68
Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren Een overzicht ten behoeve van het Nationaal dreigingsbeeld criminaliteit met een georganiseerd karakter 2008 – 2012 Dr. Peter Klerks Dr. Nicolien Kop Politieacademie Lectoraat Criminaliteitsbeheersing & Recherchekunde Apeldoorn April 2007

Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren · 2017. 2. 7. · Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren 6 1 Inleiding 1.1 Doel en totstandkoming

  • Upload
    others

  • View
    0

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren · 2017. 2. 7. · Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren 6 1 Inleiding 1.1 Doel en totstandkoming

Maatschappelijke trends

en criminaliteitsrelevante factoren

Een overzicht ten behoeve van het Nationaal dreigingsbeeld

criminaliteit met een georganiseerd karakter

2008 – 2012

Dr. Peter Klerks Dr. Nicolien Kop

Politieacademie

Lectoraat Criminaliteitsbeheersing & Recherchekunde

Apeldoorn April 2007

Page 2: Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren · 2017. 2. 7. · Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren 6 1 Inleiding 1.1 Doel en totstandkoming

Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren

2

Tu ne prévois les événements que lorsqu’ils sont déjà arrivés

Ionesco

Het overnemen van tekstfragmenten met bronvermelding is toegestaan

Page 3: Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren · 2017. 2. 7. · Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren 6 1 Inleiding 1.1 Doel en totstandkoming

Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren

3

Inhoud

1 Inleiding ............................................................................................6

1.1 Doel en totstandkoming ............................................................................ 6

1.2 Het maken van prognoses ......................................................................... 7

1.3 Hoofdtrends, macro- en mesotrends........................................................... 8 1.3.1 Hoofdtrends ....................................................................................................10 1.3.2 Macrotrends....................................................................................................11 1.3.3 Mesotrends .....................................................................................................12 1.3.4 Microtrends.....................................................................................................12

1.4 Gebruikte methoden................................................................................12 1.4.1 Desk research .................................................................................................13 1.4.2 Interviews ......................................................................................................14 1.4.3 Sessies...........................................................................................................14

1.5 Leeswijzer ..............................................................................................14

2 Sociaal-culturele macro- en mesotrends ..........................................17

2.1 Toenemende culturele diversiteit...............................................................17 2.1.1 Toenemende vraag en aanbod van buitenlandse producten en diensten..................18 2.1.2 Het toenemend belang van subculturen en groepsidentiteiten ...............................18

2.2 Door de informatierevolutie maakt de samenleving een culturele omslag door 18 2.2.1 Snelle verspreiding van nieuwe communicatietechnologieën..................................18 2.2.2 Toenemende gevoeligheid voor beeldvorming in de media ....................................19 2.2.3 Toenemend belang van publieke informatie-uitwisseling via nieuwe media..............19 2.2.4 Het ontstaan van een sociale tweedeling: ‘connected’ en ‘unconnected’ ..................19 2.2.5 Toenemend gebruik van identiteitsgegevens in het Internetverkeer .......................20

2.3 Mobiliteit als primaire levensbehoefte ........................................................20 2.3.1 Toename van mobiliteit ....................................................................................20 2.3.2 De groei van het toerisme.................................................................................21

2.4 Veiligheid als maatschappelijke prioriteit in de risicosamenleving ..................21 2.4.1 Intensivering van toezicht en controle ................................................................21 2.4.2 Respect krijgt een andere betekenis...................................................................22 2.4.3 Toenemende kwetsbaarheid van de infrastructuur ...............................................22 2.4.4 De gezondheidszorg is in toenemende mate een open markt.................................23

2.5 Religie en moraal ....................................................................................23 2.5.1 Toenemende religieuze waardenoriëntatie versus doorgaande ‘ontkerkelijking’........23 2.5.2 Toenemende nadruk op waarden en normen .......................................................24 2.5.3 Terrorisme als blijvende prioriteit.......................................................................24

2.6 Verandering in sociale cohesie ..................................................................24 2.6.1 Toenemend verlies aan sociale cohesie...............................................................24

2.7 Feminisering van de samenleving..............................................................24

3 Economische macro- en mesotrends ................................................26

3.1 Stijging van de welvaart ..........................................................................26 3.1.1 Groeiende verschillen tussen rijk en arm ............................................................26 3.1.2 Toename in recreatieve vrijetijdsbesteding .........................................................27 3.1.3 Toename ondoorzichtige en frauduleuze beleggingsconstructies ............................27 3.1.4 Goede toegankelijkheid voor werkwilligen met een problematische verblijfsstatus....27

3.2 Werkloosheid..........................................................................................28 3.2.1 Het risico van omvangrijke werkloosheid ............................................................28 3.2.2 Werkloosheid onder achtergestelde groepen........................................................28

3.3 Globalisering ..........................................................................................28

Page 4: Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren · 2017. 2. 7. · Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren 6 1 Inleiding 1.1 Doel en totstandkoming

Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren

4

3.3.1 Toenemend verkeer van mensen en goederen, diensten, geld en informatie ...........28 3.3.2 Verdere uitbreiding van de EU ...........................................................................29 3.3.3 De opkomst van nieuwe economische reuzen als China, India en Brazilië................29 3.3.4 Meer koopkracht in nieuwe EU-lidstaten en voormalige ontwikkelingslanden ...........29 3.3.5 Failed states als politieke en criminele vrijplaatsen...............................................30

3.4 Economische schaalvergroting en machtsconcentraties ................................30 3.4.1 Verschuiving van machtsbalans tussen ondernemingen en de nationale overheid.....30 3.4.2 Hedgefondsen steeds actiever ...........................................................................30

3.5 Het ontstaan van de netwerkeconomie.......................................................31 3.5.1 Economische achterstand door verzwakte research & development ........................31 3.5.2 Kennis als economisch begeerd goed..................................................................31 3.5.3 Toenemend belang van informele contacten........................................................31 3.5.4 Bedrijven worden gedwongen op individualisering in te spelen ..............................32 3.5.5 Verwevenheid van ‘onderwereld’ en ‘bovenwereld’ ...............................................32

3.6 Toenemend belang maatschappelijk verantwoord ondernemen .....................32 3.6.1 Groeiende behoefte aan integriteit binnen ondernemingen....................................32

4 Politieke macro- en mesotrends.......................................................34

4.1 Toenemende decentralisering, maar meer beslissingen op EU-niveau ............34 4.1.1 Herleving van regionalisme en hang naar kleinschaligheid.....................................35 4.1.2 Toenemende invloed van de Europese Unie op de lidstaten ...................................35

4.2 Van een bureaucratische naar een transparante, klantgerichte organisatie .....35 4.2.1 Bedrijfsmatig werken voor Koning Klant .............................................................35 4.2.2 Groeiende vertrouwenscrisis tussen burger en overheid........................................36

4.3 Liberalisering van wet - en regelgeving ......................................................36 4.3.1 Verdergaande deregulering van de markt ...........................................................36 4.3.2 Overheid zet marktwerking door........................................................................36

4.4 Handhavingsbeleid ..................................................................................37 4.4.1 Achterblijvende controles..................................................................................37 4.4.2 Samenwerking en spanningen tussen bestuur en opsporing ..................................37 4.4.3 Strafrechtelijke vervolging niet optimaal .............................................................38 4.4.4 Controle, toezicht en handhaving in toenemende mate door third parties................38 4.4.5 Transparanter overheidsoptreden levert risico’s op...............................................38 4.4.6 Terugdringen van het gedoogbeleid ...................................................................38

4.5 Polarisatie ..............................................................................................38 4.5.1 In de reguliere politiek wordt gepleit voor extremere zaken ..................................39 4.5.2 Radicalisering..................................................................................................39

4.6 Invloed politiek op politiële aansturing .......................................................39 4.6.1 De politiek op lokaal, nationaal en Europees niveau heeft een toenemende invloed op

het politiebeleid ...............................................................................................39 4.6.2 Politieapparaat zet teveel in op ‘gemakkelijk te scoren zaken’ ...............................39 4.6.3 Bij toegenomen spanning door terrorisme overige rechtshandhaving onder druk .....40

4.7 Terugtredende overheid versus groeiende rol maatschappelijk middenveld.....40 4.7.1 Overheid neemt meer een regierol temidden van (potentiële) partners in

netwerkverbanden ...........................................................................................40 4.7.2 NGO’s en koepelorganisaties worden belangrijker ................................................40 4.7.3 Via het Internet met nauwelijks budget toch invloed ............................................41

5 Technologische macro- en mesotrends ............................................42

5.1 Explosieve groei elektronische data en dataverkeer .....................................42 5.1.1 Groei van internetgebruik .................................................................................43 5.1.2 Opmars breedband ..........................................................................................43 5.1.3 Gebruik Internet door radicale verbanden ...........................................................43 5.1.4 Mogelijkheden voor heling nemen sterk toe.........................................................43 5.1.5 Internet leidt tot nieuwe machtsvorming bij gebruikers ........................................43 5.1.6 Betere mogelijkheden voor ontsluiten en koppelen grote databestanden.................44

5.2 Convergentie van media ..........................................................................44 5.2.1 Integratie van mobiel en vast, mobiel en internet, spraak en data .........................44

Page 5: Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren · 2017. 2. 7. · Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren 6 1 Inleiding 1.1 Doel en totstandkoming

Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren

5

5.3 Vooruitgang in elektronische waarneming en plaatsbepaling.........................44 5.3.1 Tracking & tracing door inzet van RFID, GPS-transponders, chemische markers en

andere technieken ...........................................................................................45 5.3.2 Afscherming tegen surveillance is voor wetsovertreders van toenemend belang.......45

5.4 Intensiever gebruik van nucleaire technologie.............................................45

5.5 ICT zorgt voor kansen en bedreiging van privacy ........................................46 5.5.1 Onderbenutting technologische middelen binnen toezicht en opsporing...................46 5.5.2 Identiteit wordt een markt ................................................................................46 5.5.3 Verzet tegen technologie: ‘nieuw Luddisme’ ........................................................47 5.5.4 De aanpak van geavanceerde vormen van fraude zal in toenemende mate gebeuren

door private actoren.........................................................................................47 5.5.5 Via het Internet kan (des)informatie snel en vrijwel oncontroleerbaar worden

verspreid ........................................................................................................47 5.6 Grensverleggende technologieën...............................................................47 5.6.1 De introductie van nanotechnologie vanaf ongeveer 2010.....................................48 5.6.2 De introductie van nieuwe genotsmiddelen .........................................................48

6 Ecologische macro- en mesotrends ..................................................49

6.1 Toename duurzaam ondernemen ..............................................................49 6.1.1 Verantwoorde afvalverwerking steeds belangrijker...............................................49

6.2 Uitbreiding infrastructuur met alternatieve vervoerssystemen.......................49 6.2.1 Infrastructuur bouwt verder uit, technisch maar ook juridisch en sociaal.................50

6.3 Toename schaarste grondstoffen...............................................................50 6.3.1 Fossiele brandstoffen, bepaalde metalen en mineralen worden de komende jaren

schaarser en daardoor duurder..........................................................................50 6.4 Voedselveiligheid ....................................................................................51 6.4.1 Toenemende aandacht voor voedselveiligheid en kwaliteit ....................................51 6.4.2 Inzet biotechnologie.........................................................................................51

6.5 Ligging van en infrastructuur in Nederland .................................................51 6.5.1 Nederland vormt door haar ligging en verkeersinfrastructuur de poort van Europa...51

6.6 Dierenwelzijn..........................................................................................52 6.6.1 Dierenwelzijn wordt belangrijker........................................................................52

6.7 Klimaatsverandering................................................................................52 6.7.1 Afname biodiversiteit........................................................................................53

7 Demografische macro- en mesotrends .............................................54

7.1 Immigratie en bevolkingsgroepen in Nederland...........................................54 7.1.1 Toename diversiteit van Nederlandse bevolking...................................................54 7.1.2 Integratie verloopt niet snel ..............................................................................55 7.1.3 Toelatingsbeleid, illegalen toenemend kwetsbaar .................................................55 7.1.4 Immigratie uit Oost-Europa brengt problemen met zich mee.................................56

7.2 Opleidingsniveau.....................................................................................56 7.2.1 Afnemend aantal drop-outs...............................................................................56 7.2.2 Scholen in de grote steden op achterstand..........................................................56 7.2.3 Schaarste aan goed opgeleide werknemers .........................................................57 7.2.4 Vrouwen hebben een proportioneel groter aandeel op onderwijsmarkt....................57

7.3 Bevolkingsopbouw en verstedelijking.........................................................57 7.3.1 Toename enclavevorming .................................................................................57 7.3.2 Verdere verstedelijking: koopkracht neemt af......................................................58 7.3.3 Door bevolkingsafname gaat Nederland rond 2030 naar een krimpeconomie...........58

7.4 Migratie .................................................................................................58 7.4.1 Armoede in de derde wereld neemt nauwelijks af ................................................58

7.5 Bevolkingsopbouw...................................................................................59 7.5.1 Nederland vergrijst: aantal (potentiële) slachtoffers neemt toe..............................59 7.5.2 Meer eenpersoonshuishoudens en eenoudergezinnen ...........................................59

Page 6: Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren · 2017. 2. 7. · Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren 6 1 Inleiding 1.1 Doel en totstandkoming

Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren

6

1 Inleiding

1.1 Doel en totstandkoming

De Dienst Nationale Recherche Informatie (DNRI) bereidt het tweede Nationaal Drei-gingsbeeld Criminaliteit met een georganiseerd karakter (NDB) voor, te verschijnen in 2008 en gericht op de periode 2008-2012. Een dergelijk dreigingsbeeld richt zich primair op criminaliteitsverschijnselen die nu of in de naaste toekomst nadelige effecten kunnen hebben op te beschermen belangen. Die belangen betreffen de vrijheid, veiligheid, rechtsstatelijkheid en continuïteit van de Nederlandse samenleving.

De opdracht voor het Nationaal dreigingsbeeld 2008 luidt als volgt.

Verricht een analyse van de huidige en toekomstige situatie en de be-langrijkste kwetsbaarheden voor de Nederlandse samenleving in relatie tot criminaliteit met een georganiseerd karakter, teneinde bij te dragen aan het vaststellen van beleidsprioriteiten in de aanpak door politie en justitie van die vormen van criminaliteit op nationaal en regionaal bestu-ringsniveau. Naast de bijdrage aan de prioriteitsstelling voor de aanpak, dient de analyse ook informatie op te leveren over (andere) kwesties die in dit verband in de toekomst van belang kunnen zijn (signaleringsfunc-tie) en waarvoor nadere informatieverzameling gewenst is.1

Het onderzoeksdomein van het NDB 2008 betreft verschijnselen van criminaliteit met een georganiseerd karakter, die voldoen aan de volgende kenmerken: 1) structurele samen-werking tussen personen, 2) gezamenlijk financieel of materieel gewin, en 3) ernstige gevolgen voor de samenleving.2 Het onderwerp ‘ideologisch gemotiveerde criminaliteit’ maakt geen onderdeel uit van het onderzoeksdomein. Ook lokale criminaliteitsproblema-tiek wordt niet behandeld.

Er is besloten aan onderzoekers en analisten, met name zij die betrokken zijn bij onder-zoek in het kader van het NDB, een handreiking te doen wat betreft maatschappelijke factoren die van invloed kunnen zijn op aard, omvang en ernst van georganiseerde cri-minaliteit. Hiertoe is een studie verricht naar dergelijke ‘criminaliteitsrelevante factoren’ (CRF’s) die van betekenis kunnen zijn voor de betreffende periode. Het Lectoraat Crimi-naliteitsbeheersing & Recherchekunde van de Politieacademie is hiermee belast. De doel-stelling van deze studie luidt als volgt:

De studie beoogt het identificeren van ‘criminaliteitsrelevante factoren’ die, in de context van het Nationaal dreigingsbeeld criminaliteit met een georganiseerd karakter voor 2008, van betekenis kunnen zijn voor de periode 2008-2012, en in de vorm van een geannoteerd overzicht door het KLPD en de regiokorpsen kunnen worden benut voor het onderbou-wen van toekomstverwachtingen.

Een criminaliteitsrelevante factor is in het eerste NDB in 2004 gedefinieerd als: “een maatschappelijke factor die van invloed is, of kan zijn, op criminele verschijnselen”. Een CRF kan criminaliteitsgenererend of criminaliteitsremmend zijn. CRF’s kunnen voor één, enkele of alle maatschappelijke bereiken en criminaliteitsfenomenen relevant zijn.

Voor dit onderzoek staan twee onderzoeksvragen centraal.

1 Projectvoorstel Nationaal dreigingsbeeld 2008 versie 2 (19 december 2006): 4.

2 Idem: 5.

Page 7: Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren · 2017. 2. 7. · Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren 6 1 Inleiding 1.1 Doel en totstandkoming

Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren

7

1. Welke criminaliteitsrelevante factoren zijn af te leiden uit relevante bronnen, en welke potentieel belangrijke ontwikkelingen doen zich in relatie hiermee voor?

2. Welke nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen dienen zich aan die tot criminali-teitsrelevante factoren kunnen worden in de periode 2008-2012?

Richtinggevend in dit onderzoek bij het identificeren van relevante factoren en ontwikke-lingen waren de zogenoemde SEPTED-dimensies (Sociaal-cultureel, Economisch, Politiek, Technologisch, Ecologisch en Demografisch). Deze maatschappelijke hoofdcategorieën worden zowel in Nederland als daarbuiten (onder het Engelse acroniem PESTEL) veel gebruikt bij het opstellen van prognoses. De mogelijke relevantie van specifieke ontwik-kelingen werd vooral gezocht in logische relaties met aspecten van criminaliteit, opspo-ring en handhaving. Bij het beantwoorden van de twee onderzoeksvragen wordt gemikt op het mesoniveau, dat wil zeggen met vermijding van globale algemeenheden, alsmede van zeer specifieke details.

1.2 Het maken van prognoses

Wie over kennis van de toekomst beschikt heeft een groot strategisch voordeel, of het nu over militaire, economische of politieke zaken gaat. Marktanalisten, trendwatchers en inlichtingendiensten hebben het reduceren van onzekerheid over de toekomst als core business. In een samenleving die in toenemende mate is gericht op het vermijden van risico’s wordt aan onzekerheidsreductie grote waarde gehecht. De toekomst laat zich echter pas empirisch onderzoeken zodra zij daar is, en op dat moment is zij geen toe-komst meer. Hoewel er zich inmiddels een lucratieve ‘toekomstindustrie’ heeft ontwik-keld, kan toekomstonderzoek in feite vanwege gebrek aan data in strikte zin niet als we-tenschap worden beoefend (De Wilde 2000; Sherden 1998).

Zijn we dan gedoemd tot totale onwetendheid wat de toekomst betreft? Geenszins. Be-paalde ontwikkelingen voltrekken zich in de tijd langs trendmatige lijnen die zich tamelijk exact laten doorrekenen en extrapoleren, zoals bijvoorbeeld de bevolkingsopbouw. Hui-dige situatie, geboortecijfers en gemiddelde levensduur zijn statistisch vrij nauwkeurig vast te stellen, zodat de aankomende vergrijzing geen speculatie is, maar een fenomeen dat zich vrijwel zeker zal voltrekken. Tegelijk wordt zelfs zoiets voorspelbaars als de be-volkingsontwikkeling beïnvloed door tal van onzekerheden. Immigratie en emigratie bij-voorbeeld laten zich veel moeilijker voorspellen, omdat die fenomenen op hun beurt wor-den beïnvloed door mogelijke gebeurtenissen en belevingen van bijvoorbeeld economi-sche, politieke, culturele en juridische aard. Ook zou zich de komende jaren een pande-mie kunnen voordoen die zeer grote aantallen slachtoffers eist, vooral onder de meer kwetsbare oudere bevolkingslagen. Meer positief is de verwachting dat de medische we-tenschap in de komende drie decennia ongekende doorbraken zal realiseren in het gene-zen van nu nog dodelijke kwalen als hart- en vaatziekten en kanker. Deze en andere fac-toren kunnen er voor zorgen dat de bevolkingspiramide er over twintig jaar toch heel anders uitziet dan nu met stelligheid wordt voorspeld.

Uitspraken over te verwachten ontwikkelingen aangaande criminaliteitsverschijnselen met een georganiseerd karakter laten zich niet bevredigend baseren op uitsluitend trend-analyses en empirisch criminologisch onderzoek. Extrapolatie van criminaliteitstrends op zichzelf levert immers een beeld op waarvan haast zeker is dat het nooit realiteit zal worden, omdat daarmee de invloed van vele moeilijk voorspelbare factoren wordt gene-geerd (Burruss 2007). In het denken over toekomstige ontwikkelingen moet dus zo goed mogelijk rekening worden gehouden met de invloed van factoren die relevant zijn voor criminaliteit. Dat levert vragen op als: welke factoren zijn criminaliteitsrelevant, in welke richting en in welke mate zijn zij van invloed? Omdat het NDB zich richt op een breed scala van criminaliteit (namelijk alles met een georganiseerd karakter) en specifieke cri-minaliteitscategorieën aan verschillende invloeden onderhevig zijn, levert dit een haast oneindig complex samenspel van elkaar beïnvloedende processen op. Het lijkt onder de gegeven condities niet zinvol om te trachten dit complexe samenspel in een enigszins

Page 8: Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren · 2017. 2. 7. · Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren 6 1 Inleiding 1.1 Doel en totstandkoming

Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren

8

Toelichting bij figuur 1

Criminaliteit voltrekt zich niet als een geïsoleerd

verschijnsel. Maatschappelijke ontwikkelingen en

trends zijn in meerdere of mindere mate van in-

vloed op de drie bepalende invalshoeken van crimi-

naliteitsfenomenen: bereidwillige en capabele da-

ders, potentiële slachtoffers en falend toezicht (de

‘criminaliteitsdriehoek’, gebaseerd op de Routine

Activities Theory van Clarke & Felson (1993)).

Invloedrijke ontwikkelingen noemen we ‘Criminali-

teitsrelevante factoren’. Deze beïnvloeden potentië-

le daders, potentiële slachtoffers en/of situaties van

(ontbrekend) toezicht zodanig dat criminele ver-

schijnselen zich meer, minder of op andere wijze

manifesteren dan voorheen. Dit leidt vervolgens tot

veranderingen in de aard en mate van schade die

de betreffende criminaliteit veroorzaakt in de sa-

menleving.

realistisch en toch bruikbaar model te vervatten, geschikt voor prognoses van georgani-seerde criminaliteit in brede zin.

De theorievorming rond georganiseerde criminaliteit heeft echter in de voorbije decennia ook in Nederland veel bruikbare inzichten opgeleverd, die in zekere mate een theoretisch kader bieden voor het beschrijven, verklaren en wellicht zelfs voorspellen van dergelijke criminaliteitsvormen. Hoewel de economische benadering (criminaliteit als onwettig on-dernemen) het meest invloedrijk is, hebben onderzoekers ook gewezen op het belang van culturele, sociaal-psychologische en andere verklaringsmodellen alsmede het belang van de wisselwerking tussen wetsovertreders en hun bestrijders (Spapens 2006; Van Duyne et al. 2006; Morselli 2005; SOCA 2006). Door criminaliteitsfenomenen nadrukke-lijk in een functionele context (als ecosysteem) te analyseren kunnen structurele proces-sen aan het licht worden gebracht (Felson 2006). Duidelijk is dat bijvoorbeeld de produc-tie van en handel in narcotica zich laat beschrijven in termen van markten van vraag en aanbod, waarbij het gedrag der marktpartijen wordt beïnvloed door onder meer beschik-baarheid van grondstoffen, de mate van repressief overheidsoptreden en diverse sociaal-culturele trends zoals actuele muziekstijlen, individualisering en werkgelegenheid. Derge-lijke maatschappelijke ontwikkelingen waarvan een substantiële invloed op criminaliteit is vastgesteld kunnen zoals gezegd worden aangeduid als criminaliteitsrelevante factoren (CRF’s). Het proces van beïnvloeding kan schematisch als volgt worden geschetst.

1.3 Hoofdtrends, macro- en mesotrends

Een inventarisatie van maatschappelijke ontwikkelingen en trends ontkomt niet aan eni-ge vorm van systematisering. In de literatuur over prognoses wordt dit systematise-

Page 9: Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren · 2017. 2. 7. · Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren 6 1 Inleiding 1.1 Doel en totstandkoming

Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren

9

ringsprobleem op verschillende wijze benaderd. Het Sociaal en Cultureel Planbureau bij-voorbeeld hanteert als vertrekpunt voor haar analyses vijf hoofdtrends, de ‘Vijf I’s’: Indi-vidualisering, Informalisering, Internationalisering, Informatisering, Intensivering (SCP 2004). De literatuurverkenning voor dit onderzoek kwam tot zes generieke hoofdtrends die op veel ontwikkelingen van invloed zijn. Deze worden hier kort weergegeven. Waar dit aan de orde is, worden ook specifieke tegentrends weergegeven. Hiermee wordt dui-delijk dat een trend vaak niet eenduidig in aard en invloed is, maar onderdeel vormt van een krachtenveld. De hoofdtrends zijn via de SEPTED-dimensies van invloed op ma-crotrends, die zich weer laten doorvertalen naar meso- en microtrends. Deze laatste zijn dan het meest specifiek voor afzonderlijke thema’s, in dit geval bepaalde vormen van criminaliteit met een georganiseerd karakter. Deze benadering, waarin het element ‘Maatschappelijke ontwikkelingen’ uit figuur 1 verder uiteen wordt gerafeld, is ontleend aan een toekomststudie van TNO (De Korte et al. 2003). Schematisch is de systematiek als volgt.

Naarmate een trend van macro- naar microniveau meer specifiek wordt in relatie tot het thema criminaliteit met een georganiseerd karakter, en daardoor ook de invloed meer concreet wordt, is duidelijker in hoeverre er daadwerkelijk sprake is van een criminali-teitsrelevante factor. Dit hangt dus af van de aard van de trend én van het criminaliteits-fenomeen. Dit onderzoek is niet bedoeld om trends tot op microniveau te beschrijven, omdat die exercitie beter op het analytische detailniveau van een politieregio of een aan-dachtsveld van criminaliteit kan worden verricht. In de navolgende hoofdstukken zijn de subparagrafen op het niveau van de mesotrends telkens opgebouwd als volgt. Na een algemene toelichting bij de betreffende trend, afgesloten met de daarvoor gebruikte bronnen (documenten, interviews en sessies), volgt een alinea waarin mogelijke relaties met criminaliteit zijn beschreven. In deze interpretatieslag van mesotrend naar criminali-teitsrelevante factor is zoveel mogelijk uitgegaan van de mogelijke uitwerking op (poten-tiële) daders, slachtoffers, toezicht of markten. Het gaat hier nadrukkelijk niet om vast-

Page 10: Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren · 2017. 2. 7. · Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren 6 1 Inleiding 1.1 Doel en totstandkoming

Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren

10

staande feiten maar om mogelijkheden, waarvan het realiteitsgehalte afhangt van speci-fieke omstandigheden die per delictcategorie of geografisch gebied nader moeten worden onderzocht. Het maken van deze uiteindelijke vertaalslag naar microtrendniveau is voor-behouden aan de onderzoekers in hun criminaliteitsbeeldanalyses of deelstudies.

1.3.1 Hoofdtrends

Zes generieke hoofdtrends zijn van invloed op veel andere trends.3 Deze hoofdtrends worden hier allereerst beschreven.

Individualisering

Het Sociaal Cultureel Planbureau (2004, 2006) en andere instanties hebben geponeerd dat het individu de basiseenheid van de moderne Nederlandse samenleving is. Bovendien zouden de maatschappelijke verschillen tussen mensen uit verschillende groepen kleiner zijn geworden. De individualiseringstrend gaat terug tot de jaren zestig, toen de invloed van de maatschappelijke orde (die zich vooral in de ‘zuilen’ manifesteerde) en daaruit afgeleide normen op de burger sterk afnam. De mens werd meer individualistisch, en dit werkte door in alle aspecten van de huidige samenleving. De laatste vijf jaar lijkt de ten-dens tot verdergaande individualisering af te vlakken en te neigen naar stabilisatie.

Individualisering uit zich in een toegenomen autonomie van individuen om het leven naar eigen goeddunken in te richten. De invloed op levensstijlen vanuit maatschappelijke in-stituties als overheid, gezin, kerk en (in mindere mate) school en de werkgever nam sterk af. Dit resulteert in toegenomen mogelijkheden om zich relatief onafhankelijk van de maatschappelijke omgeving op te stellen. Uniciteit, authenticiteit en maatwerk zijn als waarde sterk opgewaardeerd ten opzichte van conformiteit en uniformiteit. Dit betekent echter niet dat processen van conformering, bijvoorbeeld in smaak- en consumptiepatro-nen en in relatie tot de arbeidsmarkt, geheel zijn verdwenen.

Vanuit het perspectief van norm- en regelhandhaving is relevant dat het ‘ik-tijdperk’ over-assertieve burgers heeft opgeleverd, die krachtig opkomen voor hun eigen belang. In de postmoderne samenleving is dit herkenbaar in de ‘ik-doe-mijn-eigen-ding-cultuur’ en de sterke gedoogcultuur, die overigens aansluit bij Nederlandse tradities van ver-draagzaamheid en onderhandelen die eeuwen teruggaan.

Er zijn tegentrends te signaleren als reactie op de extremere uitingsvormen van de indi-vidualiseringstrend, waaronder de verruwing en ‘asocialisering’ van de samenleving. On-der invloed van toenemende gevoelens van onveiligheid en angst worden privacybeper-kende maatregelen gelegitimeerd en staat het gedoogbeleid ter discussie.

