4
Mannenklachten Mannen in de apotheek Mannen kunnen bepaalde klachten hebben die je alleen of vooral bij mannen ziet. Dat maakt ze een specifieke doelgroep binnen de apotheek. Uit onderzoek blijkt dat mannen minder snel naar zorgverleners gaan met hun klachten. Veel mannen vinden het vervelend om in de apotheek, waar ze allerlei bekenden kunnen treffen, hun medicijngebruik te bespreken. Hoe kun je hierop inspelen? Als je merkt dat een cliënt zijn verhaal liever niet aan de balie doet, kun je het gesprek natuurlijk voeren in de spreekkamer. Je kunt aanbieden om een telefonische afspraak te maken en informatie op papier meegeven. Pas je zoveel mogelijk aan de cliënt aan en speel in op zijn behoefte. Door goed en actief naar je cliënt te luisteren, laat je zien dat je bij het gesprek bent, je aandacht hebt voor de ander en hem probeert te begrijpen. Je kunt hierbij gebruikmaken van de gesprekstechniek Luisteren, Samenvatten en Doorvragen (LSD). Sta open voor het verhaal van je cliënt. Neem de tijd voor het gesprek. Waarborg de privacy van je cliënt. Houd rekening met de emotionele lading van het gesprek. Vat in je eigen woorden het verhaal van je cliënt samen om te controleren of je het goed hebt begrepen. Probeer de samenvatting neutraal te houden. Laat je eigen oordeel of mening achterwege. Stel vragen om de beweegredenen van de cliënt te achterhalen en hem bewust te maken van zijn behoeften. Stel open vragen om een beschrijvend antwoord te krijgen. Stel gesloten vragen of suggestieve vragen om richting aan het gesprek te geven. Prostaatproblemen De prostaat is een klier onder de blaas, ongeveer zo groot als een kastanje. De prostaat maakt deel uit van het mannelijke voortplantingssysteem. Bij de meeste mannen wordt de prostaat na het dertigste jaar langzaam groter, waarschijnlijk door de langdurige werking van het mannelijke geslachtshormoon testosteron op het prostaatweefsel. Soms leidt dit tot afwijkingen van de prostaat. Deze afwijkingen kunnen zowel goedaardig als kwaadaardig zijn. Aandoeningen aan de prostaat kunnen een prostaatvergroting, prostaatontsteking of prostaatkanker zijn. Bij een kwaadaardige afwijking spreken we van prostaatkanker. De PSA (Prostaat Specifiek Antigeen)-waarde in het bloed geeft een indicatie of de prostaat daadwerkelijk vergroot is. Een specialist kan in combinatie met een rectaal- en/of weefselonderzoek vaststellen of het om een prostaatontsteking, een prostaatvergroting of prostaatkanker gaat. Prostaatvergroting Op 80-jarige leeftijd heeft 90% van de mannen een vergrote prostaat. Het is dus een normaal ouderdomsverschijnsel. Verschijnselen Vaker plassen. Plas komt moeilijk op gang of een zwakkere straal. Last hebben van nadruppelen of het gevoel hebben dat de blaas niet leeg is na het plassen. Plas minder goed ophouden, of tijdelijk niet kunnen plassen. Samenvatting Mannenklachten 1/4

Mannenklachten - SBAweb

  • Upload
    others

  • View
    2

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

SamenvattingMannenklachten 1/4

Mannenklachten

Mannen in de apotheekMannen kunnen bepaalde klachten hebben die je alleen of vooral bij mannen ziet. Dat maakt ze een specifieke doelgroep binnen de apotheek. Uit onderzoek blijkt dat mannen minder snel naar zorgverleners gaan met hun klachten. Veel mannen vinden het vervelend om in de apotheek, waar ze allerlei bekenden kunnen treffen, hun medicijngebruik te bespreken. Hoe kun je hierop inspelen?

