le droit d'exercer individuellementleur action sur ses biens.

Le présent article ne s'applique pas à l'égard desimpôts.

Art.82

La décision d'inexcusabilité d'une société faillieprononcée conformément à l'article 79 met une fin

Page 77: K. 49-330/1

vennootschap, maakt onmiddellijk een einde aanhaar bestaan. De ontbinding heeft geen gevolgenvoor de rechtsvorderingen van de schuldeisers.

De Koning kan de procedure tot het in consignatiegeven van later opgedoken activa vaststellen, alsme-de de bestemming van deze activa bij nieuw opgedo-ken passiva.

HOOFDSTUK VII

Soorten schuldeisersen hun rechten

MdelingI

Medeschuldenaars en borgen

Art.83

De houder van schuldverbintenissen die doordegefailleerde en insgelijks gefailleerde medeschulde-naars hoofdelijk aangegaan, geëndosseerd of ge-waarborgd zijn, komt in aanmerking voor de uitde-lingen in elke boedel en komt daarin op voor denominale waarde van zijn schuldvordering, totdat hijvolledig is betaald.

Art.84

Voor de faillissementen van medeschuldenaarsbestaat geen onderling verhaal uit hoofdevan betaal-de percenten, behalve wanneer de percenten uit dieboedels meer bedragen dan de schuldvordering inhoofdsom en toebehoren; in dat geval komt het meer-dere, naar de orde der verbintenissen, toe aan dieschuldenaars voor wie de andere borg staan.

Art.85

Wanneer de houder van schuldverbintenissen diedoor de gefailleerde met andere medeschuldenaarshoofdelijk zijn aangegaan of waarvoor een borg isgesteld, voor het faillissement een voorschot op zijnschuldvordering ontvangen heeft, wordt deze in deboedel slechts opgenomen onder aftrek van dit voor-schot en behoudt hij voor het nog verschuldigde be-drag zijn rechten tegen de medeschuldenaars of deborg.

[77 ] - 330 Il - 95 196

immédiate à son existence. La dissolution est sanseffet sur l'action des créanciers.

Le Roi peut déterminer la procédure de consigna-tion des actifs qui apparaîtraient ultérieurem.ent etle sort de ces actifs en cas d'apparition de nouveauxpassifs. .

CHAPITRE VII

Des différentes espèces de créancierset de leurs droits

Section Ire

Des coobligés et des cautions

Art.83

Le créancier porteur d'engagements souscrits, en-dossés ou garantis solidairement par le failli etd'autres coobligés qui sont en faillite, participe auxdistributions dans toutes les masses, et y figure pourla valeur nominale de son titre jusqu'à entier paie-ment.

Art.84

Aucun recours, pour raison des dividendes payés,n'est ouvert aux faillites des coobligés les unes contreles autres, si ce n'est lorsque la réunion des dividen-des que donneraient ces faillites excéderait le mon-tant de la créance en principal et accessoires, auquelcas cet excédent est dévolu, suivant l'ordre des enga-gements, à ceux des obligés qui auraient les autrespour garants.

Art.85

Si le créancier porteur d' engagements solidairesentre le failli et d'autres coobligés, ou garantis parune caution, a reçu, avant la faillite, un acompte sursa créance, il n'est compris dans la masse que sous ladéduction de cet acompte, et conserve, pour ce quireste dû, ses droits contre les coobligés ou la caution.

Page 78: K. 49-330/1

- 330 / 1-95 / 96

Art.86

De medeschuldenaar of de borg die gedeeltelijkebetaling gedaan heeft, komt in het faillissement opvoor alles wathij tot ontlasting van de gefailleerdebetaald heeft.

MdelingII

Pandhoudende schuldeisers en schuldeisersop roerende goederen bevoorrecht

Art.87 .

De curators kunnen, met machtiging van de rech-ter-commissaris, te allen tijde het pand ten bate vande failliete boedel inlossen door betaling van deschuld.

Art.88

Ingeval de curators het pand niet inlossen en deschuldeiser het verkoopt voor een prijs die de schuld-vordering te boven gaat, wordt het meerdere doorhen geïnd. Bedraagt de prijs minder dan de schuld-vordering, dan treedtde pandhoudende schuldeiser .voor het ontbrekende op als gewone schuldeiser in deboedel.

Art.89

.Voor de werknemers bedoeld in artikelIvan dewet van 12 april 1965 betreffende de beschermingvan het loon der werknemers, worden het loon, zoalsbepaald in artikel 2, eerste lid, van die wet, en de inhet loon begrepen vergoedingen die aan dezelfde per-sonen verschuldigd zijn wegens beëindiging van hundienstbetrekking, ongeacht of die beëindiging voor ofna de faillietverklaring plaats heeft, onder de bevoor-rechte schuldvorderingen opgenomen met dezelfderang en ten belope van dezelfde bedragen als hetvoorrecht dat aan dezelfde personen wordt toege-kend bij artikel19, 3°bis, van de wet van 16 decem-ber 1851op de voorrechten en hypotheken.

Art.90

Het voorrecht en het recht van terugvordering bijartikel 20, 5°, van de wet van 16 december 1851toegekend aan de verkoper van roerende 'goederen,alsmede het recht van ontbinding, gelden niet ingeval van faillissement.

Niettemin blijft dit voorrecht, gedurende vijfjarente rekenen van de levering, bestaan ten voordele vande verkoper van machines, toestellen, gereedschap-pen en ander bedrijfsuitrustingsmaterieel, gebruikt

[78 ]

Art.86

Le coobligé ou la caution qui a fait le paiementpartiel est compris dans la masse pour tout ce qu'il apayé à la décharge du failli.

Section II

Des créanciers nantis de gage et des créanciersprivilégiés sur les biens meubles

Art.87

Les curateurs peuvent, à toute époque, avec l'auto-risation du juge-commissaire, retirer les gages, auprofit de la faillite en remboursant la dette.

Art.88

Si le gage n'est pas retiré par les curateurs, et s'ilest vendu par le créancier pour un prix qui excède lacréance, le surplus est recouvré par lesdits curateurs.Si le prix est moindre que la créance, le créanciernanti vient à contribution pour le surplus dans lamasse comme créancier ordinaire.

Art.89

Pour les travailleurs visés à l'article 1er de la loi du12 avril 1965 concernant la protection de la rémuné-ration des travailleurs, la rémunération, telle qu'elleest définie à l'article 2, alinéa t«, de ladite loi et lesindemnités comprises dans la rémunération et quisont dues aux mêmes personnes pour cause de ruptu-re de leur engagement, sont, sans égard au fait que larupture ait eu lieu avant ou après la déclaration defaillite, admises au nombre des créances privilégiéesau même rang et jusqu'à concurrence des mêmesmontants que le privilège établi en faveur des mêmespersonnes par l'article 19, 3°bis, de la loi du 16 dé-cembre 1851 sur les privilèges et hypothèques.

Art.90

Le privilège et le droit de revendication établis parl'article 20, 5°, de la loi du 16décembre 1851 au profitdu vendeur d'effets mobiliers ainsi que le droit derésolution ne sont pas admis en cas de faillite.

Néanmoins, ce privilège continue à exister pen-dant cinq ans à partir de la livraison en faveur desfournisseurs de machines, appareils, outillage etautre matériel d'équipement professionnel, employés

Page 79: K. 49-330/1

in nijverheids-, handels- of ambachtsondernemin-gen.

Indien het voertuigen betreft dan blijft het bedoel-de voorrecht gedurende vijf jaar enkel bestaan voorzover de leasinggever de leasingovereenkomst, wan-neer zij werd aangegaan, heeft neergelegd ter griffievan de rechtbank van koophandel van het rechtsge-bied waarbinnen de handelaarzijn woonplaats of devennootschap haar zetel heeft. Een ieder kan tergriffie deze neergelegde overeenkomsten raadple-gen.

Dit voorrecht heeft evenwel slechts gevolg voorzover binnen vijftien dagen na de levering een doorde verkoper eensluidend verklaard afschrift van deal dan niet aanvaarde factuur of van elke andereakte waaruit de verkoop blijkt, neergelegd wordt opde griffie van de rechtbank van koophandel van hetrechtsgebied waarin de schuldenaar zijn woonplaatsof, bij gebreke hiervan, zijn verblijfplaats heeft. Degriffier stelt op dat afschrift een akte vari neerleggingop. De afschriften worden in een boekdeel verzamelden hiervan wordt een dagelijks bij te houden index opsteekkaarten aangelegd, volgéns de namen van dekopers. De griffier is gehouden aan allen die eromverzoekenen vooraf de identiteit van de koper opge-ven, inzage te verlenen van het afschrift.

Dit voorrecht kan zelfs worden uitgeoefend wan-neer de machines; toestellen, gereedschappen en an-der bedrijfsuitrustingsmaterieel onroerend zijn ge-worden door bestemming of incorporatie.

De levering wordt bewezen door de boeken van deverkoper, behoudens tegenbewijs.

Ingeval de schuldenaar failliet verklaard wordtvoordatde bedoelde vijf jaren zijn verstreken, blijfthet voorrecht bestaan tot na de vereffening van hetfaillissement.

