20
Magazine Psychiaters onvoldoende in beeld Transities in de zorg veranderen werk? Medisch leiderschap: wat is het? Nummer 10 - Juli 2015 Kwartaalmagazine van de Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband (LAD)

LAD-magazine, juli 2015

Embed Size (px)

DESCRIPTION

 

Citation preview

Page 1: LAD-magazine, juli 2015

MagazinePsychiaters onvoldoende in beeld

Transities in de zorgveranderen werk?

Medisch leiderschap: wat is het?

Nummer 10 - Juli 2015Kwartaalmagazine van de Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband (LAD)

Page 2: LAD-magazine, juli 2015

8 Passie voor sport verbonden met geneeskunde

David Sluijs (45 jaar) is sportarts. Hij werkt als zzp’er voor verschillende opdrachtgevers. “Ik heb zelf altijd veel gesport. Alles met een bal heb ik uitgeprobeerd, maar ook voor andere sporten was ik enthousiast te krijgen. Mijn hobby wilde ik graag met mijn werk verbinden en dat lukt in dit vak.”

16 Op pad met cao-onderhandelaar Jan Willem Le Febre

Sinds 1 mei 2014 is Jan Willem Le Febre als onderhandelaar werkzaam bij de LAD. Daarvoor was hij actief in de verzekeringsbranche, in de gemeentelijke omgeving en bij Abvakabo, waar hij onder andere de sector verpleging en verzorging in portefeuille had. Waar houdt hij zich mee bezig en wat komt hij tegen in zijn dagelijks werk?

Handelen met voorkennis Schrijven van een voorwoord voor het LAD-magazine betekent dat je al enige voor ken nis hebt van wat zich op de pagina’s die volgen, gaat afspelen. Aan het inhouds voorstel, dat aan de redactie is voor-be houden, ontleen ik telkens inspiratie voor ‘de quintessence’. Zoals over collega’s die zich sterk maken voor de toekomst van de beroeps uit oefening. Bijvoor beeld in het Platform Medisch Leiderschap. En de psychiaters in de ggz werken aan versterking van hun positie in die sector. De transities in de gezond heids zorg betekenen nogal wat voor het werk van artsen. Drie collega’s, een huisarts, een vertrouwensarts en een arts advies & indicatie, vertellen daarover. Verder komt er opnieuw een LAD-onderhandelaar in beeld. Daarmee krijgt u zicht op één van de manieren waarop het bureau uw belangen behartigt.

Op handelen met voorkennis kan je de overheid overigens niet ‘aanspreken’ waar ’t gaat om het plan nen van de benodigde capaciteit op de medische arbeidsmarkt. Was die kennis wel benut, dan zaten we nu niet in de situatie dat vele honderden collega’s werkzoekend aan de zorg-zijlijn staan. Drastisch verlagen van de in-stroom naar de studie geneeskunde -ik herhaal dat nog maar eens- gecombineerd met urgente pogingen om te voorkomen dat de werkloosheid onder basisartsen nog verder oploopt, moeten de allereerste prioriteiten zijn. Geneeskunde is, waar mogelijk en bij voorkeur, preventief. Zouden politici, ambtenaren en beleids-makers daar eens iets van kunnen meenemen in hun vaak sterk verkokerde theoretische kaders? Na het zomerreces, zo heet dat in Den Haag, richting Prinsjesdag misschien de eerste aanwijzingen? Ik wens u een goede zomervakantie. Die brood nodige bijdrage aan de balans tussen werk en privé. Werk, dus! Christiaan Keijzer, voorzitter LAD

lad magazine | 2

Werk/privé

Page 3: LAD-magazine, juli 2015

4 Psychiaters onvoldoende in beeld

De ggz heeft de laatste jaren het nodige voor de kiezen gehad. Forse bezuinigingen zorgden voor veranderingen. Hangt het feit dat de positionering van de psychiaters in de sector achter lijkt te blijven daarmee samen? Of zijn er (ook) andere krachten aan het werk? Twee psychiaters en de LAD-onderhandelaar voor de ggz werpen hun licht op de zaak.

6 De transities in de zorg hebben mijn werk veranderd

10 Medisch leiderschap is ...Medisch leiderschap is een term die je de laatste tijd veel hoort. Wat verstaan we daar pre cies onder en op welke manier is het relevant? Twee artsen komen in dit artikel aan het woord: Richard Schol (aios kindergeneeskunde en bestuurs lid van De Jonge Specialist) en René Héman (arts maatschappij & gezondheid, voor zitter van werk-nemersorganisatie FBZ -waarbij de LAD is aan-gesloten- en van de KAMG).

12 Zwangerschap Een vrouwelijk arts zoekt contact met het KDC. Ze vertelt dat ze in verwachting is en graag wil weten welke verlofregels bij een zwangerschap en een bevalling van toepassing zijn. Ook speelt de vraag waar haar partner aanspraak op kan maken.

13 Filosofie over het systeem

14 Een (hernieuwde) kennis - making met het LAD-bestuur

Christiaan Keijzer, Cisca Koning en Debby van Sleeuwen vormen het nieuwe bestuursteam. Ze gaan besturen in een andere constellatie dan voorheen want de LAD kent inmiddels een ledenraad met -op dit moment- 18 leden die de verschillende groepen binnen de achterban vertegenwoordigen. Wat motiveert hen om zich opnieuw bestuurlijk in te zetten en welke thema’s zijn voor hen in de komende vier jaar van belang?

18 Het bureau in beeld

Er was eens ... geen Cao-VVT‘Terug naar zoals het was’ kopte het LAD-Bulletin in december 2003. Werkgeversorganisaties Arcares en LVT hadden namelijk afgezien van een cao voor de Verpleeg- & Verzorgingshuizen en Thuiszorg (zeg maar: VVT). De zwarte piet van de werkgevers ging naar de werk nemers-organisaties, zoals LAD/FHZ (nu: FBZ). Onze salariseis van 2,5 procent was te hoog. ‘What else is new...’

Maar overleggen over de tot dat moment twee separate cao’s (eentje voor ‘de VV’ en de andere voor ‘de T’) gebeurde ook niet. ‘Zolang Arcares en LVT niet tegemoetkomen aan onze eisen, zal er niet worden onderhandeld’ was de boodschap aan werknemerskant. De in november gestarte acties leidden daarbij ook nog tot een patstelling, aldus de onaangenaam verraste werkgevers.

Niet tegen LAD/FHZ was nooit tegen samenvoeging van de cao’s. Maar in de toenmalige financieel-economische situatie -what else is new- bleek er geen geld te zijn om de achterstand van de meer dan 150.000 mede-werkers in de thuiszorg in een keer in te lopen. Er kwamen dan ook weer twee verschillende cao’s. En het zou nog tot in 2007/2008 duren totdat er een ‘Basis-CAO VVT’ zou komen (inderdaad; we schreven dat toen nog met hoofdletters). Alleen de belangrijkste, vooral primaire, arbeidsvoorwaarden maakten er deel van uit; met een looptijd tot 1 maart 2010. Meer zat er nog niet in. Arcares en LVT waren inmiddels overigens gefuseerd tot ActiZ.

En toen?De ooit beoogde integrale, volwaardige sector-cao kwam uit einde lijk tot stand. Niet zonder slag of stoot. Dat bleek ook nog bij de onder hande-lingen die in september vorig jaar een nieuwe cao opleverden met een looptijd tot begin 2016. De accenten zijn verschoven; van verbetering van koopkracht naar behoud van werkgelegenheid. ‘For the times they are a-changin’.

Juli 2015 | 3

Wist u dat ...

Column

Reconstructie

Podium

mr. Els Dissel, LAD-onderhandelaar VVT-sector (tot 2007)

Page 4: LAD-magazine, juli 2015

Paul de Vries, psychiater“Ik maak me grote zorgen, laat ik het maar zo expliciet zeggen. Als psychiaters hebben we uiteraard formeel positie. Maar de rand-voorwaarden om daar invulling aan te geven en vanuit de medische optiek mee beleid te bepalen, ontbreken. Vrijwel alle psychiaters zijn hoofdbehandelaar en hebben veel pa tiën ten. Laatst hoorde ik een collega het getal 800 noemen. Dat kan natuurlijk niet. Ggz-instel lingen nemen te weinig psychia-ters in dienst; het aantal fte’s neemt af. Collega’s die met pensioen gaan, worden maar gedeeltelijk vervangen. Men gaat ervan uit dat een verpleegkundig specialist het werk wel over kan nemen. Dat is maar zeer ten dele het geval. Daarnaast speelt nog dat we binnen de (poli)kliniek steeds ‘zwaar dere’ patiënten behandelen.

