58
Kim Henderickx Evelin Van Havere Justine De Smedt Gerlinde De Valck Mondiale vorming: lessenreeks Casus 4de leerjaar GROEPSOPDRACHT - CASUS DIVERSITEIT IN DE KLASPRAKTIJK

Lessen Diversiteit

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Diversiteit in de tweede graad lager onderwijs

Citation preview

Page 1: Lessen Diversiteit

Kim HenderickxEvelin Van HavereJustine De SmedtGerlinde De Valck

Mondiale vorming: lessenreeks

Casus 4de leerjaarGROEPSOPDRACHT - CASUS DIVERSITEIT IN DE KLASPRAKTIJK

Meester Stijn 4de leerjaar Meester Stijn is meester van het vierde leerjaar. Zijn klasgroep is dit jaar behoorlijk kleurrijk, een trend die zich de laatste jaren op de school steeds meer doorzet. Hij heeft een groep van 20 leerlingen (11 jongens en 9 meisjes), waarvan vijf leerlingen "kleurling" zijn.

Page 2: Lessen Diversiteit

Meester Stijn beschrijft zijn klas als een klas met een grote middengroep. Er is een kleine, sterke kop ( 4 leerlingen) met Tahmina, Cindy, Robbe, Marcel en een grote middengroep (14 leerlingen) met Ruth, Shereya, Kathlijne, Pavel, Jaan, Thomas, Briek, Jelena, Klara, Seppe, Bert, Clarisse, Klaas en Robbrecht.

Twee leerlingen, Jelle en Sarie, hebben wat problemen met rekenen en taal maar doen hun best en genieten van "zorg-uren". Dit weet meester Stijn van zijn "kleurrijke" kinderen :

TAHMINA is afkomstig uit Afghanistan. Haar ouders, hooggeplaatsten, vluchtten voor de taliban, om velerlei redenen. Het was voor hen duidelijk dat hun dochter in eigen land geen kansen zou hebben. Sinds 2002 zijn ze in België en engageren ze zich in het schoolgebeuren van hun dochter. Tahmina is een leidersfiguur, wordt spontaan omringd door heel wat klasgenoten.

PAVEL is de zoon van een echtpaar uit Kalmukkië, een kleine, arme Russische Deelrepubliek. Het verhaal van zijn familie is er één van aanklagen van corruptie en politieke 'vervolging. Pavel's familie werd het land uitgezet omdat ze wantoestanden aankaartten Een asielvraag in ons land resulteerde in een verblijfsvergunning, toen was Pavel 1 jaar oud. Pavel is een wat teruggetrokken jongen, heel voornaam. Hij is sterk in sport en muziek. Soms brengt hij bij gelegenheden familiefoto's mee die hij met veel zorg behandelt. Ooit zei hij eens dat hij wel eens naar Kalmukkië op reis wou gaan... nooit wonen...daarvoor is het er veel te gevaarlijk...

SHEREYA is een Indisch meisje, geadopteerd door Vlaamse ouders. Haar Vlaamse mama leert haar veel over haar land. Shereya vindt de Indische keuken de beste. Op haar verjaardag brengt ze steeds een stukje Indië in de klas.

MARCEL is een zwarte jongen van een alleenstaande Congolese vrouw die in Brussel werkt. De school weet niet zoveel over hem, zijn moeder is soms moeilijk te bereiken. Zij spreekt enkel Frans, wat vroeger voor heel wat communicatieproblemen zorgde. Gelukkig heeft Marcel het Nederlands goed onder de knie en kan hij de "wissels" van de school goed opvangen! Hij is één van de sterksten van de klas, in rekenen blinkt hij echt uit.

JELENA is een Servisch meisje dat omwille van haar blanke huid niet echt opvalt. Haar levenspad heeft al heel wat hindernissen gekend waarover ze echter liever niet praat. Zij beheerst het Nederlands perfect maar houdt graag wat afstand. Meester Stijn vindt dat de wereld een beetje kleiner wordt in zijn klas... Hij weet dat zijn leerlingen ervaren dat ze verschillend zijn, maar weet tegelijkertijd dat ze heel wat van mekaar kunnen opsteken. Hij wil dat al zijn leerlingen hun kijk op de wereld verruimen en boort bewust mogelijkheden aan....

Page 3: Lessen Diversiteit

Aangepaste beginsituatieIn de klas van meester Stijn zijn er heel wat verschillende nationaliteiten. We hebben hier bewust niets aan veranderd omdat we vinden dat verschillen, op alle vlakken, een meerwaarde bieden binnen het onderwijs en meedragen aan de mondiale vorming van de kinderen.

Wat betreft religie en levensbeschouwing hebben we de beginsituatie van Tahmina en Jaan aangepast. Tahmina’s etnische afkomst bood ons de kans om de Islamitische godsdienst aan te wenden in de casus. Omdat we willen aantonen dat elk kind/gezin zijn of haar godsdienst anders beleefd. Bij Jaan valt het niet op dat hij een moslim is totdat hij ’s middags hallal mee had naar school. Bij Tahmina daarentegen valt het wel op dat ze van een andere afkomst is. Tijdens het onthaalmoment doet ze niet mee aan het gebed.

Op vlak van gezinsvormen komen er de dag van vandaag steeds meer verschillende samenstellingen voor. Dit wilden we zeker niet uit de weg gaan. Om het verschil extra te benadrukken, hebben we de gezinssituatie van Shereya veranderd. Shereya is geadopteerd door twee Vlaamse mama’s, ze noemt hen mama en mamie. In het begin vonden de andere kinderen dit raar, maar nu zijn ze er al aan gewend.

Page 4: Lessen Diversiteit

Onze visieWe kozen voor deze casus omdat de leeftijdsgroep ons onmiddellijk aansprak. We denken dat deze leeftijd ideaal is om bewust dieper in te gaan op gelijkenissen en verschillen op mondiaal vlak. In de eerste graad vinden we dat deze inhouden eerder latent voorgesteld kunnen worden aan de hand van boeken, prenten, animatiefilmpjes, … .

Volgens ons hebben de leerlingen van de tweede graad de gepaste leeftijd om de inhouden rond diversiteit uitgebreid aan te reiken. Het doel van onze lessenreeks is om leerlingen aan te sporen om te werken aan mondiale vorming. Dit willen we doen door te werken met coöperatieve werkvormen. We denken dat dit zeker zal lukken in de tweede graad mits goede begeleiding.

We willen de leerlingen ook bewust maken van de veranderende samenleving en de impact op de verschillende individuen. Elke leerling start namelijk met een andere bagage. Het doel van deze lessen is om in te spelen op elk kind zijn bagage en het kader (denkbeeld) te verruimen. Het is ook belangrijk dat de leerlingen beseffen dat niet enkel positieve gevoelens aan bod zullen komen. Het is onze taak als leerkracht om de leerlingen te begeleiden in het omgaan met hun emoties: erkennen, plaatsen en verdergaan met deze basis.

