LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS - pro.g-o.bepro.g-o.be/blog/documents/2002-232.pdf · Onderdeel TV van het leerplan 25 10. Visie 25 11. Beginsituatie 26 12. Algemene doelstellingen 27

LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS Vakken: PV Praktijk Bouw/hout PV Praktijk/stages Bouw/hout TV Bouw/hout Studierichting: Bouw- en houtkunde Studiegebied: Bouw Onderwijsvorm: TSO Graad : derde graad Leerjaar: eerste en tweede leerjaar Leerplannummer: 2002/232 (vervangt 99046) Nummer inspectie: (vervangt 2002/317//1/Q/SG/1/III/ / D/)

TSO – Derde graad – Specifiek gedeelte Bouw- en houtkunde 2 Eerste en tweede leerjaar

Inhoud

Onderdeel PV van het leerplan 3 1. Visie 3 2. Beginsituatie 4 3. Algemene doelstellingen 5 4. Leerplandoelstellingen en leerinhouden 6

4.1. PV Praktijk Bouw/Hout 6 4.2. PV Praktijk/Stages Bouw/Hout 6

5. Pedagogisch-didactische wenken 8

5.1. PV Praktijk Bouw/Hout 8 5.2. PV Praktijk/Stages Bouw/Hout 8

6. Minimale materiële vereisten 9 7. Evaluatie 14 8. Bibliografie 18 Onderdeel TV van het leerplan 25 10. Visie 25 11. Beginsituatie 26 12. Algemene doelstellingen 27 13. Leerplandoelstellingen/leerinhouden 28

13.1. TV Bouw/Hout 28

13.1.1. Constructieleer 28 13.1.2. Materialenleer 35 13.1.3. Sterkteleer en grafostatica 42 13.1.4. Weg- en waterbouwkunde 47 13.1.5. Betonbouw 52 13.1.6. Staalbouw 55 13.1.7. Esthetica van de woning 59 13.1.8. Topografie 62 13.1.9. Technisch tekenen 66 13.1.10. Toegepaste informatica 70

14. Pedagogisch-didactische wenken en timing 73

14.1. TV Bouw/hout 73

14.1.1. Constructieleer 73 14.1.2. Materialenleer 73 14.1.3. Sterkteleer en grafostatica 73 14.1.4. Weg- en waterbouwkunde 75 14.1.5. Betonbouw 75 14.1.6. Staalbouw 76 14.1.7. Esthetica van de woning 76 14.1.8. Topografie 77 14.1.9. Technisch tekenen 77 14.1.10. Toegepaste informatica 77

15. Minimale materiële vereisten 78 16. Evaluatie 91 17. Bibliografie 92


Onderdeel PV van het leerplan 1. Visie

De opleiding “Bouw- en houtkunde” geoogt zowel een brede algemene vorming als een specifieke theoretisch-technische vorming zowel gericht naar de constructie van gebouwen als naar de burgerlijke bouwkunde.er wordt ook ruime aandacht besteed aan de relatie met de praktijk. Hierdoor blijven de toekomstmogelijkheden heel ruim, zeker ook voor meisjes.

Belangrijke vakken of vakonderdelen zijn:

Constructie van gebouwen, bouwmaterialen, weerstand van materialen, wegen waterbouwkunde, betonbouw, topografie of landmeten, bouwkundig tekenen en CAD (autocad)

Vanzelfsprekend wordt er ook nog heel wat belang gehecht aan de meer algemene ontwikkeling van de student

Deze studies zijn een ideale voorbereiding tot ingenieur bouwkunde, architect, binnenhuisarchitect en talrijke graduaten.

De afgestudeerden kunnen ook terecht in de privé-sector en openbare diensten als:

Tekenaar in een studiebureau

Bediende in de bouw- en houtsector en studiebureaus

Conducteur in dienst van aannemers van gebouwen of van bruggen, wegen – en waterbouw

Tekenaar, conducteur of opzichter in talrijke diensten van de Vlaamse Gemeenschap, spoorwegen, stadsdiensten en provinciaal technische diensten

Onderwijs

Zelfstandig aannemer mits ervaring op de werkvloer en in het bezit zijn van het attest bedrijfsbeheer

Vertegenwoordiger in firma’s, bouwmaterialen en talrijke aanverwante materialen

Inkoper of verkoper op de steeds groeiende markt “Doe het zelf”


2. Beginsituatie

De leerlingen komen voornamelijk uit de tweede graad Bouw- en houtkunde, enkele uit andere studierichtingen van de tweede graad ASO of TSO. Voor deze laatsten is het aangewezen dat zij in voldoende mate over ruimtelijk inzicht beschikken en dat zij voldoende interesse vertonen om bouwkundige constructies probleemoplossend te benaderen.

De volgende voorkennis is aan te bevelen:

Begrippen en kennis van basismaterialen en en elementaire constructietechnieken

Praktische vaardigheden en inzichten verworven in bouw en hout via het realiseren van kleine constructies en onderdelen

Basisvorming in verband met technisch tekenen, schetsen en CAD


3. Algemene doelstellingen

De opleiding voldoet aan de specifieke eisen die het veelzijdig beroep van een bouwkundige vergt.

Ze wil:

Een duidelijk inzicht bijbrengen van de moderne constructiemethodes

Door logisch leren te redeneren betreffende de meer algemene problemen van de bouwconstructie, de mogelijkheid scheppen voor de afgestudeerden om zijn technische kennis aan te passen aan de constante evolutie van de bouwtechnieken

Een bouwtechnicus vormen die met de leiding van de uitvoering van bouwwerken kan worden belast, zowel wat betreft gebouwen, kunstwerken als wegen.

Een bouwtechnicus vormen die in staat is tekenen bouwadministratieve opdrachten uit te voeren op studiebureaus en bij openbare besturen.

Karaktereigenschappen, zoals de werklust, de zin voor initiatief en creativiteit, het kritisch beoordelen, de ploeggeest, de verantwoordelijkheidszin en de zin voor veiligheid, beroepsfierheid, het zelfvertrouwen ontwikkelen

CAD-vaardigheden bijbrengen in de context van conceptuele en uitvoeringsgerichte probleemstellingen.

Het is in hoofdzaak de bedoeling dat de afgestudeerden de mogelijkheid hebben met succes hoger onderwijs te doorlopen

De klemtoon ligt hier op het verwerven van uitvoeringsgerichte bouwtechnische inzichten.

Dit kan men bekomen via:

Het uitvoeren van bouwconstructies

Het bestuderen en analyseren van praktische uitvoeringen, realisatieprocessen en werkmethoden, via werfbezoeken, contacten met studiebureaus en bedrijven

Stages Gezien het profiel van de studierichting, het feit dat de leerlingen in de 2de graad al geconfronteerd werden met manuele vaardigheden, het tijdsbestek (2 uur/week) is observatie en analyse van praktische uitvoeringen en stage veel efficiënter.


4. Leerplandoelstellingen en leerinhouden

4.1. PV Praktijk Bouw/Hout 1ste jaar: 2 lestijden/week 2de jaar: 0 lestijden/week

4.2. PV Praktijk/Stages Bouw/Hout 1ste jaar: 0 lestijden/week 2de jaar: 2 lestijden/week

Decr. nr. LEERPLANDOELSTELLINGEN

De leerlingen kunnen

LEERINHOUDEN

1 Door zelf uit te voeren uitvoeringstechnische problemen ervaren en oplossingen zoeken

De praktische uitvoering, via waarnemen,vergelijken met de uitvoeringstekeningen

De wijze waarop men uitvoertechnische problemen praktisch oplost via waarnemen toelichten

Via waarnemen van gerealiseerde of in uitvoering zijnde bouwknooppunten, problemen en fouten ontdekken, deze rapporteren en bijsturingen formuleren

Door het uitvoeren van enkele bouwknooppunten, problemen ontdekken, deze rapporteren en bijsturingen formuleren

Het proces van voorbereiden en plannen, uitvoeren, evalueren, rapporteren en bijsturen ervaren, enerzijds door zelf uit te voeren en anderzijds via waarnemen van processen

Via observeren op de werkvloer kennismaken met de diverse fasen in een bouwproces en de ervaringen in relatie brengen met de verworven inzichten

De voorzieningen in verband met het welzijn op het werk in de praktijk herkennen en rapporteren

Berekeningen en tekeningen toetsen aan de praktijk

1 Gebouwen van kleine omvang

Diverse uitvoeringsfazen

- Werfinrichting

- uitzetwerken

- Fase van de grondwerken

- Uitvoering van de fundering

- Opgaand metselwerk en gevelwerk

- Uitvoering van dragende vloeren, kolommen, muren,...

- Fasen uit de ruwbouwafwerking

- Plaatsing van schrijnwerk

- Controlefasen

Bouwknooppunten

- Overgang ondergronds – bovengronds

- Raam- en deuropeningen in muren

- Dakdoorbrekingen


Decr. nr. LEERPLANDOELSTELLINGEN

De leerlingen kunnen

LEERINHOUDEN

Via waarnemen geautomatiseerde productieprocessen bestuderen(U)

Contact leggen tussen opdrachtgever en uitvoerder

Van de eigen uit te voeren werkzaamheden de planning maken en de uitvoering organiseren

Van de eigen uit te voeren werkzaamheden de kostprijs berekenen (U)

De voorbereiding, de uitwerking, de opvolging en de nazorg van een bouwproject in de praktijk observeren en de ervaringen rapporteren

Via waarnemen, observeren en vergelijken, inzichten verwerven in verband met planning en organisatie

- ...

Constructies

- Trappen

- Dakconstructies

- Kelders

- ...

materialen, gereedschappen en machines

2 Wegeniswerken en kunstwerken (U)

Een weg

Een duiker

...

3 Geautomatiseerde productieprocessen (U)

Houtskeletbouw

Productie van geprefabriceerde elementen

Productieproces van schrijnwerk

...

4 Een compleet bouwproject


5. Pedagogisch-didactische wenken

5.1. PV Praktijk Bouw/Hout 5.2. PV Praktijk/Stages Bouw/Hout

Nr. Pedagogisch-didactische wenken Timing

1 Vat de studie van de praktische uitvoeringen in het tweede jaar best op in functie en als onderdeel van de GIP

Las na elk werfbezoek een verwerkingsfase in dat zijn neerslag vindt in een verslag

Het uitvoeren gebeurt het best op het niveau van schaalmodellen en didactische modellen

Geef voor elke studie doelgerichte opdrachten


6. Minimale materiële vereisten1

Computerinfrastructuur

Men dient te beschikken over aangepaste computers, software en randapparatuur. Het aantal ter beschikking staande computers is 1computer/leerling. Een verbinding op het internet is noodzakelijk.

Didactische uitrusting

Een ruimte dient voorzien om plannen, technische documentatie, normen en richtlijnen, materiaalmonsters,... op te bergen.

De mogelijkheid voor audiovisuele projecties dient te worden voorzien

Topografie

Jalons, jalonhouders, jalonrichter, stel meetpennen, meetbanden, meetwiel, elektronische afstandsmeter, dubbelprisma, slangen flesjeswaterpas, waterpastoestel, niveleerbaken, theodoliet, horizontale lazer, bouwplankjes, vouwmeters

PV praktijk/stage

Voor de projecten die men zelf uitvoert dient men te beschikken over de noodzakelijke uitrusting en infrastructuur

Voor de werf- en bedrijfsbezoeken is het organiseren van externe verplaatsingen conform de regelgeving noodzakelijk

Ten geleide

Lijsten uitrusting

Kaderend in een vakonderdeel- of vakoverschrijdende benadering en daar uitrusting van technische aard bijna nooit vak-beperkt is opgevat wordt deze slechts één maal in het leerplan opgenomen, dus niet per vak of vakonderdeel.

Teneinde een degelijk gestructureerde, verantwoorde bestedingsplanning aan de directie te kunnen voorleggen (vakgroepwerking in coördinatie met de bevoegde werkplaatsleider/werkmeester) en in een streven naar het rationeel aanwenden van beschikbare middelen is het opvolgen van de ‘lijsten uitrusting’ noodzakelijk.

1 Inzake veiligheid is de volgende wetgeving van toepassing:

- Codex - ARAB - AREI - Vlarem

Deze wetgeving bevat de technische voorschriften die in acht moeten genomen worden m.b.t.: - De uitrusting en inrichting van lokalen; - De aankoop en het gebruik van toestellen, materiaal en materieel.

Zij schrijven voor dat: - Duidelijke Nederlandstalige handleidingen en een technisch dossier aanwezig moeten zijn; - Alle gebruikers de werkinstructies en onderhoudsvoorschriften dienen te kennen en correct kunnen toepassen; - De collectieve veiligheidsvoorschriften nooit mogen gemanipuleerd worden;

- De persoonlijke beschermingsmiddelen aanwezig moeten zijn en gedragen worden, daar waar de wetgeving het vereist.


