134
Einfach beginnen Deutsch für die Arbeitspraxis Ingrid Lieberknecht Name ___________________________________ 1

maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

  • Upload
    others

  • View
    0

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

Einfach beginnenDeutsch für die Arbeitspraxis

Ingrid Lieberknecht

Name ___________________________________

Klasse ___________________________________

1

Page 2: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

Themen Onderwerpen

Einfach beginnen Gewoon beginnen 3Wie benutze ich dieses Buch? Hoe gebruik ik dit boek? 5Das Alphabet Het alphabet 6Wochentage und Monate Dagen en maanden 8Zahlen Getallen 9Datum Datum 13Uhrzeit De klok 14Wie spricht man das aus? Hoe spreek je dat uit? 15Wie behalte ich die Aussprache? Hoe onthoud ik de uitspraak? 19Wie bitte? Sorry? 20Wie lerne ich am besten? Hoe leer ik het beste? 21Fragen, Fragewörter Vragen 23Konjugation Vervoeging 26Verben Werkwoorden 27Nomen Naamwoorden 38Adjektive Bijvoeglijke naamwoorden 45Sätze für den Alltag Alledaagse zinnetjes 52Interview Interview 67Im Supermarkt In de supermarkt 73Essen und Trinken Eten en drinken 77Was hast du gemacht in den Ferien? Wat heb je gedaan in de vakantie? 82Eine Wohnung Een woning 86Reisen-Urlaub-Ferien Reizen en vakantie 89Google translate nehmen? Google translate gebruiken? 91Was bedeutet das Wort genau? Wat betekent het woord precies? 93Kulturunterschiede Cultuurverschillen 96

2

Page 3: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

Einfach beginnen -> gewoon beginnen

Einfach beginnen -> makkelijk beginnen

Het Duits en het Nederlands liggen niet zo ver uit elkaar. Veel woorden lijken op elkaar en dat merk je heel snel als je de woorden uitspreekt. Ook in de grammatica gelden vaak dezelfde regels.

Eigenlijk moet je alleen maar durven te praten – einfach beginnen in Deutsch.

Je zal zien dat je sommige dingen sneller onthoudt dan anderen, dat luisteren en begrijpen altijd makkelijker is dan zelf praten, dat je sommige mensen beter verstaat dan anderen – dit alles is héél normaal als je aan een nieuwe taal begint.

Het is ook normaal dat je de ene week beter bent dan de andere, daarom draait zich alles om oefenen – üben, üben.

Ons doel is dat het juiste woord of de goede zin binnen een mum van tijd (een milliseconde) uit onze mond komt, zonder te schrikken en zonder lang na te denken.

3

Page 4: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

… was immer wichtig ist …

trainieren

üben

wiederholen

Spass haben

4

Page 5: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

Wie benutze ich dieses Buch? Hoe gebruik ik dit boek?

Falsch: fout:

immer auf Seite 1 beginnen altijd op bladzijde 1 beginnen

viele Themen gleichzeitig lesen veel onderwerpen gelijktijdig lezen

lernen bis man kaputt ist leren tot je doodmoe bent

Richtig: goed:

suchen, was man braucht opzoeken wat je vergeten bent

auch auf Seite 30 beginnen ist möglich je mag ook op p.30 beginnen

regelmässig wiederholen regelmatig herhalen

5

Page 6: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

Das Alphabet

a b ctsee

d e

f gkee

h i jjot

k l m n o

p qkoe

r s t

uoe

vfau

w xiks

yupsilon

ztset

äA-Umlaut

öO-Umlaut

üU-Umlaut

6

Page 7: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

Schreibe deinen Namen und deine Adresse auf und buchstabiere sie:

Vorname, Familienname _______________ _______________________

Strasse, Hausnummer ___________________________ ___________

Postleitzahl,Wohnort ___________ ___________________________

Buchstabiere die folgenden Familiennamen:

Ziegler Schröder

Pawlas Rosenowski

Kühler Schütte

Meyer Lehnert

Oetken Kuschmann

Prange Lehmkuhl

Dreger Büsing

Freimann Raffelt

Schlalos Fredehorst

7

Page 8: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

Wochentage Monate

Montag Januar

Dienstag Februar

Mittwoch März

Donnerstag April

Freitag Mai

Samstag Juni

(oder Sonnabend) Juli

Sonntag August

September

Oktober

November

Dezember

An welchem Wochentag und in welchem Monat ist dieses Jahr

dein Geburtstag: ________________________________________

Karneval: ________________________________________

Ostern: ________________________________________

das Zuckerfest: ________________________________________

Pfingsten: ________________________________________

Halloween: ________________________________________

Weihnachten: ________________________________________

8

Page 9: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

Zahlen

eins elf zehn

zwei zwölf zwanzig

drei dreizehn dreißig

vier vierzehn vierzig

fünf fünfzehn fünfzig

sechs sechzehn sechzig

sieben siebzehn siebzig

acht achtzehn achtzig

neun neunzehn neunzig

zehn zwanzig hundert

(einhundert)

zweihundert

dreihundert

…….

In Deutsch sagt man -genau wie in Niederländisch- die hintere Zahl zuerst:

23 drie en twintig drei und zwanzig

54 vier en vijftig vier und fünfzig

65 vijf en sestig fünf und sechzig

9

Page 10: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

Was ist Ihre Zimmernummer?

15 188 312 172

28 494 273 155

95 356 501 109

44 234 714 167

73 315 656 119

10

Page 11: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

Preise: Wieviel kostet das?

56 Cent

5 Euro 20

5,20 19,30 44,80 68,60

22,70 250,35 792,99 133,10

806,12 451,51 388,42 924,12

503,15 667,67 309,09 276,19

111,78 515,29 789,44 847,22

11

Page 12: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

Zahlen mit Komma: 2,44 (2 Komma 4-4)

Haben Sie Fieber?

37,6 39,2 36,9 40,1

36,7 38,3 37,5 37,4

Wie lang ist der Weg, der Abstand?

2,44 12,38 10,20 18,54

34,83 8,08 0,76 167,30

773,54 508,72 1,19 43,60

12

Page 13: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

Datum: Welches Datum haben wir heute?

Beim Datum sagen wir nach der Zahl ..te 2te, 5te, 9te

Heute ist …..

01.07. der erste siebte

02.05. der zweite fünfte

06.10.

12.08.

23.12.

18.11.

03.03. der dritte dritte

14.03.

31.01. der einunddreißigste erste

01.09.

19.04.

11.07.

22.01.

03.02.

Wann haben du und deine Familie Geburtstag?

13

Page 14: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

Uhrzeit: Wieviel Uhr ist es?

Nenne die Uhrzeit auf eine offizielle Art (nicht ’fünf vor halb neun‘ etc)

von Mitternacht bis Mittag(essen): 1 Uhr 10 5 Uhr 25 10 Uhr 40 von Mittag(essen) bis Mitternacht: 13 Uhr 10 17 Uhr 25 22 Uhr 40

Schreibe beide Möglichkeiten, zum Beispiel 8.45 und 20.45. Lies sie laut vor.

