311
MARXISME EN REVOLUTIE'

MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

  • Upload
    others

  • View
    0

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

MARXISMEEN REVOLUTIE'

Page 2: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

CHRISTELIJK PERSPECTIEF

Redactie: Dr. J. Stellingwerff

DEEL XII

0 Buijten & Schipperheijn, AmsterdamOmslagontwerp C. van de Weert

Page 3: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

MARXISME EN REVOLUTIE

door

Dr. J. van der Hoeven, Drs. H. G. Leih, Drs. S. vanPopta, R. Willems, Prof. Mr. P. H. Kooijmans, Drs. J. D.

Thijs en Dr. J. Stellingwerff

BUIJTEN & SCHIPPERHEIJN — AMSTERDAM — 1967

Page 4: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

^ I I Wui r,

Page 5: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

INHOUD

Inleiding ... 7

Revolutie en filosofie 11Dr. J. van der Hoeven

Over de ideologische oorsprongen van de RussischeRevolutie

Drs. H. G. Leih

Rusland en het Westen. Het vraagstuk van `deeigen weg' ... ... 123

Drs. S. van Popta

Totalitaire samenleving ... ... 193R. Willems

Communistisch volkenrecht: van non-existent rechttot recht van co-existentie ... ... ... ... ... 223

Prof. Mr. P. H. Kooijmans

Achtergronden en ontstaan van het Chinese corn-265

Drs. J. D. Thijs

Bibliografische aanwijzingen voor de studie vanKarl Marx en het marxisme 293

Dr. J. Stellingwerff

Biografische gegevens over de auteurs ... ... ... 303

Register van personen en zaken ... 307

Page 6: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

i wni

Page 7: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

INLEIDING

De bundel Marxisme en Revolutie wordt uitgegeven ter 7gelegenheid van de 50ste herdenkingsdag van de Oktober-revolutie in Rusl and. Deze revolutie vond op 25/26oktober 1917 plaats volgens de toen nog in Rusland gel-dende tijdrekening, dat is volgens onze kalender op 7/8november 1917.

Dat de bijdragen geleverd werden door een filosoof,twee historici, twee economen en een jurist betekent dathet boek een ruime variatie biedt. De eenheid van debundel ontstaat door de variatie op het éne thema vande titel, welke verwijst naar de titel Ongeloof en Revolu-tie, door mr. G. Groen van Prinsterer meegegeven aanzijn reeks van historische voorlezingen, gehouden in dewinter van 1845-1846: ruim vijftig jaar na de FranseRevolutie en in het midden van de periode waarin KarlMarx zijn Frühschriften sch reef. De titel Marxisme enRevolutie geeft zo aan dat de bijdragen alle gesch revenzijn uit die overtuiging welke in Nederland anti-revolu-tionair of christelijk-historisch wordt genoemd.

Uit de bijdragen blijkt dat de existentialistische, deRussisch-communistische en de Chinees-communistischerevolutie-idee zeker niet geheel overeenstemmen met demarxistische revolutie-idee, maar wel is er telkens eenduidelijk verband. Er is een verband tussen de revolutiesvan deze eeuw en de revolutie-idee die daarin tot uit-drukking komt, tussen deze revolutie-idee en het marxis-me, tussen het marxisme en wat Groen ongeloof noemt.De voorlezingen van Groen waren volgens zijn voorrede`een proeve van historisch betoog, dat er natuurlijk ennoodwendig verband is tussen ongeloof en revolutie; datde richting welke, ten gevolge der zelfverheffing van denmens, in staatsrecht en wetenschap, niet zonder weer-spraak evenwel, heerschappij voert, uit verwerping van

Page 8: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

het Evangelie is ontstaan'. Naar mijn oordeel geven dezebijdragen een soortgelijke proeve van historisch betoog

8 voor deze eeuw.J. Stellingwerff.

Page 9: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

DR. J. VAN DER HOEVEN

Revolutie en filosofie

Page 10: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie
Page 11: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

REVOLUTIE EN FILOSOFIE 11

Inleiding

Het blijft merkwaardig dat een omwenteling die zogewelddadig in het leven insneed, mèt het politiek-maat-schappelijke stelsel dat daaruit is voortgekomen, de naamhoudt van een man die vóór alles filosoof was. KarlMarx immers is zijn leven lang, ook toen hij reeds vroegschreef over `de misère van de filosofie' en daarna eco-nomische studie vergezeld liet gaan van praktische orga-nisatie of agitatie, de Duits-wijsgerig geschoolde denkergebleven. Hoezeer met name de filosofische reus van hetbegin der 19de eeuw, Hegel, door hem onder vuur werdgenomen, voortdurend heeft hij zich tegelijk juist metdeze wijsgeer gemeten.

Natuurlijk kunnen wij, zomin als de Franse revolutievan 1789 uit Rousseau, de Russische van 1917 uit defilosoof Marx `verklaren'. Maar wie bij het onderzoekvan ontstaan en karakter van deze gebeurtenissen hunoptreden niet in ogenschouw neemt, vervlakt en verkortzijn gezichtsveld in ernstige mate. Bovendien is dan dekans groot, dat de algemeen-Westerse betekenis vanMarx' denken — immers toch al zo sterk geannexeerddoor de communistische machthebbers in Oost-Europaen Azië —, juist als historisch-filosofisch verschijnsel, aande aandacht ontsnapt.

Nu doelen wij met dit laatste niet direct op de her-nieuwde studie van Marx' geschriften, die in West-Euro-pa de laatste jaren is ondernomen en dikwijls in het tekenstaat van de toenadering Oost-West, de vreedzame co-existentie e.d. Een flinke scheut Marx schijnt heilzaamvoor diverse kwalen van de Westerse kapitalistische de-mocratie. Noodzaak en nut van die hernieuwde studie

Page 12: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

willen wij geenszins in twijfel trekken. Het komt ons erechter op aan, te zien hoe algemeen-Westers de geest was

1 2 die zich in Marx' filosoferen op dat historische momentbaanbrak.

Algemeen ook in de zin van: tot op vandaag actueel,zo dat wij er direct in betrokken zijn. Het marxisme indeze algemene en radicale (tot de wortel reikende) zinblijkt b.v. door te dringen en gereactualiseerd te wordenbinnen min of meer existentialistische gedachtengangen,vooral in het zgn. linkse Franse existentialisme (Sartre,Simone de Beauvoir, Merleau-Ponty). En op haar beurtis deze Franse invloedssfeer nog steeds aanzienlijk. Eenman als Sartre moge zich niet meer in die spectaculairepopulariteit verheugen die hij kort na de oorlog genoot,en de kritiek op zijn filosofische redeneringen zelf mogeluider zijn gaan klinken, de doorwerking van zijn ideeën,vooral ondergronds, mag beslist niet worden onderschat.

Ongetwijfeld blijven er diepgaande verschillen tussenhet existentialisme, deze op de spits gedreven en op diepunt boven de afgrond balancerende vrijheidsfilosofie vanhet Westen, en het historisch-dialectisch materialisme vanMarx en zijn volgelingen, dat aan een legioen van op-standelingen en wereldbeheersers-in-hope vaste grond on-der de voeten moest bieden. Deze verschillen mogen nietworden verdoezeld. Maar des te frappanter en eigenaar-diger wordt tegelijkertijd de geestverwantschap.

Een en ander kan, dunkt ons, bij deze gelegenheid hetbest worden benaderd door het revolutie-motief naarvoren te halen. `Revolutie' en `revolutionair' waren inde tijd van Marx méér woorden met een hoofdletter,met een sterke electrische lading, dan thans, nu ze zozeer`gangbaar' zijn geworden dat het gebruik er van bijnazeker goed `valt' -- overigens een gang van zaken dieopmerkelijk genoeg is. Verschillende kwesties komen bijdit thema aan de orde: de rol van de filosofie in de

Page 13: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

nieuwe historische periode die Marx wilde inluiden, en inzekere zin inderdaad heeft ingeluid; de geëngageerdheidvan de filosoof in het praktische, veelszins door machts- 13strijd gekenmerkte, leven; de plaatsbepaling en recht-vaardiging van terreur en geweld, e.d. Deze kwesties zul-len steeds meer blijken samen te hangen en te bewegenin de scharniervraag naar de zin van vrijheid.

Met het bovenstaande is de hoofdopzet van deze bij-drage gegeven. Na een kort exposé van Marx' 19de-eeuwse visie m.b.t. de genoemde vragen stappen wij overnaar het 20ste-eeuwse Franse existentialisme dat zich,met name in de figuren van Sartre en Merleau-Ponty,nogmaals uitdrukkelijk met de vragen en antwoorden vanMarx heeft geconfronteerd en die op een eigen wijzeheeft verwerkt.

I. Marx versus Hegel: keerpunt van de 19de eeuw.

Toen de student Marx in 1836 zich liet inschrijven aande universiteit te Berlijn, was het vijf jaar geleden datHegel daar zijn laatste colleges had gegeven. Het talentén het totalitaire streven van deze denker waren zo for-midabel geweest, dat er na zijn dood eigenlijk een soortvacuum ontstond. Was er na een alomvattende filosofieals de Hegeliaanse, die zozeer geboeid, maar ook in haarban geslagen had, nog wel enige mogelijkheid om `verder'te gaan? Deze vraag was het, die Marx ging bezighouden,nadat hij enige tijd had doorgebracht in een kring vanzgn. links-Hegelianen, waar men wel vrij scherp enkelepunten van Hegels systeem kritiseerde, maar overigensniet tot een confrontatie met de kern van de zaak ge-raakte.

Deze kern, mèt het kernprobleem, lag, zoals Marxscherp zag, in het totalitair karakter van het Hegeliaansesysteem als zodanig, in het restloos omvattende en door-

Page 14: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

grondende, dat nieuwe mogelijkheden en de realiseringdaarvan leek uit te sluiten.

14 Hegel had de aandacht getrokken en gevangen gehou-den niet in de laatste plaats doordat hij in zijn filosofiede geschiedenis ten volle ernstig wilde nemen. De historiefunctioneerde voor hem niet zomaar als aanhangsel bijeen denken, dat van te voren de hoofdpunten en grond-lijnen van de werkelijkheid al heeft vastgelegd en uitge-zet. In een dergelijke opvatting kan het historisch gebeu-ren slechts een rol spelen als illustratie of extra bevestigingachteraf van principes die eerst al door het denken zijngefixeerd. Daarentegen trachtte Hegel de geschiedenis tevatten als een oorspronkelijke en tegelijk omvattendemacht, die haar imponerende gang gaat. Een gang zelfsover onze hoofden heen, inzover die hoofden emplooivinden in het bedenken van allerlei dogmatische stelselsen stellingen, die men dan, soms naïef soms opzettelijk-dictatoriaal, in de werkelijkheid als geheel de dienst laatuitmaken De geschiedenis in haar machtige gang magnu echter ook niet worden voorgesteld als een natuur-verloop. Dit laatste kan ons voortbrengen en meeslepenzonder ons toedoen. Maar in het historisch proces staathet menselijk, ingrijpend handelen juist voorop. Wij zeg-gen dan ook dat hier of daar, zus of zo geschiedenis wordtgemaakt.

Het is waar dat geen mens dit maak-werk kan onder-nemen, laat staan volbrengen, zonder ernstig rekening tehouden met het feit dat hij optreedt in een samenleving.Het historievormende ingrijpen heeft altijd het karaktervan een samentrekkende beweging, waarin meteen deeigenlijke betrekkelijkheid der dingen en gebeurtenissenzich danig demonstreert. Dit integratieve karakter vanhet historisch proces was Hegel sterk opgevallen, en dezo genoemde kategorie der totaliteit krijgt in zijn filosofiedan ook het volle pond. Méér dan dat, want deze zelfde

Page 15: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

kategorie moet tevens uitdrukking geven aan het totali-tair karakter dat als zodanig eigen zou zijn aan de vrij-heid, de vrijheid van de soevereine, zichzelf ontplooiende i5en voltooiende `Geest', die tenslotte de geschiedenis pasgeschiedenis doet zijn.

Dit alles zat Hegel hoog. Extra hoog door de diepeindruk die de Franse Revolutie bij hem, evenals bij zoveelandere Europese intellectuelen van die dagen, had nage-laten; deze gebeurtenis werd beleefd als de inauguratievan de Vrijheid in haar universele gestalte. Bovendienwist Hegel deze geschiedenisvisie uit te dragen met eenallure en een genialiteit die velen voorgoed onder zijnbeslag bracht. Maar wat voor vaart het ook mocht lopenmet `geschiedenis' in deze zin, als proces van zelf-expan-sie, zelf-intensivering en zelf-cultivering der `geestelijke'Vrijheid, — tenslotte zag Hegel nog hoger op tegen watde Westerse traditie reeds heel lang had gekoesterd en inde hoogste eer gehouden: de `Redelijkheid' van al watis, was en gedaan kan worden. Hegel was bezig, intensiefbezig met geschiedenis, vrijheid, vooruitgang, arbeid,staatsvorming en nog veel meer. Maar hij bleef daarmeevóór alles doende als filosoof. Sterker: hij was er op uitdit alles in een filosofische greep te omsluiten. Als gevolgdaarvan viel de vrije Geest, die zich in het historisch pro-ces moest uit-leven tenslotte samen met het Begrip in op-tima forma, in z'n uiterste spanwijdte, ook Idee geheten.

Niet het minst had Hegel indruk gemaakt doordat hijde realiteit van de machtsstrijd in de geschiedenis hadonderkend en verwerkt. De daarin optredende tegenstel-lingen tussen doel-stellingen (en bijbehorende aanhan-gers), die hun invloed doen gelden; de crisissituaties, deweerstanden, catastrofes en lijden, — het w as hem geens-zins ontgaan. Hij had het evenmin met een al te gemakke-lijke filosofische kunstgreep onschadelijk gemaakt. Inte-gendeel, bekend geworden is de uitdrukking waarin

Page 16: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

Hegel dit alles samenvatte: `de vervaarlijke macht van hetnegatieve'. En in Hegels boeiendste boek, Die Phänomeno-

1O logie des Geistes, draagt een belangrijk stuk de titel `Deabsolute vrijheid en de terreur'; het is wel zeker dat voordit gedeelte de Franse Revolutie model heeft gestaan.Maar des te vermeteler werd zo de poging om ook dezetegenstellingen, deze `negativiteit', die zich vooral histo-risch doet gelden, tenslotte te brengen onder de noemervan het alles omvattend logisch Begrip.

Wel moest het logisch denken daarvoor tot opzienba-rende proporties worden uitgerekt. Begrip en oordeelwerden omgesmeed tot nieuwe, opvallende gestalten. He-gels naam raakte verbonden met de eigenlijke introductievan een sindsdien steeds meer courant geworden en inde tegenwoordige marxistische filosofie officieel bekrach-tigde denkmethode, de zgn. dialectiek. In het vervolgzullen wij hierop moeten terugkomen. Nu gaat het er om,vast te stellen dat Hegel, terwille van de maximale reik-wijdte van het opzettelijk logisch denken, een momentvan dit denken op de spits dreef en zo doende er nietvoor terugdeinsde op krasse wijze in te grijpen niet alleenin dat wat hij wilde be-grijpen, maar ook in het logischbegrijpen zelf. In het opzettelijk logisch denken gaat hetom onderscheiden, om analyseren. Dit onderscheiden ge-beurt zo scherp mogelijk, zo scherp dat het nogal wat`hoofdbrekens' kost. Daarin maakt zich voelbaar deeigen-aardigheid van hetgeen analytisch wordt onder-zocht en bewerkt: dit laat zich nu eenmaal niet logischabsorberen en het logisch denken zelf blijft geconfron-teerd met z'n eigen relativiteit, met z'n betrokken-zijn ineen ruimere samenhang. Het gehele proces van logischeanalyse wordt gericht door het principe van de tegen-spraak, dat bevestiging en ontkenning van hetzelfde in lo-gische zin verbiedt (A is niet niet-A); ook dit principeonderstelt de zojuist genoemde wijdere samenhang en kan

I 411 1., I li

Page 17: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

alleen daarbinnen z'n volle zin manifesteren. In het uit-gesproken dialectisch denken van Hegel wordt nu echterhet logisch tegenstrijdige vooropgesteld en in feite gesanc- 17tioneerd: A is wel degelijk tegelijk ook niet-A. Wel blijftHegel gehecht aan de totaliteit, in laatste instantie dievan de eerder vermelde Geest. Het is deze, die de tegen-stellingen in zich draagt, die zich door de — op logischewijze voorgestelde — zelf-ontbinding en zelf-vervreem-ding heen telkens tot hoger plan `opheft', en die tenslotteaan de top van het systeem, in nu volmaakt zelfbewust-zijn, zegevierend te voorschijn komt. Maar deze gang ver-loopt vanaf het begin volgens het dialectisch-logischeprocédé, waarin een logische `synthese' de toon aangeeften diezelfde universele Geest aan de top samenvalt meteen grens-Begrip, met een Idee.

Het is nu juist op dit punt dat zich een scherpe tegen-stelling voordoet. Een tegenstelling die des te scherper is,omdat nu net Hegels denken in een gigantisch onderne-men alle tegenstellingen had willen omvatten, — áls den-ken. Inzoverre droeg deze tegenstelling voor het besef vande jonge Marx zelfs een finaal karakter. Ze had ook eenlogische kant, die de student aansprak en in zijn latereopvattingen opnieuw een rol van betekenis zou gaan spe-len. Maar ze reikte verder en sneed dieper in bij dezeHegel-leerling, die zo sterk de geschiedenis van de 19deen van onze eeuw zou beïnvloeden.

Onverbiddelijk, cru, massief houdt zich namelijk tegen-over Hegels Idee en haar aanspraken de realiteit van hetdagelijks leven staande. En niet slechts `staande'; inte-gendeel, terwijl Hegels stelsel, hoe `om-vattend' ook, alsstelsel stáát, dringt die levensrealiteit zich op en drijft zeons voort. Marx voelde zich beslist met Hegel verbonden,inzover ook deze, zelf in zijn jonge jaren voorgoed gegre-pen door de cultuurkritiek van Rousseau, reeds de na-

Page 18: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

druk had gelegd op het revolutionair karakter van hetverloop der geschiedenis; alleen door revolutionaire moto-

18riek, in een proces van opzettelijke `zelf-vervreemding'waarbij destructie en constructie helemaal hand in handgaan, kan het vrijheidsbewustzijn zijn mogelijkhedenreëel en volledig ontplooien. Maar inzover dit laatste pro-ces uiteindelijk toch weer bepaald bleek door een uitersteBegripsmatigheid, botste Marx frontaal op de tegenstel-ling van zoëven en constateerde hij juist een principiëleremming en neutralisering van de revolutionaire motoriek.Hegels praktische houding van adhesie met het Pruisischestaatsbestel van die tijd kon Marx' ervaring op dit puntslechts bevestigen.

Marx' afkeer van Hegel in de aanraking met hem wasdan ook een zaak van veel grotere diepte en wijderestrekking dan een soort psychische aversie. Deze afkeer iseerder te beschouwen als een keerpunt in de 19de eeuw.In elk geval geldt dit voor de rol van de filosofie. Marxbeoogde ook wat dit betreft, en niet bij wijze van onder-geschikt programmapunt, revolutionair optreden, omke-ring van rollen. En vast staat dat zijn desbetreffendestellingen, met die van overigens anders georiënteerdedenkers als Kierkegaard en Nietzsche, op het Westersfilosoferen sindsdien een onuitwisbaar stempel hebben ge-drukt. De vraag kon immers niet uitblijven, juist nu hetcontrast tussen de totalitaire pretentie van een filosofischeIdee en de primaire druk van het reële bestaan, met namein het tijdperk van de zgn. industriële revolutie, zo scherpwas geworden, of dit niet iets, mogelijk zelfs veel, temaken kon hebben met het wezen van het wijsgerig den-ken zelf, zoals dat tot dusver in de Westerse geschiedeniszich had gepresenteerd en bij Hegel een top had bereikt.Tegen deze achtergrond moeten we de laatste van Marx'vermaarde thesen over Feuerbach verstaan: `De filosofenhebben de wereld alleen maar op verschillende wijzen

^^, ^ u 11 i 1 1 1 .

Page 19: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

geïnterpreteerd; het komt er op aan de wereld te veran-deren.'

Nu zouden wij Marx misverstaan, indien wij een uit- 19spraak als deze zouden opvatten in deze zin, dat menzich liefst maar zo spoedig mogelijk van het wijsgerigdenken moest afmaken. Marx bedoelt een werkelijke kri-tiek der filosofie, een kritiek die hout snijdt. Wel moeter dan worden gewerkt met snijbranders en gaat het erom, de filosofische betimmering der ruwe werkelijkheid,waardoor juist de diepe scheuren daarvan al te goed zijnweggewerkt, definitief te slopen. Maar Marx heeft opverschillende belangrijke punten in zijn gedachtengangbij die van Hegel aangeknoopt, bleef tot het einde toe eenzekere taak aan de filosofie toekennen — zoals tot opheden in communistische landen de filosofie een aparteplaats inneemt —, en is al met al niet in een te goed-kope demagogie gevlucht. Niettemin moeten we hierzeker van een opzettelijke doorbraak spreken.

Enige uitwerking en toelichting van deze opmerkingenlijkt ons wel gewenst. Niet zozeer uit een drang tot we-tenschappelijke precisie als wel vanwege de bijzonderpraktische betekenis van deze kwestie in de ontwikkelingvan de Westerse cultuur, inclusief het marxisme. Het isnu eenmaal deze praktische betekenis die in plan en titelvan dit boek voorop staat. Marx zelf heeft terdege beseftdat wie in het Westen zich inlaat met `de' filosofie zichinlaat met een praktische macht, een cultuurmacht diemisschien forse klappen verdient, maar in geen geval zo-maar buiten spel gezet kan worden.

Het is dan ook van praktisch belang om op te merkendat Marx, eenmaal getroffen door de felle, finale tegen-stelling tussen de Hegeliaanse Idee en de onveranderdepraktische realiteit, zich niet zomaar in die 'werkelijk-heid' stort, daarin gaat agiteren en dan dit praktisch

Page 20: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

realisme hoogstens nog omlijst met een zgn. historischmaterialisme. Inderdaad staan Marx al vroeg vooral twee

20 realiteiten voor ogen, die in ons aller dagelijkse bestaanontegenzeggelijk hun gewicht duchtig doen voelen en dieals hefbomen voor de voortgang van zijn denken zijn tebeschouwen: de arbeid en het geld. Zijn grote werk overhet kapitaal kunnen we zien als de culminatie van dezepreoccupatie. Maar de belangrijkste geschriften, na dedissertatie 1, beginnen met een `Kritik der HegelschenRechtsphilosophie', gevolgd door een samen met Engelsgeschreven, dikwijls vlijmscherpe, bestrijding van enkelelinks-Hegelianen, onder de titel `Die heilige Familie oderKritik der kritischen Kritik'. De lectuur van deze enandere publicaties leert dat Marx vóór alles getrokkenwerd door de idee der revolutie als zodanig, direct ver-bonden met een idee van zelf-vervreemding, zoals dezebeide reeds bij Hegel een geprononceerde plaats haddengekregen. Het historisch materialisme ontwikkelt zich paslangzamerhand, onder de primaire inspiratie van dezeideeën 2. En ook wanneer dit zijn beslag heeft gekregen— zoals eigenlijk reeds in een geschrift als `Die DeutscheIdeologie' —' blijft het een historisch, of ook dialectisch,materialisme: het is de revolutionaire praxis, als actiefveranderend ingrijpen, die de gang van zaken beslissendbepaalt.

Juist daarom echter komt ook de positie van de filoso-fie uitdrukkelijk in geding. In het zoëven eerst genoemde

1 Deze handelde Über die Differenz der demokritischen andepikureischen Naturphilosophie en werd in 1841 aan de univer-siteit te Jena gepresenteerd.2 Vgl. ook R. Heiss, Die grossen Dialektiker des 19. Jahrhun-derts; Hegel, Kierkegaard, Marx. Keulen -Berlijn 1963, p. 332,335 vv.3 Zie K. Marx, Werke, Frühe Schrif ten I, hrsg. von H.-J. Lieberand P. Furth, Stuttgart 1962, p. 71.

Page 21: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

opstel formuleert Marx de zaak bondig in twee zinnendie elkaar moeten aanvullen: men kan de filosofie nietopheffen, zonder haar te verwerkelijken, en anderzijds 21kan men haar niet verwerkelijken, zonder haar op te hef-fen. Om deze beide uitspraken goed te verstaan, moetenwe in elk geval twee dingen bedenken. In de eerste plaatsdat Marx hier de Duitse, en dan met name de Hegeliaan-se, filosofie op het oog heeft; en ten tweede dat aan dezekritiek der filosofie direct voorafgaat een `kritiek derreligie'.

De oriëntatie aan de Duitse filosofie impliceert in ze-kere zin een beperking. Maar slechts in zekere zin, wantal enkele jaren eerder, nl. in annotaties bij zijn dissertatie,had Marx zich uitgelaten in deze trant, dat vooral in hetHegeliaanse denken de theoretische geest in zichzelf vrijgeworden was en nu volgens een `psychologische' wet-matigheid overging tot praktische energie, tot wil, diezich tegen de, ook zonder hem voorhanden, wereldwerke-lijkheid keert. Er is dan zelfs sprake van een filosofischworden van de wereld, zij het primair in deze zin dat wat`systeem' was nu `kritiek' wordt, wat `innerlijk licht'was nu als `verterende vlam' naar buiten slaat 3 . Het isnuttig op te merken, hoezeer Marx zich hier in de lijnvan Hegel beweegt; weliswaar van die Hegel. die bewustde geschiedenis, de arbeid, de revoluties, de zelf-vervreem-ding in zijn gezichtsveld betrokken had, maar toch nietminder van de Hegel die filosoof was gebleven en wiehet aankwam op een vrije theoretiserende `geest'. Tege-lijk echter had Marx toen al vastgesteld dat het filoso-fisch worden van de wereld meteen een `wereldlijk' wor-den van de filosofie betekent. Dat wil zeggen: haarverwerkelijking komt haar prompt duur te staan, in ditproces komt ze er allerminst heelhuids af. Ze moet even-wel, zo had Marx er bij gezegd, deze schade nemen, juistomdat de polemisch-kritische houding naar buiten direct

Page 22: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

te maken heeft met een innerlijk manco van de filosofiezelf 4 .

2 2 Reeds in deze algemene, maar nog zeer beknopte, aan-pak had Marx laten merken dat het hem te doen wasom een principieel revolutionaire filosofie. Tevens doetzich reeds bij deze compacte dialectische inzet de vraagvoor, in hoeverre die principieel revolutionaire tendensruimte laat voor de 'kritische' werkzaamheid van een'vrij geworden theoretische geest'; anders gezegd: of hetaangeduide innerlijk tekort niet van die aard is, dat vaneen doorbraak naar buiten nauwelijks echte baat ver-wacht kan worden.

Wat het Duitse van de onder schot genomen filosofiebetreft, Marx wijst er op dat een kritiek op de status quovan dit volksbestaan eigenlijk een anachronisme is 5. Wiede Duitse toestanden van 1843 afwijst ('verneint'), be-vindt zich, aldus Marx, nauwelijks in het jaar 1789, laatstaan in het brandpunt van het heden. Deze toestandenliggen onder het niveau van de geschiedenis en daaromook in feite beneden alle kritiek; slechts inzoverre blijvenze een voorwerp van kritiek, als de misdadiger, die bene-den het niveau van de humaniteit staat, object van descherprechter blijft. Er is echter één trek van z'n historie,waarin Duitsland op gelijke hoogte staat met de officiëlehedendaags moderne tijd, en dat is z'n filosofie, m.n.voorzover deze het recht en de staat heeft behandeld.Kritiek daarop is dan ook praktisch-universele kritiek.Praktisch, omdat ze doordringt tot de werkelijke levens-kiem van het Duitse volk; die kiem is namelijk tot dusverslechts 'onder z'n hersenpan' uitgebot. Een zgn. prak-tisch-politieke partij in Duitsland, die de eis stelt van een'negatie der filosofie', heeft daarom wel gelijk in deze

4 A.w., p. 71, 72.5 Voor het vervolg vgl. a.w., p. 489 vv.6 A.w., p. 497.

Page 23: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

eis als zodanig, maar ongelijk hierin dat ze de filosofiezomaar de rug toekeert: in Duitsland is het alleen maarecht praktisch, de filosofie op te heffen door haar te ver- 23werkelijken. Wel voegt Marx hieraan weer dadelijk toe,dat ook de omgekeerde vergissing wordt gemaakt: menkan ook vergeten dat de Duitse filosofie zelf tot de Duitsewereld behoort, derhalve een kritische strijd met de Duit-se wereld voor de filosofie tegelijk een gevecht met zich-zelf is, en dat aldus de filosofie niet kan worden verwer-kelijkt zonder ze op te heffen. Maar hoezeer ook hetabstracte denken over recht en staat in al z'n overdadig-heid een typisch Duits verschijnsel blijft, voorop staat nudat dit, van de werkelijke mens abstraherende, gedach-tenbeeld slechts mogelijk is, omdat en inzover de modernestaat zelf, algemeen genomen, abstraheert van de werke-lijke mens of de totale mens slechts in het imaginairebevredigt. 'De Duitsers hebben in de politiek gedacht,wat de andere volken gedaan hebben.' Vandaar tevensde universele strekking van een kritiek op Hegels rechts-en staatsfilosofie.

Zo komt Marx tot de kernvraag van zijn opstel 6 : kanDuitsland geraken tot een praxis 'à la hauteur des prin-cipes', d.w.z. tot een revolutie, die het niet alleen heftop het officiële niveau van de moderne volken, maarvooral tot de menselijke hoogte, welke de naaste toekomstvan deze volken zal zijn? Hier vallen dan de woorden dieMarx hoog zitten. Zij zullen de eigenlijke directieven voorzijn verdere gedachtengang blijven, ook wanneer die ge-dachtengang door een expliciet historisch materialismeenerzijds en door een sterk economische inslag anderzijdszal worden gekenmerkt.

Na deze vraag volgen direct de befaamde zinnen, dieals een serie voltreffers aankomen en onze kwestie m.b.t.de positie van de wijsbegeerte in de roos raken. Een re-volutionaire praxis op het peil van de theoretisch hoog

Page 24: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

ontwikkelde en universeel omspannende principes — zie-daar wat Marx verlangde. Het wapen van de kritiek kan

21t eenwel de kritiek der wapens niet vervangen, materiëlemacht moet door materiële macht omvergeworpen wor-den; alleen maar, ook de theorie wordt tot een materiëlemacht, zodra ze de massa's aangrijpt. De theorie is instaat de massa's aan te grijpen, zodra ze ad hominembewijst, en ze bewijst ad hominem, zodra ze radicaalwordt. Radicaal zijn wil zeggen: de zaak bij de wortelaanvatten. De wortel voor de mens is echter de menszelf.

Hier treedt Marx dan meteen als overtuigd humanistnaar voren. En in dat woord raken we een zaak (nieteen persoonlijke hebbelijkheid), die helaas te weinig aan-dacht krijgt, hetzij doordat men onder voor- en tegen-standers — meermalen niet geheel ten onrechte — genoegheeft van 'etiketten', hetzij doordat aan beide zijden hetbesef van de vèrstrekkende praktische relevantie van dithumanisme is afgenomen. Marx zelf is voor dit laatstebeslist niet aansprakelijk. — Tenminste zeker niet direct.We komen straks nog terug op de plaats van de 'zelfver-vreemding' in Marx' denken, een zaak waarmee hij inzekere zin toch wel heeft bijgedragen tot de aantastingvan een bepaalde humanistische zelfverzekerdheid. De20ste-eeuwse filosoof Martin Heidegger blijkt in een van

7 `Was Marx in einem wesentlichen and bedeutenden Sinne vonHegel her als die Entfremdung des Menschen erkannt hat, reichtmit seinen Wurzeln in die Heimatlosigkeit des neuzeitlichenMenschen zurück'. Ja zelfs: `Weil Marx, indem er die Entfrem-dung erfährt, in eine wesentliche Dimension der Geschichtehineinreicht, deshalb ist die marxistische Anschauung von derGeschichte aller übrigen Historie überlegen.' M. Heidegger, Briefüber den 'Humanismus', in: Platons Lehre von der Wahrheit,Bern, 2. Aufl. 1954, p. 87.8 M. Merleau-Ponty, Sens et non -sens, p. 380; id., Eloge de laphilosophic, p. 60 v.9 K. Marx, Werke etc., p. 497.

j I14/l il _..

Page 25: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

zijn zeer schaarse vermeldingen van Marx juist hierdoorgetroffen 7, zoals ook Merleau-Ponty, die overigens eensterkere affiniteit tot Marx vertoont, attent wil maken 25op het verval van het zgn. Prometheus-humanisme 8. —Bij Marx komen wij allereerst in aanraking met een strijd-baar, zelfbewust, zichzelf ponerend humanisme. En dezeprincipiële overtuiging, deze houding, heeft, zoals uit hethierboven gereleveerde blijkt, direct te maken met de helekwestie van de rol der filosofie, van de verhoudingtheo-rie-praxis. Of eerder nog omgekeerd. Bondig zouden wij

het wellicht zo kunnen stellen, dat bij Marx het huma-nisme van de nieuwe tijd, dat van meet af praktisch wasingesteld, maar zich weldra vooral theoretisch presenteer-de en ontwikkelde, in de toenemende spanningen die zo-wel hierdoor als ook onder invloed van de vitale pro-blemen der 'industrieel' zozeer veranderende samenlevingontstonden, zich duidelijk in zijn eigenlijk praktische aan-drift baanbreekt. Dit niet zonder rekening te houdenmet de feitelijke en invloedrijke aanwezigheid van defilosofie, maar evenmin zonder invloed op de positie enhouding van de filosofie. De trots van een eeuw, de 18de,die zich `le siècle philosophique' noemt en dat niet min-der als een soort summum van humanisme beschouwt,heeft bij Marx niet onduidelijk plaats gemaakt voor eenopzettelijke, felle, zij het niet zomaar reactionaire, tegen-beweging.

Dit humanistisch radicalisme is voor Marx rechtstreeksverbonden met wat wij boven aanduidden als een tweedepunt van belang voor het verstaan van Marx' intentiest.a.v. het filosoferen. Het betreft hier het meest funda-mentele, nl. de zgn. kritiek der religie. Als Marx heeftverklaard dat de wortel voor de mens de mens zelf is,laat hij onmiddellijk volgen 9 : het evidente bewijs voorhet radicalisme, voor de praktische energie v an de Duitsetheorie, is het feit dat zij uitgaat van de besliste positieve

Page 26: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

opheffing der religie. In deze zin was Marx zijn opstelreeds begonnen 10 : voor Duitsland is de kritiek der religiein hoofdzaak geëindigd, en de kritiek der religie is devooronderstelling voor alle kritiek. Niet dat Marx religiezonder meer onzinnig vindt. Zij werkt als verdovend mid-del, als opium, in een wereldsituatie die inderdáád mise-rabel is. Niettemin is de 'Übermensch', die de mens opdeze wijze bóven die situatie uit zocht en God noemde,tegelijk het teken van opperste zelf-vervreemding. Dekritiek der religie, die eindigt met de leer dat de menshet hoogste wezen is voor de mens, loopt ook uit op de'kategorische imperatief' om alle verhoudingen omver tewerpen, waarin de mens een vernederd, geknecht, verla-ten, veracht wezen is. In Duitsland heeft dit opnieuween specifieke betekenis. Want het revolutionair verledenvan dit land is theoretisch, aldus Marx; het is nl. de Re-formatie. 'Zoals destijds de monnik, zo is het thans defilosoof in wiens hersens de revolutie begint.' 11

Toch gaat het er Marx nu niet om, zoals we reedsenkele malen opmerkten, de filosofie als een moderner,waardiger opvolgster van de 'religie' te huldigen. Zijnrevolutionaire bedoelingen reiken duidelijk verder. Erblijft de reële confrontatie met de filosoof Hegel, metname voorzover deze het historische als opzettelijke men-selijke activiteit en de daarbij optredende 'macht van hetnegatieve' in een bepaalde zin 'positief' had trachten opte nemen en te verwerken, — tot en met de constructievan zijn dialectische methodiek. Maar reeds nu verklaartMarx, dat de filosofie staat 'in dienst van de geschiede-

10 A.w., p. 488 v.1t A.w., p. 497.1'a A.w., p. 489.13 Vgl. Heiss, a.w., p. 365 vv., 387.14 `Die Revolutionen bedürfen... eines passiven Elementes, einermateriellen Grundlage', K. Marx, Werke etc., p. 498.15 A.w., p. 503 v.

.I IHIII i ,

Page 27: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

nis'. Na de ontmaskering, in de kritiek der religie, van hetheiligenbeeld der menselijke zelfvervreemding, is het al-lereerst de taak van de filosofie, deze zelfvervreemding 27in haar ónheilige gestalten te ontmaskeren 12

Dit klinkt nogal omvattend en tegelijk negatief. Meerpositief, maar tevens beperkter is de taakstelling, wan-neer de filosofie als theorie een middel gaat heten in depraktische revolutionaire strijd, waarbij materiële machts-en urgentiefactoren de doorslag geven 13 . Van een ver-werkelijking der filosofie, van een theoretische geest diezich als 'wil' en praktische energie naar buiten wendt,kan dan nauwelijks nog sprake zijn. De confrontatie metHegel gaat meer en meer over in een afrekening met dezewijsgeer, die dan in de hoek der 'ideologen' wordt gezet,zijnde zelf een van de 'vervreemdingsgestalten'.

De materiële basis van de revolutie heet bij Marx aan-vankelijk nog een 'passief element' 14 . De eigenlijke acti-viteit verwacht hij van de genoemde 'geest'. Zelfs de lan-cering van 'het proletariaat' is sterk aan de filosofischeconstructie, als constructie 'ad hominem', gebonden. Hetis opmerkelijk dat Marx, als hij aan het eind van zijnverhandeling de vraag stelt: waar ligt dan de positievemogelijkheid voor de Duitse emancipatie?, daarop ant-woordt: in de vorming ('Bildung') van een klasse metradicale ketenen, van een klasse die geen klasse der bur-gerlijke maatschappij meer is, van een sfeer die door haaruniverseel lijden een universeel karakter bezit, kortom diehet volledige verlies van de mens is en daarom slechtsdoor de volledige herwinning van de mens zichzelf kanwinnen 15. Het proletariaat in zijn volledige 'negativiteit'ontstáát niet zomaar of is niet plotseling als een dreigendecatastrofe present, het wordt gemáákt, en Marx wil daar-op 'positief' aansturen. De praktische, tevens universele,geest van de revolutie, die zichzelf proclameerde in Marx'polemisch humanistische leer, forceert zijn doctrinaire

Page 28: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

dialectische constructie onmiskenbaar. De krachten diedaarbij loskomen, doen evenwel tegelijk de leer als filo-

28 sofisch bouwwerk meer en meer schokken. Dat is de dub-belzinnigheid waarop wij al eerder stuitten en waarvanwe trachtten te laten zien dat ze zelf van praktisch-gees-telijke aard is. Ze blijft tot het laatst in Marx' optredenpresent. Hetzelfde kunnen we tot op zekere hoogte en inenigszins verschillende nuancering zeggen van de situatiein de diverse marxistisch-communistisch gestempelde lan-den.

De dubbelzinnigheid verdwijnt niet, zelfs wanneerMarx de filosofie officieel steeds meer uit haar traditio-nele positie heeft gedegradeerd, wanneer 'in dienst vande geschiedenis' vooral blijkt te betekenen: in dienst vaneen praktisch economisch en politiek dirigisme, dat zelfwordt geschraagd door een massiever geworden mate-rialisme. Want ook dan is er toch nog steeds een theoriedie tracht 'ad hominem te demonstreren', — en zoalsbekend niet zonder groot succes. Zeker gaat het Marxdan niet om de theorie als zodanig; hij poogt integendeelzo goed mogelijk in het gebeuren zelf te projecteren endaarin met name de 'noodwendigheid' van de revolutieaan te tonen. Maar hierbij is bepaald méér aan de ordedan zoiets als een primitief determinisme; hetzelfde kantrouwens worden gezegd m.b.t. het door Marx gestelde— voorlopige — einddoel van het historisch proces, deklassenloze cummunistische maatschappij. Marx heeftweet gehad van de inspirerende kracht, die de mede-deling van een dergelijk vast einddoel en van vastheid inhet algemeen kan hebben. Hij heeft beseft hoezeer hier-

16 Er is, aldus Marx, maar één middel om `die mörderischenTodeswehen der alten Gesellschaft abzukürzen, zu vereinfachen,zu konzentrieren', nl. `der revolutionre Terrorismus'. En: `Wirsind rücksichtslos, wir verlangen keine Rücksicht von euch.Wenn die Reihe an uns kommt, wir werden den Terrorismusnicht beschönigen'. (aangehaald bij Heiss, a.w., p. 390)

n,,

Page 29: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

door (zelf-)vertrouwen versterkt, in het geval van debestredenen: ondermijnd, kon worden. Hoe zou het pro-letarisch legioen, zichzelf uit het niets herwinnend, zijn 29revolutionaire taak kunnen volbrengen zonder die vanhogerhand voorgeschreven te krijgen, bij wijze van stimu-lans en richtingwijzer tegelijk? Alleen zo kunnen we onsvoorstellen, dat filosofie, die officieel en in het grote be-drijf der praxis op een duidelijk ondergeschikte plaats isterechtgekomen, tegelijk een soort liturgische functie be-houdt.

De vraag kan nog worden gesteld, of we Marx hiermeetoch weer niet te zeer `verfilosoferen'. Moeten tot goedbegrip niet meer praktische factoren in het spel komen;begonnen we niet zelf te spreken over de finale tegen-stelling tussen Hegels Idee en de onafwijsbare realiteit?Het antwoord is ten dele gegeven. Wij trachtten juistdoor te dringen tot de slagaders van Marx' gedachten-gang. Maar er is inderdaad aanleiding nog iets toe tevoegen. Deze toevoeging kan dan voor een deel nog alsnadere verduidelijking dienen.

Het lijkt ons goed, hie rvoor aan te knopen bij hetgeenwe te berde brachten inzake Marx' humanisme. We spra-ken over het strijdbaar, zelfs geweld propagerend karak-ter daarvan. Het gaat evenwel niet zomaar om strijd, omrevolutie zonder meer — al raken wij hier, zoals konblijken, wel degelijk een teer punt. Het revolutionairestreven grijpt ergens aan, zweeft niet in een vacuum.Zelfs wanneer er bij Marx een soort vacuüm optreedt,i.v.m. de destructieve tendens, het praktisch extremismevan de `negatie', zelfs dan moeten wij ons niet verkijkenop de zelfverzekerdheid en pretentie van deze `radicalekritiek'. Inderdaad propageert en profeteert Marx on-omwonden de gewelddadigheid, de terreur 16, en wijhebben, teneinde op dit punt de gedachte a an een toe-

Page 30: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

vallige (on)hebbelijkheid van Marx een hoogstens be-perkte portée te laten, een poging gedaan een en ander

MI in samenhang te zien met een humanistische géést, eenhumanistisch grondmotief als zodanig. Maar in dit spre-ken steekt beslist ook een stuk vertwijfeling, radeloosheid.Er komt in Marx' felle agitatie iets te voorschijn — o.i.een ander teken van een keerpunt in de 19de eeuw —van het wilde om zich heen grijpen van de drenkeling,die alle contact met een tot dusver vertrouwde, al tevanzelfsprekende bodem zojuist verloren heeft. Wij kun-nen Marx niet goed verstaan, wanneer wij hem, behalveals groot stimulator en agitator, niet ook als ondergangs-denker leren kennen, naast figuren als Kierkegaard, Ja-cob Burckhardt en Nietzsche. Het is nu eenmaal niet een'frische, fröhliche Krieg' die hij aankondigt en waartoehij oproept. Hij evoceert, o.a. in het Communistisch Ma-nifest, een grimmig 'spook'. In de diepte is hier onge-twijfeld verband met het nihilisme waarover Nietzschesprak en dat vooral in ons eigentijdse existentialisme weeris opgenomen.

Maar we moeten nog meer zeggen. Het is ook authen-tiek humanistisch, als Marx in verzet komt tegen dedogmatiek en de transpersonalistische speculatie van He-

17 K. Marx, Werke etc. (Privateigentum and Kommunismus),p. 593.18 A.w., (Bedürfnis, Produktion and Arbeitsteilung), p. 618. a

19 Al in een vroeger stadium trouwens wordt Feuerbach gepre-zen, o.a. omdat hij `der Negation der Negation, die das absolutPositive zu sein behauptet, das auf sich selbst ruhende andpositiv auf sich selbst begründete Positive entgegenstellt', d.w.z.uitgaat `vom Sinnlich-Gewissen'. Een ander, maar hiermee directsamenhangend, motief voor hulde is `Der Beweis, dass diePhilosophie nichts anderes ist als die in Gedanken gebrachteand denkend ausgeführte Religion; also ebenfalls zu verurteilenist, eine andere Form and Daseinsweise der Entfremdung desmenschlichen Wesens'. K. Marx, Werke etc., p. 639. (Kritik derHegelschen Dialektik and Philosophic überhaupt)20 K. Marx, a.w., p. 593, 594.

nm ,

Page 31: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

gel en ook in deze zin de mens weer `radicaal' wil vatten.Het ligt in deze lijn, wanneer we Marx het communismehoren aanprijzen als de reïntegratie van de mens, zijn 31terugkeer in zichzelf als opheffing van de menselijke zelf-vervreemding 17. Of wanneer hij de eenheid van de com-munistische handarbeiders schildert als een gemeenschapwaarin de broederschap van alle mensen is gerealiseerd,waarbij 'de adel van het mens-zijn ons tegenglanst uithun door arbeid geharde gestalten' 18. Dergelijke uitdruk-kingen zijn ons allen bekend, en we zien hetzelfde in com-munistische beeldende kunst. Te memoreren is ook hetgebruik van het woord 'kameraad'. Wat we hiervan ookzouden willen toeschrijven aan dictatoriaal geïnspireerdepropaganda, zonder een zekere klankbodem heeft ookzo'n propaganda nauwelijks een behoorlijke kans. In ditalles hebben we ongetwijfeld te maken met een scherpereactie op een ver doorgevoerde intellectualistische be-heersingstendens, een reactie die haar praktische gedre-venheid en bewogenheid hier wel zeer sterk doet uit-komen.

We kunnen vaststellen dat Marx, naarmate hij sterkergaat aandringen op de praktische negatie in de revolu-tionaire actie als zodanig, deze negatieve actie in zijnmeer theoretische verhandelingen a.h.w. een stoot wilgeven vanuit een nadrukkelijker positivistische afzetbasis.De feitelijke materiële constellatie, met als dominant debetrekkingen tussen productiekrachten en productiever-houdingen, wint aan gewicht; de positieve betekenis vande 'negatie' als innerlijke motor van de geestelijk-bewustezelfontplooiing (Hegel) moet het daartegen hoe langerhoe meer afleggen 19. Maar inderdaad is ook dan het dia-lectisch-historisch karakter van dit materialisme niet teverwaarlozen: de mens als het wezen dat in zijn arbeidzichzèlf wil 'produceren' staat altijd voorop. Ergens 20

heeft Marx een en ander aldus uitgedrukt: het commu-

Page 32: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

nisme is als voltooid naturalisme = humanisme, als vol-tooid humanisme = naturalisme; het is de waarachtige

32 oplossing van het conflict van de mens met de natuuren met de mens ...' En in hetzelfde verband maakte hijonderscheid tussen het communisme in zijn eerste fase,die hij 'ruw' en nivellerend noemt, waarin de ontmense-lijking van de particuliere eigendom eigenlijk slechtswordt veralgemeend, èn de definitieve fase van het com-munisme, bijna een cultuurparadijs, waarin ook de on-derlinge differentiatie volledig aan haar trekken komt.

Van humanistische 'zorg om de mens' geeft Marx optreffende wijze ook blijk in een korte beschouwing overde betekenis van het geld 21 . De kapitalisten zijn evenminecht mens als de proletariërs die hun arbeid als 'waar'aan de man brengen. In plaats van waarlijk zichzelf tezijn, leven zij noodzakelijkerwijs onder beslag van het'hebben', zoals zich dat manifesteert in het geld. 'Ikben lelijk, maar ik kan mij de mooiste vrouw kopen. Dusben ik niet lel ijk, want het effect van de lelijkheid, haarafschrikwekkend karakter is door het geld te niet ge-daan ... ik ben geestloos, maar het geld is de werkelijkegeest van alle dingen, hoe zou zijn bezitter geestloos zijn?'Scherper, de mens is in de zelfstandig en universeel ge-worden macht van het geld vervreemd van zichzelf, vanzijn individuele mogelijkheden.

Deze gedachte der zelfvervreemding heeft Marx, zoalsbekend, vooral uitgewerkt met het oog op de arbeid vande (industrie-) arbeider, de arbeid die allereerst in haarresultaat, het product, tegenover de arbeider komt testaan, maar waarin hij tegelijk zichzèlf heeft uitgeleverd.Daarbij worden elementaire en hard aankomende dingengezegd. Er schrijnt iets, een diep menselijke wonde, in deidee der `zelfvervreemding'. Wij mogen daaraan niet

21 K. Marc, a.w. (Geld), p. 633 vv. Vgl. ook p. 599 en 560.

Page 33: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

voorbijgaan, als wij Marx en het marxisme willen ver-staan.

Toch zouden wij anderzijds eveneens op een dwaal- 33spoor raken, wanneer wij de functie van deze idee derzelfvervreemding, juist als idee, ontleend aan Hegel, maarvoorts opererend in de revolutionair-dialectische con-structie, zouden verwaarlozen of bagatelliseren. Zij func-tioneert daarin als de negatieve instantie die onmisbaaris voor de compositie van de dialectische systematiek. Alszodanig is ze zelf dubbelzinnig. Want enerzijds is hetnegatieve van de zelfvervreemding iets betrekkelijks, indeze zin dat het is aangewezen op z'n opheffing in depositieve zelfherwinning van de mens, zoals deze volwaar-dig gestalte krijgt door de 'rationele' productiegemeen-schap van het communisme. Maar anderzijds, en tege-lijk, vormt deze zelfvervreemding in al haar negativiteiteen oorspronkelijk aanwezige en daarom in het procesvan de menselijke productie-activiteit permanent pre-sente macht; niet zomaar een factor die de mens in zijnvrije activiteit min of meer onverhoeds van buiten aftoe-valt, maar een voorwaarde zonder welke de mensjuist als vrije praxis niet volledig 'zichzelf' kan zijn.Daarom hangt de `volledige zelfherwinning van demens', hoezeer ook het tegengestelde van zijn `volledigzelfverlies', er tegelijk innerlijk mee samen. Daarom konook pas nu, op dit historische moment, Marx de uit-spraken doen die hij deed, analyseren en manifestenopstellen zoals dat gebeurde. En daarom kon uiteinde-lijk zelfs het communisme niet het definitieve stadiumvan het historisch proces zijn en liet Marx ruimte vooreen nieuwe, ook de communistische maatschappij weer'opheffende', wending, — al moeten wij die ruimtedan wel zo goed als marginaal noemen: de uitlatingenop dit punt blijven erg schaars, klinken van meet af veel'goedmoediger' en worden gaandeweg vrijwel onhoor-

Page 34: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

baar in het slagwerk van het eigenlijke revolutionaireconcert 22. Hoe dit ook zijn mag, Marx zelf p ast aldus de

34 finale tegenstelling die boven ter sprake kwam, toch weerin een opzienbarende filosofische constructie, waarin heteen het ander `noodwendig' onderstelt.

Ook wanneer wij onder de indruk komen van de wijzewaarop Marx het geld en de heb-zucht over de wijsgerigehekel haalt, moeten wij niet uit het oog verliezen welkeplaats de tegenstelling tussen de klasse der bezitters en dieder bezitlozen reeds vroeg in zijn gedachtenontwikkelinginneemt. Het is juist deze tegenstelling die voor Marx dekern van de historische voortgang uitmaakt, waarom hetproces zich beweegt, dat het in zekere zin zelfs aandrijft.In het Communistisch Manifest van 1848 moge Marxdan zeker ook het oog hebben op de bevrijding van deproletariërs, van hen die 'niets te verliezen hebben danhun ketenen', de onmiddellijk volgende slotzin van ditmanifest luidt: ze hebben een wereld te winnen.

Inderdaad moeten wij zeggen dat dit laatste in Marx''humanisme' tenslotte domineert. De idee van een vrij-

22 In het vroege manuscript over `Privateigentum and Kommu-nismus' lezen we aan het slot: `Der Kommunismus ist diePosition als Negation der Negation, darum das wirkliche, fürdie nächste geschichtliche Entwicklung notwendige Moment dermenschlichen Emanzipation and Wiedergewinnung. Der Kom-munismus ist die notwendige Gestalt and das energische Prinzipder nchsten Zukunft, aber der Kommunismus ist nicht alssolcher das Ziel der menschlichen Entwicklung — die Gestalt dermenschlichen Gesellschaft—', Werke etc., p. 608. De uitspraakis zo al interessant genoeg, maar wordt het nog meer, als wehet in noot 19 geciteerde er mee vergelijken! Later heet hetdan, aan het eind van het derde boek van Das Kapital, nogeven: `Das Reich der Freiheit beginnt in der Tat erst da, wo dasArbeiten, das durch äussere Not and Zwechmässigkeit bestimmtist, aufhört; es liegt also der Natur der Sache nach jenseits derSph re der eigentlids materiellen Produktion'. Vgl. ook Heiss,a.w., p. 389.23 L. van Biadel, Kerngedachten van Karl Marx. Roermond,1966, p. 62.

Page 35: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

heid, die verlangt 'zichzelf' te zijn en steeds meer teworden, die uit is op een maximale zelf-ontplooiing on-der de kracht van een maximale zelfbepaling, deze vrij- 3 5heidsidee heeft Marx nooit helemaal verloochend. Maaroverwegend wordt al meer de drang tot een nieuwe, alles-omvattende beheersing. Deze hangt echter innerlijk metdezelfde vrijheidsidee samen. Zolang het waar is, dat 'devrijheid nu eenmaal haar aanzet vindt in de behoefte,de begeerte, de machtswil' 23, zolang hoeft die vrijheidniet 'vreemd' op te kijken van een allesomvattend, al-machtig productiesysteem, — hoezeer ook tegelijkertijdde 'zelfvervreemding' ter sprake komt en serieus geno-men dient te worden.

Daarom zouden we ons ook vergissen, wanneer weMarx' verdediging van het geweld en van de terreurslechts of vooral zouden verstaan als een laatste red-middel, als het wanhoopsgebaar van iemand die in arrenmoede verzucht: 'Es hilft nur Gewalt, wo Gewaltherrscht' (aldus de marxistische toneelschrijver Brecht).Zeker, zo beschouwd worden wij allen hiermee op ver-schillende manieren geconfronteerd. Hoe een geschiede-nis reëel voortgang te doen vinden, waarin geregeld vor-men van dictatuur en totalitarisme optreden die het levenin z'n ontplooiing dreigen te verstikken? Moet het goede,moet de bevrijding zich niet altijd in zekere zin baan-bréken, door de harde korsten van het kwaad heen, zalhet tenminste niet náást het historisch proces ergens inasiel blijven? Is in die zin het revolteren ooit geheel uitte sluiten? Iets daarvan heeft ook bij Marx, zoals bijallen die zich ernstig met de problemen der geschiedenishebben beziggehouden, meegesproken. Er zijn diverseaanwijzingen voor. Maar overheersend is het andere, datwaarvoor het zoëven gebruikte woord 'verdediging' veelte zwak is. Marx spreekt niet in termen van laatste red-middelen, hij gunt de revolutie, als revolutie, het initia-

Page 36: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

tief, en hij stuurt er, ook met behulp van theoretisch'demonstreren', op aan; hij agiteert en decreteert. Daar-

36 om spraken we — ouderwets maar voor wie Marx methet marxisme heeft en wil leren kennen permanent ac-tueel — van een revolutie-géést. Het moet wel.

We hebben getracht na te gaan, hoe in de zojuist ge-memoreerde revolutie-oproep, en in de revolutionaireagitatie bij Marx over het algemeen, de filosofie meedoet.We hebben voortdurend twee kanten daaraan ontdekt.De filosofie werkte uitgesproken stimulerend op revolu-tie-roep en -praxis. Ze kon dat met een zekere vanzelf-sprekendheid, ook voor Marx, vanuit de traditie: eeuwen-lang was de filosofie tolk par excellence van eenprincipieel-revolutionaire géést. Maar anderzijds heeftvoor Marx de filosofie, zo lang beoefenaarster — nooitzonder moeiten — van een universeel gewichtheffen, toten met het schijnbaar definitieve record bij Hegel, zichnu evident vertild. Anders gezegd: ze is over de kop ge-slagen en doet er goed aan haar eigen uitvaart te regelen.

Deze dubbelzinnigheid in de positie der filosofie wijstop een keerpunt in de ontwikkeling. Wellicht moeten wehet zo uitdrukken, dat de filosofie, een tijdlang schijnbaarvan boven en van buiten af orerend, thans zelf in hetspel van inderdaad meer fundamentele en nu omhoog ge-komen krachten is geraakt. Moeten we er aan toevoegen:voorgoed? Of moet het nog anders worden gesteld, b.v.dat in het Westen, ook nog bij Marx, door toedoen voor-al van de filosofie iets is ontketend dat gaat lijken op eenstorm, die zelfs omverwerpt en meesleurt wat nog aarze-lend een voet aan de grond wil houden?

Dergelijke vragen zijn niet zomaar te beantwoorden.Wel valt er iets meer van te zeggen, als we ons wendennaar onze eigen tijd.

Page 37: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

II. Aanraking met het revolutionair marxisme in hetFranse existentialisme: Sartre en Merleau-Ponty.

Sedert Marx en niet het minst door zijn toedoen is defilosofie in een kritieke situatie terechtgekomen. Men issindsdien genoodzaakt geweest naar uitwegen te zoeken.Deze pogingen hebben niet helemaal gefaald. Maar dedelicate positie van de filosoof, als filosoof, in de Wester-se samenleving is gebleven. De hachelijkheid er van heeftzich zelfs verscherpt, en wel met name in het existentia-lisme van onze eeuw. Het neopositivisme heeft stellig metdezelfde situatie te maken, maar toont over het algemeeneen sterke neiging zich terstond zo goed mogelijk er tegenaf te schermen.

We kunnen er nu niet aan denken, de lijnen van deontwikkeling zelfs maar te traceren. Evenmin is het mo-gelijk, de hoof dtrekken van het Franse existentialismeweer te geven. We streven er ook niet naar, systematischna te gaan hoe de contacten met het marxisme van resp.Sartre en Merleau-Ponty, de voornaamste representantenvan dit existentialisme, zijn ontstaan en verlopen. Het isons begonnen om een paar vitale punten in de proble-matiek zoals wij die tot dusver hebben ontwikkeld,punten waarvan de actualiteit blijkens de opvattingenvan de twee invloedrijke Franse denkers alleen maar istoegenomen. Ze zijn tevens zo vitaal en controversieel,dat ze een onderlinge onenigheid van beide filosofen vooreen belangrijk deel bep alen.

Enkele biografisch-bibliografische notities vooraf. Zo-wel Sartre als Merleau-Ponty zetten reeds spoedig delinkse' tradities der Franse intelligentsia voort. Aanvan-kelijk ging het daarbij vooral om — in Sart re's woor-den — een onweerstaanbare, maar toch uit de verte ko-mende aantrekkingskracht van een enorm en somberlichaam, nl. de realiteit van de arbeidersmassa's die het

Page 38: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

marxisme belééfden, praktiseerden; deze verre kracht gafreeds toen een forse knak aan het burgerlijk-optimistisch

38 humanisme, waarin Sartre c.s. waren grootgebracht 24.

Weldra resulteren hieruit bestudering van en bewustesympathie voor het marxisme, alsmede scherpe bestrij-ding van de burgerlijke attitude en moraal in de Westersesamenleving. In de bewogen, meeslepende omstandighe-den direct na de oorlog achtten beiden, hoewel ze vóóralles filosofen bleven, optreden ook op het politieke vlakgeboden. Het inmiddels bekende tijdschrift Les Tempsmodernes wordt geboren, waarin aanvankelijk vooralMerleau-Ponty zich roert als politiek-redacteur; hijschrijft ook enkele artikelen over en ten faveure van hetmarxisme. In 1947 verschijnt van zijn hand een bundelingvan artikelen die zich bewegen om de geruchtmakendeprocessen te Moskou tijdens het régime van Stalin. Hetboek draagt de rake titel Humanisme et Terreur; onder-titel: Essai sur le problème communiste. Enkele jaren latergaat Merleau-Ponty zich echter in toenemende mate ver-wijderen van het feitelijk vigerende communisme; Sartredaarentegen beweegt zich er steeds sterker naar toe. Ditproces vindt een zekere afsluiting in de publicatie van eenander boek van Merleau-Ponty, Les Aventures de laDialectique (1955). Daarin analyseert hij, overigens metbehoud van sympathie, op knappe wijze de innerlijkeproblematiek van het marxisme in z'n ontwikkeling, omdan te besluiten met een opzienbarende, uitvoerige enscherpe aanval op Sartre, onder de titel 'Sartre etl'ultra-bolchévisme" 25; het is interessant dat een boek als dit

24 Zie Critique de la raison dialectique I, 1960, p. 23.25 In Les Aventures..., p. 131-271.26 Signes, 1960, p. 11 vv.27 Merleau-Ponty vivant. Les Temps Modernes, no. spécial, 17(1961-1962), p. 304-376.28 Cf. Sartre, Critique..., p. 24 v., 28, 30.

r i,_, , , . ^.1 1.5 1 , 1. , i u

Page 39: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

in de Franse verkiezingsstrijd kort daarop een belangrijkerol kon spelen! Ook in een van de laatste geschriften vanMerleau-Ponty, waarvan de inleiding nog eens enkele 39bladzijden aan Marx wijdt 26, overweegt, bij blijvendewaardering, de kritische houding. Sartre heeft publieknooit rechtstreeks gereageerd op de aanval van Merleau-Ponty, wel zijdelings in een herdenkingsartikel kort nahet overlijden van zijn vroegere vriend 27 enkele desbe-treffende opmerkingen gemaakt. Maar van Sartre moe-ten we als verreweg het meest ter zake noemen de Cri-tique de la raison dialectique, het omvangrijke boekwaarin hij zich breedvoerig en opzettelijk met het marx-isme inlaat.

Dadelijk dient zich een vraag aan, die belangrijk moetheten. Van de nogal ingewikkelde filosofie die het exi-stentialisme vormt, is doorgaans tenminste bekend dat heteen soort vrijheids-extremisme voorstaat. Wel is men dik-wijls ook op de hoogte van het feit dat hier een vrijheids-extremisme in mineur zich laat horen, met sombere on-dertonen van wanhoop, absurditeit en dood. Maar ditmaakt de bedoelde kwestie alleen maar scherper. Eenbekend en zeker niet onbekwaam hedendaags marxist alsLukacs heeft daarin immers reden gezien om het existen-tialisme aan de kaak te stellen als laatste stuiptrekkingvan een in verregaande staat van verval geraakt burger-lijk 'idealisme' 28 . Welnu, de vraag is juist, hoe er contactkan zijn tussen een zo geprononceerde vrijheidsfilosofie,met een dermate opvallende uitzichtloosheid, en een visiedie zichzelf kortweg als (historisch of dialectisch) mate-rialisme — 'diamat' — presenteert en er tegelijk eenverwachting, c.q. verkondiging, van een reële historischevooruitgang, compleet met heilstaat, op na houdt. Hoebovendien als filosoof, die principieel zoveel zet op dekaart van de individuele menselijke vrijheid, ooit affini-

Page 40: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

teit te krijgen tot een officieel gesanctioneerde praktijkvan terreur, gelijkschakeling, bureaucratie e.d.?

40 De vraag is inderdaad het overdenken waard, te meeromdat deze punten niet buiten de aandacht van Sartreen Merleau-Ponty zijn gebleven, maar door hen bewusten openhartig in bespreking zijn gebracht. Natuurlijk iser zonder veel moeite dadelijk af te dingen op de zojuistgeschetste tegenstelling: ook Marx wilde toch 'humanist'zijn en had toch de 'vrijheid' voor ogen, en anderzijdshouden immers Merleau-Ponty en Sartre, ieder op z'nbeurt, steeds reserves t.o.v. het officiële marxisme? Ditmoet worden erkend. We kunnen — om even bij Sartrete blijven — er aan toevoegen dat deze gereserveerdheidzelfs in de titel van Critique de la raison dialectique naarvoren komt; de distantie van de beoordelaar is daarinonmiskenbaar verdisconteerd. Maar dit doet dan tochweer niet af aan het opmerkelijke feit, dat dezelfde Sartrein hetzelfde werk onomwonden het marxisme als de on-overtrefbare filosofie van onze tijd belijdt, en daarmeeduidelijk zijn werkelijke geëngageerdheid in deze onder-neming op de voorgrond stelt.

We zouden maar meteen willen springen in de bij uit-stek praktische kwestie van de terreur. Met het eigenlijkeprobleem daarin heeft allereerst Merleau-Ponty zich ex-pliciet beziggehouden. Daarom beginnen we met enigeopmerkingen over zijn aanpak van de kwestie.

Met Marx deelt Merleau-Ponty de sterke preoccupatiedoor het historische van de werkelijkheid, met name in-zover daarbij de vrijheid van het menselijk ontwerpen en'produceren' tot bijzondere uitdrukking komt en daar-mee tevens een typische relativiteit van gezichtspunten opde voorgrond treedt. Merleau-Ponty laat geen twijfel aan-

29 Humanisme et Terreur, p. 20.30 Humanisme..., p. 30, 31.31 Humanisme..., p. 36.

Page 41: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

gaande de humanistische achtergrond van deze voorin-genomenheid, als hij verklaart dat Marx 'steunde op de-ze diepe idee dat de menselijke visies, zo relatief als ze 41zijn, het absolute zelf vormen, omdat er niets anders,geen enkele lotsbeschikking bestaat' 29.

Hiermee kan men nog verschillende kanten uit. In hetgeval van de processen te Moskou hebben we, aldus Mer-leau-Ponty, te maken met processen van typisch revolu-tionaire aard. Dat wil zeggen, men oordeelt dan hetgeenis in de naam van hetgeen nog niet is, waarbij men ditlaatste opvat als meer reëel dan het reële. De bourgeois-rechtspraak beschouwt het verleden als laatste instantie,de revolutionaire de toekomst. Zij oordeelt in naam vandie waarheid die de Revolutie bezig is waar te maken;de bijbehorende debatten maken deel uit v an een praxisdie wel gemotiveerd kan worden, maar al haar motievente boven gaat. Revolutionairen zijn hier mensen die ervan overtuigd zijn de geschiedenis te maken en die daar-om het heden reeds zien als verleden, de aarzelenden alsverraders 30 . Dit kan er gemakkelijk toe leiden dat, in eentijd van revolutionaire spanning of gevaar van buiten af,er geen scherpe grens is tussen politieke divergentie enobjectief verraad; het humanisme is dan opgescho rt, deregering Terreur 31.

Op dit punt, zo vervolgt Merleau-Ponty, vat het Wes-ters liberalisme, dat zeker niet minder geporteerd lijktvoor humanisme, vlam, en gaat het tekeer over `bar-barij'. Merleau-Ponty meent echter te moeten v aststellen,dat de werkelijke bedreiging van de beschaving niet ligtin het ter dood brengen van mensen om hun ideeën,maar hierin dat men dit doet zonder het openlijk te zeg-gen. Door geweld aldus te camoufleren maakt men hetgewóón. Daarentegen houdt men, als het bij z'n naamgenoemd wordt en vreugdeloos uitgeoefend, een kans omhet uit de geschiedenis te verdrijven. In de Westers-

Page 42: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

liberale verontwaardiging steekt een groot stuk hypo-crisie 32

42 We kunnen dit laatste met Merleau-Ponty eens zijn,om toch een vraag over te houden. Wordt nl. in dezeredenering niet al te vlot naar de kant van een tijdelijke,zo snel mogelijk op te heffen, van buiten afgedwongennoodmaatregel getrokken wat veeleer een richtinggevendenorm, een stimulerend principe moet heten? Wij rele-veerden de agressiviteit van Marx' revolutionair huma-nisme. Hij heeft zijn motieven inderdaad niet verheime-lijkt. Het ging er hem werkelijk om, zoals ook Merleau-Ponty het stelt, de wereldgeschiedenis opnieuw te maken,en wel dóór revolutie; reden waarom hij de ontwikkelingtot dusver als 'prehistorie' kwalificeerde. Dit is bepaaldiets anders dan een soort praktisch 'realisme', dat

bin-nen een eerst aanváárde geschiedenis, met in zich nueenmaal een overmaat aan geweld, mikt op de beste kansu n dit er uit te werken. Overigens is het wel begrijpelijkdat Merleau-Ponty als existentialist, die zich en de auto-r omie van zijn keus door het revolutionaire

machtsstre¬-ven bedreigd moet achten, deze wending aan het pro-bleem geeft.

Maar nu moeten we meteen een stap verder gaan. Deaffiniteit blijkt diepere wortels te hebben. Marx'

revolu-tie-idee kan, zagen we eerder, niet goed worden begrepenzcnder aandacht voor zijn innerlijk verzet tegen Hegels

32 Humanisme..., p. 36, 37.33 `Nous ne reprochons pas au libéralisme d'être violence, nouslui reprochons de ne pas s'en apercevoir, de masquer le pacte

sur lequel ii repose et de discréditercommebarbare l'autreliberté, — révolutionnaire, — qui crée tous les pactes sociaux.En supposant une Raison impersonnelle, un Homme raisonnableen général et en se donnant comme fait de nature et non pascomme fait historique, le libéralisme suppose acquise l'universa-lité quand le problème est de .la faire apparaitre dans la

dialectique de l'intersubjectivité concrète',Humanisme...,p. 38(noot).34 Humanisme..., p. 105, cf. p. 99.

Page 43: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

dogmatiek, in haar (gepretendeerde) afgeslotenheid. OokMerleau-Ponty verklaart de verontwaardiging van deWesters-liberale geest over marxistische terreur alsmede 43de verhulling van eigen geweld hieruit dat men een on-persoonlijke Rede, in het algemeen een redelijke Mensvooronderstelt, zichzelf niet voor een historisch maar vooreen noodzakelijk natuurfeit uitgeeft, en zo de universali-teit reeds verworven acht. Het probleem zou juist zijn, dieuniversaliteit te doen verschijnen in de `dialectiek van deconcrete intersubjectiviteit' 33 . Deze stelling van het pro-bleem roept diverse vragen op, maar één die reeds nugeuit moet worden, is deze, of een term als 'dialectiek',met zijn filosofische herkomst en belasting, niet opnieuween te 'onschuldige' voorstelling van zaken in de handwerkt en op een wat andere wijze blijk geeft van die-zelfde naïeve of kwasi-naïeve universaliteit, die met deconcrete kwesties in de concrete samenlevingsverhoudin-gen — b.v. welke groep c.q. klasse komt het initiatieftoe in de onderlinge confrontatie; hoe zijn in de inter-menselijkheid terreur en geweld serieus te rechtvaardi-gen? e.d. — al te korte metten maakt.

