Kwaliteitsplan

ROC Rivor

28 april 2015

2

Kwaliteitsplan ROC Rivor

Managementsamenvatting I Inleiding : strategie ROC Rivor

1. Inleiding 2. Proces totstandkoming kwaliteitsplan 3. Analyse van de instelling 4. Strategie ROC Rivor

II Kwaliteitsplan 2015-2018

1. Thema 1: Professionalisering 2. Thema 2: Intensivering van het taal- en rekenonderwijs 3. Thema 3: Terugdringen van voortijdig schoolverlaten met aandacht voor

kwetsbare jongeren 4. Thema 4: Bevorderen van de kwaliteit van de beroepspraktijkvorming 5. Thema 5: Het verbeteren van studiesucces

6. Financiën Bijlagen: documentenlijst

In navolging van artikel 6 lid 2 van de overeenkomst Kwaliteitsafspraken mbo hecht ROC Rivor er aan te benadrukken dat indien exogene ontwikkelingen, die van invloed zijn op het kwaliteitsplan of op de situatie van de instelling, daartoe aanleiding geven, partijen zoals genoemd in de Overeenkomst kwaliteitsafspraken mbo in overleg kunnen treden over wijziging of (al dan niet) voortzetting van het kwaliteitsplan.

3

Managementsamenvatting Inleiding Dit kwaliteitsplan van ROC Rivor is geschreven voor het mbo-onderwijs in onze instelling. Strategie ROC Rivor “Aandacht voor jouw ambitie” is de kernbelofte van ROC Rivor: alle aandacht en energie van mens en organisatie richten op het realiseren van ambities van de studenten en cursisten, medewerkers, organisatie, en stad en regio. Op basis van het identiteitsbewijs zijn drie ROC brede ambities bepaald:

1. De ontwikkeling van een krachtig onderwijsconcept; 2. De verbinding van actoren in de regio; 3. De ontwikkeling van een sterker en evenwichtiger profiel.

Teneinde deze ambities te verwezenlijken zijn doelstellingen. Centraal hierin staan flexibiliseren door modulariseren van het onderwijs, doorlopende leerlijnen, en het onderwijsconcept van “omgekeerd leren”. Thema 1 Professionalisering In het plan van aanpak Professionalisering staan een zestal onderwerpen centraal:

1. Bekwaamheid van het management; 2. Professionalisering van het onderwijspersoneel; 3. Kwaliteitsverbetering HRM-beleid; 4. Professionalisering van examenfunctionarissen; 5. Professionalisering bestuur en vergroten professionele cultuur. 6. Professionalisering van het ondersteunend personeel.

Thema 2 Intensivering van het taal en rekenonderwijs Het taal en rekenbeleid is erop gericht dat geen enkele student zijn diploma in het mbo misloopt door onvoldoende resultaten voor taal en rekenen. Om dit te bereiken worden in het plan van aanpak Taal en rekenen de volgende aspecten belicht:

1. Professionalisering 2. Curriculum taal en rekenen 3. Beroepsgericht curriculum 4. Aanpak rekenzwakke leerlingen 5. Motivatie studenten 6. Examinering 7. Faciliteiten

Thema 3 Terugdringen van voortijdig schoolverlaten met aandacht voor kwetsbare jongeren Het uitgangspunt van ROC Rivor is: Goed onderwijs is de beste zorg. Er zullen echter kwetsbare jongeren blijven die extra ondersteuning en begeleiding nodig hebben om het gekozen opleidingstraject succesvol te kunnen afsluiten. Zij zijn gebaat bij de mogelijkheid tot individuele en persoonlijke begeleiding, maatwerktrajecten, goede loopbaanoriëntatie en adequate begeleiding naar werk. De diverse activiteiten die zijn uitgevoerd in de convenantsperiode 2012-2016, hebben bewezen effectief te zijn en bij te dragen aan het terugdringen van de aantallen voortijdig schoolverlaters bij ROC Rivor. Omdat ze succesvol zijn zal een aantal van deze activiteiten worden gecontinueerd, geïntensiveerd en doorontwikkeld. Daarnaast is het van belang dat regionale middelen beschikbaar blijven om aanvullende activiteiten (door bijv. RMC en LPA) te kunnen uitvoeren. Thema 4 Bevorderen van de kwaliteit van de beroepspraktijkvorming Academie voor Ondernemerschap en Dienstverlening Het aanleren van een ondernemende en een dienstverlenende houding wordt zowel op school als in de praktijk gerealiseerd. De academie zet in op een optimale samenhang tussen beide leeromgevingen. Beroepspraktijkvorming is daarmee meer dan een aanduiding van de stage of het werk. Naast deze vormen van praktijkleren wordt de praktijk de school ingehaald door het Praktijklab, een vorm van omgekeerd leren waarin

4

gewerkt wordt met reële opdrachten (www.praktijklab.nl). Deze integratie zal de komende jaren verder worden uitgebouwd en geïntensiveerd. Het plan van aanpak ten aanzien van de beroepspraktijkvorming in de Academie voor Ondernemerschap en Dienstverlening, beschrijft de volgende activiteiten om de kwaliteit hiervan te bevorderen:

1. Samenhang tussen theorie, binnen- en buitenschoolse praktijk 2. Relatienetwerk met bedrijven 3. Voorbereiding en matching BPV-plekken 4. Begeleiding tijdens de BPV-periode

Academie voor Zorg en Welzijn Het (aan)leren van de beroepsvaardigheden wordt zowel op school als in de praktijk gerealiseerd. De beroepspraktijkvorming is geïntegreerd binnen de opleiding, afgestemd en mede ontwikkelt met de zorg en welzijnspartners in de regio. Academie voor Ambacht en Technologie De Academie voor Ambacht en Technologie streeft ten aanzien van de beroepspraktijkvorming naar een krachtige opleidingsroute in het techniekonderwijs. Opleiden in een realistische praktijkcontext, waarbij er steeds een koppeling is tussen praktijk(lessen) en de vaktheorie (omgekeerd leren).

Financiën De inzet die ROC Rivor voor de beleidsperiode 2015 – 2018 pleegt, teneinde invulling te geven aan ons identiteitsbewijs ‘Aandacht voor jouw ambitie, is ook in termen van financiële inzet intensief te noemen. Gedurende de gehele beleidsperiode voor de uitvoering van het Kwaliteitsplan, is door ROC Rivor een totaal budget van 2.644.000,- begroot. In de tabel hieronder is het budget over de vijf beleidsterreinen uitgesplitst. Met dit Integrale Kwaliteitsplan beoogt ROC Rivor aanspraak te kunnen maken op de nog toe te kennen Kwaliteitsafspraken Nieuw. Thema Kosten 1 Professionalisering € 1.373.000 2 Intensivering taal- en rekenonderwijs € 551.000 3 Terugdringen van voortijdig schoolverlaten € 200.000 4 Bevorderen van de kwaliteit van de

beroepspraktijkvorming

€ 520.000

- Academie voor Ondernemerschap en Dienstverlening

€ 346.500

- Academie voor Ambacht en Technologie € 124.000 - Academie voor Zorg en Welzijn € 49.500 5 Het verbeteren van studiesucces - Totaal € 2.644.000

5

I Inleiding: strategie ROC Rivor 1. Inleiding Voor u ligt het kwaliteitsplan van ROC Rivor als een bundeling van strategie, betrokkenheid en de wens om kwaliteit als geprioriteerd beleidsitem te implementeren in alle facetten van onze kleine organisatie. Dat lukt goed, gegeven de vele positieve kwalificaties en beoordelingen die wij vanuit zeer verschillende invalshoeken in de afgelopen jaren mochten ontvangen. Dat is mooi en stemt ons tevreden, maar de verdere groei- en ontwikkelambitie is onverminderd groot. Wij kennen onze kracht maar weten als geen ander ook de vinger te leggen op onze verbeterpunten. In strategie, onder meer verwoord en verantwoord in het jaarverslag 2013 en binnenkort in het jaarverslag 2014, willen wij alle aspecten van beleid onder de permanente toets der kritiek van kwaliteitszorg plaatsen. Daartoe is gekozen voor het INK model en is de PDCA-cyclus ook verweven met dit model. Er gebeurt al veel goeds, maar moet ook nog heel wat gebeuren. Wij hopen en verwachten dat dit kwaliteitsplan een beeld geeft van de wijze waarop kwaliteitsontwikkeling en kwaliteitsborging binnen ROC Rivor vorm en inhoud krijgen. Voor op- en aanmerkingen en suggesties houden wij ons zeer aanbevolen. College van Bestuur Cees Brouwer Rob Franken 2. Proces totstandkoming kwaliteitsplan Aanpak Dit kwaliteitsplan gaat over mbo-onderwijs. Om te komen tot dit kwaliteitsplan is eerst een analyse van de huidige stand van zaken opgesteld door beleidsmedewerkers met input uit de hele organisatie. Voor het onderwerp professionalisering werd het bestaande kwaliteitsplan als uitgangspunt genomen. Vervolgens hebben leden van het Managementteam (MT) en enkele beleidsmedewerkers de plannen per thema uitgewerkt. Afstemmen Elk thema is ten minste met betrokkenen, het MT en het College van Bestuur afgestemd. Daarnaast zijn deelonderwerpen besproken met docenten. Belangrijke voorbeelden hiervan zijn het taal- en rekenbeleid en de beroepspraktijkvorming (BPV). Bij het onderwerp beroepspraktijkvorming zijn ook de opleidingsbedrijven en het regionaal bedrijfsleven betrokken. Het thema Voortijdig Schoolverlaten (VSV) is besproken met de leerplichtambtenaar. Medezeggenschap Het plan is voor advies voorgelegd aan de Ondernemingsraad (OR). De Ondernemingsraad heeft vanaf een vroeg moment in het proces updates ontvangen van de stand van zaken van het plan. Sommige deelonderwerpen, zoals VSV en professionalisering, zijn door de betrokken medewerkers specifiek besproken met de Ondernemingsraad. Opmerkingen van de raad zijn verwerkt in de tekst. De Ondernemingsraad heeft vervolgens positief geadviseerd op het kwaliteitsplan. Met de Studentenraad is het kwaliteitsplan op ROC breed niveau besproken in een informatief gesprek. Deelonderwerpen, zoals VSV, zijn al in een eerder stadium specifiek besproken.

6

Leeswijzer Dit plan begint in de volgende paragraaf met een ROC brede analyse van de huidige resultaten. Daarna volgt een uiteenzetting van de strategie van ROC Rivor. In het daadwerkelijke Kwaliteitsplan (deel II) wordt per thema en gedetailleerdere analyse gegeven. Vervolgens wordt de plek van het thema in de strategie van ROC Rivor beschreven. Daarna volgen doelstellingen en concrete uitvoeringsacties. Het plan wordt afgesloten met een financiële paragraaf. Naast dit kwaliteitsplan wordt separaat en excellentieplan geschreven. 3. Analyse van de instelling In dit deel van dit integraal kwaliteitsplan geeft ROC Rivor een integrale analyse van de huidige onderwijskwaliteit binnen de instelling. Hieronder ziet u een organogram van ROC Rivor. Hieruit blijkt dat er middelbaar beroepsonderwijs wordt gegeven, Educatie en VAVO. ROC Rivor biedt middelbaar beroepsonderwijs aan in drie Academies:

De Academie voor Ambacht en Technologie De Academie voor Ondernemerschap en Dienstverlening De Academie voor Zorg en Welzijn

In de Startacademie wordt Entreeonderwijs gecombineerd met Educatie.

Analyse van de instelling De onderwijsresultaten van ROC Rivor zijn die in de volle breedte goed te noemen. Het afgelopen jaar behaalde ROC Rivor de 6e plaats in de Keuzegids MBO. Meer dan de helft van de opleidingsdomeinen haalt de landelijke top tien. De opleidingen van mediavormgeving, administratie en secretariaat en financiële administratie zijn door de Keuzegids MBO gekwalificeerd als topopleiding. Er was tot twee maal toe taart voor de behaalde resultaten op het gebied van VSV, vanuit OCW én vanuit de gemeente Tiel. Uiteraard zijn genoemde zaken de highlights. De volgende tabellen geven weer in cijfers wat de behaalde resultaten zijn. Als we door de ogen van de verschillende stakeholders naar ons onderwijs kijken, valt op dat zij over het grote geheel tevreden zijn. De scores van de JOB-enquête zijn veelal gelijk of hoger dan het landelijk gemiddelde. In de tevredenheid van medewerkers zit ook een stijgende lijn. De tevredenheid van de werkvelden wordt niet jaarlijks gemeten, maar zat in 2013 op een mooi gemiddelde. Tevredenheid stakeholders

2012 2013 2014 Landelijk gem

7

Studenten- Tevredenheid opleiding (JOB)

6,9 - 7,1 7,0

Medewerkers- Tevredenheid (MTO)

7,1 - 7,3 6,9

Tevredenheid werkvelden 7,1 Tabel 1: overzicht tevredenheid stakeholders In de volgende tabel is het jaarresultaat en het diplomarendement van de afgelopen jaren te zien: Niveau JR

2011 JR 2012

JR 2013

Norm JR

DR 2011

DR 2012

DR 2013

Norm DR

Niveau 1 85,6% 84,8% 85,3% 60,7% 85,3% 81,2% 75,4% 45,1% Niveau 2 73,6% 75,8% 75,4% 56,5% 67,9% 73,7% 71,6% 45,2% Niveau 3 74,6% 70,7% 77,7% 65,3% 76,6% 72,5% 79,0% 67,3% Niveau 4 77,4% 83,7% 81,1% 64,2% 80,8% 87,6% 85,5% 67,3% Gemiddeld 76,2% 76,7% 78,4% 76,3% 77,8% 77,8%

Tabel 2: overzicht jaarresultaat en diplomarendement Definitie Jaarresultaat: Het aantal gediplomeerden in een teljaar / aantal gediplomeerden in een teljaar

plus het aantal ongediplomeerde instellingsverlaters. Definitie Diplomaresultaat: Het aantal (ooit) binnen ROC Rivor gediplomeerde instellingsverlaters in

een teljaar / alle instellingsverlaters in een teljaar. Ook hier valt uit op te maken dat er zowel het jaarresultaat als het diplomarendement ver boven de norm scoren. De inspectie oordeelt bij het onderzoek Staat van de Instelling dat ons onderwijs van voldoende kwaliteit is en complimenteert ons met ons kwaliteitsbewustzijn, onze betrokken docenten en de wijze van kwaliteitsborging. Kortom, ons onderwijs is degelijk en van een voldoende basiskwaliteit. Valt er dan niets meer te verbeteren? Natuurlijk wél, het is immers onderwijs en daar kan altijd iets aan verbeterd worden. ROC Rivor kiest er voor om naast het werken aan de verbeterpunten, een vernieuwd uitdagend onderwijsconcept neer te zetten in samenwerking met de bedrijven en vo-scholen in de regio. De praktijk en de vragen vanuit het bedrijfsleven vormen het startpunt van leren en de theorie die daarvoor nodig is, voegt zich daarbij. Studenten kunnen meer keuzes maken die passen bij de ambitie en de nieuwe kwalificatiestructuur in het mbo. Waar we nu staan en waar we in 2017 / 2018 willen staan, is vastgelegd in een ingevuld INK-model (ambitie, beoogd resultaat (’17 of ’18) en behaald resultaat).