Als je merkt dat een cliënt zijn verhaal liever niet aan de balie doet, kun je het gesprek natuurlijk voeren in de spreekkamer. Je kunt aanbieden om een telefonische afspraak te maken en informatie op papier meegeven. Pas je zoveel mogelijk aan de cliënt aan en speel in op zijn behoefte. Door goed en actief naar je cliënt te luisteren, laat je zien dat je bij het gesprek bent, je aandacht hebt voor de ander en hem probeert te begrijpen. Je kunt hierbij gebruikmaken van de gesprekstechniek Luisteren, Samenvatten en Doorvragen (LSD).

• Sta open voor het verhaal van je cliënt.• Neem de tijd voor het gesprek.• Waarborg de privacy van je cliënt.• Houd rekening met de emotionele lading van het gesprek.• Vat in je eigen woorden het verhaal van je cliënt samen om te controleren of je het

goed hebt begrepen.• Probeer de samenvatting neutraal te houden. Laat je eigen oordeel of mening

achterwege. • Stel vragen om de beweegredenen van de cliënt te achterhalen en hem bewust te

maken van zijn behoeften.• Stel open vragen om een beschrijvend antwoord te krijgen. Stel gesloten vragen of

suggestieve vragen om richting aan het gesprek te geven.

ProstaatproblemenDe prostaat is een klier onder de blaas, ongeveer zo groot als een kastanje. De prostaat maakt deel uit van het mannelijke voortplantingssysteem. Bij de meeste mannen wordt de prostaat na het dertigste jaar langzaam groter, waarschijnlijk door de langdurige werking van het mannelijke geslachtshormoon testosteron op het prostaatweefsel. Soms leidt dit tot afwijkingen van de prostaat. Deze afwijkingen kunnen zowel goedaardig als kwaadaardig zijn. Aandoeningen aan de prostaat kunnen een prostaatvergroting, prostaatontsteking of prostaatkanker zijn. Bij een kwaadaardige afwijking spreken we van prostaatkanker.De PSA (Prostaat Specifiek Antigeen)-waarde in het bloed geeft een indicatie of de prostaat daadwerkelijk vergroot is. Een specialist kan in combinatie met een rectaal- en/of weefselonderzoek vaststellen of het om een prostaatontsteking, een prostaatvergroting of prostaatkanker gaat.

ProstaatvergrotingOp 80-jarige leeftijd heeft 90% van de mannen een vergrote prostaat. Het is dus een normaal ouderdomsverschijnsel.

Verschijnselen

• Vaker plassen.• Plas komt moeilijk op gang of een zwakkere straal.• Last hebben van nadruppelen of het gevoel hebben dat de blaas niet leeg is na het

plassen. • Plas minder goed ophouden, of tijdelijk niet kunnen plassen.

SamenvattingMannenklachten 1/4

SamenvattingMannenklachten 2/4

Behandeling

Bij de behandeling van prostaatvergroting zal vooral het gevolg ervan, namelijk plasklachten, behandeld worden met:• alfablokkers;• anti-androgenen;• tadalafil.

Wanneernaardehuisarts?

• Als de cliënt erge aandrang voelt en het hem toch maar niet lukt om te plassen, laat de cliënt dan contact opnemen met de huisarts.

• Wat kan de cliënt zelf doen?• Stel het plassen niet uit als je aandrang

voelt.• Neem de tijd om te plassen.• Kijk wat de gemakkelijkste manier van

plassen is. Voor de een is dat staande, voor de ander juist zittend.

• Drink niet meer dan twee glazen alcohol per dag en liefst niet elke dag.

ProstaatontstekingEen prostaatontsteking of prostatitis wordt veroorzaakt door bacteriën. Meestal is het een gevolg van een urineweginfectie. Ook blaasontsteking kan prostatitis veroorzaken.

Bij een prostaatontsteking is het klierweefsel in de prostaat ontstoken. De prostaat kan dan opzwellen. Hierdoor wordt de plasbuis dichtgedrukt.

