Upload
others
View
0
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
170
MAGAZINE VOOR DE DYNAMISCHE ONDERNEMER FEBRUARI - MAART 2006
Blijft de vastgoedsectorgoed presteren?
Openbare steun aanKMO’skrijgt een nieuwe adem
Car Lease: maak het uzelfgemakkelijk metoperationele leasing
Commercial paper,een goed idee voor zoweluitgevers als beleggers
De economischelocomotieven van de toekomst?
Ondernemen 2006:de beurs voor starters enbedrijfsleiders van KMO’s
Tien redenen om uwpersoneel geen extralegalevoordelen toe te kennen?
inhoud
Bij het begin van dit nieuwe jaar tekenen we voor het eerst sinds lang positieve
signalen op binnen Europa: de binnenlandse consumptie wakkert aan,
waardoor de negatieve gevolgen van de stijging van de eurokoers op de export
kunnen worden gecompenseerd. Verontrustend dan weer is de inverse
rentecurve in de Verenigde Staten, waar de kortetermijnrente is opgeklommen
tot boven het niveau van de langetermijnrente, een gevaarlijke situatie die niet
lang kan aanhouden.
In België stellen we sinds eind vorig jaar met vreugde vast dat de
ondernemingen opnieuw meer investeringsprojecten in de steigers hebben. De
betere vooruitzichten voor de Belgische economie verhogen de druk op de arbeidsmarkt, waardoor het voor
ondernemingen moeilijker wordt om goede medewerkers aan te trekken en te behouden. Daarom besteden
we in dit nummer ruim aandacht aan een aantal employee benefits zoals de groepsverzekering en de
bedrijfswagen, uitstekende motivatiemiddelen om de loyaliteit van uw medewerkers te verzekeren.
Ook de vastgoedmarkt voor privé-woningen blijft goed presteren, tevens noteerden we vorig jaar voor het
eerst sinds enkele jaren een vermindering van de leegstand van kantoren in het Brusselse. ING is sterk
geïnteresseerd om verder door te groeien in die belangrijke groeipool, en stelt daarom een aangepaste
structuur ter beschikking, met een rijke expertise, een doorgedreven marktkennis en gespecialiseerde
medewerkers. Op die manier kan ING perfect tegemoetkomen aan de noden van de sector, zowel via klassieke
financieringsformules, leasing als publiek-private samenwerkingsprojecten. Voor dit nummer verzamelden we
een aantal vastgoedexperts van ING rond de debattafel om een beeld te schetsen van de belangrijkste
tendensen in het vastgoedlandschap in België.
Tot slot heeft ING oog voor de belangrijke economische verschuivingen die zich voordoen op wereldvlak. In dit
nummer openen we een dossier over de zogenaamde BRIC-landen. ING volgt zijn cliënten in de opkomende
markten en heeft als toonaangevende internationale financiële instelling in het voorbije jaar zwaar
geïnvesteerd in China, via een 20%-participatie in de Bank of Beijing. Verder is ING ook aanwezig op de
Russische markt, en beschikt met ING VYSA zelfs over een eigen bankinstelling in India.
Alvast veel leesplezier,
Luc Truyens
Directeur Belgische Ondernemingen en Institutionelen
Redactiecomité:G. Busseniers
M.-F. HolemansA. JanssensC. Léonard
J. LievensV. Manneback
Ph. PicronP. WalkiersA. Willocx
Hoofdredacteur:V. Thielemans
Medewerkers aan de redactie van dit nummer:actueel
M. De HertoghT. Eelbode
W. MartensS. PauletI. Straet
E. TommeI. Van de Cloot
P. Verheyden
financieel beleidJ. Carrette
D. KoopmansB. Loones
F. NézerM. Stilten
ING servicesD. Lemmens
buitenlandse handelJ. Lievens
Ch. Robertson
fiscale knipoogJ. Matsaert
Ondertekende artikels vallen onder de verantwoordelijkheid van de auteur.
ING Onderneming©
Het reproduceren van teksten uit dit tijdschrift is
toegestaan mits bronvermelding.Foto’s, lay-out en illustraties zijn eigendom van Publitec.Alle rechten voorbehouden.
ISSN nr. 1379-7123
Elke briefwisseling moet worden gericht aan INGMevr. V. Thielemans
Marnixlaan 24 - 1000 BrusselTel.: 02-547 77 34 - Fax: 02-547 31 19
E-mail:[email protected]
Internet:www.ing-ondernemingmagazine.be
Aanvraag gratis abonnement:www.ing-ondernemingmagazine.be
Realisatie:Publitec-MarkCom nv
1702 Groot-BijgaardenTel. 02-482 36 46 - Fax 02-482 36 47
ING Onderneming est également édité en français.
V.U.: A. BiebuyckSint-Michielswarande 60
1040 Brussel
ING België NV Marnixlaan 24 - B-1000 Brussel
RPR BrusselBTW BE 0403.200.393
BIC (SWIFT): BBRUBEBBRekening: 310-9156027-89
(IBAN: BE45 3109 1560 2789)
editoriaal
170 FEBR. - MAART 2006
2
ACTUEELBlijft de vastgoedsector goed presteren? 3
FINANCIEEL BELEIDOpenbare steun aan KMO’s krijgt een nieuwe adem 6Tien redenen om uw personeel geen extralegale voordelen toe te kennen? 8
ING SERVICESDossier: Leasing – Deel 4Car Lease: maak het uzelf gemakkelijk met operationele leasing 10
FINANCIEEL BELEIDCommercial paper, een goed idee voor zowel uitgevers als beleggers 13
BUITENLANDSE HANDELDossier: BRIC-landen - Deel 1De economische locomotieven van de toekomst? 15
INITIATIEVENOndernemen 2006: de beurs voor starters en bedrijfsleiders van KMO’s 17
FISCALE KNIPOOGEnkele fiscale tips die belangrijk kunnen zijn voor uw bedrijf 18
IN ‘T KORTBeknopte nieuwsberichten en aankondigingen 19
Hoe verklaart u de aanhoudende boom in
de vastgoedsector?
Ivan Van de Cloot, economist studiedienst ING
Belgium: “De prijsstijgingen van de laatste jaren beho-
ren tot de krachtigste ooit en velen maken zich zorgen
over de betaalbaarheid van de woningen. De belang-
rijkste verklaring schuilt in de aanhoudende lage ren-
testand. Daarnaast spelen nog een aantal andere fac-
toren zoals de koopkrachtontwikkeling, de schaarste
aan bouwgrond, een aantal fiscale maatregelen (bv. de
vermindering van de registratierechten in Vlaan-
deren)… maar de rente is doorslaggevend omdat het
de enige dynamische factor is die vrij snel kan
omslaan, zoals in het verleden al vaker is gebleken. Een
verdere stijging van de rente is dan ook de belangrijk-
ste risicofactor naar de toekomst toe.”
MEEST OPMERKELIJKE ONTWIKKELINGEN
Wat zijn de belangrijke verschuivingen
binnen de markt?
Ivan Van de Cloot: “Binnen de woningmarkt stel-
len we een verschuiving vast van de primaire naar de
secondaire markt. Het aantal transacties van bestaan-
de woningen is vandaag veel belangrijker geworden
dan nieuwbouw. Bovendien is er een structureel
opwaartse tendens van de appartementenprijzen op
beide markten, met een stijging van 15% per jaar. De
exponentiële stijging van vastgoedprijzen loopt wel
ten einde omdat het rente-effect niet blijft voortduren.
We verwachten bijgevolg een vertraging van de prijs-
stijging, wat ook wenselijk is. Niemand heeft immers
belang bij een overwaardering van de vastgoedprijzen.
Zolang de fiscaliteit niet drastisch wijzigt, zullen de
vastgoedprijzen in België trouwens altijd lager blijven
dan die in Nederland, waar de volledige fiscale aftrek
van de interestlasten een sterk prijsverhogend effect
heeft.”
Marc De Hertogh, Manager Real Estate Finance
Brussels: “Een opmerkelijk fenomeen is ook dat de prij-
zen van bestaande woningen bijna even hoog zijn als
die van nieuwe. We verwachten daarom dat een stij-
ging van de rentevoeten, of een verzwakking van de
vraag naar vastgoed, vooral een prijscorrectie van
bestaande woningen zal veroorzaken. Prijzen voor
nieuwbouwwoningen zullen beter standhouden of nog
blijven stijgen, zij het gematigder dan in het verleden.”
Erika Tomme, relatiebeheerder Real Estate
Business Center Kortrijk-Roeselare: “Door de alsmaar
stijgende grondprijzen worden de loten kleiner en is er
Het aantal transactiesvan bestaande woningenis vandaag veelbelangrijker gewordendan nieuwbouw, en er iseen structureelopwaartse tendens vande appartementenprijzenop beide markten.
3
actueel
Blijft de vastgoedsector goed presteren?
Beleggers en projectontwikkelaars in vastgoed beleven gouden tijden.Vooral de prijzen van appartementen swingen de pan uit. Blijft dietendens aanhouden, of komt er een kentering? We verzamelden enkelenationale en regionale vastgoedexperts van ING Belgium rond de tafelom te debatteren over de belangrijkste tendensen in de vastgoedsector.
Een opmerkelijkfenomeen is dat deprijzen van bestaandewoningen bijna evenhoog zijn als die vannieuwe.
een sterkere evolutie naar projectbouw, om de wonin-
gen toch nog enigszins betaalbaar te houden. Ook
appartementen worden kleiner, maar worden heel
functioneel ingericht.”
REGIONALE ONTWIKKELINGEN
Hoe is de toestand op regionaal vlak?
Marc De Hertogh: “Brussel kent een bevol-
kingstoename van 10.000 inwoners per jaar. Vooral
appartementen zijn er sterk in trek. Veel jonge koppels,
eenpersoonsgezinnen of alleenstaande ouders met
kinderen hebben een appartement in de stad gekocht,
maar ook oudere mensen die zich uit veiligheidsover-
wegingen weer in de stad vestigen. De meeste wonin-
gen worden gekocht voor eigen gebruik en in mindere
mate als belegging, wat een zekere stabiliteit in de
markt teweegbrengt. De vastgoedprijzen zijn in Brussel
sterk gestegen, maar de huurprijzen zijn stabiel geble-
ven, waardoor het brutorendement van huurwoningen
gedaald is tot 4 à 6%.”
