4
Lang leve thuis! 7 e Leidse Woondebat HET 7E LEIDSE WOONDEBAT VOND PLAATS OP 24 MEI 2016 IN GALERIE CAFE LEIDSE LENTE EN WERD GEORGANISEERD DOOR ONS DOEL PAGINA 2 WONEN: ’Meer variatie is hard nodig’ PAGINA 3 ZORG: Van intakes naar assessments PAGINA 4 ONTMOETEN: Op de stoep gebeurt het! Hoe maken we buurten gezonder en vitaler? Hoe maken we buurten gezonder en vitaler? Prettig langer zelfstandig wonen, dat willen we allemaal, dat moet zelfs van de overheid. Maar hoe doen we dat? Hoe kunnen we de stad gezonder en vitaler maken? Die vraag stond centraal tijdens het 7e Leidse woondebat, op dinsdag 24 mei in Galerie Cafe Leidse Lente. Bestuurders, corporatiemedewerkers, leden van huurdersorganisaties en vertegenwoordigers van allerlei maat- schappelijke organisaties gingen met elkaar in drie rondes het gesprek aan. Over zorgvoorzieningen van de toe- komst, over de ‘inclusie-gedachte’ en wat dat vraagt van de stad, en over hoe de inrichting van de stoep kan bij- dragen aan ‘ontmoeting’ en aan meer ‘lichte contacten’. Want de opgave is duidelijk, zette Pieter van der Straaten, strateeg bij de gemeente Leiden vooraf uiteen: “We worden steeds ouder, we zijn met steeds meer en onherroepelijk komt dat moment dat we steun nodig hebben.” Hij ziet vier aangrijpingspun- ten. “Allereerst zouden we ervoor kun- nen zorgen dat mensen in de stad meer ‘lichte contacten’ gaan opdoen, personen die geen vrienden maar ook geen vreemden zijn en vaak net dat steuntje kunnen geven dat nodig is. Daarnaast is actieve bewe- ging belangrijk en moeten we gaan werken aan meer woonvariatie. Ten slotte gaat het om placemaking: openbare plekken creëren waar mensen graag hun tijd doorbrengen.” De conclusie na afloop: het zal vooral in de buurten moeten gebeuren.

Lang Leve Thuis!

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Het verslag van het 7e Leids woondebat, met als thema 'prettig langer zelfstandig thuis wonen'.

Citation preview

Lang leve thuis! 7e Leidse Woondebat

HET 7E LEIDSE WOONDEBAT VOND PLAATS OP 24 MEI 2016 IN GALERIE CAFE LEIDSE LENTE EN WERD GEORGANISEERD DOOR ONS DOEL

PAGINA 2

WONEN: ’Meer variatie is hard nodig’

PAGINA 3

ZORG: Van intakes naar assessments

PAGINA 4

ONTMOETEN: Op de stoep gebeurt het!

Hoe maken we buurten gezonder en vitaler?

[email protected]

@ErikDannenberg

Hoe maken we buurten gezonder en vitaler? Prettig langer zelfstandig wonen, dat willen we allemaal, dat moet zelfs van de overheid. Maar hoe doen we dat? Hoe kunnen we de stad gezonder en vitaler maken? Die vraag stond centraal tijdens het 7e Leidse woondebat, op dinsdag 24 mei in Galerie Cafe Leidse Lente. Bestuurders, corporatiemedewerkers,

leden van huurdersorganisaties en vertegenwoordigers van allerlei maat-schappelijke organisaties gingen met elkaar in drie rondes het gesprek aan. Over zorgvoorzieningen van de toe-komst, over de ‘inclusie-gedachte’ en wat dat vraagt van de stad, en over hoe de inrichting van de stoep kan bij-dragen aan ‘ontmoeting’ en aan meer ‘lichte contacten’. Want de opgave is duidelijk, zette Pieter van der Straaten,

strateeg bij de gemeente Leiden vooraf uiteen: “We worden steeds ouder, we zijn met steeds meer en onherroepelijk komt dat moment dat we steun nodig hebben.” Hij ziet vier aangrijpingspun-ten. “Allereerst zouden we ervoor kun-nen zorgen dat mensen in de stad meer ‘lichte contacten’ gaan opdoen, personen die geen vrienden maar ook geen vreemden zijn en vaak net dat steuntje kunnen geven dat nodig is.