In een streven naar duidelijkheid werd geopteerd om de uitrusting schematisch en in alfabetische rangorde (ook de items) voor te stellen, zoals vervat in de rubrieken: DIDACTISCHE HULPMIDDELEN GEREEDSCHAPPEN APPARATUUR HANDGEREEDSCHAP

INFRASTRUCTUUR ONDERHOUD LABO-UITRUSTING MACHINES VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN

Studierichtingen

Teneinde een totaalbeeld te kunnen verwerven van de noodzakelijke uitrusting over de graden heen van de binnen ARGO organiek programmeerbare studierich-tingen werden ze (1ste graad niet inbegrepen) per onderwijsvorm (TSO) en volgens de meest verantwoorde rangorde opgenomen (optimale opbouw van curriculum door leerling), deze benadering houdt in dat de onderliggende en/of overeenstemmende studierichtingen (i. f. v. 2de en 3de graad en/of 7de jaren) onvolledig zijn!

Vanaf de 2de graad wordt het selectief (& fragmentair gespreid over de graden heen) aankopen van persoonlijke benodigdheden door de leerling aanbevolen.

Terminologie

De invulling van de rubrieken wordt als volgt gedefinieerd:

B = Basisuitrusting, waarvan mag worden verwacht dat ze in de afdeling van de school aanwezig is, opgesplitst in drie verschillende benaderingen:

B/A Basisuitrusting in de Afdeling aanwezig (min. 1exemplaar), gemeenschappelijk aanwendbaar over studierichtingen heen (1ste en/of 2de en/of 3de graad).

B/L Basisuitrusting waarover de Leerling individueel beschikt.

B/S Basisuitrusting in de Studierichting aanwezig (min. 1 exemplaar), gemeenschappelijk aanwendbaar door verscheidene leerlingen.

E = Extra uitrusting, is niet noodzakelijk in de afdeling van de school aanwezig of in het bezit van de leerling, opgesplitst in vier verschillende benaderingen:

E/A Extra uitrusting ten behoeve van de Afdeling, doch wordt sterk aanbevolen;

E/E Extra uitrusting, Extern aanwendbaar (bv. in ARGO-dienstencentrum of bedrijf … ), indien de school of scholengemeenschap er niet over beschikt.

E/L Extra uitrusting ten behoeve van de Leerling, doch wordt sterk aanbevolen;

E/U Extra Uitrusting die door de studierichting(en) van de afdeling binnen de school aanwendbaar moet zijn.


Let wel!

De items B/A voorzien van een * moeten gelezen worden als B/S:

bij een basisoptie in de 1ste graad zonder bovenbouw, zoals opgenomen in de organieke structuur van een autonome middenschool.

DIDACTISCHE HULPMIDDELEN

bordenpasser met zuignappen B/S camcorder (video)

E/A

computer(s) B/A Diaprojector E/U didactische modellen (specifiek voor … )

B/S

fotoapparaat E/A LCD-apparaat (liquid cristal display)

E/U

mediatheek E/U modelstatief (3-vlaksprojectiebord)

B/S

Overheadprojector B/A printer en/of plotter B/A projectiescherm E/U software (CAD-tekenen)

B/A

software (specifiek didactisch)

E/A

software (tekstverwerker)

E/A

software (visueel rekenblad)

E/A

tekendriehoeken (bordtekeningen 30° en 45°)

B/S

tekentafel B/L TV en video E/U vakbibliotheek B/A


LABO-UITRUSTING

dia’s + foto’s determinatie van/en materiaalmonsters

B/A

droogoven E/A houtvochtigheidsmeter B/S koelkast (met diepvriesvak)

E/U

kookplaat E/U loep B/L loepmicrometer B/S luchtvochtigheidsmeter E/A meetklok B/A micrometer E/U microscoop (met objectieven)

E/U

microtoom (houtsnede)

E/A

stereomicroscoop (met reliëfweergave)

E/A

weegschaal (labomodel)

B/A


VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN

draagklemmen voor houtplaten

B/A

EHBO-kast B/S gehoorbescherming B/L hand-palettruck (transpalet)

E/U

hefijzer (grote hefboom met of zonder wieltjes)

E/U

huidbeschermingshand-schoenen ( bv. kleuren)

B/L

intern oproepsysteem (bv. telefoon)

B/A

koevoet (grote uitvoering)

E/U

koolstofmasker (spuitwerkzaamheden)

B/L

ladder E/U pictogrammen (bv. i.v.m. veiligheid)

B/S

platenkarretje E/A stofmasker E/L trapladdertje B/A veiligheidsbril B/L veiligheidshandschoenen B/S veiligheidshelm B/L veiligheidsinstructiekaar-ten van machines

B/S

veiligheidskaarten van gevaarlijke producten

B/S

veiligheidsschoenen E/L werkkledij B/L zaklamp B/A


7. Evaluatie

Onderscheid moet gemaakt worden tussen de evaluatie van het leerproces en de evaluatie van het eindproduct.

Bij de procesevaluatie wordt doorlopend gepeild naar de verwerking van het leerproces, met de bedoeling dit proces zo nodig bij te sturen, zodat elke leerling op de meest effectieve manier kan leren.

De klemtoon ligt hierbij duidelijk op het optimaal functioneren van de leerling.

Het verloop van het proces wordt, vooraf, door de leraar uitgetekend. Zij/hij bepaalt

welke de verschillende stappen zijn;

welke fouten op elk moment ontoelaatbaar zijn;

welke fouten kunnen gemaakt worden. Afhankelijk van het resultaat van feedback-momenten (evaluaties na elke opdracht of deelopdracht) wordt het proces verder gezet of zo nodig bijgestuurd.

Om de leerling te motiveren gebeurt dit in een constructieve, positieve sfeer.

Productevaluatie gebeurt op het einde van het leerproces (bijvoorbeeld na een hoofdstuk, een opdrachtenreeks, een project, een trimester...). Hierbij wordt nagegaan in hoeverre de leerling de basisdoelstellingen bereikt heeft.

Elke evaluatie dient te vertrekken vanuit duidelijke en operationele doelstellingen. Zowel het proces als het product moeten op een zo objectief mogelijke manier geëvalueerd worden. De evaluatie steunt altijd op een vaardigheids- en werkanalyse die het verloop, de verantwoording en de criteria weergeeft van de opdracht.

Proces- en productgericht evalueren kan vier aspecten omvatten:

de denkactiviteit (bijvoorbeeld instructies lezen, aantekeningen maken, …).

de motorische handelingen (bijvoorbeeld verbindingen maken, …).

de praktijk-attitudes (bijvoorbeeld nauwkeurig werken, scherp waarnemen, …).

de uitvoeringstijd, waarbij gestreefd wordt naar een haalbaarheid voor 90 % van de leerlingen. Bij de evaluatie zal er in ieder geval rekening gehouden worden met het feit dat het om leerlingen gaat. Onnauwkeurig werken, kleine fouten maken, moet in zekere mate aanvaardbaar zijn. Belangrijk is de evolutie.

Daarom zal de lerares/leraar voortdurend de vorderingen van de leerlingen controleren. Indien nodig zal zij/hij meteen remediërend optreden.

Bij het begin van iedere praktijkopdracht zal de lerares/leraar (indien nodig aan alle leerlingen afzonderlijk) meedelen welke (sub)doelstellingen tijdens die les moeten bereikt of nagestreefd worden: iedere leerling moet bij het begin van iedere les weten wat van hem tijdens die les verwacht wordt.


In het evaluatieproces kunnen 3 stappen onderscheiden worden:

registreren (door middel van een evaluatieschema),

interpreteren (door middel van een vierpuntenschaal),

rapporteren. Registreren

Om zo objectief mogelijk te kunnen registreren, wordt voor elke praktijkopdracht (met de daarbij horende gedragsvaardigheden) een evaluatieschema opgesteld.

Zo’n schema bevat alle doelstellingen (met de daarbij horende subdoelstellingen) en attitudes die bij de opdracht zullen geëvalueerd worden. Het is niet noodzakelijk om bij alle opdrachten steeds alle mogelijke subdoelstellingen te evalueren. Sommige subdoelstellingen kunnen eventueel weggelaten worden als ze vroeger reeds vaker aan bod kwamen of later ruimschoots aan bod zullen komen.

De selectie van de attitudes en de wijze van registratie, wordt in vakgroep overlegd.

Bepaalde aspecten zijn objectief meetbaar (bijvoorbeeld een buis op lengte zagen binnen een aangegeven tolerantie), andere aspecten zijn subjectief waarneembaar (bijvoorbeeld een geschikte kleurcombinatie kiezen).

De mate waarin een objectief waarneembare doelstelling bereikt werd, kan in het schema aangeduid worden door middel van een twee-puntenschaal:

+ : doelstelling bereikt

- : doelstelling niet bereikt Voor niet objectief meetbare doelstellingen wordt geadviseerd om te werken met een drie puntenschaal:

+ : doelstelling bereikt

: doelstelling niet helemaal bereikt

- : doelstelling niet bereikt Door het evaluatieschema samen met de opgave ter beschikking van de leerling te stellen, kan de zelfevaluatie bij de leerling sterk aangemoedigd worden.

Interpreteren

Door middel van het evaluatieschema controleert de lerares/leraar bij het einde van iedere les in welke mate de leerlingen de vooropgestelde lesdoelstellingen bereikten. Dit wordt kort met iedere leerling individueel besproken.

Aan de registraties in het evaluatieschema kunnen verschillende interpretaties gegeven worden.


Enkele voorbeelden:

+

(doel bereikt)

(doel niet helemaal bereikt)

-

(doel niet bereikt)

niveau is voldoende voldoende maar leemten

voor verbetering vatbaar

niveau onvoldoende

onaanvaardbaar niveau

nagenoeg foutloos

nagenoeg correct

aanvaardbare tekorten

aanvaardbaar aantal lichte of detailfouten of leerproces fouten

schadelijke fouten

onvergeeflijke fouten

zware inbreuken

volledig kleine tekorten onvolledig

zware tekorten

behoorlijk, zinvol storingen, fragmentarisch onlogische uitvoering

kan het en doet het vrijwel altijd, spontaan en zonder aarzelen

kan het en doet het af en toe, zonder overtuiging, wisselvalling

kan het niet, doet het niet of nooit, afwijzend en met tegenzin

Om eenvormigheid te bekomen in verband met de gebruikte interpretatie, is een overleg binnen de vakgroep absoluut noodzakelijk.

Rapportering

Na iedere les (liefst uiterlijk bij het begin van de volgende les) worden de resultaten van het evaluatieschema omgezet op een vierpuntenschaal.

Die quotatie wordt in de agenda van de leerling genoteerd, waarbij uiteraard voldoende aandacht moet besteed worden aan een eventueel noodzakelijke remediëring.

De omzetting van de (eventueel gewogen) evaluaties kan op verschillende manieren gebeuren. Om eenvormig te kunnen omzetten, is een overleg binnen de vakgroep absoluut noodzakelijk.

Hoe de omzetting zal gebeuren moet in ieder geval vooraf vastgelegd worden.

Dit kan bijvoorbeeld als volgt gebeuren.

Heel goed

meer dan 80% van de sub-vaardigheden, subdoelstellingen zijn bereikt

(nagenoeg) foutloos, uitstekend,

enkel + codes

volledig zelfstandig uitgevoerd

vlotte uitvoering, met overtuiging, belangstelling, …


Goed

60 à 80 % van de onmisbare vaardigheden of doelstellingen zijn bereikt

veel + en weinig codes

aanvaardbare kwaliteitsverschillen

aanvaardbare proces-leerfouten

geen schadelijke fouten

zichtbare vorderingen Zwak

50 à 60 % van de onmisbare vaardigheden of doelstellingen zijn bereikt

alleen een deel van de subdoelen zijn bereikt

weinig + en veel codes

veel onnodige leerfouten

soms zware schadelijke fouten

geen zichtbare vorderingen Niet goed

minder dan 50% van de onmisbare vaardigheden of doelstellingen zijn bereikt

veel codes of alleen maar codes en - codes

veel schadelijke of onvergeeflijke fouten, onlogisch handelingen Het rapportcijfer

Naar het rapport toe moeten alle quotaties (vierpuntenschaal – resultaat van remediëring) omgezet worden naar een cijfer. Ook die omzetting moet overlegd worden binnen de vakwerkgroep.

Alle ernstige tekorten (cf. diverse evaluatieschema’s) worden steeds vermeld in de rubriek commentaar, waarbij er steeds een duidelijk geformuleerde remediëring moet voorzien worden (geen algemene opmerkingen).

een schriftelijke rapportering door middel van agenda, rapport...).


