Upload
maters-en-hermsen
View
233
Download
0
Embed Size (px)
DESCRIPTION
Verslag van de Sociale Top in Zwolle, 30 november 2015
Citation preview
1 dag, 1 stad, 54 locaties, 14 mm regen en
800 inspirerende vrijwilligers, mantelzorgers,
ondernemers, professionals, wetenschappers,
bestuurders en begeleiders in gesprek over
uitdagingen rondom zorg, onderwijs, wonen,
werk, sport, cultuur, veiligheid en integratie
Terugkijken?Alle video’s, foto’s,
tweets en berichten in de pers bij elkaar op
www.socialetop.nl
ColofonRedactie:
Eugène van Rijn
Caroline Togni
Fieke Walgreen
Ellen Weber
Stefan Klein Koerkamp
(Maters & Hermsen Journalistiek)
Art direction & opmaak:
Pankra, Den Haag
Fotografie:
Jurgen Huiskes, Den Haag
Serge Ligtenberg, Den Haag
Arno Massee, Rijnsaterwoude
Gerlinde Schrijver, Zwolle
Arjo Kleinhuis, Zwolle
Inhoud03 Voorwoord
04 Topkoppels
07 #socialetop
08 ‘In elke wijk twee speeltuinen’
Verslag ochtendprogramma in de Grote Kerk
12 54 locaties voor een goed gesprek
Verslagen in woord en beeld
22 Sociale Toppers
24 Vervolg verslagen in woord en beeld
38 Avondprogramma. Opdrogen in theater De Spiegel
2
Voorwoord en terugblik
Gewoon, dichtbij, in wijken en buurten, daar begint het.
We hoopten met de Sociale Top op een stadsbrede dialoog in de buurten en
wijken , daar waar het nu allemaal gebeurt. Daarin zijn we geslaagd.
Zwolle heeft in de hele stad en in de omgeving laten zien dat de energie uit
de samenleving steeds beter tot zijn recht komt. Dat gebeurde op maar liefst
54 locaties: van gevangenis tot ziekenhuis, van moskee tot voedselbank, van
jongerensoos tot vluchtelingenopvanglocatie.
Niet de instituties of de organisaties zijn de dragers van de samenleving.
De dragende krachten zijn de gemeenschappen en de mensen die niet lijdzaam
afwachten, maar die ervoor zorgen dat het gaat marcheren.
Dat vraagt om een cultuurverandering, vooral ook bij bestuurders. Wat
Nederland nodig heeft, zijn bestuurders met lef die meer durven overlaten aan de
gemeenschap.
Het is een zoektocht naar oplossingen op kleinere schaal, met minder regeltjes.
Die manier van werken vraagt, zo is in Zwolle ook wel gebleken, een andere
manier van werken en denken bij het bestuur.
Wat ons betreft is de opbrengst dat de deelnemers van deze mooie dag met de
opgedane ervaringen, inzichten en energie in hun eigen organisatie, gemeente of
regio actief aan de slag gaan.
Het zou natuurlijk helemaal mooi zijn als wij elkaar, óók in de toekomst, weten
te vinden. Er liggen grote uitdagingen en het credo daarbij luidt wat ons betreft:
samen de schouders eronder!
dr. R. Plasterk, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties mr J. H.C. van Zanen, voorzitter Vereniging van Nederlandse Gemeenten
4
‘Samen ontdekken waar ruimte zit’Ans van der Velden (rechts op de foto): ‘Persoonlijk en dichtbij, luidt
het motto van onze nieuwe visie. In Geldrop-Mierlo staat het wijkteam
los van de gemeente, en los van zorgaanbieders. We hebben dus
een onafhankelijke positie. In het Plusteam zitten de professionals
die zich bezighouden met de zwaardere problematiek, zoals
multiprobleemgezinnen. Ik hoop vandaag een hoop ideeën op te doen,
hoe het nog beter kan.’
Femke van Abeelen: ‘We zijn hier samen omdat we elkaar in het dagelijks
werk tegenkomen. Als Ans tegen juridische regels aanloopt, geeft ze bij de
gemeente aan wat niet werkt. We moeten samen ontdekken waar ruimte
zit. Ik verheug me vooral op het bezoek aan het autismehuis. Ik ben
benieuwd hoe ze de verbinding leggen met onderwijs.’
‘Herman zet zich in voor mensen met een beperking’Beatrijs van Riessen: ‘Ik heb Herman meegevraagd omdat hij
een van de kwartiermakers is. Mensen met een beperking
laat hij meedoen in de maatschappij. In Winterswijk hebben
we een buurttafel, een maatjesproject en een vriendencafé
waar eenzame mensen uit hun sociale isolement komen.’
Herman Winkelhorst: ‘Met een klein groepje gaan we
vandaag in gesprek bij Binthout BV en The Gift City. Ik
hoop te leren van deze organisaties die mensen, die het niet
meezit, laten meedraaien. Een prachtig programma.’
Beatrijs van Riessen: ‘Maar we moeten wel door de
regen fietsen. Ik heb een droge broek en droge sokken
meegenomen!’
TOPKOPPELS
Femke van Abeelen
senior beleidsmedewerker Geldrop-Mierlo
Ans van der Velden Coolen
manager Gemeenschappelijke Regeling
Plusteam
Beatrijs van Riessen bestuurder Estinea, regio Achterhoek
en TwenteHerman Winkelhorst
kwartiermaker en OR-lid Estinea
4
Wie bracht je mee ? Wat verwachtte je? Hoe pakte dat uit? Zes Top-koppels vertellen.
54 5
Femmy Jonker
adviseur Code Samen
Martijn Schenning
adviseur SIR Communicatie-
management
Jaap Koen Bijma doarpswurk Fryslân
Jan Hendrik Jansen directeur doarpswurk Fryslân
‘Wij organiseren burgertoppen op het Friese platteland’Jaap Koen Bijma (links op de foto): ‘Veel mensen in de kleine dorpjes op
het Friese platteland willen iets doen, bijvoorbeeld aan duurzaamheid
of aan zorg. Maar zodra zij aankloppen met hun initiatief, lopen ze
tegen regels aan en duurt het veel te lang. Het werkt niet lekker, we
zoeken naar een manier om dit beter te doen. Vandaag heb ik mijn
directeur meegenomen.’
Jan Hendrik Jansen: ‘Wist je dat we in Friesland burgertoppen
organiseren, samen met de provincie? Overheid en burgers zouden
gelijkwaardige partijen moeten zijn. Ik kijk vooral uit naar de sessie
met Guido Rijnja.’
‘Leuk om met andere adviseur op pad te gaan’Martijn Schenning: ‘Mijn date is gearriveerd! Ik heb Femmy
uitgenodigd. Leuk om met iemand op pad te gaan die ik nog niet zo
goed ken. Allebei zijn we adviseur, we merken dat veel gemeenten
zoekende zijn. Doordat we zelf niet bij een gemeente werken, kunnen
we zaken met een frisse blik bekijken. De opzet van de Sociale Top is
mooi: 54 verschillende sessies, dichtbij de dagelijkse praktijk.’
Femmy Jonker: ‘Vandaag ga ik naar een sessie over regie bij het
Veiligheidshuis. Regievraagstukken vind ik interessant. Hoe houd je
bijvoorbeeld je eigen regie? Als het mijn budget zou zijn, zou ik veel
meer geld geven aan vrijwilligers, verenigingen en kerken. Zij kunnen
veel meer organiseren waardoor je problemen voorkomt, zoals
eenzaamheid.’
4
6
Jos van Buuren interim-manager woondiensten
BMC Interlink
Maaike Klinkenberg
begeleider passend onderwijs
Samenwerkingsverband Zuid-Utrecht
Bilal Sahin coördinator Vadercentrum Adam
Louise Roeleveldvoorzitter stichting Haagse Vaders
‘Ik heb tips gegéven, dat is ook goed toch?’ Bilal Sahin: ‘Ik heb vandaag mensen met hart en ziel bezig gezien. Dat geeft
me moed. Ik ga zelden naar dit soort bijeenkomsten, maar het was een leuk
uitje. Grote problemen hebben we gelukkig niet bij het Vadercentrum, ik
hoefde dus niet op zoek naar antwoorden. Ik heb in het Cultuurhuis wel een
paar tips kunnen geven, dat is ook goed toch? Ik heb onze voorzitter Louise
meegenomen omdat ze een gedreven vrijwilliger is.
Louise Roeleveld: ‘Vandaag waren we samen met mensen die zich niet koste
wat kost vasthouden aan methoden die het in het verleden goed deden, maar
durven “out-of-the-box” te denken in de wetenschap dat ze er ook helemaal
naast zouden kunnen zitten. Mensen die ik ontmoette wilden leren van
anderen, maar wilden ook hun eigen ervaringen delen. Wij zoeken naar
manieren om valkuilen in het systeem te ontwijken, zodat we problemen
kunnen oplossen. Dat is tenslotte wat wij willen: problemen helpen
oplossen en vooral pogen mensen iets gelukkiger te maken.’
‘Mensen willen soms gewoon hun verhaal aan je kwijt’Jos van Buuren: ‘Ik probeer in mijn werk altijd goed te luisteren naar
klanten. Zoals in Utrecht, toen er een asbestcrisis was op Kanaleneiland.