Daarnaast is actieve bewe-ging belangrijk en moeten we gaan werken aan meer woonvariatie. Ten slotte gaat het om placemaking: openbare plekken creëren waar mensen graag hun tijd doorbrengen.” De conclusie na afloop: het zal vooral in de buurten moeten gebeuren.

2 HET WOONDEBAT 2016 // THEMA WONEN

WOONVORMEN

‘Meer variatie is hard nodig’Om langer thuis te

kunnen blijven wonen zijn meer alternatieve woon-

vormen nodig. Het wiel opnieuw uitvin-

den, dat is niet eens nodig. Inspirerende voorbeelden zijn er immers al volop, stelt Yvonne Witter, adviseur bij het Aedes-Actiz Kenniscentrum Wonen-Zorg.

Wat hebben mensen nodig om zo lang mogelijk zelfstandig te blijven wonen? Die vraag legde Aedes-Actiz voor aan een groot aantal ouderen. Witter: “Dan gaat het allereerst natuurlijk om goede voorzieningen in de buurt. Met op loopafstand de triple A: Apotheek, Arts en Albert Heijn.” Ook (mantel)zorg in de omgeving, noodzakelijke woning-aanpassingen, het gevoel van veilig-

heid en een goede gezondheid zijn belangrijke vereisten, zo blijkt uit het onderzoek. “Maar misschien wel het allerbelangrijkste is een doel hebben in het leven”, constateerde Witter. “Dat kwam in alle gesprekken terug. Dus gaat het om veel meer dan stenen alleen.”

Tekort aan kennisNu ontbreekt het vaak nog aan ge-schikte locaties om alternatieve woon-vormen van de grond te krijgen. Ook is er een tekort aan kennis over de mogelijkheden, zowel bij burgers als professionals, stelt Witter. “Zo blijkt uit de Woonmonitor dat traditionele woonvormen wel bekend zijn, maar dat men nauwelijks op de hoogte is van andere woonvormen.”

Meer samenwerkingVolgens Witter moet op lokale schaal de volgende stap worden gezet. “Maar nog te vaak is er sprake van ver-kokering. Daarin hebben corporaties, zorgorganisaties, ouderenbonden, wijkteams en verzekeraars een gedeel-de verantwoordelijkheid.” Maar geluk-kig ziet zij ook steeds meer samen-werking ontstaan, met ondernemers, winkels en de horeca, vaak in combi-natie met buurtprojecten. “Belangrijk is het nu vooral om goed in kaart te brengen wat er precies nodig is. En burgerinitiatieven waar mogelijk te ondersteunen.”

Werk aan de winkelCorporaties hebben daar een belangrij-

ke rol in, stelt zij. “Zij krijgen immers steeds meer huurders in hun woningen die zorg en begeleiding nodig hebben.” Bovendien neemt de eenzaamheid toe, wonen steeds meer mensen met de-mentie nog thuis, zijn mantelzorgers vaak structureel overbelast en groeit de groep ouderen met een verstandelijke beperking. Ook krijgen corporaties te maken met een groeiende groep oudere migranten die vaak een taal-

achterstand hebben. Werk aan de winkel dus.

Elke oudere is andersInspirerende voorbeelden zijn er geluk-kig al volop. Zoals woongemeenschap Eikpunt in Lent. Witter: “Daar wonen meerdere generaties door elkaar heen en is er veel aandacht voor gemeen-schapsvorming.” Ander mooi voor-beeld: de hofjesachtige woonvormen van Stichting Knarrenhof, met veilig-heid, geborgenheid en onafhankelijk-heid als centrale begrippen. Waar ou-derwets burenfatsoen en ‘noaberschap’ hoog in het vaandel staan.“Er is dus steeds meer”, besluit Witter. “En dat is nodig ook. Elke oudere is im-mers anders en heeft behoefte aan een ander woonproduct. Dus zorg dat er wat te kiezen valt.”