Sebastien Paulet, relatiebeheerder Real Estate
Business Center Namen-Luxemburg-Waals-Brabant:
“Ook in onze streek is er een stijgende vraag naar
eigen woningen en vooral appartementen. De huidige
prijzen op de huizenmarkt liggen niet langer in het
bereik van jonge koppels met één inkomen. Gemiddeld
moeten ze 200.000 tot 250.000 euro op tafel kunnen
leggen voor een woning, of 300.000 met de bouw-
grond erbij. Vooral rond de grote centra als Namen zijn
bouwgronden erg duur geworden. In meer afgelegen
gebieden zoals het ‘niemandsland’ ter hoogte van
Libramont, zijn ze nog betaalbaar. Die hoge prijzen ver-
talen zich ook in een verlenging van de looptijd van
hypothecaire kredieten, tot 25 of 30 jaar.”
Erika Tomme: “In West-Vlaanderen moeten we
een onderscheid maken tussen de kust en het binnen-
land. In de provincie zien we dezelfde ontwikkeling als
elders in het land: een stijging van de aankoop van een
eerste en eigen woning. Aan de kust gaat het vooral
over de aankoop van een tweede verblijf voor eigen
gebruik of verhuur. Daarbij spelen verschillende facto-
ren: hardwerkende tweeverdieners die in het weekend
willen uitblazen aan zee, de EBA (Eenmalige
Bevrijdende Aangifte) die gezorgd heeft voor een
terugkeer van kapitaal naar België, sommige beleggers
die zich hebben teruggetrokken uit de beurs wegens
teleurstellende resultaten en hun kapitaal hebben
belegd in real estate enzovoort. Tot vandaag blijven
vastgoedprojecten aan de kust het goed doen, maar de
prijzen stijgen niet meer zo sterk als in het verleden.
Een gevaar is wel dat mensen appartementen aan de
kust kopen in de hoop ze binnen enkele jaren te ver-
kopen met een fikse meerwaarde. Het is echter verre
van evident dat de huidige trend zich op termijn door-
zet.”
Tom Eelbode, relatiebeheerder Real Estate
Business Center Aalst: “Ook in Aalst is er een zeer ster-
ke stijging van de appartementsbouw. Dat kan resulte-
ren in een stabilisering of zelfs lichte daling van de prij-
zen. Zo worden op korte termijn een 200-tal eenheden
gebouwd op een oude industriële site, plus een 80-tal
duurdere woningen langs de Dender. De vraag is het
grootst in Denderleeuw, vanwege de makkelijke ver-
binding met Brussel. In de streek van Geraardsbergen
liggen de prijzen dan weer een stuk lager, met uitzon-
dering van de beste locaties.”
Wouter Martens, relatiebeheerder Real Estate
Business Center Gent: “Het belang van de locatie voor
nieuwe projecten zal in de toekomst nog toenemen,
zeker als de rente begint te stijgen. Zodra een aantal
factoren de woningmarkt negatief beïnvloeden, zullen
in eerste instantie de secondaire locaties worden
getroffen.”
Patrick Verheyden, relatiebeheerder Real Estate
Business Center Antwerpen-Kempen: “We kunnen niet
genoeg benadrukken dat er plaatselijk enorme ver-
schillen bestaan op de immobiliënmarkt. Zo dreigt er
op een aantal plaatsen rond Antwerpen een overaan-
bod van appartementen, zoals in Turnhout. In
Antwerpen zelf blijft de vraag naar appartementen
aanhouden, maar het betreft vooral kleine flats en stu-
dio’s voor eenpersoonsgezinnen.”
Steeds meer mensen kopen een eigen
woning. Gaat die ontwikkeling niet ten
koste van de kwaliteit van de huurmarkt?
Ivan Van de Cloot: “In de grote steden blijft er nog
altijd een belangrijk potentieel van kapitaalkrachtige
cliënten die wegens allerlei redenen verkiezen om te
huren: flexibiliteit, mobiliteit…”
Wouter Martens: “Veel jonge koppels kunnen zich
4
Zittend, vlnr: Erika Tomme,
Sebastien Paulet, Tom Eelbode
en Ivan Van de Cloot
Staand, vlnr: Marc De Hertogh,
Patrick Verheyden, Wouter
Martens en Isabelle Straet
bij de start van hun carrière geen eigen woning per-
mitteren en moeten zich noodgedwongen richten tot
de huurmarkt. Huurwoningen blijven dus een belang-
rijke markt voor beleggers.”
Marc De Hertogh: “Ook in Brussel blijft de huur-
markt van privé-woningen hoge toppen scheren, niet
alleen voor de eigen bewoners, maar ook voor mensen
die er komen werken zoals de Europese ambtenaren en
andere buitenlandse gasten. De invloed van die laatste
op de huur- en vastgoedprijzen wordt wel vaak over-
schat.”
VASTGOED VOOR ONDERNEMINGEN
Wat zijn de belangrijkste ontwikkelingen
op de markt van kantoren, handelspanden
en (semi)-industriële gebouwen?
Ivan Van de Cloot: “Algemeen is dat segment het
meest conjunctuurgevoelig. Aangezien we voor 2006
een economisch herstel verwachten, zal de leegstand
wellicht afnemen. Maar het herstel kan van korte duur
zijn, gezien het kortademige karakter van de Belgische
economie.”
Marc De Hertogh: “Brussel heeft de laatste jaren
een groot overschot van beschikbare bedrijfsopper-
vlakte. Tegen het einde van het tweede kwartaal van
2005 was de leegstand opgelopen tot 11,6%, maar het
derde kwartaal laat een terugval zien tot 10,7%.
Vooral de kantoren in het centrum en de Leopoldswijk
profiteren van de verbetering, maar de periferie hinkt
nog achterop. Momenteel bedraagt de leegstand in het
Brussels Gewest ongeveer 1,3 miljoen m2. De bruto
‘take-up’, of de getekende huurovereenkomsten en
aankopen voor eigen gebruik, zal in 2005 ongeveer
622.000 m2 bedragen. Dat is goed voor de helft van de
leegstand, maar de netto take-up (het verschil tussen
de nieuw ingenomen oppervlakte en de verlaten
oppervlakte), zal veel minder zijn, misschien maar een
zesde van de bruto take-up. De leegstand kan alleen
weggewerkt worden door die netto take-up, wat onge-
twijfeld meerdere jaren zal vergen. Bovendien komt er
in 2006 alweer 800.000 m2 nieuwe bedrijfsruimte bij,
waarvan nog maar de helft een huurder of eigenaar-
gebruiker heeft, zodat het probleem van de leegstand
blijft. Makelaars verwachten op dat vlak pas een ver-
betering tegen 2007-2008. In dergelijke omstandighe-
den hebben bedrijven dan ook heel wat keuze in de
omgeving van Brussel en dat vertaalt zich in een daling
van de huurprijzen en een verschuiving naar de betere
gebouwen en locaties.”
Isabelle Straet, Sector Coördinator Real Estate ING
Belgium: “We hopen dat de nieuwe wet op de
belastingaftrek voor risicokapitaal nieuwe investeer-
ders zal aantrekken naar België en in het bijzonder
naar Wallonië, dat over sterke troeven beschikt voor de
transport- en logistieksector: een dicht wegennetwerk,
waterwegen, luchthavens… Vlaanderen en vooral de
streek rond Antwerpen bereikt stilaan een verzadi-
gingspunt en de prijzen liggen er een flink stuk hoger.
Bovendien voert de Waalse regering via de cluster
Transport & Logistiek een actieve politiek om via aller-
hande steunmaatregelen logistieke bedrijven aan te
trekken. Dankzij de betaalbare prijzen, beschikbare ter-
reinen en de goede bereikbaarheid verwachten we dan
ook dat er zich in Wallonië meer transport- en
logistiekbedrijven zullen vestigen en verder ontwikke-
len.”
Erika Tomme: “In West-Vlaanderen zien we een
zekere verplaatsing van bedrijven naar Henegouwen,
niet alleen vanwege de subsidies, maar gewoon omdat
daar veel meer ruimte beschikbaar is. Die ontwikkeling
heeft echter geen invloed op de beschikbaarheid van
industriegronden in Vlaanderen. Vrijgekomen ruimte
wordt vrij snel ingepalmd door ondernemingen die uit-
breiden.”
Patrick Verheyden: “Op logistiek vlak zit Mechelen
in de lift, evenals de as naast de E 313 en het Albert-
kanaal. Er worden echter geen gebouwen neergepoot
als er niet op voorhand een afnemer is.”
Wouter Martens: “Bouwgrond blijft een schaars
goed, daarom blijven ook de prijzen van industrie-
grond stijgen. We merken dat bijvoorbeeld zeer goed
aan de prijzen van de industrieterreinen rond het nieu-
we Kluizendok van de haven van Gent, die al vijf jaar
in de lift zitten.”
Isabelle Straet: “In elk geval heeft ING Belgium
een aangepaste structuur die volledig ten dienste staat
van cliënten die actief zijn in de vastgoedsector. In alle
regio’s beschikken we over plaatselijke specialisten die
een klankbord zijn voor professionelen, en alle cliënten
met advies en aangepaste financieringsformules kun-
nen helpen. Die sectorale aanpak wordt in de markt
zeer positief onthaald.” ■
Bedrijven hebben heelwat keuze in deomgeving van Brussel endat vertaalt zich in eendaling van de huurprijzenen een verschuiving naarde betere gebouwen enlocaties.
5
EXTRA INFO SURF NAAR ONZE WEBSITE VOOR
MEER INFORMATIE BIJ DIT ARTIKEL:17003.ing-ondernemingmagazine.be • Coördinaten deelnemers aan het debat
6
De belangrijkstenieuwigheden in deBrusselse hervorming zijnde gevoelige uitbreidingvan de toegelatenactiviteitssectoren,de steun aan de startersen de definitie van deontwikkelingszonesbinnen de negentiengemeenten.
