36
marktvormen

Marktvormen. Marktvormen •Volledige mededinging (hoofdstuk 5) •Monopolie (hoofdstuk 6) •Monopolistische concurrentie (hoofdstuk 7) •Oligopolie (hoofdstuk

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Marktvormen. Marktvormen •Volledige mededinging (hoofdstuk 5) •Monopolie (hoofdstuk 6) •Monopolistische concurrentie (hoofdstuk 7) •Oligopolie (hoofdstuk

marktvormen

Page 2: Marktvormen. Marktvormen •Volledige mededinging (hoofdstuk 5) •Monopolie (hoofdstuk 6) •Monopolistische concurrentie (hoofdstuk 7) •Oligopolie (hoofdstuk

Marktvormen

• Volledige mededinging (hoofdstuk 5)

• Monopolie (hoofdstuk 6)

• Monopolistische concurrentie (hoofdstuk 7)

• Oligopolie (hoofdstuk 8)

Page 3: Marktvormen. Marktvormen •Volledige mededinging (hoofdstuk 5) •Monopolie (hoofdstuk 6) •Monopolistische concurrentie (hoofdstuk 7) •Oligopolie (hoofdstuk

kenmerken

• Aantal aanbieders: een, veel, weinig

• Toetreding: moeilijk of gemakkelijk

• Soort product: homogeen of heterogeen

Page 4: Marktvormen. Marktvormen •Volledige mededinging (hoofdstuk 5) •Monopolie (hoofdstuk 6) •Monopolistische concurrentie (hoofdstuk 7) •Oligopolie (hoofdstuk

Volledige mededinging

• Identieke producten

• Veel aanbieders

• Toetreding is gemakkelijk

• Voorbeeld: land- en tuinbouwveilingen, valutamarkten

Page 5: Marktvormen. Marktvormen •Volledige mededinging (hoofdstuk 5) •Monopolie (hoofdstuk 6) •Monopolistische concurrentie (hoofdstuk 7) •Oligopolie (hoofdstuk

monopolie

• Een aanbieder• Toetreding is moeilijk• Monopolie door

– De wet: NS, postbezorging– Octrooi: verdwijnt als patent afloopt– Technologische kennis: – Zeer hoge kosten om in te stappen

• Voorbeeld: bloed voor ziekenhuizen (een bloedbank: Sanquin)

Page 6: Marktvormen. Marktvormen •Volledige mededinging (hoofdstuk 5) •Monopolie (hoofdstuk 6) •Monopolistische concurrentie (hoofdstuk 7) •Oligopolie (hoofdstuk

Monopolistische concurrentie

• Tussenvorm tussen volledige mededinging en monopolie

• Bedrijven gaan zich onderscheiden door hun product af te stemmen op bep. Doelgroep. Producten worden heterogeen producten

• Voor doelgroep is bedrijf monopolist• Veel aanbieders.• Voorbeeld: kledingzaken, restaurants

Page 7: Marktvormen. Marktvormen •Volledige mededinging (hoofdstuk 5) •Monopolie (hoofdstuk 6) •Monopolistische concurrentie (hoofdstuk 7) •Oligopolie (hoofdstuk

oligopolie

• Beperkt aantal aanbieders• Toetreding is moeilijk. Toetreding vraagt veel

investeringen• Voorbeelden: mobiele telefoons,

internetproviders, banken, bier, benzine, zorgverzekeringen, energieproducenten

• Heterogeen oligopolie: beperkt aantal aanbieders van zelfde product (benzine, energie

• Homogeen: beperkt aantal aanbieders van verschillende producten (bier, banken)

Page 8: Marktvormen. Marktvormen •Volledige mededinging (hoofdstuk 5) •Monopolie (hoofdstuk 6) •Monopolistische concurrentie (hoofdstuk 7) •Oligopolie (hoofdstuk

Dus

Marktvorm Volledige mededinging

Monopolist. concurrentie

Monopolie oligopolie

Aantal aanbieders

Zeer veel Veel Een Beperkt aantal

Aard product Homogeen (ruwe olie, tomaten)

Heterogeen (kleding en restaurants)

Homogeen en heterogeen: spoorwegen, paspoorten, telefoon (vroeger)

homogeen en heterogeen

(bier, energie, zorgverzek).