8. Bibliografie

Normen

Belgisch instituut voor normalisatie Brabançonnelaan 29 1040 Brussel

NBN 189 Hout, afwijkingen, gebreken en fouten

NBN 199 Namenlijst der voornaamste in België gebruikte houtsoorten

NBN 202 Terminologie

NBN 208 Vensteropeningen en ramen

NBN 210 Kubering van rondhout, voor werkhout bestemd

NBN 219 01 Gezaagd hout. Het meten 02 Gezaagd hout. Belgisch naaldhout. Nominale afmetingen 03 Gezaagd hout. Ingevoerd Noords naaldhout. Nominale afmetingen 04 Gezaagd hout. Naaldhout. Afwijkingen en krimp

NBN 225 Beproevingsmethodes voor kwaliteitsbepaling

NBN 272 Sortering naar uitzicht van ongesorteerd Noords naaldhout

NBN 471 Leidraad voor de houtbescherming

NBN 544 Sortering naar uitzicht van Belgisch naaldhout

NBN 638 Isolatieplaten op basis van houtvezels of houtspanen en cement of gips

NBN 661 01, 02, 03 – Spaanplaten (beproevingsmethodes)

NBN 713.020 Weerstand tegen brand van bouwelementen

Technologisch instituut K.V.I.V.

Commissie technisch tekenen – onderwijs – industrie Jan van Rijswijcklaan 58 2000 Antwerpen

Richtlijnen – normen

Deel I Inleiding tot het technisch tekenen

Deel II Richtlijnen

Deel III Bouwkundig tekenen (+ bijlage)

Nationale maatschappij voor huisvesting


Breydelstraat 12 1040 Brussel

Technische bladen en typebestekken STS

STS 23 Hout-bouw

STS 31-32 Timmerwerk – dakschrijnwerk

STS 52 Houten buitenschrijnwerk – vensters, vensterdeuren en lichte gevels

Technisch blad 6 Houten kapspanten in A-vorm

7 Houten kapspanten in A-vorm. Plans en berekeningen.

8 Houten kapgebinten. Nagelverbindingen

8b Houten kapgebint. Verbindingen

17 Vensteropeningen en ramen

27 Houten kapspanten in delta-vorm

28 Binnendeuren – openingen en lateien

29 Binnendeuren – bekleding van de openingen

33 Houten kapspanten – rechte schilddaken

42 Dakdruiplijn – dakvorm A of delta – betonnen zoldervloer – hanggoot




Publicaties van het Nationaal houtvoorlichtingsbureau

Koningsstraat 109 1000 Brussel

Tijdschrift ‘Houtnieuws’

Map ‘Hout

Sleuter voor houtdeterminatie met de loep van in België beschikbare houtsoorten uit de gematigde en tropische streken

De belangrijke bijdrage van de nieuwe norm DIN 1052 tot de berekening van houtconstructies

Spant- skeletsysteem

Publicaties van het Technisch centrum voor de


De duurzaamheid van hout

Houtaantasting door zwammen

Houtaantasting door insecten

De lijmen A en B

Fineerplaten, Vezelplaten, Spaanderplaten

Volumieke massa van het hout

Zwelling en krimp van het hout

Blijvende vervorming ingeval de zwelling of de krimp verhinderd wordt

Mechanische eigenschappen van massief hout

Het drogen van gezaagd hout

Houtbescherming

Vlakke deuren

Gelijmd – gelamelleerde constructies

Leidraad voor het goede gebruik van spaanplaten

Nederland: publicaties van het Centrum hout te Naarden

Te verkrijgen in: Nationaal houtvoorlichtingsbureau Koningsstraat 109 1000 Brussel

1A ‘grip’ hoekankers

B4A Lijmsoorten voor houtverbindingen

CHR Brochure 77-1 Rekenregels voor geveltimmerwerk

CHR Brochure 78-2 Houtverbindingen

Betimmering thuis

Leidraad hout VI Triplex

Tabellen en grafieken voor houtconstructies

Houtverbindingen met hechtplaten

Houtverbindingen met plaatstalen schoenen


Publicaties van het Centre Technique du bois – Paris Publicaties van Arbeitsgemeinschaft Hoz – Düsseldorf Publicaties van Lignum – Union suisse en faveur du bois – Zürich


Publicaties van het Commissariaat-Generaal voor de Bevordering van de Arbeid

Belliardstraat 53 1040 Brussel

Veiligheid en hygiëne in de houtindustrie

o Hinder en risico’s voor beroepsziekten

o Veilig werken met houtbewerkingsmachines

o Inrichting van de werkplaats en veiligheidsvoorwaarden

o Reglementaire bepalingen

Goederenbehandeling en vervoer in de onderneming

Veiligheidssignalering

De bestelling van werktuigmachines

Gevaarlijke stoffen en preparaten

Herken ze, bescherm u

Praktische handleiding voor etikettering

Handboeken

DEPECKER, VANDENBERGHE, WAUTERS, INGELS, Polyvalenten opleiding houtbewerking. Delen 1, 2a, 2b, 2c, De Sikkel

DIETENS, RITZEN, Bouwmaterialen Deel 6 Hout, Story-Scienta

VANDEWEYER, Moderne houtbewerking, Standaard Deel 1: Algemene constructie Deel 2: Deuren Deel 3: Ramen Deel 4: Trappen Deel 5: Dakconstructiesi

N.A.V.A.S.T., Handleiding schrijnwerker, Vyncke (Gent)

VAN DIJCK, VISSER, Kennis van de bouwstoffen. Deel 1: Hout, Kluwer


LOMBAERT, Houtgereedschappen, De Sikkel

RAUWERDA, Machinale houtbewerking, Simon-Stevin

KORFKER, Modern construeren met hout, Simon-Stevin

VAN DELFT, VAN GEER, Gereedschapsleer – Machinale houtbewerking, Plantijn (Deurne)

CORNEL, Praktijk der mechanische houtbewerking in de kleinindustrie en onderhoud der gereedschappen, Standaard

MERTENS, Tappen, De Techniek (Antwerpen)

SPRANGERS, Hout als materiaal en grondstof, Kluivers (Deventer)

VANDEREYDEN, Houtbewerking, Standaard

VAN AS, WIEDIJK, Het hout, soorten, herkomst, handel, Kluwer (Deventer)

GEERINCKX, Schrijnwerk, vergeten kunst, Lannoo

CLARYSSE, Technologie Houtbewerking. Gereedschappen en constructies. Deel 1. Materialen en constructies. Deel 2

JACKSON, DAY, Gereedschapshandboek, Kluwer

SCOTT, AALDERS, Houtbewerking in de praktijk

9. Bouwkunde

Jellema-Meischke-Muller

Uitg; Waltman - Delft

Inleiding tot grondmechanica en funderingen

Ir. J. Ritzen

Uitg; Die Keure – Brugge

Betontechnologie

Ir. J. Ritzen

Uitg; Die Keure – Brugge

Centrale verwarmingssystemen- Elektrische Huisinstallaties

H. Langaskens

Uitg. Die Keure – Brugge


De warmte van mijn huis

Uitg. WTCB ism VRT Open School

Cobosystems en Combodata (algemene bouwdocumentatie)

Bertelsmann verslag

Excelsiorlaan 57 Zaventem

Handboek voor de dakafdichter

FVB

D/1996/1698/06

Hout vademecum

Kluwer Technische Boeken

ISBN 90 201 14344

Waterwegwijzer voor architecten

Vlaamse Milieu Maatschappij

D/2000/6871/002

Gebakken producten en glas 3 bouwmaterialen

Story – scientia D 1971/0009/34

Het thermisch isoleren van daken

FVB

Aansprakelijkheid voor bouwschade: scheuren in nieuwbouw

Die Keure

ISBN 90 62000 827 5

Aansprakelijkheid voor bouwschade: schade aan naburige gebouwen

ISBN 90 6200 731 7

Berekenen van gewapend beton

WTCB

TV 217

Sterkteberekenen 2 Hout, staal, steen


Ing B. Van Leusen

ISBN 90 401 0351 1

Duikers en sluizen

Ing. B. Van Leusen

ISBN 90 401 0752 1

Bruggen

Ing. Van Geest

ISBN 90 401 0374 7

Praktisch landmeten

Ir R.Jonckers

ISBN 90 212 3091 7

Bouwmeten 1

ing. I. Zondag

ISBN 90 401 0427 1

Bouwmeten 2

ISBN 90 401 0163 9


Onderdeel TV van het leerplan 10. Visie

De opleiding “Bouwkunde” is zowel gericht naar de constructie van gebouwen als naar de burgerlijke bouwkunde. Hierdoor blijven de toekomstmogelijkheden heel ruim, zeker ook voor meisjes.

Belangrijke vakken of vakonderdelen zijn:

Constructie van gebouwen, bouwmaterialen, weerstand van materialen, wegen waterbouwkunde, betonbouw, topogrfie of landmeten, bouwkundig tekenen en CAD (autocad)

Vanzelfsprekend wordt er ook nog heel wat belang gehecht aan de meer algemene ontwikkeling van de student

De afgestudeerden kunnen zowel terecht in de privé-sector als in de openbare diensten als:

Tekenaar in een studiebureau

Conducteur in dienst van aannemers van gebouwen of van bruggen, wegen – en waterbouw

Tekenaar, conducteur of opzichter in talrijke diensten van de Vlaamse Gemeenschap, spoorwegen, stadsdiensten en provinciaal technische diensten

Onderwijs

Vertegenwoordiger in firma’s, bouwmaterialen en talrijke aanverwante materialen

Inkoper of verkoper op de steeds groeiende markt “Doe het zelf” Voor diegenen die kiezen voor hoger onderwijs zijn deze studies een ideale voorbereiding tot ingenieur bouwkunde, architect, binnenhuisarchitect en talrijke graduaten.


11. Beginsituatie

Kunnen als regelmatige leerlingen worden toegelaten:

De regelmatige leerlingen die het 2de jaar van de 2de graad van het ASO, TSO of BSO met vrucht hebben beëindigd

De regelmatige leerlingen die het 2de jaar van de 3de graad BSO met vrucht hebben beëindigd

De houders van het getuigschrift van de 2de graad van het secundair onderwijs, uitgereikt in het ASO, TSO of BSO door de examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap mits gunstig en gemotiveerd advies van de toelatingsklasseraad

De regelmatige leerlingen van het buitengewoon secundair onderwijs mits gunstig en gemotiveerd advies van de toelatingsraad of als de Gemeenschapsminister van Onderwijs of zijn gemachtigde als dusdanig beslist op aanvraag van de betrokken directeur van de instelling voor voltijds gewoon secundair onderwijs


12. Algemene doelstellingen

De opleiding voldoet aan de specifieke eisen die het veelzijdig beroep van een bouwkundige vergt.

Ze wil:

Een duidelijk inzicht bijbrengen van de moderne constructiemethodes

Door logisch leren te redeneren betreffende de meer algemene problemen van de bouwconstructie, de mogelijkheid scheppen voor de afgestudeerden om zijn technische kennis aan te passen aan de constante evolutie van de bouwtechnieken

Een bouwtechnicus vormen die met de leiding van de uitvoering van bouwwerken kan worden belast, zowel wat betreft gebouwen, kunstwerken als wegen.

Een bouwtechnicus vormen die in staat is tekenen bouwadministratieve opdrachten uit te voeren op studiebureaus en bij openbare besturen.

Karaktereigenschappen, zoals de werklust, de zin voor initiatief en creativiteit, het kritisch beoordelen, de ploeggeest, de verantwoordelijkheidszin en de zin voor veiligheid, beroepsfierheid, het zelfvertrouwen ontwikkelen

AUTOCAD bijbrengen Het is ook de bedoeling dat de afgestudeerden de mogelijkheid hebben met succes hoger onderwijs te doorlopen


13. Leerplandoelstellingen/leerinhouden

13.1. TV Bouw/Hout 1ste jaar: 11 lestijden/week, 2de jaar: 11 lestijden/week

13.1.1. Constructieleer

B / U. Nr. Minimum doelstellingen Nr. Leerinhouden

1 GRONDEN + GRONDONDERZOEK

U

1.1

1.2

1.3

1.4

1.5

De kenmerken van de voornaamste grondsoorten beschrijven en begrippen zetting en spanning in de grond ontleden.

