8
Deutschland-Nederland Het magazine van het INTERREG programma Voordeuren zonder drempels, inloopdouches, antislip-vloerbedek- king, in hoogte verstelbare aanrech- ten en intelligente woningtechniek: de demografische veranderingen vergen een andere manier van denken waar het woonvormen en -functies betreft. Met het INTERREG- project ‘Wonen in beweging’ wordt daarom beoogd vraag en aanbod op het gebied van het wonen van de toekomst bij elkaar te brengen. Voor de Nederlands-Duitse samen- werking is daarbij een belangrijke rol weggelegd. De markt van het buur- land biedt aanbieders als architec- ten, bouwbedrijven en dienstver- leners nieuwe afzetmogelijkheden. Anderzijds kunnen de afnemers een keuze maken uit een groter aanbod. Een databank van bedrijven op de internetpagina van het project maakt het gemakkelijker contacten te leggen. Ook kan er nog veel van het buurland worden geleerd. In Nederland houden de woningcor- poraties zich niet alleen bezig met bouwkundige zaken, maar ook met sociale aspecten die de bewoners betreffen. “In Hengelo en Enschede is de gemeente in samenwerking met de woningcorporaties veel beter in staat de huurders te bereiken dan bijvoorbeeld op het platteland van het Münsterland of in de Landkreis Osnabrück, waar het veel moeilijker is om de individuele particuliere verhuurders aan te spreken”, aldus Heidi Bülow van de Handwerkskam- mer Münster. De als projectpartner hebben gemeentelijke actie- en communica- tiestrategieën ontwikkeld. Zo wordt in de Landkreis Osnabrück prakti- sche ondersteuning in de vorm van een mobiel woonadvies geleverd. Daarnaast is in het kader van het pro- ject een vast samenwerkingsverband tussen de Nederlandse partner Diafa- an en de beide Duitse partners ISFM en Caritas Osnabrück ontstaan. Deze drie organisaties geven gezamenlijk uitvoering aan het praktijkproject “Assistive Technology”. De bedoeling is dat gebruikers in de toekomst nog intensiever worden voorgelicht over vraaggericht wonen want “dit onderwerp wordt nog altijd vooral geassocieerd met ouderdom en ziekte”, zo legt Heidi Bülow uit. Maar jonge gezinnen kunnen bij het bouwen van een huis meteen al met een vooruitziende blik plannen. Project effent weg voor wonen van de toekomst Beste lezers, Bijna exact vier jaar geleden ging het INTERREG-programma Deutschland-Nederland van start. Sindsdien is er veel gebeurd. Tussen Noordzee een Neder-Rijn worden meer dan 90 grensover- schrijdende projecten uitgevoerd. Dat er achter dit getal concrete ontwikkelingen en successen schuilgaan, was tijdens het evenement “INTERREG in NRW” op 1 december in Düsseldorf te zien. Op uitnodiging van de NRW-Europaministerin (minister van Europese zaken) Dr. Angelica Schwall-Düren presenteerden een aantal projecten in Düsseldorf hun resultaten. Daarvoor was veel belangstelling – niet alleen van de minister maar ook van de overige, bijna 230 bezoekers. In deze bijzondere uitgave van het magazine “Deutschland- Nederland” vindt u enkele voorbeelden van succesvolle projecten. Zij geven een indruk van de veelzijdigheid van het programma en laten zien welke enorme mogelijkheden de gren- soverschrijdende samenwerking – ook in de toekomst – kan bieden. Wij wensen u veel leesplezier! De redactie www.deutschland-nederland.eu december 2011 | 10 I I Speciale uitgave Nieuwe wegen inslaan in de voedingsbranche De voedingsbranche behoort tot de structureel meest belangrijke branches in het Nederlands-Duitse grensgebied. De kerngedachte van FOOD Future is om voor onderne- mingen uit de voedingsbranche in het Nederlands-Duitse grensgebied een instrument beschikbaar te stel- len en op die manier een bijdrage te leveren aan de innovatiekracht van deze bedrijven en hun deelname aan innovatieve activiteiten. Bovendien moet de samenwerking van bedrij- ven en toegepaste onderzoeksinstel- lingen worden versterkt en daarmee de ontwikkeling van innovatie in de bedrijven worden ondersteund. Concreet staan er vakinterviews, adviesgesprekken over innovatie, haalbaarheidsstudies, transfer- en innovatieprojecten op de activitei- tenlijst. Het doel is om producten en dienstverlening tot stand te brengen, die het de mensen gemakkelijker maakt om comfortabeler, beter en gezonder te leven. Dit jaar organiseerden de project- partners onder andere een “FOOD Future Day”. Circa 400 deelnemers lieten zich informeren over “Innova- tie in de voedingsbranche”. In het kader van het project worden bovendien diverse workshops aangeboden. De deelnemers aan de workshop “Sensortechnologie in de middenstand – een nieuwe methode om sensorische capaciteiten van medewerkers te controleren” konden zelf uitproberen hoe fijn de eigen neus, de eigen smaak- en tastzin zijn. Een andere zuil is het adviseren van ondernemingen bij product- en pro- cesontwikkelingen. Een Nederlandse onderneming ontwikkelde een volledig nieuw marinadeproduct. Na een innovatieadvies lag het ont- wikkelingspotentieel op tafel. In een haalbaarheidsstudie werden concre- te concepten voor oplossingen tot stand gebracht ter verbetering van bedrijfsinterne processen en uitein- delijk gerealiseerd. “Onlangs zijn we samen met twee Duitse onderne- mingen een innovatieproject gestart en kunnen we hier van de know-how van de betrokken ondernemingen en kennisinstellingen profiteren”, zegt Jurrie Rötgers, directeur van Van Ruiten Food, verheugd over de ges- laagde uitvoering van het project. Naam: FOOD Future Leadpartner: DIL e.V. Totale kosten: € 10.974.353 EU bijdrage: € 4.938.459 Het project Naam: Wohnen im Wandel Leadpartner: Handwerkskammer Münster Totale kosten: € 2.076.272 EU bijdrage: € 989.966 Het project Drempelvrij wo- nen is niet alleen voor ouderen van belang. Het is verstandig om prospectief te plannen. Het mobile woon- advies verstrekt informatie over de toekomst van het wonen. Magazine kostenloos abonneren: www.deutschland-nederland.eu

Magazine "Deutschland-Nederland" | december 2011 (NL)

Embed Size (px)

DESCRIPTION

In dit tweetalige magazine vindt u informatie en achtergronden over lopende grensoverschrijdende projecten in het INTERREG IV A-programma Deutschland-Nederland. Bovendien informeert het magazine over technische en actuele ontwikkelingen van het subsidieprogramma.

Citation preview

Page 1: Magazine "Deutschland-Nederland" | december 2011 (NL)

Deutschland-NederlandHet magazine van het INTERREG programma

Voordeuren zonder drempels, inloopdouches, antislip-vloerbedek-king, in hoogte verstelbare aanrech-ten en intelligente woningtechniek: de demografische veranderingen vergen een andere manier van denken waar het woonvormen en -functies betreft. Met het INTERREG-project ‘Wonen in beweging’ wordt daarom beoogd vraag en aanbod op het gebied van het wonen van de toekomst bij elkaar te brengen.Voor de Nederlands-Duitse samen-werking is daarbij een belangrijke rol weggelegd. De markt van het buur-land biedt aanbieders als architec-ten, bouwbedrijven en dienstver-leners nieuwe afzetmogelijkheden. Anderzijds kunnen de afnemers een keuze maken uit een groter aanbod.

