Blok 1:

Algemene economie (Micro)

Het boek dat wij dit blok hadden is Onderneming en omgeving. Het boek is geschreven door dr. R. Schöndorf, drs. J.F.B. Pleus, dr. C.A. de Kam.

Hier zie je DESTEP. Dit houdt in demografisch, ecologisch, sociaal-cultureel, technologisch, economisch en politiek. Hierbij kun je de omgevingsfactoren van bedrijven bekijken.

Bij de Swot-analyse kun je de sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen van een bedrijf bekijken. Hierdoor kun je zien wat een bedrijf moet doen en waar ze mee moeten oppassen. Of wat ze juist wel moeten doen.

% verandering vraag (gevolg)% verandering prijs (oorzaak)

Dit is de formule van de prijselasticiteit van de vraag. Hiervoor moet je eerst (nieuw-oud) : oud x 100 doen. Dan weet je de procentuele verandering van de vraag en van de prijs. En dit deel je dan door elkaar zoals hierboven staat in de formule. Je heb dan ook nog de kruiselingse prijselasticiteit. Deze gaat als volgt:% verandering vraag goed A ________________________________% verandering prijs goed B

En de inkomenselasticiteit: % verandering vraag __________________________ % verandering inkomen

Vaste kostenVariabele kosten = deze kosten nemen toe naarmate = deze kosten blijven gelijk wanneer

de productie wordt uitgebreid. de productie wordt uitgebreid.

Er zijn drie soorten variabele kosten. Proportioneel, Progressies en Degressief. Plaatje 1 is degressief, plaatje 2 is proportioneel en plaatje 3 is progressief. Proportioneel betekent dat hoeveel je ook produceert, de prijs blijft gelijk. Progressief is hoe meer je produceert, hoe duurder de kosten per product worden en degressief is hoe meer je produceert hoe goedkoper de kosten per product worden.

Bedrijfseconomie

Debet Credit

Activa Passiva

aanschaffingen Betaling aanschaffingen

Besteding vermogen Bron vermogen (fin.wijze)

bezittingen Schulden

kapitaal Vermogen

Dit is de opzet van een balans. Links heb je de debet kant en rechts de credit kant.

opbrengsten vs. ontvangstenkosten vs. uitgavenWinst- en verliesrekening Liquiditeitsovericht (= verandering E.V.) (= verandering kas/bank)

Bij de winst- en verliesrekening heb je links de kosten en rechts de opbrengsten. Als links je saldo staat heb je winst en als rechts je saldo staat heb je verlies geleden.

Bij het liquiditeitsoverzicht heb je links de ontvangsten staan en rechts de uitgaven. Als je links een saldo hebt haal je dit van je liquide middelen af en als je rechts een saldo hebt tel je het bij je liquide middelen op.

TVK

Productieomvang (q)

TVK

Productieomvang (q)

TVK

Productieomvang (q)

1 2 3

Communicatie

Voor communicatie hadden we het boek MarCom, marketingcommunicatie in organisaties. Geschreven door drs. C. Essink-Marzinger en drs. B. van Veghel.

Dit model bestaat uit persoonlijkheid en daaromheen heb je gedrag, symbolen en communicatie. • Persoonlijkheid = hetgeen de organisatie karakteriseert (ziel van het bedrijf): Persoonlijkheid

komt tot uiting in kernwaardes.• Gedrag = dagelijks handelen van medewerkers, omgaan met klanten en omstanders • Communicatie = berichtgeving middels folders, brochures, advertenties, internetpagina etc.. • Symboliek = Het ‘visuele beeld’ van de organisatie; bijvoorbeeld huisstijl, logo, mascotte

Huisstijl = visuele identiteit van een organisatie. Je neemt bijvoorbeeld een nieuwe huisstijl als je je assortiment gaat uitbreiden of bij een fusie of reorganisatie. Maar er zijn nog vele andere redenen om een je huisstijl te veranderen. De basiselementen van een huisstijl zijn:

- Logo, dit bestaat uit een beeld en/of woordmerk.- Kleur, deze hebben verschillenden waarden. - Typografie- Fotobeleid

Je hebt ook drie soorten identiteit:- Monolistische = alle producten hebben dezelfde merknaam- Branded = alle producten hebben een andere merknaam, maar zijn gemaakt door 1 bedrijf- Endorsed = verschillende merknamen, maar je weet wel van welk moederbedrijf het komt.

