10
Voltooid tegenwoordige tijd

Le passé composé

  • Upload
    adeola

  • View
    97

  • Download
    1

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Voltooid tegenwoordige tijd. Le passé composé. De  passé composé  is een  werkwoordsvorm  in de  Franse  taal. Het drukt de  voltooid tegenwoordige tijd  (v.t.t.) uit, oftewel een gebeurtenis uit het verleden. Voorbeeld: Ik heb gegeten  J’ai mangé Ik ben gegaan  Je suis allé. - PowerPoint PPT Presentation

Citation preview

Page 1: Le  passé  composé

Voltooid tegenwoordige tijd

Page 2: Le  passé  composé

De passé composé is een werkwoordsvorm in de Franse taal. Het drukt de voltooid tegenwoordige tijd (v.t.t.) uit, oftewel een gebeurtenis uit het verleden.

Voorbeeld: Ik heb gegeten J’ai mangé Ik ben gegaan Je suis allé

Page 3: Le  passé  composé

Net als in het Nederlands bestaat de p.c uit: 1- een hulpwerkwoord: avoir of être. 2- een voltooid deelwoord (participe passé)

Je herkent het dus aan de twee werkwoorden.

Voorbeeld p.c met avoir (hebben) : J’ai visité (ik heb bezocht)

Voorbeeld p.c met être (zijn) : je suis parti (ik ben vertrokken).

Page 4: Le  passé  composé

1- Als het regelmatige werkwoord op –er eindigt verandert de –er in é :

Manger = eten Mangé = gegeten. 2- De regelmatige werkwoorden op –ir hebben een

voltooid deelwoord dat eindigt op –i : Finir (eindigen)---- fini (geëindigd) 3- De regelmatige werkwoorden op –re hebben een

voltooid deelwoord dat eindigt op –u: Attendre (wachten)---- attendu (gewacht)

Page 5: Le  passé  composé

1- het werkwoord ‘avoir’ en ‘être’ (uit je hoofd leren!)

2- van een regelmatig werkwoord dat op –er, -ir of –re eindigt een voltooid deelwoord te maken.

3- Als het werkwoord onregelmatig is moet je de passé composé vorm uit je hoofd leren (gele boekje).

Page 6: Le  passé  composé

1-In het gele ww. boekje heb je alleen maar onregelmatige ww.

2-Zoek het werkwoord in je gele boekje op. 3- Heb je hem gevonden? Dan is het

werkwoord onregelmatig. 4- Heb je hem niet gevonden? Dan is het ww.

regelmatig. Je moet dan de regelmatige tijden toepassen.

Page 7: Le  passé  composé

Als het hulpwerkwoord avoir is verandert het voltooid deelwoord nooit!

Voorbeeld: j'ai mangé

tu as mangéil a mangénous avons mangévous avez mangéils ont mangé

Page 8: Le  passé  composé

Voorbeeld: Je suis allé(e)

tu es allé(e)Il/elle est allé (e)nous sommes allé(e)svous êtes allé(e)sIls/elles sont allé(e)s

Page 9: Le  passé  composé

Er zijn veel werkwoorden in het Nederlands die met ‘zijn’ worden vervoegd terwijl het Franse werkwoord met ‘avoir’ gaat:

Bijv. Il a commencé--- hij is begonnen J’ai été------------ ik ben geweest.

Page 10: Le  passé  composé