Als het gaat om oplossingen ben ik minder optimistisch geworden. De cao is goed. De extra studiedagen, waar we jaren geleden nog om moesten bedelen, zijn er nu. Maar die moet je dan wel kunnen opnemen. Als psychiater moet ik 85% van m’n tijd productief zijn. Dan blijft er niet veel tijd over voor andere dingen. Ik vind het bijvoorbeeld belangrijk om de familie van een patiënt na een overlijden nog iets van begeleiding te bieden. Maar er is geen DBC als er geen patiënt meer is, dus ik krijg er niet voor betaald.”

Ik vind dat de NVvP en de LAD de handen ineen moeten slaan en zich veel meer moeten laten horen over de omstandigheden waaronder de psychiaters op dit moment hun werk doen

Bert Steehouder, onderhandelaar arbeidsvoorwaarden “Ja, ik durf wel te stellen dat de positie die de psychiaters innemen in de ggz achter-blijft bij die van collega’s in andere sec-toren. Op de een of andere manier komt bij de psychiaters de bundeling van krach ten in veel beperktere mate van de grond. Ook heb ik sterk de indruk dat het aantal medische staven binnen de ggz-instellingen afneemt. Dit komt mede door de steeds grotere doorzettingsmacht van de managers in de zorg. Meer in beeld komen en invloed uitoefenen is het devies. Dat kan door stevig heid te organi seren bin nen de eigen groep. Het is belangrijk dat psychiaters hun krachten bundelen, bij voor beeld in een

lad magazine | 4

Psychiaters onvoldoende in beeld

De ggz heeft de laatste jaren het nodige voor de kiezen gehad. Forse bezuinigingen zorgden voor veranderingen. Hangt het feit dat de positionering van de psychiaters in de sector achter lijkt te blijven daarmee samen? Of zijn er (ook) andere krachten aan het werk? Twee psychiaters en de LAD-onderhandelaar voor de ggz werpen hun licht op de zaak.

Tekst Sonja Huising

De discrepantie tussen wat er formeel, op papier is geregeld en de dagelijkse werkdruk is enorm; effectieve beïnvloeding komt daardoor niet van de grond

Page 5: LAD-magazine, juli 2015

Juli 2015 | 5

Psychiaters onvoldoende in beeld medische staf. Er zal als col lec tief moeten

worden opgetrokken zo dat werkgevers niet om je heen kunnen. De LAD kan daarbij ondersteunen! Bijvoorbeeld door te helpen bij het opzetten van een medische staf of een vereniging van psychiaters binnen een instelling. En we kunnen helpen om het gesprek met de werkgever op gang te brengen. Daarnaast is het ook belangrijk om je stem te laten horen via de or. Ook op die manier kun je medebepalend zijn in het beleidstraject.

Juist als er minder financiële ruimte is, zou je willen dat vanuit het medisch perspectief intensief wordt meegedacht en gezamenlijke besluitvorming tot stand komt

Daarnaast zie je dat, doordat er minder financiële ruimte is, de meer klassieke bestuurders sterk focussen op verant woor-ding. Niet alleen als het gaat om geld, ook beroepsinhoudelijk. Natuurlijk is er niets mis met transparantie, maar het wordt bijna een doel op zichzelf. De administratieve belasting is hoog waardoor de ervaren werk-druk toeneemt.”

Frans Huitema, psychiater“Ik herken veel van het verhaal van mijn col le ga Paul de Vries. De positie van psychiaters in de ggz is moei lijk. Dat zie je bijvoorbeeld aan het feit dat er heel snel meer zzp’ers actief worden. Als je vanuit die context werkt, heb je een andere rol.

Maar ook meer intrinsieke ontwikkelingen spelen naar mijn mening een rol. Medisch leiderschap betekende vroeger dat je als psychiater een ‘playing captain’ was. Dat is eigenlijk niet meer zo. Kijk maar naar de aan bevelingen van de commissie Meurs, waarin vergaande veranderingen worden voor gesteld. En het verschijnsel du aal leiderschap is ook illustratief. Psychia-ters zijn vertegenwoordigd in de raad van

be stuur of in divisiedirecties van instel lin-gen. Dat wordt als argument ge bruikt om de psychiaters op de werkvloer voor al pro duc-tie te laten draaien. En dat is de sas treus, zeker als de verbinding met de psychiaters die het beleid en de financiële keuzes kunnen beïnvloeden, niet goed geregeld is.

Als psychiater die vooral actief is op de werkvloer heb ik nauwelijks invloed; bij een reorganisatie wordt toch juist de medewerker waarmee ik net de poli heb opgezet boventallig verklaard

Natuurlijk moeten we als psychiaters ook zelf verantwoordelijkheid nemen. Dat heb ik ook wel geprobeerd, maar het wordt be moei lijkt door de druk op productie. Boven dien werken we binnen de meeste ggz-instellingen heel erg verspreid, ver deeld over meerdere locaties. Er is dus ook een geografisch obstakel. En wat ik echt een punt vind, is dat er geen echte support is van uit de werkgever. We mogen wel tijd nemen voor onderling overleg, maar die is er gewoon niet.

Ten aanzien van een mogelijk lidmaatschap van de or heb ik mijn twijfels over de effecti-viteit. Kunnen we vanuit dat gremium echt invloed uitoefenen op de grote thema’s? Zetten we zo onze professionaliteit het best in? Dat soort vragen staat nog los van de tijds investering, die dus sowieso een pro-bleem is.”

Ik hoorde de minister van Onder­wijs een paar weken geleden iets zeggen over het terugdraaien van eerdere controleverzwaring voor hbo’s; dat zou voor ons ook interessant zijn gezien wat de in­spectie, zorgverzekeraars en ge­meenten allemaal van ons willen

Nieuwe cao in wording

• Er is een onderhandelingsresul - taat (na ruim twee jaar) dat met een positief advies aan de leden wordt voorgelegd.

• Er is een alternatief ontwikkeld voor de huidige wachtgeldregeling, namelijk een regeling met een bovenwettelijke aanvulling op WW naast een transitievergoeding voor begeleiding van werk naar werk.

• De loonontwikkeling is, kijkend naar de zorgsector in de breedte, gemiddeld.

• Op pensioenaftopping heeft de LAD -net als in andere sectoren- hard ingezet; concrete afspraken vergen meer duidelijkheid maar de werkgevers adviseren hun leden wel het geld alvast te reserveren dat terug zou moeten vloeien naar de betreffende werknemers.

Page 6: LAD-magazine, juli 2015

60%

De transities in de zorg hebben mijn werk veranderd

lad magazine | 6

Podium

De LAD wil graag weten wat haar leden vinden. Voor elke stelling die we in de rubriek ‘Podium’ poneren, zetten we vanaf nu een poll op de homepage van de LAD-website. Geef uw mening!

Poll 20% eens 60% oneens 20% geen mening

Page 7: LAD-magazine, juli 2015

Juli 2015 | 7

Marjolijn van de Merwe vertrouwenarts bij Veilig Thuis Zuid-Holland Zuid

Hetty van Noortwijk werkt als huisarts in een gezondheidscentrum in Almere

Frans Woltring arts indicatie & advies bij De MO-zaak /Bureau Wmo in Leeuwarden

“Ja! Het Advies- en Meldpunt Kinder mis -hande ling (AMK) en het Steunpunt Huise -lijk Geweld (SHG) zijn per 1 januari op ge-gaan in Veilig Thuis. Interessant daar aan is de verbreding van ons vak gebied. We houden ons nu niet alleen bezig met kindermishandeling maar ook met geweld tegen bijvoorbeeld ouderen. Para-doxaal genoeg is onze formatie kleiner geworden. En dat is ook opmerkelijk gezien het feit dat de -in de KNMG-meld-code voorgeschreven- verplichte stap van overleg met Veilig Thuis meer vraag naar advies heeft opgeleverd. De gezond-heidszorg is een 24-uurs bedrijf, maar de meeste vertrouwensartsen zijn al jaren alleen op kantoortijden bereikbaar. Natuurlijk vangen we het nodige op, maar dat gebeurt in onze vrije tijd.

Dit werkt niet prettig. We krijgen, ook van onze vaste samenwerkingspartners, terecht commentaar. En wat ook niet helpt, is dat de artsen in de regio inmid-dels verspreid zijn over verschillende werk gevers. Het noordelijke deel valt onder de GGD, het zuidelijke onder de Jeugdbescherming West. Dat betekent onder meer dat we niet meer in elkaars dossiers kunnen. Ik zie dat mijn manager z’n best doet om de knelpunten op te lossen. Op landelijk niveau proberen we ook een vuist te maken. Maar we zijn maar met zo’n 50 à 60 vertrouwensartsen.”

“De context waarbinnen ik mijn werk doe, is fors veranderd. Het lijkt wel of alle niet-medici het gezamenlijk allemaal kunnen oplossen. En dat doen ze dan vervolgens niet. Kort geleden is een traplift aangevraagd voor iemand met een neurologische afwijking. Het wijkteam handelt traag en geeft bij navraag aan dat er 12 weken voor zo’n traject staat. De patiënt is hierdoor gedupeerd.

