28
ZOA MAGAZINE ZOA in Nederland Interview met staatssecretaris Ben Knapen Fotodagboek veldmedewerker Terugblik hulpverlening Pakistan Leestips en recept Reportage Ethiopië Doe ook mee: kruidnoten-actie voor Afghanistan OKTOBER 2011 | NR.2 | KOSTPRIJS € 0,39 Het waarom van ons nieuwe motto: HULP I HOOP I HERSTEL

Magazine oktober 2011

Embed Size (px)

DESCRIPTION

ZOA Magazine oktober 2011

Citation preview

Page 1: Magazine oktober 2011

ZOAMAGAZINE

ZOA in Nederland Interview met staatssecretaris Ben Knapen Fotodagboek veldmedewerker Terugblik hulpverlening Pakistan Leestips en recept Reportage Ethiopië Doe ook mee: kruidnoten-actie voor Afghanistan

OK

TOB

ER 2

011

| NR

.2 |

KO

STP

RIJ

S €

0,3

9

Het waarom van ons nieuwe motto: HULP I HOOP I HERSTEL

Page 2: Magazine oktober 2011

2 | O

KT

OB

ER

2011 | N

R. 2

Functie

Communicatiemedewerker en

eindredacteur van dit magazine.

Sinds

Oktober 2007

Leeftijd

38

Favoriet ZOA-land

Ethiopië. De grote hongersnoden

en bijbehorende acties voor

Ethiopië in de jaren tachtig heb-

ben mijn interesse voor armoede

en onrecht gewekt. Sindsdien heb

ik altijd een zwak voor Ethiopië

gehad.

Leuk weetje

In 1994-1995 heb ik stage

gelopen voor ZOA in Laos.

Voor een echte bureaubaan is mijn werk behoorlijk afwisselend. In ons kantoor

aan een lelijke Apeldoornse straat vol garagebedrijven mag ik dagelijks bezig zijn

met de situatie in veertien landen op drie continenten. Geregeld heb ik via mail of

Skype rechtstreeks contact met Afghanistan, Uganda of Haïti.

Nog leuker wordt het als mijn wereldwijde collega’s langskomen. Allemaal, ook de

stoerste en de nuchterste medewerkers, raken ze me met hun betrokkenheid bij de

mensen die ze proberen te helpen. Vaak ben ik onder de indruk van hun inzet en van de

resultaten die ze bereiken.

Doorvertellen

Aan mij de taak om die informatie door te geven aan u. Dat is nog best lastig. Uit

onderzoek bleek dat veel mensen ZOA kennen, maar dat slechts weinig mensen aan

kunnen geven wat ZOA precies doet. Terwijl dat werk zo boeiend is, en er zulke indruk-

wekkende verhalen over te vertellen zijn.

Zoals u ziet is dit magazine ook vernieuwd. We hebben geprobeerd om veel ruimte te

bieden voor het antwoord op juist die vragen: wat doet ZOA en waarom? Ik hoop dat u

daar dan net zo enthousiast over wordt als ik.

Aanraders

Aanraders wat mij betreft: de verhalen van Jozef en Grace uit Zuid-Sudan; echt herstel in

woord en beeld. En het interview met Teddy Muhindo, een Congolese collega. Ik had nog

nooit van hem gehoord, maar toen ik de tekst van dit interview ontving, voelde ik me

direct met hem verbonden. De fotopagina waarin we met hem mee op pad gaan, geeft

een levendig beeld van zijn dagelijkse werk.

Het maken van het ZOA-magazine is een belangrijk onderdeel van mijn takenpakket. Een

reactie erop of wensen voor het volgende nummer zou ik dan ook erg leuk vinden: u kunt

me bellen, 055 3663339, of mailen [email protected]

Met een hartelijke groet,

Els Sytsma

Ps. Dat niet iedereen wist wat ZOA deed, weerhield blijkbaar niemand om actie te voeren.

Op pagina 4 - 7 vindt u allerlei voorbeelden van kleine en grote acties die in Nederland voor

ZOA zijn georganiseerd. Leuk!

In gesprek met Beatrice Aol Omaya, een voormalige kindsoldate in Uganda. Lees haar verhaal op onze website.

Foto: Folkert Rinkema

VO

OR

WO

OR

D

Page 3: Magazine oktober 2011

OK

TO

BE

R 2

011 | N

R. 2

| 3

IN DIT NUMMER O.A.: INH

OU

DS

OP

GA

VE

ZOA-magazine is een

periodieke uitgave van ZOA.

Oplage: 52.500

ISSN: 1871-0727

KvK: 41009723

Adres:

Sleutelbloemstraat 8,

7322 AG Apeldoorn

Postbus 4130, 7320 AC

Apeldoorn

T 055 36 63 339

I www.zoa.nl

E [email protected]

Giro 550

Bank 38.75.12.012

Redactie:

Ewout Suithoff (hoofd-

redacteur), Els Sytsma,

Margaretha de Koning

Aan dit nummer werkten

verder mee: Jaco Klamer,

Sarah Schouwenaar, Henrique

Staal, Nicole Resink, Anne Paul

Roukema en John Buijs.

Fotografi e:

ZOA, tenzij anders vermeld.

Vormgeving:

IDD concept, communicatie,

creatie | www.idd.nu

Druk:

drukkerij De Bunschoter

© ZOA. ZOA staat positief

tegenover het kopiëren of

vermenigvuldigen van artike-

len, mits met bronvermelding.

Graag ontvangen wij een

bewijsexemplaar.

Adressenbestanden van

ZOA worden niet uitgeleend

of doorverkocht.

COLOFON

4-7ZOA in Nederland

12-13 Interview Staatssecretaris

Ben Knapen

14-15 Fotoverslag onderwijs-

programma Uganda

16-17Op pad met medewerker

Teddy Muhindo

22-23Noodhulp Ethiopië

26Recept en

leestips

4 14

26

12

16 22

Page 4: Magazine oktober 2011

4 | O

KT

OB

ER

2011 | N

R. 2

ZO

A I

N N

ED

ER

LA

ND

Olga Boer en Ilse Junte uit Wezep zijn allebei tien jaar. Ze hebben

samen kaarten gemaakt en deze verkocht voor vijftig cent per

stuk. Ook hebben ze op een rommelmarkt spulletjes en

koffi e verkocht. Alles bij elkaar heeft dat 250 euro opgebracht.

Ze bestemden dit geld voor het werk van ZOA in Haïti. Goed

gedaan, meiden!

De noodhulpactie voor de slachtoffers

van honger en droogte in het oosten

van Afrika heeft veel respons gekregen.

We ontvingen grote en kleine giften,

van kerken, bedrijven, scholen en par-

ticulieren. Enkele bijzondere acties van

kinderen willen we u niet onthouden:

Arnoud Melse (13) uit Arnhem

speelde djembé op straat, en haalde

daarmee €43,80 op voor Ethiopië.

“Ik hoorde er zoveel over op het

nieuws, dat ik echt iets wilde doen”,

vertelt hij.

Amarantha (8), Rowan (6) en

Isaura (4) Laffeber uit Nieuw-

Lekkerland bestemden hun zakgeld

voor Ethiopië en maakten € 19,84

over.

Rutger van den Berg (10) uit

Veenendaal is al een jaar junior-

ambassadeur en deed allerlei klusjes

in huis om geld te verdienen voor

ZOA. Ook organiseerde hij een

sponsorfi etstocht. Het totaalbedrag,

€ 88,45, maakte hij over voor de

slachtoffers van de hongersnood.

Annabel Horst (10) uit Zwolle heeft

gevast: snoep, cola, chips, eigenlijk

alle extraatjes heeft ze anderhalve

maand laten staan. Het uitgespaarde

bedrag werd door sponsorbijdragen

van familie en vrienden een paar keer

verdubbeld. Met deze bijzondere

inspanning haalde ze een bedrag op

van € 92,80.

Kinderen in actie voor Ethiopië

Arnoud (13): “Ik hoorde er zoveel over op het nieuws, dat ik echt iets wilde doen.”

In de Felsenkirche te Raron

in Zwitserland worden

in de zomervakanties

Nederlandse kerkdiensten

georganiseerd. Tijdens de

diensten wordt gecollec-

teerd om aan de huurkos-

ten te voldoen, het overige geld wordt in overleg met de

predikanten bestemd voor een goed doel. Op zondag 24

juli 2011 werd gecollecteerd voor de nood in Oost-

Afrika. Na aftrek van de huurkosten van het kerkgebouw

kon een bedrag van € 2222 aan ZOA worden

overgemaakt.

Collecte vakantiegangers

Page 5: Magazine oktober 2011

OK

TO

BE

R 2

011 | N

R. 2

| 5

De Apeldoornse woonorganisatie

‘de Woonmensen’ zet zich in 2011 in

voor een ZOA-project in Ethiopië. “De

missie van onze organisatie is dat we

mensen kwaliteit van leven in hun

eigen buurt bieden. Dat willen we ook

over de grens doen”, zo motiveert de

organisatie de samenwerking. Heel

passend dus dat ze geld ophalen voor

de terugkeer van ontheemden uit het

kamp Hartisheik naar hun eigen

dorpen, onder andere tijdens een

muziekevenement en met een

sponsorloop door het personeel.

ZOA is op uitnodiging van MWH

Foundation, een investerings-

partner van ZOA, betrokken bij het

unieke project Bach Contextueel:

een concertreeks en gelijk-

namige CD-uitgave. Hierin wordt

het prachtige cantaterepertoire

van Johann Sebastian Bach in

een context geplaatst, door het

te combineren met muzikaal en

liturgisch verwante werken. Samen

willen we Bach-liefhebbers een

nieuwe invalshoek op dit geliefde

repertoire bieden.

