Upload
cornelis-dubbelman
View
257
Download
6
Embed Size (px)
DESCRIPTION
De Nederlandse gezondheidszorg staat voor grote uitdagingen. Hoe waarborgen we de kwaliteit? Lees er hier alles over aan de hand van verschillende ziektebeelden. Het voorwoord is verzorgd door minister Edith Schippers
Citation preview
Vinger aan de pols voor PAH-patiënten
Ouderenzorg
Verschuiving GGZ richting huisarts
Een model voor zorg op maat
juli 2013
Kwaliteit in de Zorg
“Gezondheidsbeleving: zorg op maat”
“Wat is gezondheid eigenlijk en wat kun je doen
om mensen een betere beleving van hun gezond-
heid te geven? ” Prof. dr. Sjaak Bloem stelt heel
relevante vragen, die nochtans in de waan van de
dag ondergesneeuwd dreigen te raken. Terwijl ze
toch enorm belangrijk zijn voor verbetering van
de kwaliteit van de zorg. Prof. Bloem bekleedt
een leerstoel op Nyenrode Business Universiteit,
welke is ingesteld op initiatief van Janssen, rond
gepersonaliseerde zorg.
Lees verder op pagina 3
“Van geneeskunde naar geneeskunst”
De verbetering van de kwaliteit van zorg kent
verschillende aspecten. Uiteraard moet de tech-
nische handeling, die voor de zorg wordt uitge-
voerd, kloppen. Maar ook van belang is hoe de
patiënt die behandeling beleeft. Prof. dr. Hans
Kerkkamp is lid van de Raad van Bestuur van
het Atrium Ziekenhuis in Heerlen en houdt zich
daar bezig met de voortdurende verbetering van
de kwaliteit van zorg. “Belangrijk is ook om je af
te vragen wat een behandeling heeft bijgedragen
aan de waarde van de kwaliteit van leven.”
Lees verder op pagina 10
“Van spreekkamer naar gesprekskamer”
“Iedere patiënt is uniek. Het is van belang dat de
juiste informatie en juiste zorg bij de juiste patiënt
komt. Dat betekent niet dat je zes miljoen patiën-
ten allemaal een unieke benadering kunt geven,
maar er zijn wel gemeenschappelijke kenmerken
die een gemeenschappelijke benadering recht-
vaardigen. Er zijn patiënten die helemaal niet zit-
ten te wachten op uitgebreide informatie, ande-
ren willen juist het naadje van de kous weten voor
ze een keuze voor een behandeling maken.
Lees verder op pagina 11
2 voorwoord
Kwaliteit in de Zorg
Pulse Media Group
De inhoud van de commerciële bijdragen zoalsbedrijfsprofielen, expertinterviews, expertbijdrage en advertorials beschrijven de meningen en standpunten van de geïnterviewden. De redactie van PMG tracht alle fouten te voorkomen, echter kan de redactie niet in staan voor eventuele fouten of onvolkomenheden in deze bijdragen. PMG aanvaardt hierdoor geen aansprakelijkheid.
Pulse Media Group B.V. Keizersgracht 1271015 CJ Amsterdam T 020 520 76 50 www.pulsemedia-group.com
Inhoud
Veranderingen in het zorglandschap
Zorg voor PAH-patiënten
Medicijnmonitor voor therapietrouw
Opluchting bij hooikoorts
GGZ naar de huisarts
Zeldzame psychische aandoeningen
Psychosomatiek kent drempels
Waarom een particulier verzorgingshuis?
Homeopathie is een keuze
Wat een vermoeidheidcentrum kan doen
Thuiszorg: ook een sociale functie
4
6
8
9
12
13
14
15
16
17
18
Colofon
Senior Media AdvisorCornelis [email protected]
Managing DirectorMaarten Le [email protected]
Productie/Lay-OutBert Potse, Jelle Heijman, Studio Razend
RedactieCor Dol (hoofdredactie), Hans-Peter Lassche, Irma van der Lubbe, Annemiek de Waard
Foto‘sBigstockphoto.com
DrukkerDijkman Offset, Diemen
Edith Schippers, Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
De kwaliteit van de Nederlandse gezondheidszorg moet
hoog zijn en blijven. Daar is iedereen het over eens. Maar
wat is dat dan, die kwaliteit? We denken natuurlijk aller-
eerst aan de technische kant van zorg: genezen en ver-
betering van de kwaliteit van leven. Maar er hoort meer
bij: brede openingstijden bij de huisarts bijvoorbeeld, voor
de deur kunnen parkeren, snel telefonisch contact krijgen.
Of via e-mail. Kwaliteit is ook duidelijke informatie ont-
vangen over wat je mankeert. Weten wie de beste is op
welk gebied. Serieus genomen worden. Een gezamenlijk
opgesteld behandelplan, waar je je aan kunt houden. Zo
lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen ondanks een
aandoening. Of thuis kunnen sterven. Maar kwaliteit is
ook de wetenschap dat zorg beschikbaar en betaalbaar
is en blijft.
Onze gezondheidszorg staat voor een grote uitdaging. De
snel stijgende kosten waren goed op te vangen in tijden
van economische bloei. Maar die tijden zijn over. De eco-
nomie zal de komende jaren een veel lagere groei kennen.
Daardoor zullen we veel meer moeten kijken naar wat we
meer en beter kunnen doen met minder geld. Gelukkig
erkennen zorgverleners dat efficiënte en klantvriendelijke
ziekenhuizen vaak ook de betere ziekenhuizen zijn. Kwa-
liteit is vaak helemaal niet duurder, in tegendeel.
Ik ben ervan overtuigd dat we nog veel vooruitgang kun-
nen boeken. In verschillende ziekenhuizen wordt heel
verschillend behandeld. Dat betekent dat artsen de eigen
richtlijn over wat goede zorg is, vaak niet volgen. Veel
onderzoeken zijn onnodig of worden dubbel gedaan, dat
belast de patiënt onnodig. Zinnig en zuinig is het nieuwe
devies. De zorg zal zich daaraan moeten aanpassen. We
moeten kijken naar wat een patiënt of cliënt echt nodig
heeft en daaraan zuinig invulling geven. Mensen worden
in de toekomst vaker thuis behandeld en verzorgd. In hun
eigen vertrouwde omgeving voelen ze zich veilig en vrij.
Dat is goed voor patiënten én voor de kosten, want die lig-
gen lager. De toepassing van e-health dient beide doelen:
patiënten hebben meer comfort en vrijheid en de kosten
liggen lager.
Innovaties kunnen enorme verbeteringen brengen in de
kwaliteit, maar dat is niet per definitie zo. Het is cruciaal
om scherp te kijken naar wat iets oplevert voor patiënten
of cliënten. Niet elk ziekenhuis heeft bijvoorbeeld alle ap-
paratuur nodig. De meerwaarde is soms beperkt. Deze
apparatuur kost veel geld en het is dus opmerkelijk dat
ziekenhuizen soms massaal overgaan tot aanschaffen,
terwijl onduidelijk is wat de meerwaarde ervan is.
Kwaliteit van zorg zit ook in de relatie arts en patiënt.
Staat de kwaliteit van leven centraal, of de behandeling?
Bijvoorbeeld bij ouderen met één of meer chronische aan-
doeningen. Deze patiënten slikken vaak ontzettend veel
medicijnen. Apothekers kunnen met een medicijncheck
één keer per jaar uitzoeken hoe die medicijnen zich tot
elkaar verhouden. Werken ze elkaar tegen, kan het niet
minder? Zo’n check kan ontzettend veel kwaliteit voor de
patiënt opleveren. Kwaliteit is soms complex, maar kan
ook ontzettend simpel zijn.
De sector zelf bepaalt wat kwaliteit is, met richtlijnen en
normen. En bovenal met het eigen handelen. De verze-
keraars, de artsen, ziekenhuizen, verpleegkundigen, de
tandartsen, de verloskundigen en alle andere zorgverle-
ners zorgen er samen voor dat iedereen die zorg nodig
heeft, de beste zorg kan krijgen. De zorgvraag van de pa-
tiënt is daarbij leidend en inzicht voor de patiënt in wie
welke kwaliteit levert, is cruciaal. De komende jaren is dat
de opdracht die we moeten vervullen, opdat ook over een
aantal jaren in Nederland nog steeds topzorg wordt gele-
verd, beschikbaar voor iedereen die het nodig heeft.
Partners
3expertbijdrage
“Wat is gezondheid eigenlijk en wat kun je doen om mensen een betere beleving van hun gezondheid te ge-ven? Welke diensten kun je aanbie-den om die beleving te verbeteren en als je dat aanbiedt, hoe controleer je dan of het werkt?” Prof. dr. Sjaak Bloem stelt heel relevante vragen, die nochtans in de waan van de dag ondergesneeuwd dreigen te raken. Terwijl ze toch enorm belangrijk zijn voor verbetering van de kwaliteit van de zorg. Prof. Bloem bekleedt een leerstoel op Nyenrode Business Universiteit, welke is ingesteld op initiatief van Janssen, rond geperso-naliseerde zorg. Janssen wil, met het mogelijk maken van deze leerstoel, een bijdrage leveren aan het verbe-teren van de kwaliteit van leven en de zorg voor patiënten en hun om-geving. Vanuit deze leerstoel is een model ‘gepersonaliseerde zorg’ ont-wikkeld, waarbij bovenstaande vra-gen als pijlers dienden.
Ladder“Een aantal jaren geleden zijn we ons gaan
bezighouden met de vraag hoe we de gezond-
heidsbeleving van een individu moeten meten.
Er is een ontzettend groot instrumentarium
en heden ten dage wordt dat instrumentarium
steeds belangrijker, omdat ziekenhuizen de
opdracht krijgen de gezondheidsbeleving van
mensen in kaart te krijgen. Samen met col-
lega dr. Joost Stalpers vroeg ik me af wat voor
typen vragenlijsten er in feite bestonden en
wat de achterliggende gedachte daarvan was.
Het bleek dat de meeste vragenlijsten wel be-
trouwbaar zijn, maar ze zijn veelal niet valide.
Dat laatste wil zeggen dat niet precies duidelijk
is wat er wordt gemeten. Dat komt omdat de
meeste vragenlijsten geen helder theoretisch
kader hebben en omdat de gebruikte begrip-
pen zijn niet geduid.” De tijd leek daarmee rijp
voor een goede onderbouwing van het begrip
gezondheid, het meten daarvan en vooral hoe
mensen hun eigen gezondheid beleven. Prof.
Bloem: “Wij zien gezondheid als het functione-
ren van individuen om het leven te leiden dat ze
willen leiden, binnen de grenzen van de eigen
mogelijkheden. Een goed beeld daarvan is een
persoon die op een ladder op en neer gaat. Hoe
hoger op de ladder, hoe beter je je gezondheid
beleeft. De top van de ladder staat voor de top-
dag over een bepaalde periode, en de onderste
sport voor de slechtste dag. Zo kunnen we op
een heel praktische manier meten. De gezond-
heidsbeleving van een persoon komt overeen
met de plaats op de ladder die hij zichzelf geeft.”
Persoonlijk makenDus: gezondheid werd gedefinieerd én het kon
op een eenvoudige manier worden gemeten.
Overigens was het idee van een ladderschaal
niet nieuw, maar werd wel door Bloem en Stal-
pers geoptimaliseerd voor gebruik voor het
meten van beleefde gezondheid. “En door de
uitersten aan te geven, konden we meting per-
soonlijk maken. Het goede aan de schaal is dat
de positie waarop je jezelf op de ladder plaatst
ten opzichte van de topdag, absoluut is. Zo kun
je mensen die terminaal ziek zijn vergelijken
met een sportman die zijn benen heeft gebro-
ken.” Die gegevens zijn belangrijk in de dage-
lijkse praktijk van de zorg, want als je als behan-
delend arts behalve inzicht in de biomedische
factoren ook inzicht in de beleving van de ziekte
hebt, dan leidt dat tot een betere diagnose, een
beter behandelplan, een hogere gerapporteerde
patiënttevredenheid en een hogere therapie-
trouw. “Het medische deel heeft in de praktijk
veelal de overhand”, vindt Sjaak Bloem. “Het be-
levingsdeel wordt een beetje vergeten. Dat zou
op één of andere manier meer terug moeten ke-
ren in de behandelkamer. Daarmee zou de ma-
nier waarop de patiënt met zijn of haar ziekte
omgaat, ook geborgd zijn.” Voor elk individu
geldt dat de uitersten van de gezondheidsbele-
ving, zoals we die op onze eigen ladder weerge-
ven, kunnen blijven verschuiven in de tijd. “Het
enige relevante is hoe je nu je gezondheid be-
leeft ten opzichte van die topdag.”
Acceptatie en controleOm de beleving van gezondheid nog meer te-
rug te brengen naar de behandelkamer, worden
onder meer in ziekenhuizen PROMs geïntro-
duceerd: Patient Reported Outcome Measure-
ments. Dit zijn belangrijke methodieken om de
patiënt een stem te geven, maar ze hebben
vaak als nadeel dat het hele lange vragenlijsten
zijn. “Het is niet te doen om een patiënt elke
drie weken een lange vragenlijst voor te leggen.
Met behulp van de ladderschaal kun je echter al
binnen vier vragen een indicatie krijgen van de
richting die de beleving opgaat. Bovendien wil je
weten waarom mensen zichzelf hoger of lager
op de ladder plaatsen ten opzichte van een eer-
der meetpunt. Daarbij spelen de grootheden ac-
ceptatie en controle een rol.” Acceptatie wil zeg-
gen in hoeverre een patiënt bereid is de ziekte
een plaats te geven in het leven, controle zegt
iets over het zien van mogelijkheden om iets
aan de gezondheid te kunnen doen. Als beide
dalen, zal ook de gezondheidsbeleving dalen.
Maar ook één van beide kan dalen. Patiënten
met een hoge acceptatie en hoge controle doen
het goed. “Deze mensen moet je voeden met
trots. In termen van gezondheidsbeleving sco-
ren zij hoog. Patiënten met een hoge acceptatie
en lage controle zijn mensen die heel praktisch
planning en structuur nodig hebben. Mensen
met een lage acceptatie en hoge controle heb-
ben emotionele zorg nodig, zij vechten tegen
zichzelf. Lotgenotencontact is dan bijvoorbeeld
een goed middel.” De moeilijkste groep is die
met een lage controle en lage acceptatie. “Zij
behoeven coaching, je moet ze aan de hand
meenemen en hoop gaan bieden.” Met slechts
zes vragen kunnen mensen ingedeeld worden
in één van de vier menstypen.
Meer doelgerichte zorgBelangrijk voor de praktische toepassing van dit
model voor gepersonaliseerde zorg is dat met
deze kennis zorg doelgerichter en effectiever
aangeboden kan worden. Daarmee kunnen ook
- en dat is in het licht van de huidige en komen-
de ontwikkelingen in de zorg minstens zo be-
langrijk - de kosten in de hand worden gehou-
den. Prof. Bloem: “Je kunt de zorg dus inrichten
aan de hand van de vier typen patiënten, je kunt
doelgerichter zorg aanbieden en met behulp
van de laddermeting kijken of de aangeboden
zorg ook daadwerkelijk soelaas biedt. Dat geeft
je de kans om bij te sturen mocht dat nodig zijn.
En je geeft niet alleen de arts, maar ook jezelf
als patiënt inzicht. In het kader van ‘samen ver-
antwoordelijk zijn’, is dat een belangrijk gege-
ven.” Om het meten makkelijk en efficiënt te
maken heeft het bedrijf ‘Healthy Solutions’ een
web- en app-based programma ontwikkeld:
‘MedScores’. Op basis van de scores worden
individuen automatisch ingedeeld in één van de
vier menstypen.
TransparantieAllerlei partijen spelen een rol in de gezond-
heidszorg en zullen in de schaduw van de hui-
dige tijd toch met elkaar om tafel moeten. Dan
is het goed om effectieve indicatoren te heb-
ben waarmee de zorg beoordeeld kan worden.
Bloem vindt ook dat partijen meer transparant
met elkaar zouden moeten gaan samenwerken.
“Je zult de samenwerking moeten gaan zoe-
ken tussen arts en patiënt. Dat gebeurt ook al,
maar men moet meer durven. Er zijn al artsen
van doordrongen dat meer grip op de patiënt-
beleving kan leiden tot een betere behandeling.
Maar verschillende partijen zouden het samen
moeten onderschrijven en er aan werken om
het in te voeren in de klinische praktijk. Een
multidisciplinaire insteek is vereist, waarbij ook
de patiënt een rol speelt. Een verandering van
mentaliteit is niet alleen iets van de arts, een lid
van de Raad van Bestuur of de zorgverzekeraar,
maar ook van de patiënt. Zelfmanagement be-
tekent dat je het samen moet doen en het mo-
del voor gepersonaliseerde zorg kan daarbij een
goede leidraad zijn.”
Gezondheidsbeleving: zorg op maatOp een ‘vrij eenvoudige’ manier is de beleving van gezondheidszorg te meten.En de resultaten bieden kansen op verbetering van de kwaliteit.
Prof. dr. Sjaak Bloem bekleedt een leerstoel op Nyenrode BusinessUniversiteit rond
gepersonaliseerde zorg en is werkzaam bij de innovatieve, farmaceutische firma Janssen.
4 van de redactie
Het veranderende zorglandschapSinds 1 januari van dit jaar zijn er veranderingen in de zorg. Zo gaat het eigen risico omhoog naar 350 euro.
Wie in Nederland woont of werkt, is wet-telijk verplicht een basisverzekering af te sluiten bij een zorgverzekeraar in Ne-derland. Het basispakket dekt de stan-daardzorg van bijvoorbeeld huisarts, ziekenhuis of apotheek. De overheid be-slist wat er in het basispakket zit.