We moeten het natuurlijk met elkaar doen. Kijken wat de een en wat de ander het best kan doen zodat gezamenlijk expertise wordt ingezet. Dat is de gedachte achter de transities en die is op zich niet verkeerd. We proberen tot een vorm van structurele afstemming met het wijkteam te komen, maar dat lukt nog niet. Een gemiste kans voor ons allemaal.

Wat ik verder heel ingewikkeld vind, is dat we enorm veel medische informatie moeten geven aan mensen die daar naar mijn mening -bijvoorbeeld in keuken-tafel gesprekken- heel onzorgvuldig mee om gaan. En de informatie die wij nodig hebben, krijgen we niet vanwege de privacy van de patiënt. Ik heb het gevoel dat wij als beroeps groep buitenstaanders zijn. Dat de gemeente vindt dat ze het heel goed zelf af kan. Jammer.”

“Nee, ik merk eerlijk gezegd nog te weinig van de transities. En dat zou wel zo moeten zijn. Vrijwel geen enkele gemeente in Nederland heeft nog artsen in dienst. Des-ondanks is het wel belangrijk medische expertise in te zetten. Artsen indicatie & advies KNMG hebben die expertise en zijn gericht op demedicaliseren. Dat past in de lijn van de ingezette veranderingen, maar gemeen ten zijn blijkbaar nog onvoldoende over tuigd van het belang van onze inzet. En dat is een gemiste kans. De transities rond ondersteuning, zorg, jeugdhulp en werk brengen steeds meer complexe problematiek en onbekende doelgroepen binnen het sociaal domein waar de gemeente verantwoordelijk voor is. Als arts en vader van een autistische zoon met een verstandelijke beperking zie ik dat de wijk- en buurtteams die overal aan de slag zijn gegaan geen (compleet) beeld hebben van de toestandsbeelden van bijvoorbeeld jongeren met psychische problemen. Ze worden vaak overschat, krijgen daardoor niet tijdig de juiste hulp en ‘zakken dan af’. Verslaving komt veel voor onder deze doelgroep. En een groot percentage van de jonge cri mi ne len bestaat uit jongeren met een verstande-lijke beperking. Gemeenten doen er dus ver standig aan te investeren aan de voor kant en tijdig de juiste expertise in te zet ten. Artsen indicatie & advies hebben meer te bieden dan het uitvoeren van keuringen in verband met het afgeven van een parkeervergunning voor invaliden!”

Tekst Sonja Huising

Illustratie Ronald Slabbers

Page 8: LAD-magazine, juli 2015

lad magazine | 8

Passie voor sport verbonden met geneeskunde

Werk/privé Tekst Sonja Huising

Fotografie Corneel de Wilde

Page 9: LAD-magazine, juli 2015

“Ja, die erkenning is heel belangrijk. Het vak wordt daarmee steviger neergezet. Om een vergelijking te maken: een SEH-arts bijvoorbeeld -toch ook een vak apart- is een profielarts. Verzekeringstechnisch zijn er ook (positieve) consequenties. De bedoeling is dat sportgeneeskunde per 1 januari 2016 in de basisverzekering wordt opgenomen. Nu vergoeden de grote verzekeraars eigenlijk alles al.

SportsClinic zit in het Antonius Ziekenhuis in Leidsche Rijn; dat maakt verder onderzoek doen makkelijker want je loopt bij wijze van spreken even binnen bij een collega

Volgend jaar hebben patiënten wel een verwijzing van de huisarts nodig, maar we zien gelukkig vanuit die hoek steeds meer belangstelling voor ons vakgebied ontstaan. Kort geleden verzorgden we, met de orthopeden, nog een bijscholing voor 60 huisartsen over schouder, knie en enkel. Dan kunnen we laten zien wat we in huis hebben.”

Een brede(re) blikDavid Sluijs stelt dat sportartsen breed kijken en vooral diagnostisch het nodige uit de kast halen. Volgens hem kan een gemiddelde orthopeed in geval van slijtage niet veel meer bieden dan fysiotherapie. Als operatief ingrijpen niet aan de orde is, is het instrumentarium beperkt. “Wij kijken grondig naar de flexibiliteit en de kracht van de spieren. Als iemand problemen heeft met z’n knie is het belangrijk te weten hoe hij beweegt, wat de bovenbenen aan

kunnen maar ook hoe de conditie is van de spieren rond de heup. Dat soort elementen vormt de basis voor andere oplossingen. Je kunt bewegingen verleggen of juist kwijt proberen te raken als ze overtollig zijn. Professionele ijshockeyers bijvoorbeeld kunnen meestal weer heel snel functioneren na een knieblessure. Dat komt omdat zij als het ware beschikken over een spierkorset rond het gewricht.

AfwisselingIk heb zelf altijd veel gesport. Alles met een bal heb ik uitgeprobeerd, maar ook voor andere sporten was ik enthousiast te krijgen. Ik deed aan judo en speelde cricket op regionaal niveau. Mijn hobby wilde ik graag met mijn werk verbinden en dat lukt in dit vak. Als arts begeleid ik bijvoorbeeld teams uit de topsport: voetballers, wielrenners, honkballers en sportklimmers. Vanuit SportsClinic bied ik ook sportmedische ondersteuning aan fysiotherapeuten die voor (nationale) teams werken. Daarnaast verzorg ik sportmedische keuringen.

Ik vind de afwisseling in mijn werk prettig. Het is dynamisch, elke dag is anders. Als je met een team van topsporters optrekt, zie je ze, in geval van een blessure, op korte termijn. Dat is logisch, de belangen zijn groot. Als er iets mis is, moet er bij wijze van spreken gisteren het nodige geregeld zijn. Daarnaast ben je er ook voor huisartsgeneeskundige dingen, zoals een ontstoken oog of buikklachten. Mensen die recreatief sporten, lopen vaak al veel langer met een blessure. Dan zit je meer in de rol van de arts die nog eens meekijkt en een second opinion geeft.

Natuurlijk moet je -als je zoveel verschil-lende dingen doet- wel goed letten op de continuïteit van de begeleiding en zorg die je biedt. Soms ben ik een tijdje niet fysiek aanwezig op een bepaalde plek, maar dan is er altijd wel een hotline. Sportgeneeskunde kent -als je begeleider bent van een topsportteam- z’n pieken en dalen. Dat is prima, want tijdens de zomer- en winterstop haal ik m’n inkomsten uit andere activiteiten.”

De wielersport is heel dynamisch en interessant voor een sportarts; maar het wielerseizoen laat zich lastig combineren met het meer gestructureerde leven dat nodig is voor een gezin met jonge kinderen

Balans werk/privéDavid Sluijs was lang actief in de wieler-sport. Die wereld vindt hij leuk. Het op weg zijn en de spanning van de wedstrijden spreken hem aan. Vorig jaar is hij ermee gestopt. “Dat was een bewuste keuze. Ik heb inmiddels drie dochtertjes. Van de eerste heb ik veel gemist. Daarom wil ik mijn werk nu op een andere manier invul-len. Bij Ajax ben ik een ochtend in de week present en woon ik de thuiswedstrijden van de dames bij. Dat is heel planbaar. Ook de poli’s die ik doe, liggen redelijk vast. En wat helpt, is het feit dat mijn partner -als psycholoog bij de hockeybond- regelmatige werktijden heeft. Dat geeft ook nog een verbinding met mijn vakgebied.”

Juli 2015 | 9

De situatie: David Bluijs (45 jaar) is sportarts. Hij werkt als zzp’er voor verschillende opdrachtgevers: SportsClinic, Ajax (dames) en twee sportmedische adviescentra (Amersfoort en Nijmegen).

Sinds juli 2014 erkent de minister van VWS sportgeneeskunde als geneeskundig specialisme. Dat is al lang niet meer gebeurd. De volgende stap is om als Vereniging voor Sportgeneeskunde (VSG) deel uit te maken van de Federatie Medisch Specialisten.

Page 10: LAD-magazine, juli 2015

“Een paar weken geleden was ik, namens de LAD en De Jonge Specialist, bij een bijeen komst van de European Junior Doctors waar diverse Europese artsenorganisaties ver tegen woordigd waren. Bij één van de program ma onderdelen stond medisch leider schap centraal en ook daar werd de definitie vraag gesteld. De spreker, een hoogleraar, gaf toe dat hij het eigenlijk niet goed kon uitleggen. Hij vertelde over zijn carrière en lichtte in feite toe wat medisch leider schap niet is. Dat zegt natuurlijk iets”, aldus Richard Schol.