~ 9 ~

4. Strategie ROC Rivor Om aan te geven in welke context het kwaliteitsplan past, wordt in dit deel de strategie van ROC Rivor weergegeven. Identiteit ROC Rivor heeft een identiteitsbewijs opgesteld met als titel: “Aandacht voor jouw ambitie!”. Hiermee wil ROC Rivor zeggen: jij doet ertoe, jij bent ergens goed in en je kunt op ons terugvallen. ROC Rivor geeft jou aandacht en verwacht daarbij van jou ambitie en ondernemingszin. Het ROC staat vervolgens voor gedeeld eigenaarschap en betrokkenheid in de regio. “Aandacht voor jouw ambitie” is de kernbelofte van ROC Rivor: alle aandacht en energie van mens en organisatie richten op het realiseren van ambities. Hierbij gaat het allereerst om de ambitie van de studenten en cursisten, zij zijn immers de spil waar de organisatie om heen draait. Vervolgens gaat het om de ambitie van medewerkers. Want alleen als we het beste uit onszelf halen, halen we het beste uit onze studenten. Ten derde gaat het om de ambitie van de organisatie: een bloeiende onderwijsorganisatie om jonge mensen te doen ontwikkelen. Als laatste noemen we de ambitie van stad en regio. Hierbij gaat het om de ambitie de samenleving te dienen met verantwoordelijke burgers en goed opgeleide vakmensen. Ambities en doelstellingen Op basis van het identiteitsbewijs en aangevuld met een SWOT analyse zijn drie ROC brede ambities bepaald:

4. De ontwikkeling van een krachtig onderwijsconcept; 5. De verbinding van actoren in de regio; 6. De ontwikkeling van een sterker en evenwichtiger profiel.

Teneinde deze ambities te verwezenlijken zijn doelstellingen opgesteld op ROC breed niveau, en vervolgens ook op het niveau van de Academies. Schematisch werd de strategie in 2013/2014 de tabel hieronder in beeld gebracht. Inmiddels voegen we daaraan toe het principe van “omgekeerd leren”. Identiteit Aandacht voor jouw ambitie! Ambities Ambitie: krachtig onderwijsconcept

Ambitie: verbinding met de regio

Ambitie: sterker en evenwichtiger profiel

(individuele talentontwikkeling op elk niveau)

(dienstbaar aan student en arbeidsmarkt / samenleving)

(identiteit en imago in balans en in lijn)

Doelstellingen Maximale flexibilisering van het onderwijs

ROC Rivor is het ROC van en voor de regio

Breed gedragen ambassadeurschap

2015/16: modulaire opbouw curricula

Naadloze aansluiting met vmbo en mbo

Medewerker: professionalisering, grote en kleine kwaliteit

2014/15: minoren t.b.v. versnellen, verdiepen en/of verbreden

Eigenaarschap regionaal bedrijfsleven: content, examens, bpv, oriëntatie

Student: onderwijs, extra ondersteuning en kleine kwaliteit

2013: Generiek ROC format voor moduul- en minorontwikkeling

Eigenaarschap regio en gemeenten voor educatie en inburgering

Samenleving: kwaliteit en maatwerk

2013-2016: diplomarendement minimaal 75%

2016: naadloze aansluiting vmbo en doorstroom hbo gerealiseerd

2015-2016: beoogde tevredenheidscores student, medewerker, bpv: 7-8

10

Integrale kwaliteitszorg Tegelijkertijd met het opstellen van de strategie is als model voor systematische kwaliteitszorg gekozen voor het INK-model. Dit model is ruim ingevoerd in het onderwijsveld, geniet een belangrijke mate van bekendheid en omvat de meest voorkomende en relevante bedrijfsprocessen. ROC Rivor heeft ervoor gekozen om het te ontwikkelen strategisch beleidsplan volledig te verankeren in het INK-model. Binnen de kaders van dit model zal de PDCA-cyclus processen van monitoring en verbetering faciliteren. De kracht van ROC Rivor is: • Dat iedereen weet wat er van hem wordt verwacht, • Dat er goed en gedegen onderwijs wordt gegeven, • Er sprake is van een hoog kwaliteitsbewustzijn. Bron: Inspectie van het Onderwijs: “Staat van de Instelling MBO ROC Rivor” 16 juli 2014

Proces De strategie van ROC Rivor is op verschillende niveaus uitgewerkt in een strategisch plan (ROC), ondernemingsplannen (academies) en uitvoeringsplannen. De doorlopende lijn in de plannen loopt van een ROC breed identiteitsbewijs, naar ROC brede ambities (strategisch), naar ROC brede doelstellingen en naar doelstellingen (tactisch niveau) en uitvoeringsplannen (operationeel niveau) per team of per academie. Recent is de strategie ook uitgewerkt in een Regionaal Educatief Plan en in een Publiek Private Samenwerking (PPS) gericht op een aanvraag bij het Regionaal investeringsfonds mbo. Deze documenten zijn in de bijlagen bij het kwaliteitsplan te vinden. Met genoegen is de brede steun en het grote draagvlak onder deze uitwerking van onze strategie onder bedrijven, instellingen en overheden in de regio Rivierenland. In het Regionaal Educatief Plan worden drie knelpunten geïdentificeerd en benoemen de samenwerkende partners de oplossing voor ieder van deze knelpunten: Knelpunt 1: Snelle en structureel veranderende vraag naar arbeid

Oplossing 1: Flexibel beroepsonderwijs in Rivierenland

Knelpunt 2: Relatief laag scholingsniveau Oplossing 2: Verhogen scholingsniveau Knelpunt 3: Wisselende, specifieke vragen vanuit de regionale speerpuntsectoren

Oplossing 3: Gestructureerde aanpak sectorale knelpunten

De hoofddoelstelling van de PPS is het creëren van een structurele samenwerking tussen ondernemers en instellingen, onderwijsinstellingen (ROC Rivor, regionale vmbo-instellingen en omliggende hbo-scholen) en overheden, gericht op het ontwikkelen van flexibel en toekomstbestendig middelbaar beroepsonderwijs in de regio Rivierenland. Hierdoor zal het beroepsonderwijs zowel op korte, als op lange termijn beter aansluiten op de behoefte van de arbeidsmarkt. En hiermee wordt zowel het regionale concurrentievermogen als de regionale economische situatie versterkt. Uitvoering strategie: Programmalijnen Modulariseren en aansluiten In de programmalijnen “Modulariseren en Aansluiten” komen de drie ambities van ROC Rivor samen: een sterk onderwijsconcept, verbinding met de regio en een sterk profiel. ROC Rivor wil met het onderwijs optimaal aansluiten op de instroom uit het vmbo in de regio en de uitstroom naar arbeidsmarkt en hbo. ROC Rivor is hierbij de verbindende schakel en heeft aandacht voor ambities van studenten. Hiertoe worden de komende twee jaren drie programmalijnen uitgevoerd én vindt implementatie van de nieuwe kwalificatiedossiers plaats.

1. De projectgroep modularisering (onderwijsontwikkelaars van alle academies binnen ROC Rivor) maakt het onderwijs flexibel, zodat studenten modules kunnen volgen die passen bij hun ambitie en loopbaan.

2. De projectgroep vakmanschaproute (vakdocenten ROC Rivor en vmbo’s uit de regio) ontwikkelt een krachtige en uitdagende doorlopende leerlijn van vmbo basis en kader

11

naar niveau 2 en 3 die elke student op maat kan doorlopen. Loopbaanleren en vervlechting van vmbo- en mbo-leerdoelen volgens ‘werkstations’ staan centraal.

3. De projectgroep pré-bachelorroute (vakdocenten ROC Rivor en vmbo’s uit de regio) creëert een doorlopende leerlijn van vmbo gl/tl naar een mbo-4 kwalificatie en doorstroom naar het hbo. Dit moet leiden tot een soepele overstap van vo naar mbo, een betere aansluiting op de arbeidsmarkt én het verhogen van het aantal succesvolle doorstromers naar het hbo. Voor de doorlopende leerlijn speelt de decaan ook een grote rol.

Met de volgende vmbo-scholen zijn intentieovereenkomsten gesloten om samen te gaan werken:

Gilde Vakcollege Techniek (Gorinchem) Koningin Wilhelmina College (Culemborg) O.R.S. Lek en Linge (Culemborg) O.R.S. Lek en Linge - De Lingeborgh (Geldermalsen) RSG Lingecollege (Tiel)

Met de onderstaande scholen is ROC Rivor nog in gesprek: Cambium College (Zaltbommel) Pax Christi College (Druten) Hendrik Pierson College (Zetten)

Andere scholen in Gorinchem en Leerdam hebben om verkennend overleg gevraagd. Hiermee wordt me nagenoeg alle scholen voor voortgezet onderwijs in de regio Rivierenland samen gewerkt. Thema’s Het ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen heeft een aantal onderwerpen aangedragen die behandeld kunnen worden in het kwaliteitsplan. ROC Rivor kiest ervoor alle aangereikte onderwerpen op te nemen. De thema’s zijn de volgende:

Professionalisering; Intensivering taal- en rekenonderwijs; Terugdringen van voortijdig schoolverlaten met aandacht voor kwetsbare jongeren; Bevorderen van de kwaliteit van de beroepspraktijkvorming; Het verbeteren van studiesucces;

In een apart plan wordt het onderwerp excellentie uitgewerkt.

12

II Kwaliteitsplan 2015-2018 In dit deel van het kwaliteitsplan wordt per thema een meer gedetailleerde analyse gegeven. Vervolgens wordt ingegaan op de link tussen de strategie van ROC Rivor en het thema. Daarna worden de beleidsdoelstellingen en actieplannen weergegeven. 1. Thema 1: Professionalisering 1.1 Analyse In het bestuursakkoord MBO Raad-OCW 2011-2015 van november 2011 zijn afspraken gemaakt om de professionalisering van onderwijspersoneel, management en HRM-beleid te versterken. Dit bestuursakkoord sluit aan bij de doelstellingen van het Professioneel Statuut en de actieplannen “Leraar 2020 – een krachtig beroep’ en ‘Focus op Vakmanschap’. In het najaar van 2012 zijn er in een aanvullend bestuursakkoord aanvullende stappen voor professionalisering vastgesteld. Op basis van bovengenoemde akkoorden heeft ROC Rivor destijds een plan van aanpak opgesteld. Het bestaande plan is verder uitgebreid tot 2018. Hieronder volgt een opsomming van de huidige stand van zaken. Uitgangssituatie ROC Rivor Onderwerp 1: Bekwaamheid management

De rol van het management was afgelopen jaren aan verandering onderhevig. De functiebeschrijvingen van het management zijn dan ook niet meer actueel. Inmiddels zijn de beschrijvingen aangepast. Nu zijn we in afwachting van formele vaststelling van de functiebeschrijvingen.

Er is een competentiecatalogus aanwezig, waar de competentieprofielen voor het management onderdeel van uitmaken. De profielen dienen na vaststelling van de functiebeschrijvingen geactualiseerd te worden.

In het schooljaar 2012-2013 heeft het management de leergang Directievoering gevolgd. Tijdens deze leergang werd aandacht besteed aan het thema leiderschap, strategie, marketing, financiën en , het identiteitsbewijs van ROC Rivor en ondernemingsplannen per academie. De coördinatoren van de onderwijsteams zijn in 2014 gestart met een afgeleide van deze leergang.

In 2013 zijn er functioneringsgesprekken met het management gevoerd. In 2014 gevolgd door beoordelingsgesprekken.

Uit het MTO 2014 blijkt dat het vertrouwen in het management redelijk goed is (score 7.1 – 7.4)

Onderwerp 2: Professionalisering van het onderwijspersoneel De functiebeschrijvingen van het onderwijspersoneel zijn eind 2013 geactualiseerd en

vastgesteld. Er is een competentiecatalogus aanwezig, waar de competentieprofielen van het

onderwijsgevend personeel onderdeel van uit maken. De profielen zijn afgeleid van de SBL-competenties en het beroepsprofiel.

ROC Rivor heeft zich tot doel gesteld dat 50% van het onderwijsgevend personeel 1x per 3 jaar op stage gaat bij een andere instelling of bedrijf. In 2014 hebben tien docenten stage gelopen.

Op dit moment is 98% van het onderwijsgevend personeel bevoegd. Zij-instromers volgen de opleiding PDB. Alle deelnemers krijgen een interne coach

toegewezen. Het aantal masteropgeleide docenten bedraagt acht. Jaarlijks wordt er een centrale studiedag georganiseerd waarin diverse workshops

worden georganiseerd aansluitend op de thema’s die binnen het onderwijs spelen. Daarnaast worden er decentrale studiedagen door de academies zelf georganiseerd.

Maandelijks wordt er een ROC Rivor Kenniscafé georganiseerd waarin kennisuitwisseling rondom de zorg voor onze studenten plaatsvindt.

ROC Rivor werkt nauw samen met de andere Gelderse ROC’s op het gebied van professionalisering. Het gaat daarbij zowel om het aanbieden van een breed scala van opleidingsvormen, als om het gezamenlijk participeren in ROC overstijgende

13

leeractiviteiten. Er wordt onder andere gewerkt met kennis- en werkateliers en werkconferenties met als doel de deelnemende docenten zowel de nieuwste kennis te laten verwerven als deze kennis te delen.

Er vinden regelmatig interne trainingen plaats, waaronder trainingen in het voeren van loopbaangesprekken en gebruik van het digibord.

Er worden vele individuele scholingstrajecten gevolgd. ROC Rivor heeft deelgenomen aan de gezamenlijke pilot lerarenregister. Het

onderzoekstraject is inmiddels afgerond. Vijftien docenten staan geregistreerd. De coördinatoren (deels docententaken) hebben deelgenomen aan een gezamenlijk

scholingstraject Identiteitsgebonden leiderschap. Er is een leertraject gestart voor alle interne rekendocenten. Er worden Rots en Water trainingen georganiseerd

Onderwerp 3: Kwaliteitsverbetering HRM-beleid

Er is een regeling functionerings- en beoordelingsgesprekken aanwezig. Inhoud (o.a.): o Frequentie functioneringsgesprekken: jaarlijks, tenzij < 0,3 fte (1x per 2 jaar) o Frequentie beoordelingsgesprekken: 1x per 2 jaar o Gespreksonderwerp o.a.: evaluatie gestelde ontwikkelingsdoelen en nieuwe

ontwikkelingsdoelen. Er is nog te weinig aandacht voor een structurele inbedding van de cyclus van

functioneringsgesprekken en beoordelingsgesprekken binnen onze organisatie. In 2014 is met 52% van de medewerkers een gesprek gevoerd.

Er is een scholingsbeleid aanwezig. Doelstellingen (m.n.): o Het onderhouden van de vastgestelde bekwaamheidseisen; o Het verbeteren van de onderwijskwaliteit door kennis en competenties van de

personeelsleden te vergroten en te versterken; o Planmatig wederzijds afstemmen door het management met de individuele

medewerker van de aanwezige competenties en de competenties die door de organisatie van belang worden geacht.

Met name tijdens functioneringsgesprekken wordt scholingsbehoefte gesignaleerd. Niet altijd heldere afspraken over ontwikkeling.

In geld voldoende faciliteiten beschikbaar voor ontwikkeling, echter soms wel sprake van vervangingsproblematiek.

De kwaliteit van de medewerkers wordt gemeten door voortgangs-, functionerings- en beoordelingsgesprekken, klassenbezoeken (indien van toepassing), zelfevaluaties, deelnemers- en medewerkerstevredenheidsonderzoeken.

Er worden jaarlijks scholingsplannen per academie/stafafdeling opgesteld. In 2014 is er een beleid ‘introductie nieuwe medewerkers’ opgesteld. Hiermee wordt

beoogd om nieuwe (onderwijsgevende) medewerkers beter te begeleiden in hun 1e jaar. Tevens worden er introductiebijeenkomsten en themabijeenkomsten georganiseerd. Docenten krijgen het eerste jaar een interne coach toegewezen.

Bekwaamheidsdossier is niet gedigitaliseerd. Het betreft een map waarin verslagen gesprekken en kopieën diploma’s worden opgeslagen.

Er vinden diverse vormen van werkoverleg plaats in de teams. Er wordt o.a. gesproken over pedagogische-didactische aanpak en lesmethoden. Dit behoeft verbetering. Er is een regeling werkoverleg vastgesteld.

Er is deelgenomen aan een onderzoek over samenwerkende teams in het mbo en een onderzoek naar teamleren. Daarnaast heeft een tweetal onderwijsteams deelgenomen aan een training teamontwikkeling. Vervolgacties (waaronder verdere externe begeleiding) zijn nog niet uitgezet.

Er een meerjarenformatiebeleid. Er is nauwelijks sprake van strategische personeelsplanning.

Er is een mobiliteitsbeleid. Beloning vindt enkel plaats o.b.v. functiewaardering. Geen sprake van teambeloning

of extra individuele beloning.

