Kennistrainingen 6e druk

6e druk 2011

Kennistrainingen update (3) 1 maart 2014

Schrijftaal Kennistrainingen serie 1

Kennistraining Schrijftaal - Alle rechten voorbehouden. Niets van deze toetsen mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de samensteller.

Voor informatie: www.ThiemeMeulenhoff.nl 2




Overzicht Kennistrainingen

A Schriftelijke communicatie

B Spelling

C Stijlgroep

D Grammatica

E Tekstcorrectie Nummer Pagina Onderdeel

A-01 07 Onderdelen zakelijke brief



B-01 31 Werkwoorden: tegenwoordige tijd

B-02 33 Werkwoorden: verleden tijd

B-03 35 Werkwoorden: voltooid deelwoord

B-04 37 Werkwoorden: gevarieerd





B-09 47 Hoofdletters en kleine letters




B-13 55 Aardrijkskundige namen

B-14 57 Klinkers en tweeklanken

B-15 59 Klinkers en tweeklanken

B-16 61 Klinkerbotsing

B-17 63 Accenten

B-18 65 Medeklinkers

B-19 67 Medeklinkers

B-20 69 Afbreken van woorden

B-21 71 Tussenletter -n

B-22 73 Tussenletter -n

B-23 75 Tussenletter -s

B-24 77 Meervoudsvorming

B-25 79 Meervoudsvorming

B-26 81 Verkleinwoorden

B-27 83 Staande uitdrukkingen

B-28 85 Liggend streepje

B-29 87 Liggend streepje

B-30 89 Aaneenschrijven van woorden

6e druk




B-31 91 Woorden uit andere talen

B-32 93 Getallen

B-33 95 Afkortingen

B-34 97 Afkortingen

B-35 99 Bijvoeglijke naamwoorden

B-36 101 Apostrof

C-01 103 Foutieve verwijzing

C-02 105 Contaminatie

C-03 107 Dubbele ontkenning

C-04 109 Voorzetsels

C-05 111 Hun of hen

C-06 113 Vaste werkwoorden

D-01 115 Grammatica D2 klank, lettergreep en morfeem

D-02 117 Grammatica D3.1 en 3.2 zelfstandig en bijvoeglijk naamwoord

D-03 119 Grammatica D3.3 en 3.4 lidwoord en telwoord

D-04 121 Grammatica D3.5 werkwoorden

D-05 123 Grammatica D3.6-3.10 overige woordsoorten

D-06 125 Grammatica D4.1-4.3 pv, onderwerp, gezegde

D-07 127 Grammatica D4.4-4.10 overige zinsdelen

D-08 129 Grammatica D5 hoofd- en bijzinnen

D-09 131 Grammatica herhalingstraining

D-10 133 Grammatica herhalingstraining

E-01 135 Tekstcorrectie [spelling] Ww’ers

E-02 137 Tekstcorrectie [spelling] Ontgoocheld

E-03 139 Tekstcorrectie [spelling] Burenruzies

E-04 141 Tekstcorrectie [spelling] Politie in de vijver

E-05 143 Tekstcorrectie [spelling] Valentijnsdag

E-06 145 Tekstcorrectie [spelling] In een fastfoodrestaurant

E-07 147 Tekstcorrectie [spelling + stijl] Voetbalelftal

E-08 149 Tekstcorrectie [spelling + stijl] Friese meren

E-09 151 Tekstcorrectie [spelling + stijl] Energienota

E-10 153 Tekstcorrectie [spelling + stijl] Winkelpersoneel

E-11 155 Tekstcorrectie [spelling en stijl] Telefoneren

E-12 157 Tekstcorrectie[spelling en stijl] Liegen in een cv

E-13 159 Tekstcorrectie [spelling + stijl] Droog weer

E-14 161 Tekstcorrectie [spelling + stijl] Arme houthakker




uitwerkingenblad Kennistraining nr. onderdeel

naam student

groep

aantal goed

score

Vraag Antwoord Vraag Antwoord

1 21

2 22

3 23

4 24

5 25

6 26

7 27

8 28

9 29

10 30

11 31

12 32

13 33

14 34

15 35

16 36

17 37

18 38

19 39

20 40

6e druk







Kennistraining A-01

Onderdelen zakelijke brief

Zie Schrijftaal A 2

Deze toets bestaat uit 20 meerkeuzevragen.

Beschikbare tijd: 20 minuten

Noteer de letter van het juiste antwoord in de kolom “Antwoord” van het uitwerkingenblad.

1 Hieronder staan vier briefhoofden. Welk briefhoofd is correct?

1a De heer K. Bruinsma Paulus Potterlaan 8 4012 GP SMEEDE

1c K. Bruinsma Paulus Potterlaan 8 4012 GP SMEEDE

1b K. Bruinsma P. Potterlaan 8 4012 GP SMEEDE

1d Dhr. K. Bruinsma Paulus Potterlaan 8 4012 GP SMEEDE


2a Mevr. P. PUNSELIE Boterbloemstraat 78 4012 GP SMEEDE

2c Mevr. P. Punselie Boterbloemstraat 78 4012 GP SMEEDE

2b P. Punselie Boterbloemstraat 78 4012 GP Smeede

2d Mevr. P. Punselie Boterbloemstraat 78 4012 GP SMEEDE


3a Van der Kraats Verzekeringen Afdeling Incasso Broekseweg 12 4021 VP Smeede

3c V/dr Kraats Verzekeringen Afdeling Incasso Broekseweg 12 4021 VP Smeede

3b Van der Kraats Verzekeringen Afdeling Incasso Broekseweg 12 4021 VP SMEEDE

3d Van der Kraats Verzekeringen afdeling Incasso Broekseweg 12 4021 VP Smeede

4 Hieronder staan vier dagtekeningen uit een brief. Welke dagtekening is correct?

4a Barneveld, 8 december 20.. 4b B’veld, 8 december 20.. 4c Barneveld, 08 december 20.. 4d Barneveld, december 20..

6e druk




5 Hieronder staan vier dagtekeningen uit een circulaire. Welke dagtekening is de beste?

5a Amsterdam, 8 oktober 20.. 5b A’dam, oktober 20.. 5c Amsterdam, begin oktober 20.. 5d Amsterdam, oktober 20..

6 Hieronder staan vier adresblokken. Welk adresblok is correct?

6a Aan mevrouw G. ter Steege Boterbloemstraat 4 4123 BV SMEEDE

6c Mevrouw Ter Steege Boterbloemstraat 4 4123 BV SMEEDE

6b Mevrouw G. ter Steege Boterbloemstraat 4 4123 BV SMEEDE

6d Mw. G. ter Steege Boterbloemstraat 4 4123 BV SMEEDE

7 Hieronder staan vier adresblokken. De brief is bestemd voor de heer A. Visscher die werkzaam is op de Afdeling Incasso. Welk adresblok is correct?

7a Accountantskantoor Meeuwissen afdeling Incasso T.a.v. de heer A. Visscher Rekenpad 12 4112 FV SMEEDE

7c Accountantskantoor Meeuwissen Afdeling Incasso T.a.v. de heer A. Visscher Rekenpad 12 4112 FV SMEEDE

7b Accountantskantoor Meeuwissen Afdeling Incasso t.a.v. de heer A. Visscher Rekenpad 12 4112 FV SMEEDE

7d Accountantskantoor Meeuwissen Afdeling Incasso T.a.v. de heer Visscher Rekenpad 12 4112 FV SMEEDE

8 Hieronder staan vier adresblokken. De brief bevat een opzegging van een abonnement en wordt daarom aangetekend verzonden. Welk adresblok is correct?

8a AANTEKENEN Collector Productions Afdeling Abonnementen Klipperkade 27 8863 ZK HARLINGEN

8c Aangetekend Collector Productions Afdeling Abonnementen Klipperkade 27 8863 ZK HARLINGEN

8b Aantekenen Collector Productions Afdeling Abonnementen Klipperkade 27 8863 ZK HARLINGEN

8d Collector Productions AANTEKENEN Afdeling Abonnementen Klipperkade 27 8863 ZK HARLINGEN




9 Hieronder staan vier adresblokken. De brief is bestemd voor twee samenwonende mensen: de heer P. Knip en mevrouw T. Oog. Welk adresblok is correct?

9a P. Knip en T. Oog Hokjeslaan 4 2233 PG TROUWSTAD

9c P. Knip en mevr. T. Oog Hokjeslaan 4 2233 PG TROUWSTAD

9b De heer P. Knip en T. Oog Hokjeslaan 4 2233 PG TROUWSTAD

9d De heer P. Knip en mevr. T. Oog Hokjeslaan 4 2233 PG TROUWSTAD

10 Hieronder staan vier adresblokken. De brief is bestemd voor de heer S. Mulder. Hij is werkzaam op de afdeling Klantenservice van een grote verzekeringsmaatschappij. Welk adresblok is correct?

10a Aan de heer S. Mulder De heer S. Mulder Afdeling Klantenservice Handelsweg 112 4112 HC SMEEDE

10c Take Care Verzekeringen Afdeling Klantenservice De heer S. Mulder Handelsweg 112 4112 HC SMEEDE

10b T.a.v. de heer S. Mulder Take Care Verzekeringen Afdeling Klantenservice Handelsweg 112 4112 HC SMEEDE

10d Take Care Verzekeringen De heer S. Mulder Afdeling Klantenservice Handelsweg 112 4112 HC SMEEDE

11 Hieronder staan vier adresblokken. De brief is bestemd voor mevrouw E. Hoek die tijdelijk op een ander adres woont. Welk adresblok is correct?

11a Aan mevrouw E. Hoek Per adres Bosweg 9 3467 NB KARELSTAD

11c Mevrouw E. Hoek P/a: Bosweg 9 3467 NB KARELSTAD

11b Mevrouw E. Hoek P/a Bosweg 9 3467 NB KARELSTAD

11d Mevrouw E. Hoek Per / adres Bosweg 9 3467 NB KARELSTAD

12 Hieronder staan vier adresblokken. De brief is bestemd voor mevrouw A. van Eck. Zij is werkzaam op de afdeling Klantenservice van een groot warenhuis. Welk adresblok is correct?

12a Aan mevrouw A. van Eck Ideefixe Doehetzelf Afdeling Klantenservice Industrieweg 12 4112 HC SMEEDE

12c Ideefixe Doehetzelf T.a.v mevrouw A. van Eck Afdeling Klantenservice Industrieweg 12 4112 HC SMEEDE

12b Ideefixe Doehetzelf Aan mevrouw A. van Eck Afdeling Klantenservice Industrieweg 12 4112 HC SMEEDE

12d Ideefixe Doehetzelf Afdeling Klantenservice T.a.v. mevrouw A. van Eck Industrieweg 12 4112 HC SMEEDE




13 Welke toevoeging achter het cijfer in het onderstaande adres is juist geschreven?

13a Reehorsterweg 80-A 13b Reehorsterweg 80 a 13c Reehorsterweg 80a 13d Reehorsterweg 80 a

14 Je schrijft een brief naar het College van B. en W. Welke aanspreekvorm is goed?

14a Geacht college, 14b Mijne heren, 14c Geachte burgemeester en wethouders, 14d Geachte raad,

15 Je bent werkzaam in een groot concern. Je dient een verzoekschrift in bij je directeur, mevrouw E. de Kwaadsteniet. Welke aanspreekvorm is goed?

15a Geachte mevrouw, 15b Geachte mevrouw De Kwaadsteniet, 15c Geachte directeur, 15d Geachte mevrouw de Kwaadsteniet,

16 Je bent werkzaam bij een verzekeringsmaatschappij. Je verzendt een verzekeringsbewijs naar de heer S. Mulder. Welke aanspreekvorm is goed?

16a Geachte heer, 16b Geachte meneer, 16c Geachte heer Mulder, 16d Geachte meneer Mulder,

17 Je bent werkzaam bij een uitzendbureau. Je stuurt een brief naar mevrouw C. de Keizer-van Leeuwen. Welke aanspreekvorm is goed?

17a Geachte mevrouw De Keizer, 17b Geachte mevrouw De Keizer-van Leeuwen, 17c Geachte mevrouw, 17d Geachte mevrouw Van Leeuwen,

18 Je schrijft een officieel verzoekschrift aan het College van B. en W. van je woonplaats. Je sluit je brief af met:

18a Met de meeste hoogachting, 18b Met vriendelijke groet, 18c Met groet, 18d Hoogachtend,




19 Hieronder staan vier schrijfwijzen van een ondertekening van een brief. Welke schrijfwijze is correct?

19a Hoogachtend, <Handtekening> Reisbureau World Travel P. de Wit Medewerker

19c Hoogachtend, P. de Wit <Handtekening> Medewerker Reisbureau World Travel

19b Hoogachtend, Reisbureau World Travel Medewerker <Handtekening> P. de Wit

19d Hoogachtend, Reisbureau World Travel <Handtekening> P. de Wit Medewerker

20 Hieronder staan vier schrijfwijzen van bijlagen van een brief. Welke schrijfwijze is correct?

20a Bijlagen: 3

20c Bijlagen: 1 Antwoordkaart 2 Folder reizen 3 Kortingsbon

20b Bijlagen: 1 antwoordkaart 2 folder reizen 3 kortingsbon

20d Bijlagen: antwoordkaart folder reizen kortingsbon




Kennistraining A-01 antwoorden

1 a Fout. De heer behoort niet in het briefhoofd. 1 b Fout. P. moet voluit geschreven worden: Paulus. 1 c Goed 1 d Fout. Dhr behoort niet in het briefhoofd. 2 a Fout. Alleen voorletters en de eerste letter van de naam krijgen een hoofdletter. 2 b Fout. De plaatsnaam moet in zijn geheel met hoofdletters. 2 c Fout. Postcode en plaatsnaam worden niet onderstreept. 2 d Goed 3 a Fout. De plaatsnaam moet in zijn geheel met hoofdletters. 3 b Goed 3 c Fout. Geen afkortingen van (delen) van namen gebruiken, zoals v/dr, v/d etc. 3 d Fout. Afdeling moet met een hoofdletter. 4 a Goed 4 b Fout. De plaatsnaam mag niet afgekort worden. 4 c Fout. De toevoeging 0 voor 8 is overbodig. 4 d Fout. In een brief moet de datum nauwkeurig vermeld worden. 5 a Fout. Een circulaire bevat geen precieze datum. 5 b Fout. De plaatsnaam mag niet afgekort worden. 5 c Fout. De toevoeging begin is overbodig. 5 d Goed 6 a Fout. De toevoeging aan is overbodig. 6 b Goed 6 c Fout. De voorletter ontbreekt. Schrijf de voorletter als deze bekend is. 6 d Fout. De afkorting Mw. is onjuist. Eventueel is Mevr. wel goed. 7 a Fout. Afdeling moet met een hoofdletter. 7 b Fout. De aanduiding T.a.v. begint met een hoofdletter. 7 c Goed 7 d Fout. Schrijf de voorletter als de naam bekend is. 8 a Goed 8 b Fout. AANTEKENEN moet met hoofdletters. 8 c Fout. Niet ‘aangetekend’, maar AANTEKENEN. 8 d Fout. Het adresblok moet beginnen met AANTEKENEN. 9 a Fout. Schrijf de voorletters als de namen bekend zijn. 9 b Fout. De aanduiding mevr. ontbreekt. 9 c Fout. De aanduiding De heer ontbreekt. 9 d Goed 10a Fout. De bedrijfsnaam komt eerst; dan de naam van de afdeling; dan de persoon (eventueel met T.a.v.). 10b Fout. De bedrijfsnaam komt eerst; dan de naam van de afdeling; dan de persoon (eventueel met T.a.v.). 10c Goed 10d Fout. De bedrijfsnaam komt eerst; dan de naam van de afdeling; dan de persoon (eventueel met T.a.v.). 11 a Fout. De toevoeging Aan is overbodig. Per adres wordt niet voluit geschreven. 11 b Goed 11 c Fout. Achter P/a volgt geen dubbele punt. 11 d Fout. Tussen de woordjes Per en adres hoort geen sledge. 12 a Fout. De bedrijfsnaam komt eerst; dan de naam van de afdeling; dan de persoon met T.a.v. 12 b Fout. De bedrijfsnaam komt eerst; dan de naam van de afdeling; dan de persoon met T.a.v. 12 c Fout. De bedrijfsnaam komt eerst; dan de naam van de afdeling; dan de persoon met T.a.v. 12 d Goed 13 a Fout. Geen streepje, geen hoofdletter A.. 13 b Goed 13 c Fout. Er moet een spatie tussen het getal en de toegevoegde letter. 13 d Fout. Geen toegevoegde letter in superscript.




14 a Goed 14 b Fout. Verouderde aanspreekvorm. 14 c Fout. Niet iemand aanspreken met hun functieaanduiding. 14 d Fout. 15 a Fout. Vermeld de achternaam als deze bekend is. 15 b Goed 15 c Fout. Niet iemand aanspreken met zijn/haar functieaanduiding. 15 d Fout. De moet met een hoofdletter. 16 a Fout. Vermeld de achternaam als deze bekend is. 16 b Fout. Schrijf nooit ‘meneer’. 16 c Goed 16 d Fout. Schrijf nooit ‘meneer’. 17 a Goed. 17 b Fout. De meisjesnaam wordt niet vermeld in de aanhef. 17 c Fout. Vermeld de achternaam als deze bekend is. 17 d Fout. Je spreekt niet iemand aan met zijn meisjesnaam. 18 a Onjuist; doet overdreven aan. 18 b Fout. Minder zakelijk! 18 c Fout. Zeer kortaf en bovendien niet zakelijk. 18 d Goed 19 a Fout. De bedrijfsnaam moet direct onder Hoogachtend. 19 b Fout. De functieaanduiding medewerker moet onder P. de Wit. 19 c Fout. Bedrijfsnaam, functie en naam van de schrijver staan op de verkeerde plaats . 19 d Goed 20a Fout. Je moet altijd aangeven waar de bijlagen uit bestaan. 20 b Goed 20 c Fout. De onderdelen van de bijlagen beginnen niet met een hoofdletter. 20 d Fout. De onderdelen van de bijlage worden genummerd.

aantal goed score 1 t/m 11 1.0 12 2.0 13 3.0 14 4.0 15 5.0 16 6.0 17 7.0 18 8.0 19 9.0 20 10.0







Kennistraining A-02


Zie Schrijftaal A 2





1a De heer S. Mulder Grote Gruttenstraat 18 4011 GP Bosseloo

1c Dhr. S. Mulder Grote Gruttenstraat 18 4011 GP BOSSELOO

1b S. Mulder Grote Gruttenstraat 18 4011 GP BOSSELOO

1d De heer S. Mulder Grote Gruttenstraat 18 4011 GP BOSSELOO


2a Mevr. J. ZELDENRUST Nachtegaalstraat 78 4012 GP SMEEDE

2c Mevr. J. Zeldenrust Nachtegaalstraat 78 4012 GP Smeede

2b Mevr. J. Zeldenrust Nachtegaalstraat 78 4012 GP SMEEDE

2d Mevr. J. Zeldenrust Nachtegaalstraat 78 4012 GP SMEEDE


3a Van de Broeks Glashandel Afdeling Schademelding Stationsstraat 10 4021 VP SMEEDE

3c V/d Broeks Glashandel Afdeling Schademelding Stationsstraat 10 4021 VP SMEEDE

3b Van de Broeks Glashandel Afdeling Schademelding Stationsstraat 10 4021 VP Smeede

3d Van de Broeks Glashandel afdeling Schademelding Stationsstraat 10 4021 VP SMEEDE

4 Hieronder staan vier dagtekeningen uit een brief. Welke dagtekening is correct?

4a B’kom, 18 januari 20.. 4b Bennekom, 08 januari 20.. 4c Bennekom, 8 januari 20.. 4d Bennekom, januari 20..

6e druk




5 Hieronder staan vier dagtekeningen uit een circulaire die in de maand mei verzonden wordt. Welke dagtekening is de beste?

5a Rotterdam, 7 mei 20.. 5b Rotterdam, mei 20.. 5c Rotterdam, eind mei 20.. 5d R’dam, mei 20..


6a Mevrouw Menting Langeweg 93 4123 BV SMEEDE

6c Mw. C. Menting Langeweg 93 4123 BV SMEEDE

6b Aan mevrouw C. Menting Langeweg 93 4123 BV SMEEDE

6d Mevrouw C. Menting Langeweg 93 4123 BV SMEEDE

7 Hieronder staan vier adresblokken. De brief is bestemd voor de heer M. Diepeveen die werkzaam is op de Afdeling Economie. Welk adresblok is correct?

7a Weder-Hevige College Afdeling Economie T.a.v. de heer M. Diepeveen Reehorsterweg 80 6711 BL SMEEDE

7c Weder-Hevige College afdeling Economie T.a.v. de heer M. Diepeveen Reehorsterweg 80 6711 BL SMEEDE

7b Weder-Hevige College Afdeling Economie t.a.v. de heer M. Diepeveen Reehorsterweg 80 6711 BL SMEEDE

7d Weder-Hevige College Afdeling Economie T.a.v. de heer Diepeveen Reehorsterweg 80 6711 BL SMEEDE

8 Hieronder staan vier adresblokken. De brief bevat een opzegging van een verzekering en wordt daarom aangetekend verzonden. Welk adresblok is correct?

8a Aantekenen Groenbank Afdeling klantenbeheer Postbus 3001 2300 AZ GROENSTAD

8c AANGETEKEND Groenbank Afdeling klantenbeheer Postbus 3001 2300 AZ GROENSTAD

8b AANTEKENEN Groenbank Afdeling klantenbeheer Postbus 3001 2300 AZ GROENSTAD

8d Groenbank AANTEKENEN Afdeling klantenbeheer Postbus 3001 2300 AZ GROENSTAD

9 Hieronder staan vier adresblokken. De brief is bestemd voor twee samenwonende mensen: de heer K. Boter en mevrouw O. Bloem. Welk adresblok is correct?

9a De heer K. Boter en mevr. O. Bloem Grassprietlaan 14 2133 ZG WEIDESTAD

9c De heer K. Boter en O. Bloem Grassprietlaan 14 2133 ZG WEIDESTAD

9b K. Boter en mevr. O. Bloem Grassprietlaan 14 2133 ZG WEIDESTAD

9d De heer Boter en mevr. Bloem Grassprietlaan 14 2133 ZG WEIDESTAD




10 Hieronder staan vier adresblokken. De brief is bestemd voor mevrouw T. Oog die tijdelijk op een ander adres woont. Welk adresblok is correct?

10a Mevrouw T. Oog P/a Kikkerpad 36 3289 LZ LANDSCHOTEN

10c Aan mevrouw T. Oog Per adres Kikkerpad 36 3289 LZ LANDSCHOTEN

10b Mevrouw T. Oog Per / adres Kikkerpad 36 3289 LZ LANDSCHOTEN

10d Aan mevrouw T. Oog P/a: Kikkerpad 36 3289 LZ LANDSCHOTEN

11 Hieronder staan vier adresblokken. De brief is bestemd voor mevrouw A. Meijer. Zij is werkzaam op de afdeling Klantenservice van Intratuin, een groot tuincentrum. Welk adresblok is correct?

11a Afdeling Klantenservice Intratuin T.a.v. mevrouw A. Meijer Laan van Weltevreden 8 4112 HC SMEEDE

11c Intratuin T.a.v. mevrouw A. Meijer Afdeling Klantenservice Laan van Weltevreden 8 4112 HC SMEEDE

11b Intratuin Afdeling Klantenservice T.a.v. mevrouw A. Meijer Laan van Weltevreden 8 4112 HC SMEEDE

11d Afdeling Klantenservice Intratuin T.a.v. mevrouw A. Meijer Laan van Weltevreden 8 4112 HC SMEEDE


12a Klokjeslaan 17-A 12b Klokjeslaan 17 a 12c Klokjeslaan 17a 12d Klokjeslaan 17 a

13 Je schrijft een brief naar het College van Bestuur van ROC A12. Welke aanspreekvorm is goed?

13a Geacht college van bestuur, 13b Mijne heren, 13c Geacht college, 13d Geachte raad,

14 Je bent werkzaam in een groot warenhuis. Je dient een verzoekschrift in bij je directeur, mevrouw G. van den Born. Welke aanspreekvorm is goed?

14a Geachte mevrouw Van den Born, 14b Geachte directeur, 14c Geachte mevrouw G. van den Born, 14d Geachte mevrouw van den Born,




15 Je bent werkzaam bij een verzekeringswinkel. Je verzendt een verzekeringsbewijs naar de heer H. Vlieg. Welke aanspreekvorm is goed?

15a Geachte heer, 15b Geachte heer Vlieg, 15c Geachte meneer, 15d Geachte meneer Vlieg,

16 Je bent werkzaam bij een uitzendbureau. Je stuurt een brief naar mevrouw T. de Koning-van Zanten. Welke aanspreekvorm is goed?

16a Geachte mevrouw De Koning-van Zanten, 16b Geachte mevrouw, 16c Geachte mevrouw De Koning, 16d Geachte mevrouw Van Zanten,

17 Je schrijft een verzoekschrift aan de belastingdienst van je woonplaats. Je sluit je brief af met:

17a Met de meeste hoogachting, 17b Met vriendelijke groet, 17c Hoogachtend, 17d Met groet,


18a Hoogachtend, <Handtekening> Uitzendbureau Joep P. de Wanten Medewerker

18c Hoogachtend, P. van Wanten <Handtekening> Medewerker Uitzendbureau Joep

18b Hoogachtend, Uitzendbureau Joep <Handtekening> P. van Wanten Medewerker

18d Hoogachtend, Uitzendbureau Joep Medewerker <Handtekening> P. de Wit


19a Bijlagen: 2

19c Bijlagen: 1 Folder reizen 2 Kortingsbon

19b Bijlagen: folder reizen kortingsbon

19d Bijlagen: 1 folder reizen 2 kortingsbon





20a Bijlage: geen

20c Bijlagen: 1 folder reizen 2 kortingsbon

20b Bijlage: folders reizen en kortingsbon

20d Bijlagen: 1 Folder reizen 2 Kortingsbon





1a Fout. De heer hoort niet in het briefhoofd. 1b Goed 1c Fout. Dhr. hoort niet in het briefhoofd. 1d Fout. De heer moet voluit geschreven worden. 2a Fout. Alleen voorletters en de eerste letter van de naam krijgen een hoofdletter. 2b Goed 2c Fout. De plaatsnaam moet in zijn geheel met hoofdletters. 2d Fout. Postcode en plaatsnaam worden niet onderstreept. 3a Goed 3b Fout. De plaatsnaam moet in zijn geheel met hoofdletters. 3c Fout. Geen afkortingen van (delen) van namen gebruiken, zoals v/dr, v/d etc. 3d Fout. Afdeling moet met een hoofdletter. 4a Fout. De plaatsnaam mag niet afgekort worden. 4b Fout. De toevoeging 0 voor 8 is overbodig. 4c Goed 4d Fout. In een brief moet de datum nauwkeurig vermeld worden. 5a Fout. Een circulaire bevat geen precieze datum. 5b Goed 5c Fout. De toevoeging eind is overbodig. 5d Fout. De plaatsnaam mag niet afgekort worden. 6a Fout. De voorletter ontbreekt. Schrijf de voorletter als deze bekend is. 6b Fout. De toevoeging aan is overbodig. 6c Fout. De afkorting Mw. is onjuist. Eventueel is Mevr. wel goed. 6d Goed 7a Goed 7b Fout. De aanduiding T.a.v. begint met een hoofdletter. 7c Fout. Afdeling moet met een hoofdletter. 7d Fout. Schrijf de voorletter als de naam bekend is. 8a Fout. AANTEKENEN moet met hoofdletters. 8b Goed 8c Fout. Niet ‘aangetekend’, maar AANTEKENEN. 8d Fout. Het adresblok moet beginnen met AANTEKENEN. 9a Goed 9b Fout. De aanduiding De heer ontbreekt. 9c Fout. De aanduiding mevr. ontbreekt. 9d Fout. Schrijf de voorletters als de namen bekend zijn. 10a Goed 10b Fout. Tussen de woordjes Per en adres hoort geen sledge. Per adres schrijft je ook niet voluit. 10c Fout. De toevoeging Aan is overbodig. Per adres schrijft je ook niet voluit. 10d Fout. Achter P/a volgt geen dubbele punt. 11a Fout. De bedrijfsnaam komt eerst; dan de naam van de afdeling; dan de persoon met T.a.v. 11b Goed 11c Fout. De bedrijfsnaam komt eerst; dan de naam van de afdeling; dan de persoon met T.a.v. 11d Fout. De bedrijfsnaam komt eerst; dan de naam van de afdeling; dan de persoon met T.a.v. 12a Fout. Geen streepje, geen hoofdletter A. 12b Fout. Geen toegevoegde letter in superscript. 12c Fout. Er moet een spatie tussen het getal en de toegevoegde letter. 12d Goed 13a Fout. 13b Fout. Verouderde aanspreekvorm. 13c Goed 13d Fout.




14a Goed 14b Fout. Niet iemand aanspreken met zijn/haar functieaanduiding. 14c Fout. Vermeld geen voorletter in een aanspreekvorm. 14d Fout. Van moet met een hoofdletter. 15a Fout. Vermeld de achternaam als deze bekend is. 15b Goed 15c Fout. Schrijf nooit ‘meneer’. 15d Fout. Schrijf nooit ‘meneer’. 16a Fout. De meisjesnaam wordt niet vermeld in de aanhef. 16b Fout. Vermeld de achternaam als deze bekend is. 16c Goed. 16d Fout. Je spreekt niet iemand aan met zijn meisjesnaam. 17a Onjuist; doet overdreven aan. 17b Fout. Minder zakelijk! 17c Goed 17d Fout. Zeer kortaf en bovendien niet zakelijk. 18a Fout. De bedrijfsnaam moet direct onder Hoogachtend. 18b Goed 18c Fout. De functieaanduiding medewerker moet onder P. van Wanten. De bedrijfsnaam moet direct onder Hoogachtend. 18d Fout. De functieaanduiding medewerker moet onder P. van Wanten. 19a Fout. Je moet altijd aangeven waar de bijlagen uit bestaan. 19b Fout. De onderdelen van de bijlage worden genummerd. 19c Fout. De onderdelen van de bijlagen beginnen niet met een hoofdletter. 19d Goed 20a Fout. Zijn er geen bijlagen dan heeft het geen zin dit item op te nemen. 20b Fout. Er is hier sprake van bijlagen. De onderdelen van de bijlagen worden genummerd en staan onder elkaar. 20c Goed 20d Fout. De onderdelen van de bijlagen beginnen niet met een hoofdletter.