In principe is het een visie waar je als leerkracht gedurende het volledige jaar moet op inspelen. Bijvoorbeeld: actualiteit, klassituatie, … .

Page 5: Lessen Diversiteit

Brainstorm

Page 6: Lessen Diversiteit

Weekrooster - week 1

UUR Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag 8u30 – 9u20

9u20 – 10u10

Introductie (videogame) + talensensibilisering

10u25 – 11u15

11u15 – 12u05

Godsdienst: Diversiteit (tot 11:40)

Actualiteit Wereldoriëntatie: Kinderrechten

Wereldoriëntatie: Gebouwen

13u30 – 14u20

Taal: Filosoferen

14u35 – 15u25

Wereldoriëntatie: Spel (vervolg kinderrechten)

Weekrooster - week 2

Page 7: Lessen Diversiteit

UUR Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag 8u30 – 9u20

9u20 – 10u10

Herhaling week 1: diversiteit

10u25 – 11u15

11u15 – 12u05

Lichamelijke opvoeding: Dans

13u30 – 14u20

Wereldoriëntatie: Rolpatronen

Wereldoriëntatie: Gezinssamenstelling

Hoekenwerk Talenten + geocaching

14u35 – 15u25

Hoekenwerk Talenten + geocaching

Page 8: Lessen Diversiteit

Reflectie vooraf: Inleidingles:

Gebouwen:

Actualiteit:

Kinderrechten:

Godsdienst: diversiteit

Page 9: Lessen Diversiteit

Filosoferen :

Rolpatronen:

Gezinssamenstelling:

Dans:

Talenten:

Page 10: Lessen Diversiteit
Page 11: Lessen Diversiteit

Takenlijst: Les gebouwen & les dans : nog iets meer uitschrijven Reflecties vooraf Welke lessen concreet uitwerken? concreet materiaal maken PowerPoint voor de presentatie Elkaars lessen door & door kennen overlopen Visie nog aanvullen? Rood bij media: nog te maken of te zoeken materiaal per les. Soms meer uitleg werkvorm

Inleidingsles (maandag week 1)

Page 12: Lessen Diversiteit

Inleidingsles: lessenreeks “mondiale vorming”Uren Lesverloop Lesdoelen Media8u30-9u20 Inleidingsles + taalsensibilisering

Fase 1: IntroductieAls introductie doet de leerkracht een kort inleidend verhaal. Vervolgens legt ze de regels van de lessenreeks uit. Inleiding:Zoals jullie al weten of niet is mijn buurjongen Frikke dol op videogames. Sommigen onder jullie zullen misschien denken, “Frikke”, dat is een speciale naam. Dat klopt en Frikke doet niets liever dan gamen!.

- Wie van jullie kent dat gevoel? (inbreng van de leerlingen)

- Zijn er meisjes in de klas die graag eens gamen? (inbreng van de leerlingen)

Vorig weekend was het mooi weer, het zonnetje scheen maar Frikke bleef maar gamen! Hij speelde het liefst het spel “Labyrinthus”! In deze videogame wordt de wereld voorgesteld waarbij je allerlei dingen kan ontdekken. Frikke was zo nieuwsgierig naar de verschillende landen, hun talen en huizen dat ze er maar niet genoeg van kreeg!

Bekijken van een inleidend videofragment.

Vragen na het bekijken van het videofragment:- Wat zag je aan Frikke op het einde van het

fragment? (ze was nogal paniekerig)- Wat zou er gebeurd zijn? (eigen inbreng van de

- Vertellen hun eigen ervaringen bij het spelen van videogames.

- Luisteren aandachtig naar het verhaal van Frikke.

- Bekijken aandachtig het videofragment.

- Verwoorden wat ze kunnen afleiden van de gelaatsuitdrukking van Frikke.

- Fantaseren wat er met Frikke

- Videofragment- Afbeelding van

het videospel- Foto van Frikke- Filmpje van

Frikke in de virtuele wereld

- Puzzelstukjes- Internet- Computer- Videofragment:

“labyrinthus”

Page 13: Lessen Diversiteit

kinderen)- Stel nu dat Frikke op het verkeerde knopje

heeft geduwd, wat dan? (inbreng)

Toen gebeurde er iets miraculeus! Frikke werd geflitst naar de virtuele wereld. En nu zit hij daar voor altijd vast!

- Wat is dat een virtuele wereld? (een wereld op de computer = niet echt)

- Wat vinden jullie daarvan? (inbreng)- Zou Frikke ooit nog kunnen terugkeren?

(ja/neen)- Kunnen wij haar terug naar België brengen?- Maar hoe moeten wij dat dan doen? (eigen

inbreng van de leerlingen)- Heeft er iemand een idee? (idem)

Ik heb plotseling een idee! Als we nu zelf het spel spelen zodat we Frikke kunnen verlossen, wat denken jullie daarvan? (eigen inbreng van de leerlingen)Bij elk level kunnen jullie een puzzelstuk verdienen. Vanaf het moment dat de puzzel compleet is, hebben jullie gewonnen en kunnen we kijken hoe Frikke uit het videospel geraakt!

Fase 2: Voorlezen van het verhaalBekijken van een videofragment van Frikke Tekst:”Ouh neen, waar ben ik nu beland? Help? Help mij dan toch !!! Al dat gamen was echt geen goede oplossing! Ik wou dat ik thuis was! En niemand is hier te bespeuren om iets te vragen!

zou kunnen gebeurd zijn.

- Bedenken mogelijke oplossingen om Frikke terug naar de werkelijke wereld te brengen.

- Luisteren aandachtig naar de afspraken van de lessenreeks.

- Luisteren aandachtig naar het

- Puzzelstukjes- Boek: “het land

van de grote woordfabriek”

- Videofragment (2)

- Prent van het verhaal “LabyrinthusDiversity”

Page 14: Lessen Diversiteit

Voorlezen: Het land van de grote woordfabriekDe leerkracht leest voor uit het land van de grote woordfabriek. Want in de virtuele wereld heeft Frikke niemand om tegen te praten.

Fase 3: Nabespreking van het verhaal- Wat gebeurde er in het verhaal? (in het land

van de grote woordfabriek moet je woorden kopen)

- Wat heeft dat dan met Frikke te maken? (In het spel “labyrinthus” moeten de mensen ook te betalen om iets te kunnen zeggen)

- Welke woorden vond het meisje mooi? (kersenrood, pannenlapje, …)

- Vinden jullie dat mooie woorden? (ja/neen)- Waarom? (eigen inbreng)

Fase 4: Mooiste woord van de klasEr bestaan heel wat mooie woorden! Maar eigenlijk hoeven die niet altijd in het Nederlands te zijn. Er zijn zoveel verschillende talen op de wereld die ook heel mooie woorden hebben.