14

Onderwerp 4: Professionalisering van examenfunctionarissen De organisatie van ROC Rivor met betrekking tot examinering is goed beschreven en

gestructureerd (werkwijze examinering 2014-2015, ROC Rivor). De werkwijze examinering behoeft nog toelichting voor examenfunctionarissen. Er is een scholingsplan voor examenfunctionarissen opgesteld Er wordt geïnvesteerd in (bij)scholing van assessoren. Er is sprake van coaching on the job/critical friend bij een van de examencommissies.

Ook andere commissies geven aan hier behoefte aan te hebben. Er worden trainingen ‘kwaliteit van toetsen’ georganiseerd. T.b.v. de modularisering van het onderwijs is er behoefte aan een training voor de

ontwikkelaarsrol. Onderwerp 5: Professionalisering bestuur en vergroten professionele cultuur

Afgelopen jaren was er sprake van veel bestuurswisselingen. De advisering vanuit management aan bestuur is evenwichtiger geworden. Identiteitsbewijs en strategie ROC Rivor zijn vastgesteld. Ondernemingsplannen per

academie zijn opgesteld. Verbinding tussen strategische en tactische lagen is verbeterd door de koppeling van

het Strategisch Plan aan de ondernemingsplannen. Verbinding met operationele laag (uitvoeringsplannen en implementatie) is nog in volle gang.

Bestuursdocumenten zijn geactualiseerd en afgestemd met branchecode ‘Goed bestuur in de bve-sector’.

Ten behoeve van de kwaliteitszorg wordt gewerkt met het INK-model. De feitelijke implementatie van de ambitie- en verbetercyclus binnen de gehele organisatie behoeft echter aandacht.

Met betrekking tot de professionele cultuur en bestuur wordt in het MTO 2014 het volgende gescoord: o bevlogenheid 7,3 o betrokkenheid 7,7 o tevredenheid 7,3 o de inzet om zichzelf voortdurend te verbeteren 8,2 o samenwerking binnen het team 7,7 o aanspreken van collega’s op gedrag 7,5 o het vertrouwen in het CvB 6,2 o vertrouwen in direct leidinggevende 7,1 o vertrouwen in directeur/hoofd stafdienst 7,1 o tevredenheid over doorgroeimogelijkheid 5,4 o tevredenheid over ontwikkelingsmogelijkheid 6,5 o wens om te ontwikkelen binnen vakgebied 8,0 o trotsheid op het ROC 6,8 o ervaren werkdruk te hoog 50,3%

Onderwerp 6: Professionalisering ondersteunend personeel De deelname aan scholingstrajecten binnen deze categorie is beperkter dan de

deelname binnen de categorie OP en OOP. Er worden themabijeenkomsten en een centrale studiedag georganiseerd. Voor startende medewerkers is het beleid ‘introductie nieuwe medewerkers’ opgesteld

en worden er introductiebijeenkomsten georganiseerd. Medewerkers nemen deel aan congressen en taakgerichte korte opleidingen. Een enkeling volgt een opleiding aan een hbo of universiteit. Ontwikkelingsbehoefte vanuit medewerkers lijkt beperkt. Er zijn nauwelijks heldere afspraken over ontwikkeling. Tevredenheid over kwaliteit ondersteuning is divers. Dat het thema

‘professionalisering’ ook absoluut leeft bij onze medewerkers, bleek uit een medewerker raadpleging in het najaar van 2012. Er werd gevraagd om zeven belangrijke onderwerpen te prioriteren. Professionalisering werd daarbij als topprioriteit gekozen.

15

1.2 Link met strategie Om onze strategische ambities te realiseren, zijn goed opgeleide en breed inzetbare medewerkers van essentieel belang. Studenten en externe stakeholders verwachten kwaliteit en op het beroepenveld afgestemde opleidingen. Dit kan alleen gerealiseerd worden door medewerkers die hun beroep bewust, verantwoord en met de benodigde vakbekwaamheid verrichten. Dit vereist een permanente verbetering van de professionaliteit van het onderwijzend personeel en het ondersteunend personeel. 1.3 Doelstellingen In het plan van aanpak Professionalisering staan conform de regelingen kwaliteitsafspraken een vijftal onderwerpen centraal:

1. Bekwaamheid van het management; 2. Professionalisering van het onderwijspersoneel; 3. Kwaliteitsverbetering HRM-beleid; 4. Professionalisering van examenfunctionarissen; 5. Professionalisering bestuur en vergroten professionele cultuur.

ROC Rivor heeft hier een zesde onderwerp aan toegevoegd:

6. Professionalisering van het ondersteunend personeel. In aanvulling op de landelijke ambities zal ten behoeve van de strategische ambities gefocust worden op:

• Bekwaamheid van het management, waaronder de versterking van het onderwijskundig leiderschap. Teneinde de strategische doelstellingen te behalen zijn sterke managers noodzakelijk. Dit geldt voor zowel het strategisch, tactisch als operationeel management (College van Bestuur, directeuren, coördinatoren en hoofden). Het management moet in staat zijn om leiding te geven aan professionals, evenals hun professionele ontwikkeling. Daarnaast moeten zij in staat zijn om leiding te geven aan de samenwerking tussen de betrokken professionals in het team en tussen teams. Voor de managers in het onderwijsproces geldt dat zij op professionele wijze in dialoog moeten staan met externe stakeholders zoals ouders, het vmbo en hbo en de instellingen/bedrijven. Het vereist ook permanent aandacht voor het verbeteren en innoveren van het onderwijs en de onderwijsondersteunende processen.

• Professionalisering van het onderwijspersoneel. Behalve aan de reguliere onderwijsinhoudelijke professionaliseringstrajecten wordt vooral aandacht gegeven aan stages en uitwisselingsprogramma’s voor onderwijspersoneel. Om de ambities te realiseren is naast aansluiting tussen de onderlinge academies, ook aansluiting met de beroepskolom en de bedrijven immers van essentieel belang. Waar sprake zal zijn van ‘omgekeerd leren’ wordt vereist dat onderwijspersoneel in staat is integraal te denken vanuit het beroepsperspectief (o.a. casussen kan ophalen) en de begeleidingsmethodieken voor werkend leren beheerst. Daarnaast zal coaching on the job aandacht behoeven en zullen leergemeenschappen worden ontwikkeld. Ten behoeve van de modularisering zullen ook intercollegiale vormen van ondersteuning moeten plaatsvinden en zullen workshops worden verzorgd. De kwaliteit van de docenten zal ook versterkt en bewaakt worden door de implementatie van het lerarenregister. Daarnaast zal door de instrumenten peer review en kennismanagement, de kwaliteitsontwikkeling en de transparantie over het functioneren van de onderwijsteams vorm worden gegeven.

• Kwaliteitsverbetering HRM beleid. Met name de gesprekkencyclus staat hier centraal. Meer dan voorheen zal van een medewerker een actieve kijk op zijn eigen ontwikkeling en loopbaan worden verwacht. Ook van een leidinggevende wordt verwacht dat er, naast aandacht voor de kwaliteit van het functioneren, aandacht wordt geschonken aan de ambitie van de medewerker.

• Professionalisering van examenfunctionarissen. Met name de verbetering van het inzicht in de kwaliteitseisen en het betrekken van het beroepenveld bij examinering staan hier centraal.

16

• Professionalisering bestuur en vergroten professionele cultuur. Het betreft hier de verbinding tussen de strategische, tactische en operationele lagen, maar ook het stimuleren van een professionele cultuur. Hierin moeten medewerkers zich intrinsiek gemotiveerd voelen voor en eigenaar van hun eigen professionele ontwikkeling. In deze cultuur voelen medewerkers met elkaar verantwoordelijkheid voor het opleiden van studenten. We verwachten dat iedere medewerker zich gedraagt als een professional. Dit vereist ook dat medewerkers integer met elkaar omgaan en elkaar aanspreken op het nakomen van gemaakte afspraken ('we doen het echt'). Daarnaast wordt ingezet op het versterken van het breed gedragen ambassadeurschap. De positieve aspecten van de huidige familiecultuur, met name de betrokkenheid van medewerkers, mogen hierbij niet verloren raken.

Professionalisering van het ondersteunend personeel Voor het ondersteunend personeel zullen de professionaliseringsactiviteiten, naast de vakinhoudelijke trajecten, met name gericht moeten zijn op het ambassadeurschap en het verbeteren van de kwaliteit van de dienstverlening.

~ 17 ~

1.4 Plan van Aanpak

Subthema Deelaspect Doelstelling/resultaat Stappen/activiteiten Periode Kosten Bekwaamheid van het management (incl. coördinatoren)

Gesprekkencyclus Alle managers zijn in staat tot het houden van functionerings- en beoordelingsgesprekken en het formuleren van opleidingsdoelen

‐ Organiseren training functionerings-, loopbaan- en beoordelingsgesprekken waarin ontwikkeling medewerkers op agenda staat

‐ Vaststellen functieprofielen management ‐ Opstellen en vaststellen competentieprofielen

2015-2016 2015 2015

€ 60.000

Samenwerking Iedere manager kan adequaat functioneren in het team van leidinggevenden plus het CvB/ de directeur (i.g.v. coördinatoren)

‐ Voeren van functionerings-, loopbaan- en beoordelingsgesprekken met management waarin ontwikkeling op agenda staat.

‐ Uitvoeren zelfevaluatie binnen managementteam (ontwikkelen instrument)

‐ Indien nodig blijkt, teambuildingsactiviteiten organiseren.

‐ Organiseren MT-dagen waarin thema’s binnen onderwijs en bedrijfsvoering centraal staan.

2015 e.v. 2016 2016 2015-2018

€ 10.000 € 20.000 € 5.000

Onderwijskundig leiderschap

Versterking onderwijskundig leiderschap: ‐ Leiding kunnen geven aan

professionals en hun professionele ontwikkeling.

‐ Leiding kunnen geven aan samenwerking tussen professionals in teams en tussen teams.

‐ Op professionele wijze in dialoog kunnen staan met externe stakeholders en ouders.

‐ Evenwicht kunnen geven in de aandacht voor de individuele medewerker en het collectief van het team.

‐ Uitvoeren professionaliseringsactiviteiten op het terrein van coachend leiderschap, teamontwikkeling en groepsdynamica

‐ Organiseren Leergang Strategisch management hoofden stafdienst

‐ Voeren van functionerings-, ontwikkel- en beoordelingsgesprekken met management.

‐ Afronden leergang Identiteitsgebonden leiderschap coördinatoren + bezien op welke wijze de onderlinge kennisuitwisseling en samenwerking gecontinueerd kan worden.

2015-2018 2015-2016 2015-2018 2015

€ 25.000 € 20.000 € 5.000

18

Professionalisering van het onderwijspersoneel

Docentenstages ‐ Docenten houden vakbekwaamheid op peil.

‐ Betere aansluiting met bedrijfsleven (hetgeen bijdraagt aan het verzorgen van uitdagend betekenisvol praktijk gestuurd onderwijs.

‐ 50% van docenten neemt 1x per 3 jaar deel aan docentenstages.

‐ Verdere implementatie docentenstages 2015-2018 € 25.000

Zeggenschap vormgeving en invulling onderwijs

‐ Onderwijspersoneel levert actieve bijdrage aan totstandkoming onderwijsbeleid.

‐ Verhoging onderwijskwaliteit

‐ Vergroting werkplezier.

‐ Evalueren toepassing regeling werkoverleg en professioneel statuut en indien nodig verbeteracties inzetten.

‐ Optimaliseren werkverdelingsproces

2015-2018 2015-2018

Modularisering ‐ Docenten zijn in staat om modules op te zetten en te verzorgen.

‐ Docenten zijn in staat om te werken met heterogene groepen (m.n. 3 + 4).

‐ Organiseren intercollegiale vormen van ondersteuning en verzorgen van workshops.

2015-2018 € 10.000

ICT ‐ Docenten zijn in staat om de innovatieve mogelijkheden van ICT in de lessen te zien en deze zelf vorm te geven en toe te passen.

‐ Docenten zijn in staat om te werken met modules op het internet.

‐ Docenten zijn in staat om met het deelnemers-volgsysteem te werken.

‐ Organiseren trainingen ‘lesgeven met ICT’ (o.a. i.s.m. Gelderse ROC’s) en trainingen aansluitend op interne vernieuwingen ICT

‐ Organiseren trainingen digibord

2016 2015/2016

€ 20.000 € 5.000

19

Aansluiting beroepskolom vmbo-mbo-hbo

‐ Stimuleren samenwerking met vmbo en hbo scholen en verbetering aansluiting curricula.

‐ Verhoging vakinhoudelijk niveau docenten hbo).

‐ Docenten zijn in staat om gedegen bijdrage te leveren aan vormgeving (nieuw) onderwijsconcept.

‐ Organiseren stages, uitwisselingsprogramma’s en curriculumoverleg.

2015-2018 € 10.000

Zorgstructuur ‐ Optimaliseren begeleiding studenten.

‐ Docenten zijn beter in staat om te gaan met gedragsproblemen studenten.

‐ Organiseren benodigde scholingsactiviteiten voor betrokkenen zorgstructuur. O.a.: Maandelijks ROC Rivor Kenniscafé Training Rots en Water Training loopbaangesprekken

2015-2018 2015-2018 2015 2015

€ 15.000 € 13.000,- € 20.000,- (+/-)

Aansluiting + samenwerking bedrijfsleven, instellingen en overheden

‐ Stimuleren samenwerking tussen Rivor en bedrijfsleven, instellingen en overheden.

‐ Docenten houden feeling met en doen kennis op van bedrijfsleven, instellingen en overheden. Daardoor bieden ze uitdagend betekenisvol praktijk gestuurd onderwijs.

‐ Docenten ontwerpen en organiseren praktijk gestuurd onderwijs samen met bedrijven.

‐ Docenten zijn in staat om gedegen bijdrage te leveren aan vormgeving (nieuw) onderwijsconcept

‐ Docenten zijn in staat om integraal te denken vanuit

Vaststellen en vastleggen (benodigde) vakinhoudelijke kennis binnen teams, resp. samenwerkingsverbanden. Afspraken maken op individueel en teamniveau om deze kennis waar nodig op gewenst niveau te brengen en het uitvoeren hiervan Organiseren stages Continueren samenwerking Gelderse ROC’s

2015-2016 2015-2018 2015-2018 2015-2018

€ 10.000 Reeds benoemd € 10.000

20

beroepsperspectief en om begeleidingsmethodieken voor werkend leren toe te passen.

Masters ‐ Meer hoger gekwalificeerd personeel.

‐ Minimaal 12 masteropgeleide docenten in 2015

Stimuleren en organiseren deelname masteropleidingen

2015-2018 € 60.000

Bevoegdheid/bekwaamheid

‐ In 2017 is elke docent bevoegd en bekwaam en blijft voldoen aan de bekwaamheidseisen

‐ Bewaken bevoegdheid docenten en organiseren benodigde scholing

‐ Begeleiding/coaching van zij-instromers ‐ Eventuele onbevoegde docenten vanaf 2017

herplaatsen (of niet verlengen dienstverband) ‐ Bezien of aannamebeleid docenten gewijzigd

moet worden. ‐ Docenten nemen deel aan

individuele/groepsgerichte scholingstrajecten (o.a. op het gebied van taal- en rekenonderwijs)

2015-2018 2015-2018 2017 2015 2015-2018

€ 100.000 € 60.000 € 25.000 € 120.000

Kwaliteitsverbetering HRM-beleid

Gesprekkencyclus ‐ Meer aandacht voor (dis)functioneren medewerkers en hun ambitie (of het ontbreken daarvan)

‐ Verbeteren kwaliteit gesprekken

‐ In 2015 wordt met 80% van de medewerkers een functioneringsgesprek gevoerd. In 2017 met 100% (tenzij sprake van ziekte of verlof)

‐ In de periode 2015 – 2017 wordt met 100% van de medewerkers een beoordelingsgesprek

‐ Vaststellen actuele functiebeschrijvingen en competentieprofielen.

‐ Actualiseren reglement, formulieren en meetinstrumenten.