Via www.zoa.nl kunt u voordelig

concertkaarten en cd’s bestel-

len, waarbij een gedeelte van de

opbrengst ten goede komt aan

ons werk.

10 februari 2012:

Grote Kerk, Maassluis

11 februari 2012:

Martinikerk, Groningen

12 februari 2012:

Waalse Kerk, Amsterdam

14 februari 2012:

Grote Kerk, Alkmaar

* Meer informatie over deze

concerten vindt u op

www.bachcontextueel.nl.

Bijzondere muzikale samenwerking: Bach Contextueel

Woonorganisatie in actie voor ZOA

In 2007 maakten leerlingen van de

reformatorische basisschool Eben

Haëzer in Teuge tijdens een actie

tekeningen voor vluchtelingkinderen in

Thailand. Bert Koster van ZOA nam de

tekeningen mee toen hij het onderwijs-

project in Thailand bezocht.

Drie jaar later bezocht hij het kamp

en de school opnieuw. De tekeningen

uit Teuge hingen er nog steeds. Dat

ging natuurlijk op de foto, om aan de

Eben Haëzer-school te laten zien! De

school vond dat zo leuk, dat ze in mei

2011 opnieuw in actie kwamen. Ze

zamelden o.a. lege fl essen in, er werd

een sponsorloop georganiseerd en

een kleedjesmarkt gehouden op het

schoolplein. Bert Koster mocht een

cheque in ontvangst nemen van

€ 10.487, bestemd voor verbetering

van het onderwijs voor zo’n 36.000 ge-

vluchte Birmese kinderen in Thailand!

Tekeningen uit Teuge

ZO

A IN

NE

DE

RL

AN

D

Page 6: Magazine oktober 2011

ZO

A I

N N

ED

ER

LA

ND

6 | O

KT

OB

ER

2011 | N

R. 2

PakistanavondenEen jaar na de verwoestende overstromingen in Pakistan

organiseerden de vier organisaties Dorcas, Red een Kind,

Woord en Daad, en ZOA informatieavonden over de voort-

gang van de hulpverlening. Verspreid over het land vonden

vier avonden plaats, waar in totaal zo’n 130 mensen op

afkwamen.

Het was heel plezierig manier om samen met u als onze

achterban terug te kijken op de hulpverlening in dit complexe

land. Er kwamen veel geïnteresseerde vragen. Van ‘doen jullie

ook iets voor de kinderen in het gebied’ tot ‘accepteert de

overheid het wel dat jullie de sociaal achtergestelde groepen

versterken?’

De organisaties hebben in deze noodhulpactie vanaf het

begin samengewerkt, zowel in de fondsenwerving als groten-

deels ook in de uitvoering van de hulp. De vier organisaties

ontvingen gezamenlijk 3.156.893 euro.

Over de hulpverlening publiceerden we een rapportage:

Overstromingen in Pakistan. Een jaar hulpverlening in beeld.

(www.zoa.nl: wat we doen / wereldwijd / Pakistan). U kunt

ook een exemplaar opvragen bij ons kantoor.

Walk4Water op twee locatiesHet evenement Walk4Water gaat

uitbreiden! Op 24 maart 2012 zal

het startschot voor de derde keer

klinken op het Kootwijkerzand bij

Apeldoorn, maar voor het eerst

worden die dag ook in Middelhar-

nis (Goeree/Overfl akkee) de

jerrycans met water meegedragen.

Op deze manier kunnen nog veel

meer mensen meedoen aan hèt

evenement voor schoon drinkwa-

ter. Komend jaar is de opbrengst

bestemd voor water- en sanitatie-

projecten in Sudan.

Wordt uiteraard vervolgd,

maar noteer de datum alvast

in uw agenda. Binnenkort meer

informatie op www.walk4water.nl.

Kerkdiensten over waterIedere maand worden in

Vlaardingen kerkdiensten voor

mensen met een verstandelijke

beperking georganiseerd. Het

jaarthema voor 2011-2012 is

‘water’. Iedere dienst staat een

Bijbelgedeelte centraal waarin

water een rol speelt. De collectes

tijdens deze diensten zijn bestemd

voor een waterproject van ZOA in

Darfur, Sudan, waar we toiletten

en wasgelegenheid aanleggen bij

scholen.

Iedere laatste zondag van de

maand, 15.00 uur, kerkcentrum

Holy, Reigerlaan 47, Vlaardingen.

Meer informatie H. van Baars,

(010) 47 42 353.

ZOA Sri Lanka op televisieHet is al een tijdje geleden, maar

de uitzendingen zijn nog altijd het

bekijken waard. In juni besteedde

het programma Nederland Helpt

van de Evangelische omroep vier

weken achtereen aandacht aan

het werk van ZOA Sri Lanka.

U kunt de uitzendingen terug-

kijken via: www.nederlandhelpt.nl.

Via de knop ‘Uitzendingen’, zoek-

term Sri Lanka, komt u terecht bij

de vier afl everingen van 9, 16, 23

en 30 juni.

Deze uitzendingen brachten

€ 150.000 op voor ons

wederopbouwwerk in Sri Lanka,

waarmee we 260 gezinnen kun-

nen helpen bij een nieuwe start.

Page 7: Magazine oktober 2011

OK

TO

BE

R 2

011 | N

R. 2

| 7

Op het Driestar College in

Gouda en Leiden zetten

leerlingen en docenten zich al

sinds 1994 in voor ZOA. Ook dit jaar

laten de derdeklassers zich sponso-

ren om een hele nacht les te krijgen.

Hiermee halen ze geld op voor het

onderwijsproject in Uganda: de bouw

van scholen, lesmateriaal en training

van docenten, waardoor 9000 kinderen

van teruggekeerde vluchtelingen weer

naar school kunnen.

Voetbal

‘Het is echt niet saai om de hele nacht

les te krijgen. Het zijn juist leuke lessen’,

vertelt Lisanne Walhout (16) uit Lisse.

De HAVO-scholiere deed vorig jaar mee

aan de lessenmarathon en haalde het

meeste geld op van iedereen: 1125 euro.

Samen met twee medeleerlingen mocht

ze daarom mee naar het project in

Uganda. Ze raakte diep onder de indruk

van de ontmoeting met jonge meisjes

die verkracht waren tijdens de oorlog.

Voor de bezochte scholen hadden ze

als presentje een voetbal meegeno-

men. “We hadden één voetbal voor

elke school. Dan renden er dus tachtig

kinderen achter die ene bal aan. Zo blij

met die ene bal! Daar kunnen wij veel

van leren.”

Bewustwording is één van de hoofd-

doelen die Bert Koster, coördinator

Onderwijs bij ZOA, zich stelt. In de

weken voor de lessenmarathon geeft

Koster voorlichtingslessen op school,

onder meer met een rollenspel. “Het gaat

niet alleen maar om het geld dat ze opha-

len, ze moeten er ook wat van leren.”

Hoogtepunt

Sinds de Driestar begon met sponsor-

acties, is al zeker anderhalf miljoen

euro opgehaald, vertelt voormalig

coördinator van de sponsoracties Joop

Vermeulen. “Ik weet nog dat we in 1994

duizenden bloembollen, die de leerlin-

gen verkochten, hebben staan inpakken.

Die actie is tot deze nachtelijke lessen-

marathon uitgegroeid. Het voordeel is

dat je vrijwel geen kosten hebt en alleen

maar winst maakt. We zitten nu al een

paar jaar richting de honderdduizend

euro per nacht. Leerlingen noemen het

vaak een hoogtepunt in hun Driestar-

loopbaan”, aldus Vermeulen.

In juni droeg Vermeulen het project

over aan Jan Möhlmann, directeur van

de onderbouw (havo-vwo). Ook hij

is enthousiast. “De school vindt het

belangrijk om de leerlingen te laten na-

denken over hoe goed ze het hebben en

dat elders op de wereld grote nood is.”

Nachtje op school voor Uganda

Tekst: Anne Paul Roukema

ZO

A IN

NE

DE

RL

AN

D

Page 8: Magazine oktober 2011

8 | O

KT

OB

ER

2011 | N

R. 2

HOOPWij dragen bij aan een

nieuw perspectief van

HOOP waarin mensen

in waardigheid en onderling

vertrouwen samenwerken

aan hun toekomst. HULP

HULPWij bieden HULP aan

mensen die getroffen zijn

door een natuurramp of

gewapend confl ict.

.

Page 9: Magazine oktober 2011

OK

TO

BE

R 2

011 | N

R. 2

| 9

HERSTELSamen met de getroffen

gemeenschappen werken wij

aan verder HERSTEL totdat

zij weer in hun eigen levens-

onderhoud kunnen voorzien.

ZOA is méér dan vluchtelingenzorg alleen.

Dat maken we duidelijk met ons nieuwe motto HULP | HOOP | HERSTEL.

Op de volgende pagina’s lichten we dit motto toe.

Page 10: Magazine oktober 2011

10 |

OK

TO

BE

R 2

011 | N

R. 2

1. Waarom lanceert ZOA dit nieuwe

motto?

Wat doet ZOA eigenlijk precies? Uit

onderzoek bleek dat veel mensen dat

niet zo duidelijk voor ogen hadden. ‘Iets

met vluchtelingen’, op zich wel correct,

maar verre van volledig. Daarom gingen

we op zoek naar een motto dat ons werk

kernachtig samenvat.

Een heldere boodschap is belangrijk om

mensen in Nederland bij ons werk te

betrekken en hun steun te verwerven. De

steun van donateurs is en blijft namelijk

hard nodig voor de hulpverlening aan

mensen die zijn getroffen door confl icten

en rampen.

2. Wat bedoelt ZOA met HULP I HOOP

I HERSTEL?

