16
de puur muziek 07.04.13 | 16:00 | STAM - REFTER MAlA PunicA CiConia: inaudita imponere

Mala Punica

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Pedro Memelsdorff en zijn ensemble Mala Punica tilden in de jaren 90 de hele middeleeuwsemuziekscène naar een duizelingwekkend hoog niveau.Hun opnames met muziek van toen nog onbekende meesters zoals Johannes Ciconia openden heel wat oren. Virtuositeit, improvisatie, ritmische precisie, sonore perfectie en een prachtig gevoel voor theatraliteit: het zijn vandaag nog steeds de handelsmerken van Mala Punica. De muziek die Johannes Ciconia meer dan zeshonderd jaar geleden schreef komt bovendien prachtig tot zijn recht in de 14de eeuwse refter van de Bijlokeabdij. Mis dit niet.

Citation preview

Page 1: Mala Punica

de de

de

puur muziek

bistro

de

jong

de

Muziekcentrum Gent

de

manufactuur

07.04.13 | 16:00 | STAM - REFTER

MAlA PunicACiConia: inaudita imponere

Page 2: Mala Punica

2

PRogRAMMA uiTvoERdERS

JohAnnES ciconiA (ca. 1370-1412) Ligiadra donna (pc, 44v-46r; par75, 2r) La fiamma del to amor (man, 54v)Merçé o morte (pz, 18v-19r; Bu, 51r)O beatum incendium (Q15, 266v-167r)

conRAd PAuMAnn (ca. 1409-1473) Con lagrime bagnandome (J. Ciconia mbs352b, 16r-17r)

AnoniEMPreambulum super re (perugia3410, g1)

JohAnnES ciconiA (ca. 1370-1412)O Padua sidus preclarum (Q15, 257v-258r)O felix templum jubila (Q15, 223v-224r)Albane misse celitus (Q15, 271v-272r)

AnoniEMMotet intabulatie (Johannes Ciconia? Fa117, 93r-94r)Basse dance intabulatie (Fa117, 94v)Benedicamus Domino (ox229, 53v)

MAlA PunicAPedro Memelsdorff | blokfluit en directieBarnara Zanichelli | sopraanGabriel Jublin | contratenorMarketa Cukrova | mezzosopraanGianluca Ferrarini | tenorRaffaele Giordani | tenorHelena Zemanova | vedelPablo Kornfeld | echiquier en orgel

Page 3: Mala Punica

3

De laatmiddeleeuwse componist Johannes Ciconia stierf in 1412 in de Italiaanse uni-versiteitsstad Padua. In 2012 precies 600 jaar geleden – voor Pedro Memelsdorff en zijn ensemble Mala Punica een mooie gelegenheid om opnieuw een Ciconia-programma samen te stellen. Mala Punica bracht in 1998 al een opname uit met alle ons overgebleven motetten van Johannes Ciconia onder de titel Sidus Preclarum. Een opname die destijds de luisteraars versteld deed staan en van Mala Punica dé referentie maakte voor de uitvoering van dit complexe repertoire.

Vandaag brengt Mala Punica een mooie dwarsdoorsnede van Ciconia’s oeuvre. U hoort niet alleen motetten, maar ook wereldse muziek en enkele instrumentale bewerkingen van enkele van zijn compo-sities. Ciconia toonde zich een meester in bijna alle muzikale genres en beoefende alle gangbare stijlen van toen met even groot gemak. En alleen al dit is opmer-kelijk: van geen enkele andere componist uit dezelfde periode werd zo veel muziek overgeleverd dat men er moeiteloos meer dan één programma mee kan vullen. Cico-nia schreef ook een muziektheoretisch traktaat met de titel Nova Musica. Hieraan ontleende Pedro Memelsdorff het motto van dit concert. Zo staat er geschreven: “Musica renovare cupimus… et inaudita imponere” – “wij streven ernaar de muziek te vernieuwen … en het ongehoorde hoor-

baar te maken.” Vandaag klinkt Ciconia’s muziek nog steeds even ‘nieuw’. Laat u ver-rassen.