Een databank van bedrijven op de internetpagina van het project maakt het gemakkelijker contacten te leggen. Ook kan er nog veel van het buurland worden geleerd. In Nederland houden de woningcor-poraties zich niet alleen bezig met bouwkundige zaken, maar ook met sociale aspecten die de bewoners betreffen. “In Hengelo en Enschede is de gemeente in samenwerking met de woningcorporaties veel beter in staat de huurders te bereiken dan bijvoorbeeld op het platteland van het Münsterland of in de Landkreis Osnabrück, waar het veel moeilijker is om de individuele particuliere verhuurders aan te spreken”, aldus Heidi Bülow van de Handwerkskam-mer Münster.

De als projectpartner hebben gemeentelijke actie- en communica-tiestrategieën ontwikkeld. Zo wordt in de Landkreis Osnabrück prakti-sche ondersteuning in de vorm van een mobiel woonadvies geleverd. Daarnaast is in het kader van het pro-ject een vast samenwerkingsverband tussen de Nederlandse partner Diafa-an en de beide Duitse partners ISFM en Caritas Osnabrück ontstaan. Deze drie organisaties geven gezamenlijk uitvoering aan het praktijkproject “Assistive Technology”.De bedoeling is dat gebruikers in de toekomst nog intensiever worden voorgelicht over vraaggericht wonen want “dit onderwerp wordt nog altijd vooral geassocieerd met ouderdom en ziekte”, zo legt Heidi Bülow uit. Maar jonge gezinnen kunnen bij het bouwen van een huis meteen al met een vooruitziende blik plannen.

Project effent weg voor wonen van de toekomst Beste lezers,

Bijna exact vier jaar geleden ging het INTERREG-programma Deutschland-Nederland van start. Sindsdien is er veel gebeurd. Tussen Noordzee een Neder-Rijn worden meer dan 90 grensover-schrijdende projecten uitgevoerd. Dat er achter dit getal concrete ontwikkelingen en successen schuilgaan, was tijdens het evenement “INTERREG in NRW” op 1 december in Düsseldorf te zien. Op uitnodiging van de NRW-Europaministerin (minister van Europese zaken) Dr. Angelica Schwall-Düren presenteerden een aantal projecten in Düsseldorf hun resultaten. Daarvoor was veel belangstelling – niet alleen van de minister maar ook van de overige, bijna 230 bezoekers.In deze bijzondere uitgave van het magazine “Deutschland-Nederland” vindt u enkele voorbeelden van succesvolle projecten. Zij geven een indruk van de veelzijdigheid van het programma en laten zien welke enorme mogelijkheden de gren-soverschrijdende samenwerking – ook in de toekomst – kan bieden.Wij wensen u veel leesplezier!

De redactie

w w w. d e u t s c h l a n d - n e d e r l a n d. e u december 2011 | 10

II

Speciale uitgave

Nieuwe wegen inslaan in de voedingsbrancheDe voedingsbranche behoort tot de structureel meest belangrijke branches in het Nederlands-Duitse grensgebied. De kerngedachte van FOOD Future is om voor onderne-mingen uit de voedingsbranche in het Nederlands-Duitse grensgebied een instrument beschikbaar te stel-len en op die manier een bijdrage te leveren aan de innovatiekracht van deze bedrijven en hun deelname aan innovatieve activiteiten. Bovendien moet de samenwerking van bedrij-ven en toegepaste onderzoeksinstel-lingen worden versterkt en daarmee de ontwikkeling van innovatie in de bedrijven worden ondersteund. Concreet staan er vakinterviews,

adviesgesprekken over innovatie, haalbaarheidsstudies, transfer- en innovatieprojecten op de activitei-tenlijst. Het doel is om producten en dienstverlening tot stand te brengen, die het de mensen gemakkelijker maakt om comfortabeler, beter en gezonder te leven. Dit jaar organiseerden de project-partners onder andere een “FOOD Future Day”. Circa 400 deelnemers lieten zich informeren over “Innova-tie in de voedingsbranche”. In het kader van het project worden bovendien diverse workshops aangeboden. De deelnemers aan de workshop “Sensortechnologie in de middenstand – een nieuwe methode

om sensorische capaciteiten van medewerkers te controleren” konden zelf uitproberen hoe fijn de eigen neus, de eigen smaak- en tastzin zijn. Een andere zuil is het adviseren van ondernemingen bij product- en pro-cesontwikkelingen. Een Nederlandse onderneming ontwikkelde een volledig nieuw marinadeproduct. Na een innovatieadvies lag het ont-wikkelingspotentieel op tafel. In een haalbaarheidsstudie werden concre-te concepten voor oplossingen tot stand gebracht ter verbetering van bedrijfsinterne processen en uitein-delijk gerealiseerd. “Onlangs zijn we samen met twee Duitse onderne-mingen een innovatieproject gestart

en kunnen we hier van de know-how van de betrokken ondernemingen en kennisinstellingen profiteren”, zegt Jurrie Rötgers, directeur van Van Ruiten Food, verheugd over de ges-laagde uitvoering van het project.

Naam: FOOD Future

Leadpartner: DIL e.V.

Totale kosten: € 10.974.353

EU bijdrage:€ 4.938.459

H e t p r o j e c t

Naam: Wohnen im Wandel

Leadpartner: Handwerkskammer Münster

Totale kosten: € 2.076.272

EU bijdrage:€ 989.966

H e t p r o j e c t

Drempelvrij wo-nen is niet alleen voor ouderen van belang. Het is verstandig om prospectief te plannen. Het mobile woon-advies verstrekt informatie over de toekomst van het wonen.

Magazine kostenloos a

bonneren:

www.deutschland-nederla

nd.eu

Page 2: Magazine "Deutschland-Nederland" | december 2011 (NL)

IIII III

Netzwerk GMA stärkt Wettbewerbsfähigkeit von BetriebenDoor kortere levenscycli van pro-ducten, een stijgende kostendruk en steeds krapper wordende middelen zien productiebedrijven zich steeds weer voor nieuwe uitdagingen geplaatst. Het INTERREG-project ‘Netwerk GMA’ (Grenzeloze Machine- en Apparatenbouw) zorgt ervoor dat kleine en middelgrote bedrijven optimaal worden toegerust voor de

wereldwijde concurrentie. Binnen dit project werken de Hand-werkskammer Münster en die van Osnabrück-Emsland samen met 14 Nederlandse en Duitse brancheor-ganisaties, ontwikkelingsmaats-chappijen, KvK’s en kenniscentra. Door gezamenlijke inzet bieden de projectpartners bedrijven oplossin-gen op het gebied van marketing,

techniek- en procesinnovaties en bijscholing. De belangstelling bij de bedrijven is groot. Al ongeveer 600 bedrijven hebben al van de va-nuit het netwerk GMA aangeboden dienstverlening gebruik gemaakt. Zo is er volgens de projectleider Thomas Melchert van de Handwerks-kammer Münster veel vraag naar deelname aan beurzen. In november hebben 40 bedrijven en organisaties deelgenomen aan een gezamenlijke stand op de beurs ‘Forum Maschi-nenbau’ in Bad Salzuflen.