LEESTIP!In ‘Villa Begonia, niet achter de ge-raniums’ van Ditty Eimers, Harry de Boer en Piet van Os, staan 18 verha-len van ouderen centraal die ‘wonen zoals zij willen’. In een beschut hofje in het centrum van de stad bijvoor-beeld, of in een betaalbaar all-inclu-sive pension. Inspiratievoer voor iedereen die nadenkt over goed oud worden en prettig wonen.

MEER WETEN?www.kcwz.nlwww.villabegonia.nlwww.woonz.nlwww.langzultuwonen.nlwww.ned7.nl/wonenwww.alleszelf.nlwww.woonveiliger.nl/elearningwww.stijlvolouder.nl

5 X GOEDWat zijn geslaagde voorbeelden van vernieuwende woonzorgvarianten in den lande? De top vijf van Yvonne Witter.

1. KNARRENHOF Wonen in een hofje, op een centrale plek in de gemeenschap, met veiligheid, geborgenheid en onafhankelijkheid als sleutelbegrippen.

2. THUISHUIS, HARDEWIJK Voor alleenstaande ouderen met een smalle beurs.

3. MANTELZORGWONINGEN, GRONINGEN Een mooi voorbeeld van zelfstandig wonen, maar wel dicht bij elkaar.

4. WOONGEMEENSCHAP EIKPUNT, LENT Meergeneratiewoningen met gemeenschapsvorming als leidraad.

5. DE BERNING, VOORST Geeft een nieuwe invulling aan het begrip verzorgingshuis

Hoe zou jij willen wonen als je oud bent, en wat is er nodig om dat voor elkaar te krijgen? Die vraag kregen de deelnemers van het woondebat voorgelegd. Ideeën waren er volop: van vormen van beschermd wonen en dan samen zorg inkopen tot met meerdere generaties door elkaar heen wonen in een hofje. “Wat ook kan is met elkaar een pand kopen en het allemaal zelf regelen. Dan zijn we niet afhankelijk van instituties”, aldus een van de deelnemers uit het publiek.

Nederland is bezig om zijn solidariteit opnieuw uit te vinden. Dat stelt Erik

Dannenberg, senior adviseur bij BMC. “We segmenteren niet meer op proble-

matiek. In plaats daarvan richten we ons op wat iemand wel kan.”

Volgens Dannenberg is ons zorgstelsel ‘een kapstok waar de afgelopen decennia zoveel jassen aan zijn gehangen dat hij is omgevallen’. De focus lag daarbij, zo stelt hij, ‘op het pro-blematiseren van individuen’. “Wat is jouw handicap? Waar zit jouw tekort? Mensen wer-den gesorteerd op grond van hun beperking. En als er een

diagnose was brachten we hen vervolgens naar onze zorgvoorzieningen toe.”

Van intake naar assessmentMaar er is een omslag gaande, ingegeven door zes grote maatschappelijke transities en transformaties die nu volop gaande zijn: de WMO, de

Jeugdwet, de Participatiewet, de Zorgverzekeringswet, de Wet Langdurige Zorg en de wet Passend Onderwijs. Dan-nenberg: “Van een doelgroe-penmodel gaan we daarbij naar een geografisch model. Gemeenten gaan aan de slag met buurtteams, verzekeraars met wijkverpleegkundigen. En samenwerkingsverbanden in het onderwijs zijn bijna alle-maal geografisch georgani-seerd.”Daarbij ligt de focus op wat iemand wel kan, in plaats van op wat iemand niet kan. Dan-nenberg: “We doen als het ware geen intakes meer, maar

assessments. Dat doen we vanuit de inclusiegedachte: de gedachte dat iedereen erbij hoort, iedereen ertoe doet en iedereen recht heeft om te leven.”

Flexibel inspelenIndividuele voorzieningen transformeren tijdens deze maatschappelijke omslag naar brede basisvoorzieningen. “Waarbij zorgprofessionals in de wijken als zorgmakelaars gaan acteren om zo mensen met sterke en zwakke kanten met elkaar in contact te bren-gen”, constateert Dannenberg. “Zo nemen we afscheid van rigide zorgindicaties die jaren-lang doordenderden, en gaan we flexibel in de wijk inspelen op de veranderende werkelijk-heid.”