Het gaat de Franse denker er vooral om, uit de buurtte blijven van 'een dogmatische filosofie der geschiedenisdie aan de mensen, te vuur en te zwaard, een visionairetoekomst zou opleggen'. De 'openheid' van een geschie-denis, die wij niet als beschouwers kunnen overzien, maarwaarin ik en hij handelend optreden, is hem dierbaar.Evenzeer wil hij afstand bewaren tot een 'terrorismezonder perspectieven' 34 . Hij meent het marxisme te kun-nen interpreteren als een behoorlijk geslaagde pogingtussen deze twee klippen door te zeilen en zo vooruit tekomen. De vraag is dan natuurlijk wel, op wat voorkompas Merleau-Ponty meent te kunnen navigeren. Ofbetreft het hier zuiver een zaak van praktisch opportunis-me? Daarbij zou zich dan de kwestie voordoen, of de

Page 44: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

vaart der gebeurtenissen, c.q. van de menselijke moed-wil, aan een dergelijk opportunisme een redelijke kans

4 ` 1 laat.Merleau-Ponty is als filosoof serieus genoeg om de

zaak principieel aan te pakken. Daarbij blijkt echter deproblematiek, hier door hem aan de orde gesteld, eendirecte weerklank te zijn van een werkelijk fundamenteleproblematiek, die hij met Marx en Hegel gemeen heeft.De geschiedenis is wézenlijk strijd 35. Strijd van heer enslaaf — aldus Hegel —, strijd der klassen — aldusMarx —. In wat voor zin en waardoor? Niet zomaar inde zin van een soort sportieve rivaliteit; daarvoor is destrijd te intensief en te verbitterd. Ook is allerminst vol-doende gezegd, als we spreken in termen van wrijving ofvan aanpassingsmoeilijkheden, ontsta an doordat verschil-lende groeperingen met verschillende beschavingsvormenin het integratieproces der historie contact krijgen eneen nieuwe resultante van krachten nodig blijkt. De fun-damentele verhouding van de ene mens tot de andere isNier in geding. De principiële 'openheid' van de

geschie-denis gaat Merleau-Ponty vooral hierom ter harte, datde telkens nieuwe mogelijkheden voor mijn vrije handelengewaarborgd moeten zijn, — markante trek van hetxistentialisme. Maar juist vanwege deze fundamentele

cpenheid die mijn bestaan kenmerkt, ben ik tegelijk ooka angewezen op iets anders, en in de geschiedenis dan metr ame op de anderen. Het is vooral Merleau-Ponty, meere anders dan Sartre, die op deze 'gesitueerdheid' vanmijn existentie insisteert en dit speciaal heeft uitgewerkt

in een conceptie der menselijke lichamelijkheid. Maarook voor hem is van kracht, dat de ander vóór alles de

Voor het directe vervolg, Humanisme..., p. 110 vv.36 In zijn filosofisch hoofdwerk, Phénoménologie de la percep-tion, gebruikt Merleau-Ponty op een gegeven moment de uit-drukking `frère mineur'.37 Humanisme..., p. 117, 118.

,

Page 45: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

ander is, ten overstaan van mij, die nu eenmaal beginvanuit mijzelf en mijn telkens nieuwe mogelijkheden 36.

Wel is die ander voor mij meteen nodig, omdat ik anders 45mijzelf niet echt kan verwerke lijken en bevestigen. Maarhij is primair nodig in dit individuele proces van zelf-realisering. Een bepaalde ander kan dan ook principieeldoor telkens nieuwe anderen worden opgevolgd. Daar-over valt niet bij voorbaat te beslissen. Natuur lijk moetik zeker ook in mijn filosofie, met haar algemene uit-spraken, aan die ander hetzelfde gunnen als ik aan me-zelf toeken. Juist daarom is er sprake van strijd: dieander laat zich nu eenmaal niet zomaar door mij 'ge-bruiken'; hij streeft hetzelfde na t.o.v. mij. Het betrefthier dus inderdaad een strijd van mènsen, tegen elkaar;principieel zelfs een strijd van allen tegen allen.

Zo behoren geweld en terreur tot de situatie van demens, tot zijn vertreksituatie, aldus Merleau-Ponty. Hetis echter van groot belang goed te zien, hoe zij in dezegedachtengang gegeven zijn met een dialectisch principevan autonoom individu-en-situatie. 'Wij hebben niet dekeus tussen de zuiverheid en het geweld, slechts tussenverschillende soorten van geweld. Het geweld is ons deelinzover wij geïncarneerd zijn 37 .' Inderdaad, behalve datzo nog te zeer naar een vreemde, van buiten af werk-zame lotsbeschikking wordt geschoven wat in het beginselals zodanig present was. Dialectisch present, bij wijzevan tegenstelling, maar daarom niet minder principieel.Er is tenslotte alleen ruimte voor een zeker overwicht vanhet een ten opzichte van het ander. Het is dan niet on-duidelijk dat het existentialistisch denken van Merleau-Ponty een sterke hang vertoont naar het openhouden vande vrije, in telkens nieuwe beslissingen zichzelf voltrek-kende menselijkheid. Daarom komen macht, overheersingen terreur min of meer in het teken van de onvermijde-lijkheid te staan. Maar deze balans bdijft labiel. En juist

Page 46: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

nu het aan Merleau-Ponty, met andere existentialisten,was voorbehouden imponerend uiting te geven aan het

46 steeds sterker geworden besef van de innerlijke 'nietig-heid' der Westers-humanistische vrijheidsidee, is hettreffend te constateren, hoezeer de duistere aantrek-kingskracht van de tegenpool-binnen-dezelfde-dialectiektoeneemt. Het kompas lijkt weinig hoopgevend voor eenkoers voorwaarts tussen de klippen door, omdat het zelfde slingergang bepaalt.

Langs dezelfde weg echter tracht Merleau-Ponty in hetreine te komen met de kwestie van de 'verschillendesoorten van geweld' en met de relativering van de strijdvan allen tegen allen door het preferent stellen van eenbepaalde groep, die dan tenminste nog een gezamenlijke

strijd kan voeren vóór iets, — zij het wel weer meteen:égen anderen. Merleau-Ponty hecht grote waarde aan3e idee van het proletariaat 38 : het centrum van demarxistische leer, de concrete universaliteit tegenover de;abstracte van het liberalistisch humanisme, draagster vande zin der geschiedenis en in deze kwaliteit tevens hetHumanistisch gezicht van de marxistische theorie. Weherinneren ons dat ook bij Marx het proletariaat in der edenering juist als evidente representant van meest uni-versele negativiteit de belofte van 'positieve', constructie-ve zin in zich droeg. Bij Merleau-Ponty werkt dezelfdec ialectiek door. Alleen is de gedachtengang slingerender.russen mensen, zo lezen we. beschouwd als zuivere be-wustzijn-en zou er geen reden zijn te kiezen. De idee van

zo'n zuiver bewustzijn impliceert nl. wel een pure, auto-nome onaantastbaarheid en oorspronkelijke onschuld,maar tevens een zo radicale gescheidenheid, dat een wer-k slijk onderscheid maken, een echte voorkeur, geen grondheeft. Maar tussen mensen als titelhouders van situaties

38 Humanisme..., p. 119 vv.39 Humanisme..., p. 152 vv., 165.

tfi

Page 47: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

die samen één gemeenschappelijke situatie vormen, ishet onvermijdelijk te kiezen; het is geoorloofd hen op teofferen, die volgens de logica van hun situatie een be- 47dreiging vormen en de voorkeur te geven aan hen die eenbelofte van menselijkheid zijn. Bijster sterk lijkt deze ver-dediging van dit specifieke geweld en van deze specifiekeactiegemeenschap niet. Vooral de zwenkende bewegingvan de gedachte tussen het 'geen reden', het 'onver-mijdelijk' en het 'geoorloofd' is opvallend. Des te tref-fender is echter de bijval aan het marxisme, met zijnlegitimatie van het eigen geweld.

We laten nu maar onbesproken hoe Merleau-Pontyde idee van het proletariaat verder uitwerkt, welke nieu-we problemen zich dan aanmelden vooral i.v.m. de rolvan de partij (-élite), en hoe Merleau-Ponty daarmeetracht klaar te komen. Het zij genoeg, dat hij met spijtconstateert dat in het hedendaagse communistische den-ken 'de proletarische beweging' nauwelijks nog in trek isals bewuste en spontane beweging en zo als eigenlijk be-trekkingspunt van het marxistisch denken. Het neocom-munisme is in de buurt gekomen van een pragmatisme;het proletarisch humanisme is daarbij in verval geraakten de praktische verering van de partijleiders sterker ge-worden 39 . Maar dit betekent voor Merleau-Ponty nieteen beslissende ervaring, die het marxisme als geheelverwerpelijk maakt. Treffend zijn dan de volgende uit-spraken. Het marxisme blijft van kracht als kritiek vande bestaande wereld en van de andere vormen van huma-nisme. Als zodanig is het niet te overschrijden. Van nabijbezien is het marxisme niet de eerste de beste hypothese,morgen vervangbaar door een andere; het is eenvoudigde uiteenzetting van de voorwaarden zonder welke ergeen mensheid, in de zin van een wederkerigheidsrelatietussen de mensen, en geen redelijkheid in de geschiedeniszal zijn. In die zin is het niet een filosofie der geschiede-

Page 48: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

nis, maar de filosofie der geschiedenis; deze verzaken wilzeggen: een streep halen door de historische Rede. Dan

4'3 blijven er alleen nog dromerijen of avonturen over 40.

Het kan nauwelijks puur toeval zijn dat het laatstewoord uit de zojuist aangehaalde, belangrijke passage te-rugkeert in de titel van de latere publicatie, Les Aven-tures de la Dialectique. Inderdaad heeft de gedachten-gang een zwaai genomen, zij het binnen een eendergebleven alternatief. Het is niet onze bedoeling het boekuitvoerig te bespreken. Ongetwijfeld is het knap, eenscherpe en suggestieve tekening van de zich toespitsendeen complicerende problematiek in het marxistisch denkenen handelen. Maar het is ook een omschakeling naar de'avontuurlijkheid', een pleidooi daarvoor. Wil dat zeg-gen: een terugschakelen, of juist een openen van nieuwemogelijkheden tot voortgang? Een belangrijke vraag, diede discussies in Frankrijk, m.n. tussen Merleau-Pontyen Sartre, voor een aanzienlijk deel heeft bepaald. Valtdeze kwestie echter ooit te beslissen?

Voor Merleau-Ponty prevaleerde ongetwijfeld het af-schudden van een last. De destijds geponeerde blijvendealgemeengeldigheid van het marxisme, in elk geval als'kritiek' of 'negatie', en de daaraan gekoppelde specialealliantie met het proletariaat als reële drager van revolu-tionaire zin, gingen hoe langer hoe zwaarder drukkent.o.v. de intentie de geschiedenis in haar vrije mogelijk-heden open te houden. En het is vooral ook de

marxis-tisch-communistische praktijk geweest, met name in de

40 Humanisme..., p. 165.41 Les Aventures..., p. 308 vv.42 `Oui, la pratique bolchevique et le trotskysme sont dans lamême ligne, et ce sont des consequences légitimes de Marx. SiI'on remet en cause le bolchevisme, it faut remettre en causeaussi la philosophic objectiviste-subjectiviste de la praxis'. LesAventures..., p. 119.

I I p ll l :'^ ^ fi^

Page 49: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

Koreaanse oorlog, die Merleau-Ponty opnieuw in dezerichting aan het denken heeft gezet 41 . Enerzijds ontdektehij voor die praktijk reeds in de marxistische theorie zelf 49aanwijzingen 42 ; anderzijds liep die praxis, in haar re-volutionaire opmars, juist ook de vrije kritische positievan de filosoof, als filosoof, eenvoudig onder de voet.Maar hoe tegen deze tendenties in te gaan, zonder eeneindweegs zich aan te sluiten bij de bestaande toestandenen de heersende orde, zonder in die zin als `behoudend'te starten, gevestigde régimes in de kaa rt te spelen enzo juist de vrijheid-in-de-praktijk mèt het proletariaatals historische vertegenwoordiger daarvan opnieuw feite-lijk te verloochenen? Inderdaad lastige kwesties, waarmeeMerleau-Ponty het niet makkelijk heeft gehad.

Want zeker, zijn zelfkritiek en nadere aanmerkingenop het marxisme kunnen scherp en terzake zijn. Wiede blijvende waarheid van het marxisme als kritiek ofnegatie wil handhaven en daarbij de marxistische praxisof zijn thetische uitspraken terzijde stelt, plaatst zich,zegt Merleau-Ponty nu, buiten de geschiedenis en in hetbijzonder buiten het marxisme, rechtvaardigt het metonmarxistische redeneringen. Kritiek en actie vormendaar namelijk één beweging. De communistische actieis in principe slechts voortgezette kritiek en de revolutieis tenslotte de kritiek aan de macht. Worden de beloftender kritiek niet gehouden, dan kan men niet conclude-ren : laten we de kritiek behouden en de actie passeren.Het marxisme werkt juist met de idee van een historischbelichaamde kritiek, met een klasse die onderdrukkingvan zichzelf is. Vandaar de overtuiging, bij de vertegen-woordigers van die klasse, de actuele universaliteit tezijn, met het recht zichzelf zonder beperking te bevestigen.Vandaar ook het 'onverifieerbare geweld', zoals Merleau-Ponty het nu stelt. Deze absoluutheid was feitelijk reedsaanwezig in de wijze van kritiek, van negatie zelfs, nl.

Page 50: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

in de idee van een klassenloze maatschappij als roepingder geschiedenis. Welnu, de smetten van het kapitalisme

5(i blijven smetten, maar een kritiek die ze aan de kaak steltmoet zich vrijhouden van elk compromis met een derge-lijke absoluutheid van negeren die te zijner tijd nieuweverdrukkingen met zich meebrengt. Het marxisme datwaar blijft wat het ook doet, dat afziet van bewijzen enverifiëren, is niet de filosofie van de geschiedenis, hetis integendeel een vermomd aprioristisch Kantiaans rigo-risme 43

Zoals gezegd, dit alles moge ernstige overweging waardzijn. Maar hoe nu te ontsnappen aan een praktisch op-portunisme, dat volgens de eigen redenering van vroegerneerkomt op een feitelijke bezegeling van reeds aanweziggeweld? Is de avonturier niet wézenlijk gescheiden vande revolutionair? En als Merleau-Ponty, geconfronteerdmet dergelijke problemen, zich tenslotte weer zou beroe-pen op de kritische distantie die zijn positie als filosoof( 'bewijzen', 'verifiëren' e.d.) 44 uitmaakt, keren dan nietde vragen terug, die reeds Marx, ten overstaan van He-gel, gebracht hadden tot een 'opheffing' van de filosofieals zodanig, ten gunste van een rechtstreeks ingrijpendeen inspirerende praxis; vragen die ook de filosoof Mer-

43 Les Aventures..., p. 310-312.44 Vgl. b.v. ook Les Aventures..., p. 263 v., waar Merleau-Pontyzegt dat het voor een werkelijk geëngageerd handelen nodig is

que je cesse de considérer mes pensées et le sens que jedonne à ma vie comme la source absolue, que mes critères, mesdécisions, soient relativisés, engagés eux aussi dans une épreuvequi ne peut jamais... les vérifier de manière cruciale, mais quipeut les infirmer'. Waarop dan volgt: `Cette praxis est tout lecontraire d'un pragmatisme puisqu'elle soumet ses principes àune critique continue et cherche, sinon à être vraie, du moinsà n'être pas fausse'. Afgezien daarvan dat deze woorden wel watal te vlot voorbijgaan aan de interne problematiek en bezinningvan het pragmatisme, -- de in de tekst gestelde kwestie blijftaldus relevant.45 Les Aventures..., p. 275.

..,. I p.r,ut , . i V:

Page 51: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

leau-Ponty toch niet onberoerd hadden gelaten? Betekenteen dergelijk beroep dan eigenlijk niet een zich terug-trekken op een in feite achterhaalde stelling? En ten- 51slotte: wat blijft er over van het principiële begrip voorgeweld en terreur, dat Merleau-Ponty vroeger toonde?Nu valt alle nadruk hierop dat ik de ander in zijn bestaanvergezel, dat er van meet af een inter-subjectiviteit be-staat, waarbij de ander in mij en ik in de ander voltooi-ing vindt 45 . Maar wordt op deze wijze niet te gemakke-lijk de elementaire negatie die in de aanwezigheid van deander als ander (dan ik) gelegen is, onderdrukt, d.w.z.genegeerd, terwijl bij een reële erkenning daarvan wel-licht nog een kans overblijft, er iets van te gaan maken?

Wij stellen deze problemen aldus, om op deze wijzemeteen zo goed mogelijk de aard van het conflict metSartre en het eigen karakter van diens denken over dekwesties te benaderen. Een uitvoeriger exposé van Sartre'saansluiting bij het marxisme is nu gewenst. We houdenons daarvoor aan de Critique de la raison dialectique,omdat wij daarin een meer uitgebreide en systematische,maar in essentie ongewijzigde verantwoording aantref-fen van de houding die Sartre reeds een aantal jareneerder in enkele artikelen had aangenomen en die toende directe aanleiding tot de polemiek van Merleau-Pontywas geweest.

Sartre schrijft een kritiek der rede. Sinds Kant heefteen dergelijke onderneming de betekenis van een zelf-onderzoek, en wel in tegenstelling tot een dogmatiek derrede. Inderdaad hekelt Sartre herhaaldelijk de luiheid'van het marxistisch denken: het is teruggezonken in ge-makzucht en vanzelfsprekendheid. Tegelijk echter streeftSartre naar een 'geëngageerde' en concrete kritiek, scherponderscheiden van abstracte vertogen van toeschouwende

Page 52: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

buitenstaanders. Hij treedt openlijk naar voren als sup-porter van het marxisme. Het is de definitieve wijsbe-

52 geerte van onze tijd; al het andere is in feite reactionair 46.

Opvallend is echter dat deze openlijke adhesie niet wordtbeschouwd als een aantasting van eigen vrijheid, metname van de vrijheid als filosoof. Juist het marxisme, zijhet dan in z'n meer oorspronkelijke, minder verslaptegestalte, wordt gehuldigd als kampioen van de vrijheid,d.w.z. van de vrijheid-in-actie, als vrij-making, die zichmanifesteert in de historische beweging. De wijsgeer Sar-tre is meer en meer onder de indruk gekomen van dekentering die we bij en door toedoen van Marx in desituatie der filosofie aantreffen: juist voor een wijsgerigdenken dat op echte universaliteit uit is, dient zich denoodzaak aan tot zelf-subordinatie, nl. onder de 'praxis'.

Maar blijft dan niet staan, dat hier toch gekozen wordtvoor een wijsbegeerte, en wel deze bepaalde marxistischezelf? Sartre ontkent dit niet, maar voegt er wel directaan toe dat nu net het bijzondere van deze wijsbegeerteis, dat ze de uitgesproken zelfbewustwording vormt vande historische praktijk, deze laatste in haar zuiverstevorm 47. Ook Sartre verwijst daarvoor naar bestaan enwerkzaamheid van het proletariaat. Dit proletariaat ishet eigenlijke handelende subject van de geschiedenis 48 .

Het zijn nl. de have-nots, die in al hun 'negativiteit' demeest juiste kijk hebben op de samenleving en van wiehet zuiverste, het minst door de steun van gevestigde be-

46 Critique..., p. 29 v.47 `Le marxisme, c'est l'Histoire elle-même prenant consciencede soi; s'il vaut, c'est par son contenu matériel qui n'est pas encause et n'y peut être mis.', Critique..., p. 134, cf. 135.48 Critique..., p. 61, 62.49 'Regarder l'homme et la société dans leur vérité, c'est-à-dire,avec les yeux du plus défavorisé', aangehaald bij Merleau-Ponty,Les Aventures..., p. 197. Cf. Critique..., p. 64.69 B.v. Critique..., Préface, p. 9-11, p. 95 v., p. 135 vv.

Page 53: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

langen en waarden vertroebelde handelen kan wordenverwacht 49.

Het dialectische van de kritisch onderzochte rede staat 5 3in hetzelfde teken. Dialectisch' contrasteert met 'ana-lytisch'. De analytische aanpak is typisch voor de vak-wetenschappen alsmede voor het bourgeois-denken. Menvertrekt dan vanuit een gegeven constellatie, die in zich-zelf niet begrijpelijk wordt geacht, om vervolgens vanbuiten af beheersend er op in te grijpen. In de dialectiekwil men daarentegen niet uitgaan van dergelijke gefixeer-de gegevenheden ( 'feiten', 'waarden' e.d.) , maar trachtmen het menselijke zelf-ontwerp, als totaliserende activi-teit, na te gaan 50

Drie momenten verdienen o.i. aparte notitie. Allereerstzou de vrager van zoëven kunnen opmerken dat Sartreblijkbaar toch zijn lot verbonden heeft met een groepmensen van wie de eigenlijke gang der geschiedenis af-hankelijk wordt geacht. Heeft hij zodoende niet vanmeet af zijn vrije mogelijkheden, met name ook zijn filo-sofische, ernstig ingeperkt? Daarop zou Sartre stellig re-pliceren, dat niemand ontkomt aan zo'n praktisch-exis-tentieel engagement in een onderneming die hij aan-vaardt als laatste zingeving der geschiedenis; dat sedertMarx elke poging zich hieraan te onttrekken en distantiete bewaren, in een zgn. universeel open filosoferen, alseen hersenschim is ontmaskerd; en dat een dergelijkengagement niet tekort doet aan de vrijheid, maar dezeintegendeel pas reëel neemt als universele activiteit vanbevrijding, — dit in tegenstelling tot de abstracte vrij-heidsidee der liberalistisch denkende bourgeoisie, die inde 'avontuurlijke' dialectiek een soort zwanezang zingt.

In de tweede plaats treft ons de evenredigheid tussende uiterst nadelige situatie der proletarische arbeiders alshave-nots èn hun bijzonder gunstige positie voor het in-zicht in de waarheid van mens en samenleving. Dat

Page 54: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

Sartre, stellig niet minder dan Marx, bij deze gepronon-ceerde voorkeur gedreven wordt door oprechte socialebewogenheid, staat vast. Maar daarmee is, evenmin alsin het geval van Marx, alles gezegd. We doelen nuniet zozeer op de moeilijkheden van de relatie tussen 'hetproletariaat' en de georganiseerde partij; die zijn o.a.door Merleau-Ponty uitvoerig behandeld. We willen ervooral op attent maken dat Sartre op deze wijze dicht inde buurt komt van een visie op mens en samenleving,die hetgeen een mens heeft of niet heeft de doorslag laatgeven, in de zin van een criterium voor de waarheid vande kijk op mens en maatschappij. Het doet nu weinigterzake, hoe belangrijk wij zelf deze materiële voorzie-ningen als integrerend deel van het mens-zijn achten. Inelk geval had Sartre, als geen ander existentialist, op devoorgrond gesteld dat de menselijkheid, en daarin cen-traal de vrijheid, in de kern moet worden opgevat als eenniet-zijn, een 'néant'; d.w.z. als een wijze van zijn, dieprimair tegengesteld is aan, de negatie vormt van dat

51 Sartre zegt dat het hem, evenals het marxisme, gaat om demensen `in het kader van de schaarste', d.w.z. in een samenle-ving die nog niet in staat is zich te ontdoen van haar behoeften,d.i. van de natuur, en die juist daardoor in het teken staat vanhaar technieken en apparaten. De verscheurdheid van een col-lectiviteit die gedrukt wordt door haar behoeften en beheerstdoor een productiewijze, wekt antagonistische verhoudingen tus-sen de individuen die haar samenstellen. De abstracte relatiesder dingen onderling, van de markt, van het geld etc., verbergenen conditioneren de directe relaties der mensen onderling. (Cri-tique..., p. 85 v.). En elders herinnert Sartre aan de eschatolo-gische uitspraak van Marx in Das Kapital III, die wij in noot 22releveerden. Pas wanneer er voor Allen een speelruimte van reëlevrijheid zal bestaan, buiten de productie van het leven om, zalde plaats van het marxisme worden ingenomen door een vrij-heidsfilosofie. Maar, zo voegt hij er aan toe, we beschikken overgeen enkel intellectueel middel of concrete ervaring om dievrijheid of die filosofie te kunnen concipiëren. (Critique...,p. 32). In dit laatste wordt de beperking van het begin meteengerelativeerd. Bovendien — nog afgezien van de fundamentelevraag, hoe en door wie de aard van een of andere `factische'

Page 55: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

zijn dat zich juist tot 'hebben', tot bezit, leent, het zgn.en-soi. Ook toen al gold dat dit niet-zijn, juist als negatievan het zijn, in zichzelf direct naar z'n 'buitenwereld' 55verwijst en tendeert. Maar dan toch altijd weer op dewijze van het niet-er-mee-samenvallen, met het perma-nente negatieve voorteken. En zeker kon die verwijzingnaar 'buiten' niet fungeren als doorslaggevend c riterium.Het is opvallend, hoe de altijd al aanwezige tegenpoolwint aan gewicht, nu inmiddels een op de spits gedrevenmaar ook finaal vervluchtigde `vrijheid' naar nieuwebodem en zingeving haakt.

Ten derde. Ondanks het praktisch engagement en deonderschikking van het filosoferen (punt 1), en afgezienvan de realiteit der 'sociale' bewogenheid in de voorkeurvoor het 'proletariaat' (punt 2), werkt de traditie vaneigenmachtigheid en totalitaire pretentie der filosofietoch ook bij Sartre nog na. De keus voor het proletariaatals 'subject der historie' moge in de eerste plaats uitexistentieel-praktische motieven voortkomen, de verant-woording er van blijft sterk filosofisch bepaald. Het pro-letariaat functioneert dan als representant van de ideeder universele negatie, een idee die wij eerder ontmoettenbinnen het kader van een overtrokken filosofische dia-lectiek. We zagen tevens dat dit kader zelf tenslotte eenmedium vormde voor een g rimmige, afgrondelijke revolu-tie-géést. Het is een grondtrek van nihilisme, filosofischgestempeld en van een geestelijke crisis getuigend (daar-om ook niet moralistisch te interpreteren), die in Sartre'skritiek der dialectische rede acte de présence blijft geven.Het is goed daarbij in het oog te houden dat Sartre hierineen stuk reële disharmonie, wanverhoudingen enz. ver-werkt. Wie daarover spreekt, raakt aan iets waarvan in-derdaad niemand de diepte en omvang kan peilen. Maarook bij Sartre prevaleert het principe der 'negativiteit'op de onvermijdelijkheid 51. Vanuit dit motief moet ook

Page 56: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

worden verstaan dat Sartre het proletariaat in zijn radi-cale `nietigheid' onmiddel lijk laat vragen om represen-

56 tatie in de georganiseerde macht der communistischepartij.

De praktische aard van dit 'negativisme' blijkt ander-zijds eveneens uit Sartre's b lijvende houding als filosoof.Merleau-Ponty wees wel naar een delicaat punt, toen hijSartre verweet, bij alle adhesiebetuigingen aan het vige-rende communisme uiteindelijk terug-houdend te zijn ge-bleven in zijn positie als filosoof, c.q. filosofisch literator.In dit verband gebruikte hij de term ultra-bolsjewisme,ter typering van die situatie waarbij het communismeniet langer door kritisch-dialectische en historische be-zinning wordt gerechtvaardigd, maar veeleer door denegatie daarvan. Merleau-Ponty miskent daarbij naarons oordeel te zeer, dat er meer aan de orde is dan eenverloochening van de dialectiek bij Sartre en een authen-tieke voortzetting er van in zijn eigen filosoferen. Daar-voor zijn de onderlinge verhoudingen zelf te dialectischgecompliceerd, zoals we meermalen trachtten te latenzien.

Niettemin blijft er een belangrijke waarheid in de kri-tische uiteenzetting van Merleau-Ponty. Inderdaad is erzoiets als een permanente distantie in de onmiddellijkenabijheid, — een uitdrukking die Sartre zelf ergens ge-bruikt ter karakterisering van de individuele subjectivi-teit 52. Onmiddellijk: reserves zijn er alleen binnen depraktisch-feitelijke aanvaarding van het marxisme. Tochook: distantie, want de vrije kritiek komt op uit de'negativiteit' van de individuele existentie, die in haar

grondsituatie, i.c. schaarste, bepaald wordt — staat het voorSartre nu blijkbaar vast dat zo'n verre toekomst van `reële vrij-heid' alleen haar intrede zal kunnen doen via een toenemendebehéérsing, ja zelfs terzijdestelling, van `de natuur'.52 Critique..., p. 31 (noot).53 Critique..., p. 31 (noot) : 'moment éphémère'.

Page 57: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

zelf-ontwerp altijd verder is dan welke status quo ook.Maar dit impliceert dat de primaire dialectiek reeds aan-wezig is in Sartre's praktische houding als filosoof. Want 57enerzijds belijdt hij van zichzelf een distantie die blijftin de onmiddellijke nabijheid en in haar individuele sub-jectiviteit niet meer dan een `vluchtig moment' 53 vormt.Maar anderzijds is het diezelfde filosoferende subjectivi-teit die de drager blijft van deze kritiek der rede methaar universele uitspraken. Zo bezien dreigt de onmid-dellijke nabijheid, het engagement, toch weer om te slaanin een denkmiddel, in een wijsgerige objectivering, die, alshet er op aankomt, marxisme, proletariaat etc. opneemtin de redenering en de filosoof niet uit het lood kan slaan.Merleau-Ponty heeft dit in zekere zin beseft. Evenalstrouwens de officiële woordvoerders van het marxisme,die zich met Sartre's steun niet bijster ingenomen heb-ben getoond. Het is echter des te frappanter dat Sartre,temidden van deze problematiek, thans uitdrukkelijk zijnfilosoferen in dienst van de communistische bewegingst 1t.

Dit alles krijgt nog scherper reliëf, wanneer wij tenslot-te stilstaan bij Sartre's visie op terreur en geweld. Danhebben we dus rechtstreeks te maken met de onderlingemenselijke relaties, en daarop spitst de problematiek zichinderdaad toe. Dit was reeds vroeger het geval, toenSartre zijn oorspronkelijke existentialisme presenteerde:hij werd befaamd door zijn uitvoerige, penetrante, meer-malen meedogenloos lijkende analyses van mijn verhou-ding tot de ander. Sartre geeft zijn vroegere probleem-stellingen niet zomaar prijs, tracht nu echter voorad hetontstaan en voortbestaan van groepen begrijpelijk te ma-ken.

Om Sartre goed te kunnen volgen, is nog even een watlangere aanloop nodig. Zijn uitgangspunt blijft de indi-

Page 58: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

viduele mens. Deze is uiteindelijk soeverein. De enigereële beperking van die soevereiniteit ligt hierin dat een

5 3 groot aantal van deze individuen present is, en dat ineen omgeving, de materiële wereld, waarin schaarsteheerst. Deze materiële wereld is in het bestaan van iedervan ons ook meteen present. Ieder van ons is nl. behoef-tig, moet voortdurend in die nooddruft voorzien en tege-lijk zijn ontwerpende vrijheid in het spel brengen. Demens is, zoals Sartre het nu bij voorkeur uitdrukt, een'praktisch organisme'. Daarom komen we nergens dematerie puur, de natuur sec tegen. De wereld is altijdmenselijk, ook al moet de mens zich eerst 'veruiterlijken'om de materie te kunnen 'verinnerlijken'. Deze veruiter-lijking en de weerstanden die zich daarbij voordoen, zijnechter niet z.m. negatieven, schaduwzijden, maar hebbeneen positieve functie voor de projecterende vrijheid zelf:deze is pas echt vrijheid, als ze zich steeds weer vrijmaakt-van ... , zich afzet tegen ... 54 Ze is, kunnen we ook zeg-gen, in wézen revolutionair.

Al komen we dus steeds in aanraking met bewerktematerie, gestempeld door de mens in zijn praxis, tochdoet zich daarin ook een element van noodwendigheidgelden, en wel vooral door de aanwezigheid, naast mij,van de ander (en) . De bewerkte materie kan worden tot'eis', juist voor degene die het product niet zelf heeftgefabriceerd. In de bewerkte en tevens schaarse materiekrijg ik dus onherroepelijk met die anderen te maken. Zoontstaat het zgn. praktisch-inerte veld, resultaat van eenserie individuele activiteiten die elk voor zich zinvol zijn,maar elkaar nu eenmaal kruisen in een materiële wereldonder het régime van de schaarste. Het onderling contactder individuen krijgt in dit kader dan ook een zgn. serieelkarakter; sociale organisaties zijn onpersoonlijke groot-

54 Cf. Critique..., p. 166 vv.55 Cf. Critique..., p. 225 vv.

'I Vpnr h .

Page 59: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

heden, er is slechts de 'eenheid' van de reeks, d.w.z. voor-zover elk individu geheel buiten zichzelf bestaat en metde ander verwisselbaar is. Sartre illustreert dit bij voor- 59keur aan moderne `communicatie-media' als de radio enaan economische fenomenen als `markt' en 'prijs'. Z'nbeschrijvingen zijn opnieuw, evenals zoveel vroegere,meermalen meesterlijk en suggestief. Maar ze zijn gebor-duurd op een dualistisch grondstramien : het kwaad komttenslotte hiervandaan dat wij, vele vrije individuen, elkvoor zich in staat tot een zinvol praktisch bestaansont-werp, leven in een weerbarstige materiële wereld, die vanbuiten af eisen stelt en bovendien door schaarste wordtgekenmerkt. Nogmaals: Sartre toont hierbij dikwijls eenscherp oog voor de werkelijkheid van de verstoring, vande afbraak, van het echt negatieve in het volle mensen-leven. Toch is het uiteindelijk ook bij Sartre zo, dat dieworden ingepast in z'n redenering, z'n humanistische re-denering. Daardoor komt er iets onschuldigs, iets begrij-pelijks in, en blijft tenslotte het vrije individu, in z'noorspronkelijke zingeving, buiten schot 55.

Niet dat Sartre doet alsof er ooit een soort RobinsonCrusoë geweest is of zal komen. We maakten al meldingvan de beperking gegeven in het grote aantal individuen;de wederkerigheid betekent dat ieder ander zijn soeverei-niteit ook kan uitoefenen t.a.v. mij. Iets dergedijks wasook al door Rousseau opgemerkt. Trouwens, het is ookmet die individuele soevereiniteit zelf merkwaardig ge-steld. Zeker gaat het niet om een autarke 'persoonlijk-heid' : er is niet meer een 'zelf dat als scheppende instan-tie boven alles staat, niet eens meer een 'zelf als ideaalgefixeerd richtpunt. Dit alles vormt volgens Sartre juisteen bedreiging van het authentieke vrij-zijn, als een zichsteeds opnieuw vrij-maken. Eigenlijk is de menselijkeexistentie een nul-punt. Door haar 'nietigheid' is ze welde opening, het 'gat' in de geslotenheid en massiviteit

Page 60: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

van de materiële wereld als zodanig en ligt bij haar hetinitiatief tot historische dynamiek, maar verder kunnen

60 we nauwelijks gaan. Om de leegte toch enigszins te vul-len, kan Sartre de mens alleen maar sterker laten aan-leunen tegen datgene waartegen hij hem zich tegelijk laatafzetten.

Aan werkelijke eenheid in een samenleving zijn we zonog niet toe. Toch wil Sartre nu juist daarheen. De groepis een reële eenheid als eenheid van gemeenschappelijkeactie, en wel van actie in haar 'zuivere' vorm. Haar ont-staan onderstelt echter een zekere verval-situatie van hetindividuele bestaan; ve rval nl. aan het praktisch-inerte.Dit verval gaat wel nooit buiten de individuele activiteitom, maar toch huist er een dermate sterke eigen machtin dat praktisch-inerte veld (van de machinerie, de appa-ratuur, de `logge' lichamen), dat Sartre hier spreekt vaneen contra-finaliteit 56, dus ingaande tegen de zingevingdoor de individuele praxis. Deze contra-finaliteit kan on-bedoeld optreden; er kunnen constellaties ontstaan, doorniemand opzettelijk in de hand gewerkt, maar toch uit devrije praxis afkomstig.

Deze situatie nu is, in al haar verkeerdheid, onmisbarevoorwaarde voor het ontstaan van de groep, en wel alsnieuwe activiteit der vrijheid. Want de groep wil zijneen overschrijding van de collectiviteit, van de reeks-achtigheid. Tegen het overwicht van het praktisch-inerteveld kunnen de afzonderlijke individuen heel weinig on-dernemen, — hoezeer zij allen naast en tegenover elkaardaarin betrokken zijn. Maar wel kan het gebeuren dateen individu — dit houdt bij Sartre het initiatief — zichbewust wordt van de gezamenlijke ve rvreemding. Zo'nindividu treedt dan op als 'bemiddelende derde', nl. tus-sen mij en de ander. Hij beleeft bewust de collectieve

58 Critique..., p. 234 (etc.).57 Critique..., p. 404 vv.

Page 61: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

'andersheid' in het praktisch-inerte veld, gaat tussen alleindividuen, die elk voor zich als ander bestaan, bemid-delen en maakt ze daardoor tot praktisch handelende 61eenheid. Hij haalt ze uit de vervreemding terug, hoewelhij er tegelijk op steunt, omdat zonder de voorondersteldebasis van de gezamenlijke vervreemding in het praktisch-inerte de vereniging tot groep niet eens een kans zoumaken 57 .

Maar deze dialectische redenering impliceert ook, datde eigenlijke eenheid, als het er op aankomt, afhankelijkblijft van die zgn. bemiddelende derde. Achter zijn op-treden kan men niet terug, zijn bewuste en tevens ge-welddadige actie — gewelddadig, omdat hij zich afzettegen de noodwendigheid en de druk van het praktisch-inerte — vormt de actie-groep: in hem vindt de groephaar eenheid als gemeenschappelijke praxis. Sartre's oer-individualisme mondt langs deze dialectische weg uit ineen vorm van dictatuur. Wel is er een duidelijke beper-king aanwezig, inzoverre die 'derde' steeds kan wisselen:nu eens deze dan weer gene neemt de leiding. Maar an-derzijds onderstreept dit het individualistisch subjectivis-me. Opnieuw komt Sartre vlakbij Rousseau, in diens be-faamde paradox, tegelijk strijdkreet van de FranseRevolutie: men zal ze dwingen vrij te zijn. Het laatsteblijft voorop staan, maar het middel van de dwang isniet af te doen als een toevallige ontsporing.

Intussen kan Sartre in zijn groepsformatie, evenmin alsRousseau in de zijne, de anarchie uitsluiten. Deze komtvan binnen uit; we hebben immers te doen met een ge-heel dat is geconstrueerd uit autonome individuen. Dedreiging er van wordt sterker, wanneer de meest acutegevaren van het praktisch-inerte zijn bezworen en de zinvan de groep als actie-groep in geding komt. Daar dezegevaren in onze wereld permanent aanwezig zijn, worden

Page 62: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

er waarborgen voor het voortbestaan van de groep ver-eist. Maar niet minder moet ze, spontaan ontstaan en in

62 de revolutionaire actie dynamisch functionerend, dit oor-spronkelijk karakter zo goed mogelijk bewaren. Voor eenen ander dient de zgn. eed 58. Sartre doelt hiermee nietin de eerste plaats op een officiële ceremonie, maar wiltoch uitdrukken dat de leden van de groep elkaar de ga-rantie geven van trouw aan de groep, ook als er meergescheidenheid, meer werkverdeling ontstaat. Iedereenbelooft dat hij nooit meer 'de andere' zal worden, eenbelofte te krachtiger en plechtiger, naarmate de dreigingvan de 'andersheid' aan de vrijheid zelf onafscheidelijkis verbonden!

In de eed tracht men dus op vrije wijze de vrijheid tebeperken; van binnen uit, niet van buiten af: iedereenbelooft aan iedereen. Ieder levert dus a.h.w. z'n vrijheid,in vrijheid, uit aan alle anderen, en zo vindt men eenwaarborg in elkaar. Nog eens moeten wij attenderen opde directe verwantschap met Rousseau, favoriet auteurook van Hegel en Marx, als deze zegt dat het er op aan-komt, een vorm van samengaan te vinden die met allegezamenlijke macht de persoon en de goederen van elkeverbondene verdedigt en beschermt, en waardoor ieder-een, zich met allen verenigend, toch slechts zichzelf ge-hoorzaamt en even vrij blijft als tevoren. Sartre's dialec-tiek is vernuftiger en gecompliceerder dan die vanRousseau, maar de problematiek is eender gebleven.

Eigenlijk geldt dit in hoofdzaak ook voor de uitkomst.Want vanuit de eed-idee wordt nu ook consequent deterreur verdedigd 59. Elk lid van de groep blijft een po-tentiële afvallige. De individuele vrijheid van ieder eist

58 Critique..., p. 439 vv.59 Critique..., p. 447 vv.so Critique..., p. 455, 456.

Page 63: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

het uiterste geweld om ontbinding en terugval te voor-komen. De macht in de samenleving kan alleen gefun-deerd zijn in een zelfbeperking van de vrijheid door de 63vrijheid, maar is dan ook absoluut! Het zweren van deeed houdt in: ik vraag dat jij me doodt, als ik me af-scheid. Iedereen wordt zo t.o.v. iedereen rechter enscherprechter. Maar — treffend genoeg — juist zo zijnwe broeders; Sartre spreekt van een 'Fraternité-Terreur'.Deze broederschapsband is bijzonder duidelijk, als heteedgenootschap overgaat tot de snelle executie of hetlynchen van een lid dat als verrader wordt beschouwd.De verrader wordt dan niet echt geëlimineerd; zijn li-quidatie is nog een sterke manifestatie van saamhorigheid.Er is geen milieu warmer dan dat van een autoritairepartij (autoritair omdat ze onophoudelijk van buiten afbedreigd wordt). Het geweld zelf wordt daar beleefd alsvriendschap 60

Intussen ligt natuurlijk ook bij deze groep, juist in haarvoortbestaan, de inertie gedurig op de loer. Met het oogdaarop is de vestiging v an gezag noodzakelijk. Nu ne-men de spanningen toe. Want de 'bemiddelende derde'wordt meer en meer 'derde' en hoe langer hoe minder'bemiddelend'. Toch moet de leiding blijven uitgaan vaneen concreet individu, door Sartre nu bestempeld als'kwasi-soeverein'. Aan deze wending kleven bezwaren:de groep wordt bedreigd door massificatie, de kwasi-soeverein door mystificatie. Ook de bureaucratie wintveld. Het communisme in de Sowjetunie is onderhevigaan deze verkeerde invloeden. Maar Sartre prefereert hetboven de Westerse maatschappij, waarin men aan echtegroepsvorming niet is toegekomen. Voor een eventueleherinnering aan 'de dictatuur van het proletariaat', fei-telijk immers uitgehold ten voordele van het partijappa-raat, wil Sartre niet opzijgaan. Hij beschouwt die als eenstuk mythologie : een mysterieus 'organisme', proletariaat

Page 64: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

geheten, zou dan de toon aangeven 61. De ware actie kanalleen van het individu uitgaan, — met de omslag in het

64 totalitarisme, zoals we dat hierboven beschreven 62

We kunnen ons, min of meer geschrokken, hiervansnel afwenden, of het betoog schouderophalend afdoenals `rigorisme' ; we kunnen met Merleau-Ponty half-ge-ërgerd spreken van Sartre's 'vervloekte luciditeit' 63, ofeveneens niet zonder irritatie juist trachten — met eengoede kans op succes — Sartre logische vliegen af tevangen. Maar wat wij wilden laten zien is dat er, in devele en gecompliceerde dialectische wendingen, bij Sartreeen zeker onverbiddelijk radicalisme op ons af komt, datboven directe emotionele reacties uit ons ernstig te den-ken moet geven. Het is blijkbaar mogelijk, en niet zomaartoevallig, dat een dergelijk 'vrijheide'-existentialisme opzo'n wijze contact maakt met communistisch marxisme,ook al wordt er 'kritiek' gehandhaafd en distantie inacht genomen. Voor dit contact blijft een sprong nodig.Maar die sprong is minder groot dan hij lijkt; of beter,blijft zich bewegen in hetzelfde vlak. En de vraag die weal eerder te berde brachten, laat zich niet onderdrukken:hoe lang zal, gezien het verschrompelingsproces der klas-siek filosofische pretenties en de al sterker gebleken nood-zaak tot een waarlijk praktisch engagement ook voorde filosoof, de gehandhaafde kritische strook het houdentegen de opdringende golven van een praxis die men infeite reeds heeft aanvaard?

Deze laatste vraag komt zeker niet voor filosofische be-antwoording in aanmerking. Daarvoor zijn te veel anderefactoren in het spel. Maar hetgeen langs deze filosofischeweg aan het licht komt, mag naar onze overtuiging beslist

61 Critique..., p. 459 vv., 581 vv., 628 vv.62 Een van de meest sprekende passages is te vinden inCritique..., p. 588 vv.63 Merleau-Ponty, Signes, p. 33.

Page 65: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

niet worden verwaarloosd. Tenslotte bleken de kwestiesinderdaad te graviteren om de vraag naar de zin vanvrijheid. Niet dat deze vraag door de besproken filosofen 65werd beantwoord, of zelfs maar zo werd gesteld. Veeleerzaten de problemen, dreigingen, conflicten, die wij nagin-gen, in laatste instantie hierop vast, dat men was begon-nen een 'realiteit', een 'situatie', een 'orde' of wat danook, als gefixeerde grootheid voorop te stellen, teneindezich daarvan te kunnen vrij-maken; teneinde daartegenrevolterend te kunnen opstaan. Daarin ligt tegelijk eendiepe en veelomvattende tragiek besloten, die ons allen,lotsverbonden, aangaat. Anti-revolutionair filosoferen,als een facet van anti-revolutionair handelen, betekentdan ook: doordringen tot deze opzet, tot dit begin, inplaats van te beginnen met concessies wat die 'realiteit'of die `orde' betreft en vervolgens geschrokken of sputte-rend zich te distantiëren van het revolutionair geweld.

Bij het doordringen tot deze opzet en het onderkennenvan zijn tragische trek zal het dan volstrekt aankomen opeen leven uit het Evangelie, de doorbraak van die opzeten het uitzicht in de tragiek. In die bevrijding wordtimmers werkelijk fundamenteel gebroken, teneinde dooren door constructief te kunnen zijn. In dat teken zal ookanti-revolutionair filosoferen moeten staan.

Juni 1967

Page 66: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

I i sill .;.

Page 67: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

DRS. H. G. LEIH

Over de ideologische oorsprongen vande Russische Revolutie

Page 68: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie
Page 69: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

69OVER DE IDEOLOGISCHE OORSPRONGENVAN DE RUSSISCHE REVOLUTIE

Wat is het wezen geweest van de Oktoberrevolutie diein 1917 het leninistisch marxisme in Rusland aan demacht heeft gebracht?

De vraag is niet gemakkelijk te beantwoorden en in devrijwel onoverzienbare literatuur over de histo rische oor-sprongen en over het wezen van wat er in 1917 isgeschied worden de meest verschillende antwoorden ge-geven. 1917 leverde het model van de door Marx geprofe-teerde proletarische revolutie, leren de communisten: hetmarxisme heeft de levensomstandigheden van honderdenmiljoenen mensen omgevormd en de grondslag gelegdvoor een nieuwe, rechtvaardige, ideale maatschappij dieeens heel de aarde zal omvatten. Anderen noemen ookdeze communistische revolutie van 1917 een in diepstewezen typisch Russische gebeurtenis: Lenin sloot aan bijde revolutionaire tradities in zijn land en bij alle discon-tinuïteit die een revolutie nu eenmaal teweegbrengt is ertoch een zekere continuïteit met het Russische verledente constateren: men noemt dan vaak als voorbeeld hettijdens Stalin weer oplevende pat riottisme dat een beroepging doen op het Russische verleden en weer grote na-druk ging leggen op het eigene van de nationale geschie-denis.

Zoals over oorsprong en wezen van de Franse Revolu-tie van 1789 de wetenschappelijke discussie nog steedsgaande is en waarschijnlijk nooit een definitief einde zalnemen, zo zal het stellig ook met die over 1917 gaan.

Niet ten onrechte is men geneigd aan de revolutionai-re ideologieën een belangrijke plaats toe te kennen in hetfenomeen Revolutie. Toch mag men niet vergeten dat de

Page 70: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

factoren die uiteindelijk tot een revolutie hebben geleid(1789: Frankrijk; 1848: Frankrijk, Duitsland, Oosten-

70 rijk; 1917: Rusland; 1948: China; en heel het revolutio-naire dekolonisatieproces van de laatste decenniën) nietuitsluitend gelegen waren in de revolutionair-ideologischegezindheid van een aantal denkers en practici, maar vooreen groot deel, vaak zelfs in de eerste plaats, in de struc-tuur van de pre-revolutionaire politieke of sociale orde.Wanneer men zich bezint op de 'schuldvraag', komt menveelal niet in eerste instantie bij de opstandige onderda-nen terecht, doch juist bij de overheid. De overheid diefaalt bij het leiding geven aan de ontwikkeling der ge-beurtenissen, die vaak stelselmatig elke hervorming, hoe-zeer noodzakelijk, stuit, die het herhaaldelijk bestaatover te gaan tot onderdrukking van de eigen onderda-nen, van hun vrije meningsvorming en van hun rechtenen vrijheid. Een overheid die — om het kort te zeggen —de hoogheid van haar gezag tot een aanfluiting maakt ende grenzen van haar bevoegdheden weigert te erkennen.A. M. Donner, die indertijd op dit punt nadrukkelijkheeft gewezen, had wel gelijk toen hij stelde: 'Revolutiesworden gemaakt door plichtvergeten onderdanen éndoor plichtvergeten overheden ...' 1 .

Een ontaarde, immorele regeringspolitiek lokt de weer-stand uit en wie ontkent dat heel wat verzetsbewegingenuit de geschiedenis op zichzelf alleszins gerechtvaardigdzijn geweest?

Wij mogen evenwel niet uit het oog verliezen dat eenrevolutie meer is en ook meer wil zijn dan louter verzet.

Het begrip revolutie heeft sedert het einde van de 18e

1 A. M. Donner, Het oorzakelijk verband tussen Ongeloof enRevolutie bij Groen van Prinsterer; in: Groen's `Ongeloof enRevolutie', Wageningen, 1959, p. 151.2 Men zie voor het volgende vooral K. Griewank, Der neuzeit-liche Revolutionsbegriff, Weimar, 1955.

Page 71: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

eeuw een eigen betekenis en een eigen inhoud gekregen 2 .

Voordien droegen de opstanden en verzetsacties in hetalgemeen een spontaan karakter en hadden ze een be- 71perkte doelstelling: men kwam noodgedwongen in verzettegen een overheid die de door haar bezworen rechtenen privileges had geschonden. Het herstel van deze somsal oude vrijheden was vaak het doel van hen die in op-stand waren gekomen. Soms was het doel godsdienstvrij-heid of nationale zelfstandigheid, maar ook in deze laat-ste gevallen deed men veelal een beroep op de ouderechten.

Bij de Franse Revolutie (1789) is er stellig ook het ge-voel dat men tot verzet gedwongen is, maar van vroegererevoltes onderscheidt men zich daarin dat men bewustrevolutionair wil zijn, dat men radicaal wil breken methet bestaande en iets geheel nieuws opbouwen, in de vas-te zekerheid dat de samenleving die door de revolutiewordt tot stand gebracht goed, volmaakt zal zijn. In diezin goed dat niet alleen de politieke en sociale toestandenzullen beantwoorden aan het gestelde ideaal, maar datin die nieuwe wereld de mens zelf de volmaaktheid zalbereiken en in voortdurend geluk leven: een soort heil-staat dus, een paradijs op aarde.

De idee der revolutie als een bewust breken met dehistorische continuïteit kan alleen zijn grondslag vindenin een bepaalde beschouwing aangaande de mens en zijntoekomst, in het geloof dat de mens in eigen kracht dieideale wereld inderdaad vermag te scheppen. Het ideolo-gische speelt in de moderne revolutie een grote rol.

Dit toekomstgeloof treft men inderdaad aan in deFranse Revolutie, en in alle revolutionaire bewegingen diede mensheid sindsdien heeft leren kennen, tot vandaagtoe. Dat hier sprake is van een geseculariseerde vooruit-gangsverwachting behoeft geen betoog. In de modernerevolutie gaat het niet alleen om de vaak aanwezige

Page 72: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

noodzaak diepgaande veranderingen aan te brengen,zelfs een algehele omvorming te realiseren, doch zeer na-drukkelijk om het vaste geloof dat de mens in staat iszonder God het heil op aarde te verwezenlijken, zijn eigen'heiland' te zijn.

Deze revolutie-ideologie vertoont qua talis een uni-verseel en totaal karakter: de idee èn de daad beperkenzich niet tot één bepaald terrein, bijv. tot het politieke ofsociale leven, maar willen héél het menselijk leven in alzijn mogelijkheid en uitingen omvatten, ze moeten samen`de nieuwe mens' scheppen. Een revolutie, waar ookhaar oorsprongen mogen liggen, streeft er bewust naarhet leven in zijn totaliteit om te zetten: recht, ethiek,godsdienst, wetenschap, kunst, ze zijn alle ondergeschiktaan het hoge toekomstideaal en zullen in het kader vande revolutie diepgaand veranderd moeten worden ofzelfs dienen te verdwijnen: Robespierre wilde de be-staande godsdienst ve rvangen door een nieuwe, in feitede religie van de Revolutie; in Marx' conceptie zal eensde godsdienst verdwijnen, de staat afsterven, en ontstaaner op den duur geheel nieuwe vormen van recht en mo-raal. Lenin handelt er naar; het Chinese communismeis sinds het de macht heeft veroverd zeer bewust bezigtabula rasa te maken met de oude Chinese opvattingenvan religie en ethiek en het doet alle moeite een nieuwrecht, een nieuwe moraal, een nieuwe kunst en weten-schap in te voeren.

Dit impliceert dat de revolutionair principieel niet an-ders dan intolerant kan zijn tegenover elke afwijkendemening: zijn toekomstverwachting is immers een absoluutzekere en elke andere opvatting kan niet juist zijn, moetwel een bedreiging zijn voor de revolutie. Derhalve is elkmiddel om de revolutie door te voeren geoorloofd. Ter-wille van de verwezenlijking van het allesbeheersendeideaal van menselijkheid, gerechtigheid, vrijheid kan

u.,

Page 73: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

zelfs de mens zelf worden opgeofferd, omdat dat ideaalniet los staat van een verabsoluteerde ideologie. Maar 73dan is in feite de revolutie in zichzelf doel geworden.Menig revolutionair denker deinst voor deze consequen-ties nog terug, maar hoeveel gruwelen zijn in werkelijk-heid bedreven!

Het zou tevens inconsequent zijn, wanneer de revolutiezich beperkte tot de eigen natie. Menige revolutie w astot dusver missionair van aard: hetgeen men zelf heeftverworven dient men ook de medemensen te bieden enlegt men, zo nodig met geweld, aan andere volken op.

Samenvattend kan men dus, op grond van de tot dus-ver bekende revolutionaire ideeën en gebeurtenissen, devolgende trekken in de moderne revolutie vinden: ze isanti-historisch, ideologisch en in haar toekomstverwach-ting utopistisch; in dit verband vertoont ze naast eenprincipiële intolerantie ook een 'messianistisch' karakter.

Met elke opstand heeft de revolutie gemeen het ge-welddadig optreden, het gebruiken van middelen die inde bestaande orde als onwettig worden aangemerkt. Bijbeide is er in het algemeen ook reden te over tot verzet:in een gezonde samenleving kunnen zich wel eens onlus-ten voordoen, maar tot opstand of revolutie komt hetgewoonlijk niet.

Daarentegen roept een falende of tyrannieke overheidzelf het verzet op en dat is dan zeker niet altijd onge-rechtvaardigd. Bij revolutie, in de moderne zin van hetwoord, wordt evenwel de opstand gepleegd in naam vaneen bepaalde idee en heilsverwachting, waaraan alle nor-men en waarden zijn ondergeschikt gemaakt. Dat wilniet zeggen dat de revolutionairen geen edele bedoelin-gen hebben. Wie kennis neemt van de verontrusting vanvelen hunner over de toestanden in hun land of elders,over de materiële of geestelijke nood van de mens of van

Page 74: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

de mensheid ontdekt bij de revolutionaire denker en ookmeermalen bij de terrorist ethische motieven. Maarkunnen deze ethische motieven, die steeds gebaseerdzijn op het geloof in de menselijke autonomie en in hetvermogen van de mens zichzelf de ideale orde te schep-pen en die derhalve geheel 'diesseitig' van aard zijn, juistdoor hun verabsoluteren van de revolutie en in het trek-ken van de consequenties daarvan tot een ander resul-taat leiden dan tot ontbinding en ontmenselijking? Na1789, 1917, 1948 staan wij voor de deformatie van dehoogste ethische idealen. Ligt dat alleen aan de 'omstan-digheden'? Of aan het feit dat het een 'revolutie' is ge-weest, zoals wij die hierboven in haar wezen hebben ont-moet?

Het voorgaande concluderen wij uit de geschiedenisvan opstanden en revoluties tot nu toe. Wij kunnen enzullen hetzelfde zien, nu wij een kort, noodzakelijkerwijzeschetsmatig overzicht geven van de voorgeschiedenis vande Russische Revolutie van oktober 1917. Het is inder-daad het verhaal van een ontaard staatssysteem en vaneen sociaal zeer onrechtvaardige samenleving, ook datvan het zoeken naar verlossing, waarbij men grijpt naarde revolutie-ideologieën die men in West- en Midden-Europa in vele geschriften kan vinden. De theorieënvragen om verwerkelijking en het komt tot de moord-aanslagen, tot de revoltes en tenslotte tot de in 1905 mis-lukte, doch uiteindelijk in 1917 geslaagde Revolutie.

Rusland was voor 1917 een autocratie, in de slechtstezin van het woord. Een geschiedverhaal van het optre-den der tsaren zou een verbijsterend relaas worden vanonderdrukking en onrecht, van misdadige practijken enmoord. Slechts enkele vorsten uit verscheidene eeuwenhebben enig besef gehad van hun verantwoordelijkheidtegenover hun onderdanen, de meeste kenden slechtshun 'roeping' ter handhaving van de bestaande toestan-

..,^ i.Ylg ii .

Page 75: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

den, van de 'goddelijke instelling' van de absolute vorste-lijke macht en van de bestaande lijfeigenschap der boe-ren. De Russische staatskerk sanctioneerde deze toestand 75officieel, met een beroep op `de heilige vaders van dekerk' en de gelovigen die zich tegen dergelijke opvattin-gen verzetten, meest leden v an secten, hadden het zwaarte verduren van de zijde van de kerk èn van de staat.

Van volksinvloed op het regeringsbeleid was natuurlijkgeen sprake: constitutie en parlement werden door de .tsa-ren als strijdig met Gods wil beschouwd. In dit verbandwerd ook de vrije meningsuiting practisch onmogelijkgemaakt door censuur, politietoezicht (o.m. op de gym-nasia en universiteiten) en eventueel zware straffen. Bij-na alle personen wier namen in het volgende wordengenoemd hebben gevangenisstraf en 'Siberië' ondergaan,en niet altijd op grond van tegen de openbare orde be-gane misdaden!

Economisch behoorde Rusland tot hetgeen wij thansde 'onderontwikkelde landen' zouden noemen. Voormeer dan 90 % bestond in het begin der 19e eeuw debevolking uit boeren die met vaak zeer primitieve mid-delen de grond bewerkten — uiteraard met een geringeopbrengst —, terwijl zij bijna allen lijfeigenen warenvan de adellijke heren. Bovendien was hun vrijheid nogbeperkt door de mir, de dorpscommune : bos en weilandwaren gemeenschappelijk bezit, terwijl de bouwgrond opgezette tijden in gelijke delen onder de families ter be-werking werd verdeeld. Na enkele jaren kon een nieuweverdeling plaats hebben, waardoor het boerengezin somseen heel ander stuk akker toegewezen kreeg. Dit laatstebevorderde natuurlijk niet de lust om zijn stukje grondzo goed mogelijk te verzorgen.

Deze afhankelijkheid en onvrijheid en tevens de triesteeconomische en sociale omstandigheden waarin zij ver-keerden, brachten de boeren vele malen tot opstanden.

Page 76: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

Vier eeuwen lang vormen die boerenrevoltes een van dethema's van de Russische geschiedenis. Ze zijn steeds

7 6 spontaan en missen elke revolutionaire ideologie: de boe-ren willen alleen verbetering van hun ondraaglijk lot.

In Rusland blijkt duidelijk dat de revolutie-idee nieteen zaak is van het volk, maar van de leiders. In de 19eeeuw betoonden de boeren, in weerwil van al hun on-tevredenheid en ergernis over hun trieste lot, steeds weerantipathie tegen de revolutionaire ideeën en nog meertegen de adellijke of burgerlijke dragers van die ideeën,die zij als hun werkelijke onderdrukkers zagen.

De oorsprongen van de Russische Revolutie liggen inde 19e eeuw. Omstreeks 1800 kwamen, onder invloed vande denkbeelden der 18e-eeuwse Franse Verlichting enmet name van de grote gebeurtenissen in Frankrijk se-dert 1789, de eerste revolutionaire gedachten op. Hetcontact met het Westen tijdens het laatste regeringsjaarvan Napoleon, toen Russische legers Europa binnentrok-ken, deed de officieren, van adellijke afkomst en vaakvan behoorlijke ontwikkeling, het verschil zien tussen detoestanden in het Westen en die in hun eigen land. Eenvergelijking die steeds ten nadele van Rusland uitviel.Daarom ontstonden er geheime kringen van hogere offi-cieren die een constitutie wensten en afschaffing van delijfeigenschap. In 1825 kwam het tot een officieren-revolte, de zgn. Dekabristen-opstand (dekaber = decem-ber), die echter volkomen faalde.

Tsaar Nicolaas I (1825-1855), die na het neerslaanvan deze opstand in gestadige vrees leefde voor nieuwe

3 Men zie vooral de eminente studie van Peter Scheibert, VonBakunin zu Lenin. Geschichte der russischen revolution &renIdeologien 1840-1895, Band I, Leiden 1956. Uit de vele litera-tuur over de Russische intelligentsia moet vooral vermeld wor-den de verzamelbundel The Russian Intelligentsia, onder redactievan Richard Pipes, New York, 1961.

Page 77: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

onlusten en daarom zeer argwanend stond tegenover derevolutionaire geest van het Westen, gebruikte de beruch-te middelen van censuur, politioneel toezicht en Siberië 77om elke uiting van ongenoegen onmogelijk te maken. Deoorzaken der ontevredenheid werden evenwel niet weg-genomen.

Nicolaas zorgde er wel voor dat het leger niet opnieuwde broedplaats kon worden van revolutionaire ideeën.Maar de `critische geest' kon hij niet buiten zijn landhouden. Er kwam een nieuwe groep mensen op, de zgn.intelligentsia 3. Ze bestond uit jonge mannen, die aan deuniversiteiten hun vorming ontvingen. Voor het grootstedeel waren zij van adellijke afkomst en daarom bij voor-baat door de regering gewantrouwd( de adel was doorde Dekabristen-opstand gecompromitteerd geraakt: uitmenige voorname familie waren deelnemers a an dezerevolte gekomen). Het kenmerkende van deze intelligent-sia was haar critische instelling, beïnvloed door westerseideeën die men in eigen studentenkringen door lectuuren gesprekken had leren kennen. Het was met name hetDuitse wijsgerige idealisme (Hegel, Schelling) dat eentijd lang grote indruk maakte. Verder treffen wij in deRussische intelligentsia aan de diepe morele verontrus-ting over de ondraaglijke tweespalt tussen ideaal en wer-kelijkheid en het schuldgevoel tegenover de boeren, diezoveel eeuwen lang hard waren behandeld door de eigenstand. In deze kring ontmoet men de romantische, noglang levend gebleven mythe van de Russische boer als demens die gedoemd is te lijden en in dat geduldig gedra-gen lijden zich een aureool van heiligheid heeft verwor-ven. De Russische boer als de heilige, als de heilbrenger(heiland) der mensheid, is een bekend thema uit de Rus-sische literatuur. Het speelt ook in de 19e-eeuwse revolu-tionaire theorieën een rol.

De Russische intelligentsia was geestelijk in aanraking

Page 78: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

gekomen met het Westen. Zij voelde dat zij het Westenniet kon missen bij het zoeken naar de zin en inhoud, naar

78 de vulling van het eigen leven en met spanning greepmen daarom naar de wijsgerige geschriften die in hetbegin van de 19e eeuw in Duitsland en andere westerselanden verschenen.

Het Westen als voorbeeld; maar teleurstellend was water in Europa zelf van die idealen van vrijheid en mense-lijkheid werd gemaakt. Hoezeer men het Westen bleefnodig hebben, de een na de ander keerde zich van datWesten af, zonder ervan los te komen. Wij zien binnende Russische intelligentsia zich twee richtingen afteke-nen, die van de slavofielen en die van de zgn. westerlin-gen. Beide richtingen waren door de westerse geest ge-vormd, maar de tegenstelling lag in het verschillendeantwoord dat men gaf op de vraag of Rusland al dan nieteen eigen weg, los van Europa, moest gaan.

Daar de vertegenwoordigers van de intelligentsia vande jaren '30 en '40 als gevolg van de regeringspolitiekgeen mogelijkheden konden vinden om zich in een ofander overheidsambt voor het volk nuttig te maken, wa-ren zij wel gedwongen zich te beperken tot de wereld vande ideeën en van de abstracte onderzoekingen. Zij wier-pen zich op de wijsbegeerte en op de Russische geschie-denis en de meesten hunner verloren gaandeweg de be-langstelling voor staatkundige en sociale vragen. Slechtsde enkelingen die in de gelegenheid waren Rusland teverlaten en zich in West-Europa te vestigen, zoals Herzenen Bakoenin, bleven zich met deze problematiek bezighouden en zochten naar wegen om het volk uit zijn lijdente verlossen.

De enige sociale gedachte die in deze tijd in Ruslandzelf ontstond was de romantische, slavofiele idealiseringvan de oud-Russische dorpscommune met haar collec-tieve opbouw en organische ordening, als tegenhanger

^^. I I'MIII^_ , .

Page 79: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

van het westerse individualisme met zijn atomisering vande maatschappij en daarmee met het ontstaan van eeneconomisch proletariaat. De verheerlijkers van dezedorpsgemeenschap als de kiemcel van een ideale socialesamenleving, hoopten dat in hun eigen land kapitalismeen proletarise ring zouden kunnen worden vermeden endat Rusland zijn eigen weg zou kunnen vinden naar eensociale orde, gebaseerd op een hervormde dorpscommune.Dit was overigens een mythe: men kende de practijk vande mir helemaal niet, omdat men te ver van de boeren-bevolking afstond. Dat neemt niet weg dat de gedachtevan de boerengemeenschap gedurende verscheidene de-cenniën politiek werkzaam is geweest en een uiterst be-langrijke rol heeft gespeeld in de Russische revolutionai-re beweging.

De critiek van de Russische intelligentsia uit de eerstehelft van de 19e eeuw richtte zich hoofdzakelijk op demaatschappelijke toestanden en was sociaal-ethisch vanaard. Dat men daarbij practisch uitsluitend oog had voorde noden van de boerenbevolking is, gezien de Russischeverhoudingen, volkomen begrijpelijk. Het liberalismedaarentegen heeft nooit een belangrijke plaats kunnenverwerven in het Russische leven; het sociale motief do-mineerde heel de 19e eeuw door. Het politieke speeldealleen in zoverre dat de intelligentsia zich door het be-staande staatssysteem alle mogelijkheid zag afgesnedentot verwezenlijking van haar sociale idealen. Dit feitmaakte haar echter niet liberaal (wat moet de analfabe-tistische boerenbevolking met een constitutie en met eenparlement? Kent het Westen met zijn censuskiesrecht eenwerkelijke 'democratie'?), maar radicaal, anarchistisch.Die anarchistische trek was kenmerkend voor alle Russi-sche revolutionaire bewegingen, stellig ook voor het la-tere marxisme. Hij is ontstaan uit begrijpelijke afkeervan het tsaristische absolutisme.

Page 80: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

Het sociale motief domineerde dus en dit w as sterkethisch en antropologisch bepaald. De beste vertegen-80 woordigers van de Russische intelligentsia waren de 'be-rouwvolle edelen', berouwvol vanwege de eeuwenlangeschuld van de adel jegens het volk, d.w.z. de boeren. Hetgeweten sprak en zij wisten niet hoe zij hun volk kon-den helpen. Het zich terugtrekken op de studeerkamerwas geen oplossing en dat wisten zij. Maar wat dan tedoen?

Het was de tragiek van deze mannen dat alle wegenwaren afgesloten. Hun eigen stand, de adel, stond vrij-wel unaniem vijandig tegenover hun humanitaire idea-len; staatkundig waren zij uitgeschakeld; intellectueel encultureel vormden zij, door hun universitaire opleidingen door hun kennisneming van buitenlandse wetenschap-pelijke en literaire geschriften, een kleine groep bevoor-rechten temidden van een vrijwel geheel onontwikkeldebevolking. Bovenal wisten zij zich vervreemd van de lij-dende boerenmassa's. Hun grootste probleem was hoe dievervreemding kon worden opgeheven. Hoe pijnlijk voel-den zij het dat zij feitelijk buiten de volksgemeenschapstonden in een 'geestelijke ballingschap', zoals Berdja-jew het heeft geformuleerd 4 .

Het is duidelijk dat in de typische Russische verhou-dingen van die tijd alleen al het bestaan van critiek op

4 Nicolai Berdjajew, Beteekenis en oorsprong van het Russischecommunisme, Ned. vertaling J. Schregardus, Amsterdam-Ant-werpen, 1948 2, p. 30.5 Scheibert, a.w., p. 195.6 Cf. Russian Philosophy (edited by James M. Edie, James P.Scanlan and Mary-Barbara Zeldin), Chicago, 1965, Vol. I, p.311: 'There will be no rich, no poor, neither kings nor subjects,but only men and brothers, and, at the word of the apostlePaul, Christ will give back his power to the Father, and Father-Reason will again hold sway, this time in a new heaven andover a new world' (Eng. vert. Philip Rahv); Scheibert, a.w.,p. 196.

, I i, wui. , . ^ u

Page 81: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

staat en maatschappij revolterend moest werken. Van ac-tief verzet was tijdens het harde bewind van Nicolaas Igeen sprake; na het falen van de Dekabristenopstand 81ontbrak elke reële mogelijkheid daartoe. Wel begon zichal iets van een revolutionaire ideologie te vormen. Menkan dat het best constate ren bij de belangrijkste vertegen-woordigers van de intelligentsia van voor 1850: Belinski(1810-1848), Herzen (1812-1870) en Bakoenin(1814-1876). De beide laatsten brachten het grootstedeel van hun leven buiten Rusland door, in West-Europa.