De termen hulp en herstel laten een pro-

ces zien van noodhulp tot wederopbouw:

van de levensreddende en praktische hulp

in de eerste maanden na een ramp of con-

fl ict, tot de ondersteuning van wederop-

bouw en het moment dat mensen weer in

hun eigen onderhoud kunnen voorzien.

De centrale term hoop duidt op ZOA’s

visie om mensen perspectief te bieden

op de toekomst waarin vrede, recht en

wederzijds vertrouwen een plaats hebben.

Hierin klinkt ook de christelijke motivatie

door van waaruit wij ons dagelijkse werk

doen en waarmee we willen handelen

naar en bijdragen aan het bijbels perspec-

tief van Gods koninkrijk.

3. Waarom is ‘Vluchtelingenzorg’ uit

ZOA’s naam verdwenen?

Het werk van ZOA is begonnen met hulp

aan vluchtelingen. Maar al snel breidde

het werk zich uit naar andere groepen

mensen die net zo te lijden hadden onder

confl icten en rampen. Naast vluchtelingen

zijn dat ook:

en ontheemden

ZOA is dus meer dan ‘vluchtelingenzorg’.

Onze naam wekte verwarring en soms

zelfs irritatie bij een groot deel van onze

doelgroep, die zich door de term ‘vluchte-

ling’ niet aangesproken voelt.

4. Wat betekent de naam ZOA nu nog?

Oorspronkelijk is ZOA de afkorting van

Zuid-Oost Azië. Deze afkorting dekt de

lading niet meer, omdat we ook in Cen-

traal Azië, Afrika en Haïti werken. Bij onze

achterban is ‘ZOA’ echter een bekend

begrip. Deze naamsbekendheid is een

belangrijke reden om de eigennaam ZOA

te handhaven, zonder dat dit nog concreet

naar Zuid-Oost Azië verwijst.

Natuurlijk koesteren we ook de historie

van deze naam en zijn we trots op de oor-

sprong van de organisatie. De mentaliteit

van de jonge mensen in de jaren zeventig

om de handen uit de mouwen te steken,

Zeven vragen over ons nieuwe motto

HULP I HOOP I HERSTEL

AC

HT

ER

GR

ON

D

Page 11: Magazine oktober 2011

OK

TO

BE

R 2

011 | N

R. 2

| 11

is nog altijd de mentaliteit van de huidige

generatie ZOA-medewerkers.

5. Verandert er nog meer behalve het

motto?

In de fotografi e, zoals ook in dit maga-

zine, willen we meer laten zien van het

werk van ZOA. De mensen die we helpen,

brengen we zoals altijd met interviews en

portretten dichtbij. Daarnaast willen we

meer laten zien van projectactiviteiten

en de resultaten van ons werk voor de

getroffen gemeenschappen. Zodat in tekst

èn beeld nog duidelijker wordt wat ZOA

precies doet.

6. Verandert er ook iets in ZOA’s werk-

wijze?

Nee, het motto is gebaseerd op ZOA’s hui-

dige werk, niet andersom. Ons werk heeft

zich de afgelopen jaren wel ontwikkeld,

waarin steeds meer nadruk kwam te liggen

op het werken aan herstel en wederop-

bouw. In een noodsituatie is vaak veel hulp

beschikbaar. Maar lang niet alle organisa-

ties zijn in staat of bereid mensen ter zijde

te staan tijdens het langdurige proces van

herstel. ZOA wil en kan dat wel.

We werken voornamelijk in fragiele

situaties; landen met een zwak bestuur,

nauwelijks een maatschappelijk mid-

denkader en veel onrust tussen verschil-

lende bevolkingsgroepen. Dit vraagt een

specifi eke expertise, een werkveld waarin

ZOA zich heeft gespecialiseerd.

Daarin concentreren we ons op de vol-

gende sectoren:

Water, sanitaire voorzieningen en hygiëne

ZOA heeft veel ervaring in deze sector.

Door de aanleg of het herstel van water-

putten en latrines, door de oprichting en

opleiding van lokale watercomités en door

intensieve hygiënevoorlichting bevorde-

ren we de toegang tot schoon drinkwater

en een gezonder leven. De toegang tot

schoon drinkwater is vaak een eerste stap

van herstel en de voorwaarde voor de

wederopbouw van het bestaan.

Levensonderhoud en voedselzekerheid:

Om weer voor je eigen gezin te kunnen

zorgen en niet afhankelijk te zijn van hulp,

is essentieel voor de menselijke waardig-

heid, één van ZOA’s kernwaarden. Boven-

dien zal economische ontwikkeling sociale

onrust verminderen en zo bijdragen aan

het herstel van blijvende vrede.

We werken hieraan door:

verbeterde technieken, irrigatie en ken-

nisoverdracht;

ningen en het ondersteunen van kleine

bedrijven;

ting van boerencoöperaties.

Basisonderwijs

ZOA gelooft dat onderwijs essentieel is

voor een onafhankelijke toekomst en ver-

betering op de lange termijn. Daarbij wer-

ken we samen met overheidsinstanties,

zodat zij kennis en ervaring opdoen om de

verantwoordelijkheid voor het onderwijs-

programma (weer) over te nemen. ZOA

richt zich met name op basisonderwijs

voor kinderen en functionele alfabetise-

ring voor volwassenen.

7. Gebruiken jullie het nieuwe motto

ook in de landen waar jullie werken?

Jazeker! In de meeste landen gebruiken we

de Engelse versie: Relief I Hope I Recovery.

In de Franstalige landen Burundi, Congo en

Haïti gebruiken we Aide I Espoir I Relèvement.

Foto

: Jac

o K

lam

er

Page 12: Magazine oktober 2011

12 |

OK

TO

BE

R 2

011 | N

R. 2

INT

ER

VIE

W M

ET..

.

“Drieluik HULP I HOOP I HERSTEL is belangrijk”

In tijden waarin helaas zwaar wordt

bezuinigd op ontwikkelingssamen-

werking maakte hij tijd voor ZOA vrij

om een aantal –schriftelijke – vragen te

beantwoorden.

ZOA introduceerde een nieuw motto:

Hulp Hoop Herstel. Herkent u dat

drieluik als belangrijk in fragiele

situaties?

Ja, ik herken me in grote lijnen in deze

drieslag. Alle drie de aspecten zijn even

belangrijk. Het is altijd zaak eerst acute

nood te lenigen. Pas daarna kun je de

fundamenten leggen voor een betere toe-

komst. Uiteindelijk komt – als alles goed

gaat – het herstel.

Dit vraagt om langdurige betrokken-

heid. U heeft een beperkt budget. Hoe

gaat u om met dat dilemma?

Nederland geeft noodhulp uit medemen-

selijkheid. Maar we richten ons daarnaast

vooral op de lange termijn. Als één van

zeer weinig landen in de wereld heeft

Nederland een ontwikkelingsbudget van

0,7 procent van het bruto binnenlands

product. In 2012 is dat 4,4 miljard euro.

Met dat bedrag willen we effi ciënte en

effectieve hulp bieden. Dit betekent

dat we ons richten op terreinen waar

Nederland een meerwaarde heeft: water,

voedselveiligheid, seksuele gezondheid en

gender, en veiligheid en recht in fragiele

staten. Zo investeren we in duurzame

ontwikkeling.

Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken Ben Knapen (60) is sinds

14 oktober 2010 de verantwoordelijk bewindspersoon voor Ontwik-

kelingssamenwerking. De CDA-politicus begon als leraar geschiede-

nis, en heeft daarna als journalist in Duitsland, de Verenigde Staten en

Zuidoost-Azië gewerkt voor NRC-Handelsblad. Ook is hij enkele jaren

hoofdredacteur van het NRC geweest en heeft hij functies bekleed bij

Philips en PCM Uitgevers.

STAATSSECRETARIS BEN KNAPEN

Foto: Sven Torfi nn | Portretfoto: ministerie van Buitenlandse Zaken

Page 13: Magazine oktober 2011

OK

TO

BE

R 2

011 | N

R. 2

| 13

U hebt forse bezuinigingen moeten

doorvoeren op ontwikkelingssamen-

werking. Kunt u een voorbeeld geven

van een pijnlijke keuze die u heeft

moeten maken?

Elke bezuiniging is pijnlijk, zeker op het

terrein van ontwikkelingssamenwerking.

Maar uiteindelijk maak je een positieve

keuze: op welk terreinen kan Nederland

écht het verschil maken voor armen in

ontwikkelingslanden? We maken van de

nood een deugd door te moderniseren.

Kunt u een voorbeeld noemen van een

situatie waarin de hulp van Nederland

echt het verschil heeft gemaakt?

Als ik er één mag noemen, dan kies ik voor

mijn bezoek aan boeren in Ethiopië. Met

kleine bijdragen uit Nederland aan zaad-

veredeling, en met Jan van de Haar als

deskundige boer, hebben zij de productie

op hun grond weten te verdubbelen. Het

zijn ondernemers geworden. Zij kunnen nu

produceren voor de markt en zijn zelf niet

kwetsbaar meer. Dat is fantastisch.

In uw beleid is de nadruk verschoven

van sociale naar economische ontwik-

keling. Maar armoede is ook vaak een

verdelingsvraagstuk. Sociale ontwikke-

ling, zoals onderwijs en gezondheids-

zorg, versterkt de armste mensen,

zodat zij voor hun rechten kunnen

opkomen en aan hun eigen ontwikke-

ling kunnen werken. Hoe voorkomt u

dat slechts een kleine minderheid profi -

teert van economische ontwikkeling?

Uiteraard is bijvoorbeeld onderwijs

belangrijk voor ontwikkeling. Maar de

balans tussen sociale en productieve

sectoren is de laatste decennia een beetje

zoek geraakt. Voor armoedebestrijding

is duurzame economische groei onont-

beerlijk. Zonder het bedrijfsleven, hier

en in ontwikkelingslanden, is groei niet

mogelijk. Zij zorgen voor banen, zij zorgen

voor belastinginkomsten. Daarom zet dit

kabinet sterk in op het bedrijfsleven.