Kennistraining A-03


Zie Schrijftaal A 2





1a E. Punselie Amsterdamseweg 201 4011 GP BOSSELOO

1c De heer E. Punselie Amsterdamseweg 201 4011 GP Bosseloo

1b De heer E. Punselie A’damseweg 201 4011 GP BOSSELOO

1d Dhr. E. Punselie Amsterdamseweg 201 4011 GP BOSSELOO


2a Mevr. E. Hoek Vogellaan 7 4012 GP Smeede

2c Mevr. E. HOEK Vogellaan 7 4012 GP Smeede

2b Mevr. E. Hoek Vogellaan 7 4012 GP SMEEDE

2d Mevr. E. Hoek Vogellaan 7 4012 GP SMEEDE


3a Glashandel V/d Weerdhof Afdeling Schademelding Stadionweg 7 4021 VP SMEEDE

3c Glashandel Van de Weerdhof Afdeling Schademelding Stadionweg 7 4021 VP SMEEDE

3b Glashandel Van de Weerdhof Afdeling Schademelding Stadionweg 7 4021 VP Smeede

3d Glashandel Van de Weerdhof afdeling Schademelding Stadionweg 7 4021 VP SMEEDE

4 Hieronder staan vier dagtekeningen uit een zakelijke brief. Welke dagtekening is correct?

4a Barneveld, 8 juni 20.. 4b Barneveld, 08 juni 20.. 4c B’veld, 8 juni 20.. 4d Barneveld, juni 20..

6e druk




5 Hieronder staan vier dagtekeningen uit een circulaire die in de maand november verzonden wordt. Welke dagtekening is de beste?

5a A’dam, eind november 20.. 5b Amsterdam, 7 en 8 november 20.. 5c Amsterdam, november 20.. 5d Amsterdam, 7 november 20..


6a Mevrouw Menting Langeweg 93 4123 BV SMEEDE

6c Mw. C. Menting Langeweg 93 4123 BV SMEEDE

6b Aan mevrouw C. Menting Langeweg 93 4123 BV SMEEDE

6d Mevrouw C. Menting Langeweg 93 4123 BV SMEEDE

7 Hieronder staan vier adresblokken. De brief is bestemd voor mevrouw F. van Keulen die werkzaam is op de Afdeling Economie van het Weder-Hevige College. Welk adresblok is correct?

7a Weder-Hevige College Afdeling Economie t.a.v. mevrouw F. van Keulen Reehorsterweg 80 6711 BL SMEEDE

7c Weder-Hevige College Afdeling Economie T.a.v. mevrouw Van Keulen Reehorsterweg 80 6711 BL SMEEDE

7b Weder-Hevige College afdeling Economie T.a.v. mevrouw F. van Keulen Reehorsterweg 80 6711 BL SMEEDE

7d Weder-Hevige College Afdeling Economie T.a.v. mw. F. van Keulen Reehorsterweg 80 6711 BL SMEEDE

8 Hieronder staan vier adresblokken. De brief bevat een opzegging van een abonnement en wordt daarom aangetekend verzonden. Welk adresblok is correct?

8a AANTEKENEN TELE RINGRING Afdeling klantenbeheer Postbus 7000 4300 BZ LICHTSTAD

8c TELE RINGRING AANTEKENEN Afdeling klantenbeheer Postbus 7000 4300 BZ LICHTSTAD

8b Aantekenen TELE RINGRING Afdeling klantenbeheer Postbus 7000 4300 BZ LICHTSTAD

8d AANGETEKEND TELE RINGRING Afdeling klantenbeheer Postbus 7000 4300 BZ LICHTSTAD




9 Hieronder staan vier adresblokken. De brief is bestemd voor twee samenwonende mensen: de heer J. Marse en mevrouw O. Pein. Welk adresblok is correct?

9a J. Marse en mevr. O. Pein Snoepjeslaan 12 1234 MM ZUURSTAD

9c De heer Marse en mevr. Pein Snoepjeslaan 12 1234 MM ZUURSTAD

9b De heer J. Marse en O. Pein Snoepjeslaan 12 1234 MM ZUURSTAD

9d De heer J. Marse en mevrouw O. Pein Snoepjeslaan 12 1234 MM ZUURSTAD

10 Hieronder staan vier adresblokken. De brief is bestemd voor mevrouw T. Oog die tijdelijk op een ander adres woont. Welk adresblok is correct?

10a Mevrouw T. Muts Per / adres Theelaan 116 5289 LP PICKWICKDORP

10c Aan mevrouw T. Muts P/a: Theelaan 116 5289 LP PICKWICKDORP

10b Mevrouw T. Muts P/a Theelaan 116 5289 LP PICKWICKDORP

10d Aan mevrouw T. Muts Per adres Theelaan 116 5289 LP PICKWICKDORP

11 Hieronder staan vier adresblokken. De brief is bestemd voor mevrouw E. Tönissen. Zij is werkzaam op de afdeling Klantenservice van Praxis, een grote doe-het-zelfzaak. Welk adresblok is correct?

11a Praxis T.a.v. mevrouw E. Tönissen Afdeling Klantenservice Industrielaan 17 4112 HC SMEEDE

11c Afdeling Klantenservice Praxis T.a.v. mevrouw E. Tönissen Industrielaan 17 4112 HC SMEEDE

11b Afdeling Klantenservice Praxis T.a.v. mevrouw E. Tönissen Industrielaan 17 4112 HC SMEEDE

11d Praxis Afdeling Klantenservice T.a.v. mevrouw E. Tönissen Industrielaan 17 4112 HC SMEEDE


12a Dorpsstraat 56 a 12b Dorpsstraat 56-A 12c Dorpsstraat 56a 12d Dorpsstraat 56 a

13 Je schrijft een brief naar het College van B. en W. van de gemeente Smeede. Welke aanspreekvorm is goed?

13a Geacht college, 13b Geacht college van bestuur, 13c Mijne heren, 13d Geachte raad van Smeede,




14 Je bent werkzaam bij een grote firma. Je dient een verzoekschrift in bij je teamleider, mevrouw P. van de Gniffelen. Welke aanspreekvorm is goed?

14a Geachte teamleider, 14b Geachte mevrouw Van de Gniffelen, 14c Geachte mevrouw van de Gniffelen, 14d Geachte mevrouw P. van de Gniffelen,

15 Je bent werkzaam bij een evenementenbureau. Je verzendt twee kaartjes naar de heer G. Joling. Welke aanspreekvorm is goed?

15a Geachte heer, 15b Geachte meneer, 15c Geachte heer Joling, 15d Geachte meneer Joling,

16 Je bent werkzaam bij een uitzendbureau. Je stuurt een brief naar mevrouw A. de Baas-van Wanten Welke aanspreekvorm is goed?

16a Geachte mevrouw De Baas-van Wanten, 16b Geachte mevrouw, 16c Geachte mevrouw Van Wanten, 16d Geachte mevrouw De Baas,

17 Je schrijft een verzoekschrift aan het college van B. en W. van je woonplaats. Je sluit je brief af met:

17a Met vriendelijke groet, 17b Met de meeste hoogachting, 17c Met groet, 17d Hoogachtend,


18a Hoogachtend, Reisbureau Groeneveld <Handtekening> K. Elias Medewerker

18c Hoogachtend, Reisbureau Groeneveld Medewerker <Handtekening> K. Elias

18b Hoogachtend, <Handtekening> Reisbureau Groeneveld K. Elias Medewerker

18d Hoogachtend, K. Elias <Handtekening> Medewerker Reisbureau Groeneveld





19a Bijlage: brochure kozijnen 19c Bijlage: 1 brochure kozijnen

19b Bijlage: 1 Brochure kozijnen 19d Bijlage: 1 20 Hieronder staan vier schrijfwijzen van bijlagen van een brief. Welke schrijfwijze is correct?

20a Bijlage: Folder caravans 20c Bijlage: 1

20b Bijlage: folder caravans 20d Bijlage: 1 folder caravans





1a Goed 1b Fout. De heer hoort niet in het briefhoofd. 1c Fout. De plaatsnaam moet in zijn geheel met hoofdletters 1 d Fout. Dhr. hoort niet in het briefhoofd. 2 a Fout. De plaatsnaam moet in zijn geheel met hoofdletters. 2 b Goed 2c Fout. Alleen voorletters en de eerste letter van de naam krijgen een hoofdletter. 2d Fout. Postcode en plaatsnaam worden niet onderstreept. 3a Fout. Geen afkortingen van (delen) van namen gebruiken, zoals v/dr, v/d etc. 3b Fout. De plaatsnaam moet in zijn geheel met hoofdletters. 3c Goed 3d Fout. Afdeling moet met een hoofdletter. 4a Goed 4b Fout. De toevoeging 0 voor 8 is overbodig. 4c Fout. De plaatsnaam mag niet afgekort worden. 4d Fout. In een brief moet de datum nauwkeurig vermeld worden. 5a Fout. De toevoeging eind is overbodig. 5b Fout. Een circulaire bevat geen dubbele datumaanduiding. 5c Goed 5d Fout. Een circulaire bevat geen precieze datum. 6a Fout. De voorletter ontbreekt. Schrijf de voorletter als deze bekend is. 6b Fout. De toevoeging aan is overbodig. 6c Fout. De afkorting Mw. is onjuist. Eventueel is Mevr. wel goed. 6d Goed 7a Fout. De aanduiding T.a.v. begint met een hoofdletter. 7b Fout. Afdeling moet met een hoofdletter. 7c Fout. Schrijf de voorletter als de naam bekend is. 7d Goed 8a Goed 8b Fout. AANTEKENEN moet met hoofdletters. 8c Fout. Het adresblok moet beginnen met AANTEKENEN. 8d Fout. Niet ‘aangetekend’, maar AANTEKENEN. 9a Fout. De aanduiding De heer ontbreekt. 9b Fout. De aanduiding mevr. ontbreekt. 9c Fout. Schrijf de voorletters als de namen bekend zijn. 9d Goed 10 a Fout. Tussen de woordjes Per en adres hoort geen sledge. Per adres schrijft je ook niet voluit. 10 b Goed 10 c Fout. Achter P/a volgt geen dubbele punt. 10 d Fout. De toevoeging Aan is overbodig. Per adres schrijft je ook niet voluit. 11 a Fout. De bedrijfsnaam komt eerst; dan de naam van de afdeling; dan de persoon met T.a.v. 11 b Fout. De bedrijfsnaam komt eerst; dan de naam van de afdeling; dan de persoon met T.a.v. 11 c Fout. De bedrijfsnaam komt eerst; dan de naam van de afdeling; dan de persoon met T.a.v. 11 d Goed 12 a Fout. Geen toegevoegde letter in superscript. 12 b Fout. Geen streepje, geen hoofdletter A. 12 c Fout. Er moet een spatie tussen het getal en de toegevoegde letter. 12 d Goed 13 a Goed 13 b Fout. 13 c Fout. Verouderde aanspreekvorm. 13 d Fout.




14 a Fout. Niet iemand aanspreken met zijn/haar functieaanduiding. 14 b Goed 14 c Fout. Van moet met een hoofdletter. 14 d Fout. Vermeld geen voorletter in een aanspreekvorm. 15 a Fout. Vermeld de achternaam als deze bekend is. 15 b Fout. Schrijf nooit ‘meneer’. 15 c Goed 15 d Fout. Schrijf nooit ‘meneer’. 16 a Fout. De meisjesnaam wordt niet vermeld in de aanhef. 16 b Fout. Vermeld de achternaam als deze bekend is. 16 c Fout. Je spreekt niet iemand aan met zijn meisjesnaam. 16 d Goed. 17 a Fout. Minder zakelijk! 17 b Onjuist; doet overdreven aan. 17 c Fout. Zeer kortaf en bovendien niet zakelijk. 17 d Goed 18 a Goed 18 b Fout. De bedrijfsnaam moet direct onder Hoogachtend. 18 c Fout. De functieaanduiding medewerker moet onder. 18 d Fout. De functieaanduiding medewerker moet onder K. Elias. De bedrijfsnaam moet direct onder Hoogachtend. 19 a Goed 19 b Fout. De onderdelen van de bijlagen beginnen niet met een hoofdletter. Bovendien plaats je geen nummer bij één bijlage. 19 c Fout. Je plaatst geen nummer bij één bijlage. 19 d Fout. Je moet altijd aangeven waar de bijlagen uit bestaan. 20 a Fout. De onderdelen van de bijlagen beginnen niet met een hoofdletter. 20 b Goed 20 c Fout. Je moet altijd aangeven waar de bijlagen uit bestaan. 20 d Fout. Je plaatst geen nummer bij één bijlage.








Kennistraining B-01

Werkwoorden tegenwoordige tijd

Zie Schrijftaal B 2.4

Deze toets bestaat uit 30 zinnen.


Noteer de juiste werkwoordsvorm op het uitwerkingenblad.

Maak de juiste werkwoordsvorm: tegenwoordige tijd

1 Francine … (dansen) al de hele avond.

2 De cv … (verwarmen) het hele gebouw.

3 Wie … (leveren) hun de nieuwe keuken?

4 De dief … (wandelen) er doodleuk mee weg.

5 … (bereiden) jij je voor op het volgende examen?

6 De politie … (treden) hard op tegen raddraaiers.

7 Hij … (beloven) veel, maar er komt niets van zijn beloftes terecht.

8 Waarom … (beantwoorden) je mijn vraag niet?

9 Wat … (betekenen) deze nieuwe maatregel voor de ouderen?

10 Volgende week … (verhuizen) mijn nichtje naar haar studentenflatje.

11 Zij … (houden) zich prima aan haar afspraken.

12 De beroemde zangeres … (wonen) al jaren in Zuid-Frankrijk.

13 Waarom … (zagen) de gemeente die boom om?

14 De landbouwer … (lozen) illegaal allerlei vuil in de sloot.

15 Het … (gebeuren) maar al te vaak dat hij te laat komt.

16 De aanklager … (houden) vol, dat de beklaagde liegt.

17 Op dit moment … (verbreden) men hier de doorgaande weg.

18 Zijn vader … (geloven) niet dat hij zelf de tuin heeft opgeknapt.

19 Hij … (vrezen) een uitbrander te krijgen van zijn ouders.

20 … (houden) je dat nu allemaal voor jezelf?

21 Waarom … (winden) hij zich toch zo verschrikkelijk op?

22 Als je nog langer wacht, … (missen) je je trein.

23 Zij … (verbeelden) zich alsof zij de koningin is.

24 Ik … (bieden) hem aan om morgen te komen helpen.

25 Mijn chef … (aanvaarden) gelukkig mijn excuses.

26 Ten einde raad … (wenden) hij zich maar tot de politie.

27 Hij … (halen) de bestelde meubeltjes maar zelf af.

28 Gelukkig … (vergoeden) de verkering de aangerichte schade.

29 Onze vakantie … (duren) helaas maar drie weken.

30 De koningin … (wuiven) op Schiphol de kroonprins uit.

6e druk




Kennistraining B-01 aantal goed score 1 danst 16 houdt 1 t/m 5 1.0 2 verwarmt 17 verbreed t 6 t/m 10 2.0 3 levert 18 gelooft 11 t/m 15 3.0 4 wandelt 19 vrees t 16 t/m 20 4.0 5 bereid 20 houd 21 t/m 25 5.0 6 treedt 21 windt 26 6.0 7 belooft 22 mis 27 7.0 8 beantwoord 23 verbeeldt 28 8.0 9 betekent 24 bied 29 9.0 10 verhuist 25 aanvaardt 30 10.0 11 houdt 26 wendt 12 woont 27 haalt 13 zaagt 28 vergoedt 14 loost 29 duurt 15 gebeurt 30 wuift




Kennistraining B-02

Werkwoorden verleden tijd





Maak de juiste werkwoordsvorm: verleden tijd

1 De veerboot … (stranden) in het zicht van de haven.

2 Na lang geaarzeld te hebben, … (beantwoorden) hij de vraag.

3 Die vraag … (branden) mij op de lippen.

4 Onze buurvrouw … (schrobben) de stoep voor haar huis.

5 De politie … (treden) hard op tegen de voetbalsupporters.

6 Na afloop van de match … (juichen) men de spelers toe.

7 Oma … (hoesten) voortdurend.

8 De vertrekkende docent … (bereiden) altijd zijn lessen goed voor.

9 De helikopter … (zweven) boven de landingsplaats.

10 Vorige week … (verhuizen) onze buren naar hun nieuwe onderkomen.

11 Zij … (houden) zich prima aan haar afspraken.

12 De advocaat … (raden) zijn cliënt aan niet in hoger beroep te gaan.

13 Waarom … (kleden) je zus zich zo opzichtig?

14 De landbouwer … (lozen) illegaal allerlei vuil in de sloot.

15 De reddingboot … (varen) op volle kracht naar het opgegeven punt.

16 De aanklager … (houden) vol, dat de beklaagde loog.

17 De reparatie … (kosten) veel meer dan dan ik gedacht had.

18 Zijn vader … (geloven) niet dat hij zelf de tuin heeft opgeknapt.

19 Hij … (vrezen) een uitbrander te krijgen van zijn ouders.

20 De vrachtwagenchauffeur … (trachten) nog te remmen.

21 Waarom … (winden) hij zich toch zo verschrikkelijk op?

22 De landskampioen van vorig jaar … (verliezen) geen enkele uitwedstrijd.

23 Zij … (verbeelden) zich alsof zij de koningin van Lombardije is.

24 Ik … (bieden) hem aan om morgen te komen helpen.

25 Mijn chef … (aanvaarden) gelukkig mijn excuses.

26 Ten einde raad … (wenden) hij zich maar tot de politie.

27 De vogels … (zingen) dat het een lieve lust was.

28 Gelukkig … (vergoeden) de verzekering de aangerichte schade.

29 Onze vakantie … (duren) helaas maar drie weken.

30 De koningin … (wuiven) op Schiphol de kroonprins uit.

6e druk




Kennistraining B-02 aantal goed score 1 strandde 16 hie ld 1 t/m 5 1.0 2 beantwoordde 17 kos tte 6 t/m 10 2.0 3 brandde 18 geloofde 11 t/m 15 3.0 4 schrobde 19 vrees de 16 t/m 20 4.0 5 trad 20 trach tte 21 t/m 25 5.0 6 juichte 21 wond 26 6.0 7 hoestte 22 verloor 27 7.0 8 bereidde 23 verbeeldde 28 8.0 9 zweefde 24 bood 29 9.0 10 verhuisden 25 aanvaardde 30 10.0 11 hield 26 wendde 12 raadde, ried 27 zong 13 kleedde 28 vergoedde 14 loosde 29 duurde 15 gebeurt 30 wuifde




Kennistraining B-03

Werkwoorden voltooid deelwoord





Maak de juiste werkwoordsvorm: voltooid deelwoord.

1 Francine heeft de hele avond … (dansen).

2 Karel is al naar huis … (fietsen).

3 Wie heeft hun nieuwe keuken … (leveren)?

4 De dief is er doodleuk mee … (wegwandelen).

5 De nieuwe speler is reeds aan het elftal … (toevoegen).

6 Het rooster wordt morgen op intranet … (plaatsen).

7 Heb je een goede verjaardag … (vieren)?

8 In het zuiden van België heeft het flink … (sneeuwen).

9 De koningin heeft gisteren de tentoonstelling … (openen).

10 De voorstelling is met een grote toejuiching … (eindigen).

11 Wij hebben op de luchthaven in euro’s … (betalen).

12 De beroemde zangeres heeft jarenlang in Zuid-Frankrijk … (wonen).

13 Waarom heeft de gemeente die boom … (omzagen)?

14 De landbouwer heeft illegaal allerlei vuil in de sloot … (lozen).

15 Gelukkig werd de bestelling op tijd … (afleveren).

16 Mijn zus heeft met de Franse slag de kamer … (stofzuigen).

17 Haar broer heeft intussen de tafel … (afruimen).

18 Die prachtige molen is al heel vaak … (fotograferen).

19 Dat grachtenhuis is onlangs … (restaureren).

20 Het is nu al de derde keer dat daar een overval … (plegen) is.

21 Hij heeft eindelijk eens een navigatiesysteem … (aanschaffen).

22 Vanmorgen heb ik de informatiebalie hierover … (raadplegen).

23 Het heeft mij … (bevreemden) dat hij niet is komen opdagen.

24 Hoe heb jij deze kwestie nu … (afhandelen)?

25 Mijn chef heeft gelukkig mijn excuses … (aanvaarden).

26 Ten einde raad hebben wij ons maar tot de politie … (wenden).

27 Worden de meubeltjes … (thuisbezorgen) of moeten ze worden afgehaald?

28 Als je naar de tropen afreist, moet je voldoende zijn … (inenten).

29 Onze vakantie heeft helaas maar drie weken … (duren).

30 De koningin werd door de kroonprins op Schiphol … (uitwuiven).

6e druk




Kennistraining B-03 aantal goed score 1 gedanst 16 ges tofzu igd 1 t/m 5 1.0 2 gefietst 17 afgeru imd 6 t/m 10 2.0 3 geleverd 18 gefo tografeerd 11 t/m 15 3.0 4 weggewandeld 19 geres taureerd 16 t/m 20 4.0 5 toegevoegd 20 gepleegd 21 t/m 25 5.0 6 geplaatst 21 aangeschaft 26 6.0 7 gevierd 22 geraadpleegd 27 7.0 8 gesneeuwd 23 bevreemd 28 8.0 9 geopend 24 afgehandeld 29 9.0 10 geëindigd 25 aanvaard 30 10.0 11 betaald 26 gewend 12 gewoond 27 thuisbezorgd 13 omgezaagd 28 ingeënt 14 geloosd 29 geduurd 15 afgeleverd 30 uitgewuifd




Kennistraining B-04

Werkwoorden: gevarieerd

Zie Schrijftaal B 2




Maak de juiste werkwoordsvorm: tegenwoordige tijd, verleden tijd enz.

1 Onze collega is vorig jaar naar Oostenrijk … (verhuizen).

2 Als je goed luistert naar de uitleg, … (vinden) je deze opdracht zeker niet moeilijk.

3 Deze zuiveringstechniek … (bieden, t.t.) meer voordelen dan de oude techniek.

4 Pas volgende week kun je de … (verloten) prijzen afhalen.

5 De brandweer … (vermoeden, v.t.) dat er opzet in het spel was.

6 De … (afgelasten) wedstrijd zal volgende week ingehaald worden.

7 … (vermoeden, t.t.) jij ook al wie zijn opvolger zal zijn?

8 De verzekeringsmaatschappij bleek niet bereid de schade te … (vergoeden).

9 Wanneer geef jij het te veel … (besteden) bedrag terug?

10 De gemeente besloot de … (afbranden) molen opnieuw te laten restaureren.

11 Het interview met de partijleider … (ontaarden, v.t.) in een ordinaire scheldpartij.

12 Vertel eens, wanneer is dat … (gebeuren)?

13 Ik kreeg de brief terug, omdat deze verkeerd … (adresseren) was.

14 Ik had niet vermoed, dat zij elkaar ooit weer zouden … (ontmoeten).

15 Als je een ander netjes behandelt, word je doorgaans zelf ook netjes … (behandelen).

16 Er is niet gebeld; dat … (verbeelden, t.t.) je je maar.

17 Het is glad buiten. Let op, dat je niet … (uitglijden).

18 Wat … (betekenen) het spreekwoord ‘Al te goed is buurmans gek’?

19 Het weerbericht … (luiden, v.t.): hier en daar een bui.

20 Het is maar de vraag of het ministerie de bouw … (bekostigen).

21 Op het … (aankopen) terrein zullen huurwoningen worden gebouwd.

22 De oorzaak van het afbreken van de trap was een … (verroesten) bout.

23 De ANWB … (raden, t.t.) ons aan op tijd te vertrekken.

24 Je dient je excuses aan te bieden als je iemand … (beledigen) hebt.

25 Mijn advies is: … (bieden) niet te veel voor die kast.

6e druk




Kennistraining B-04 aantal goed score 1 verhuisd 16 verbee ld 1 t/m 12 1.0 2 vind 17 uitg lijd t 13 t/m 14 2.0 3 biedt 18 betekent 15 t/m 16 3.0 4 verlote 19 lu idde 17 t/m 18 4.0 5 vermoedde 20 bekos tig t 19 t/m 20 5.0 6 afgelaste 21 aangekochte 21 6.0 7 vermoed 22 verroeste 22 7.0 8 vergoeden 23 raadt 23 8.0 9 bestede 24 beledigd 24 9.0 10 afgebrande 25 bied 25 10.0 11 ontaardde 12 gebeurd 13 geadresseerd 14 ontmoeten 15 behandeld




Kennistraining B-05


Zie Schrijftaal B 2





1 Mijn vriendin ... (kleden, t,t,) zich altijd netjes.

2 De hond ... (leiden, v.t) de blinde vrouw naar de overkant van de straat.

3 De leerlingen hebben bijna de hele avond ... (dansen, volt. dw.)

4 Dat bedrijf heeft illegaal zijn spullen ... (lozen, volt. dw.)

5 Er is hier al zo vaak een ongeluk ... (gebeuren, volt. dw.)

6 Na zijn … (overhaasten) vertrek liet hij zijn bedrijf in grote wanorde achter.

7 Het onderzoek schijnt … (bemoeilijken) te worden door tegenwerking.

8 Gelukkig zijn de … (vermissen) papieren weer terecht.

9 De politie … (vermoeden, t.t.) dat er fraude gepleegd is.

10 Gisteren is men erin geslaagd het … (stranden) schip vlot te trekken.

11 Zijn vader ... (beloven, t.t.) hem altijd maar van alles.

12 Gelukkig, de ... (vermissen) sleutel is gevonden!

13 In België heeft de koning een aantal gevangenen gratie ... (verlenen, volt. dw.)

14 Dit prachtig ... (binden) boek kun je nu met korting kopen.

15 Zij ... (evenaren, t,t,) haar vader in prestaties.

16 De jagers ... (doden, v.t.) afgelopen voorjaar weer veel robben.

17 ... (smeden, t,t,) jij soms weer snode plannen?

18 Het ... (gebeuren, t,t,) maar al te vaak dat hij te laat komt.

19 ... (opwinden, t,t,) je toch niet zo op over die zaak!

20 Het ... (kruiden) vlees smaakte heerlijk!

21 Carolientje had de feiten enigszins ... (verdoezelen, volt. dw.)

22 Met een boos gezicht is hij ... (wegwandelen, volt. dw.)

23 De pas ... (oprichten) partij is al weer opgeheven!

24 Het ... (bevreemden, t.t.) mij wel dat hij plotseling is vertrokken.

25 De pas ... (verbreden) snelweg blijkt nu al dicht te slibben.

6e druk




Kennistraining B-05 aantal goed score 1 kleedt 16 doodden 1 t/m 12 1.0 2 leidde 17 s meed 13 t/m 14 2.0 3 gedanst 18 gebeurt 15 t/m 16 3.0 4 geloosd 19 wind 17 t/m 18 4.0 5 gebeurd 20 gekru ide 19 t/m 20 5.0 6 overhaaste 21 verdoezeld 21 6.0 7 bemoeilijkt 22 weggewandeld 22 7.0 8 vermiste 23 opgerichte 23 8.0 9 vermoedt 24 bevreemdt 24 9.0 10 gestrande 25 verbrede 25 10.0 11 belooft 12 vermiste 13 verleend 14 gebonden 15 evenaart




Kennistraining B-06


Zie Schrijftaal B 2





1 Hij ... (herinneren, t.t.) zich het voorval helemaal niet.

2 De minister ... (wenden, v.t.) zich tot het publiek.

3 De bijeenkomst ... (ontaarden, v.t.) in een enorme vechtpartij.

4 De ... (schrobben) vloer bleek spiegelglad te zijn.

5 Zij bleek geen kip te ... (lusten).

6 De ... (aanrichten) schade was enorm!

7 Je ... (verwennen, t.t.) je kinderen maar al te snel te veel.

8 Je kon zien dat het een ... (verwennen) kind was.

9 Zij had haar kinderen flink ... (verwennen).

10 Waarom ... (wijden, t.t.) je daar nu nog aandacht aan?

11 In de vakantie hebben wij het havenstadje ... (bezichtigen, volt. dw.)

12 Hier ... (gebeuren, t.t.) altijd van alles.

13 Dat bedrijf heeft vanmorgen de goederen ... (bezorgen, volt. dw.)

14 Het ... (afbreken) huis maakte plaats voor een nieuw kantoorgebouw.

15 Het grachtenhuis is geheel ... (restaureren, volt. dw.)

16 De fraudeur ... (verbranden, v.t.) alle documenten.

17 ... (willen, t.t.) u zo vriendelijk zijn om deze ruimte te verlaten?

18 De overvaller ... (richten, v.t.) zijn pistool op de winkelier.

19 Hij was bezig het e-mailtje te ... (beantwoorden).

20 Wie heeft hem daarvoor ... (waarschuwen, volt. dw.)?

21 Z ij ... (lusten, v.t.) er wel pap van.

22 Je moet het ijzer ... (smeden) als het heet is.

23 Na veertig jaar trouwe arbeid werd hem eervol ontslag ... (verlenen, volt. dw.)

24 Gisteren ... (wuiven, v.t.) wij onze familie uit.

25 Ook het ... (vergroten) kopietje bleek helaas onleesbaar.

6e druk




Kennistraining B-06 aantal goed score 1 herinnert 16 verbrandde 1 t/m 12 1.0 2 wendde 17 wilt 13 t/m 14 2.0 3 ontaardde 18 rich tte 15 t/m 16 3.0 4 geschrobde 19 beantwoorden 17 t/m 18 4.0 5 lusten 20 gewaars chuwd 19 t/m 20 5.0 6 aangerichte 21 lustte 21 6.0 7 verwent 22 smeden 22 7.0 8 verwend 23 verleend 23 8.0 9 verwend 24 wuifden 24 9.0 10 wijd 25 vergrote 25 10.0 11 bezichtigd 12 gebeurt 13 bezorgd 14 afgebroken 15 gerestaureerd




Kennistraining B-07


Zie Schrijftaal B 2





1 ... (rijden, t.t.) jij of rijd ik?