‐ Opstellen beloningsbeleid. Koppelen aan stimuleren professionalisering

‐ Organiseren training functionerings-, loopbaan- en-beoordelingsgesprekken voor leidinggevenden.

2015 2015 2015 2015 -2016

€ 10.000 Reeds benoemd

21

gevoerd (tenzij sprake is van ziekte of verlof).

Onderhoud bekwaamheidsdossier

‐ Eigenaarschap bekwaamheidsdossiers bij personeel i.p.v. bij stafafdeling P&O.

‐ Inzicht in bekwaamheid personeel en tijdig kunnen anticiperen op kwaliteitsverlies

‐ In 2016 is het bekwaamheidsdossier gedigitaliseerd.

‐ In 2017 is 90% van de bekwaamheidsdossiers actueel.

‐ Digitaliseren bekwaamheidsdossier ‐ Verzorgen instructie rondom digitaal dossier. ‐ Bewaken dat personeel bekwaamheidsdossier

actueel houdt.

2016 2016 2016

± € 60.000 € 5.000

Kwaliteitsontwikkeling binnen en tussen teams en instellingen

‐ Verbeteren c.q. borgen kwaliteit onderwijs

‐ Transparantie over functioneren van teams.

‐ Ontwikkeling teams

‐ Optimaliseren kwaliteit werkoverleg en toepassing professioneel statuut

‐ Opstellen teamplannen ‐ Ontwikkelen meetinstrument kwaliteit teams

(vaststellen beginsituatie). Resultaat vormt input voor werkoverleg en scholingsplannen.

‐ Verbreding deelname teams aan training ‘teamontwikkeling’

‐ Verder ontwikkelen instrumenten peer review en kennismanagement.

2015 2016 2016 2015-2017 2016

€ 10.000 € 60.000 € 5.000

Begeleiding + ontwikkeling startende docenten

‐ Verbeteren begeleiding en ontwikkeling startende docenten.

‐ Evaluatie regeling introductiebeleid. Bijstelling indien nodig.

‐ Organiseren bijeenkomsten nieuwe medewerkers ‐ Versterken begeleiding/coaching ‐ Kennisoverdracht door seniordocenten ‐ Organiseren opleidingen (o.a. PDG) ‐ Voeren van voortgangs-, functionerings- en

beoordelingsgesprekken.

2015 2015-2018 2015 2015-2018 2015-2018 2015-2018

€ 2.000 € 30.000 € 120.000 Reeds benoemd

Bekwaamheidsonderhoud

‐ Behouden/verbeteren bekwaamheid personeel.

‐ De beschikbare scholingsruimte (cao)

‐ Voeren van voortgangs-, functionerings- en beoordelingsgesprekken waarin bekwaamheidseisen geagendeerd zijn.

2015-2018 2015-2018

22

wordt door alle medewerkers voor 100% benut (m.u.v. ziekte/verlof)

‐ Ontwikkelingswensen + voortgang zijn inzichtelijk.

‐ In 2015 wordt met 80% van de medewerkers afspraken gemaakt over opleidingsdoelstellingen. In 2017 met 100%

‐ Jaarlijks opstellen scholingsplannen per academie/team.

‐ Organiseren (of inkopen) van scholingsactiviteiten (o.a. trainingen didactiek)

‐ Medewerkers leggen in de gesprekcyclus verantwoording af aan hun leidinggevende over het naleven van professionaliseringsafspraken. Medewerker bespreekt met leidinggevende of geleerde van nut kan zijn voor collega’s, zodat vormen van kennismanagement beter van grond komt.

‐ Verdere implementatie lerarenregister ‐ Bezien noodzaak tot verdere ontwikkeling

instrumenten ‘duurzame inzetbaarheid’

2015-2018 2015-2018 2016-2018 2016

€ 75.000 €15.000

Verbetering samenwerkende teams

‐ Verdere kwaliteitsontwikkeling teams.

‐ Transparantie functioneren onderwijsteams

‐ Optimaal benutten kennis en kwaliteiten teams en teamleden

‐ Verder ontwikkelen instrumenten Peer review en kennismanagement/critical friend.

‐ Inzetten instrumenten Peer Review en kennismanagement

‐ Organiseren leertraject creatief denken (mix OP en OBP)

‐ Organiseren intervisiebijeenkomsten

2015-2016 2016-2018 2015-2016 2015-2018

€ 10.000 € 10.000 € 10.000

Registratie in lerarenregister

‐ In 2017 zijn alle docenten ingeschreven in lerarenregister

‐ Na aanname wetsvoorstel (nu nog te veel onduidelijkheden), extra stimulering docenten tot inschrijving

Najaar 2015

Werken aan systeem van kwaliteitsborging

‐ Er is sprake van integrale en systematische kwaliteitszorg (in structuur denken van iedere medewerker opgenomen)

‐ Verdere implementatie INK-model (o.a. organiseren training)

‐ Voeren van P&C-gesprekken ‐ Verder ontwikkelen van meetinstrumenten

(zelfevaluaties per team, interne audits, functionerings- en beoordelingsgesprekken)

2015 2015-2018 2015-2018

€ 10.000

Formatie ‐ Beschikken over juiste kwaliteit en kwantiteit personeel passend bij organisatie(doelstellingen)

‐ Doorlopen traject Strategische personeelsplanning

‐ Jaarlijks opstellen formatieplan en periodiek opstellen meerjarenformatieplan

2015-2016 2015-2018

€ 10.000

Werkdruk ‐ Verlagen (beleven) werkdruk (ook om ruimte

‐ Nader onderzoek naar oorzaken werkdruk (o.a. door analyse MTO per team).

2015 2015-2018

€ 5.000 € 10.000

23

te creëren voor verdere professionalisering).

‐ Inzetten benodigde instrumenten om werkdruk te verlagen.

Beloning ‐ Verstrekken helderheid over beloning personeel.

‐ Stimuleren en belonen extra prestaties.

‐ Opstellen beloningsbeleid (o.a. onderzoek naar mogelijkheid beloning ‘excellente’ docent)

‐ Stimuleren van delen van elkaars successen

2015 2015-2018

Professionalisering examenfunctionarissen

‐ Verbeteren inzicht in kwaliteitseisen.

‐ De procedures worden nageleefd door alle betrokken functionarissen.

‐ Alle assessoren zijn en blijven gecertificeerd.

‐ Het beroepenveld is meer betrokken bij de examinering van studenten.

‐ Opstellen scholingsplan voor examenfunctionarissen

‐ Organiseren trainingen (o.a. ‘kwaliteit van toetsen’ en training ontwikkelaarsrol)

‐ Organiseren audits ‐ Inzetten coaching on the job/critical friend bij

alle examencommissies ‐ Beroepenveld betrekken bij afname examens.

2015-2018 2015-2018 2015-2018 2015-2018 2015-2018

€ 50.000 € 5.000 € 13.000

‐ Professionalisering bestuur en vergroten professionele cultuur

‐ Evenwichtige advisering vanuit managementteam.

‐ Strategische, tactische en operationele lagen zijn verbonden

‐ Identiteitsbewijs en strategische doelstellingen worden in hele organisatie herkend en uitgedragen

‐ Versterken van eigenaarschap professionele ontwikkeling

‐ Aanspreekcultuur verbeteren (“we doen het echt”)

‐ Versterken breed gedragen ambassadeurschap

‐ Behouden familiecultuur

‐ Organiseren trainingen ‘op maat’. ‐ Opstellen en bijstellen uitvoeringsplannen. ‐ Bijpraatsessies e.d. organiseren voor personeel. ‐ Centraal en decentraal oppakken verbeterpunten

MTO ‐ Medewerkers betrekken bij opstellen en

implementeren centrale (en decentrale) plannen. ‐ Bewaken procedures. ‐ Jaarlijks evalueren van functioneren College van

Bestuur en RvT door RvT.

2015-2018 2015-2018 2015 2015 2015-2018 2015-2018

Reeds benoemd € 5000 € 10.000

24

N.B.: De scholingsgraad is de verhouding tussen het aantal medewerkers dat een vorm van formele scholing heeft gevolgd en het totaal aantal medewerkers.

‐ Er wordt gewerkt volgens de governancecode.

Professionalisering van het ondersteunend personeel

‐ Verbeteren kwaliteit dienstverlening

‐ Verbeteren ambassadeurschap

‐ Organiseren trainingen/workshops o.g.v. klantgerichtheid en ambassadeurschap

‐ Thema ‘kleine kwaliteit’ agenderen tijdens overleggen.

‐ Organiseren trainingen o.g.v. samenwerking (o.a. leertraject secretaresses).

‐ Organiseren in- en externe stages

2015-2018 2015-2018 2015 2015-2018

€ 30.000 € 30.000 € 25.000

‐ Vergroten deelname scholingstrajecten

‐ Inventariseren scholingsbehoefte onder het OBP ‐ Concrete ontwikkelingsafspraken maken tijdens

functionerings- en beoordelingsgesprekken. ‐ Organiseren (of inkopen) trainingen passend bij

individuele ontwikkelingsbehoefte

2015 2015-2018 2015-2018

€ 100.000

25

2. Thema 2: Intensivering van het taal- en rekenonderwijs

2.1 Analyse Resultaten In onderstaande tabel worden de resultaten van ROC Rivor voor Nederlands vergeleken met de landelijke resultaten. De resultaten van ROC Rivor zijn weergegeven per sector. Het landelijk gemiddelde is niet gebaseerd op een specifieke sector, maar op alle sectoren samen. Wat opvalt is dat de Academie voor Ambacht en Technologie (sector techniek) over het algemeen achterblijft bij het landelijk gemiddelde bij Nederlands. Dit is de afgelopen twee jaar het geval geweest. Bij de Academie voor Ondernemerschap en Dienstverlening (sector economie) is ook zo met uitzondering van niveau 2F BOL. Bij de Academie voor Zorg en Welzijn geldt dat zij achterblijven bij het landelijk gemiddelde bij de BOL-opleidingen. De BBL-opleidingen scoren juist bovengemiddeld. Nederlands % voldoende % verschil tov landelijk sector Leer

weg niveau ‘12/13 ‘13/14 ‘14/15 ‘12/’1

3 ‘13/14 ‘14/15

techniek BBL 2F 79.7% 76.0% 73.5% 0.4% -3.5% -4.7% techniek BOL 2F - 57.7% 65.5% - -15.5% -5.3% techniek BBL 3F 65.0% 00.0% 100.0% 2.5% -35.9% 14.4% techniek BOL 3F 80.0% 33.3% 77.8% -0.7% 0.7% -5.1% economie BBL 2F - 65.7% 77.5% - -12.9% 0.1% economie BOL 2F 91.9% 90.2% 86.0% 14.4

% 8.7% 5.3%

economie BBL 3F 64.3% 46.2% 54.5% 1.0% -8.7% -10.6% economie BOL 3F 54.3% 55.8% 74.5% -4,2% -1.6% -2.7% zorg & welzijn BBL 2F 83.3% 94.1% 85.9% 3.3% 21.8% 8.1% zorg & welzijn BOL 2F 72.3% 72.0% 74.2% -6.5% -5.8% -3.0% zorg & welzijn BBL 3F 66.7% 78.2% 91.7% 1.8% 4.1% 3.2% zorg & welzijn BOL 3F 56.0% 65.1% 83.6% -1.7% -0.5% -1.9%

In onderstaande tabel worden de resultaten van ROC Rivor voor rekenen vergeleken met de landelijke resultaten. Wat opvalt voor de Academie voor Ambacht en Technologie is dat zij voor rekenen ruim boven het landelijk gemiddelde scoren. Bij de Academie voor Ondernemerschap en Dienstverlening scoren de BOL-opleidingen ruim boven het gemiddelde terwijl de resultaten voor BBL over het algemeen achterblijven. Bij de Academie voor Zorg en Welzijn is dit omgedraaid: hier scoren de BBL opleidingen erg goed ten opzichte van het landelijk gemiddelde terwijl de BOL opleidingen erg achterblijven. Overigens zit hier geen consistentie in door de jaren heen. Rekenen % voldoende % verschil tov landelijk sector Leer

weg niveau ‘12/13 ‘13/14 ‘14/15 ‘12/13 ‘13/14 ‘14/15

techniek BBL 2F 59.3% 56.0% 62.1% 6.6% 6.1% 11.4% techniek BOL 2F 27.3% 42.1% 64.3% -5.0% -0.5% 13.1% techniek BBL 3F 38.1% 54.5% 60.0% 4.2% 6.4% 12.6% techniek BOL 3F 40.0% - 72.7% 7.1% - 23.9%

26

economie BBL 2F 87.5% 52.2% 28.6% 10.3% 4.6% -10.7% economie BOL 2F 66.9% 65.0% 63.9% 9.0% 7.7% 23.7% economie BBL 3F 19.4% 33.3% 00.0% -3.9% 0.0% -29.6% economie BOL 3F 54.2% 30.6% 45.5% 6.2% 1.4% 15.3% zorg & welzijn BBL 2F 26.7% 45.3% 55.1% -9.8% 1.2% 13.2% zorg & welzijn BOL 2F 23.3% 18.3% 24.6% -12.0% -7.2% -20.0% zorg & welzijn BBL 3F 32.1% 19.0% 37.5% 1.8% -4.8% 6.5% zorg & welzijn BOL 3F 22.0% 34.1% 7.1% -1.3% 1.9% -16.1%

Rivierenland is van ouds her een van de laagst opgeleide regio’s van het land. Dit vertaalt zich vaak in gebrekkige vaardigheid in basisvakken als taal en rekenen. Uit het overleg met de vmbo’s blijkt dat daar nog niet heel veel tijd wordt besteed aan met name rekenen. Er moet dus een inhaalslag plaatsvinden op het mbo. De keuzes die jongeren maken voor een opleiding weerspiegelen uiteraard ook hun interesses. Zo ligt het voor de hand dat studenten techniek of accountancy beter zijn in rekenen dan studenten zorg. Evenzo zijn secretaresses of onderwijsassistentes beter in taal dan studenten techniek. Zo is het ook te verklaren dat BBL-studenten Z&W zo goed scoren. Dit zijn volwassen cursisten die een andere studiehouding hebben dan bijvoorbeeld jonge en niet altijd voor school gemotiveerde studenten detailhandel. Toch zijn niet alle geconstateerde verschillen goed te verklaren, ondanks analyse van de resultaten. Wel moet er worden opgemerkt dat sommige resultaten gebaseerd zijn op bijvoorbeeld slechts 6 kandidaten, terwijl andere voortkomen uit 100 participanten. Dit zou het grillige verloop over de jaren mogelijk kunnen verklaren. Stand van zaken taal en rekenonderwijs Hoewel ROC Rivor een kleine instelling is, zijn er grote verschillen in positie en omvang van het taal- en rekenonderwijs tussen de academies, de opleidingen en natuurlijk de leerroutes. Voor BBL-opleidingen waarbij in één lesdag alle lesstof moet worden aangeboden, is het bijzonder moeilijk voldoende tijd in te ruimen voor deze AVO-vakken. Maar ook tussen de BOL-opleidingen zijn er traditioneel grote verschillen. Het valt op dat de grote betrokkenheid van werkvelden, die in vrijwel alle gevallen een positief effect op het onderwijs heeft, in dit geval contraproductief werkt. Veel instellingen en bedrijven willen maximale aandacht voor het beroep en onderkennen het belang van taal en rekenen onvoldoende. Dit speelt met name in de sector Zorg en Welzijn en de lagere opleidingsniveaus bij techniek. De laatste jaren is in toenemende mate op alle lessentabellen tijd ingeruimd voor taal en rekenen. Op basis van de COE-resultaten zal telkens worden bekeken of het aantal uren moet worden uitgebreid. Sinds drie jaar werken alle opleidingen met dezelfde lesmethode, zodat de onderwijsinhoud ROC breed hetzelfde is. Het aantal lesuren, het curriculum en de inbedding in het onderwijs verschilt nog wel. Een gestandaardiseerd programma biedt voordelen in organiseerbaarheid, maar ook in ondersteuningsmogelijkheden voor studenten die moeite met het vak hebben. Voor rekenen is dit bijna gerealiseerd, maar voor taal nog lang niet. Door de combinatie van centraal georganiseerde examens en instellingsexamens speelt de afstemming met de rest van de opleidingsprogramma’s hier een veel grotere rol. Het modulariseringsproces kan worden aangegrepen om waar mogelijk standaardisatie aan te brengen. Niet alleen het aantal lesuren is bepalend voor succes, maar ook de motivatie en het urgentiebesef van de student. Een stimulerende omgeving is hierbij van belang. Deze is op school en in de BPV-situatie niet altijd aanwezig voor de AVO-vakken. Er is gekozen voor een digitale methode. Dit heeft voordelen voor gepersonaliseerd leren, maar draagt ook het risico van verveling in zich doordat bij veel vakken achter de PC wordt gewerkt. Niet elke docent is voldoende in staat de (vaak matig in AVO-vakken geïnteresseerde) student te activeren. Het reguliere lesprogramma moet voldoende zijn voor het merendeel van de studenten. Dit vergt wel van docenten dat zij binnen hun lessen