Een beschrijving geven van grondwater

Schematiseren van de uitvoeringssystemen

Inzicht verwerven betreffende goede en slechte bouwgronden

Begrijpend kunnen lezen van sondeer- en boorgrafieken

1.1

1.2

1.3

1.4

1.4.1

1.4.2

1.4.3

1.5

Grondsoorten

Draagvermogen van bouwgrond

Grondwater 1

Grondonderzoek

op geringe diepte

grondsonderingen

grondboringen

Bemaling

2 Omschrijven en schetsen van de verschillende typen 2 FUNDERINGEN


U

funderingen op staal en diepe funderingen

Specifiek toepassen van deze typen volgens grondonderzoek en latere belastingen

Opmaken van een palenplan

2.1

2.1.1

2.1.2

2.1.3

2.2

2.2.1

2.2.2

2.2.3

Funderingen op staal

Steenslagbeton

Strokenfundering

Plaat in gewapend beton

Diepe funderingen

Puttenfundering

Palenfunderingen

Slibwanden


3 Schetsen en beschrijven van de verschillende types kelders 3 KELDERS

De waterdichtingssystemen omschrijven 3.1

3.2

3.3

Boven het grondwater

In grondwater

Kruipkelder

U Ontleden van prefabsystemen

4 Schematiseren van de overgangen en verbindingen 4 GEVELCONSTRUCTIES

Juiste plaatsing van de waterdichte lagen kunnen aanduiden

Schematische voorstelling van sponningen met of zonder rolluik

4.1

4.2

Verband funderingsmuur, opgaand metselwerk en vloerafwerking

Muuropeningen

U De plaats van vocht en thermische isolatie kunnen positioneren

Begrip koude brug kunnen verklaren

5 Schetsen en beschrijven van de verschillende constructies 5 DAKCONSTRUCTIE IN HOUT

U

Bespreking van de onderdelen

5.1

5.2

Dakvormen

A – spanten

Niet bewoonde zolderruimten

Bewoonde zolderruimten


Bepalen van handelsafmetingen, verbinding, plaatsing en dakafwerking van spanten

Kroonlijsten - Topgevels

De invloed van dakvensters en dakvlakramen op da afwerking kunnen verklaren

6 Beschrijving van de systemen, hun toepassingen en eisen 6 SCHOORSTENEN EN VENTILATIEKANALEN

6.1

6.2

6.3

In metselwerk

Geprefabriceerd

Gemeenschappelijk

U Trek in een schoorsteen nagaan en eventuele problemen leren oplossen

7 Omschrijven en schetsen van de verschillende systemen 7 VLOERCONSTRUCTIES

7.1

7.2

7.3

De balkenlaag

De gewapende betonplaat

Geprefabriceerde vloeren

U Opstellen van een legplan + keuze van de welfsels en afmetingen

8 Buitenschrijnwerk kunnen omschrijven en schetsen 8 BUITENSCHRIJNWERK

8.1 Ramen


8.2 Deuren

U De afmetingen kunnen bepalen, alsook de aanduiding op het bouwplan

9 Schetsen en beschrijven van de soorten grote overspanningen 9 GROTE OVERSPANNINGEN

9.1

9.2

9.3

Vakwerkspanten in hout

Volwandige houten spanten

Prefab-systemen in voorgespannen beton

U Bepalen van de draagkracht en afmetingen

10 De verschillende prefab-elementen kunnen omschrijven en schetsen, hun eigenschappen kunnen bepalen

10 PREFAB ELEMENTEN VOOR BINNEN- EN BUITENWANDEN

U Een zekere kennis bezitten van afmetingen, bevestiging en voor- en nadelen van elk systeem

10.1

10.2

10.3

10.4

Licht en zwaar beton

Vezelcement

Metaal

Andere materialen

11 Kennis van de isolatiematerialen 11 ISOLATIE

11.1 Thermische isolatie


U

Temperatuur- en dampdrukverloop in een wand kunnen bepalen

Koude bruggen en vocht in muren lokaliseren

De plaats van dampscherm en isolatie aangeven

Akoestische isolatie fysisch kunnen bepalen

Een zwevende vloer beschrijven en schetsen

Oefeningen op temperatuur- en dampdrukverloop in wanden

11.2

Fysische begrippen

Plaatsing

Dampschermen

Akoestische isolatie

Fysische begrippen

Zwevende vloeren

12 Omschrijven en schetsen van de soorten platte daken en hun 12 PLATTE DAKEN

Dakbedekking

12.1

12.2

Daktypen

Warmdak

Kouddak

Omgekeerd dak

Dakbedekkingen

Bitumineuze dakbedekking

Kunststofdakfolie


U

Afwegen van de voor- en nadelen van de typen, hun bedekking, alsook hun gebruik

Metaal

Dakrandconstructies

13 De soorten rioleringen en hun afvoerleidingen omschrijven 13 RIOLERINGEN VAN GEBOUWEN

U

De afmetingen, plaatsing, gebruik en handelsvormen kunnen bepalen

Een rioleringsplan kunnen lezen en opstellen

13.1

13.2

13.3

13.4

13.5

Rioleringssystemen

Standleidingen

Horizontale leidingen

Rioleringsputten

Voorbeeld rioleringsplan


13.1.2. Materialenleer


1 NIET GEBAKKEN KUNSTSTEEN

1 De leerlingen moeten op de hoogte zijn van de courante “niet gebakken bouwelementen”, hun samenstelling, eigenschappen, voor- en nadelen, handelsvormen en toepassingen

1.1

1.2

1.3

Elementen in getrild zwaar beton

Elementen in licht beton

Met minerale granulaten

Met houtachtige granulaten

Cellenbeton

Vezelcementprodukten

Platen

Leien

Buizen

Allerlei

U De leerlingen dienen te weten hoe deze bouwmaterialen geplaatst worden, hun draagkracht in te schatten en isolatiewaarde te bepalen

Tevens het esthetisch aspect mag niet vergeten worden

1.4

Gipsmuurelementen

Blokken

Platen


1.5 Kalkzandsteen

2 VLOER- EN MUURBEKLEDINGEN

2 De leerlingen dienen een grondige kennis te hebben van vloeren muurbekledingen, hun eigenschappen en toepassingen

2.1

2.2

Vloerbekledingen

Natuursteen

Keramische producten

Industrievloeren

Houten vloerbekledingen

Kunststof

Keramische muurbekledingen

U De leerlingen leren het plaatsen van vloeren muurbekledingen kennen

De keuze van een bekleding naar rato van kwaliteit, prijs, esthetisch aspect en duurzaamheid moeten aangeleerd worden

3 GLAS

3 De leerlingen weten hoe glas wordt samengesteld en bereid 3.1 Samenstelling


Tevens kennen ze de soorten, hun eigenschappen, handelsvormen en gebruik

Fabricage

Soorten

Isolerende beglazing (thermisch en akoestisch)

Warmtewerend glas

Veiligheidsglas

Speciale soorten

U Warmte- en geluidsisolatie, alsook nieuwe glassoorten in deze snel evoluerende markt dienen besproken

4 METALEN

4 De leerlingen zijn op de hoogte van de gebruikte metalen in de bouwsector

4.1

4.2

Ruwijzer

Gietijzer

U

Ze kennen hun samenstelling,fabricage, eigenschappen, handelsvormen en toepassingen

De keuze en plaatsing van de mest gebruikte metalen in een woning wordt aangeleerd

Duurzaamheid, esthetisch aspect en speciale kenmerken worden geanalyseerd

4.3

4.4

4.5

Staal

Non-ferrometalen (zink, lood, aluminium, koper)

Legeringen (messing, brons)

5 ISOLATIEMATERIALEN


5 De leerlingen zijn op de hoogte van de meest courante isolatiematerialen, hun eigenschappen, handelsvormen en toepassingen

5.1

5.2

5.3

5.4

5.5

Glas- en steenwol

Houtwolcementplaten

Schuimglas

Kunststof

Kurkplaten

U De juiste keuze van een isolatiemateriaal leren bepalen, zowel wat kwaliteit, duurzaamheid, plaatsing en prijsklasse aangaat

6 Een algemene kennis van de voegdichtingsmiddelen is vereist 6 VOEGDICHTINGSMIDDELEN

U Een juiste keuze leren maken tussen de soorten bij plaatsing

7 BETON

7 De leerlingen dienen op de hoogte te zijn van de samenstellende delen en verhoudingen van beton

Ze dienen kennis te hebben van vers en verhard beton en de speciale betonsoorten

7.1

7.2

7.3

7.4

7.5

Het cement

De granulaten

Water, hulpstoffen en toeslagstoffen

Betonsamenstelling

Vervaardiging


7.6

7.7

7.8

7.9

7.10

7.11

7.12

7.13

Vervoeren en storten

Het verwerken

Bescherming

Controle van vers beton

Controle van verhard beton

Speciale betonsoorten

Duurzaamheid van beton

Betonstaal

U Proeven op de samenstellende bestanddelen van het beton en op het beton zelf bespreken en eventueel uitvoeren

8 BITUMINEUZE PRODUCTEN

8 De leerlingen leren de voornaamste bitumineuze producten kennen

Samenstelling, eigenschappen, soorten, handelsvormen en gebruik worden uitvoerig besproken

8.1

8.2

8.3

8.4

Grondstoffen

Eigenschappen

Soorten

Handelsvormen en gebruik

U Het juiste gebruik en plaatsing worden aangeleerd

9 KUNSTSTOFFEN


9 De voornaamste kunststoffen worden besproken

Samenstelling, eigenschappen, handelsvormen en toepassingen zijn gekend

9.1

9.2

9.3

9.4

9.5

Thermoplastische en thermohardende

Kunststoffen in de bouwsector

Thermoplasten

Polyvinylchloride

Polyethyleen

Polystyreen

Polymethylmetaacrylaat

Nylon

Thermoharders

Fenolformaldehyde

Ureumformaldehyde

Polyester

Epoxyhars

Polyuretaan

Elastomeren

Neopreen

U 9 Plaatsing, kwaliteit en duurzaamheid worden geanalyseerd


10 VERVEN

10 De grote indeling van de verfsoorten wordt besproken

Tevens kennen de leerlingen de samenstelling en de toepassingen

10.1

10.2

10.3

10.4

Samenstelling

Waterverf, olieverf, lakverf, vernis, latexverf, synthetische verf

Stopverf, plamuur

Toepassingen van verven, hout – staal – aluminium – metselwerk en beton

U Praktische wenken bij het verven en verfsysteem zijn noodzakelijk


13.1.3. Sterkteleer en grafostatica


1 KRACHT – BELASTING EN SPANNING

1.1 Het te berekenen element kunnen schematiseren 1.1 Schematiseren

1.2 Begrip kracht kunnen omschrijven 1.2 Krachten

1.3 Begrip spanning kunnen omschrijven 1.3 Spanningen

1.4 Kennis van de soorten belasting 1.4 Soorten belastingen

U Aan de hand van een plan een constructieelement schematiseren en de belasting aanduiden

2 TREK EN DRUK

2.1 Begrip trekspanning kunnen omschrijven 2.1 Trekspanning

2.2 Het begrip drukspanning kunnen omschrijven 2.2 Drukspanning

2.3 Diagram kunnen tekenen en spanningsgrenzen aanduiden 2.3 Trekproef spanningen rekdiagram

2.4 Begrippen veiligheidscoëfficiënt en toelaatbare spanning kunnen omschrijven

2.4 Optredende en toelaatbare materiaalspanningen

2.5 Formules kunnen toepassen 2.5 Oefeningen


U Een onderdeel op trek en druk kunnen berekenen, rekening houdend met de toelaatbare spanning

3 Beide begrippen kunnen omschrijven 3 AFSCHUIVING

3.1 Schuifkracht

3.2 Schuifspanning

U Uit een plan kunnen afleiden welk constructieelement op afschuiving wordt belast


4 TRAAGHEIDSGROOTHEDEN

4.1 Kennis hebben van de algemene formule 4.1 Lineair traagheidsmoment

4.2 Begrippen kennen 4.2 Centrale hoofdtraagheidsassen en centrale hoofdtraagheidsmomenten

4.3 Kunnen berekenen bij een evenwijdige verschuiving 4.3 Verandering van het lineair traagheidsmoment door evenwijdige verschuiving van de as

4.4 Traagheidsmoment kunnen berekenen van eenvoudige figuren

4.4 Traagheidsmoment van enkelvoudige doorsneden

U Het traagheidsmoment van een constructieonderdeel kunnen berekenen

5 BUIGING

5.1 Spanningsverloop in een dwarsdoorsnede kunnen verklaren van een balk die op buiging wordt belast

5.1 Spanningsverloop in een dwarsdoorsnede

5.2 Kennis hebben van de buigingsformule 5.2 Buigingsformule

5.3 Begrip kennen 5.3 Weerstandsmoment tegen buiging

U Inzicht krijgen in het spanningsverloop van een balk belast op buiging

6 BUIGING BIJ BALKEN OP 2 STEUNPUNTEN

6.1 Dwarskrachten en buigende momenten kunnen berekenen 6.1 Balk met puntlast

6.2 Dwarskrachten en buigende momenten kunnen berekenen 6.2 Balk met gelijkmatig verdeelde belasting


6.3 Dwarskrachten en buigende momenten kunnen tekenen 6.3 Dwarskrachtenlijn en momentenlijn

U 6 De afmetingen van een eenvoudig constructieonderdeel kunnen bepalen


7 Men moet van een op druk belaste kolom de dimensies kunnen

7 KOLOMMEN

bepalen met de geziene formules aan de hand van voldoende 7.1 Staal

oefeningen 7.2 Hout

8 Het moet mogelijk zijn voor balken op meer dan 2 steunpunten de dwarskrachtlijnen en de momentenlijnen op te stellen en het profiel te bepalen

8 BALKEN OP 3 EN MEERDERE STEUNPUNTEN


13.1.4. Weg- en waterbouwkunde


1 WEGEN

U

1.1

1.1

De leerlingen dienen de onderdelen van een wegontwerp te kennen en ook het onderlinge verband te begrijpen