2 Wij ... (verzenden, t.t.) deze goederen franco huis.

3 Waarom... (vinden, t.t.) jij deze opgave zo moeilijk?

4 ... (beantwoorden, t.t.) je nu deze vraag wel of niet?

5 Hij ... (melden, v.t.) zich te laat voor het examen aan.

6 Kennelijk ... (aarden, v.t.) hij niet zo goed in zijn nieuwe woonplaats.

7 Ik ... (uiten, v.t.) mijn ontevredenheid over de gemaakte afspraken.

8 De politie ... (verbieden, v.t.) de bewoners terug te keren naar hun woningen.

9 De centrale ... (melden, v.t.) dat alles weer rustig was.

10 De ... (vergroten) fabriekshal bleek ruim genoeg te zijn.

11 ... (antwoorden, t.t.) je weer voor je beurt?

12 Gestolen goed ... (gedijen, t.t.) niet.

13 De politie ... (verwachten, v.t.) dat er een rustige nacht zou worden.

14 Tot ieders verbazing ... (beantwoorden, v.t.) de kandidaat alle vragen goed.

15 Op die nieuwe geasfalteerde weg ... (rijden, t.t.) je heerlijk.

16 Zij is voor haar werk ... (verhuizen, volt. dw.) naar Zwolle.

17 Iedereen ... (overtreden, t.t.) wel eens de verkeersregels.

18 Ik vind dat jullie maar ... (boffen, volt. dw.) hebben.

19 De gemeente besloot de ... (afbranden, volt. dw.) molen te restaureren.

20 Men ... (vermoeden, t.t.) dat de ondernemer de brand zelf heeft aangestoken.

21 Wil je a.u.b. het te veel ... (besteden) bedrag teruggeven?

22 Na het sein ... (starten, v.t.) de wielrenners de koers.

23 De ... (verloten) prijzen kunnen na donderdag worden afgehaald.

24 Waarom ... (kleden, t.t.) je je niet op tijd om?

25 Het ... (verbazen, t.t.) mij dat er niet voldoende gecontroleerd wordt.

6e druk




Kennistraining B-07 aantal goed score 1 Rijd 16 verhuis d 1 t/m 12 1.0 2 verzenden 17 overtreed t 13 t/m 14 2.0 3 vind 18 geboft 15 t/m 16 3.0 4 Beantwoord 19 afgebrande 17 t/m 18 4.0 5 meldde 20 vermoedt 19 t/m 20 5.0 6 aardde 21 bestede 21 6.0 7 uitte 22 startten 22 7.0 8 verbood 23 verlote 23 8.0 9 meldde 24 kleed 24 9.0 10 vergrote 25 verbaast 25 10.0 11 antwoord 12 gedijt 13 verwachtte 14 beantwoordde 15 rijd




Kennistraining B-08


Zie Schrijftaal B 2





1 Hij heeft een flink bedrag van zijn tante ... (erven)

2 Het heeft de hele dag ... (plenzen)

3 De ambtenaar ... (kopiëren) vanmorgen mijn rijbewijs.

4 Mijn zus heeft vanmorgen nog de kamer ... (stofzuigen)

5 Naar ... (verluiden) zou hij zijn ontslag indienen.

6 De prijzen zijn werkelijk de pan uit ... (rijzen)

7 Heb jij alle bestanden ... (backuppen)?

8 Gisteravond heeft zij nog ... (babysitten)

9 Het bleek dat zijn gegevens werden ... (dubbelchecken)

10 Ik heb ... (dubben) of ik hem wel zou helpen.

11 Zij ... (freelancen) al haar hele leven lang.

12 Gisteren zijn er zeven nieuwe deelnemers ... (intaken)

13 Onlangs nog zijn in dat land enkele mensen ... (lynchen)

14 In haar optreden ... (playbacken) de zangeres.

15 Het nieuwe leren wordt door lang niet iedereen ... (promoten)

16 Op zijn gemak is hij naar huis ... (skeeleren)

17 Zijn vertrek heeft hij uitstekend ... (timen)

18 Heb je op de juiste wijze ... (uitloggen)?

19 Die uitspraak heeft velen ... (choqueren)

20 Afgelopen zondag hebben wij heerlijk ... (gourmetten)

21 Heb je wel eens ... (zweefvliegen)?

22 Hij is niet ... (nijgen) hem daar toestemming voor te geven.

23 Het ... (bevreemden) mij dat zij toch voor die opleiding heeft gekozen.

24 Op het laatste moment ... (afzeggen) de sollicitant het kennismakingsgesprek ... .

25 Eindelijk heeft mijn baas zijn ongelijk ... (erkennen)

6e druk




Kennistraining B-08 aantal goed score 1 geërfd 16 ges keelerd 1 t/m 12 1.0 2 geplensd 17 getimed 13 t/m 14 2.0 3 kopieerde 18 uitge logd 15 t/m 16 3.0 4 gestofzuigd 19 gechoqueerd 17 t/m 18 4.0 5 verluidt 20 gegourmet 19 t/m 20 5.0 6 gerezen 21 gezweefvliegd 21 6.0 7 gebackupt 22 genegen 22 7.0 8 gebabysit 23 bevreemdt, bevreemdde 23 8.0 9 gedubbelcheckt 24 zegde ... af 24 9.0 10 gedubd 25 erkend 25 10.0 11 freelancet 12 ingetaket 13 gelyncht 14 playbackte 15 gepromoot




Kennistraining B-09

Hoofdletters en kleine letters

Zie Schrijftaal B 3




Wel of geen hoofdletter(s)? Kies het juiste antwoord.

1 a ’S middags doet hij een dutje. b ’s Middags doet hij een dutje.

16 a een t-shirt dragen b een T-shirt dragen

2 a een echte Brood in huis hebben b een echte brood in huis hebben

17 a de minister van Buitenlandse Zaken b de Minister van Buitenlandse Zaken

3 a in het vondelpark wandelen b in het Vondelpark wandelen

18 a een lieveheersbeestje b een Lieveheersbeestje

4 a een panasonicrecorder kopen b een Panasonicrecorder kopen

19 a het Onze Vader bidden b het Onzevader bidden

5 a Mevrouw J. van Zwieten b mevrouw J. Van Zwieten

20 a een havodiploma b een havo-diploma

6 a T.a.v. mevrouw van Zwieten b T.a.v. mevrouw Van Zwieten

21 a de Bosatlas kopen b de bosatlas kopen

7 a een Jantje secuur zijn b een jantje secuur zijn

22 a kamerlid zijn b Kamerlid zijn

8 a een beatlekapsel laten knippen b een Beatlekapsel laten knippen

23 a de Europacup winnen b de europacup winnen

9 a Bevrijdingsdag vieren b bevrijdingsdag vieren

24 a euroloodvrij tanken b Euroloodvrij tanken

10 a in de Bijenkorf shoppen b in De Bijenkorf shoppen

25 a naar de troonrede luisteren b naar de Troonrede luisteren

11 a tot Europarlementariër gekozen zijn b tot europarlementariër gekozen zijn

26 a paaseieren zoeken b Paaseieren zoeken

12 a de verbreiding van de islam b de verbreiding van de Islam

27 a oudejaarsavond vieren b Oudejaarsavond vieren

13 a een bijbel kopen b een Bijbel kopen

28 a een Rode Kruispost b een rode kruispost

14 a de bijbel lezen b de Bijbel lezen

29 a op een Montessorischool zitten b op een montessorischool zitten

15 a twee euro betalen b twee Euro betalen

30 a een blonde miep b een blonde Miep

6e druk




Kennistraining B-09

1 b ’s Middags doet hij een dutje. 16 b een T-shirt dragen

2 a een echte Brood in huis hebben 17 a de minister van Buitenlandse Zaken

3 b in het Vondelpark wandelen 18 a een lieveheersbeestje

4 b een Panasonicrecorder kopen 19 b het Onzevader bidden [Van Dale: het onzevader]

5 a Mevrouw J. van Zwieten 20 a een havodiploma

6 b T.a.v. mevrouw Van Zwieten 21 a de Bosatlas kopen

7 b een jantje secuur zijn 22 a kamerlid zijn

8 a een beatlekapsel laten knippen 23 a de Europacup winnen

9 a Bevrijdingsdag vieren 24 a euroloodvrij tanken

10 b in De Bijenkorf shoppen 25 b naar de Troonrede luisteren

11 b tot europarlementariër gekozen zijn 26 a paaseieren zoeken

12 a de verbreiding van de islam 27 a oudejaarsavond vieren

13 a een bijbel kopen 28 a een Rode Kruispost

14 b de Bijbel lezen 29 b op een montessorischool zitten

15 a twee euro betalen 30 a een blonde miep

aantal goed score 1 t/m 15 1.0 16 t/m 17 2.0 18 t/m 19 3.0 20 t/m 21 4.0 22 t/m 23 5.0 24 t/m 25 6.0 26 t/m 27 7.0 28 8.0 29 9.0 30 10.0




Kennistraining B-10


Zie Schrijftaal B 3





1 a de amsterdamse grachten b de Amsterdamse grachten

16 a een X-as tekenen b een x-as tekenen

2 a in de provincie Utrecht wonen b in de Provincie Utrecht wonen

17 a het ministerie van Onderwijs b het Ministerie van Onderwijs

3 a Mevrouw De Vries-van den Born b Mevrouw de Vries-van den Born

18 a de ware Jozef ontmoeten b de ware jozef ontmoeten

4 a een beatlesplaat b een Beatlesplaat

19 a steenkolenengels spreken b steenkolenEngels spreken

5 a op de fröbelschool zitten b op de Fröbelschool zitten

20 a een mbo-opleiding b een Mbo-opleiding

6 a aan het downsyndroom lijden b aan het Downsyndroom lijden

21 a een Islamitische school b een islamitische school

7 a een Pietje precies zijn b een pietje precies zijn

22 a een Tweede Kamerlid b een tweede kamerlid

8 a Vaderdag vieren b vaderdag vieren

23 a het Suikerfeest vieren b het suikerfeest vieren

9 a een bourgondische maaltijd b een Bourgondische maaltijd

24 a kerstwensen verzenden b Kerstwensen verzenden

10 a een fles Bordeauxwijn b een fles bordeauxwijn

25 a een Colaatje drinken b een colaatje drinken

11 a in euro’s betalen b in Euro’s betalen

26 a Café Willem van Oranje b Café willem van oranje

12 a de rooms-katholieke kerk b de Rooms-katholieke kerk

27 a het sprookje van Hans en Grietje b het Sprookje van Hans en Grietje

13 a uit de Koran citeren b uit de koran citeren

28 a een sint-bernardshond b een Sint-Bernardshond

14 a het Zuiden van België b het zuiden van België

29 a het stadhuis van Rotterdam b het Stadhuis van Rotterdam

15 a vernederlandsen b verNederlandsen

30 a De Ramadan breekt aan. b De ramadan breekt aan.

6e druk




Kennistraining B-10

1 b de Amsterdamse grachten 16 b een x-as tekenen

2 a in de provincie Utrecht wonen 17 a het ministerie van Onderwijs

3 a Mevrouw De Vries-van den Born 18 b de ware jozef ontmoeten

4 b een Beatlesplaat 19 a steenkolenengels spreken

5 a op de fröbelschool zitten 20 a een mbo-opleiding

6 a aan het downsyndroom lijden 21 b een islamitische school

7 b een pietje precies zijn 22 a een Tweede Kamerlid

8 a Vaderdag vieren 23 a het Suikerfeest vieren

9 a een bourgondische maaltijd 24 a kerstwensen verzenden

10 b een fles bordeauxwijn 25 b een colaatje drinken

11 a in euro’s betalen 26 a Café Willem van Oranje

12 a de rooms-katholieke kerk 27 a het sprookje van Hans en Grietje

13 a uit de Koran citeren 28 a een sint-bernardshond

14 b het zuiden van België 29 a het stadhuis van Rotterdam

15 a vernederlandsen 30 b De ramadan breekt aan.





Kennistraining B-11


Zie Schrijftaal B 3





1 a ‘n Eindje verder is een leuke kroeg. b ’N eindje verder is een leuke kroeg.

16 a Jan modaal is weer de klos. b Jan Modaal is weer de klos.

2 a Ik vroeg: ‘hoe laat vertrekt de trein?’ b Ik vroeg: ‘Hoe laat vertrekt de trein?’

17 a praten als Brugman b praten als brugman

3 a Geachte heer Van den Born, b Geachte heer Van Den Born,

18 a Ik ben vanavond de bob. b Ik ben vanavond de Bob.

4 a Met de paasdagen zijn we weg. b Met de Paasdagen zijn we weg.

19 a een pietje-precies zijn b een Pietje-precies zijn

5 a Hij woont in het Oosten van de provincie. b Hij woont in het oosten van de provincie.

20 a een havodiploma b een Havodiploma

6 a de collecte van het leger des Heils b de collecte van het Leger des Heils

21 a je gedragen als een Hansworst b je gedragen als een hansworst

7 a de minister van Onderwijs b de Minister van Onderwijs

22 a De Verenigde Staten b de Verenigde Staten

8 a moederdag vieren b Moederdag vieren

23 a het noordelijk halfrond b het Noordelijk halfrond

9 a Hij kent god noch gebod b Hij kent God noch gebod

24 a een chocolade paashaas b een chocolade Paashaas

10 a een fles Moezelwijn b een fles moezelwijn

25 a een Breezer drinken b een breezer drinken

11 a de Koranvertaling in het Nederlands b de koranvertaling in het Nederlands

26 a een kilo belegen Gouda b een kilo belegen gouda

12 a een godslasteraar b een Godslasteraar

27 a een heerlijke wienerschnitzel b een heerlijke Wienerschnitzel

13 a uit de bijbel lezen b uit de Bijbel lezen

28 a Delfts blauw aardewerk b delfts blauw aardewerk

14 a de invloed van de Islam b de invloed van de islam

29 a een Belgenmop vertellen b een belgenmop vertellen

15 a een echte orangist zijn b een echte Orangist zijn

30 a een spaghettivreter b een Spaghettivreter

6e druk




Kennistraining B-11

1 a ‘n Eindje verder is een leuke kroeg. 16 b Jan Modaal is weer de klos.

2 b Ik vroeg: ‘Hoe laat vertrekt de trein?’ 17 a praten als Brugman

3 a Geachte heer Van den Born, 18 a Ik ben vanavond de bob.

4 a Met de paasdagen zijn we weg. 19 a een pietje-precies zijn

5 b Hij woont in het oosten van de provincie. 20 a een havodiploma

6 b de collecte van het Leger des Heils 21 b je gedragen als een hansworst

7 a de minister van Onderwijs 22 b de Verenigde Staten

8 b Moederdag vieren 23 a het noordelijk halfrond

9 a Hij kent god noch gebod 24 a een chocolade paashaas

10 b een fles moezelwijn 25 b een breezer drinken

11 a de Koranvertaling in het Nederlands 26 b een kilo belegen gouda

12 a een godslasteraar 27 a een heerlijke wienerschnitzel

13 b uit de Bijbel lezen 28 a Delfts blauw aardewerk

14 b de invloed van de islam 29 a een Belgenmop vertellen

15 a een echte orangist zijn 30 a een spaghettivreter





Kennistraining B-12


Zie Schrijftaal B 3





1 a 32 kandidaten hebben zich gemeld. b 32 Kandidaten hebben zich gemeld.

16 a de Bosatlas raadplegen b de bosatlas raadplegen

2 a Prof. dr. J. Hansen spreekt. b Prof. Dr. J. Hansen spreekt.

17 a de Volkskrant lezen b De Volkskrant lezen

3 a de nobelprijs winnen b de Nobelprijs winnen

18 a een Middeleeuws banket b een middeleeuws banket

4 a naar de kerstboodschap luisteren b naar de Kerstboodschap luisteren

19 a de tweede Kamer b de Tweede Kamer

5 a de Zomervakantie b de zomervakantie

20 a de partij van de groenen b de partij van de Groenen

6 a een nieuwjaarsconcert b een Nieuwjaarsconcert

21 a de Oosterse filosofie b de oosterse filosofie

7 a Kamerlid zijn b kamerlid zijn

22 a een beetje schoolfrans spreken b een beetje schoolFrans spreken

8 a een t-bonesteak bestellen b een T-bonesteak bestellen

23 a voor kaaskop uitgescholden worden b voor Kaaskop uitgescholden worden

9 a een lieveheersbeestje b een Lieveheersbeestje

24 a bevrijdingsdag vieren b Bevrijdingsdag vieren

10 a de koers van de Canadese Dollar b de koers van de Canadese dollar

25 a de biecht afnemen b de Biecht afnemen

11 a voor dominee studeren b voor Dominee studeren

26 a een Hamburger bestellen b een hamburger bestellen

12 a godzijdank b Godzijdank

27 a een bedoeïenen tent b een Bedoeïenen tent

13 a het Communisme b het communisme

28 a een umlaut plaatsen b een Umlaut plaatsen

14 a een vmbo-leerling b een Vmboleerling

29 a een nieuwe GSM kopen b een nieuwe gsm kopen

15 a een Colablikje b een colablikje

30 a een vlucht met een Airbus b een vlucht met een airbus

6e druk




Kennistraining B-12

1 a 32 kandidaten hebben zich gemeld. 16 a de Bosatlas raadplegen

2 a Prof. dr. J. Hansen spreekt. 17 a de Volkskrant lezen

3 b de Nobelprijs winnen 18 b een middeleeuws banket

4 a naar de kerstboodschap luisteren 19 b de Tweede Kamer

5 b de zomervakantie 20 a de partij van de groenen

6 a een nieuwjaarsconcert 21 b de oosterse filosofie

7 b kamerlid zijn 22 a een beetje schoolfrans spreken

8 b een T-bonesteak bestellen 23 a voor kaaskop uitgescholden worden

9 a een lieveheersbeestje 24 b Bevrijdingsdag vieren

10 b de koers van de Canadese dollar 25 a de biecht afnemen

11 a voor dominee studeren 26 b een hamburger bestellen

12 a godzijdank 27 a een bedoeïenen tent

13 b het communisme 28 a een umlaut plaatsen

14 a een vmbo-leerling 29 b een nieuwe gsm kopen

15 b een colablikje 30 b een vlucht met een airbus





Kennistraining B-13

Aardrijkskundige namen

Zie Schrijftaal B 3




Aardrijkskundige namen. Kies het juiste antwoord.

1 a ‘s-Hertogenbosch b ’S-Hertogenbosch

16 a een New Yorker (inwoner van New York) b een NewYorker (inwoner van New York)

2 a Wijk a/Z b Wijk aan Zee

17 a Hij woont in Alphen a/d Rijn. b Hij woont in Alphen aan den Rijn.

3 a (de) Verenigde Staten b (de) verenigde staten

18 a de zuidkust van Engeland b de Zuidkust van Engeland

4 a anti-amerikaans b anti-Amerikaans

19 a een Noord Afrikaan b een Noord-Afrikaan

5 a Zuid-europeaan b Zuid-Europeaan

20 a Zuid-Hollandse dorpjes b Zuidhollandse dorpjes

6 a het Berbervolk b het berbervolk

21 a een delfts blauw vaasje b een Delfts blauw vaasje

7 a een berbertapijt b een Berbertapijt

22 a een sint-bernhardshond b een Sint-Bernhardshond

8 a een echte tukker (bijnaam Twentenaar) b een echte Tukker (bijnaam Twentenaar)

23 a een Siberische tijger b een siberische tijger

9 a Steenkolenengels praten b steenkolenengels praten

24 a platutrechts praten b Platutrechts praten

10 a het Noordwesten van Nederland b het noordwesten van Nederland

25 a een fles moezelwijn b een fles Moezelwijn

11 a de reis naar de planeet Mars b de reis naar de planeet mars

26 a de Finlandse meren b de Finse meren

12 a verNederlandsen b vernederlandsen

27 a in de randstad wonen b in de Randstad wonen

13 a een belgenmop vertellen b een Belgenmop vertellen

28 a langs de afhaalchinees gaan b langs de afhaalChinees gaan

14 a de Hollandse Driekleur b de Hollandse driekleur

29 a het deltaplan b het Deltaplan

15 a de Zeeuwse dijken b de Zeelandse dijken

30 a Zuid-Afrikaanse wijn b Zuid-afrikaanse wijn

6e druk




Kennistraining B-13

1 a ‘s-Hertogenbosch 16 a een New Yorker (inwoner van New York)

2 b Wijk aan Zee 17 b Hij woont in Alphen aan den Rijn.

3 a (de) Verenigde Staten 18 a de zuidkust van Engeland

4 b anti-Amerikaans 19 b een Noord-Afrikaan

5 b Zuid-Europeaan 20 a Zuid-Hollandse dorpjes

6 a het Berbervolk 21 b een Delfts blauw vaasje

7 a een berbertapijt 22 a een sint-bernhardshond

8 a een echte tukker (bijnaam Twentenaar) 23 a een Siberische tijger

9 b steenkolenengels praten 24 b Platutrechts praten

10 b het noordwesten van Nederland 25 a een fles moezelwijn

11 a de reis naar de planeet Mars 26 b de Finse meren

12 b vernederlandsen 27 b in de Randstad wonen

13 a een belgenmop vertellen 28 a langs de afhaalchinees gaan

14 b de Hollandse driekleur 29 b het Deltaplan

15 a de Zeeuwse dijken 30 a Zuid-Afrikaanse wijn





Kennistraining B-14

Klinkers en tweeklanken

Zie Schrijftaal B 4




Klinkers en tweeklanken. Kies het juiste antwoord.

1 a goochem b gochem

16 a een clausule in een contract b een clousule in een contract

2 a autotje b autootje

17 a Het lijdt geen twijfel b Het leidt geen twijfel

3 a entrékaartje b entreekaartje

18 a een tourné spelen b een tournee spelen

4 a bamihapje b bamiehapje

19 a trendy kleding b trendie kleding

5 a partietent b partytent

20 a de grote van de kamer b de grootte van de kamer

6 a de maand juli b de maand july

21 a camouflagekleding b camoeflagekleding

7 a de tweede prijs b de twede prijs

22 a steigende prijzen b stijgende prijzen

8 a twaalf in een dozijn b twaalf in een dozein

23 a een truc uithalen b een truuk uithalen

9 a het waterpeil zakt b het waterpijl zakt

24 a fraude plegen b froude plegen

10 a wijfelen b weifelen

25 a een nauwe doorgang b een nouwe doorgang

11 a een scoutinggroep leiden b een scautinggroep leiden

26 a blouwbekken b blauwbekken

12 a een bloese b een blouse

27 a rijstebrei b rijstebrij

13 a courante artikelen b kourante artikelen

28 a de vloer dwijlen b de vloer dweilen

14 a op een snoepje kouwen b op een snoepje kauwen

29 a kiekeboe b kikeboe

15 a een hotelvoucher b een hotelvaucher

30 a pyramide b piramide

6e druk




Kennistraining B-14

1 a goochem 16 a een clausule in een contract

2 b autootje 17 a Het lijdt geen twijfel

3 b entreekaartje 18 b een tournee spelen

4 a bamihapje 19 a trendy kleding

5 b partytent 20 b de grootte van de kamer

6 a de maand juli 21 a camouflagekleding

7 a de tweede prijs 22 b stijgende prijzen

8 a twaalf in een dozijn 23 a een truc uithalen

9 a het waterpeil zakt 24 a fraude plegen

10 b weifelen 25 a een nauwe doorgang

11 a een scoutinggroep leiden 26 b blauwbekken

12 b een blouse 27 b rijstebrij

13 a courante artikelen 28 b de vloer dweilen

14 b op een snoepje kauwen 29 a kiekeboe

15 a een hotelvoucher 30 b piramide





Kennistraining B-15

Klinkers en tweeklanken

Zie Schrijftaal B 4




Klinkers en tweeklanken. Kies het juiste antwoord.

1 a gochelen b goochelen

16 a spaghettivork b spaghettievork

2 a fototje b fotootje

17 a je afkomst verloochenen b je afkomst verlochenen

3 a confetti b confettie

18 a miniemaal b minimaal

4 a invaliedentoilet b invalidentoilet

19 a op fiftyfiftybasis b op fiftiefiftiebasis

5 a vermicellisoep b vermicelliesoep

20 a kielekiele b kilekile

6 a de maand juny b de maand juni

21 a thekransje b theekransje

7 a musicie b musici

22 a lerarenvergadering b leerarenvergadering

8 a nasi goreng b nasie goreng

23 a skilift b skielift

9 a heerlijke pasteitjes b heerlijke pastijtjes

24 a fiegurant b figurant

10 a twijfelen b tweifelen

25 a currysaus b curriesaus

11 a weid en zijd bekend staan b wijd en zijd bekend staan

26 a poniewagen b ponywagen

12 a ambietie hebben b ambitie hebben

27 a ectasygebruiker b ectasiegebruiker

13 a een blindengelijdehond b een blindengeleide hond

28 a happie hour b happy hour

14 a een kopytje maken b een kopietje maken

29 a bodywarmer b bodiewarmer

15 a een karweitje verrichten b een karwijtje verrichten

30 a de Europese Unie b de Europeese Unie

6e druk




Kennistraining B-15

1 b goochelen 16 a spaghettivork

2 b fotootje 17 a je afkomst verloochenen

3 a confetti 18 b minimaal

4 b invalidentoilet 19 a op fiftyfiftybasis

5 a vermicellisoep 20 a kielekiele

6 b de maand juni 21 b theekransje

7 b musici 22 a lerarenvergadering

8 a nasi goreng 23 a skilift

9 a heerlijke pasteitjes 24 b figurant

10 a twijfelen 25 a currysaus

11 b wijd en zijd bekend staan 26 b ponywagen

12 b ambitie hebben 27 a ectasygebruiker

13 b een blindengeleide hond 28 b happy hour

14 b een kopietje maken 29 a bodywarmer

15 a een karweitje verrichten 30 a de Europese Unie





Kennistraining B-16

Klinkerbotsing

Zie Schrijftaal B 5




Klinkerbotsing: wel of geen trema. Kies het juiste antwoord.

1 a kopiën b kopieën

16 a heiig weer b heiïg weer

2 a mee-eter b meeëter

17 a op diëet zijn b op dieet zijn

3 a naäperij b na-aperij

18 a diepzeeëxpeditie b diepzee-expeditie

4 a vergroeiing b vergroeiïng

19 a vacuüm verpakt b vacuum verpakt

5 a zo-even b zoëven

20 a leuke melodiën b leuke melodieën

6 a een reëel geval b een reël geval

21 a een gevarieerde maaltijd b een gevariëerde maaltijd

7 a paëlla eten b paella eten

22 a auto-ongeluk b autoöngeluk

8 a twee-en-dertig b tweeëndertig

23 a dieeten voorschrijven b diëten voorschrijven

9 a je iets toeëigenen b je iets toe-eigenen

24 a na-apen b naäpen

10 a reünie b reunie

25 a beëdigd worden b be-edigd worden

11 a reïntegratie b re-integratie

26 a hygienische omstandigheden b hygiënische omstandigheden

12 a lila-achtig b lilaächtig

27 a ruïne b ruine

13 a onderzeër b onderzeeër

28 a caloriën b calorieën

14 a financiële zaken b financiëele zaken

29 a elektricien b elektriciën

15 a een financiël verslag b een financieel verslag

30 a mozaiek b mozaïek

6e druk




Kennistraining B-16

1 b kopieën 16 a heiig weer

2 a mee-eter 17 b op dieet zijn

3 b na-aperij 18 b diepzee-expeditie

4 a vergroeiing 19 a vacuüm verpakt

5 a zo-even 20 b leuke melodieën

6 a een reëel geval 21 a een gevarieerde maaltijd

7 b paella eten 22 a auto-ongeluk

8 b tweeëndertig 23 b diëten voorschrijven

9 b je iets toe-eigenen 24 a na-apen

10 a reünie 25 a beëdigd worden

11 b re-integratie 26 b hygiënische omstandigheden

12 a lila-achtig 27 a ruïne

13 b onderzeeër 28 b calorieën

14 a financiële zaken 29 a elektricien

15 b een financieel verslag 30 b mozaïek





Kennistraining B-17

Accenten

Zie Schrijftaal B 6




Accenten. Kies het juiste antwoord.

1 a contrôle b controle

16 a een á twee glazen bier b een à twee glazen bier

2 a cheque b chèque

17 a een doubleketting b een doubléketting

3 a ragôut b ragout

18 a op het appel ontbreken b op het appèl ontbreken

4 a in depot houden b in dépot houden

19 a een genante vertoning b een gênante vertoning

5 a een tète-à-tète b een tête-à-tête

20 a een creche b een crèche

6 a Wil je niet zo bleren! b Wil je niet zo blèren!

21 a het debacle van die firma b het debâcle van die firma

7 a een enquête instellen b een enquète instellen

22 a in de gevarenzone komen b in de gevarenzône komen

8 a Dat behoeft niet per sé. b Dat behoeft niet per se.

23 a éénmaal andermaal, verkocht! b eenmaal andermaal, verkocht!

9 a Hij heeft moeten voorkómen. b Hij heeft moeten vóórkomen.

24 a op de tweede étage b op de tweede etage

10 a in de misere zitten b in de misère zitten

25 a carrière maken b carriere maken

11 a een bêtastudie doen b een bètastudie doen

26 a in scene zetten b in scène zetten

12 a het comité van aanbeveling b het comite van aanbeveling

27 a entree betalen b entrée betalen

13 a surseance van etaling b surséance van betaling

28 a een leuk cafeetje b een leuk caféetje

14 a knäckebrod eten b knäckebröd eten

29 a hotelier b hôtelier

15 a heerlijke paté b heerlijke pate

30 a variététheater b variététheater

6e druk




Kennistraining B-17

1 b controle 16 b een à twee glazen bier

2 a cheque 17 b een doubléketting

3 b ragout 18 a op het appel ontbreken

4 a in depot houden 19 a een genante vertoning

5 b een tête-à-tête 20 b een crèche

6 b Wil je niet zo blèren! 21 a het debacle van die firma

7 a een enquête instellen 22 a in de gevarenzone komen

8 b Dat behoeft niet per se. 23 b eenmaal andermaal, verkocht!