Art.91

De curators leggen aan de rechter-commissariseen lijst voor van de schuldeisers die een voorrechtbeweren te hebben op de roerende goederen, en, in-dien daartoe grond bestaat, verleent de rechter-com-missaris machtiging om die schuldeisers te betalenuit de eerst inkomende gelden.

Indien het voorrecht betwist wordt, beslist derechtbank.

MdelingIII

Rechten van hypothecaire schuldeisers en van oponroerende goederen bevoorrechte schuldeisers

Art.92

VVanneer de prijs van de onroerende goederenvroeger dan of tegelijk met die van de roerende goe-deren verdeeld wordt, treden de bevoorrechte of de

[79 ] - 330 Il - 95 I 96

dans les entreprises industrielles, commerciales ouartisanales.

S'il s'agit de véhicules, ce privilège ne continue àexister pendant cinq ans que si celui qui donne levéhicule en leasing a déposé le contrat de leasing, aumoment de sa conclusion, au greffe du tribunal decommerce du ressort dans lequel le commerçant ason domicile ou la société son siège. Les contratsdéposés peuvent être consultés au greffe.

Il n'a d'effet que pour autant que dans la quinzainede cette livraison, une copie, certifiée conforme par levendeur, de la facture, même non acceptée, ou de toutautre acte constatant la vente, soit déposée au greffedu tribunal de commerce du ressort dans lequel ledébiteur a son domicile ou, à défaut de celui-ci, sarésidence. Le greffier dresse sur la copie acte dedépôt. Les copies sont réunies en un volume et il enest dressé, au jour le jour, une table sur fiches, parnoms d'acheteurs. Sur indication préalable de l'iden-tité de l'acheteur, le greffier est tenu de donner com-munication de cette copie à toutes personnes qui enferaient la demande.

Ce privilège peut être exercé, même dans le cas oùles machines, appareils, outillage et autre matérield'équipement seraient devenus immeubles par desti-nation ou par incorporation.

La livraison est établie, sauf la preuve contraire,par les livres du vendeur.

Encas de faillite du débiteur, déclarée avant l'ex-piration des cinq années de la durée du privilège,celui-ci continue à subsister jusqu'après la liquida-tion de ladite faillite.

Art.91

Les curateurs présentent au juge-commissairel'état des créanciers se prétendant privilégiés sur lesbiens meubles, et le juge-commissaire autorise s'il y alieu, le paiement de ces créanciers sur les premiersdeniers rentrés.

Si le privilège est contesté, le tribunal statue.

Section III

Des droits des créanciers hypothécaireset privilégiés sur les immeubles

Art.92

Lorsque la distribution du prix des immeubles estfaite antérieurement à celle du prix des biens meu-bles, ou simultanément, les créanciers privilégiés ou

Page 80: K. 49-330/1

- 330 / 1-95 / 96

hypothecaire schuldeisers die niet geheel voldaanzijn uit de prijs van de onroerende goederen, naarevenredigheid van hetgeen hun nog verschuldigd is,samen met de gewone schuldeisers op ten aanzienvan de gelden die aan de chirografaire boedel toeko-men, mits hun schuldvorderingen bevestigd en geve-rifieerd zijn met inachtneming van de hierbovenvoorgeschreven vormen.

Art.93

Wanneer tot een of meer uitdelingen van geldenwordt overgegaan voordat de prijs van de onroerendegoederen verdeeld is, nemen de op de onroerendegoederen bevoorrechte en de hypothecaire schuld-eisers daaraan deel naar evenredigheid van het vollebedrag van hun schuldvorderingen, onverminderdde afscheiding die hierna wordt omschreven.

Art.94

Na de verkoop van de onroerende goederen en desluiting van de rangregeling onder de hypothecaireen de bevoorrechte schuldeisers, zullen degenen on-der hen die ten aanzien van de prijs der onroerendegoederen batig gerangschikt zijn voor het volle be-drag van hun schuldvordering, het bedrag dat hunals hypothecaire schuldeisers toegewezen is, slechtsontvangen onder aftrek van hetgeen zij uit de chiro-grafaire boedel hebben verkregen.

De aldus afgetrokken bedragen blijven niet in dehypothecaire boedel, maar worden daarvanafge-scheiden en keren terug naar de chirographaire boe-del.

Art.95

Ten aanzien van de hypothecaire schuldeisers dieslechts voor een gedeelte batig gerangschikt zijn bijde verdeling van de prijs der onroerende goederen,wordt gehandeld zoals hierna is bepaald. Hun rech-ten in de chirografaire boedel worden definitief vast-gesteld met inachtneming van het bedrag dat hunnog verschuldigd is na die rangschikking met betrek-king tot de onroerende goederen, en wat zij bij devroegere uitdeling meer ontvangen hebben, wordtafgetrokken van het bedrag dat hun als hypothecaireschuldeisers toegewezen is, en in de chirografaireboedel teruggestort. •

Art.96

De hypothecaire schuldeisers die niet batig ge-rangschikt zijn, worden als gewone schuldeisers be-schouwd en als zodanig behandeld met betrekkingtot de gevolgen van alle verrichtingen in verband metde chirografaire boedel.

[ 80]

hypothécaires non remplis sur le prix des immeublesconcourent à proportion de ce qui leur reste dû avecles créanciers chirographaires, sur les deniers dévo-lus à la masse chirographaire, pourvu toutefois queleurs créances aient été affirmées et vérifiées suivantles formes ci-dessus établies.

Art.93

Si, avant la distribution du prix des immeubles, onprocède àune ou plusieurs répartitions de deniers,les créanciers privilégiés sur les immeubles et lescréanciers hypothécaires concourent à ces réparti-tions dans la proportion du montant total de leurcréance, la distraction ainsi qu'il est dit ci-après.

Art.94

Après la vente des immeubles et le règlement del'ordre entre les créanciers hypothécaires et privilé-giés, ceux d'entre eux qui viennent en ordre utile surle prix des immeubles, pour la totalité de leur créan-ce, ne touchent le montant de leur collocation hypo-thécaire que sous la déduction des sommes par euxreçues dans la masse chirographaire.

Les sommes ainsi déduites ne restent point dans lamasse hypothécaire, mais retournent à la masse chi-rographaire au profit de laquelle il en est fait distrac-tion.

Art.95

A l'égard des créanciers hypothécaires qui ne sontcolloqués que partiellement dans la distribution duprix des immeubles, il est procédé comme suit. Leursdroits sur la masse chirographaire sont définitive-ment réglés d'après les sommes dont ils restentcréanciers après cette collocation immobilière, et lesdeniers qu'ils ont touchés au-delà de cette propor-tion, dans la distribution antérieure, leur sont rete-nus sur le montant de leur collocation hypothécaire,et réservés dans la masse chirographaire.

Art.96

Les créanciers hypothécaires qui ne viennent pasen ordre utile sont considérés comme chirographai-res et soumis comme tels aux effets de toutes lesopérations de la masse chirographaire.

Page 81: K. 49-330/1

MdelingIV

Gevolgen van het faillissement van de eneechtgenoot ten opzichte van de andere

Art.97

De curators kunnen de roerende en onroerendegoederen uit het eigen vermogen van een gefailleerdeechtgenoot zowel als uit hun gemeenschappelijk ver-mogen verkopen zonder de voorafgaande toestem-ming van de andere echtgenoot of de rechterlijkemachtiging, voorgeschreven bij de artikelen 215, § 1,1418 en 1420 van het Burgerlijk Wetboek.

Art.98

Indien het huwelijksvermogensstelsel van de echt-genoten wordt ontbonden na de faillietverklaring envoor de beëindiging van het faillissement, kunnennoch de echtgenoot van de gefailleerde, noch de cura-tors aanspraak maken op de voordelen die in hethuwelijkscontract zijn bepaald.

Art.99

De gemeenschappelijke schulden die de gefailleer-de bij de uitoefening van zijn beroep heeft gemaakten die niet voldaan zijn door de vereffening van hetfaillissement, kunnen niet worden verhaald op heteigen vermogen van de echtgenoot van de gefailleer-de.

HOOFDSTUK VIII

Uitdeling aan schuldeisers

Art.100

Het bedrag van het actief van de gefailleerdewordt onder de schuldeisers verdeeld naar evenre-digheid van hun vorderingen en na aftrek van dekosten en uitgaven voor het beheer van de faillieteboedel, van de uitkeringen tot levensonderhoud aande gefailleerde en zijn gezin en van hetgeen aan debevoorrechte schuldeisers betaald is.

[ 81 ] - 330 / 1-95 / 96

Section IV

Des effets de la faillite d'un des épouxà l'égard de son conjoint

Art. 97

Le consentement préalable du conjoint d'un épouxfailli ou l'autorisation de justice prévus par les arti-cles 215, § 1er, 1418 et 1420du Code civil, ne doiventpas être obtenus par les curateurs pour la vente desbiens meubles et immeubles dépendant tant du pa-trimoine propre de l'époux failli que du patrimoinecommun.

Art.98

Si, après déclaration de faillite et avant clôture decelle-ci, intervient la dissolution du régime matrimo-nial des époux, ni le conjoint du failli, ni les curateursne peuvent se prévaloir des avantages déterminésdans le contrat de mariage.