27

flexibel en gedifferentieerd met de lesstof om kunnen gaan. Voor een deel van de studenten zal extra ondersteuning nodig zijn. Momenteel worden deze ondersteuningslessen ROC breed op verschillende momenten gegeven. Het verzuim is echter hoog bij deze lessen, waardoor de opzet onvoldoende werkt. De reden hiervan moet geanalyseerd worden, zodat bijstelling kan plaatsvinden. De remedial teaching, i.c. een-op-een-ondersteuning door de rekenexpert is wel effectief. Sinds dit schooljaar wordt er intensief samengewerkt met de vmbo’s, hetgeen heeft geresulteerd in een regionale vakgroep taal en rekenen. Afstemming van lesprogramma’s, didactiek, toetsing en examinering, lesbezoeken over en weer en gezamenlijke scholing zijn onderwerpen van gesprek. Het taal- en rekenbeleid is ingebed in de organisatie. Een van de directeuren is portefeuillehouder taal en rekenen binnen het MT. Elke academie heeft een voorzitter van de vakgroep taal en/of rekenen. Een van hen is coördinator rekenen en een is coördinator taal voor het gehele ROC. Zij overleggen periodiek met de portefeuillehouder, die fungeert als schakel naar het MT. De uiteindelijke verantwoording t.a.v. taal en rekenen van een opleiding ligt bij de directeur van de academie. 2.2 Link met strategie Als onderwijs van vmbo en mbo met elkaar vervlochten wordt, zal dit niet alleen gebeuren in de beroepsvakken, maar ook in het taal- en rekenonderwijs. Taal- en rekendocenten vmbo-mbo-hbo zijn in de regionale werkgroepen nederlands, engels en rekenen/wiskunde met elkaar in gesprek om tot verbeterde afstemming te komen. 2.3 Doelstellingen Inleiding Het taal en rekenbeleid is erop gericht dat geen enkele student zijn diploma in het mbo misloopt door onvoldoende resultaten voor taal en rekenen. Onderwerp 1: Professionalisering De ‘docent voor de klas’ is de belangrijkste succesfactor voor de kwaliteit van het onderwijs. Daarom wordt ingezet op een uitgebreid scholings- en ondersteuningsaanbod voor de taal- en rekendocenten. Docenten moeten kunnen omgaan met verschillen in aanleg, tempo, leerstijl en instroomniveau. De verschillen in instroomniveau worden aangepakt in de regionale werkgroep taal- en rekenen. Onderwerp 2: Curriculum taal en rekenen Het onderwijs wordt gegeven in gestandaardiseerde modules, waarbij de context kan worden bepaald door de studierichting. Het basiscurriculum van elke opleiding dient voldoende onderwijs in taal- en rekenen te omvatten om de meerderheid van de studenten een voldoende te laten behalen. Daarnaast is er een aanbod van ondersteuningslessen, remedial teaching en een ERK-aanpak. Onderwerp 3: Beroepsgericht curriculum Opleidingsteams stemmen met elkaar af voor wat betreft de planning, de didactiek en de inhoud van taal- en rekenelementen in het beroepsgericht curriculum. Hierdoor neemt het effectieve aantal lesmomenten in taal en rekenen toe en ervaart de student samenhang. Onderwerp 4: Aanpak rekenzwakke leerlingen De rekenexpert biedt remedial teaching en coacht docenten bij de aanpak van ernstige rekenproblemen. ERK-beleid wordt vormgegeven voor wat betreft ondersteuningsaanbod, lesmateriaal, aangepaste examinering en dossiervorming. Onderwerp 5: Motivatie studenten Als de intrinsieke motivatie voor de vakken taal en rekenen ontbreekt (hetgeen bij de meeste mbo-studenten aan de orde is), moet ingezet worden op extrinsieke motivatie. Aantrekkelijke en uitdagende lessen dragen hieraan bij. Alle betrokkenen dienen zich ervan bewust te zijn en uit te dragen dat een beroepsdiploma niet kan worden behaald zonder

28

een voldoende voor taal en rekenen. Waar mogelijk moeten studenten de relatie met hun beroep ervaren. Waar dit niet mogelijk is, moet examentraining worden gegeven. Onderwerp 6: Examinering De centrale examinering is ROC breed georganiseerd. De examenprocessen rondom de instellingsexamens zijn geborgd. Onderwerp 7 Faciliteiten De facilitaire, ICT en beheers voorzieningen en -ondersteuning zijn adequaat.

29

2.4 Plan van Aanpak Onderwerp Resultaat Activiteiten Periode Kosten Professionalisering Docenten kunnen

gedifferentieerd werken Training Malmberg 2015-2016 € 40.000

Verhoging en borging leskwaliteit taal en rekenen

- Standaard evaluatie lessen door studenten - Acties n.a.v. analyse COE-resultaten; - Intercollegiaal lesbezoek; - Ondersteuning door rekenexpert

2015-2018 € 15.000

Docenten gebruiken activerende werkvormen

Training activerende didactiek 2016-2017 € 50.000

Alle taaldocenten zijn gekwalificeerd taalassessor

Training en kwalificering docenten voor examinering van mondelinge vaardigheden en schrijven

2015-2017 € 22.500

Verbetering aansluiting vmbo-mbo

- Halfjaarlijkse bijeenkomst regionale vakgroep taal- en rekenen; - Gezamenlijke training rekendidactiek

2015-2018 € 2.000 p.j. € 15.000

Curriculum taal en rekenen

ROC-breed taal- en rekenaanbod

- Modulariseren en standaardiseren generiek onderwijsaanbod; - Vaststellen leertrajecten taal- en rekenen

2015-2016 € 42.000

80% van de studenten behaalt zonder extra ondersteuningslessen een voldoende voor taal en rekenen

- Analyse resultaten COE - Uitbreiden lessentabel taal en rekenen waar nodig

2015-2018

80% van de niveau 4-studenten behaalt zonder extra ondersteuningslessen een voldoende voor engels

- Invoering Engels Z&W niv.3 - Uitbreiding uren Engels Z&W niv.4

2015-2016 €10.000

Elke student kan gebruik maken van het ondersteuningsaanbod taal en rekenen

- Ondersteuningslessen nabij en op verschillende momenten (dag en avond) organiseren; - Mogelijkheden afstandsonderwijs verder verkennen; - Invoering ondersteuningslessen Engels;

2016-2017 €20.000

30

Beroepsgericht curriculum

Afstemming tussen reken- en beroepsgerichte lessen

- In kaart brengen van de rekenonderdelen per vak; - Afstemmen planning rekenlessen / beroepsgerichte lessen; - Afstemmen rekendidactiek;

2016 - 2018

€10.000

Afstemming tussen taal- en beroepsgerichte lessen

- In kaart brengen van de taalonderdelen per vak; - Afstemmen planning taallessen / beroepsgerichte lessen; - Afstemmen beoordeling taal in beroepsgerichte producten;

2016-2018 €20.000

Aanpak rekenzwakke leerlingen

Uitbreiding ERK-programma - ERK-dossiers aanleggen; - ERK-systematiek opnemen in LC; - Invoeren ondersteuningsmethode Springstof; - Inzet rekenexpert bij ondersteuning docenten;

2015 - 2016

€15.000

Motivatie studenten Urgentiebesef taal en rekenenonderwijs is breed aanwezig

- Voortgang in de studie is niet mogelijk zonder voldoende resultaat taal en rekenen; - Alle medewerkers onderschrijven belang taal en rekenen; - Stakeholders (ouders, werkvelden) informeren over zak-/slaagregeling;

2015-2018 p.m.

Aantrekkelijke en uitdagende lessen

- Activerende werkvormen; - Zoveel mogelijk aansluiting bij niveau en leerstijl student; - Verbinding met beroepsgericht curriculum;

2015-2018 p.m.

Competities inzetten om het niveau te verhogen

- Kahoot, beterrekenen, beterspellen, etc.; - Workshops;

2016 €1.000 p.j.

Aanbod keuzemodule hbo-doorstroom: wiskunde

Ontwikkelen en implementeren keuzedeel hbo. 2015-2016 €3.000

HAVO-certificaat nederlands, engels of wiskunde voor excellente studenten

Opnemen in excellentieprogramma. 2016-2018 Zie aldaar

Alle studenten die het vak engels volgen, kunnen deelnemen aan een talenreis naar Londen

Vanaf 2015 €1.000 p.j.

31

Examinering Examens zijn valide - Instellingsexamens worden zoveel mogelijk ingekocht; - Docenten volgen een “opfriscursus vaststellen”;

2016-2017 € 30.000

Examenprocessen zijn geborgd

- Examenproces COE wordt aangepast aan invoering Engels; - Processen instellingsexamens doorlichten, standaardiseren en borgen;

2015-2016 € 25.000

Faciliteiten Infrastructuur op orde Aanleg nieuw wifi netwerk / smartboards vervangen en aanpassen.

Juni 2015 € 165.000

Ingericht rekenondersteuningslokaal

- Bijeenbrengen bestaand ondersteuningsmateriaal; - Inventariseren en aanschaffen benodigd ondersteuningsmateriaal; - lokaal reserveren voor rekenondersteuning;

2016 € 5.000

invoering nieuwe methode RB 3.0

- Methodetraining 2015-2016 € 7.500

Afnemen examens met FACET

Pilot P4 inplannen a.d.h.v. FACET. 2015 € 10.000

Engels kan centraal geëxamineerd worden

- Uitbreiden examenorganisatie; - Cijferregistratie van de afnames;

2015 - 2018

€ 7.500 p.j.

32

3. Thema 3: Terugdringen van voortijdig schoolverlaten met aandacht voor

kwetsbare jongeren 3.1 Analyse

Tabel 3: aantal voortijdig schoolverlaters (bron: www.vsvverkenner.nl) Uit tabel 3 blijkt voor wat betreft het terugdringen van het aantal voortijdig schoolverlaters (VSV) dat ROC Rivor grote vooruitgang heeft geboekt. Voor alle niveaus presteren we beter dan de norm aangeeft. Van het huidige schooljaar zijn nog geen gegevens bekend. De verwachting is dat we ook weer minder VSV hebben t.o.v. vorig jaar. De activiteiten uitgevoerd in het kader van de regionale VSV-aanpak, hebben bewezen effectief te zijn en bij te dragen aan het terugdringen van de aantallen voortijdig schoolverlaters bij ROC Rivor: Brugwachter-project: een project waarbij er monitoring plaatsvindt bij de overstap van

leerlingen van vo-mbo zodat er geen leerlingen tussen wal en schip verdwijnen. Dit is staand beleid door het inzetten van Intergrip en inbedding in de werkwijze van LPA en RMC.

Aanjaagteam: monitoren en aanjagen tot verbetering verzuimprocessen in onderwijs, zowel vo als mbo. De verzuimaanpak van de onderwijsinstellingen is geïmplementeerd tot staand beleid.

Loopbaanteam: het team wordt ingezet om de keuzeprocessen zowel in vo als mbo te verbeteren. Er is o.a. een training geweest voor mentoren voor betere begeleiding. Beroepenoriëntatie en studieloopbaanbegeleiding is in het vmbo geïntensiveerd. De integrale aanpak met betrekking tot afstemming over loopbaanoriëntatie tussen vmbo en mbo is staand beleid. Dit geldt ook voor warme overdracht en doorlopende zorglijnen.

Reboundvoorziening MBO (Pitstop): deze voorziening beoogt studenten die dreigen uit te vallen binnenboord te houden door speciale trajecten voor hen in te zetten. Deze voorziening is een integraal onderdeel van het loopbaancentrum van ROC Rivor, dat de tweedelijns begeleiding binnen de zorgstructuur uitvoert en inzet van de derdelijns begeleiding coördineert. De werkwijze wordt gecontinueerd en opgenomen in de kwaliteitsafspraken 2016-2018.

Plusvoorziening: De pluspartners (ROC Rivor, GGD en Pro Persona) verrichten hun op preventie gerichte ondersteunende werkzaamheden t.b.v het onderwijs dichtbij de vindplaats, namelijk op de locaties van het mbo. Zij zijn beschikbaar voor consultatie en advies aan onderwijspersoneel en zonodig begeleiding van studenten. Zij voeren hun begeleidingstaken geïntegreerd in het onderwijs uit en participeren in de bestaande zorgstructuur. Voor kwetsbare jongeren is de mogelijkheid tot ondersteuning bij psychosociale, psychiatrische en gedragsproblematiek door experts een noodzaak. Het SMW is de “linking pin” tussen de verschillende vormen van begeleiding en zorgt zonodig voor aansluiting bij en afstemming met de sociale wijkteams.

Het beleid van ROC Rivor is, om studenten met hoge absentie en ontbrekende POK’s en OOK, niet uit te schrijven, maar onbekostigd te blijven begeleiden en les te geven, zodat ook zij een opleidingstraject met een diploma/startkwalificatie kunnen afronden. Dit draagt zeker bij aan het terugdringen van de VSV-cijfers. 3.2 Link met strategie Hierboven is beschreven dat het onderwijs van vmbo en mbo natuurlijk in elkaar zullen gaan overvloeien door het verknopen van onderwijsconcept en de samenwerking op docentniveau. Met sommige vmbo-scholen in de regio is al afgesproken dat mbo onderwijs

  2012‐13 Rivor 

norm  2013‐14 Rivor 

norm 

mbo 1  32,2%  32,5%  26,0%  27,5% mbo 2  11,8%  13,5%  8,2%  11,5% mbo 3‐4  2,9%  4,25%  1,8 %  3,5% 

33

op niveau 2 door ROC Rivor wordt aangeboden op de vmbo-school. De student haalt hierdoor in zes (of zelfs vijf) in plaats van vier jaar een vmbo- en een mbo-diploma tegelijkertijd. Dit mbo-diploma is een startkwalificatie waarmee de student de arbeidsmarkt op kan. Er is in die situatie geen sprake meer van voortijdig schoolverlaten (VSV) en dat is ook exact de inzet. Het aantal voortijdig schoolverlaters zal ook onder andere studenten kleiner worden, vanwege de aanéénvlechting van onderwijs en lesmethoden, de loopbaanoriëntatie in het werkstationsmodel, maatwerk door modularisering en de hieronder beschreven verbeteringen in beroepspraktijkvorming en studiesucces. 3.3 Doelstellingen Borging van de maatregelen zoals omschreven in het convenant voor de periode 2012-2016, is een belangrijk speerpunt. De diverse activiteiten die zijn uitgevoerd hebben bewezen effectief te zijn en bij te dragen aan het terugdringen van de aantallen voortijdig schoolverlaters bij ROC Rivor. Omdat ze succesvol zijn, zal een aantal van deze activiteiten worden gecontinueerd, geïntensiveerd en doorontwikkeld. Daarnaast is het van belang dat regionale middelen beschikbaar blijven om aanvullende activiteiten (door bijv. RMC en LPA) te kunnen blijven uitvoeren. Het uitgangspunt van ROC Rivor is: Goed onderwijs is de beste zorg. Er zullen echter kwetsbare jongeren blijven die extra ondersteuning en begeleiding nodig hebben om het gekozen opleidingstraject succesvol te kunnen afsluiten. Zij zijn gebaat bij de mogelijkheid tot individuele en persoonlijke begeleiding, maatwerktrajecten, goede loopbaanoriëntatie en adequate begeleiding naar werk. Daarvoor heeft ROC Rivor een loopbaancentrum ingericht, van waaruit alle tweedelijnsbegeleiding en inzet van externe experts wordt georganiseerd en uitgevoerd. Een groot deel van de kosten voor deze voorziening zijn opgenomen in de begroting. In onderstaand schema beschrijven we kort de geplande activiteiten die we willen uitvoeren in het kader van de kwaliteitsafspraken.