9 b Hij heeft moeten vóórkomen. 24 b op de tweede etage

10 a in de misere zitten 25 a carrière maken

11 b een bètastudie doen 26 b in scène zetten

12 a het comité van aanbeveling 27 a entree betalen

13 a surseance van betaling 28 a een leuk cafeetje

14 b knäckebröd eten 29 b hôtelier

15 a heerlijke paté 30 a variététheater





Kennistraining B-18

Medeklinkers

Zie Schrijftaal B 7




Medeklinkers. Kies het juiste antwoord.

1 a accessoires b acessoires

16 a shuttlebus b shutlebus

2 a aktueel b actueel

17 a bioscoop b bioskoop

3 a produktief b productief

18 a akcijns op benzine b accijns op benzine

4 a complex b komplex

19 a complot b komplot

5 a elektriciteit b electriciteit

20 a consekwent b consequent

6 a anecdote b anekdote

21 a correctietoets b korrektietoets

7 a karamel b caramel

22 a een muur stuken b een muur stuccen

8 a een accoord bereiken b een akkoord bereiken

23 a een truc uithalen b een truuk uithalen

9 a vakantie b vacantie

24 a enigzins verlegen zijn b enigszins verlegen zijn

10 a etikette b etiquette

25 a locatie b lokatie

11 a accoord gaan met b akkoord gaan met

26 a op een drommedaris rijden b op een dromedaris rijden

12 a een kroketje trekken b een croketje trekken

27 a hotelaccommodatie b hotelacommodatie

13 a politiekorps b politiecorps

28 a kado b cadeau

14 a een afiche plakken b een affiche plakken

29 a directeur b direkteur

15 a de allochtone bevolking b de allochthone bevolking

30 a balkon b balcon

6e druk




Kennistraining B-18

1 a accessoires 16 a shuttlebus

2 b actueel 17 a bioscoop

3 b productief 18 b accijns op benzine

4 a complex 19 a complot

5 a elektriciteit 20 b consequent

6 b anekdote 21 a correctietoets

7 a karamel 22 a een muur stuken

8 b akkoord 23 a een truc uithalen

9 a vakantie 24 b enigszins verlegen zijn

10 b etiquette 25 a locatie

11 b akkoord gaan met 26 b op een dromedaris rijden

12 a een kroketje trekken 27 a hotelaccommodatie

13 a politiekorps 28 b cadeau

14 b een affiche plakken 29 a directeur

15 a de allochtone bevolking 30 a balkon





Kennistraining B-19

Medeklinkers

Zie Schrijftaal B 7




Medeklinkers. Kies het juiste antwoord.

1 a accuraat zijn b akkuraat zijn

16 a parquetvloer b parketvloer

2 a kombikaart b combikaart

17 a stukadoor b stucadoor

3 a akoestiek b acoustiek

18 a confektiepak b confectiepak

4 a spektakelfeest b spectakelfeest

19 a condoom b kondoom

5 a discotheekbezoeker b diskotheekbezoeker

20 a kordon bleu b cordon bleu

6 a imigreren b immigreren

21 a accountant b akkountant

7 a chic gekleed zijn b chique gekleed zijn

22 a een bouquet bloemen b een boeket bloemen

8 a een chique jurk b een sjieke jurk

23 a kakikleurig b cakikleurig

9 a een aplaus krijgen b een applaus krijgen

24 a koketeren b koketteren

10 a partimebaan b parttimebaan

25 a kwarktaart b quarktaart

11 a een hardnekkig misverstand b een hartnekkig misverstand

26 a iemand screenen b iemand skreenen

12 a hartstikke leuk b hardstikke leuk

27 a provokatie b provocatie

13 a een kopietje b een copietje

28 a autochtoon b autochthoon

14 a kriticus b criticus

29 a jazballet b jazzballet

15 a kartonfabriek b cartonfabriek

30 a indexcijfer b indekscijfer

6e druk




Kennistraining B-19

1 a accuraat zijn 16 b parketvloer

2 b combikaart 17 a stukadoor

3 a akoestiek 18 b confectiepak

4 a spektakelfeest 19 a condoom

5 a discotheekbezoeker 20 b cordon bleu

6 b immigreren 21 a accountant

7 a chic gekleed zijn 22 b een boeket bloemen

8 a een chique jurk 23 a kakikleurig

9 b een applaus krijgen 24 b koketteren

10 b parttimebaan 25 a kwarktaart

11 a een hardnekkig misverstand 26 a iemand screenen

12 a hartstikke leuk 27 b provocatie

13 a een kopietje 28 a autochtoon

14 b criticus 29 b jazzballet

15 a kartonfabriek 30 a indexcijfer





Kennistraining B-20

Afbreken van woorden

Zie Schrijftaal B 8




Afbreken van woorden Kies het juiste antwoord.

1 a reus-achtig b reu-sachtig

16 a wo-nin-kje b wo-nink-je

2 a a-dem-loos b adem-loos

17 a on-ge-eve-naard b on-ge-ëve-naard

3 a boomp-je b boom-pje

18 a man-ag-er b ma-na-ger

4 a werk-ster b werks-ter

19 a au-too-tje b au-to-tje

5 a lich-aam b li-chaam

20 a a-qua-rel b aqua-rel

6 a ro-yal-ti-jour-na-list b roy-al-ti-jour-na-list

21 a eta-la-ge b e-ta-la-ge

7 a mi-lieu b mil-ieu

22 a ou-der b oud-er

8 a e-nige b eni-ge

23 a her-fstig b herf-stig

9 a hoes-ten b hoe-sten

24 a ver-an-de-ring b ve-ran-de-ring

10 a mu-sea b muse-a

25 a ski-ër b ski-er

11 a oog-sten b oogs-ten

26 a baan-tje b baant-je

12 a ern-stig b erns-tig

27 a regi-o b re-gio

13 a er-wten b erw-ten

28 a a-bon-nee b abon-nee

14 a stan-daard b stand-aard

29 a pa-ra-plu b pa-rap-lu

15 a vil-laa-tje b vil-la-tje

30 a apo-strof b apos-trof

6e druk




Kennistraining B-20

1 a reus-achtig 16 a wo-nin-kje

2 b adem-loos 17 a on-ge-eve-naard

3 b boom-pje 18 b ma-na-ger

4 a werk-ster 19 b au-to-tje

5 b li-chaam 20 b aqua-rel

6 a ro-yal-ti-jour-na-list 21 a eta-la-ge

7 a mi-lieu 22 a ou-der

8 b eni-ge 23 b herf-stig

9 a hoes-ten 24 a ver-an-de-ring

10 a mu-sea 25 b ski-er

11 a oog-sten 26 a baan-tje

12 a ern-stig 27 b re-gio

13 b erw-ten 28 b abon-nee

14 a stan-daard 29 a pa-ra-plu

15 b vil-la-tje 30 b apos-trof





Kennistraining B-21

Tussenletter –n

Zie Schrijftaal B 9




Tussenletter -n. Kies het juiste antwoord.

1 a keukendeur b keukedeur

16 a hartedief b hartendief

2 a secretaressenopleiding b secretaresseopleiding

17 a kostenoos b kosteloos

3 a duimedik b duimendik

18 a berejong b berenjong

4 a zonnenbrandolie b zonnebrandolie

19 a krantenkop b krantekop

5 a huilebalk b huilenbalk

20 a apenzuur b apezuur

6 a boekenbeurs b boekebeurs

21 a rozebotteljam b rozenbotteljam

7 a tussenstand b tussestand

22 a paardedressuur b paardendressuur

8 a klerenwijf b klerewijf

23 a kersenvlaai b kersevlaai

9 a kippesoep b kippensoep

24 a ballejongen b ballenjongen

10 a dievenklauw b dieveklauw

25 a groentenzaakje b groentezaakje

11 a lentebloesem b lentenbloesem

26 a buitenbeentje b buitebeentje

12 a dageraad b dagenraad

27 a muggebult b muggenbult

13 a morgenstond b morgestond

28 a pannenkoek b pannekoek

14 a koekepeer b koekenpeer

29 a pruimebloesem b pruimenbloesem

15 a benzinebonnetje b benzinenbonnetje

30 a rodekoolsalade b rodenkoolsalade

6e druk




Kennistraining B-21

1 a keukendeur 16 b hartendief

2 b secretaresseopleiding 17 b kosteloos

3 b duimendik 18 b berenjong

4 b zonnebrandolie 19 a krantenkop

5 a huilebalk 20 b apezuur

6 a boekenbeurs 21 b rozenbotteljam

7 a tussenstand 22 b paardendressuur

8 b klerewijf 23 a kersenvlaai

9 b kippensoep 24 b ballenjongen

10 a dievenklauw 25 b groentezaakje

11 a lentebloesem 26 a buitenbeentje

12 a dageraad 27 b muggenbult

13 a morgenstond 28 a pannenkoek

14 b koekenpeer 29 b pruimenbloesem

15 a benzinebonnetje 30 a rodekoolsalade





Kennistraining B-22

Tussenletter –n

Zie Schrijftaal B 9




Tussenletter -n. Kies het juiste antwoord.

1 a lentenachtig b lenteachtig

16 a harteloos b hartenloos

2 a rozegeur b rozengeur

17 a kostenplaatje b kosteplaatje

3 a blindegeleidehond b blindengeleidehond

18 a beresterk b berensterk

4 a zonnesteek b zonnensteek

19 a krantenartikel b kranteartikel

5 a klerezooi b klerenzooi

20 a apenverblijf b apeverblijf

6 a roggebrood b roggenbrood

21 a kersenjam b kersejam

7 a spinnewiel b spinnenwiel

22 a kippenragout b kipperagout

8 a gezamenlijk b gezamelijk

23 a pierenwaaien b pierewaaien

9 a groentesoep b groentensoep

24 a mannetaal b mannentaal

10 a dievebende b dievenbende

25 a vrouwenpagina b vrouwepagina

11 a honderiem b hondenriem

26 a wagenziek b wageziek

12 a rattekruit b rattenkruit

27 a wegeplan b wegenplan

13 a kurkentrekker b kurketrekker

28 a kostenpost b kostepost

14 a koekepan b koekenpan

29 a boordeknoop b boordenknoop

15 a lippestift b lippenstift

30 a beddenwinkel b beddewinkel

6e druk




Kennistraining B-22

1 b lenteachtig 16 a harteloos

2 b rozengeur 17 a kostenplaatje

3 b blindengeleidehond 18 a beresterk

4 a zonnesteek 19 a krantenartikel

5 a klerezooi 20 a apenverblijf

6 a roggebrood 21 a kersenjam

7 a spinnewiel 22 a kippenragout

8 a gezamenlijk 23 b pierewaaien

9 a groentesoep 24 b mannentaal

10 b dievenbende 25 a vrouwenpagina

11 b hondenriem 26 a wagenziek

12 b rattenkruit 27 b wegenplan

13 a kurkentrekker 28 a kostenpost

14 b koekenpan 29 b boordenknoop

15 b lippenstift 30 a beddenwinkel





Kennistraining B-23

Tussenletter –n

Zie Schrijftaal B 9




Tussenletter -s. Kies het juiste antwoord.

1 a dorpsschool b dorpschool

16 a jaarswisseling b jaarwisseling

2 a enigsins b enigszins

17 a landsbelang b landbelang

3 a levensstandaard b levenstandaard

18 a ritssluiting b ritsluiting

4 a handelszaak b handelzaak

19 a huissleutel b huisleutel

5 a rechtsysteem b rechtssysteem

20 a bootssnelheid b bootsnelheid

6 a liefdevol b liefdesvol

21 a blusschuim b bluschuim

7 a alleszins b allezins

22 a vakbondactie b vakbondsactie

8 a verblijfspapieren b verblijfpapieren

23 a leeftijdsgrens b leeftijdgrens

9 a inhoudloos b inhoudsloos

24 a scheepsschroef b scheepschroef

10 a trillingvrij b trillingsvrij

25 a aan weerzijden b aan weerszijden

11 a liefdeloos b liefdesloos

26 a anderssoortig b andersoortig

12 a stationsrestauratie b stationrestauratie

27 a rechtbeginsel b rechtsbeginsel

13 a damessjaal b damesjaal

28 a tennisster b tennister

14 a spellingsgids b spellinggids

29 a voorhoofdholte b voorhoofdsholte

15 a aspergessoep b aspergesoep

30 a wanhoopskreet b wanhoopkreet

6e druk




Kennistraining B-23

1 a dorpsschool 16 b jaarwisseling

2 b enigszins 17 a landsbelang

3 a levensstandaard 18 a ritssluiting

4 a handelszaak 19 a huissleutel

5 b rechtssysteem 20 b bootsnelheid

6 a liefdevol 21 a blusschuim

7 a alleszins 22 b vakbondsactie

8 b verblijfpapieren 23 a leeftijdsgrens

9 b inhoudsloos 24 a scheepsschroef

10 a trillingvrij 25 b aan weerszijden

11 a liefdeloos 26 b andersoortig

12 a stationsrestauratie 27 b rechtsbeginsel

13 a damessjaal 28 a tennisster

14 b spellinggids 29 b voorhoofdsholte

15 b aspergesoep 30 a wanhoopskreet





Kennistraining B-24

Meervoudsvorming

Zie Schrijftaal B 11




Meervoudsvorming. Kies het juiste antwoord.

1 a kanaries b kanari’s

16 a proces-verbalen b processen-verbaal

2 a accuus b accu’s

17 a groente’s b groentes

3 a provincie’s b provincies

18 a zeeën b zeën

4 a kinderen b kinders

19 a bureaus b bureau’s

5 a perzikken b perziken

20 a milieu’s b milieus

6 a fotografen b fotograven

21 a etalages b etalage’s

7 a saldo’s b saldi’s

22 a pauzen b pausen

8 a dvd’s b dvds

23 a industrieën b industriën

9 a taxies b taxi’s

24 a voorschotten b voorschoten

10 a hoezen b hoesen

25 a handvatten b handvaten

11 a accijnsen b accijnzen

26 a chippen b chips

12 a medici’s b medici

27 a formaties b formatiën

13 a balanzen b balansen

28 a abonneeën b abonnees

14 a kieviten b kievitten

29 a braderieën b braderiën

15 a parafen b paraven

30 a programmas b programma’s

6e druk




Kennistraining B-24

1 a kanaries 16 b processen-verbaal

2 b accu’s 17 b groentes

3 b provincies 18 a zeeën

4 a kinderen 19 a bureaus

5 b perziken 20 b milieus

6 a fotografen 21 a etalages

7 a saldo’s 22 b pausen

8 a dvd’s 23 a industrieën

9 b taxi’s 24 a voorschotten

10 a hoezen 25 a handvatten

11 b accijnzen 26 b chips

12 b medici 27 a formaties

13 b balansen 28 b abonnees

14 a kieviten 29 a braderieën

15 a parafen 30 b programma’s





Kennistraining B-25

Meervoudsvorming





Meervoudsvorming. Kies het juiste antwoord.

1 a baby’s b babies

16 a piramiden b piramide’s

2 a comités b comité’s

17 a procedés b procédé’s

3 a jockey’s b jockeys

18 a kubusen b kubussen

4 a monniken b monnikken

19 a crises b crisessen

5 a secretaris-generaals b secretarissen-generaal

20 a koninginnen b koningins

6 a hiëroglieven b hiërogliefen

21 a accijnsen b accijnzen

7 a kaarsen b kaarzen

22 a statiefen b statieven

8 a cds b cd’s

23 a medicussen b medici

9 a patat frites b patates frites

24 a halten b halte’s

10 a data’s b data

25 a mbo’s b mbo’en

11 a menuus b menu’s

26 a perziken b perzikken

12 a affiche’s b affiches

27 a pands b panden

13 a decennia’s b decennia

28 a intermezzoën b intermezzo’s

14 a stuurmannen b stuurlieden

29 a braderies b braderieën

15 a koloniën b kolonieën

30 a rechter-commissarissen b rechters-commissarissen

6e druk




Kennistraining B-25

1 a baby’s 16 a piramiden

2 a comités 17 a procedés

3 b jockeys 18 b kubussen

4 a monniken 19 a crises

5 b secretarissen-generaal 20 a koninginnen

6 b hiërogliefen 21 b accijnzen

7 a kaarsen 22 b statieven

8 b cd’s 23 b medici

9 b patates frites 24 a halten

10 b data 25 a mbo’s

11 b menu’s 26 a perziken

12 b affiches 27 b panden

13 b decennia 28 b intermezzo’s

14 b stuurlieden 29 b braderieën

15 a koloniën 30 b rechters-commissarissen





Kennistraining B-26

Verkleinwoorden





Verkleinwoorden. Kies het juiste antwoord.

1 a baby’tje b babietje

16 a souvenirtje b souveniertje

2 a A3-tje b A3’tje

17 a bigje b biggetje

3 a woningtje b woninkje

18 a taxi’tje b taxietje

4 a PS-je b PS’je

19 a cakeje b caakje

5 a dinertje b dineetje

20 a biscui’tje b biscuitje

6 a colaatje b colatje

21 a milkshake’je b milkshakeje

7 a jongentje b jongetje

22 a tournedostje b tournedo’tje

8 a laatje b laadje

23 a villaatje b villa’tje

9 a typetje b typje

24 a karbonadetje b karbonaadje

10 a sardinetje b sardientje

25 a tv’tje b tv-tje

11 a paraplu’tje b parapluutje

26 a webcam’tje b webcammetje

12 a dvd-tje b dvd’tje

27 a parachuutje b parachu’tje

13 a handvatje b handvaatje

28 a een 3’tje b een 3-tje

14 a mailetje b mailtje

29 a logeetje b logétje

15 a caféetje b cafeetje

30 a blouseje b blousje

6e druk




Kennistraining B-26

1 a baby’tje 16 a souvenirtje

2 b A3’tje 17 b biggetje

3 b woninkje 18 b taxietje

4 b PS’je 19 a cakeje

5 a dinertje 20 b biscuitje

6 a colaatje 21 b milkshakeje

7 b jongetje 22 a tournedostje

8 a laatje 23 a villaatje

9 a typetje 24 b karbonaadje

10 b sardientje 25 a tv’tje

11 b parapluutje 26 b webcammetje

12 b dvd’tje 27 a parachuutje

13 a handvatje 28 a een 3’tje

14 b mailtje 29 a logeetje

15 b cafeetje 30 a blouseje





Kennistraining B-27

Staande uitdrukkingen





Staande uitdrukkingen. Kies het juiste antwoord.

1 a aan weerszijden b aan weerszijde

16 a te alle tijde b te allen tijde

2 a bij deze b bij dezen

17 a te elfder ure b ten elfder ure

3 a achter wege b achterwege

18 a te zijner tijd b ter zijner tijd

4 a dankzij b dank zij

19 a ten baten van b ten bate van

5 a halver wege b halverwege

20 a ten einde raad b ten einden raad

6 a in arre moede b in arren moede

21 a te goede komen b ten goede komen

7 a in groten getale b in grote getale

22 a ter plaatse b te plaatse

8 a in lichte laaie b in lichter laaie

23 a uit hoofd van b uit hoofde van

9 a mijns inziens b mijn inziens

24 a terzakekundig b ter zake kundig

10 a onverrichter zake b onverrichterzake

25 a tevergeefs b tervergeefs

11 a in u beider belang b in uw beider belang

26 a uitentreuren b uitetreuren

12 a onder eed b onder ede

27 a uit de boze b uit den boze

13 a op straffe van b op straf van

28 a toendertijd b toentertijd

14 a op de duur b op den duur

29 a van goeden huize b van goede huize

15 a ons inziens b onzes inziens

30 a van de domme b van den domme

6e druk




Kennistraining B-27

1 a aan weerszijden 16 b te allen tijde

2 b bij dezen 17 a te elfder ure

3 b achterwege 18 a te zijner tijd

4 a dankzij 19 b ten bate van

5 b halverwege 20 a ten einde raad

6 b in arren moede 21 b ten goede komen

7 a in groten getale 22 a ter plaatse

8 b in lichter laaie 23 b uit hoofde van

9 a mijns inziens 24 a terzakekundig

10 a onverrichter zake 25 a tevergeefs

11 a in u beider belang 26 a uitentreuren

12 b onder ede 27 b uit den boze

13 a op straffe van 28 b toentertijd

14 b op den duur 29 a van goeden huize

15 b onzes inziens 30 b van den domme





Kennistraining B-28

Liggend streepje





Wel of geen liggend streepje. Kies het juiste antwoord.

1 a een hotel-restaurant b een hotel restaurent

16 a een kant-en-klare maaltijd b een kant en klare maaltijd

2 a een McDonald’s ijsje b een McDonald’s-ijsje

17 a het heen en weer krijgen b het heen-en-weer krijgen

3 a Sint-Nicolaasavond b Sint Nicolaasavond

18 a een bijna-akkoord b een bijna akkoord

4 a in de wij-vorm schrijven b in de wijvorm schrijven

19 a een 0800 nummer b een 0800-nummer

5 a een WAO keuring b een WAO-keuring

20 a een vitamine B12-kuur b een vitamine B12 kuur

6 a een ex-gedetineerde b een ex gedetineerde

21 a zieke en bejaarde mensen b zieke- en bejaarde mensen

7 a een eentweetje b een een-tweetje

22 a in vwo 5 zitten b in vwo-5 zitten

8 a een zwart-witfoto b een zwartwit foto

23 a een vwo 5-leerling b een vwo 5 leerling

9 a een echte doe-het-zelver b een echte doehetzelver

24 a hepatitis-B hebben b hepatitis B hebben

10 a een links extremist b een links-extremist

25 a een acteur-regisseur b een acteur regisseur

11 a een 60+ voordeelkaart b een 60+-voordeelkaart

26 a een paars groene kleur b een paars-groene kleur

12 a een tv-kijker b een tvkijker

27 a een hardgroen geschilderde deur b een hard-groen geschilderde deur

13 a een Vinex-wijk b een Vinex wijk

28 a op A4-formaat afdrukken b op A4 formaat afdrukken

14 a een oud burgemeester b een oud-burgemeester

29 a een e-mail sturen b een email sturen

15 a een staakt-het-vuren b een staakt het vuren

30 a een bijna botsing b een bijna-botsing

6e druk




Kennistraining B-28

1 a een hotel-restaurant 16 a een kant-en-klare maaltijd

2 b een McDonald’s-ijsje 17 b het heen-en-weer krijgen

3 a Sint-Nicolaasavond 18 a een bijna-akkoord

4 a in de wij-vorm schrijven 19 b een 0800-nummer

5 b een WAO-keuring 20 a een vitamine B12-kuur

6 a een ex-gedetineerde 21 a zieke en bejaarde mensen

7 b een een-tweetje 22 a in vwo 5 zitten

8 a een zwart-witfoto 23 a een vwo 5-leerling

9 a een echte doe-het-zelver 24 b hepatitis B hebben

10 b een links-extremist 25 a een acteur-regisseur

11 b een 60+-voordeelkaart 26 b een paars-groene kleur

12 a een tv-kijker 27 a een hardgroen geschilderde deur

13 a een Vinex-wijk 28 a op A4-formaat afdrukken

14 b een oud-burgemeester 29 a een e-mail sturen

15 a een staakt-het-vuren 30 b een bijna-botsing





Kennistraining B-29

Liggend streepje





Liggend streepje. Kies het juiste antwoord.

1 a woonwerkverkeer b woon-werkverkeer

16 a huis-aan-huisblad b huisaanhuis blad

2 a 1 aprilgrap b 1-aprilgrap

17 a een STER spotje b een STER-spotje

3 a maag-darmkanaal b maagdarmkanaal

18 a een mboër b een mbo-er

4 a dag en weekbladen b dagen weekbladen

19 a een 60+-pasje b een 60+ pasje

5 a up-to-date b up to date

20 a een MTI-scan b een MRI scan

6 a haantje-de-voorste zijn b haantje de voorste zijn

21 a kat en muis spel b kat-en-muisspel

7 a een kant en klaar gerecht b een kant-en-klaargerecht

22 a Noordbrabantse kermissen b Noord-Brabantse kermissen

8 a AOW’er b AOW-er

23 a een protestants-christelijke school b een protestants christelijke school

9 a namaak-Japans b namaak Japans

24 a blauw-wit van kleur b blauwwit van kleur

10 a namaak-artikel b namaakartikel

25 a adjunct-directeur b adjunct directeur

11 a de commissie-Jansen b de commissie Jansen

26 a een mama’s kindje b een mama’s-kindje

12 a een proces verbaal b een proces-verbaal

27 a café-restaurant b cafe-restaurant

13 a de CITO-toets b de CITO toets

28 a vwo-6 leerling b vwo 6-leerling

14 a mbo opleiding b mbo-opleiding

29 a 0900-nummer b 0900 nummer

15 a havodiploma b havo-diploma

30 a het ja-woord geven b het jawoord geven

6e druk




Kennistraining B-29

1 b woon-werkverkeer 16 a huis-aan-huisblad

2 a 1 aprilgrap 17 b een STER-spotje

3 a maag-darmkanaal 18 a een mboër

4 b dagen weekbladen 19 a een 60+-pasje

5 a up-to-date 20 a een MTI-scan

6 a haantje-de-voorste zijn 21 b kat-en-muisspel

7 b een kant-en-klaargerecht 22 b Noord-Brabantse kermissen

8 a AOW’er 23 a een protestants-christelijke school

9 a namaak-Japans 24 b blauwwit van kleur

10 b namaakartikel 25 a adjunct-directeur

11 a de commissie-Jansen 26 b een mama’s-kindje

12 b een proces-verbaal 27 a café-restaurant

13 a de CITO-toets 28 b vwo 6-leerling

14 b mbo-opleiding 29 a 0900-nummer

15 a havodiploma 30 b het jawoord geven





Kennistraining B-30

Wel of niet aaneenschrijven van woorden





Aaneenschrijven van woorden. Kies het juiste antwoord.

1 a Hij is anderhalf uur te laat. b Hij is ander half uur te laat.

16 a een goedbetaalde baan b een goed betaalde baan

2 a Zij woont hier tegenover. b Zij woont hiertegenover.

17 a de eerste hulpverlening b de eerstehulpverlening

3 a de regeling voor kleingebruikers b de regeling voor klein gebruikers

18 a een goed bedoelde opmerking b een goedbedoelde opmerking

4 a de nieuwe Indiana Jones film b de nieuwe Indiana Jonesfilm

19 a hagelwitte tanden b hagel witte tanden

5 a Mijn te goed bedraagt € 10,00. b Mijn tegoed bedraagt € 10,00.

20 a Zij is achteruit gereden. b Zij is achteruitgereden.

6 a een tweedeklaskaartje b een tweede klaskaartje

21 a Mijn auto staat vlak bij. b Mijn auto staat vlakbij.

7 a het minimum loon b het minimumloon

22 a Mijn auto staat vlak bij de deur. b Mijn auto staat vlakbij de deur.

8 a een driezits bank b een drietzitsbank

23 a Het is al halfeen. b Het is al half een.

9 a Hij komt zo meteen. b Hij komt zometeen.

24 a Zij haalde kiele kiele (op het nippertje) de bus. b Zij haalde kielekiele de bus.

10 a aan de linkerkant van de straat b aan de linker kant van de straat

25 a Hij is altijd “drukdrukdruk”. b Hij is altijd “druk druk druk”.

11 a Zonodig help ik je. b Zo nodig help ik je.

26 a teneinde raad zijn b ten einde raad zijn

12 a Het is zogoed als zeker. b Het is zo goed als zeker.

27 a Zou het zolang duren? b Zou het zo lang duren?

13 a Wat heb je mooie, lichtblauwe ogen! b Wat heb je mooie, licht blauwe ogen!

28 a Ik geef je dit al vast. b Ik geef je dit alvast.

14 a de gekke koeienziekte b de gekkekoeienziekte

29 a Dat ligt boven op de kast. b Dat ligt bovenop deklast.

15 a Wat een kletsmajoor! b Wat een klets majoor!

30 a Dat moest mij weer overkomen. b Dat moest mij weer over komen.

6e druk




Kennistraining B-30

1 a Hij is anderhalf uur te laat. 16 a een goedbetaalde baan

2 b Zij woont hiertegenover. 17 b de eerstehulpverlening

3 a de regeling voor kleingebruikers 18 b een goedbedoelde opmerking

4 b de nieuwe Indiana Jonesfilm 19 a hagelwitte tanden

5 b Mijn tegoed bedraagt € 10,00. 20 b Zij is achteruitgereden.

6 a een tweedeklaskaartje 21 b Mijn auto staat vlakbij.

7 b het minimumloon 22 a Mijn auto staat vlak bij de deur.

8 b een drietzitsbank 23 a Het is al halfeen.

9 a Hij komt zo meteen. 24 b Zij haalde kielekiele de bus.

10 a aan de linkerkant van de straat 25 a Hij is altijd “drukdrukdruk”.

11 b Zo nodig help ik je. 26 a teneinde raad zijn

12 a Het is zogoed als zeker. 27 b Zou het zo lang duren?

13 a Wat heb je mooie, lichtblauwe ogen! 28 b Ik geef je dit alvast.

14 b de gekkekoeienziekte 29 a Dat ligt boven op de kast.

15 a Wat een kletsmajoor! 30 a Dat moest mij weer overkomen.





Kennistraining B-31

Woorden uit andere talen





Woorden uit andere talen. Kies het juiste antwoord.

1 a accountmanager b account manager

16 a emailbericht b e-mailbericht

2 a een lowbudget voorstelling b een low budget voorstelling

17 a non-foodafdeling b nonfoodafdeling

3 a makeup koffertje b make-upkoffertje

18 a sales manager b salesmanager

4 a black jack spelen b blackjack spelen

19 a teambuilding b team-building

5 a per se gelijk willen hebben b per sé gelijk willen hebben

20 a parttimefunctie b parttime functie

6 a de boogie woogie dansen b de boogiewoogie dansen

21 a trainercoach b trainer-coach

7 a leaseauto b lease-auto

22 a bye bye! b byebye!