Communicatieplan:1. probleem2. analyse3. communicatiedoelgroepen4. communicatiedoelstellingen5. boodschap6. communicatiestrategie7. communicatiemiddelen8. tijdsplanning9. budget10. evaluatie

En natuurlijk weer het destep model

De doelstellingen moeten SMART geformuleerd worden. Dit houdt in specifiek, meetbaar, tijdgebonden, realistisch en acceptabel.

Inleiding Management 1

Voor Management hadden we het boek Een praktijkgerichte benadering van Organisatie en Management. De auteurs hiervan zijn Marcus en Nick van Dam.

Het 7-s model van McKinsey. Dit is een model dat bestaat uit 7 managementinstrumenten die allemaal even belangrijk zijn en sterk met elkaar samenhangen.

Frederick Taylor (scientific management) 1856-1915:Hij was geïnteresseerd in productie bedrijven. Een bedrijfsleider moet een brede visie hebben op zijn taak die bestaat uit plannen, coördineren, toezicht uitoefenen en het controleren van resultaten. Wat wilde Taylor bereiken (de hoofdpunten uit zijn theorie)?

- Wetenschappelijke benadering van het werk- Een verregaande taakverdeling en training van de arbeiders, waarbij elke handeling en

beweging precies is voorgeschreven. Hierdoor krijgt de arbeider een hoge routine, waardoor weer hogere productienormen gehaald kunnen worden.

- Goede vriendschappelijke samenwerking tussen de verschillende organisatie niveaus. Dus tussen de leiding en de arbeiders. (dit werkte niet goed)

- De bedrijfsleiders zijn verantwoordelijk voor het analyseren van en het zoeken naar werkmethoden en het scheppen van productievoorwaarden.

- De juiste man op de juiste plaats door zorgvuldige selectie.- Presatiebeloning- achtbazenstelsel

Henry Fayol (Algemene/general management theorie) 1841-1925:De wijze waarop organisaties in zijn geheel bestuurd moesten worden, dus de gehele organisatie betreffend. In dit opzicht wijkt hij af van Taylor, want Taylor bouwde zijn systeem op vanuit en voor de productieafdeling. Deze theorie is niet alleen voor industriële organisaties bedoeld, maar ook voor andere organisaties. Zijn theorie was bedoeld als onderwijs model. 6 onafhankelijke management gebieden:

1. Technisch2. Commercieel3. Financieel4. Zelfbeschermend (hieronder verstaat hij veiligheid van mensen en eigendommen)5. Boekhouding6. Besturing (zorgt voor de bovenstaande 5 gebieden)

5 stappen van besturing die je volgens Fayol als manager kunt leren en vervolgens kunt toepassen in de praktijk:

1. Plannen of vooruitzien. (het opstellen van actieplannen voor de toekomst)2. Organiseren. (de opbouw van de organisatie met mensen en middelen)3. Bevel voeren. (ervoor zorgen dat mensen aan het werk blijven)4. Coördineren. (het onderling afstemmen van de activiteiten)5. Controleren. (erop toezien of iedereen zijn werk goed heeft gedaan)

Eenheid van bevel is het begrip dat ook nog wel eens met zijn theorie word verbonden. Hij vond het belangrijk dat iedere werknemer slechts 1 baas boven zich had. Dit komt dus niet overeen met de theorie van Taylor, want die had 8 bazen in zijn theorie.