Soms ontstaan daarbij zelfs vaste partnerschappen zoals tussen de bedrijven GeMe Mesker uit Hagen am Teutoburger Wald en Herikon uit Almelo. Het eerste contact werd gelegd tijdens de Hannover Messe 2006. Inmiddels is dit contact uitgegroeid tot een structurele samenwerking. Herikon vervaardigt voor GeMe Mesker kunststof-machi-neonderdelen, terwijl GeMe Mesker

omgekeerd waterstraalgesneden staalplaten met polyurethaancoating of ruwe elementen ten behoeve van PUR-coating produceert. Het voordeel van de samenwerking met Nederlandse partners als STODT in Hengelo, de belangenvereniging Verenigde Maakindustrie Oost en Syntens uit Enschede is bijzonder groot, vindt Thomas Melchert. “Wij profiteren van de contacten, leren de culturele en economische omstandigheden van het buurland beter kennen en wisselen onderling inhoudelijke kennis, maar ook oplei-dings- en adviesaanbod uit.” Dit komt uiteindelijk de bedrijven in de regio ten goede.

In gesprek met...Peter Schouwstra (Provincie Groningen)

Peter Schouwstra (Hoofd NEND-projectkantoor

bij de Provincie Groningen)

besparen. Zo zijn wij ter plaatse heel concreet behulpzaam. Ons project is een verdere stap op weg naar een regio die door grensoverschrijden-de samenwerking een modelregio wordt voor duurzame energie.

In het kader van het project is het voor ondernemingen mogelijk om specifieke vragen voor bedrijven, ontwikkelingen en haalbaarheids-studies met de projectpartners te behandelen. Hoe zijn de reacties?Heel goed. We vonden het van meet af aan belangrijk om het MKB er bij te betrekken, zodat zij direct profijt kunnen hebben van ons project. De kennistransfer verloopt prima. We hebben al twee nieuwe producten

ontwikkeld voor duurzaam bouwen. Er is gestart met vier nieuwe pro-ducten op het gebied van zonne-techniek. De samenwerking leidt tot innovaties. En dat is ons doel. Het project loopt inmiddels een jaar en tot nu toe zijn wij erg tevreden.

Op welke terreinen is ondersteu-ning mogelijk?Het moeten vragen zijn over de thema’s “Energie efficiency in bedrijven”, “Nieuw materiaal voor duurzaam bouwen” alsmede “Oogst en verwaarding van biomassa uit het landschap”.

Het bijzondere aan het NEND-pro-ject is de brancheoverkoepelende samenwerking. Zo moeten de ver-beteringsprocessen op het gebied van energie doelgericht worden toegepast… Ja, vanuit ons standpunt is het erg belangrijk dat industrie, nijverheid, wetenschap, onderzoek en overhe-den betrokken zijn bij het project. Ons project is heel bewust praktijk-gericht gehouden. De thema’s van ons project, dus hogere energie efficiency, duurzaam bouwen, ener-gie uit regeneratieve grondstoffen

en toepassing van zonneenergie, spelen een belangrijke rol voor alle betrokkenen bij het project. We wil-len niet theoretisch werken, maar concrete resultaten en oplossingen bieden.

U hoopt ook op concrete resulta-ten bij de architectuurprijsvraag in het kader van het project…Ja, we hebben een wedstrijd uit-geschreven voor Nederlandse en Duitse studenten: Wie bouwt wat betreft energie het duurzaamste huis in een natuurlijke omgeving? Wij zijn erg benieuwd naar de resultaten. Met name, omdat er rekening gehouden moet worden met externe invloeden zoals de kwaliteit van de grond, alsmede de invloed van wind, zon en water.

In het INTERREG-project “Duurza-me Energie Nederland Duitsland” werken 14 Nederlandse en Duitse partners samen met het mid-den- en kleinbedrijf (MKB) uit de regio. De provincie Groningen is verantwoordelijk voor het project. Peter Schouwstra leidt daar het NEND-projectbureau.

Meneer Schouwstra, kunt u het INTERREG-project “Duurzame Energie Nederland Duitsland” (NEND) kort beschrijven?Voor ons is het belangrijk om een vernieuwend energienetwerk in de regio op te zetten, dat de energie-sector grensoverschrijdend verder ontwikkelt – zowel in globaal als ook lokaal opzicht. Het globale aspect is dat wij vooruitgang willen boeken op het gebied van duurzame energie en klimaat-bescherming. Daar profiteren de deelnemers op lokaal niveau ook van. Een voorbeeld: In het kader van ons project worden bijna alle scholen in de provincie Drenthe en de Landkreis Emsland gecontrole-erd op hun energiegebruik. Vervol-gens wordt advies uitgebracht over hoe de scholen energie kunnen

Werktuigbouwkundig ingenieur Josef Cox (rechts) geeft leiding aan de scholing van vakmensen met de lasrobot van de Handwerkskammer Münster. (Foto: Daniel Morsey)

Naam: NEND

Leadpartner: Provincie Groningen

Totale kosten: € 7.542.108

EU bijdrage:€ 3.393.949

H e t p r o j e c t

Naam: Netwerk GMA

Leadpartner: Handwerkskammer Münster

Totale kosten: € 7.783.355

EU bijdrage:€ 3.502.510

H e t p r o j e c t

Link naar het project:www.netwerkgma.eu

Page 3: Magazine "Deutschland-Nederland" | december 2011 (NL)

IIIIII

Onder het motto “Clever door combi-natie” stimuleert het majeure project ‘Mechatronica in MKB’ technische innovaties in kleine en middelgrote bedrijven. De ontwikkelingen zorgen voor snellere productieprocessen, dragen bij aan energiebesparing, verbeteren de ergonomische om-standigheden voor de werknemers en vergroten de veiligheid. Al meer dan 170 bedrijven uit het gehele Nederlands-Duitse grensgebied hebben een subsidie aangevraagd en voor de meeste heeft de samen-werking met ondernemingen en kennisinstellingen uit het buurland nu al voordelen opgeleverd.

E-bike-kit en warmtewisselaar

Eén van de tot nu toe 35 ontwikke-lingsprojecten is de ontwikkeling van een e-bike-kit voor fietsers. Zodra de fietser begint te trappen zorgt de e-bike-kit voor comfortabele ondersteuning. De firma Indes uit Enschede werkte bij de ontwikkeling samen met een Duits ingenieursbu-reau. Het product staat op de 11e plaats in de lijst van de 100 beste Nederlandse MKB-innovaties, die NRC Handelsblad in mei publiceerde. Indes verkoopt de kit aan meerdere fietsproducenten, die daarmee hun assortiment op een simpele manier kunnen uitbreiden met een elekt-risch aangedreven variant.Een andere mechatronica-innovatie is afgelopen zomer in het Mos-kaubad in Osnabrück in bedrijf genomen. Van een door de firma Jaske & Wolf in Lingen ontwikkelde warmtewisselaar met een intelligent

Mechatronica is stimulans voor innovaties in bedrijvenventielsysteem wordt verwacht dat deze het energiegebruik van dit openluchtbad terugbrengt van 600.000 naar 300.000 kWh per jaar. Dit levert, behalve een kostenbespa-ring, een bijdrage aan de klimaatbe-scherming door vermindering van CO2-emmissie.