Art.99

Le paiement des dettes communes contractées parle failli dans l'exercice de sa profession et qui ne sontpoint réglées par la liquidation de la faillite, ne peutêtre poursuivi sur le patrimoine propre du conjointdu failli.

CHAPITRE VIII

Répartitions aux créanciers

Art.100

Le montant de l'actif du failli, déduction faite desfrais et dépens de l'administration de la faillite, dessecours qui auraient été accordés au failli et à safamille et des sommes payées aux créanciers privilé-giés, est réparti entre tous les créanciers, au marc lefranc de leurs créances.

Page 82: K. 49-330/1

- 330 / 1-95 / 96

HOOFDSTUK IX

Verkoop van de onroerende goederenvan de gefailleerde

Art.101

Indien er geen vervolgingen tot uitwinning van deonroerende goederen zijn begonnen voor de uit-spraak van het faillietverklarend vonnis, kunnenalleen de curators tot de verkoop overgaan. De rech-ter-commissaris beveelt de verkoop op verzoek vande curators of van een hypothecaire schuldeiser. Devormen voorgeschreven in de artikelen 1190 en vol-gende van het Gerechtelijk Wetboek worden in achtgenomen.

Indien onroerende goederen toebehoren aan devan goederen gescheiden gefailleerde en zijn echtge-note of echtgenoot, kan de rechtbank van de verkoopvan deze onverdeelde goederen bevelen, met inacht-neming van de rechten van de andere van de beideechtgenoten, en nadat deze behoorlijk werd opgeroe-pen. De verkoping kan in dat geval doorgaan opverzoek van de curators alleen.

Indien het onroerend beslag ten kantore van dehypotheekbewaarder is overgeschreven, dan kunnende curators dat te allen tijde stuiten door, met mach-tiging van de rechtbank van koophandel, na oproe-ping 'van de gefailleerde, de inbeslaggenomen onroe-rende goederen, met inachtneming van dezelfdevormen, te doen verkopen. In dat geval doen zij ten-minste acht dagen vooraf, plaats, dag en uur van deverkoping betekenen aan de vervolgende schuldeiseren aan de gefailleerde. Zodanige betekening wordtbinnen dezelfde termijn aan alle ingeschrevenschuldeisers gedaan aan de woonplaats die zij in hetinschrijvingsborderel hebben gekozen.

Indien de bezwaarde goederen niet. verkocht zijnbinnen het jaar van de faillietverklaring; kunnen deingeschreven hypothecaire schuldeisers ze doen ver-kopen overeenkomstig de artikelen 1560 tot 1626van het Gerechtelijk Wetboek.Deze termijn van eenjaar kan echter verlengd worden door de rechtbankop verzoek van de curators ofvan elke belanghebben-de, met akkoord van de eerst ingeschreven hypothe-caire schuldeiser.

HOOFDSTUKX

Terugvorderingen

Art. 102

In geval van faillissement kan de eigenaar van nogniet betaald handels- en ander papier dat zich innatura in de portefeuille van de gefailleerde bevindtop de dag van het vonnis van faillietverklaring, datpapier terugvorderen wanneer hij het afgegeven

[ 82 ]

CHAPITRE IX

De la vente des immeubles

Art.101

S'il n'y a pas de poursuites en expropriation desimmeubles, commencées avant le prononcé du juge-ment déclaratif de faillite, les curateurs seuls sontadmis à réaliser la vente. Le juge-commissaire or-donne la vente à la requête des curateurs ou d'uncréancier hypothécaire. Les formes prescrites par lesarticles 1190 et suivants du Code judiciaire sontsuivies.

Si des immeubles appartiennent au failli séparédes biens et à son conjoint, le tribunal de commercepeut ordonner la' vente de ces biens indivis, dans lerespect des droits de l'autre époux, dûment appelé.La vente peut dans ce cas se faire à la requête descurateurs seuls.

Si la transcription hypothécaire de la saisie immo-bilière a eu lieu, les curateurs peuvent toujours enarrêter les effets, en procédant dans les mêmes for-mes, avec l'autorisation du tribunal de commerce, lefailli appelé, à la vente des immeubles saisis. Ils fontdans ce cas notifier au créancier poursuivant et aufailli, huit jours au moins avant la vente, les lieu, jouret heure auxquels il y sera procédé. Semblable signi-fication est faite dans le même délai à tous les créan-ciers inscrits en leur domicile élu dans le bordereaud'inscription.

Si les immeubles grevés ne sont pas vendus dansl'année de la déclaration de faillite, les créanciershypothécaires inscrits peuvent faire vendre le bienhypothéqué, conformément aux dispositions des arti-cles 1560 à 1626 du Codejudiciaire. Le délai d'un anpeut néanmoins être prorogé par le tribunal à lademande des curateurs ou de tout intéressé, avecl'accord du créancier premier inscrit.

CHAPITRE X

De la revendication

Art.102

Peuvent être revendiquées en cas de faillite, lesremises en effets de commercé ou autres titres nonencore payés, et qui se trouvent en nature dans leportefeuille du failli à la date du jugement déclaratifde la faillite, lorsque ces remises ont été faites par le

Page 83: K. 49-330/1

heeft alleen met last om het te innen en het bedragervan te zijner beschikking te houden, ofhet speciaalbestemd heeft voor bepaalde betalingen.

Art.l03

De koopwaren aan de gefailleerde in bewaringgegeven of in consignatie gegeven om te worden ver-kocht voor rekening van de afzender, kunnen even-eens worden teruggevorderd, zolang zij geheel of ge-deeltelijk in natura aanwezig zijn.

Zelfs de prijs van die koopwaren kan worden te-ruggevorderd in zover hij niet is betaald, noch inwaardepapier voldaan, noch in rekening-couranttussen de gefailleerde en de Imper verrekend.

Art.l04

De aan de gefailleerde gezonden koopwaren kun-nen ook worden teruggevorderd, zolang de overgaveniet is geschied in zijn magazijnen of in die van decommissionair die gelast is ze te verkopen voor reke-ning van de gefailleerde.

De terugvordering is nochtans niet ontvankelijkwanneer de koopwaren, voor hun aankomst, zonderbedrog verkocht zijn op cognossementen ofop door deafzender getekende facturen en vrachtbrieven.'De terugvordering geschiedt met inachtneming

van de rechten van de pandhoudende schuldeiser diein het bezit van de koopwaren is gesteld door eencognossement of een vrachtbrief.

Art.l05

Hij die een zaak terugvordert, is verplicht aan deboedel de door hem in mindering ontvangen bedra-gen, alsmede alle voorschotten gedaan voor vracht ofvervoer, commissie, verzekering of andere kostenterug te geven, en de wegens dezelfde oorzaken ver-schuldigde bedragen te betalen.

Art.l06

Verkochte koopwaren die nog niet zijn geleverdaan de gefailleerde ofnog niet zijn verzonden aan degefailleerde of voor diens rekening aan een derde,kunnen door de verkoper worden teruggehouden.

Art.l07

In het geval van de artikelen 104 en 106 kunnende curators, met machtiging van de rechter-commis-saris, levering van de koopwaren eisen tegen beta-ling van de prijs die tussen verkoper en gefailleerdebedongen is.

[ 83 ] - 330 / 1- 95 / 96

propriétaire avec simple mandat d'en faire le recou-vrement et d'en garder la valeur à sa disposition, oulorsqu'elles ont été de sa part spécialement affectéesà des paiements déterminés.

Art. 103

Peuvent être également revendiquées, aussi long-temps qu'elles existent en nature, en tout ou enpartie, les marchandises consignées au failli à titrede dépôt ou pour être vendues pour le compte deI'envoyeur,

Peut même être revendiqué le prix ou la partie duprix desdites marchandises, qui n'a été ni payé niréglé en valeur, ni compensé en compte courant entrele failli et l'acheteur.

Art.l04

Peuvent aussi être revendiquées les marchandisesexpédiées au failli, tant que la tradition n'en a pointété effectuée dans ses magasins, ou dans ceux ducommissionnaire chargé de les vendre pour le comptedu failli.

Néanmoins, la revendication n'est pas recevablesi, avant leur arrivée, les marchandises ont été ven-dues sans fraude, sur connaissements, ou sur factu-res et lettres de voiture signées par l'expéditeur.

Le revendiquant doit respecter les droits du créan-cier gagiste saisi par un connaissement ou une lettrede voiture.

Art.l05

Le revendiquant est tenu de rembourser à la mas-se les acomptes par lui reçus, ainsi que toutes avan-ces faites pour fret ou voiture, commission, assuran-ce ou autres frais, et de payer les sommes quiseraient dues pour mêmes causes.

Art.l06

Peuvent être retenues par le vendeur les marchan-dises par lui vendues qui ne sont pas délivrées aufailli, ou qui n'ont pas encore été expédiées, soit à lui,soit à un tiers pour son compte.

Art.l07

Dans le cas prévu par les articles 104 et 106, etsous l'autorisation du juge-commissaire, les cura-teurs ont la faculté (l'exiger la livraison des marchan-dises, en payant le prix convenu entre le vendeur etle failli.