8 a een happy hour b een happyhour

23 a non-stopvlucht b nonstopvlucht

9 a een jeans vest b een jeansvest

24 a close-up b close up

10 a de hell's angels b de hells angels

25 a layout b lay-out

11 a et cetera b etcetera

26 a total-loss b total loss

12 a wise guy b wiseguy

27 a top secret b topsecret

13 a onlineverbinding b online-verbinding

28 a finishing touch b finishing-touch

14 a playbackshow b playback-show

29 a lastminuteticket b last minute ticket

15 a live-optreden b liveoptreden

30 a maillist b mailinglist

6e druk




Kennistraining B-31

1 a accountmanager 16 b e-mailbericht

2 a een lowbudget voorstelling 17 a non-foodafdeling

3 b make-upkoffertje 18 b salesmanager

4 b blackjack spelen 19 a teambuilding

5 a per se gelijk willen hebben 20 a parttimefunctie

6 b de boogiewoogie dansen 21 b trainer-coach

7 a leaseauto 22 b byebye!

8 a een happy hour 23 a non-stopvlucht

9 b een jeansvest 24 a close-up

10 a de hell's angels 25 b lay-out

11 a et cetera 26 b total loss

12 b wiseguy 27 a top secret

13 a onlineverbinding 28 a finishing touch

14 a playbackshow 29 a lastminuteticket

15 b liveoptreden 30 b mailinglist





Kennistraining B-32

Getallen





Getallen. Kies het juiste antwoord.

1 a 82 = tweeëntachtig b 82 = twee en tachtig

16 a een een aprilgrap b een eenaprilgrap

2 a 3.010 = drieduizendtien b 3.010 = drieduizend tien

17 a 2.000.000 = twee miljoen b 2.000.000 = tweemiljoen

3 a een achtste deel b eenachtste deel

18 a de vijfduizendste klant b de vijf duizendste klant

4 a een twee derde meerderheid b een tweederde meerderheid

19 a tweederde van de bevolking b twee derde van de bevolking

5 a een 10 eurobiljet b een 10-eurobiljet

20 a een vijfachtstemaat b een vijfachtste maat

6 a een honderdeurobiljet b een honderd eurobiljet

21 a een vierde van dit gebied b eenvierde van dit gebied

7 a eenmaal andermaal verkocht! b een maal andermaal verkocht!

22 a een 2-literfles b een 2 literfles

8 a de 7e keer b de 7e keer

23 a een top 100-dvd b een top 100 dvd

9 a een 1 aprilgrap b een 1-aprilgrap

24 a een twaalf-uurtje (middagmaaltijd) b een twaalfuurtje (middagmaaltijd)

10 a Dat kost € 24,50. b Dat kost €24,50

25 a een 4-baansweg b een vierbaansweg

11 a Dat kost euro 24,50. b Dat kost EUR 24,50.

26 a een zevenklapper b een 7-klapper

12 a Dat kost 24,50 euro. b Dat kost 24,50 EURO.

27 a met zijn 2-en b met zijn 2’en

13 a 24-uursservice b 24 uursservice

28 a 100.000.000 = honderd miljoen b 100.000.000 = honderdmiljoen

14 a vijfdecemberviering b vijf decemberviering

29 a de 8ste plaats b de acht ste plaats

15 a 2.212 = tweeduizend tweehonderdtwaalf b 2.212 = tweeduizendtweehonderdtwaalf

30 a Het is 13:14 uur. b Het is 13.14 uur.

6e druk




Kennistraining B-32

1 a 82 = tweeëntachtig 16 b een eenaprilgrap

2 b 3.010 = drieduizend tien 17 a 2.000.000 = twee miljoen

3 a een achtste deel 18 a de vijfduizendste klant

4 b een tweederde meerderheid 19 b twee derde van de bevolking

5 a een 10 eurobiljet 20 a een vijfachtstemaat

6 a een honderdeurobiljet 21 a een vierde van dit gebied

7 a eenmaal andermaal verkocht! 22 b een 2 literfles

8 b de 7e keer 23 a een top 100-dvd

9 a een 1 aprilgrap 24 b een twaalfuurtje (middagmaaltijd)

10 a Dat kost € 24,50. 25 b een vierbaansweg

11 b Dat kost EUR 24,50. 26 a een zevenklapper

12 a Dat kost 24,50 euro. 27 b met zijn 2’en

13 b 24 uursservice 28 a 100.000.000 = honderd miljoen

14 a vijfdecemberviering 29 a de 8ste plaats

15 a 2.212 = tweeduizend tweehonderdtwaalf 30 b Het is 13.14 uur.





Kennistraining B-33

Afkortingen





Welke schrijfwijze van onderstaande afkortingen is correct? Kies het juiste antwoord.

afbeelding 1 a afb. b afb

11 a MBO-diploma b mbo-diploma

Algemene Nederlandse Wielrijdersbond 2 a ANWB b A.N.W.B.

12 a bij de Hema kopen b bij de HEMA kopen

belasting toegevoegde waarde 3 a BTW b btw

13 a voor EUR 80,– kopen b voor euro 80,– kopen

Europese Unie 4 a EU b E.U.

14 a een ADSL-aansluiting b een adsl-aansluiting

bijvoorbeeld 5 a bv b bijv.

15 a 30 sec bedenktijd b 30 sec. bedenktijd

kilometer per uur 6 a km/h b km/ph

16 a Even wachten a.u.b. b Even wachten aub

postscriptum 7 a P.S. b PS

17 a naar de tv kijken b naar de TV kijken

jongstleden 8 a jl. b j.l.

18 a een SOFI-nummer hebben b een sofinummer hebben

per stuk 9 a pst. b p.st.

19 a een koe met BSE b een koe met bse

bladzijde 10 a blz. b bl.

20 a een hifisetje kopen b een HIFI-setje kopen

6e druk




Kennistraining B-33

afbeelding 1 a afb.

11 b mbo-diploma

Algemene Nederlandse Wielrijdersbond 2 a ANWB

12 a bij de Hema kopen

belasting toegevoegde waarde 3 b btw

13 a voor EUR 80,– kopen

Europese Unie 4 a EU

14 a een ADSL-aansluiting

bijvoorbeeld 5 b bijv.

15 b 30 sec. bedenktijd

kilometer per uur 6 a km/h

16 a Even wachten a.u.b.

postscriptum 7 b PS

17 a naar de tv kijken

jongstleden 8 a jl.

18 b een sofinummer hebben

per stuk 9 b p.st.

19 a een koe met BSE

bladzijde 10 a blz.

20 a een hifisetje kopen





Kennistraining B-34

Afkortingen





Welke schrijfwijze van onderstaande afkortingen is correct? Kies het juiste antwoord.

maandag aanstaande 1 a maandag as b maandag a.s.

11 a hbo-opleiding b HBO-opleiding

dat wil zeggen 2 a d.w.z. b dwz

12 a De prijs is € 12,50 inclusief BTW. b De prijs is € 12,50 inclusief btw.

België, Nederland en Luxemburg 3 a Benelux b BENELUX

13 a een cd kopiëren b een CD kopieren

anno Domini 1787 4 a a.D. 1787 b A.D. 1787

14 a in de horeca werken b in de Horeca werken

een asociaal persoon 5 a een ASO b een aso

15 a bij C&A kopen b bij CenA kopen

aan de Vrije Universiteit studeren 6 a aan de VU studeren b aan de vu studeren

16 a het college van B&W b het college van B. en W.

kilometer 7 a km b KM

17 a naar de WC gaan b naar de wc gaan

besloten vennootschap 8 a BV b bv

18 a 100 g (gram) suiker b 100 gr (gram) suiker

Europees Kampioenschap 9 a EK b E.K.

19 a 220 V (volt) b 220 v (volt)

pagina 8 10 a pg 8 b pag. 8.

20 a met AIDS besmet zijn b met aids besmet zijn

6e druk




Kennistraining B-34

maandag aanstaande 1 b maandag a.s.

11 a hbo-opleiding

dat wil zeggen 2 a d.w.z.

12 b De prijs is € 12,50 inclusief btw.

België, Nederland en Luxemburg 3 a Benelux

13 a een cd kopiëren

anno Domini 1787 4 b A.D. 1787

14 a in de horeca werken

een asociaal persoon 5 b een aso

15 a bij C&A kopen

aan de Vrije Universiteit studeren 6 a aan de VU studeren

16 b het college van B. en W.

kilometer 7 a km

17 b naar de wc gaan

besloten vennootschap 8 b bv

18 a 100 g (gram) suiker

Europees Kampioenschap 9 a EK

19 a 220 V (volt)

pagina 8 10 b pag. 8.

20 b met aids besmet zijn





Kennistraining B-35

Bijvoeglijke naamwoorden





Bijvoeglijke naamwoorden. Kies het juiste antwoord.

1 a een gracieuse buiging b een gracieuze buiging

2 a een minutieus onderzoek b een minitieus onderzoek

3 a een afgelastte wedstrijd b een afgelaste wedstrijd

4 a commerciële belangen b commerciëele belangen

5 a kostenloos advies b kosteloos advies

6 a een marmer vloer b een marmeren vloer

7 a tactisch te werk gaan b taktisch te werk gaan

8 a luxueuse hotels b luxueuze hotels

9 a een plastic emmer b een plastiek emmer

10 a een zoutloos dieet b een zouteloos dieet

11 a zoutloos drinkwater b zouteloos drinkwater

12 a een reëel geval b een rëel geval

13 a het continu geluid b het continue geluid

14 a rubberbal b rubberen bal

15 a gebakke brood b gebakken brood

6e druk




Kennistraining B-35

1 b een gracieuze buiging

2 a een minutieus onderzoek

3 b een afgelaste wedstrijd

4 a commerciële belangen

5 b kosteloos advies

6 b een marmeren vloer

7 a tactisch te werk gaan

8 b luxueuze hotels

9 a een plastic emmer

10 a een zoutloos dieet

11 b zouteloos drinkwater

12 a een reëel geval

13 b het continue geluid

14 a rubberbal

15 b gebakken brood

aantal goed score 0 1.0 1 t/m 2 2.0 3 t/m 5 3.0 6 t/m 7 4.0 8 t/m 9 5.0 10 t/m 11 6.0 12 7.0 13 8.0 14 9.0 15 10.0




Kennistraining B-36

Apostrof





Apostrof. Kies het juiste antwoord.

1 a dvd’tje b dvd-tje

16 a A4’papier b A4-papier

2 a A3-tje b A3’tje

17 a ski’s b skies

3 a sms’je b sms-je

18 a ‘t Regent vanmiddag b t’ Regent vanmiddag

4 a PS-je b PS’je

19 a Loes flatje b Loes’ flatje

5 a Jans broer [de broer van Jan] b Jan’s broer [de broer van Jan]

20 a een tv’loze avond b een tv-loze avond

6 a Jans broer [de broer van Jans] b Jans’ broer [de broer van Jans]

21 a een 65+’er b een 65+-er

7 a ‘s-Hertogenbosch b s’-Hertogenbosch

22 a omas krentenbrood b oma’s krentenbrood

8 a Alles heeft zijn voors en tegens. b Alles heeft zijn voor’s en tegen’s.

23 a Pettekes fiets b Petteke’s fiets

9 a alineas b alinea’s

24 a Petras tuin b Petra’s tuin

10 a Maurits’ huwelijk b Maurit’s huwelijk

25 a tv’tje b tv-tje

11 a met zijn 3’en b met zijn 3-en

26 a de 50’er jaren b de 50-er jaren

12 a Wims verjaardag b Wim’s verjaardag

27 a lelie’s b lelies

13 a Van Dales woordenboeken b Van Dale’s woordenboeken

28 a café’s b cafés

14 a twee 6’jes b twee 6-jes

29 a facsimile’s b facsimiles

15 a baby’tje b babytje

30 a mbo’er b mbo-er

6e druk




Kennistraining B-36

1 a dvd’tje 16 b A4-papier

2 b A3’tje 17 a ski’s

3 a sms’je 18 a ‘t Regent vanmiddag

4 b PS’je 19 b Loes’ flatje

5 a Jans broer [de broer van Jan] 20 a een tv’loze avond

6 b Jans’ broer [de broer van Jans] 21 a een 65+’er

7 a ‘s-Hertogenbosch 22 b oma’s krentenbrood

8 b Alles heeft zijn voors en tegens. 23 b Petteke’s fiets

9 b alinea’s 24 b Petra’s tuin

10 a Maurits’ huwelijk 25 a tv’tje

11 a met zijn 3’en 26 a de 50’er jaren

12 a Wims verjaardag 27 b lelies

13 b Van Dale’s woordenboeken 28 b cafés

14 a twee 6’jes 29 a facsimile’s

15 a baby’tje 30 a mbo’er





Kennistraining C-01

Foutieve verwijzing

Zie Schrijftaal C 5



Noteer het juiste antwoord in de kolom “Antwoord” van het uitwerkingenblad.

Verbeter de foutieve verwijzingen.

1 De videotheek biedt zijn klanten bijzondere voordelen.

2 Een groot aantal deelnemers wisten het parkeerterrein niet te vinden.

3 Een paar deelnemers moest zich opnieuw inschrijven.

4 Gelukkig kwam een heleboel ouders kijken.

5 Zowel mijn buurman als ik zal aanwezig zijn.

6 Morgen komen mijn schoondochter en haar jongste zoontje.

7 Veertig procent van de ondervraagden antwoordden ontkennend.

8 De VS bemoeien zich daar niet mee.

9 De Verenigde Naties heeft het getroffen land hulp aangeboden.

10 Hebben de NS op dat traject al bussen ingezet?

11 De politie kwam te laat; zij visten achter het net.

12 Dit bedrijf biedt haar werknemers een behoorlijke reiskostenvergoeding.

13 Dit voetbalelftal is gedegradeerd, omdat zij veel te weinig trainden.

14 Het college beloofde haar werknemers meer openheid over de gang van zaken.

15 De bevolking verliest steeds meer zijn vertrouwen in de regering.

6e druk




Kennistraining C-01 aantal goed score 1 zijn klan ten = haar klan ten 1 1.0 2 wis ten = wis t 2 t/m 3 2.0 3 moes ten = moes t 4 t/m 6 3.0 4 kwam = kwamen 6 t/m 7 4.0 5 zal = zullen 8 t/m 9 5.0 6 komen = komt 10 t/m 11 6.0 7 antwoordden = antwoordde 12 7.0 8 bemoeien = bemoeit 13 8.0 9 heeft = hebben 14 9.0 10 hebben = heeft 15 10.0 11 visten = viste 12 haar werknemers = zijn werknemers 13 zij ... trainden = het ... trainde 14 haar werknemers = zijn werknemers 15 zijn vertrouwen = haar vertrouwen




Kennistraining C-02

Contaminatie

Zie Schrijftaal C 6




Verbeter de cursief gedrukte contaminaties in correct Nederlands.

Geef steeds twee mogelijkheden.

1 Deze diskjockey behoort tot een van de rijkste personen van het dorp.

2 Deze wasmachine kost veel te duur, maar is de prijs zeker waard.

3 Volgens mijn mening kun je daar beter niet aan beginnen.

4 Niet alle buren waren bereid ons te willen helpen.

5 We zullen voor u nachecken of uw aanvraag al bij ons binnen is.

6 Ik kan me best begrijpen dat je niet direct aan die mogelijkheid denkt.

7 Hij kreeg ongenadeloos op zijn falie voor die fout.

8 Volgens de voorzitter was dit alles tevergeefse moeite.

9 Mevrouw Karelse is verbonden bij de afdeling Sociale Zaken van de gemeente.

10 Niet iedereen is op de hoogte met de nieuwe examenprocedure.

11 De kans is uitgesloten dat hij zijn rijbewijs terugkrijgt.

12 Zoiets dergelijks hebben wij nog nooit gezien.

13 De student werd in de gelegenheid gesteld de toets overnieuw te doen.

14 De medewerkers werd gevraagd zich zo optimaal mogelijk in te zetten.

15 Na die stoeipartij zag zij er erg verfromfaaid uit.

16 Het opstarten van de productielijn had veel voeten in aarde.

17 Wilt u mij verexcuseren? Ik kan helaas niet aanwezig zijn.

18 Mijn nicht heeft eindelijk dat diploma gehaald.

19 Het nieuwe kabinet beoogt het doel de export te bevorderen.

20 Wij staan erop dat je beter zorg besteedt aan je werk.

6e druk




Kennistraining C-02 aantal goed score 1 behoort to t de is een van de 1 t/m 3 1.0 2 is te duur is vee l te duur 4 t/m 5 2.0 3 volgens mij naar mijn mening 6 t/m 7 3.0 4 waren bereid wilden 8 t/m 9 4.0 5 nakijken checken 10 t/m 11 5.0 6 kan me voorstellen kan begrijpen 12 t/m 13 6.0 7 genadeloos ongenadig 14 t/m 15 7.0 8 tevergeefs vergeefse moeite 16 t/m 17 8.0 9 is verbonden aan is werkzaam bij 18 t/m 19 9.0 10 is bekend met is op de hoogte van 20 10.0 11 Er is geen kans Het is uitgesloten 12 Zoiets iets dergelijks 13 opnieuw over 14 optimaal zo goed mogelijk 15 verfomfaaid verfrommeld 16 opzetten starten 17 verontschuldigen excuseren 18 heeft dat diploma behaald heeft dat examen gehaald 19 beoogt heeft a ls doel 20 dat je meer zorg besteedt aan je werk dat je je werk beter doet




Kennistraining C-03

Dubbele ontkenning

Zie Schrijftaal C 10




Maak van de dubbele of foutieve ontkenning correct Nederlands.

1 De deelnemers hadden er niets geen zin in.

2 Evenmin als zijn zus slaagde hij niet in een keer voor zijn rijexamen.

3 Is er niet niemand die mij kan helpen?

4 Het is hier streng verboden om niet te parkeren.

5 Je hebt zeker geen zin om niet mee te gaan.

6 Wij zullen proberen te voorkomen, dat het weer niet gebeurt.

7 De invallende duisternis belette de politie de zoektocht niet verder voort te zetten.

8 Het is hier niet toegestaan geen scooters te parkeren.

9 Had hij niet geweigerd dat niet te doen?

10 Ik heb liever dat je niets geen moeite doet mij te helpen.

11 Je ziet hier nooit niemand komen.

12 Noch Jan, noch Piet zagen geen kans om hem te overreden te blijven.

13 Tot nu toe hebben we nooit geen hinder van de buren ondervonden.

14 Laten we proberen te voorkomen dat we hen niet als klant verliezen.

15 De portier moet ervoor waken dat onbevoegden het terrein niet betreden.

6e druk




Kennistraining C-03 aantal goed score 1 nie ts + geen zin in ... hadden er geen zin in. 1 1.0 2 evenmin + n ie t “n ie t” wegla ten 2 t/m 3 2.0 3 nie t + n iemand Is e r n iemand d ie .... o f: Is e r n iet iemand d ie 4 t/m 6 3.0 4 verboden + nie t “n ie t” wegla ten of: Men mag h ier n ie t parkeren . 6 t/m 7 4.0 5 geen zin + n ie t “n ie t” wegla ten 8 t/m 9 5.0 6 voorkomen + niet “niet” weglaten 10 t/m 11 6.0 7 belette + niet “niet” weglaten 12 7.0 8 niet + geen “niet” weglaten of “geen” weglatenl 13 8.0 9 nie t + n ie t 1e of 2e “niet” weglaten 14 9.0 10 nie ts + geen moeite “niets” weglaten of “geen moeite” weglaten 15 10.0 11 nooit + niemand “nooit” weglaten of “niemand” weglaten 12 noch, noch + geen “geen” weglaten 13 nooit + geen “nooit” weglaten of “geen” weglaten 14 voorkomen + niet “niet” weglaten 15 waken voor + niet “niet” weglaten




Kennistraining C-04

Vaste voorzetsels


Deze toets bestaat uit 25 opgaven.



Vul het vaste voorzetsel in.

1 aandacht schenken ...

2 aansporen ...

3 bedroefd zijn ...

4 belang hebben ...

5 bereid zijn ...

6 commentaar geven ...

7 gebrek hebben ...

8 gelijkstellen ...

9 herinneren ...

10 jagen ...

11 kennismaken ...

12 lachen ...

13 medelijden hebben ...

14 genoegen nemen ...

15 oordelen ...

16 peinzen ...

17 zich schikken ...

18 terugdeinzen ...

19 vatbaar zijn ...

20 verdrietig zijn ...

21 verheugd zijn ...

22 vol zijn ...

23 volstaan ...

24 weggelegd zijn ...

25 zorg besteden ...

6e druk




Kennistraining C-04 aantal goed score 1 aan 16 over 1 t/m 10 1.0 2 to t 17 in 11 t/m 12 2.0 3 over 18 voor 13 t/m 14 3.0 4 bij 19 voor 15 t/m 16 4.0 5 to t 20 over 17 t/m 18 5.0 6 op 21 over 19 t/m 20 6.0 7 aan 22 van 21 t/m 22 7.0 8 aan 23 met 23 8.0 9 aan 24 voor 24 9.0 10 op 25 aan 25 10.0 11 met 12 om 13 met 14 met 15 over




Kennistraining C-05

Hun of hen





Vul het juiste voornaamwoord in: zij (ze), hun of hen.

1 Wie heeft ... gisteren daar zien lopen?

2 De ober stond vlak achter ... .

3 Heb jij toevallig ... gezien?

4 ... doen alsof het ... eigen huis is.

5 Natuurlijk heeft zij het voor ... gedaan.

6 Sinds wanneer is dat ... huis?

7 Wij hebben ... een cadeaubon gegeven.

8 Doe het nu voor ... !

9 Helaas kan ik niet op ... vertrouwen.

10 ... tuin is werkelijk prachtig aangelegd.

11 Klopt het dat ... ook komen?

12 Wij kunnen niet op ... vertrouwen.

13 Wij kunnen ... niet vertrouwen.

14 Uiteindelijk heb ik ...alles verteld over de toedracht.

15 Hebben jullie ... ook uitgenodigd voor de party?

16 De ouders hadden ... kind tussen ... in genomen.

17 Dat zijn nog eens vrienden, met ... kun je goed overleggen.

18 Ik zal ... vanmiddag nog vragen uw bestelling te verzenden.

19 Denk erom, met ... valt niet te spotten.

20 Echt, dat hadden wij niet van ... verwacht.

21 Ik heb je gevraagd ... terug te bellen.

22 De directeur stelde ... enkele vragen.

23 ... lieten de vragen die ik ... stelde onbeantwoord.

24 ... weigeren om met ... samen te werken

25 Dat moet je ... niet vragen

6e druk




Kennistraining C-05 aantal goed score 1 hen 16 hun, hen 1 t/m 10 1.0 2 hen 17 hen 11 t/m 12 2.0 3 hen 18 hun 13 t/m 14 3.0 4 zij, hun 19 hen 15 t/m 16 4.0 5 hen 20 hen 17 t/m 18 5.0 6 hun 21 hen 19 t/m 20 6.0 7 hun 22 hun 21 t/m 22 7.0 8 hen 23 zij, hun 23 8.0 9 hen 24 zij. hen 24 9.0 10 hun 25 hub 25 10.0 11 zij 12 hen 13 hen 14 hub 15 hen




Kennistraining C-06

Vaste werkwoorden


Deze toets bestaat uit 25 opgaven.



Vul het vaste werkwoord in.

1 een aandeel ... in

2 voor kennisgeving ...

3 opzien ...

4 belang ... bij

5 een positie ...

6 van advies ...

7 argwaan ... tegen iemand

8 op overmacht ...

9 buiten zijn boekje ...

10 een lans ... voor iemand

11 zich moeite ...

12 geloof ... aan

13 iemand de vrije hand ...

14 een besluit ...

15 genoegen ... met

16 zijn beslag ...

17 aan de vraag ...

18 een oogje ... op

19 buiten schot ...

20 in overleg ... met

21 zich rekenschap ... van

22 in de bres ....

23 bij benadering ...

24 een schikking ...

25 iemand aan zijn woord ...

6e druk




Kennistraining C-06 aantal goed score 1 hebben 16 krijgen 1 t/m 10 1.0 2 aannemen 17 voldoen 11 t/m 12 2.0 3 baren 18 hebben 13 t/m 14 3.0 4 hebben 19 blijven 15 t/m 16 4.0 5 bekleden 20 treden 17 t/m 18 5.0 6 dienen 21 geven 19 t/m 20 6.0 7 koesteren 22 springen 21 t/m 22 7.0 8 beroepen 23 vaststellen 23 8.0 9 gaan 24 treffen 24 9.0 10 breken 25 houden 25 10.0 11 getroosten 12 hechten 13 laten 14 nemen 15 nemen




Kennistraining D-01

Grammatica

Zie Schrijftaal D 2: klank, lettergreep en morfeem




1 Welke woord is niet correct afgebroken? A ba-sis-school-leer-lin-ge B ou-der-a-vond C ou-der-bij-dra-ge D ou-der-com-sie 2 Welke woorden zijn samenstellingen? A klaslokaal B klasje C klassikaal D klasboek 3 Welk woord is een vrij morfeem? A schooltje B school 4 Welk woord is een gebonden morfeem? A pleintje B plein 5 Welk woord is een afleiding? A geelbruin B geelkleurig 6 Welke woord is ongeleed? A schooldeur B deur C deurtje D schooldeurtje 7 Is het woord schoolreisje een geleed of ongeleed woord? A geleed woord B ongeleed woord 8 Welke afbreekvorm hieronder is correct? A roy-al-ty B ro-yal-ty C ro-yalt-y D roy-alt-y 9 Is het woord taaltoets een samenstelling of een afleiding? A samenstelling B afleiding 10 Is het voorvoegsel ont in ontwijken een vrij of een gebonden morfeem? A vrij morfeem B gebonden morfeem

11 Welke woord bevatten een korte klinker? A schoolreis B scholekster C scholing D scholiere 12 Welke woord bevat een tweeklank? A tekenboek B tekenfilm C tekendoos D tekenhaak 13 Is de lettergreep ra in raden open of gesloten? A open lettergreep B gesloten lettergreep 14 Welke woord bevat een voorvoegsel? A herverdeling B herdershond 15 Is het woord limonadeglas een samenstelling? A Ja, een samenstelling B Geen samenstelling 16 Welke woord is geleed? A zalmkleurig B zalmkwekerij C zalm D zalmsalade 17 Is het woord kerst-va-kan-tie correct afgebroken? A correct afgebroken B niet juist afgebroken 18 Welke woord bevat een lange klinker? A kijkboek B lesboek C leesboek D handboek 19 Is de lettergreep rad in raddraaier open of gesloten? A open lettergreep B gesloten lettergreep 20 Is het woord toetsbaar een samenstelling of een afleiding? A samenstelling B afleiding

6e druk




Kennistraining D-01 antwoorden

1 B ou-der-a-vond 2 A klaslokaal + D klasboek 3 B school 4 A pleintje 5 B geelkleurig 6 B deur 7 A Geleed woord 8 B ro-yal-ty 9 A samenstelling 10 B gebonden morfeem

11 B scholekster 12 A tekenboek 13 A open lettergreep 14 A herverdeling 15 A Ja, een samenstelling 16 C zalm 17 A correct afgebroken 18 C leesboek 19 B gesloten lettergreep 20 B afleiding





Kennistraining D-02

Grammatica

Zie Schrijftaal D 3.1. en 3.2: zelfstandig en bijvoeglijk naamwoord




1 Welk woord is een naamwoord? A rijden B ritje C rijen D rijgen 2 Welke woord is een zelfstandig naamwoord? A verkouden B verkoudheid C blijmoedig D blij 3 Het woord verdrietig is: A zelfstandig naamwoord B bijvoeglijk naamwoord 4 Het woord grote in Karel de Grote is: A zelfstandig naamwoord B bijvoeglijk naamwoord 5 Het woord autorijden in de zin Het autorijden koste hem veel inspanning is A zelfstandig naamwoord B bijvoeglijk naamwoord 6 Het woord jeugd is een: A verzamelnaam B voorwerpsnaam 7 Het woord olie is een: A verzamelnaam B stofnaam 8 Het woord benzine is een: A concreet zelfstandig naamwoord B abstract zelfstandig naamwoord 9 Het woord ongeluk is een: A concreet zelfstandig naamwoord B abstract zelfstandig naamwoord 10 Alle stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden eindigen op een –n. A juist B niet juist

11 Welke woord is een soortnaam? A boom B Freek C maart D Londen 12 Welk cursief woord is stoffelijk bijvoeglijk nw? A een gewoon huis B een houten schuur C een oud huis D een duur huis 13 Het woord (de) bof heeft: A geen meervoudsvorm B wel een meervoudsvorm 14 Het woord (de) waterpokken heeft: A geen enkelvoudsvorm B wel een enkelvoudsvorm 15 Het woord grote in de zin Geef mij maar een grote is: A zelfstandig naamwoord B bijvoeglijk naamwoord 16 De eigennaam Londen kan voorkomen: A met een lidwoord B zonder een lidwoord 17 Het woord islam is een: A concreet zelfstandig naamwoord B abstract zelfstandig naamwoord 18 De overtreffende trap van goed is: A beste B meest goede 19 Een zelfstandig naamwoord kan voorkomen: A met en zonder een lidwoord B uitsluitend met een lidwoord 20 Het woord fantastisch in de zin Dat is gewoon fantastisch is: A zelfstandig naamwoord B bijvoeglijk naamwoord

6e druk





1 B ritje 2 B verkoudheid 3 B bijvoeglijk naamwoord 4 B bijvoeglijk naamwoord 5 A zelfstandig naamwoord 6 A verzamelnaam 7 B stofnaam 8 A concreet zelfstandig naamwoord 9 B abstract zelfstandig naamwoord 10 B niet juist (bijvoorbeeld: een plastic bak)

11 A boom 12 B een houten schuur 13 A geen meervoudsvorm 14 A geen enkelvoudsvorm 15 A zelfstandig naamwoord 16 A met een lidwoord (het Londen van vroeger) 17 B abstract zelfstandig naamwoord 18 A beste 19 A met en zonder een lidwoord 20 B bijvoeglijk naamwoord