Natuurlijk moeten ook de allerarmsten

kunnen profi teren van economische groei.

Daarom richten wij ons bijvoorbeeld op

duurzame handel. En Nederland bouwt

voort op partnerschappen met maat-

schappelijke organisaties. De kracht van

deze organisaties is juist hun contact met

de allerarmsten.

U stelt dat Nederland zich moet rich-

ten op gebieden waar het internatio-

naal verschil kan maken, en waarmee

tegelijk een Nederlands belang wordt

gediend. Zou u als CDA-politicus niet

een tegengeluid moeten laten horen;

we verlenen geen hulp omdat we er

zelf baat bij hebben, maar omdat we

het in Nederland ongeloofl ijk goed

hebben en daarmee een verantwoor-

delijkheid dragen voor onze naaste

wereldwijd?

Van een CDA-politicus, van iedere politi-

cus, mag je verwachten dat hij probeert de

beste resultaten te behalen. Ik ben ervan

overtuigd dat wederzijds profi jt de effi ci-

entie en de effectiviteit van ontwik

kelingssamenwerking ten goede komt.

Dáár gaat het om. Behaalde resultaten

zullen ook het draagvlak voor ontwikke-

lingssamenwerking versterken. Daar richt

ik me op. Elke dag.

U heeft september jl. Somalië bezocht.

Hoe komt het toch dat het niet lukt

om daar een begin van basisveiligheid

te garanderen?

Door het ontbreken van een legitiem

gezag is ruimte ontstaan voor internatio-

nale criminaliteit, piraterij en terrorisme.

Dit maakt het lastig om basisveiligheid te

creëren, met name in Zuid- en Centraal

Somalië.

De VN en EU hebben zowel de fi nanciële

middelen als de personele capaciteit om

de stabiliteit op relatief grote schaal te

bevorderen. Maar ook deze organisaties

hebben te maken met de onveiligheid in

grote delen van Somalië. De EU moet ove-

rigens wel meer met één mond praten en

programma’s beter op elkaar afstemmen.

Wat is uw visie op hulpverlening in

fragiele staten?

Het is belangrijk om eerst de veiligheid en

rechtsorde in deze te landen te verbe-

teren. Pas daarna kan er sprake zijn van

wederopbouw en economische ontwik-

keling. In Somalië is voedselzekerheid

en de ontwikkeling van de private sector

nog een brug te ver. Stabiliteit is daar

prioriteit.

“Zonder het bedrijfsleven, hier en in ontwikkelings-landen, is groei niet mogelijk.”

Page 14: Magazine oktober 2011

14 |

OK

TO

BE

R 2

011 | N

R. 2

TERUG NAAR HUIS, T In Noord-Uganda is 95 procent van de bevolking ontheemd geraakt in de periode

1987-2007. Sinds de rust in het gebied is hersteld, ondersteunt ZOA de terugkeer van

ontheemden naar hun eigen dorpen. De beschikbaarheid van onderwijs is een belangrijke

stimulans voor de beslissing om terug te gaan. Met het grote onderwijsprogramma ‘Terug

naar huis, terug naar school’ voorziet ZOA in een grote behoefte.

Resultaten kort: 2008-2010In de eerste jaren van dit programma hebben we bijna

tienduizend kinderen kunnen bereiken met dit onder-

wijsprogramma. Naast 74 klaslokalen en woningen

voor 34 docenten hebben we tientallen waterpunten

en latrines aangelegd. Deze faciliteiten worden niet

alleen door de school gebruikt, maar ook door de

dorpelingen in de buurt. Verder zijn vele docenten

getraind. Eén van hen, Achan Jacqueline, vertelt daar-

over: “Ik vond het inspirerend om te leren hoe je met

ouders kunt communiceren, en hoe je met meisjes

om moet gaan die geconfronteerd zijn met geweld en

seksueel misbruik. Ik voel me nu bekwaam als onder-

wijzeres en mijn zelfvertrouwen is gegroeid.“

Foto boven

Na jarenlange oorlog waren schoolgebouwen vervallen of ver-

woest. Kinderen kregen les onder een boom.

Foto’s boven

Het programma bestaat uit diverse onderdelen: de bouw van

scholen en lerarenwoningen, het leveren van materialen, en voor-

lichting. De beschikbaarheid van leerkrachten die in de dorpen

willen werken, is een behoorlijk knelpunt. Daarom bouwen we

docentenwoningen bij de scholen. Dat stimuleert de leerkrachten

om terug te keren vanuit de kampen.

Page 15: Magazine oktober 2011

OK

TO

BE

R 2

011 | N

R. 2

| 15

Foto’s boven

Naast deze hardware geeft het project veel aandacht aan voor-

lichting en bewustwording. Docenten krijgen cursussen over het

begeleiden van kinderen, het belang van onderwijs voor meisjes,

over het herkennen van problemen bij kinderen en over HIV/Aids-

preventie. Op school worden lessen gegeven in hygiëne: waarom

het belangrijk is je handen te wassen en om je leefomgeving op

school en thuis schoon te houden.

Ouders en docenten organiseren zich in een medezeggenschaps-

raad, ZOA ondersteunt hen daarbij. Dit vergroot de betrok-

kenheid van ouders bij het onderwijs van hun kinderen enorm.

Leerlingen vormen theatergroepjes die zingend en toneelspelend

onderwerpen als tienerzwangerschappen en HIV/Aids-preventie

aan de orde stellen.

Dit programma is mede gefi nancierd door de Driestar (zie ook

pagina 7) en door de opbrengst van Walk4Water 2008.

ERUG NAAR SCHOOL

Op onze website vindt u het verhaal van Auma Josephine, een meisje dat volgens eigen zeggen allang was gestopt met school als ze ZOA’s

Girl Child Empowerment Programme niet had gevolgd.

Foto’s onder

Verder is veel aandacht besteed aan water en sanitaire voorzie-

ningen bij de scholen. Dit komt gezonde omstandigheden voor

de kinderen ten goede. Het is ook een erg belangrijke voorwaarde

voor onderwijs aan wat oudere meisjes. Veel meisjes gaan name-

lijk niet meer naar school zodra ze gaan menstrueren. Door wc’s

en wasgelegenheid voor meisjes aan te leggen, hoeven ze zich

dan niet meer oncomfortabel te voelen.

Page 16: Magazine oktober 2011

16 |

OK

TO

BE

R 2

011 | N

R. 2

DE

VE

LD

ME

DE

WE

RK

ER

De goedlachse en bescheiden Teddy

is de trotse vader van vier kinde-

ren, twee meisjes en twee jongens.

Zijn jongste dochter, Gael, is net een half

jaar oud. Hij straalt als hij over zijn gezin

vertelt. Naast zijn vrouw en kinderen

zorgt Teddy voor zes andere familieleden,

waarvan vier bij hem in huis wonen. Ook

zijn grootouders leven nog en Teddy helpt

ook hen als ze iets nodig hebben, zoals

medicijnen of kleding.

Beginnen met gebed

Teddy werkt voor ZOA sinds februari

2011. Teddy: “Ik werk al twaalf jaar in de

humanitaire sector, en nu dus voor ZOA

in Lubero. Ik ben erg blij dat ik voor een

organisatie kan werken die dezelfde waar-

den heeft als ik. Elke ochtend beginnen we

met gebed, op deze manier begint mijn

dag direct al goed.”

“Ik ben verantwoordelijk voor de activitei-

ten van ZOA op het gebied van voedsel-

zekerheid. Meer dan 80 procent van de

bevolking in het district Lubero is afhan-

kelijk van landbouw en veeteelt, maar de

oorlog heeft veel problemen veroorzaakt

in de sector. Bovendien ondersteunt de

regering de boeren niet, ze worden aan

hun lot overgelaten. Zelf kom ik ook uit

een boerenfamilie, dus ik weet hoe zwaar

de mensen het hebben.”

Eén grote familie

“Ik vind het geweldig om de gemeenschap

te kunnen ondersteunen in mijn werk,

vooral omdat ik zelf uit deze regio kom.

De mensen voor wie ik mij inzet beschouw

ik als familie: mijn tantes, mijn neefjes.

Ik zie de bevolking van het hele district

als een grote familie.” Grappend voegt

hij er aan toe: “Ik heb de afgelopen jaren

in zoveel dorpen gewerkt, als ik ooit de

politiek in wil, weet ik zeker dat de mensen

vertrouwen in mij zullen hebben en me als

kandidaat zullen voordragen.”

Het programma van ZOA in Lubero is nog

maar net opgestart. Het ZOA-kantoor

staat in Butembo, een stad op anderhalf

uur reizen van Lubero, ook Teddy woont

in Butembo. Teddy: “In Lubero zijn geen

voorzieningen, we moeten ons echt

behelpen. Dat is soms wel lastig. Maar ik

ben gewend aan het vele reizen en aan

het leven in de dorpen waar ZOA werkt. Ik

voel me goed als ik daar ben.”

Hoop

Op de vraag of hij nooit moedeloos wordt

van de talloze problemen, antwoordt hij:

“ZOA besteedt veel aandacht aan het

identifi ceren van de belangrijkste proble-

men in de gemeenschappen, en pakt die

vervolgens aan. Ik geloof daarom dat onze

hulp echt tot veranderingen zal leiden. De

mensen hebben het zwaar, maar ik weet

dat er hoop voor hen is.”

TEDDY MUHINDOLeeftijd

36 jaar

Functie

projectcoördinator

Waar

District Lubero, provincie

Noord-Kivu, Democratische

Republiek Congo

Congolezen kijken liever serieus op een foto., maar voor ons maakte Teddy graag een uitzondering.