JohAnnES ciconiA dE lEodioOver Ciconia’s leven is jammer genoeg weinig bekend. Weinig meer dan de hand-tekening onder zijn eigen muziek: Johan-nes Ciconia de Leodio – Johannes Ciconia uit Luik – en zijn sterfdatum, opgetekend in de registers van de stad Padua. Musico-logen en historici hebben geprobeerd via summiere snippers informatie in stadsre-gisters, in brieven, en bovenal via de ver-spreiding van zijn manuscripten Ciconia’s levensloop te traceren. Maar de puzzel past nog steeds niet helemaal. Zeker is dat Johannes Ciconia opgroeide in Luik en als koorknaap verbonden was aan de kathe-draal van Saint Jean l’Evangéliste. Hij was allicht de onwettige zoon van een kanun-nik en une filhe mal provée. Een onecht kind dus.

Na zijn jaren als koorknaap trok hij naar Italië. Niet helemaal verwonderlijk want in die tijd maakten vele zangers uit Luik car-rière als koorzanger in een van de vele Ita-liaanse muziekkapellen. Het leverde hen een kerkelijke carrière op en een bijbeho-rend kerkelijk pensioen. Heel misschien maakte Ciconia op zijn reis naar Italië een tussenstop in Parijs, waar hij zich in de omgeving van de Université de Paris ver-trouwd maakte met de complexe Franse

MAlA PunicACiConia: inaudita imponere

Page 4: Mala Punica

4

compositietechnieken van toen.

Welke steden hij in Italië allemaal bezocht is hoogst onduidelijk, maar het lijkt erop dat hij in de jaren 1390 tenminste enige tijd doorbracht in Rome. Zijn naam wordt immers vermeld in een brief van paus Bonifatius IX. In deze brief werd aan een zekere clericus Johannes Ciconia, die een onechte zoon was van een priester, het recht toegekend zijn onwettige afkomst niet meer te hoeven vermelden en verder op te klimmen op de kerkelijke ladder. De Johannes Ciconia uit de brief zou deel hebben uitgemaakt van het muzi-kale huishouden van kardinaal d’Alençon. Muzikaal houdt deze veronderstelling in elk geval steek. Het lijkt erop dat Ciconia zich tijdens zijn verblijf in Rome helemaal inwerkte in de Italiaanse Trecento-stijl, wat dan weer duidelijk hoorbaar is in zijn latere composities. In het jaar 1399 ver-bleef hij waarschijnlijk in Pavia, aan het hof van Giangaleazzo Visconti. Dit kwam aan het licht door nauwkeurig alle tekstu-ele verwijzingen in enkele wereldse com-posities van Ciconia te analyseren. Vele metaforen in de teksten verwijzen duide-lijk naar de heraldiek van het hof van de familie Visconti.

Vanaf 1401 woonde en werkte Cico-nia met zekerheid in Padua. Hij genoot er de bescherming van de aartspriester Francesco Zabarella aan wie Ciconia ook enkele van zijn motetten opdroeg. Ciconia klom op tot cantor et custos van de kathe-draal, een functie die hij met zekerheid beoefende vanaf 1403 tot aan zijn dood in

1412. De meeste van zijn vandaag bekende composities dateren uit deze periode.

WEREldSE gEluidEnCiconia componeerde niet alleen in het Italiaans, maar ook in het Frans en hij beheerste het hele stijlenpalet van toen. Vandaag horen we drie Italiaanse ballata’s van zijn hand. Dit zijn composities waar-van de tekst een AbbAA-structuur volgt. Daarna hoort u ook een contrafactum van een Frans virelai. Zo een contrafac-tum is simpelweg het hergebruik van een wereldse compositie in een geestelijke context. De muziek blijft hetzelfde maar de tekst wordt aangepast. Zo begon de ori-ginele tekst van O beatum incendium met de woorden aler m’en veus. Hoewel de ori-ginele tekst Frans is gebruikt Ciconia hier toch eerder de Italiaanse Trecentostijl met zijn typische unisone herhalingen.

De ballata La fiamma del to amor is waar-schijnlijk een van de emotioneel meest indringende composities van die tijd. De ik-figuur uit de tekst wordt door de vlam-men van de liefde vanuit de dood weer tot leven gewekt. Het refrein van deze ballata presenteert ons de liefde in al zijn dualiteit: de ziel van de minnaar balanceert tussen leven en dood. Maar daarna kantelt de tekst, en zo ook de muziek: liefde kan de dood overwinnen. Om dan weer, zoals de poëtische structuur van de ballata voor-schrijft terug te keren naar het begin.

Merçé o morte en Ligiadra donna behoren volgens de musicoloog David Fallows tot de laatste liederen die Ciconia schreef.

