12
4 Ook jonge kaderleden willen respect 8 Student en wereldreiziger 10 Een opleiding op maat Jong en ambiteus? De vakbond helpt je op weg Ledenblad van het Nationaal Verbond voor Kaderpersoneel | NUMMER 139 | APRIL-MEI-JUNI 2010 NVK is de kaderwerking van LBC-NVK | VU: Sandra Vercammen, Sudermanstraat 5, 2000 Antwerpen Kadernieuws: Werkbaar telewerk

Kader, nummer 139, april, mei, juni 2010

  • Upload
    lbc-nvk

  • View
    216

  • Download
    0

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Kader is het ledenblad van NVK, de christelijke vakbond voor kaderleden

Citation preview

Page 1: Kader, nummer 139, april, mei, juni 2010

4 Ook jonge kaderleden wil len respect

8 Student en wereldreiziger

10 Een opleiding op maat

Jong en ambiteus?De vakbond helpt je op weg

Ledenblad van het Nationaal Verbond voor Kaderpersoneel | nummer 139 | apriL-MEi-JUNi 2010

NV

K is

de

kad

erw

erki

ng

van

LB

C-N

VK

| V

U: S

and

ra V

erca

mm

en, S

ud

erm

anst

raat

5, 2

00

0 a

ntw

erp

en

Kadernieuws: Werkbaar telewerk

Page 2: Kader, nummer 139, april, mei, juni 2010

2 | apriL-MEi-JUNi 2010

ColofonDeze uitgave verschijnt vier maal per jaar en wordt verstuurd naar alle ledenVormgeVing www.x-oc.comFoto’s Belga, Van Parys Media, Daniël Rys, ACV, LBC-NVKHooFdredactie Sandra Vercammen, Jan De Paepeeindredactie Jan Deceunynckdrukkerij Artoos CommunicatiegroepVerantwoordelijke uitgeVer Sandra Vercammen, Sudermanstraat 5, 2000 Antwerpen

In dit nummer

04 ook jonge kaderleden willen respect Wat betekent een ‘goede job’ voor jonge kaderleden? “Een goed loon is belangrijk. Ook overuren moeten in rekening gebracht worden. Het getuigt van respect voor het personeel en is een drempel voor buitensporig veel overwerk. Maar een inkomen is niet alles. Het gaat ook over jobinvulling en groeikansen.”

06 klimaattop Van kopenHagen leVert mager beestje op Het geloof in de zelfregulerende vrije markt stond een bindend akkoord over milieudoelstellingen in de weg in Kopenhagen. Nochtans heeft de recente economische crisis aangetoond dat die vrije markt verre van feilloos werkt. Om die crisis te counteren hadden Westerse regeringen stapels geld veil. Voor milieu blijken de middelen veel beperkter.

08 student en wereldreiziger Op vakantie zijn we niet bang van een verre reis, maar werken doen we toch liever niet te ver van onze vertrouwde omgeving. De Finse Katri Eeva koos echter resoluut voor een internationale carrière. Al tijdens haar studies trok ze van Finland naar Australië en Engeland. Haar internationale omzwervin-gen brachten haar inmiddels naar Brussel. Go international!

10 Volg een opleiding op maat Een opleiding volgen mag dan al belangrijk zijn in het kader van je werk of ambities, het kan ook een

aanslag zijn op je vrije tijd. Het Volwassenenonderwijs van LBC-NVK biedt je de kans om heel speci-fieke cursussen te volgen die helemaal inspelen op je behoeften.

12 aan zet. Voor een solidaire toekomst Van 24 tot 26 maart zette LBC-NVK onder het motto ‘Aan zet. Voor een solidaire toekomst’ de lij-

nen uit voor de toekomst. Liefst 600 militanten en personeelsleden debatteerden er over thema’s als waardig werk, een economie op mensenmaat en het recht om actie te voeren. Kader sprokkelde reacties bij NVK-militanten.

kadernieuws: werkbaar telewerk HeeFt nood aan collectieF kaderThuis werken heeft een aantal voordelen. Je vermijdt files en kan je werk en privé wellicht mooier op elkaar afstemmen. Toch zijn er ook valkuilen verbonden aan telewerken. Cao 85 biedt een kader waarbinnen telewerk kan worden ingevoerd, maar verdere bedrijfsafspra-ken zijn onmisbaar. Een belangrijke opdracht is ook weggelegd voor de vakbonden.

Page 3: Kader, nummer 139, april, mei, juni 2010

KaDEr | 3

editoriaal

Vakbonden helpen jongeren hun dromen waarmaken!

Het schooljaar is voorbij. Opnieuw studeren duizenden jongeren af. Op zoek naar werk, gedreven om hun talenten in te zetten, vol verwachting om hun dromen waar te maken. Van een deel van de schoolverlaters, de high potentials, wordt gedacht, geschreven en gestaafd met statistieken dat ze meer kans hebben op werk en ont-plooiing van hun talenten. Toch is het ook in dat deel van de beroeps-bevolking niet allemaal rozengeur en maneschijn.