Max Weber (theorie van de bureaucratie negatief) 1864-1920:Hij hield zich bezig met overheidsorganisaties en grote bedrijven vanuit een sociologische invalshoek.Ideale en doelmatige bureaucratie zag er zo uit:

- Een sterk doorgevoerde taakverdeling- Hiërarchische bevelstructuur- De functie is belangrijker dan de persoon- Werving op basis van bekwaamheden en kennis ipv vriendjespolitiek- Bevordering en beloning op basis van objectieve criteria en procedures- Uitvoering van werkzaamheden volgens vaste routineregels- Alle gegevens zijn vastgelegd in schriftelijke stukken, zodat op alles controle mogelijk is

Het is niet alleen maar negatief, sommige opvattingen van hem zijn ook positief.

Elton Mayo (Humans relations theorie/beweging) 1880-1949Human relations theorie was een reactie op scientific management theorie. Nu zijn de mens en menselijke relaties het uitgangspunt. Wellicht de belangrijkste waarneming van de stroming: bestaan van een informele organisatie.Informele organisatie = hoe we met elkaar omgaan, collegialiteit.Aandacht geven, waardering laten blijken enz. is belangrijk voor de effectiviteit van organisaties. Subjectieve factoren zoals aandacht, zekerheid, het bij een groep horen en waardering zijn bepalend voor het resultaat. Deel uitmaken van een groep was volgens hem het belangrijkste. Er kwam een nieuwe management die zich richtte op sociale verhoudingen en die zich afzette tegen de scientific management theorie. De theorie gaat er vanuit dat gelukkige, tevreden mensen veelal een maximale

arbeidsprestatie leveren. Daarom moet de leiding waardering laten blijken, de mensen genoeg verantwoordelijkheden geven, vrijheid geven en voldoende aandacht besteden aan de groepen en individuen. Samenwerking is het toverwoord.

Douglas McGregor (Het revisionisme: de X en Y theorie) 1906-1964:X-theorie: de werknemer is lui, wil niks, kan niks.Y-theorie: de werknemer is leergierig, werkt zelfstandig, draagt graag verantwoordelijkheid.

Dit is de product-marktmatrix van Ansoff. Dit zijn eigenlijk de vier markten. Als je een bestaan product op een bestaande markt gaat aanbieden dan ga je eigenlijk je marktaandeel vergroten en dit noem je dan marktpenetratie. Een nieuw product op een bestaande markt noem je productontwikkeling enzovoorts. Dit is te lezen in het model.

Dit is de f-indeling.

Interne differentiatie.

Interne differentiatie met subafdelingen.

Je hebt interne (horizontale) specialisatie. Dit kan ingedeeld worden in drie indelingen. Product, markt en geografisch.

Je hebt een steile en een platte organisatiestructuur. Platte organisatiestructuur = 1 iemand kan heel veel mensen aansturen (groot omspanningsvermogen)Steile organisatiestructuur = meer verdeeld, je geeft aan minder medewerkers direct leiding (klein omspanningsvermogen)

Managers hebben drie rollen. Interpersoonlijke rollen, informationele rollen en besluitvormenden rollen.

Werkzaamheden van een manager.

Inleiding Recht

Voor recht hadden we het boek Verheugt en de wettenbundel 2012-2013 nodig. Belangrijke artikelen:

- art. 310 Wetboek van Strafrecht (Sr)- art. 1 Wet op de Ondernemingsraden (WOR)- art. 1:233 Burgerlijk Wetboek (BW)- Wetgevende macht (art. 81 GW)- Bestuurlijke macht (art. 42 GW)- Rechtsprekende macht (art. 121 GW)- art. 2:5 BW- art 7:610 BW- artikel 112 e.v. GW- Art. 78 v. Wet RO

Door wie wijze Art.

1. Van rechtswege

- automatisch art. 7:667 + 7:674 BW

2. wederzijds goedvinden

wg + wn wilsovereenstemming Boek 3 + 6 BW

3. Opzegging

wg of wn gewoon dringende reden proeftijd

art. 6 lid 1 BBA + art. 7:667 v. BWart. 6 lid 2 sub a BBA + art. 7:677 + 7: 678 + 7:679 BW7: 676

BW + artikel 6 lid 2 sub b BBA

4. Ontbinding

Wg of wn naar kantonrechter

gewichtige redenen art. 7:685 BW