René Héman legt in reactie op de vraag wat medisch leiderschap is een verbinding met Afrika. Hij woonde en werkte daar in het begin van de jaren negentig, de tijd dat Nelson Mandela vrijkwam en president van Zuid- Afrika werd. “Als je aan hem denkt, zie je een echte leider voor je. Je associeert hem met be grip pen als openheid en recht vaardig heid, maar ook met een open en hartelijke uit stra-ling. Medisch leiderschap heeft te maken met een manier van je mani fes teren. Die brengt een natuurlijk gezag met zich mee en draagvlak voor de koers die ingezet moet worden. Leidend zijn als medi cus hangt samen met professionele des kun dig -heid, managementvaardigheden en ethisch bewustzijn.”

Medisch leiderschap is niet hetzelfde als managen; het draait om het ­in meerdere opzichten­ leidend zijn in het vak dat je uitoefent

Volgens Richard Schol is professionaliteit een belangrijk element van medisch leider-schap. Daarbij gaat het onder meer om

het maken van de juiste keuzes in relatie tot bijvoorbeeld de ontwikkelingen in de farmaceutische industrie, de bewegingen in de politiek en daarmee de veranderingen in het zorgstelsel, maar ook om geld. De te maken keuzes zijn gestoeld op bepaalde waarden, zoals het verantwoord omgaan met je resources en een prettige manier van samenwerken met anderen.

Bij medisch leiderschap is het belangrijk je deskundigheid en vaardigheden op peil te hebben; maar ook is essentieel je vak met een zodanige integriteit uit te oefenen dat je richting kunt geven

De andere kant van de medaille“Als je als arts lijnen wilt uitzetten en ver -ant woordelijkheid wilt dragen, moet je ook toets baar zijn. Daar kunnen we nog wel wat aan verbeteren. Als beroepsgroep moeten we ons zelfreinigend vermogen naar een hoger plan tillen. Daarbij hoort dat je je laat aan spreken door collega’s. Natuurlijk is het van belang dat dat op een goede manier gebeurt, maar je moet dingen wel kun nen benoemen”, aldus René Héman.

Zijn collega valt hem bij. “Ik zie wel ver-beteringen op dit punt, maar er zijn ook rare excessen. Je ziet nog te veel dat artsen in een kramp schieten als iets niet goed loopt en er discussie over komt. Ook de onderlinge communicatie, niet alleen over fouten en problemen maar ook in positieve zin, laat nog wel eens te wensen over.”

Meerwaarde“Een arts die medisch leiderschap toont, is van onschatbare waarde in het beleids-

traject.” René Héman is daarvan overtuigd. Daarmee zegt hij in feite ook iets over het belang van de positionering van de beroeps-groep binnen organisaties en instellingen. “Daar moeten artsen zelf oog voor hebben, maar de werkgevers ook. Zij hebben een rol als het gaat om het bekwamen en in positie brengen van medewerkers. In meer brede zin zijn zelfs de arbeidsvoorwaarden daarop van invloed.”

lad magazine | 10

Medisch leiderschap is ...

Richard Schol aios kindergeneeskunde en bestuurslid van De Jonge Specialist

Page 11: LAD-magazine, juli 2015

Juli 2015 | 11

Tekst Sonja Huising

Fotografie Corneel de WildeMedisch leiderschap is een term die je de laatste tijd veel hoort. Wat verstaan we daar precies onder en op welke manier is het relevant? Twee artsen komen in dit artikel aan het woord: Richard Schol (aios kindergeneeskunde en bestuurslid van De Jonge Specialist) en René Héman (arts maatschappij & gezondheid, voorzitter van werknemersorganisatie FBZ -waarbij de LAD is aangesloten- en van de KAMG).

René Hémanarts maatschappij & gezondheid, voorzitter van werknemersorganisatie FBZ -waarbij de LAD is aangesloten- en van de KAMG

Platform Medisch LeiderschapRené Héman was tot voor kort lid van het bestuur van het platform; Richard Schol is dat nog steeds. Het is een paar jaar geleden opgericht. “Er zijn jonge artsen bij elkaar gekomen die het gevoel hadden dat we op diverse plekken de regie aan het verliezen waren. En we hadden naar ons idee te weinig competenties om dat op een goede manier voor het voetlicht te brengen. Bij artsen zelf maar ook binnen instellingen.

Het doel van het platform is om initiatieven te initiëren en te verbinden. Daarnaast pro-beren we de definitiekwestie te adresseren door middel van het ontwikkelen van een Raamwerk Medisch Leiderschap. In dat kader is een onderzoekstraject gestart. Maar ook in praktische zin, binnen de op-leidingen bijvoorbeeld, moet het nodige gebeuren. Interessant daarbij is de vraag naar de competenties van artsen op de werk vloer. Daaromtrent is al het nodige uitgewerkt. Maar hoe moet je je daarin ont wik kelen als arts? Is het verstandig om te werken met een soort basispakket en mensen die daar ‘carrière in willen maken’ te laten doorgroeien? Op dat punt zetten we overigens al concrete stappen, onder meer in samenspraak met de KNMG.

De competenties die verband houden met medisch leiderschap worden steeds duidelijker; denk bijvoorbeeld omgaan met conflicten of leidinggeven aan assistenten

Vanuit het platform hebben we een talen-ten klas voor aios in het leven ge roepen. Als een arts cum laude promoveert,

is het duidelijk dat hij of zij goed is in weten schappelijk onderzoek. Maar bij leiderschap ligt dat diffuser. Wij bieden, samen met de Academie Medisch Specialisten, 22 aios -geselecteerd uit 70 kandidaten- de kans zich gedurende anderhalf jaar meer op medisch leiderschap te richten. Een keer in de twee maanden komen ze een donderdagavond en een vrijdag bij elkaar en krijgen onderwijs van mensen uit het veld, van experts op het gebied van financiering van de zorg, verandermanagement en innovatie. Daarnaast is er individuele begeleiding en moet er een praktijkopdracht gedaan worden. Dat gaat veel opleveren”, denkt Richard Schol.

VoorbeeldDe vraagt ligt voor de hand. Wie is een voorbeeld? Voor René Heman is dat Henk Rengelink. Hij is inmiddels over-leden, maar was oud-directeur van de GGD Amsterdam en hield zich -aan de Universiteit van Tilburg- bezig met de ont-wik keling van een MBA-opleiding voor de gezondheidszorg. “Wat mij intrigeerde, is dat hij werkte vanuit zijn ethische opvat-tingen; op basis daarvan ging hij voor wat van belang was.”

Richard Schol: “Ik moet meteen denken aan Hugo Heijmans, kinderarts en voor-malig hoofd van het Emma Kinder zieken-huis. Zijn visie is dat het kind de baas is in zijn of haar eigen zorgproces, ook als dat aan de orde komt in een college of een stafoverleg in het ziekenhuis. Hij geeft kinderen daar letterlijk de regie. Verder benadrukt hij dat het bij de behandeling van bijvoorbeeld een nieraandoening ook moet gaan over de consequenties voor

groei, over de vraag of dialyse te hanteren is en over het kind in het gezin. Dat inte greert hij in het hele zorgproces en in spireert anderen; zeker in de super specialistische context van een academische kliniek voegt dat iets toe.”

Page 12: LAD-magazine, juli 2015

Zwangerschap Een vrouwelijke arts zoekt contact met het Kennis- en Dienst ver-lenings centrum van de LAD (KDC). Ze vertelt dat ze in verwachting is en graag wil weten welke verlofregels bij zwangerschap en bevalling van toe passing zijn. Ook speelt de vraag waar haar partner aanspraak op kan maken.

Verschillende soorten verlofRond de zwangerschap speelt zwanger-schaps-, bevallings-, kraam- en ouder-schaps verlof een rol. Sinds 1 januari 2015 geldt een aantal nieuwe (aanvullende) regels. Het zwangerschaps- en bevallings-verlof is minstens 16 weken.

ZwangerschapsverlofHet recht op verlof geldt vanaf zes weken voor de uitgerekende datum, maar moet uiterlijk vier weken daarvoor ingaan. Als een zwangere vrouw in de periode voorafgaande aan de zes weken-termijn niet (volledig) kan werken, gaat het verlof eerder in. Als langer dan tot zes weken voor de uitgerekende datum wordt doorgewerkt, mogen de niet gebruikte verlofuren bij het bevallingsverlof worden opgeteld. Dat geldt ook voor het aantal dagen dat de baby eerder geboren wordt. Het zwangerschapsverlof duurt tot en met de dag van de bevalling. Binnenkort wordt het zwangerschapsverlof bij zwanger-schappen van meerlingen met vier weken verlengd. De ingangsdatum hiervan is nog niet bekend.