01 ____________/_______________ 07 _____________/_____________

02 ____________/_______________ 08 _____________/_____________

03 ____________/_______________ 09 _____________/_____________

04 ____________/_______________ 10 _____________/_____________

05 ____________/_______________ 11 _____________/_____________

06 ____________/_______________ 12 _____________/_____________

14

Page 15: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

Aussprache: Wie spricht man das aus?

kauwen kauwen

kauenkaufenlaufensauerBauerMauersaufen

aussen/außenMausaus

fles fles

viervierzehn

VaterverbotenvorherVerein

vorverkaufen

vierzigvierundvierzig

puree puree

PüreeTür

GlastürTüte

KühlschrankFührerschein

kühlfrüh

Frühstückdrücken

kever kever

KäferspäterBäderLändertäglichPlätzeändern

ärgerlichPädagogik

Rätsel

15

Page 16: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

fiets fiets

zehnzwei

zwanzigArztPlatz

zweiundzwanzigZahlZaun

zählenzäh

kool kool

KohlKohleSohle

Nordpol

kaal kaal

kahlPfahl

hoihoi

Leuteteuer

Steuerheute

deutschBeute

EuropaeuchEuroeure

hoi hoi

BäumeTräumeBäuerin

VerkäuferinLäuferKäuferMäuseHäuserRäume

aufräumen

16

Page 17: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

steek steek

StegFlagge

gross/großgegangen

Gurkegesehenaufgehen

gerneGetränk

Glas

chocola chocola

Schalschlafenwaschen

TaschentuchschlechtscharfAscheTascheschön

Waschbecken

voet voet

Fuss/FußruhenKussPuderZuckerButter

gutbuntdu

Kuh

KeulenKeulen

KölnschönKönigLöffelnötig

Mörderstören

Störungböse

Lösung

17

Page 18: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

nacht nacht

Nachtich

achtachtzehn

wachlachenfröhlich

glücklichSachen

nicht

lak lak

LackbackenZeckeJacke

packeneinpacken

SackAckernickenNacken

mais mais

RheinEi

einerSchwein

Weinmeindeinkeinbreitweit

mais mais

KaiserMaierLaienHaiMaiKai

Hoe leer en onthoud ik de uitspraak van een Duits woord?

18

Page 19: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

Heel makkelijk:

Luister en schrijf wat je hoort.

De uitspraak schrijf je tussen vierkante haakjes […….] onder het woord.

Schrijf bij voorbeeld

[ tswai kroose steete ]

Ik bedoel, als je niet kan onthouden hoe je het moet zeggen, schrijf je:

zwei grosse Städte

[ tswai kroose steete ]

Je zal zien dat je snel uitvind en onthouden kan hoe je de Duitse letters en lettercombinaties uitspreekt.

Es ist echt nicht so schwer!

Wie bitte? Sorry?

19

Page 20: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

Wie bitte?

Entschuldigung?

Könnten Sie das wiederholen?

Könnten Sie das noch mal sagen?

Sagten Sie, dass die Küche geschlossen ist ?

Also die Küche ist geschlossen ?

Ich habe das nicht richtig verstanden.

Das ist mir nicht ganz klar / deutlich.

Wie lerne ich am besten? Hoe leer ik het beste?

20

Page 21: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

van naar

Het is belangrijk om te zien dat het Nederlands en het Duits niet zo ver uit elkaar liggen.

Als Duitsers iets tegen je zeggen, probeer te begrijpen wat ze van je willen.Begrijpen kun je uit een samenhang, ook als je niet elk woord kent.

Niet aan een woord vast bijten, probeer ontspannen te luisteren!

Als het compleet onduidelijk is, dan zeg je- Wie bitte?- Können Sie das bitte wiederholen? - Entschuldigung, ich habe es nicht verstanden.

Je kan de zin voor alle zekerheid ook herhalen.‘Also, ich gehe in Zimmer 225 und hole die Papiere von Frau Müller.‘

Neem een schrijfblokje mee en schrijf belangrijke dingen op. Ook woorden die je vaak nodig hebt en die je moeilijk vindt.

Stel je hebt geen tijd om te vragen, maar ze zeggen een paar keer ’posvak’ of zo iets. Dan schrijf je op: (posvak?) in aanhalingstekens en met vraagteken.Later vind je wel uit dat het om een Postfach/postbus gaat.

De hersenen hebben hun eigen systeem, soms onthouden ze een woord dat niet belangrijk is en een heel belangrijk woord zakt steeds weer weg in de vergetelheid.

Probeer een ezelsbruggetje te bouwen. Bij voorbeeld heet het Nederlandse woord de vloer in het Duits der Boden. In het Nederlands heb je bodem; daar staan de planten op.

21

Page 22: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

der Boden Ook een plaatje helpt heel goed.

Als je een lijst met woorden krijgt dan is dat een checklist:

- Zoek uit wat je echt nodig hebt van de lijst van nieuwe woorden. Een verzorgende heeft andere woorden nodig dan een tuinman.Onnodige woorden kunnen weg!

- Zoek uit welke woorden je echt/actief kent, dat betekent ook zelf kan gebruiken. Deze worden kunnen weg!

- Zoek uit welke woorden je alleen met horen/passief kent, dat betekent nog niet zelf kan gebruiken. Deze woorden blijven op de lijst!

- Samen met de compleet nieuwe woorden komen ze op papiertjes of in een computerprogramma, liefst met plaatjes, een ezelsbruggetje of een zin.

Het is niet goed om ‘möchten=willen‘ op te schrijven.‘Möchten Sie einen Kaffee?‘ is veel makkelijker te onthouden.

De hersenen houden van plaatjes en situaties. En ze slagen hoogte- en dieptepunten op.

De vakanties of feesten die je goed kan herinneren zijn vaak de héél leuke vakanties of dat er vreselijke dingen gebeurd zijn.

En natuurlijk de routine. Als je elke zaterdag morgen hardlopen gaat, is dat makkelijk te herinneren.

Daarom zo speels mogelijk leren en zo vaak mogelijk oefenen.

Fragewörter

22

Page 23: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

wo

waar

woher

waar … vandaan

wohin

waar … naartoe

wie

hoe

wie alt

hoe oud

wie lange

hoe lang (tijd)

wieviel

hoe veel

wie gross

hoe groot

wer

wie

warum

waarom

wann

wanneer

was

wat

welche

welke

wie weit

hoe ver

wie schnell

hoe snel

wie hoch

hoe hoog

wie teuer

hoe duur

wie oft

hoe vaak

wie lang

hoe lang (lengte)

wie spät

hoe laat

Wie heisst du? Wie geht es dir?

Wer ist Verstappen? Wo ist Het Loo?

23

Page 24: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

Frage Antwort

01 _________________ heißt du? Lisa.

02 _________________ wohnst du? In Emmen.

03 _________________ ist dein Nachbar? In Ferien.

04 _________________ heißt deine Nachbarin? Emma König.

05 _________________ kostet diese Jacke? €49,70 (49 Euro 70).

06 _________________ ist dein Klassenlehrer? Herr Müller.

07 _________________ gehst du nach Deutschland? Im Sommer.

08 _________________ bleibst du in Deutschland? Fünf Monate.

09 _________________ bist du in diesem Kurs? Ich will Deutsch lernen.

10 _________________ geht es dir? Danke, gut. Und dir?

11 _________________ machst du gerade? Ich lese ein Buch.

12 _________________ ist der blonde Junge? Mein Bruder.

24

Page 25: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

Frage Antwort

13 _________________ fährt unser Bus? Um 10:20 (10 Uhr 20).

14 _________________ ist die Toilette? Beim Eingang.

15 _________________ ist es bis zum Bahnhof? Ungefähr 2 km.

16 _________________ gehst du in Ferien? Nach Frankreich.

17 _________________ gehst du in Ferien? Im August.

18 _________________ ist deine Mutter? 44 Jahre.

19 _________________ schreibt man seinen Namen? S-H-A-W-N.

20 _________________ ist die schönste Frau der Welt? Keine Ahnung.

21 _________________ arbeitet dein Vater? In einer Metallfabrik.

22 _________________ nennt man dieses Ding? Das ist eine Zange.

23 _________________ machen wir Schluss? Um halb zwei.

24 _________________ ist der Eiffelturm? 324 Meter.

25

Page 26: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

Konjugation gehen -> geh en

Einzahl / Singular Mehrzahl / Plural

ich geh e wir geh en

du geh st ihr geh tSie geh en Sie geh en

er geh t sie geh ensie geh t sie geh enes geh t sie geh en

Vervoeging gaan -> gaa n

Enkelvoud Meervoud

ik ga - we gaa n

je gaa t jullie gaa nu gaa t u gaa t

hij gaa t ze gaa nzij gaa t ze gaa nhet gaa t ze gaa n

Met werkwoorden / Verben zeg je wat je doet.