Page 5: Mala Punica

5

Deze laatste composities klinken anders – vloeiender – en getuigen van Ciconia’s zoektocht naar ‘iets nieuws’. Ciconia ging te rade bij de jonge Paduaanse dichters Leonardo Giustinian en Domizio Bro-cardo voor de tekst en hij maakte gebruik van een voor hem nieuw metrum: de zogenaamde tempus imperfectum cum prolatione maiori, vergelijkbaar met onze hedendaagse 6/8ste maat.

In Ligiadra donna horen we duide-lijk hoe Ciconia gebruik maakt van een toen nog nieuwe muzikale techniek. Om de expressie te verhogen herhaalt hij bepaalde melodische fragmenten gekop-peld aan bepaalde tekstfragmenten op telkens andere toonhoogten. Helemaal in het begin van de compositie worden bij-voorbeeld de woorden lo mio cuor in de bovenste stem vier keer herhaald, telkens in stijgende lijn. De tenorlijn achtervolgt, eveneens stijgend. Toen nog een nieuw procedé, in alle latere muziek een veelge-bruikt recept.

MoTETTEnDe religieuze muziek die Ciconia naliet is zo mogelijk nog indrukwekkender dan zijn wereldlijke muziek. We horen hierin ook duidelijk hoe Ciconia een brug sloeg tussen de springerige muzikale taal van de late middeleeuwen en die iets rondere, meer evenwichtige muzikale expressie van de vroege renaissance – zoals we die kennen uit de muziek van bijvoorbeeld Guillaume Dufay. Ciconia maakte gebruik van alle typisch 14de-eeuwse deviezen: de springerige ritmische technieken (hoke-

tus), oneindige tenor-melodieën en voor-spelbaar contrapunt. Maar hij ging tegelijk ook een stap verder: Ciconia schreef klare, omlijnde melodieën, gebruikte duide-lijke structuren en hij zette de muziek ten dienst van de tekst. We horen vandaag drie van de acht motetten die teruggevonden werden. Ciconia schreef de tekst van de motetten waarschijnlijk zelf en de motet-ten zijn steeds toegewijd aan een hoog-geplaatste uit de politieke of de religieuze sfeer.

O Padua, sidus preclarum werd geschreven ter ere van de stad Padua en de familie Car-rara, de meest invloedrijke familie in het Padua van die tijd. De tekst somt de deug-den van de stad, “deze schitterende ster”, op. In de laatste strofe schreef Ciconia zijn eigen naam in: “Johannes Ciconia doet uw faam weerklinken in dit trouwe lied.” De twee bovenstemmen zingen dezelfde tekst (wat in die tijd lang niet altijd het geval is), soms samen, soms imitatief (bijvoorbeeld wanneer de tekst de heuvels en de rivie-ren rondom de stad bezingt). De tweebo-venstemmen barsten ook regelmatig uit in virtuoze melisma’s en wisselen soms ritmische spelletjes uit. Ook het motet O felix templum jubila werd geschreven ter ere van een lid van de Carrara-familie. Met name Stefano Carrara il Novello, de onwettige zoon van Francesco Carrara, die op dat moment bestuurder van Padua was. Het werd allicht geschreven voor de plechtige inwijding van een altaarstuk in de kathedraal van Padua gewijd aan de heilige St Stefanus.

Page 6: Mala Punica

6

Het grootschalige motet Albane missa celitus werd dan weer opgedragen aan de geestelijke Albano Michele die als bis-schop van de stad gewijd werd in maart 1406. De tekst opent met Albano’s naam en zet de gloednieuwe bisschop helemaal in het zonnetje. Bijzonder aan dit motet is dat Ciconia gebruikt maakt van een isoritmische structuur. Dat wil zeggen dat de tenorlijn van dit motet een rit-misch patroon volgt dat telkens herhaald wordt. Deze ritmische cel (ook wel talea genoemd) geeft het stuk een duidelijke vormelijke structuur. Bovendien geeft Ciconia, anders dan gebruikelijk, ook aan de twee bovenste stemmen zo een iso-ritmische structuur. Toch slaagt Ciconia erin om ondanks deze strenge structurele beperkingen (die doen denken aan de

meer starre Franse muziek uit die tijd) een ongekende variatie aan emoties en melo-dische wendingen ten toon te spreiden.