Flexibilisering

In de moderne samenleving zijn dynamiek en veranderlijkheid tot de status quo gewor-den. Overzicht, hiërarchie en structuur hebben plaats gemaakt voor wat de socioloog Zygmunt Bauman een “vloeibare samenleving” heeft genoemd (Bauman 2006). Organi-saties worden geconfronteerd met een toenemende complexiteit in de maatschappelijke omgeving en de economie. Klanten en leveranciers vragen om maatwerk op het laatste moment, waardoor een steeds flexibeler wijze van opereren is vereist. Bedrijven beste-den steeds meer activiteiten uit en werken samen met andere bedrijven bij het in de markt zetten van diensten en producten. Er ontstaan allerlei vormen van samenwer-kingsverbanden, variërend van fusies, via allianties tot virtuele organisaties.

Technologisering

De sterke ontwikkeling van de technologie in de laatste decennia heeft een alles door-dringende invloed op de samenleving. Levens en levensstijlen raken steeds meer verwe-ven met technologie. Op macroniveau zijn alle maatschappelijke domeinen, zoals econo-mie, politiek, cultuur en wetenschap door nieuwe technologieën van gedaante veranderd. Dit hangt samen met innovaties in bijvoorbeeld mechanische technologie en de medische

3 Deze paragraaf is grotendeels gebaseerd op De Korte et al. (2003).

Page 11: Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren · 2017. 2. 7. · Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren 6 1 Inleiding 1.1 Doel en totstandkoming

Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren

11

wetenschap, maar is het meest pregnant in de informatierevolutie die zich rond ICT vol-trekt. Toenemende snelheid van beweging en verandering is hiermee verbonden.

Mondialisering

Door de wijde verbreiding van communicatiemiddelen en het grote aanbod van goedkope transportmiddelen, vooral in de vorm van de auto en het vliegtuig, vormen geografische afstanden nauwelijks nog een belemmering voor contact en samenwerking tussen men-sen uit zeer verschillende samenlevingen. Dit proces van mondialisering of globalisering is het meest van belang in de economie, waar kapitaal en goederen zich snel kunnen verplaatsen over de hele wereld. Privatisering en marktwerking, stimuleringsprogram-ma’s vanuit de overheid en de eenwording van Europa dragen bij aan een open Europese economie. Wereldwijd raken economieën onderling sterker verweven: bedrijven opereren steeds vaker transnationaal, en productie wordt daar ondergebracht waar de goedkoop-ste arbeidskrachten zijn. Ook reizen mensen voor privé-doeleinden steeds makkelijker en vaker naar verre bestemmingen, en neemt de internationale migratie nog steeds toe.

Tegentrends van globalisering zijn lokalisering/regionalisering en andersglobalisering. Regionalisme uit zich onder meer in het neigen naar nostalgie en een hang naar het ver-leden met een klassieke, ouderwetse, folklore of retro-stijl.

Vergrijzing

De toename van het aandeel ouderen binnen de Nederlandse bevolking heeft twee oor-zaken: 1) Bevolkingsopbouw: de omvangrijke babyboomgeneratie bereikt in de komende tien jaar de seniorenleeftijd. En 2) Toename van de gemiddelde levensverwachting: ou-deren van nu leven niet alleen langer dan ouderen van enkele generaties geleden, maar zijn ook langer gezond en vitaal. Hun maatschappelijke positie is sterk veranderd. De bloemetjesjurk is passé: senioren willen actief blijven en participeren als volwaardig bur-ger in de maatschappij. Dit hangt samen met een gemiddeld hogere opleiding dan eerde-re generaties, waardoor ze ook kunnen beschikken over een ruimer financieel budget. Een deel van de senioren zal ook langer op de arbeidsmarkt actief blijven.

Dematerialisering

In de postmoderne samenleving tekent zich onder een deel van de bevolking een omslag af van een primair materialistische oriëntatie naar meer behoefte aan zingeving. Wat aanvankelijk beperkt bleef tot een hang naar alternatieve leefstijlen onder een kleine en vaak hoogopgeleide bevolkingscategorie, is inmiddels ook doorgedrongen naar populaire damesbladen en managementlectuur. De sterk gegroeide en breed gedeelde bezorgdheid over ecologische vraagstukken draagt hier nog aan bij. Bij een minder materialistische oriëntatie zijn tal van varianten mogelijk, waarbij in de levensstijl meer aandacht is voor immateriële componenten zoals ontspanning, ervaringen, verhalen en beleving, maar ook natuur, milieu en dierenwelzijn. Op ondernemingsniveau komt deze hoofdtrend tot uiting in het maatschappelijk verantwoord ondernemen, op consumentenniveau ligt het accent op bewust consumeren. Steeds meer consumenten maken zich zorgen over de kwaliteit van producten in relatie tot hun gezondheid, zoals voedselveiligheid, en over de wijze waarop die producten tot stand komen. Zij hechten waarde aan de naleving van sociale-, milieu- en dierenwelzijnsnormen bij de productie. Deze hoofdtrend hangt samen met spiritualiteit en feminisering van de samenleving.

1.3.2 Macrotrends

Macrotrends zijn maatschappelijke ontwikkelingen die op grote delen van de bevolking of sectoren van de samenleving hun uitwerking hebben. Zij zijn abstract geformuleerd en onder te verdelen in verschillende mesotrends. Niet alle macrotrends en mesotrends die in de literatuur zijn aangetroffen, zijn ook opgenomen in deze studie. We hebben ons beperkt tot die trends waarvan op grond van criminologische theorieën, empirische waarnemingen of plausibele redeneringen kan worden aangenomen dat er een beduiden-de relatie is te leggen met criminele verschijnselen van georganiseerd karakter.

Page 12: Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren · 2017. 2. 7. · Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren 6 1 Inleiding 1.1 Doel en totstandkoming

Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren

12

1.3.3 Mesotrends

Mesotrends hebben betrekking op veranderingen die zich binnen (enkele) maatschappe-lijke sectoren voltrekken of die voor (enkele) specifieke bevolkingscategorieën van be-lang zijn. In dit onderzoek vormen mesotrends het meest concrete niveau van beschrij-ving.

1.3.4 Microtrends

Microtrends, het meest specifieke en gedetailleerde niveau, zijn in dit onderzoek geen onderwerp van studie. De vertaling van mesotrend naar het niveau van de specifieke vormen van criminaliteit is de taak van de onderzoekers in hun bijdragen aan het NDB.

1.4 Gebruikte methoden

Bepalend bij het ontwerpen van de studie is dat deze beknopt van opzet moest zijn. Voor de uitvoering ervan waren drie maanden beschikbaar voor het geheel van selecteren, bestuderen en verwerken van literatuur en documentatie, het voorbereiden, regelen, verrichten en verwerken van interviews en sessies met deskundigen, en de analyse- en rapportagefase. Dit heeft tot gevolg dat de diepgang van het onderzoek noodzakelijker-wijs beperkt blijft tot een verkenning van beschikbare literatuur en documentatie, alsme-de een korte reeks gesprekken met deskundigen. Tevens werd een tweetal sessies geor-ganiseerd voor materiedeskundigen van het KLPD. CRF’s gerelateerd aan buitenlandse ontwikkelingen konden om dezelfde reden slechts worden onderzocht voor zover de be-nodigde documentatie op korte termijn verkrijgbaar was.

Het maken van toekomstverkenningen is wat betreft methodologie sterk in ontwikkeling. Kenmerk van de meest gebruikte methoden is dat ze arbeidsintensief zijn (zoals het op-stellen en beproeven van uitvoerige modellen), sterk aan complexiteitsreductie doen (zo-als scenarioanalyses) of nog in een experimenteel stadium verkeren (zoals de weak sig-nals benadering (Uskali 2005), die ook bij BZK wordt toegepast).

Idealiter zou voor het Nationaal dreigingsbeeld op basis van uitvoerige analyse van cri-minologische theorieën een geavanceerd model moeten worden ontwikkeld, met behulp waarvan gericht naar empirische gegevens kan worden gezocht waarop trendanalyses en prognoses zijn te baseren.4 Zoals eerder aangevoerd is een dergelijk huzarenstuk binnen de gestelde projectkaders (minder dan driehonderd uur werktijd voor onderzoek en rap-portage) niet realistisch, omdat het jaren zou vergen voordat er mogelijk bruikbare resul-taten beschikbaar kunnen komen.5 Om pragmatische redenen hebben we daarom voor dit onderzoek vanuit een impliciet theoretisch kader naar de snel veranderende wereld gekeken. Daarbij werd georganiseerde criminaliteit vooral vanuit een marktperspectief bekeken, waarbij hebzucht, gemakzucht en het vermijden van eigen leed als de belang-

4 Het Futures Wheel model, gepresenteerd door Burruss (2007) is wat dit betreft een interessant vertrekpunt.

5 Een op criminologische theorieën gebaseerd risicomodel voor fraude met indicatoren is onlangs ontwikkeld door een team onderzoekers vanuit het Platform Fraude in beeld (2007). Ook voor het meer overzichtelijke domein van jeugdcriminaliteit is recent een poging gedaan om een dergelijk model te ontwerpen. Hier hebben professor Hans Boutellier van de Vrije Universiteit en een medewerker gepoogd een model te construeren rond de risicofactoren die van invloed zijn op het ontstaan van crimineel gedrag (informatie uit het interview met prof. Boutellier, directeur van het Verwey-Jonker Instituut; over het onderzoek is nog niet gepubliceerd). Op basis van literatuuronderzoek werden circa honderdvijftig risicofactoren vastgesteld die van invloed kunnen zijn. Deze liggen onder meer in de persoon, het gezin, school en/of werk, vrije tijd en omgeving. Vervolgens is er in deze groslijst geschrapt op basis van plausibiliteit: lood in het voedsel of drinkwater kan bijvoorbeeld een criminogene factor zijn, maar lijkt op dit moment minder relevant. Zodoende bleven circa vijftig factoren over, waarvan vervolgens indicatoren zijn bepaald. Er werden circa honderdvijftig indicatoren vastgesteld, waarbij relevante gegevensbronnen zijn gevonden. Zo bleven uiteindelijk circa dertig risicofactoren over, met gemid-deld twee indicatoren per risicofactor. Het onderzoek loopt nog: de verkregen lijst moet nu worden gecorreleerd met problematisch gedrag, zodat goede correlaties keuzes voor beleidsprioriteiten kunnen opleveren.

Page 13: Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren · 2017. 2. 7. · Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren 6 1 Inleiding 1.1 Doel en totstandkoming

Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren

13

rijkste drijvende krachten voor onwettig handelen werden beschouwd.6 Simpel gezegd werd bij iedere waargenomen ontwikkeling de vraag gesteld: hoe kan een creatieve en goed georganiseerde wetsovertreder hier geld aan verdienen?

Een belangrijk onderdeel van het maken van prognoses is het beredeneerde inschatten van de mate van waarschijnlijkheid dat een bepaalde gebeurtenis of ontwikkeling zich in de toekomst daadwerkelijk zal voordoen (Ministry of Defence/DCDC 2007; Burruss 2007; van Wijck et al. 2007). In deze studie hoopten we deze inschattingen te kunnen maken op basis van groepsdiscussies met collega’s van het KLPD, hetgeen helaas niet is gelukt. Door onderschatting van de hoeveelheid verkregen informatie, de diversiteit aan onder-werpen en de complexiteit bleek het niet haalbaar om tot beredeneerde inschattingen van waarschijnlijkheid van CRF’s te komen. Dit is mede het geval omdat in veel gevallen pas op microniveau kan worden vastgesteld of een ontwikkeling überhaupt criminaliteits-relevant is, en in welke richting de invloed zich dan zou doen gelden. We hebben ons uiteindelijk moeten beperken tot het per mesotrend aangeven van mogelijke impact in de richting van dader, slachtoffer of toezicht, die drie samenstellende delen van de ‘crimina-liteitsdriehoek’. Dit mag niet worden beschouwd als het ‘laatste woord’, maar als een handreiking aan de onderzoekers die zich uiteindelijk over microtrends moeten gaan bui-gen.

De beschikbare tijd en middelen legden dus beperkingen op, waardoor mogelijkheden die wellicht tot nieuwe inzichten hadden kunnen leiden helaas onbenut moesten blijven. Zo hadden we graag met jeugdige respondenten gesproken, die nu deels al in nieuwe werel-den met eigen waarden en normen leven.7 Ook kon slechts één vertegenwoordiger van een bijzondere opsporingsdienst worden geïnterviewd, maar gelukkig biedt het onder-zoeksrapport van het BOD-platform ‘Fraude in Beeld’ meer inzicht. Verder lazen en voor-al hoorden we veel toch verrassende dingen en was aan het eind van de dataverzame-lingsfase de stroom aan nieuwe inzichten nog niet opgedroogd. Dit sterkt ons in de over-tuiging dat het maken van prognoses en het verrichten van criminaliteits-effect-onderzoeken voor de politieorganisatie als onderdeel van de R&D-functie eigenlijk een voortdurende bezigheid zou moeten zijn. Door vanuit een stelselmatige scanningfunctie van relevante maatschappelijke ontwikkelingen steeds weer te vragen welke criminaliteit daarmee zou kunnen samenhangen en hoe waarschijnlijk dat zou zijn, kan de politie in-vulling geven aan haar signalerende en adviserende taak.

Dit kennisproduct is tot stand gekomen vanuit een expliciete methodologie en traceerba-re bronnen, maar kan onder meer door het niet-openbare karakter ervan strikt genomen niet als een wetenschappelijk werkstuk worden beschouwd.8 Veeleer vormt dit overzicht van trends en CRF’s een instrument dat deel uitmaakt van een intelligenceproces van permanente reflectie en doorontwikkeling. Uit dit proces komen strategische analysepro-ducten voort, bedoeld om beleidsmakers te voorzien van bruikbare informatie voor het nemen van beslissingen.

1.4.1 Desk research

Voor wat betreft de Nederlandse literatuur en documentatie is primair gekeken welke criminaliteitsrelevante factoren zijn af te leiden uit actuele criminologische studies van de voorbije drie jaar, alsmede uit het Criminaliteitsbeeld 2005 van de Dienst Nationale Re-cherche. De nieuwe WODC-monitor zware en georganiseerde criminaliteit was bij het afsluiten van dit onderzoek eind maart 2007 nog niet beschikbaar, hoewel de samenstel-lers daarvan desgevraagd al wel op één specifieke trend attendeerden.

Wat betreft het buitenland is aanvankelijk primair aandacht geschonken aan Europol’s Organized Crime Threat Assessment (OCTA) en een tweetal toekomstverkenningen van de Futures Working Group, gevestigd aan de FBI Academy. Tevens is gekeken naar een 6 Voor formele begrippen en definities is gebruik gemaakt van KLPD/DNR (s.a.).

7 De AIVD-respondent adviseerde dit nadrukkelijk.

8 Het maken van risicoanalyses is vanuit wetenschappelijke hoek onder meer bekritiseerd door Nelen (2006).

Page 14: Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren · 2017. 2. 7. · Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren 6 1 Inleiding 1.1 Doel en totstandkoming

Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren

14

scenariostudie van het ministerie van Justitie (Van Wijck et al. 2007), een dreigingsana-lyse van het Britse Serious and Organised Crime Agency (SOCA) en naar trendanalyses en prognoses van de Duitse politie, met name van het Landeskriminalamt Nordrhein-Westfalen, die zich onderscheiden door een expliciete methodologie. In de loop van het onderzoek kwamen echter, mede door de assistentie van de Mediatheek van de Politie-academie en door aanwijzingen van geïnterviewden, nog tientallen bronnen in beeld. Uiteindelijk werd voor deze studie gebruik gemaakt van ruim zestig bronnen, waarvan een overzicht achterin het rapport is opgenomen.

1.4.2 Interviews

In overleg met de opdrachtgever is een lijst van twaalf instanties en experts opgesteld, verdeeld over de diverse SEPTED-dimensies. Dit leverde elf semi-gestructureerde inter-views over trends en criminaliteitsrelevante factoren op; één onderneming in de commu-nicatiesector bleek bij voortduring onbereikbaar. De respondenten leverden een substan-tiële en waardevolle aanvulling op de bestudeerde documentatie. Achterin is een lijst van geïnterviewde instanties opgenomen; op verzoek kan desgewenst de naam van een geïn-terviewde deskundige worden verstrekt.

1.4.3 Sessies

Het werd van belang geacht de binnen het KLPD aanwezige kennis en inzichten die voor het vaststellen van CRF’s van belang kunnen zijn, zoveel mogelijk te benutten. Hiertoe is een tweetal sessies op de locaties van de DNR en de DNRI georganiseerd, waarvoor ma-teriedeskundigen gericht werden uitgenodigd. Aan de verwachting dat hier nieuwe ont-wikkelingen naar voren zouden worden gebracht, en dat de aanwezigen zouden kunnen helpen bij het aanbrengen van enige weging in het toen beschikbare overzicht van trends werd deels voldaan. Het aanvankelijke voornemen van het systematisch ordenen van alle aangedragen ontwikkelingen en trends naar belang en waarschijnlijkheid moest echter worden losgelaten. Wel is nog aangegeven waar een ontwikkeling door velen relevant werd gevonden.

Door enkele aanwezigen bij de sessie voor DNR-medewerkers werd overigens fundamen-tele kritiek geuit op de opzet van het onderzoek. De kritiek richtte zich vooral op het in-ductieve karakter van deze studie en op onnauwkeurige formuleringen van sommige trends, die ook niet allemaal even plausibel zouden zijn. In plaats van het “te hooi en te gras” verzamelen van mogelijke trends zou er volgens de critici vanuit een expliciete theorie moeten worden gewerkt. Hier valt tegenin te brengen dat deze studie geenszins bepleit om bij het beschrijven van specifieke criminele verschijnselen zonder enige theo-retische uitgangspunten te werk te gaan. Ook bij het samenstellen van dit globale trend-overzicht is wel degelijk gebruik gemaakt van criminologische theorieën, zoals uit dit toe-lichtende hoofdstuk en de literatuurverwijzingen mag blijken. Wel is een zo breed moge-lijke oriëntatie nagestreefd om te herkennen wat criminaliteitsrelevant zou kunnen zijn, zonder een vooraf vastgesteld theoretisch kader dat daarbij belemmerend kan werken.

1.5 Leeswijzer

Allereerst dient vermeld dat deze rapportage, hoewel veelzijdig en omvangrijk, niet de pretentie heeft uitputtend te zijn. Een rapport dat over meer dan honderd onderwerpen en ‘de hele wereld’ gaat, mist bovendien de diepgang die noodzakelijk is om direct toe-pasbaar te kunnen zijn op specifieke criminele verschijnselen. Deze rapportage is be-doeld als hulpmiddel voor onderzoekers en analisten bij het beschrijven van de verwach-tingen ten aanzien van de ontwikkelingen van criminaliteit in de toekomst. Aan de hand van de CRF’s die op meso-niveau zijn geformuleerd kan de onderzoeker op het spoor komen van (meer concreet geformuleerde) CRF’s die een onderbouwing vormen voor verwachtingen met betrekking tot een specifiek crimineel verschijnsel. Het is dus aan de onderzoeker om uit het gepresenteerde overzicht, die factoren te halen die als kapstok

Page 15: Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren · 2017. 2. 7. · Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren 6 1 Inleiding 1.1 Doel en totstandkoming

Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren

15

kunnen dienen voor meer concrete CRF’s waarmee voor het eigen onderwerp toekomst-verwachtingen kunnen worden onderbouwd. Daarbij staat het de onderzoeker vanzelf-sprekend vrij om onderbouwing te ontlenen uit andere factoren dan die hier de revue zullen passeren.

Verder is enige overlap tussen de beschreven trends en ontwikkelingen onvermijdelijk. Er zijn geen verwijzingen naar andere paragrafen opgenomen, omdat het er slechts om gaat een mogelijk relevante ontwikkeling onder de aandacht te brengen. Wel is voorzien in een register van begrippen en trefwoorden. In de hiernavolgende hoofdstukken wordt telkens een SEPTED-dimensie in zijn geheel behandeld. In ieder hoofdstuk worden de macrotrends toegelicht met een inleidende algemene paragraaf, waarna een aantal meer specifiek geformuleerde mesotrends volgt. Aan vrijwel iedere mesotrend is zoals gezegd een inschatting toegevoegd van de wijze waarop deze als CRF zou kunnen gelden. Som-mige mesotrends zijn zoals blijkt slechts gebaseerd op één aangetroffen bron, of er be-staat bij respondenten verschil van mening over het belang ervan, of de richting waarin effecten zich kunnen voordoen. Ook zijn soms duidelijke tegentrends te formuleren, wat duidelijk maakt dat een invloed zich niet per se op éénduidige wijze zal doen gelden. Dit neemt niet weg dat ook een slechts door enkelen genoemde trend het toch waard kan zijn om in een nadere (micro)analyse van de mogelijke ontwikkeling van concrete crimi-nele verschijnselen te worden meegenomen. Wanneer analisten en onderzoekers vervol-gens kunnen beargumenteren dat een trend in het licht van aangetroffen empirisch be-wijs rond concrete criminaliteitsfenomenen wel degelijk als criminaliteitsrelevante factor moet worden beschouwd, en dit verder toelichten en verfijnen, kan dit het prognostische werk voor een volgend NDB vergemakkelijken.

Een aspect dat helaas slechts beperkt aan de orde komt is de organisatie van de aanpak van georganiseerde criminaliteit, en meer bepaald zaken als effectiviteit en prioriteitsstel-ling in de rechtshandhaving en criminaliteitspreventie. Het systematisch en correct ver-disconteren van de ‘bestrijdingsfactor’ bij het inschatten van criminaliteitsontwikkelingen zou een separate studie vergen, waarvoor de tijd ontbrak. Verder is het gevoerde hand-havingsbeleid zowel landelijk en regionaal als per sector aan veranderingen onderhevig en deels politiek gestuurd, wat prognoses lastig maakt. Bovendien kunnen waarschu-wende rapporten als het NDB op zichzelf weer van invloed zijn op het gevoerde beleid, wat een analyse nog verder compliceert.

Dat de ‘bestrijdingsfactor’ expliciete aandacht toekomt in iedere analyse van criminali-teitsfenomenen lijdt echter geen twijfel. Tijdens het samenstellen van het eerste Natio-naal dreigingsbeeld in 2004 bleken manco’s in controle- en toezichtsregimes van politie, justitie en andere diensten hoogst relevant voor de aard, ernst, omvang en spreiding van georganiseerde criminaliteit. Afscherming, ontwijkingsgedrag en risicovermijding blijken belangrijke elementen in de criminele strategievorming. Ook op tactisch en operationeel niveau is de wisselwerking tussen controle en opsporing enerzijds en misdaadonderne-mers anderzijds een bepalende factor, zoals Spapens (2006) in zijn proefschrift over syn-thetische drugs heeft aangetoond. In analyserapporten ten aanzien van onder meer co-caïnesmokkel, mobiel banditisme en West-Afrikaanse netwerken worden die wisselwer-king en het bijbehorende ontwijkingsgedrag eveneens gesignaleerd. Ook meerdere geïn-terviewden tijdens dit onderzoek wezen hierop. De nieuwe WODC-monitor georganiseer-de criminaliteit (nog niet uitgebracht bij het afsluiten van dit project in maart 2007) be-licht uitvoerig de gelegenheid die bepaalde beroepen bieden voor het verkrijgen van on-wettig voordeel. Hierbij valt te denken aan maatschappelijke sectoren als de scheepvaart (havens) en luchtvaart (luchthavens), maar ook bijvoorbeeld aan de financiële sector (interviews AFM, SIOD). Controle daarop ligt vaak ver buiten de reikwijdte van politie en justitie. Enig toezicht wordt hoofdzakelijk in de private sfeer uitgeoefend, door particulie-re veiligheidsdiensten of via het tuchtrecht.

Gerelateerd aan deze laatste thematiek is het gegeven dat verscheidende bronnen en respondenten, alsmede de KLPD-collega’s tijdens de sessies met nadruk aandacht vragen voor een toenemende verwevenheid van de ‘onder- en bovenwereld’. Dit fenomeen laat zich lastig rubriceren onder een SEPTED-dimensie, maar is in relatie tot georganiseerde

Page 16: Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren · 2017. 2. 7. · Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren 6 1 Inleiding 1.1 Doel en totstandkoming

Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren

16

criminaliteit en maatschappelijke schade van evident belang. Herhaaldelijk werden wij er tijdens dit onderzoek op gewezen dat de criminaliteitsbeleving nog teveel gericht is op de zichtbare verschijningsvormen.9

Tot slot willen we hier dank zeggen aan de respondenten die bereid waren om antwoor-den te geven op lastige vragen over de verwachtingen op hun vakgebied. Ook de colle-ga’s van het KLPD, Dienst Nationale Recherche en Dienst Nationale Recherche Informatie zijn we erkentelijk voor hun kritische en constructieve bijdragen aan deze verkenning, in het bijzonder Frank Boerman en Martin Grapendaal. Managementassistente Halise Aydin en de medewerkers van de Repro van de Politieacademie verdienen dank voor hun vol-harding en flexibiliteit.

9 Een voorbeeld van een criminaliteitsvorm die sporadisch aandacht krijgt maar hooggeorganiseerd en lucratief is en ook in Nederland vermoedelijk vele slachtoffers maakt is de ‘carousselfraude’, in de Engelstalige vaklitera-tuur aangeduid als ‘Ponzi scheme’ (interview AFM; Roest 2006). Überhaupt krijgt georganiseerde horizontale fraude disproportioneel weinig aandacht in de opsporing (Platform Bijzondere Opsporingsdiensten, 2007).

Page 17: Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren · 2017. 2. 7. · Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren 6 1 Inleiding 1.1 Doel en totstandkoming

Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren

17

2 Sociaal-culturele macro- en mesotrends

Overzichtschema sociaal-culturele macro- en mesotrends

1. Toenemende culturele diversiteit (H2.1)

1.1 toenemende vraag en aanbod van buitenlandse producten en diensten

1.2 het toenemend belang van subculturen en groepsidentiteiten

2. Door de informatierevolutie maakt de samenleving een culturele omslag door (H2.2)

2.1 snelle verspreiding van nieuwe communicatietechnologieën

2.2 toenemende gevoeligheid voor beeldvorming in de media

2.3 toenemend belang van publieke informatie-uitwisseling via nieuwe media

2.4 het ontstaan van een sociale tweedeling: ‘connected’ en ‘unconnected’

2.5. toenemend gebruik van identiteitsgegevens in het Internetverkeer

3. Mobiliteit als primaire levensbehoefte (H2.3)

3.1 toename van mobiliteit

3.2 de groei van het toerisme

4. Veiligheid als maatschappelijke prioriteit in de risicosamenleving (H2.4)

4.1 intensivering van toezicht en controle

4.2 respect krijgt een andere betekenis

4.3 toenemende kwetsbaarheid van de infrastructuur

4.4 de gezondheidszorg is in toenemende mate een open markt

5. Religie en moraal (H2.5)

5.1 toenemende religieuze waardenoriëntatie versus doorgaande ‘ontkerkelijking’

5.2 toenemende nadruk op waarden en normen

5.3 terrorisme als blijvende prioriteit

6. Verandering in sociale cohesie (H2.6)

6.1 toenemend verlies aan sociale cohesie

7. Feminisering van de samenleving (H2.7)

2.1 Toenemende culturele diversiteit

De groei van het aantal allochtonen in Nederland veroorzaakt een toenemende culturele diversiteit. De status van Nederland als immigratieland duidt op een blijvende instroom van nieuwe binnenkomers, die ieder hun eigen cultuur en gewoonten meenemen. Dat betekent dat te verwachten is dat steeds meer vermenging van leefstijlen, eetgewoonten en consumptiepatronen plaatsvindt, waarbij de gevestigde bevolking zich gewoonten van de nieuwkomers eigen maakt. Daar staat tegenover dat de steeds groter wordende tweede generatie ‘nieuwe Nederlanders’ zich meer aan Westerse consumptiepatronen zal conformeren. Er ontstaat een dubbelzinnig op zoek gaan naar een creatieve combinatie van de eigen culturele erfenis en symbolieken, met het verlangen om zich hier juist van los te maken (De Korte et al. 2003).

Page 18: Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren · 2017. 2. 7. · Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren 6 1 Inleiding 1.1 Doel en totstandkoming

Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren

18

2.1.1 Toenemende vraag en aanbod van buitenlandse producten en diensten

Zowel de vraag naar als het aanbod van consumptieve goederen, zijn door de multicultu-ralisering van de samenleving bijzonder divers geworden. De vraag naar consumptiegoe-deren uit het buitenland - met name uit die regio’s waar Nederlandse allochtonen oor-spronkelijk vandaan komen - zal verder toenemen. Hierbij wordt niet meer uitsluitend binnen de eigen (etnische of lands-)groep handel gedreven. Steeds meer Nederlanders wonen enige tijd voor werk of studie in het buitenland en vice versa (Bakas 2006; SOCA 2006;interviews SIOD, VNO-NCW; Sessie DNRI).

Deze groeiende markt biedt niet alleen gelegenheden voor legitieme ondernemers, maar ook voor onwettig opererende handelaren in Nederland en in herkomstlanden.

2.1.2 Het toenemend belang van subculturen en groepsidentiteiten

Een toenemende culturele diversiteit verloopt niet alleen langs etnische lijnen, maar ook langs lokale gemeenschappen, op het niveau van stijlgroepen of internet communities, et cetera. Technologieën als Internet en mobiele telefonie faciliteren nieuwe sociale verban-den, omdat geografische nabijheid en fysieke ontmoetingen van minder belang hoeven te zijn. Het ver gedifferentieerde aanbod in onze consumptiecultuur biedt individuen de mo-gelijkheid zich met aanschaf van bepaalde goederen of diensten te onderscheiden en een eigen lifestyle op te bouwen. Dergelijke leefstijlen bieden ook de mogelijkheid tot sociale identificatie en tot groepsvorming. Voor bepaalde groepen bestaat een sterke behoefte aan her- en erkenning van de gemeenschappelijke identiteit, die vooral tot uiting komt bij bijzondere gebeurtenissen, evenementen en dergelijke. Ook ontstaan verrassende combinaties van traditionele gebruiken en nieuwe mogelijkheden, zoals “digitaal vaardige en mondige vrouwen in boerka’s”. De contrasten tussen (etnische, politieke en subcultu-rele) groepen worden groter, wat effecten heeft op denken en handelen en geweldge-bruik kan legitimeren. (Bakas 2006; Klapwijk & Van Rij 2005; Ministry of Defence/DCDC 2007; Interviews AIVD, SIOD, Verwey-Jonker Instituut).