Verschijnselen

Bij een acute prostaatontsteking kunnen de volgende symptomen voorkomen:• ziek gevoel;• koorts;• hevige aandrang om te plassen;• pijn in en rondom de basis van de penis;• moeilijker en pijnlijker plassen;• een branderige pijn in het gebied tussen

de balzak en de anus; • pijn in het onderlichaam en in de liezen

tijdens zaadlozingen;• bloed in de urine.

Een chronische prostaatontsteking kent dezelfde symptomen, maar deze zijn meestal minder heftig. Een chronische ontsteking van de prostaat treedt vooral op bij oudere mannen.

Behandeling

Door urine op kweek te zetten, kan een arts vaststellen om welke bacterie het gaat. Zo kunnen de juiste antibiotica gebruikt worden voor de behandeling van prostatitis.

Bij chronische ontstekingen wordt meestal een langdurige antibioticumkuur voorgeschreven (>4 weken).

Watkandecliëntzelfdoen?

• Goed en veel drinken, het liefst twee liter per dag. Wanneer de cliënt regelmatig plast, spoelt hij bacteriën naar buiten.

• Hete zitbaden kunnen de klachten helpen verminderen.

• Masseren van de prostaat kan een gevoel van opluchting geven. Hierbij wordt de prostaat via de anus als het ware leeg gemasseerd. Dit werkt vooral gunstig bij chronische ontstekingen.

ProstaatkankerEen op de tien mannen krijgt prostaatkanker. Hoewel de overlevingskansen bij deze vorm van kanker relatief groot zijn, blijft de diagnose kanker heel ingrijpend. Bij sommige mannen komen een prostaatvergroting en prostaatkanker gelijktijdig voor. Heeft een man een vergrote prostaat, dan betekent dat niet dat hij ook prostaatkanker heeft of krijgt. Dat is maar in enkele situaties het geval.

Verschijnselen

Prostaatkanker geeft bij de meeste mannen pas in een heel laat stadium klachten. De oorzaak van de klachten zijn vaak uitzaaiingen van de kanker elders in het lichaam. Hierdoor kan botpijn

ontstaan, vaak in rug of heup. Een man met prostaatkanker kan minder eetlust hebben, afvallen en zich ziek voelen. Bij sommige mannen komt de ziekte aan het licht als zij met plasklachten bij hun huisarts komen. Plasklachten vormen een aanleiding voor de huisarts om onderzoek te doen naar prostaatkanker.

Behandeling

Prostaatkanker kan op verschillende manieren behandeld worden. Operatief verwijderen van de prostaat, bestralen van de tumor en hormoontherapie zijn de drie meest voorkomende behandelingen. In een laat stadium kan prostaatkanker bepaalde klachten veroorzaken die soms met speciale medicijnen (prednison, bisfosfonaten) te verhelpen zijn.

Hormonaletherapie

De groei van prostaatkankercellen wordt gestimuleerd door het mannelijke geslachtshormoon testosteron. Hormonale therapie is erop gericht de stimulerende werking van testosteron teniet te doen. Het ontstaan en de woekering van kankercellen kunnen zo (tijdelijk) worden stopgezet.

Met een hormonale behandeling alleen is het niet mogelijk te genezen. De ziekte en de klachten worden wel afgeremd. De cliënt kan hormonale therapie krijgen als aanvullende (adjuvante) behandeling of als palliatieve behandeling. Soms wordt de behandeling voorafgaand aan een operatie of bestralingskuur gegeven. In dit geval is de behandeling bedoeld om de tumor alvast iets kleiner te maken.

SamenvattingMannenklachten 3/4

Plasproblemen

Plasproblemen bij mannen ontstaan vaak op wat oudere leeftijd. Meestal treden de eerste verschijnselen op rond het 50e jaar. Het gaat dan om vaker plassen, een wat minder krachtige straal, nadruppelen en toegenomen aandrang.