Voordat je begint te vertellen over allerlei technische oplossingen,
willen huurders van de corporatie soms gewoon hun verhaal kwijt.
Door goed te luisteren maak je verbinding, en van daaruit zoek je samen
oplossingen. Ik heb Maaike meegenomen omdat ze net zo gemotiveerd
en pittig haar werk doet als ik. We kennen elkaar van toen we sportten,
en ze is ook drie jaar mijn collega geweest.’
Maaike Klinkenberg: ‘Wat was het fijn om vandaag zoveel
gelijkgestemden te ontmoeten. Mensen die werken aan verandering
vanuit optimisme. Ik zou een club zoals vandaag bij elkaar was heel
graag in mijn eigen organisatie willen. De invoering van de wet Passend
Onderwijs vergt een cultuurverandering in het onderwijs. Daarvoor heb
je heel veel aan oplossingsgerichte mensen.’
6 7
766
#socialetop(de hele dag trending topic op Twitter in Nederland)
@LouRepetur #socialetop #28 Bijzonder om te zien hoeveel moeite Moskee doet om beeldvorming #moslim positief te beïnvloeden.
@voedselfocus Goede tafelgesprekken is vak apart. Hulpvragers zijn niet altijd in staat om eigen oplossing goed te verwoorden, #SocialeTop #7
@EvelienMr Sturing en verantwoording sociale wijkteams: kijken we naar cijfers of naar ontwikkeling? #11 #socialetop
@GeorgopoulouP Gehoord op #socialetop #17 “Ritselmanagement” :-)
@SocialeTop “Tell me and I forget, teach me and I may remember, involve me and I learn” #socialetop #33 #Zwolle #opvang @dehud
@SharonStellaardFien en Leo stelden hun woonkamer open, zij gingen van 8 naar 4 uur huishoudelijke hulp in de week #socialetop #wmo
@leonwever Winkeliers (Jumbo) geven jongeren verantwoordelijkheid voor de eigen omgeving, nemen ze in dienst en bestrijden zo overlast. #socialetop #37
@bartlecocq@SocialeTop In the cold november rain. Die #socialetop is geen evenement voor watjes. Banjeren door Sociaal Zwolle.
@DavidZijlmans Gogogo Barbara @SociaalPlus bij afsluiting #socialetop. Je was de meest inspirerende persoon voor mij #24 vandaag
@GuidoRijnja 10-jarige Emma blikt naar 2035 op #socialetop: ‘kijken we straks alleen op onze mob of gaan we lekker op visite?’
7
8
‘In elke wijk twee speeltuinen’
In de Grote Kerk in Zwolle schetst de tienjarige Emma een beeld van de toekomst. Minister Ronald Plasterk en burgemeester
Henk Jan Meijer heten de aanwezigen welkom en Funda Müjde inspireert met haar persoonlijke kracht.
EMMA (10) OVER 2035:
98
10
n 2035 wonen we in moderne huizen’, leest de tien -
jarige Emma voor. ‘Doordat mensen online hun spullen
kopen, zijn er veel winkels leeg komen te staan. Daar
wonen nu vluchtelingen in. Mensen lopen rond, terwijl ze
op hun smartphone kijken. Er zijn restaurants waar geen
vlees wordt geserveerd en de dieren lopen los rond in de
straat. Bejaarden voelen zich ook thuis, doordat we nog wat
ouderwetse dingen behouden. En in elke wijk zijn twee
speeltuinen, want we denken ook aan de kinderen.’
‘Daar kan ik niet tegenop’, zegt Minister Ronald Plasterk,
die na het opstel over de toekomst het podium betreedt.
Plasterk: ‘De reden dat u hier allemaal zit, is dat we de
grootste bestuurlijke verandering sinds de Tweede Wereld-
oorlog achter de rug hebben. Hoe vaak hoorden we niet: “Het
gaat Den Haag nooit lukken om budgetten te
ontschotten, om echt los te laten. Je zult zien
dat gemeenten straks de hele dag bezig zijn met
het afleggen van verantwoording aan het Rijk.”
Inmiddels ligt de taak bij gemeenten. Er is een
hoop gebeurd en er zijn nieuwe samenwer-
kingsverbanden ontstaan.’
Nu de transformatiePlasterk vertelt over zijn werkbezoek aan
Denemarken. In dat land hebben ze zeven jaar
geleden ook taken gedecentraliseerd. ‘Daar zijn
ze nog steeds bezig met finetunen, en ook hier
zal het jaren kosten om alles goed in te richten.
De transitie, de overheveling van de taken
naar gemeenten, is achter de rug. Nu is het
tijd voor de transformatie. Op een kwetsbaar
moment in iemands leven, wil je dat er één
persoon langskomt die de persoon verder helpt.
In plaats van zeven verschillende instanties.’
Plasterk ziet dat de manier waarop burgers
worden ondersteund om zelf de regie te nemen
over hun leven, verbetert.
De minister wil niet vanuit de toren in Den
Haag vertellen hoe gemeenten het moeten
doen. Wat zijn ministerie het afgelopen jaar
wél heeft gedaan, is mensen samen brengen,
zodat ze van elkaar kunnen leren. In leer -
kringen, casuïstiektafels en in gesprekken met
burgers. Plasterk: ‘Ik proef openheid om van
elkaar te leren. Houd die open houding vast.’
Zwolle heeft allesHenk Jan Meijer, burgemeester van Zwolle, is
blij dat Zwolle is uitgekozen als locatie voor de
Sociale Top 2015. ‘Zoveel consultants een dag
lang over de vloer, dat is onbetaalbaar. Zwolle
is groot genoeg om alles te hebben, maar klein
genoeg om alle 54 locaties te bereiken. In plaats
van onze musea en gebouwen te bezichtigen,
gaat u vandaag dilemma’s bespreken met
onze inwoners. Heel mooi, want de stad wordt
gemaakt door mensen. Ik hoop dat nieuwe
inzichten een impuls kunnen geven aan de
ontwikkeling van het sociaal domein.
I
1110
genoeg om alle 54 locaties te
bereiken. In plaats van onze musea
en gebouwen te bezichtigen, gaat u
vandaag dilemma’s bespreken met
onze inwoners. Heel mooi, want de
stad wordt gemaakt door mensen. Ik
hoop dat nieuwe inzichten een impuls
kunnen geven aan de ontwikkeling
van het sociaal domein.
‘Ongetwijfeld spelen in uw gemeente
dezelfde zaken als in Zwolle. Wellicht
herkent u het, dat u door de werkdruk
nog niet bent toegekomen aan het
kantelen. En zijn er in uw gemeente
ook burgers, die naar de krant toe -
stappen naar aanleiding van inciden-
ten. U bent gekomen met vragen, ik
hoop dat u straks met antwoorden
naar huis gaat.’ De burgemeester
nodigt iedereen van harte uit om nog
eens terug te komen, bijvoorbeeld op
Koningsdag, als Zwolle koninklijk
bezoek ontvangt.
Geen rolstoelrollenOok Funda Müjde, de volgende spreker,
is geïnspireerd door Emma. ‘Jij geeft
ons hoop tot 2035. Dan wensen we
iedereen een welkom in het Arabisch
en in het Turks.’ De actrice is bekend
van Medisch Centrum West en
Vrouwenvleugel. Als passagier in een
taxi kreeg ze een ongeluk. Sindsdien
zit ze in een rolstoel, en kreeg ze nog
maar één keer een rolletje in GTST. ‘Er
zijn geen rolstoelrollen. Maar voor de
kracht die in mij zit, ben ik dankbaar.
Eerst dacht ik: “Ik kan niets meer.”
Totdat ik ontdekte dat ik nog steeds een
coach was voor vriendinnen en een
tolk voor mijn moeder.’
In een handbike maakte Müjde een
reis van het Olympisch stadion naar
Istanbul. 88 dagen was ze onderweg.
‘Ik kan wel fietsen, trainen en dit doel
in mijn hoofd planten. Maar ik heb
toch echt iemand nodig die mij helpt.
Daarom zeg ik altijd: Alleen ga ik
sneller, maar samen komen we verder.
Wij hebben elkaar nodig, professionals
en burgers.’
Sinds acht jaar ontvangt Müjde zorg.
Dat vindt ze niet makkelijk. ‘Ik ben
opgegroeid in Nederland, wil mij zelf
kunnen redden. Maar ik kan niet één
dag zonder steun, zonder iemand die
in mij gelooft. U kunt het verschil
maken in het leven van een ander, u
kunt ervoor zorgen dat de eigen kracht
naar boven komt.’
‘Als je de grammaticaregels van de
Nederlandse taal eenmaal onder de
knie hebt, ontdek je dat er duizend
uitzonderingen zijn. Zo is het ook met
zorg en ondersteuning. We zijn niet
gebaat bij eenheidsworst, bij standaard
oplossingen. De bedoeling van het
keukentafelgesprek is dat jullie echt
leren luisteren.’
De juiste vraagNet na het ongeluk had Müjde veel
aan haar ouders. ‘Aanpassen, hard
werken en jezelf drie dubbel bewijzen,
dat was het credo van mijn vader. Ik
ben dankbaar voor mijn opvoeding,
daardoor was ik er niet onder te
krijgen.’ Ze kwam erachter dat ze met
de vraag ‘Waarom jij?’ niets opschoot.
