28
Zomer 2014 Magazine voor de zakelijke relaties van Laurens Arnold Heertje: ‘Wat het voor mensen betekent moet altijd centraal staan’ Met digitale extra’s en Ontdekken, inspireren, dwarsdenken en experimenteren Echt de sturing loslaten Hart terug in de zorg t h e m a n u m m e r I n s p i r a t i e Jaargang 6, nummer 1

Laurens magazine zomer 2014

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Laurens magazine is het relatiemagazine van Laurens. Dit relatiemagazine verschijnt twee keer per jaar en wordt verspreid onder de zakelijke relaties van Laurens.

Citation preview

Page 1: Laurens magazine zomer 2014

Zomer 2014Magazine voor de zakelijke

relaties van Laurens

Arnold Heertje:

‘Wat het voor mensen betekent moet altijd centraal staan’

Met digitale extra’s en

Ontdekken,inspireren, dwarsdenken

en experimenteren

Echt de sturing loslaten

Hart terug in de zorg

them

anum

mer

Inspiratie

Jaargang 6, nummer 1

Page 2: Laurens magazine zomer 2014

4

10

258Layer maakt het Laurens magazine interactief. Volg de instructies voor het gebruik:

download gratis app scan pagina of foto met layar logo

ontdek content

SCAN

2 Laurens

En verder 6 Actief oud worden in Europa 7-13-16 Een blik in de toekomst 17 Het huis van mevrouw Van Oudenaarden 21 Alexander

Maas: Het hart moet terug in de zorg 22 In verbinding 26 Nieuws 27 Op de korrel… 28 Laurens & Ed van den Broek

‘Voor het oplossen van problemen, ook in de zorg,

moeten we afstappen van de traditionele financieel-

economische benadering’, zegt emeritus-hoogleraar

Economie Arnold Heertje. Hij pleit ervoor aan te

knopen bij mechanism design.

Over tien jaar ziet de ouderenzorg er volgens hoogle-

raar transitiekunde Jan Rotmans totaal anders uit.

‘Om dat aan te kunnen zijn moderne zorgorganisaties

nodig die platter en zelfsturend zijn, en werken op

basis van vertrouwen.’

Wie wil veranderen geeft ‘koplopers’ - de mensen die nét

even anders denken binnen een organisatie - de ruimte.

Drie voorbeelden van zulke Laurens-medewerkers zijn

Betty Birkenhäger, Erwin Scholten en Mark Verhart.

Aad Nales, directeur Community Solutions, legt uit

hoe technologie de zelforganisatie van medewerkers

en klanten kan ondersteunen.

‘Ouderen willen graag de regie houden over hun

leven’, stelt Rudi Westendorp. Dat betekent dat ze ook

zelf voorzorgsmaatregelen moeten treffen. ‘Het is een

valse gedachte dat je alles altijd in je eentje kunt.’

4

8

10

18

24

Inhoud

Dit inspiratienummer laat er geen twijfel over

bestaan: we leven niet in tijden van verandering

maar in een veranderd tijdperk. Systemen en cul-

turen moeten zich daarnaar voegen. We moeten

loskomen van oude concepten, zicht krijgen op

wat het nieuwe tijdperk voor ons betekent en van

ons vraagt. Dat gaat niet vanzelf, we zullen met

vallen en opstaan op weg moeten naar die stip op

de horizon. Drie aspecten zijn daarbij van belang,

en die komen allen terug in dit nummer: richting,

ruimte en rekenschap. Wil je ergens komen, dan

moet je ten minste de richting weten. Om daar

te komen heb je ruimte nodig. En over wat je on-

derweg doet met die ruimte moet je rekenschap

afleggen.

Dit zijn tevens de belangrijkste aspecten bij het

bouwen aan een nieuwe organisatie; een organi-

satie die een kader biedt, grenzen aangeeft. Ook

dat is nodig, immers een te beperkte ruimte be-

lemmert de bewegingsvrijheid en een onbegrens-

de ruimte is als een heelal waarin je verdwaalt.

De kernbegrippen zijn ‘zelfsturing’ en ’zelforgani-

satie’. U zult die woorden vaak tegenkomen op de

volgende pagina’s. Laat u inspireren!

BERT VAN DER LENDE, regiodirecteur bij Laurens in de deelgemeenten Hillegersberg/Schiebroek en Overschie

Page 3: Laurens magazine zomer 2014

Voorwoord

Ontdek met ons mee

Kodak was een begrip waar het ging om foto-

grafie, maar speelt in de huidige wereld van

digitale fotografie geen rol meer. OAD was een

fantastische speler op de reismarkt, maar legt

het af tegen reserveringssites. Deze bedrijven

hadden niet door dat de wijzigingen in de markt

structureel waren. En zo zijn er meer voor-

beelden: websites als Airbnb waarbij je kamers

of een appartement via particulieren huurt,

zetten de hotelwereld op z’n kop. Streamings-

diensten zoals Netflix en Spotify vervangen de

manier waarop we gewend waren televisie te

kijken en muziek te luisteren.

De zorgwereld staat voor zo’n zelfde omslag.

Laurens is in de kern een heel goed en professi-

oneel zorgbedrijf dat begrijpt wat goede zorg is.

Wij zijn een zoektocht gestart hoe wij die zorg

op een andere manier kunnen laten aansluiten

op alle wensen en (technologische) mogelijk-

heden die mensen straks hebben. We hebben

input nodig die ons daarbij helpt, zodat we ook

in de toekomst een goede positie behouden.

In dit magazine laten we inspirerende mensen

aan het woord die daar ideeën over hebben.

Mensen van binnen en buiten Laurens die ons

leren verstaan dat we in een fase zijn gekomen

waarin we moeten experimenteren, onder-

zoeken en uitproberen. Zodat we elke keer een

stapje mee kunnen gaan in de veranderingen

die onze klanten doormaken. Dwarsdenkers en

innovators die ons helpen inzien wat we voor de

klant van morgen kunnen doen. Ook gebruiken

we voor het eerst layer: een mooie manier om

het magzine een extra ‘laag’ te geven.

Dit nummer is een handreiking om met u te

ontdekken wat er binnen en buiten Laurens

gebeurt en hoe we met onze klanten mee

kunnen groeien. Zoals Arnold Heertje op pagina

4 uitlegt, betekent dit dat we uit het traditionele

financieel-economische denkpatroon moeten

stappen. Er gaan andere wetten gelden waarbij

mensen en de kwaliteit van leven centraal staan.

Wij moeten samen met u het lef hebben om

daar (nog meer) naartoe te bewegen.

Dit inspiratienummer is een uitnodiging aan

u – onze zakelijke relaties – om samen met ons

deze zoektocht te maken. Bestook ons dus met

nieuwe vormen van samenwerking, keuzes en

initiatieven. Zoek met ons mee en voed ons.

Mail naar [email protected], bel

010 870 00 10, deel uw ideeën in de Laurens

LinkedIn (groep) Laurens Zorg en reageer op

ons via Twitter via @LaurensZorg.

Ids Thepass,voorzitter Raad van Bestuur Laurens en Thuiszorg Rotterdam

[email protected]

Bekijk de oproep van Ids Thepass om samen

deze zoektocht te maken via www.laurens.nl/

uwzorgpartner

3 Laurens

Laurens magazine is een uitgave van zorgorganisatie

Laurens. Dit relatiemagazine verschijnt twee keer per jaar

en wordt verspreid onder de zakelijke relaties van Laurens.

Laurens is de grootste aanbieder van wonen, diensten en

zorg voor ouderen in Rotterdam en omstreken. en sterke,

professionele zorgorganisatie met een kleinschalige aanpak,

dicht bij mensen in de buurt waar zij wonen. We bieden zorg

en dienst verlening die met onze klanten meegroeit, in iedere

levensfase. Om optimale ketenzorg te kunnen garanderen,

werken wij nauw samen met professionele zorgverleners,

ziekenhuizen, welzijnsorganisaties, maatschappelijk werk,

woningcorporaties en projectontwikkelaars in de regio.

Ook bieden wij diverse vormen van kortdurende, gespeciali-

seerde zorg, zoals reactiveringszorg en revalidatie. Wat

Laurens uniek maakt thuis en in onze locaties is de zeer

complexe specialistische zorg in samenwerking met onze

ketenpartners. Vanaf 1 januari 2015 bundelen wij onze

krachten met Thuiszorg Rotterdam en gaan wij verder als één

organisatie. Tot die tijd blijven we twee aparte organisaties

onder het gezamenlijke bestuur en toezicht van Laurens.

Copyright: Niets in deze uitgave mag, op welke wijze dan ook,

worden verveelvoudigd zonder voorafgaande schriftelijke

toestemming van de redactie. De redactie kan niet aansprakelijk

gesteld worden voor eventuele druk- of zetfouten.

Adviesraad

(voor dit nummer)

Johan van Eeden

Marleen Goumans

Bert van der Lende

Hans Stravers

Ids Thepass

Miranda Velazquez

Caroline Wuite

Samenstelling en

edactionele productie

De Nieuwe Lijn

Bladcoördinatie

Trudy van Dijk

Vormgeving

IJzersterk.nu

Fotografie

Peter Arno Broer

Louis Haagman

Maarten Laupman

Michelle Muus

Drukwerk

Drukkerij Damen

Uitgever

Laurens

Concernafdeling

Marketing

& Communicatie

Nieuwe Binnenweg 33 B/C

3014 GC Rotterdam

E: [email protected]

W: www.laurens.nl

@LaurensZorg

(groep) Laurens Zorg

facebook.com/laurenszorg

youtube.com/laurenszorg

Oplage

3.300 exemplaren

Page 4: Laurens magazine zomer 2014

4 Laurens

Met de tegen de

is zo GEK

‘We maken momenteel een periode van

bezinning door. Wereldwijd zijn we met de

kop tegen de muur gevlogen: niet alleen

de financiële sector en overheid, ook

producenten en consumenten. Dat heeft

tot gevolg dat we nu in een periode zitten

waarin mensen kritisch zijn en bestaande

conventies tegen het licht houden. De

econoom Joseph Schumpeter (1883-1950)

vatte in de jaren veertig een periode als

deze samen als creative destruction. Een

fase waarin veel uit het verleden wordt

‘De vraag ‘Wat betekent het voor de mensen?’ moet altijd centraal staan’

KOP muur nog nietVan verzorgingshuizen en zorg-

organisaties weet hij niets, benadrukt

Arnold Heertje, emeritus-hoogleraar

Economie aan de Universiteit van

Amsterdam en columnist. De inmid-

dels tachtigjarige Heertje kan echter

wel haarscherp uitleggen hoe creative

destruction ook zorgorganisaties

kansen biedt.

Page 5: Laurens magazine zomer 2014

5 Laurens

afgebroken en waarin vaste patronen

en gemeenschappelijke opvattingen ter

discussie komen te staan, net als productie-

methoden en de organisatie van het econo-

mische leven. De positieve kant hiervan is

dat mensen experimenteren met nieuwe

productiemethoden en nieuwe manieren

van besluitvorming. Er wordt enorme

vooruitgang geboekt, vaak met behulp van

technologie. Een voorbeeld is de energie-

markt. Mensen wekken steeds vaker zelf

energie op en verkopen wat ze over hebben.

Technologie heeft er bovendien toe geleid

dat mensen elkaar veel gemakkelijker weten

te vinden. Hoewel het hoogst onfortuinlijk is

dat door de crisis werkloosheid toeneemt en

bepaalde mensen uitgeschakeld worden, is

de crisis wat dat betreft ook een zegen.’

Kennis mobiliserenHeertje signaleert ook een andere verschui-

ving: ‘De rol van vrouwen in de maatschappij

wordt groter. Vrouwen letten van nature

meer op de kwalitatieve kant van zaken dan

mannen. ‘Wie heeft de grootste’, speelt voor

vrouwen geen rol. Vrouwen zijn daardoor

beter in staat kennis te mobiliseren. Bij

belangrijke beslissingen ‘shoppen’ ze rond.