De overige composities in dit programma tonen sporen van Ciconia’s muziek zoals die teruggevonden werden in andere manuscripten. Zo bewerkte de Duitse componist Conrad Paumann de melodie Con lagrime bagnandome. Een partituur die teruggevonden werd in het befaamde Buxheimer Orgelbuch. Dit is een manus-cript vol met composities voor klavier, neergeschreven in zogenaamde ‘tablatu-ren’, vingerzettingen voor klavierinstru-menten. Bewerkingen van Ciconia werden ook teruggevonden in de Faenza-codex, een ander beroemd manuscript uit het begin van de vijftiende eeuw.

Page 7: Mala Punica

7

Bio

PEdRo MEMElSdoRFFPedro Memelsdorff is blokfluitist, dirigent en specialist in de uitvoeringspraktijk van de late middeleeuwen. Hij is daarnaast ook bekend om zijn musicologisch onder-zoekswerk over de Ars Nova.

Op 18 jarige leeftijd trok hij van Buenos Aires naar Europa. Hij studeerde er aan de Schola Cantorum in Basel en aan het Sweelinck Conservatorium in Amster-dam. Hij was als blokfluitist verbonden aan verschillende oude muziekensembles, zoals onder andere Hespèrion XXI (Jordi Savall). Hij vormde ook een duo samen met klavecinist Andreas Staier. In 1987 richtte hij het ensemble Mala Punica op om de muziek uit de late middeleeuwen te exploreren. De opnames die hij met Mala Punica realiseerde ontvingen ver-schillende internationale onderscheidin-gen zoals de Diapason d’Or, de Caecilia Prijs(België) en de Edison Award (Neder-land).

Pedro Memelsdorff gaf les aan verschil-lende muziekinstituten zoals de Scuola di Musica Civica di Milano, het muziek-conservatorium van Zürich en de Schola Cantorum in Basel. Als gastdocent gaf hij lezingen en masterclasses aan conservato-ria en universiteiten over de hele wereld. Vandaag is Pedro Memelsdorff verbonden aan de Escola Superior de Musica de Cata-lunya (ESMUC) in Barcelona, waar hij kamermuziek en blokfluit geeft, en aan de

Stichting Giorgio Cini in Venetië, waar hij aan het hoofd staat van het oude muziek-departement. Sinds januari 2013 is hij benoemd als de nieuwe directeur van de prestigieuze Schola Cantorum Basiliensis.

MAlA PunicAMala Punica, Italiaans voor ‘granaatap-pel’, werd in 1987 opgericht door artistiek leider Pedro Memelsdorff. Dit gemengde vocaal en instrumentaal ensemble legt zich helemaal toe op de uitvoering van muziek uit het Trecento (veertiende eeuw) en de Italiaanse Ars Subtilior – een repertoire dat soms “de avant-garde van het Mid-deleeuwse Europa” genoemd wordt. Het ensemble combineert eruditie en musi-cologisch onderzoek met een geheel eigen expressieve stijl. Virtuositeit, een unieke manier van zingen, poëzie en theatraliteit zijn doorheen de jaren hun handelsmerk geworden. Ze verzamelden meer dan dertig internationale onderscheidingen

Mala Punica nam tot dusver acht cd’s op voor de labels Arcana (Ars subtilis Yta-lica, D’amor ragionando en En attendant), Erato (Missa Cantilena, Sidus preclarum en Helas Avril), Harmonia Mundi (Nar-cisso Speculando)en Naïve (Faventina). Al deze opnames werden meer dan enthou-siast onthaald door de internationale muziekpers. Mala Punica concerteerde in Zuid- en Noord-Amerika en in heel Europa waren zij te gast in belangrijke concertzalen en op festivals.

Page 8: Mala Punica

8

liEdTEkSTEn

ligiAdRA donnALigiardra donna che lo mio cuor contenti Rendime pace omai di mei tormenti.

Tu say ben che honesto amor e pura fedeStrine lo mio cuor di doglia e di martiri.

Senca aver may per ben amar mercede,Men pianto a gl’ochi, al pecto men sospiri,

Dimando a consollare i mey desiri,Qualche conforto ay mei fieri lamenti.

Ligiadra donna…

Fair Lady who gladdens my heart,Grant me peace now from my torments.

You know well that honest love and pure constancy, Grip my heart with pain and suffering.

Without ever having received solace for loving you well, Nor my eyes less wee-ping, nor less sighs in my breast,

I beg for assuagement of my desires,Some solace from y cruel lamenting.