Via subsidie vanuit ‘Mechatronica voor MKB’ kreeg de firma Jaske & Wolf technische ondersteuning van het Steinbeis-Innovationszentrum Energie- und Umwelttechnik, het Nederlandse technologie- en oplei-dingsinstituut STODT in Hengelo en bedrijven uit Venray, Almelo en Delft. De samenwerking bleek een zodanig succes dat deze partners in de to-ekomst willen blijven samenwerken. Behalve de 35 ontwikkelingspro-jecten werd in bijna 150 gevallen intensief advies verleend. Daarnaast werden ruim 50 haalbaarheidsstu-

De warmtewisselaar beschikt dankzij het intelligente reinigingsmechanis-me over een hoog rendement. (Foto: Detlef Heese)

dies aan derden uitbesteed. “De vraag vanuit het bedrijfsleven is erg groot”, aldus Angelika van der Kooi, projectleidster van ‘Mechatronica in MKB’. “Dit is vooral te danken aan de voortreffelijke inzet van de bij het project betrokken ontwikkelings-maatschappijen, hogescholen en kenniscentra. In enkele gebieden moesten we zelfs al op de rem trap-pen.” Voor bedrijven in het gebied rond Mönchengladbach en delen van het Münsterland liggen er nog wel kansen om voor een Mechatroni-ca-subsidie in aanmerking te komen.

Toerisme: Klaar voor het internet!?“Websites voor ondernemers in de toeristische sector” was het thema van een informatieve bijeenkomst. Deze werd onlangs in het kader van het INTERREG-project “Netzwerk Toekomst” op verschillende plaatsen in de regio gehouden voor deskundi-gen uit de regionale reisbranche.Tijdens lezingen informeerden de sprekers over actuele trends op het gebied van “Websites en Content Management-Systemen”, “Webdesign”, “Online marketing” en “Teksten voor het internet”. De presentaties werden aangevuld met grappige overdreven opmerkingen van journalist Annette Birschel over cultuurverschillen tussen Nederland-se en Duitse toeristen. De teneur was dat het belang van het internet zeker in de toeristische sector onbetwist is. Informatie wordt op het internet gezocht en moet daar ook ger-aadpleegd kunnen worden. Het is tenslotte ook alleen maar handig als het 24 uur per dag op het internet te vinden is. Het volstaat echter niet om alleen maar een website te hebben. Hij moet er ook goed uit zien, up-to-date zijn en voor de eigenaar makkelijk te onderhouden zijn. Over al deze zaken hadden de experts uitvoerige informatie paraat voor de deelnemers. “Netzwerk Toekomst” is een Nederlands-Duits project in het kader waarvan 19 partners uit de toeristische sector, Landkreise, pro-vincies en Gemeinden alsmede on-derwijsinstellingen samenwerken. Zij willen er toe bijdragen de EDR te ontwikkelen tot een dynamisch toeristisch gebied. In totaal wordt circa 7,6 miljoen euro geïnvesteerd in de toeristische ontwikkeling van de regio. In het kader van het project werd onder andere ook een webportaal vormgegeven: Bij het oproepen van www.opvakantieinhetnoorden.nlverschijnt er een overzichtelijke kaart van het EDR-gebied met links en buttons. Veel andere interessante toeristische sites zijn gelinked met het webportaal.

De reinigings-proppen houden de leidingen van binnen schoon.(Foto: EUREGIO)

Naam: Mechatronica voor MKB

Leadpartner: EUREGIO e.V.

Totale kosten: € 17.960.295

EU bijdrage:€ 7.114.395

H e t p r o j e c t

Naam: Netzwerk Toekomst

Leadpartner: Provincie Fryslân

Totale kosten: € 7.636.953

EU bijdrage:€ 3.436.628

H e t p r o j e c t

Link naar het project:www.mechatronica-mkb.eu

Page 4: Magazine "Deutschland-Nederland" | december 2011 (NL)

IIIV V

“Leisure Valley”, zo heet het grensove-rschrijdende INTERREG-project waar-aan de stichting Landwaard werkt, samen met de Hochschule Rhein-Waal, het waterslot Rindern en de Wirtschaftsförderung in Kleve. Doel is de omzetstijging en kwaliteitsontwik-keling op het gebied van regionale producten en toeristische mogelijk-heden in de Euregio Rijn-Waal.Het kerngebied van het project strekt zich uit over een afstand van circa 50 kilometer rond de steden Nijmegen en Kleve.De voortdurende structuurverande-ring in de landbouw biedt boeren aan beide zijden van de grens de uitdaging om hun bedrijven op een innovatieve manier verder te ontwikkelen en daarmee klaar te stomen voor de toekomst. Tegelijker-tijd worden consumenten steeds kritischer als het gaat om levensmid-delen. Meerdere onderzoeken op het gebied van consumentengedrag laten zien dat er steeds meer waarde

wordt gehecht aan gezonde voeding. Schandalen zoals de ontdekking van dioxine in levensmiddelen versterken deze ontwikkeling – de consument wil weten waar zijn eten vandaan komt. Tegen deze achtergrond is het niet verwonderlijk dat regionale producten nog vaker gekocht worden dan biologische producten.Omdat naast de landbouw ook het toerisme een belangrijke rol speelt in de landelijke regio langs Rijn en Waal, worden in samenwerking met regio-nale partners ook „agrotoeristische“ arrangementen ontwikkeld.Deze arrangementen zijn niet alleen voor toeristen interessant. Scholen en peuterspeelzalen maken graag gebruik van de mogelijkheid om in de praktijk aan kinderen te laten zien hoe ons dagelijkse eten wordt geproduceerd.De kwaliteitsproducten en de grensoverschrijdende waardever-meerderingsketen zullen voortaan in Nederland en in Duitsland te herken-nen zijn aan het nieuw ontwikkelde logo “Oregional”.

In gesprek met...Prof. Dr. Wilhelm Mülder (Hochschule Niederrhein)

Prof. Dr. Wilhelm Mülder, Hochschule Niederrhein(Partner in het INTERREG-project RAAS)

Waar loont de toepassing van de RFID-technologie in het bijzonder en wat is voor de bedrijven hier-van het voordeel?De mogelijkheden om deze techno-logie toe te passen zijn zeer veelzi-jdig en daarom niet alleen beperkt voor enkele sectoren. Overal waar producten en objecten automatisch gecertificeerd zijn of beheerd wor-den, heeft de toepassing van RFID veel potentieel. De belangrijkste voordelen bij de toepassing van RFID zijn de besparing van tijd en kosten, de verbetering van de kwaliteit en de verhoging van de veiligheidsstan-daards. Bovendien kan de invoering van RFID de uitwisseling van gegevens en de samenwerking van bedrijven binnen een verzorgings-keten verbeteren.. In de voedingsindustrie wordt er bijvoorbeeld via RFID een hogere navolgbaarheid met betrekking tot de herkomst en de kwaliteit van de producten voor de consumenten beoogd. Voor de volksgezondheid biedt RFID veel potentieel als we kijken naar de veiligheid van de patiënt. Hierbij moeten ethische en aspecten met betrekking tot de privacy echter bijzonder streng

Draadloos lezen zonder visueel contact en opslaan van gegevens - dat is de kern van RFID-technologie. Ondanks veelvuldige mogelijkhe-den maken veel mkb‘s op moment geen gebruik van deze techniek, omdat voor de toepassing van deze technologie bijzondere kennis vereist is. Dit is het punt waar het INTERREG-project RAAS in de eu-regio rijn-maas-noord op aansluit. Over de vooruitgang en eerste successen van het project heeft het het magazine gehad met Prof. Dr. Wilhelm Mülder, professor bedri-jfsinformatica aan de Hochschule Niederrhein in Mönchengladbach (een van de projectpartners).