Page 17: Magazine oktober 2011

OK

TO

BE

R 2

011 | N

R. 2

| 17

09:18 uurHet merendeel van de wegen die ZOA ge-

bruikt om in de dorpen te komen, verkeert

in slechte staat. Al sinds begin jaren ’90

onderhoudt de overheid de wegen op het

platteland niet meer. De boeren probe-

ren het wel, maar in het regenseizoen

veranderen ze in grote waterpoelen. Als

de dorpen met de landcruiser niet meer te

bereiken zijn, gaat Teddy met de motor.

10:23 uurLubero is het dichtstbevolkte gebied van

Congo en heeft ook het hoogst gelegen

dorp: Kipese op 2500 meter. ZOA werkt

in veel dorpen op grote hoogte. Teddy: ‘Ik

houd niet van kou, en je zult me dan ook

niet snel zonder mijn dikke jas zien!’

11:45 uur “We roepen de dorpsleiders en de bevol-

king van het dorp Luseke bijeen. In de ver-

gadering leg ik uit wat de mensen kunnen

verwachten van ZOA. Iedereen luistert vol

interesse en steeds meer mensen voegen

zich bij ons.

13:55 uurIn het Lubero-district rijden maar weinig

auto’s. De dorpen waar ZOA werkt, liggen

vaak afgelegen. Als er een auto stopt,

komen de kinderen snel aangerend, ook

als het regent. Teddy: “Soms maak ik

foto’s van ze met de digitale camera van

ZOA, dat vinden ze geweldig. Als ik hen de

foto’s laat zien, moeten ze altijd heel hard

lachen.”

16:31 uurIn Lubero hebben we geen kantoor. We

maken daarom gebruik van de faciliteiten

van andere organisaties. Hier maak ik

gebruik van de internetverbinding van

Handicap International. Het is fi jn dat

het kan, maar soms zit het hier vol met

mensen, dan is het lastig werken.

18:51 uurNa een lange werkdag breng ik mijn avond

door met mijn familie. Hier speel ik met

mijn kleine meisje van zes maanden. De

oudste drie gaan al naar school. De scho-

ling van mijn kinderen is mijn grootste

zorg. Ik werk niet alleen voor het welzijn

van de bevolking in Lubero, maar ook voor

het welzijn van mijn familie.

OP PAD MET TEDDY

Op onze website nog meer foto’s uit het dagelijks leven en werk van Teddy Muhindo.

Page 18: Magazine oktober 2011

18 |

OK

TO

BE

R 2

011 | N

R. 2

HO

E G

AA

T H

ET

NU

IN

...

De gezamenlijke fondsenwerving

leverde in totaal 3.156.893 euro

op. Doordat de fondsenwervings-

kosten gedeeld werden, konden die kosten

zeer laag blijven: slechts 1,08 procent van

de totale inkomsten.

Wat hebben we in Pakistan sindsdien

kunnen doen?

De eerste drie maanden stonden in het

teken van noodhulp. Voedsel, tenten,

drinkwater, muskietennetten, keukenma-

terialen, jerrycans en gasbranders. Aan

dit noodhulpprogramma in de provincie

Khyber Pakhtunkwa droegen de vier

Nederlandse organisaties allemaal bij.

De uitvoering verliep via de Pakistaanse

organisatie I-LAP (zie kader).

Omdat we weten dat het herstel na

een ramp vaak jaren duurt, willen we de

slachtoffers gedurende langere tijd bij-

staan. In gesprekken met de lokale over-

heid in de provincie Punjab werd duidelijk

dat het district Rahim Yar Khan een van

de meest getroffen gebieden was, en dat

er voor oktober 2010 nog nauwelijks hulp

was gearriveerd.

In dit gebied startten we een wederop-

bouwprogramma, dat tot 2013 zal duren.

Zoals vaak zijn ook bij deze ramp de

zwaksten in de samenleving het meest

gedupeerd. Zij leven in de risicogebieden,

waar anderen niet willen wonen. Het

programma richt zich op deze groep.

Schulden

Veel van deze mensen zijn kwetsbaar voor

uitbuiting. Ze worstelen met schulden,

omdat ze leningen moeten afsluiten om

zaaigoed of andere noodzakelijke spullen

te kunnen kopen. De rentes van deze le-

ningen zijn zo hoog, dat ze die met de op-

brengst van hun oogst niet of nauwelijks

kunnen afbetalen. Daarbij komt dat ze de

Augustus 2010 startten Dorcas, Red een Kind, Woord en Daad en ZOA een gezamenlijke

fondsenwervingsactie voor hulpverlening in Pakistan. Overstromingen troffen het hele

land van noord naar zuid; een gebied dat tien keer zo groot was als Nederland. Hoewel

het aantal dodelijke slachtoffers met zo’n 2000 personen relatief gering was, raakten

4,6 miljoen mensen dakloos en werden in totaal 20 miljoen mensen getroffen door

bijvoorbeeld schade of verlies van vee en oogst.

PAKISTAN EEN JAAR LATER

Page 19: Magazine oktober 2011

OK

TO

BE

R 2

011 | N

R. 2

| 19

oogst via tussenhandelaren verkopen, die

hen een bijzonder slechte prijs betalen.

Het programma startte in november

2010 met de distributie van zaaigoed en

mest, precies op tijd voor de start van

het reguliere zaaiseizoen. Ook kregen de

boeren hulp bij het ontginnen van het

land doordat tractoren ter beschikking

werden gesteld. Deze aanpak is voor de

boeren essentieel geweest om niet door

de gevolgen van de overstromingen extra

in de schulden te raken.

Vervolgens zijn we begonnen met de

organisatie van boerengroepen. Nood-

hulpcoördinator John Buijs: “De doelgroep

is grotendeels ongeletterd en sociaal

achtergesteld. We helpen hen zich te or-

ganiseren en samen te werken. We stellen

goedkope leningen beschikbaar en helpen

hen bij gezamenlijke in- en verkoop. Een

soort coöperatie. Dat zal enorm veel

verschil uitmaken voor hun leven.”

Emotioneel moment

Michael Gillham, landenvertegenwoordi-

ger van ZOA in Pakistan, vertelt over een

ontmoeting met zo’n groep. “Ik bezocht

een dorp, waar ik werd ontvangen door een

groep van 25 oudere mannen. Ze waren

stil en teruggetrokken, en ik introduceerde

mezelf. Ik legde uit dat ik voor een chris-

telijke organisatie werk, die in het verre

land Nederland geld heeft ingezameld om

de slachtoffers van de overstromingen te

helpen. Ineens, uit het niets, was er een

luid applaus, en ik zag de blijdschap en

ontroering op hun gezichten. Dat was een

heel emotioneel moment.”

De groepen bestaan uit mannen, maar,

vertelt John Buijs opgewekt, “de vrouwen

krijgen we erbij cadeau. Binnen deze ach-

tergestelde groepen zijn de vrouwen nog

meer achtergesteld.” We hebben niet de

illusie dat een programma van drie jaar dat

kan veranderen. Maar binnen de bestaande

context werkt vrouwelijk I-LAP personeel

met de vrouwen van de mannen die aan

de offi ciële boerengroepen deelnemen. Ze

geven informatie over hun gezondheid (het

belang van handen wassen) en over het

belang van een gevarieerd dieet en helpen

WAT IS I-LAP?Interfaith – League Against

Poverty is een Pakistaanse

hulporganisatie met als doel het

bevorderen van begrip tussen

diverse godsdienstige bevolkings-

groepen. Hun methode laat zich

het best vertalen als opbouwwerk;

in dorpen en wijken werken ze aan

vredesopbouw en confl ictbemid-

deling, onderwijs, inkomenson-

dersteuning, water en sanitaire

voorzieningen en (her)bouw van

scholen.

EUVoor de bouw van duizend huizen

met daarbij een latrine hebben

we in september 2011 1,5 miljoen

euro toegezegd gekregen van de

Europese Unie. Bij dit programma

hoort ook hygiënevoorlichting en

de aanleg van drinkwatervoorzie-

ningen.

bij de aanleg van een moestuin. Vrouwen

zullen kennis en vaardigheden opdoen en

wij hopen zo bij te dragen aan hun zelfver-

trouwen en aan onderling respect tussen

mannen en vrouwen. Daarvoor maken we

bij de ‘mannenbijeenkomsten’ ook graag

gebruik van de expertise van I-LAP op het

gebied van vreedzame confl ictoplossing.

Tijdens trainingen over landbouwonder-

werpen zoals irrigatie of marketing van

producten, zetten we ook huiselijk geweld

en het vreedzaam oplossen van confl icten

op de agenda.

Cor en Liesbeth Verduijn waren betrokken

bij de eerste maanden van wederopbouw,

de gesprekken in de dorpen, en de vorming

van de groepen. Werk in zware omstandig-

heden, soms wel 50 °C. “Maar ‘s ochtends,

als ik uit het raampje van onze badkamer

keek, keek ik precies op het kruis van een

kerktoren, waarop de opkomende zon

glansde. Dat was iedere dag een enorme

bemoediging”, vertelt Liesbeth.

Page 20: Magazine oktober 2011

20 |

OK

TO

BE

R 2

011 | N

R. 2

NIE

UW

S B

UIT

EN

LA

ND

20 |

OK

TO

BE

R 2

011 | N

R. 2

Regenoverlast PakistanPakistan kent dit seizoen opnieuw zware regenval. Veel

mensen zijn hun oogst of vee kwijt geraakt, met name in

de zuidelijke provincie Sindh. In Punjab, waar ZOA actief

is, is de schade minder. Maar ook daar zijn het juist de

kwetsbaarste gezinnen die de zwaarste klappen oplopen.

