Upload
others
View
1
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
M A G A Z I N E V O O R O N D E R N E M E R S I N B E W E G I N GJAARGANG 11 - NUMMER 3 - SEPTEMBER 2010
Vitality De Pietje Bell van de managementvloer
Research Steeds grotere groep COPD patiënten creëert kansen
Business Consumer Quality Index: dé vragenlijst om klantervaringen te onderzoeken
Management Positieve instelling helpt!
Het Gezonde Net is een netwerk van ondernemende fysiotherapeuten, actief
in gezondheid en leefstijl waarbij bewegen centraal staat. Naast de onderlinge
uitwisseling van kennis en ervaring, worden de deelnemers actief ondersteund
bij het benutten van nieuwe kansen in de markt.
Interesse? Neem dan contact op met de centrale organisatie voor een oriënterend gesprek. telefoon: 0900-4636764 (dagelijks bereikbaar van 9.00 tot 12.00 uur) of via de website www.HetGezondeNet.nlHet Gezonde Net is HKZ-gecertifi ceerd.
Stress en depressie
Bewegen voor actief ontspannen
Astma en COPD
Bewegen voor meer zuurstof
Diabetes
Bewegen voor meer balans
Hart- & vaatziekten
Bewegen voor een gezond hart
Overgewicht
Bewegen voor een gezond gewicht
Reuma & osteoporose
Bewegen voor minder beperkingen
Het Gezonde Net werkt samen met:
Als praktijk heb je invloed op het beleid omdat je mede-eigenaar bent van het netwerk. Je werkt met in het lidmaatschap inbegrepen software als FysioRoadmap, Health Software, Fysio Prestatie Monitor en Uw Praktijk Online. Daarnaast word je begeleid in het implementeren en onderhouden van het kwaliteitsmanagement-systeem.
5 On the MoveBerichten uit de markt
17 Qualizorg Fysio Prestatie Monitor: meten is weten
18 Het Gezonde Net Gezonde Ontwikkelingen
20 GymnaUniphyGymnaUniphy en de drang tot innovatie
22 IntramedRelevante gegevens bij de hand in de geïntegreerde eerste lijn
34 Colofon
| C O N T E N T |
6 Vitality De Pietje Bell van de managementvloer
Onvermoeibaar strijdt Paul Verburgt tegen de verlam-
mende werking van stroperige besluitvorming, overbo-
dige regels en 'managen om het managen'.
10 Research Steeds grotere groep COPD patiënten
creëert kansen
De alsmaar groeiende doelgroep van COPD patiënten
creëert kansen voor de fysio/ en oefentherapeut. Over
15 jaar zal Nederland naar verwachting 500.000 COPD
patiënten telle., een stijging van bijna 40%.
24 Management Positieve instelling helpt!
Vechters overleven. Een positieve instelling draagt bij
aan de kans op een prettige toekomst.
28 NAOMT Bewegingen in de MT
Op vrijdag 26 en zaterdag 27 november organiseert de
NAOMT het symposium 'Bewegingen in de Manuele
Therapie'. Een voorbeschouwing.
14 BusinessConsumer Quality Index
Gebruiker en ontwikkelaar praten over deze Consumer
Quality Index, dé vragenlijst om klantervaringen te
onderzoeken.
september 2010 3
Monitored Rehab Systems
Claes Tillyweg 2 2031 CW Haarlem023 750 [email protected]
De nieuwe FysioRoadmap 4.1
De gouden standaard voor het
fysiotherapeutisch EPD met o.a.:
• HKZ-ondersteuning ten behoeve
van de primaire processen
• Quality Check voor het methodisch
handelen en de fysiotherapeutische
verslaglegging
• Huiswerkoefeningen
• Uw eigen patiënttevredenheids-
onderzoek
• Statistiekmodule voor prestatie-
en outcome indicatoren
• Koppeling met Intramed, FysioLogic,
Fysicom Fys-i en Zorgmail.
FysioRoadmap wordt gebruikt
door diverse landelijke netwerken
en heeft totaal meer dan
7.500 gebruikers.
FY
SIO
RO
AD
MA
P
FysioRoadmap en uw mogelijkheden Maak een afspraak met ons voor een demonstratie van 1,5 uur bij u in de praktijk via 023 - 750 54 44.
Nieuw: Online vragenlijsten en
tevredenheidsonderzoek
Module voor de bekkenfysiotherapie
door uw patiënt
thuis, via het
internet in te vullen
| O N T H E M O V E |
Nieuw!Nieuw in de Robin Mckenzie boekenreeks, ‘Treat Your Own
Shoulder’
Het laat het belang zien van stretching en hoe regelmatige beoefe-
ning van een goede positionering helpt om schouderproblemen te
behandelen en te voorkomen. Veel behandelingen zijn gericht op
huidige klachten, dit boek richt zich op het voorkomen van toekom-
stige problemen. Het laat zien hoe de technieken op de behandeling
van toepassing zijn wanneer pijn ontstaat en biedt tips die helpen in
het voorkomen of
verminderen in het
ontstaan van pijn.
Het boek ‘Treat
Your Own Shoulder’
is een geïllustreer-
de uitgave van
82 pagina’s in de
Engelse taal.
www.bodybow.nl
ComfortMoveDe computer- en bureaustoel
ComfortMove heeft een combinatie van
comfort, optimale ondersteuning en vrij-
heid van bewegen. Door de ondersteu-
nende eigenschappen en de mogelijk-
heid om zittend oefeningen te doen
maakt de stoel nu al favoriet bij flink wat
therapeuten. De bureaustoel is bedacht
door Fysiotherapeut Ernst Haaksma en
is specifiek ontworpen om de onderrug
goed te ondersteunen. Omdat 80% van alle rugklachten uit de lage rug
ontstaan, heeft de CM een niet al te grote rugsteun, die precies in de
onderrug past. Hij beweegt automatisch met de gebruiker mee. Daarnaast
is de zitting iets verend bevestigd, waardoor er een extra rugondersteuning
plaatsvindt en er geen afknelling van de benen kan ontstaan.
Met deze stoel is de optimale houdingspositie van 90-100 graden voor
actief zitten met de juiste rugbelasting zeer eenvoudig. De kwaliteit uit
zich in de 3 jaar garantie.
www.bodybow.nl
Abakus Cursus Klinisch redenerenDe fysiotherapeut leert testen, meten en analyseren efficiënt toe te passen in het klinisch redeneren en het gebruik daarbij van een electronisch patiëntendossier, gericht op de dagelijkse handelingspraktijk van de spreekkamer.Na het volgen van de cursus is de fysiotherapeut in staat om zijn redeneringen en verrichtingen bij zijn patiënten:
te expliciteren; te objectiveren aan de hand van testen, meten en analyseren; te registreren in een EPD; en om de aan de hand van dit EPD efficiënt te communiceren met patiënt,
collegae, verwijzers en zorgverzekeraars.
Het KNGF heeft deze cursus geaccrediteerd met 28 punten (register Algemeen Fysiotherapeut). Tijdens de cursus krijgt de fysiotherapeut indien gewenst gratis de beschikking over Abakus, het meest innovatieve EPD op de markt.
Kijk voor meer informatie op www.abakus.nl of bel naar (0318) 65 78 25
AbaKus B.V.Zonneoordlaan 17
6718 TK Ede
T (0318) 65 78 25
I www.abakus.nl
september 2010 5
De Pietje Bell van de
managementvloer
Paul Verburgt heeft een lange car-
rière achter de rug als manager bij
uiteenlopende bedrijven, waaronder
ArboNed. Onvermoeibaar strijdt hij
tegen de verlammende werking van
stroperige besluitvorming, overbodi-
ge regels en ‘managen om het mana-
gen’. Een aantal van zijn wapenfei-
ten als ‘anti-baas’: de instelling van
een vergaderverbod, de afschaffing
van personeelsbeoordelingen en de
bestrijding van de formulierenter-
reur. “Ze dachten wel eens: die man
is gek.”
“Als kind zat ik bij de padvinderij. Op een dag
was het mijn schone taak om de vlag te hijsen:
een plechtig moment. De vlag was opgerold als
een kroketje en door aan een touwtje te trekken
ontrolde die zich. Toen ik aan het touwtje trok,
bleek de vlag ondersteboven te wapperen. Ik
kreeg spontaan de slappe lach en kon meteen
mijn biezen pakken. Soms denk ik wel eens
dat mijn rebelse natuur zich toen voor het eerst
openbaarde, haha!”
Een geboren leiderPaul Verburgt is een geanimeerd verteller.
Verwacht van hem geen saaie verhalen over
managementtheorieën en modellen. Met veel
sjeu verhaalt hij over zijn avonturen in manage-
mentland. Zijn adagium voor leiding geven: ‘less
is more’. Dat hij hier al vroeg in zijn carrière
achter kwam, blijkt uit een anekdote in een door
hem geschreven boekje: Heel Herkenbaar.
Ze zaten met z’n twaalven in een zaaltje op de
faculteit. Gepensioneerde heren, die de sectie
parlementaire geschiedenis had ingehuurd om
vellen papier op karton te plakken. (….) Met een
kort ‘U krijgt de leiding over deze heren’ waren de
resterende maanden van mijn student-assistent-
schap ingevuld. De faculteit leefde hartelijk met
me mee. ‘Goedemorgen, meneer de directeur!’,
was wel de minste belediging die ik naar mijn
hoofd kreeg. Ik sloop door de gangen, simu-
leerde elders belangrijke opdrachten te hebben
TE K S T : A N N E L I E S R O O V E R S
B E E L D : W I M V A N I J Z E N D O O R N
september 2010 6
| V I TA L I T Y |
en maakte mijn werkdagen zo kort mogelijk. De
plakkamer meed ik als heerste er een besmette-
lijke ziekte. De drempel werd hoger en hoger, de
deur dichter dan dicht. Al snel was ik het zicht op
de heren en hun werk volledig kwijt. Heel soms
stak ik mijn hoofd om de deur en riep de zin die ik
urenlang had gerepeteerd: ‘Alles in orde, heren?’
Nooit heb ik het antwoord afgewacht.
De kaartenbak was in een paar weken klaar. Geen
vlek te zien, keurig op volgorde en gebruiksklaar.
‘Goed werk, meneer Verburgt, u bent een gebo-
ren leider. Misschien bent u voor de wetenschap
verloren, maar dit kunt u!’
Daar is dan niet veel voor nodig, dacht ik en
besloot dat ik een gouden toekomst had.
Een gezapig bedrijfNa zijn eerste baan op de universiteit verzilverde
Paul Verburgt zijn toekomst bij de HBO-raad, KPN,
Content en ArboNed. Bij dit laatste bedrijf kon hij
de ervaringen en overtuigingen die hij in meer
dan dertig jaar als manager had opgebouwd,
aanwenden voor zijn ‘pièce de resistance’: het
bedrijf klaarstomen voor de liberalisering van de
arbomarkt. Paul: “Arbodiensten konden jarenlang
hun werk in betrekkelijke weelde doen. Voor de
liberalisering waren er maar vijf arbodiensten
waar bedrijven zich bij konden aansluiten. Van
concurrentie was dus geen sprake en mede
daardoor was ArboNed een beetje een gezapig
bedrijf. Dat viel me op, toen ik in januari 2004 als
directeur aantrad. Als manager bij KPN had ik de
liberalisering van de telecommarkt meegemaakt.
Die zette alles op zijn kop. We raakten zomaar
dertig tot veertig procent van onze omzet kwijt.
Ik wist dat de liberalisering van de arbomarkt
ook tot aardverschuivingen zou leiden. Het was
dus nodig om de zaak eens flink door elkaar te
schudden.”
De macht aan de medewerkersPaul begon ermee dertig procent van het perso-
neel te ontslaan. “Een dramatisch moment. Ze
verklaarden met voor gek. Het bedrijf maakte
immers nog steeds winst. Maar ik had berekend
dat we zonder ingrijpende maatregelen binnen
twee jaar failliet zouden zijn.” Na de sanering
wendde ArboNed de steven, richtte zich voort-
aan primair op het MKB en ontwikkelde tal van
nieuwe diensten, met name in de preventie. De
preventieve werkzaamheden op het gebied van
vitaliteit, beweging en keuringen werden onder-
gebracht in een apart bedrijf: de Keurcompany.
“Het was een spannende tijd”, vertelt Paul. “We
moesten onszelf als bedrijf opnieuw uitvinden.
Eén van mijn eerste maatregelen was de invoe-
ring van een vorm van zelfsturing. Onze arbo-
artsen verkondigden altijd dat het welzijn en de
productiviteit van mensen toenemen naarmate
ze meer zeggenschap krijgen over zichzelf en
hun werk. Nou, dat principe moesten we dan ook
maar eens in ons bedrijf toepassen, dacht ik.”