Belinski was een der weinigen uit deze kring, die nietvan adellijke afkomst waren. Evenals de anderen onder-ging hij de invloed van het, overigens door hem niet ge-heel begrepen Duitse idealisme en met name van Hegel.Later werd hij, als de anderen, gegrepen door het Franseutopistische socialisme. Gaandeweg kwam hij tot verwer-ping van alle metafysica en tot een voordien in Ruslandniet in zo radicale vorm geuit revolutiegeloof. Zijn fellecritiek op het bestaande kon hij natuurlijk niet uiten alsliterair criticus en publicist, doch werd door hem metgrote nadruk en zekerheid beleden in zijn brieven aanzijn vertrouwde vriend Botkin. Reeds in 1842 sprak hijover de terroristen als de enigen die het duizendjarigerijk konden tot stand brengen 5 . En hij zag verlangend uitnaar de dag dat er geen rijken en geen armen, geen vors-ten en geen onderdanen meer zouden zijn, maar alleenmensen en broeders, de dag dat God-Rede zou heersenover de aarde 6. Belinski streefde naar een nieuwe socialemaatschappij die gebaseerd zou zijn op het respect voorde enkeling, maar men leest bij hem ook uitspraken,waarin hij de vrijheid van de enkeling ondergeschikt ver-klaarde aan de gemeenschap. Zijn opvattingen vormenzeker geen doordachte eenheid, maar vast was zijn ver-trouwen in de revolutie, in de vernietiging van de oudewereld en in de opbouw van een nieuwe.

Page 82: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

Grote invloed heeft Belinski gehad door zijn opvattingdat de literatuur propaganda dient te zijn voor een maat-schappelijke idee. Zelf beoordeelde hij de onder zijn aan-dacht gebrachte boeken niet naar hun aesthetische waar-de, doch uitsluitend naar de idealen die erin tot uitdruk-king werden gebracht, naar de revolutionaire boodschapdie de kunstenaar wilde brengen. Deze methode van lite-raire critiek vond weldra navolging bij de vertegenwoor-digers van het Russische nihilisme van de jaren '60 enveel later in de bolsjewistische literatuurbeschouwing.

Herzen 7 was wel van adellijke afkomst en een dermeest op de voorgrond tredende figuren onder de 'be-rouwvolle edelen'. Zijn verzet tegen de vaderen, de on-derdrukkers der boeren, generaliseerde zich bij hem alspoedig tot een verzet tegen alle gezag. Individuele zelf-standigheid en mense lijke waardigheid werden voor hemde hoogste waarden; daarmee bedoelde hij niet in de eer-ste plaats politieke vrijheid, doch veeleer de zelfvervol-making van de enkeling.

Op de universiteit leerde hij, niet door het onderwijsvan zijn leermeesters doch in de kring der studerendevrienden, het Duitse metafysische idealisme kennen: He-gel betekende voor hem 'de algebra van de revolutie',maar het was voor Herzen een 'gedroomde' revolutie.Geestelijk voelde hij zich meer en meer in botsing komenmet de vijandige wereld en hij zocht naar wegen, filoso-fisch en practisch, om uit deze vervreemding te komen.Zijn ervaringen met de Russische politie en de balling-schap die hij van 1834 tot 1840 in zijn eigen land moestondergaan, deden hem zien hoe het in de eerste plaats het

7 Over Herzen zie men vooral de magistrale studie van MartinMalia, Alexander Herzen and the birth of Russian Socialism,Cambridge (Mass.), Harvard University Press, 1961.

n Rin} ^^+'^

Page 83: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

bestaande staatssysteem was dat het volk deed lijden.Sedertdien versterkten zich bij hem de revolutionairetendenties, waarbij hij zich voedde met de ideeën van hetDuitse links-hegelianisme, dat omstreeks 1840 veel vanzich deed spreken; naast zijn felle afkeer van de lijfeigen-schap en van de autocratie ontwikkelde zich bij Herzenook die tegen de godsdienst. Zijn principieel anarchismeverdroeg zich niet met het geloof aan een god die immerskon gelden als het prototype van alle gezag. Het anarchis-me van Herzen was in wezen metafysisch en ethisch vanaard, maar wat moest hij er politiek en sociaal mee aan?Hier leek het Franse socialisme (Proudhon, Fourier, LouisBlanc) uitkomst te bieden, de weg te wijzen naar derechte verhouding, naar de verzoening van individu engemeenschap. Aan het Franse socialisme ontleende Her-zen de ethische en politieke beginselen, met voorbijgaanvan de economische ideeën. Rusland verkeerde immersin een geheel andere economische toestand dan West-Europa.

In 1847 emigreerde hij naar het Westen, waar hij alspoedig de revoluties van 1848 meemaakte. De misluk-kingen verklaarde hij niet politiek, maar ideologisch: zewaren er een gevolg van dat de Fransen zich niet haddenbevrijd van de religie, van het gezagsbeginsel. Toen deliberale bourgeoisie in Parijs zegevierde, begon zij evenzeereen onderdrukkingspolitiek als de vorige regeerders. Maardaarmee waren vrijheid en menselijkheid in Frankrijk ab-stracties geworden.

Enkele jaren later, toen hij in Londen verbleef, nader-de Herzen het slavofilisme en ontwikkelde hij zijn eigenRussische socialisme. Hij poogde het westerse socialismevan die dagen te verzoenen met de verwachting die deslavofielen op de Russische boerencommune hadden ge-steld. Herzen hoopte dat zijn l and, economisch achterge-bleven, vrij zou kunnen blijven van kapitalisme en pro-

Page 84: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

letariaatsvorming, eigen aan de westerse maatschappij,en direct zou kunnen overgaan naar het socialisme in zijn

84 specifiek Russische vorm. Daarvoor zouden boeren enmiddenadel moeten samenwerken om een nieuwe wereldte scheppen, waarin de boerencommune niet gezien werdals een economische eenheid, maar als het kader waar-binnen de enkeling tot vrije zelfontplooiing zou kunnenkomen.

Herzens socialisme had duidelijk individualistische enethische trekken. Zijn anarchisme verschilde van dat vanBakoenin in zijn afwijzing van de destructie, in de accen-tuering van de humanistische en humanitaire waarden.Hierin lag bij Herzen het hoofdthema van zijn revolutie-verwachting. Hoe had hij zijn hoop gevestigd op de to-

tale omvorming van de Russische maatschappij! `De re-igie van de toekomstige omvorming van de maatschappij

,s de enige religie die ik jou vermaak. Ze kent geen para-dijs, geen beloningen, behalve in het eigen bewustzijn, inI iet geweten ...', schreef Herzen in het inleidend woordvan zijn boek `Van de andere oever', dat hij aan zijnzoon opdroeg.

Concreet betekende deze omvorming der maatschappijnatuurlijk in de eerste plaats de boerenemancipatie.

Daartoe had hij zelfs een tijdlang zijn hoop gevestigd opd b kroonprins, de toekomstige tsaar Alexander II(1855-1881), van wie velen verwachtten dat hij na zijntr oonsbestijging een 'revolutie van boven af' zou reali-

8 De vraag naar de plaats van de mens is niet alleen in deRussische filosofie, maar ook in de Russische literatuur van de19?. eeuw met nadruk gesteld. De revolutionaire intelligentsiaph atst de mens steeds in zijn relatie tot zijn volk; de bestrijdervan de revolutionaire ideologieën, Dostojewski, ziet juist in dieideologieën en in het revolutionaire utopisme het ware zijn vande mens bedreigd. Het thema van zijn geschriften is steeds weerde verhouding van de mens tot God en tot Satan.

I 1^'"I ^ ._ , ^^ , ^ .^ 1 0 1 11 .....

Page 85: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

seren. Toen in 1861 de lijfeigenschap der boeren doorAlexander inderdaad werd afgeschaft, bleek dat het edictslechts een gedeeltelijke hervorming bracht, dat de boe- 85ren wel vrij waren geworden van hun heren, maar dathun levensomstandigheden eerder nog ongunstiger wer-den. Deze diepe teleurstelling deed de anarchistischetrekken bij Herzen weer sterker worden.

In feite heeft Herzen nooit een concreet politiek ofsociaal program gegeven, trouwens geen van de mannenvan zijn generatie. Veeleer was hij de man die droomdevan een nieuwe, volmaakte maatschappij, waarin de en-keling alle geluk en alle mogelijkheden van levensont-plooiing zou kunnen vinden. Een volgende generatie zoude idealen van Herzen abstracte theorieën achten. Her-zen wilde in wezen slechts een 'morele Revolutie', maarwat hield dat concreet in? Toen Herzen zich verzettetegen de eerste terroristische moordaanslagen, in het mid-den der jaren '60, en zich uitsprak voor een geleidelijke,niet-gewelddadige ontwikkeling naar het socialisme, naarzijn ethische individualistische socialisme, verloor hijalle sympathie bij de jongere intelligentsia die juist derevolutionaire daad proclameerde.

Bij Herzen komt duidelijk uit wat kenmerkend is voorde eerste vertegenwoordigers van de Russische intelligent-sia omstreeks 1840-1850, namelijk het nadruk leggen opde vrijheid van de enkeling. De meest opmerkelijke stu-diën uit deze kring lagen op het gebied van de wijsgerigeantropologie 8 ). Opmerkelijk in dit verband is Herzensafkeer van Marx' deterministische revolutie-idee; zelfs An-nenkow, een der eerste Russen die in persoonlijk contactkwam met Marx en zich met hem in menig opzicht ver-want voelde, zag — zoals hij zelf aan Marx schreef — inhet communisme een bedreiging voor de menselijke per-soonlijkheid, wanneer het van buiten af aan een bepaal-

Page 86: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

de maatschappij zou worden opgelegd en niet het eind-punt zou vormen van een organische ontwikkeling 9 .

De enige uit deze kring die inderdaad tot de revolu-tionaire daad wilde komen was Bakoenin. Deze was trou-wens niet in de eerste plaats denker, maar man van actieen van samenzwering, Ruslands eerste 'beroepsrevolu-tionair'. Reeds in 1840 had hij zijn geboorteland verlaten,was in Duitsland in contact gekomen met de

links-hege-lianen en had later in Zwitserland enkele communistenleren kennen (Weitling en Hess) . Bakoenin die evenalsBelinski en Herzen zijn critische vorming had ontv angenin de studentenkringen te Moskou ontwikkelde zich inEuropa tot een principieel revolutionair, die reeds in1842 'die Lust der Zerstörung' verheerlijkte als 'eineschaffende Lust' 10 . God en de staat zag hij als de vernieti-gers van de menselijke vrijheid en zijn geloof in de revo-lutie richtte zich derhalve zowel tegen de religie als tegenalle gezag. Atheïsme en anarchisme werden voor Bakoe-nin de grondslagen voor de geestelijke bevrijding van deenkeling.

Actief deed hij in 1848 en 1849 mee aan de revolutiesin Duitsland, waar hij zelfs leiding gaf aan een opstandin Dresden. Hij werd evenwel gearresteerd en in 1851aan de Russische autoriteiten uitgeleverd die hem eerstin de beruchte Peter- en Paulsvesting te Petrograd opslo-ten en later naar Siberië verbanden. In 1861 wist hij na'en avontuurlijke vlucht via Japan en de Verenigde Sta-

Scheibert, a.w., p. 239.° In een, onder het pseudoniem Jules Elysard verschenenartikel `Die Reaktion in Deutschland' in het links-hegeliaanse tijd

-chrift Deutsche Jahrbücher fur Wissenschaft and Kunst, 1842,T. 985-1002, geciteerd door Scheibert, a.w., p. 160.1 Geciteerd naar Michail Dragomanow, Michail Bakunins

So-tial-politischer Briefwechsel mit Alexander Iw. Herzen andOgarjow, 1895, p. 330.

Iu I Ppnh , . , ^.i

Page 87: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

ten naar Londen te ontkomen, waar hij korte tijd nauwsamenwerkte met Herzen. Hun wegen scheidden zich ove-rigens al spoedig. Herzen werd gaandeweg de 'morele' 87revolutionair die de weg van het geweld onjuist achtte;Bakoenin daarentegen zag deze weg juist als enig mid-del om de revolutie te kunnen volvoeren. Zijn levenwijdde deze revolutie-gelovige aan de grote zaak van detotale omwenteling. Daartoe richtte hij in 1867 de 'Alli-ance de la Démocratie Socialiste' op met als doel 'deuniversele Revolutie', hetgeen voor hem — blijkens hetprogram van de Alliance — tweeërlei inhield: 1. 'La dé-molition de toutes les puissances et de tous les pouvoirsreligieux, monarchiques, aristocratiques et bourgeois enEurope. Par conséquent, la destruction de tous les Etatsactuellement existants avec toutes leurs institutions poli-tiques, juridiques, bureaucratiques et financières' en 2.'La reconstitution d'une nouvelle société sur l'unique basedu travail librement associé, prenant pour point de départIa propriété collective, l'égalité et la justice' ¹¹.

In 1869 sloot de Alliance zich aan bij de communis-tische Eerste Internationale, waarvan Bakoenin een soort'revolutionaire generale staf' van toegewijde samen-zweerders wilde maken, een elite van beroepsrevolutio-nairen. Anders dan Marx verwachtte hij niets van eengeorganiseerde massapartij voor de verwezenlijking vande revolutie, en Marx had van zijn kant slechts afkeervan Bakoenins anarchistisch- revolutionaire plannen. In1872 kwam in de Internationale de breuk die in feite te-vens ook het einde van haar bestaan betekende.

Bij Bakoenin treffen wij niet alleen een theorie en eendoelstelling van de revolutie aan, maar tevens de pogingom te komen tot een revolutionaire strategie. Een stra-tegie die in feite de ideologie verteerde. Enerzijds steldeook Bakoenin als grote doel van de revolutie de verwezen-lijking van een ideale orde van gerechtigheid en indivi-

Page 88: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

duele vrijheid, maar zijn accentueren van de collectiviteiten zijn pogingen om te komen tot een organiseren van derevolutie maakten in feite die revolutie tot doel in zich-zelf, juist ten koste van de allerhoogste menselijke idea-len die hijzelf had gesteld.

Dat blijkt uit de 'Catechismus van de Revolutie' 12, dieop naam staat van Bakoenins veel jongere vriend en 'leer-ling' Netsjajew, maar vermoedelijk geheel of voor eenbelangrijk deel door Bakoenin zelf is opgesteld. In deze'Catechismus van de Revolutie' vindt men inderdaad debelijdenis van het geloof in de revolutie: `De revolutio-nair is een gedoemd mens. Hij kent geen persoonlijke be-langen, geen eigen aangelegenheden, geen gevoelens,geen banden, geen bezit, zelfs geen eigen naam. Alles inhem wordt beheerst door één doel, één gedachte, éénhartstocht: de Revolutie' 13 . De revolutionair is uit opdestructie, voert een strijd op leven en dood tegen destaat en tegen alle bestaande instellingen. Alle gevoelensTan liefde, verwantschap, vriendschap zijn ondergeschiktAan de revolutionaire passie. Elk middel is geoorloofdi ot verwezenlijking van het grootste doel: 'alles wat det riomf van de Revolutie bevordert is zedelijk, alles wathaar hindert is immoreel en misdadig' 14

Zover gaat deze nieuwe 'moraal' van de revolutie datreen zelfs een kameraad, die in gevaar verkeert, in desteek mag laten, als dit voor het welzijn van de revolu-t onaire zaak nuttig is.

In deze Catechismus van de Revolutie' is inderdaad,scherp gezegd, 'de enige troost in leven en sterven' derevolutie, in haar meest destructieve betekenis. Wat ze

12 Vertaald uitgegeven door Dragomanow, a.w., pp. 371-380.13 Dragomanow, a.w., pp. 374, 375.14 Dragomanow, a.w., p. 375.15 Dragomanow, a.w., p. 378.

I 1 I W m ^^..::,.,

Page 89: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

aan positieve waarden brengt, vindt men in dit geschrift-je niet. Revolutie zelf is het grote, exclusieve doel. De 89enig belangrijke vraag is die naar de tactiek van de revo-lutionaire actie.

De 'Catechismus' staat vol van 'regels voor de revolu-tionairen'. Zij moesten zich overal indringen: in de hoge-re klassen en in de middengroepen, in de winkel van dekoopman, in de kerk, in de woning van de aristocraat, inde wereld van bureaucratie en van het leger, zelfs in degeheime politie en in het keizerlijk paleis. Er diendenlijsten te worden opgesteld van mensen die ogenblikke-lijk ter dood moesten worden gebracht terwille van derevolutionaire zaak. Andere vijanden moest men voor-lopig in leven laten, `opdat zij door een reeks schand-daden het volk tot een onontkoombare opstand drin-gen'! 15

Heel de `Catechismus' is één stuk propaganda voor derevolutionaire tactiek. De revolutie is bij Bakoenin enNetsjajew zozeer doel èn utopie geworden dat alle mense-lijkheid en moraal zijn weggevallen, dat alleen in het re-volutionaire ideaal zelf de normen voor het menselijkhandelen zijn gelegen. Aan de 'religie' van de revolutiekan elke zaak en ieder mens worden opgeofferd, hoezeerook van die revolutie het hoogste heil wordt verwachtvoor de mensheid.

Logische consequentie van een ideologie of slechts ex-ces? Als Dostojewski het geheime boekje had gekend, zouhij het antwoord wel hebben geweten. Hij gaf trouwens inzijn latere romans het antwoord, door dit geloof in deRevolutie dat niets en niemand ontziet als apocalyptischedemonie te typeren. Dostojewski zag met profetischeblik dat déze revolutie, en daarmee de revolutie, in haargod-loze ideologie, de mensheid onvermijdelijk te grondezou richten.

Met Bakoenins 'Alliance de la Démocratie Socialiste'

Page 90: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

en met de in 1869 opgestelde 'Catechismus van de Revo-lutie' zijn wij evenwel al in een volgende periode gekomen,

90 namelijk in die van het Russische nihilisme.

Omstreeks 1860 was binnen de Russische intelligentsiaeen nieuwe generatie naar voren getreden. Was die vande jaren '40, met uitzondering slechts van enkelen alsBelinski, practisch geheel van adellijke afkomst, de 'zo-nen' — zoals Toergenjew hen in zijn beroemde roman'Vaders en Zonen' typeerde — stamden hoofdzakelijk uitde lagere' kringen ( 'zonen van popen') .

De vertegenwoordigers van de oudere intelligentsia wa-ren bijna allen romantici en filosofische idealisten, wierbelangstelling voornamelijk uitging naar metafysica engeschiedenis. Zij mediteerden over humaniteit, vrijheid,wereldverbetering, maar de omstandigheden tijdens hetbewind van tsaar Nicolaas I verhinderden hen hun ideeëntot werkelijkheid te maken. Slechts enkelingen als Her-zen en Bakoenin vroegen zich af wat zij concreet moes-ten en konden doen, zonder dat dat voorshands prac-tische gevolgen had. Het denken van al deze mensen —afgezien van Bakoenin — droeg in hoge mate een antro-pologisch en personalistisch karakter; zo ook hun ver-wachtingen van de revolutie.

De 'zonen', de generatie van de jaren '60, zijn in degeschiedenis bekend geworden onder de naam nihilisten.Ook zij moesten zich beperken tot beschouwingen enideeën, maar die waren bewust gericht op de toekom-stige realisering door de revolutionaire daad en haddeneen duidelijk practisch politiek en sociaal karakter. Hunopkomst was misschien versneld door het militaire en po-litieke bankroet van Rusland in de Krimoorlog. Op zoeknaar een nieuw credo vonden deze jonge nihilisten hunwijsgerige bronnen in een positivistisch materialisme. Indit verband is kenmerkend hun idealisering van de empi-

Page 91: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

rische wetenschappen: `Een goed chemicus is tienmaalmeer waard dan de beste dichter' liet Toergenjew in'Vaders en Zonen' (1863) Basarow, de nihilist, zeggen. 91Enkele jaren later schreef de filosofische nihilist Pisarew,die in een boekbespreking Basarow had geprezen als hetprototype van de revolutionaire materialist, zelf : 'Eenpaar laarzen is belangrijker dan Shakespeare' 16 .

Basarow werd in Toergenjews roman voorgesteld alsnihilist: hij verwierp de traditionele waarheden en waar-den, zoals het gezag, de kerk en de kunst. 'Een nihilist isiemand die zich voor geen enkele autoriteit buigt, diegeen principe aanvaardt zonder dat bewezen is dat hetjuist is, ook al is het nog zo algemeen gangbaar'. Hetenige dat gezag heeft is hetgeen door de wetenschap kanworden bewezen of aangetoond.

Ten onrechte is dikwijls onder het Russische nihilismeeen soort samenzweerdersorganisatie verstaan, die zichbezig hield met het plegen van bomaanslagen en andererevolutionaire activiteiten, verwant met het bakoeninis-me. Sedert ± 1870 kwam het terrorisme in Rusland ge-regeld voor en de terroristen werden inderdaad gedrevendoor de idealen die zij bij de filosofische nihilisten had-den gevonden. Maar dezen zelf waren mensen met hoognormbesef. Voor hen was de revolutie, de vernietiging vande onrechtvaardige Russische maatschappij van hun da-gen, een zaak van het geweten. In dit opzicht waren zijverwant met Herzen en diens tijdgenoten, maar zij warenharder. radicaler, principieel meer beslist op daden uit.Hun atheïsme en anarchisme deelden zij overigens meermet Herzen dan met Bakoenin, de man van negatie endestructie.

Dobroljoebow (1836-1861) achtte de revolutie evennoodzakelijk als volksontwikkeling om tot levensvernieu-wing en tot bevrijding van de boeren en daarmee tot de'vooruitgang' te komen. Hij idealiseerde de revolutio-

Page 92: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

vair: tussen zijn psyche en die van de heilige zag hijsterke overeenkomst 17.

Meer invloed dan de jonggestorven Dobroljoebow hadTsjernysjewski (1828--1889), die bijna twintig jaar langvoor zijn overtuiging gevangenschap en ballingschapmoest verduren onder de hardste omstandigheden. Hijvertoonde duidelijk ascetische trekken en droeg zijn lij-den met groot geduld: 'Hij had iets van een heilige; zijnziel was door en door christelijk', schreef Berdjajew 18 .

Evenals Dobroljoebow was Tsjernysjewski een overtuigdstrijder voor het geluk van de mensheid en hij verkon-digde de door hem spoedig verwachte ideale toekomst,sociaal van aard, in literaire essays en in zijn, in de ge-

16 Cf. N. O. Lossky, History of Russian Philosophy, London,1952, p. 63.17 Cf. Berdjajew, a.w., p. 57; over Dobroljoebow zie men metname E. Lampert, Sons against Fathers. Studies in RussianRadicalism and Revolution, Oxford, 1965, hoofdstuk IV.18 Berdjajew, a.w., p. 58. `Saint and Revolutionary' noemtLampert, a.w., p. 94 hem.19 Een herinnering aan het Crystal Palace te Londen, dat daarter gelegenheid van de Wereldtentoonstelling van 1851 werdgebouwd. In zo'n `kristallen paleis' zullen volgens Tsjernysjewskide mensen gelukkig wonen en het zal geen slechte mensen meerkennen. In 1862 was er opnieuw in Londen een Wereldtentoon-stelling; kort daarop bezocht Dostojewski Londen, zag daar hetgrootse, rijke gebouw, maar ook de ellende in de Londenseachterbuurten. Dostojewski schreef daarover in zijn `Winteraan-tekeningen van zomerindrukken'. Terug in Rusland, schreefDostojewski zijn `Memoires uit het souterrain', waarin hij het`kristallen paleis' — kennelijk dat van Tsjernysjewski — als eenvalse schijn, als een `huurkazerne' ontmaskerde. Na zijn ge-vangenneming werd Tsjernysjewski in de officiële literatuurdoodgezwegen. In 1873 waagde juist Dostojewski het, in zijn`Dagboek van een schrijver', over de persoon van Tsjernysjewskiop sympathieke wijze te schrijven: dat is des te meer opmerke-lijk, omdat Dostojewski van diens ideeën niets moest weten, zegevaarlijk achtte voor de Russische maatschappij.20 Cf. Frederick C. Barghoorn, Nihilsm, Utopia, and Realismin the thought of Pisarev, in: Russian Thought and Politics(edited by Hugh McLean, Martin E. Malia and George Fischer),Cambridge (Mass.), Harvard University Press, 1957, p. 230.

8 11, , -

Page 93: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

vangenis geschreven, roman 'Wat te doen?' (1863). Dezeroman, hoewel literair van weinig waarde, werd zelfsdoor Marx geprezen en later door Lenin steeds met lof 93genoemd. De schrijver schilderde het toekomstige socialeparadijs, waarbij vooral zijn visioen van het 'kristallenpaleis' 19 beroemd is geworden.

'Wat te doen?' maakte furore onder de jonge revolu-tionairen, niet alleen vanwege de sociale utopie, maar nogmeer wegens de typering van Rachmetow, de revolutio-naire held, die heel zijn leven in dienst heeft gesteld vanzijn volk en zich hardt tegen pijn en ontbering door opspijkers te slapen en opzettelijk honger te lijden. Dezeascetische levenshouding, in dienst van de revolutie,werkte uitermate inspirerend op de jonge lezers. Dereeds genoemde Pisarew (1840-1868), de derde belang-rijke figuur van het nihilisme der jaren '60, wees in eenboekbespreking op de missionaire taak v an mannen alsRachmetow om het 'evangelie' onder de onontwikkeldente verkondigen, waarbij Pisarew de mogelijkheid niet uit-sloot dat in de meest ontwikkelde landen v an Europa zichzulke onontwikkelden bevonden, die door hun onwe-tendheid en diepe lijden dat 'evangelie nog eerder zou-den nodig hebben dan de Hottentotten en de Papoea's 29.

Rachmetow is in 'Wat te doen?' de revolutionaire helddie de actieve daad stelt, de `nieuwe mens', met lichaamen ziel toegewijd aan de zaak van de revolutie. Nog voorBakoenin en Netsjajew en in een andere, hoger staandegeest, predikte Tsjernysjewski het ideaal van de 'beroeps-revolutionair' die geheel in dienst stond van humanismeen humaniteit, van de bevrijding van de mens, van een al-toosdurende rechtvaardige samenleving. Eigenlijk was dezachtmoedige en humane Tsjernysjewski helemaal nieteen man van de barricaden, al zou hij uiteindelijk nietgeaarzeld hebben ook daar zijn `roeping' te vervullen.

Page 94: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

Bij de genoemde nihilisten heeft zich een radicalise-94 ring van de revolutionaire ideologie voltrokken. De revo-

lutie als daad is voor hen de enige mogelijkheid gewordentot vervulling van hun heilsverlangen. Evenals bij de bestevertegenwoordigers van de 18e eeuwse Franse Verlichtingen evenals bij Karl Marx domineerde in hun utopistischeverwachtingen het vooruitgangsgeloof, gebaseerd op dezekerheid dat de mens uit zichzelf de volmaaktheid kanbereiken. Men bespeurt in dit wijsgerig nihilisme het ne-gatieve beginsel van de radicale historische discontinuïteit,eigen aan de revolutionaire ideologie. Anderzijds ontbra-ken bij deze mannen de ethische motieven en de positievedoelstellingen zeer bepaald niet. Toen hun volgelingenechter tot de revolutionaire actie overgingen, vervaagdedat ethische vrij snel.

De nihilisten konden, zij het in bedekte termen en intoespelingen, hun ideeën vrij gemakkelijk publiceren inliteraire essays en in romans. De censuur was namelijktijdens de eerste regeringsjaren van tsaar Alexander IIwat verzacht.

Alexander II was even conservatief als zijn voorgan-gers, maar zijn scherp inzicht leerde hem dat radicalehervormingen nodig waren om het staatsgebouw voor in-storten te behoeden. De lijfeigenschap, die de boereneeuwen lang in een toestand van verpaupering had ge-houden en de economische mogelijkheid van het landbeperkt, moest in dit verband wel worden opgeheven. Hetemancipatie-edict had grote gebreken. De nu vrije boerenkregen te weinig grond, waarvoor zij evenwel zwaar tebetalen hadden. Anderzijds werd er een nieuwe ont-wikkeling mogelijk gemaakt, een modernisering op eco-nomisch en sociaal terrein. Politiek kwam er stellig ver-betering door de instelling van de zemstva (provinciale

I I W I

Page 95: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

organen, waardoor het platteland een zekere, zij het be-perkte mate van zelfbestuur verwierf).

Het is wel een bittere tragiek dat deze hervormingen 9 5de oppositie van de intelligentsia tegen de staat juist ver-scherpten. 'Het volk is door de tsaar bedrogen!' Dit woordvan Herzens' vriend Ogarjow, geschreven dadelijk na hetbekendworden van het emancipatie-edict, gaf de gevoe-lens maar al te zuiver weer. Het verzet tegen de auto-cratie nam in felheid toe, hetgeen de tsaar geheel terug-dreef naar de despotische en reactionaire politiek vanzijn voorganger. Dit wekte weer nieuwe verbittering, zo-dat de verhouding tussen de tsaar en zijn tegenstandersnu wel grondig vertroebeld was. Verzoening is sindsdiennooit meer mogelijk gebleken.

In 1866 mislukte de eerste moordaanslag tegen het le-ven van Alexander II. Nieuwe aanslagen volgden, ook opandere hoogwaardigheidsbekleders. Enkele jaren laterzou het tot een systematisch en georganiseerd terrorismeontaarden.

Omstreeks 1870 viel de overgang van de revolutie uitde sfeer van de ideologie naar die van de actie, hetzij in devorm van missionaire arbeid onder de boeren, hetzij indie van terrorisme en conspiratie. De hervormingen wa-ren een diepe teleurstelling geworden; de actieve revolutieleek de enige uitkomst.

Het zijn de populisten, de narodniki (narod = volk,d.w.z. de boerenbevolking), die het vaandel van de revo-lutie hoog ophieven. Dit populisme kenmerkte zich doorzijn idealisering van de boerencommune (zoals dit steedsbij de slavofielen het geval was geweest) en door zijnradicale afwijzing van de in die tijd op gang komende in-dustrialisering van Rusland. Zoals indertijd al door Her-zen was gesteld, moest men naar hun overtuiging hetwesterse kapitalisme en de daarmee gepaard gaande pro-

Page 96: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

letarisering van de arbeidersmassa's vermijden en Ruslandzijn eigen weg naar het socialisme doen gaan.

96 Maar hoe?Herzen zelf had al spoedig na de Emancipatie-wet van

1861 van Londen uit de studerende jeugd in Ruslandopgeroepen 'naar het volk te gaan', om de boeren tehelpen in hun moeiten en zorgen. In 1874, na een gruwe-lijke hongersnood in het Wolga-gebied, werd aan dit pa-rool gehoor gegeven. Met bewonderenswaardige opoffe-ringsgezindheid gingen jonge mannen en vrouwen naarhet platteland om de boeren bij te staan bij de oogst, omals artsen en verpleegsters te helpen, om onderwijs te ge-ven en het volk tot de 'vooruitgang' te brengen. Hier her-leefde nogmaals het schuldgevoel der intelligentsia te-genover het lijdende volk. Men wilde practische doeleindenverwezenlijken, maar tevens zichzelf moreel reinigen vanzijn 'zonde'.

Het ging er bij de meesten niet om het volk tot socia-listische ideeën op te voeden; het was een spontane hulp-actie, die overigens door de boeren niet werd begrepen.Heel wat jonge mensen werden, gedeeltelijk op aanwij-zing van de boeren zelf, door de politie gearresteerd. Ooklatere pogingen om 'naar het volk te gaan' mislukten.

Deze mislukking dreef heel wat populisten de weg opvan het door anderen gepropageerde terrorisme. Hierwerkte de invloed van Bakoenin en waarschijnlijk nogmeer die van Tkatsjew (1844-1885) die van Genève uit

21 Naar David Shub, Lenin, A Biography (Pelican Books),London, 1966 (revised edition), p. 73. Andere interessantecitaten bij Shub, a.w., pp. 26, 27 en bij Leopold H. Haimson,The Russian Marxists and the Origins of Bolshevism, Cambridge(Mass.), Harvard University Press, 1955, pp. 16, 17.22 Y. Boyko, Russian Populism (Narodnichestvo) as a Sourceof Leninism-Stalinism, in: Russian Bolshevism, uitgave van de`Independent Ukrainian Association for Research of NationalProblems in Soviet Theory and Practice', München, z. j., p. 153.23 Boyko, a.w., p. 156; Shub, a.w., p. 25.

^^^, I I 8111

Page 97: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

onophoudelijk opriep tot revolutionaire actie. Geloofdenvele populisten nog steeds in de revolutionaire krachtenvan de boeren, Tkatsjew wist wel beter: `Noch nu, nochin de toekomst zal het gewone volk door eigen krachteen sociale revolutie tot stand brengen. Wij alleen, derevolutionaire minderheid, kunnen en moeten dat zospoedig mogelijk doen' 21 . Naar zijn overtuiging was al-leen de revolutionaire intelligentsia in staat de noodza-kelijke leiding te geven. Voor Tkatsjew was onmiddellijkeopstand noodzakelijk; elke minuut achtte hij kostbaar.Van hervormingen wilde hij niets weten. Dat blijkt uitzijn oordeel over Marx. Hoewel hij in zijn grondopvattin-gen overtuigd populist was, stond hij veelszins dicht bijhet marxisme. Toen echter bij Marx en Engels in hunlatere jaren, op grond van hun ervaringen, de revolutie-verwachting wat verslapte en zij ook andere, niet-geweld-dadige middelen in bepaalde gevallen mogelijk achtten,verweet Tkatsjew hun hun `gebrek aan revolutionairegeest'. `De zogenaamde weg van vreedzame hervormin-gen, van vreedzame vooruitgang, is een van de meest on-realiseerbare utopia's die ooit door de mensheid zijn uit-gevonden om hun geweten het zwijgen op te leggen enhun zaak in slaap te wiegen' 22 . Van deze Tkatsjew ginghet door zijn eigen zuster meegedeelde verhaal dat hij,toen hij op nog jeugdige leeftijd in de gevangenis zat,daar op de gedachte kwam dat het voor de vernieuwingvan Rusland goed zou zijn ieder te doden die ouder dan25 jaar was 23 . Hoe dit ook zij, in latere tijd verdedigdehij — evenals Bakoenin en Netsjajew — dat men men-sen niet alleen kon, maar ook moest doden, als dat be-vorderlijk was voor de revolutie. Elk middel mocht wordenaangewend in de revolutionaire strijd. Of het moreel alof niet aanvaardbaar was mocht daarbij geen rol spelen;het was aanvaardbaar in dienst van de zaak der revo-lutie!

Page 98: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

De revolutie als ideologie en als hoog ideaal van men-selijkheid en gerechtigheid is hier verslonden door de im-morele tactiek. In de terroristische bewegingen, die sedert± 1870 min of meer organisatorische vormen gingenaannemen, werden dolk, geweer, bommen bewust ge-bruikt tegen de vijanden; maar ook tegen de mensen ineigen gelederen die niet meer werden vertrouwd of diealleen maar afwijkende opvattingen verkondigden. Be-rucht geworden is de moord op de student Iwanow doorNetsjajew en enkele helpers, welke gebeurtenis in diepeontsteltenis Dostojewski in zijn roman Demonen' heeftbeschreven. De reden van de moord was inderdaad alleende afwijkende opvatting van Iwanow, zijn wantrouwenten aanzien van het bestaan van de geheime organisatiedie Netsjajew pretendeerde te vertegenwoordigen 24

Toch waren lang niet alle terroristen even cynisch alsNetsjajew of redeneerden zij zo radicaal als Tkatsjew. Zijvoelden zich tot hun daden 'geroepen' en waren ervanovertuigd dat alleen op deze wijze het aardse paradijs

24 Cf. René Cannac, Netchaiev, Du nihilisme au terrorisme,Paris, 1961, pp. 67-81.25 Boyko, a.w., p. 155.26 Naar Lionel Koehan, Het ontstaan van het moderne Rus-land, Ned. vertaling G. D. J. Blok, Utrecht-Antwerpen, 1966(Aula-Boeken), p. 204. Wel wijst Shub, a.w., p. 29 vlg., er opdat bij de terroristen van `Volkswil' de ethische motievendomineerden en dat zij weinig gemeen hadden met Bakoenin,Netsjajew en Tkatsjew. Toen enkele maanden na de vermoor-ding van Alexander II de Amerikaanse president Garfield aaneen aanslag ten offer viel, sprak het Uitvoerend Comité van`Volkswil' zijn verontwaardiging uit over deze moord: `In acountry in which individual freedom makes possible every honestideological combat, in which the free popular will determinesnot only the laws, but also the personality of the Executive —in such a country a political murder as a means of combat isan expression of exactly the same spirit of despotism which weseek to abolish in Russia. Personal despotism is as abominableas party despotism, and violence is only justified when directedagainst violence' (Eng. vertaling van Shub, cursivering van mij,L.).

Page 99: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

van humaniteit, vrijheid en sociaal recht kon worden totstand gebracht. Zij waren hard voor anderen, maar ookvoor zichzelf en vertoonden een ascetische levenshoudingdie vooral geïnspireerd was door de figuur van Rach-metow in Tsjernysjewski's 'Wat te doen?' en door deliteraire beschrijving van andere revolutionai re 'helden'.De revolutionaire jongeren waren bereid martelingen ende dood te trotseren voor hun ideaal. Na de vermoor-ding van Alexander II gaf een van de betrokkenen, Zjel-jabow, zichzelf aan bij de politie, omdat zonder zijn aan-wezigheid het proces voor de rechtbank kleurloos zouzijn 25. Vol moed getuigden de beschuldigden voor derechters en voor het aanwezige publiek van hun idealenen spraken zij hun felle aanklachten uit tegen de Rus-sische maatschappij. Ook het geloof in de revolutie kanmensen kracht geven!

Het terrorisme van de revolutionaire populisten (erwas ook een 'legaal' populisme) vond een eigen organi-satie in de geheime vereniging 'Land en Vrijheid', opge-richt in 1876. 'Land en Vrijheid' eiste vernietiging vande staat en de verdeling van de grond onder de boeren,maar zag zijn eerste taak in het uit de weg ruimen vanvijanden. Talloze aanslagen werden beraamd en uitge-voerd, maar de maatschappij veranderde daardoor niet.Vandaar dat sommige leden aan de zin van het terroris-me gingen twijfelen en daardoor scheuring ontstond. Deradicaalsten scheidden zich nu af en organiseerden zichin 1879 in een aparte groep, 'Volkswil', die in haar pro-gram het doel van het terrorisme aangaf als 'het ver-sterken ... van de revolutionaire geest van het volk envan het geloof in het slagen van de opdracht ...' 26, Dehoofdstrijd ging in eerste instantie tegen de autocratieen 'Volkswil' veroordeelde officieel tsaar Alexander IIter dood. Na verscheidene mislukte pogingen slaagde inmaart 1881 een bomaanslag.

Page 100: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

100

De dood van de tsaar leek een triomf voor de revolutieen zeer speciaal voor het terrorisme, doch het liep anders.De liberalen, die vooral te vinden waren in de zemstvaen die met de populistisch-socialistische idealen tot dus-ver hadden gesympathiseerd, keerden zich er nu geheelvan af en beloofden hun steun aan de nieuwe tsaar,Alexander III (1881-1894). Deze versterkte dadelijk deautocratie en voerde een meedogenloze en succesvollestrijd tegen alle revolutionairen en tegen alle revolutio-naire denken. Binnen korte tijd wist hij alle leiders van'Volkswil' (op Vera Figner na) te doen arresteren.

Dit optreden van de tsaar tegen de Russische illegali-teit is weliswaar te begrijpen en te billijken, maar het isontstellend te zien dat hij geen enkele paging ondernamen ook niet wilde ondernemen om de oorzaken van deverbittering weg te nemen. Zelfs werd de onderdrukkingnog verscherpt; van vrije meningsuiting was geen sprake.En het werd nog erger. De regering deed een poging deaan Rusland onderworpen volken, de Oekraïners, Wit-Russen, Polen, Balten en Finnen, geheel te russificeren.Tegen hen die geen lid waren van de staatskerk werdendiscriminerende maatregelen genomen, sommigen werdenzelfs gedwongen zich bij de Russisch-Orthodoxe Kerk aante sluiten. Het slechtst waren de Joden er aan toe. Velenhunner verloren leven of bezit door de talrijke, van ho-gerhand begunstigde of zelfs aangestookte pogroms.

Een dergelijke onderdrukkingspolitiek moest wel ver-zet en revolutie blijven uitlokken.

Daar kwam iets geheel anders bij, namelijk dat de toe-nemende industrialisatie in Rusland, van regeringszijdekrachtig gestimuleerd (vooral na 1892, toen Witte leidervan het ministerie was geworden), en de daarmee ge-

27 Theodore H. von Laue, Die Revolution von aussen als erstePhase der russischen Revolution 1917, Jahrbücher für GeschichteOsteuropas, Neue Folge, Band IV (1956), Heft 2, pp. 138-158.

Page 101: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

paard gaande hernieuwde westerse invloed binnen deRussische maatschappij grote structuurveranderingenveroorzaakten en ook het platteland niet onaangetast 101lieten. Overal in het rijk raakten de oude maatschappe-lijke vormen en bindingen ondermijnd, met alle gevolgendaarvan voor de bestaande sociale structuur. De tsaaren zijn ministers die deze economische ontwikkeling be-gunstigden en de westerse techniek het land binnenhaal-den — en dat was onontkoombaar — waren volkomenblind voor de gevolgen in het Russische volksleven. Zijhadden geen oog voor hetgeen in deze situatie vereist wasen het ontging hun ten enenmale dat een zich zo gron-dig wijzigende samenleving een nieuwe politieke en socia-le vormgeving behoefde. De oude maatschappij was to-taal in ontbinding, een nieuwe stond op geboren worden,maar van hogerhand werd niets gedaan om deze over-gang zo goed mogelijk te doen verlopen.

Bovendien — daarop heeft vooral Von Laue 27 gewe-zen — was het onmogelijk de grenzen wijd open te stellenvoor de westerse techniek en voor het kapitalisme en ze tesluiten voor de in de Russische maatschappij onvermij-delijk revolterend werkende politieke en sociale ideeënuit Europa.

Hoe zou in dergelijke omstandigheden de revolutie zijntegen te houden?

Wel was het terrorisme grotendeels van de baan, al-thans voor enkele decenniën. Ook de populistische droomvan een boerenrevolutie die zou leiden tot een anarchis-tisch-socialistische orde, op basis van de dorpscommune,was een utopie gebleken. Het westerse kapitalisme drongook de boerengemeenten binnen en werkte daar ontbin-dend: er groeide een tegenstelling tussen de welgesteldekoelakken en een dorpsproletariaat.

Tijdens Alexander III stond de revolutionaire intelli-gentsia in alle opzichten voor de ruïnes van haar agra-

Page 102: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

risch socialisme en van haar revolutionaire verwachtin-gen.

102 Wel bleef het populisme zich handhaven en behieldhet, vanwege zijn revolutionaire traditie, nog heel wataanhangers onder de radicale intelligentsia. Doch nood-gedwongen veranderde het van een bewust revolutionairebeweging in een soort legale oppositie (er was trouwenssteeds ook een legaal populisme' geweest) die doctrinairbleef vasthouden aan de afwijzing van elke industrialisa-tie 28. Omstreeks 1900 zou het revolutionaire populismeherleven in de meer gemoderniseerde partij der Sociaal-Revolutionairen. De slavofielen handhaafden zich dus,maar hun droom was uit.

De toekomst van Rusland en van een sociale regenera-tie bleek niet in het boerensocialisme te liggen. Waar danwel? In deze impasse, waarin feitelijk de hele revolutio-naire beweging van Rusland in al haar schakeringen was

28 `A milk-and-water philosophy', aldus de typering van OliverH. Radkey, Chernov and Agrarian Socialism before 1918, in:Continuity and Change in Russian and Soviet Thought, ed.Ernest J. Simmons, Cambridge (Mass.), Harvard UniversityPress, 1955, p. 63.29 Uit de vele studiën over Marx en zijn revolutieleer zijn hierslechts te noemen: Robert Heiss, Die Idee der Revolution beiMarx and im Marxismus, Archiv für Rechts- and Sozialphilo-sophie, Band XXXVIII, 1949/50, pp. 1-24; Richard Nürnber-ger, Die Französische Revolution im revolutionären

Selbstverständnis des Marxismus, in:Marxismusstudien,Zweite Folge,Tübingen, 1957, pp. 61-76; Hermann Bollnow, Engels' Auf-fassung von Revolution and Entwicklung in seinen `Grundsätzendes Kommunismus' (1847), in: Marxismusstudien, Tübingen,1954, pp. 77-144. Cf. verder de studie van J. van der Hoevenin deze bundel en de literatuurvermelding door J. Stellingwerff.30 De antropologie van Marx kan men vooral leren kennen uitzijn jeugdgeschriften. Eerst in 1932 evenwel verscheen een twee-delige uitgave van Marx' `Frühschriften', verzorgd door S.Landshut en J. P. Mayer: Der Historische Materialismus, DieFrühschriften, Leipzig, 1932. Voor die tijd was het meestedaarvan niet bekend.

Page 103: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

terechtgekomen leek het marxisme een oplossing te kun-nen bieden. Het marxisme dan in die radicaal-revolutio-naire vorm die het in West- en Midden-Europa sedert ± 1031880 nauwelijks meer kende.

Het is met de geschiedenis van het marxisme een watmerkwaardig geval geweest. Marx en Engels hadden in-dertijd in diepe overtuiging de sociale, proletarische revo-lutie geprofeteerd en geproclameerd en haar tevens eenzeer bijzondere plaats gegeven in het kader van de in deeerste helft der 19e eeuw krachtig aan de gang zijnderevolutionering van Europa. Marx' idee der revolutie isin oorsprong sterk ethisch en antropologisch van aardmet duidelijk individualistische trekken, in de zin vanaccentuering van de individuele vrijheid van de mens 29.

Dit antropologisch karakter van de revolutieleer van dejonge Marx is bij hem nooit verdwenen, maar wel, bijde concretisering in een eigen sociaal systeem, in zijn leervan de klassentegenstellingen en in zijn deterministischebeschouwing van de overgang van de burgerlijk-kapita-listische maatschappij naar het socialisme, in het ge-drang geraakt. Bij de latere marxisten komt men de oor-spronkelijke antropologische nodes van Marx nauwelijksmeer tegen 30. Maar bij de oudere Marx moet men ervaak ook naar zoeken. Daartoe hebben stellig de ge-beurtenissen aanleiding gegeven. Na het mislukken vande revolutionaire bewegingen van 1848/49, die de inlei-ding hadden moeten vormen op de opstand v an hetproletariaat en de daarop volgende stichting van de so-cialistische maatschappij met haar 'dictatuur van hetproletariaat', bleven Marx en Engels vol verlangen uitziennaar symptomen die een nieuwe revolutie zouden aan-kondigen. Een tijdlang hoopten zij op het uitbreken vaneen nieuwe zware economische crisis zoals in 1847, dienaar hun mening aanleiding had gegeven tot de gebeur-

Page 104: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

tenissen van het volgende jaar 31. Hun prognoses blekenonjuist. De Commune-opstand in Parijs (1871) deed een

104 ogenblik hun hoop op een aanstaande proletarische revo-lutie herleven, maar ook nu bleef deze uit.

Heel het leven en denken van Marx en Engels werdbeheerst door de ideologie van de sociale revolutie — hetblijkt uit hun sympathie voor het terrorisme van 'Volks-wil' —, maar gaandeweg moesten zij toch erkennen datin sommige democratische landen een niet-gewelddadigeovergang naar het socialisme onder bepaalde omstandig-heden mogelijk was.

De practijk dwong het Franse en Duitse socialisme opde weg van de democratisch-parlementaire arbeid, hoe-zeer men nog lange tijd in theorie aan de marxistischeideologie der revolutie bleef vasthouden. Door het werkin de volksvertegenwoordiging werd meer voor de arbei-dende klassen bereikt dan door alle theorieën aangaan-de een op handen zijnde gewelddadige omwenteling.Kort voor zijn dood sprak Engels zelf zich openlijk uitvoor de weg der legaliteit die door de Duitse sociaal-democratie in de jaren '90 werd bewandeld: 'Die Ironieder Weltgeschichte stellt alles auf den Kopf. Wir, die'Revolutionäre', die 'Umstürzler', wir gedeihen weit bes-ser bei den gesetzlichen Mitteln als bei den ungesetz-

31 Cf. Peter Stadler, Wirtschaftskrise and Revolution bei Marxand Engels. Zur Entwicklung ihres Denkens in den 1850erJahren, Historische Zeitschrift, Band 199 (1964), pp. 113-144.32 Odilon Barrot was in het Frankrijk van Louis Philippe (1830-1848) leider van de oppositie. Na de Revolutie van 1848, tijdensde Tweede Republiek, was hij minister, maar door de staatsgreepvan Lodewijk Napoleon, de latere keizer Napoleon III, verloorhij zijn ambt.33 In zijn Inleiding tot de eerste uitgave in boekvorm van Marx'vroeger geschreven `Die Klassenkämpfe in Frankreich 1848 bis1850' in: Marx-Engels, Werke, Band 7, Berlin, 1964, p. 525.84 Geciteerd naar Winfried B. Scharlau and Zbynek A. Zeman,Freibeuter der Revolution. Parvus-Helphand. Eine politischeBiographic, Köln, 1964, p. 49.

Page 105: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

lichen und dem Umsturz, Die Ordnungsparteien, wie siesich nennen, gehen zugrunde an dem von ihnen selbstgeschaffenen gesetzlichen Zustand. Sie rufen verzweifelt 105mit Odilon Barrot 32 : la légalité nous tue, die Gesetzlich-keit ist unser Tod, während wir bei dieser Gesetzlichkeitpralle Muskeln und rote Backen bekommen und aus-sehen wie das ewige Leben. Und wenn wir nicht zo wahn-sinnig sind, ihnen zu Gefalien uns in den Strassenkampftreiben zu lassen, dann bleibt ihnen zuletzt nichts ande-res, als selbst diese ihnen so fatale Gesetzlichkeit zudurchbrechen' 33.

De ideologie van de revolutie, van de totale omvormingvan de maatschappij en van het scheppen van een 'heil-staat' bleef, bij Engels en bij de toenmalige Duitse sociaal-democraten. Maar de revolutionaire strategie veranderde.Dat was onontkoombaar, want in het zich democratiseren-de Europa was een gewelddadige sociale revolutie nietreëel meer.

Maar dan moest men dat ook eerlijk durven uitspreken.Deze conclusie trok Bernstein, die in 1896 in het partij-orgaan van de Duitse sociaal-democratie, `Die Neue Zeit',een serie artikelen begon te publiceren, waarin hij ervoorpleitte dat zijn partij afstand deed van de verwachtingvan een revolutie in een verre toekomst en officieel zoubesluiten zich in te zetten voor hervormingen `welche ge-eignet sind, die Arbeiterklasse zu heben und das Staats-wesen im Sinne der Demokratie umzugestalten' 34. Op-merkelijk dat de eerste artikelen van Bernstein door desociaal-democratische pers in Duitsland, zelfs door destreng-rechtzinnige marxist Kautsky, met sympathiewerden begroet! Had men niet door dat hier een heelnieuwe tactiek werd voorgestaan die uiteindelijk het ka-rakter van de partij beslissend zou kunnen veranderen?

Hoewel dit revisionisme (dat gaandeweg heel Marx' leeraan een critische beoordeling en herziening ging onder-

Page 106: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

werpen) weldra door de partijleiding werd veroordeeld,kwam de eerste en felste bestrijding — en dat is sympto-

106 matisch — van de zijde van enkele émigrés, namelijk vande uit Rusland afkomstige Helphand (vooral bekend ge-worden onder zijn pseudoniem Parvus), van de PoolseRosa Luxemburg en uit Genève van Plechanow. Laterwaren juist de Russische marxisten voortdurend bezighet verderfelijke van dit revisionisme aan de kaak testellen. In Duitsland zelf was er wel veel bestrijding: demeest sociaal-democraten leefden nog steeds uit de uto-pie van de komende revolutie. Maar de toekomst kóneenvoudig niet aan deze utopie zijn. In het tsarenrijk(waartoe ook Polen behoorde) lag dat heel anders: daarwas een andere weg dan die der gewelddadige revolutietot realisering van een socialistische maatschappij zon-der meer ondenkbaar.

Eastman heeft indertijd de stelling verkondigd dat demarxistische revolutiefilosofie al stervende was, zowel bijde orthodoxe marxisten als bij de ref ormisten (het-geen voor Europa inderdaad juist is), doch dat Bernsteinsartikelen en zijn boek 'Die Voraussetzungen des Sozialis-mus und die Aufgaben der Sozialdemokratie' (1899)haar weer deden herleven. Zelfs is Eastman van oordeel'that the unnatural dogmatism of Lenin's philosophy isa direct result of Bernstein's book' 35 ). Het komt onsvoor dat het eigen, streng-revolutionaire karakter van hetRussische marxisme uitsluitend een gevolg is van de zeerbijzondere omstandigheden waarin het Russische volk

33 Max Eastman, Marx, Lenin and the science of Revolution,London, 1926, p. 190.36 Over Plechanow is er een zeer goede biografie van SamuelH. Baron, Plekhanov, the Father of Russian Marxism, London,1963. Over de vroegste geschiedenis van het Russische marxismezijn verder te raadplegen J. L. H. Keep, The Rise of SocialDemocracy in Russia, Oxford, 1963 en vooral het in noot 21genoemde werk van Haimson.

r. ^.^, i i,u1n .,^

Page 107: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

in die tijd verkeerde. Dat geldt ook voor Lenins dogma-tisme en voor heel zijn geloof in de revolutie. Het zegt tochwel iets dat het marxisme in Rusland een extreem-revo- 107lutionair karakter aannam, terwijl in diezelfde tijd hetEuropese marxisme zijn revolutionaire aard ging verlie-zen. Wij constateerden het hierboven al: in Europa hadeen gewelddadige revolutie geen zin meer en zou eenhervormingspolitiek veel kunnen bereiken. Voor Ruslandlag dat totaal anders.

Vandaar dat het bolsjewisme van Lenin in zijn verab-solutering van revolutionaire idee en van revolutionairetactiek wel heel wat kon ontlenen aan Marx en Engels,maar in de typisch-Russische verhoudingen niet anderskon doen dan zich aansluiten bij de nationale revolutio-naire traditie. Wel had, reeds voor het optreden vanLenin, het marxisme in Rusland de mogelijkheid de im-passe, die ontstaan was door het falen van terrorisme enpopulisme, te doorbreken en aan de revolutionaire be-weging in Rusland een nieuwe ideologische inhoud, eenvolledige theorie van filosofie en geschiedenis en eeneigen organisatie te geven.

Al waren er in de 19e eeuw wel Russen geweest, veelalslavofielen, die het marxisme kenden en er grote waar-dering voor hadden (vooral ook vanwege Marx' critiekop de westerse, kapitalistische maatschappij), organisato-risch ging het marxisme eerst een rol spelen met hetoptreden van Plechanow (1856-1918) 36. Deze had aan-vankelijk aan het revolutionaire populisme zijn krach-ten gewijd, maar gaandeweg was hij het terrorisme van'Volkswil' als zinloos voor de verwezenlijking van de re-volutionaire idealen gaan zien en had hij met 'Volks-wil' gebroken. Het ontging hem niet dat de opkomst vanhet kapitalisme in Rusland gevolgen zou hebben voor detoekomst van de revolutionaire beweging.

Page 108: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

In 1880 vertrok Plechanow naar het buitenland, waarhij drie jaar later met enkele vrienden een nieuwe orga-

108 nisatie oprichtte, 'Bevrijding van de Arbeid', die zichalras ontwikkelde naar het marxisme. 'Bevrijding van deArbeid' telde maar een handjevol leden, maar de geschrif-ten van Plechanow, die zich ontwikkelde tot een van debekwaamste theoretici van het marxisme, hebben latergrote invloed gehad op de vorming van enkele belang-rijke jonge mannen, zoals Stroewe, Martow en Lenin.

Het was een grote handicap voor Plechanow en de zij-nen dat zij in Zwitserland buiten de ontwikkelingen endiepgaande structuurveranderingen in hun moederlandstonden en vooral dat hun stem in Rusland aanvanke-lijk nauwelijks werd gehoord.

Hun marxistische overtuiging betekende voor de ledenvan 'Bevrijding van de Arbeid' de afwijzing van de ro-mantische dromen van het populisme met zijn slavofieleen anti-industriële trekken. Met grote scherpzinnigheidtoonde Plechanow in enkele geschriften aan dat het popu-lisme in het geheel geen oplossing bood voor de proble-men waarvoor Rusland in die dagen op economisch ge-bied was gesteld, dat de boeren in het geheel niet eenpotentiële revolutionaire kracht vormden. Hij waagde hetals eerste het industriële proletariaat, hoewel in die tijdnog practisch zonder betekenis, als de drijvende krachtvan de toekomstige Russische revolutie aan te wijzen. Hijegde ook de nadruk op het primaat van de politieke strijd

als de enig mogelijke weg naar het socialisme.Meer dan zijn revolutionaire voorgangers in Rusland,

(loch in overeenstemming met Karl Marx, wees hij op de

3 ' Zie over Marx' oordeel over de boerencommune vooral dediepgaande studie van Solomon M. Schwarz, Populism andEarly Russian Marxism on Ways of Economic Development ofRussia (The 1880's and 1890's), in Continuity and Change inRussian and Soviet Thought (zie noot 28), m.n. pp. 47-54.

lbi

j , 6 , )P114 .: , ^^ ,.

Page 109: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

Franse Revolutie van 1789 als het model voor de ko-mende historische ontwikkeling van Rusland. Door degebeurtenissen in Frankrijk was immers naar de over-tuiging van Marx — en van Plechanow — de bourgeoisieaan de macht gekomen en dit had de opkomst van hetkapitalisme mogelijk gemaakt. Het was een burgerlijkerevolutie geweest die te zijner tijd gevolgd zou wordendoor de proletarische opstand. Zo moest ook in Ruslandeerst de burgerlijke revolutie worden tot stand gebrachtin samenwerking van bourgeoisie en proletariaat, waar-bij 'het volk' de beslissende rol zou spelen, zoals z.i.ook in 1789 was gebeurd. Dan zou het absolutisme wor-den verpletterd en de politieke vrijheid gerealiseerd. Sa-men met de bourgeoisie zouden dus de arbeiders tegen deautocratie strijden. Deze revolutie zou echter geen doel inzichzelf mogen zijn, maar slechts een middel om politiekevrijheid en rechten te verwerven die het proletariaat inde gelegenheid zou stellen tegenover de bourgeoisie voorzijn belangen op te komen. Of de bourgeoisie de rol zouwillen spelen die Plechanow haar toedacht, werd doorhem niet in overweging genomen. In de revolutie van 1905zou blijken dat zij daartoe niet bereid was, dat ze zich uitde strijd zou terugtrekken voordat de autocratie defini-tief was verslagen.

Steeds opnieuw waarschuwde Plechanow de arbeidersniet prematuur naar de macht te grijpen, doch eerst deburgerlijke revolutie hun steun te verlenen.

Dit leek in overeenstemming met de conceptie vanMarx en Engels, maar de westerse marxisten hadden vaneen arbeidersproletariaat voor de Russische revolutie nietveel verwachting. Marx had tot zijn dood (1883) toe eenzeker vertrouwen getoond in de populistische hoop op deboerencommune 37 en aan het populisme zelfs bepaaldetheoretische concessies gedaan, al was zijn antwoord opde vraag naar de plaats van de Russische dorpsgemeen-

Page 110: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

schap als uitgangspunt voor een communistische ontwik-keling niet erg duidelijk: 'Wird die russische Revolution

110 das Signal einer proletarischen Revolution im Westen, sodass beide einander ergänzen, so kann das jetzige russi-sche Gemeineigentum am Boden zum Ausgangspunkteiner kommunistischen Entwicklung dienen' 38 had hijin 1882 als inleidend woord tot de Russische vertalingvan het Communistisch Manifest (vertaald door Plecha-now!) geschreven. Engels reageerde daarom koel, toenhij de geschriften van Plechanow over de toekomstige ont-wikkeling van de Russische revolutionaire beweging on-der ogen kreeg 39 .

Op de oprichtingsvergadering van de Tweede Commu-nistische Internationale te Parijs in 1889 (het herden-kingsjaar van de Franse Revolutie) was ook Plechanowaanwezig. Zal zijn verklaring dat 'de Russische Revolutiezal triomferen als een proletarische Revolutie, of in hetgeheel niet zal triomferen' veel indruk gemaakt hebben?Engels zag, met alle waardering voor Plechanow als theo-reticus, nog in 1892 — op grond van de e rvaringen vande Russische hongersnood in 1891 — geen enkele toe-komst voor het groepje van Plechanow. Hij vreesde juistdat Rusland kapitalistisch zou worden 40, hetgeen de popu-listen z.i. terecht hadden willen verhinderen.

Intussen hadden de economische veranderingen in Rus-land voor de bevolking diepgaande sociale gevolgen.Steeds duidelijker openbaarden zich de niet te loocheneninnerlijke tegenstrijdigheden van het kapitalisme. Terwijler enerzijds grote financiële en economische activiteit

38 Marx-Engels, Werke. Band 4, Berlin, 1964, p. 576.39 Cf. Baron, a.w., pp. 68, 123; Keep, a.w., p. 19.40 Cf. Dietrich Geyer, Lenin in der russischen Sozialdemokratie,Köln-Graz, 1962, p. 11.41 Von Laue, a.w., p. 150.42 Geyer, a.w., pp. 88 vlg.

Page 111: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

heerste, woedde er anderzijds in 1891 een verschrikke-lijke hongersnood. De expansie van de industrie ging sa-men met uitgesproken slechte toestanden voor de arbei- 11 I.dende bevolking. Wel was er reeds in het begin der ja ren'80 een aanvang gemaakt met fabriekswetgeving, het eerstter beperking van vrouwen- en kinderarbeid, in 1886 uit-gebreid tot de instelling van staatstoezicht op de arbeids-voorwaarden en looncontracten. In de practijk kwam erevenwel weinig van terecht 41

Er ontstonden geheime arbeidersverenigingen en erbraken stakingen uit. Die van 1895 en 1896 verbreiddenzich zelfs over nagenoeg alle Russische industriegebieden.Deze spontane arbeidersactie, los van enige ideologie (het-geen de marxisten te denken kon geven), leek tot resul-taat te leiden. Kennelijk als gevolg ervan werd in 1897 eenfabriekswet uitgevaardigd die inderdaad het lot der in-dustriearbeiders verbeterde. Toch gaf juist deze wet, doorhaar ontoereikendheid, voedsel aan nieuwe ontevreden-heid en daarmee kansen aan sociaal-democratische agi-tatie 42.

Dit alles stelde de intelligentsia van het laatste decen-nium der 19e eeuw opnieuw voor de vraag naar haarverhouding tot het volk, nu tot het arbeidersproletariaat.Hoe, vroegen de marxisten in Rusland zich af, moet menzijn taak vervullen het klassebewustzijn bij de arbeidersop te wekken? Hier kwam weer het in Rusland niet nieu-we probleem op van de verhouding tussen elite en massaen van de rol van de 'beroepsrevolutionair', de persoon-lijkheid die leiding heeft te geven aan de revolutionairebeweging.

Het werd Wladimir Oeljanow (later beroemd gewor-den onder zijn schuilnaam Lenin) die deze vragen tracht-te op te lossen en dat feite lijk deed in de geest van zijnRussische voorgangers als Tsjernysjewski, Bakoenin (doorhem natuurlijk wegens diens conflict met Marx veraf-

Page 112: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

schuwd) en Tkatsjew. Daarmee bracht Lenin een vreemdelement in de conceptie van Marx en Engels.

Lenin (1870-1924), van een jongere generatie danPlechanow, was reeds op jeugdige leeftijd diep geboeidgeraakt door 'Wat te doen?' van Tsjernysjewski en doorandere revolutionaire lectuur uit Rusland. Door de ge-schriften van Plechanow, maar ook door de lectuur vanMarx zelf, leerde hij het marxisme kennen. De tijd dernarodniki was toen al in feite voorbij en het terrorisme(waaraan Lenins broer uit diepe overtuiging had mede-gewerkt, hetgeen hem evenwel aan de galg had gebracht)had zijn glorietijd gehad. Maar de revolutie zette zichvoort en Lenin werd een van de hoofdfiguren van de Rus-sisch-marxistische cultus van de proletarische revolutie.

Zijn arbeid begon met het moeizame werk van de uni-ficatie der verschillende reeds bestaande, maar vegeteren-de en voor zichzelf werkende sociaal-democratische ar-beiderskringen. Lenin zette zich aan de voorlichting doorkranten en cursussen en aan de organisatie van de massa-actie, die hij dringend noodzakelijk achtte. Tegen de po-pulisten was zijn eerste brochure gericht: 'Wat zijn de'Volksvrienden' en hoe strijden zij tegen de Sociaal-De-mocraten?' In dit geschrift wees hij op de plaats van dearbeiders aan de spits van alle democratische, d.w.z. revo-lutionaire elementen, met als eerste taak het ten val bren-gen van de autocratie. Nog nadrukkelijker dan Plecha-now wees hij op de noodzaak van de politieke strijd omte komen tot de zegevierende proletarische revolutie.

43 Ook; de filosoof Berdjajew (1874-1948) is als `legaal marxist'begonnen.44 Richard Kindersley, The First Russian Revisionists. A Studyof `Legal Marxism' in Russia, Oxford, 1962, p. 112.45 Kindersley, a.w., pp. 124 vlgg.46 Struve, Die Marx'sche Theorie der sozialen Entwicklung,Archiv für soziale Gesetzgebung and Statistik, Band XIV, 1899.Hierover Kinderley, a.w., pp. 131-140.

Page 113: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

In 1894 wist hij een kort bezoek te brengen aan Ple-chanow in Zwitserland en aan Marx' schoonzoon Lafarguein Parijs. Terug in Rusland onderwees hij de socialistische 113arbeiders in de marxistische leer, maar ook in desamen-zweringstactiek. Samen met Zederbaum (1873-1923, be-kend geworden onder het pseudoniem Martow) organi-seerde Lenin de 'Bond voor de Bevrijding van de Arbei-dersklasse'. Kort daarop werden echter beide vriendengearresteerd. In de gevangenis zette Lenin een studie overde ontwikkeling van het kapitalisme in Rusland op touw,die hij tijdens zijn vierjarige ballingschap in Siberië vol-tooide. Het werk bleef voor hem doorgaan.

Van Siberië uit had Lenin te strijden tegen twee stro-mingen binnen de Russische sociaal-democratie die naarzijn mening de marxistische orthodoxie aantastten endaarmee de proletarische revolutie.

Enerzijds achtte hij het marxisme bedreigd door deeconomische en filosofische studiën van de zgn. legalemarxisten: Stroewe (1870-1944) en Toegan-Baranowski(1865-1919) 43. Evenals vroeger Plechanow en nu alsLenin rekenden zij af met het populisme, maar zij zagenvoor Rusland geen andere weg dan die van de industriëleeuropeïzering. 'Laten wij ... een kapit alistische scholingondergaan' schreef Stroewe, verreweg de belangrijkstefiguur in deze kring. Hij had duidelijk oog voor de eco-nomische achterlijkheid van zijn land. Hij noemde zichmarxist, maar reeds als student miste hij het ethische bijMarx 44, terwijl hij in feite nooit in de volle zin van hetwoord een revolutionair was en zeker niet negatief stondtegenover de staat 45 . In feite was er bij Stroewe, nog vóórBernstein, sprake van 'revisionisme'. Toen hij Bernsteinsgeschriften leerde kennen, sloot hij zich daarbij in hoofd-zaak aan. Opmerkelijk in dit verband is een artikel vanStroewe over Die Marxsche Theorie der sozialen Ent-wicklung' 46, gepubliceerd in 1899, waarin hij de idee

Page 114: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

van de sociale (niet van elke) revolutie, zoals hij die bijMarx en diens epigonen had geformuleerd gevonden, af-

114 wees. Hij poneerde, met een keur van economische en filo-sofische argumenten, de opvatting dat het socialisme nietzegevierend te voorschijn komt uit de dialectische tegen-stelling tussen kapitalisme en socialisme, maar juist gelei-delijk uit het kapitalisme groeit. Wanneer het kapitalismeineenstort door de aanvallen der rechtzinnige marxisten,zal automatisch het socialisme in belangrijkheid vermin-deren.

Aanvankelijk werkte Stroewe, die wel terdege de be-strijding van de autocratie nodig achtte, samen met deorthodoxe marxisten. Toen in 1898 te Minsk door negengedelegeerden de Sociaal-Democratische Arbeiderspartijvan Rusland werd opgericht, stelde Stroewe daarvoor hetmanifest op. Dat was dus kort voor zijn zojuist genoemdeartikel verscheen.

Het spreekt vanzelf dat Lenin in Siberië ernstig vreesdevoor het binnendringen van het revisionisme dat z.i. voorde socialistische zaak der revolutie een zeer wezenlijke be-dreiging vormde.

Een ander gevaar voor zijn arbeid zag hij komen vanhet zgn. economisme, dat gaandeweg ging domineren inde arbeidersbeweging die hijzelf had georganiseerd. Diteconomisme verloor steeds meer de belangstelling voor dedoor Plechanow het eerst geproclameerde politieke strijdvoor het socialisme en koos — naar de woorden van Mar-tow — 'de weg van de minste weerstand' 47 . De econo-misten zagen het hoofddoel van hun agitatie in het berei-ken van sociale verbeteringen en kwamen terecht in een

47 Titel van het 5e hoofdstuk van Haimson, a.w., over heteconomisme, p. 75.48 W. I. Lenin, Verzamelde Werken, Ned. vertaling, Amster-dam, 1936 Deel I, p. 476. Lenin licht dat apart toe, cf. pp.490-493, 498-502.

Page 115: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

soort trade-unionisme. Al dat getheoretiseer over een toe-komstige sociale of politieke revolutie sprak hun minderaan dan handelend optreden om hun lot te verbeteren. 115De, overigens betrekkelijke, successen van de stakingenvan 1895 en 1896 hadden hun geleerd dat er op dezewijze wat te bereiken viel. Bovendien wantrouwden dearbeiders de 'burgerlijke' revolutionairen enigszins enmen bemerkt meermalen een verheerlijking van het spon-tane ontwaken van het klassebewustzijn bij de werkendemassa's.

Zag Lenin in het legale marxisme een bedreiging vande revolutie zelf, tegenover de economisten handhaafdehij het primaat van de politieke revolutie. In een Ont-werp-Program voor de Russische sociaal-democratie ver-klaarde Lenin expliciet: 'De strijd van de Russische ar-beidersklasse voor haar bevrijding is een politieke strijden zijn naaste taak is het bereiken van de politieke vrij-heid' 48 . Steeds opnieuw komt in Lenins publicaties hetthema van de verovering van de staatsmacht op de auto-cratie als eerste fase van de revolutie terug.

Omstreeks 1900 was evenwel het marxisme niet de eni-ge revolutionaire stroming in Rusland, zelfs niet de be-langrijkste. De sociaal-democraten namen maar een zeerbescheiden plaats in naast de liberaal-gezinde Constitu-tioneel-Democraten (waarbij in 1902 Stroewe zich aan-sloot) en de weer naar het middel van terrorisme grijpen-de Sociaal-Revolutionairen, die de populistische traditiesvoortzetten.

Maar niemand was zo vastbesloten en zo zeker van zijnzaak als Lenin die zich in voortdurende strijd tegen 'vij-anden' buiten en binnen de kring van de Russische so-ciaal-democratie, ontpopte als de grote strateeg van derevolutie. Daartoe moest zelfs het marxisme worden uit-gebouwd en aangepast aan de verhoudingen in Rusland.