- Welke talen bestaan er allemaal? (Frans, Engels, Nederlands, Arabisch, Albanees, Marokkaans, …)

- Wie kent er woorden in die taal?

Denk eens na over jouw lievelingswoord. Het maakt niet uit in welke taal het is, dat bepaal je zelf. Probeer dit woord nog even voor jezelf te houden! Wanneer de leerlingen een woord in gedachten hebben, mogen ze dit aan het bord komen schrijven.Fase 5: Verkiezing “mooiste woord”Er staan nu allerlei mooie woorden aan het bord!

verhaal “Het land van de grote woordfabriek”.

- Beantwoorden de vragen i.v.m. het verhaal “Het land van de grote woordfabriek”.

- Verklaren waarom ze bepaalde woorden al dan niet mooi vinden.

- Sommen de verschillende soorten talen uit de wereld op.

- Zoeken naar het “mooiste woord” in een bepaalde taal.

- Respect hebben voor elkaar.- Kiezen uit de gekozen woorden

- Uitvergrote prent van de dure woorden

- Bord- Krijt- Gekleurde

stroken- Bokaal - Papier

Page 15: Lessen Diversiteit

Straks is het aan jullie om een lievelingswoord te kiezen! We gaan hiervoor anoniem stemmen.

Wanneer je het mooiste woord (=duur woord) hebt gekozen dan mag je dit noteren op het gekleurde strookje. Straks haal ik één voor één de strookjes uit de bokaal en dan kiezen we het lievelingswoord van de klas. Dit woord zal op de klasblog komen.

Na de verkiezing:We hebben nu het “mooiste woord van de klas”, maar jullie verdienen het niet zomaar om over te gaan naar het volgende level. Het is aan jullie om als groep iets creatiefs te doen!

bedoeling? Misschien laten vallen of inkorten door hen bv mooiste woorden te laten uitbeelden of tekenen?

van hun klasgenoten een lievelingswoord.

- Kunnen samenwerken met elkaar.

- Kiezen samen voor een bepaalde werkvorm om “het mooiste woord” van de klas in het oog te doen springen.

Bijlagen:de virtuele wereld: boek waaruit wordt voorgelezen: sjabloon puzzel:

Les godsdienst: diversiteit (maandag week 1)Godsdienst: Diversiteit

Page 16: Lessen Diversiteit

Uren Lesverloop Lesdoelen Media10u25-11u 40

Godsdienst: DiversiteitFase 1: InstapFrikke is op stap en vindt een fles die drijft in het water. Ze neemt deze eruit en merkt op dat er een briefje in zit. Frikke leest het luidop voor (cfr. gedicht).(wordt ook echt gedaan)

Gedicht: Anders… van Jojan Eeckels (zie bijlage)De leerkracht stelt volgende vragen:

- Waarover gaat het gedicht? - Wat is de belangrijkste boodschap in het

gedicht?- Waarom denk je dat het nodig is dat iedereen

anders is?- Wat zou er gebeuren als iedereen hetzelfde

was?

Fase 2: VooroordelenOntdektafel met voorwerpen die gelinkt worden aan een persoon. Voorbeelden:

Vrachtwagen: bij wie hoort dat? Een vrachtwagenchauffeur.

Kuisgerief? poetsvrouw niet bij een mama of een papa? gesprek

Bespreking prenten of filmpjes vrouwelijke vrachtwagenbestuurder, mannelijke schoonmaker, enz.De leerkracht legt het begrip ‘vooroordelen’ uit aan de leerlingen.

hoe? Wat & uitschrijven?

- Aandachtig luisteren naar het gedicht.

- Het thema ‘Diversiteit’ herkennen.

- Doelen bij bespreking gedicht?

- Voorwerpen aan personen linken.

- Verwoorden waarom we een voorwerp aan een persoon linken.

- Verwoorden waarom we een voorwerp juist niet aan een bepaald persoon linken.

- Verwoorden wat vooroordelen zijn.

- Fles met gedicht: Anders... van Jojan Eeckels

- Ontdektafel- Voorwerpen:

vrachtwagen, kuismateriaal, …

- Prenten F2- Puzzelstukjes

Page 17: Lessen Diversiteit

Fase 3: Uiterlijke verschillenDe leerlingen kijken in een spiegel en vertellen wat ze opmerken. Ze bekijken elkaar en zoeken naar gelijkenissen per twee. De gelijkenissen worden in de spiegel geschreven. Daarna gaan ze op zoek naar iets speciaals, iets typisch, iets dat anders is dan bij de andere. Deze worden ook op de andere spiegel geschreven.Hierna komen de leerlingen naar voor.

- Vertellen over gelijkenissen (in kolom aan bord)- Vertellen over verschillen (in kolom aan bord)

Iedere leerling krijgt een post-it blaadje met een bedenking van een medeleerling. De leerling mag nu op hetzelfde blad iets positiefs zeggen over zichzelf, iets waarvan hij/zij denkt: “Ik heb iets, ik kan iets… wat velen niet hebben, niet kunnen, niet kennen…”.De blaadjes komen terug op het bord. De leerkracht leest ze voor.

hoe concreet in zijn werk? Eerst krijgt ieder persoon toegewezen om iets over te schrijven & nadien dan wisselen van papiertjes en over zichzelf iets schrijven?

Opmerking: Er worden geen kwetsende opmerkingen gemaakt! Indien dit vlot verloopt, kunnen de leerlingen een puzzelstuk verdienen.

Fase 4: Innerlijke verschillenDe lln krijgen elk een pagina uit een vriendenboekje. Ze vullen deze persoonlijk in. De leerkracht bespreekt wat ze hebben ingevuld, klassikaal.

- Door in een spiegel te kijken zichzelf beschrijven.

- Gelijkenissen tussen twee personen zoeken (uiterlijk).

- Verschillen tussen twee personen zoeken (uiterlijk).

- Vertellen over waargenomen verschillen & gelijkenissen.

- Iets positief noteren over zichzelf.

- Respect hebben voor elkaar.- Luisteren naar anderen over hun

gevoelens bij de ervaring van anders zijn.

- Vriendenboek invullen.- Vertellen over persoonlijke

- Spiegels- Papieren

spiegels om op te schrijven

- vriendenboekje

Page 18: Lessen Diversiteit

- Is alles bij iedereen hetzelfde? Neen. - Hoe komt dat? We verschillen allemaal. - Waren er gelijkenissen? Welke? - Waarom denk je dat het nodig is dat iedereen

anders is?- Wat zou er gebeuren als iedereen hetzelfde

was?