BasispakketDe veranderingen in het basispakket in 2013 zijn onder andere: het eigen risico gaat omhoog naar 350 euro, rollators en andere eenvoudige loophulpmiddelen verdwijnen uit het basispakket, men be-taalt een eigen bijdrage van 25 procent bij de aanschaf van gehoortoestellen, de eigen bijdrage in de curatieve geeste-lijke gezondheidszorg wordt afgeschaft, het stoppen-met-rokenprogramma komt terug in het basispakket en er wor-den maximaal drie behandeluren dieet-advies vergoed.
AWBZOm de zorg toegankelijk, goed en be-taalbaar te houden, voert het kabinet de komende jaren hervormingen door zoals op het gebied van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Ook neemt de overheid maatregelen zodat mensen langer zorg thuis kunnen krijgen. Het kabinet wil de AWBZ vanaf 2015 ingrijpend hervormen. Alleen de zwaarste, langdurige zorg wordt dan nog vergoed uit de AWBZ. Lichtere vormen van AWBZ-zorg gaan naar gemeenten of worden geregeld via de zorgverzeke-ring. Verder is bij mensen met een eigen vermogen de eigen bijdrage omhoog-gegaan, is er extra geld voor persoons-gebonden budget en wil het kabinet dat mensen langer zorg thuis kunnen krij-gen.
MantelzorgHet zorglandschap verandert: de over-heid trekt zich steeds meer terug en sti-muleert dat patiënten, zorgaanbieders en zorgverzekeraars hun verantwoorde-lijkheid nemen. Langer thuis blijven be-tekent ook dat de rol van de mantelzorg
steeds groter wordt. Er zijn in Nederland 3,6 miljoen mantelzorgers die langdu-rig en onbetaald zorgen voor zieke of gehandicapte familieleden of vrienden. Een ziekte die iemand langzaam maar zeker volledig afhankelijk maakt van de zorg van anderen is dementie. De ver-wachting is dat in de toekomst een op de vijf mensen een vorm van dementie krijgt, waarvan de ziekte van Alzheimer de meest voorkomende is. Het overgro-te deel van deze mensen woont thuis en krijgt zorg van vooral mantelzorgers. De belangrijkste reden voor opname in een verpleeghuis is dat de mantelzorg het niet meer aan kan.
Dementie“De samenleving wordt steeds ouder en er nadert een grote golf van mensen die zullen lijden aan dementie”, zegt Bart Rutten, lid Wetenschappelijke Ad-viesraad ISAO (Internationale Stichting Alzheimer Onderzoek) en neuroweten-schapper/psychiater aan het Maastricht UMC. Het verouderingsproces is de grootste risicofactor om Alzheimer te ontwikkelen. “Daarnaast wordt de kans verhoogd door bijvoorbeeld levensstijl-factoren zoals voeding en genetische factoren, die vooral bij de vroege vorm van de ziekte een belangrijke rol spelen. Tot nu toe is de voortgang van de ziekte onomkeerbaar en onbehandelbaar. Om effectieve strategieën te ontwikkelen die de ziekte daadwerkelijk kunnen ver-tragen of de ernst kunnen verminderen is neurobiologisch onderzoek noodza-kelijk. De identificatie van de biologi-sche componenten in het ziekteproces die omkeerkaar zijn, zal er hopelijk toe leiden dat we in de toekomst dementie kunnen vertragen, behandelen en mis-schien zelfs in bepaalde gevallen kun-nen voorkomen! Vroegdiagnostiek, het tijdig herkennen van voorstadia, is hier-bij natuurlijk van groot belang.”
GeneesmiddelenNederlanders gebruiken in vergelijking met andere Europeanen weinig me-
dicijnen. Toch stijgen de uitgaven aan medicatie. Belangrijke oorzaken zijn de komst van nieuwe, dure geneesmidde-len en het feit dat mensen steeds ouder worden. De Stichting Eerlijke Genees-middelenvoorzieningen (EGV) is een on-afhankelijke organisatie die zich inzet om arts en patiënt te ondersteunen bij problemen met de vergoeding van ge-neesmiddelen. De wet- en regelgeving over de vergoeding van geneesmidde-len is lastig te doorgronden en kan voor artsen, patiënten en zorgverzekeraars voor misverstanden zorgen. De stichting is tien jaar geleden opgericht door de initiatiefnemers die zich zorgen maak-ten om de communicatie tussen arts en patiënt en om de toegang tot medicij-nen.
MonitorIn 2012 en in 2013 heeft een overheve-ling van dure geneesmiddelen plaats-gevonden. Het gaat daarbij om ver-anderingen in de financiering voor geneesmiddelen die worden ingezet bij chronische ontstekingsziekten zoals reuma, oncologische aandoeningen en aandoeningen waarbij groeihormonen worden voorgeschreven. De stichting heeft in samenwerking met een groot aantal patiëntenorganisaties en be-roepsverenigingen een monitor in het leven geroepen: monitorgeneesmidde-len.nl. De monitor is een goede basis volgens EGV-vicevoorzitter Kees van Schagen: “Een model waarin artsen en patiënten een belangrijke rol hebben.” Er is een denktank opgezet om na te denken over wat potentiële problemen kunnen zijn. Hiervoor kunnen patiënten de vragenlijst op de website invullen. Zij worden opgeroepen via patiëntenver-enigingen en beroepsgroepen.
SwitchOok heeft de stichting een helpdesk voor patiënten die geneesmiddelen niet kunnen krijgen; deze signalen worden
meegenomen. Daarnaast wordt aanvul-lend onderzoek van bijvoorbeeld apo-thekerscoöperatie Napco meegenomen. Het rapport is nu naar de Tweede Kamer. Van Schagen: “Wel jammer dat het mi-nisterie dat de subsidie verstrekt, wor-stelt met de conclusies met betrekking tot de invoering van de overheveling. De oplossing moet de kwaliteit struc-tureel ondersteunen. Alles draait nu om volumes en kostenbeheersing. Als patiënten daardoor moeten switchen, terwijl de richtlijnen zeggen dat het niet goed is, dan komt de kwaliteit van zorg in gevaar.” Dit gebeurt vooral bij TNF-alfa-blokkers. Patiënten begrijpen niet waarom veranderd wordt. Er wordt nu onderzocht of in één keer switchen wel goed is. “De monitor is in het politieke debat ingebracht en geeft transparantie, iets dat nodig is in de zorg. We moeten zorgconsumenten, die nu nog te afhan-kelijk van de arts zijn, vertrouwen geven en in de spreekkamer de vrijheid geven om zelf beslissingen te durven nemen.”
CommunicatieVoor een goede kwaliteit van zorg is goede communicatie belangrijk. Van Schagen: “We hebben het over multidis-ciplinaire teams, wijkverpleging, enzo-voort. Behalve de communicatie tussen arts en patiënt is ook de communicatie tussen de zorgverleners onderling en tussen de ziekenhuisapotheek en de openbare apotheek belangrijk. Die laat-ste vorm van communicatie rammelt nu nog aan alle kanten en wordt een steeds nijpender probleem, zeker bij oncolytica. De communicatie moet zo optimaal mo-gelijk zijn voor het welzijn van de zorg-consument! En ook is transparantie in de financiering noodzakelijk. Er zijn bijvoorbeeld nu vaak nog onduidelijke afspraken tussen ziekenhuizen en zorg-verzekeraars.”
Auteur: Annemiek de Waard
5expertinterview
Rivierduinen biedt tweede- en derdelijns
geestelijke gezondheidszorg aan de in-
woners van het noorden en midden van
Zuid-Holland. Onze zorg stelt cliënten in
staat weer grip op hun leven te krijgen
en zelf keuzes te maken die de kwaliteit
van hun leven verhogen. Onze centra voor
geestelijke gezondheidszorg bieden de
zorg in de omgeving die het best past bij
de situatie van de cliënt: thuis als het kan,
in één van onze klinieken als het moet. In
de geestelijke gezondheidszorg zien we
de komende jaren een verschuiving van
opname in een kliniek naar behandeling in
een polikliniek of thuis. Het afbouwen van
opnameplekken is onderdeel van het door
minister Schippers gesloten zorgakkoord.
Landelijk moet het aantal opnameplekken
in 2020 met een derde zijn teruggebracht
ten opzichte van 2008.
Thuis als het kan
Thuis als het kan, vertaalt zich bij Rivier-
duinen in het steeds vaker inzetten van
wijkgerichte zorg. Cécile Gijsbers van Wijk,
lid Raad van Bestuur en Geneesheer Direc-
teur bij Rivierduinen: “Bij wijkgerichte zorg
begeleiden en ondersteunen wij de cliënt
in zijn eigen leefsituatie met als doel duur-
zaam herstel. Alle cliënten met langduren-
de en complexe psychiatrische problema-
tiek komen voor deze zorg in aanmerking.
Deze cliënten hebben aanzienlijke en
blijvende beperkingen in sociaal en maat-
schappelijk functioneren. Bij wijkgerichte
zorg werken wij niet alleen aan verminde-
ring van ziektesymptomen of genezing,
maar ook aan maatschappelijk herstel en
het hervinden van een zinvolle levensin-
vulling ondanks aanwezige beperkingen.”
Samenwerken in een keten
Rivierduinen doet dit samen met keten-
partners als onder andere maatschappelijk
werk, dagbesteding en woonbegeleiding.
Het wijkteam regisseert de zorg, zodat
samenhang is gewaarborgd. Ook werkt
het team samen met familie en andere
betrokkenen. Een hechte werkrelatie tus-
sen de cliënt, zijn naastbetrokkenen en de
zorgverleners is hét voertuig van effectieve
wijkgerichte zorg. De regie blijft in handen
van de cliënt die in zorg is. Gijsbers van
Wijk: “Deze eigen regie is onderdeel van
onze zorgvisie. Wij stellen samen met de
cliënt positief geformuleerde zorgdoelen
op, zodat wij hem goed kunnen begelei-
den in het hervinden van een betekenisvol
leven.” En kan de cliënt deze eigen regie
niet aan? Dan neemt het team de regie tij-
delijk over. Als zorg in de eigen omgeving
even niet mogelijk is, dan is opname in
één van de klinieken van Rivierduinen een
mogelijkheid. Ook dan blijft het wijkteam
de cliënt begeleiden. De zorg kan hiermee
heel gemakkelijk worden aangepast aan
de behoefte van de cliënt.
Wat was de reden om de Stichting mirro op te zetten?
Remko Segers, manager van Stichting
mirro: “Veel Nederlanders, ongeveer 3 mil-
joen, hebben voor korte of langere perio-
den psychische klachten. Zij zoeken hulp
en middelen die hen kunnen ondersteu-
nen. Dat doen ze vaak op het internet of
bij de huisarts. Veel consumenten krijgen
online niet de antwoorden waar ze naar
op zoek zijn. Verder blijkt dat veel huis-
artsen behoefte hebben aan verdere on-
dersteuning op het gebied van geestelijke
gezondheidszorg. Daarnaast is bewezen
dat e-health-toepassingen op dit gebied
goed werken. Het gebruik hiervan valt nog
tegen, maar gezien de markt- en kosten-
ontwikkeling in de zorg is het een prima
alternatief. Stichting mirro haakt op die
ontwikkelingen in.”
Wat biedt de stichting?
“Allereerst de thematische websites met
online zelfhulp die mensen helpen bij het
zelf herkennen, aanpakken en voorkomen
van psychische klachten. Op dit moment
zijn er sites voor een viertal thema’s: ge-
zondzorgen.mirro.nl helpt mantelzorgers
om mentaal gezond te blijven; rouwver-
werking.mirro.nl voor mensen die in een
rouwproces zitten; game-check.mirro.nl
om onverantwoord gamen te kunnen her-
kennen en voorkomen en burnout.mirro.nl
om een burnout te leren herkennen en aan
te pakken. Op de sites staan allerlei film-
pjes, testen, oefeningen en andere infor-
matie waarin professionele behandelaren
tips geven hoe je het beste met deze pro-
blematiek kunt omgaan. De sites kunnen
uit eigen beweging door mensen bezocht
worden, maar ook bijvoorbeeld op aanwij-
zing van de huisarts of de werkgever.”
Wat ziet u als grote voordeel van de themawebsites?
“De sites zijn kosteloos, makkelijk toe-
gankelijk, anoniem, kennen geen wacht-
tijd en hebben een positieve uitstraling.
Dat maakt ze een goed alternatief voor
mensen die niet direct de zorg in hoeven,
maar wel met hun problemen aan de slag
willen. We hopen op deze manier minder
mensen in de zorg te krijgen door het tij-
dig ondervangen van deze problemen. De
sites bieden vroegtijdig ‘de juiste zorg op
het juiste moment’; dat is waar mirro voor
staat. Door klantenpanels en wetenschap-
pelijk onderzoek worden de websites en
de online zelfhulp continue verbeterd.
Wat biedt mirro nog meer?
“Mirro wil ook de zorgprofessionals in en
om de huisartsenpraktijk helpen de juiste
zorg op het juiste moment te leveren. We
ontwikkelen daarvoor een screeningsin-
strument voor de eerste zorgtoewijzing
en een bijbehorend behandelprotocol,
waarbij we volledig aansluiten op de gene-
ralistische Basis GGZ die onlangs vanuit
het ministerie van VWS is voorgesteld. Op
dit moment zijn we deze producten nog in
een kleine kring aan het ontwikkelen en
uitproberen. Komend najaar zijn ze klaar
om aan een breder veld aan te bieden.
Verder breiden we het aanbod aan online
zelfhulp steeds verder uit. Dit jaar komen
er acht nieuwe themawebsites bij, onder
meer op het gebied van relatieproblema-
tiek en slaapproblemen.
advertorial
Wijkgerichte zorgWerken aan een betekenisvol leven
“Online psychische hulp”
Cécile Gijsbers van Wijk, lid van de Raad
van Bestuur en Geneesheer Directeur bij
Rivierduinen.
WWW.MIRRO.NLWWW.MIRRO.NLWWW.MIRRO.NL
BURNOUT.MIRRO.NL
GEZONDZORGEN.MIRRO.NL
GAME-CHECK.MIRRO.NL
ROUWVERWERKING.MIRRO.NL
Stichting mirro is een gezamenlijk
initiatief van de GGZ instellingen
AZmn, GGZ Drenthe, GGZ inGeest,
Parnassia Groep en Achmea. Bin-
nenkort staat de stichting open voor
aansluiting van andere zorgverle-
ners en verzekeraars.
6 van de redactie
Vinger aan de pols voor PAH-patiëntenDe distributie van geneesmiddelen voor PAH-patiënten stond ter discussie. Voorzichtigheid is geboden.
Patiënten met Pulmonale Arteriële Hypertensie (PAH) bevinden zich mo-menteel in een benarde positie. Dit jaar verschenen geneesmiddelen voor deze patiënten op een lijst van de overheid, waarmee werd aangegeven dat de me-dicijnen zou worden ‘overgeheveld’. Dat zou betekenen dat ze niet door het re-guliere GeneesmiddelenVergoedings-Systeem (GVS) zouden worden vergoed, maar dat het ziekenhuis volledig verant-woordelijk zou worden voor de verstrek-king van de middelen. De zorg rond PAH is tot dusver prima geregeld. Maar door de dreigende overheveling worden men-sen met een progressief dodelijke aan-doening met inspanning gerelateerde klachten de weg opgestuurd om hun medicatie op te halen. Een goed functi-onerend systeem wordt opgeven, omdat het besparingen zou opleveren. Geluk-kig zijn de middelen voor PAH-patiënten kort geleden van de voorlopige lijst ge-haald en dat is voor even goed nieuws. Toch is het zaak om, met dit geval als voorbeeld, de vinger aan de pols te hou-den.
Bekendheid vergrotenFerdinand Bolsius is voorzitter van de patiëntenvereniging pulmonale hyper-tensie, de Stichting PHA Nederland, waarbij PHA staat voor Pulmonale Hy-pertensie Associatie. De vereniging doet uiteraard aan belangenbehartiging voor patiënten, maar probeert ook gelden te werven om wetenschappelijk onder-zoek te ondersteunen én om de ziekte breed bekend te maken. “We komen nog steeds nieuwe patiënten tegen die al drie of vier jaar aan het dokteren zijn, waarbij dan niemand aan pulmonale arteriële hypertensie denkt. Dat komt ook, omdat de klachten aanvankelijk nogal algemeen zijn en niet direct in de richting van deze aandoening wijzen”, vertelt hij. Kort gezegd is bij pulmonale arteriële hypertensie de bloeddruk in de longslagader en verder in de longen te
hoog. Bij verschillende ziektebeelden kan pul-monale arteriële hypertensie als compli-catie onstaan, dit kan het geval zijn bij Sclerodermie, bij aangeboren hartafwij-kingen of bij chronische longembolieën. Maar PAH kan ook door onbekende oor-zaak ontstaan. Onbehandeld is pulmonale arteriële hy-pertensie een progressief dodelijke aan-doening. “Dat houdt geen patiënt langer dan vier of vijf jaar vol, maar gelukkig zijn er sinds enige tijd medicijnen op de markt, die over het algemeen goed aanslaan.” Vermoeidheid, gebrek aan conditie, kortademigheid: dat zijn de belangrijkste symptomen van de ziekte. “Patiënten krijgen dus te weinig zuur-stof. Maar iedereen die een flinke griep heeft doorgemaakt, heeft deze klachten ook. Waarmee ik aan wil geven dat de ziekte lastig te diagnosticeren is. De di-agnose wordt gesteld tijdens een rech-ter hart echocardiografie en bevestigd met een hartkatheterisatie, waarmee de werkelijke druk in de longslagader wordt gemeten. Dat laatste is nog een hele in-greep.” Als de medicatie niet meer (vol-doende) helpt, is een longtransplantatie een optie. Maar de beschikbaarheid van donorlongen is slecht en de wachttijd is zeker drie jaar. Veel patiënten die wor-den geïndiceerd voor een transplantatie, overleven de wachttijd niet. In Neder-land lopen nog steeds een heleboel pa-tiënten rond met klachten die niet her-kend worden.