Het Uitvoeringsbesluit van 1 december 2005
bepaalt de toepassingsmaatregelen van de Brusselse
hervorming met betrekking tot investeringen van
micro-, kleine en middelgrote ondernemingen. Net als
in het verleden is de investeringshulp onderhevig aan
een aantal voorwaarden. Grote nieuwigheden zijn
onder meer de gevoelige vermindering van de uitge-
sloten sectoren, de bijzondere steunmaatregelen voor
startende ondernemingen, alsook de omschrijving van
ontwikkelingszones binnen de negentien Brusselse
gemeenten, waar de steun wordt verhoogd. Indien de
ondernemingen beantwoorden aan de activiteitscrite-
ria, het investeringstype en het minimum investerings-
bedrag, genieten ze een steunpercentage naargelang
hun grootte, ouderdom en lokalisatie.
TALRIJKERE BEGUNSTIGDEN
De nieuwe maatregelen betreffende investerings-
steun zijn bestemd voor micro-, kleine en middelgrote
ondernemingen die investeren in het Brussels Gewest.
De nieuwe omschrijving in termen van personeelsbe-
stand en omzetcijfers verschilt van degene die gehan-
teerd wordt in het Waalse en het Vlaamse gewest (zie
kader p.7). Bovendien moeten ze het criterium financi-
ële onafhankelijkheid respecteren (maximaal 25% van
het kapitaal mag in handen zijn van een of meerdere
grote ondernemingen, openbare investeringsmaat-
schappijen of risicokapitaalmaatschappijen buiten
beschouwing gelaten). Grote ondernemingen komen
bijgevolg niet in aanmerking voor steun, net als bepaal-
de activiteitssectoren zoals onder andere banken, ver-
zekeringsmaatschappijen, vastgoed, gezondheidszorg
en vrije beroepen. Anderzijds werd de lijst van toegela-
ten sectoren uitgebreid met de detailhandel en de
Horeca. De investeringsdrempels werden naar beneden
herzien zodat meer bedrijven toegang krijgen tot open-
bare steun: micro-onderneming - 15.000 euro; kleine
onderneming - 30.000 euro; middelgrote onderneming
- 100.000 euro. Voor bestaande ondernemingen kun-
nen die minima echter worden opgetrokken op basis
van de investeringen in de voorgaande jaren en van de
aard van het investeringsproject.
BRUSSELS GEWEST STREEFT NAAR
ECONOMISCHE EXPANSIE
Het onderliggende algemene principe van de nieu-
we wetgeving heeft uiteraard tot doel de economische
expansie van de agglomeratie in de hand te werken.
Daarom moeten de investeringen noodzakelijk
gepaard gaan met de oprichting van een nieuwe vesti-
ging, een uitbreiding of een modernisering van een
bestaande vestiging, of het opstarten van een nieuwe
activiteit. De uitgaven moeten betrekking hebben op
de professionele activiteit en geboekt worden als ac-
tiva in de balans (voor vennootschappen), of in de
afschrijvingstabellen (voor zelfstandigen); uitgaven
geboekt als algemene kosten zijn dus uitgesloten. Dat
betekent ook dat gebruikelijke, terugkerende investe-
ringen, vervangingsinvesteringen of investeringen die
betrekking hebben op een aanpassing aan nieuwe nor-
men en standaarden uit de boot vallen (zie de lijst van
toegelaten en uitgesloten investeringen op www.ing-
ondernemingmagazine.be).
financieel beleid
Openbare steun aan KMO’skrijgt een nieuwe adem
In 2004 hebben de drie gewesten hun steunmaatregelen ten gunstevan ondernemingen diepgaand hervormd. Die van het BrusselsHoofdstedelijk Gewest werden aangekondigd in de ordonnantie van 1 april 2004. Vandaag kunnen de meeste Brusselse KMO’s enzelfstandigen (in het bijzonder de starters) steun aanvragen voor huninvesteringen.
7
STARTERS HEBBEN EEN VOETJE VOOR
Het is misschien goed om eraan te herinneren dat
het Brussels Hoofdstedelijk Gewest beperkt is tot de
negentien Brusselse gemeenten. Binnen dat gebied
definieert het Uitvoeringsbesluit de ontwikkelings-
zones Objectief 2 (bepaalde wijken in Anderlecht,
Brussel-stad, Vorst, Sint-Jans-Molenbeek, Sint-Gillis,
Sint-Joost-ten-Node en Schaarbeek). De basissteun
kan worden verdubbeld naargelang de onderneming al
dan niet gevestigd is in een ontwikkelingszone (voor
micro- en kleine ondernemingen: 10% in plaats van
5%) of zelfs verviervoudigd (voor middelgrote onder-
nemingen 10% in plaats van 2,5%). Die basissteun
wordt aangevuld met bijkomende percentages op
basis van andere criteria die verbonden zijn aan
tewerkstelling (kwalificatie, expansie, sociaal statuut),
economische politiek (starters, prioritaire sectoren,
nieuwe inplanting) en een mobiliteitsplan. Voor de
meeste starters zal de investeringssteun vlot 15%
bereiken. Indien een Brusselse KMO voldoet aan een
maximum aantal voorwaarden, kan de steun zelfs
oplopen tot 25%!
EVOLUTIES IN VLAANDEREN EN WALLONIË
Openbare steunmaatregelen veranderen voortdu-
rend. In Vlaanderen bijvoorbeeld, wordt het principe
van de gesloten enveloppe, dat reeds wordt gehan-
teerd voor de groeipremie, sinds 1 juli 2005 ook toe-
gepast op het waarborgsysteem. Zo kende NV
Waarborgbeheer vorig jaar 150 miljoen euro toe aan
negentien banken die gereageerd hadden op twee
‘calls’ (offerteoproepen). Die bedragen kunnen aange-
wend worden als waarborg voor hun nieuwe krediet-
verlening. Binnen de beperkingen vastgelegd in de
kaderovereenkomst van NV Waarborgbeheer met die
banken, kunnen deze laatste hun waarborglijn voor-
taan autonoom beheren, met als grote voordeel dat ze
de dossiers snel kunnen afhandelen.
Nog in Vlaanderen is sinds begin dit jaar het cheque-
systeem voor opleidingen, consultancy en advies aan
starters afgeschaft. Het wordt binnenkort vervangen
door de ‘Ondernemerschapsportefeuille’, een systeem
dat een enveloppe voorziet van 5.000 euro per KMO,
te gebruiken binnen de drie jaar, met een maximum
van 50% per domein. De enveloppes, waarmee maxi-
mum 35% van de factuurbedragen kan worden veref-
fend, zullen rechtstreeks dienen aangevraagd via de
website www.vlaanderen.be/economiesteun. In
Wallonië kunnen de microkredieten (van maximaal
25.000 euro), bestemd voor micro-ondernemingen,
voortaan gedekt worden door een gewestelijke waar-
borg, tot maximaal 80% van het bankkrediet en voor
een looptijd van hoogstens tien jaar.
EEN SUBSIDIEREFLEX ONTWIKKELEN
Dankzij de vele contacten met de bevoegde
gewestelijke instanties, zoals het Brussels Agentschap
voor de Onderneming, en de aangegane partnerships
met verschillende economische actoren, blijft de subsi-
diecel van ING voortdurend de vinger aan de pols hou-
den. Op eenvoudige aanvraag analyseert de cel uw
investeringsproject, introduceert het bij de bevoegde
instanties en ontfermt zich over de opvolging. Wat uw
project ook moge zijn, de investering kan in aanmer-
king komen voor subsidies (bijvoorbeeld in de vorm
van premies of waarborgen). Aarzel dus niet om con-
tact op te nemen met een van onze specialisten om uw
project te onderzoeken:
• Jeannine Carrette – 02 547 77 31
• Fabienne Nézer – 02 547 77 32
• Marcel Stilten – 02 547 77 33
of via de website www.ing.be ■
EXTRA INFO SURF NAAR ONZE WEBSITE VOOR
MEER INFORMATIE BIJ DIT ARTIKEL:17006.ing-ondernemingmagazine.be
Brusselse hervorming:• Lijst van toegelaten en uitgesloten investeringen
• Lijst van prioritaire en uitgesloten sectoren• Nuttige links
Fabienne Nézer, Marcel Stilten
en Jeannine Carrette,
subsidiecel ING
BRUSSELSE KMO: EEN NIEUWE DEFINITIE VOOR NIEUWE STEUNMAATREGELEN
Categorie Personeelsbestand Omzet of Basissteun Maximale steun
balanstotaal
Micro-onderneming Minder dan Max. 2 miljoen Buiten zone: 5% Buiten zone: 15%
10 werknemers euro Binnen zone: 10% Binnen zone: 25%
Kleine onderneming Minder dan Max. 10 miljoen Buiten zone: 5% Buiten zone: 15%
50 werknemers euro Binnen zone: 10% Binnen zone: 25%
Middelgrote Minder dan Max. 40 miljoen Buiten zone: 2,5% Buiten zone: 7,5%
onderneming 250 werknemers euro omzet of Binnen zone: 10% Binnen zone: 25%
max. 27 miljoen
euro balanstotaal
BAO EN ING, PARTNERS
VOOR DE ONTWIKKELING
VAN BRUSSEL
Op 26 januari laatstleden hebben
het BAO (Brussels Agentschap voor
de Onderneming) en ING samen
een informatievergadering
georganiseerd over de nieuwe
wetgeving betreffende de Brusselse
subsidies. Ongeveer 300
bedrijfsleiders en toekomstige
ondernemers waren present om
zich vertrouwd te maken met de
nieuwe economische
ontwikkelingsmaatregelen.
Misschien denkt u dat een prettige werkomgeving,
voldoende doorgroeimogelijkheden en een degelijk
loon volstaan om uw personeelsleden tevreden te hou-
den. Daar hebt u in elk geval een punt, want het zijn
stuk voor stuk cruciale factoren die bepalend zijn voor
het succes van uw HR-beleid. Toch kunnen extralegale
voordelen het verschil maken om goede werknemers
aan te trekken en te behouden. Over de firmawagen,
de meest gewaardeerde employee benefit bij werkne-
mers, kunt u elders lezen in dit nummer.