26

Page 27: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

In het Nederlands en in het Duits moet je het werkwoord aanpassen aan de persoon:

ik ga ich gehe

we gaan wir gehen

En je hebt verschillende tijden, bij voorbeeld het verleden en de toekomst.

In de verleden vorm hebben we in het Nederlands en in het Duits twee groepen:

ik heb geschreven ich habe geschrieben

ik ben geweest ich bin gewesen

De groep van ’zijn‘ is in het Duits iets groter dan in het Nederland

27

Page 28: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

Verben 1 werkwoorden 1

gehen stehen gaan staan

sitzen liegen zitten liggen

Autofahren

(Fahr-)Radfahren

autorijden

fietsen

Bus/Zugfahren

Pferdreiten

met bus/treingaan

paardrijden

zu Fussgehen

rennen lopen rennen

ausgehen feiern uitgaan feesten

singen tanzen zingen dansen

28

Page 29: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

Verben 2 werkwoorden 2

Spasshaben

Freundetreffen

plezierhebben

vriendenontmoeten

zur Arbeitgehen

nach Hausegehen

naar het werkgaan

naar huisgaan

schreiben lesen schrijven lezen

rechnen zählen rekenen tellen

hören zuhören horen luisteren

sehen schauen/kucken

zien kijken

sagen sprechen zeggen spreken/praten

29

Page 30: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

Verben 3 werkwoorden 3

sichunterhalten

erzählen met elkaarpraten

vertellen

erinnern wiederholen herinneren herhalen

üben verbessern oefenen verbeteren

(unter)-stützen

helfen (onder)-steunen

helpen

versuchen/probieren

anprobieren proberen passen

arbeiten bearbeiten werken bewerken

tun machen doen maken

30

Page 31: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

Verben 4 werkwoorden 4

anfangen/beginnen

aufhören/enden

beginnen ophouden

lernen Unterrichthaben

leren leshebben

wechseln tauschen wisselen ruilen

öffnen/aufmachen

schliessen/zumachen

openen dicht doen

drücken ziehen duwen trekken

kommen bleiben komen blijven

wohnen leben wonen leven

31

Page 32: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

Verben 5 werkwoorden 5

kaufen verkaufen kopen verkopen

einkaufen bezahlen bood-schappen doen

betalen

kosten holen kosten halen

wollen müssen willen moeten

fragen antworten vragen be-antwoorden

rufen anrufen roepen bellen

haben sein hebben zijn

32

Page 33: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

Verben 6 werkwoorden 6

bringen nehmen brengen nemen

Zeitunglesen

spazierengehen

de krantlezen

wandelen

Pausehaben

frei haben pauzehebben

vrij zijn

packen umziehen pakken verhuizen

heissen nennen heten noemen

können dürfen!!!

kunnen mogen!!!

suchen finden zoeken vinden

33

Page 34: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

Verben 7 werkwoorden 7

bestellen abholen bestellen ophalen

wählen aussuchen kiezen uitzoeken

schicken/senden

bekommen/kriegen

sturen krijgen

brauchen/nötig haben

leihen nodig hebben lenen

wissen kennen weten kennen

organisieren ordnen organiseren ordenen

legen(Zeitung)

stellen(Flasche)

zetten(krant)

zetten(fles)

Verben 8 werkwoorden 834

Page 35: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

hochheben hinlegen optillen neerleggen

waschen duschen wassen douchen

trocknen abtrocknen drogen afdrogen

bewegen benutzen bewegen gebruiken

austeilen einsammeln uitdelen inzamelen

putzen aufräumen schoon-maken

opruimen

staubsaugen wischen stofzuigen wissen

Verben 9 werkwoorden 9

35

Page 36: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

pflegen verzorgen plegen verzorgen

warten aufpassen wachten opletten

vormachen begleiten voordoen begeleiden

fernsehen spielen televisiekijken

spelen

fühlen Schmerzenhaben

voelen pijnhebben

riechen schmecken ruiken smaken

reparieren verbessern repareren verbeteren

Verben 10 werkwoorden 10

36

Page 37: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

verbinden schneiden verbinden knippen/snijden

mögen lieben leuk/lekkervinden

houden(van)

essen trinken eten drinken

kochen abwaschen koken afwassen

backen braten bakken braden

telefonieren verabreden bellen afspreken

festhalten loslassen vasthouden loslaten

Met naamwoorden / Nomen benoem je dingen.

37

Page 38: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

In het Nederlands en in het Duits hebben zelfstandige naamwoorden een woordgeslacht, twee verschillende in het Nederlands en drie in het Duits:

de vader der Vater mannelijk

de moeder die Mutter vrouwelijk

het kind das Kind onzijdig

De meervoud is in het Nederlands altijd met ’de’ en in het Duits altijd met ‘die’.

In het Duits schrijf je alle zelfstandige naamwoorden met een hoofdletter.

Nomen 1 naamwoorden 1

38

Page 39: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

derWeg

dieStrasse

deweg

destraat

derPark

derGarten

hetpark

detuin

dasGebäude

dasHaus

hetgebouw

hethuis

derEingang

dieTür

deingang

dedeur

dieRezeption

dasStockwerk

dereceptie

deverdieping

dieTreppe

derAufzug

detrap

delift

Nomen 2 naamwoorden 2

39

Page 40: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

derGang

dasZimmer

hetgangpad

dekamer

derBoden

dieWand

devloer

demuur

dasBett

derSchrank

hetbed

dekast

derTisch

derStuhl

detafel

destoel

dasFenster

derVorhang

hetraam

hetgordijn

dasBad

dieDusche

debad-

kamer

dedouche

Nomen 3 naamwoorden 3

40

Page 41: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

dasWasch-becken

dieToilette

dewas-tafel

hettoilet

dasHandtuch

dieSeife

dehanddoek

hetzeep

dieKüche

dasSpül-

becken

dekeuken

despoel-

bak

dieFlasche

dasGlas

defles

hetglas

derTeller

dieTasse

hetbord

hetkopje

dasTablett

dasBesteck

hetdienblad

hetbestek

Nomen 4 naamwoorden 4

41

Page 42: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

dasEssen

dasTrinken

heteten

hetdrinken

das(Mineral)-

Wasser

derTee

het(mineraal)-

water

dethee

derKaffee

derSaft

dekoffie

hetsap

derFisch

dasFleisch

devis

hetvlees

dieKartoffeln

derReis

deaardappels

derijst

dieNudeln

derSalat

denoedels/

pasta

desalade

Nomen 5 naamwoorden 5

42

Page 43: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

dasObst

dasGemüse

hetfruit

degroenten

dieSuppe

derNachtisch

desoep

hetnagerecht/

toetje

dasFrühstück

dasMittag-essen

hetontbijt

delunch

dasAbend-essen

derMorgen

hetavondeten

demorgen/ochtend

derMittag

derNachmittag

demiddag

denamiddag

derAbend

dieNacht

deavond

denacht

Nomen 6 naamwoorden 6

43

Page 44: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

dieAufnahme

dieEntlassung

deopname

hetontslag

dieStation

dieVerwaltung

deafdeling

deadministratie

dasBüro/

Sekretariat

derSchreibtisch

hetkantoor

hetbureau

derBildschirm

derDrucker

hetbeeldscherm

deprinter

dieTaste

dieListe

detoets/knop

delijst

dieSpalte

dieReihe

dekolom

derij

Met bijvoeglijke naamwoorden / Adjektive zeg je hoe een persoon of ding is.

44

Page 45: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

In het Nederlands en in het Duits leer je bijvoeglijke naamwoorden vaak als tegenoverstellingen (groot en klein, goed en slecht).