Goed geregeldDe beschikbare medicijnen zijn vrijwel allemaal gericht op het verwijden van de bloedvaten om zo de bloeddruk in de longslagader te dempen. Zoals ge-zegd, zijn de medicijnen medio febru-ari 2013 voorlopig geschrapt van de lijst om per 1 januari 2014 overgeheveld te worden. Ferdinand Bolsius: “Voor zover ik weet, zullen deze medicijnen niet op de lijst terugkeren, maar we zijn er als
de kippen bij op het moment dat dat wel gebeurt. Want als de overheveling plaatsvindt, zijn we als patiënten aan de goden overgeleverd. Nog afgezien van het feit dat het waarschijnlijk enorme financiële consequenties heeft voor de ziekenhuizen -we hebben het over rede-lijk dure medicijnen-, is het ook nog zo dat de verspreiding er niet beter op gaat worden.” De verspreiding is momenteel prima geregeld en dat is belangrijk, want patiënten mogen niet zonder medicijnen komen te zitten. Een aantal van de me-dicijnen worden per infuus toegediend. “Er zit een heel systeem van service ach-ter en dat kan mijns inziens nooit door een ziekenhuis worden overgenomen. Het wordt nu door professionele orga-nisaties uitstekend geregeld met een prima service.” Als de geneesmiddelen overgeheveld zouden worden, zijn niet langer de apothekers maar de zieken-huizen verantwoordelijk voor de leve-ring. “Het is allemaal erg onduidelijk hoe dat vervolgens gefinancierd moet gaan worden. Als het niet voor 100 procent gefinancierd wordt, moeten ziekenhui-zen dat uit hun eigen budget halen. En dat zou weer kunnen betekenen, dat art-sen er door de ziekenhuizen toe worden aangezet om niet teveel van deze medi-cijnen voor te schrijven en dat is niet in het belang van de patiënt.”
ContactDe patiëntenvereniging heeft via de voorzitter nauw contact met de Werk-groep Pulmonale Hypertensie. In deze werkgroep zijn specialisten, die veel PAH behandelen verzameld. “Ze komen regelmatig bij elkaar en ik heb begrepen dat ze alsnog contact op gaan nemen met het ministerie om voor de toekomst de huidige status te continueren, want je weet maar nooit. Er moet bezuinigd wor-
den en dat geld zal toch ergens vandaan moeten komen. De totale besteding aan PAH-medicatie in Nederland is 40 miljoen euro per jaar. Op het totaal van besteding is dat peanuts, het schiet echt niet op.”
Waarom veranderen?De zorg rondom PAH is nu goed geor-ganiseerd en gereguleerd door toewij-zing van behandeling via de acht aca-demische ziekenhuizen en één perifeer ziekenhuis (St. Antonius in Utrecht/Nieuwegein). Binnen dit netwerk wordt multidisciplinair samengewerkt en zijn er speciale PAH-verpleegkundigen die ondersteuning bieden op patiëntenni-veau. De medicamenteuze zorg is goed geregeld: medicijnen en benodigde pro-ducten worden thuis bezorgd en dat is voor veel van deze patiënten een ze-gen. De keuzes voor medicijnen wor-den elke drie jaar door de WHO (World Health Organisation) Groep besproken en bediscussieerd tijdens een groot in-ternationaal congres en vervolgens als richtlijnen gepubliceerd. Ferdinand Bol-sius: “Wij hebben intensief contact met het veld en over het algemeen hoor ik bij patiënten verdomd weinig klachten over de Nederlandse centra, artsen en/of de service die verleend wordt. Patiën-ten krijgen bijna allemaal de mogelijk-heid om 24 uur per dag contact te heb-ben met het ziekenhuis als dat nodig is. Ik ben daar heel tevreden over.” Er lijkt derhalve weinig reden om de bestaande situatie te veranderen, maar de wegen van de overheid zijn soms ondoorgron-delijk en het lijkt mede om die reden in-derdaad een goed idee om de vinger aan de pols te houden.
Auteur: Cor Dol
7expertbijdrage
Bezuinigingen in de zorg zijn tot beleid gemaakt. De kosten van dure genees-middelen, zoals TNF-blokkers tegen onder meer reuma, psoriasis, colitis ul-cerosa en de ziekte van Crohn, worden sinds 1 januari 2012 niet meer door het reguliere GeneesmiddelenVergoedings-Systeem (GVS) vergoed. Waar patiënten met deze ziekten hun medicatie voor-heen meestal via de apotheek ontvin-gen, is nu het ziekenhuis volledig ver-antwoordelijk voor de verstrekking van deze middelen. Er is sprake van ‘overhe-veling’. Maar met een afgemeten budget is dat voorwaar nog geen eenvoudige zaak en heeft zelfs verstrekkende ge-volgen voor de kwaliteit van zorg.
PAHPAH betekent dat er een hoge bloed-druk in de longslagader is met alle ge-volgen van dien. De aandoening kan dodelijk verlopen en moet daarom goed behandeld worden. De zorg voor deze patiënten is goed geregeld met ex-pertcentra, voorwaarden voor het voor-schrijven en gecontroleerde distributie. Echter, de medicatie voor PAH stond tot voor kort op de nominatie om overgehe-veld te worden. Een goed functionerend systeem zou worden opgegeven, omdat het besparingen zou opleveren. Op aan-dringen van de patiëntenvereniging en specialisten is de medicatie voor PAH voorlopig door de overheid van de lijst gehaald. Het idee achter de overheveling is dat de poliklinische medicijnkosten overgaan naar de kliniek. Dat betekent dat deze kosten onder verantwoording komen van de zorginstelling. De ge-dachte is dat de ziekenhuisapothekers over de prijs van deze medicijnen gaan onderhandelen met de farmaceutische industrie of op zoek gaan naar een goedkoper alternatief. Maar: “De zorg ís al goed geregeld en de prijsonderhande-lingen zijn enkele jaren geleden gevoerd. Ook omdat de zorg is gecentreerd in en-kele centra, is de controle op de medicij-nen en patiënten nauwgezet. Bovendien wordt het medicijn in sommige gevallen continu per infuus toegediend, dat moet je goed controleren op het ontstaan van infecties of problemen met het infuus-systeem. Binnen enkele minuten kan de patiënt al in de problemen komen als de toediening van het medicijn wordt on-derbroken. Dit betekent ook dat de pa-tiënt goed geïnformeerd moet zijn en er een zeer goed georganiseerd systeem moet zijn om deze patiënten te onder-steunen. Bovendien geldt dat PAH een zeldzame aandoening is, waardoor de inkoop van medicijnen een veel te laag volume heeft om op de prijs te kunnen afdingen”, vertelt dr. Repke Snijder.
Beste behandelingDr. Snijder is secretaris van de nationale werkgroep PAH, waarin de specialisten
zitten uit de centra die patiënten met pulmonale hypertensie behandelen. “De werkgroep is multidisciplinair: longart-sen, cardiologen, kinderartsen en vas-culair geneeskundigen zijn lid van deze groep. De groep is erkend door de we-tenschappelijke verenigingen. “Bij vra-gen en problemen rondom pulmonale hypertensie treden wij in overleg met bijvoorbeeld het CvZ [College van Zorg-verzekeraars, red.].” In het geval van het opstellen van beleid met betrekking tot de vergoeding van medicatie werd de werkgroep zelf geconsulteerd door het CvZ. “Want wij hebben geen enkel far-maceutisch belang. Ons belang is uit-sluitend goede behandeling voor onze patiënten met de mogelijkheden die er zijn.” De politiek streeft er echter naar om de kosten van de zorg zo min moge-lijk te laten groeien. “Ik kan niet van de politiek verwachten dat ze zich realiseert wat de consequenties van maatregelen zijn voor kleine patiëntengroepen, dus het is onze taak de decision makers zo goed mogelijk te informeren, zij aan zij met de patiëntenvereniging, want nieu-we maatregelen in 2015 of 2016 sluit ik niet uit. Maatregelen om de kosten voor medicatie lager te krijgen, zullen waar-schijnlijk wel volgen of het ook voor de PAH-patiënten ook geldt, zullen we pro-beren te voorkomen door de overheid goed te informeren over de nadelige gevolgen van een dergelijk besluit. En ja, de farmaceutische industrie verdient misschien, maar er moet ook ruimte zijn om te innoveren.”
KinderenProf. dr. Rolf Berger van het UMCG in Gro-ningen houdt zich met name bezig met PAH bij kinderen en benadrukt het be-lang van de goede georganiseerde zorg
in Nederland. “PAH is relatief zeldzaam. Bij volwassenen is het een ernstige pro-gressieve ziekte, maar voor kinderen is de prognose nog vele malen slechter. Onbehandeld heeft een kind een prog-nose van ongeveer een jaar, met behan-deling ligt de vijfjaars overleving tegen de 70%. Door de zeldzaamheid hebben we voor kinderen met PAH in Nederland één expertisecentrum in Groningen.” De kinderen krijgen in het expertisecen-trum vaak geïndividualiseerde medica-tieprogramma’s. Prof. Berger vindt het belangrijk dat daarvoor mogelijkheden blijven bestaan, maar twijfelt of dat na een eventuele overheveling ook kan. “Ik weet niet wat een overheveling zou be-tekenen voor de keuzevrijheid van me-dicatie; het zou de geïndividualiseerde behandelplannen in gevaar kunnen brengen. Alle kinderen worden volgens een landelijke standaard behandeld en gevolgd, wat belangrijk is voor evaluatie van de therapie. Daar moet je niet aan rommelen, sterker nog, ik denk dat we er trots op moeten zijn dat we het op deze manier georganiseerd hebben in Neder-land. Op dit gebied zijn we één van de leidende landen in wereld.”
Kiezen?Hoe het anders kan: Prof. dr. Mart van de Laar is als reumatoloog verbonden aan het Reumacentrum Twente in En-schede. TNF-blokkers tegen reuma zijn vorig jaar wél overgeheveld. “Dat was toen een budget van 500 miljoen euro, ik kan me voorstellen dat zo’n bedrag door de overheid onder de loep wordt genomen. Om de kosten beheersbaar te maken, is het budget overgeheveld naar de ziekenhuizen, die de plicht hebben om de geneesmiddelen te verstrekken voor hun patiënten.” Steeds meer dure
geneesmiddelen worden overgeheveld, bijvoorbeeld ook oncolitica, middelen tegen kanker. De gedachte is dat bud-getten beheersbaar worden, maar de vraag van de patiënten zal groeien. “In het eerste jaar hebben we geen proble-men gezien, maar toen hadden we al-leen te maken met anti-reumatica. Nu wordt het breder met oncolitica en dat betekent dat een ziekenhuis uiteinde-lijk keuzes moet gaan maken, omdat het budget vastligt. Dus waar kiezen we voor? Hoe meer je decentraliseert, hoe meer de collectiviteitsgedachte uit de maatschappij verdwijnt.”
Kwaliteit van levenHet dilemma voor de medisch specialist is duidelijk. Prof. Van de Laar: “Je wilt elke individuele patiënt de beste zorg geven, maar door de budgetbeheersing krijg je straks wellicht situaties waarin je keuzes moet maken. Behandel je de reumapatiënt of de kankerpatiënt?” Op dit moment zijn de verschuivingen nog klein, er zijn nog geen conflicten ten aanzien van de behandeling van individuele patiënten. Maar Prof. Van de Laar vreest dat de flexibiliteit qua keuze voor medicijnen zal verdwijnen. Nog moeilijker wordt het als kosten en kwaliteit van leven meegenomen wor-den bij besluiten over welk geneesmid-del toegepast kan worden. “Het kan zijn dat een goedkoper geneesmiddel een even goed resultaat geeft. Dan kun je aan kostenbeheersing gaan doen. Maar wat als een goedkoper middel ook heel veel nare bijwerkingen heeft? Dan wordt het duurder dan een duur geneesmiddel zonder bijwerkingen. Dat inzicht zal er de komende jaren meer moeten komen en moet invloed hebben op de keuzes die we voor geneesmiddelen maken.”
Zorg om overhevelingDe overheveling van geneesmiddelen van het reguliere circuit naar verstrekking door ziekenhuizen heeft de nodige impact.
8 van de redactie
Met de Medicijnmonitor verbetert Mediq Apotheek het medicijngebruik en helpt complicaties en ziekenhuis-opnames voorkomen. Hoe werkt de Medicijnmonitor?Birgitta Cloosterman (huisarts Badhoevedorp):
De Medicijnmonitor is een systeem waarbij
huisarts en apotheker gezamenlijk het medi-
cijngebruik van de patiënt in de gaten houden:
waar gebruikt de patiënt de medicatie voor, zijn
deze medicijnen nog wel nodig, of moet er mis-
schien juist iets bij. Moet ik mijn ijzertabletten
nog wel gebruiken, kan ik mijn migraine aanval-
len voorkomen?
Hoe werkt dit precies?Meryem Bilan (apotheker bij Mediq Apotheek
Badhoevedorp): Ons Apotheek Informatie
Systeem bevat van al onze klanten de medi-
catiehistorie. De Medicijnmonitor combineert
vervolgens gegevens uit dat systeem. Zo wordt
bij alle patiënten van tachtig jaar en ouder die
bloedverdunners gebruiken, gekeken of ze ook
wel een maagbeschermer krijgen. Gebruiken ze
deze maagbeschermer niet dan is er een risico
op een maagbloeding. Uit deze check volgt een
lijst met actiepunten. Soms zijn dat dingen die
ik direct met de patient bespreek andere geval-
len bespreek ik eerst met de huisarts. We heb-
ben wekelijks een vast half uur voor overleg.
Birgitta Cloosterman: Als huisarts heb ik toe-
gang tot het dossier, labrapporten en adviezen
van specialisten. Zo kan ik zien of de voorge-
schreven medicatie nog de juiste is, of dat er
iets moet veranderen. Over het algemeen wordt
dat zeer gewaardeerd: mensen voelen zich vei-
lig bij het idee dat hun arts ze goed in de gaten
houdt.
Sinds wanneer werkt u met de Medicijnmonitor? Meryem Bilan: We zijn in 2011 begonnen met de
Medicijnmonitor en inmiddels werken bijna alle
Mediq Apotheken hiermee. Mediq Apotheek
Badhoevedorp werkt inmiddels samen met alle
zes de huisartspraktijken in Badhoevedorp.
Om hoeveel patiënten gaat het eigenlijk?Meryem Bilan: In deze apotheek staan ruim
3000 chronische medicijngebruikers geregis-
treerd. Wekelijks komen er uit de check zo’n
veertig patiënten omhoog, waarvan ik ruim de
helft met de huisartsen bespreek.
Is er voor die patiënten veel veran-derd met de invoering van de Medicijnmonitor?Meryem Bilan: Een van de punten waarop we
met de Medicijnmonitor echt gezondheidswinst
behalen is therapietrouw: patiënten die hun
medicatie niet volgens voorschrift gebruiken.
Dat is echt een issue in de gezondheidszorg
en onjuist gebruik van medicijnen brengt hoge
kosten met zich mee. Met de Medicijnmonitor
kunnen we daar als apotheker actief aan bijdra-
gen, door zelf de mensen te bellen en uit te leg-
gen waarom ze een bepaald medicijn wel nodig
hebben.
Draagt de Medicijnmonitor echt bij aan de gezondheid?Birgitta Cloosterman: Ik ben overtuigd van
de gezondheidswinst die we boeken met de
Medicijnmonitor. Op korte termijn is dat nog
lastig meten. Maar het staat vast dat we op
deze manier complicaties en soms zelfs zieken-
huisopnames voorkomen. Uiteindelijk zullen
alle apotheken met zo’n systeem gaan werken.
Bedenk: mensen worden steeds ouder en gaan
steeds meer medicatie gebruiken, maar blijven
langer thuis wonen. Dan is structurele controle
noodzakelijk om complicaties te voorkomen. De
Medicijnmonitor is de toekomst.
advertorial
“Minder complicaties dankzij de Medicijnmonitor”
Meryem Bilan is Apotheker bij Mediq Apotheek
Badhoevedorp, Birgitta Cloosterman is huisarts
in groepspraktijk Badhoevedorp
”Alles is goed op elkaar afgestemd”Verschillende medicijnen voor verschillende kwalen verdragen elkaar niet altijd goed. Hoe bereik je een optimale afstemming?
Eigenlijk was Mies Bakker (70) uit Bad-
hoevedorp altijd kerngezond. Maar na
een flinke whiplash staken allerlei kwa-
len ineens de kop op. Psoriasis, astma,
diabetes, hartproblemen. “Ik weet niet of
het door die whiplash komt, maar daar-
na is het in ieder geval wel gestart”, ver-
telt Mies. “Maar ja, het overkomt je en je
moet door.” Dat gebeurt met een aantal
medicijnen, die dankzij de Medicijnmo-
nitor goed in balans zijn. “Ik heb altijd
al een prima contact met mijn huisarts
gehad, en daar is de apotheek de laatste
jaren bij gekomen. Ik was laatst nog bij
de apotheek, dan praten we alles door.