Page 116: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

Aan de revolutie die komen gaat is alles onderworpen.Scheibert heeft volkomen gelijk, wanneer hij over Lenins

11 6 agitatorische arbeid schrijft: Damit ging es in keinerWeise mehr urn positivistisch gefasste Ethik des neuen,fortschrittlichen Menschen, nicht einmal mehr um Festi-gung und Überprüfung einer wissenschaftlichen Einsichtin die geschichtliche Notwendigkeit und Zukunft, son-dern urn Bereitstellung ideologischer und taktischer Mit-tel für unmittelbares revolutionäres Handeln' 49 . Reedsin 1891, toen er in het Wolgagebied een zware hongers-

49 Peter Scheibert, Ober Lenins Anfänge, Historische Zeitschrift,Band 182 (1956), p. 561.50 Scheibert, Hist. Zeitschr., t.a.p. Shub, a.w., 39 geeft Leninsmotivering in Engelse vertaling: `The famine is the direct con-sequence of a particular social order. So long as that orderexists, famines are inevitable. They can be abolished only by theabolition of that order of society. Being in this sense inevitable,famine today performs a progressive function (curs. van mij, L.).It destroys the peasant economy and throws peasants from thevillage into the city. Thus the proletariat is formed which speedsthe industrialization of the nation... It will cause the peasantto reflect on the fundamental facts of capitalist society. It willdestroy his faith in the Tsar and in Tsarism and will in timespeed the victory of the revolution. It is easy to understand thedesire of so-called `society' to come to the assistance of thestarving, to ameliorate their lot. This `society' is itself part ofthe bourgeois order... The famine threatens to create seriousdisturbances and possibly the destruction of the entire bourgeoisorder. Hence the efforts of the well to do mitigate the effect ofthe famine are quite natural... Psychologically this talk offeeding the starving is nothing but an expression of the saccharinesweet sentimentality so characteristic of our intelligentsia' (curs.Shub) .51 Cf. hiervoor p. 102, noot 30.52 ` .. die Theorie der Revolution, wie sie von Lenin entwickeltworden ist, (ist) in hervorragender Weise von den Fragen derTaktik der revolutionären Aktion, der Technik des Umsturzesand der Zukunft der zur Herrschaft arrivierten proletarischenKlasse and ihrer Führungsgruppen bestimmt' Richard Nürn-berger, Lenins Revolutionstheorie. Eine Studie über `Staat andRevolution', in: Marxismusstudien, Tübingen, 1955, p. 162.Deze opvatting is terecht wel algemeen aanvaard.53 Dezelfde titel als de roman van Tsjernysjewski, door Leninzo bijzonder geprezen!

Page 117: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

nood woedde die duizenden mensenlevens kostte, verzet-te de toen 21-jarige Lenin zich tegen het verlenen vanhulp 50 . En hoe oprecht Lenin heel zijn leven bezig ge-weest is voor wat hij zag als het welzijn der mensheid,in zijn publicaties, bijna steeds polemisch en zeer onver-draagzaam van toon, is er feitelijk maar één thema: derevolutie en hoe deze moet worden georganiseerd. Wie detalloze geschriften van Lenin heeft gelezen moet wel con-stateren dat bij hem recht en moraal, wetenschap enkunst slechts zin hebben, als ze dienstbaar zijn aan degrote zaak van de revolutie. Zijn enige filosofische ge-schrift, 'Materialisme en Empiriocriticisme' (1909), isuitsluitend opgesteld terwille van politieke doeleinden.Zelfs het marxisme ontkomt niet aan diepgaande wijzi-gingen, die zeer beslist in strijd zijn met de bedoelingenvan Marx zelf. Dat Lenin geen oog had voor de ethischeen antropologische elementen in de conceptie van Marxis te begrijpen 51, maar dat ondanks de lectuur van dedoor hem bewonderde Tsjernysjewski diens ethische no-ties niet door Lenin zijn verwerkt is toch wel tekenend.

De theorie van de revolutie, zoals ze door Lenin is ont-wikkeld, wordt zeer sterk, zo niet uitsluitend door de vra-gen van de tactiek bepaald 52 . Het blijkt uit het verdereverloop der gebeurtenissen.

Nadat Lenin uit zijn ballingschap in Siberië was terug-gekeerd, zag hij al spoedig kans Rusland te verlaten enzich bij Plechanow en de zijnen te voegen. Met hun mede-werking zette hij een blad op, Iskra (= De Vonk), omte dienen als propagandaorgaan en ter centr alisatie vande plaatselijke sociaal-democratische comité's in heel Rus-land. Organisatie van de partij om de revolutie te realise-ren werd het eerste doel. In 'Wat te doen?' S3 , verschenenin 1902, gaf Lenin zijn ideeën aangaande de revolutio-naire tactiek die hij nodig achtte. Z.i. bestaat er behoefteaan een harde, toegewijde en gedisciplineerde partij. De

Page 118: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

1113

revolutionaire intelligentsia, waarvan Lenin overigens toe-gaf dat ze zelf niet uit het proletariaat voortkwam, moetde communistische beweging leiden. Ze vormt een elite eneen avant-garde van beroepsrevolutionairen, klein in ge-tal, met lichaam en ziel toegewijd aan de revolutie. Het isof men Bakoenin, Netsjajew of Tkatsjew hoort! Dezeelite was de partij, hiërarchisch opgebouwd met aan detop in feite de leiding van 'Iskra', d.w.z. van Lenin.

Organiseert U! Dat is het parool dat Lenin al enkelejaren geleden had gegeven en dat steeds weer door hemwerd herhaald. In het eerste nummer van de Iskra hadhij al geschreven: 'men moet ... zijn krachten richten opeen meer konspiratieve organisatie van de zaak, het syste-matisch propageren van de regelen daarvan, van de me-thoden om de gendarmes om de tuin te leiden en om aande netten van de politie te ontsnappen. Men moet mensenopleiden, die aan de revolutie niet slechts hun vrije avon-den, maar hun ganse leven wijden ... men moet een or-ganisatie scheppen, die groot genoeg is om daarin eenstrenge arbeidsverdeling tussen de verschillende vormenvan onze arbeid tot stand te kunnen brengen'. Over detactiek: de sociaal-democratie 'erkent alle middelen vande strijd, wanneer zij slechts beantwoorden aan de voor-handen zijnde krachten van de partij en de mogelijkheid

54 Lenin, Dringende opgaven van onze Beweging, hoofdartikelin Nr. I van `Iskra', in: Verzamelde Werken II, pp. 23 vlg.55 Cf. Dietrich Geyer, Die russische Parteispaltung im Urteilder deutschen Sozialdemokratie 1903-1905, International Reviewof Social History, Vol. III, 1958, p. 205.56 Geciteerd bij Geyer, Die russ. Parteispaltung, p. 205. Tochprobeerde Parvus de partijen weer te verzoenen.67 Isaac Deutscher, The Prophet Armed. Trotsky: 1879-1921,New York-Londen, 1963 2, pp. 91-98.58 Wel zeer nadrukkelijk door Robert Vincent Daniels, TheConscience of the Revolution. Communist Opposition in SovietRussia, Cambridge (Mass.), Harvard University Press, 1965,p. 409.59 Zie hiervoor blz. 109.

Page 119: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

bieden, de grootste resultaten te bereiken, die in de ge-geven omstandigheden bereikbaar zijn' 54.

Lenins 'centralisme' werd de belangrijkste aanleiding 119tot de scheuring in de Russische marxistische beweging,tussen de zgn. mensjewieken (Martow, Trotzki, weldraook Plechanow) en de bolsjewieken (Lenin). Lenin tracht-te de tegen hem opponerende groep uit te maken vooreen specifiek-Russische vorm van de 'opportunistischeBernsteiniade' 55, maar het is toch wel tekenend dat deeerste bestrijders van Bernstein, Helphand (Parvus) enRosa Luxemburg, zich tegen dit 'revolutionair bureau-cratisme' hebben gekant. Parvus schreef o.m.: 'Wer nureine Organisation von Agitatoren erstrebt und die Orga-nisation der Massen ignoriert, glaubt, die Arbeiter nurals Material für die Revolution gebrauchen zu können,wie man sie beim Militär als Kanonenfleisch gebraucht

' 58. Trotzki vergeleek Lenin met Robespierre 57 en ge-bruikte als eerste ter typering van Lenins centralisme deuitdrukking 'dictatuur over het proletariaat'.

De tegenstelling tussen bolsjewisme en mensjewisme iswel, en o.i. niet geheel ten onrechte, vergeleken met deoudere tegenstelling tussen slavofielen en 'westerlingen' 58 .

De meer op het Westen georiënteerde mensjewieken wil-den — zoals reeds door Plechanow was geleerd 59 —eerst de burgerlijke revolutie realiseren, geheel naar hetmodel van Marx' analyse, terwijl de bolsjewieken in ze-kere zin aansloten bij de oude slavofiele opvatting doorde revolutie te willen versnellen met overslaan van deburgerlijk-kapitalistische fase.

Het centrale punt ligt evenwel in het in zichzelf revolu-toinaire karakter van het bolsjewisme, in zijn dogmatis-me, intolerantie, exclusivisme. De revolutie was — meerdan bij de mensjewieken, die ook hun verwachtingen vande komende revolutie hadden! — doel in zichzelf en hetmarxisme werd in feite tot middel gedegradeerd. In het

Page 120: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

leninisme zien we revolutionair activisme verbonden meteen eschatologisch bepaald utopisme 60, sterker dan bij

120 de mensjewieken.Daartoe is de tactiek nodig. In 1905, als in Rusland de

revolutie uitbreekt, en door toedoen van Trotzki en Help-hand-Parvus voor het eerst de sowjets verschijnen, voeltLenin daar niets voor. Hij ziet ze als een concurrent voorzijn eigen partij. Maar later neemt hij de gedachte over.Tegen alle marxistische principes in richt hij zich kortnadien tot de boerenmassa's, belooft hun verdeling vanhet grondbezit, om hun hulp te krijgen voor de revolutieen zo snel mogelijk de 'democratische dictatuur' van pro-letariaat en boeren te realiseren. Zo zijn er talloze voor-beelden te geven van verandering van tactiek, van aan-passing der marxistische beginselen aan de eisen van derevolutionaire practijk. Hoe dan ook, de revolutie moetzegevieren!

Eén ding heeft Lenin boven al zijn revolutionaire mede-dingers voor: hij kan organiseren. En meer dan iemandgelooft hij aan de revolutie. I-Iet slagen van de Oktober-revolutie is stellig in de eerste plaats het werk van die éneman, Lenin!

Dat de geschiedenis van Rusland uiteindelijk uitlooptop de revolutie van 1917 is niet 'onlogisch'. Nooit zijneen staatssysteem en een maatschappelijke orde zo func-tieloos geweest als tijdens het bewind van tsaar NicolaasII. Na 1905 moest hij een volksvertegenwoordiging (doe-ma) toestaan, maar hij werkte zoveel mogelijk tegen!Hervormingen waren tot het laatst toe niet van hem teverwachten. De Eerste Wereldoorlog bracht het einde.De nederlagen van Rusland verpletterden tevens hetlaatste prestige dat de tsaar nog bezat en het ontzaglijkeleed dat de bevolking van de oorlog ondervond maakte

60 Aldus Nürnberger, Lenins Revolutionstheorie, a.w., p. 171.

Page 121: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

het rijp voor elke vorm van verzet. In het voorjaar van1917 werd het tsarisme zonder moeite aan de kant ge-schoven.

Het verloop van de gebeurtenissen in Rusland in 1917is algemeen bekend. De constitutioneel-democraten, desociaal-revolutionai ren en de mensjewieken vermeesterdende macht, doch in de totale ontwrichting van het Rus-sische leven vermochten zij niet de nodige leiding te ge-ven. Onderling waren zij verdeeld, vaste positieve doel-stellingen ontbraken, de gebeurtenissen liepen hun tenenenmale uit de hand. Op dat moment wist Lenin, ge-steund door slechts een handjevol mannen, door enormepersoonlijke risico's te nemen, maar in de vaste overtui-ging dat het uur gekomen was, de macht te grijpen enna een bloedige burgeroorlog te consolideren.

Het voorgaande was niet meer dan een summiere schets.Het thema was feitelijk de onvermijdelijkheid van eenrevolutie in Rusland, een revolutie in de volle ideologischezin van het woord. Diepgaande verandering, algehele om-vorming van staat en maatschappij was ontegenzeggelijknodig. Het is een wonder, achteraf gezien, dat het oudegebouw nog zo lange tijd is blijven staan.

De Russische geschiedenis van de laatste eeuw voor1917 is een aaneenschakeling v an revolutionaire ideeën enterroristische en conspiratieve daden. De ene ideologievolgt op de andere, zet zich tegen de vorige af, maar heefter toch steeds het een en ander mee gemeen. De verhou-ding tot Europa, positief of afwijzend, is de draad diedoor al die ideologieën heen loopt. En in dit alles is domi-nerend, bij Belinkski en Herzen, bij Tsjernysjewski ende populisten, bij Plechanow, Martow en Lenin, dat vastegeloof in het komende rijk van gerechtigheid en heil,'diesseitig' van aard, alleen door de revolutie te ver-wezenlijken.

Page 122: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

De oorzaken van de revolutie van 1917 liggen in eersteinstantie in de politieke en maatschappelijke structuur

122 van het pre-revolutionaire Rusland. Maar diep ingrij-pend zijn de gevolgen gebleken van de ideologie, van degeloofszekerheid der revolutie.

Page 123: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

DRS. S. VAN POPTA

Rusland en het WestenHET VRAAGSTUK VAN „DE EIGEN WEG"

Page 124: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

I. HET VRAAGSTUK VAN `DE EIGEN WEG' IN HETVERLEDEN

124 1. Inleiding2. Zeven eeuwen `eigen weg'3. Peter de Grote. Krachtdadige `verwestelijking'4. De 19e eeuw

a. Afgrenzingb. Invloeden van het Westenc. `Verwestelijking' of `een eigen weg'd. Slawofielen en Westelijkene. Narodniki en Marxistenf. De intelligentsia. Samenvattingg. Verwestelijking. Van onderscheiding tot scheiding.

Kiem van ontbinding5. Een eigen weg in 1928. Geforceerde industrialisatie

II. HET THEMA VAN `DE EIGEN WEG' IN ONZE TIJDStromingen onder de intelligentsia in de jaren 601. Een eigen weg; socialistisch en/of slawofiel2. De indeling van Mc. Clure

a. De dogmatistenb. De slawofielenc. De Russische traditionalistend. De liberaal-conservatievene. De moderne liberalen

3. Het regime en de intelligentsia4. De 19e en de 20e eeuw. Dilemma toen en nu5. Enige andere indelingen

a. René Ahlberg: sociologieb. Hans-Hermann Höhmann: economiec. Peter Viereck: letterkunde e.a. schone kunstend. Boris Meissner: Kremlinpolitiek

6. De huidige intelligentsia7. De intelligentsia en het regime

a. Algemeenb. Verzet tegen de `Partijlijn', een concreet geval

8. Een eigen weg? Een eigen type!9. Slotopmerkingen

a. Disharmonische ontwikkelingb. `...Of zij Hem al tastende vinden mochten'c. China en de Slawofielen

1 vgl. von Schelting, Russland und Europa, welk werk zich vooralricht op het denken omtrent deze kwestie in de 19e eeuw; zie ookde hierin vermelde literatuur. (zie literatuuropgave No. 1) .

Page 125: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

I. HET VRAAGSTUK VAN DE `EIGEN WEG' 125

IN HET VERLEDEN

1. Inleiding'Rusland en Europa', legio is het aantal der boeken enverhandelingen welke, al of niet onder deze titel, dit on-derwerp tot inhoud hebben 1 .

De vraag 'Of en in hoeverre Rusland tot Europa hoor-de of hoort', wordt in de hierbedoelde studies behandeld.Vaak is deze vraag ontkennend beantwoord. Ookdoor de Russen zelf.

In hoeverre ging Rusland of gaat Rusland een eigenweg?, zo zouden we de problematiek ook kunnen beschrij-ven. Aan dit vraagstuk willen we enige gedachten wijden.

2. Zeven eeuwen `eigen weg'

Er is alle aanleiding om van een eigen Russische weg inhet verleden te spreken. Enkele gedachten hieromtrentgeven we door.Zeven eeuwen had Rusland zich georiënteerd en zich ge-concentreerd op Byzantium en zijn eigen verleden (Ute-chin 40)

Deze uitspraak slaat op de periode van vóór Peter deGrote. Men moet dus globaal denken aan de periode van1000 - 1700.

Enige belangrijke momenten, die de in de vorige ali-nea weergegeven uitspraak concretiseren zijn:

Het grote schisma tussen de Westelijke en de Oostelij-ke kerk 1054; de mongoolse overheersing (1240 - 1480) ;de hiermede samenhangende verschuiving van het zwaar-tepunt van het volks- en het staatsleven naar het noordenen het oosten (voordien in Kiew) ; het assimileren in de

Page 126: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

bevolking en in de cultuur van mongoolse en ugro-fin-sche elementen.

12(, De structuur van het Moscovische rijk werd mede dooraziatische voorbeelden bepaald (von Schelting 14).

Avrich, in een bespreking van het boek van Utechin,is het met diens hierboven weergegeven opinie zeer weleens. Niettemin meent hij dat U. eenzijdig is door in zijnwerk over het geheel te veel de nadruk te leggen op deovereenkomsten met Europa, tegelijkertijd de frappan-te verschillen over het hoofd ziende (Avrich 505).

Avrich vermeldt ter ondersteuning van zijn visie eenaantal van deze verschillen.

Voor de 18e eeuw bleef Rusland onberoerd door juistdie Europese stromingen, zoals de Renaissance, de Refor-matie en de revolutie der wetenschappen, welke de meestdiepgaande uitwerking hadden op de ontwikkeling vanhet moderne politieke denken. De Russische autocratiewas grotendeels gevormd door Byzantijnse en Mongoolseinvloeden; ideeën welke aan het Westen ontleend warenkregen een duidelijk eigen Russisch stempel.

Voor Westelijke bezoekers in de 16e en in de 17e eeuwverscheen Moskovië als een vreemde wereld, oosters, semi-barbaars en niet-christelijk, zelfs verder verwijderd vanhet Westen dan Turkije.Twee eeuwen later sprak Sergei Witte, minister onderAlexander III en Nikolaas II nog van Rusland als vaneen wereld apart (Avrich 506) 2 .

Kamenka belicht dezelfde kwestie in het bijzondermet betrekking tot de beoefening en de ontwikkeling vande filosofie.

In het begin van de 19e eeuw schreef Tsjaadaew reeds

2 vgl. een analoge opsomming bij Honigsheim: Rusland heeft nietgekend de middeleeuwse scholastiek, het natuurrecht, de renais-sance, de reformatie en de contra-reformatie. (Honigsheim 66).

Page 127: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

dat Rusland niet een oostelijke macht was geworden,maar op kruispunten was blijven dralen. Rusland wasgeografisch een deel van Europa, maar historisch niet. 127(i.z. Tsjaadaew zie pag. 159)

Kamenka merkt vervolgens op dat het filosofisch re-deneren, gekenmerkt door sluitende argumentatie enzorgvuldige logische analyse, Rusland in de geschiedenisniet eigen is geweest. De oostelijke Slaven hadden niet demiddeleeuwse doctores in de theologie, noch het cano-nieke recht, niet de middeleeuwse disputaties, geen refor-matie en geen contra-reformatie.

Misschien had de logica een kans gehad om in deacademies van Kiew tot bloei te komen. Echter voor demilitaire autocraten van Moskovië droeg 'logica' het ka-rakter van 'vreemde', Poolse, sluwheid en handigheid.Pogingen om de filosofische ideeën van de contra-refor-matie in Rusland te introduceren, mislukten. De ortho-doxe kerk beschouwde de filosofie als van geen betekenisvoor de zaligheid en ondermijnend voor het geloof. Voorde orthodoxen en de aanhangers der secten was het zo,dat het Westelijk rationalisme katholicisme voortbrachten de logische consequenties daarvan: protestantisme enatheïsme. H.i. was filosofie een gevaarlijke import; zebracht mensen ertoe te denken aan het omverwerpen vanregeringen en de afschaffing van alle gezag.

Catharina II bewonderde Voltaire en. vertaalde Bec-caria. Maar zij stond ook toe dat een volgeling van Humeverdreven werd uit de pas opgerichte universiteit vanMoskou en dat een dissertatie over de natuurlijke gods-dienst publiek werd verbrand. (Kamenka 80).

Dat Rusland zovele eeuwen lang een ontwikkelingdoormaakte in sterk isolement van West-Europa is methet voorafgaande wel duidelijk. Inderdaad is er voldoen-de aanleiding om van een `eigen weg' te spreken.

Page 128: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

3. Peter de Grote. Krachtdadige `verwestelijking'.

128 Dit brengt ons op Peter de Grote (geb. 1672; regerings-periode 1689-1725). Peter wilde van Rusland Europamaken (v. Schelting 14).

Rusland was gekenmerkt door intellectuele lethargie,en door immobiliteit, mede veroorzaakt door de invloedvan de orthodoxe kerk.Door Peter werd het leger, de burgerlijke administratieen de rechtspraak gewijzigd conform europese maat-staven. Handel en industrie werden kunstmatig gestimu-leerd.

De hervormingen geschiedden voornamelijk op militai-re en financiële gronden. Zij leidden tot een gehele onder-schikking van het nationale leven aan de behoeften vande staat, vooral van het leger. Zware financiële lastenkwamen op de boerenbevolking te drukken. De lijfeigen-schap kwam nagenoeg geheel neer op een regelrechteslavernij (Kohn 474).

Het is hem niet door iedereen in dank afgenomen;toen niet, in de 19e eeuw niet, en ook in onze tijd niet(vgl. Deel II i.z. de huidige 'Slawofielen' en hun pre-petrinische instelling; zie pag. 147) .

Er werd, aldus wederom Kohn, een element van dis-harmonie in het Russische leven geïntroduceerd. Het ver-oorzaakte een diep gevoel van onrust, welke in de loopvan de tijd toenam.

Westelijke ideeën vonden ingang onder de aristocratie,verbonden aan het nieuwe hof te St. Petersburg. Maar deoverige adel (gentry), de geestelijkheid en de massa'swerden er nagenoeg niet door beroerd.

3 Voor Peters tijd was er ook al van een zekere `aüssere undinnere Europäisierung' sprake, o.a. door de invloeden, uitgaandevan de politieke en militaire relaties tot Polen en de Turken.Peter gaf aan de Europeanisering een eigen karakter, een eigenstijl (Stökl 321).

Page 129: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

Er ontwikkelde zich dus een ingrijpende ve rvreemdingtussen de regering en het volk, tussen de staat en demaatschappij. 129

De tegenstanders van de verwestelijking hielden Peterverantwoordelijk voor deze b reuk in de historische con-tinuïteit. Hij werd beschouwd als het beest uit de Apoca-lypse. (Kohn 474) 3 .

4. De 19e eeuw

a. Afgrenzing

De vraag doet zich voor wanneer we ons ongeveer hetbegin en het einde van deze 'eeuw' moeten denken.

Inzake de aanvang van de 19e eeuw zou men kunnendenken aan het jaar 1815, het einde van de napoleonti-sche oorlogen, maar vooral aan 1825.

We noemen in dit verband een drietal factoren.1825 vormt het einde van de petrinische periode in

het politieke denken. Men had aangenomen dat de in hetWesten verbreide ideeën, in verband met hun universeelkarakter ook voor Rusland golden (Utechin 72) . Nukomen echter het eigene van Rusland en de verschillent.o.v. W. Europa meer op de voorgrond. De tegenstel-ling 'Slawofielen - Westelijken' komt op.

1825 vindt de troonsbestijging van Nikolaas I plaats,en in verband hiermede de opstand der Dekabristen'in december van dat jaar. Voornamelijk jonge leden vande adel en jonge legerofficieren waren hierbij betrokken(Ulam 21).

1825 vormt het begin van de gouden eeuw van de rus-sische letterkunde, dit wegens het verschijnen in dat jaarvan het eerste hoofdstuk van de rom an in verzen vanPoesjkin (geb. 1800) 'Jevgeni Onegin.' (Hingley 13) .

Wat betreft het einde van deze eeuw zouden we kun-nen denken aan 1905 (oorlog met Japan, revolutie en

Page 130: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

daaropvolgend de instelling van de Doema) maar meernog aan 1917 met zijn twee revoluties, de vestiging van

1 3C het bolsjewistisch regime en de vrede van Brest-Litowsk,de beëindiging van de deelneming aan de eerste wereld-oorlog.

Wenden we ons thans weer tot ons onderwerp.

b. Invloeden van het Westen

Ten aanzien van de 19e eeuw kan van isolement nietmeer worden gesproken. In deze eeuw 'miste' Ruslandgeen enkele Europese geestesstroming.'Sinds het begin van de 19e eeuw werd Rusland beheerstdoor dezelfde intellectuele stromingen als die, welke derest van Europa domineerden.' (Struve I 285).

Verschillende schrijvers signaleren de begeerte en debereidheid open te staan voor het nieuwste, het laatsteuit W. Europa.

'De laatste aflevering van een frans of duits tijd-schrift placht een revolutie mede te brengen in de over-tuigingen en de belangstelling van de jonge mensen .. .de tendens tot vervoering door de laatste (d.i. meest re-cente) theorie was karakteristiek voor de russische intel-ligentia.' (Ulam 33).

Hetzelfde wordt ons medegedeeld inzake het marxis-me. Gerschenkron behandelt de vraag waarom aan heteinde van de vorige eeuw in Rusland het marxisme intoenemende mate ingang vond. Hij merkt op 'Sinds dedagen der russische Voltaireanen was de wens om 'hetlaatste woord van het westelijk denken' over te nemen inRusland wijd verspreid. We hebben menig getuigenis . .dat de russische universiteitsstudenten van die periode(d.i. ongeveer de eeuwwisseling 1900) Marx beschouw-den als "het laatste woord van de westelijke socialewetenschap".' (Gerschenkron pag. 190).

Hij refereert aan een mededeling van een russische

Page 131: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

hoogleraar, prof. Vorst Evgeny N. Troebetskoi: `Ik hadvaak gelegenheid in mijn "seminars" argumenten in tebrengen tegen de theorieën van Marx, die in die tijd voor 131de studenten de hoogste autoriteit was.

Telkens placht een jonge man me met een neerbuigen-de glimlach te zeggen: "Maar professor, Marx is hetlaatste woord op wetenschappelijk gebied".' Hierop ant-woordde ik gewoonlijk: 'Hoe weet U dat het het laatsteen niet het voorlaatste woord op wetenschappelijk gebiedzal zijn?' (Gerschenkron 272) .

'Het marxisme bood de intelligentia wetenschap enwereldbeschouwing tegelijkertijd, deelneming aan de —zoals men meende — rijpste vrucht van het Europese fi-losofische en sociaal-wetenschappelijk denken'. (GeyerXVIII).

Aan de opsomming, die Honigsheim geeft van de stro-mingen, welke in Rusland werkzaam zijn geweest, ont-lenen we de volgende:

de Verlichting, met name het franse rationalisme enfysiocratisme, het engelse deïsme en het economische lais-sez-faire liberalisme; de romantiek, de historische rechts-school, de leer van Schelling en Hegel, inclusief het radi-cale links-hegelianisme uitmondend in het filosofischmaterialisme; voorstanders van een grondwet, positivis-ten, voor-marxistische collectivisten; neo-kantianisme,empirio-kriticisme en kathedersocialisme, alsook de rich-ting van de grensnuttheorie. (Honigsheim 66).

En dan zijn het anarchisme (Bakoenin) en het marxis-me (Plechanow, Lenin, o.a.) nog niet genoemd.

Langs allerlei wegen kwam de kennis uit het WestenRusland binnen. Te noemen valt in dit verb and: deDuits-Baltische Universiteit van Dorpat; duitse geleerdendocerend aan andere russische universiteiten, o.a. v.Storch en v. Hermann; russische studenten, studerendb.v. in Parijs, Zürich, Berlijn, Göttingen en Heidelberg;

Page 132: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

tijdschriften, binnenlandse en buitenlandse, legaal of ille-gaal; bonden, partijen en organisaties, hervormings- of

132 revolutionair gezind, (Honigsheim 66), eventueel onder-gronds 4 .

Voorts door vertalingen van buitenlandse werken. Terillustratie vermelden we dat A. Smith in het russischwerd vertaald. (Struve I, 281) .

Tsjernysjewski (1828 - 1889) vertaalde J. S. Mill'sPrinciples of Political Economy in het russisch (Dioneo-Shklovsky 369) en voorzag de vertaling van critische aan-tekeningen. Van Das Kapital I, verschenen in 1867,kwam reeds in 1872 een russische vertaling uit in een op-lage van 3000 exemplaren, welke volgens Marx in januari1873 reeds bijna was uitverkocht. (Marx XVIII) .

De eerste maal, dat Das Kapital I in een andere taalwerd uitgegeven was zelfs in het russisch. (Utechin187).

Bakoenin was met de vertaling begonnen. Ze wasvoortgezet door Lopatin, in nauw contact met Marx. Zewerd voltooid door de belangrijke populistische econoomN. F. Danielson (pseudoniem: Nikolai-on) (1844 - 1918).

Ook het tweede deel in 1885 door Engels na de doodvan Marx (1883) uitgegeven werd door Danielson ver-taald. Van zijn levendige contacten met Marx en Engelslegt de gepubliceerde correspondentie getuigenis af(Geyer 6 noot 23; 7 noot 27).

4 Voor een inzicht in ondergrondse activiteiten van allerlei orga-nisaties, in de jaren 1880, o.a. gericht op verspreiding van illegalegeschriften. zie Utechin (Utechin II).5 Het gaat inderdaad om hoofdstromingen. Utechin kent voorde Slawofielen, de Westelijken, en de Populisten 3, 4, resp. 5substromingen. Andere stromingen zijn nog te noemen, zoalsb.v. nihilisme, anarchisme, syndicalisme en religieuze stromingen;(zie Utechin, Inhoudsopgave)6 Populisten, russisch: Narodniki, van Narod d.i. volk; duits:Volkstümler.

Page 133: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

Jaren lang correspondeerde hij met hen over russischeeconomische problemen. (Struve II, 707) .

133c. `Verwestelijking' of `een eigen weg'?

Richten we thans onze aandacht op ons eigenlijkethema.

Zij die in Rusland aldus meeleefden, namen in hetWesten het in bepaalde opzichten weinig aantrekkelijkeproces van industrialisering waar. Men waarschuwdezichzelf en anderen: laten we oppassen, dat we in Rus-land niet zulke toestanden krijgen. Fabriekssteden alsManchester en Lyon vormden afschrikwekkende voor-beelden. (Ulam 47) .

Maar tevens, of fundamenteler, verzette men zich tegen'de gang der historie', tegen het historisch proces van dif-ferentiëring.

In verband met deze problematiek valt de aandacht opeen viertal hoofdstromingen. Slechts in zeer algemene lij-nen kunnen we hieromtrent iets mededelen; met het ge-ven van enkele voorbeelden moeten we volstaan 5 .

De jaren 20 - 40 van de vorige eeuw zijn vooral geken-merkt door de tegenstelling: Slawofielen - Westelijken.

De populisten beleefden hun hoogtepunt in de jaren70. Voor de daarop volgende decennia is de tegenstellingPopulisten - Marxisten kenmerkend 6 .

d. Slawofielen en WestelijkenHonigsheim geeft de volgende algemene samenvatting

omtrent de opvattingen van de Slawofielen: Ruslandheeft van het Westen niets te leren, heeft misschien zelfsomgekeerd het Westen iets te bieden. Europa ging de ver-keerde weg.

Zij oriënteren zich o.m. aan de ideeën van Schelling envan de historische rechtsschool betreffende de eigen aardvan een volk, een westelijke opvatting dus.

Page 134: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

Het standpunt van de Westelijken, die reformistisch ofrevolutionair konden zijn, is als volgt. Rusland moet

134 inhalen, het Westen imiteren, een wetenschap analoogaan die van het Westen opbouwen. In deze kringenwaren invloeden werkzaam van de verlichting, van Hegel,incl. het links-hegeliaanse materialisme, franse en engelseopvattingen i.z. grondwet en legaliteit, positivisten en pre-marxistische collectivisten. (Honigsheim 66).

Tot hen hoorden o.a. Belinski en Pisarew (zie noten8 en 9), de meergenoemde Minister Graaf S. J. Witte(1849 - 1915) ; voorts P. N. Miliukov (1859 - 1943) enP. B. Struve (1870 - 1944) (Nederl. transscriptie:Stroeve), die later naar het Westen uitweken en daar o.a.medewerkten aan de Encyclopaedia of the Social Sciences.Ons opstel dankt aan hen enige gegevens.

Over de Slawofielen thans iets meer in concreto hetvolgende.

De staat, als modern gedifferentieerd samenlevingsver-band, komt er bij hen niet al te best van af. Peter deGrote evenmin. Enkele voorbeelden.

Bezien we eerst de opvatting van A. S. Chomjakow(1804 - 1860) . Hierin neemt hij in feite tevens een stand-punt in t.a.v. het differentiatie-verschijnsel.

In zijn vergelijking van de westelijke en de slavischecultuur oriënteert hij zich aan de onderlinge verhoudingvan de drie grootheden: geloof, verstand, wil. Bij het wes-telijk cultuurtype is er sprake van een uiteengaan van

7 Soortgelijke klanken over het `gezag', en zijn 'uiterlijk' karakterzijn op het ogenblik ook in Nederland, o.a. in verband met op-treden van de politie, weer te beluisteren, zo in de kringen vanhet weer (wat) oplevend anarchisme. Hierbij worden begrippenals 'gezagsuitoefening' en 'gezagshandhaving' in deprecierendezin gebruikt.De invloeden hiervan zijn b.v. in de P.S.P. en P. v. d. A. inmeerdere of mindere mate speurbaar. Het is allemaal vrij oud.

Page 135: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

wil, verstand en geloof, van een eenzijdig vertrouwen opeen enkele van deze krachten.Voorts van een onderschikking aan een uiterlijke autori-teit (de staat!)

Dit principe vond zijn uitdrukking in het oude Romemet zijn overdreven vertrouwen op het verstand en deuiterlijke autoriteit. Verder noemde hij de R.K. Kerk,welke zowel discursief als legalistisch was (men denkeaan de m.e. scholastiek en aan het R.K. kerkrecht) .

Op deze lijn staan voorts typisch W. Europese ver-schijnselen zoals de Reformatie, het Protestantisme, demoderne wetenschap en filosofie, de liberale economie,revoluties en parlementaire instellingen, alle tekenen vaneen voortgaande verbrokkeling en de tendens zich zelfachter een uiterlijke autoriteit te verschansen 7 .

Het andere, het vrijheidstype, dat der Slavische volke-ren daarentegen, kent de vrije eenheid en harmonie vangeloof, verstand en wil.

Deze heeft het laatst in de orthodoxe kerk haar ver-werkelijking gevonden. Historisch gezien vond het zijnuitdrukking vooral in het oude Griekenland, in het or-thodoxe Christendom en in de gemeenschapsgeest vande slavische volkeren. (Utechin 79).

In de slawofiele traditie zag men de staat als een kunst-matig product. ('artefakt') van de verdorven westelijkegeest en het rationalisme. Romantische ideeën, waarbij de'organische samenleving' gesteld werd tegenover de 'on-organische gecreëerde willekeur-staat', werkten nog langna. (v. Beyme 9)

'In de dorpsgemeenschap (de "mir") leefde volgensde Slawjanofielen (Slawofielen) de kostbare, inwendigeprawda (waarheid, gerechtigheid, recht). Deze werd ge-steld tegenover de verwerpelijke uitwendige prawda vande staat'. (Kuypers 62) .

Chomjakow's oordeel over Peter de Grote is negatief.

Page 136: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

Peter heeft de vroegere harmonie tussen kerk en staatverbroken. Hij maakte de kerk aan de staat onderge-

136 schikt. Hij voerde bestuurspraktijken in gebaseerd opdwang, welke vreemd waren aan de geest van de ge-meenschap van het volk. De bovenste lagen van de sa-menleving heeft hij door hun culturele verwestelijkingvervreemd van de meerderheid van het volk, dat zijnoude zeden behield. Ch. wenst dat de bureaucratieen de dwang weer uitgebannen worden; er moet weerplaats zijn voor een vrije openbare opinie: terug tot degeest van de orthodoxe kerk en tot het vrije gemeen-schapsleven. (Utechin 80).

Als tweede voorbeeld van anti-'westelijke' en 'anti-Peter' gevoelens vermelden we de opvattingen van degebr. Aksakow, Konstantin (1817 - 1860) en Iwan(1823 - 1886) . Zij keren zich tegen de westelijke zeden enlevenswijzen, de reglementering door de overheid van hetleven van de natie en tegen alle constitutionele tenden-sen.

Ze zijn voor menings- en persvrijheid. Hun politieke vi-sie komt tot uitdrukking in de formule: machtsvolheidvoor de Tsaar, vrijheid van mening en vergadering voorhet volk. Deze formule was h.i. in Rusland van de 'Kie-wer periode' tot aan de invoering van het W. Europeseabsolutisme door Peter de Grote van kracht geweest. Rus-land moet er naar toe terug keren.

De latere hervormingen van Alexander II, o.a. de be-vrijding van de lijfeigenen en de instelling van plaatse-lijk en regionaal zelfbestuur werden door de Slawofielenondersteund. (Utechin 81) .

Deze twee voorbeelden doen de pre-petrinische tenden-sen duidelijk uitkomen.

S W. G. Belinski, 1811-1848.Utechin rekent hem tot de Westelijken, nader tot de substromingvan het vroege socialisme (Utechin 112).

Page 137: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

De Slawofielen, aldus concludeert Utechin, riepen dedualistische traditie van de vóór-petrinische politiek enpraktijk opnieuw tot leven. 137

Het dualistische stelsel kwam indertijd tot uitdrukkingin de bijeenkomsten van vorst en burger in Kiew en Now-gorod, en in de bijeenkomst van de Tsaar en de Landdagin het Rijk van Moskou. (Utechin 83).

Verwante opvattingen vinden we bij N. J. Danilewski(1822 - 1885) .

In zijn boek, Rusland en Europa, (1869) geeft hij eenvan de eerste theorieën over cultuurtypen.

Rusland is niet een deel van Europa, maar vormt, te-zamen met de andere Slaven, een eigen cultuurtype.Slechts het slavische type bezit de mogelijkheid zich teontwikkelen in alle door hem in dit verband onderschei-den richtingen, nl. de religieuze, de culturele (in engerezin), de politieke en de sociaal-economische richting.Voor de eerste maal in de geschiedenis zou dus een ge-heel evenwichtige beschaving geschapen kunnen worden.Europa daarentegen is 'slechts' 'een' cultuurtype, het ro-mano-germaanse. Europa's aanspraak op universaliteit isdus ongegrond en belachelijk.

Het gebrek van andere cultuurtypen is dat deze zichslechts eenzijdig ontvouwen. (Utechin 85).

Illustratief is nog een debat over de industrie en demiddenstand: Dit debat vond plaats tussen Herzen (ziepp. 139, 156) enerzijds, die de spreuk formuleerde: Godbehoede Rusland voor een bourgeoisie', en Botkin en An-nenkow anderzijds, die als tegenleus lieten horen: 'Godgeve Rusland een bourgeoisie'.

Belinski 8 gaat geleidelijk op het laatstgenoemde stand-punt over. In een brief aan Botkin in dec. 1847 sch rijfthij: 'een land zonder bourgeoisie (ondernemersklasse,kooplieden) is eeuwig tot onbetekenendheid gedoemd'.

Even later schrijft hij aan Annenkow, zulks tegen Her-

Page 138: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

zen en de Slawofielen: 'We hebben een nieuwe Peter deGrote nodig. Nooit heeft een volk zich zelf bevrijd. De

138 burgerlijke ontwikkeling zal niet aanvangen voordat deadel (gentry ) bourgeoisie wordt'.

Hij bleef betrekkelijk een eenling. (Gerschenkron 165) .

Tenslotte signaleren wij nog een meningsverschil overde ontwikkeling der afzonderlijke wetenschappen.

Pisarew 9 zegt met Belinski, dat Rusland een bourgeoi-sie nodig heeft. Ook ziet hij het belang in van gespecia-liseerde wetenschappen.

Belinski daarentegen stelde, dat gespecialiseerde kennisde mens verlaagt. Hij verklaart zich tegen de politiekeeconomie, statistieken enz.

Alleen het denken in zijn algemene universele zin moetobject zijn van de wetenschap. (Gerschenkron 176).

Aansluitend hierop nog de volgende samenvatting van:'... het Russisch denken van de vorige eeuw in het alge-meen. Dit denken is weinig gedifferentieerd, het is allestegelijk. Het is theologie, sociologie, philosophie, litera-tuur, staatsleer enzovoort.' De auteur beoogt te geven'een schets van zulk een onjuridisch denken als het Rus-sische van de vorige eeuw ... Want dat onjuridische ka-rakter is typerend voor de Russische volkspsyche'. (Kuy-pers 61) . Opvallend in deze karakteristiek zijn de tweeelementen: weinig gedifferentieerd en onjuridisch.

e. Narodniki en Marxisten

De opvatting der populisten (Narodniki) was: Rus-land heeft een eigen verleden; het zal ook een van hetWesten onderscheiden toekomst hebben. Rusland moet

9 D. J. Pisarew (1841-1868), door Utechin (pag. 110) geru-briceerd onder het niet socialistisch radicalisme, als ondergroepvan de groepering der Westelijken.

Page 139: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

zijn (socialistische) toekomst op niet-Westelijke wijze re-aliseren, ook door een andere vorm van de revolutie; Rus-land moet uitgaan van en voortbouwen op de 'mir', deboerendorpscommune met gemeenschappelijk grondbe-zit (Honigsheim 66) .

Uit het bovenstaande valt de nauwe verwantschap tus-sen de slawofielen en de populisten te constateren.Alexander Herzen (1812 - 1870) kan gezien worden alsde figuur, die de overgang bewerkstelligd heeft.

Hij was aanvankelijk sterk W. Europees georiënteerd.Als vrijwillig emigrant leefde hij vanaf 1847 in W. Euro-pa o.a. in Londen en Parijs. Spoedig was hij in het Wes-ten, letterlijk en figuurlijk, zeer teleurgesteld. Mede doorhem ontstond toen de beweging der populisten. (Ulam46; Utechin 114).

Het punt van discussie tussen populisten en marxistenis met het bovenstaande reeds gegeven. De marxisten leer-den, dat alle samenlevingen een zelfde weg zouden gaan,n.l. van feodalisme via het kapitalisme naar de commu-nistische heilstaat. Met name de bekwame russischeauteur G. V. Plechanow (1856 - 1918), Lenins leermees-ter in het marxisme, valt in dit verband te noemen (Ba-ron 44) .

Het merkwaardige is, dat Marx en Engels, voor watRusland betreft, gedurende een aantal jaren bereid wa-ren de opvatting van de populisten te steunen.

Bij Marx blijkt dit, voor zover ons bekend, op een drie-tal plaatsen, n.l. in een tweetal brieven, de ene aan eenrussisch tijdschrift, nov. 1877, de andere aan de russischerevolutionaire Vera Zasoelitsj in maart 1881 (Marx/Gol-denberg 1233 resp. 1249), en voorts, gemeenschappelijkmet Engels in het voorwoord voor een herdruk van hetCommunistisch Manifest.

In dit laatste geval valt echter een voorbehoud te con-stateren :

Page 140: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

'Wanneer de russische revolutie het sein wordt (zijschrijven dit januari 1882!) tot een arbeidersrevolutie in

140 het Westen, zodat beide elkander aanvullen, dan kan hethuidige Russische gemeenschappelijke grondeigendom totuitgangspunt van een communistische ontwikkeling die-nen'. (Banning/Barents 16; Marx/Goldenberg 1295noot 38).

Een jaar of tien later blijkt Engels in een brief aan deoude 'Narodnik' Danielson (zie pag. 132) deze visie tehebben laten varen. (Februari 1893) .

Een eigen weg voor Rusland is niet meer mogelijk. Rus-land krijgt een normale plaats in het revolutionaire sche-ma van het Communistisch Manifest. (Carr 388). De gel-digheid van de door Marx ontdekte maatschappelijke be-wegingswetten bleef niet meer tot W. Europa beperkt(Vgl. Marx/Goldenberg 1295) .

f. De intelligentsia. Samenvatting

We bevinden ons met de Russische intelligentsia vande vorige eeuw wel in een heel merkwaardige wereld.

10 De leuze `Het Westen (d.i. thans: de V.S.) inhalen en passeren'is ijverig door de communisten van Lenin tot Chroestjow aange-heven. Recentelijk geschiedde dit nog op het 22e partijcongresin 1961, eindigende met de toezegging: `De Partij verklaartplechtig: de huidige Sowjetgeneratie zal onder het communismeleven'.Men had hierbij het oog op 1980.Het is dus merkwaardig dat deze gedachte ook al in de vorigeeeuw leefde. Peter de Grote wilde in feite hetzelfde. Het is dusbepaald geen nieuwe gedachte.

11 Uitvoeriger over Ogarjow (1813-1870), ontwerper van con-spiratieve en subversieve technieken, zie Utechin II. Utechin achthierin aangetoond te hebben, dat er een lijn loopt van Ogarjowvia o.a. Tkatsjow en Netsjajew naar Lenin. Op een andere weg-bereider van Lenin wijst Kuypers nog: `En door weinigen is dekomst van Lenin zo voorbereid als door Ljew Tolstoj, wiensbittere anti-staatsleer de geesten meer aangreep dan welke libe-raliserende hoogleeraar in het staatsrecht ook'. (Kuypers 61) .

Page 141: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

Een tweetal samenvattingen betreffende de intelligent-sia geven we nog.

Zij stond afwijzend tegenover een industrialisatie naar 141westerse, kapitalistische trant. Men sprak over de kankervan het proletariaat, de vernietiging van de 'obsjsjina'(het gemeenschappelijk grondbezit van de boerendorps-commune), het vernietigen van traditionele levenswijzen,het bederf van het eigen waardensysteem, bevattende ve-le elementen van een sociale moraal, en — als tegendeelhiervan — de misdaden en de verdorvenheden '-0n de fa-briekssteden (Gerschenkron 182) .

Ook Sinzheimer, in een reactie op Gerschenkron, wijstop de gespleten instelling van de intelligentsia in huntoekomstvisie.

Aan de ene kant is de gedachte van 'catching up' methet verlichte Westen een terugkerend 'Leitmotiv' in alhun discussies 10, anderzijds hebben zij een sterke anti-in-dustriële en anti-commerciële instelling.

Eerst noemt S. Dekabristen als Pestel, Moeravev-Apos-tel en N. I. Toergenjew; even later noemt hij 'Westelij-ken', opvolgers der Dekabristen zoals Belinski, Herzen enOgarjow 11 . Kenmerkend voor hen is hun voortdurendvasthouden aan de z.g. voordelen van Ruslands agra-risch monopolie, terwijl zij blind waren voor de voorde-len van een stelsel van vrije arbeiders (dit i.v.m. hunvrees voor het ontstaan van een stedelijk industrieprole-tariaat ( Sinzheimer 211) .

g. Verwestelijking. Van onderscheiding tot scheiding.Kiem van ontbinding

Van allerlei auteurs en richtingen hebben we uitspra-ken en opvattingen weergegeven. Op de inhoud ervan indetail gingen we niet in. De strekking e rvan was slechtste laten zien hoe, in verschillende varianten en op ver-schillende wijzen geargumenteerd, de gedachte geleefd

Page 142: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

heeft van een eigen russische, niet westelijke weg, enhoe dit bij sommige auteurs leidde tot een 'terug tot voor

142 peter'-beweging.Vragen met betrekking tot deze uitspraken zijn er

uiteraard genoeg. B.v., is de critiek dezer auteurs op deW. Europese toestanden niet veelszins juist? Zijn hun op-vattingen wel altijd logisch consistent? Is hun weerga-ve b.v. van het oude Griekenland en het oude Rome be-vredigend? Deze en andere vragen laten we ter zijde.

We beogen natuurlijk ook niet de feitelijke ontwikke-lingsgang in het Westen zonder meer te verdedigen.

Inderdaad, er vond plaats, hetgeen we noemen, het his-torisch proces van differentiatie, waarin de ethische, dejuridische, de economische en de sociale sferen — omslechts deze te noemen — zich van elkaar gingen onder-scheiden, zowel in de wetenschappen als in de samenle-vingsstructuren. De feitelijke ontwikkeling leidde echtertot een scheiding, zo scherp, dat ze maatschappelijk ont-bindend werkte.

In verband met het opkomen der nationale staten enhet zelfstandig worden van de economie en van de weten-schappen in de periode na de middeleeuwen, merktDooyeweerd op ... 'had dit alles ook een ontbindendeuitwerking op het middeleeuws gedachtensysteem.De ontbonden levenskringen, het staatswezen, de econo-mie, de wetenschap, begonnen gezamenlijk een wedloopom de suprematie ... doordrenkt van nominalistischedenkbeelden, zag men alle levenskringen als iets op zich-zelf, als atomistische gescheiden levenskringen.Het economisch leven ... begon in de periode van hetvroeg kapitalisme een phase in te treden, waarin het alleverband met godsdienst, moraal en recht verbrak, waarinde handel en industrie geen middel ontzagen om rijk-dom op rijkdommen te stapelen ...' (Dooyeweerd 141/142).

Page 143: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

De betrokken Russische auteurs zouden we dus kunnentegenwerpen, dat ze zich niet tegen het differentiërings-proces zelve hadden moeten verzetten, doch tegen de 143feitelijke realisering ervan.

5. Een eigen weg in 1928. Geforceerde industrialisatie.

In 1928 sloeg Rusland met het eerste 5-jaren-plan,met de daaropvolgende gedwongen collectivisatie van delandbouw en de eraan verbonden liquidatie der 'koe-lakken', de weg in van geforceerde industrialisatie. Stalinduidde deze politiek aan als `Socialisme in één land'. Debourgeois-kapitalistische fase werd overgeslagen. Dezeweg was duidelijk on-marxistisch.

Marx had de te verwachten revolutie, ook nog in1882 wat Rusland betreft, in verband gebracht met hetinternationale proletariaat van de ontwikkelde, rijpe in-dustriële, kapitalistische landen. Rusland was in 1928 ech-ter nog overwegend een achterlijk agrarisch land. Zekerwas deze weg ook niet wat de Narodniki zich voorgesteldhadden. In feite ging Rusland toen dus `een eigen weg',maar dan een van een geheel apart type. (vgl. Carr 389).

Page 144: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

Literatuur Deel I

144 1. Alexander von Schelting, Russland and Europa im Rus-sischen Geschichtsdenken, Bern, 1948.

2. S. V. Utechin, Geschichte der Politischen Ideen in Russ-land, Stuttgart, 1966.

3. Paul Avrich, bespreking van: S. V. Utechin, Russian Politi-cal Thought, N. York en Londen, 1964, in Soviet Studies,Oxford, April 1966, Vol. XVII, nr. 4, pag. 505.

4. Paul Honigsheim, Russische Gesellschafts-, Staats- and Wirt-schaftsauffassungen, bijdrage in Handwörterbuch derSozialwissenschaften, 9e Band, Stuttgart/Tübingen/Göt-tingen, 1956. pag. 66.

5. Eugene Kamenka, Philosophy: The Bolshevik Period,in Survey, spec. nr. The Soviet Revolution 1917-1967, ABalance Sheet, nr. 64, Londen Juli 1967, pag. 80.

6. Hans Kohn, Russian Revolution,bijdrage in, Encyclopaedia of the Social Sciences, N. York,1934/1949, deel 13, pag. 474.

7. Günther Stökl, Russische Geschichte,2e uitgave, Stuttgart 1965.

8. Adam B. Ulam, Lenin and the Bolsheviks,Londen 1965.

9. Ronald Hingley, De Russische roman, spiegel van het dage-lijks leven,uitgave Wereldakademie, Utrecht/Amsterdam, 1967.

10. Peter Struve (I), The Social Sciences as Disciplines, Imperi-al Russia,bijdrage in Encyclopaedia of the Social Sciences, deel 1,N. York, 1930/1949, pag. 280.

11. Alexander Gerschenkron, Economic Backwardness in His-torical Perspective,Cambridge, Mass., 1962.

12. Dietrich Geyer, Lenin in der Russischen Sozialdemokratie.Die Arbeiterbewegung im Zarenreich als Organisations-problem der revolutionären Intelligenz, 1890-1903, Keu-len, 1962.

13. S. V. Utechin (II), The `Preparatory' Trend in the RussianRevolutionary Movement in the 1880s,bijdrage in St. Antony's Papers nr. 12, Soviet Affairs nr.3, Londen 1962, pag. 7.

14. I. V. Dioneo-Shklovsky, Chernyshevsky, Nikolay Gavrilo-vich,bijdrage in Encyclopaedia of the Social Sciences, deel 3,N. York 1930/1949, pag. 369.

15. Karl Marx, Het Kapitaal I,vertaald door F. van der Goes, 2e druk, Amsterdam 1912.

Page 145: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

16. Peter Struve (II), Danielson, Nikolay Frantsevich,bijdrage in Encyclopaedia of the Social Sciences, deel 4,N. York 1931/1949, pag. 707. 14517. Klaus von Beyme, Politische Soziologie im ZaristischenRussland,Wiesbaden 1965.

18. G. Kuypers, De Russische Problematiek in het Sowjet-Staatsbeeld,Wageningen 1954.

19. Samuel Baron, Between Marx and Lenin: George Plekhanov,bijdrage in L. Labedz (ed.) Revisionism. Essays on thehistory of Marxist ideas, Londen 1962, herdruk 1963,pag. 42.

20. Karl Marx, Ausgewählte Schriften,Herausgegeben and eingeleitet von Boris Goldenberg,München 1962.

21. W. Banning, J. Barents, Socialistische Documenten,Amsterdam 1952.

22. Edward Hallett Carr, The Bolshevik Revolution 1917-1923,deel 2,(le uitgave 1952), Pelican A 750, Londen 1966.

23. G. P. G. Sinzheimer, Reflections on Gerschenkron,Russian Backwardness and Economic Development, inSoviet Studies, Oxford, October 1965, Vol. XVII, nr. 2,pag. 209.

24. H. Dooyeweerd, Encyclopaedia der Rechtswetenschap, deel I,Amsterdam (Bureau Studentenraad V.U.) z.j.

Page 146: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

II HET THEMA VAN 'DE EIGEN WEG' IN ONZETIJD

146Stromingen onder de intelligentsia in de jaren 60

1. Een eigen weg; socialistisch en/of slawo f iel

De gedachte of de wens dat Rusland een eigen wegkan gaan, leeft ook thans nog in verschillende varianten.Enkele voorbeelden geven we hier.

Peter Taylor schreef een artikel betreffende zijn ont-moetingen met leden van de huidige jonge intelligentsia.O.a. vertelt hij van een jonge architect die zeide dat

hij wilde helpen Sowjet-steden te ontwerpen die huma-ner en voornamer zouden zijn dan New-York, welke stadhij overigens slechts op een soort impressionistische ma-nier zag ('he has seen in a most impressionistic way') .Taylor vond het frapperend om te bemerken °:poe zeerhet Westen bekend was, maar ook hoe het becritiseerdwerd in zijn eigen termen. Hoe meer de Sowjet-jeugd hetWesten in dit perspectief ziet, des te minder aantrekkings-kracht schijnt het als een historisch alternatief voor hente hebben'. En even verder: 'deze elite spreekt in eigenkring ('in private', in tegenstelling dus met hun gedragin het publiek) niet in opgewarmde Prawda-termen.Maar het vage ideaal, het doel van een betere samenle-ving blijft. En het socialisme, dat beschouwd wordt alsde voornaamste factor, waardoor de Sowjet-Unie andersis dan het Westen, blijft het brandpunt van hun hoop enverwachtingen'. (Taylor 5) .

Men zou kunnen zeggen, dat deze opvatting inzake deeigen weg, georiënteerd is aan het socialisme, hoe danook verstaan.

Er zijn echter ook uitgesproken Slawofiele opvattingen(overigens, men kan Slawofiel èn socialist zijn). Enkelehiervan vinden we weergegeven in enige bijdragen van

Page 147: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

een onbekende auteur in het maart/aprilnummer vanProblems of Communism 1967, schrijvende onder hetpseudoniem Timothy Mc Clure. De redaktie deelt mede 147(pag. 26) dat de auteur een Engelse waarnemer is vanSowjetaangelegenheden, die in de laatste tien jaren deSowjet-Unie vele malen heeft bezocht.

Deze groep 'Slawofielen' bestaat in het algemeen uitbewust-Russische intellectuelen, voornamelijk onder dejongere generatie, die gefascineerd zijn door de symbolenvan het Rusland van vóór Peter de Grote en de Ortho-doxe Kerk. Zij streven naar identiteit met de Slawofieleschrijvers en kunstenaars van de 19e eeuw. Tegenovervreemde invloeden en insluipsels in de 'zuivere' russi-sche kunst doen zij geringschattend. 'Officiële' schrijversen kunstenaars hangen deze opvattingen zelden publiekaan. Maar, 'Slawofilisme' doordringt de ideeën en hetwerk van vele dissidente dichters en schilders, van hen diedus niet tot de 'establishment' behoren.

Elementen in de Komsomol (de Russische jeugdorga-nisatie) hebben gepoogd van dit wijd verspreide en-thousiasme en deze belangstelling voor Ruslands ver-leden te profiteren als een middel om tegenwicht tebieden tegen de invloed van Westerse gedachten en omhet patriottisme te stimuleren. In het literaire blad vande Komsomol, 'Molodaja Gwardija', werden uitvoerigeSlawofiele stukken opgenomen. Vanuit haar kringen or-ganiseerde men in 1965 'Rodina'- (moederland-) clubsom de pre-revolutionaire cultuur te bestuderen. (Mc-Clure 30).

Slawofilisme kan in intellectueel Rusland vele vormenaannemen. Een extreme vorm komt tot uiting bij dez.g. 'Smogisti', leden van de Smoggroep. (McClure 43) .

Het woord is samengesteld uit de beginletters van devolgende Russische woorden: slowo (woord), mysl (ge-dachte), obraz (vorm) en glubina (diepte). Andere be-

Page 148: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

richten zeggen dat de S betrekking heeft op smelost(moed). (McClure 33) 1 .

In hun manifest hebben ze verklaard, en hieruit blijkthun typisch slawofiele standpunt: 'De huidige kunst zitin een slop en kan niet meer terug. Zij is doortrokkenvan de dampen van vreemde literatuur en kunst en isepigonisch geworden. De nationale kunst is dood; wijbehoren en moeten haar opnieuw tot leven wekken.'

Deze uiting kwam voor als een citaat in een artikel inde Komsomolskaja Prawda van 20 juni 1956, welk artikeleen aanval op de Smogisti bevatte.

Het wekte dan ook verbazing dat uitvoerige beschou-wingen van een jonge schilder Ilja Glazoenow opgeno-men werden in het reeds genoemde literaire blad. Hij isniet een volger van de Smogisti, maar hij is niettemin pro-fond nationalistisch inzake de Russische kunst. Enkelevan zijn uitlatingen zijn bv. de volgende.

Peter opende een venster naar het Westen, zo zegt Gla-zoenow. 'Maar helaas door hun nationale kledij af tewerpen verloren vele Russen de banden met hun eigenland. Door hun baarden af te scheren verloren zij te-vens hun Russische individualiteit'. (Molodaja Gwardija,nr. 10, 1965, pag. 121) .

In een andere uitspraak staat Glazoenow stil bij eendrietal grote momenten uit Ruslands verleden, nl. de pe-riode van het verbreken van het mongoolse juk, de perio-de van 'Moskou-het derde Rome' en de periode aan heteinde van de 19e en het begin van de 20e eeuw.

Telkens, zegt Glazoenow, 'interpreteerde Rusland op-nieuw zijn grote betekenis in de wereldcultuur ... als deopvolger van de grote culturele erfenis van Byzantium,de bewaker van de verworvenheden van de oude wereld'.(idem, nr. 12, 1965, pag. 224).

1 Over de Smogisti ook: Meissner II 416, 417.

Page 149: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

Bij een andere gelegenheid spreekt hij over de RussischeOrthodoxe Kerk en meer speciaal over het bekende kloos-ter de Lavra, als volgt: `Als we in de geschiedenis van 149Rusland kijken en de totstandkoming van de Russischecultuur zullen we geen enkele draad vinden die ons nietleidt naar deze oorspronkelijke bron van het Russischhistorisch bewustzijn, naar de idee van de heldhaftigemorele kracht en militaire roem. Het Russisch regerings-stelsel, zijn kunst, architectuur, literatuur en wetenschapvloeien daaruit voort. (idem nr. 6, juni 1966, pag. 257).(McClure 43).

In 1963 werd een tentoonstelling georganiseerd vanschilderijen van Glazoenow, welke — typerend genoeg —geïnspireerd waren door de traditie van de ikonen. Detentoonstelling wekte beweging in Moskou.De Unie van Sovjet-Kunstenaars ( 'dogmatisch', zie demededelingen van Mc Clure hierna pag. 152) beval slui-ting van de tentoonstelling.

Het Ministerie van Cultuur ('Liberaal-conservatief'van aard, zie pag. 154) gaf echter toestemming tot voort-zetting. Jonge mensen, behorende tot de staf van het In-stituut voor Wereld-Economie en Internationale Betrek-kingen — 'ontluikende Sovjet-diplomaten' noemt Frankhen — waren voor Glazoenow opgekomen. (Frank 48).

Terug naar de Smogisti. Ongehoorde dingen wordenvan hen verteld. Zij durven in het openbaar uitdrukkinggeven aan hun gedachten. Op agressieve wijze tonen zijdat zij de eerste Sowjetgeneratie zijn zonder de gebruike-lijke vrees ('without the habit of fear').

Twee voorbeelden worden in dit verband vermeld, enwel :— hoe zij op 14 april 1965 van het Majakowski-plein

naar het clubgebouw van de Schrijversunie in deHerzen-straat marcheerden, het verkeer blokkeerdenen hun onorthodoxe gedichten citeerden, dit tot de

Page 150: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

uiterste verbazing van de bestuursleden van de Unie;— hoe in een grote studentenbijeenkomst van de univer-

siteit van Moskou een jonge spreker, die de indrukmaakte op het podium het Westelijk bourgeois-cynis-me te willen veroordelen, zijn gehoor schokte door teverklaren dat de leiders van de Sowjet-Unie de werke-lijke cynici waren. Zij hadden de vreselijke misdadenuit de Stalin-periode bekend gemaakt, maar tot nogtoe hadden ze nagelaten de daders te berechten. (Mc-Clure 33).

De Smogisti werden door McClure als Slawofiel aange-duid. Uit de opvattingen voorkomend in hun manifestblijkt dat ze dit inderdaad zijn. De vraag kan echtergesteld worden of het publieke verzet tegen het Russischebewind ook typisch Slawofiel van karakter is.

Is het niet veel meer van Westelijke aard? 2

Het staat uiteraard niet aan ons, dit bij gebrek aannadere gegevens, op deze vraag een antwoord te geven.Opgemerkt moge worden dat een Slawofiele achtergrondin deze niet uitgesloten behoeft te zijn. Er zij aan her-innerd (zie onder I) dat de Slawofielen in de eerstehelft van de 19e eeuw poogden de oude Russische (pre-petrinische) dualistische traditie weer tot leven te wek-ken, zich verzettende tegen het centralisme en het ab-solutisme van Peter de Grote. Men herinnere zich ookhun afkeer van een `uiterlijke autoriteit'.

2. De indeling van Mc. Clure

In het voorafgaande werden al enige aanduidingen ge-geven omtrent het bestaan van richtingen, van stromin-gen onder de Russische kunstenaars. Mc. Clure geeft eenindeling, bevattende 5 stromingen. Sommige van hendoen zeer sterk aan die van de 19e eeuw denken. Dit ver-2 Op deze vraag willen we in het vervolg van dit opstel nogterugkomen.

Page 151: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

schijnsel is zo frappant, dat we nog enkele gegevens aande bijdragen van McClure ontlenen.

Een inleidende opmerking is deze, dat vaak nog ge- 151sproken wordt in het kader van een eenvoudige tegen-stelling 'Liberalen-Conservatieven'. Deze tegenstellingkomt zijns inziens neer op een oversimplificatie. In ditverband wijst hij op het volgende.

De 'Liberalen' wensen meer eerlijkheid, minder toe-zicht en beheersing door partij en staat en een algeheelafrekenen met de Stalin-periode. Maar sommigen vanhen gevoelen zich zeer sterk verbonden met het oudeRussische verleden.

De 'Conservatieven' wensen handhaving van de be-staande orde, van de heersende positie van de partij envan de Sowjet-marxistische orthodoxie. Kritiek op deStalin-periode beschouwen zij als onpatriottisch. Maarvelen van hen missen en schuwen elke band met het Rus-land van voor Stalin. Hem komt derhalve een meer ge-nuanceerde indeling doelmatiger voor. De stromingen diehij onderscheidt zijn de volgende.

a. De dogmatisten

Zij komen over het geheel in de oudere generatie voor.Het betreft hier die-hard-Stalinisten, gekenmerkt doorsuperpatriottisme en een inferieure aesthetische smaak.Geobsedeerd ijveren zij er voor, dat de richtlijnen van departij ten aanzien van hetgeen aesthetisch wel en nietgeoorloofd is, als zuiver marxistisch, socialistisch en pro-letarisch, blijven gehandhaafd (de richtlijnen van hetsocialistisch realisme b.v.). (Monas, 44).

Zij zijn zeer fel tegen culturele uitwisseling met hetWesten.

Zij beheersen het blad Oktjaber, de Academie vanSchone Kunsten, de Schrijversorganisatie van deR.S.F.S.R. (de Russische Socialistische Federatieve Sov-

Page 152: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

jet Republiek, 'Rusland' in engere zin, de grootste vande vijftien republieken die tezamen de Unie vormen) ende Unie van Componisten en Kunstenaars.

b. De Slawofielen

De voor deze groep kenmerkende trekken hebben wehierboven al weergegeven.

c. De Russische traditionalisten

Zij vormen wellicht de meest talentvolle groep. Zijlijken het meest op de traditionele Russische intelligen-tsia. Met toewijding streven zij ernaar om de Russischecultuur weer vitaliteit te geven en om haar met een nieu-we betere geest te bezielen.

Voor Westelijke politieke concepties hebben zij weinigbelangstelling. Zij zijn rijper dan de Slawofielen en min-der chauvinistisch tegenover niet-Russische invloeden.Ook zijn zij veel sterker uit op uitwissing van de benauwde Stalinistische atmosfeer.

Maar zij gevoelen zich, evenals de Slawofielen, sterkaangetrokken door de symbolen van het 'eeuwige Rus-land', nl. de Orthodoxe Kerk en het Russische dorp.

Belangrijke figuur is Twardowski, redacteur van het'liberale' blad 'Nowi Mir' (Nieuwe Wereld).

Van de twee schrijvers Andrei Sinjawski en Yuli Da-niel, die onder schuilnaam in het buitenland publiceerden(als Abram Tertz resp. Nikolai Arzhak) rekent McClureSinjawski tot deze groep van Russische traditionalisten.

3 Sinjawsky en Daniel zijn hier vemeld als leden van de Rus-sische intelligentsia, als voorbeelden van de stromingen, waarvanhier thans sprake.Voor uitvoerigere beschouwingen over hun werk zie b.v. Helen v.Ssachno, Merkur, Keulen nr. 222, sept. 1966, pag. 884; speciaalover Sinjawski, Ch. B. Timmer, Rusland Zwart op Wit, Amster-dam, 1966, pag. 197. Eveneens: Laszlo Tikos, In Sachen Sin-jawskij und Daniel, Osteuropa, jrg. 17, nr. 7, juli 1967, pag.428.

Page 153: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

Zijn kritiek op het Sovjetbewind, en op het 'socialistischrealisme' in het bijzonder, was essentieel gebaseerd opRussische conservatieve waarden en op een soort emotio- 1 5 3nele vervoering met de Russische cultuur en geschiedenis.(McClure 30, 37) .

Daniel hoort tot de moderne liberalen (McClure 37),hieronder nog te bespreken.

Deze twee mannen zijn goede vrienden, beide 42 jaaroud. Zij werden september 1965 gearresteerd en enigemaanden later veroordeeld tot meerjarige zware arbeidin een arbeidskamp in Siberië. Sinjawski tot zeven jaren,Daniel tot vijf jaren. (McClure 36; Meissner 416, 417;Monas 56)

Niet de inhoud van hun publicaties bewoog de partijtot haar felle optreden, althans niet in de eerste plaats.Wel echter het feit dat de geschriften onder pseudo-niem in het buitenland gepubliceerd werden (Monas 56) .

Dan namelijk is de partij — men realisere zich haarpretentie dat zij het gehele Sovjet-Russische leven leidt,politiek, economisch, sociaal, cultureel — 'nergensmeer'. 3 )

d. De liberaal-conservatievenChroestsjows de-stalinisatie werd door hen ten volle

geaccepteerd. Van hen is echter geen leiding te verwach-ten bij het uitoefenen van pressie om verdere onthullin-gen en wel, b.v. omdat ze te nauwe banden of belangenhebben bij personen of organen in de partij of de rege-ring, dan wel doordat ze indertijd persoon lijk te nauwbetrokken zijn geweest bij het gebeuren in de Stalin-periode.

De groep bevat personen uit alle generaties. Zij heb-ben de overtuiging dat de partij en de intellectuelenmoeten samenwerken om een gematigde verandering inde Sowjet-samenleving te verkrijgen.

Page 154: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

Vermoedelijk verwachten zij dat het Sowjet-cultureleleven geleidelijk een grotere rol in de Westerse cultuur

154 zal spelen, hierbij echter zijn eigen ideologische en pa-triottische trekken bewarende. Tot hen hoort AlexeiRumjantsew, tot september '65 de 'verlichte' hoofdre-dacteur van de Prawda, die toen echter als zodanig werdontslagen. De samenhang met het proces inzake Sinjawskien Daniel is duidelijk. (McClure 29, 31, 35).

De stroming heeft supporters in de Schrijversorganisa-ties in Moskou en Leningrad en in overheidsorganen alshet Ministerie van Cultuur. Door hun invloed is de hoe-veelheid buitenlandse literatuur, beschikbaar in het Rus-sisch, toegenomen, en de kwaliteit ervan verbeterd. Zijspelen een belangrijke rol in de culturele uitwisseling.

e. De moderne liberalen

Door artistieke stijl en moedig gedrag heeft dezegroep een nieuwe vitaliteit in het Sovjet-culturele levengebracht. De stroming bestaat uit schrijvers en kun-stenaars voornamelijk in hun dertiger en veertiger jaren.De groep geniet de steun van menig vooraanstaand lidvan de oudere generatie o.a. Ilja Ehrenburg (die zich— dan ook? — op het laatst gehouden Vierde Schrij-verscongres excuseerde wegens verblijf in Italië, zoalsde Nobelprijswinnaar, dogmatist Sjolochow zoetzuur con-stateerde in zijn rede tot het congres) (Sjolochow 345)(in dezelfde rede, pag. 347, kwam hij over Swetlana,dochter van Stalin te spreken als 'die Ueberläuferin Alli-lujewa') .

Als centra fungeren het blad Joenost, en theaters als'Sowremennik' (De Tijdgenoot) en 'Taganka' in Mos-kou, en Gorki in Leningrad.