TeamspiritArboNed werd opgesplitst in drie divisies. Iedere
medewerker kwam in een team terecht van
gemiddeld zeven of acht medewerkers. Elk team
had dezelfde drie doelstellingen: omzet, klantte-
vredenheid en resultaat. Het management werd
drastisch uitgedund: van 100 naar 15 personen.
Paul: “Elk van die managers was verantwoor-
delijk voor de prestaties van ongeveer 10 tot 12
teams en kreeg als eerste opdracht om die zo
zelfstandig mogelijk te maken. Omdat de span of
control groot was, kon van direct leiding geven
geen sprake zijn. Daardoor kregen de teams van
meet af aan veel eigen verantwoordelijkheid.”
In de slipstream van deze organisatieverande-
ring schafte Paul managementvergaderingen af
(‘als managers met elkaar gaan overleggen, is
het eind zoek’). Zijn doel: ervoor zorgen dat elk
team echt voor zichzelf zou gaan. Ook zette hij
een streep door de personeelsbeoordelingen,
want ‘als een team goed scoort, waarom zou je
dan individuele personen beoordelen?’. Om de
competitie aan te wakkeren publiceerde Paul de
resultaten van elk team op het intranet.
Met de pet in de handBij de medewerkers sloeg de onorthodoxe werk-
wijze enorm aan. Eindelijk werden zij aange-
sproken op hun eigen verantwoordelijkheden,
talenten en ervaring. Niet langer voldeden ze
schoorvoetend aan de wensen van de baas, om
daarna zo snel mogelijk weer over te gaan tot de
orde van de dag. Sterker nog: zij gingen elkaar
steunen in hun streven om de doelstellingen te
halen.
Bij het kader daarentegen, gaf de nieuwe
aanpak de nodige ontwenningsverschijnselen.
‘De rol van de buitenstaander past me. Ook toen ik in
loondienst werkte. Zolang je resultaten boekt en de
goodwill hebt van je medewerkers rekent niemand je
af op onorthodoxe ideeën'
september 2010 7
Paul: “Elke manager – of die nu werkt in de
gezondheidszorg of in een andere branche – is
ingesteld op beheersen, risico’s uitsluiten, want:
je weet maar nooit. Er is onder managers veel
wantrouwen en dédain naar medewerkers toe.
Ik ken verhalen uit de oude doos, die vertellen
dat kantoorbazen vroeger op een podium gezeten
het werkvolk overzagen. Was je potlood op, dan
moest je het stompje ter beoordeling aan de baas
laten zien, voordat je een nieuwe kreeg. Was je
pen leeg, dan schudde hij hem demonstratief om
zeker te weten dat de inkt echt op was. Wat een
vernedering was dat! Natuurlijk, die tijden zijn
voorbij, maar dat paternalisme heeft zich wel
doorvertaald in de huidige bedrijfscultuur. En
het erge is: medewerkers gaan die kleinerende
houding overnemen. Ze gaan dingen over zichzelf
zeggen als: ‘tsja, ik ben maar een monteur…’.
En zo houden medewerkers en managers elkaar
gevangen in een systeem van boven- en onder-
schikking. Een systeem dat medewerkers in het
ergste geval reduceert tot gedresseerde huis-
dieren. Terwijl de gemiddelde medewerker juist
heel betrokken is en gemotiveerd om zijn werk
goed te doen. Wie zijn medewerkers niet smoort
met regels, maar juist vrijheid geeft, maakt heel
veel krachten los.”
‘Eenpersoonsbevrijdingsbeweging’Tegenwoordig verkondigt Paul Verburgt zijn
blijde boodschap via zijn eigen bedrijf Minimal
Management. Als ‘eenpersoonsbevrijdings-
beweging’, zoals hij zichzelf noemt, adviseert
hij organisaties die de wildgroei aan regels,
schema’s en controles, bedacht door een top-
zware managementlaag, willen terugdringen.
“De rol van buitenstaander past me. Ook toen
ik in loondienst werkte. Dat leverde wel eens
spanningen op met collega’s. Bij KPN werd ik
ooit door een merkwaardige speling van het lot
op mijn 42ste districtsdirecteur – een functie die
traditiegetrouw was voorbehouden aan mensen
die er al decennia werkten. Dat heeft veel scheve
ogen opgeleverd. Sommigen collega’s hadden de
grootste moeite om normaal met me om te gaan.
Maar ik heb me nooit gek laten maken. Je moet
als manager niet te bang zijn voor je positie.”
De bescheiden rol van de managerPaul heeft volgens eigen zeggen ‘uit ijdelheid’
twee onderhoudende en soms ronduit vermake-
lijke boeken geschreven over zijn ervaringen als
manager: Heel Herkenbaar en Bazen Bargoens.
Het is zijn wens om ook nog eens een serieus
boek te schrijven over ‘minimal management’.
Een praktische handleiding vol tips en trucs. “Je
moet jezelf als baas niet al te serieus nemen en
erkennen dat het allemaal best goed gaat, ook
zonder jou”, licht hij een tipje van de sluier. “Een
manager past bescheidenheid. Hij fungeert als
klaagmuur en moet problemen oplossen. Om je
een voorbeeld te geven: bij ArboNed hadden
we een verschrikkelijk ingewikkelde procedure
voor het aanvragen van een leaseauto. Je had
er een heleboel formulieren voor nodig. Alsof
je in Oost-Duitsland was! Een F16 koop je
nog gemakkelijker. Die hele formulierenterreur
heb ik afgeschaft. In de kern is dat waar goed
management om gaat: hulp bieden en obstakels
uit de weg ruimen. Daar heb je geen verheven
managementvisies voor nodig.” �
‘Goed management gaat vooral om hulp bieden en
obstakels uit de weg ruimen. Daar heb je geen verhe-
ven managementvisies voor nodig’
Paul Verburgt
Paul Verburgt kan bogen op een carrière van meer dan dertig jaar als manager bij bedrijven
als Content, KPN en ArboNed. Tegenwoordig adviseert hij organisaties vanuit zijn eigen bedrijf
Minimal Management over een gezonde bedrijfsvoering. Die komt volgens hem neer op een
minimum aan management, staf en regels en een maximum aan zeggenschap voor de mede-
werkers. Paul Verburgt tekende zijn ervaringen als manager op in twee boeken: Heel Herkenbaar
en Bazen Bargoens.
Meer informatie: www.minimalmanagement.nl
september 2010 8
| V I TA L I T Y |
Ludo Daems
Fitness & Health Benelux is dé vakbeurs voor iedereen die werkzaam is in de fitness, fysiotherapie en wellnessbranche Laat u inspireren door :> 130 exposanten> Learning Inspirience: Fitness & Health theater > Personal Power: Oswin PT paviljoen > Meet the Pro’s: Seminars HDD theater > En nog veel meer
REGISTREER U MET CODE 100.007.76 VOOR GRATIS TOEGANG VIA WWW.FITNESSANDHEALTHBENELUX.NL
1 4 T / M 1 6 O K TO B E R 2 0 1 0 JA A R B E U R S U T R E C H T
FITNESS & HEALTHB E N E L U X
Gezonde klanten door training, therapie en ontspanning
Fitness & Health Benelux steunt Partner:
Steeds grotere groep COPD patiënten creëert kansenEen interview met Bert-Jan Olivier
A U T E U R : S A N N E V A N D E R P O E L
B E E L D : W I M V A N I J Z E N D O O R N
september 2010 10
| R E S E A R C H |
Unieke professional master opleiding De voorspelling van het RIVM (500.000 COPD
patiënten in 2025 en de toename van mensen
met andere chronische aandoeningen), is een
belangrijke motivatie geweest voor Hogeschool
van Leiden om in september 2008 te starten
met een unieke professional masteropleiding
‘fysiotherapie/oefentherapie bij mensen met
chronische ziekten’. In het tweede jaar van
deze studie wordt de specialisatievarianten
hart-,long-, en vaataandoeningen aangeboden.
Bert-Jan Olivier, sinds 1974 fysiotherapeut, is
docent van de specialisatietak hart-,long- en
vaataandoeningen bij de masteropleiding en
docent van de post HBO cursus ‘fysiotherapie
bij COPD en Astma’. ‘Voor fysio- en oefenthera-
peuten ligt er een scala aan mogelijkheden om
deze patiënten te begeleiden’, aldus Bert-Jan
Olivier.
Een leefstijl aandoeningCOPD is met name een leefstijl aandoening. Zo
is roken bijvoorbeeld een van de belangrijkste
risicofactoren voor het ontwikkelen van COPD.
Bij 90% van de COPD patiënten ligt hier de
oorzaak, 20-25% van rokers krijgt COPD. De
obstructie is over het algemeen progressief
maar kan geremd worden door te stoppen met
roken. ‘Dat is dan ook het eerste advies wat de
COPD patiënt van de (long) arts krijgt’ zo stelt
Bert-Jan. Maar ook bewegen is een essentieel
onderdeel van een gezonde leefstijl om de kans
op COPD te verminderen.
‘Helaas is de gemiddelde COPD patiënt al geen
fervente sporter, hij zit liever op de bank met
een zak chips, een biertje en een sigaretje’,
benadrukt Bert-Jan. Zelfmanagement is vaak
slecht, met name door bewegingsangst en
onwetendheid. Bewegingsangst ontstaat vaak
door de inspanningsbenauwdheid, kenmerkend
bij COPD. Het is voor een COPD patiënt niet
prettig om te bewegen. Maar door minder te
bewegen gaat de conditie verder achteruit en
ontstaat er een vicieuze cirkel. ‘Het is dus heel
belangrijk dat deze groep patiënten begrijpt
wat de aandoening inhoudt en wat ze zelf
kunnen doen om de progressie en klachten te
verminderen. De COPD patiënt moet begeleid
en gestimuleerd worden te stoppen met roken,
beter te eten en meer te bewegen’ concludeert
Bert-Jan.
Multidisciplinaire aanpakEssentieel voor een effectieve behandeling van
een COPD patiënt blijkt een multidisciplinaire
aanpak. Een goede samenwerking tussen onder
meer de longarts, longverpleegkundige, diëtiste,
apotheek, psycholoog en fysio- of oefentherapeut
is belangrijk. Uitleg over de aandoening, onder-
steuning bij eventuele medicatie, voorkomen van
veelvoorkomend ondergewicht (en soms over-
gewicht) en begeleiding bij veel voorkomende
angst- en depressieklachten (zoals de angst om
te stikken) zijn van belang bij de behandeling van
een COPD patiënt. Een fysio/oefentherapeut kan
de COPD patiënt leren efficiënter om te gaan
met zijn beperkte longfunctie.
Persoonlijk streefdoel in kaart brengen‘Om de motivatie voor de behandeling bij de
patiënt hoog te houden, is luisteren naar de
hulpvraag en een persoonlijk streefdoel in kaart
brengen heel belangrijk’, licht Bert-Jan toe als
hij het aantal patiënten laat zien wat terugvalt
door onvoldoende stimulans. ‘De patiënt zal bij
de hulpvraag aangeven dat hij minder benauwd
wil zijn. Als fysio/oefentherapeut is het dan
belangrijk om het persoonlijke streefdoel heel
concreet te maken met bijvoorbeeld de vraag:
wanneer u minder benauwd zou zijn wat zou u
dan willen doen?’ Kortom, wat wil de patiënt
bereiken?
SpirometrieVoor de fysio/oefentherapie behandeling is het
in eerste instantie belangrijk om bij de verwijzer
de gegevens van de spirometrie op te vragen.
Indien daaruit blijkt dat er sprake is van milde
COPD dan kan behandeling volgens de richtlijn
COPD plaatsvinden. Als blijkt dat de patiënt
veel beperkingen ervaart, is verder onderzoek
door een longarts nodig. Bij de ernstigere COPD
patiënten is het noodzakelijk om te weten waar-
door het inspanningsvermogen beperkt is. Dit is
vaak een andere reden dan bij gezonde mensen.
COPD staat voor ‘chronic obstructive pulmonary disease’; ofwel een chronische obstructieve longziekte. Het is de
verzamelnaam voor chronische bronchitis en longemfyseem. Naar verwachting zal tussen 2005 en 2025 het aantal
patiënten met COPD in Nederland met 38,3% stijgen. Resultaten uit recent onderzoek van het RIVM laten zien dat er
over 15 jaar naar verwachting 500.000 COPD patiënten zullen zijn; 4% hiervan sterft aan COPD. Hiermee is COPD doods-
oorzaak nummer 3 in Nederland. Movemens sprak met Bert-Jan Olivier over fysio-, en oefentherapie bij COPD. Bert-Jan
is docent van de masteropleiding ‘fysiotherapie/oefentherapie bij mensen met chronische ziekten’ en cursusleider en
cursusleider van de post hbo cursus ‘fysiotherapie bij COPD en Astma.