BevallingsverlofHet bevallingsverlof gaat in op de dag na de bevalling en duurt minstens 10 weken. Sinds 1 januari 2015 mag het laatste deel van het verlof -vanaf zes weken na de beval-ling- flexibel worden opgenomen. Spreiding over maximaal 30 weken is mogelijk. De totale duur van het verlof verandert niet. Om gespreid verlof te kunnen opnemen, moet je uiterlijk drie weken na de bevalling een verzoek indienen bij je werkgever. Die kan het alleen bij zwaarwegende bedrijfs-belangen afwijzen. Daarvan is niet snel sprake.

Sinds 1 januari 2015 heeft een vrouw van wie het kind langer dan zeven dagen in het ziekenhuis moet blijven in sommige gevallen recht op verlenging van het be-val lings verlof van maximaal 10 weken. Ze krijgt hiermee de kans om haar kind nog een aantal weken zelf thuis te verzorgen en vol doende te herstellen. Voor de berekening van het precieze aantal dagen kunt u contact opnemen met het KDC.

Nieuw is ook dat als er iets misgaat tijdens de bevalling en de moeder komt te over-lijden, verlof overgaat op de partner. Hierdoor is de baby in de eerste levensfase verzekerd van de zorg van een ouder. Het verlof moet worden aangevraagd bij de eigen werkgever.

OuderschapsverlofDe partner van de moeder heeft bij de ge-boorte van een kind recht op drie dagen (onbetaald) ouderschapsverlof. Dat is nieuw. De aanspraak op het verlof geldt naast het huidige (betaalde) kraamverlof van twee dagen en mag niet geweigerd worden door de werkgever.

lad magazine | 12

> LAD.NL/PUBLICATIES

Vragen over een faillissement en de gevolgen voor u? Neem contact op met de juristen van het Kennis- en Dienstverleningscentrum of bekijk de folder ‘Faillissement’ die de LAD vorig jaar heeft gepubliceerd op de website onder de button ‘Actueel’ >> ‘Publicaties’.

Tekst Ingrid van Kinschot

Tips 1 Denk voor de bevalling na over de voor- en nadelen van een gedeeltelijke spreiding van het bevallingsverlof; denk -als je van die mogelijkheid gebruik wilt maken- aan de termijn voor het indienen van een verzoek (uiterlijk drie weken na de datum van de bevalling).

2 Houd het aantal dagen van een eventuele ziekenhuisopname van de baby na de bevalling goed bij; je hebt mogelijk recht op langer verlof.

Reconstructie

16weken is de minimale periode van het zwangerschaps- en bevallingsverlof

Page 13: LAD-magazine, juli 2015

Marten de Weyde is ervarings deskundig als student, coassistent, agnio en aios. Hij heeft de academie verkend en zich diep in de periferie bevonden. Hij is geprezen, afgezeken, uitgebuit, herrezen, aangemoedigd en in staat gebleken tot het draaien van ongekende productie. Onder zijn collegae bevonden en bevinden zich nobele dokters, jeugdige idealisten, klaplopers, lafaards, slaven drijvers, leermeesters, autistische machines en warme, liefdevolle mensen. Wat dat allemaal met hem als mens en als dokter doet, lees je in zijn columns.

Een ziekenhuis of afdeling die zich profileert als onderwijs-minded zou naar mijn idee een rooster moeten hebben dat daarbij past. Dat betekent dat je de jongerejaars-assistenten indeelt bij enthousiaste, toegankelijke bazen en ervoor zorgt dat de poli en de OK niet te vol zitten. Daarmee wordt het mogelijk uitgebreid de tijd te nemen om de jongere collega op te leiden. Het liefst zie ik een oudere baas in de rol van opleider. Eentje die bewezen didactisch goed is en die veel -relatief eenvoudige- problemen ziet. De ouderejaars deel je dan in bij de bazen die zich bezighouden met complexere problematiek. Dat heeft als voordeel dat je dan ook minder rekening hoeft te houden met de vulling van je OK en de poli-programma’s. Zo’n systeem is onderwijs-minded.

Het lijkt mij logisch te veronderstellen dat een dergelijk systeem het mogelijk maakt ook meer patiënt-minded te roosteren. Je probeert dan te focussen op maximale continuïteit van zorg. Je deelt bij voorkeur aios in voor aaneengesloten periodes op zaal. Daarnaast regel je dat ze altijd hun eigen patiënten terug zien op de polikliniek, zowel degenen die ze geopereerd hebben, als degenen die ze op de SEH of op zaal hebben gezien. Dan moet het wel heel raar lopen, wil je als assistent niet aanwezig zijn bij de operatie van een patiënt die je zelf op de polikliniek hebt gezien. Hét voordeel is natuurlijk dat de patiënt zijn dokter kent en dat de aios weet hoe het afloopt met de patiënten.

Maar je zou natuurlijk ook kunnen kiezen voor maxi maal productie draaien. Dit houdt in dat je je rooster altijd vol probeert te krijgen. Alle poli’s en OK’s draaien op volle toeren en de gaten die er val len door verlofdagen, specifieke diensten en vakanties, vul je op met willekeurige assistenten. Waar nodig laat je ze dubbel taken doen om de schoorstenen te laten roken. De patiënt komt op die manier binnen in een soort flipperkast, waar bij hij heen en weer wordt geslingerd en ge bounced, wel of niet geopereerd wordt en wel of niet bij jou terugkomt. Jij ziet elke dag nieuwe patiënten, die eerder door anderen werden gezien en je opereert mensen die je waarschijnlijk nooit meer terug ziet. Maximaal productie draaien dus.

‘Het lijkt echt een keuze; onderwijs­ en patiënt­minded roosteren óf maximaal productie draaien

Ik werk in een grote, perifere tent. Als u mijn rooster zou zien, ben ik benieuwd welke conclusie u zou trekken. De filosofie zal ik over een tijdje, denk ik, als volgt verwoorden. Wij zorgen ervoor dat er lekker door wordt gewerkt, er geen wacht lijsten zijn en patiënten snel gezien kunnen worden. Bovendien kunt u als patiënt rekenen op een goede follow-up en bieden we hoogwaardige zorg. We zijn niet bang ons te meten met anderen. Is dat allemaal waar? Ja, kan mijn antwoord vol-mondig zijn. Zelf hou ik er alleen liever een andere filosofie op na.

Filosofie over het systeem

Juli 2015 | 13

Ik kan me zo voorstellen dat er bij het maken van roosters heel wat komt kijken. Los van Excel-vaardigheden moet de maker van het rooster voor de arts-assistenten ook een bepaalde filosofie hebben. En als hij of zij die niet heeft, zou die vanuit de ziekenhuisorganisatie aangereikt moeten worden.

Column

Page 14: LAD-magazine, juli 2015

lad magazine | 14

Cisca Koning was tot voor kort voorzitter van de KAMG (Koepel van Artsen Maatschappij en Gezondheid). “De ruime ervaring die ik daar heb opgedaan, wil ik graag verder brengen in een andere context. Ik voel dat ook als een verantwoordelijkheid richting ‘mijn’ achterban. De afgelopen jaren ben ik intensief betrokken geweest bij de inhoud van het vakgebied. Bij de LAD gaat het om belangenbehartiging voor een veel bredere groep.”

Debby van Sleeuwen werkt als Hidha (Huisarts in dienst van een huisarts). “Ik heb zelf voorgesteld om binnen het

bestuur de rol van penningmeester op me te nemen. Ik ben ook actief binnen de pen sioenvereniging huisartsen en het pen-sioenfonds HAIO (huisartsen in op leiding); het goed kunnen lezen van de jaar rekening is in dat verband relevant. Binnen de LAD wordt de financiële ver slag legging steeds leesbaarder en toe ganke lijker. Bij de KNMG zie ik een zelfde ontwikkeling. Ik juich het toe dat de in- en uitstroom van gelden steeds trans paranter wordt. Voor de leden, maar ook omdat het voor onszelf belangrijke manage ment in formatie betreft.”

Voorzitter Christiaan Keijzer is al lang bestuurlijk actief. Voorheen binnen de Nederlandse Vereniging voor Anes thesio-lo gie, sinds 2010 als LAD-bestuurslid. Vervolgens werd hij lid van het toenmalige dagelijks bestuur en kreeg hij de financiële portefeuille. Het voorzitterschap, dat hij vorig jaar overnam van Gert van Enk, was volgens hem een logische vervolgstap. “Binnen de LAD gaat het om een bijzonder domein, namelijk de behartiging van indivi duele en collectieve belangen van leden. De insteek van onze vereniging biedt een veel bredere kijk op hoe de zorg georganiseerd is. Zo krijg ik als medisch specialist werk zaam in een ziekenhuis via de LAD bijvoor beeld zicht op de transities in de zorg en de consequenties

daarvan voor collega’s werkzaam als vertrouwensarts, jeugdarts of huisarts.”