Zo’n 7000 boeren in ons programma zijn een deel van

hun oogst verloren. We willen hen helpen met zaaigoed

en kunstmest en zijn nog op zoek naar fondsen om dat

mogelijk te maken.

Droogte AfghanistanIn het noorden van Afghanistan heerst ernstige droogte.

Samen met Tearfund UK is ZOA betrokken bij noodhulp

door de aanleg van wateropslagplaatsen. De dorpelingen

die daaraan meewerken, krijgen betaald. Het mes snijdt

zo aan twee kanten; de beschikbaarheid van water verbe-

tert en de deelnemers aan het programma verdienen geld

waarmee ze water en voedsel kunnen kopen.

Zware regenval treft onderwijsprogramma ThailandIn juli begon zware regen, die aanhield tot moment van

schrijven (10 oktober). Twee vluchtelingenkampen kregen

te maken met overstromingen, waardoor honderden

huizen wegspoelden. Enkele schoolgebouwen konden

niet meer gebruikt worden, deels omdat er ontheemden

in gehuisvest werden, en deels omdat de gebouwen zelf

te dicht bij de rivier lagen en last hadden van gronderosie.

Zo’n tweeduizend leerlingen in het ZOA-onderwijspro-

gramma werden hierdoor getroffen. We nemen de nodige

maatregelen door schoolgebouwen te verplaatsen of te

stutten. Ook bouwden we een brug van hout en bamboe,

zodat de toegang tot een school weer mogelijk werd.

Goed nieuws uit Sri LankaEurope Aid heeft een programmavoorstel van ZOA Sri

Lanka geselecteerd: ZOA ontvangt 3 miljoen euro voor

de uitvoering van een wederopbouwprogramma van drie

jaar. Voorwaarde is dat ZOA zelf tien procent van het

benodigde bedrag (dus 350.000 euro) opbrengt.

Het programma zal 4700 door de oorlog getroffen gezin-

nen in het noorden en oosten van Sri Lanka ondersteunen

bij de wederopbouw van hun bestaan. We richten ons

met name op mensen met een handicap, alleenstaande

moeders en jongeren.

Onze medewerker Gerard Hooiveld vertelt op pagina 27

van dit magazine meer over hoe het verkrijgen van zulke

fondsen in zijn werk gaat.

Verkiezingen Liberia en CongoOp 11 oktober waren er algemene en presidentsverkie-

zingen in Liberia gepland, met een tweede ronde gepland

op 8 november. In Congo staan presidentsverkiezingen

gepland voor 28 november.

In deze instabiele landen kunnen verkiezingen tot nieuwe

onrust en onlusten leiden. Wilt u bidden voor stabiliteit

en veiligheid in Liberia en Congo?

Page 21: Magazine oktober 2011

OK

TO

BE

R 2

011 | N

R. 2

| 21H

UL

P H

OO

P H

ER

ST

EL

VO

OR

...

Sinds juli 2011 is Zuid-Sudan zelfstan-

dig. Het land moet van de grond

worden opgebouwd. ZOA helpt in

het gebied ten westen van Juba achtdui-

zend boerengezinnen, met middelen en

technieken om de landbouwopbrengsten

te verhogen en een inkomen te verdienen.

Gezonde bijen

“Acht jaar lang vocht ik

als soldaat voor de on-

afhankelijkheid van mijn

land, nu ben ik imker”

vertelt Jozef Lomodie Oli-

ver (35). ZOA helpt Jozef

en andere imkers de productie van honing

te verbeteren. Traditionele bijenkasten,

gemaakt van bladeren, klei en rietstengels,

worden vervangen door houten bijen-

kasten, die meer opleveren. Jozef toont

ze trots: ,,Imkers kunnen bijen in houten

kasten beter controleren en ziekten voor-

komen. Ook het oogsten gaat nu gemak-

kelijker. Ik heb geleerd geschikte bijen te

vinden, mijn bijenvolken gezond te houden

en honing te verkopen. Mijn zes kinderen

kunnen van de opbrengst naar school.”

Bijen zijn belangrijk voor de landbouw. Ze

zorgen bij het verzamelen van nectar en

stuifmeel voor bestuiving van vruchten en

groenten.

Muisvrij

De akker van Grace Jo-

zeph (37) is klaar voor het

nieuwe seizoen. De Zuid-

Sudaneze boerin is leider

van een boerengroep en

vertelt enthousiast over

de voorlichting van ZOA over de opbouw

van een gezond boerenbedrijf. ,,Wij leren

verbeterde zaden en gereedschappen

gebruiken, terwijl weer anderen worden

geschoold in het maken van landbouwge-

reedschappen en muisvrije opslagsilo’s.’’

Boerengroepen leren braakliggende gron-

den bewerken, ze werken effectief samen

op grote, gemeenschappelijke gronden.

Nieuwe gewassen worden geteeld die de

opbrengst van het land vergroten. Vooral

het samenwerken geeft Grace grote

vreugde: ,,De sfeer in onze gemeenschap

is heel goed door de samenwerking. Het

landbouwproject komt onze hele gemeen-

schap ten goede.’’

Binnenkort zullen de boeren – gezamenlijk

- de opbrengst van de oogst aan de man

brengen, waardoor ze minder afhankelijk

zijn van opkopers. Zo zullen Grace en vele

andere boeren een eerlijke prijs krijgen

voor de opbrengst van hun land.

Voor het uitbreken van de oorlog was Zuid-Sudan de graanschuur van Midden-Afrika. Boe-

ren verbouwden vele soorten groenten en fruit. Maar tijdens de jarenlange burgeroorlog

verlieten veel Zuid-Soedanezen hun vruchtbare gronden. In de loop van lange jaren op de

vlucht verleerden zij en hun kinderen hoe ze grond moesten bewerken en gezonde gewas-

sen konden kweken. De verwilderde akkers liggen vol landmijnen.

,,Landbouwproject komt iedereen ten goede’’

IMKER JOZEF EN BOERIN GRACE IN ZUID-SUDAN:

JOZEF

Page 22: Magazine oktober 2011

22 |

OK

TO

BE

R 2

011 | N

R. 2

RE

PO

RTA

GE

Het is er meer dan veertig graden.

Er staat een stevige wind, waar-

door stuifzand vrij spel heeft. De

tenten staan gelukkig stevig vast. Maar

overdag kun je eigenlijk niet in de tenten

terecht, de brandende zon op het dak

maakt het binnen nog warmer dan buiten.

Nee, dit is geen gemakkelijke plek om te

overleven.

Het kamp lijkt langzamerhand goed geor-

ganiseerd. Er wordt dagelijks voedsel uit-

gedeeld. De watervoorziening komt steeds

beter op gang, er zijn latrines gebouwd.

Het Kobe-kamp begint op een stad te

lijken. Weliswaar van tenten, maar verder

met alles wat bij een stad hoort: water-

punten, marktplaatsen, een dokterspost,

sportveldjes, een bestuur, enzovoort. Het

besturen en onderhouden van de voorzie-

ningen voor 25.000 mensen vraagt heel

wat kennis en kunde. In een gebied met

een laagopgeleide bevolking, nauwelijks

infrastructuur en extreme droogte is het

moeilijk om daarvoor voldoende geschikte

mensen te vinden.

Brandhout

Deze nieuwe stad kent forse uitdagingen.

Eén daarvan is het voorkomen of oplossen

van spanningen tussen de lokale bevolking

en de nieuwkomers. De lokale bevolking

zag in één klap de hele leefomgeving ver-

anderen. De nieuwkomers beconcurreren

hen op de schaarse natuurlijke hulpbron-

nen die deze woestijnachtige omgeving

biedt en dat zet kwaad bloed. Zo is er veel

geruzie over brandhout. De omwonenden

van het kamp klagen erover dat kreupel-

hout in rap tempo verdwijnt. Vluchtelin-

gen melden dat ze worden aangevallen als

ze hout verzamelen om te kunnen koken.

Beide groepen hebben een punt in het

probleem dat ze aansnijden.

Het kamp Kobe bij Dolo Ado, aan de Ethiopisch-Somalische grens, maakt indruk door

z’n grootte. In onafzienbare rijen witte tenten worden ruim 25.000 mensen opgevangen

– ongeveer zoveel mensen als in Ermelo of Terneuzen. En dan te bedenken dat hier een

paar maanden geleden nog helemaal niets was; een droge, dorre vlakte waar hooguit wat

nomaden doorheen trokken met hun geiten, koeien en kamelen.

Een nieuwe stad in het midden van niks

Page 23: Magazine oktober 2011

OK

TO

BE

R 2

011 | N

R. 2

| 23

ZOA is gestart met het uitdelen van

kooktoestellen die het houtverbruik

bijna halveren. Half september waren er

al duizend toestellen uitgedeeld en er

staan er nog eens 5500 gepland. Elk gezin

krijgt een training van een half uur in het

gebruik van het toestel. De mensen zijn er

erg blij mee. Het toestel bespaart veel tijd

om zelf hout te zoeken, en het bespaart

geld in het geval dat ze brandhout kopen.

Belangrijk is ook dat de kwetsbare na-

tuurlijke omgeving zoveel mogelijk wordt

ontzien, en dat daarmee tegelijkertijd de

spanningen tussen de lokale bevolking en

de vluchtelingen beperkt worden.

Structureel

Droogte is in deze regio een terugkerend

feit. Maar de gewelddadige confl icten in

Somalië zijn een belangrijke reden van de

escalatie van honger: het geweld belem-

mert boeren hun land te bewerken en te

kunnen oogsten. Hulporganisaties kunnen

werken aan verbeterde voedselzekerheid,

maar voor bevordering van stabiliteit is

ook politieke inzet nodig. Op diverse ni-

veaus trekken we dan ook aan de politieke

bel; o.a. door ChristenUnie-politicus Arie

Slob in Dolo Ado uit te nodigen en tijdens

een gesprek met staatssecretaris Ben

Knapen na afl oop van dat bezoek.