Dat is juist in een tijd waarin vraagstukken

groter en gecompliceerder zijn enorm van

belang. Als je situaties te beperkt in kaart

brengt en aspecten verwaarloost, kan dat

zeer ongelukkig uitpakken. Kijk naar de

voorgenomen uitbreidingen van Schiphol en

luchthaven Twente. De gemeenten hebben

alleen in kaart gebracht wat het kost en

oplevert. Niet wat het effect is op de kwali-

teit van leven van omwonenden.’

Humanisering‘De mensen waar het uiteindelijk om gaat

zijn vaak een sluitpost. Ik bepleit humanise-

ring en ben ervan overtuigd dat geld nooit

het enige criterium mag zijn bij economi-

sche besluitvorming. Ik ben daarin anders

dan de meeste economen. De vraag ‘Wat

betekent het voor de mensen?’ moet altijd

centraal staan. In de zorg zijn dat de mensen

die de zorg ontvangen, in het onderwijs

de leerlingen en bij woningcorporaties de

huurders en kopers. Neem je de mens niet

als uitgangspunt, dan dreig je voortdu-

rend de verkeerde dingen te doen en dat

krijg je hoe dan ook op je boterham. Kijk

naar de zorg. Artsen en verpleegkundigen

in het ziekenhuis worden op hun vingers

getikt als een behandeling langer duurt dan

het protocol voorschrijft. Het draait alleen

nog om financiële calculatie en dat gaat

ten koste van de kwaliteit van zorg. Voor

zorgorganisaties kan ik me voorstellen dat zij

worstelen met de vraag wat ze moeten doen

met de verzorgingshuizen nu ouderen daar

straks niet meer naar toe kunnen. Maken

we er een hotel van of appartementen?

Vervolgens kijkt men of er een markt voor

is. Een redenatie vanuit vraag en aanbod.

De vraagstukken in de zorg zijn echter niet

op te lossen via een traditioneel eenzijdige

financieel-economische benadering.’

Mechanism designHij verduidelijkt: ‘Marktwerking in de zorg

kan opgevat worden als een bepaalde sterk

financieel-economische uitwerking van het

verdelen van schaarse middelen met het oog

op het voorzien in behoeften van klanten.

In de praktijk komt dit laatste vaak in het

gedrang. De patiënten in de zorg zijn door

bureaucratisering en perverse financiële

prikkels uit beeld geraakt. Ik pleit daarom

voor het aanknopen bij mechanism design.

Dit is een onderdeel van de economische

theorie waarvoor in 2007 en 2012 de Nobel-

prijs is gegeven. Mechanism design is een

maatschappelijke architectuur waarbij het

voorzien in behoeften van de burgers als

consumenten van nu en straks en waar ook

ter wereld het uitgangspunt is. Mechanism design heeft de vormgeving en het karakter

van een strategisch spel, voorzien van

constructieve prikkels. De pluriformiteit van

de psychische karakteristieken van mensen

is daarbij het uitgangspunt. Het individuele

gedrag komt overeen met individuele

oogmerken en past ook in de optimale maat-

schappelijke uitkomsten.’

De stabiele oplossingEen mooi voorbeeld van mechanism

design vindt hij het matching-systeem van

Nobelprijswinnaar Alvin Roth om nieren te

verdelen. ‘Als je uitgaat van marktwerking,

dan zouden nieren bij nierdonaties voor de

hoogste prijs naar de rijksten gaan. Wie het

niet kan betalen, krijgt geen nier. Roth stelt

dat een vraagstuk zoals de verdeling van

nieren niet op te lossen is met behulp van de

markt en bedacht een andere constructie.

Hij gaat uit van de voorkeuren van donoren

en ontvangers. Bijvoorbeeld ik wil alleen

aan familie doneren, alleen aan vrouwen,

mannen, kinderen, blanke mensen. Hij

neemt kortom de verschillen en psychi-

sche karakteristieken als uitgangspunt. Zo

komt hij tot een stabiele oplossingen: dat

wil zeggen een oplossing waar iedereen

tevreden mee is. Wat hij doet is mensen als

uitgangspunt en uitkomst nemen.’

Koppen bij elkaar stekenHeertje legt uit hoe Laurens een humane

afweging kan maken. ‘In organisaties is

iedereen vaak met zijn eigen onderdeel

bezig. Daarbij wordt veel expertise inge-

bracht, maar vergeet men vaak de mensen

waar het omgaat. Laurens zou in de hele

organisatie bij elk vraagstuk vroeg of laat

de vraag aan de orde moeten stellen wat

de beslissing betekent voor de mensen die

aan hun zorg is toevertrouwd. De vraag die

daarop zou moeten volgen is wat de beslis-

sing betekent voor de arbeidsvreugde van

de medewerker. Arbeid is niet alleen een

productiefactor, maar ook een consump-

tiegoed. Hoe beter in de wensen van de

medewerker voorzien wordt, hoe groter

de arbeidsvreugde en de kwaliteit van de

zorg zijn. De slotvraag die Laurens zich

zou moeten stellen is: Waar kunnen we

in de organisatie de protocollen, codes,

procedures en regelgeving vervangen door

andere humane arrangementen die initi-

atief, integriteit en innovatie bevorderen.

Protocollen werken vaak versplinterend,

vaak is het beter gewoon even de koppen

bij elkaar te steken.’ •

Meer weten over Arnold Heertje:Filmpje: www.laurens.nl/uwzorgpartner

Zijn nieuwe boek Economie:

tinyurl.com/qhvyf26

Columns: www.rtlnieuws.nl/arnold-heertje

Creative destruction: www.rtlnieuws.nl/

economie/creative-destruction

Page 6: Laurens magazine zomer 2014

13

16

50-plussers vertellen hoe zij hun toekomst zien.

6 Laurens

ACTIEF OUD WORDEN IN EUROPA

Hoe stimuleren we ouderen in Europa om zo gezond en actief mogelijk oud

te worden? Die vraag kreeg een groep internationale gezondheidszorgstu-

denten afgelopen maart voorgeschoteld tijdens het twee weken durende

Intensive Program on Active Ageing in Rotterdam. De zorgverleners van de

toekomst verdiepten zich samen in de materie en presenteerden een serie

eigen ideeën.

‘Een Urban Health Center 2.0 mét stads-

landbouw waar senioren terechtkunnen

voor zorg én op een zinvolle manier hun

dag kunnen besteden. Waar ze kinderen

kunnen leren over de natuur, buurtbewoners

kunnen ontmoeten en lekker in beweging

kunnen zijn. Dat was één van de leukste

ideeën die ik heb gehoord van deelnemers

aan ons studieproject’, zegt Mirjam Koning,

docent verpleegkunde aan de Hogeschool

Rotterdam en een van de organisatoren van

het internationale studentenprogramma.

‘Maar er waren nog veel meer goede ideeën.

Enkele studenten fysiotherapie stelden

bijvoorbeeld voor om zoveel mogelijk steden

in Europa leeftijdsvriendelijk te maken,

aansluitend bij het al bestaande WHO Global Network of Age-friendly Cities and Commu-nities. Ook bedacht een groep studenten een

publiciteitscampagne om juist de kwaliteiten

van ouderen voor het voetlicht te brengen.’

Een gedeelde uitdaging Het Intensive Program on Active Ageing is

een initiatief van Cohere, een consortium

van hogescholen en universiteiten dat zich

richt op de training en opleiding van profes-

sionals in de gezondheidszorg en sociale

hulpverlening binnen de Europese Unie.

Het project is opgezet naar aanleiding van

het Europese themajaar van 2012 Active aging and solidarity between generations.

Het Instituut voor gezondheidszorg van de

Hogeschool Rotterdam, ook verbonden

aan Cohere, organiseerde op verzoek van

het consortium het studieprogramma in

Rotterdam. Koning: ‘Het waren inspire-

rende dagen. Voor vrijwel alle landen in

Europa is Active Ageing een belangrijk

thema, en deze studenten krijgen er in

de nabije toekomst zeker mee te maken.

Overal worden ouderen steeds ouder en

neemt de vergrijzing toe. Hoe zorgen we er

samen voor dat senioren blijven meedoen

in de samenleving en zo lang mogelijk

hun zelfstandigheid en onafhankelijkheid

behouden? Dat is een gedeelde uitdaging.’

Samen met studenten van vergelijkbare oplei-

dingen uit Denemarken, Finland, Hongarije,

Roemenië, Portugal en België volgden enkele

Rotterdamse studenten afgelopen maart

workshops en lezingen over de vergrijzing en

de gevolgen ervan. Ze kregen uiteenlopende

cases voorgelegd en gingen op excursie naar

diverse zorgvoorzieningen in Rotterdam.

Ze voerden onder meer gesprekken met

senioren die gebruikmaken van Zorg aan

Huis van Laurens. ‘Buitenlandse deelnemers

verbaasden zich erover hoe de thuiszorg hier

zo groots is opgezet, dat zijn de meesten

helemaal niet gewend’, zegt Koning.

Creatieve oplossingen op maat De deelnemers bezochten ook een zorgflat

in de multiculturele Afrikaanderwijk, en

waren verrast hoe Laurens voorzieningen

en activiteiten hier zoveel mogelijk aansluit

op de uiteenlopende culturele achter-

gronden van bewoners. Koning: ‘Voor

veel deelnemers een echte eye-opener.

Bovendien een goede aanleiding het eens

te hebben over de overeenkomsten en

verschillen tussen aanpak, voorzieningen en

ontwikkelingen in de deelnemende landen.

Want ondanks die gedeelde uitdaging,

hebben we ook te maken met verschil-

lende culturele, geografische en financiële

omstandigheden. Zo lijkt de trend in Neder-

land, om verzorgingshuizen te gaan sluiten,

vrij uniek binnen Europa. In de meeste

andere landen is dat (nog) niet aan de orde.

Juist omdat de thuiszorg minder is ontwik-

keld. In een land als Portugal nemen veel

kinderen hun ouders nog traditiegetrouw

in huis. In Finland zijn de geografische

omstandigheden soms zo, dat thuis-

zorg helemaal geen optie is. Daar wonen

ouderen soms erg ver van de bewoonde

wereld. Dus niet overal in Europa kunnen

dezelfde standaard voorzieningen of oplos-

singen worden ingezet. Dat is wat dit

project goed heeft blootgelegd. Dat je moet

blijven zoeken naar creatieve oplossingen

op maat. En intussen natuurlijk goed kijken

naar wat er bij de buren gebeurt, want je

kunt veel van elkaar opsteken. •

Filmpjes: bekijk de twee leukste critical

movies die gemaakt zijn in het kader van

het Intensive Program on Active Ageing

via www.laurens.nl/uwzorgpartner.

Studenten buigen zich samen over toekomst ouderenzorg

Page 7: Laurens magazine zomer 2014

50-plussers vertellen hoe zij hun toekomst zien.

7 Laurens

Een blik in de toekomst: hoe ziet de 50-plusgeneratie van Rotterdam haar toekomst?

Santkoemar Binda (57):

‘Waarom zou je opeens alleen tussen mensen van je eigen cultuur gaan zitten?’‘Omdat ik hartpatiënt ben en versleten rugwervels heb, kan ik niet

meer werken. Maar ik voel me nog prima in staat om mantelzorger

te zijn voor mijn vrouw Josephien. Zij is na een beroerte in 2008

deels verlamd geraakt en heeft een tijd gerevalideerd. Nu gaat ze

twee middagen per week naar de dagbehandeling van Laurens.

Ook hebben we per week vier uur en drie kwartier huishoudelijke

hulp en komt er in de ochtend iemand langs om mijn vrouw te

helpen met wassen en aankleden. Ik doe de dagelijkse bood-

schappen en kook het eten. Mijn vrouw doet zelf ook nog wat ze

kan in het huishouden, zoals de was opvouwen.

We hebben een dochter die in de buurt woont en ons helpt. Ze

heeft een grote auto waar ook de rolstoel van Josephien in past en

ze kan ons ophalen en thuisbrengen. Verder hebben we geen fami-

lieleden in de buurt die we om hulp kunnen vragen.