‘Helaas is de gemiddelde COPD patiënt al geen ferven-
te sporter, hij zit liever op de bank met een zak chips,
een biertje en een sigaretje’
september 2010 11
Bij gezonde mensen is dit het vermogen van het
circulaire systeem om genoeg bloed naar de
actieve spieren te vervoeren, dus het hart-minuut
volume . Bij COPD patiënten kan dit door een
beperkte ventilatie komen of een verstoord zuur-
stoftransport van longen naar de bloedbaan. Om
dit te kunnen bepalen, is een symptoom beperkte
maximale inspanningsproef nodig. Deze zal in
de regel afgenomen worden in het ziekenhuis of
gespecialiseerd revalidatiecentrum. ‘Longartsen
zijn zich vaak niet bewust dat de gespeciali-
seerde fysio/oefentherapeut deze gegevens kan
lezen. Actief in contact treden met de longarts is
dus belangrijk’, geeft Bert-Jan aan. De therapeut
kan uit de gegevens bijvoorbeeld aflezen wat de
beperkende factor is voor het afgenomen inspan-
ningsvermogen.
‘Bij de ernstigere COPD patiënten kan er niet op
de hartslag getraind worden. Wanneer de COPD
patiënt ventilatoir of door een zuurstoftransport-
probleem beperkt is dan is het belangrijk om het
inspanningsniveau te meten en op een bepaald
percentage hiervan te trainen’.
Coördinatie en spierkrachtIn de praktijk van de fysio/oefentherapeut zal er
onder meer gewerkt worden aan het verbeteren
van de coördinatie van de beweging en het ver-
beteren van de spierkracht. ‘Wanneer je een tijd
niet hebt gefietst verlies je energie door gebrek
aan coördinatie. Maar als je de beweging veel
oefent, wordt je coördinatie beter en kun je met
minder energie dezelfde beweging uitvoeren’
legt Bert-Jan uit. Spierkracht neemt bij de gemid-
delde COPD patiënt snel af door bewegingsar-
moede en onvoldoende zuurstof naar de spieren.
Voldoende spierkracht is echter essentieel voor
de mobiliteit van de COPD patiënt. ‘Als je weinig
spierkracht hebt en met 100% van je kracht
op moet staan, ben je uitgeput. Als je spieren
traint en het opstaan maar 30% van je kracht
kost, houd je energie over voor andere dingen’.
Spierkracht wordt volgens de COPD richtlijnen
getraind op 70% van de maximale kracht 2 tot
3x per week. Bij COPD nemen de proximale
spieren van de extremiteiten als eerste in kracht
af, dus met name de m. Quadriceps. Afname van
de kracht in de benen merkt een COPD patiënt
heel snel. Om de mobiliteit zo lang mogelijk te
bewaren is de spierkracht van de benen vaak het
belangrijkst. Het lokaal versterken van spieren
geniet de voorkeur om kracht op te bouwen.
Wanneer er teveel spiergroepen tegelijk getraind
worden (bijvoorbeeld bij fietsen) is er veel meer
zuurstof nodig en zijn het met name het hart en
de longen die belast worden.
Bert-Jan: ‘Een verrassend onderzoek heeft aan-
getoond dat wanneer een aantal proefpersonen
werd gevraagd met twee benen te fietsen er veel
gebruik van zuurstof en energie werd geconsta-
teerd. Deze groep was dan snel buiten adem. De
andere groep kreeg de opdracht met één been te
fietsen (eerst links dan rechts); de training duurde
uiteraard twee keer zo lang. De onderzoekers
zagen dat maar de helft van de zuurstof werd
gebruikt. Deze laatste groep liet uiteindelijk een
beter resultaat zien op kracht, uithoudingsvermo-
gen en coördinatie’. Uit dit onderzoek volgt dus
dat er met name resultaat te boeken is door de
patiënt lokaal hoog te laten belasten met een zo
laag mogelijke belasting van het cardio circula-
toire systeem.
Functioneel trainen Om het persoonlijk streefdoel te bereiken is het
uiteraard belangrijk om vervolgens functioneel
te trainen. Wanneer de spierkracht voldoende
is, kan de vertaalslag worden gemaakt naar het
functionele trainen. ‘Er wordt nu veel meer aan-
dacht besteed aan het meer functioneel trainen
dan vroeger. In die tijd zetten ze iedereen op de
fiets. Nu kijken we veel meer naar de hulpvraag
van de patiënt. Wil iemand fietsen, dan gaan we
fietsen, wil iemand lopen, dan trainen we het
lopen’, bevestigt Bert-Jan.
‘Een fysio/oefentherapeut kan de COPD patiënt leren
efficiënter om te gaan met zijn beperkte longfunctie’
september 2010 12
| R E S E A R C H |
De master opleiding ‘fysiotherapie/oefentherapie bij
mensen met chronische ziekten’ is te volgen aan
Hogeschool van Leiden. De opleiding duurt twee
en een half jaar. In het eerste jaar staat algemene
inhoudelijke kennis van de chronische ziekten cen-
traal. Vanaf het tweede jaar start de specialisatie.
De opleiding heeft verschillende uitstroomvarianten:
hart-, long- en vaataandoeningen, centraal neurolo-
gische aandoeningen, reumatische en orthopedische
aandoeningen en geriatrische aandoeningen.
Tevens is er een post HBO cursus COPD aan Hogeschool
Leiden. De cursus duur is vijf dagen. Meer informatie
kunt u vinden op www.hsleiden.nl.
Maagdenburgstraat 227421 ZC Deventer
telefoon0570 820 219
internetwww.qualizorg.nl
De Fysio Prestatie Monitor (FPM) is een meetinstrument dat op geautomatiseerde basis de ervaring van cliënten van fysiotherapie-praktijken meet door middel van CQ-index. De resultaten van de ingevulde enquêtes zijn continu online door u in te zien.
Met de FPM kunt u de resultaten per therapeut vergelijken met het praktijkgemiddelde (interne benchmark) en de resultaten van uw eigen praktijk vergelijken met branchegemiddelden (externe benchmark).
Op een gebruiksvriendelijke manier inzicht in de prestaties van uw praktijk?
De voordelen van de Fysio Prestatie Monitor op een rij:
• Nauwelijks belasting voor u! Gegevens komen uit uw eigen systeem (Intramed, Fysiomanager, Fysiologic, Raam, Fastguide, e.d.)• Continu onderzoek met real-time resultaten in eigen online monitor• Geschikt voor intensieve plus contractering verzekeraars• Bruikbaar voor HKZ en CKZ geaccrediteerd• Schriftelijk en online enquête uitvraag• Geaccepteerd Kwaliefy alternatief
Meer informatie en aanmelden: www.fysiomonitor.nl
Inspiratie musculatuurHeel belangrijk tijdens de behandeling is ook
het trainen van de inspiratie musculatuur. De
ventilatoir gestoorde COPD patiënt heeft vooral
moeite met de expiratie. Als luchtwegen insta-
biel worden en de patiënt gaat persen om de
lucht eruit te krijgen dan drukken de luchtwegen
dicht. Het heeft geen zin om de expiratie kracht
te vergroten. Winst is te behalen door wat harder
en korter in te ademen. Dan is er langer tijd voor
de uitademing en kan het lichaam met minder
kracht langer uitademen. De patiënt raakt dan
meer lucht kwijt en kan meer inademen. ‘Dit
is een heel subtiel spel’, benadrukt Bert-Jan.
De inspiratie wordt getraind met een threshold
apparaatje waarbij de patiënt tegen weerstand
inademt. Bij COPD patiënten hangt het diafragma
laag. Het trainen van buikmusculatuur is voor de
houding nuttig. Vooral bij een uitgezakte buik
kan het diafragma nog meer zakken. Bert-Jan
licht toe: ‘Door aan het einde van de ademhaling
de buikspieren iets aan te spannen wordt het
diafragma iets omhoog getild’
Veel oefenenDe fysio-, en oefentherapeut kan veel betekenen
voor de COPD patiënt. De richtlijnen van de
KNGF zijn heel duidelijk: de theoretische kennis
ligt voor het grijpen. ‘Maar hoeveel zorgverle-
ners hebben een richtlijn echt goed door? Als
therapeut moet je de juiste conclusies kunnen
trekken uit de gegevens van de huis-, of longarts.
Het is best lastig om deze testen te kunnen
lezen, dit vraagt gespecialiseerde kennis en veel
werkervaring’ aldus Bert-Jan. ‘Juist door veel
casuïstiek en oneindig veel oefenen, leer je de
juiste conclusies te trekken uit de onderzoeken
en ze te vertalen naar een goed behandelplan
voor de patiënt’. �
Kwaliteit en transparantie worden
steeds belangrijker in de zorg en de
fysiotherapie. Klanten en zorgverze-
keraars bepalen hun keuze voor een
praktijk steeds vaker aan de hand
van deze factoren. De ervaringen
van patiënten spelen daar een pro-
minente rol in. Caroline van Weert,
directeur van de Stichting Miletus,
en fysiotherapeut Ron Haanschoten
vertellen wat het meten van klanter-
varingen betekent voor praktijken èn
patiënten.
Ron Haanschoten, directeur van Paramedisch
Centrum ADFYS, peilt al jaren op een laagdrem-
pelige manier wat er leeft onder zijn patiënten.
Gewoon door het te vragen, of met een formulier
dat hij na een consult uitdeelt. Zo komt hij te
weten hoe ze denken over de wachttijden, de
hygiëne en andere aspecten van de zorgverlening.
In de wekelijkse vergadering bespreekt hij de
resultaten en neemt zo mogelijk meteen actie.
Want Haanschoten wil er alles aan doen om de
kwaliteit van zijn praktijk op niveau te houden.
Daarom ook, heeft hij een aantal jaren geleden
voor zijn eigen bedrijf een kwaliteitsmanagement-
systeem geïmplementeerd. Ron: “Dat levert veel
informatie op. Wat voor behandeling bied je aan?
Hoe zit het met het onderhoud van je apparatuur?
Met de protocollen? Hoe ziet je klantenpopulatie
eruit? Hoe denkt die over je? Met die gegevens
kun je richting geven aan de ontwikkeling van je
bedrijf. De basis van kwaliteitsmanagement is dat
je de behoefte van de klant in kaart brengt en daar
ook iets mee doet, zodat je voortdurend werkt aan
een optimale klanttevredenheid. Omdat ik naast
fysiotherapeut ook bedrijfskundige ben, spreekt
me dat erg aan.”
Consumer Quality IndexDe manier waarop Ron de kwaliteit in zijn
praktijk heeft geborgd, heeft hem drie jaar gele-
den het HKZ-certificaat opgeleverd. Sindsdien
helpt hij andere praktijken met het opzetten
van kwaliteitsmanagementsystemen en de HKZ-
certificering.
Consumer Quality Index:
dé vragenlijst om klant-
ervaring te onderzoeken
TE K S T : A K T I S C O M M U N I C A T I E
B E E L D : W I M V A N I J Z E N D O O R N
spetember 2010 14
| B U S I N E S S |
De tevredenheid van patiënten is één van de
factoren waarop de HKZ-certificering is geba-
seerd. Wat Caroline van Weert betreft, was de
meting daarvan aanvankelijk weinig objectief.
“Iedere praktijk gebruikte daarvoor zijn eigen
vragenlijsten en de resultaten waren onveran-
derlijk goed. De zorgverzekeraars, verenigd in de
stichting Miletus, hebben de aanzet gegeven tot
een objectief onderzoek naar de ervaringen van
patiënten in de zorg. Zij willen steeds meer op
kwaliteit inkopen en een objectieve meting van
klantervaringen is een van de factoren waaraan
je de kwaliteit van een praktijk afmeet.” De stich-
ting Miletus introduceerde in 2006 het gebruik
van de Consumer Quality Index. Het is een actu-
ele, wetenschappelijk gevalideerde standaard,
die betrouwbaar in beeld brengt hoe de patiënt
de kwaliteit van de zorg ervaart.
Fysio Prestatie MonitorFysiotherapiepraktijken kunnen de CQ-index
inmiddels gebruiken om de patiëntervaringen in
hun eigen praktijk te monitoren, maar kunnen
hem ook gebruiken als goedgekeurd instrument in
het kader van bijvoorbeeld de HKZ-certificering.
Daarvoor kunnen ze desgewenst gebruik maken
van de Fysio Prestatie Monitor. Ron werkt ermee
en geeft tijdens het gesprek een demonstratie:
“Kijk, het is een online kwaliteitsmonitor, die
gekoppeld is aan de belangrijkste softwarepak-
ketten voor de fysiotherapie. Die leveren alle
informatie die nodig is om patiënten voor het
onderzoek uit te nodigen. Als praktijkhouder vraag
je je patiënten toestemming voor het onderzoek
en je voert hun emailadressen in het systeem in.