EEN MAATSCHAPPELIJKE TREND
Daarna blijkt de groepsverzekering het meest
begeerde motivatiemiddel te zijn. Door de relatief lage
kosten, de grote voldoening bij uw personeelsleden en
het fiscaal gunstige regime is de groepsverzekering
ook een bijzonder aantrekkelijke formule. Bovendien
wordt ze alsmaar belangrijker in een vergrijzende
samenleving waarin de wettelijke sociale voorzienin-
gen langzamerhand evolueren naar minimale tege-
moetkomingen. Werknemers zijn er zich alsmaar meer
van bewust dat ze de hiaten in de sociale zekerheid via
hun werkgever (tweede pijler) en persoonlijke initiatie-
ven (derde pijler) moeten opvullen.
TIEN REDENEN OM HET TOCH NIET TE
DOEN?
1. Ik heb al een groepsverzekering
Prachtig, maar bent u er wel tevreden over? En
geldt die groepsverzekering voor al uw medewerkers,
of blijft ze beperkt tot welbepaalde categorieën?
Welke risicowaarborgen zijn er in uw groepsverzeke-
ring opgenomen? Hebt u bijvoorbeeld een waarborg
premievrijstelling, waarbij uw verzekeringsmaatschap-
pij de premiebetaling overneemt wanneer de verzeker-
de door ongeval of ziekte arbeidsongeschikt wordt?
Krijgen uw werknemers een vervangingsinkomen wan-
neer ze arbeidsongeschikt worden? Wordt er een aan-
vullend kapitaal uitgekeerd bij overlijden ten gevolge
van een ongeval? En hebt u al gecheckt of uw groeps-
verzekering wel in overeenstemming is met de Wet op
de Aanvullende Pensioenen?
2. Mijn onderneming maakt geen
belastbare winst
Als u kosten maakt om uw belastbare winst te
drukken, is dat volledig gerechtvaardigd. Maar een
groepsverzekering is absoluut geen middel om uw
winsten af te romen. Het zijn immers kosten die in het
8
financieel beleid
Tien redenen om uw personeel geenextralegale voordelen toe te kennen?Een groepsverzekering is aan u niet besteed? U kunt wel tien redenenopnoemen om uw personeelsleden geen extralegale voordelen aan tebieden? Maar hebt u voldoende stilgestaan bij al die argumenten?
Door de relatief lagekosten, de grotevoldoening bij uwpersoneelsleden en hetfiscaal gunstige regime is de groepsverzekeringeen bijzonderaantrekkelijke formule.
7. Ik ben onvoldoende vertrouwd met die
materie
Geen probleem, we willen dit graag met u samen
bekijken. U profileert zich daarenboven als een moder-
ne werkgever! Bovendien kan ING u een gemakkelijk
te budgetteren en administratief vriendelijke groeps-
verzekering aanbieden, speciaal gemaakt op maat van
de KMO. Door de eenvoud van het concept blijft de
administratie tot een minimum beperkt.
8. Ik heb momenteel te weinig tijd
Dat geldt voor iedere drukke zakenman. Maar uw
tijdsbesteding wordt in grote mate bepaald door de
prioriteiten die u zich stelt. Als u zegt dat u te weinig
tijd hebt, betekent dat meestal dat een groepsverzeke-
ring voor u geen prioriteit is. We hopen dat we u
inmiddels hebben overtuigd dat die problematiek toch
wel de moeite loont om er wat tijd voor vrij te maken.
9. Een groepsverzekering is voor mij te
duur
Wij maken voor u graag even de berekening. U zult
zien: het is een stuk voordeliger om uw medewerkers
een groepsverzekering te geven dan een loonsverho-
ging, en dat voor beide partijen!
10. Waarom zou ik kiezen voor ING?
We durven, in alle bescheidenheid, beweren dat
ING voor u de beste keuze is, en wel om verschillende
redenen. ING is een ‘full pension provider’ die haar
sporen heeft verdiend bij het beheer van groepsverze-
keringen van grote groepen. Bovendien is ING een
geïntegreerde financiële dienstverlener, waar u alle
voordelen geniet van de ‘one stop shop’. U hoeft dus
niet telkens bij een andere maatschappij aan te klop-
pen voor de diverse financiële services die u nodig
hebt. Tot slot geeft ING gespecialiseerd advies. U krijgt
altijd een oplossing die het best beantwoordt aan de
specifieke behoeften van uw onderneming. ■
ING is een ‘full pensionprovider’ die haar sporenheeft verdiend bij het beheer vangroepsverzekeringen vangrote groepen.
9
verlengde liggen van uw personeelskosten, en die dus
elk jaar terugkomen. De groepsverzekering kadert eer-
der in een politiek van kostenbeperking (gezien de fis-
cale voordelen) en maakt in de eerste plaats deel uit
van uw personeelsbeleid.
3. Mijn personeelsleden zijn te jong en
hebben daarom geen interesse
Bent u wel zeker dat uw jonge personeelsleden er
ook zo over denken? Hebt u de proef al op de som
genomen? De pensioenproblematiek staat dagelijks in
de actualiteit en de perikelen rond het generatiepact
tonen duidelijk aan hoezeer het probleem leeft binnen
alle lagen van de bevolking. Ook jongeren hechten de
laatste jaren alsmaar meer belang aan een degelijke
groepsverzekering, ook bij sollicitatiegesprekken.
4. Ik heb alleen arbeiders in dienst die niet
geïnteresseerd zijn
Ook arbeiders volgen de actualiteit en zijn meer en
meer bezorgd voor hun oude dag. U kunt een groeps-
verzekering overigens ook stapsgewijs implementeren;
begin bijvoorbeeld met de ploegbazen, als zij over-
tuigd zijn, volgt de rest gemakkelijker.
5. Een groepsverzekering brengt te veel
administratieve lasten met zich mee
Natuurlijk veroorzaakt elk financieel voordeel wel
een administratieve last, maar u dient die last af te
wegen tegen het financiële voordeel, en bij een
groepsverzekering wint die laatste. Bovendien hoeft u
de administratieve rompslomp niet te overschatten, er
zijn slechts drie documenten mee gemoeid. Verder
kunt u voor uw contractbeheer terecht op onze speci-
ale website, waar u aan de hand van webformulieren
alle mogelijke bewegingen in het contract kunt over-
maken aan ING: nieuwe aansluitingen, uitdiensttredin-
gen, arbeidsongeschiktheid van een werknemer, over-
lijden, pensionering…
6. Een groepsverzekering is geen garantie
op personeelsbehoud
Er bestaan nooit waterdichte garanties om perso-
neel te behouden. Maar het ontbreken van een groeps-
verzekering kan het u wel moeilijker maken om
geschikt personeel aan te werven.
Wist u trouwens dat uw budget kan worden bepaald
als een vast bedrag per verzekerde (eventueel gekop-
peld aan een indexcijfer), maar ook kan verbonden
worden aan het salaris waarbij een of meerdere spil-
bedragen worden ingebouwd, of een combinatie van
beide? Die bedragen kunnen bovendien evolueren
naargelang de verstreken diensttijd en zijn bijgevolg
anciënniteitgebonden.
De bedrijfswagen blijftde meest populaireemployee benefit bijwerknemers.
Om uw medewerkers extra te binden, kunt u put-
ten uit een heel arsenaal motivatiemiddelen: een vaste
of variabele beloning, een groepsverzekering, een hos-
pitalisatieverzekering, een invaliditeitsverzekering,
maaltijdcheques, bedrijfsfaciliteiten (restaurant, kin-
deropvang, carwash…), een pc, een gsm, aandelen-
opties enzovoort. Maar wanneer gepeild wordt naar de
meest populaire employee benefit, dan prijkt de
bedrijfswagen nog altijd op de eerste plaats.
Voor de financiering van uw bedrijfswagenpark
kunt u kiezen tussen eigen middelen, bankfinanciering
en twee leaseformules: financiële en operationele lea-
sing. In de eerste drie gevallen is het voertuig een
afschrijfbaar vast actief dat uw balans verzwaart, het
exploitatierisico is voor uw rekening, en u draait op
voor de hele administratie, het onderhoud en de her-
stellingen enzovoort. Die nadelen hebt u niet als u
kiest voor operationele lease, de specialiteit van ING
Car Lease. Bovendien houdt u op die manier uw eigen
middelen en bankkredieten vrij voor de financiering
van uw kernactiviteit.
OPERATIONELE LEASING: ZORGELOZE
MOBILITEIT
Bij ING Car Lease staat niet zozeer de auto, maar
wel de hele dienstverlening centraal. Van de 5,9 mil-
joen voertuigen in België zijn ongeveer 650.000
bedrijfswagens, waarvan ruim een derde in full opera-
tional lease. Veel bedrijven kiezen voor die formule
omdat ze zich op die manier heel wat kopzorgen
besparen. Voor een vast maandbedrag zorgt ING Car
Lease voor alles: aankoop en inschrijving, onderhoud,
herstellingen, verzekeringen, schadeafhandeling, ver-
keersbelasting, vervangwagen, pechbijstand… kort-
om, het volledige wagenparkbeheer.
Bij operationele leasing kunt u kiezen uit twee formu-
les: een open en een gesloten boeksysteem. Een open
10
ING services
DOSSIER: LEASING – DEEL 4
Car Lease: maak het uzelf gemakkelijk met operationele leasing
De bedrijfswagen blijft een belangrijk onderdeel in een totaalpakketvan employee benefits waarmee u uw medewerkers extra motiveert enbeter bindt aan uw onderneming. Maar bij het beheer van eenwagenpark komt heel wat kijken. Daarom kunt u die materie wellichtbeter overlaten aan een professionele partner zoals ING Car Lease.
boeksysteem is vooral interessant wanneer u over een
groot wagenpark beschikt. ING Car Lease ontfermt
zich over het volledige dagelijkse beheer, verstrekt u
regelmatig beheersinformatie en advies, en aan het
einde van het leasecontract worden alle reële kosten
op een rijtje gezet. Zijn die lager dan de oorspronke-
lijke raming, dan krijgt u het verschil terugbetaald. Zijn
ze hoger, dan neemt ING Car Lease het saldo voor haar
rekening. In het gesloten boeksysteem betaalt u per
maand een forfaitair bedrag en aan het einde van de
rit volgt alleen nog de kilometerafrekening. Dat
systeem is vooral geschikt voor bedrijven met kleine en
middelgrote wagenparken, maar ook ondernemingen
met grote vloten kiezen graag voor die formule omdat
ze op die manier alle risico’s en beheersaspecten uit
handen geven.