Fair lady…

lA FiAMMA dEl To AMoRLa fiamma del to amor che çame strinçeDa morte a vita l’alma mia suspinçe.

Volava li mey spirti ça per l’auraQuando t’aldi cridar piangendo e dire:

“Dove mi lassi? Oymè, ver mi restauraUn pocho la toa mente e non morire!”

Quel suono amaro me fé resentire:Cossi l’amor anchor la morte vinçe.

La fiamma del to amor…

The flame of your love, that readily embra- ces me, Lifts my soul from death to life.

My spirit had already flown up into the airWhen I heard you, weeping, cry and say:

“Where are you leaving me? Alas, restore to me, A part of your consciousness and do not die!”

This bitter sound made me realize:Thus has love defeated death once again.

The flame of your love…

Page 9: Mala Punica

9

MERçè o MoRTEMerçè o morte, o vagha anima mia,Oymè, ch’io moro, o graciosa è pia.

Pascho el cor de suspir ch’altruy no’l vede,E de lagrime vivo amaramente.

Aymè, dolent’ mororò per merçedeDel dolçe amor, che’l mio cor t’apresente.

O Dio, que pensa è questa’l cor dolent[e]Falsa zudea almen fa mi morir via.

Merçè o morte…

Mercy or death, o my fair soul,Alas, I die, O gracious and merciful one.

I feed my heart on sighs invisible to othersAnd on tears live bitterly.

Alas, I shall die in pain for mercyFrom the sweet love that my heart offers you.

O God, what torment is this loving to the doleful heart; Falsetraitress, at least let me die!

Mercy or death…

o BEATuM incEndiuMO beatum incendium,o ardens desiderium,odulce refrigerium, amare Dei Filium!

Portas vestras attollite,celi cives occurrite,Triumphatri dicite:“Salve, Jesu, Rex inclite!”

Rex virtutum, Rex glorie,tibi laus et imperium; Jesu, largitor venie;esto nobis refugium!

O mea delectacio,amoris consummacio,o mea consolacio;Jesu, mundi salvacio,

O blessed burning,o ardent longing,o sweet repose,to love the Son of God!

Lift up your gates,ye citizens of heaven rush forth and greet the Victor, saying:“Hail, Jesu, King renowned!”

King of powers, King of glory,to thee be praise and dominion.Jesu, granter of reward,bet hou our refuge.

O my delight, thou consummation of my love, o thou my consolation, Jesu, world’s salvation,

Page 10: Mala Punica

10

Te celi chorus predicatet laudes tuas replicat.Jesus orbem letificatet nos Deo pacificat.

Nunc prosequamur laudibusjesum hymnis et precibus,ut nos donet celestibus,frui cum celi civibus

the choir of heaven doth proclaim thee and echo thy praises: Jesus bringeth joy to the world and maketh us at peace with God.

Therefore let us follow him with praises, hymns, and prayers, that he might grant us to delight in heavenly things along with the citizens of heaven.

o PAduA SiduS PREclARuM[O] Padua sidus preclarumHocce nissa fulgidoRegula virtutum morum Serto refulgens florido!

Te laudat juris sanctio,philosophie veritas,et artisarum concio,Poematum sublimitas.

Tu Antenoris generisregis summpsisti exordium,quo proles tua munerisgenus habet egregium.

Frugum, opum fecunditas,telluris orta spaciotibi servit jocunditas,fertilitas ocio.

Te plena montes flumina,te castra jura floreadecorant, templi culmina,edes et pontes, balnea.

Padua shinig star, resplendent in this bright,flowering garland, a model of virtuous living!

Legal sterness praises thee, as do philosophie truth,Artistic fellowship, and poetic majesty.

Thou didst upholdThe start of King Antenor’s race, whence thy people enjoy an exemplary sort of benefaction.

A fullness of fruits and wealth, a fruitfulness and playfulness that come from the expanse of thy land, all stand freely at thy disposal.

Mountains and swelling rivers, fields and flowery courts,church spires, houses, bridges, and baths all grace thee.

Page 11: Mala Punica

11

Tue laudis preconiaper orbem fama memorat, quem Johannes Ciconiacanore fido resonat.

Fame recounts throughout the worldthe tidings of thy praise, and Johannes Ciconia echoes itwith faithful song.

o FElix TEMPluM JuBilAO felix templum jubilaet chors tua canonicinunc plaudat corde supplici.tu, clere, viso rutila.