Onderlinge verbondenheidMet de veranderingen die begin 2015 bin-nen de vereniging zijn doorgevoerd, is de representatie van de leden ver beterd. Zij hebben meer direct invloed op de (beleids)- koers. Daarnaast ont wik kelt de LAD zich steeds meer tot net werk organisatie. Nieuwe groepen leden haken aan. Be roeps ver eni-gin gen regelen daar mee bij voor beeld de behartiging van de werk ne mers belangen en individuele rechts hulp voor hun achter ban.

Debby van Sleeuwen: “Ik denk dat we ons als artsen steeds bewuster worden van wat ons bindt. In LAD-verband gaat het daarbij bijvoorbeeld om een goede positionering binnen de instellingen of praktijken waar we werkzaam zijn. Maar ook, Christiaan zei het al, om zicht op wat er binnen het zorgstelsel gebeurt.” Cisca Koning onderstreept het belang daarvan. Zij maakt zich zorgen over de ontwikkelingen in de publieke sector

Een (hernieuwde) kennismaking met het LAD-bestuur

Christiaan Keijzer, Cisca Koning en Debby van Sleeuwen vormen het nieuwe bestuursteam. Ze gaan besturen in een andere constellatie dan voorheen want de LAD kent inmiddels een ledenraad met -op dit moment- 18 leden die de verschillende groepen binnen de achterban vertegenwoordigen. Wat motiveert hen om zich opnieuw bestuurlijk in te zetten en welke thema’s zijn voor hen in de komende vier jaar van belang?

Page 15: LAD-magazine, juli 2015

Juli 2015 | 15

waarbij artsen in toenemende mate beperkt worden in hun professionele autonomie. Gemeenten zijn in dat verband een rele van-te partij.

Steeds meer hebben andere partijen, zoals gemeenten en zorgverzekeraars, iets te zeggen over de uitoefening van het medisch beroep; dat is op zich geen punt, maar ze moeten niet op de stoel van de arts gaan zitten

“Recent was er het voorbeeld van een voor-zitter van een raad van bestuur van een zieken huis die opstapte vanwege druk die werd uitgeoefend door de zorgverzekeraar. Dat lijkt me niet de bedoeling. Als specialis-ten in een ziekenhuis kun je gezamenlijk nog een vuist maken, maar bekend is dat huisartsen het contact met de verzekeraar steeds meer gaan ervaren als ‘tekenen bij het kruisje’. En er was natuurlijk een serieuze onderhandeling tussen aanbieder en inkoper voorzien, waarbij de kwaliteit en de kosten van de zorg onderwerp van gesprek zijn”, aldus Christiaan Keijzer.

Volgens Debby van Sleeuwen doet het ren de mentsdenken definitief z’n intrede bin nen de zorgverzekeraars. “We moeten de ‘lijnen’ meer doorbreken zoals al ge beurt bij allerlei goede anderhalvelijns-initia tieven; maar de financierings schot ten blijven daarbij een obstakel. Verder wordt het be waken van de profes sione le autonomie extra belang-rijk. Dat is overigens niet alleen relevant ten opzichte van de zorg ver zekeraar maar ook richting de werk gever, bij voor beeld een praktijk houder of (de manager van een) gezond heids centrum.”

Een goede positionering van artsen binnen de zorg betekent dat er medische input is bij gesprekken met beleidsmakers en financiers; daar maakt de LAD zich hard voor

BelangrijkGevraagd naar een LAD-thema dat zij per-soonlijk van belang vindt voor de komen de jaren, noemt Cisca Koning de bevordering van arbeidsmobiliteit. Ze stelt dat het niet goed is om -bijvoorbeeld door financiële verplichtingen- 30 jaar vast te zitten in een zelfde functie. Collega-bestuurs lid Debby van Sleeuwen nuanceert: “In de huis artsen zorg is het juist een voordeel als mensen zich langer verbinden met een prak tijk. Dat komt de continuïteit van zorg ten goede. Maar natuurlijk is het daarbij wel van belang dat mensen hun werk met plezier blijven doen. Soms gebeurt dat door een combinatie te maken met een andere functie, binnen de wetenschappelijke ver eniging (NHG) bijvoorbeeld of in het onder wijs.”

Volgens Christiaan Keijzer blijft de individuele belangenbehartiging voor de LAD heel belangrijk. “Dat is de basis van een breed pakket aan diensten dat we de leden te bieden hebben. We werken aan het krijgen van een steeds gedetailleerder beeld van de vragen die binnenkomen. En daarnaast is de verbetering van de positionering van artsen een essentieel punt voor de LAD. In internationaal verband zijn we daar heel ver mee. Maar desondanks moeten we nog scherp zijn op verdere bewustwording bij en ondersteuning van leden op dit punt. We trekken hierin op met relevante partners, zoals VvAA.” Cisca Koning is het daar van harte mee eens. Ze onderstreept ook het belang van het meenemen van studenten en coassistenten in dat proces. De bestuursleden stellen

vast dat je het ontwikkelen en tonen van medisch leiderschap kunt zien als de intrinsieke invulling van de gewenste positie van artsen.

Ik hoorde laatst een collega zeggen dat hij veel relevante informatie krijgt van de LAD en de Federatie; dan doen we toch iets goed

Uiteraard heeft het nieuwe LAD-bestuurs-team nog veel meer noten op haar zang. Genoemd wordt onder meer de verdere stijging van het aantal leden. Want hoe meer leden je als werknemersorganisatie vertegenwoordigt, hoe steviger je aan cao-tafels positie kunt innemen. Maar ook het nog beter zichtbaar worden als LAD en het vergroten van het aantal sectoren dat de vereniging vertegenwoordigt, staan op het verlanglijstje. Net als het bekijken van de mogelijkheden om meer te stroomlijnen op het gebied van arbeidsvoorwaarden binnen de zorgsector. Het bestuur gaat aan de slag.

De strategische agenda van de LAD

• Positionering van artsen binnen het veranderende zorglandschap

• Decentralisatie van zorg naar gemeenten

• Veranderende arbeidsmarkt en -patronen

• Ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid

Tekst Sonja Huising

Fotografie Corneel de Wilde

Page 16: LAD-magazine, juli 2015

lad magazine | 16

Tekst Sonja Huising

Fotografie Theo Captein

Op pad met cao-onderhandelaar Jan Willem Le Febre

Sinds 1 mei 2014 is Jan Willem Le Febre als onderhandelaar werkzaam bij de LAD. Daarvoor was hij actief in de verzekeringsbranche, in de gemeentelijke omgeving en bij Abvakabo, waar hij onder andere de sector verpleging en verzorging in portefeuille had. Waar houdt hij zich mee bezig en wat komt hij tegen in zijn dagelijks werk?

Page 17: LAD-magazine, juli 2015

Juli 2015 | 17

Uit onderzoek onder de lezers van het LAD-magazine (juni 2014) kwam een belangrijke vraag over het werk van de onderhandelaars naar voren. Hoe ziet het cao-proces er nu precies uit? “Die vraag herken ik en ik vind het heel logisch dat ie wordt gesteld. Onze achterban beoefent een ander vak dan wij. Dat vraagt primair hun aandacht. Wij zijn voorwaardenscheppend bezig, op het gebied van arbeidsvoorwaarden.

Voor ons is feedback van de leden cruciaal; op basis daarvan kunnen we inspelen op waar zij in de praktijk tegenaan lopen

De eerste stap in het proces is het bepalen van de inzet. We stellen een concept op en daarmee gaan we naar de leden. Die spreken we binnen een klankbordgroep. Het streven is per cao met zo’n groep te kunnen werken. Naar aanleiding van de gemaakte op merkingen wordt de definitieve inzet be-paald en gaan we de onderhandelingen in.

Als er belangrijke stappen gezet worden, hebben we tussentijds contact met de leden. Soms is dat schriftelijk, maar het kan ook zijn dat we een bijeenkomst beleg gen. Door goed voeling te houden met de leden kunnen we schakelen en de juiste accenten leggen. Artsen in dienst verband vinden loonontwikkeling belang rijk, maar ook vermindering van regel druk en veilig werken. Je moet terug komen met een aanbod waarin meerdere belangrijke onderwerpen een passende plek hebben gekregen. In elk traject wordt het onderhandelingsresultaat natuurlijk ter goedkeuring aan de leden voorgelegd”, aldus Jan Willem Le Febre.

De LADZoals gezegd is de onderhandelaar nog maar relatief kort actief voor de LAD. “Ik heb een goede, bevlogen club aangetroffen. Er is kennis van zaken, de lijnen zijn kort. Je merkt dat het dagelijks werk van aller lei soorten artsen optimaal vertaald wordt.

Naar een strategische visie, maar ook in concrete arbeidsvoorwaarden of op los-singen voor juridische problemen. Ik merk dat we aan de verschillende overleg tafels gezien worden als een goede ge spreks-partner, met verstand van zaken en een con struc tieve houding.