Mijn vrouw en ik komen uit Suriname, maar we wonen al vele jaren

in Nederland en willen hier oud worden. De dagbehandeling is

een uitje voor Josephien, ze heeft daar haar sociale contacten en

iedereen leeft met elkaar mee. Er bestaat ook een speciale Hindoe-

staanse dagverzorging, maar wij vinden ‘gemengd’ beter. Waarom

zou je als je ouder wordt opeens alleen tussen mensen van je eigen

cultuur gaan zitten? Zo verleer je de Nederlandse taal nog. Voor

mij is het fijn om een paar uur per week voor mezelf te hebben

terwijl ik weet dat mijn vrouw in goede handen is. We hopen dat

de dagbehandeling en het vervoer op maat blijven bestaan als de

gemeente de zorg straks overneemt. De gemeente wil meer met

vrijwilligers gaan werken, maar ik zou er moeite mee hebben om

een vreemde zomaar te vertrouwen. Josephien en ik hopen het nog

lang op deze manier vol te houden, met de hulp van onze dochter

en de professionele zorg. We genieten nog steeds. Van onze vakan-

ties, afgelopen februari waren we nog in India, maar ook van een

wandeling langs de Maas of een bezoekje aan de markt.’ •

Page 8: Laurens magazine zomer 2014

8 Laurens

In zijn boek ‘In het oog van de orkaan’ beschrijft hoogleraar Transi-

tiekunde Jan Rotmans de kantelperiode waarin we ons nu bevinden

richting een ander type samenleving. Die verschuiving betekent dat de

ouderenzorg er over tien jaar totaal anders uitziet. Rotmans legt uit wat

we kunnen verwachten en om welke hervormingen dat vraagt.

‘HET IS EEN

parachutesprong’

Page 9: Laurens magazine zomer 2014

9 Laurens

‘De wereld ziet er over pakweg tien jaar

totaal anders uit’, zegt Jan Rotmans.

Ouderen vormen dan het grootste deel van

de bevolking en zetten de teneur als het

gaat om cultuur. Hun status is tegen die

tijd ook veranderd. Nu ziet men ouderen

vaak als kwetsbare mensen die hulp nodig

hebben. Over tien jaar is het normaal dat je

tot je zeventigste werkt en spelen ouderen

een grote rol in de zorg en het onderwijs

als ondersteuner en coach. Er zal straks

een grote behoefte zijn aan hun kennis. Het

wordt normaal dat mensen zolang mogelijk

maatschappelijk en economisch gezien

voor zichzelf zorgen. Daarbij speelt techno-

logie een grote rol. Mensen hebben steeds

vaker robots in huis die stofzuigen, helpen

met koken en zorghandelingen kunnen

verrichten zoals steunkousen aantrekken.

Cash geld is er niet meer. Betalen gebeurt

digitaal, bijvoorbeeld via een chip onder

de huid. Via apps kun je zelf je cholesterol

en bloeddruk controleren. Contact met de

huisarts verloopt veelal via een webcam of

hij komt bij je thuis. Ook kleine operaties

zullen steeds vaker in huis worden uitge-

voerd. Ouderen leven steeds vaker in

kleine gemeenschappen in aangepaste

woningen waar ze voorzieningen op het

gebied van energie en zorgondersteuning

kunnen delen.’

Verbinden en faciliterenNieuwe technologie en ontwikkelingen op

het gebied van voeding, energie en social

media bieden enorme mogelijkheden.

Ze zijn echter voor een bepaalde groep

mensen straks ook een belemmering. ‘Als

je tussen de tachtig en honderd jaar oud

bent, is het uitzonderlijk als je nog alles

zelf kunt. Ook is het dan vaak moeilijk om

te gaan met nieuwe technologie die de

zelfredzaamheid vergroot. Voor die groep

mensen moeten we nog beter gaan zorgen.

Dat vraagt andere competenties van

zorgmedewerkers. Zij moeten niet alleen

de zorg verlenen die echt nodig is, maar

ze krijgen ook een verbindende en facilite-

rende rol. Ze moeten ouderen bijvoorbeeld

leren omgaan met robots en social media.’

moet wel durven. Zelfsturing betekent dat

je als organisatie echt de sturing los moet

laten. Dat vinden veel zorgorganisaties eng

en daarom bouwen ze vaak een veiligheids-

mechanisme in waarmee ze toch weer

monitoren of financieel afrekenen. Dan doe

je het nét niet. Zelfsturing is ook niet iets

wat je klakkeloos kunt kopiëren; er is geen

spoorboekje. Zelfsturing is een filosofie die

je in alle gelederen moet doorvoeren. Dat

heeft tijd nodig. Zorgmedewerkers willen

nu klanten nog vaak zoveel mogelijk uit

handen nemen en zijn niet gewend om op

basis van vertrouwen voor hun werkgever

te werken. Zulke veranderingen doorvoeren

in een zorgorganisatie is een revolutie.’

Geduld, tact en vertrouwenRotmans legt uit hoe zorgorganisaties

het beste veranderingen door kunnen

voeren. ‘Bij een transitie gaat het altijd om

een verandering van cultuur, structuur en

werkwijze. Cultuurverandering is daarbij

het belangrijkst, maar tegelijkertijd ook het

moeilijkst. Een cultuurverandering kun je

niet topdown of vanuit een document door-

voeren, maar vraagt veel geduld, tact en

vertrouwen. Dat begint bij een visie voor de

komende vijf tot tien jaar met daarbinnen

veel ruimte voor experimenten. Zo’n visie

ontwikkel je vanuit een transitie-arena: een

groep mensen die een dwarsdoorsnede van

de organisatie vormt. Dat zijn managers,

directieleden en mensen van de werkvloer

die samen een lerend netwerk vormen. Met

dit lerend netwerk bepaal je samen de stip:

wat is de 3.0 versie van onze organisatie?

Waar zitten de pijnpunten: waarom werken

we niet zoals we willen werken? Wat zijn

goede proefprojecten en instrumenten die

we nodig hebben om de nieuwe organisatie

vorm te geven? Vanuit dit netwerk wordt

ook bepaald wat geleerd is van experi-

menten en welke geschikt zijn om op te

schalen. Ook bij de experimenten begin je

klein: met tien tot vijftien mensen. Is een

experiment succesvol, dan kun je opschalen

naar andere delen van de organisatie. Als je

veranderingen in één keer wilt doorvoeren

haal je teveel weerstand in huis. Optimale

transitie verloopt in dezelfde segmenten

als die van de innovatietheorie: je begint bij

de koplopers de mensen die out-of-the-box

denken, dan schaal je op naar de pioniers,

de voorlopers, de achterlopers en kom je tot

slot bij de achterblijvers. In de laatste groep

zitten mensen met de meeste weerstand,

daarvan zal een deel de omslag maken en

een deel vertrekken.’

Rol gemeenteDe gemeente speelt een belangrijke rol in

de transitie van zorgorganisaties. ‘De

decentralisatie van de ouderenzorg van rijk

naar gemeente komt wel goed. Al zal dat

niet voor 1 januari 2015 een feit zijn. De

benodigde cultuuromslag is een ander

ver haal. Als gemeenten op de oude manier

verder gaan, waarbij hetzelfde aantal zorg-

organisaties ieder aan een stukje van de

puzzel werkt, worden er straks met minder

geld dezelfde fouten gemaakt. Beter is een

aantal partijen te selecteren op basis van

kwaliteit, vertrouwen en betrouwbaarheid.’ •

Meer weten over Jan Rotmans:Filmpje: www.laurens.nl/uwzorgpartner

Blogs: www.janrotmans.nl

Samenvatting ‘In het oog van de orkaan’:

tinyurl.com/qeebzzd

‘Zelfsturing is ook niet iets wat je klakkeloos kunt kopiëren; er is geen spoorboekje’

RevolutieDe rol van zorgverleners verandert. ‘We

gaan op een moderne manier ‘terug naar

vroeger’ in de benadering van klanten. Dit

betekent dat er de komende tien jaar binnen

zorgorganisaties een paradigmawisseling

plaats moet vinden van ‘verzorgen’ naar

‘ondersteuning bij het zolang mogelijk zelf-

standig functioneren’. De mens komt weer

centraal te staan en de samenwerking met

het informele netwerk wordt veel belang-

rijker. Om dat aan te kunnen zijn moderne

organisaties nodig die platter en zelfsturend

zijn, en werken op basis van vertrouwen.

Zo’n hervorming is een parachutesprong: je

Page 10: Laurens magazine zomer 2014

10 Laurens Met

aan

dan

k aa

n ss

Rot

terd

am

De dwarsdenkers:

Waarom ook eigenlijk niet?

Page 11: Laurens magazine zomer 2014

11 Laurens

Laurens wil medewerkers die nét even

anders denken dan anderen de ruimte

geven te experimenteren. Drie voorbeelden

daarvan zijn Betty Birkenhäger,

Erwin Scholten en Mark Verhart. Met hun

out-of-the-box-visie weten ze anderen te

inspireren en brengen ze veranderingen

in de organisatie teweeg die ten goede

komen aan onze klanten, hun familie en

mantelzorgers, medewerkers en onze

stakeholders.

Erwin Scholten is sinds februari 2010 logopedist neurorevalidatie bij Laurens Antonius IJsselmonde. Hij houdt zich bezig met neurologische taal-, spraak- en slikproblemen. Onlangs ontwikkelde hij een nieuw protocol voor behandeling via biofeedback.

‘Bij slikproblemen kun je denken aan niet

goed kunnen eten of drinken en je vaak

Betty Birkenhäger:

‘Hoe ga ik er mee om staat centraal en niet hoe bestrijd ik dat’

Erwin Scholten:

‘Biofeedback geeft revalidanten de controle over het slikken terug’

Betty Birkenhäger werkt sinds twee jaar als specialist ouderengeneeskunde bij Laurens Stadzicht. Sinds maart is ze ook programmamanager van het Laurens Leerhuis Dementie. Birkenhäger is een van de trekkers binnen Laurens als het gaat om ‘anders denken’ over bijzonder gedrag van dementerende ouderen.

‘Ik heb moeite met het stempel ‘vervelend’

dat bepaald gedrag van dementerende

ouderen heeft’, vertelt ze. ‘Als een oudere

niet gewassen wil worden of alleen maar

wil dwalen, is dat vaak eigenlijk normaal

gedrag dat bij de ziekte hoort. Wij –

familie, mantelzorgers en zorgmedewer-

kers – ervaren dat vaak als een probleem

en willen het gedrag beïnvloeden. Maar

waar het vooral om zou moeten gaan is

hoe de bewoner het gedrag ervaart en of

het gedrag gezondheidsrisico’s met zich

meebrengt.’ Birkenhäger vervolgt dat er

vaak te snel voor medicatie wordt gekozen.

‘De medicijnen die sommige ouderen met

dementie slikken om hun gedrag te beïn-

vloeden, hebben vaak meer bijwerkingen

dan werking. Als het even kan moeten we

medicijngebruik dus zien te voorkomen.

Een ontwikkeling die binnen Laurens en bij

andere zorginstellingen steeds meer ruimte

krijgt. In Laurens Stadzicht brengen we

in een pilot het Verenso-protocol van de

beroepsvereniging van specialisten oude-

rengeneeskunde dat hierop aansluit in de

praktijk. De verzorgenden duiden via een

lijst het gedrag van de bewoner. Vragen

zijn bijvoorbeeld: op welk moment van de

dag vertoont iemand probleemgedrag?