Of de combinatie van de medicijnen wel
goed is bijvoorbeeld. Er kwam een me-
dicijn uit, dat eigenlijk niet goed bij een
ander medicijn paste. De apotheker wil-
de het daar graag met de huisarts over
hebben. Ik vind het prima. Dankzij het
goede contact voel ik me wel gesteund.”
Prettig gevoel
De medicatie van Mies wordt gecontro-
leerd met de Medicijnmonitor. “Dat vind
ik een voordeel. Ik word goed in de gaten
gehouden en dat is een prettig gevoel. Ik
kreeg vorig jaar nieuwe medicijnen van
de cardioloog, maar daar kon ik abso-
luut niet tegen. Dat heb ik ook doorge-
geven aan de apotheek en dat vonden
ze prettig om te weten.” De medicatie
werd aangepast en Mies’ klachten ver-
dwenen. Ze ervaart dat de medicijnen
dankzij de afstemming door de Medi-
cijnmonitor goed werken: “Natuurlijk
zou ik graag van alle medicijnen af wil-
len, maar ja, dat zit er niet in. Ze zijn nu
goed op elkaar afgestemd en ik voel me
er stukken beter door.” Mies krijgt ook
advies om bepaalde medicijnen bijvoor-
beeld niet tegelijk met melkproducten in
te nemen. Sommige medicijnen kunnen
beter ook niet gelijktijdig of juist op be-
paalde tijden ingenomen worden. Mede
dankzij de Medicijnmonitor zijn die za-
ken goed op elkaar afgestemd.
Onder controle
Bij bezoek aan een specialist heeft Mies
altijd een uitdraai van de lijst met me-
dicijnen bij zich, zodat de artsen er al
rekening mee kunnen houden. “Ik krijg
van de apotheek altijd keurig een e-mail
met het bericht dat er weer medicijnen
besteld moeten worden en ik hou het
zelf ook bij. Dan kan ik dat gewoon be-
stellen, dat werkt hartstikke goed. Als ik
met een nieuw recept kom, dan wordt
dat weer afgestemd met de medicijnen
die ik al gebruik zodat alles zo goed mo-
gelijk verloopt. En zoals ik zei, ik voel me
daar goed bij. En dat helpt om er niet te
veel bij stil te staan wat je allemaal moet
slikken. Het geeft je het gevoel dat je je
ziekte onder controle hebt.”
Auteur: Cor Dol
9van de redactie
Wat is immunotherapie?
Allergiepatiënten die bijvoorbeeld aller-
gisch zijn voor graspollen, berkenpollen
of huisstofmijten kunnen medicijnen ge-
bruiken om de klachten te onderdrukken.
Wanneer deze middelen onvoldoende
helpen kunnen patiënten een immuno-
therapie volgen, waarbij ze een steeds
hogere dosis van de stof krijgen toege-
diend waarvoor ze allergisch zijn. Op
die manier raakt het lichaam gewend en
uiteindelijk immuun voor het allergeen.
Voorheen gebeurde dat door subcutane,
dus onderhuidse, injecties. Het nadeel
daarvan is dat het wat bijwerkingen gaf,
plus de patiënt moest elke week naar
een arts om de injectie toegediend te
krijgen en de bijwerkingen in de gaten te
houden. Niet erg patiëntvriendelijk. Eind
jaren ‘80 kwamen we uit bij een sublin-
guale toediening van het allergeen, aller-
eerst met druppels en nu ook via graspol-
lentabletten.”
“Stallergenes produceert allergenen, de
stoffen die een allergische reactie uitlok-
ken. Dat geldt zowel voor de grondstof-
fen als de eindproducten. In Frankrijk be-
zitten we flink wat hectares land, waar we
vijf verschillende soorten grassen kwe-
ken en oogsten via gestandaardiseerde
methoden. Ook kweken we zelf mijten
op synthetische wijze, wat een homoge-
nere mijtenpopulatie geeft. Op die ma-
nier zijn we verzekerd van een kwalitatief
hoogstaand product en een continue
aanvoer van allergenen voor bijvoorbeeld
de graspollentablet.”
Welke voordelen bieden tabletten?
“Ten opzichte van druppels zijn tabletten
veel minder afhankelijk van temperatuur
en zijn daardoor stabieler. Daar komt bij
dat het langzame opdoseren grotendeels
komt te vervallen. De graspollentablet
die Stallergenes produceert heeft een
opdoseerfase van drie dagen. Dat zijn be-
langrijke stappen vooruit. De tablet bevat
extracten van vijf verschillende graspol-
len die veel in Nederland voorkomen en
sterk op elkaar lijken. De meeste patiën-
ten kunnen de dosering van deze tablet
goed verdragen, het is een bewezen ef-
fectieve concentratie.”
Wat kunt u zeggen over de duur van
inname?
“Het begin van inname is een paar maan-
den voor het begin van het seizoen en
dan ook nog gedurende het seizoen.
Daarmee is de innameduur aanzienlijk
verkort en daarmee wordt de therapie
ook goedkoper, omdat je maar een paar
maanden inneemt in plaats van een heel
jaar. In het kader van beperking van de
zorgkosten is dat niet onbelangrijk. The-
rapietrouw is een belangrijk aandachts-
punt bij middelen die langdurig gebruikt
moeten worden, en op deze wijze wordt
dit probleem enigszins ondervangen.”
Komen er ook tabletten tegen allergieën
voor huisstofmijt?
“Daar wordt momenteel veel onderzoek
naar gedaan, maar het is nog onduidelijk
wanneer dergelijke tabletten op de markt
komen. Verder doen we veel onderzoek
naar diagnostica en bijvoorbeeld naar
biomarkers, om te ontdekken of een im-
munotherapie inderdaad aanslaat bij een
patiënt. Ook zoeken we naar therapieën
voor andere allergieën, zoals voedselal-
lergieën.”
expertinterview
“Immunotherapie in ontwikkeling”
Liesbeth Ras is Medical Affairs Manager bij Stallergenes BV
Letterlijk en figuurlijk opluchtingHooikoortspatiënten kunnen vaak jarenlang met klachten rondlopen. Immunotherapie kan een oplossing zijn.
Hooikoorts is de populaire naam voor
wat in medische kringen allergische rhini-
tis heet. “Eigenlijk is hooikoorts een heel
mooie omschrijving van het ziektebeeld”,
vindt dr. Rustemeyer. Dr. Thomas Ruste-
meyer is als dermatoloog verbonden aan
VUmc in Amsterdam en geeft daar leiding
aan de sub-afdeling dermatologie-aller-
gologie. Deze afdeling houdt zich bezig
met allergieën in de breedste zin van het
woord. Dat vereist een multidisciplinaire
aanpak: een allergie kan zich in het onder-
zoeksveld van verschillende disciplines ui-
ten. “Bij hooikoorts gaat het om koorts en
griepachtige verschijnselen die klassiek
door blootstelling aan pollen in het gras
ontstaan. Het klinische beeld lijkt erg op
een ‘gewone’ virale infectie van de boven-
ste luchtwegen.” Echter, de allergische rhi-
nitis onderscheidt zich van de virale infec-
tie door aanvalsgewijze niesbuien en een
waterige loopneus. De neus kan ook juist
voortdurend verstopt zijn. Belangrijk voor
de diagnose is goed doorvragen, bijvoor-
beeld in welke situaties het ziektebeeld
optreedt.
AanpakNadat de afgelopen jaren redelijk wat ge-
experimenteerd is in de behandeling van
hooikoorts, onderscheidt dr. Rustemeyer
nu een stapsgewijze aanpak in drie fasen.
“Allereerst is het van belang om het aller-
geen, dus de allergie veroorzakende stof,
zo veel mogelijk te mijden. Als dat niet
kan: de klachten onderdrukken met symp-
tomatische therapie, zoals een neusspray.
Als dat niet voldoende is of als genezing
om wat voor reden dan ook gewenst is, is
immunotherapie de beste optie.” In deze
derde fase krijgt het lichaam een steeds
hogere dosis van het relevante allergeen
toegediend. De dosis moet zó zijn, dat het
net geen allergische reactie uitlokt. Het
allergeen wordt door het afweersysteem
van het lichaam herkend, dat zo door de
herhaaldelijke toediening gewend raakt
aan het allergeen. Uiteindelijk zal het li-
chaam door de gewenning ‘vergeten’ op
het allergeen te reageren. “Het mooie van
dit systeem is dat het lichaam het zelf op-
lost”, beschouwt dr. Rustemeyer. Immuno-
therapie bestaat in drie vormen, waarvan
één vorm alleen in publicaties bestaat. Het
gaat daarbij om het inspuiten van het aller-
geen in lymfeklieren. Wel in de praktijk is
het subcutaan (onderhuids) injecteren of
sublinguaal (onder de tong) innemen van
druppels of smelttabletten. Welke manier
ook gekozen wordt, therapietrouw is be-
langrijk, want het gaat om een behande-
ling die enkele jaren in beslag kan nemen.
Dr. Rustemeyer: “De druk van het lijden
moet groot genoeg zijn, want de immuno-
therapie vraagt om commitment.”
AllergiepoliDe allergiepoli van VUmc bestaat al sinds
1983, maar is onlangs qua personeel ver-
drievoudigd. Het resultaat van een poging
om de wachttijden voor de patiënten te
verkorten. Dat is gelukt en inmiddels trekt
de allergiepoli ook meer patiënten aan. De
meerwaarde van zo’n allergiepoli? “Een
uitgebreidere diagnostiek en een ade-
quate behandeling”, vat dr. Rustemeyer
samen. “En als medici is het voor ons een
grote motivatie om vaak langlopende pa-
tiënten letterlijk en figuurlijk opluchting te
bieden.”
10 expertbijdrage
De patiënt begrijpen en daar beleid op makenHoe patiënten zorg beleven, is onder meer afhankelijk van de verwachting die ze van een ziekenhuis hebben.
Van geneeskunde naar geneeskunstTechnisch gezien moet de geleverde zorg in orde zijn. Maar hoe de patiënt dat beleeft is misschien nog wel belangrijker.
Met de ‘vermarkting’ van de zorg, de wens om
zorg toegankelijk en betaalbaar te houden en
dientengevolge de nodige veranderingen en
innovaties, is het een mooi gebied voor onder-
zoek en monitoring. En dat is ook precies wat
het health team van GfK doet. “We brengen de
perceptie van zorg in kaart. Onze visie is dat
ziekenhuizen in een vrije markt terechtkomen,
waar keuzes gemaakt moeten worden. Verze-
keraars kopen van oudsher in op prijs en volu-
me, maar je ziet nu dat circa 70 procent van de
inkoop vrij gaat worden. Kwaliteit wordt daarbij
steeds belangrijker. Ziekenhuizen moeten zich
differentiëren om de efficiencyslag te kunnen
maken en positioneren om de juiste patiënten
voor dit bepaalde type zorg binnen te kunnen
halen”, beschouwt directeur Jan Güse van het
onderzoeksbureau. “Om dat te kunnen doen is
marketingdata nodig om te weten hoe je gezien
wordt, want dat helpt je om beleid te ontwikke-
len.”
VerwachtingenPatiënten en potentiële patiënten hebben be-
paalde verwachtingen van een ziekenhuis. Be-
leving van zorg is gekoppeld aan de mate waar-
in aan die verwachting wordt voldaan. Jan Güse:
“Dat is dus niet alleen op het vlak van kwaliteit,
maar het totale beeld van uitstraling, de bejege-
ning door het personeel, informatievoorziening,
bereikbaarheid en parkeergelegenheid. Hoe
een patiënt of potentiële patiënt een zieken-
huis percipieert heeft daarnaast te maken met
persoonsgebonden kenmerken als opleiding,
economische status én gezondheidsbeleving.”
Güse meent dat we uit een tijd komen waarin
de verwachting voor elk algemeen ziekenhuis
ongeveer gelijk was. Maar dat gaat veranderen:
de patiënt krijgt voor elk ziekenhuis een heel
specifieke verwachting. Dat betekent dat een
ziekenhuis zijn doelgroep beter moet gaan be-
grijpen en segmenteren. “Als je goede zorg wilt
bieden, moet je snappen hoe je verzorgingsge-
bied eruitziet. Pas als je dat inziet, kun je doel-
groepen segmenteren en er beleid op maken.
Daar beginnen ziekenhuizen nu pas aan.” Uit de
meting van vorig jaar blijkt bijvoorbeeld bereik-
baarheid het meest werd genoemd als criterium
dat een rol speelt bij de voorkeur voor een cen-
trum, -ofschoon afhankelijk van het type zorg-,
gevolgd door kwaliteit en de houding van het
personeel.
Transparante informatieDus hoewel de verwachting ten opzichte van
een ziekenhuis in het verleden nog vrij alge-
meen was, zal die de komende jaren steeds
specifieker worden. Dan wordt het ook be-
langrijk om patiënten alle informatie te geven
om een gerichte keuze voor een ziekenhuis te
kunnen maken. “En hoe transparant is dan die
informatievoorziening en -deling”, voegt Jan
Güse toe. “Je ziet bijvoorbeeld dat onderwerpen
als wachttijden of slagingskans steeds meer
worden gecommuniceerd. Er gebeurt ook veel
op social media. Daar spreken mensen over
ziekenhuizen. Anderen die informatie zoeken,
komen ook in dat soort discussies terecht. Voor
de ziekenhuizen betekent dat dat ze hun doel-
groep goed moeten begrijpen om een betere
match te kunnen maken met hun consumenten
en om in te kunnen spelen op hun verwachtin-
gen. Hoe beter je dat doet, hoe beter de zorgbe-
leving van de patiënt.”
De verbetering van de kwaliteit van zorg kent
verschillende aspecten. Uiteraard moet de tech-
nische handeling, die voor de zorg wordt uitge-
voerd, kloppen. Maar ook van belang is hoe de
patiënt die behandeling beleeft. Prof. dr. Hans
Kerkkamp is lid van de Raad van Bestuur van
het Atrium Ziekenhuis in Heerlen en houdt zich
daar bezig met de voortdurende verbetering van
de kwaliteit van zorg. “Belangrijk is ook om je af
te vragen wat een behandeling heeft bijgedra-
gen aan de waarde van de kwaliteit van leven.”
Complexe zaakPraten over de kwaliteit van zorg is een com-
plexe zaak, vindt prof. Kerkkamp. Want vaak
wordt de rol van de patiënt zélf in het hele ver-
haal niet meegenomen. Een patiënt die na een
leven lang roken, vet eten en weinig lichaams-
beweging een hartinfarct krijgt, ontvangt in het
ziekenhuis een behandeling, die hij ook nog
kan beoordelen. “Maar belangrijk nog is dat
deze patiënt zijn levenswijze wellicht opnieuw
bekijkt en gezond gaat leven om de risicofac-
toren voor een nieuw infarct te verminderen. De
kwaliteit van leven heeft de patiënt zelf verbe-
terd. Het is mijnsinziens de rol van het zieken-
huis als organisatie om tools aan te geven om
de kwaliteit van het leven te verbeteren, die
verdergaan dan symptomatisch het probleem
op te lossen.”
EssentieEen ziekenhuis krijgt te maken met zo’n 1500
wetten, protocollen en richtlijnen om technisch
goede zorg te leveren, dat aan de richtlijnen
wordt getoetst. Ook kan de zorg gemeten wor-
den door puur naar de opbrengst te kijken van
wat het technisch handelen heeft opgeleverd.
“Aan de hand van patiënttevredenheidsonder-
zoek krijg je vervolgens nog een beeld van de
beleving van de zorg. Maar hoe weet je of een
patiënt na een ingreep een verbetering in de
kwaliteit van leven ervaart? Dat is nog geen
standaard punt dat uitgevraagd wordt, terwijl
het mijnsinziens wel de essentie van de zorg is.”
Moet een patiënt met kanker in een gevorderd
stadium per se chemotherapie krijgen? De the-
rapie zal zijn kwaliteit van leven niet verbeteren
en wellicht is de keuze om de tijd die rest zon-
der ernstige bijwerkingen van de therapie door
te brengen, meer gerechtvaardigd. Kerkkamp:
“Wat we technisch kunnen moeten we niet altijd
technisch willen toepassen. We moeten weer
van geneeskunde naar geneeskunst gaan, ons
afvragen wat het beste is voor de patiënt zélf.”
SamenIn het Atrium wordt samengewerkt met andere
partijen, zoals patiëntenverenigingen en de se-
niorenraad, om te kijken of zorgprogramma’s
goed aansluiten bij de verwachtingen van pati-
enten. “We willen het beeld van verwachtings-
patronen omzetten in processen. Dat gebeurt
nu voor een aantal diagnoses. Voor Parkinson-
patiënten planden we voorheen bijvoorbeeld
alle onderzoeken zo veel mogelijk op één dag,
zodat ze er verder vanaf zouden zijn. Maar deze
patiënten blijken dat helemaal niet als prettig te
ervaren, zij spreiden de onderzoeken liever. Zo
kun je de verwachting beter laten aansluiten bij
wat wij als ziekenhuis qua diagnose en behan-
deling kunnen bieden. Dat geeft een enorme
kwaliteitsverbetering in de belevingservaring.
We moeten veel meer naar de wensen en ver-
langens van de patiënt luisteren, want niemand
weet zoveel over zijn ziekte als hij.”
bedrijfsprofiel
Jan Güse, Managing Director GfK HealthCare
Nederland
Prof. dr. Hans Kerkkamp is lid van de Raad van
Bestuur van het Atrium Ziekenhuis
Ons doel: ...Het verschil maken Wij zijn Janssen. Onze focus ligt op vijf belangrijke therapeutische gebieden: Neurowetenschappen, Infectieziekten, Oncologie, Immunologie, Cardiovasculaire aandoeningen en metabolisme. De patiënt staat centraal bij alles wat we doen.