‘Het antwoord zou kunnen zijn dat
ik te hard heb gewerkt, en nu rust
verdien. Maar het zou ook kunnen zijn
dat ik een slecht mens ben, en daarvoor
gestraft ben. Aan die antwoorden heb
ik niets, het is dan ook niet de juiste
vraag. De juiste vraag is: hoe ga ik
hiermee om? Inmiddels kan ik lachen
om de reacties van mensen. Vroeger
vroeg iedereen: waar komt u vandaan?
Nu vraagt iedereen: zit u al lang in een
rolstoel? Sinds ik invalide ben, hoor ik
er helemaal bij!’
Vanuit Istanbul fietste Müjde terug
naar Nederland, de route die haar
vader vijftig jaar geleden aflegde als
immigrant. Onderweg moest ze soms
bij wildvreemde mensen aanbellen om
naar de wc te gaan, en ze vragen om
haar uit de rolstoel te helpen. Müjde:
‘Daarna waren ze zo dankbaar dat ze
iets voor me konden betekenen. Als ik
mensen toelaat om te helpen, geef ik ze
ook een geschenk.’
12
1312
Door weer en wind liepen, fietsten en reden de deelnemers aan de Sociale Top door Zwolle. 54 locaties die een relatie hebben met het sociaal domein verwelkomden de gasten en de goede ideeën en inspiratie die ze meebrachten. Op
de pagina’s hierna verslagen in woord en beeld
van een selectie van de locaties.
54 locaties voor een goed gesprek
Op www.socialetop.nl vindt u meer reportages, interviews en foto’s om de dag (nog een keer)
mee te beleven
14
at volgt is een gesprek over de
werkelijkheid en de perceptie
over opvang van vluchtelingen. Die
vaak weinig met elkaar te maken
hebben, en daar zijn meer dan genoeg
voorbeelden van. Zo zou de ligging van
de IJsselhallen ongeschikt zijn voor
de opvang, omdat ze naast ‘volkswijk’
Kamperpoort liggen. ‘Onzin, we zitten
hier incidentloos’, zegt Wieringa.
‘Ik heb last van negatieve publiciteit. Hoe kom ik, of eigenlijk het COA, aan voldoende bedden om vluchtelingen op te vangen?’ Martin
Wieringa, namens het COA locatiemanager van de vluchtelingenopvang in de IJsselhallen, legt zijn dilemma kort en duidelijk op tafel.
Te weinig opvangbedden door negatieve publiciteit
Maar daar hoor je weinig over.
Terwijl de kranten vol staan van de
varkenskoppen eerder in de week bij
de locatie voor een toekomstig azc in
Enschede.
‘Dus je wilt beter in het nieuws komen
om makkelijker je taak te kunnen
uitvoeren?’, vat blogger Nies Medema
samen.
Martin Wieringa (COA):
‘We zitten hier incidentloos.’
I JSSELHALLEN
W
1514
Gesleep kost ook geld Maatschappelijk ondernemer Marian
Geling vraagt zich af of het niet beter
en makkelijker zou zijn om kleinere
locaties te zoeken, voor dertig tot
vijftig vluchtelingen. Wieringa
betwijfelt of dat lukt. ‘We hebben hier
twintig fulltime professionals om
aandacht en zorg te verlenen aan 400
vluchtelingen. Het lukt nooit om die
tussen bijvoorbeeld zes locaties te laten
pendelen.’ ‘Maar dat is een kwestie van
geld’, antwoordt Marian Geling. ‘En het
gesleep van grote groepen van locatie
naar locatie kost ook geld.’ Een pasklare
oplossing bestaat niet, concludeert de
groep. Toch zorgt Beatrijs van Riessen
voor een optimistische afsluiting. Haar
stichting Estinea huisvest mensen
met een verstandelijke handicap in de
Achterhoek en Twente. ‘Ik zie leegstand
in de krimpregio waar wij werken als
een enorme kans voor huisvesting
van nieuwkomers. Met alle positieve
kansen voor de economie en de
werkgelegenheid.’
De publieke opinie beïnvloeden is moeilijk. Toch: ‘Vertel de positieve verhalen’, adviseert de groep.
Wekelijks op pad met ouderenDe ‘publieke opinie’ is lastig te
beïnvloeden, daar zijn de bezoekers
het met elkaar over eens, al raden ze
Wieringa aan om een poging te wagen
de positieve verhalen uit zijn opvang
te vertellen. Mooi voorbeeld vormen
‘zijn’ vluchtelingen die wekelijks met
Zwolse ouderen in een rolstoel aan
de wandel gaan. ‘Dát verhaal moet je
vertellen’, moedigt raadsgriffier Pascale
Georgopoulou uit Amstelveen hem aan.
En dat in totaal 1200 vrijwilligers in de
weer zijn voor de 400 vluchtelingen die
in de hal worden opgevangen, toont ook
dat positieve betrokkenheid bestaat.
Daarover kan Amber Spijkers mee -
praten. Zij zamelde hulppakketten in
voor vluchtelingen en bracht die eind
september naar Lesbos. ‘Binnen vijf
dagen hadden we meer ingezameld
dan we naar Lesbos konden brengen’,
zegt ze.
Opvang motherproof?Feit blijft dat er te weinig bedden zijn
om alle vluchtelingen op te vangen en
te laten doorstromen. En de bedden en
plekken die er zijn, zijn lang niet altijd
motherproof, zo verwoordt een van de
groepsleden het. ‘Dat is mijn criterium
om te beoordelen of een locatie
geschikt is of niet: zou ik mijn moeder
er achterlaten?’ Zou Wieringa dat
kunnen? ‘Je kunt mensen hier vier tot
maximaal zes weken huisvesten’, vindt
hij. Hij heeft geprobeerd de bewoners
nog enige privacy te geven door met
gordijnen wanden te creëren. ‘Toen ik
hier aankwam stonden er alleen rijen
bedden.’ Maar gehorig blijft het.
Sinds haar man is overleden, nu een jaar geleden, woont mevrouw Rienks (79) alleen in een twee-onder-eenkapwoning in Spoolde. Ze heeft een oogkwaal en haar drie kinderen wonen ver weg. Hoe redt ze zich?
k vind het vanzelfsprekend dat je
niet dicht bij familie woont. Zelf
ben ik in 1963 vanuit Friesland hier
naartoe verhuisd.’ Of haar kinderen,
die alle drie in de Randstad wonen,
regelmatig langskomen? ‘Alsjeblieft
geen regelmaat! Het moet wel
spontaan blijven’, zegt mevrouw
Rienks. Jos de Blok, oprichter van
Buurtzorg, leidt het gesprek in haar
woonkamer. De Blok wil weten wat
mevrouw Rienks ervan zou vinden, als
er een professional aanbelt die vraagt:
‘Iedereen wil ertoe doen’THUIS BIJ MEVROUW RIENKS
Mevrouw Rienks vertelt dat ze haar
bestellingen telefonisch doorgeeft.
Doordat ze haar leven lang vrijwil-
ligerswerk heeft gedaan voor
Humanitas, heeft ze een netwerk in
de buurt. Daardoor kent ze goed de
weg. ‘Ik weet van het bestaan van de
Wmo-taxi. Ik ben gekeurd en mag daar
gebruik van maken.’
Hulp vragen is moeilijk‘Maar wat doe je met mensen die de
weg niet zo goed weten?’, vraagt de
gespreksleider. De 94-jarige opa van
De Vries kan goed uit de voeten met
de iPad. ‘Maar dat geldt zeker niet
voor iedereen’, zegt Lilian Lenders,
lector sociale studies aan de Fontys
Hogeschool. Menno Heeres, een
gepensioneerd bankmedewerker die
nu vrijwilligerswerk doet, zegt dat elke
hulpvraag begint met elkaar kennen.
‘Voor onze generatie is het moeilijk
om hulp te vragen. De staat verzorgt
je, maar de buurman om hulp vragen?
Mensen vallen nog liever dood neer.’
Mevrouw Rienks denkt aan haar
moeder. Hoe eenzaam ze ook was,
ze was niet naar het verpleeghuis te
krijgen voor dagbesteding. Totdat
iemand haar uitnodigde om koffie te
komen schenken. En ze er met plezier
naartoe ging. ‘Niemand wil in een
vragende rol zitten; iedereen wil ertoe
doen.’
Thuis bij mevrouw Rienks (79, tweede van links). ‘De Jumbo brengt alles in huis.’
16
I “Hoe kunnen wij u helpen met uw
eigen kracht?” Mevrouw Rienks, fel:
‘Nou, waar bemoei jij je mee!’
Mevrouw Rienks heeft een oogkwaal,
vandaar dat ze de woonkamer heeft
verduisterd. ‘Ik durf niet meer te
fietsen en mag niet meer autorijden.
Winkels zijn er niet in Spoolde. De
Jumbo brengt alles in huis.’ Hanna
de Vries van stichting de Kleine
Ambassade vraagt hoe ze dat dan
online doet, als ze slecht kan zien.
17
ONZE LIEVE VROUWE VAN ALTIJDDURENDE BIJSTAND WYTHMEN
De kerk moest dicht, geen erediensten meer voor de 750 mensen uit de gemeenschap van Wythmen (spreek uit: Wietum). Tot het bisdom een paar dagen voor sluiting anders besloot: de kerk blijft toch open.