Door diversiteit kunnen ‘oude vormen’ van criminaliteit (zoals handel in bepaalde drugs) weer terugkomen. Ook kunnen lokale en subculturele communities deviante gelegen-heidsstructuren vormen die een zekere afscherming bieden en de toegang tot mededa-ders vergemakkelijken. Dergelijke subculturen kunnen van invloed zijn op waarden- en normenpatronen van potentiële daders (differentiële associatie), maar kunnen ook de weerbaarheid van potentiële slachtoffers vergroten.

2.2 Door de informatierevolutie maakt de samenleving een culture-le omslag door

Door de snelle opkomst van digitale technologie voor de opslag en verspreiding van in-formatie verandert onze samenleving ingrijpend. De informatierevolutie verandert de manier waarop wij werken, wonen, leren en onze vrije tijd besteden (Infodrome). Er wordt gesproken over de opkomst van een e-cultuur, in de zin dat de overdracht van kennis en de manier waarop dit plaatsvindt ingrijpend zal veranderen. De nieuwe virtuele wereld van vandaag, als aanvulling op de fysieke werkelijkheid heet ‘cyberspace’. Men-sen verplaatsen zich steeds meer tussen de virtuele en de fysieke wereld. Dit nieuwe gedrag draagt bij aan de veranderingen in het moderne leven: we kunnen ons anders informeren en we kunnen anders communiceren (De Korte et al. 2003; Dexter 2006; Landeskriminalamt Nordrhein-Westfalen 2006; interview AIVD).

2.2.1 Snelle verspreiding van nieuwe communicatietechnologieën

Nieuwe publieke telecommunicatietechnieken kennen een snelle introductie en versprei-ding, zoals internettelefonie (Voice over IP), Wireless Local Area Networks (WLAN), nieu-we vormen van mobiele (breedband)telefonie en -PDA’s.

Page 19: Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren · 2017. 2. 7. · Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren 6 1 Inleiding 1.1 Doel en totstandkoming

Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren

19

Geavanceerde telecommunicatietechnieken zijn faciliterend voor criminaliteit, zeker voor zover er gebruik wordt gemaakt van krachtige encryptie, omdat men sneller en beter afgeschermd kan opereren. Anderzijds biedt het echter ook nieuwe kansen voor de op-sporing wanneer signalen kunnen worden onderschept of gelokaliseerd. Het betreft dus zowel een bevorderende als remmende factor.

2.2.2 Toenemende gevoeligheid voor beeldvorming in de media

Binnen de media zijn integriteitvraagstukken aan de orde van de dag. Steeds vaker klinkt de vraag of de media schuld hebben aan het ‘demoniseren’ van personen of het creëren van een hype. Zij zijn in ieder geval mede-beïnvloeder van het publieke imago. Voor or-ganisaties en voor personen wordt het belangrijker om correct en slagvaardig met derge-lijke dilemma’s om te gaan. Bedrijven hebben een groot belang om geen imagoschade op te lopen doordat bijvoorbeeld kwetsbaarheid van vitale bedrijfsprocessen duidelijk wordt. Dit kan resulteren in het verspreiden van desinformatie. De ontwikkelingen op het gebied van de media en telecommunicatie staan aan de basis van de snelle opkomst van een elektronische audiovisuele cultuur. Onze cultuur wordt in toenemende mate beheerst door tekens, symbolen en beelden. Het overbrengen van informatie via visuele beelden gaat veel sneller en de impact van beelden is veel directer. Naarmate beelden de tekst vervangen kan belangrijke genuanceerde informatie verloren gaan (Römgens 2002; (sessie DNRI).

De media beïnvloeden door indringende beelden en (over)belichting van aangrijpende aspecten in toenemende mate de duiding van incidenten en hebben daarmee veel invloed op het beleid. Dit heeft onder meer inwerking op onveiligheidsgevoelens en draagt bij aan het scheppen van negatieve rolmodellen. Voor zover personen, bedrijven en instan-ties uit eigen (imago)belang bewust incorrecte beelden communiceren doet dit af aan de betrouwbaarheid van openbare informatie, hetgeen het onderling wantrouwen in het pu-blieke verkeer bevordert.

2.2.3 Toenemend belang van publieke informatie-uitwisseling via nieuwe me-dia

Op het Internet en daarbuiten vormen nieuwsgroepen, weblogs, chatboxen en andere kanalen een nieuwe en nog goeddeels ongestructureerde uitbreiding van het informatie-web. Via dergelijke nieuwe kanalen en door kliklijnen en dergelijke kan ook gemanipu-leerde informatie op anonieme wijze in omloop worden gebracht, waarbij de inhoud zich moeilijk op waarheid laat controleren (Boerman & Mooij 2006).

Criminele verbanden kunnen desinformatie inzetten om eigen activiteiten af te schermen of de opsporing en vervolging te hinderen. Dit laatste kan bijvoorbeeld door rechtstreek-se verdachtmakingen, maar ook door beïnvloeding van beeldvorming en opinies ten aan-zien van onwettige fenomenen en dadergroepen, met als mogelijk gevolg beïnvloeding van strafrechtelijk beleid.

2.2.4 Het ontstaan van een sociale tweedeling: ‘connected’ en ‘unconnected’

In onze samenleving en economie komt het steeds meer aan op het hebben van kennis en het kunnen omgaan met informatie(technologie). Verschillende studies geven aan dat de verspreiding van ICT gepaard gaat met groeiende ongelijkheid onder de bevolking, op nationaal en internationaal niveau. De huidige ontwikkelingen hebben ertoe geleid dat er een groep van laagopgeleiden, minder bedeelden of anderzijds kansarmen steeds minder mee kunnen draaien in de informatiesamenleving en kenniseconomie. De tweedeling in de maatschappij tussen mensen die toegang tot kennis hebben en die daar minder toe in staat zijn wordt vaak aangeduid als ‘de digitale kloof’. Informatisering en automatisering verscherpen reeds aanwezige verhoudingen en de zogeheten digitale tweedeling loopt langs bestaande lijnen en breuken in de samenleving (Römgens 2002; Sessie DNRI).

Page 20: Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren · 2017. 2. 7. · Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren 6 1 Inleiding 1.1 Doel en totstandkoming

Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren

20

Digibeten, waaronder sommige ouderen, zijn relatief kwetsbaar voor oplichting in de in-formatiemaatschappij. Anderzijds hebben wizzkids als potentiële daders een grote voor-sprong op potentiële slachtoffers en deels zelfs op toezichthouders en handhavers.

2.2.5 Toenemend gebruik van identiteitsgegevens in het Internetverkeer

Naarmate het Internet intensiever wordt gebruikt voor commerciële activiteiten en for-mele contacten tussen burgers en overheid, neemt het belang van zorgvuldigheid en be-trouwbaarheid van gebruikte identiteitsgegevens toe. Daarmee wordt het manipuleren van dergelijke gegevens voor onwettig gebruik lucratiever. Dit kan bijvoorbeeld geschie-den door phishing (het ontlokken van vertrouwelijke gegevens door gebruik van gefin-geerde websites of het digitaal bespioneren van internetgebruikers) en vishing (het ma-nipuleren van telefoonverkeer, bijvoorbeeld door via Voice over IP op moeilijk traceerba-re wijze een ‘betrouwbaar’ telefoonnummer te fingeren) (Boerman & Mooij 2006; http://en.wikipedia.org/wiki/Vishing; interviews AIVD en ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties; Sessie DNRI).

Of dit verschijnsel de komende jaren van een dusdanige omvang wordt dat sprake is van ernstige gevolgen voor de samenleving is afhankelijk van de alternatieven die resten voor oplichters. Te denken valt hierbij aan de mate waarin financiële transacties in ont-wikkelingslanden in plaats van in Nederland zullen worden aangegrepen voor misbruik. Ook is van invloed het gemak waarmee gewin op andere wijze is te realiseren op het Internet, bijvoorbeeld door botnets te gebruiken voor andere vormen van criminaliteit zoals clickfraude of spamming. Daarnaast verhoogt het gegeven dat steeds meer financi-ele handelingen vanaf de particuliere PC of met behulp van de mobiele telefoon worden verricht, de kwetsbaarheid voor fraude. Dit kan bijvoorbeeld meer geweld op straat op gaan leveren voor het verkrijgen van toegangscodes.

2.3 Mobiliteit als primaire levensbehoefte

In de moderne economie vormt verandering van plaats een diep gewortelde menselijke behoefte die naast een persoonlijke waarde ook een economische waarde vervult. Vooral voor privé-doeleinden is de mobiliteit (per auto, per vliegtuig en openbaar vervoer) in de afgelopen jaren sterk toegenomen. Deze massamobiliteit wordt vaak verklaard uit een drietal ontwikkelingen: de bevolkingsgroei, de welvaartsstijging en de uitbreiding van het wegennet (De Korte et al. 2003; Landeskriminalamt Nordrhein-Westfalen 2006).

2.3.1 Toename van mobiliteit

In de afgelopen decennia is de mobiliteit explosief gestegen. De hoeveelheid tijd die men spendeert aan het zich verplaatsen en reizen is in de loop van de jaren sterk toegeno-men. Nederlanders zijn zich vaker, langduriger en verder gaan verplaatsen en vanuit het buitenland bewegen meer mensen zich naar Nederland. Het aantal Nederlanders van bui-tenlandse afkomst groeit. Deze etnische groepen zullen in toenemende mate reizen om hun familie en vrienden te bezoeken. Gelijktijdig kan men zich afvragen of met meer verplaatsingen er sprake is van een nieuwe trend, of meer van hetzelfde (sessie DNRI).

Een toename van internationaal verkeer impliceert dat een gedeelte daarvan een onwet-tig oogmerk draagt, en naarmate de omvang van personen- en goederenstromen toene-men vormt dit een zwaardere belasting voor controleorganen, waardoor effectief toezicht moeilijker en kostbaarder wordt.

Een voorbeeld hiervan vormt het mobiel banditisme. Ondernemers en brancheorganisa-ties geven aan veel last te hebben van rondreizende dadergroepen, die onder meer in georganiseerd verband winkels bestelen en zich aan ladingdiefstallen schuldig maken. Ook particulieren ondervinden veel hinder van dergelijke groepen, onder meer door wo-ninginbraken en diefstallen van auto’s en buitenboordmotoren. In omringende landen als Duitsland en België heeft deze vorm van roofcriminaliteit hoge prioriteit bij opsporende

Page 21: Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren · 2017. 2. 7. · Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren 6 1 Inleiding 1.1 Doel en totstandkoming

Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren

21

instanties, in Nederland is dit veel minder het geval. In 2004 schatte de Belgische Ge-rechtelijke politie dat gemiddeld één op de vijf diefstallen door Oost-Europese daders werd gepleegd. Inbraken gepleegd door rondtrekkende dadergroeperingen staan sinds-dien in België als prioriteit in het Nationaal veiligheidsplan. Na omvangrijke politieacties aldaar blijken de dadergroeperingen bijzonder stoutmoedig te zijn in het ontwikkelen van contrastrategieën. Vanuit België is herhaaldelijk geklaagd over gebrek aan medewerking van de Nederlandse autoriteiten bij de aanpak van met name criminaliteit tegen trans-portondernemers. In Nederland heeft brancheorganisatie VNO-NCW veel energie gesto-ken in het op de bestuurlijke agenda krijgen van mobiel banditisme, waardoor er in 2007 een pilot zou gaan draaien rond het ‘tegenhouden’ van deze criminaliteitsvorm (Gunther Moor & Johannink 2006; Kuppens et al. 2006; Van der Laan & Weenink 2005; De Raedt & Moulin 2005; Dupuis 2004; interview VNO-NCW; Diverse nieuwsberichten uit Google-search op “rondtrekkende dadergroeperingen”).

2.3.2 De groei van het toerisme

De toeristenindustrie neemt in omvang toe, ‘verre landen zijn dichtbij’. Ook toerisme naar exotische oorden behoort voor steeds meer mensen tot de mogelijkheden. Binnen Nederland verandert het toerisme van karakter: zo komen er steeds meer groepen Azia-ten, met heel andere voorkeuren dan de traditionele groepen zoals Europeanen en Ame-rikanen en een niet-individualistische inslag. Dit zal onder meer leiden tot een upgrading en uitbreiding van bestaande China-towns en de vestiging stimuleren van Chinese bedrij-ven in Nederland (Bakas 2006; Interviews Universiteit Wageningen en Verbond van Ver-zekeraars; sessie DNRI).

Het toegenomen inkomende en uitgaande toerisme kent negatieve bijwerkingen als vrouwenhandel, mensensmokkel en (kinder)sekstoerisme. Ook worden Nederlandse vijf-tigplussers in het buitenland als een makkelijke prooi voor beroving gezien.

2.4 Veiligheid als maatschappelijke prioriteit in de risicosamenle-ving

In het welvarende Nederland is in de voorbije jaren een toenemend ongemak rond het thema ‘veiligheid’ ontstaan. Het thema staat hoog op de lijst van maatschappelijke priori-teiten. Het waarborgen van veiligheid behoort al eeuwenlang tot de primaire taken van de staat, die vooral de bevolking moet beschermen tegen dreigingen van binnen en bui-tenaf. De terroristische aanvallen op de Verenigde Staten en elders bewijzen hoe moeilijk dat is. De gevoeligheid voor risico’s in de moderne samenleving is toegenomen. We leven in een risicosamenleving met collectieve in plaats van persoonlijke en beheersbare risi-co´s. Dit versterkt het gevoel van onbehagen en het verlangen naar veiligheid. Tegelijk moet worden geconstateerd dat in 2007 veiligheid als politiek thema wat naar de achter-grond lijkt te zijn gedrongen. Ook is er weer meer aandacht voor preventie naast repres-sie (De Korte et al. 2003; interviews ministerie van Justitie en AIVD).

2.4.1 Intensivering van toezicht en controle

De angst voor crimineel slachtofferschap is wijd verbreid: ongeveer een kwart van de Nederlandse bevolking voelt zich wel eens onveilig. Het merendeel van de bevolking ziet criminaliteit als een van de belangrijkste maatschappelijke problemen. Door de jaren heen zijn de algemene gevoelens van onveiligheid toegenomen. De media spelen hierin volgens velen met sensationele berichtgeving een kwalijke rol. Mede als gevolg van de mondialisering en de toenemende mobiliteit van mensen en goederen, is voorts de angst gegroeid voor zich snel verspreidende virussen, zoals de vogelpest bij dieren of SARS bij mensen. Ditzelfde geldt voor computervirussen, die door het open karakter van het In-ternet snel kunnen worden verspreid en behoorlijke schade kunnen aanrichten.

Page 22: Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren · 2017. 2. 7. · Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren 6 1 Inleiding 1.1 Doel en totstandkoming

Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren

22

De angst voor criminaliteit en andere bedreigingen brengt mensen ertoe bescherming te zoeken bij de overheid in de vorm van intensievere controles van mogelijk verdachte gedragingen. In dat licht wordt minder belang gehecht dan voorheen aan bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Aan de ene kant is de wereld transparant geworden; we kunnen bijna elke plek op aarde op satellietfoto’s zien, aan de andere kant worden we tegelijk zelf overal in de gaten gehouden. Wetgeving en maatregelen die de privacy be-perken worden gelegitimeerd. Opiniepeilingen in Nederland en andere West-Europese landen wijzen uit dat veel burgers bereid zijn om burgerrechten op te geven als daarmee terroristische dreigingen kunnen worden afgewend. Nu blijkt dat bepaalde instanties - de Amerikaanse regering bijvoorbeeld - in staat zijn om de transparantie in te perken, te beslissen wanneer en hoe men bepaalde informatie tot zich krijgt. Bovendien hebben overheden haast volledige toegang tot persoonsgegevens, zowel in het publieke als pri-vate domein, terwijl daar vrijwel geen rechterlijke controle meer aan te pas komt.

De roep blijft groot om meer controle en beperking van de vrijheid van individuen in de openbare ruimte. Men verwacht van de overheid dat de veiligheid wordt gewaarborgd. Aan de andere kant stuit toenemende overheidscontrole ook op verzet; burgers voelen zich betutteld en beperkt in hun doen en laten. De (beveiligings)camera wordt steeds meer onderdeel van ons dagelijks leven. Het aantal CCTV-systemen in de openbare ruim-te neemt nog sterk toe, en de techniek voor geautomatiseerde analyse van camerabeel-den op verdachte handelingen of personen is sterk in ontwikkeling. Sommige studies voorzien op middellange termijn de opkomst van beschermde gemeenschappen binnen begrensde territoria (SCP 2004; Politiemonitor; Boutellier et al. 2005; Vedder et al. 2007; interviews Rathenau Instituut, Verbond van Verzekeraars, AIVD, ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties).

De groeiende angst voor criminaliteit kan zich vertalen in steun voor meer ingrijpende maatregelen, en zodoende toezicht en opsporing versterken. Dit vormt dan mogelijk een rem op de ontwikkeling van criminaliteit. Anderzijds kan er wantrouwen ontstaan ten aanzien van te ver doorgevoerde controle door de overheid en private instanties.

2.4.2 Respect krijgt een andere betekenis

De traditionele betekenis van het woord respect is: ‘Laat de ander in zijn waarde’. Maar een andere uitleg maakt een snelle opmars: ‘Weet wie de sterkste is’. Deze variant komt uit de Verenigde Staten en wordt via muziek en films op met name jongeren overgedra-gen. Zinloos geweld hangt vaak samen met deze nieuwe vorm van ‘respect’, die indica-tief zou kunnen zijn voor de wijze waarop de samenleving verandert. ‘Respect’ in de Eu-ropese traditie heeft betrekking op fatsoen, hoffelijkheid en ingetogenheid; inschikkelijk-heid is wellicht de scherpste typering. Men moet bereid zijn ander de ruimte te laten. Deze vorm van respect leidt tot prettige omgangsvormen. Het uit Amerika overgewaaide ‘respect’ heeft veeleer te maken met macht. Het is verbonden met de leefwereld van de bendes en speelt in de geweldssfeer. Het is de houding van: “had je wat, durf mij niet aan te vallen, heb niet het lef kritiek op mij te hebben, reken mij niet af op mijn presta-ties”. Deze vorm van respect wordt geëist, niet verdiend.

Een doorgeschoten individualisering en assertiviteit kan leiden tot asociaal en onwettig gedrag en daarmee ook een motiverend en stimulerend effect hebben op participatie in criminele verbanden. Grensoverschrijdend gedrag kan zich onder meer uiten in frequen-ter en meer vérgaand geweldsgebruik.

2.4.3 Toenemende kwetsbaarheid van de infrastructuur

De kwetsbaarheid van de samenleving, en vooral van de kritieke infrastructuur neemt toe. Een uitval van de energievoorziening, de communicatie-infrastructuur en/of belang-rijke transportkanalen gedurende enkele dagen kan reeds desastreuze gevolgen hebben. Tot de kritische infrastructuur wordt gerekend: telecommunicatie; energievoorziening; de financiële sector en het verzekeringswezen; transport en verkeer; gezondheidszorg; de nooddiensten; het goed functioneren van de overheid en van controle- en toezichtsorga-

Page 23: Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren · 2017. 2. 7. · Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren 6 1 Inleiding 1.1 Doel en totstandkoming

Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren

23

nen (Landeskriminalamt Nordrhein-Westfalen 2006; interview Verbond van Verzeke-raars).

Een verdere toename van kwetsbaarheid en het publiek bekend worden van bepaalde aspecten daarvan kan aan potentiële daders de gelegenheid bieden voor bijvoorbeeld chantage en afpersing of het hinderen van toezicht.

2.4.4 De gezondheidszorg is in toenemende mate een open markt

De privatisering van de gezondheidszorg heeft concurrentie en het verlies van gevestigde posities tot gevolg gehad. De markt is zich aan het hergroeperen, waarbij ook buiten-landse invloeden zich krachtiger doen gelden. In landen als India, maar ook in sommige Europese staten worden illegaal nagemaakte farmaceutica vervaardigd en in partijen te koop aangeboden tegen bodemprijzen. Een van de uitingsvormen hiervan is het te koop aanbieden van niet-gecertificeerde middelen als gezondheidstests en farmaceutica zoals medicijnen, groeihormonen, genotsmiddelen, afrodisiaca en dergelijke via het Internet, onttrokken aan iedere overheidscontrole. Deze markt biedt kansen aan onwettige onder-nemers. Voorts is het risico van wereldwijde verspreiding van zeer besmettelijke ernstige ziekten (pandemieën) volgens deskundigen groter dan ooit. Werkzame medicijnen hier-tegen zijn onvoldoende beschikbaar, hetgeen wederom marktkansen kan bieden voor ondernemers zonder scrupules (GAO 2007; Klapwijk & Van Rij 2005; Ministry of Defen-ce/DCDC 2007; interview Rathenau Instituut).

De toenemende mogelijkheden voor illegale handel in genees- en genotsmiddelen vormt een bevorderende factor voor georganiseerde criminaliteit. Bekende narcoticahandelaren die zich voorheen met cannabis, synthetische drugs en heroïne bezig hielden hebben ille-gale farmaceutica, waarop een lagere strafdreiging staat, aan hun assortiment toege-voegd.

2.5 Religie en moraal

De religieuze waardeoriëntatie en politieke waarden en normen worden scherper gesteld. Tegentrend is dat de algemene rol die religie speelt minder belangrijk wordt (ontkerkelij-king). Men ziet dus een tweedeling ontstaan tussen secularisme en orthodoxie (McFaul 2006; interviews Verwey-Jonker Instituut, AIVD).

2.5.1 Toenemende religieuze waardenoriëntatie versus doorgaande ‘ontkerke-lijking’

Enerzijds tekent zich een groeiende hang naar zingeving en normbesef af, onder meer als reactie op ongebreideld consumentisme en ‘zinloos geweld’. In Nederland bestaat al sinds de jaren zeventig een nog altijd groeiende belangstelling voor ‘New Age’-stromingen. De terugkomst van het christelijk denken in de politiek, bij uitstek beli-chaamd in het kabinet Balkenende-IV, illustreert een andere variant van levensbeschou-welijke revival en de daadwerkelijke invloed daarvan op politiek en samenleving. Naast deze ontwikkelingen heeft ook de komst van nieuwe bevolkingsgroepen naar Nederland het bijgeloof en magisch denken weer nieuwe impulsen gegeven. De toenemende om-vang en intensiteit van fundamentalisme, met name onder moslims, kan leiden tot afke-ren van en verzet tegen materialisme en westerse waarden en belangen. Ondertussen voltrekt zich al langere tijd een ‘Entzauberung der Welt’. Het in de wetenschap dominan-te rationalistische paradigma blijft de dominante invloed op politiek en cultuur (Ministry of Defence/DCDC 2007; Groen en Kranenberg 2006; interviews Verwey-Jonker Instituut, AIVD).

Een religieuze (her)oriëntatie kan een remmende werking hebben op potentiële daders, maar waar het om fundamentalisme gaat kan juist het respect voor westerse normen en daarmee de bereidheid tot gehoorzaamheid aan de wet worden ondergraven. In de poli-

Page 24: Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren · 2017. 2. 7. · Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren 6 1 Inleiding 1.1 Doel en totstandkoming

Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren

24

tiek kan een herwaardering van (strenge) normen een stimulerende impact hebben op de factor toezicht waar het beschikbare budgetten, beleidsruimte en dergelijke betreft.

2.5.2 Toenemende nadruk op waarden en normen

In tien jaar tijd zijn velen in Nederland overtuigd geraakt van de noodzaak tot heroriën-tatie op waarden en normen. Wel is er nog onenigheid over wélke waarden en normen voldoende algemene geldigheid hebben om in het sociale verkeer te hanteren en door overheidsbeleid te bevestigen (De Beer & Schuyt (red.) 2004).

Een herwaardering van (strenge) normen kan versterkend werken op de factor toezicht waar het beschikbare budgetten, beleidsruimte en dergelijke betreft.

2.5.3 Terrorisme als blijvende prioriteit

Terrorisme wordt in deze studie alleen behandeld voor zover het op criminaliteit met een georganiseerd karakter van invloed is. Aanslagen in de Verenigde Staten en meerdere Europese landen, alsmede talrijke verijdelde complotten hebben het terrorisme als pro-bleem en dreiging hoog op de politieke agenda gebracht. Maatregelen tegen terrorisme zijn op diverse manieren ook van invloed op georganiseerde criminaliteit (Landeskrimina-lamt Nordrhein-Westfalen 2006).

Strengere controleregimes en monitoring van (potentiële) dadergroepen bemoeilijken onwettig handelen, ook voor zover deze voortkomt uit de georganiseerde criminaliteit. Zodoende heeft de blijvend grote aandacht voor terrorisme een remmende werking op georganiseerde criminaliteit.

2.6 Verandering in sociale cohesie

Meerdere geïnterviewden en studies constateren wezenlijke veranderingen in de sociale cohesie binnen de Nederlandse samenleving. Er zou zich de laatste vijf jaar een trend aftekenen naar meer behoefte aan groepsidentificatie, terwijl de sociale afstand tussen groepen juist zou toenemen.

2.6.1 Toenemend verlies aan sociale cohesie

Door fragmentatie van traditionele sociale verbanden als gezin, kerkgenootschap, vere-nigingsleven en buurten doet zich een verlies aan sociale cohesie voor. De toegenomen arbeidsparticipatie, gekoppeld aan lange werktijden en de vervaging van de grens tussen werk en vrije tijd, alsmede het intensieve gebruik van Internet kunnen evenzeer ten kos-te gaan van sociale cohesie in traditionele zin. Wel kunnen hiervoor deels nieuwe, voor-namelijk virtuele contacten in de plaats komen. Enquêtes wijzen uit dat Nederlanders er behoefte aan hebben ergens bij te horen, maar weinig tijd nemen om hierin te investeren (Klapwijk & Van Rij 2005; interviews SIOD, AIVD; sessie DNRI).

Een afnemende sociale cohesie heeft onder meer een negatieve invloed op veiligheidsbe-leving (wie zich in een sociaal vertrouwde omgeving bevindt, voelt zich veiliger) en op onderlinge sociale controle (een aspect van sociale cohesie). Zodoende vindt er minder informeel toezicht door burgers plaats, en ervaren potentiële daders minder remmende sociale bindingen. Ook de weerbaarheid van potentiële slachtoffers is gecorreleerd aan sociale cohesie.

2.7 Feminisering van de samenleving

Er is een toenemende invloed van typisch vrouwelijke waarden op het leven in westerse samenlevingen, waarbij de nadruk meer komt te liggen op zorg en aandacht, intuïtie en creativiteit. Voorbeelden hiervan kunnen teruggevonden worden op verschillende terrei-

Page 25: Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren · 2017. 2. 7. · Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren 6 1 Inleiding 1.1 Doel en totstandkoming

Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren

25

nen. Ook het ideaalbeeld van de moderne man verandert: hij moet sterk en stoer zijn en toch ook zacht en verzorgend (androgyn). Ook worden in de moderne samenleving communicatieve vaardigheden steeds belangrijker. Opvallend is ook dat meisjes het te-genwoordig op school beter doen dan jongens. Er is gesuggereerd dat, terwijl de wester-se wereld feminiseert, in de rest van de wereld de masculiene oriëntatie dominant blijft. Zulke verschillen in waardenoriëntatie zouden op den duur tot open vijandelijkheid kun-nen leiden (Groen en Kranenberg 2006; Leistra 2006; Ministry of Defence/DCDC 2007; interviews AIVD, ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties).

Jonge vrouwen zouden zich sterker dan voorheen manifesteren in radicaal-politieke en fundamentalistische netwerken, maar ook in de georganiseerde criminaliteit.

Page 26: Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren · 2017. 2. 7. · Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren 6 1 Inleiding 1.1 Doel en totstandkoming

Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren

26

3 Economische macro- en mesotrends

Overzichtschema economie macro- en mesotrends

1. Stijging van de welvaart (H3.1)

1.1 groeiende verschillen tussen rijk en arm

1.2. toename in recreatieve vrijetijdsbesteding

1.3 toename ondoorzichtige en frauduleuze beleggingsconstructies

1.4 goede toegankelijkheid voor werkwilligen met een problematische verblijfsstatus

2. Werkloosheid (H3.2)

2.1 het risico van omvangrijke werkloosheid

2.2 werkloosheid onder achtergestelde groepen

3. Globalisering (H3.3)

3.1 toenemend verkeer van mensen en goederen, diensten, geld en informatie

3.2 verdere uitbreiding van de EU

3.3 de opkomst van nieuwe economische reuzen als China, India en Brazilië

3.4 meer koopkracht in nieuwe EU-lidstaten en voormalige ontwikkelingslanden

3.5 failed states als politieke en criminele vrijplaatsen

4. Economische schaalvergroting en machtsconcentraties (H3.4)

4.1 verschuiving van machtsbalans tussen ondernemingen en de nationale overheid

4.2 hedgefondsen steeds actiever

5. Het ontstaan van de netwerkeconomie (H3.5)

5.1 economische achterstand door verzwakte research & development

5.2 kennis als economisch begeerd goed

5.3 toenemend belang van informele contacten

5.4 bedrijven worden gedwongen op individualisering in te spelen

5.5 verwevenheid van ‘onderwereld’ en ‘bovenwereld’

6. Toenemend belang van maatschappelijk verantwoord ondernemen (H3.6)

6.1 groeiende behoefte aan integriteit binnen ondernemingen

3.1 Stijging van de welvaart

Voor de komende vier jaar worden in Nederland stijgende koopkracht en verbetering van de leefsituatie verwacht. Niet iedereen zal hier in gelijke mate van profiteren.