Besluit: We verschillen allemaal. Maar dat wil niet zeggen dat we niet van elkaar kunnen leren, elkaar kunnen helpen, … We verschillen ook niet alleen van elkaar. Er kunnen ook veel gelijkenissen zijn tussen mensen.

Fase 5: Faceswap ?????

Fase 6: GebedsmomentDe leerlingen nemen plaats in de zithoek. Er wordt een kaarsje aangestoken.De leerkracht leest een gebed voor over het thema “Diversiteit”.

gegevens en interesses.- Verwoorden waarom een

vriendenboek verschilt.- Gelijkenissen ontdekken binnen

interesses.- Vertellen hoe het zou zijn als

iedereen hetzelfde was.- Verwoorden dat iedereen van

elkaar verschilt.- Verwoorden naast alle

verschillen ook elementen van overeenkomst.

- Aandachtig luisteren naar het gebed.

- In stilte nadenken over het gebed.

- Gebedenboek- Kaarsje- Aansteker

Bijlagen:vriendenboekje: papieren spiegels:

Page 19: Lessen Diversiteit

Taal: filosoferen (dinsdag week 1)Taal: Filosoferen

Uren Lesverloop Lesdoelen Media

Page 20: Lessen Diversiteit

14u35-15u25

Godsdienst: FilosoferenFase 1: CollageFrikke heeft een foto genomen van mensen die ze al heeft leren kennen in het spel. Laten we samen eens kijken naar de fotocollage.

Bespreking collage verschillende mensen.Klasgesprek over gelijkenissen en verschillen.

Fase 2: VerwerkingOpdracht:

- Kies een persoon.- Schrijf in een vijftal woorden waarom je die

persoon koos.- Bespreek in groep de gekozen persoon en de

woorden.- Kies nu 1 woord.- Maak een open vraag met het woord.- De vraag mag uit maximum 8 woorden

bestaan, er mag niet meteen een antwoord op te vinden zijn, we moeten er kunnen over praten en discussiëren.

Werkvorm: Klassikale bespreking

Fase 3: Bedenken van een filosofische vraagGroepsopdracht: Een open vraag bedenken rond het thema “Diversiteit”.Eén leerling uit elke groep schrijft de vraag op het bord.Klassikaal wordt een vraag gekozen (volgens stemming).Indien de leerlingen een goede open vraag stellen

- Verwoorden wat ze zien op de collage.

- Bespreken gelijkenissen en verschillen bij mensen door waar te nemen.

- Verklaren in eigen woorden waarom ze voor een bepaalde persoon kozen.

- Een persoon in 5 woorden beschrijven.

- Een open vraag opstellen rond een gekozen woord.

- Bedenken in hun groepje een vraag dat aansluit bij het thema.

- Stemmen op de vraag waarrond ze willen werken.

- Collage

- Lege bladen

- Bord en krijt- Puzzelstuk

Page 21: Lessen Diversiteit

(volgens de normen), verdienen ze een puzzelstuk.

Fase 4: Filosofisch gesprekDe leerlingen worden in 2 groepen gedeeld. De binnenste kring gaat eerst filosoferen over de vraag. De leerkracht is moderator.De buitenste kring observeert en noteert enkele opmerkingen. De rollen worden na een bepaalde tijd omgewisseld.

Fase 5: AfsluiterDe leerkracht komt samen met de leerlingen tot een besluit.De leerlingen krijgen een papieren wolkje om hun antwoord op te noteren. Nadien worden de antwoorden in een grote wolk gehangen. De wolk krijgt een centrale plaats in de klas.Op het einde van de les wordt er naar het liedje “Anders zijn” geluisterd.

- Filosoferen over de zelfgekozen vraag.

- Herhalen in eigen woorden wat anderen gezegd hebben.

- Spelen op elkaars antwoorden in.

- Observeren en noteren wat de leerlingen in de binnenste kring doen.

- Schrijven hun eigen antwoord op de filosofische vraag op een briefje.

- Leggen in eigen woorden uit wat zij met hun antwoord bedoelen.

- Observatieblad

- Wolk- Briefjes- Cd-speler- Cd

Page 22: Lessen Diversiteit

Les actualiteit (woensdag week 1)Actualiteit

Uren Lesverloop Lesdoelen Media10u25-11u15

ActualiteitFase 1: InstapDe leerkracht bekijkt en bespreekt met de leerlingen de foto’s van verschillende mensen (cfr. Les filosoferen – foto’s Frikke)

Individuele opdracht: Welke personen zouden ze vertrouwen en welke niet? De leerlingen noteren hun antwoorden op een papiertje. Wie ze het meest vertrouwen geven ze een 1, wie ze het minst vertrouwen een 5.

Klassikale bespreking van de opdracht.De leerlingen reageren en komen uit voor hun eigen mening in een discussie, debat.De leerkracht vertelt over de personen wie ze zijn en wat hun achtergrond is (vooroordelen).

Fase 2: Krantenartikelen rubricerenGroepsopdracht:Elke groep zoekt positieve en negatieve krantenartikelen over het Christendom of de Islam of een andere godsdienst.De krantenartikelen worden in twee kolommen gehangen (positief of negatief).

Lkr toont voorbeeld.Wanneer de leerlingen een goede collage hebben gemaakt, verdienen ze een puzzelstuk.

- Op basis van het uiterlijk verwoorden of mensen al dan niet te vertrouwen zijn & in welke mate.

- Reageren en uitkomen voor hun eigen mening in een discussie, debat.

- Respect hebben voor elkaars mening.

- Zoeken in kranten naar specifieke krantenartikelen rond geloof.

- Lezen van de verschillende krantenartikelen.

- De krantenartikelen rubriceren volgens bepaalde criteria: goed of slecht.

- Foto’s verschillende mensen

- Papiertjes- Puzzelstuk

- Kranten- Lege bladen - Lijm- Stiften- Een

voorbeeldcollage

Page 23: Lessen Diversiteit

niet beter dan we ze in groep artikels/foto’s laten zoeken en nadien klassikaal op bord sorteren en dan eens bespreken waarom slecht/goed? Misschien nog te jong voor dat alleen te doen…

Fase 3: Klassikale besprekingElke groep mag zijn collage voorstellen vooraan in de klas.Klassikale bespreking: Wat merken de leerlingen op aan de collages?De leerlingen reageren en komen uit voor hun eigen mening in een discussie, debat.Er wordt niet enkel gefocust op de negatieve zaken, maar vooral op de positieve zaken.

Tip voor de leerkracht: Eigen mening niet te veel naar voorbrengen, maar functioneren als moderator.

- Reageren en uitkomen voor hun eigen mening in een discussie, debat.

- Respect hebben voor elkaars mening.