Een kerk voor iedereen
ij is er gedoopt, deed er zijn Eerste Heilige Communie
en ontving het Sacrament van het Heilig Vormsel. En
hij trouwde er. Parochiaan William Meijer, melkveehouder
te Wythmen, houdt van zijn kerk, de rooms-katholieke
Onze Lieve Vrouwe van Altijddurende Bijstand aan de
Valkenbergweg. ‘Voor onze gemeenschap is het belangrijk
dat de kerk open blijft voor erediensten’, zegt William. ‘Hier
vinden en ontmoeten we elkaar.’ Tegelijkertijd weet hij dat
het op de huidige manier niet verder kan. Als budgethouder
in het parochiebestuur heeft hij jaarlijks te maken met een
exploitatietekort van bijna 300.000 euro.
Dat moet anders, dacht medeparochiaan Robbie van Krevel,
directeur van een transportbedrijf. Om de kerk weer
levensvatbaar te maken, kwam hij met het plan het gebouw
binnen twee jaar om te vormen tot een multifunctioneel
gebouw waarin naast de erediensten ook ruimte is voor
andere activiteiten. ‘Van groot belang voor onze vergrijzen-
de gemeenschap is dat we verbinding zoeken met de jeugd
die de kerk nu links laat liggen’, stelt de parochiaan. ‘Dat lukt
niet met de erediensten alleen.’
Maar het bisdom greep in: als dit plan doorging, zou de ziel uit
de kerk gaan. Een combinatie van heilige mis en pop concert
zag het bisdom niet zitten. Dan maar de kerk sluiten en de
trouwe (oude) parochianen dwingen een dorp verderop te
kerken? Het plan van Van Krevel belandde in de prullenbak.
Na zondag 22 november zou de kerk sluiten. Die laatste
H
NAAR VOLGENDE PAGINA.
18
zondag plande de parochie de afscheids viering.
Maar vier dagen ervoor belde het bisdom: de
sluiting van Onze Lieve Vrouwe van Altijddurende
Bijstand ging niet door; de kerk bleef open.
Erediensten of exploiteren?Slecht nieuws, meent parochiaan Van Krevel.
‘Nu moeten we de kerk weer exploiteren, zonder
middelen. Het is een dubbel gevoel: we willen het
gebouw behouden voor onze gemeenschap, maar
breder dan alleen voor de eredienst.’
Een herkenbaar probleem, meent een aantal van
de gasten vanmiddag. Zoals Willy Donkers van
Dorpsoverleg Elsendorp. ‘Ook in onze krimp -
gemeente in de Brabantse Peel moeten vier van de
acht kerken straks dicht. Wij bekijken ook wat we
nog meer zouden kunnen doen met het gebouw.
We willen onze kerk toch behouden?’
KerstmusicalVolgens Laurette Spoelman (programmamanager
Gemeenten van de Toekomst, ministerie van BZK)
hoeft het niet zo te zijn dat kerkgebouwen die voor
andere vieringen en activiteiten worden gebruikt,
niet meer voor de erediensten in aanmerking
komen. ‘Hoe mooi is het dat je, zoals in de Mozes
en Aäronkerk in Amsterdam, samen de kerk
benut? De ene dag straalt er de kerstmusical van
de basisschool, de volgende dag de Hoogmis van
Kerstavond. Dat kan hier. Niet zonder slag of stoot,
het schoolbestuur had wel een stevig gesprek
met het parochiebestuur.’ Zo ook in de Bussumse
Koepelkerk, waar het popkoor van Daan Heineke
(beleidsadviseur Sociaal Domein) een groot
concert gaf voor een goed doel. ‘Het was op het
randje van wat mocht; een volgende keer zal dit
misschien weer discussie oproepen. Maar ik denk
dat kerken hiermee soepel moeten omgaan. Zo
houd je de verbinding met de buurtbewoners.’
Het gesprek in de Wythmense parochie is gestaakt.
Kerk voor iedereen‘Afwachten wat het bisdom nu gaat doen’, zegt
Robbie van Krevel. De groep adviseert: ‘Ga praten
en benoem met elkaar de kernwaarden: waar staan
we voor en waarom hebben we een kerkgemeen-
schap met elkaar? Laat het een kerk worden voor
iedereen.’
De dames van de multiculturele vrouwengroep hebben het heel gezellig
samen, maar het lukt ze niet om betaald werk te vinden. In Cultuurhuis
Stadshagen krijgen ze tips.
‘Houd op met de term
allochtonen!’
CULTUURHUIS STADSHAGEN
1918
elzijnsorganisatie Wijz biedt activiteiten aan in
Cultuurhuis Stadshagen. Zo zijn er naai- en taal cur-
sussen, yogalessen voor kwetsbare vrouwen en de multicul-
turele vrouwengroep. Birsen Tas, allochtonen adviseur bij
Wijz, vertelt dat de huisarts mensen naar haar doorstuurt
voor ‘welzijn op recept’. Zij kijkt dan welke activiteit
geschikt is. Vrouwen die eenzaam thuis zitten, kan ze
bijvoorbeeld naar de vrouwengroep sturen. Die groep is een
initiatief van Diana uit Kroatië, die ook in de kring zit. Een
48-jarige Turkse vrouw vertelt hoe ze na een hersen bloeding
geïsoleerd was. ‘Ik moest weer leren lopen en schrijven.
Sinds ik naar de vrouwengroep ga, voel ik me weer goed. Ik
heb mensen leren kennen en zit niet meer de hele dag thuis.’
DIPLOMA’S NIET ERKENDEen Irakese vrouw, die vijf talen spreekt waaronder vloeiend
Engels, vertelt dat ze kapster is. Bij elke sollicitatie wordt ze
afgewezen. ‘Ik ben te oud. 48 jaar!’ Dolgraag wil ze betaald
werk. Haar overbuurvrouw, een Turkse die twee pedagogische
diploma’s haalde, knikt. Zij doet al jaren vrijwilligerswerk
bij de peuterspeelzaal, maar zou het liefst een betaalde baan
willen. ‘Maar ik blijf vrijwilligerswerk doen, anders gaat
mijn Nederlands achteruit.’ Ook de Colombiaanse Carmen is
gefrustreerd. In het buitenland werkte ze op de ambassade,
maar die werkervaring telt hier niet mee als relevante
werkervaring. Met haar 55 jaar moet ze weer bij nul beginnen.
‘Zelfs mijn diploma’s worden niet erkend.’
ZET HOOG INDe aanwezigen zijn onder de indruk. ‘Jullie zijn ontzettend
stoer, jullie zijn geweldige vrouwen.’ Een ander ergert zich
over het gebruik van het woord ‘allochtonen.’ ‘Houd op
met die term! In Den Haag gebruiken we dat woord al tien
jaar niet meer. Je hebt inwoners van Zwolle, mannen en
vrouwen, meer niet.’ Meerdere deelnemers verbazen zich
over de multiculturele benadering. ‘Jullie hebben het samen
fijn. Als jullie over de vrouwengroep spreken, verschijnt
er een glimlach op jullie gezicht. Behoud dat, maar ga
daarnaast iets anders doen. Want jullie lopen tegen een
grens aan. Doe iets met één-op-één-contact. Nodig autoch-
tone tweeverdieners uit, of ga naar de Rotary. Zet hoog in!’
Tip voor de vrouwengroep Stadshagen: zoek één-op-één-contact
W
20
Je kust me, je sust me.
Omhelst me, gerust me.
Je vangt me, verlangt me.
Oneindig ontbangt me
(uit: ‘Dat ik je mis’ van Maaike Ouboter)
lisabeth (18) zingt voor de
groep. A capella. Een prachtige
afsluiting van een uur “overleven” en
“leven” bij Eilean, beschermd wonen
voor jonge vrouwen met traumati-
sche ervaringen. De woorden van het
lied passen bij Elisabeth. Een frêle
jonge vrouw die veiligheid en troost
zoekt. En ze passen bij de aanpak van
Juul Klemann, ‘moeder’ van de jonge
vrouwen die bij haar een thuis vinden.
Ze ontvangt ze liefdevol en geeft de
steun en begeleiding die zij nodig
hebben. Juul doet niet aan zorgplan-
nen, leest geen dossiers. ‘Ik lees de
meiden. De vragen die zij hebben, hun
motivatie en doelen.’
MEER PLEKKENAls pleegkinderen 18 jaar worden zijn
ze voor de wet volwassen. Jeugdhulp
en pleegvergoeding stoppen. ‘Maar
EILEAN
VAN OVERLEVEN NAAR LEVENEen alleenstaande moeder uit Zwolle-Zuid biedt een thuis voor acht
jonge vrouwen die buiten de pleegzorg vallen. Ze verbouwde een schoolgebouw tot haar ‘vrouweneiland’ Eilean. ‘Ik lees geen
dossiers. Ik lees de meiden.’
deze beschadigde jonge vrouwen,
die dus buiten de pleegzorg vallen,
kunnen nog niet op eigen benen staan.
Hier bied ik ze een veilige plek waar ze
kunnen werken aan hun eigen kracht
en weerbaarheid, als voorbereiding
op zelfstandigheid.’ Eilean bestaat nu
ruim een jaar en zit vol. Juul stelt: ‘Ik
pleit ervoor dat er meer van dit soort
plekken komen.’