HulpverleningDe grote klussen zoals levering van de tenten en de voedselvoorziening pakken

de grote (VN-) organisaties op. ZOA richt zich op ‘de drie E’s’:

Environment

We distribueren speciale oventjes die veel brandhout besparen en daardoor

ontbossing beperken.

Education

We willen in het kamp starten met basisonderwijs. Voor de kinderen is onderwijs

uiteraard belangrijk voor de toekomst, maar het is ook een goede dagbesteding.

Deze kinderen, die ontbering en een vlucht uit hun eigen land achter de rug heb-

ben, kunnen op school de draad van kind zijn en leren weer oppakken. Verder is

onderwijs een prima aanknopingspunt voor voorlichting over hygiëne.

Economic development

We gaan de opzet van kleinschalige handel bevorderen. Denk aan kleine winkel-

tjes en diensten als kledingherstel.

Met de lokale bevolking maken we plannen om de irrigatie te verbeteren en zo

tweede oogsten mogelijk te maken. Dit komt zowel de lokale bevolking als de

vluchtelingen ten goede.

Mako Omar Ali (32) is vanuit een dorp

achter Luuq in Somalia komen lopen

naar Dolo Ado.

Vier van haar zes kinderen heeft ze

meegenomen. Twee kinderen heeft

ze achtergelaten bij familie omdat ze

bang was dat ze de tocht niet zouden

overleven. Ze heeft niets meer van hen

gehoord en heeft geen idee hoe het

met ze is.

Haar man handelde in brandhout, dat

hij verzamelde in de bush. Tot hij een

aantal maanden geleden niet meer

thuis kwam. Tijdens een zoektocht

vond men zijn vermoorde lichaam. Wie

het heeft gedaan, is nooit duidelijk

geworden. Mako: “Misschien heeft het

iets met Al Shabaab te maken, dat ze

hem wilden dwingen mee te vechten.”

Mako kon haar gezin zonder man niet

langer onderhouden. Omdat ze op de

BBC-radio had gehoord dat in de kam-

pen bij Dolo Ado in Ethiopie hulp werd

geboden, koos ze ervoor daarheen uit

te wijken. In totaal heeft zij twaalf da-

gen met haar kinderen moeten lopen.

“Vooral de eerste dagen waren zwaar”,

vertelt ze. “Ik heb veel gehuild, maar

we hebben het gehaald. Nu wachten

we op betere tijden. Het geweld moet

stoppen.”

Het verhaal van Mako staat niet

op zichzelf, tachtig procent van de

120.000 bewoners in de kampen bij

Dolo Ado is jonger dan achttien en van

volwassenen is een ruime meerderheid

vrouw. Er gaan veel verhalen dat man-

nen worden vastgehouden en gedwon-

gen worden gerekruteerd.

Eén uit duizenden: Mako Omar Ali

Page 24: Magazine oktober 2011

24 |

OK

TO

BE

R 2

011 | N

R. 2

Waarom kiezen jullie deze foto als

beeld van wat het meeste bijbleef?

‘De ontmoeting met dit gezin kwam hard

aan’, vertelt Piety. ‘Dit gezin is jarenlang

op de vlucht geweest. Ze hebben drie van

hun zes kinderen verloren. Na de woelige

oorlogsjaren konden ze terugkeren naar

hun dorp, maar ze hadden niets meer.

Op deze foto staan ze op een stukje

land dat ze met geld van ZOA hebben

kunnen beplanten. Maar totdat ze de

eerste gewassen kunnen oogsten, houdt

de armoede aan. Ze kunnen zelfs het

schoolgeld van 1 dollar per maand niet

betalen. Uit zelfbescherming had ik mezelf

in Nederland voorgenomen om enige af-

stand te bewaren. Maar daar stond ik dan,

hevig geëmotioneerd in een cassaveveldje.

’ Frans valt haar bij: ‘Het was de pijn in

hun ogen die mij raakte. Je weet wat voor

gruwelijkheden een oorlog met zich mee-

brengt en je vraagt je af: wat hebben deze

mensen allemaal meegemaakt?’

Wat betekent de hulp van ZOA voor

dit gezin?

‘ZOA geeft middelen om een eigen

inkomen te verdienen’, vertelt Frans. ‘Ze

krijgen bijvoorbeeld een geit of visgereed-

schap. Dit gezin kreeg poot- en zaaigoed.’

‘Dat is direct ook de positieve boodschap

die in deze foto besloten ligt’, vult Piety

aan. ‘Nu heeft dit gezin het moeilijk, maar

je weet dat ze het beter krijgen wanneer

de eerste gewassen geoogst kunnen

worden. Een deel van de oogst eten ze zelf

op, de rest kunnen ze doorverkopen. Met

de opbrengst kunnen de kinderen naar

school.’

Wat vonden jullie van de rest van de

reis?

‘Zeer indrukwekkend’, zegt Frans. ‘En ook

een beetje frustrerend. Ik ben ondernemer,

een doener. Problemen wil ik oplossen. In

Congo zagen we dat je de problemen niet

eventjes kunt oplossen. Je kan wel zaai-

goed geven, maar de mensen zijn tien tot

vijftien jaar vluchteling geweest. Ze weten

niet meer hoe je gewassen verbouwt.

Goed dus, dat ZOA hun daar training in

geeft. ZOA zet in op zelfredzaamheid en

dat spreekt ons erg aan.’

Jullie zijn weer een paar maanden

terug in Nederland. Heeft de reis jullie

veranderd?

‘Als ambassadeurs is het onze taak om

mee te denken over de invulling van het

project en ons netwerk te gebruiken om

sponsoren te werven’, legt Piety uit. ‘Sinds

we in Congo zijn geweest, is onze bijdrage

veel concreter geworden. Zo zorgen we

dat er een cassavemolen komt in een van

de dorpen die we bezochten.’ ‘Voor de reis

waren we bescheiden over ons werk voor

ZOA’, voegt Frans toe. ‘Maar nu praten we

er veel meer over. Zo brengen we ZOA on-

der de aandacht van mensen. Wij hebben

het hier heel goed. Die welvaart kunnen

we best een beetje delen met de mensen

in Congo.’

Frans en Piety Muller werden in 2009 Business Ambassadeur bij het Congo-team.

Gewoon, omdat ze vinden dat je niet op de wereld bent om alleen voor jezelf te leven.

In mei jl. bezochten ze ZOA’s programmagebied in Zuid-Kivu. Bovenstaand gezin bleef hen

het meest bij.

Tekst: Nicole Resink

ON

DE

RN

EM

EN

D

Ook Business Ambassadeur worden? Er zijn teams voor Cambodja, Sri Lanka, Burundi, Ethiopië, Congo en Liberia.

De pijn in hun ogen

Page 25: Magazine oktober 2011

OK

TO

BE

R 2

011 | N

R. 2

| 25

IK VOEL DE HOPELOOSHEID

Daar zit ik dan: in de woestijn, met zand in mijn haar en in mijn ogen. Naast

me zitten Rahman Abdi en haar zieke dochtertje Sahlan. Het meisje is

ernstig ondervoed en ziek, hangt tegen haar moeder aan. Zelden voelde ik

zo’n hopeloosheid - van deze moeder, van de duizenden Somalische vluchtelingen

hier, en tegelijk van de mensen in Somalië, onbereikbaar voor hulp.

Ik voel de hopeloosheid tot diep in mijn lijf en mijn hart. Tegelijk voel ik een

groot verlangen om juist op plaatsen waar het onrecht zo groot is, toch te blij-

ven helpen. Maar waar beginnen we aan? Is niet alles wat we doen een druppel

op de gloeiende plaat?

Tegelijk weet ik: al kon ik maar één gezin helpen, ik zou het doen. Elk mens is een

uniek schepsel van God, en heeft recht op zorg, water, onderwijs. Recht op leven.

Terug in Nederland zal ik me opnieuw vol overtuiging inzetten om het verhaal

van onrecht en honger te vertellen, en hoe wij als ZOA in situaties van hopeloos-

heid de handen en voeten van de Here Jezus willen zijn.

Hulp, hoop, herstel. Ons nieuwe motto vertelt wat we doen en wat we willen

bereiken. Maar vooral vat dit motto samen waarom we dit doen: omdat we

mogen bijdragen aan Gods toekomstperspectief voor zijn wereld, waarop vrede

en gerechtigheid een alledaagse werkelijkheid zullen zijn.

Zo ver is het nog niet. Eerlijk gezegd weet ik niet of de kleine Sahlan het gaat

halen, ze is zo ziek. Ik ben aangeslagen en verdrietig. Tegelijk voel ik me gemoti-

veerd en gesteund. We ontvangen veel giften voor de slachtoffers van de honger.

Dank u wel voor uw betrokkenheid. Hulp, hoop en herstel dankzij u.

Reageren?

VRAAG & ANTWOORDWe ontvangen geregeld vragen of opmer-

kingen over ons werk. We beantwoorden

uiteraard alle vragen persoonlijk, maar

sommige vragen zijn voor meer mensen

interessant. Vanaf nu zullen we daarom in

deze rubriek ruimte maken voor antwoor-

den op uw vragen.

Reclamecampagne ZOA

Vanaf 12 september heeft ZOA geadver-

teerd naar aanleiding van de introductie

van het nieuwe motto. We ontvingen

daarover de volgende vraag (zowel vraag

als antwoord zijn overigens een samen-

vatting):

“We zagen in het Reformatorisch Dagblad

vier grote kleurenadvertenties voor ZOA

(terwijl heel de RD-achterban ZOA kent.)