Uw belangrijkste doelstelling van het project is het om mkb’ers de voordelen van de RFID-technolo-gie te laten zien. Voor welke secto-ren is deze technologie bijzonder interessant?Principieel is het potentieel van deze technologie voor alle sectoren interessant. Om bijzonder doel-treffend ondersteuning te kunnen aanbieden, concentreren wij ons echter op die sectoren in de regio die in het bijzonder van de RFID-technologie kunnen profiteren. In het kader van workshops hebben we samen met ondernemers uit de regio hoofdonderwerpen voor de toepassing van RFID ontwik-keld. Het project concentreert zich op belangrijke sectoren voor de grensregio: agrobusiness, textiel- en voedingsmiddelindustrie, recyclage en gezondheidszorg. Verder kan RFID worden ingezet in de logistie-ke sector en in de maakindustrie. Onze doelstelling is het, specifieke RFID-toepassingen voor verschillen-de sectoren te ontwikkelen.

moeten worden nageleefd. In de maakindustrie kunnen RFID-toepas-singen helpen ook onder moeilijke omstandigheden de identificatie van objecten te automatiseren, te versnellen en te verzekeren.

U werkt samen met Duitse en met Nederlandse partners en bedrij-ven. Wat zijn volgens uw ervarin-gen de tot nu toe belangrijkste re-sultaten van deze samenwerking?De meeste positieve resultaten van onze samenwerking blijken uit het kennistransfer en uit de manier van plannen, werken en communiceren. Deze ervaringen delen wij met onze projectpartners en met de ondernemingen in de regio. Daar-bovenop profiteren alle mkb’ers van het grensoverschrijdende netwerk van gebruikers en aanbieders. Door het project RAAS ondersteunen wij Duitse en Nederlandse onderne-mingen en andersom.

Waar ligt het verschil tussen Duits-ers en Nederlanders als het om de toepassing van RFID-technologie gaat?In vergelijking tot de Duitsers zijn de Nederlanders, vooral in de be-ginfase, nieuwsgieriger en opener als het gaat om nieuwe techno-logieën. De mentaliteit van de Nederlanders is eerder pragmatisch, nieuwe initiatieven worden sneller omgezet. De Duitsers zijn immers iets terughoudender als we kijken naar veranderingen en nieuwe tech-nologieën. Een andere vaststelling is dat Nederlandse bedrijven meer gebruik maken van de netwerkacti-viteiten van het project.

Welke zijn de - het meest door on-dernemingen genoemde - obsta-kels die tot nu toe de toepassing van RFID hebben tegengehouden? MKB’ers aarzelen bij de invoering van RFID vooral omwille van de ontbrekende overtuiging welke technische en economische mogeli-jkheden RFID hun biedt. Het inwin-nen van informatie over RFID is vaak redelijk moeilijk. Uiteraard wordt uitgegaan van grote inspanningen voor de implementatie van deze technologie. Juist deze obstakels willen wij met het project RAAS doen verdwijnen. Het is onze ambi-tie mkb’s van het grote potentieel van RFID te overtuigen.

Groen genieten – Genießen im Grünen

Naam: RAAS - RFID Application and Support

Leadpartner: NV Industriebank LIOF

Totale kosten: € 2.621.369

EU bijdrage:€ 1.194.558

H e t p r o j e c t

Naam: Leisure Valley

Leadpartner: Stichting Landwaard

Totale kosten: € 1.329.778

EU bijdrage:€ 598.400

H e t p r o j e c tLink naar het project:www.raas-rfid-nu.nl

Page 5: Magazine "Deutschland-Nederland" | december 2011 (NL)

IIIV

In gesprek met ...Jan Jonker (Health Valley)

Jan Jonker(Directeur van de Nederlandse

brancheplatform Health Valley)

en duidelijkheid over geeft. Over het algemeen lijkt het beeld te bestaan dat er in Duitsland een grotere markt voor geprivatiseerde diensten is dan in Nederland en dat consumenten/patiënten in grotere mate bereid zijn om zelf te betalen voor diensten/produkten.

Waarom is het belangrijk dat Du-itse en Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen op het gebied van Telemedicine samenwerken?Over en weer is er veel complemen-taire kennis- en kunde, die door samenwerking beter benut kan worden. Bijvoorbeeld de kennis van het Frauenhofer IMS (Fraunhofer-Institut für Mikroelektronische Schaltungen und Systeme IMS, nota van de redactie) op gebied van chiptechnologie, die tot uitstekende combinaties leidt met diagnostiek-bedrijven aan Nederlandse zijde. Naast de kennis- en kundekant biedt samenwerking natuurlijk ook zicht op betere toegang op elkaars marktkanalen/-contacten over en weer. Daarmee kan snelheid wor-den gecreëerd in het introduceren van innovaties in de markt.

Telemedicinetoepassingen moe-ten in de toekomst tot kostenre-ductie in de zorg bijdragen. Wat is het nut voor de patiënt? De patient krijgt een grotere rol in de sturing en organisatie van het zorgproces, en krijgt veel meer inzicht in de ins en outs van zijn behandelroute. Hij wordt een team-speler en zal in samenwerking met de verschillende zorgverleners zijn zorgpad plannen en organiseren. Via telemedicine en e-health komt het zogenaamde patient empower-ment duidelijk een stap dichterbij.

In het majeure project ‚Telemedicine und Personalized Care’ ontwikkelen Nederlandse en Duitse onderne-mingen, onderzoeksinstellingen en zorgorganisaties nieuwe teleme-dicinetoepassingen tot marktri-jpe producten. De redactie van ‘Deutschland-Nederland’ intervie-wde Jan Jonker, directeur van het brancheplatform Health Valley, over de recente en komende ontwikke-lingen op de grensoverschrijdende gezondheidsmarkt.

De zorg wordt beschouwd als een van de grootste groeimarkten voor de komende decennia – onder meer omdat het aantal senioren sterk zal groeien. Welke kansen biedt deze ontwikkeling voor het midden- en kleinbedrijf (MKB)?De groei van de gezondheids-markt en de stijgende behoefte aan specifieke, op maat gesneden oplossingen, betekent dat er een toenemend aantal marktniches zullen ontstaan. Daar kunnen MKB-ers op inspringen door hier produkten en diensten voor te ont-wikkelen. MKB-ers kunnen snel en flexibel inspelen op veranderende omstandigheden en zijn in staat om specialistische expertise hiervoor te benutten. Grote bedrijven zijn in het algemeen minder in staat om snel in te kunnen spelen op de sterk dynamische omstandigheden in de zorgmarkt. Zij bezitten daarentegen uitgebreide distributie- en markt-kanalen.

Welke rol speelt daarbij de liberali-sering van de zorgsector?De liberalisering van de zorgsector zal enerzijds meer vrijheid geven voor toepassing van innovatieve diensten en produkten. Anderzijds is het de vraag of de toenemende druk op kostenbeheersing op korte termijn niet ook zal leiden tot afhouden van lange termijninves-teringen in innovaties, die niet van vandaag op morgen een markt/kos-tenvoordeel opleveren. De kosten gaan immers altijd voor de baten.