Oorzaken

• Goedaardige prostaatgroei • Prostaatontsteking• Prostaatkanker• Urineweginfectie• Soa• Operatie aan de urinewegen• Onderliggende ziektes zoals diabetes

(vaker drinken en vaker plassen)• Ziekten van het zenuwstelsel (zoals

beroerte, MS, ziekte van Parkinson)• Medicijngebruik (plasklachten

mogelijke bijwerking van bepaalde antidepressiva, antipsychotica/lithium, medicijnen tegen de ziekte van Parkinson, antihistaminica, opiaten als codeïne en morfine, lisdiuretica en calciumantagonisten).

Behandeling

De behandeling van plasproblemen hangt af van de ernst van de klachten en de mate waarin de cliënt de klachten hinderlijk vindt. De arts kan in overleg met de cliënt besluiten te gaan behandelen met medicijnen. In het algemeen geldt dat het effect van geneesmiddelen bij plasproblemen beperkt is.

Behandelingplasproblemendooroveractieveblaas

Wanneer klachten van een overactieve blaas op de voorgrond staan, kan een arts kiezen uit de volgende middelen: • darifenacine (Emselex®);• fesoterodine (Toviaz®);• flavoxaat (Urispas®);• oxybutinine (Dridase®);• solifenacine (Vesicare®);• tolterodine (Detrusitol®).

Deze middelen kunnen de klachten iets verminderen. De meeste ervaring is opgedaan met tolterodine. De bijwerkingen zijn doorgaans mild en bestaan bij flavoxaat vooral uit maag- en buikpijn. De meest voorkomende bijwerking van de andere middelen is een droge mond. Oxybutininegebruikers hebben hier wat vaker last van dan tolterodinegebruikers.Wanneer klachten van een overactieve blaas op de voorgrond staan, kan blaastraining soms iets verlichting brengen.

Behandelingplasklachtendoorvergroteprostaat

Wanneer klachten van een vergrote prostaat op de voorgrond staan, kunnen de volgende geneesmiddelen worden gebruikt:• Alfa-1-blokkers (zoals alfuzosine

(Xatral®) of tamsulosine (Omnic®)). Andere alfablokkers zijn doxasozine (Cardura®), silodosine (Silodyx®) en

terazosine (Hytrin®). Duizeligheid is hierbij een veel gemelde bijwerking. Alfa-1-blokkers verwijden namelijk ook de bloedvaten, waardoor de bloeddruk kan dalen.

• 5-alfa-reductaseremmers: verhinderen in de prostaat de omzetting van testosteron in dihydrotestosteron (DHT). Middelen zijn dutasteride (Avodart®) en finasteride (Proscar®). Nadeel van deze middelen is dat de werking een paar maanden op zich kan laten wachten. Het kan twee tot zes maanden duren voordat bekend is of een 5-alfa-reductaseremmer iets doet. Zwangere vrouwen kunnen beter niet in contact komen met 5-alfa-reductaseremmers op welke manier dan ook.

• Er bestaan ook combinatiepreparaten van alfa-1-blokkers en 5-alfa-reductaseremmers. Een voorbeeld hiervan is de combinatie tamsulosine met dutasteride (Combodart®).

Niet-medicamenteuzebehandelingen

In alle gevallen kunnen eenvoudige leefregels soms verlichting brengen en krijgt de cliënt advies: • Ga regelmatig naar het toilet, vooral als

in korte tijd veel gedronken wordt.• Verminder het koffiegebruik.• Neem de tijd om rustig te plassen

(eventueel zittend) en plas goed uit.• Schud de plasbuis leeg (‘melken’) als u

last hebt van nadruppelen.

Hormonale therapie kan bestaan uit:

GnRH-analogen Er zijn GnRH-agonisten (abarelix (Plenaxis®), degarelix (Firmagon®)en -antagonisten (bijvoorbeeld busereline (Suprefact®), gosereline (Zoladex®), euproreline (Eligard®, Lucrin®)). Het gebruik van GnRH-agonisten heeft de voorkeur. Met een GnRH-antagonist kunnen vergelijkbare dalingen van het testosterongehalte worden behaald, maar er is minder ervaring mee opgedaan, waardoor de langetermijneffecten nog onbekend zijn.