We schrokken ervan. Ook via de radio

hoorden we vandaag een reclame van

ZOA. Wat een geldverspilling. Gebruik het

geld van de gevers voor het doel waarvoor

het bestemd is.”

Helaas is het zo dat zich zelden spontaan

nieuwe donateurs aanmelden. Naams-

bekendheid en bekendheid met ons werk

blijven nodig om ook nieuwe mensen te

betrekken bij ons werk. We wegen uiteraard

de kosten van een advertentiecampagne af

tegen de verwachte nieuwe inkomsten. Van

rechtstreeks naar de doelgroep. Vier pro-

cent van onze inkomsten zijn administratie-

en beheerskosten (overhead) en slechts 5

procent van onze inkomsten wordt gebruikt

voor fondsenwerving. We zijn altijd op zoek

naar manieren om zo verantwoord mogelijk

met ons geld om te gaan, bijvoorbeeld door

te zoeken naar sponsors voor dekking van

kosten.

Heeft u ook een vraag of opmerking?

Die kunt u sturen aan Margaretha de

Koning ([email protected]).

Foto

: Car

el S

chu

tte

Page 26: Magazine oktober 2011

26 |

OK

TO

BE

R 2

011 | N

R. 2

LE

ES

TIP

S /

RE

CE

PT TROPISCHE

FRUITSALADEWij adviseren Max Havelaar-fruit,

zodat de producenten een goede

prijs hebben gekregen. Mocht uw

supermarkt dit niet verkopen, dan

kan het natuurlijk nooit kwaad er

eens om te vragen.

2 eetlepels gemalen kokos

Snijd het fruit in stukjes en meng

ze met versnipperde muntblaad-

jes, of met citroensap en geraspte

citroenschil. Rooster de kokos

goudbruin en strooi het over de

fruitsalade. Lekker als bijgerecht

of als toetje.

Over de landen waar ZOA werkt, is meer te vertellen dan we ooit in dit magazine zullen kunnen plaatsen.

We geven u daarom tips over boeken, die u op een heel andere manier meenemen naar één van de landen waar ZOA werkt.

Hebt u ook leestips? We ontvangen ze graag! [email protected]

Journaliste Els de Temmerman doet in

haar eerste boek over Noord-Uganda

verslag van de zoektocht naar een

groep meisjes die door de Lords Resis-

tance Army ontvoerd waren uit hun

school. Ze werd zo gegrepen door de

situatie dat ze in een opvanghuis ging

werken voor kinderen die erin slaagden

te ontsnappen. Daarover schrijft ze in

“En toen moest ik mijn broer doodbij-

ten”. Op toegankelijke manier schrijft

ze over de gruwelijkheden die deze

kinderen hebben ondergaan, en over de

nieuwe start die ze maken na terugkeer

uit de bush.

De meisjes van Aboke en En toen moest ik mijn broer doodbijtenELS DE TEMMERMAN

Anderhalve dag na de aardbeving van

januari 2010 arriveerde journalist

Melissen in Haïti. Hij keert er in het

jaar daarop geregeld terug en doet

betrokken verslag van de verwoes-

ting, de pogingen tot puinruimen

en wederopbouw. Rode draad van

zijn verhaal is de zoektocht naar het

werkelijke aantal slachtoffers. Hij bezoekt massagraven,

ziekenhuizen en mortuaria, en toont aan dat het aantal

slachtoffers veel minder is dan de steeds hogere schat-

tingen die elkaar af lijken te troeven. Gelukkig verliest hij

niet uit het oog dat ook een ramp die 50.000 levens eist

verschrikkelijk is.

Haïti, een ramp voor journalisten

Tijdens een presentatie in Nederland,

waar mango-etende Zuid-Sudanezen

op de foto te zien waren, kregen we

kritische vragen. “Mango’s? Weet u

wel hoe duur die zijn? Die kunnen zelfs

wij nauwelijks betalen!”

Gelukkig groeien de mango’s in Zuid-

Sudan overdadig. Maar van alleen

mango’s kun je niet leven. Door gebrek

aan essentiële voedingsstoffen zoals

eiwitten en koolhydraten raak je on-

dervoed, zelfs als je veel mango’s eet.

Het voedselzekerheidsprogramma in

Zuid-Sudan werkt aan de verbetering

van de landbouw door de verbouw van

verschillende gewassen te bevorderen.

Maar een lekkere mango is natuurlijk

nooit te versmaden!

MANGO’SFo

to: J

aco

Kla

mer

Page 27: Magazine oktober 2011

OK

TO

BE

R 2

011 | N

R. 2

| 27U

ITG

EZ

ON

DE

N

Voordat je bij ZOA kwam werken in

2009, was je accountant bij Ernst &

Young. Drie kinderen in Nederland ach-

terlaten, wonen in een ontwikkelings-

land, overstappen naar de non-profi t

sector, dat is nogal wat. Vertel eens

hoe dat zo kwam?

Ik had een zeer goed inkomen, maar ik

had het steeds minder naar mijn zin. Ieder

jaar meer winst maken ging ten koste van

mijn gezin en van mijn leven met God. In

oktober 2008 hebben Jenny en ik besloten

dat ik mijn baan zou opzeggen en dat we

graag ontwikkelingswerk wilden doen. Best

spannend op het moment dat de wereld

getroffen werd door een fi nanciële crisis!

Ik benaderde ZOA en voordat ik het wist

kwam het verrassende verzoek om in Sri

Lanka te gaan werken. We waren enthou-

siast, maar ook een beetje verbouwereerd.

Gelukkig reageerden onze kinderen positief.

De drie oudsten waren al uit huis, maar ook

Wouter zag het zitten.

Kun je aan een leek uitleggen wat een

‘hoofd donorrelaties’ doet?

Donoren zoals de Europese Unie en de Ver-

enigde Staten stellen fondsen beschikbaar,

maar het geld wordt niet zomaar gegeven.

We moeten daarvoor een projectvoorstel

inleveren, nog het beste te vergelijken met

een offerte. Op mijn afdeling werken acht

mensen die zich hiermee bezighouden.

Verder begeleid ik donoren als zij de

projecten bezoeken. Ook ondersteun ik de

veldstaf met voortgangsrapportages en

ben ik betrokken bij evaluaties.

Wat zijn minder leuke kanten aan

je werk?

Ons werk in het veld is heel fl exibel, want

we willen inspelen op de behoefte van de

mensen die we helpen. Maar de rappor-

tagevoorschriften van de donor zijn heel

strikt en aan strakke deadlines gebonden.

Dat is lastig met elkaar in overeenstem-

ming te brengen.

En verder: ik had gehoopt het rustiger te

krijgen. Maar dat is eigenlijk nauwelijks

uitgekomen.

Waar ben je blij mee of trots op?

Het veldbezoek van ECHO, één van onze

Europese donoren, was memorabel. Het

ging om een project voor noodshelters om

teruggekeerde vluchtelingen te bescher-

men in het regenseizoen. ZOA had geld

gekregen voor 500 shelters, grote VN-

organisaties voor 5000. We hadden hard

ons best gedaan voor dit bedrag, want de

grote organisatie profi leren zich graag als

geoliede machines.

Tijdens het veldbezoek werd het verschil

pijnlijk duidelijk. Terwijl ZOA alle 500

shelters in oktober al opgeleverd had, in

minder dan vier weken tijd, bleken de shel-

termaterialen bij de andere organisaties

nog in de verpakking te zitten..!

GERARD HOOIVELDLeeftijd

48 jaar

Functie

hoofd donorrelaties

Waar

Colombo, Sri Lanka

Getrouwd met

Jenny. Jongste zoon Wouter (14)

is ook meegegaan naar Sri Lanka

Foto: Carel Schutte

Page 28: Magazine oktober 2011

Onderwijs voor Afghaanse kinderen

WWW.KRUIDNOTENACTIE.NL

Kruidnoten actie 2011

Iedere ouder weet dat goed onderwijs

fundamenteel is voor een kind. In Afgha-

nistan krijgen veel kinderen van terug-

gekeerde vluchtelingen les in tenten. Dat

lijkt misschien spannend, maar dat is het

helemaal niet. “De tenten zijn heel koud

in de winter en heel heet in de zomer. De

kinderen kunnen zich niet concentreren en

worden heel vaak ziek”, vertelt Omidullah,

leraar het dorp AwchiKhord.

In elf dorpen bouwt ZOA samen met de

dorpelingen aan beter onderwijs. In drie

dorpen komen scholen speciaal voor meis-

jes, in de andere dorpen zal de school door

zowel jongens als meisjes gebruikt worden.

Wat onderwijs betekent voor deze men-

sen, blijkt uit het ontroerende verhaal van

Natasha Palubinski, de vrouw van ZOA’s

programmamanager Steve. Ze las een

verhaal voor aan de 20-jarige Farzana,

getrouwd en moeder van enkele kinderen.

Het duurde enkele momenten voordat

Farzana zich realiseerde dat de woorden

‘voortkwamen’ uit het papier. Ze kon er

niet over uit!

Analfabete vrouwen zoals Farzana leiden

een uiterst geïsoleerd leven. Door meisjes

de kans te geven naar school te gaan,

doorbreken we deze isolatie en investeren

we in hun toekomst en in die van hun

gezinnen.

U kunt de kruidnoten bestellen op de

website www.kruidnotenactie.nl

Verkoop gaat per doos. In een doos zitten

twaalf zakken.

Kruidnoten:

per zak van 500 gram: € 2,50

Chocoladekruidnoten:

per zak van 350 gram: € 3,50

(De helft van het bedrag is voor de kosten

van de kruidnoten, de andere helft komt

ten goede aan onderwijs voor Afghaanse

kinderen.)

Help mee! (Ver)koop

onze heerlijke kruidnoten!