Qui presul divi munerisde summo missus cardinea justo nato Dardaneest pastor sacri oneris.

Tu genitoris stephane, o plaustriger illustrissime,virtutes splendidissimesunt tuis factis consone:

Fano novo et multis arissuperis quas dedicastiad astra iter jam parastitibi et cunctis tui laris.

Precor, patre o digna proles,justa, mitis et modesta,viciorum ac infesta,virtutibusque redolens,

Dignare me Ciconiam(tante licet sim indignus)tui habere in cordis pignus,es benignus quoniam.[Amen.]

Rejoice, fortunate temple, and let thy retinue of canons shows its humble approval. Glow thou, clergy, at the sight.

For he who has been sent from on high, By Dardana’s rightful offspring to be overseer of a Divine benifice is now guardian of this sacred trust.

Stephanus, a father’s crowning pride! Carrara, shining charioteer! Thy sterling qualities are quite in keeping with thy deeds:

Through the new santuary and the many altars wich thou hast dedicates to the Saintson high thou hast prepared a way to thestars for thyself and aal that dwell with thee.

I beseech thee, O offspring worthy of thy father, fairminded, humble and forbearing, intolerant of wickedness and scented with virtue,

to make me, Ciconia, worthy(however unworthy I may be) to enjoy thy heartfelt assurance that thou art well inclined toward me.[Amen.]

Page 12: Mala Punica

12

AlBAnE, MiSSE cEliTuS

CAntus 1Albane, misse celitus,presul date divinitus,veni, pater Padue.Cui desolate penitusconfer medellam protinusduce dudum vidue.

Veni, pastor animarum,sparge lumen, sidus clarum,cuncta solve debita.

Auffer quiduid est avarumnihil sinas esse amarumqueque prudens unita.

Justus, pius et severus,quia totus es sincerusquis rimetur cetera.Constans, lenis dominaris,vera laude predicaris,qua pertingis ethera.

Leteris, urbs Antenoris, adventu tanti decoris,plausu tota concine.Michael, o stirpe clarus;tibi, antistes, dantium gnarus,cantis numquam desine.

Come, Albanus, god-given bishop, sent from on highas a father to Padua. Bestow a remedy on her, a widow now awhile utterly bereft of a leader.

Come, sheperd of souls. Spread forth thy light, o shining star, and set all debts aright.

Remove what is avaricious, let there be no bitterness, and bring things prudently togheter.

What fair-minded, devout andstrict person could decide otherwise, fort hou art completely sincere. Thou rulest firmly yet gently, thou dost preach in proper fashion, whence the heavens are thine.

Rejoice, Antenor’s city,at the arrival of such anhonour; celebrate it full and well. Michael, thou bishop of noble lineage, aware of those that give to thee,let these songs never cease.

CAntus 2Albane doctor Maxime,virtute celo proxime,gradu nitens gemino,nam decretorum insula

Albanus great teacher, near to heaven with thy virtueand shining with a double honour (a law-abiding island

Page 13: Mala Punica

13

et presulatus ferula flores sine termino.

Vite celestis emulus,in omni bono sedulus,te Jesu dedicasti.illustri domo genitus,humilitati deditus,sublime comparasti.

O venetina civitas,in qua perfecta bonitas,virtus tanta, nascitur,hoc alumno joeunderis,tibi fulget instar verisde quo mundus loquitur.

Viri tanti data cure qui te regit equo jure,paduana ecclesia,Christo grates leudes pange,celum edis hymnis pangeeum tuo Ciconia.

and the episcopal staff), mayest thou prosper forever.

Striving for heavenly life and diligent in all good things, thou hast devoted thyself to Jesus. Born of a famous house, but devoted to humility, thou hast reconciled two lofty things.

O Venetian city,in wich perfect goodnessand such virtue is born, rejoice at this thy child who shinesforth for thee like a spring offeringand whom the whole world speaks.

O church of Padua, entrusted to the care of such a manwho rules thee fairly, render thanks and praise to Christ, touch the vault of this temple with thy hymns, along with Ciconia.

Page 14: Mala Punica

14

MEER oudE MuziEk

do 18.04.13 | SoPhiE gEnT EnSEMBlEMIRYZAAL | 20:00Bach onderhield in zijn Weimarperiode nauwe collegiale banden met Telemann. En hoe een dubbeltje rollen kan: hij heeft het aan de weigering van Telemann te danken dat hij in 1723 tot cantor in Leip-zig werd benoemd. Een carrièrezet die Bach eeuwige roem zal opleveren.