De voorbije maanden schuimden jongeren gretig de talrijke jobbeur-zen af op zoek naar interessante vacatures. Bedrijven en werkgevers trachtten er de jonge high potentials te verleiden met dure woorden. ‘Recruiters’, ‘HR-specialisten’, ‘consultants’ en ‘experten’ van topbe-drijven staan kaar om schoolverlaters naar ‘de job van hun leven’ te leiden! Toch is de realiteit vaak minder mooi.

De moeilijkere intrede en groeikansen van hoogopgeleide school-verlaters worden vandaag over het algemeen niet ontkend. Dat is het punt niet. Bepaalde trendwatchers van de arbeidsmarkt stel-len echter dat high potentials sterk genoeg staan om zich door een moeilijke conjunctuur te worstelen. Ze investeren van zichzelf meer in training, ze zijn gedreven en kijken niet naar enkele uurtjes meer, ze onderhandelen zelf over hun loon en werken hard voor een pres-tatiegericht loon. Ze vergeten echter dat er meer nodig is voor waar-dig werk dan een dosis enthousiasme en talent.

Ook hoogopgeleide schoolverlaters hebben af te rekenen met de tekortkomingen van de bedrijfsvoering. De ‘HRM’ blijkt vaak heel wat minder dan ooit op één of andere jobbeurs mooi voorgesteld. Objectieven op korte termijn zetten aan tot onderlinge concurren-tie, dwingen tot ongelimiteerde arbeidstijden, zijn de oorzaak van stress. Het is zoeken met een vergrootglas naar bedrijven die inves-teren in vorming voor jongeren. De 1,9% vormingsinvestering op de loonmassa is verre van bereikt. En sluiten bedrijven de deuren omdat er elders meer winst te rapen valt, dan zijn ook de high poten-tials en hun talenten niet meer nodig!

Het tij kan gekeerd worden. Vakbonden zijn in staat om jongeren te helpen met het waarmaken van hun dromen. Het collectief over-legmodel biedt kansen voor waardig werk. Maar welke rol hebben beloftevolle jongeren hierin zelf te spelen? Mogen en willen zij zelf mee aan het roer staan in het vakbondswerk en het sociaal overleg? Zijn zij bereid om hun talenten in te zetten om het kortetermijn-denken een halt toe te roepen en de economie in een andere rich-ting te duwen?

En welke ruimte wil de vakbond aan jongeren geven? Of zoals een van onze vele getalenteerde jonge vakbondsvrouwen het onlangs in een interview in Jobat stelde: “Het is broodnodig om communica-tie, profilering, cultuur en organisatie aan te passen aan de nieuwe generatie”.

sandra VercammenNationaal secretaris NVK

nationaal secretaris nVkSandra VercammenSudermanstraat 5, 2000 Antwerpentel. 03/220.87.27 - fax 03/220.89.83

nVk secretarisJan De PaepeSudermanstraat 5, 2000 Antwerpentel. 03/220.87.19 - fax 03/220.89.83

dagelijks bestuur nVkMarnix Aerssens, voorzitterIsabelle Ven, ondervoorzitterDirk Decock, bureaulidFrank Spiessens, aanvullend secretarisLuc Bosmans, werkgroepwerkingThierry Wargée, opvolging Bestuurlijke RaadWilfried Eynatten, secretaris

lbc-nVk aalst-oudenaardeKris De BlockHopmarkt 45, 9300 Aalsttel. 053/73.45.24 - fax 03/220.88.01

lbc-nVk antwerpenKarin SchaerlaekensNationalestraat 111-113, 2000 Antwerpentel. 03/222.70.15 - fax 03/220.88.02

lbc-nVk brussel-Halle-VilVoordeAnnie KerkhovePletinckxstraat 19, 1000 Brusseltel. 02/557.86.58 - fax 03/220.88.05

lbc-nVk bruggeErik SomersOude Burg 17, 8000 Bruggetel. 050/44.41.64 - fax 03/220.88.04

lbc-nVk dendermonde/sint-niklaasPatrick WaumanH. Heymanplein 7, 9100 Sint-Niklaastel. 03/760.13.44 - fax 03/220.88.19

lbc-nVk gent-eeklo-zelzateSwat ClerinxPoel 7, 9000 Genttel. 09/265.43.15 - fax 03/220.88.08

lbc-nVk HasseltMgr. Broekxplein 6, 3500 Hasselttel. 011/29.09.83 - fax 03/220.88.09

lbc-nVk ieperKarel HoorelbekeSt. Jacobsstraat 34, 8900 Iepertel. 059/34.26.41 - fax 03/220.88.10

lbc-nVk kortrijkGino DupontPres. Kennedypark 16D, 8500 Kortrijktel. 056/23.55.63 - fax 03/220.88.12

lbc-nVk leuVenJohn De DeckerL. Vanderkelenstraat 32, 3000 Leuventel. 016/21.94.33 - fax 03/220.88.13

lbc-nVk mecHelenMagali VerhaegenOnder den Toren 5, 2800 Mechelentel. 015/28.85.64 - fax 03/220.88.14

lbc-nVk oostendeErik BuylaertKan. Dr. L. Colensstraat 7, 8400 Oostendetel. 059/55.25.49 - fax 03/220.88.15

lbc-nVk roeselarePiet FoulonH. Horriestraat 31, 8800 Roeselaretel. 051/26.55.45 - fax 03/220.88.17

lbc-nVk turnHoutLeo LauwerysenKorte Begijnenstraat 20, 2300 Turnhouttel. 014/44.61.61 - fax 03/220.88.20

Page 4: Kader, nummer 139, april, mei, juni 2010

4 | apriL-MEi-JUNi 2010

sandra Vercammen

Van jonge hoogopgeleide twintigers en dertigers wordt al snel gezegd dat ze opportunistisch zijn. professioneel en privé zijn ze uit op snel succes, denken ze op korte termijn. maar klopt dat beeld wel? ook jonge mensen zijn vaak gevoelig voor onrechtvaardigheid en durven in de bres springen voor hun collega’s. dimitri* is zo’n atypische high potential: een jonge werknemer met een spilfunctie in een koerierbedrijf, maar ook delegee. als gevolg van een herstructurering sluit de hoofdzetel de deuren.