HOE OVERLEEF JIJ?‘Van de struggle die overleven is, naar
weer voelen wat leven is. Dat is wat
hier gebeurt.’ Aan het woord is kinder-
boekenschrijfster Francine Oomen,
vandaag de gespreksleider bij Eilean.
De schrijfster, bekend van haar ‘Hoe
overleef ik’-serie, wil het met de groep,
de gasten waaronder staats secretaris
Martin van Rijn en de meisjes die
deelnemen aan het gesprek, hebben
over overleven en leven. ‘Als kind
ontwikkel je een manier om te
overleven. Wat was jouw manier?’
Terwijl de groep vertelt, tekent
illustratrice Annet Schaap de groeps-
leden als kind met daarbij hun over -
levingsstrategie. Er komen allerlei
types voorbij: de clown, de harde
werker, de jongen die zich afsloot voor
zijn gevoel, de schreeuwer, de zorger,
de uitblinker, de allemansvriend,
de doorzetter, de buitenstaander en
de vredestichter. En het meisje dat
altijd lachte, een ander die streng was
voor zichzelf of deed of alles perfect
was. Het meisje dat zichzelf zo klein
mogelijk maakte.
SOCIALE TOPNa het rondje “overleven” volgt “leven”.
‘Juul helpt de jonge vrouwen van
overleven naar leven te gaan. Wat heb
jij nodig om te leven?’ vraagt Francine.
Het mooie gesprek gaat door, soms
met veel emotie. ‘Dat mag, je mag zijn
wie je bent’, benadrukt Juul nog maar
eens. Veiligheid, vertrouwen en liefde
zijn sleutelwoorden hier in Eilean.
Vanmiddag voor de bezoekers, elke
dag voor Juul Klemann en de jonge
vrouwen die bij haar een thuis vinden.
‘Wat is dit bijzonder’, verzucht een gast
bij vertrek. ‘Voor mij is dít de sociale
top!’
Illustratrice Annet Schaap brengt in beeld wat de deelnemers an het gesprek bij Eilean nodig hebben om te kunnen leven in plaats van overleven. Schrijfster Francine Oomen (linkerfoto staand met witte blouse) leidt het gesprek.
E
2120
ram Hanstede van Enspiratie
denkt naar eigen zeggen
misschien ‘te simpel’, maar oppert toch
meteen zijn idee. ‘Waarom geef je het
geld niet rechtstreeks aan de inwoners
die recht hebben op zorg, zodat ze zelf
kunnen bepalen welke zorg ze daarvoor
inkopen? Het gaat dan om mensen
zonder pgb die binnen het sociaal
domein zorg nodig hebben. Een burger
kan zelf het beste beoordelen welke
zorg hij of zij nodig heeft.’
Denk aan de mantelzorgersEn dat hoeft niet per se van een
professionele aanbieder te zijn, brengt
Jan Schepers, van Mezzo in. Niet
geheel toevallig regioadviseur van de
belangenvereniging van mantelzorgers.
‘Vergeet de mantelzorgers niet. Die
worden haast nooit in de landelijke
plannen meegenomen en worden
vaak niet gehoord, terwijl die ook een
belangrijke bijdrage leveren.’
Goedkoper uitHanstede borduurt nog even voort op
z’n eigen idee. ‘Als je burgers zelf geld
geeft, ben je ook goedkoper uit denk
ik. Aanbieders hebben zo’n 30 procent
aan overheadkosten. Daarnaast kun
je een bepaald bedrag aan de burger
geven en als het diegene lukt om de
zorg goedkoper in te kopen, dan kun
je afspreken dat de burger de helft van
die winst mag houden. De andere helft
gaat terug naar de gemeente. Dan ben
je alsnog goedkoper uit. En wees niet
bang dat het een keer misgaat, want
dat zal zeker gebeuren. Maar dat is nog
altijd goedkoper dan wanneer je voor
komend jaar opnieuw 300 contracten
moet afsluiten.’
De groep ziet wel wat in dit idee. De
vraag is of de gemeente Zwolle hiermee
durft te experimenteren? ‘Ik voel een
pilot aankomen!’ Dat durft Aly van
der Vegte-Poot nog niet te beloven,
maar ze bedankt de groep wel voor de
praktische antwoorden. ‘Ik hoop dat het
de hele dag zo gaat.’
In het stadhuis van Zwolle legt VVD-fractievoorzitter Aly van der Vegte-Poot haar dilemma voor aan de groep. De gemeente wilde haar burgers keuzevrijheid bieden en sloot daarom driehonderd contracten af met zorgaanbieders. Nu wil de gemeente terug naar tien
contracten, zonder de keuzevrijheid in te perken. Wat te doen?
‘Geef het geld voor zorg direct aan de burgers’
21
SCHEPENZAAL STADHUIS
B
22
SOCIALETOPPERS
2322
800 voorlopers uit het sociaal domein op 1 foto, voordat ze
over Zwolle uitwaaieren om inspiratie te delen en op te doen.
Meer foto’s zien van de dag? Ga naar www.socialetop.nl
24
2524
DE GIFT CITY
Hoe meet je toegenomen geluk?
De Gift City in Zwolle opende in februari de deuren aan de Rieteweg. Bouwondernemer Harry Wilbrink bedacht het concept,
dat inmiddels bestaat uit een City Café, de ‘Twinkelwinkel’, de Meubelloods en het Talentenbureau. De Gift City zet mensen in
die niet zo makkelijk aan betaald werk komen.
opend langs de IJssel bedenkt
Harry Wilbrink het concept van
wat nu de Gift City is. Door de recessie
in de bouw is de inkoper en adjunct-
directeur van een bouwbedrijf tot
zijn verrassing ontslagen, na 28 jaar
werken in de bouwwereld. Hij heeft
geen trek om aan de kant te staan.
De voorraden en restpartijen in de
bouw vormen de inspiratie voor zijn
Twinkelwinkel. De voorraden staan
te verstoffen in magazijnen, terwijl
je er veel mensen een plezier mee
zou kunnen doen. Deze voorraden,
inmiddels uitgebreid met allerlei
andere giften van bedrijven en
particulieren, vormen de handelswaar
van de Twinkelwinkel. Ze zijn te
koop met twinkels, een zelf bedachte
munteenheid die je kunt verdienen
door klussen uit te voeren. Je kunt met
de twinkels ook afrekenen in het City
Café en de Meubelloods.
En om de mensen die de klussen
uitvoeren gaat het ook bij de Gift City.
Wilbrink geeft een voorbeeld van
een klus die ‘zijn’ mensen uitvoerden
voor een aannemer die een gebouw
van Defensie mocht verbouwen. Hij
bood aan de plafondplaten weg te
halen. De aannemer loste hiermee
zijn verplichting in voor ‘social
return’, Wilbrink scoorde een klus en
verdiende er geld mee voor de Gift City,
en de ingeschakelde mensen deden
werkervaring op en verdienden er
twinkels mee; iedereen blij kortom.
‘Je ziet mensen opbloeien als ze iets
zinnigs doen’, zegt Wilbrink.
TWINTIG ‘GEWONE’ BANENHet creatieve ondernemerschap van
Wilbrink hielp al meer dan twintig
mensen aan een gewone baan in
de korte tijd dat de Gift City nu
operationeel is. Toch heeft hij moeite
om investeerders en overheden te
overtuigen om in zijn bedrijf te
investeren. ‘Gemeenten moeten de
doel- en rechtmatigheid van het
uitgegeven geld aantonen.’ Dat is niet
alleen in tijd en euro’s te meten, stelt
hij. ‘Hoe meet je het toegenomen geluk
van mensen die zinvol aan de slag
zijn?’, vraagt een van de deelnemers
zich af. Dat is immers het resultaat dat
er het meeste toe doet. ‘We rekenen
het nieuwe systeem af met de regels
van het oude stelsel’, stelt Wilbrink
vast. Staatsecretaris Jetta Klijnsma
benadrukt het belang van meten of
belastinggeld goed wordt besteed,
maar pleit voor minder star, ‘iets
relaxter’ meten.
Meer weten?
Zie de website van de Gift City
L
26
estenholte, een vergrijsde
wijk aan de rand van
Zwolle, kenmerkt zich door een rijk
verenigingsleven. Er was een project
‘Noaberhulp’, waarbij bewoners hun
hulpvraag konden inspreken op een
voicemail. Dat bleek niet goed te
werken; ouderen vergaten hun naam
en adres te vermelden. Sinds oktober
2015 is er een nieuw burgerinitiatief:
Stinskracht. Alle wijkbewoners hebben
een brief gekregen. Op de nationale
burendag was er een buurtfeest,
waarbij mensen die ‘wel wat willen
doen’ zich konden opgeven. Koos
Bakker legt uit wat het doel is: de
leefbaarheid vergroten, invulling
geven aan goed burgerschap en zorgen
voor de zwakkeren. Er is een fysiek
loket, waar ook iemand van het sociaal
In Westenholte doen wijkbewoners klussen voor elkaar. In de Stinskerk vertelt Koos Bakker over dit burgerinitiatief:
Stinskracht. ‘In twee maanden hebben we twaalf matches tot stand gebracht. Is dat niet wat weinig?’
wijkteam zit. Er zijn buurtverbinders
en er komt een online platform.