Samen met u willen we het leven van patiënten verbeteren. Nu en in de toekomst. Wij zijn Janssen.
Zoekt u meer informatie, bezoekt u dan onze website: www.janssennederland.nl
©Ja
nsse
n-Ci
lag
B.V.
– P
HNL/
JAN
/061
3/00
03
Art accreditation: Julius Caesar Bustamante, Pajaros.
Janssen is proud to feature artwork created by people affected by the illnesses and diseases we are committed to treating
and preventing.
h60755-JANcorp_255x50_NL_upd.indd 1 06-06-13 12:04
11bedrijfsprofiel
Van spreekkamer naar gesprekskamerDe patiënt ondersteunen in het maken van de keuzes die hij heeft: het verlangt een andere rol van de arts.
“Iedere patiënt is uniek. Het is van be-
lang dat de juiste informatie en juiste
zorg bij de juiste patiënt komt. Dat be-
tekent niet dat je zes miljoen patiënten
allemaal een unieke benadering kunt
geven, maar er zijn wel gemeenschap-
pelijke kenmerken die een gemeen-
schappelijke benadering rechtvaardi-
gen. Er zijn patiënten die helemaal niet
zitten te wachten op uitgebreide infor-
matie, anderen willen juist het naadje
van de kous weten voor ze een keuze
voor een behandeling maken. Daar wil-
len wij in de praktijk van een ziekenhuis
graag op inspelen. Door te kijken met
welk type patiënt we te maken hebben,
kun je je informatie en keuzemogelijk-
heden toepassen.” Dr. Paul Kil is uroloog
in het Elisabeth Ziekenhuis te Tilburg en
het TweeSteden Ziekenhuis in Waalwijk.
In zijn praktijk ziet hij veel patiënten met
prostaatkanker, die voor belangrijke
keuzes staan. “Je kunt ook volgen hoe
iemand zijn ziekte doorloopt en er zelf
tegenaan kijkt. Daar kunnen wij als arts
weer op anticiperen.” Gepersonaliseerde
zorg in de spreekkamer dus.
Patiënt betrekken
Dr. Kil vindt het essentieel om de patiënt
te betrekken in de keuze voor een be-
paalde behandeling. “Bij prostaatkanker
heb je behandelingen die qua medisch
eindresultaat vaak gelijk zijn. Bestralen
of opereren geeft dezelfde levensver-
wachting, maar de bijwerkingen van de
verschillende behandelingen verschil-
len enorm. Die bijwerkingen hebben te
maken met de uiteindelijke kwaliteit van
leven en het gevoel dat de patiënt ná de
behandeling heeft. In onze optiek is het
de sleutel om de patiënt te vragen naar
zijn eigen voorkeuren. Wat is voor hen
belangrijk om gelukkig te worden? Dat
moet je relateren aan het type behan-
deling.” Om de patiënt zelf een goede
keuze te kunnen laten maken, samen
met de arts, is het van belang om alle
keuzemogelijkheden te kennen. “Dus:
de patiënt in de regie en hij maakt de
keuze. Maar daarin moet je als arts wel
ondersteuning bieden -bijvoorbeeld in
de vorm van een keuzehulp-, je moet in
overleg en transparant zijn. Daarbij moet
je dus een inschatting maken van het
type patiënt waarmee je te maken hebt.”
De segmentaties die prof. Sjaak Bloem
benoemt passen precies in dat plaatje
van dr. Paul Kil.
Keuzehulp
Verzekeraars en politiek zien ook in
dat een goede keuzehulp mogelijkhe-
den biedt. “Samen met de verzekeraar
proberen we het model van prof. Bloem
voor prostaatkankerpatiënten te opti-
maliseren. Soortgelijke patiënten kiezen
voor soortgelijke oplossingen en daar-
mee kunnen we weer andere patiënten
helpen een optimale keuze te maken
om de kwaliteit van leven na de behan-
deling zo hoog mogelijk te laten zijn. Dat
kan ook een keuze voor geen behan-
deling zijn. Mensen zijn wel degelijk in
staat om zelf te kiezen en eventueel dus
zelfs af te zien van een behandeling.”
expertbijdrage
Dr. Paul Kil, uroloog in het Elisabeth Ziekenhuis
te Tilburg
Meten is weten. En doen.Het meten van het effect van zorg is een kunst an sich. Wat kan een zorgverzekeraar met de resultaten?
Transparantie van kwaliteit als het gaat
om het meten en zo kunnen verbeteren
van zorg: zeker voor een zorgverzekeraar
is dat een groot goed. Programmamana-
ger Marleen van Oirsouw van Achmea legt
uit wat het programma Kwaliteit van Zorg
behelst. “Binnen dit programma maken we
de zorg transparant voor onze verzeker-
den. Samen met koplopers in het veld heb-
ben we een gestructureerde aanpak ont-
wikkeld en zijn in 2011 gestart. Inmiddels
wordt er gewerkt aan kwaliteitsinformatie
over 23 aandoeningen, waaronder demen-
tie. Kwaliteit van zorg zit daarbij in belang-
rijke mate in de kwaliteit van leven. Daarbij
kom je al gauw in discussies terecht of je
dat wel kunt meten, met welke groep je
te maken hebt, of een zorgaanbieder er
invloed op kan uitoefenen en hoe subjec-
tief het is. Voor dementie kreeg de verze-
keraar vorig jaar een kwaliteitsprijs van
de Orde van Medisch Specialisten, omdat
het uniek was dat een verzekeraar, samen
met wetenschap en een aantal netwerken
in een keten bekeken hoe de kwaliteit van
leven voor dementerenden vergeleken
kon worden. Het model dat prof. dr. Sjaak
Bloem introduceerde met de ‘geperso-
naliseerde zorg’ is een simpele en snelle
methode, die voor veel patiënten en man-
telzorgers toepasbaar is en inzicht geeft
in de zorgbeleving en daarmee kwaliteit
van zorg. Dit model wil Achmea samen
met zorgaanbieders uittesten bij meerdere
aandoeningen om tot verdere transparan-
tie te komen.
Opleveren
Het moge duidelijk zijn dat Achmea graag
wil weten wat bepaalde zorg oplevert voor
hun klanten. Marleen van Oirsouw: “Want
dan kunnen klanten en hun arts veel beter
het gesprek voeren over kwaliteit van le-
ven, zeker bij langdurige zorg als genezing
niet mogelijk is” Projectleider Anouk Vor-
selman: “Je kunt wel investeren, maar dan
wil je ook weten wat het oplevert.” Binnen
het programma ‘Kwaliteit van Zorg’ liggen
nu 23 aandoeningen onder de loep. Anouk
Vorselman: “Per aandoening bekijken we
wat de uitkomsten zijn, hoe we dat kunnen
meten en daar zetten we een traject voor
op. Het gaat uiteindelijk om de beste zorg
voor iedereen beschikbaar te maken. Dan
moet je wel weten wat de beste zorg is.”
Overigens zijn de verschillende projecten
een kwestie van de lange adem: ze lopen
enkele jaren omdat zorgvuldigheid gebo-
den is, met wetenschappelijke randvoor-
waarden en draagvlak in het veld. De uit-
komsten kunnen leiden tot verbeteringen
en innovaties bij zorgaanbieders, waarbij
Achmea een ondersteunende rol kan bie-
den. Zo wordt de hele zorg beter.
Fasen
de projecten kennen vier fasen: ontwikke-
len, meten, weten en doen. De meeste pro-
jecten zitten momenteel nog in de eerste
fase. Marleen van Oirsouw: “In de meet-
fase moeten we komen tot een landelijke
registratie en vergelijking tussen de sco-
res, waarbij we er rekening mee houden
dat je niet alles met alles kunt vergelijken.
Dat levert nog genoeg discussie op. We
zijn voorzichtig in het publiceren, we willen
het vertrouwen van onze partners houden
en onze bevindingen toetsen aan weten-
schappelijke verenigingen en grote instel-
lingen, die als koploper in hun vakgebied
gelden.”
Marleen van Oirsouw is manager binnen
het programma ‘Kwaliteit van Zorg’ binnen
Achmea, met name gericht op langdurige zorg.
Anouk Vorselman is projectleider binnen het
programma ‘Kwaliteit van Zorg’ binnen Achmea
12
De beste zorg voor psychische klachten, direct en dichtbij en in nauwe samen-werking met de huisartsen. Dat zijn de uitgangspunten van Indigo, een lande-lijk netwerk. De Parnassia Groep werkt via Indigo samen met ruim 600 huisart-sen in en rondom de praktijken. Onze medewerkers bieden een samenhan-gend pakket van preventie, advies en behandeling. Alles in nauw overleg met de huisarts. Hierdoor is onze zorg kort, efficiënt en gericht op snel herstel.
Mensen kunnen in hun leven last krij-gen van psychische klachten, zoals stress, angst, depressie of een versla-ving. Een eerste stap is deze klachten te bespreken met de huisarts. De huis-arts beoordeelt en schakelt indien no-dig Indigo in om samen de juiste zorg te bieden. Dat kan zijn door een Indigo medewerker in de huisartsenpraktijk voor een snelle diagnose en een korte behandeling, of een wat intensievere be-handeling bij een psycholoog van Indigo die werkzaam is in of rondom de prak-tijk. Natuurlijk zijn er ook patiënten die meer zorg nodig hebben dan Indigo kan bieden. Dan biedt de Parnassia Groep met haar specialistische behandelingen gerichte en doeltreffende zorg.Onze visie is dat mensen met psy-chische klachten direct de juiste hulp
moeten krijgen om hun problemen aan te pakken en erger te voorkomen. Wij werken met een digitaal screeningsin-strument voor een snelle diagnose en een goede toeleiding naar de juiste zorg en geprotocolleerde behandeling. Waar mogelijk wordt gewerkt met inzet van e-healthondersteuning.
Omdat Indigo in Noord en Zuid Holland onderdeel is van de Parnassia Groep, hebben onze medewerkers direct toe-gang tot het netwerk en de kennis en kunde van de specialistische ggz. Hier-mee zorgen wij daar waar nodig voor specialistische kennis bij onze mede-werkers ter ondersteuning van de be-handeling. Als de klachten veranderen kan er lichtere of zwaardere zorg in-geschakeld worden zonder onnodige schakels. Zo worden zoveel mogelijk dubbele intakes, overdrachten en tijds-verlies in de behandeling voorkomen zodat het herstel van de patiënt zo snel mogelijk plaatsvindt.
Voor meer informatie, neem contact op via 088-357 19 00 of kijk op www.indigo.nl.
van de redactie
Indigo biedt psychische zorg bij u in de buurt
advertorial
Parnassia Groep is een moderne orga-
nisatie en bestaat uit tien zorgmerken
die gezamenlijk de beste psychische
en verslavingszorg aanbieden die voor-
handen is. De behoefte aan gespecia-
liseerde geestelijke gezondheidszorg
en verslavingszorg is de afgelopen
jaren sterk gegroeid in Nederland. De
Parnassia Groep wil als vernieuwende
ggz-instelling voorop lopen, zeker als
het gaat om kwaliteit. Het brede palet
aan kennis en kunde op het gebied van
de GGZ is onze kracht; van Basis GGZ
tot heldere specialisaties en topklini-
sche GGZ. Hierdoor kunnen we steeds
gerichter en doeltreffender antwoord
geven op psychische gezondheidspro-
blemen.
De juiste zorg op het juiste moment,
daar draait het om. Met Indigo bieden
wij de eerste benodigde ondersteuning
voor mensen met psychische klachten.
Direct en dichtbij huis. Wij hanteren drie
principes:
• we willen ziekte voorkomen, of er zo
vroeg mogelijk bij zijn om vererge-
ring te voorkomen;
• we bieden zorg zo dichtbij mogelijk
bij de patiënt aan, bijvoorbeeld door
samen te werken met huisartsen;
• onze zorg is zo kort en licht als ver-
antwoord, en langer en zwaarder in-
dien nodig.
U verdient de beste zorg, ook voor psychische en verslavingsproblemen
Verschuiving GGZ richting huisartsDe GGZ gaat fundamenteel veranderen: patiënten worden daardoor sneller, dichterbij en korter, in vertrouwde omgeving behandeld.
Rotterdam-Zuid is een stadsdeel met veel ver-
schillende nationaliteiten en relatief veel men-
sen die laag zijn opgeleid. Net als elders in het
land wonen hier mensen met psychische klach-
ten. Dr. Timmers, huisarts ter plekke, onderkent
de extra problemen die dat op dit vlak met zich
meebrengt. “Veel mensen die we voorheen ver-
wezen, kwamen nooit aan bij de zorginstanties.
Last van drempelvrees of ze begrepen de taal
in verwijzingsbrieven niet goed of ze konden
het niet lezen. Bovendien rust er nog altijd een
stigma op GGZ-problematiek, terwijl het juist
belangrijk is om in een vroeg stadium in te grij-
pen om erger te voorkomen. Ook geldt dat de
afstand tussen huisarts en GGZ-instelling fi-
guurlijk te groot was.”
In de wijkIn 2012 sloot minister Schippers een akkoord
met verschillende partijen in de zorg in Neder-
land om zorg toegankelijker en meer betaalbaar
te maken. GGZ-zorg drukte zwaar op de begro-
ting en het idee was om alle zorg die nu onnodig
in de dure, specialistische zorg gegeven wordt,
te verschuiven naar de huisartsenpraktijk, met
als voordeel dat patiënten eerder en makkelij-
ker die zorg krijgen die ze nodig hebben. Dat
leidde tot de inrichting van de Basis GGZ, be-
staande uit twee onderdelen. De Praktijk On-
dersteuner Huisartsen GGZ (POH GGZ) is de
eerste stap in het organiseren van GGZ-zorg
rondom de huisarts. De POH-GGZ zorgt bijvoor-
beeld voor intake, screening en begeleiding van
patiënten. Het tweede punt van de Basis GGZ is
dat patiënten met lichte en middelzware klach-
ten eveneens in de wijk behandeld worden. Dat
wordt deels al ingevuld door vrij gevestigde psy-
chologiepraktijken, maar deze zijn zeker niet in
alle achterstandswijken voldoende aanwezig.
Met de komst van de Basis GGZ kan dit verder
vormgegeven worden, met de huisarts meer en
meer als een spin in het web.
Overleg en netwerkDe mate van inzet van de POH-GGZ is afhan-
kelijk van het aantal patiënten in de praktijk.
In de gedeelde praktijk van dr. Timmers is vier
maal per week een POH-GGZ aanwezig, die di-
rect onder regie van de huisarts werkt. “Je kunt
met elkaar overleggen en gebruik maken van
het netwerk. Hij is een belangrijke schakel in de
doorverwijzing als specialistische zorg wel aan
de orde is. De ondersteuning is zeer welkom.
Met enkele gesprekken kan hij een patiënt al in
de goede richting zetten.”
Beter en goedkoperBelangrijk is dat de GGZ op deze manier wijkge-
richt en laagdrempelig wordt, van preventie tot
de wijkgerichte zorg voor patiënten met middel-
zware klachten. Maar niet elke huisarts(praktijk)
heeft de ruimte om een POH-GGZ te kunnen
huisvesten. Daarnaast moet de huisarts zelf wel
openstaan voor de ondersteuning en teamwork
is vereist. Anja Verhaegh, manager Basis GGZ
constateert “dat mensen die de zorg nodig heb-
ben, sneller op de juiste plek de benodigde zorg
krijgen. Mildere problemen kunnen eerder on-
dervangen worden waardoor erger voorkomen
wordt en mensen sneller weer grip op hun leven
krijgen. Het totale aantal patiënten wat wordt
gezien, groeit weliswaar, maar de gemiddelde
behandelduur wordt korter en daarmee wordt
de zorg goedkoper. Dus uiteindelijk betere zorg
voor minder geld.”
Auteur: Cor Dol
13van de redactie
Een nieuw geluid in online hulpExpertisenetwerk Kinder- en Jeugdpsychiatrie (E-KJP) maakt e-health aantrekkelijk
“Online hulp raakt inmiddels ingeburgerd, maar wat wij wilden, bestond niet”, aldus Joann Hinrichs, programmaleider e-health bij het E-KJP. “Wij wilden de meest effec-tieve behandelingen voor jongeren op een aantrekkelijke en gebruikersvriendelijke manier online aanbieden.”
“Internet en smartphones zijn overal, dus is het logisch dat digitale communicatie een integraal onderdeel is van de manier waarop zorginstellingen hulp verlenen. Voor cliënten is het prettig – qua school en werk – dat ze hun behandeling (deels) thuis kunnen volgen, waar en wanneer het schikt. En e-health houdt de zorg toegan-kelijk, omdat het goedkoper is.
Een van de online projecten waarmee we ervaring hebben opgebouwd, is 99gram.nl, voor tienermeiden met eetproblemen. Een succesvolle site die speels en laagdrem-pelig oogt, maar waarachter ook serieuze behandelingen hangen. De instellingen van het E-KJP (Accare, de Bascule, Curium, de Jutters, Karakter, Triversum en Yulius) besloten om ook op e-health terrein sa-men te werken.
We wilden een forse stap verder en zoch-ten een platform dat organisatie-breed kan worden gebruikt. Een omgeving voor behandelaren en cliënten om te communi-ceren en waaraan op maat gemaakte mo-
dules en behandelingen kunnen worden toegevoegd. Waarbij de randvoorwaarden rondom privacygevoeligheid en EPD goed geregeld zijn.