- Collages- Magneten

Les wereldoriëntatie: kinderrechten (donderdag week 1)Wereldoriëntatie: Kinderrechten

Page 24: Lessen Diversiteit

10u25-11u15

Wereldoriëntatie: kinderrechtenFase 1: InleidingFrikke zit nu vast in het spelletje, en voelt zich heel schuldig. “Ik heb toch wel recht op ontspanning zeker!” Kunnen jullie me helpen om de rechten te vinden?

Fase 2: Rechten en plichten (10’)De lkr houdt een kort klasgesprek:

- Wat is een recht? - Wat is een plicht?- Woordstroken sorteren aan bord + uitleggen of

via powerpoint? Wat staat er op die ppt en op die werkbladen? ontbreekt in bijlage

Fase 3: Aanbreng kinderrechten (30’)De eerste twee rechten worden via onderwijs-leergesprek aangebracht. Ondersteund door een PowerPoint. De leerkracht deelt afbeeldingen uit in duo’s. De leerlingen krijgen even de tijd en beelden nadien uit. Het recht wordt geraden.De leerlingen maken de oefening in hun werkbundel.

1. Recht op eigen mening2. Recht op onderwijs3. Recht op familie

- De begrippen recht en plicht verwoorden.

- Verwoorden waarom het een recht of een plicht is.

- Een actie/handeling/… als plicht of recht beschrijven.

- Kort verwoorden wat kinderrechten zijn.

- Kinderrechten uitbeelden.- Raden welk kinderrecht er wordt

uitgebeeld.

- Werkbundel opdracht 1 en 2

- PowerPoint- Digibord - Puzzelstukjes- Woordstroken?

- Prenten kinderrechten (10)

- PowerPoint- Werkbundel

opdracht 3

Page 25: Lessen Diversiteit

4. Recht op sport en ontspanning5. Recht op een naam en nationaliteit

6. Recht op bescherming tegen mishandeling en geweld

7. Recht op voedsel8. Recht op zorg voor gehandicapte kinderen9. Recht op bescherming bij een oorlog10.Recht op bescherming tegen kinderarbeid

Fase 4: De rechten van het kind (15’)De leerkracht legt de rechten van het kind uit aan de hand van de werkbundel. De leerlingen werken in duo’s en nadien klassikale bespreking.

Hoe is het Kinderrechtenverdrag ontstaan?- tijdens WO I (1914 – 1918): kinderen ziek door

ondervoeding -> ziekte / weeskinderen- na WO II (1940 – 1945): ≠ landen richten VN op- 1948: VN schrijft tekst over de rechten van alle

mensen= universele verklaring van de rechten van de mens

- 1959: Universele verklaring van de rechten van het kind(met 10 rechten)

- 1989: alle landen akkoord: kinderrechtenverdrag (met 41 rechten)

- Kinderrechtencommissariaat ??? inhoud? Werkvorm?

Fase 5: Actualiteit (10’)

- Enkele kinderrechten opsommen.

- Kort samenvatten hoe het Kinderrechtenverdrag is ontstaan.

- Uitleggen wat het kinderrechtencommissariaat is.

- …. Andere doelen werkbundel?

- In eigen woorden uitleggen dat niet overal in de wereld kinderrechten gerespecteerd

- Digibord

- Werkbundel opdracht 4

- PowerPoint

- Foto

Page 26: Lessen Diversiteit

{krantenartikels/ foto’s actueel}De kinderrechten worden in grote mate gerespecteerd in België! Werkvorm, hoe?

Fase 6: Krantenartikels bij juiste recht plaatsenDe leerkracht geeft elk duo een krantenartikel. De leerlingen overleggen eerst onderling. Nadien plaatsen ze deze bij het juiste recht. Als het hen lukt, verdienen ze een puzzelstuk.

worden.

- Kunnen samenwerken met elkaar.

- Kinderrechten linken aan de actualiteit.

- Digibord- Krantenartikel

over scholen die maaltijden voorzien voor leerlingen

Les wereldoriëntatie: spel (donderdag week 1)Wereldoriëntatie: spel diversiteit

14u35-15u25

Spel (speleotheek) (50’)Maimuna Daipha is een meisje van 8 jaar en woont in Gambia. Zij heeft een jonger broertje, Pabi. Haar - Vertellen over de kinderrechten - Spelkaarten

Page 27: Lessen Diversiteit

ouders zijn gescheiden. Tijdens de schooldagen woont zij bij haar papa en tijdens de vakantie bij haar mama …  Aan de hand van foto’s van het dagelijks leven van Maimuna, creatieve vragen, leuke doe-opdrachten en verhalen komen kinderen te weten of Maimuna dezelfde rechten heeft als de kinderen in de klas. De les sluit dan ook aan bij de vorige les. Tevens ontdekken kinderen wat de Rechten van het kind inhouden en komen ze meer te weten over de betekenis en reikwijdte van hun rechten. 

- 4 groepjes van ongeveer 5 spelers - Elk groepje krijgt 4 basiskaarten- Andere benodigdheden:

o Gekleurde balleno Pop Maimunao Kaarten met vragen

De leerkracht speelt het spel met de kinderen en laat elk om beurt een groepje een bal grabbelen uit de zak. De leerkracht zoekt het bijhorend gekleurde kaartje, overeenkomstig met hun basiskaart en stelt de kinderen een vraag. De vraag wordt besproken. Hierna leest het groepje het verhaal voor van Maimuna (achterkant). De kinderen bespreken kort eventueel het verhaal en de bijhorende foto. Ze krijgen de kaart en leggen deze bij de basiskaart.(volgend groepje).

Afspraken:- Wachten op beurt- Binnen elk groepje elk om beurt bal grabbelen

en antwoorden

bij ons.- Gevoelens omschrijven

betreffende situaties rond kinderrechten in een ander land.

- Gelijkenissen en verschillen zoeken tussen ons land en andere landen (betreffende situaties rond kinderrechten).

- Doelen zie vorige les.

(groot en klein)- Zak met ballen- Maimuna

(handpop)- Puzzelstukjes- spel

Page 28: Lessen Diversiteit

- Elkaar laten uitspreken- Luisteren naar elkaar- Vinger omhoog wanneer je iets wilt zeggen.

Bijlagen:

Page 29: Lessen Diversiteit

Les wero ??? gebouwen hier en ander land vergelijken door dorpswandeling? (vrijdag week 1)

- Klasgesprek bij vergelijken landschappen verschillende landen a.d.h.v. foto’s. Armoede, levensomstandigheden,… worden zo duidelijk.

- Verduidelijking dorpswandeling & uitdelen kaartjes in de klas + maken afspraken.- Dorpswandeling

o Stoppen bij handelszaken, parken. Voorbeelden: bakker, bank, …o 1 leerling heeft een foto van de handelszaak rond zijn nek en leest voor wat er daar gebeurt en in welke omstandigheden

(bijvoorbeeld de bakker).o Een andere leerling heeft een foto van een bakker uit een ander land (ontwikkelingsland bv.) Deze foto wordt getoond en

aan de andere kant staat een uitleg over hoe het er daar aan toe gaat.