Page 9: Marktvormen. Marktvormen •Volledige mededinging (hoofdstuk 5) •Monopolie (hoofdstuk 6) •Monopolistische concurrentie (hoofdstuk 7) •Oligopolie (hoofdstuk

Les

• Theorie volledige mededinging

• Filmpje (economie en markt)

• Opdrachten

Page 10: Marktvormen. Marktvormen •Volledige mededinging (hoofdstuk 5) •Monopolie (hoofdstuk 6) •Monopolistische concurrentie (hoofdstuk 7) •Oligopolie (hoofdstuk

Volledige mededinging

• Veel aanbieders

• Homogene producten

• Geen enkele aanbieder heeft invloed op de marktprijs (er zijn er veel)

• Toetreden tot markt is relatief gemakkelijk

• Voorbeeld: landbouwproducten, valuta,

Page 11: Marktvormen. Marktvormen •Volledige mededinging (hoofdstuk 5) •Monopolie (hoofdstuk 6) •Monopolistische concurrentie (hoofdstuk 7) •Oligopolie (hoofdstuk

Prijsvorming

• Bij volledige mededinging is de prijs een gegeven. Er zijn heel veel aanbieders die ieder afzonderlijk geen invloed hebben op de marktprijs. De marktprijs is voor elke aanbieder een gegeven. De aanbieders kunnen alleen het aanbod verhogen (door kosten te verlagen of als er meer komen) of verlagen.

Page 12: Marktvormen. Marktvormen •Volledige mededinging (hoofdstuk 5) •Monopolie (hoofdstuk 6) •Monopolistische concurrentie (hoofdstuk 7) •Oligopolie (hoofdstuk

Prijsvorming

• Een bedrijf kan wel onder de marktprijs aanbieden, maar dit gaat ten koste van de winst van dat bedrijf. De marktprijs verandert niet.

• Bij volledige mededinging is de marktprijs op termijn gelijk aan de GTK

Page 13: Marktvormen. Marktvormen •Volledige mededinging (hoofdstuk 5) •Monopolie (hoofdstuk 6) •Monopolistische concurrentie (hoofdstuk 7) •Oligopolie (hoofdstuk

Prijsvorming

• Vraag- en aanbodlijn.– Qv = -2p + 50– Qa = p – 10

• 10: zijn kosten. Bij een prijs van 8 kom je niet uit de kosten en bied je niet aan

• Bereken evenwichtsprijs

Page 14: Marktvormen. Marktvormen •Volledige mededinging (hoofdstuk 5) •Monopolie (hoofdstuk 6) •Monopolistische concurrentie (hoofdstuk 7) •Oligopolie (hoofdstuk

Prijsvorming

• Aanbodlijn naar rechts als1. aantal aanbieders toeneemt

2. Kosten lager worden: Qa = p – 5• Kosten gaan van 10 naar 5• Er wordt dan eerder aangeboden (eerst bood je

pas aan bij een prijs van 11, nu al bij een prijs van 6

Page 15: Marktvormen. Marktvormen •Volledige mededinging (hoofdstuk 5) •Monopolie (hoofdstuk 6) •Monopolistische concurrentie (hoofdstuk 7) •Oligopolie (hoofdstuk

Prijsvorming

• Er is dan meer aanbod dan vraag

• Aanbieders gaan prijs verlagen.

• Daardoor daalt aanbod en stijgt vraag

• Er ontstaat weer nieuw evenwicht.

Page 16: Marktvormen. Marktvormen •Volledige mededinging (hoofdstuk 5) •Monopolie (hoofdstuk 6) •Monopolistische concurrentie (hoofdstuk 7) •Oligopolie (hoofdstuk

Prijsvorming

• Zolang er winst wordt gemaakt, neemt aantal aanbieders toe.

• Bij toename van aantal aanbieders zakt de prijs en neemt winst af.

• Als winst nul is, dan neemt aanbieders niet meer toe in is er een nieuw evenwicht.

• Dit evenwicht is bij GO = GTK (opdracht 5.7)

Page 17: Marktvormen. Marktvormen •Volledige mededinging (hoofdstuk 5) •Monopolie (hoofdstuk 6) •Monopolistische concurrentie (hoofdstuk 7) •Oligopolie (hoofdstuk

Volledige mededinging

Volledige mededinging monopolie

TO (omzet) P x q P x q

TK TCK + TVK TCK + TVK

BEP TO = TK TO = TK

Winst maximaal MO = MK MO = MK

MO Prijs = MO = GO MO < GO

Page 18: Marktvormen. Marktvormen •Volledige mededinging (hoofdstuk 5) •Monopolie (hoofdstuk 6) •Monopolistische concurrentie (hoofdstuk 7) •Oligopolie (hoofdstuk

Aanbodlijn verandert

• Qa = 3p – 45

• Bij p = 15 van een product, geen aanbod

• Kosten zijn € 15 per product.

• Kosten dalen nu met € 5 per product

• Wat is de nieuwe aanbodlijn?