Je bent jong en je wil watook jonge kaderleden willen respect

Kader: Je eerste kennismaking met de vakbond begon al vrij vroeg, van bij je eerste job. Een sociale opleiding achter de rug wellicht?Dimitri: Neen, integendeel, ik heb een economische opleiding achter de rug. Ik studeerde marketing aan de Economische Hogeschool EHSAL. Mijn eerste werkgever waar ik als marketing assistant aan de slag ging, weigerde mijn jaarlijks verlof toe te kennen. Ik ben dan naar de vakbond gestapt en lid geworden. Het ACV zond een brief naar mijn werk-gever en het probleem werd opgelost. Sindsdien ben ik lid gebleven.Het was er een cultuur van overuren presteren, om op termijn promotie te maken. Dat deed ik ook want ik wilde vooruit en had er iets voor over. Je bent jong en je wil wat! Toen de product manager vertrok, heb ik al zijn taken overgenomen... maar daar stond niets tegenover. Dat zou wel volgen, verzekerden ze me. Wat echter niet het geval was. Ik wilde wel hard wer-ken maar vond dat er toch een zekere grens was. Ik ben dan op zoek gegaan naar een andere job en als account manager aan de slag gegaan. Bij die werkge-ver werden de overuren wel in rekening gebracht en was er wel openheid en respect voor het personeel. Daarna ben ik aan de slag gegaan bij mijn huidige werkgever. Met enkele medewerkers hebben we het strategisch prijsbeleid en prijsconcept opgezet voor de regio Rusland, Midden-Oosten en Afrika. Vandaag ben ik wereldwijd projectleider.

Kader: Je hebt al ervaring met een aantal jobs en func-ties bij meerder werkgevers. Wat betekent voor jou een goede job? Dimitri: Een goed loon is voor mij belangrijk. Het staat tegenover je inzet en engagement voor het bedrijf. Principieel vind ik dat overuren in rekening moeten gebracht worden. Het getuigt van respect voor het personeel en het is ook een drempel voor buitensporig veel overuren. Maar een inkomen is niet alles. Het gaat ook over jobinvulling en groeikan-sen. Als hoogopgeleide wil je verder groeien, je bent

nieuwsgierig en leergierig. Een bedrijf haalt er voor-deel uit door in zo’n mensen te investeren. Dat kan via opleiding, training, ervaring in het buitenland... Investeren in mensen doe je vanuit een langetermijn-perspectief. Ook hier weer komt het beperken van overuren op de proppen. Indien je te veel overuren presteert, ben je uitgeblust op je 50ste. Welke werge-ver wil graag uitgebluste werknemers van 50+ in zijn bedrijf? Daarom is het zo belangrijk om een even-wicht te hebben tussen werk en privé.

Kader: Liggen high potentials wakker van concreet soci-aal engagement op de werkvloer?Dimitri: Ik durf gerust zeggen dat ik wel gevoelig ben voor onrechtvaardige situaties. Dat is de rode, euh ‘groene’, draad doorheen heel mijn sociale bewo-genheid, geloof ik. Je werkt hard, je gaat er voor, je investeert in je job en in het bedrijf. Eigen aan de groep van werknemers waar ik deel van uitmaak, is dat het over mensen gaat die meeleven en meedenken met de onderneming. Je neemt leiding ten aanzien van de partners in de andere landen. Je bepaalt mee de identiteit van het bedrijf.

Kader: Hoe slaag je er in om vertrouwen onder collega’s te wekken in een individualistische omgeving?Dimitri: Zolang er geen problemen zijn, staan men-sen niet stil bij het belang van een vakbond en soci-ale verkiezingen. Ik herinner me dat ik op weg was naar het werk en ik op radio hoorde van de sociale verkiezingen. Op het werk aangekomen dacht ik dat we konden stemmen maar er waren geen kandidaten. Niemand maakte zich daar druk over. Tot op het moment van de eerste reorganisatie. Het gerucht deed de ronde van 50% afvloeiingen. Dan komen de vragen: “Wie gaat er uit? Hoe gaat dat ver-lopen?” Mij werd gevraagd contact op te nemen met de vakbond. Er was onwetendheid maar tegelijker-tijd ook de schrik om aan vakbond gelinkt te worden. Interesse in vakbond wordt gezien als zwakte en als ontrouw aan het bedrijf.

*) Op vraag van de geïnterviewde hebben we zijn naam veranderd.