Kennistraining D-03

Grammatica

Zie Schrijftaal D 3.3. en 3.4: lidwoord en telwoord




1 Het onderstreepte woord in de zin Floortje is zeven jaar is een: A bepaald hoofdtelwoord B bepaald rangtelwoord 2 Het onderstreepte woord in de zin Miesje kreeg een acht voor haar werkstuk is een: A bepaald hoofdtelwoord B zelfstandig naamwoord 3 Welke woord is een telwoord in de zin Peter heeft maar één vijf op zijn rapport. A één B vijf 4 Het onderstreepte woord in de zin Hij zou een keertje langskomen is: A onbepaald hoofdtelwoord B bepaald hoofdtelwoord C onbepaald lidwoord D bepaald lidwoord 5 Het onderstreepte woord in de zin Dit is al de vierde keer is een: A rangtelwoord B hoofdtelwoord 6 Het juiste lidwoord bij het zelfstandige naamwoord roos is: A het B de 7 Het juiste lidwoord is gebruikt in: A de tv’tje is stuk B het tv’tje is stuk 8 In de zin Ik heb het echt gezien is het: A een lidwoord B geen lidwoord 9 Namen van beroepen krijgen het lidwoord de. A juist B niet juist 10 Het lidwoord het in het moment is: A correct gebruikt B niet correct gebruikt

11 Het onderstreepte woord in de zin Het is fijn dat je komt is: A een lidwoord B geen lidwoord 12 Geeft het gebruik van het lidwoord de of het voor het woord affiche wel of geen verschil in betekenis? A wel betekenisverschil B geen betekenisverschil 13 Het woord aanrecht kan zowel het lidwoord de als het krijgen. A juist B onjuist 14 Het onderstreepte woord in de zin Hij kwam voor de zoveelste keer te laat is: A bijvoeglijk naamwoord B zelfstandig naamwoord C onbepaald hoofdtelwoord D onbepaald rangtelwoord 15 Eigennamen als Amsterdam en Joop kunnen door een lidwoord voorafgegaan worden. A juist B niet juist 16 Het juiste lidwoord bij het zelfstandige naamwoord schoollokaal is: A het B de 17 Het juiste lidwoord is gebruikt in: A de dvd’tje is beschadigd B het dvd’tje is beschadigd 18 In de woordgroep ’t jongentje is ‘t: A bepaald lidwoord B onbepaald lidwoord 19 Verkleinwoorden krijgen altijd het lidwoord het. A juist B niet juist 20 Het juiste lidwoord is gebruikt in: A het medium B de medium

6e druk





1 A bepaald hoofdtelwoord 2 B zelfstandig naamwoord 3 A één 4 A onbepaald lidwoord 5 A rangtelwoord 6 B de 7 B het tv’tje is stuk 8 B geen lidwoord 9 A juist 10 A correct gebruikt

11 B geen lidwoord 12 B geen betekenisverschil 13 A juist 14 D onbepaald rangtelwoord 15 A juist 16 A het 17 B het dvd’tje is beschadigd 18 B onbepaald lidwoord 19 A juist 20 A het medium





Kennistraining D-04

Grammatica

Zie Schrijftaal D 3.5: werkwoord




1 De kinderen luisterden aandachtig. A luisterden = zelfstandig werkwoord B luisterden = koppelwerkwoord C luisterden = hulpwerkwoord 2 De kinderen hebben elkaar geholpen. A hebben = zelfstandig werkwoord B hebben = koppelwerkwoord C hebben = hulpwerkwoord 3 De meester schijnt ziek te zijn. A schijnt = zelfstandig werkwoord B schijnt = koppelwerkwoord C schijnt = hulpwerkwoord 4 De kinderen zouden buiten mogen spelen. A mogen = hulpwerkwoord van tijd B mogen = hulpwerkw. van de lijdende vorm C mogen = hulpwerkwoord van modaliteit 5 Peter is vandaag nogal stil. A is = zelfstandig werkwoord B is = hulpwerkwoord C is = koppelwerkwoord 6 Groep vier van onze school zal niet meedoen aan de actie. Deze zin staat in: A o.t.t. E v.t.t. B o.v.t. F v.v.t. C o.t.t.t. G v.t.t.t. D o.v.t.t. H v.v.t.t. 7 Onze basisschool gaat morgen naar Artis. Deze zin staat in de: A onvoltooide tijd B voltooide tijd 8 Zij zijn wezen zwemmen. A zijn = hulpwerkwoord B zijn = koppelwerkwoord 9 Het werkwoord hebben komt voor als: A hulpwerkwoord B hulpwerkwoord en zelfstandig werkwoord 10 Hij blijkt zijn best te doen. A blijkt = zelfstandig werkwoord B blijkt = hulpwerkwoord C blijkt = koppelwerkwoord

11 Dat is een prachtig verhaal. A is = zelfstandig werkwoord B is = koppelwerkwoord C is = hulpwerkwoord 12 De juf stelde allerlei vragen. A stelde = zelfstandig werkwoord B stelde = koppelwerkwoord C stelde = hulpwerkwoord 13 De kinderen hebben op het bord getekend. A hebben = hulpwerkwoord van tijd B hebben = hulpwerkw. van de lijdende vorm C hebben = hulpwerkwoord van modaliteit 14 Joost wordt door de juf gestraft. A wordt = zelfstandig werkwoord B wordt = hulpwerkwoord C wordt = koppelwerkwoord 15 Dat zou je geweten moeten hebben. A geweten = zelfstandig werkwoord B geweten = hulpwerkwoord C geweten = koppelwerkwoord 16 De ouders zouden zeker een handje hebben geholpen. Deze zin staat in: A o.t.t. E v.t.t. B o.v.t. F v.v.t. C o.t.t.t. G v.t.t.t. D o.v.t.t. H v.v.t.t. 17 Onze basisschool heeft ook meegedaan. Deze zin staat in de: A onvoltooide tijd B voltooide tijd 18 Ik heb ooit een skelter gehad. A gehad = hulpwerkwoord B gehad = zelfstandig werkwoord 19 De schooltuin wordt door ons onderhouden. A de zin staat in de bedrijvende vorm B de zin staat in de lijdende vorm 20 Carla heeft een nieuwe fiets. A heeft = zelfstandig werkwoord B heeft = hulpwerkwoord C heeft = koppelwerkwoord

6e druk





1 A luisterden = zelfstandig werkwoord 2 C hebben = hulpwerkwoord 3 B schijnt = koppelwerkwoord 4 C mogen = hulpwerkwoord van modaliteit 5 C is = koppelwerkwoord 6 C o.t.t.t. 7 A onvoltooide tijd 8 A zijn = hulpwerkwoord 9 B hulpwerkwoord en zelfstandig werkwoord 10 C blijkt = koppelwerkwoord

11 B is = koppelwerkwoord 12 A stelde = zelfstandig werkwoord 13 A hebben = hulpwerkwoord van tijd 14 B wordt = hulpwerkwoord 15 A geweten = zelfstandig werkwoord 16 H v.v.t.t. 17 B voltooide tijd 18 B gehad = zelfstandig werkwoord 19 B de zin staat in de lijdende vorm 20 A heeft = zelfstandig werkwoord





Kennistraining D-05

Grammatica

Zie Schrijftaal D 3.6-3.9 voornaamwoord, voorzetsel, bijwoord, voegwoord




Bepaal van elk onderstreepte woord de woordsoort. 1 Op deze vrolijke website kun je zoeken naar een leuke schoolreis. A aanwijzend voornaamwoord B vragend voornaamwoord 2 De schoolreisjes zijn makkelijk te zoeken. A voorzetsel B bijwoord 3 Uw schoolreisje staat er zeker tussen. A persoonlijk voornaamwoord B bezittelijk voornaamwoord 4 Wat dacht u van een leuk pretpark? A vragend voornaamwoord B betrekkelijk voornaamwoord 5 Hoe was jullie schoolreisje dit jaar? A persoonlijk voornaamwoord B bezittelijk voornaamwoord 6 Veel ouders melden zich als vrijwilliger. A wederkerig voornaamwoord B wederkerend voornaamwoord 7 Meestal gaat elk kind mee. A aanwijzend voornaamwoord B onbepaald voornaamwoord 8 Wat zijn jullie plannen dit jaar? A vragend voornaamwoord B betrekkelijk voornaamwoord 9 Wie dat leuk vindt, doet gewoon toch mee. A vragend voornaamwoord B betrekkelijk voornaamwoord 10 Hopelijk regent het die dag niet! A persoonlijk voornaamwoord B onbepaald voornaamwoord

11 Een schoolreisje op maandag of woensdag kan voor uw school voordelig uitpakken. A onbepaald voornaamwoord B voegwoord 12 Vraag eens een offerte aan! A voorzetsel B bijwoord 13 Op die dagen is het ook vaak rustiger. A voorzetsel B bijwoord 14 Dat is dus een groot voordeel. A bijwoord B voorzetsel 15 Wie het beter weet, mag het zeggen. A vragend voornaamwoord B betrekkelijk voornaamwoord 16 Wat bedoel je daar nu mee? A vragend voornaamwoord B betrekkelijk voornaamwoord 17 Ik bedoel er echt niets mee. A onbepaald voornaamwoord B aanwijzend voornaamwoord 18 Dat was het leukste schoolreisje ooit! A betrekkelijk voornaamwoord B aanwijzend voornaamwoord 19 Wat je nu zegt, klopt helemaal. A betrekkelijk voornaamwoord B vragend voornaamwoord 20 Kijk eens op de site “Uit met kinderen”. A voorzetsel B bijwoord

6e druk





1 A aanwijzend voornaamwoord 2 A voorzetsel 3 B bezittelijk voornaamwoord 4 A vragend voornaamwoord 5 B bezittelijk voornaamwoord 6 B wederkerend voornaamwoord 7 B onbepaald voornaamwoord 8 A vragend voornaamwoord 9 B betrekkelijk voornaamwoord 10 A persoonlijk voornaamwoord

11 B voegwoord 12 B bijwoord 13 B bijwoord 14 A bijwoord 15 B betrekkelijk voornaamwoord 16 A vragend voornaamwoord 17 A onbepaald voornaamwoord 18 B aanwijzend voornaamwoord 19 A betrekkelijk voornaamwoord 20 A voorzetsel





Kennistraining D-06

Grammatica

Zie Schrijftaal D 4.1-4.3 zinsdelen, pv, onderwerp en gezegde




1 Dat had ik altijd al willen doen. Het onderstreepte zinsdeel is: A pv B onderwerp C gezegde 2 We moeten hem kunnen helpen. De persoonsvorm is: A moeten B kunnen 3 Die dvd kreeg Jan voor zijn verhaardag. Het onderwerp is: A die dvd B Jan 4 Boos liep zij weg. Het gezegde is: A liep B liep weg 5 Een zinsdeel bestaat uit hoogstens één woord. A Deze stelling is juist. B Deze stelling is niet juist. 6 Doe jij de tv even voor mij aan. De persoonsvorm is: A doe B doe aan 7 Emma let goed op in de klas. Het gezegde is: A let B let op 8 Hij kan een groot artiest worden. A Deze zin bevat een werkwoordelijk gezegde B Deze zin bevat een naamwoordelijk gezegde 9 Anna had Karel een poets gebakken had een poets gebakken is: A een werkwoordelijke uitdrukking B een naamwoordelijke uitdrukking 10 Geef mij dat eens even aan. Deze zin bevat: A wel een onderwerp B geen onderwerp

11 Op vakantie gaan in Ierland lijkt mij wel wat. Het onderstreepte zinsdeel is: A pv B onderwerp C gezegde 12 Karlijn vind ik een mooie naam. Het onderwerp is: A Karlijn B ik 13 Ik vind jou daar heel goed in. Het onderwerp is: A ik B jou 14 Hij zucht en hij kreunt maar! De persoonsvorm is: A zucht B zucht (en) kreunt 15 Ieder woord kan een zinsdeel zijn. A Deze stelling is juist. B Deze stelling is niet juist. 16 Doorlopen alstublieft! Deze zin bevat: A wel een persoonsvorm B geen persoonsvorm 17 Ligt daar wat op de stoep? Het onderwerp is: A de stoep B wat 18 Ruim die rotzooi eens even op. A Deze zin bevat een onderwerp B Deze zin bevat geen onderwerp 19 Emma was met de uitslag in haar nopjes. was in haar nopjes is: A een werkwoordelijke uitdrukking B een naamwoordelijke uitdrukking 20 Jou vind ik daar heel goed in. Het onderwerp in deze in is: A jou B ik

6e druk





1 B onderwerp 2 A moeten 3 B Jan 4 B liep weg 5 B Deze stelling is niet juist. 6 A doe 7 B let op 8 B een naamwoordelijk gezegde 9 A een werkwoordelijke uitdrukking 10 B geen onderwerp

11 B onderwerp 12 B ik 13 A ik 14 B zucht (en) kreunt 15 B Deze stelling is niet juist. 16 A wel een persoonsvorm 17 B wat 18 B geen onderwerp 19 B een naamwoordelijke uitdrukking 20 B ik





Kennistraining D-07

Grammatica

Zie Schrijftaal D 4.1-4.10 alle zinsdelen




Benoem de onderstreepte zinsdelen en zinsdeelstukken. Kies uit: A onderwerp B gezegde C lijdend voorwerp D meewerkend voorwerp E voorzetselvoorwerp F bijwoordelijke bepaling G bijvoeglijke bepaling H bijstelling 1 Het concert bracht het publiek tot ontroering. 2 Sterke drank drink ik nooit. 3 Ik twijfel aan de juistheid van zijn woorden. 4 Weet jij soms, waar hij vanmiddag is geweest? 5 De oudste zoon van mijn zus lijkt wel heel erg op zijn vader. 6 Ik zie daar Jansen, mijn nieuwe buurman van nummer 7. 7 Ik wacht nog steeds op uw telefoontje. 8 Wij willen je graag van dienst zijn. 9 Morgen wordt die documentaire op de tv uitgezonden. 10 De broer van zijn zus is pas getrouwd. 11 Dat blijft een moeilijke zaak! 12 De nota zullen wij naar u toezenden. 13 Ondanks het buiige weer gaat hij toch op de fiets naar zijn werk. 14 Eindelijk kwamen wij bij de camping aan. 15 Tanja, mijn beste vriendin, gaat helaas niet mee.

16 Door de hevige sneeuwval zijn de straten spekglad geworden. 17 Het nieuwe pand op de hoek is van hem. 18 Dit duurt mij echt te lang! 19 Komende zomer zullen wij weer een bezoek brengen aan Maastricht. 20 Breed glimlachend gaf hij mij een hand. 21 Kunt u mij een glaasje rode wijn brengen? 22 De klas is in de sporthal. 23 In de aankomsthal zullen wij op hem wachten. 24 Wij moesten lang wachten op het station. 25 De makelaar die zijn kantoor hier in het winkelcentrum heeft, gaat verhuizen. 26 Hij vertelde, dat hij in zijn tuin een nieuwe grasmat had aangelegd. 27 Je moet niet zo de spot met hem drijven. 28 Wie het juiste antwoord raadt, geef ik een tien. 29 De zaterdagkrant bevat een bijlage met een vakantiespecial over Oostenrijk. 30 Ik ben in mijn sas met mijn nieuwe pc. 31 Zij zat de hele tijd te sms’en. 32 Dat mag een wonder heten! 33 Wij moesten er een timmerman bijhalen om het probleem op te lossen. 34 Dat lijkt me een redelijk voorstel. 35 Het spreekt vanzelf dat jij verantwoordelijk bent voor de gang van zaken.

6e druk





1 C lijdend voorwerp 2 C lijdend voorwerp 3 E voorzetselvoorwerp 4 C lijdend voorwerp 5 E voorzetselvoorwerp 6 H bijstelling 7 E voorzetselvoorwerp 8 C lijdend voorwerp 9 F bijwoordelijke bepaling 10 G bijvoeglijke bepaling 11 B gezegde 12 C lijdend voorwerp 13 F bijwoordelijke bepaling 14 F bijwoordelijke bepaling 15 H bijstelling 16 F bijwoordelijke bepaling 17 G bijvoeglijke bepaling 18 D meewerkend voorwerp 19 C lijdend voorwerp 20 F bijwoordelijke bepaling

21 G bijvoeglijke bepaling 22 F bijwoordelijke bepaling 23 E voorzetselvoorwerp 24 F bijwoordelijke bepaling 25 H bijstelling 26 C lijdend voorwerp 27 E voorzetselvoorwerp 28 D meewerkend voorwerp 29 G bijvoeglijke bepaling 30 B gezegde 31 B gezegde 32 A onderwerp 33 C lijdend voorwerp 34 D meewerkend voorwerp 35 E voorzetselvoorwerp

aantal goed score 1 t/m 18 1.0 19 t/m 20 2.0 21 t/m 22 3.0 23 t/m 24 4.0 25 t/m 26 5.0 27 t/m 28 6.0 29 t/m 30 7.0 31 t/m 32 8.0 33 t/m 34 9.0 35 10.0




Kennistraining D-08

Grammatica

Zie Schrijftaal D 5 hoofd- en bijzinnen, neven- en onderschikking




Benoem de onderstreepte zinnen. Kies uit: A hoofdzin B bijzin 1 Het is vanzelfsprekend dat je op school goed je best behoort te doen. 2 Omdat hij zich niet lekker voelde, bleef hij die dag thuis. 3 Wie het weet, mag het zeggen. 4 Het meisje dat daar loopt, zit in groep vier. 5 Dat je hem helpt en dat je hem daarmee steunt, vind ik geweldig. 6 Een school bepaalt zelf welke lesmethode zij aanschaft. 7 Een lesmethode bestaat uit een leerlijn waarin de doelen zijn uitgewerkt in concrete lessen, een handleiding, leerlingmaterialen. 8 Indien een leerling uitvalt, is er de mogelijkheid tot extra hulp in de klas. 9 Na het laatste rapport worden kinderen bevorderd tot de volgende groep of ze blijven zitten en doen dezelfde groep nog eens over. 10 Indien dit laatste het geval is, is de school verplicht om aan te sluiten op de verschillende ontwikkelingsniveaus van de leerling om zodoende een ononderbroken leerproces te garanderen.

Geef het zinsverband aan. Kies uit: A nevenschikkend zinsverband B onderschikkend zinsverband C geen van beide 11 Hij loopt met zijn hoofd in de wolken. 12 Op Koninginnedag, de verjaardag van de overleden prinses Julina, bezoekt onze vorstin altijd enkele plaatsen in ons land. 13 Met basisonderwijs wordt het onderwijs bedoeld aan kinderen in de leeftijd van ongeveer vier (of zes) jaar tot ongeveer twaalf jaar. 14 In de meeste ontwikkelde landen is het basisonderwijs verplicht via de leerplicht. 15 In het basisonderwijs worden elementaire zaken onderwezen als rekenen en taal, waardoor het basisonderwijs een belangrijke functie heeft in het voorkomen van analfabetisme. 16 Hoewel het basisonderwijs gevolgd kan worden vanaf 4 jaar, is pas vanaf de vijfde verjaardag het kind leerplichtig. 17 Eerst ga je naar de basisschool en daarna ga je naar het voortgezet onderwijs. 18 Veel basisscholen geven in de laatste jaren van de basisschool ook Engels en de kinderen doen in groep 7 een verkeersexamen. 19 Een sportdag is een dag die doorgaans geheel in het teken staat van het uitoefenen of begeleiden van sport en spel. 20 Wil je de spullen alvast klaarleggen of neem je eerst nog een kleine pauze?

6e druk





1 bijzin 2 bijzin 3 bijzin 4 bijzin 5 hoofdzin 6 hoofdzin 7 bijzin 8 bijzin 9 hoofdzin 10 hoofdzin

11 C 12 C 13 C 14 C 15 B 16 B 17 A 18 C 19 B 10 A





Kennistraining D-09

Grammatica

Zie Schrijftaal D1 t/m D5: herhaling




1 Onbewust is een samenstelling. A juist B niet juist 2 Welk woord is een vrij morfeem? A vriend B vriendelijk 3 Wat is de hoofdzin in? Omdat je te laat bent, word je niet toegelaten. A omdat je te laat bent B word je niet toegelaten 4 Wie weet het? Het onderwerp in deze zin is: A wie B het 5 Welk woord is een samenstelling? A keukenblok B keukenblokje 6 Zij heeft voldoende geld. A heeft = zelfstandig werkwoord B heeft = hulpwerkwoord C heeft = koppelwerkwoord 7 Het woord omvang heeft: A geen meervoudsvorm B wel een meervoudsvorm 8 Ik ga mee, tenzij ik verhinderd ben. Hier is sprake van: A nevenschikkend zinsverband B onderschikkend zinsverband. 9 Hij heeft een antieke auto van voor 1940. Welk zinsdeelstuk is een bijvoeglijke bepaling? A een antieke auto B van voor 1940 10 Een onderschikkend voegwoord verbindt: A een hoofdzin met een bijzin B een hoofdzin met een hoofdzin C een bijzin met een bijzin

11 Karin, mijn zus, is met vakantie. A mijn zus = bijstelling B mijn zus = bijvoeglijke bepaling 12 Worden is altijd een hulpwerkwoord. A juist B onjuist 13 Suzanne lijkt gelukkig te zijn. Het naamwoordelijk gezegde is: A lijkt gelukkig B lijkt gelukkig te zijn 14 De leerlingen werden toegesproken. Deze is zin is: A bedrijvend of actief. B lijdend of passief. 15 Schijnen is altijd een koppelwerkwoord. A juist B onjuist 16 Welk woord is altijd een bijwoord? A met B ook C voor 17 Bij een meewerkend voorwerp kun je: A aan of voor weglaten B aan of voor niet weglaten 18 Hij is verantwoordelijk voor de overdracht. voor de overdracht is: A meewerkend voorwerp B voorzetselvoorwerp 19 Wat is één zinsdeel in de zin Jan met de pet is weer de dupe. A Jan met de pet B Jan 20 Welk woord is een zelfstandig naamwoord? A duur B betekenisvol C Leeuwarden

6e druk





1 B niet juist 2 A vriend 3 B word je niet toegelaten 4 A wie 5 A keukenblok 6 A heeft = zelfstandig werkwoord 7 A geen meervoudsvorm 8 B onderschikkend zinsverband. 9 B van voor 1940 10 A een hoofdzin met een bijzin

11 A mijn zus = bijstelling 12 B onjuist 13 B lijkt gelukkig te zijn 14 B lijdend of passief. 15 B onjuist 16 B ook 17 A aan of voor weglaten 18 B voorzetselvoorwerp 19 A Jan met de pet 20 B betekenisvol





Kennistraining D-10

Grammatica

Zie Schrijftaal D1 t/m D5: herhaling




1 Klaslokaal is een samenstelling. A juist B onjuist 2 Hebben kan zelfstandig werkwoord zijn. A juist B onjuist 3 Wat is de hoofdzin in? Als je op tijd bent, kun je nog mee. A als je op tijd bent B kun je nog mee 4 Ruim die troep eens op! A die troep = onderwerp B die troep = lijdend voorwerp 5 Karin lijkt een kop groter. Het naamwoordelijk gezegde is: A lijkt groter B lijkt een kop groter 6 Worden is altijd een koppelwerkwoord. A juist B onjuist 7 Welk woord is altijd een bijwoord? A niet B op C voor 8 Voor een meewerkend voorwerp staat: A altijd aan of voor B niet altijd aan of voor 9 Hij is op het politiebureau. A is = zelfstandig werkwoord B is = koppelwerkwoord 10 De aardige buur van hiernaast gaat verhuizen. Welk zinsdeelstuk is een bijvoeglijke bepaling? A de aardige buur B van hiernaast

11 Welk woord is een vrij morfeem? A hagel B hageltje 12 Welk woord is een samenstelling? A voetbalclubje B voetbalclub 13 Hij gaat mee en hij gaat ook met de auto. Hier is sprake van: A nevenschikkend zinsverband B onderschikkend zinsverband. 14 Carla van hiernaast is naar de kapper geweest. A van hiernaast = bijstelling B van hiernaast = bijvoeglijke bepaling 15 Ik heb de kamer voor hem ingericht. voor hem is: A meewerkend voorwerp B voorzetselvoorwerp 16 Het woord (de) mazelen heeft: A geen enkelvoudsvorm B wel een enkelvoudsvorm 17 Welk woord is een zelfstandig naamwoord? A Rotterdam B alles C tekenen 18 De leraar sprak de leerlingen toe. A Deze zin bedrijvend of actief. B Deze zin is lijdend of passief. 19 Een nevenschikkend voegwoord verbindt: A een hoofdzin met een bijzin B een hoofdzin met een hoofdzin 20 Wat is één zinsdeel in de zin Het feest liep helemaal uit de hand. A uit de hand B helemaal uit de hand

6e druk





1 A juist 2 A juist 3 B kun je nog mee 4 B die troep = lijdend voorwerp 5 B lijkt een kop groter 6 B onjuist 7 A niet 8 B niet altijd aan of voor 9 A is = zelfstandig werkwoord 10 B van hiernaast

11 A hagel 12 B voetbalclub 13 A nevenschikkend zinsverband 14 B van hiernaast = bijvoeglijke bepaling 15 A meewerkend voorwerp 16 A geen enkelvoudsvorm 17 A Rotterdam 18 A Deze zin bedrijvend of actief. 19 B een hoofdzin met een hoofdzin 20 B helemaal uit de hand





Kennistraining E-01

Tekstcorrectie spelling “WW‘ers”

Zie Schrijftaal E 1-5

Deze toets bestaat uit een tekst met 15 spelfouten.


Noteer de correcte woordvorm in de kolom “Antwoord” van het uitwerkingenblad,

Verbeter zo nodig de cursief gedrukte spelfouten.

Eén (1) op de vijf WW'ers (2) wil geen 'vuil' werk

DEN HAAG - Eén (3) op de vijf mensen die bij het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) aanklopt

voor een ww-uitkering (4), is niet bereidt (5) om een onaantrekkelijke baan te akcepteren (6).

Bijstandgerechtigden (7) gaan vaker accoord (8) met vuil werk, een laag salaris, een functie (9)

onder hun opleidingsnivo (10) of een lange reistijd van soms meer dan ander half (11) uur.

Meer dan vijftien procent van de mensen in de bijstand heeft daar geen zin in.

Dat blijkt uit een vrijdag gepubliceerd onderzoek van de Inspectie Werk en Inkomen (IWI).

De staatsecretaris (12) van Sociale Zaken spreekt van een 'aanzienlijk deel' van de

uitkeringsvragers.

Hij wijst erop dat burgers die een uitkering ontvangen, verplicht zijn 'passende dan wel algemeen

geaksepteerde (13) arbeid te aanvaardden' (14) en moeten meewerken aan bemiddeling

en reïntegratie (15).

6e druk




Kennistraining E-01

Een (1) op de vijf ww'ers / WW’ers (2) wil geen 'vuil' werk.

DEN HAAG - Een (3) op de vijf mensen die bij het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) aanklopt

voor een ww-uitkering / WW-uitkering (4), is niet bereid (5) om een onaantrekkelijke baan te

accepteren (6).

Bijstandsgerechtigden (7) gaan vaker akkoord (8) met vuil werk, een laag salaris, een functie (9)

onder hun opleidingsniveau (10) of een lange reistijd van soms meer dan anderhalf (11) uur.

Meer dan vijftien procent van de mensen in de bijstand heeft daar geen zin in.

Dat blijkt uit een vrijdag gepubliceerd onderzoek van de Inspectie Werk en Inkomen (IWI).

De staatssecretaris (12) van Sociale Zaken spreekt van een 'aanzienlijk deel' van de

uitkeringsvragers.

Hij wijst erop dat burgers die een uitkering ontvangen, verplicht zijn 'passende dan wel algemeen

geaccepteerde (13) arbeid te aanvaarden' (14) en moeten meewerken aan bemiddeling

en re-integratie (15).

antwoorden aantal goed score 1 Een 1 t/m 3 1.0 2 ww’ers [Groene Boekje], WW’ers [Van Dale] 4 t/m 5 2.0 3 Een 6 t/m 7 3.0 4 ww’uitkering [Groene Boekje], WW-uitkering [Van Dale] 8 t/m 9 4.0 5 bereid 10 5.0 6 accepteren 11 6.0 7 Bijstandsgerechtigden 12 7.0 8 akkoord 13 8.0 9 functie 14 9.0 10 opleidingsniveau 15 10.0 11 anderhalf 12 staatssecretaris 13 geaccepteerde 14 aanvaarden 15 re-integratie




Kennistraining E-02

Tekstcorrectie spelling “Ontgoocheld”






Ontgoochelt (1)

Goochelaar Ger Copper heeft de bezoekers van een voorstelling in Drachten met klem

gevraagt (2) zijn magische geheimen vooral niet te verklappen.

De magieër (3) trad enige tijd geleden op in De Lawei in de Friese plaats, waarbij het toneel

onverhoeds onder meer door veel teveel (4) licht beschenen werd. Daardoor konden vooral

allerte (5) (oplettende) mensen in de zaal tot hun verbijstering precies zien hoe bepaalde,

uiteraard supergeheime, truuks (6) werden uitgevoerd.

Waar goocheldraden liepen, en stiekume (7) handbewegingen van de vakman die in het duister

moeten plaatsvinden; de spotlights legden ze deze rampavond juist met chirurgische preciesie (8)

bloot. Oudwereldkampioen (9) Copper is er noch (10) verdrietig van.

In een ekxuusbrief (11) aan de talloze toeschouwers vraagt hij de Noorderlingen (12) vooral niet

aan vrienden en bekenden uit te leggen hoe het onthulde gegochel (13) werkt. ,,Dat zijn toch oude

geheimen... Ik ben er doodziek van, zo'n sof heb ik in veertig jaar nog niet meegemaakt'',

versucht (14) een aangeslaagen (15) Copper vanuit Londen.

Bron: De Telegraaf [André Spaansen]

6e druk




Kennistraining E-02

Ontgoocheld (1)

Goochelaar Ger Copper heeft de bezoekers van een voorstelling in Drachten met klem

gevraagd (2) zijn magische geheimen vooral niet te verklappen.

De magiër (3) trad enige tijd geleden op in De Lawei in de Friese plaats, waarbij het toneel

onverhoeds onder meer door veel te veel (4) licht beschenen werd. Daardoor konden vooral

alerte (5) (oplettende) mensen in de zaal tot hun verbijstering precies zien hoe bepaalde,

uiteraard supergeheime, trucs (6) werden uitgevoerd.