Na behandeling krijgen zij automatisch online
een vragenlijst toegestuurd. De resultaten kan ik
online op elk gewenst moment inzien.”
Fysiotherapeuten scoren goed op bejegeningVolgens Ron vergt het gebruik van de Fysio
Prestatie Monitor een heel andere inrichting van
de bedrijfsprocessen. “Je moet je bedrijfsproces
zo stroomlijnen, dat er een online vragenlijst
uitgaat, zodra je een dossier afsluit.” De voorde-
len van de Fysio Prestatie Monitor zijn voor Ron
evident. “Je kunt de prestaties van je praktijk
vergelijken met die van andere in de branche”,
legt hij uit, terwijl hij met één druk op de knop
het ene na het andere fraaie staafdiagram op het
beeldscherm tovert. “En je kunt de scores van
je eigen medewerkers met elkaar vergelijken. Ik
analyseer per half jaar hoe elke therapeut scoort
en ik gebruik de uitkomsten als basis voor de
functioneringsgesprekken. Daarin bepalen we
welke vaardigheden verder moeten worden ont-
wikkeld.”
Wie in een paramedisch centrum werkt, kan zijn
prestaties bovendien meten met andere disci-
plines in het centrum die ook aan CQI-metingen
doen. “Appels met peren vergelijken? Misschien
een beetje”, meent Caroline van Weert. “Maar
je kunt wel zien waar de ene discipline beter
in scoort dan de andere. Zo scoren fysiothera-
peuten bijvoorbeeld hoger op het gebied van
bejegening dan bijvoorbeeld huisartszorg. Dat
heeft natuurlijk ook te maken met het feit dat
de huisarts maar 10 minuten per patiënt heeft.
Fysiotherapeuten kunnen doorgaans meer tijd
aan hun patiënten besteden.”
Landelijke benchmarkDe Fysio Prestatie Monitor waar Ron mee werkt,
is een onafhankelijk meetinstrument. Dat bete-
kent dat Ron zelf bepaalt of hij de informatie
eruit willen delen met bijvoorbeeld zorgverzeke-
raars, brancheverenigingen en de wetenschap.
De Stichting Miletus doet landelijk onderzoek
naar klantervaringen op verschillende onderwer-
pen in de zorg. Denk aan diabeteszorg, heup- en
knie operaties,hoortoestellen, ziekenhuiszorg en
fysiotherapie. Voor elk van deze onderzoeken
worden uitgebreide vragenlijsten ontwikkeld,
gebaseerd op de CQ-index. De resultaten van de
onderzoeken leiden tot beleidsrapportages met
informatie over de resultaten, achtergrondinfor-
matie over de populatie, verdiepingsanalyses en
factsheets. Die rapporten zijn bedoeld voor de
zorgaanbieders en zorgverzekeraars. De verzeke-
raars wegen de informatie mee in hun streven om
de beste zorg voor hun patiënten in te kopen. En
via vergelijkingssites als kiesbeter.nl komen de
resultaten ook terecht bij de consument.
Te lange vragenlijstenDat de CQ-index de beste manier is om meer te
weten te komen over de ervaringen van patiënten
in de zorg, daarover zijn Ron Haanschoten en
Caroline van Weert het roerend eens. Toch vindt
vooral Ron de lengte van de vragenlijsten een
struikelblok. Ron: “De belasting voor de patiënt
is hoog. De CQ-index Fysiotherapie telt zestig
vragen. Gemiddeld duurt het twaalf minuten
Caroline: ‘Uit het onderzoek naar klantervaringen blijkt, dat patiënten vaak hun eigen inbreng
in de behandeling onderschatten. De bejegening door de fysiotherapeut scoort goed’
De stichting Miletus heeft de aanzet gegeven tot objectief onderzoek naar de ervaringen van patiënten in de zorg op basis van de CQ-index. De uitkomsten helpen de zorgverzekeraars om de beste zorg voor hun klanten in te kopen.
september 2010 15
om de lijst in te vullen. Veel te lang.” Caroline:
“De CQ-index is vijf jaar geleden geïntroduceerd
door: zorgverzekeraar Agis, onderzoeksinstituut
NIVEL en de afdeling Sociale Geneeskunde van
het AMC. Drie partijen; zorgaanbieders , patiën-
tenorganisaties en verzekeraars brengen elk hun
eigen vragen in. Dan wordt het al gauw een hele
lijst. Vijftien vragen gaan over de achtergrond van
de patiënt, zoals leeftijd en etniciteit. Die infor-
matie heb je nodig om een eerlijke vergelijking te
kunnen maken.”
“Zou het niet interessant zijn om ook met een
patiëntenpanel te werken?”, oppert Ron. Caroline:
“Vragenlijsten zijn beslist niet de enig zaligma-
kende manier om patiënten te vragen naar hun
ervaringen in de zorg. Maar zorgverzekeraars
willen meetbare resultaten om hun zorginkoop
op te kunnen baseren.” Ron: “Misschien dat
interviews dan een ondersteunend middel kun-
nen zijn?” Caroline: “ Ik heb zelf goede ervarin-
gen met spiegelgesprekken. Dat zijn gesprekken
waarin patiënten in het bijzijn van artsen naar
hun ervaringen wordt gevraagd. De artsen horen
dus rechtstreeks van de patiënten zelf wat goed
is of wat beter kan. Dat is vaak heel verhelderend
en motiverend.”
Wildgroei aan nieuwe lijsten?Ron is wel een beetje bezorgd dat er door de
bemoeienis van de zorgverzekeraars een wildgroei
aan nieuwe vragenlijsten gaat ontstaan. “Je ziet
steeds meer dat zorgverzekeraars op basis van
de CQ-index allemaal hun eigen accenten gaan
leggen: sommige vinden vragen over de bejege-
ning heel belangrijk, andere concentreren zich
vooral op de vraag of je bepaalde praktijken aan
andere mensen zou aanbevelen. Dan bestaat het
gevaar dat er toch weer min of meer verschillende
vragenlijsten gaan circuleren.” Caroline: ‘Ik ben
ervan overtuigd dat we al doende zullen ontdekken
welke vragen de belangrijkste zijn om te stellen.
Als het gaat om chronisch zieken, zoals diabetici
en COPD-patiënten – patiënten die nooit uitbehan-
deld zullen raken – moeten we ervoor zorgen dat
ze niet overvoerd worden met allerlei vragenlijs-
ten. Het zou het mooiste zijn als deze patiënten in
de nabije toekomst de beschikking krijgen over een
eigen webpagina waar alleen hun zorgverleners
en zijzelf bij kunnen. Een website met bijvoorbeeld
informatie over hun persoonlijke ziektebeeld, aan-
bevelingen en receptinformatie. Kortom: een site
die de patiënt de regie geeft over zijn eigen ziekte
en behandeling. Op deze site zou een knop kunnen
komen, waarmee de patiënt snel en eenvoudig
een vragenlijst over zijn ervaringen kan invullen en
versturen. Dat vergt alleen wel grote investeringen
in automatisering en internet.”
KwaliefyOm de transparantie in de fysiotherapie ver-
der te bevorderen heeft het KNGF in 2009 het
landelijke project Kwaliefy geïntroduceerd:
KWALiteitsIndicatoren Eerstelijn Fysiotherapie.
Het omvat 23 indicatoren op het gebied van het
fysiotherapeutisch handelen, praktijkinformatie
en patiëntinformatie. Praktijken die hun eigen
klantervaringen regelmatig (laten) toetsen aan de
hand van de CQ-index, kunnen de patiëntinforma-
tie daaruit rechtstreeks overzetten in Kwaliefy.
“Het is wel heel onhandig dat we de gegevens
over het therapeutisch handelen nog handmatig
in het systeem moeten inkloppen”, vindt Ron.
“Daar zijn namelijk per therapeut dertig patiën-
tendossiers voor nodig. Een monnikenwerk.”
OnderzoeksresultatenRon en Caroline hebben het in dit gesprek uit-
gebreid gehad over de methoden en technieken
om klantervaringen in de fysiotherapie te verza-
melen. Maar wat hebben die tot nu toe eigenlijk
opgeleverd? Caroline: “Uit de onderzoeken blijkt,
dat de bejegening en de informatievoorziening
door fysiotherapeuten goed scoren. Participatie
en therapietrouw van de patiënt kunnen beter.
Daarom gaat de stichting Miletus samen met de
Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie
een pilot starten om ervoor te zorgen dat patiën-
ten actiever een bijdrage gaan leveren aan hun
eigen behandeling.” �
Stichting Miletus en het onderzoek naar klan-
tervaringen in de zorg
De stichting Miletus is in 2005 opgericht. Het is een
samenwerkingsverband van zorgverzekeraars om de
kwaliteit en de transparantie in de zorg te meten
en te bevorderen. De zorgverzekeraars gebruiken de
resultaten om voor hun verzekerden de beste zorg in
te kopen. Miletus onderzoekt verschillende aspecten
van zorg met vragenlijsten op basis van de Consumer
Quality-index. Dit is een actuele, gestandaardiseerde
methode om de klantervaringen in de zorg te meten.
Voor de fysiotherapie is de CQ-index Fysiotherapie
ontwikkeld. Deze index wordt inmiddels gebruikt
bij onder andere de HKZ-certificering van praktij-
ken. Ook mag de patiëntinformatie uit de CQ-index
Fysiotherapie worden overgezet in Kwaliefy. Dit
systeem van de KNGF meet de kwaliteit van de fysio-
therapie aan de hand van 23 kwaliteitsindicatoren.
Meer informatie: www.stichtingmiletus.nl
ADFYS Paramedisch Centrum
Ron Haanschoten is directeur van ADFYS Paramedisch
Centrum. Dit centrum biedt fysiotherapie, beweeg-
programma’s en fitness, psychologie, diëtetiek en
ergotherapie onder één dak. Kwaliteit staat daarbij
hoog in het vaandel. De medewerkers zijn allemaal
ingeschreven in het Kwaliteitsregister. Verder behoort
ADFYS tot de eerste 25 bedrijven in Nederland die
HKZ-gecertificeerd zijn.
Meer informatie: www.fysiotherapie-montfoort.nl.
Ron Haanschoten gebruikt de scores uit de CQ-index onder andere om de kwaliteit van zijn eigen medewerkers met elkaar vergelijken. Hij analyseert per half jaar hoe elke therapeut scoort en gebruikt de uitkomsten als basis voor de functione-ringsgesprekken.
Ron: ‘De lengte van de CQ-index kan korter.
Nu kost het de patiënt gemiddeld twaalf minuten
om de vragenlijst in te vullen’
september 2010 16
| B U S I N E S S |
Fysio Prestatie Monitor: meten is wetenWeten wat je klanten willen. Maatwerk leveren. Kwaliteit nastreven. Het zijn
begrippen die steeds belangrijker worden in de relatie tussen leverancier en
klant. Ook fysiotherapeuten raken daarvan doordrongen. Die hebben behoef-
te aan een slimme oplossing om de ervaringen van hun patiënten te meten.
Die slimme oplossing dient zich aan in de vorm
van de Fysio Prestatie Monitor (FPM). De Fysio
Prestatie Monitor werkt met de Consumer Quality
Index, kortweg: CQ-index. Dit is een gestandaar-
diseerde vragenlijst die patiëntervaringen meet,
analyseert en rapporteert. De lijst geeft een
goed beeld van wat klanten in de zorg belangrijk
vinden.
Met één muisklikDe Fysio Prestatie Monitor paart de transparantie
van de CQ-index aan een heel eenvoudige en
dus goedkope manier om gegevens te verza-
melen. De monitor wordt namelijk gekoppeld
aan de belangrijkste softwarepakketten voor de
fysiotherapie. Denk bijvoorbeeld aan Intramed,
Fysiomanager, Fysiologic, RAAM en Fastguide.
Die leveren automatisch de gegevens die nodig
zijn om online klantervaringsgegevens te ver-
zamelen. Het enige wat u als fysiotherapeut
hoeft te doen, is uw klanten om toestemming
vragen om hun emailadressen te registeren in
het systeem. Vervolgens zorgt de Fysio Prestatie
Monitor ervoor dat uitbehandelde patiënten
automatisch via email voor het onderzoek wor-
den uitgenodigd. Met een enkele muisklik komen
zij vervolgens op de online vragenlijst terecht.
Het invullen ervan duurt ongeveer 12 minuten.
2500 gebruikersInmiddels gebruiken ongeveer 2500 fysiothera-
peuten de Fysio Prestatie Monitor. En hun aantal
groeit met de dag, volgens Rutger van Zuidam. Hij
is directeur van Qualizorg, het bedrijf dat de Fysio
Prestatie Monitor beheert en verder ontwikkelt.