CO2-TAKS: MILIEUVRIENDELIJK OF EXTRA
BELASTEND?
Voor de werkgever zijn in principe alle autokosten
(belasting op inverkeerstelling, onderhoud en herstel-
ling, tolgelden, carwash…) 75% aftrekbaar. Uitzonde-
ringen zijn de financiële lasten, de brandstof- en mobi-
lofoonkosten, die u 100% kunt aftrekken.
Sinds 1 januari 2005 is een nieuwe werkgeversbijdra-
ge van kracht op bedrijfswagens, de CO2-taks, die de
vroegere solidariteitstaks van 33 procent vervangt.
Bovendien werd de maatregel vanaf 1 juli 2005 nog
strenger door het invoeren van een ‘weerlegbaar ver-
moeden’, waarbij de wetgever van de veronderstelling
uitgaat dat de werknemer in ieder geval privé gebruik-
maakt van de bedrijfswagen. Indien dat niet het geval
is, dient de werkgever het tegendeel te bewijzen.
Elementen zoals een clausule in de arbeidsovereen-
komst die het privé-gebruik verbiedt, of een verzeke-
ringsovereenkomst waaruit blijkt dat schade als gevolg
van privé-gebruik niet gedekt wordt, volstaan niet als
bewijsvoering. Om vrijgesteld te worden van de soli-
dariteitsbijdrage voor een bepaalde wagen, moet de
werkgever aan de hand van zijn car policy kunnen aan-
tonen dat het verboden is de wagen privé te gebrui-
ken. Hij kan bijvoorbeeld regels voorzien die de werk-
nemers verplichten de wagen ‘s avonds op de
bedrijfsterreinen te parkeren.
Dirk Lemmens, Director Sales & Marketing ING Car
Lease Belgium: “Wij pleiten al jaren voor een duidelijke
car policy. Om alle potentiële conflicten uit de weg te
gaan, is het trouwens meer dan nodig dat alle afspra-
ken in verband met het gebruik van de bedrijfswagen
op voorhand schriftelijk vastliggen en door de mede-
werker worden ondertekend. Wij kunnen de onderne-
ming daarbij in elk geval adviseren.”
EEN BIJDRAGE VAN SLECHTS 5,50 EURO
Voor veel wagens betekent de CO2-taks een serieu-
ze kostenstijging voor de onderneming, andere types
veroorzaken dan weer een kostendaling. Maar dat de
nieuwe CO2-belasting voor de meeste werkgevers
extra uitgaven zal teweegbrengen, is ondertussen zon-
neklaar.Werkgevers kunnen daar op twee manieren op
reageren: ofwel schuiven ze die extra kost door naar de
werknemer, ofwel krijgt die laatste voortaan een klei-
ner autobudget. Volgens Dirk Lemmens kunnen derge-
lijke drastische maatregelen echter worden vermeden:
Om alle potentiëleconflicten uit de weg tegaan, is een duidelijkecar policy nodig, waarbijalle afspraken in verbandmet het gebruik van debedrijfswagen schriftelijkworden vastgelegd enondertekend door dewerknemer.
11
FISCALE BEHANDELING BEDRIJFSVOERTUIGEN
Personenwagens Lichte vrachtwagens
BTW-aftrek Maximum 50% Maximum 50%
100% indien laadruimte = 50% van
de wielbasis
Aftrekbaarheid autokosten (excl. 75% 100%
brandstof, financiering, mobilofoon)
Belastbaarheid gerealiseerde 75% 100%
meerwaarde
Investeringsaftrek Neen Ja
Degressieve afschrijving Neen Ja
Voordelen van alle aard 5.000/7.500 km Aantal privé km x 0,15 euro/km
Verkeersbelasting Op basis van fiscale pk Op basis van maximaal toegelaten massa
Aanvullende verkeersbelasting (LPG) Ja Neen
BIV Ja Neen
Accijnscompenserende heffing Ja Neen
Dirk Lemmens,
Director Sales & Marketing
ING Car Lease Belgium
Voor een vastmaandbedrag zorgt ING Car Lease vooraankoop en inschrijving,onderhoud,herstellingen,verzekeringen,schadeafhandeling,verkeersbelasting,vervangwagen,pechbijstand… kortom, het volledigewagenparkbeheer.
“Het is hoe dan ook belangrijk om niet alleen naar de
fiscale pk van een model te kijken, maar ook naar de
CO2-uitstoot van zijn motor. De constructeurs spelen
daar handig op in door fiscaal voordelige motoren te
bouwen die minder vervuilen, maar toch goed preste-
ren. U kunt echter ook overwegen uw werknemers een
kleine bijdrage voor het gebruik van de wagen te laten
betalen. Dat is voor beide partijen interessant. We heb-
ben uitgerekend dat de werkgever de meerkost van de
CO2-belasting volledig recupereert door aan de werk-
nemers een bijdrage te vragen van slechts 5,50 euro
per maand. Die maatregel zal in heel wat bedrijven op
sympathie kunnen rekenen. Want noch het integraal
verrekenen van de meerkost, noch het beperken van de
wagenbudgetten – wat impliceert dat er voortaan naar
wagens uit een lagere prijsklasse moet worden uitge-
keken – zal bij de werknemers in goede aarde vallen,
terwijl ook de werkgever er zijn voordeel uit haalt!”
EEN AANPAK DIE U KOSTEN DOET
BESPAREN
Naast advies bij de meest bedrijfseconomische
autokeuze, die uiteraard rekening houdt met de boven-
vermelde fiscale aspecten, geeft ING Car Lease ook
raad bij de brandstofkeuze (via een overzicht met een
omslagpunt benzine/diesel) en kortingen op het
getankte brandstofvolume. Voor minder gereden kilo-
meters betaalt ING Car Lease u evenveel terug als u
betaalt voor extra gereden kilometers. Uw banden
worden net zo vaak vervangen als uw veiligheid ver-
eist, zonder dat u een eurocent meer betaalt. Staat de
leasewagen minstens vijftien dagen stil (bvb. wegens
ziekte of vakantie), dan betaalt ING Car Lease u 50%
terug (tot maximaal 90 dagen stilstand).
Ook belangrijk: door een beroep te doen op ING Car
Lease geniet u een reeks belangrijke indirecte bespa-
ringen. Het schadepreventiebeleid (met onder meer
opleidingen defensief rijden) verkleint het risico op
schade en letsels en geeft aanleiding tot minder pro-
ductiviteitsverlies en lagere verzekeringspremies. Dirk
Lemmens: “Ook onze proactieve aanpak levert u
onrechtstreeks winst op. Ik denk bijvoorbeeld aan de
informatie die u haalt uit ons driemaandelijkse promo-
tieblad ‘ProMOTION’ met talrijke aanbiedingen en
exclusieve voordelen, of de unieke beheersinformatie
die u ook op onze website (www.ingcarlease.be) vindt.
Via onze on-lineservices spaart u bovendien een hoop
tijd (en dus geld) uit, door het rechtstreekse contact
tussen onze drivers desk en de bestuurders, onze bud-
getofferte waarin u in een oogopslag alle voertuigen
ziet die binnen uw budget passen… Indien gewenst,
kunnen uw medewerkers via onze website zelf offertes
berekenen.”
Tot slot biedt ING Car Lease haar diensten aan via
de relatiebeheerders van ING België. Zo hebt u als
cliënt het grote voordeel van ‘one stop shopping’: één
aanspreekpunt voor al uw financiële diensten. ■
12
EXTRA INFO SURF NAAR ONZE WEBSITE VOOR MEER
INFORMATIE BIJ DIT ARTIKEL:17010.ing-ondernemingmagazine.be
• Interessante links• CO2-taks: enkele cijfervoorbeelden
• Unieke mobiliteitsoplossingen• De on-lineservices van ING Car Lease
• De voordelen op een rij
Zij kozen onlangs voor ING Car Lease
COCA-COLA ENTERPRISE: DOORBREKEN VAN MONOPOLIE
Coca-Cola Enterprise (CCE) beschikt over een wagenpark van 940 voertuigen,
waarvan 200 bestelwagens. Na lange onderhandelingen wist ING Car Lease het
monopolie van de oorspronkelijke leasepartner van CCE te doorbreken en verkreeg
vanaf oktober 2005 de exclusiviteit over een deel van de vloot.
De goede relatie met ING België en het versneld opbouwen van een
vertrouwensrelatie met de diverse contactpersonen speelden daarbij een
doorslaggevende rol. Andere succesfactoren waren “Fleet Agent”, de nieuwe en
uiterst performante on-lineofferte- en beheersmodule, een zeer competitieve
prijszetting en de prima ondersteuning vanuit ING België.
LYFRA PARTAGRO NV: SCHERPE PRIJZEN EN UITGEBREIDE SERVICE
GEVEN DE DOORSLAG
Na een grondige concurrentieanalyse besloot Lyfra Partagro NV om in zee te gaan
met ING Car Lease. Het tabaksbedrijf heeft een wagenvloot van 60 bestelwagens en
50 personenwagens. Aangezien 60% van de wagens van het merk Ford is, werkt de
onderneming al jarenlang samen met de leasingmaatschappij van haar Ford-dealer.
De rest van de vloot was toevertrouwd aan een andere leasemaatschappij. De
samenwerking met beide partijen verliep vlot, zodat het voor ING Car Lease geen
sinecure was om leverancier te worden.
Dankzij een introductie vanuit ING België kreeg ING Car Lease de kans om een
vergelijkende studie te maken voor het wagenpark van Lyfra Partagro. Uit dat
onderzoek bleek dat ING Car Lease zowel de wagens van het merk Ford als de andere
tegen zeer scherpe prijzen kon aanbieden. Het alomvattende dienstenpakket en de
bijhorende service-elementen gaven de doorslag om te kiezen voor ING Car Lease.
HEIJMANS: EXCLUSIEVE LEASEPARTNER VOOR 600 VOERTUIGEN
De in de bouwsector actieve groep Heijmans koos recentelijk voor ING Car Lease als
exclusieve partner voor 600 voertuigen, waarvan 350 personenwagens en 250 lichte
bestelwagens. Bij de toekenning van het contract speelde de geprivilegieerde relatie
die Heijmans met ING België onderhoudt een zeer belangrijke rol.