Heeft de klant pijn, zit het gebit wel goed,

verstaat hij je wel goed, wordt hij wel goed

benaderd? De uitkomst bespreken we en

daarna komen we samen tot een oplos-

sing. ‘Hoe ga ik er mee om’ staat daarbij

centraal en niet ‘hoe bestrijd ik dat’. Samen

moeten we de scheidslijn bepalen. Klanten

sederen om te kunnen scheren omdat de

echtgenote daar bijvoorbeeld op staat,

zal niet snel gebeuren. Ook voor nagels

knippen bij een klant die zich verzet zijn

vaak andere oplossingen. Maar wat als een

klant die incontinent is voor ontlasting niet

gewassen wil worden en gewelddadig is

waardoor medewerkers bang zijn om naar

het werk te komen? Dan vinden wij sedatie

wel een reële mogelijkheid. Niet wassen

geeft een te groot gezondheidsrisico en is

mensonterend. ‘Maar’, benadrukt Betty ‘als

je voor medicatie kiest, moet die ook goed

werken en zo weinig mogelijk bijwerkingen

hebben.’ Om te bepalen welke medicatie

daarvoor geschikt is, doet Birkenhäger

momenteel wetenschappelijk literatuuron-

derzoek. ‘Ik bekijk zeer breed welk onder-

zoek al gedaan is om dit soort medicatie te

kunnen verminderen en hoe we de vertaal-

slag naar Laurens kunnen maken.’ •

[email protected]

verslikken. Daardoor ontstaat sneller een

longontsteking en is het soms alleen via

een sonde mogelijk om voeding binnen te

krijgen. Mensen met slikproblemen hebben

vaak een sensibiliteitsprobleem. Een

gezond mens hoest als hij zich verslikt. Die

lichamelijke reactie ontbreekt bij mensen

met een sensibiliteitsprobleem. Ze kunnen

daardoor de kwaliteit van het eigen slikken

slecht beoordelen.’

Scholten bedacht een behandelprotocol

waardoor klanten die feedback van het

lichaam met een omweg toch krijgen.’ Bij

de methode biofeedback worden elek-

Met

aan

dan

k aa

n ss

Rot

terd

am

Page 12: Laurens magazine zomer 2014

12 Laurens

Mark Verhart is sinds juli 2013 adviseur en projectleider Innovatie en Ontwik-keling bij Laurens. Hij is van huis uit industrieel ontwerper. Het feit dat hij géén ervaring had met zorg was bij de sollicitatie een pre.

troden op de keel gezet die verbonden zijn

met een computer. De klant kan vervolgens

op het scherm zien hoe efficiënt hij slikt. ‘Ik

kreeg bij Laurens de ruimte om de methode

op kleine schaal te testen. Uit dit onderzoek

blijkt dat klanten dankzij biofeedback weer

meer controle krijgen over het slikken en

dat een lichte verbetering in de kracht van

het slikken optreedt.’

Scholten stak de afgelopen anderhalf jaar

veel tijd in het schrijven van een protocol.

Onlangs presenteerde hij een voorstel voor

een grootschalig onderzoek aan de weten-

schappelijke onderzoekscommissie van

Laurens. ‘Daar is enthousiast op gereageerd

en er zijn gelden voor vrijgemaakt. Mijn doel

is goede diagnostiek via FEES (Functionele

Endoscopische Evaluatie van het Slikken)

waar wij ook trainingscentrum voor zijn, te

combineren met een adequate behande-

ling. Zo kunnen neus- en maagsondes, die

paradoxaal genoeg vaak slikproblemen

kunnen verergeren en veroorzaken, eerder

verwijderd worden. Daardoor is kostbare

sondevoeding niet meer nodig. Op deze

manier verbeter je de kwaliteit van leven en

bespaar je kosten.’

Samen met een leverancier bedacht

Scholten ook het spreekuur stemrevali-

datie gericht op klanten die bijvoorbeeld

na het verwijderen van een tumor in de

keel zonder stembanden verder moeten.

Scholten: ‘Na de ‘officiële’ revalidatiepe-

riode bleken er nog veel verbetermogelijk-

heden te zijn, onder meer door gebruik van

hulpmiddelen. Dit spreekuur is erop gericht

klanten hierover te informeren.’ •

[email protected]

Mark Verhart:

‘Wij denken vanuit de gedachte: Waarom ook eigenlijk niet?’

dat we het helemaal niet over technologie

gehad hebben tijdens zo’n sessie.’

Verhart verzint samen met zijn collega van

alles, zoals bijvoorbeeld ‘Het huis van

mevrouw Van Oudenaarden’. Een proefruimte

ingericht als appartement, om te demon-

streren hoe technologie ons kan onder-

steunen om langer zelfstandig en fijn thuis te

blijven wonen (zie pagina 17). Geen science

fiction, maar gewoon tastbare producten

waar klanten en medewerkers mee kunnen

kennismaken en mee kunnen ‘spelen’.’

‘Wij zijn katalysator en proberen een

innovatief klimaat te creëren, ideeën van

anderen op een hoger plan te tillen, te

filosoferen, trends te volgen en vooral het

gezonde verstand te gebruiken en gewoon

te doen. Wij denken niet vanuit dogma’s en

traditie, maar vanuit de gedachte: Waarom

ook eigenlijk niet?’

Pilots die momenteel lopen zijn naast ‘Het

huis van mevrouw Van Oudenaarden’ onder

meer het Laurens Living Lab (zie pagina

14) en een test met radartechnologie in

Delfshaven. Verhart: ‘Met behulp van radar

kan letterlijk de ademhaling van klanten

gemeten worden. Zo meet je niet alleen of

de klant in bed ligt, maar ook hoe hij of zij

in bed ligt. Ook doen we mee aan Europese

projecten onder andere op het gebied van

zelfmanagement. Naast het testen van indi-

viduele oplossingen, denken we uiteraard

ook na over de vraag: Hoe past dit geheel

van mogelijkheden in ‘het Laurens van de

toekomst’.’ •

[email protected]

‘Mijn belangrijkste taak is om de

behoeften van klanten en zorgmedewer-

kers te inventariseren en die te koppelen

aan de mogelijkheden in de markt. Er

is technologisch gezien ontzettend veel

mogelijk. Maar de industrie kent de

problematiek van de zorg vaak onvol-

doende en zorgmedewerkers zijn geen

techneuten; ze zijn soms zelfs angstig

voor technologie. Ik ben – samen met

mijn collega Leo Groeneweg – werkzaam

als ‘bruggenbouwer’. Tijdens de vraagver-

kenning draait het voor mij vooral om de

vraag: wat willen we nu echt bereiken?

Technologie speelt op dat moment nog

geen rol. Het is een van de oplossingen

en geen doel op zich. Omdat ik indu-

strieel ontwerper ben, gebruik ik tastbare

en visuele methodes om behoeften en

vragen te onderzoeken. Bijvoorbeeld

A3-werkvellen waarop de probleemsitu-

atie visueel is geschetst. Bij een inven-

tarisatie over bewegingsvrijheid van

bewoners heb ik bijvoorbeeld alle ruimtes

getekend. De zorgmedewerkers konden

vervolgens op de vellen aangeven wie

op welke plekken op de afdeling naar

binnen zouden mogen. Ook konden ze

beschrijven wat hun ideale situatie voor

bewoners zou zijn. Zo voorkom je stapels

papierwerk en kom je sneller tot de kern.

Een andere methode is dat ik iedereen

om beurten in een minuut zijn of haar

gedachte laat opschrijven en het vel dan

door wordt gegeven. Zo zie je snel de over-

eenkomsten en verschillen en hoef je met

elkaar alleen maar over de verschillen na

te denken. Bovendien krijg je zo ook boven

water wat ‘de zwijgers’ vinden. Grappig is

dat zorgmedewerkers geregeld opmerken

‘Wij zijn katalysator en proberen een innovatief klimaat te creëren’

Page 13: Laurens magazine zomer 2014

Hans Alphenaar (67):

‘Ik hoop dat er in de toekomst wordt gekeken naar wat iemand écht nodig heeft’‘Ik woon samen met mijn vrouw Ineke (65) in het Lloydkwartier in

Rotterdam. Omdat ik aan de Ziekte van Parkinson lijd, worden mijn

spierkracht en motoriek aangetast. Daarom heb ik wekelijks zorg aan huis

nodig bij het douchen en aankleden. Vroeger hielp mijn vrouw me daarbij,

maar ook zij heeft al enige tijd gezondheidsproblemen. Ze is geopereerd

aan een tumor in haar hoofd en revalideerde daarna drie maanden in een

verpleeghuis. In die drie maanden zorgde ik voor mezelf en hoewel dat is

gelukt, was het behoorlijk zwaar. Op dit moment maak ik gebruik van een

half uur Zorg aan Huis per week. We betalen een hoge eigen bijdrage en

proberen onze uitgaven aan zorg zoveel mogelijk te beperken. Daarnaast

hebben we drie uur per week een particuliere huishoudelijke hulp. Omdat

de tumor is teruggekomen bij Ineke moet ze bestraald worden. We willen

heel graag zelfstandig blijven wonen, maar het hangt natuurlijk af van

onze lichamelijke conditie. Waar ik veel baat bij heb is de specialistische

fysiotherapie die ik krijg bij ParkisonNet. Deze wordt gelukkig wel vergoed.

Voor mij begint autorijden problematisch te worden en een wens voor

de toekomst is dan ook dat ik op een gemakkelijke manier vervoer kan

regelen.

Onze drie kinderen zijn zeer betrokken bij ons, maar het zijn dertigers

met drukke banen en jonge kinderen. We willen ze niet belasten zolang

het niet echt nodig is. In de flat waar wij wonen, kom je je buren maar

sporadisch tegen. Zoiets als een netwerk van buren die elkaar helpen,

komt hier dus niet zo snel van de grond. Wel komt er iedere vrijdagmiddag

iemand langs om een potje met me te schaken via een maatjesproject

van het UWV. Dat vind ik erg leuk. Met de bezuinigingen op de zorg en

de overheveling van de AWBZ en Wmo naar de gemeente, is de toekomst

best onzeker. Ik houd er rekening mee dat ik door mijn ziekte op den duur

24-uurszorg nodig heb, maar hoe ziet dat er tegen die tijd uit? Ik hoop dat

de gemeente de zorg dichter bij de klant kan organiseren en dat er wordt

gekeken naar wat iemand écht nodig heeft. Onze ervaring is dat je door

een landelijke instantie als het CIZ al snel in een hokje wordt geduwd.’ •

13 Laurens

Een blik in de toekomst: hoe ziet de 50-plusgeneratie van Rotterdam haar toekomst?

Page 14: Laurens magazine zomer 2014

Leo Groeneweg is adviseur technische innovatie bij Laurens

Laurens Antonius IJsselmonde 3 april 2O14

Drie studenten van de Hogeschool Rotterdam veranderen met stukjes klei, een Makey Makey-setje (printplaatje + elektrodes) en een aantal laptops en pc’s, radicaal de kijk van verzorgenden op de reva-lidatie van klanten met niet aangeboren hersen-aandoeningen. De kern is simpel: sluit aan bij de belevingswereld van de klant en laat ‘lol’ de boven-toon voeren tijdens het revalideren.

Met dank aan:Jose Luis Rasmussen, Thijs Rensen (beiden student gezondheidszorg technologie), Jasper Slooten (student ergotherapie), Mark Verhart, Leo Groeneweg (beiden adviseur technologische innovaties bij Laurens), Meneer Pleisier, Meneer Stegers, mevrouw Ten Broek, Annemarie de Waard (senior teamleider Laurens).

De ‘uitvinders’ Thijs, Jasper en JoseDoor een herseninfarct is het geheugen en het spraak-vermogen van mevrouw Ten Broek verslechterd.

Pianospelen op de muur, het moet niet gekker worden!

Meneer Stegers heeft moeite met fijne motoriek en schrijven.

Toetsen van klei zijn makkelijker te bedienen, dan de kleine knopjes van een toetsenbord.

De basis: klei, Makey Makey

en lol.

Ik maak graag denkpuzzels.

Mooi zo, goed naar voren.

Makey Makey kost 5O euro. De drempel

is dus laag.

De studenten koppelen heel slim een spelelement aan een

behandeldoel.

Oefenen we direct de

rompfunctie.

Ik denk dat het echt wat kan

zijn!

Dat gaat wel makkelijk zo.

Pianospelen op de muur is een prima manier om hoge oefeningen te doen.