Bijvoeglijke naamwoorden veranderen als ze vóór naamwoorden staan:

een klein_ huis ein kleines Haus

een kleine tafel ein kleiner Tisch

Adjektive 1 bijvoeglijke naamwoorden 1

45

Page 46: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

gross klein groot klein

lang kurz lang kort

gut schlecht goed slecht

teuer billig duur goedkoop

neu alt nieuw oud

voll leer vol leeg

offen geschlossen open gesloten/dicht

Adjektive 2 bijvoeglijke naamwoorden 2

46

Page 47: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

stark schwach sterk zwak

schnell langsam snel langzaam

dunkel hell donker licht

gesund krank gezond ziek

richtig falsch juist/goed

onjuist/verkeerd

früh spät vroeg laat

heiss kalt heet koud

Adjektive 3 bijvoeglijke naamwoorden 3

47

Page 48: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

dick dünn dik dun

schwer leicht zwaar/moeilijk

licht/makkelijk

arm reich arm rijk

sauber schmutzig schoon vies/smerig

laut leise luid/hard(veel lawaai)

stil/zacht

hart weich hard zacht

schmal breit smal breed

Adjektive 4 bijvoeglijke naamwoorden 4

48

Page 49: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

hoch niedrig hoog laag

ver-bessert

ver-schlechtert

verbeterd verergerd

aufgeregt ruhig opgewonden rustig

müde fit moe fit

aufregend langweilig spannend vervelend/saai

böse lieb boos lief

Adjektive 5 bijvoeglijke naamwoorden 5

49

Page 50: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

kühl weit fris ver

schwierig ängstlich moeilijk bang/angstig

wichtig ordentlich belangrijk netjes/ordelijk

glücklich nett gelukkig aardig

seltsam/komisch

normal vreemd/raar

gewoon/normaal

lustig freundlich grappig vriendelijk

beschäftigt sehrbeschäftigt

bezig drukbezig

Adjektive 6 bijvoeglijke naamwoorden 6

50

Page 51: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

bekannt/berühmt

frei bekend/beroemd

vrij

schrecklich neugierig ver-schrikkelijk nieuws-gierig

höflich vorbereitet beleefd voorbereid

nützlich dumm nuttig dom/dwaas

frisch gekocht vers gekookt

sauer scharf zuur scherp/pittig

süss salzig zoet zoutig

Sätze für den Alltag Alledaagse zinnetjes

51

Page 52: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

Vaak gaan de gesprekken snel en voor je het weet verwachten de anderen dat je iets zegt of antwoordt. Dan denk je razend snel:

Wie war das nochmal? Hoe was het ook weer?

Je weet precies dat er een passend zinnetje in het Duits bestaat dat je op zich ook wel weet. Maar om in jouw geheugen in het vak ‘op zich weet ik het wel’ te zoeken, zou je vier seconden tijd en rust nodig hebben.

En omdat dit meestal niet het geval is in het dagelijkse leven, moeten we juist die kleine en op zich makkelijke zinnetjes héél goed leren. En dat betekent, dat ze binnen een milliseconde uit de mond schieten als we ze nodig hebben.

Probeer ongeveer 6-8 zinnetjes per dag te bewerken.Lees de zinnen meerdere malen en probeer ze te onthouden. Maak ook gebruik van plaatjes en ’ezelsbruggetjes’.Rustig blijven als het niet direct lukt!Herhaal alles een dag later en nog een keer een week later.Wat je de volgende dag én de volgende week nog weet is goed.

Dat mag je afvinken.

Wat je in de tussentijd vergeten bent krijgt een cirkel en moet herhaald worden op dezelfde manier.

Sätze für den Alltag 1

52

Page 53: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

Het eten is erg lekker.

Das Essen ist sehr gut/lecker.

Het is mooi weer vandaag.

Heute ist schönes Wetter.

Ja, dat klopt.

Ja, das stimmt.

Daar hebt u gelijk in.

Da haben Sie Recht.

Sätze für den Alltag 2

53

Page 54: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

Het is (me) niet duidelijk.

Das ist (mir) nicht klar.

Hoe noem je dit? Hoe heet dit?

Wie nennt man das?

Ik weet het niet.

Ich weiss es nicht.

Ik ben het vergeten.

Ich habe es vergessen.

Sätze für den Alltag 3

54

Page 55: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

Sorry.

Entschuldigung.

Het spijt me.

Es tut mir leid.

Mag ik u iets vragen?

Darf / Kann ich Sie was fragen?

Mag ik iets zeggen?

Darf / kann ich was sagen?

Sätze für den Alltag 4

55

Page 56: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

Hoe schrijf je dat?

Wie schreibt man das?

Hoe spreek je dat uit?

Wie spricht man das aus?

Hoe laat is het?

Wieviel Uhr ist es?

Een momentje a.u.b.

Einen Moment, bitte.

Sätze für den Alltag 5

56

Page 57: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

Zullen we gaan?

Wollen wir gehen?

Ik kom er aan.

Ich komme gleich / sofort.

Een fijne avond.

Einen schönen Abend.

Hetzelfde.

Dasselbe / Ebenfalls.

Sätze für den Alltag 6

57

Page 58: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

Fijn weekend.

Ein schönes Wochenende.

U ook / Jij ook.

Ihnen auch / Dir auch.

Wilt u me even helpen?

Können Sie mir kurz helfen?

Natuurlijk.

Natürlich.

Sätze für den Alltag 7

58

Page 59: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

Was het feestje leuk?

War das Fest schön?

Jazeker.

Ja, sicher.

Het was heel gezellig vanavond.

Es war sehr schön heute Abend.

Ik vond het ook heel leuk.

Ich fand es auch sehr schön.

Sätze für den Alltag 8

59

Page 60: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

Dank u wel / Dank je wel.

Danke / Vielen Dank.

Graag gedaan.

Gerne.

Wat zegt u?

Wie bitte? / Was haben Sie gesagt?

Wilt u het nog een keer zeggen?

Können Sie das noch mal sagen?

Sätze für den Alltag 9

60

Page 61: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

Kom binnen.

Kommen Sie herein.

Ga zitten.

Nehmen Sie Platz.

Bent u op dit moment bezig?

Sind Sie gerade beschäftigt?

Ik heb het heel druk vandaag.

Ich habe heute schrecklich viel zu tun.

Sätze für den Alltag 10

61

Page 62: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

Ik begrijp het niet.

Ich verstehe es nicht.

Kunt u dat aan me uitleggen?

Können Sie mir das erklären?

Hoe gaat het met u?

Wie geht es Ihnen?

Het valt mee.

Es geht so.

Sätze für den Alltag 11

62

Page 63: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

Hoe gaat het met uw man?

Wie geht es Ihrem Mann?

Heel goed, dank je wel.

Sehr gut, danke.

Ik ben klaar.

Ich bin fertig.

Het viel niet mee.

Es war nicht so leicht / so schön.

Sätze für den Alltag 12

63

Page 64: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

Sorry, mag ik u even storen?

Entschuldigung, darf ich Sie kurz stören?

Sorry, mag ik u even onderbreken?

Entschuldigung, darf ich Sie kurz unterbrechen?

Zou u iets voor mij willen doen?

Darf ich Sie um einen Gefallen bitten?

Dat is handig.

Das ist praktisch.

Sätze für den Alltag 13

64

Page 65: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

De situatie was dom.

Die Situation war doof.

Jazeker.

Ja, klar.

Ik ben niet doof.

Ich bin nicht taub.

Dat maakt me niets uit.

Das ist mir egal.

Sätze für den Alltag 14

65

Page 66: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

Moet ik je helpen?

Soll ich dir helfen?

Hier mag je niet roken!

Hier darf man nicht rauchen!