Page 5: Kader, nummer 139, april, mei, juni 2010

KaDEr | 5

Stap voor stap hebben we het vertrouwen van de mensen moeten winnen. Eerst groeit het besef dat in tijden van crisis het personeel niet meer is dan een kost waar men zo snel en goedkoop mogelijk vanaf wil. Dat is wat kaders goed moeten beseffen: vandaag word je in de watten gelegd, morgen ben je quantité négligeable. Je bent van geen tel meer. Stap voor stap volgt het besef dat een herstructurering niet indivi-dueel kan opgelost worden.

Kader: Hoe bouw je aan een formele vakbondswerking met de hete adem van het management in je rug?Dimitri: Het gebeurde bij ons bijna clandestien. Je kan het vergelijken met het verzet. Je wist niet wie je kon vertrouwen. Telkens je iemand aansprak, nam je een risico. Afspreken in de kopieerhoek, vakbonds-flyers tussen andere documenten stoppen zodat nie-mand zag dat je daarmee rond liep. Veel collega’s hebben zich uiteindelijk toch aangesloten. De onder-steuning van de vakbonden en de samenwerking tus-sen de verschillende vakbonden was hier bijzonder cruciaal. Het management wilde echter van geen vakbonds-afvaardiging (VA), collectief overleg en onderhande-lingen weten. De individuele aanpak en individuele gesprekken bleven het credo. Al het personeel werd uitgenodigd in de grote zaal en iedereen kon zijn individuele vragen stellen in het bijzijn van iedereen. Aanvankelijk was er de schrik om pertinente vragen te stellen maar na verloop van tijd begonnen de vra-gen toch wat kritischer te worden. De sfeer werd kri-tischer. Omdat de VA nog niet erkend was, hebben de collega’s die toen werden ontslagen individueel hun ontslagpremie moeten ‘onderhandelen’ met een minimum ontslagpakket als gevolg. We zijn blijven ijveren voor de oprichting van de VA. We wisten dat er een tweede herstructurering aan-kwam. Eén uur voor de aankondiging daarvan werd de VA uiteindelijk erkend. Een moeilijk en span-nend moment voor ons. We wisten dat we werden gesteund door een grote groep van collega’s, maar niet door iedereen. De cultuur van ‘ik kan mezelf het best verdedigen’ was nog steeds gangbaar. We ston-den voor de uitdaging om de steun te krijgen van het personeel en de erkenning door het management om een degelijk sociaal plan te onderhandelen. Door de goede samenwerking tussen de vakbonden, door de goede verstandhouding met de andere ver-stigingen in binnen- en buitenland zijn we als VA gegroeid tot een ‘erkende’ partner binnen het bedrijf. Minder dan 2,5 maanden na de oprichting hebben we tot een staking opgeroepen. We slaagden er in om bij de staking een grote respons te verwezenlijken. Zelfs de managers steunden de actie. Door de druk hebben we een sociaal plan kunnen afdwingen.

Jonge kadermilitanten of jonge hogeropgeleide militanten die ervaringen willen uitwisselen, kunnen hun verhaal mailen naar [email protected]

Page 6: Kader, nummer 139, april, mei, juni 2010

6 | apriL-MEi-JUNi 2010

2 graden celsius Op de top was een bindend akkoord dus niet haal-baar. Een Kopenhagenprotocol, ter vervanging van het Kyotoprotocol, kon er niet komen. Het enige haalbare bleek een politiek raamakkoord met vrijwil-lige engagementen van de landen om hun broeikas-gassen te beperken. Een akkoord dat de stijging van de temperatuur waarschijnlijk niet zal begrenzen op de noodzakelijke 2 graden Celsius.

De Europese Unie was sterk verdeeld en toonde zich weinig ambitieus. Zij koppelde haar inspanningen aan die van anderen. Ook de ontwikkelingslanden (en niet alleen de grote zoals China, Brazilië en India) hebben in Kopenhagen op de tafel geklopt met sterke eisen voor meer financiële middelen. Dit alles heeft geleid tot een zwakke slotverklaring in Kopenhagen.

Hoe dan ook moet de ontnuchterende top van Kopenhagen nu een vervolg krijgen in onderhan-delingen die alsnog leiden tot juridisch bindende afspraken over de doelstellingen, de financiering van de plannen en de overdracht van technologie aan ontwikkelingslanden.

economiscHe eFFiciëntieEconomische overwegingen zijn doorslaggevend voor beleidsbeslissingen. Plannen en ambities zijn voor de onderhandelaars van de grote machtsblokken maar realiseerbaar wanneer ze gevat kunnen worden in een

‘business plan’ met snelle ‘return on investment’. In zo’n context worden natuurlijke rijkdommen ‘koop-waar’ en wanneer die dan ook nog ‘commercialiseer-baar’ zijn, horen we liever niet te veel kritische vra-gen. Het ligt wat in de lijn van de verwachtingen dat de Verenigde Staten, het mekka van de vrije markt, niet snel afspraken zullen maken of maatregelen slik-ken die hun vrijheden en belangen inperken.

Tegen deze achtergrond reduceerden de wereldlei-ders de vraag naar de toekomst van de planeet en de mensheid tot een debat over een economisch effici-ent gebruik van de natuurlijke rijkdommen. Wij vin-den dat de toekomst van onze planeet niet alleen kan afhangen van ‘marktmechanismen’. Anders riskeren we het debat te laten domineren door diegenen die commercieel het meeste gewicht in de schaal leggen. Duidelijk is dat een mondiaal politiek akkoord over de toekomst van en het leven op deze planeet moei-lijk ligt.