Les: herhaling week 1Inhoud – verloop?

Page 30: Lessen Diversiteit

Les wereldoriëntatie: rolpatronen (maandag week 2)Wereldoriëntatie: Rolpatronen

Uren Lesverloop Lesdoelen Media13u30-14u20

Wereldoriëntatie: RolpatronenFase 1: InleidingDe leerkracht houdt met de leerlingen een klasgesprek over gamen. Ze laat hierbij een videofragment van Frikke zien.

- Wie gamet er soms?- Welke spelletjes speel je?- In ons verhaal gamet een meisje, zijn er hier

ook meisjes die games spelen?- Zijn er meer jongens of meisjes die gamen?

- Vertellen over gamen en persoonlijke ervaring.

- Gamen aan meisjes of jongens linken.

- Puzzelstuk - Videofragment

computer

Page 31: Lessen Diversiteit

Fase 2: Typisch man/vrouwDe leerkracht toont de kinderen foto’s van speelgoedboekjes.Ze laat de leerlingen dit sorteren volgens jongens- / meisjesspeelgoed.Nadien houdt ze hier met de leerlingen een klasgesprek over.

- Foto’s speelgoed (zie bijlage)- Zou dit speelgoed voor jongens of meisjes zijn?- Welk speelgoed zien we bij de meisjes?- Wat doet het meisje op de prent?- Welk speelgoed zien we voor de jongen?- Als we naar de prenten kijken, wilt dat dan

zeggen dat alleen meisjes goed moeten kunnen poetsen en voor kinderen zorgen? En dat alleen jongens van auto’s houden en bezig zijn met timmeren en het uitvoeren van klusjes?

- Als jij later papa bent moet je dan ook niet kunnen helpen in huis en zorgen voor je kindje?

- …

Er zijn heel veel dingen die voor ons dus typisch lijken voor een meisje of typisch voor een jongen.

Fase 3: Kenmerken typeren aan man/vrouwDe leerkracht toont woorden. De leerlingen roepen meteen man/vrouw bij het zien verschijnen van het woord. Ze linken het woord dus aan een man of vrouw.

- Woorden: blauw, roze, stoer, lief, intelligent, competitief, gevoelens, sterk, zorgzaam, praat veel, sportief, groot, schattig…

- Speelgoed aan meisjes of jongens linken.

- Verwoorden waarom bepaald speelgoed bij een geslacht hoort.

- Beschrijven de taken van meisjes en jongens.

- Verwoorden dat de afgebeelde taken en speelgoed niet alleen voor meisjes/jongens dienen.

- Woorden/kenmerken aan een vrouw of een man toekennen.

- Reclamefolders

- Eventueel woordstroken

Page 32: Lessen Diversiteit

De leerkracht toont aan bord een kolom met kenmerken van de vrouw en kenmerken van de man. Deze worden het meest toegekend aan mannen en aan vrouwen.

- Man: blauw, stoer, intelligent, competitief, sterk, sportief, groot,

- Vrouw: roze, lief, gevoelens, zorgzaam, praat veel, schattig

De leerkracht houdt een klasgesprek rond de vaststellingen. Enkele richtlijnen:

- Welke kenmerken staan er bij M/V?- Waarom hoort dit kenmerk bij

mannen/vrouwen?- Zijn alleen mannen intelligent? - Zijn alleen vrouwen lief?- Zijn er ook vrouwen die competitief of sportief

zijn?- Zijn er ook mannen die veel praten?- …

Fase 4: ConclusiesDe leerkracht toont de kinderen een filmpje:http://www.schooltv.nl/video/ballet-niet-alleen-voor-meisjes/#q=jongens%20en%20meisjes

De leerkracht stelt onderstaande vragen:- Wie doet er aan ballet (jongens of meisjes)?- Wat zagen jullie in het filmfragment?- …

Werkvorm: BrainstormDe leerlingen mogen vrij aan het bord sporten noteren die typisch zijn voor jongens of meisjes. Aan de linkerkant van het bord komen de sporten voor de

- Verwoorden waarom kenmerken bij jongens/meisjes horen.

- Beschrijven of bepaalde kenmerken ook bij het andere geslacht kunnen horen.

- Verwoorden dat kenmerken van in fase 3 ook bij het andere geslacht kunnen horen.

- Een sport aan meisjes/jongens linken.

- Sporten voor meisjes opsommen.

- Sporten voor jongens opsommen.

- Verwoorden dat alle sporten door meisjes EN jongens worden beoefend.

- Internet en filmpje

- Reclamefolders- Bordschema:

Brainstorm- Folder fase 4

Page 33: Lessen Diversiteit

meisjes en aan het rechterbord voor de jongens (zie bordschema).Nadien houdt ze hierover een kort klasgesprek:

- Zijn er ook meisjes die graag voetballen?- Zijn er jongens die graag dansen?- …

De leerkracht toont de kinderen nu nog eens de reclamefolders van in fase 2 en toont er nieuwe. Ze vraagt de kinderen naar de verschillen en waarom de tweede folders beter zijn.

- De tweede folders zijn beter omdat ze jongens en meisjes niet alleen typisch speelgoed en taken geven die bij hun geslacht horen.

Fase 5: StellingenspelDe leerkracht geeft de kinderen enkele vragen. Ze gebruiken terug rode en groene kaartjes om deze als juist/fout te beantwoorden en geven uitleg bij de stelling/vraag.Wanneer ze er vijf van de 8 juist beantwoorden krijgen ze een puzzelstuk.

1. Meisjes en jongens doen aan ballet.2. Jongens zijn niet zorgzaam.3. Het is stom om alleen meisjes met poppen en

keukentjes te laten spelen want later moeten mannen ook zorg kunnen dragen voor hun kind als de mama even weg is.

4. Meisjes zijn niet sportief.5. Alleen meisjes spelen met keukenspeelgoed.6. Meisjes mogen en moeten ook met

gereedschap kunnen spelen als ze dat leuk vinden. Later kan het ook van pas komen om eens iets in elkaar te steken of te repareren.

- Verwoorden waarom een bepaalde reclamefolder( die genderneutraal is)beter is dan stereotype reclamefolders.

- Stellingen over stereotypering bevestigen of ontkrachten.

- Stellingen die niet correct zijn beargumenteren en uitleggen.

- Verwoorden dat alle sporten door meisjes en jongens mogen worden beoefend.

- Stereotype eigenschappen aan het andere geslacht linken.

- Rode en groene kaartjes

- Puzzelstuk

Page 34: Lessen Diversiteit

7. Alleen jongens spelen met auto’s.8. Jongens mogen meisjesdingen doen en

meisjes mogen jongensdingen doen want iedereen heeft er de vrije keuze in.