Waar goocheldraden liepen, en stiekeme (7) handbewegingen van de vakman die in het duister

moeten plaatsvinden; de spotlights legden ze deze rampavond juist met chirurgische precisie (8)

bloot. Oud-wereldkampioen (9) Copper is er nog (10) verdrietig van.

In een excuusbrief (11) aan de talloze toeschouwers vraagt hij de noorderlingen (12) vooral niet

aan vrienden en bekenden uit te leggen hoe het onthulde gegoochel (13) werkt. ,,Dat zijn toch oude

geheimen... Ik ben er doodziek van, zo'n sof heb ik in veertig jaar nog niet meegemaakt'',

verzucht (14) een aangeslagen (15) Copper vanuit Londen.

Bron: De Telegraaf [André Spaansen]

antwoorden aantal goed score 1 Ontgoocheld 1 t/m 3 1.0 2 gevraagd 4 t/m 5 2.0 3 magiër 6 t/m 7 3.0 4 te veel 8 t/m 9 4.0 5 alerte 10 5.0 6 trucs 11 6.0 7 stiekeme 12 7.0 8 precisie 13 8.0 9 Oud-wereldkampioen 14 9.0 10 nog 15 10.0 11 excuusbrief 12 noorderlingen 13 gegoochel 14 verzucht 15 aangeslagen




Kennistraining E-03

Tekstcorrectie spelling “Burenruzies escaleren”





Verbeter alle spelfouten.

Burenruzies escaleren: lontje steeds korter Door LUUK KORTEKAAS en JEROEN DE VREEDE DEN HAAG - Burenruzies escaleren steeds vaker in geweld en in een situatie waarbij bemiddeling nodig is. De ruzies zijn complexer door cultuurverschillen, een verharde mentaliteit en een ‘korter lontje’ bij de betrokken partijen. Dat constateren organisaties voor buurtbemiddeling die optreden bij burenruzies. Momenteel tellen 85 gemeenten vrijwillige bemiddelaars die helpen bij het oplossen van burenruzies. Het aantal bemiddelingen is in tien jaar tijd gegroeid tot enkele duizenden gevallen per jaar. In andere gevallen is bemiddeling niet mogelijk of komt te laat. Het laatste dieptepunt is de uit de hand gelopen burenruzie in Scheveningen, waar maandag een 25-jarige man om het leven kwam. De politie hield twee buurmannen van 16 en 45 jaar aan. (4 fouten) ,,Ons valt op dat het lontje bij mensen steeds korter word, en dat het ze steeds minder moeite kost om hun eigen gedrag te rechtvaardigen. Dan zeggen ze: ‘ik heb nu een maal een kort lontje, wat kan ik er aan doen?’’’, zegt Arthur van Tiel van de buurtbemiddeling in Rotterdam. Zijn organisatie behandelde vorig jaar 1000 zaken. ,,Dat gaat dus om 2000 gezinnen, dus alles bij elkaar alleen al om ruim 4000 mensen van wie het leven verpest wordt door burenruzies.’’ (3 fouten) Het aantal keren dat de politie moet optreden bij ruzies is al enkele jaren constant. Ongeveer één op de 150 bewoners heeft wel eens de politie gebeld voor een burenruzie. Zo nodig verwijzen politie, maar ook woningcorporaties bij meldingen door naar een bemiddelaar. Bij bemiddeling word in ruim de helft van de gevallen een oplossing gevonden, maar het lijkt er op dat alles steeds gecompliceerder wordt. ,,De zwaarte van de zaken neemt toe. Het heeft te maken met de verharding in de samenleving,’’ zegt Karin Naber van de Zoetermeerse bemiddeling. (5 fouten) Bemiddelaar Marjolein Dekkers, actief in Amersfoort, Leusden, Soest en Nijkerk, verwacht dat buurtbemiddeling de komende jaren in alle gemeenten wordt aangeboden. ,,Wij zijn uitgebreid vanuit de stad, omdat de behoefte in kleinere plaatsen net zo groot is.’’ (3 fout) Bron: NRC

6e druk




Kennistraining E-03 Burenruzies escaleren: lontje steeds korter Door LUUK KORTEKAAS en JEROEN DE VREEDE DEN HAAG - Burenruzies escaleren steeds vaker in geweld en in een situatie waarbij bemiddeling nodig is. De ruzies zijn complexer (1) door cultuurverschillen, een verharde mentaliteit en een ‘korter lontje’ bij de betrokken partijen. Dat constateren organisaties voor buurtbemiddeling die optreden (2) bij burenruzies. Momenteel tellen 85 gemeenten vrijwillige bemiddelaars die helpen bij het oplossen van burenruzies. Het aantal bemiddelingen is in tien jaar tijd gegroeid (3) tot enkele duizenden gevallen per jaar. In andere gevallen is bemiddeling niet mogelijk of komt te laat. Het laatste dieptepunt is de uit de hand gelopen burenruzie in Scheveningen, waar maandag een 25-jarige man om het leven kwam. De politie hield (4) twee buurmannen van 16 en 45 jaar aan. ,,Ons valt op dat het lontje bij mensen steeds korter wordt (5), en dat het ze steeds minder moeite kost om hun eigen gedrag te rechtvaardigen. Dan zeggen ze: ‘ik heb nu eenmaal (6) een kort lontje, wat kan ik er aan doen?’’’, zegt Arthur van Tiel van de buurtbemiddeling in Rotterdam. Zijn organisatie behandelde vorig jaar 1000 zaken. ,,Dat gaat dus om 2000 gezinnen, dus alles bij elkaar alleen al om ruim 4000 mensen van wie het leven verpest (7) wordt door burenruzies.’’ Het aantal keren dat de politie moet optreden bij ruzies is al enkele jaren constant (8). Ongeveer één op de 150 bewoners heeft wel eens de politie gebeld (9) voor een burenruzie (10). Zo nodig verwijzen politie, maar ook woningcorporaties bij meldingen door naar een bemiddelaar. Bij bemiddeling wordt (11) in ruim de helft van de gevallen een oplossing gevonden, maar het lijkt erop (12) dat alles steeds gecompliceerder wordt. ,,De zwaarte van de zaken neemt toe. Het heeft te maken met de verharding in de samenleving,’’ zegt Karin Naber van de Zoetermeerse bemiddeling. Bemiddelaar Marjolein Dekkers, actief (13) in Amersfoort, Leusden, Soest en Nijkerk, verwacht dat buurtbemiddeling de komende jaren in alle gemeenten wordt (14) aangeboden. ,,Wij zijn uitgebreid (15) vanuit de stad, omdat de behoefte in kleinere plaatsen net zo groot is.’’ Bron: NRC

antwoorden aantal goed score 1 complexer 11 wordt 1 t/m 3 1.0 2 optreden 12 erop 4 t/m 5 2.0 3 gegroeid 13 actie f 6 t/m 7 3.0 4 hie ld 14 wordt 8 t/m 9 4.0 5 wordt 15 uitgebre id 10 5.0 6 eenmaal 11 6.0 7 verpes t 12 7.0 8 cons tan t 13 8.0 9 gebeld 14 9.0 10 burenruzie 15 10.0




Kennistraining E-04

Tekstcorrectie spelling “Politie lag naakt in zwemvijver”






Politie lag naakt in zwemvijver

GORINCHEM - Een surveilant van de politie Zuid-Holland Zuid die gisteren voor de rechter

stond omdat hij zijn baan terugeist, claimd dat er veel ergere zaken zijn gebeurt bij de politie

in de Alblasserwaard.

(3 spelfouten)

Een hele groep politiemensen heeft onder dienstijd naakt in een zwemvijver gelegen. Er zijn

colega’s die drugs gebruikten terwijl ze dienst hadden. Er zijn er die wapens verhandelt hebben

of die een paar weken in het huis van bewaring gezeten hebben. Die werken allemaal nog gewoon.

Ook de ritjes buiten de regio waren slechts peanuts.

(3 spelfouten)

Voor de corpsleiding is de maat echter meer dan vol. De man was al een keer diciplinair gestrafd

omdat hij vertrouwelijke informatie aan privérelaties verstrekt had. Daarover zou hij zo boos

geworden zijn, dat hij voordurend over het gebrekkige functioneren van de districtsleiding in de

Alblasserwaard prate. Daarbij moest vooral de toenmalige districtchef het ontgeldden, maar ook

van andere deugde weinig. De advocaat van de politie melde, dat hij zelfs gezegd heeft dat

iedereen die meer verdiende dan schaal negen niet te vertrouwen was. De rechter doet binnenkort

uitspraak.

(9 spelfouten)

Bron: AD

6e druk




Kennistraining E-04

Politie lag naakt in zwemvijver

GORINCHEM - Een surveillant (1) van de politie Zuid-Holland Zuid die gisteren voor de rechter

stond omdat hij zijn baan terugeist, claimt (2) dat er veel ergere zaken zijn gebeurd (3) bij de

politie in de Alblasserwaard.

Een hele groep politiemensen heeft onder diensttijd (4) naakt in een zwemvijver gelegen. Er zijn

collega’s (5) die drugs gebruikten terwijl ze dienst hadden. Er zijn er die wapens verhandeld (6)

hebben of die een paar weken in het huis van bewaring gezeten hebben. Die werken allemaal

nog gewoon. Ook de ritjes buiten de regio waren slechts peanuts.

Voor de korpsleiding (7) is de maat echter meer dan vol. De man was al een keer disciplinair (8)

gestraft (9) omdat hij vertrouwelijke informatie aan privé-relaties (10) verstrekt had. Daarover

zou hij zo boos geworden zijn, dat hij voordurend (11) over het gebrekkige functioneren van de

districtsleiding in de Alblasserwaard praatte (12).

Daarbij moest vooral de toenmalige districtschef (13) het ontgelden (14), maar ook van anderen

deugde weinig. De advocaat van de politie meldde (15), dat hij zelfs gezegd heeft dat iedereen die

meer verdiende dan schaal negen niet te vertrouwen was. De rechter doet binnenkort uitspraak.

Bron: AD

antwoorden aantal goed score 1 s urveillan t 11 voortdurend 1 t/m 3 1.0 2 cla imt 12 praa tte 4 t/m 5 2.0 3 gebeurd 13 dis tric ts chef 6 t/m 7 3.0 4 diens ttijd 14 ontgelden 8 t/m 9 4.0 5 collega’s 15 meldde 10 5.0 6 verhandeld 11 6.0 7 korps le id ing 12 7.0 8 dis c iplina ir 13 8.0 9 ges traft 14 9.0 10 privé-re la ties 15 10.0




Kennistraining E-05

Tekstcorrectie spelling “Valentijnsdag”





Verbeter alle spelfouten.

Valentijnsdag Op 14 februari is het Valentijnsdag. Dan kan men een bloemegroet of een kaartje sturen aan mensen die men dankbaar is of op wie men bijzonder gestelt of zelfs verliefd is. Vooral de bloemenhandel en de laatste jaren ook de posterijen spannen zich in om deze gedachte ook in Nederland tot leven te roepen. In Engeland en de Verenigde Staten kent Valentijnsdag een traditie van enkele eeuwen. In Nederland en verscheidene andere Europese landen is Valentijnsdag pas bekent sinds de jaren vijftig van de twintegste eeuw of nog later. (4 fouten) Volgens overlevering zou Valentijn in de middeleeuwen monnik zijn geweest van een Italiaans klooster. Verliefde stelletjes die hem bezochten, schonk hij geluksbloemen, die hij zelf kweekte in zijn kloostertuin. In de vijftiende eeuw gaven geliefden uit gegoedde kring elkaar een ‘valentine’, een soms kostbaar kado. Vanaf de tweede helft van de achtiende eeuw gaan verliefden elkaar op Valentijnsdag zelfgemaakte kaarten sturen met een kort liefdesgedicht. Vooral in de twede helft van de negentiende eeuw waren deze kaarten in Engeland en Amerika buitegewoon populair. (5 fouten) In de twintigste eeuw ondervind de Valentijnskaart in toenemende mate concurentie van de kaarten die met Kerstmis worden verstuurd. Nietemin werd in Amerika in 1995 een milliard van dat soort kaarten verstuurt naar, in volgorde van belangrijkheid: leraren, kinderen, moeders, echtgenotes en geliefden. Eind jaren veertig kreeg Valentijnsdag meer bekendheid in Nederland in de vorm van een bloememand of een taart bestemt voor mensen die zich voor hun omgeving, vaak zonder op te vallen, verdienstelijk hadden gemaakt. (8 fouten) Naar nu blijkt zijn het vooral meisjes op middelbare scholen die kaarten met Valentijnsdag sturen. Hoewel het aantal verzonde kaarten slechts een fraktie van het aantal kerstkaarten bedraagt, worden er toch al enkele miljoenen verstuurt. De laatste tijd raakt ook het plaatsen van kleine Valentijnsadvertenties in zwang en kunnen via het Internet Valentijnswensen worden verstuurd. De horeca bied Valentijnsdiners aan en soms worden Valentijnsfeesten georganiseert. (10 fouten) Valentijnsdag heeft zich aangepasd aan de Nederlandse situatie. Bijzondere mensen of hele groepen, zoals de wegenwacht en reddingwerkers, werden voor hun belangeloze inzet met een bloemetje bedankt. Valentijnsdag is de laatste jaren steeds meer in het teken van de verliefdheid en de liefde is komen te staan. Het aanbod van allerlei produkten in de vorm van een hart speeld daar op in. (3 fout) Bron: NRC

6e druk




Kennistraining E-05 Valentijnsdag Op 14 februari is het Valentijnsdag. Dan kan men een bloemengroet (1) of een kaartje sturen aan mensen die men dankbaar is of op wie men bijzonder gesteld (2) of zelfs verliefd is. Vooral de bloemenhandel en de laatste jaren ook de posterijen spannen zich in om deze gedachte ook in Nederland tot leven te roepen. In Engeland en de Verenigde Staten kent Valentijnsdag een traditie van enkele eeuwen. In Nederland en verscheidene andere Europese landen is Valentijnsdag pas bekend (3) sinds de jaren vijftig van de twintigste (4) eeuw of nog later. (4 fouten) Volgens overlevering zou Valentijn in de middeleeuwen monnik zijn geweest van een Italiaans klooster. Verliefde stelletjes die hem bezochten, schonk hij geluksbloemen, die hij zelf kweekte in zijn kloostertuin. In de vijftiende eeuw gaven geliefden uit gegoede (5) kring elkaar een ‘valentine’, een soms kostbaar cadeau (6). Vanaf de tweede helft van de achttiende (7) eeuw gaan verliefden elkaar op Valentijnsdag zelfgemaakte kaarten sturen met een kort liefdesgedicht. Vooral in de tweede (8) helft van de negentiende eeuw waren deze kaarten in Engeland en Amerika buitengewoon (9) populair. (5 fouten) In de twintigste eeuw ondervindt (10) de valentijnskaart (11) in toenemende mate concurrentie (12) van de kaarten die met Kerstmis worden verstuurd. Niettemin (13) werd in Amerika in 1995 een miljard (14) van dat soort kaarten verstuurd (15) naar, in volgorde van belangrijkheid: leraren, kinderen, moeders, echtgenotes en geliefden. Eind jaren veertig kreeg Valentijnsdag meer bekendheid in Nederland in de vorm van een bloemenmand (16) of een taart bestemd (17) voor mensen die zich voor hun omgeving, vaak zonder op te vallen, verdienstelijk hadden gemaakt. (8 fouten) Naar nu blijkt zijn het vooral meisjes op middelbare scholen die kaarten met Valentijnsdag sturen. Hoewel het aantal verzonden (18) kaarten slechts een fractie (19) van het aantal kerstkaarten bedraagt, worden er toch al enkele miljoenen verstuurd (20). De laatste tijd raakt ook het plaatsen van kleine valentijnsadvertenties (21) in zwang en kunnen via het internet (22) valentijnswensen (23) worden verstuurd. De horeca biedt (24) valentijnsdiners (25) aan en soms worden valentijnsfeesten (26) georganiseerd (27). (10 fouten) Valentijnsdag heeft zich aangepast (28) aan de Nederlandse situatie. Bijzondere mensen of hele groepen, zoals de wegenwacht en reddingwerkers, werden voor hun belangeloze inzet met een bloemetje bedankt. Valentijnsdag is de laatste jaren steeds meer in het teken van de verliefdheid en de liefde is komen te staan. Het aanbod van allerlei producten (29) in de vorm van een hart speelt (30) daar op in. (3 fout) Bron: NRC

antwoorden aantal goed score 1 bloemengroet 16 bloemenmand 1 t/m 3 1.0 2 ges te ld 17 bes temd 4 t/m 6 2.0 3 bekend 18 verzonden 7 t/m 10 3.0 4 twin tigs te 19 frac tie 11 t/m 15 4.0 5 gegoede 20 vers tuurd 16 t/m 19 5.0 6 cadeau 21 valen tijns adverten ties 20 t/m 23 6.0 7 achttiende 22 in terne t 24 t/m 25 7.0 8 tweede 23 valen tijns wens en 26 t/m 27 8.0 9 buitengewoon 24 bied t 28 t/m 29 9.0 10 ondervind t 25 valen tijns d iners 30 10.0 11 valen tijns kaart 26 valen tijns fees ten 12 concurren tie 27 georganis eerd 13 nie ttemin 28 aangepas t 14 miljard 29 producten 15 vers tuurd 30 s peelt




Kennistraining E-06

Tekstcorrectie spelling “In een restaurant”






Waarom ik niet meer in een vastvoetrestaurant (1) eet! 1. Een stel van boven de 90 jaar gaat in een mc donalds (2) restaurant eten.

Ze zetten zich aan een tafel en de man gaat naar de toog en komt terug met één broodje en één portie friet en één cola’tje (3).

2. Hij snijd (4) het broodje perfekt (5) door de midden (6) en legt de helft neer voor zijn vrouw.

Dan schud (7) hij de fritten (8) op een plattoo (9) en verdeeld (10) ze in twee gelijke porties en legt een portie neer voor zijn vrouw.

Hij drinkd (11) een slokje van de kola (12) en dan neemt zijn vrouw een slokje. Hij begint te eten, terwijl zijn vrouw zit toe te kijken.

3. Een jongeman, die in de buurt zit, heeft dat gezien en vind (13) het erg zielig dat die oude

mensen zich samen maar één portie kunnen permiteren (14). 4. Hij gaat naar de vrouw en zegt: “Mevrouw, bestel gerust ook een portie. Ik zal de rekening

wel betalen.” De vrouw zegt: “Dat is niet nodig meneer, we zijn al 60 jaar getrouwt (15) en we zijn gewent (16)

alles samen te delen.” 5. De jongeman gaat zitten en ziet dat de vrouw niets eet. Ze blijft wachtten (17), terwijl haar man

verder zijn helft op eet. 6. Hij kan het niet meer aanzien, gaat terug naar de vrouw en zegt: “Mevrouw, eet gerust uw deel op, ik bestel wel een nieuwe portie.”

Maar de mevrouw zegt weer: “Nee bedankd (18), meneer, wij zijn gewent (19) alles samen te delen.”

7. Daarop zegt de jongeman: “Waarom wacht u dan zolang om te beginnen met eten?” De vrouw zegt: “Ik wacht op ons kunsgebit (20).”

6e druk




Kennistraining E-06

Waarom ik niet meer in een fastfoodrestaurant (1) eet! 1. Een stel van boven de 90 jaar gaat in een McDonalds (2) restaurant eten.

Ze zetten zich aan een tafel en de man gaat naar de toog en komt terug met één broodje en één portie friet en één colaatje (3).

2. Hij snijdt (4) het broodje perfect (5) doormidden (6) en legt de helft neer voor zijn vrouw.

Dan schudt (7) hij de frieten (8) op een plateau (9) en verdeelt (10) ze in twee gelijke porties en legt een portie neer voor zijn vrouw.

Hij drinkt (11) een slokje van de cola (12) en dan neemt zijn vrouw een slokje. Hij begint te eten, terwijl zijn vrouw zit toe te kijken.

3. Een jongeman, die in de buurt zit, heeft dat gezien en vindt (13) het erg zielig dat die oude

mensen zich samen maar één portie kunnen permitteren (14). 4. Hij gaat naar de vrouw en zegt: “Mevrouw, bestel gerust ook een portie. Ik zal de rekening

wel betalen.” De vrouw zegt: “Dat is niet nodig meneer, we zijn al 60 jaar getrouwd (15) en we zijn gewend (16)

alles samen te delen.” 5. De jongeman gaat zitten en ziet dat de vrouw niets eet. Ze blijft wachten (17), terwijl haar man

verder zijn helft op eet. 6. Hij kan het niet meer aanzien, gaat terug naar de vrouw en zegt: “Mevrouw, eet gerust uw deel op, ik bestel wel een nieuwe portie.”

Maar de mevrouw zegt weer: “Nee bedankt (18), meneer, wij zijn gewend (19) alles samen te delen.”

7. Daarop zegt de jongeman: “Waarom wacht u dan zolang om te beginnen met eten?” De vrouw zegt: “Ik wacht op ons kunstgebit (20).”

antwoorden aantal goed score 1 fastfoodrestaurant 11 drinkt 1 t/m 11 1.0 2 McDonalds 12 cola 12 2.0 3 colaatje 13 vindt 13 3.0 4 snijdt 14 permitte ren 14 4.0 5 perfect 15 getrouwd 15 5.0 6 doormidden 16 gewend 16 6.0 7 schudt 17 wachten 17 7.0 8 frieten 18 bedankt 18 8.0 9 plateau 19 gewend 19 9.0 10 verdeelt 20 kunstgebit 20 10.0




Kennistraining E-07

Tekstcorrectie spelling en stijl “Voetbalelftal opgepakt”


Deze toets bestaat uit een tekst met 15 spelen stijlfouten.



Verbeter zo nodig de cursief gedrukte spelen stijlfouten.

Compleet voetbalelftal opgepakt Door Stijn Bronzwaer UTRECHT/MAARTENSDIJK - De politie heeft zaterdagmiddag in Maartensdijk een compleet jeugdelftal van een Utrechtse voetbalclub aangehouden. Aanleiding vormde een vechtpartij tijdens een wedstrijd tussen de A-juniorenelftallen van de twee jeugdelftallen, waarin (1) spelers en publiek waren betrokken. Pas zaterdagavond laat was het leeuwedeel (2) van de ploeg weer thuis. Gisteren zaten er nog twee leiders en één (3) speler vast op het politiebureau van Zeist. De drie zijn inmiddels vrijgelaten. De masale (4) matpartij brak uit nadat de voetbalclub uit Maartensdijk in de 63ste minuut van de wedstrijd 4-2 had gescoort (5). De doelpuntenmaker lag gebleseerd (6) in een hoek van het veld, waarna een speler van tegenpartij uit Utrecht hem omhoog sjorde. Die aktie (7) was aanleiding voor een aantal spelers én supporters om in het veld met elkaar in (8) de vuist te gaan. De clubscheidsrechter van dienst distantiërde (9) zich op (10) de wanordelijkheden en zocht de kleedkamer op. Achter zijn rug raakte een Maartensdijkse supporter, speler van het derde elftal dusdanig gewond dat hij per ambulance naar het ziekenhuis moest worden vervoert (11). Nadat de politie arriveerde werden alle elf spelers en de begeleiding van de Utrechtse club mee naar het bureau genomen. ,,We hebben ze allemaal meegenomen, omdat niet duidelijk was wie de daders waren,’’ aldus de politiewoordvoerder. ,,Op (12) de situatie op het veld te zien, was het wel duidelijk dat het om de Utrechtse spelers ging.’’ Vanavond om 19.00 uur is op sportpark Welgelegen in Utrecht spoedberaad, waarin betrokkenen hun verhaal kunnen doen. ,,We moeten nog wel even afwachten of het doorgaat, want er zitten nog twee leiders en een voetballer vast. Eén (13) van de leiders, hebben we van de politie vernomen, word (14) als getuige gehoord. Maar mischien (15) zitten ze maandag nog vast. Dan heeft een beraad bij ons ’s avonds geen zin.’’ Bron: AD

6e druk




Kennistraining E-07

Compleet voetbalelftal opgepakt Door Stijn Bronzwaer UTRECHT/MAARTENSDIJK - De politie heeft zaterdagmiddag in Maartensdijk een compleet jeugdelftal van een Utrechtse voetbalclub aangehouden. Aanleiding vormde een vechtpartij tijdens een wedstrijd tussen de A-juniorenelftallen van de twee jeugdelftallen, waarbij (1) spelers en publiek waren betrokken. Pas zaterdagavond laat was het leeuwendeel (2) van de ploeg weer thuis. Gisteren zaten er nog twee leiders en één (3) speler vast op het politiebureau van Zeist. De drie zijn inmiddels vrijgelaten. De massale (4) matpartij brak uit nadat de voetbalclub uit Maartensdijk in de 63ste minuut van de wedstrijd 4-2 had gescoord (5). De doelpuntenmaker lag geblesseerd (6) in een hoek van het veld, waarna een speler van tegenpartij uit Utrecht hem omhoog sjorde. Die actie (7) was aanleiding voor een aantal spelers én supporters om in het veld met elkaar in (8) de vuist te gaan. De clubscheidsrechter van dienst distantieerde (9) zich van (10) de wanordelijkheden en zocht de kleedkamer op. Achter zijn rug raakte een Maartensdijkse supporter, speler van het derde elftal dusdanig gewond dat hij per ambulance naar het ziekenhuis moest worden vervoerd (11). Nadat de politie arriveerde werden alle elf spelers en de begeleiding van de Utrechtse club mee naar het bureau genomen. ,,We hebben ze allemaal meegenomen, omdat niet duidelijk was wie de daders waren,’’ aldus de politiewoordvoerder. ,,Aan (12) de situatie op het veld te zien, was het wel duidelijk dat het om de Utrechtse spelers ging.’’ Vanavond om 19.00 uur is op sportpark Welgelegen in Utrecht spoedberaad, waarin betrokkenen hun verhaal kunnen doen. ,,We moeten nog wel even afwachten of het doorgaat, want er zitten nog twee leiders en een voetballer vast. Een (13) van de leiders, hebben we van de politie vernomen, wordt (14) als getuige gehoord. Maar misschien (15) zitten ze maandag nog vast. Dan heeft een beraad bij ons ’s avonds geen zin.’’ Bron: AD

antwoorden aantal goed score 1 waarbij 11 arriveerde 1 t/m 3 1.0 2 leeuwendeel 12 Aan 4 t/m 5 2.0 3 één 13 Een 6 t/m 7 3.0 4 mas s ale 14 wordt 8 t/m 9 4.0 5 ges coord 15 mis s chien 10 5.0 6 gebles s eerd 11 6.0 7 actie 12 7.0 8 dis tan tieerde 13 8.0 9 van 14 9.0 10 vervoerd 15 10.0




Kennistraining E-08

Tekstcorrectie spelling en stijl “Voetbalelftal opgepakt”






Lezers: Friese meren mooiste foto

Door Sonny in 't Zandt

Oost west, thuis best. Niet de vulkaan in Indonesie (1) of de bossen in Noorwegen, maar de

ochtendnevel op een fries (2) meer kwam gisteren als winnaar in (3) de bus van de fotowedstrijd

die AD Reiswereld hield in de aanloop naar de vakantiebeurs (4). De winnaar kreeg een kwart

van alle stemmen van de bezoekers van de beurs en op deze website.

Duizenden AD-lezers stuurden de afgelopen weken hun mooiste vakantiefoto in met als

thema ‘Wereldbestemming’. De trotse prijswinnaar Andries de Moor uit Irnsum ontving gisteren

uit handen van AD-hoofdredacteur Jan Bonjer de hoofdprijs, een diegitaal (5) fototoestel,

beschikbaar gestelt (6) door Foto Klein.

De Moor kan er wel van (7) lachen: zo dicht bij huis en toch de mooiste foto van een ‘wereld-

bestemming’.

‘Kom eens kijken in Friesland, zou ik zo zeggen. Dit is practisch (8) mijn achtertuin. Ik kom hier

altijd langs met mijn bootje op weg naar mijn visstek. Toen ik dit prachtige tavereel (9) zag,

wist ik meteen dat dit een buitekans (10) was. Ik heb snel de motor uitgezet, vandaar het spiegel-

gladde wateroppervlak. Het was s’ morgens (11) heel vroeg, maar ik heb altijd mijn toestel bij me,

speciaal in (12) dit soort momenten.’

De zes genomineerden waren uitgenodigt (13) op de beurs, waar AD Reiswereld de hele week

met een stant (14) aanwezig was. De vijf overige weekwinnaars kregen behalve een eervolle

vermelding ook allemaal een digitale kamera (15).

Bron: AD

6e druk




Kennistraining E-08

Lezers: Friese meren mooiste foto

Door Sonny in 't Zandt

Oost west, thuis best. Niet de vulkaan in Indonesië (1) of de bossen in Noorwegen, maar de

ochtendnevel op een Fries (2) meer kwam gisteren als winnaar uit (3) de bus van de fotowedstrijd

die AD Reiswereld hield in de aanloop naar de Vakantiebeurs (4). De winnaar kreeg een kwart

van alle stemmen van de bezoekers van de beurs en op deze website.

Duizenden AD-lezers stuurden de afgelopen weken hun mooiste vakantiefoto in met als

thema ‘Wereldbestemming’. De trotse prijswinnaar Andries de Moor uit Irnsum ontving gisteren

uit handen van AD-hoofdredacteur Jan Bonjer de hoofdprijs, een digitaal (5) fototoestel,

beschikbaar gesteld (6) door Foto Klein.

De Moor kan er wel om (7) lachen: zo dicht bij huis en toch de mooiste foto van een ‘wereld-

bestemming’.

‘Kom eens kijken in Friesland, zou ik zo zeggen. Dit is praktisch (8) mijn achtertuin. Ik kom hier

altijd langs met mijn bootje op weg naar mijn visstek. Toen ik dit prachtige tafereel (9) zag,

wist ik meteen dat dit een buitenkans (10) was. Ik heb snel de motor uitgezet, vandaar het spiegel-

gladde wateroppervlak. Het was ’s morgens (11) heel vroeg, maar ik heb altijd mijn toestel bij me,

speciaal voor (12) dit soort momenten.’