Vn en wereldbankVermits ‘de markt’ zo’n belangrijke rol speelt in het klimaatdebat hoeft het niet te verwonderen dat ook de Wereldbank graag meepraat. In het ‘World Development Report 2010’ schetst de Wereldbank haar beleidsprioriteiten. Maar heel wat ontwikke-lingslanden en milieuorganisaties stellen zich wan-trouwig op. Zij vinden dat de rijkere industrielanden op grond van hun ‘historische verantwoordelijkheid’ moeten instemmen met een strengere beperking van hun uitstoot. De industrielanden antwoorden daarop dat het in minder ontwikkelde landen goedkoper is om aanpassingen door te voeren.

In haar rapport stelt de Wereldbank een com-promis voor. Ontwikkelingslanden zouden min-der focussen op uitstoot en meer op specifieke

Klimaattop van Kopenhagen levert mager beestje op

jan de paepe

nooit eerder werd zo ruim gediscussieerd en nagedacht over de milieu-problemen als op de klimaatconferentie van kopenhagen eind vorig jaar. de opwarming van de aarde afremmen heeft belangrijke economische en sociale gevolgen. zowel voor het noorden als voor het zuiden. Vakbonden en ngo’s hielden in kopenhagen een vurig pleidooi voor duurzame ontwikkeling.

Page 7: Kader, nummer 139, april, mei, juni 2010

KaDEr | 7

ontwikkelingsdoelstellingen als hernieuwbare ener-gie of de strijd tegen ontbossing. Rijke industrie-landen zullen meer moeten op tafel leggen om de klimaatverandering aan te pakken.

De Wereldbank financiert zelf heel wat grote kli-maatprojecten. Dat maakt een aantal ontwikkelings-landen en ngo’s alleen maar wantrouwiger. Bij de projecten die de Wereldbank steunt krijgt de wes-terse kijk op het ontwikkelingsvraagstuk dikwijls alle kansen. Daarom willen ontwikkelingslanden en ngo’s dat de VN-Conventie voor de Klimaatverandering (UNFCCC) een nieuwe instelling opricht voor de financiering van milieuprojecten. In Kopenhagen is hier een eerste aanzet toe gegeven.

algemeen oF priVé-belang? In de meeste landen werken de publieke en privé-sec-tor samen in ‘PPS’-formules. PPS staat voor publiek-private samenwerking. Deze vorm van samenwerking resulteert meer dan in eens in een verstrengeling van gemeenschapsgeld en bedrijfsfondsen. Vaak gaat dit ook gepaard met de verschuiving van politieke beslis-singsmacht. Dat leidt tot allerlei ethische vragen op het vlak van duurzame ontwikkeling, beheer van natuurlijke rijkdommen, sociale rechtvaardigheid en democratie.

In 2009 stortten de financiële markten in elkaar. Alles aan ‘de markt’ overlaten bleek zijn grenzen te

hebben. Op het vlak van milieu en klimaat moeten we op lange termijn denken. De wereld heeft nood aan een groot ‘pact’ dat aansluit op de discussies in Kopenhagen. Een akkoord dat afstand neemt van historische verworvenheden en de internationale samenwerking anders organiseert. Waarom zouden armere landen hun productieprocessen moeten aan-passen om de CO²-uitstoot te verminderen als wes-terse landen hun monopolies afschermen, bv. via intellectuele eigendomsrechten, geld, … ? Moeten de nieuwe groeilanden als China, India en Brazilië betalen voor een nieuwe ‘groene’ economische groei van het Noorden?

acV en middenVeldDe financiële crisis bewees dat ingrijpen soms wel héél snel kan. Specialisten rekenden uit dat alle wes-terse regeringen samen een slordige 8.000 miljard euro tevoorschijn toverden om de financiële crisis te boven te komen. Volgens de jongste schattingen zou een tienjarenbudget van 667 miljard euro volstaan om op middellange termijn concrete doelstellingen te verwezenlijken in de strijd tegen de opwarming van de aarde. Dat is 12 keer minder dan het geld dat gevonden is om de banken te redden. Tweederde van de jaarlijkse militaire uitgaven in de wereld. En pre-cies het dubbele van de uitgaven die de wereld elk jaar doet om reclame te maken.

Washington moet nog altijd het Kyotoprotocol rati-ficeren. Hoe willen de Amerikanen de EU, Japan, Brazilië, Rusland, India en China overtuigen om ver-der te gaan dan ‘Kyoto’ zolang ze die afspraken zelf nog niet bekrachtigden?

Maar ook de EU moet het goede voorbeeld geven. Europa blijft veel te lang vasthouden aan de weinig ambitieuze -20%-doelstelling. Studies tonen aan dat sinds de economische crisis de kostprijs voor een reductie met 30% aanzienlijk gedaald is. Europa moet kiezen voor een toekomstgerichte, koolstofarme eco-nomie. Dat kan enkel door ambitieuze maatregelen, niet door gemorrel in de marge.