We gingen met deze wens naar de makers van 99gram.nl.” Robbert Slotman van Jouw Omgeving: “Dat was eind 2011. Wij maak-ten al tien jaar online hulpsites. Ook wij wilden een solide basis neerzetten die we kunnen blijven doorontwikkelen. Online hulp kan leuk zijn door een online dag-boek bij te houden en stukjes daarvan te delen met je behandelaar. Of een filmpje uploaden over een probleemsituatie.”
Joann Hinrichs: “Met de standaard func-tionaliteiten van Jouw Omgeving kunnen behandelaren en cliënten veilig mailen, chatten en een dossier bijhouden. Samen hebben we de eerste ‘blended’ behandel-programma’s gemaakt, gebaseerd op ‘evidence-based’ protocollen: behandelin-gen waarvan de effectiviteit wetenschap-pelijk onderzocht is. Daarbij verloopt een deel van de behandeling via de PC en een deel via gesprekken met de behandelaar op de polikliniek. Zo is er Dappere kat voor kinderen met angststoornissen en Doepressie voor depressieve jongeren. Deze maand gaat de training voor ouders
van kinderen met gedragsproblemen van start.”Robbert Slotman: “Het papieren werkboek inscannen is niet toereikend. Samen met inhoudelijke experts en de gebruikers kiezen we de beste interactieve mogelijk-heden. We zoeken per programma naar een eigen stijl die past bij de doelgroep. We vermijden vragenlijsten en bedenken visuele manieren om problemen en oplos-singen te verhelderen. Aantrekkelijke pro-gramma’s bevorderen de therapietrouw en het zelfvertrouwen van de gebruiker, ook bij degene die minder tekstueel ingesteld is.”
Joann Hinrichs: “Het E-KJP loopt met Jouw Omgeving voorop in online hulp en kijkt actief hoe andere zorginstellingen gebruik kunnen maken van de opgebouwde ex-pertise.”Jouw Omgeving draait nu anderhalf jaar en er zijn grote plannen voor de toekomst. Eind 2013 komt de eerste app uit: een dag-boek waarmee jongeren op hun mobieltje hun voortgang kunnen bijhouden.
expertbijdrage
Meer informatie?
www.netwerk-kjp.nlwww.jouwomgeving.nl
Zieke geest in een ziek lichaamVan de mensen met een chronische lichamelijke ziekte heeft 20 tot 30% ook een psychisch pro-bleem.
Het kan toeval zijn. Het één kan ook het gevolg van het ander zijn. Maar het meest waarschijnlijke is, dat sommige chronische lichamelijke ziekten op de-zelfde manier ontstaan als bepaalde psychische problemen. Adriaan Honig, hoogleraar ziekenhuispsychiatrie aan het VUmc en het Sint Lucas Andreas Ziekenhuis onderzoekt deze samen-hang al jaren. Hij legt uit: “Chronische ziekten zoals diabetes en hart- en vaatziekten ontstaan doordat het im-muunsysteem wordt opgejaagd. Bij psy-chische problemen zoals angst en de-pressie is dat eveneens het geval. Ook het stresshormoon cortisol speelt bij beide ziekten een rol.”
Twintig jaar eerder doodPsychiatrische stoornissen blijken een risicofactor voor het beloop van li-chamelijke aandoeningen. Zo hebben mensen met een hartinfarct en een depressie drie keer zoveel kans om te overlijden dan niet-depressieve mensen met een hartinfarct. Bij hen blijken hart-medicijnen bovendien minder goed te werken en is de kans op heropname in
het ziekenhuis aanmerkelijk groter. De invloed andersom is zelfs nog schrijnen-der: chronisch psychiatrische patiënten leven gemiddeld twintig jaar korter dan de gemiddelde Nederlander. Deze over-sterfte komt vooral door chronische li-chamelijke aandoeningen. “Dit getal is al twintig jaar hetzelfde”, weet Honig. “Het heeft deels met onze veranderde levensstijl en leefgewoonten te maken, maar ook met de stoornis zelf, de medi-catie en het feit dat we als psychiaters te weinig medisch lichamelijke zorg le-veren.”
GezondheidswinstOm patiënten met een dergelijke ‘over-lap’ beter te herkennen en te behande-len, pleit Honig voor een intensievere samenwerking tussen specialisten op beide gebieden. “Psychiaters zouden veel moeten bijleren over wat wij soma-tische problematiek noemen”, vindt hij. “Maar centra voor geestelijke gezond-heid staan momenteel flink onder druk door bezuinigingen, dus dat wringt.” Andersom zouden behandelaars van chronische lichamelijke aandoeningen
hun patiënten moeten screenen op ang-sten en depressie, zo stelt Honig. Bo-vendien moeten zij worden getraind om patiënten tools aan te reiken waarmee zij stress kunnen verminderen die met hun ziekte te maken heeft. “Het is niet aangetoond dat hierdoor de overleving van deze mensen verbetert, maar hun kwaliteit van leven verbetert wél en deze mensen worden minder snel opgeno-men”, vertelt Honig. Momenteel wordt
onderzocht of het mogelijk is om in te grijpen op het proces waardoor beide soorten aandoeningen ontstaan. Het moment waarop één pil alles zal gene-zen, lijkt echter nog ver weg.
Auteur: Irma van der Lubbe
14 van de redactie
Geen diagnose, en dan?Diagnostiek, behandeling, consultatie en advies voor onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten
Altrecht Psychosomatiek Eikenboom is een
top klinisch centrum met een landelijke functie
voor volwassenen en jongeren met ernstige en
chronische onvoldoende verklaarde lichamelij-
ke klachten. Dit zijn klachten zoals chronische
vermoeidheid, pijn, verlamming- en uitvalsver-
schijnselen, waar artsen na uitgebreid lichame-
lijk onderzoek geen medische verklaring voor
kunnen vinden.
Bij deze patiënten is er vaak sprake van klach-
ten waarbij een combinatie van lichamelijke,
psychische en sociale factoren een rol spelen.
Eikenboom biedt behandeling die zich richt op
het gunstig beïnvloeden van deze factoren.
Het doel van de behandeling is dat patiënten
beter kunnen omgaan met hun lichamelijke
klachten. Dit betekent een zo groot mogelijke
zelfstandigheid op lichamelijk, psychisch en so-
ciaal gebied. Effectonderzoek laat vermindering
van klachten zien naast verbetering van de kwa-
liteit van leven, en afname van doktersbezoek.
De therapie in het centrum is interdisciplinair.
Verschillende disciplines werken intensief sa-
men: artsen, psychiaters, psychologen, fysio-
therapeuten, psychomotorisch therapeuten,
kunstzinnige therapeuten, verpleegkundigen
en maatschappelijk werkenden.
Naast behandeling kunnen huisartsen en spe-
cialisten bij Eikenboom terecht voor consulta-
tie, advies en second opinion. Zo kan er contact
worden opgenomen over bijvoorbeeld een vast-
gelopen behandeling of voor overleg over vak-
inhoudelijke kwesties. In geval van twijfel over
de diagnose of onzekerheid over de geboden
behandeling kan Eikenboom een second opi-
nion bieden.
Eikenboom biedt gespecialiseerde patiën-
tenzorg in combinatie met wetenschappelijk
onderzoek, innovatieve behandelingen en
kennisverspreiding waarvoor ze het predicaat
topklinische GGz toegekend heeft gekregen.
Ook is Eikenboom een van de initiatiefnemers
van het landelijk Netwerk Onverklaarde Li-
chamelijke Klachten. Dit netwerk heeft op de
site www.nolk.info een sociale kaart geplaatst,
waarop te zien is waar mensen met hun klach-
ten terecht kunnen.
advertorial
Altrecht Psychosomatiek Eikenboom in Zeist
Meer informatie?
Voor contact of meer informatie kunt u bellen naar 030 696 56 00, of kijken op www.altrecht.nl
Erkennen psychosomatische klachten is vaak drempel “Ik ben toch niet gek”
Psychosomatische klachten kunnen iemands leven grondig ontwrichten. Mensen hebben zeer reële pijn- of uit-valsklachten, maar noch de huisarts noch de specialist kan een lichamelijke (somatische) oorzaak vinden. Veel pa-tiënten hebben bijna iedere mogelijke specialist wel een keer geraadpleegd en steeds was het antwoord: Sorry, we kun-nen niets vinden.
Omdat de klachten zo reëel en levens-echt zijn, is het voor patiënten moeilijk te accepteren dat ook psychische fac-
toren wel eens een rol zouden kunnen spelen. Voor huisartsen is het erg lastig dit bespreekbaar te maken. Patiënten hebben vaak het gevoel dat hun licha-melijke klachten niet langer serieus worden genomen. “De dokters weten het niet meer, dus denken ze zeker dat ik gek ben.”
WanhopigDr. Iris Keuning herkent deze emoties maar al te goed. Zij is als psychiater werkzaam bij Altrecht Psychosomatiek Eikenboom, een derdelijns centrum van
de GGZ-instelling Altrecht, gespeciali-seerd in de behandeling van mensen met psychosomatische aandoeningen. “Wij hebben hier te maken met de meest ernstige gevallen, met mensen die alles al hebben geprobeerd en vaak wanho-pig zijn. Maar, hoe wanhopig ook, toch kost het de huisarts vaak de nodige overredingskracht om mensen naar ons door te verwijzen.”
De reden dat bij mensen vaak pas in een laat stadium een psychosomatische di-agnose wordt gesteld heeft niet zozeer te maken met de onwil van huisartsen en specialisten. Bij lichamelijke klachten wordt gezocht naar lichamelijke oorza-ken. De huisarts verwijst patiënten met klachten daarom in eerste instantie naar een somatisch specialist. Vaak is dat, gezien de aard van de klachten, de neu-roloog, de internist of de pijnbestrijder. Ook deze specialisten onderzoeken de patiënt grondig voordat zij andere oor-zaken in overweging willen en kunnen nemen.
DoorverwijzenMeestal is het overigens de huisarts die doorverwijst naar de psychiater. Dat heeft twee redenen. Ten eerste kent de huisarts de patiënt meestal beter dan de specialist; hij kent vaak de familiesitu-atie, weet of er redenen voor stress of misschien zelfs een depressie zijn. De tweede reden is dat patiënten meestal terugverwezen worden naar de huisarts als de specialist niets kan vinden. De huisarts heeft dan een functie als coör-
dinator en zorgt voor de stapsgewijze inzet van zorg afhankelijk van de ernst van de aandoening.
Iris Keuning pleit er niet voor dat huis-artsen veel eerder naar de derde lijn doorverwijzen. “Over het algemeen gaat het best goed. Een huisarts die een psy-chosomatische problematiek vermoedt, zal eerst enkele weken rustig afwach-ten. In de meeste gevallen verdwijnen de klachten namelijk na enige tijd spon-taan. Een tweede groep patiënten wordt goed opgevangen in zowel de somati-sche als de psychiatrische tweede lijn. De huisarts kan om ondersteuning vra-gen bij de praktijkondersteuner GGZ of bij een centrum als het onze door een consultatie of second opinion.”
Kwaliteit verbeteren“Wanneer de klachten zeer ernstig en langdurig zijn, is verwijzing naar een multidisciplinaire, gespecialiseerde in-stelling zoals Eikenboom zinvol. Het is helaas niet altijd zo dat de klachten helemaal verdwijnen zodra de patiënt accepteert dat misschien psychische factoren een rol spelen. Als mensen al twintig of dertig jaar met bijvoorbeeld ernstige pijnklachten rondlopen, zijn deze niet zomaar verdwenen. Wij kun-nen vaak wel helpen om ze draaglijker te maken, om de kwaliteit van leven dui-delijk te verbeteren.”
Auteur: Hans-Peter Lassche
15van de redactie
“Particuliere zorg is eigenlijk zorg nieuwe stijl”
Waarom kiezen mensen voor een particulier verzorgingshuis?“Een particulier verzorgingshuis is een alterna-
tief voor een regulier verzorgingshuis. Onze vi-
sie is dat we in Nederland wat zijn doorgeslagen
in het idee dat iedereen recht heeft op dezelfde
zorg. Zolang het puur over zorg gaat sta ik daar
achter, maar via de AWBZ wordt in feite niet al-
leen de zorg geregeld, maar ook het wonen en
leven. De politiek zet nu groot in op de scheiding
van wonen en zorg. Daarmee wordt het moge-
lijk om de AWBZ en WMO sec voor zorg in te
zetten en mensen zijn daarnaast zelfbeslissend
over hoe ze willen wonen en leven. Dat stelt je
in staat om een heel divers aanbod te kunnen
leveren dat veel beter aansluit bij de woon- en
leefwensen van individuele personen.”
Waar zit wat u betreft het grootste verschil tussen particuliere en regu-liere zorg?“In de integrale aanpak. Daar waar de reguliere
zorg alles vanuit de AWBZ financiert en daar-
mee dus moeilijk onderscheid kan maken tus-
sen verschillende doelgroepen, zijn wij daar wel
toe in staat door mensen zelf te laten betalen
voor wonen en leven. Daardoor kunnen we een
heel specifieke doelgroep uitkiezen, daar een
goed woon-leefproduct voor te maken, en ver-
volgens aan de klant over te laten of ze dat wil-
len huren of niet. Het zelfbeschikkingsrecht van
de klant staat veel meer centraal.”
Spelen zaken als huiselijkheid en kleinschaligheid ook een rol?
“Zeker. Je hoort kleinschaligheid en huiselijk-
heid vaak als zaken die heel belangrijk zijn. Het
is ook een reactie van de maatschappij op de
relatieve grootschaligheid die op een gegeven
moment in de reguliere zorg ontstond. Overi-
gens komt de reguliere zorg daar nu ook van
terug.”
Is particuliere zorg alleen voor welge-stelden?“Dat beeld moet ik nuanceren. Al zo’n 15 jaar ge-
leden is de AWBZ ook voor de cliëntgroep in de
particuliere zorg toegankelijk geworden. Waar
men tegenwoordig spreekt over particuliere
woonzorg-initiatieven, men feitelijk spreekt over
de nieuwe vorm van ouderenzorg: het scheiden
van wonen en zorg. Eigenlijk is daar niets parti-
culiers aan, want de zorg wordt gewoon vanuit
de AWBZ en WMO betaald. Mensen betalen
zelf hun wonen en leven. Particuliere woonzorg
is voor iedereen toegankelijk.”
Hoe heeft Domus Magnus vormgege-ven aan de drie pijlers wonen, dienst-verlening en zorg?“Wonen gebeurt in oude, monumentale gebou-
wen met een mooie uitstraling. Daar proberen
we een speciale doelgroep voor aan te trekken.
Deze mensen verblijven graag in een karakte-
ristiek (of uniek) pand, het geeft een meerwaar-
de. Overigens zijn de appartementen er ruim.
Voor wat betreft de dienstverlening proberen
we goed in de huid van onze cliënten te kruipen.
Wat zou je zelf willen? Goede maaltijden en een
activiteitenprogramma dat is toegesneden op
onze bewoners. Goede zorg is wat ons betreft
aandacht voor de cliënt. Duidelijk afspreken wat
je gaat doen en nakomen wat je hebt beloofd.
We leveren hoogstaande zorg binnen de indi-
catie en zijn ondernemend voor bewoners die
meer wensen/willen.
expertinterview
Erwin Miedema is oprichter, directeur en DGA
van Domus Magnus, een particulier verzor-
gingshuis met zes vestigingen door het hele
land.
Meer informatie?
www.domusmagnus.com
”Dit voelde voor ons als thuis”Een particulier verzorgingshuis verkiezen boven een regulier verzorgingshuis. Waarom doe je dat?
Haar moeder woonde lang zelfstandig in een eigen appartement, maar toen na eni-ge tijd kwakkelen uiteindelijk de diagnose Alzheimer werd gesteld, viel voor dochter Marlies van Esberg het kwartje. Omdat thuiszorg niet meer afdoende was en Mar-lies en haar zus te ver weg wonen, werd opname in een verzorgingshuis onvermij-delijk. Voor opname in een regulier verzor-gingshuis is een AWBZ-indicatie van het CIZ (Centrum Indicatiestelling Zorg) nodig. Die indicatie was er, maar tijdens de ori-entatie op een passende woonomgeving kwamen de kinderen op het spoor van een particulier verzorgingshuis. “Je bent aan-vankelijk tamelijk onbekend met dit ter-rein, je hebt eigenlijk geen idee wat er is en welke mogelijkheden er zijn.”
Vertrouwd“Voor ons én voor ons gevoel ook voor onze moeder is het belangrijk om te wo-nen in een omgeving die vertrouwd is. De-menterende mensen hebben sowieso veel behoefte aan vaste punten in hun leven. Kleinschalige zorg sprak ons het meest aan, je hebt toch het idee dat je dat het liefst zelf ook zou willen. Hoewel dat in de reguliere zorg ook steeds meer voorkomt, kom je toch al gauw in de particulier sec-tor terecht, maar daar hangt ook weer een prijskaartje aan.” In een particulier verzor-gingshuis betalen de bewoners zelf voor wonen, service en dienstverlening. De zorg zelf wordt wel bekostigd vanuit WMO- of AWBZ-indicaties. Overigens is een derge-lijke indicatie niet noodzakelijk, maar met
een indicatie is het bijvoorbeeld wel moge-lijk om een PGB (Persoons Gebonden Bud-get) aan te vragen om daarmee (een deel van) de verblijfkosten te betalen.