Volgens hem is het systeem een succes omdat
fysiotherapeuten op een gemakkelijke manier te
weten komen hoe patiënten informatievoorzie-
ning, bejegening, behandelkwaliteit, participatie
en therapietrouw ervaren. “En wat ook heel
belangrijk is: het is een onafhankelijk meetinstru-
ment. De gegevens die het systeem genereert,
zijn uitsluitend bedoeld voor de opdrachtgever
zelf. Die bepaalt of hij ze al dan niet deelt met
derden, zoals bijvoorbeeld zorgverzekeraars.”
VergelijkingsmateriaalZodra een vragenlijst is ingevuld, krijgt u als
fysiotherapeut direct de geanonimiseerde gege-
vens op uw beeldscherm te zien. De Fysio
Prestatie Monitor maakt het mogelijk om binnen
uw praktijk de prestaties van de medewerkers te
vergelijken met het praktijkgemiddelde. Ook kunt
u de resultaten van uw praktijk vergelijken met
de branchegemiddelden. Met die gegevens in
de hand kunt u uw medewerkers en uw praktijk
verder professionaliseren.
Ook geschikt voor KwaliefyInmiddels stellen verschillende netwerken,
waaronder Het Gezonde Net, Preferred Care,
Fysoptima en Fysactiv de Fysio Prestatie Monitor
aan hun leden beschikbaar. Rutger van Zuidam:
“Het Gezonde Net gebruikt het ook als HKZ-
instrument. Daarnaast is de Fysio Prestatie
Monitor ook een geaccepteerd alternatief voor
het onderdeel ‘patiëntervaringen’ in Kwaliefy,
de door het KNGF geïnitieerde meting van kwali-
teitsindicatoren voor de fysiotherapie.”
Patiënten hoeven overigens niet bang te zijn om
voortaan overspoeld te worden door vragenlijs-
ten. “Ons systeem is zo ingericht, dat klanten die
een vragenlijst hebben ingevuld, niet binnen een
jaar opnieuw bevraagd worden”, aldus Rutger
van Zuidam. �
De voordelen van de Fysio Prestatie Monitor
• Gegevens komen uit uw eigen systeem
• Continu onderzoek via uw eigen online monitor
• Geschikt voor intensieve plus contractering
verzekeraars
• Bruikbaar voor HKZ en CKZ geaccrediteerd
• Geaccepteerd Kwaliefy alternatief
• Volledig onafhankelijk
Voor meer informatie kijkt u op www.fysiomonitor.nl
en www.qualizorg.nl
De beoordeling wordt weergegeven via een
frequentieverdeling met 3 categorieën:
1). kleur paars: cijfer 0 t/m 5
2). kleur wit: cijfer 6 t/m 8 en
3). kleur groen: cijfers 9 en 10.
Figuur A De therapeut wordt vergeleken met de resulta-
ten uit de rest van de praktijk.
In dit geval wordt medewerker x een stuk beter beoor-
deeld vergeleken met de rest van de praktijk. Dit is niet
alleen te zien aan het verschil tussen de gemiddelden
(7,4 versus 8,1), maar ook aan de verdeling van de gege-
ven cijfers. De Therapeut heeft duidelijk meer 'groen',
en dus meer zeer hoge beoordelingen. n is het aantal
beoordelingen.
september 2010 17
| Q U A L I Z O R G |
Ge
zo
nd
e O
ntw
ikk
eli
ng
en
| H E T G E Z O N D E N E T |
september 2010 18
Helma van den Berg, Fysiotherapeutisch
centrum Groene Biezen, IJsselstein
‘Ik had meer tijd op de Markplaats willen doorbrengen’“Sinds ongeveer zes jaar zijn we aangeslo-
ten bij Het Gezonde Net. In eerste instantie
omdat we graag met beweegprogramma’s
wilden beginnen. Het ging ons dus vooral
om de software en de cursussen. We had-
den verder niet veel behoefte aan contact
binnen het netwerk. Af en toe volgden we
een cursus of verstuurden we een mailtje
naar de centrale organisatie. Dat was het
wel. Sinds een half jaar is het contact veel
intensiever, wat er in april toe heeft geleid
dat we zijn toegetreden tot de Coöperatie die
is opgericht. Ik keek dan ook uit naar de net-
werkdag. En ik moet zeggen: het was hart-
stikke leuk! De locatie, Fort sint Geertrudis
in Geertruidenberg, was schitterend en het
was mooi weer. Belangrijke factoren voor
een geslaagde dag. Trainer en coach Tom
van ’t Hek hield een verhaal dat ook na drie
kwartier nog boeide.
Interessante marktplaatsVervolgens konden we ons inschrijven voor
twee workshops en was er de Marktplaats,
waar partnerorganisaties als Bodybow,
Comvio, Pharmeon en de Hogeschool Leiden
zich presenteerden. Vooral de Marktplaats
vond ik erg interessant. Leuk om eens met
al die bedrijven nader kennis te maken. Het
heeft er in elk geval toe geleid dat we erover
nadenken iets met Pharmeon en Bodybow te
gaan doen. Zij kunnen een digitale webshop
met Bodybowproducten aan de website van
je eigen fysiotherapiepraktijk koppelen. Wel
vinden wij het belangrijk dat we binnen dat
concept onze eigen identiteit behouden: met
onze eigen site en onze eigen huisstijl. Dus
daar willen we eerst meer over weten.
De sfeer op de netwerkdag was heel infor-
meel en gemoedelijk. Je stapte gemakkelijk
op een ander af. Een verbeterpuntje? Ik had
wel meer tijd op de Marktplaats willen door-
brengen. En het programma had misschien
iets meer ruimte mogen laten voor de ken-
nismaking met andere netwerkleden. Ik heb
ze tenminste niet gesproken. Maar dat kan
ook aan mij liggen.
In elk geval ga ik daar de volgende keer meer
tijd voor uittrekken.”
Leden vinden elkaar tijdens geslaagde
netwerkdag
Het Gezonde Net groeit. Een goed teken. Want groei en samenwerking kunnen veel moois opleveren.
Zowel voor het netwerk als geheel, als voor de afzonderlijke praktijken. Maar dan moeten zij elkaar wel
weten te vinden. Een jaarlijkse netwerkdag draagt daar een steentje aan bij.
Rob Koesen, Fysiotherapiecentrum Koesen en
Willems, Den Bosch
‘De workshops daagden je uit om actief mee te doen’“Ik wist eigenlijk niet wat ik moest verwach-
ten van de netwerkdag. We hoopten in elk
geval dat het niet een soort congresdag zou
worden: veel stilzitten en luisteren. Maar
dat was gelukkig niet zo. De workshops
waarvoor je je kon inschrijven, daagden je
uit om vooral actief mee te doen. Zo was er
een workshop over het voeren van lastige
gesprekken. Dat was oefenen, oefenen en
nog eens oefenen. Daar heb je concreet wat
aan in je eigen praktijk.
Het verhaal van Tom van ’t Hek vond ik echt
een aanrader. Hij heeft drie kwartier, bijna
zonder ademhalen, gesproken. Je merkte dat
hij zich echt had verdiept in de zorg en de
fysiotherapie. Daardoor bleef zijn presentatie
boeiend. Persoonlijk vond ik de Marktplaats
dan weer minder geslaagd. Wat mij betreft
hoort de presentatie van partnerbedrijven
vooral thuis op congressen. Hier vond ik het
net wat minder gepast.
Open en collegiale sfeerAan het einde van de netwerkdag was er
volop gelegenheid om een borreltje te drin-
ken en kennis te maken met collega’s. Onze
praktijk is pas sinds een half jaar aangesloten
bij Het Gezonde Net. Het was dan ook heel
aardig om van andere leden te horen hoe zij
de participatie in dit netwerk ervaren.
Zeker na de netwerkdag kan ik zeggen,
dat Het Gezonde Net absoluut een club is
waarbij ik me thuis voel. De sfeer is open
en collegiaal. Maar dat kenmerkt ook wel de
hele beroepsgroep. De fysiotherapie heeft te
maken met veel eisen en druk van buitenaf.
Dat schept een band tussen fysiotherapeu-
ten onderling, of ze elkaar nu goed kennen
of niet.” �
Voor meer informatie z ie w w w.HetGezondeNet.nl
september 2010 19
Hugo Ouwendijk, commercieel manager Het Gezonde Net
‘Mensen bij elkaar brengen. Daar gaat het om’“14 juni was het weer zover. De tweede
officiële netwerkdag was een feit. We
hadden er alles aan gedaan om het tot een
succes te maken: lekker eten, een boei-
ende presentatie door Tom van ’t Hek over
samenwerking. Maar net als op een feestje
bepalen vooral de gasten de sfeer. Als zij
het leuk hebben, kan de avond niet meer
stuk. Gelukkig kan ik zeggen dat onze gas-
ten – aangesloten praktijken en netwerk-
partners – er met elkaar een geslaagde dag
van hebben gemaakt. Er waren ongeveer
honderd mensen. De sfeer was relaxed,
ontspannen. Iedereen stond ervoor open
om elkaar op een andere manier te leren
kennen. Niemand bleef in zijn vertrouwde
kringetje staan, maar stapte op onbeken-
den af om kennis te maken. Er werden
telefoonnummers uitgewisseld en afspra-
ken gemaakt: ‘wij moeten eens met elkaar
verder praten’. En daar was het natuurlijk
allemaal om begonnen. Mensen bij elkaar
brengen. Want zo ontstaan ideeën en ini-
tiatieven die Het Gezonde Net weer verder
kunnen brengen.
Wat mij het meeste trof was dat iedereen
grote betrokkenheid en waardering toonde.
Zowel naar Het Gezonde Net, als naar
elkaar. Daar ben ik erg trots op.
We hebben de netwerkdag aangegrepen
om de onderlinge samenwerking te for-
maliseren. Elke aangesloten praktijk heeft
nu inspraak in het Gezonde Net. Er is een
bestuur gevormd en tijdens de netwerkdag
is onze eerste algemene ledenvergadering
gehouden. Wij vinden het belangrijk dat
onze praktijken hun recht op medezeggen-
schap gebruiken. Want de koers en het
beleid van Het Gezonde Net bepalen wij
met elkaar.”
GymnaUniphy en de drang tot innovatie
GymnaUniphy Nederland is een
bedrijf met een lange historie. Sinds
het prille begin, nu zo’n dertig jaar
geleden, is het uitgegroeid tot de
toonaangevende leverancier in de
fysiotherapie- en revalidatiebranche.
Het geheim? “Onze drang tot innova-
tie”, meent directeur Ad Evers. “Het is
onze ambitie om ontwikkelingen in
het vak te voeden en de effectiviteit
van behandelingen te verbeteren.”
In 1979 kwam GymnaUniphy als eerste met
accugevoede therapie-apparatuur. “Een revolu-
tie!”, volgens Ad Evers. “Vergelijkbaar met de
introductie van de laptop. Voortaan konden fysio-
therapeuten hun apparatuur meenemen naar de
klant en dat gaf een enorme vrijheid.”
De eigenzinnigheid van het eerste uur kenmerkt
GymnaUniphy nog steeds. Evenals de liefde
voor het fysiotherapievak. Ad Evers, marketing
manager Janneke Hermans en een aantal andere
medewerkers zijn van huis uit fysiotherapeut. Ze
staan weliswaar niet meer zelf aan de bank of
in de oefenzaal, maar ze begrijpen wat fysiothe-
rapeuten belangrijk vinden. Met GymnaUniphy
willen ze hun bijdrage leveren aan de beroeps-
praktijk. Ad Evers beschrijft de drie pijlers van
het bedrijf: “Ten eerste zorgen we er met onze
producten voor dat therapieën beter en effectie-
ver worden. Ten tweede adviseren wij fysiothe-
rapeuten over een gezonde financiële exploitatie
van hun praktijk. En ten slotte dragen wij ons
steentje bij aan de economische onafhankelijk-
heid van praktijken, door hen nieuwe methoden
en technieken aan te reiken.”
Groot in medische fitnessWie het productaanbod van GymnaUniphy bekijkt,
ziet dat de medische fitnessapparatuur daar
een groot aandeel in heeft. Janneke Hermans:
“Medische fitness is in Nederland sterk ontwik-
keld. Hier vinden we het belangrijk om niet alleen
de klacht te behandelen, maar ook de conditie
van de patiënt te verbeteren. Zo wordt de kans
kleiner dat zijn problemen terugkeren. Preventie
wordt een steeds belangrijker aspect van de
fysiotherapie.”
september 2010 20
| G Y M N A U N I P H Y |
In 2003 is GymnaUniphy een alliantie aangegaan
met het bedrijf MoveToLive, de grootste aan-
bieder van fitnessapparatuur in Nederland. Ad
Evers: “Samen bieden wij een breed pakket aan
met fitnessapparatuur van verschillende merken.