66

Page 67: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

Interview Übersetze die Fragen:

01 Wie heißt du (Vorname und Familienname)? ……………………………………………………………………………….

02 Woher kommst du? Aus welcher Stadt kommst du? ……………………………………………………………………………….

03 Wie alt bist du? ……………………………………………………………………………….

04 Hast du Geschwister (Brüder und Schwestern)? ……………………………………………………………………………….

05 Auf welcher Schule bist du? ……………………………………………………............................

06 Was ist dein Lieblingsfach in der Schule? ……………………………………………………………………………….

07 Was sind deine Hobbys? ……………………………………………………………………………….

08 Was ist deine Lieblingssendung im Fernsehen? ……………………………………………………………………………….

09 Hast du ein Haustier? Welches? ……………………………………………………………………………....

10 Warst du schon mal im Ausland in Ferien? Wo? ……………………………………………………………………………….

11 Kannst du kochen? Was am besten? ……………………………………………………………………………….

12 Hilfst du zu Hause im Haushalt (putzen, waschen)? ……………………………………………………………………………….

13 Gehst du gerne aus? Wie oft? Wohin? ……………………………………………………………………………….

67

Page 68: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

Interview Übersetze die Fragen:

14 Rauchst du? Wieviel pro Tag? …………………………………………………………………………….

15 Welchen Filmstar findest du super/genial/toll? …………………………………………………………………………….

16 Welche Musikgruppe gefällt dir am besten? …………………………………………………………………………….

17 Machst du Sport? Welchen? …………………………………………………………………………….

18 Was ist deine Lieblingsfarbe? …………………………………………………………………………….

19 Trägst du lieber elegante oder sportliche Kleidung? …………………………………………………………………………….

20 Wie lange brauchst du morgens im Bad? …………………………………………………………………………….

21 Wie spät gehst du abends ins Bett? …………………………………………………………………………….

22 Was isst du morgens am liebsten? …………………………………………………………………………….

23 Was ist typisch niederländisches Essen? …………………………………………………………………………….

24 Bist du Vegetarier? …………………………………………………………………………….

25 Wie viele Stunden pro Tag bist du am Mobiltelefon/Handy? …………………………………………………………………………….

26 Welche berühmte Person würdest du gerne treffen? …………………………………………………………………………….

68

Page 69: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

Interview Beantworte die Fragen:

01 Wie heißt du (Vorname und Familienname)? ……………………………………………………………………………….

02 Woher kommst du? Aus welcher Stadt kommst du? ……………………………………………………………………………….

03 Wie alt bist du? ……………………………………………………………………………….

04 Hast du Geschwister (Brüder und Schwestern)? ……………………………………………………………………………….

05 Auf welcher Schule bist du? ……………………………………………………............................

06 Was ist dein Lieblingsfach in der Schule? ……………………………………………………………………………….

07 Was sind deine Hobbys? ……………………………………………………………………………….

08 Was ist deine Lieblingssendung im Fernsehen? ……………………………………………………………………………….

09 Hast du ein Haustier? Welches? ……………………………………………………………………………....

10 Warst du schon mal im Ausland in Ferien? Wo? ……………………………………………………………………………….

11 Kannst du kochen? Was am besten? ……………………………………………………………………………….

12 Hilfst du zu Hause im Haushalt (putzen, waschen)? ……………………………………………………………………………….

13 Gehst du gerne aus? Wie oft? Wohin? ……………………………………………………………………………….

69

Page 70: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

Interview Beantworte die Fragen:

14 Rauchst du? Wieviel pro Tag? …………………………………………………………………………….

15 Welchen Filmstar findest du super/genial/toll? …………………………………………………………………………….

16 Welche Musikgruppe gefällt dir am besten? …………………………………………………………………………….

17 Machst du Sport? Welchen? …………………………………………………………………………….

18 Was ist deine Lieblingsfarbe? …………………………………………………………………………….

19 Trägst du lieber elegante oder sportliche Kleidung? …………………………………………………………………………….

20 Wie lange brauchst du morgens im Bad? …………………………………………………………………………….

21 Wie spät gehst du abends ins Bett? …………………………………………………………………………….

22 Was isst du morgens am liebsten? …………………………………………………………………………….

23 Was ist typisch niederländisches Essen? …………………………………………………………………………….

24 Bist du Vegetarier? …………………………………………………………………………….

25 Wie viele Stunden pro Tag bist du am Mobiltelefon/Handy? …………………………………………………………………………….

26 Welche berühmte Person würdest du gerne treffen? …………………………………………………………………………….

70

Page 71: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

Mögliche Antworten für Fragen 01-13

Ich heisse Anna Meijer. / Mein Name ist Paul Smit.

Ich bin 17 Jahre alt.

Ich habe keine Hobbys. / Mein Hobby ist Fußball spielen. / Meine Hobbys sind Tanzen, Volleyball, Fernsehen, Musik hören. Gitarre spielen, Kochen, Reiten.

Ich habe kein Haustier. / Ich habe einen Hund, eine Katze, ein Meerschweinchen, einen Hamster.

Ich komme aus Emmen. Das liegt in Drenthe, im Nord-Osten der Niederlande.

Ich kann nicht kochen. / Ich koche gerne. Am besten koche ich chinesisch. Pasta und leckere Saucen kann ich auch gut.

Ich bin auf dem ……. College in Emmen.

Ich war noch nie im Ausland in Ferien. / Ich war schon im Ausland in Ferien, ein Mal in Deutschland und zwei Mal in Frankreich.

Mein Lieblingsfach ist Mathematik. / Meine Lieblingsfächer sind Niederländisch und Englisch.

Ich habe keine Geschwister. / Ich habe einen Bruder und eine Schwester. / Ich habe zwei Brüder und drei Schwestern.

Meine Lieblingssendung im Fernsehen ist Criminal Minds. / Meine Lieblingssendungen im Fernsehen sind GTST, Sport,

Ich helfe zu Hause nicht im Haushalt. / Ich helfe zu Hause im Haushalt. Ich wasche Wäsche und putze. / Ich habe eine eigene Wohnung und einen eigenen Haushalt.

71

Page 72: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

Mögliche Antworten für Fragen 14-26

Ich gehe (beinahe) nie aus. / Ich gehe gern aus. Jedes Wochenende. /Meistens zwei Mal pro Monat. Ich gehe am Liebsten in einen Club zum Tanzen.

Ich mache keinen Sport. / Ich mache viel Sport, joggen, Handball spielen, Rad fahren, Fitness-Studio.

Ich trage lieber elegante / sportliche Kleidung. Ich finde, das ist schicker, moderner, bequemer, praktischer.

Morgens trinke ich am liebsten Kaffee / Tee. Ich esse Müsli, Haferflocken, Marmeladenbrot, Käsebrot, Wurstbrot.

Ich bin Vegetarier. / Ich bin kein Vegetarier, aber ich esse nicht viel Fleisch.

Ich finde Bruce Willis super. Er spielt immer so coole Rollen.

Ich denke, ich bin ungefähr zwei Stunden pro Tag an meinem Handy.

Ich brauche morgens nicht lange im Bad, vielleicht fünfzehn Minuten. / Ich brauche mindestens eine halbe Stunde im Bad.

Ich finde, Stamppot ist typisch niederländisches Essen, aber ich esse lieber Hähnchen und Salat.

Meine Lieblingsband sind die Rolling Stones / die Backstreet Boys.

Meine Lieblingsfarbe ist blau. Das ist so sommerlich.

Ich rauche nicht. / Ich rauche so ungefähr zehn Stück am Tag.

Ich gehe abends immer so um elf ins Bett.

Ich würde gerne mal Barack Obama / Lady Gaga treffen.

72

Page 73: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

Supermarkt Übersetze die Wörter

Eingang / Ausgang ……………………………………………………..

Einkaufswagen ……………………………………………………..

Kasse / Band ……………………………………………………..

Regal / Fach / Gang ………………………………………………………

Kühlfach ……………………………………………………..