AfwegenVoor Marlies en haar familie waren de per-soonlijke voorkeuren (“kleinschaligheid, meer individueel gerichte zorg, persoonlijk, huiselijk, overzichtelijk”) en de financiële aspecten de belangrijkste punten om af te wegen. Omdat een en ander, mede dank-zij spaartegoeden en een goede verkoop van het huis, financieel allemaal haalbaar bleek, kregen de persoonlijke afwegingen de overhand. “Samen hebben we een aan-tal verzorgingshuizen bekeken, ook regu-liere. We hebben uiteindelijk gekozen voor een particuliere instelling in de buurt. Voor onze moeder is het ook goed om te kun-nen blijven wonen in een omgeving die ze kent en die overzichtelijk is. Natuurlijk moet het financieel mogelijk zijn, maar daarbij zijn we prima ondersteund door de directeur van het verzorgingshuis, die heel transparant duidelijk maakte wat wel en wat niet mogelijk was. Ik zeg niet dat een regulier verzorgingshuis niet goed is, maar voor ons voelde dit vertrouwder en meer eigen. Dat is lastig uit te leggen. In ieder geval denk ik dat onze moeder het daar erg naar haar zin heeft. Beter wordt ze niet, maar ze is er thuis en kan het goed worden
met iedereen. Dat is toch ook wat waard.”
Auteur: Cor Dol
16 van de redactie
Homeopathie onder vuur“Laat mensen zelf kiezen.”
Veel Nederlanders gebruiken homeo-
pathische geneesmiddelen of bezoe-
ken een homeopathisch arts of the-
rapeut. Tegelijkertijd is homeopathie
niet onomstreden en krijgt het door de
overheid beperkingen opgelegd. Hoe
valt dit te rijmen? Het belangrijkste
probleem is dat de werkzaamheid van
homeopathische geneesmiddelen
niet aangetoond kan worden volgens
de methoden waarmee de werkzaam-
heid van reguliere geneesmiddelen
aangetoond worden. Gevolg is dat
sinds 2012 de werkzaamheid van ho-
meopathische zelfzorgmiddelen niet
meer op de verpakking vermeld mag
worden.
Uitgangspunten
Lilian Peters is voorzitter van de Stich-
ting Voor Vrije Keuze en klassiek
homeopaat. Zij is hier vanzelfspre-
kend niet blij mee. “Het klopt dat de
werkzaamheid van homeopathische
geneesmiddelen niet aangetoond
kan worden op de traditionele voor-
geschreven manier. Dit wil echter niet
zeggen dat er niets valt te zeggen over
de werkzaamheid. Er is veel weten-
schappelijk onderzoek beschikbaar
waarin de werkzaamheid overduide-
lijk wordt aangetoond. Het punt is
echter dat homeopathie op geheel
andere uitgangspunten is gebaseerd
dan de traditionele geneeskunde. De
achterliggende principes van de ho-
meopathie zijn echter nog niet geheel
duidelijk. Misschien zullen deze wel
nooit volgens de methoden van de
klassieke wetenschap worden ontra-
feld.”
Homeopathische geneesmiddelen
worden afgestemd op het individu,
niet alleen op de klacht. De middelen,
niet-toxisch en op basis van natuur-
lijke ingrediënten, stimuleren het zelf-
genezend vermogen van het lichaam.
Omdat gekeken wordt naar het indi-
vidu, krijgt niet iedereen met dezelfde
klachten hetzelfde middel voorge-
schreven. Homeopathische middelen
kennen ook verschillende sterktes, al
naar gelang de mate van verdunning
van de werkzame stof. Dit alles maakt
onderzoek op de traditionele manier
lastig: zoveel mensen, zoveel genees-
middelen.
Referendum
Gebruikers van homeopathische zelf-
zorgmiddelen zijn verontwaardigd
over de houding van de overheid. Zij
vinden dat de overheid de maatregel
terug moet draaien. Onderzoek naar
de werkzaamheid van homeopathi-
sche geneesmiddelen wordt gene-
geerd en, belangrijker nog, mensen
wordt een keuze ontnomen. Volgens
Lilian Peters kan het ook anders: “In
Zwitserland is homeopathie opgeno-
men in het basispakket. Daar heeft de
overheid wel serieus gekeken naar de
beschikbare onderzoeken en informa-
tie, en dit vervolgens per referendum
aan de bevolking voorgelegd. Een rui-
me meerderheid stemde voor opname
in het basispakket.”
Voorstanders vinden dat homeopa-
thie en de traditionele geneeskunde
naast elkaar moeten kunnen bestaan.
Het grootste deel van de mensen die
aankloppen bij een homeopaat ziet
de homeopathie als een waardevolle
aanvulling op de traditionele genees-
kunde. Zij kiezen voor de homeopa-
thie omdat de achterliggende filosofie
ze aanspreekt of omdat ze vertrouwen
op de veilige en niet-toxische midde-
len.
Critici doen homeopathische succes-
sen vaak af als psychosomatisch. Li-
lian Peters vindt dat nogal goedkoop.
Zij vindt dat de homeopathie zich vol-
doende bewezen heeft en beschik-
baar moet zijn als serieus alternatief
voor wie daar behoefte aan heeft.
Auteur: Hans-Peter Lassche
Want dat is harder nodig dan ooit:• Zo is het niet meer toegestaan om op een
homeopathisch middel te vermelden waartoe het product dient;
• Er mag in de media niet meer wor den ge-schre ven over de werking van de middelen;
• En zijn er door deze nieuwe regelgeving al homeo pathische zelfzorgmiddelen verdwenen bij de drogist.
Om het tij te keren zet de Vereniging Homeopathie publiekscampagnes, politieke lobby, petities en heel veel andere acties in.
Word lid en help mee!Als u nu lid wordt ontvangt u gratis de VSM Eerste Hulp Kit t.w.v. € 9,95*. Dit superhandige tasje bevat diverse pleisters, verband en een schaartje. Natuurlijk ontbreken ook de VSM Eerste Hulp producten niet (Calendulan en Arni fl or Eerste Hulp zalf**, 25 gram). Boven-dien ontvangt u 5 x per jaar het Homeo pathie Magazine en kortingen in diverse webshops.
Meld u aan opwww.vereniginghomeopathie.nl of bel 020-617 83 08.
Helpt u mee de homeopathie in Nederland toegankelij k te houden?
Word lid en help mee!Als u nu lid wordt ontvangt u gratis de VSM Eerste Hulp Kit t.w.v. € 9,95*. Dit superhandige tasje bevat diverse pleisters, verband en een schaartje. Natuurlijk ontbreken ook de VSM Eerste Hulp producten niet (Calendulan en Arni fl or Eerste Hulp zalf**, 25 gram). Boven-dien ontvangt u 5 x per jaar het Homeo pathie Magazine en kortingen in diverse webshops.
www.vereniginghomeopathie.nl
Helpt u mee de homeopathie in Nederland toegankelij k te houden? Word lid en ontvang een gratis 1e Hulp Kit! *
*Actie loopt zolang de voorraad strekt. ** Gezondheidsproduct Like ons op facebook
17van de redactie
“Vermoeidheid aangepakt”Waarom een vermoeidheidcentrum?
“Zo’n 16% van de klachten op het spreek-
uur van een huisarts is gerelateerd aan
vermoeidheid. Het VermoeidheidCen-
trum is er voor patiënten met ernstige,
aanhoudende vermoeidheidsklachten.
Daar hangen veel andere klachten mee
samen, zoals pijn en neurocognitieve
klachten. Dit is dus niet zomaar een
beetje moe, maar kan een invaliderende
aandoening zijn. De ernstigste vorm heet
ME/CVS (Chronisch VermoeidheidSyn-
droom) en dan heb je ook nog chronische
vermoeidheid, dat meestal speelt bij een
aandoening als MS of kanker. De oor-
zaak van ME/CVS is onbekend, maar de
klachten zijn heel duidelijk. De erkenning
is de laatste jaren wel beter geworden en
er is ook een richtlijn gekomen. Toch gaat
het vaak om vage klachten, waarmee pa-
tiënten vaak jarenlang in het behandel-
circuit rondlopen zonder resultaat.”
Wat kan uw VermoeidheidCentrum voor
deze patiënten betekenen?
“Zo’n 5 tot 9 procent van de ME/CVS-
patiënten herstelt volledig. Dat is weinig
en daarbij gaat het bijna altijd om pati-
enten die maar kort ziek en bovendien
jong zijn. Onze doelstelling kan dan ook
niet anders zijn dan de situatie verbete-
ren, het gaat immers om een chronische
aandoening. Het primaire doel is dat je
een verbetering ervaart in het dagelijks
functioneren, bijvoorbeeld makkelijker
en beter activiteiten uitvoeren. Maar ook
acceptatie is belangrijk.”
Hoe ziet de behandeling in uw centrum
er uit?
“Patiënten die zich aanmelden wordt ge-
vraagd online een uitgebreide vragenlijst
in te vullen. Op basis daarvan volgt een
intake door een verpleegkundige en in-
ternist in de vermoeidheidpoli van het
MC Zuiderzee. Zo kunnen we de proble-
men goed analyseren en op een rij zetten.
De internist kan een diagnose stellen en
medicatie en een behandelplan bepalen.
Die diagnose wordt gesteld op basis van
vastgestelde internationale criteria. De
behandeling is multidisciplinair, waarbij
de therapeuten op elkaar zijn ingespeeld.
Een fysiotherapeut kan de beweging ver-
beteren, afgestemd op de patiënt. Daar
hebben we een ‘beweegweger’ voor ont-
wikkeld. Je kunt zo eenvoudig bepalen
welke impact beweging heeft en welke
beweging het beste werkt. Patiënten le-
ren zelf welke vorm van bewegen, hoe
lang en wanneer voor hen het beste is. In
de multidiscipline zit verder een ergothe-
rapeut, die werkt met de ‘activiteitenwe-
ger’. Die werkt als de beweegweger, maar
gaat door de hele dag bekijken welke ac-
tiviteiten meer of minder impact hebben
en hoe ze het best over de dag verdeeld
kunnen worden. Het team bevat verder
een psychotherapeut, die vaak werkt met
de ‘Accept and Commitment Therapy’
(ACT) en hij heeft aandacht voor de so-
ciale problematiek van de aandoening.
Ook een ontspanningstherapeut en waar
nodig een diëtist, arbeidsdeskundige, be-
drijfsarts of jurist horen bij het team. De
verpleegkundige coach bewaakt het pro-
ces en samen met de internist bijvoor-
beeld de medicatie.”
Wat zijn de meest recente ontwikkelin-
gen?
“De inspectie voor volksgezondheid
heeft ons aangeduid als een koploper in
het gebruik van e-health. Het is bij ons
een combinatie van toegankelijkheid via
e-mail en de telefoon, voor allerlei vragen
en persoonlijk contact, en het invullen
van de vragenlijsten, het intelligent ver-
werken daarvan en een snelle output.”
expertinterview
Pierre de Roy is (met anderen) initiatiefnemer
en directeur van VermoeidheidCentrum
Lelystad.
Meer informatie?
www.vermoeidheidcentrum.nl
Dokter, ik ben zo moe….Sinds er meer bekend wordt over de oorzaken wordt ernstige vermoeidheid steeds serieuzer geno-men.
Iedereen voelt zich wel eens moe.
Meestal is dat na een paar nachten goed
slapen weer over. Anders is het wanneer
de vermoeidheid lang aanhoudt. In Ne-
derland spreekt men na drie maanden
van chronische vermoeidheid. Hoewel
deze door iedereen op dezelfde manier
wordt ervaren, kunnen de oorzaken
heel divers zijn. De vermoeidheid kan
op zichzelf staan, maar ook een bij-
verschijnsel zijn van een ziekte zoals
kanker of Parkinson. Gaan de klachten
gepaard met andere ongemakken zoals
spier-, keel- of hoofdpijn en opgezette
klieren, dan kan er sprake zijn van ME/
CVS (Myalgische Encephalomyelitis/
Chronisch VermoeidheisSyndroom).
Serieus
Chronische vermoeidheid kan een
grote invloed hebben op de kwaliteit
van leven, weet professor Julia Newton,
Hoofd Klinische Geneeskunde aan de
Universiteit van Newcastle, Engeland.
“Veelgehoorde klachten zijn onder meer
pijn, slaap, duizelingen bij het opstaan,
geheugen- en concentratieproblemen”,
vertelt ze. “Die kunnen ertoe leiden dat
mensen bijvoorbeeld niet meer kunnen
autorijden, maar ook dat ze hun werk of
hun studie niet kunnen volhouden.” Des-
ondanks werd chronische vermoeidheid
jarenlang niet echt serieus genomen.
“Ik heb patiënten met verschrikkelijke
verhalen over hun ervaringen in zieken-
huizen en klinieken”, geeft Newton aan.
“Volgens mij heeft dat te maken met het
feit dat de ziekte werd gezien als iets dat
tussen de oren zat.”
Erkenning
Inmiddels is algemeen erkend dat chro-
nische vermoeidheid een serieus pro-
bleem is. Newton vertelt dat tegenwoor-
dig steeds duidelijker wordt dat er in
veel gevallen een lichamelijke oorzaak
is. “Veel mensen met vermoeidheid
hebben een lage bloeddruk”, legt ze uit.
“Daardoor krijgen hun hart, hersenen
en spieren niet voldoende bloed aange-
voerd. In het ergste geval kan dat leiden
tot black outs. De meeste mensen heb-
ben echter last van duizelingen bij het
opstaan. Hun bloeddruk daalt, het bloed
zakt in hun benen en worden ze licht in
hun hoofd. In de lichtste vorm krijgen
mensen pijn in de spieren. Die ontstaat
doordat zuren daar de kans krijgen om
zich op te hopen, doordat het bloed er
niet goed genoeg doorheen stroomt om
ze te kunnen afvoeren.”
Gedegen aanpak
Bij de behandeling van vermoeidheid
werd vaak uitgegaan van de mogelijk
achterliggende ziekte. Tegenwoordig
stelt men steeds vaker de vermoeidheid
zelf centraal en bekijkt deze met een
multidisciplinair team. “Beter, omdat
vermoeidheid zoveel verschillende oor-
zaken kan hebben”, vindt Newton. “Op
die manier kan vermoeidheid ook veel
beter worden herkend en behandeld.”
Die behandeling is veelal niet helend;
de medische wetenschap begrijpt nog
niet helemaal wat de ziekte veroorzaakt.
Dat betekent dat hij ook nog niet te ge-
nezen valt, hoewel er testonderzoeken
worden uitgevoerd op weg naar medica-
tie. “Maar we kunnen veel doen om de
symptomen op een gestructureerde ma-
nier te verbeteren, bijvoorbeeld via het
aanpakken van slaapproblemen en de
lage bloeddruk”, vertelt Newton. “Mijn
boodschap is dan ook dat het echt niet
nodig is om met serieuze vermoeidheid
te moeten leven.”
Auteur: Irma van der Lubbe
18 bedrijfsprofiel
Toename gewrichtspijnen door vergrijzingSoft lasertherapie bij o.a. pijnbestrijding van reuma, artrose en artritis.
Zoveel mogelijk zelf doenErg blij is Deana Vijsma (63) met de thuiszorg die zij heeft. Toch probeert zij zoveel mogelijk zelf te doen.
“Thuiszorg op maat, zorgt voor kwaliteit”
Caroline Dubbelman van Balancecare werkt al
een aantal jaren met een medisch goedgekeur-
de BNS soft laser. Binnen de medische wereld
won deze laser in Duitsland in 2007 de innova-
tieprijs en wordt sindsdien succesvol gebruikt
in een toenemend aantal landen. De soft laser
werkt ontstekingsremmend, pijnstillend en cel
vernieuwend. Het pijnloze helende licht van de
laser ondersteunt het herstelmechanisme en
optimaliseert het zelf genezend vermogen van
het lichaam. De resultaten zijn uitmuntend zoals
bij pijn bij artrose en gewrichtsproblemen. De
soft laser wordt daarnaast met goede resulta-
ten toegepast bij gezondheidsproblemenzoals
ademhalingsstoornissen, allergieën, bloeddruk-
klachten, gewichtsproblemen, migraine, hormo-
nale klachten, oedeemvorming, spijsverterings-
klachten, stress, vermoeidheid, verslavingen
zoals roken en bij vruchtbaarheidsproblemen.
In de huidige tijd zijn er veel mensen met wel-
vaartsziektes zoals artrose en artritis, door o.a.
verzuring van de gewrichten. Er zijn waterzuive-
ring systemen bij Balancecare verkrijgbaar die
alkalisch water produceren met toevoeging van
geïoniseerde mineralen, waardoor het zuur-ba-
se evenwicht wordt hersteld. Daarnaast speelt
voeding uiteraard ook een rol.In de praktijk
boekt de combinatie van de softlaser, het ge-
ioniseerde water en een aangepast voedings-
patroon enorme resultaten. Vermoeidheid en
gewrichtspijnen worden aanzienlijk verminderd.
Bij deze combinatie is een duidelijke conditie-
verbetering te constateren bij darmproblemen,
allergische en reumatische aandoeningen. Bij
Balancecare gaan wij ervanuit dat de oorzaak
van een probleem moet worden aangepakt en
de pijn van een aandoening tot een minimum
moet worden beperkt. Bij aanvang is het nood-
zakelijk in korte termijn meerdere behandelin-
gen te ondergaan zodat het herstelmechanisme
van het lichaam kan worden geactiveerd. ‘Het is
iedere keer weer een feest te zien dat mensen
weer kwaliteit van leven terug krijgen! ’Balance-
care is gevestigd in Doorwerth, nabij Arnhem en
uitvalswegen A50 en A12. Voor meer informatie
zie www.balancecare.eu.