Kennis van de riolering op het ontwerp is een noodzakelijkheid

1.1 Het wegontwerp

Voorbereiding

Grondplan

Lengteprofiel

Dwarsprofielen (aardebaan, type-profielen)

Signalisatie en wegmarkeringen

U

1.2

1.2

1.3

Grondplan, lengte- en dwarsprofielen dienen door de leerlingen te kunnen worden samengesteld

Ze dienen ook het grondverzet te kunnen berekenen

Oefeningen maken op het berekenen van bochten en hellingen

De leerlingen kennen de verschillende wegkruisingen en leren deze ook schetsen

1.2

1.3

Meetkundige kenmerken

Grondplan (rechte gedeelten, cirkel- en overgangsbogen)

Lengteprofiel (cirkelvormige afrondingen, parabolische overgangen)

Dwarsprofielen (verkanting en grondverzet)

Wegkruisingen en wegaansluitingen

Gelijkvloerse kruisingen (volledige, rotonde, parking)


U Oefeningen op het uittekenen van een rotonde is bevorderlijk

Ongelijkvloerse kruisingen

2 RIOLERINGEN

2 De af te voeren waters opsommen en hun herkomst kunnen bepalen

Weten hoe de afwatering van een weg verloopt

De verschillende greppels en straatkolken kunnen schetsen

Onderscheiden van de stelsels, de onderdelen bepalen en kunnen schetsen, de sektie van de buizen leren berekenen

2.1

2.2

2.3

Herkomst van het af te voeren water

Afwatering van de weg (helling, greppels, sloten)

Riolering (stelsels, kenmerken, onderdelen sektie)

U Het plaatsen van rioleringsbuizen leren bepalen

3 DUIKERS

3 De leerlingen kennen de soorten duikers, hun samenstelling, eigenschappen, toepassingen en gebruik

Tevens dienen zij ook deze duikers te kunnen schetsen

De duikerhoofden in de verschillende aanzichten en doorsneden kunnen schetsen

3.1 Gewone en siphonduikers

Soorten:

Buizen

Gewapend beton

Plaatstaal

Geprefabriceerde duikers

Duikerhoofden:


Met rechte keermuur

Met vleugelmuur

Bij siphonduikers

U Men dient te weten hoe men een duiker plaatst en zijn sektie berekent

Een duiker uitwerken naar rato van opgegeven maten

4 De leerlingen moeten de oeververdedigingen kunnen schetsen

4 OEVERVERDEDIGINGEN

en de onderdelen kunnen aanduiden 4.1 doel

4.2

4.2.1

4.2.2

4.2.3

Soorten:

Beschoeiing

Breuksteen of betonkleding met voet

Taludbekleding

U Vergelijken van de soorten en een keuze leren maken in verschillende situaties

5 WEGVERHARDINGEN

5.1 Mendient de opbouw van de fundering te kennen en de optredende belastingen waaraan het wegdek onderhevig is

5.1 Cementbetonwegdekken


De soorten worden grondig besproken

Voor- en nadelen, voegen en voegspecies dienen grondig aan bod te komen

5.1.1

5.1.2

5.1.3

De fundering

Belastingen waaraan het wegdek dient te aan te weerstaan

Soorten

In niet gewapend beton

In gewapend beton

In voorgespannen beton

U De leerlingen leren de lengte bepalen van de betonplaten en maken oefeningen op de geziene formules

5.2 De leerlingen dienen een wegdek in asfaltbeton te kunnen schetsen

Een grondige kennis van de bestanddelen, fabricage en opbouw van het wegdek is noodzakelijk

5.2

5.2.1

5.2.2

5.2.3

5.2.4

Wegdekken uit asfaltbeton

De fundering

Samenstelling

Aanmaken van asfaltbeton

Opbouw van het wegdek

U 5.2 Kennis van de stroefheid van het wegdek is noodzakelijk, alsook de plaatsing van de lagen

5.3 De gestrate verhardingen kunnen omschrijven en schetsen 5.3 Gestrate verhardingen

De fundering


Soorten

U 5.3 De gebruikte steenverbanden en plaatsing van de gestrate verhardingen kennen


13.1.5. Betonbouw


1 GEGEVENS VOOR HET OPSLAAN VAN EEN BETONONTWERP

1.1

1.2

De leerlingen moeten de specifieke functie kennen van de wapening en het beton in een betonconstructie

Ze moeten een vergelijking kunnen maken met andere bouwmaterialen wat betreft de eigenschappen

1.1

1.2

Principe van gewapend beton

Voor- en nadelen van gewapend beton

1.3

1.4 – 1.5

1.6 – 1.7

1.8

Zonder berekeningen moeten de leerlingen de plaats kunnen aanwijzenvan de wapening in een eenvoudig gewapend betonelement

Men moet in staat zijn zowel een wapeningsplan als een bekistingsplan te kunnen lezen en tekenen

Men moet uitgaande van een wapeningsplan en een bekistingsplan de passende staten kunnen opstellen

Men moet de tabellen hanteren van de gewichtsbelastingen, nuttige belastingen en toevallige belastingen

1.3

1.4

1.5

1.6

1.7

1.8

Plaats van de wapening in een betonconstructie

Bekistingsplan

Wapeningsplan

Wapeningsstaat

Betonstaat

Belastingen op bouwconstructies

2 BEREKENINGEN


2 Men moet kennis hebben van de formules voor het bepalen van de hoogte en de wapening van een rechthoekige gewapende balk

Deze formules moeten kunnen worden toegepast in de berekening van gewapende betonnen balken voor de dimensionering en het bepalen van de hoeveelheid wapening in functie van de toegelaten spanning van de materialen en de optredende spanningen in de materialen

2.1 Enkelvoudig gewapende rechthoekige balken

Bepalen van de hoogte

Bepalen van de wapening

Afstanden tussen de wapeningsstaven en de betondekking

Toelaatbare spanningen

Dwarskrachtenwapening

U 2.1 Oefeningen

2.2 De leerlingen moeten inzicht hebben in de berekening van gewapend betonplaten

Ze moeten een eenvoudige plaat kunnen berekenen en uittekenen

2.2 Platen

Berekening van de dikte van een plaat en de wapening

U Oefeningen

2.3 Men moet in staat zijn een kolom in gewapend beton te dimensioneren en de wapening te bepalen in langse en dwarse zin

2.3 Kolommen

2.4 Men moet inzicht hebben in de vormverandering van een fundering, in de optredende dwarskrachten en in de optredende momenten

2.4 Funderingen

Muurfunderingszool

Kolomfunderingszool


Men moet de formules voor het bepalen van de afmetingen en de wapening van een fundering kunnen toepassen

2.5 Men moet de geziene formules ook kunnen toepassen in de berekening van een gewapende betonnen trap

2.5 Trappen

U 3 Men moet kennis hebben van de basisbegrippen van spanbeton

3 SPANBETON


13.1.6. Staalbouw


1 Staalsoorten voor bouwconstructies

1 De bestaande staalkwaliteiten kennen Aanduiding

U Invloed van de kwaliteit in de berekeningen begrijpen

2 Handelsvormen van constructiestaal en specifiek toepassingsgebied

2 Kennis hebben van de bestaande staalprofielen Profielen en platen

U Welk profiel waar gebruiken?

3 Beschermen van staal tegen corrosie

3 Inzicht hebben in roestproblemen en de courante beschermingsmethoden kennen

Ontroesten en corrosiebestrijding

4 Beschermen van staal tegen brand

4 Gevaren kennen van een staalconstructie in brand en een idee hebben hoe men een staalconstructie kan beschermen tegen brand

Brandweerstand en beschermingsmaatregelen


5 Klinknagel- en boutverbindingen

5 Over de nodige basisprincipes beschikken betreffende klinknagels- en boutverbindingen

Klinknagels: - symbolische voorstelling

Bouten: - symbolische voorstelling + klasse-aanduiding bouten

Basisformules voor de berekeningen


6 Lasverbindingen

6 Over de nodige basisbegrippen beschikken betreffende lasverbindingen

Lasmethoden

Lasnaadvormen – symbolische voorstelling

Eenvoudige berekeningsvoorbeelden

7 Kolommen

7 Kennis hebben van de verbindingsmethoden:

Kolom aan fundering

Kolom en liggers

Soorten

Constructieve details: -kolomvoeten en kolomkoppen

Berekening stalen kolom

U Tekening kunnen lezen en eventueel zelf tekenen + oefeningen

8 Liggers

U

8

Kennis hebben van de mogelijke opleggingen en verbindingen

Tekening kunnen lezen en eventueel zelf tekenen

Profielliggers

Opleggingen

Verankeringen

Verbindingen

Samengestelde liggers

Berekening ligger


9 Vakwerken

9 Weten hoe een vakwerk is samengesteld en wanneer er overgegaan wordt tot het gebruik van een vakwerk

Vakwerkstaven

Knooppunten

Vakwerkliggers

U oefeningen


13.1.7. Esthetica van de woning


1 Verschil tussen wat is mooi en wat is kitch 1 Inleiding tot / en kennismaking met de esthetica

U Indrukken verwoorden en eigen appreciatie kunnen formuleren

2 Kleurenleer en vormstudie

2.1 Wat zijn kleuren? 2.1 Kleurenspectrum

2.1.1 Hoofdkleuren (primaire)

2.1.3

2.1.4

2.2.1

Mengen van kleuren en bekomen resultaten

Leren omgaan met kleuren en het waarnemen van kleuren in de onmiddellijke omgeving

Vormstudie eenvoudig element en bouwkundig element

2.1.2

2.1.3

2.1.4

2.2

2.2.1

2.2.2

Complementaire kleuren

De 12-delige kleurencirkel als basis op de oefeningen op het kleuren mengen

Kleurcontrasten in composities, ruimtewerking door inkleuren van perspectief (bv. herfstkleuren)

Vormstudie

Kleine vormstudies door vlakke en ruimtelijke voorstelling van diverse onderwerpen

Technische vaardigheden ontwikkelen in perspectief oefeningen


2.2.3

Meer zorg en compositiezin bijbrengen – rechte en ronde voorwerpen – lijndikten – schaduwen - kleuren

2.2.3 Schetsen en in compositie brengen van eenvoudige voorwerpen

U Maken van compositie en vlakverdeling

3 Evolutie van de bouwkunst in de tijd van

3000 V.C..tot 1900 N.C.

3 Onderzoeken van de stijl van bestaande historische gebouwen + stijlkenmerken kunnen omschrijven

Van Mesopotamië tot de neostijlen

U 3 Situeren van gebouwen in hun tijd en opzoeken van documentatie

4 Het wonen

4.1 Het wonen als basisbehoefte

4.2 Invloed van de factoren op het wonen 4.2 Factoren die bepalend zijn voor het wijn

4.3 Ontwikkelen van waarnemings- en voorstellingsvermogen 4.3 De taal van de dingen, hoe ervaar ik een bepaalde woonomgeving?

U 4.3 Verhandeling omtrent eigen woonomgeving

5 Eigentijds wonen

5 Onderzoek en vergelijking historische en hedendaagse gebouwen en ontwikkeling

Architectonische ontwikkeling in de 20ste eeuw

U 5 Individuele bespreking van hedendaagse architectuur


6 Stedebouw

6.1 Stedebouwkundige principes

6.2 Onderzoek naar hedendaagse verwezenlijkingen met vroeger en in functie van de hedendaagse leefgewoonten

6.2 Stadsrenovatie, stedelijk milieu, landelijk milieu

U 6.2 Opmaken van een gemeentelijk gewestplan

6.3 Bespreking stedebouwkundige verwezenlijkingen na de 2de wereldoorlog

7 Inzicht brengen in de biologische waarden van tuinen in een bebouwde omgeving

7 Tuin- en landschapsarchitectuur


13.1.8. Topografie


1 Meetgereedschappen en hun gebruik

1 De leerlingen moeten kennis hebben van de nodige meetgereedschappen en het gebruik ervan om meetlijnen op het terrein uit te zetten, loodlijnen op te richten en neer te laten

Jalons

Schietlood

Jalonniveau

Dubbel prisma

Meetbanden

Meetpennen

2 Lengtemeting en uitzetten van lijnrichtingen

2

Ze dienen lengtemeting te kunnen uitvoeren op meetlijnen zowel in vlakke als in hellende terreinen

Van twee meetlijnen moeten de kandidaten bouwkunde het snijpunt kunnen bepalen op het terrein door toepassing en het gebruik van de beschikbare meetgereedschappen

Meten in vlak en hellend terrein

Oprichten en neerlaten van loodlijnen

Controle op de loodlijnen

Uitbakenen van rechte lijnen in gewone en bijzondere gevallen

Bepalen van het snijpunt van twee meetlijnen

U 2 Het is de bedoeling dat de leerlingen dit op het terrein uitoefenen


3 Eenvoudige terreinmetingen

U

U

3

3.3

3.4

Door opgedane kennis, zowel van het meetgereedschap als van het gebruik kan men overgaan tot de eenvoudige terreinmetingen

Men dient kennis te verwerven omtrent meetmethoden en het opmaken van veldschetsen