De groep heeft literair en artistiek werk voortgebrachtdat, gelet op de Sovjet-omstandigheden, verfrissendnieuw en knap aandoet.

Page 155: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

In het algemeen gesproken is hun doel een schakel tevormen tussen een gemoderniseerde, multi-nationale Sow-jetcultuur en de cultuur van het huidige Westen. Zij 155hebben dienovereenkomstig contacten gezocht met Ame-rikaanse en West-Europese intellectuelen.

Ondersteund door invloedrijke leden van de weten-schappelijke en academische gemeenschappen, hebbenzij in toenemende mate openlijk hun standpunt en ver-langens bij de partijleiding voorgedragen. (Mc.Clure 31).

3. Het regime en de intelligentsia

Hoe reageert het regime?Het feit dat de hierboven aangeduide verschillende

stromingen bestaan en zich, de een wellicht wat meer dande ander, naar buiten kunnen uiten, wijst op een zekerevrijheid. Anderzijds brengt echter het regime in woord endaad voortdurend in herinnering dat er grenzen zijn.

Sinjawski en Daniel hebben hun proces gehad. Hetheeft in de Westelijke wereld maar ook in Rusland eenenorm slechte indruk gemaakt. (McClure 36).

Zelfs in de door Swetlana Allilujewa gegeven perscon-ferentie werd het Sinjawski/Daniel-proces door haar tersprake gebracht. Ze zei dat dit proces bij alle intellec-tuelen in Rusland, en ook bij haar, een verschrikkelijkeindruk had achtergelaten. (Swetlana; Osteuropa 337).

Raadplegen we nu nog een ogenblik McClure.

De autoriteiten trachtten de Smogisti-groep te ver-strooien nadat deze hadden meegeholpen, op 5 december1965 een demonstratie n.a.v. het Sinjawski/Daniel-pro-ces, te organiseren. De KGB plaatste een van de leiders,Wladimir Boekowski gedurende 6 of meer maanden in1966 in een krankzinnigeninrichting, als een 'invalidevan de tweede categorie' (een euphemisme voor een po-litieke non-conformist). Tenminste twee andere Smogisti

Page 156: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

werden gearresteerd maar later vrijgelaten (voor dezeen de volgende berichten, verkregen door z.i. betrouwba-re berichten, hebben hem bladen als The New-YorkTimes, The Daily Mail, Le Figaro, Le Monde en TheNew Statesman als bron gediend) .

Een groep van jonge studenten in Leningrad, die eenillegaal blad 'Kolokol' 4 hadden uitgegeven, werden ge-arresteerd en hun leiders in het najaar 1965 tot hechtenisveroordeeld.

In Moskou werden verschillende andere jonge studen-ten gearresteerd, en volgens berichten werd minstens eenvan hen naar de gevangenis gezonden in verband met hetplan om een anti-Stalin demonstratie te houden op het

4 In verband met de titel `Kolokol' van bovengenoemd studen-tenblad, zij het volgende opgemerkt.De bekende oppositionele auteur Alexander Herzen (1812-1870),de geestelijke vader van de Narodniki week in de vorige eeuwin, 1847 uit naar West-Europa. In Londen gaf hij een aantaljaren een blad uit in het Russisch `Kolokol' (De Klok). Dit bladwas in Rusland verboden maar werd toch veel gelezen, tot inhogere, invloedrijke kringen toe, men zegt zelfs door de Tsaar.(Utechin 113; Ulam 45, 49).Hebben de studenten in 1965 met de titel van hun tijdschriftbewust aansluiting gezocht bij de bekende vertegenwoordigervan het critische, onafhankelijke denken in de vorige eeuw?Voor verschillende groeperingen in onze tijd zegt Peter Viereckdit expliciet. Naast Herzen noemt hij in dit verband Belinski(1811-1848) en de 19e eeuwse populistische mystiek; in ditverband noemt hij voorts de `Economische en Filosofische Manu-scripten' van de jonge Marx en het moderne, geëvolueerdetolerante communisme van de bekende huidige Poolse filosoofKolakovski.Interesant is nog dat hij melding maakt van een ondergrondsestudiegroep de 'Boecharin-communisten', die een `humaan-socialisme' voorstaan. (Viereck 43) (Boecharin, 1888-1938, wasmede-revolutionair van Lenin, Trotzki, Stalin, enz. Hij was eenbekwaam econoom, en volgens Lenin, de `lieveling' van departij.Hij werd beschouwd als de potentiële vervanger of opvolger vanStalin. In het kader van de beruchte processen van de jaren'30 werd hij ter dood gebracht; Utechin 218).

Page 157: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

Rode Plein op 5 maart 1966, de dag waarop Stalin der-tien jaar voordien stierf. (McClure 36, 38).

De ergste onderdrukking vond plaats in de Oekraine.Ter toelichting merken we op dat het regime niet al-

leen geconfronteerd wordt met een jongeren- en eenkunstenaarsprobleem, maar ook met een nationaliteiten-probleem.

De centralistische Unie-leiding is wat betreft de ver-schillende nationaliteiten — Oekrainers, Esten, Arme-niërs, Oezbeken, Kirgiezen, enz. — uiterst gevoelig voorhet zich voordoen van de neiging — reëel of vermeend —om het eigene te poneren en te cultiveren méér dan methaar inzichten strookt.

Welnu, in de Oekraine werden tegen het einde van dezomer van 1965 in verschillende steden wel 70 intellec-tuelen gearresteerd. Sommigen werden weer losgelatenmaar menigeen werd in de eerste maanden van 1966 voorhet gerecht gebracht. Minstens 20 werden volgens berich-ten veroordeeld tot een verblijf in arbeidskampen vari-erend van 2 tot 5 jaren, wegens het verspreiden van 'An-ti-Sowjet propaganda'.

In december 1965 verscheen een golf van artikelen inde Sowjetpers, welke betrekking hadden op het probleemvan 'nationalistische activiteiten onder de Oekrainse in-tellectuelen'. (McClure 38).

Twee Oekrainse auteurs werden, beschuldigd van hetsmokkelen van manuscripten naar het buitenland, in eengeheim proces tot zware concentratiekampstraffen ver-oordeeld. (Meissner, 432, onder verwijzing naar de NeueZüricher Zeitung 2.4.66).

Het regime wenst zich toch niet met de ultra-conser-vatieven geïdentificeerd te zien. Het vaart een soort mid-denkoers. In een ongetekend, en daarom des te officiëler,Prawda-artikel van 27 januari 1967 werden verma-ningen en waarschuwingen uitgedeeld zowel aan `Nowi

Page 158: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

Mir', het vooruitstrevend liberale orgaan, als aan 'Okt-jaber, het blad van de dogmatisten. (Prawda, Ostpro-

158 bleme 338).

Tenslotte geven wij nog een tweetal recente berichteninzake het optreden van het regime tegen redactieledenvan een drietal persorganen, n.l. Nowi Mir, de Prawda,en de Komsomolskaja Prawda.

Het zijn drie periodieken, die tot de belangrijkste inde Sowjetunie te rekenen zijn.

Het januarinummer van het bekende letterkundigetijdschrift Nowi Mir verscheen met een vertraging vantwee maanden, eerst in maart jl.

Hierbij bleek dat twee van de beste medewerkers deredactie verlieten, n.l. de Plaatsvervangende Hoofdredac-teur Dementjev en de Verantwoordelijke Secretaris C.Sachs.

Men vreest dat deze persoonsmutaties zich ook op hetbeleid van het blad zullen uitwerken. (Csizmas 3) .

Het tweede bericht, dat op de beide Prawda's betrek-king heeft, is het volgende.

Twee medewerkers van de Prawda, het orgaan van deK.P., F. Burlatski, en. L. Karpinski, stelden een artikelsamen 'Op weg naar de premiere'. Dit artikel handel-de over het beleid inzake de keuring en de goedkeuringvan toneelmanuscripten, vaak een ware lijdensweg h.i.

Enkele punten geschilderd in het bijzonder aan dehand van de ervaringen van 'Sowremennik' (vgl. pag.154) zijn de volgende.

Ook bij proefopvoeringen was van de bevoegde perso-nen nooit een duidelijk standpunt te verkrijgen; altijdvond weer vertraging plaats.

Ideologische oordelen werden door geheel incompe-tente mensen afgegeven.

Hun voorstel luidde derhalve: laat de toneelleiders, die

Page 159: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

immers communisten zijn, zelf er over beslissen welkestukken zij willen accepteren.

Hun eigen blad de Prawda, nam het stuk niet op. De 159Koms. Prawda wel (oplage 7 miljoen).

Gevolg: ontslag van de hoofdredacteur van de Koms.Prawda, Boris Pankin, en voor de beide Prawda-mede-werkers.

Koms. Prawda plaatste als bekentenis een artikel 'Par-tijdigheid' ('partiinost' d.i. partijmatigheid) van dekunstenaars'.

De plaatsing van het bg. artikel veroordeelde menthans als 'ten diepste onjuist'.

'Elke verzwakking van deze contacten (nl. tussen descheppende kunstenaars en de diverse organen voor decultuur) en (elke) afwijking van de principiële leidingvan de scheppende processen door de partij is ontoelaat-baar. Dit kan de ontwikkeling van de kunst slechts schadeberokkenen'. (Frankf. Allgemeine Zeitung 10 juli 1967) .

4. De 19e en de 20e eeuw. Dilemma toen en nu.Boekowski werd, zoals hiervoor medegedeeld, in een

krankzinnigengesticht geplaatst. Hetzelfde overkwam de— daardoor — bekend geworden schrijver Valerie Tar-sis. (Hem werd inmiddels gelegenheid gegeven Ruslandte verlaten; daarna werd hij van het Russische staats-burgerschap vervallen verklaard). (Gibian 62)

Voorts kunnen genoemd worden Jesenin-Wolpin en Na-ritsa. (Meissner I 95; III 134; Utechin I 258).

Maar hetzelfde lot onderging onder Nicolaas I de ex-treem-'Westelijke' schrijver Tsjaadajev (1793 - 1856) .

Een achttal, oorspronkelijk in het frans gestelde 'Filo-sofische Brieven' waren zeer critisch van inhoud. Ze cir-culeerden ondershands in afschrift (Utechin 75). De pu-blicatie van de eerste brief vond in 1836 in het Russischplaats in het tijdschrift Telescoop. Zij verwekte een

Page 160: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

storm van verontwaardiging. (het 'Telescoopschandaal') .Het tijdschrift werd verboden, de uitgever naar het

160 Noorden verbannen, de censor ontslagen en de auteurkrankzinnig verklaard (Miliukov 320; v. Schelting 26) 5 .

Sinjawski en Daniel werden in gevangenschap naarSiberië gezonden.

Hetzelfde overkwam Dostojewski met andere leden vande Petrasjewski kring in 1849. (Ulam 38). Een andervoorbeeld is Tsjernysjewski (vgl. pag. 132). Zijn hechte-nis vond plaats in 1862, zijn terugkeer uit Siberië 1883(misschien had hij eerder terug kunnen komen als hijde Tsaar om vergeving had willen vragen). (Ulam 55,64).

Parallellen tussen de 19e en 20e eeuw, tussen hetTsaristisch bewind en het Sovjet-regime vallen bij legiote constateren.

Op het volgende wijzen we nog.De Tsaar wilde de verspreiding van kennis onder con-

trole houden. De overheid oefende censuur uit. De alge-mene instelling was vaak overwegend anti-intellectueel.

Dezelfde begeerte drijft ook het Sovjet-regime, metname de Communistische Partij. In het bijzonder deoudere partijleden-funktionarissen hebben vaak een anti-intellectuele (n-) instelling.

Het Sovjet-regime wordt geconfronteerd met hetzelfdedilemma als de Autocratie in de 19e eeuw.

Voor de ontwikkeling van een land en de toeneming inwelvaart en cultuur van een volk is de beoefening v anwetenschap en is onderwijs op vele niveaus noodzakelijk.

Maar kennis maakt ook critisch. Het dilemma was dus

5 Voor vertalingen van gedeelten van de eerste `Brief' zie: Mary-Barbara Zeldin, in Tri-Quarterly, (speciaal nummer: Creativityin the Soviet Union) Evanston, Ill, Spring 1965, pag. 45.Eugene Kamenka, Survey nr. 64, (speciaal nr.: The SovietRevolution 1917-1967, A Balance sheet) Londen, juli 1967, p. 80.

Page 161: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

of de Tsaar de wetenschap moest aanmoedigen als eenvoorwaarde voor ontwikkeling, dan wel ontmoedigen alseen mogelijke bron van oppositie. (Heldman 68). 161

Aan hetzelfde thema wijdt Rigby een artikel onderde titel 'Security (— zekerheid, zelfhandhaving van hetregime) and Modernisation'. Na opgemerkt te hebbendat de Tsaar een Janus-achtige' rol vervulde, vangt hijeen nieuw paragraafje aan: 'The Bolsheviks repeat thepattern'. (Rigby 18) .

Het is hetzelfde dilemma waarmede indertijd het Ne-derlandse bewind in Indonesië geconfronteerd werd: methet brengen van het onderwijs, lager, middelbaar enhoger, werd tevens het zaad van de emancipatie ge-strooid.

In zijn beschouwing over de reeds genoemde perscon-ferentie van Swetlana (Stalina) Allilujewa constateertKlaus Mehnert allerlei analogieën tussen de huidige in-telligentsia en die van de 19e eeuw. Voor elk van hengeldt: zij schreef, discussieerde, leed, ging in de gevange-nissen, in de dood, in de emigratie.

De huidige bedient zich zelfs vaak van dezelfde woor-denschat als haar voorgangster.

En even verder gewaagt hij van Swetlana's woorden,vol van verering voor de intellectuele beroepen, voorartsen, leraren en onderzoekers. Zij sprak overTsjer-nysjevski en Toergenjev. Zij bevestigde, zegt Mehnert 'watvelen van ons sinds lang wisten (men bedenke dat hijschrijft voor het lezerspubliek van Osteuropa', het or-gaan van de Deutsche Gesellschaft für Osteuropakun-de)', nl. dat de studie van de geschiedenis, de sociologie,de economische wetenschappen, zelfs van het Marxisme,scepsis wekte en kritiek op het Sowjetsysteem. De gewel-digste prestatie van het Bolsjewisme, de enorme ontwikke-ling van het onderwijs van lagere school tot universiteit,is tegelijkertijd voor dit Bolsjewisme de gevaarlijkste ont-

Page 162: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

wikkeling, omdat ze de wens naar zelfstandig en kritisch

162 denken inhoudt. (Mehnert 331, 332).

5. Enige andere indelingen

Wij hebben aan de indeling van McClure enige bijzon-dere aandacht gewijd, omdat zij een vrij gedetailleerd eno.i. ook een verrassend, inzicht geeft in de stromingen,gevoelens en gedachten, voorkomend in de wereld vande auteurs en andere scheppende kunstenaars. Zij is uiter-aard niet de enig mogelijke indeling.

Ook zijn er indelingen voor andere gebieden.Enige van deze andere indelingen geven we hieronder.

a René Ahlberg: sociologie

Ahlberg komt inzake de beoefening van de sociologietot een driedeling. Hierbij oriënteert hij zich aan hetstandpunt dat de beoefenaars der sociologie in Ruslandinnemen ten aanzien van de verhouding tussen 'Het His-torisch Materialisme' en de jonge, op concrete verschijn-selen gerichte empirische sociologie.

De conservatieven (de 'dogmatici' van McClure) blij-ven zweren bij 'Het Historisch Materialisme' en hierbijalleen. Critiek hierop is onmogelijk. Concreet onderzoekwijzen zij in het algemeen af.

Op de andere flank staan zij, die de empirische socio-logie als een zelfstandige wetenschap zien, en gezien wil-len hebben, los van en buiten het historisch materialis-me (zoals b.v. ook reeds het geval is met de wiskunde, defysica, de biologie en in zekere mate de economie. In feiteis dit een emancipatiestrijd, een pleit voor de erkenningvan de eigen aard van deze wetenschap, voor haar mon-digheid; wil men, voor haar 'souvereiniteit in eigenkring') .

De middenpositie wordt ingenomen door hen, die tus-

Page 163: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

sen het historisch materialisme en de empirische sociolo-gie geen tegenstelling zien.

Het historisch materialisme is een in zich gesloten theo-rie, logisch vrij van innerlijke tegenstrijdigheden. Het kanzowel de functie van maatschappij-filosofie vervullen alsdie van positieve sociologie. Empirisch onderzoek is toe-laatbaar en noodzakelijk. (Ahlberg 93).

b Hans-Hermann Hohmann: economie

Voor de economie schetst Höhmann de volgende in-deling.

Er zijn nog steeds voorstanders van de Stalinistischemethode van leiding geven aan de economie, op basisvan een alomvattend plan, vanuit een centraal punt. Demanagers, de directeuren der staatsbedrijven krijgen hunaanwijzingen in een groot aantal, deels in detail — somstegenstrijdig — van bovenaf opgelegd. Het gaat hier omeen niet zeer grote groep, zegt Höhmann.

Hiertegenover staan zij, die uitgaan van de ideeën vanProf. E. G. Liberman uit Charkow. Zij willen veel vande bedoelde aanwijzingen doen vervallen. Zij achten terbeoordeling van het beleid van de managers — in feitetevens te hunner stimulering — een beperkt aantal maat-staven voldoende, waaronder het winstbedrag en de ren-tabiliteit (dit is winst, uitgedrukt in procenten van het inhet bedrijf werkzame kapitaal).

De bekende wiskundige Prof. W. S. Nemtsjinow, zeergezien lid van de Academie van Wetenschappen, onlangsoverleden, hoorde tot deze groep.

Tussen deze uitersten staat de brede middengroep, metaan de spits L. M. Gatowski, lid van de redactie 'Wo-prosi Ekonomiki' (Problemen der Economie) . Zij delende critiek van Prof. Liberman, en voelen wel voor zijnvoorstellen, maar niet ten volle, althans zij willen zichniet uitsluitend hierop vastleggen. Voor een deel willen

Page 164: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

zij de bestaande methoden nog blijven toepassen. (Höh-mann 227).

1 6'i:c Peter Viereck: letterkunde e.a. schone kunsten

Viereck onderscheidt ten aanzien van de auteurs en an-dere kunstenaars de volgende drie 'kampen'.— communistische dogmatici, voorstanders van een 'be-

vriezing' van het bestaande, i.c. van de oude Stalinis-tische cultuurdictatuur, (te vergelijken met groep1 van McClure) ;

— de communistische revisionisten, en de rebellen aanwie publicatie wordt toegestaan, beide voorstandersvan een 'dooi' (dit zouden ongeveer de groepen 2-5van McClure kunnen zijn) ;

— de rebellen, openlijk anti-communistisch, voor wiepublicatie onmogelijk is. Hierbij o.a. te denken aanstudenten met hun ondergrondse gestencilde bladenals 'Phoenix' en 'Sintakti' aan welke echter door hetingrijpen van de politie een kort leven was bescho-ren.

Het bestaan van b.g. ondergrondse tijdschriften komtbij meer auteurs ter sprake.

Zo b.v. bij McClure, die ook de namen vermeldt vanenige personen, die de tijdschriften deden verschijnen:— 'Sintaksis', Aleksandr Ginsburg,— 'Phoenix' (1961 en 1966) de dichter Joeri Galan-

skow.Andere tijdschriften waren 'Boemerang' (1959), 'Lan-

taren' (1965), 'Sphinx'.Vele van de beste werken van erkende Sov-

jet-letterkundigen zijn slechts via ondergrondse publica-tie bekend (McClure 38, noot 17) 6 .

In 1962 stond Kroestjow de publicatie toe van het ge-6 Inzake 'Phoenix' en `Kolokol' zie Meissner III (65) 'Phoenix1966' vindt men ook vermeld bij Csizmas (3); idem, Utechin I(257).

Page 165: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

dicht `De erfgenamen van Stalin' van Jewgeny Jewtoe-sjenko, dat reeds jaren lang in het geheim had gecircu-leerd (Viereck 26, 34). Voor Kroestjow was dit een po-litieke zet in zijn strijd tegen de 'anti-partij-groep'.

Ten slotte, betreffende Pasternak nog het volgende de-tail ter illustratie.

In 1964 droeg hij voor de eerste maal na vele jarenzijn gedichten weer publiek voor. Tijdens de voordrachtgleed een blad uit zijn hand. Toen hij zich bukte omhet op te rapen, hoorde men in de zaal een stem, diePasternaks gedicht uit het hoofd verder reciteerde. An-dere stemmen vielen in en de vergadering declameerdeals in koor het onderbroken gedicht.

Onder tranen mompelde Pasternak: ik dank U, mijnevrienden'. (Csizmas 3) .

Alle drie groepen — we keren terug tot Viereck —hebben een functie. Maar de toekomst ligt in de handenvan de tweede groep. Viereck vindt dat ook goed. Hij isvoor een geleidelijke ontwikkeling, voor een evolutie,subtiel, soms haast onmerkbaar, die haar uitgangspuntneemt in de gegeven situatie. Heftige veranderingen bie-den z.i. meer kans op een chaos en een nieuwe tirannie,dan op liberalisering (Viereck 41, 33) .

d Boris Meissner: Kremlin politiek

Ten slotte nog het politieke vlak.Meissner zegt, dat bij de machtsstrijd binnen de muren

van het Kremlin vier groeperingen openbaar zijn gewor-den.

Hij concludeert dit uit het gebeuren in en na de bijeen-komsten van het Centraal Comite der Partij in maart,sept. en dec. 1965 (Meissner I) en in maart 1966, resp.het 23e Partijcongres mrt/april 1966 (Meissner II). Zijnvisie heeft dus betrekking op de situatie van ruim eenjaar geleden.

Page 166: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

Met deze groeperingen hebben de Partijchef, Bresjnew,en de regeringschef Kosygin, rekening te houden. Interes-

166sant is dat hierin weer iets van het nationaliteitenpro-bleem doorschemert.

De beide vleugels worden (werden?) ingenomen dooreen groep om Sjelepin, restauratief van aard, en eengroep om Podgorni, de reformistische vleugel (M II 421,429). De laatste vleugel staat een verlichting van de drukop het volk voor. O.a. sprak Podgorni zich uit voor eenopvoering van de levensstandaard, d.i. voor een relatievevermeerdering van de productie van consumptiegoe-deren. (M.I, 107) .

De eerste groep is verbonden deels met het apparaatvan de Komsomol, (de Russische Jeugdorganisatie),deels met de staatsveiligheidsdienst (KGB). Zij bestaatoverwegend uit Groot-Russen. (M.I, 107) .

Sjelepin wordt, in één adem met de onlangs overledenMinister van defensie Malinowski, beschreven als eenman van de harde lijn. Hij drong aan op opvoering vande militaire kracht (M.I. 86,87) .

Meissner rekent hem met Soeslow tot de ultra-conser-vatieve krachten in de partij, die o.a. uit zijn op een her-waardering van het Stalinistisch verleden en op eenscherpere controle op de intelligentsia en de jeugd (MII, 416).

Ook Bresjnew en Kosygin onderstreepten de noodzaakvan een grote aandacht voor de militaire voorzieningen.Podgorni was in deze veel terughoudender (M.I. 87, 88).

Door hem was de voortdurende zorg voor de welvaartvan het volk als de voornaamste taak van de partij aan-gegeven (id. 86).

In de groep om Podgorni overwegen de Oekrainers.(id. 107) .

Het conservatieve midden wordt ingenomen door deWit-Russische 'Partisanen' rondom Mazoerov en een

Page 167: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

meer liberale groot-Russische groepering om Poljanski,die zelf van Oekrainse afkomst is. (id. 107) .

Meissner beschrijft Poljanski als een vertegenwoordigervan de volgende generatie (106) .

Met Poljanski is binnen het conservatieve midden eenliberale persoonlijkheid bezig zich naar voren te drin-gen (96) (meer over Poljanski 108, 170).

De uitersten krijgen geen kans. Integendeel. Podgorniwerd als opvolger van Mikojan benoemd tot staatshoofd,een zuiver decoratieve functie. (M.I. 108).

Ten aanzien van Sjelepin vermeldde de nederlandse perszijn benoeming tot voorzitter van de Russische vakorga-nisatie, en wel in de dagbladen van 12 juli, onder titelsals:— Sjelepin gedegradeerd. Zuivering in Kremlin (Volks-

krant)en

— Alexander Sjelepin's macht brokkelt snel af (Bever-wijkse Courant) .

In de grote, bijna 80 millioen leden tellende organisa-tie (W. Leonhard) voert men in feite uit wat in de kleinetot zeer kleine colleges wordt besloten.

Hierbij vooral te denken aan het Centraal Comité vande Partij, en met name het Praesidium hiervan.

6. De huidige intelligentsia.

Uit het voorafgaande moge duidelijk zijn gewordendat de Russische samenleving niet meer monolitisch is alsonder Stalin, niet meer gekenmerkt door een verregaan-de uniformiteit van de meningen. Thans is er een plu-ralisme, een veelheid van meningen op vele terreinen.

Uit tal van voorbeelden bleek dat men zich niet bij hetbestaande wil neerleggen. Zich kerend tegen het totali-taire beleid (zich hiervan wellicht niet altijd klaar be-wust) wenst men verandering. Men bepleit vrijheid —

Page 168: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

16,3

eventueel méér vrijheid — om op allerlei levensterreinen`zichzelf te mogen zijn'.

Op deze wijze hebben we dit verschijnsel in feite 'Wes-telijk' gedefinieerd. We zullen echter niet oppervlakkigtot een Westelijke achtergrond mogen concluderen.

Men blijft in het algemeen voorstander van een of andersocialisme. Kapitalisme, hoe dan ook verstaan, wijst menaf 7 .

Tevens — of misschien moeten we zeggen : bovenal —men is Russisch nationalist.

Enkele typeringen omtrent de Russische intelligentsia,voor het merendeel afkomstig van schrijvers, met wie wein het voorafgaande al kennis maakten, volgen hieron-der.

Meissner meent dat de huidige intelligentsia in engerezin (hij spreekt van Die Intellektuellen Teilen der Sov-jet-intelligenz'), voorlopig minder verbonden is met Euro-pa dan die van de vorige eeuw.

Ook heeft zij het critisch denken nog niet ontwikkeldtot een scherpte als waarin de oude intelligentsia uit-muntte.

Zij neigt eerder naar een conformisme met de bestaandemaatschappij (M. III, 66, 135).

7 Echter door de geleide intern-Russische 'voorlichting' en bijgebrek aan vrije toegang tot de Westelijke publicaties weet menverschrikkelijk weinig van het Westen af.Inzake het geestelijk-culturele isolement merkt Vl. Petrov op:'Zelden realiseert men zich in het Westen hoe uiterst eng ensubjectief het begrip van de Sovjet-burger is omtrent zijn eigen(russische) politieke realiteit en hoezeer de inheemse literatuurer absoluut niet toe bijdraagt om hem een eerlijke en duidelijkekijk op zijn eigen wereld te geven. (Vladimir 67).George Gibian ervoer de isolering, verbonden aan een verblijfvan 3 maanden in de S.U. als volgt: `Ik ondervond, dat reedseen beperkt aantal maanden verblijf in het hogelijk restrictievemilieu van de S.U., waarin zoveel was uitgesloten (literatuuruit het buitenland b.v.) mijn blikveld ernstig had beperkt enversmald' (Gibian 62).

Page 169: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

Gibian merkt het volgende op. De 'gewone' — nietdissidente — intelligentsia frappeert door de intensiteit 169van haar nationalistische gevoelens.

In de Oost-Europese landen als Polen en Tsjecho-Slowakije gevoelt men zich in een geheel andere wereld.

Het 'socialistisch-realisme' wordt in Rusland nog se-rieus genomen. Het wordt niet openlijk aangevallen.

In Polen en Tsjecho-Slowakije hoort men er nauwelijksnog van. Het wordt niet aangevallen, omdat het nietverdedigd wordt.

Tsjechische, Poolse en Joegoslavische tijdschriften leg-gen getuigenis af van de nauwe contacten met intellec-tuele ontwikkelingen in het Westen.

De isolatie echter, welke de intellectuele gemeenschapin Rusland kenmerkt, hoewel veel minder sterk dan inhet verleden, blijft een van de meest ontmoedigende as-pecten op het culturele toneel. (Gibian 63).

Men denkt bepaald toch nog steeds aan een eigen weg.Enkele mededelingen van Taylor werden reeds weer-

gegeven (zie pag. 146).Geen enkele Russische schrijver, waarmede Viereck

sprak wenste — dit in tegenstelling met Polen — buitenhet communistische politiek- maatschappelijke stelsel tegaan ('the Communist framework' ).

Zij wensten ook niet te herstellen wat zij vaag en ana-chronistisch 'kapitalisme' noemden (Viereck 19) .

Niet de boeren, maar wel de intellectuelen en de ar-beiders zijn in overweldigende meerderheid socialist, alzijn er onderling verschillen in de definitie van dit woord.De meerderheid van de arbeiders en, een geringere, meer-derheid van de intellectuelen aanvaardt ook het Leni-nistische één-partijstelsel van de communistische versievan het socialisme.

Maar, aldus Viereck, hierbij geven zij uiting aan ver-wachtingen en klachten, waaraan waarschijnlijk binnen

Page 170: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

het communistische stelsel nooit kan worden tegemoet-gekomen (Viereck 42, 43) .

170 Over hetgeen de intellectuelen in wezen hopen en wen-sen spraken we reeds eerder (zie pag. 156 noot 4) .

Viereck signaleert hier dus een soort tegenstrijdigheid.Kunnen vrijheid en menselijkheid enerzijds en politiek-totalitair communisme anderzijds wel samengaan?

Deze drie grootheden, het nationalisme, de isoleringen de idee van een eigen Russische weg hangen met el-kaar samen. De eerste twee vormen tot op zekere hoogtede voorwaarden voor de derde.

Het Russisch nationalisme en de Russische trots zijn al-tijd zeer sterk geweest.

Krab aan een Russisch communist', placht Lenin tebeweren, `en ge zult een Russisch chauvinist vinden'(Ulam 24).

Maar Ulam merkt t.a.v. Lenin iets soortgelijks op. Le-nin had 15 jaren — nl. van 1900 - 1917, met een onder-breking van 1905 - 1907 — in het buitenland geleefd,o.a. te Londen, Genève, Parijs en het toen nog Oosten-rijkse Krakau.

Hij had dit verblijf echter in een welhaast volledig iso-lement van het leven in de betrokken landen en van degewoonten aldaar doorgebracht, in een `zichzelf opge-legd intellectueel ghetto van Russische politieke emigran-ten. Hier is een verklaring voor, aldus Ulam, want 'hijwas, en hij zou geschokt zijn zich dit te realiseren, eengepassioneerde nationalist.' (Ulam 172).

Voor de huidige Sowjet-leiders geldt niet anders. Ze

s Vgl. Jan Romein: het Europese cultuurpatroon vormde totnog toe een uitzondering op het algemene patroon van de overigegehele wereld, door hem `Algemeen Menselijk Patroon' (A.M.P.)genoemd. Het eerste is thans bezig zelf wereldpatroon te worden;het A.M.P. is bezig geschiedenis te worden (Romein VII-XIV).

XIV).

Page 171: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

zijn voor alles Russen. Het marxistisch-leninistisch com-munisme komt pas daarna, en de vraag is gewettigd ofhet niet veeleer instrument dan doel is, overigens een on- 171derwerp apart. In een artikel over de buitenlandse poli-tiek van de S.U. merkt Bezemer op, dat hij, met de be-kende Engelse econoom Alec Nove, geneigd is de invloedvan de ideologie te minimaliseren (Bezemer 1161) .

De intelligentsia is al aan het verwestelijken, al heeftze dit deels wellicht zelf niet door.

Geleidelijk maken zich in hogere kringen moderne ten-densen merkbaar, die zich oriënteren aan voorbeeldenuit het Westen (Meissner III, 111) .

De culturele verburgerlijking van de hogere en mid-denklassen schijnen een realiteit te zijn (Seton-Watson55).

Heinz Schewe berichtte 10 oktober 1966 uit Moskou:de auto, de jazz en de goede manieren, vroeger als 'bur-gerlijk' en 'westelijk' veroordeeld, worden thans in deSowjet-Unie gepropageerd (Die Welt 11 okt. 1966).

Wat zich hier afspeelt is eenvoudig het verschijnsel,dat een bepaalde levensstijl en bepaalde levensgewoontenzich over de aarde verspreiden als uiting van het histori-sche integratieproces (Dooyeweerd t.a.p. vgl. pag. 179). 8

7. De intelligentsia en het regime

a. Algemeen

Wat kunnen we b.v. voor de eerstvolgende tien jarenverwachten?

Van de antwoorden op deze vraag, die allerlei nuancesvertonen, geven we enkele weer.

Er is een proces aan de gang, ondanks de nog steedsgeproclameerde ideologische beheersing van de kant vande partij.

Page 172: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

De verandering ligt in het Sovjet-leven zelf, zegt Vier-172 eck (9).

In elk land van het Oostblok zijn onopgeloste conflic-ten waarneembaar, alsmede autonome (! v.P.) ontwik-kelingsprocessen, dit vooral op de gebieden van de poli-tiek, de economie, de rechtsontwikkeling en het on-derwijs (aldus enige onderdelen uit de samenvatting,welke prof. R. Lowenthal gaf van een interdisciplinaireconferentie van de Deutsche Gesellschaft für Osteuropa-kunde, gehouden te Heidelberg in okt. 1966).

Er is sprake van een gecompliceerd proces van diffe-rentiëring en pluralisering op zeer verschillende terrei-nen. (Hacker 77, 76).

Hofmann stelt de kwestie als volgt. In de wereld vande kunstenaars is een 'uitdrukkings-pluralisme' tot standgekomen. We hebben hier te maken met symptomenvan een differentiëringsproces. Zal dit na kortere of lan-gere tijd ook op de politieke sfeer overslaan? Daar hetMarxisme de kunst als een instrument tot maatschappelij-ke bewustzijnsvorming ziet (men denke aan Stalin: 'deschrijver is de ingenieur van de ziel') moet dit pluralis-me noodzakelijk de weg bereiden tot een politiek 'menin-gen-pluralisme'.

Deze op haar beurt moet vroeg of laat tot een revisievan de politieke praktijk — b.v. van het een-partijen-sys-teem — leiden (Hofmann 899) .

Voor de huidige toestand is de label 'totalitair' nietmeer geschikt aldus Juviler en Morton. Zij wijzen op hetvolgende.

De 'feed back' van de zijde van de experts in het be-drijfsleven, van de scheppende intelligentsia (kunstenaarsen mensen van de wetenschap) en van de publieke opiniespeelt een onvergelijkbaar grotere rol dan onder Stalin.(Juliver en Morton VII) .

Van het pluralisme gaat een pressie uit op het regime.

Page 173: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

De partij moet met allerlei groeperingen en stromin-gen rekening houden. ('pluralistic-pressures') .

Er zijn verschillen tussen Oost en West, maar er ont- 173staan punten waarin ze op elkaar gaan lijken ('emergingsimilarities') (idem IX).

In de veranderde Sovjet-samenleving leidt de partijniet, maar volgt (idem X). (een sterke uitdrukking, wel-ke in wezen overeenkomt met die van Viereck, hierbovenweergegeven; vgl. ook Lowenthal/Hacker).

Er moet echter een voorbehoud worden gemaakt. Demogelijkheid is niet persé uitgesloten, dat een machtigeleider of factie de macht grijpt, en aan de discussie en hetoverleg een einde maakt (idem XI).

Meissner, die natuurlijk de grote verschillen t.o.v. deStalin-periode zeer wel ziet (I,106), verwacht nog nietdat Rusland onder het duumviraat Bresjnev - Kosygineen post-totalitaire fase zal intreden (1,81).

In de recente officiële Sovjet-verklaringen is niets tebespeuren van een vermindering van de fundamenteleautoriteit en verantwoordelijkheden van de partij-orga-nen ( Jerry Hough 34) .

Wel is de vrijheid thans groter dan zij onder Stalinwas, maar zij is geringer dan zij was in de periode, voor-dat Stalin zijn macht consolideerde. En, eveneens SidneyHook, onder verwijzing naar Hannah Arendt: de insti-tutionele voorwaarden, die Stalin en het Stalinisme mo-gelijk maakten, bestaan nog steeds en sluiten het opnieuwverschijnen daarvan niet uit. (Sidney Hook 78,79).

Seton-Watson meent dat de S.U. wezenlijk nog eentotale staat is. (Seton-Watson 57).

De invloed van de in aantal toenemende academici isnog zwak.

Toch hebben zij al bijgedragen tot een versterking vande maatschappelijke krachten, die een beperkte afwen-ding van het Stalinisme bewerkt hebben.

Page 174: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

Hiertegenover staat een voortdurende slijtage van de174 partij-dictatuur.

Het zijn vooral de letterkundigen, die aan de spits vande progressieve sociale krachten in de S.U. marcheren.Zij geven uiting aan de ongearticuleerde meningen wel-ke in brede lagen van het volk leven (Meissner III 63;IV 168). Ook de technisch-economische intelligentsia isin beweging gekomen. Dit blijkt o.m. uit de discussiesrondom Prof. Liberman (Meissner IV 168).

Hoe precair zijn, aldus Viereck, bij gebreke aan in-

9 en bij gebreke aan, onafhankelijke politieke, regionale, beroeps-,belangen-, en stands-organisaties, enz. enz., waaraan een modernesamenleving zo rijk is, zo zouden wij er aan toe willen voegen.Lenin heeft met dit alles, krachtens het door hem geformuleerde`democratisch centralisme' (Kazemzadeh) `tabula rasa' gemaakt.Er zijn in Rusland geen onafhankelijke dagbladen, weekbladene.a. tijdschriften, geen onafhankelijke directies van dergelijkepersorganen, geen onafhankelijke redacties. Vandaar de ontsla-gen hiervoor reeds vermeld. Schrijvers zijn, ook in `den brode'volledig van het regime afhankelijk. Voor zover er in Ruslandiets onafhankelijk is, is het ipso facto, is het per definitie on-officieel, illegaal, ondergronds.10 Ten gerieve van de geïnteresseerde lezer enige verwijzingeninzake het begrip totalitair:— Meissner III 113; IV 143;— Seton-Watson 56;— „ „ i.z. `onttotalisering' 57;— Sidney Hook „ ,,79;

De jaargangen 1966 en 1967 van Problems of Communismbevatten tal van opstellen aan deze problematiek gewijd. Dediscussie hiertoe werd gestimuleerd door het artikel van prof.Z. Brzezinski, The Soviet Political System: Transformationor Degeneration, Jrg. XV, 1966, nr. 1, pag. l, en door hetboekje van Michel Garder 'l'Agonie du Régime en RussieSoviétique', 1965; duitse uitgave: 'Die Agonie des Sowjet-regimes', Ullstein-Buch nr. 620, 1966. I.z. Garder zie b.v.Michel Tatu, The Beginning of the End?, Jrg. XV, 1966,nr. 2, pag. 44.

— Groszmann in een artikel betr. K. A. Witfogel's 'OrientalDespotism', 1957, mede met verwijzing naar een verslag vaneen studiegroep van de Conferentie van de Atlantische Ge-meenschap, gehouden in Brugge, september 1957 (Grosz-mann 197).

Page 175: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

stellingen als een vrije pers, vrije verkiezingen, e.d. bijgebreke aan constitutionele garanties, de post-Stalinis-tische vrijheden 9. 175

Fraai en bemoedigend is het antwoord dat Ilja Ehren-burg aan Viereck gaf, toen deze hem v an zijn bezorgd-heid deelgenoot maakte: 'De waarborg (tegen een terug-keer tot het Stalinisme) ligt niet in een grondwet of inpolitieke instellingen noch in de grillen van regerings-personen maar in de kennis en de kracht van het russi-sche volk zelf. Voor de eerste maal in de russische ge-schiedenis is het volk "mûr" ' (het gesprek vond in hetfrans plaats) (Viereck 19).

Het geheel maakt een nogal kaleidoscopische indruk.De situatie in de S.U. is kennelijk niet met een enkelwoord te typeren. Enkele lijnen mogen bij wijze vanoverzicht worden getrokken.

Of men de situatie in de S.U. nog 'totalitair' acht ofniet, hangt uiteraard af van de inhoud die men aan ditwoord geeft. Verwezen zij naar het desbetreffende opstelin deze bundel 10

Een tweede opmerking is deze. Nationalist zijn en so-cialisme voorstaan wil nog niet zeggen, dat men het to-talitaire bewind accepteert. Integendeel, we maaktenin het voorafgaande kennis met personen en richtingendie, variërend in wijze, in intensiteit, en in inzicht in destrekking van hun doen, zich tegen het regime of bepaal-de aspecten van het beleid verzetten.

We mogen zonder meer aannemen, dat allen overtuigdenationalisten zijn (zie ad Glazoenow pag. 148. Buiten Rus-land te moeten leven was Pasternak, zoals hij aan Kroe-stjow schreef, onmogelijk).

Waarschijnlijk denkt ook niemand van hen er aan, ofhoogstens een enkele, niet-socialist te zijn.

Voorts, men kan conservatief zijn en hierbij toch anti-totalitair. Een voorbeeld. Vóór het 23e Partijcongres,

Page 176: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

waarvan hiervoor al sprake was, (pag. 165) werd de Lei-ding een petitionnement aangeboden door 27 bekende176 personen, auteurs, mannen van wetenschap, en beoefe-naars van verschillende kunsten.

Hierin protesteerden zij tegen een mogelijk ongedaanmaken van de dé-stalinisering en een mogelijke rehabili-tering van Stalin. Niet slechts de liberale Twardowski(Nowi Mir) maar ook Soerkow, de conservatieve secreta-ris van de Sowjet-schrijversorganisatie had dit anti-stali-nistische stuk ondertekend. Conservatief wil hier dan zeg-gen, dat men gereserveerd staat ten aanzien van devergaande hervormingen, die door de liberalen gevraagdworden (Meissner II 419) .

Men kan op het ene vlak modern, vooruitstrevend zijn,op het andere conservatief : '... de jongste ... ontwikke-lingen in de S.U. geven aanleiding tot de veronderstel-ling dat men zeer wel 'reformistisch' in economicis kanzijn en ter zelfdertijd zeer behoudend in culturele aan-gelegenheden.' (Verhaar 1199).

b. Verzet tegen de `Partijlijn', een concreet geval.

Het voorafgaande werd nogal in algemene termen ge-houden.

Thans een concreet geval als voorbeeld van verzet tegende partijlijn.

Survey, nr. 63, april 67, geeft onder de titel 'De per-soonsverheerlijking' een gedeeltelijk verslag van een twee-tal discussies, gehouden in besloten bijeenkomsten in het

11 Stalin liet zelfs Poolse communistische leiders, die toen inSpanje in de burgeroorlog in de Eerste Internationale Brigadevochten, naar Rusland komen. Het werd 'een afspraak met dedood...' Honderden minder betekenende mannen werden in deconcentratiekampen in het poolgebied gestopt. Indien de levens-beschrijving van een van de Poolse communisten van vandaageen `gat' vertoont, — jaren, waarin, hij niet actief werkzaamwas — behoeft men zich niet te verwonderen: hij was in Kolyma.(Karol 57). Het is dus best mogelijk, dat Snegow ook Poolse

Page 177: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

Instituut van Marxisme-Leninisme tussen enige oudeBolsjewieken en Partij-historici. De discussies hadden be- 177trekking op:— de voorgestelde tekst van deel 3 van De geschiedenis

van de Communistische Partij van de S.U.'— een boek van A. M. Nekritsj, hoogleraar in de ge-

schiedenis, verschenen in het voorjaar 65 en getiteld`22 juni 1941' (dit is de zondag waarop de Duitsetroepen Rusland binnen vielen).

Ongelooflijk vrijmoedig en critisch zijn allerlei uitin-gen over Stalin, zijn beleid en zijn trawanten (betreffen-de maarschalk Worosjilow zie pag. 162, 174), dit ook uitde mond — verrassend genoeg — van medewerkers van:— het instituut van Marxisme-Leninisme (176, 177)— het Geschiedenis-Instituut van de USSR Akademie

van Wetenschappen (178)— het Instituut van Historische Archieven (178, 179) .

T.a.v. Stalin, zijn medewerkers, en zijn beleid vallenenkele malen de woorden : misdaad, misdadig, misdadi-ger.

De — ongemakkelijke — eis wordt gesteld: 'wij moe-ten het proces analyseren dat het Stalin, die voor zijntaak niet berekend was, mogelijk maakte, hoofd van departij en van de staat te worden met onbeperkte macht'.

'Hoe regeerde de regering, onder Stalins leiding, hetland?'. (177)

Zorin, (164), aangeduid als een oude Bolsjewiek, enPetrovsky (eng. spelling), een jonge historicus die met degrootste moeite was binnengekomen (167) protesterenertegen dat jonge historici werden geweerd (164, vgl.167).

Snegow, eveneens een oude Bolsjewiek, brengt in her-innering hoe Stalin de Poolse communisten in Ruslandliet ombrengen en hoe hij in de communistische Interna-tionale de Poolse communistische Partij vernietigde 11.

Page 178: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

Prof. G. A. Deborin, getrouw aan de partijlijn, vraagthem: `Kameraad Snegow, u moet ons zeggen tot welk

178 kamp u behoort'.Snegow: 'het Kolyma-kamp!'

En even verder: 'men jaagt ons niet makkelijk schrikaan met concentratiekampen. We zullen ons niet latenintimideren. De tijden zijn veranderd en het verleden zalniet terugkeren'. Applaus uit de zaal. (179, 180)

Met betrekking tot het kamp Kolyma nog de volgendemededeling.

In het najaar 1967 zal bij de uitgever Middelhauve ver-schijnen 'Artikel 58, die Aufzeichnungen des HäftlingsSchalanow' (Artikel 58, de aantekeningen van de gevan-gene Sjalanow). Het manuscript werd naar het Westengesmokkeld omdat publicatie in de S.U. niet mogelijkwas.

Sjalanow, die tegenwoordig in Moskou leeft, werd in dejaren 30 op grond van het beruchte Artikel 58 i.z. contra-revolutionaire misdrijven veroordeeld. Zijn straf brachtde voormalige jurist door in het Siberische speciale kamp('Sonderlager') Kolyma (Frankfurter Allgemeine Zei-tung 26.6.67) .

Het antwoord van Snegow, alsook het snijdende karak-ter hiervan, zal hiermede duidelijk zijn geworden.

8. Een eigen weg? Een eigen type!Reeds citeerden wij het verzamelwerk, bevattende o.a.

de bijdrage van Meissner (M II I) . De titel van deze bun-

communisten uit zijn Kolyma-tijd heeft gekend.De massa-moord van Katyn in 1940 op 6.000 poolse officie-ren is ook in het debet van het Stalin-regime te noteren. (Karol70, 73) . De Polen weten dit.12 Vgl. de studie van E. J. Dijksterhuis en R. J. Forbes met detreffende titel `Overwinning door gehoorzaamheid. Geschiedenisvan Natuurwetenschap en Techniek'. Phoenix-Pockets 54 en 55,Zeist 1959.

Page 179: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

del luidt: 'Sowjet-gesellschaft im Wandel. Russlands Wegzur Industriegesellschaft' (Stuttgart 1966).

Hiermede is in feite al een antwoord op bovengenoemde 179vraag gegeven.

Rusland gaat thans dezelfde weg welke W. Europa ende Ver. Staten sinds een eeuw of sinds enige eeuwen gin-gen. Het gaat hier om de overgang van een agrarischesamenleving, betrekkelijk uniform en statisch, naar eenmoderne, dynamische, gedifferentieerde samenleving. En-kele kenmerken hiervan zijn de volgende: het relatieveaandeel van de landbouw in de werkgelegenheid en inhet nationaal product is gering, 10 % of minder (in Rus-land nog ca. 40 % van de werkgelegenheid). Het aandeelvan de industrie domineert, dat van de diensten is stij-gende. Er is een ongekende beroepsspecialisatie. De in-vloed van de wetenschap is groot op gebieden als — omenkele slechts te noemen — de natuurwetenschappen, detechniek, de bewapening, de industrie en de economie.

Met deze aanduidingen moge worden volstaan. Hetgaat hier o.m. om het historisch proces van differentiatieen integratie, zoals door Dooyeweerd geanalyseerd enbeschreven (voor enkele recente publicaties, zie Dooye-weerd I 61, resp. II 67) .

Hoe zou het Russische volk een andere weg kunnengaan? De Russen zijn mensen zoals wij, met hetzelfdeverstand en dezelfde gevoelens als de mensen in het Wes-ten. Rusland wordt geconfronteerd met dezelfde proble-matiek en met dezelfde realiteit als waarmede wij te ma-ken hebben gehad en hebben, met structuren, met orde-ningen, met mogelijkheden en onmogelijkheden, hoe mendit alles ook moge aanduiden welke a.h.w. een 'voor-gegeven' karakter dragen.

Hiermede bespelen wij, zoals de lezer wellicht bemerkt,enigszins het thema van de `algemene genade' 12.

Er zijn echter ook grote verschillen. Daarom is het o.i.

Page 180: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

gemotiveerd en noodzakelijk om van een eigen type tespreken 13.

180Op enkele factoren en facetten zij gewezen.

— Het geheel andere intellectueel-culturele verleden,waarop reeds in deel I werd geattendeerd (zie p. 125)

— Rusland is een laatkomer. De ontwikkeling die elderseen eeuw of meer besloeg, vindt in Rusland in enkeledecennia gecomprimeerd plaats.Zonder harde hand gaat dat niet. In Engeland ginghet in de vorige eeuw ook niet zo zachtzinnig toe.

— Politiek gezien is Rusland enige eeuwen achterop.Meerdere schrijvers, uit wel geheel verschillende krin-gen, maken een vergelijking met het mercantilisme.

(Boettcher/Ortlieb 81, 215, resp. VIII; Spits 110; Su-pek/Kwant 97).Hannah Arendt komt vlak bij deze vergelijking als

13 Gerschenkron, onderscheidt een Engels, een Frans, een Duitsen een Russisch industrialiseringstype, dit afhankelijk van debronnen waaruit de middelen voor de industrialisatie werdenverkregen (winsten uit het bedrijfsleven, de banken, de staat)resp. de ideologie, welke diende om de bevolking 'industrie-minded' te maken (het winstmotief, St. Simonisme, een nationa-lisme à la Friedrich List, het marxisme) (Gerschenkron 5, 353) .14 De ideeën van het verlicht despotisme plaatse men in, detweede helft van de 18e eeuw; men denke aan vorsten als JozefII van Oostenrijk, Catharina II van Rusland, Frederik II vanPruisen. 'Steeds heeft zij (de verlichte despotie) echter eerdereen versterking dan een verzwakking van het absolutisme be-teken'. (de Vries 148).Y5 Meissner zegt dan ook dat, indien Rusland resp. de Partij hettotalitaire-ideologische karakter zou afleggen, dan niet persé eenparlementaire democratie in Westelijke zin behoeft te volgen.Een 'autoritair bewind', d.i. een bewind door hetwelk de poli-tieke dictatuur en de planning slechts met betrekking tot eenbeperkt aantal sectoren van het maatschappelijk leven wordtuitgeoefend, zou kunnen volgen. Vervolgens: `Een Russischnationaal-kommunisme kan makkelijk fascistische trekken aan-nemen'. (M. III 122, 149) .

Page 181: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

zij het heeft over '... de verschillende vormen vanoverheersing (van Lenins één-partijdictatuur tot Sta-lins totalitarisme en Chroesjtsjews pogingen tot eenverlicht despotisme) ...' (H. Arendt 233) 1415

— De handhaving door de Partij van het Sowjet-marx-isme als een heilsleer, als een stelsel onfeilbare waar-heden, waarin alle politieke, morele, culturele en so-ciale normen vervat zijn. Hiermede hangt samen haarpretentie leidster te zijn niet slechts van de socialis-tische volkeren, niet slechts van het wereldproletariaat,doch van 'de mensheid' (overigens een oude Russi-sche gedachte reeds eeuwen voordien tot uiting ko-mend in de leer van 'Moskou als het derde Rome';Utechin 24).

— Het geproclameerde doel om de Ver. Staten, hethoogst ontwikkelde kapitalistische land, economisch,politiek en militair in te halen en te overvleugelen.

— Ruslands geografische gesteldheid; zijn ongunstigklimaat, zijn enorme afstanden.

— Siberië. Een programma is in uitvoering, inhoudendede openlegging en bevolking van Siberië, (d.i. tevens'russificering'), de bouw van steden, van water-krachtcentrales en bedrijven, de aanleg van spoorwe-gen, electrische koppelleidingen, olie- en gasleidingen,enz. Dit vraagt enorme bedragen. 'De ontwikkelinggaat hier veel langzamer en vergt veel meer kosten,dan de Russische propaganda beweert en men in hetWesten meestal gelooft' (Leithmüller 67).

— Dreigend doemt het Chinese probleem, wellicht moe-ten we zeggen, het Chinese gevaar op. China's bevol-king, thans naar schatting liggend tussen 700.000.000en 800.000.000 kan in 1985 1.000.000.000 bedragen(Embree, 207, 209).Maar Siberië is bijna nog een lege ruimte, in elk ge-val slechts dun bevolkt.

Page 182: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

Tot zover enige punten om de these van 'een eigen1$ 2 type' te motiveren.

Gezien al deze punten is de vraag gewettigd, of dezedoeleinden en dit beleid te verwezenlijken zouden zijn ineen parlementaire democratie in Westelijke zin, waarbijeen regering slechts kan handelen in overeenstemmingmet een, in vrijheid gevormde, publieke opinie. Het ishetzelfde probleem, dat het Tsaristisch regime ook al'plaagde' tijdens de industrialisatiepolitiek van MinisterGraaf Witte in de jaren 90 van de vorige eeuw.

'Zijn (Minister Witte's) systeem stortte ineen op hetmoment, waarop de Tsaar gedwongen was concessies tedoen aan de publieke opinie' (von Laue 305).

Er is geen reden tot pessimisme. De intern-Russischeontwikkeling is veeleer moedgevend. Er is geen reden omaan te nemen dat het erosieproces, waaraan het regimeonderhevig is, tot stilstand zou zijn gekomen.

Met grote belangstelling en ook met enig vertrouwenmogen we de ontwikkeling in de eerstvolgende 5 à 7 à 10jaar tegemoet zien. De meeste schrijvers, door ons ge-raadpleegd, zijn van mening dat het liberaliseringspro-ces niet makkelijk is terug te draaien.

Garder gaf in 1965 het regime nog 5 jaar (Garder.Zie pag. 174). Valerie Tarsis zegt dat verdere voortgangslechts te verwachten is na een generatie-wisseling;hij denkt aan 1975 (Meissner I I I 65) .

Slechts, of vooral, de buitenlandse relaties, toenemen-de politieke of militaire spanningen, zouden contrair kun-nen werken. Overigens, spanning in de verhouding totChina zou ontspanning aan de Westgrenzen kunnen be-tekenen.

Dit nu daargelaten. 'Rusland behoeft vrede', zei GraafWitte reeds in de vorige eeuw. Thans geldt niet anders.Rusland en het Westen, en uiteraard het overige deel

Page 183: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

van de wereld niet minder, hebben alleen maar belangbij een aanhoudende toestand van vrede en ontspanning. 18

3Wederom, het is alles nogal kaleidoscopisch en gecom-

pliceerd.T.a.v. de toekomst kan men niet anders dan in vrij

algemene termen spreken. Meer concrete uitspraken tegeven ware speculatie.

Dat er veranderingen plaatsvinden is duidelijk. Er valtechter nog niet uit af te leiden welke richting Ruslandzal inslaan (Meissner III, 122) .

9. Slotopmerkingen

a. Disharmonische ontwikkelingHet spreken over liberalisering' 'humanisering' en

'ont-totalisering' geschiede met rese rves. Allerlei vragen,evenzovele onzekerheden, rijzen hier. Als men de afgodenvan een totalitaire Partij en een onfeilbare ideologie laatvallen, welke afgoden kiest men er dan voor in de plaats?En voorts, 'verwestelijking' is ook niet alles.

Voor oppervlakkig optimisme is er geen plaats. In her-innering zij gebracht dat Dooyeweerd t.a.v. het histori-sche ontwikkelingsproces van de mensheid termen ge-bruikt als 'zijn weg door bloed en tranen ... , inspan-ning, strijd en ellende ... de disharmonie in het ontslui-tingsproces ...

De conflicten en dialectische spanningen die zich inhet proces der cultuur-ontsluiting voordoen, zijn het ge-volg van de verabsolutering van het betrekkelijke en alleverabsolutering neemt haar uitgang uit de geest van deafval, uit de geest van de civitas terrena, zoals Augustinushet noemde'. (Dooyeweerd I 76, 77) .

Er is geen reden om aan te nemen waarom dit procesopgehouden zou hebben aldus te functioneren.

Page 184: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

b. `...Of zij Hem al tastende vinden mochten' (Hand.

184 17 : 27)

Het is uiterst interessant om te zien hoe in de Russischeletterkunde, inbegrepen de 'Science-fiction', op indrin-gende wijze een intrinsiek religieuze problematiek wordtaangesneden.

Zeer diep gaat men in de hier bedoelde literatuur inop problemen als :— Wat is de mens? Wat is zijn bestemming? 16

— Wat is 'Het Geheim' achter de ervaarbare werkelijk-heid? 17

Verwezen moge worden naar een aantal artikelen vande hand van M. A. Lathouwers, verschenen in de jaar-gangen 1964 en 1966 van het blad Oost-West'. Daar hethier een Nederlands blad betreft, uit dien hoofde mak-kelijk toegankelijk, volstaan we met de vermelding vande bedoelde artikelen. De titels ervan zijn sprekend ge-noeg. (Lathouwers I/IV).

De vele voorbeelden van de religieuze problematiek,ic N. Berdjajew merkte in de jaren 30 op dat het Marxisme aande vraag inzake de mens niet toekwam. Voor het Marxisme wasde mens een functie van de maatschappij, een technische functievan de economie. (B. Bode 37). De mens is goed. Een maat-schappij met particulier bezit der productiemiddelen is slecht;een maatschappij met collectief bezit der productiemiddelen isgoed.T.a.v. de ethiek maakt Savarius een analoge opmerking. 'Devermelding van ethische gezichtspunten werd door orthodoxeMarxisten als onwetenschappelijke praat afgewezen, daar Marxhet bestaan van immanente ethische normen ontkende. Z.i.ontwikkelt elke maatschappelijke klasse haar eigen ethische norm.Er bestaat slechts klasse-ethiek, een algemene ethiek is er niet.(Vincent Savarius, Kampf der Vergangenheiten in Ungarn,Osteuropa, jrg. 17, nr. 7, juli 1967, pag. 447 resp. 453).Blijkens de studie van Kooijmans in deze bundel geldt voor hetvolkenrecht (aanvankelijk 'non-existent'!) hetzelfde.17 Vergelijk Sinjawski: Het hoogste doel kan slechts God zijn.`Dit Doel-Op-Zich, uitgedrukt in het zoeken, het streven naarGod, (`die Suche nach Gott') is de mensheid immanent eigen('zugeordnet'); het is onuitroeibaar...' (H. von Ssachno 885).

Page 185: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

behandelt L. in confrontatie met auteurs als b.v. P. Teil-hard de Chardin, en J. A. T. Robinson.

Het is boeiend om te zien hoe de auteurs, hier behan-deld, zich buiten de door de Partij gestelde grenzen be-wegen, en zich, als het ware souverein, boven de Sovjet-Marxistische dogma's verheffen.

We ontwaren hier, dunkt ons, iets van het 'Semen re-ligionis', aan alle mensen eigen, waar Calvijn over sprak.Ook hun 'hart is onrustig, tot het rust vindt in God', zozouden we de bekende uitdrukking van Augustinus, meteen kleine wijziging kunnen toepassen. Zij zijn gegrependoor de vraag naar de 'zin' van het geschapene. (Dooye-weerd) .

c. China en de SlawofielenReeds lieten we de naam China vallen. Dit brengt ons

weer terug naar de stroming van de Slawofielen.China boezemt zorg in. In verband hiermede nog de

volgende mededeling.Andrei Woznesenski plaatste een gedicht in Literatoer-

naja Rossija.Hij refereert aan Ruslands historische missie om de

Europese beschaving te verdedigen tegen de bedreiginguit het Oosten (Rusland werd ruim twee eeuwen, van1240-1480 door de Tartaren, d.i. Mongolen overheerst).

Hij schrijft over een 'Khan Khuchum', (een khan waseen tartaars vorst) die klaarblijkelijk het huidige Chinavertegenwoordigt, en die boven de horde uitstijgt in eenwolk in de vorm van de paddestoel!

Maar, zegt hij, Rusland zal in zijn lichaam opvangen'al de schoten bestemd voor Rome en Wenen'. De dichterroept uit dat het 'nogmaals Rusland, altijd Rusland,eeuwig Rusland' is.

De Slawofiele traditie aanvaardt dus thans de opdrachtom Europa te verdedigen, in plaats van het te verwerpen.

Page 186: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

Dat is het effect van de Chinese 'culturele revolutie'186 althans in eens dichters verbeelding (Labedz 8).

Zal de opinie van de letterkundigen op de politiek over-slaan? (vgl. pag. 172 ad W. Hofmann).

Hiermede is de cirkel rond. We leven mee, als belang-stellenden en als belanghebbenden.

Page 187: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

Literatuur Deel II

1. Peter Taylor, Old and New Horizons,in Survey, nr. 56, juli 1965, Londen, pag. 3.

2. Timothy McClure (pseudoniem), The politics of SovietCulture 1964-1967,in Problems of Communism, jrg. XVI, nr. 2, Washington,maart/april 1967, pag. 26.

3. Boris Meissner (I) Sowjetrussland zwischen Restaurationand Reform,in Osteuropa, jrg. 16, nr. 2/3, februari/maart 1966,pag. 81.

4. (II) Die KPdSU zwischen Reaktion and Fortschrittalsmede:Parteiführung and Parteiideologie,in Osteuropa, jrg. 16, nr. 7/8, juli/augustus 1966 pag.416 resp. 438.

5. (III) Der soziale Strukturwandel im bolschewistischenRussland, bijdragein Meissner (ed.), Sowjetgesellschaft im Wandel, Russ-lands Weg zur Industriegesellschaft, Stuttgart 1966, pag.27.

6. (IV) Wandlungen im Herrschaftssystem and Ver-fassungsrecht der S.U., bijdragein Boettcher/Liber/Meissner (ed.), Bilanz der AraChruschtschow, Stuttgart 1966, pag. 141.

7. Victor S. Frank, The literary climate. Outlook: unsettled,in Survey, nr. 56, juli 1965, Londen, pag. 46.

8. Sidney Monas, In defense of socialist realism,in Problems of Communism, XVI, 2., maart/april 1967,pag. 44, Washington.

9. M. A. Sjolochow, rede Prawda, Moskou, 26 mei 1967,in duitse vertaling in Ostprobleme, jrg. 19, nr. 12, 16juni 1967, Bonn, pag. 345.

10. Swetlana Allilujewa, Verklaring van 21 april 1967 resp.persconferentie van 25 april 1967,in, Osteuropa, jrg. 17, nr. 5/6, mei/juni 1967, pag. 332resp. 334.

11. S. V. Utechin, Geschichte der politischen Ideen in Russland,Stuttgart 1966.

12. Adam B. Ulam, Lenin and the Bolsheviks,Londen 1966.

13. Peter Viereck, The mob within the heart: Russian rebelwriters,in Triquarterly, Spring 1965, spec. nr. Creativity in theS.U., Evanston, Ill. pag. 7.

Page 188: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

14. Prawda, Moskou, 27 jan. 1967, 'Wenn man hinter der Zeitzurück bleibt',

i88 in Duitse vertaling in Ostprobleme, jrg. 19, nr. 12, Bonn,16 juni 1967, pag. 338.

15. Michael Csizmaz, Vor dem Moskauer Schriftstellerkon-gress. Stimmen des andern Russlands,

in Der Klare Blick, jrg. 8, nr. 10, Bern, 17 mei 1967,pag. 1.

16. George Gibian, The new and the old: From an observer'snotebook,in Problems of Communism, jrg. XVI, nr. 2, maart/april 1967, Washington, pag. 57.

17. Paul Miliukov, Chaadayev, Peter Yakovlevich,in Encyclopaedia of the Social Sciences, deel 3, N. York,1930/1949, pag. 320.

18. Dan C. Heldman, Ideology, science and the party; theneed for controls,in Problems of Communism, jrg. XVI, nr. l, januari/februari, 1967, pag. 67.

19. Th. Rigby, Security and modernization,in Survey, nr. 64, juli 1967, Londen, pag. 14.

20. Klaus Mehnert, Stalins Tochter in Amerika (Einleitung),in Osteuropa, jrg. 17, nr 5/6, mei/juni 1967, p. 331.

21. René Ahlberg, Entwicklungen and Probleme der sowjeti-schen Soziologie,in Osteuropa, jrg. 17, nr. 2/3, februari/maart 1967, pag.81.

22. Hans-Hermann Hohmann ,, Die sowjetische Wirtschaftsre-form vom Herbst 1965,in Moderne Welt, jrg. 7, nr. 2 (2e kwartaal 1966), Düs-seldorf, 1966, pag. 220.

23. Wolfgang Leonhard, Entmachtete Dogmatiker. In der Krem-linführung gärt es wieder,in Die Zeit, nr. 29, 21 juli 1967.

24. Vladimir Petrow, bespreking van Leonard B. Schapiro. TheGovernment and Politics of the S.U., 2nd ed., London1967,in Problems of Communism, jrg. XVI, nr. 4, juli/aug.1967, pag. 67.

25. J. W. Bezemer, De ideologische factor in de buitenlandsepolitiek van de S.U.,in Internationale Spectator, jrg. XXI, nr. 14, 22-7-67,pag. 1161.

26. Hugh Seton-Watson, Totalitarianism reconsidered,in Problems of Communism, jrg. XVI, nr. 4, juli/aug.1967, pag. 53.

27. Jan, Romein, Aera van Europa,Leiden 1954.

Page 189: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

28. Jens Hacker, Tagung der Deutschen Gesellschaft für Ost-europakunde,

in Osteuropa, jrg. 17, nr. 1, januari 1967, pag. 74. 18929. Werner Hofmann, Osteuropas Intelligenz auf der Flucht in

die Theorie,in Merkur, Deutsche Zeitschrift für Europäisches Denken,nr. 222, Jrg. XX, nr. 9, September 1966, pag. 898.

30. Peter H. Juviler and Henry W. Morton (ed.) Soviet Policy-Making. Studies of Communism, in transition,N. York/Londen 1967.

31. Jerry Hough, The Soviet Elite II. In whose hands the future?in Problems of Communism, jrg. XVI, nr. 2, maart/april1967, pag. 18.

32. Sidney Hook, Whither Russia? Fifty years after,in Problems of Communism, jrg. XVI, nr. 2, maart/april1967, p. 76.

33. Firuz Kazemzadeh, Demokratischer Zentralismus,in Sowjetsystem and Demokratische Gesellschaft, deel 1,Freiburg 1966, Kolom 1158.

34. Bernhard Grossmann, 'Orientalische Despotic'. Ueber einenneuen Beitrag zur Deutung des Totalen Staates,in Hamburger Jahrbuch für Wirtschafts- and Gesell-schaftspolitik, 3. Jahr, Tübingen, 1958, pag. 188.

35. H. L. Verhaar, De Kremlinologen en Chroesjtsjov,in Internationale Spectator, jrg. XXI, nr. 14, 22-7-67,pag. 1190.

36. K. S. Karol, Polen zwischen Ost and West,Hamburg, 1962.

37. H. Dooyeweerd (I) Maatstaven ter onderkenning van pro-gressieve en reactionaire bewegingen in de historischeontwikkeling,in Verslag van de plechtige viering van het honderdvijf-tigjarig bestaan der Kon. Ned. Akademie van wetenschap-pen, 6-9 mei 1958, Amsterdam 1958, pag. 61.

38. (II) Grondproblemen der wijsgerige sociologie,in Verkenningen in de wijsbegeerte, de sociologie en derechtsgeschiedenis, Amsterdam, 1962, pag. 67.

39. Alexander Gerschenkron, Economic Backwardness in his-torical perspective,Harvard U.P., Cambridge, Mass., 1962,met name:hfdst. 1, titel als van het boek, pag. 5;The approach to European Industrialization: A postscript,pag. 353.

40. Erik Boettcher, Die Sowjetische Wirtschaftspolitik amScheidewege,met een 'Vorwort' van Heinz-Dietrich Ortlieb, Tübingen1959.

Page 190: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

41. F. C. Spits, De kringloop van de oorlog. De oorlog en hetdenken over de oorlog in een historische periode,

190 in Oost-West, jrg. 6, nr. 4, april/mei 1967, speciaal nx.Ontwikkeling van het denken over oorlog en vrede, pag.110.

42. R. C. Kwant, Open Marxisme,met uitvoerige weergave van Rudi Supek's `Dialectiquede la pratique sociale', Praxis (J. Slay.) Jrg. 1, 1965.in Internationale Spectator, Jrg. XX, nr. 2, 22 januari1966, p. 87.

43. Hannah Arendt, De revolutie. Macht en onmacht van eenmodern politiek verschijnsel,Aula 225, Utrecht 1965.

44. Ph. de Vries, artikel Absolutisme,in, Historische Winkler Prins Encyclopaedia, le deel,Amsterdam 1957, pag. 142.

45. W. Leithmüller, bespreking van Otto Hoetzsch: Russland inAsien, 1966,in Osteuropa jrg. 17, nr. 1, januari 1967, pag. 67.

46. George D. Embree, China's population explosion,in Oost-West, jrg. 6, nr. 6, juli/augustus 1967.speciaal nr. Communistisch China, recente ontwikkelingen,pag. 207.

47. Theodore H. von Laue, Sergei Witte and the Industrializa-tion of Russia,Columbia U.Pr., N. York and Londen, 1963.

48. M. A. Lathouwers, (I) Doorbraak naar het licht' in dehedendaagse sowjetliteratuur I,in Oost-West, jrg. 3, nr. 2, april 1964, pag. 34.

49. (II) idem, deel II slot, in nr. 3, mei 1964, pag. 68.50. (III) Nieuwe anthropologische perspectieven in, de

S.U.,Oost-West, jrg. 5, nr. 4, april 1966, pag. 105.

51. (IV) Religieuze motieven en tendenties in de Sowjet-literatuur,Oost-West, jrg. 5, nr. 5/6, mei/juni 1966, pag. 169.

52. Barbara Bode, Sowjetliteratur 1964,in Osteuropa, jrg. 16, nr. l, januari 1966, pag. 30.

53. Helen von Ssachno, Der Fall Sinjawskij/Daniel,in Merkur, nr. 222, Jrg. XX, nr. 9, sept. 1966, pag. 884.

54. Leopold Labedz, The S.U. and the `Great Proletarian Cul-tural Revolution' in China, Introduction,in Survey nr. 63, april 1967, spec. nr. met zelfde titelals de bijdrage van Labedz, pag. 3.

Opmerkingen1. In de benutte engelse en duitse bronnen werden voor derussische namen verschillende transcripties toegepast (b.v. Chaa-

Page 191: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

dayev resp. Tschaadajew; Chernyshevsky resp. Tschernyschew-skij). Onze pogingen om ze in een nederlandse transcriptie weerte geven volgens een uniforme regel zullen niet als geheel ge- 191slaagd zijn te beschouwen.2. Enkele malen hebben wij citaten uit buitenlandse b ronnen innederlandse vertaling gegeven. Ze werden tussen ' ' geplaatst.De lezer gelieve in deze gevallen telkens erbij te lezen: (eigenvertaling) .3. In enkele citaten staan gedeelten tussen haakjes. Dit zijnverduidelijkingen van ons, v. P.