Tiefkühlfach ………………………………………………………

Stand / Theke ………………………………………………………

Blumen ………………………………………………………

Obst ………………………………………………………

Gemüse ………………………………………………………

Brot, Brötchen ………………………………………………………

Kuchen, Torten ………………………………………………………

Süssigkeiten ………………………………………………………

73

Page 74: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

Fleisch ………………………………………………………

Wurst ………………………………………………………

Fisch ………………………………………………………

Milchprodukte ………………………………………………………

Milch / Käse ………………………………………………………

Joghurt / Pudding ………………………………………………………

Nudeln ………………………………………………………

Reis ………………………………………………………

Kräuter + Gewürze ………………………………………………………

Konserven/Dosen ………………………………………………………

Kindernahrung ………………………………………………………

Tiernahrung ………………………………………………………

Getränke ………………………………………………………

Alkohol ………………………………………………………

Kosmetik ………………………………………………………

Putzmittel ………………………………………………………

74

Page 75: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

Im Geschäft / Laden Dialog 1

K=Kunde / Kundin V=Verkäufer / Verkäuferin

K: Guten Tag, ich habe eine Frage.

V: Ja bitte?

K: Wo steht der Zucker / die Milch / das Salz?

V: Im zweiten / dritten Gang, auf der rechten / linken Seite.

Direkt hier, ganz vorne.

Ganz hinten im Geschäft / im Laden.

K: Vielen Dank.

V: Gerne.

Im Geschäft / Laden Dialog 2

K=Kunde / Kundin V=Verkäufer / Verkäuferin

K: Guten Tag, ich habe eine Frage.

V: Ja bitte?

K: Haben Sie Kopierpapier?

V: Nein, das haben wir leider nicht.

K: Wo kann ich das kaufen?

V: In dieser Strasse, zwei Geschäfte weiter.

K: Dankeschön.

V: Gern geschehen.

75

Page 76: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

Im Geschäft / Laden Dialog 3

K=Kunde / Kundin V=Verkäufer / Verkäuferin

K: Guten Morgen.

V: Guten Morgen, kann ich Ihnen helfen?

K: Ja, ich brauche eine neue Waschmaschine.

V: Kommen Sie bitte mit. Ich zeige Ihnen verschiedene Modelle.

K: Gut. Aber ich möchte nicht mehr als € 400 ausgeben.

V: Ja, wir schauen mal. Wir haben einige Sonderangebote.

Im Geschäft / Laden Dialog 4

K=Kunde / Kundin V=Verkäufer / Verkäuferin

K: Hallo.

V: Hallo, kommen Sie herein. Kann ich Ihnen etwas zeigen?

K: Ja, hm, eigentlich möchte ich mich gerne umsehen.

V: Wir haben gerade die neue Sommermode herein bekommen.

K: Danke, dann schaue ich mir die neuen Teile mal an.

V: Gerne, wenn Sie eine Frage haben – ich bin an der Kasse.

K: Vielen Dank.

76

Page 77: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

Essen und Trinken

Wie viele Sorten Wurst und Würstchen gibt es in Deutschland?

o 300 Sorteno 800 Sorteno 1500 Sorten

Wie viele Sorten Brot und Brötchen gibt es in Deutschland?

o 100 Sorten Brot und doppelt so viele Sorten Brötcheno 300 Sorten Brot und doppelt so viele Sorten Brötcheno 700 Sorten Brot und doppelt so viele Sorten Brötchen

77

Page 78: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

Dann gibt es auch noch

Teilchen Kuchen

Torten

Es gibt in Deutschland sehr viel leckeres Essen. Und eine traurige Folge:

In Deutschland leben die dicksten EU-Bürger. Drei Viertel der erwachsenen Männer und die Hälfte der erwachsenen Frauen sind übergewichtig oder adipös, also krankhaft dick.

78

Page 79: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

Kennst du diese Gerichte?

Schweinebraten mit Rosenkohl und Kartoffeln

Rinderroulade mit Rotkohl Hähnchen mit Pommes (frites)

Was hast du schon in Deutschland gegessen?

79

Page 80: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

80

Page 81: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

81

Page 82: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

82

Page 83: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

Was hast du gemacht in den Ferien? Übersetze den Text:

01 Ich war zu Hause. ……………………………………………………………………………………

Allein? Mit Familie? Mit Freunden? ……………………………………………………………………………………

02 Ich habe gearbeitet. ……………………………………………………………………………………

Wo? Wie viele Tage? Wie viele Stunden? ……………………………………………………………………………………

03 Ich war weg. Im Urlaub. ……………………………………………………………………………………

Wo? Wie lange? Mit wem? ……………………………………………………………………………………

04 Ich habe Sport gemacht. ……………………………………………………………………………………

Wo? Was für einen Sport? ……………………………………………………………………………………

05 Ich war einkaufen/shopping. ……………………………………………………………………………………

Wo? Was hast du gekauft? War es teuer? ……………………………………………………………………………………

06 Ich war müde. Und faul. ……………………………………………………………………………………

Was hast du dann getan? ……………………………………………………………………………………

07 Ich habe Filme geschaut. ……………………………………………………………………………………

Welche hast du gesehen? ……………………………………………………………………………………

83

Page 84: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

Was hast du gemacht in den Ferien? Übersetze den Text:

08 Ich habe Spiele gemacht. ……………………………………………………………………………………

Welche? Am Computer? ……………………………………………………………………………………

09 Ich bin Rad gefahren. ……………………………………………………………………………………

Wie viele Kilometer? ……………………………………………………………………………………

10 Ich habe Freunde besucht. ……………………………………………………………………………………

Wo? Wie lange? ……………………………………………………………………………………

11 Ich habe gelernt. ……………………………………………………………………………………

Was? Wie viele Stunden? ……………………………………………………………………………………

12 Ich habe jemandem geholfen. ……………………………………………………………………………………

Wem? Was habt ihr gemacht? ……………………………………………………………………………………

13 Ich habe mein Zimmer aufgeräumt. ……………………………………………………………………………………

Wie lange hat das gedauert? ……………………………………………………………………………………

14 Ich hatte Zeit für mein Hobby. ……………………………………………………………………………………

Was ist dein Hobby? ……………………………………………………………………………………

84

Page 85: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

Was hast du gemacht in den Ferien? Beantworte die Fragen:

01 Ich war zu Hause. ……………………………………………………………………………………

Allein? Mit Familie? Mit Freunden? ……………………………………………………………………………………

02 Ich habe gearbeitet. ……………………………………………………………………………………

Wo? Wie viele Tage? Wie viele Stunden? ……………………………………………………………………………………

03 Ich war weg. Im Urlaub. ……………………………………………………………………………………

Wo? Wie lange? Mit wem? ……………………………………………………………………………………

04 Ich habe Sport gemacht. ……………………………………………………………………………………

Wo? Was für einen Sport? ……………………………………………………………………………………

05 Ich war einkaufen/shopping. ……………………………………………………………………………………

Wo? Was hast du gekauft? War es teuer? ……………………………………………………………………………………

06 Ich war müde. Und faul. ……………………………………………………………………………………

Was hast du dann getan? ……………………………………………………………………………………

07 Ich habe Filme geschaut. ……………………………………………………………………………………

Welche hast du gesehen? ……………………………………………………………………………………

85

Page 86: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

Was hast du gemacht in den Ferien? Beantworte die Fragen:

08 Ich habe Spiele gemacht. ……………………………………………………………………………………

Welche? Am Computer? ……………………………………………………………………………………

09 Ich bin Rad gefahren. ……………………………………………………………………………………

Wie viele Kilometer? ……………………………………………………………………………………

10 Ich habe Freunde besucht. ……………………………………………………………………………………

Wo? Wie lange? ……………………………………………………………………………………

11 Ich habe gelernt. ……………………………………………………………………………………

Was? Wie viele Stunden? ……………………………………………………………………………………

12 Ich habe jemandem geholfen. ……………………………………………………………………………………

Wem? Was habt ihr gemacht? ……………………………………………………………………………………

13 Ich habe mein Zimmer aufgeräumt. ……………………………………………………………………………………

Wie lange hat das gedauert? ……………………………………………………………………………………

14 Ich hatte Zeit für mein Hobby. ……………………………………………………………………………………

Was ist dein Hobby? ……………………………………………………………………………………

86

Page 87: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

Eine eigene Wohnung

Welche Wohnung würdest du bevorzugen? Warum?