Veldschetsen moet men kunnen op schaal weergeven en indien mogelijk kan dit worden uitgevoerd

Van een klein terrein kan worden overgegaan, uitgaande van een veldschets en tekening tot het bepalen van de oppervlakte

3.1

3.2

3.3

3.4

Bepalen van hoeken door meten van sinus of tangens

Meetmethodes

Veldschetsen

In kaart brengen van veldschetsen

Oppervlakte bepaling

Uitzetten van cirkelboog

Uitzetten van een klein gebouw

U Als bouwkundige wordt verlangd dat men overgaat tot het uitzetten van een klein gebouw met de nodige bijsturing en/of het uitzetten van een wegenis

4 Onderdelen van het waterpasinstrument en het theodoliet

4 De belangrijkste onderdelen van de topografische instrumenten moeten de leerlingen kennen en kunnen beschrijven

Ze moeten kennis hebben van de samenstelling, regeling en het gebruik ervan

Buisniveau

Doosniveau

Topografische kijker


Aflezing van randen

5 Toestellen voor hoogtemeting

5 Men moet in staat zijn zelfstandig het waterpasinstrument op te stellen klaar voor gebruik en een aflezing te verrichten

Afleesbaak

Niveau halfautomatisch met kipschroef

Niveau met automatische horizontaalstelling

6 Waterpasser

6 Men moet in staat zijn een hoogtepeil aan te geven en hoogteverschillen te bepalen op korte en langere afstand waarvan de meetresultaten terug te vinden zijn in betreffende tabellen

6.1

6.2

Principe van het bepalen van een hoogteverschil

Fouten op het waterpassen

U

6.5

Men kan eventueel een vlaktewaterpassing laten uitvoeren

6.3

6.4

6.5

6.6

Doorgaande waterpassing

Waterpasstaten

Vlaktewaterpassing

Opmeten van profielen


7 Hoekmeting

7 Men moet de samenstelling kennen van de vernoemde theodolieten

Tevens dient men op de hoogte te zijn van de regelingseisen en opstellingseisen

De leerlingen moeten een horizontale en verticale hoekmeting kunnen uitvoeren

7.1

7.2

Toestellen voor hoekmeting

Reïteratietheodoliet

Repetitietheodoliet

Meten van horizontale en verticale hoeken

U 7.3 Men kan dit toepassen bij de uitvoering van een polygomatie

Noties bezitten van actuele technieken met elektronische apparatuur

7.3 Uitzetten van punten d.m.v. coördinaten en opnemen van punten in coördinaten


13.1.9. Technisch tekenen


1 Richtlijnen i.v.m. het bouwkundig tekenen en tekenmaterieel

1 De leraar zal aandacht besteden aan het lijntekenen in het algemeen, bladschikking en het nodige tekengerief wat betreft het onderhoud

1.1

1.2

Lijntypes

Schalen

De tekeningen worden op kalk uitgevoerd 1.3

1.4

1.5

Voorstelling van de materialen

Gebruik van tekengerief

Nodige tekenmaterieel

2 Woning met verdieping – eengezinswoning

2 De leerlingen zullen aan de hand van een goed uitgewerkt voorontwerp en steunend op de kennis van de geziene leerstof bouwkunde komen tot het uittekenen van de verschillende plannen van de woning

Na meer kennis te hebben opgedaan op bouwkundig vlak dient men te komen tot het uitwerken van een detailtekening van een bouwonderdeel

2.1

2.2

2.3

2.4

2.5

2.6

Gelijkvloers

Funderingsplan

Verdiepingsplan

Inplantingsplan

Liggingsplan

Verticale doorsnede


2.7

2.8

Gevels

Deeltekening van een bouwonderdeel, ofwel trap, ofwel buitenschrijnwerk, ofwel kapconstructie

U 2.9 Het is nuttig de leerlingen meer ruimtelijk inzicht te verschaffen door de uitvoering van een maquette

2.9 Maken van een maquette van een woning


3 Wegontwerp

3 De leerlingen zullen zich baserend op de kennis van de wegenbouw en topografie en uitgaande van de bestaande toestand komen tot uitvoeringsplannen van een eenvoudige wegenis

De leerlingen zullen de hoeveelheid grond berekenen die dient te worden verwerkt in de te bestuderende weg

Men zorgt voor de nodige waterafvoer van de weg

3.1

3.2

3.3

3.4

3.5

3.6

3.7

Bestaande toestand van grondplan, lengteprofiel en dwarsprofiel

Modeldwarsprofiel

Ontworpen toestand van grondplan

Ontwerp van een lengteprofiel

Ontwerp van een dwarsprofiel

Grondverzet

Riolering

U 3.8 Een idee verwerven van de hoeveelheid gebruikte materialen 3.8 Metingstaat

4 Uitvoeringstekeningen van een gebouw

4 Op basis van een uitgewerkt voorbeeld dienen de leerlingen te komen tot uitvoeringsplannen van een gebouw

4.1

4.2

4.3

4.4

4.5

Gelijkvloers

Funderingsplan

Verdiepingsplan

Inplantingsplan

Liggingsplan


4.6

4.7

Verticale doorsnede

Gevels

4.8 Detailtekening van een doorsnede op schaal 1/20 verticaal op het gebouw genomen

U 4.9 4.9 Nodige formulieren voor bouwaanvraag


5 Betonstudie

5 Men zal als kandidaat bouwkundige in staat zijn tot het berekenen van eenvoudige gewapende betonnen, draagconstructies, het uittekenen van wapeningsplannen en het opstellen van de bijbehorende wapeningsstaten

5.1

5.2

5.3

5.4

5.5

Balken

Platen

Kolommen

Wapeningsplannen

Wapeningsstaat

13.1.10. Toegepaste informatica


1 De leerlingen moeten vertrouwd worden met een CAD – programma

Ze moeten in staat zijn lagen in te stellen en tekeningen te openen

1 Lagen

2 De leerlingen moeten alle bewerkingen met het scherm kunnen uitvoeren

2 Display – techniek

3 Tekencommando’s


3 Ze dienen alle tekencommando’ s te kennen nodig voor bouwkundige tekeningen te maken en tevens tekeningen op te slaan

Lijnen

Bogen

Arcering

4 Editeren

4 Ze zullen de nodige editeerfuncties bezitten Verplaatsen

Copiëren

Evenwijdigen

Afbreken lijnen

Afronden

Roteren

Uittrekken

5 Het is nodig dat ze een bouwkundige tekening voorzien van afmetingen

5 Dimensioneren

6 Ze moeten in staat zijn een plan van tekst te voorzien 6 Teksten plaatsen

7 Men zal het gebruik van uitrolmenu’s vlot kunnen hanteren 7 Uitrolmenu’s

8 Alle functies dienen voldoende ingeoefend te zijn op bouwkundige tekeningen

8 Eenvoudige woning


9 De leerlingen zullen kunnen werken met bibliotheekgegevens en ook zelf een bibliotheek kunnen aanleggen

Na kennis te hebben van het CAD – programma zal men de nodige plannen van een eenvoudige woning uitwerken

9 Bibliotheek

10 Men zal de leerlingen vertrouwd maken met het gebruik van een rekenblad aan de hand van bouwkundige toepassingen zoals staalstaten en andere metingstaten

10 Rekenblad


14. Pedagogisch-didactische wenken en timing

14.1. TV Bouw/hout

14.1.1. Constructieleer

1 Grondmonsters nemen, eventueel een klein grondonderzoek uitvoeren of een grondsondering meemaken

2 Een werf bezoeken, foto’s nemen en schetsen maken + analyseren van nijverheidsdocumentatie

3 Werfbezoek, schetsen van een ontworpen kelder + foto’s en dia’s bekijken van een recent aangelegde kelder

4 Nijverheidsdocumentatie analyseren + foto’s nemen van toestanden in je omgeving

5 Documentatiestudie + bestaande toestanden bekijken in je directe omgeving, schetsen en foto’s nemen

6 Aan de hand van documentatie de geprefabriceerde systemen leren kennen

7 Door werfbezoek in de directe omgeving van de schoolde systemen bestuderen + aanleggen van een documentatiemap

8 Ramen en deuren bekijken in de omgeving + documentatie doornemen en eventueel een schrijnwerkerij bezoeken

9 Bekijken van dia’s en foto’s + doornemen van documentatie

10 Bezoek aan een sport- of fabriekshal, schetsen van het gebruikte systeem + documentatiestudie

11 Aanwenden van documentatie betreffende isolatie en dampschermen + opvolging van de aanleg van een zwrvende vloer in een in aanbouw zijnde woning of demonstratie met dia’s

12 Documentatiestudie van de meest gebruikte soorten

13 Documentatie en stalen van afvoerleidingen en rioleringsputten opzoeken en toetsen aan de leerstof

14.1.2. Materialenleer Nummer METHODOLOGISCHE WENKEN EN DIDACTISCH MATERIAAL

1 Aan de hand van documentatie en bouwstalen de leerstof beheersen

2 Winkelbezoek, verzamelen van documentatie en analyse moeten leiden tot de nodige kennis van de leerstof

3 Stalen, documentatie, fabrieksbezoek en toepassingen in de omgeving leiden tot de nodige kennis

4 Winkelbezoek, foto’s, schetsen van praktische verwezenlijkingen en doornemen van documentatie leiden tot de nodige kennis

5 Door analyse van stalen en documentatie komen tot de nodige kennis van de leerstof

6 Door demonstratie van plaatsing, bekijken en bestuderen van monsters komen tot de leerstof

7 Materiaalstalen verzamelen en bestuderen, een betoncentrale eventueel bezoeken + het storten van beton op een werf volgen, verslagen maken, foto’s nemen

8 Documentatie doornemen en het plaatsen volgen op een dak of funderingsmuur leiden tot het beheersen van de leerstof

9 Bezoek aan een zelfbouwmarkt, verzamelen en bespreken van stalen en documentatie leiden tot de nodige kennis

10 Aan de hand van documentatie, komen tot de leerstof

14.1.3. Sterkteleer en grafostatica Nummer METHODOLOGISCHE WENKEN EN DIDACTISCH MATERIAAL


1 Nadruk leggen op het juist gebruik van de eenheden

2 Toepassen van de geziene theorie op oefeningen + blijvend benadrukken van het juist gebruik van symbolen en eenheden

3

4 Maken van oefeningen

5 Formules kunnen toepassen

6 Maken van oefeningen

7 Er worden voldoende oefeningen gemaakt aan de hand van het gebruik van tabellen en formules

8 Nadruk op oefeningen door het gebruik van tabellen


14.1.4. Weg- en waterbouwkunde Nummer METHODOLOGISCHE WENKEN EN DIDACTISCH MATERIAAL

1.1 Uitgaande van het dossier wegontwerp bespreking van de diverse onderdelen + de werken van een weg in aanleg volgen Foto’s nemen, schetsen maken en documentatie opzoeken van de gebruikte materialen

1.2 Aan de hand van het bestaande dossier komen tot de berekening van bogen in grondplan en lengteprofiel Praktische verwezenlijking van een bocht in de nabijheid van de school

1.3 Werfbezoek, schetsen maken en foto’s nemen + maten nemen

2 Op een bestaand rioleringsplan komen tot de onderdelen van een riolering + documentatie opzoeken en eventueel de aanleg van een werk in de omgeving volgen

3 Opzoekingswerk in de directe omgeving, foto’s nemen en schetsen maken

4 Bestaande oeververdedigingen langs kanaal of rivier gaan bekijken, schetsen en de onderdelen vergelijken met de geziene leerstof

5.1 Wegen in cementbeton bekijken aan de hand van de opbouw ter plaatse komen tot de leerstof

5.2 Bestaande rijbanen in asfaltbeton vergelijken, analyseren en schetsen

5.3 Een aangelegde of in opbouw zijnde gestrate weg bezoeken en aan de hand van het visueel beeld komen tot de leerstof

14.1.5. Betonbouw Nummer METHODOLOGISCHE WENKEN EN DIDACTISCH MATERIAAL

1 Op basis van de kennis van materialenleer en constructieleer en aan de hand van betontekeningen komen tot de bespreking van de gebruikelijke opmaak van de betontekeningen

2.1 Gebruik makend van tabellen en formules worden de afmetingen van de betondoorsneden en de staalsecties bepaald

2.2 Er worden voldoende oefeningen gemaakt mits gebruik van de formules en tabellen

2.3

2.4

2.5 Wij baseren ons op de theorie van balken en platen om te komen tot de berekening van trappen

3 Wordt duidelijk gemaakt aan de hand van bestaande documentatie


14.1.6. Staalbouw Nummer METHODOLOGISCHE WENKEN EN DIDACTISCH MATERIAAL

1

2 Een catalogus van een staalleverancier zelfstandig kunnen gebruiken en de toepassingsmogelijkheden kennen

3

4

5

6 Lasnaadvormen tonen op kleinere gelaste stukken

7 Uitvoeringsmogelijkheden duidelijk maken aan de hand van oefeningen en tekeningen

8 Oefeningen

9 Oefeningen

14.1.7. Esthetica van de woning Nummer METHODOLOGISCHE WENKEN EN DIDACTISCH MATERIAAL

1 Foto’s en / of projectie van voorbeelden

2.1 Voorbeelden van lichtbreking + benadrukken van het optisch en psychologisch effect van de kleur in de woonomgeving

2.2 Eventueel maken van foto’s van ruimten + collages, schetsen met de losse hand (bv. maken van een foldercompositie met monumenten e.d.)