Logisch en samenhangendAan gemeenten, corporaties, huurdersorganisaties, WMO-raden en andere be-langhebbenden, maar ook aan ‘gewone burgers’ de opdracht om die grote transformatie zodanig verder uit te werken dat ‘we’ er allemaal iets van snappen. Dat betekent in zijn ogen ‘op lokaal niveau goed kijken wat er echt nodig is, en dat vertalen naar structuren in wijken die logisch en samen-hangend zijn’. “Natuurlijk zal er dan wel eens iets mis gaan. We moeten het dus zeker ook de tijd geven. Het belangrijkst is dat we allemaal vanuit onze eigen rol de intentie uitspreken dat we willen meewerken aan die inclusie-gedachte. Dat zie ik al volop gebeuren.”

HET WOONDEBAT 2016 // THEMA ZORG 3

ZORG

‘We gaan van intakes naar assessments’

[email protected]

@ErikDannenberg

‘NIET ZO INGEWIKKELD’“Inclusie voor senioren is eigenlijk niet zo ingewikkeld. Vaak zijn we er al met een verhoogd toilet, een thermostaatkraan in de douche of een beugel in het toilet. Het meest lastige is vaak nog de stalling van scoot mobielen. Een ander verhaal wordt het als het gaat om inclusie van mensen met een handicap. Dan moet je soms echt alles uit de kast trekken.”Gerda van den Berg, directeur-bestuurder van De Sleutels

‘WAT KUNNEN WE VOOR ELKAAR BETEKENEN?Roos van Gelderen, wethouder Jeugd, Zorg en Welzijn in de gemeente Leiden ziet een belangrijke rol weggelegd voor sociale wijk- teams. “Daar verwacht ik veel van als het gaat om verster-king van de inclusie-gedachte”, stelt zij. Daarnaast zou het mooi zijn als jong en oud elkaar wat vaker weten te vinden, stelt zij. “Dat we minder opletten van welke generatie ie-mand is, en meer gaan kijken wat we voor elkaar kunnen betekenen. Daar wordt de samenleving veel leuker van.”

Wat is er nodig om de stad echt inclusief te maken? En wat kan jij daar zelf aan doen? Dat kan door gebruik te maken van technische applicaties die er nu al zijn, suggereerde iemand. “Neem de applicatie BUUF. Deze inventariseert wie in wijken welke kwaliteiten heeft. Daar kan je een oproep op plaatsen als je hulp nodig hebt.” Elkaar meer ontmoeten, was een andere suggestie: “En laten we ook organisatie-overstijgend gaan denken. En leren zien wat er echt nodig is.”

4 HET WOONDEBAT 2016 // THEMA ONTMOETEN

ONTMOETEN

Op de stoep gebeurt hetIedereen wil het gevoel hebben erbij te horen, wil

zich kunnen identificeren met anderen, wil af en toe een praatje maken met buurtgenoten. Dat is essentieel voor het thuisgevoel. Waar dat auto-matisch gebeurt? Op de stoep, stelt Sander van

der Ham, stadspsycholoog bij Stipo.

Als je wilt dat mensen langer zelfstan-dig thuis blijven wonen, dan moet er iets gebeuren op de stoep. Want sterke buurten ontstaan precies op dat stukje openbare ruimte, op de grens tussen publiek en privé, is de overtuiging van Van der Ham.

Hij baseert zich op het gedachtegoed van de Brit Mark Granovetter. Met ‘The Strenght of Weak Ties’ betoogt deze socioloog dat zwakke banden sterke netwerken maken. Van der Ham: “Dan gaat het om mensen die we niet direct uitnodigen op onze verjaardag, maar waar we wel een praatje mee maken op het schoolplein. Zij staan net iets verder van ons af en bieden ons de mogelijkheid om nieuwe netwerken te leren kennen.”

Ruimte voor het persoonlijkeJuist die ‘lichte contacten’ ontstaan heel makkelijk op de stoep. Maar uiter-aard niet zomaar. Daar moet je wel iets voor doen. Van der Ham: “Allereerst is het zaak om ruimte te bieden voor het persoonlijke. Vaak gebruiken mensen de stoep niet omdat ze er geen privacy ervaren, of omdat ze niet weten wat er wel en wat er niet mag. Leg dat dus goed uit, en kijk daarna wat er nodig is om dit te ondersteunen.”