Spelers uit het maatschappelijke middenveld in West-Europa, Latijns Amerika en Afrika ergeren zich aan de huidige situatie. Zij willen de druk opvoeren op de VS en China. De middenveldorganisaties, vakbon-den en ngo’s samen, willen verder gaan dan Kyoto en nemen geen genoegen met de zwakke conclusies van Kopenhagen.

De klimaatproblematiek blijft op de ACV agenda staan. Niet in het minst voor het ACV congres van oktober 2010. Samen met het Internationaal Vakverbond stelt de vakbeweging een ‘rechtvaardige transitie’ voor van de economie waarbij de klimaat-uitdaging aangepakt wordt binnen een sterk sociaal kader en met prioriteit voor internationale solida-riteit.

Page 8: Kader, nummer 139, april, mei, juni 2010

8 | apriL-MEi-JUNi 2010

jan de paepe

als mobiel zijn zich beperkt tot het gebruik van wagen, openbaar vervoer of vliegtuig zijn we vlug geneigd onszelf zeer mobiel te noemen. maar als we het in een bredere maatschappelijke context plaatsen, dan blijken we niet graag de band met de ‘veilige moederschoot’ te verbreken. we blijven graag wonen, studeren en werken in de geboortestreek. alleen voor onze vakantiebestemming geven we het avontuur en het onbekende een kans. Hebben wij het lef niet om ergens anders een nieuwe uitdaging aan te gaan? een Finse studente, katri eeva koos resoluut voor de internationale scope. we leerden haar kennen op het secretariaat van eurocadres en waren benieuwd naar haar ervaringen.

GO INTERNATIONALkatri eeVa, student en wereldreiziger

Jobmobiliteit kan werknemers helpen om hun loopbaan zelf en bewuster in eigen handen te nemen. Voorwaarde is wel dat werkgevers investeren in hun menselijk kapitaal. Bedrijven investeren vandaag erg weinig in vorming en opleiding van hun personeel. Op de doel-stelling, 1,9% van de loonmassa investeren in vorming, scoren zij ondermaats. Het vooruitzicht om de helft van het personeel te vormen is ver af. Deze doelstellingen kwamen de sociale partners nochtans overeen in een interprofessioneel akkoord.

Page 9: Kader, nummer 139, april, mei, juni 2010

KaDEr | 9

“De afgelopen 40 jaar zijn studenten en jong afgestu-deerden internationaal vier maal mobieler geworden. Er doen zich meer mogelijkheden voor om in het buitenland te studeren of te werken en er zijn ver-schillende mogelijkheden van subsidies voorhanden. Het nieuwe bachelor –master programma dat in het hoger onderwijs in Europa werd ingevoerd, moest ook de mobiliteit over de grenzen heen stimuleren. Toch zijn jongeren nog niet zo mobiel als werd voor-opgesteld. Dit is ook de Europese Commissie opge-vallen en zij lanceerde een campagne om de leermo-biliteit van de jonge Europeanen te bevorderen. Ik wil hierbij mijn verhaal kwijt over hoe ik over mijn landsgrenzen heen kijk en jonge studenten en afge-studeerden kan aansporen om naar het buitenland te gaan (studeren).”

“Tijdens mijn middelbare studies had ik al zin om naar het buitenland te gaan. In het tweede jaar kreeg ik een studiebeurs voor een korte uitwisselingsperiode naar Australië. Mijn verblijf in gastgezinnen was een uitgelezen kans om kennis te maken met het leven in een vreemd land en met een vreemde cultuur. Sedert deze eerste kennismaking met het buitenland in 2001 is de vonk om vreemde talen te studeren en culturen te bestuderen nooit meer gedoofd. Na mijn eerste jaar aan de universiteit in 2004, besloot ik gedurende de zomerperiode in Engeland te werken om mijn Engels bij te spijkeren. Dit liep evenwel niet over rozen. Uiteindelijk vond ik op korte tijd werk in een hotel in de buurt van Oxford en nadien in een Londens café.”

“De aanpassing aan de Britse levensstijl verliep niet zonder slag of stoot. Het organiseren van praktische zaken zoals het openen van een bankrekening of het vinden van een huis , bleken veel moeilijker dan ik eerst had gedacht. Het kostte mij bijna twee maan-den en drie verschillende banken vooraleer ik een rekening kon openen. Dit was ongetwijfeld te wijten aan 9/11, althans dat hoopte ik. Desondanks leerde ik op het werk voor mijzelf op te komen en schaafde mijn taalvaardigheid bij. Vooral het delen van mijn kamer met drie verschillende nationaliteiten zette mij ertoe aan om de zaken vanuit verschillende cul-turele perspectieven te bekijken en de gewoontes van iedereen naar waarde te schatten.”

“De voorliefde voor het Engels en Groot-Brittannië is gebleven na mijn werkervaring. Het daaropvol-gende jaar wilde ik graag terug naar het buitenland. Gelukkig bood de universiteit mij die kans. Ik wilde nog steeds mijn Engels bijschaven en dus verkoos ik een Engelstalig milieu. De opties waren Ierland en België. Destijds koos ik Ierland en studeerde er een half jaar psychologie. Alles verliep zoals het hoorde omdat de universiteit mijn rots in de branding was. De Ierse academische cultuur betekende een lonende uitdaging en ook het feit dat ik erin slaagde te stude-ren in een vreemde taal.”