3 Projecties van merkwaardige en historische gebouwen

4

5 Bespreking van eigen woongelegenheid en situering ervan in de tijd

6 Bezoeken

7 Bezoeken - studies


14.1.8. Topografie Nummer METHODOLOGISCHE WENKEN EN DIDACTISCH MATERIAAL

1 Meetgereedschappen tonen en demonstreren

2 Telkens de meetmethoden uiteenzetten d.m.v. schetsen op het bord Na uitzetting in de klas worden de courante meetmethoden uitgevoerd op een dicht bijgelegen terrein

3.1

3.2 Aan de hand van een voorbeeld van een veldschets kunnen de leerlingen overgaan tot het zelf opstellen na meting op terrein De leerlingen brengen een veldschets in kaart na het bestuderen van een voorbeeld

3.3

3.4

4 Aan de leerlingen moeten de verschillende delen worden getoond

5 De toestellen dienen telkens ter beschikking te zijn zodat de leerlingen alles kunnen waarnemen

6 Na een demonstratie op de verschillende onderdelen en het nut ervan

7 Men wijst op de verschillende onderdelen en het nut ervan Na demonstratie van een hoekmeting zullen de leerlingen zelf verschillende keren de grootte van een hoek bepalen

14.1.9. Technisch tekenen Nummer METHODOLOGISCHE WENKEN EN DIDACTISCH MATERIAAL

1 Aan de hand van tekeningen wijzen we op het nut van lijntypes, schalen, materialenaanduiding

2

We bespreken de diverse plannen aan de hand van een volledige bouwaanvraag en tevens verwijzen we naar de constructieleer Het maken van een maquette wordt aangetoond en er wordt ook gewezen op het nut van de weergave van de vorm van de woning

3 Men wijst terug naar een bestaand dossier die we uitsplitsen in de diverse plannen

3.6 Men verwijst telkens naar de cursus wegenbouw

3.7 Men grijpt terug naar de cusus wegenbouw en bestaande studies van riolering

3.8

4 Men baseert zich op de kennis van een reeds uitgevoerd werk. Men wijst echter veel meer op details en bestaande bouwmaterialen. Men baseert zich op de kennis bouwkunde

4.9

5 Men verwijst naar de cursus betonbouw en naar bestaande betontekeningen die samen worden besproken

14.1.10. Toegepaste informatica Nummer METHODOLOGISCHE WENKEN EN DIDACTISCH MATERIAAL

1

2

3 Door het uitsplitsen van eenvoudige bouwkundige tekeningen systematisch overlopen van de verschillende tekencommando’s De tekenpen wordt vervangen door de muis

4

5 Voldoende inoefenen aan de hand van bouwkundige tekeningen

6


15. Minimale materiële vereisten2

Ten geleide

Lijsten uitrusting

Kaderend in een vakonderdeel- of vakoverschrijdende benadering en daar uitrusting van technische aard bijna nooit vak-beperkt is opgevat wordt deze slechts één maal in het leerplan opgenomen, dus niet per vak of vakonderdeel.

Teneinde een degelijk gestructureerde, verantwoorde bestedingsplanning aan de directie te kunnen voorleggen (vakgroepwerking in coördinatie met de bevoegde werkplaatsleider/werkmeester) en in een streven naar het rationeel aanwenden van beschikbare middelen is het opvolgen van de ‘lijsten uitrusting’ noodzakelijk.

In een streven naar duidelijkheid werd geopteerd om de uitrusting schematisch en in alfabetische rangorde (ook de items) voor te stellen, zoals vervat in de rubrieken: DIDACTISCHE HULPMIDDELEN GEREEDSCHAPPEN APPARATUUR HANDGEREEDSCHAP

INFRASTRUCTUUR ONDERHOUD LABO-UITRUSTING MACHINES VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN

Studierichtingen

Teneinde een totaalbeeld te kunnen verwerven van de noodzakelijke uitrusting over de graden heen van de binnen ARGO organiek programmeerbare studierichtingen werden ze (1ste graad niet inbegrepen) per onderwijsvorm (TSO) en volgens de meest verantwoorde rangorde opgenomen (optimale opbouw van curriculum door leerling), deze benadering houdt in dat de onderliggende en/of overeenstemmende studierichtingen (i. f. v. 2de en 3de graad en/of 7de jaren) onvolledig zijn!

Vanaf de 2de graad wordt het selectief (& fragmentair gespreid over de graden heen) aankopen van persoonlijke benodigdheden door de leerling aanbevolen.

Terminologie

De invulling van de rubrieken wordt als volgt gedefinieerd:

B = Basisuitrusting, waarvan mag worden verwacht dat ze in de afdeling van de school aanwezig is, opgesplitst in drie verschillende benaderingen:

2 Inzake veiligheid is de volgende wetgeving van toepassing:

- Codex - ARAB - AREI - Vlarem

Deze wetgeving bevat de technische voorschriften die in acht moeten genomen worden m.b.t.: - De uitrusting en inrichting van lokalen; - De aankoop en het gebruik van toestellen, materiaal en materieel.

Zij schrijven voor dat: - Duidelijke Nederlandstalige handleidingen en een technisch dossier aanwezig moeten zijn; - Alle gebruikers de werkinstructies en onderhoudsvoorschriften dienen te kennen en correct kunnen toepassen; - De collectieve veiligheidsvoorschriften nooit mogen gemanipuleerd worden;

- De persoonlijke beschermingsmiddelen aanwezig moeten zijn en gedragen worden, daar waar de wetgeving het vereist.


B/A Basisuitrusting in de Afdeling aanwezig (min. 1exemplaar), gemeenschappelijk aanwendbaar over studierichtingen heen (1ste en/of 2de en/of 3de graad).

B/L Basisuitrusting waarover de Leerling individueel beschikt.

B/S Basisuitrusting in de Studierichting aanwezig (min. 1 exemplaar), gemeenschappelijk aanwendbaar door verscheidene leerlingen.

E = Extra uitrusting, is niet noodzakelijk in de afdeling van de school aanwezig of in het bezit van de leerling, opgesplitst in vier verschillende benaderingen:

E/A Extra uitrusting ten behoeve van de Afdeling, doch wordt sterk aanbevolen;

E/E Extra uitrusting, Extern aanwendbaar (bv. in ARGO-dienstencentrum of bedrijf … ), indien de school of scholengemeenschap er niet over beschikt.

E/L Extra uitrusting ten behoeve van de Leerling, doch wordt sterk aanbevolen;

E/U Extra Uitrusting die door de studierichting(en) van de afdeling binnen de school aanwendbaar moet zijn.

Let wel!

De items B/A voorzien van een * moeten gelezen worden als B/S:

bij een basisoptie in de 1ste graad zonder bovenbouw, zoals opgenomen in de organieke structuur van een autonome middenschool.

DIDACTISCHE HULPMIDDELEN

bordenpasser met zuignappen B/S

camcorder (video)

E/A

computer(s)

B/A

diaprojector

E/U

didactische modellen (specifiek voor … )

B/S

fotoapparaat

E/A

LCD-apparaat (liquid cristal display)

E/U

mediatheek

E/U

modelstatief (3-vlaksprojectiebord)

B/S

Overheadprojector

B/A

printer en/of plotter

B/A

projectiescherm E/U


software (CAD-tekenen)

B/A

software (specifiek didactisch)

E/A

software (tekstverwerker)

E/A

software (visueel rekenblad)

E/A

tekendriehoeken (bordtekeningen 30° en 45°)

B/S

tekengerief (conventioneel tekenen)

B/L

tekenpennen (volgens normering ..... )

E/L

tekensjablonen (letterhoogte ..... )

B/L

tekentafel

B/L

TV en video

E/U

vakbibliotheek

B/A

GEREEDSCHAPPEN-APPARATUUR

Afzetapparaat slijpmolen (beitels en boren slijpen)

B/S

Betonmolen (elektrisch)

E/A

Boorhamer

E/U

Compressor (mobiel)

E/A

Dubbel prisma

Elektrische handboor-machine B/S

Elektrische schroeven-draaier met bitsen + en -

B/S

Haakse steenzaag (groot draagbaar model)

E/A

Handbandschuurmachine (klein model)

B/A

Handbovenfreesmachine

B/S

Handcirkelzaagmachine

B/A

Handtrilschuurmachine B/S


Handwipzaagmachine

B/A

Lamellenfreesmachine

B/S

Lasapparaat voor dich-tingen B/A

Machineklemmen (klemmen voor mallen)

B/A

Mortelkuipen

B/S

Pneumatische boorappa-raat E/A

Strijkijzer

B/A

HANDGEREEDSCHAP

Aanzetstaal (enkel voor schraapstaal)

B/S

wetstenen (profielstenen)

B/S

wetsteen (vlakke steen)

B/L

beitels 12 … 20mm (gutsen) B/S

beitels 8 … 12mm … (kap- of schietbeitels)

B/L

beitels 4 … 30mm … (steekbeitels)

B/L

beslagkalibers

B/A

booromslag met ratel

B/S

boorrasp

B/S

boren (steenboren)

E/U

borenset (metaalboren)

B/S

breekmes

B/S

centerpons

B/S

diamantrol of -stift (om slijpstenen te reinigen)

B/A

draad en priemen (muurpriemen)

B/S


dubbele vouwmeter

B/L

duwpotlood (met stifthouder)

B/L

emmer (bouwplaatsemmer)

B/L

gereedschapskoffer (persoonlijke)

B/L

hamer (bankhamer)

B/L

hamer (fineerhamer)

B/A

hamer (houten blokhamer)

B/L

hamer (klauwhamer)

B/S

hamer (zware hamer)

B/A

handkitpistool

B/A

houtboor (centerboor/verstelbaar)

B/A

houtboor (klokboor)

B/A

houtboren (irwinboren)

B/S

houtboren (slangen-/torsieboren)

B/S

houtboren (spiraalboren)

B/S

houtboren (verdiep-/verzinkboren)

B/S

houtrasp

B/L

houtvijl

B/L

kaderspanner

B/A

koevoet

B/S

krasnaald

B/S

kruishout

B/L

kruiwagen

B/S

lijmknechten in T-vorm

B/A

lijmtangen (groot en klein)

B/A

lijmverdeler B/S


(kam, rol en borstel) metalen bankschroef

B/A

mortelschop

B/S

nageldrijvers (verscheidene diameters)

B/S

passer (diktepasser)

B/S

passer (steek-/boogpasser)

B/S

passer (stokpasser)

B/A

passer (veerpasser)

B/S

passer (voetjes-/binnenpasser)

E/A

plakspaan (groot plamuur-mes met handvat)

B/S

plooimaat (wapeningsstaven)

B/A

plooi-ijzer (wapeningsstaven)

B/S

potlood (schrijnwerkerspotlood)

B/L

priem

B/L

profielklemmen (muurhaken)

B/L

regel (rijlat)

B/L

schaaf (blokschaaf)

B/L

schaaf (grondschaaf)

B/S

schaaf (overzijdeschaaf)

B/A

schaaf (sponningschaaf)

B/A

schaaf (tandschaaf)

B/S

schaaf (zoolschaaf)

B/A

schaar

B/S

schietlood

B/L

schraapstaal

B/L

schroevendraaierset (gleufkop)

B/S


schroevendraaierset (kruiskop/posidriv +)

B/S

schuifmaat

B/S

schuurblokje

B/L

sleutelset (inbussleutels/zeskant)

B/S

sleutelset (potsleutels)

B/A

sleutelset (steeksleutels)

B/A

sleutelset (ringsleutels)

B/A

smetkrijt

B/S

smetlijn

B/S

spaarbord (handpalet)

B/L

spanschroeven

B/S

spuitpistool (elektrisch of pneumatisch) B/A

staalschaar

B/S

steenbeitel (baksteen paramentbeitel)

B/S

steenbeitel (platte beitels groot/klein)

E/U

steenbeitel (puntbeitel)

E/U

stelhouten en wiggen

B/A

tang (tang met verschuif-bare bekken/gastang)

B/A

tang (trektang)

B/L

tang (universele tang)

B/A

tang (vlechttang)

B/L

tang/waterpomptang (‘vise-grieppe’)

B/A

telescopische meter

E/A

truweel (groot)

B/L

truweel (kattetong)

B/S

truweel B/S


(klein) veerklemmen (platte- en puntvorm)

B/A

verf- en vernisborstels (ook poriënvullen ..... )

B/S

verlengsnoer

B/S

verstekbakje (enkel of dubbel)