Page 192: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie
Page 193: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

R. WILLEMS

Totalitaire samenleving

Page 194: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

194

1 A. E. Graf, 1200 Neue Russische Sprichwörter, Halle (Saaie),1963, p. 115.

Page 195: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

TOTALITAIRE SAMENLEVING 195

`Die Partei-Wahrheit steht fiber allen Wahrheiten' 1

Bovenstaand Sowjet-russisch spreekwoord schildert infeite de achtergrond voor het toneel, waarop het levenin een totalitaire samenleving zich afspeelt.

Dit opstel beoogt het ontstaan van zulk een levensto-neel wat nader te belichten en tevens aan te geven welkeen grote invloed deze omgeving op de spelers uitoefent.

In de eerste plaats zal daartoe ingegaan worden op deinbreuk die in het algemeen gepleegd wordt, in een zo-danige samenleving, op de persoonlijke vrijheid van demens en op het eigen karakter der verb anden, waarinzijn leven zich afspeelt. Vervolgens zal getracht wordenin het kort aan te geven, hoe Rusland door het Commu-nisme van Lenin en Stalin tot een typisch voorbeeld vanzo'n samenleving werd.

Het zal duidelijk zijn dat een behandeling van ditonderwerp, gezien het kader van dit werk, slechts frag-mentarisch kan zijn. Het verschijnsel wortelt in vele we-tenschapsgebieden, waarvan wijsbegeerte, theologie, ge-schiedenis en de sociale wetenschappen slechts enige zijn.De ware zondvloed van literatuur, die sinds mensenheu-genis hierover verscheen moge dit staven.

I. Karakter en oorsprong van een totalitaire samenleving

Alvorens het karakter van een totalitaire samenlevingte schetsen is het wellicht goed het begrip zelf wat naderte omschrijven. In de literatuur hierover wordt het be-grip namelijk nogal eens verward met autocratie, tiran-nie, dictatuur en dergelijke. Een veelgebruikte omschrij-ving, die hier ook gehanteerd zal worden, stelt dat een

Page 196: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

196

totalitaire samenleving — een samenleving is waarbijhet staatsgezag alle levensbetrekkingen van de onder-danen, ook de geestelijke en zedelijke, vrijelijk naar eigeninzicht regelt. Onder totalitarisme wordt dan verstaan,het streven, dat het vestigen van een totalitaire staats-vorm beoogt 2 .

Een geschiedkundige oorsprong van het totalitarismeis moeilijk te geven. Reeds de Bijbel geeft het voorbeeldvan het volk Israël, dat in het oude Egypte in een situa-tie verkeerde, die enigszins doet denken aan een totali-taire samenleving. Ook de universalistische staatsleer vanPlato wijst de staat reeds aan als het grote geheel, datalle andere levensverbanden omvat als onzelfstandigedelen, die voor hun vervolmaking het geheel — de staat— van node hebben 3 . Machiavelli ziet de staatsraison alshèt leidende principe voor de vorst, ook al zou de moraalin het gedrang komen 4. Misschien kunnen we zelfs stellen,dat de totalitaire samenlevingsvorm gegrondvest is in detotaliteit der ideeën van de Westerse cultuur.

Poditicologen hebben reeds dikwijls de vinger gelegdop het feit dat de mens en zijn samenleving niet altijdverstaan wat het beste voor hen is. Bij het bepalen vanzijn belang wordt de mens te dikwijls geleid door kort-stondige en kortzichtige emoties. Een ander feit is, datde mens ook maar zelden de geschiktheid bezit om metwijs inzicht over zijn mede-mensen macht en gezag uit teoefenen, zonder dat hij daarbij constant moet worden ge-controleerd en gecorrigeerd.

Democratische samenlevingen hebben het ook daarom

2 Elseviers Encyclopedie, 1962.3 Politeia, J. D. Bierens de Haan. Amsterdam 1946.4 Idem Politeia.5 W. W. Rostow, A. Levin, e.a., The dynamics of Soviet society.New York, 1954, p. 30.

Page 197: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

verkieslijker geacht het risico te nemen dat de regeerdersen het volk samen fouten zouden maken bij het bepalenvan het gemeenschapsbelang op lange duur, dan hetrisico te nemen van een regering zonder controle vanuitdie samenleving. De pure democratische conceptie is ech-ter in zekere mate tot een accoord gekomen met de geor-ganiseerde maatschappij door de behoefte de individuentegen elkaar te beschermen, de maatschappij als geheelte beschermen tegen anderen en de behoefte de werkersvan de maatschappij te beschermen tegen al te onbesuis-de verlangens van het individu.

Het evenwicht dat zodoende ontstaat tussen vrijheiden orde — en die iedere samenleving kan bereiken, waar-bij ze dan nog doeltreffend kan werken ook — kan na-tuurlijk variëren. Het evenwicht zal niet alleen variërenvan samenleving tot samenleving, maar ook binnen demaatschappij. Dit zal afhangen van de culturele erfenis,het onderwijspeil der burgers en de problemen waarmeede maatschappij geconfronteerd wordt.

Uit de geschiedenis blijkt dat dit evenwicht soms moei-lijk te bereiken is, en er zijn voorbeelden te over waar debalans doorsloeg naar een te grote staatsmacht, tegen-over een te geringe zeggenschap der onderhorigen. In dereeks van mogelijke evenwichtssituaties neemt het totali-taire regime een extreme plaats in. Hier wordt geen po-ging van betekenis gedaan om het compromis tussen deonschendbaarheid van het individu en de eisen van eendoeltreffend gemeenschapsleven te bereiken. Hierbijwordt ook de morele zwakheid van de machthebber ont-kend. De individuele vrijheid van de mens wordt niet meergezien als een voortreffelijk goed, integendeel, het uiterstegezag van de geconcentreerde macht wordt voorgesteldals een innerlijke deugd 5 .

Het is in de geschiedenis vaak gebleken dat de macht-hebber daarbij verslaafd raakt aan deze 'deugd' en zijn

Page 198: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

macht dan ook zelden vrijwillig overdraagt aan ande-ren s.

198Wat het karakter van een totalitaire staat betreft, wor-

den de volgende zes punten wel beschouwd als de basis-kenmerken van dit verschijnsel: 7

1. Een officiële ideologie, bestaande uit een stelselvan doctrines die alle vitale aspecten van het menselijkbestaan omvat. Deze ideologie richt zich naar en wordtgeprojecteerd op een heilstaat, het bevat een chiliastischepretentie gebaseerd op een radicale afwijzing van de be-staande maatschappij en op een verovering van de we-reld voor de nieuwe maatschappij. Van een ieder wordtverwacht dat hij, op zijn minst passief, deze leer aan-hangt.

2. Eén partij, geleid door een dictator of een kleinegroep, die meestal slechts een klein gedeelte der bevolkingals actieve leden telt. Deze mensen zijn de partij volledigtoegedaan en bereid haar belangen op iedere denkbarewijze te verbreiden. Deze partij is strikt hiërarchisch op-gebouwd en het typisch kenmerk is dat zij of boven hetbureaucratisch regeringsapparaat staat, óf er volkomenmee verweven is.

3. Een politieapparaat, dat door middel van eenschrikbewind de partij steunt en tegelijk ten behoeve vande leiders controle uitoefent op de leden. Het wordt aan-gewend tegen de verklaarde 'vijanden' van het regime ofzelfs tegen hele bevolkingsklassen. Bij het schrikbewindwordt systematisch gebruik gemaakt van de moderne we-tenschap en in het bijzonder van de psychologie.

6 H. J. Laski, Power tends to corrupt — in The Soviet Crucible.Princeton, 1962.7 C. J. Friedrich, Z. K. Brzezinski, Totalitarian Dictatorship andAutocracy. New York, 1964, p. 9.

Page 199: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

4. Een volledige controle van de partij en haar on-dergeschikten over de effectieve communicatiemedia alsradio, T.V., pers en film.

5. Een bijna volledig monopolie van de machtheb-bers, van de gewapende macht (leger, vloot en lucht-macht) .

6. Een centrale leiding en controle over de geheleeconomie door de bureaucratische coördinatie van devroeger onafhankelijke samenwerkingsverbanden.

Deze zes punten zullen zeker aangevuld kunnen wor-den met andere facetten, toch vormen zij naar mijn me-ning reeds een voldoende grondschets voor het karakter.Men zal ongetwijfeld ook tegenwerpen dat verschillendevan de hierboven genoemde eigenschappen reeds veel-vuldig vroeger voorkwamen. Dit zij volledig toegegeven;Caesar bijv. kende ook reeds een soort van geheime poli-tie. Maar nooit hadden de oosterse despotismen, de abso-lute monarchieën van Europa, noch de tirannieën deroude Griekse steden of het romeinse imperium en de mili-taire dictaturen van de laatste eeuwen, deze combinatievan verschijnselen als hun kenmerk. Dit maakt een tota-litaire samenleving nu juist tot een geheel nieuw, zij hetafschrikwekkend, verschijnsel in onze wereld. Mede wordtdit bepaald door de ontwikkeling van het technisch kun-nen. Vooral de laatste vier kenmerken zijn sterk techno-logisch bepaald. De moderne methodes op het gebied vanterreur- en vernietigingswapens zijn ons sinds de TweedeWereldoorlog voldoende bekend. We kennen ook de in-vloed die de moderne communicatiemiddelen op de mas-sa hebben. En ook alleen de moderne organisatietechnie-ken konden het mogelijk maken de ingewikkelde econo-mische constellatie te beheersen.

In het kort zal getracht worden de invloed van hettotalitarisme op de samenleving na te gaan.

Page 200: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

Betekenis voor het individu.

200'Mens-zijn sluit als feit het medemens-zijn in'. Ban-

ning stelt dat het menselijk leven alleen tot ontplooiingkan komen door aanraking met en beïnvloeding door demedemensen. Dit contact vindt plaats in gezin, speel-groep, school, vereniging, kerk en politieke partij. Dezefeitelijkheid is tegelijk een norm voor de mens; daartoeheeft hij het vermogen tot communicatie ontvangen. Hetmenszijn als feit betekent tevens een eigen individualiteit-in-ontplooiing; hij wordt een eigen persoonlijkheid doorde innerlijke eenheid die hij verovert op zowel aanleg alsmilieu 8 . Dit nu wordt in een totalitaire samenleving ont-kend; de mens wordt een object, zijn zelfstandig kiezenen de verantwoordelijkheid daarvoor wordt hem ontno-men. Zijn zelfrealisatie in wetenschap, kunst en moraalwordt omgebogen naar een realisatie van de staatsideeof partij-ideologie. In ruil hiervoor wordt hem 'zeker-heid' geboden op zijn levensweg (enigszins te vergelijkenmet de 'hoede' van de Moederkerk in de middeleeuwsetheocratieën) 9 .

Samenlevingsverhoudingen in een totalitaire samenleving.

Vooral deze levensbetrekkingen tracht de totalitaire staatvolledig in zijn macht te krijgen. De reden hiervoor ligt ineen scherp onderkennen van de functies van deze samen-levingsverhoudingen en het gebruik dat men van dezefuncties kan maken als technieken van sociale controle.Enige functies moge ik hier noemen.

8 W. Banning, Om Mens en Menselijkheid. Amsterdam 1960,p. 8 e.v. J. A. A. van Doorn en C. J. Lammers, ModerneSociologie. Utrecht 1964, p. 19, 20.9 H. Köhler, Das Menschenbild des Dialektischen Materalismus.München, 1963, p. 32-80.10 Van Doorn, Lammers, Moderne Sociologie, p. 300 e.v.

Page 201: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

1. Cultuuroverdracht: Dit is voor een sociale veran-dering een zeer belangrijk aangrijpingspunt. Men heeftwel opgemerkt, dat het succes van het nationaal-socialis- 201me niet in de laatste plaats te verklaren is geweest uit detoeloop der Duitse onderwijzers. Alle onderwijs, pers, ra-dio, film, theater en tentoonstelling wordt niet alleenonder controle gesteld, maar ook geëxploiteerd ten nuttevan het nieuwe regime. Communicatie met het doorgaans'vijandige buitenland' wordt als regel gecensureerd ofgeblokkeerd. In het verenigingsleven gaat de opvoedingen vooral de heropvoeding gepaard met een rigoureuze'bekeringsijver'; dit manifesteert zich in de vorm vanzeer frequente discussie-bijeenkomsten, gecontroleerddoor betrouwbare partijleden. Een van de meest frappan-te staaltjes van georganiseerde cultuuroverdracht is welhet herschrijven van de geschiedenis van een volk, zodatde historie van het volk via de selectieve zeef van de par-tij-ideologie wordt overgedragen 10 .

2. Sancties: Beloningen en straffen garanderen overhet algemeen — tot op zekere hoogte — een continueaanvaarding van de 'cultuur', met name de normen, doorde leden van de samenleving. Dat hiertoe in een totalitairesamenleving dan ook vaak een politiemacht in het levenwordt geroepen, zal geen verwondering wekken. Het be-hoort tot een der eigenschappen van het systeem.

3. Collectief ritueel: Oude levende rituelen zullendoor de staat al spoedig verhinderd worden door hetverbieden van samenscholingen, vergaderingen, proces-sies, etc. Daarentegen zijn de riten der nieuwe macht-hebbers gewaardeerde middelen ter verbetering van hetcollectief zelfgevoel en intimidatie van de buitenstaan-ders. Hiervan zijn voorbeelden te over zoals de 1-meiparades, de Neurenberger partijdagen, fakkeloptochtenen openbare verbrandingen van 'ondermijnende' litera-tuur.

Page 202: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

4. Selectie: Dit is zeker niet de minst belangrijkefunctie van de georganiseerde verbanden. Alle totalitaire

202 bewegingen hebben zich daartoe intensief beziggehoudenmet de indoctrinatie van de jeugd. Zo zagen we in Italiëde Balilla-organisatie, in Duitsland de Hitlerjugend ende Komsomol in Sowjet-Rusland. De door de overheidgestimuleerde groei van deze jeugdorganisaties is tref-fend. Zo telde de Italiaanse fascistische jeugdorganisatiein juli 1937 6.052.581 leden tegen 60.941 in januari 1924.In Duitsland bedroeg het aantal leden der Hitlerjugendin 1932 — 107.856, terwijl dit opliep tot 7.728.259 in1939 en ruim 10.000.000 tegen het einde van 1942. DeKomsomol groeide ook snel van 3.800.000 in 1936,9.300.000 in 1949, 13.380.000 in 1951 tot ruim 18 mil-joen in 1954 11 . Via examens over de partij-ideologie enbevorderingen bereidt de partij uit dit mensenmateriaaleen kader voor de toekomst, dat onvoorwaardelijk trouwen toewijding betoont aan 'de grote zaak' 12

Samenvattend kunnen we stellen dat het totalitarismede neiging heeft alle sociale verbanden gelijk te schake-len ('Gleichschaltung') en samen te voegen (collectivi-sering), waardoor zij van hun eigen functies beroofdworden. Deze verarming van de samenlevingsverbandengevoegd bij een wederzijds wantrouwen dat door de ter-reur gekweekt wordt, heeft dikwijls tot gevolg gehad datmen zich afzijdig ging houden van zijn medemens. Metandere woorden, totalitaire sociale controle heeft het

11 Friedrich, Brzezinski, Totalitarian Dictatorship and Auto-cracy, p. 39 e.v.12 Van Doorn en Lammers, Moderne Sociologie, p. 305.13 A. Stam, Oosthoeks Encyclopedie, 1963, 'Totalitarisme'.14 S. U. Zuidema, Communisme in ontbinding, Wageningen, z.j.,p. 158. Ook: H. Köhler, Das Menschenbild des DialektischenMaterialismus, p. 62.

Page 203: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

paradoxale gevolg dat het individualisme er veelal doorverdiept wordt. Vaak heeft de burger het idee dat hijbijvoorbeeld ook in een sportvereniging of kunstvereni- 203ging niet meer zichzelf kan zijn, zodat hij zich terug-trekt ('innere Emigration') 13.

Betekenis voor de wetenschap.

Zoals verwacht kan worden, is ook de beoefening vanwetenschap geen zaak meer, die alleen de beoefenaar enuniversiteit aangaat. De totalitaire staat zal ten spoedig-ste ingrijpen en zorgen dat de wetenschap onder haar con-trole komt. Van een politiek neutrale wetenschap is geensprake; zij moet partijwetenschappelijk bedreven worden.In de eerste plaats zal dit dienen om ongewenste, dochmeestal invloedrijke kritiek te smoren (het verzet en desluiting der Nederlandse universiteiten in de afgelopenoorlog is hiervan een duidelijk voorbeeld). In de tweedeplaats zal de wetenschap ook in dienst gesteld worden omde partij-ideologie — de 'waarheid' — te verbreiden.Zuidema heeft dit zeer raak in de volgende zin samen-gevat:

'De wetenschap behoudt nog het recht en de compe-tentie om te 'bewijzen', maar zij kan niet bewezenhebben, als zij niet bewijst, wat de Partij haar gewezenheeft' 14 .

Zo wordt het levensgebied der wetenschap en zo ookder kunst van een nevengeschikte positie ten opzichtevan de staat naar een onderschikking gemanoeuvreerd.Dooyeweerd ziet hierin een onderbreking van het histo-risch proces van differentiëring van de cultuur, speciaalin de bijzondere sferen van wetenschap, kunst, handel enbedrijf, staatkunde, godsdienst, etc., waarbij hij van me-ning is dat

'het een duidelijk bewijs is van de regressieve ten-denzen van alle moderne totalitaire politieke systemen,

Page 204: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

dat zij het proces der culturele differentiëring en indi-vidualisering trachten teniet te doen door een metho-

204 dische geestelijke gelijkschakeling van alle cultuursfe-ren, hetgeen impliceert een principiële loochening vande waarde van de individuele persoonlijkheid in hetontsluitingsproces der historie' 15

II. Ontwikkeling van Rusland tot Totalitaire Staat.

Uit wat ons de afgelopen 50 jaar van Sowjet-Ruslandbekend geworden is, kunnen we concluderen dat het hier-boven beschreven patroon gepast heeft op de samen-leving in de U.S.S.R. We zullen ons in het volgende be-palen tot enige oorzaken die een totalitair systeem inRusland mogelijk maakten en het geven van enige illus-tratieve beelden. Ofschoon een enigszins adequate histo-rische beschouwing over de oorzaken hier moeilijk te ge-ven is, moeten we toch teruggrijpen naar enige facettenuit de Russische geschiedenis.

Voorgeschiedenis:

Kuypers en anderen plaatsen de revolutie van 1917 enhaar gevolgen tegen de achtergrond van het Russischdenken en van de Russische historie. Zij zien het Sowjet-staatsbeeld als een fase in een eeuwenoude continue wor-steling van de Russen met het probleem van de staat.

15 H. Dooyeweerd, Maatstaven ter onderkenning van Progres-sieve en Reactionaire bewegingen in de Historische ontwikke-ling. In: Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen1808-1958. Amsterdam, 1958, p. 74.16 G. Kuypers, De Russische problematiek in het Sowjet-Staats-beeld, diss. Wageningen 1954, p. 9.17 I. J. Brugmans, Kantelend Tijdperk, wereldbeeld 1919-1939,Groningen, 1947, p. 39/40.18 W. Banning, Karl Marx; Leven, Leer en betekenis. Utrecht1965, p. 157.19 G. Kuypers, De Russische problematiek in het Sowjet-Staats-beeld, p. 6.

Page 205: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

Het door velen beschreven karakter van het volk speelthierbij een niet onbelangrijke rol. Kuypers stelt het alsvolgt: 205

'Wat de Russen blijkt te ontbreken, is het vermogen,om een structuur op te bouwen, waarin de droom en dewerkelijkheid tot elkaar zijn gebracht, waarin de rech-ten van de één zijn afgewogen tegen de rechten van deander, waarin die 'checks and balances' zijn aange-bracht, die een bestel rustig doen functioneren' 16.

En Brugmans komt tot de conclusie, dat de Rus eendogmaticus is, die het sceptisch criticisme van het Wes-ten mist 17.

Over de vroegste geschiedenis van Rusland is ons nietveel bekend. Volgens oude Russische annalen richttende bewoners van Nowgorod, gelegen aan de Wolchow,in het midden van de 9e eeuw n. C. een verzoek totRurik, een der toen in Rusland zwervende Noormannen,van de volgende inhoud : 'Ons land is groot en bezit eenovervloed van alles, maar er heerst geen orde; kom, neembezit van het land en regeer ons' 18. Uitgezonderd mis-schien in deze vroege tijden, is het een feit dat de Rus-sen eeuwenlang geleefd hebben onder een staatsmachtdie hen van bovenaf werd opgedrongen.

Tot omstreeks 1700 overheersten hierbij theocratischeopvattingen. De staat ontleende zijn gezag aan de Bij-bel, die hem de maatstaven gaf van goed en kwaad.Maar ook een steeds toenemende autocratie werd doorde machthebbers vanuit Gods woord verdedigd. Enigespreekwoorden uit het tsarenrijk zijn tekenend:

'Zonder God bestaat de wereld niet, zonder tsaarwordt zij niet bestuurd.'en 'Bij de tsaar is ook de waarheid' 19.

De overeenkomst tussen dit laatste gezegde en dat aanhet begin van dit opstel is treffend.

Page 206: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

Gedurende de regeringen van Peter de Grote (1672-1725) en Catharina I1 (1762-1796) voltrok zich ook in

206 Rusland een seculariseringsproces. Voor de autocratiemaakte dit echter weinig verschil; zij werd opnieuw ge-fundeerd, maar nu op het natuurrecht, staatsraison en derede. Want alleen zo kon het algemeen welzijn wordengediend. Dit nam evenwel niet weg dat deze Verlich-tingsideeën ook vrijheidsgedachten in Rusland wakkerriepen. Deze vrijheidsgedachten moesten wel tegenkrach-ten oproepen in de bestaande autocratische staatsstruc-tuur. Dit was overal in Europa het geval geweest en nietzonder, soms ernstige, verwikkelingen. Maar toch vonder na verloop van tijd steeds een wisselwerking plaatstussen de nieuwe staatsleer en de oude staatsstructuur. InRusland echter kwam deze wisselwerking niet tot stand,integendeel, de compromisloze autocratie verstarde er enhet volk bleef ongeïnteresseerd. Kuypers ziet ook hierweer het onvermogen van Rusland om tot een compro-mis te komen. Of men zag sterke anarchistische en revo-lutionaire tendensen 6f een autocratisch systeem.

Wetenschapsmensen die wel tot een compromis kon-den komen en een evolutie naar grotere democratie in destaatsstructuur wensten, konden deze wensen nooit inwerkelijkheid omzetten. Zij konden zelfs hun denkbeel-den niet langs de weg van politieke actie onder het volkbrengen 20. Zo ontstonden in het Rusland van de 19e

Zie de artikelen in: The Russian Intelligentsia, van MartinMalia, Leonard Schapiro en Boris Elkin, Columbus U.S.A. 1960.Ook: Rostov/Levin. The dynamics of Soviet Society. p. 35.21 W. W. Rostow, De vijf fasen van economische groei, Utrecht1964, p. 210.22 W. Banning. Karl Marx, p. 156.23 F. Engels, Anti-Dühring.24 K. J. Kraan, Een christelijke confrontatie met Marx, Leninen Stalin, Kampen 1953, p. 59.

Page 207: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

eeuw de zich steeds meer radicaliserende krachten, diehet land rijp maakten voor de Grote Revolutie.

Het Marxisme en Rusland.Het Russisch communisme is voortgekomen uit een po-

ging een oplossing te vinden voor de Russische proble-men. Marx had hiervoor geen antwoord; hij had nau-welijks interesse voor Rusland, met zijn voor 80 % anal-fabetische boerenbevolking 21 . Zijn vooronderstellingen,zoals accumulatie en concentratie van het kapitalismeenerzijds, en een door ellende en st rijd rijp gewordenindustrieel proletariaat anderzijds, waren in dit land nietaanwezig 22.

Marx en zijn volgelingen gaven trouwens toch geenblauwdruk voor de proleta rische heilstaat. Volgens hunmening was de bestaande staatsmacht, ondanks alle scho-ne schijn, een instrument in handen van een kleine min-derheid, zich baserend op de eigendom der kapitalisten(der ideelle Gesamtkapitalist 23 ) . Deze staatsmacht wasbedoeld om de grote meerderheid, het proletariaat, teonderdrukken. Na de Revolutie zou het proletariaat re-geren in de vorm van een democratische republiek, om-dat het de meerderheid vormde. De dictatuur van hetproletariaat bestond dan ook niet daarin dat een minder-heid een meerderheid regeerde, maar dat de meerder-heid de minderheid onderdrukte. Engels noemde de de-mocratische republiek dan ook een specifieke vorm vande dictatuur van het proletariaat. Slechts op deze wijzekon de staatsmacht op den duur worden tot een 'Ge-meinwesen', dat helemaal zuiver op de behoeften van degesocialiseerde maatschappij was afgestemd, zodat staaten godsdienst in nevelen, hun natuurlijk element, zou-den worden opgelost 24. Of deze theorie opging voor enigland, is een open vraag; Lenin zegt dan ook, dat Marxgeen beeld van een heilstaat geven kon, omdat hij als

Page 208: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

echte man van wetenschap zijn stellingen alleen uit dewerkelijkheid afleidde, terwijl het socialisme in zijn dagen

20E nog geen realiteit was 25. Marx' theorie ging zeker nietop voor een weinig ontwikkeld Rusland, waar het prole-tariaat de minderheid vormde.

Lenin buigt deze theorie dan ook om en stelt dat hetproletariaat 'om de meerderheid van het volk te win-nen', de bourgeoisie moet overmeesteren, waarna het instaat zal zijn 'snel de sympathie en aanhang van de zwoe-gende niet-proletarische massa te winnen door ten kostevan de uitbuiters aan hun behoeften te voldoen' 26 . ppden duur zal het politiek-dwingende karakter van deproletarische dictatuur dan verdwijnen en zal een soortinstelling overblijven voor de gemeenschappelijke be-hoeftenvoorziening. In ieder geval blijft er op deze wijzetoch een centraal orgaan over, dat dan min of meer re-gelend moet optreden; dus toch een staat?

Hoe dan ook ; in de, door Russische ballingen te Genèvegestichte, sociaal-democratische partij (1883) heerste vrijzeker nog de zuivere marxistische leer. Gezien echter deslechts povere industriële ontwikkeling van hun moeder-land bepaalde zij zich tot een tamelijk beperkt program.Dit program omvatte propaganda voor een systeem vanburgerlijke vrijheden, inclusief een parlementair stelselen het stellen van economische eisen voor het proletariaat,desnoods met toepassing van werkstakingen.25 W. Lenin, Staat en Revolutie. Amsterdam 1946, p. 41.25 W. Lenin, Werke, Band 30, p. 254 (uitgave Berlijn 1961).* Die Geschichte aller Länder zeugt davon, dass die Arbeiter-klasse ausschliesslich aus eigener Kraft nur ein

trade-unionis-tisches Bewusstsein hervor zu bringen vermag... Uit: 'Wass tun'(1902), W. Lenin, Werke, Band 5, p. 385/386 (uitgave Berlijn1955).27 W . Banning, Karl Marx, p. 160 en S. U. Zuidema, Commu-nisme in ontbinding, p. 147/8.28 Zie ook: F. Kazemzadeh, Demokratischer Zentralismus,kolom 1158-1165 in: Encyclopaedie: Sowjetsystem und Demo-kratische Gesellschaft, deel I, Freiburg (Did.) 1966.

Page 209: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

Staat en Revolutie.

Rond 1900 ontwikkelde zich uit deze sociaal-demo-cratische partij een groep met Lenin en Trotzki aan hethoofd, die kozen voor een andere weg. Deze weg liep viade revolutionaire verovering van de staatsmacht en eco-nomische en sociale revolutie, naar de uiteindelijke com-munistische heilstaat. Aangezien het er niet naar uitzagdat de overwegend uit boeren bestaande bevolking dezeweg zou inslaan, stelde Lenin onder andere— dat de beslissing over de te volgen taktiek niet gelaten

kon worden bij de boeren en industrie-arbeiders *,maar dat deze moest worden opgedragen aan eenleidende groep van intellectuele beroepsrevolutionai-ren (de 'ijzeren cohorte'), die van de arbeidersmassadiscipline en gehoorzaamheid mocht en moest eisen 27

— dat de Partij het contact vormde tussen de 'voorhoede'en de 'massa'

— dat de Partij één proletarische discipline moest hand-haven; op gelijke wijze geldend voor alle leden (ookvoor de leiders en wetenschapsmensen)

— dat de Partij de hoogste vorm w as van een centralis-tisch bestuurde organisatie der arbeidersklasse, ge-roepen om andere organisaties als staat, vakbewegingen jeugd te leiden en te scholen 28.

We zien dat hier al een basis gelegd werd voor de dic-tatuur en het totalitarisme. Echter moeten we wel be-denken bij het beschouwen van deze stringente regels datde Partij een illegale organisatie was, waartegen strengwerd opgetreden. In Londen (1903) kreeg de groep vanLenin c.s. de overhand (de bolsjewiki — leden van demeerderheid) en het zou deze groep worden, die de revo-lutie zou leiden.

Lenins opvattingen over het wezen van de staat zijnhiervoor reeds enigszins aangeduid; zij komen ook in zijn'Staat en Revolutie' (1917) duidelijk naar vo ren. De

Page 210: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

burgerlijke staat zou met geweld kapot geslagen en ver-nietigd worden. Dit geluid vond weerklank bij de ideeën

21■) van vele Russische anarchisten als Kropotkin en Bakoe-nin. Echter met het vervolg streek Lenin hen weer tegende haren in: het proletariaat heeft de wapens en metho-den van de staatsmacht nog tijdelijk nodig. De burgerlijkestaat zal daartoe tijdelijk vervangen dienen te wordendoor een dictatuur van het proletariaat alvorens plaatste maken voor de grote communistische heilstaat 29.

Een gevoel voor realiteit kon Lenin niet ontzegd wor-den. Want wat zou er gebeuren na de vernietiging vanhet tsaristische systeem van burgerlijke en militaire bu-reaucratie. Het onmiddellijk gevolg ervan was het ont-staan van een staatkundig luchtledig. Weliswaar zou ditvacuum volgens de communistische theorie opgevuld wor-den met de 'democratische dictatuur' van arbeiders-,boeren- en soldatenraden, doch dit liep in werkelijkheidop een volslagen chaos uit. Want hoe kon men een demo-cratie van Westers type invoeren in een voor een grootdeel onderontwikkeld land, dat jarenlang leefde in ellen-de en armoede, waar de lijfeigenschap nauwelijks vijf-tig jaar was afgeschaft? Slechts de Bolsjewiki waren met

hun kern van kundige, intelligente, en bovenal strenggedisciplineerde mensen enigermate in staat dit vacuumop te vullen.

Het stond daarbij in het geheel niet vast dat ze hierinzouden slagen, noch in eigen ogen, noch in die van det uitenwacht. Teneinde het naakte bestaan als georgani-

29 W. Lenin, Werke, Band 25, p. 416 e.v. (Berlijn, 1960).34 E. Strauss, The Ruling Servants. 1961 (De Bureaucratie,L trecht p. 180-181).37 Iskra, 1904, aangehaald door G. Paloczi-Horvath, Opstandder feiten, Tilburg 1965.32 R. Luxemburg, Die Russische Revolution, 1918 (heruitgaveFr ankfurt a.M., 1963, p. 74, 75).33 Aangehaald door B. Wolfe in: Krushchev and Stalin's Ghost,New York, 1957, p. 99.

Page 211: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

seerde regering te handhaven namen de communisten nanovember 1917 dan ook hun toevlucht tot werkwijzenmet recht op het doel afgaande beestachtigheid, die allegevaarlijke karaktertrekken van hun organisatie duide-lijk deden uitkomen. Bijna reeds vanaf het ogenblik datze als afzonderlijke partij bestonden riep dit echter welde afkeuring op van hun meer vooruitziende mede-socia-listen 30. Reeds na zijn in 1902 verschenen werken overhet program: 'Wat moet er gebeuren?' en 'Waar moe-ten we beginnen?' brak kritiek over Lenin los. Plechanowschreef in 1904:

'In Lenins opvattingen nemen we geen marxisme meerwaar, maar ... een nieuwe uitgave van de theorie overde held en de schare ... Daar hij verklaart, dat hij-zelf het enige actieve element in de geschiedenis is,beschouwt hij de massa's slechts als ... sterke, maargehoorzame werktuigen' 31.

Rosa Luxemburg waarschuwde in 1918:'Das öffentlichen Leben der Staaten mit beschränkterFreiheit is eben deshalb so dürftig, so armselig, so sche-matisch, so unfruchtbar, weil es sich durch Ausschlies-sung der Demokratie die lebendigen Quellen allen gei-stigen Reichtums und Fortschritts absperrt ... Ohneallgemeine Wahlen, ungehemmte Presse- und Ver-sammlungsfreiheit, freien Meinungskampf erstirbt dasLeben in jeder öffentlichen Institution, wird zumScheinleben, in der die Bürokratie allein das tätigeElement bleibt' 32 („der” in het laatste zinsdeel heeftwellicht betrekking op „Institution" en niet op „Schein-leben", R.W.).En Trotzki voorspelde met griezelige nauwkeurigheid:'De organisatie der partij zal de plaats innemen vande partij zelf, de centrale raad zal de plaats innemenvan de organisatie; en op het laatst zal de dictator deplaats innemen van de centrale raad' 33

Page 212: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

De Machtsmiddelen.

212

Na november 1917 slaagden de Bolsjewiki er lang-zaam in hun macht en gezag uit te b reiden van Petro-grad en Moskou tot diep in de provincies. De voornaam-ste werktuigen hiertoe waren de volksredenaars maarnog meer de gewapende partijgangers. Op bevel vanLenin werd op 20 december 1917 het BuitengewoonComité tot onderdrukking van de Tegenrevolutie (Tsje-ka) in het leven geroepen. Onder leiding van Felix Dzerz-jinski kondigde dit de 'Rode Terreur' af tegen alle staats-vijanden. Dit schrikbewind werd als schakel in het procesvan de onderwerping van het land aan de bolsjewistischewensen onmisbaar geacht. Lenin zelf verklaarde: 'Geendictatuur van het proletariaat kan bestaan zonder ter-reur en geweld' 34 . Maar ook na het verkrijgen van dezemacht bleef de terreur bestaan. Iedere keer als onderLenin, Stalin of diens opvolgers veranderingen diendenplaats te vinden, was het logische gevolg, dat er oppositieoptrad. En telkens weer was het de geheime politie, on-der haar diverse namen als OGPOe, NKVD, MWD ofKGB, die deze weerstand moest breken, tegen elke prijs.En deze prijs was hoog. Miljoenen zijn in Rusland ge-dood bij de verhoren, de executies en in de slavenkampen.

Er zijn een drietal perioden geweest waarin dit schrik-bewind tot een afschuwelijk hoogtepunt werd opgevoerd.De eerste periode is hierboven reeds aangestipt. De vol-gende kwam bij het grote opbouwprogramma van Sta-lin: het eerste Vijfjaren Plan. Bij de daartoe benodigdecollectivisering van de landbouwgronden werden alleenal miljoenen personen van de boerenbevolking — de Koe-

34 W. Lenin, Werke, Band 28, p. 164/164 (uitgave Berlijn,1959).35 C. J. Friedrich en Z. K. Brzezinski, p. 131 e.v.t6 E. Strauss, De Bureaucratie, p. 187. Zie ook: A. Nove, WasStalin Really Necessary, Londen, 1964, p. 300 e.v.

;17 Neue Zürcher Zeitung, 23 mei 1967.

Page 213: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

lakken — die verzet leverden, gedeporteerd. De OGPOestichtte daartoe reusachtige kampen voor dwangarbei-ders, waarbij zij over de bewoners vrijelijk kon beschik- 213ken ten behoeve van de zwaarste en gevaarlijkste taken,welke groots opgezette werken, zoals bijv. het beroemdeWitte-Zee-kanaal, vereisten. De derde periode van ter-reur — de tijd van de zuiveringen na 1930 — zorgdevoor de noodzakelijke aanvullingen van dit snel-slinken-de arbeidspotentieel. Niet alleen werd de geheime politieop deze manier tot een apparaat om te kunnen antici-peren op mogelijke politieke tegenstand; het werd defundamentele methode om het doel van het regime tebereiken en om de permanente revolutie in stand te hou-den zonder welke het regime zijn karakter zou verliezen,en mogelijk ook zijn macht 35.

Door zijn enorme machtsuitoefening had dit terreur-apparaat echter wel de neiging een tweede, onafhankelijkbestuursstelsel op te bouwen, een staat in de staat. Dit isin de afgelopen 50 jaar enige malen gebeurd en de partijhad toen ook kennelijk moeite de situatie weer in de handte krijgen. Als voorbeeld zien we de korte doch hevigebotsing tussen de hoofden van de partij (Malenkov enChroestsjev) en van de politie (Beria c.s.) resulterend inde dood van de laatste, waarna de politie een groot deelvan haar vroegere invloed verloor 36. Maar de politieblijft een machtsapparaat van de partij, dus niet van deregering. Dit laatste werd nog in mei '67 bevestigd doorde benoeming van Andropow, een trouwe volgeling vande secretaris-generaal der partij Brezjnjew, tot hoofd vandeze dienst 37.

De Economische Revolutie.

Moeilijker dan het breken van het verzet w as voor hetregime wellicht het oplossen van de economische proble-men. De revolutie stortte zich met grote hartstocht op de

Page 214: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

vernietiging van het particuliere grootgrondbezit en deprivaat-kapitalistische grondslagen van de industrie. De

214 handel werd afgeschaft en vervangen door distributie enook het geld- en bankwezen werd als overbodig terzijdegeschoven. De gevolgen waren echter dat de industriëleproduktie maar vooral de landbouwproduktie sterk te-rugliepen. De voedselvoorziening kwam hierdoor in grotemoeilijkheden en slechts door het toepassen van haarmachtsmiddelen kon de regering voorkomen dat zelfs departijleden zouden verhongeren. Men noemt deze perio-de van 1917-1921 wel de periode van het oorlogscom-munisme en de maatregelen van de regering waren inovereenstemming hiermee. Er volgden nationalisering vanalle industriële produktie en het invoeren van arbeids-plicht. Door een toenemende onwil van het volk evenwelbleef de produktie afnemen; dit werd nog versterkt doorgrote droogte in de jaren 1920 en 1921. Men schat datongeveer 5 miljoen Russen in deze periode de honger-dood gestorven zijn. Zo sterk was de ondervoeding vanhet volk dat medio 1922 meer dan 10 miljoen Russen ge-voed werden door de American Relief Administration 38 .

De algemene ontevredenheid gaf aanleiding tot veleboerenopstanden en een vrij ernstige revolte onder dematrozen in Kronstadt, tot dan de voornaamste steun vande bolsjewistische revolutie. Zij eisten vooral de bijeen-roeping van een Constituerende Vergadering en het her-stel van de vrije handel. Hoewel de opstanden spoedigwerden gesmoord, beschouwden de Sowjet-autoriteitenhen toch als een slecht teken. Maar Lenin toonde ookhier dat hij naast theoreticus tevens een keihard tacticuswas, die altijd klaar stond zijn politiek plotseling te wijzi-gen en een compromis te sluiten, indien hij daardoor

38 G. Vernadski, Geschiedenis van Rusland. Amsterdam, 1947,p. 77.39 G. Vernadski, idem, p. 77.

I

Page 215: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

meester kon blijven van de situatie. 'De produktievekrachten van onze arbeiders en boeren zijn zo verarmd,geruineerd en uitgeput, dat alles opzij gezet moet worden 215om de produktie te doen toenemen', aldus Lenin in zijnrede voor de Tiende Conventie van de Communistischepartij in maart 1921 39 . En daarmee kondigde hij zijnNieuwe Economische Politiek (N.E.P.) aan die zou durentot 1928. Hierbij kwam men op velerlei gebieden terugvan het communistische systeem, door het weer toelatenvan particulier geleide industrie, waardoor de concurren-tie en het crediet- en bankwezen terugkeerden. Het dis-tributiesysteem werd voor een groot deel verlaten en dearbeidsplicht afgeschaft.

Na de dood van Lenin in januari 1924 en demachts-overname van Stalin, kwam men binnen de partij tot demening dat, ondanks de verbetering van de economi-sche situatie, de politieke gevolgen verkeerd waren en datde toegevendheid tegenover de boeren oorzaak was vanverontrustende toeneming van de klasse der rijke boeren.Men besloot het land, mede gelet op de ontwikkelingen inde min of meer vijandige buurlanden binnen de kortstmogelijke tijd van een enorme 'zware industrie' te voor-zien. De gelden, grondstoffen en arbeidskrachten hie rvoormoesten van het platteland komen en de mogelijkhedenhiertoe zag men in een zeer sterke collectivisatie en me-chanisatie van de landbouw en een verlaging van delevensstandaard. In feite vormden deze programmapun-ten, neergelegd in de bekende 'Vijfjarenplannen', eennieuwe sociale revolutie na de jaren van de N.E.P. en van-zelfsprekend riep dit grote weerstanden op bij de haastwanhopige boeren. Toch wist Stalin, naast toepassingvan de hiervoor reeds genoemde terreur, met zijn leus'Opbouw van het Socialisme in één land' vele delen vanhet volk te overtuigen, dat het nu ging strijden voor deeconomische opbloei van het eigen land. Dit in plaats

Page 216: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

van internationale avonturen waar Lenin zich wel meebezighield. Het werd de Russische leiders hierdoor mo-

216 gelijk, het herlevend patriottisme dat sinds de Duitse drei-ging zo'n grote vlucht nam, dienstbaar te maken aan deschepping van de nieuwe communistische staat. Niemandzal nu nog ontkennen dat Stalin Rusland gemaakt heefttot een sterke natie. We moeten ons echter afvragen ofdit alleen kon door middel van zo'n streng regime, datdaarvoor zonder blikken of blozen de levens van velemiljoenen opeiste.

De opbouw van de economie heeft in een totalitaire sa-menleving enige speciale facetten die niet ongenoemdkunnen blijven. We zagen reeds het onderwerpen van deproduktie en de verdeling van goederen aan de staat. InRusland is hiervoor een enorm, door de partij beheerst,bureaucratisch apparaat gegroeid, dat het hele econo-mische leven vanaf het maken van de plannen tot de con-trole over ieders prestatie strikt in eigen hand houdt. Datzulk een organisatie alle fouten vertoont die bureaucra-tische instellingen normaal vertonen, zal niet verbazen.De weerstanden tegen dit systeem worden dan ook metde dag groter.

Enige andere facetten op sociaal en economisch ge-bied, zijn de opgeheven rechten van het individu. Zo be-stond er ten tijde van Stalin, geen vrijheid van beroeps-keuze; door planbureau's werd uitgemaakt hoeveelkrachten men voor elk beroep nodig had. Men krijgt deindruk dat deze vrijheid, zij het beperkt, in Rusland weeraanwezig is.

Vrijheid van beweging en vestiging. Hoewel deze vrij-heid in de westerse wereld ook beperkt is, is zij groter

40 W. Banning, Confrontatie van Oost en West, Utrecht, p.37 e.v.41 Idem, p. 136.

Page 217: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

dan in Rusland, waar dit door de partij of zelfs door deOGPOe bepaald werd en nog wordt.

Vrijheid van organisatie en staking. In het totalitaire 217Rusland bestaat deze vrijheid slechts voor wat betreft hetzich organiseren in door de partij gecontroleerde vereni-gingen. Het stakingsrecht wordt absurd geacht omdat erniets bestaat waarvoor gestaakt kan worden en omdatstaken verraad is aan het welzijn van de samenleving enaan het socialistische vaderland 40.

De veranderende Sowjet-Unie.

Bezien we de ideologie van de communistische partij,dan blijkt hierin gedurende de periode v an Stalin endaarna officieel weinig verandering gekomen. Nog steedsis het marxisme de atheïstische wereldbeschouwing der re-volutionaire arbeiderspartij. Deze berust op de weten-schap van feiten en logische redeneringen, gezien vanuitde 'diahistomat' — het historisch materialisme, stoe-lend op de algemene wet van het dialectisch materialismedie de gehele kosmos regeert.

Dit beginsel zal de waarheid vormen in alle weten-schappen, van astronomie tot biologie en psychologie.Wel is de revolutiegedachte wat verzwakt en is meer na-druk gekomen op de periode van opbouw van de com-munistische heilstaat, waar ieder gelijk is en waar over-vloed is voor allen.

De partij is nog immer het orgaan dat deze ideologiehandhaaft en toepast op alle terreinen van het leven.Voor deze taak staan haar de opvoeding en propagandaten dienste. De opvoeding, welke door de Grote Sowjet-Encyclopaedie gedefinieerd wordt als 'een zeer bepaal-de, doelbewuste en systematische inwerking op de psychevan de opvoedeling, om in hem de door de opvoeder ge-wenste eigenschappen te ontwikkelen' 41, begint reedsvroeg.

Page 218: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

Vanaf zijn babytijd wordt de mens opgenomen in devoor zijn leeftijd geëigende staatsinrichtingen als crèches

218 en internaten; dit te meer omdat de moeder in het ar-beidsproces is opgenomen. Het gezinsleven wordt hier-door geïntegreerd in het collectief : het collectief dat demens zal vormen tot een waardevol medelid, bezield vanSowjet-patriottisme, toegewijd aan de arbeid en klasse-strijd en zich houdend aan een hierop afgestemd nor-menstelsel.

Alhoewel deze taak door de partij zeer ijverig wordtuitgevoerd, moet de huidige betekenis van de partij-invloed toch niet overschat worden. Men spreekt tegen-woordig wel van de 'dictatuur van de werkelijkheid' 42

waarmee men wil aanduiden dat onder druk van hetontwikkelingsprogramma, de zucht om `Amerika voor-bij te streven' de a-prioristische politieke dogma's opzijgezet worden, omdat de wetenschap dat eist. Men kon inde dertiger jaren wel beweren dat de diahistomat eenwetenschap was, en daarmee o.a. de erfelijkheidsleer vanMendel of de relativiteitstheorie van Einstein als burger-lijk verwerpen; de wetenschapsmensen kwamen hierdoorin grote moeilijkheden. Hun weerstanden tegen de ideo-logie werden steeds sterker en aangezien hun rol bij deontwikkeling van eminent belang was, werd door de Par-tij — zij het na veel innerlijke strijd — aan hun wensentoegegeven.

De gevolgen hebben we de afgelopen 20 jaar kunnenzien. Rusland had zeer snel na de Tweede Wereldoorlogzijn atoombom en bij het ruimteonderzoek wist het zelfseen voorsprong op Amerika te verkrijgen. De basis vandeze successen ligt juist in het wel aanvaarden van 'ka-

42 G. Paloczi-Horvath, Opstand der feiten. Tilburg, 1965, p.60 e.v.43 Idem, p. 67.44 Neue Zürcher Zeitung, 23 mei 1967.

Page 219: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

pitalistische gedachtenkronkels' als relativiteitstheorie,quantum-mechanica en cybernetica. Reeds onder Stalinbegon men met de opleiding van grote aantallen technicien de resultaten zien we momenteel op het hoogste ni-veau. Steeds meer leiders behoren tot de nieuwe klassevan technocraten en de dogmatische partijideologen moe-ten op verscheidene gebieden meer en meer het veld rui-men. Men noemt dit ook wel de 'wetenschappelijke re-volutie'. Hier bleek dat de totalitaire samenleving nietabsoluut meer was aangezien zij het bestaan van brugge-hoofden van onaantastbaarheid moest dulden 43

Deze overwinning van de natuurwetenschappen op deideologie heeft ook de ande re wetenschapsgebieden mee-gesleurd. Zo zien we sinds 1962 de opmars van nieuweeconomische theorieën van Libermann en anderen. Dezewillen de wetten van vraag en aanbod; concurrentie enwinst weer laten functioneren onder ge lijktijdige af-schaffing van veel directieven van het Staatsplanbureau.

Zelfs de letterkunde heeft de wapens tegen de ideologieopgenomen. Waren de schrijvers, die belemmerd werdenin het weergeven van hun diepste gevoelens, vroegerovergegaan tot eenvoudig vertaalwerk; thans richtenzij scherpe aanklachten tegen de onrechtvaardighedenvan de huidige maatschappij. Dat zij tot hun openlijkekritiek in staat worden gesteld doet vermoeden dat deideologie en de partij op hun retour zijn.

Met deze conclusie moeten we echter zeer voorzichtigzijn. De gevechten zijn nog zeer hevig en na perioden van'dooi' worden regelmatig weer aanvallen gedaan opschrijvers die met 'bourgeois-denkbeelden de Sowjet-jeugd trachten te vergiftigen'. Om deze reden werd ookhet in mei j.l. gehouden schrijverscongres reeds twee jaardoor de partij uitgesteld, en voor de opening ervan wer-den de schrijvers opgeroepen te denken aan het jubileumvan de Revolutie en zich waardig te gedragen 44. Hoogst

Page 220: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

waarschijnlijk werd door de schrijvers aan dit verzoekniet voldaan; dit valt af te leiden uit het feit dat de bui-tenlandse pers niet toegelaten werd op de bijeenkom-sten en uit het feit dat enige prominente Russische lite-ratoren demonstratief wegbleven van het congres. Maareen duidelijk bewijs dat de totalitaire machten nog overRusland zweven, gaf de bekende schrijver AlexanderSolzjenitsyn. Deze schrijver, die de reeds beroemde ro-man over zijn ervaringen in de dwangarbeiderskampenvan Stalin in liet liberale blad 'Nowi Mir' publiceerde('Een dag uit het leven van Iwan Denisowitsj'), uitte ineen brief aan het presidium van het Congres de volgendegrieven tegen de cultuurpolitiek van het bewind:— Er bestaat nog steeds een censuursysteem, waarbij

de controlerende autoriteiten ontoelaatbare ingrepenverrichten in de manuscripten voor zij op de door destaat gecontroleerde drukpersen komen.

— Nog steeds is er continuïteit in de methodes waarmeeschrijvers vervolgd worden. Voorbeelden hiervan zijnde veroordelingen van Pasternak en de meer recentevan Daniel en Sinjawski.

— De officiële schrijversbond komt zijn statuten nietna en beschermt de schrijvers niet tegen de overheid.

— Hierdoor is de Russische literatuur van haar hogeplaats op de wereldranglijst afgezakt tot de laagsteplaats.

Het zal geen verbazing wekken dat bericht werd dathet presidium de brief niet voorgelezen had, doch aanslechts enkele ingewijden had getoond. Een opmerke-lijker feit is evenwel dat geen aanklacht tegen Solzjenit-syn werd ingediend 45. Wellicht een gevolg van het feitdat de schrijver een wereldbekendheid geniet (maar diegenoot Pasternak ook), en dat de trouwe partijvolgelin-

45 Neue Zürcher Zeitung, 3 juni 1967.

Page 221: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

gen onder de schrijvers sterk in de minderheid zijn. Bijeen situatie als onder Stalin zou de schrijver wederomsnel 'uit de circulatie' genomen zijn. Intussen schenen 221copieën van de brief, door onbekenden vermenigvul-digd, in handen gekomen te zijn van intellectuelen enstudenten in enige grote steden. Naar verluidt zou dezebrief een veel sterkere weerklank vinden in de openbaremening dan het hele Jubileumcongres der Sowjetschrij-vers.

We mogen misschien besluiten met het geven van enigevoorzichtige conclusies.

Er is een ontwikkeling die probeert de ideologie aante passen aan de werkelijkheid van de huidige Russischesamenleving; de partij doet minder strakke dogmatischeuitspraken. De onderschikking van de wetenschap aande partij-ideologie is afgenomen en het historische pro-ces van differentiatie komt weer op gang, soms snel,soms nog zeer langzaam. De levensomstandigheden ver-beteren langzaam, het ontwikkelingspeil snel en de revo-lutie-idee verliest hierdoor een groot deel van haar waar-de. Dit heeft voor de partij, die deze ontwikkelingen ookbinnen haar gelederen ziet, het gevolg dat ze steeds min-der kan en zal gebruik maken van haar geweldmiddelen;de rechtszekerheid wordt groter. Bovendien daalt de in-vloed van haar propaganda bij het stijgen van het ont-wikkelingspeil.

We zouden kunnen concluderen dat de totalitaire sa-menleving evolueert naar de grotere vrijheid van de so-cialistische staat. De snelheid van deze evolutie zal medeafhangen van de ontwikkeling van de geesteswetenschap-pen en van de vernieuwing van het Russische normbe-sef. We dienen voor het Russische volk te hopen dat zulkeen proces niet opnieuw door regressieve krachten onder-broken zal worden.

Page 222: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie
Page 223: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

PROF. MR. P. H. KOOIJMANS

Communistisch volkenrecht:van non-existent recht tot recht van

co-existentie

Page 224: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie
Page 225: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

COMMUNISTISCH VOLKENRECHT: VAN 225NON-EXISTENT RECHT TOT RECHT VAN

CO-EXISTENTIE.

1917-1937. De periode van de onverzoenbaarheid vanhet volkenrecht met de Marxistische leer

Het volkenrecht heeft de Sovjet-Russische rechtswe-tenschap van meet af aan, dus vanaf de oktober-revolutie,voor schier onoverkomelijke moeilijkheden gesteld. Endat niet in de eerste plaats vanwege de practische conse-quenties, die uit dit volkenrecht voortvloeiden voor hetverkeer van de Sovjet-Unie met een haar omringendevij andige wereld, maar vooral omdat het bestaan van eenvolkenrecht in het geheel niet paste in de Marxistischeleerstellingen. In deze leer is in wezen geen plaats vooreen volkenrecht, zeker niet voor een alle staten gelijkelijkverplichtend recht. De Sovjet-Unie stond derhalve voorde keuze: ofwel het bestaan van het volkenrecht zondermeer te ontkennen ofwel te trachten het volkenrechtniettemin een plaatsje te geven in het Marxistische stel-sel, hetgeen echter tot de nodige hersengymnastiek zounopen. De behoeften van de praktijk gaven, zoals welvaker het geval is met het communisme, de doorslag. DeSovjet-Unie kon zich in de periode na 1917 de luxe nietveroorloven het te stellen zonder regels voor het inter-nationale verkeer, omdat deze immers haarzelf ook denodige garanties verschaften. Van meet af aan heeft zijdan ook, waar haar dit uitkwam, een beroep gedaan ophet volkenrecht, het aan de rechtsgeleerden overlatenddit volkenrecht een theoretische fundering te verschaf-fen.

Deze stonden daarbij voor twee problemen: het eersteheeft betrekking op het rechtskarakter van het volken-

Page 226: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

recht, het tweede op het voortbestaan van de socialistischestaat — juist ook met het oog op de internationale ver-

226 houdingen — in weerwil van de Marxistische profetievan het afsterven van de staat als publiek-rechtelijk in-stituut. Beide problemen en de wijze waarop men in deSovjet-Russische rechtstheorie heeft getracht ze op telossen zullen thans nader worden behandeld.

Het is niet toevallig dat Marx noch Engels diepgaandeaandacht hebben besteed aan het volkenrecht. In de eer-ste plaats hielden zij in hun toekomstvisie geen rekeningmet het naast elkaar blijven voortbestaan van een aantalsouvereine staten, omdat naar hun opvatting de com-munistische maatschappij naar haar aard universeel zouzijn. Met name het naast elkaar bestaan van kapitalis-tische staten en socialistische staten was een door henniet voorzien verschijnsel. Veel belangrijker is evenweldat volgens de Marxistische rechtsopvatting het volken-recht geen recht kan zijn. Om dit duidelijk te maken,dient een korte uiteenzetting te worden gegeven van degedachten van Marx over recht en staat.

Bepalend voor de maatschappijvorming zijn, volgensMarx, de (economische) produktie-verhoudingen. De to-taliteit daarvan vormt, om het in zijn eigen woorden tezeggen, de economische structuur van de maatschappij,de reële basis, waarop een juridische en politieke boven-bouw is opgetrokken in overeenstemming met bepaaldemaatschappelijke bewustzijnsvormen 1 . Alle elementen vande bovenbouw, niet alleen recht en politiek, doch ookreligie, wijsbegeerte etc., worden bepaald door deze reëlebasis, deze produktieverhoudingen, zij het dan dat zij,zoals Engels 2 naderhand uiteenzette, op hun beurt ookelkaar kunnen beïnvloeden. Het is niet nodig om uit-

7- In het voorwoord tot zijn 'Zur Kritik der politischenÖkono-mie'.

2 In een brief aan J. Bloch.

Page 227: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

puttend de problematiek rondom de verhouding tussenbasis en bovenbouw te behandelen. Voldoende is het omvast te stellen dat het recht, ieder recht, een weerspie- 227geling vormt van de produktieverhoudingen, zoals dezein een bepaalde maatschappij voorkomen. Ieder produk-tie-systeem heeft dus als het ware zijn eigen rechtssysteem.

Het recht ontstaat eerst indien zich klasse-tegenstellin-gen voordoen. Volgens de Marxistische leer is er een tijdgeweest — waarbij het er thans niet toe doet of deze aldan niet historisch moet warden opgevat — waarin dezetegenstellingen zich niet voordeden, omdat alle produktie-middelen gemeenschappelijk waren. Zodra zij echter inde macht kwamen van enkelen, kwamen deze laatsten,die nu de bezittende klasse werden, te staan tegenoverde niet-bezittenden, in het industriële tijdperk het pro-letariaat. Dat was tevens de geboortestond van staat enrecht. Want de staat is niets anders dan het machtsmid-del in de handen van de bovendrijvende kl asse om haarbelangen veilig te stellen, hij is het uitbuitingsapparaatbij uitstek. En het recht is niets anders dan de weergavevan deze situatie. Het is het ge reguleerde middel omdeze toestand van uitbuiting te bestendigen. Vandaar bij-voorbeeld een rechtsinstituut als de particuliere eigen-dom. Zonder de staat derhalve is het recht ondenkbaar,doch evenzeer is recht ondenkbaar buiten het gegevenzijn van klasse-tegenstellingen.

Op een gegeven moment echter, aldus Marx, komen demateriële produktie-krachten in de maatschappij in con-flict met de bestaande produktie-verhoudingen of — het-geen slechts een juridische uitdrukking is voor dezelfdezaak — met de eigendoms-verhoudingen, waarin zijvoordien gefunctioneerd hadden. Deze verhoudingengaan dan, inplaats van de produktie verder te ontwik-kelen, haar afremmen en frustreren. Dat is het momentvan de sociale revolutie, waarop het proleta riaat zich

Page 228: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

228

van zijn ketenen bevrijdt en naar de macht grijpt. Aan-vankelijk wordt daarbij het instituut van de staat noggehandhaafd; in de overgangsperiode naar de communis-tische maatschappij (de dictatuur van het proletariaat)kan de staat voorlopig nog niet gemist worden doch,naarmate deze communistische maatschappij haar vervol-making nadert en de klasse-tegenstellingen geheel ver-dwijnen, zal hij, volgens de beroemde uitdrukking vanEngels, 'afsterven'. Dit verdwijnen van de staat (endaarmede van het recht) moet worden gezien als eengeleidelijk proces. De vraag hoe deze communistischemaatschappij er uit zal zien, of zij niettemin nog karak-tertrekken van de staat zal behouden, wordt hier terzijdegelaten 3 .

Deze noodzakelijkerwijs oppervlakkige en schetsmatigeweergave van Marx' visie op recht en staat is voldoendeom duidelijk te maken voor welke problemen de Sovjet-Russische volkenrechtsgeleerden zich geplaatst zagen,toen bleek dat de jonge Sovjet-Unie zich in het inter-nationaal verkeer op regels van volkenrecht wenste teberoepen. Want op grond van de zuiver Marxistischeleer was eigenlijk maar één conclusie mogelijk: volken-recht is geen recht. De gehele vooronderstelling immersdat het recht een instrument zou zijn tot uitbuiting van

3 In zijn Kritik des Gothaer Programms spreekt Marx over het„Staatswesen" van de communistische maatschappij. Over debetekenis die aan deze uitdrukking moet worden gegeven, isreeds veel strijd gevoerd; zie o.a. Calvez, Droit international etsouveraineté en U.S.S.R., 1953, p. 21-38.4 In hoeverre de tegenstelling tussen rijke en arme landen alszodanig kan worden gekenschetst, komt later nog ter sprake. Inieder geval was deze controverse in de eerste jaren na 1917 noggeen factor van importantie in de internationale betrekkingenDe koloniale verhoudingen werden, zoals Kelsen, The CommunistTheory of Law 1955, p. 149, terecht opmerkt, niet door hetvolkenrecht doch door het nationale recht van het moederlandbeheerst.

Page 229: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

de onderliggende klasse gaat niet op voor de internatio-nale samenleving. Deze kent niet een georganiseerdemachtsbundeling gelijk die aanwezig is in de staat. Enevenmin kent zij klassetegenstellingen op de wijze zoalsdeze zich voordoen in het staatsverband 4. Het volken-recht beoogt juist, o.a. door het stellen van de rechts-gelijkheid der staten, de bescherming van de zwakkerestaat tegen eventueel machtsmisbruik door een sterkemogendheid, en indien daar in de praktijk veelal weinigvan terecht komt, dan is dit toch eerder in weerwil vanhet volkenrecht dan een gevolg daarvan. In het algemeenkan men van het volkenrecht met meer recht zeggen dathet te weinig rekening houdt met de bestaande machts-verhoudingen dan dat het daarvan een in juridische ter-men vervatte weergave vormt.

Bovendien, indien ieder produktiesysteem zijn eigenrecht meebrengt, hoe zou het dan mogelijk zijn dat, nahet ontstaan van de Sovjet-Unie, twee zulke verschillendestelsels als het kapitalistische en het communistische over-koepeld zouden worden door één en hetzelfde volken-recht? Het zou veeleer in de lijn der verwachtingen lig-gen dat er een afzonderlijk kapitalistisch en een afzonder-lijk communistisch volkenrecht zouden zijn, die onderlinggeen enkel aanrakingspunt vertonen en in ieder gevalniet voor de tot het andere stelsel behorende staten ver-plichtend zouden zijn. Daarbij wordt dan nog afgezienvan de vraag of de gedachte van de wereldrevolutie nietalle betrekkingen met de kapitalistische klasse en met detot het kapitalistische stelsel behorende staten zou moetenuitsluiten.

Wanneer Stuka, één der eerste Sovjet-Russische rechts-theoretici, recht dan ook definieert als een stelsel v ansociale verhoudingen dat beantwoordt aan de belangenvan de dominerende klasse en gegarandeerd wordt doorde georganiseerde macht van deze klasse, stuit hij bij

Page 230: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

230

het volkenrecht op moeilijkheden en komt hij niet verderdan de opmerking dat, uitgaande van zijn definitie vanrecht, aan het volkenrecht slechts een betrekkelijk onder-geschikt terrein kan worden toegekend. Maar dat is na-tuurlijk geen oplossing. Want van tweeën één: of hetvolkenrecht is geen recht of het is wel recht, doch alsdit laatste het geval is moet het passen in de definitiedie van recht gegeven wordt, en of het daarnaast dannog een belangrijke of een onbelangrijke rol speelt isvanuit dit gezichtspunt volmaakt irrelevant.

In 1923 verschijnt het eerste boek dat het volkenrechtals zodanig onder de loupe neemt, getiteld 'Het volken-recht van de overgangsperiode' en dat geschreven is doorKorovin, de nestor der Sovjet-volkenrechtsgeleerden, eenman die alle zuiveringen heeft weten te overleven en nogsteeds een vooraanstaande plaats inneemt, dank zij zijnbedrevenheid in het herroepen van eerder verdedigde op-vattingen. Korovin is van oordeel dat het niet aangaathet bestaan van het volkenrecht te ontkennen of hetalleen maar af te doen als een bourgeois-overblijfsel.Integendeel, juist het groeiende imperialisme van de 19eeeuw bedreigde het volkenrecht ten zeerste en eerst degeboorte van de Sovjet-Unie vestigde een nieuw even-wicht tussen enerzijds de kapitalistische, anderzijds decommunistische wereld, op grond waa rvan een volken-recht weer mogelijk wordt. Zulk volkenrecht heeft even-wel geen algemeen normatief karakter, doch berust inwezen op compromis-regelingen. Het is de brug tussende twee helften, waarin de wereld thans verdeeld is. Eenideologische eenheid, die de b asis zou kunnen zijn vooreen rechtssysteem, bestaat niet, daarover laat Korovingeen enkele twijfel bestaan. Zulk een rechtssysteem isslechts mogelijk binnen de verschillende stelsels en zospreekt hij van een socialistisch en van een kapitalistischvolkenrechtsstelsel, het laatste weer onderverdeeld in een

Page 231: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

aantal afzonderlijke stelsels (een Europees, een Ameri-kaans, een koloniaal volkenrecht). Dit behoeft echter hetbestaan van rechtsbetrekkingen niet te verhinderen, want 231op tal van gebieden kunnen zich gemeenschappelijke ma-teriële of ideële belangen voordoen (bestrijding vanziekten, economische en politieke belangen etc.), dievoorwerp van regelingen kunnen uitmaken. Het verdragis daarvoor de aangewezen vorm. Een compromis kanimmers uitsluitend berusten op de uitdrukkelijke instem-ming der partijen. Vandaar dat het gewoonterecht doorKorovin sterk naar de achtergrond wordt geschoven.Een staat, en voor de Sovjet-Unie is dit van groot belang,is eerst gebonden als hij zich uitdrukkelijk tot deze bin-ding bereid heeft verklaard. Dat dit tevens een onder-streping inhoudt van de in beginsel ongebonden souve-reiniteit van de staat, de 19e eeuwse souvereiniteit inoptima forma, is duidelijk. Ook deze opvatting wordtweer ingegeven door de eisen van het moment. De Sov-jet-Unie moet zich tot elke prijs zo vrij mogelijk houdenvan bindende regels, behalve in de gevallen, waarin zijze zelf wenst, wil zij zich in een haar vijandig gezindewereld kunnen staande houden.

Dit op compromissen berustende volkenrecht v an deovergangstijd zal evenwel, naarmate het kapitalisme zich-zelf ondergraaft, uitgroeien tot een waarlijk internatio-naal socialistisch recht. Met het verdwijnen van de kapi-talistische staten zal dus het volkenrecht steeds meer eenzuiverder (doch is dat een normatief?) karakter verkrij-gen.

Deze laatste opvatting is overigens vanuit Marxistischgezichtspunt een bedenkelijke. Immers, zij impliceert degeleidelijke ontwikkeling van een bourgeois-volkenrechttot een socialistisch volkenrecht zonder dat dit noodza-kelijkerwijs met schokken gepaard behoeft te gaan. Ener-zijds is Korovin dan ook van revisionisme beschuldigd

Page 232: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

wegens het ontkennen van de noodzaak van revolutie engeweld, anderzijds is hem ultra-links denken in de schoe-nen geschoven vanwege het poneren van een afzonderlijksocialistisch volkenrecht.

De moeilijkheid is deze dat Korovin zeer goed inzagdat volgens de Marxistische leer twee diametraal tegenge-stelde economische stelsels nimmer een algemeen bindendrecht kunnen voortbrengen (vandaar het stellen van ver-schillende volkenrechtelijke stelsels voor het verkeer tus-sen kapitalistische landen onderling en communistischelanden onderling), maar dat het er niettemin juist omging een juridische basis te verschaffen aan de betrek-kingen tussen de beide stelsels, waarvoor hij dan zijntoevlucht neemt tot de compromis-constructie. Dat dittot innerlijke tegenstrijdigheid m oet leiden, nog in dehand gewerkt door de veelal onduidelijke bewoordingendie Korovin kiest, en dat het rechtskarakter van dit'inter-systeemrecht' op deze wijze niet kan worden ver-klaard, is duidelijk.

Het was Pasukanis, de leidende rechtsgeleerde in deSovjet-Unie gedurende de twintiger en dertiger jaren,die in 1935 uit het hier geschetste dilemma inderdaad delaatste consequenties trok. Voor hem is het volkenrechtniets anders dan de vorm, waarin zich de strijd tussende verschillende stelsels afspeelt. Naar deze vorm is hetidentiek, zowel voor de kapitalistische als voor de socia-listische staten, doch beide gebruiken het als instrumentvoor het verwezenlijken van de eigen d oeleinden. Hetvolkenrecht is dus uitsluitend middel, het is een puur fei-telijk fenomeen en of het rechtskarakter heeft of niet enzo ja, wat dit rechtskarakter dan is, is een vraag die ge-heel buiten beschouwing kan blijven. Alle moeilijkhedenrondom de fundering van het volkenrecht wijt Pasukanisaan de nog steeds aanwezige nawerking van de bourgeois-rechtswetenschap. Hij heeft er dan ook geen m oeite mee

Page 233: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

ook het gewoonterecht te aanvaarden, mits het maarduidelijk en wel-omschreven is. Indien de Sovjet-Unie ditgewoonterecht ook kan gebruiken voor het bereiken van 233haar doeleinden, waarom zou zij dat dan niet doen?

De opvattingen van Pasukanis betekenen in feite danook de ontkenning van het bestaan van het volkenrechtals normatief stelsel. Het volkenrecht is daarmee ver-worden tot een puur formeel kader, waaraan ieder ver-plichtend karakter ontbreekt.

In 1937 is Pasukanis als verrader aan de kaak gesteld,overigens niet alleen om zijn volkenrechtsopvattingendoch om zijn gehele rechtsbeschouwing. Zijn verraad be-staat echter daarin, dat hij het Marxistisch uitgangspunttot in alle consequenties heeft doorgedacht en uitgewerkt,zowel wat het intern-statelijke recht als wat het interna-tionale recht betreft. Om ons tot het laatste te beperken:geheel overeenkomstig de implicaties van het Marxisme,ontzegt hij het volkenrecht rechtskarakter. En al doet hijdan, als getrouw aanhanger van Stalins gedachte van'het socialisme in één enkel land', de concessie dat dewereldrevolutie niet de enige weg naar de overwinningvan het communisme is, zodat zich tijdelijk een co-exi-stentie van kapitalistische en communistische staten voor-doet, die zich binnen een bepaald kader voltrekt, daaruitmag niet tot het bestaan van algemeen-bindende normenworden geconcludeerd. De strijd gaat door en iedereoverbrugging van de kloof, zelfs op de manier waaropKorovin het doet, is onmogelijk. Om dezelfde reden wilPasukanis ook niets weten van een socialistisch volken-recht, want wat zou dit volgens Marxistische opvattingenvoor recht kunnen zijn? In de soci alistische maatschap-pij verdwijnt immers de staat en met de staat het recht.Indien er sprake is van volkenrecht, dan kan dit perdefinitionem slechts bourgeois- recht zijn, evenals gedu-rende de overgangsperiode in de socialistische staat het

Page 234: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

aldaar nog vigerende recht slechts restanten van hetbourgeois-recht kunnen zijn. Een socialistisch, een prole-tarisch recht is een contradictio in terminis.