Twaalf matchesTachtig mensen hebben hulp
aangeboden, de vrijwilligers zijn
gemotiveerd en de samenwerking met
het wijkteam is goed. Tot nu toe zijn
er twaalf matches tot stand gebracht.
‘Is dat niet wat weinig?’, vraagt Bakker
zich af. Daar hebben de aanwezigen
geen eenduidig antwoord op. Je
weet namelijk niet hoeveel mensen
elkaar buiten Stinskracht om weten
te vinden. Onderzoeker Nico de Boer
heeft een andere vraag. ‘Op de sheets
staat vóór en dóór de wijk. Maar is het
ook ván de wijk?’ Bakker schudt zijn
hoofd. ‘Nog niet.’
‘Wanneer is dit burgerinitiatief
geslaagd?’, wil iemand weten. ‘Burger-
schap moet je eigenlijk niet organi-
seren’, zegt Bakker. ‘Het fysieke loket
moet snel overbodig worden, doordat
de samenleving zodanig is dat mensen
elkaar weten te vinden.’ Een andere
deelnemer valt het op, dat wanneer
Bakker vanuit zijn droom praat, hij
vanuit zijn hart spreekt. ‘Met een
aanstekelijk enthousiasme. Terwijl
het zwaar voelt, als je over vraag en
aanbod praat.’ Op Bakkers’ Powerpoint-
sheets staan vragen als: hoe borg ik de
kwaliteit? ‘Als ik mijn buurman help,
dan vraagt toch niemand dat?’ Oftewel:
blijf je eigen taal spreken, niet die van
de overheid. Een ander voegt toe: ‘Het
begint met mooie ideeën, het verzandt
in moeilijke vragen. Jullie zijn net
bezig, geef het een kans!’
Burgerinitiatief Stinskracht is nog niet ván Westenholte
‘Is stinskracht ook al ván de wijk?’ vraagt onderzoeker Nico de Boer (links.)Koos Bakker van Stinskracht heeft moeilijke vragen. Maar al bij al werkt het burgerinitiatief, denkt hij.
STINSKERK
W
2726
ANNA HEERKENSHUIS
ATLETIEK PEC
28
at Stam, zelf bestuurder bij jeugd- en opvoedhulp-
verlener Yorneo, bedoelt te zeggen, is dat opleidin-
gen het netwerk van hun leerlingen eigenlijk al zouden
moeten kennen voordat problemen zich openbaren. En in
elke opleiding zouden leerlingen moeten leren hun netwerk
te onderhouden, vindt hij. Dat is goed voor henzelf, ‘en als je
het pas doet als er gedonder is, ben je veel langer bezig.’
Hoe je erachter komt of een leerling in de problemen zit,
komt ook aan de orde. Weer volgens Stam helpt het om
leerlingen in groepen te laten bespreken. Hij noemt zijn
eigen kind als voorbeeld: ‘Als ik hem iets vraag, vertelt hij
niks. Maar als hij bij ons thuis met z’n vrienden aan tafel zit,
is er geen rem. Het gaat over alles, inclusief condooms en
drugs.’
Makkelijk één-op-éénCarin van Unen van het Student Succes Centrum, dat
onder meer leerlingen met leer- en gedragsproblemen
ondersteunt, beaamt dat haar organisatie veel doet om
erachter te komen hoe leerlingen in hun vel zitten, maar de
manier waarop je dat het beste doet verschilt. ‘Leerlingen
van een zorgopleiding praten doorgaans makkelijk één-op-
één. Maar een jongen in de monteursopleiding vraag je
tijdens de praktijkles langs je neus weg of het een beetje
goed met hem gaat. Dat zijn vaak geen praters.’
Meer kinderen ronden hogere opleidingen af. Terwijl de
kleinere groep uitvallers grotere problemen heeft. Dat is
een trend die Van Unen op het Deltion College waarneemt.
Dan is het frustrerend als de onderwijsinspectie de
oplossingen die voor zulke leerlingen werken, niet toestaat.
‘Voor sommige leerlingen werkt het om stage te lopen
in het bedrijf van hun moeder of oom. Dat leidt niet tot
een kwalificatie omdat het geen erkend stagebedrijf is.’
Gespreksleider Etienne van Koningsveld, die zich bij het
ministerie van Veiligheid en Justitie bezighoudt met jeugd,
beaamt dat een rolmodel – zoals een succesvolle oom – kan
helpen. ‘Ik heb dat ervaren met jongeren die een zware
maatregel kregen opgelegd. Door inzet van een rolmodel
ging het soms snel beter met ze.’
Het Deltion College probeert niemand uit te sluiten. Dat
is een risico, want uitval kost geld. En de waardering voor
de bereidheid van het Deltion College van degenen die de
school van geld voorzien ‘kan beter’, is de ervaring van Van
Unen.
Freezone creëren‘Wat wil je voor hulp vanuit het veld?’, wil Stam tenslotte
weten. ‘Hoe kunnen wij je helpen om te zorgen dat je een
“freezone” kunt creëren voor de kinderen waarover je sprak?
Ik bedoel: als het lukt om vijftigduizend handtekeningen te
verzamelen omdat je een farao in Nederland wilt, moeten
we hier toch ook iets kunnen doen.’
‘Het netwerk van een student kan hem door moeilijke tijden slepen.’ Peter Stam geeft het mee aan het verregende gezelschap dat in
het megagebouw van het Deltion College te gast is. Gastvrouw in de derde gespreksronde is Carin van Unen, teammanager van het
Student Succes Centrum.
DELTION COLLEGE
Netwerken als vak
Carin van Unen (rechts aan het hoofd van de tafel): ‘Soms werkt stage bij een oom.’
W
2928
BASISSCHOOL DE BRUG
BINTHOUT
30
LEGER DES HEILS
3130
ullie laten veel over aan onze
fantasie’, is de conclusie van één
van de deelnemers tijdens het gesprek
met de persrechter van de rechtbank
in Zwolle. Maar is dat erg, vervolgt
een ander, want de rechterlijke macht
geniet veel vertrouwen in Nederland
en zorgt dat ‘mystieke’ wellicht ook
voor dat vertrouwen?
Een kritische vraag uit de groep.
Waarom wil de rechtbank meer naar
buiten treden? ‘Wat is je doel, waarom
zou je dat willen en wat hoop je te
bereiken?’ Meer begrip en aandacht
is het antwoord. De rechter vertelt dat
het haar verbaast dat er vaak alleen
aandacht is voor strafzaken, terwijl er
bijvoorbeeld binnenkort uitspraken
komen over zaken over toekenningen
in het kader van de Wmo die bepalend
zullen zijn voor de manier waarop
gemeenten die wet uitvoeren. ‘Dit
kan grote impact hebben op het werk
van gemeenten, maar er is totaal geen
aandacht voor. ‘
Begrip en aandachtOok een overweging om naar buiten te
treden: ‘Wellicht kun je als rechter iets
meer vertellen over je overwegingen
bij bepaalde zaken.’ Maar werkt dat,
Plaats delict: Rechtbank Overijssel. Vraag: moeten wij rechters niet vaker de media opzoeken om zaken te duiden en uitleg te geven over afwegingen die rechters maken? ‘Maar ga je bij RTL
Boulevard dan ook meepraten over de jurk van Máxima?’
als je iets gaat uitleggen? Ja, zeggen
enkele groepsleden. ‘Het is sowieso
interessant om op de manier van het
programma ‘Kijken in de ziel’ te zien
wat rechters beweegt. ‘Maar bedenk
ook: televisieprogramma’s hebben
vaak andere doelen, willen zo hoog
mogelijke kijkcijfers. ‘Als rechterlijke
macht heb je een zekere autoriteit. Ik
zou het zonde vinden als je je in dat
soort programma’s mengt.
Kun je je verhaal doen in program-
ma’s waar het vooral om de strakke
oneliners gaat?’
‘Moeten rechters meer naar buiten treden?’
De groep is er nog niet helemaal
uit. Aanschuiven bij Pauw? Ja, maar
alleen als je zonder anderen aan tafel
zit. En bij RTL Boulevard? En dan ook
meepraten over de jurk van Maxima?
Liever niet. En toch: met dit soort
programma’s bereik je wel een breed
publiek. ‘Een gesprek met rechters
vind ik wel interessant. Ik zou er naar
kijken hoor!’
Stof tot nadenken bij de rechtbank
Overijssel.
Pauw? Ja. RTL Boulevard? Liever niet. Sociale toppers denken mee met de rechtbank om aandacht en begrip te krijgen via de media.
31
RECHTBANK OVERIJSSEL
J
32
e bewoners van het dorp Wythmen, net buiten Zwolle,
vormen een hechte gemeenschap. Om de levensvat-
baarheid van het dorp overeind te houden schreven de
bewoners gezamenlijk een dorpsplan met daarin onder
meer een zorgconcept voor hulpbehoevenden en ouderen
in de gemeente: het Zorgplan Wythmen. Oud-wethou-
der Janco Cnossen werkt sinds zijn pensioen in 2010 mee
aan het zorgplan. ‘Ons grootste doel is de verzorging van
bewoners die dat nodig hebben zo dicht mogelijk bij huis
te organiseren. Iedereen die daartoe in staat is, draagt op
vrijwillige basis een steentje bij aan de zorgvoorzieningen
in ons dorp. Maar vervolgens is geld ons dilemma. Het is
weliswaar een vrijwilligersorganisatie, maar we maken wel
degelijk kosten. Vervoerkosten, materialen. En de kosten
die we maken voor dit huis, Kulturhus De Elshof. Het vormt
een centrale plek voor sport en cultuur in het dorp; ook hier
bekostigt de vrijwilligersorganisatie het aanbod zelf.’