Zo kunnen wij voor elke klant een selectie maken
die past bij zijn wensen en budget.”
Aan de basis: een goed exploitatieplanZoals gezegd maakt GymnaUniphy zich er sterk
voor dat de investeringen die praktijkhouders
doen verantwoord zijn. Janneke Hermans: “Als
wij een centrum inrichten, nemen we uitgebreid
de tijd om te begrijpen wat de klant voor ogen
heeft. We kijken naar de beschikbare ruimte, de
aanwezige deskundigheid, de doelgroep en het
beschikbare budget. Op basis daarvan maken
we een inrichtingsplan en een bedrijfsplan met
financiële onderbouwing. Hierin beschrijven we
de route naar een succesvolle inves-
tering.”
Technieken met toekomstGymnaUniphy ziet het als haar taak
om mee te denken over innovaties
die het vak van fysiotherapeut verder
brengen. De producten en activitei-
ten op het gebied van echografie en
shockwave therapie zijn daar voor-
beelden van. Janneke Hermans: “Een
groeiend aantal patiënten wordt niet
meer via de huisarts doorverwezen,
maar gaat rechtstreeks naar de fysio-
therapeut. Die moet dus zelf een diagnose kun-
nen stellen. Daarbij is echografie een belangrijk
hulpmiddel. Sinds vier jaar biedt GymnaUniphy
apparatuur en opleidingen voor echografie. Deze
opleidingen verzorgen wij onder de paraplu van
ons eigen FysioCollege en zijn
geaccrediteerd door het KNGF. Wij
zijn ervan overtuigd dat echografie
over een paar jaar onmisbaar is in
elke fysiotherapiepraktijk.”
En dan shockwave therapie. Zes
jaar geleden had nog niemand
ervan gehoord, behalve voor het
verbrijzelen van nierstenen. Maar
uit Duitstalige studies bleek dat
het ook enorm effectief is bij aan-
doeningen van het bewegingsap-
paraat. Zelfs patiënten met ogen-
schijnlijk onbehandelbare klachten
bleken door shockwave therapie
te kunnen genezen. Ad Evers:
“GymnaUniphy heeft er veel aan
gedaan om shockwave therapie in
Nederland bekendheid te geven.
We hebben congressen georgani-
seerd en meegeholpen bij de oprichting van de
Nederlandse Vereniging voor Musculo-Skeletale
Shockwave Therapie. Daar zijn inmiddels zo’n
honderdvijftig praktijken bij aangesloten. Een
beter bewijs is er niet, dat wij zorginnovatie en
behandelvernieuwing hoog in ons vaandel heb-
ben staan.” �
GymnaUniphy
GymnaUniphy levert producten en diensten op het
gebied van medische fitness, echografie, shockwave
therapie, behandelbanken en fysiotechniek.
GymnaUniphy is een onafhankelijke verkooporga-
nisatie en kan daardoor putten uit een aanbod van
diverse merken. Wilt u weten wat GymnaUniphy voor
uw praktijk kan betekenen? Kijk voor meer informatie
op www.superpraktijk.nl.
Medische fitness is in Nederland sterk ontwik-
keld. Hier vinden we het belangrijk om niet
alleen de klacht te behandelen, maar ook de
conditie van de patiënt te verbeteren.
september 2010 21
Half juni kondigden de softwarehuizen Intramed en PharmaPartners aan samen een oplossing te zullen bieden voor de geïntegreerde eerste lijn. Een van de eerste stappen is een betere uitwisseling van gegevens tussen fysiotherapeuten en huisartsen. In een latere fase volgen oplossingen voor het genereren van managementinformatie en communicatie met de patiënt.
“De behoefte aan informatie-uitwisseling tus-
sen zorgverleners in de eerste lijn is enorm
groot, maar initiatieven op dat gebied komen
gek genoeg moeizaam van de grond”, con-
stateert Intramed-directeur Gerard Boschman.
“Medici en paramedici krijgen door ketenzorg
en andere ontwikkelingen steeds meer met
elkaar te maken. In het belang van de patiënt
moeten zij gegevens efficiënt kunnen uitwisse-
len. Dat willen we faciliteren. Het ondersteunen
van meer paramedische disciplines was niet
voldoende. Om grotere stappen te kunnen zet-
ten in de informatie-uitwisseling in de eerste
lijn, zijn we op zoek gegaan naar een partner die
onze visie deelt.”
SchaalvergrotingDie partner is gevonden in PharmaPartners, leve-
rancier van huisarts- en apotheekinformatie-
systemen en, net als Intramed, marktleider in
de branche. “Ook wij zien de veranderingen in
de eerste lijn”, vertelt directeur Robi Nederlof.
“Door verschuiving van zorg van de tweede naar
de eerste lijn ontstaan grotere eerstelijnsinstel-
lingen. Deze hebben naast de ondersteuning
van huisartsenzorg en farmacie, behoefte aan
ondersteuning van paramedische disciplines. Om
daarin te kunnen voorzien hebben we partners
zoals Intramed nodig.”
Beste matchMaar dat is niet de enige reden. “We exploite-
ren zelf Fysicom, een oplossing voor fysiothe-
rapeuten in gezondheidscentra die gekoppeld
is met onze oplossingen voor de huisarts en
apotheek. Doordat de klantengroep klein is, kan
de focus op ontwikkeling en ondersteuning niet
op het niveau zijn dat wij onze klanten willen
Relevante gegevens bij de hand in de geïntegreerde eerste lijn
TE K S T : M A R G R I E T V A N L I N G E N
B E E L D : I V O L U C A S L U I J C K X
september 2010 22
| I N T R A M E D |
bieden. Om die reden willen we onze activitei-
ten voor fysiotherapeuten overdragen aan een
andere leverancier. We hebben de markt ver-
kend en hadden met Intramed in alle opzichten
de beste match. We versterken elkaar als het
gaat om ondersteuning van de geïntegreerde
eerste lijn, Intramed kan onze Fysicom-klanten
een betere oplossing bieden en we delen
elkaars toekomstvisie op ontwikkelingen voor
het genereren van managementinformatie en
patiëntenportalen.”
Overstap naar IntramedKlanten van Intramed zullen dit jaar nog
weinig merken van de samenwerking met
PharmaPartners. De aandacht gaat eerst naar
het omzetten van de Fysicom-gebruikers naar
Intramed. Om de communicatie met artsen en
apotheken in het gezondheidscentrum overeind
te houden, worden koppelingen gebouwd tussen
de systemen van Intramed en PharmaPartners.
De overgang is vooraf besproken met grote
gebruikers en de gebruikersvertegenwoordiging
van Fysicom. “Intramed faciliteert ontwikkelin-
gen als het fysio-EPD, kwaliteitsindicatoren en
geautomatiseerde patiëntenenquêtes. Op dat
gebied gaan zij er fors op vooruit. Logisch dus,
dat de plannen enthousiast zijn ontvangen”,
aldus Nederlof.
Beter communiceren met de huisartsBoschman verwacht dat de verbetering voor
bestaande klanten onder meer zal zitten in een
betere uitwisseling van gegevens met de huis-
arts. “Doordat we als leveranciers om tafel zitten,
kunnen we dat makkelijker bespreekbaar maken,
in gang zetten en testen. Huisartsen lezen de
terugrapportage van de fysiotherapeut zelden
omdat ze te veel informatie krijgen. Wij willen
in samenspraak met de koepels en onze klanten
vaststellen welke informatie in de verwijsbrief
van de huisarts moet staan en welke informatie
de huisarts retour wil ontvangen. Daarbij volgen
we natuurlijk de landelijke initiatieven op dit
gebied, zoals die van het Nederlands Huisarts
Genootschap en de KNGF.”
Managementinformatie en patiënten-portalenIn een latere fase worden koppelingen gere-
aliseerd tussen de systemen van Intramed en
het Centraal Management Informatiesysteem
Zorggroepen (CMIZ) van PharmaPartners, zodat
gezamenlijke klanten discipline overstijgend cij-
fers voor interne sturing en externe verantwoor-
ding kunnen genereren. Ook PharmaPartners’
patiëntenportaal MijnGezondheid.net komt
beschikbaar voor Intramed-gebruikers. De
gedachte hierachter is dat de patiënt via één
portaal moet kunnen communiceren met al zijn
zorgverleners. Naast deze multidisciplinair inzet-
bare voorzieningen ontwikkelt Intramed speci-
fieke oplossingen voor fysiotherapeuten.
Op eigen krachtDe samenwerking tussen Intramed en
PharmaPartners is niet exclusief. Boschman:
“We zullen nooit partners uitsluiten, maar de
propositie die we de geïntegreerde eerste lijn
samen kunnen bieden is ijzersterk. Onze syste-
men kunnen straks goed met elkaar praten en
het genereren van managementinformatie en de
online communicatie met de patiënt kan in één
keer geregeld worden. Geweldig toch, als een
patiënt op één plek kan zien wat hij voor een
oefeningen van de fysiotherapeut moet doen,
herhaalmedicatie kan aanvragen en zijn dossiers
kan bekijken?” �
Over de strategische partners
PharmaPartners ontwikkelt ICT-concepten met een
hoge toegevoegde waarde voor samenwerkende
zorgverleners in lokale en regionale structuren. Deze
worden toegepast in circa 250 multidisciplinaire
samenwerkingsverbanden door ongeveer 1.050 apo-
theken, 2.100 huisartsen en 40 gezondheidscentra.
Intramed ondersteunt meer dan 16.500 professionele
paramedici (o.a. fysiotherapeuten, diëtisten, logo-
pedisten, oefentherapeuten en podotherapeuten) in
hun dagelijkse bedrijfsvoering. Een belangrijk deel
van hen is werkzaam in multidisciplinaire paramedi-
sche centra.
Onze systemen kunnen straks goed met elkaar praten en het
genereren van managementinformatie en de online com-
municatie met de patiënt kan in één keer geregeld worden.
Links, Robi Nederlof, directeur PharmaPartners en rechts, Gerard Boschman, directeur Intramed
september 2010 23
Vechters overleven
Positieve instelling helpt!TE K S T : G E R T J A N E I K M A N S
september 2010 24
| M A N A G E M E N T |
Komen we dit bericht dus tegen in een gewone
krant voor gewone mensen. De volgende vraag
luidt: zou het waar zijn? Jazeker, het is waar!
Goed, je kunt hier en daar misschien wel een
snippertje wegsnijden. Bijvoorbeeld omdat de
journalistieke hand dat vergt, maar het bericht
is ontdaan van die ballast waar. Het klopt ook
wel met een gezonde waarneming. Mensen die
depressief zijn zien alles door een depressieve
kijker. En wie met een depressieve instelling af en
toe te kampen heeft, zeker ook waar het gaat om
dergelijke aandoeningen, die lijdt veel meer dan
wie er niet of minder onder gebukt gaat. Daarom
is het goed je te beraden over wat die groep met
‘vechtersmentaliteit’ nu anders maakt. Want die
komen er veel beter uit. Hun overlevingskansen
zijn aanzienlijk beter. En, overlevingskansen, ja
zelfs herstel, daar tekenen we voor.
Mentaliteit het toverwoordDat ene woord, mentaliteit, daar gaat het om!
Lees mijn artikelen er maar eens op na. Vorige
keer bijvoorbeeld schreef ik over ‘magneetveld-
therapie’ In belangrijke mate gaat het bij het op
elkaar gaan zitten van rode bloedlichaampjes
ook om je instelling, de mate waarin je er zelfs
in gelooft en er aan wilt werken. Dat zoiets
gebeurt met deskundige hulp, is pas punt 2. Het
gaat eerst om de mentaliteit, de bereidheid tot
veranderen. Daar zit de eerste mogelijkheid om
op in te spelen.
Om tot die stap te komen is voor velen al een
hele klus. Met name in de gezondheidszorg. Dat
zit zo dichtbij en heeft zo geweldig te maken met
je eigen gevoelens. Hoe vaak gebeurt het niet
dat u er zelf ook last van heeft. Bijvoorbeeld met
roken: iedereen in de gezondheidszorg kent het
probleem. Je moet er toch niet aan denken dat
de meneer of mevrouw die jou helpt, zelf een
verslaving heeft en er niet af kan komen? Hoe
kom je ervan af? De enige echte therapie is:
gewoon stoppen. Geen laatste peuk meer. Geen
allerlaatste pakje stinkstokken. Gewoon weg
doen die handel. Weg ermee. Op het moment dat
u wilt stoppen, doen.
De kennis over het fenomeen is algemeen
bekend: roken is slecht voor uw en andermans
gezondheid. Hoe slecht valt over te delibereren.