Tijdens het Living Lab werd ook geoefend met computerspelletjes. Jasper: ‘Zo oefen je cognitieve vaardigheden die je eigenlijk bij alle dagelijkse handelingen nodig hebt.’

Mark Verhart is adviseur technische innovatie bij Laurens

Annemarie is senior teamleider bij Laurens Antonius IJsselmonde

Met Makey Makey kunnen revalidanten van alles oefenen wat ze in het dagelijkse leven nodig hebben: de deurkruk naar beneden bewegen, de sleutel in het slot draaien…

Kijk: de techniek. Het is eigenlijk heel simpel.

KLEI???

Bekijk meer toepassingen van Makey Makey via:

www.makeymakey.com.

Dat klinkt helemaal niet

gek!

strip_v02.indd 2-3 20-05-14 11:31

14 Laurens

Page 15: Laurens magazine zomer 2014

Leo Groeneweg is adviseur technische innovatie bij Laurens

Laurens Antonius IJsselmonde 3 april 2O14

Drie studenten van de Hogeschool Rotterdam veranderen met stukjes klei, een Makey Makey-setje (printplaatje + elektrodes) en een aantal laptops en pc’s, radicaal de kijk van verzorgenden op de reva-lidatie van klanten met niet aangeboren hersen-aandoeningen. De kern is simpel: sluit aan bij de belevingswereld van de klant en laat ‘lol’ de boven-toon voeren tijdens het revalideren.

Met dank aan:Jose Luis Rasmussen, Thijs Rensen (beiden student gezondheidszorg technologie), Jasper Slooten (student ergotherapie), Mark Verhart, Leo Groeneweg (beiden adviseur technologische innovaties bij Laurens), Meneer Pleisier, Meneer Stegers, mevrouw Ten Broek, Annemarie de Waard (senior teamleider Laurens).

De ‘uitvinders’ Thijs, Jasper en JoseDoor een herseninfarct is het geheugen en het spraak-vermogen van mevrouw Ten Broek verslechterd.

Pianospelen op de muur, het moet niet gekker worden!

Meneer Stegers heeft moeite met fijne motoriek en schrijven.

Toetsen van klei zijn makkelijker te bedienen, dan de kleine knopjes van een toetsenbord.

De basis: klei, Makey Makey

en lol.

Ik maak graag denkpuzzels.

Mooi zo, goed naar voren.

Makey Makey kost 5O euro. De drempel

is dus laag.

De studenten koppelen heel slim een spelelement aan een

behandeldoel.

Oefenen we direct de

rompfunctie.

Ik denk dat het echt wat kan

zijn!

Dat gaat wel makkelijk zo.

Pianospelen op de muur is een prima manier om hoge oefeningen te doen.

Tijdens het Living Lab werd ook geoefend met computerspelletjes. Jasper: ‘Zo oefen je cognitieve vaardigheden die je eigenlijk bij alle dagelijkse handelingen nodig hebt.’

Mark Verhart is adviseur technische innovatie bij Laurens

Annemarie is senior teamleider bij Laurens Antonius IJsselmonde

Met Makey Makey kunnen revalidanten van alles oefenen wat ze in het dagelijkse leven nodig hebben: de deurkruk naar beneden bewegen, de sleutel in het slot draaien…

Kijk: de techniek. Het is eigenlijk heel simpel.

KLEI???

Bekijk meer toepassingen van Makey Makey via:

www.makeymakey.com.

Dat klinkt helemaal niet

gek!

strip_v02.indd 2-3 20-05-14 11:31

15 Laurens

Page 16: Laurens magazine zomer 2014

Memed Zararsiz (50):

‘Als ik oud en hulpbehoevend ben, wil ik het liefst met andere ouderen wonen’

‘Mijn ouders zijn vijftien jaar geleden teruggegaan naar Turkije om

daar oud te worden, maar ik wil in Nederland blijven. Ik woon en

werk hier sinds 1981. Mijn vier kinderen tussen de 20 en 28 jaar

zijn hier opgegroeid en inmiddels heb ik ook een kleindochter. Als

penningmeester van de Turkse Stichting Birlik spreek ik vaak oudere

mensen uit mijn cultuur. Wat mij dan opvalt is dat het in de Turkse

gemeenschap al lang niet meer vanzelfsprekend is dat kinderen

voor hun ouders zorgen als deze hulpbehoevend worden. Soms wel

een tijdje. Maar op een gegeven moment wordt het te zwaar om

die zorg te combineren met hun eigen gezin en baan en zoeken ze

een plaats in een verzorgingshuis voor de ouder. Zo gaat het niet

alleen in Nederland, maar ook in Turkije. Ook daar is de samenleving

veranderd en heb je goede verzorgingshuizen voor ouderen.

Het is jammer dat er in de toekomst geen verzorgingshuizen meer

zijn. Ik zou ik daar zeker voor gekozen hebben vanaf het moment

dat ik hulp nodig zou hebben bij de gewone dagelijkse dingen zoals

wassen, koken, aankleden, lopen. Het lijkt me heel vervelend als ik

mijn kinderen daarmee zou moeten belasten. Ik zou me bezwaard

en ongelukkig voelen. Het lijkt het me ook minder eenzaam om

samen met andere ouderen te wonen. Voor mij hoeft dat trouwens

niet speciaal in een Turkse of Islamitische groep te zijn, ik geef

de voorkeur aan een multiculturele omgeving. En dan zouden

mijn kinderen en kleinkinderen in de weekenden op bezoek

kunnen komen.’ •

Een blik in de toekomst: hoe ziet de 50-plusgeneratie van Rotterdam haar toekomst?

16 Laurens

Page 17: Laurens magazine zomer 2014

17 Laurens

Het Huis van mevrouw Van Oudenaarden

Dit is het Huis van mevrouw Van Oudenaarden. Op het blote oog een

doodgewone seniorenwoning. Maar schijn bedriegt: via de televisie

kun je straks bijvoorbeeld beeldbellen en met een druk op de knop

open je de gordijnen of doe je het licht aan. De woonruimte is bedoeld

als experiment. Hier kunnen klanten en medewerkers kennismaken,

oefenen en vooral hun mening geven over technologie die het mogelijk

maakt langer op een fijne manier zelfstandig te blijven wonen.

De oudere van de toekomst woont zolang

mogelijk thuis en houdt zo lang mogelijk

de regie over zijn of haar eigen leven. Dat

technologie daarbij een steeds belangrijkere

rol zal innemen is duidelijk. Welke technolo-

gische oplossingen daarbij uitkomst bieden,

nog niet. Om te onderzoeken wat echt

werkt heeft Laurens verschillende leveran-

ciers namens mevrouw Van Oudenaarden

‘aan het werk gezet’.

CasusLeo Groeneweg, adviseur en projectleider

Innovatie en Ontwikkeling bij Laurens:

‘We hebben op basis van een casus van

een fictieve klant verschillende producenten

benaderd om het appartement met hun

oplossingen in te richten.’ In de casus staan

onder meer de wensen van de mevrouw

Van Oudenaarden en haar dochter

beschreven. De klant wil bijvoorbeeld graag

zoveel mogelijk zelf (blijven) doen. Als ze

wel hulp nodig heeft, bijvoorbeeld als ze

valt, wil ze dat een selecte groep mensen

(dochter, buurman en (thuiszorg)mede-

werker) snel zelfstandig bij haar naar binnen

kan. Ook wil ze bijvoorbeeld graag weten

wie er voor de deur staat zonder de deur te

openen. Haar dochter wil onder meer op

afstand met haar moeder kunnen commu-

niceren en wil weten wat de mogelijkheden

zijn om haar moeder op gepaste wijze af en

toe te volgen in haar dagelijks leven.

‘Slimme’ weegschaalGroeneweg: ‘We zijn momenteel druk bezig

met inrichten. Idee is een mix te maken

van hulpmiddelen die ouderen in principe

zelf kunnen aanschaffen en specifieke

zorg domotica. Dat kunnen bijvoorbeeld

een televisie zijn waarmee je kunt beeld

bellen en gordijnen die je op afstand kunt

bedienen. Of bijvoorbeeld een ‘slimme’

weegschaal die gewichtsgegevens bijhoudt

die je via je tablet of smartphone doorgeeft

aan de huisarts of diëtiste.’

De wijk inDe pilot is bedoeld om vrijblijvend te

kunnen snuffelen aan technologische

hulpmiddelen en oplossingen. De techno-

logie zal in tijdsblokken van ongeveer drie

maanden wisselen. Tweede stap is om

kansrijke technologieën aan te bieden via

een pilot in de wijk. •

De gegevens die deze ‘slimme’ weegschaal onthoudt, deel je via een tablet of mobiele telefoon gemakkelijk met bijvoorbeeld een behandelaar.

Casus en plattegrond Huis van mevrouw

Van Oudenaarden:

www.laurens.nl/uwzorgpartner

Page 18: Laurens magazine zomer 2014

18 Laurens

Besparingen in de zorg? Volgens Aad Nales, directeur van Rotterdam

Community Solutions is er nog een flinke slag te slaan. Níet door te

besparen op zorgmedewerkers en de kwaliteit van zorg, wél door dure

administrateurs grotendeels de laan uit te sturen.

‘Hiërarchie in de zorg is duur en bovendien

vaak niet nodig’, zegt Aad Nales. Nales

is directeur van Rotterdam Community

Solutions (Rotterdam CS), een bedrijf dat

ict-oplossingen maakt voor zelforgani-

satie. ‘We zijn in Nederland te ver doorge-

slagen in het indiceren van zorgbehoeftes

en de bijbehorende protocollen voor het

toekennen van de benodigde zorg. Dat

geldt zowel voor zorgorganisaties als

voor zorgverzekeraars. Georganiseerd

wantrouwen noem ik dat. Het is allemaal

veel te ingewikkeld geworden. Als je een

auto least zijn er drie vragen belangrijk:

kun je het betalen, hoeveel rijd je en voor

hoeveel jaar wil je leasen? Als het zo simpel

kan, waarom maken we het in de zorg dan

zo ingewikkeld? Alles is tot op de minuut

vastgelegd, maar juist dat vastleggen kost

het meeste geld. Ik pleit daarom voor meer

zelforganisatie door zorgmedewerkers.’

Dat versimpeling van het administratieve

systeem ook enige vorm van misbruik in de

hand werkt is onvermijdelijk, denkt Nales.

‘Soms zal een klant teveel zorg krijgen en er

zal ook vast wel eens een klant overstappen

naar de concurrent. Maar dat moet je op

de koop toenemen. Het is uiteindelijk een

keuze: vertrouw je op het oordeel van de

thuiszorgmedewerker bij het toekennen van

zorg. Of maak je er een dure papierwinkel

van? Door werknemers meer zelf te laten

regelen is uiteindelijk zo’n zeventig procent

van de administrateurs niet nodig. Daar zit

voor zorgorganisaties en zorgverzekeraars

de winst.’

Planners overbodigThuiszorg Rotterdam maakte onlangs

met behulp van een door Rotterdam CS

ontwikkelde tool een flinke stap naar een

‘plattere’ organisatie. Het gaat om een

roosteroplossing die planners overbodig

maakt. Nales: ‘De tool die te bedienen is

via de smartphone houdt rekening met een

aantal basiselementen: het aantal uren dat

verzorgenden werken, wanneer ze wel en

niet kunnen, ziekte, vakantie maar ook met

de voorkeur in volgorde van bezoeken aan

klanten en ‘plakkerigheid’. Dat laatste wil

zeggen dat de tool ‘onthoudt’ wie er op

welk dagdeel het meest is geweest bij een

bepaalde klant, zodat in de toekomst ook

die koppeling wordt gemaakt.’