De zes genomineerden waren uitgenodigd (13) op de beurs, waar AD Reiswereld de hele week

met een stand (14) aanwezig was. De vijf overige weekwinnaars kregen behalve een eervolle

vermelding ook allemaal een digitale camera (15).

antwoorden aantal goed score 1 Indonesië 11 voor 1 t/m 3 1.0 2 Fries 12 ’s morgens 4 t/m 5 2.0 3 uit 13 uitgenodigd 6 t/m 7 3.0 4 Vakantiebeurs 14 s tand 8 t/m 9 4.0 5 digitaal 15 camera 10 5.0 6 gesteld 11 6.0 7 om 12 7.0 8 praktisch 13 8.0 9 tafereel 14 9.0 10 buitenkans 15 10.0




Kennistraining E-09

Tekstcorrectie spelling en stijl “Energienota”






Energienota klopt niet of komt te laat

Door RICHARD CLEVERS

Vooral kleinere stroombedrijfen (1) hebben hun administratie nog steeds niet op orde.

Teveel (2) nota’s kloppen niet of ze vallen niet op tijd bij de klant op de mad (3). Negen van de

veertien energieleveranciers presteren op één (4) of meerdere punten onder de norm. Dat blijkt

uit onderzoek van de energiewaakhond.

‘Zij laten steken schieten (5),’ aldus de waakhond. Gebrekkige fakturering (6) tart de

energiebranche al sinds de liberalisering. Opvallend noemt de waakhond het aantal vragen en

klachten dat binnenkomen (7) over het schatten van meterstanden.

‘Te vaak worden de standen níet opgenomen. Het gebruik (8) word (9) dan geschat. Mensen

klagen dat ze geen meteropnemer aan de deur hebben gehad, en ook geen kaartje ontvingen

om de standen zelf in te vullen.’

Opmerkelijk is dat de grote energiebedrijven goed skoren (10). De enige leveranciers die wél

op alle punten aan de normen voldoet (11) zijn namelijk Essent, Nuon, Eneco, Oxxio en het

Eindhovense NRE. Consumenten zouden daarom goed moeten nadenken vóór zij overstappen

naar een ander stroombedrijf. Het is niet verstandig om uitsluitend op prijs te letten.

De Consumentenbond stelde onlangs nog voor (12) dat de grote bedrijven duurder zijn dan

kleinere concurenten (13). De verschillen belopen soms honderden Euri (14) per jaar.

Maar in het onderzoek van de waakhond krijgen ook zij niet in (15) alle punten een voldoende.

Bron: AD

6e druk




Kennistraining E-09

Energienota klopt niet of komt te laat

Door RICHARD CLEVERS

Vooral kleinere stroombedrijven (1) hebben hun administratie nog steeds niet op orde.

Te veel (2) nota’s kloppen niet of ze vallen niet op tijd bij de klant op de mat (3). Negen van de

veertien energieleveranciers presteren op een (4) of meerdere punten onder de norm. Dat blijkt

uit onderzoek van de energiewaakhond.

‘Zij laten steken vallen (5),’ aldus de waakhond. Gebrekkige facturering (6) tart de

energiebranche al sinds de liberalisering. Opvallend noemt de waakhond het aantal vragen en

klachten dat binnenkomt (7) over het schatten van meterstanden.

‘Te vaak worden de standen níet opgenomen. Het verbruik (8) wordt (9) dan geschat. Mensen

klagen dat ze geen meteropnemer aan de deur hebben gehad, en ook geen kaartje ontvingen

om de standen zelf in te vullen.’

Opmerkelijk is dat de grote energiebedrijven goed scoren (10). De enige leveranciers die wél

op alle punten aan de normen voldoen (11) zijn namelijk Essent, Nuon, Eneco, Oxxio en het

Eindhovense NRE. Consumenten zouden daarom goed moeten nadenken vóór zij overstappen

naar een ander stroombedrijf. Het is niet verstandig om uitsluitend op prijs te letten.

De Consumentenbond stelde onlangs nog vast (12) dat de grote bedrijven duurder zijn dan

kleinere concurrenten (13). De verschillen belopen soms honderden euro’s (14) per jaar.

Maar in het onderzoek van de waakhond krijgen ook zij niet op (15) alle punten een voldoende.

Bron: AD

antwoorden aantal goed score 1 stroombedrijven 11 voldoen 1 t/m 3 1.0 2 Te veel 12 vast 4 t/m 5 2.0 3 mat 13 concurrenten 6 t/m 7 3.0 4 een 14 euro’s 8 t/m 9 4.0 5 vallen 15 op 10 5.0 6 facturering 11 6.0 7 binnenkomt 12 7.0 8 verbruik 13 8.0 9 wordt 14 9.0 10 scoren 15 10.0




Kennistraining E-10

Tekstcorrectie spelling en stijl “Energienota”





Verbeter spelen stijlfouten.

Winkelpersoneel graait minder Door RICHARD CLEVERS Al 1 LEIDSCHENDAM - Winkelpersoneel heeft vorig jaar veel minder van de baas gestolen dan in voorgaande jaren. Er werd voor 170 miljoen euro uit kassa’s, schappen en magazijnen weggegrisd. Een daling van tien procent ten opzichte in het jaar daarvoor. (2 fouten) Al 2 De detailhandel schrijft de daling volledig toe op het ‘waarschuwingsregister’ dat in de zomer van vorig jaar is ingevoert. Op deze zwarte lijst staan medewerkers die ooit een greep in de cassa deden of op een andere manier de zaak belaazerden. Winkeliers die elkaar via het waarschuwingsregister attent maken op zwendelaars, zagen de interne fraude soms zelfs met 40 procent dalen. Een bewijs wat het werkt, jubelt Korthals, oud minister en voorzitter van de Stichting Fraude Aanpak Detailhandel (FAD). (6 fouten) Al 3 De stichting maakt de cijfers vandaag officiëel bekent. De staatsecretaris van Economische Zaken ontvangt uit handen van Korthals een brochure over het waarschuwingsregister. ,,We verwachtten dat het register de komende jaren veel randement opleverd,’’ zegt Korthals. (6 fouten) Al 4 Het probleem van stelende medewerkers is nietemin nog altijd gigantisch. Zo’n 4000 à 5000 mensen zijn verandwoordelijk voor de 170 miljoen euro schade. Ter vergelijking: met winkeldiefstal door klanten is jaarlijks een bedrag gemoeit van 280 miljoen euro. Verreweg het grootste deel van het leed word berokkent door werknemers die een graai in de kassa doen, laat de stichting FAD weten. ,,Daarna volgt diefstal van goederen. Meestal in de non-food sector.’’ Denk daarbij bijvoorbeeld aan electronica en kleding. (6 fouten) Al 5 De diefstal kent vele varianten. Zo zijn er medewerkers die vrienden en kennissen stiekum wat meegeven. ‘Sweethearten’ heet dat in jargon. ,,Een vriendje betaald twee scheermesjes, maar neemt er tien mee,’’ zegt een woordvoerder van de stichting. ,,In opkomst is ook de retourfraude. Daarbij slaan caissiëres een ‘retour’ aan. Dat betekent dat er iets wordt geruilt. In werkelijkheid komt er niets terug en steekt de medewerker het geld in eigen portemonnee.’’ (5 fouten)

6e druk




Kennistraining E-10

antwoorden aantal goed score Al 1 weggegrisd weggegrist 1 t/m 3 1.0 ten opzichte in ten opzichte van 4 t/m 6 2.0 7 t/m 9 3.0 Al 2 schrijft de daling volledig toe op schrijft de daling volledig toe aan 10 t/m 13 4.0 ingevoert ingevoerd 14 t/m 16 5.0 cassa kassa 17 t/m 18 6.0 belaazerden belazerden 19 t/m 20 7.0 wat het werkt dat het werkt 21 t/m 22 8.0 oud minister oud-minister 23 t/m 24 9.0 25 10.0 Al 3 officiëel officieel maakt bekent maakt bekend staatsecretaris staatssecretaris verwachtten verwachten randement rendement opleverd oplevert Al 3 nietemin niettemin verandwoordelijk verantwoordelijk is gemoeit is gemoeid word wordt berokkent berokkend electronica elektronica Al 3 stiekum stiekem betaald betaalt caissiëres caissières wordt geruilt wordt geruild in eigen portemonnee in eigen zak




Kennistraining E-11

Tekstcorrectie spelling en stijl “Goed telefoneren”





Verbeter zo nodig de cursief gedrukte spelen stijlfouten. Tien geboden voor juist telefoneren Je noemt (1) nooit je naam. Hallo is meer dan voldoende. Je houd (2) de hoorn dicht aan de mond en je schreeuwt (3) zeer hard. Dit weerhoud (4) andere (5) ervan je in de rede te vallen en bekord (6) de gesprekken aanzienlijk. Heb je geen verbinding gekregen? Smijd (7) de hoorn er keihard op en sla een paar keer hard op alle toetsen. Na een paar keer zo'n behandeling doet de telefoon de volgende keer beter zijn best een verbinding tot stand te brengen. Zegt (8) nooit een groet als je zelf getoetst (9) heeft. Na de boodschap meteen de hoorn erop smeiten (10). Dit spaart aanzienlijk op de gesprekkosten (11). Bij lang van stof zijnde gesprekspartners leg je gewoon de hoorn opzij en ga je koffie halen. Daarna vraag je om een samenvatting of een herhaling. Dit kan wel zo'n kop of vijf zes duren. Dan last (12) je even een sanitère (13) noodstop in. Gaat de telefoon te vaak of op ongewenste tijden? Je grijpt (14) gewoon zelf in met behulp van een schaar of een emmer water. Een thémuts (15) wil ook wel eens helpen. Luisteren anderen vaak met je mee? Lees dan gewoon de coursen (16) van Wallstreet en het weerbericht op journaalwijze voor en ze lopen wel weg. Heb je een telefooninspreekapparaat? Zo’n ding wordt vaak ten onrechte telefoonbeant- woorder genoemt (17). Ze antwoordden (18) namelijk nooit. Geef het ding eens een leuke dag en stel hem in verbinding met een collega-inspreekapparaat. Ze blijven de hele dag bij elkaar inspreken. Is je telefoon ook een fax? Vertelt (19) het niemand, anders blijf je eeuwig achter anderen (20) aanlopen om ze hun faxen na te brengen. Het is jouw telefoon. Dus gebruik de hoorn dan ook vooral als ooreiniger (21) en haarkam. Verweider (22) vooral de resten niet. Dit voorkomt dat derden van jou (23) toestel gebruik willen maken. Dat is wel zo rustig. Je werkgever vergoedt (24) de schaadde (25) wel als de hoorn is uitgevreten door de sterke oorzuren.

6e druk




Kennistraining E-11

Tien geboden voor juist telefoneren Je noemt (1) nooit je naam. Hallo is meer dan voldoende. Je houdt (2) de hoorn dicht aan de mond en je schreeuwt (3) zeer hard. Dit weerhoudt (4) anderen (5) ervan je in de rede te vallen en bekort (6) de gesprekken aanzienlijk. Heb je geen verbinding gekregen? Smijd (7) de hoorn er keihard op en sla een paar keer hard op alle toetsen. Na een paar keer zo'n behandeling doet de telefoon de volgende keer beter zijn best een verbinding tot stand te brengen. Zeg (8) nooit een groet als je zelf getoetst (9) heeft. Na de boodschap meteen de hoorn erop smijten (10). Dit spaart aanzienlijk op de gesprekskosten (11). Bij lang van stof zijnde gesprekspartners leg je gewoon de hoorn opzij en ga je koffie halen. Daarna vraag je om een samenvatting of een herhaling. Dit kan wel zo'n kop of vijf zes duren. Dan las (12) je even een sanitaire (13) noodstop in. Gaat de telefoon te vaak of op ongewenste tijden? Je grijpt (14) gewoon zelf in met behulp van een schaar of een emmer water. Een theemuts (15) wil ook wel eens helpen. Luisteren anderen vaak met je mee? Lees dan gewoon de koersen (16) van Wallstreet en het weerbericht op journaalwijze voor en ze lopen wel weg. Heb je een telefooninspreekapparaat? Zo’n ding wordt vaak ten onrechte telefoonbeant- woorder genoemd (17). Ze antwoorden (18) namelijk nooit. Geef het ding eens een leuke dag en stel hem in verbinding met een collega-inspreekapparaat. Ze blijven de hele dag bij elkaar inspreken. Is je telefoon ook een fax? Vertel (19) het niemand, anders blijf je eeuwig achter anderen (20) aanlopen om ze hun faxen na te brengen. Het is jouw telefoon. Dus gebruik de hoorn dan ook vooral als oorreiniger (21) en haarkam. Verwijder (22) vooral de resten niet. Dit voorkomt dat derden van jou (23) toestel gebruik willen maken. Dat is wel zo rustig. Je werkgever vergoedt (24) de schade (25) wel als de hoorn is uitgevreten door de sterke oorzuren.

antwoorden aantal goed score 1 noemt 16 koers en 1 t/m 5 1.0 2 houdt 17 genoemd 6 t/m 10 2.0 3 schreeuwt 18 antwoorden 11 t/m 13 3.0 4 weerhoudt 19 verte l 14 t/m 17 4.0 5 anderen 20 anderen 18 t/m 19 5.0 6 bekort 21 oorreiniger 21 6.0 7 smijd 22 verwijder 22 7.0 8 zeg 23 jouw 23 8.0 9 getoetst 24 vergoedt 24 9.0 10 smijten 25 schade 25 10.0 11 gesprekskosten 12 las 13 sanitaire 14 grijpt 15 theemuts




Kennistraining E-12

Tekstcorrectie spelling en stijl “Mag je liegen in je cv”





Verbeter alle spelen stijlfouten. Mag je liegen in een cv?

Al 1 Is liegen in een sollicitatie toegestaan? Moet kunnen, vind een quart van de sollicitanten.

Dat blijkt door een resent onderzoek van het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI).

(4 fouten)

Al 2 Toch moeten sollicitanten oppassen, zo verteld Karina Ahles vandaag in de internetkrant het nrc.

Zij controleerd in opdracht van werkgevers cv’en van sollicitanten naar echtheid. „Echt

detektivewerk”, noemt ze het. Referenten worden nagebeld, diploma’s gecontroleert en

werkervaring nagetrokken.

(7 fouten)

Al 3 Een klein leugentje voor bestwil over een opleiding hoeft voor de funktie niet van belang te

zijn, maar verteld des te meer iets over het “vermogen om te liegen” een maal in dienstverband.

(4 fouten)

Al 4 Managementjournalist Geerhard Bolte, auteur van een sollicitatiehandboek, is hier in wat minder

strak. “Als je negen maanden niks meer hebt gedaan dan in bed liggen zappen en stroopwavels

eten, is het moeilijk daar in je cv niet over te liegen”, zegt Bolte. “Als je werkeloos bent geweest,

houd dat dan vaag.”

(4 fouten)

Al 5 Wat vind u? Moeten sollicitanten te alle tijde goudeerlijk zijn? Of is solliciteren een spel, waarin

het geoorlooft is je beter voor te doen? En, zeg eens eerlijk, heeft u zelf weleens gelogen in een

cv of sollicitatie? Alleen als u reageerd met voor en achternaam maakt uw reactie kans opgenomen

te worden in de papiere krant. (6 fouten)

6e druk




Kennistraining E-12

antwoorden aantal goed score Al 1 vind vindt 1 t/m 3 1.0 quart kwart 4 t/m 6 2.0 door uit 7 t/m 9 3.0 resent recent 10 t/m 13 4.0 14 t/m 16 5.0 Al 2 verteld vertelt 17 t/m 18 6.0 nrc NRC 19 t/m 20 7.0 controleerd controleert 21 t/m 22 8.0 cv’en cv’s 23 t/m 24 9.0 naar op 25 10.0 detektivewerk detectivewerk geconbtroleert gecontroleerd Al 3 voor om funktie functie verteld vertelt een maal eenmaal Al 4 hier in hierin strak strikt stroopwavels stroopwafels werkeloos werkloos Al 5 vind vindt te alle tijde te allen tijde geoorlooft geoorloofd reageerd reageert voor en achternaam voor- en achternaam papiere papieren




Kennistraining E-13

Tekstcorrectie spelling en stijl “Droog weer lijkt weg te blijven”





Verbeter alle spelen stijlfouten.

Droog weer lijkt voorlopig weg te blijven Door Luuk Kortekaas Al 1 DE BILT - Aan de lange droge periode van de afgelopen ander halve maand komt maandag overal in Nederland een kletsnat {PRIVATE "TYPE=PICT;ALT="}en stormachtig einde. Er word maandag twintig en dertig milimeter neerslag verwacht. (4 fouten) Al 2 Plaatselijk kan de hoeveelheid regen volgens Weather News zelfs oplopen tot veertig á vijftig milimeter. (2 fouten) Al 3 Zondag viel her en der in het land, vooral in het Noorden, al een verdwaalde voorzichtige druppel. De eerste grote buien trekken maandag pas ons land binnen. (1 fout) Al 4 De laatste regen van betekenis dateerd van 22 maart j.l. De afgelopen lange, droge periode heeft er toe geleid dat de bovenste tientalle centimeters van de bodem zijn uitgedroogt. De vraag is nu of de regen van vandaag gemakkelijk de grond in kan zakken, of juist wegstroomd. In dat laatste geval kan er plaatselijk wateroverlast ontstaan. (6 fouten) Al 5 De Verkeersinformatiedienst waarschuwde in het weekeinde al tegen mogelijk erg gladde wegen. Op de weg zitten na de lange droogte immers nog rubber, olie en brandstofresten, die vooral gevaarlijk worden bij de eerste lichte druppels. Bij vorse neerslag, zoals die vandaag wordt verwacht, kan er watergladheid, ook wel bekent als aquaplanning, optreden. (5 fouten) Al 6 Voorlopig lijkt het droge en warme weer van de afgelopen zes weken niet terug te keren. De komende dagen dringen storingen vanuit de oceaan ongehindert tot onze omgeving door. Daarbij kan het stevig gaan waaien. Vanavond zijn er in het Zuiden van het land windstoten mogelijk. Aan zee zal deze week regelmatig windkracht 6 staan. (4 fouten) Al 7 Volgens de gegevens van het KNMI in De Bilt is het deze periode van het jaar nog nooit zo lang droog geweest. Het is niet te verwachtten dat de regen van deze week meteen een einde maakt aan het grote neerslagtekort wat Nederland op dit moment plaagd. (3 fouten)

6e druk




Kennistraining E-13

antwoorden aantal goed score Al 1 ander halve anderhalve 1 t/m 3 1.0 word wordt 4 t/m 6 2.0 twintig en dertig twintig tot dertig 7 t/m 9 3.0 milimeter millimeter 10 t/m 13 4.0 14 t/m 16 5.0 Al 2 veertig á vijftig veertig à vijftig 17 t/m 18 6.0 milimeter millimeter 19 t/m 20 7.0 21 t/m 22 8.0 Al 3 in het Noorden in het noorden 23 t/m 24 9.0 25 10.0 Al 4 dateerd dateert j.l. jl. er toe ertoe tientalle tientallen uitgedroogt uitgedroogd wegstroomd wegstroomt Al 5 waarschuwde tegen waarschuwde voor rubber, olie en brandstofresten rubber-, olie- en brandstofresten vorse forse bekent bekend aquaplanning aquaplaning Al 6 vanuit vanaf ongehindert ongehinderd in het Zuiden in het zuiden uit zee aan zee Al 7 te verwachtten te verwachten wat dat plaagd plaagt




Kennistraining E-14

Tekstcorrectie spelling en stijl “De arme houthakker”






Verander tevens de onderstreepte woorden in een alternatief woord met een betekenis

die in de tekst past.

De arme houthakker

Er was eens een arme houthakker, die hete (1) Pa Rihuana. Hij had een hele basige (2)

vrouw, Ma Rihuana genaamd. Ze hadden twee kinderen, die Hash en Wietje waren

gedoped (3). Wietje speelde met haar Barbituraten (4) en Hash speelde met Stuffie (5),

zijn hond, en zijn kat, Morfientje. Ma Rihuana zei: "We moeten iets doen." Pa Rihuana

snoof eens diep (6), maar wist niets te antwoordden.(7) Ze hadden namelijk niets meer

te eten.

Ma Rihuana bedacht een boos plan. Ze zouden met z'n vieren een tripje (8) gaan maken

in het bos en daar zouden ze Hash en Wietje achterlaten. Maar de slimme Hash had alles

gehoort (9) en stak een mesje in z'n broekzak. De volgende dag gingen ze naar het bos waar

de wind door de bomen blowde (10) die high (11) waren.

's Middags deden Hash en Wietje een dutje en hun ouders gingen er stilletjes vandoor. Maar

Hash had met z'n mesje leintjes (12) getrokken in de sneeuw, dus konden ze makkelijk de weg

naar het dorp terugvinden. Ze durfden echter niet naar huis, dus gingen ze naar opium (13) en

omium (14). Zij zaten vredig op hun canabee (15) naar de LSD-speler (16) te luisteren, waar

de hid (17) klonk:

Altijd rookt Kortjakje wiet

Midden in de week maar 's zondags niet

's Zondags rookt zij heroine (18)

Met een snuifje cocaine (19)


Midden in de week maar 's zondags niet.

6e druk




Toen de grootouders de kinderen zagen begroeten (20), ze hen uitbundig: "High!" (21) riepen

ze, en "High!" riepen Hash en Wietje terug. Ze kregen een kracker (22) aangeboden.

"Hebben jullie honger?" vroegen hun grootouders. "Jaa! riepen Hash en Wietje, "laten we gaan

chinezen" (23). "Goed" zei grootmoeder, "ik coke (24) wel".

De volgende dag werden Hash en Wietje weer naar huis gebracht. Pa Rihuana was blij, maar

Ma Rihuana niet. Toen ze weer een wandelingetje in het bos gingen maken, lette Ma Rihuana

ekstra (25) goed op Hash, zodat hij geen kans zag lijntjes te trekken. Toen werden ze weer alleen

achter gelaten en ze waren erg verdwaalt (26). Opeens zagen ze een vogeltje dat floot

"Wiedewiedewiet".

Ze volgden het en kwamen bij een huisje dat helemaal van coke gemaakt was.

Zoveel coke hadden ze nog nooit bij elkaar gezien. Ze begonnen meteen te snuiven, maar terwijl

ze zo heerlijk snuifden (27) werden ze bespeed (28) door de boze H-XTC die in het huisje

woonde. Ze hoorden een crackstem (29): "Sniffel, snaffel, snuifje, wie snuifd (30) er aan mijn

huisje?" "Het is de wind, de wind", riepen Hash en Wietje in koor. Dit herhaalde zich een paar

maal. Maar toen kreeg de H-XTC argwaan en ze kwam naar buiten en zei met een lief stemmetje:

"Kom maar mee naar binnen, daar heb ik lekkere spacekeek (31) voor jullie". Maar eigenlijk had

de boze H-XTC maar al te veel zin in die Hash en Wietje.

Na een tijdje zaten Hash en Wietje helemaal stoned (32) en uitgeteld bij de H-XTC aan tafel.

Nu wilde H-XTC Wietje gaan drogen in haar drooghok en Hash samenpersen in haar persijzer

om hem vervolgens in blokjes te snyden (33). Ze konden niet meer ontkomen. "Hennep!" (34)

riepen Hash en Wietje. Ze waren bang om opgerookd (35) te worden. Wietje moest gaan kijken

of de kolen in het drooghok al heet genoeg waren. Ze zei tegen de H-XTC dat ze het niet goed

kon zien. De H-XTC ging nu zelf kijken en Wietje duuwde (36) de H-XTC in het drooghok en deed

de deur dicht. De H-XTC begon luidkeels te schreeuwen.

Al gauw bleef er niet veel meer over dan een sissent (37) hoopje groene blubber. Wietje haalde

Hash en ze waren blij. Ze doorzochten het huisje en namen zoveel drugs mee als ze maar konden

houden. Hun zakken puilden uit van de morfine, methadon, hash, wiet, coke en vooral XTC.

Ze staken het huisje in brand. "CRACK!" (38) zei het huisje. Het wiedewiedewietvogeltje wees

hen (39) de weg. Onderweg kwamen ze Rookkapje en Sneeuwwietje nog tegen. Toen ze eindelijk

thuiskwamen was Pa Rihuana heel blij. Ma Rihuana was dood door een overdosis en de rest van

de familie leefde samen nog high (40) en gelukkig.




Kennistraining E-14

De arme houthakker

Er was eens een arme houthakker, die heette (1) Pa Rihuana. Hij had een hele bazige (2)

vrouw, Ma Rihuana genaamd. Ze hadden twee kinderen, die Hash en Wietje waren

gedoopt (3). Wietje speelde met haar barbiepopjes (4) en Hash speelde met Snuffie (5),

zijn hond, en zijn kat, Morfientje. Ma Rihuana zei: "We moeten iets doen." Pa Rihuana

dacht eens diep na (6), maar wist niets te antwoorden.(7) Ze hadden namelijk niets meer

te eten.

Ma Rihuana bedacht een boos plan. Ze zouden met z'n vieren een wandelingetje (8) gaan

maken in het bos en daar zouden ze Hash en Wietje achterlaten. Maar de slimme Hash had alles

gehoord (9) en stak een mesje in z'n broekzak. De volgende dag gingen ze naar het bos waar

de wind door de bomen waaide (10) die hoog (11) waren.

's Middags deden Hash en Wietje een dutje en hun ouders gingen er stilletjes vandoor. Maar

Hash had met z'n mesje lijntjes (12) getrokken in de sneeuw, dus konden ze makkelijk de weg

naar het dorp terugvinden. Ze durfden echter niet naar huis, dus gingen ze naar opa (13) en

oma (14). Zij zaten vredig op hun canapé (15) naar de cd-speler (16) te luisteren, waar

de hit (17) klonk:


Midden in de week maar 's zondags niet

's Zondags rookt zij heroïne (18)

Met een snuifje cocaïne (19)


Midden in de week maar 's zondags niet.

Toen de grootouders de kinderen zagen begroetten (20), ze hen uitbundig: "Hallo!" (21) riepen

ze, en "Hallo!" riepen Hash en Wietje terug. Ze kregen een cracker (22) aangeboden.

"Hebben jullie honger?" vroegen hun grootouders. "Jaa! riepen Hash en Wietje, "laten we gaan

chinees gaan eten" (23). "Goed" zei grootmoeder, "ik kook (24) wel".

De volgende dag werden Hash en Wietje weer naar huis gebracht. Pa Rihuana was blij, maar

Ma Rihuana niet. Toen ze weer een wandelingetje in het bos gingen maken, lette Marihuana

exstra (25) goed op Hash, zodat hij geen kans zag lijntjes te trekken. Toen werden ze weer alleen

achter gelaten en ze waren erg verdwaald (26). Opeens zagen ze een vogeltje dat floot

"Wiedewiedewiet". Ze volgden het en kwamen bij een huisje dat helemaal van coke gemaakt was.




Zoveel coke hadden ze nog nooit bij elkaar gezien. Ze begonnen meteen te snuiven, maar terwijl

ze zo heerlijk snoven (27) werden ze bespied (28) door de boze H-XTC die in het huisje

woonde. Ze hoorden een kraakstem (29): "Sniffel, snaffel, snuifje, wie snuift (30) er aan mijn

huisje?" "Het is de wind, de wind", riepen Hash en Wietje in koor. Dit herhaalde zich een paar

maal. Maar toen kreeg de H-XTC argwaan en ze kwam naar buiten en zei met een lief stemmetje:

"Kom maar mee naar binnen, daar heb ik lekkere spacecake (31) voor jullie". Maar eigenlijk had

de boze H-XTC maar al te veel zin in die Hash en Wietje.

Na een tijdje zaten Hash en Wietje helemaal onder invloed van drugs (32) en uitgeteld bij de

H-XTC aan tafel. Nu wilde H-XTC Wietje gaan drogen in haar drooghok en Hash samenpersen in

haar persijzer om hem vervolgens in blokjes te snijden (33). Ze konden niet meer ontkomen.

"Help!" (34) riepen Hash en Wietje. Ze waren bang om opgerookt (35) te worden. Wietje moest

gaan kijken of de kolen in het drooghok al heet genoeg waren. Ze zei tegen de H-XTC dat ze het

niet goed kon zien. De H-XTC ging nu zelf kijken en Wietje duwde (36) de H-XTC in het drooghok

en deed de deur dicht. De H-XTC begon luidkeels te schreeuwen.

Al gauw bleef er niet veel meer over dan een sissend (37) hoopje groene blubber. Wietje haalde

Hash en ze waren blij. Ze doorzochten het huisje en namen zoveel drugs mee als ze maar konden

houden. Hun zakken puilden uit van de morfine, methadon, hash, wiet, coke en vooral XTC.

Ze staken het huisje in brand. "KRAK!" (38) zei het huisje. Het wiedewiedewietvogeltje wees

hun (39) de weg. Onderweg kwamen ze Rookkapje en Sneeuwwietje nog tegen. Toen ze eindelijk

thuiskwamen was Pa Rihuana heel blij. Ma Rihuana was dood door een overdosis en de rest van

de familie leefde samen nog lang (40) en gelukkig.

antwoorden aantal goed score 1 heette 21 hallo, h i 1 t/m 10 1.0 2 bazige 22 cracker 11 t/m 14 2.0 3 gedoopt 23 chinees gaan e ten 15 t/m 20 3.0 4 barbiepopjes 24 kook 21 t/m 24 4.0 5 Snuffie [zie Bruna] 25 extra 26 t/m 29 5.0 6 zuchtte diep 26 verdwaald 30 t/m 33 6.0 7 antwoorden 27 snoven 34 t/m 35 7.0 8 wandelingetje 28 bespied 36 t/m 37 8.0 9 gehoord 29 kraakstem 38 t/m 39 9.0 10 waaide 30 snuift 40 10.0 11 hoog 31 spacecake 12 lijntjes 32 suf, onder invloed van drugs 13 opa 33 snijden 14 oma 34 Help 15 canapé 35 opgerookt 16 cd- of dvd-speler 36 duwde 17 hit 37 sissend 18 heroïne 38 krak 19 cocaïne 39 hun 20 begroetten 40 lang

Documents

Kennistrainingen 6e druk