In ieder geval slecht genoeg om er ogenblikkelijk
mee te stoppen. En voorwaar, het geluk is met
ons, ook al stop je na vele jaren rookarbeid,
het helpt! Dus kom op stumpers met de peuk in
de bek op de stoep van het ‘gezondheidshuis’,
scheert u naar elders of beter nog: stop. Maar
overwin je het gebrek aan vertrouwen, de stap
die nodig is om een dergelijk besluit te nemen?
Daar zijn heel wat antwoorden op te verzinnen.
Allerlei mogelijkheden spelen een rol: nieuwe
kijk op de kwestie, inspelen op een trend, uitbui-
ten van een algemeen of juist onbekend middel,
inhaken op een nieuw fenomeen of het opzetten
van een oud, welhaast vergeten, hulpmiddel,
etcetera! Dat soort middelen helpen. Ook is het
mogelijk om de wens of vrees van de patiënt
als uitgangspunt te benoemen en van daaruit te
handelen. Mentaliteit is het toverwoord!
Kiezen voor een doelDe vraag waar ik het over wil hebben, ligt
evenwel breder. Over stoppen met roken is al
veel te doen en eerlijk gezegd ben ik er al lang
klaar mee. Wie gezondheidszorg wil verlenen
en zelf rookt, moet er in de gezondheidspraktijk
gewoon mee stoppen. Dus niet roken in de
buurt van de ‘gezondheidspraktijk’. Dat geeft
een verkeerd voorbeeld. Veel breder ligt de vraag
naar de vechtersmentaliteit, want het positief
zijn, betekent heel veel in talloze situaties die u
als gezondheidsprofessional tegen komt. En als
ondernemer. Dat vraagt om een frisse mentali-
teit, een ‘vechters’ grondhouding. Die attitude
vinden, is voor velen een ware zoektocht.
VoorbeeldU heeft de keus. Twee opties: een negatief, de
ander positief. Als u voor positief kiest, brengt u
wel degelijk de negatieve elementen in stelling.
Echter, met dit verschil: u gaat ze niet negatief
inkleuren, maar neutraal. En dat is precies wat
ik wil. U moet wel degelijk de negatieve moge-
lijkheden leren kennen, anders kunt u nooit een
conclusie trekken waarop u een serieus besluit
kunt nemen.
Een voorbeeld: een man en vrouw zitten in een
auto. Niks aan de hand. De man stuurt en kijkt
vrolijk de wereld in. De vrouw heeft zo haar eigen
gedachten. Ze gaan naar het strand. Kortom, een
heerlijke dag. Dan plotseling duikt er een hele
groep Hell’s Angels op. Ze komen van achteren
en halen in. De man ziet dit al aankomen in de
achteruitkijk spiegel en ... de vrouw ziet het nu
ook. De bedoeling is dat ze hun auto en een paar
volgende passeren. Eigenlijk kan dat niet, want de
auto’s rijden al 80 kilometer per uur en dat is de
max. Maar goed, de Angels hebben daar maling
aan en ze halen in. De vrouw begint plotseling
een hels kabaal te maken en de man schrikt zich
rot. “Je rijdt opeens harder, je lijkt wel gek’ en
Mensen met kanker of hart- en vaatziekten hebben het moeilijk. Als ze depressief zijn helemaal. Twee of drie keer
meer kans om aan hun aandoening te overlijden dan anderen. Verschrikkelijk. Maar, mensen met dezelfde ziekten
en een positieve instelling hebben juist meer kans op prettige toekomst. Kortom: de vechtersmentaliteit helpt! Dat
bericht stond niet zo lang geleden gewoon in de Volkskrant.
Dat ene woord, mentaliteit, daar gaat het om!
september 2010 25
dat soort geluiden, valt de vrouw haar man aan.
De man schrikt en zegt dat zijn vrouw ogenblik-
kelijk vijf minuten stil moet zijn, is ze nu helemaal
belazerd. Hij heeft die tijd nodig om bij te komen
van de heftige reacties van zijn vrouw. Vrouwlief,
ook niet gek, zet een pinnig gezicht op en weigert
elke communicatie. Ze heeft het altijd al gezegd,
die man van haar kan niet rijden, en hij trok wel
degelijk op naar de voor hen rijdende auto. Dat
had ze immers gezien en gevoeld. Maar goed, als
hij dan niet goedschiks wilde luisteren, dan maar
kwaadschiks. Hij zou ervan lusten!
En dat besluit voerde ze met verve uit. Ten eerste
zei ze geen stom woord aan het strand. Tweedens
besloot ze af te zien van een warme maaltijd aan
het eind van de dag. Manlief had dat voorstel
opgevat aan het eind van de stranddag in een
vraag om zo de communicatie te herstellen. Neen,
de vrouw at niks en daar bleef het bij. Derdens liet
ze hem de volgende morgen bij de ochtendwan-
deling categorisch weten dat hij wat haar betrof
had afgedaan. Ze beantwoorde elke vraag met
‘geen idee’ en gaf aan - met een nog pinniger
gezicht - het wel te weten met hoe het verder
moest. Kortom: zij zat in een negatieve spiraal
en daar zijn geen woorden gewenst die je eruit
kunnen halen. Het was mooi geweest en daarmee
basta! Al die andere keren kregen nu, in dat nega-
tieve denken, een plaats en dat gaf voldoende
redenen op de koers te wijzigen... Zo dacht zij dat
de wereld in elkaar steekt. Hij dacht daar anders
over. Er zal nog veel meer aan de hand geweest
zijn, maar daar gaat het nu even niet over.
Kiezen dusOm hier een eind aan te maken zijn er dus twee
opties denkbaar: positief of negatief. De man
pakte de positieve kant van de zaak op. Hij had
niet opgetrokken, maar liet dat punt zitten. Want
daar kom je nooit uit. Hij was wel erg geschrok-
ken van het voorval en nam de volgende morgen
alleen maar een paar kersen als ontbijt. Verder
niets. Zijn vrouw had niet gegeten de avond te
voren en at haar ontbijt wel. Verder was zij in
een negatieve stemming, want ze hoorde niks en
zei zo weinig mogelijk. Haar gezichtsuitdrukking
vertelde eigenlijk alles: onweer. En dat niet voor
het eerst... Hoe kom je daar nu uit? Welnu, kie-
zen. Voor positief of negatief. Maar kiezen moet.
Of het nu een bewust besluit is of niet, je kiest.
Negatief op positief!
Als de vrouw voor negatief kiest, is de weg naar
herstel moeilijk. Zij zet als het ware aan het eind
van de race haar huwelijk op het spel en dat
kan uiteindelijk verkeerd uitvallen. Natuurlijk,
er kunnen allerlei andere zaken spelen waarvan
ik geen kennis draag en die ertoe bijdragen dat
ze vooral in het negatieve terrein beweegt. Dat
kan, maar ook dan geldt toch de positieve keuze
als de meest voor de hand liggende om eruit te
komen. Dus de vraag die zich opwerpt aan ons
is: wil zij er wel uitkomen of is ze een andere
mening toegedaan?
Om haar nu niet verder in het negatieve te stimu-
leren gaat de man, die voor de andere - positieve
- keuze gaat, niet verder op de weg van het ‘posi-
tieve’. Hij wacht rustig af en is wel positief, maar
toont dat niet met nadruk. Om haar de ruimte te
geven bij te komen...
Enfin, dit voorbeeld is om even te zien hoe het
kan lopen. Naar alle waarschijnlijkheid begint
u nu te denken aan een ander voorbeeld uit
uw naaste omgeving en daar gaat het om.
Bijvoorbeeld de man of vrouw die weigert in
te zien wat het belang is van afvallen, of om
de lichaamsexercitie meer ruimte te geven, of
om alle twee meer kans te bieden. Daar zit nu
de kneep. Hoe kom je daar achter? En waar
haal je de keuze voor positief of negatief erbij?
Wel, of het nu gaat om het ondernemen of het
begeleiden van een patiënt, het kiezen voor een
positieve aanpak is altijd goed. Soms zelfs door
het negatieve eerst volledig uit te pluizen en als
zodanig op te tuigen, en dan pas het positieve te
benoemen. In sommige gevallen helpt die weg
naar het positieve!
Ondernemers: kies positiefGa er dus in ondernemersland eveneens van uit
dat het helemaal niet makkelijk is om overal uit
te komen, maar dat het wel helpt om positief te
blijven denken. Als het ene niet lukt, dan mis-
schien het andere wel! Maar altijd vanuit een
positieve attitude, een vechtersmentaliteit!
Dat is de manier om overeind te blijven. Zo
komt u waar u wezen wilt. Ga er bijvoorbeeld
in uw aanpak voor een nieuw idee vanuit dat
uw zorgverzekeraar zijn kant van de zaak het
eerst wil zien, maar vergeet uw eigen belang
niet. Die aanpak, kijk, van de zorgverzekeraar
is essentieel. Daar pakt u hem mee en daarom
gaat u daar ook van uit. Vervolgens plakt u uw
eigen antwoord op een kwestie en die haakt daar
naadloos op in. Ga daar bij de voorbereidingen
diep op in. Niet alleen op de vragen die u zo wel
kunt bedenken, vooral aandacht besteden aan
de problematiek die daarachter ligt! En, het is
lang niet in alle gevallen noodzakelijk om een
heel pleidooi samen te stellen om te kunnen
winnen. Eerst en vooral zijn het logische stappen
waarlangs bijvoorbeeld de verzekeraar denkt.
Dat denken geschiedt voor een belangrijk deel
voor u, maar het laat onverlet de de keuze aan u
is waar u op inspeelt en vooral hoe u dat doet!
Een positieve vechtersmentaliteit van kijk hoever
ik ben, en waar kan ik me nog verbeteren, past
in dat plaatje. �
Ga altijd uit van een positieve attitude, een vechters-
mentaliteit! Dat is de manier om overeind te blijven.
Gert Jan Eikmans,
Universitair docent health marketing, oud secre-
taris KNMG, auteur van onder meer De onderne-
mende huisarts, Tovenaars op de mm² (marketing
en communicatie dentale sector), Beroepshouding
Communicatieadviseur, adviseur van E&P (Eikmans
& Partners) Communicatie BV (Zeist), CFO van Crown
Home Builders, LLC, Eco Management Group, LLC en
CEO van Oak Spade Consultants Inc. (Summerville,
SC, USA.)
september 2010 26
| M A N A G E M E N T |
Abakus: EPD en expertsysteem in één!
Abakus is de meest innovatieve en gebruiksvriendelijke praktijkoplossing voor fysiotherapeuten (al dan niet gespecialiseerd) en oefentherapeuten.
Abakus ondersteunt u bij de besluitvorming in de spreekkamer. Het helpt u bij de functionele diagnostiek, prognostiek en evaluatie van de therapie.
Ondersteunt HKZ en KNGF richtlijnen verslaglegging. Minimale administratieve handelingen. Ontwikkeld met en voor de dagelijkse praktijk. Gericht op kwaliteit van de behandeling. Ondersteunt het klinisch redeneren. Een expertsysteem met meer dan 250 meetinstrumenten. Huiswerkfunctie en behandeldagboek voor de patiënt. Ondersteunt het praktijkmanagement en de vervaardiging
van het praktijkjaarverslag.
Kijk voor meer informatie op www.abakus.nl of bel naar (0318) 65 78 25
AbaKus B.V.Zonneoordlaan 17
6718 TK Ede
T (0318) 65 78 25
I www.abakus.nl
september 2010 27
op 169% geplaatst
kwaliteit?
september 2010 28
| N A O M T |
Ik stap uit in Metrostation Holendrecht. Een
kleine groene wandeling brengt mij langs het
AMC naar de Hogeschool van Amsterdam waar
het het symposium in november dit jaar zal
plaatsvinden. Commissielid Humbert Buur en
voorzitter Reg Tan komen aanlopen vanaf de
ernaast gelegen parkeerplaats. Edwin Bogaard
leidt ons door het vriendelijke gebouw, dat
de vroegere fysiotherapie-opleidingen Jan van
Essen en Leffelaar heeft samengesmolten tot de
fysiotherapie-opleiding van Amsterdam. Tot mijn
verbazing word ik voorgesteld aan mijn vroegere
docent massage, ooit verantwoordelijk voor een
minder fraaie onvoldoende op mijn lijst. Hij her-
kent me gelukkig niet meer.
Ik zie de mooie grachtenpanden van Jan van
Essen weer voor me, fraai beschilderde pla-
fonds boven de massagebanken waar wij onze
technieken oefenden in een computerloos tijd-
perk. Junks en prostituees op straat, gebruikte
injectienaalden naast onze fietsen. Rellen in
de Leidsestraat als we van het ene pand naar
het andere pand fietsten voor de volgende les.
Stenen door de lucht, punkers, studenten, zaken-
lui, echte Amsterdammers en overal toeristen.