Hoe groot zijn de verschillen tus-sen de Nederlandse en de Duitse markt?Dat is bij veel ondernemers en binnen het Health Valley-netwerk onvoldoende bekend. Ik heb dan ook de hoop en verwachting dat het project T and PCare (Teleme-dicine and Personalized Care, nota van de redactie) hier meer inzicht

MIAS biedt innovatieplatform voor medische techniekHoe kunnen innovatieve producten bijdragen aan een betere kwaliteit van leven van chronisch zieken? Wel-ke hulpmiddelen zijn inzetbaar om ouderen zo lang mogelijk zelfstandig te laten wonen, ondanks hun licha-melijke beperkingen? Deze vragen staan centraal binnen het INTERREG-

project MIAS (Medical technology Innovation for an Aging Society).Binnen MIAS werken twaalf Nederlandse en Duitse bedrijven, kennisinstellingen en ontwikkelings-maatschappijen samen onder leiding van de Fachhochschule Münster. Het project fungeert als innovatieplat-form en heeft drie zwaartepunten: laser micro machining, de ontwik-keling van actieve therapeutische apparaten en het construeren van actieve technische hulpmiddelen die ouderen in het alledaagse leven ondersteunen. Zo worden Duitse en Nederlandse medisch-technologische bedrijven in het lasercentrum van de FH Münster (LFM) voorgelicht over de mogeli-jkheden van laserapparatuur voor microbewerking. Met laser is het mogelijk zeer verschillende materi-alen als staal, kunststof en keramiek

met uiterste precisie, vaak in de orde van grootte van enkele duizendste millimeters, te bewerken. Deze ei-genschap is vooral van groot belang bij de vervaardiging van medisch-technologische producten. Precisie en een kleine omvang zijn hiervoor doorslaggevende kwaliteitscrite-ria, bijvoorbeeld bij het lassen van behuizingen voor pacemakers of het vervaardigen van zogenoemde ‘stents’, die bij hartpatiënten in een bloedvat worden geplaatst.

Symposium in Enschede

Naast adviesverlening en procesont-wikkeling biedt MIAS ook bijeen-komsten en workshops aan. “Robotics for Rehabilitation an Therapy“ was bijvoorbeeld de titel van een sym-posium op 9 december 2011, die op uitnodiging van Oost NV plaatsvondt in het Ondernemingshuis Twente. Voor de deelnemende ondernemers was een interessant programma samengesteld over onderzoek, ont-wikkeling en toepassing van robotica in de revalidatie en de therapie en over de kansen, die daaruit voor de gezondheidsmarkt ontstaan.

Vanwege hun grote nauwkeurigheid zijn lasers voor de medische technologie van groot belang. (Foto: FH Münster)

Naam: Telemedicine and personalized care

Leadpartner: Oost NV

Totale kosten: € 10.235.068

EU bijdrage:€ 3.927.353

H e t p r o j e c t

Naam: MIAS

Leadpartner: Fachhochschule Münster

Totale kosten: € 6.919.651

EU bijdrage:€ 2.994.825

H e t p r o j e c t

Page 6: Magazine "Deutschland-Nederland" | december 2011 (NL)

II VIIVI

Grenzenloze natuur belevenIn de Nationaalparkregio MeinWeg zijn de gemeenten Roerdalen, Roermond, Wassenberg en Wegberg door hun grensoverschrijdend cul-tureel erfgoed, natuur en landschap-pen nauw met elkaar verbonden.Tijdens het Congres van Wenen (1814-1815) werd de Nederlands-Duitse grens vastgelegd voor het

Door wandel- en fietsroutes van Roer-mond via Roerdalen tot Wassenberg en Wegberg wordt de gezamenlijke cultuurgeschiedenis voor bezoekers en bewoners zichtbaar en beleef-baar gemaakt. Vanaf uitkijkpunten, zoals bij kasteel Wassenberg kan het MeinWeggebied van boven worden bewonderd. De grensoverschrijdende routes zijn vanaf het voorjaar 2012 be-schikbaar om wandelaars en fietsers door het gebied te leiden. Opgeleide „Gastheren in de grensove-rschrijdende regio” heten bezoekers welkom voor een rust onder culinaire genot midden in de mooiste natuur.

Duurzame energiebronnen uit de regio – voor de regioGrensoverschrijdend management van duurzame energiebronnen is de doelstelling van het INTERREG-project „Energie zonder grenzen“. Hierbij gaat het om de stimulering van duurzame energieverzorging in de Duits-Neder-landse grensregio in en om Geldern, Straelen en Venlo. “Hierbij bouwen wij op een vast netwerk. Voor ons is een uitwisseling van gedachten tussen de verschillende partners, zijnde de politiek, het bedrijfsleven en de maatschappij, erg belangrijk” zegt projectleider Tim van Hees. “Om die redenen wenden wij ons aan iedereen die deel uitmaakt van de waardeketen: land- en tuinbouwers, energieleveranciers en ondernemers maar ook aan particulieren die bezig zijn met de bouw van een eigen huis of woning. Binnen de afgelopen maanden werd in het kader van een omvattende potentieelstudie de bestaande basis voor een duurzaam energiema-

nagement analyseert. Intussen zijn ook de uitkomsten van de studie gepubliceerd. Om niet te theoretisch te blijven omvat de studie bovendien rond 90 concrete voorstellen voor het gebruik van hernieuwbare energieën in de regio. Dat wil zeggen: meer ge-bruik van hout uit de bosbouw, meer zonne-energie en verhoging van het aandeel bodemwarmte (geothermie) in de tuinbouw.“De resultaten moeten tegelijkertijd een basis vormen voor een nieuw energiebeleid – en tegelijkertijd een stimulans zijn, om de toekomst van de regio zelf in eigen handen te ne-men”, aldus van Hees. De verzorging van rond 165.00 gezinnen tussen Rijn en Maas zou volgens de potentieel-studie alleen door middel van herni-euwbare energie kunnen gebeuren.

Duurzaamheid concreet beleven

Het principe “duurzame energiebron-nen uit de regio voor de regio” maken de drie pilootprojecten zichtbaar, waar “energie zonder grenzen” het kader van is: “In Geldern ontstaat de nieuwe wijk “Nierspark” die volledig op duurzaamheid is gefocust. In deze woonwijk wordt een aangenaam leef-klimaat gekoppeld aan een regenera-tief energiemanagement. Dit gebeurt door behulp van een energieconcept dat al bij het ontwikkelen van de wijk rekening houdt met de mogelijkhe-

den voor de inzet van hernieuwbare energieën. Doelstelling is het, al van begin af aan aan de Europese richtlijn voor gebouwen te voldoen. Dit geldt voor architecten, bouwvakkers en voor iedereen die een eigen huis of woning wil bouwen. In de Nederlandse gemeente Venray staat de duurzame ontwikkeling van de industrieterreinen De Blakt en De Hulst II in de focus. Beide terreinen worden volgens een duurzaam energiebeleid gepland. De inzet van hernieuwbare energie wordt door de gemeente actief gestimuleerd. Iets verder zuidelijk, in de gemeente Peel en Maas, wordt een lokaal verwar-mingsnet ontwikkeld om de uitstoot van broeikasgas te verminderen.