Uiteraard zijn er ook aandachtspunten. Ook wij zijn vooral bezig met de inhoud van ons vak. Het resultaat daarvan zouden we nog beter moeten neerzetten en dus mensen laten zien wat hun lidmaatschap brengt. We zijn daarmee op de goede weg, maar com-muni ceren doe je eigenlijk altijd te weinig.”

Variflex en VMSD in het kader van de nieuwe AMSJan Willem Le Febre is onder meer onder-handelaar voor de medisch specialisten werk zaam in een algemeen ziekenhuis. In de zomer van 2014 is een akkoord gesloten over de Arbeidsvoorwaarden Medisch Spe-cialisten (AMS). Dat is inmiddels geforma-liseerd omdat de Cao Ziekenhuizen rond is. Nu gaat het gesprek over de door vertaling van de (financiële) afspraken in de cao naar de AMS. Binnen de AMS ligt de nadruk op vernieuwing. Belangrijke thema’s in dat verband zijn gezond en veilig werken en de positionering van medisch specialisten in dienstverband. Die moeten nu in de praktijk verder handen en voeten krijgen. “Een andere belangrijke afspraak is dat de Variflex vervalt per 1 januari 2017. Maar alleen als er gezond en veilig wordt gewerkt. Dat betekent onder andere niet te veel werken, niet meer dan 45 uur per week en maxi maal 7 uur per week tijdens diensten. Alle werkzaamheden moeten binnen de geldende arbeidsduur passen. Ook is vol doende hersteltijd na diensten nodig. We zullen monitoren of er gezond wordt ge roosterd. Als er aan de voorwaarden is voldaan, zal het geld dat nu gemoeid is met de Variflex worden toegevoegd aan het budget van de organisatorische eenheden. Die kunnen dan zelf besluiten hoe ze dat extra budget inzetten, bijvoorbeeld om oudere werknemers anders in te roosteren.

Als LAD hebben we een roostertool ontwik-keld om medisch specialisten een concrete handreiking te bieden voor het gesprek dat ze voeren met de raad van be stuur over verantwoorde arbeidstijden, productie-afspraken en formatie. Daarnaast denken we, in bredere zin, na over de vraag hoe mensen zo lang mogelijk, op een goede en gezonde manier, kunnen doorwerken. Ook levert de LAD een bijdrage aan de op richting van een Vereniging Medisch Specia lis ten in Dienstverband (VMSD). We hebben hier over een brochure uitgebracht (www.lad.nl via de pagina’s Cao’s/AMS).

Maar denk ook aan de bijeenkomsten die het af ge lopen jaar zijn georganiseerd. Dit jaar hebben we -in samenwerking met de Federatie Medisch Specialisten- de be stuurs leden van VMSD-en bij elkaar ge-bracht in de Domus om ervaringen uit te wis selen. Wat is succesvol? Waar loop je tegen aan? De ervaringen met de VMSD zijn positief. Artsen kunnen via de vereniging meer invloed uitoefenen op het beleid en de (financiële) randvoorwaarden waaronder zij hun werk doen.”

Ook eldersDe LAD-onderhandelaar is ook betrokken bij de cao’s voor artsen werkzaam bij arbo-diensten en voor apothekers in dienst-ver band. Hij geeft aan dat ook binnen die cao’s thema’s centraal staan die voor veel werk nemers relevant zijn. De afschaffing van ouderenregelingen, afspraken rond reiskosten of overwerk bijvoorbeeld en de vraag wat daarvoor terugkomt. Maar ook positioneringsvraagstukken komen aan de orde. Daarbij draait het om de vraag hoe je als arts in beeld komt binnen de organisatie waar je werkt en wat je moet doen om aan de juiste tafels mee te praten.

Ik zoek graag het contact met leden; als ik ze spreek in de instelling waar ze werken, krijg ik gevoel bij wat er leeft

Concept-inzet Overleg met leden (klankbordgroep) Definitieve inzet; start onderhandelingen Eventueel tussentijds overleg Voorleggen onderhandelingsresultaat Akkoord leden Definitief resultaat

Cao-proces

Page 18: LAD-magazine, juli 2015

De groei is onder meer gerealiseerd door in te zetten op samenwerkingsverbanden. Door nieuwe verenigingen binnen de LAD-geledingen te verwelkomen zoals we in het vorig nummer lieten zien. Maar ook door samen te werken met de Federatie Medisch Specialisten, De Jonge Specialist en De Geneeskundestudent. Voor deze laatste partner behartigen we de werknemersbelangen van coassistenten. Als toekomstige artsen kunnen zij gebruik-maken van de diensten van de LAD, bij-voor beeld op het gebied van rechtshulp.

Cao’sOok in cao-land is het nodige gebeurd. De afgelopen periode hebben we een Cao Ziekenhuizen, GGZ en UMC’s afgesloten. En op 1 mei zijn de LAD en werk gevers-organisatie VZA tot een principeakkoord gekomen rond de eerste cao voor apo-thekers in dienstverband. In deze snel veranderende sector wordt steeds meer van apothekers gevraagd. Het is aan de werkgever goede voorwaarden te scheppen en zich in te spannen voor een gezond arbeidsklimaat. Vanuit die grond houding leggen cao-partijen een stevig fundament voor een gezamenlijke aanpak van arbeidsvoorwaardelijke thema’s. Ook het professioneel statuut is in het principeakkoord opgenomen. Dat is van groot belang voor de borging van de autonomie van het beroep.

PensioenaftoppingOp 2 april vond een succesvolle leden-bijeenkomst plaats rond het thema pensioenaftopping. Voor de zomer, op 24 juni, was er een vervolgbijeenkomst. De pensioen aftopping is een gevolg van de nieuwe Wet maximering pensioenopbouw, die alle werknemers raakt. Zo wordt het percentage waarover werknemers pensioen kunnen opbouwen verlaagd. Daarnaast kunnen werknemers die meer

dan 100.000 euro verdienen niet langer belastingvrij pensioen opbouwen over het salarisdeel daarboven. Er wordt boven 100.000 euro nu geen premie meer afgedragen voor pensioenopbouw. Ook het werkgeversdeel is daardoor verlaagd. Vooralsnog geven werkgevers hun deel van de premie niet terug aan de werknemers. Dat is onacceptabel voor de LAD. We zetten ons dan ook met man en macht in om dit werkgeversdeel in de premie beschikbaar te krijgen voor de werknemers die het betreft. In het volgende nummer van het LAD-magazine informeer ik u over de stand van zaken op dit dossier, hopelijk tegen die tijd met een positievere wending, en leg ik -aan de hand van concrete voorbeelden- uit wat dit voor u betekent.

InternationaalIn mei vergaderde de FEMS, de Europese federatie van artsen in dienstverband, die artsenorganisaties uit zeventien Europese landen vertegenwoordigt. Voor het eerst werd de vergadering gecombineerd met de AEMH (Europese vereniging van artsen in ziekenhuizen) en de European Junior Doctors (EJD). Een logische stap aangezien deze drie organisaties één miljoen artsen vertegenwoordigen en actief zijn op gezamenlijke thema’s zoals de Europese arbeidstijdenrichtlijn en werkomstandigheden.

Caroline van den Brekel, directeur

lad magazine | 18

De LAD is gegroeid. Van 18.000 leden in 2014 naar ruim 25.000 leden in 2015. Daarmee zijn we een krachtige samenwerkingspartner binnen de zorgsector en is onze positie aan de cao-tafels verstevigd.

Bureau in beeld

Druk bezochte VMSD-bijeenkomst

Zo’n 70 medisch specialisten in dienst-verband bezochten begin juni een bijeen-komst over VMSD’s, die de LAD samen met de Federatie Medisch Specialisten organiseerde. Voorafgaand aan de bij-een komst hadden zo’n 30 specialisten een monitor ingevuld. Daaruit bleek dat er weliswaar in zo’n 80 procent van de zieken huizen intussen een formele Vereniging Medisch Specialisten in Dienstverband (VMSD) is, maar dat nog wel stappen nodig zijn voor een betere positionering. Bijvoorbeeld ten opzichte van de raad van bestuur en de medisch specialistische bedrijven. De VMSD vertegenwoordigt op instellingsniveau alle medisch specialisten in dienstver-band, die onder de nieuwe Arbeidsvoor-waardenregeling Medisch Specialisten (AMS) vallen. Deze regeling wordt vrijwel zeker op 1 januari 2016 van kracht. Tijdens de bij een komst werd uitgebreid stilgestaan bij de afbakening van de taken tussen medische staf, VMSD en de organisatorische eenheid. Meer informatie daarover staat in de brochure VMSD die u vindt op www.lad.nl via Cao’s/AMS.

Twitter

LAD @LADactueel · 29-5

De kraan moet dicht! LAD-vz @ckeijzer bepleit in Arts in Spe dat #geneeskunde-instroom met zeker 20% omlaag moet.