Page 19: Marktvormen. Marktvormen •Volledige mededinging (hoofdstuk 5) •Monopolie (hoofdstuk 6) •Monopolistische concurrentie (hoofdstuk 7) •Oligopolie (hoofdstuk

Aanbodlijn verandert

• Qa = 3p – 30

• Bij een prijs van 10 ben je al uit de kosten

• Doe: 45 – (3 x € 5) = € 30

• Opdracht

Page 20: Marktvormen. Marktvormen •Volledige mededinging (hoofdstuk 5) •Monopolie (hoofdstuk 6) •Monopolistische concurrentie (hoofdstuk 7) •Oligopolie (hoofdstuk

Monopolie

• Een aanbieder• Soorten monopolie:

– wettelijk monopolie: op grond van octrooi of wet

– Natuurlijk monopolie: een grote aanbieder produceert goedkoper dan vele kleintjes (vooral bij netwerken zoals stroom (Tennet) en rails (Prorail)

– Technisch monopolie (een bedrijf heeft een technologische voorsprong)

Page 21: Marktvormen. Marktvormen •Volledige mededinging (hoofdstuk 5) •Monopolie (hoofdstuk 6) •Monopolistische concurrentie (hoofdstuk 7) •Oligopolie (hoofdstuk

Monopolie voorbeelden

• Netwerken (Tennet, Prorail)

• Huisvuilinzameling

• ANWB was heel lang monopolist omdat toetreden duur was.

• Energievoorziening: per regio een aanbieder. Nu kun je kiezen uit Eneco, Nuon etc.

Page 22: Marktvormen. Marktvormen •Volledige mededinging (hoofdstuk 5) •Monopolie (hoofdstuk 6) •Monopolistische concurrentie (hoofdstuk 7) •Oligopolie (hoofdstuk

Monopolie

• Een aanbieder.

• De aanbieder bepaalt prijs en afzet. Hij is prijszetter.

• Bij monopolie geldt niet: GO = MO = P

• Bij monopolie geldt: MO < GO

Page 23: Marktvormen. Marktvormen •Volledige mededinging (hoofdstuk 5) •Monopolie (hoofdstuk 6) •Monopolistische concurrentie (hoofdstuk 7) •Oligopolie (hoofdstuk

Monopolie

• Bij monopolie geldt: MO < GO

• Omdat – de monopolist de marktprijs en de

hoeveelheid kan kiezen op de vraaglijn; hij is de enige aanbieder.

– de vraagcurve daalt.– als de prijs daalt dit voor alles geldt (als Taxi

centrale Amsterdam de ritprijs verlaagt geldt dit voor iedereen en voor alle ritten

Page 24: Marktvormen. Marktvormen •Volledige mededinging (hoofdstuk 5) •Monopolie (hoofdstuk 6) •Monopolistische concurrentie (hoofdstuk 7) •Oligopolie (hoofdstuk

voorbeeld

• Er is een taxibedrijf in Amsterdam: monopolist

• Hij biedt ritten aan voor € 8 en verkoopt 1 rit. De gemiddelde prijs is € 8 en de prijs ook. De totale opbrengst is ook € 8

• Hij wil meer ritten verkopen. Dat kan alleen als hij de prijs verlaagt.

Page 25: Marktvormen. Marktvormen •Volledige mededinging (hoofdstuk 5) •Monopolie (hoofdstuk 6) •Monopolistische concurrentie (hoofdstuk 7) •Oligopolie (hoofdstuk

Voorbeeld

• Hij verlaagt de prijs naar € 6 en verkoopt dan 2 ritten. De totale opbrengst wordt € 12 en de gemiddelde opbrengst wordt € 6. De marginale opbrengst is echter € 4, dus lager dan de gemiddelde opbrengst.

• Dit komt omdat de monopolist alleen meer kan verkopen door de prijs te verlagen, de nieuwe lagere prijs geldt voor alle ritten.

Page 26: Marktvormen. Marktvormen •Volledige mededinging (hoofdstuk 5) •Monopolie (hoofdstuk 6) •Monopolistische concurrentie (hoofdstuk 7) •Oligopolie (hoofdstuk

Voorbeeld taxi (monopolie)

prijs aantal to go mo

10 0 0 0

8 1 8 8 8

6 2 12 6 4

4 3 12 4 0

2 4 8 2 -4

0 5 0 0 --8

Page 27: Marktvormen. Marktvormen •Volledige mededinging (hoofdstuk 5) •Monopolie (hoofdstuk 6) •Monopolistische concurrentie (hoofdstuk 7) •Oligopolie (hoofdstuk

volledige mededinging

• Bij volledige mededinging ligt dit anders.

• De marktprijs is een gegeven en blijft gelijk als bedrijven meer aanbieden.