MeinWeggebied. Vanaf de Midde-leeuwen tot de definitieve verdeling in 1822 was het gebied in geme-enschappelijk eigendom van 12 Nederlandse en Duitse kerkdorpen. Deze gemeenschappelijke geschiede-nis van een landschappelijk bijzonder aantrekkelijk grensgebied vormt de coulisse van dit INTERREG-project.

Energieerzeugung von morgen: Biomasse als nachwachsender Rohstoff.

Wasser kennt keine GrenzenIn de provincies Limburg en Noord-Brabant monden talrijke kleine beken en riviertjes uit in de Maas. Veel van dit water komt oorspron-kelijk uit Duitsland. De Nederlandse waterschappen Rivierenland, Aa en Maas en Peel en Maasvallei zijn daa-rom bij elkaar gaan zitten en hebben samen met de Duitse collega’s van de waterschappen Niersverband en Schwalmverband het op watergebied unieke, grensoverschrijdende INTER-REG-project “Nagrewa” (natuurlijke grenswateren) in het leven geroepen. Als doel van het project wordt de waterkwaliteit in de Maas en de nevenrivieren verbeterd. Ook worden nieuwe leefgebieden voor dieren en planten ontwikkeld.

In het kader van Nagrewa worden stuwen met behulp van kleine zijkanaaltjes passeerbaar gemaakt voor vissen en kleine organismen. Op diverse plaatsen worden gekanalise-erde beektrajecten en -mondingen weer natuurlijk heringericht door het verwijderen van buizen en de bouw van nieuwe bruggen. Langs de Schwalm en de Niers worden op de grens meetpunten opgesteld die met innovatieve techniek zijn uitge-rust. Samen met agrariërs worden extensief gebruikte akkerranden aangelegd om de verontreiniging van de wateren door meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen te verminderen. Tenslotte dragen inno-vatieve biologische procedures ertoe bij dat de meststoffen die toch in het water terecht komen, met behulp van algen worden verwijderd om de waterkwaliteit te verbeteren.

Naam: Nagrewa

Leadpartner: Waterschap Aa en Maas

Totale kosten: € 4.070.000

EU bijdrage:€ 1.831.500

H e t p r o j e c t

Naam: NPR MeinWeg

Leadpartner: Duits-Nederlands grenspark Maas-Swalm-Nette

Totale kosten: € 950.000

EU bijdrage:€ 475.000

H e t p r o j e c t

Naam: Energie zonder grenzen

Leadpartner: Stadt Geldern

Totale kosten: € 625.322

EU bijdrage:€ 312.661

H e t p r o j e c t

Link naar het project:www.energie-ohne-grenzen.eu

Page 7: Magazine "Deutschland-Nederland" | december 2011 (NL)

IIIVII

Roep om betere patiëntenbescherming vindt gehoor Met de inwerkingtreding van een nieuwe wet voor bescherming tegen infecties in de zomer is de patiënten-bescherming in Duitse ziekenhuizen verbeterd. De wet houdt rekening met wezenlijke eisen, die zijn voortgekomen uit het Nederlands-Duitse INTERREG-project ‘EurSafety Health-net’. Projectcoördinator Prof. Dr. Alex Friedrich van het Universitair Medisch Centrum Groningen betitelt de nieuwe regelgeving als “een grote stap voorwaarts”. De wet verplicht alle deelstaten ertoe een ziekenhuishygiëneverordening

uit te vaardigen. De adviezen, die door het Robert-Koch-Institut zijn opgesteld, zijn vervolgens voor alle zorginstellingen bindend. Patiënten kunnen nu met een preventieve behandeling door de huisarts tegen gevaarlijke infecties beschermd wor-den. Ziekenhuizen met meer dan 400 bedden moeten bovendien uiterlijk met ingang van 2016 een arts-hy-giënist aanstellen. “Hiermee is voor de patiënten in Duitsland en Europa enorme vooruitgang geboekt”, aldus Alex Friedrich. De nieuwe regeling draagt ertoe bij dat de verspreiding

van multiresistente ziekteverwekkers een halt wordt toegeroepen. De bescherming van de patiënten tegen dergelijke infecties is een essentiële voorwaarde voor de grensoverschrij-dende patiëntenmobiliteit. In Nederlandse ziekenhuizen is het al jarenlang verplicht een ziekenhu-

ishygiënist aan te stellen. Bovendien worden risicopatiënten in Nederland bij ziekenhuisopname altijd preven-tief door een zogenaamd screening op kiemen getest. “Wat betreft MRSA (methicilline-resistente Staphylococ-cus aureus) is de situatie in Neder-land daarom duidelijk beter dan in Duitsland”, zo vat Alex Friedrich sa-men. Per 100 personen zijn er in het Nederlandse grensgebied statistisch maar 0,1 dragers van MRSA, voor heel Duitsland is dat gemiddeld nog 3,0 dragers. Voor andere ziektever-wekkende organismen als bijvoorbe-eld norovirussen en ESBL (Extended Spectrum Beta-Lactamase) is de situatie aan beide kanten van de grens echter even slecht. Een grote uitdaging vormen de zogenoemde zoönosen. Deze infectieziekten, die

van dier op mens overdraagbaar zijn, zijn door het toenemende gebruik van antibiotica in de intensieve vee-houderij sterk in opkomst. Grensoverschrijdende patiëntveilig-heid en bescherming tegen infecties staan centraal tijdens het eerste Duits-Nederlandse symposium, dat in het kader van EurSafety Health-net van 7 t/m 9 december plaatsvindt in Groningen. Een belangrijk doel van deze bijeenkomst is te laten zien dat effectieve hygiënische maatrege-len niet alleen mogelijk, maar ook betaalbaar zijn, zo verklaart Friedrich, en “het is echt veilig je aan de ene of de andere kant van de grens te laten behandelen, zo lang de bescherming van patiënten maar serieus wordt genomen”.

Regelmatig handenwassen draagt ertoe bij om de verspreiding van ziekteverwekkers te voorkomen. (Foto: Alvera/Dreamstime.com)

Ook in gevallen van crises moet melk veilig blijvenDe mond- en klauwzeer (MKZ) behoort in Midden-Europa al tot de ‚exotische epidemieën onder dieren’. Echter met name in Afrika en Azië komt deze zeer besmettelijke virusziekte nog veel voor. Gelijktijdig nemen de productie en de handel met dierlijke producten uit dergelijke endemische MKZ-gebieden voortdu-rend toe. Gevolg daarvan is dat het risico van een herinvoer van het virus naar gebieden die reeds lange tijd MKZ-vrij zijn wordt verhoogd. Daarom is de ontwikkeling van noodscenario’s evenals het ter beschikking hebben van materialen voor een snelle inperking van de epidemie bij een eventuele uitbraak belangrijk. Omdat de melk, zelfs wan-

neer nog geen tekenen van ziekte bij de koeien te zien zijn, al virussen kan bevatten, zijn regelingen aangaande de omgang met melk in de restric-tiegebieden van een MKZ-uitbraak nu al een vast onderdeel van vele MKZ-crisesplannen in andere landen. Daarmee verbonden zijn veelal ook praktische voorbereidingen, zoals bijv. de uitrusting van melkauto‘s met desinfectiefaciliteiten. Op basis van zeer uiteenlopende structurele omstandigheden moeten afzonder-lijke oplossingen worden gezocht voor het ophalen en de onschadelijke verwijdering of verwerking van rauwe melk uit MKZ-crisesgebieden.