Commercial paper (CP) is een verhandelbare,
gedematerialiseerde schuldvordering op korte termijn
(in principe tussen 7 dagen en 1 jaar), uitgegeven door
ondernemingen of overheidsinstanties. U kunt het ver-
gelijken met een kortetermijnkrediet met flexibele
opname. Hoewel commercial paper als financieringsin-
strument al decennialang ingeburgerd is in de interna-
tionale financiële markten, werd het eerste program-
ma in België pas opgestart in september 1990. Vrij snel
nadien, in 1991, volgde het wettelijke kader. Sindsdien
hebben steeds meer ondernemingen hun weg gevon-
den naar deze financieringstechniek, die scherpe prij-
zen combineert met grote flexibiliteit. Ook financiële
instellingen geven commercial paper uit. In dat geval
spreekt men van ‘certificates of deposit’.
BELGISCH EN EUROPEES COMMERCIAL
PAPER
Voor de plaatsing van het schuldpapier in de markt
treedt de bank op als tussenpersoon. Dat gebeurt aan
de hand van een CP-programma, een kaderovereen-
komst tussen de bank en de uitgevende onderneming,
waarbij die laatste via bemiddeling van de bank
schuldpapier kan plaatsen tot een vastgesteld maxi-
mumbedrag. De onderneming kan kiezen tussen de
uitgifte van twee soorten commercial paper: BCP
(Belgian Commercial Paper) en ECP (European
Commercial Paper). Boris Loones, BCP/MTN
Organisation Manager ING: “In het eerste geval treedt
de Nationale Bank van België op als regulerende
instantie. De onderneming dient een aantal documen-
ten te ondertekenen die de goedkeuring van de NBB
nodig hebben om het programma te kunnen opstarten.
Het voordeel van BCP is dat er geen rating nodig is.
Doorgaans spreken we over programma’s vanaf 100
tot 500 mio euro. Bij een ECP-programma ligt de lat
hoger en gaat het om bedragen vanaf 500 mio euro. Er
is geen regulerende instantie voor de ECP-markt, maar
de markt vereist dat het schuldpapier een (korteter-
mijn)rating heeft van een erkend bureau zoals
Standard & Poors of Moody’s.”
De Belgische BCP-markt is zeer stabiel. Zo had de
schok van 9/11/2001 geen enkele invloed op de
marktontwikkeling. Recentelijk is er wel een lichte
daling te noteren omdat ondernemingen momenteel
zeer veel kasoverschotten hebben en er minder
behoefte aan kortetermijnkredieten is.
13
financieel beleid
Commercial papereen goed idee voor zowel uitgevers als beleggers
Als uw onderneming behoefte heeft aan cash op kortetermijn, kunt u naast de traditionele bankkredietenook rechtstreeks een beroep doen op debeleggersmarkt, via de uitgifte van commercial paper.De investeerders krijgen in ruil een rendement dathoger ligt dan dat van een gewone termijnrekening.
Als emittent iscommercial paper eengoedkope bron vanfinanciële middelenwaarmee u uwkredietportfoliodiversifieert en definanciële standing ennaambekendheid van uwonderneming verhoogt.
NAAMBEKENDHEID EN
MARKTAANWEZIGHEID
Voor eenmalige cashbehoeften en kleinere bedra-
gen is het uitgeven van commercial paper niet interes-
sant. Boris Loones: “Het is belangrijk dat u regelmatig
in de markt aanwezig bent om de aandacht en de inte-
resse van de investeerders te kunnen genieten.
Naambekendheid speelt een belangrijke rol. Barry
Callebaut, Liefkenshoektunnel, Cofidis zijn bijvoor-
beeld gevestigde waarden in de BCP-markt. Of het dia-
mantenbedrijf De Beers, waarvoor ING in 2005 een
BCP-programma opstartte. Voor minder ronkende
namen of bij een eerste introductie kan een rating,
hoewel niet verplicht, toch aangewezen zijn. Maar
daaraan zijn natuurlijk kosten verbonden. In elk geval
zijn continuïteit en de trackrecord van de onderneming
belangrijke gegevens, evenals een open communicatie
om de beleggers en de bank op de hoogte te houden
van de belangrijke ontwikkelingen in de onderne-
ming.”
De kosten van een BCP-programma zijn zeer vari-
abel. U betaalt een set-up fee en een agency fee aan
de arranger, clearingkosten aan de NBB en een trans-
actievergoeding aan de dealer. De arranger zet het
BCP-programma op, communiceert met de NBB en
beheert meestal de geldstromen (bij een ECP-pro-
gramma kan die laatste rol ook worden vervuld door
een domicilary agent). Een dealer beperkt zich tot het
zoeken naar investeerders. ING vervult beide rollen.
VOORDELEN VOOR DE UITGEVER
Commercial paper is voor ondernemingen het
goedkoopste alternatief voor traditionele bankkredie-
ten op korte termijn, die nog altijd de basis blijven voor
een gezonde en uitgebalanceerde bedrijfsfinanciering.
Met schuldpapier diversifieert u uw financieringsbron-
nen. U verhoogt ook de financiële standing en naam-
bekendheid van uw onderneming. De marketing die
gepaard gaat met de lancering van een programma
verhoogt tevens de zichtbaarheid van uw onderne-
ming in de financiële markten.
Boris Loones: “De uitgifte van BCP is vrij eenvou-
dig en kan een aanloop zijn naar de uitgifte van ande-
re producten, zoals ECP, medium term notes (MTN) of
obligaties die een langere looptijd hebben en meer
juridisch en administratief werk vergen. Bovendien kan
een BCP-programma vrij snel worden opgestart, in vier
weken. Het proces begint met het opstellen van de
nodige documenten (eerste week). In de tweede week
worden die nagekeken, eventueel geamendeerd en
overgemaakt aan de Nationale Bank.Wanneer de bank
back-upfaciliteiten verleent, moeten die eerst worden
goedgekeurd door het kredietcomité. In de derde week
worden de documenten gefinaliseerd en ondertekend.
In de vierde week kan het programma van start gaan
na groen licht van de NBB.”
VOORDELEN VOOR DE BELEGGER
Aangezien de minimale instap voor een belegging
in CP 250.000 euro bedraagt, zijn de beleggers vooral
grote ondernemingen, banken, verzekeraars, beveks
enzovoort. Als belegger krijgt u een aantrekkelijker
rendement dan dat op klassieke termijndeposito’s,
maar u draagt wel een (beperkt) risico op de emittent.
Commercial paper biedt investeerders die traditioneel
beleggen in vastrentende waarden (termijndeposito’s,
OLO’s, schatkistcertificaten…) de mogelijkheid om
hun portefeuille verder te diversifiëren, zonder toege-
vingen te doen op de kwaliteit van de debiteur. Door
de grote variatie aan looptijden en emittenten vindt de
investeerder altijd wel een belegging die overeenstemt
met zijn risicoprofiel. Tot slot is een belegging in com-
mercial paper fiscaal interessant omdat (weliswaar
afhankelijk van de status van de belegger) er geen roe-
rende voorheffing op verschuldigd is. ■
14
ING EN DE CP-MARKT
ING bedient de CP-markt vanuit 4 Europese desks, die in verbinding staan met elkaar:
Brussel (voor de BCP-markt), Amsterdam (voor de ECP-markt), Parijs (voor de FCP-
markt) en Londen. Op die manier wordt een breder investeerdersnetwerk aangeboord.
EXTRA INFO SURF NAAR ONZE WEBSITE VOOR
MEER INFORMATIE BIJ DIT ARTIKEL:17013.ing-ondernemingmagazine.be
• Over back-upfaciliteiten• Verhouding thuismarkten/ECP-markt
• Toptien dealers in Euro-CP-programma’s
Boris Loones, BCP/MTN
Organisation Manager ING:
“Als belegger krijgt u een
aantrekkelijk rendement,
diversificatie van uw
beleggingsportefeuille,
flexibiliteit en liquiditeit.”
Natuurlijk moeten dergelijke vooruitzichten met
de nodige korrel zout worden genomen. Maar zelfs als
we maar een beetje in de buurt zouden komen van de
indrukwekkende prognoses, loont het de moeite om
die landen sterk in de gaten te houden. Daarom opent
‘ING Onderneming’ een dossier, waarbij we in de
komende nummers telkens een BRIC-land onder de
loep nemen.
GEMEENSCHAPPELIJKE KENMERKEN
Op het eerste gezicht hebben landen als Brazilië,
Rusland, India en China niet zoveel met elkaar
gemeen, behalve dat het zeer uitgestrekte en bevol-
kingsrijke landen zijn en dat ze alle vier tot de zoge-
naamde ‘emerging markets’ worden gerekend. Hun
onderlinge verschillen zijn echter beduidend groter
dan die tussen de ontwikkelde landen. Bovendien heb-
ben Thailand, Mexico en Turkije in 2005 samen meer
gedaan voor de wereldwijde vraag dan Brazilië, India
en Rusland, ondanks hun befaamde status als BRIC-
land. Toch hebben ze één belangrijk kenmerk gemeen:
ze worden aanzien als de economische locomotieven
van de toekomst. Andere overeenkomsten zijn toene-
mende politieke en macro-economische stabiliteit, gro-
ter wordende markten en stijgende investeringen.
Factoren waar ondernemers wel oren naar hebben…
INDRUKWEKKENDE VOORUITZICHTEN
Gerekend in dollars van vandaag, is de grootte van
het bruto binnenlands product (BBP) van de BRIC-lan-
den nog vrij bescheiden. Samen zijn ze goed voor
anderhalve keer het BBP van Duitsland en een kwart
van het Amerikaanse BBP. Op lange termijn krijgen we
echter een ander beeld te zien. Het was de
Amerikaanse bank Goldman Sachs die in 2003 het
viertal onder de aandacht bracht in een ophefmakend
rapport. Op basis van een reeks economische modellen
en demografische voorspellingen blijkt dat tegen de
helft van deze eeuw de BRIC-economieën samen gro-
ter zouden zijn dan die van de huidige G6.