Bijlagen:

Foto’s fase 2:

Foto’s fase 4:

Page 35: Lessen Diversiteit
Page 36: Lessen Diversiteit

Les wereldoriëntatie: gezinssamenstelling (dinsdag week 2)Wereldoriëntatie: Gezinssamenstelling

Uren Lesverloop Lesdoelen Media13u30-14u20

Wereldoriëntatie: GezinssamenstellingFase 1: Kennismaken met diverse gezinssamenstellingenhttp://www.ketnet.be/karrewietplus/2-mamas/reportageDe leerkracht laat de leerlingen een filmpje zien over twee mama’s. De leerkracht laat de leerlingen zo kennismaken met een nieuwe gezinssamenstelling.Ze stelt de kinderen hierna enkele vragen:

- Hadden de kinderen uit het filmpje een mama en een papa zoals de meesten hier?

- Hoe komt het dat Margo en Bo twee mama’s hebben?

- Hoe komt het dat Zeb geen papa heeft?

Fase 2: Quiz twee mama’shttp://www.ketnet.be/karrewietplus/2-mamas/waar-of-niet-waarDe leerkracht deelt rode en groene kaartjes uit. De leerkracht houdt een quiz met de leerlingen. De stelling wordt voorgelezen, hierna wordt op het belletje geduwd en dan steken de leerlingen het rode of groene kaartje omhoog. Op enkele vragen gaat de leerkracht dieper in.

- Als je alleen mama’s hebt, doe je alleen meisjesdingen.

- Ze weet niet wie zijn papa is.

- Vertellen over de gezinssamenstelling met twee mama’s.

- Verwoorden hoe het komt dat iemand twee mama’s kan hebben.

- Vertellen dat je jongens- en meisjesdingen kan doen ook al heb je twee mama’s.

- Verwoorden waarom je soms niet weet wie je mama/papa is.

- De volgende woorden verklaren: een donor, een meemoeder, een biologische moeder, homo’s, lesbiennes.

- Stellingen rond het hebben van twee mama’s/twee papa’s uitleggen.

- Internet- Puzzelstuk

- Internet- Rode en groene

kaartjes- Belletje

Page 37: Lessen Diversiteit

De leerkracht houdt nog een kort gesprek aan de hand van enkele vragen:

- Is het erg om twee mama’s te hebben of twee papa’s?

- Waarom lachen mensen daar soms mee? Hoeft dat?

De leerkracht vertelt de leerlingen dat het dus kan dat een kind twee mama’s of twee papa’s heeft maar dat dit helemaal niet erg is. Ze vraagt de leerlingen of de meeste kinderen een mama en een papa hebben of twee mama’s/papa’s.Hierna vraagt ze of een gezin ook nog anders samengesteld kan zijn. De leerlingen vertellen vrij.

Fase 3: Wat hoort bij wat?De leerkracht vertelt de leerlingen dat ze nu zullen kennismaken met verschillende gezinsvormen. Ze krijgen ook een plattegrond. Elke leerling krijgt enkele foto’s. De leerkracht leest een verhaaltje voor en ze plaatsen het juiste gezin bij het juiste huisje. De leerkracht kan even ingaan op de gezinssituaties en persoonlijke ervaringen van de leerlingen erbij betrekken.(verhalen & foto’s zie bijlage)Als de leerlingen hun huisjes goed hebben gelegd, verdienen ze een puzzelstuk.

De leerkracht laat de leerlingen nog even vertellen over hun gezinssituatie.

- Wie woont er bij jou?- Zijn je ouders gescheiden?- Heb je broers of zussen?- Hoe voelt het om twee huizen te hebben?

- Vertellen over het hebben van 2 mama’s/papa’s.

- Verschillende gezinsvormen omschrijven.

- Een verhaal linken aan een gezinssituatie (foto).

- Vertellen over de eigen gezinssituatie.

- Het uiterlijk van iemand omschrijven.

- Verwoorden hoe het komt dat een kind er helemaal anders kan uitzien dan de ouders.

- Verhalen bijlage- Foto’s bijlage

voor kinderen- Plattegrond - Belletje

Page 38: Lessen Diversiteit

- …

Tip voor de leerkracht: Zorg ervoor dat er een veilige sfeer in de klas aanwezig is en verplicht de leerlingen niet om iets te vertellen als ze dit niet willen.

Fase 4: AdoptieDe leerkracht vertelt de kinderen dat er ook nog een ander soort gezin bestaat. Ze gebruikt hiervoor een stamboom en laat de kinderen vrij reageren (zie bijlage)

- Hoe zien de ouders eruit?- Hoe zit het kind eruit?- Welke gelijkenissen & verschillen zijn er?- Hoe komt het dat deze man en vrouw de ouder

zijn van dit kind?

De leerkracht legt het begrip adoptie uit na de gestelde vragen. Adoptie wilt zeggen dat twee mensen een kind opvoeden dat niet van hen is omdat ze zelf niet zwanger raken, geen kinderen willen maken of nog een extra kindje willen. Het kind komt dan van een mama of uit een gezin dat het kind omwille van bepaalde redenen het kind niet kon opvoeden. Je kan kinderen adopteren van in België maar ook vanuit andere landen.

De leerlingen kijken naar een filmpje over adoptie:http://www.ketnet.be/karrewietplus/ik-ben-geadopteerd/uitzending

De leerkracht bespreekt nog even na:- Wat is adoptie nu eigenlijk?

- De term adoptie omschrijven.- Verwoorden waarom kinderen

ter adoptie worden aangeboden.

- Vertellen over de zoektocht naar je biologische mama (gebaseerd op het filmpje).

- Foto stamboom

- Internet

Page 39: Lessen Diversiteit

- Hoe komt het dat sommige kinderen kiezen om hun kind te laten adopteren?

- Kan het zijn dat je jouw mama terug vindt?- Vinden kinderen het erg dat ze zijn

geadopteerd?- …

Fase 5: AfsluiterMemory met de prenten van Steven ????

Bijlagen:

Verhalen fase 3:

In het huisje nummer 1 wonen Dirk en Wilfried. Dirk en Wilfried leerden elkaar kennen op een feestje. Ze gingen drie jaar geleden samenwonen.

De tweelingzusjes heten Anou en Runa. Mama Sabine en papa Jean zijn heel trots op hen. Zij wonen in huisje nummer 2.

Evelientje gaat elke avond na school bij haar oma en opa omdat mama en papa laat werken. Ook in het weekend logeert ze vaak bij oma en opa. Dit is voor haar, haar tweede thuis. Het huis van oma en opa heeft het huisnummer 3.

Page 40: Lessen Diversiteit

Katryn en Annelies studeerden samen. Zij wonen in nummer 4. Ze trouwden met een groot feest en hebben ondertussen twee kindjes en een heleboel huisdieren.