“Bij mijn terugkeer in Finland wilde ik de verbonden-heid met het buitenland en de vreemde talen niet verliezen en daarom werd ik voorzitter van het ‘stu-denten uitwisselingsprogramma’ van de universiteit. Ik verzorgde de uitwisseling van studenten en werkte als internationale mentor. Op internationaal niveau bezig zijn in mijn eigen land, was net zo leuk als in het buitenland! Na enkele jaren in Finland, was het opnieuw tijd om te reizen. Deze keer ging ik naar België.”

“Wonen en werken in het buitenland hebben mij geleerd om als het ware een open geest te hebben en met mensen uit verschillende culturen in wissel-werking te staan. Ik heb nieuwe inzichten verwor-ven over mijn eigen land en heb mijn talenkennis en omgang met andere culturen kunnen verbeteren. Ik heb ook de kans gekregen om stereotype opvattingen over andere nationaliteiten en over de Finnen te kun-nen veranderen. In het buitenland werken/studeren vereist evenwel wilskracht, aanpassingsvermogen en geduld. Mijn internationale ervaringen hebben mij veel tijd gekost, maar ik heb niet het gevoel dat ik mijn tijd verloren heb. Het loont vooral om mensen te leren kennen van over de hele wereld!”

Page 10: Kader, nummer 139, april, mei, juni 2010

10 | apriL-MEi-JUNi 2010

Onze samenleving staat niet stil. De kennis die je gis-teren opdeed, kan morgen achterhaald zijn. Vorige generaties konden een leven lang teren op hun schoolse kennis. Dat gaat nu niet meer. Ook ‘bewe-gen’ mensen op de arbeidsmarkt veel meer dan vroe-ger: ze bouwen hun loopbaan uit door achtereenvol-gens in verschillende bedrijven of functies te werken. Bovendien wordt onze samenleving meer en meer een ‘kennismaatschappij’: kennis is nog meer dan vroeger een bepalende factor voor je waarde als werknemer. En, helaas misschien, zelfs voor je waarde als mens…

Ook de overheid speelt in op deze trend. Veel over-heden in Europa, en zeker ook de Vlaamse, hebben van ‘Levenslang Leren’ een belangrijk beleidspunt gemaakt. Ze bouwen allerlei voorzieningen uit die volwassenen kansen bieden om iets bij te leren of zich om te scholen. Kortom, om hun competenties te ontwikkelen.

Het volwassenenonderwijs van de LBC-NVK past mooi in dit plaatje. Je kan er zowel overdag als ’s avonds een breed gamma aan cursussen en opleidin-gen volgen.

terug naar scHoolOm ervoor te zorgen dat ‘Levenslang Leren’ voor iedereen bereikbaar is, wordt het heel flexibel

georganiseerd. Iedereen kan er de tijd aan besteden die hij of zij kan of wil vrijmaken en heel gericht kie-zen voor de (deel-)opleiding die precies inspeelt op de gewenste competenties.

Volwassenenonderwijs wordt daarom modulair georganiseerd. In de meeste gevallen kan je voor één cursus inschrijven, ook als die in feite deel uit-maakt van een ruimere totaalopleiding. Zo hoef je niet de hele diplomagerichte graduaatsopleiding Bedrijfsorganisatie te volgen, maar kan je daar enkel de cursus sociale wetgeving uitpikken van 80 lesuren. Voor veel mensen is dit een ideale manier om zich heel gericht bij te scholen.

De sfeer in de klas is nauwelijks te vergelijken met het secundair of zelfs hoger onderwijs. Je zit in een groep gemotiveerde volwassenen en de lesinhoud beantwoordt maximaal aan je verwachtingen en per-soonlijke of professionele behoeften. Daardoor gaan de lesgevers helemaal anders om met de cursisten dan leerkrachten in andere onderwijsvormen zich kunnen veroorloven.

competentiesVolwassenenonderwijs is heel uitdrukkelijk gericht op het ontwikkelen van competenties. Dat is iets anders dan het klassieke begrip ‘leerstof’.

eric Van peel

“dat zou ik nu ook nog willen kunnen, zie!” bij veel mensen komt deze gedachte wel eens op. misschien als zinvolle vrijetijdsbesteding. of om iets te leren wat van pas kan komen op de arbeidsmarkt. soms is een bepaalde opleiding nodig voor je beroep of promotiekansen.

lbc-nVk Volwassenenonderwijs

Volg een opleiding op maat

Page 11: Kader, nummer 139, april, mei, juni 2010

KaDEr | 11

aanbod

In Vlaanderen is LBC-NVK de grootste aanbieder van volwassenenonderwijs, met zes centra die in meer dan twintig Vlaamse gemeenten cursussen en opleidingen aanbieden. Hieronder vind je in grote lijnen waarvoor je er terecht kan. Het vol-ledige aanbod vind je op www.lbconderwijs.be.

talen Nederlands voor anderstaligen, Frans, Engels, Duits, Spaans, Italiaans, Portugees, Modern Grieks, Russisch, Arabisch en Japans. Van overlevingsniveau tot gevorderden.

inFormatica Tekstverwerking, rekenblad, gegevensbeheer, PC -initiatie, Windows, desktop publishing, gra-fische programma’s, programmeren (o.a. Java, Visual Basic), websiteontwerp, fotobewerking, besturingssystemen, netwerken, multimedia, hardware, design (autocad), automatisering.