Was sind die Vorteile, was die Nachteile?

87

Page 88: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

Endlich eine Wohnung

4 Erwachsene/Studenten haben diese Wohnung gemietet.

Wie kann man die Zimmer aufteilen?

Ich finde… Ich denke… Ich glaube…

Das ist (nicht) schön bequem angenehm

praktisch teuer freundlich ruhig

88

Page 89: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

Wohnzimmer und Esszimmer:

Sofa/Couch Sessel

Stuhl/Stühle Esstisch

Couchtisch Fernsehtisch

Schrank Fernseher

Bücherregal Lampe

Pflanze Teppich

Küche und Badezimmer:

Schrank Küchenschrank

Spüle Herd

Backofen Mikrowelle

Kühlschrank Gefrierschrank

Waschmaschine Trockner

Badewanne Dusche

Waschbecken Spiegelschrank

Toilette

Schlafzimmer und Arbeitszimmer:

Bett Kleiderschrank

Nachttisch Kommode

Spiegel Schreibtisch

Computer Laptop

89

Page 90: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

Reisen - Urlaub - Ferien

Welche Städte in Deutschland möchtest du gerne besuchen?

Wo kannst du am besten übernachten?

Was willst du gerne sehen?

Liebst du die Berge oder willst du ans Wasser?

Wie kannst du am billigsten reisen?

Was wäre eine gute Reisezeit?

90

Page 91: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

Pension König

Füllen Sie bitte diese Anmeldung aus:

Name, Vorname

Strasse, Hausnummer

Postleitzahl, Ort

Land

Nationalität

Passnummer

Telefon

Email

Personenzahl

Einzel-, Doppelzimmer

Zimmernummer

Datum Ankunft

Datum Abreise

Datum ________/________/________

Unterschrift ____________________________________________

91

Page 92: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

Google translate?

Van naar

Dat je het over een jonge vogel wil hebben en de ander begrijpt dat het over een oude kikker gaat is niet wat we geslaagde communicatie noemen.

Van naar

Dat je het over een jonge vogel wil hebben en de ander helemaal níets begrijpt is nog dramatischer, vooral omdat je het kan voorkomen als je bepaalde dingen NIET doet.

Bijvoorbeeld een Nederlandse zin in Google translate schrijven en dan de Duitse ‘output’ kopiëren en hopen dat een Duitser dat begrijpt.

NIET DOEN !!!

Om jullie duidelijk te maken hoe de zinnen eruit zien heb ik twee zinnen van de vertaal machine laten vertalen van het Duits in het Nederlands. Hier de uitkomst:

de verdere transitie van ons werk te wensen het doel is mijn studie van zeer Mogelijke verklaringen in deze regio

De eerste zin zou betekenen dat ons werk niet zo snel vooruitgaat als we gehoopt hadden.De tweede zin zou betekenen dat het doel van mijn studie het hoogst mogelijke examen in deze bereik is.

92

Page 93: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

In het Duits:

Der Fortgang unserer Arbeit lässt zu wünschen übrig. Das Ziel meines Studiums ist der höchst mögliche Abschluss in diesem

Bereich.

In plaats van een vertaal machine te gebruiken doe je het zo:

TIP 1

KISS = Keep It Short and Simple

Gebruik korte, eenvoudige en makkelijke zinnen. Die kan je zelf vertalen. Beter een of meerdere fouten qua grammatica maken dan een complete onzin schrijven. KISS geldt natuurlijk net zo goed voor het spreken.

TIP 2Lees jouw Nederlandse zin, kijk weg van de tekst en denk na: wat bedóél ik, wat wil ik eigenlijk zeggen, hoe zou ik het tegen een jong kind zeggen.Deze makkelijke zin kan je dan zelf vertalen. En als je een machine zou gebruiken is er niet zo een grote gevaar dat een complete onzin eruit komt.

TIP 3Neem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf, hoe je taal kan gebruiken om een ander te overtuigen, vriendelijk en genegen te stemmen (of te verergeren), hoe je woorden inzet om iets te bereiken.

93

Page 94: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

Fremdwörter: Was bedeutet das Wort …

Fassadeo die Vorderseite eines Hauseso das Dach eines Autoso die Hinterseite eines Hauses

Demokratie o Wenn ein König regierto Wenn das Volk regierto Wenn eine Familie regiert

Byteo Eine Einheit in Kochrezepteno Eine Einheit für Computerdateno Eine Einheit im Sport

Millimetero Ein Zehntel (1/10) von einem Metero Ein Hundertstel (1/100) von einem Metero Ein Tausendstel (1/1000) von einem Meter

Memorandumo Wenn das Volk seine Stimme abgeben darfo Wenn das Volk seine Stimme nicht abgeben darfo Wenn das Volk seine Stimme abgeben muss

Kongresso Wenn Menschen sich versammeln zu einem Themao Wenn Menschen sich streiten über ein Themao Wenn Menschen protestieren gegen eine Sache

94

Page 95: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

Religiono An was die Christen glauben, was für sie heilig isto An was ein Mensch glaubt, was für ihn heilig isto An was ein Moslem glaubt, was für ihn heilig ist

Demonstrationo Wenn Menschen sich versammeln zu einem Themao Wenn Menschen sich streiten über ein Themao Wenn Menschen protestieren gegen eine Sache

Saharao Ein Gebirge in Südamerikao Eine Wüste in Afrikao Ein See in Asien

Atomo Ein explodierendes Teilcheno Ein winzig kleines Teilchen o Ein mittelgrosses Teilchen

Exoduso Einwanderung einer grossen Gruppe Menscheno Zusammenkommen einer grossen Gruppe Menscheno Auswanderung einer grossen Gruppe Menschen

Monarchieo Wenn ein König regierto Wenn das Volk regierto Wenn eine Familie regiert

95

Page 96: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

Effizienzo Wenn man mit wenig Arbeit viel erreichto Wenn man mit viel Arbeit viel erreichto Wenn man ohne Arbeit viel erreicht

Delegationo Ein oder mehrere Menschen bekommen eine Aufgabe vom Chefo Ein oder mehrere Menschen bekommen keine Aufgabe vom Chefo Ein oder mehrere Menschen geben eine Aufgabe an den Chef

Wifio Ein direkter Zugang zum Datennetzo Ein bezahlter Zugang zum Datennetzo Kein Zugang zum Datennetz

Thermostato Ein Gerät, mit dem man die Luft kühlen kanno Ein Gerät, mit dem man die Temperatur regeln kanno Ein Gerät, mit dem man die Fenster öffnen kann

Präsidento Eine Person, die die USA regierto Eine Person, die einen Fussballclub leiteto Eine Person, die den Vorsitz hat

Oppositiono Ein oder mehrere Menschen, die laut schreieno Ein oder mehrere Menschen, die gegen die Regierung sindo Ein oder mehrere Menschen, die Waffen tragen

96

Page 97: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

Op zich valt het mee …

Cultuurverschillen tussen

Nederland en Duitsland

De geschiedenis en wat eruit voortkomt

snelheid ordeningflexibiliteit structuursamenwerking planning

veranderen behoudensnel aanpassen goed nadenken

fouten corrigeren geen fouten maken

eerst doen eerst vragendan vragen dan doen

97

Page 98: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

-1-

Hiërarchie en de gevolgen

Instructies en duidelijkheid

Informatie verkrijgen en zelf opzoeken

98

Page 99: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

-2-

Vrije tijd en werk

‘Du’ en ‘Sie’

informeel formeel

Afspraken en contracten

99

Page 100: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

-3-

Vergaderingen en beslissingen

iedereen mag meepraten de baas geeft de richting aan

Planningen en projectmanagement

100

Page 101: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

veranderen en afwisselen mag strikt en duidelijk is noodzakelijk

-4-

Uitgaan en feesten

Eten en drinken

Verschil in etenstijden

101

Page 102: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

-5-

Verjaardagen en andere feesten

makkelijk mooigezellig inspirerendover leuke dingen praten over de maatschappij praten

Wonen en inrichten

grote ramen in de woonkamer veel kleinere ramen meerdere schuurtjes kelder inrichting modern inrichting klassiek moet er uitnodigend uitzien moet er indrukwekkend uitzien

Ja, er zijn verschillen en ja, het is even wennen, maar

102

Page 103: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

-6-

Lösungen

Vergleiche deine Arbeiten/Übersetzungen mit den Lösungen hier.