LAD @LADactueel · 23-5

In de nacht van 23 mei: onder-handelingsresultaat bereikt voor nieuwe #Cao #GGZ. Goed nieuws voor 85.000 werknemers.

LAD @LADactueel · 22-5

#Bezieling bij #zorgprofessionals staat onder druk. Hoe zit het met die van u?

LAD door groei nog steviger in het zadel

Page 19: LAD-magazine, juli 2015

Juli 2015 | 19

Cao Stand van zaken

GGZ In de nacht van 23 mei bereikte LAD/FBZ samen met de andere werknemersorganisaties een onderhandelingsresultaat met GGZ Nederland voor een nieuwe Cao GGZ.

Gehandicaptenzorg Op 8 juni vond de vijfde onderhandelingsronde plaats voor de nieuwe Cao Gehandicaptenzorg, nog zonder concrete resultaten. In september wordt het overleg voortgezet.

Apothekers De LAD-leden hebben in mei ingestemd met het principeakkoord voor de allereerste Cao Apothekers in dienstverband, waarin onder andere een professioneel statuut is opgenomen.

Gezondheidscentra LAD/FBZ en FNV Zorg en Welzijn zijn intensief in gesprek met InEEn over een nieuwe Cao Gezondheidscentra/Arbeidsvoorwaardenregeling Huisartsen in Gezondheidscentra (AHG).

UMC LAD/AC/FBZ hebben samen met de andere werknemersorganisaties in juni een onderhandelaarsakkoord bereikt voor een nieuwe Cao UMC.

Jeugdzorg De onderhandelingen voor een nieuwe cao zijn gestart. Inzet LAD: een fatsoenlijke loonsverhoging, meer zekerheid, meer vaste banen, een vangnet bij baanverlies en meer budget voor scholing en ontwikkeling.

Ziekenhuizen De leden van FBZ/LAD hebben in april ingestemd met het principeakkoord Cao Ziekenhuizen. De Cao Ziekenhuizen 2014-2016 is nu een feit.

Arbo Unie De leden van de LAD hebben in april ingestemd met het onderhandelaarsakkoord Cao Arbo Unie, die een looptijd heeft van 1 januari 2015 tot 31 december 2015.

Onlangs zijn drie nieuwe medewerkers gestart bij de LAD. We stellen ze kort aan u voor.

Bianca Spoelstra is sinds 1 april werk-zaam als financieel-administratief mede werkster. “Ook dit jaar zet de LAD belangrijke stappen in het verder opti-ma liseren van de administratie. Voor mij is het een uitdaging om die op alle onder delen te stroomlijnen en daarmee uiteinde lijk de directie en het bestuur pro actief te voorzien van relevante informatie.”

José Klerks is op 11 mei het onder-hande laars team komen versterken en houdt zich onder andere bezig met het behartigen van de belangen van de leden van LAD/FBZ werkzaam bij instel lingen in Overijssel. José was hiervoor werkzaam bij FNV. Als jurist, collectief belangenbehartiger en advo caat actief in diverse sectoren en bedrijfstakken heeft zij veel ervaring opgedaan met arbeidsvoorwaarden- en sociaal plan-trajecten. “Vanwege mijn kennis en ervaring in de zorg sector en mijn specialisme in arbeids- en ambtenarenrecht hoop ik een extra

bijdrage te kunnen leveren aan het onderhandelaarsteam.”

Marjolein Dekker is op 1 mei begonnen als senior communicatieadviseur en houdt zich onder andere bezig met het versterken van de (leden)com municatie. “De zorgwereld is flink in beweging. Juist dan is het belangrijk dat artsen en aanverwante beroeps groepen kunnen

‘leunen’ op een organisatie als de LAD, die hun belangen behartigt en hen nauw aan gesloten houdt op wat er speelt. Ik lever daar graag een bijdrage aan. Bij mijn vorige werkgever (Verbond van Ver-zekeraars) heb ik geleerd dat de wereld van belangenorganisaties er vooral één van tweerichtingsverkeer is: ik wil dus niet alleen naar, maar vooral met onze leden communiceren.”

Drie nieuwe medewerkers Kw

artaalblad van de Landelijke vereniging van Artsen in D

ienstverband (LAD

) met nieuw

s, opinie en achtergrondinformatie. (oplage 27.0

00

) Redactieadres Janssoniuslaan 34-36, Postbus 200

58, 3502 LB U

trecht, Telefoon (030

) 670 27 19, E-m

ail: [email protected]

Redactie: Caroline van den Brekel (hoofdredacteur), Therèse van’t Westende (eindredacteur), M

arjolein Dekker (senior com

municatieadviseur LA

D), Suzanne D

uffels (LA

D-lid en arts verstandelijk gehandicapten), Charlott

e Kaemingk - de Bruin (LA

D-lid en aios interne geneeskunde, nefrologie), A

nneke van Strien (LAD

-lid en specialist ouderengeneeskunde), D

avy Sudiono (LAD

-lid en aios radiologie), Vera Vennemann (LA

D-lid en basisarts), M

arten de Weyde (LA

D-lid en aios orthopedie), Sonja H

uising (extern comm

unicatieadviseur) Fotografie Kogelvis Fotografie/Corneel de W

ilde, Theo Captein Illustraties Ronald Slabbers Vorm

geving Mem

ber Since Druk Centrum

Drukw

erk ISSN-num

mer 2213-9923

V.l.n.r. José Klerks, Bianca Spoelstra, en Marjolein Dekker.

Page 20: LAD-magazine, juli 2015

De Academie voor Medisch Specialisten biedt discipline-overstijgende scholing voor medisch specia-listen, overige leden van medische staven, zoals ziekenhuis apothekers, klinisch chemici en klinisch fysici, en aios. Zowel via open inschrijving als in opdracht. Een groot aantal cursussen is ook toeganke-lijk voor andere medici, zoals huisartsen of specialisten ouderengeneeskunde. Navolgend een kleine selectie uit ons scholingsaanbod:

Management voor Medici De Academie biedt samen met de Universiteit van Tilburg voor de 21e keer deze postdoctorale leergang aan. Met een reeks van topdocenten onder begeleiding van een ervaren zieken-huisbestuurder. Voor alle medici met de ambitie om serieus werk te maken van hun parttime functie als medisch manager of bestuurder.

P r i j s

leden: € 9.750,- niet-leden: € 10.150,- (excl. verblijfskosten)D u u r

8 keer 2 dagen met overnachtings t a r t

7 september

Medisch Management in het Ziekenhuis Een algemene en uitgebreide inleiding in medisch management voor medisch specialisten en overige leden van medi-sche staven. De leergang behandeld een groot aantal aspecten van het medisch management. Zowel kennis-overdracht als praktisch oefenen. Met een aantal zeer ervaren docenten.

P r i j s

leden: € 3.675,- niet-leden: € 4.000,-

Alle cursussen, behalve de mindfulnesstraining, zijn geaccrediteerd door ABAN. Onder leden wordt verstaan: leden Federatie/LAD én VvAA (beide). Voor meer informatie en inschrijving: www.academiemedischspecialisten.nl of bel: (030) 247 4197. De Academie is een samenwerkingsverband van de Federatie Medisch Specialisten, VvAA en het instituut Beleid & Management Gezondheidszorg van de Erasmus Universiteit Rotterdam.

D u u r

9 dagens t a r t

9 september

Leergang Ziekenhuisfinanciën Een interactieve en praktijkgerichte leergang waarin alle aspecten van ziekenhuisfinanciën aan de orde komen, met veel ruimte voor de actuele ont-wikkelingen. Onder begeleiding van Jaap Doets, senior- adviseur VvAA; met een aantal gastdocenten.

P r i j s

leden: € 3.395,- niet-leden: € 3.695,-D u u r

6 keer middag + avonds t a r t

10 september

Basics van management en beleidDit programma biedt een beknopte in-leiding in de meest essentiële elemen-ten van het medisch management: Eigenlijk een must voor elke medisch specialist, die hier eerder geen scho-ling in gevolgd heeft.

P r i j s

leden: € 1.645,- niet-leden: € 1.995,-

D u u r

3 keer middag + avonds t a r t

17 september

MindfulnesstrainingEvidence based Mindfulness Based Stress Reduction training (MBSR). Voor toepassing in werk en privé. Eerdere trainingen werden zeer hoog gewaar-deerd door de deel nemers.

P r i j s

leden: € 995,- niet-leden: € 1.195,-D u u r

8 middagens t a r t

2 oktober

SOLK-trainingEveneens evidence based training in omgang met Somatisch On verklaarde Lichamelijke Klachten. Combinatie van theorie en oefenen van vaardigheden. Met gebruik van eigen casuïstiek.

P r i j s

leden: € 950,- niet-leden: € 995,-D u u r

3 middagen van 14 tot 19 uurs t a r t

24 november

Adv AMS A4 LAD magazine.indd 1 18-06-15 15:38