Volgens de studie van Goldman Sachs steekt de
Chinese economie in 2007 de Duitse voorbij, in 2015
de Japanse en in 2041 zelfs de Amerikaanse. Volgens
dezelfde prognoses zou de Indiase economie in 2023
groter worden dan de Duitse en in 2032 de Japanse
voorbijsteken. Tegen hetzelfde jaar zouden zowel de
Russische als de Braziliaanse economie groter zijn dan
die van eender welk EU-land, terwijl India in de loop
van de jaren veertig op zijn eentje de hele EU in zijn
schaduw zou stellen. Het rapport maakt wel enig voor-
behoud door te wijzen op de vele hindernissen die de
BRIC-landen moeten nemen om hun huidige groeitem-
po aan te houden. De kans dat ze de verwachtingen
niet zullen waarmaken, blijft dus groot. Bovendien kan
de aandacht die de BRIC-landen genieten onze aan-
dacht afleiden van andere opkomende markten.
VERGELIJKING MET ANDERE OPKOMENDE
MARKTEN
Volgens het ING-rapport ‘Directional Economics,
Volgens de studie vanGoldman Sachs steekt deChinese economie in2007 de Duitse voorbij,in 2015 de Japanse en in2041 zelfs deAmerikaanse.
15
buitenlandse handel
DOSSIER: BRIC-LANDEN - DEEL 1
De economische locomotievenvan de toekomst?
Volgens een aantal economische modellen zouden deeconomieën van Brazilië, Rusland, India en China,tegenwoordig bekend onder de verzamelnaam ‘BRIC-landen’, over veertig jaar samen groter zijn dan die vande huidige G6 (VS, Japan, Duitsland, Frankrijk, UK enItalië).
Met een bevolking vantien miljoen inwonersvoert de TsjechischeRepubliek nagenoegevenveel in als Brazilië,het vijfde meestbevolkte land ter wereld.
Tourism and Terrorism’ van september 2005, dat een
29-tal ‘emerging markets’ analyseert, zag de toptien
van de grootste importeurs ter wereld er als volgt uit:
China, Korea, Mexico, India, Rusland, Thailand, Turkije,
Polen, Maleisië en Brazilië. (Daarna volgen de
Tsjechische Republiek, Hongarije, Indonesië, Zuid-
Afrika, Hongkong, de Filippijnen, Israël, Roemenië,
Oekraïne, Slovakije, Argentinië, Chili, Venezuela,
Egypte, Kazachstan, Colombia, Kroatië, Bulgarije en
Servië.) In 2005 importeerde China voor 642 miljard US
dollar (prognose), meer dan de volgende drie (Korea,
Mexico en India) samen. Polen, Hongarije en de
Tsjechische Republiek importeerden vorig jaar voor
231 miljard US dollar (prognose), bijna tweemaal
zoveel als India (132 miljard USD), terwijl de geza-
menlijke bevolking van die drie landen slechts 5% van
die van India bedraagt. De import van Slovakije was
groter dan die van Argentinië, Chili of Venezuela. Met
een bevolking van tien miljoen inwoners voert de
Tsjechische Republiek nagenoeg evenveel in als
Brazilië, het vijfde meest bevolkte land ter wereld.
Zelfs het arme Roemenië voert meer in dan om het
even welk land uit Latijns-Amerika, met uitzondering
van Mexico en Brazilië. De reden voor die ontwikkeling
is dat Centraal-Europa stilaan de fabriek van de
Europese Unie wordt, dankzij lonen die er maar een
kwart bedragen van die in de oorspronkelijke 15 EU-
landen. Anderzijds voerde Thailand meer in dan eender
welk land uit Oost-Europa. Als we kijken naar de lan-
den waar de importgroei het grootst is, voeren drie
Aziatische landen het peloton aan: China, Korea en
India.
AANTREKKELIJKSTE INVESTERINGSLANDEN
Van de 29 door ING gevolgde landen zijn in 2005
Brazilië (14%) en China (33%) goed voor bijna de helft
van de netto buitenlandse directe investeringen
(NBDI), terwijl Centraal-Europa (12%) en Mexico
(12%), de industriële achtertuin van de VS, nog eens
een kwart voor hun rekening nemen. Rusland en
Indonesië zijn de hekkensluiters.
Op landenniveau ontvingen Polen en de Tsjechische
Republiek de meeste NBDI, na China, Brazilië en
Mexico. De Latijns-Amerikaanse landen trokken bijna
evenveel NBDI aan als de Aziatische economieën, met
inbegrip van China. Opvallend is ook de sterke presta-
tie van Roemenië, die meer NBDI binnenhaalde dan de
tijgers Maleisië, Korea of Hongarije.
Wanneer we kijken naar de cijfers van 2000 tot 2005,
komen alweer China, Brazilië en Mexico als sterkste uit
de bus, gevolgd door Polen en de Tsjechische
Republiek.
Opvallend in 2005 is dat Oekraïne Turkije zeer dicht
benadert in termen van NBDI. Verwacht wordt dat
Oekraïne zijn sterke prestaties ook in de komende
jaren zal voortzetten, gezien de lage lonen en de toe-
nemende liberalisering van de banksector. Brazilië en
Mexico trekken vrijwel alle NBDI in Latijns-Amerika
naar zich toe, terwijl Rusland, na vijf jaar zeer zwakke
prestaties op dat vlak, eindelijk van de grond kwam in
2005.
De huidige prestaties van de BRIC-landen zijn, in
vergelijking met andere opkomende economieën, hoe
dan ook indrukwekkend. Volgens de prognoses van
Goldman Sachs staan over veertig jaar drie Aziatische
landen in de topvijf van sterkste economieën ter
wereld: China, India en Japan. Duitsland, UK, Frankrijk
en Italië verliezen hun plaats in de G6. Voor beleggers
zijn dergelijke langetermijnvisies niet zonder belang.
De waarde van een aandeel kan immers gemeten wor-
den aan de hand van de optelsom van de toekomstige
bedrijfswinsten. Aangezien die in de meeste gevallen
pas tien jaar na de investering beginnen vrij te komen,
is het belangrijk om ver in de toekomst te kijken. En die
ziet er voor de BRIC-landen verre van slecht uit… ■
16
De derde editie van de ‘Beurs van de Onder-
nemers’, dit jaar omgedoopt tot ‘Ondernemen 2006’,
vindt plaats op 22 en 23 maart 2006 op de terreinen
van Tour & Taxis. De nieuwe benaming leunt beter aan
bij de doelstelling van het evenement: instrumenten
aanreiken om betere bedrijfsprestaties neer te zetten
aan de hand van ontmoetingen tussen bedrijfsleiders,
een uitgebreid aanbod van informatie en advies, en de
organisatie van conferenties en workshops.
TWEE DAGEN IN HET TEKEN VAN DE KMO
De twee beursdagen zijn volledig gewijd aan het
ondernemerschap en richten zich in de eerste plaats
tot bedrijfsleiders die meer dan de helft van de bezoe-
kers aan de beurs uitmaken, maar ook tot advocaten,
fiscalisten, accountants, revisoren, business angels en
investeerders. Elke starter, projectdrager of kaderlid uit
de zakenwereld kan er terecht voor advies en oplos-
singen om een project uit te werken, het beheer te
dynamiseren of de onderneming over te dragen. De
ongeveer 220 exposanten zijn verdeeld over een expo-
sitieruimte van 12.000 m2 volgens acht thematische
parcours, zodat de bezoeker niet lang hoeft te zoeken
naar de stand die hem interesseert en snel een ant-
woord vindt op de vragen die hem bezighouden, zoals:
hoe vind ik een business angel? Wat zijn de nieuwe fis-
cale maatregelen? Heb ik recht op subsidies? Wat zijn
de voordelen van franchising? Enzovoort…
THEMA’S DIE AANKNOPEN BIJ
BESLISSINGSBEVOEGDHEDEN
Dit jaar worden een honderdtal conferenties,
debatten en praktische workshops geanimeerd door
personaliteiten uit de wereld van de politiek, economie
en financiën, evenals door vertegenwoordigers van
hogescholen, universiteiten en interprofessionele con-
federaties. In de consultatiezones kunnen de bezoekers
terecht voor een eerste gratis consultatie betreffende
boekhouding of fiscaliteit.
Tot slot staat nog een speciale pool ‘ondernemings-
overdracht’ op het menu, evenals een nieuw thema
rond franchising, georganiseerd in samenwerking met
de beurs ‘Franchising & Partnership’, die onder hetzelf-
de dak en gelijktijdig met de beurs ‘Ondernemen 2006’
zal plaatsvinden.
ING herbevestigt haar samenwerking met de beurs
door het evenement te sponsoren en onderstreept
daarmee haar engagement en dynamische aanpak
tegenover de bedrijfswereld.Aan de stand van ING zul-
len adviseurs u uitgebreid en doordacht advies geven,
evenals oplossingen op maat. ING organiseert boven-
dien een aantal workshops en conferenties. Meer
informatie hierover vindt u op onze website www.ing-
ondernemingmagazine.be ■
Informeren en adviseren,conferenties enworkshops, ontmoetingentussen bedrijfsleiders:dat zijn de dynamischedoelstellingen van debeurs ‘Ondernemen 2006’.
17
initiatieven
Ondernemen 2006: de beurs voorstarters en bedrijfsleiders van KMO’s
Twee dagen die volledig ten dienste staan van KMO’s: de beurs‘Ondernemen 2006’ richt zich tot ondernemers en bedrijfsleiders die opzoek zijn naar nieuwe oplossingen en contacten willen aanknopen.
ACHT THEMATISCHE
PARCOURS
• Boekhouding, fiscaliteit,
bedrijfsbeheer- en evaluatie
• Overdracht & overname van zaken
• Financiering & kapitaalsforum
• Starten van een onderneming,
begeleidingsnetwerken,
instellingen
• Innovatie
• Export
• Diensten, uitrusting & nieuwe
technologieën
• Franchising (in samenwerking met
de beurs Franchising &
Partnership)
PRAKTISCHE INFORMATIE
• De beurs ‘Ondernemen 2006’ vindt plaats op de site van Tour & Taxis, Havenlaan
86C, 1000 Brussel.