Handel en administratieBoekhouden, informatica, dactylo, marketing en verkoopbeleid, maritiem medewerker, toerisme en onthaal.

diVerse studiericHtingen Bouw, bloemschikken, kleding, inrichten van de woning, kant, haartooi, koken, schoonheids-zorgen, hotelbedrijf, wijnkennis, autotechniek, tuinbouw, polyvalent verzorgende, kinderverzor-gende, jeugd- en gehandicaptenzorg, algemene vorming.

Hoger onderwijs Graduaat boekhouden, graduaat fiscale weten-schappen, graduaat bedrijfsorganisatie. Bachelor-opleidingen in samenwerking met de Karel de Grote-hogeschool.

Hier kan je ons Vinden

proVincie antwerpenAntwerpen, Boom, Borgerhout, Brasschaat, Hoogstraten, Kalmthout, Kapellen, Merksem, Mortsel, Turnhout, Wuustwezel

proVincie limburgBeringen, Lummen, Herk-de-Stad

proVincie oost-VlaanderenBeveren-Waas, Dendermonde, Sint-Niklaas, Stekene, Waasmunster, Wetteren

Competenties duiden op bruikbare kennis, die inzet-baar en concreet toepasbaar is. Je leert iets waar je echt iets aan hebt. Naast de vaak onmisbare theo-retische basis, wordt daarom veel aandacht besteed aan de praktische toepassingen en bruikbaarheid. Dat vinden wij even belangrijk voor de professioneel georiënteerde cursist als voor de cursist die om per-soonlijke redenen competenties wil ontwikkelen.

kostprijsOok financieel moet het volwassenenonderwijs voor iedereen bereikbaar zijn. Een cursus volgen bij het Volwassenenonderwijs van LBC-NVK, kost precies één euro per uur. Veel cursussen beslaan 60 uur en kosten dus 60 euro. Als je opleidingscheques gebruikt, betaal je daar zelfs maar de helft van. In vergelijking met de meeste private opleidingsverstrekkers is dit bijna gratis te noemen. Controles door het ministe-rie van onderwijs bieden bovendien een garantie op kwaliteit. De lat ligt er even hoog als in het hoger of secundair onderwijs.

Page 12: Kader, nummer 139, april, mei, juni 2010

Tijdschrifttoegelaten gesloten

verpakkingAntwerpen X

LBC-NVKSudermanstraat 52000 Antwerpen

België - BelgiquePB - PP

Antwerpen X

jan deceunynck

Van 24 tot 26 maart hield lbc-nVk haar vierjaarlijks congres. onder het motto ‘aan zet. Voor een solidaire toekomst’ zette de vakbondscentrale de lijnen uit voor de toekomst. liefst 600 militanten en personeelsleden debat-teerden er over thema’s als waardig werk, een economie op mensenmaat en het recht om actie te voeren. wij tekenden een aantal uitspraken op van nVk-militanten. dit zijn hun indrukken van het afgelopen congres…

Aan zetVoor een solidaire toekomst

FrederikIk was vooral aangenaam verrast door de openheid die ik heb ervaren. Een vakbond waar de leden mee de strijdpunten voor de komende jaren mogen bepalen, dat getuigt van veel vertrouwen.

Jongeren en zeker jonge hooggeschoolden zitten niet te wachten op zoiets als een syndicaat, zeker niet als het goed gaat in het bedrijf. De vakbond kampt met een oubollig, saai imago. We moeten naar hen toe stappen met een positief en constructief verhaal. Ik was blij dat de jon-geren tijdens het congres duidelijk die boodschap hebben meegegeven.

marcOnze nuanceringen en inbreng sloten dikwijls naad-loos aan bij de voorstellen van andere groepen en sectoren. Ik heb nooit het gevoel gehad dat het NVK werd gezien als ‘de kaders’, het buitenbeentje’ of ‘het groepje met de hele aparte benadering’.

De samenhang en de kracht die uitgaat van zoveel militanten en medewerkers is een grote stimulans om verder syndicaal werk te verzetten.

De opmerkelijke aanwezigheid van de jongeren gaf me als ancien een heel goed gevoel.

moniqueOmdat ik ook van dichtbij de voorbereidingen heb gevolgd en heb gezien hoe de oorspronkelijke teksten geëvolueerd zijn naar hun huidige vorm, heb ik echt het gevoel gekregen inspraak te hebben in de koers die de komende vier jaar gevaren wordt.

Ik ben vrij nieuw in de groep van het NVK en het congres heeft mij de gelegenheid gegeven een aan-tal mensen persoonlijk te leren kennen. De normale vergaderingen gaan ’s avonds door en dan is er niet veel tijd meer om lang te blijven napraten. Op het congres wel. Het waren niet alleen lange dagen, maar ook korte nachtjes.

Ook de verschillende pleidooien op de laatste dag, over bv. Carrefour en Zaventem, waren impressio-nant. Vooral als dan 600 mensen rechtstaan voor een staande ovatie ter ondersteuning van de oproep. Ik kreeg er de krop van in de keel.

“”