Oh, wat hield ik van dit Amsterdamse leven, zo
vol van afwisseling. Vol van potentieel gevaar en
toch zo veilig en vertrouwd. Wat een studietijd
om aan terug te denken.
Hoe anders is de Hogeschool van Amsterdam
anno 2010. Een rustige omgeving, groot gebouw,
verbonden met de wereldstad door metro’s en
bussen. Computers en behandelbanken op de
gangen. Café en boekhandel op de begane grond.
Wij bezichtigen het auditorium, geschikt voor de
250 manueeltherapeuten die wij hopen te zullen
ontvangen. Mooie plek voor een stukje cabaret
tussendoor, wordt geregeld. Eromheen genoeg
plaats voor interessante demonstraties in de pau-
zes. Ik voel de sfeer al: uitwisseling van werkerva-
ringen, discussies over de inhoud van de lezingen,
bespreken van zakelijke onderwerpen, geprikkeld
worden tot nieuwe behandelingen, oude vrienden
ontmoeten. We lopen door de in pastelkleuren
ingerichte gangen en bereiken een verdieping
lager de lunchgelegenheid. Prima. Grote lokalen
met veel massagebanken, audiovisuele onder-
steuning en veel studenten om de deelnemers van
het symposium te begeleiden. Hier worden onze
sprekers en deelnemers blij van.
Humbert Buur en ik rijden nog even verder naar
het Holiday Inn, waar de overnachtingsmogelijk-
heden zijn gereserveerd voor deelnemers aan het
symposium. We bezichtigen de fraaie kamers en
de feestzaal waar de band zal spelen en het diner
plaatsvindt. Tevreden keren we huiswaarts.
De accreditatie voor de registers manuele thera-
pie en fysiotherapie is aangevraagd, het gaat nog
interessant worden in november.
Aanmelding: www.naomt.nl of www.rugge-
spraak.info �
Op vrijdag 26 en zaterdag 27 november organiseert de Nederlandse Associatie Orthopedische Manuele Therapie
(NAOMT) in samenwerking met de Hogeschool van Amsterdam het symposium “Bewegingen in de manuele therapie”.
Wetenschap, manuele therapie in engere en ruimere zin zullen elkaar aanvullen. Zes gerenommeerde sprekers uit de
Verenigde Staten, Zwitserland, België en Nederland zullen met presentaties en workshops hun visie en kunde etale-
ren. De ochtend zal bestaan uit presentaties. Na de lunch zullen workshops plaats vinden. Het wordt een symposium
voor de manueeltherapeut die in beweging blijft.
TE K S T : C E C I L E R Ö S T
Entreeprijzen voor het symposium
“Bewegingen in de manuele therapie”
NAOMT-leden 1 dag € 225
Niet-leden 1 dag € 245
NAOMT-leden beide dagen € 395
Niet-leden beide dagen € 445
- De cursusdagen zijn inclusief koffie, thee en lunch.
Feestarrangement € 65
- Het feestarrangement is inclusief dinerbuffet en
twee drankjes (wijn, bier en softdrinks)
Voorzitter symposiumcommissie: Reg Tan
Openingswoord: Raul Engelbert,
Symposiumvoorzitter: Hans Heneweer
Sprekers:
• Prof. Jaap H. van Dieën.
‘Recent wetenschappelijk onderzoek wervelkolom’
• Prof. Wim Dankaerts.
‘Recent wetenschappelijk onderzoek wervelkolom’
• Alfio Albasini.
‘Neurodynamic Solutions’. ‘Diagnostiek en behande-
ling volgens Neurodynamic Solutions concept’.
• Hans van den Berg.
‘De rol van het ligament alare in het occipito-atlanto-
axiale complex’. ‘Masterclass diagnostiek en behande-
ling van het occipito-atlanto-axiale complex’.
• Koen Schoolmeesters.
‘Uncontrolled Movement: Pain and Recurrence of
Pain’. ‘Diagnostiek en behandeling volgens Kinetic
Control-concept.’
• Thomas Boers.
‘In the Hands of the Beholder’. ‘Specific texhniques to
restore decreased motion to a joint’.
'Ik zie de mooie grachtenpanden weer voor me, fraai
beschilderde plafonds boven de massagebanken waar wij
onze technieken oefenden in een computerloos tijdperk'
september 2010 29
Monitored Rehab Systems Claes Tillyweg 2 2031 CW Haarlem023 750 [email protected]
MR
CU
BE
Een demonstratie van de MR Cube? Maak een afspraak met ons voor een demonstratie van 1 uur bij u in de praktijk via 023 - 750 54 44.
Monitored Rehab Systems presenteert de “MR CUBE”; een uniek systeem dat u eenvoudig aan elk trainings-apparaat kan koppelen en die communiceert via Bluetooth. De uitdagende software doet een appèl op de coördinatieve en proprioceptieve capaciteiten van uw patiënt. Testresultaten worden automatisch aan het dossier van uw patiënt gekoppeld binnen het EPD FysioRoadmap. Bel voor meer informatie 023 7505444.
De nieuwe 3D Monitored Rehab Systems Software met diverse trainingsvormen.
De “MR CUBE”, door zijn universele aan- sluiting toepasbaar op elk trainingsapparaat.
Communicatie van de MR Cube naar uw PC verloopt via een Bluetooth verbinding.
Eenvoudig te koppelen aan al uw
bestaande trainingsapparatuur
september 2010 31
De voordelen• Automatische backup via internet
• Dagelijkse rapportage per email
• Installatie en beheer op afstand
• Intelligente en veilige backup-technologie
Dit betekent• Tijdwinst
• Geen kapotte tapes meer
• Eenvoudige procedure
• Methodiek voldoet aan GBZ en HKZ norm
Nieuwe dienst van Comvio!Naast onze vertrouwde SBC Online Werken nu ook COB Comvio Online Backup
ComVio Online Backup:Met Comvio Online Backup veilig en snel een backup van uw server of werkplek.
Méér gebruiksgemak en zekerheid. Een adequate backup-historie tot zelfs 28 dagen!
ComVio b.v. | Postbus 150 | 6940 AB Didam | Telefoon: 0316 29 42 42 | Fax: 0316 29 41 00 | E-mail: [email protected]
Alle ruimte voor jouw ontwikkelingOp zoek naar een specialisatie in fysiotherapie/oefentherapie bij mensen met chronische ziekten? Kom dan naar Hogeschool Leiden!
We verzorgen een volledige hbo master, die is geaccrediteerd door de NVAO en het KNGF. Vanaf
september kun je ook delen van deze master volgen, via het zogeheten aanschuifonderwijs.
Zo heb je de mogelijkheid om je in jouw eigen tempo te specialiseren. Kijk voor meer
informatie op de website www.hsleiden.nl/aanschuifonderwijs of kom langs op
een open dag. Kijk voor data op de website van Hogeschool Leiden.
hsleiden.nl
september 2010 32
september 2010 33
MoveMens - magazine voor ondernemers in beweging
informeert haar lezers met name over de ontwikkelingen op het 2de
vakgebied. Naast marktinformatie, marketing, management en actuele
zaken, wordt ook aandacht gegeven aan gezondheid, onderzoek, kwa-
liteitsbeleid en leefstijl.
Doelgroep
zijn professionals werkzaam in de beweegmarkt, waaronder fysio-
therapeuten, oefentherapeuten en beweeginstructeurs en trainers.
Tevens behoren de eigenaren van praktijken voor fysiotherapie en centra
voor commerciële beweeg-activiteiten tot de doelgroep.
Adreswijzigingen
kunt u doorgegeven via de website www.movemens.nl.
Het adreslabel met het oude en nieuwe adres kunt u ook sturen naar:
Postbus 1027, 2280 CA Rijswijk.
Wijzigingen per telefoon zijn niet mogelijk.
Bladmanagement
Inge van de Weem
06 245 87 990
www.movemens.nl
Advertenties
ParaMediair B.V.
Postbus 1027
2280 CA Rijswijk
070 415 13 13
www.movemens.nl
Redactie
Caroline Mangnus, Gert Jan Eikmans, Cecile Röst, Inge van de Weem,
Cees de Zoete.
De redactie is te bereiken via het adres van ParaMediair B.V. De redactie
houdt zich het recht voor ingezonden artikelen in te korten. Advertenties
en advertorials worden geplaatst buiten de verantwoording van de
redactie.
Aan dit nummer werkten verder mee
Ad Evers, Hans van Herwaarde, Margriet van Lingen, Annelies Roovers,
Sanne van der Poel, Wim van IJzendoorn (fotografie), Ivo Lucas Luyckx
(fotografie), Nely van den Oetelaar (fotografie)
Vormgeving, lithografie, druk en verspreiding
Drukkerij Corns Broekzitter B.V. Ridderkerk
Verschijning, oplage en abonnement
MoveMens verschijnt 4 keer per jaar in een oplage van ca. 12.000
exemplaren. Het magazine wordt aangeboden aan professionals
in de beweegmarkt. Aanmelding om in het lezersbestand te wor-
den opgenomen kan uitsluitend via de website www.movemens.nl.
Geïnteresseerden niet behorend tot de doelgroep kunnen zich abon-
neren via de website www.movemens.nl. Een jaarabonnement kost
€ 24,00 inclusief BTW en kan op ieder moment ingaan. Opzeggen kan
uitsluitend per einde jaar.
Copyright 2009 MoveMens
Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen en/of verveelvoudigd,
voor welk doel dan ook en op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande
schriftelijke toestemming van ParaMediair B.V.
Hoofdkantoor:Innovatiepark 74906 AA OosterhoutT: (0162) 498860E: [email protected]
september 2010 34
| C O L O F O N |
Dat ligt voor de hand
U kent Chemodol,
de hypo-allergene
afwasbare massage-
olie. Maar Chemodis
heeft ook Traumadol
voor de behandeling
van (sport)blessures.
Traumadol Polar
powderpack is een
coldpack op basis van
poeder en bestemd
voor de onmiddellijke
behandeling van
(sport)blessures zoals
kneuzingen, blauwe
plekken, bloeduitstor-
tingen, zweepslag,
verrekkingen etc.
De Traumadol Polar
powderpack kan zo
uit het vriesvak direct
op de huid worden
gelegd.
Voor de nabehande-
ling van deze bles-
sures is er Traumadol
creamgel. Het bevat
een geconcentreerd
Arnica-extrakt voor
een effectieve behan-
deling. Traumadol
creamgel is niet vet,
trekt snel in en laat
geen vlekken achter
in de kleding. Het is
voordelig in gebruik.
Uw leveranciers
kunnen u er alles
over vertellen.
Of bel voor meer
informatie:
0800-chemodis
(0800-24 36 63 47).
www.chemodis.nl
CHEMODIS Chemodis B.V.Para-medische FarmaciePostbus 9160NL-1800 GD AlkmaarTel. +31 (0)72 - 520 50 83Fax +31 (0)72 - 512 82 14
Niet alles steunt
op Chemodol.
FYSIOTECHNIEKMEDISCHE FITNESSECHOGRAFIE SHOCKWAVE BEHANDELBANKEN
GymnaUniphy Nederland BV Overbeeke 1 5258 BL Berlicum tel. +31 (0)73 5999000 fax +31 (0)73 5999019 e-mail: [email protected] www.superpraktijk.nl
MEDISCHE FITNESS
Uw medische fitness apparatuur moet vanzelfsprekend aansluiten bij de specifieke behoeften van
een beginnend revalidant. Maar ook bruikbaar zijn voor gevorderden… GymnaUniphy speelt hier op in,
bijvoorbeeld met de prachtige Ergo-Cycle 4000!
• Zeer eenvoudige bediening maar toch veel mogelijkheden.
• Een uitstekend permanent inzicht in de toestand van de patiënt,
o.a. met het een grafiek van de hartslagfrequentie.
• Alle toestellen zijn uitgerust met diverse trainingsprogramma’s.
• De Ergo-fit 4000-serie is compatibel met PointSystem software,
voor kaartgestuurd trainen.
• Instelbereik van 15W tot 600W, in stappen van 5 Watt, dus geschikt
voor zowel laag belastbare patiënten als voor gevorderden.
• Degelijk, duurzaam en veilig in een prachtig design.
Vraag informatie aan en maak uitgebreid kennis met ons
fitness aanbod. Bel nú of stuur ons een e-mail. U heeft de
brochure snel in de brievenbus.
GymnaUniphy levert diverse merken medische fitness
apparatuur. Er is altijd een merk dat het beste aansluit
bij uw plannen, uw doelgroep én uw budget.
Lage instap gewenst?
14 - 16 oktober 2010
JaarbeursUtrechtBezoek ons op de
FITNESS & HEALTH
BENELUX
Verstelbare trapperlengte
Ruime lage instap
Zadel 3-D verstelbaar
Eenvoudige bediening