B/L

verstekblok

B/A

verstekhaak

B/L

vijlborstel

B/S

vijlen (driekant)

B/S

vijlen (halfrond)

B/A

vijlen (plat)

B/A

voegspijkers (voegijzers)

B/L

waterpas (conventioneel)

B/S

waterpas (flesjeswaterpas)

B/A

winkelhaak (bouwhaak)

B/S

winkelhaak (grote tekenwinkelhaak)

B/S

winkelhaak (handmodel)

B/L

zaag (handzaag)

B/S

zaag (fineerzaag)

B/S

zaag (metaalzaag)

B/S

zaag (met hardmetalen tanden)

E/A

zaag (rugzaag)

B/L

zaag (steek-/puntzaag)

B/A

zaag (toffelzaag)

B/A

zaag (verstekzaag op voet)

B/S

zaagvijlklem

B/S


zaagzettang

B/S

zeef (zandzeef)

B/S

zwaaihaak

B/L


INFRASTRUCTUUR-ONDERHOUD

berging voor afgewerkte producten

B/A

brandblusapparaat

B/S

droogrek (spuiten)

E/A

houten gereedschaps-magazijn B/A

kleedruimte met wasgele-genheid (kleerkast … )

B/A

machinezaal

B/A

magazijn (stapelruimte)

onderhoudsmaterieel (borstels)

B/S

onderhoudsmaterieel (handborstel)

B/L

onderhoudsmaterieel (stalen borstel)

B/S

onderhoudsmaterieel (stofzuiger)

B/A

persluchtinstallatie

E/A

schoolmeubilair (bord, stoelen … )

B/A

schragen

B/A

spuitlokaal met afzuiging

E/E

spuitwand mobiel (water of koolstoffilter)

E/A

stofafzuiging (gecompartimenteerd)

B/A

vaklokaal (technologie en tekenen)

B/A

werkbank en/of -tafel (met houten bankschroef)

B/L

werkruimte (metseloefeningen)

B/A

werkruimte (monteren en bankwerk)

B/S


LABO-UITRUSTING

dia’s + foto’s determinatie van/en materiaalmonsters

B/A

droogoven

E/A

houtvochtigheidsmeter

B/S

koelkast (met diepvriesvak)

E/U

kookplaat

E/U

loep

B/L

loepmicrometer

B/S

luchtvochtigheidsmeter

E/A

meetklok

B/A

micrometer

E/U

microscoop (met objectieven)

E/U

microtoom (houtsnede)

E/A

stereomicroscoop (met reliëfweergave)

E/A

weegschaal (labomodel)

B/A

MACHINES

Bovenfreesmachine op voet met toebehoren

E/A

Cirkelzaagmachine met Radiale arm

B/A

Elektrische dubbele slijp-molen B/S

Elektrische slijpsteen met Water

B/A

Formaatzaagmach + toeb. (hor. of vert. paneelzaag)

B/A

Gatensteekmachine (met boor in steekbeitel)

E/A

Houtdraaibank Met toebehoren

B/A

Kettingfreesmachine B/A


Met toebehoren Kolomboormachine Met toebehoren

B/A

Langgatboormachine Met toebehoren

B/A

Lasapparaat voor Lintzagen

E/A

Lintzaagmachine Met toebehoren

B/A

Lintzaagslijpmachine

E/A

Pennenmachine Met toebehoren

B/A

Raampers Met toebehoren

E/A

Tafelschuurmachine met en schuurbandstand

B/A

Universele lange band-schuurmachine + toeb.

B/A

Vandikteschaafmachine met toebehoren B/A

Vandikteschuurmachine Met toebehoren

E/A

Verticale freesmachine met toebehoren B/A

Vlakschaafmachine Met toebehoren

B/A

VEILIGHEIDS-VOORZIENINGEN

draagklemmen voor houtplaten

B/A

EHBO-kast

B/S

gehoorbescherming

B/L

hand-palettruck (transpalet)

E/U

hefijzer (grote hefboom met of zonder wieltjes)

E/U

huidbeschermingshand-schoenen ( bv. kleuren)

B/L

intern oproepsysteem (bv. telefoon)

B/A

koevoet (grote uitvoering)

E/U

koolstofmasker (spuitwerkzaamheden)

B/L

ladder E/U


pictogrammen (bv. i.v.m. veiligheid)

B/S

platenkarretje

E/A

stofmasker

E/L

trapladdertje

B/A

veiligheidsbril

B/L

veiligheidshandschoenen

B/S

veiligheidshelm

B/L

veiligheidsinstructiekaar-ten van machines

B/S

veiligheidskaarten van gevaarlijke producten

B/S

veiligheidsschoenen

E/L

werkkledij

B/L

zaklamp

B/A


16. Evaluatie

Onderscheid moet gemaakt worden tussen de evaluatie van het leerproces en de evaluatie van het eindproduct.

Bij de procesevaluatie wordt doorlopend gepeild naar de verwerking van het leerproces, met de bedoeling dit proces zo nodig bij te sturen, zodat elke leerling op de meest effectieve manier kan leren.

De klemtoon ligt hierbij duidelijk op het optimaal functioneren van de leerling.

Het verloop van het proces wordt, vooraf, door de leraar uitgetekend. Zij/hij bepaalt

welke de verschillende stappen zijn;

welke fouten op elk moment ontoelaatbaar zijn;

welke fouten kunnen gemaakt worden. Afhankelijk van het resultaat van feedbackmomenten (kleine toetsen, gesprekken, volgsystemen, …) wordt het proces verder gezet of zo nodig bijgestuurd.

Om de leerling te motiveren gebeurt dit in een constructieve, positieve sfeer.

Productevaluatie gebeurt op het einde van het leerproces (bijvoorbeeld na een hoofdstuk, een opdrachtenreeks, een project, een trimester..). Hierbij wordt nagegaan in hoeverre de leerling de basisdoelstellingen bereikt heeft.

Iedere evaluatie gebeurt in 3 stappen

Registreren (veelvuldig afnemen van proeven, oefeningen, opdrachten, kleine toetsen, …).

Interpreteren (de gegevens toetsten aan de criteria of normen die de vakwerkgroepen vooraf duidelijk heeft bepaald).

Rapporteren (de leerling en de ouders krijgen op een duidelijke wijze een beeld van de vorderingen van de leerling door geregelde momenten van feedback voor de leerling en door een schriftelijke rapportering door middel van agenda, rapport...).


17. Bibliografie

Normen

Belgisch instituut voor normalisatie Brabançonnelaan 29 1040 Brussel

NBN 189 Hout, afwijkingen, gebreken en fouten

NBN 199 Namenlijst der voornaamste in België gebruikte houtsoorten

NBN 202 Terminologie

NBN 208 Vensteropeningen en ramen

NBN 210 Kubering van rondhout, voor werkhout bestemd

NBN 219 01 Gezaagd hout. Het meten 02 Gezaagd hout. Belgisch naaldhout. Nominale afmetingen 03 Gezaagd hout. Ingevoerd Noords naaldhout. Nominale afmetingen 04 Gezaagd hout. Naaldhout. Afwijkingen en krimp

NBN 225 Beproevingsmethodes voor kwaliteitsbepaling

NBN 272 Sortering naar uitzicht van ongesorteerd Noords naaldhout

NBN 471 Leidraad voor de houtbescherming

NBN 544 Sortering naar uitzicht van Belgisch naaldhout

NBN 638 Isolatieplaten op basis van houtvezels of houtspanen en cement of gips

NBN 661 01, 02, 03 – Spaanplaten (beproevingsmethodes)

NBN 713.020 Weerstand tegen brand van bouwelementen

Technologisch instituut K.V.I.V.

Commissie technisch tekenen – onderwijs – industrie Jan van Rijswijcklaan 58 2000 Antwerpen

Richtlijnen – normen

Deel I Inleiding tot het technisch tekenen

Deel II Richtlijnen

Deel III Bouwkundig tekenen (+ bijlage)

Nationale maatschappij voor huisvesting


Breydelstraat 12 1040 Brussel

Technische bladen en typebestekken STS

STS 23 Hout-bouw

STS 31-32 Timmerwerk – dakschrijnwerk

STS 52 Houten buitenschrijnwerk – vensters, vensterdeuren en lichte gevels

Technisch blad 6 Houten kapspanten in A-vorm

7 Houten kapspanten in A-vorm. Plans en berekeningen.

8 Houten kapgebinten. Nagelverbindingen

8b Houten kapgebint. Verbindingen

17 Vensteropeningen en ramen

27 Houten kapspanten in delta-vorm

28 Binnendeuren – openingen en lateien

29 Binnendeuren – bekleding van de openingen

33 Houten kapspanten – rechte schilddaken





Publicaties van het Nationaal houtvoorlichtingsbureau

Koningsstraat 109 1000 Brussel

Tijdschrift ‘Houtnieuws’

Map ‘Hout

Sleuter voor houtdeterminatie met de loep van in België beschikbare houtsoorten uit de gematigde en tropische streken

De belangrijke bijdrage van de nieuwe norm DIN 1052 tot de berekening van houtconstructies

Spant- skeletsysteem

Publicaties van het Technisch centrum voor de houtnijverheid


Steenweg op Alsemberg 830 1180 Brussel (Ukkel)

De duurzaamheid van hout

Houtaantasting door zwammen

Houtaantasting door insecten

De lijmen A en B

Fineerplaten, Vezelplaten, Spaanderplaten

Volumieke massa van het hout

Zwelling en krimp van het hout

Blijvende vervorming ingeval de zwelling of de krimp verhinderd wordt

Mechanische eigenschappen van massief hout

Het drogen van gezaagd hout

Houtbescherming

Vlakke deuren

Gelijmd – gelamelleerde constructies

Leidraad voor het goede gebruik van spaanplaten

Nederland: publicaties van het Centrum hout te Naarden


1A ‘grip’ hoekankers

B4A Lijmsoorten voor houtverbindingen

CHR Brochure 77-1 Rekenregels voor geveltimmerwerk

CHR Brochure 78-2 Houtverbindingen

Betimmering thuis

Leidraad hout VI Triplex

Tabellen en grafieken voor houtconstructies

Houtverbindingen met hechtplaten


Houtverbindingen met plaatstalen schoenen

Publicaties van het Centre Technique du bois – Paris Publicaties van Arbeitsgemeinschaft Hoz – Düsseldorf Publicaties van Lignum – Union suisse en faveur du bois – Zürich


Publicaties van het Commissariaat-Generaal voor de Bevordering van de Arbeid

Belliardstraat 53 1040 Brussel

Veiligheid en hygiëne in de houtindustrie

o Hinder en risico’s voor beroepsziekten

o Veilig werken met houtbewerkingsmachines

o Inrichting van de werkplaats en veiligheidsvoorwaarden

o Reglementaire bepalingen

Goederenbehandeling en vervoer in de onderneming

Veiligheidssignalering

De bestelling van werktuigmachines

Gevaarlijke stoffen en preparaten

Herken ze, bescherm u

Praktische handleiding voor etikettering

Handboeken

DEPECKER, VANDENBERGHE, WAUTERS, INGELS, Polyvalenten opleiding houtbewerking. Delen 1, 2a, 2b, 2c, De Sikkel

DIETENS, RITZEN, Bouwmaterialen Deel 6 Hout, Story-Scienta

VANDEWEYER, Moderne houtbewerking, Standaard Deel 1: Algemene constructie Deel 2: Deuren Deel 3: Ramen Deel 4: Trappen Deel 5: Dakconstructiesi

N.A.V.A.S.T., Handleiding schrijnwerker, Vyncke (Gent)


VAN DIJCK, VISSER, Kennis van de bouwstoffen. Deel 1: Hout, Kluwer

LOMBAERT, Houtgereedschappen, De Sikkel

RAUWERDA, Machinale houtbewerking, Simon-Stevin

KORFKER, Modern construeren met hout, Simon-Stevin

VAN DELFT, VAN GEER, Gereedschapsleer – Machinale houtbewerking, Plantijn (Deurne)

CORNEL, Praktijk der mechanische houtbewerking in de kleinindustrie en onderhoud der gereedschappen, Standaard

MERTENS, Tappen, De Techniek (Antwerpen)

SPRANGERS, Hout als materiaal en grondstof, Kluivers (Deventer)

VANDEREYDEN, Houtbewerking, Standaard

VAN AS, WIEDIJK, Het hout, soorten, herkomst, handel, Kluwer (Deventer)

GEERINCKX, Schrijnwerk, vergeten kunst, Lannoo

CLARYSSE, Technologie Houtbewerking. Gereedschappen en constructies. Deel 1. Materialen en constructies. Deel 2

JACKSON, DAY, Gereedschapshandboek, Kluwer

SCOTT, AALDERS, Houtbewerking in de praktijk

Documents

LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS - pro.g-o.bepro.g-o.be/blog/documents/2002-232.pdf · Onderdeel TV van het leerplan 25 10. Visie 25 11. Beginsituatie 26 12. Algemene doelstellingen 27