Sophie Gent is ongetwijfeld een van de meest in het oog springende barokviolis-ten van het moment. Ze wordt niet alleen vaak gevraagd als orkestmeester bij voor-aanstaande ensembles, ze richtte onlangs ook een eigen ensemble op.

do 16.05.13 | TRio MEdiAEvAlCOnCERtZAAL | 20:00 | inleiding om 19:15

In de late middeleeuwen werd Engeland wel eens ‘the garden of Our Lady’ of ‘de tuin van Maria’ genoemd. Vooral in Wor-cester was de Mariaverering groot. De ‘Ladymass’ is gebaseerd op 13de- en 14de-eeuwse manuscripten uit de archieven van de kathedraal van Worcester in West-Engeland.

De werken waren dan wel geschreven voor monniken uit de plaatselijke benedictij-nenabdij, uit de mond van de dames van Trio Mediaeval klinkt deze vroege polyfo-nie even hemels.

do 23.05.13 | RicERcAR conSoRT & Qing MEi WEi hui kWARTETCOnCERtZAAL | 20:00 | inleiding om 19:15

Ooit sleepten missionarissen klavecimbels over de bergen naar China. Over de zijde-route is al heel wat inkt gevloeid. Zo ook over de vraag of langs die weg de Europese barokmuziek werd beïnvloed. Twee kwar-tetten – allebei samengesteld uit gestreken en getokkelde snaarinstrumenten – gaan de ontmoeting aan. Als rode draad kiezen ze voor de natuur. Die duikt nu eens aimabel en dan weer snoeihard op in de muziek. Elke traditie lijkt haar eigen weg te gaan, maar in de nieuwe compositie van Paula Defresne blijkt toch hoe schatplich-tig ze aan elkaar zijn.

Page 15: Mala Punica
Page 16: Mala Punica

BinnEnkoRT

Bespreekbureau Muziekcentrum de Bijloke gentJ. Kluyskensstraat 2, 9000 Gentdi - vr 10:00 - 12:00 & 13:00 - 17:00 | Za 13:00 - 17:0009 269 92 92 | [email protected] | www.debijloke.be

colofontekst programmaboekje | annemarie peetersv.u. | daan Bauwens© muziekcentrum de Bijloke Gent

muziekcentrum de Bijloke is mobiel dankzij het partnership met Gent motors (www.gentmotors.be)

Wo | 17.04.13 | 20:00charles lloyd, Maria FarantouriJazz vanop de akropolis

do | 18.04.13 | 20:00Sophie gent Ensemble, Sophie gent (artistieke leiding)J.S. Bach, G.p. telemann

Za | 20.04.13 | 20:00deFilharmonie, collegium vocale gent, Philippe herreweghe (dirigent)mozart

Zo 21.04.13 | 10:00-13:00Erfgoeddag | Stop de tijd!Begeleide wandelingen in de Bijloke en op de site

Zo | 21.04.13 | 15:00Brussels Philharmonic, vlaams Radio koormozart, Beethoven

Wo | 24.04.13 | 20:00 | miryzaal (Hoogpoort 64)Jan kobow (tenor), Jos van immerseel (pianoforte)Schubert, Beethoven

do | 25.04.13 | 20:00 | miryzaal (Hoogpoort 64)Jerusalem QuartetSjostakovitsj

Vr | 26.04.13 | 20:00 | uitVerKoCHtl'Arpeggiata, christina Pluhar (artistieke leiding)monteverdi

Za | 27.04.13 | 20:00Symfonieorkest vlaanderen, Jonas Alber (dirigent)Strauss, Britten, mozart, Schönberg

do | 02.05.13 | 20:00 | miryzaal (Hoogpoort 64)goeyvaerts Strijktrio, Solisten van vox luminusmoody, pärt

di | 14.05.13 | 14:00 | Kraakhuisdavid kadouchChopin, moessorgski

Wo | 15.05.13 | 20:00 | Kraakhuis | uitVerKoCHtAccademia del Piacere, Fahmi Alqhai (artistieke leiding)Spaanse muziek uit de 16de en 17de eeuw

do | 16.05.13 | 20:00 | ConcertzaalTrio Mediaevala Worcester ladymass

Vr | 17.05.13 | 20:00 | ConcertzaalPhilip catherineVerjaardagstournee