3.1.1 Groeiende verschillen tussen rijk en arm

De verschillen tussen rijk en arm in Nederland zijn in de voorbije periode groter gewor-den. Er is veel kritiek op de hoogte van topinkomens (de ‘graaicultuur’), maar concreet beleid blijft vooralsnog uit (Platform Fraude in beeld 2007; interviews ministerie van Jus-titie en Verbond van Verzekeraars).

Page 27: Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren · 2017. 2. 7. · Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren 6 1 Inleiding 1.1 Doel en totstandkoming

Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren

27

Opvallende welvaartsverschillen kunnen motiverend werken op potentiële daders (rela-tieve deprivatie, neutraliseringstheorie). Ook vormen welvarende personen en hun bezit-tingen een aanlokkelijk doelwit. Dit maakt het plausibel om grote welvaartsverschillen als CRF aan te merken. De precieze relatie tussen conjunctuur, welvaartsspreiding en de aard en omvang van georganiseerde criminaliteit in Nederland is echter nog onvoldoende onderzocht, en er zijn tot dusver geen statistische relaties vastgesteld.

3.1.2 Toename in recreatieve vrijetijdsbesteding

Door een combinatie van factoren (grotere welvaart, warmer klimaat, vergrijzing, inte-gratie, ontlopen van drukte) is een sterke groei van de binnenlandse recreatieve sector voorzienbaar. Er worden luxe oorden gebouwd (zoals de ‘Blauwe Stad’ bij Winschoten, Wieringen, de Zeeuwse eilanden) waar wonen en recreëren worden gecombineerd. Chi-que wonen in natuurgebieden is gewild. De watersportsector groeit en actieve buitenre-creatie is ongekend populair. Ook nieuwe Nederlanders gaan zich hierin sterker manifes-teren, bijvoorbeeld in grootstedelijke parken en recreatiegebieden en volkstuincomplexen (interview Universiteit Wageningen).

Afgelegen luxe wonen levert zekere risico’s op slachtofferschap op ten aanzien van in-braak, beroving en dergelijke. Mensen gedragen zich in hun vrije tijd vrijmoediger en zoeken grenzen op, wat tot conflicten kan leiden en daarmee het daderpotentieel ver-groot. Ook gaat in de recreatieve sector zodanig veel zwart geld om dat op onderdelen gesproken kan worden van gelegenheidsstructuren.

3.1.3 Toename ondoorzichtige en frauduleuze beleggingsconstructies

Steeds meer mensen die geld overhouden door overwaarde van eigen woningbezit of anderszins zoeken lucratieve mogelijkheden om hun bezit sneller te doen groeien dan door sparen bij een bank mogelijk is. Voor traditionele financiële instellingen is hier bij een lage rentestand weinig marge te behalen.

Op deze situatie wordt ingespeeld door vele aanbieders van deels dubieuze beleggings-constructies in bijvoorbeeld niet-bestaand buitenlands vastgoed en door twijfelachtige investeringsfondsen. Met regelmaat blijkt achter dergelijke constructies een witwasope-ratie schuil te gaan. In de complexe wereld van financiële dienstverlening is het voor niet-ingewijden lastig om bonafide van dubieuze aanbieders te onderscheiden. Mensen die zwart geld hebben lopen de kans slachtoffer te worden van oplichting door organisa-toren van piramidespelen, de zogenoemde carrouselfraudes. Etnische groepen kennen hun eigen circuits, waar via onderhandse constructies en zogenaamd lucratieve leningen het vertrouwen van onervaren kleine investeerders wordt beschaamd. Het toezicht op dergelijke praktijken is gebrekkig. Er gaat zeer veel geld in om; vaak blijken charismati-sche oplichters en hun medewerkers decennialang steeds nieuwe trucs te bedenken en er rijk van te leven met slechts geringe risico’s op strafrechtelijke sancties (Roest 2006; interview AFM).

3.1.4 Goede toegankelijkheid voor werkwilligen met een problematische ver-blijfsstatus

De welvarende Nederlandse samenleving, met een grote behoefte aan goedkope arbeids-kracht voor dienstverlening, verbouwklussen, werk in de horeca en dergelijke, is aan-trekkelijk voor ongedocumenteerden. Gebrekkige of afwezige controles aan de open Eu-ropese binnengrenzen grenzen vormen geen belemmering (Sessie DNRI).

Een substantieel deel van de illegaal verblijvende vreemdelingen is crimineel actief, on-der meer binnen georganiseerde verbanden.

Page 28: Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren · 2017. 2. 7. · Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren 6 1 Inleiding 1.1 Doel en totstandkoming

Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren

28

3.2 Werkloosheid

Massale werkloosheid is een van de meest betekenisvolle invloedsfactoren voor wat be-treft maatschappelijke stabiliteit (Bonger 1911).

3.2.1 Het risico van omvangrijke werkloosheid

De kans op grote werkloosheid in de komende jaren, vooral in de lagere echelons van de arbeidsmarkt, hangt onder meer af van de concurrentiepositie van Nederland in vergelij-king met andere landen en van de conjunctuur. De Europese economie maakt een solide indruk, maar de indicatoren in de Verenigde Staten zijn aanzienlijk minder gunstig. Een eventuele recessie in de V.S. zou ook op de Europese welvaart en werkgelegenheid een substantiële invloed hebben.

Massale werkloosheid brengt vaak maatschappelijke onrust met zich mee. Arbeidslozen zijn onder meer door het afnemen van maatschappelijke bindingen en besteedbaar in-komen, gevoelig voor criminele verleidingen.

3.2.2 Werkloosheid onder achtergestelde groepen

Bepaalde bevolkingsgroepen kennen onevenredig hoge werkloosheidscijfers, veroorzaakt door onder meer inadequate opleiding, discriminatie op de arbeidsmarkt, leeftijd en een afwijkende arbeidsmoraal. De positie van gevestigde achterstandsgroepen kan nog ver-slechteren door de instroom van gemotiveerde werkwilligen uit nieuwe EU-landen (Rogge 2005; Landeskriminalamt Nordrhein-Westfalen 2006; SCP 2004; interview ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties).

Gepercipieerde selectieve achterstelling bij bepaalde bevolkingsgroepen kan - los van de objectieve oorzaken - leiden tot frustratie, vervreemding en verzet (straintheorie). Dit verzet kan de vorm aannemen van een deviante levensstijl, die onder meer tot uiting kan komen in betrokkenheid bij (georganiseerde) criminaliteit.

3.3 Globalisering

Er is een toenemende wereldwijde stroom van transnationale verplaatsingen van mensen en goederen, diensten, geld en informatie. Het Nederlandse bedrijfsleven moet concurre-ren met Oost-Europese firma’s met lage loonkosten. Er doet zich een verschuiving van economische macht voor van de Verenigde Staten en Europa naar China en India. Het begrotingstekort van de Verenigde Staten zal bij ongewijzigd beleid binnen twintig jaar onhoudbaar worden. China beschikt over ruim 1.000 miljard aan Amerikaanse dollars en kan daarmee aanzienlijke invloed uitoefenen op de Verenigde Staten en op de stabiliteit van het globale monetaire en economische systeem. De meeste respondenten en bron-nen duiden internationalisering als een megatrend van het grootste belang (DNRI 2005; Rogge 2005; GAO 2007; Ministry of Defence/DCDC 2007; interviews AIVD, AFM, SIOD, ministerie van Justitie, ministerie van BZK, NIDI, VNO-NCW; Sessie DNRI).

3.3.1 Toenemend verkeer van mensen en goederen, diensten, geld en informa-tie

Economieën, maar ook sociale verbanden, kennisnetwerken en culturele circuits staan in toenemende mate over landsgrenzen met elkaar in verband. Het Internet, maar ook groeiende transportmogelijkheden tegen lagere kosten maken dit mogelijk. Aan de crea-tiviteit van (ook onwettige) ondernemers worden nauwelijks nog grenzen gesteld. De snelheid, afstand en wijdverbreidheid van het verkeer en de beperkende handhavings-wetgeving in de diverse landen maken toezicht en controle door overheidsinstanties steeds lastiger. Bovendien is moeilijker na te gaan in welke landen ‘virtuele’ misdrijven worden gepleegd en welke wettelijke regimes van toepassing zijn. Meer verplaatsing van en handel in goederen en diensten brengt een groeiend financieel verkeer met zich mee

Page 29: Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren · 2017. 2. 7. · Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren 6 1 Inleiding 1.1 Doel en totstandkoming

Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren

29

(Gress 2004; Landeskriminalamt Nordrhein-Westfalen 2006; SCP 2004; interviews SIOD en AFM).

Het toenemende wereldwijde verkeer gaat met zekere risico’s voor slachtofferschap ge-paard, zoals de kwetsbaarheid van vitale informatienetwerken en transportroutes. Ook worden toezicht en opsporing in hun effectiviteit gehinderd, bijvoorbeeld bij het ontrafe-len van transnationaal verlopen financiële transacties.

3.3.2 Verdere uitbreiding van de EU

Verdere uitbreiding van de Europese Unie staat voor de deur: Kroatië in 2009, Macedonië nader te bepalen, Turkije naar verwachting in 2015, maar daarvan zal de groeiende in-vloed in Europa zich al eerder doen gelden. Verder zijn afspraken gemaakt over geheel open grenzen met de nieuwe Oost-Europese lidstaten. De gevolgen hiervan zijn nog niet te overzien. Uitbreiding van de Europese Unie is in toenemende mate een politiek gevoe-lige kwestie, die het publieke draagvlak voor het Europese project als zodanig ondermijnt (Landeskriminalamt Nordrhein-Westfalen 2006; interview VNO-NCW).

EU-uitbreiding met nieuwe lidstaten die grote problemen kennen rond georganiseerde criminaliteit en corruptie heeft een mogelijke impact op potentiële daders en op potentië-le slachtoffers van onder meer uitbuiting en vrouwenhandel. Ook kan sprake zijn van belemmering van effectief toezicht door mogelijke corruptie en informatielekken. Voorts kunnen Nederlandse ondernemers in de verleiding komen tot feitelijke corrupte handelin-gen over te gaan zodra men in dergelijke landen zaken van de grond tracht te brengen, hetgeen zijn weerslag kan hebben op de integriteit van de Nederlandse samenleving.

3.3.3 De opkomst van nieuwe economische reuzen als China, India en Brazilië

De opkomst van nieuwe industriële grootmachten als China en India brengt wereldwijde veranderingen teweeg in economische macht en invloed, werkgelegenheid, handel en transport. Er ontstaan nieuwe marktverhoudingen. Dit zet de prijzen onder druk, waar-door producenten in West-Europa in de problemen kunnen komen. Ook is regulering van deze productiestromen van buiten de EU lastiger, bijvoorbeeld ten aanzien van consu-mentenveiligheid. China zou voorts substantiële bezittingen verwerven in onder meer Nederland: naar verluidt is de helft van de Rotterdamse haven inmiddels in handen van China. NB: dit kon binnen dit onderzoek niet worden geverifieerd (interviews VNO-NCW, Verbond van Verzekeraars).

Sterke economische concurrentie resulteert mogelijk in deprivatie van Nederlandse on-dernemingen en hun werknemers, wat de verleiding tot het plegen van delicten doet toe-nemen. Ondoorzichtige eigendomsstructuren creëren een mogelijke gelegenheidsstruc-tuur voor onscrupuleuze daders.

3.3.4 Meer koopkracht in nieuwe EU-lidstaten en voormalige ontwikkelings-landen

Een toegenomen levensstandaard in recent aangesloten EU-lidstaten en voormalige ont-wikkelingslanden betekent meer koopkracht en dus grotere economische macht, maar ook meer afzetmogelijkheden voor producenten. Voormalige ontwikkelingslanden met een toenemend BNP en groeiende koopkracht participeren intensiever op wereldmarkten.

Nieuwe koopkrachtige landen leveren kansen op voor illegale financieringsconstructies, waarmee bijvoorbeeld bedrijven worden overgenomen (Sessie DNRI). Voorts zou een vergrote vraag naar luxe consumptiegoederen, zoals auto’s, mogelijk niet geheel door de reguliere productie en handel kunnen worden bediend. Dit geldt temeer wanneer het prijspeil toch nog te hoog is voor de lokale consumenten. Hierdoor ontstaan mogelijk lokale markten voor in West-Europa en elders ontvreemde goederen.

Page 30: Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren · 2017. 2. 7. · Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren 6 1 Inleiding 1.1 Doel en totstandkoming

Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren

30

3.3.5 Failed states als politieke en criminele vrijplaatsen

Landen waar de overheid niet langer de feitelijke macht heeft over het gehele grondge-bied, of waar clandestiene activiteiten oogluikend worden toegelaten, kunnen verworden tot vrijplaatsen van waaruit criminele en extremistische groeperingen ongehinderd kun-nen opereren. Dergelijke failed states zijn in verschillende variaties aanwijsbaar in Afrika en het Midden-Oosten, maar ook op de Balkan en elders. Zulke vrijplaatsen kunnen we-reldwijd schadelijke effecten teweeg brengen, ook in Nederland. De Nederlandse militaire aanwezigheid in Afghanistan is er op gericht, een dergelijke situatie daar tegen te gaan (GAO 2007; Ministry of Defence/DCDC 2007).

Failed states en andere buitenlandse vrijplaatsen kunnen een afgeschermde gelegen-heidsstructuur vormen, ook voor beroepsmatige wetsovertreders afkomstig uit Neder-land. Het kunnen uitoefenen van een zekere mate van invloed op een zwakke overheid kan ongekende mogelijkheden bieden voor corruptie en benutting van staatsvoorzienin-gen voor bijvoorbeeld het vervaardigen van falsificaties, smokkel per diplomatieke dienst en wapenhandel, zoals de casus Suriname in de jaren tachtig heeft uitgewezen.

3.4 Economische schaalvergroting en machtsconcentraties

Door schaalvergroting krijgen bedrijven steeds meer economische macht, waardoor grote en moeilijker controleerbare conglomeraten ontstaan. Transnationale ondernemingen nemen door groei en overnames in omvang toe en kiezen hun vestigingen strategisch op basis van economisch, maar ook politiek en fiscaal klimaat. Door hun omvang, economi-sche macht en relatieve ongrijpbaarheid staan dergelijke ondernemingen relatief sterker tegenover nationale overheden. Hiertegenover staat dat de Europese Commissie waakt tegen kartelconstructies en oneigenlijke overheidssteun aan bedrijven, en daarbij vér-gaande bevoegdheden heeft. Binnen de EU zijn hierdoor de gezonde concurrentie-verhoudingen beter gewaarborgd dan voorheen.

3.4.1 Verschuiving van machtsbalans tussen ondernemingen en de nationale overheid

Door schaalvergroting en machtsconcentraties binnen het bedrijfsleven neemt de invloed van nationale overheden verhoudingsgewijs af (Ministry of Defence/DCDC 2007; inter-view Verbond van Verzekeraars).

Grote economische conglomeraten kunnen functioneren binnen de afscherming van een ondoorzichtige gelegenheidsstructuur, hetgeen de toezichtmogelijkheden voor nationale organen beperkt.

3.4.2 Hedgefondsen steeds actiever

Een hedgefonds is een beleggingsfonds met beperkte openstelling voor particuliere be-leggers, zodat aan minder regelgeving hoeft te worden voldaan. Pensioenfondsen en an-dere grote beleggers investeren in hedgefondsen vanwege de vaak grote rendementen, die relatief onafhankelijk van de beurskoersen worden gegenereerd. Initiatiefnemers van hedgefondsen steken zelf doorgaans veel kapitaal in hun fonds, waarna anderen voor een vaak tevoren vastgestelde termijn mee investeren. In 2006 was er voor honderden mil-jarden op deze wijze belegd. Aanvankelijk functioneerden hedgefondsen op basis van het vertrouwen in de initiatiefnemers (‘governance door directe relaties’), maar inmiddels wordt steeds anoniemer zaken gedaan en worden ook de toetredingsdrempels lager, wat het risico op strategische fouten vergroot. De beursraiders staan aan kritiek bloot. “Sprinkhanen die even een bedrijf kopen en kaalvreten”, zo omschreef minister van Eco-nomische Zaken Joop Wijn (CDA) in augustus 2006 de investeerders die het ene na het andere Nederlandse bedrijf van de beurs halen en saneren. De risico’s van hedgefondsen zijn onder meer gelegen in het korte-termijn perspectief en de eenzijdige nadruk op snel-le return on investment, zonder met duurzame belangen van bijvoorbeeld werkgelegen-

Page 31: Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren · 2017. 2. 7. · Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren 6 1 Inleiding 1.1 Doel en totstandkoming

Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren

31

heid, milieu of lokale gemeenschappen rekening te houden. Anderzijds hebben hedge-fondsen volgens sommigen een positief effect, doordat bedrijven die in de problemen komen na grondige sanering behouden kunnen blijven (Harmes 2002; Van Oosterhout 2006; feed://seekingalpha.com/by/symbol/fnm/feed; interview AFM; sessie DNR).

Hedgefondsen zijn niet transparant en vallen goeddeels buiten het controlebereik van de overheid. Dit brengt risico’s met zich mee in de sfeer van fraude en witwassen. Sommige hedgefondsondernemers zijn er van beschuldigd met opzet geruchten te verspreiden om de beurzen te beïnvloeden en meer winst te maken. Bovendien bestaat het risico dat zeer grote hedgefondsen in de financiële problemen komen en dan een reeks bedrijven (en beleggers) in hun val meenemen. In de Verenigde Staten heeft dit al geleid tot om-vangrijke interventies van de centrale bank om een hedgefonds overeind te houden.

3.5 Het ontstaan van de netwerkeconomie

In de postindustriële economie voltrekt zich een toenemende vervlechting van bedrijven in de vorm van ketens van toeleveranciers en onderaannemers die vaak meerdere landen omspannen. Omvangrijke projecten zoals het bouwen van vervoersinfrastructuur worden niet zelden uitgevoerd door consortia van meerdere bedrijven, ieder met een eigen speci-fieke inbreng. De veranderende structuur van de economie leidt zo tot het ontstaan van nieuwe samenwerkingsvormen en businessmodellen, waarin snelheid en flexibiliteit kernwaarden zijn. Kennis is een van de ‘grondstoffen’ waarvan de optimale benutting bij uitstek tot stand komt in netwerken (De Korte et al. 2003; interviews AIVD, SIOD).

3.5.1 Economische achterstand door verzwakte research & development

Nederland is haar positie in de wereldtop kwijt als het gaat om investeringen in onderwijs en onderzoek. Hierdoor is Nederland in de groeiende dienstverlenende bedrijvigheid in-ternationaal niet meer concurrerend. Versterking van de kenniseconomie staat op de po-litieke agenda, maar tot een wezenlijke koerswijziging is het nog niet gekomen.

Voor zover een verzwakte concurrentiepositie van negatieve invloed is op de werkgele-genheid kan (relatieve) deprivatie motiverend werken op potentiële daders.

3.5.2 Kennis als economisch begeerd goed

Onderzoek en ontwikkeling van nieuwe technologieën en producten vormen de drijvende kracht voor economieën. Waar ooit de Verenigde Staten 70% van de research & deve-lopment wereldwijd voor haar rekening nam, is dat nu nog maar 30%. Nieuwe economi-sche reuzen als China en in mindere mate India zetten alle middelen in om een voor-sprong te krijgen. R&D is daarmee een kwetsbare sector geworden voor (be-drijfs)spionage (GAO 2007; Ministry of Defence/DCDC 2007; De Vos 2007; interviews AIVD, VNO-NCW en Verbond van Verzekeraars).

Bedrijfsspionage staat binnen Nederland vrijwel niet op de beleidsagenda: alleen de AIVD en het ministerie van Economische Zaken besteden er aandacht aan. Ook in de context van proliferatie vraagt bedrijfsspionage om oplettendheid. In toenemende mate stellen Nederlandse kenniscentra zich open voor buitenlandse studenten, hetgeen zekere risico’s oplevert. De nucleaire technologie waarvan onder meer Pakistan, Noord-Korea en Iran gebruik maken is door de Pakistaanse student en latere minister van energie Abdul Qa-deer Khan in 1975 bij Urenco in Almelo gestolen. Voor politie en justitie kan bedrijfsspio-nage een aandachtspunt worden zodra er zich een geruchtmakend incident voordoet.

3.5.3 Toenemend belang van informele contacten

Supersnelle computerverbindingen en steeds goedkoper fysiek transport zorgen ervoor dat niet voor alle onderdelen van de bedrijfsvoering een fysieke (stedelijke) concentratie nodig is. Voor bedrijfsactiviteiten als productie en assemblage is dit veelal nog wel het

Page 32: Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren · 2017. 2. 7. · Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren 6 1 Inleiding 1.1 Doel en totstandkoming

Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren

32

geval, maar voor functies als innovatie en topmanagement geldt dit niet. Door mondiali-sering wordt de behoefte aan concentratie van de top van de economie juist groter. We-reldsteden worden hierdoor vernieuwingscentra en herbergen door hun uitstraling veel internationale connecties (interviews AIVD, SIOD).

De kracht van innovatieve centra kan ook risico’s opleveren, bijvoorbeeld waar zich een verwevenheid voordoet van ‘onder- en bovenwereld’. Dit vergemakkelijkt het vinden van mededaders tegen de achtergrond van een hoogwaardige gelegenheidsstructuur.

3.5.4 Bedrijven worden gedwongen op individualisering in te spelen

Massa-individualisering uit zich in de bevrediging op grote schaal van individuele behoef-ten van klanten door bedrijven. Zo opgevat kan het gezien worden als het antwoord op de toenemende behoefte aan maatwerk. Het individu vraagt, eist zelfs producten en diensten die beter passen bij zijn individuele levensstijl en behoeften (De Korte et al. 2003).

Producenten trachten de grillige, individuele consument in de toekomst op maat, op tijd en tegen zo laag mogelijke kosten te bedienen. Bedrijven moeten hiertoe over veel gede-tailleerde informatie over individuele consumenten kunnen beschikken, die op zichzelf weer verhandelbaar is. Dit schept mogelijkheden voor oplichting en bedrog.

3.5.5 Verwevenheid van ‘onderwereld’ en ‘bovenwereld’

Het traditionele onderscheid tussen de ‘fatsoenlijke samenleving’ en het domein van stel-selmatige wetsovertreders, vaak aangeduid als boven- en onderwereld, is in de praktijk niet zinvol. Ondernemers uit zeer verschillende bedrijfstakken en afkomstig van geres-pecteerde bedrijven blijken bereid en in staat om met fraudeconstructies, geheime kar-telafspraken en dergelijke jarenlang de samenleving voor grote bedragen te benadelen. Andersom hebben misdaadondernemers vaak weinig moeite om facilitators te vinden voor het witwassen van geld en het verkrijgen van grondstoffen. Er zou sprake zijn van toenemende verwevenheid en symbiose tussen wettige en illegale domeinen. In cultureel opzicht hebben sommige zware criminelen in de media een quasi-heldenstatus kunnen aannemen en zouden sommige misdaadjournalisten hand- en spandiensten verlenen aan bekende delinquenten (Van Duyne et al. 2006; interviews AFM, SIOD, VNO-NCW, minis-terie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties; sessie DNRI).

De verwevenheid is van invloed op potentiële daders door het vergemakkelijken van het vinden van mededaders en het bieden van een gelegenheidsstructuur. Ook zouden crimi-nele groeperingen medewerkers trachten in te sluizen in bedrijven zoals transportonder-nemingen, om zo van binnenuit waardevolle ladingen weg te tippen en andere hand- en spandiensten te verlenen. Een dergelijke cultivering van interne bronnen verzwakt de positie van potentiële slachtoffers en versterkt de informatiepositie van daders, die daar-door met meer succes hun slag kunnen slaan.

3.6 Toenemend belang maatschappelijk verantwoord ondernemen

Groeien en winst maken leek in de voorbije decennia het adagium van de meeste bedrij-ven. Sinds enige tijd lijkt echter aan duurzaamheid en rechtvaardigheid toenemende waarde te worden gehecht (De Korte et al. 2003; Dexter 2006).

3.6.1 Groeiende behoefte aan integriteit binnen ondernemingen

In de publieke opinie is veel aandacht voor het structuurregime (de verplichting tot het hebben van een raad van commissarissen bij grote vennootschappen, waardoor de in-vloed van de ondernemingsraad enigermate is gewaarborgd). Ook de corporate gover-nance in bredere zin is onderwerp van debat. Integriteit wordt in toenemende mate be-schouwd vanuit het perspectief van vertrouwen en verantwoordelijkheden. Dit gaat dus

Page 33: Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren · 2017. 2. 7. · Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren 6 1 Inleiding 1.1 Doel en totstandkoming

Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren

33

verder dan het vermijden van fraudezaken, maar heeft bijvoorbeeld ook betrekking op de hoge beloningen van het bestuur en de verantwoordelijkheden van een raad van com-missarissen. Zelfbescherming is de drijfveer voor integriteit. Er zijn twijfels gerezen over de integriteit binnen bepaalde beroepsgroepen. De advocatuur ligt onder vuur vanwege te hoge urendeclaraties en onvoldoende professionele afstand tot cliënten. De accoun-tancy vanwege het niet tijdig ingrijpen bij schade door fraude. Ook de rol van de com-missaris als toezichthouder staat ter discussie. In veel vraagstukken over integriteit be-staat onduidelijkheid over rollen en verantwoordelijkheden (interview Verbond van Ver-zekeraars).

De toegenomen aandacht voor integriteit vormt een remmende factor op criminaliteit ten aanzien van potentiële daders en toezichtregimes.

Page 34: Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren · 2017. 2. 7. · Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren 6 1 Inleiding 1.1 Doel en totstandkoming

Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren

34

4 Politieke macro- en mesotrends

Overzichtschema politiek macro- en mesotrends

1. Toenemende decentralisering, maar meer beslissingen op EU-niveau (H4.1)

1.1 herleving van regionalisme en hang naar kleinschaligheid

1.2 toenemende invloed van de Europese Unie op de lidstaten

2. Van een bureaucratische naar een transparante, klantgerichte organisatie (H4.2)

2.1 bedrijfsmatig werken voor Koning Klant

2.2 groeiende vertrouwenscrisis tussen burger en overheid

3. Liberalisering van wet - en regelgeving(H4.3)

3.1 verdergaande deregulering van de markt

3.2 overheid zet marktwerking door

4. Handhavingsbeleid (H4.4)

4.1 achterblijvende controles

4.2 samenwerking en spanningen tussen bestuur en opsporing

4.3 strafrechtelijke vervolging niet optimaal

4.4 controle, toezicht en handhaving in toenemende mate door third parties

4.5 transparanter overheidsoptreden levert extra risico’s op

4.6 terugdringen van het gedoogbeleid

5. Polarisatie (H4.5)

5.1 in de reguliere politiek wordt gepleit voor extremere zaken

5.2 radicalisering

6. Invloed politiek op politiële aansturing (H4.6)

6.1 de politiek op lokaal, nationaal en Europees niveau heeft een toenemende in-vloed op het politiebeleid

6.2 politieapparaat zet teveel in op ‘gemakkelijk te scoren zaken’

6.3 bij toegenomen spanning door terrorisme komt overige rechtshandhaving onder druk

7. Terugtredende overheid versus groeiende rol maatschappelijk middenveld (H4.7)

7.1 overheid neemt meer een regierol temidden van (potentiële) partners in net-werkverbanden

7.2 NGO’s en koepelorganisaties worden belangrijker

7.3 via het Internet met nauwelijks budget toch invloed

4.1 Toenemende decentralisering, maar meer beslissingen op EU-niveau

De bestuurlijke invloed van de landelijke overheid neemt af en de nadruk komt steeds meer te liggen bij de lokale overheid. De Nederlandse gemeenten worden steeds vaker het directe aanspreekpunt van de burger. Hier tegenover staat dat de invloed van de

Page 35: Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren · 2017. 2. 7. · Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren 6 1 Inleiding 1.1 Doel en totstandkoming

Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren

35

Europese Unie toeneemt. Op Europees niveau vindt steeds meer belangrijke besluitvor-ming plaats. De nationale overheden maken de vertaalslag naar het eigen land en funge-ren als intermediair en toezichtorgaan op de uitvoering van dit beleid door lokale overhe-den (De Korte et al. 2003; Dexter 2006; Landeskriminalamt Nordrhein-Westfalen 2006).

4.1.1 Herleving van regionalisme en hang naar kleinschaligheid

Binnen de Europese Unie krijgen landstreken waar de bevolking zich sterk onderling ver-bonden voelt door een gedeelde etnisch of cultureel bepaalde identiteit, in toenemende mate ruimte voor beperkte vormen van autonomie. Dit leidt tot een versterking van de oriëntatie op de eigen regio. Anderzijds dreigen delen van het Nederlandse platteland te ontvolken, terwijl tegelijk steeds meer mensen een tweede huis hebben ver weg van de stad, of zelfs in een ander land (www.calre.eu; www.sociaalvitaalplatteland.nl).

Een sterk regionale bestuurlijke oriëntatie kan ten koste gaan van corruptiebestrijding en aanpak van minder zichtbare georganiseerde criminaliteit, maar dit lijkt binnen Neder-land geen rol te spelen. Wel kunnen potentiële slachtoffers in afgelegen gebieden kwets-baarder zijn en zal ontvolking tot verminderd informeel toezicht leiden, door het afnemen van sociale controle.

4.1.2 Toenemende invloed van de Europese Unie op de lidstaten

‘Brussel’ bepaalt in toenemende mate aan welke regels het economische, maar ook het sociale en juridische verkeer in de EU-lidstaten zich dient te onderwerpen. Dit houdt de nationale en plaatselijke overheid scherp (interviews ministerie van Justitie en SIOD; Sessie DNR).

EU-bemoeienis gaat tot op zekere hoogte willekeur en fraude tegen. Het maakt specifie-ke juridische kennis over EU-wetgeving tot een gewild goed, ook voor wetsovertreders. Door de versterkte rol van de EU kunnen de Nederlandse autoriteiten in de veronderstel-ling verkeren dat bepaalde kwesties wel door ‘Brussel’ zullen worden opgepakt, waarna een feitelijk vacuüm kan ontstaan.

4.2 Van een bureaucratische naar een transparante, klantgerichte organisatie

Door het afnemende vertrouwen van burgers in de overheid dreigt een kloof tussen de burger en de overheid te ontstaan. Daarnaast neemt de complexiteit van de samenleving toe. Voor de overheid vormt dit aanleiding om zich te gaan herstructureren en moderni-seren. Aandachtspunten voor het nieuwe beleid zijn: effectiviteit, efficiency, flexibiliteit, snelheid van optreden, klantvriendelijkheid en vermindering van bureaucratische over-last. Een eerste uitwerking is bijvoorbeeld het dualisme in het bestuur van gemeenten. Hierbij is gepoogd de organisatie transparanter te maken door het wethouderschap en raadslidmaatschap van elkaar los te koppelen. Het inzetten van ICT–middelen zoals e-mail, websites en call centers zorgt voor een grotere transparantie van de overheidsor-ganisatie en een beter bereik van doelgroepen van beleid. Bij het verbeteren van de dienstverlening moet de inzet van ICT zorgen voor een meer efficiënte bedrijfsvoering bij publieke organisaties. Streven is dat binnen het publieke domein de bureaucratische or-ganisatie en cultuur zullen overgaan in een meer platte organisatie (De Korte et al. (2003).

4.2.1 Bedrijfsmatig werken voor Koning Klant

Mondiger burgers, beter in staat tot vergelijking van producten en diensten, brengen overheden tot het introduceren van meer bedrijfsmatige en klantgerichte organisatie-vormen. Anderzijds: zolang de overheid niet failliet kan gaan, is er eigenlijk geen sprake van echte ‘klanten’ (interview Verbond van Verzekeraars; Sessie DNR).

Page 36: Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren · 2017. 2. 7. · Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren 6 1 Inleiding 1.1 Doel en totstandkoming

Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren

36

De groeiende aandacht voor klantvriendelijkheid kan worden gezien als een remmende factor tegen criminaliteit, omdat potentiële daders worden ontmoedigd c.q. minder wor-den gefrustreerd en gemotiveerd tot normafwijkend gedrag.

4.2.2 Groeiende vertrouwenscrisis tussen burger en overheid

Het aantal klachten dat de Nationale ombudsman in 2006 over de overheid heeft ontvan-gen, is ongekend gestegen. Hieruit concludeert de ombudsman dat de overheid de bur-ger uit het oog dreigt te verliezen. Ook het Rathenau Instituut waarschuwt dat het ver-trouwen in de overheid, dat in de Nederlandse verhoudingen tot dusver als haast van-zelfsprekend is aangenomen, sterk aan erosie onderhevig is. Er is een verharding te con-stateren in de wijze waarop individuele burgers en de samenleving als geheel de over-heid tegemoet treden. Politici worden in de media meer en meer aangesproken of zelfs aangevallen op hun doen en laten. Een vertrouwenscrisis, bijvoorbeeld rond het functio-neren van de strafrechtelijke handhaving, is niet uitgesloten (Nationale ombudsman (2007); interviews Rathenau Instituut, ministerie van Binnenlandse Zaken en Konink-rijksrelaties; www.21minuten.nl).

Indien een vertrouwenscrisis zich daadwerkelijk voordoet kan dit een negatieve invloed hebben op toezicht en opsporing.

4.3 Liberalisering van wet - en regelgeving

De culturele verscheidenheid die in Europa door immigratie toeneemt, stimuleert de in-ternationale handel waarbij goederen en diensten uit met name migratielanden worden ingevoerd, hoewel het aandeel ten opzichte van handelsstromen tussen EU-landen on-derling en met de Verenigde Staten marginaal blijven. Daarnaast zorgen de informele economie en de globalisering ervoor dat bedrijven steeds meer internationaal opereren. Dit heeft toenemende internationale concurrentie tot gevolg. Mondialisering ondermijnt ook het vermogen van nationale overheden om te sturen: hierbij valt te denken aan mul-tinationale ondernemingen die zich vestigen in landen met een gunstig fiscaal onderne-mingsklimaat. Het beleid van het openbaar bestuur draagt hier aan bij door de markt transparant te maken, met name in Europa. Dit gebeurt door harmonisatie van de wet - en regelgeving en door de introductie van een gezamenlijke Europese munt: de Euro. Verder is het de bedoeling dat Europa steeds meer als eenheid naar buiten zal treden als het gaat om politieke kwesties (De Korte et al. 2003; interviews SIOD, VNO-NCW).

4.3.1 Verdergaande deregulering van de markt

Het aantal regels wordt tot een minimum beperkt. Veel van de huidige wetten met be-trekking tot de markt worden afgeschaft met als doel vraag en aanbod beter op elkaar af te stemmen. Deregulering biedt meer vrijheid aan bedrijven en ondernemers (denk bij-voorbeeld aan de taxiwet). Zij in plaats van de overheid zullen gaan zorgen voor de or-dening van de markt (www.andereoverheid.nl).

Deregulering doet de intensiteit van overheidstoezicht afnemen, hetgeen een bevorde-rende invloed kan hebben op criminaliteit. Indien zelfregulering in een sector echter ef-fectief blijkt, wordt de bevorderende invloed geneutraliseerd.

4.3.2 Overheid zet marktwerking door

Het beleid van de overheid is om steeds meer markten te liberaliseren. Een andere vorm van marktwerking/ privatisering binnen de overheid is het uitbesteden van dienstverle-nende activiteiten aan derden. De overheid richt zich steeds meer op het maken van be-leid en laat vervolgens de uitvoering aan derden over. Tegelijk constateren sommigen een kentering. Er zou nu teveel topdown worden gekeken, alleen vanuit de bedrijven en niet vanuit de consumenten. Bedrijven moeten onderling concurreren, zoals in de ener-giesector, maar bij echte concurrentie legt de verliezende concurrent uiteindelijk het

Page 37: Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren · 2017. 2. 7. · Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren 6 1 Inleiding 1.1 Doel en totstandkoming

Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren

37

loodje, wat de marktwerking niet ten goede komt. Voorzienbaar is dat de overheid deze trend zal terugdraaien omdat uiteindelijk zal blijken dat het zonder kwaliteitsgaranties té klantonvriendelijk uitwerkt. De mate waarin marktwerking wordt bevorderd is sterk af-hankelijk van de politieke conjunctuur. In de periode 2006-2007 lijkt zich echter ook in het politieke middenveld een duidelijke kentering af te tekenen, waarbij kritischer wordt gekeken naar de ongewenste effecten van marktwerking. Tegelijk dwingt Europese wet-geving tot liberalisering van bepaalde sectoren, zoals het openbaar vervoer (Platform Fraude in beeld (2007); interview Verbond van Verzekeraars).

Vérgaande marktwerking waarbij een cowboymentaliteit opgeld doet, kan ruimte bieden aan onwettig handelen in georganiseerd verband, bijvoorbeeld in de openbaar vervoer- en taxibranche.

4.4 Handhavingsbeleid

Er tekent zich een verschuiving af van strafrechtelijke naar bestuurs- en civielrechtelijke handhaving (DNRI 2005).

4.4.1 Achterblijvende controles

Gedwongen door beperkte budgetten en capaciteit, maar ook door het primaat van eco-nomische belangen en de noodzaak van snelle afhandelingstijden kunnen overheidsorga-nen nog slechts in beperkte mate hun controlerende taken uitvoeren. Fysieke controles worden steeds meer vervangen door informatieanalyses en monitoring van gegevensver-keer op basis van profielen. De parameters en regels die in de keuzemodellen worden gehanteerd zijn gevoelig, want wie de zoekcriteria kent kan de kans op feitelijke controle aanmerkelijk terugdringen. De nadruk die vanaf 2002 op versterking van de handhaving ligt stuit nu op tegenstand, onder meer vanuit koepelorganisaties. Zo is afgesproken dat alle handhavinglasten met 25% omlaag gaan en dat er maximaal tweemaal per jaar ie-mand van een inspectie langs mag komen. Anderzijds zien de BOD-en juist de opkomst van een meer proactieve, selectieve en slagvaardige handhavingstrategie op basis van informatiegestuurde handhaving. Hiervoor is wel intensieve samenwerking nodig, omdat door de toegenomen complexiteit van hetgeen wordt aangetroffen fraudehandhavers van toezicht tot en met opsporing en vervolging elkaars kennis en informatie nodig hebben. Waar de justitiële instanties door gebrek aan kennis en capaciteit niet tot succesvolle vervolging kan overgaan, zouden de mogelijkheden van toezichthouders beter moeten worden bekeken (Platform Fraude in Beeld 2007; interviews ministerie van Justitie, SIOD en AFM).

Het terugdringen van controles betekent een de facto verminderd toezicht, hetgeen een criminaliteitsbevorderende factor is.

4.4.2 Samenwerking en spanningen tussen bestuur en opsporing

Door de verbrokkeling van het overheidsapparaat en een restrictieve (priva-cy)regelgeving blijft het uitwisselen van informatie tussen de justitiële diensten en ande-re instanties vaak lastig. Ook (cultuur)verschillen en uiteenlopende werkwijzen bemoeilij-ken effectieve samenwerking. Anderzijds kan het conflictpotentieel tussen bestuur en opsporing verminderen omdat de overheid zaken en beslissingen op een lager niveau wegzet (naar provincie en gemeente). Zo vindt er steeds meer bestuurlijke afdoening door gemeenten plaats. Ook wordt bekeken of eenvoudige fraudezaken als reisverzeke-ringsfraude op een andere wijze kunnen worden afgehandeld. Overwogen wordt om het OM de zaak te laten beoordelen en daarna een boete op te leggen, waarbij het transac-tiebedrag tweemaal het gevraagde bedrag van de klant betreft. Het Centraal Justitieel Incassobureau int de boetes; er komt geen politie aan te pas (Stuurgroep Samen werken aan Veiligheid 2006; interview Verbond van Verzekeraars).

Page 38: Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren · 2017. 2. 7. · Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren 6 1 Inleiding 1.1 Doel en totstandkoming

Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren

38

De mate van samenwerking bepaalt of het toezicht wordt belemmerend of juist efficiën-ter verloopt, waarmee het om een criminaliteitsremmende of -bevorderende factor kan gaan.

4.4.3 Strafrechtelijke vervolging niet optimaal

Het openbaar ministerie functioneert onder tijdsdruk en maakt noodgedwongen keuzes, die niet altijd goed uitwerken. Het strafrechtelijk beleid en de praktische gevolgen daar-van staan sterk in de belangstelling, waardoor incidenten grote repercussies kunnen heb-ben (Van Wijck et al. 2007).

Genoemde repercussies kunnen leiden tot een effectiever beleid, hetgeen criminaliteits-remmend werkt. Indien het justitiële apparaat echter onderwerp van diepgaand onder-zoek wordt, aan geloofwaardigheid zou verliezen en daarbij in feite langdurig verlamd raakt, bijvoorbeeld door een parlementair onderzoek, kan gedurende die periode juist een criminaliteitsbevorderend effect optreden.

4.4.4 Controle, toezicht en handhaving in toenemende mate door third parties

In het kader van publiek-private samenwerking en de terugtredende overheid wordt het toezicht op de naleving van rechtsregels in toenemende mate overgelaten aan niet-overheidsorganen, zoals bedrijfsbeveiligingsdiensten. De literatuur spreekt in dit verband van third party policing (Buerger & Mazerolle 1998; Buerger 2007; Klerks et al. 2001, 2005; interview ministerie van Justitie).

Waar de belangen van de gemeenschap en het bedrijfsleven niet samenvallen, kan dit problemen opleveren in de sfeer van selectieve niet-handhaving en corruptie.

4.4.5 Transparanter overheidsoptreden levert risico’s op

Kwaadwilligen die de wet willen ontduiken kunnen zich redelijk gedetailleerd op de hoog-te stellen van beleid en mogelijkheden van relevante overheidsorganen (Klerks et al. 2002; http://mediatheek.politieacademie.nl)

Wetsovertreders die goed op de hoogte zijn van controleregimes, opsporingsprioriteiten en dergelijke hebben meer mogelijkheden tot geraffineerd ontwijkingsgedrag en daar-door het ongestraft genieten van wederrechtelijk verkregen voordeel.

4.4.6 Terugdringen van het gedoogbeleid

Zaken die formeel zijn verboden kunnen nog altijd uit overwegingen van opportuniteit worden toegelaten, maar in de politiek is het gedogen op zijn retour. Het is denkbaar dat mede onder invloed van buitenlandse druk bijvoorbeeld het Nederlandse softdrugsbeleid minder ruimhartig wordt. Dit zou grote gevolgen hebben voor opsporing en handhaving (SCP 2004; Van Wijck et al. 2007).

Meer justitiële inzet tegen de cannabissector zou ten koste gaan van andere prioriteiten, zoals bestrijding van fraude, milieudelicten en vrouwenhandel. Anderzijds kan een re-strictiever beleid potentiële wetsovertreders ontmoedigen, bijvoorbeeld doordat zij geen strafblad willen krijgen. Dit kan leiden tot minder betrokkenheid bij criminele milieus.

4.5 Polarisatie

Waar het gaat om door de radicale islam geïnspireerde politieke meningsvorming, maar ook in de politiek in bredere zin (onder meer ten gevolge van de invloed van Pim For-tuyn), tekent zich een evidente polarisatie af. Burgers zijn geneigd meer radicale stand-punten in te nemen en gaan daarbij het conflict niet uit de weg. De trend is echter niet eenduidig, want rond de kabinetsformatie van voorjaar 2007 tekende zich enig politiek enthousiasme voor het harmoniemodel af.

Page 39: Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren · 2017. 2. 7. · Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren 6 1 Inleiding 1.1 Doel en totstandkoming

Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren

39

4.5.1 In de reguliere politiek wordt gepleit voor extremere zaken

Het parlementaire politieke spectrum kent sinds 2002 relatief sterkere vleugels ter rech-ter- en linkerzijde. Anderzijds zijn volgens sommigen de ‘radicale’ stromingen in feite gematigder geworden (interview Verwey-Jonker Instituut; Sessie DNR).

Een grotere invloed van rechts-radicale stromingen kan een stimulerende invloed hebben op het strafrechtelijk beleid en de gedoogcultuur tegengaan, hetgeen een criminaliteits-remmend effect kan hebben.

4.5.2 Radicalisering

Radicalisering onder met name jongeren lijkt toe te nemen, vooral wat betreft jihadisme en radicaal rechts (AIVD Jaarverslag 2005; AIVD De gewelddadige jihad in Nederland 2006; Groen en Kranenberg 2006).

Een omvangrijke deelname van jongeren aan radicale subculturen kan leiden tot meer geweldgebruik, maar mogelijk ook tot betrokkenheid bij georganiseerde vormen van cri-minaliteit.

4.6 Invloed politiek op politiële aansturing

De politiek op lokaal en landelijk niveau, daartoe aangezet door een assertieve burgerij, bemoeit zich in toenemende mate met de wijze waarop de politie haar taak vervult. Or-ganisatie, werkwijze en prestaties van de politie staan onder kritiek, zowel wat betreft professionaliteit (het oplossen van misdrijven en het daarbij vermijden van fouten) als capaciteitsinzet en terugdringen van bureaucratie. Prestatiecontracten stellen daarbij harde kwantitatieve en kwalitatieve criteria (Rogge 2005; interview ministerie van Bin-nenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties).

4.6.1 De politiek op lokaal, nationaal en Europees niveau heeft een toenemen-de invloed op het politiebeleid

Recente jaren zagen de introductie van de prestatiesturing, een toegenomen bestuurlijke greep op afzonderlijke korpschefs door korpsbeheerders en een drang naar het beter afleggen van verantwoording over gevoerd beleid. Ten aanzien van de opsporing werd herhaaldelijk en structureel falen blootgelegd.

Anderzijds zou de politie in de dagelijkse praktijk nog altijd opereren met een grote mate van professionele discretie. Het blijkt voor BZK en Justitie moeilijk om een gemeen-schappelijk politiebeleid te realiseren. De feitelijke invloed van het OM wordt door som-migen ook als gering gezien. Sommige respondenten menen dus dat er eerder sprake is van afnemende invloed van politieke besluitvormers op de politie (interview Verbond van Verzekeraars; Sessie DNR).

Politieke bemoeienis is op zichzelf een criminaliteitsrelevante factor, omdat het van in-vloed is op de selectiviteit en intensiteit van toezicht en opsporing. Politiecapaciteit die om politieke redenen moet worden ingezet tegen bijvoorbeeld alcoholgebruik op kartba-nen is niet meer van invloed op de georganiseerde criminaliteit. In hoeverre de politieke sturing zich daadwerkelijk doet gelden is echter omstreden, zodat onduidelijk blijft in hoeverre hier uiteindelijk sprake is van een criminaliteitsrelevante factor.

4.6.2 Politieapparaat zet teveel in op ‘gemakkelijk te scoren zaken’

De politie maakt volgens een deel van de respondenten haar eigen beleid en investeert vooral in zaken met een bekende dader. De consequentie hiervan is dat de georganiseer-de criminaliteit en organisatiecriminaliteit relatief weinig aandacht krijgen, zolang er geen bekende dader(groep) in beeld komt (interviews Verbond van Verzekeraars, AFM).

Page 40: Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren · 2017. 2. 7. · Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren 6 1 Inleiding 1.1 Doel en totstandkoming

Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren

40

Dit lijkt ten dele een correcte beoordeling van zaken, hetgeen van invloed is op toezicht, handhaving en opsporing.

4.6.3 Bij toegenomen spanning door terrorisme komt overige rechtshandha-ving onder druk

Een grote onvoorzienbare factor is de mate van politiek geweld. Indien bijvoorbeeld de techniek van geïmproviseerde explosieven (IED) tegen transporten of vitale infrastructu-ren, of andere guerrillatactieken over zou waaien naar Europa, hetgeen door experts niet onwaarschijnlijk wordt geacht, zet dat de beschikbare politiecapaciteit onder grote druk (3rd Annual Countering IEDs Conference, Schiphol, 15-16 mei 2007).

Bekend is dat vooral in de grotere steden en landelijk bij het KLPD sprake is van substan-tiële inzet van politiecapaciteit op terrorismezaken. Hoewel hiervoor deels extra capaciteit kon worden aangetrokken, blijft dit onder meer bij de Dienst Nationale Recherche van invloed op de beschikbare capaciteit voor de opsporing van zware en georganiseerde cri-minaliteit.

4.7 Terugtredende overheid versus groeiende rol maatschappelijk middenveld

De overheid neemt in een samenleving die meer als een egalitaire netwerkmaatschappij wordt gezien, een bemiddelende en regierol aan in plaats van een dirigistische rol. Het relatieve belang en de invloed van NGO’s en belangengroepen neemt hierdoor toe. De egalitaire werking van het Internet versterkt dit proces: ook een individu kan door het uitzenden van de juiste boodschap rechtstreekse invloed op maatschappelijke processen hebben.

4.7.1 Overheid neemt meer een regierol temidden van (potentiële) partners in netwerkverbanden

De ‘lege staat’ en de ‘virtuele staat’ zoeken naar nieuwe vormen van omzetting van poli-tieke programma’s in maatschappelijke veranderingen. Wie als bestuurder de samenle-ving wil beïnvloeden kan niet meer volstaan met het aannemen van wetgeving en het uitvaardigen van oekazes. Verleiden, prikkelen en faciliteren zijn daarvoor in de plaats gekomen. De overheid is een van de vele netwerkspelers geworden (interviews SIOD, Verbond van Verzekeraars, VNO-NCW).

Het verminderen van mogelijkheden van rechtstreekse sturing op toezicht betekent dat aan onzichtbare criminaliteit minder aandacht kan worden besteed, waardoor er sprake is van een factor die van invloed is op de aanpak van georganiseerde vormen van criminali-teit.

4.7.2 NGO’s en koepelorganisaties worden belangrijker

Waar maatschappelijke discussies en besluitvorming zich in toenemende mate ook buiten de overheid en formele vertegenwoordigende fora voltrekken, is de rol van nongouver-nementele organisaties belangrijker geworden. Burgers lijken ook in toenemende mate hun belangen te behartigen door lidmaatschap of betrokkenheid bij NGO’s en belangen-groepen, zoals gebruikersverenigingen en patiëntengroepen. Anderzijds hebben sommige NGO’s na 11 september een minder prominente rol gekregen.

Het bedrijfsleven oefent via koepelorganisaties een toenemende invloed uit; deze ver-banden worden door de overheid in toenemende mate als partner in netwerkarrange-menten en partnerships gezien. Publiek-private samenwerking (PPS) is een samenwer-kingsverband waarbij overheid en bedrijfsleven, met behoud van eigen identiteit en ver-antwoordelijkheid, gezamenlijk een project realiseren op basis van een heldere taak- en risicoverdeling. Het doel is het realiseren van meerwaarde en efficiëntiewinst. Op lokaal,

Page 41: Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren · 2017. 2. 7. · Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren 6 1 Inleiding 1.1 Doel en totstandkoming

Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren

41

maar ook op landelijk niveau wordt er vooral op het gebied van veiligheid in toenemende mate samengewerkt binnen PPS-constructies. Het Nationaal Platform Criminaliteitsbe-heersing, onder leiding van het ministerie van Justitie is hiervan een goed voorbeeld. Door samenwerking en toezicht vanuit PPS te organiseren zou de criminaliteit tegen het bedrijfsleven een dalende trend vertonen (interviews VNO-NCW, Verbond van Verzeke-raars; Sessie DNR).

Meer samenwerking en informatieuitwisseling tussen koepel- en brancheorganisaties hebben een positieve invloed op de weerbaarheid van bedrijven en verminderen daarmee het potentiële slachtofferschap.

4.7.3 Via het Internet met nauwelijks budget toch invloed

Via het Internet kunnen individuen en relatief kleine groeperingen met een gering bud-get toch invloed krijgen op maatschappelijke processen. Websites als YouTube en Geen-stijl.nl en de populariteit van blogs maakt het mogelijk dat goed gekozen uitingen, zoals een video-opname van een incident, via nieuwe en oude media door velen worden ge-hoord en gezien, en een moeilijk voorspelbare en beheersbare invloed krijgen op maat-schappelijke processen. Ook worden traditionele nieuws- en informatiekanalen minder relevant doordat gebeurtenissen direct en vrijwel ongefilterd via het Internet aan consu-menten worden doorgegeven (Ministry of Defence/DCDC (2007); interview ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties).

De onvoorspelbare invloed van belangengroepen en zelfs individuen kan onder meer lei-den tot incidentenpolitiek en voortdurend ‘brandjes blussen’, dat afhoudt van meer struc-tureel en doordacht beleid. Dit vormt daarmee een criminaliteitsrelevante factor.

Page 42: Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren · 2017. 2. 7. · Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren 6 1 Inleiding 1.1 Doel en totstandkoming

Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren

42

5 Technologische macro- en mesotrends

Overzichtschema technologische macro- en mesotrends

1. Explosieve groei elektronische data en dataverkeer (H5.1)

1.1 groei van internetgebruik

1.2 opmars breedband

1.3 gebruik Internet door radicale verbanden

1.4 mogelijkheden voor heling nemen sterk toe

1.5 internet leidt tot nieuwe machtsvorming bij gebruikers

1.6 betere mogelijkheden voor ontsluiten en koppelen grote databestanden

2. Convergentie van media (H5.2)

2.1 integratie van mobiel en vast, mobiel en internet, spraak en data

3. Vooruitgang in elektronische waarneming en plaatsbepaling (H5.3)

3.1 tracking & tracing door inzet van RFID, GPS-transponders, chemische markers en andere technieken

3.2 afscherming tegen surveillance is voor wetsovertreders van toenemend belang

4. Intensiever gebruik van nucleaire technologie (H5.4)

5. ICT zorgt voor kansen en bedreiging van privacy (H5.5)

5.1 onderbenutting technologische middelen binnen toezicht en opsporing

5.2 identiteit wordt een markt

5.3 verzet tegen technologie: ‘nieuw Luddisme’

5.4 de aanpak van geavanceerde vormen van fraude zal in toenemende mate gebeuren door private actoren

5.5 via het Internet kan (des)informatie snel en vrijwel oncontroleerbaar worden verspreid

6. Grensverleggende technologieën (H5.6)

6.1 de introductie van nanotechnologie vanaf ongeveer 2010

6.2 de introductie van nieuwe genotsmiddelen

5.1 Explosieve groei elektronische data en dataverkeer

De moderne samenleving kenmerkt zich door een significante toename van informatie. We hebben nu meer boeken, telefoons, computers, televisies en radio’s dan ooit en via deze media is steeds meer informatie beschikbaar. De mate waarin data digitaal toegan-kelijk wordt gemaakt neemt explosief toe. Volgens de Stichting Toekomstbeeld der Tech-niek (STT) wordt in de komende tien jaar evenveel gecodificeerde informatie gegene-reerd als in alle jaren daarvoor (De Korte et al. 2003).

Page 43: Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren · 2017. 2. 7. · Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren 6 1 Inleiding 1.1 Doel en totstandkoming

Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren

43

5.1.1 Groei van internetgebruik

Op dit moment voltrekt zich een explosieve groei in het dataverkeer over het vaste net. Steeds meer wordt naar nieuwe methodes gezocht om iedereen toegang tot Internet te bieden. Het overaanbod van ‘informatie’ kan leiden tot gevoelens van vervreemding en verlies van controle, en vergroot de kans op misleiding en bedrog. Internet heeft daar-naast in allerlei opzichten een multiplier-effect, dat ook wetsovertreders in staat stelt tot haast oneindig omvangrijke fraudeconstructies. Waar vroeger bijvoorbeeld de mogelijk-heden tot verzenden van post nog beperkt werden door de capaciteit van kopieerappara-ten en het frankeren van brieven, kunnen e-mails nu probleemloos in miljoenenvoud worden verzonden, waardoor de kans op aangerichte schade sterk is toegenomen (inter-view AIVD; sessie DNRI).

Het alomtegenwoordige Internet biedt een ongeëvenaarde gelegenheidsstructuur. Dit is van invloed op potentiële daders, op potentiële slachtoffers en op toezicht. Internet be-hoort tot de belangrijkste criminaliteitsrelevante factoren van onze tijd.

5.1.2 Opmars breedband

Toename van breedband internet leidt er wellicht toe dat door videoconferencing fysieke verplaatsingen in de naaste toekomst minder nodig zijn. Ook worden allerlei nieuwe vor-men van sociaal verkeer mogelijk, bijvoorbeeld door middel van virtual reality (interview AIVD; Sessie DNRI).

Nieuwe vormen van Internetgebruik bieden kansen aan de opsporing, maar ook aan da-ders. Daarmee kan het zowel van remmende als bevorderende invloed zijn op criminali-teit, afhankelijk van specifieke omstandigheden en delictcategorie.

5.1.3 Gebruik Internet door radicale verbanden

Radicale verbanden gebruiken het Internet voor onderlinge communicatie en planning, maar ook voor informatievergaring, financiering, rekrutering en sabotage (NCTB 2006; Conway 2006).

Voor zover er een overlap bestaat tussen radicalisme en georganiseerde criminaliteit (hetgeen in de fysieke wereld aantoonbaar het geval is, onder meer in de sfeer van facili-tering), heeft dit een impact op potentiële daders.

5.1.4 Mogelijkheden voor heling nemen sterk toe

Internet en goedkope digitale informatiedragers stellen criminele groeperingen in staat op ongekend grote schaal heling te bedrijven van onder meer gestolen goederen en au-teursrechtelijk beschermde werken. Via het Internet als gelegenheidsstructuur verloopt dit efficiënter en minder risicovol dan ‘op straat’ (interview VNO-NCW).

Dergelijk internetgebruik is van invloed op potentiële daders en slachtoffers (benadeel-den). Tevens wordt het toezicht bemoeilijkt.

5.1.5 Internet leidt tot nieuwe machtsvorming bij gebruikers

Het aantal weblogs verdubbelt wereldwijd iedere zes maanden. Mondige gebruikers die wantrouwig staan tegenover officiële communicatie door bedrijven en instellingen, beïn-vloeden in toenemende mate het imago van die bedrijven en instellingen. Virtuele com-munities vormen de basis voor nieuwe politieke gelegenheidscoalities en machtsvorming. Voorbeeld: de invloed van Maurice de Hond op het justitiële beleid. Steeds meer mensen bewegen zich in virtuele werelden (GAO 2007; interview ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties).

De impact van deze ontwikkeling is nog moeilijk in te schatten en hangt mede af van specifieke omstandigheden die samenhangen met het delictsveld. Enerzijds kan het po-tentiële slachtoffers weerbaarder en alerter maken, anderzijds geeft het de mogelijkheid voor beïnvloeding van toezicht en opsporing.

Page 44: Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren · 2017. 2. 7. · Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren 6 1 Inleiding 1.1 Doel en totstandkoming

Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren

44

5.1.6 Betere mogelijkheden voor ontsluiten en koppelen grote databestanden

Overheidsdiensten, maar ook bedrijven en particulieren zijn in toenemende mate in staat met behulp van datamining en textmining software gegevens uit zeer verschillende bron-nen en bestanden met elkaar in verband te brengen en daaruit nieuwe informatie af te leiden. Dit levert nieuwe kansen voor de opsporing, maar ook risico’s voor de persoonlij-ke levenssfeer en controleerbaarheid op (Vedder et al. 2007; interview Rathenau Insti-tuut).

Dit vormt een criminaliteitsremmende factor, voor zover geboden kansen door de opspo-ring worden opgepakt.

5.2 Convergentie van media

De traditionele media vloeien steeds meer in elkaar over. Integratie kan betrekking heb-ben op de convergentie van tekst, beeld en geluid (en later misschien ook geuren), maar ook op de convergentie van computer, televisie en telefoon. Diensten zijn steeds meer beschikbaar op meerdere devices (integratie van functionaliteiten in devices), en niet afhankelijk van de technologie. Daarnaast doet zich een integratie van netwerken voor, wat duidt op het naadloos in elkaar overlopen van communicatienetwerken, zowel hori-zontaal als verticaal. Horizontaal wil zeggen netwerken op een zelfde niveau. Verticaal wil zeggen kleinere netwerken worden gekoppeld aan een niveau hoger: grotere netwerken et cetera. Decentrale netwerken kunnen aan elkaar worden gekoppeld door flexibele koppelsystemen (De Korte et al. 2003).

5.2.1 Integratie van mobiel en vast, mobiel en internet, spraak en data

De virtuele wereld wordt in toenemende mate één samenhangend domein, dat is te be-treden via talrijke toegangspoorten (De Korte et al. 2003).

Deze geïntegreerde virtuele wereld biedt, meer nog dan het huidige Internet, een opti-male gelegenheidsstructuur en is daarmee een criminaliteitsbevorderende factor, waarop zich echter ook nieuwe vormen van toezicht en opsporing zullen ontwikkelen.

5.3 Vooruitgang in elektronische waarneming en plaatsbepaling

Ongemerkte waarneming op grotere afstand of op moeilijk toegankelijke plaatsen door miniatuurrobots en micro-elektronica zal in de naaste toekomst voor overheidsdiensten, maar op den duur ook voor particulieren mogelijk worden. Dit roept een geheel nieuwe industrie in het leven rond versterkte waarneming en bescherming tegen ongewilde waarneming. Maar nu al doet zich ook in het bedrijfsleven een sterke intensivering van plaatsbepaling voor in het logistieke proces. Tracking behelst de mogelijkheid om vast te stellen waar iemand is en tagging (met behulp van bijvoorbeeld RFID) is het lokaliseren van apparaten of objecten door bijvoorbeeld een aangebrachte chip. Lokalisering vindt plaats met de steunzenders van de mobiele telefonienetten. Deze technologie zal onder andere worden toegepast op het gebied van veiligheid en beveiliging, zo kan men bij een calamiteit traceren wie er in de buurt is. In de zakelijke omgeving wordt lokalisatie toe-gepast bij de inzet en onderlinge samenwerking van medewerkers. Objecten, zoals auto’s worden makkelijker traceerbaar. Lokalisatie is vanwege bescherming van privacy een gevoelig issue. Regelgeving wordt noodzakelijk voor de mate waarin en de condities waaronder mensen en objecten mogen worden gelokaliseerd (De Korte et al. 2003; Heal et al. 2006).

Page 45: Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren · 2017. 2. 7. · Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren 6 1 Inleiding 1.1 Doel en totstandkoming

Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren

45

5.3.1 Tracking & tracing door inzet van RFID, GPS-transponders, chemische markers en andere technieken

Tracking & tracing is in toenemende mate van belang in het handelsverkeer, maar ook in het postverkeer, het openbaar vervoer, bij bewaking en beveiliging en dergelijke. De technologie is dermate geminiaturiseerd en betaalbaar geworden dat identificatie op colli-niveau, maar voor grotere of kostbaarder objecten ook op stuksniveau mogelijk is ge-worden. Detectiesystemen worden alomtegenwoordig en kunnen flexibel worden toege-past, wat aan de opsporing bijvoorbeeld veel nieuwe mogelijkheden biedt. Tracking & tracing wordt door de verzekeringsbranche sterk gestimuleerd voor de beveiliging van automobielen en andere kostbare zaken tegen diefstal. De keerzijde hiervan is dat er zich meer persoonsgerichte delicten als car-jacking en home-jacking (overvallen) voordoen om aan de sleutels te komen en de techniek te omzeilen (De Korte et al. 2003; Heal et al. 2006; interviews Rathenau Instituut, Verbond van Verzekeraars, VNO-NCW).

Tracking & tracing biedt grote kansen aan toezicht en vormt daarmee een criminaliteits-remmende factor, in zoverre toezicht en opsporing de geboden kansen ook benutten.

5.3.2 Afscherming tegen surveillance is voor wetsovertreders van toenemend belang

Binnen criminele netwerken worden onder andere ervaringen uitgewisseld over het mas-keren ter vermijding van ontdekking door (potentiële) slachtoffers van fraude en het ontwijken van controles en overheidsinterventies. Een geavanceerd niveau van ontwij-kingsgedrag kenmerkt de professionele wetsovertreder. Naarmate de overheid intensie-ver gebruik kan maken van geavanceerde opsporings- en volgmethoden wordt het voor wetsovertreders van groter belang om hun clandestiene activiteiten af te schermen. Dit kan leiden tot een nieuw facilitair specialisme met bijbehorende aspecten als marktwer-king, R&D, bedrijfsspionage et cetera. Mogelijk haalt de georganiseerde criminaliteit ICT-deskundigheid naar binnen en ontstaan hier nieuwe ondersteuningsnetwerken. De com-puterservicebranche komt als fraudegevoelige sector uit onderzoek naar voren (inter-views AIVD, SIOD, AFM, Rathenau Instituut; Sessie DNR).

Het vermogen om controles te ontwijken behoort tot de kerncompetenties van iedere zichzelf serieus nemende wetsovertreder. Daarmee vormt de mate waarin dit professio-neel wordt georganiseerd een belangrijke criminaliteitsbevorderende factor.

5.4 Intensiever gebruik van nucleaire technologie

Onder druk van de toenemende schaarste aan fossiele brandstoffen en de noodzaak tot het beperken van de uitstoot van broeikasgassen neemt de bereidheid om atoomenergie te gebruiken toe. Dit levert nieuwe risico’s op van ongevallen en terroristische aanslagen. Daarnaast is de kans toegenomen dat meer landen, waaronder politiek instabiele en radi-cale regimes, de beschikking krijgen over kernwapens. Tot slot blijkt uit recente casuïs-tiek de smokkel van splijtstoffen door criminelen daadwerkelijk voor te komen. Prolifera-tie en pogingen van landen als Noord-Korea en Iran om een eigen nucleaire capaciteit te ontwikkelen, scheppen een krachtige vraag. Splijtstoffen vertegenwoordigen op de zwar-te markt, mits aangeboden aan de juiste afnemer, een ongekend hoge waarde per ge-wichtseenheid. Verder zijn er weinig fenomenen die zoveel paniek kunnen veroorzaken als berichtgeving over radioactieve stoffen die zodanig zijn gehanteerd dat ze bewust of onbewust het publiek zouden kunnen besmetten (Ministry of Defence/DCDC (2007).

Intensiever gebruik en proliferatie van nucleaire technologie verhoogt de kansen op mis-bruik voor criminele, terroristische en terreurdoeleinden, en vormt daarmee een crimina-liteitsrelevante factor.

Page 46: Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren · 2017. 2. 7. · Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren 6 1 Inleiding 1.1 Doel en totstandkoming

Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren

46

5.5 ICT zorgt voor kansen en bedreiging van privacy

Verdergaande miniaturisering en integratie van ICT in allerlei producten en processen en op den duur ook levende wezens, zoals in de vorm van Radio-Frequency Identification (RFID) en Near Field Communication (NFC), maakt het in principe mogelijk om vrijwel alle verplaatsingen van goederen en individuen te monitoren op afstand en op basis van gedragsprofilering te identificeren. De introductie van het concept nodale oriëntatie geeft aan dat de politie zich hier daadwerkelijk in zekere mate op voorbereidt. Dit roept nieuwe vragen op aangaande de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in relatie tot mo-gelijk misbruik door de overheid en door onbevoegden (Dexter 2006; Wood (Ed.) 2006; interviews AIVD, VNO-NCW, Verbond van Verzekeraars).

5.5.1 Onderbenutting technologische middelen binnen toezicht en opsporing

Budget en kennis, en tot op zekere hoogte overwegingen rond de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en naijlende wetgeving, stellen beperkingen in het kunnen toe-passen van technologie binnen toezicht en opsporing. Toezichthouders en opsporingsin-stanties laten volgens velen kansen liggen om vanuit informatiegestuurde samenwerking meer rendement te bereiken. Het toenemend gebruik van portable elektronica, met mo-gelijkheden voor beveiligde en/of anonieme transfer van data en krediet, bemoeilijkt voorts het traceren van onwettige transacties (GAO 2007; Landeskriminalamt Nordrhein-Westfalen 2006; interview SIOD; Sessie DNR).

Een onderbenutting van technologie binnen toezicht en opsporing heeft een criminali-teitsbevorderende werking, omdat de effectiviteit van toezicht en opsporing suboptimaal is.

5.5.2 Identiteit wordt een markt

Naarmate de beveiliging in zowel de fysieke als de virtuele wereld verbetert, wordt de waarde van middelen waarmee men zich van een valse identiteit kan voorzien groter. Dit geldt temeer wanneer binnen een systeem van relatief hoge veiligheid van identificatie een eenmaal als legitiem erkende identiteit een grote vrijheid in bewegen en handelen biedt. Ook biedt Internet (onder meer op markt-websites) mogelijkheden om een reputa-tie van betrouwbaarheid op te bouwen door organiseren van positieve klantbeoordelin-gen. Biometrische identificatiemethoden zullen in toenemende mate als ondersteuning worden gebruikt bij het bewerkstelligen van een veilig sociaal en economisch verkeer, alsmede bij de identificatie van verdachten. Biosensing-technologie maakt het binnen enkele jaren mogelijk om op relatief eenvoudige, goedkope en (vrijwel) ongemerkte wij-ze biologische identificatiesporen veilig te stellen. Anderzijds wordt geavanceerde compu-ter- en reproductietechnologie die tot voor enkele jaren buiten het bereik van de meeste mensen bleef, steeds meer gemeengoed. Hiermee, en met het downloaden van fonts, logo’s en dergelijke via het Internet wordt het steeds eenvoudiger om papieren te falsifi-ceren en misleidende constructies op geloofwaardige wijze te documenteren, zeker in combinatie met fake-websites en phishingtechnieken. Alleen gespecialiseerde instellingen zijn in staat om goede falsificaties te ontdekken. Dit maakt de mogelijkheden voor fraude en oplichting vrijwel onbeperkt. Toezichthouders stellen vast dat ter onderbouwing van de geloofwaardigheid van fraudeurs vanuit instellingen en door accountants soms verkla-ringen worden verstrekt die niet met de realiteit stroken (Heal et al. 2006; Schultz et al. 2004; interviews Rathenau Instituut, AFM en AIVD; sessie DNRI).

De invloed van de factor identiteit is complex. Enerzijds zijn breed toegepaste vormen van fraudebestendige identificatietechnieken een evidente criminaliteitsremmende factor. Anderzijds levert iedere belemmering voor wetsovertreders weer een nieuwe markt op, en zal de facilitering zich ook hierop professionaliseren. Dit vormt voor de georganiseerde criminaliteit weer een bevorderende factor.

Page 47: Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren · 2017. 2. 7. · Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren 6 1 Inleiding 1.1 Doel en totstandkoming

Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren

47

5.5.3 Verzet tegen technologie: ‘nieuw Luddisme’

Nieuwe technologieën zullen steeds verder ingrijpen in wezenlijke aspecten van het men-selijk bestaan, zoals de vrije wil, de lichamelijke integriteit, fysieke veiligheid en uitings-vrijheden. Bovendien zullen door klimaatveranderingen, schaarse grondstoffen en het toenemend gebruik van kernenergie ecologische dreigingen manifest worden. Voorts blij-ken gegevens, verzameld onder het mom van veiligheidsmaatregelen, ook te worden gebruikt voor economische doelen. Tegen dergelijke ontwikkelingen kan georganiseerd verzet ontstaan (Levin & Jensen 2006; http://en.wikipedia.org/wiki/Neo-luddism; inter-view Rathenau Instituut; sessie DNR).

Het is vooralsnog onzeker dat een nieuw Luddisme zich op substantiële schaal zal voor-doen. Indien dit echter het geval is, kan het een negatieve invloed hebben op toezicht.

5.5.4 De aanpak van geavanceerde vormen van fraude zal in toenemende mate gebeuren door private actoren

De overheid, en met name de politie, kan onvoldoende in staat blijken om geavanceerde vormen van fraude met behulp van ICT te voorkomen en beheersen. Private partijen zul-len hun eigen belangen verdedigen door in toenemende mate zelf de aanpak ter hand te nemen. Dit creëert ondoorzichtige domeinen en theaters van bestraffing. Overigens wordt ook bij minder complexe vormen van fraude de verantwoordelijkheid in toenemen-de mate bij de private partijen zelf gelegd, met ondersteuning van publieke partijen daar waar men het niet zelf aankan (Levin & Jensen 2006; interview Verbond van Verzeke-raars).

Voor zover de private aanpak effectief is, vormt dit een criminaliteitsremmende factor. Een overheid die minder inzicht en greep heeft op substantiële criminaliteitsvelden is echter verzwakt in het terugdringen van de betreffende criminaliteit.

5.5.5 Via het Internet kan (des)informatie snel en vrijwel oncontroleerbaar worden verspreid

Op het Internet kan men met relatief geringe inspanningen een professioneel ogende website opzetten. Waar oplichters vroeger nog door de mand vielen wanneer zij over een onvoldoende geloofwaardige presentatie en bedrijfsruimte beschikten, worden tegen-woordig zowel echte bedrijven als frontstores soms vanuit een slaapkamer gerund. Ge-loofwaardigheid is snel geconstrueerd, zeker als enige handlangers uit het netwerk de betrouwbaarheid van een oplichter bevestigen door tevredenheid te betuigen over zoge-naamd geleverde diensten of producten op bijvoorbeeld een veilingsite. Naast fraude voor financieel gewin kunnen geruchten en opzettelijk verspreide onwaarheden een on-controleerbare invloed hebben op maatschappelijke, politieke, economische en juridische processen en procedures. Ook dreigementen en beledigingen komen vaker voor (GAO 2007; interview AFM; sessie DNRI).

Het succesvol kunnen verspreiden van incorrecte en gemanipuleerde informatie heeft een negatieve impact op zowel potentiële slachtoffers als op toezicht en opsporing.

5.6 Grensverleggende technologieën

Diverse nieuwe technologieën zullen in combinatie grensdoorbrekende resultaten opleve-ren: de zogenoemde Converging Technologies. In dit verband kan Human Enhancement worden genoemd. Het gaat hierbij onder meer om cosmetische technologie: niet zieken beter maken, maar ‘betere mensen’ maken. Een voorbeeld hiervan zijn speciale amfeta-minen, die piloten in staat stellen langer wakker te blijven en effectiever te reageren. Deze zijn bijvoorbeeld gebruikt in Irak. Het gaat dus om technologie die de beroepseffec-tiviteit vergroot, maar ook een hedonistisch aspect kan hebben. De ontwikkeling van na-notechnologie zal vanaf ongeveer 2012 een revolutie teweeg brengen in het ontwerpen

Page 48: Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren · 2017. 2. 7. · Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren 6 1 Inleiding 1.1 Doel en totstandkoming

Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren

48

en benutten van materialen, waarvan de consequenties bij benadering nog niet zijn te overzien. De implicaties voor onder meer de computerindustrie, de gezondheidszorg, de kledingindustrie, de bouwindustrie en het ontwerpen en produceren van allerlei gebruiks-voorwerpen zijn vergelijkbaar met de introductie van plastics in de 20e eeuw. Maar dan een factor 10 ingrijpender. Het Britse ministerie van Defensie waarschuwt voor de moge-lijkheid dat nanotechnologie, biotechnologie en zeer geavanceerde wapensystemen als directed energy of electromagnetic-pulse weapons tot runaway technology (risicovolle technologie die buiten de controle van bevoegde instanties is geraakt) kunnen worden, met catastrofale gevolgen (http://en.wikipedia.org/wiki/Implications_of_nanotechnology; Ministry of Defence/DCDC 2007; interview Rathenau Instituut).

5.6.1 De introductie van nanotechnologie vanaf ongeveer 2010

Nanotechnologie betreft de bewerking van materialen op moleculair niveau, waardoor geheel nieuwe materiaaleigenschappen mogelijk worden zoals ongekende sterkte, flexibi-liteit, transparantie, ingeweven sensoren, farmacologische werking op zeer specifieke lichaamsfuncties op celniveau, ‘aandrijfmotoren’ en instrumenten op micrometerformaat en dergelijke). De introductie van deze nieuwe technologie gaat in de komende vijftien jaar en daarna een revolutie teweeg brengen in het vervaardigen en bewerken van pro-ducten. Nieuwe, nu nog onvoorstelbare functies en toepassingen worden hierdoor moge-lijk in bijvoorbeeld materiaalveiligheid, medische toepassingen, waarnemingstechnieken en micro-elektronica. Dit heeft ver reikende gevolgen voor veiligheid, criminaliteit en rechtshandhaving. De nanotechnologie zal in de relatie met micro-elektronica ingrijpende gevolgen hebben. Alles wordt op den duur ‘genanoficeerd’. Er zullen nieuwe diagnosti-sche en behandelmethoden worden ontwikkeld in de medische wereld, onder meer op het gebied van de hersenen. De invloed van nanotechnologie zal ook groot zijn op de wapen-technologie. In de Verenigde Staten heeft dit reeds beduidende impact. Een voorbeeld hiervan zijn toepassingen in de spionage sfeer, bijvoorbeeld ‘insecten’ die ongemerkt met video en audio kunnen waarnemen. Denk hierbij aan toepassingen door de overheid, maar ook in bedrijfsspionage (GAO 2007; Anton 2001; interview Rathenau Instituut).

Hoewel de introductie van op nanotechnologie gebaseerde toepassingen de eerste jaren nog zeer bescheiden zal zijn, valt te voorzien dat ‘nano’ vanaf ongeveer 2010 in grote verscheidenheid op de markt zal komen. Na verloop van tijd zal de invloed hiervan, ook ten aanzien van nieuwe vormen van criminaliteit en het tegengaan daarvan, zeer groot zijn. Op termijn vormt het daarmee een criminaliteitsrelevante factor waarvan de aard en omvang nu nog niet zijn vast te stellen.

5.6.2 De introductie van nieuwe genotsmiddelen

Nieuwe farmacologische en micro-elektronische technieken leveren over enkele jaren krachtige geestbeïnvloedende middelen op (interview Rathenau-instituut; http://futureimperative.blogspot.com).

Voor zover de overheid aan gebruik en handel van dergelijke nieuwe middelen restricties oplegt, zal de georganiseerde criminaliteit geïnteresseerd raken. Dit kan een nieuwe markt voor onwettige stimulerende en genotsmiddelen gaan vormen.

Page 49: Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren · 2017. 2. 7. · Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren 6 1 Inleiding 1.1 Doel en totstandkoming

Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren

49

6 Ecologische macro- en mesotrends

Overzichtschema ecologische macro- en mesotrends

1. Toename duurzaam ondernemen (H6.1)

1.1 verantwoorde afvalverwerking steeds belangrijker

2. Uitbreiding infrastructuur met alternatieve vervoerssystemen (H6.2)

2.1 infrastructuur bouwt verder uit, technisch maar ook juridisch en sociaal

3. Toename schaarste grondstoffen (H6.3)

3.1 fossiele brandstoffen, bepaalde metalen en mineralen worden de komende jaren schaarser en daardoor duurder

4. Voedselveiligheid (H6.4)

4.1 toenemende aandacht voor voedselveiligheid en kwaliteit

4.2 inzet biotechnologie

5. Ligging van en infrastructuur in Nederland (H6.5)

5.1 Nederland vormt door haar ligging en verkeersinfrastructuur de poort van Europa

6. Dierenwelzijn (H6.6)

6.1 dierenwelzijn wordt belangrijker

7. Klimaatsverandering (H6.7)

7.1 afname biodiversiteit

6.1 Toename duurzaam ondernemen

Er is een duidelijke trend waarneembaar naar meer duurzaam ondernemen, onder meer ten aanzien van milieubewust gebruik van grondstoffen en mens- en diervriendelijke or-ganisatie van productieprocessen (De Korte et al., 2003).

6.1.1 Verantwoorde afvalverwerking steeds belangrijker

Handhavers menen dat de milieu- en afvalsector meer aandacht verdient. Naarmate er meer geld in deze sector omgaat door publieke aandacht en politieke prioriteitsstelling worden ook de fraudekansen groter. Ook het beprijzen van afvalverwerking aan de aan-bodzijde van huis- en bedrijfsafval maakt ontduiking van voorschriften aantrekkelijk. Ie-der jaar wordt er meer afval geproduceerd, waarvan ongeveer tweederde bestaat uit verpakkingsafval. De Europese Commissie heeft daarom een richtlijn Verpakkingen en Verpakkingsafval opgesteld. Deze richtlijn is door alle lidstaten omgezet in nationale wet-geving (interview SIOD).

Toenemende aandacht voor verantwoorde afvalverwerking vormt een criminaliteitsbe-vorderende factor. Er ontstaat een lucratieve symbiotische markt voor clandestiene af-valverwerking.

6.2 Uitbreiding infrastructuur met alternatieve vervoerssystemen

Tot 2030 is de benodigde ruimte voor infrastructuur tussen de 35.000 en 60.000 hectare. Dit hangt af van de economische groei en groei van de bevolking. Onder andere het hoofdwegennet, het onderliggend wegennet en de aanpassingen van spoorwegen vragen om extra ruimte. De automobiliteit groeit tot 2030 naar verwachting met meer dan 60

Page 50: Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren · 2017. 2. 7. · Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren 6 1 Inleiding 1.1 Doel en totstandkoming

Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren

50

procent. Deze toename zit met name in het sociaal - recreatieve verkeer. Daarnaast groeit het goederenvervoer over de weg sterk. De toenemende groei van mobiliteit en de aantasting hiervan op het milieu zorgen ervoor dat de overheid het gebruik of aanleggen van alternatieve vervoerssystemen steeds vaker stimuleert (De Korte et al., 2003).

6.2.1 Infrastructuur bouwt verder uit, technisch maar ook juridisch en sociaal

Zowel private als openbare vervoerssystemen zullen de komende jaren grote veranderin-gen ondergaan. Te denken valt aan de introductie van rekeningrijden, de toenemende aanwezigheid van ICT in vervoersketens, hogesnelheidslijnen en ondergrondse vervoers-systemen voor personen en goederen in stedelijke gebieden. Technische en sociale vei-ligheid zijn een belangrijke factor in acceptatie en rendabiliteit (Landeskriminalamt Nor-drhein-Westfalen, 2006).

De verdere uitbouw van de infrastructuur brengt intensievere en kostbare controles met zich mee voor het mobiele deel van de bevolking. Dit kan leiden tot ontwijkingsgedrag, waarbij er een markt kan ontstaan voor alternatieve systemen, ontwijkingstechnologie en falsificaten. Hiermee is het een criminaliteitsbevorderende factor.

6.3 Toename schaarste grondstoffen

De natuurlijke reserves aan economisch vitale grondstoffen, zoals bepaalde metalen en mineralen alsmede fossiele brandstoffen, dreigen uitgeput te raken. Dit resulteert onder meer in aanzienlijke prijsstijgingen op de markt voor bijvoorbeeld schrootmetaal. Daar-door wordt het aantrekkelijker om metaal te stelen, zoals koper van kabels en bliksemaf-leidingen en brons van kunstwerken. Zodra brandstof beduidend duurder wordt, zal ook de bereidheid om dit te stelen uit opslagreservoirs, tankstations en afzonderlijke voertui-gen toenemen (Ministry of Defence/DCDC, 2007).

6.3.1 Fossiele brandstoffen, bepaalde metalen en mineralen worden de ko-mende jaren schaarser en daardoor duurder

De bestaande voorraden van fossiele brandstoffen komen de komende decennia aan hun eind; kostbaarder methoden van winning zorgen voor sterke verhoging van de marktprij-zen. Olie vormt -naast de belangrijkste brandstof- ook de grondstof voor zeer vele petro-chemische producten, zoals synthetische materialen. Ingrijpende effecten zijn te voor-zien. Bovendien gaat de winning en bewerking van allerlei metalen, zoals aluminium en staal, gepaard met een groot energieverbruik. Hogere brandstofprijzen kunnen zo een cumulatief effect krijgen op de economie. Anderzijds kunnen marktmechanismen ruimte bieden aan nieuwe oplossingen voor ontstane schaarste. Koper, nikkel, maar ook zeld-zamer metalen als kobalt worden schaarser. Doordat hun toepassing bij het vervaardigen van allerlei elektronica en in andere productieprocessen onmisbaar is, kan dit van invloed zijn op alle economische sectoren. Alarmerende berichten over schaarste van specifieke metalen veroorzaakte recentelijk al beduidende schommelingen in beurskoersen. Ook bepaalde mineralen zullen de komende tijd schaarser worden (Ministry of Defence/DCDC, 2007; Sessie DNR).

Sterk stijgende prijzen van schaarse goederen vormen een criminaliteitsbevorderende factor. Door zulke forse prijsverhogingen is een toename van (grootschalige) diefstal, illegale handel en clandestiene markten te verwachten. Bij bijvoorbeeld (nog) verder stij-gende brandstofprijzen zal brandstofdiefstal, fraude met bankpasjes en een lucratieve handel in beide op illegale markten ontstaan. Verder kan het op groot schaal ontvreem-den van koper en andere metalen een ontwrichting van de infrastructuur (door diefstal van vitale koperleidingen) tot gevolg hebben.

Page 51: Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren · 2017. 2. 7. · Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren 6 1 Inleiding 1.1 Doel en totstandkoming

Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren

51

6.4 Voedselveiligheid

De voedselschandalen van de voorbije tien jaar, epidemische ziektes met dodelijke ge-volgen voor dier en mens, maar ook de toenemende hang naar een gezond leven bete-kenen dat de behoefte aan betere voedselveiligheid een toenemende impact heeft op de agrarische industrie. Datzelfde geldt voor de voedselindustrie, de farmacie, detailhandel en andere sectoren (interview Rathenau Instituut).

6.4.1 Toenemende aandacht voor voedselveiligheid en kwaliteit

Met de toegenomen welvaart is de kwaliteit van het leven en van de consumptie belang-rijker geworden. Gezondheid heeft hoge prioriteit. In toenemende mate wordt verband gelegd tussen voedsel en gezondheid. Steeds hogere eisen worden gesteld aan de kwali-teit van (dierlijk) voedsel en gezondheidsrisico’s worden minder geaccepteerd. De con-sument is hierin niet altijd consequent: naast hypes rond voedselschandalen gaat een groot deel van de bevolking door met eetpatronen (veel vet en dierlijk eiwit, weinig ve-zels) die niet echt gezond zijn. Toegenomen afstand en tijd tussen productie en con-sumptie, wereldwijde handel in grondstoffen en producten, en food-engineering, hebben de voedselketen minder doorzichtig gemaakt: ‘anonimisering’. Objectief gezien is de vei-ligheid van het voedsel wellicht verbeterd, maar voor de consument is meer onzekerheid ontstaan over de zorg voor de veiligheid van het voedsel. Dit heeft geleid tot verlies aan vertrouwen. Incidenten en vermoede risico’s zijn, zeker als zij door kritische media breed worden uitgemeten, aanleiding tot - meestal kortdurende - reacties om kip, varkensvlees of rundvlees te mijden. Transparantie van ketens, herkenbaarheid van producten en ga-rantie van kwaliteit worden gevraagd. Mensen maken zich steeds meer zorgen over voedselveiligheid. Bij dierlijke producten heeft dit te maken met angst voor zoönosen (BSE), mogelijke aanwezigheid van diergeneesmiddelen in producten (antibiotica, hor-monen) en contaminaties van veevoer (dioxine). Deze angst bestaat al langer maar neemt toe door verontrustende berichten in de media (www.rlg.nl/adviezen/016/016_3_1.html).

De toenemende aandacht voor de voedselveiligheid en kwaliteit is een criminaliteitsbe-vorderende factor. Gezond en veilig bereid voedsel, zoals ecologische producten, leveren een hogere prijs op, waardoor fraude aantrekkelijker wordt. Er kunnen door crimineel handelen besmette producten op de markt komen.

6.4.2 Inzet biotechnologie

De inzet van genetische manipulatie en andere vormen van biotechnologie is maatschap-pelijk omstreden, maar lijkt zich niettemin gestaag uit te breiden (Ministry of Defen-ce/DCDC, 2007).

Deze criminaliteitsbevorderende factor ligt in het verlengde van de toenemende aandacht voor voedselveiligheid en kwaliteit. De kans en mogelijkheden op bedrog van consumen-ten neemt bij onvoldoende effectief toezicht toe.

6.5 Ligging van en infrastructuur in Nederland

Nederland vormt door haar strategische ligging aan de Noordzee en haar vervoersinfra-structuur, alsmede het relatief zeer omvangrijke wagenpark van de goederentransport-sector een aantrekkelijk transitland.

6.5.1 Nederland vormt door haar ligging en verkeersinfrastructuur de poort van Europa

De Nederlandse economie heeft een sterk transitkarakter. Vervoer is een belangrijke economische sector (KLPD / DNRI, 2004).

Page 52: Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren · 2017. 2. 7. · Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren 6 1 Inleiding 1.1 Doel en totstandkoming

Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren

52

De aantrekkelijke ligging en goede infrastructuur van Nederland, die de komende jaren door marktontwikkelingen en overheidsbeleid nog verder worden bevorderd, vormen een criminaliteitsbevorderende factor.

6.6 Dierenwelzijn

De consument hecht toenemende waarde aan dierenwelzijn. Dit komt voort uit dieren-liefde, maar ook uit bezorgdheid om voedselveiligheid. Door sommigen wordt de behan-deling die dieren ten deel valt, gezien als symptomatisch voor de kwalen van de hele samenleving. Dierenwelzijn is inmiddels ook in de parlementaire politiek tot een issue geworden.

6.6.1 Dierenwelzijn wordt belangrijker

De consument hecht in toenemende mate aan diervriendelijk tot stand gekomen (vlees)producten. Dit komt tot uiting in trends als ‘dierenliefde’ en ‘diervriendelijkheid’ en is deels te verklaren doordat de samenleving steeds verder ‘individualiseert’. Familieban-den vallen weg of worden minder belangrijk. Als compensatie daarvoor worden banden met onze (huis)dieren verstevigd. Een andere verklaring ligt in de toenemende welvaart. In Noordwest Europa wordt in alle primaire levensbehoeften ruimschoots voorzien. Pas dan blijft er tijd (en geld) over om zich om dieren te bekommeren. De toenemende maatschappelijke bezorgdheid over dierenwelzijn heeft ertoe geleid dat dierenwelzijn bij de overheid en de Europese Unie hoog op de agenda staat. De entree van de Partij voor de Dieren in het parlement past in deze trend. In de toekomst worden er strengere ba-siseisen gesteld aan dierenwelzijn. Dit alles kan gevolgen krijgen voor de markt, zoals veel hogere kosten voor vleesproducten. Ook zal in de politiek in toenemende mate aan-dacht worden gevraagd voor andere misstanden, zoals bij fokkerijen van huisdieren, waarin ook stelselmatige wetsovertreders actief zijn (interview Verbond van Verzeke-raars; www.rlg.nl/adviezen/016/016_3_1.html).

De toenemende aandacht voor dierenwelzijn is een criminaliteitsbevorderende factor. De toenemende aandacht heeft effect op intensivering van controle en toezicht. Er kan een grotere en daardoor ook voor fraudeurs interessante markt ontstaan voor diervriendelijk vlees.

6.7 Klimaatsverandering

Recente gezaghebbende rapporten van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) onder auspiciën van de Verenigde Naties wijzen uit dat het klimaat op aarde de komende decennia onder invloed van menselijke activiteiten drastisch verandert. Dit heeft onder meer beduidende temperatuurstijgingen en verhoging van de zeespiegel tot gevolg. Ook zijn er consequenties voor biodiversiteit en de beschikbaarheid van drinkwa-ter. De negatieve effecten van de aangekondigde klimaatsverandering manifesteren zich naar wordt voorzien vooral in de tropische en subtropische gebieden. Veranderingen zul-len zich echter ook in Nederland voordoen, en klimaatsveranderingen in de rest van Eu-ropa en in de wereld als geheel kunnen gevolgen hebben voor de Nederlandse samenle-ving, bijvoorbeeld in de vorm van vluchtelingenstromen en gewapende conflicten. Het Britse ministerie van Defensie beschouwt klimaatsverandering als één van de drie be-langrijkste strategische issues voor de komende dertig jaar. Voor het NDB is evenwel van belang dat deze weliswaar zeer ingrijpende effecten naar verwachting pas over tien of twintig jaar of nog later een substantiële impact zullen hebben (interview ministerie van Justitie; Ministry of Defence/DCDC, 2007; www.ipcc.ch).

Page 53: Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren · 2017. 2. 7. · Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren 6 1 Inleiding 1.1 Doel en totstandkoming

Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren

53

6.7.1 Afname biodiversiteit

Naarmate dieren- en plantensoorten schaarser worden of zelfs met uitsterven worden bedreigd, wordt hun waarde groter. Beschermde zoogdieren, vogels en reptielen worden mogelijk aantrekkelijker als handels- en smokkelwaar. De bedreigde visstand zal moge-lijk politiek en wettelijk worden beschermd, maar tegelijk doelwit worden van illegale visactiviteiten. Activisten kunnen mogelijk rekenen op een grotere aanhang; hun acties kunnen een militanter karakter krijgen en zich gaan richten tegen bedrijven die als be-dreiging voor kwetsbare soorten worden gezien (interview ministerie van Justitie; Mini-stry of Defence/DCDC, 2007; www.ipcc.ch).

De afname van de biodiversiteit is een criminaliteitsbevorderende factor. Er ontstaat een toenemende handel in de schaarse dieren- en plantensoorten. Clandestiene grensover-schrijdende markten voor bedreigde diersoorten kunnen ontstaan en uitbreiden. Dit heeft mogelijke impact op potentiële daders, slachtoffers en toezicht.

Page 54: Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren · 2017. 2. 7. · Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren 6 1 Inleiding 1.1 Doel en totstandkoming

Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren

54

7 Demografische macro- en mesotrends

Overzichtschema demografische macro- en mesotrends

1. Immigratie en bevolkingsgroepen in Nederland (H7.1)

1.1 toename diversiteit van Nederlandse bevolking

1.2 integratie verloopt niet snel

1.3 toelatingsbeleid, illegalen toenemend kwetsbaar

1.4 immigratie uit Oost-Europa brengt problemen met zich mee

2. Opleidingsniveau (H7.2)

2.1 afnemend aantal drop-outs

2.2 scholen in de grote steden op achterstand

2.3 schaarste aan goed opgeleide werknemers

2.4 vrouwen hebben een proportioneel groter aandeel op onderwijsmarkt

3. Bevolkingsgroei en verstedelijking (H7.3)

3.1 toename enclavevorming

3.2 verdere verstedelijking: koopkracht neemt af

3.3 door bevolkingsafname gaat Nederland rond 2030 naar een krimpeconomie

4. Migratie (H7.4)

4.1 armoede in de derde wereld neemt nauwelijks af

5. Bevolkingsopbouw (H7.5)

5.1 Nederland vergrijst: aantal (potentiële) slachtoffers neemt toe

5.2 meer eenpersoonshuishoudens en eenoudergezinnen

7.1 Immigratie en bevolkingsgroepen in Nederland

Nederland is een immigratieland, en het is bekend dat recent geïmmigreerde bevolkings-groepen een relatief hoog geboortecijfer hebben. Maar er zijn indicaties dat de emigratie onder autochtone Nederlanders toeneemt. Daarnaast vertrekken relatief veel gezinnen met middeninkomens uit de grote steden, om zich elders in Nederland te vestigen. De consequentie van deze factoren is dat de bevolkingssamenstelling, met name in de ste-den de komende periode aan sterke wijzigingen onderhevig is. Daarbij lijken zich proces-sen van segregatie en enclavevorming te voltrekken: De trendwatcher Adjiedj Bakas spreekt in dit verband zelfs over de “tribalisering” van Nederland, waarbij hij wijst op het spiegelbeeldig perspectief van beschermde gated communities voor welgestelden. Het aandeel aan niet oorspronkelijk uit Nederland afkomstige inwoners in de grote steden zal nog fors toenemen, waardoor in bepaalde wijken het merendeel van de bevolking uit allochtonen en hun nakomelingen zal bestaan (Bakas, 2005; DNRI, 2005; De Korte et al., 2003; Dexter, 2006; Landeskriminalamt Nordrhein-Westfalen, 2006; interviews Ver-wey-Jonker Instituut, AIVD, Universiteit Wageningen).

7.1.1 Toename diversiteit van Nederlandse bevolking

in 2006 telde Nederland ongeveer 1,7 miljoen niet-westerse allochtonen, die vooral in de grote steden wonen. De status van Nederland als immigratieland duidt op een blijvende instroom van nieuwe binnenkomers, die hun eigen cultuur en gewoonten mee nemen. De

Page 55: Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren · 2017. 2. 7. · Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren 6 1 Inleiding 1.1 Doel en totstandkoming

Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren

55

Nederlandse samenleving is in relatief korte tijd zeer cultureel divers geworden. Een wijk als de Amsterdamse Pijp kent inwoners afkomstig uit meer dan honderd verschillende landen, die vaak hun nationaliteit behouden. Naast de grote categorieën migranten uit voormalige koloniën en mediterrane landen die inmiddels vertrouwd zijn geworden, die-nen zich ook nog altijd nieuwe migranten uit tamelijk onbekende bronlanden aan. Voor een deel komen zij door interne migratie binnen Europa naar Nederland. Het Internet maakt het onderhouden van contacten veel gemakkelijker dan voorheen, waardoor de binding met het herkomstland hecht blijft. Tussen nu en 2050 zal het aantal niet-westerse allochtonen met 1,1 miljoen stijgen tot 2,8 miljoen. Het kindertal van tweede generatie allochtonen verschilt maar weinig van dat van autochtone vrouwen. Gezien de relatief grote omvang van allochtone gezinnen en de verwachte ongeveer constant blij-vende immigratie in Nederland zal deze ontwikkeling ook de komende jaren van beteke-nis blijven (KLPD/DNRI 2006; Ministry of Defence/DCDC 2007; Van Nimwegen & Esveldt, 2006; interviews NIDI, SIOD en ministerie van Justitie).

Toename van de diversiteit in Nederland heeft invloed op de sociale cohesie en veilig-heidsgevoelens. De toename in diversiteit kan een criminaliteitsbevorderende factor zijn in de zin dat het lastiger wordt eenduidig (overheids)beleid te ontwikkelen. Door onbe-kendheid met deze nieuwe groepen is er ook in de opsporing (nog) relatief weinig over bekend, en vergt het inwinnen van relevante opsporingsinformatie relatief hoge inspan-ningen en kosten. Onder de geïmmigreerden bevinden zich personen uit landen met een zwakke overheidstraditie en uit dictaturen, die op onwettige wijze een aanzienlijk inko-men weten te verwerven. Zij maken hierbij voornamelijk gebruik van relaties in hun land van herkomst en met landgenoten in de diaspora elders in Europa. Door in toenemende mate via Internet contact te houden met land van herkomst, neemt de noodzaak tot in-tegratie af en verdere groepsvorming toe.

7.1.2 Integratie verloopt niet snel

Minderheden in Nederland zijn steeds vaker Nederlands gaan spreken en hebben steeds vaker contact met Nederlanders. Op zich wijst dit op een toenemende integratie. Maar tegelijkertijd is het aantal keren dat beide groepen bij elkaar over de vloer komen, de laatste tien jaar afgenomen. Huwelijken tussen bevolkingsgroepen blijven vrij uitzonder-lijk. Dat de integratie niet snel verloopt, is te wijten aan immigratie en segregatie. Te veel moslims vinden onvoldoende identificatie bij ‘Nederlanders’: de islam is wat hen bindt. De contrasten tussen groepen met een specifieke culturele of religieuze identiteit worden groter, terwijl de groepen zelf hechter worden. Allochtonen hechten veel waarde aan het behoud van hun culturele identiteit, maar dit streven wordt door autochtone Ne-derlanders meestal niet gesteund. Nederlanders hebben dikwijls een vertekend beeld van culturele opvattingen van allochtonen. Zo vertonen allochtonen onderling verschillende opvattingen over de ideale buurt, de beste school, het immigratiebeleid, het respect voor eigen godsdienst en het belang van inburgering. De houding ten opzichte van immigran-ten is verhard (SCP, 2004, 2006; Fortuin & Van der Graaf, 2006; Integratiemonitor ge-meente Amsterdam; interviews Verwey-Jonker Instituut en ministerie van Justitie).

De toename van contrasten en tegenstellingen tussen (culturele) groepen worden groter. Dit kan het wij-zij denken, polarisatie en onveiligheidsgevoelens binnen de maatschappij beïnvloeden. Stereotyperingen en verharding van de samenleving kan verschillende vor-men van criminaliteit bevorderen en legitimeren, zoals onderling geweldgebruik, berovin-gen, zedenmisdrijven et cetera.

7.1.3 Toelatingsbeleid, illegalen toenemend kwetsbaar

Immigratiestromen worden beïnvloed door relatief autonome omstandigheden en ge-beurtenissen, zoals natuurgeweld en gewapende conflicten. Ook het gevoerde toelatings-beleid en de perceptie daarvan bij geïnteresseerde potentiële migranten zijn echter van invloed. Een beleid dat ruimte laat voor onrechtmatig verblijf door grotere aantallen asielmigranten kan criminaliteitsrisico’s opleveren: recent onderzoek wijst uit dat circa tien procent van de onrechtmatig verblijvende asielmigranten wordt verdacht van crimi-

Page 56: Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren · 2017. 2. 7. · Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren 6 1 Inleiding 1.1 Doel en totstandkoming

Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren

56

nele activiteiten. Er is onvoldoende bekend welk aandeel zij hebben in georganiseerde vormen van criminaliteit. De migratiedruk op Europa blijft groot. Illegale immigratie door mensensmokkel zal toenemen door het ‘oester-effect’: restrictiever EU-toelatingsbeleid. Naarmate legale toegang moeilijker wordt, wordt illegale toegang aantrekkelijker. Het is een markt met vraag en aanbod. Illegale migranten moeten uit het zicht van steeds strakkere controlesystemen blijven en worden daarmee kwetsbaarder voor georganiseer-de criminaliteit, die daarop zal inspelen (Althoff en De Haan, 2006; interview NIDI).

Het verblijf van zich onrechtmatig in Nederland ophoudende asielmigranten is een crimi-naliteitsbevorderende factor. Enerzijds doordat deze groep zich met criminaliteit kan be-zighouden, anderzijds doordat zij een kwetsbare groep vormen en gemakkelijk slachtof-fers kunnen worden van de georganiseerde criminaliteit. Door de strengere wet- en re-gelgeving kan de georganiseerde criminaliteit in toenemende mate geld verdienen aan en via illegalen.

7.1.4 Immigratie uit Oost-Europa brengt problemen met zich mee

De grenzen van de Europese Unie zijn zoals iedere grens doorlaatbaar, maar de mate waarin dit het geval is varieert tussen west en oost, noord en zuid. De gevolgen van die doorlaatbaarheid zijn evenzeer verschillend. In Oost-Europa bestaat een grensoverschrij-dende cultuur, ondanks maatregelen in EU-verband. Wit-Russen bijvoorbeeld komen uit een geheel andere samenleving dan de onze, een dictatuur. Dat verdient aandacht. Ook de Balkan blijft in dat opzicht van belang (interview NIDI).

De toestroom uit Oost-Europa is een criminaliteitsbevorderende factor. Door de toene-mende immigratie kunnen nieuwe (en ‘oude’) vormen van criminaliteit ontstaan c.q. te-rugkomen. Ook de eenvoudig te onderhouden (handels)contacten met Oost-Europa, via weg, spoor, lucht en water zijn voor illegale handelsstromen een bevorderende factor. Toenemende aandacht voor nieuwe groepen lijkt nodig, want gezien het welvaartsniveau zijn Europa en Nederland aantrekkelijk voor (illegaal) verblijf.

7.2 Opleidingsniveau

Het opleidingsniveau van de Nederlandse bevolking is de afgelopen decennia fors toege-nomen en stijgt nog steeds. Voor de komende jaren wordt een nog verdere toename van het opleidingsniveau verwacht. Na 2010 zal de verdeling van de opleidingsniveaus min of meer stabiel blijven (De Korte et al., 2003).

7.2.1 Afnemend aantal drop-outs

De schooluitval zonder diploma ligt vooral onder allochtone groepen op een verontrus-tend hoog niveau. De inspanningen om het schoolverlaten zonder startkwalificatie terug te dringen lijken echter enig succes te boeken. Meer voortijdig schoolverlaters dan voor-heen keren alsnog terug om een diploma te halen (De Korte et al., 2003).

Het behalen van een (school)diploma is criminaliteitsremmende factor. Mensen met een schooldiploma hebben meer carrièreopties en kiezen veelal voor een andersoortige dan een criminele carrière.

7.2.2 Scholen in de grote steden op achterstand

De helft van de basisschoolleerlingen in de grote steden valt onder het onderwijsachter-standenbeleid. Een op de drie basisscholen aldaar is een ‘zwarte school’ (>80% niet-westerse allochtone leerlingen). De leerprestaties blijven ten gevolge van de samenstel-ling van de leerlingenpopulatie aanzienlijk achter (Van Nimwegen & Esveldt (2006).

Dit is een criminaliteitsbevorderende factor: door de achterstand is er een groter risico voor schooluitval en/of het niet behalen van een (vervolg)diploma. Het niet behalen van

Page 57: Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren · 2017. 2. 7. · Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren 6 1 Inleiding 1.1 Doel en totstandkoming

Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren

57

een (school)diploma is een belangrijke voorspeller voor het plegen c.q. betrokken raken bij criminaliteit.

7.2.3 Schaarste aan goed opgeleide werknemers

Het tempo van bevolkingsgroei neemt af tot een maximum wordt bereikt rond 2030-2035 van circa 17 miljoen. Sommige Europese landen krimpen nu al, in de naaste toe-komst is een internationale concurrentie op de goed opgeleide middengroepen te voor-zien. In Oost-Europese landen als Polen heeft men te maken met een relatief hoge (sei-zoens)migratie naar het westen van Europa, reden waarom Poolse ondernemers inmid-dels werknemers rekruteren uit met name Azië (Interview NIDI).

Het contrast tussen laag en hoog opgeleide mensen wordt (steeds) groter. Door de schaarste aan goed opgeleide werknemers zullen arbeids- en seizoensmigratie verder toenemen. Migratie van goed opgeleide werknemers heeft in het land van herkomst een lager welvaartsniveau en leegloop van het platteland tot gevolg, waardoor het indirect een criminaliteitsbevorderende factor vormt. In het ontvangende land kunnen niet goed geïntegreerde immigranten eveneens voor meer criminaliteitsproblemen zorgen, onder meer door drank- en verslavingsproblemen, opvoedingsproblemen met in het kader van gezinshereniging overgekomen kinderen, bezoek van minder goed bedeelde familieleden en dergelijke.

7.2.4 Vrouwen hebben een proportioneel groter aandeel op onderwijsmarkt

Vrouwen worden in vergelijking met mannen beter opgeleid en kennen minder schooluit-val (Groen & Kranenberg, 2006).

Een hoger opleidingsniveau kan als onderdeel van een bredere emancipatie zowel rem-mend als bevorderend werken op criminele betrokkenheid. Vrouwen nemen nu nog een relatief bescheiden positie in op criminele markten. Zij kunnen hun betere opleiding en daaruit voortkomende assertiviteit ook gebruiken om daarin betere posities in te nemen en zo een belangrijkere rol te krijgen inzake (georganiseerde) criminaliteit.

7.3 Bevolkingsopbouw en verstedelijking

Zowel voor wonen en werken als recreatie en sport is er meer ruimte nodig. De eerstko-mende tijd zet de bevolkingsgroei door: volgens recente CBS-bevolkingsprognoses zal waarschijnlijk rond 2030 de grens van 17 miljoen inwoners worden bereikt. Daarna zal naar verwachting de bevolking niet verder groeien, omdat het positieve migratiesaldo (aantal immigranten minus aantal emigranten) het negatieve geboorteoverschot dan niet meer kan compenseren. Daardoor slaat de bevolkingsgroei om in krimp (Dexter 2006; http://statline.cbs.nl).

7.3.1 Toename enclavevorming

In de grote steden ontwikkelen zich concentraties kansarme allochtonen in probleemwij-ken. Er lijkt zich hier en daar een ontwikkeling te voltrekken waarbij in bepaalde stads-wijken een verhoudingsgewijs groot aantal bewoners dezelfde niet-Nederlandse etnische achtergrond heeft. Dit werkt belemmerend op de integratie, en kan op den duur zelfs leiden tot enclavevorming en segregatie (interviews NIDI, Verwey-Jonker Instituut, AIVD, SIOD, Ministerie van Justitie).

Door de toenemende segregatie, worden contrasten tussen diverse bevolkingsgroepen steeds groter. Er bestaat een risico voor het ontstaan van culturele subeconomieën met eigen regels (bijvoorbeeld het niet betalen van belasting). Dit is een criminaliteitsbevor-derende factor.

Page 58: Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren · 2017. 2. 7. · Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren 6 1 Inleiding 1.1 Doel en totstandkoming

Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren

58

7.3.2 Verdere verstedelijking: koopkracht neemt af

De vier grote steden houden naar verwachting ongeveer even veel inwoners (al kan Utrecht door de vinexlocatie Leidsche Rijn nog aanzienlijk groeien), het aandeel gemeen-ten met 100.000 of meer inwoners stijgt echter nog sterk. Toch verliezen grootstedelijke gebieden aan koopkracht. Rotterdam, Amsterdam en Utrecht verliezen door verhuizingen jaarlijks tientallen miljoenen Euro’s aan jaarinkomen. Vooral autochtone gezinnen met kleine kinderen verlaten massaal de grote steden. Rotterdam gaat het sterkst achteruit, terwijl Amsterdam en Den Haag professionals blijven trekken (Van Nimwegen & Esveldt, 2006).

Het geschetste beeld leidt tot meer individualisering en anonimiteit en minder cohesie en sociale controle. Het vertrek van middel- en hoger opgeleide mensen uit de stad levert het risico op van concentratie van armoede en achterstanden. Hierdoor ontstaan en con-tinueren cross-generationele deviante gelegenheidsstructuren. Dit is een criminaliteitsbe-vorderende factor.

7.3.3 Door bevolkingsafname gaat Nederland rond 2030 naar een krimpeco-nomie

De bevolkingsomvang zal vermoedelijk over circa 25 jaar een dalende trend gaan verto-nen. Dit beïnvloedt dan de economische groei in negatieve zin en heeft grote consequen-ties voor onder meer de arbeidsmarkt, leegstand van huizen, wijken en woonkernen, voor het voorzieningenniveau en voor de veiligheid. In het komende decennium zal dit effect zich reeds in perifere delen van het land voordoen. (interviews NIDI en ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties).

Waar een krimpende economie de welvaart doet afnemen kunnen potentiële daders ge-motiveerd raken door deprivatie. Waar ontvolking plaatsvindt vermindert de sociale co-hesie en daarmee de informele sociale controle. Beide zijn criminaliteitsbevorderende factoren, die echter in het komende decennium nog gen substantieel effect zullen heb-ben.

7.4 Migratie

Migratie blijft een bepalende factor voor wat betreft bevolkingsdruk. Zonder ingrijpende politieke maatregelen is voorzienbaar dat, met de huidige druk op de buitengrenzen van Europa, de instroom van illegaal verblijvende niet-Nederlanders uit met name de armste delen van de wereld, waaronder Afrika, verder zal toenemen. Het Britse ministerie van Defensie waarschuwt dat vergaande maatregelen nodig kunnen worden om de stabiliteit van Europa tegen migratiedruk vanuit Afrika te beschermen. Het bestaan van illegale migranten zal verder worden gemarginaliseerd doordat het verkrijgen van een bruikbaar identiteitsdocument in combinatie met biometrische identificatie steeds moeilijker wordt, waardoor zij eerder als illegaal verblijvende vreemdeling worden geïdentificeerd. Daar-naast zal reguliere migratie van bijvoorbeeld werkzoekenden uit Oost-Europese EU-landen naar verwachting eveneens sterk toenemen (Landeskriminalamt Nordrhein-Westfalen 2006; Ministry of Defence/DCDC 2007; interview NIDI).

7.4.1 Armoede in de derde wereld neemt nauwelijks af

Ontwikkelingslanden blijven onverminderd arm, de mondiale ongelijke welvaartsverdeling verandert slechts marginaal. 2,5 miljard mensen (40% van de wereldbevolking) leeft van minder dan 2 dollar per dag. Internationaal blijven inkomensverschillen tussen rijke en arme landen ongeveer even groot: in 1975 was het verschil tussen beide categorieën 14 keer, in 2004 13 keer. De wereldbevolking van 6,54 miljard in 2006 groeit met ongeveer 1.14%. Armoede blijft wereldwijd de grootste pushfactor voor migratie. Het Britse minis-terie van Defensie beschouwt “global inequality” als één van de drie belangrijkste strate-gische issues voor de komende dertig jaar (Ministry of Defence/DCDC 2007; GAO 2007).

Page 59: Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren · 2017. 2. 7. · Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren 6 1 Inleiding 1.1 Doel en totstandkoming

Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren

59

De contrasten tussen arm en rijk blijven bestaan. Door toenemend inzicht (bijvoorbeeld via het Internet) wordt het contrast gevisualiseerd en steeds duidelijker, ook voor ach-terstandsgroepen in Nederland, hetgeen op zichzelf een vervreemdend en daarmee cri-minaliteitsbevorderend effect kan hebben. Mensen uit arme landen zullen in toenemende mate proberen de verschillen te verkleinen, onder meer door ontduiking van (migra-tie)wetten en illegaal verblijf.

7.5 Bevolkingsopbouw

De bevolkingsopbouw verandert de komende periode aanzienlijk, onder meer door de vergrijzing, andere samenlevingsvormen dan het gezin en door migratiepatronen. Vol-gens sommigen zou Nederland een slaapland kunnen worden: rijk, maar lethargisch en kwetsbaar. De vergrijzing komt nu al op gang. Tot circa 2020 zal het aandeel aan 12- tot 25-jarigen vrijwel gelijk blijven, hetgeen de relevantie voor het NDB 2008 vooralsnog beperkt maakt (Van Nimwegen & Esveldt 2006; SCP 2004).

7.5.1 Nederland vergrijst: aantal (potentiële) slachtoffers neemt toe

Rond 2010 bereikt de naoorlogse geboortegolf de AOW-gerechtigde leeftijd; vanaf dan zal de vergrijzing aanzienlijk versnellen tot ongeveer een kwart van de bevolking in 2050 ouder is dan 65. Nu al participeert het merendeel van de babyboomers niet langer in het arbeidsproces, maar heeft veel vrije tijd. Een aanzienlijk deel van deze categorie beschikt over betrekkelijk ruime financiële middelen, door een goede pensioen- of uittredingsre-geling en/of de beschikking over een nagenoeg hypotheekvrije woning c.q. de opbreng-sten van de verkoop daarvan. Oudere alleenstaanden zijn actiever en welvarender, be-wegen zich steeds meer in de buitenwereld, ook in het uitgaanscircuit, en kunnen daar-mee ook kwetsbaarder worden. Ook worden ouderen door goedgelovigheid relatief vaak het slachtoffer van oplichters, die hen rechtstreeks of per acceptgiro benaderen voor zo-genaamd charitatieve doelen en dergelijke (Van Nimwegen & Esveldt 2006; Klapwijk en Van Rij 2005; SCP 2004; Sessie DNRI).

Welvarende ouderen vormen in toenemende mate een potentiële risicogroep voor slacht-offerschap, hetgeen een criminaliteitsbevorderende factor oplevert.

7.5.2 Meer eenpersoonshuishoudens en eenoudergezinnen

In 2005 zijn er 2,5 miljoen eenpersoonshuishoudens, de prognose voor 2035 ligt op 3,5 miljoen. In 2005 zijn er 444.000 eenoudergezinnen, prognose 2050: circa 700.000. Van goede intergenerationele contacten, dus gezinsbanden, gaat een beschermende werking uit, die voor een toenemend deel van de bevolking wegvalt. Het leven in gezinsverband draagt ook bij aan de positieve beleving van veiligheid. De samenleving wordt ‘veilig-heids-alerter’, waardoor het voor kansarme laaggeschoolde criminelen moeilijker wordt een onwettig inkomen te verwerven. Meerdere factoren zijn in dat opzicht van belang. De huishoudsituatie bijvoorbeeld: aangenomen wordt dat gezinshuishoudens gemiddeld be-ter beveiligd zijn onder meer doordat er vaker bewoners thuis zijn, en dat de sociale con-trole rond eenpersoonshuishoudens geringer is (Van Nimwegen & Esveldt 2006; SCP 2004; interview NIDI).

Eenpersoonshuishoudens en eenoudergezinnen vormen in toenemende mate een poten-tiële risicogroep voor slachtofferschap, maar brengen ook in toenemende mate potentiële daders voort. De sociale controle neemt (steeds verder) af. Dit alles kan gezien worden als een criminaliteitsbevorderende factor.

Page 60: Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren · 2017. 2. 7. · Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren 6 1 Inleiding 1.1 Doel en totstandkoming

Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren

60

Literatuur, internetbronnen en bevraagde instellingen

Literatuur

Aldred, Katherine (2007). “Beware of vishing”. RCMP Gazette (69)1: 5.

Althoff, Martina en Willem de Haan (2006). Criminaliteitspatronen en criminele carrières van asiel-zoekers. Den Haag: Elsevier.

Anton, Philip S., Richard Silberglitt, James Schneider (2001). The Global technology revolution: Bio/Nano/Materials Trends and Their Synergies with Information Technology by 2015. Santa Moni-ca, CA; Arlington, VA: Rand.

Bakas, Adjiedj (2005). Megatrends Nederland. Schiedam: Scriptum.

Bauman, Zygmunt (2006). Liquid Times: Living in an Age of Uncertainty. Cambridge: Polity.

De Beer, P.T. en C.J.M. Schuyt (red.) (2004). Bijdragen aan waarden en normen. Den Haag: WRR.

Boerman, F. & Mooij, A. (2006). Vervolgstudie Nationaal dreigingsbeeld: nadere beschouwing van potentiële dreigingen en witte vlekken uit het Nationaal dreigingsbeeld 2004. Zoetermeer: KLPD – DNRI

Bonger, W.A. (1911). “Misdaad en socialisme. Tegelijk een bijdrage tot de studie der criminaliteit in Nederland.” Heruitgave in: W.A. Bronger. Verspreide geschriften I. Amsterdam: de Arbeiderspers, 1950.

Boutellier, Hans, Pieter Ippel en Sima Nieborg (2005). ‘Veiligheid gegarandeerd’ en ‘Privacy gered’. Twee voorstelbare toekomstbeelden in Nederland anno 2030. Utrecht: Verwey-Jonker Instituut.

Buerger, Michael E. (2007). “Third-Party Policing: Futures and Evolutions”. Pp. 452-486 in: Schafer, Joseph A. (Ed.). Policing 2020: Exploring the Future of Crime, Communities, and Policing. Quantico, VA: FBI Academy.

Buerger, Michael E. and Lorraine Green Mazerolle (1998). “Third-Party Policing: A Theoretical Analysis of an Emerging Trend.” Justice Quarterly 15: 302-327.

Burruss, George (2007). “Crime in 2020”. Pp. 104-132 in: Schafer, Joseph A. (Ed.). Policing 2020: Exploring the Future of Crime, Communities, and Policing. Quantico, VA: FBI Academy.

Clarke, R. V. and M. Felson (Eds.) (1993). Routine Activity and Rational Choice. Advances in Crimi-nological Theory, Vol 5. New Brunswick, NJ: Transaction Books.

Conway, M. (2006). “Terrorist Use of the Internet and Fighting Back.” Information & Security: An International Journal (19): 9-30.

Criminaliteitsrelevante factoren uit eerste en tweede GDR-sessie ten behoeve van NDB. (2003) Intern werkdocument DNRI.

Dexter (2006). Ontwikkelen van toekomstscenario's. www://fondspgo.nl.

DNRI (2005). Mensensmokkel in beeld 2002 – 2003. Zoetermeer: DNRI.

DNRI (2006) Projectvoorstel Nationaal dreigingsbeeld 2008 versie 2. 19 december 2006. Zoeter-meer: DNRI.

Dupuis, Benoît (2004). “Rondtrekkende dadergroeperingen. De zon komt op in het Oosten…”. Inforevue juni 2004.

Duyne, Petrus C. van, Almir Maljevic, Maarten van Dijck, Klaus von Lampe, James L. Newell (Eds.) (2006). The Organisation of Crime for Profit: Conduct, Law and Measurement. Nijmegen: Wolf Le-gal Publishers.

Felson, Marcus (2006). Crime and Nature. Thousand Oaks, CA: Sage.

Fortuin, Kees en Peter van der Graaf (2006). De stad verhaalt van de stad. Rotterdamse lokale identiteit en cultuur als hulpbron. Utrecht: Verwey-Jonker Instituut.

Groen, J. en Kranenberg, A. (2006). Strijdsters van Allah: Radicale moslima's en het Hofstadnet-werk. Amsterdam: Meulenhoff.

Page 61: Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren · 2017. 2. 7. · Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren 6 1 Inleiding 1.1 Doel en totstandkoming

Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren

61

Gunther Moor, Lodewijk en Roy Johannink (2006). Tegenhouden van mobiel banditisme. Dor-drecht: SMVP.

Harmes, Adam (2002). “The trouble with hedge funds”. Review of Policy Research 19(1): 156–176.

Heal, Charles ‘Sid’, Thomas Cowper, Andreas Olligschlaeger (2006) “Law Enforcement Technology 2015”. Pp. 25-35 in: Buerger, Michael. Homeland Security, 2015: A Series of Working papers from the Futures Working Group. Quantico, VA: FBI Academy.

Klapwijk, R.M. en V. van Rij (2005). Horizonscan: 10 clusters van problemen en kansen. www.horizonscan.nl.

Klerks, Peter, Marcel Scholtes, Carla van Meurs (2001). Particuliere recherche in Nederland. Werk-wijzen en informatiestromen. Lelystad: Vermande.

Klerks, P.P.H.M., C.J.E. In 't Velt, A.Ph. van Wijk, M.M.E.A. Scholtes, P.S. Nijmeijer, J.G.M. van der Velde (2002). De voorhoede van de opsporing. Evaluatie van de kernteams als instrument in de aanpak van zware georganiseerde criminaliteit. S.l.: Reed Business Information.

Klerks, Peter en Marnix Eysink Smeets (2005). Particuliere recherche: uitbreiding van de wet? A-peldoorn: Politieacademie; ES&E Interim.

Korps Landelijke Politiediensten/Dienst Nationale Recherche (S.a.). Begrippen en definities beho-rende bij het Criminaliteitsbeeld 2005. Driebergen: KLPD/DNR.

Korps Landelijke Politiediensten/Dienst Nationale Recherche Informatie (2004). Nationaal drei-gingsbeeld zware of georganiseerde criminaliteit. Een eerste proeve. Zoetermeer: KLPD/DNRI.

Korps Landelijke Politiediensten/Dienst Nationale Recherche Informatie (2006). Opsporingsonder-zoeken naar georganiseerde criminaliteit in Nederland in 2005-2006. Nederlandse bijdrage aan het Europese dreigingsbeeld georganiseerde criminaliteit 2007. Vertrouwelijk. Zoetermeer: KLPD/DNRI.

Korte, Annemieke de, Elisabeth Kroon, Arlette Pikaart (2003). “Onderweg naar morgen”. Maat-schappelijke trends als basis voor innovatie. Delft; TNO Telecom. https://doc.telin.nl/dscgi/ds.py/Get/File-38748/Deliverable_211.pdf

Kuppens, Jos, Edo de Vries Robbé, Ilse van Leiden en Henk Ferwerda (2006). Zware jongens op de weg. Een onderzoek naar georganiseerde diefstal in de wegtransportsector. Arnhem: Advies- en Onderzoeksgroep Beke.

Laan, F.J. van der & A.W. Weenink (2005). Eindrapportage van het Project Polaris: mobiel bandi-tisme uit Polen en Litouwen. Zwolle: KLPD/DNR.

Landeskriminalamt Nordrhein-Westfalen (2004). Analyse zum Gefährdungspotenzial Organisierte Kriminalität. Düsseldorf: Landeskriminalamt NRW.

Landeskriminalamt Nordrhein-Westfalen (2006). Analyse zum Gefährdungspotenzial Organisierte Kriminalität. Strategische Umfeldfaktoren 2006 – 2011. Düsseldorf: Landeskriminalamt NRW.

Leistra, Gerlof (2006). “De opkomst van de gangstermeisjes”. Elsevier 8 juli 2006.

Levin, Bernard H. and Carl J. Jensen III (2006). “Homeland Security in 2015”. Pp. 10-28 in: Buer-ger, Michael (Ed.). Homeland Security, 2015: A Series of Working Papers from the Futures Working Group. Washington, DC: U.S. Department of Justice, Federal Bureau of Investigation.

McFaul, T. R. (2006). “Religion in the Future Global Civilization.” The Futurist 40 (5): 30-38, Sep-tember-October

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties (2005). Strategische-Kennisagenda van BZK 2005 / 2006. Den Haag: Ministerie BZK

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties (2007). Interne notitie onderzoekspro-grammering in BR, d.d. 28 februari 2007. Den Haag: Ministerie BZK.

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties (2006). International Conference ‘Gov-ernment-wide Strategic Analysis september 2006’. Den Haag: Ministerie BZK.

Ministry of Defence/Development, Concepts and Doctrine Centre (2007). “The DCDC Global Strate-gic Trends Programme 2007-2036”. London: Ministry of Defence.

www.mod.uk/NR/rdonlyres/5CB29DC4-9B4A-4DFD-B363-3282BE255CE7/0/strat_trends_23jan07.pdf

Page 62: Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren · 2017. 2. 7. · Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren 6 1 Inleiding 1.1 Doel en totstandkoming

Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren

62

Morselli, Carlo (2005). Contacts, Opportunities, and Criminal Enterprise. Toronto; et cetera.: Uni-versity of Toronto Press.

Nationale ombudsman (2007). ‘Regel is regel’ is niet genoeg. Verslag van de nationale ombudsman over 2006. Den Haag: Sdu.

Nelen, Hans (2006). “Georganiseerde misdaad en de voorspelbaarheid van risico’s.” Tijdschrift voor Criminologie 48 (3): 305-308.

Nimwegen, Nico van en Ingrid Esveldt (red.) (2006). Bevolkingsvraagstukken in Nederland anno 2006. Grote steden in demografisch perspectief. Den Haag: NIDI.

OCTA (2006). EU Organised Crime Threat Assessment 2006. Den Haag: Europol.

OCTA (2007). EU Organised Crime Threat Assessment 2007. Den Haag: Europol.

Oosterhout, Bart van. "Hoe gevaarlijk is private equity?". Intermediair 5 september 2006.

Platform Bijzondere Opsporingsdiensten (2007). Fraude in beeld. Den Haag: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Raedt, Eddy de & Annie Moulin (2005). “Reizen om te stelen… Logboek van het project ‘rondtrek-kende dadergroeperingen’ (deel III)”. Politiejournaal – Politieofficier (7) september 2005.

Roest, Frans (2006). Beleggen in gebakken lucht. Een samenvatting van een studie naar de type-rende kenmerken van grensoverschrijdende georganiseerde (mega)zwendels in beleggingsproduc-ten. Den Haag; Functioneel Parket.

Rogge, H.W. von (2005). “Strategische Analysen zur Planung der Kriminalitätsbekämpfung.” Krimi-nalistik 3: 140 – 143.

Römgens, Ben (2002). Cursus ‘Scenario denken’. Utrecht: CIBIT Adviseurs/Opleiders.

Schultz, Jerome, Milan Mrksich, Sangeeta N. Bhatia, David J. Brady, Antonio J. Ricco, David R. Walt, Charles L. Wilkins (2004). WTEC panel on International R&D in Biosensing. Final Report. Baltimore, MD: WTEC. http://wtec.org/biosensing/biosensing-final.pdf

Sherden, William A. (1998). The Fortune Sellers: The Big business of Buying and Selling Predic-tions. New York: Wiley.

SOCA (2006). The United Kingdom Threat Assessment of Organised Crime. S.l.: Serious Organised Crime Agency.

Sociaal en Cultureel Planbureau (2004). In het zicht van de toekomst. Sociaal en Cultureel Rapport 2004. Den Haag: SCP.

Sociaal en Cultureel Planbureau (2006). Investeren in vermogen. Sociaal en Cultureel Rapport 2006. Den Haag: SCP.

Spapens, Toine (2006). Interactie tussen criminaliteit en opsporing. De gevolgen van opsporings-activiteiten voor de organisatie en afscherming van xtc-productie en -handel in Nederland. Antwer-pen; Oxford: Intersentia.

Stuurgroep Samen werken aan Veiligheid (2006). Veiligheid als bestuurlijke opdracht. Dordrecht: SMVP.

United States General Accounting Office (2007). Forces That Will Shape America’s Future: Themes from GAO’s Strategic Plan 2007-2012. Washington, DC: GAO.

Uskali, Turo (2005). “Paying Attention to Weak Signals; The Key Concept for Innovation Journal-ism.” Innovation Journalism Vol. 2 No. 11.

Vander Beken, Tom (2004). “Risky business: A risk-based methodology to measure organized crime.” Crime, Law & Social Change 41: 471-516.

Vedder, Anton, Leo van der Wees, Bert-Jan Koops en Paul de Hert (2007). Van privacyparadijs tot controlestaat? Misdaad- en terreurbestrijding in Nederland aan het begin van de 21ste eeuw. Den Haag; Rathenau Instituut.

Vos, André de (2007). “De onzichtbare Chinese bedrijfsspion”. Fem Business 13 januari 2007.

Wijck, Peter van, Richard de Wit, Ruther Kroon en Rozemarijn van der Lee (2007). Justitie over morgen: scenario’s en strategieën voor 2015. Den Haag: Ministerie van Justitie

Wilde, R. de (2000). De voorspellers. Een kritiek op de toekomstindustrie. Amsterdam: De Balie.

Page 63: Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren · 2017. 2. 7. · Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren 6 1 Inleiding 1.1 Doel en totstandkoming

Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren

63

Wood, D. M. (Ed.) (2006). A Report on the Surveillance Society for the Information Commissioner by the Surveillance Studies Network. www.privacyconference2006.co.uk/index.asp?PageID=10

Internetbronnen

feed://seekingalpha.com/by/symbol/fnm/feed

http://en.wikipedia.org

http://futureimperative.blogspot.com

http://mediatheek.politieacademie.nl

http://statline.cbs.nl

www.21minuten.nl

www.andereoverheid.nl

www.calre.eu

www.dexter.nl

www.horizonscan.nl

www.ipcc.ch

www.policefuturists.org

www.scenariodenken.nl

www.sociaalvitaalplatteland.nl

Respondenten

Algemene Inlichtingen en Veiligheidsdienst

Autoriteit Financiële Markten

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Ministerie van Justitie

Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut

Rathenau Instituut

Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst

Universiteit Wageningen

Verbond voor Verzekeraars

Verwey-Jonker Instituut

VNO-NCW

Twee groepssessies met in totaal circa 20 medewerkers van de KLPD/DNR en KLPD/DNRI

Page 64: Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren · 2017. 2. 7. · Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren 6 1 Inleiding 1.1 Doel en totstandkoming

Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren

64

Trefwoordenregister ‘Ponzi scheme’, 17 Aandelenbeurzen, 32 aanpak van georganiseerde criminaliteit, 16 accountancy, 34 accountants, 47 advocatuur, 34 Afghanistan, 31 AFM, 16, 28, 29, 30, 32, 33, 38, 40, 46, 47,

48 Afrika, 31, 59 afscherming, 19, 20, 31 Afscherming, 16, 46 afvalverwerking, 50 AIVD, 14, 19, 21, 22, 23, 24, 25, 26, 29, 32,

33, 40, 44, 46, 47, 55, 58 allochtonen, 55 Althoff, 57 amfetaminen, 48 andersglobalisering, 12 androgyn, 26 Anton, 49 arbeidsmarkt, 29 arbeidsmoraal, 29 Armoede, 59 asielmigranten, 57 authenticiteit, 11 autodiefstallen, 30 autonomie, 11 Aydin, Halise, 17 Aziaten in toerisme, 22 Azië, 58 Bakas, 19, 22, 55 Balkan, 31, 57 basisscholen, 57 Bauman, Zygmunt, 11 bedrijfsspionage, 46, 49 Bedrijfsspionage, 32 beeldvorming, 20 Beer, de, 25 belangengroepen, 41 beleggingsfraude, 28 België, 22 berovingen, 56 beschermde gemeenschappen, 23 besmettelijke ziekten, 24 bestrijdingsfactor, 16 beveiligingscamera's, 23 bevolkingsgroepen, 55 Bevolkingsopbouw, 58, 60 bijgeloof, 24 bijzondere opsporingsdiensten, 14 biodiversiteit, 53 biometrie, 59 Biometrie, 47 Biometrische, 47 Biosensing-technologie, 47 biotechnologie, 49, 52 blogs, 42 boerka’s, 19 Boerman, 20, 21 Boerman, Frank, 17 Bonger, 29

botnets, 21 Boutellier, 23 Boutellier, Hans, 13 bovenwereld, 33 brandstofdiefstal, 51 Brazilië, 30 breedband, 44 bronnen, 15 Buerger, 39 buitenboordmotoren, 22 buitenlandse producten, 19 bureaucratie, 36 Burruss, 8, 14 car-jacking, 46 carousselfraude’, 17 carrouselfraudes, 28 Centraal Justitieel Incassobureau, 38 chantage, 24 chatboxen, 20 chemische markers, 46 China, 29, 30, 32 China-towns, 22 Chinese bedrijven, 22 clickfraude, 21 cocaïnesmokkel, 16 cohesie, 59 cohesie, sociale, 25 communicatietechnologieën, 20 computerservicebranche, 46 computervirussen, 23 concurrentiepositie, 32 conformiteit, 11 conjunctuur, 29 consumptiepatronen, 11 contrastrategieën, 22 controles, 38 Convergentie van media, 45 Converging Technologies, 48 Conway, 44 corporate governance, 33 corruptie, 30 corruptiebestrijding, 36 cosmetische technologie, 48 Criminaliteitsbeeld, 14 criminaliteitsdriehoek, 14 criminaliteitsrelevante factor, 10 criminaliteitsrelevante factoren, 7 culturele diversiteit, 18 cyberspace, 19 databestanden, 45 datamining, 45 decentralisering, 35 definitie CRF, 7 Dematerialisering, 12 Demografische macro- en mesotrends, 55 demoniseren, 20 derde wereld, 59 deregulering, 37 desinformatie, 20, 48 Desk research, 14 deviante gelegenheidsstructuren, 19 Dexter, 19, 33, 36, 47, 55, 58

Page 65: Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren · 2017. 2. 7. · Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren 6 1 Inleiding 1.1 Doel en totstandkoming

Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren

65

diefstallen van auto’s, 22 Dienst Nationale Recherche, 41 Dierenwelzijn, 53 differentiële associatie, 19 Digibeten, 21 digitale kloof, 21 directed energy, 49 discriminatie, 29 diversiteit, 18, 55 DNR, 15 DNRI, 15 dreigementen, 48 dualisme, 36 Duitsland, 22 Dupuis, 22 duurzaam ondernemen, 50 duurzaamheid, 33 Duyne, van, 9, 33 Ecologische macro- en mesotrends, 50 Economische macro- en mesotrends, 27 e-cultuur, 19 eenoudergezinnen, 60 eenpersoonshuishoudens, 60 effectiviteit, 16 electromagnetic-pulse weapons, 49 emigratie, 55 enclavevorming, 55, 58 encryptie, 20 Esveldt, 57, 60 Europese Unie, 30, 35, 36 Europol, 14 Extrapolatie, 8 facilitators, 33 Failed states, 31 falsificaties, 47 farmaceutica, 24 farmacie, 52 FBI, 14 Felson, 9 feminisering, 12 Feminisering, 25 Flexibilisering, 11 food-engineering, 52 Fortuin, 56 Fortuyn, Pim, 39 fraude, 32, 36, 47, 48 Fraude in beeld, 28, 38 Fraude in Beeld, 38 Fraude in Beeld’, 14 fraudeconstructies, 44 frontstores, 48 fundamentalisme, 24 Futures Working Group, 14 GAO, 24, 29, 31, 32, 44, 47, 48, 49, 59 gated communities, 55, Zie Beschermde

gemeenschappen geboortecijfer, 55 gedoogbeleid, 39 gedoogcultuur, 11 gedragsprofilering, 47 geïmproviseerde explosieven, 41 geneesmiddelen, 24 genetische manipulatie, 52 genotsmiddelen, nieuwe, 49

Gerechtelijke politie, 22 geweld, 21, 23 geweldgebruik, 19, 40, 56 gezinsbanden, 60 gezondheidszorg, 24 Globalisering, 29 Graaf, van der, 56 graaicultuur, 27 Grapendaal, Martin, 17 grenscontroles, 28 Gress, 30 groei dataverkeer, 43 Groen, 24, 26, 40, 58 groepsidentiteiten, 19 grondstoffenschaarste, 51 Gunther Moor, 22 Haan, de, 57 Handhavingsbeleid, 38 handhavingstrategie, 38 Harmes, 32 harmonisatie van wetgeving, 37 Heal, 45, 46, 47 hebzucht, 13 Hedgefondsen, 31 heling, 44 home-jacking, 46 Hond, Maurice de, 44 hoofdtrends, 10, 11 horizontale fraude, 17 Human Enhancement, 48 identiteit, 19, 56 Identiteit, 47 identiteitsgegevens, 21 IED, 41 illegalen, 56 imagoschade, 20 immigratie, 37 Immigratie, 55, 57 incidentenpolitiek, 42 India, 30, 32 individualisering, 33, 59 Individualisering, 10, 11 Infodrome, 19 Informalisering, 10 informatielekken, 30 informatierevolutie, 19 informatiesamenleving, 20 Informatisering, 10 informele contacten, 32 informele economie, 37 infrastructuur, 23, 52 Integratie, 56 integratie van communicatienetwerken, 45 Integratiemonitor gemeente Amsterdam, 56 integriteit, 33 integriteitvraagstukken, 20 Intensivering, 10 Intensivering van toezicht en controle, 22 Intergovernmental Panel on Climate Change,

53 internationale handel, 37 internationalisering, 29 Internet, 24, 25, 41, 42, 44, 45, 48 internet communities, 19

Page 66: Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren · 2017. 2. 7. · Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren 6 1 Inleiding 1.1 Doel en totstandkoming

Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren

66

Internetbronnen (voor dit onderzoek) 64 internetgebruik, 44 internettelefonie, 20 Interviews, 15 IPCC, 53 Iran, 32, 46 islam, 39, 56 Jensen, 48 jeugdige respondenten, 14 jihadisme, 40 Johannink, 22 jongeren, 40 kartelafspraken, 33 Kennis, 32 Khan, Abdul Qadeer, 32 klantgerichtheid, 36 Klapwijk, 19, 24, 25, 60 kleinschaligheid, 36 Klerks, 39 kliklijnen, 20 Klimaatsverandering, 53 koepelorganisaties, 41 koopkracht, 27, 59 koperleidingen, 51 Korte, de, 10, 19, 21, 22, 32, 33, 36, 37, 43,

45, 46, 51, 55, 57 Kranenberg, 24, 26, 40, 58 kritiek, 15 Kroatië, 30 Kuppens, 22 Laan, van der, 22 ladingdiefstallen, 21 Landeskriminalamt Nordrhein-Westfalen, 15,

19, 21, 24, 25, 29, 30, 36, 47, 51, 55, 59 Leeswijzer, 15 lege staat, 41 Leistra, 26 levensstijlen, 11 Levin, 48 Liberalisering, 37 lifestyle, 19 Literatuur (voor dit onderzoek) 61 Luddisme’, 48 maatschappelijk verantwoord ondernemen,

33 Macedonië, 30 Macrotrends, 12 marktperspectief, 13 marktwerking, 37 mate van waarschijnlijkheid, 14 materialisme, 24 Mazerolle, 39 media, 20, 33 Mediatheek, 15 mensensmokkel, 57 Mesotrends, 13 methoden, 13 microtrends, 10 Microtrends, 13 Midden-Oosten, 31 Migratie, 59 migratiedruk, 57 migratiesaldo, 58 milieubeheer, 50

miniaturisering en integratie van ICT, 47 ministerie van Binnenlandse Zaken en

Koninkrijksrelaties, 21, 23, 26, 29, 33, 37, 40, 42, 44

ministerie van Economische Zaken, 32 ministerie van Justitie, 15, 22, 28, 29, 36,

38, 39, 53, 54, 56 Ministerie van Justitie, 58 Ministry of Defence/DCDC, 14, 19, 24, 26,

29, 31, 32, 42, 46, 49, 51, 52, 53, 54, 59 misdaadjournalisten, 33 mobiel banditisme, 16, 21, 22 mobiliteit, 21 Mobiliteit, 21 Mondialisering, 12, 37 monitoren op afstand, 47 Mooij, 20, 21 Morselli, 9 moslims, 24 Moulin, 22 nanotechnologie, 48, 49 Nationaal Platform Criminaliteitsbeheersing,

42 Nationale ombudsman, 37 NCTB, 44 Near Field Communication, 47 netwerkeconomie, 32 neutraliseringstheorie, 28 New Age, 24 NFC, 47 NGO’s, 41 NIDI, 29, 57, 58, 59, 60 Nimwegen, van, 57, 60 nodale oriëntatie, 47 Noord-Korea, 32, 46 nucleaire technologie, 32, 46 OCTA, 14 onderwereld, 33 onderzoeksdomein, 7 ongedocumenteerden, 28 ontkerkelijking, 24 ontvolking, 36 ontwijkingsgedrag, 16, 39, 46 ontwijkingstechnologie, 51 onveiligheidsgevoelens, 22 Oosterhout, van, 32 Oost-Europa, 57 Oost-Europese daders, 22 Oost-Europese lidstaten, 30 opdracht, 7, 63 openbaar ministerie, 39 Opleidingsniveau, 57 oplichting, 21 ouderen, 21 over-assertieve burgers, 11 overvallen, 46 Pakistan, 32 pandemieën, 24 PESTEL, 8 phishing, 21, 47 piramidespelen, 28 platteland, 36 Polarisatie, 39 Polen, 58

Page 67: Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren · 2017. 2. 7. · Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren 6 1 Inleiding 1.1 Doel en totstandkoming

Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren

67

politiebeleid, en politiek, 40 Politieke macro- en mesotrends, 35 politiële aansturing, 40 Politiemonitor, 23 portable elektronica, 47 PPS, 41 Prestatiecontracten, 40 prestatiesturing, 40 prioriteitsstelling, 16 privacy, 23, 45, 47 privatisering, 37 probleemwijken, 58 profielen, 38 proliferatie, 32 Proliferatie, 46 publiek-private samenwerking, 39 Publiek-private samenwerking, 41 R&D-functie, binnen de politie, 14 radicaal rechts, 40 radicale stromingen in politiek, 40 Radicalisering, 40 radioactieve stoffen, 46 Radio-Frequency Identification, 47 Raedt, de, 22 Rathenau Instituut, 23, 24, 37, 45, 46, 47,

48, 49, 52 Rathenau-instituut, 49 recessie, 29 recreatie, 28, 58 regierol, 41 regionalisme, 36 relatieve deprivatie, 28 Religie, 24 research & development, 32 Respect, 23 Respondenten (voor dit onderzoek) 64 RFID, 45, 46, 47 Rij, van, 19, 24, 25, 60 risicofactoren, 13 risicosamenleving, 22 risicovermijding, 16 Roest, 17, 28 Rogge, 29, 40 Römgens, 20, 21 rondreizende dadergroepen, 21 Rotterdamse haven, 30 runaway technology, 49 SARS, 22 scenarioanalyses, 13 scenariostudie, 15 schaalvergroting, 31 schooluitval, 57, 58 schrootmetaal, 51 Schultz, 47 Schuyt, 25 scoringsdrift, 40 SCP, 23, 29, 30, 39, 56, 60 segregatie, 55, 58 seizoensmigratie, 58 SEPTED, 8 Serious and Organised Crime Agency, 15 Sessies, 15 Sherden, 8

SIOD, 16, 19, 25, 29, 30, 32, 33, 36, 37, 38, 41, 46, 47, 58

Skype. Zie Voice over IP slaapland, 60 SOCA, 9, 15, 19 Sociaal Cultureel Planbureau, 11 Sociaal en Cultureel Planbureau, 10 Sociaal-culturele macro- en mesotrends, 18 sociale tweedeling, 20 softdrugsbeleid, 39 spamming, 21 Spapens, 9 Spapens, Toine, 16 spionage, 32, 49 spiritualiteit, 12 Splijtstoffen, 46 Stichting Toekomstbeeld der Techniek, 43 stoer, 26 strafrechtelijk beleid, 39 straintheorie, 29 structuurregime, 33 Stuurgroep Samen werken aan Veiligheid, 38 subculturen, 19 subeconomieën, 58 Suriname, 31 symbiose, 33 synthetische drugs, 16 tagging, 45 Technologische macro- en mesotrends, 43 Technologisering, 11 tegenhouden, 22 tegentrends, 10, 11 terrorisme, 41, 46 Terrorisme, 25 terrorisme, angst voor, 23 Terugtredende overheid, 41 textmining, 45 theoretisch kader, 13 theorie, 15 theorievorming, 9 third parties, 39 TNO, 10 toegang tot kennis, 20 Toelatingsbeleid, 56 toerisme, 22 toezichthouders, 38 Tracking & tracing, 45, 46 transitkarakter, 52 transparantie, 23, 36 Transparantie, 39 transportondernemers, 22 tribalisering, 55 Turkije, 30 uitwisselen van informatie, 38 Universiteit Wageningen, 22, 28, 55 Urenco, 32 Uskali, 13 Vedder, 23, 45 veiligheid als thema, 22 veilingsites, 48 Verbond van Verzekeraars, 22, 23, 24, 28,

30, 31, 32, 34, 36, 38, 40, 41, 42, 46, 47, 48

Verenigde Staten, 29, 32, 49

Page 68: Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren · 2017. 2. 7. · Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren 6 1 Inleiding 1.1 Doel en totstandkoming

Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren

68

vergrijzing, 60 Vergrijzing, 12 verkeer, 29 verruwing, 11 verschillen tussen rijk en arm, 27 verstedelijking, 58, 59 vertrouwenscrisis, 37 vervoerssystemen, 50, 51 Verwevenheid van ‘onderwereld’ en ‘bovenwereld’, 33

verwevenheid van de ‘onder- en bovenwereld’, 16

Verwey-Jonker Instituut, 13, 19, 24, 40, 55, 56, 58

verzet, 48 verzet tegen controle, 23 videoconferencing, 44 Vijf I’s, 10 virtual reality, 44 virtuele wereld, 19, 45 vishing, 21 vloeibare samenleving, 11 VNO-NCW, 19, 22, 29, 30, 32, 33, 37, 41,

42, 44, 46, 47 voedselveiligheid, 52 Voedselveiligheid, 52 vogelpest, 22 Voice over IP, 20, 21 Vos, de, 32 vrijetijdsbesteding, 28 vrijheid, individuele, 23 vrijplaatsen, 31

vrouwelijke waarden, 25 Vrouwen, 58 vrouwenhandel, 30 waarden en normen, 25 waarneming op afstand, 45 wantrouwen, 20, 23, 36 wapenhandel, 31 weak signals benadering, 13 weblogs, 20, 44 Weenink, 22 welvaart, 27 welvaartsverdeling, 59 wereldbevolking, 59 werkloosheid, 29 West-Afrikaanse netwerken, 16 Wijck, van, 14, 15, 39 Wijn, Joop, 31 wij-zij denken, 56 Wilde, de, 8 winkeldiefstallen, 21 Wireless Local Area Networks, 20 Wit-Russen, 57 witwassen, 32 WODC-monitor, 14, 16 woninginbraken, 22 Wood, 47 YouTube, 42 zedenmisdrijven, 56 zeespiegelstijging, 53 zingeving, 12, 24 zwart geld, 28