• Op woensdag 22 maart 2006, van 9.30 u. tot 21 u., en
op donderdag 23 maart 2006, van 9.30 u. tot 18 u.
• Stand ING: n° A212
• Toegang: 20 euro (gratis als u zich op voorhand inschrijft via de website
www.ondernemen2006.be)
Voor bijkomende inlichtingen over de exposanten, het volledige programma van de
conferenties en de diverse animatie surft u naar www.ondernemen2006.be.
fiscale knipoog
1818
INNOVATIEPREMIE BELOONT CREATIVITEIT
Vanaf 1 januari 2006 kunnen ondernemingen hun
werknemers belonen met een innovatiepremie voor
een creatief idee. Daarop moeten noch de werkgever,
noch de werknemer sociale bijdragen betalen. De pre-
mie wordt ook niet belast in de personenbelasting.
Het bedrag van de premie is beperkt tot het maand-
loon en de onderneming mag jaarlijks niet meer dan
1 procent van de loonsom aan innovatiepremies beste-
den. Ze mag ook niet in de plaats komen van loon.
De premie moet betrekking hebben op een vernieu-
wing of een nieuwigheid die in de onderneming con-
crete vorm krijgt. De innovatie mag niet louter ingege-
ven zijn door een specifieke vraag van een klant, maar
moet voortkomen uit een origineel idee van een werk-
nemer. Ondernemingen moeten de toekenning van een
premie intern duidelijk communiceren en kort meede-
len aan de RSZ en de Federale Overheidsdienst
Economie. De maatregel geldt voorlopig maar voor één
jaar. ■
PERSONEELSKORTINGEN KUNNEN
AFTREKBARE RECLAMEKOSTEN ZIJN!
Een autoconstructeur geeft zijn werknemers én
hun familieleden een korting op de aankoop van zijn
eigen wagens en trekt die volledig af als reclame-
kosten. De fiscus beschouwt die kortingen echter als
“sociale voordelen” voor de werknemer. Dat betekent
dat ze vrijgesteld zijn bij de werknemers, maar niet
aftrekbaar voor de werkgever. De kortingen, toege-
staan aan de familieleden, beschouwt de administratie
dan weer als “abnormale of goedgunstige voordelen”,
waarop de onderneming moet worden belast.
Het Hof van Beroep te Antwerpen oordeelt echter
anders: kortingen aan het personeel en hun familie zijn
volledig aftrekbare reclamekosten. Door het toestaan
van kortingen zullen er immers meer wagens verkocht
worden, wat zal leiden tot meer merkbekendheid
(= reclame) bij de consumenten. De kortingen worden
uiteindelijk toch aanvaard als 100% aftrekbaar. ■
BELASTINGKREDIET VOOR R&D
Teneinde onderzoek en ontwikkeling te stimule-
ren, werd een nieuw belastingkrediet ingevoerd. De
wet van 23 december 2005 betreffende het generatie-
pact bevat immers niet alleen maatregelen betreffende
de activiteitsgraad en vergrijzing, maar ook fiscale
maatregelen zoals een belastingkrediet voor onder-
zoek en ontwikkeling.
Verhoogde investeringsaftrek
Momenteel kunnen vennootschappen een ver-
hoogde investeringsaftrek krijgen voor investeringen
in onderzoek & ontwikkeling en octrooien. Voor het
aanslagjaar 2006 bedraagt die 13,5% voor de eenma-
lige aftrek of 20,5% voor de gespreide aftrek. De een-
malige aftrek is een bepaald percentage van de aan-
koopprijs, terwijl bij de gespreide de aftrek op de
afschrijvingen wordt berekend. Die regeling blijft
onverkort gelden.
Nieuw belastingkrediet
Met het nieuwe belastingkrediet kan de investe-
ringsaftrek worden toegepast als een belastingvermin-
dering met in principe een gelijkaardig fiscaal voor-
deel. Een bijkomend pluspunt is echter dat er een
effectieve terugbetaling van het belastingkrediet is na
een aantal jaar, wanneer men het krediet niet effectief
heeft kunnen gebruiken.
De maatregel treedt in werking vanaf aanslagjaar
2007, dus voor het boekjaar dat eindigt op 31 decem-
ber 2006.
De belastingplichtige ondernemingen dienen een
onherroepelijke keuze te maken tussen voormelde
investeringsaftrek of het nieuwe belastingkrediet. De
meeste toepassingsvoorwaarden en beperkingen van
de verhoogde investeringsaftrek zijn identiek in de
nieuwe regeling. ■
NEERLEGGING JAARREKENING:
NIEUWE TARIEVEN 2006
Vanaf 1 januari 2006 gelden de volgende neerleg-
gingstarieven (incl. BTW):
Neerlegging op papier
• volledig schema: 417,40 EUR
• verkort schema: 192,34 EUR
• verbeterde neerlegging: 62,56 EUR
Neerlegging op diskette en via internet
• volledig schema: 393,20 EUR
• verkort schema: 168,14 EUR
• verbeterde neerlegging: 62,56 EUR
De formulieren en uitgebreide informatie terzake vindt u
op de website van de Nationale Bank (www.nbb.be). ■
18
Enkele fiscale tips die belangrijk kunnen zijn voor uw bedrijf(Bron: Deloitte)
in ‘t kort
Op dinsdag 14 en woensdag 15 maart 2006 organiseert EuroFinance de
vierde jaarlijkse conferentie over liquiditeiten- en cashmanagement voor Europese
ondernemingen. ING is medesponsor van het gebeuren, dat doorgaat in het
Amsterdamse Hilton hotel. Op het programma staan de volgende onderwerpen:
liquiditeitsstructuren over de grenzen heen, het Europese betalingslandschap,
investeringsopportuniteiten, financiële alternatieven, verbeteren van financiële
rapportering en planning, combineren van liquiditeiten- en risicobeheer, centraliseren
van het risicobeheer, gebruik van derivaten en de hedendaagse ‘best practices’ in het
pan-Europese liquiteitenbeheer.
Voor meer informatie en om u in te schrijven, verwijzen we u graag door naar de
website van EuroFinance: www.eurofinance.com. ■
19
Uw winstverwachtingen voor het huidige boekjaar
zien er gunstig uit? Dan hebt u er alle belang bij om
gebruik te maken van het systeem van voorafbetalin-
gen van belastingen (VAB). Als u wacht tot na de
afsluiting van het boekjaar, betaalt u immers een
belastingverhoging die aardig kan oplopen (6,75% in
2005) en bovendien niet aftrekbaar is. De voorafbeta-
ling van belastingen doet u in de loop van het aan-
slagjaar dat betrekking heeft op uw beroepsinkom-
sten, volgens een trimestriële verdeling op vastgestel-
de data. Hoe hoger het bedrag van de eerste stortin-
gen, hoe groter het fiscale voordeel.
Om een belastingverhoging te vermijden en maximaal
te profiteren van het fiscale voordeel door voorafbeta-
ling van belastingen, stelt ING u soepele kredietformu-
les voor waarvan de interesten fiscaal aftrekbaar zijn.
Die formules laten een spreiding van uw betalingslast
toe en bevrijden u bovendien van alle administratieve
rompslomp. U kunt kiezen uit vier jaarlijks hernieuw-
bare formules, die elk specifieke voordelen bieden.
Aarzel niet om uw relatiebeheerder te contacteren
voor een simulatie.
• VAB Revolving Depositofase: ING stort het volle-
dige bedrag van de geschatte belasting op de eerste
vervaldag van april, terwijl u het krediet terugbe-
taalt in twaalf maandelijkse schijven, in overeen-
stemming met het fiscale jaar. Met een krediet VAB
Revolving Depositofase geniet u bovendien van een
bijzonder voordelige rentevoet.
• VAB Revolving 100%: ING stort het volledige
bedrag van de geschatte belasting op de eerste ver-
valdag van april. De terugbetaling wordt gespreid
over twaalf maanden en begint in mei van het
lopende jaar.
• VAB Revolving 75%: ING stort 75% van de
geschatte belasting op de eerste vervaldag van
april. Die formule, speciaal gericht naar onderne-
mingen, is terugbetaalbaar in acht of twaalf maan-
delijkse schijven. Het saldo van 25% betaalt u bij de
ontvangst van uw aanslagbiljet in het jaar daarop.
• VAB Revolving 4 x 25%: op elk van de vier ver-
valdata (april, juli, oktober en december) stort ING
25% van de geschatte belasting. Het krediet is
terugbetaalbaar in twaalf maandelijkse schijven en
vertegenwoordigt bijgevolg vier kredieten van tel-
kens drie maanden.
De modaliteiten van de VAB Revolving-contracten wor-
den aangepast aan de afsluitdatum van uw boekjaar!
Combineer uw VAB met een premie van
een individuele pensioentoezegging
Vooraleer u echter van start gaat met uw vooraf-
betalingen, is het misschien nuttig om even na te gaan
of u geen uitgaven kunt doen om uw belastbare basis
te verminderen. Uiteraard heeft die beslissing een
impact op het bedrag van uw voorafbetalingen.
ING biedt u een brede waaier fiscaal gunstige produc-
ten aan, zoals het Top-Hat Plus Plan, een individue-
le pensioentoezegging voor zelfstandige bedrijfslei-
ders. Als zaakvoerder kunt u uw bedrijf een Top-Hat
Plus Plan laten afsluiten met uzelf als begunstigde. Op
pensioenleeftijd ontvangt u het opgebouwde spaarka-
pitaal, dat een onmisbare aanvulling is op uw wettelijk
pensioen. De gestorte premies zijn voor uw onderne-
ming volledig fiscaal aftrekbaar, mits het plan voldoet
aan enkele voorwaarden:
• als begunstigde ontvangt u een maandelijkse bezol-
diging binnen het bedrijf;
• uw volledige pensioen mag niet groter zijn dan 80%
van de laatste normale brutojaarbezoldiging.
De premies zijn enkel onderworpen aan een taks van
4,40% en de uitkering heeft geen enkele fiscale impact
voor het bedrijf. ■
Vermijd een verhoging van belastingen!
4e jaarlijkse conferentieover liquiditeiten- en
cashmanagement voorEuropese ondernemingen
14 - 15 maart 2006