SamenwerkingDe tool bespaart de organisatie geld, is

erg klantgericht en houdt rekening met

de wensen van medewerkers. Nales:

‘Uitgangspunt van alle tools van Rotterdam

CS is samenwerking. Alle betrokkenen

moeten zich in de oplossing kunnen vinden:

de klant, de leveranciers en de medewer-

kers. De samenwerking moet bovendien

voor iedereen voordeel opleveren, alleen

dan maakt men er gebruik van en is een

oplossing succesvol.’

iPad-generatieNales ziet veel kansen in de veranderende

ouderenzorg voor ict-oplossingen die

samenwerking vergemakkelijken. Nales: ‘De

iPad-generatie komt eraan. Vijf jaar geleden

bleek uit onderzoek van de Hogeschool

Rotterdam dat in Pendrecht drie procent

van de klanten van Thuiszorg Rotterdam

over internet beschikt. Inmiddels is dat

gegroeid naar dertig procent en ik verwacht

dat over vijf tot zes jaar vrijwel alle klanten

over internet beschikken. Die ouderen gaan

veel vaker gebruik maken van oplossingen

die via het internet aangeboden worden. Je

ziet het nu al. Neem bijvoorbeeld de Buren-

hulpcentrale, die inmiddels in gemeentes

Den Haag en Hilversum gebruikt wordt. Een

ict-oplossing die de beschikbaarheid van

vrijwilligers koppelt aan de zorgvraag. We

gaan daarbij uit van de moderne vrijwilliger:

mensen die graag wat voor een ander doen

maar liever niet op een vaste dag. Voldoen

aan die wensen werkt, het aanbod aan vrij-

willigers is momenteel groter dan de vraag.

Een andere oplossing waar wij momen-

teel aan werken is Mooved. Een digitaal

samenwerkingsplatform dat het vervoer

voor ouderen afstemt tussen vervoer-

ders, de klant en vrijwilligers. Vervoerders

krijgen door hoe laat ze een oudere moeten

ophalen en waar die persoon naar toe

moet. De oudere of vrijwilliger krijgt tijdig

een melding, zodat hij of zij – eventueel met

hulp van een vrijwilliger – klaar staat als de

vervoerder aankomt. Tien jaar geleden toen

minder mensen over internet beschikten

was zoiets ondenkbaar geweest.’ •

Meer weten over Aad Nales:Filmpje: www.laurens.nl/uwzorgpartner

Rotterdam CS:

www.rotterdam-cs.com/nl/aad

‘Maak je er een dure papierwinkel van of vertrouw je op de thuiszorg-medewerker?’

Page 19: Laurens magazine zomer 2014

19 Laurens

met het georganiseerde

wantrouwen’

‘WEG

Page 20: Laurens magazine zomer 2014

20 Laurens

‘Het HART moet terug in de zorg’

Page 21: Laurens magazine zomer 2014

21 Laurens

Alexander Maas adviseert Laurens bij het schetsen van een

organisatieontwerp om beter in te kunnen spelen op de ouderenzorg

van de toekomst. ‘Het hart moet terug in de zorg. En de organisatie

moet daaromheen worden gebouwd.’

De ouderenzorg is de afgelopen decennia

sterk ‘vermanaged’’, zegt Maas. ‘Het

systeem is financieel, administratief en

procesmatig zo efficiënt mogelijk ingericht.

Daardoor komt de spontane en natuurlijke

interactie tussen klanten en zorgprofessio-

nals in de knel. Dat doet geen recht aan de

ouderen en is bovendien heel moeilijk voor

mensen die vanuit hun hart voor de zorg

hebben gekozen.’ Maas is bijzonder hoogle-

raar Humanisering en verandering van zorg

aan de Universiteit voor Humanistiek. Hij

is daarnaast als hoofddocent organisatie-

ontwikkeling verbonden aan de Rotterdam

School of Management van de EUR.

Transitie en transformatieDe beleidswijzigingen als gevolg van de

overheveling van de ouderenzorg vanuit de

AWBZ naar gemeente (Wmo) en zorgver-

zekeraars, worden vaak aangeduid met de

term ‘transitie’. Maas: ‘Voor zorgorgani-

saties – voor managers en medewerkers

bij Laurens – betekent deze transitie dat

ze moeten transformeren. Een dergelijke

verandering gaat over gedrag en cultuur en

over een andere manier van werken.’

Hier liggen kansen, volgens Maas. ‘Men

roept in de zorgsector al jaren dat de klant

centraal moet staan. Dit is het moment om

af te rekenen met de oude modellen waarin

de zorg is gegoten. Laten we nu eens écht

kijken naar de behoeften van ouderen en

zorgprofessionals. Wat willen zij? En laten

we die behoeften benaderen vanuit de

relatie tussen oudere en zorgprofessionals

in plaats vanuit de organisatie. Die relatie is

immers de basis voor de zorg. Een organi-

satiestructuur zou daaromheen gebouwd

moeten worden.’

Relatie centraal Een traditionele zorgorganisatie is een

piramidevorm met bovenin een bestuurder

en daaronder respectievelijk directeuren,

managers en afdelingshoofden, en

helemaal onderaan de zorgprofessionals.

Veranderingen worden vaak bovenin

bedacht en onderaan geïmplementeerd.

Wat nodig is, is dat de dynamiek die op

de werkvloer ontstaat, de top inspireert.

Een kanteling die al op sommige plekken

zichtbaar is. Als voorbeeld noemt Maas

zelfsturende teams, ‘zichtbare schakels’

en platforms, zoals het multidisciplinaire

overleg (MDO). Maas: ‘Het zijn voorbeelden

waarin de dynamiek en samenwerking

voortkomen uit wat er in de praktijk nodig

is. Soepele organisatievormen die ten

dienste staan van de klant/professional-

relatie, ondersteund door relevante stafaf-

delingen in het bedrijf.’

In het organisatieontwerpproces van

Laurens, waarbij Maas als adviseur

betrokken is, vormt deze klant/professional-

relatie het uitgangspunt. ‘De bedoeling is

om de andere processen, zoals Innovatie

en Ontwikkeling, ICT, planning, financiering

en HRM, zo te organiseren dat zij die relatie

faciliteren. Dat lijkt in eerste instantie erg

complex, maar er zijn tal van voorbeelden

waarbij dat prima lukt. Kijk naar bedrijven

als Apple en Google die zich volledig naar

de klant voegen. Je zou bijna vergeten dat

er achter de digitale platforms überhaupt

een organisatievorm zit. Ook in de zorg

wordt geëxperimenteerd met dit uitgangs-

punt, zij het nog mondjesmaat.’

Taal en gedragWat het lastig maakt voor organisaties

als Laurens is dat je niet vanuit het niets

een organisatie ontwerpt, maar vanuit een

bestaand model. Maas: ‘Op papier is dat

geen probleem, maar de consequenties

voor de bestaande werkprocessen en de

inrichting van de organisatie zijn groot. Het

veranderingsproces, de transformatie, is

niet iets wat je van ‘a’ tot ‘z’ in een tijdslijn

uit kunt zetten, daar gaan jaren overheen.

Belangrijke stap is dat je met taal en gedrag

laat zien hoe het anders kan. In het contact

tussen klant en professionals moet het

gaan om concrete zorg die in zelforga-

niserende teams vorm krijgt. In de buurt

en wellicht ook intramuraal. Nu klinken

te vaak de bedrijfsprocessen door in dat

contact. Kennis van zorgverleners wordt

bijgehouden en ontwikkeld in verschil-

lende platforms, die enerzijds rondom een

bepaald vakgebied (monodisciplinair) en

anderzijds rond een werkveld (multidiscipli-

nair) kunnen worden georganiseerd. In de

palliatieve zorg laat Laurens zien hoe het

anders kan’, vervolgt Maas. ‘De leerhuizen

zijn voorbeelden van dynamische platforms

waar professionals multidisciplinair onder-

zoeken hoe ze de zorg zodanig kunnen

veranderen dat de relatie echt centraal komt

te staan.’

‘De relatie tussen de oudere en zorgprofessional is de basis’

Openheid Als de relatie tussen klant en zorgprofes-

sional de basis vormt voor een verandering

van de organisatie wat vraagt dit dan van

de zorgmedewerkers? Maas denkt daar

even over na: ‘Het gaat erom de voorzie-

ningen die er zijn om te vormen, en ze

effectiever in te zetten ten dienste van

die relatie. Wat dat van de professionals

zelf vraagt is openheid, en de bereidheid

om te leren en hun eigen vak te blijven

ontwikkelen in de praktijk van alle dag.

Tegelijkertijd denk ik dat een organisatie die

gebouwd is rondom die relatie, vooral veel

te bieden heeft. Verzorgenden en verpleeg-

kundigen kunnen weer echt hun vak uitoe-

fenen, klanten en hun familie voelen zich

meer geholpen.’ •

Meer weten over Alexander Maas: Filmpje: www.laurens.nl/uwzorgpartner

Profiel: tinyurl.com/p6jsxt7

Page 22: Laurens magazine zomer 2014

22 Laurens

In deze rubriek nemen we een kijkje in de keuken van een andere branche. Wat zijn de overeenkomsten, wat de verschillen?

Al in 2007 besloot Eneco vol voor duurzaamheid te gaan.

Een strategische keuze die ervoor moet zorgen dat het

energiebedrijf in de sterk veranderende markt een belang-

rijke speler blijft. Bram Poeth, directeur Eneco Zakelijk:

‘De energiesector maakt een megashift door van centraal

geleide grote systemen waarbij de omzet gegarandeerd

was en de klant niets te kiezen had, naar een model waarbij

de klantwens centraal staat. Gebruikers staan kritischer

en soms zelfs wantrouwend tegenover energiebedrijven.

Ze willen zelf bepalen welke energie ze afnemen en willen

energie steeds vaker zelf deels produceren.’ Eneco-direc-

teur Jeroen de Haas heeft daarom met zijn aantreden in

2007 het businessmodel drastisch veranderd. Eneco zet

sindsdien in op decentraal, duurzaam en samen. Poeth:

‘Wat de klant wil, staat centraal. Op basis daarvan bepalen

we welke activiteiten we ondernemen en met welke

partners we daarvoor in zee gaan.’

Activiteiten rondom klantwens‘Laurens maakt een vergelijkbare transitie door’, legt Ids

Thepass uit. ‘Vanaf de jaren zeventig gingen ouderen naar

een verzorgingshuis, die huizen waren tot voor kort vrijwel

altijd hetzelfde en met de financiering kwam het altijd rond.

Dat is verleden tijd. Ouderen zijn mondiger geworden, ze

willen zelf de regie houden en langer thuis blijven wonen.

Bovendien doet de overheid een groter beroep op zelfred-

zaamheid om de kosten in de zorg te drukken. Door deze

veranderingen is ook bij ons de klantwens centraal komen

te staan en daar passen wij onze activiteiten op aan. Het

verzorgingshuis bestaat binnenkort niet meer. Wij willen de

organisatie kantelen naar drie markt/productcombinaties:

complexe specialistische zorg (waaronder revalidatiezorg),

zorg voor mensen met dementie en zorg in de buurt.’

CultuurveranderingEen nieuw businessmodel vraagt om een herinrichting van

de organisatie en een cultuurverandering. Poeth: ‘Onze

nieuwe strategie brengt een periode van creative destruc-

‘Juist door het een keer níet zelf te doen gaat er een wereld voor je open’

De veranderingen in de ouderenzorg zijn onom-

keerbaar. Hetzelfde geldt voor de transitie in de

energiesector. Ids Thepass, voorzitter raad van

bestuur Laurens, en Bram Poeth, directeur Eneco

Zakelijk, leggen uit tot welke koersveranderingen

dit heeft geleid voor hun organisaties en welke

organisatie- en cultuurveranderingen dit vraagt.

tion met zich mee.’ Dat betekent onder meer bestaande

structuren afbreken en experimenteren. Om klanten beter

van dienst te kunnen zijn, zijn bijvoorbeeld alle zakelijke

activiteiten ondergebracht in één Eneco Zakelijk. Poeth:

‘Het doel van Eneco Zakelijk is vanuit een geïntegreerde

visie aan klantvragen voldoen. We wilden de hele keten

rondom de marktsegmenten organiseren, vergelijkbaar

met Laurens. We hebben nieuwe mensen aangenomen en

experimenteren met partnerships, onder meer met Dura-

Vermeer. Ook werken we samen met start-ups, zoals Quby

waarmee we een slimme thermostaat hebben ontwikkeld.’