34

Schematisch

Deel onderwerp Doelstelling Resultaat

Activiteiten Periode Kosten

Versterking arbeidsmarkt-positie voor kwetsbare jongeren

‐ 30 extra leerwerk-plekken voor kwetsbare jongeren.

‐ Jaarlijks krijgen 15 studenten Job-coaching ‐ Studenten van niveau 2 t/m 4 voeren

opdrachten uit via het Praktijklab.

‐ Uitbreiding van stageplekken, m.b.v bedrijven ‐ Inzet jobcoaches

‐ Verder implementeren Praktijklab

2016-2017 2017-2018

€10.000 €10.000

Doorontwik-keling en intensivering Loopbaan-oriëntatie en loopbaanleren

‐ De hbo instapcursus wordt in 2016 aan doorstromers aangeboden.

‐ Met alle vo-scholen in de regio zijn doorlopende loopbaanbegeleidingslijnen gerealiseerd.

‐ In 2016 zijn in elke academie minimaal 2 trainingen loopbaangesprekken uitgevoerd voor SLBers/mentoren. Eind 2017 is 100% van alle SLBers/mentoren bij ROC Rivor getraind.

‐ De procedure voor warme overdracht is in 2016 vastgesteld en geïmplementeerd.

‐ Studenten zijn beter voorbereid op hun beroeps- en opleidingskeuze door inbedding van de voorlichtings- en oriëntatieactiviteiten gericht op alle opleidingsniveaus.

‐ De decaan organiseert jaarlijks de instapcursus en een hbo-markt.

‐ Samen met het vo onderwijsprogramma’s schrijven gericht op loopbaanoriëntatie.

‐ Het uitvoeren van trainingen loopbaan-gesprekken door de trainers op het mbo.

‐ Opstarten van een structureel overleg tussen zorgcoördinatoren VO en het Loopbaancentrum (mbo) om te komen tot het opstellen, vaststellen en implementeren van een procedure voor warme overdracht.

‐ De voorlichting aan vmbo-leerlingen wordt in samenwerking tussen het vo, het mbo, het bedrijfsleven, instellingen en gemeente opnieuw vormgegeven. Inzet van coaches en rolmodellen uit het bedrijfsleven in de voorlichting, behoort tot de standaardmogelijkheden.

2016-2017 2017-2018

€10.000 €10.000

Bieden van individueel maatwerk aan

‐ Aansluiting van het mbo bij het samenwerkingsverband vo in de regio Rivierenland met het doel iedere jongere met

2016-2017 2017-2018

€75.000 €75.000

35

(dreigende) uitvallers en intensivering van de begeleiding van kwetsbare jongeren die extra zorg nodig hebben.

‐ Op jaarbasis zijn 450 individuele en groepsgewijze Op jaarbasis zijn 450 individuele en groepsgewijze maatwerktrajecten mogelijk bij het LC van ROC Rivor voor (dreigende) uitvallers en kwetsbare jongeren. Entree studenten en niveau 2 studenten kunnen via maatwerktrajecten een diploma of deelcertificaten halen, zodat hun mogelijkheden op de arbeidsmarkt worden vergroot.

‐ Preventieve derdelijnszorg door externe experts wordt op de onderwijslocaties uitgevoerd. Bij opschaling vindt doorverwijzing naar de wijkteams plaats door de inzet van het SMW als makelaar in de zorgvraag.

‐ Met alle schoolverlaters (gediplomeerd en ongediplomeerd) zijn exit gesprekken gevoerd. Daarin is aandacht besteed aan het toekomstperspectief waaronder het verkennen van mogelijkheden voor vervolgonderwijs of het vinden van een plek op de arbeidsmarkt.

een zorgbehoefte te kennen, warm over te dragen en passend onderwijs te bieden.

‐ Passend onderwijs in het mbo is een agendapunt in overleg van het samen-werkingsverband vo, voor bestuurlijke afstemming.

‐ Ontwikkelingsperspectief-plannen van het vo worden bij de overstap naar het mbo overgedragen.

‐ Maatwerkprogramma’s voor entree studenten en Niveau 2 studenten met een extra ondersteuningsvraag uitgevoerd door het LC. Individuele coachingstrajecten met het doel studenten terug te geleiden naar het gekozen opleidingstraject.

‐ Externe deskundigen participeren in het begeleidingsteam van het LC. Zij zijn wekelijks een dagdeel aanwezig voor consultatie en advies, observatie en zonodig begeleiding.

‐ Organiseren en uitvoeren van exit gesprekken, in samenwerking met partners van de gemeente zoals RMC, UWV, leerwerkloket.

Structurele aandacht voor

‐ Er is een gezamenlijke regionale werkagenda m.b.t het terugdringen van verzuim voor het MBO en de gemeenten, waarin de diverse

‐ Monitoring van de begeleidingsprocessen in de eerste lijn, vindt plaats door het LC.

2016-2017 2017- 2018

€1.000 €1.000

36

verzuim, ook voor 18+.

verantwoordelijkheden gericht op een preventieve aanpak zijn vastgelegd.

‐ Er is 4x per jaar een overleg met leerplicht en RMC om de gemaakte afspraken te monitoren en zonodig bij te stellen.

Verbetering van de intake-procedure

‐ De algemene kaders voor uniformering van het intakeproces zijn in 2016 ontwikkeld, beschreven en geïmplementeerd.

‐ Voor de intakers is in 2016 een professionaliseringstraject uitgevoerd, met specifieke aandacht voor het voeren van loopbaangesprekken.

‐ Alle aanmeldingen worden gescreend door het LC.

‐ Daar wordt bepaald voor welke student een voorintake of verlengde intake nodig is.

‐ De intake wordt uitgevoerd door intakers met een specifieke taak en rol, aan de hand van een ontwikkeld format.

‐ organiseren en uitvoeren training intakers ‐ Het LC ontwikkelt, begeleidt en monitort het

intakeproces. ‐ De intake vormt de start van het

studentdossier

2016-2017 2017-2018

€4.000 €4.000

Ontwikkeling doorlopende onderwijs-processen

‐ Met het vo in de regio is het nieuwe onderwijsconcept ontwikkeld en grotendeels geïmplementeerd.

‐ De onderwijsprocessen en de inhoud van de lessen van het mbo sluiten naadloos aan op die van het vmbo.

‐ Er is sprake van doorlopende leer-, loopbaan- en zorglijnen.

‐ Leerlingen in het vmbo zijn goed voorgelicht over vervolgkeuzes en voorbereid op de overstap naar het mbo. In een aantal gevallen is het mogelijk een mbo diploma te behalen op het vmbo. Daardoor is er minder kans op voortijdige uitval.

‐ Het onderwijs van mbo is gemodulariseerd en flexibel ingericht, waardoor er meer keuzemogelijkheden en maatwerk geboden kan worden.

‐ In het vmbo zijn in samenwerking met het mbo, onderwijsprogramma’s en modules ontwikkeld, zodat het onderwijs naadloos op elkaar aansluit.

‐ Leerlingen uit het vmbo hebben een portfolio opgebouwd.

‐ Het mbo sluit met haar onderwijs aan op de kennis, vaardigheden en attitude zoals beschreven in het portfolio.

‐ Het mbo-onderwijs is modulair ingericht. ‐ Het LC kan zonodig specifieke hulp en

ondersteuning bieden door maatwerk-trajecten en inzet expertise van interne en externe deskundigen.

37

4. Thema 4: Bevorderen van de kwaliteit van de beroepspraktijkvorming

4.1 Analyse Clusterscores JOB BOL 2012 2014 ROC

Rivor Landelijk gemiddelde

ROC Rivor

Landelijk gemiddelde

Gemiddelde cijfer tevredenheid BPV 3.6 3.6 3.7 3.6 Voorbereiding BPV 3.4 3.3 3.6 3.4 Vinden van BPV-plaats 3.7 3.8 3.6 3.7 Hulp school bij vinden van BPV-plaats? 3.8 3.6 3.9 3.6 Leerrendement BPV 4.2 4.1 4.2 4.1 Aansluiting school/BPV 3.4 3.4 3.5 3.4 Tevredenheid begeleiding door school 3.4 3.3 3.6 3.3 Tevredenheid begeleiding door BPV-bedrijf 4.0 3.9 4.0 3.9 Contact begeleider school en begeleider BPV 3.1 3.0 3.3 3.1 Tevredenheid beoordeling BPV 3.9 3.8 3.9 3.8 Clusterscores JOB BBL 2012 2014 ROC

Rivor Landelijk gemiddelde

ROC Rivor

Landelijk gemiddelde

Gemiddelde cijfer tevredenheid BPV 3.8 3.8 3.9 3.8 Vinden van een werkplek 4.2 4.3 4.4 4.2 Tevredenheid begeleiding door werkplek 4.0 4.0 4.1 4.0 Bespreekbaarheid ervaringen op school 3.7 3.8 3.9 3.8 Leerrendement werkplek 4.2 4.2 4.2 4.2 Aansluiting school/werkplek 3.4 3.4 3.6 3.5 Tevredenheid beoordeling 3.8 3.8 3.9 3.8 Contact begeleider school en begeleider werkplek 3.3 3.2 3.4 3.2

Tabel 4 tevredenheid studenten BPV (Bron: Job monitor 2014) De kwaliteit van de BPV wordt gemiddeld beoordeeld door studenten met een 3.7 (op een schaal van 5) in de JOB-monitor (tabel 4). Dit is een lichte stijging ten opzichte van 2012. Het landelijk gemiddelde is gelijk gebleven. ROC Rivor scoort net boven het landelijk gemiddelde. De donkergroen gekleurde vakjes geven aan dat ROC Rivor boven het gemiddelde scoort, de lichtgroene vakjes geven aan dat de score gelijk is aan het landelijk gemiddelde en de oranje vakjes geven een resultaat aan dat beneden het landelijk gemiddelde ligt. Voor de BOL opleidingen van ROC Rivor kan geconcludeerd worden dat het vinden van een BPV plaats lastig is, terwijl er voldoende ondersteuning vanuit school is. De stand van zaken met betrekking tot BPV is echter per academie verschillend. Hieronder wordt kort per academie weergegeven wat de huidige stand van zaken is met betrekking tot beroepspraktijkvorming. 4.1.1 Academie voor Ambacht en Technologie De BPV-bedrijven en samenwerkingsverbanden zijn belangrijke partners van de Academie voor Ambacht en Technologie. Het bedrijfsleven is betrokken bij de invulling van de Proeven van Bekwaamheid en zij leveren examinatoren voor de beoordeling van (praktijk)examens. Een versterking van de betrokkenheid van het (regionale) beroepenveld realiseert de Academie voor Ambacht en Technologie via diverse projecten. In het kader van het Vakcollege worden samenwerkingsverbanden en bedrijven nadrukkelijk betrokken bij de ontwikkeling van de doorlopende leerlijn vmbo-mbo. Met alle opleidingsbedrijven zijn er visiedocumenten opgesteld waarin de gezamenlijke visie op onderwijs, BPV, examinering en deskundigheidsbevordering wordt uitgewerkt en

38

vastgelegd. De BPV is opgenomen in het jaarrooster van de opleiding en wordt voorafgaand aan de BPV-periode door de SLB-er in de klas besproken. Elke deelnemer stelt zijn eigen leerdoelen op en bespreekt deze met zijn SLB-er en BPV-begeleider. De BPV-begeleiding wordt uitgevoerd volgens de zogenaamde “Learn@Work” opzet. In deze opzet wordt extra aandacht besteed aan Matching, Begeleiding en Kwaliteit van de leerbedrijven. Door betere matching van deelnemer (met zijn/haar eigen leervraag) en leerbedrijf en optimale begeleiding door vaste BPV-begeleider en SLB-er krijgt het praktijkleren een kwaliteitsimpuls. Leerbedrijven committeren zich aan deze werkwijze en kunnen de status “Excellent Leerbedrijf” verkrijgen. Uit de JOB-monitor blijkt dat BOL-studenten de BPV waarderen met een 3,7. Uitzondering daarop zijn de opleidingen BOL 4 en E&W, die slecht een 3,3 scoren. In de waardering van de BBL studenten zitten geen significante verschillen, zij scoren gemiddeld een 3,8. 4.1.2 Academie voor Ondernemerschap en Dienstverlening Kenmerkend voor de Academie voor Ondernemerschap en Dienstverlening is dat zij slechts in enkele gevallen studenten opleidt voor een branche. Alleen bij de opleidingen Detailhandel en Logistiek is er sprake van een georganiseerd bedrijfsleven. Het is dan ook niet voor niets dat juist deze opleidingen voornamelijk een BBL-traject kennen. Hier is een nauw contact met het bedrijfsleven d.m.v. een Bedrijfsadviescommissie Detailhandel en het Platform Transport en Logistiek Rivierenland. Uit BPV-enquêtes blijkt dat deze BBL-bedrijven over het algemeen tevreden zijn over informatievoorziening, voorbereiding van studenten op de BPV, de BPV-opdrachten en de verrijkingsopdrachten. Hoewel 60% tevreden is over de begeleiding door de school, geeft 30% aan frequenter contact met de school op prijs te stellen. Op grond hiervan is het aantal bezoeken per jaar opgevoerd. De BPV-bedrijven voor de administratieve, secretariële, commerciële en ICT-opleidingen vormen geen herkenbare branche. De diversiteit is groot. Deze opleidingen vinden plaats in de BOL. De resultaten van de BPV-enquête bij stagebedrijven liggen tussen 3,5 en 4 (op een 5-puntsschaal) voor informatievoorziening, matching, BPV-instrumenten, begeleiding en beoordeling. Er zijn duidelijke verschillen tussen de opleidingen. Voor de administratieve, secretariële en ICT-opleidingen is er een redelijk vast stagebestand, hetgeen de afstemming tussen opleiding en bedrijfsleven vergemakkelijkt. Er is sprake van bedrijfsadviescommissies en bedrijven zijn betrokken bij examinering op school. In de administratieve en ICT-sector is desondanks het vinden van voldoende stageplaatsen geen sinecure. Studenten waarderen de begeleiding bij het zoeken naar een stageplaats met gemiddeld een 3,7. Voor de commerciële opleidingen vinden studenten gemakkelijker een stageplaats, hetgeen erin resulteert dat het bedrijvenbestand elk jaar sterk wijzigt. Mede hierdoor is het nog niet gelukt een bedrijfsadviescommissie in te stellen. Wel kan een aantal individuele bedrijven indien nodig worden geraadpleegd over inhoud van de opleiding, projecten, stage-opdrachten of examens. De leisure and hospitality opleiding heeft als bijzonderheid dat studenten vanuit de aard van het werk ook stagelopen buiten de regio (of zelfs in het buitenland) en in de vakantie. Dat maakt begeleiding en beoordeling in sommige gevallen complex. De BOL studenten waarderen in de JOB-monitor de beroepspraktijkvorming gemiddeld met een 3,7.