Juist deze laatste opvatting werd Pasukanis noodlottig.Want zij paste niet langer in het behoeften-schema vande Sovjet-Unie. In 1936 verklaarde Stalin dat de vol-ledige overwinning van het socialistische systeem op alleterreinen van de nationale economie thans een feit w as.Binnen de Sovjet-samenleving bestonden niet langerklasse-tegenstellingen. De klasseloze maatschappij zou nuwerkelijkheid worden. Wie echter mocht denken dat dittevens het einde inluidde van de staat en van het recht,kwam bedrogen uit. De vraag of de Sovjet-staat zouvoortbestaan ook gedurende de periode van het commu-nisme, werd door Stalin met een volmondig 'ja' beant-woord, althans voor zover het betrof de periode waarinde kapitalistische omsingeling nog voortduurde en hetgevaar van militaire aanvallen vanuit het buitenland aan-wezig bleef.

Deze opvatting betekent een radicale koerswijziging,omdat zij impliceert dat de staat niet enkel een middelis tot uitbuiting en onderdrukking; want als zodanigfunctioneerde hij ook nog gedurende het tijdperk van dedictatuur van het proletariaat. Thans blijkt echter datde staat eveneens middel kan zijn tot verdediging vanhet socialistische stelsel, doch dan kan hij niet langer alseen restant van het bourgeois-tijdperk worden beschouwd,omdat alle sporen van dit tijdperk in de institutionali-sering van de Sovjet-samenleving nu zijn uitgewist. Destaat wordt dus een intrinsiek goed, een essentieel insti-tuut. En de beschouwing van het recht verandert over-eenkomstig. Niet langer behoeft het recht normatief ka-rakter ontzegd te worden. Integendeel, nu het eenwezenlijke functie verkrijgt in het communistische stel-sel, is het juist zaak er wel normatieve betekenis aan toe

Page 235: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

te kennen en het niet langer te beschouwen als een reli-kwie uit het bourgeois-tijdperk. Recht in socialistischezin is niet langer het recht in de Marxistische betekenis 23 5van instrument tot handhaving van de positie der domi-nerende klasse, omdat er geen dominerende klasse meeris.

De nieuwe coryfee van de Sovjet-rechtswetenschap,Vysinsky, benadrukt dan ook de normativiteit van hetrecht. Wordt recht in het algemeen nog gedefinieerd alshet geheel van gedragsregels, die de uitdrukking vormenvan de wil van de dominerende klasse tot beveiliging enontwikkeling van de sociale verhoudingen en ordeningendie deze dominerende klasse tot voordeel strekken, hetSovjet-recht is de uitdrukking van de wil van de arbei-ders, dat wil zeggen van de representanten van de geheleSovjet-bevolking, tot instandhouding en ontwikkeling vande verhoudingen die deze gehele bevolking ten goede ko-men. Het wordt dan op zijn minst twijfelachtig of hetSovjet-recht nog wel valt onder de algemene rechtsde-finitie die immers blijft uitgaan van het klasse-karaktervan het recht, en dit alleen al is voldoende reden omzich af te vragen of deze rechtsopvatting nu zoveel slui-tender is dan alle vorige. De verwijzing naar het klasse-bepaald zijn van het recht verkrijgt evenwel steeds meerhet karakter van lippendienst aan de Marxistische leer,zonder dat dit verder nog veel betekenis heeft. Wantonomwonden zegt Vysinsky dat het recht niet is een stel-sel van sociale of van produktie-verhoudingen, doch hetgeheel van gedragsregels of nonnen, bevestigd en gega-randeerd door het gezag van de staat. En daarmede isin feite de zuiver Marxistische rechtsopvatting totaaloverboord gezet. Het ideaal van een maatschappij zonderrecht of staat wordt weliswaar niet verlaten, doch ver-schoven naar een later tijdstip. Te dien aanzien merktVysinsky op, dat het recht — evenals de staat — slechts

Page 236: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

zal afsterven in de hoogste fase van het communisme,n.l. na de vernietiging van de kapitalistische omsingeling.

236 Voor de volkenrechtswetenschap betekent de hier ge-schetste ommezwaai een enorme verruiming. Niet langeris de staat, is het recht een kwalijk riekend iets, waarmeemen eigenlijk niet goed raad weet. Staat en recht zijnin volle glorie hersteld. Een werkelijke volkenrechtswe-tenschap kon in de Sovjet-Unie derhalve eerst na 1937goed tot ontwikkeling komen. Zulk een ontwikkelingmanifesteerde zich echter pas na de Tweede Wereldoor-log; de laatste jaren vóór de Tweede Wereldoorlog — diein de Sovjet-Unie de Grote Vaderlandse oorlog wordtgenoemd, hetgeen wel erg weinig Marxistisch klinkt —is het op het gebied van het volkenrecht opmerkelijk stil.

Het jaar 1937, waarin de val van Pasukanis plaatsvindt,vormt evenwel een caesuur in de Sovjet-rechtswetenschap,ook in de volkenrechtswetenschap. Vóór die tijd kon deenige conclusie slechts zijn dat volkenrecht niet bestond,dat het in wezen een non-existent recht was, alle con-structies van een Korovin ten spijt.

Naar een recht van co-existentie. De periode na de Twee-de Wereldoorlog

Na de Tweede Wereldoorlog is de positie van de Sov-jet-Unie in de internationale samenleving een geheelandere dan voordien. Was zij vóór 1939 een ternauwer-nood geduld lid van de club der mogendheden, aan wievrijwel geen enkele medezeggenschap werd toegekend,de afloop van de oorlog maakte haar tot één van dewereldmachten, aan wie een uiterst belangrijke functiein het bestuur der internationale samenleving en de hand-having der orde ten deel viel. Voorts nam de Sovjet-Unie niet langer een eenzame en geïsoleerde plaats in,doch werd zij gesecondeerd door een aantal andere sta-

Page 237: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

ten met een communistisch stelsel, terwijl het dekolonisa-tieproces haar eveneens in snel tempo een groeiend aan-tal potentiële bondgenoten verschafte, in dier voege datde jonge landen zich in ieder geval niet zonder meer methet kapitalistische Westen identificeerden.

Het gevolg is dat ook het volkenrecht in belang toe-neemt voor de Sovjet-Unie. Nu zij immers een zo voor-aanstaande en invloedrijke positie inneemt, kan zij hetniet stellen zonder het volkenrecht als regulator der tus-sen-statelijke betrekkingen. En niet l anger kan volstaanworden met de passieve aanvaarding der bestaande vol-kenrechtsregels als een noodzakelijk kwaad, dat desnoodsnog een goed effect kan hebben, doch het volkenrechtdient positief te worden gewaardeerd en vereist een ac-tieve bijdrage der communistische rechtsbeoefenaars.Waar het vooral om gaat — en dat is het belangrijksteelement van de ontwikkeling na de Tweede Wereldoor-log — is dat dit volkenrecht een algemeen verbindendrecht moet zijn, gelijkelijk bindend zowel voor de kapi-talistische als voor de socialistische staten. Het volken-recht moet algemeen-normatief karakter warden toege-kend.

Al had Vysinsky's algemene rechtsleer voor een derge-lijke benadering van het volkenrecht de weg voor eenbelangrijk gedeelte vrij gemaakt, het betekent niet datnu alle moeilijkheden van de baan waren. Zolang immershet Marxistisch uitgangspunt niet wordt losgelaten, blij-ven zich spanningen voordoen. Het is in dit bestek nietmogelijk alle wederwaardigheden van de Sovjet-Russi-sche volkenrechtswetenschap, alle beschuldigingen overen weer, alle zelf-kritiek ook, te vermelden. Volstaanwordt met de meest in het oog springende elementen tevermelden, waarbij als opvallende ontwikkeling een steedsmeer pragmatische, een steeds minder dogmatische aan-pak vastgesteld kan worden.

Page 238: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

Uitgangspunt is het naast elkaar bestaan van verschil-lende economische stelsels, een gegeven dat zonder meer

238 wordt aanvaard. De gedachte van de wereldrevolutie alskettingreactie is volledig van de baan. De ondergang vanhet kapitalistische stelsel wordt van de kant van de so-cialistische landen niet langs de weg van het geweld ge-zocht. Waar het dus om gaat is een recht van co-existen-tie en dit geldt ook voor de Stalinistische periode. Dedood van Stalin in 1953 heeft slechts een accent-ver-schuiving teweeg gebracht, geen wezenlijk andere aan-pak. Ten hoogste kan men zeggen dat na het 20e Partij-congres in 1956 het pragmatisme ruimere kansen kreeg,zoals dat ook in de politiek het geval was.

Het grootste vraagstuk blijft wel hoe het mogelijk isdat éénzelfde rechtssysteem twee zulke diametraal tegen-gestelde economische stelsels overbrugt. Korovin, die alseerste na de oorlog in 1946 de gelegenheid kreeg de nieu-we theorieën op het volkenrecht toe te passen, heeft daarkennelijk dan ook nog moeite mee, hetgeen men zich vaniemand, die nog in de oude school is opgevoed, wel kanindenken. Hij ontwikkelt de gedachte dat de staten vanéén bepaald sociaal stelsel zekere beginselen en normenvan volkenrecht gemeen hebben, terwijl dit bij de staten,die tot het andere stelsel behoren, met andere normen enbeginselen het geval is. Algemeen erkende normen nu zijndie regels die bij beide groepen voorkomen, het zijn de'identieke normen van de verschillende juridische boven-bouwen'. Dank zij de actieve bijdragen van de Sovjet-Unie en de andere socialistische landen wordt dit alge-mene volkenrecht steeds meer doortrokken van dedemocratische, de socialistische beginselen.

Het was een oplossing, die weinigen bevredigde en danook heftig werd gekritiseerd, zodat Korovin ten tweedenmale (het zou niet de laatste maal zijn) moest erkennendat hij had gedwaald. Immers, ook deze constructie riekt

Page 239: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

nog te veel naar het reeds eerder door Korovin ten tonelegevoerde compromis-idee. Een algemeen verbindend vol- 239kenrecht is immers op deze wijze nog niet goed mogelijk,omdat uitgangspunt blijft dat ieder economisch stelseleen eigen rechtssysteem met zich meebrengt.

Beter geslaagd is in dit opzicht de theorie, die doorKrylov werd ontvouwd tijdens de lezingen-cyclus, in1947 gehouden voor de Academie voor InternationaalRecht te Den Haag. Hij definieert het volkenrecht als dejuridische bovenbouw van de wereldeconomie, die deweergave vormt van de resultaten van de wedijver envan de samenwerking tussen de dominerende klassen derverschillende staten in hun onderlinge betrekkingen. Hetmeest opvallend is wel dat hij spreekt van de juridischebovenbouw van de wereldeconomie. Dat klinkt Marxis-tisch, maar het is het allerminst, want wat houdt dezewereldeconomie in feite in? Verschillende produktiestel-sels, die volgens Marxistisch recept ieder hun eigen bo-venbouw zouden moeten hebben. Het begrip 'wereld-economie' heeft geen andere functie dan dat vanrookgordijn om de aftocht uit de Marxistische leer tedekken.

En het is de door Krylov uitgestippelde lijn, die deoverwinning zal behalen. Het w as Stalin zelf die in 1952,in antwoord op door Amerikaanse journalisten aan hemvoorgelegde vragen, aan deze ontwikkeling zijn zegen gafen haar verdere stimulansen verschafte. Hij merkte toenop: de Sovjet-volkenrechtswetenschap erkent unaniemdat, ondanks het feit dat de staten tot verschillende stel-sels behoren, de huidige internationale betrekkingen,evenals de samenwerking tussen staten, die tot de ver-schillende stelsels behoren, geregeld moeten worden dooralgemeen erkende volkenrechtsnormen die bindend zijnvoor alle volkenrechtssubjecten, waarbij het onverschillig

Page 240: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

is of zij tot het ene dan wel tot het andere stelsel beho-ren.

Het is Tunkin, de leidende valkenrechtsgeleerde vandit ogenblik, die in 1958, eveneens in een reeks lezingenvoor de Haagse Academie, een zeer spitsvondige funde-ring heeft gegeven voor dit algemeen-bindende volken-recht. Geheel orthodox gaat hij uit van het economischbepaald zijn van alle recht. Willen we iets naders wetenomtrent het karakter van het volkenrecht, dan moetenwe dus kijken naar de economische structuur der inter-nationale samenleving. Deze wordt bepaald door tweetotaal verschillende economische stelsels, die ieder invloeduitoefenen op de ontwikkeling van het volkenrecht. Maarhoe kan dit volkenrecht gemeenschappelijk zijn aan bei-de stelsels? En dan volgt een verrassende argumentatie.Want deze stelsels zijn niet van elkaar gescheiden dooreen onoverbrugbare kloof, doch met economische ban-den aan elkaar verbonden. Immers, in de huidige samen-leving hebben de productieve krachten een zodanig ka-rakter aangenomen, dat geen enkel land zich meereconomisch kan ontwikkelen zonder economische en cul-turele betrekkingen met andere landen. De normaliseringvan de internationale economische betrekkingen is duseen objectieve economische noodzakelijkheid geworden.Deze normalisering kan slechts plaats vinden onder vreed-zame verhoudingen, met andere woorden, de ontwikke-ling van het economisch productie-proces zelve noopt toteen systeem van vreedzame co-existentie, gereguleerddoor een algemeen bindend volkenrecht.

Deze redenering is daarom zo opmerkelijk omdat zijindicatief is voor een ontwikkeling die zich thans aller-wege in de communistische landen voordoet, n.l. dat men,

5 Geciteerd in Couwenberg, Oost en West op de drempel vaneen nieuw tijdperk, 1966, p. 50.

Page 241: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

uitgaande van de Marxistische grondgedachte, deze ver-der ontwikkelt in het licht van de veranderde omstan-digheden, zonder daarbij van ieder woord of iedere letter,die Marx, Engels of Lenin ooit geschreven heeft, eendogma te maken dat koste wat het kost moet wordengehandhaafd. Dit brengt een dynamiek in het Marxisme,die al te lang node gemist werd. In pregnante zin is ditonder woorden gebracht door de Joegoslavische hoog-leraar Danko Grlic, wanneer hij zegt: 'Een "getrouwe-lijk" vasthouden aan wat eens als waar is verkondigd isniets anders dan een substituut voor practisch onver-mogen ... Dit is de reden waarom het absurd is om, innaam van Marx, hardnekkig en op elk onderdeel vastte houden aan alles wat Marx ooit, hij welke gelegenheidook, zei of schreef. Want alles — met hoeveel frisheid,revolutionair élan en intellectuele kracht het oorspronke-lijk ook moge zijn verkondigd — kan eens dogma wor-den' 5 En al is deze opvatting bepaald nog niet algemeenaanvaard, de tendens daartoe en de practische toepassingervan is overal in de communistische maatschappij merk-baar. In dit licht gezien is revisionisme niet langer eenscheldwoord doch de enige consequente tenuitvoerleggingvan het Marxisme.

Om tot Tunkin terug te keren, betekent het stellen vaneen gemeenschappelijk volkenrecht niet dat er ook eengemeenschappelijke rechtsovertuiging, een soort van ge-meenschappelijke ideologie aan dit recht ten grondslagmoet liggen? Bijzonder pragmatisch doet Tunkins argu-mentatie aan, wanneer hij opmerkt dat er altijd al ver-schillen in ideologie hebben bestaan en dat er desalniet-temin altijd volkenrecht is geweest. Het opstellen vanvolkenrechtelijke regels betekent immers niet dat menhet eens is over de aard van dit recht, over de diepstegeldingsgrond ervan etc., doch dat men het eens is overde te volgen gedragsregels. Verschil in ideologie behoeft

Page 242: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

dus geen beletsel te zijn voor het opstellen van rechts-regels.

242 Waarom hamert Tunkin steeds op de noodzaak vaneen algemeen bindend volkenrecht? Omdat, zoals hijzegt, het enige alternatief is de machtspolitiek, de 'koudeoorlog'. Een ontkenning van de mogelijkheid van rechts-betrekkingen tussen kapitalistische en communistischelanden impliceert een rechtvaardiging van de koude-oorlog-politiek, van de aanwending van de brute macht.Het betekent aanvaarding van de wet van de jungle voorde internationale verhoudingen.

Zonder dat men het eens behoeft te zijn met hetgeenTunkin zegt, moet worden erkend dat thans een basisaanwezig is waarop een gesprek mogelijk is. Daarbij zalnatuurlijk nog veel afhangen van de materiële inhoudvan het volkenrecht, zoals dit door de communistischelanden wordt opgevat, en van de functie die men hettoekent, hetgeen nog nader ter sprake zal komen, dochniettemin is het van onschatbaar belang dat de nood-zaak van een algemeen geldend volkenrecht wordt er-kend en dat ook de internationale samenleving aanrechtsregels onderworpen wordt geacht.

Een tweede probleem waarvoor men zich geplaatst zagwas het Marxistisch dogma dat alle recht klasse-bepaaldis, dat alle recht noodzakelijkerwijs klasse-recht is. Langetijd heeft men getracht dit klasse-karakter ook in devolkenrechtsopvatting te bewaren door te stellen dat hetvolkenrecht het geheel van normen is die de uitdrukkingvormen van de wil der heersende klassen in de verschil-lende staten. Dat het hier een woordenspel betreft, datslechts oppervlakkige gelijkenis vertoont met de Marxis-tische terminologie, is duidelijk. Want met het klasse-6 In 1965 is een Franse vertaling van dit boek verschenen onderde titel `Droit International Public. Problèmes théoriques'.

Page 243: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

bepaald zijn van het recht, zoals Marx dit bedoelde, n.l.dat het recht een instrument is in de handen van de eneklasse om de andere klasse er onder te houden, heeft dit 243niets, maar dan ook niets, te maken. In deze opvattingis het volkenrecht niets anders dan een inter-klasse recht,dat juist uitbuiting uitsluit. Men heeft ook opzettelijk deoverigens voor de hand liggende en op ander terrein wélaangevoerde klasse-tegenstellingen in de internationalesamenleving (de arme landen en de bezittende klasse vankapitalistische staten) voor het volkenrecht nimmer se-rieus overwogen, enerzijds omdat het volkenrecht metzijn beginselen als de souvereiniteit van de staat, niet-inmenging in de binnenlandse aangelegenheden en non-agressie, een dam opwerpt tegen de mogelijkheden vanuitbuiting, anderzijds omdat een dergelijke constructie dedoodsteek zou toebrengen aan het zo vurig begeerde al-gemeen-verbindende karakter van het volkenrecht. Im-mers, zulk een algemeen-verbindend volkenrecht betekentde negatie van het klasse-bepaald zijn van het recht.

Het is dan ook op zichzelf niet verwonderlijk dat hetklasse-karakter, dat toch al niets meer voorstelde, gelei-delijk aan uit de volkenrechtsdefinitie is verdwenen. Inzijn in 1962 verschenen handboek 6 stelt Tunkin dat hetvolkenrecht is het geheel van normen die ontstaan opgrond van afspraken tussen de staten en de wilsovereen-stemming dezer staten tot uitdrukking brengen. Dit le-zende kan men zich in gemoede afvragen, wat nu hettyperende onderscheid is met het volkenrecht, zoals datin Westerse kring wordt opgevat. Het is een zeer povere,maar niettemin bruikbare aanduiding v an wat ondervolkenrecht kan worden verstaan en allerlei opgewondenkreten over onverzoenbare tegenstellingen en imperialis-tische oorlogshetze veranderen niets aan de uiterst prag-matische benadering.

Het is overigens opmerkelijk dat de ideologie van tijd

Page 244: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

tot tijd toch weer de kop opsteekt. Onder invloed van het22e Partij-congres van 1961, waar gewezen werd op de

244 toenemende betekenis van de volksmassa's bij beslissingenop nationaal en internationaal gebied, en van het aldaaraangenomen nieuwe partijprogramma, waarin het het ge-hele volk omvattende karakter van de Sovjet-staat werdvastgesteld, voerden Kozevnikov, één der grootmeestersvan de Sovjet-Russische volkenrechtswetenschap, en Za-darozny aan, dat het volkenrecht niet berust op de wils-overeenstemming der staten, doch op de souvereine wilvan alle volkeren, die desnoods hun regeringen moetendwingen dit volkenrecht van de vreedzame co-existentiein acht te nemen. Een opvatting als die van Tunkin, diehet volkenrecht ziet als berustend op de wilsovereen-stemming der staten, zou de gedachte kunnen doen post-vatten dat er een verzoening tussen de klassen mogelijkis.

Het is duidelijk, dat op deze wijze een element wordtingevoerd, dat, zij het op een geheel nieuwe wijze, degedachte van de klassestrijd weer verlevendigt en spring-stof kan leggen onder het gebouw van het internationalerechtssysteem, waarover nu juist enige ge meenschappelij-ke opvattingen bestonden. Men moet zich de gevolgenvoor een internationale rechtsorde voorstellen, indienaanvaard werd dat niet wat de Amerikaanse staat wil,doch wat het Amerikaanse volk wil, rechtsgeldigheid be-zit, indien men dan tevens bedenkt, dat in feite de Sovjet-Unie zou uitmaken wat het Amerikaanse volk, dat ditimmers zelf niet tot uitdrukking kan brengen, wil. Daar-mee zou iedere volkenrechtelijke regel naar believen opzijkunnen worden gezet. Tunkin heeft zich tegen de hiergeopperde gedachten verzet en kent aan de rol der volks-massa's in het internationaal bestel slechts een zijdelingsebetekenis toe in die zin dat deze volkswil mede invloeduitoefent op wat volkenrecht wordt. De formele geldings-

Page 245: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

grond blijft echter de wilsovereenstemming der staten, demateriële geldingsgrond de wetmatigheden van de maat-schappelijke ontwikkeling.

Doch ook indien de opvatting van Kozevnikov en Za-dorozny mocht worden aanvaard, behoeft dit nog niet tebetekenen dat concrete verdragsregels niet langer rechts-geldig zouden zijn. De wil van het volk kan zich immerswel door middel van de staatsorganen manifesteren, enin de socialistische landen is dit zelfs regel. Hun bedoe-ling is alleen het volkenrecht een in ideologisch opzichtminder verdacht karakter te geven, door de later te be-spreken grondbeginselen van het moderne volkenrechtte baseren op de wil van de ook in de kapitalistischestaten aanwezige progressieve volksmassa's en niet op dewil van de staten en hun reactionaire regeringen. Niet-temin wordt de bindende kracht van het volkenrecht erspeculatiever door en daarom juist moet Tunkin zichwaarschijnlijk wel tegen deze gedachtengang verzetten.

Wanneer wij de ontwikkeling van het volkenrechtelijkdenken in de Sovjet-Unie gedurende de laatste drie de-cennia gadeslaan, dan valt er een geleidelijk zich vol-trekkende, maar niettemin zeer diepgaande wijziging inde inzichten waar te nemen. Uitgaande van de algemenerechtsleer van Vysinsky is men langzamerhand tot op-vattingen gekomen die fundamenteel van die van Vy-sinsky afwijken. Met name de reeds genoemde nieuw-lichters Kozevnikov en Zadorozny doen felle aanvallenop de cultus die er rondom Vysinsky zou bestaan. Ditblijkt o.a. uit de zich wijzigende opvattingen omtrent dedwang als essentieël bestanddeel van het recht. Recht isvolgens de Marxistische leer immers pas recht indien hetin de meest letterlijke zin des woords wordt afgedwongen.Voor het volkenrecht levert dit natuurlijk weer de nodigeproblemen op, omdat het dwang-instituut in georgani-

Page 246: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

seerde vorm daar nu eenmaal ontbreekt. Niettemin vindtmen in de meeste definities van het volkenrecht nog een

246 verwijzing naar dit element van de dwang, zo b.v. bijTunkin als hij zegt dat het volkenrecht zo nodig doordwang wordt gehandhaafd, door de staten individueel ofcollectief uit te oefenen. Ook al heeft dit natuurlijk nietsmeer te maken met de dwang tot instandhouding vande voor de heersende klasse voordelige rechtsorde, zoalsdeze door Marx werd gezien, het betekent toch nog eenknieval voor de Marxistische dogmatiek. Onbekommerdverklaren echter Kozevnikov en Zadorozny dat tot dus-ver de betekenis van de dwang in het volkenrecht isoverschat en dat. Vysinsky al te mechanisch de functievan de dwang in het intern-statelijk rechtsbestel heeftgetransplanteerd op het volkenrecht. Daarmee wordtimplicite gesteld dat het volkenrecht een geheel eigenkarakter heeft en wordt het los gemaakt van de nog sterkdogmatisch getinte algemene rechtsleer.

Het is nog te vroeg om te zeggen wat de verdere ont-wikkeling zal zijn in de Sovjet-Russische volkenrechts-wetenschap, of de pragmatisch ingestelde lijn, zoals dezewordt voorgestaan door Tunkin, het zal winnen dan welde veel meer op een ideologische heroriëntering berus-tende lijn van de nieuwlichters, terwijl evenmin gezegdkan worden, hoe deze laatste richting zich verder zal ont-wikkelen en wat voor practische consequenties zij metzich mee zal brengen.

Van groot belang daarbij is wel, dat beide richtingen,zij het met een enigszins verschillend accent, de vreed-zame co-existentie als grondslag van het volkenrecht zien.Het kapitalisme zal van binnen uit ten onder gaan, nietdoor aanvallen van buiten af. En naarmate het kapita-lisme afbrokkelt, zal het aan invloed op de ontwikkelingvan het volkenrecht verliezen. Dit zal derhalve steedsmeer een democratisch, dat is een socialistisch karakter

Page 247: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

verkrijgen. De bewijzen daarvoor zijn ruimschoots voor-handen. Sedert 1917 en in versterkte mate sedert 1945is het volkenrecht beïnvloed door de socialistische begin- 247selen van het proletarisch internationalisme. Het rechtvan co-existentie zal ook in de toekomst steeds meertoegroeien naar een waarlijk socialistisch volkenrecht. Alszodanig zijn typerend de bet rekkingen tussen de socialis-tische staten onderling, waarin deze beginselen van hetproletarisch internationalisme reeds een veel grotere rolspelen dan in het algemene volkenrecht. Het betreft hierechter slechts een gradueel onderscheid, het is niet zo datvoor het verkeer met de socialistische en met de kapita-listische staten twee verschillende rechtssystemen gelden.Het algemene volkenrecht is ook van toepassing op debetrekkingen tussen socialistische staten onderling, dochhet ondergaat daar een verdieping, het wordt doordrenktmet de door deze landen algemeen aanvaarde beginselenvan het proletarisch inte rnationalisme. Wel ver zijn wijhier verwijderd van Korovins gedachte van de afzonder-lijke volkenrechtsstelsels.

Het blijft natuurlijk een moeilijk te verteren zaak datde Sovjet-Unie volkenrechtsregels en normen aanvaardt,die ontstaan zijn in het verkeer tussen uitsluitend kapi-talistische staten, n.l. de regels die dateren van vóór 1917.Niet alle overigens. Er zijn bepaalde volkenrechtelijke in-stituten, die zozeer van imperialistisch gif waren door-trokken, dat de Sovjet-Unie ze niet kon aanvaarden. Zob.v. het instituut van de ongelijke verdragen, geen sterkvoorbeeld overigens, want deze waren ook in de Weste-lijke rechtsopvattingen reeds in discrediet geraakt. Hetmerkwaardige en vaak ook hinderlijke echter is dat deSovjet volkenrechtswetenschap alle ontwikkelingen in hetvolkenrechtelijk denken, zoals de terugdringing van deoorlog als middel tot beslechting van geschillen, toe-schrijft aan de zegenrijke bijdragen van de socialistische

Page 248: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

beginselen, een argumentatie waartegen het bijzondermoeilijk is om verweer te voeren, zelfs indien men ver-

48 wijst naar de Haagse Vredesconferenties van 1899 en1907.

Niettemin blijft het een feit dat ook uit het verkeer vande kapitalistische staten onderling iets goeds kon voort-komen. Dit kan dan wel verklaard worden met democrati-serende invloeden die de onderdrukte volksmassa's, on-danks de uitbuiting, op hun regering konden uitoefenenen met de wetmatigheden van het maatschappelijk pro-ces, waaraan ook de kapitalistische landen zijn onder-worpen, zodat ook voor hen de oorlog een remming vande economische ontwikkeling is geworden die hen ertoenoopt andere wegen in te slaan, erg overtuigend klinkendeze argumenten niet.

Doch, al mogen zij dan niet overtuigend klinken, zijbanen in ieder geval de weg voor een toenadering, vooreen gesprek, voor overeenstemming ook. De kloof tussenhet volkenrechtelijk denken in de communistische landenen de andere landen is nog wel diep, maar zij is nietonoverbrugbaar en voor de volkenrechtelijke praktijk iseen redelijk bevredigende werkbasis aanwezig. Zo ergensdan blijkt wel op het terrein van het volkenrecht dat hetleven sterker is dan de leer en het is niet toevallig datjuist op het gebied van het volkenrecht de dogmatiekmenige veer heeft moeten laten. Dan behoeft er geenovereenstemming te bestaan over het karakter en de gel-dingsgrond van het volkenrecht, doch deze overeenstem-ming bestaat ook in de Westelijke landen niet; wat datbetreft heeft Tunkin gelijk. Van grote betekenis is reedsdat van beide kanten in beginsel wordt erkend dat debetrekkingen tussen de staten aan rechtsregels behorente worden onderworpen. De motieven die tot deze erken-ning nopen, mogen dan veelal niet zo bijster verheffendzijn (dat zijn ze bij ons vaak ook niet), dat neemt niet

Page 249: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

weg dat het van het hoogste belang is, dat deze norma-tiviteit wordt aanvaard. De nog veel gehoorde opvattingdat rechtsbetrekkingen met de communistische landen in 249feite een onmogelijkheid zouden zijn, omdat deze landenzich daaraan niet gebonden zouden achten, is ten enenmale onjuist. Dat er moeilijkheden ontstaan, is veeleereen gevolg van de verschillende opvattingen, die menover de inhoud en de betekenis van dit volkenrecht heeft.Daarom is het noodzakelijk nu enige aandacht te beste-den aan de inhoud van het volkenrecht naar communis-tische opvattingen.

De hoofdlijnen van het Sovjet-Russische volkenrecht

Wie mocht denken dat een radicaal nieuw stelsel alshet communisme ook ten aanzien van de inhoud van hetvolkenrecht, de wijze waarop de betrekkingen tussen destaten in concreto behoren te worden gevoerd, radicaalnieuwe geluiden zou laten horen, komt bedrogen uit. Hetvolkenrecht, zoals dat in de communistische handboekenwordt gepresenteerd, vertoont opmerkelijk veel overeen-komst met het volkenrecht, zoals dat door de 19e eeuwse'burgerlijke' volkenrechtsgeleerden werd opgevat. In diezin kan men het communistische volkenrecht rustig con-servatief noemen.

Uitgangspunt is en blijft de souvereiniteit van de af-zonderlijke staat. Zelfs in de periode waarin het rechts-karakter van het volkenrecht nog heftig omstreden was,bleef dit punt geheel buiten discussie. Op zichzelf is dezeaccentuering van de souvereiniteit — zeker voor de eersteperiode na de oktober-revolutie — alleszins verklaarbaar.Zij was en is nog steeds het beste middel om de Sovjet-Unie te vrijwaren tegen elke inmenging van buiten enom zelf orde op zaken te kunnen stellen. Het is thans niet

Page 250: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

mogelijk de soevereiniteitsleer nader te bespreken. Ookomtrent de fundering daarvan zijn veel theorieën voor-

2 50 gedragen en op hun beurt weer ingetrokken.Deze souvereiniteit is in beginsel onbeperkt. Dat wil

zeggen dat een staat slechts met zijn toestemming ver-plichtingen kunnen worden opgelegd. Alle volkenrechtberust, zoals wij reeds bij Tunkin zagen, op de wilsover-eenstemming van staten. Een staat is slechts gebondenals hij uitdrukkelijk dan wel stilzwijgend er in heeft toe-gestemd gebonden te worden.

Ook dit is allerminst een nieuw geluid. In de vorigeeeuw was dit reeds de heersende leer en ook nu nog kanmen in Westelijke landen van deze theorie de nodigeaanhangers vinden. Doch terwijl men in de rest van dewereld nieuwe wegen is ingeslagen, blijft de Sovjet-Uniede onvermoeibare kampioen van het voluntaristisch posi-tivisme.

Er zijn dus maar twee bronnen van volkenrecht: ver-drag en gewoonte, respectievelijk weergave van de uit-drukkelijke en de stilzwijgende wilsovereenstemming. Ge-lijk reeds werd opgemerkt, bestond er in de aanvang eenduidelijke voorkeur voor het verdrag boven het gewoon-terecht juist omdat het verdrag de verplichtingen zoveelduidelijker omschrijft en dus minder voor onprettigeverrassingen kan stellen. Nog Krylov, hoewel de rechts-kracht van verdrag en gewoonterecht beide erkennende,geeft in 1948 blijk van een duidelijke voorkeur voor het

7 Het betreft hier de verbindendheid van de grondbeginselenvan het moderne volkenrecht, die op stilzwijgende erkenningdoor de staten van beide stelsels berusten, dus op gewoonterecht.8 Zo kon de Sovjet-Unie, op grond van de aanvaarding van eenbepaald leerstuk van het volkenrecht, de territoriale aansprakenvan het Czarenrijk handhaven, terwijl zij, door andere elementenvan het traditionele volkenrecht te verwerpen, zich onttrok aande nakoming van de door het Czaristische regime aangeganefinanciële verplichtingen.

Page 251: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

verdrag. Tunkin evenwel maakt geen onderscheid meer,om redenen die later nog ter sprake zullen komen 7 ,doch bovendien omdat er slechts een gradueel verschiltussen beide soorten recht bestaat: zij berusten immersbeide op de wilsovereenstemming.

Een vraag, die naar mijn mening ontkennend moetworden beantwoord, is of het wel mogelijk is te sprekenvan een algemeen bindend volkenrecht, indien men dezebinding laat berusten op de wil van de afzonderlijkestaat. Houdt een algemeen bindend volkenrecht niet juistin dat dit recht geldt, onverschillig of men daaraan wilzijn onderworpen of niet? Het geval immers dat allestaten ter wereld een bepaalde rechtsregel aanvaard heb-ben, is slechts het extreem van een bijzonder volkenrecht.

Van zulk een bovenwillekeurig recht wil de commu-nistische volkenrechtswetenschap echter niets weten, om-dat het zou leiden tot de aanvaarding van het door deSovjets zo verguisde natuurrecht of tot het aanvaardenvan een gemeenschappelijke rechtsovertuiging, die bij debestaande ideologische tegenstel lingen een onmogelijkheidis. En juist gezien deze tegenstellingen kunnen slechtszulke gewoonteregels als algemene volkenrechtsnormenworden beschouwd die door de staten van beide tegen-over elkaar staande stelsels zijn erkend.

Op deze wijze is dus ook verzekerd dat de Sovjet-Unieen de andere communistische staten slechts gebonden zijndoor die regels van het traditionele volkenrecht, die zijvrijwillig aanvaard hebben, terwijl zij de rest als nietbindend terzijde kunnen schuiven 8 .

Dit betekent ook dat nieuwe staten, die de laatste de-cennia bepaald geen uitzondering vormen in de interna-tionale samenleving, door de bestaande regels van volken-recht niet gebonden zijn, dan wanneer zij van de be-reidheid blijk geven deze regels als ook hen verplichtend teaanvaarden.

Page 252: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

Dit alles overwegende, moet men wel de indruk krij-gen dat het algemene volkenrecht slechts weinig voor kan

252 stellen en men zou zich af kunnen vragen, wat dan diebeginselen van het moderne volkenrecht, van de vreed-zame co-existentie, in feite te betekenen hebben, wanneerde verbindendheid daarvan afhankelijk is van de instem-ming van de staat. Trouwens, wanneer men over begin-selen spreekt, impliceert dit dan niet het bovenwillekeurigkarakter daarvan?

Nee, zegt de communistische volkenrechtsleer, deze be-ginselen van het moderne volkenrecht zijn niet boven-willekeurig van karakter; om rechtsgeldig te zijn behoe-ven zij de erkenning door de staten, maar het bijzonderevan deze beginselen is dat het betreft regels die geleidelijkdoor alle staten ter wereld zijn aanvaard. Hoewel zij dusin beginsel geen wezenlijk verschil vertonen met normaleregels van gewoonterecht zijn zij, juist door die algemeneaanvaarding, geworden tot de grondslagen van het al-gemene volkenrecht.

Kan daarop niet elke keer als een nieuwe staat zijnintrede doet in de internationale samenleving, inbreukworden gemaakt, zodat het algemene volkenrecht zouophouden algemeen te zijn? In principe wel, doch wan-neer een nieuwe staat zonder voorbehoud (en welke nieu-we staat zal er in slagen zulk een voorbehoud geaccep-teerd te zien?) diplomatieke betrekkingen aangaat metandere landen, aanvaardt hij daarmee implicite de grond-beginselen van het volkenrecht.

Dank zij deze argumentatie is dus zowel een algemeengeldend volkenrecht als de souvereiniteit veilig gesteld.Maar bij het volgen van dit betoog kan men een glim-lach niet onderdrukken. Want het natuurrecht dat metzoveel aplomb buiten de deur is gezet, heeft zich via deachterdeur weer toegang verschaft. En dat alleen maardoor te verklaren dat bepaalde grondbeginselen, zoals

Page 253: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

deze door de communistische volkenrechtsleer wordengeïnterpreteerd, niet alleen door alle staten moeten wor-den erkend en in acht genomen, doch ook daadwerkelijk 253door hen zijn erkend en derhalve algemeen verbindendzijn; het is de enige weg om de these van de ideologischetegenstellingen te redden en niettemin een algemeen bin-dend volkenrecht te poneren.

Het is de eeuwige band tussen recht en gerechtigheiddie zich hier in de communistische volkenrechtstheorie,evenals in iedere normatieve rechtstheorie, manifesteert.Positivisme en normativiteit zijn niet met elkaar te ver-enigen, en als men dat toch tracht te doen, wreekt zichdit op de een of de andere wijze. De grondbeginselen vanhet moderne volkenrecht, zoals door de communistischevolkenrechtswetenschap geconcipieerd, zijn niets andersdan een weergave van de gerechtigheidskriteria, waarophet positieve recht naar communistisch inzicht behoortte berusten en waaraan het moet worden getoetst.

Daarmee komt het probleem te liggen op een vlak, datzo oud is als het volkenrecht zelf. Want de spanning tus-sen recht en gerechtigheid is in het volkenrecht al vanouds bekend en is juist daar een bijzonder brandendprobleem, omdat de integratie der mondiale samenlevingnog zo weinig gevorderd is en de opvattingen, omtrentwat de gerechtigheid eist, zo diepgaand verschillen.

Het loont daarom de moeite de inhoud van deze alge-mene grondbeginselen, zoals deze voorkomen in de com-munistische volkenrechtsopvattingen, aan een nader on-derzoek te onderwerpen.

De grondbeginselen waarom het hier gaat, wordenveelal aangeduid als de beginselen van de vreedzame co-existentie. De gedachte van de vreedzame co-existentieis het eerst in de publieke belangstelling gekomen doorhet Chinees-Indiase verdrag inzake Tibet van 29 ap ril

Page 254: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

1954 en de daarin voorkomende Pancha Shila, bestaandeuit vijf beginselen: wederzijdse eerbiediging van de terri-toriale integriteit; non-agressie; niet-inmenging in elkan-ders binnenlandse aangelegenheden; gelijkheid en weder-kerige toekenning van voordelen; vreedzame co-existentie.Doch een ware zegetocht ondernam dit denkbeeld eerstnadat op het 20e Partij-congres in 1956 de vreedzameco-existentie als richtsnoer voor het Sovjet-Russische be-leid werd gekozen en Chruscëv als de apostel er van zijnkruistocht was begonnen. Voor het volkenrecht kreeg hetbetekenis op instigatie van enkele Joegoslavische rechts-geleerden in de zomer van 1956 op het congres van deInternational Law Association.

De Sovjet-Unie heeft evenwel altijd volgehouden datde gedachte van de vreedzame co-existentie niet ontleendis aan anderen, doch afkomstig is van Lenin. Met eenbeetje goede wil kan men inderdaad beweren dat Leninwel eens iets in deze richting gezegd heeft, doch metgoede wil is alles wel tot Lenin te herleiden. In ieder ge-val heeft hij de vreedzame co-existentie bepaald nietopgevat in de betekenis die deze thans heeft, al was hetalleen maar omdat hij het naast elkaar voortbestaan vande tot verschillende stelsels behorende staten als iets zeertijdelijks zag, en zeker niet als een blijvende toestand vanvrede. Toch schuilt er enige waarheid in de bewering datde gedachte van de vreedzame co-existentie van ouderedatum is dan 1954. Reeds onder Stalin — een naam diein 1956 evenwel niet goed kon worden genoemd — w asde co-existentie de kern van het buitenlands beleid enals Krylov in 1947 deze co-existentie aan zijn volken-

9 Voor Kozevnikov en Zadorozny, die het volkenrecht funderenop de wil der volksmassa's, is het reeds de grondslag van hetvolkenrecht, dit is een recht van vreedzame co-existentie, terwijlhet voor Tunkin, die het recht baseert op de wilsovereenstem-ming der staten, het allerbelangrijkste leidende beginsel is bij deverdere ontwikkeling van het volkenrecht.

Page 255: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

rechtstheorie ten grondslag legt, beroept hij zich dan ookvoortdurend op Stalin. En reeds toen werd het volken-recht omschreven als het geheel van normen die de be- 255trekkingen der staten regelen in hun onderlinge strijdén samenwerking, waarbij strijd niet alleen in de zin vanmilitair conflict moet worden uitgelegd.

Na 1956 echter valt wel een accentverschuiving op temerken. De nadruk komt duidelijk te liggen op het vreed-zaam. Herhaaldelijk wordt opgemerkt dat vreedzame co-existentie meer is dan de afwezigheid van oorlog. Zij ver-onderstelt, aldus Chruscëv, de normalisering der handels-betrekkingen, ontwikkeling van culturele banden, uit-wisseling van wetenschappedijke gegevens, ontwikkelingvan het toeristenverkeer etc., ongeacht de sociale enpolitieke structuur der staten.

De preciese betekenis van het beginsel der vreedzameco-existentie voor het volkenrecht is in de Sovjet-Unienog omstreden, met name de vraag of het de eigenlijkegrondslag van het moderne volkenrecht is, dan wel eenbeginsel dat richtinggevend inwerkt op het volkenrecht 9 .

Wel echter is men het er over eens dat deze vreedzameco-existentie een toestand van in beginsel onbeperkte duuris, die pas zal eindigen als het kapitalisme zichzelf vol-ledig heeft vernietigd, waarna de periode van het uni-versele communisme aan zal breken. En voorts komtvoortdurend naar voren dat vreedzame co-existentieslechts mogelijk is indien de grondbeginselen van het vol-kenrecht in acht worden genomen. De strijd tussen destelsels blijft bestaan, maar het zal een vreedzame strijdzijn, gereguleerd door deze grondbeginselen.

Welke zijn nu deze grondbeginselen? Verschillendekwamen, aldus Tunkin, reeds voor in het traditionelevolkenrecht, zoals eerbiediging van de souvereiniteit vande staat, het beginsel van de niet-inmenging in de bin-nenlandse aangelegenheden van een staat (het non-inter-

Page 256: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

ventie principe), de gelijkgerechtigdheid der staten, denauwgezette naleving van internationale verplichtingen

256 (het 'pacta sunt servanda'). Deze beginselen zijn evenwelin betekenis verdiept door de invoering van nieuwe be-ginselen — hetgeen te danken is aan de strijd van de pro-gressieve tegen de reactionaire krachten — als b.v.: hetbeginsel van non-agressie, het beginsel van de vreedzamebeslechting van geschillen, het beginsel van de zelfbe-schikking der volkeren, het beginsel van de ontwapening,het verbod van oorlogspropaganda. Al deze beginselenzijn thans algemeen erkend en vormen dus dwingendevolkenrechtsnormen.

Wie van deze beginselen kennis neemt, ook van de zgn.nieuwe, die dank zij de progressieve krachten (lees: decommunistische landen) in het volkenrecht zijn inge-voerd, zal zich de ogen uitwrijven. Het betreft immersvrijwel allemaal principes die al van ouds bekend zijn ener schijnt niets nieuws aan te ontdekken. Men kan hetmet Tunkin eens zijn dat de wereld een prachtig beeldzou vertonen indien ze getrouwelijk in de praktijk wer-den gebracht, maar dat is nu juist de crux. Want dezebeginselen zijn zo vaag en onbepaald dat ze in de prak-tijk in hun algemeenheid niet zijn toe te passen. Wantwat begint men met een beginsel als dat van non-agressie,indien niet vaststaat wat onder agressie moet worden ver-staan? Men kan inderdaad zeggen dat alle staten het erover eens zijn dat agressie verboden is, maar over watagressie nu eigenlijk inhoudt bestaat geenszins overeen-stemming 10, en op dat laatste komt het juist aan. Eenzelf-de redenering kan men volgen ten aanzien van vrijwelalle genoemde beginselen. De Canadese hoogleraar Mc

10 De discussie rondom het Israëlische optreden in juni 1967is van het hier gestelde een overtuigend bewijs.11 E. McWhinney, 'Peaceful Coexistence' and Soviet-WesternInternational Law, 1964, p. 36.

Page 257: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

Whinney merkt dan ook op dat, indien dit de primairebeginselen zijn, het zeer nuttig zou zijn te weten wat desecundaire beginselen, die voor een nadere concretiseringmoeten zorgen, inhouden 11 . Want zolang wij in derge-lijke algemeenheden blijven steken, zal de overeenstem-ming tussen Oost en West slechts een verbale, geenwerkelijke toenadering meebrengen.

Niettemin laat Tunkin deze grondbeginselen fungerenals maatstaf voor het bijzondere volkenrecht, zoals ver-dragen etc. Ze zijn dus dwingend recht. Zo vraagt hij:kunnen bijvoorbeeld twee staten in een bilaterale verkla-ring vastleggen dat zij in hun onderlinge betrekkingenniet door het non-agressie beginsel gebonden zijn? Hetantwoord hierop kan klaarblijkelijk slechts 'neen' luiden,want de vrede is ondeelbaar en bij de handhaving van dewereldvrede hebben alle staten belang. Nog afgezien vanhet punt welke rol nu opeens het belang hier vervult,kan men Tunkin op zijn beurt de vraag stellen: indiende staten een dergelijke regeling niet kunnen willen (Uontzegt haar immers rechtsgeldigheid) wat hebben wehier anders dan een boven-willekeurige maatstaf envoorts: hoe kunnen wij zulk een maatstaf aanleggen, alswij niet weten wat hij behelst, want het door U gegevenvoorbeeld is niet overtuigend omdat het regelrecht stamtuit het ongerijmde?

Een nadere concretisering van genoemde beginselen isechter van de Sovjet-volkenrechtswetenschap niet spoe-dig te verwachten. Immers, de geschetste vaagheid biedteen uitgezochte mogelijkheid voor het naar eigen believenopvullen van deze beginselen met subjectieve inzichten.Wanneer men bijvoorbeeld bedenkt dat subjecten vanvolkenrecht naar communistische opvatting niet alleenstaten zijn, maar ook volken die in een nationale bevrij-dingsstrijd worstelen om het recht op zelfstandige vor-ming van hun politiek bestel en in het verloop van deze

Page 258: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

strijd organen van het nationale verzet met overheids-bevoegdheden in het leven roepen 12 (een regering in

258 ballingschap is spoedig gevormd) en dat in dat geval dusniet meer het beginsel van de niet-inmenging en de eer-biediging van de souvereiniteit geldt, dan blijkt wat ervan deze beginselen overblijft. Alle koloniale kwesties— en niet alleen deze — vallen buiten het bereik vanhet non-interventie beginsel, indien op grond van eenpolitieke beslissing de opstand in bovengenoemde catego-rie wordt ondergebracht. Men zou haast gaan denkendat het volkenrecht opzettelijk zo vaag wordt gehoudenom het dienstbaar te kunnen doen zijn aan de politiekvan het ogenblik. Nu is dat elders evenmin een onbekendverschijnsel, doch daar is men dan ook wat voorzichtigermet het stellen van zulke dwingende beginselen. Derhalvekan zelfs de verdenking post vatten dat het poneren vandeze beginselen als regels van dwingend recht met poli-tieke bijbedoelingen is geschied. Iedere keer immers datéén van de imperialistische machten naar het oordeelvan de Sovjet-Unie deze inderdaad algemeen aanvaardeprincipes geschonden heeft, kan zij als een reactionaireen oorlogszuchtige rechtsschenner aan de kaak wordengesteld. Juist door hun vanzelfsprekendheid en door hunonbepaaldheid die het subjectieve inzicht vrij baan laat,kunnen deze beginselen gemakkelijk fungeren als eenschandpaal, waaraan de kapitalistische machten wordengenageld, terwijl men ze zelf niet kan overtreden. Destrijd tussen de stelsels, een strijd waarvan ook de corn-munisten zeggen dat het een bittere strijd is, zij het danniet op gewelddadige wijze gevoerd, wordt zodoende opgeraffineerde wijze op een ander plan gebracht.

Het is echter interessant om na te gaan wat de Sovjet-

12 De terminologie is van Modsorjan.

Page 259: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

volkenrechtsgeleerden zelf hebben op te merken over deverhouding van volkenrecht en politiek. Ook hier vindtmen een argumentatie die weinig houvast biedt en waar- 259mee men eigenlijk alle kanten op kan. De oorzaak daar-van is wel dat onderscheid gemaakt wordt tussen tweesoorten buitenlandse politiek, n.l. één die gericht is op devrede en op de versterking van het volkenrecht (de poli-tiek van de vreedzame co-existentie) en één die reactio-nair is en tegen de tendens van het volkenrecht ingaat(de politiek van de sterke, de machtspolitiek). Het vol-kenrecht nu vormt het raam, waarbinnen men met poli-tieke middelen naar het verwezenlijken van de gesteldedoeleinden kan streven. Indien deze doeleinden in over-eenstemming zijn met de tendens waarin het volkenrechtzich beweegt, te weten naar een vreedzame inte rnationalesamenleving, dan vormt het volken recht tevens een rug-gesteun voor die politiek. Het volkenrecht vervult duseen dubbelrol: enerzijds fungeert het als regulator, alsbegrenzer van de politiek, anderzijds kan het de politieksteunen en instrument van die politiek zijn. Scherp kri-tiseert Tunkin zijn collega Lewin, wanneer deze zegt datiedere staat bij de toepassing van het volkenrecht daar-aan zijn eigen inhoud geeft en dat veelal een en dezelfdevolkenrechtsnorm diametraal tegenovergestelde politiekedoeleinden kan dienen. Als dit waar was, dan zou hetvolkenrecht slechts technische regels geven zonder mate-riële inhoud, dan zou het slechts een vorm zijn en datzou een terugval in de theorie van Pasukanis betekenen.Wanneer gezegd wordt dat het volkenrecht een instru-ment der politiek kan zijn betekent dat niet dat rechten politiek samensmelten, want dat zou een negatie vanhet normatieve karakter van het volkenrecht betekenen.

Dit alles klinkt veelbelovend, doch ook hier past eenwaarschuwing. Want doordat als uitg angspunt gekozenis tweeërlei politiek, de ene in overeenstemming met, de

Page 260: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

andere in strijd met het algemeen karakter van het vol-kenrecht en doordat van te voren vaststaat dat de Sovjet-

260 Unie het eerste beleid tot het hare heeft gemaakt, is demogelijkheid van meet af aan uitgesloten dat haar bui-tenlandse politiek tegen het volkenrecht in zou gaan, isdus het volkenrecht instrument voor en ruggesteun vande Sovjet-Russische politiek, terwijl de regulerende, debegrenzende functie van het volkenrecht zijn volle gewichtverkrijgt met betrekking tot de politiek der imperialisti-sche mogendheden, die immers machtspolitiek bedrijven.En juist vanwege de vaagheid en onbepaalbaarheid dergestelde normen is deze argumentatie niet met eenvoudigetegenbewijzen te wederleggen.

Niet in de theorie over de verhouding van volkenrechten politiek schuilt de grootste fout, doch in de projectieervan op de werke lijkheid, omdat iedere objectieve stel-lingname ten aanzien van het veld van onderzoek ont-breekt.

Conclusies

De Sovjet-Russische volkenrechtswetenschap heeft aaneen verdere uitbouw van het volkenrecht nog slechts zeerweinig bijgedragen. Men kan eerder stellen dat zij eenremmende invloed heeft uitgeoefend door het beklem-tonen van de onbeperkte souvereiniteit van de staat enhet afwijzen van iedere, deze souvereiniteit niet eerbie-digende, vorm van mondiale integratie. Van een verrui-ming van de bevoegdheden der Verenigde Naties dieafbreuk zou doen aan de souvereiniteit der lid-staten,is de Sovjet-Unie een verklaard tegenstandster. Bij de hui-dige tegenstelling tussen de maatschappelijke stelsels iszulk een groei naar een wereldgezag een onmogelijkheiden de pleidooien voor deze uitbreiding van bev oegdhedenvan Westelijke zijde zijn niets anders dan een poging van

Page 261: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

de imperialistische machten de organisatie voor hun re-actionaire doeleinden te benutten.

Moet dit tot de conclusie leiden dat de situatie er som- 261ber uitziet voor het volkenrecht als universeel rechtssy-steem, dat bij de huidige kloof tussen Oost en West (omvan de derde wereld maar te zwijgen) het volkenrechtgeen functie van betekenis kan ve rvullen?

Met opzet is in dit artikel ruime aandacht geschonkenaan de ontwikkeling in het Sovjet-Russische denken overde aard van het volkenrecht. Daarin hebben zich de af-gelopen vijftig jaren enorme wijzigingen voorgedaan. Vaneen recht, dat eigenlijk geen bestaansrecht had, ontwik-kelde het volkenrecht zich tot een recht van vredelieven-de co-existentie, van een recht waaraan alle objectievegelding moest worden ontzegd tot een normatief recht.Men kan zeggen dat dit alles slechts een kwestie vanwoorden is en dat de functie van het volkenrecht alsregulerende factor in de internationale samenleving daar-door niet wordt gediend. En zeker is het waar dat dezeontwikkeling in het rechtsdenken mede bepaald is doorpolitieke inzichten en wensen, want van een zelfstandigevolkenrechtswetenschap in de Sovjet-Unie is geen sprake.Slechts binnen strak getrokken grenzen is discussie moge-lijk en dan nog is het veelal noodzakelijk om, in verbandmet wijziging van de politieke beleidslijnen, eerder ver-kondigde opvattingen weer terug te nemen. En toch be-treft het hier slechts een halve waarheid.

Want oprecht is de Sovjet-Unie in haar verlangen naareen vreedzame internationale samenleving, oprecht is zijin het besef van haar verantwoordelijkheid voor de in-standhouding van de vrede en derhalve oprecht in haarovertuiging dat het verkeer der staten aan een gedrags-patroon moet beantwoorden. De mogelijkheid van eensamenleving van kapitalistische en communistische sta-

Page 262: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

ten op basis van een algemeen bindend volkenrecht iserkend. Slechts vreedzame wedijver behoort nog tot de

262 mogelijkheden. Ook voor de politiek worden de grenzensteeds strakker getrokken.

Doch dan zal men ook verder moeten gaan op de inge-slagen weg. Er is geen weg terug dan de weg die het risicovan de totale vernietiging inhoudt. Er zal meer moetenworden bereikt dan overeenstemming over enkele frasen.Dat is de opgave waarvoor de Sovjet-Russische volken-rechtswetenschap, doch deze niet alleen, thans staat.En de Sovjet-Russische volkenrechtswetenschap heefthaar lenigheid reeds meer dan eens bewezen.

Men kan dit een pragmatische betoogtrant vinden,doch pragmatisch denken is niet altijd verkeerd. Datwordt het pas, wanneer een principiëel uitgangspunt ont-breekt. Juist door de pragmatische benadering van talvan problemen, heeft men ze uit de emotionele sfeer kun-nen halen en is men er in geslaagd er een regeling voorte treffen.

Een rechtssysteem kan men niet uit het niets creëren,zeker niet in een samenleving, waar geen centraal gezagis. Daarvoor is een toenadering, een gemeenschappelijk-heid van belangen nodig, en eerst dan kan een gemeen-schappelijkheid van inzichten en overtuigingen ontstaan.De toenadering wordt — enkele incidenten daargela-ten — steeds groter, het gemeenschappelijk belang is zon-neklaar aanwezig, een beter begrip voor elkanders stand-punten én voor elkanders moeilijkheden is groeiende. Inde Sovjet-Unie is het volkenrecht in zijn karakteriseringreeds in belangrijke mate ontdogmatiseerd en ontideolo-giseerd. Op dat punt bestaan er geen onoverkomelijkemoeilijkheden meer, ook al is de juridische fundering vandit volkenrecht in de communistische rechtstheorie zwaken veelal innerlijk tegenstrijdig. Maar als het gaat om hetinhoud geven aan dit volkenrecht, om het verlenen van

Page 263: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

een functie eraan, dan blijkt de kloof nog zeer diep tezijn; angst en wantrouwen over en weer spelen daarbijeen belangrijke rol, die bepaald niet onderschat moet 263worden. Daarnaast evenwel is er nog steeds een belang-rijke ideologische tegenstelling, al was het alleen maaromdat het totaal verschillende beeld, dat men van de opgrond van deze ideologie gewenste samenleving heeft,leidt tot andere inzichten omtrent wat rechtens behoort.

Ik zou willen besluiten met een citaat uit een briefvan de Engelse jurist Dr. Andrew Martin aan de Inter-national Law Association: ...de weg naar vreedzameco-existentie is reeds lang bekend; als zij nog niet betre-den is, dan is dat niet te wijten aan de afwezigheid vaneen duidelijk aangegeven route, doch aan de afwezigheidvan de wil om er gebruik van te maken. Het dringendstevraagstuk van deze tijd is hoe we die wil bij de volkerenen de regeringen tot stand kunnen brengen en hoe wehaar krachtig kunnen maken; maar dat is een politiek enniet een juridisch probleem'.

Het knelpunt ligt niet zozeer op het juridische, als welop het politieke, op het sociale vlak. Doet dit knelpuntzich — zij het op andere wijze — echter ook niet voorbuiten het terrein van de tegenstelling Oost-West?

Men moet het volkenrecht niet te laag aanslaan,maar men moet er ook geen te hoge verwachtingen vankoesteren, alsof het in staat zou zijn de gerechtigheid tebrengen. Het kan de gerechtigheid alleen maar dienenen schragen. Die gerechtigheid bestaat niet alleen in eentoestand van vrede, afwezigheid van armoede, afwezig-heid van discriminatie etc.; zij manifesteert zich ook in dewijze, waarop wij omgaan met diegenen, die van funda-menteel andere uitgangspunten uitgaan dan wijzelf, endie omtrent de ordening van de maatschappij geheel an-dere ideeën hebben. Als er in dat opzicht de afgelopenvijftig jaar iets is veranderd en dit in het volken rechtelijk

Page 264: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

denken tot uitdrukking komt, zowel in de communisti-sche landen als bij ons, dan is er toch iets gewonnen.

2154

Page 265: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

DRS. J. D. THIJS

Achtergronden en ontstaan vanhet Chinese communisme

Page 266: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

P

Page 267: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

267ACHTERGRONDEN EN ONTSTAAN VAN HETCHINESE COMMUNISME

Op 1 juli 1921 stichtte een handjevol intellectuelen —twaalf in totaal — de Chinese Communistische Partij.Niemand had toen kunnen bevroeden, dat deze, zo kleinbegonnen, partij binnen drie decennia de heerschappijover bijna een kwart van de wereldbevolking zou ver-werven. Nog minder, dat dit geschieden zou onder lei-ding van een destijds nog onbekende boerenzoon uitHoenan, Mao Tse-toeng, één van de twaalf oprichters.

Hoe is deze communistische zegepraal te verklaren?Welke factoren speelden daarbij een rol en tegen welkeachtergronden voltrok zich de communistische opmars?Waarom was het juist Mao, en niet een van de andere,meer prominente, figuren onder de oprichters of latertoegetreden leden, die de partij naar de overwinningvoerde?

Wie een antwoord op deze vragen zoekt, zal eerst eenterugblik op China's verleden moeten werpen. Hij zal detraditionele gedachtenwereld van het oude Keizerrijkmoeten binnentreden en zijn sociaal-politieke structuurmoeten bezien. Vervolgens zal hij moeten onderzoeken,welke factoren de ineenstorting van het Keizerrijk enhet falen van de in 1912 gestichte republiek hebben ver-oorzaakt.

Daarom eerst enkele opmerkingen over het oude Keizer-rijk. Van ouds beschouwde het Chinese Keizerrijk zichals het centrum der wereld, ja dé wereld. De Chinezennoemden hun land daarom 'Chung Kuo', Rijk van hetMidden, of `T'ien Hsia', het Al onder de Hemel. In hunogen waren zij het enige beschaafde volk ter wereld. Al-

Page 268: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

len, die geen deel hadden aan de Chinese beschaving,waren daarom slechts barbaren.

268 De fundamenten van deze beschaving waren eens envoor goed in de grijze oudheid gelegd. De klassieken, deheilige geschriften met de uitspraken van de grote wij-zen, hadden voor alle eeuwen de richtlijnen en nor-men voor het menselijk gedrag bepaald. Zich daaraante conformeren was een conditio sine qua non voor eengoed functioneren van staat en maatschappij. Alleen zókon het ideaal van sociale harmonie worden verwezen-lijkt.

Ruim 2000 jaar lang heeft China met het aangezichtnaar het verleden geleefd. De kanonieke teksten vorm-den de enige bron van kennis en wijsheid. Zij bepaaldenook de Ievensstijl. Het ideaalbeeld van een legendarischverleden was het model voor heden en toekomst. Afwij-king van de traditie bracht onherroepelijk degeneratiemet zich mee.

De confucianistische ethiek vormde de grondslag voorstaat en samenleving van het oude Keizerrijk. Het wasde taak van de Keizer, de Zoon des Hemels, deze voor televen en te prediken. Hij regeerde met een hemels man-daat, dat van hem de opperste deugdbetrachting eiste.Handelde hij overeenkomstig dat mandaat, dan was deharmonie in de natuur en in de menselijke samenlevingverzekerd. Verwaarlozing van zijn hemelse opdrachtleidde daarentegen onherroepelijk tot verstoring van de-ze harmonie. Dan was rebellie geoorloofd. De leider vaneen geslaagde opstand was een instrument, waarvan dehemel zich bediende om de harmonie weer te herstellen.

Ook de keizerlijke ambtenaren dienden deugdzaam tezijn. Zij waren uitsluitend geschoold in de klassieken.Kennis van de heilige boeken was de enige toetssteen opde ambtelijke examens. De ambtenaren waren daaromschriftgeleerden. Zij waren unaniem overtuigd van de

Page 269: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

superioriteit van de Chinese beschaving en zagen het alshun heilige plicht de traditionele orde te beschermen.

Het zelfde gold voor een grote groep „literaten", die 269wel voor één of meer ambtelijke examens waren ge-slaagd, doch niet in het officiële rege ringsapparaat wa-ren opgenomen (Het aantal geslaagden overtrof n.1.steeds dat der beschikbare regeringsposten). Zij oefendenop locaal niveau talrijke functies uit, en hadden groteinvloed op de dorpsbesturen, die buiten de officiële bu-reaucratie om functioneerden. Ook zij waren, evenals deambtenaren, steunpilaren van het keizerlijk gezag, in te-genstelling tot de vaak critische houding van intellectue-len in het Westen tegenover hun regering. Evenals deleden van de officiële bureaucratie, waren zij de wachtersder Chinese beschaving.

De literaten-ambtenaren, zowel als de niet-ambtelijkenotabelen, waren voor een belang rijk deel afkomstig uitde grondbezittende klasse. Zij vormden een elitegroep,die een geprivilegeerde positie genoot, waarvan zij nietzelden misbruik maakte. In culturele hoogmoed distan-tieerden zij zich maar al te zeer van de 'domme massa'.Om het lot van de ongeletterde boeren, die steeds dichtbij de grens van het bestaansminimum hebben geleefd,bekommerden zij zich nauwelijks. De arme boeren wer-den bovendien vaak uitgebuit door de grondeigenaren,die, zoals we zagen, nauw aan de literaten waren gelieerd.

Als de exploitatie alle perken te buiten ging of wan-neer de boeren ten gevolge van natuurrampen of om an-dere redenen door hongersnood werden geteisterd, plach-ten zij zich tot opstandige benden aaneen te sluiten. Nietzelden groeiden deze tot massale opstandige bewegingenuit, die als een orkaan over het land joegen. Zulke re-volutionnaire boerenbewegingen, waarin een min of meerreligieuze verwachting omtrent een naderende heilstaat

Page 270: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

vaak een belangrijke rol speelde, vormden een periodiekweerkerend verschijnsel in het oude Keizerrijk.

270 Hoewel meer dan één dynastie door deze boerenop-standen ten val is gebracht, hebben zij nimmer de funda-menten van het Keizerrijk aangetast. De leider van eengeslaagde boerenopstand aanvaardde eenvoudig het he-melse mandaat en trad op zijn beurt op als beschermerder traditionele orde. Hij was nu de Zoon des Hemels ende heer der wereld, want dat was de Keizer in feite.

China was immers een universeel rijk, dat de helewereld omspande. De Zoon des Hemels was daarom dehoogste gezagsdrager op aarde. Evenmin als er twee zon-nen aan de hemel schijnen, bestond er naast de Keizereen aan hem gelijkwaardig monarch. Vorsten van anderelanden waren slechts zijn schatplichtige vazallen. Betrek-kingen op voet van gelijkheid met hen waren principieelonmogelijk. Deze universalistische staatsopvatting moestop de duur wel leiden tot botsingen met westerse mo-gendheden.

De westerlingen, die van de 16e eeuw af als handelarennaar China kwamen, waren in de ogen van de Chinezenevenzeer barbaren als de hen omringende volken. Weleen nieuw type barbaren, maar daarom niet minder on-beschaafd. Op hen werden daarom de traditionele metho-den in het verkeer met barbarenvolken toegepast, inclu-sief het tribuutstelsel. De officiële missies uit het Westen,die het aangaan van diplomatieke en handelsbetrekkin-gen beoogden, werden als tribuutbrengende gezantschap-pen ontvangen. Zij kwamen immers eerbiedig hun ge-schenken aanbieden als teken van hun onderworpenheidaan de Zoon des Hemels.

Door hun totaal gebrek aan interesse voor de wereldbuiten China, die immers slechts achterlijk en barbaarswas, waren de Chinese leiders volslagen onkundig ge-bleven van de dynamische ontwikkelingen, die zich in het

Page 271: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

moderne Westen hadden voltrokken. Zo meenden zij inde 19de eeuw in hun argeloosheid de Engelsen nog de leste kunnen lezen. Bij alle moeilijkheden, die zich in Kan-ton in verband met de opiumhandel tussen de Engelsenen de Chinezen voordeden, werd het steeds duidelijker,dat twee totaal verschillende wereldbeschouwingen te-genover elkaar stonden, waardoor een botsing niet konuitblijven.

De opiumoorlog (1839-1842) liep op een vernederendenederlaag voor China uit. Desondanks bleef het geloofvan de Chinese leiders in eigen superioriteit nog langetijd ongeschokt. Er waren 20 jaren nodig om hen tot hetbesef te brengen, dat China iets van het Westen kon le-ren. En dan nog slechts op technisch en militair gebied.China, zo meenden zij, had alleen kanonneerboten enarsenalen nodig om de voortschrijdende westerse ag-gressie te kunnen weerstaan. Het w as een ijdele hoop.Want in de 20 jaren, die zij voorbij lieten gaan zonderzich te bezinnen op een adequaat antwoord op de wes-terse aggressie, was het Keizerrijk zozeer verzwakt, dathet niet meer te redden was. De bloedige Taipingopstanden nieuwe oorlogen met westerse mogendheden haddenhet rijk op zijn fundamenten doen schudden.

In de daarop volgende periode nam de westerse ag-gressie nog onrustbarender vormen aan. China werdeen speelbal van de westerse mogendheden. De 'madscramble for concessions' begon en het rijk werd in eenaantal invloedssferen verdeeld. 'China werd als een me-loen in partjes gesneden'. Het eens zo machtige Keizer-rijk verviel tot de vernederende status van een semi-koloniaal land.

Deze 'nationale schande' w as voor de trotse Chinezenonverdragelijk. Een militant nationalisme ontstond, datzich in eerste instantie richtte tegen de vreemde Mand-sjoedynastie, die verantwoordelijk werd gesteld voor de

Page 272: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

'nationale schande'. De geschetste ontwikkelingen en desteeds toenemende corruptie, waaraan de bureaucratie

272 zich schuldig maakte, waren duidelijke tekenen, dat hetmandaat van de Mandsjoeheersers ten einde liep. Naartraditionele opvattingen — wij zagen het reeds — wasrevolutie daarom geoorloofd.

Onder leiding van Sun Yat-sen vormde zich een revo-lutionaire beweging, die aanstuurde op verdrijvingvan de Mandsjoes en stichting van een Republiek. Dekern van deze beweging bestond uit Chinezen, die aan detraditionele gedachtenwereld van het Keizerrijk Chinawaren ontgroeid: studenten aan westerse opleidingsinsti-tuten in binnen- en buitenland, kooplieden in de haven-steden, die door contact met westerse bedrijven nieuweideeën hadden opgedaan, emigranten in Zuidoost-Azië enAmerika enz. Zij allen waren de overtuiging toegedaan,dat alleen de stichting van een republiek China voor detotale ondergang zou kunnen behoeden.

In oktober 1911 brak de opstand uit. In februari vanhet volgend jaar deed de Keizer afstand van de troon.Het eeuwenoude Keizerrijk stortte als een kaartenhuisineen en op zijn ruïnes werd een republiek opgericht,althans in naam. In werkelijkheid echter was deze re-publiek niet meer dan een façade. De muren waren nogniet opgetrokken en zelfs het fundament nog niet gelegd.Maar de republikeinse vlag wapperde. En men vierdefeest.

Onder de intellectuele leiders van de revolutie — voorhet merendeel politiek onervaren theoretici — heersteeen schier onbegrensd optimisme Hun verwachtingenwaren hoog gespannen. Een nieuwe tijd was aangebro-ken met ongekende perspectieven voor de toekomst. Hetverleden heerste niet meer over het heden. De knellen-de banden van de traditie, die de vooruitgang haddenbelemmerd, waren verbroken. De weg was nu vrij voor

Page 273: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

vernieuwing en modernisering. Westerse techniek en de-mocratie zouden China spoedig in zijn oude luister her-stellen. Binnen enkele jaren zou het sterk genoeg zijn om 273de gehate aggressors uit zijn territoir te verjagen. Kort-om, de rehabilitatie van China stond voor de deur.

De teleurstellingen konden natuurlijk niet uitblijven.En zij kwamen spoedig. Om te beginnen liep het niet zovlot met die democratie. Jawel, er werden parlements-verkiezingen gehouden. Maar zij waren een farce doorgeknoei met stembiljetten, omkoperij en terreur. En deeerste president, Yuan Sje-k'ai, was allesbehalve demo-craat, veeleer een eerzuchtig dictator, die geen opposi-tie duldde. In 1913 al verbood hij de Kwo Min Tang, delastige partij van Sun Yat-sen, en in het jaar daaropontbond hij zelfs het parlement. Maar hij ging verder,want zijn eerzucht kende geen grenzen. Keizer wilde hijworden en mitsdien ensceneerde hij een 'plebisciet' ommet een schijn van wettigheid de oude drakentroon tekunnen bestijgen. Zijn plotselinge dood in 1916 be-lette echter de verwezenlijking van zijn ambitieuze plan.