Page 84: K. 49-330/1

- 330 Il - 95 I 96

Art.108

De curators kunnen met goedkeuring van de rech-ter-commissaris de verzoeken tot terugvordering vankoopwaren, handels- en andere papieren of anderegoederen inwilligen; indien er een geschilontstaat,doet de rechtbank uitspraak op verslag van de rech-ter-commissaris.

TITEL III

Rehabilitatie

Art.109

De niet verschoonbaar verklaarde gefailleerde diealle door hem verschuldigde bedragen, hoofdsom,interest en kosten, geheel heeft voldaan, kan rehabi-litatie verkrijgen.

Indien hij vennoot is van een vennootschap onderfirma, kan hij geen rehabilitatie verkrijgen dan na tehebben bewezen dat alle schulden van de vennoot-schap, hoofdsom, interesten en kosten, geheel zijnvoldaan.

De gefailleerde kan na zijn overlijden worden ge-rehabiliteerd.

Art.110

De verschoonbaar verklaarde gefailleerde wordtgeacht gerehabiliteerd te zijn.

Art. III

Elk verzoek tot rehabilitatie wordt gericht aan hethof van beroep van het rechtsgebied waarbinnen degefailleerde zijn woonplaats heeft. De verzoekervoegt bij zijn verzoekschrift de kwijtingen en anderebewijsstukken.

Nadat het verzoekschrift aan de procureur-gene-raal bij het hofvan beroep is meegedeeld, zendt dezedaarvan door hem voor eensluidend verklaarde expe-dities aan de procureur des Konings en aan de voor-zitter van de rechtbank van koophandel van de woon-plaats van de verzoeker, en, indien deze sedert hetfaillissement van woonplaats veranderd is, aan deprocureur des Konings en aan de voorzitter van derechtbank van koophandel van het rechtsgebiedwaarbinnen het faillissement zich heeft voorgedaan,en hij gelast hen allemogelijke inlichtingen in tewinnen omtrent de echtheid van de uiteengezettefeiten.

Te dien einde draagt de procureur des Konings erzorg voor dat een afschrift van bedoeld verzoek bijuittreksel in het Belgisch Staatsblad wordt opgeno-men.

[ 84 ]

Art.108

Les curateurs peuvent, avec l'approbation du juge-commissaire, admettre les demandes en revendica-tion de marchandises, effets de commerce et autresbiens et, s'il y a contestation, le tribunal statue sur lerapport du juge-commissaire.

TITRE III

De la réhabilitation

Art.109

Le failli déclaré non excusable qui a intégralementacquitté en principal, intérêts et frais, toutes lessommes par lui dues, peut obtenir sa réhabilitation.

S'il est l'associé d'une société en nom collectif, il nepeut l'obtenir, qu'après avoir justifié que toutes lesdettes de la société ont été intégralement acquittéesen principal, intérêts et frais.

Le failli peut être réhabilité après sa mort.

Art.110

Le failli déclaré excusable est réputé réhabilité.

Art. III

Toute demande en réhabilitation est adressée à lacour d'appel dans le ressort de laquelle le failli estdomicilié. Le demandeur joint à sa requête les quit-tances et autres pièces justificatives.

Le procureur général près la cour d'appel, sur lacommunication qui lui a été faite de la requête, enadresse des expéditions certifiées de lui au procureurdu Roi et au président du tribunal de commerce dudomicile du demandeur, et s'il a changé de domiciledepuis la faillite, au procureur du Roi et au présidentdu tribunal de commerce du ressort où elle a eu lieu,en les chargeant de recueillir tous les renseigne-ments qui sont à leur portée sur la vérité des faits quiont été exposés.

Acet effet, à la diligence du procureur du Roi, copiede ladite requête est insérée par extrait, au Moniteurbelge.

Page 85: K. 49-330/1

Art. 112

Elke schuldeiser wiens schuldvordering, hoofd-som, interesten en kosten, niet geheel is voldaan, enelke andere belanghebbende kan binnen de maandvan de publikatie in het Belgisch Staatsblad, tegende rehabilitatie bij eenvoudige akte ter griffie verzetdoen onder overlegging van bewijsstukken. Deschuldeiser die verzet doet, kan nooit als partij optre-den in de procedure tot rehabilitatie.

Art. 113

Na verloop van de termijn bepaald in artikel 112zenden de procureur des Konings en de voorzittervan de rechtbank van koophandel, ieder afzonderlijk,de door hen ingewonnen inlichtingen en de ingedien-de akten van verzet aan de procureur-generaal bijhet hofvan beroep; zij voegen er hun advies over hetverzoek aan toe.

De procureur-generaal bij het hof van beroep vor-dert dat op dit alles een arrest wordt gewezen waar-bij het rehabilitatieverzoek wordt toegestaan of ge-weigerd. Wordt het verzoek geweigerd, dan kan hetniet opnieuw worden ingediend dan na verloop vaneenjaar.

Art. 114

Het arrest waarbij de rehabilitatie wordt toege-staan, wordt toegezonden aan de procureur des Ko-nings en aan de voorzitter van de rechtbanken aanwie het verzoek gezonden is. Deze rechtbanken beve-len dat het arrest in hun registers zal worden overge-schreven.

TITEL IV

Diverse bepalingen

HOOFDSTUKI

Wijzigingen in het Gerechtelijk Wetboek

Art.115

In artikel 631 van het Gerechtelijk Wetboek wor-den het eerste en het tweede lid vervangen als volgt :

« De faillietverklaring geschiedt doorde rechtbankbevoegd krachtens artikel 4, tweede lid, van de fail-lissementswet van ...

Geschiedt de faillietverklaring in België, dan be-horen de desbetreffende geschillen uitsluitend tot debevoegdheid van de rechtbank bedoeld in het eerstelid. »

[ 85 ] - 330 / 1-95 / 96

Art.112

Tout créancier qui n'a pas été payé intégralementde sa créance en principal, intérêts et frais, et touteautre partie intéressée; peuvent, dans le mois de lapublication au Moniteur belge, former opposition à laréhabilitation par simple acte au greffe, appuyé depièces justificatives. Le créancier opposant ne peutjamais être partie dans la procédure relative à laréhabilitation.

Art.113

Après l'expiration du délai prévu à l'article 112, leprocureur du Roi et le président du tribunal de com-merce transmettent, chacun séparément, au procu-reur général près la cour d'appel, les renseignementsqu'ils ont recueillis et les oppositions qui ont pu êtreformées; ils y joignent leur avis sur la demande.

Le procureur général près la cour d'appel fait ren-dre, sur le tout, arrêt portant admission ou rejet de lademande en réhabilitation. Si la demande est reje-tée, elle ne peut être reproduite qu'après une annéed'intervalle.

Art. 114

L'arrêt portant réhabilitation est adressé tant auprocureur du Roi qu'au président des tribunaux aux-quels la demande a été adressée. Ces tribunaux enfont faire la transcription sur leurs registres.

TITRE IV

Dispositions diverses

CHAPITRE 1er

Modifications au Code judiciaire

Art.115

Dans l'article 631 du Code judiciaire, lesalinéas 1eret 2 sont remplacés par les alinéas sui-vants:

« La faillite est déclarée par le tribunal compétenten vertu de l'article 4, alinéa 2, de la loi du ... sur lesfaillites.

Lorsque la faillite est déclarée en Belgique, lescontestations qui y ont trait sont de la compétenceexclusive du tribunal visé à l'alinéa t-. »

Page 86: K. 49-330/1

- 330 Il - 95 196

Art.116

In artikel 1193 van hetzelfde Wetboek, gewijzigdbij de wet van 18 februari 1981, wordt het derde lidvervangen als volgt :

« In alle gevallen kunnen de verzoekers, om redenvan bijzondere omstandigheden en met instemmingvan de vrederechter, hetzij in de verkoopsvôorwaar-den vermelden, hetzij ter zitting beslissen dat deformaliteit van het hoger bod niet zal worden toege-past. »

Art.117

Artikel 1193ter vanhetzelfde Wetboek, ingevoegdbij de wet van 18 februari 1981 en gewijzigd bij dewet van 10 maart 1983, wordt vervangen als volgt :

« Art. 1193ter. - In het geval van artikel 1190kunnen de curators aan de rechtbank van koophan-del de machtiging vragen om uit de hand te verko-pen. De curators leggen aan de rechtbank het dooreen notaris, aangewezen door de rechter-commissa-ris, opgemaakt ontwerp van verkoopakte voor, onderopgave van de redenen waarom de verkoop uit dehand geboden is.

Hierbij voegen zij een schattingsverslag, opge-maakt door de door hen aangewezen deskundige eneen getuigschrift van de hypotheekbewaarder, na defaillietverklaring opgesteld, met vermelding van debestaande inschrijvingen en alle overschrijvingenvan een bevel of een beslag betreffende de te verko-pen onroerende goederen. Alle personen die hetzijeen inschrijving, hetzij een kantmelding hebben ophet betrokken onroerend goed en de gefailleerdemoeten worden gehoord of bij gerechtsbrief behoor-lijk worden opgeroepen. Zijkunnen van de rechtbankvorderen dat de machtiging om uit de hand te verko-pen afhankelijk wordt gesteld van bepaalde voor-waarden zoals een minimumverkoopprijs.