Rudolf is de hond van Hans. Zij wonen samen en hebben veel aan elkaar. Hans heeft geen partner. Hij woont in nummer 5.

Pauline woont in twee huizen. De ene week woont ze bij haar mama en de andere week bij haar papa. Haar papa heeft een nieuwe vriendin en deze had al twee kinderen. Haar mama heeft ook een nieuwe vriend. Pauline zou liever hebben dat mama en papa bleven samenwonen.

FOTO's uit boekje?

Foto fase 4:

Page 41: Lessen Diversiteit

Les dans (woensdag week 2)Nog kort uitschrijven

Les wereldoriëntatie: hoekenwerk (donderdag week 2)Hoekenwerk: “mondiale vorming”

Uren Lesverloop Lesdoelen Media13u30-14u20

HoekenwerkGedurende 50 minuten doet de leerkracht een hoekenwerk met de leerlingen. Hierbij wordt er

- Kaartjes met cijfers

- Cd-speler

Page 42: Lessen Diversiteit

gewerkt met een doorschuifsysteem. Het

Hoek 1: RekenhoekIn de hoek liggen kaartjes met de getallen tot en met 10. Deze liggen in stapeltjes in verschillende talen. De kinderen luisteren naar de getallen op de cd-rom. Ze leggen de kaartjes in de juiste volgorde zodat de ze getallen tot en met 10 in chronologische volgorde hebben gelegd.

- Verschillende talen: Spaans, Frans, Guatemalteeks, Engels,…

- Zelfcorrectie aan de hand van verbeterkaart.

Hoek 2 : LeeshoekHet aanbod van verschillende boeken rond diversiteit.De leerlingen verkennen of lezen de boeken.

Opdrachten:- Hierna verzinnen ze een nieuwe titel voor het

boek.- Score toekennen aan het boek.- Recensie schrijven waarom ze wel/niet een

boek zouden lezen.

Hoek 3: MuziekhoekDe kinderen verkennen muziekinstrumenten van verschillende landen. Ze verzinnen een melodiestukje.Variatie: Muziek componeren bij een landschap van een land.

- Aandachtig luisteren naar de afgeroepen getallen in de verschillende talen.

- De cijfers in een chronologische volgorde leggen.

- Verkennen de boeken rond diversiteit.

- Schrijven een recensie op basis van een stappenplan over het gelezen boek.

- Reflecteren over het gelezen boek.

- Componeren een muziekstuk met de instrumenten die aangereikt worden.

- Kunnen samenwerken met elkaar.

- Cd-rom- Verbetersleutel- Hoofdtelefoon

- Boeken- Papier- Stiften- Stappenplan bij

het schrijven van een recensie (differentiatie)

- Muziekinstrument

- Foto’s van landschappen

Page 43: Lessen Diversiteit

Slotles: mijn talent (vrijdag week 2)Slotles: “Mijn talent”

Uren Lesverloop Lesdoelen Media13u30-15u25

Slot van de lessenreeks – TalentenFase 1: Inleiding (20 minuten)De leerkracht laat de leerlingen hun puzzelstukjes bij elkaar nemen. Eigenlijk zou de puzzel nu compleet moeten zijn. Het is aan de kinderen om de puzzel te maken. Nadien stelt de leerkracht enkele vragen.

- Wie heeft er zijn puzzel kunnen oplossen?- Iedereen? Wauw, dat is goed nieuws. - Wat staat er op de prent van jullie puzzel?

(kinderen) - Zijn al die kinderen hetzelfde? (neen)- Kunnen alle kinderen goed zingen? Of

voetballen? (we weten dat eigenlijk niet)- Hoe komt dat? (omdat wij allemaal anders zijn)- Wat zou er nu gebeuren met Frikke? (dat

ontdekken jullie straks als jullie de film verder bekijken)

Nadien toont de leerkracht een filmpje van Belgium Got Talent. Vervolgens houdt ze hierover een kringgesprek.

o Welk optreden vond jij het spectaculairst?

o Wat was het talent? Waarom vond je dat speciaal?

o Iedereen heeft een talent, daarvoor hoef

- Verwoorden wat ze zien op de prent van de puzzel.

- Verwoorden dat niet iedereen hetzelfde is.

- Beschrijven dat niet iedereen hetzelfde talent heeft.

- Vertellen in eigen woorden welk talent ze het meest speciaal vonden.

- Denken na over hun eigen talenten.

- Link: https://www.youtube.com/watch?v=puxgH_2TJJk

- Computer- Internet - Puzzelstukjes- Grote prent- Film: Labyrinthus

Page 44: Lessen Diversiteit

je niet mee te doen aan een show.o Hebben jullie al eens nagedacht over

jouw “talent”?Fase 2: Kwaliteitenspel (20 minuten)De leerkracht doet een kwaliteitenspel met de leerlingen. Hierbij leren de kinderen stilstaan bij wat hun kwaliteiten zijn. Nadien mogen ze deze aan hun klasgenoten vertellen.

Klasopstelling: kringgesprek

Fase 3: Verwerking Pop- Art (20 minuten)Nadat de leerlingen het kwaliteitenspel hebben gespeeld, is het de bedoeling dat ze hun kwaliteiten/talenten noteren op een gekleurde strook.

Daarna legt de leerkracht de bedoeling uit van de les, namelijk: "een pop-art collage maken". Hierbij mogen de leerlingen hun foto beschilderen. Wanneer de foto droog is, zal de leerkracht een "talentencollage" maken waarin alle talenten van de leerlingen zichtbaar worden.

Fase 4: Talentendoos (15 minuten)Om de lessenreeks af te sluiten maakt de leerkracht samen met de leerlingen een talentendoos. Deze heeft ze gemaakt in het kader van Geocaching. Het is de bedoeling dat de leerlingen iets unieks van hun karakter in de doos stoppen. Vervolgens wordt de doos dicht gemaakt en gaat de leerkracht deze samen met de leerlingen in een “cache” verstoppen. Op die manier is het niet meer Frikke die de wereld

- Denken na over hun eigen talenten.

- Noteren hun eigen talenten op een gekleurde strook.

- Verzamelen de talenten van de klas en plaatsen deze in een collage.

- Schilderen de foto van zichzelf in verschillende kleuren naar keuze.

- Kwaliteitenspel - Kaartjes

- Foto's in zwart wit- Verf- Wasco's- Penselen - Gekleurde stroken- Talentendoos- Talenten van de

kinderen

Page 45: Lessen Diversiteit

rondreist maar is het de cache van onze klas!

Bijlagen:

Frikke:

Page 46: Lessen Diversiteit

Opdrachtgeving:

Page 47: Lessen Diversiteit

Prent van de puzzel: