Upload
others
View
4
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
Maat – SE-2 Thema 2 Parlementaire democratie 27-02-18
Maatschappijleer | Parlementaire democratie 5VWO Met op de laatste pagina een aantal schematische overzichten van de machtsverdeling
Rowan Duits – A5NTNG
§1: Wat is democratie?
Wat verstaan we onder politiek en waarin verschillen democratieën van dictaturen?
Vrede van Münster/Westfalen (1648): Afspraken voor einde aan verscheurende conflicten in
Europa. Het centraal stellen van een soevereine staat. (=een staat die op een bepaald gebied
met duidelijke grenzen het hoogste gezag uitoefent en het monopolie van
geweldsuitoefening heeft.) Thomas Hobbes
Politiek gaat over het maken van keuzes waaraan allen in een staat zijn gebonden. De keuzes
worden wettelijk vastgelegd. Meeste onderwerpen zijn in algemeen belang.
- Soms dilemma:
1. Snel efficiënt besturen, of;
2. Maximale participatie van burgers in politiek.
Democratie: “Het volk regeert”
Representatieve democratie: Het volk kiest vertegenwoordigers die de beslissingen nemen
en met een zekere regelmaat bij verkiezingen aan de bevolking verantwoording moeten
afleggen over hun beleid. (verdeeld onder Trias Politica)
Praktischer dan directe democratie omdat het makkelijker is om beslissingen te maken
met een kleine groep mensen.
Dictatuur: De drie machten (Trias Politica) zijn niet of nauwelijks gescheiden, maar zijn in handen van
een kleine groep mensen.
Ideologische dictaturen (bv. Cuba, Noord Korea) Communistische partij heeft alle macht
Indoctrinatie: de bevolking krijgt partijideologie met de paplepel ingegoten.
Religieuze dictaturen (voornamelijk Islamitische landen) = theocratie. De godsdienst is
verheven tot staatsideologie.
Militaire dictaturen (bv. Myanmar) Kwamen na WOII vooral voor in Midden- en Zuid
Amerika.
Democratie vs. dictatuur
Democratie Dictatuur
Individuele vrijheid Beperkte individuele vrijheid
Politieke grondrechten Nauwelijks politieke vrijheid
Politie en leger hebben wettelijk beperkte bevoegdheden
Dikwijls overheidsgeweld
Er bestaat onafhankelijke rechtspraak (Rechters staan los van parlement)
Geen onafhankelijke rechtspraak
Er bestaat persvrijheid Massamedia en kunstuitingen staan onder censuur van de overheid.
Maat – SE-2 Thema 2 Parlementaire democratie 27-02-18
§2: Politieke stromingen
Welke verschillende stromingen zijn er?
Ideologie: samenhangend geheel van ideeën over de mens en de gewenste inrichting van de
samenleving. Gaat vooral om twee aspecten;
Normen en waarden die voor iedereen in de samenleving zouden moeten gelden.
De gewenste sociaaleconomische verhoudingen van de samenleving. Rechtvaardige
verdeling van de welvaart. (Links/midden/rechts)
Politieke hoofdstromingen:
1. Liberalisme
Mensen zijn niet gelijk, maar wel gelijkwaardig (individuele vrijheid) Vrijheid,
verantwoordelijkheid en tolerantie. Vrijemarkteconomie het belangrijkst. Politiek rechts.
{VVD, PVV}
2. Socialisme
Vrijheid en gelijkwaardigheid. Men moet solidair zijn. [communisten, sociaal democraten]
Politiek links
{SP, PvdD, 50PLUS, PvdA, DENK, GroenLinks}
3. Confessionalisme
Politieke opvattingen gebaseerd op geloofsovertuiging. Organische staatsopvatting: de
samenleving is vergelijkbaar met een menselijk lichaam. Voornamelijk politiek midden.
{ChristenUnie, CDA, SGP}
Ontideologisering: het verdwijnen van ideologie als leidraad voor het politieke leven. Ontstaan
partijen die niet in traditionele ideologie passen.
1. Pragmatisme
Partijen zonder vaste uitgangspunten.
{D’66}
2. Ecologisme
Benadrukt wederzijdse afhankelijkheid van mensen en de natuurlijke omgeving.
{GroenLinks, PvdD}
3. Populisme
Geen specifieke ideologie. Nationalistisch.
Progressief: Vooruitstrevend.
Conservatief: Behoudend.
Maat – SE-2 Thema 2 Parlementaire democratie 27-02-18
§3: Politieke partijen
Welke politieke partijen zijn er in Nederland en wat willen ze?
One-issue partijen: Vertegenwoordigen maar één specifieke doelgroep, bv. 50 PLUS.
Antidemocratische partijen: hebben standpunten die in de strijd zijn met de rechtstaat.
Functies:
Integratie van ideeën: de wensen en eisen van veel mensen worden gebundeld tot één
publiek programma.
Articulatie: het verwoorden van wat er in de samenleving leeft en dat op de politieke agenda
zetten.
Informatie: Informeren van kiezers. Stimuleert vormen van eigen mening.
Participatie: Burgers interesseren om zelf actief aan de politiek deel te nemen.
Selectie van kandidaten: Selecteren kandidaten voor publieke functies zoals burgermeester,
Kamerlid of minister.
Ontwikkelingen:
Toename zwevende kiezers (laten de keuze en voor een partij afhangen van het moment en
vooral ook van de persoonlijkheid van de partijleiders.)
Dalende ledenaantallen. Partijen ontvangen minder contributie-inkomsten en hebben meer
moeite om geschikte kandidaten te vinden.
De komst en ontwikkeling van de EU zorgt voor vermindering van het nationaal politiek
bereik omdat de meeste regels in Brussel gemaakt worden.
Fractiediscipline: Er wordt een sterke drang uitgeoefend op fractieleden met een afwijkend
standpunt.
§4: Verkiezingen
Waarom stemmen mensen op een bepaalde politieke partij? En hoe leiden verkiezingen tot de
vorming van een kabinet?
Actief kiesrecht: Het recht om te kiezen
Passief kiesrecht: Het recht om gekozen te worden.
Mensen die niet de Nederlandse nationaliteit hebben, maar minstens 5 jaar in Nederland wonen
mogen uitsluitend deelnemen aan de gemeenteraadsverkiezingen.
Het Nederlandse kiesstelsel is gebaseerd op evenredige vertegenwoordiging, waarbij alle
uitgebrachte stemmen worden verdeeld over het beschikbare aantal zetels.
Coalitie: Een combinatie van verschillende partijen die gaan samenwerken op bestuurlijk
niveau.
Kabinet: Meteen na de Tweede Kamerverkiezingen wordt er begonnen met de vorming van
Maat – SE-2 Thema 2 Parlementaire democratie 27-02-18
een nieuw kabinet, bestaande uit ministers en staatssecretarissen.
Kiesdrempel: Een partij moet dan een minimumpercentage stemmen halen om mee te delen
in de zetels.
Districten –of meerderheidsstelsel: Hierbij wordt het land verdeeld in een aantal districten
(VS en Engeland). De kandidaat die in een bepaald district de meerderheid van de stemmen
haalt, wordt afgevaardigd voor het landelijk parlement.
Er zijn wel bepaalde voorwaarden om aan verkiezingen te mogen deelnemen:
Een vereniging oprichten;
Je moet je laten registreren bij de Kiesraad;
Een kandidatenlijst en 580 handtekeningen inleveren;
Een bedrag van ruim 11.000 euro betalen.
Door veel voorkeursstemmen te krijgen kunnen ook mensen die een lage onverkiesbare plaats op de
kandidatenlijst hebben, een zetel verwerven. Normaal kiezen de meeste mensen om te stemmen op
de lijstrekker.
Op basis van adviezen van de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer en de fractievoorzitters van
politieke partijen in de Tweede Kamer over welke partijen het beste een regering zouden kunnen
vormen benoemt de koningin een informateur. Deze onderzoekt welke combinatie van partijen de
meeste kans van slagen heeft.
Regeerakkoord: De hoofdlijnen van het beleid van het nieuwe kabinet worden opgenomen
in het regeerakkoord.
Als de informateur enkele partijen bij elkaar heeft gebracht brengt deze verslag uit aan de
koningin die dan een formateur benoemt: Iemand die daadwerkelijk het kabinet gaat
vormen van ministers en staatssecretarissen.
Het regeerakkoord wordt elk jaar bijgesteld en aangevuld in de troonrede, die de koningin
aan het begin van het parlementaire jaar in de Ridderzaal voorleest tijdens een speciale
gezamenlijke zitting van de Staten-Generaal (Eerste + Tweede Kamer).
Miljoenennota: Een samenvatting van de rijksbegroting.
Algemene beschouwingen in de Tweede Kamer: Hier leveren vooral de oppositiepartijen kritiek en
worden verzoeken ingediend. Uiteindelijk stemt de Kamer over alle plannen.
Als de economische groei anders blijkt uit te pakken wordt de miljoenennota bijgesteld. De eerste
bijstelling het de voorjaarsnota (derde woensdag in mei, ook wel gehaktdag genoemd).
Soms verbindt het kabinet zijn voortbestaan aan één voorstel, dat ze blijkbaar dan heel belangrijk
vinden. Als de Tweede Kamer dit verwerpt, biedt het hele kabinet zijn ontslag aan. Er zijn dan de
volgende opties:
1. Er wordt een nieuw kabinet gevormd door een benoemde informateur;
2. Vervroegde verkiezingen. Oude ministers blijven in functie totdat er een nieuw kabinet is
gevormd. (demissionair kabinet) Totdat er een nieuw kabinet gevormd is, blijven de oude
Maat – SE-2 Thema 2 Parlementaire democratie 27-02-18
ministers aan als demissionair kabinet: Zij mogen dan geen nieuwe plannen meer bedenken
en handelen. Ze werken alleen de lopende of spoedeisende zaken af.
§5: Regering en parlement
Wat is de verhouding tussen regering en parlement? En wie van beide heeft de meeste macht?
Regering: Deze heeft het dagelijks bestuur in handen (ministers en koningin).
Ministerraad: Gezamenlijke vergadering van de ministers.
Voor onderdelen van het takenpakket van een minister kunnen staatssecretarissen worden
aangesteld. De koningin is onschendbaar, maar ministers en staatssecretarissen kunnen op het matje
worden geroepen.
Ambtenaren werken voor een ministerie of departement waar een minister de leiding heeft.
Ambtenaren bereiden wetsvoorstellen voor en geven adviezen. Een minister zonder ministerie wordt
een minister zonder portefeuille genoemd.
De belangrijkste taken van de koningin zijn:
Het ondertekenen van alle wetten;
Het voorlezen van de troonrede op Prinsjesdag;
Het benoemen van ministers en (in)formateurs;
Het regelmatig overleg voeren met de minister-president over het kabinetsbeleid.
De koningin is niet verantwoordelijk voor alle wetten, ook niet voor de troonrede. In de troonrede
wordt terug –en vooruitgeblikt. De ministers bepalen de tekst.
De grote lijnen van het regeringsbeleid liggen vast in het regeerakkoord. Deze beleidslijnen worden
door ambtenaren uitgewerkt in wetsvoorstellen. Een wetsvoorstel gaat altijd eerst voor advies naar
de Raad van State.
Kijk voor “hoe een wet tot stand komt” in het handboek
De Tweede Kamer telt 150 leden, deze hebben twee taken:
- Ze zijn medewetgever:
• Stemrecht: De Tweede kamer kan wetsvoorstellen van de regering verwerpen of aannemen.
• Recht van amendement: De Tweede Kamer kan ook wijzigingen in een wetsvoorstel
aanbrengen.
• Recht van initiatief: De Tweede Kamer mag ook wetsvoorstellen indienen.
• Budgetrecht: De Tweede Kamer heeft het recht in en tussen de verschillende
begrotingsposten te schuiven.
Maat – SE-2 Thema 2 Parlementaire democratie 27-02-18
- Ze controleren de regering:
• Recht van motie: In een motie doet de Tweede Kamer een uitspraak. Je hebt motie van
treurnis, afkeuring en wantrouwen.
• Vragenrecht: De Tweede Kamer heeft het recht om vragen te stellen.
• Recht van interpellatie: Als een Kamerlid op korte termijn een specifiek onderwerp wil
bespreken kan hij een interpellatie of spoeddebat aanvragen.
• Recht van enquête: Dit geeft de Tweede Kamer de mogelijkheid zelfstandig een onderzoek in
te stellen als zij naar haar mening niet voldoende informatie krijgt of heeft gekregen.
Senaat = Eerste Kamer. Deze telt 75 leden. Dit is in tegenstelling tot de Tweede Kamer een
deeltijdfunctie. Ze vergaderen eenmaal per week. De taak van de Eerste Kamer is veel beperkter
omdat ze allen wetsvoorstellen mogen aannemen en verwerpen. De Eerste Kamer heeft wel het
recht om schriftelijke vragen te stellen, het recht van interpellatie.
Dualisme: Bestuurders zoals ministers kunnen geen lid zijn van het orgaan dat het controleert (1e en
2e kamer). De Trias Politica dus.
Kenmerkend voor de Nederlandse politiek is de bereidheid tot overleg en het sluiten van
compromissen. Dit wordt ook wel het poldermodel genoemd. De naam vindt zijn oorsprong in het
Akkoord van Wassenaar, dat in 1982 gesloten werd tussen werkgevers –en werknemersorganisaties.
Toen gingen werkgevers akkoord met minder werktijd en minder loon.
§6: Gemeente en provincie
Moeten gemeenten meer macht krijgen omdat ze dichter bij de bevolking staan?
Subsidiariteitsbeginsel: hogere instanties doen niet iets wat door lagere instanties kan worden
gedaan.
1. Elke provincie/gemeente heeft haar eigen problemen die soms lastig te vergelijken zijn en
die daarom het beste lokaal kunnen worden aangepakt.
2. Inwoners van verschillende provincies en gemeenten zullen mogelijkheden hebben om
politieke besluitvorming te beïnvloeden. Doordat lokale bestuurders dichter bij de burgers
staan kunnen zij makkelijker worden aangesproken.
Gemeente Provincie
Verantwoordelijkheid voor ordelijk verloop van het openbare leven in een gemeente.
Ruimtelijke ordening en milieu. Vertegenwoordigers zijn Provinciale Staten.
Gemeentes samenvoegen. Doel: Gemeentelijke kosten verlagen en de bestuurskracht van gemeente
vergroten.
Voor bestuur schema: zie laatste pagina.
Maat – SE-2 Thema 2 Parlementaire democratie 27-02-18
§8: Internationale politiek
Wat willen deze internationale organisaties bereiken?
Soevereiniteit van een land wordt ingeperkt bij internationale samenwerking. Het exclusieve recht
van een staat om zonder inmenging van buitenaf beslissingen te nemen vermindert.
Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) één markt voor kool en staal. Niemand wilde
oorlog en de strijd om grondstoffen was altijd een belangrijke oorzaak.
Europese Economische Gemeenschap (EEG) ging later vooral om economische samenwerking. De
landen schaften onderling de invoerrechten af en stemden wetgeving op elkaar af.
Aantekeningen EU:
Maat – SE-2 Thema 2 Parlementaire democratie 27-02-18
Machtsverdeling
regering en parlement Op basis van de huidige
situatie
Koning Willem Alexander, Prins
van Oranje-Nassau – Kabinet
Rutte III
Koning
Tweede Kamer
- Coalit
ie:
VVD
D’66
CU
CDA
Ministers
Eerste Kamer
De Nederlandse Senaat
Coalitie wijst ministers aan:
VVD, D’66, CDA, ChristenUnie
76 van 150 zetels
Overig: Oppositie
Controle Wetsvoorstel
Regering
Parlement
Kabinet
Staten-Generaal
Koninkrijk der
Nederlanden
Huidig:
Rutte III