Erger nog dan de mislukking van het democratischeexperiment was de toenemende chaos in het binnenland.Vooral na de dood van Yuan nam deze schrikbarende vor-men aan. Yuan was tot op zekere hoogte nog in staat deeenheid te bewaren, al trokken locale machthebbers zichvaak niets van zijn bevelen aan. Zijn opvolgers mistenechter het persoonlijk gezag, dat Yuan als voormaliggouverneur en bekwaam generaal genoot. In Peking wis-selden zwakke regeringen elkaar in snel tempo af, de eneal machtelozer dan de andere. De gevolgen waren desas-treus.

De macht kwam in handen van locale militaire heer-sers. Overal doken oorlogsheren op, die zich als onaf-hankelijke satrapen gedroegen en spotten met het gezagvan de centrale regering. Tegelijkertijd gingen zij elkaar

Page 274: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

te lijf om hun eigen machtsgebied te vergroten. Het landviel ten prooi aan bloedige burgeroorlogen. De anarchie274 greep snel om zich heen en wederom moesten de armeboeren het gelag betalen. Gewapende benden trokken dedorpen door, plunderend en rovend wat zij konden.De chaos was compleet geworden.

Deze gezagscrisis bracht China's internationale presti-ge een ernstige klap toe. Reeds tijdens Yuans bewindhad Japan van China's zwakke positie misbruik gemaaktdoor de indiening van 21 brutale eisen, die praktischneerkwamen op erkenning van zijn oppervoogdij. Op 7mei 1919 was China gedwongen de meeste van die eisenin te willigen. Om de herinnering aan deze vernederinglevendig te houden was die datum tot 'dag van nationaleschande' verklaard. Inmiddels was Japans machtshongernog niet verzadigd. Het zette zijn intriges voort en ookandere landen profiteerden van China's zwakte doornieuwe concessies af te dwingen.

Wel verre van de verwachte rehabilitatie, was het metChina na de stichting van de republiek dus snel bergaf-waarts gegaan. Intern een onvoorstelbare chaos en anar-chie, extern een aanzienlijk verminderd prestige.

De desolate toestand van hun land bracht vele natio-nalisten tot wanhoop. Het jammerlijk falen van de revo-lutie had hun aanvankelijk vertrouwen in de westersedemocratie volledig de bodem ingeslagen. Toen gebeurdeer iets, dat ook het laatste sprankje vertrouwen, dat zijnog koesterden in de eerlijkheid en betrouwbaarheid vande westerse mogendheden, deed verdwijnen.

De vredesconferentie te Versailles weigerde, ondanksvroegere beloften, Tsingtao aan China terug te geven,een voormalig Duits pachtgebied, dat Japan in het beginvan de oorlog op de Duitsers had veroverd. Deze weige-ring wekte een storm van verontwaardiging in China,vooral onder de studenten in Peking. Spontaan besloten

Page 275: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

zij de herdenking van de 'dag van nationale sch ande'drie dagen te vervroegen en zo organiseerden zij op 4mei 1919 een ongekend heftige demonstratie in Peking. 275

Studenten in andere steden volgden hun voorbeeld enweldra was het hele land in beroering. Overal felle de-monstraties, stakingen en boycotacties. Voor het eerstsloten studenten, professoren, kooplieden en arbeiderszich aaneen. De verbittering over de smadelijke bejege-ning van China door de mogendheden in Versailles leid-de tot een nationalistische explosie, zoals China nimmertevoren had gekend. Deze demonstreerde duidelijk, datChina was ontwaakt. Door het hele land werden natio-nalistische organisaties gesticht. Tijdens deze z.g. '4 mei-beweging' en als onderdeel daarvan vormden zich ook deeerste kernen van de later opgerichte CommunistischePartij.

Richten wij thans onze aandacht op het ontstaan vanhet communisme in China. Wij zagen reeds, hoe ge-desillusioneerd de nationalistische intellectuelen warendoor het jammerlijke falen van de revolutie van 1911.In deze stemming van vertwijfeling werd hun aandachtgetrokken door de Russische revolutie, die betere resul-taten scheen te boeken. Mogelijk zou China daarvankunnen leren. Te meer, omdat de nieuwe Sovietstaatniet was gefundeerd op de westerse democratie, die voorChina ondeugdelijk was gebleken, doch op een geheelnieuw gedachtensysteem.

Daarvóór hadden Chinese intellectuelen reeds kennisgenomen van Marxistische geschriften, doch zij haddendeze als irrelevant ter zijde gelegd. Marx had immersgeen boodschap voor China, dat nog in devóór-kapita-listische fase verkeerde. Lenin echter, zo ontdekten zijnu, had een nieuwe dimensie aan het Marxisme toege-

Page 276: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

voegd. Zijn leer van het imperialisme had wel terdegebetekenis voor China.

276 Het was vooral professor Tsj'en Toe-sjioe, decaan vande literaire faculteit van de universiteit van Peking, diedoor de messiaanse boodschap van Lenin werd gegre-pen. Voordien had hij de zwakte van China steeds toe-geschreven aan zijn oude cultuur. Nu echter begon hijhet imperialisme verantwoordelijk te stellen voo r de er-barmelijke toestand, waarin zijn land verkeerde. Hetproces van Tsj'en's bekering tot het communisme wasbegonnen.

Toen werd, enkele dagen na de 4 mei-demonstratiete Peking, de bekende Karakhan-verklaring gepubli-ceerd: Sovjet Rusland deed vrijwillig afstand van alle,onder het Tsaren-bewind verkregen, privileges in China,inclusief de zo gehate exterritorialiteit. De eerste on-baatzuchtige daad van een westerse mogendheid! Aldushet commentaar in Peking. Sovjet Rusland had geen bete-re stap kunnen doen om de sympathie van de Chinese in-telligentia voor zich te winnen. Geen wonder, dat de be-langstelling voor het communisme groeide. Vooral bijprofessor Tsj'en.

Hij had reeds, samen met een van zijn collega's, een'vereniging voor bestudering van het Marxisrne' ge-vormd. Mao Tse-toeng, die toen assistent op de univer-siteitsbibliotheek was, had zich daarbij gevoegd. De ledenwaren allen vurige nationalisten. Hun bestudering vanhet Marxisme — en het communisme — beoogde te on-derzoeken, of de nieuwe leer bruikbaar was voor China.Het ging hen allen in eerste instantie om de restauratievan hun land.

De groeiende overtuiging, dat het communisme debeste garantie bood voor een spoedige herrijzenis vanChina leidde tenslotte tot hun bekering. Zij accepteerdenhet communisme als een instrument tot verwezenlijking

Page 277: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

van hun nationalistische aspiraties. Het Chinese com-munisme heeft tot op heden het stempel van de natio-nalistische achtergrond van zijn ontstaan behouden. 277

Kort na de 4 mei-beweging vertrok professor Tsj'ennaar Sjanghai, waar hij een socialistische jeugdgroep or-ganiseerde. Zijn collega en mede-oprichter van de Mar-xistische studieclub stichtte een dergelijke groep in Pe-king.

Inmiddels was de eerste Komintern-agent, Voitinsky,in China gearriveerd. Hij vestigde zijn hoofdkwartier inShanghai. Onmiddellijk begon hij Tsj'en, die nog geenidee had van de Leninistische partijconceptie, daarin teonderrichten. Toen dit gebeurd was, kon de communis-tische partij worden opgericht. Dit geschiedde onder hettoeziend oog van een tweede Komintern-agent, de Neder-lander Sneevliet, die in China onder de naam Maringopereerde.

Tevoren, in febr. '21, hadden Chinese studenten inFrankrijk reeds een communistische jeugdgroep ge-vormd. Eén van hen was de huidige premier van deChinese Vodksrepubliek, Tsjou En-lai. Ook in Duitslandbestond reeds zo'n Chinese communistische groep.

De in Shanghai gestichte partij was dus onbeteke-nend klein en zwak. Slechts 12 deelnemers aan de op-richtingsvergadering. Bovendien niet allen overtuigdecommunisten. Voitinsky's indoct rinatie-werk was tenslot-te nauwelijks begonnen. A lleen Tsj'en Toe-sjioe had hijgrondig onderwezen en met succes. De overigen wa-ren wel allen gegrepen door Lenins leer van het impe-rialisme, maar de communistische doctrine als zodanigwas lang niet door allen aanvaard. Er waren zelfs anar-chisten en uitgesproken tegenstanders van de klassestrijdbij. Een tweetal onder de deelnemers zou zich later bijde uiterst rechtse vleugel van de Kwo Min Tang aanslui-

Page 278: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

ten. Maar de Komintern-agenten zetten hun indoctrina-tiearbeid gestaag voort en zij wonnen terrein.

Intussen begreep Moskou, dat het kleine groepje vanmerendeels nog slecht onderlegde intellectuelen, prac-tisch zonder contact met arbeiders en boeren, weinig ofniets zou kunnen uitrichten. Dit probleem bestond ove-rigens niet alleen in China, doch het gold voor alle kolo-niën en semi-koloniën. De vraag n.l. hoe het communis-me in die gebieden een massabeweging kon worden. Ophet 2-de Kominterncongres in 1920 was deze vraag gron-dig besproken en ondanks heftige meningsverschillen,had Lenin daar het (on-Marxistische) besluit kunnendoordrukken, dat de communisten allianties moestenaangaan met de nationalistische bewegingen in de ge-noemde gebieden, ook al werden deze geleid door ver-tegenwoordigers van de bourgeoisie. De taktiek wasduidelijk : het ging er om de reeds bestaande nationalis-tische bewegingen onder communistische controle tebrengen.

Dit betekende voor China, dat de jonge, zwakke com-munistische partij contact moest zoeken met de KwoMin Tang, de partij van Soen Yat-sen. De NederlanderSneevliet, die de kort te voren opgerichte IndonesischeCommunistische Partij (P.K.I.) op het 2de Komintern-congres vertegenwoordigde, kreeg de opdracht naar Chi-na te gaan om de noodzakelijk geachte band te leggentussen de communisten en de nationalisten van deK.M.T. Hij was daarvoor de aangewezen persoon, om-dat hij in Indonesië op dit gebied reeds e rvaring hadopgedaan. Wij zagen Sneevliet al aanwezig op de oprich-tingsvergadering van de C.C.P. te Shanghai, onder deschuilnaam Maring. Kort tevoren was hij in China aan-gekomen.

In het eerste onderhoud, dat Maring met Soen Yat-senhad, wees hij hem op twee ernstige gebreken van de Kwo

Page 279: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

Min Tang: de organisatie deugde niet en zij had geeneigen leger. Daardoor zou de partij nimmer in staat zijnhaar revolutionaire plannen te verwezenlijken. Welnu,de Komintern was bereid hem te helpen bij de reorgani-satie van de Kwo Min Tang naar Sovjetmodel en destichting van een militaire academie.

Soen had er wel oren naar. Het ging inderdaad nietgoed met zijn partij. Bovendien sympathiseerde hij metSovjet Rusland. De Karakhan-verklaring had diepe in-druk op hem gemaakt. Na al zijn vergeefse pogingen omhulp van de westerse mogendheden te krijgen, gaf hetKomintern-aanbod hem nieuwe hoop. Toch aarzeldeSoen nog het aanbod te aanvaarden, vooral het daaraangekoppelde voorstel tot samenwerking met de jonge com-munistische partij in China. Hij was vooral bevreesdvoor de door de communisten geprogageerde klasse-strijd.

Na meerdere gesprekken werd tenslotte overeenstem-ming bereikt. De Komintern-hulp werd aanvaard en le-den van de communistische partij zouden op individu-ele basis toegelaten worden tot de Kwo Min Tang, mitszij zich aan de partijdiscipline onderwierpen.

Intussen moesten ook Tsj'en Toe-sjioe en zijsi partijge-noten nog worden gewonnen voor de idee van samenwer-king met de Kwo Min Tang. Met dat doel riep Maringeen speciale vergadering van het Centraal Comité bijeen.Daar bleken de Chinese communisten allesbehalve en-thousiast te zijn voor Marings voorstel. Vooral voorzit-ter Tsj'en protesteerde heftig. Hij had steeds een diepeminachting gekoesterd voor de partij van Soen. En hoezouden zij, communisten, moeten samenwerken metbourgeois-leiders, die volgens Marx toch hun

klasse-vij-anden waren? Maar de protesten hielpen niet. Maringdwong hen eenvoudig zijn 'suggestie' te aanvaarden,met een beroep op de 'Komintern-discipline'. Kort te-

Page 280: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

voren was de C.C.P. n.l. tot die internationale toegetre-den.

280 Nu kon met de uitvoering van het Komintern-planworden begonnen. Het ging alles snel in zijn werk. Inseptember 1923 aankomst te Kanton van de sluwe Ko-mintern-agent Borodin, belast met de reorganisatie vande K.M.T. Een heirleger van Russische politieke en mi-litaire deskundigen volgde. In januari 1924 eerste con-gres van de gereorganiseerde Kwo Min Tang. Commu-nisten bezetten enkele sleutelposities. Een paar maandenlater oprichting, onder supervisie van de Sovjet-generaalGalen, van de Whampoa Militaire Academie. Directeurwerd Tsjiang K'ai-sjek, zo juist teruggekeerd van een be-zoek aan Moskou; politiek commissaris Tsjou En-lai.

De aldus begonnen samenwerking tussen de C.C.P.en de K.M.T. duurde bijna 4 jaar. Ongetwijfeld profij-telijke jaren voor de Communisten. De winst: controleop grote groepen arbeiders en boeren en tevens — nietminder belangrijk voor de toekomst — de training vaneen aantal communistische officieren aan de WhampoaAcademie.

Deze jaren zouden de Communisten echter nog meerprofijt hebben opgeleverd, als niet Stalin al zijn troevenop de K.M.T. had gezet. Zijn primaire doel w as het'warlord'-regime in Peking, dat hij als een handlangervan het westerse imperialisme zag, te vernietigen. Daar-toe wilde hij de K.M.T. gebruiken en dus moest vóór allesdeze partij organisatorisch en vooral militair wordenversterkt. De sociale revolutie zou later wel aan de ordekomen.

Voorlopig werden de communistische belangen dusondergeschikt gemaakt aan die van de K.M.T. Stalinbeval hen daarom coûte que coûte elke actie te vermijden,die het eenheidsfront met de K.M.T. zou kunnen scha-den. Dit betekende o.m., dat zij hun agitatie onder de

i ^ p

Page 281: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

boeren binnen zekere perken moesten houden. In geengeval mochten de boeren aangezet worden tot acties te-gen de grootgrondbezitters, omdat vele K.M.T.-officie-ren met deze groep gelieerd waren.

Stalins afwijzende houding tegenover een agrarischerevolutie sproot bovendien voort uit zijn (orthodoxe)opvatting, dat zo'n revolutie alleen kon slagen onder lei-ding van het stedelijk proletariaat. Ook daarom wildehij onder geen beding de samenwerking met de K.M.T.loslaten. Immers, om voldoende steun van het proleta-riaat te verkrijgen moesten eerst stedelijke centra wor-den bezet en dit kon alleen het K.M.T.-leger presteren.De Communisten beschikten n.l. niet over een eigen le-ger. Dit was één van de redenen, waarom zij bij herha-ling Stalin verzochten de alliantie met de K.M.T., die hende vorming van een eigen leger belette, te mogen ver-breken. Hij weigerde echter steeds hardnekkig zijn toe-stemming daartoe te geven.

Door deze houding van Stalin hebben de ChineseCommunisten in de jaren 1926-1927 vele kansen omhun greep op de boeren te verstevigen gemist. Het is no-dig dit in het kort toe te lichten.

In verband met de voorbereiding van een militaireveldtocht tegen de 'warlords' in het noorden, had deK.M.T.-leiding sinds eind 1924 propagandisten uitge-zonden om de boeren, met name die in de provincieHoenan, aan hun zijde te krijgen. Deze propagandistenwaren opgeleid door een speciaal voor dat d oel opge-richt instituut, dat door Communisten werd geleid. (In1926 was Mao Tse-toeng enkele maanden directeur v andat instituut). Zij waren daarom zonder uitzonderingCommunisten. Hun propaganda en agitatie onder deboerenbevolking had groot succes. Overal verrezen com-munistische boerenbonden.

Toen in de zomer van 1926 het K.M.T.-leger zijn

Page 282: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

'noordelijke expeditie' begon, werd het overal door deboeren enthousiast verwelkomd. Hierdoor verliep de op-

282 mars zeer vlot. Na enkele maanden werd Hankou bezeten in december 1926 werd de K.M.T.-regering van Kan-ton naar Hankou overgeplaatst. Het was een regering, diebeheerst werd door de linker-vleugel van de K.M.T. enwaarin drie Communisten zaten.

Tijdens de 'noordelijke expeditie' waren de commu-nistische boerenbonden opgestaan tegen hun landheren.Een aantal van hen was eenvoudig vermoord. De boeren-bonden waren nu practisch heer en meester in grote ge-bieden.

Deze agrarische revolutie plaatste de communistischepartij voor een moeilijk dilemma. Door haar te steunenzou zij haar machtspositie aanzienlijk kunnen verster-ken. Bovendien bestond er een goede kans, dat deze revo-lutie naar andere gebieden zou overslaan. Doch steun-verlening betekende onherroepelijk een breuk met deK.M.T., ook met de linkervleugel ervan. En Stalin hadbevolen, dat deze tot elke prijs moest worden voorko-men.

In de partij ontstond grote verwarring. Voor- en tegen-standers van steun aan de boerenacties stonden feltegenover elkaar Zelfs door de Komintern-agenten wer-den onderling tegenstrijdige meningen geuit. De verwar-ring werd nog vergroot door nieuwe directieven van Sta-lin, die getuigden van volslagen onkunde van de Chinesesituatie. Blijkbaar ook onder indruk gekomen van de ge-beurtenissen in Hoenan ordonneerde hij nu: confiscatieen herverdeling van alle grondbezit mét handhaving vande band met de K.M.T. Een volkomen onuitvoerbareopdracht. Uiteindelijk besloot de partijleiding alleengronden, die niet aan K.M.T-officieren toebehoorden, teconfisqueren. Een besluit, waarvan de boeren in Hoenanzich overigens niets aantrokken. Tenslotte moesten de

Page 283: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

Communisten zelfs gedogen, dat K.M.T.-troepen rebelle-rende boerenlegertjes in Hoenan vernietigden.

De geschetste ontwikkeling heeft het p restige van de 28 3communistische partij onder de boeren aanzienlijk ge-schaad. Iemand heeft eens de opmerking gemaakt, dateen communistische overwinning in China zeer onwaar-schijnlijk zou zijn geweest, indien Stalin was blijven'voort-blunderen', en indien niet de leiding van de revo-lutie in handen van Mao Tse-toeng was gekomen. Hijkon wel eens gelijk hebben.

Het was echter spoedig gedaan met het eenheidsfronten dus met de steun van Stalin aan de K.M.T. In april1927 voerde Tsjang K'ai-sjek zijn bloedige staatsgreepuit in Shanghai, waar hij duizenden Communisten lietvermoorden. Dit leidde tot een breuk van de door hemgeleide rechtervleugel van de K.M.T. met de regering inHankou. Enkele maanden later was ook de linkervleugelde samenwerking met de Communisten beu. DeKomin-tern-agenten werden het land uitgejaagd en Tsj'en Toe-sjioe, de leider van de communistische partij, viel bijMoskou in ongenade. Hij werd verantwoordelijk gesteldvoor de breuk met de K.M.T., hoewel hij steeds, vaaktegen zijn zin, trouw de instructies van Stalin had opge-volgd.

Nu Hankou in een 'contrarevolutionair' bolwerk wasveranderd, besloot de Komintern een poging te doen totverovering van een andere stad om 'de revolutie te red-den'. De keus viel op Nantsjang, de hoofdstad van deprovincie Kiangsi. Onder de daar gelegerde troepen v anTsjiang K'ai-sjek bevonden zich n.l. een paar bataljons,die onder commando van communistische officieren ston-den. Op 1 augustus kwamen deze bataljons in opstanden wisten de stad enkele dagen te bezetten. Daarna wer-den zij echter door Tsjiang K'ai-sjeks legers verjaagd.Na lange omzwervingen verenigden zij zich later met een

Page 284: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

boerenlegertje van Mao Tse-toeng tot het z.g. Rode Leger.284 De dag van de Nantsjang-opstand, 1 augustus, wordt

thans in China nog steeds als de geboortedag van hetVolksbevrijdingsleger gevierd.

Door de verjaging van de Communisten uit Hankou,de mislukking van de Nantsjang-opstand en die van eenlatere poging tot bezetting van Kanton was Stalins stra-tegie op een fiasco uitgelopen. De strategie n.l. om derevolutie vanuit stedelijke centra te leiden. Het CentraalComité was genoodzaakt onder te duiken in de Inter-nationale Concessie van Shanghai, bolwerk van het wes-terse imperialisme. Welk een ve rnedering voor Stalin ende Komintern!

Nu kreeg Mao Tse-toeng zijn kans. Reeds te langhebben wij op hem gewacht. Vóór 1927 speelde hij ech-ter nog geen rol van betekenis in de Chinese communis-tische beweging. Merkwaardig — we zouden het haastvergeten —, tot 1925 toonde hij nog geen belangstellingvoor de boeren. Zelf vertelde hij Edgar Snow, dat hijzich eerst in 1925 bewust werd van het revolutionairepotentieel van de boeren. Het was tijdens een kort ver-blijf in Hoenan in dat jaar.

Hij is dan ook bepaald niet de eerste Chinese Com-munist, die aandacht kreeg voor de boerenbeweging.Reeds in 1922 had een in Japan geschoolde Communistzo'n beweging in de zuidelijke provincie Kwantoeng ge-organiseerd. En Communisten in dienst van de K.M.T.— wij zagen het reeds — waren eind 1924 met de stich-ting van boerenbonden in Hoenan begonnen.

Mao's eerste kennismaking in 1925 met gewelddadigeboeren-acties tegen de grondeigenaren in Hoenan zouechter verstrekkende gevolgen hebben voor heel China.Er bestaat goede grond voor het vermoeden, dat toen bijhem de overtuiging rijpte, dat de revolutie in China al-

Page 285: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

leen kans van slagen had door de actieve steun van boe-renguerilla's.

In de eerste maanden van 1927 bezocht Mao weder-om Hoenan. Ditmaal om namens de partij een onder-zoek in te stellen naar de gewelddadige acties van deboeren tegen de landheren. Wij herinneren ons, hoe dezeacties de partijleiding in grote verlegenheid brachten.Mao's rapport over zijn bevindingen is hoogst interes-sant. Het is één doorlopende verheerlijking van de boe-renacties. In zijn enthousiasme vergeet hij eenvoudig tevermelden (wat van een goed Marxist-Leninist verwachtwordt) dat die acties natuurlijk (!) onder leiding vanhet stedelijk proletariaat geschiedden (ook al was dit nietwaar). Zelfs betoogt hij, dat de boeren de voorhoede vande revolutie vormen en dat het platteland de bakermatvan de revolutie is, een wel zeer on-Marxistische uitspraak.Toch is het m.i. niet juist om Mao op grond van dit rap-port als een Leninistische ketter te betitelen, zoals weleensgebeurt. Zijn latere geschriften zijn er om te bewijzen,dat zijn visie op de taak van de boeren in de revolutieniet afweek van Lenins doctrine, al legde hij de accentenhier en daar wel wat anders. Het Hoenan-rapport isgeen ideologisch document, doch eenvoudig een beschrij-ving van Mao's ervaringen, spontaan en enthousiast.

In het rapport voorspelt Mao, dat 'binnenkort honder-den miljoenen boeren in Midden-, Zuid-, en Noord-China als een orkaan zullen opstaan en dat geen macht,hoe sterk ook, hen zal kunnen tegenhouden'. Enkele ja-ren later zou deze profetie verwezenlijkt worden.

Mao had dus in elk geval in 1927 de vaste overtuigingdat de boeren in heel China binnen afzienbare tijd inopstand zouden komen en dat de revolutie alleen methun steun kon slagen. Deze overtuiging was, behalve opzijn bevindingen in Hoenan, ook gebaseerd op zijn ken-nis van de Chinese geschiedenis. Hij wist, dat boeren-

Page 286: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

opstanden in het verleden zelfs Keizerlijke Dynastieënhebben doen vallen. Zag hij zich reeds in 1927 in zijn ver-beelding als de grote leider van de m assale boerenop-stand, die hij verwachtte?

Hoe het zij, het stond voor hem vast, dat de revolutieniet in de steden moest beginnen, zoals Stalin meende,doch op het platteland. Voorts begreep hij, dat een sterkleger nodig was om de revolutie te doen slagen, een leger,dat zijn basis eveneens op het platteland moest hebben.Het was hem duidelijk geworden, dat de Communistenin 1927 de dupe waren geworden van Stalins verbod vanvorming van een eigen leger.

Na een mislukte poging tot het organiseren van eenopstand in Hoenan, trok Mao zich in oktober 1927 terugin een berggebied van de provincie Kiangsi. Daar begonhij zijn voorbereidingen voor de komende revolutie. Hijhad een duizendtal, voor een deel met oude geweren be-wapende, boeren meegenomen. Daarbij voegden zichlater groepjes militairen, die uit het leger van TsjiangK'ai-sjek waren gedeserteerd en aan opstanden haddendeelgenomen (o.a. in Nantsjang en Kanton). Zo werd dekern van het Rode leger gevormd.

Nadat Mao steeds grotere gebieden onder zijn controlehad gekregen, stichtte hij in 1931 de 'Chinese SovjetRepubliek', een agrarische staat, die zich een 'democra-tische dictatuur van proletariaat en boeren' noemde, hoe-wel het proletariaat zo goed als niet daarin was vertegen-woordigd. Direct na de stichting van de nieuwe staatwerd een begin gemaakt met confiscatie zonder compen-satie van het grootgrondbezit, dat onder de arme boerenwerd verdeeld. Dat hierbij veel excessen zijn voorgeko-men, staat vast. Menige landheer werd door woedendemenigten eenvoudig doodgeknuppeld.

De landhonger van de verpauperiseerde boeren bleekniet te kunnen worden gestild. Steeds weer werden gron-

Page 287: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

den herverdeeld, waaraan ten slotte op bevel van de rege-ring een einde werd gemaakt. Voortdurende aanvallenvan de K.M.T.-legers hadden een sterk eenheidsfront 28 7noodzakelijk gemaakt. Het risico, dat verbitterde slacht-offers van de herverdelingen met de vijand zouden heu-len, was te groot geworden.

Het Centraal Comité van de partij zat inmiddels nogsteeds ondergedoken in Shanghai, waar het in voortdu-rend contact stond met Stalin. De partijleiders (en Sta-lin) hadden bezwaar gemaakt tegen de stichting van deSovjet Republiek, omdat deze de noodzakelijke proleta-rische basis miste. In opdracht van Stalin streefden zijer naar steden te veroveren. Omdat zij zelf echter overgeen leger beschikten, oefenden zij druk uit op Mao omzijn Rode Leger daarvoor in te zetten. Mao trok zichechter zo goed als niets van het Centraal Comité aan.

In 1932 moesten de partijleiders Shanghai, waar het tegevaarlijk voor hen was geworden, ontvluchten. Zij we-ken uit naar het veilige territoir van de Sovjet Repu-bliek, waardoor het Centraal Comité praktisch onderge-schikt was geworden aan Mao. Theoretisch bleef het nogeen paar jaar de leiding van de partij behouden, doch infeite was Mao de onbetwiste leider geworden.

Intussen waren de aanvallen van Tsjiang K'ai-sjeksteeds gevaarlijker geworden. Om een totale vernietigingte voorkomen, besloot Mao de blokkade te doorbrekenen Kiangsi te verlaten. Zo begon in oktober 1934 de be-faamde 'Grote Trek', over een afstand van meer dan10.000 kilometer naar Yen-an in de noordwestelijkeprovincie Sjensi. Grote colonnes trokken door schier on-begaanbare streken, over bergen en door ravijnen, voort-durend bestookt door de kanonnen en vliegtuigen vanTsjiang K'ai-sjek. Ongeveer 80 % van de manschappen,die de Grote Trek waren begonnen, werd onderweg doorde granaten van Tsjiang gedood of bezweek onder de

Page 288: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

zware vermoeienissen en ontberingen. De 20.000 over-levenden, die na een jaar in Yen-an aankwamen, waren

288 dan ook geharde en gestaalde strijders, die bovendiendoor een sterke teamgeest aan elkaar waren verbonden.De huidige topfiguren van de Chinese Volksrepubliekzijn allen leiders van de Grote Trek geweest. Dit ver-klaart veel van hun handelingen en optreden.

In Yen-an bleef vele jaren het hoofdkwartier van decommunistische partij gevestigd, nu ook formeel onderleiding van Mao Tse-toeng, die tijdens de Grote Trek totvoorzitter van het Centraal Comité was verkozen. Hetwaren uiterst belangrijke jaren voor de partij. In dezeperiode werden de richtlijnen voor het toekomstige beleidvastgesteld. Mao schreef toen zijn belangrijkste werken.Toen ook werd op allerlei gebied geëxperimenteerd enwerden ervaringen opgedaan, waarvan het latere bewindin Peking kon profiteren.

Doch de Yen-an periode was vooral belangrijk voorde partij, omdat zij in die tijd uitgestrekte gebieden meteen bevolking van circa 100 miljoen onder haar controlewist te brengen. De vraag, hoe zij daartoe in staat was,vraagt tenslotte nog even onze aandacht.

Nog vóór de vestiging van het Rode Leger in Yen-anhad Mao reeds een beroep op Tsjiang K'ai-sjek gedaanom samen een verenigd front tegen Japan te vormen. Ditvoorstel had de sympathie van vele patriotten. Zij had-den lang aangedrongen op een krachtige houding vande Nationale Regering tegen Japan, dat na de bezettingvan Mandsjoerije in 1931 steeds driester was gaan op-treden. Tsjiang bleef echter bij zijn mening, dat eerstde Communisten moesten worden uitgeroeid, alvorenstegen Japan kon worden opgetreden. Hij weigerde daar-om hardnekkig op Mao's voorstel in te gaan.

In 1936 werd Tsjiang door een van zijn opperofficie-ren in Sian, de hoofdstad van Sjensi, niet zo ver van

Page 289: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

Yen-an gelegen, gekidnapt. Mao greep deze gelegenheidaan om zijn plan van een verenigd front te verwezenlij-ken. Hij zond Tsjou En-lai naar Sian om de invrijheid-stelling van Tsjiang te bewerkstelligen, onder voorwaar-de dat de generaal zijn voorstel zou aanvaarden. De op-zet lukte en in begin 1937 kwam het eenheidsfront totstand.

Mao's daad leverde grote winst voor de partij op: sym-pathie voor de Communisten onder vele intellectuelen eneen toevloed van studenten, die aan de door Mao gestich-te Yen-an universiteit kwamen studeren.

Nog belangrijker was de kans, die het Rode Leger na1937 kreeg om guerilla-bases te vormen in de door hetJapanse leger bezette gebieden in het noorden. De bevol-king in deze gebieden leed onder een, vaak ondraaglijke,terreur. Voor zover zij uit hun dorpen waren gevlucht,werden de boeren opgejaagd, van de ene plaats naar deandere. In de nog onbezette streken heerste grote ver-warring, vaak zelfs anarchie, omdat tal van traditionelehoofden en locale notabelen uit angst voor een komendebezetting de dorpen hadden verlaten.

Zo had de Japanse invasie en alle ellende, die daaropvolgde, de traditionele sociale orde vernietigd en de be-volking op drift gebracht. Dit had belangrijke psychischeen mentale gevolgen voor de boeren : verwijding van hunhorizon en uitbreiding van hun interessesfeer. Terwijlvoorheen hun belangstelling niet verder reikte dan hunnaaste omgeving, voelden zij zich nu betrokken bij hetlot van hun land, China. Zij begonnen te begrijpen, dathun ellende China's ellende was. Kortom, een nationaalgevoel ontwaakte, dat zij nimmer tevoren hadden gekend.Zij waren plotseling ontvankelijk geworden voor patriot-tische leuzen.

Van al deze factoren hebben de Communisten handiggebruik gemaakt om de massabevolking aan zich te bin-

Page 290: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

den. Zij kwamen als helpers in de nood, leerden de boe-ren, hoe zij zich door guerilla konden verdedigen, namen

290 de leiding daarvan in handen en assisteerden de nieuwe,onervaren dorpsbesturen bij de uitvoering van hun taak.Men bedenke hierbij, dat de communistische troepen spe-ciaal voor dit werk grondig waren getraind.

Tegelijkertijd hanteerden de Communisten patriotti-sche leuzen als 'redding van het vaderland'. Deze leuzenhadden nu effect en wekten het vertrouwen van de boe-ren. Bovendien waakten zij er zorgvuldig voor termenals 'klassestrijd' te bezigen, terwijl zij tevens in de onderhun controle staande gebieden radicale grondverdeling,zoals zij die in Kiangsi hadden toegepast, achterwegelieten. Slechts voerden zij een matige pacht- en rentever-laging door, die door alle bet rokken partijen als redelijkwerd geaccepteerd.

Zo wonnen de Communisten in de door hen bestuurdegebieden, de z.g. guerilla-gebieden, de loyaliteit van debevolking. De communistische besturen waren voor deboeren hun 'wettige regering'. Van het bestaan van eennationalistische regering in Tsjoengking waren zij zichnauwelijks bewust. De Japanners hebben door de Com-munisten tot vijand nummer één te proclameren, onwe-tend de loyaliteit van de boeren aan de communistischebesturen bevorderd.

Bij de Japanse capitulatie had Mao door zijn bekwametaktiek reeds de steun van circa 100.000 boeren verwor-ven. Hij was inderdaad de grote boerenleider geworden.Daartegenover had Tsjiang K'ai-sjek veel sympathieverloren door het vaak brute optreden van zijn troepentegenover de bevolking in zijn territoir. Bovendien washet prestige van zijn regering aanzienlijk gedaald doorde toenemende corruptie in haar gelederen. Deze stakschril af tegen de eenvoudige leefwijze en het disciplinairegedrag van de communistische leiders.

Page 291: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

Bij de Japanse capitulatie was het daarom reeds duide-lijk, dat de kansen voor Tsjiang na de oorlog gering wa-ren. Na de mislukte Amerikaanse bemiddelingspogingen 291brak in 1948 de strijd tussen de Nationalisten en Com-munisten opnieuw los en binnen een jaar was het helevasteland van China in handen van de Communisten. Op1 oktober 1949 werd de Chinese Volksrepubliek uitge-roepen. De boerenzoon uit Hoenan was de heerser overhet grootste volk ter wereld geworden.

Page 292: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

P

Page 293: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

DR. J. STELLINGWERFF

Bibliografische aanwijzingen voor destudie van Karl Marx en het marxisme

Page 294: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

I ,

Page 295: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

BIBLIOGRAFISCHE AANWIJZINGEN VOOR 295DE STUDIE VAN KARL MARX EN HET

MARXISME

1. Instituut.Voor de studie van het marxisme kan men in Neder-

land het beste terecht bij het Internationaal Instituutvoor Sociale Geschiedenis, Keizersgracht 264 te Amster-dam. Dit instituut werd in 1935 opgericht, 18 juli 1940gesloten en na de oorlog opnieuw opengesteld. Het doelervan is het bevorderen der kennis en der wetenschappe-lijke studie van de nationale en internationale socialegeschiedenis in de uitgebreidste zin. Behalve een Jaar-verslag en verschillende monografieën geeft het Instituutuit het International Review of Social History (1935-1939, heruitgave sinds 1956 bij Van Gorcum te Assen) .Het Bulletin of the International Institute for Social His-tory Amsterdam met een bibliografisch gedeelte werduitgegeven van 1937 tot 1940, heruitgave 1950-1955bij Brill te Leiden, en daarna opgenomen in het Inter-national Review.

2. Inleidingen.

Een goede toegang tot de studie van Karl Marx vormtde Rowohlt monografie: Karl Marx in Selbstzeugnis-sen und Bilddokumenten, door W. Blumenberg. Hierinvindt men een uitvoerige bibliografie, onder meer vanfilosofische werken over Marx. Het boek verscheen innovember 1962, kost een paar gulden en is vertaald alsAulapocket nr. 197 onder de titel Het leven van KarlMarx. W. Blumenberg was tot zijn dood in 1965, weten-schappelijk medewerker van het Internationaal Insti-tuut voor Sociale Geschiedenis.

Page 296: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

Nederlandse inleidingen schreven onder anderen W.Banning, Karl Marx; leven, leer en betekenis (Aula nr.45) en R. C. Kwant, De wijsbegeerte van Karl Marx inde serie Mens en Medemens. Daarbij is het boek vanBanning, die Marx na-gedacht heeft en eenvoudig enhelder schrijft, van meer belang dan dat van Kwant,omdat Kwant te vlot schrijft en synthetisch denkt inplaats van analyserend of diepzinnig.

In dit verband is een ander Aula-boek merkwaardig.Als nr. 237 verscheen de vertaling van R. C. Tucker,Philosophy and myth in Karl Marx (Londen 1961) onderde titel Karl Marx, zijn filosofie en de mythe. Dit boekgeeft een originele analyse, die nieuwe gezichtspuntenopent. Merkwaardig is het opdringerige ten geleide datKwant aan de vertaling meegaf, waarin Kwant tegen dezogenoemde eenzijdigheid van Tucker stelling neemt.Ook merkwaardig is de literatuurlijst omdat daarin delater verschenen boeken van Banning en Kwant wordenvermeld als geraadpleegde literatuur.

Een andere Nederlandse inleiding is van J. de Kadt:Inleiding tot het denken van K. Marx (2e dr. Assen 1952)in de serie Hoofdfiguren van het menselijk denken. Ver-der verschenen in het Nederlands: F. Mehring, KarlMarx; geschiedenis van zijn leven, geautoriseerde ver-taling door Jan Romein. Rotterdam 1921. Oorspronke-lijk Duits 1918. L. Dupré, Het vertrekpunt der marxis-tische wijsbegeerte; de kritiek op Hegels staatsrecht. Ant-werpen en Amsterdam 1954. B. Delfgaauw, De jongeMarx. Baarn 1962. V. Leemans, De jonge Marx en deMarxisten. Antwerpen en Amsterdam 1962.

Een goede inleiding met een bloemlezing in vertalingvan verschillende belangrijke jeugdgeschriften van Marxgeeft L. van Bladel, Kerngedachten van Karl Marx.Roermond en Maaseik 1966, met 80 bladzijden verant-woording en inleiding en 160 bladzijden vertaling van

Page 297: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

Marx. Een belangrijk deel daarvan verscheen niet eerderin Nederlandse vertaling. De prijs is f 11,—.

3. Werken van Karl Marx.

De verzamelde werken van Marx zijn verschenen sa-men met de verzamelde werken van Fr. Engels. De groteuitgave is de MEGA, de Marx-Engels Gesamtausgabe:I Werke, 8 banden, II Schriften, niet verschenen, IIIBrie f e, 4 banden. Deze historisch-kritische uitgave ver-scheen van 1927 tot 1935, eerst te Frankfurt daarna teBerlijn en de laatste band te Moskou. Tot heden nog nietvoortgezet.

Bij Dietz Verlag in Oost-Berlijn zijn van Marx en En-gels de Werke verschenen, evenals de in het Duits ver-taalde werken van Lenin. De eerste 22 delen geven dewerken die tussen 1839 en 1895 werden gepubliceerd, dedelen 23, 24 en 25 geven de drie delen van Das Kapitalen deel 26 in drie banden de Theorien fiber denMehrwert.Van de Brie f e zijn de delen 27 -34 verschenen met debrieven van februari 1842 tot december 1880. Nog vijfdelen zullen volgen. Apart verscheen in 1967 deErgän-zungsband, deel 1 en 2, met geschriften, manuscripten

en brieven die niet in de Werke waren opgenomen. To-taal vijfenveertig delen, die in 1968 verschenen zullenzijn. Prijs per deel van 500 tot 1000 bladzijden van 8 tot12.50 mark, ook afzonderlijk verkrijgbaar.

De Ergänzungsband eerste deel is van belang omdatdaarin Marx' jeugdgeschriften zijn opgenomen, die menin Moskou en Oost-Berlijn slechts van belang acht voorde beperkte kring van vakgeleerden. Voor deze geschrif-ten bestaat juist in het Westen bijzondere belangstellingomdat men de latere Marx wil interpreteren vanuit dezevroegere geschriften.

Van deze eerste geschriften van Marx bestaat een goe-de uitgave in de serie Kröners Taschenausgabe, no. 209

Page 298: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

nl. Karl Marx, die Frühschriften, herausgegeben vonS. Landshut. Deze uitgave van 1953 te Stuttgart is een

298 nieuwe en verkorte uitgave van Der HistorischeMateria-lismus — die FrühschriftenteLeipzig in 1932 in tweedelen uitgegeven door S. Landshut en J. P. Mayer.

Meer volledig voor de jaren tot 1841 is het eerste vande drie delen in de serie Rowohlts Klassiker der Litera-tur and der Wissenschaft nr. 194/195, 209/210 en 218/219: Karl Marx, Texte zu Methode and Praxis I Jugend-schriften 1835-1841, II Pariser Manuskripte 1844 enIII Der Mensch in Arbeit and Kooperation; aus denGrundrissen der Kritik der politischen Ökonomie 1857-1858; uitg. door G. Hillmann in 1966 en 1967. Prijs elkDM 3.80.

Om Marx als filosoof te leren kennen zal men zoweldeze uitgave van Hillmann als die van Landshut moetengebruiken, indien men niet de beschikking heeft over deMEGA, die zeldzaam is, of de Werke met de

Ergän-zungsband.G. Hillmann, in 1922 te Breslau geboren, eerst natio-

naal-socialist, aan het Oostfront verwond, later actiefcommunist, en in 1963 te Munchen gepromoveerd opMarx and Hegel; von der Spekulation zur Dialektik metde ondertitel: Interpretation der ersten Schriften vonKarl Marx im Hinblick auf sein Verhältnis zu Hegel(1835 1841), (Frankfurt 1966), publiceerde ook deRororo pocket: Selbstkritik des Kommunismus met veleteksten van de communistische oppositie (Hamburg 1967,245 blz. met belangrijke bibliografie).

Naast de genoemde uitgaven van L. van Bladel, S.Landshut, G. Hillmann en de Ergänzungsband van deMarx-Engels Werke verzorgde Iring Fetscher in depockets van de Fischer Bücherei, deel 764, 765, 766 en767, vier banden van een Karl Marx — Friedrich EngelsStudienausgabe (Frankfurt 1966, band I Philosophie, II

Page 299: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

Politische Oekonomie, III en IV Geschichte und Poli-tik)

I. Fetscher verzorgde ook drie delen Der Marxismus;seine Geschichte in Dokumenten, deel I Philosophie,Ideologie, II Oekonomie, Soziologie en III Politik (Mün-chen 1962, 1964 en 1965) . Over verschillende onderwer-pen vindt men in deze drie delen systematisch geordendvele belangrijke teksten van Marx zelf, van zijn voor-gangers en van vele latere marxisten van verschillenderichting. Hier krijgt men de teksten dus panklaar, graat-loos en gepaneerd.

I. Fetscher, in 1922 te Marbach aan de Neckar ge-boren, promoveerde in 1950 op een studie over HegelsLehre vom Menschen. Een boek over dit onderwerp werdenige jaren geleden aangekondigd, maar is nog niet ver-schenen. Wel verzorgde hij sinds 1957 de Marxismus-studien (2, 3, 4 en 5e Folge, 1957, '60, '62, '67), en publi-ceerde hij de boeken Von Marx zur Sowjetideologie(Frankfurt 1956, vele drukken), Die Freiheit im Lichtedes Marxismus-Leninismus (Bonn 1957, verschillendedrukken) en Karl Marx und der Marxismus; von derPhilosophie des Proletariats zur proletarischen Weltan

-schauung (München 1967) . Hij is sinds 1963 hoogleraarin de politicologie te Frankfurt.

Intussen moet men niet vergeten de keuze uit de ge-schriften van Marx die F. Borkenau reeds in 1956 ver-zorgde: Marx, Auswahl und Einleitung, Fischer Büche-rei, deel 112. De inleiding, onder de titel Praxis undUtopie, van deze pocket is nog steeds van belang.

Tenslotte wordt in West-Duitsland nog uitgegeven deKarl-Marx-Studienausgabe; 7 delen, Stuttgart I 1962,III 1 en 2 1960, IV 1962, V 1963, VI 1964 en nog teverschijnen II en VII. Deze uitgave wordt verzorgd doorH. J. Lieber met medewerking van P. Furth, B. Kauts-ky en P. Ludz. Deel I geeft de Frühe Schriften, deel VII

Page 300: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

een keuze uit de brieven en het register. Ook deze uit-

300 gave is niet volledig.

4. Bibliografische hulpmiddelen.

In bijna alle inleidingen vindt men een korte biblio-grafie. Deze bibliografieën geven meestal voldoende lite-ratuur om zich langere tijd mee bezig te houden. Maargeen daarvan is compleet of gelijk aan een andere op-gave. Men moet zich dus de beperking van zo'n bibliogra-fie realiseren. Naast de ene literatuuropgave vindt menelders andere opgaven van literatuur, waarvoor menwellicht meer belangstelling heeft.

In een grote wetenschappelijke bibliotheek vindt menin de alfabetische catalogus achter de naam van de auteurdie men lezen wil, Marx, Engels, Lenin enz. de boekendie van de gezochte auteur zijn opgenomen in die biblio-theek. Soms is er een biocatalogus, waarin men de boe-ken over Marx, Engels, Lenin enz. alfabetisch vindt ver-meld. In een biocatalogus vindt men dus achter hetwoord Marx geen boeken van Marx, omdat hij geenboek over zichzelf geschreven heeft, maar wel alle wer-ken over Marx die een biografisch aspect hebben.

Verder moet men vooral in de systematische catalo-gus kijken onder de groepen marxisme, socialisme, com-munisme, enz. om daar alle literatuur over dat onderwerpte vinden. Elke goede wetenschappelijke bibliotheek inNederland heeft een systematische catalogus; de bezoe-ker moet er alleen meer gebruik van maken.

Terwijl de catalogi weergeven wat een bepaalde biblio-theek bezit, geven de bibliografieën zo goed mogelijkalle publicaties op die in een bepaalde tijd over een be-paald onderwerp in een aantal talen of landen versche-nen.

Voor de filosofie is van groot belang de bibliografie diete Leuven wordt verzorgd in het Frans en Nederlands en

Page 301: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

die wordt uitgegeven in de Revue philosophique de Lou-vain en in het Tijdschrift voor Philosophie. In het regis-ter vindt men al de nummers vermeld van artikelen, 301publicaties en recensies van en over bepaalde filosofen.De volgorde van de nummers is systematisch. Binnen degrote groep van de geschiedenis der filosofie is deze volg-orde volgens de decade waarin de auteur zelf of de be-sproken filosoof werd geboren. Publicaties van en overMarx vindt men onder de geschiedenis der filosofie, re-naissance en moderne tijd in het westen, decade 1810-1820, eerst de publicaties van Marx verschenen in hetvoorafgaande kwartaal en dan de publicaties over Marx.

In het tweedelige werk van G. A. de Brie, Bibliogra-phia Philosophica 1934-1945 (Utrecht, Antwerpen1954) vindt men in deel I vermeld 19 werken van Marxen 77 over Marx (blz. 496-498). In deel I worden allebelangrijke filosofen genoemd; deel II is systematischgeordend volgens de onderdelen der filosofie, niet volgensstelsels, zodat men communisme en socialisme niet bij-een vindt.

Bij de Marx-Engels Werke verscheen een los deel:Marx-Engels Verzeichnis; Werke, Schrif ten, Artikel;Berlin 1966, met onder meer een verwijzing naar eer-dere drukken van de afzonderlijke werken van Marx enEngels en naar de MEGA. Daarin vindt men ook eenopgave van de publicaties van Marx welke in deel I vande Marx-Engels Werke verschenen en welke niet.

Verdere bibliografieën zijn:J. Stammhammer, Bibliographie des Sozialismus und

Kommunismus; I, II en III, Stuttgart 1893-1909.Bibliographie der Sow jetischen Philosophie; I-V, Dor-

drecht 1959-1964, uitgegeven in de serie Sovietica doorJ. M. Bochenski.

W. Kolarz, Books on communism. Londen 2e dr. 1963.Over La première internationale verschenen drie de-

Page 302: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

len: I Périodiques 1864-1877, Parijs 1958; II en IIIImprimés 1864-1876, Parijs 1961 en 1963; uitgegeven

302 als onderdeel van het Répertoire international des sour-ces pour l'étude des mouvements sociaux aux XIXe etXXe siècles.

W. T. Chan, Chinese philosophy 1949-1963; an an-notated bibliography of mainland China publications.Honolulu 1967.

Die Entwicklung des dialektischen and historischenMaterialismus in der Sowjetzone; I, II en III, Berlijn1960-1963 met vermelding van 1366, 1657 en 1877 pu-blicaties, verzorgd door het Osteuropa-Institut an derFreie Universität Berlin.

L. Urtacic, Einführung in den Jugoslawischen Mar-xismus-Leninismus; Organisation/Bibliographie. Dor-drecht 1963.

Bulletin of the International Institute of Social HistoryAmsterdam (1937-1940, 1950-1955) daarna voortge-zet als bibliografisch gedeelte van de International Re-view of Social History (1935-1939, 1956—heden).

Page 303: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

BIOGRAFISCHE GEGEVENS OVER DE AUTEURS

JOHANNES VAN DER HOEVEN, 303geboren 6 december 1932 te Rotterdam.Marnix-gymnasium 1950; candidaatsexamen wijsbegeerte teLeiden 1957 en theologie te Kampen 1958, doctoraalexamenwijsbegeerte te Leiden 1960.Promotie te Leiden 1963.Sinds 1963 lector aan de Vrije Universiteit voor de Geschiedenisvan de nieuwe filosofie (sinds de Renaissance).Sedert 1965 plv. hoofdredacteur van het tijdschrift PhilosophiaReformata.Publikaties:Kritische ondervraging van de fenomenologische rede (I) — diss.

Leiden 1963 — Amsterdam, 1963.Heidegger en de geschiedenis der wijsbegeerte — openbare les

V.U. — Amsterdam, 1963.Waarheid en methode; inzake de slotfase van het fenomenologisch

denken bij Heidegger en Sartre — in: Alg. Ned. Tijdschr.voor Wijsbeg. en Psych., 56 (1963), blz. 1-18.

The rise and development of the phenomenological movement.—Hamilton, Ont., Canada, 1965 (Christian Perspectives1965; 75 blz.).

Filosofie op het spel; een post-kritisch stadium van wijsgerigdenken? — in: Philosophia Ref ormata, 30 (1965), blz.137-158.

Medemenselijkheid en communicatie in christelijk-wijsgerig per-spectief. — in: Lucerna, geref. interfat. tijdschr., 6 (1966),blz. 159-171.

Verder enige kortere artikelen, vooral in Mededelingen van deVereniging voor Calvinistische Wijsbegeerte, alsmede enkelerecensies, o.a. in Philosophia Reformata.

Adres: Valeriuslaan 20, Uithoorn.

PIETER HENDRIK KOOIJMANS,geboren 6 juli 1933 te Heemstede.Gymnasium a 1951; Vrije Universiteit: candidaatsexamen rechten1953 en economie 1955, doctoraal examen rechten 1957.Promoveerde in 1964 op het proefschrift The doctrine of theLegal Equality of States. An Inquiry Into the Foundations ofInternational Law.

1

Page 304: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

Van 1960-1965 wetenschappelijk ambtenaar aan de Vrije Uni-versiteit. Sinds 1965 hoogleraar in het volkenrecht en het recht

3,04 der Europese gemeenschappen aan de Vrije Universiteit.Lid van de Nederlandse delegatie naar de 22e zitting van deAlgemene Vergadering van de Verenigde Naties.Publikaties:De blokkade van Cuba en het volkenrecht — A. R. Staatkunde,

november 1962.De Staten-Generaal en het bestuur der buitenlandse betrekkingen.

— A.R. Staatkunde, december 1963.The doctrine of the Legal Equality of States. An Inquiry Into

the Foundations of International Law — dissertatie 1964.Volkenrecht en sociale gerechtigheid. Een peiling — inaug.

oratie 1965.Europa ontwapend; tot welke prijs? — A.R. Staatkunde, 35

(1965).De Verenigde Naties en haar moeilijkheden. — A.R. Staatkunde

35 (1965).De richtlijn van het Europese gemeenschapsrecht. Karakter,

functie en rechtsgevolg. Prae-advies voor de Nederlandsevereniging voor Europees recht. — 1967.

adres: Stadionweg 109, Amsterdam.

HENDRIK GEORGE LEIH,geboren 27 juni 1928 te Huizen (N.H.).Studeerde Geschiedenis aan de Vrije Universiteit, waar hij in1956 het doctoraal-examen aflegde. Sedert 1953 is hij geschie-denis-leraar aan het Johannes Calvijn-Lyceum te Kampen. In1962 publiceerde hij bij Kok te Kampen in de Boeketreeks'Kaart van politiek Nederland. Verder verschenen van zijn handartikelen o.m. in 'Woord en Wereld'. Thans is hij een der redac-teuren van de serie Dichterbij (Kok, Kampen), waarin histori-sche boekjes verschijnen ten dienste van het middelbaar en voor-bereidend hoger onderwijs; in deze serie publiceerde hij in 1966een boekje over 'Marx' en in 1967 een over Rusland op weg naarde Revolutie.

SEERP VAN POPTA,geboren 11 maart 1913 te IJmuiden.Mulo 1928; onderwijzersakte 1933; m.o. boekhouden 1940;

Page 305: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

m.o. economie 1950. Studie economie aan de Vrije Universiteit;candidaatsexamen 1956 en doctoraalexamen 1960.Werkzaam bij de administratie en het secretariaat van de Econo- 305mische afdeling der Koninklijke Nederlandse Hoogovens en Staal-fabrieken N.V. te IJmuiden 1934-1955; directie-secretaris teAmsterdam 1955-1961.Sinds 1961 lector bij de Economische Faculteit der Vrije Univer-siteit; openbare les: Over wetten en tendensen in een centraalgeleide economie (1962).publikaties:Chroestjow, leider en criticus van de Sowjet-economie, exit.

In: Econ.-stat. ber., 16 (1964).De Sowjeteconomie; een terrein vol contrasten.

In: Oost-West, (1965), nr. 5.Sow jeteconomie; enige momenten van haar ontwikkeling.

In: Economie, mei (1965), nr. 8.adres: Dr. Schuytstraat 40, Beverwijk.

JOHANNES STELLINGWERFF,Bibliothecaris der Vrije Universiteit, werd geboren op 5 december1924.Hij bezocht de Chr. H.B.S. te Groningen en studeerde aan deTechnische Hogeschool te Delft in de Afdeling Weg- en Water-bouwkunde. In 1953 legde hij het ingenieursexamen af en in1959 promoveerde hij tot doctor in de technische wetenschappenop het proefschrift getiteld: Werkelijkheid en grondmotief bijVincent Willem van Gogh. Behalve vele bijdragen in de studen-tenpers publiceerde hij een aantal wijsgerige artikelen in Philoso-phia Reformata en bijdragen in enkele bundels. In 1963 verscheenvan hem te Goes de bundel opstellen Mensen en boeken en in1966 te Amsterdam het boek Oorsprong en toekomst van decreatieve mens. Hij was redactiesecretaris van de bundels Perspec-tief (Kampen 1961), Philosophy and Christianity (Kampen enAmsterdam 1965) en Nederlandse Bibliotheekproblemen (Am-sterdam 1967) en is redacteur van de serie Christelijk Perspectief.Van 1953 tot begin 1957 was hij werkzaam bij de Dienst vanGemeentewerken te Eindhoven. In september 1956 werd hij aan-gezocht om mede leiding te geven aan de opbouw van debibliotheek voor de Technische Hogeschool te Eindhoven. In1960 werd hij benoemd tot bibliothecaris der Vrije Universiteit.De heer Stellingwerff is voorzitter van de Sectie Wetenschappe-

Page 306: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

lijke Bibliotheken van de Nederlandse Vereniging van Bibliothe-carissen en lid van het bestuur der N.V.B. Verder lid van de

',06 Rijkscommissie van Advies inzake het Bibliotheekwezen en Be-stuurslid van het NIDER.Adres: Haagbeuklaan 80 te Amstelveen.

JOHANNES DERK THIJS,geboren te Batavia (Djakarta) op 24 april 1912.Gymnasium te Dordrecht.1936 Doctoraalexamen Sinologie aan de Universiteit te Leiden.1937-1945 Ambtenaar bij de Dienst voor Oost-Aziatische Zakente Batavia. Daarna: Adviseur voor Aziatische Aangelegenhedenbij de Standard Vacuum Oil Company, successievelijk teDjakarta en Den Haag.Sinds 1962 verbonden aan de Vrije Universiteit; eerst als Weten-schappelijk Hoofdambtenaar A en vanaf maart 1965 als lectorin de Geschiedenis van de 19e en 20e eeuw van de niet-westersegebieden.Publikaties:Diverse artikelen; bijdrage 'Mau Tze-toeng' in `Pioniers van hetNieuwe Azië' onder red. van Dr. H. Bergema (Franeker, 1959).adres: Laan van Poot 428, Den Haag.

REINIER WILLEMS,geboren 11 januari 1939 te Velsen.Volgde de H.B.S.-B te Haarlem en Hoogeveen, examen 1958, deHogere Technische School te Arnhem, examen 1961.Hierna studie aan de Economische Faculteit der Vrije Universi-teit, candidaatsexamen 1965, doctoraalstudie nog niet voltooid.Assistent aan de Economische Faculteit der Vrije Universiteitvoor Algemene Economie, speciaal voor het vak EconomischePolitiek.adres: Van Linschotenstraat 15, Amsterdam.

Page 307: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

BEKNOPT REGISTER VAN ZAKEN ENPERSONEN

N.B.: De Russische namen zijn in de verschillende opstellen nietsteeds op dezelfde wijze weergegeven. In dit register is slechtséén transscriptie opgenomen.

Ahlberg, R., 162 Caesar, 199Aksakow, K., 136 Calvijn, J., 185Anarchisme, 83, 86, 91, 131, Chinese communisme, zie

com-277 munismeAndropow, 213 Chinese Sovjet Republiek, 286-Annenkow, P. W., 85, 137 288, 291Arbeid, 20, 21, 31, 32, 108, Chinese Volksrepubliek, zie

298 Chinese Sovjet RepubliekArendt, H., 173, 180 Chomjakow, A. S., 134, 135Atheïsme, 86, 91 Chroestsjow, N. S., 153, 164,Augustinus, 183, 185 165, 175, 181, 213, 254, 255Avrich, P., 126 Co-existentie, 11, 225-264

Commune-opstand, 104Bakoenin, M., 78, 81, 84, 86- Communisme, 31-33, 38, 47,

91, 93, 96, 97, 111, 118, 56, 63, 85, 195, 207, 225,131, 132, 210 233, 234, 236, 249

Banning, W., 200, 296 Communisme, Chinese, 267-Barrot, 0., 105 291Beauvoir, S. de, 12 Communistisch Manifest, 110,Beccaria, C., 127 139, 140Belinski, W. G., 81, 82, 86, 90, Daniel, Y., 152-155, 160, 220121, 137, 138, 141 Danielson, N. F., 132, 140Berdjajew, N., 80, 92 Danilewski, N. J., 137Beria, L. P. 213 Deberin, G. A., 178Bernstein, E., 105, 106, 113, Dekabristen-opstand, 76, 77,119 81, 129Bezemer, J. W., 171 Dekolonisatie, 70, 237Blanc, L., 83 Dementjev, 158Blumenberg, W. 295 Dialectiek, 16, 38-40, 43, 46,Boekowski, W., 155, 159 48, 51, 53, 55-57, 62Boerencommune, 83, 84, 95, Dobroljoebow, 91, 92

109 Donner, A. M., 70Bolsjewisme, 107, 119, 161 Dooyeweerd, H., 142, 179,Borodin, 280 183, 203Botkin, 81, 137 Dorpscommune, 75, 78, 79,Brecht, B., 35 101, 135, 139, 141Brezjnjew, L. I., 166, 173, 213 Dostojewski, F. M., 89, 98,Brugmans, I. J., 205 160Burckhardt, J. 30 Dzerzjinski, F., 212Bureaucratie,J.,

Burlatski, F., 158 Eastman, M., 106

307

Page 308: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

Eerste Internationale, zie In- Hofmann, W., 172ternationale Höhmann, H.-H., 163

308 Eerste Wereldoorlog, zie We- Honigsheim, P., 131, 133reldoorlog Hook, S., 173

Ehrenburg, I., 154, 175 Hume, D., 127Einstein, A., 218 Imperialisme, 230, 284Engels, F., 20, 97, 103-105, Indonesische Communistische

107, 109, 110, 112, 132, Partij (P.K.I.), 278139, 140, 207, 226, 2282 Industrialisatie, 100241, 297, 298, 300, 301 Intelligentsia, 77-81, 85, 90,Existentialisme, 12, 13, 30, 37, 95-97, 101, 102, 111, 118,39, 44, 57, 64 130, 131, 140, 141, 146,

Fetscher, I., 299 152, 155, 161, 166-170, 172,Feuerbach, L., 18 174, 276Filosofie, 11-65, 107, 126, 127, Internationaal Instituut voor

135, 138, 301 Sociale Geschiedenis - zieFourier, F. M. C., 83 Sociale GeschiedenisFranse revolutie, zie revolutie Internationale, Eerste, 87

Galanskow J. 164 Internationale, Tweede Com-

Galen, 280 munistische, 110

Garder, 182 Iwanow, 98

Gatowski, L. M., 163 Jesenin-Wolpin, 159Geld, 20, 32, 34 Jewtoesjenko, J., 165Gerschenkron, A., 130, 141 Juviler, P. H., 172Geschiedenis, 14, 15, 18, 21, Karrenka, E., 126, 12722, 26, 28, 35, 41-44, 46-50, Kant, I, 5153, 74, 76, 78, 90, 107, 137, Kapitalisme, 50, 95, 101, 110,197, 211, 301 113, 114, 139, 142, 168,Gibian, G., 169

207, 231, 246Ginsburg, A., 164 Karpinski, L. 158Glazoenow, I., 148, 149, 175 Kautsky, B., 105Grlic, D. 241 Kierkegaard, S. A., 18, 30Groen van Prinsterer, G., 7 Kohn, H., 128Grondmotief, 30 Komintern, 278-280, 282-284Hegel, G. W. F., 11, 13-21, Komsomol, 147

26, 27, 29, 31, 33, 36, 42, Korovin, 230-233, 236, 238,44, 50, 62, 77, 81, 82, 131, 239, 247134, 298, 299 Kosygin, A. A. N., 166, 173

Heidegger, M., 24 Kozevnikov, 24-246Helphand, 106, 119, 120 Krimoorlog, 90Hermann, Von, 131 Kroestjow, zie ChroestsjowHerzen, A., 78, 81-87, 90, 91, Kropotkin, 210

95, 96, 121, 137, 139, 141 Krylov, N. I., 239, 250, 254Hess, 86 Kuypers, G., 204-206Hillmann, G., 298 Kwant, R. C., 296Historisch Materialisme, zie Kwo Min Tang (K.M.T.),

materialisme 273, 277-284, 287

Page 309: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

Lathouwers, M. A., 184 Mehnert, K., 161Laue, Th. H. Von, 101 Meissner, B., 165-168, 173,Lenin, W., 69, 72, 93, 106- 178 309108, 111-121, 131, 139, 170, Mendel, G. J., 218

181, 195, 207-212, 214-216, Mensjewieken, 119-121Laf argue, P., 113 Merleau-Ponty, M., 12, 13, 25,

241, 254, 275-277, 285, 297, 37-51, 54, 56, 57, 64300 Mikojan, A. I., 167

Leninisme, 120 Miliukov, P. N., 134Lewin, 259 Mill, J. S., 132Liberman, E. G., 163, 174, 219 Morton, H. W., 172Lopatin, 132 Napoleon, 76Lowenthal, R., 172 Naritsa, 159Lukács, G., 39 Nekritsj, A. M., 177Luxemburg, R. 106, 119, 211 Nemtsjinow, W. S., 163Machiavelli, 196 Neopositivisme, 37Macht, 15, 19, 24, 26, 33, 35, Netsjajew, 88, 89, 93, 97, 98,

45, 49, 56, 60, 69, 72, 115, 118121, 196, 198-200, 207, 212, Nietzsche, F., 18, 30213, 228, 242 Nihilisme, 30, 55, 82, 90, 91,

Malenkov, G. M., 213 93, 94Malinowski, R. J., 166 Nove, A., 170Mao Tse-toeng, 267, 276, 281, Ogarjow, 95, 141283-290 Oktoberrevolutie, zie revolutieMaring, zie Sneevliet Opiumoorlog, 271Martin, A., 263Martow, 108, 114, 119, 121 Pantin, B., 159Marx, K., 7, 11, 13, 17-36, Pasternak, B., 165, 175, 220

39-42, 44, 50, 52-54, 62, 69, Pasukanis, 232-234, 236, 25972, 85, 87, 93, 94, 97, 103- Pestel, P. I., 141105, 107-109, 111-113, 117, Petrovsky, 177119, 130-132, 139, 140, 143, Pisarew, D. J., 91, 93, 138207, 208, 226-228, 241, 243, Plato, 196246, 275, 279, 295-302 Plechanow, G. V., 106-110,

Marxisme, 11-65, 69, 79, 97, 112-114, 117, 119, 121, 131,103, 107, 108, 112, 113, 139, 211115, 117, 119, 130, 161, Podgorni, N. V., 166172, 181, 211, 217, 241, Poesjkin, A. S., 129295-302 Pogrom, 100

Marxisten, 133, 139 Poljanski, D., 167Materialisme, Historisch, 12, Populisme, 102, 107, 108, 113

20, 23, 31, 39, 162, 163, Populisten, 95-97, 99, 112,217, 218, 298 121, 133, 138, 139

Materialisme, positivistisch, 90 Positivistisch materialisme, zieMazoerov, K., 166 materialismeMcClure, T., 149, 150, 152, Proletariaat, 46-48, 52, 54, 55,

155, 162, 164 57, 63, 79, 103, 109, 118,McWhinney, E., 256 119, 141, 143, 181, 207,

Page 310: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

208, 210, 212, 227, 228, Snow, E., 184234, 286 Sociale Geschiedenis, Interna-

310 Proudhon, P. J., 83 tionaal Instituut, 295, 302Soerkow, 176

Reformatie, 126, 127, 135 Soeslow, M. A., 166Religie, 21, 25-27, 72, 83, 84, Solzjenitsyn, A., 220

86, 89, 226 Sowjets, 120Renaissance, 126 Stalin, J. W., 38, 69, 143, 151,Revisionisme, 105, 106, 113, 157, 165, 167, 172, 173,

114 176, 177, 181, 195, 212,Revolutie, 11-65, 69-122 215-217, 219-221, 233, 234,Revolutie, Franse, 7, 11, 15, 238, 239, 254, 255, 280-

16, 61, 71, 109, 110 285, 286, 287Revolutie, Oktober, 120, 225, Storch, Von, 131

249 Stroewe (Struve, P. B.) 108,Revolutie Russische, 11, 69, 113-115, 134

74, 76, 109, 110, 140, 275 Stucka, 229Rigby, Th., 161 Sun Yat-sen, 272, 273, 278,Robespierre, M., 72, 119 279Robinson, J. A. T., 185 Swetlana, A., 154, 155, 161Rode Leger, 284, 286-289

Tarsis V., 159, 182Rousseau, J. J., 11, 17, 59,61, 62 'Taylor, P., 146, 169

Rumjantsew A. 154 Teilhard de Chardin, P., 185Russisch-Orthodoxe Kerk, 100, Terreur, 13, 16, 29, 35, 38, 40 .

149 41, 43, 45, 51, 57, 62, 63,199, 202, 212, 213, 215

Sachs, C., 158 Terrorisme, 91, 95, 96, 99-101,Samenleving, 14, 25, 38, 60, 104, 107, 112, 115

71, 195-221 Tkatsjew, 96-98, 112, 118Sartre, J. P., 12, 13, 37-40, 48, Toegan-Baranowski, 113

51-64 Toergenjew, N. I., 90, 91, 141,Scheibert, P., 116 161

Schelling, F. W. J., 77, 131, Totalitarisme, 196, 199, 202,133 209

Schewe, H., 171 Troebetskoi, E. N., 131Seton-Watson, H., 173 Trotzki, L. D., 119, 120, 209,Sinjawski, A., 152-155, 160, 211

220 Tsaar Alexander II, 84, 85.Sinzheimer, 141 94, 95, 99, 136Sjalanow, 178 Tsaar Alexander III, 100, 101,Sjelepin, A., 166, 167 126Sjolochow, M. A., 154 Tsaar Nicolaas I, 76, 77, 81,Slavofielen, 78, 83, 95, 102, 90, 129, 159

107, 119, 128, 129, 133-139, Tsaar Nicolaas II, 120, 126146, 147, 150, 152, 185 Tsaar Peter de Grote, 125,

Smith, A., 132 128, 129, 134-136, 138, 142,Sneevliet, H. J. F. M., 277-279 147, 148, 150, 206Snegow, 177, 178 Tsarina Catharina II, 127, 206

Page 311: MAISME E EOUIE - Reformational Publishing Project · 2008. 12. 4. · t, oo m. G. Goe a isee meegegee aa i e eks a isoisce ooeige, geoue i e wie a 84846: uim iig aa a e ase eouie

Tsjaadaew (Tsjaadajev), 126, 46, 52, 53, 55, 58, 60, 62-159 65, 70, 72, 75, 78, 81-83,

Tsj'en Toe-sjioe, 276, 277, 85, 86, 90, 99, 103, 109, 311279, 283 170, 173, 195, 197, 216,

Tsjernysjewski, N. G., 92, 93, 221, 29999, 111, 112, 117, 121, 132, Vysinsky, 235, 237, 245, 246160, 161 Weitling, 86

Tsjiang K'ai-sjek, 280, 283, Wereldoorlog, Eerste, 120286-291 Wereldoorlog, Tweede, 199,

Tsjou En-lai, 277, 280, 289 218, 236, 237Tunkin, 240-246, 248, 250, Westelijken, 129, 133, 134,

251, 255-257, 259 141Twardowski, 152, 176 Westerlingen, 78, 119Tweede Communistische Inter- Witte, S. J., 100, 126, 134,

nationale, zie Internationale 182Tweede Wereldoorlog, zie We- Worosjilow, K. J., 177

reldoorlog Woznesenski, A., 185Ulam, A. B., 170 Yüan Sje-k'ai, 273, 274Utechin, S. V., 126, 137 Zadarozny, 244-246Viereck, P., 164, 165, 169, Zasoelisj, V., 139

172, 174, 175 Zederbaum, 113Voitinsky, 277 Zelf-vervreemding, 17, 18, 20,Volkenrecht, 225-264 21, 24, 26, 27, 31-33, 35Voltaire, F. M. A., 127 Zjeljabow, 99Vrijheid, 15, 16, 35, 39, 40, Zorin, W. A., 177