39

4.1.3 Academie voor Zorg en Welzijn De Academie voor Zorg en Welzijn leidt haar studenten duaal op. De beste manier om je vak te leren is in de beroepspraktijk. Het curriculum is gebouwd rondom de beroepsprestaties die een student moet uitvoeren en examineren in de beroepspraktijk. Het leren en uiteindelijk presteren als beginnend beroepsbeoefenaar in de Beroepspraktijkvorming is een wezenlijk onderdeel van de examinering. Binnen de opleiding staat de vaardigheid centraal waar aan de theorie wordt gekoppeld. Op school zijn skills lokalen ingericht, met eigentijdse middelen leren studenten stapsgewijs beroepsvaardigheden zich eigen te maken. Naast kennis, staan de vaardigheden en de beroepshouding centraal. Rekening houdend met de urennorm en de (aangescherpte) BOT-uren gaan onze studenten in het eerste leerjaar 2 van de 4 perioden en de overige leerjaren alle perioden (minimaal) twee dagen (16 klokuren) per week naar de beroepspraktijk. De overige dagen is de student volgens het lesrooster op school. De Academie voor Zorg en Welzijn werkt nauw samen met vijf zorg- en welzijnsinstellingen binnen regio Rivierenland onder de titel “Academie Zorg & Welzijn Rivierenland” (niet te verwarren met onze interne academie). Samenwerkingsverbanden op verschillende niveaus zijn binnen de Academie georganiseerd. De regiegroep bestaat uit de bestuursvoorzitters van de 5 zorginstellingen en ROC

Rivor. Zij komen drie keer per jaar bijeen. De kerngroep Zorg bestaat uit de HR verantwoordelijken van de 5 zorginstellingen en

de directeur van de Academie. Zij komen 6 keer per jaar bijeen. De kerngroep Onderwijs bestaat uit medewerkers met een (eind)verantwoordelijkheid

betreffende de zorgopleidingen van de 5 zorginstellingen aangevuld met een aantal docenten en de directeur van de Academie. Zij komen zes keer per jaar bijeen.

Het werkveldoverleg wordt door de Academie vijf keer per jaar georganiseerd. Praktijk en werkbegeleiders van alle instanties waar studenten van onze Academie stage lopen zijn hiervoor uitgenodigd.

De Academie voor Zorg en Welzijn van ROC Rivor heeft een BPV-kantoor wat bemenst is met een secretaresse/planner die aangestuurd wordt door een coördinator. Alle BPV-contacten worden vanuit het BPV-kantoor gestroomlijnd. De coördinator onderhoudt de inhoudelijke kontakten met het werkveld en voert acquisitie uit voor nieuwe BPV-plekken. Iedere twee jaar wordt er een examinatoren cursus verzorgd om docenten en mensen in het werkveld op te leiden tot examinator. De Academie voor Zorg en Welzijn biedt aan 5 mensen van het werkveld deze training aan. Tevens wordt ieder twee jaar voor de geschoolde examinatoren een nascholingsdag georganiseerd. De geschoolde examinatoren uit het werkveld ontvangen hiervoor ook een uitnodiging. De afgelopen jaren is fors geïnvesteerd met het tot stand komen van leerafdelingen bij onze zorg en welzijnspartners. Studenten, in verschillende fases binnen hun opleiding, dragen gezamenlijk de verantwoordelijkheid voor uit te voeren werkzaamheden. Uitgangspunten voor de plaatsing zijn; BPV sluit aan bij de kwalificatie en zoveel als mogelijk bij de persoonlijke voorkeur van

de student; met de studieloopbaanbegeleider worden voorkeuren van student, BPV-mogelijkheden

(afstand woonplaats – BPV is maximaal 20 km); en de succesfactor met elkaar bekeken, beoordeeld en voorlopig toegekend. Na de voorlopige toekenning vindt er een gesprek plaats in de BPV met als doel om na te gaan of de match kloppend is. Als dit zo is, wordt de plaatsing definitief. Iedere student wordt begeleid door een studieloopbaanbegeleider betreffende de studievoortgang op school en in de BPV. De studieloopbaanbegeleider onderhoudt telefonisch en via de mail contact met de werkbegeleider en bezoekt twee maal per jaar de stageplaats van de BOL-student. In gezamenlijkheid wordt de studie voortgang en beroepshouding besproken, persoonlijke leerdoelen geformuleerd en zo nodig werkafspraken gemaakt. Tevens wordt nagegaan wanneer het examen uiterlijk uitgevoerd en beoordeeld dient te zijn.

40

Ieder jaar wordt een enquête uitgevoerd door de Academie onder de werk en/of praktijkbegeleiders die onze studenten voorzien in een stageplaats en hen begeleiden in hun ontwikkeling naar beginnend beroepsbeoefenaar. De resultaten van de enquête 2013-2014 waren als volgt:

Contact met de opleiding en BPV-kantoor van ROC Rivor: De informatievoorziening vanuit ROC Rivor is goed, maar mag beter. Het BPV-bureau is goed bereikbaar. De overlegstructuur tussen werkveld en ROC functioneert matig. De begeleiding van de leerling: De studiewijzer geeft richtlijnen voor de begeleiding van de student. De student weet goed wat er van haar verwacht wordt, er zijn duidelijke BPV-doelen. De beroepsprestaties zijn over het algemeen goed uit te voeren op de BPV. Het bezoek van docenten en/of SLB-ers aan de werkplek wordt hoog gewaardeerd en verloopt naar tevredenheid. De inhoud van de opleiding: De lessen op school versterken niet altijd het werk in de praktijk. Beoordeling loopt via duidelijke richtlijnen, de criteria van beoordeling zijn duidelijk. De toegang van het werkveld op It’sLearning verhoogt nauwelijks het inzicht in de opleiding en opdrachten van de student. Over het niveau van de opleiding is men redelijk tevreden. Vijf keer per jaar diplomeren is voldoende. Alles overziende (inspanningen van het werkveld, de leerling, de school het BPV bureau etc.) geven de werkvelden de opleiding bij ROC Rivor het gemiddelde cijfer 7,2. Dit was vorig jaar 7,0.

De volgende verbeterpunten worden genoemd: T.a.v. het contact met de opleiding en BPV-kantoor van ROC Rivor: Aandacht voor een goede informatievoorziening en verbetering en versterking van de overlegstructuur. T.a.v. de begeleiding van de student: Niet iedereen is al bekend van de mogelijkheid van It’s Learning. Hier moet aandacht aan besteed worden. T.a.v. de inhoud van de opleiding: Een verbetering van aansluiting van lessen en opdrachten met de praktijksituatie.

De BOL-studenten hebben een tevredenheid van 3,8 over de BPV in de JOB-monitor. De BBL-studenten scoren gemiddeld een 4,1 met betrekking tot hun werkplek. 4.1.4 Startacademie De studenten van de Startacademie (AKA) scoren een tevredenheid van 3,7 bij de JOB-monitor. 4.2 Link met strategie ROC Rivor streeft naar verbinding in de regio op basis van gedeeld eigenaarschap. De school is letterlijk voor maar ook van de regio. De kwaliteit van de beroepspraktijkvorming wordt door deze doelstelling automatisch verhoogd. Bedrijven worden steeds meer betrokken bij het onderwijs van ROC Rivor door hen een directe invloed te geven. Dit gebeurt door betrokkenheid bij het ontwikkelen van lesmateriaal en door het doen van steekproeven op examens en de beoordeling daarvan. Dit gebeurt ook door gastlessen van bedrijven in het mbo. Omgekeerd zullen docenten van ROC Rivor stage lopen bij de bedrijven om de band ook vanaf die zijde te versterken. “Aandacht voor jouw ambitie!” betekent dat er ook aandacht is voor de ambitie van bedrijven en de ambitie van studenten die in een bedrijf willen werken. Er is ruimte voor flexibiliteit en maatwerk. ROC Rivor ziet in deze samenwerking de sleutel tot kwaliteit van beroepspraktijkvorming. Recent is in adhesiebetuigingen en cofinanciering van de Publiek Private Samenwerking (PPS) bevestigt dat veel bedrijven in de regio Rivierenland zich aan het onderwijs en de

41

beroepspraktijkvorming van ROC Rivor willen verbinden. Daarnaast is het zich ontwikkelende concept van "omgekeerd leren", waarbij de beroepspraktijk leidend is in het onderwijsconcept, een directe afgeleide van de beroepspraktijk in de BPV. Beroepspraktijkvorming heeft nog een andere kant. ROC Rivor zal “omgekeerd leren” het uitgangspunt van het onderwijsconcept maken. Met omgekeerd leren wordt bedoeld dat ernaar gestreefd wordt de theorie uit de opleidingen naar aanleiding van de beroepspraktijk aan te bieden. Dit zorgt ervoor dat studenten altijd met actuele vraagstukken aan de slag zijn en direct de link leggen tussen praktijk en theorie. 4.3 Plan van Aanpak In deze paragraaf worden de actieplannen in het kader van beroeps-praktijkvorming per Academie aangegeven. Academie voor Ondernemerschap en Dienstverlening Inleiding De Academie voor O&D kenmerkt zich door een breed scala van opleidingen, die met elkaar gemeen hebben dat zij studenten opleiden om vanuit een professioneel zelfbewustzijn diensten te verlenen aan anderen. De zakelijke en commerciële dienstverlening, de handel, maar ook overheden en instellingen vormen de markt waarvoor wordt opgeleid. Deze markt is zeer versnipperd door het grote aantal MKB-bedrijven in de regio en doordat er geen sprake is van een branche. Dit vraagt een proactieve en verbindende rol van de academie. Het aanleren van een ondernemende en een dienstverlenende houding wordt zowel op school als in de praktijk gerealiseerd. De academie zet in op een optimale samenhang tussen beide leeromgevingen. Beroepspraktijkvorming is daarmee meer dan een aanduiding van de stage of het werk. Naast deze vormen van praktijkleren wordt de praktijk de school ingehaald door het Praktijklab, een vorm van omgekeerd leren waarin gewerkt wordt met reële opdrachten (www.praktijklab.nl). Deze integratie zal de komende jaren verder worden uitgebouwd en geïntensiveerd. Hoewel aan vrijwel alle vormen van onderwijs op school inhoudelijke en praktische eisen van het bedrijfsleven ten grondslag liggen, herkent de student de relatie niet altijd. De samenhang dient dan ook verder te worden geëxpliciteerd. Dit zal een van de ontwerpeisen voor het gemodulariseerde onderwijs worden. Hoewel er afstemming is tussen bedrijfsleven en de verschillende opleidingen is deze niet in alle gevallen geformaliseerd. Er wordt naar gestreefd voor alle opleidingen een bedrijfsadviescommissie in te stellen en de taken en verantwoordelijkheden van deze commissies uit te bouwen. De inhoud van de opleidingen, examinering, mogelijkheden voor samenwerking en de organisatie van de BPV zijn onderwerpen die hier op de agenda staan. Het project Learn@work dat enige jaren geleden samen met de academie voor Ambacht en Technologie en het bedrijfsleven is uitgevoerd is de basis geweest voor het matchings-, begeleidings- en beoordelingssysteem dat binnen veel opleidingen O&D wordt gehanteerd. In het kader van de nieuwe ontwikkelingen zullen de procedures en documenten herijkt worden en zal de systematiek waar mogelijk worden uitgebreid naar de rest van de opleidingen binnen de academie.

42

Schematisch Deel onderwerp

Resultaat Activiteiten Periode Kosten

Samenhang tussen theorie, binnen- en buitenschoolse praktijk

Studenten kunnen van 60% van de modules de relatie theorie-praktijk benoemen;

In elke module wordt expliciet aandacht besteed aan de relatie met de praktijk ‐ Opnemen in ontwerpeisen module ‐ Toezien op implementatie in alle modules ‐ Training docenten om de samenhang te expliciteren ‐ Modules worden afgesloten met een “evaluatie- en

reflectiegesprek” waarin de samenhang expliciet aan de orde komt.

2016-2017 €10.000

Elke student voert een vastgesteld aantal klokuren per jaar opdrachten uit in het Praktijklab.

‐ Uitbreiden aantal opleidingen dat werkt in het praktijklab;

‐ Uitbreiden acquisitie reële opdrachten ‐ Integreren theorie en vaardigheidslessen in begeleiding

praktijklab ‐ Professionaliseren docenten inzake ondernemerschap

d.m.v. stages, intervisie. ‐ Opdrachten worden afgesloten met een “evaluatie- en

reflectiegesprek” waarin de samenhang expliciet aan de orde komt.

2015-2018 €70.000 per jaar

Relatienetwerk met bedrijven

Elke opleiding of cluster van opleidingen van O&D heeft een Bedrijfsadviescommissie (BAC)

Commerciële opleidingen: ‐ Uitnodigen beperkt aantal “trouwe bedrijven” ‐ Opzetten systematiek; ‐ Uitbreiden netwerk; ‐ “Contracteren” bedrijven

2015 €5.000

100% van de ondernemersverenigingen kent het Praktijklab ; 80% stimuleert zijn leden samen te werken met het Praktijklab

‐ O&D organiseert een bijeenkomst met de besturen van de ondernemersverenigingen in de regio

‐ Studenten presenteren het Praktijklab op ledenvergaderingen van ondernemersverenigingen;

‐ Via website, filmpjes en social media worden de activiteiten van het praktijklab gedeeld

2015-2016 €20.000

50% van de samenwerkingspartners voert het ROCRivor-bordje;

2015-2018 €6.500

43

10% komt in aanmerking voor het bordje “excellent leerbedrijf”

Samen met de BAC’s worden de criteria voor excellentie vastgesteld.

80% van de docenten heeft ten minste 2 contactpersonen in de praktijk die zij kunnen consulteren

‐ Docentenstages ‐ Gerichte werkbezoeken ‐ Cursus netwerken

2015-2018

Bedrijven waarderen de samenwerking met O&D met ten minste een 3,5

2017

Voorbereiding en matching BPV-plekken

Studenten beoordelen de voorbereiding op de stage met minimaal een 4. 70% van de praktijkbegeleiders geeft aan dat de voorbereiding op de stage goed is.

‐ Voorbereiding en matching is jaarlijks agendapunt op overleg BAC

‐ Voorbereidingstraject wordt geïntensiveerd. ‐ voorbereidings-programma wordt aangevuld met 1

intensieve trainingsweek voorafgaand aan de stage.

2017

Er is een BPV-bestand waarin van elk bedrijf is opgenomen: ‐ Accreditatie ‐ werkprocessen en

activiteiten die in het bedrijf kunnen worden uitgevoerd;

‐ cultuur in het bedrijf ‐ wijze van begeleiden in

het bedrijf ‐ mogelijkheden van

examinering

Eduarte wordt uitgebreid met BPV-module 2017 20.000 – 25.000

Maximaal 10% van de stages wordt afgebroken i.v.m. een mismatch

‐ het zelfstandig zoeken van BPV-plaatsen wordt ingekaderd;

‐ met nieuwe BPV-bedrijven is voor plaatsing altijd eerst contact met de BPV-coördinator

2017

44

‐ in het voorbereidingstraject wordt extra aandacht besteed aan het “managen van de verwachtingen”.

Begeleiding tijdens de BPV-periode

Er is een BPV-volgsysteem geïmplementeerd waarmee de BPV-docent voortdurend inzicht heeft in de status van de stage

Eduarte wordt uitgebreid met BPV-module 2017 (zie hierboven zelfde punt)

Studenten beoordelen de begeleiding tijdens de stage met minimaal een 3,5. Praktijkbegeleiders beoordelen de begeleiding tijdens de stage met minimaal een 3,5

Er wordt voor studenten een begeleidingsprogramma op de terugkomdag ontwikkeld met:

- vakondersteuning - coaching - intervisie

2016-2017

Docenten volgen een trainingsprogramma cq. coachingstraject BPV-begeleiding

2016-2018

O&D biedt praktijkopleiders intervisiebijeenkomsten

2016-2018

45

Beroepspraktijkvorming: Academie voor Zorg en Welzijn Schematisch Deel onderwerp

Doelstelling Resultaat

Activiteiten Periode Kosten

Samenhang tussen theorie en BPV

‐ Werkbegeleiders zijn voldoende toegerust om onze studenten te begeleiden.

-ZW organiseert twee maal per jaar geïnventariseerd op behoefte brede of specifieke workshops op het gebied van begeleiding en examinering voor werkbegeleiders. - Maandelijks ontvangen werkbegeleiders begeleiding op maat rondom specifieke vraagstukken op het gebied van proces en/of product. - vijf maal per jaar vind het werkveldoverleg plaats met werk en praktijkbegeleiders. - werkbegeleiders zijn geïnformeerd wie de studieloopbaanbegeleider van de student is. -In het najaar van 2016 zijn alle werk/praktijkbegeleiders geïnformeerd en geïnstrueerd over de opleidingen ontwikkeld vanuit de nieuwe kwalificatiedossiers 2016. - In het voorjaar van 2018 geven de werkvelden onze opleidingen hetzelfde (7,2) of een hoger cijfer. - In 2018 loopt 50 % van onze niveau 3 en 4 BOL studenten, binnen de kwalificaties van Zorg en Welzijn, 1 BPV periode stage op één van onze leerafdelingen.