BijwerkingenDe GnRH-agonisten kunnen tijdelijk de tumor activeren, waardoor klachten ontstaan als problemen met plassen, botpijn en spierzwakte. Deze klachten zijn tijdelijk. Vaak worden om deze klachten te voorkomen anti-

androgenen toegevoegd om tijdens de eerste dagen een mogelijk effect van een verhoogd testosterongehalte tegen te gaan. Na een aantal maanden gebruik kan ook verlies van botweefsel (osteoporose) optreden.

Anti-androgenenAnti-androgenen (zoals cyproteron (Androcur®), bicalutamide (Biluron®, Casodex®), flutamide)zorgen ervoor dat de werking van testosteron niet meer mogelijk is. Vaak worden anti-androgenen ingezet als combinatietherapie met chirurgische of chemische castratie.

BijwerkingenDeze middelen kunnen borstvorming en opvliegers als bijwerking hebben, naast maag-darmklachten zoals misselijkheid en diarree.

SamenvattingMannenklachten 4/4

Het krijgen van een erectie is een ingewikkeld samenspel van hormonen, gedachten, gevoelens, zenuwen en bloedvaten. In de penis bevinden zich bloedvaten, zenuwen, bindweefsel, de plasbuis en twee zwellichamen. Bij het krijgen van een erectie spelen vooral de zwellichamen een belangrijke rol. Zij bestaan uit sponsachtig materiaal dat meer (stijf) of minder (slap) gevuld is met bloed.

Oorzaken

Een erectiestoornis kan meerdere oorzaken hebben. Grofweg laten zich drie soorten onderscheiden: medische, psychologische en lifestyle-oorzaken. In veel gevallen spelen meerdere oorzaken tegelijkertijd een rol. Zo kan iemand met hoge bloeddruk behandeld worden met bètablokkers en/of plastabletten en daarbij ook nog roken.

Medicamenteuzebehandelingerectiestoornissen

Voor de behandeling van erectiestoornissen wordt vaak een van de volgende PDE-5-remmers voorgeschreven: 1. Sildenafil

• Inname: circa een uur voor seksuele activiteit.

• Werking: houdt 4 uur aan.2. Tadalafil

• Inname: 30 minuten tot 12 uur voor seksuele activiteit.

• Werking: kan tot 36 uur aanhouden.3. Vardenafil

• Inname: 25 minuten tot een uur voor seksuele activiteit.

• Werking: houdt 4 tot 5 uur aan.

Blozen en hoofdpijn zijn de meest gemelde bijwerkingen, maar ook duizeligheid, hartkloppingen en veranderingen in het gezichtsvermogen worden wel gemeld, naast maag-darmklachten (vooral zuurbranden).

Priapisme

Heel af en toe ontstaat een erectie die te lang aanhoudt. Dit verschijnsel heet priapisme. Een erectie die langer dan drie uur aanhoudt, kan schade toebrengen aan weefsel in de penis. Als een man hier last van krijgt, moet hij direct zijn huisarts of de dienstdoende huisarts raadplegen.

Niet-medicamenteuzebehandelingvanerectiestoornissen

Eventueel in combinatie met geneesmiddelen zijn er ook niet-medicamenteuze behandelingen die effect hebben bij erectiestoornissen:• voorlichting en advies (bijvoorbeeld

NHG-patiëntenfolders meegegeven);• gezonde levensstijl (belangrijk dat de

cliënt weet wat voor invloed zijn leefstijl op de erectieproblemen kan hebben);

• hulpmiddelen (zoals een vacuümpomp of penisring);

• operatie (operatieve ingrepen om erectiestoornissen te verhelpen zijn mogelijk, maar worden zelden uitgevoerd).

Erectiestoornissen