PreventiefVoormalig wijkwethouder Cnossen en Koen Nijmeijer van
Kulturhus De Elshof en Stichting Ouderenzorg Wythmen
nodigen hun bezoek uit om met nuttige tips en slimme
voorbeelden te komen hoe andere gemeenten financie-
ring van laagdrempelige zorgvoorzieningen aanpakken.
Nijmeijer: ‘We zijn grotendeels zelfvoorzienend, maar de
kosten van zo’n twintigduizend euro per jaar krijgen we niet
rond. Hoe kunnen we zorgverzekeraars ertoe bewegen bij
te dragen aan onze zorgorganisatie? Tenslotte werken onze
voorzieningen preventief: door de activiteiten voorkomen
we zorgvragen bij de professionele organisaties.’
ExperimenteerwetEen mooi voorbeeld komt uit Elsendorp in Noord-Brabant
waar ze zorgvoorzieningen organiseren in samenwerking
en met (voor)financiering van zorgverzekeraar CZ/VGZ.
‘Alle Wmo-vragen komen eerst bij onze dorpsondersteu-
ner’, vertelt Willy Donkers van Dorpsoverleg Elsendorp. ‘In
gesprek met de betreffende bewoners adviseert zij wanneer
bewoners kunnen opteren voor ondersteuning en op welk
moment zij bijvoorbeeld aanspraak kunnen maken op de
Wet maatschappelijke ondersteuning. Of waar de kosten
voor rekening zijn van de zorgverzekeraar.’ Elsendorp krijgt
hierbij de nodige ruimte van de wetgever via de experimen-
teerwet. ‘In onze aanpak hebben we onze dorpsvisie en de
leefbaarheidsagenda van de gemeente in elkaar geschoven.
Daarnaar zou ook jullie gemeente kunnen kijken.’ Met dit
advies, aangevuld met de tips op de website publiekewaar-
den.nl te kijken en te denken aan een crowfundingscam-
pagne om het nodige geld bij elkaar te krijgen, komt het
Wythmener zorginitiatief hopelijk een stap verder.
Ze schreven zelf een dorpsplan en voorzien in een zorgconcept. ‘Maar met vrijwilligers alleen ben je er niet. We maken ook kosten.
Wie gaat die betalen?’
KULTURHUS DE ELSHOF
Zelfvoorzienend, maar niet gratis
Janco Cnossen (tweede van rechts) zoekt goede ideeën voor financiering
van zijn vrijwilligersorganisatie. ‘We voorkomen tenslotte zorgvragen bij
professionele organisaties.’
D
3332
JUMBO
MOSKEE ULU CAMII
34
POPPODIUM HEDON
WOONZORGCENTRUM WESTENHAGE
3534
ansman zit met z’n pen in de aanslag want tips en trucs
zijn in de gedaante van negen enthousiaste deelnemers
in aantocht. Als iedereen is voorzien van cappuccino of
thee - even opwarmen -, vertelt Jansman kort iets over het
restaurant: ‘Niet veel Zwollenaren weten dat dit restaurant
een leer-werkomgeving is voor mensen met een afstand tot
de arbeidsmarkt. Bij ons werken 20 à 25 mensen; de chefkok
is verantwoordelijk voor de begeleiding.’
DILEMMA 1: minder geld, meer zware zorgDan is het tijd om de dilemma’s voor te leggen. ‘We hebben
minder geld te besteden voor begeleiding, maar we
krijgen ook te maken met een zwaardere doelgroep; veel
meer mensen met zwaardere psychische problemen. Ons
dilemma: moeten we deze mensen afwijzen, of moeten
we toch zorg verlenen, met het risico dat we niet de juiste
begeleiding kunnen bieden?’
Het gesprek komt door dit dilemma meteen op de bedoeling
achter de transitie: we moeten toe naar een andere manier
van denken en werken. José Hendriksen, directeur
Stimulansz: ‘Zitten we niet nog teveel gevangen in hoe
we het al deden? De transitie dwingt ons na te denken om
dingen écht anders te doen.’ En met een andere manier van
denken, kun je dit dilemma wellicht tackelen.
De groep ziet bijvoorbeeld veel kansen voor gebruik van
technologie. Jaap de Bruin, voorzitter stichting Prisma
in Waalwijk, geeft daarvan een mooi voorbeeld. ‘Vroeger
gingen we bij iedere cliënt langs, nu gebruiken we voor
gespreken met sommige cliënten bijvoorbeeld FaceTime.
Je hebt dan twintig minuten intensief contact met hogere
kwaliteit. Scheelt tijd en geld.’
Hendriksen: ‘En zet bijvoorbeeld ook meer in op groeps-
begeleiding: mensen kunnen elkaar veel meer helpen
dan wij denken. Dat kunnen ook online platformen zijn.
Kortom: benut technologie en het netwerk van mensen
slimmer.’ Het verlicht wellicht de druk op de professionele
zorg.
DILEMMA 2: hoe prikkel je het bedrijfsleven?Jansman: ‘Als je deze vorm van arbeidsmatige dagbeste-
ding blijft aanbieden, hoe prikkel je dan het bedrijfsleven
om plekken te creëren voor mensen met een afstand tot de
arbeidsmarkt?’
Een kritische vraag van van sociaal ondernemer Rowinda
Appelman. ‘Wat is het belang van bedrijven om deze plekken
te bieden? Goed, ze moeten voldoen aan de Participatiewet,
maar is er ook een intrinsieke motivatie?’ Ze geeft zelf een
voorbeeld van hoe je bedrijven op een andere manier kunt
benaderen. Onder de naam ‘Mijn eerste bijbaan’, benaderde
ze Ahold. Niet met de vraag: “Hebben jullie een plek voor
mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt?” maar met de
vraag: “Waar hebben jullie behoefte aan?” ‘Dan krijg je een
heel ander gesprek.’ Inmiddels zijn er een aantal vakkenvul-
lers aan de slag, want die waren er te weinig.
De blocnote van Alfons staat na het gesprek vol goede ideeën.
Tijd om er in de praktijk mee aan de slag te gaan.
Restaurant Vidiveni krijgt op dinnersite IENS een 8,7 voor de service en een 8,6 voor het eten. Maar ondanks deze goede cijfers, kampt het restaurant
en leer-werkbedrijf met een aantal dilemma’s, vertelt Alfons Jansman, trajectbegeleider Werken bij de RIBW Groep Overijssel.
‘MAAK MEER GEBRUIK VAN TECHNOLOGIE EN NETWERKEN’
Alfons Jansman (zittend naast de lege stoel) zoekt manieren om zijn doelgroep aan de slag te krijgen.
35
RESTAURANT VIDIVENI
J
Een molen, een middeleeuwse kerk en de keukentafel van de zorgboer; het dorp Windesheim schonk de Sociale Top prachtige locaties.
En mooie gesprekken, met nuchtere dorpsbewoners. ‘Blij dat ze ons dorp overspoelen, maar het had ook best op een zonnige dinsdag gemogen.’
Een bus vol nieuwe inzichten voor Windesheim
e Windesheimer Molen draait op volle toeren.
‘Daarachter wordt gepraat, boven wordt gewoon
gewerkt’, grapt molenaar Wannie van Emmen, terwijl
hij een schaal koeken voorhoudt aan zijn gasten. Dat is
Windesheim vandaag. De 600 inwoners tonen zich gastvrij,
laten zich zeker niet van de wijs brengen door de buslading
gasten die rond één uur gedropt worden in het kleine dorpje
onder Zwolle. Maar toch, het is nogal een invasie op deze
regenachtige maandagmiddag. ‘Tja, het had van mij ook best
op een zonnige dinsdag gemogen’, knipoogt Age Braad van
dorpshuis De Molenkamp nuchter. ‘Voor de rest zijn we blij
dat deze mensen het dorp overspoelen vandaag. Een zeer
gemêleerde groep, met dito ideeën. Geeft nieuwe inzichten
hoe we ons dorp toekomstbestendig kunnen houden.’
Blij met inputJan Hommes, directeur van de nabijgelegen Florens
Radewijnsschool, herkent dat. Zijn school heeft bestaans-
recht dankzij de samenwerking met basisschool De Marshof
in Zwolle; met alleen de 41 leerlingen in Windesheim is
de school niet te handhaven. Hij is blij met de input die hij
kreeg vanuit de drie groepen die hij met zijn collega ontving
in het handvaardigheidslokaal: ‘Ik sprak een vrouw die een
eigen school heeft opgezet; interessant te horen hoe zij tegen
36
WINDESHEIM
D
onderwijs aankijkt. Da’s het prettige: deze mensen kijken
allemaal vanuit een andere optiek naar ons. Sommigen zijn
keihard, anderen zien juist kansen. Kijken of we daar ons
voordeel mee kunnen doen.’