Nicht vergessen

Was du gut/richtig hast, darfst du abhaken.

Was du nicht gut/falsch hast, bekommt einen Kreis.

Das musst du noch einmal lernen.

103

Page 104: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

104

Page 105: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

Frage Antwort

01 Wie heißt du? Lisa.

02 Wo wohnst du? In Emmen.

03 Wo ist dein Nachbar? In Ferien.

04 Wie heißt deine Nachbarin? Emma König.

05 Was / wieviel kostet diese Jacke? €49,70 (49 Euro 70).

06 Wer ist dein Klassenlehrer? Herr Müller.

07 Wann gehst du nach Deutschland? Im Sommer.

08 Wie lange bleibst du in Deutschland? Fünf Monate.

09 Warum bist du in diesem Kurs? Ich will Deutsch lernen.

10 Wie geht es dir? Danke, gut. Und dir?

11 Was machst du gerade? Ich lese ein Buch.

12 Wer ist der blonde Junge? Mein Bruder.

105

Page 106: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

Frage Antwort

13 Wann / wie spät fährt unser Bus? Um 10:20 (10 Uhr 20).

14 Wo ist die Toilette? Beim Eingang.

15 Wie weit ist es bis zum Bahnhof? Ungefähr 2 km.

16 Wohin gehst du in Ferien? Nach Frankreich.

17 Wann gehst du in Ferien? Im August.

18 Wie alt ist deine Mutter? 44 Jahre.

19 Wie schreibt man seinen Namen? S-H-A-W-N.

20 Wer ist die schönste Frau der Welt? Keine Ahnung.

21 Wo arbeitet dein Vater? In einer Metallfabrik.

22 Wie nennt man dieses Ding? Das ist eine Zange.

23 Wann machen wir Schluss? Um halb zwei (13:30).

24 Wie hoch ist der Eiffelturm? 324 Meter.

106

Page 107: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

Interview

01 Wie heißt du (Vorname und Familienname)? Hoe heet je (voornaam en achternaam)?

02 Woher kommst du? Aus welcher Stadt kommst du? Waar kom je vandaan? Uit welke stad kom je?

03 Wie alt bist du? Hoe oud ben je?

04 Hast du Geschwister (Brüder und Schwestern)? Heb je broers en zussen?

05 Auf welcher Schule bist du? Op welke school zit je?

06 Welche Ausbildung machst du? Welke opleiding volg je?

07 Was ist dein Lieblingsfach in der Schule? Wat is jouw favoriete vak op school?

08 Was sind deine Hobbys? Wat zijn jouw hobbies?

09 Was ist deine Lieblingssendung im Fernsehen? Wat is jouw favoriete televisie programma?

10 Hast du ein Haustier? Welches? Heb je een huisdier? Welke?

11 Warst du schon mal im Ausland in Ferien? Wo? Was je ooit op vakantie in het buitenland? Waar?

12 Kannst du kochen? Was am besten? Kan je koken? Wat het beste?

13 Hilfst du zu Hause im Haushalt (putzen, waschen)? Help je thuis bij het huishouden (schoonmaken, wassen)?

14 Gehst du gerne aus? Wie oft? Wohin? Ga je graag uit? Hoe vaak? Waar naar toe?

107

Page 108: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

Interview

15 Rauchst du? Wieviel pro Tag? Rook je? Hoe veel per dag?

16 Welchen Filmstar findest du super/genial/toll? Welke filmster vind je gaaf/cool?

17 Welche Musikgruppe gefällt dir am besten? Welke muziekgroep bevalt je het beste?

18 Machst du Sport? Welchen? Doe je aan sport? Welke?

19 Was ist deine Lieblingsfarbe? Wat is jouw favoriete kleur?

20 Trägst du lieber elegante oder sportliche Kleidung? Draag je liever elegante of sportieve kleding?

21 Wie lange brauchst du morgens im Bad? Hoeveel tijd heb je ‘s morgens in de badkamer nodig?

22 Wie spät gehst du abends ins Bett? Hoe laat ga je ’s avonds naar bed?

23 Was isst du morgens am liebsten? Wat eet je ’s ochtends het liefst?

24 Was ist typisch niederländisches Essen? Wat is typisch Nederlands eten?

25 Isst du gerne Pizza und Pommes (Pommes frites)? Eet je graag pizza en friet?

26 Wie viele Stunden pro Tag bist du an deinem Handy? Hoeveel uren per dag ben je bezig met jouw mobiel?

27 Spielst du oft Computerspiele? Speel je vaak computerspelletjes?

28 Welche berühmte Person würdest du gerne treffen? Welke bekende persoon zou je graag willen ontmoeten?

108

Page 109: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

Was hast du gemacht in den Ferien? Wat heb je gedaan in de vakantie?

01 Ich war zu Hause. Ik was thuis.

Allein? Mit Familie? Mit Freunden? Alleen? Met familie? Met vrienden?

02 Ich habe gearbeitet. Ik heb gewerkt.

Wo? Wie viele Tage? Wie viele Stunden? Waar? Hoeveel dagen? Hoeveel uren?

03 Ich war weg. Im Urlaub. Ik was weg. Op vakantie.

Wo? Wie lange? Mit wem? Waar? Hoe lang? Met wie?

04 Ich habe Sport gemacht. Ik heb gesport.

Wo? Was für einen Sport? Waar? Wat voor sport?

05 Ich war einkaufen/shopping. Ik was winkelen.

Wo? Was hast du gekauft? War es teuer? Waar? Wat heb je gekocht? Was het duur?

06 Ich war müde. Und faul. Ik was moe. En lui.

Was hast du dann getan? Wat heb je dan gedaan?

07 Ich habe Filme geschaut. Ik heb filmen bekeken.

Welche hast du gesehen? Welke heb je gezien?

109

Page 110: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

Was hast du gemacht in den Ferien? Wat heb je gedaan in de vakantie?

08 Ich habe Spiele gemacht. Ik heb spelletjes gemaakt.

Welche? Am Computer? Welke? Op de computer?

09 Ich bin Rad gefahren. Ik heb gefietst.

Wie viele Kilometer? Hoeveel kilometers?

10 Ich habe Freunde besucht. Ik heb vrienden bezocht.

Wo? Wie lange? Waar? Hoe lang?

11 Ich habe gelernt. Ik heb gestudeerd.

Was? Wie viele Stunden? Wat? Hoeveel uren?

12 Ich habe jemandem geholfen. Ik heb iemand geholpen.

Wem? Was habt ihr gemacht? Wie? Wat hebben jullie gedaan?

13 Ich habe mein Zimmer aufgeräumt. Ik heb mijn kamer opgeruimd.

Wie lange hat das gedauert? Hoe lang heeft dat geduurd?

14 Ich hatte Zeit für mein Hobby. Ik had tijd voor mijn hobby.

Was ist dein Hobby? Wat is jouw hobby

110

Page 111: maken.wikiwijs.nl Deutsch... · Web viewNeem jouw tijd voor een tekst in je moedertaal, maar zeker ook in een vreemde taal. Als je met een tekst bezig bent, leer je veel over jezelf,

111