De machtiging wordt verleend indien het belangvan de gefailleerde boedel zulks vereist en op adviesvan de rechter-commissaris. De beschikking bepaaltuitdrukkelijk waarom de verkoop uit de hand hetbelang van de failliete boedel dient. Deze vorm vanverkoop kan van een minimumverkoopprijs afhanke-lijk worden gesteld.

De verkoping moet overeenkomstig de door derechtbank aangenomen ontwerpakte geschieden,door de ambtelijke tussenkomst van de notaris diedeze heeft opgesteld. Hij verdeelt de prijs overeen-komstig de artikelen 1639 en volgende. Hoger beroeptegen de beschikking van de rechtbank kan ingesteldworden door de verzoeker of door de tussenkomendeschuldeisers op de wijze, zoals bepaald in arti-kel1031. »

[ 86 ]

Art.116

Dans l'article 1193 du même Code, modifié par laloi du 18 février 1981, l'alinéa 3 est remplacé parl'alinéa suivant:

« Dans tous les cas le requérant peut, en raison decirconstances particulières et avec l'accord du juge depaix, soit prévoir dans le cahier des charges et condi-tions de la vente, soit décider séance tenante que laformalité de surenchère n'est pas d'application. »

Art. 117

L'article 1193ter du même Code,y inséré par la loidu 18 février 1981 et modifié par la loi du 10 mars1983, est remplacé par la disposition suivante:

« Art. 1193ter. - Dans le cas prévu à l'arti-cle 1190, les curateurs peuvent demander au tribu-nal de commerce l'autorisation de vendre de gré àgré. Les curateurs soumettent au tribunal un projetd'acte de vente établi par un notaire, désigné par lejuge-commissaire, et lui exposent les motifs pourlesquels la vente de gré à gré s'impose.

Ils y joignent un rapport d'expertise établi parl'expert qu'ils ont désigné et un certificat du conser-vateur des hypothèques, postérieur à la déclarationde faillite relatant les inscriptions existantes et toutetranscription de commandement ou de saisie portantsur les immeubles qui doivent être vendus. Toutesles personnes possédant une inscription ou une men-tion marginale sur l'immeuble concerné demême quele failli doivent être entendus ou dûment appelés parpli judiciaire. Ils peuvent demander au tribunal quel'autorisation de vendre de gré à gré soit subordonnéeà certaines conditions, telles que la fixation d'un prixde vente minimum.

L'autorisation est accordée si l'intérêt de la massefaillie l'exige et de l'avis du juge-commissaire. L'or-donnance doit indiquer expressément la raison pourlaquelle la vente de gré à gré sert l'intérêt de la massefaillie. Le recours à cette forme de vente peut êtresubordonné à la fixation d'un prix minimum.

La vente doit avoir lieu conformément au projetd'acte admis par le tribunal et par le ministère dunotaire, qui l'a rédigé. Celui-ci répartit le prix confor-mément aux articles 1639et suivants. Le demandeurou les créanciers intervenants peuvent appeler del'ordonnance du tribunal conformément à l'arti-cle 1031. »

Page 87: K. 49-330/1

Art. 118

In artikel 1621, van hetzelfde Wetboek wordt heteerste lid vervangen als volgt:

« Wanneer er voor de overschrijving van het beslageen vonnis bestaat, dat de verkoop van de in beslaggenomen onroerende goederen beveelt, hetzij krach-tens de artikelen 1186 tot 1191 of 1211,hetzij in enigander geval waarin de verkoop van de onroerendegoederen bij opbod geschiedt, krachtens rechterlijkebeslissingen, kan de beslagene, na de overschrijving,de beslaglegger voor de rechter van de plaats waar degoederen gelegen zijn, oproepen om de vervolgingvan het uitvoerend beslag op onroerend goed gedu-rende een door deze rechter te bepalen termijn teschorsen, terwijl alles in dezelfde staat blijft. Determijn mag ten hoogste twee maanden bedragen. »

HOOFDSTUK II

Wijzigingen in de strafwetten

Art.119

Het opschrift van afdeling I van boek II, titel IX,hoofdstuk II, van het Strafwetboek, gewijzigd bij dewet van 10 oktober 1967, wordt vervangen door hetvolgende opschrift :

« MdelingI

Misdrijven die verband houden met de staat van[aillissement »

Art.120

Artikel 489 van hetzelfde Wetboek wordt vervan-gen als volgt :

« Art. 489. :...- Met gevangenisstraf vanéén maand tot één jaar en een geldboete van100 frank tot 100 000 frank ofmet één van die straf-fen alleen worden gestraft de kooplieden die zich instaat van faillissementbevinden in de zin van arti-kel 2 van de faillissementswet van ... , of de bestuur-ders, in rechte of in feite, van handelsvennootschap-pen die zich in staat van faillissement bevinden, die:

1° zonder voldoende tegenprestatie, ten behoevevan derden met inachtneming van definanciële toe-stand van de onderneming te aanzienlijke verbinte-nissen hebben aangegaan;

2° zonder wettig verhinderd te zijn, verzuimdhebben de verplichtingen gesteldbij artikel 52 vande faillissementswet van ... na te leven. »

[ 87 ] - 330 / 1-95 / 96

Art.118

Dans l'article 1621 du même Code, l'alinéa 1er estremplacé par l'alinéa suivant:

« Lorsqu'il existe, antérieurement à la transcrip-tion de la saisie, un jugement ordonnant la vente desimmeubles saisis, soit en vertu des articles 1186 à1191ou 1211, soit dans tout autre cas où la vente desimmeubles a lieu aux enchères, en vertu de décisionsjudiciaires, le saisis peut après cette transcription,appeler le saisissant devant le juge de la situationdes biens, pour faire surseoir aux poursuites de sai-sie-exécution immobilière, pendant un terme qui estfixé par ce juge, toutes choses restant en état. Ceterme ne peut excéder deux mois. »

CHAPITRE II

Modifications aux lois pénales

Art. 119

L'intitulé de la section première du Chapitre II dutitre IXdu livre II du Codepénal, modifié par la loi du10 octobre 1967, est remplacé par l'intitulé suivant:

« Section te

Des infractions liées à l'état de faillite »

Art.120

L'article 489 du même Code est remplacé par ladisposition suivante:

« Art. 489. - Sont punis d'un emprisonnementd'un mois à un an et d'une amende de 100 francs à100 000 francs ou d'une de ces peines seulement, lescommerçants en état de faillite au sens de l'article 2de la loi du ... sur les faillites ou les dirigeants, dedroit ou de fait, des sociétés commerciales en état defaillite, qui auront:

1° contracté, au profit de tiers, sans contrepartiesuffisante, des engagements trop considérables euégard à la situation financière de l'entreprise;

2° sans empêchement légitime, omis d'exécuterles obligations prescrites par l'article 52 de la loi du ...sur les faillites. »

Page 88: K. 49-330/1

- 330 / 1-95 / 96

Art.121

In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 489bisingevoegd, luidende:

« Art. 489bis. - Met gevangenisstraf vanéén maand tot twee jaar en met geldboete van100 frank tot 500 000 frank ofmet één van die straf-fen alleen worden gestraft de personen bedoeld inartikel 489 die:

1° met het oogmerk om de faillietverklaring uit testellen, aankopen hebben gedaan tot wederverkoopbeneden de koers of toegestemd hebben in leningen,effectencirculaties en andere al te kostelijke midde-len om zich geld te verschaffen;

2° verdichte uitgaven ofverliezen hebben opgege-ven ofgeen verantwoording hebben verschaft van hetbestaan of van de aanwending van de activa of eendeel ervan, zoals zij uit de boekhoudkundige stukkenblijken op de datum van staking van betaling, en vanalle goederen van welke aard ook, die zij naderhandzouden verkregen hebben;

3° met het oogmerk om de faillietverklaring uittestellen, een schuldeiser ten nadele van de boedelbetaald of bevoordeeld hebben;

4° met hetzelfde oogmerk, verzuimd hebben bin-nen de bij artikel 7 van de faillissementswet van ...gestelde termijn aangifte te doen van het faillisse-ment; wetensverzuimd hebben naar aanleiding vande aangifte van het faillissement de inlichtingen ver-eist bij artikel 8 van dezelfde wet te verstrekken;wetens naar aanleiding van de aangifte van het fail-lissement of naderhand, op de aanvragen van derechter-commissaris of van de curators, onjuiste in-lichtingen hebben verstrekt. »

Art.122

In hetzelfde Wetboek wordteen artikel 489ter in-gevoegd, luidende:

«Art. 489ter. - Met gevangenisstraf vanéén maand tot vijf jaar jaar en een geldboete van100 frank tot 500 000 frank worden gestraft de inartikel 489 bedoelde personen die met bedrieglijkopzet ofmet het oogmerk om te schaden :

1° een gedeelte van de activa hebben verduisterdof verborgen;

2° de boeken ofbescheiden bedoeld in hoofdstuk Ivan de wet van 17juli 1975 op de boekhouding en dejaarrekening van de ondernemingen, geheel of ge-deeltelijk hebben doen verdwijnen; poging tot diewanbedrijven wordt gestraft met een gevangenis-straf van één maand tot drie jaar en een geldboetevan 100 frank tot 500 000 frank.