Koppen bij elkaar stekenIn de Hervormde kerk even verderop blijkt een dreigend
tekort aan vrijwilligers het voortbestaan van het
monumentale (14e-eeuwse) gebouw in gevaar te brengen.
‘Steek alle koppen eens bij elkaar’, luidt het advies aan
dominee De Jong. ‘Laat héél Windesheim eens samen
dromen over de toekomst.’
Wat bij Age Braad vooral is blijven hangen? ‘Dorpscoöpe-
raties, op allerlei fronten. Met z’n allen het dorp sterker
maken, dat klonk erg goed.’ En de gasten zelf?
Willemieke Ottevanger van de Stichting Sensoor heeft
genoten: ‘Prachtige locaties, goede gesprekken. Ik had
graag meer van Windesheim gezien. Beetje rondlopen,
misschien wat binnen gluren. Maar daar was het eigenlijk
helemaal geen weer voor.’
Bekijk de reportage over Windesheim
37
38
THEATER DE SPIEGEL
3938
40
PitbullHoewel Barbara van Ruiten niet kan zien, voelt ze de warme sfeer die in de
zaal hangt. Ze werkt bij Sociaal Plus en belt bedrijven om te vragen of ze plek
hebben voor mensen zoals zij: met een afstand tot de arbeidsmarkt. Vijf á
tien procent van de mensen is meteen enthousiast. Anderen worden dat als
Barbara vertelt dat ze ook tot de doelgroep behoort. ‘Op dat moment wek ik
hun interesse, want mijn handicap hoor je niet door de telefoon.’ Of ze vaak
succes heeft tijdens haar telefoongesprekken? ‘Ik word omschreven als een
pitbull, ben redelijk vasthoudend. Ik wijs bedrijven op het maatschappelijk
belang en op hun plicht in het kader van de Participatiewet. Vaak schrikken ze
dan en een veelgehoorde reactie is: “En wat als ik het niet doe?” Dan hangt er
een boete boven je hoofd, is mijn reactie.’
Natuurlijk ziet ze zelf ook leuke bedrijven voorbijkomen tijdens haar zoek-
tocht, maar ze is Sociaal Plus trouw. Of? ‘Ik zou best wel eens adviseur willen
zijn bij een gemeente. Ik ben tenslotte ervaringsdeskundige.’ Horen wij hier
een open sollicitatie? ‘Wellicht.’ Uit de zaal komt in ieder geval meteen een
reactie: de gemeente Zwolle wil met Barbara in gesprek.
Opdrogen in theater De Spiegel
Eén van de aanwezigen zegt: ‘Ik had een bepaald
idee over Nederland toen ik hier kwam wonen; na-
melijk dat het hier goed geregeld was. Ik heb van-
daag zo veel andere verhalen gehoord. Wat hebben
jullie kapot gemaakt? Maar ik zag ook iets anders:
inspirerende mensen en verhalen, de dag heeft me
energie gegeven om anders te denken en te hande-
len. Ik wil nu ook aan de slag om iets terug te geven
aan de samenleving die mij welkom heette.’
40 41
‘De Sociale Top, dat bent u’Dagvoorzitter Judith de Bruijn opent het avondprogramma en laat
haar publiek even schrikken: ze gooit een groene werpmicrofoon de zaal in, en vraagt: ‘Wat neem jíj mee van vandaag?’
4140
De pil van MikeMike Boddé komt drie keer op het podium deze avond. Hij
vertelt over de depressie die hij achter de rug heeft en de
mantelzorg die hij ontving van zijn familie. De cabaretier
was jarenlang depressief tot hij de pil Anafranil ontdekte,
tegenwoordig knapt hij alleen van de klank van het woord al
op. Hij schreef over zijn ervaringen het boek Pil en kreeg naar
aanleiding daarvan duizenden mails van depressief Neder-
land. ‘Wat is er een hoop verborgen leed.’ Hij vertelt wat hem
wel en niet hielp tijdens zijn depressie. Niet: mediteren (‘Ik
zat al zoveel in m’n hoofd!’), wel: stoepranden met de kinde-
ren van z’n broer (‘Heerlijk: aan kinderen hoef je niets uit te
leggen’). Ook: de tuin omspitten bij z’n broer die sowieso de
ideale benadering had voor depressieve Mike: hij was betrok-
ken maar hield ook afstand. ‘Hij was niet te emotioneel en
had daarmee de ideale focus voor een mantelzorger.’
41
42
Steeds ouderIn een mini-college over ouderdom laat Rudi Westendorp
in een grafiek zien hoe we steeds ouder worden. ‘U voedt
kinderen op die ouder worden dan honderd, wen er maar
aan’, zegt de Professor of Medicine at Old Age, verbonden
aan de Universiteit van Kopenhagen. In zijn boeken
beschrijft Westendorp waarom we steeds ouder worden
en hoe we dit tot een voordeel voor ouderen en de samenle-
ving kunnen maken. ‘Wat gaat u de komende vijftig, zestig
jaar doen? Ja, uw leven wordt langer. Laten we dat zinvol
en in gezondheid invullen.’ De oude mens krijgt gebreken,
dat klopt, stelt Westendorp. ‘Maar laten we in plaats van
alleen te luisteren naar de oudere en daar vanuit ons eigen
oordeel iets van te vinden, gaan horen wat zijn echte verhaal
is. Ondanks gebreken zijn heel oude mensen behoorlijk
gelukkig; ziekte en kwaliteit van leven hebben niets met
elkaar te maken.’
Praten mét mensenOp het podium aan tafel vertellen Zorgmanager van
het Jaar 2015 Anja Schouten, kinderboekenschrijfster
Francine Oomen, hoogleraar Lucas Meijs en de Zwolse
burgemeester Henk Jan Meijer over de hoogtepunten
van hun dag. Zo ging Anja Schouten bij de rechtbank
Overijssel in gesprek met de rechter over de vraag of
rechters vaker de media zouden moeten opzoeken.
‘We adviseerden om niet bij Pauw aan tafel te gaan
zitten.’ Francine Oomen vertelt over haar ervaring
als gespreksleider bij Eilean, een opvanghuis voor
meisjes. De centrale vraag daar: ‘Hoe gaan we van
overleven naar leven? Wat doe je om te overleven en
wat heb je nodig om te leven? Samen kwamen de
meiden en deelnemers op een lijst met survivaltips
voor Jeugdzorg.’ Illustrator Annet Schaap tekende de
antwoorden die werden gegeven. Grootste succesfac-
tor voor dit gesprek volgens Oomen: ‘De meiden uit
het huis waren zelf aanwezig bij het gesprek. Ik praat
graag met mensen in plaats van over mensen.’ Hebben
jullie ook nog een kritische noot? vraagt De Bruijn.
‘Nee, laten we vandaag vieren wat goed gaat en onze
zegeningen tellen.’
De Bruijn is toch benieuwd: ‘Zorgen voor elkaar, zijn
we daar klaar voor?’ Lucas Meijs: ‘We zijn ons op een
waanzinnige manier aan het klaarstomen. Mensen
pakken die ruimte. Of hebben de naïeve gedachte: we
doen het zelf wel.’ Oomen: ‘Is dat naïef? Ik vind dat
juist een fantastische gedachte!’
42 43
4342
Kleinschalige zorgStaatssecretaris Martin van Rijn is onder de indruk
van vandaag, vertelt hij. Hij was gast op twee locaties:
het Anna Heerkenshuis, een zorghuis voor ouderen,
en Eilean, een thuis voor jonge vrouwen met trauma-
tische ervaringen. ‘Beide zijn voorbeelden van zorg
op kleine schaal, met een grote mate van bewegings-
vrijheid in het toepassen van regels’, licht Van Rijn toe.
‘Die twee begrippen, zorg en toepassen van regels gaan
soms samen, maar ze kunnen ook strijdig zijn met
elkaar.’ Hoe je met de regels omgaat is heel persoonlijk.
‘Ben je als familie in staat te bepalen hoeveel risico
jouw moeder bijvoorbeeld mag lopen? Kunnen profes-
sionals dat beter? Voor hen is het oneindig veel moeilij-
ker om te bepalen of het in de zorginstelling ook een
beetje leuk mag zijn of dat zij strikt werken volgens
het protocol. Martin van Rijn: ‘Wil je als overheid
de beweging maken om het dichter bij de mensen te
organiseren, zoals op de plekken waar ik vandaag was,
dan vraagt dat een andere rol van de overheid, van
professionals en van mantelzorgers.’ Tot slot vindt hij
het goed om te monitoren of gemeenten en Rijk op de
goede weg zijn. ‘Blijven vragen “hoe gaat het?” en “wat
heb je nodig?” Zet ‘m op!’
Woord en daadHet laatste woord is aan VNG-voorzitter en burgemees-
ter van Utrecht: Jan van Zanen. ‘Wat een mooie verhalen
hoorden we vandaag. Jammer dat jullie nu weer naar een
stropdas moeten luisteren. We hoopten vandaag op een
stadsbrede dialoog, op nieuwe verbindingen. Dat is gebeurd.
Het woord en de daad zijn morgen weer aan u. De gemeen-
schappen zijn aan zet. Want de Sociale Top, dat bent u!’
43
44