Op de vraag wat Deana precies mankeert,
antwoordt zij: “Je kunt beter vragen wat ik
níet heb. Ik heb onder meer twee vormen van
reuma en ben geboren met een afwijking
aan mijn voeten. Door mijn slechte mobili-
teit ben ik te dik geworden. Dat, en stress in
mijn privésituatie, hebben er bovendien toe
geleid dat ik ook diabetes en hartklachten
heb ontwikkeld.” Thuiszorg is voor Deana
geen overbodige luxe. Sinds zo’n anderhalf
jaar komt hulp Sylvia iedere week Deana’s
huisje schoonmaken. Tussen het werk door
hebben de twee samen veel lol. “Ook dat is
belangrijk voor mij”, vindt Deana. “Door mijn
fysieke gesteldheid en privéproblemen heb
ik nauwelijks sociale contacten. Met Syl kan
ik beetje van gedachten wisselen. Dat geeft
me energie en werkt ook heel relativerend.”
Afremmen
Het liefste zou Deana zoveel mogelijk zelf
doen. “Daarin moet ik soms worden afge-
remd”, erkent ze. “Laatst probeerde ik ook
weer iets, maar toen viel ik en liep een her-
senschudding op. Toen heb ik besloten dat
ik dat maar niet meer moet willen.” Toch doet
Deana er alles aan om zelf actief in huis te
blijven. “Via bonnen van de gemeente krijg
ik nu aquatherapie”, vertelt ze. “Ik wil ervoor
zorgen dat ik blijf bewegen en niet dikker
word, zodat ik dingen kan blijven doen. Je
hebt mensen die, als ze per ongeluk iets om-
gooien, denken: ‘Laat maar liggen, dat doet
de thuiszorg wel’. Daar kan ik me erg boos
over maken.” De aangekondigde bezuini-
gingen in de zorg vindt Deana daarom niet
verkeerd. “Ik vind het wél vervelend dat ik
straks een eigen bijdrage moet betalen voor
zowel de thuiszorg als de gespecialiseerde
thuiszorg, omdat ik het al zo krap heb en ik
met mijn netwerk geen beroep kan doen op
mantelzorg”, vertelt ze. “Maar wat de zorg
zelf betreft hebben we in ons land een ver-
wencultuur gehad. Daar kan best wat af; veel
mensen kunnen veel meer dan ze doen.”
Auteur: Irma van der Lubbe
Het aantal ouderen dat zorg nodig heeft stijgt enorm, wordt dit een pro-bleem in de toekomst?In 2040 zijn er 4,6 miljoen 65-plussers, dat is
26% van de totale bevolking. Een ontwikkeling
waar we nu op moeten reageren want wachtlijs-
ten van zorginstellingen worden langer en voor
steeds meer ouderen is de vraag of ze de zorg
kunnen krijgen die zij nodig hebben op het mo-
ment dat zij daar behoefte aan hebben.
Is er een oplossing?Je ziet steeds meer dat ouderen tegen een uit-
zichtloze wachtlijst aanlopen of dat ze zichzelf
niet kunnen vinden in de massale sfeer van een
tehuis. Een goede oplossing is thuiszorg op
maat. Persoonlijke zorg in je eigen huis, voor
specifieke wensen en behoeften.
Wat is het voordeel?De ouderen voelen zich veilig en gerust in hun
vertrouwde omgeving en met het comfort dat
ze gewend zijn. Er is altijd iemand waar ze op
kunnen rekenen. Of het nou gaat om wassen,
aankleden, boodschappen doen, bereiden van
eten of het doen van de was. Omdat er één of
meerdere verzorgers voor langere tijd worden
geplaatst bij een bepaalde cliënt zorgt dit voor
een hechte band. Ook is de zorg direct beschik-
baar, er is geen wachttijd.
Is dat betaalbaar?Professionele verzorgers uit verschillende EU-
landen werken hier voor minimaal hetminimum
loon maar door de lagere levensstandaard in
hun thuisland is dat voor hen een goed salaris.
Ouderen krijgen een PGB (Persoons Gebonden
Budget) of een bijdrage uit de WMO (Wet Maat-
schappelijke Ondersteuning), de kosten van
een hulp uit het buitenland vallen meestal bin-
nen dat budget.
Het mes snijdt aan twee kanten, deze mensen
zijn extra gemotiveerd omdat ze in Nederland
beter verdienen en ze zijn op gegroeid met een
traditie waarin ouderen worden gekoesterd.
Levert dat geen taalproblemen op? De verzorgers spreken Duits of Engels en met
1 of 2 vaste hulpen per cliënt ontstaat snel een
goede vriendschap die communicatie nog mak-
kelijker maakt. Mogelijke vooroordelen zoals
taalbarrières en vertrouwenskwesties over een
inwonende hulp die 24 uur zorg op maatlevert,
verdwijnen snel. Doordat de cliënt niet telkens
een andere verzorger maar voortdurend de-
zelfde hulp(en) heeft, wordt snel een gevoel van
vertrouwen en wederzijds begrip opgebouwd.
Zekerheid voor de cliënt: nooit meer alleen zijn.
van de reactie
expertinterview
Hans van Hoof, Zorg manager bij Stichting
Homecare
Caroline Dubbelman, Paramedisch
Natuurgeneeskundig therapeut
19advertorial
Zorg moet vergelijkbaar zijnSteeds meer mensen zijn gewend om gebruik te
maken van internet, bijvoorbeeld als je een tele-
visie gaat kopen is het vanzelfsprekend om je te
oriënteren op het aanbod voordat je overgaat tot
aankoop. Gelukkig zijn er de verschillende ver-
gelijkingssites, waar je op je gemak kunt kijken,
vergelijken en vervolgens een beslissing kan
maken. Vreemd is het echter dat het voor niet
alle producten en diensten mogelijk is. Zeker
wanneer het gaat om zaken waar wij allen vroeg
of laat mee te maken krijgen, zorg. Waarom is
het zo lastig om alle vormen van zorg bij elkaar
te treffen, makkelijk doorzoekbaar te maken en
ook nog met elkaar te vergelijken? Het is toch
eigenlijk vreemd dat we ons zomaar laten door-
verwijzen naar een instelling of behandelaar die
we nooit eerder hebben gezien. Dit terwijl we al-
lemaal kritischer worden.
Het zou prettig zijn als het aanbod volstrekt
onafhankelijk inzichtelijk wordt gemaakt, zon-
der dat daar een instelling of aanbieder wordt
‘voorgetrokken’. Daarnaast is het belangrijk dat
de zorgaanbieders zich online goed laten zien.
Bij telkens veranderende zorgmarkten wordt
het voor zorgaanbieders steeds belangrijker
om in contact te staan met de doelgroep. De
doelgroep verlangt informatie vooraf en wordt
steeds kritischer op het aanbod. Zorgaanbie-
ders hebben kortom de morele verplichting om
deze groep optimaal te bedienen met informa-
tie over hun instelling of dienst. Uiteindelijk
komt het allemaal neer op ouderwetse doel-
groepmarketing.
In 2012 is KiesvoorjeZorg.nl opgericht, een on-
afhankelijke vergelijkingssite voor de zorg.
Contactinformatie van ouderenzorginstellingen,
ziekenhuizen en klinieken zijn toegevoegd. En
websites van alle instellingen zijn handmatig
bezocht om relevante informatie op te nemen
om te vergelijken. Het viel op dat veel van deze
websites moeilijk doorzoekbaar zijn. Is Kies-
voorjeZorg.nl een non-profit organisatie? Nee,
het eerste doel is de informatie transparant en
overzichtelijk aan te bieden aan de doelgroep.
Hier wordt alle tijd en aandacht in geïnvesteerd.
Toch zit er een verdienmodel achter het product.
Als een zorginstelling meer wil laten zien dan de
basisinformatie, bijvoorbeeld foto’s of brochu-
res wil uploaden, dan kan er gebruik gemaakt
worden van een Premium. Het tarief is laag
zodat het voor alle instellingen haalbaar is om
gebruik te maken van de extra mogelijkheden.
Hierdoor hebben niet alleen de grote partijen
het voordeel van een mooie profielpagina.
De komende periode zal KiesvoorjeZorg.nl nog
meer zorgmarkten gaan opnemen in de web-
site. Per 7 juni a.s. zal de zorgmarkt Fysiothera-
pie worden toegevoegd.
advertorial
Alle gegevens aanwezig voor samenwerkende artsenWerkende IT oplossing geeft de dokter toegang tot alle medische gegevens in één scherm.
De behandeling van patiënten gebeurt in toene-
mende mate door samenwerkende en/of fuse-
rende maatschappen. De patiëntgegevens zijn
daarmee per definitie vastgelegd bij meerdere
zorginstellingen. Hiermee groeit de behoefte
om de gegevens uit te wisselen. De diversiteit
aan informatiesystemen maken dat niet zelden
dezelfde gegevens op meerdere plaatsen ge-
registreerd staan. Dat maakt het niet eenvou-
dig om anderen dan de initiële aanvragers, te
laten beschikken over de gegevens. De dokter
is daarom geholpen met de toegang tot de ver-
snipperde medische gegevens vanuit de ver-
schillende bronnen.
Versnipperde medische gegevens beschikbaarWat zou het fijn zijn als elke arts tijdens een
Multi Disciplinair Overleg (MDO) met collega’s
vanuit verschillende zorginstellingen, op zijn ei-
gen scherm, vanuit dezelfde werklijst toegang
heeft tot dezelfde medische gegevens.
Door gebruik te maken van een bewezen soft-
ware oplossing ontsluit u op een veilige manier
patiëntdata uit verschillende zorgaanbieders.
Hiermee zijn de patiëntdata direct toegankelijk,
met behoud van privacy. De behandelend spe-
cialisten krijgen via hun eigen ZIS toegang tot
de patiëntdata. Ook als die specialisten werk-
zaam zijn in een ander ziekenhuis dan waar de
patiënt onder behandeling is. De oplossing van
Medischegegevens.nl geeft u in één overzicht
inzage in deze patiëntdata, ook binnen uw be-
staande ZIS, of die informatie nu uit ziekenhuis
A, B, C of D komt.
• Een MDO kan op basis van gelijke informa-
tie worden voorbereidt;
• Geen dubbel onderzoek of wachten op over-
dracht vanuit collega Zorgverlener;
• Geen duplicaat dossier beheer op meerdere
locaties;
• Patiëntmandaat is georganiseerd en vastge-
legd;
• Geen belasting voor de ICT;
Binnen 3 maanden klaarDoor gebruik te maken van een oplossing die
zich op andere locaties reeds heeft bewezen
hoeft u het wiel niet zelf uit te vinden. Hiervan
zijn naast technische ICT referenties ook refe-
renties beschikbaar vanuit de medici. Ervarin-
gen en lessons learned kunnen worden overge-
nomen.
‘Anale klachten: niets om je voor te schamen’Anale klachten zijn gênant. Maar bij pijnklachten of bloedverlies is het verstandig om toch naar de huisarts te gaan.
Anale pijn, jeuk of bloedverlies is meestal het
gevolg van een onschuldige aandoening die
met de juiste aanpak zo verholpen kan worden
– mits er door de juiste specialist naar wordt ge-
keken. In Nederland zijn er echter maar weinig
artsen die zich volledig hebben toegelegd op
anale klachten. Chirurg-proctoloog drs. Jean-
Paul de Zoete, werkzaam bij Helder kliniek,
heeft zich wél volledig toegelegd op dit vakge-
bied. “Juist met deze klachten, die toch vaak eni-
ge gêne met zich mee brengen, is het belangrijk
om een specialist met ervaring te zien,” meent
De Zoete.
Helder kliniek is gespecialiseerd in het behan-
delen van alle anale aandoeningen, waaronder
aambeien, anale scheurtjes, fistels, huidflapjes
en anale wratten. Deze klachten zijn erg verve-
lend en kunnen mensen beperken in hun soci-
ale leven. Drs. de Zoete: “Veel mensen blijven er
jarenlang mee rondlopen. Maar anale aandoe-
ningen komen heel veel voor en zijn niets om je
voor te schamen.”
Eerlijk is eerlijk: niemand wordt blij van de ge-
dachte aan een anaal onderzoek. Maar eigen-
lijk valt het allemaal best mee. “Mijn patiënten
hoeven zich voor het onderzoek niet uit te kle-
den, maar slechts hun broek een stukje te laten
zakken. Ze mogen gewoon op hun zij gaan lig-
gen en hoeven dus niet op handen en knieën te
gaan zitten. Vervolgens leg ik voor extra privacy
een doekje over de voorkant. In de praktijk blijkt
dit voor patiënten een heel comfortabele hou-
ding te zijn,” aldus drs. de Zoete.
Helder kliniek biedt uitsluitend de meeste mo-
derne en bewezen succesvolle behandelme-
thodes aan. “Bij aambeien is de Barron ligatie
in 75% van de gevallen de aangewezen behan-
deling,” zegt De Zoete. “Deze methode, ook wel
‘elastiekjes schieten’ genoemd, is op dit mo-
ment het meest toegepast en kent een hoog
succespercentage. De aambeien worden afge-
bonden met een elastisch ringetje waarna ze
vanzelf verschrompelen. Fissuren behandelen
we met ISDN-zalf of met Botox. Dit laatste ge-
beurt onder narcose en is dus volledig pijnloos.”
bedrijfsprofiel
Meer informatie
KiesvoorjeZorg.nl B.V.T. 023 711 32 02E. [email protected]
Meer informatie
Helder kliniekT. 088 – 778 52 02www.helderkliniek.nl
Helder kliniek heeft vestigingen in Eindhoven,
Enschede, Hilversum, Rotterdam en Velp.
20 advertorial
hansanders.nl
224,50per stuk
tot de helft goedkoper dan elders!
• zeer klein, niet zichtbaar• comfortabel• eenvoudig in te stellen via pc, iPhone en iPad• gebruik bij specifieke luistersituaties of gedurende de dag• kant-en-klaar, direct meenemen
Kies voor de easy amplifier:
Info
rmee
r naa
r de
voor
waa
rden
.
Bekijk de productvideo en verkoopadressen op hansanders.nl/hoorversterker
Niet gezien, wel gehoordHans Anders introduceert slimme hoorversterker voor mensen met beginnend gehoorverlies.
Er zijn verrassend veel personen die
moeite hebben met horen, maar die
nog niet toe zijn aan een écht hoor-
toestel. Voor deze mensen biedt Hans
Anders sinds kort een unieke oplos-
sing om weer volop te genieten van
het leven. De Easy Amplifier is een
zeer kleine onzichtbare hoorverster-
ker die comfortabel gedragen wordt
en eenvoudig in het gebruik is. En juist
daardoor kunnen mensen de Easy
Amplifier de gehele dag dragen of al-
leen tijdens gelegenheden waar dat
nodig is. Denk daarbij aan al die waar-
devolle momenten als één-op-één ge-
sprekken, aan tafel tijdens het eten, bij
het tv-kijken, op verjaardagen, in res-
taurants of tijdens het sporten.
Onzichtbaar
De stap naar een hoortoestel is voor
veel mensen mentaal groot. Dat heeft
alles te maken met de perceptie van
‘echt ouder worden’, die bij het af-
nemen van het gehoor komt. Jan de
Groot, algemeen directeur van Hans
Anders: “Veel mensen in de middel-
bare leeftijdsgroep van 40 tot 60 jaar
hebben vaak al een lichte vorm van
gehoorverlies. En omdat zij nog vol-
op in het leven staan, moeten zij een
flinke drempel over voordat ze een
hoortoestel zullen dragen.” Dit blijkt
ook uit ramingen van de NVVS en de
Nationale Hoorstichting: tweederde
van de slechthorenden draagt geen
hoortoestel. Regelmatig wordt zelfs
jaren gewacht met de overstap. “De
Easy Amplifier is voor anderen nage-
noeg onzichtbaar en daarmee voor
deze groep mensen dé oplossing om
weer volop te genieten van het leven.
We zien het daarom ook als een logi-
sche aanvulling op ons assortiment”,
aldus De Groot.
Betaalbaar
Naast een mentale drempel is er ook
een financiële factor die mensen er-
van weerhoudt te kiezen voor een
hoortoestel. Mensen die nog niet in
aanmerking komen voor vergoeding
van een hoortoestel, maar wel een
hooroplossing zoeken kunnen voor
forse uitgaven komen te staan. De
Easy Amplifier is zo aantrekkelijk ge-
prijsd (224,50; red.) dat het voor deze
groep mensen een goed alternatief is.
Handig
De Easy Amplifier die Hans Anders
biedt is vooral een handig apparaat-
je. Hij is zo klein dat hij gemakkelijk
en comfortabel in het oor past. De
hoorversterker is zeer eenvoudig in
te stellen via de computer of iPhone/
iPad. Ook het harder of zachter zetten
gebeurt in een handomdraai. Na een
korte hoortest kan de klant de Easy
Amplifier direct meenemen uit één
van de winkels van Hans Anders die
hoortoestellen verkopen of bestellen
in de webshop. De Easy Amplifier is
dan meteen klaar voor gebruik. Alle-
maal uiterst eenvoudig en klantvrien-
delijk. Hoe dat allemaal kan voor die
prijs? Een kwestie van horen, zien en
geloven!
Meer informatie
T 0800 – 0027 (gratis)W hansanders.nl/hoorversterker
De Easy Amplifier is geschikt bij
een gehoorverlies tot 80 dB en is
zeer makkelijk zelf in stellen via
de pc, iPhone of iPad. Het slimme
apparaatje is daarom een snelle
en betaalbare oplossing voor
mensen met slechts een beperkt
gehoorverlies, maar die niet kun-
nen rekenen op een vergoeding
door hun zorgverzekering.