Zij die zich aan die wanbedrijven of poging schul-dig hebben gemaakt, kunnen bovendien wordenver-oordeeld tot ontzetting van rechten overeenkomstigartikel 33. »

[ 88 ]

Art.121

Un article 489bis, rédigé comme suit, est insérédans le même Code :

« Art. 489bis. - Sont punies d'un emprisonne-ment d'un mois à deux- ans et d'une amende de100 francs à 500 000 francs ou d'une de ces peinesseulement, les personnes visées à l'article 489, quiauront:

1° dans l'intention de retarder la déclaration defaillite, fait des achats pour revendre au-dessous ducours ou qui se seront livrées à des emprunts, circula-tions d'effets et autres moyens ruineux de se procu-rer des fonds; ,

2° supposé des dépenses ou des pertes ou n'ont pujustifier de l'existence ou de l'emploi de tout ou partiede l'actif tel qu'il apparaît des documents et livrescomptables à la date de cessation de paiement et detous biens de quelque nature que ce soit obtenuspostérieurement;

3° dans l'intention de retarder la déclaration defaillite, payé ou favorisé un créancier au préjudice dela masse;

4° dans la même intention, omis de faire l'aveu dela faillite dans le délai prescrit par l'article 7 de la loidu .. , sur les faillites; sciemment omis de fournir, àl'occasion de l'aveu de la faillite, les renseignementsexigés par l'article 8 de la même loi; sciemment four-ni des renseignements inexacts à l'occasion de l'aveude la faillite ou ultérieurement aux demandes adres-sées par le juge-commissaire ou par les curateurs. »

Art.122

Un article 489ter, rédigé comme suit, est insérédans le même Code :

«Art. 489ter, - Sont punies d'un emprisonne-ment d'un mois à cinq ans et d'une amende de100 francs à 500 000 francs, les personnes visées àl'article 489 qui, avec une intention frauduleuse ou àdessein de nuire, auront:

1° détourné ou dissimulé une partie de l'actif;

2° soustrait, en tout ou en partie, des livres oudocuments comptables visés au chapitre 1er de la loidu 17 juillet 1975 relative à la comptabilité et auxcomptes annuels des entreprises; la tentative de cesdélits est punie d'un emprisonnement d'un mois àtrois ans et d'une amende de 100 francs à500 000 francs.

Les coupables de ces délits ou de leur tentativepeuvent, de plus, être condamnés à l'interdictionconformément à l'article 33. »

Page 89: K. 49-330/1

Art.123

In hetzelfde Wetboek wordt een artikel489quateringevoegd, luidende:

«Art. 489quater.- De strafvordering terzakevan de strafbare feiten omschreven in de artike-len 489, 489bis en 489ter wordt vervolgd los vanenige vordering die bij de rechtbank van koophandelmocht zijn ingesteld. Nochtans kan de staat vanfaillissement voor de strafrechter niet worden be-twist wanneer hij vastgesteld is bij een in kracht vangewijsde gegane beslissing van de rechtbank vankoophandel of van het hof van beroep. »

Art.124

In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 489quin-quies ingevoegd, luidende:

«Art. 489quinquies. - Met gevangenisstraf vanéén maand tot twee jaar en een geldboete van100 frank tot 500 OOOfrankofmet één van die straf-fen alleen worden gestraft zij die bedrieglijk:

l°in het belang van de failliet verklaarde koop-man of handelsvennootschap, zelfs zonder de mede-werking van de koopman of van de bestuurders, inrechte of in feite, van de vennootschap, de activageheel of ten dele wegnemen, verbergen of helen;

2; verdichte of overdreven schuldvorderingen bijhet faillissement indienen en bevestigen in eigennaam of door tussenpersonen. »

Art.125

In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 489sexiesingevoegd, luidende:

«Art. 489sexies. - Met een gevangenisstraf vanéén maand tot vijf jaar en een geldboete van100 frank tot 500 OQOfrank wordt gestraft de curatordie zich schuldig maakt aan ontrouw in zijn beheer.Hij wordt daarenboven veroordeeld tot teruggave enschadeloosstelling die aan de boedel is verschuldigd.De schuldigekan bovendien veroordeeld worden totontzetting van rechten overeenkomstig artikel33. »

Art.126

Artikel 490 yan hetzelfde Wetboek wordt vervan-gen als volgt :

«Art. 490. - Alle arresten ofvonnissen van ver-oordeling tot een gevangenisstraf, uitgesprokenkrachtens de artikelen 489, 489bis en 489ter, bevelendat de beslissing op kosten van de veroordeelde bijuittreksel zal worden bekendgemaakt in het BelgischStaatsblad.

Het uittreksel bevat:l°de naam, devoornamen, de plaats en datum

van geboorte, alsmede het adres en het inschrijvings-nummer in het handelsregister, van de veroordeel-

[ 89 ] - 330 / 1- 95 / 96

Art.123

Un article 489quater, rédigé comme suit, est insé-ré dans le même Code :

« Art. 489quater. - L'action publique relativeaux infractions visées aux articles 489, 489bis et489ter est poursuivie indépendamment de toute ac-tion qui pourrait être poursuivie devant le tribunalde commerce. L'état de faillite ne pourra néanmoinspas être contesté devant le juge pénal, si cet état afait l'objet d'une décision du tribunal de commerce oude la cour d'appel, passée en force de chose jugée. »

Art.124

Un article 489quinquies, rédigé comme suit, estinséré dans le même Code :

« Art. 489quinquies. - Sont punis d'un empri-sonnement d'un mois à deux ans et d'une amende de100 francs à 500000 francs ou d'une de ces peinesseulement, ceux qui, frauduleusement, auront:

10 dans l'intérêt du commerçant ou d'une sociétécommerciale déclarés faillis même en l'absence d'in-tervention de ce commerçant ou des dirigeants, dedroit ou de fait, de cette société, soustrait, dissimuléou recelé tout ou partie de l'actif;

20 présenté dans la faillite et affirmé, soit en leurnom, soit par interposition de personnes, des créan-ces supposées ou exagérées. »

Art.125

Un article 489sexies rédigé comme suit, est insérédans le même Code :

« Art. 489sexies. - Est puni d'un emprisonne-ment d'un mois à cinq ans et d'une amende de100 francs à 500 000 francs, le curateur qui s'estrendu coupable de malversation dans sa gestion. Ilest, en outre, condamné aux restitutions et domma-ges et intérêts dus à la masse des créanciers. Lecoupable peut, de plus, être condamné à l'interdictionconformément à l'article 33.»

Art.126

L'article 490 du même Code est remplacé par ladisposition suivante:

« Art. 490. - Les juridictions prononçant unecondamnation àune peine d'emprisonnement en ver-tu des articles 489, 489bis et 489ter ordonneront queleurs décisions soient publiées, par extrait, aux fraisdu condamné, au Moniteur belge.

Cet extrait contient:10 les nom, prénoms, lieu et date de naissance

ainsi que l'adresse et le numéro d'immatriculation auregistre de commerce des condamnés et éventuelle-

Page 90: K. 49-330/1

- 330 / 1-95 / 96

den en, in voorkomend geval, de handelsnaam of debenaming en de zetel van de faillietverklaarde han-delsvennootschappen waarvan zij in rechte ofin feitebestuurder zijn;

2° de datum van het arrest of van het vonnis vanveroordeling en het gerecht dat het heeft uitgespro-ken;

3° de strafbare feiten die tot de veroordelingenaanleiding hebben gegeven en de uitgesproken straf-fen; wanneer, wegens eenheid van opzet, een enkelestraf is uitgesproken uit hoofde van een van voor-noemde strafbare feiten en uit hoofde van anderestrafbare feiten, vermelden de uittreksels alle straf-bare feiten die met deze enige strafworden gestraft, »

Art.127

Artikel 490bis van hetzelfde Wetboek, ingevoegdbij de wet van 10 oktober 1967, wordt vervangen alsvolgt:

« Art. 490bis. - Met gevangenisstraf van eenmaand tot twee jaar en met geldboete van honderdfrank tot vijfhonderdduizend frank of met een vandie straffen alleen wordt gestraft hij die bedrieglijkzijn onvermogen heeft bewerkt enaan de op hemrustende verplichtingen niet heeft voldaan.

Dat de schuldenaar zijn onvermogen heeft be-werkt, kan worden afgeleid uit enige omstandigheidwaaruit blijkt dat hij zich onvermogend heeft willenmaken.