Om intern en extern transparant en toegankelijkheid te

zijn, zijn bovendien de zes vestigingen samengevoegd in

een nieuw CO2-neutraal kantoor, dat het toonbeeld is van

Het Nieuwe Werken. Binnen Eneco Zakelijk hebben we

Bram Poeth, directeur Eneco Zakelijk

Page 23: Laurens magazine zomer 2014

23 Laurens

Handen op de rugThepass: ‘De cultuurverandering die binnen Laurens

plaatsvindt is van ‘zorgen voor’ naar ‘zorgen dat’. Lange

tijd hebben we gedacht dat de beste zorg de zorg is die

mensen zoveel mogelijk ontlast. Maar zo creëer je je

eigen omzet: je haalt mensen uit hun kracht, waardoor

ze juist zorg nodig hebben. Onze medewerkers leren nu

dat handen op de rug soms beter is en hoe ze onbenutte

potentie van het eigen netwerk van de klant beter kunnen

aanboren. Wij willen de (financiële) prikkel leggen op

mensen in hun kracht zetten. Kijk naar de diabeteszorg. Je

kunt mensen blijven monitoren, maar je kunt ze ook, tegen

een hoger tarief, in een korte periode zelf leren meten. Net

zoals dankzij zonnepanelen minder fossiele energie nodig

is, is daardoor uiteindelijk minder betaalde zorg nodig. Wij

steken veel energie in het trainen van onze medewerkers,

geven mensen de ruimte te experimenteren en werken

samen met de Hogeschool Rotterdam rond zogenaamde

innovation labs. Ook hebben we twee technologisch advi-

seurs in dienst genomen. Co-creatie zoals Eneco dat doet,

is nog niet iets wat wij veel doen.’

Betaalrelatie klantEr is ook een ander verschil. Thepass: ‘Wij hebben geen

directe betaalrelatie met de klant. De gemeente, de zorg-

verzekeraars en de landelijke overheid zijn onze financiers.

Als het gaat om complexe zorg, zoals revalidatie, is het

oordeel van ziekenhuizen bijvoorbeeld belangrijker dan dat

van de klant, om een contract te behouden. Dat maakt de

klantrelatie complex en vereist veel inzicht in de ‘systeem-

wereld’ – vooral in de financiële structuren – en de ontwik-

kelingen in de zorg. Laurens behoort in dit land tot de top

25 van zorginstellingen, we zijn maar een klein stukje. Maar

doordat we soms meer begrijpen dan andere instellingen

van de systeemwereld kunnen we er beter op anticiperen.’

VoorsprongWat zouden de heren elkaar mee willen geven? Poeth: ‘Ik

zou Laurens adviseren meer te co-creëren. Je hoeft niet

alles intern te ontwikkelen. Juist door het een keer níet zelf

te doen gaat er een wereld voor je open.’ Thepass: ‘Waar

het gaat om innovatie en creatie heb ik niets aan te merken.

Maar ik zou Eneco mee willen geven meer in de systeem-

wereld te duiken. Die wereld is misschien wel groter dan je

denkt en meer kennis kan voorsprong geven.’

Learning on the jobBeiden concluderen dat inspelen op de transities learning on the job is. Thepass: ‘In al onze domeinen is sprake

van heftige veranderingen, er zijn geen zekerheden. We

moeten daarom heel goed in onze netwerken zitten, zodat

we begrijpen wat er gebeurt en hoe we daar op in kunnen

spelen.’ Poeth besluit: ‘En dit is nog maar het begin van de

perfect storm. •

bijzondere klanten, zoals bijvoorbeeld De Kunsthal. Het

contract hiermee komt voort uit het out-of-the-box-denken

van een voorheen zelfstandige unit binnen Eneco: Eneco

ESCO. Poeth: ‘ESCO heeft binnen een consortium met

Dura Vermeer en Roodenburg 1,5 miljoen euro geïnves-

teerd in de verduurzaming van de Kunsthal, eigendom van

de gemeente Rotterdam. Die maatregelen leiden tot een

lagere energierekening (dertig procent) en lagere exploi-

tatiekosten. De Kunsthal (de huurder) betaalt de investe-

ringen de komende jaren terug via de energierekening.’

Ids

Thep

ass,

voo

rzitt

er r

aad

van

bes

tuur

Lau

rens

Page 24: Laurens magazine zomer 2014

24 Laurens

Rudi Westendorp is naast hoogleraar directeur van

Leyden Academy on Vitality and Ageing. In januari 2014

publiceerde hij zijn inmiddels veelbesproken boek ‘Oud

worden zonder het te zijn’ over vitaliteit en veroudering.

Hierin wordt de levensloop van Nederlandse ouderen aan

alle kanten belicht - van biologie en geneeskunde, tot zorg

en maatschappij. Het boek stelt het beeld bij van ouderen

als een afhankelijke, hulpbehoevende en kwetsbare groep

burgers. ‘De meeste ouderen worden steeds gezonder en

vitaler oud en weten heel goed wat ze wel en niet willen,

zo blijkt uit ons onderzoek’, zegt Westendorp. ‘Maar

liefst 95 procent van alle ouderen geeft aan graag zelf de

regie te willen voeren over hun leven en zo lang mogelijk

zelfstandig te willen wonen. Opgenomen worden in een

verpleeghuis bij ziekte zien de meesten ook helemaal niet

zitten. Dat zijn de feiten. Maar daar wordt nog veel te

weinig mee gedaan, omdat de overheid en grote zorgorga-

nisaties de touwtjes nog nauwelijks uit handen willen

of durven geven.’

Bubbel doorgeprikt ‘Toch moeten ze wel’, stelt de hoogleraar. ‘Het bestaande

zorgsysteem kraakt in haar voegen. Dat weten we al sinds

2008 toen de economische crisis uitbrak. De bubbel die in

de jaren zestig en zeventig is ontstaan met de institutio-

nalisering van de verzorging en verpleging is met de crisis

in één keer doorgeprikt. De stijgende zorgkosten zijn niet

meer op te brengen. Diverse zorgorganisaties, waaronder

Laurens, realiseren gelukkig wel dat het anders moet, en

geven gehoor aan de roep om meer zorg op maat. Maar

het gaat nog niet ver genoeg. Een grondige herverdeling

van kosten, plichten en verantwoordelijkheden is nood-

zakelijk. Zorgorganisaties die niet mee willen gaan in die

ontwikkeling gaan het op termijn niet redden.’

Zelforganiserend vermogenDe regie en het geld moeten terug naar de ouderen zelf,

vindt Westendorp. ‘Ouderen betalen (via hun premies) voor

zorg, laat ze dan ook zelf bepalen hoe ze dit geld besteden

en hun oude dag invullen. Om dat voor elkaar te krijgen,

moeten landelijke politici en zorgorganisaties leren loslaten,

durven vertrouwen op het zelforganiserend vermogen van

ouderen.’ Wat dat betekent voor de zorgprofessionals? ‘Dat

zij een andere rol gaan vervullen. In plaats van aanbodge-

richt te werken, gaan ze het zelforganiserend vermogen van

ouderen zo goed mogelijk ondersteunen. Dat wordt hun

voornaamste taak. Het is belangrijk dat ze echt luisteren

naar wat ouderen willen, en samen met de klant kijken wat

er aan maatwerk en financieel mogelijk is. Dat is de richting

die we op moeten. Nieuwe initiatieven die werken met

zelfsturende buurtzorgteams, bewegen al die kant op. Hun

succes toont aan dat die benadering werkt.’

Eigen verantwoordelijkheid ‘Van ouderen zelf mag natuurlijk ook wat worden

verwacht’, vindt Westendorp. ‘Als je aangeeft dat je graag

zelf de touwtjes in handen houdt, dien je natuurlijk wel

op tijd na te denken over hoe je die laatste jaren van je

leven wilt inrichten. Waar en hoe je wilt wonen, op wie

je een beroep kan doen als je ondersteuning nodig hebt.

Het is belangrijk dat je tijdig voorzorgsmaatregelen treft.

Ouderen die dan roepen ‘Ja, maar mij kinderen hebben

het al zo druk, die wil ik niet belasten’, die hebben het niet

begrepen. Ik pleit er zeker niet voor om kinderen verant-

woordelijk te maken voor de verzorging van hun ouders,

zoals bijvoorbeeld in Duitsland het geval is. Maar er zijn

Maar liefst 95 procent van alle ouderen wil zelf de regie voeren over hun leven, en dus ook over de

zorg die ze nodig hebben. ‘Geef hen die verantwoordelijkheid dan ook’, zegt Rudi Westendorp. De

hoogleraar ouderengeneeskunde voorspelt dat organisaties die niet meegaan in deze paradigmaveran-

dering, en blijven werken vanuit hun eigen producten en protocollen, het niet lang meer volhouden.

genoeg andere mogelijkheden. Denk bijvoorbeeld aan

die grote hoeveelheid 65-plussers in dit land, waarvan de

meesten gezond van lijf en leden zijn. Je kunt elkaar ook

een handje toesteken. In elkaar investeren, daar wordt

onze maatschappij alleen maar beter van. We hebben onze

mond altijd zo vol over ‘onze kille, geïndividualiseerde

maatschappij’. Dit is een mooie kans om daar iets aan te

veranderen. Het is een valse gedachte dat je alles altijd in je

eentje kunt.’

Kwetsbare groepenHet overdragen van de regie aan ouderen zelf, betekent

overigens niet dat we op die manier kwetsbare ouderen

aan hun lot overlaten, benadrukt Westendorp. ‘Het is onze

morele verplichting om kwetsbare en afhankelijke ouderen

een volwaardige positie in onze samenleving te garanderen,

net zoals we de jeugd en gehandicapten dat recht hebben

gegund.’ Westendorp maakt graag nog een kanttekening.

‘Soms vraag ik me af of mensen wel beseffen hoe goed wij

het in Nederland hebben’, zegt hij. ‘Alle randvoorwaarden

om deze transitie in de zorg te laten slagen, zijn aanwezig.

In vergelijking met andere landen hebben wij de beste zorg,

de hoogste kwaliteit van voedsel, hoge inkomens, rechtsze-

kerheid en onze pensioenen zijn uitermate goed geregeld.

Ouderen hebben nog nooit eerder zoveel vermogen bij

elkaar vergaard als nu. Als het in Nederland niet kan, waar

dan wel? Ik denk dus oprecht dat die crisis een kans is.

Laten we het momentum met elkaar gebruiken om de

omslag te maken. Ik zie dat Laurens daarmee bezig is. Dat

er tijdens deze transitie veel rumoer is, en dat de partijen

elkaar goed moeten vasthouden om het samen tot een

goed einde te kunnen brengen, dat spreekt voor zich.’ •

Meer weten over Rudi Westendorp: Filmpje: www.laurens.nl/uwzorgpartner

Leyden Academy: www.leydenacademy.nl/onderzoek

Page 25: Laurens magazine zomer 2014

25 Laurens

‘Geef ouderen eindelijk de REGIE’

Page 26: Laurens magazine zomer 2014

26 Laurens

Nieuws

In het nieuwe onderkomen in de Motor-

straat ontvangt Laurens straks gasten met

verschillende aandoeningen voor revali-

datie. Els Diephout, locatiemanager: ‘Denk

aan patiënten die na een orthopedische of

oncologische operatie in het ziekenhuis nog

niet direct naar huis kunnen en mensen

met long-, hart- en neurologische aandoe-

ningen. Iedereen die moet revalideren is

van harte welkom, ook patiënten met een

beperkte zelfregie.’

Fitter naar huisKlanten kunnen met de komst van het hotel

sneller het ziekenhuis verlaten. Dankzij de

snelle start van de revalidatie, de multidis-

ciplinaire begeleiding en de samenwerking

met de specialisten en transferverpleegkun-

dige van o.a. het Ikazia ziekenhuis, gaan ze

bovendien sneller en fitter weer naar huis.