• Aanbieden onder marktprijs is niet slim omdat dit tot verlies gaat leiden.

• Marktprijs staat onder druk door toetreding. Bedrijven drukken kosten om bij dalende marktprijs nog winst te maken

Page 28: Marktvormen. Marktvormen •Volledige mededinging (hoofdstuk 5) •Monopolie (hoofdstuk 6) •Monopolistische concurrentie (hoofdstuk 7) •Oligopolie (hoofdstuk

Voorbeeld taxi (vm)

prijs aantal to go mo

10 0 0 0

10 1 10 10 10

10 2 20 10 10

10 3 30 10 10

10 4 40 10 10

Page 29: Marktvormen. Marktvormen •Volledige mededinging (hoofdstuk 5) •Monopolie (hoofdstuk 6) •Monopolistische concurrentie (hoofdstuk 7) •Oligopolie (hoofdstuk

Hoeveel

• Marginale kosten zijn 3

• Hoeveel biedt taxi aan bij volledige mededinging?

• Hoeveel biedt taxi aan monopolie?

Page 30: Marktvormen. Marktvormen •Volledige mededinging (hoofdstuk 5) •Monopolie (hoofdstuk 6) •Monopolistische concurrentie (hoofdstuk 7) •Oligopolie (hoofdstuk

Monopolie

• Hoeveel biedt monopolist aan tegen welke prijs.

• Monopolist streeft naar maximale winst

• Dus kijk naar MO = MK

• Monopolist biedt minder aan tegen een hogere prijs: 2 stuks voor een prijs van € 6

• Volledige mededinger biedt oneindig veel aan zolang prijs hoger blijft dan € 3.

Page 31: Marktvormen. Marktvormen •Volledige mededinging (hoofdstuk 5) •Monopolie (hoofdstuk 6) •Monopolistische concurrentie (hoofdstuk 7) •Oligopolie (hoofdstuk

Onder water

• Lees artikel en beantwoord de volgende vragn1. Teken met fictieve bedragen een balans van een

huizenbezitter waarvan het huis onder water staat

2. Wat is het risico als een huis onder water staat?

3. Waarom kunnen meer mensen hun hypotheeklasten niet betalen?

4. Waarom hadden mensen zoveel hypotheekschuld?

5. Waarom zijn de huizenprijzen de afgelopen periode gedaald?

6. Hoe hoog is ons bruto binnenlands product?

Page 32: Marktvormen. Marktvormen •Volledige mededinging (hoofdstuk 5) •Monopolie (hoofdstuk 6) •Monopolistische concurrentie (hoofdstuk 7) •Oligopolie (hoofdstuk

Vraag 1: balans

Activa Passiva

Waarde huis 330.000 Lening 360.000

Negatief e.v. 30.000

350.000 350.000

Page 33: Marktvormen. Marktvormen •Volledige mededinging (hoofdstuk 5) •Monopolie (hoofdstuk 6) •Monopolistische concurrentie (hoofdstuk 7) •Oligopolie (hoofdstuk

Vraag 2 en 3

2. Risico: als je je huis moet verkopen, dan hou je een restschuld bij de bank over. In voorbeeld; € 30.000

3. Dit risico neemt toe omdat veel mensen ontslagen worden, hun hypotheek niet meer kunnen betalen en uit hun huis moeten.

Page 34: Marktvormen. Marktvormen •Volledige mededinging (hoofdstuk 5) •Monopolie (hoofdstuk 6) •Monopolistische concurrentie (hoofdstuk 7) •Oligopolie (hoofdstuk

Vraag 4

• Banken verstrekten gemakkelijk krediet

• Rente was aftrekbaar van belastbaar inkomen

• Iedereen had vertrouwen dat prijzen stegen en dat huis dus niet “onder water” kwam te staan

Page 35: Marktvormen. Marktvormen •Volledige mededinging (hoofdstuk 5) •Monopolie (hoofdstuk 6) •Monopolistische concurrentie (hoofdstuk 7) •Oligopolie (hoofdstuk

Vraag 5

Meerdere redenen1. Vanwege de crisis kopen minder mensen

een huis; minder vraag betekent lagere prijzen

2. Banken zijn terughoudend met geld uitlenen

3. Overheid is lang onduidelijk geweest

4. Overheid stelt strengere regels (hypotheekrenteaftrek vervalt deels, geen aflossingsvrije hypotheken meer)

Page 36: Marktvormen. Marktvormen •Volledige mededinging (hoofdstuk 5) •Monopolie (hoofdstuk 6) •Monopolistische concurrentie (hoofdstuk 7) •Oligopolie (hoofdstuk

Vraag 6

• 111% = 670

• 100% = 670/11 x 100 = 609 miljard