Ten aanzien van de derde die mededader ofmede-plichtig is, vervalt de strafvordering wanneer hij dehem overhandigde goederen teruggeeft. »

Art.128

In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 492bisingevoegd, luidende:

« Art. 492bis. - Met gevangenisstraf van eenmaand tot vijf jaar en met geldboete van honderdfrank tot vijfhonderdduizend frank worden gestraftde bestuurders, in feite ofin rechte, van handelsven-nootschappen en burgerlijke vennootschappen, als-ook van verenigingen zonder winstoogmerk, die vande goederen of van het krediet van de rechtspersoonbedrieglijk een gebruik maken waarvan zij wistendat het strijdig was met diens belangen, en wel vooreigen doeleinden of om een ander rechtspersoon ofeen andere onderneming te bevoordelen waarin zijrechtstreeks of onrechtstreeks belang hebben. Deschuldigen kunnen daarenboven veroordeeld wordentot ontzetting van hun rechten overeenkomstig arti-ke133. »

Art.129

In artikel 623, eerste lid, van het Wetboek vanStrafvordering, gewijzigdbij de wet van 7 april1964,

[90 ]

ment la raison sociale ou la dénomination et le siègesocial des sociétés commerciales déclarées en faillitedont ils sont les dirigeants de droit ou de fait;

2° la date du jugement ou de l'arrêt de condamna-tion et la juridiction qui l'a prononcé;

3° les infractions qui ont donné lieu aux condam-nations et les peines prononcées; lorsque, en raisonde l'unité d'intention, une peine unique a été pronon-céedu chef d'une des infractions susvisées et d'autresinfractions, toutes les infractions réprimées par cettepeine unique seront mentionnées. »

Art.127

L'article 490bis du même Code, y inséré par la loidu 10 octobre 1967, est remplacé par la dispositionsuivante:

« Art. 490bis. - Est puni d'un emprisonnementd'un mois à deux ans et d'une amende de 100francs à500 000 francs ou d'une de ces peines seulement,celui qui frauduleusement a organisé son insolvabili-té et n'a pas exécuté les obligations dont il est tenu.

L'organisation de son insolvabilité par le débiteurpeut être déduite de toute circonstance de nature àrévéler sa volonté de se rendre insolvable.

A l'égard du tiers coauteur ou complice du délit,l'action publique est éteinte s'il restitue les biens quilui avaient été remis. »

Art.128

Vn article 492bis, rédigé comme suit, est insérédans le même code :

« Art. 492bis. ~ Sont punis d'un emprisonne-ment d'un mois à cinq ans et d'une amende de100 francs à 500 000 francs, les dirigeants de droit oude fait des sociétés commerciales et civiles ainsi quedes associations sans but lucratif qui, frauduleuse-ment, ont fait des biens ou du crédit de la personnemorale, un usage qu'ils savaient contraire à l'intérêtde celle-ci, à des fins personnelles ou pour favoriserune autre personne morale ou entreprise dans la-quelle ils étaient intéressés directement ou indirecte-ment. Les coupables peuvent, de plus, être condam-nés à l'interdiction conformément à l'article 33. »

Art.129

A l'article 623, alinéa t-, du Code d'instructioncriminelle, modifié par la loi du 7 ~vril1964, les mots

Page 91: K. 49-330/1

worden de woorden . in geval van bedrieglijke bank-breuk » vervangen door de woorden « indien hij ver-oordeeld is wegens overtreding van artikel 489tervan het Strafwetboek »,

HOOFDSTUK III

Wijzigingen in de fiscale wetten

Art.130

In artikel 184bis van het koninklijk besluit n' 64van 30 november 1939 houdende het Wetboek derregistratie-, hypotheek- en griffierechten, ingevoegdbij de wet van 19 juni 1986 en gewijzigdbij de wetvan 22 december 1989, wordt tussen het eerste enhet tweede lid een nieuw lid ingevoegd, luidende alsvolgt:

«Het eerste lid is slechts van toepassing op devereffenaars en de curators in het geval dat de ver-oordeling, de vereffening ofrangregeling die de beta-ling, overschrijving; of teruggave tot gevolg heeft,hem ter kennis wordt gebracht. »

Art.131-

In artikel 427, derde lid, van het Wetboek van deinkomstenbelasting 1992, worden de woorden . arti-kel447 van de wet van 18 april1851 betreffende hetfaillissement, de bankbreuk en het uitstel van beta-ling. »vervangen door de woorden« artikel 17 van defaillissementswet van ... »,

Art.132

In artikel 88, § 3, van de wet van 3 juli 1969 totirrvoering van het Wetboek van de belasting over detoegevoegde waarde, gewijzigd bij de wet van 8 au-gustus 1980, worden de woorden . artikeI447,twee-de lid van boek III van het Wetboek van Koophandelmet betrekking tot het faillissement, de bankbreuken het uitstel van betaling » vervangen door de woor-den- artikel17, tweede lid, van de faillissementswetvan ... »,

[ 91 ] - 330 / 1-9S / 96

« s'il est banqueroutier frauduleux" sont remplacéspar les mots « s'il a été condamné pour infraction àl'article 489ter du Code pénal »,

CHAPITRE III

Modifications aux lois fiscales

Art.130

Dans l'article 184bis de l'arrêté royal na 64 du30 novembre 1939 contenant le Code des droits d'en-registrement, d'hypothèque et de greffe, y inséré parla loi du 19 juin 1986 et modifié par la loi du 22 dé-cembre 1989, un nouvel alinéa est inséré entre lesalinéas 1er et 2, libellé comme suit:

« L'alinéa 1er ne s'applique aux liquidateurs et auxcurateurs que dans les cas où la condamnation, liqui-dation ou collocation dont résulte le paiement, letransfert ou la restitution de sommes ou de valeursest portée à leur connaissance. »

Art.131

A l'article 427, alinéa 3, du Code des Impôts surles revenus 1992, les mots: < L'article44 7 de la loi du18 avril 1851 sur les faillites, banqueroutes et sur-sis" sont remplacés par les mots « L'article 17 de laloi du ... sur les faillites »,

Art.132

A l'article 88, § 3, de la loi du 3 juillet 1969 portantexécution du Code de la taxe sur la valeur ajoutée,modifié par la loi du 8 août 1980, les mots « L'arti-cle 447, alinéa 2, du livre III du Code de commerceconcernant les faillites, banqueroutes et sursis" sontremplacés par les mots . L'article 17, alinéa 2, de laloi du ... sur les faillites »,

Page 92: K. 49-330/1

- 330 / 1-95 / 96

HOOFDSTUK IV

Wijzigingen van verschillende aard

Art.133

Artikel16 van de wet van 18 november 1862 hou-dende invoering vanhet warrantstelsel wordt aange-vuld als volgt :

« § 3. De middelen van tenuitvoerlegging, strek-kende tot betaling van de schuldvorderingen die be-voorrecht zijn op de roerende goederen die tot faillie-te boedel behoren, worden evenwel geschorst tot aande sluiting van het proces-verbaal van verificatie derschuldvorderingen, behoudens alle maatregelen totbewaring van recht. »

Art.134

Artike19, paragraaf l,van de wet van 5 mei 1872houdende herziening van de bepalingen van het Wet-boek van koophandel betreffende het pand en decommissie wordt aangevuld met een tweede lid, lui-dende:

« De middelen van tenuitvoerlegging, strekkendetot betaling van de schuldvorderingen die bevoor-recht zijn op de roerende goederen-die tot de faillieteboedel behoren, worden evenwel geschorst tot aan desluiting van het proces-verbaal van verificatie derschuldvorderingen, behoudens alle maatregelen totbewaring van recht. »

Art.135

In artikel 12, vierde lid, van de wet van 23 juni1894 houdende herziening van de wet van 3 april1851 op de maatschappijen van onderlinge bijstand,worden de woorden « zij die in staat van verklaardefailliet ofvan rechterlijke ontzegging verkeren of dieafstand van goederen hebben gedaan, zolang zij hunschulden niet ten volle betaalden » vervangen doorde woorden « zij die van hun rechten zijn ontzet; zijdie faillietverk1aard zijn, zolang zij hun schuldeisersniet volledig hebben betaald »,

Art.136

In artikel 1 van het koninklijk besluit n' 22 van24 oktober 1934 waarbij aan bepaalde veroordeeldenen aan de géfailleerden verbod wordt opgelegd be-paalde ambten, beroepen of werkzaamheden uit teoefenen en waarbij aan de rechtbanken van koop-handel de bevoegdheid wordt toegekend dergelijkverbod uit te spreken, gewijzigd bij de wetten van4 augustus 1978, 9 maart 1989 en 22 december 1990,

[92 ]

CHAPITRE IV

Modifications diverses

Art. 133

L'article 16 de la loi du 18 novembre 1862 portantinstitution des warrants, est complété par la disposi-tion suivante:

< § 3. Les voies d'exécution pour parvenir aupayement des créances privilégiées sur le mobilierdépendant de la faillite sont toutefois suspenduesjusqu'à la clôture du procès-verbal de vérification descréances, sans préjudice de toutes mesures conserva-toires. »

Art.134

L'article 9, paragraphe t-, de la loi du 5 mai 1872portant révision des dispositions du Code de commer-ce relatives au gage et à la commission est complétépar un deuxième alinéa, rédigé comme suit:

«Les voies d'exécution pour parvenir au payementdes créances privilégiées sur le mobilier dépendantde la faillite sont toutefois suspendues jusqu'à laclôture du procès-verbal de vérification des créances,sans préjudice de toutes mesures conservatoires. »

Art.135

Dans l'article 12, alinéa 4, de la loi du 23 juin 1894portant révision de la loi du 3 avril 1851 sur lessociétés mutualistes, les mots « ceux qui sont en étatde faillite déclarée ou d'interdiction judiciaire, ou quiont fait cession de biens, aussi longtemps qu'ils n'ontpas payé intégralement leurs créanciers» sont rem-placés par les mots « ceux qui sont interdits; ceux quiont été déclarés en faillite, aussi longtemps qu'ilsn'ont pas payé intégralement leurs créanciers ».