Het Trimbos-instituut gaat het Leerhuis Dementie van Laurens ondersteunen op het gebied van onderzoeksmetho-diek. Daarnaast slaan de organisaties de handen ineen bij nieuw onderzoek naar dementie. Eind maart hebben ze daarvoor een samenwerkingsovereen-komst getekend.

‘Wij waren op zoek naar een goede partner

die ons kan begeleiden op het terrein

van de methodologie en die hebben we

gevonden’, zegt Kees Schriek, manager

van het Leerhuis. ‘Het Trimbos-instiuut uit

Utrecht doet al jaren onderzoek naar onder

meer geestelijke gezondheid, waaronder

dementie. Haar kennis en ervaring op het

gebied van betrouwbare onderzoeksme-

thoden, -procedures en -werkwijzen is

groot. Daar willen wij van leren en zo de

kwaliteit van onze zorg verbeteren.’

De organisaties gaan in de nabije toekomst

ook samenwerken aan nieuw onderzoek

naar dementie. ‘Samen hebben we veel te

Het gebouwHet nieuwe onderkomen biedt ruimte aan

ongeveer 160 gasten die elk over een eigen

kamer met badkamer en toilet beschikken.

Naast behandelkamers en een polikliniek

zijn er diverse hotelvoorzieningen waar-

onder een restaurant en grand café. De

eerste verdieping staat geheel in het teken

van de revalidatie met behandelruimtes,

grote oefen- en fitnessruimte en een

centraal plein waar gasten in een stimule-

rende omgeving prettig kunnen verblijven.

Daarnaast onderscheidt het hotel zich

straks door een prettig leefklimaat, een

gastvrije bejegening, veel privacy en een

goede informatieoverdracht aan patiënten.

Technische innovaties Laurens zet in het revalidatiehotel de

nieuwste technologische snufjes in, zoals

sensoren voor de registratie van vitale

functies. Gasten kunnen er op elk moment

van de dag hun dossier en trainingspro-

gramma inzien via een tablet of hun smart-

phone. •

Webcam: volg de bouw van het revalidatie-

hotel via: tinyurl.com/ps5syfs

bieden’, zegt Schriek. ‘Het Trimbos is een

gerenommeerd kennisinstituut, wij zijn een

grote zorgorganisatie met veel deskundigen

in huis. Met elkaar maken we meer kans op

het aanboren van geldstromen voor nieuw

onderzoek.’

Leerhuis DementieHet Laurens Leerhuis Dementie ging 2010

van start. Schriek en programmamanger

Betty Birkenhäger (zie pagina 10) zijn vanaf

2013 bij het project betrokken en rollen het

initiatief nu Laurens-breed uit. Het Leerhuis

doet onderzoek, ontwikkelt richtlijnen,

verzorgt diverse trainingen voor medewer-

kers van Laurens en wil kennis en ervaring

tussen teams en locaties van Laurens

uitwisselen. In juli start er een E-learning

module voor medewerkers die het Leerhuis

samen met het Albeda College, de Lelie

zorggroep en het Trimbos-instituut heeft

ontwikkeld. •

[email protected]

Sneller revalideren, sneller naar huisOp 14 februari is de eerste paal van het Laurens revalidatiehotel in Rotterdam de grond ingegaan, op steenworp afstand van het Ikazia Ziekenhuis en het Zuidplein. Vanaf het najaar 2015 kunnen gasten hier intensief werken aan hun herstel in een gastvrije hotel-setting, onder begeleiding van gespecialiseerde multidisciplinaire teams van Laurens. Leerhuis Dementie en Trimbos

gaan nauw samenwerken

Page 27: Laurens magazine zomer 2014

Aan de domoticaJe kunt niet zeggen dat ik niet in de belangstelling sta. Nou ja, de ouderen-

zorg dan. Je kunt de tv niet aanzetten of het gaat erover. Zag in een uitzen-

ding van Omroep Max dat verzorgingshuizen gaan sluiten. Dat komt omdat

mensen vaker langer zelfstandig blijven wonen en dan thuis zorg ontvangen.

Niet leuk voor de bewoners van het verzorgingshuis, maar ik vind het wel

een fijn vooruitzicht. Langer thuis wonen kan dankzij allerlei technologische

toepassingen. Dat zag ik weer in een ander tv-programma. Domotica heet

dat. Interessant hoor: met de afstandbediening de zware gordijnen dicht

doen, via de tv met je huisarts praten tot en met sensoren die kijken hoe

vaak je er ’s nachts uit gaat. Dat laatste gaat wel een beetje ver, vind ik.

Overigens zit ik sinds kort ook aan de domotica. Kreeg laatst op mijn 75e

verjaardag van mijn kinderen een snijplank met een appeltje erop. ‘Nee

oma, dit is een iPad’, zeiden ze. ‘Zozo’, zei ik sceptisch. Maar toen mijn

kleindochter ‘m had aangesloten, kon ik verdikkeme skypen met Nina, mijn

andere kleindochter die in Spanje zat. Wat ben ik ineens technisch geavan-

ceerd! Daar kon ik dat dondersteentje van hiernaast, zeven jaar(!), mooi eens

de loef mee afsteken, dacht ik. Maar mijn wijsneusbuurmeisje was niet

onder de indruk van mijn nieuwe speeltje. ‘Hmm, zit geeneens Hayday of

Minecraft op’. Boven mijn hoofd cirkelde een vraagteken. Toen schrokken

we ons allebei het apezuur. De lampen gingen plotseling aan. ‘Oma Stien,

waarom floepen de lampen nu opeens aan?’, vroeg ze. Ik zeg: ‘Dat is mijn

old school-domotica, een tijdschakelaar. Dat doe ik voor de inbrekers. Als ik

weg ben en de lampen zijn aan dan denken ze dat ik thuis ben. ‘Huh?’, zegt

ze, ‘Inbrekers nemen zelf toch altijd zaklampen mee?’ Tja, je hebt natuurlijk

altijd baas boven baas. •

27 Laurens

Op dekorrel. . .

BuurtPas zoekt partners Dankzij de fusie tussen Thuiszorg Rotterdam en Laurens biedt de BuurtPas binnenkort nog meer senioren diensten in hun eigen wijk die het mogelijk maken langer zelfstandig te blijven wonen.

De BuurtPas biedt mensen die zelfstandig wonen de

mogelijkheid tegen flinke kortingen gebruik te maken

van een groot aantal diensten aan huis. Een kapper

of pedicure aan huis, bijvoorbeeld. Of een hulp die

de wekelijkse boodschappen doet, poetst, maaltijden

bezorgt of de tuin snoeit.

‘De pas is een uitkomst voor ouderen die niet of niet

voldoende aanspraak kunnen maken op geïndi-

ceerde zorg en toch net wat ondersteuning kunnen

gebruiken’, zegt Manja Ruggieri, coördinator van de

BuurtPas. ‘Het is een mooie aanvulling op de

zorgpakketten van Thuiszorg Rotterdam en Laurens

en de werkwijze sluit aan bij onze buurtgerichte

manier van werken.’ Via de website van BuurtPas

kunnen leden op eenvoudige wijze zoeken naar

diensten in de buurt. Naast de diensten aan huis

biedt de BuurtPas ook korting op een zorgverzekering,

uitjes en cursussen. Ruggieri selecteert het aanbod

en controleert de kwaliteit van de aanbieders. ‘We

gaan alleen in zee met geregistreerde bedrijven’,

zegt ze. ‘En we vragen onze leden regelmatig om

een evaluatie.’

Leden betalen € 17,50 voor een jaarabonnement en

ontvangen twee keer per jaar het gratis BuurtPasma-

gazine met daarin informatie over de nieuwste

aanbiedingen.

De BuurtPas kan inmiddels bogen op een goed,

betrouwbaar aanbod. Ruggieri: ‘Maar omdat we

ouderen zoveel mogelijk diensten in de eigen wijk

willen aanbieden, zijn we altijd op zoek naar

nieuwe partners.’ •

[email protected]

Meer informatie via: BuurtPas.com of via

www.thuiszorgrotterdam.nl.

Meer informatie over het

jaarverslag via:

www.laurens.nl/publicaties

Save the Date!Innovatiebijeenkomst ‘Wat brengt de toekomst van ouderenzorg ons?’

Voor: alle vakgenoten van onze samen -

werkende ziekenhuizen

Wanneer: dinsdag 16 september 2014

Hoe laat: tussen 13 en 18 uur

Waar: Laurens locatie in Rotterdam

Alvast aanmelden?

ketencoö[email protected]

Page 28: Laurens magazine zomer 2014

28 Laurens

‘Nu steeds meer verzorgingshuizen gaan

sluiten, zijn er nieuwe type locaties nodig

voor kortdurend verblijf. Met het herstel-

hotel sluiten we aan bij die ontwikkeling’,

zegt Van den Broek. ‘Hier werken we samen

met gasten aan een spoedig herstel, zodat

ze hun leven snel weer op de rails krijgen.’

Mensen die een nieuwe heup of knie

hebben gekregen kunnen er bijvoorbeeld

terecht. Net als patiënten die na een onco-

logische behandeling, een longziekte of een

neurologische aandoening nog niet direct

naar huis kunnen. De gasten verblijven er

gemiddeld twee à drie weken.

Samen met zijn vrouw Sabrien en diëtiste

Léontine van Meggelen is Van den Broek

directeur van het Medisch Hart Bleiswijk,

waar het herstelhotel deel vanuit maakt. In

het centrum is een groot aantal zorgver-

leners te vinden, waaronder een huisarts,

fysiotherapeuten en psychologen. Zowel

de hotelgasten als de inwoners in de regio

kunnen een beroep doen op deze zorgpro-

fessionals. Ook Zorg aan Huis van Laurens

Lansingerland heeft er haar onderkomen.

Korte lijnen Van den Broek: ‘De lijntjes zijn kort en voor

patiënten is het handig dat alle voorzie-

ningen hier bij elkaar zitten. Dat is een grote

meerwaarde, en in wezen onze drijfveer

om dit centrum op te zetten. Zorgverleners

stemmen hun werkzaamheden en behan-

delplannen ‘live’ op elkaar af en verwijzen

zonodig naar elkaar door, zonder lange

wachttijden voor de patiënt. Daarnaast

zorgen onze gastvrouwen ervoor dat het

de gasten van het herstelhotel aan niets

ontbreekt.’

Van den Broek was al enige tijd op zoek

naar een geschikt onderkomen voor het

centrum, toen hij in 2011 samen met

bouwkundige Fred Meijer en jurist Fred van

Alphen een gooi deed naar de openbare

aanbesteding voor de ontwikkeling van het

pand. De mannen sleepten de aanbeste-

ding in de wacht en binnen anderhalf jaar

realiseerden ze een grootscheepse inpan-

dige verbouwing. Tegelijkertijd wist Van den

Broek een flink aantal zorgpartners aan het

initiatief te committeren.

Vergroten zelfredzaamheid ‘Voor de ontwikkeling van het herstelhotel

vonden we een geschikte zorgpartner in

Laurens’, zegt Van den Broek. ‘Vanaf de

eerste dag bleek dat we hetzelfde doel voor

ogen hadden. We gaan steeds uit van het

vergroten van de zelfredzaamheid van onze

klanten. Nu het hotel klaar is, is het zaak

zoveel mogelijk bekendheid te geven aan dit

nieuwe initiatief, zodat al onze twaalf kamers

binnenkort permanent zijn gevuld.’ •

Laurens & Ed van den Broek

Eind maart is het Medisch Hart Bleiswijk geopend in het

voormalige gemeentehuis van Bleiswijk. Ook het nieuwe

herstelhotel De Orchidee van Laurens vindt er onderdak.

Initiatiefnemer en mede-eigenaar van het medisch centrum

Ed van den Broek vertelt hoe de voorziening, in samenwer-

king met Laurens, tot stand is gekomen.

‘Voor de ontwikkeling van het herstelhotel vonden we een geschikte zorgpartner in Laurens’