BufferVan der Ham: “Bewoners gingen de stoep vervolgens als een verlengde van hun huis beschouwen en zetten er allerlei spulletjes neer. Van daaruit kon-den ze veilig de buurt en de omgeving verkennen. Dat zorgde ervoor dat pas-santen beter konden inschatten of toe-nadering zoeken leuk zou zijn.”

Ruimtelijke voorwaardenDaarnaast is het belangrijk om de ruim-telijke voorwaarden te scheppen, stelt

Van der Ham: “Zo werkt de stoep het beste als hij tussen een en twee meter breed is. Dan blijft er genoeg ruimte over voor een eigen stukje stoep en gaan mensen er geen schutting afraste-ring maken. Met paaltjes bijvoorbeeld of een afwijkende bestrating.”

Snel en simpelHij pleit ervoor om al bij de inrichting van de openbare ruimte goed na te denken over de stoep. “En dan gaat het echt niet om hele ingewikkelde ingrepen. Het is allemaal best snel en simpel te realiseren. En als je dat goed aanpakt, dan zet dat wel een enorme sociale spinn-off in werking.”

LEESTIP!Het boek ‘De Stoep, ontmoetingen tussen huis en straat’ van de auteurs Eric van Ulden, Daniel Heussen en Sander van der Ham laat zien dat op dit stukje van de openbare ruimte een prettige en gezonde stad be-gint. Aan de hand van interviews

casestudies, essays en een analyse van ruim 6000 Rotterdamse straten, be-schrijven de auteurs de drijfveren van mensen om van de stoep een eigen plek te maken.

‘ ER IS AL VEEL MOGELIJK’

In Leiden is best al veel mogelijk op de stoep. Dat stelt Paul Laudy, wethouder Bouw en Open-bare Ruimte in Leiden. “We hebben een nieuwe visie op de openbare ruimte, met meer ruimte voor eigen initiatief van burgers.” Volgens hem gaat het ingewikkelde vraagstuk van wonen en zorg veel verder dan alleen nadenken over nieuwe woonvormen. “Het gaat vooral over voorzieningen, over de inrichting van de openbare ruimte en over het creëren van ontmoetingen.”

‘ ORGANISEER EEN RAMPENOEFENING’

Out of the box-denken: ook dat hoort bij het Leidse Woondebat. “Laten we samen rampenoefenin-gen doen in de straat”, opperde een deelnemer. “Dan komen we ver-plicht bij elkaar, we verbinden bange en blije mensen en het is ook nog eens goed voor de sociale cohesie.”

Dit

is e

en u

itg

ave

van

On

s D

oel

. Dez

e u

itg

ave

is m

ede

mo

gel

ijk g

emaa

kt d

oo

r fin

anci

ële

steu

n v

an d

e g

emee

nte

Lei

den

. //

Org

anis

atie

7e

Leid

se W

oo

nd

ebat

: Ian

the

Man

tin

gh

(Lo

cus

Arc

hit

ecte

n)

// P

rese

nta

tie:

Lee

nd

ert

Bee

kman

//

(Ein

d)r

edac

tie:

Eri

c W

ent

// F

oto

gra

fie:

San

nek

e Fi

sser

//

Vo

rmg

evin

g:

Nan

da

Ald

erlie

fste

//

mag

azin

e-o

n-t

he-

spo

t.nl

Hoe kunnen we de stoep nog beter gebruiken? En wat kunnen we doen om de ontmoeting te stimuleren? Tijdens het Leidse Woondebat werd in kleine groepjes gezocht naar inspire-rende antwoorden. “Door meer bekendheid te geven aan wat er wel en niet kan”, luidde een suggestie uit het publiek. Andere ideeën: meer fietsenrekken plaatsen (‘Want daar ontmoe-ten mensen elkaar”), ‘met z’n allen lid worden van de Singelzwemclub’ en ‘zorgen dat we een beter Nederlands elftal krijgen, want dat verbroerdert’.