Art. 136

Dans l'article 1er de l'arrêté royal n° 22 du 24 octo-bre 1934 portant interdiction à certains condamnéset aux faillis d'exercer certaines fonctions, profes-sions ou activités et conférant aux tribunaux de com-merce la faculté de prononcer de telles interdictions,modifié par les lois du 4 août 1978, 9 mars 1989 et22 décembre 1990, à l'alinéa r-, g, les mots . banque-route simple ou frauduleuse» sont remplacés par les

Page 93: K. 49-330/1

worden in het eerste lid, g, de woorden . enkelvoudi-ge of bedrieglijke bankbreuk . vervangen door dewoorden «een van de strafbare feiten omschreven inde artikelen 489, 489bis en 489ter van het Strafwet-.boek »,

Art. 137

In artikel Ibis van hetzelfde besluit, ingevoegd bijde wet van 4 augustus 1978, worden de woorden«enkelvoudige of bedrieglijke bankbreuk » vervan-gen door de woorden «een van de strafbare feitenomschreven in de artikelen 489, 489bis en 489ter vanhet Strafwetboek »:

Art.138

In artike13bis, § 5, van hetzelfde besluit, inge-voegd bij de wet van 4 augustus 1978, worden devolgende wijzigingen aangebracht:

1° het eerste lid wordt vervangen als volgt: c Degefailleerde of een van de personen krachtens § 1gelijkgesteld met de gefailleerde, worden gedag-vaard voor de rechtbank van koophandel op vorde-ring van het openbaar ministerie of van een schuld-eiser die niet werd betaald in het faillissement, »;

2° het vierde lid wordt vervangen als volgt: « Invoorkomend geval wordt het openbaar ministerie ge-hoord in zijn advies. ».

Art.139

In artikel 10 van de wet van 15juni 1935 op hetgebruik der talen in gerechtszaken, vervangen bij dewet van 23 september 1985, worden de woorden«Ter zake van gerechtelijk akkoord, van faillisse-ment ofvan verzoek tot uitstel van betaling » vervan-gen door de woorden «Ter zake van gerechtelijkakkoord en faillissement ».

Art.140

In artikel 13 van het koninklijk besluit n' 72 van30 november 1939 tot regeling van de beurzen voorde termijnhandel in goederen en waren, van hetberoep van de makelaars en tussenpersonen die zichmet deze termijnhandel inlaten en van het regimevan de exceptie van het spel wordt het tweede lid, 10,vervangen als volgt :

« 1° de gefailleerden en de personen die veroor-deeld zijn wegens overtreding van de artikelen 489,489bis en 489ter van het Strafwetboek, behalve in-dien zij gerehabiliteerd zijn; »,

[ 93 ] - 330 / 1- 95 / 96

mots «une des infractions prévues aux articles 489,489bis et 489ter du Code pénal ».

Art.137

A l'article lerbis du même arrêté, y inséré par la loidu 4 août 1978, les mots « de banqueroute simple oufrauduleuse" sont remplacés par les mots «de l'unedes infractions visées aux articles 489, 489bis et489ter du Code pénal »,

Art.138

A l'article 3bis, § 5, du même arrêté, inséré par laloi du 4 août 1978, sont apportées les modificationssuivantes:

1° l'alinéa 1er est -remplacé par l'alinéa suivant:< Le failli ou l'une des personnes assimilées au faillien vertu du § 1er sont citées devant le tribunal decommerce à la demande du ministère public ou detout créancier resté impayé dans la faillite. »;

2° l'alinéa 4 est remplacé par l'alinéa suivant:« Le cas échéant, le ministère public est entendu enson avis. »,

Art. 139

A l'article 10 de la loi du 15juin 1935 concernantl'emploi des langues en matière judiciaire, remplacéparla loi du 23 septembre 1985, les mots «En matiè-re de concordat judiciaire, de faillite ou de demandede sursis de paiement" sont remplacés par les mots«En matière de concordat judiciaire et de faillite ».

Art. 140

Dans l'article 13 de l'arrêté royal n° 72 du 30 no-vembre 1939 réglementant les bourses et les mar-chés à terme sur marchandises et denrées, la profes-sion de courtiers et intermédiaires s'occupant de cesmarchés et le régime de l'exception de jeu, à l'ali-néa 2, le 1°est remplacé par la disposition suivante:

« 1° les faillis et les personnes condamnées pourinfraction aux articles 489, 489bis et 489ter du Codepénal, sauf s'ils ont été réhabilités; »,

Page 94: K. 49-330/1

- 330 / 1-95 / 96

Art.141

In artikel25 van de wetten betreffende het han-delsregister, gecoördineerd op 20 juli 1964, gewijzigdbij de wetten van 10 oktober 1967, 14 juli 1976,12 juli 1989 en 19 januari 1990, worden de volgendewijzigingen aangebracht:

lOonderdeel 80 wordt vervangen als volgt: «80

tot faillietverklaring of tot uitspraak van de ophef-fing van het faillissement, tot uitspraak van de slui-ting van de faillissementsverrichting, tot vaststel-ling van de verschoonbaarheid ofniet verschoonbaarheidvan de gefailleerde, tot verklaring van rehabilitatieten aanzien van de gefailleerde »;

20 onderdeel 90 wordt vervangen als volgt: «90

tot veroordeling wegens de strafbare feiten bedoeldbij de artikelen 489, 489bis en 489ter van het Straf-wetboek »;

30 onderdeel Tl " wordt opgeheven.

Art.142

In artikel310 van de algemene wet inzake douaneen accijnzen worden de woorden « of zijn betalingenmoet schorsen » geschrapt.

HOOFDSTUKV

Opheffingsbepalingen en inwerkingtreding

Art. 143

De wet van 18 april 1851 op het faillissement, debankbreuk en de opschorting van betaling, gewijzigdbij de wetten van 31 mei 1890, 27 juli 1934, hetkoninklijk besluit n"150 van 18 maart 1935, de wet-ten van 10 augustus 1946, 18 mei 1956,29 juli 1957,24 juli 1962, 12 april 1965, 10 oktober 1967, 2 juli1969, 27 mei 1974, 17 juli 1975, 14 juli 1976,24 maart 1978, 19 apri11983, 28 maart 1985, 11 april1989, 14 januari 1993 en 24 december 1993, wordtopgeheven.

[94 ]

Art.141

A l'article 25 des lois relatives au registre de com-merce, coordonnées le 20 juillet 1964, modifié par leslois du 10 octobre 1967, du 14 juillet 1976, du12 juillet 1989 et du 19 janvier 1990, sont apportéesles modifications suivantes:

la la division 80 est remplacée par le texte sui-vant : «80 déclarant ou rapportant la faillite, pro-nonçant la clôture des opérations de la faillite, sta-tuant sur l'excusabilité ou l'inexcusabilité du failli,déclarant le failli réhabilité »;

20 la division 90 est remplacée par le texte sui-vant: «90 condamnation du chef des articles 489,489bis et 489ter du Code pénal »;

30 la division 110 est abrogée.

Art.142

A l'article 310 de la loi générale relative aux doua-nes et accises, les mots « ou qu'il devra surseoir à sespaiements » sont supprimés.

CHAPITRE V

Disposition abrogatoire et entrée en vigueur

Art.143

La loi du 18 avril 1851 sur les faillites, banquerou-tes et sursis, modifiée par les lois du 31 mai 1890, du27 juillet 1934, par l'arrêté royal n° 150 du 18 mars1935, par les lois du 10 août 1946, du 18mai 1956, du29 juillet 1957, du 24 juillet 1962, du 12 avril 1965,du 10 octobre 1967, du 2juillet 1969, du 27 mai 1974,du 17 juillet 1975, du 14 juillet 1976, du 24 mars1978, du 19 avril 1983, du 28mars 1985, du 11 avril1989, du 14janvier 1993 et du 24 décembre 1993, estabrogée.

Page 95: K. 49-330/1

Art.144

[95 ] - 330 / 1-95 / 96

Art.144

De bepalingen van deze wet treden in werking opde data die de Koning bepaalt,

De verplichting, voorgeschreven bij artikel 75, omjaarlijks een vergadering bijeen te roepen, geldt al-leen voor de faillissementen die na de inwerkingtre-ding van dit artikel worden uitgesproken.

Gegeven te Brussel, 8 december 1995.

ALBERTVAN KONINGSWEGE:

De Minister van Justitie,

S. DE CLERCK

Les dispositions de la présente loi entrent en vi-gueur aux dates fixées par le Roi.

L'obligation prescrite par l'article 75 de convoquerune assemblée annuelle ne s'applique qu'aux faillitesdéclarées après l'entrée en vigueur de cet article.

Donné à Bruxelles, le 8 décembre 1995.

ALBERTPAR LE ROI:

Le Ministre de la Justice,

S. DE CLERCK

Drukk.-Impr. SCHAUBROECK,Nazareth - (09) 389 02 11 - (02) 219 00 41

Page 96: K. 49-330/1