2015 -2018

€ 25.000

46

‐ Studenten kunnen van 70% van de modules de relatie theorie-praktijk benoemen;

In elke module wordt expliciet aandacht besteed aan de relatie met de praktijk ‐ Opnemen in ontwerpeisen module ‐ Toezien op implementatie in alle

modules ‐ Training docenten om de

samenhang te expliciteren

2016-2018

Relatienetwerk met zorgpartners

Binnen de regio werkt de Academie voor Zorg en Welzijn met haar Zorg en Welzijns partners samen voor goede en voldoende beroepspraktijkvormings plaatsen.

-Bijeenkomsten op verschillend niveau (regiegroep, kerngroep Zorg en kerngroep onderwijs)worden georganiseerd waar afstemming plaatsvind op het gebied van BPV -

2015-2018

€ 15.000

50% van de samenwerkingspartners voert het ROCRivor-bordje; ‐

€ 6.500

‐ 80% van de docenten heeft ten minste 2 contactpersonen in de praktijk die zij kunnen consulteren

‐ Docentenstages ‐ Gerichte werkbezoeken

€ 3.000

47

Beroepspraktijkvorming: Academie voor Ambacht en Technologie Inleiding De algemene economische ontwikkelingen in de regio, en specifiek de ontwikkelingen in de technische sector, genereren de komende jaren een grote vraag naar kwalitatief goed opgeleide medewerkers op mbo vakmanschapsniveau. Echter zal deze sector komende jaren te maken krijgen met de gevolgen van de vergrijzing. In relatief korte tijd zullen de komende jaren ervaren vakmensen met pensioen gaan (en daarmee gaat ook kennis en expertise verloren). De vervangingsvraag voor de komende jaren vraagt dan ook om een grotere instroom van leerlingen in de techniek. Naast een kwantitatieve vraag, is er bij bedrijven ook een (veranderende) kwalitatieve vraag naar vakmensen ontstaan. Door technologische vooruitgang zijn bedrijven op zoek naar vakmensen die een bijdrage kunnen leveren aan innovatie en ontwikkelingen bij de bedrijven. Bedrijven geven aan dat opleidingen beter moeten kunnen inspelen op de veranderingen in de markt. Het bevorderen van de kwaliteit van de beroepspraktijkvorming verloopt binnen de academie voor Ambacht en Technologie langs drie lijnen:

Samenhang tussen theorie, binnen- en buitenschoolse praktijk; Relatienetwerk met bedrijven; en Begeleiding in de beroepspraktijkvorming.

Samenhang tussen theorie, binnen- en buitenschoolse praktijk

Krachtige leeromgeving Het idee van de krachtige leeromgeving houdt in dat studenten realistisch kunnen kennismaken met de mogelijkheden van techniek in de regio. Partners geven ook aan dat het meeste leerrendement wordt bereikt met uitdagende realistische praktijkopdrachten. Om die reden wil het ROC zijn studenten laten leren en werken in verschillende krachtige leeromgevingen:

1 De leerprojecten van het Leerwerkbedrijf Nieuwe Hollandse Waterlinie (NHW) waar studenten kunnen werken en leren aan cultuur historische projecten uit de regio. Leerwerkbedrijf NHW zorgt voor voldoende uitdagende en relevante leerwerk projecten en levert daarmee een bijdrage aan de ontwikkeling, het beheer en exploitatie van het cultuur historisch erfgoed binnen de Nieuwe Hollandse Waterlinie.

2 De opleidingslocatie van Gilde Opleiding, Lek en Linge college, ROC Rivor en de Opleidingsbedrijven (samenwerkingsverbanden) in Geldermalsen waar moderne contextrijke praktijksimulaties beschikbaar zijn;

3 De beroepspraktijk bij de leerbedrijven die lid zijn van de Opleidingsbedrijven. Dit zijn vaak de werkplekken waar de leerlingen tijdens de opleiding aan het werk zijn.

Een belangrijk element in de krachtige leeromgeving is het concept van omgekeerd leren. Daarmee wordt bedoeld dat ernaar gestreefd wordt de theorie uit de opleidingen naar aanleiding van de beroepspraktijk aan te bieden. Dit zorgt ervoor dat studenten altijd met actuele vraagstukken aan de slag zijn en direct de link leggen tussen praktijk en theorie. Dit speerpunt zet in op de volgende doelstellingen:

a. De leeromgeving waarin de opleidingen plaatsvinden, bevatten praktijksimulaties en bedrijfsprojecten ontleend aan de beroepspraktijk uit de regio.

b. Studenten kunnen praktijkervaring opdoen welke het beste aansluit bij de interesse van de student.

c. In 2016 is het Leerwerkbedrijf NHW opgestart in samenwerking met de betrokken partijen.

d. Theorie uit de opleidingen wordt naar aanleiding van de beroepspraktijk onderwezen

48

Relatienetwerk met bedrijven:

Learn@work keurmerk. De BPV-bedrijven spelen ontegenzeggelijk een belangrijke rol bij de opleidingen van ROC Rivor. De relatie met deze externe stakeholders is dan ook onderdeel van het nieuwe Academiemodel (werkvelden). De inzet van (nieuwe) communicatiemiddelen t.b.v. de BPV-bedrijven sluit idealiter zo goed mogelijk aan bij de rol die ze hebben in het Academiemodel. In dit model heeft het werkveld daadwerkelijk invloed op de opleidingen van ROC Rivor (inhoud, portfolio, etc) en diverse beleidsterreinen (huisvesting, etc). Het gevelbordje kan uiting geven aan een inhoudsvolle relatie met een BPV-bedrijf. Vanuit dit perspectief krijgt dan slechts een selecte groep BPV-bedrijven een gevelbordje/raamsticker en wordt het een soort keurmerk. De criteria hiervoor moeten dan nog worden vastgesteld. Bijvoorbeeld:

‐ actieve bijdrage aan een opleiding middels gastlessen, bedrijfsbezoek, etc; ‐ daadwerkelijke bijdrage aan de ontwikkeling van onderwijsprogramma’s; ‐ doorstroom van stagiaires naar een baan bij het bedrijf.

Met het keurmerk wordt aangegeven dat het betreffende bedrijf een inhoudsvolle relatie heeft met ROC Rivor. Niet alleen doen onze studenten binnen bedrijven periodiek werkervaring op, maar het bedrijf heeft ook een actieve rol m.b.t. het onderwijs bij ROC Rivor.

Het vakcollege-concept (Vrienden van het Vakcollege) De Vakroute Techniek is een opleiding waarbij leerlingen vooral zelf actief bezig zijn. Al vanaf het eerste jaar krijgen leerlingen veel praktijklessen, gaan ze op bezoek bij bedrijven en instellingen en krijgen ze gastlessen van mensen die veel weten over een bepaald beroep. Ook lopen leerlingen veel stage. Bij de Vakroute werken vmbo- en mbo-instellingen intensief samen, zodat leerlingen via een doorlopende leerlijn hun vmbo-diploma én hun mbo-diploma kunnen halen. In de eerste 2 jaar van het vmbo oriënteren leerlingen zich over de volle breedte van de sector techniek om te ontdekken welke richting ze leuk vinden. Vanaf jaar 3 lopen leerlingen stage en leren zij verder in de richting die bij ze past en die tevens een goede kans biedt op werk in de regio. In die richting leren zij verder voor het mbo-diploma. Na 5, 6 of 7 jaar zijn leerlingen klaar voor een beroep op mbo-niveau 2, 3 en/of 41. De samenwerking tussen vmbo en mbo zorgt voor minder overlap in lesstof en voorkomt voortijdig schoolverlaten. De samenwerking met het regionale bedrijfsleven in de Vakroute is geformaliseerd in de “Stichting Vrienden van het Vakcollege Techniek. De stichting heeft een eigen website. Zie daarvoor www.vakcollegia.nl In de aanloop naar een samenwerkingsovereenkomst zijn er gesprekken gevoerd tussen ROC Rivor en een aantal regionale bedrijven over wederzijdse verwachtingen met betrekking tot het vormgeven van de Vakroute. In deze gesprekken is gebleken dat de bedrijven zich herkennen in de door ROC Rivor voorgestelde wijze van het uitvoeren van de Vakroute waarbij gedeelde verantwoordelijkheid centraal staat met de daarbij behorende inspanningsverplichtingen.  

49

Begeleiding in de BPV

De Learn@work methode Het BPV-handboek is voor de studenten en praktijkbegeleiders en opleiders het document waarin de verschillende stappen rondom o.a. BPV-begeleiding omschreven staan. In alle gevallen begint het BPV-traject met het oriënteren op een geschikt BPV-bedrijf. Na oriëntatie is de deelnemer verplicht te solliciteren (schriftelijk) bij het erkende leerbedrijf. De BPV-begeleider bezoekt het bedrijf regelmatig (tenminste twee keer), terwijl er voor deelnemers ook zogenaamde terugkomdagen staan ingepland. Bedrijf en school beoordelen samen de BPV. In veel gevallen sluiten leerlingen hun BPV-periode af met een Proeve van Bekwaamheid met hieraan gekoppeld een criterium gericht interview. Na iedere stageperiode ontvangen de student en het bedrijf een evaluatieformulier dat men , samen met de BPV-begeleider, invult (driehoeksgesprek)

De Vakcollege methode BBL-studenten van het Vakcollege doorlopen voor wat betreft de BPV een soortgelijk traject. Aangezien het hier gaat om werknemers (in dienst van het bedrijf) worden er deels andere eisen gesteld. De volgende stappen worden steeds doorlopen:

‐ Intakegesprek: hierbij wordt de student ingeschreven op het mbo. Idealiter vindt dit gesprek plaats op het vmbo waarbij aanwezig zijn: de leerling zelf, de ouder(s)/verzorger(s) van de leerling, de mentor van het vmbo en iemand van ROC Rivor.

‐ Startgesprek: dit is een inhoudelijk gesprek over inzet en verwachtingen en vindt plaats tussen de student, zijn werkgever en de BPV-begeleider. Deze laatste zal waar mogelijk de vmbodocent zijn van het sectorvak dat in leerjaar 3 en 4 gevolgd is. In veel gevallen is dit ook de mentor vanaf leerjaar 3. Ook hierbij betrekken vmbo en ROC graag de ouder(s)/verzorger(s) van de student.

‐ Driehoeksgesprekken: de tussentijdse/ voortgangsgesprekken tussen de student, zijn werkgever/werkbegeleider en de BPV-begeleider. Daar waar problemen ontstaan in de voortgang wordt ROC Rivor daarvan op de hoogte gebracht.

‐ Examinering: dit betreft de gesprekken en de begeleiding rond het afnemen van de proeve van bekwaamheid. Dit gebeurt geheel door een onafhankelijk persoon. De regie en aansturing daarvan ligt geheel bij ROC Rivor.

Voor de studentenbegeleiding in het Vakcollege wordt de gangbare operationele structuur van het vmbo doorgetrokken. Te denken valt aan klasse besprekingen, ouderavonden, de zorgstructuur en mentorbegeleiding. Daar waar relevant (bijvoorbeeld klassen-besprekingen) vormen de docenten van vmbo en ROC Rivor één gezamenlijk team. Alle informatie die vanuit bovenstaande structuren relevant is, wordt opgeslagen in het leerlingvolgsysteem en is dus toegankelijk voor zowel medewerkers van het vmbo als van ROC Rivor.

50

Schematisch Deel onderwerp Doelstelling

Resultaat Activiteiten Periode Kosten

Learn@work keurmerk.

- Per opleidingencluster tenminste vijf excellente leerbedrijven - Verhogen van de tevredenheid over de kwaliteit van de BPV. - Bevorderen van de betrokkenheid van ondernemers, overheid en onderwijs

- Eisen keurmerk omschrijven - Audit onder leerbedrijven - Toekenning (commissie)

Tweede helft 2015

€ 7.000

Inrichten en opstarten Leerwerkbedrijf NHW

- Vergroten van het aantal stageplaatsen, - Vergroten van het aantal leerprojecten, - Duurzame samenwerking tussen bedrijven en onderwijs rondom de NHW

4 projecten in 2015 8 projecten jaarlijks in 2016 en daarna (ieder project heeft een kostendekkende begroting)

Tweede helft 2015

€ 26.000 in 2015 en 2016. 2017 € 16.000 (inzet ondersteuning werkbedrijf)

Bedrijfsprojecten ontwikkelen en uitvoeren

Meer variatie op het gebied van praktijkopdrachten zorgt voor een uitdagend en afwisselend programma waarbij de studenten de vaardigheden die zij in de praktijkwerkplaats geleerd hebben kunnen oefenen in realistische bedrijfsprojecten die voorkomen in de sector waarvoor zij opgeleid worden.

1 bedrijfsproject per bouw gerelateerde opleiding bol-opleiding per leerjaar

2015 tweede helft t/m 2018

10 werkdagen per bedrijfsproject Totaal: 22 bedrijfsprojecten € 75.000

51

5. Thema 5: Het verbeteren van studiesucces / studiewaarde De indicator studiewaarde is een nieuw criteria in het MBO. Er zijn momenteel nog geen cijfers bekend. We willen de komende tijd eerst bepalen op welke manier we studiewaarde kunnen beïnvloeden. In dit plan wordt daarom hier nog niet op ingegaan.

52

6. Financiën Inleiding De inzet die ROC Rivor voor de beleidsperiode 2015 – 2018 pleegt, teneinde invulling te geven aan ons identiteitsbewijs ‘Aandacht voor jouw ambitie, is ook in termen van financiële inzet intensief te noemen. Het totale begrote budget, eveneens opgenomen in de meerjarenbegroting 2015 – 2018, overstijgt de toegekende (kwaliteitsafspraken Oud) en mogelijk toe te kennen budgetten (Kwaliteitsafspraken Nieuw) in aanzienlijke mate. Dat geldt in het bijzonder voor een kleine mbo-instelling als ROC Rivor. De ambitie van ROC Rivor ten aanzien van de kwaliteit van het onderwijs en de gewenste rendementen, oversteeg ook de afgelopen jaren de daarvoor geoormerkte budgetten. Gedurende de gehele beleidsperiode voor de uitvoering van het Kwaliteitsplan, is door ROC Rivor een totaal budget van 2.644.000,- begroot. In de tabel is het budget over de vijf beleidsterreinen uitgesplitst. In de begrotingen zijn de toegekende budgetten van de Kwaliteitsafspraken Oud vanzelfsprekend opgenomen. Met dit Integrale Kwaliteitsplan beoogt ROC Rivor ook aanspraak te kunnen maken op de nog toe te kennen Kwaliteitsafspraken Nieuw. Totale begroting

Thema Kosten 1 Professionalisering € 1.373.000 2 Intensivering taal- en rekenonderwijs € 551.000 3 Terugdringen van voortijdig schoolverlaten met

aandacht voor kwetsbare jongeren € 200.000

4 Bevorderen van de kwaliteit van de beroepspraktijkvorming

€ 520.000

- Academie voor Ondernemerschap en Dienstverlening

€ 346.500

- Academie voor Ambacht en Technologie € 124.000 - Academie voor Zorg en Welzijn € 49.500 5 Het verbeteren van studiesucces - Totaal € 2.644.000

53

Bijlagen: documentenlijst (niet bijgevoegd, op aanvraag beschikbaar) 1. Identiteitsbewijs ROC Rivor 2. Strategisch Plan ROC Rivor 2014-2017 3. Ondernemingsplan Academie voor Ambacht en Technologie 4. Ondernemingsplan Academie voor Ondernemerschap en Dienstverlening 5. Ondernemingsplan Academie voor Zorg en Welzijn 6. Ondernemingsplan Startacademie 7. PPS aanvraag MBO Investeringsfonds