Ontwikkeling van een leidraad

Om ervaringen met het transport en de verwerking van de melk en de realiseerbaarheid van noodzakelijke maatregelen in geval van crisis te verzamelen werden in het kader van het INTERREG-project SafeGuard in drie Nedersaksische zuivelfabrieken bedrijfsaudits uitgevoerd. Open juridische kwesties met betrekking tot de MKZ-verordening, zoals bijv. de monsterneming en het onderzoek

van melkmonsters op remstoffen werden opgepakt en konden worden opgelost.Zowel voor de medewerking verle-nende autoriteiten alsook voor de melkproducenten en de melkver-werkende bedrijven stelt het LAVES vanuit de in het SafeGuard-project verzamelde kennis een richtlijn op. Deze moet enerzijds helpen bij de crisisplanning en anderzijds zorgen voor praktische oplossingen en

Naam: EurSafety Health-net

Leadpartner: Universiteit Groningen

Totale kosten: € 8.107.550

EU bijdrage:€ 4.053.775

H e t p r o j e c t

Naam: SafeGuard

Leadpartner: GIQS

Totale kosten: € 9.348.020

EU bijdrage:€ 4.074.010

H e t p r o j e c t

materialen in de vorm van checklists en informatiebladen, die in geval van een epidemische uitbraak het crisis-management moeten verlichten. De richtlijn zal tegen het eind van het jaar in gedrukte vorm beschikbaar zijn en kan via het LAVES worden verkregen.

Link naar het project:http://safeguard.giqs.org/home/

Die Milch - sicher und lecker soll sie sein. (Foto: istcockphoto.com/ matka_Wariatka)

Link naar het project:www.eursafety.eu

Page 8: Magazine "Deutschland-Nederland" | december 2011 (NL)

IIVIII

I m p r e s s u mHerausgeberGemeinsames INTERREG-Sekretariat c/o Euregio Rhein-WaalEmmericher Str. 24 | 47533 [email protected] +49 (0)2821 7930 37

RedaktionChristoph Bönig, Karin Eden, Mario Rauch, Armin Möller, Julia Mickenig, Tim Terhorst, Sjoerd Zoete

EntwurfGemeinsames INTERREG-Sekretariat, Kleve

Dieses Magazin ist nur digital erhältlich.

Unterstützt durch:

Grenzeloze ontdekkingstochten tweetalig te beluisteren

Sinds drie jaar kunt u met een „drai-sine“ op en neer reizen tussen Kleve en Groesbeek. Bezoekers beleven een reis door een van de meest attractie-ve landschappen in het grensgebied. De voormalige spoorlijn tussen Rijn en Reichswald voert langs de tuinen van Kleve, door dorpen als Nütterden en natuurgebieden als de Duffelt en de Kranenburger Bruch. Dit feit heeft de NABU-natuurbescherming in Kranenburg en de Werkgroep Milieubeheer Groesbeek (WMG) ertoe aangezet om de talrijke spoorfietsers een bijzonder aanbod te presenteren: per direct kan op internet een gratis en grenzeloze audiotour worden gedownload. Deze audiotour is niet

alleen interessant voor bezoekers van de Grenzland-Draisine. Iedereen die graag in de natuur onderweg is kan de audiotour beluisteren voor infor-matie over het doorkruiste landschap, de bijzondere struikgewassen en wateren of de cultuurgeschiedenis van de regio.De verteller Willi, een virtuele kleinzoon van een machinist op de stoomlocomotief, neemt de luister-aars mee op een akoestische reis door de typerende landschappen en dor-pen langs de spoorlijn. Niet geheel toevallig heet de verteller in het echt ook Willi en is hij voor de NABU actief als vrijwilliger. De gratis audiotour is natuurlijk in het Nederlands en in

het Duits beschikbaar. Onderweg geven kleine bordjes de bijbeho-rende passages van de tour aan. De ontwikkeling van een audiotour als gemeenschappelijk project was zowel voor de NABU-natuurbescherming als voor de WMG onbekend gebied. “Voor ons was de ontwikkeling van een luisterprogramma een première en tegelijkertijd een hele spannende opgave”, vertelt Nicole Feige van de NABU-natuurbescherming. Ook Nel van den Bergh van WMG is ent-housiast: “We willen de mensen een natuurbelevenis met alle zintuigen aanbieden, mooie verhalen vertellen en de blik op dingen richten, die normaal niet opvallen.” De audiotour is het laatste onderdeel van het INTERREG-project “De natuur op het spoor”.In het project zijn binnen een jaar meerdere initiatieven op het gebied van natuur- en milieu rond de ritten

Forscher Kids: Het begint met verwondering!

met de Grenzland-Draisine ontwik-keld. Een rijk geïllustreerde routegids voor onderweg, ook leuk als aanden-ken of als souvenir, is nu beschikbaar. Een gratis folder beschrijft een prachtige wandeling door Groesbeek naar het oude bosgebied aan de dorpsrand. En voor aangemelde gro-epen zijn er de “Kranenburg-Guides”, opgeleide natuur- en cultuurgidsen die Kranenburg van zijn idyllische kant laten zien.

Naam: Natur auf der Spur

Leadpartner: NABU-Naturschutzstation Niederrhein

Totale kosten: € 62.833

EU bijdrage:€ 25.000

H e t p r o j e c t

Circa 100 Duitse en Nederlandse experts op het gebied van het Jonge Kind en Wetenschap & Techniek ontmoetten elkaar op woensdag 26 januari 2011 voor een internationale conferentie bij Fontys Pabo Venlo. Leerkrachten, schoolleiders, onder-

zoekers en beleidsmakers werden in een World Café uitgedaagd om op zoek te gaan naar aanknopingspun-ten voor een duurzame samenwer-king tussen hogescholen, werkveld en onderwijsbegeleidingsdiensten. Een spraakmakend hoogtepunt van het eerste gemeenschappelijke people-to-people-project onder de naam „Forscher Kids“ van de volgen-de partners: Hochschule Niederrhein, Fontys Pabo Eindhoven / Venlo, Berufskolleg Vera Beckers, Hoge-school van Arnhem en Nijmegen. De conferentie was in het bijzonder een hoopvolle, inspirerende opmaat voor een langdurige internationale samenwerking.Het was belangrijk om niet alleen ideeën en concepten uit te wisse-len, maar ook om de lokale praktijk te bezoeken en de ervaringen te evalueren: zo werden gezamenlijk, onderwijsinstellingen in Nederland en Duitsland bezocht en werd er met leerkrachten gediscussieerd.We moeten in staat zijn om in de

euregio rijn-maas-noord, enerzijds een groot, stabiel netwerk van on-derzoekers, beroepsbeoefenaars en beleidsmakers uit instellingen en po-litiek te creëren en anderzijds Duitse en Nederlandse “Good Practices” van deze samenwerking te ontwikkelen, en in beeld te brengen.De projectgroep is ervan overtuigd, dat door het voornemen van de Good Practices in het bijzonder, aan beide zijden van de grens het traject een inspirerend vervolg krijgt. Dat is tevens het doel van het volgende project!

Naam: ForscherKids

Leadpartner: Berufskolleg Vera Beckers

Totale kosten: € 50.000

EU bijdrage:€ 25.000

H e t p r o j e c t

Auf der Fahrt mit der Draisine kann sich über die Kulturgeschichte der Region informieren.(Foto: Grenzland-Draisine)